KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 493
CRIV 52 COM 493
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
maandag
lundi
16-03-2009
16-03-2009
Namiddag
Après-midi
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Samengevoegde vragen van
1
Questions jointes de
1
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de NACE-code van de rijscholen"
(nr. 10622)
1
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le code
NACE des écoles de conduite" (n° 10622)
1
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de gevolgen van de niet-erkenning
van de rijscholen" (nr. 10623)
1
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
conséquences du non-agrément des écoles de
conduite des véhicules à moteur" (n° 10623)
1
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister,
over
"de
slaagcijfers
voor
de
theoretische rijschoolexamens" (nr. 10624)
1
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
statistiques de réussite aux examens théoriques
d'apprentissage à la conduite" (n° 10624)
1
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de noodzakelijke hervorming van
de rijopleiding" (nr. 10668)
1
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
réforme nécessaire de l'apprentissage à la
conduite automobile" (n° 10668)
1
- de heer David Clarinval aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "ondernemingen of instellingen die illegaal
gebruik maken van het systeem van de vrije
begeleiding
om
rijlessen
te
organiseren"
(nr. 11459)
1
- M. David Clarinval au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"l'utilisation illégale de la filière libre par des
sociétés ou des institutions afin d'organiser des
cours de conduite" (n° 11459)
1
Sprekers:
François
Bellot,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
François
Bellot,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de vrijstelling van
retributie bij de hernieuwing van het rijbewijs voor
diabetespatiënten" (nr. 10757)
9
Question de Mme Maya Detiège au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'exonération de la redevance due en cas de
renouvellement du permis de conduire pour les
patients diabétiques" (n° 10757)
9
Sprekers: Maya Detiège, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Maya Detiège, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de met de technische
keuring van de voertuigen belaste instellingen"
(nr. 10889)
11
Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les organismes chargés du contrôle
technique des véhicules" (n° 10889)
11
Sprekers:
Valérie
De
Bue,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Valérie
De
Bue,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "het overleg met de
Gewesten" (nr. 10986)
14
Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"la concertation avec les Régions" (n° 10986)
14
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de
vice-eerste
minister
en
minister
van
Ambtenarenzaken,
Overheidsbedrijven
en
Institutionele
Hervormingen
over
"de
ontwerprichtlijn van de Europese Commissie
inzake de voorrang van het goederenvervoer"
(nr. 11010)
16
Question de M. Stefaan Van Hecke au vice-
premier ministre et ministre de la Fonction
publique, des Entreprises publiques et des
Réformes institutionnelles sur "le projet de
directive de la Commission européenne relative à
la priorité à réserver au transport de
marchandises" (n° 11010)
16
Sprekers: Stefaan Van Hecke, Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Stefaan Van Hecke, Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de 19
Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de la 19
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
minister van Justitie over "het alternatief voor de
onmiddellijke inning" (nr. 11498)
Justice sur "l'alternative à la perception
immédiate" (n° 11498)
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
21
Questions jointes de
21
- de heer André Flahaut aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "de betrokkenheid van het Waals Gewest bij
het nieuwe plan voor het beheer van de
geluidsoverlast rond Brussels Airport" (nr. 11117)
21
- M. André Flahaut au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"l'implication de la Région wallonne dans le
nouveau plan de gestion des nuisances sonores
de Brussels Airport" (n° 11117)
21
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "het niet-naleven van het systeem voor de
keuze van de start- en landingsbanen door
Belgocontrol" (nr. 11674)
21
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le non-
respect du système de sélection des pistes par
Belgocontrol" (n° 11674)
21
- mevrouw
Clotilde
Nyssens
aan
de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "het niet-naleven van de
ministeriële onderrichtingen door Belgocontrol"
(nr. 11713)
21
- Mme Clotilde Nyssens au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le non-
respect des instructions ministérielles par
Belgocontrol" (n° 11713)
21
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
vice-eerste
minister
en
minister
van
Ambtenarenzaken,
Overheidsbedrijven
en
Institutionele Hervormingen over "het niet-naleven
van
de
ministeriële
onderrichtingen
door
Belgocontrol" (nr. 11717)
21
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au vice-
premier ministre et ministre de la Fonction
publique, des Entreprises publiques et des
Réformes institutionnelles sur "le non-respect des
instructions ministérielles par Belgocontrol"
(n° 11717)
21
- de heer Georges Dallemagne aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "het tijdpad voor de
invoering van een geleidelijk verbod op
nachtvluchten tijdens het weekend" (nr. 11827)
21
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le timing
de l'interdiction progressive des vols pendant les
nuits du week-end" (n° 11827)
21
Sprekers: André Flahaut, Thérèse Snoy et
d'Oppuers,
Etienne
Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: André Flahaut, Thérèse Snoy et
d'Oppuers, Etienne Schouppe, secrétaire
d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan
de
staatssecretaris
voor
Mobiliteit,
toegevoegd aan de eerste minister over "de
goedkeuring van de richtlijn betreffende de
luchthavengelden" (nr. 11711)
26
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre sur "l'adoption de la directive sur les
redevances aéroportuaires" (n° 11711)
26
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Etienne Schouppe, staatssecretaris voor
Mobiliteit
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Etienne Schouppe, secrétaire d'État à la
Mobilité
Samengevoegde vragen van
28
Questions jointes de
28
- de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "de sterk stijgende tarieven voor de
sportluchtvaart" (nr. 11521)
28
- M. Bart Laeremans au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur "la forte
augmentation des tarifs dans le domaine de
l'aviation de tourisme" (n° 11521)
28
- de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "het project tot eenzijdige verhoging van alle
prestaties uitgevoerd door het Directoraat-
generaal Luchtvaart" (nr. 11530)
28
- M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le projet
d'augmentation
unilatérale
des
prestations
effectuées par la Direction générale Transport
aérien" (n° 11530)
28
Sprekers: Bart Laeremans, Luk Van Biesen,
Etienne Schouppe, staatssecretaris voor
Mobiliteit
Orateurs: Bart Laeremans, Luk Van Biesen,
Etienne Schouppe, secrétaire d'État à la
Mobilité
Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "de bestrijding van
grenscriminaliteit" (nr. 11303)
35
Question de M. Fouad Lahssaini au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"la lutte contre la criminalité frontalière" (n° 11303)
35
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Sprekers:
Fouad
Lahssaini,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Fouad
Lahssaini,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Stefaan Vercamer aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "de organisatie van
'Verkeersveilige Dagen'" (nr. 11523)
36
Question de M. Stefaan Vercamer au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"l'organisation de 'Journées de la sécurité
routière'" (n° 11523)
36
Sprekers:
Stefaan
Vercamer,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Stefaan
Vercamer,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
38
Questions jointes de
39
- de heer Bruno Stevenheydens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "de mankementen bij het
onderhoud van vliegtuigen op Zaventem"
(nr. 11735)
38
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "les
lacunes dans l'entretien des avions à Zaventem"
(n° 11735)
39
- de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "mankementen bij het onderhoud van
vliegtuigen" (nr. 11762)
39
- M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur "les
lacunes observées au niveau de l'entretien
d'avions" (n° 11762)
39
- de heer Georges Dallemagne aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "het technisch onderhoud
bij Sabena Technics" (nr. 11839)
39
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre sur "les
entretiens techniques chez Sabena Technics"
(n° 11839)
39
Sprekers: Bruno Stevenheydens, Luk Van
Biesen, Etienne Schouppe, staatssecretaris
voor Mobiliteit
Orateurs: Bruno Stevenheydens, Luk Van
Biesen, Etienne Schouppe, secrétaire d'État
à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "het YouTube-filmpje over
een vrachtwagenchauffeur" (nr. 11790)
42
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"la vidéo YouTube sur un chauffeur de poids
lourd" (n° 11790)
42
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister over "de verkeersboetes voor
huisartsen" (nr. 11807)
45
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"les amendes routières infligées aux médecins
généralistes" (n° 11807)
46
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
MAANDAG
16
MAART
2009
Namiddag
______
du
LUNDI
16
MARS
2009
Après-midi
______
La séance est ouverte à 14.45 heures et présidée par M. François Bellot.
De vergadering wordt geopend om 14.45 uur en voorgezeten door de heer François Bellot.
Le président: La question n° 10100 de Mme Karine Lalieux et la question n° 10481 de M. Peter Logghe
sont transformées en questions écrites. Il en va de même pour la question n° 11459 de M. David Clarinval.
01 Questions jointes de
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le code NACE
des écoles de conduite" (n° 10622)
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
conséquences du non-agrément des écoles de conduite des véhicules à moteur" (n° 10623)
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les statistiques
de réussite aux examens théoriques d'apprentissage à la conduite" (n° 10624)
- M. François Bellot au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la réforme
nécessaire de l'apprentissage à la conduite automobile" (n° 10668)
- M. David Clarinval au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "l'utilisation
illégale de la filière libre par des sociétés ou des institutions afin d'organiser des cours de conduite"
(n° 11459)
01 Samengevoegde vragen van
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de NACE-code van de rijscholen" (nr. 10622)
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de gevolgen van de niet-erkenning van de rijscholen" (nr. 10623)
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de slaagcijfers voor de theoretische rijschoolexamens" (nr. 10624)
- de heer François Bellot aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de noodzakelijke hervorming van de rijopleiding" (nr. 10668)
- de heer David Clarinval aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "ondernemingen of instellingen die illegaal gebruik maken van het systeem van de vrije
begeleiding om rijlessen te organiseren" (nr. 11459)
01.01 François Bellot (MR): Monsieur le secrétaire d'État, les écoles
de conduite sont inscrites dans le code NACE, Code 85, relatif à
l'enseignement maternel, primaire, secondaire, supérieur, et de la
conduite des véhicules à moteur.
Cette classification empêche ainsi des entreprises actives dans ce
secteur de pouvoir bénéficier des aides à l'investissement et même
du Fonds de participation.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous m'indiquer si vous
01.01 François Bellot (MR): In
de Europese nomenclatuur van de
economische activiteiten (NACE)
werd de rijscholen de code 85
("Onderwijs") toegekend. Daardoor
kunnen
die
bedrijven
geen
investeringssteun
krijgen
en
hebben ze evenmin toegang tot
het Participatiefonds.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
envisagez de transférer cette classification vers un autre code NACE
donnant accès aux aides à l'investissement?
Bent u van plan de rijscholen een
andere NACE-code toe te kennen,
waardoor ze wel recht zouden
hebben op investeringssteun?
01.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, le
changement des codes statistiques NACE ne relève pas de ma
compétence mais de celle du SPF Économie, PME, Classes
moyennes et Énergie.
Si vous souhaitez obtenir un changement de classification de l'activité
d'enseignement de la conduite des véhicules à moteur, la demande
doit être adressée à la Direction générale Statistiques et Informations
économiques.
Je tiens cependant à vous informer que la nomenclature européenne
des activités économiques (NACE) constitue le cadre de référence
pour la production et la diffusion de statistiques relatives aux activités
économiques en Europe, et donc en Belgique. Ainsi, la nomenclature
belge NACEBEL vient d'être revue en janvier 2008 dans le cadre d'un
double travail du Conseil supérieur des Statistiques, composé de
membres de la communauté académique, de représentants des
organisations du monde socio-économique et de l'administration.
Depuis janvier 2008, l'activité de l'enseignement de la conduite des
véhicules à moteur se retrouve sous l'activité "Enseignement" et
"Autres activités d'Enseignement" - Code NACE 85531.
01.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De FOD Economie,
KMO, Middenstand en Energie is
bevoegd
voor
de
NACE-
nomenclatuur. Indien u de code
voor
het
rijonderricht
met
betrekking tot motorvoertuigen
wenst te wijzigen, moet u de
aanvraag richten tot de algemene
directie Statistiek en Economische
informatie.
De
Europese
activiteitennomenclatuur (NACE)
vormt echter het kader voor de
statistieken
betreffende
de
economische
activiteiten
in
Europa.
Sinds januari 2008 valt het
rijonderricht onder de rubriek
"Onderwijs" en "Overig onderwijs"
NACE-code 85531.
01.03 François Bellot (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je
m'adresserai donc au ministre compétent.
Monsieur le secrétaire d'État, le tribunal de commerce de Bruxelles a
prononcé tout récemment un jugement assez surprenant mettant en
cause une société exploitante d'une auto-école ne disposant pas
d'agrément et d'autorisation d'exploiter une unité d'établissement
requis par l'arrêté royal du 11 mai 2004.
Concrètement, cette entreprise de formation à la connaissance
théorique et pratique du permis de conduire pour différents types de
véhicules à moteur n'est pas enregistrée et agréée par la DGTT
comme école de conduite et auto-école.
Or il apparaît que cette entreprise délivrait des attestations en vue
d'obtenir des permis de conduire provisoires.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous m'indiquer si vous avez
connaissance de ce jugement?
Quelle mesure comptez-vous prendre par rapport à de telles
entreprises non agréées délivrant des documents en vue de
l'obtention du permis de conduire provisoire?
Quelle est la validité des documents émis?
Les conducteurs disposant d'un permis de conduire provisoire sur
base des attestations et des documents délivrés par ce genre d'auto-
écoles non agréées courent-ils le risque d'une annulation des
procédures et donc d'un retrait de leur permis de conduire provisoire?
01.03 François Bellot (MR): De
rechtbank van koophandel sprak
onlangs een vonnis uit ten aanzien
van een autorijschool die niet over
de door het koninklijk besluit van
11 mei 2004 vereiste erkenning
beschikt. Die autorijschool gaf
attesten af met het oog op het
verkrijgen
van
voorlopige
rijbewijzen. Welke maatregelen zal
u nemen tegen dergelijke niet-
erkende
autorijscholen
die
documenten uitreiken met het oog
op het verkrijgen van voorlopige
rijbewijzen? Wat is de geldigheid
van die documenten? Lopen de
houders
van
een
dergelijk
voorlopig rijbewijs het risico dat het
wordt ingetrokken? Controleert het
DGVL de erkenningen van de
autorijscholen
die
reclame
maken?
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
Enfin, y a-t-il une vérification au sein de la DGTT des agréments
détenus par des entreprises d'auto-écoles faisant de la publicité par
différents canaux, tels que les quotidiens, les hebdomadaires ou les
brochures spécialisées?
01.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, le
jugement en question portait sur une affaire qui opposait, d'une part,
deux écoles de conduite agréées et, d'autre part, une firme qui forme
des conducteurs à la conduite dans le cadre de la filière libre. Il
ressort du jugement que cette firme ne peut pas faire de publicité sur
son website pour les activités réservées aux écoles de conduite
agréées, comme la délivrance d'un certificat d'aptitude pour un permis
de conduire provisoire de 18 mois.
Votre deuxième question: ensuite, la cellule de contrôle de mon
administration a examiné cette affaire et constaté que des
instructeurs de cette firme filière libre travaillent aussi pour une école
de conduite agréée. Pourtant, les documents en vue de l'obtention du
permis de conduire provisoire de 18 mois ont été délivrés dans le
cadre de cette école agréée. On a également constaté que tous les
candidats étaient bien inscrits dans le registre de l'auto-école agréée
et que les documents sont effectivement délivrés par cette dernière.
Enfin, je signale qu'entre-temps, cette auto-école agréée a introduit un
dossier d'agrément d'une unité supplémentaire pour remplacer en
quelque sorte le siège de cette firme filière libre. Sur la base de ce qui
précède, les documents délivrés sont donc valables.
Pour votre quatrième question, si les certificats d'aptitude étaient
délivrés par des écoles de conduite non agréées, les permis de
conduire provisoires pourraient être annulés sur la base de l'arrêté
royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire.
Enfin, la cellule de contrôle de l'administration est chargée du contrôle
des écoles de conduite agréées. Toute école de conduite agréée fait
l'objet d'au minimum un contrôle annuel qui inclut l'examen de sa
publicité. J'insiste sur le fait que seules les écoles de conduite
agréées peuvent être contrôlées par cette cellule. Les formations
dispensées en filière libre ne ressortissent pas à ses compétences. À
plusieurs reprises, on a rappelé aux écoles de conduite agréées que
le tribunal de commerce est seul compétent en matière de pratiques
commerciales déloyales.
01.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Dat vonnis werd
uitgesproken in een rechtsgeding
tussen
twee
erkende
autorijscholen en een firma die
autorijlessen verstrekt in het kader
van de vrije begeleiding. Uit het
vonnis blijkt dat die firma geen
reclame
mag
maken
voor
activiteiten die voorbehouden zijn
aan de erkende autorijscholen,
zoals
de
afgifte
van
een
rijvaardigheidsattest met het oog
op het verkrijgen van een
voorlopig rijbewijs geldig voor 18
maanden.
De
controlecel
van
mijn
administratie heeft vastgesteld dat
instructeurs van die firma ook voor
een erkende autorijschool werken.
De documenten met het oog op
het verkrijgen van een voorlopig
rijbewijs voor 18 maanden werden
afgegeven in het kader van die
erkende autorijschool. Er werd
eveneens vastgesteld dat alle
kandidaten wel degelijk in het
register
van
de
erkende
autorijschool waren ingeschreven.
Intussen diende die erkende
rijschool
een
bijkomend
erkenningsdossier in voor de firma
die opleidingen verstrekt in het
kader van de vrije begeleiding.
De uitgereikte documenten zijn
dus geldig.
Indien er bekwaamheidsattesten
zouden worden uitgereikt door
niet-erkende rijscholen, zouden de
voorlopige
rijbewijzen
nietig
kunnen worden verklaard.
Ten slotte wordt iedere erkende
rijschool minstens eenmaal per
jaar door de controlecel van de
administratie gecontroleerd. Die
cel is niet bevoegd voor de
opleidingen in het kader van de
vrije
begeleiding.
Enkel
de
rechtbank van koophandel is
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
bevoegd
inzake
oneerlijke
handelspraktijken.
01.05 François Bellot (MR): Je vous remercie, monsieur le
secrétaire d'État. Je ne comprenais pas vraiment les raisons qui
avaient poussé une organisation à donner des cours théoriques et
pratiques, à recourir à des personnes agréées ainsi que le fait que la
filiale n'était pas agréée alors que l'école-mère l'était.
01.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: À mon avis, ils avaient
créé une troisième école sous le parapluie de la filière libre et toutes
les inscriptions étaient faites en double, dans la filière libre et dans
une école agréée, ce qui fait que les certificats délivrés au départ de
cette école agréée avaient la certification requise. Ils ont détourné la
réglementation mais ils ont fait le nécessaire pour transformer ce
troisième "pilier" en une école agréée, conformément à la
réglementation en vigueur.
01.07 François Bellot (MR): Monsieur le secrétaire d'État, à l'issue
de la dernière réforme de l'apprentissage de la conduite, de très
nombreux élèves et aspirants au permis de conduire ne suivent plus
les cours théoriques et se présentent spontanément aux examens
après s'être documentés de diverses manières.
Pouvez-vous me faire connaître quels étaient les taux de réussite de
l'examen théorique lors du premier passage en 2004, en 2006 et
2008?
Par ailleurs, pouvez-vous me fournir pour ces mêmes années le
nombre, en moyenne, de passages par candidat?
Enfin, quel est le nombre de permis provisoires émis au cours de
l'année 2008?
01.07 François Bellot (MR):
Meer en meer leerlingen volgen
geen
theoretische
rijlessen
meer,
maar
melden
zich
spontaan
aan
voor
het
rijexamen.
Wat
was
het
slaagpercentage
voor
het
theoretische examen bij een
eerste deelname in 2004, 2006
en 2008? Hoeveel pogingen
onderneemt
een
kandidaat
gemiddeld voor hij slaagt voor
het examen? Hoeveel voorlopige
rijbewijzen werden er in 2008
uitgereikt?
01.08 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
en réponse aux questions que vous avez posées, je peux vous
communiquer le tableau indiquant les taux de réussite à l'examen
pratique lors du premier passage. Je vais communiquer les résultats
par catégories pour les années 2004, 2006 et 2008.
Pour les catégories A et A-: 87,8, 76 et 68,8. On constate donc une
dégradation.
Pour la catégorie A3: 60,9, 51,4 et 49,6.
Pour la catégorie B je crois que c'est celle-là qui vous intéresse le
plus : 60,7, 60,1 et 55,8.
Pour les catégories C et C1: 69,7, 61,2 et 62,7.
Pour les catégories D et D1: 67,9, 65,9 et 56.
Pour la catégorie G, ce n'était pas d'application en 2004. En 2006,
c'est 69,9 et 57,6 en 2008.
Puisque j'imagine que c'est surtout la catégorie B qui vous intéresse,
je constate que le taux de réussite de 55,8 en 2008 est en baisse par
rapport aux années 2006 et 2004 lorsqu'on avait un taux de réussite
01.08 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Het slaagpercentage
voor het praktische rijexamen voor
het rijbewijs B bij een eerste
deelname bedroeg in 2004 60,7
procent, in 2006 60,1 procent en in
2008 55,8 procent. Ik stel vast dat
het slaagpercentage in 2008 is
gedaald.
Er
zijn
geen
statistieken
beschikbaar betreffende het aantal
pogingen per kandidaat.
In 2008 werden er 45.334
voorlopige
rijbewijzen
voor
achttien maanden uitgereikt voor
categorie B, 130.606 voorlopige
rijbewijzen voor 36 maanden voor
categorie B en 28.934 voorlopige
rijbewijzen
voor
alle
andere
categorieën samen.
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
légèrement supérieur à 60%.
Par ailleurs, je peux vous informer que les statistiques concernant le
nombre de passages par candidat ne sont pas disponibles.
Pour répondre à votre 3
ème
question, en 2008, au total 204.874 permis
de conduire provisoires ont été délivrés, dont 45.334 permis
provisoires 18 mois pour la catégorie B, 130.606 permis provisoires
36 mois pour la catégorie B, 28.934 permis provisoires pour toutes les
autres catégories réunies.
01.09 François Bellot (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je me
permettrai peut-être d'émettre des commentaires à l'issue de la
question suivante qui a trait à la formation à la conduite. Par le passé,
notre commission a déjà eu l'occasion d'examiner quelles étaient les
évolutions mais pas nécessairement celles attendues par un certain
nombre de ses membres.
Ma prochaine question concerne la réforme de l'apprentissage à la
conduite. Celle-ci est un peu longue et je m'en excuse. Cette question
mérite néanmoins toute notre attention. Nous avons d'ailleurs
organisé précédemment des auditions à deux ou trois reprises.
Monsieur le secrétaire d'Etat, la qualité de la formation à la conduite
constitue un élément déterminant dans la qualité du conducteur, dans
son aptitude à faire face à des situations critiques et, de manière
générale, à la maîtrise de tous les aspects liés à la conduite.
Actuellement, même si on constate, très heureusement, une
diminution du nombre de tués et de blessés graves sur nos routes,
l'objectif que nous nous sommes assigné de diviser par 2 le nombre
de tués entre 2000 et 2010 ne sera pas atteint.
Compte tenu des modifications importantes dans le Code de la route,
des zones 30, des ralentisseurs de trafic, des ronds-points, des
limitations de vitesse et de dépassement pour les plus de 3,5 tonnes,
de l'augmentation constante des contrôles répressifs de vitesse et de
franchissement des feux rouges, des campagnes préventives, de
l'amélioration constante de la sécurité active et passive dans les
véhicules, il serait temps de s'interroger sur les maigres résultats au
niveau de la diminution du nombre de tués sur nos routes, voire de
l'augmentation du nombre d'accidents et de blessés impliquant des
jeunes, et donc manifestement sur la formation à la conduite de base
des jeunes conducteurs.
La dernière réforme de la formation de base des jeunes conducteurs
a, aux dires de nombreux acteurs et intervenants, détérioré les
conditions de mise en circulation des jeunes conducteurs. Ainsi, par
cette réforme des connaissances théoriques, les jeunes conducteurs
connaissent et maîtrisent de moins en moins la réglementation
relative au Code de la route. Les résultats des examens le prouvent,
alors que le degré d'exigence de ces centres est moins élevé qu'il y a
dix ans. Quant à l'apprentissage pratique, il est selon certains
inapproprié, d'où la stagnation des accidents graves et non leur
diminution constante, tel que souhaité pour le groupe des jeunes
conducteurs.
En réponse à des questions qui vous ont été posées, vous avez
01.09 François Bellot (MR): De
kwaliteit van de rijopleiding is
bepalend voor de rijvaardigheid
van de bestuurder en zijn
vermogen
om
adequaat
te
reageren in kritieke situaties.
Hoewel het gelukkig de goede
kant opgaat, zal de doelstelling -
het halveren van het aantal
verkeersdoden tussen 2000 en
2010 - niet worden gehaald en
blijft het aantal jonge bestuurders
dat
bij
ernstige
ongevallen
betrokken is onrustwekkend hoog.
Ondanks de talrijke en ingrijpende
wijzigingen
van
het
verkeersreglement lijkt het me
aangewezen om de rijopleiding
van de jonge bestuurders onder
de loep te nemen.
De jongste hervorming van de
rijopleiding is de rijvaardigheid van
de jonge bestuurders niet ten
goede gekomen, wel integendeel.
Ze kunnen nu gedurende 36
maanden met een voorlopig
rijbewijs rijden, ook al waren ze
gezakt
voor
een
rijexamen.
Bovendien slaagt slechts 40
procent van de kandidaten die
enkel met een begeleider hebben
leren rijden, zonder voorafgaande
rijopleiding dus, voor het examen.
Volgens de Europese richtlijn mag
een jonge bestuurder met een
voorlopig rijbewijs overigens niet
alleen rijden, terwijl dat in België
wel is toegestaan.
Naar verluidt zouden jongeren die
nog
leerden
rijden
en die
gevaarlijke
manoeuvres
uitvoerden, ernstige ongevallen
veroorzaakt hebben. Het zou
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
rappelé, d'une part, qu'il était nécessaire de réformer la formation à la
conduite et qu'il convenait d'avoir du recul par rapport à la réforme de
la formation pour obtenir des statistiques. D'autre part, vous avez dit
qu'il était envisagé de régionaliser ou de communautariser la matière
dans le premier paquet de réformes des institutions.
Le temps passe et il me paraît important de réagir, compte tenu des
drames que l'on constate notamment par insuffisance de formation
des jeunes conducteurs.
Pour rappel, par la dernière réforme de formation à la conduite, il est
possible de circuler pendant 36 mois avec un permis provisoire. Pire
encore, après un premier échec même important dans la filière libre,
un jeune conducteur peut continuer à circuler seul pour autant que la
durée totale ne dépasse pas les 36 mois. Ce n'est qu'après le
deuxième échec qu'il doit suivre 6 heures de formation pratique.
Ensuite, il peut reprendre le volant seul pour terminer la période de 36
mois.
Par ailleurs, selon une évaluation qui m'a été communiquée, la
formation à la conduite par apprentissage avant réforme permettait de
passer l'examen théorique à l'âge de 16 ans et 9 mois, de suivre une
formation pratique de 10 heures avec un instructeur plus 2 heures
avec les guides désignés nominativement, de circuler durant un an
sous licence et de suivre à nouveau 2 heures de cours avant de
passer l'examen pratique. Dans ce cas, 70% des élèves qui se
présentaient réussissaient à la première tentative.
Aujourd'hui, il est permis à un jeune de passer son permis théorique à
l'âge de 17 ans et de partir avec un guide sans formation préalable. Il
apparaît que ce type de formation n'aboutit qu'à 40% de réussite lors
de la première tentative.
La directive européenne n'autorise pas un jeune conducteur disposant
d'un permis provisoire de circuler seul alors que c'est le cas en
Belgique.
Enfin, l'une des épreuves à passer au cours de l'examen pratique
consiste à faire une manoeuvre de demi-tour sur la voie publique,
manoeuvre qui nécessite un apprentissage avec un guide.
Il me revient qu'un certain nombre d'accidents graves auraient été
causés par des jeunes se formant à la conduite et entamant une telle
manoeuvre de manière hasardeuse sur le réseau routier.
Monsieur le secrétaire d'État, l'apprentissage de la conduite au niveau
pratique a pour but d'inculquer de bons réflexes aux jeunes
conducteurs dans différentes situations, qu'il s'agisse d'un freinage
d'urgence, de la prise d'un virage très prononcé, de maîtriser sa
conduite lors d'un trafic intense ou d'adapter sa vitesse dans toute
circonstance. Pour ce faire, il est nécessaire que le jeune conducteur
puisse bénéficier des avis éclairés de conducteurs qui peuvent suivre
l'évolution de leur apprenti. C'est ainsi qu'il serait utile de définir par
écrit un, deux ou trois guides sur le permis provisoire et non plus
n'importe quel guide.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous nous faire connaître vos
intentions quant au projet de réforme de la formation à la conduite?
nuttig zijn het aantal op het
voorlopig
rijbewijs
vermelde
begeleiders
te beperken
tot
maximaal drie. Wat zijn uw
plannen met betrekking tot de
hervorming van de rijopleiding?
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
01.10 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
cher collègue, vous mentionnez à juste titre que notre objectif
commun doit être la diminution du nombre de tués sur nos routes.
Comme vous le savez, les conducteurs débutants sont
surreprésentés dans les accidents. Si vous regardez les résultats des
pays voisins en termes de sécurité routière, vous constaterez avec
moi qu'ils font mieux que le nôtre. Je constate également que la
plupart des pays européens ont prévu une formation professionnelle
pour les candidats au permis de conduire.
Je suis persuadé que certaines connaissances des pratiques en
matière de conduite automobile ne peuvent être acquises que
moyennant des instructions professionnelles et, au contraire, que les
mauvaises habitudes s'installent souvent en apprenant d'un guide.
Ceci étant dit, je n'envisage pas de supprimer purement et
simplement la filière libre. Je pense que l'acquisition d'une expérience
de conduite ne peut se faire qu'au moyen d'une conduite
accompagnée. Il faut rouler des kilomètres pour devenir un chauffeur
chevronné.
S'agissant du nombre de guides, il est apparu que le nombre de
candidats qui ont été refusés à l'examen pratique a presque doublé
parce que les guides avec lesquels ils s'étaient présentés ne
satisfaisaient pas aux conditions requises. Dès lors, j'estime qu'un
contrôle préalable par la commune des conditions auxquelles le guide
doit répondre doit être réinstauré. En fait, je voudrais revenir au
système qui a toujours prévalu jusqu'à la dernière réforme de 2006, à
savoir que deux guides au maximum doivent être mentionnés sur le
permis provisoire et que l'on ne peut servir de guide qu'une fois par
an, sauf pour la famille du candidat.
De plus, les candidats peuvent facilement renouveler leur permis de
conduire de 36 mois sans subir d'épreuve pratique. J'estime que la
longue durée de validité du permis provisoire est suffisante pour
acquérir une conduite acceptable et pour passer à l'examen pratique.
Afin d'inciter les candidats à présenter tout de même leur examen
pratique, il serait souhaitable, après l'expiration du permis provisoire,
de n'offrir la possibilité de redemander un permis provisoire qu'après
une interruption de trois ans. Celui qui voudrait subir l'examen
pratique plus tôt serait alors obligé de le présenter avec un véhicule
d'une auto-école agréée.
La possibilité que des guides offrent leurs services via différents
canaux pour accompagner des candidats conducteurs contre
paiement existe alors que cela est défendu par l'article 7 de l'arrêté
royal du 10 juillet 2006, malheureusement difficilement contrôlable.
En outre, le même article stipule que des instructeurs de conduite
brevetés peuvent accompagner contre paiement le détenteur d'un
permis de conduite provisoire de la catégorie B.
Alors que cette forme d'assistance professionnelle était voulue dans
le cadre de l'école de conduite, il s'avère qu'elle est également utilisée
de manière indépendante en dehors des écoles de conduite, ce qui
conduit évidemment à une forme de concurrence déloyale par rapport
aux écoles de conduite reconnues.
01.10 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ons gemeenschap-
pelijk doel moet erin bestaan het
aantal verkeersdoden terug te
dringen. De jonge bestuurders zijn
oververtegenwoordigd
in
die
groep. Onze buurlanden doen het
op dat vlak beter dan wij, en de
meeste buurlanden voorzien in
een
professionele rijopleiding.
Toch ligt het niet in mijn bedoeling
de vrije begeleiding af te schaffen.
Wat het aantal begeleiders betreft,
meen ik dat de voorafgaande
controle
door
de
gemeente
opnieuw moet worden ingevoerd.
Ik zou het maximumaantal op het
voorlopig
rijbewijs
vermelde
begeleiders opnieuw tot twee
willen
beperken
en
willen
verbieden dat men meer dan een
keer per jaar als begeleider
optreedt, behalve voor familie.
Bovendien
lijkt
het
me
aangewezen in een tijdsinterval
van drie jaar te voorzien tussen
twee perioden waarvoor een
voorlopig
rijbewijs
van
36
maanden wordt toegekend. Tot
slot
zouden
er
maatregelen
moeten worden genomen tegen
de oneerlijke concurrentie (ten
nadele van de rijscholen) van al
dan
niet
gebrevetteerde
begeleiders, die hun activiteiten
los van enig kader uitoefenen.
Over het ontwerp van koninklijk
besluit dienaangaande moet met
de Gewesten worden overlegd.
Het Vlaams Gewest is immers een
andere mening toegedaan.
In het kader van een meer
ingrijpende hervorming zal de
werkgroep "rijopleiding" van de
Federale Commissie voor de
Verkeersveiligheid mij voorstellen
voorleggen. Tot slot wil ik u erop
wijzen dat de OESO hieraan een
opmerkelijke studie heeft gewijd.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
Actuellement, le projet d'arrêté royal qui voudrait apporter des
solutions à cette problématique, comme je viens de l'expliquer, fait
l'objet de pourparlers avec les Régions, celles-ci devant être
associées à l'élaboration de la réglementation de la circulation
routière. Je ne cacherai pas ici que la Région flamande a une position
divergente en attendant la régionalisation de la formation à la
conduite.
En ce qui concerne une réforme plus approfondie de la formation à la
conduite qui tiendra également compte des remarques de la
Commission européenne sur le fait que notre système de formation
prévoit la possibilité de rouler seul sans examen pratique, le groupe
de travail "formation de conduite" de la commission fédérale pour la
sécurité routière va me faire des propositions sur la base des bonnes
pratiques en Europe et des études et recherches existant en la
matière.
Pour conclure, je voudrais attirer votre attention sur l'étude
remarquable que vient de publier l'OCDE et dont je puis remettre un
exemplaire à la disposition de la commission. Je ne peux que
vivement inciter les membres de la commission à prendre
connaissance de cette étude qui fait le point sur la problématique de
la sur-représentation des jeunes conducteurs dans les accidents de
roulage et qui contient un bon nombre de recommandations en
matière de formation à la conduite. Monsieur le président, j'ai ici
l'exemplaire en anglais mais je recevrai aussi l'exemplaire en français
que je transmettrai au secrétariat afin de le faire photocopier et le faire
parvenir aux membres de la commission.
01.11 François Bellot (MR): Monsieur le secrétaire d'État, les
adaptations que vous suggérez vont dans un sens qui m'agrée. Je le
dis d'autant plus au vu de la sur-représentation des jeunes dans les
accidents légers et graves, mais aussi en raison de l'évolution de la
formation à la conduite. Quand je vois qu'en 2008, près de 200.000
personnes roulent avec un permis provisoire, je considère qu'il ne
s'agit pas d'un nombre négligeable.
J'ai participé à une rencontre européenne avec mon collègue Jef
Van den Bergh au Portugal, pays qui a vu passer le nombre de
victimes de 4.000 à 700 en huit ans pour une population équivalente à
la nôtre. Nous avons aussi eu l'occasion de rencontrer, la semaine
dernière, des membres de l'Institut suédois pour la sécurité routière
qui nous ont expliqué de quoi dépendait l'indice de sécurité, en
particulier pour les jeunes. Dès lors, j'estime que des étapes doivent
encore être franchies. Limiter le nombre de guides à deux personnes
ne devrait pas poser de problème aux Régions. D'autres réformes
pourraient, en revanche, se heurter à des refus découlant, non de
considérations de sécurité, mais d'aspects institutionnels. Or, comme
dans le film, il est moins cinq! Autrement dit, plus nous allons
avancer, plus nous allons laisser partir sur la route des jeunes qui,
après avoir passé à plusieurs reprises leur examen, obtiendront leur
permis. Il est donc plus que temps de réagir à cette situation qui
confirme les appréhensions que nous avions nourries au départ. Nous
ne sommes pas opposés à la filière libre, mais elle doit offrir une
qualité de formation suffisante.
Il est préoccupant de laisser conduire des gens qui ne réussissent
pas leur examen. Il est évidemment difficile, sur un plan statistique,
01.11 François Bellot (MR): We
moeten vooruitgang boeken op dat
vlak,
inzonderheid
wat
de
beperking
van
het
aantal
begeleiders betreft. Hoe meer we
talmen, hoe meer jongeren er op
onze
wegen
zullen
worden
toegelaten, ook al zijn ze gezakt
voor een of meer rijexamens. Wij
zijn niet tegen de vrije begeleiding
gekant, maar de kwaliteit van de
opleiding moet wel goed genoeg
zijn.
Ik
wacht
dus
met
veel
belangstelling de inwerkingtreding
van de diverse aangekondigde
bepalingen af.
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
de déterminer le nombre d'accidents qu'ils ont provoqués, mais c'est
inquiétant.
Enfin, s'ils peuvent conduire en Belgique et qu'ils ne le peuvent pas à
l'étranger, pouvons-nous admettre en tant que citoyens belges que
des conducteurs confirmés soient exposés à des risques provoqués
par des personnes qui ne peuvent conduire que dans notre pays?
Monsieur le secrétaire d'État, nous attendons avec beaucoup d'intérêt
les différentes dispositions que vous comptez prendre.
01.12 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Vous savez que je
partage votre point de vue en la matière.
01.12 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: U weet dat ik ter zake
uw mening deel.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Cher collègue, devant me rendre en commission Fortis, j'ai demandé à notre collègue Van
den Bergh de bien vouloir présider cette commission.
Président: Jef Van den Bergh.
Voorzitter: Jef Van den Bergh.
02 Vraag van mevrouw Maya Detiège aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de vrijstelling van retributie bij de hernieuwing van het rijbewijs voor
diabetespatiënten" (nr. 10757)
02 Question de Mme Maya Detiège au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'exonération de la redevance due en cas de renouvellement du permis de conduire pour les patients
diabétiques" (n° 10757)
02.01 Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, diabetespatiënten moeten om de drie tot vijf jaar hun
rijbewijs laten hernieuwen en dat brengt sowieso kosten met zich
mee. Niet alleen diabetici ontvangen een rijbewijs van beperkte
geldigheidsduur, maar ook personen met een fysieke, geestelijke of
visuele beperking.
De retributie wordt geïnd op gemeentelijk niveau maar de federale
regering bepaalt de retributie zelf en de gemeenten storten de gelden
door aan de federale regering.
Een aantal gemeenten wil wel tegemoet komen ten aanzien van de
diabetespatiënten en andere patiëntengroepen en hen zo vrijstellen
van betaling geven, maar de gemeenten moeten toch die bedragen
doorstorten naar de federale regering. Daar wringt het schoentje.
Sommige gemeenten nemen de kosten op zich en geven aan de
patiënten een vrijstelling van betaling. Andere gemeenten willen die
kosten echter niet op zich nemen, omdat ze verplicht zijn om die
gelden door te storten en zij geven aldus geen vrijstelling aan die
doelgroepen.
De patiënten hangen dus eigenlijk af van de goodwill van hun
gemeente. Vandaar mijn vraag, want het is op zich toch geen eerlijke
situatie. Ik hoop dat die ongelijkheid weggewerkt kan worden.
Ik heb vernomen dat collega Van den Bergh, die nu voorzit, u in
november al een vraag gesteld heeft om een oplossing te vinden. U
02.01 Maya Detiège (sp.a): Les
diabétiques doivent faire renou-
veler leur permis de conduire tous
les deux à cinq ans, parce qu'ils
sont
titulaires,
comme
les
personnes atteintes d'un handicap
physique, mental ou visuel, d'un
permis de conduire dont la durée
de
validité
est
limitée.
Le
renouvellement du permis de
conduire engendre des frais.
La commune perçoit la rétribution
et verse les fonds aux autorités
fédérales. Même si certaines
communes souhaitent dispenser
les diabétiques et d'autres patients
de ces frais, elles doivent malgré
tout verser la rétribution à l'autorité
supérieure. Certaines communes
sont disposées à prendre en
charge elles-mêmes ces frais, à
l'inverse d'autres. Il en résulte
donc que les patients concernés
sont
dépendants
de
leur
commune.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
hebt toen gezegd dat u er werk van maakt en contact zou opnemen
met de Gemeenschappen om na te gaan wat er eventueel mogelijk is.
Ik ben heel benieuwd naar de huidige stand van zaken. Die groepen
van personen zijn sowieso al kwetsbaarder dan gezonde mensen. In
de gezondheidszorg krijgen diabetici heel veel dingen, terecht, gratis
aangeboden. Daarom is mijn vraag of u snel een oplossing zult
vinden om de situatie waarvan sprake recht te zetten. Het gaat
immers niet op dat bepaalde gemeenten een vrijstelling geven aan
betrokkenen, maar andere niet.
Mijnheer de staatssecretaris, ik zou graag een concreet antwoord van
u krijgen.
Le secrétaire d'État aurait affirmé
qu'il contacterait
encore
les
Communautés pour trouver une
solution à ce problème. Qu'en est-
il actuellement? Élaborera-t-il une
règle générale pour supprimer
cette inégalité?
02.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mevrouw Detiège, ik kan uiteraard begrip opbrengen voor uw
verwijzing naar de financiële kosten die gemaakt moeten worden voor
de periodieke hernieuwing van een rijbewijs om medische redenen.
Ik kan u bevestigen wat ik vroeger al heb gezegd, met name dat mijn
administratie op dit ogenblik de modaliteiten onderzoekt om de
retributie af te schaffen. Er is inderdaad een budgettaire kost mee
gemoeid die ergens zal moeten worden gecompenseerd.
Echter, waar wringt het schoentje? De gemeenten zelf moeten bereid
gevonden worden om het gedeelte van de retributie dat zij zelf mogen
houden, te laten vallen. Het gaat immers niet op dat op federaal
niveau ook dat gedeelte nog zou moeten worden vergoed aan de
gemeenten. Dat zult u begrijpen.
Wat de zaken eigenlijk nog ernstiger maakt, is dat sommige
gemeenten een bijkomende taks heffen op het rijbewijs, die ook zou
moeten wegvallen.
U merkt dus dat onze bereidheid, op federaal niveau, om die
bijkomende last niet meer toe te passen, per slot van rekening
gebonden is aan de bereidheid van de gemeentebesturen om niet
alleen hun vergoeding te laten wegvallen maar om ook de bijkomende
taks, als zij die heffen, te laten vallen. Het is dus heel wat
ingewikkelder dan oorspronkelijk gedacht, maar wij zoeken een
oplossing. Waarschijnlijk zullen wij overgaan tot overleg met de
Vereniging van Steden en Gemeenten. Dat overleg wordt
onvermijdelijk willen wij van hen in globo bekomen dat zij allemaal
dezelfde houding aannemen. Vandaag geeft het ene gemeenbestuur
aan dat het bereid is alles te laten wegvallen terwijl andere
gemeentebesturen doen alsof hun neus bloedt en reageren niet op
een aanvraag.
Wij gaan dus proberen om via de Vereniging van Steden en
Gemeenten een gemeenschappelijke en algemene houding uit te
werken. Dat moet ons toelaten om onze goede voornemens die wij
vroeger al meegedeeld hebben, te concretiseren.
02.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je comprends
parfaitement le problème évoqué.
Mon administration examine les
modalités pour supprimer cette
rétribution mais cette mesure
devra
évidemment
être
compensée au niveau budgétaire.
Les communes doivent toutefois
également être disposées à
supprimer non seulement leur
propre indemnisation pour la
perception de la rétribution mais
aussi la taxe complémentaire que
certaines d'entre elles perçoivent
sur le permis de conduire.
La question apparaît donc plus
complexe qu'il n'y paraissait au
départ, mais nous nous efforçons
d'engager une concertation avec
les villes et les communes afin
d'adopter une position commune
et globale. Nous essaierons
d'aboutir
à
cette
position
commune
par
le
biais
de
l'Association
des
Villes
et
Communes, puisque plusieurs
administrations communales n'ont
pas réservé de suite à notre
demande.
02.03 Maya Detiège (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u
voor uw antwoord. Het verheugt mij dat u zegt dat u de retributie wil
afschaffen. Het is logisch dat men een kwetsbare groep in de
maatschappij, niet nog extra viseert naar aanleiding van zijn handicap.
02.03 Maya Detiège (sp.a): Je
me réjouis d'entendre le secrétaire
d'État annoncer qu'il souhaite
supprimer la rétribution mais
l'absence d'unanimité entre les
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
Ik blijf toch wat bezorgd omdat u zei dat overleg moeilijk is. Ik begrijp
de moeilijkheden als de gemeenten niet op één lijn staan. Dat bleek in
het verleden al want de ene gemeente deed het wel en de andere
niet. Men zal dus met dat probleem blijven zitten. Ik hoop dat men hen
van het belang ervan kan overtuigen. Zij moeten inzien dat zij op één
lijn moeten komen. Stel dat dit echter niet gebeurt, in het slechtste
scenario, dan is het toch belangrijk dat er een plan B is waarbij kan
worden nagegaan welke toegevingen ter zake op federaal niveau
mogelijk zijn.
communes
me
préoccupe.
J'espère qu'il sera possible de les
convaincre de l'importance que
revêt l'adoption d'une position
commune,
sans
quoi
nous
pourrions avoir besoin de nous
replier sur un plan B.
02.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Het is misschien
enigszins anekdotisch maar we hebben een niet onbelangrijke
provinciale hoofdstad daarover gepolst en als antwoord heb ik alleen
gekregen dat zij wel bereid zijn om er eens over na te denken. Ze
gaan het niet doen, ze gaan er eens over nadenken als dit zou
afgeschaft worden vanuit het federale niveau. Wij gaan het echter niet
afschaffen als zij dan zeggen dat wij dat aan hen moeten betalen.
02.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: A titre d'exemple,
une ville de province relativement
importante m'a fait savoir que le
sujet mérite d'être étudié. Cela ne
reflète
pas
vraiment
un
engagement ferme.
02.05 Maya Detiège (sp.a): Hebt u zicht op een bepaalde periode?
02.05 Maya Detiège (sp.a): Quel
délai le secrétaire d'État envisage-
t-il pour ce dossier?
02.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Wij gaan met de
Vereniging van Steden en Gemeenten proberen dat in
gemeenschappelijk overleg vast te leggen zodat we een
basisopstelling van alle gemeenten hebben om dan te kunnen
handelen. Als zij echter dwars blijven liggen, dan zijn wij machteloos.
Dat is het spijtige. Het gaat nochtans niet over grote bedragen; het
gaat per slot van rekening slechts om enkele euro's die zij op zak
kunnen steken. Er moet echter goede wil zijn van die kant.
02.06
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État (: Nous essayons
de travailler en concertation avec
l'Association
des
Villes
et
Communes de manière à disposer
d'une large base de négociation. Il
est clair, cependant, que l'on ne
peut pas grand-chose contre la
mauvaise volonté, même s'il ne
s'agit pas de montants énormes.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les organismes chargés du contrôle technique des véhicules" (n° 10889)
03 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de met de technische keuring van de voertuigen belaste instellingen" (nr. 10889)
03.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, les
organismes chargés du contrôle des véhicules en circulation sont
financés par la perception d'une redevance lors de la présentation du
véhicule. Pour les véhicules standards des particuliers, cette
redevance s'élève à 24,50 euros TVA comprise, auxquels il convient
d'ajouter le contrôle environnemental. Ce tarif est d'application depuis
le 1
er
janvier 1999, et est donc inchangé depuis dix ans. On pourrait
même dire que le tarif réel est de 19 euros nets puisque ces
organismes contribuent au financement de l'IBSR à concurrence de
6% des recettes nettes.
En outre, ces organismes apportent une contribution au FIA, le Fonds
de prévention et d'utilité publique de l'inspection des véhicules
automobiles, d'un montant de 0,25 euro par prestation. C'est une
sorte de mécanisme de compensation régi par l'arrêté royal du
23 décembre 1994. Les organismes dont l'activité dégage un solde
positif payent pour ceux dont l'activité ne permet pas de financer de
03.01 Valérie De Bue (MR): De
ondernemingen belast met de
controle van de in het verkeer
gebrachte
voertuigen
worden
gefinancierd via een vergoeding
die wordt geïnd bij het aanbieden
van het voertuig voor keuring,
waarvan het tarief sinds 1 januari
1999 ongewijzigd is gebleven. Ze
dragen bovendien bij aan het FIA,
het Fonds voor Voorziening en van
Openbaar Nut voor de Inspectie
van Automobielen, ten bedrage
van 0,25 euro per prestatie. Het
betreft
een
soort
compensatieregeling.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
manière équilibrée l'existence d'un centre de contrôle, notamment
parce qu'ils couvrent une zone moins densément peuplée ou moins
développée économiquement, ce qui entraîne un nombre insuffisant
de véhicules à contrôler pour couvrir les coûts d'exploitation.
Par ailleurs, ces organismes sont chargés de l'examen pour
l'obtention du permis de conduire. L'épreuve coûte, pour l'examen
pratique complet des permis A, B et B+E, la somme de 36 euros TVA
comprise, de laquelle il faut déduire les cotisations IBSR et FIA
précitées, ce qui ne couvre même pas les frais de rémunération des
examinateurs (en moyenne 47 euros hors TVA par heure prestée).
L'organisation de l'examen pour l'obtention du permis de conduire est
donc déficitaire.
En 1997, votre prédécesseur, le ministre Landuyt, a instauré le
système BONUS qui a pour but de faire passer la validité du certificat
de visite à deux ans, moyennant des conditions liées à l'âge du
véhicule, au kilométrage, au résultat du contrôle et à la prestation
dans le temps. Cette réforme a entraîné une baisse d'activité de
l'ordre de 7,5% en moyenne pour les organismes de contrôle. Cette
baisse d'activité se fait aujourd'hui lourdement sentir au niveau de la
trésorerie.
Il apparaît aujourd'hui que tous les organismes de contrôle sont
déficitaires dans les deux secteurs d'activité, le contrôle technique et
l'examen pour l'obtention du permis de conduire. Les déficits les plus
importants se manifestent en Wallonie et au sein de sociétés ayant
des parts de marché plus importantes pour l'examen pour l'obtention
du permis de conduire que pour le contrôle technique. Les moyens
dont la FIA dispose sont fortement sollicités et s'épuisent donc
rapidement.
Plusieurs entreprises du secteur pourraient connaître des problèmes
de trésorerie dans le courant de 2009. La tendance ne peut aller
qu'en s'aggravant puisque les coûts de fonctionnement des
organismes, en particulier les salaires du personnel, sont indexés
alors que les tarifs n'évoluent pas.
Seul un ajustement rapide des tarifs et leur liaison future à l'indice des
prix à la consommation semblent de nature à permettre la survie
desdits organismes. Il faut rappeler que la mission des centres de
contrôle est primordiale en matière de prévention pour la sécurité
routière. Ces missions pourraient d'ailleurs être étendues et il n'est
pas anormal que des prestations supplémentaires amènent une
adaptation des tarifs. Suivant les régions, entre 3 et 13% des
véhicules soumis au contrôle technique ne se présentent pas à
l'inspection.
Monsieur le secrétaire d'État, je voudrais des informations sur la
situation financière du FIA. Envisagez-vous des mesures pour
améliorer la situation financière déficitaire des organismes de
contrôle? L'adaptation du tarif de la redevance est-elle envisagée à
brève échéance? Sinon, quels sont les arguments contraires? La
contribution des organismes au FIA ou à l'IBSR peut-elle être
modifiée?
Die ondernemingen zijn tevens
belast met het examen voor het
verkrijgen van het rijbewijs.
Alle
keuringsondernemingen
blijken thans deficitair te zijn. De
situatie
kan
enkel
maar
verergeren, aangezien de kosten
mee evolueren met de index terwijl
de tarieven onveranderd blijven.
De keuringscentra spelen een
belangrijke preventieve rol inzake
de verkeersveiligheid.
Hoe staat het FIA er financieel
voor?
Bent u voornemens maatregelen
te treffen om de slechte financiële
situatie van de keuringsinstellingen
te verbeteren?
Zal het retributietarief binnenkort
worden aangepast?
Kan
de
bijdrage
van
de
instellingen aan het FIA of het
BIVV aangepast worden?
03.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
madame De Bue, votre analyse de la situation financière des
03.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Uw analyse klopt.
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
organismes de contrôle technique et du FIA - le Fonds de
compensation du contrôle technique et du permis de conduire - est
exacte. Il est vrai que les tarifs du contrôle technique n'ont pas été
modifiés depuis maintenant dix ans tandis que les coûts d'exploitation
des centres ont augmenté fortement. C'est bien grâce au FIA que les
tarifs ont pu rester les mêmes et cela pour tout le territoire, car il est
vrai que le coût d'exploitation varie selon la densité et la composition
du parc automobile.
Mes collaborateurs et moi-même avons déjà assisté à plusieurs
réunions avec les représentants du secteur au cours desquelles nous
avons pu analyser la situation pour trouver des solutions adéquates. Il
est entendu que pour l'année 2009, tous les organismes de contrôle
technique seront déficitaires et que le FIA va devoir compenser des
pertes constatées pour tous ces organismes. Le FIA a encore la
possibilité financière de compenser ces pertes pour une période
relativement courte: trois ou quatre ans, selon l'évolution des résultats
financiers des organismes.
Le problème pour certains organismes est le manque de liquidités
pour satisfaire aux dépenses quotidiennes, dû à des recettes
moindres et surtout à des dépenses plus élevées. Ici, le FIA intervient
également en versant des compensations anticipées mais cela ne
convient pas à certains organismes.
Comme vous le voyez, la situation financière des organismes de
contrôle technique est suivie de très près. Je dois vous avouer que,
moi aussi, je trouve cette situation assez malsaine. Comme les coûts
annuels montent pour toutes les entreprises, notamment en ce qui
concerne le coût salarial pour 2008, il me paraît souhaitable de
prévoir également des indexations annuelles pour le secteur du
contrôle technique, comme c'est le cas dans un bon nombre
d'entreprises, aussi dans le secteur public.
Pour autant, je souhaite également augmenter à cette occasion le
service à la clientèle, par exemple, en élargissant la plage horaire des
ouvertures le soir ou le samedi.
En résumé, je dirais "oui" à une adaptation des tarifs et "oui" à un
service plus vaste à rendre à la clientèle.
Dankzij het FIA werden de
tarieven voor de technische
controle de afgelopen tien jaar niet
gewijzigd,
terwijl
de
exploitatiekosten van de centra
wel stegen.
In
2009
zullen
alle
keuringsinstellingen in de rode
cijfers komen en het FIA zal de
verliezen moeten compenseren.
Ik kan dus instemmen met een
tariefherziening, gekoppeld aan
een ruimere dienstverlening aan
de klanten.
03.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, vous confirmez donc les échos émanant du secteur.
D'après vous, le FIA pourra effectivement compenser les pertes du
secteur pendant deux, trois ou quatre ans maximum; j'imagine donc
qu'il conviendra de trouver des mesures pour l'avenir car l'échéance
est déjà pour demain.
Cette indexation, vous la prévoyez à brève échéance? Peut-on
l'envisager pour 2009?
03.03 Valérie De Bue (MR):
Volgens u zal het FIA bij machte
zijn de verliezen van de sector te
compenseren gedurende twee,
drie of maximum vier jaar; daarna
zullen er maatregelen moeten
worden genomen.
Denkt u dat die indexering er snel
kan komen?
03.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: En clair, madame
De Bue, les organismes en question sont actuellement en discussion
avec les syndicats sur l'élargissement de la plage horaire à certains
soirs et au samedi, et ce, dans le cadre d'une négociation globale à
mener avec nous sur l'adaptation de la tarification.
03.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: In het kader van een
globale onderhandeling met mijn
departement over de aanpassing
van de tarieven voeren de
keuringsinstellingen
momenteel
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
Ce serait malvenu de ma part de conclure déjà un accord sur un
changement des horaires d'ouverture des centres sans être certain
que, sur le plan social, il n'engendre des problèmes. Il convient donc
d'abord de trouver un accord avec les syndicats sur une souplesse
accrue des heures de prestation et, ensuite, d'entrer en négociation
sur l'adaptation de la tarification de base et son indexation.
J'y suis favorable en principe, puisque la pratique s'applique à la large
majorité des prestations des entreprises économiques publiques.
Pourquoi ne s'appliquerait-elle donc pas dans ce cas?
La tarification de base mérite également une adaptation afin d'obtenir
simultanément une plus grande souplesse du service à la clientèle.
met de vakbonden besprekingen
over een uitbreiding van de
dienstregeling
tot
bepaalde
avonden en de zaterdag.
Ik zou er geen goed aan doen nu
al een akkoord te sluiten over de
wijziging van de dienstregeling van
de centra, terwijl ik niet zeker ben
dat er geen sociale problemen
zullen ontstaan. Eerst moet met de
vakbonden een akkoord over
soepelere
werktijden
worden
gesloten,
en
dan
kan
er
onderhandeld worden over de
aanpassing van de basistarieven
en over het instellen van een
indexmechanisme.
Ik ben principieel voor een
indexmechanisme, aangezien dat
bestaat voor de meeste diensten
die
de
economische
overheidsbedrijven verlenen. Ook
de
basistarieven
mogen
aangepast worden met het oog op
een
klantvriendelijker
dienstverlening.
03.05 Valérie De Bue (MR): En effet, revoir les tarifs sera plus
compréhensible à la population à condition d'élargir le service. C'est
plus cohérent.
03.05 Valérie De Bue (MR): Dat
is logischer.
03.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Les organismes le
savent: j'en ai discuté au préalable. Je leur ai signalé être d'accord en
principe, mais vouloir de leur part une acceptation d'une plus grande
souplesse de prestation vis-à-vis du public. Tout le monde peut
trouver un avantage dans une situation win-win.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
04 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister over "het overleg met de Gewesten" (nr. 10986)
04.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le secrétaire d'État,
j'aborderai ce problème de concertation sous l'angle des panneaux de
signalisation. Dans une récente déclaration, le ministre wallon Antoine
évoquait votre collaboration dans les termes suivants: "Il faut corréler
nos efforts. Etienne Schouppe sera heureux de savoir que nous
sommes prêts à lutter contre la vitesse. J'attends plus de partenariat
du fédéral pour simplifier les panneaux sur les routes".
Monsieur le secrétaire d'État, je suppose que vous avez pris
connaissance de cette déclaration. Quels sont les dossiers qui
souffrent d'un manque de collaboration entre le fédéral et les
04.01 Jean-Luc Crucke (MR):
Minister Antoine formuleerde in de
krant La Dernière Heure de wens
om de strijd tegen overdreven
snelheid op te voeren en beter met
de federale overheid samen te
werken met het oog op de
vereenvoudiging van de verkeers-
borden langs de autosnelwegen.
Heeft u die uitspraken gelezen?
Wat bemoeilijkt de samenwerking
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
Régions? Où se situent les blocages? Le dialogue va-t-il reprendre?
Partagez-vous le constat du ministre Antoine? Existe-t-il un projet
commun relatif à la simplification des panneaux? Si oui, que contient-
il?
tussen de federale overheid en de
Gewesten nog? Werken de twee
beleidsniveaus samen aan de
vereenvoudiging
van
de
verkeersborden?
04.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je
puis répondre à M. Crucke que j'ai, bien sûr, pris connaissance de
l'article publié dans "La Dernière Heure" du 7 février dernier, qui
reprend les déclarations du ministre Antoine au sujet de son nouveau
PAVE (Plan Anti-Vitesse étendu). Il vise une intervention financière
pour installer des radars sur les routes communales. Je dois vous dire
que je ne puis que me réjouir de cette initiative.
En effet, à plusieurs reprises, j'avais lancé des appels aux
responsables politiques wallons afin qu'ils entreprennent des actions
en termes de sécurité routière pour rattraper le retard de la Wallonie
par rapport à la Flandre et Bruxelles quant à la diminution du nombre
de tués. Ainsi, les objectifs nationaux pourraient être atteints en 2010
et 2015. Vous n'étiez pas là, monsieur Crucke, mais M. Bellot me
rappelait tout à l'heure qu'il ne croyait pas que nous obtiendrions le
résultat escompté, à savoir la diminution de moitié des 1.500 tués
constatés en 2000.
De toute façon, mes appels ont porté leurs fruits, puisque je constate
qu'en 2008, le nombre de tués a diminué de presque 20% en
Wallonie et de seulement quelque 8% en Flandre. Certes, la base
était différente, mais le pourcentage de réduction est nettement
différent. Je crois bien que le fédéral et les Régions se trouvent de
plus en plus sur la même longueur d'onde à propos des mesures à
prendre sur le plan de la sécurité routière.
De multiples constatations ont été faites par le groupe de travail de la
Commission fédérale pour la sécurité routière et de manière plus
intensive encore par celui de la task force sécurité routière.
Des conclusions communes en matière de sensibilisation de politique
criminelle et d'infrastructure seront prochainement soumises au
Comité interministériel pour la sécurité routière. C'est dans ce cadre
que l'on doit également inscrire les objectifs communs en matière de
signalisation routière qui ont déjà fait l'objet de différentes initiatives.
Un guide a d'ailleurs été publié par l'Institut belge pour la sécurité
routière à l'attention des gestionnaires de voirie dont le but est de
signaler moins, mais mieux. Un groupe de travail au sein de la
Commission fédérale, dont les Régions font partie, s'occupe aussi de
la révision de la signalisation routière.
Enfin, je voudrais ajouter que, voici quelques jours, j'ai eu un contact
direct avec M. Antoine pour parcourir les mesures que ce dernier a
prises et les inscrire dans le cadre des actions que nous menons au
niveau fédéral.
04.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik heb de verklaringen
van minister Antoine in La
Dernière
Heure
inderdaad
gelezen. Met zijn `Plan antivitesse
étendu' (PAVE) wil hij de installatie
van
flitspalen
langs
de
gemeentewegen subsidiëren. Ik
wil dat Wallonië zo snel mogelijk
zijn achterstand ten opzichte van
Vlaanderen en Brussel inloopt,
opdat de nationale doelstellingen
betreffende de verlaging van het
aantal verkeersdoden tegen 2010
en 2015 zouden gehaald worden.
In 2008 is dat aantal in Wallonië
met bijna 20 en in Vlaanderen met
8 procent gedaald. Ter zake
bestaat
er
een
groeiende
consensus tussen de federale
overheid en de Gewesten.
Er wordt overleg gepleegd in de
Federale Commissie voor de
Verkeersveiligheid
en
in
de
taskforce Verkeersveiligheid. Hun
gemeenschappelijke
conclusies
zullen
binnenkort
voorgelegd
worden aan het Interministerieel
Comité
voor
de
Verkeersveiligheid.
Het Belgisch Instituut voor de
Verkeersveiligheid
heeft
de
Minderbordengids
uitgebracht.
Een werkgroep die deel uitmaakt
van de Federale Commissie,
waaraan
de
Gewesten
meewerken, buigt zich ook over de
herziening van de bewegwijzering.
Enkele dagen geleden ben ik in
contact getreden met de heer
Antoine om zijn maatregelen te
verwerken in de acties op federaal
niveau.
04.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse. Ma question portait exclusivement sur
les propos tenus par le ministre Antoine concernant le dossier ayant
trait à la simplification des panneaux de signalisation routière. Or, je
n'ai pas entendu de réponse à ce propos. Vous m'avez répondu au
04.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Mijn
vraag
had
uitsluitend
betrekking op de vereenvoudiging
van de verkeersborden en daar
heb
ik
geen
antwoord op
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
sujet du plan PAVE, mais il est question d'autre chose.
En ce qui concerne le plan de simplification des panneaux routiers, de
deux choses l'une: soit le ministre Antoine raconte des bêtises, ce qui
d'ailleurs ne m'étonnerait pas, soit ce n'est pas le cas. Cela mériterait
d'être signalé. Toujours est-il que M. Antoine est favorable à une
collaboration avec le fédéral et que, jusqu'à maintenant, il n'en existe
pas. Pour ma part, j'aurais souhaité avoir votre point de vue sur la
question.
gekregen.
Verkoopt
minister
Antoine onzin?
04.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur Crucke, je
vous ai parlé de "signaler moins, mais mieux". Cette question est
d'ailleurs sur la table de la Commission qui examine tout le carnet de
la réglementation routière. Le but est d'atteindre l'objectif évoqué
précédemment, éviter la multiplication des panneaux, comme c'est le
cas aujourd'hui, diminuer leur nombre et travailler notamment par
zone. Je répète que j'ai abordé récemment la question avec M.
Antoine. Mais aussi longtemps qu'une proposition formelle ne m'est
pas transmise par la Commission qui travaille sur la problématique de
la sécurité routière, je ne peux me prononcer. Mais je vous assure
que nous travaillons!
04.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Die kwestie werd
aanhangig
gemaakt
bij
de
Commissie, die het volledige
verkeersreglement onderzoekt. Zo
lang mij geen formeel voorstel
wordt bezorgd, kan ik mij daarover
niet uitspreken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Stefaan Van Hecke aan de vice-eerste minister en minister van
Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen over "de ontwerprichtlijn van
de Europese Commissie inzake de voorrang van het goederenvervoer" (nr. 11010)
05 Question de M. Stefaan Van Hecke au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique,
des Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles sur "le projet de directive de la
Commission européenne relative à la priorité à réserver au transport de marchandises" (n° 11010)
05.01 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, de Europese Commissie heeft een
ontwerprichtlijn ingediend om op belangrijke spoorassen in Europa
het goederenverkeer voorrang te geven op de reizigerstreinen.
Daartegen is protest gerezen. Zowel de European Passengers
Federation - EPF - als de Bond voor Trein-, Tram- en Busgebruikers -
die intussen van naam is veranderd - hebben zich verzet tegen dit
voorstel omdat zij vrezen dat dit de attractiviteit en de
betrouwbaarheid van het reizigersvervoer zou kunnen aantasten.
We weten allemaal dat een kleine vertraging van bijvoorbeeld
vijf minuten in het reizigersverkeer verstrekkende gevolgen kan
hebben, waardoor een treinreiziger een aansluiting kan missen. Voor
goederenverkeer is dit een veel kleiner probleem.
Ook bestaat de vrees dat het voorstel van de Commissie er op drukke
trajecten zou kunnen toe leiden dat rijpaden voor reizigerstreinen
zouden worden geweigerd of dat het veel moeilijker zou zijn om die
nog te krijgen bij de opmaak van een dienstregeling omdat de
rijpaden eerder prioritair zouden worden toegekend aan
goederentreinen.
Uiteraard, en daar staan wij volledig achter, moet er worden gewerkt
aan meer modal shifts, moet er veel meer goederenverkeer via het
spoor gebeuren dan via de weg. De vraag is echter wat men zal doen
05.01 Stefaan Van Hecke
(Ecolo-Groen!): La Commission
européenne a élaboré un projet de
directive tendant à donner la
priorité
au
transport
de
marchandises au détriment du
trafic des voyageurs sur les
principaux
axes
ferroviaires
d'Europe. Ce projet a déjà suscité
quantité de protestations. Les
organisations de défense des
intérêts des usagers du train,
surtout, s'y opposent: ils craignent
que le transport des voyageurs
perde de son attrait parce que
pareille
directive
ralentira
inévitablement les cadences et
augmentera le nombre de retards.
De plus, ce projet de directive peut
même faire en sorte que les trains
de voyageurs soient négligés lors
de l'attribution des sillons.
Il est évidemment positif d'investir
dans le transport de marchandises
mais si cette situation doit
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
wanneer dit in concurrentie komt met het reizigersverkeer. Moet er
dan niet eerder worden gekeken naar extra investeringen in
infrastructuur voor het reizigersverkeer zodat dit niet het slachtoffer
wordt van die concurrentie?
Ik wil daarom twee heel concrete vragen stellen. Ten eerste, wat is
het Belgisch standpunt op dit ogenblik ten aanzien van het ontwerp
van richtlijn? Ten tweede, wat zijn de geschatte gevolgen voor het
reizigersvervoer op het Belgisch spoornet dat toch al heel vaak wordt
gebruikt. Bestaat het gevaar op een nadelige situatie voor het
reizigersverkeer in ons land?
entraîner
une
concurrence
destructrice vis-à-vis du trafic de
voyageurs, il faudra investir dans
des
infrastructures
supplémentaires.
Quelle
est
la
position
du
gouvernement à propos de ce
projet de directive? Quelles en
seraient les conséquences pour le
transport des voyageurs sur le
réseau national?
05.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Van Hecke, ik moet er vooreerst uw aandacht op vestigen
dat u verwijst naar een Commissievoorstel voor een verordening en
niet naar een ontwerp van richtlijn.
Wat is het verschil? Een verordening is onmiddellijk van toepassing
op de hele EU, terwijl een richtlijn door alle lidstaten in nationaal recht
moet worden omgezet.
Dit voorstel van verordening van de Commissie dateert van
12 december 2008 en staat op de dagorde van recente en
toekomstige raadswerkgroepen landentransport. Ik kan u verzekeren
dat wij de tijd nemen om alle consequenties van dit voorstel te
evalueren en te bestuderen.
Ik moet zeggen dat België elk initiatief ondersteunt dat een Europees
spoornet voor competitief goederenvervoer bevordert. Wij wijzen op
de voortrekkersrol die ons land vervult bij de totstandkoming van de
goederencorridors en onderstrepen onze inzet voor de verbetering
van het trans-Europees vervoersnetwerk.
België heeft een kleine oppervlakte en een dicht en druk bereden
spoornet waar menig flessenhals ontstaat. Onze beleidsdoelstellingen
mikken op een toename van zowel het binnenlands als het
internationaal reizigersvervoer en dit gelijktijdig met een verhoging
van de stiptheid.
De structuur van ons net leidt onvermijdelijk tot het ontstaan van
verkeersknooppunten op tal van lijnen. Het creëren van corridors,
alleen voor het goederenvervoer, kan bijgevolg de afwikkeling van
reizigerstreinen in verkeersknooppunten bemoeilijken. Dat is evident.
Hierbij komt dat België een centrale positie bekleedt in wat in het
spoorwegjargon the blue banana wordt genoemd. Dat is het zeer
intense verkeer dat komt van Engeland, de Midlands, over de Benelux
langs de Ruhr en de Rijn naar Zwitserland en Noord-Italië.
België heeft daarin een zeer centrale positie waardoor het vervoer in
ons land sowieso zeer hoog is, hetzij door het eigen binnenlands
verkeer, het verkeer met andere economische centra en het
doorvoerverkeer tussen die belangrijke economische centra. De aard
is uiteraard zeer uiteenlopend: lokaal, middellange en lange afstand,
nationaal, internationaal, reizigersvervoer, goederenvervoer.
Ons land is omwille van al die redenen nogal terughoudend over het
05.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Il ne s'agit pas
d'un projet de directive mais d'une
proposition de règlement: un
règlement entre immédiatement
en vigueur dans l'ensemble de
l'Union européenne, alors qu'une
directive doit être transposée en
droit national par chaque État
membre à son rythme. La
proposition de la Commission date
du 12 décembre 2008 et était
inscrite à l'ordre du jour d'une
série de réunions passées et
futures des groupes de travail
"transport terrestre" du Conseil.
Chaque État membre peut prendre
le
temps
d'analyser
les
conséquences de la proposition.
Notre
pays
appuie
toute
proposition
favorable
à
un
transport de marchandises par
train concurrentiel. Dans cette
optique, nous oeuvrons depuis un
certain
temps
déjà
pour
l'amélioration du réseau ferroviaire
transeuropéen.
De
par
sa
superficie réduite et l'intensité du
trafic sur son réseau ferroviaire,
notre pays voit apparaître de
nombreux goulets d'étranglement.
Le
gouvernement
s'efforce
d'accroître le trafic interne et
externe de voyageurs et d'en
améliorer
la
ponctualité.
La
structure de notre réseau favorise
la formation de noeuds de
circulation. Il en résulte que la
création
de
corridors
exclusivement dédiés au transport
de
marchandises
entraverait
gravement la fluidité du trafic de
voyageurs. De plus, notre pays
occupe une position centrale dans
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
voorstel
voor
een
Europees
netwerk
voor
competitief
goederenvervoer omdat zulks belangrijke gevolgen kan hebben voor
het reizigersvervoer. Wij zullen ons uiteindelijk en gedetailleerd
standpunt slechts vastleggen nadat wij het passende beraad met de
Gewesten hebben georganiseerd.
Al deze elementen zetten er ons toe aan om in elk geval een
waakzame en vooral voorzichtige houding aan te nemen. Het gaat
niet op om met beide handen een kans te grijpen die door Europa
wordt gepromoot, als men de gevolgen op de andere bestaande
vervoersstructuren niet of onvoldoende heeft bestudeerd. Ik predik op
dit ogenblik dus voorzichtigheid.
In mijn periode heb ik de prioriteit van het reizigersvervoer klaar en
duidelijk vooropgesteld. Wij kennen ook het belang van het
goederenvervoer voor de belangrijke economische centra en
voornamelijk op het vlak van het transitverkeer vanuit onze havens.
Wij moeten dat ongetwijfeld koesteren, maar wij mogen niet zomaar
meteen gretig inspelen op een welbepaalde attitude vanuit Europa
vooraleer wij de gevolgen op de andere transportdragers klaar en
duidelijk hebben kunnen inschatten.
ce qu'on appelle la "Blue Banana",
à savoir "l'arc ferroviaire" qui relie
les Midlands britanniques à la
Suisse et au Nord de l'Italie via le
Benelux et le bassin de la Ruhr.
Il en résulte que dans notre pays, il
y a une activité très intense en
matière de transports: trafic
intérieur national, trafic avec
d'autres centres économiques et
trafic de transit entre le premier et
le second. La nature de tous ces
transports est très variée.
Pour toutes ces raisons, la
Belgique est assez réticente à
l'égard de la proposition relative à
la mise en place d'un réseau
européen en vue d'assurer la
compétitivité du transport de
marchandises. Cette proposition
est en effet de nature à avoir des
répercussions majeures sur le
transport de voyageurs. Nous
n'adopterons définitivement une
position détaillée qu'après nous
êtres concertés avec les Régions.
En toute hypothèse, nous saurons
nous montrer vigilants et prudents.
Il ne me paraît pas indiqué de
s'empresser
de
saisir
une
occasion promue par l'Europe en
n'ayant pas au préalable étudié les
effets que cela produirait sur les
autres structures existantes dans
le domaine des transports ou en
ne les ayant pas étudiées
suffisamment.
05.03 Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen!): Mijnheer de
staatssecretaris, ik ben tevreden met uw antwoord omdat u terecht
enige terughoudendheid aan de dag legt. U erkent ook dat er
moeilijkheden in het reizigersverkeer kunnen ontstaan, zeker omdat
België een geconcentreerd verkeer kent met een aantal
flessenhalzen. Het is een correcte houding om dat nauwkeurig te
onderzoeken en een terughoudend standpunt in te nemen.
Hoe kan u die twee belangrijke uitdagingen verzoenen: zoveel
mogelijk reizigers vervoeren in tijden van mobiliteitsproblemen en
zoveel mogelijk goederen via alternatieve modi vervoeren. U wil
daarover overleg plegen met de Gewesten.
Hoe staan de andere lidstaten daar tegenover? Ik weet niet of u daar
al een antwoord kan op geven. Zijn wij als België in deze als enige
terughoudend of ziet u bij de andere lidstaten een gelijkaardige
houding? Of is dit nog niet duidelijk?
05.03 Stefaan Van Hecke
(Ecolo-Groen!):
Le
secrétaire
d'État se monte à juste titre
quelque
peu
réticent.
Des
problèmes pourraient se poser
pour le transport des voyageurs. Il
convient effectivement de les
analyser minutieusement. Il s'agit
de concilier deux défis importants,
à savoir transporter un maximum
de voyageurs à une époque où de
nombreux problèmes de mobilité
se posent et transporter un
maximum de marchandises par
des
moyens
de
transport
alternatifs.
Les
autres
États
membres sont-ils aussi réticents
que la Belgique?
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
05.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Ik kan zeggen dat vooral
de grotere landen een vrij positieve opstelling aan de dag leggen
omtrent het internationaal netwerk, het Trans European Network, de
grote corridors van het goederenvervoer; omdat sommige van die
corridors welbepaalde passende omleidingen hebben in hun grote
centra, dat is juist.
De corridors die ons aanbelangen, als ik me niet vergis voornamelijk
de corridors A, E en F, tussen Polen, Duitsland en België, geven voor
Polen en Duitsland geen problemen.
De corridors in de noord-zuidas, geven voor België en Nederland
problemen inzake het samengaan met het reizigersvervoer. Voor
Frankrijk en Italië zijn de problemen al veel geringer.
De aard van de gecreëerde moeilijkheden in sommige landen zijn niet
vergelijkbaar met de moeilijkheden in België, enerzijds omwille van de
densiteit van onze bewoning, en anderzijds omwille van de densiteit
van het gebruik van het spoorwegennet voor het reizigervervoer en
het goederenvervoer, voornamelijk vanuit de havens.
05.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Les grands pays,
en particulier, sont relativement
favorables au Trans European
Network, parce que certains
corridors disposent de déviations
appropriées.
Les corridors qui nous concernent
entre la Pologne, l'Allemagne et
notre pays ne posent aucun
problème pour la Pologne et
l'Allemagne. Les corridors sur
l'axe
nord-sud
posent
des
problèmes pour la Belgique et les
Pays-Bas sur le plan de la
compatibilité avec le transport de
voyageurs. Les problèmes sont
déjà beaucoup moins importants
pour la France et l'Italie.
La nature des difficultés dans
certains
pays
n'est
pas
comparable aux difficultés que l'on
rencontre en Belgique en raison
de la densité de la population et de
l'utilisation intensive du réseau
ferroviaire pour le transport de
voyageurs et de marchandises,
principalement en provenance des
ports.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de M. Jean-Luc Crucke au ministre de la Justice sur "l'alternative à la perception
06 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de minister van Justitie over "het alternatief voor de
onmiddellijke inning" (nr. 11498)
06.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, je tiens à
remercier M. Flahaut qui me permet de poser ma question avant la
sienne.
Monsieur le secrétaire d'État, la presse signalait voici peu que de plus
en plus de zones de police, en accord avec leurs parquets,
proposaient une alternative à la perception immédiate lors d'un excès
de vitesse.
L'alternative est la suivante: l'ASBL "10 de Conduite" offre la
possibilité de remplacer partiellement la perception de l'amende par
quatre heures de cours pratiques sur les priorités en matière de
circulation, de vitesse et sur le civisme au volant.
Ce n'est pas le cas de toutes les zones mais on constate une
évolution en la matière.
Avez-vous connaissance de cette expérience?
06.01 Jean-Luc Crucke (MR):
Wanneer een bestuurder op
overdreven snelheid betrapt wordt,
bieden steeds meer politiezones,
met goedkeuring van hun parket,
een alternatief aan voor de
onmiddellijke
inning:
de
gedeeltelijke vervanging van de
boete door vier lesuren over de
prioriteiten met betrekking tot het
verkeersreglement, de snelheid en
burgerzin in het verkeer.
Wat is de wettelijke grondslag van
dat alternatief? Kan de FOD
Mobiliteit de positieve resultaten
van dat experiment bevestigen?
Welk
gevolg
geeft
uw
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
Quelle est la base légale qui permet de justifier et de motiver cette
alternative?
Le SPF Mobilité, qui a partiellement suivi cette expérience, peut-il
confirmer les résultats positifs que semble dégager ce processus?
Quel est le suivi que l'administration réserve à ce procédé?
Ne serait-il pas souhaitable d'étendre cette opportunité à toutes les
zones et de plafonner le montant de l'amende?
Que les choses soient claires, je pense qu'il faut pouvoir laisser le
choix aux gens. Ce qui me dérange, c'est que certaines zones
appliquent ce système et d'autres pas, parce que le procureur du Roi
ne souhaite pas l'appliquer. N'y a-t-il pas là une sorte d'inégalité?
administratie aan die alternatieve
procedure?
Is
het
niet
aangewezen om dat alternatief in
alle politiezones in te voeren? Ik
vind dat men de mensen de keuze
moet laten, maar die ongelijke
behandeling tussen de zones
stoort me.
06.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur Crucke,
l'initiative semble émaner de plusieurs parquets (Arlon, Dinant, Huy,
Marche, Neufchâteau et Nivelles) qui offrent aux contrevenants ayant
commis un excès de vitesse le choix de suivre une formation plutôt
que de payer l'amende. Au stade de la perception immédiate, la loi ne
prévoit pas la possibilité de suivre une formation. Ces initiatives ne
disposent donc pas de base légale spécifique et trouvent leur base
dans les compétences prétoriennes des parquets.
De toute façon, il est exclu qu'une proposition de formation soit
adressée par les services de police car c'est au procureur du Roi qu'il
revient d'apprécier l'opportunité des poursuites.
Les résultats de cette expérience n'ont pas pu m'être communiqués.
Mais il me semble que ces formations constituent certainement un
bon moyen de sensibilisation des contrevenants. Toutefois, leur durée
de quelques heures est vraiment trop courte pour viser une véritable
conscientisation des contrevenants. C'est pourquoi j'opterai plutôt
pour des formations de rééducation pour ceux qui commettent des
infractions de manière répétée. En effet, dans la plupart des cas, le
paiement d'une amende donne déjà à réfléchir. S'il apparaît que le
paiement d'amendes consécutives ne s'avère pas suffisant, des cours
de rééducation me paraissent nécessaires
06.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
Verscheidene
parketten
bieden
verkeers-
overtreders die te snel reden, de
mogelijkheid om een opleiding te
volgen in plaats van een boete te
betalen. Wat de onmiddellijke
inning betreft, voorziet de wet niet
in die mogelijkheid. Die initiatieven
berusten op de pretoriaanse
bevoegdheden van de parketten.
De procureur des Konings is hoe
dan ook degene die moet oordelen
of moet worden vervolgd.
De resultaten van die testcase
konden mij niet bezorgd worden.
Die lessen zijn zeker een goed
middel
om
overtreders
te
sensibiliseren, maar ze duren niet
lang genoeg om een heuse
bewustwording teweeg te brengen.
Het lijkt me verstandiger langere
opleidingen voor te stellen, maar
alleen voor de recidivisten.
06.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse. Effectivement la compétence prétorienne
des parquets permet un certain nombre d'initiatives.
Monsieur le ministre, vous avez évoqué la possibilité d'une
rééducation plus longue pour les récidivistes.
Cela dit, j'estime que le système actuel, dans la mesure où il laisse
une alternative, même si le temps est relativement réduit (4 heures)
peut, peut-être, également favoriser la conscientisation.
Mais pour avoir une idée du résultat de ce genre de mesure, il faudrait
pouvoir disposer de statistiques dans le temps. C'est la raison pour
laquelle je vous demande de bien vouloir inviter le SPF Mobilité à
étudier les résultats par le biais d'une analyse plus scientifique et
universitaire de manière à pouvoir faire le bilan de la situation actuelle
et tirer un certain nombre de conclusions. Ce serait préférable à des
impressions de l'un ou de l'autre, qu'elles soient positives ou
06.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Hoewel de opleidingsduur relatief
kort is, kan het huidige systeem
wellicht tot een bewustwording
leiden.
We
zouden
over
statistieken moeten beschikken.
Zou u de FOD kunnen verzoeken
de resultaten wetenschappelijk te
analyseren?
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
réservées.
06.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur Crucke, vous
admettrez que, dans le cadre de la perception immédiate, ce choix
n'est pas possible. Ce n'est qu'au niveau du procureur que cela
pourrait éventuellement être envisagé. Mais pour notre part, nous
pensons qu'il faut que cela vaille la peine.
06.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik heb mijn diensten
gevraagd
de
kwestie
te
onderzoeken.
06.05 Jean-Luc Crucke (MR): C'est la raison pour laquelle je
propose de procéder à une analyse.
06.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Suite au dépôt de votre
question, j'ai demandé à mes services d'examiner la question. Mais je
n'ai pas encore reçu de réponse à ce sujet.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Questions jointes de
- M. André Flahaut au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "l'implication de la
Région wallonne dans le nouveau plan de gestion des nuisances sonores de Brussels Airport"
(n° 11117)
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le non-respect
du système de sélection des pistes par Belgocontrol" (n° 11674)
- Mme Clotilde Nyssens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le non-
respect des instructions ministérielles par Belgocontrol" (n° 11713)
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des
Entreprises publiques et des Réformes institutionnelles sur "le non-respect des instructions
ministérielles par Belgocontrol" (n° 11717)
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le timing
de l'interdiction progressive des vols pendant les nuits du week-end" (n° 11827)
07 Samengevoegde vragen van
- de heer André Flahaut aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "de betrokkenheid van het Waals Gewest bij het nieuwe plan voor het beheer van de
geluidsoverlast rond Brussels Airport" (nr. 11117)
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "het niet-naleven van het systeem voor de keuze van de start- en landingsbanen door
Belgocontrol" (nr. 11674)
- mevrouw Clotilde Nyssens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister over "het niet-naleven van de ministeriële onderrichtingen door Belgocontrol" (nr. 11713)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de vice-eerste minister en minister van Ambtenarenzaken,
Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen over "het niet-naleven van de ministeriële
onderrichtingen door Belgocontrol" (nr. 11717)
- de heer Georges Dallemagne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister over "het tijdpad voor de invoering van een geleidelijk verbod op nachtvluchten tijdens het
weekend" (nr. 11827)
07.01 André Flahaut (PS): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, je vous prie d'excuser mon arrivée tardive, mais j'ai
l'impression que tous les Tamouls sont à Bruxelles, parce que tout est
bloqué partout!
Monsieur le secrétaire d'État, nous nous sommes réjouis de l'accord
intervenu récemment relativement au nouveau plan de gestion des
nuisances aériennes de l'aéroport de Zaventem. Celui-ci a, enfin, fait
l'objet d'un consensus au Conseil des ministres. Je suppose donc
qu'il est le fruit d'une concertation entre tous les partenaires du
gouvernement.
07.01 André Flahaut (PS): In de
ministerraad
werd
er
een
consensus bereikt over het nieuwe
plan voor de beheersing van de
door het luchtverkeer op de
luchthaven
van
Zaventem
veroorzaakte overlast. Ondanks
uw beloften om rekening te
houden met alle omwonenden,
moet worden vastgesteld dat
Waals-Brabant geen stem in het
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
Votre plan fait espérer une amélioration de la situation, notamment
pour le Brabant wallon mais pas uniquement, puisque je ne
prétends pas intervenir au nom du principe NIMBY. La difficulté de
votre tâche était telle qu'il importait de trouver un équilibre entre toutes
les parties.
Une nette amélioration de la situation est attendue quant au problème
du survol nocturne du Brabant wallon. Cependant, je reste très attentif
à la définition des normes de vent ainsi qu'au tracé des routes
aériennes. En effet, cette définition et ce tracé ont des impacts très
nets pour les populations des axes Grez-Doiceau/Beauvechain et
Braine l'Alleud/Waterloo/La Hulpe. Ces riverains ne doivent surtout
pas être oubliés dans la recherche d'une solution équilibrée pour
l'ensemble des habitants. Or le problème réside justement là. Le
Brabant wallon est très largement écarté du débat sur les nuisances
de l'aéroport de Zaventem. Vous vous rappellerez que, lorsque je
vous avais interrogé voici quelques semaines, je vous avais déjà dit
que nous étions aussi concernés et que vous ne deviez pas nous
oublier.
En tant qu'élu du Brabant wallon, je ne peux que manifester mon
mécontentement face à une situation contre laquelle je vous avais
mis en garde et que je n'ai donc cessé de dénoncer. Bien que des
nuisances soient constatées, des communes n'ont toujours pas voix
au chapitre - et ce, malgré vos promesses répétées de prendre en
considération l'ensemble des riverains concernés. Ce n'est
évidemment pas acceptable.
Monsieur le secrétaire d'État, je vous poserai trois questions.
Pourquoi la Région wallonne n'est-elle pas partie prenante de l'accord
de coopération qui doit créer un institut d'information autour des
nuisances aériennes?
Pourquoi les communes brabançonnes wallonnes ne sont-elles pas
invitées à la table du forum de concertation réunissant les communes
riveraines?
Que doivent en conclure les habitants de la province du Brabant
wallon? Et, surtout, que doivent-ils faire pour enfin être entendus? À
l'époque où l'on réfléchissait à un RER, lors des négociations sur la
constitution d'un nouveau gouvernement en 1988, M. Tobback avait
expliqué qu'il irait se coucher sur les voies à Louvain. C'est
naturellement plus difficile d'agir ainsi dans le cas de problèmes
aériens! Je peux toujours aller me coucher sur la piste de Melsbroek,
cela ferait plaisir à mes suppléants, mais je n'ai pas envie d'y aller tout
de suite!
Que pouvons-nous donc faire? Peut-être m'apporterez-vous une
réponse: nous allons y remédier et honorer les promesses faites, tant
par la Région wallonne que par les communes du Brabant wallon.
Dans ce cas, je serais le plus heureux des hommes.
kapittel heeft in het debat
dienaangaande.
Waarom
wordt
het
Waalse
Gewest niet betrokken bij het
samenwerkingsakkoord dat ertoe
strekt een instituut voor informatie
over de door het luchtverkeer
veroorzaakte hinder op te richten?
Waarom worden de Waals-
Brabantse
gemeenten
niet
uitgenodigd op het overlegforum
van de omwonende gemeenten?
Wat moeten de inwoners van
Waals-Brabant daaruit besluiten?
Wat moeten ze ondernemen om te
worden gehoord?
Moet ik op de landingsbaan van
Melsbroek gaan liggen opdat de
beloftes gedaan aan het Waalse
Gewest en de gemeenten uit
Waals-Brabant zouden worden
nagekomen?
07.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
président, monsieur le secrétaire d'État, toujours dans le cadre de ce
plan que vous avez initié en décembre et qui devait entrer en vigueur
à partir du lundi 2 février 2009, il me revient de la part de riverains et
07.02 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Nog
steeds wat uw plan dat op
maandag 2 februari 2009 in
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
d'autorités communales survolés que vos propres instructions n'ont
déjà plus été suivies et appliquées par Belgocontrol et, en particulier,
le dimanche 1
er
mars 2009, soit moins d'un mois après l'entrée en
vigueur de vos instructions.
En effet, le dimanche 1
er
mars, la plupart des avions décollant en
suivant une route de départ Chièvres via la balise CIV sont partis en
majorité de la plus courte piste de décollage 20 alors que vos
instructions et le NOTAM précisaient bien qu'ils devaient partir de la
piste 25R. Des avions gros porteurs et très bruyants sont ainsi partis
avec une distance de décollage plus limitée sur la piste 20, alors que
la décision du Conseil des ministres les envoyait sur la longue et
rassurante piste 25R. C'était principalement des avions pour les
États-Unis.
Les autorités communales des communes survolées ont contacté la
tour de contrôle, qui leur a répondu que tout était normal. Ce ne
semble pas correspondre à la vérité.
Nous ne comprenons pas: est-ce la première fois ou non? On me dit
que ce n'est pas la première fois que Belgocontrol applique mal les
décisions du ministre ou que Belgocontrol se trompe de processus
informatisé dans la sélection des pistes, ce qui est terriblement
inquiétant.
Pouvez-vous nous préciser les raisons pour lesquelles les instructions
ministérielles n'ont pas été correctement suivies le dimanche 1
er
mars
2009?
Avez-vous pris une initiative pour éviter que ce genre d'incident ne se
reproduise?
Des sanctions ont-elles été prises à l'égard des contrôleurs aériens
qui n'ont pas respecté un NOTAM?
Pour quels motifs Belgocontrol n'applique-t-il pas strictement toutes
les décisions prises en Conseil des ministres et ne respecte-t-il pas
ainsi les clauses du contrat de gestion qui lie cette entreprise publique
autonome à l'État fédéral?
werking moest treden, betreft, heb
ik van de omwonenden en de
gemeentebesturen vernomen dat
Belgocontrol uw richtlijnen al niet
meer naleeft. Dat was zeker het
geval op zondag 1 maart 2009. De
meeste
vliegtuigen
die
de
opstijgroute via Chièvres volgen
en gebruik maken van het baken
CIV, vertrokken van de korte baan
20, terwijl ze volgens uw richtlijnen
en de NOTAM van baan 25R
dienden op te stijgen. Het ging
vooral om grote en lawaaierige
toestellen die naar de VS vlogen.
Een aantal gemeentebesturen die
de
controletoren
hadden
gecontacteerd, kregen te horen
dat alles normaal was. Dat leek
echter niet te kloppen met de
feiten.
Men zegt me dat het niet de eerste
keer is dat Belgocontrol de
beslissingen van de minister slecht
uitvoert of fouten maakt bij het
toewijzen van de banen, wat
bijzonder verontrustend is.
Waarom werden uw richtlijnen op
zondag 1 maart 2009 niet correct
uitgevoerd? Heeft u een initiatief
genomen om dergelijke incidenten
te
voorkomen?
Hebben
de
luchtverkeersleiders een sanctie
gekregen?
07.03 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
puisque les questions de M. Baeselen et de Mme Nyssens avaient
trait au même problème, j'ai fusionné la réponse aux trois questions.
J'imagine que, dans ma réponse à Mme Snoy, je puis intégrer aussi
les éléments de réponse aux questions des collègues absents. La
question de M. Dallemagne a trait à un sujet quelque peu différent et
je pourrai y répondre séparément. Pour ne pas me répéter deux ou
trois fois, je propose de répondre à la question de M. Flahaut et aux
questions de M. Baeselen et de Mmes Snoy et Nyssens.
Je réponds d'abord à la question de M. Flahaut. Je dois vous dire,
monsieur Flahaut, que je ne suis pas du tout opposé à ce que la
Région wallonne soit partie prenante à l'accord de coopération qui
devrait être conclu avec les Régions en matière de cartographie du
bruit, de normes de bruit et d'aménagement du territoire, mais
j'aimerais que la Région wallonne fasse connaître son souhait d'y
participer, qu'elle en fasse la demande.
07.03 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
Ik
zal
eerst
antwoorden op de vraag van de
heer Flahaut. Ik heb er helemaal
niets op tegen dat het Waals
Gewest zich aansluit bij het
samenwerkingsakkoord over het
in
kaart
brengen
van
de
geluidsbelasting, dat met de
Gewesten zou moeten worden
gesloten, maar ik had graag
gezien dat de Waalse overheid
een aanvraag indient.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
07.04 André Flahaut (PS): Je vais jouer le facteur (...).
07.05 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Le gouvernement
précédent avait déjà fixé la composition du forum de constatation sur
base d'un critère qu'il considérait comme objectif, soit l'exposition aux
différents niveaux de bruit repris dans la cartographie annuelle
réalisée par l'exploitant de l'aéroport.
Cette composition sera revue chaque année en fonction de l'évolution
des niveaux de bruit. Dans l'hypothèse où des communes wallonnes
seraient à l'avenir exposées à des niveaux de bruit significatifs - vous
avez fait état que c'est devenu entre-temps le cas -, elles seraient
bien entendu invitées à faire partie de ce forum. Cela me paraît tout à
fait justifié.
Les avis de l'ensemble des parties concernées ont été pris en compte
dans l'accord de gouvernement du 19 décembre 2008, y compris des
avis provenant du Brabant wallon. Certaines mesures adoptées
s'adressent spécifiquement aux riverains résidant à proximité directe
de l'aéroport tandis que d'autres, comme l'interdiction des avions les
plus bruyants, s'adressent à l'ensemble des habitants concernés.
Au niveau des principes, ma réponse est positive par rapport à votre
intervention.
Madame Snoy, en ce qui concerne le non-respect des instructions
ministérielles par Belgocontrol, je dois vous dire que pour ce qui est
du délai pris par Belgocontrol pour appliquer les décisions du
gouvernement du 19 décembre dernier, il convient de souligner que la
réglementation européenne en matière de sécurité a été
considérablement renforcée ces dernières années.
Aujourd'hui, toute modification des systèmes ou des procédures de
gestion du trafic aérien doit faire l'objet d'une étude de sécurité
approfondie. Les études doivent ensuite être approuvées par l'autorité
de surveillance des prestataires de services de la navigation aérienne.
Toutes ces études demandent des ressources humaines hautement
spécialisées et surtout, elles demandent du temps. Par ailleurs, les
contrôleurs doivent suivre une formation pour appliquer ces
modifications. Il n'est donc pas anormal qu'un certain temps se soit
écoulé entre les instructions que j'ai données et leur application sur le
terrain, d'autant plus que les services de Belgocontrol chargés
d'effectuer ces études ont actuellement une charge de travail assez
lourde avec la mise en place du nouveau centre de contrôle aérien
CANAC 2 à Steenokkerzeel.
J'en viens aux questions jointes sur l'utilisation des pistes le 1
er
mars.
Le dimanche entre 6 heures et 16 heures, les décollages en direction
de la balise CIV (Chièvres) sont normalement opérés sur la piste 25R
(droite) lorsque le vent vient de l'ouest alors que les décollages en
direction du sud-est sont opérés sur la piste 20. Le dimanche 1
er
mars, la piste 20 n'a pu être utilisée avant 9 heures en raison d'un
vent arrière trop important. À partir de 9 heures, cette piste a pu être
utilisée à nouveau, conformément au schéma prévu. Lorsqu'il y a
changement de configuration des pistes en usage, les contrôleurs
aériens doivent introduire la modification dans le système AMS
(Airport Movement System), qui veille précisément à ce que la piste et
la route de vol correspondante soient automatiquement attribuées à
07.05 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Aan de hand van de
blootstelling aan geluidsbelasting
die blijkt uit de geluidscontouren
die
de
luchthavenexploitant
jaarlijks opstelt, had de vorige
regering de samenstelling van dit
forum al vastgesteld. Op grond
van de evolutie van de geluids-
belasting zal die samenstelling elk
jaar worden herzien. Mochten
bepaalde Waalse gemeenten in de
toekomst aan een aanzienlijk
niveau
van
geluidsbelasting
worden blootgesteld, zal hun
uiteraard gevraagd worden om
deel te nemen aan het forum.
Het
regeerakkoord
van
19
december 2008 houdt rekening
met de mening van alle betrokken
partijen, ook die van Waals-
Brabant. Sommige maatregelen
belangen
wel
specifiek
de
omwonenden van de luchthaven
aan, maar andere maatregelen
bijvoorbeeld het verbod op de
meest luidruchtige vliegtuigen
komen alle inwoners van het
betrokken gebied ten goede.
Wat de niet-naleving van de
instructies
door
Belgocontrol
betreft, moet worden onderstreept
dat de Europese regelgeving
inzake veiligheid de jongste jaren
heel wat strenger is geworden.
Het is nu zo dat er voor elke
wijziging van de luchtverkeers-
leidingsprocedures een grondige
veiligheidsstudie moet worden
uitgevoerd. Die studies vereisen
uitermate
gespecialiseerd
personeel en vergen vooral tijd. De
luchtverkeersleiders
moeten
voorts een opleiding volgen in
verband met die wijzigingen. Het is
dus normaal dat er tijd is
verstreken tussen het moment
waarop ik de instructies gaf en het
moment dat ze in praktijk werden
gebracht.
Ik kom nu terug op het gebruik van
de landings- en startbanen op
1 maart. Op zondag tussen 6 en
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
chaque vol.
Pour la configuration des pistes utilisées le dimanche matin, il existe
plusieurs choix possibles dans l'AMS. En l'occurrence, un mauvais
choix a été opéré par le contrôleur et les vols vers la balise CIV se
sont vu attribuer par erreur la piste 20 pour le décollage. Étant donné
qu'aucun décollage n'a été opéré vers la balise CIV entre 9 heures et
10 heures, l'erreur n'a pas été constatée directement et au total,
quatre décollages ont été opérés à partir de la piste 20 au lieu de la
piste 25R avant que cette erreur ne soit constatée et corrigée. Trois
de ces vols étaient à destination de l'Espagne et un du Sénégal.
À la suite de cet incident, Belgocontrol a procédé rapidement à une
enquête interne dont il ressort qu'il s'agit d'une erreur humaine. Selon
Belgocontrol, cette erreur n'a pas eu d'impact sur la sécurité du trafic
aérien.
La procédure de vol utilisée erronément est en effet publiée et vérifiée
au niveau de la sécurité. Depuis lors, Belgocontrol a pris des mesures
correctrices et modifié le système AMS afin d'éviter que cette erreur
ne puisse se reproduire.
J'ai chargé l'autorité de supervision de Belgocontrol, le BSA-ANS
(Belgian Supervisory Authority for Air Navigation Services), qui
dépend de mes services, de vérifier si ces mesures correctrices sont
suffisantes pour que cette erreur ne puisse se reproduire.
Ce manquement ne restera néanmoins pas sans suites, l'inspection
aéronautique a démarré une enquête et procédé au constat de
l'irrégularité.
16 uur stijgen de vliegtuigen in de
richting van het baken CIV
(Chièvres) bij westenwind in
principe op van baan 25-R, terwijl
de vliegtuigen in zuidoostelijke
richting opstijgen van baan 20. Die
dag kon baan 20 vóór 9 uur niet
gebruikt worden wegens rugwind.
Later kon de baan wel weer
gebruikt worden, conform het
schema. Wanneer er van baan
gewisseld wordt, moeten de
luchtverkeersleiders de wijziging in
het
AMS-systeem
(Airport
Movement System) ingeven. Dat
systeem zorgt ervoor dat de baan
en
de
overeenstemmende
vliegroute automatisch worden
toegekend aan elke vlucht.
Op zondagochtend biedt het AMS
verschillende mogelijkheden. In dit
geval maakte de verkeersleider de
verkeerde keuze en moesten de
vluchten in de richting van het
baken CIV per abuis van baan 20
vertrekken.
Er
stegen
vier
vliegtuigen
met
bestemming
Spanje en Senegal op voordat de
fout werd rechtgezet. Het betreft
een menselijke fout, maar volgens
Belgocontrol kwam de veiligheid
niet in het gedrang.
Sindsdien
heeft
Belgocontrol
corrigerende
maatregelen
getroffen en het AMS-systeem
gewijzigd om een herhaling van
dat incident te voorkomen. Ik heb
de toezichthoudende overheid van
Belgocontrol, BSA-ANS (Belgian
Supervisory Authority for Air
Navigation Services) de opdracht
gegeven na te gaan of die
corrigerende
maatregelen
volstaan. De luchtvaartinspectie is
met een onderzoek gestart en
heeft de nodige vaststellingen met
betrekking tot de onregelmatigheid
gedaan.
07.06 André Flahaut (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse. J'ai au moins quelque chose à dire aux
habitants de la province du Brabant wallon.
Au sein du gouvernement, c'est M. Charles Michel qui a donné l'avis
pour l'ensemble de la province du Brabant wallon. C'est un peu
ennuyeux car même si le parti libéral représente 40% des électeurs
07.06 André Flahaut (PS): Het
feit dat minister Charles Michel het
advies voor de provincie Waals-
Brabant heeft gegeven, is nogal
ongelukkig,
want
de
MR
vertegenwoordigt helemaal niet
Waals-Brabant! Ik zal bovendien
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
du Brabant wallon, il ne représente pas tout le Brabant wallon.
Dans le prolongement, en m'appuyant sur votre réponse, je vais faire
interpeller au niveau de la Région wallonne tant M. Demotte que M.
Antoine pour savoir pour quelles raisons ils n'ont pas apporté de
réponses ni montré plus d'enthousiasme à faire partie de cet accord
de coopération.
En ce qui concerne les communes, certaines d'entre elles ont peut-
être fait la démarche. Quant à la notion de niveau de bruit significatif,
j'espère qu'on n'a pas considéré que ces communes n'étaient pas
touchées par un niveau de bruit significatif pour ne pas donner
réponse aux démarches qu'elles ont entreprises. Je vous demanderai
de faire en sorte qu'on prenne d'office en considération les demandes
des communes du Brabant wallon. Le fait de les exclure pour un
niveau de bruit significatif, cela revient au "certain temps" pour le
refroidissement du fût du canon! Tout est question d'appréciation.
Pour le reste, j'espère qu'elles donneront une suite aux démarches
que je ferai sur base de votre réponse. Si ce n'est pas le cas, nous
nous reverrons dans quelques semaines.
minister-president Demotte en
minister Antoine laten ondervragen
om na te gaan waarom ze zich niet
enthousiaster hebben getoond
voor dat samenwerkingsakkoord.
Ik zal vragen dat men ambtshalve
rekening houdt met de gemeenten
uit Waals-Brabant en ze niet
uitsluit, omdat ze niet voldoende
last zouden hebben van de
geluidshinder! Voorts hoop ik dat
ze gevolg zullen geven aan de
demarches die ik op grond van uw
antwoord zal doen.
07.07 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
président, je remercie le secrétaire d'État pour sa réponse.
Monsieur le secrétaire d'État, je me réjouis du fait que vous ayez
reconnu que des erreurs avaient été commises à l'occasion de 4
décollages de gros porteurs. Mais je ne suis pas d'accord avec vous
lorsque vous dites que cela n'avait pas eu d'impact au niveau de la
sécurité. En effet, ces erreurs auraient pu être à l'origine d'incidents.
Des mesures correctrices doivent donc être mises en oeuvre et je me
félicite de la mise en place d'un système visant à vérifier que les
mesures correctrices sont suffisantes pour éviter que de telles erreurs
ne soient commises à l'avenir. En effet, il suffit d'une erreur qui tourne
mal pour se retrouver face à une situation dramatique. En matière de
transport aérien, on ne peut rien laisser passer.
07.07 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Ik ben
blij dat u toegeeft dat er vier fouten
werden gemaakt, maar ik meen
dat ze wel degelijk gevolgen
hebben gehad voor de veiligheid.
Het verheugt me ook dat er werk
gemaakt wordt van een systeem
om na te gaan of de corrigerende
maatregelen wel toereikend zijn.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre sur "l'adoption de la directive sur les redevances aéroportuaires" (n° 11711)
08 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,
toegevoegd aan de eerste minister over "de goedkeuring van de richtlijn betreffende de
luchthavengelden" (nr. 11711)
08.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
président, monsieur le secrétaire d'État, le sujet a déjà été abordé ici.
Une directive définissant les principes communs qui régiront la
perception de redevances pour les aéroports a été adoptée le
19 février dernier par le Conseil de l'Union européenne. Elle prévoit
notamment la prise en compte du critère environnemental pour la
modulation des redevances.
L'article 3 stipule que les États membres veillent à ce que "les
redevances aéroportuaires n'entraînent pas de discrimination entre
08.01 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Op
19 februari werd de richtlijn inzake
luchthavengelden
aangenomen
die in 2010 van kracht moet
worden. Artikel 3 van die richtlijn
bepaalt dat er ter zake ook met
milieuaangelegenheden rekening
dient te worden gehouden.
Wat zijn de concrete gevolgen van
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
les usagers d'aéroport, mais cela n'empêche pas la modulation des
redevances aéroportuaires pour des motifs d'intérêt public et d'intérêt
général, y compris d'ordre environnemental. Les critères utilisés pour
une telle modulation doivent être pertinents, objectifs et transparents".
Cette directive qui entrera en vigueur en 2010, c'est-à-dire demain,
s'applique aux aéroports dont le trafic annuel est supérieur à
5 millions de passagers. En Belgique, l'aéroport de Bruxelles sera
donc bien évidemment concerné; je pense qu'il sera le seul.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous dès à présent nous
préciser quelles seront les implications concrètes de cette directive
pour l'aéroport de Zaventem, et notamment sur le montant de la
redevance qui sera demandé aux voyageurs par le gestionnaire
aéroportuaire?
Comment cette nouvelle législation pourra-t-elle s'articuler avec la
volonté affichée l'année dernière par votre gouvernement d'imposer
une taxe "environnementale" sur les billets d'avion?
Je relève simplement que le gestionnaire australien de l'aéroport
présente des résultats financiers très confortables pour 2008 (223
millions d'euros). Tant mieux pour l'État belge qui reste actionnaire.
Cependant, il s'agit là d'une opportunité pour l'État de faire appliquer
des tarifs qui prennent plus justement en compte l'impact
environnemental du trafic aérien, ce fameux "coût externe" reconnu
dans tous les modes de transport. En effet, l'Europe vient également
de reconnaître la nécessité d'imputer les coûts externes pour le trafic
routier.
die richtlijn voor de luchthaven van
Zaventem,
die
als
enige
luchthaven in België onder de
toepassing ervan valt, aangezien
ze jaarlijks meer dan 5 miljoen
reizigers verwelkomt? Hoe zal een
en ander samengaan met het
streven van de regering om een
"milieutaks" op vliegtuigtickets te
heffen?
Ondanks de gunstige resultaten
van de Australische luchthaven-
beheerder (223 miljoen euro in
2008) is dit voor de Belgische
Staat een kans om de "externe
kosten" die in het kader van alle
vervoerswijzen worden erkend, in
aanmerking te nemen.
08.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
madame, vous citez bien le boni global du groupe et non le boni
réalisé à Bruxelles.
Madame, vous attirez à juste titre l'attention sur l'article 3 de la
nouvelle directive européenne sur les redevances aéroportuaires. Je
tiens à préciser que les dispositions des deuxième et troisième
phrases de cet article y ont été ajoutées à la demande explicite de la
Belgique, et ce, dans le but de pouvoir maintenir le système de
différenciation environnementale actuellement en vigueur à l'aéroport
de Bruxelles-National.
En effet, une importante différenciation environnementale est déjà
d'application pour cet aéroport, conformément à l'article 47.2 et à
l'annexe à l'arrêté royal du 21 juin 2004 octroyant la licence
d'exploitation de l'aéroport de Bruxelles-National à la société anonyme
BIAC.
Dans la formule actuelle, un coefficient 2 est utilisé pour les vols de
nuit à côté d'un coefficient situé entre 0,9 et 1,7 en fonction de la
catégorie des bruits de l'appareil utilisé. Toutefois, cette directive n'a
pas d'impact sur la possibilité d'imposer une taxe environnementale
sur les billets d'avion, qui reste une décision politique. Les effets en
Belgique de ce texte, dont le but principal est d'instaurer un système
de régulation économique dans les aéroports de l'Union européenne,
seront faibles. En effet, seul l'aéroport national rentre actuellement
dans le champ d'application de la directive et un système de
régulation économique existe déjà pour cet aéroport en vertu de
08.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De cijfers die u
aanhaalt zijn die van de globale
boni van de groep en niet die
welke
in
Brussel
werden
gerealiseerd.
De bepalingen in de tweede en de
derde zin van artikel 3 werden op
verzoek van België toegevoegd.
Op
de
luchthaven
Brussel-
Nationaal wordt er immers al een
belangrijke
milieudifferentiatie
toegepast.
In de huidige formule wordt de
coëfficiënt 2 gebruikt voor de
nachtvluchten. Die tekst heeft
geen weerslag op de milieuheffing
op vliegtuigtickets. Mijn diensten
werken
samen
met
de
economische regulator van de
luchthaven aan de omzetting van
die richtlijn die slechts beperkte
gevolgen zal hebben. De tarieven
die toegepast worden, behoren al
tot de hoogste in Europa.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
l'article 5 de l'arrêté royal précité. Seules les modalités de cette
régulation devront être légèrement adaptées.
Mes services travaillent en collaboration avec le régulateur
économique de l'aéroport à l'adaptation de la réglementation belge
afin de la rendre conforme à la nouvelle directive. À cette occasion,
nous
examinons
dans
quelle
mesure
la
différenciation
environnementale doit être adaptée. Quant aux tarifs pratiqués dans
notre aéroport national, il convient de remarquer qu'ils sont déjà parmi
les plus élevés en Europe.
08.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
secrétaire d'État, je vous remercie. Je reconnais que j'ignorais la
différenciation des redevances dont vous venez de parler. Je serais
ravie que vous me communiquiez des informations sur leur montant.
Néanmoins, je pense que la directive pourrait offrir de nouvelles
possibilités et permettrait d'affiner cette variabilité en fonction de
nouveaux critères. Car, d'une part, entre 2004 et 2010 le secteur
aéronautique aura réalisé des progrès et, de l'autre, nous devrions
nous montrer plus sévères vis-à-vis des avions qui ne respectent pas
un certain nombre de limites en termes de bruit et de consommation
de carburant. Je me demande si nous ne devrions pas veiller à
pénaliser davantage les vols à courte distance que ceux à longue
distance, en raison de leur contribution plus importante à la pollution
atmosphérique et aux émissions de CO
2
.
08.03 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Ik wist
niet dat er, zoals u stelt, een
onderscheid werd gemaakt tussen
de heffingen. Ik zou graag het
bedrag ervan kennen.
Dankzij die richtlijn zou het moeten
mogelijk zijn om die variabiliteit te
verfijnen in functie van nieuwe
criteria om, bijvoorbeeld, het
gebruik van korteafstandsvluchten
te ontraden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "de sterk stijgende tarieven voor de sportluchtvaart" (nr. 11521)
- de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
over "het project tot eenzijdige verhoging van alle prestaties uitgevoerd door het Directoraat-generaal
Luchtvaart" (nr. 11530)
09 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "la forte
augmentation des tarifs dans le domaine de l'aviation de tourisme" (n° 11521)
- M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "le projet
d'augmentation unilatérale des prestations effectuées par la Direction générale Transport aérien"
(n° 11530)
09.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, we
hebben in deze commissie al heel veel vragen gesteld aan de
opeenvolgende ministers van Verkeer over de geluidshinder van
Zaventem. Er zijn ook vliegvelden die op een veel betere manier
ingeburgerd zijn in de omgeving. Dat is vooral het geval met de
sportvliegveldjes.
Ik woon zelf in Grimbergen en daar hebben we een vliegveld dat veel
beter aanvaard is dan welk vliegveld ook. Er is een zeer goed
systeem van afspraken met de omgeving. De omwonenden klagen
daar nauwelijks. Recent is er iets in het nieuws gekomen van mensen
die bouwgrond hebben en die plots merken dat daar ook gevlogen
wordt, maar dat zijn de eerste klachten in vele jaren: die mensen
wonen daar niet en kennen de situatie niet.
09.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La forte augmentation
des tarifs que la Direction générale
du transport aérien (DGTA) veut
imposer au secteur de l'aviation de
tourisme préoccupe ce secteur. À
titre d'exemple, le coût d'un
examen théorique passera de 87 à
225 euros. En outre, les coûts
d'inspection du secteur de la
maintenance seront dorénavant
répercutés
entièrement.
Les
premiers frais s'élèvent vite à un
millier d'euros, ce qui est de
nature à dissuader les jeunes
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
De mensen die actief zijn in de sportluchtvaart zijn zeer ongerust over
de sterk stijgende tarieven die het directoraat-generaal van de
luchtvaart gaat opleggen. Zo stijgen de kosten van een theoretisch
examen van 87 naar 225 euro, de geluidsattesten van 145 naar
250 euro, de administratieve uurtarieven van 87 naar 125 euro en het
ordinaire schriftje dat "vluchtenboekje" heet van 27 naar 65 euro. Ook
zouden de inspectiekosten van de onderhoudssector voortaan
integraal worden doorgerekend.
Deze hoge tarieven dreigen de jonge aspirant-piloten sterk af te zullen
schrikken. Ze staan voor instapkosten zonder dat ze eigenlijk al aan
het vliegen zijn, kerosine betalen of vliegtuigbenzine of wat dan ook:
ze moeten al onmiddellijk 1.000 euro neertellen, wat voor sommigen
toch een zeer hoge drempel is. Op die manier dreigt uiteindelijk het
voortbestaan zelf van die clubs in het gedrang te komen. Zij hebben al
heel wat minder jonge leden dan vroeger. Wanneer de prijzen
alsmaar duurder worden, komen zij in een negatief spiraal terecht
waarbij steeds minder jonge mensen nog geïnteresseerd zijn om
piloot te worden, met als gevolg dat er een tekort zal zijn het bestaat
vandaag eigenlijk al aan nieuwe piloten voor de commerciële
luchtvaart.
Men is ook zeer verontwaardigd over de wijze waarop dit allemaal
wordt doorgevoerd. Recreatieve gebruikers kregen slechts 24 uur tijd
om hun bemerkingen door te geven bij die nieuwe tarieven. Toch wel
heel vreemd allemaal. Navraag bij het directoraat-generaal van de
luchtvaart over de relatie tussen kostprijs en geleverde diensten,
leverde niets op. Naar het schijnt is het allemaal om budgettaire
redenen, maar waarom nu juist de sportvliegtuigjes of de sportpiloten
zo zwaar belast worden, wordt eigenlijk nergens uitgelegd. Ik kom tot
mijn vragen.
Ten eerste, kunt u die drastische verhoging van de administratieve
tarieven toelichten? Is deze verhoging ondertussen al geformaliseerd,
of kan daar nog iets aan gedaan worden? Of kunt u die alsnog
reduceren? Bent u bereid om die verhoging bij te stellen en de
tarieven bijvoorbeeld te bevriezen?
Ten tweede, kunt u uitleg geven bij de nieuwe verplichtingen van de
onderhoudssector? Die zou het ook heel lastig krijgen. Wat zijn de
concrete gevolgen hiervan voor de individuele piloten?
Ten derde, zou het niet gepaster zijn dat de sportluchtvaart zou
worden ondergebracht bij BLOSO en op die manier wordt
geregionaliseerd, zodat men een andere behandeling kan
verantwoorden dan voor de rest van de luchtvaart? Als het naar de
Gemeenschappen zou gaan, aangezien het een sportmaterie is, werd
reeds een regionalisering of communautarisering overwogen of
onderzocht?
aspirants pilotes et à aboutir
finalement à une pénurie de
pilotes
dans
l'aviation
commerciale.
La manière dont il est procédé à
cette augmentation des prix
suscite également l'indignation.
Les usagers récréatifs n'ont eu
que vingt-quatre heures pour faire
part de leurs remarques.
Le secrétaire d'État pourrait-il
fournir quelques éclaircissements
concernant l'augmentation des
tarifs
administratifs?
Cette
augmentation
est-elle
déjà
officielle? Le secrétaire d'État est-il
disposé
à
revenir
sur
l'augmentation
appliquée
à
l'aviation de tourisme? Pourrait-il
en dire plus à propos de la
nouvelle obligation à laquelle sera
désormais soumis le secteur de la
maintenance?
Quelles
répercussions aura-t-elle sur les
pilotes?
Une régionalisation de l'aviation de
tourisme est-elle envisagée? Cette
régionalisation justifierait en effet
que l'aviation de tourisme ne soit
pas traitée comme le reste de la
navigation aérienne.
09.02 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, een paar weken geleden hebben wij inderdaad de
noodkreet van verschillende piloten gehoord. Verschillende
organisaties van piloten hebben een noodkreet de wereld ingestuurd
om diets te maken dat er iets schort aan de nieuwe tarifering, het
vergoedingsstelsel dat voorgesteld wordt door het directoraat-
generaal van de luchtvaart.
09.02 Luk Van Biesen (Open
Vld): Le secteur belge des vols
récréatifs craint pour sa survie à
présent que la DGTA prépare
unilatéralement une hausse des
tarifs pour l'aviation de tourisme.
La DGTA souhaite que ses
services soient autosuffisants à
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
Daarbij staat de vraag centraal of daarmee een einde komt aan het
recreatief vliegen in België. Die vraag wordt meer en meer gesteld in
de sector van het recreatief vliegen.
Het directoraat-generaal van de luchtvaart werkt momenteel eenzijdig
aan een verhoging van het concept voor prestaties die zij leveren aan
de sport en recreatieve beoefenaars en kandidaat-beoefenaars van
ballonvaart, modelvliegen, zweefvliegen, ULM en motorvliegtuigen.
Startende en ervaren piloten moeten voor een heel aantal zaken een
vergoeding betalen aan het directoraat-generaal. Dat betekent echter
geen enkele meerwaarde voor het behalen of behouden van het
diploma. Het directoraat-generaal wil nu dat haar diensten 100%
zelfbedruipend zijn. In feite erkent het directoraat-generaal die
activiteiten niet meer als sportief of recreatief, maar wil het dezelfde
criteria toepassen als voor commerciële gebruikers van het luchtruim.
In de praktijk wil dat zeggen dat diverse tarieven stijgen met meer dan
100 tot zelfs 500%. Een aantal voorbeelden werd door de heer
Laeremans al gegeven. Bijvoorbeeld, het theoretisch examen, nu
87 euro, zal worden opgetrokken naar 225 euro. Dat zijn verhogingen
die toch erg zullen doorwegen voor het aantrekken van nieuwe, jonge
piloten.
De sector van het recreatief vliegen trekt aan de alarmbel en wijst
erop dat de voorgestelde maatregelen de doodsteek voor deze sport
kunnen zijn. De sector wijst erop dat het doorvoeren van de
maatregelen onderhoudsbedrijven, piloten en vliegtuigbouwbedrijven
definitief doen besluiten om uit te wijken naar vooral Frankrijk.
Recentelijk sloot een vliegclub uit de regio van Kortrijk haar
activiteiten in België om ze in Frankrijk voort te zetten. Daardoor
zullen de kosten voor de overblijvenden nog toenemen, aangezien de
kosten verdeeld worden onder degenen die er wel nog gebruik van
maken. Hoe minder gebruikers, hoe hoger uiteraard de individuele
kosten zullen zijn voor degenen die er nog wel gebruik van maken.
Piloten zijn nu voor België een uitvoerproduct. Eindelijk was men erin
geslaagd om het vliegen grondig te democratiseren, en nu wil men er
blijkbaar weer een elitaire sport van maken.
De vliegtuigbouwindustrie wordt eveneens zwaar gepenaliseerd met
bijzonder hoog oplopende rekeningen. Ook hier wordt onze moeilijke
concurrentiepositie in de wereld verder uitgehold. De bedragen
handelen bovendien dikwijls over een papier dat bekomen moet
worden.
Door het principe van de "100% zelfbedruipend''-regel zal er ook geen
enkele rem meer staan op de toename van personeel en kosten van
het directoraat-generaal. Alles zal toch worden betaald door de
gebruiker. Het directoraat-generaal voor de luchtvaart wordt dus
rechter en partij, en krijgt als het ware een soort federale
staatsmonopolie toegewezen. De belastingbetaler, bedrijfsleider en
piloot hoeven slechts te betalen, zonder enige inspraak en zonder de
beloofde transparantie.
De EU-regelgeving wil dat er een eenvormige, efficiënte
werkingsprocedure komt waardoor de regulatoren minder uitvoerende
maar meer controlerende taken moeten uitvoeren. Indien het
directoraat-generaal van de Luchtvaart zijn plannen echter doorvoert
100% et souhaite appliquer aux
utilisateurs récréatifs les mêmes
critères
qu'à
l'aviation
commerciale.
Les
tarifs
augmenteront de 100, voire de
500%.
Le secrétaire d'État adhère-t-il à la
vision de la DGTA? D'où vient
l'idée que les services doivent être
autosuffisants? Ne convient-il pas
d'établir une distinction claire entre
les vols récréatifs et les vols
commerciaux?
En raison du nouveau système, on
peut s'attendre à ce que de
nombreux
clubs
d'aviation
transfèrent
leurs
activités
à
l'étranger. Pour éviter de sacrifier
l'aviation de tourisme dans notre
pays, les tarifs actuels doivent être
gelés.
Le
secrétaire
d'État
prendra-t-il une initiative en ce
sens?
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
zal men net het omgekeerde effect krijgen.
Mijnheer de staatssecretaris, klopt het dat u achter deze visie van het
directoraat-generaal staat? Van waar komt de piste dat deze dienst
zelfbedruipend moet zijn? Vindt de staatssecretaris niet dat er een
duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen het recreatief-
sportief vliegen enerzijds en het commercieel vliegen anderzijds?
Aangezien diverse vliegclubs zullen uitvlaggen naar het buitenland,
lijkt het mij logisch om de huidige tarieven te bevriezen. Mijn concrete
vraag is dus welke initiatieven u zult nemen om deze tarieven te
bevriezen, niet te verhogen en op die manier toch een belangrijk deel
van het recreatief vliegen in ons land te kunnen behouden.
09.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, ik
moet de heren Laeremans en Van Biesen erop wijzen dat het oude
koninklijk besluit dat de vergoedingen regelt die het directoraat-
generaal van de Luchtvaart toekomen inmiddels al acht jaar oud is.
Na een voorstudie waarbij onder meer een consultant werd
ingeschakeld, was het de bedoeling om dit KB aan te passen. Het
dient genoteerd dat met de belangengroepen, waaronder de
Belgische aeroclubs, overleg gepleegd werd op 18 december 2008 en
5 februari 2009, toen er bijgestuurde tarieven werden voorgelegd met
mogelijkheid tot reactie binnen de 15 dagen. De commerciële
luchtvaart BATA, Belgian Air Transport Association, zal in de nabije
toekomst nog bijkomend worden geconsulteerd hoewel ook zij reeds
in december 2008 en januari 2009 werden gehoord.
U kent natuurlijk het verschil tussen een belasting en een vergoeding.
In tegenstelling tot een belasting dient een vergoeding ter
compensatie van de gemaakte kosten die krachtens de richtlijnen van
de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie CAO aantoonbaar
kostengerelateerd, kostenefficiënt, niet-discriminerend en overlegd
moet zijn. Dan nog blijft er een keuze tussen externalisering van de
kosten waarvoor de belastingbetaler opdraait of internalisering van de
kosten ten laste van de gebruiker of een mengeling van beide.
Krachtens het besluit van 2001 wordt nu maximaal 40% van de
kosten van het DGLV op de luchtvaartgebruikers verhaald. De rest
valt dus ten laste van de schatkist.
In de logica van het nieuwe koninklijk besluit worden de gemaakte
kosten verhaald op de gebruikers, behalve de overheads die aan de
Federale Overheidsdienst toekomen.
De bijsturing van de voorgestelde tarieven, waarvan de eerste in
januari 2009 is gebeurd, was bedoeld om rekening te houden met
buitenlandse tarieven en/of om onverantwoorde pieken af te toppen.
Er werd daartoe een overleg georganiseerd met de algemene sport-
en recreatieve luchtvaart. Ik kan u verzekeren dat een eventuele
uitvlagging door te hoge vergoedingen door mij als een reëel
probleem wordt ervaren, zoals u beiden trouwens hebt opgemerkt.
Overigens gaat het niet enkel om een tarievenprobleem. Het is
evenzeer een kwestie van luchtvaartbeleid en -reglementering. Het
valt immers niet te ontkennen dat de technische, administratieve en
daardoor ook financiële verplichtingen voor steeds meer sectoren in
de burgerluchtvaart toenemen door de professionalisering op
Europese aansturing, door de EASA - European Aviation Safety
09.03
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: L'arrêté royal qui
règle les indemnités de la DGTA
date d'il y a huit ans et doit par
conséquent être adapté. A cette
fin, une étude préliminaire a été
menée par un consultant. Le 18
décembre 2008 et le 5 février
2009, une concertation avec les
groupements
concernés,
dont
l'Aéroclub Royal de Belgique, a été
menée à propos du nouvel arrêté
royal. Ces associations ont reçu
un délai de quinze jours pour
réagir. L'aviation commerciale
sera consultée dans un avenir
proche.
Il existe une différence entre une
taxe et une indemnité. Cette
dernière vise à compenser des
coûts exposés, conformément aux
directives de l'Organisation de
l'aviation civile internationale. Elle
doit avoir un rapport coût-efficacité
correct, être non discriminatoire et
avoir fait l'objet d'une concertation.
Il faudra alors encore opérer un
choix entre une externalisation des
coûts à charge du contribuable,
une internalisation à charge de
l'utilisateur ou un système mixte.
Par arrêté royal, 40% des coûts de
la DGTA sont à présent à charge
des usagers du transport aérien et
le reste est à charge du Trésor.
Dans le nouvel arrêté royal, les
coûts
seront
à
charge de
l'utilisateur, à l'exception de
l'"overhead".
L'objectif
de
l'adaptation des tarifs proposés
était de tenir compte des tarifs
internationaux et d'éviter certains
excès.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
Agency.
Ik streef ernaar om, alvast op het gebied van de heffingen, in de
totaliteit niet hoger te tariferen dan in het buitenland. Een
benchmarkstudie wees dit uit, zodat alvast die motivatie voor
uitvlagging niet kan opgaan.
Het DGLV is bereid duurzame alternatieven te onderzoeken wat de
sportluchtvaart betreft, zonder evenwel de EASA-verplichtingen te
ontlopen. Er dient rekening te worden gehouden met het feit dat
alternatieve oplossingen niet noodzakelijkerwijs lagere financiële
lasten met zich brengen.
U hebt uit mijn antwoord begrepen dat ik dit rustig zal bekijken, aan
de hand van de kritieken en commentaren die ik ter zake heb
gekregen en dat de soep derhalve niet zo warm zal worden gegeten
als ze werd opgediend.
J'estime
qu'une
éventuelle
délocalisation
en
raison
d'indemnités
trop
élevées
constitue un réel problème, qui
n'est d'ailleurs pas uniquement dû
aux tarifs mais aussi à la gestion
politique et à la réglementation. La
professionnalisation à la demande
de l'Europe engendre de plus en
plus
d'obligations
techniques,
administratives et financières dans
le secteur de l'aviation civile. Je ne
souhaite dès lors pas introduire
globalement des tarifs supérieurs
à ceux appliqués à l'étranger.
En ce qui concerne l'aviation
sportive, la DGTA est toujours
disposée à examiner des solutions
de rechange durables. Nous
souhaitons en tout cas trouver un
juste milieu.
09.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, ik had dat niet begrepen uit het begin
van uw antwoord. U zei dat het de bedoeling is om de kosten van het
directoraat-generaal te verhalen op de gebruikers.
Ik kan leven met het principe, maar de vraag is hoe we dat zullen
spreiden over de verschillende soorten gebruikers.
Er is toch een verschil tussen de commerciële luchtvaart, waar men
gemakkelijk kan doorrekenen aan de reiziger. Iedereen weet dat
vliegen veel goedkoper is geworden dan pakweg dertig jaar geleden.
Het zou veel logischer zijn dat men de commerciële luchtvaart die
tarieven mee laat betalen, die uiteindelijk maar een heel kleine fractie
uitmaken van hun omzet, dan dat men de bron gaat aantasten, de
plaats waar de interesse voor het vliegen wordt gewekt, met name de
vliegclubs die een nuttige en belangrijke rol in heel ons vliegwezen
spelen.
Als men mensen gaat ontmoedigen om nog piloot te worden, zal men
op de duur in het buitenland moeten zoeken naar aspirant-piloten, wat
niet wenselijk is.
Het is een mooi en belangrijk beroep met heel verantwoordelijkheid.
Het zou echt jammer zijn mochten wij onze jonge mensen
ontmoedigen om nog te kiezen voor dit beroep.
Ik ben heel blij met het besluit van uw antwoord. U zegt dat u alles
nog zal evalueren en bekijken en dat de soep niet zo heet zal worden
gegeten als ze wordt opgediend.
Ik hoop echt dat u het belang van die sportvliegvelden, van de
sportluchtvaart voor ogen houdt en kijkt naar de toekomst en naar de
perspectieven voor jonge mensen, die al veel minder talrijk zijn dan
vroeger. Ze zouden moeten worden gestimuleerd om te leren vliegen
09.04 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je puis m'accommoder
du principe mais comment les
coûts seront-ils répartis entre les
différents utilisateurs? Il serait
beaucoup plus logique que ces
tarifs soient également appliqués à
l'aviation civile commerciale, ce
qui serait beaucoup plus simple
que de les répercuter sur les clubs
d'aviation
qui
stimulent
précisément l'intérêt pour le
pilotage et peuvent donc inciter
certaines personnes à opter pour
le métier de pilote.
Je me félicite de ce que le
secrétaire d'État affirme qu'il
évaluera encore tous les éléments
et que des aménagements sont
toujours possibles.
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
in plaats van ontmoedigd.
09.05 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, uit uw antwoord heb ik goed de laatste zin
onthouden, namelijk dat er nog niets is beslist. Daarom is het
belangrijkste element dat het overleg op een meer gestructureerde
manier dan in het recente verleden zou gebeuren.
Ik heb hier het schrijven van de voorzitter van de u wellicht niet
onbekende Koninklijke Belgische Aëroclub, de heer Wieme, bij. In
voornoemde brief schrijft hij dat zijn club het voorstel op woensdag
17 december 2008 om 10 uur 's ochtends per e-mail ontving. Op
donderdag 18 december 2008 is er een kort overleg, zijnde een
eenzijdige mededeling, van het Directoraat-Generaal Luchtvaart
geweest, zonder dat de mededeling ten grond kon worden besproken.
Ook de FLAG, de Flemish Aerospace Group, vraagt op 2 februari
2009 in een schrijven aan u het volgende. De brief zal u wellicht niet
onbekend zijn, want hij is aan u gericht. "Mijnheer de staatssecretaris,
in het licht van het voorgaande vragen wij u dan ook de huidige acties
en voorstellen niet voor te leggen voor implementatie zonder een echt
overleg met de sector, zo snel mogelijk een volledige werkgroep
samen te stellen met alle betrokkenen om voorstellen te doen in
verband met de vereenvoudiging van de taken van het directoraat-
generaal en stroomlijning van de taken van het directoraat-generaal
en EASA, in afwachting een delegatie te ontvangen van de sector om
u persoonlijk aan de hand van talloze voorbeelden de desastreuze
gevolgen van de ter tafel liggende voorstellen aan te tonen."
Mijnheer de staatssecretaris, ik hoop uit het antwoord te hebben
begrepen dat u de bedoelde procedure op de voornoemde manier zal
overlopen. Ik hoop dus dat u met de sector gaat praten, zodat wij
kunnen komen tot een realistisch en concreet voorstel dat de sector in
leven houdt. De recreatieve luchtvaartsport is immers heel belangrijk.
U weet dat wij in ons land een traditie van goede piloten hebben. De
meeste van hen zijn hun carrière in dergelijke vliegclubs met kleinere
vliegtuigen gestart. Jongeren van dertien, veertien of vijftien jaar oud
kunnen leren vliegen. Later worden zij misschien de beste piloten, die
ook internationaal kunnen worden ingezet.
Daarom is er de vraag de recreatieve luchtvaartsector niet verloren te
laten gaan, niet alleen op het vlak van de opleiding van piloten maar
ook op het vlak van het onderhoud van bepaalde vliegtuigen. Vroeger
was er rond alle, dergelijke vlieghaventjes immers een industrie voor
het onderhoud van de vliegtuigen. Alle onderhoudsbedrijven gaan ten
onder, wanneer wij de liefhebbers ontmoedigen om recreatief en
sportief te vliegen.
09.05 Luk Van Biesen (Open
Vld): Rien n'est donc encore
décidé. La concertation doit être
mieux structurée que dans un
passé récent. Le FLAG le
Flemish Aerospace Group a
également demandé de ne pas
mettre en oeuvre les propositions
actuelles avant une véritable
concertation avec le secteur, de
constituer le plus rapidement
possible un groupe de travail
chargé de la simplification et de la
rationalisation des tâches et de
recevoir une délégation du secteur
pour prendre connaissance des
conséquences désastreuses qui
découleraient des propositions
présentées.
J'espère que le secrétaire d'État
agira de la sorte, afin que l'on
puisse formuler une proposition
réaliste et viable pour l'aviation
récréative. La plupart de nos
pilotes ont commencé leur carrière
dans ces clubs d'aviation et ont,
par la suite, acquis une excellente
réputation. Nous ne pouvons en
aucun cas laisser ce secteur aller
à vau-l'eau. Ceci serait également
néfaste pour toutes les sociétés de
maintenance établies à proximité
de ces petits aérodromes.
09.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
heren, ik heb volkomen begrip voor de diverse standpunten die hier
zijn verdedigd. Ik heb zelf evenmin een echt positieve appreciatie van
de manier waarop het studiebureau te werk is gegaan. Zijn werkwijze
was mij reeds ter ore gekomen. Het lijkt mij geen manier van werken
te zijn.
Jullie pleiten ook mooi voor een bepaalde sector, waarvoor ik ten volle
begrip kan opbrengen. Het zijn natuurlijk sportvliegtuigen. Zij zijn voor
09.06
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je comprends
parfaitement tous ces points de
vue et je ne suis pas vraiment
enthousiaste quant à la manière
de travailler du bureau d'études,
mais les avions de tourisme sont
des moyens de loisirs et je ne
peux que constater que les frais
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
het amusement bestemd. Ik kan, anderzijds, niet naast de vaststelling
kijken dat de kosten voor de overheid die uit welbepaalde prestaties
voortspruiten, vandaag de dag slechts voor 40% gedekt zijn. De reden
is dat gedurende acht jaar de zaak, met name het fiscaliseren van de
lasten, doodeenvoudig ongemoeid werd gelaten. Dat constateer ik
niet alleen op voornoemd vlak maar ook bij andere activiteiten,
waarbij er op het vlak van de tarifering van prestaties doodeenvoudig
niets werd gedaan. De zaken werden doodeenvoudig gefiscaliseerd,
met alle gevolgen vandien.
Dat een verhoging met 150% niet zomaar kan, is een zaak waarvoor
ik begrip kan opbrengen.
Ik vraag anderzijds ook wat begrip. Ik neem aan, sommige van uw
stellingen goed kennende, mijnheer Van Biesen, dat het fiscaliseren
van lasten die de overheid moet dragen, een veel te gemakkelijke
weg is en niet met uw basisfilosofie overeenstemt. Ik vind het
trouwens kras dat de modale burger nog 60% van dat soort zaken
moet betalen.
Ik herhaal, ik zal de aangelegenheid opnieuw volledig in handen
nemen, want wat mij betreft is het zeker dat er een aanpassing moet
komen. Gedurende acht jaar geen tarifaire aanpassingen invoeren is
ook niet gezond, geef dat toe. Een verhoging met 150% doorvoeren is
evenmin aangewezen. Het komt er dus op aan om de gulden
middenweg te vinden tussen hetgeen wat echt verantwoord kan
worden en hetgeen via de begroting van het departement moet
worden gefiscaliseerd.
exposés par les pouvoirs publics
pour certaines prestations ne sont
actuellement
couverts
qu'à
concurrence de 40%, simplement
parce que la fiscalisation des
charges n'a pas été adaptée
pendant huit ans. Ceci étant dit,
une augmentation de quelque
150% n'est en effet pas vraiment
raisonnable.
Il n'est pas vraiment logique que le
citoyen doive encore payer 60%.
Une adaptation s'impose dès lors
mais une augmentation de 150%
ne me paraît pas indiquée. Il s'agit
dès lors de trouver le juste milieu.
09.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, als het acht jaar niet is gewijzigd, dan is het logisch
dat er sindsdien een indexering wordt toegepast. Uw nieuw systeem
kan misschien in een jaarlijkse of tweejaarlijkse aanpassing,
naargelang de index, voorzien. Dat is logisch.
Het is inderdaad niet normaal dat de Staat een groter deel betaalt,
maar nog eens, een periode van acht jaar leidt misschien tot een
verhoging van 20%. Elk jaar 2 of 3% erbij is ook aanvaardbaar, maar
een verhoging van 200 of 300% staat niet in verhouding, dat is
logisch.
Ik vraag u ten zeerste om niet alle soorten van de luchtvaart over
dezelfde kam te scheren, maar om de sportvliegvelden en de
beoefenaars van het sportvliegen anders te bekijken, gezien het
belang ook op lange termijn van die mensen.
09.07 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Une indexation s'impose
en effet si rien n'a bougé pendant
huit ans. Le secrétaire d'Etat
pourrait peut-être prévoir une
indexation périodique dans le
nouveau système. Il n'est en effet
pas normal que l'Etat paie une
partie plus importante, mais une
période de huit ans représente une
augmentation d'environ 20%. Une
augmentation de 200 à 300%
serait donc hors de proportion.
Il est important de tenir compte
des spécificités de l'aviation
récréative.
09.08 Luk Van Biesen (Open Vld): Ik heb begrip voor hetgeen wat
de staatssecretaris ons diets maakt, maar er zijn toch twee
alarmerende omstandigheden.
Ten eerste, in uw beleidsplan zegt u heel duidelijk, mijnheer de
staatssecretaris: "De financiering van de diensten van het directoraat-
generaal door de gebruiker zal worden verhoogd". Daar kondigt u al
aan dat u van plan was om de verhoging door te voeren.
Ten tweede, u zegt dat zoiets niet met mijn fiscale filosofie
overeenkomt. Ik wil toch even verduidelijken dat het in deze gaat om
09.08 Luk Van Biesen (Open
Vld): Le secrétaire d'Etat précise
clairement dans son plan que la
part du financement des services
de la direction générale assurée
par l'utilisateur sera augmentée. Il
s'agit en outre en l'occurrence d'un
sport récréatif bénéficiant de
moyens
dégagés
par
les
communes, les Communautés et
les Régions. Tous les frais ne sont
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
sport en recreatie. Dat de sportieveling in ons land niet alles van de
vele sportactiviteiten betaalt, hoef ik u niet te zeggen, u weet immers
beter dan ik welke middelen er aan sportinfrastructuur vanuit de
gemeente, vanuit de gemeenschap of vanuit de gewesten ter
beschikking worden gesteld.
Het lijkt mij totaal onlogisch om dat op dezelfde manier te behandelen.
Wij vragen u om dat als een sportief en recreatief gebruik te
behandelen en het niet door de pure economische bril te bekijken,
door te zeggen dat het commercieel is, want het kan niet
gerecupereerd worden.
Het is een sportieve en geen commerciële activiteit.
donc
pas
à
charge
des
pratiquants. Il n'y a pas lieu de
donner
une
dimension
commerciale à ce sport.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Fouad Lahssaini au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"la lutte contre la criminalité frontalière" (n° 11303)
10 Vraag van de heer Fouad Lahssaini aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister over "de bestrijding van grenscriminaliteit" (nr. 11303)
10.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Monsieur le président,
monsieur le secrétaire d'État, dans le cadre du Traité de Prüm signé
le 27 mai 2005, ratifié par ce parlement le 28 décembre 2006,
transposé en droit européen par la décision 2008/615/JAI, il est prévu
d'instituer une banque de données commune au Benelux, à la
France, l'Allemagne, l'Espagne et l'Autriche qui vise à intensifier
l'échange d'informations dans le but, entre autres, de lutter contre la
criminalité transfrontalière.
Les régions frontalières des pays sont confrontées aujourd'hui
notamment aux infractions commises par des véhicules immatriculés
à l'étranger et il importe que les auteurs de ces infractions soient
traités de manière équivalente aux auteurs immatriculés en Belgique.
Les services de police de ces communes ont été récemment
interpellés par le bureau commun de coopération policière Belgique-
Allemagne-Luxembourg au sujet d'une difficulté de la mise en place
des outils d'échange d'informations prévus par le Traité.
Selon une note de ce bureau, la Belgique est, à ce stade, le seul pays
qui n'a pas encore mis en place les conditions techniques de cette
coopération alors que les autres pays l'ont mise en place et l'utilisent.
Concrètement, il s'agit de la possibilité de consultation automatisée
directe de données provenant des registres des plaques
d'immatriculation.
La question pose problème puisque le Centre commun de
coopération policière et douanière de Luxembourg qui n'a pas les
amendes de roulage dans son champ d'action, refuse dorénavant de
répondre aux nombreuses demandes d'identification des titulaires de
plaques minéralogiques luxembourgeoises responsables d'infractions
de roulage.
Vos prédécesseurs ont déjà été interrogés à ce sujet et ont été
rassurants sur l'état d'avancement de la mise en place de ce système
d'échange. Dans son avant-dernière réponse, l'ancien ministre
10.01 Fouad Lahssaini (Ecolo-
Groen!): Met het oog op de
uitwisseling van gegevens, in het
kader van het Verdrag van Prüm
en
de
strijd
tegen
de
grensoverschrijdende criminaliteit,
werd
er
beslist
om
een
gemeenschappelijke
databank
voor
de
Benelux,
Frankrijk,
Duitsland, Spanje en Oostenrijk op
te richten.
België is het enige land dat nog
niet het nodige gedaan heeft om
die samenwerking tot stand te
brengen, terwijl minister Dewael
indertijd had verklaard dat een en
ander tegen het eerste trimester
van 2009 rond zou zijn!
Hoe ver is de procedure gevorderd
en wat zijn de oorzaken van de
achterstand die ter zake werd
opgelopen?
Welke
factoren
kunnen
de
totstandkoming
van
die
samenwerking
vertragen
of
bespoedigen?
Welke garanties kan u ons
dienaangaande bieden?
De heer De Padt verwijst mij door
naar u en kondigt aan dat een en
ander in de zomer van 2009 rond
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
Dewael parlait d'une mise en oeuvre au premier trimestre 2009.
Qu'en est-il, monsieur le secrétaire d'Etat? Pouvez-vous nous
informer quant à l'état d'avancement de la procédure et les raisons
qui ont entraîné le retard constaté? Quels sont actuellement les
éléments susceptibles de retarder ou de faire progresser la
réalisation? Quelle garantie pouvez-vous donner au sujet de la mise
en place sans délai supplémentaire?
Avant de terminer mon intervention, je voudrais ajouter qu'avant de
vous interroger, j'ai posé la question au ministre De Padt qui m'a
invité à m'adresser à vous. Ce dernier m'a quand même promis la
mise en place de ce système pour cet été.
zal zijn.
10.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Lahssaini, l'échange automatisé des données relatives à
l'immatriculation des véhicules dans le cadre de l'ICARUS, dont il est
question dans le Traité de Prüm, sera réalisé à la fin de ce mois. Il
devrait donc être prêt à partir du mois d'avril dans ses aspects
techniques pour recevoir toutes les demandes concernant des
plaques d'immatriculation belges formulées par les États membres
déjà habilités.
En même temps, les contacts avec la police fédérale ont été pris pour
élaborer un système automatisé de transfert des demandes relatives
aux plaques d'immatriculation étrangères des États membres déjà
habilités, formulées par des agents belges qualifiés, aux autorités
étrangères compétentes via la DIV servant comme point de contact
officiel.
Cette application informatique devrait être réalisée dans le courant du
deuxième trimestre 2009. À ce moment, chaque agent de police
pourra interroger en direct les plaques d'immatriculation des véhicules
étrangers (des pays du Benelux, d'Allemagne, de France, d'Espagne
et d'Autriche). Entre-temps, nous avons bien progressé dans la
question qui vous préoccupe.
10.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: In april zou de
automatische
uitwisseling
van
nummerplaatgegevens uit een
technisch oogpunt klaar moeten
zijn
voor
aanvragen
met
betrekking
tot
Belgische
kentekenplaten geformuleerd door
landen die ter zake al gemachtigd
zijn.
Er vinden contacten plaats met de
federale politie met het oog op de
uitwerking van een systeem voor
de
overzending
aan
de
buitenlandse
autoriteiten
van
aanvragen met betrekking tot
buitenlandse
kentekenplaten
geformuleerd
door
bevoegde
Belgische ambtenaren (de DIV
fungeert daarbij als officieel
contactpunt).
De
computertoepassing waarbij er
een directe verbinding met de
Benelux,
Duitsland,
Frankrijk,
Spanje en Oostenrijk tot stand
wordt gebracht, zou in het tweede
trimester van 2009 klaar moeten
zijn.
10.03 Fouad Lahssaini (Ecolo-Groen!): Je remercie le secrétaire
d'État pour sa réponse qui ne peut que me satisfaire. J'attends avec
impatience que cela soit mis en place. J'attends la fin de ce deuxième
trimestre pour vous adresser mes félicitations définitives si les choses
ont avancé comme vous le dites.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer Stefaan Vercamer aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister over "de organisatie van 'Verkeersveilige Dagen'" (nr. 11523)
11 Question de M. Stefaan Vercamer au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"l'organisation de 'Journées de la sécurité routière'" (n° 11523)
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
11.01 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, voor de dertiende keer werd door de gouverneur
van de provincie Oost-Vlaanderen, een zeer actief man, en de
procureur-generaal van het hof van beroep van Gent de
Verkeersveilige Dag georganiseerd. Hiermee wordt de dramatische
kettingbotsing op 27 februari 1996 herdacht. De herdenking gebeurde
op de E17 ter hoogte van Kruishoutem, waar het ongeval toen is
gebeurd.
Tijdens het persmoment dat hij daarna organiseerde, lichtte hij de
noodzaak van dergelijke acties toe. De actie Verkeersveilige Dag
spitst zich toe op snelheidscontroles, maar er werd uiteraard ook
aandacht besteed aan andere verkeersovertredingen.
Mijnheer de staatssecretaris, ik had een aantal vragen toen ik dat
allemaal las en zag in de media.
Gebeurt de organisatie van de Verkeersveilige Dag ook in andere
provincies dan in Oost-Vlaanderen? Zo ja, dan is waarschijnlijk nood
aan enige coördinatie? Wie wordt bij de organisatie van zo'n
verkeersveilige dag door de gouverneur betrokken? Wat is de
betrokkenheid van de staatssecretaris van Mobiliteit hierbij of van zijn
diensten of van de federale overheid in het algemeen? Worden
dergelijke acties ondersteund en op welke manier gebeurt dat? Als de
organisatie van zo'n verkeersveilige dag enkel in Oost-Vlaanderen
zou worden georganiseerd, is het dan niet aangewezen om dergelijke
acties te stimuleren en eventueel gecoördineerd in heel België te laten
verlopen?
Misschien
kunnen
hiervoor
samenwerkingsovereenkomsten met de provinciale overheden
worden gesloten. Dat is nog iets anders dan de gouverneur.
11.01
Stefaan
Vercamer
(CD&V): Le 27 février 2009, la
province de Flandre orientale a
organisé en collaboration avec le
procureur général de la cour
d'appel de Gand la treizième
édition de la "Journée de la
sécurité routière". La province
souhaite ainsi garder vivante la
mémoire de la dramatique collision
en chaîne du 27 février 1996 sur la
E17
à
la
hauteur
de
Nazareth/Kruishoutem. L'action se
concentre plus particulièrement
sur des contrôles de vitesse mais
une large attention est également
accordée aux autres infractions au
Code de la route.
Une telle journée de la sécurité
routière est-elle également mise
sur pied dans d'autres provinces?
Les autorités fédérales sont-elles
associées à cette initiative? Le
secrétaire d'État est-il favorable à
l'idée d'organiser une telle journée
dans l'ensemble du pays? Dans
cette optique, des protocoles de
collaboration pourraient-ils être
conclus
avec
les
autorités
provinciales?
11.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Vercamer, ik kan u meedelen dat de dertiende editie van de
Verkeersveilige Dag op 27 februari 2009 zowel in Oost-Vlaanderen
als in West-Vlaanderen plaatsvond. Die dag worden de slachtoffers
herdacht van enkele zware kettingbotsingen op de E17 in Nazareth in
Oost-Vlaanderen in 1996, en in Rekkem in West-Vlaanderen in 1998.
In de andere provincies wordt voor zover ik weet geen verkeersveilige
dag georganiseerd, wat echter niet wil zeggen dat er geen andere
provinciaal gecoördineerde initiatieven rond verkeersveiligheid worden
opgezet. Ik zou zeggen dat elke provincie haar eigen accenten legt in
de aanpak van de verkeersveiligheid.
Het is de bevoegdheid van de gouverneur en het provinciebestuur om
gecoördineerde initiatieven te nemen op het provinciaal vlak en
bijgevolg een verkeersveilige dag te organiseren waarbij afspraken
worden gemaakt met de federale en de lokale politie.
Ik kan u zeggen dat er geen medewerking of ondersteuning op
federaal niveau werd gevraagd. Normaal steunt het Belgisch Instituut
voor de Verkeersveiligheid een dergelijke verkeersveilige dag door
bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van BOB-sleutelhangers,
enzovoort. Dan worden allerlei gadgets ter beschikking gesteld.
De Verkeersveilige Dag in Oost- en West-Vlaanderen herdenkt
verkeersincidenten in de eigen streek en men moet daar geen
11.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: La treizième
édition de la Journée de la sécurité
routière, qui a eu lieu le 27 février
2009, a été organisée non
seulement en Flandre orientale
mais aussi en Flandre occidentale.
Dans cette dernière province, on
souhaite commémorer les victimes
de la grave collision en chaîne qui
s'était produite à hauteur de
Rekkem en 1998. Cette journée
n'est pas organisée dans les
autres
provinces,
bien
que
plusieurs initiatives en matière de
sécurité routière y soient aussi
régulièrement mises sur pied.
Le gouverneur et l'administration
provinciale prennent les initiatives
nécessaires au niveau provincial
en vue de l'organisation d'une telle
journée de la sécurité routière.
Des
accords
concrets
sont
conclus à cet effet avec les polices
fédérale et locale. La collaboration
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
bijzondere andere betekenis aan vastknopen voor wat deze
provincies betreft. In feite zou elke dag een verkeersveilige dag
moeten zijn. Wij pleiten dan ook voor meer sensibilisering, maar ook
voor meer controles het hele jaar door. Het is niet omdat men op
27 februari daaraan speciale aandacht geeft, dat daarmee de kous af
mag zijn voor de rest van het jaar. Toch moet ik erkennen dat het
organiseren van een dergelijke dag toch ergens een sensibiliserend
effect heeft wat betreft de verkeersveiligheid.
Eigenlijk, mijnheer Vercamer, is dat allemaal een gedeelde
verantwoordelijkheid. de verschillende overheden zijn erbij betrokken
en op elk niveau kunnen initiatieven worden genomen binnen de
eigen bevoegdheden, waarbij men kan inspelen op de plaatselijke of
regionale fenomenen en problemen inzake verkeersonveiligheid. Dit
lijkt mij efficiënter dan nationale verkeersveilige dagen waarbij
niemand zich betrokken voelt. Dit sluit natuurlijk niet uit dat met de
provincies kan samengewerkt worden om de verkeersveiligheid te
bevorderen.
Tot slot, het is goed dat het gebeurt, maar wij staan niet te trappelen.
Immers, zoiets kan per slot van rekening wel een zeker effect hebben
op het vlak van sensibilisatie, maar rechtstreekse gevolgen kunnen
beter gehaald worden door permanente medewerking en permanente
supervisie.
des autorités fédérales n'a pas été
demandée
cette
fois-ci.
Normalement,
l'IBSR
soutient
cette action par le biais de la mise
à disposition de différents gadgets,
tels que, par exemple, des porte-
clés Bob.
Chaque jour de l'année devrait à
mon sens être une journée de la
sécurité routière. Je suis favorable
à une sensibilisation accrue ainsi
qu'à
un
accroissement
des
contrôles
toute
l'année. J'ai
évidemment conscience du fait
que l'organisation d'une journée
de la sécurité routière permet une
sensibilisation.
Chaque niveau de pouvoir peut
prendre des initiatives en matière
de sécurité routière. Les actions
qui ciblent des phénomènes
locaux ou régionaux comme la
journée provinciale de la sécurité
routière sont plus efficaces que
les journées de la sécurité routière
organisées au niveau national, lors
desquelles personne ne se sent
en fait concerné. Il va de soi que
ceci n'exclut aucunement des
accords de coopération avec les
provinces en matière de sécurité
routière.
La journée de la sécurité routière
est une bonne initiative, surtout en
matière de sensibilisation. Les
autorités
fédérales
ne
sont
toutefois guère enthousiastes à
l'idée d'y participer.
11.03 Stefaan Vercamer (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik
begrijp dat dit eigenlijk in het verlengde ligt van de bevoegdheid van
de gouverneur die inderdaad een ambtenaar is met een aantal
federale bevoegdheden en dat het democratisch verkozen
provinciebestuur ter zake geen betrokken partij was, maar dat het
aangewezen is daaromtrent overleg te plegen.
11.03
Stefaan
Vercamer
(CD&V): L'organisation s'inscrit
manifestement
dans
le
prolongement de la compétence
du gouverneur de province,
l'administration
provinciale
démocratiquement élue n'étant
pas partie prenante.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Samengevoegde vragen van
- de heer Bruno Stevenheydens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister over "de mankementen bij het onderhoud van vliegtuigen op Zaventem" (nr. 11735)
- de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
over "mankementen bij het onderhoud van vliegtuigen" (nr. 11762)
- de heer Georges Dallemagne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister over "het technisch onderhoud bij Sabena Technics" (nr. 11839)
12 Questions jointes de
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "les
lacunes dans l'entretien des avions à Zaventem" (n° 11735)
- M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "les lacunes
observées au niveau de l'entretien d'avions" (n° 11762)
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur "les
entretiens techniques chez Sabena Technics" (n° 11839)
12.01 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, bij Sabena Technics zijn vorige week ernstige
mankementen vastgesteld bij het onderhoud van vliegtuigen. U hebt
er zelf in de pers op gereageerd. Het gaat om abnormale feiten, die
niet zomaar het gevolg zijn van nalatigheid of vergetelheid van de
technici, en kwaad opzet wordt niet uitgesloten. Er zou een verscherpt
toezicht zijn op het onderhoud. Aan de politiediensten en het parket
werd gevraagd om een onderzoek te voeren.
Tot zover gaat de tekst van mijn vraag, ingediend op 10 maart.
De dag nadien werd in de pers gemeld dat het over vijf feiten op twee
vliegtuigen zou gaan. Er werd verondersteld dat het zou gaan om een
toestel van de Belgische luchtmacht en een Frans vrachtvliegtuig,
waarvan onder meer de kabels werden doorgeknipt.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u toelichting geven over de ernst
van de feiten en de vaststellingen?
Wat heeft het onderzoek van parket en politiediensten reeds
opgeleverd?
12.01 Bruno Stevenheydens
(Vlaams Belang): De sérieux
manquements sur le plan de
l'entretien d'un certain nombre
d'avions
ont
été
constatés
récemment auprès de la société
Sabena Technics. Selon les
informations diffusées par le
secrétaire d'État, il s'agirait de
manquements
tout
à
fait
anormaux qui ne peuvent être la
conséquence de négligences ou
d'oublis. Un acte de malveillance
ne
peut
être
exclu.
Dans
l'intervalle, les contrôles sur les
activités de maintenance ont été
renforcés et la police et le parquet
ont ouvert une enquête.
Le secrétaire d'État pourrait-il
fournir des précisions à propos de
ce grave incident?
12.02 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik
heb een vraag in dezelfde grootorde, natuurlijk. Wij waren allemaal
erg verrast door het nieuws dat een firma zoals Sabena Technics, een
firma met toch wereldfaam inzake het onderhoud en technisch
onderzoek van vliegtuigen, geconfronteerd wordt met een soort van
sabotageactie, een soort van mankementen bij het onderhoud van
vliegtuigen. Het zou gaan om twee vliegtuigen. Sommigen praten over
een C-130 van het Belgisch leger, anderen spreken over
lijnvliegtuigen. Het zou ook gelinkt zijn aan een sociaal conflict binnen
die onderneming. Het is natuurlijk bijzonder erg, wanneer arbeiders of
werknemers van een firma zich zouden vergrijpen aan dergelijke
sabotageactie, wat de wereldfaam van een dergelijke firma op heel
korte tijd teniet zou kunnen doen.
Mijnheer de staatssecretaris, daarom heb ik heel duidelijk de
volgende vragen voor u.
Welke stappen hebt u kunnen zetten om het onderzoek naar de
vastgestelde mankementen te finaliseren? Wat is er nu juist,
concreet, gebeurd?
Hoe kunnen wij dergelijke voorvallen in de toekomst proberen te
vermijden?
12.02 Luk Van Biesen (Open
Vld): La société SN Technics jouit
d'une réputation mondiale dans le
domaine de l'entretien technique
des avions. Nous avons donc été
particulièrement
étonnés
d'apprendre qu'il y avait peut-être
eu des actes de sabotage lors de
l'entretien de certains avions. Ces
faits seraient à situer dans le
cadre d'un conflit social qui
s'éternise.
Quelles démarches le secrétaire
d'État a-t-il entreprises dans cette
affaire et comment peut-on éviter
de tels incidents à l'avenir?
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
De voorzitter: De heer Dallemagne is verwittigd, maar hij is nog niet
hier.
Le
président:
M. Dallemagne
n'est pas présent pour poser sa
question.
12.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, als
u het mij toestaat, zal ik ook de vragen van de heer Dallemagne
beantwoorden, alsof hij zijn vraag gesteld zou hebben.
Naar aanleiding van interne kwaliteitscontroles die door SN Technics
werden uitgevoerd in toepassing van de procedures van het
directoraat-generaal luchtvaart van de FOD Mobiliteit, werden er
mankementen vastgesteld bij het onderhoud van vliegtuigen. De
mankementen werden tijdig gedetecteerd.
Ten gevolge van die vaststellingen heeft de algemene directie
luchtvaart aan SN Technics de opdracht gegeven om de betrokken
luchtvaartmaatschappijen te vragen om de vliegtuigen die sinds
anderhalve maand werden onderhouden bij SN Technics, aan een
bijkomend technisch onderzoek te onderwerpen.
Bovendien
werden
met
onmiddellijke
ingang
bijzondere
veiligheidsmaatregelen en beveiligingsmaatregelen genomen voor
alle toestellen die nog in onderhoud waren bij SN Technics.
Door die maatregelen, die zowel door de Algemene Directie
Luchtvaart als door SN Technics werden genomen, kon het
luchtverkeer volgens de vastgelegde veiligheidscriteria gewoon voort
verlopen.
Omdat kwaad opzet niet kon worden uitgesloten, werd aan de
politiediensten en het parket gevraagd om een onderzoek te doen.
Het valt vooralsnog moeilijk te beoordelen of de mankementen een
ongeval tot gevolg hadden kunnen hebben, maar men mag niet uit het
oog verliezen dat een luchtvaartongeval steeds een samenloop van
omstandigheden is. Het niet werken van een verklikkerlicht of de
automatische piloot kan een van de mogelijke oorzaken zijn.
De materialiteit, het feit dat iets zichtbaar moeilijker op te sporen is,
het daarmee gemoeid zijnde opzet, lichtzinnigheid of sociale
bewogenheid of eventueel zelfs sabotage, het al dan niet herhaald
voorkomen van dergelijke feiten begaan door een of meerdere
daders; al die elementen worden beteugeld door artikel 30 van de
luchtvaartwet van 1976, houdende de goedkeuring van het Verdrag
van Montréal tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen, gericht
tegen de veiligheid van de burgerrechten.
De oorspronkelijke context van onwettige en criminele handelingen
verklaart de strengheid van de op voornoemd voorval van toepassing
zijnde bepalingen. Die zijn niet om te lachen, want het kan gaan van
10 jaar tot levenslange opsluiting.
Mijne heren, u zult begrijpen dat ik momenteel niets kan zeggen over
de aard van de vaststellingen of over de betrokken vliegtuigen gelet
op het lopende gerechtelijk onderzoek.
Ik moet wel benadrukken dat er geen enkel mankement van Sabena
Technics was, op het vlak van de controleverrichtingen. Derhalve
wordt de aanvaarding van Sabena Technics als gespecialiseerd
12.03
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Lors de contrôles
de qualité auxquels a procédé
SN Technics en application des
procédures
de
la
direction
générale du transport aérien
(DGTA) du SPF Mobilité, des
manquements ont en effet été
observés dans l'entretien des
avions. Heureusement, ils ont été
constatés à temps. À la suite de
ces problèmes, la DGTA a chargé
l'entreprise de demander aux
compagnies
aériennes
de
soumettre à un contrôle technique
supplémentaire tous les avions qui
avaient subi un entretien dans les
six dernières semaines. De plus,
des mesures de sécurité spéciales
ont été prises sur-le-champ pour
tous
les
avions
en
cours
d'entretien chez SN Technics.
Grâce à ces mesures, le trafic
aérien a pu se poursuivre dans le
respect des critères de sécurité
prescrits.
Comme un acte de malveillance
ne pouvait être exclu, la police et
le parquet ont ouvert une enquête.
Il est toutefois encore difficile de
dire si les manquements auraient
pu provoquer un accident. Les
accidents aériens sont toujours le
résultat
d'un
concours
de
circonstances.
De tels faits sont sanctionnés par
l'article 30 de la loi sur la
navigation aérienne. Le contexte
initial d'actes illégaux et criminels
explique
la
sévérité
de la
disposition
applicable
à
cet
incident. La peine peut aller de
10 ans d'emprisonnement à la
réclusion à perpétuité.
L'enquête judiciaire étant en cours,
je ne puis pour l'heure fournir des
détails sur la nature des constats
ou les avions concernés. J'insiste
sur le fait qu'aucun manquement
n'a été constaté en matière
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
onderhoudsmechanisme door de Algemene Directie Luchtvaart niet
ter discussie gesteld.
De anomalieën werden tijdig vastgesteld, meer bepaald tijdens de
kwaliteitscontroleprocedures van het uitgevoerde werk, conform de
internationale reglementering en de technische vereisten die door de
constructeurs van de verschillende machines worden vooropgesteld.
Ik moet in alle openheid zeggen dat Sabena Technics zelf het
directoraat-generaal van de geconstateerde mankementen op de
hoogte heeft gebracht. In overleg met Sabena Technics en de
Algemene Directie
Transport
werden
de
aanvullende
toezichtsmaatregelen uitgevaardigd, en zulks enkel en alleen op basis
van de huidige omstandigheden die u allebei zeer goed kent, onder
meer op sociaal vlak. U weet dat er zich vandaag opnieuw problemen
voordoen.
Dit is onder geen enkel beding te interpreteren als een uiting van
twijfel omtrent de correctheid van hun werk.
d'opérations de contrôle chez
Sabena Technics. L'agrément de
Sabena Technics en tant que
mécanisme
de
maintenance
spécialisé n'est pas mis en cause.
Les anomalies ont été détectées à
temps. C'est Sabena Technics
elle-même qui a informé la
direction générale des faits.
Sabena Technics et la direction
générale du transport aérien ont
édicté ensemble des mesures de
contrôle
supplémentaires,
en
tenant compte du contexte actuel.
Il ne faut pas qu'elles soient
interprétées comme s'il y avait des
doutes sur la qualité du travail
fourni.
12.04 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Ik begrijp dat de
detailinformatie, in het raam van het onderzoek, nog niet kan worden
meegedeeld, alhoewel in de pers al staat te lezen wat de directeur
van Sabena Technics daarover te melden heeft.
Ik vernam ook dat er bij vakbond en directie wrevel is ontstaan over
uw aangifte van het onderzoek en de zware feiten. Wat is daar van
aan? Het lijkt mij toch niet meer dan logisch dat zulke zaken uit in de
doofpot worden gehouden.
12.04 Bruno Stevenheydens
(Vlaams Belang): Je comprends
qu'en raison de l'enquête en cours
il n'est pas encore possible de
fournir tous les détails. Est-il exact
que les syndicats et la direction
étaient plutôt mécontents de la
communication
faite
par
le
secrétaire d'Etat? Il serait tout de
même malvenu d'occulter de tels
faits.
12.05 Luk Van Biesen (Open Vld): Wij zullen de zaak verder
opvolgen. Wij hopen dat de staatssecretaris ons de gevraagde
informatie bezorgt van zodra de gerechtelijke procedure achter de rug
is.
12.05 Luk Van Biesen (Open
Vld): Nous continuerons à suivre
cette affaire de près. Nous
espérons
recevoir
davantage
d'informations
lorsque
la
procédure judiciaire sera clôturée.
12.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Collega's, wat was het
dilemma waarvoor ik stond?
Toen ik vernam hoeveel mensen het parket dienaangaande wilde
ondervragen - er werd gesproken van 150 - vond ik dat meteen klaar
en duidelijk moest worden gecommuniceerd, in het belang van het
veiligheidsgevoel van de mensen die het vliegtuig nemen.
Dat heeft wel gezorgd voor een schokeffect bij Sabena Technics. Men
kan zich inbeelden wat het effect zou zijn geweest indien de pers, na
de ondervragingen door het parket, achter bepaalde zaken zou zijn
gekomen. Dan begint de fantasie te werken en beginnen allerlei
verhalen de ronde te doen. Die dan in een juiste proportie terug te
brengen, was veel moeilijker dan meteen toe te geven dat er
problemen waren geweest. Er kan geen sprake zijn van een
doofpotoperatie. We zeggen wat er te zeggen valt. We hebben nooit
de precieze vaststellingen vermeld of gezegd om welke vliegtuigen
het ging. We hebben alle maatschappijen die potentieel betrokken
zouden kunnen zijn, van het geheel op de hoogte gebracht.
12.06
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: J'étais confronté
à un dilemme. Lorsqu'il s'est avéré
que le parquet souhaitait interroger
150 personnes dans cette affaire,
j'ai estimé qu'il y avait lieu de
communiquer clairement dans
l'intérêt du sentiment de sécurité
des personnes qui prennent
l'avion. Il en a résulté un effet de
choc chez Sabena Technics, mais
on peut s'imaginer ce qui se serait
passé si la presse avait découvert
certaines
choses
au
détour
d'interrogatoires effectués par le
parquet. Il aurait été beaucoup
plus difficile de ramener à de
justes proportions les récits qui
auraient alors pu circuler que
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
Vanuit Sabena Technics heeft men dat wat willen minimaliseren. Ik
kan dat begrijpen in de sociale context, maar wanneer het parket
tientallen mensen wil ondervragen, begrijpt u dat dit au serieux moest
worden genomen, wat wij dan ook hebben gedaan, onafhankelijk van
hen, maar in het belang van Sabena Technics en van de veiligheid
van het luchtverkeer.
d'admettre d'emblée qu'il y avait
eu des problèmes.
Il ne saurait être question d'une
tentative d'étouffement de l'affaire.
Nous n'avons jamais mentionné
les constats précis, ni précisé de
quels appareils il s'agissait. Nous
avons porté l'ensemble des
éléments à la connaissance de
toutes les entreprises susceptibles
d'être concernées. Par égard pour
le contexte social, on a cherché à
minimiser les choses chez Sabena
Technics, mais lorsque le parquet
souhaite interroger des dizaines
de personnes, nous devons
prendre l'affaire au sérieux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister over "het YouTube-filmpje over een vrachtwagenchauffeur" (nr. 11790)
13 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"la vidéo YouTube sur un chauffeur de poids lourd" (n° 11790)
13.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, mijn vraag gaat over het YouTubefilmpje met de
Roemeense vrachtwagenchauffeur. Ondertussen is een nieuw
YouTubefilmpje opgedoken. Laat ons hopen dat het geen rage wordt
om dergelijke stunts op onze wegen uit te halen. Zij komen immers de
verkeersveiligheid niet ten goede.
Het verhaal is bekend. Het filmpje met de dansende
vrachtwagenchauffeur op YouTube heeft heel wat verontwaardigde
reacties opgewekt. De reacties zijn uiteraard terecht. Een dergelijk
gedrag kan immers niet worden getolereerd.
Het filmpje betekent bovendien extra voeding voor het hardnekkige
beeld dat soms wordt gecreëerd van de cowboychauffeurs die een
gevaar voor de verkeersveiligheid vormen. Nochtans moeten wij
benadrukken dat wellicht 99% van de vrachtwagenchauffeurs hun
taak in alle ernst en veiligheid volbrengen.
Niettemin kwam bij het bewuste, uitzonderlijke voorval naar boven dat
het gedrag in de vrachtwagencabines steeds meer onverantwoord
wordt. Zo kwam een chauffeur tijdens het tv-journaal doodleuk
vertellen dat de vrachtwagenchauffeurs tijdens het rijden wel eens
naar films kijken.
Controles zijn dan ook hoogstnoodzakelijk teneinde dergelijke
gevaarlijke toestanden uit te sluiten of zoveel mogelijk te beperken.
Controles zijn evenwel niet evident, aangezien zij tijdens het rijden
naast tientonners moeten gebeuren.
Voornoemde, ongepaste activiteiten worden mede mogelijk gemaakt
door de cruisecontrol die in de vrachtwagens is geïnstalleerd. Vanuit
13.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): La vidéo sur YouTube, où
l'on voit un chauffeur de poids
lourd dansant dans sa cabine, a à
juste
titre suscité
beaucoup
d'indignation. Un tel comportement
est
intolérable.
L'incident
a
clairement démontré que certains
comportements dans les cabines
de poids lourds deviennent de plus
en
plus
irresponsables.
Un
chauffeur a ainsi affirmé au journal
télévisé
que
les
chauffeurs
regardent
parfois
des
films
pendant qu'ils conduisent. Il est
difficile
de
contrôler
ces
comportements, particulièrement
pour des policiers à bord de
véhicules ordinaires. L'introduction
du régulateur de vitesse a
également permis de se livrer à de
tels comportements.
Le secrétaire d'État souhaite
bannir le conducteur concerné de
nos routes. Quelles mesures a-t-il
prises? Peut-on en l'occurrence
faire
appel
aux
autorités
roumaines? Des procès-verbaux
sont-ils parfois dressés en raison
d'activités non appropriées au
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
de transportsector meer bepaald heeft de voorzitter van Febetra dit
op de Antwerpse, regionale tv ATV verklaard weerklonken er naar
aanleiding van het voorval met de Roemeense chauffeur zelfs
geluiden om de cruisecontrol op onze wegen te verbieden.
Ik wil nog geen uitspraken doen over de vraag of een verbod al dan
niet opportuun is. De vaststelling dat ongeveer 90% van de chauffeur
of misschien zelfs meer ik durf er moeilijk een cijfer op te plakken
wel goed met de cruisecontrol omgaat, doet bij mij de vraag rijzen of
zij dan allemaal moeten worden gestraft door de cruisecontrole te
verbieden. Ik weet het niet.
Mijnheer de staatssecretaris, daarom heb ik een aantal vragen voor u.
Ten eerste, u hebt aangekondigd dat u zou trachten de bestuurder in
kwestie van onze wegen te houden. Kan u uw intentie nader
toelichten? Welke stappen hebt u daartoe ondernomen? Kan te dien
einde bijvoorbeeld de Roemeense overheid worden ingeschakeld?
Ten tweede, wordt er specifiek op de aandacht van een
vrachtwagenchauffeur voor het verkeer gecontroleerd? Met andere
woorden, worden er wel eens processen-verbaal opgesteld omwille
van niet-gepaste activiteiten achter het stuur? Ik heb het bijvoorbeeld
over het bekijken van een film tijdens het rijden.
Beschikt u in dat verband over cijfergegevens?
Mijn derde vraag gaat specifiek over de toch wel opmerkelijke
uitspraken van de transportsector zelf.
Hebt u kennis van een onderzoek naar het effect van het gebruik van
cruisecontrol op de verkeersveiligheid en op de aandacht van de
chauffeurs voor het verkeer?
Overweegt u eventueel maatregelen op het vlak van het gebruik van
cruisecontrol op onze wegen?
volant? Des chiffres sont-ils
disponibles en la matière? Des
études ont-elles été menées en ce
qui concerne les effets de
l'utilisation du régulateur de
vitesse sur la sécurité routière et
sur l'attention que portent les
chauffeurs à la circulation? Des
mesures
pourraient-elles
être
prises en ce qui concerne
l'utilisation du régulateur de
vitesse sur nos routes?
13.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, ik
heb een nogal omstandig antwoord op deze vragen.
Ten eerste, via de verbindingsofficier van de federale politie bij mij op
het kabinet, werd het filmpje bezorgd aan de nationale magistraat van
het federale parket, met de bedoeling de beelden nauwkeurig te laten
onderzoeken door de federal computer crime unit van de federale
politie. Gelet op het vermoeden dat de opnames zijn gebeurd op de
autosnelweg in de regio van Antwerpen, werd aan de wegpolitie van
Antwerpen gevraagd de zaak nader te bestuderen en ter zake proces-
verbaal op te stellen. Na onderzoek van het dossier zal moeten blijken
of betrokkene voor deze feiten kan vervolgd worden, hetzij in ons
land, hetzij in het land van oorsprong. Door toetreding van Roemenië
tot de Europese Unie kunnen de Europese rechtshulpverdragen
worden toegepast. De Belgische gerechtelijke autoriteiten zullen ook
nagaan op welke manier de Roemeense overheid in kennis kan
worden gesteld van de feiten.
De politiediensten doen geregeld controle van het zwaar vervoer of zij
steeds in staat zijn alle nodige rijbewegingen uit te voeren en
voortdurend hun voertuig goed in de hand hebben, dat conform artikel
13.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Le film a été
remis au magistrat national du
parquet fédéral par l'intermédiaire
de l'officier de liaison de la police
fédérale. Les images seront
minutieusement analysées par la
Federal Computer Crime Unit. Les
enregistrements étant présumés
avoir été réalisés sur l'autoroute
dans la région d'Anvers, il a été
demandé à la police de la route
d'Anvers d'examiner l'affaire plus
avant et de dresser un procès-
verbal.
Après examen du dossier, il
conviendra d'établir si l'intéressé
peut être poursuivi pour les faits,
soit dans notre pays, soit dans son
pays d'origine. Depuis l'adhésion
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
8.3 van de wegcode. Hierbij hoort ook het gebruik van een draagbaar
telefoontoestel dat men in de hand houdt. Ik verwijs daarbij naar
artikel 8.4 van de wegcode. Dit resulteerde in een aantal
vaststellingen voor het zwaar vervoer. Voor de nodige rijbewegingen
ik verwijs naar artikel 8.3 - werden in 2007 340 processen-verbaal
opgemaakt. Gedurende het eerste trimester van 2008 ik heb geen
recentere gegevens waren dat er naar artikel 8.3 inzake de nodige
rijbewegingen 158 en naar artikel 8.4 inzake het gsm-gebruik 2.893. U
ziet dus dat het aantal processen-verbaal van het ene jaar tot het
andere substantieel is verhoogd.
Ik kom tot uw vraag omtrent het onderzoeksresultaat. De afgelopen
jaren werden verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de effecten
van cruisecontrol op het rijgedrag, met uiteenlopende resultaten.
In de meeste gevallen betreft het onderzoek naar de effecten van de
zogenaamde advanced cruise control (ACC), ook bekend als adaptive
of intelligent cruise control, een systeem dat niet alleen de door de
bestuurder ingestelde rijsnelheid handhaaft, maar ook de snelheid
van het voertuig aanpast aan die van de voorligger, en zo helpt een
vooraf bepaalde volgtijd tot de voorligger te handhaven.
ACC werd een tiental jaren geleden ontwikkeld ter verbetering van het
comfort en het gemak, en niet zozeer als veiligheidssysteem.
Sommige onderzoeken tonen aan dat de advanced cruise control een
positief effect heeft op de verkeersveiligheid, bijvoorbeeld door de
verlaging van de gemiddelde rijsnelheid de betreffende studies heb
ik op papier staan; ik zal u dat bezorgen , een verlaging van de
maximumsnelheid en vermindering van de snelheidsverschillen, en
dus een toename van de homogene snelheden en een vermindering
van het aantal zeer korte volgafstanden.
Er zijn evenwel ook negatieve veiligheidseffecten van die advanced
cruise control gevonden, zoals bijvoorbeeld meer positiewisselingen
op de rijstrook, het later remmen en het vaker inrijden op een
stilstaande file. Onderzoeken op een testcircuit toonden aan dat
advanced cruise control in bepaalde omstandigheden kan leiden tot
potentieel gevaarlijk verkeersgedrag. Bestuurders met ACC zijn vaker
afgeleid dan bestuurders die zonder ACC rijden, terwijl zij minder snel
gevaarlijke situaties detecteren en vaker zijdelings afwijken van hun
rijstrook.
Men kan concluderen dat het ACC-systeem een gunstig effect zou
kunnen hebben op de verkeersveiligheid als het wordt gebruikt op
snelwegen zonder dat er sprake is van filevorming. Onder die
omstandigheden heeft de advanced cruise control een matigend
effect op de rijsnelheid en vermindert het percentage zeer korte
volgafstanden. Negatieve veiligheidsaspecten zijn daarentegen te
verwachten bij ACC-gebruik in druk verkeer en op andere wegen dan
hoofdwegen binnen en buiten de bebouwde kom.
Wat de maatregelen aangaat, kan ik u meegeven dat de wegcode nu
reeds toelaat om het gebruik van cruisecontrol te verbieden door
middel van het verkeersbord C48, in het bijzonder op plaatsen en
trajecten die specifiek risico inhouden, zoals bijvoorbeeld bij
wegenwerken en drukke trajecten.
de la Roumanie à l'Union
européenne, les traités d'entraide
judiciaire sont d'application. Les
autorités
judiciaires
belges
examineront également comment
les faits peuvent être portés à la
connaissance
des
autorités
roumaines.
Les services de police contrôlent
régulièrement, sur la base de
l'article 8.3 du code de la route, si
les chauffeurs de poids lourds
sont en mesure d'effectuer toutes
les
manoeuvres
qui
leur
incombent. En vertu de l'article
8.4, l'utilisation d'un téléphone
portable est plus particulièrement
contrôlée. En 2007, 340 procès-
verbaux ont été établis sur la base
de l'article 8.3. Au cours du
premier trimestre de 2008, 158
procès-verbaux ont été dressés en
ce qui concerne les manoeuvres
nécessaires
et
2.893
pour
utilisation d'un GSM. Il est donc
question
d'une
augmentation
substantielle. Je ne dispose pas
de données plus récentes.
Ces dernières années, plusieurs
études
sur
l'incidence
du
régulateur de vitesse sur le
comportement au volant ont
débouché
sur
des
résultats
divergents.
La plupart des études concernent
l'ACC (advanced cruise control),
mis au point il y a une dizaine
d'années pour améliorer le confort
et la facilité de la conduite et non
pas tant pour accroître la sécurité.
Certaines études démontrent que
l'ACC exerce un effet positif sur la
sécurité routière, par exemple en
raison de la réduction de la vitesse
moyenne et de la vitesse
maximale et aussi par une
diminution des écarts de vitesse.
Des
impacts
négatifs
ont
néanmoins été observés comme
la multiplication des changements
de file, le rallongement du temps
de freinage et l'augmentation de la
fréquence des collisions dans les
files à l'arrêt. Les tests effectués
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
De controle op de naleving van een dergelijk verbod is echter
bijzonder moeilijk, aangezien een simpele druk op de knop de
cruisecontrol uitschakelt.
Vanaf 10 september 2009 is het getuigschrift van vakbekwaamheid
voor bestuurders uit de Europese Unie van voertuigen van
categorie C vereist. In de basiskwalificaties is rationeel rijden op basis
van de veiligheidsvoorschriften opgenomen.
Sensibilisatiecursussen voor bestuurders - driver awareness training -
bieden ook een mogelijkheid om de negatieve gedragsveranderingen
die gepaard gaan met het gebruik van nieuwe technologieën, zoals de
ACC, te minimaliseren. Specifiek hiervoor bracht het Belgisch Instituut
voor de Verkeersveiligheid in 2008 de folder "Cruisecontrol: oppassen
geblazen!" uit.
sur circuit ont prouvé que l'ACC
peut entraîner, dans certaines
circonstances,
des
comporte-
ments de conduite hasardeux.
Les conducteurs qui disposent de
l'ACC sont plus souvent distraits,
ils réagissent moins vite aux
situations dangereuses et dévient
plus souvent latéralement de leur
voie de circulation.
On peut conclure que le système
ACC peut avoir un effet positif sur
la sécurité routière s'il est utilisé
sur les autoroutes où il n'y a pas
de risque de formation de files.
Des impacts négatifs sur la
sécurité
sont
par
contre
indiscutables si l'ACC est employé
dans un trafic dense et sur
d'autres routes que les routes
principales dans et hors des
agglomérations. Le code de la
route permet déjà aujourd'hui
d'interdire l'usage du régulateur de
vitesse par le biais du signal
routier C48.
Le contrôle du respect de cette
interdiction est, néanmoins, très
difficile.
À partir du 10 septembre 2009, les
conducteurs de véhicules de
catégorie C devront disposer d'un
certificat d'aptitude professionnelle
au sein de l'UE. L'une des
conditions d'obtention de ce
certificat concernera la conduite
rationnelle sur la base des
prescriptions de sécurité.
Des cours de sensibilisation
peuvent contribuer à éliminer
certains comportements négatifs
allant de pair avec l'utilisation de
l'ACC. En 2008, l'IBSR a publié
une brochure spécifique sur le
sujet.
13.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik
dank u voor uw omstandig antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister over "de verkeersboetes voor huisartsen" (nr. 11807)
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
14 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre sur
"les amendes routières infligées aux médecins généralistes" (n° 11807)
14.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, het
parkeren van huisartsen op huisbezoek staat al enige tijd op de
politieke agenda. Denk maar aan een aantal wetsvoorstellen die op
de agenda van de commissie zijn ingeschreven. Uiteraard is het een
moeilijk evenwicht tussen zoeken naar een werkbare oplossing
enerzijds en anderzijds de algemene regel, die de verkeerswet toch
moet zijn.
Het is duidelijk dat het een moeilijke opdracht is. Het vraagt inspraak,
overleg en tijd. Het geduld van het Vlaams Artsensyndicaat of VAS is
blijkbaar reeds opgebruikt. Meer zelfs, het roept op tot burgerlijke
ongehoorzaamheid en vraagt artsen om hun parkeerovertredingen
niet langer te betalen.
Mijnheer de staatssecretaris, wat is de stand van zaken met
betrekking tot een oplossing voor de parkeerproblemen waarmee
huisartsen en andere zorgverstrekkers aan huis te maken hebben?
Wordt hierover momenteel overleg gepleegd? Is het mogelijk om tot
een evenwichtige oplossing te komen met respect voor het
verkeersreglement? Kunt u desgevallend een idee geven qua timing
voor een te verwachten beslissing?
Ten tweede, kunt u de oproep van het Vlaams Artsensyndicaat
begrijpen en goedkeuren? Kunnen huisartsen hun verkeersboetes
effectief ontlopen met de standaardbrief die de vereniging op haar
website heeft gepubliceerd?
Tot slot, kent u de omvang van het probleem? Bestaan er
bijvoorbeeld statistieken van het aantal artsen en andere
zorgverstrekkers die in 2008 een parkeerboete hebben gekregen
tijdens de uitoefening van hun beroep? Ik vermoed dat daar geen
cijfers over bestaan, want die boetes zijn uiteraard overgeheveld naar
de dienst inzake administratieve sancties van de gemeenten.
14.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Il n'est pas toujours aisé
pour les médecins généralistes en
visite chez un patient de trouver un
emplacement de stationnement.
Ce problème a déjà été abordé
dans le cadre de plusieurs
propositions de loi mais trouver
une solution efficace, dans le
respect du Code de la route, exige
une large concertation et demande
dès lors du temps. Le syndicat
flamand des médecins en appelle
à la désobéissance civile et invite
les médecins à ne plus payer leurs
contraventions en matière de
stationnement.
Qu'en est-il de l'évolution de ce
dossier? Une concertation est-elle
en cours? Une solution est-elle en
vue? Que pense le secrétaire
d'Etat de l'appel lancé par le
syndicat flamand VAS? Les
médecins généralistes peuvent-ils
en effet refuser de payer leurs
amendes sur la base de la lettre
standard publiée par le VAS sur
son site internet? Dispose-t-on de
statistiques permettant de mesurer
l'étendue du problème?
14.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, ik
breng ten volle begrip op voor de parkeerproblematiek waarmee
dokters en zorgverleners worden geconfronteerd, aangezien zij hun
medische opdracht op zo optimaal mogelijke wijze moeten kunnen
vervullen ten behoeve van de zorgbehoevenden, dikwijls oudere
personen, zwaar zieke personen of personen met een handicap die
zich niet of zeer moeilijk kunnen verplaatsen.
Ik denk dat de verschillende overheden, of het nu gaat om de
gemeenten, de politie of Justitie, daarvoor ook niet blind zijn. Ik
verwijs naar de verschillende initiatieven die reeds werden genomen
om bepaalde faciliteiten te geven aan dokter en zorgverleners inzake
het parkeren.
Ik wil u er toch aan herinneren dat de parkeerproblematiek
grotendeels een gemeentelijke bevoegdheid is geworden, vooral
sinds het betalend parkeren werd gedepenaliseerd en de gemeenten
zelf de modaliteiten van het parkeren kunnen bepalen. Zo kunnen de
gemeenten parkeerkaarten afleveren voor dokters en zorgverleners,
waarbij zij worden vrijgesteld om parkeergeld te betalen. Een andere
mogelijkheid is dat de gemeenten parkeerplaatsen voorbehouden
14.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je comprends
les problèmes rencontrés par les
médecins et autres soignants. Les
différentes autorités (communes,
police, justice) ne sont pas
indifférentes au problème et ont
déjà pris différentes initiatives en
vue d'accorder certaines facilités à
cette catégorie professionnelle.
La politique de stationnement
relève
principalement
de
la
compétence des communes, plus
particulièrement depuis que le
stationnement
payant
a
été
dépénalisé et que les communes
peuvent définir leurs propres
critères. Elles ont donc la
possibilité d'attribuer des cartes de
stationnement aux médecins et au
CRIV 52
COM 493
16/03/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
voor dokters en beoefenaars van de gezondheidsberoepen.
Ik zou bijgevolg zeggen dat de gemeenten inzake de
parkeerfaciliteiten het eerste aanspreekpunt moeten zijn om de
parkeerproblemen van dokters en aanverwanten op te lossen.
Strategisch gekozen voorbehouden parkeerplaatsen in de binnenstad
waarbij een dokter op loopafstand zijn patiënten kan bereiken, kunnen
al veel problemen oplossen.
Inzake het parkeren op plaatsen waar de wegcode verbiedt te
parkeren, stel ik vast dat er op lokaal en stedelijk vlak ook al heel wat
afspraken met de politie en de parketten zijn gemaakt. In dat verband
wordt toegestaan dat onder strikte voorwaarden in overtreding mag
worden geparkeerd. Voor zover ik weet, gaat het telkens over
dringende interventies of uitzonderlijke situaties, waarbij er geen
parkeerplaatsen ter beschikking zijn en waarbij er niet hinderlijk of
gevaarlijk mag worden geparkeerd. Er zijn ook sancties in geval van
misbruik, zoals de onmiddellijke intrekking van de toelatingskaart,
vastgelegd.
Ik leid uit het voorgaande af dat er in steden of gemeenten waar een
dergelijke regeling reeds werd getroffen, helemaal geen sprake is van
het geven van een vrijgeleide om zomaar overal en altijd in
overtreding te parkeren.
Ik wil dat ook beamen. Ik huiver ervoor om aan dokters en
zorgverleners of aan gelijk wie immuniteit voor foutief parkeren te
verlenen. Een dergelijke toelating zet immers de deur voor misbruiken
open en zal uiteraard tot gevolg hebben dat ook andere
beroepsgroepen van oordeel zullen zijn dat ook zij immuniteit moeten
kunnen genieten.
Ik ben wel bereid om er samen met mijn collega-minister van Justitie,
die in feite voor de materie bevoegd is, voor te zorgen dat er een
nationale, uniforme richtlijn voor de politie en de parketten zou komen
inzake de voorwaarden en omstandigheden waarin het aan dokters
en zorgverleners kan worden toegestaan om foutief te parkeren. Ter
zake is er op dit ogenblik reeds overleg met het College van
procureurs-generaal aan de gang. Een dergelijke, algemene richtlijn
kan er dus snel komen.
Het is inderdaad wenselijk om, gelet op hun opdracht, ten opzichte
van de dokters en zorgverleners faciliterend op te treden. Zulks moet
echter onder strikte en uitzonderlijke voorwaarden gebeuren, wat het
best via een aangepast controlebeleid gebeurt.
Die werkwijze schijnt voldoening te geven in die regio's met een
goede regeling. Wenselijk is dus dat ze op een uniforme manier naar
het hele grondgebied wordt uitgebreid, zodat de doktersfaciliteiten ook
zullen gelden op plaatsen waar dergelijke afspraken niet zijn gemaakt.
Dat zal dan ook de huidige onvrede wegnemen.
Mijns inziens bestaat er geen statistisch materiaal over de omvang
van het probleem. Ik denk dat de onvrede zich vooral situeert op de
plaatsen waar geen regeling tussen politie en parketten werd
getroffen. Vandaar nogmaals de noodzaak om te kiezen voor een
nationale regeling op het niveau van justitie.
personnel soignant ou de leur
réserver
des
places
de
stationnement. Elles constituent
donc le premier point de contact.
De nombreux accords autorisant
le stationnement en infraction sous
des conditions strictes ont déjà été
conclus avec la police et les
parquets au niveau local et urbain.
Des sanctions ont également été
fixées pour les abus. Dans les
endroits
où
une
telle
règlementation est en vigueur, il
n'est absolument pas question
d'accorder un blanc seing pour le
stationnement systématique en
infraction. Je ne souhaite pas
accorder
l'immunité
pour
le
stationnement fautif, car cela
ouvre la porte aux abus et incitera
d'autres
catégories
professionnelles à exiger la même
immunité.
Je
souhaite
élaborer,
en
collaboration avec le ministre de la
Justice, une directive uniforme
pour la police et les parquets
relative aux conditions dans
lesquelles les médecins et les
dispensateurs de soins peuvent
être autorisés à stationner en
infraction. Une concertation est
déjà en cours à ce sujet avec le
collège des procureurs généraux.
Il n'existe pas de statistiques à ce
sujet. Je pense qu'il est surtout
question de mécontentement aux
endroits où aucun accord n'a
encore été conclu avec la police et
les parquets. Un accord national et
uniforme s'impose donc au niveau
de la Justice.
16/03/2009
CRIV 52
COM 493
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
14.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Ik noteer het engagement en de
lopende gesprekken en onderzoeken die naar een werkbare
oplossing streven, zonder dat daarom een uitzondering op het
verkeersreglement wordt toegestaan. Het is belangrijk om de artsen
geen immuniteit toe te kennen. Het moet oogluikend worden
toegestaan onder bepaalde strikte voorwaarden om misbruik te
vermijden.
Geldt de regeling enkel voor artsen of ook voor zorgverstrekkers?
14.03 Jef Van den Bergh
(CD&V):
Le
secrétait
d'État
s'engage donc à chercher une
solution praticable, mais non à
autoriser une dérogation au code
de la route. Il me paraît important
que les médecins n'obtiennent pas
une sorte d'immunité, mais des
infractions doivent être autorisées
sous certaines conditions. Ce
système
s'appliquera-t-il
uniquement aux généralistes ou
également aux autres prestataires
de soins?
14.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Het mag niet worden
beperkt tot artsen maar ook tot zorgverstrekkers, en het gaat gepaard
met strikte voorwaarden en het daaraan verbonden risico dat het
voorrecht bij misbruik wordt kwijtgespeeld. Het moet op een loyale
manier worden toegepast.
14.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Il s'appliquera
également aux prestataires de
soins, mais à des conditions
strictes. Si des abus sont
constatés, le régime de faveur
sera supprimé.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.24 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.24 heures.