Commissie
voor de Financiën en de Begroting |
Commission des Finances et du Budget |
van vrijdag 5 september 2008 Namiddag ______ |
du vendredi 5 septembre 2008 Après-midi ______ |
De vergadering wordt geopend om 14.06 uur en voorgezeten door de heer Hendrik Bogaert.
La séance est ouverte à 14.06 heures et présidée par M. Hendrik Bogaert.
01 De begrotingstoestand: uiteenzetting, gedachtewisseling en samengevoegde interpellaties en vraag van
- de heer Peter Vanvelthoven tot de eerste minister over "de verontrustende berichten over de evolutie van de begroting 2008 en 2009" (nr. 95)
- de heer Hagen Goyvaerts tot de eerste minister en de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, over "de begrotingstoestand 2008 en de voorwaarden begrotingsopmaak 2009" (nr. 98)
- mevrouw Meyrem Almaci tot de eerste minister over "de recente alarmerende berichten omtrent de begroting" (nr. 99)
- de heer Christian Brotcorne aan de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie, over "de begrotingstoestand" (nr. 7111)
- de heer Georges Gilkinet tot de eerste minister over "de dreigende budgettaire ontsporing en de bijsturingen die de regering heeft doorgevoerd of in overweging neemt" (nr. 100)
- de heer Robert Van de Velde tot de eerste minister over "de begrotingsopmaak" (nr. 101)
01 La situation budgétaire: exposé, échange de vues et interpellations et question jointes de
- M. Peter Vanvelthoven au premier ministre sur "les informations inquiétantes au sujet de l'évolution des budgets 2008 et 2009" (n° 95)
- M. Hagen Goyvaerts au premier ministre et au secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, sur "la situation budgétaire 2008 et les conditions de la confection du budget 2009" (n° 98)
- Mme Meyrem Almaci au premier ministre sur "les informations alarmantes concernant le budget" (n° 99)
- M. Christian Brotcorne au secrétaire d'État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d'État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice, sur "la situation budgétaire" (n° 7111)
- M. Georges Gilkinet au premier ministre sur "la menace de dérapage budgétaire et les mesures correctives entreprises ou envisagées par le gouvernement" (n° 100)
- M. Robert Van de Velde au premier ministre sur "la confection du budget" (n° 101)
De voorzitter: Goedemiddag. Welkom, mijnheer de staatssecretaris, beste collega’s. Ik hoop dat u allemaal een deugddoende vakantie hebt gehad. Ik wil u terug welkom heten in de killing fields van de Wetstraat.
Wij wilden snel reageren op de actualiteit en de staatssecretaris zo snel mogelijk uitnodigen. Minister Reynders werd ook uitgenodigd, maar er was blijkbaar een agendaprobleem. Hij komt op 24 september tussen 15 en 17 uur. Er zijn een reeks interpellaties aan hem gericht. Er zijn ook nog fractiedagen van diverse fracties, waarmee ik ook rekening moest houden. Het lag in de lijn der verwachtingen om die vergadering volgende week te organiseren, maar de PS zou dan niet aanwezig kunnen zijn.
01.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik hoop dat het niet de bedoeling is van minister Reynders om de uitspraken die de staatssecretaris vandaag zal doen te weerleggen.
De voorzitter: Neen, dat is niet de bedoeling.
Ik stel voor dat ik het woord geef aan de staatssecretaris voor een brede inleiding. Ik weet dat er heel wat mensen zijn die ook interpellaties hebben ingediend. Zij komen aan het woord, don’t worry.
Ik weet dat in een uiteenzetting elk lid het recht heeft het woord te voeren, maar ik stel voor dat degenen die een interpellatie hebben, als eersten aan het woord komen. Dan vullen we aan met de andere sprekers. Ziet iedereen dat zitten? Dan geef ik graag het woord aan de staatssecretaris.
01.02 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, l'ordre du jour prévoyant un échange de vues sur les perspectives budgétaires, je me permettrai de diviser mon intervention en trois parties. Je commencerai par rappeler dans quel contexte le budget 2008 a été établi.
Ik zal ook de context van de begrotingsaanpassing bespreken en de perspectieven bij de voorbereiding van de begroting 2009, die nu volop bezig is en waarvoor er al enkele stappen zijn gezet.
Les documents contenant les éléments essentiels du contrôle budgétaire vont vous être distribués. Ces éléments ont fait l'objet d'un accord en gouvernement dans le courant du mois du juillet.
Je répondrai ensuite aux questions et interpellations.
Wat de begroting betreft, was 2008 een uitzonderlijk jaar omdat de procedure een beetje veranderd was. De begroting voor 2008 werd opgesteld in 2008 op basis van de realisaties van de begroting voor 2007. Wat de primaire uitgaven betreft is dat heel belangrijk. De stijging van de verschillende uitgaven werd niet berekend op basis van de initiële begroting voor 2007 maar op basis van de echte realisaties van 2007.
Dat bracht natuurlijk een besparing met zich voor ieder departement omdat de begroting voor 2008 gebaseerd was op de echte realisaties van 2007.
Dat was voor deze regering ook een manier om de implicaties van het verleden te stoppen. Ik verwijs naar het fameuze ankerprincipe dat gebruikt werd de voorbije jaren. Het was het eerste teken om die werkwijze te stoppen, dankzij het feit dat de begroting in 2008 werd opgesteld op basis van de realisaties van 2007.
En ce qui concerne les dépenses et le suivi de l'exécution de ce budget 2008, je rappelle qu'un ajustement budgétaire nécessite diverses estimations. En conséquence, nous devons pouvoir évaluer les perspectives budgétaires dans le cadre de l'exécution du budget 2008. Aujourd'hui, début septembre, nous suivons pas à pas l'exécution de ce budget 2008 ce, dans chacun de ses éléments, qu'il s'agisse des recettes fiscales, de la gestion de la sécurité sociale ou des dépenses primaires. Je peux déjà vous indiquer que, dans le cadre des dépenses primaires, le suivi s'effectue de manière très précise. En effet, elles correspondent en tout point aux prévisions budgétaires de 2008 en la matière. Par conséquent, les ordonnancements sont, eux-aussi, totalement conformes à ces prévisions.
Eu égard à l'encours des crédits dissociés, nous connaissons une réelle diminution de l'ordre de 20%.
Wat de “encours” van de gesplitste kredieten betreft, is er sprake van een vermindering met 20%.
Het laatste cijfer, dat ook heel belangrijk is, is dat van de overgedragen kredieten naar het jaar 2008. Het gaat om een bedrag van 1,7 miljard euro, in plaats van 2 miljard euro. Na de opeenvolgende recordniveaus van de laatste jaren vertoont dit cijfer een aanzienlijke daling. Het gaat hier om een aanzuivering van het verleden van de primaire uitgaven.
C'est l'apurement des problèmes rencontrés les années précédentes quand certains crédits étaient purement et simplement postposés; en matière d'encours ou de crédit, tout cela est apuré, nous améliorons leur gestion en nous en tenant aux chiffres des dépenses primaires prévus dans le budget 2008.
Le contexte économique est délicat, comme vous le savez. La presse en parle tous les jours et tente de suivre les variations quotidiennes de la situation.
De globale economische context is niet gemakkelijk. Dat geldt zowel voor België als voor heel Europa, zelfs voor heel de wereld. Voor België is het ook waar. We hebben dit jaar echt een inflatierecord gekend. De petroleumprijs en de grondstofprijzen zijn echt gestegen. Dat zijn slechte tekenen, zowel voor België als voor heel Europa.
Dans le contexte macroéconomique difficile aux niveaux belge et européen, la Belgique ne s'en sort pas trop mal. Je ne dis pas que cela va bien mais dire qu'on s'en sort extrêmement mal serait faux. La Banque nationale a encore dit hier que dans ce contexte économique difficile, la Belgique ne s'en sortait pas trop mal. Lorsqu'on compare nos chiffres en matière budgétaire aux pays avoisinants, cela va beaucoup mieux dans un contexte qui n'est pas facile pour l'ensemble de nos ménages et de nos citoyens.
Je voudrais faire un état de la situation au niveau de la procédure budgétaire. La circulaire budgétaire a fait l'objet d'un accord au Conseil des ministres en avril 2008 et nous en avons déjà discuté dans le cadre de l'approbation du budget 2008. L'ensemble des bilatérales techniques, c'est-à-dire les rencontres entre les administrations et l'administration du Budget, sont aujourd'hui clôturées. Nous avons donc une base de travail pour ce qui concerne les dépenses primaires. Sur cette base et sur base du rapport de l'Institut national des comptes, qui paraîtra le 10 septembre, et du budget économique du Bureau du Plan, nous pourrons adapter toutes ces données, que ce soit en matière de dépenses primaires ou en ce qui concerne les autres postes importants pour la préparation du budget 2009. À côté des bilatérales techniques, il faudra également voir quels sont les chiffres au niveau des recettes fiscales, au niveau des versements aux Communautés, aux Régions, à l'Union européenne, au niveau de l'actualisation des recettes non fiscales, au niveau de l'actualisation des chiffres de la sécurité sociale ou encore au niveau de l'INASTI.
Nous avons besoin de l'actualisation de l'ensemble de ces chiffres dans le cadre de la procédure d'élaboration du budget 2009, tout en tenant compte de ces éléments supplémentaires importants que sont le rapport des bilatérales techniques, le rapport de l'Institut national des comptes et le budget économique du Bureau du Plan. C'est sur base de l'ensemble de ces éléments et de la trajectoire dessinée par le Conseil supérieur des Finances que le budget 2009 pourra être préparé.
Enfin, on ne peut passer sous silence le contexte et les points d'interrogation qui subsistent, que ce soit dans l'élaboration du budget ou dans l'exécution du budget 2008.
Nog dit jaar moeten er nog verschillende oneshotmaatregelen die werden genomen door de vorige regering, worden betaald door de uitvoering van de begroting 2008. Die maatregelen kosten. Dat alles moet bovendien worden gesitueerd in een moeilijke economische context, wat inderdaad een "serieuze" uitvoering van de begroting 2008 vergt.
Ik zeg het nog eens: wat de primaire uitgaven betreft, blijven wij volledig binnen de lijnen en de doelstellingen vooropgesteld door de regering, én in de begroting 2008, én in de begrotingsaanpassing. Er is zelfs een bijkomend teken van een echte aanzuivering van het verleden, vooral wat het ankerprincipe betreft.
Ten tweede, wij moeten uitvoering geven aan alle maatregelen die werden genomen door de regering.
Cela signifie l'accord et le respect de l'exécution de la notification budgétaire de février 2008 ainsi que la notification budgétaire de l'ajustement budgétaire, en vertu de laquelle les mesures décidées doivent être exécutées. Aujourd'hui, nous devons les implémenter.
Je le rappelle, nous sommes en pleine exécution du budget de 2008. Il est important et indispensable de bien contrôler son exécution. Évidemment, il reste un certain nombre de points d'interrogation, notamment en ce qui concerne la contribution du secteur énergétique pour lequel 250 millions d'euros figurent au budget. Le gouvernement s'est fixé un objectif très clair et précis. Il serait juste que ces 250 millions soient effectivement encaissés en 2008. Ce dossier suit son cours. Cela se passe plutôt bien si l'on en croit les signaux positifs. Cependant, aussi longtemps qu'ils ne viendront pas créditer définitivement les caisses de l'État, un point d'interrogation subsistera.
Par ailleurs, un accord était intervenu avec les Communautés et les Régions, pour réaliser un excédent budgétaire: 400 millions d'euros pour la Flandre, 100 millions pour la Wallonie et 30 millions pour Bruxelles. Aujourd'hui, je ne vois pas ce qui pourrait nous permettre de revenir sur cet engagement, les conditions pour ce faire n'étant pas remplies. Selon certaines déclarations, ces montants seraient toujours inscrits avec un point d'interrogation.
Het moet zo gebeuren. Er zijn verschillende doelstellingen in die begroting en die moeten op een redelijke manier door iedereen worden uitgevoerd. Dat geldt voor iedere post in de begroting 2008, alsook voor de akkoorden over de engagementen in de begrotingsaanpassing 2008.
J'y viendrai en détail au sujet de l'ajustement budgétaire 2008. Si le document vous a été distribué, il est sans doute plus simple de le parcourir ensemble. Vous serez en mesure de suivre les paramètres macroéconomiques qui ont servi à la confection de ce budget et cet ajustement budgétaire 2008. Vous pourrez remarquer que nous avons adapté les paramètres macroéconomiques aux prévisions les plus pessimistes. Une nouvelle fois, nous avons voulu faire preuve de la plus grande prudence dans l'élaboration du budget 2008.
Je prendrai deux exemples. En matière de croissance, tout d'abord, nous avons revu à la baisse le chiffre de la croissance, le faisant passer de 1,9 à 1,7%. Pour l'indice santé et l'inflation, nous avons appliqué les paramètres les plus pessimistes. Vu les difficultés macroéconomiques de cette année, il était important d'anticiper toutes les mauvaises nouvelles qui nous attendent.
Sur le tableau suivant, vous pourrez remarquer que les efforts ont porté sur le pouvoir fédéral et la sécurité sociale. Ce sont ces deux postes que nous avons pu revoir à la hausse après le conclave budgétaire pour terminer avec un solde nul pour les pouvoirs publics.
Quelles ont été les modifications les plus importantes concernant le pouvoir fédéral dans l'ajustement budgétaire? Vous les trouverez dans le tableau intitulé "Pouvoir fédéral". Pour les dépenses primaires, un tableau explicatif suit. Pour la charge d'intérêt, vous verrez qu'elle a dû être augmentée de 109 millions d'euros à l'occasion de l'ajustement budgétaire. Il y a donc un surcoût de 109 millions d'euros. Quant aux recettes fiscales, elles font l'objet d'un autre tableau explicatif. Les recettes non fiscales représentent une entrée complémentaire de l'ordre de 225 millions d'euros.
Ces dividendes supplémentaires ont pu être inscrits au budget de l'État. Il s'agit essentiellement des dividendes de Belgacom. En effet, les montants qui nous ont été transmis par l'administration faisaient état d'une diminution des dividendes de Belgacom, alors qu'ils ont été revus à la hausse. C'est ce qui explique un certain nombre de recettes complémentaires qui ont pu être insérées à ce niveau.
Nous enregistrons également un boni de liquidation au niveau de la faillite de la Sabena. Les montants ont donc pu être inscrits dans le cadre du budget 2008 au moment de l'ajustement. Ce sont ces montants qui sont repris dans la rubrique "recettes non fiscales".
En ce qui concerne les transferts aux tiers, un certain nombre d'adaptations ont pu être faites lors de l'ajustement budgétaire, notamment eu égard à la contribution que la Belgique doit payer à l'Union européenne.
Voilà qui donne lieu à un solde fédéral présentant un léger surplus de l'ordre de 44 millions d'euros.
Waar komen die extra 284 miljoen euro inzake primaire uitgaven vandaan? Het gaat om een geanticipeerde indexsprong. Op basis van de cijfers over de inflatie en de index, die ik daarnet heb getoond, hebben wij een indexsprong moeten anticiperen voor de maand augustus. Gelukkig hebben wij tijdens de voorbereiding van de begrotingscontrole de slechtste hypothese genomen. Jammer genoeg is dat zo gebeurd. De indexsprong vond plaats in de maand augustus maar dankzij de begrotingscontrole was er in genoeg geld voorzien om het anticiperen van die indexsprong te betalen.
C'était déjà vrai en début d'année et les montants avaient été prévus dans la provision interdépartementale. Heureusement, dans le cadre de l'ajustement budgétaire, nous avions également prévu les moyens suffisants pour payer l'anticipation de ce saut d'index. Cela a pu être fait étant donné que cela s'est passé dans le courant du mois d'août.
Vous voyez également qu'un montant de 75 millions d'euros a été prévu pour des dépenses inévitables. Il y en a plusieurs, notamment des frais de justice ou la contribution de l'État belge à un certain nombre d'institutions internationales comme l'ESA. Vous savez que la Belgique était pointée du doigt par ses collègues européens au sein de l'ESA car nous y avions la plus grosse ardoise. Grâce à ce rattrapage budgétaire, nous avons pu nous remettre à flot et combler notre ardoise. Cela me semble être un bon signal: la Belgique paie non seulement ses factures au niveau national grâce à la suppression du principe de l'ancre mais elle paie également ses factures au niveau international.
Une enveloppe de 50 millions d'euros a également été prévue pour la négociation sociale au niveau de la fonction publique mais aussi dans l'ensemble de nos corps spéciaux, c'est-à-dire la magistrature, la police et l'armée.
Enfin, les 15,3 millions d'euros qui sont affectés aux dépenses primaires, j'y reviendrai, correspondent aux initiatives nouvelles qui ont pu être prises dans le cadre de l'ajustement budgétaire.
En ce qui concerne les recettes fiscales, on constate une augmentation de l'ordre de 294 millions d'euros. À qui cela est-il dû? Il y a une augmentation au niveau du précompte professionnel, il y a le boni de liquidation de la Sabena en ce qui concerne le volet fiscal et il y a les bons chiffres en matière d'accises.
Les recettes TVA, et c'est la conséquence d'une croissance assez faible cette année en Belgique et en Europe, semblent augmenter moins vite que l'inflation. C'est extrêmement préoccupant et cela démontre que la situation économique a énormément d'impact en termes de consommation. Cela engendre un important ralentissement.
Si, en matière de précompte professionnel, d'accises et de versements anticipés, les chiffres sont plutôt positifs, c'est en matière de TVA que la faible croissance se fait le plus ressentir.
J'en viens à la sécurité sociale. Elle est l'un des trois postes importants, avec les dépenses primaires et les recettes fiscales. Globalement, les chiffres sont conformes à ce qui avait été prévu au budget initial mais de nouvelles initiatives ont été prises.
U weet dat er geld moest worden voorzien voor verschillende maatregelen inzake de pensioenen en de kinderbijslag, die zijn genomen tijdens de begrotingscontrole. De globale cijfers zijn min of meer hetzelfde gebleven, maar er zijn natuurlijk wel veranderingen geweest op de verschillende posten van het budget van meer dan 60 miljard van de sociale zekerheid. Toch zijn wij bij de begrotingsaanpassing binnen de objectieven gebleven, zelfs met de enkele nieuwe initiatieven die zijn genomen in het kader van de begroting van de sociale zekerheid. Dat kunt u zien op de slides over de sociale zekerheid.
Quels sont également dans le cadre de cet ajustement budgétaire les éléments positifs et les différentes mesures que nous avons pu prendre en vue d'améliorer essentiellement le pouvoir d'achat?
Je l'ai dit, si ces mesures ne vont pas révolutionner le monde, elles auront un impact direct au niveau du portefeuille des citoyens, surtout de ceux qui en ont le plus besoin, à savoir le Fonds mazout, l'anticipation relative aux règles du précompte, les mesures supplémentaires en matière de pension et le supplément en matière d'allocations familiales. Je préciserai que la mesure en matière d'allocations familiales a un effet positif direct pour les familles. Par ailleurs, elle constitue aussi un excellent mécanisme de lutte contre les pièges à l'emploi. En effet, selon le mécanisme antérieur, lorsqu'une personne de statut famille monoparentale trouvait du travail, elle perdait tellement d'argent au niveau des allocations familiales qu'elle ne trouvait plus cet intérêt à rentrer sur le marché de l'emploi. Donc, la mesure relative aux allocations familiales présente un double effet positif.
De cijfers die mij door de collega’s werden bezorgd om de begroting aan te passen, zijn op dit ogenblik nog van toepassing. Ik heb van de collega’s geen teken gekregen om te zeggen dat de cijfers van tijdens de begrotingscontrole moeten worden veranderd. De cijfers inzake fiscale ontvangsten en de sociale zekerheid zijn nog van toepassing bij de begrotingsaanpassing. Ik heb echt geen teken gekregen, noch van de heer Reynders, noch van mevrouw Onkelinx dat die cijfers moeten worden aangepast.
Dernier élément: les questions plus précises des parlementaires.
Er was een vraag over hoe men de slechte budgettaire situatie nog kan milderen en hoe de koopkracht van de mensen kan worden gevrijwaard. Ik dacht dat het de heer Van de Velde was die een vraag over de koopkracht heeft gesteld. Tijdens de begrotingscontrole werden verschillende maatregelen genomen met betrekking tot de koopkracht zelf: het mazoutfonds, de pensioenen, de kinderbijslag. Er werden ook verschillende maatregelen genomen met betrekking tot de indexering. Er waren de onderhandelingen met de publieke ambtenaren en de speciale korpsen. Er was de anticipering van de indexsprong. Alle indexeringen van de lonen zijn nu betaald door de begroting. Gelukkig hadden wij op die cijfers geanticipeerd. Door de begrotingsaanpassing hebben wij alle indexeringen en de anticipatie van de indexsprong werkelijkheid kunnen maken. Dat zijn ook verschillende maatregelen die de koopkracht van de mensen kunnen verbeteren.
Pour donner un chiffre, tout saut d'index dans un budget représente une dépense supplémentaire de 25 millions d'euros pour les dépenses primaires et de 60 millions d'euros pour la sécurité sociale. Cela fait 85 millions d'euros ou une charge annuelle de l'ordre du milliard d'euros. Grâce à un budget réalisé sur des bases extrêmement prudentes, ces mesures permettent donc de couvrir l'ensemble des sauts d'index, les négociations avec la fonction publique, les négociations avec les corps spéciaux et toute dépense nouvelle de cet ordre, tout en permettant d'agir en faveur du pouvoir d'achat des citoyens. Il faut ajouter ces mesures à celles décidées lors de l'élaboration du budget 2008, notamment les fameux 300 millions d'euros, les 75 millions d'euros d'augmentation des quotités exemptées d'impôt, les mesures en matière de pension et les mesures prises à l'occasion de l'ajustement budgétaire.
Autre question qui revenait fréquemment, celle des 250 millions d'euros de contribution du secteur énergétique. Comme je l'ai déjà dit et comme je le redirai sans doute, cette contribution doit être versée étant donné que le secteur de l'énergie a bénéficié de centrales amorties par les factures des consommateurs. Ces amortissements ont été accélérés, et les entreprises du secteur tirent aujourd'hui un bénéfice exceptionnel de cette anticipation de l'amortissement.
Une question de M. Gilkinet portait sur l'hypothèse d'une remise en cause de la norme de croissance en matière de soins de santé. Je confirme que l'ensemble des éléments du budget de 2008 ont été déterminés d'après cette norme de croissance de soins de santé de 4,5% et confirmés dans la modification budgétaire de février 2008. Ils l'ont été une nouvelle fois lors de l'ajustement budgétaire 2008.
Pour conclure, monsieur le président, voici l'ensemble des éléments qui ont servi de base à l'ajustement budgétaire 2008. La situation économique n'est pas favorable, en Belgique comme ailleurs. Pour établir l'ajustement budgétaire, nous sommes partis des hypothèses les plus prudentes, et heureusement que nous l'avons fait, en matière d'inflation ou de ralentissement de la croissance économique. Cela nous permet de couvrir les nouvelles dépenses qui sont la conséquence du ralentissement de la croissance.
Pour la gestion de la sécurité sociale et des recettes fiscales, mes collègues ne m'ont pas demandé de revoir les pourcentages. Maintenant, nous sommes en exécution de ce budget 2008. C'est comme cela que ça doit se passer.
Nous poursuivrons correctement l'exécution de ce budget 2008, l'objectif principal étant évidemment l'équilibre budgétaire. Ce sera cette base de travail pour l'élaboration du budget 2009 qui nous permettra d'atteindre ce surplus dans le cadre de l'objectif 2009.
De voorzitter: Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw gedetailleerde uitleg.
We hebben nu zes interpellaties en vragen. Ik stel voor dat we die in volgorde van indiening behandelen. Daarna open ik het debat voor wie nog bijkomende vragen wil stellen. Dan geef ik opnieuw het woord aan de staatssecretaris. De collega’s hebben uiteraard het laatste woord.
Mijnheer Vanvelthoven, u hebt het woord.
01.03 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de staatssecretaris, ik zie dat u een rood kleurtje hebt gekregen. Ik weet niet of dat van de vakantiezon is, dan wel van het schaamrood op uw wangen. Wat u ons hier vandaag komt vertellen, tart natuurlijk alle verbeelding. U besluit uw verhaal met te zeggen dat de begroting 2008 is gebaseerd op de meest voorzichtige parameters.
Collega’s, ik wil even de kroniek van het bedrog van deze regering schetsen, een bedrog met voorbedachte rade.
Mijnheer de staatssecretaris, het bedrog begint in het begin van dit jaar. In februari onder Verhofstadt III, waarin de heer Leterme minister van Begroting was – ik moet bekennen dat u er toen nog niet bij was, mijnheer de staatssecretaris – was het eindelijk zover: men was eraan toe om de begroting 2008 op te stellen.
Wat doet men dan als goede huisvader, zoals dat altijd gebeurt? Men vraagt de cijfers aan de administratie. De studiedienst van Financiën, van minister Reynders, kwam op 12 februari met een goed onderzocht, goed doordacht cijfer met betrekking tot de fiscale ontvangsten. Men raamt die op 95,8 miljard voor 2008. Dat is een mooi cijfer, want dat is een stijging met 5,58 procent. Wanneer we de begroting van deze regering zien, blijkt echter dat men er gewoonweg 614 miljoen bijtelt, bovenop hetgeen uw eigen administratie, uw eigen experts, voorspelden.Daar vinden we nergens enige motivering van.
Wel blaast elk regeringslid hoog van de toren met de uitspraak: een begroting in evenwicht. Het is duidelijk: men wil een begroting in evenwicht en om dat evenwicht te bereiken, heeft men gewoon 614 miljoen meer ingeschreven dan uw eigen experts hadden voorspeld. Dat is de eerste keer dat deze regering wetens en willens bedrog pleegt.
Alle mogelijke instellingen, niet alleen van ons land, maar ook internationaal, waarschuwen er de volgende maanden voor dat de begroting op drijfzand is gebouwd.
Ondertussen komt de regering-Leterme in het zadel. Wij pleiten vanaf dat moment voor een dringende begrotingscontrole, maar worden weggelachen, door u op kop, mijnheer de staatssecretaris.
Uiteindelijk begint men dan twee tot drie maanden later aan een begrotingscontrole. Opnieuw, zoals dat gebruikelijk is, komt het schatkistcomité met zijn cijfers. Het schatkistcomité zegt dan dat de situatie is verslechterd. U verwijst ook graag naar de economische situatie, die niet te best is. Het schatkistcomité houdt daar ten minste rekening mee. Het schatkistcomité zegt dat van de groei met 6,25% van de fiscale ontvangsten die deze regering heeft vooropgesteld, natuurlijk geen sprake kan zijn. De 5,58% groei die het zelf had voorspeld, vindt het op dat ogenblik ook al te hoog gegrepen. Dus zegt het schatkistcomité aan deze regering dat het cijfer naar 5,44% zal moeten worden teruggeschroefd. Ten opzichte van uw eigen begroting zegt uw eigen administratie dus dat er 740 miljoen moet worden teruggeschroefd, gelet op al die parameters waarover u het vandaag heeft.
Opnieuw zeggen Leterme, Reynders en u nu ook, het beter te weten, degenen te zijn die beter kunnen tellen dan alle experts van hun administraties. Wat zegt u? U vermindert de fiscale ontvangsten niet met 740 miljoen, maar u doet alsof het hier nog altijd het paradijs is en doet er nog bij: 294 miljoen. Dat staat in uw blaadjes vermeld die u daarnet hebt rondgedeeld. In plaats van 740 miljoen eraf, doet u er 294 miljoen bij, zonder enige motivering. Dat is de tweede keer dat deze regering wetens en willens bedrog pleegt tegen het advies in van de eigen experts.
Die twee momenten van bedrog leveren precies een bedrag van 1 miljard op.
Dit bedrag van 1 miljard is nu het minimale bedrag dat het schatkistcomité, en vandaag ook de Nationale Bank, inschat als zijnde het tekort aan fiscale ontvangsten. Dit schatkistcomité is eind augustus samengekomen. Ik mag wel zeggen dat de bom daar is gebarsten want uiteindelijk heeft men daar de eigen prognoses nogmaals moeten terugschroeven naar 5,04 en dat ten opzichte van de exponentiële groei van 6,44 waarin deze regering had voorzien.
U heeft uw eigen probleem gecreëerd door constant elk advies van uw eigen experts in de wind te slaan en te doen alsof het hier niet op kon. Weet u wat een schande is, mijnheer de staatssecretaris? Ik heb gedurende een half uur naar uw uitleg geluisterd en u heeft op geen enkel moment ook maar het begin van enige zelfkritiek in de mond genomen.
Wat is volgens u en volgens deze regering de oorzaak?
De oorzaak is de economische situatie. Die situatie was anderhalve maand geleden al bijzonder slecht. U had daar toen al rekening mee moeten houden.
Een tweede oorzaak, volgens u, is de paarse regering en de eenmalige maatregelen die nu geld gaan kosten. Ook daarmee heeft u echter rekening gehouden toen u de begrotingscontrole deed.
De derde oorzaak is volgens u het feit dat de Vlamingen die 400 miljoen niet beschikbaar willen stellen voor het sluitend maken van deze begroting.
Dat is uw uitleg. U rept echter met geen woord over het voortdurende bedrog dat u pleegde ten aanzien van de mensen in dit land.
Wat nog hallucinanter is, mijnheer de staatssecretaris, is het feit dat – sinds de bom is gebarsten en de kranten terecht vol staan met het nieuws dat het land in een zware financiële crisis verkeert – wij van deze regering het volgende horen. Laten wij beginnen met premier Leterme. Hij is met het bedrog begonnen want hij was minister van Begroting op het moment dat deze begroting 2008 werd opgesteld. Dezelfde Yves Leterme heeft in de plenaire vergadering van deze Kamer op 23 juli grote woorden gebruikt. Ik heb ze even opgezocht en ik wil ze toch even citeren.
“Met betrekking tot het begrotingsevenwicht hebben wij de afgelopen twee weken een begrotingscontrole doorgevoerd die echt schril afsteekt tegen hetgeen vandaag de realiteit is in onze buurlanden. Vandaag sta ik voor u, namens mijn regering, namens de meerderheid, met een begroting in evenwicht. Afspraak is afspraak en de meerderheid houdt woord”.
En dat op een moment dat u allemaal wist dat u 1 miljard minder fiscale ontvangsten had dan uw eigen experts hadden voorspeld. In een ding heeft de heer Leterme gelijk, met name als hij zegt dat de begrotingscontrole die is doorgevoerd schril afsteekt tegen de realiteit van vandaag. Het gaat echter niet over de realiteit in de buurlanden, maar over de realiteit in ons land. Deze begroting steekt schril af tegen de realiteit in het land.
Hebben wij dezelfde Yves Leterme al gehoord? Neen, niets hebben wij van hem gehoord. Geen woord van de eerste minister, de leider van dit land, over deze moeilijke financiële situatie. Ik heb de eerste minister de afgelopen tijd twee keer gehoord. De eerste keer gaf hij commentaar over sportactiviteiten. De tweede keer stelde hij het nieuwe interieur van de Wetstraat 16 voor. Als het land echter in financiële crisis is, is de eerste minister van dit land nergens te bespeuren.
Mijnheer de staatssecretaris, met uw uitspraken wijst u met de vinger naar iedereen. Volgens u ligt de schuld ergens anders, maar niet bij u, niet bij deze regering. De Vlamingen treft schuld, paars treft schuld, de economische crisis treft schuld, maar deze regering is toch zo voorzichtig geweest met het opstellen van haar begroting!
Dan is er nog een andere betrokken minister, minister Reynders, de afwezige vandaag. Als er goed nieuws is te vertellen, staat minister Reynders op de eerste plaats. Als er minder goed nieuws is, blijft hij afwezig en laat hij u komen. U komt ten minste naar de commissie, mijnheer de staatssecretaris.
Ook minister Reynders heeft het over 400 miljoen euro die Vlaanderen maar moet ophoesten. Hij spreekt ook niet over zijn eigen fouten, want hij is degene die als minister van Financiën voortdurend de adviezen van zijn eigen administratie naast zich neerlegt. Als men dat stelselmatig doet, is dat misschien wel een besparing, want dan kan men de administratie afschaffen.
Sinds twee dagen lees ik in de kranten dat minister Reynders zegt dat wij het tekort zullen moeten aanvaarden. Ik weet niet of u daarover met hem hebt overlegd. De dag daarvoor las ik immers dat u nog niets van de heer Reynders had gehoord, dat u niet eens weet of de cijfers al dan niet kloppen.
In deze tijden van moderne elektronica is een telefoontje misschien toch niet te veel gevraagd. Reynders toont zich nu echter bereid een klein tekort te aanvaarden, namelijk een tekort van 0,3%.
Mijnheer de staatssecretaris, dat betekent dat de huidige regering-Leterme sedert de verkiezingen van 2007 twee begrotingen op rij deficitair rond maakt. In 2007 aanvaardde de regering een tekort van 0,2%. Ik begrijp dat uw eigen regering en minister Reynders in 2008 opnieuw een tekort zullen aanvaarden.
Houd dus alstublieft op met de prietpraat over goed bestuur en een begroting in evenwicht. Wij weten al zes maanden dat de begroting 2008 aan alle kanten rammelt.
Collega’s, ik moet mij nu even niet tot de regering richten. Ik kan immers niet voorbij aan de verklaringen in de pers van een aantal hier in de zaal aanwezige collega’s.
Ik hoorde onze commissievoorzitter straffe verklaringen afleggen. Mijnheer de voorzitter, u wordt natuurlijk niet zomaar “straffe Hendrik” genoemd. U verklaart dat de CD&V geen deficitaire begroting zal aanvaarden. Ik hoorde de heer Daems hetzelfde vertellen, namelijk dat een begroting die niet in evenwicht is, niet kan.
Mijnheer Bogaert, u levert de eerste minister. Uw eerste minister stelde de huidige begroting op. Het is dus wel erg makkelijk om in de pers te verklaren dat een deficitaire begroting voor uw partij niet kan, maar de deficitaire ontsporing ondertussen wel te laten gebeuren. Hetzelfde geldt voor de Open Vld, die voortdurend roept dat de huidige regering dit en dat moet doen, maar ondertussen maar laat gebeuren wat gebeurt.
U keurde de huidige begroting goed. U gaf op 23 juli 2008, wetende dat de begroting niet sloot, de regering opnieuw het vertrouwen. Met andere woorden, vertel aan de pers nu niet iets anders dan wat u hier in de Kamer uiteindelijk doet.
Mijnheer de staatssecretaris, wanneer ik dat alles in ogenschouw neem, namelijk het manifest bedriegen van de zaak en het manifest niet accepteren van de realiteit in ons land, kan en wil ik de vergelijking maken met wat bestuurders en vennootschappen overkomt.
Wij maakten een wetgeving die erop neerkomt dat bestuurders en vennootschappen hun jaarrekeningen correct moeten indienen en opstellen. Wij hebben in het Parlement ook een bepaalde bestuurdersaansprakelijkheid in het leven geroepen. Bedoelde bestuurdersaansprakelijkheid betekent onder meer dat wij zwaar tillen aan met bedrieglijk opzet valsheid plegen in een jaarrekening. Wij verbonden er een gevangenisstraf van vijf tot tien jaar aan.
Voor bestuurders van vennootschappen vragen we de hoogste waakzaamheid en tolereren we niet dat men op enige manier valsheid pleegt in de jaarrekeningen en de boekhouding. De bestuurders van dit land doen het afgelopen jaar niets anders dan dat. Ze vegen voortdurend de realiteit – de echte cijfers van de eigen administratie – onder de mat en doen alsof er niets aan de hand is.
In mijn conclusie wil ik nog enkele punten aanhalen, mijnheer de voorzitter.
Het is zonneklaar dat het kalf voor dit jaar verdronken is. Ik heb u ergens in de pers zien aankondigen dat u nog wel een paar maatregelen zult nemen. Met betrekking tot de fiscale ontvangsten verwijs ik naar de 1,2 of 1,3 miljard die we niet zullen halen. Er is de 250 miljoen van Electrabel. U hebt daarstraks gezegd dat de regering de gemaakte afspraken over de koopkrachtmaatregelen zal uitvoeren. Is de afspraak binnen de regering over die 250 miljoen ondertussen uitgevoerd? Die is vandaag niet uitgevoerd. Ik heb drie maanden geleden begrepen dat minister Magnette heeft gefaald en dat vanwege het falen van Magnette, de premier de touwtjes in handen ging nemen. Er is daarover tot op vandaag nog altijd niets geweten. Meer zelfs, van die afspraak van 250 miljoen is nog altijd niets waargemaakt.
Ik som op: 250 miljoen van Electrabel, 400 miljoen van Vlaanderen en 1,2 tot 1,3 miljard aan gemiste fiscale ontvangsten. Dat betekent een gat van 2 miljard. U gaat nu die twee miljard met enkele maatregelen op drie maanden wegwerken.
Mijnheer de voorzitter, ik heb het akelige gevoel dat de mensen in het land deze rekening zullen betalen. De mensen in het land worden sedert de verkiezingen van 2007 met de ene factuur geconfronteerd, onmiddellijk gevolgd door de andere factuur. U weet dat de energiefactuur van de mensen 300 euro per jaar hoger wordt geraamd. Doordat alle kosten van het leven en alle prijzen van de producten stijgen, dragen de mensen ook meer belastingen aan deze regering af. Als alles duurder wordt, is ook de btw op die producten hoger en wordt er dus meer btw aan deze regering afgestaan. Dat is de tweede keer dat de mensen betalen.
De mensen betalen een derde keer, want deze regering, die met een tekort van twee miljard zit, zal het geld daarvoor ergens moeten halen. Ik ben nieuwsgierig naar wat u me straks zult vertellen waar u dat denkt te zullen halen. Ik vrees dat de mensen opnieuw zullen moeten betalen.
Ten vierde en dit is misschien nog het ergste van de zaak, we spreken al jaren over de kosten van de vergrijzing, wat we ondertussen aan het voelen zijn. Door paars werd een Zilverfonds opgericht, waar ondertussen bijna 15 miljard werd ingestort door de paarse regering. Jaar na jaar werd daarin gestort. Wat heeft deze regering opzij gelegd voor de vergrijzingsgolf? Wat heeft deze regering opzijgelegd? In 2007 nul euro, in 2008 nul euro. Dat baart mij zorgen. U hebt al de ambities van paars inzake het overschot op de begroting teruggeschroefd. Paars had dit jaar in een overschot van 0,3 voorzien. U hebt dat teruggeschroefd naar een begroting in evenwicht. We stevenen opnieuw, voor het tweede jaar op rij, af op een tekort. Er wordt niet gespaard voor de toekomst. Dat betekent dat een jonge generatie zal worden geconfronteerd met uw falend regeerbeleid.
Mijnheer de minister, ik wil, ten eerste, uit uw mond horen of deze begroting vandaag in evenwicht is of niet. Anderhalve maand geleden heeft de premier van ons land gezegd en geroepen dat deze begroting in evenwicht was. Ik wil van u weten of deze begroting vandaag in evenwicht is.
Ten tweede, wat zult u nu doen? Komen er maatregelen? Ik heb nog altijd niets concreet van u gehoord, al hebt u wel gezegd dat u een aantal maatregelen zou nemen, om de situatie aan te pakken.
Ten derde, meent u het nu ernstig dat u een tekort van 2 miljard op drie maanden tijd inderdaad kunt ophalen? Als u dat ernstig meent, geef dan ten minste aan het Parlement en aan de bevolking, die daar recht op heeft, duiding over de manier waarop u dat denkt te zullen doen.
Samengevat, in juli is er een onherstelbare fout gebeurd door wat u toen heeft gedaan. Tot twee keer toe heeft deze regering wetens en willens de zaak belazerd en de eigen experts vierkant genegeerd. Ik vrees dat het probleem, die onherstelbare fout niet door u, niet door de premier en niet door Reynders zal worden betaald, maar dat de mensen in ons land de rekening zullen moeten betalen.
01.04 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de staatssecretaris, toen u zojuist uw uiteenzetting hebt gehouden, dacht ik dat u op het einde nog een zin wou zeggen, zoiets in de zin van: “Tout va bien, madame la marquise.” Dat ontbrak er nog aan, zou ik zo zeggen.
Ik ben blij dat u vandaag naar de commissie bent gekomen. U komt weliswaar met een verouderd document. Wij hadden die begrotingscontrole in feite moeten bespreken in de periode van 15 tot 20 juli. Wij zijn vandaag begin september en dat is te laat.
Wij hebben het bij de begrotingsopmaak overvloedig gehad over het feit dat uw begroting 2008 een virtuele begroting is en dat het begrotingsevenwicht, waaraan u zo blijft vasthouden, alleen op papier bestaat. U komt nu wel met het verhaal dat de begrotingsopmaak gebaseerd was op de realisaties van 2007 wat betreft de overdrachten en primaire uitgaven. Dat zal wel zo zijn. U kunt zich daar min of meer op baseren, maar daar zat het probleem niet bij de begrotingsopmaak. De economische randvoorwaarden en de manier waarop uw minister van Financiën zijn inkomsten raamde, waren het probleem. Iedereen wist dat het een artificieel, kunstmatig getal was.
Die begrotingsopmaak hing in feite met haken en ogen aan mekaar. Ik denk dat wij vanuit de oppositie daarover zeker mogen zijn.
Ik weet dat de economische groei geen parameter is die u in de hand heeft. Toen wij u waarschuwden voor het feit dat u 1,9% als economische groei hanteerde, waren er al verschillende instellingen die ook enige voorzichtigheid predikten. Vandaag komt u met een tabel waarin zwart op wit staat dat de economische groei bij de budgetcontrole is gezakt naar 1,7%, dus min 0,2. De waarheid gebiedt u om dat nu zwart op wit op papier te zetten. Toen wij dat destijds zeiden, leek het alsof wij tot de ongelovigen behoorden, want wat wij vertelden, waren volgens sommigen leugens.
Een ander element is natuurlijk of u nog gelooft in dat begrotingsevenwicht. Gelooft de regering nog in het begrotingsevenwicht? In de meerjarenplanning waren er voor de komende jaren begrotingsoverschotten vooropgesteld, al waren het niet de aanvankelijke overschotten, want ook voor de begroting 2008 komt men maar magertjes voor de dag. Men had al een overschot moeten hebben van 0,2 of 0,3%. Voor 2009 had u 0,5% vooropgesteld en u zult maar uitkomen op 0,3%.
Gelooft u er nog in? Alle mededelingen die ons bereiken, wijzen op het tegendeel. Ik denk dat Didier Reynders stilaan de bui ziet hangen. Hij heeft zijn rekening al gemaakt en hij houdt al geen rekening meer met de 400 miljoen van Vlaanderen.
De Vlaamse regering, bij monde van de Vlaamse minister van Begroting, Dirk Van Mechelen, heeft gezegd dat die voorwaarde niet vervuld is en dat die 400 miljoen euro niet worden vrijmaakt voor de federale regering. Minister Van Mechelen is van mening dat daarmee andere zaken kunnen worden gedaan op Vlaams niveau en er zal daarnaar dan ook worden gehandeld. Hetzelfde geldt wat betreft de 250 miljoen euro van de Electrabel taks. U gaat mij niet wijsmaken dat u vandaag, 5 september, nog een positief vooruitzicht hebt om die onderhandelingen met Electrabel-Suez tegen eind december tot een goed einde te brengen. U hebt daarvoor al zes maanden de tijd gehad. Daar is tot op heden niets uitgekomen.
Een ander element is het feit dat iedereen weet dat de begroting half op apegapen ligt. Dan houd ik in mijn achterhoofd de woorden goed bestuur en trendbreuk vast. Ik zou dan verwachten dat als een land zich in een dergelijke situatie bevindt, men aan crisismanagement begint te doen, dat een eerste minister, een minister van Financiën en een minister van Begroting samen gaan zitten om daaraan iets te doen. Wat gebeurt er echter? Men stuurt u het mijnenveld in. De eerste minister houdt zich bezig met toestanden die niets met begroting te maken hebben en minister Reynders is uiteraard niet te zien, zoals de collega van de sp.a ook al zei, als het om slechte of negatieve berichten gaat.
U toont ons een tabel met fiscale ontvangsten. De fiscale ontvangsten stijgen zomaar eventjes boven het artificiële cijfer van 96,46 miljard euro met 294 miljoen euro. Ik stel vast dat u in uw motivering daarbij slechts twee cijfers geeft: dat van Sabena, zijnde 59 miljoen euro, en de koopkrachtondersteunende maatregelen, te weten 80 miljoen euro. U zegt dat de zwakke btw-ontvangsten van in het begin van het jaar een inhaalbeweging vertoonden, maar u plaatst daar geen cijfer bij. Over hoeveel gaat dat? Wat is de dag van vandaag de status? U zegt dat de bedrijfsvoorheffing stijgt als gevolg van de inflatie. Dat zal wel, maar hoeveel hebt u meer ontvangen als gevolg van het mechanisme van inflatie op bedrijfsvoorheffing?
Dan zijn er natuurlijk ook nog de accijnsinkomsten. U beweert dat die de eerst vijf maanden minder dalen dan initieel verwacht. Goed, maar geef ons dan een cijfer. Hoeveel hebt u minder ontvangen met de accijnzen? Iedereen voelt wel aan dat als het zou gaan over de accijnzen via brandstoffen, en daar zal het waarschijnlijk in hoofdzaak over gaan, dat weinig plausibel lijkt gelet op de sterke prijsstijgingen ter zake.
Ik had verwacht dat u zou vertellen dat de begroting er niet goed uitziet en dat een aantal structurele maatregelen moet worden genomen om alles op peil te houden. Ik hoor u niets concreet vertellen over wat u daaraan gaat doen. U weet dat de notionele interestaftrek zwaar op de begroting 2008 weegt. Wij hebben in dat verband tijdens het reces het rapport van de Nationale Bank gehad en de studie van Financiën.
Een en ander blijkt niet evident te zijn. Ik hoor u niet vertellen dat de regering op dat vlak op koers zit.
U verstopt zich natuurlijk achter het feit dat u tot op heden door de andere departementen niet werd meegedeeld dat er, sinds de uitvoering van de begrotingscontrole, een ontsporing zou zijn. Ofwel schuift u de joker door, ofwel probeert u hier vertrouwen te scheppen door te verklaren dat u officieel van niets weet, maar dat kan ik niet geloven. Daarom stel ik u de vraag waarom u nog in het bedoelde begrotingsevenwicht gelooft. U zou immers beter moeten weten.
Anderzijds stel ik ook vast – u zult het wellicht niet ontkennen – dat uw begroting stilaan serieus lijdt onder de toestand van politiek immobilisme waarin de huidige regering nu al meer dan een jaar verkeert.
Ik hoor vandaag de Vlaamse werkgeversorganisatie VOKA verklaren dat zij het vertrouwen in de federale regering op een gegeven moment wenst teniet te zien doen, omdat het op die manier niet verder kan. Ondertussen moet immers de economie draaien en moeten de ondernemers proberen hun werkvolk aan de slag te houden en hun producten te verkopen. Het gaat dus ook op dat vlak niet de goede kant op. U weet heel goed dat het Vlaams Belang het vertrouwen in de federale, Belgische Staat helemaal niet in het hart draagt. Indien VOKA nu echter ook al niet langer in de federale regering gelooft, al was het maar om het sociaaleconomische gegeven in te vullen, dan is dat een teken aan de wand. Zij koppelen een en ander natuurlijk ook aan een staatshervorming. Wij weten echter dat wij op dat gebied nog helemaal niet thuis zijn.
Bijgevolg blijft de hamvraag de volgende. U hebt inderdaad nog vier maanden tijd. Wat zult u gedurende de komende vier maanden doen? Wat is uw objectief voor 31 december 2008? Waar wenst u uit te komen?
Deze week stuurde uw coalitiepartner Open Vld, eerst bij monde van minister van Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, van wie ik niet wist dat hij zich met begrotingen bezighield, het bericht de wereld in dat de toestand voor 2009 er niet goed uitziet. Twee dagen later wordt voornoemde melding door de gouverneur van de Nationale Bank van België bevestigd. In zijn hoedanigheid van voorzitter van de Hoge Raad voor de Financiën geeft hij hetzelfde, slechte bericht.
Ik hoorde de regering niet reageren op voormelde verklaringen of stellen dat de genoemde verklaringen niet waar zijn. Er zal dus wel enige waarheid in schuilen. Hoe staat het nu met uw begrotingsopmaak voor 2009, waaraan u aanstonds, wellicht vanaf 6 oktober 2008, zult beginnen? Quid wat betreft de cijfers die door de Hoge Raad voor de Financiën de wereld worden ingestuurd?
Ik kan begrijpen dat Luc Coene de politici wil wakker schudden. Misschien wil hij veeleer de regering wakker schudden en haar aanzetten om met het crisismanagement te beginnen. Met de uitleg die u vandaag verschaft en met de cijfers die u ons hier vandaag voorlegt, geeft u ons, de oppositie, voor een deel gelijk, namelijk inzake de randvoorwaarden die helemaal niet werden ingevuld op de manier waarop u ze aanvankelijk opstelde.
U brengt helemaal geen klaarheid in de evolutie van cijfers die hier alleen maar in groten getale naar voor worden gebracht. Ik ga hier niet in vijf minuten die cijferdans proberen te ontwarren, mijnheer de voorzitter. Ik voel wel aan dat de begrotingstoestand van dit land catastrofaal is. Dat kan misschien voor het Vlaams Belang een goed teken zijn om te blijven pleiten voor die Vlaamse onafhankelijkheid als plan B. Ik neem aan dat u dit niet zult doen, maar ik neem ook aan dat u uw politieke verantwoordelijkheid wel opneemt en iets zult moeten doen. Zoals de kaarten er nu voorliggen, kan ik niet geloven dat u een rooskleurig eindejaar tegemoet gaat. Tot zover een aantal bedenkingen, mijnheer de voorzitter, in het kader van de uiteenzetting van de staatssecretaris over de begrotingstoestand.
01.05 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik moet zeggen dat ik uw positie vandaag hoegenaamd niet benijd. U bent vandaag degene die een begroting moet komen verdedigen die van bij het begin volledig fout zat.
Wij hebben reeds in maart voor de regering berekend hoe groot de put zou worden. Toen hebben wij die put op 1,86 miljard geschat. U ziet vandaag dat wij er niet zo ver naast zitten. Ik heb dan ook last van een sterk déjà vugevoel omdat heel de oppositie continu heeft gewaarschuwd voor het scenario waarin we vandaag zitten met een te optimistische inschatting, de nakende recessie, de oplopende kosten van de ongekaderde notionele intrest en het hoge aantal onzekere inkomsten. Vandaag stellen wij vast dat er geen bijdrage is van de energiesector en van Vlaanderen, de inkomsten tegenvallen, de inflatie hoger is dan ooit te voren en de recessie effectief op onze deur staat te kloppen. Het lijkt wel de kroniek van een aangekondigde put.
De reactie op de uitspraken van de vicegouverneur van de Nationale Bank is ook veelzeggend. Er was niets aan de hand. Het ging om een politiek machtsspel. Nauwelijks enkele dagen later zegt de minister van Financiën, Didier Reynders, zelf in de pers dat wij op een tekort afstevenen. Het zou gaan om een klein tekort van 1 miljard. Dit is een bevestiging van het cijfer van de heer Coene als tekort voor 2008. Ik moet dan ook aannemen dat de voorspelling van de heer Coene voor het jaar 2009, met name een tekort van 3,5 miljard, eveneens correct is. Bent u het eens met de uitspraak van Didier Reynders en de analyse van de heer Coene? Beiden komen voor 2008 toch tot dezelfde uitkomst.
Volgens mij werd er bij de begrotingscontrole onvoldoende rekening gehouden met de tegenvallende inkomsten. Wat u daarnet zelf aangaf met het voorbeeld van de 294 miljoen is daarvan de illustratie, terwijl de premier in juli nog bij hoog en bij laag beweerde dat wij op een evenwicht zouden uitkomen. Wij krijgen hier vandaag een PowerPoint te zien. Dat is beter dan niets. Wij krijgen het hier op onze boterham en moeten het snel bekijken. Ik zou heel graag alle cijfers krijgen van die begrotingscontrole van juli en niet alleen de PowerPoint die wij hebben ontvangen.
Wij hebben na zes maanden niet alleen de indruk, maar ook de bevestiging dat de regering de problematische situatie waarin wij ons bevinden, verbergt, ondanks alle informatie, nota’s en adviezen die haar bereiken. Laat ik dat verduidelijken. De essentiële vraag is immers niet of u al dan niet gelooft of de begroting in evenwicht is. De essentiële vraag vandaag is wat de cijfers en de toekomstvoorspellingen zijn van de verschillende administraties, van uzelf, van de Hoge Raad van Financiën, van de Europese raden, en wat u daarmee als goede huisvader zou moeten doen.
Die macro-economische factoren zijn al een jaar lang ongunstig. Het risico van recessie is met 64% gestegen en dat is bevestigd door KBC-econoom Bert Van Craeynest, die ook heeft gezegd dat hij een verdere daling van de economische daling in het derde en vierde kwartaal van dit jaar verwacht. Dat betekent dat de uitspraken van het departement Financiën over het feit dat wij nu alleen achterop staan met onze fiscale inkomsten in dat licht wel zeer cynisch worden. Als de recessie zich in het derde en vierde kwartaal immers daadwerkelijk doorzet, zullen die cijfers en inkomsten in de laatste vier maanden ook niet meer komen. De analyse en de cijfers van de KBC maken duidelijk dat wij op dat vlak weinig kunnen verwachten U hebt zelf gezegd dat een goede huisvader uitgaat van het slechtste scenario. U hebt daarnet bewezen dat u gewoon met oogkleppen op verder doet.
Wij zitten 1,1 miljard euro achter op schema. Dat is niet verwonderlijk, want de basis van de hele begroting was van dag 1 al fout. De overschattingen die werden gemaakt en de 6,25% tegenover de 3,2% - de collega’s hebben dat bevestigd – werden al aangehaald, niet alleen door Didier Reynders zelf, die in radiopremière toegaf dat het een overschatting was, maar ook door minister Vandeurzen, die toen meewerkte aan de opmaak van de begroting en door de Hoge Raad voor de Financiën, die in juni bij de evaluatie van de begroting 2007-2008 al had aangegeven dat de stijging van de ontvangsten zoals verwacht door de overheid, onrealistisch was, ook door het Rekenhof en door de Europese Unie. Hoe kan het dan, met die informatie die toen al beschikbaar is, die door alle hoge instanties werd gegeven, dat u de belastinginkomsten, de fiscale inkomsten in het document dat wij net kregen, nog eens optrok met 294 miljoen euro? U zegt dat dat komt, omdat u verwacht dat de stijging van de bedrijfsvoorheffing als gevolg van de koppeling aan de inflatie een beetje budgettaire ruimte zou creëren. Dat zou ook waar zijn, mocht de basis van de begroting geen volstrekt absurde overschattingen bevatten.
U bent bij wijze van spreken schaterlachend de zomer ingegaan, ondertussen de bevolking wijsmakend dat er niets aan de hand is en al die hoge raden het dan bij het verkeerde eind hadden. Maar ondertussen hebben wij nog steeds niets in kas. Wat zult u doen om de tegenvallende inkomsten te compenseren? Bent u het eens met de analyse die onder andere KBC maakt, dat wij in het derde en vierde kwartaal niet al te veel meer mogen verwachten? Wat vindt u van de uitspraken van het departement Financiën dat wij achterlopen?
Overigens, ook in de begroting werd verwacht dat er een aangroei van het aantal jobs zou zijn met 15.000 dit jaar, terwijl de schatting nu nog maar 6.000 jobs bedraagt. Dat betekent opnieuw een grote tegenslag voor de begroting. Op welke manier zult u die counteren?
Wat de notionele intrestaftrek dan betreft, in volle komkommerperiode bereikte ons via de pers het bericht dat de notionele intrest niet de 200 miljoen euro, die ons werden beloofd als inkomsten uit de notionele intrest – wij zijn er nog altijd niet uit of het misbruiken zijn of niet, enfin: u bent er in de regering nog altijd niet uit – zou opleveren. Uit het verslag van de Nationale Bank blijkt inderdaad dat het geen budgettair neutrale maatregel zal zijn, maar een die ons land in 2006 tussen de 140 en 430 miljoen euro heeft gekost.
Meer nog, in 2006, toen de maatregel pas van kracht was, hadden nog niet alle bedrijven daarvan gebruikgemaakt. Slechts 40% deed dat. Toen waren de OLO-rentevoeten een heel stuk lager en heel wat bedrijven waren nog niet overgegaan tot de kapitaalherstructurering die zij vandaag uitvoeren. Ik heb hier in de commissie voor de Begroting op 30 januari gewaarschuwd voor die kapitaalsherschikkingen, die niets opbrengen dan winst voor die bedrijven, maar geen enkele extra job creëren. Wij hebben zelfs een wetsvoorstel ingediend voor een omkadering van de notionele intrest.
Vandaag blijkt dat die maatregel uw begroting inderdaad zal bezwaren. Zij levert nauwelijks tewerkstelling op en nauwelijks investeringen. Mijn vraag is: wat zult u doen voor dit jaar en voor het komende jaar om die maatregel in de hand te houden? Hoever mag die maatregel volgens u gaan?
Ik meen dat een heroriëntatie van die maatregel dringend nodig is en dat dat de kosten op de begroting serieus kan doen dalen.
Ik kom tot de bijdrage van de energiesector dan. Vergeef mij dat ik daar een beetje schamper over doe. In de plenaire vergadering, bij de bespreking van die bijdrage, heeft de eerste minister mij rechtstreeks gezegd dat hij met mij een weddenschap aanging om tegen de begrotingscontrole die bijdrage te hebben. Hij heeft ze niet. Hij heeft die weddenschap verloren. U kunt dat nakijken in het verslag. Wij hebben tot vandaag alleen maar optimistische en positieve uitspraken gehoord dat de bijdrage in de lift zit en dat die er wel zal komen.
Ik kan alleen maar vaststellen dat het september is en dat er nog niks in kas is, dat die bijdrage er nog niet is en dat u er nog steeds over moet onderhandelen. Ik vind dat zeer pijnlijk, niet alleen voor de minister van Energie zelf, maar ook voor de premier die toen het zo hoge woord voerde.
Bovendien, geachte collega’s, zijn die 250 miljoen eigenlijk peanuts, als men ziet dat Electrabel vorig jaar de ondernemingen voor een miljard euro heeft gepluimd met een onterechte CO2-taks en dat ze al jarenlang de burger hogere prijzen hebben aangerekend om hun kerncentrales versneld te kunnen afschrijven, zoals u daarnet zelf zei. In 2006 raamde de CREG dat de versnelde afschrijving van de kerncentrales in totaal 11 miljard euro aan financiële voordelen heeft opgeleverd voor dit bedrijf, Electrabel-Suez. Met dat ene miljard euro erbij is dat 12 miljard. Het verbaast mij dan ook zeer dat u er niet eens in slaagt om die 250 miljoen euro binnen te halen.
Wij stellen dan ook voor dat u eens dringend kijkt naar ons wetsvoorstel om de bijdrage van de elektriciteitssector, de energiebijdrage, jaarlijks vast te maken en op te trekken tot een miljard euro. Ik denk dat dit niet onterecht is gezien de monsterwinsten die Electrabel maakt, ook dankzij de notionele intrestaftrek, waarvoor ze zelfs constructies opzet om via dochterondernemingen twee keer langs de kassa te kunnen passeren. Ik denk dat het dringend tijd is dat u eens gaat zien waar u inkomsten kunt halen.
Over de bijdrage van Vlaanderen is al veel gezegd. Het is schrijnend wat wij hier vandaag zien.
Dan komen we uit bij die maatregelen die u net hebt aangegeven. Vandaag leeft een op zeven Belgen in armoede. Ik zie hier op uw slides een maatregel voor koopkrachtondersteuning met 14 miljoen om de energiefactuur van de mensen te doen dalen. Ik kan vaststellen – ik heb het al eerder gedaan – dat er op de begroting van dit jaar 41 miljoen euro minder werd uitgetrokken voor mensen die moeten leven van een leefloon. Ik denk dat u uw prioriteiten een beetje verkeerd legt. Van alle beloften die de premier heeft gedaan, is dit wel de meest pijnlijke om achteraf te evalueren.
Ik stel voor dat u, bijvoorbeeld, uw missies in Afghanistan afbouwt; dat zou geld kunnen opleveren. Ik stel voor dat u, bijvoorbeeld, in plaats van twee ministers voor de aanpak van fiscale fraude, er slechts een overhoudt; dat zou ook geld kunnen opbrengen. U kunt eveneens werk maken van de groene fiscaliteit waarover Didier Reynders in zijn beleidsnota zelf was begonnen. Ik merk dat er op die vlakken nog geen enkele vooruitgang is en dus ook geen inkomsten zijn geboekt. Ik stel voor dat u, zoals wij ook berekend hebben met het Rekenhof, de leeflonen en de minimumuitkeringen optrekt tot aan de armoedegrens. Ik denk dat u dan kunt komen tot een begroting die de mensen in dit land echt ten goede zal komen, die niet gebouwd is op luchtkastelen en waarbij u niet telkens moet komen verdedigen wat uw premier en uw minister van Financiën uitkramen hier in de plenaire vergadering en in de pers.
01.06 Christian Brotcorne (cdH): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, personne au sein de cette commission ne fait preuve d'euphorie au vu des chiffres qui circulent et dont nous avons pu prendre connaissance depuis quelques jours, voire quelques semaines. Je constate simplement que les uns seront plus pessimistes ou plus optimistes selon le côté de la ligne de partage politique où ils se situent.
Tout budget qui se respecte comprend deux colonnes: la colonne des dépenses et la colonne des recettes. Eu égard aux dépenses, grâce à un suivi régulièrement effectué du budget 2008, notamment des ordonnancements, ces dépenses sont maîtrisées, ce qui est en soi une excellente chose. En effet, il n'y a rien de pire dans un budget que d'avoir des dépenses qui explosent et qui ne sont absolument pas maîtrisées. Vous nous avez indiqué que certaines dépenses prévisibles avaient été anticipées par la technique des provisions interdépartementales. De ce côté, le budget tient la route. Vous nous avez confirmé qu'à ce jour, aucun département ministériel ne vous avait indiqué que ces prévisions en la matière devaient être revues à la hausse. On peut imaginer que dans le cas contraire, ils vous auraient immédiatement averti.
Pour ce qui est de l'autre colonne, la deuxième partie de ce budget, nous sommes tous conscients que quatre hypothèques pèsent sur ce budget.
La situation économique générale se dégrade. Personne ne se voile la face. Si nous avons pu nous réjouir d'apprendre dans l'un ou l'autre commentaire que la Belgique s'en tirait encore relativement bien par rapport à d'autres pays de la zone euro, rien ne dit que, demain, les choses ne seront pas plus difficiles pour nous. Cet élément relève de critères macro-économiques. Il faut évidemment que le gouvernement vive! Prudemment, le contrôle budgétaire a déjà anticipé ce mouvement. Peut-être, un nouveau contrôle budgétaire devra-t-il encore l'accentuer. Il appartient aux hommes et aux femmes de ce gouvernement de faire en sorte que ce budget soit réaliste et tienne la route.
Je regrette sincèrement que le ministre des Finances ne soit pas là. S'il lui était impossible d'être présent, il aurait pu nous déléguer son secrétaire d'État qui aurait pu nous apporter des éclaircissements sur ces perceptions fiscales qui ne seront pas envisagées ou sur la manière dont le ministre des Finances commente les chiffres de son administration. Il y a peut-être encore des possibilités de rattrapage à différents niveaux. Nous ne sommes qu'au mois de septembre, peut-être que d'ici le mois de décembre, des évolutions positives seront enregistrées. Il n'en reste pas mois que tout le monde, en ce compris le ministre des Finances quand on voit ce qu'il dit à la presse, est d'accord pour dire que ces recettes fiscales n'atteindront pas le niveau prévu initialement. De là vient une véritable interrogation dans le chef des parlementaires.
Monsieur le président, j'ai noté que nous aurions probablement la chance d'avoir ce débat sur les recettes fiscales le 24 septembre prochain, je n'en dirai donc pas plus à ce stade.
Il y a une troisième et une quatrième hypothèques sur le budget qui me paraissent dépendre directement des hommes politiques eux-mêmes et pas de la conjoncture économique.
Il y a d'abord les 400 millions d'euros sur lesquels la Flandre s'était engagée. La Région wallonne s'était engagée pour 100 millions et elle a bien confirmé qu'elle tiendrait cet engagement. J'ai entendu M. Vanvelthoven parler de tromperie tout à l'heure. S'il y a tromperie à ce stade-ci, elle vient de la part du gouvernement flamand, auquel participe le sp.a, qui nous dit aujourd'hui que les conditions ne seraient plus réunies pour que cet engagement de l'ordre de 400 millions soit respecté. Je ne crois pas savoir qu'il y avait des conditions particulières liées à cet engagement, en termes de réforme de l'État par exemple. Cet engagement avait été pris par les entités fédérées et quand engagement il y a, on essaie de le respecter. C'est donc un élément des recettes de votre budget qui dépend de la volonté des hommes politiques. Il ne faudra donc pas aller chercher ailleurs les responsabilités si cette avancée budgétaire n'est pas réalisée.
C'est le même problème avec les 250 millions d'Electrabel. Je me souviens encore qu'en début d'année, le ministre chargé de cette question nous a annoncé avoir un accord sur cette question avec Electrabel. Or il s'est avéré que ce n'était pas le cas. Même si les discussions se poursuivent, on ne peut toujours pas dire qu'il y ait un accord ferme et définitif à ce sujet. Je demande au gouvernement qui a pris ces engagements pour les 400 millions et pour les 250 millions de tout faire pour les tenir.
Voilà l'essentiel des conclusions que nous pouvons tirer de cette discussion. Je terminerai en disant que pour nous, quelle que soit la difficulté de la situation économique et par conséquent de la situation budgétaire, on ne pourra pas toucher à certaines choses à l'occasion de contrôles budgétaires pour 2008 ou lors de l'examen ou de l'approche du budget 2009. Il s'agit d'une part des engagements pris par le gouvernement aux alentours du 15 juillet – dont les avancées qui ne révolutionneront pas la situation des ménages, comme vous l'avez avoué, mais qui permettent au moins de l'aménager et de l'améliorer grâce aux montants repris dans votre budget. Il faudra veiller à concrétiser ces engagements.
Il faudra également financer d'une manière ou d'une autre le Fonds de vieillissement; c'est le sujet "tarte à la crème" de ces dernières années: comment l'État belge va-t-il faire face à ses obligations en matière de paiement des pensions et quels seront les différents régimes de pension? Voilà les observations que je voulais émettre aujourd'hui quant à l'évolution du budget fédéral.
01.07 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie d'être présent ici un 4 septembre. Quand on m'a annoncé qu'il y aurait une réunion de la commission des Finances, j'ai trouvé cela intéressant. J'avais adressé mon interpellation au premier ministre car il me semblait que la situation était tellement grave qu'il fallait que le gouvernement s'en saisisse et nous apporte des réponses. Je ne vais me pas me plaindre du fait que ce soit vous qui soyez présent aujourd'hui mais je constate, alors que nous avions demandé dès le 20 août une réunion extraordinaire de cette commission des Finances, que votre gouvernement n'a pas encore pris conscience de la gravité de la situation. Vous arrivez ici avec une certaine légèreté. Je sais qu'il faut cultiver l'optimisme, je peux vous rejoindre sur ce fait, mais on voit des informations dans la presse et vous nous dites que M. Reynders ne vous a rien dit officiellement. Vous dites également que Mme Onkelinx ne vous a pas donné d'informations.
Les informations qui paraissent dans la presse ces dernières semaines sont particulièrement problématiques et, malheureusement, elles confirment toutes les interrogations que nous avions dès la confection de votre budget et au moment de l'ajustement budgétaire. On va dans le mur! On a forcé les évaluations de recettes pour pouvoir présenter un budget en équilibre.
Monsieur le secrétaire d'État, si on revient un peu en arrière, on part d'une situation à équilibre budgétaire et à dotation au Fonds de vieillissement qui doit permettre de payer les pensions des baby-boomers en passant par une situation de simple équilibre budgétaire – c'était au moment de l'arc-en-ciel – pour laquelle on nous a dit qu'on ne pourrait plus alimenter le Fonds de vieillissement. Aujourd'hui, il n'y aura pas de dotation au Fonds de vieillissement, on renoue avec le déficit pour la deuxième année consécutive et cela ne suscite pas de réaction majeure de la part du gouvernement, qui est toujours en vacances. Certains chefs d'États sont revenus, en fonction de la conjoncture internationale, pour s'occuper des finances de leurs pays. Manifestement, chez nous, on se préoccupe plus – même si c'est inquiétant aussi – des résultats de nos athlètes aux Jeux Olympiques.
Monsieur le secrétaire d'État, quels sont les éléments nouveaux? On a enfin les chiffres du coût des intérêts notionnels pour l'année 2006, si on en croit ce qui est paru dans l'Écho. Il s'agit manifestement d'une étude du SPF Finances dont nous, parlementaires, nous ne disposons pas. C'est la bonne habitude de ce gouvernement de disposer de chiffres et de ne pas les transmettre aux parlementaires pour qu'ils fassent leur travail. Cette étude semble dire que pour la première année d'application du dispositif, le coût est de 712 millions, bien au-delà de ce qui était prévu. Elle dit encore que tous ceux qui pourraient y faire appel, notamment les centres de coordination, n'ont pas encore activé le mécanisme. On peut donc s'attendre à ce que les coûts explosent pour le futur, alors que la mesure, on l'a dit depuis le début, ne contribue pas à la création d'emplois, n'aide pas assez les PME qui sont source d'emplois.
Monsieur le secrétaire d'État, je profite de votre présence pour demander officiellement au gouvernement de pouvoir disposer de cette étude, tout comme nous avons dû demander régulièrement les études précédentes. Je demande également de prendre les mesures correctives nécessaires par rapport à ce dispositif qui va contribuer à ce dérapage budgétaire de façon évidente, même si, dans certains cas, il peut être utile.
Dès le mois de juin, dans son rapport, son évaluation des budgets 2007 et 2008, le Conseil supérieur des Finances écrivait que la croissance attendue des recettes fiscales semblait irréaliste compte tenu de l'essoufflement de la conjoncture. Le Conseil émet cette remarque systématiquement: il faut viser au plus juste. On sait très bien que vous avez modifié au dernier moment le curseur des recettes fiscales pour équilibrer le budget, en disant qu'elles seraient supérieures à celles annoncées.
Comme nous l'avons dit alors, cet équilibre est factice. Cette crainte est confirmée par les premiers chiffres des recettes fiscales. Une nouvelle fois, ce sont des chiffres publiés dans la presse que M. Reynders n'a pas contredits, pas plus que le gouverneur de la Banque nationale. La croissance des recettes fiscales n'est pas telle que vous l'aviez annoncée et au mieux, il y aurait un manque à gagner de 1,1 milliard d'euros. Pendant ce temps, les besoins en matière sociale, en matière environnementale, énergétique, ceux du secteur non marchand pour conclure un nouvel accord interprofessionnel sont évidents mais vous ne dégagez aucune marge.
Ce gouvernement a-t-il conscience de l'urgence ou laissera-t-il le budget déraper, incapable de s'entendre, même sur ce sujet? Confirmez-vous le ralentissement des recettes fiscales? Il serait inquiétant que le responsable du budget et de sa bonne réalisation ne dispose pas des données qui paraissent dans la presse. Si des informations sont disponibles, les parlementaires peuvent-ils en disposer en ligne directe pour accomplir leur travail? Je m'inquiète vraiment du fait que vous veniez nous dire que M. Reynders ne vous a pas donné d'informations.
Confirmez-vous les chiffres parus sur les intérêts notionnels? Ils concernent l'année 2006. Avez-vous des indicateurs pour 2007? Les dépenses en la matière augmentent-elles fortement? Va-t-on enfin évaluer ce dispositif et le réorienter vers les vrais besoins de notre économie.
Je passe rapidement sur les 250 millions d'Electrabel. On pourrait lui en demander beaucoup plus et de façon structurelle. Nous avons déposé une proposition de loi à cet effet. Je passe également sur les 400 millions d'euros que le gouvernement flamand s'était engagé à ne pas dépenser, en ajoutant qu'on serait de toute façon en déficit. Je voudrais revenir sur les mesures qui permettraient d'éviter ce déficit en fin d'année. J'ai lu qu'une des hypothèses de travail était une remise en cause de la norme de croissance de 4,5% en matière de soins de santé. Vous avez anticipé en déclarant qu'il n'en était pas question. J'ai bien noté votre engagement et nous serons particulièrement attentifs à éviter que le social, les gens, le secteur non marchand et toutes les politiques redistributives paient les conséquences de cette imprévoyance.
En conclusion, monsieur le président, quand est programmée la réunion du gouvernement qui évaluera la situation et prendra les mesures drastiques nécessaires à l'obtention d'un équilibre, à la dotation du Fonds du vieillissement et à l'adoption de politiques de relance, y compris par rapport à l'enjeu environnemental et climatique.
J'ai été très étonné, monsieur le secrétaire d'État de votre optimisme ce matin en vous entendant à la radio. Je me suis demandé si vous étiez encore en vacances. La situation est grave, nous nous dirigeons tout droit dans le mur et le gouvernement n'en a apparemment pas conscience!
01.08 Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik vind het uitzonderlijk triest dat u hier vandaag met dit document, deze PowerPointpresentatie – in mijn ogen een vod, eerlijk gezegd – durft afkomen. Ten eerste veel te laat en, ten tweede in een periode waarin de economische crisis stilaan, zowel bij de bevolking als bij de bedrijven, tot aan de lippen staat, durft u naar hier komen met cijfers uit een zogenaamde begrotingscontrole van de maand juni, gebaseerd op mei.
Ik zou een heel eenvoudig regeltje van drie willen maken samen met u. U neemt pagina 5. Op pagina 5 gaat u voor de fiscale ontvangsten naar een surplus van 294 miljoen. Ik heb hier de conjunctuurnota van de maand juli. Ik veronderstel dat u daar ook toegang toe heeft: ze staat op het internet. Als u kijkt naar de fiscale ontvangsten, mijnheer Wathelet, zijn er twee grote posten: de directe belastingen en de btw-inkomsten. Als men dan kijkt naar de achterstand die ten opzichte van het budget vandaag is opgelopen, dan spreken we over ongeveer 400 miljoen aan de kant van de directe belastingen en een tekort van ongeveer 510 miljoen op basis van de btw-inkomsten. Dat zijn de cijfers van de maand juli.
Als we dan kijken naar het aantal resterende maanden, zou dat betekenen dat u een groei moet halen op de directe belastingen van een uitstaand bedrag dat nog moet binnenkomen van 20 miljoen, van 2%. Dat zal ongeveer lukken door de inflatie die onze economie aan het nekken is. U zult inderdaad ongeveer uw 400 miljoen directe belastingen binnenhalen: het zal zoiets van een 320 miljoen worden. Wat de btw betreft is de situatie schrijnender. Daar had u of uw collega Reynders, in wie trouwens zowel u als premier Leterme duidelijk een blind vertrouwen hebben, wat ik nog zal bewijzen, een groei gebudgetteerd van 1,4 miljard. Daarop hebben we vandaag 285 miljoen gerealiseerd. U hebt een achterstand op wat nu vandaag zou moeten gerealiseerd zijn van 510 miljoen. Dit betekent dat in de resterende maanden de btw-inkomsten met 12,5% zouden moeten groeien om het budgetcijfer te halen.
Dan wil ik teruggaan naar pagina 5 van uw PowerPoint. Ik zie dan dat u daar zet dat we met 294 miljoen vooruit gaan. We gaan met 590 miljoen achteruit. 590 miljoen zullen we niet halen en dat betekent dat we ongeveer op een tekort komen van 900 miljoen. 900 miljoen, dat is zo ongeveer de standaardafwijking van minister Reynders. De vorige jaren was het 800 miljoen. Hij gaat er op vooruit: het wordt 900 miljoen.
Ten tweede, u komt hier zeggen dat u fier bent dat de uitgaven in lijn zitten. Eerlijk gezegd, mijnheer Wathelet, met deze cijfers en het tekort aan fiscale ontvangsten hebt u er alle baat bij om op dit moment een lagere uitgave te hebben. Wij hebben u daarvoor gewaarschuwd op verschillende momenten. Er is daarvoor nooit enig gehoor geweest en nu komt u zeggen dat de uitgaven perfect in lijn liggen met de begroting. De fiscale ontvangsten zullen echter opmerkelijk lager liggen en daardoor zult u met een tekort te kampen krijgen. Dit tekort wordt op geen enkele manier opgevangen door maatregelen van deze regering om deze overheidslast te beperken.
Ten derde, ik kan niet anders dan de collega’s bijtreden. Er was gedurende de eerste jaarhelft een serieuze vaudeville aan de gang. Die is uitgemond in een begrotingscontrole die duidelijk veel te positief en te rooskleurig werd ingeschat. Vandaag zitten we daardoor met een serieus probleem. U hebt eigenlijk relatief weinig gezegd over het meerjarenplan. De gevolgen van de inflatiestijging en de economische context – waarvoor niemand verantwoordelijk is omdat wij als kleine markt bepaalde dingen gewoon moeten accepteren – vereisen wel een aangepast beleid en dat hebt u nagelaten. Zoals ik het nu zie gaat het voor de periode 2009 tot 2011 alleen maar erger worden. Dit betekent dat u dringend zult moeten ingrijpen, dringend met een aantal maatregelen naar voren zult moeten komen.
Ik denk echter ook aan het nakende sociale overleg. De sociale partners beginnen zich op dit moment te roeren en terecht. Ik begrijp zowel de consumenten, de werknemers die op alle mogelijke manieren aan koopkracht hebben ingeboet de voorbije maanden en nu weer vooruitgang willen boeken. Aan de andere kant begrijp ik ook de ondernemingen die onder druk van de gestegen kosten met een stokkende economie worden geconfronteerd. De tegenvallende btw-inkomsten zijn daarvan de illustratie. Wij zitten duidelijk in een periode waarin er duidelijk niet naar verwachting wordt geconsumeerd. Onze bedrijven zijn daar zelfs een tweede keer het slachtoffer van.
Ik denk dat u er alle baat bij hebt om, gelet op het nakende sociale overleg, op een correcte en duidelijke manier te verwoorden welke de prioriteiten en maatregelen van deze regering de komende jaren zijn. Indien wij niet in een wilde stakingsgolf verzeild willen geraken, is duidelijkheid geboden.
Dan kom ik tot mijn laatste punt. De heer Vanvelthoven heeft eens rondgekeken naar de collega’s. Ik zou ook naar de heer Vanvelthoven kunnen kijken en, met alle respect, zeggen dat zijn incubatieperiode als oppositielid duidelijk voorbij is en hij best beseft dat hij in een periode van financiële stabiliteit, in een periode van goede, economische groei ook heeft nagelaten om de overheidsuitgaven op welke manier dan ook te beperken. Ik kijk ook naar de heer Daems, het hoofd van de studiedienst, die net voor de begrotingscontrole een miljard euro besparingen vraagt. Een week later komt hij in de plenaire vergadering van 10 of 23 juli perfect een begroting in evenwicht verdedigen. De voorbije weken komt hij echter als een duveltje uit een doosje en zegt hij dat wij als parlementsleden niet zullen toekijken, maar handelen. Mijnheer Daems, het is tijd dat er wordt gehandeld.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb nog een aantal kleine specifieke vraagjes. Ten eerste, u blijft volhouden dat u naar een evenwicht gaat. Ofwel bent u helderziende, een enorme believer of een fan van Reynders. Ik vraag mij af hoe u op basis van de voorliggende cijfers kunt blijven verdedigen dat wij naar een evenwicht gaan.
Ten tweede, ik zou u ook willen vragen of u vasthoudt aan de lijn die u op het gebied van de uitgaven uitzet? Is het voorzichtigheidshalve niet geboden om de volgende drie maanden het management van uw administratie, uw regering bijeen te roepen om na te gaan welke mogelijke besparingen kunnen worden gerealiseerd?
Ten derde, gezien het nakende sociale overleg zijn wilde stakingsgolven het laatste wat het land kan missen in de laatste maanden van dit jaar. Die laatste maanden kunnen trouwens, gezien het feit dat de inflatie stilaan achter de rug is, economisch soelaas brengen. Laten we het hopen. Ik denk dat de regering op dat moment alles in het werk moet stellen om op een correcte manier te communiceren wat de plannen voor de komende jaren zijn, zodat er een duidelijk en goed sociaal overleg is. Ik vind het immers zeer onaangenaam en zeer onfris dat uw regering op een onduidelijke manier communiceert, zodat wij moeten lezen dat voor de bedrijven eventueel wordt gedacht aan belastingen op bedrijfsgsm's en bedrijfstankkaarten. Ik denk dat het een zeer onduidelijk en slecht signaal is dat de regering aan nieuwe belastingen denkt. Nieuwe belastingen zijn op dit moment uit den boze en zullen de economie verder doen verzanden. Een dergelijke communicatie en het lanceren van dergelijke ideeën kunnen alleen maar nefaste gevolgen hebben.
De voorzitter: We sluiten de lijst af van interpellanten, maar wie nog het woord wenst te voeren, kan dat nu doen. Ik zal straks ook even in de zaal plaatsnemen, als de heer Van Biesen mij kan vervangen.
Mijnheer Daems, u hebt het woord.
Président: Luk
Van Biesen.
01.09 Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn spreektijd beperken, omdat ik niet ingeschreven ben voor deze interpellatie. Nu u mij toch de kans geeft tussenbeide te komen, wil ik een aantal ijkpunten plaatsen, mijnheer de minister. Vanuit de Open Vld-fractie meen ik dat er drie fundamentele redenen zijn waarom het goed is dat wij nu bijeen komen.
Ten eerste, meen ik dat hoe dan ook voor de koopkracht van de bevolking blijvend beschermend moet worden opgetreden.
Ten tweede, ik meen dat de regering actief zal moeten nagaan hoe het interprofessioneel akkoord dit najaar tot een goed einde kan worden gebracht.
Ten derde, met beide voorgaande elementen – het blijven beschermen, in de mate van het mogelijke van de koopkracht van de mensen en het mede trachten tot stand brengen van een goed interprofessioneel akkoord – moet rekening worden gehouden binnen de context van een begroting in evenwicht, waarbij lastenverhogingen geen optie zijn.
Ik ga inzake dat laatste punt enkele punten naar voren brengen die dat verklaren, om een verschil te maken met de fetisjisten van de ene of de andere richting.
Ten eerste, waarom moet een begroting in evenwicht zijn? Als ik er uw cijfers op nahoud merk ik dat een stijging van, och arme, 0,1% van de rente op 10 jaar een effect heeft op uw uitgaven, groter dan alle koopkrachtondersteunende maatregelen samen. Als dat geen voldoende bewijs is dat men geen tekort meer mag hebben – waardoor de schuld stijgt en men dit soort effecten heeft – is men ziende blind.
U merkt op dat er een goede 100 miljoen meer rente-uitgaven zijn – omdat er een lichte evolutie naar boven is van de intrestvoeten. Er werden ook voor bijna 100 miljoen – goede, vind ik – koopkrachtondersteunende maatregelen genomen. Elk element dat een tekort op het budget tot gevolg heeft, doet de schuld stijgen en versterkt dat effect. Stel dat dit niet het geval was, dan hadden wij bijvoorbeeld voor 200 miljoen koopkrachtondersteunende maatregelen kunnen nemen, waarbij het effect op het budget hetzelfde was.
Ten tweede, waarom zijn lastenstijgingen geen optie? Welnu, kijk naar uw eigen uiteenzetting en naar de recente gegevens. Wij zitten in een situatie met een dalende spaarquote en tegelijkertijd een dalend consumptiegedrag. Men moet toch geen zeven universitaire diploma’s hebben om te weten dat als het spaarquotum zakt en de consumptie daalt, de koopkracht in reële termen in principe daalt. De mensen kunnen niet alleen minder kopen, zij kunnen ook minder sparen. Dat is de reden waarom de regering – terecht, met onze ondersteuning – koopkrachtondersteunende maatregelen neemt. In die context de lasten verhogen, voor de mensen of indirect voor de bedrijven, versterkt dat effect.
Het is dus geen gemakkelijke oefening waar wij voor staan. Wij ervaren een zekere graad van bezorgdheid omdat de internationale negatieve evolutie blijft aanhouden. Dat moet worden gezegd. Dat is de reden waarom ik het goed vind dat wij bij elkaar komen. Dat is ook de reden, voorzitter, waarom ik meen dat wij binnen afzienbare tijd de heer Coene hier eens moeten uitnodigen. Dat is trouwens de reden waarom ik had gevraagd dat wij volgende week zouden bijeenkomen, maar goed, men heeft beslist het vandaag te doen. Voor mij niet gelaten. Als het volgende week was geweest, hadden wij de heer Coene er misschien bij kunnen hebben om die informatie van de Hoge Raad van Financiën en de Nationale Bank bij onze bedenkingen te kunnen voegen.
Het is toch evident dat u aan uw eigen cijfers ziet dat een tekort geen optie is, want dan gooit u middelen weg in een potentieel stijgende rentetrend. Het is ook evident dat lastenverhogingen ten aanzien van de burgers of ten opzichte van de bedrijven, evenmin een optie zijn, want men zit met een dalend spaarquotum in een context van een dalende consumptie.
Dat is de reden waarom de regering terecht, ik herhaal het, bijna 100 miljoen euro aan koopkrachtondersteunende maatregelen heeft genomen.
Volgens de Open Vld-fractie is om die reden een tekort voor 2008 en 2009 duidelijk geen optie. Een beleid dat in welke mate dan ook een lastenverhoging zou inhouden, is om die reden evenmin een optie.
De conclusie is dat de uitgaven zo goed mogelijk onder controle moeten worden gehouden en zo mogelijk, indien dit nodig blijkt, zullen voor dit jaar bijkomende maatregelen moeten worden genomen. Er zijn indicaties die dit aangeven. Dit is de taak van de regering. U zult desgevallend naar het Parlement komen, zo dit nodig blijkt. Bij de opmaak van de begroting 2009 zult u desgevallend al een aanzet nemen voor nieuwe maatregelen.
Ik kom dan even bij het interprofessioneel akkoord. Dit is maar heel even aangehaald. Uzelf heeft er ook niet echt naar verwezen. Het is echter wel essentieel in het economisch gebeuren waarin wij ons vandaag bewegen. Wat is op dat vlak de kwadratuur van de cirkel? Gelet op het feit dat wij in termen van loonkost nog steeds een loonhandicap van 4% hebben ten opzichte van onze belangrijkste handelspartners mogen wij niet in een situatie verzeild raken waarbij een interprofessioneel akkoord voor gevolg heeft dat de loonkost as such stijgt. Op zich is dit ook geen optie. Wij zitten in een situatie waarbij een hoger nettoloon wel een uitdrukkelijke optie zou moeten zijn.
Wat is het pleidooi van de Open Vld? Zouden de partners rond de tafel, maar ook de regering die voor de nodige brandstof moet zorgen voor de totstandkoming van dat interprofessioneel akkoord, in de context van dat interprofessioneel akkoord alstublieft eindelijk eens willen beginnen redeneren in termen van nettoloon in plaats van brutoloon. Met een boutade zou ik kunnen zeggen dat ik in mijn gemeente niemand ken die met zijn brutoloon naar de bakker gaat. Zij gaan allemaal met hun nettoloon naar de bakker. Dat is simpel gezegd maar het is wel een waarheid als een koe. Ik denk dan ook dat het mogelijk moet zijn om redeneringen te hanteren – in het buitenland heeft men dit al gedaan – waarbij de impuls van de regering slaat op het nettoloon, terwijl de loonkost tegelijk onder controle kan worden gehouden.
Ik heb een paar weken geleden slechts een piste aangegeven. Er zijn er nog andere mogelijk. Een mogelijkheid is de volgende. Stel dat de regering een inspanning zou willen leveren inzake sociale lasten. In het verleden waren deze maatregelen altijd op de werkgeversbijdragen gericht. Als men deze maatregelen zou richten op de werknemersbijdragen dan is het effect daarvan dat het nettoloon stijgt omdat de werknemersbijdrage van het brutoloon wordt afgetrokken. Men moet er dan wel op toezien dat binnen dat interprofessioneel akkoord geen situatie ontstaat waarbij de brutolonen stijgen. Dit is niet zo moeilijk. In de vorige regeerperiodes hebben wij echter meegemaakt dat inspanningen van de regering om de werkgeversbijdragen gevoelig te laten dalen tot gevolg hadden dat in het interprofessioneel akkoord de sociale vrede werd afgekocht met een stijging van het brutoloon.
Daarmee was het geld van de regering weg en het effect op de loonkosten nul, maar er was zogenaamd sociale vrede. Ik denk dat het tijd is om eindelijk te redeneren in termen van nettolonen in de plaats van brutolonen in het inter-professioneel akkoord. Hoe kan men dat doen? Doordat de regering, wanneer zij haar brandstof levert in termen van financiële massa die nodig is in een dergelijk akkoord, die financiële inspanning richt. Ik heb een voorbeeld gegeven. Als de regering zegt: wij willen een inspanning doen in termen van werknemersbijdragenverlaging, maar niet in termen van werkgeversbijdragen, en op voorwaarde dat men de nominale loonkosten, bevriest is misschien een streng woord maar hypothetisch kan men perfect in een dergelijk kader functioneren, dan kan men die 13% marge in ons toch wel verouderd systeem gebruiken.
Ik ben overigens aangenaam verrast over een aantal voorstellen van vakbonden die flexibiliteit in het werk naar voren hebben geschoven. Ik heb gelezen dat de vakbonden pleiten voor de vierdagenweek met dan wel 38 uren of meer in die vier dagen. Ik vind het een bescheiden, interessant voorstel om flexibiliteit naar voren te schuiven. Dan zal men waarschijnlijk geen 7uur maar 8,5 uur per dag werken. Ik vind het interessant dat de vakbonden eindelijk het aspect flexibiliteit op de tafel leggen. Dat is een belangrijk gegeven in de context van het IPA.
Ik wil een kleine zijsprong maken naar de staatshervorming. Ik denk dat de staatshervorming op lange termijn is verbonden aan een gezonde, financiële situatie van het land in zijn geheel en van zijn onderscheiden componenten. Een paar cijfers: tussen 2000 en 2008 hebben wij op het federaal niveau, wat het doorgeefluik van de middelen is, ongeveer 25 miljard euro meer ontvangsten gehad. Er zijn minder dan vier federaal gebleven. Moet er nog een beter bewijs worden gegeven dat dit een situatie is die een verschraling van het federaal niveau veroorzaakt? Dat is trouwens het punt waarop wij nu gekomen zijn. Men kan daaraan slechts iets doen wanneer men de organisatie van het land herbekijkt.
Ik kan ook andere voorbeelden geven. 1% inflatie, dat staat in onze financieringswet. Ik ben de enige in de zaal die het debat over de financieringswet met de heer Dehaene heeft meegemaakt. Toen was onze opmerking: let op, want u laat een deel van uw overdracht evolueren met de inflatie en het andere deel laat u verschralen. Dat is vandaag de realiteit. De overdrachten van middelen naar regio’s zijn met de inflatie verbonden en zijn sinds Lambermont aan de volledige groei verbonden. Uiteindelijk kan men zelfs in een situatie komen waarbij de meerontvangsten die men federaal int, minder is dan men bijkomend aan de regio’s moet geven.
We zijn daar fiscaal en financieel gesproken al niet ver vanaf.
Ik kom tot mijn conclusie. Om de financiële gezondheid van de onderscheiden onderdelen van onze staatsorganisatie op langere termijn te waarborgen en – daarbij richt ik mij tot de collega’s die enige sociale bezorgdheid hebben, waartoe ik mijzelf reken – om te vermijden dat ons sociaal systeem onder druk zou komen te staan, dat vandaag nota bene meer dan vijftig procent van onze uitgaven uitmaakt, zal men die organisatie moeten herbekijken. Dat is mijn innige overtuiging. Daarbij moet de fiscale en financiële responsabilisering van de deelgebieden wel aan bod komen. Men zal het dus niet meer kunnen doen zoals in het verleden, ondanks het feit dat de gebruikte methoden in de toenmalige context ongetwijfeld verdedigbaar waren, want ze zijn in diverse gevallen door diverse meerderheden ondersteund. Men zal dat echter op lange termijn niet kunnen blijven volhouden.
Welke opmerking is in deze context wel terecht? Men zal die reorganisatie, mijnheer de minister en collega’s, niet kunnen doen vóór 14 oktober 2008. Men krijgt soms de indruk dat sommigen in de politieke wereld de indruk geven dat zoiets wel kan. Wel, dat is niet het geval. Velen onder ons hopen dat er vóór juni 2009 fatsoenlijke aanzetten kunnen worden gegeven. Ik en mijn partij horen daarbij, maar één zaak is zeker: men zal die reorganisatie niet realiseren vóór 14 oktober 2008, de dag waarop de premier in de Kamer moet verschijnen. Daarom zal men de uitvoering van de begroting 2008 en het ontwerp voor het budget van 2009 in de huidige context moeten opstellen. Als men de fout maakt te redeneren alsof er al iets anders is, loopt men het risico dat men geen of geen afdoende maatregelen neemt. Die waarschuwing wil ik geven.
Ik voel aan dat de twee debatten op de middellange termijn wel degelijk aan elkaar zijn verbonden, om de financiële leefbaarheid voor ons allen te garanderen, maar men mag ze niet vermengen op de onmiddellijke termijn, want dan rijdt men zich gewoon vast. Dat zou in de huidige economische context het ergste zijn wat we kunnen meemaken. We moeten de begroting voor 2008 volledig doeltreffend kunnen uitvoeren, met een evenwicht als resultaat en zonder lastenverhogingen, en we moeten een fatsoenlijke begroting voor 2009 op de tafel kunnen leggen, in evenwicht en zonder lastenverhogingen, en als het even kan met bijdragen in het IPA of lastendalingen. Dat zal uiteindelijk het bedrijfsleven ten goede komen en via het bedrijfsleven de werknemers in hun lonen of rechtstreeks bij de burger, in uitkeringen die voor ons – waar mogelijk – gerust wat mogen stijgen.
Mijnheer de voorzitter, deze opmerkingen van algemene aard wilde ik graag maken in dit debat. Open Vld is bezorgd.
Ik meen dat ik daar eerlijk in moet zijn. Wij hoeven niet te panikeren, maar moeten wel bezorgd zijn, want de indicatoren geven aan dat het geen vanzelfsprekende zaak is de begroting in evenwicht te houden, terwijl drie of vier maanden geleden andere indicatoren, na enkele maatregelen, dat wel grotendeels aangaven.
Ten tweede, ik meen dat het debat over de vraag hoe organiseren wij ons land, dat vandaag ongetwijfeld tot stand zal komen in de Wetstraat, inderdaad moet worden aangevat, om de financiële gezondheid, ook van het sociale systeem op middellange en lange termijn te garanderen. Maar op heel korte termijn mag u dat niet vermengen, want dan zult u als minister van Begroting in de onmogelijkheid komen zowel uw begroting voor 2008 als uw begroting voor 2009 in evenwicht af te sluiten.
Ik herhaal, ik meen dat de regering nu moet overwegen de brandstof die zij zal moeten leveren om een goed interprofessioneel akkoord tot stand te laten komen, te richten op nettolonen, wat op dat ogenblik zal toelaten dat de loonkosten, de brutolonen, als dusdanig onder controle worden gehouden. Ik herinner u eraan dat wij vandaag een handicap hebben van 4%. Dat is veel. Daar moet iets aan worden gedaan.
Tot daar, voorzitter, enkele opmerkingen die ik bij deze wil maken.
Ik heb nog een vraag aan de staatssecretaris en aan de regering. Mijnheer de staatssecretaris, kunt u mij bij deze bevestigen dat de regering wel degelijk haar begroting voor 2008 in evenwicht zal afsluiten? Kunt u mij ook bevestigen dat de regering niet overweegt in deze context lastenverhogingen in te voeren?
01.10 Alain Mathot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, voilà deux bonnes nouvelles! M. Rik Daems du VLD devient social. Y a-t-il une influence particulière par rapport à cela? Je suis heureux d'entendre que les mesures proposées en matière de fraude sociale sont autres que la répression et qu'il existe d'autres possibilités que celle de se battre sur la question.
Eu égard au budget, je suis heureux que l'ensemble des mesures par rapport au pouvoir d'achat soient respectées et je déplore néanmoins leur nombre insuffisant. En effet, je souhaite que l'on trouve des moyens permettant d'améliorer davantage le pouvoir d'achat de l'ensemble de la population, dont c'est la préoccupation première.
Sans vouloir paraphraser M. Brotcorne, la question éminemment politique des 400 millions d'euros conformément à l'accord pris de la part du gouvernement flamand est importante. On a l'impression d'être dans une cour de récréation! Certes, c'est la rentrée scolaire. On vous reproche de ne pas être suffisamment diligent dans vos réformes institutionnelles. En la matière, nous devons être fixés assez rapidement par rapport aux engagements qui avaient été pris antérieurement, à savoir le gouvernement flamand respectera-t-il cet accord? Il s'agit d'une somme astronomique et importante par rapport aux résultats et aux comptes que l'on nous présente.
Ma seconde question porte sur la proposition de demander 250 millions à Electrabel. Il est clair que ce montant doit être versé, de préférence sur une base volontaire. Néanmoins, je crois que le gouvernement a les moyens, notamment via la loi-programme, de les obliger à effectuer ce versement.
En troisième lieu, je crois me retrouver au milieu d'une grande répétition. En effet, il ne faut pas tirer sur l'ambulance. Mais, les recettes fiscales présentées seront-elles concrétisées ou pas? Toutes les questions posées aujourd'hui seront reposées d'ici quelques jours ou quelques semaines au ministre des Finances qui, je l'espère, a avancé des chiffres réels basés sur des études sérieuses. J'espère et souhaite que l'on ne nous refasse pas le scénario de 800 millions qui disparaissent ou qui n'auraient pu être ramenés dans les caisses de l'État!
Je rappelle que la volonté du Parti socialiste est d'aller chercher l'argent là où il est. Des études universitaires, et même d'universités flamandes, font apparaître que circonscrire la fraude fiscale en Belgique pourrait rapporter 30 milliards d'euros au fédéral. Dès lors, on ne se chamaillerait plus pour les 400 millions du gouvernement flamand ou les 250 millions d'Electrabel. On pourrait lutter contre la fraude plus efficacement. J'ai eu l'occasion au moment de la discussion de la note de politique générale de regretter qu'on ne parle pas des paradis fiscaux et qu'on ne crée par une task force "paradis fiscaux", qu'on ne mette même pas à jour la liste des paradis fiscaux établie par l'OCDE. Nous avons présenté nombre de propositions en cette matière.
Je n'ignore pas les discussions dans la commission spéciale sur la fraude fiscale mais nous ne sommes pas obligés d'attendre les résultats de cette commission pour agir de manière efficace contre cette fraude. C'est là qu'il faut aller chercher des moyens pour éviter de se chamailler et pour trouver des solutions durables en faveur du pouvoir d'achat de la population.
J'espère avoir l'occasion de répéter ceci devant le ministre des Finances ou son représentant. Je rappelle que nous avons un secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude fiscale. Il pourrait venir expliquer comment il va s'y prendre.
Pour terminer, M. le secrétaire d'État assume-t-il le montant des recettes fiscales communiqué par le ministre? C'est la seule question qui se pose.
01.11 Jean-Jacques Flahaux (MR): Monsieur le président, je voudrais d'abord vous remercier, ainsi que M. Bogaert et le secrétaire d'État au Budget, pour la tenue de cette réunion qui nous permet d'avancer dans la réflexion. Je me réjouis aussi de la présence du vice-premier ministre M. Reynders lors de la réunion du 24 septembre prochain.
Je dois aussi noter les excellentes relations entre le secrétaire d'État M. Wathelet et le vice-premier ministre M. Reynders. Ce n'est pas toujours le cas à d'autres niveaux mais c'est extrêmement utile.
Nous vivons une période relativement volatile. On le voit, il y a deux mois, l'inflation progressait encore. Nous avons eu une bonne nouvelle pour ce mois d'août et je pense que septembre devrait pouvoir suivre en termes d'inflation. En France, la situation est dramatique au plan budgétaire et quand on voit que le président de la République, qui est de droite, augmente la taxation sur le capital – ce qui profitera à la Belgique –, on peut se poser des questions. En Espagne, la dégradation énorme de l'emploi sous un gouvernement socialiste pose aussi d'autres grandes questions.
Je rappelle que le secrétaire d'État M. Wathelet parle au nom de l'ensemble du gouvernement, il représente à la fois son ministre de tutelle, le premier ministre ainsi que le vice-premier ministre M. Reynders. Je ne peux concevoir cela autrement. Dans ce contexte, il fait preuve d'une grande prudence, d'une grande proactivité. Les mesures qu'il évoque montrent que, pas à pas, jour après jour, il s'efforce de suivre la situation. Il y aura encore des évolutions, bonnes et mauvaises, dans les prochaines semaines.
Je pense aussi qu'il veut, comme l'ensemble du gouvernement, prôner un contrôle budgétaire. Je partage l'avis de M. Daems qu'il faudrait pouvoir arriver à un équilibre budgétaire à la fin de l'année. Dans le même temps, on prend des mesures limitées, certes, mais réelles, de soutien au pouvoir d'achat et c'est un point extrêmement important dans la situation actuelle.
Comme je l'ai déjà dit, les choses changent constamment: il y a deux mois, on craignait d'avoir un saut d'index supplémentaire encore cette année.
Pour ce qui est des rentrées fiscales, certains parlementaires ont mis en évidence la surestimation de ces rentrées. Il y a quelques semaines, nous avions une réunion avec M. Wathelet et on constatait une tendance d'amélioration progressive des rentrées fiscales.
Nous avons pu ainsi apprendre une amélioration progressive des rentrées fiscales. Il ne faut pas oublier certains éléments considérés par le ministre des Finances comme les résultats. Pourtant, Dieu sait si on avait critiqué le système Tax-on-web. Finalement, on a pu constater que grâce à ce dernier, les rentrées ont été plus rapides et il a favorisé le rattrapage des retards. C'est important, même si on peut encore éprouver des inquiétudes quant aux rentrées réelles. Mais nous ferons probablement le point le 24 septembre prochain.
Pour ce qui est du montant de 250 millions d'euros, je partage l'attitude exprimée par mon collègue du cdH et j'espère qu'après le va-et-vient quelque peu particulier de l'affaire de l'IRE, le ministre de l'Énergie pourra se consacrer à la problématique de faire rentrer 250 millions minimum de la négociation avec Electrabel. Mais pourquoi s'arrêter à 250 millions d'euros?
Pour ce qui est des révisions dramatiques sollicitées par d'aucuns, je m'étonne qu'ils aient une politique de pompier incendiaire. Ils font tout pour que la Belgique soit immobile pour reprocher ensuite le fruit de leur propre politique qui aboutit à un certain immobilisme - je trouve cela regrettable - tandis que d'autres dénoncent un déficit prévisionnel et prônent de nouvelles mesures qui vont coûter en moyens budgétaires.
Il serait intéressant pour notre commission d'être informée de l'évolution en termes de coût du chômage puisqu'une amélioration tendancielle du niveau du chômage se dessine au contraire de l'Espagne socialiste. Qu'en est-il au niveau du résultat de ce que ce phénomène peut engendrer comme non-dépenses et comme recettes complémentaires?
Pour ce qui est du fonds argenté, nous pouvons partager la même préoccupation. Ce sera surtout au moment de l'élaboration du budget 2009 que nous serons attentifs à la réalimentation de la pompe du fonds argenté.
Je voudrais ajouter que la mesure la plus efficace en matière de pouvoir d'achat est de diminuer la fiscalité sur les revenus modestes. C'est par le biais de ce que l'on possède en poche à la fin du mois que l'on peut mesurer le mieux la qualité et l'importance du pouvoir d'achat.
Je partage les avis exprimés sur la lutte contre la fraude. D'une part, il y a la fraude fiscale, qui est très importante. Il serait bon que notre commission entende le secrétaire d'État, M. Carl Devlies, sur les résultats de son action. En effet, la fraude fiscale est inacceptable mais il faut également lutter contre la fraude sociale qui induit dans l'esprit de certains l'idée qu'il faut lutter contre les mesures sociales elles-mêmes, alors qu'on fera d'autant plus de social qu'on luttera contre la fraude sociale. Certains ont de l'expérience dans les logements sociaux en Wallonie où la fraude a sévi.
01.12 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, beste collega’s, er zijn hier al heel wat carambatermen gevallen. Ik neem daar een stukje afstand van, maar ik wil tegelijkertijd ook namens mijn fractie zeggen dat wij zeer bezorgd zijn over het evenwicht in de begroting. Voor ons is het niet aanvaardbaar dat we dit jaar 2008 geen evenwicht zouden hebben. Dat mogen wij de volgende generaties niet aandoen. Ik wil daarbij het partijpolitieke niveau overstijgen. Het gaat hier niet over oppositie of meerderheid. Wij hebben die verantwoordelijkheid beklemtoond toen wij in de oppositie zaten en nu wij in de meerderheid zitten, blijven wij dezelfde lijn verdedigen. Het zou onaanvaardbaar zijn ten aanzien van de toekomstige generaties om in 2008 ook maar het minste tekort te hebben. Wij zullen ons daar absoluut tegen verzetten. Ik hoop dat de boodschap duidelijk is voor wie daarover eventueel een ander idee heeft. Wij zullen ons daar echt tegen verzetten, want het zou onacceptabel zijn.
Ten tweede willen wij een niet-getrukeerd evenwicht. Ik zeg dat hopelijk ook met dezelfde duidelijkheid, aan mensen die al het woord hebben gevoerd en die dat in het verleden op een andere manier hebben aangepakt. Wij willen een niet-getrukeerd evenwicht. Als men het evenwicht trukeert, brengt het immers helemaal niets op voor de toekomstige generaties. Gebouwen verkopen, lasten leggen op de toekomst en doen alsof men goed bezig is, brengt geen zoden aan de dijk. Het is in dezelfde mate onaanvaardbaar.
Ik wil wel mijn waardering uitspreken voor wat de staatssecretaris doet. De begroting is zijn verantwoordelijkheid, wat uiteraard ook het onder controle houden van de uitgaven betekent. Ik kan alleen vaststellen dat hij dat goed doet. Nochtans ligt de lat hoog en zijn we eigenlijk ambitieus op het vlak van de uitgaven. Ik denk dat de staatssecretaris de uitgaven zeer goed monitort. Er is geen sprake meer van het ankerprincipe. Dat is een belangrijk kwalitatief verschil in deze begroting. Dat betekent dat wij dus niet op een systematische, gestructureerde manier facturen overhevelen naar 2009. Dat doen wij niet en dat scheelt al snel een aantal honderden miljoenen euro. Ik zou graag hebben dat degenen die hier vanmiddag een grote mond hebben opgezet – ik zal geen namen noemen –, ook eens voor eigen deur vegen en intellectueel eerlijk zijn over wat hier staat. Het is natuurlijk veel gemakkelijker om een begroting in evenwicht te krijgen als men wel een getrukeerd evenwicht toelaat, als men wel het ankerprincipe toelaat en als men wel gebouwen verkoopt om het evenwicht te bereiken. Het is zelfs gemakkelijk om gebouwen te verkopen en met de opbrengst daarvan de lasten te verlagen, waarna men kan doen alsof men goed bezig is. Ik ben blij met die koerswending.
Ik zeg nogmaals dat wij bezorgd zijn over deze begroting en dat het onaanvaardbaar zou zijn als er geen evenwicht komt in 2008.
Ik ben bezorgd om de 250 miljoen van Suez. Ik heb destijds met de collega’s de onderhandelingen met de grote oliemaatschappijen van nabij kunnen volgen. Dat is niet goed afgelopen, om het zacht uit te drukken. Naarmate wij verder op de kalender vorderen in 2008 en dichter bij december komen, denk ik dat de onderhandelingspositie van de regering ten opzichte van Suez ergens verzwakt. Ik constateer vandaag dat wat Suez nu heeft wat het echt wilde, met name de gasterminal in Zeebrugge.
01.13 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): …
01.14 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Ik maak mijn zin af. Ik denk niet dat het verstandig is om al te geven aan dergelijke grote maatschappij zonder zelf gekregen te hebben. Ik denk niet dat het verstandig was dit te doen. Ik denk dat het veel beter is om alles in een pot te gooien en te zien wie wat nodig heeft, om dan te zien of men ergens een eerbaar compromis vindt. Nu al de gasterminal van Zeebrugge geven en dan afkomen met die 250 miljoen, daar heb ik toch een aantal vragen bij. Ik zeg dit in dezelfde context van daarjuist, met een bezorgdheid die over oppositie en meerderheid heen probeert te gaan.
Wat de ontvangsten betreft, het volgende. Wij moeten eerlijk zijn en zeggen dat er de voorbije maanden een en ander is veranderd. De economie is omgeslagen; dat is een eerste element. Anderzijds moeten wij ook eerlijk zeggen dat er precies altijd een opstoot is in de ontvangsten en de previsies op het moment van de begrotingscontrole. Met een dikke kwinkslag zou ik kunnen zeggen dat er misschien dringend een begrotingscontrole nodig is, omdat de ontvangsten en previsies zich dan zullen aanpassen. Dat meen ik natuurlijk niet. Ik denk dat wij wellicht een probleem hebben van een paar honderd miljoen euro in de ontvangsten en dat dit ten dele te wijten is aan previsies die ondertussen zijn veranderd, omdat de economische context is veranderd. Ten dele is dit omdat wij misschien niet de meest voorzichtige previsie hebben genomen op bepaalde momenten, meer specifiek ten tijde van de begrotingscontrole. Men moet daar ook niet in overdrijven; dat geldt voor een bepaald bedrag. Ik moet ook toegeven dat de economische context ondertussen is veranderd en dat geldt ook voor een ander bedrag. Wat dat nu juist is, het is niet mijn rol om dat uit de doeken te doen. Ik denk dat dit een gemengd effect is.
Wij zullen dus moeten reageren, nu. Ik ben er geen voorstander van om te wachten tot december en dan vast te stellen dat er een groot probleem is. Ik sluit mij aan bij een aantal collega’s dat in die context is tussengekomen. Het heeft geen zin om te wachten tot december en dan halsoverkop slechte onderhandelingen te voeren met Suez, een gebouw te verkopen, een pensioenfonds van een of ander over te nemen; dat wil ik niet en daar ga ik niet aan meewerken, daarover wil ik duidelijk zijn. Als er zaken gebeuren, mag dat niet wegen op de uitgaven of ontvangsten van de toekomstige generaties en mag dat niet leiden tot vermogensverarming. In de loop van de voorbije jaren zijn er voor 2 miljard euro gebouwen verkocht, dus min 2 miljard euro vermogen.
Er is voor 8 miljard euro extra aan engagementen genomen. Dit betekent dat de liabilities van de overheid met 8 miljard euro zijn gestegen. Dit vormt een totaal van 10 miljard extra dat weegt op België. Ooit moet dit worden terugbetaald. Ik ga niets goedkeuren dat in die richting gaat. Ik wil daarover heel duidelijk zijn.
Is het te laat om nu nog de ontvangsten te veranderen? Ik sluit mij aan bij de woorden van collega Daems, in die zin dat wij de op een na hoogste belastingdruk hebben van alle OESO-landen en dat dus voor mij belastingverhogingen geen optie zijn. Wij zullen moeten werken op de uitgaven. Als het nodig is en als mensen in de regering weten dat er nu al een probleem is, dan denk ik dat de last moet worden verdeeld over de departementen. Wij zullen dan spijtig genoeg een besparingsronde moeten doen om te komen tot een evenwicht. Dat is mijn mening.
Dit gaat allemaal over 2008. Er zijn ook een aantal structurele ingrepen nodig. De loopbanen in België zijn vier jaar korter dan het Europese gemiddelde. Men moet geen topeconoom zijn om te begrijpen dat dit niet houdbaar is. De problemen in de begroting zijn te wijten aan de hoge overheidsschuld uit het verleden, maar ook aan een gebrek aan ontvangsten. Onze taksbasis is volgens mij te smal. Een verschil van vier jaar met het Europese gemiddelde is onhoudbaar. Twee jaar is gelukkig te wijten aan het feit dat wij langer studeren. Ik denk dat wij dit te allen tijde moeten promoten en verdedigen. Op het einde van de loopbaan zit er echter nog een verschil van twee jaar en dat moeten wij proberen te overbruggen. Ik denk dat er in overleg met de vakbonden moet worden gestreefd naar een correctie. Uit de cijfers blijkt dat deze toestand niet langer houdbaar is en dat wij op dat vlak te kort schieten.
Er moet volgens mij een nieuw generatiepact komen dat stimulerend is, dat beloont. Wat levert het de overheid op als iemand een jaar langer werkt? Kunnen wij dit verschil verdelen zodat 50% gaat naar zij die een jaar langer werken en 50% naar de overheid om het budgettaire probleem te helpen oplossen? Ik denk dat wij aan dergelijke formules moeten denken. Het mag geen bestraffend generatiepact worden.
Ik denk dat wij op een of andere manier moeten helpen bij het herstel van Wallonië. Ik wil daarvoor mijn nek uitsteken. Deze cijfers tonen immers ook aan dat er een gebrek is aan ontvangsten. Ik heb tijdens de vakantie een aantal zaken bekeken. Het probleem situeert zich niet zozeer op het vlak van de uitgaven als wel de ontvangsten. Er is een tekort qua taksbasis. Wij moeten een plan opstellen om Wallonië te helpen zodat België, maar ook Vlaanderen, beter worden van een herstel in Wallonië. Ik denk dat het Marshallplan in Wallonië goed was bedoeld maar het ontbreekt aan geld en bevoegdheden. Wij moeten ter zake iets uitwerken dat het probleem kan oplossen.
Dit zijn een aantal bedenkingen die ik wou meegeven.
Président:
Hendrik Bogaert.
01.15 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, je ne voulais pas intervenir mais, suite à l'intervention de M. Gilkinet, je pense qu'il est opportun d'avancer certains éléments concernant les intérêts notionnels.
En commission des Finances et du Budget, cette mesure a déjà fait couler énormément d'encre. Pour ma part, je tiens à souligner que cette déduction d'impôts pour les investissements réalisés sur fonds propres a permis de sauver 4.000 emplois dans le secteur technologique en 2006, selon une étude d'un professeur de la KUL.
Cette mesure fiscale a été critiquée à plusieurs reprises, je voudrais donc rappeler qu'il s'agit d'une mesure qui sauve et qui crée de l'emploi. Cette étude de la KUL a également calculé l'impact du taux d'imposition belge des sociétés et des salaires sur les créations d'emploi. Ainsi, avec un taux de 33,9%, la Belgique est largement en tête en termes d'impôt des sociétés. Avec un taux d'imposition similaire à la moyenne européenne, qui est de 23%, l'industrie technologique en Belgique pourrait, à elle seule, créer plus ou moins 5.400 emplois nouveaux. L'étude indique encore que les intérêts notionnels ont permis de conserver, c'est-à-dire, de sauver au moins 4.000 emplois dans le secteur technologique.
Monsieur le président, je ne serai pas plus longue. Je pense qu'il était intéressant de mettre en avant cette mesure positive qui maintient et qui sauvegarde l'emploi.
01.16 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Monsieur le président, je propose aux membres de la commission de passer en revue leurs questions ponctuelles et ensuite de faire des remarques générales.
Monsieur Flahaux, vous avez proposé de prendre plus de 250 millions dans le secteur énergétique, ce serait une bonne nouvelle mais je ne sais pas si cela sera possible.
Je voudrais dire à Mme Almaci que j'étais à côté du premier ministre lorsqu'il lui a proposé de parier sur la contribution énergétique. Il n'a pas dit que cela se ferait avant l'ajustement budgétaire. Vous avez en partie raison, mais il faut rester fidèle quant au pari qui a été proposé.
En ce qui concerne la question de M. Mathot qui me demandait si j'assumais les chiffres, je les assume bien évidemment. Ces chiffres ont fait l'objet d'un accord au sein du Conseil des ministres. L'ajustement budgétaire a fait l'objet d'une décision au sein du kern et d'un accord en Conseil des ministres.
La définition de M. Daems dénote d'une bonne attitude. Si on avait procédé à un ajustement budgétaire chaque fois qu'on me l'a demandé, il y en aurait eu une quinzaine depuis le début de l'année. Revoir la croissance de 1,9 à 1,7% ou revoir l'inflation de 3,2 à 4,2%, qu'est-ce d'autre? N'est-ce pas un ajustement?
Ik wil wel, maar de cijfers die in de begrotingsaanpassing zijn opgenomen, zijn de cijfers die u zelf een aantal maanden daarvoor in deze commissie hebt voorgesteld: 1,7% groeinorm. U hebt mij zelf gezegd dat ik geen groei van 1,9% moest nemen maar een van 1,7%. Dat was het cijfer van de Nationale Bank. Dat hebben wij gedaan in de begrotingsaanpassing.
C'est ce que nous avons fait bien évidemment, monsieur Vanvelthoven! Je vais effectivement garder la même ligne! Je vous avais dit lors de la discussion du budget 2008 que lorsque nous disposerions de toutes les informations (les notes du Codit, des comités de gestion de la Sécurité sociale, du Bureau du Plan, de l'Institut national des comptes) nous procéderions à l'ajustement et nous l'avons fait sur cette base avec les chiffres les plus prudents qui existaient.
Daarover zijn wij natuurlijk bezorgd, weliswaar op basis van alle cijfers.
Ce n'est pas parce que le vice-gouverneur de la Banque nationale dit que les chiffres dérapent que nous allons faire un ajustement budgétaire! Entre parenthèses, s'il avait pris un certain nombre de mesures lorsqu'il y était il y a quelques années, cela nous aurait peut-être un peu aidé.
Par contre, sur base de l'évolution des recettes fiscales, des données du comité de gestion de la sécurité sociale, de l'analyse des dépenses primaires, des recettes non fiscales, des dotations aux différentes entités, et ensuite sur base de l'ensemble des bilatérales techniques et politiques en matière de dépenses primaires, si on se rend effectivement compte que des initiatives doivent être prises dans le cadre du budget 2008, nous les prendrons! Mais il faut respecter les procédures et nous ne pourrons agir que quand nous aurons l'ensemble de ces éléments.
Monsieur Van de Velde, vous avez pris les chiffres de juillet, sur base d'un ajustement budgétaire de juin.
01.17 Robert Van de Velde (LDD): (…)
01.18 Melchior Wathelet, secrétaire d'État: Je ne vais pas vous présenter un ajustement budgétaire qui n'est pas encore fait!
01.19 Robert Van de Velde (LDD): U verwijt mij nu dat ik recentere en betere cijfers dan de uwe aanhaal.
01.20 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer Van de Velde, u mag uw eigen projecties maken. U weet echter zo goed als ik dat de fiscale ontvangsten geen gewone, totaal lineaire projectie zijn. Dat weet u zelf ook. Indien de fiscale ontvangsten lineair waren, was de toestand op basis van de twee eerste maanden nog slechter. Het zou in dat geval veel beter zijn geweest dat wij de vierde maand hadden genomen. Zo is het echter niet. Het zou zelfs gemakkelijker voor ons zijn geweest, mochten de fiscale ontvangsten totaal lineair zijn geweest. Zo is het echter jammer genoeg niet, zoals wij weten.
Wat wij nu kunnen doen, zijn ramingen en prognoses maken, maar op basis van de macro-economische toestand van België.
Sur la base de l'Institut national des comptes, sur la base du Bureau du Plan, sur la base des différents chiffres des départements sur la base des notes Codit, sur la base des dépenses primaires. C'est la seule manière de procéder à un ajustement et de prendre des initiatives dans le cadre du budget 2008, si celui-ci s'impose.
Monsieur Gilkinet, étions-nous en vacances? Vous auriez eu un conseil des ministres ce matin avec la prise de mesures importantes relatives au fonds mazout par exemple. Dès que la commission m'a convoqué, je me suis présenté. Dire que nous étions en vacances était quelque peu caricatural!
Madame Almaci, sur le Fonds mazout, vous avez effectivement mentionné 12,5 millions, mais cela vient en plus de ce qui a été décidé dans le courant du mois janvier dans le cadre de l'exécution budgétaire 2008. L'ensemble des investissements concernant le Fonds mazout vient s'additionner.
D'un point de vue plus général, on ne peut être plus transparent, les documents que je vous ai montrés ont été adoptés par le gouvernement dans le cadre de l'ajustement budgétaire.
En termes de recettes fiscales, les chiffres sont clairement mentionnés. Je connais exactement le boni de liquidation de la Sabena, je connais exactement le montant de l'anticipation de précompte. Par contre, je ne peux vous donner le chiffre exact des recettes, c'est tout à fait impossible. La seule chose que nous pouvons faire est une estimation en s'appuyant sur la base de croissance des années précédentes et les différents éléments de croissance en fonction du contexte macroéconomique, que nous avons adapté lors de l'ajustement budgétaire. C'est sur cette base que nous faisons les estimations fiscales.
Monsieur Vanvelthoven, vous donnez des leçons en matière d'estimations fiscales. Nous avons été beaucoup plus prudents que les 15% en matière de versements anticipés du conclave de Louvain en 2007. En termes de perspectives de rentrées fiscales, je crois que vous aviez atteint le sommet! C'était une année électorale, il fallait bien trouver de l'argent, il fallait équilibrer votre budget 2007. C'est bien pour cela que nous nous sommes retrouvés devant un certain nombre de difficultés en fin d'année.
Ici, nous avons fait cela sérieusement et nous avons regardé ce que nous pouvions avoir comme rentrées fiscales en fonction des perspectives annuelles en faisant évoluer les courbes d'une manière correcte. Si, en matière de recettes fiscales, je mentionne clairement des chiffres et d'autres pas, c'est parce qu'on sait qu'ils ne vont plus évoluer. Je pense notamment au boni de la liquidation de la Sabena.
On entend que tout va mal, la presse est négative. Prenons un exemple.
"Gezondheidsbulletin: Economie ook goed". J'ai également pris connaissance, hier, d'une dépêche de l'agence Belga, laquelle précisait: "L'activité économique belge résiste par rapport à la zone euro". Ce sont les derniers chiffres de la Banque nationale et d'Eurostat. Ce n'est pas pour autant que je dirai que tout va bien. Évidemment, la situation est difficile! Il faut être vigilant eu égard à l'ensemble des dépenses, des recettes et des autres postes.
En écoutant les propos de M. Vanvelthoven, de Mme Almaci et de M. Gilkinet, on dirait qu'ils auraient presque envie que la situation aille mal. Non! Il faut procéder de la manière la plus correcte possible, prendre les bons chiffres, les analyser sur la base de l'ensemble des données. C'est l'unique bonne manière de travailler.
J'ai dit que deux énormes points d'interrogation subsistaient au niveau du budget: la contribution de la Flandre et la contribution au niveau énergétique.
Au niveau de la contribution de l'ensemble des entités, car il n'y a pas qu'avec la Flandre que l'accord était intervenu au sujet des non-dépenses des entités fédérées, j'ai été surpris du moment où cette mesure devait intervenir. Cela me semblait un peu tôt dans l'année, d'autant plus que dans les quatre mois à venir, un certain nombre d'avancées se profileront. J'avais cru comprendre qu'au niveau flamand, il y avait une véritable demande en termes d'avancée et de dire aujourd'hui, il n'y en aura pas, cela me semblait surprenant.
Monsieur Daems, en ce qui concerne les relations entre l'État fédéral et les entités, lorsqu'à un moment, la Flandre annonce vouloir dépenser l'argent, c'est contradictoire avec le raisonnement en terme institutionnel que la Flandre a pour le moment dans le cadre des relations institutionnelles entre entités fédérées et entité fédérale. Certes, sur ces montants, nous n'avons aucune prise. Mais d'après les Flamands, l'État fédéral est vraiment à l'agonie. Je l'ai montré au niveau de la première diapositive: en terme global, l'entité 1 présente un déficit, mais selon toutes les entités confondues - et c'est le seul budget qui compte, le budget de l'État dans sa totalité – on constate un surplus au niveau des entités fédérées.
C'est à ce stade qu'il y a une demande au niveau flamand. Le fait de le dépenser aujourd'hui irait à l'encontre des demandes formulées. On sait que cette négociation (entité 1, entité 2 et pouvoirs locaux) fait l'objet d'accords de coopération entre entités. Mais cet élément doit encore être finalisé dans le cadre de l'exécution du budget 2008.
Comme je l'ai dit, nous avons tenu compte des chiffres les plus pessimistes du Bureau du Plan. On évoquait tout à l'heure l'anticipation du saut d'index en août, heureusement que nous avons pris en considération les paramètres macroéconomiques les plus difficiles.
On a souvent fait référence aux notes du "schatkist". Je voudrais citer un autre paragraphe.
“De overgedragen kredieten naar het jaar 2008 bedragen een daling van 313 miljoen en vertonen na de opeenvolgende recordniveaus van de laatste jaren een aanzienlijke daling.”
Dans l'exécution du budget 2008, on doit assumer une situation qui est loin d'être évidente. ?Nous en avons déjà parlé avec M. Vanvelthoven: si on veut mettre de l'argent dans le fonds de vieillissement, on arrête d'effectuer des paiements. Si on applique le principe de l'ancre dans les administrations les quatre prochains mois, il y aura quelque chose dans le fonds du vieillissement. Si on continue de la sorte, cela va commencer à nous coûter. La seule façon d'obtenir une gestion saine est de mettre n place cette gestion structurelle., une gestion qui n'impose pas de nouvelles charges pour le futur.
Vous me dites qu'il n'y a rien dans le fonds du vieillissement; par contre, les montants de la reprise du fonds de pension de Belgacom est une charge dans notre budget de cette année. Les locations supplémentaires constituent une charge de plus pour le budget de l'État. Alimenter un fonds de vieillissement pour le payer à travers le budget année après année, ce n'est pas tenable. La bonne manière de procéder est cette gestion structurelle qui anticipe les défis posés par le vieillissement. C'est pour cela que nous avons pris nos engagements pour le budget 2009 avec ce surplus de 0,3%
Monsieur le président, ce budget a été élaboré dans un contexte qui n'a rien d'évident. Je ne prétends pas que tout va bien. Nous procéderons comme pour l'ajustement au mois de juillet, quand nous serons en possession de tous les éléments, que par exemple les notes seront confirmées et évaluées en rapport avec le budget économique du Bureau du Plan, avec les données de l'Institut national des comptes et l'évaluation du ministre des Finances. Sur cette base-là, quand nous serons en possession de ces éléments et que nous pourrons les comparer avec les autres éléments essentiels à la confection du budget, nous devrons regarder si des initiatives s'imposent pour le budget 2008 et refaire un budget structurel et avec un surplus de 0,3% à l'horizon 2009.
De voorzitter: Mijnheer Vanvelthoven, u hebt recht op een spreektijd van vijf minuten. Ik ben daarstraks heel ruim geweest, in het bijzonder voor u, maar nu is uw spreektijd beperkt tot vijf minuten, zoniet zitten wij hier vanavond laat nog en dat is niet de bedoeling.
01.21 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, ik zal bondig zijn. Er werd veel gezegd. Ik wil vooral op twee zaken kort ingaan.
Ten eerste, de staatssecretaris meende in zijn repliek te moeten herhalen dat de regering op basis van de meest voorzichtige cijfers de huidige begroting heeft opgesteld. Hij verwees zelfs naar het verslag van het schatkistcomité, omdat in bedoeld verslag een paragraafje stond dat hem goed uitkwam. Echter, over alles wat het schatkistcomité heel voorzichtig over de mogelijke, fiscale ontvangsten – de regering ging tot tweemaal toe ruim boven de cijfers uit het verslag – vermeldde, gaf de staatssecretaris geen enkele uitleg of verklaring.
Stop dus alstublieft met te verklaren dat u voorzichtig bent geweest of dat u op basis van voorzichtige cijfers hebt gehandeld. U hebt de voorzichtige cijfers van het schatkistcomité tot tweemaal toe genegeerd en de fiscale ontvangsten bewust, tegen de cijfers uit het verslag in, met meer dan een miljard euro opgetrokken.
Mijn tweede opmerking gaat over het trukeren van de begroting. Ik kijk nu naar de voorzitter die het woord “trukeren” in zijn mond heeft genomen. Hij zei dat de huidige begroting voor CD&V heel erg duidelijk sluitend en in evenwicht moet zijn.
De voorzitter: (…)
01.22 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): Mijnheer de voorzitter, u moet begrijpen dat, wanneer u iets zegt en ik u niet onderbreek, ik mij niet geremd hoef te voelen om nu op uw provocaties, zal ik maar zeggen, in te gaan. U mag van mij gerust van op uw voorzittersstoel antwoorden. Ik heb daar geen probleem mee.
Voor CD&V waren er twee zaken die belangrijk waren: de begroting moet in evenwicht zijn, maar ze is niet in evenwicht heb ik begrepen, alhoewel de staatssecretaris dat blijkbaar niet gezegd wil hebben. De minister van Financiën heeft dat inmiddels toch wel gezegd. Ik weet niet of u van de staatssecretaris ook maar één maatregel heeft gehoord om het gat dat er nu is, toch terug te gaan vullen. Ik heb niets gehoord. Ik ben nieuwsgierig wat CD&V daar nu over zegt.
De tweede voorwaarde is dat deze begroting niet getrukeerd mag zijn, zoals u beweert dat in het verleden wel voortdurend het geval was. Laat me toch een paar trucjes opsommen.
250 miljoen van Electrabel: dat is toch pure trucage. Die 250 miljoen zijn er niet. We weten voor de begrotingscontrole dat Hansenne van Electrabel heeft gezegd: forget it, ze komen er niet. Op het moment van de begrotingscontrole had u het antwoord van Electrabel, maar u blijft die 250 miljoen inschrijven. Dat is toch puur een truc. Dat is truc nummer één.
De 400 miljoen van Vlaanderen waarvan de minister-president van Vlaanderen, toch een vooraanstaand partijgenoot van u, publiek verklaart dat de federale regering er niet op zal moeten rekenen. Toch schrijft men dat in. Truc nummer twee.
Schatkistcomité. Bij de opmaak van de begroting schat men de fiscale ontvangsten. Wat doet deze regering? Die legt er 614 miljoen bovenop bij. 614 miljoen meer: truc nummer 3.
Truc nummer 4 bij de begrotingscontrole: bijna 400 miljoen legt de regering weer meer bij de fiscale ontvangsten dan volgens het verslag van het schatkistcomité.Met doet er gewoon 400 miljoen euro bij. Truc nummer 4.
Wat de eenmalige maatregelen betreft. Daarvoor dient de vakantie, om een en ander nog eens door te nemen. Bij de verkoop van de Regie der Gebouwen is in deze begroting op een bepaald ogenblik een bijkomend bedrag van 100 miljoen euro ingeschreven. Bij de uitgaven bij de Regie is daar niets bijgekomen. Men schrijft uit verkoop extra 100 miljoen euro in, geen extra uitgaven. Dat betekent dus heel simpel dat dit een eenmalige injectie in deze begroting is.
Een tweede eenmalige maatregel die ik kon vinden, was bij Landsverdediging. In een document van het Rekenhof van 2 april staat dat in een verkoop van materiaal en infrastructuur van 113 miljoen euro is voorzien. Wat schrijft het Rekenhof daarover: “Het Hof stelt vast dat de investeringsuitgaven van het ministerie van Landsverdediging in stijgende mate worden gefinancierd door de verkoop van activa. De gerealiseerde inkomsten uit die verkoop worden aangesproken om de openstaande schulden te financieren”. Dat is de tweede eenmalige maatregel.
Houd dus alstublieft op met de suggestie te wekken dat hier geen trucjes worden gebruikt. Het hangt ervan aaneen, anders was er geen begroting in evenwicht. Houd op met te zeggen dat deze regering geen eenmalige maatregelen heeft genomen. Die zijn wel degelijk genomen.
De vicevoorzitter van de Nationale Bank heeft op een bepaalde ogenblik verwezen naar eind jaren ’70, begin jaren ’80. Er was toen een politicus die zei dat het gat in de begroting er vanzelf was gekomen en ook vanzelf zou verdwijnen. Vandaag is het nog erger. Het gat in de begroting komt niet vanzelf, het wordt gecreëerd door deze regering.
01.23 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Mijnheer Vanvelthoven, u hebt een aantal zaken tot mij persoonlijk gericht, daarom neem ik graag even het woord.
Ik ben blij dat u helpt in de strijd tegen de eenmalige maatregelen. Dat is inderdaad een groot probleem van begrotingen, wellicht niet alleen in ons land.
Uw geloofwaardigheid, mijnheer Vanvelthoven, zou veel groter zijn indien u ook in het verleden strijd had gevoerd tegen die eenmalige maatregelen. Waar was u, mijnheer Vanvelthoven, toen men is begonnen met het Zilverfonds? U weet dat het vorderingensaldo van desbetreffende begrotingsjaar meteen wordt bezwaard van zodra men één euro uit het Zilverfonds haalt. Men moet geen doctoraat in de economie hebben om te begrijpen dat het Zilverfonds, zoals uw partij het heeft gestructureerd, niets helpt.
U doet tot op vandaag alsof er 12 miljard opzij staat voor de pensioenen. Sorry voor mijn Engels taalgebruik maar dit is bullshit. Als men geld uit dit fonds neemt, weegt dit onmiddellijk op de begroting van dat jaar. Er staat geen 12 miljard euro opzij voor de pensioenen. Dit is een harde waarheid maar het is wel zo. Het wordt tijd dat u dit erkent.
Over het Zilverfonds wil ik nog zeggen dat er in de boekhouding ervan verlopen intresten staan. Die 12 miljard euro brengt zogezegd intresten op in de boekhouding van het Zilverfonds. Tot op vandaag staat daarvan geen euro in de algemene begroting.
Mijnheer Vanvelthoven, wanneer u dan toch een voorbeeld van massale volksverlakkerij zoekt, neem dan het voorbeeld van het Zilverfonds.
Ten tweede, u verwijst naar het bedrag van 100 miljoen euro dat aan gebouwen zal worden verkocht. CD&V heeft de verkoop bestreden. Laat dat heel duidelijk zijn. Wij hebben echter niet alles te vertellen. Wij maken immers deel uit van een coalitie. Andere partijen vonden de verkoop echter wel noodzakelijk. Wij zijn dan op een verkoop van gebouwen voor een bedrag van 100 miljoen euro uitgekomen. Wat mij betreft, mocht bedoeld bedrag nul zijn.
Uw socialistische ministers verkochten echter voor twee miljard euro aan gebouwen. Wij zijn naar 100 miljoen euro gezakt. Het had ook nul euro mogen zijn. Op dat punt hebt u gelijk.
Nog niet zo lang geleden, namelijk in de begroting van 2007, stond er een bedrag van 500 miljard euro voor de overname van pensioenfondsen ingeschreven.
Mijnheer Vanvelthoven, ik beklom tot zesmaal toe het spreekgestoelte om te vragen over welk bedrijf het ging. Waar was u, vandaag de grote bestrijder van trucage in de begroting, toen ik vroeg over welk bedrijf het ging? Een bedrag van 500 miljoen euro stond tot eind 2007 blanco in de begroting ingeschreven.
Mijnheer Vanvelthoven, waar was u, toen op de top van Leuven een stijging met 15% van de ontvangsten moest worden ingeboekt? Waar was u op dat ogenblik?
Ik wil u best geloven. Ik vind ook dat u gelijk hebt inzake uw strijd tegen de eenmalige maatregelen. Waar was u echter in het verleden om voornoemde praktijken samen met ons te bestrijden? Dat is mijn vraag aan u.
01.24 Peter Vanvelthoven (sp.a+Vl.Pro): De begroting was toen minstens in evenwicht.
01.25 Hendrik Bogaert (CD&V - N-VA): Met een dergelijke uitspraak zakt u helemaal naar de bodem.
01.26 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer Bogaert, wil u als voorzitter binnen uw rol blijven?
De voorzitter: Laten wij afronden. Het is niet de bedoeling hier het begrotingsdebat te voeren. U bent hier om de minister te ondervragen.
01.27 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, ik wil niet tussenbeide komen in uw polemiek met de heer Vanvelthoven.
Mijnheer de staatssecretaris, ik wil het met u nog even hebben over uw voorgestelde begrotingscontrole. U zei daarjuist: als wij een begrotingscontrole doen, doen wij dat grondig en op basis van de beschikbare cijfers van alle instituten en departementen en ga zo maar door.
U komt dan met een PowerPointpresentatie, die toch een heel algemeen document is. Ik begrijp niet waarom u ons hier geen tabellen voorlegt met uitgaven en inkomsten, waarbij de vergelijking wordt gemaakt en waarbij wij iets gedetailleerder worden geïnformeerd dan via één blaadje papier waar gewoon op staat dat de fiscale ontvangsten met 294 miljoen euro toenemen.
U zegt: als wij toenames bekendmaken, is dat op basis van cijfers, die variabel zijn en waarvan wij weten wat de variatie is. Voor de andere cijfers geldt dat zij constant zijn. Maar u schrijft op dezelfde pagina dat de bedrijfsvoorheffing stijgt. Die is dus variabel. De accijnsinkomsten dalen. Die zijn dus variabel. En de btw-ontvangsten zijn aan een inhaalbeweging bezig. Die zijn ook variabel. Maar u plaatst daar geen cijfers tegenover. Mijn vraag is: wanneer u weet dat Sabena 59 miljoen kost, wanneer u weet dat de koopkrachtondersteunende maatregelen 80 miljoen euro kosten, hoe komt u dan aan dat cijfer van 294 miljoen? Daar moet toch een motivering voor zijn?
Ik betreur uw uitspraak dat u dat allemaal heel grondig doet, bij wijze van spreken met rekenlat en rekenmachine. Dat blijkt niet uit de presentatie die u hier vandaag gaf.
Ik meen begrepen te hebben dat u op 6 oktober opnieuw een stand van zaken kunt maken. Dan begint u aan de begrotingsopmaak voor 2009. Ik neem aan dat dat gebeurt op basis van actuele cijfers van 2008; afkomstig van alle departementen en van alle mogelijke instellingen als het Federaal Planbureau en het schatkistcomité, die u daarbij helpen.
Ik stel voor dat wij in de weken na 6 oktober, en liefst vóór de regeringsverklaring, opnieuw een stand van zaken krijgen met de actuele begrotingstoestand voor 2008.
Voornoemde datum is een nieuw ijkpunt. Een dergelijke actualisatie moet volgens mij dus kunnen.
Over het Zilverfonds werd de discussie al gevoerd. In elk geval, het moet er zeker voor zorgen dat de regering een begrotingsevenwicht krijgt. Immers, ieder begrotingsdeficit dat u zou presenteren, betekent dat geld uit het Zilverfonds wordt gehaald. Wij hebben er in het verleden altijd voor gewaarschuwd dat het inschrijven in het Zilverfonds een valse bewerking is. Dat is nu echter te uwen laste. Ik weet alleen dat er in 2007 slechts een miniem bedrag of zelfs niets naar de financiering van de toekomstige pensioenen is gegaan. Ook in 2008 zal dat het geval zijn. Voor 2009 en de komende jaren zal het niet anders zijn.
Indien de eerste minister dan toch de ambitie heeft om een volledige termijn en een volledige regeerperiode vol te maken, is er voor hem nog heel veel werk aan de winkel inzake de financiering van de toekomstige lasten die op u afkomen.
01.28 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Mijnheer de voorzitter, ik wil vlug antwoorden.
Over de begrotingsaanpassing zullen er verschillende discussies worden gevoerd, ook in de commissie. De documenten (het aanpassingsblad voor de begroting 2008 met de toelichting) zullen begin oktober 2008 bij het Parlement worden ingediend.
(…): (…)
01.29 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Uiteraard zullen alle tabellen over de begrotingsaanpassing worden ingediend. Dat is de normale procedure.
Vandaag ging het veeleer om een gedachtewisseling. Ik wou ook niet met alle cijfers inzake de sociale zekerheid, de fiscale ontvangsten en de primaire uitgaven naar buiten treden. Dat was niet het onderwerp van de discussie van vandaag. Zo had ik dat toch begrepen.
01.30 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Mijn repliek begint zoals ik daarnet mijn betoog begon, met name dat ik u absoluut niet benijd.
(…): (…)
01.31 Meyrem Almaci (Ecolo-Groen!): Ik benijd u niet, zeker niet na deze discussie. Naast de uitspraken van Didier Reynders in de pers, over een tekort en de bezorgde uitingen van de premier, hebben wij ook vastgesteld dat CD&V, nochtans de grote architect van deze begroting, en Open Vld, vandaag in deze commissie een schizofrene houding hebben aangenomen. Zij uiten hun bezorgdheden, terwijl u anderzijds continu aangeeft dat er nergens nood is aan bezorgdheid en dat alles gaat zoals het zou moeten.
U zegt dat de fiscale inkomsten niet lineair stijgen. Inderdaad, de macro-economische analyses tonen aan dat de situatie in het derde en vierde kwartaal waarschijnlijk nog zal verergeren. U mag zich eraan verwachten dat de inkomsten het tekort helemaal niet zullen inhalen. De studiedienst van het departement Financiën zegt dat u enkel achterop hinkt.
Ten tweede, wat betreft Suez en Vlaanderen is het interessant om te zien hoe de meerderheid hier haar bezorgdheid uit. Het feit dat ons maar vier maanden meer resten, is volgens hen geen goede onderhandelingspositie. Het was nochtans de premier die zelf aangaf dat hij dit dossier in handen zou nemen. Ook de relatie met Congo zou hij eventjes snel regelen. Dit komt bovenop het feit dat hij zich sterk maakte dat er een begrotingscontrole en een communautair pakket zou komen tegen 15 juli. Op 14 juli is de regering gecrasht. Ik vind dit een zeer bizarre manier van werken.
Tot 15.000 jobs werden vooropgesteld. Alle macro-economische analyses tonen dat u die 15.000 jobs helemaal niet zult halen. Uit een persmededeling van de Open Vld heb ik zelfs geleerd dat men uitgaat van 3.000 jobs, wat nog minder is, wat de helft is van de analyse die de KBC maakt: 6.000 jobs. Dat betekent nogmaals dat u nog minder inkomsten zult hebben en uw objectieven niet zult halen. Die schizofrenie binnen de meerderheid vind ik ontstellend.
Wat betreft de notionele intrest: ik heb niet gehoord op welke manier u denkt de uitgaven, waarbij de Nationale Bank zelf betrokken partij is en zelf gebruik maakt van die maatregel, in de hand te houden. Er is niks gezegd over de maatregelen die u zult nemen om de stijgende uitgaven in de hand te houden. Er is door een paar collega’s enkel gesproken over besparingen binnen departementen, een uitspraak die u ook in de pers hebt gedaan, of eventueel het zeker niet laten stijgen van de lasten.
Er is ook een derde weg. Ik heb daarnet in mijn betoog geprobeerd om die aan te tonen: de fiscale fraudebestrijding, door de heer Mathot net vernoemd. Waar blijft die? We hebben twee staatssecretarissen voor fiscale fraude, allebei met een mooi beleidsplan: we hebben nog niets gezien voor 2008 en ook nog geen plannen of geen enkele indicatie voor 2009. 30 miljard is het cijfer dat hij daarnet heeft gegeven.
Een andere zaak. Er is niet alleen de notionele intrest waarop u kan besparen, maar ook een aantal sociale maatregelen die u hebt genoemd die een druppel op de hete plaat zijn. Waar blijft deze regering met het voorstellen van sociale maatregelen om niet die mensen die lasten betalen en dus werken, maar de mensen die pensioenen uitgekeerd krijgen of die leven van een uitkering omdat ze gehandicapt zijn, te helpen? Op welke manier gaat u die helpen? Wij hebben helemaal in het begin van de legislatuur door het Rekenhof laten berekenen wat het zou kosten om de leeflonen te laten optrekken: 178 miljoen. Is dat een maatregel die deze regering in deze budgetsituatie kan nemen, ja dan neen? Ik denk dat mits een aantal prioriteiten te stellen, het absoluut niet onmogelijk is dat te doen.
Vanaf de eerste dag heeft de huidige regering de bal misgeslagen. U komt hier vandaag een begroting verdedigen waarvan u niet zelf de grondslag hebt gelegd. Twee partijen die in het verleden mede aan de grondslag van bedoelde begroting lagen, komen vandaag zelfs kritiek leveren door toe te geven dat er wel redenen voor ongerustheid zijn, terwijl u hier komt vertellen dat alles goed gaat.
Het amateurisme van de voorbije weken, onder meer bij de aanpak van de toplonen van de CEO’s, is een nieuw dieptepunt. Wij moeten ons ernstig afvragen of de huidige regering nog zin heeft.
Wij hebben een virtuele begroting en een virtuele regering.
01.32 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Monsieur le secrétaire d'État, j'avais commencé par vous remercier d'être présent. Je voulais dire que ce n'était pas seulement le plaisir de vous voir mais aussi d'entendre vos réponses sur les différents indicateurs
Parmi ces indicateurs, on retrouve d'éminents membres du gouvernement, qui nous disent qu'il y a un problème, ou encore le vice-gouverneur de la Banque nationale. Ils ne disent pas les choses à la légère, les études ne sont pas réalisées par des amateurs, ce ne sont pas des paroles en l'air. Il nous semblait que cela nécessitait une réaction.
Vous nous répondez que vous avez d'autres indicateurs, que vous voulez faire preuve de sang-froid, que vous ne souhaitez pas faire quinze ajustements sur l'année. Vous nous annoncez que vous visez toujours l'équilibre alors que le ministre Reynders parle d'un déficit. Pour 2009, vous visez un surplus de 0,3% qui permettra notamment de doter le Fonds de vieillissement ou de diminuer la dette de l'État.
Mais, vous ne nous annoncez aucune mesure précise, aucun changement de cap qui pourraient nous rassurer et nous montrer par où vous allez y arriver. On a l'impression que le bateau dérive mais qu'on se dit que ce n'est pas si grave, que cela va aller. Ou alors, c'est qu'on ne s'entend pas au sein du gouvernement.
Par rapport à ma demande précise en matière de transparence du gouvernement, à la fois par rapport à cette étude du SPF Finances sur le coût des intérêts notionnels pour 2006 et par rapport aux chiffres des rentrées fiscales, je n'ai entendu aucune réponse précise. Je réitère donc ma demande, c'est une question de démocratie et de travail parlementaire efficace sur des données.
Il est anormal, je le répète, de découvrir l'existence de chiffres et d'études par la presse et de ne pas y avoir accès en tant que parlementaires, de ne pas pouvoir les lire et se laisser peut-être convaincre qu'on s'était trompé sur les intérêts notionnels ou sur le côté irréaliste des rentrées fiscales prévues. Monsieur le secrétaire d'État, ce que nous souhaitons, c'est que tout se passe bien; nous ne voulons pas vous voir vous crasher. Nous avons déposé une motion faisant référence à plusieurs de nos propositions de loi. Je vous soutiens totalement et j'ai posé nombre de questions sur les mesures one-shot en matière de bâtiments. Ma première question de parlementaire portait sur le principe de l'ancre. Nous sommes attentifs à ces aspects et nous vous soutenons pour une gestion un peu plus sérieuse.
Nous émettons également des propositions en matière de recettes. Nous estimons que les 250 millions d'Electrabel pourraient se muer en une contribution beaucoup plus importante et récurrente. L'entreprise a réalisé des bénéfices très importants sur le dos des consommateurs, c'est évident. C'est nous qui avons proposé que se mette en place la commission de Lutte contre la fraude fiscale. Il y a deux secrétaires d'État à la Fraude fiscale: il faudra tôt ou tard qu'ils viennent nous présenter des résultats.
Nous avons avancé des propositions en matière de transfert fiscal, en matière de corrections des intérêts notionnels, pour en garder les bons côtés et corriger les moins reluisants qui permettent de faire des bénéfices à des entreprises qui n'en ont pas besoin. En matière de dépenses aussi nous faisons des propositions. Monsieur Bogaert, vous devez être juste envers tous les parlementaires: qu'on applique la même règle à tout le monde.
Le président: Or, voilà dix minutes que vous monopolisez la parole!
01.33 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen!): Dans ce cas, que la même règle soit appliquée à chacun!
En matière de dépenses, nous avons également des propositions à vous faire: relèvement des allocations sociales, davantage de moyens pour l'AIP. Nous avons fait des propositions pour un vaste plan de relance économique basé sur les économies d'énergie? D'autres pays l'ont fait, notamment l'Allemagne et vous connaissez mon attachement à une dotation suffisante du Fonds de vieillissement. Ne dites pas que nous ne faisons pas de propositions! Elles figurent dans la motion que nous avons déposée et à laquelle je ne doute pas que d'autres membres de cette commission apporteront leur soutien.
01.34 Robert Van de Velde (LDD): Mijnheer de voorzitter, ik zal u wat helpen door mijn betoog relatief kort te houden.
Mijnheer de staatssecretaris, ondanks mijn persoonlijke appreciatie voor u als mens, meen ik dat u met uw optreden vandaag de incompetentie van deze regeringsploeg in de verf hebt gezet en duidelijk hebt bewezen.
Ten eerste, u klaagde daarnet nog tegen een aantal collega’s dat zij wilden dat u zou crashen en dat zij zeiden dat alles slecht ging. U hebt daarop geantwoord dat zij naar de juiste cijfers moesten kijken. Wel, ik hoop dat u wanneer u de volgende keer hier optreedt, zeker in een situatie als vandaag, met duidelijke en correcte cijfers komt en dat het niet een eerstejaars parlementslid is dat u erop moet wijzen dat u met verouderd materiaal rondloopt.
Ten tweede, ik heb van u geen antwoord gekregen op de vraag of u erin gelooft dat de btw-ontvangsten gedurende de laatste vijf maanden van het jaar het opgelopen tekort zullen kunnen opvangen. Ik heb u al gezegd: willen wij het btw-tekort, dat vandaag bestaat, inlopen, dan moet de situatie zo worden omgekeerd dat de btw-ontvangsten met 12,5% groeien, terwijl dat nu met 2% is. Ten opzichte van uw begrotingscontrole van juni stevent u gewoon af op een verschil van 900 miljoen euro.
Ik heb een aantal goede interventies gehoord. Ik ben het op een aantal vlakken eens met u, mijnheer Bogaert, en ook met collega Daems. De idee van een netto indexering op het vlak van de lonen lijkt mij een goede zaak.
Ik zou alleen maar willen afsluiten met mijn motie. Ik denk dat er op dit moment drie essentiële zaken zijn.
Ten eerste, als de regering nog wil voortgaan, dan moet zij er in de eerste plaats over waken dat er een duidelijk plan is over de evolutie in de meerjarenbegroting en moet men weten welke maatregelen u zult treffen – aan uitgaven- dan wel inkomstenzijde – vóór de sociale partners aan tafel gaan zitten. Zodra die raamnota klaar is, kunnen de sociale partners met kennis van zaken rond de tafel zitten en kunnen zij op een correcte manier onderhandelen. Zo niet garandeer ik u een stakingsgolf.
Ten tweede, nieuwe belastingen – ik treed op dat vlak de heer Daems bij – zullen een pervers effect hebben op de huidige, economische situatie. Ik denk dat in de discussie over de meerjarenbegroting nieuwe belastingen principieel moeten worden geweerd omwille van het negatieve effect dat zij op onze economie zullen hebben.
Ten derde, er worden geen maatregelen genomen om de overheidsuitgaven te beperken. Ik vind dit ook een zeer triest verhaal. Het is zo dat wij met een complexe overheid zitten. Wij zitten met een overheid op zeven à acht verschillende niveaus. Dit betekent dat het niet eenvoudig is om vandaag besparingen aan te kondigen. U bent immers maar bevoegd voor een klein deeltje van de totale pot van inkomsten die uiteindelijk terug worden uitgegeven. Ik denk wel dat men de politieke correctheid en eerlijkheid moet hebben om ervoor te zorgen dat wij naar een situatie evolueren waarbij we wel kunnen besparen. Dit kan maar op één manier. Men moet op alle niveaus de overheden responsabiliseren en bij mekaar brengen. Men moet een besparingsdebat organiseren voor meer overheidsefficiëntie en lagere overheidsuitgaven. Dit moet gebeuren doorheen de verschillende niveaus van onze overheid want anders gaan we er niet geraken.
Ik denk ook dat het unfair is aan de bevolking te blijven zeggen dat wij belastingverlagingen kunnen doorvoeren en koopkrachtondersteunende maatregelen kunnen nemen, zolang de overheid niet op een structurele manier wordt ontvet zodat alle overbodige kosten worden geschrapt uit deze en volgende begrotingen.
Vandaar het voorstel dat wij al eerder hebben ingediend. Er is een wetsvoorstel, document 553, waarin wij pleiten om te dalen in overheidsbeslag naar 40% en vanaf volgend jaar te proberen een soort van beslagnota aan de begroting toe te voegen, waarmee wij continu een soort van drijfveer hebben om het overheidsbeslag van op dit moment 48,4% te verlagen naar een niveau dat ten minste het Europese niveau haalt van ongeveer 43%, maar liefst nog een klein beetje lager.
01.35 Staatssecretaris Melchior Wathelet: Ik wil niet te veel in detail gaan, maar wil toch het volgende aanhalen. Inzake de besparing bij de federale overheid hebben wij samen met de minister van Ambtenarenzaken, mevrouw Vervotte, in de budgettaire rondzendbrief ook een annex 12 ingebracht, om een performantie-analyse te maken bij iedere administratie, om na te gaan waar wij nog kunnen besparen en beter kunnen besturen, om minder geld uit te geven binnen de federale administratie. Dat is volgens mij een van de beste manieren om te besparen binnen de federale overheid.
Voorts moet u ook weten dat de groeinorm binnen de primaire uitgaven bijna evenveel is als de inflatie, buiten de uitgaven voor vergrijzing en ontwikkelingssamenwerking. Dat is nu werkelijk al laag, dankzij goed bestuur door ieder departement. Dat is een invloed die wordt uitgeoefend door elk departement. Wij willen echter nog verder gaan en daarom hebben wij die “analyse de performance” in de rondzendbrief ingebracht.
01.36 Hendrik Daems (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik onthoud dat de minister aangeeft dat, indien uit onderzoek van de cijfers blijkt dat bijkomende maatregelen nodig zijn om het evenwicht te bereiken, hij en de regering zich engageren om het evenwicht – eigenlijk het globale surplus, zoals hij stelt, van 0,3% – als objectief te behouden.
Ik onthoud ook dat lastenverhogingen in dat verband geen optie zijn. De meerderheid, althans aan Vlaamse kant, was daarover ook bijzonder duidelijk en liet in dat verband geen enkele twijfel bestaan. Ik mag vermoeden dat zulks op alle banken werd ondersteund. Het is immers waanzin te denken dat lastenverhogingen de huidige, economische context kunnen oplossen.
De reden waarom ik nog heel even het woord vroeg, is dat ik nog drie korte opmerkingen wou maken, die ik in de komende vergaderingen desgevallend nog verder wil ontwikkelen, zij het alleen al om de intellectuele oefening te maken.
Ten eerste, inzake de notionele intrest wil ik graag eens een boompje opzetten over de opportuniteitskosten. Heel simpel gezegd: zonder notionele intrest zijn de bedrijven weg. Met andere woorden, met de notionele intrest kunnen de bedrijven in ons land worden gehouden. De opportuniteitskosten van de notionele intrest zijn heel hoog, indien bedoelde intrest niet zou worden ingevoerd. Dat is een redenering, niet in één, maar in drie stappen. Niettemin zou ik mijn redenering tijdens een van de komende vergaderingen eens willen ontwikkelen, om aan de collega’s duidelijk te maken dat het behouden van een activiteit die dreigt te verdwijnen, een kostprijs met zich brengt. Met andere woorden, de notionele intrest is een mogelijkheid. Er zijn ook andere mogelijkheden, zoals met name de coördinatiecentra, om de activiteit te behouden. In eenvoudige termen kan men zeggen dat een klant behouden goedkoper is dan een nieuwe klant verwerven. Dat is simpel uitgedrukt, maar het is zo. Ik zal in een volgende vergadering een boompje over de kwestie opzetten, teneinde onze vrienden aan groene zijde uit te leggen waarover het gaat.
Ten tweede, inzake het Zilverfonds heb ik een kleine opmerking voor de voorzitter. Wanneer het Zilverfonds wordt aangesneden om bepaalde kosten van de vergrijzing te financieren, is dat een operatie dixit onder de lijn. Zij heeft dus geen effect op de lopende begroting aan de negatieve zijde. Zij verhoogt de schuldgraad opnieuw, omdat de spaargelden die in het Zilverfonds zijn vervat, van de schuld worden afgetrokken. Zij staan immers op de kast.
Dat is een kleine opmerking, die ik ook graag tijdens een van de komende vergaderingen verder met de voorzitter wil ontwikkelen. Ik vind het leuk om zulks eens te doen. Mijnheer de minister, wij moeten dergelijke oefeningen maken, misschien zonder de pers of tijdens een seminarie. Een begrotingscommissie moet volgens mij immers ook eens bepaalde cijfers ijken, nagaan of ze juist zijn en niet over de cijfers, maar over het beleid discussiëren. Dat is wat mij in de commissie altijd frappeert, namelijk dat er een verschillende interpretatie aan een feit wordt gegeven. Van een dergelijke houding moeten wij afstappen.
Derde element en dat is een politieke reflectie die ik maak over de eenmalige inkomsten, de niet-fiscale, niet-recurrente inkomsten. Heel simpel voorbeeld, wat heeft de Staat eraan daar een versleten gebouw te zien staan – wat dan vermogen inhoudt – dat niet te verkopen en daar niets aan te hebben. Ik druk mij heel simpel uit. De redenering van een overheid om te zeggen: "ik moet vermogen hebben", is zinledig. Het concept vermogen heeft immers maar zin als je het kan verkopen want dan heeft het een waarde. Als je een vermogen nooit verkoopt dan is de waarde nul.
Ik wil daarmee zeggen dat eenmalige inkomsten niet negatief zijn in een budgettaire context voor zover dat je daar geen eenmalige uitgaven mee financiert. Ik hoor altijd zeggen: wij maken eenmalige inkomsten om eenmalige uitgaven te financieren. Neen, een eenmalige inkomst moet je doen om een uitgave te doen die een investering is en die nadien opbrengt. Dan is dat perfect verdedigbaar. Dat is ook wat in het verleden voor een groot gedeelte is gebeurd en daarover zal ik in de volgende commissies eens een boompje over opzetten. Bij heel wat van die dossiers ben ik immers nauw betrokken geweest.
Ziedaar, mijnheer de staatssecretaris, zo kunnen we ook eens over iets anders spreken dan tekorten en dergelijke. Het zou leuk zijn om dat toch eens te doen.
De voorzitter: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een eerste motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Meyrem Almaci en de heer Georges Gilkinet en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Peter Vanvelthoven en Hagen Goyvaerts, mevrouw Meyrem Almaci en de heren Georges Gilkinet en Robert Van de Velde
en het antwoord van de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie,
vraagt de regering
- onmiddellijk een nieuwe begrotingscontrole voor het jaar 2008 te organiseren;
- onmiddellijk de volgende documenten aan het Parlement te bezorgen:
1. de meest recente gegevens van de administratie over de fiscale inkomsten
2. alle gegevens over de fiscale inkomsten die de laatste zes maanden ter beschikking stonden van de regering
3. de laatste studie over de kost van het systeem van notionele interesten
4. de documenten die voortkwamen uit de begrotingscontrole van juli 2008;
- voortaan de gegevens over de fiscale inkomsten in realtime ter beschikking van het Parlement te stellen;
- binnen de twee weken een stand van zaken en planning voor de onderhandelingen van de minister van Klimaat en Energie voor de bijdrage van de energiesector aan het budget, in de zin van het wetsvoorstel "tot invoering van een heffing op de winsten van de afgeschreven centrales, teneinde een betere openstelling van de Belgische elektriciteitsmarkt te garanderen, hernieuwbare energie en efficiëntie op energievlak te promoten en de algemene energiekosten te drukken" (Gerkens 52K0991), ingediend in maart 2008, aan het Parlement mee te delen;
- een tijdpad op te stellen om de bijdragen aan het Zilverfonds opnieuw te doen aanknopen met de voorgaande engagementen, het tekort van 2,7 miljard euro voor 2008 aan te vullen, en dit tijdpad aan het Parlement mee te delen binnen de maand;
- het systeem van de notionele interest aan te passen in de zin van het wetsvoorstel "ter voorkoming van misbruik van de fiscale aftrek voor risicokapitaal" (Nollet-Van Hecke 1024/001);
- het behoud van de groeinorm inzake gezondheidszorg te bevestigen en nieuwe investeringen in de sociale domeinen te voorzien;
- nieuwe marges te creëren voor maatregelen die de koopkracht versterken en voor investeringen in energie-efficiëntie, duurzame mobiliteit en hernieuwbare energiebronnen;
- het leefloon op te trekken tot boven de armoedegrens, als eerste stap voor het optrekken van alle sociale uitkeringen."
Une première motion de recommandation a été déposée par Mme Meyrem Almaci et M. Georges Gilkinet et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de
MM. Peter Vanvelthoven et Hagen Goyvaerts, Mme Meyrem Almaci et
MM. Georges Gilkinet et
Robert Van de Velde
et la réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice,
demande au gouvernement
- d’organiser immédiatement un nouveau contrôle budgétaire pour l’année 2008;
- de transmettre immédiatement au Parlement:
1. les données les plus récentes de son administration concernant les rentrées fiscales
2. toutes les données sur les rentrées fiscales qui étaient à disposition du gouvernement ces six derniers mois
3. la dernière étude sur le coût des intérêts notionnels
4. les documents issus du contrôle budgétaire de juillet;
- de mettre désormais les infos relatives aux rentrées fiscales à disposition du Parlement en temps réel;
- de communiquer au Parlement dans les deux semaines l’état des lieux et un calendrier des négociations du ministre du Climat et de l’Énergie pour la contribution du secteur énergétique au budget, dans le sens de la proposition de loi déposée en mars 2008 "visant à introduire une taxe sur les bénéfices des centrales amorties en vue d’assurer une meilleure ouverture du marché belge de l’électricité, à promouvoir les énergies renouvelables et l’efficacité énergétique et à réduire le coût global de l’énergie" (Gerkens 52K0991);
- d’établir un calendrier de contributions au Fonds de vieillissement, qui comble le déficit de 2,7 milliards d'euros en 2008, et qui renoue avec le rythme des engagements antérieurs et de communiquer ce calendrier au Parlement;
- de corriger le système des intérêts notionnels dans le sens proposé par la proposition de loi "visant à empêcher l’utilisation abusive de la déduction pour capital à risque" (Nollet-Van Hecke 1024/001);
- de confirmer le maintien de la norme de croissance en matière de soins de santé et de procéder à un réinvestissement dans les matières sociales;
- de dégager des marges nouvelles pour les mesures qui renforcent le pouvoir d’achat ainsi que des politiques d’investissement, notamment dans l’efficacité énergétique, les modes de transport doux et les énergies renouvelables;
- de relever le minimex au-delà du seuil de pauvreté, comme première étape pour le relèvement de tous les minima sociaux."
Een tweede motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Hagen Goyvaerts en mevrouw Barbara Pas en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Peter Vanvelthoven en Hagen Goyvaerts, mevrouw Meyrem Almaci en de heren Georges Gilkinet en Robert Van de Velde
en het antwoord van de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie,
vraagt de regering
- de catastrofale begrotingstoestand onder ogen te zien en het immobilisme ook op begrotingsvlak te doorbreken;
- het Parlement gedetailleerde tabellen voor te leggen met inkomsten en uitgaven teneinde het gevoerde begrotingsbeleid op een ernstige manier te evalueren."
Une deuxième motion de recommandation a été déposée par M. Hagen Goyvaerts et Mme Barbara Pas et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de
MM. Peter Vanvelthoven et Hagen Goyvaerts, Mme Meyrem Almaci et
MM. Georges Gilkinet et
Robert Van de Velde
et la réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice,
demande au gouvernement
- d’admettre que la situation budgétaire est catastrophique et de se départir de son immobilisme, y compris sur le plan budgétaire;
- de présenter au Parlement des tableaux détaillés des recettes et des dépenses afin de lui permettre d’évaluer la politique menée en matière budgétaire avec tout le sérieux requis."
Een derde motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Robert Van de Velde en luidt als volgt:
“De Kamer,
gehoord de interpellaties van de heren Peter Vanvelthoven en Hagen Goyvaerts, mevrouw Meyrem Almaci en de heren Georges Gilkinet en Robert Van de Velde
en het antwoord van de staatssecretaris voor Begroting, toegevoegd aan de eerste minister, en staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de minister van Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, toegevoegd aan de minister van Justitie,
maakt volgende aanbevelingen over aan de regering
1. Wil deze regering nog verdergaan, dan zal er op zeer korte termijn duidelijkheid moeten komen betreffende de reële toestand van de meerjarenbegroting 2008-2011 en de keuzes die deze regering zal maken om de verwachte tekorten op te vangen en de economie (gezinnen en bedrijven) fiscale ademruimte te geven om te herpakken. Gezien het nakende sociale overleg dient een raamnota klaar te zijn vóór eind september, zodat de sociale partners met kennis van zaken het debat kunnen aanvangen en een sociaal bloedbad met wilde stakingsgolven vermeden wordt.
2. Nieuwe belastingen (zoals vermindering aftrekbaarheid van gsm-kosten of tankkaarten) zijn een gemakkelijkheidsoplossing die de economische toestand enkel verder zullen doen verzanden en vermijden dat het echte probleem, namelijk de overheidslast onder impuls van een inefficiënt apparaat, wordt aangepakt. Nieuwe belastingen zijn geen optie om de toekomstige tekorten en gevolgen van de vergrijzing op te vangen en moeten principieel geweerd worden uit de begrotingsdiscussie.
3. Op geen enkele wijze werden inspanningen geleverd om de overheidsuitgaven nominaal terug te dringen. Geen enkel overheidsniveau heeft een beleidsvisie naar een vermindering van de politieke of administratieve overheidslast. LDD eist, omwille van het mechanisme van de financieringswet, een gezamenlijk "besparingsdebat voor meer overheidsefficiëntie en lagere overheidsuitgaven" met vertegenwoordigers van alle beleidsniveaus, om te komen tot een maximum overheidsbeslag van 40%, waar dit nu 48,4% bedraagt (cfr wetsvoorstel Beslagnota nummer 0553)."
Une troisième motion de recommandation a été déposée par M. Robert Van de Velde et est libellée comme suit:
“La Chambre,
ayant entendu les interpellations de
MM. Peter Vanvelthoven et Hagen Goyvaerts, Mme Meyrem Almaci et
MM. Georges Gilkinet et
Robert Van de Velde
et la réponse du secrétaire d’État au Budget, adjoint au premier ministre, et secrétaire d’État à la Politique des familles, adjoint à la ministre de l’Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des personnes et de la famille, adjoint au ministre de la Justice,
transmet les recommandations suivantes au gouvernement
1. Pour survivre, le gouvernement devra faire rapidement la clarté sur la situation réelle du budget pluriannuel 2008-2011 ainsi que sur les choix qu’il compte opérer pour combler les déficits attendus et pour donner à l’économie (les ménages et les entreprises) la marge fiscale nécessaire à la relance. Compte tenu de la concertation sociale imminente, il convient de rédiger avant la fin du mois de septembre une note-cadre pour permettre aux partenaires sociaux d’entamer les débats en connaissance de cause et éviter une hécatombe sociale s’accompagnant de grèves sauvages.
2. Les
nouvelles taxes (comme la réduction de la déductibilité des frais de téléphonie
mobile ou des cartes de carburant) constituent une solution de facilité. Elles
ne feront qu’aggraver la situation économique et empêcher de s’attaquer au
véritable problème, à savoir les charges publiques alimentées par un appareil
inefficace. De nouvelles taxes ne constituent pas une option pour combler les
déficits futurs ni pour faire face aux effets du vieillissement de la
population, et il convient de les écarter par principe des discussions budgétaires.
3. Aucun
effort n’a été fourni pour réduire les dépenses publiques du point de vue
nominal. Aucune vision politique n’a été développée, à quelque niveau politique
que ce soit, pour diminuer les charges politiques ou administratives. La liste
LDD exige, en raison du mécanisme de la loi de financement, qu’un débat
collectif soit mené avec des représentants de tous les niveaux de pouvoir, pour
améliorer l’efficacité de l’administration et réduire les dépenses publiques,
afin de limiter la ponction de l’État à 40% maximum contre 48,4% actuellement (cf. la proposition
modifiant les lois sur la comptabilité de l’État, doc. n° 0553)."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heren Hendrik Bogaert, Luk Van Biesen, Alain Mathot, Christian Brotcorne, Jenne De Potter en Jean-Jacques Flahaux en door mevrouw Josée Lejeune.
Une motion pure et simple a été déposée par MM. Hendrik Bogaert, Luk Van Biesen, Alain Mathot, Christian Brotcorne, Jenne De Potter et Jean-Jacques Flahaux et par Mme Josée Lejeune.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.31 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.31 heures.