KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 520
CRIV 52 COM 520
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
maandag
lundi
20-04-2009
20-04-2009
Namiddag
Après-midi
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de begeleiding van
uitzonderlijk vervoer" (nr. 11716)
1
Question de Mme Hilde Vautmans au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'escorte de transports exceptionnels"
(n° 11716)
1
Sprekers:
Hilde
Vautmans,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Hilde
Vautmans,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de verlaging van het
toegestane alcoholgehalte in het bloed voor
sommige categorieën bestuurders" (nr. 11608)
5
Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la réduction du taux d'alcool autorisé dans le
sang pour certaines catégories de conducteurs"
(n° 11608)
5
Sprekers:
Valérie
De
Bue,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Valérie
De
Bue,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het tussentijdse verslag
over het ongeval met een toestel van Kalitta Air
op 25 mei 2008" (nr. 10946)
7
Question de Mme Karine Lalieux au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "le rapport intermédiaire sur l'accident Kalitta
Air du 25 mai 2008" (n° 10946)
7
Sprekers:
Karine
Lalieux,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Karine
Lalieux,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de afschaffing van het
inhaalverbod voor vrachtwagens op de Belgische
autosnelwegen" (nr. 11644)
8
Question de Mme Kattrin Jadin au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'annulation de l'interdiction de dépassement
des camions sur les autoroutes belges"
(n° 11644)
8
Sprekers: Kattrin Jadin, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Kattrin Jadin, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de stijgende prijzen voor
de opleiding van piloot voor sportvliegtuigen"
(nr. 11861)
9
Question de M. Patrick De Groote au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'augmentation du prix de la formation de
pilote d'avion de tourisme" (n° 11861)
9
Sprekers: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het administratief
wegtrekken van de pleziervaart uit België voor
fiscale redenen" (nr. 11871)
11
Question de M. Patrick De Groote au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'exode administratif de la navigation de
plaisance belge pour des raisons fiscales"
(n° 11871)
11
Sprekers: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de nieuwe Europese
nummerplaten" (nr. 11881)
13
Question de M. Patrick De Groote au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les nouvelles plaques d'immatriculation
européennes" (n° 11881)
13
Sprekers: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de wachttijden voor het
praktisch rijbewijs in het systeem van de vrije
begeleiding" (nr. 11920)
15
Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les délais d'attente pour passer le permis de
conduire pratique en filière libre" (n° 11920)
15
Sprekers:
Valérie
De
Bue,
Etienne
Orateurs:
Valérie
De
Bue,
Etienne
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de herziening van de
Eurovignetrichtlijn en de invoering van een
slimme kilometerheffing" (nr. 11952)
17
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la révision de la directive Eurovignette et
l'instauration
d'une
redevance
kilométrique
intelligente" (n° 11952)
17
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer David Lavaux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het gebruik van de
veiligheidsdriehoek
op
autosnelwegen"
(nr. 11966)
19
Question de M. David Lavaux au secrétaire d'État
à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'utilisation du triangle de sécurité sur autoroute"
(n° 11966)
19
Sprekers: David Lavaux, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: David Lavaux, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer David Geerts aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het behalen van een
rijbewijs in de gevangenis" (nr. 11204)
20
Question de M. David Geerts au secrétaire d'État
à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'obtention du permis de conduire en prison"
(n° 11204)
20
Sprekers: David Geerts, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: David Geerts, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers
aan
de
staatssecretaris
voor
Mobiliteit,
toegevoegd aan de eerste minister, over "de
inrichting van erven" (nr. 11925)
21
Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au
secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "l'aménagement de 'zones de
rencontre'" (n° 11925)
21
Sprekers: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Etienne Schouppe
, staatssecretaris voor
Mobiliteit
Orateurs: Thérèse Snoy et d'Oppuers,
Etienne Schouppe
, secrétaire d'État à la
Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het beperken van de
vrije cabotage vanaf 1 mei 2009" (nr. 12007)
23
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la limitation du cabotage libre à partir du
1er mai 2009" (n° 12007)
23
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
25
Questions jointes de
25
- de heer Georges Dallemagne aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de vliegtuigcrash boven
Brussel die op woensdag 18 maart jongstleden
nipt werd vermeden" (nr. 12054)
25
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le crash
aérien au-dessus de Bruxelles évité de justesse le
mercredi 18 mars dernier" (n° 12054)
25
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het incident waarbij een
Boeing 747 Brussel op lage hoogte heeft
overvlogen" (nr. 12078)
25
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le survol
à basse altitude de Bruxelles par un 747"
(n° 12078)
25
- de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de nipt vermeden crash op
Zaventem" (nr. 12095)
25
- M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'accident aérien évité de justesse à Zaventem"
(n° 12095)
25
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het incident dat zich op
18 maart 2009 in het Brussels luchtruim heeft
voorgedaan" (nr. 12099)
25
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'incident au-dessus de Bruxelles le mercredi
18 mars 2009" (n° 12099)
25
Sprekers: Georges Dallemagne, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit,
Thérèse Snoy et d'Oppuers
Orateurs: Georges Dallemagne, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité,
Thérèse Snoy et d'Oppuers
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iii
Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de autobestuurders
zonder rijbewijs" (nr. 12133)
30
Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les conducteurs qui circulent sans permis de
conduire" (n° 12133)
30
Sprekers:
Valérie
De
Bue,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Valérie
De
Bue,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer David Lavaux aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de toepassing van het
gemeenschappelijke
Europese
luchtruim"
(nr. 12288)
31
Question de M. David Lavaux au secrétaire d'État
à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
mise en oeuvre du ciel unique européen"
(n° 12288)
31
Sprekers: David Lavaux, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: David Lavaux, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de spoorflitspalen"
(nr. 12324)
33
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les radars aux passages à niveau" (n° 12324)
33
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de toekomst van de
verbinding
L86
Ronse-Leuze-en-Hainaut"
(nr. 12427)
35
Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'avenir de la ligne L86 reliant Renaix à
Leuze-en-Hainaut" (n° 12427)
35
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het parkeren van
vrachtwagens
in
steden
en
gemeenten"
(nr. 12428)
37
Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "le stationnement des poids lourds dans les
villes et communes" (n° 12428)
37
Sprekers:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Jean-Luc
Crucke,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jenne De Potter aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het maximaal aantal te
vervoeren personen tijdens de rijopleiding"
(nr. 12477)
38
Question de M. Jenne De Potter au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "le nombre maximum de personnes qui
peuvent être transportées lors de l'apprentissage
à la conduite" (n° 12477)
38
Sprekers:
Jenne
De Potter, Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Jenne
De
Potter,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
40
Questions jointes de
41
- de heer David Geerts aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het mogelijke verbod op mp3-
spelers in het verkeer" (nr. 12578)
40
- M. David Geerts au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'interdiction éventuelle de l'utilisation de lecteurs
MP3 dans la circulation" (n° 12578)
41
- de heer Bruno Stevenheydens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de opdracht tot studie
omtrent de invloed van mp3-spelers op het
verkeersgedrag van voetgangers en fietsers"
(nr. 12583)
40
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
commande d'une étude concernant l'influence de
l'utilisation d'un lecteur MP3 sur le comportement
des piétons et des cyclistes dans la circulation"
(n° 12583)
41
- mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het gevaar van het gebruik van
een mp3-speler in het wegverkeer" (nr. 12672)
41
- Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le
danger de l'écoute d'un MP3 dans la circulation
routière" (n° 12672)
41
Sprekers:
David
Geerts,
Bruno
Orateurs:
David
Geerts,
Bruno
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
iv
Stevenheydens,
Etienne
Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Stevenheydens,
Etienne
Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de Vlaamse resolutie
over voorrang van rechts op wegen met een
snelheidslimiet van 70 km/u of meer" (nr. 12615)
43
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la résolution flamande relative à la priorité de
droite sur les routes où la vitesse autorisée est de
70 km/h ou plus" (n° 12615)
43
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "aardgasvoertuigen"
(nr. 12616)
45
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les véhicules roulant au gaz naturel"
(n° 12616)
45
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Bart Laeremans aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de gevolgen van de
werken op de luchthaven van Zaventem in
augustus" (nr. 12675)
48
Question de M. Bart Laeremans au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "les conséquences des travaux qui seront
réalisés en août à l'aéroport de Zaventem"
(n° 12675)
48
Sprekers:
Bart
Laeremans,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Bart
Laeremans,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
50
25 Questions jointes de
50
- de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de gevolgen van het nieuwe
baangebruik in Zaventem" (nr. 12676)
50
- M. Bart Laeremans au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
conséquences de la nouvelle utilisation des pistes
à Zaventem" (n° 12676)
50
- mevrouw Karine Lalieux aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de toepassing van het nieuwe
beheersplan voor de geluidshinder" (nr. 12677)
50
- Mme Karine Lalieux au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'application du nouveau plan de gestion des
nuisances sonores" (n° 12677)
50
Sprekers:
Bart
Laeremans,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Bart
Laeremans,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
MAANDAG
20
APRIL
2009
Namiddag
______
du
LUNDI
20
AVRIL
2009
Après-midi
______
La séance est ouverte à 14.38 heures et présidée par Mme Kattrin Jadin.
De vergadering wordt geopend om 14.38 uur en voorgezeten door mevrouw Kattrin Jadin.
01 Vraag van mevrouw Hilde Vautmans aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de begeleiding van uitzonderlijk vervoer" (nr. 11716)
01 Question de Mme Hilde Vautmans au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'escorte de transports exceptionnels" (n° 11716)
01.01 Hilde Vautmans (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik
heb een belangrijke vraag voor u over de begeleiders van uitzonderlijk
transport, u welbekend.
In uw beleidsbrief hebt u gezegd dat u deze legislatuur werk zou
maken van een nieuwe reglementering voor de begeleiders van
uitzonderlijk transport. U zou ervoor zorgen dat vergunningen, door de
informatisering, gemakkelijk worden afgeleverd. Een tweede, voor mij
heel belangrijk punt was dat de begeleiding van die uitzonderlijke
transporten niet meer noodzakelijk door de politie zou moeten worden
gedaan, maar door mensen die een vergunning hebben om
uitzonderlijke transporten te begeleiden. In het Vlaams Parlement
werd hiertoe op 5 maart een resolutie goedgekeurd.
Als uitvloeisel van die resolutie moet er natuurlijk in een
opleidingstraject worden voorzien voor mensen die dat uitzonderlijk
transport begeleiden. U en ik kunnen dat uiteraard niet. Als we dat
zouden willen doen, moeten we daarvoor een opleiding krijgen.
Ik ben eens met zo'n uitzonderlijk transport meegereden. Ik moet u
zeggen dat die begeleiders uitzonderlijk werk doen. Ik waardeer de
wijze waarop die mensen hun job doen en ik vind het ook belangrijk
om hen goed te omkaderen.
De sector is natuurlijk vragende partij en vraagt ook duidelijkheid. Wat
staat er nu te gebeuren? Ik heb ook al mails gekregen van mensen
die mij vragen hoe ze zich kandidaat kunnen stellen om begeleider
van uitzonderlijk transport te worden. Daarom vond ik het zinvol,
mijnheer de staatssecretaris, u hierover vandaag enkele vragen te
stellen.
Ten eerste, wat is de stand van zaken?
01.01 Hilde Vautmans (Open
Vld): Il était prévu que, dans le
courant de cette année-ci, le
secrétaire d'État arrête avec les
Régions
une
nouvelle
réglementation pour les transports
exceptionnels. Ce qui importe
surtout, c'est que l'escorte de
transports exceptionnels ne devra
plus être assurée exclusivement
par la police mais pourra l'être
aussi par des accompagnateurs
agréés.
Où en est le projet d'arrêté royal
relatif
aux
transports
exceptionnels? Quand pourra-t-il
entrer en vigueur? Quelles en sont
les idées directrices?
Cette
escorte
pourra-t-elle
effectivement être assurée par des
accompagnateurs agréés? Quelle
autorité sera responsable de la
formation et de l'agrément de ces
accompagnateurs? Un consensus
s'est-il déjà dégagé concernant le
montant et la répartition des
rétributions
dues
pour
la
délivrance des licences entre
Régions?
Les
organisations
professionnelles
ont-elles
été
associées
aux
travaux
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
Wanneer zal het ontwerp-KB in werking treden? Kunt u ons de
krachtlijnen daarvan toelichten?
Blijft de basisfilosofie, die voor mij zeer belangrijk is, overeind,
namelijk dat niet noodzakelijk de politie die uitzonderlijke transporten
moet begeleiden, maar dat het ook kan gebeuren door begeleiders
die daarvoor een opleiding kunnen genieten? Hebt u daarover
gesprekken gevoerd met uw collega in de regering, minister Guido De
Padt?
Welke instantie zal instaan voor de opleiding en erkenning? Moet er
dan een samenwerkingsakkoord worden gesloten met de
Gemeenschappen?
Bestaat er al een consensus over de hoogte en verdeling van de
retributies voor het afleveren van de vergunningen tussen de
Gewesten?
In welke mate worden de beroepsorganisaties bij de besluitvorming
met betrekking tot het KB betrokken?
préparatoires de ce projet?
01.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mevrouw Vautmans, de
inhoud van de ontwerpteksten van het koninklijk besluit betreffende
het
wegverkeer
van
uitzonderlijke
voertuigen
en
het
samenwerkingsakkoord dat tussen de federale Staat en de Gewesten
moet worden afgesloten betreffende de organisatie van uitzonderlijk
vervoer, werd het laatst besproken op een interkabinettenvergadering
welke heeft plaatsgehad op 6 februari van dit jaar.
Ingevolge dit overleg werden de teksten van het ontwerp van KB voor
advies naar de Gewesten doorgestuurd. In principe moet dit advies
worden afgeleverd binnen de dertig dagen. Als ik zeg 6 februari en 30
dagen, dan zou ik in principe het advies al moeten hebben. Het zal
misschien een klein beetje pre-electoraal zijn, maar ik heb het advies
nog niet. Derhalve heb ik ondertussen een rappelschrijven gericht aan
de Gewesten om hen te herinneren aan het advies dat werd
gevraagd.
In het ontwerp van KB is opgenomen dat het besluit in werking zal
treden vanaf een nog te bepalen datum, een aantal maanden na
publicatie van de datum in het Staatsblad. Dat KB zal het wegverkeer
van uitzonderlijke voertuigen op het gebied van verkeersveiligheid en
politionele aangelegenheden regelen. Het besluit bevat bepalingen
van de voorschriften voor de aanvragen en het afleveren van de
vergunningen, met toepassing van een retributie - u hebt daar een
vraag over gesteld, waarop ik afzonderlijk zal antwoorden -, de
veiligheidsuitrusting van de voertuigen, de begeleiding zowel door de
private
onderneming
als
door
politiediensten,
en
de
verkeersdeelneming, met name de verkeersborden en de
verkeersvoorwaarden.
Wat uw derde vraag betreft, is er inderdaad in voorzien dat de
begeleiding over het volledige traject volgens de normale
verkeersstromen omwille van de omvang van het vervoer door private
ondernemingen kan gebeuren in plaats van door de politiediensten.
Enkel voor de gevaarlijke passages zoals bijvoorbeeld het rijden
tegen de normale richting in van het verkeer of het doorsteken van de
middenberm van een autosnelweg of een speciale overschrijding van
01.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Les discussions
les plus récentes consacrées au
projet d'arrêté royal relatif à la
circulation
de
convois
exceptionnels et à l'accord de
coopération avec les Régions
portant sur l'organisation de ces
convois remontent à la réunion du
groupe de travail intercabinets du
6 février 2009. Les textes ont
ensuite été communiqués aux
Régions, à charge pour ces
dernières de rendre un avis dans
les trente jours. N'ayant toujours
rien reçu de leur part, je leur ai
adressé un rappel.
Le projet entrera en vigueur après
la publication au Moniteur belge, à
une date non encore définie. Il
comprend
des
dispositions
relatives à la demande et à la
délivrance des autorisations contre
paiement d'une redevance, à
l'équipement de sécurité des
véhicules, à l'escorte et à la
participation à la circulation,
notamment en ce qui concerne les
panneaux et les conditions de
circulation.
L'accompagnement sur l'ensemble
du trajet pourra en effet être
assuré par des sociétés privées.
Une escorte par les services de
police locaux pourrait rester
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
kunstwerken met hulpbruggen enzovoort, zou nog begeleiding door
een plaatselijke politiedienst eventueel noodzakelijk kunnen zijn.
In dat besluit is voorzien in een opleiding voor de erkenning van een
beroepsbekwaamheid van verkeerscoördinator en -begeleider van
uitzonderlijk vervoer. De federale politie is zelf vragende partij en
wenst deze aanpassingen.
Het koninklijk besluit zal worden voorgedragen en ondertekend door
de minister van Binnenlandse Zaken opdat er geen enkel misverstand
zou kunnen bestaan tussen de politionele diensten en onze diensten
verantwoordelijk voor verkeer.
Wat uw vierde vraag betreft, een werkgroep bestaande uit experts
van de dienst uitzonderlijk vervoer, politie en private begeleiding,
vertrouwd met de praktische uitvoering van de begeleiding,
beraadslaagt over de meest aangewezen inhoud en samenstelling
van de noodzakelijke opleiding die het personeel van deze
begeleidingsgroepen moeten krijgen.
Wij hebben nog geen uitsluitsel over welke instantie zal moet instaan
voor de opleiding, het afnemen van de examens en het afleveren van
de bekwaamheidsattesten. Dit wordt onderzocht, rekening houdend
met de regelgeving daaromtrent, en moet nog worden uitgewerkt. Het
sluiten van het samenwerkingsakkoord is afhankelijk van het resultaat
van de oefening die we nog zullen moeten doen.
Wat uw vijfde vraag betreft, kan ik u meedelen dat tijdens de laatste
interkabinettenvergadering, waarnaar ik daarnet verwees, de
Gewesten werden geïnformeerd van de globale retributiebedragen
zoals die werden voorgesteld aan de beroepsorganisaties.
Volgens het type van vergunningsaanvraag variëren deze van 100
euro over 150 tot 200 euro. In dezelfde vergadering werd eveneens
beslist dat zowel de federale overheid als de gewestelijke overheden
elk voor zich hun retributie bepalen, rekening houdend met de
totaalbedragen.
Het ontwerp van koninklijk besluit bepaalt dat de respectieve
retributies 75 over 113 tot 150 euro zullen bedragen voor de federale
overheid. In hun adviezen zouden de Gewesten het supplement
daarop, binnen de grenzen die ik net heb geciteerd, moeten bepalen.
Als antwoord op uw laatste vraag kan ik u meedelen dat sedert het
begin van de onderhandelingen in de jaren '90 - er werd nooit enige
vooruitgang geboekt - de beroepsorganisaties altijd betrokken zijn
geweest bij de voorbereiding van de ontwerpteksten van het koninklijk
besluit en het samenwerkingsakkoord dat moet worden gesloten.
In 2005 hebben nog drie overlegbijeenkomsten plaatsgevonden,
georganiseerd door de federale overheid met de beroepsorganisaties.
Er werden eveneens twee bijeenkomsten met de Gewesten
georganiseerd om de toen voorliggende teksten nog eens op te
frissen.
Sinds die periode zijn er geen noemenswaardige aanpassingen meer
gebeurd, met uitzondering van de begeleidingsbepalingen waarover ik
het daarstraks heb gehad. Deze bepalingen werden nog op
nécessaire pour les manoeuvres
dangereuses
telles
que
la
traversée de la berme centrale ou
la circulation à contre-sens.
C'est la raison pour laquelle cet
arrêté prévoit qu'une formation
sera dispensée en vue de
l'agrément
d'une
aptitude
professionnelle de coordinateur du
trafic et d'accompagnateur de
transports exceptionnels. La police
fédérale
en
est
elle-même
demandeuse. Cet arrêté royal sera
présenté et signé par le ministre
de l'Intérieur. Un groupe de travail
composé d'experts du service
Transports exceptionnels, des
services de police et du secteur de
l'escorte
privée
discute
actuellement du contenu le plus
adéquat de cette formation. La
question de savoir qui devra
dispenser cette formation n'est
pas encore tranchée, la conclusion
d'un accord de coopération y
afférent étant conditionnée aux
conclusions de ce groupe de
travail.
Lors de la dernière réunion
intercabinets, les Régions ont été
informées
du
montant
des
rétributions
qui
s'élèvera
respectivement à 100, 150 ou 200
euros. Il a été décidé que les
autorités fédérales et régionales
pourront fixer elles-mêmes le
montant de leurs rétributions. Le
projet d'arrêté royal prévoit que les
rétributions fédérales se monteront
respectivement à 75, 113 ou 150
euros. Les Régions pourront fixer
le montant d'un supplément.
Depuis le début des négociations,
dans
les
années
90,
les
organisations professionnelles ont
toujours été invitées à participer à
la préparation des textes des
propositions et de l'accord de
coopération.
En
2005,
le
gouvernement fédéral a organisé
trois
rencontres
avec
les
organisations professionnelles et
deux avec les Régions. Depuis
lors, aucune adaptation digne de
ce nom n'a été opérée, à
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
12 februari
2008
besproken
in
aanwezigheid
van
de
vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties, de politiediensten,
het Vlaamse Gewest en onze eigen federale openbare diensten.
Tot daar de antwoorden op uw zes vragen, mevrouw Vautmans.
l'exception
des
dispositions
d'accompagnement discutées le
12
février
2008
avec
les
organisations professionnelles, les
services de police, la Région
flamande et le SPF.
01.03 Hilde Vautmans (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, ik dank u voor het uitvoerig antwoord. Ik had
hierover samen met de collega's een resolutie ingediend. Ik zal u die
ook overhandigen.
Ik merk dat wij op de goede weg zijn. Ik kan alleen maar hopen dat er
vooruitgang wordt geboekt. Ik neem aan dat u een rappel hebt
gestuurd. Het Vlaams Parlement stopt weldra met werken. Het is
belangrijk dat wij dit advies binnen de twee weken ontvangen zodat de
werkzaamheden op federaal niveau kunnen worden voorgezet.
Ik had nog een bijkomende vraag. Een aantal grote firma's wordt veel
gevraagd om de begeleiding te doen. Worden zij ook betrokken? Het
zijn immers zij die met veel vragen zitten. Zij moeten hun
werkzaamheden voor de toekomst organiseren. Het is mijn vraag om
te overwegen ook met hen contact op te nemen. Ik kan u alleszins
een aantal organisaties doorgeven die mij hebben gemaild.
Het lijkt mij belangrijk om hen ook op de hoogte te houden van de
erkenning,
ook
de
wederzijdse
erkenning
tussen
de
Gemeenschappen. Het uitzonderlijk transport gaat immers over de
grenzen van Gewesten en Gemeenschappen heen. Het zou absurd
zijn als men dat anders doet in Vlaanderen dan in Wallonië. Het
federale niveau heeft daarin een coördinerende rol te spelen.
01.03 Hilde Vautmans (Open
Vld): Avec quelques collègues, j'ai
déposé
une
résolution.
Je
constate que nous sommes sur la
bonne voie. Il est important, étant
donné qu'il va arrêter de travailler
dans peu de temps, que le
gouvernement flamand donne
rapidement une suite au rappel et
qu'il communique son avis dans
les deux semaines.
Il est très important aussi que les
sociétés
qui
assurent
l'accompagnement
soient
informées. Sont-elles également
impliquées dans les négociations?
Le transport dépasse les frontières
des
Régions
et
des
Communautés, ce qui amène le
niveau fédéral à jouer un rôle de
coordination.
01.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mevrouw de voorzitter,
mevrouw Vautmans, bij de meest recente bespreking tussen de
verschillende diensten waren de beroepsorganisaties wel degelijk
aanwezig. Ik zou bijna stellen dat zij de praktijkervaring hebben, maar
dat zij nu weten welke formele vormgeving en formele voorwaarden
aan het besluit zullen worden vastgeknoopt.
Indien het besluit zoals het door ons werd uitgewerkt, definitief kan
worden goedgekeurd en dat moet niet meer naar het Vlaams
Parlement worden gezonden ­ het zijn echter de bevoegde ministers
van Openbare Werken en van Mobiliteit die ons moeten antwoorden ­
, zullen de betrokkenen in elk geval een veel ruimere zekerheid
hebben.
Ik zou liefst nog in de maand april 2009, zolang het Vlaams Parlement
nog actief is en de deelstaatregeringen nog operationeel zijn, een
formeel antwoord krijgen. De materie is nu al lang genoeg besproken.
Terwijl de deelstaatregeringen met andere zorgen rondlopen, kunnen
wij aldus in elk geval onze werkzaamheden voortzetten en kan het
project na zo een lange periode worden afgewerkt.
01.04
Etienne Schouppe,
secrétaire
d'État:
Les
organisations
professionnelles
étaient bel et bien présentes lors
des négociations les plus récentes
et sont au courant des formalités
de la décision. Les personnes
concernées
auront
toutefois
encore davantage de certitude si
les
ministres
régionaux
compétents
fournissent
une
réponse. Espérons qu'ils le feront
encore ce mois-ci, afin que les
travaux puissent être poursuivis au
niveau fédéral.
01.05 Hilde Vautmans (Open Vld): U hebt alleszins de volle steun
van Open Vld om een en ander te verwezenlijken. Ik zal u niettemin
mijn voorstel van resolutie mee naar huis geven.
01.05 Hilde Vautmans (Open
Vld): L'Open Vld soutient le
secrétaire d'État à ce sujet, mais
je lui fournirai néanmoins ma
proposition de résolution.
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"la réduction du taux d'alcool autorisé dans le sang pour certaines catégories de conducteurs"
(n° 11608)
02 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de verlaging van het toegestane alcoholgehalte in het bloed voor sommige
categorieën bestuurders" (nr. 11608)
02.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, j'ai
déposé cette question lorsque vous aviez parlé de ce thème dans la
presse. Nous l'avions déjà abordé à l'occasion de votre note de
politique générale, dans laquelle vous mentionniez votre idée de faire
passer le taux d'alcool autorisé dans le sang à 0,2 g pour 1.000 pour
les jeunes conducteurs ayant leur permis depuis moins de deux ans.
Cette mesure ne fait pas l'unanimité. Cependant, elle fait partie des
mesures préconisées par les états généraux de la sécurité routière et
est soutenue par l'IBSR ainsi que par des associations européennes.
Or, au sein de cette commission, les groupes politiques de la majorité
et de l'opposition ne sont pas encore persuadés du bien-fondé de
cette mesure. D'autres associations, comme les Responsible Young
Drivers, ne lui sont pas totalement acquises.
Il faut commencer par faire respecter le taux maximal de 0,5 g pour
1.000. Le nombre de contrôles n'est peut-être pas suffisant. Et
pourquoi ne pas imposer à tous le taux de 0,2 g pour 1.000? Le
passage de 0,2 g pour 1.000 à 0,5 g pour 1.000 après un certain laps
de temps de conduite peut être perçu comme du laxisme face à
l'alcool au volant et n'est pas motivant. Nous sommes donc
interloqués par cette proposition, tout en étant prêts à en discuter.
J'ai pris connaissance de votre détermination via la presse et
j'aimerais savoir s'il existe des expériences comparables dans
d'autres pays européens. Est-ce une bonne idée de différencier les
mesures en fonction de catégories?
L'article parlait d'un projet de loi. Des discussions à ce propos ont-
elles eu lieu au sein du gouvernement? Le Conseil d'État a-t-il été
consulté?
Un expert en sécurité routière mentionnait qu'une mesure qui ne fait
pas l'objet d'une certaine acceptabilité sociale peut se révéler peu
efficace. Or cette mesure ne fait l'objet que d'un mince consensus.
Comptez-vous la maintenir afin de la faire appliquer dans les
prochains mois?
02.01 Valérie De Bue (MR): In
uw beleidsnota is er sprake van
een voorstel om het toegelaten
alcoholgehalte van het bloed voor
bestuurders die hun rijbewijs nog
geen twee jaar hebben, naar 0,2 g
per 1.000 terug te brengen.
Over die maatregel bestaat er
evenwel geen eensgezindheid, al
geniet hij de steun van de Staten-
Generaal
van
de
Verkeersveiligheid, het BIVV en
een aantal Europese verenigingen.
Politieke
fracties
van
zowel
meerderheid als oppositie hebben
zo hun twijfels over het nut van de
maatregel. De verhoging van het
toegestane alcoholgehalte voor
bestuurders met enige rijervaring
van 0,2 tot 0,5 promille zou
gepercipieerd kunnen worden als
laksheid
ten
aanzien
van
alcoholgebruik achter het stuur en
is niet erg motiverend. We zijn dus
met verstomming geslagen, maar
blijven wel bereid om over dit
voorstel te praten.
Bestaan
er
vergelijkbare
experimenten in andere Europese
lidstaten? Is het wel een goed idee
om maatregelen te nemen ten
aanzien van bepaalde categorieën
van
bestuurders?
Werd
die
maatregel al besproken in de
regering? Werd de Raad van State
geraadpleegd?
Een
verkeersveiligheidsdeskundige gaf
aan dat een maatregel waarvoor
er geen maatschappelijk draagvlak
bestaat,
soms
maar
weinig
doeltreffend
is.
Over
deze
maatregel bestaat er echter geen
consensus. Bent u van plan
hiermee door te gaan?
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
02.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame De Bue,
depuis l'annonce d'une introduction éventuelle du 0,2 g pour 1.000
pour les conducteurs débutants, j'ai apporté des réponses
approfondies et motivées aux questions multiples que les membres
de cette commission, dont vous-même, m'ont posées à ce propos. Je
puis donc m'y référer.
Si vous me le permettez, je me limiterai à évoquer la situation
actuelle. D'abord, je reste persuadé du bien-fondé du 0,2 g pour 1.000
pour les conducteurs débutants, études et expériences européennes
à l'appui. Mais, croyez-moi, je ne veux pas en faire un fétiche! De
toute façon, je vais m'efforcer d'obtenir une cohésion sociale et une
approbation de ces mesures, qui sont destinées à mieux protéger les
jeunes dans la circulation. À cet égard, je vous inviterai à parler avec
les parents des adolescents et des jeunes victimes d'accidents de la
route qui se produisent notamment durant le week-end.
Parmi ces mesures, il faut noter une meilleure formation à la conduite
et l'introduction des tests de salive en vue de contrôler l'usage des
drogues au volant, objectif dont j'ai fait une priorité.
Je ne vous cacherai pas que j'espère introduire au parlement le projet
de loi qui comporte l'ensemble de ces mesures, peut-être encore le
mois prochain.
Enfin, il convient aussi de savoir que nous devons tous prendre nos
responsabilités en développant des dispositions adéquates afin
d'endiguer le nombre d'accidents graves, où les jeunes sont sur-
représentés aujourd'hui. Je vous assure qu'il n'existe pas beaucoup
de solutions. La législation se montre de plus en plus sévère. Quant à
savoir si nous devons l'être encore plus, je répondrai que nous
devons savoir dans quel jeu nous jouons.
De toute façon, la question du 0,2 g est posée. Comme je l'ai indiqué
à plusieurs reprises, vous n'ignorez pas que, pour les transports
professionnels, les employeurs demandent une sévérité accrue.
Les statistiques dont nous disposons indiquent qu'une certaine
amélioration ou plutôt une amélioration certaine au niveau des
accidents devrait être obtenue moyennant une plus grande sévérité.
C'est avec cette philosophie globale que je tenterai de prendre en
main ce dossier.
Cela dit, ne considérez pas ma réponse relative au 0,2 g pour les
conducteurs débutants comme une réponse définitive. Je répète que
ce n'est que lorsque j'aurai la conviction que l'acceptation sociale sera
devenue réalité que je prendrai les mesures nécessaires.
02.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik ben overtuigd van
het nut van dit voorstel en mijn
mening wordt bevestigd door
Europese
studies
en
experimenten. Maar ik wil me hier
ook niet op blind staren! Ik zal
proberen een maatschappelijk
draagvlak tot stand te brengen
voor die maatregel, die de
jongeren beter moet beschermen.
Andere maatregelen dragen bij tot
mijn doelstelling om het aantal
jonge verkeersdoden terug te
dringen,
zoals
een
betere
rijopleiding en de invoering van
tests om druggebruik achter het
stuur te controleren. Ik hoop het
wetsontwerp met betrekking tot al
die maatregelen nog in de loop
van volgende maand bij het
Parlement te kunnen indienen.
Ieder
van
ons
moet
zijn
verantwoordelijkheid
opnemen
door passende maatregelen te
nemen om het aantal zware
ongevallen te doen dalen; de
jongeren
zijn
oververtegenwoordigd in die groep
slachtoffers. Er zijn niet veel
andere oplossingen. Dit voorstel
ligt dus ter tafel, maar hoe dan ook
moet er eerst een maatschappelijk
draagvlak worden gevonden.
02.03 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse. On sent bien votre volonté de
concertation, ce qui est tout à votre honneur.
Comme vous l'avez dit à plusieurs reprises, de nombreuses études
ont été réalisées au niveau de l'expérience. Cette mesure est-elle
déjà développée à l'étranger?
02.03 Valérie De Bue (MR): Het
is
duidelijk
dat
u
die
beleidsmaatregelen
aan
het
nodige overleg wil toetsen. Wordt
die maatregel al toegepast in het
buitenland?
02.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Oui, dans plusieurs
pays. Je ne vous cache pas que la suggestion a été émise par
02.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Het is niet ons idee,
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
l'association "European Transport Safety Council" (ETSC).
L'idée ne vient pas de chez nous. Ce sont les instances
supranationales qui ont soulevé le problème.
Cela dit, pour être tout à fait clair, il existe une directive européenne
qui nous invite à une plus grande sévérité pour ce qui concerne les
conducteurs débutants.
het
zijn
de
supranationale
instanties die het probleem aan de
orde gesteld hebben. Uit hoofde
van een Europese richtlijn moeten
we strenger optreden ten aanzien
van beginnende chauffeurs.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de Mme Karine Lalieux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"le rapport intermédiaire sur l'accident Kalitta Air du 25 mai 2008" (n° 10946)
03 Vraag van mevrouw Karine Lalieux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het tussentijdse verslag over het ongeval met een toestel van Kalitta Air op
25 mei 2008" (nr. 10946)
03.01 Karine Lalieux (PS): Madame la présidente, monsieur le
secrétaire d'État, fin décembre 2008, l'unité d'investigation sur les
accidents aériens du SPF Mobilité et Transports a établi un rapport
intermédiaire sur l'accident du Kalitta Air du 25 mai dernier.
Il en ressort que la cause de cet accident est vraisemblablement
attribuable à la décision du pilote d'interrompre le décollage après
l'ingestion d'un oiseau dans le moteur numéro 3, bien que la vitesse
V1 eut déjà été atteinte 6 secondes auparavant. Le rapport
intermédiaire établit également plusieurs recommandations, parmi
lesquelles la possibilité d'améliorer l'efficacité du RESA par l'utilisation
d'un système d'arrêt EMAS avec du béton armé cellulaire et le
renforcement éventuel en personnel et en formation de l'unité de
contrôle aviation.
Présidente: Valérie De Bue.
Voorzitter: Valérie De Bue.
Monsieur le secrétaire d'État, vous avez donné instruction à la
direction générale Transport aérien d'examiner l'exécution de ces
recommandations avec toutes les parties concernées. Je souhaiterais
donc savoir, d'une part, quand nous pourrons avoir le rapport final de
l'unité d'investigation sur les accidents aériens et, d'autre part, si les
recommandations du rapport intermédiaire sont déjà à l'examen par
les parties concernées. Et si oui, lesquelles?
03.01 Karine Lalieux (PS): Het
tussentijds
verslag over het
ongeval met een toestel van
Kalitta Air bevat een aantal
aanbevelingen. Zo is er onder
meer sprake van de mogelijkheid
om de efficiency van de "Runway
End Safety Area" (RESA) te
verbeteren
door
van
een
"Engineered Material Arresting
System" (EMAS) gebruik te maken
en door de "bird control unit" te
versterken. Wanneer zullen we
over het eindverslag van de "Air
Accident
Investigation
Unit
Belgium"
kunnen beschikken?
Worden de aanbevelingen uit het
tussentijds verslag al door de
betrokken partijen bestudeerd?
03.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame Lalieux, la
publication du rapport final de l'analyse sur l'accident du Boeing 747
de Kalitta Air à l'aéroport de Bruxelles-National est prévu pour le mois
de mai prochain, et ce en conformité avec les prescriptions de
l'annexe 13, chapitre 6.6 de l'OACI.
Quant aux recommandations, le service Aéroports de la direction
générale Transport aérien (DGTA) est chargé de les examiner et d'y
donner suite.
En ce qui concerne la recommandation portant sur l'amélioration de
l'efficacité du RESA (Runway End Safety Area), le prolongement du
RESA et des alternatives comme l'utilisation d'un EMAS (Engineered
Materials Arresting System) sont étudiées en collaboration avec
03.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Het eindverslag wordt
tegen
mei
ingewacht.
Het
Directoraat-generaal
Luchtvaart
(DGLV)
is
belast
met
het
onderzoek en de uitvoering van de
aanbevelingen, met inbegrip van
de aanbeveling betreffende het
EMAS. Bovendien heeft het DGLV
bij The Brussels Airport Company
schriftelijk aangedrongen op een
versterking van haar "bird control
unit". Die maatregel zou nog voor
eind mei worden ingevoerd en zal
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
l'exploitant de l'aéroport. La DGTA examinera aussi la situation dans
les autres aéroports et déterminera si des mesures doivent être
généralisées.
En outre, la DGTA a insisté par écrit auprès de Brussels Airport
Company pour qu'elle renforce son "bird control unit" en termes de
personnel et de formation de ce personnel. Cette mesure qui devrait
être mise en place avant la fin du mois de mai prochain fera l'objet
d'un suivi par la DGTA via des audits et des inspections. Les
éventuelles entraves juridiques pour le bon fonctionnement du "bird
control unit", notamment dans la législation sur la chasse, seront
également analysées et discutées avec les Régions concernées.
door het DGLV worden opgevolgd.
Hij zal ook worden geanalyseerd
en besproken met de betrokken
Gewesten.
03.03 Karine Lalieux (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse. Nous nous réunirons vraisemblablement
fin mai au sujet du rapport finalisé. Je suivrai de près la mise en place
des différentes recommandations.
03.03 Karine Lalieux (PS): Ik zal
de uitvoering van de verscheidene
aanbevelingen van nabij volgen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Question de Mme Kattrin Jadin au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'annulation de l'interdiction de dépassement des camions sur les autoroutes belges" (n° 11644)
04 Vraag van mevrouw Kattrin Jadin aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de afschaffing van het inhaalverbod voor vrachtwagens op de Belgische
autosnelwegen" (nr. 11644)
04.01 Kattrin Jadin (MR): Madame la présidente, monsieur le
secrétaire d'État, le 1
er
janvier 2008, l'interdiction de dépassement
pour les camions est entrée en vigueur pour les autoroutes à deux
voies. J'estime que c'est une bonne initiative mais il semblerait que
les différentes enquêtes menées depuis sur l'efficacité de cette
mesure prouvent qu'elle est difficilement applicable et difficilement
sanctionnable en cas d'infraction.
Il y a quelques semaines, vous avez indiqué que cette interdiction
n'allait être effective que pour certaines bandes d'autoroutes
particulièrement dangereuses. Cela signifie qu'il faudra mettre en
place de nouvelles infrastructures aux endroits où cette interdiction
sera d'application.
Monsieur le secrétaire d'État, dans combien de temps cette mesure
sera-t-elle d'application?
L'inefficacité de l'interdiction totale de dépassement sur les autoroutes
à deux bandes est-elle justifiée par le seul argument de ne pas
pouvoir la sanctionner? Si c'est le cas, pourquoi n'a-t-on pas cherché
d'autres moyens de sanctionner?
04.01 Kattrin Jadin (MR): Op 1
januari
2008
werd
het
inhaalverbod voor vrachtwagens
op autosnelwegen met twee
rijstroken in elke rijrichting van
kracht. Dat is een goed initiatief,
maar blijkbaar zou het niet zo
gemakkelijk in praktijk te brengen
zijn, in het bijzonder wat het
opleggen van sancties betreft. U
heeft gezegd dat dat verbod enkel
zou
gelden
voor
bepaalde
bijzonder
gevaarlijke
weggedeelten. Wanneer zal die
maatregel
toegepast
worden?
Vloeit die beperking voort uit het
feit dat overtredingen moeilijk
bestraft kunnen worden?
04.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame Jadin, la
commission fédérale pour la sécurité routière a pris connaissance le 9
mars dernier de l'avis donné par le groupe de travail poids lourds. Le
compte rendu de cette réunion n'est pas encore disponible.
Sur base de ce qui a été dit à la commission, il semble qu'on est
plutôt favorable à un retour à l'ancien système, qui correspond avec
ce qui est d'application dans les autres pays européens. Je dois
encore en discuter avec les Régions car elles sont responsables de la
04.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
De
Federale
Commissie
voor
de
Verkeersveiligheid heeft op 9
maart
jongstleden
kennis
genomen van het advies van de
werkgroep "vrachtwagens". Het
verslag van die vergadering is nog
niet beschikbaar.
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
signalisation.
Elles doivent accepter de remplacer les panneaux qui autorisent le
dépassement par des panneaux d'interdiction. Je ne vous cache pas
que j'ai une préférence pour des panneaux à message variable. Ce
sont les Régions qui font appliquer les règles générales sur le terrain
au moyen d'une signalisation adéquate et qui jugent de la nécessité
d'une interdiction en fonction des endroits et des périodes.
En outre, pour ce qui est de la problématique des contrôles de police
quant à l'interdiction de dépassement des poids lourds, nous
souhaiterions remplacer les contrôles visuels, qui demandent un
grand investissement en effectifs et en temps, par des contrôles
automatisés à l'aide de caméras.
Op grond van wat er in de
commissie gezegd werd, zou men
blijkbaar veeleer willen terugkeren
naar de oude regeling, die
vergelijkbaar is met wat er in de
andere Europese landen vigeert.
Ik moet dit nog met de Gewesten
bespreken,
want
zij
zijn
verantwoordelijk
voor
de
signalisatie.
Mijn voorkeur gaat uit naar
dynamische verkeersborden. Wat
de
problematiek
van
de
politiecontroles betreft, zouden we
de controles de visu liever
vervangen door controles met
onbemande camera's.
04.03 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour vos réponses. Comme je l'avais indiqué dans la
question que je vous ai soumise, je constate que la mesure prise par
la Belgique visant une interdiction totale plutôt que partielle était très
audacieuse. Nous espérons qu'elle sera mise en place de manière
adéquate. Le jeu des Régions fera certainement de vous un des
fédérateurs pour coordonner cette mesure. J'en suis convaincue!
L'instauration de contrôles beaucoup plus automatisés, entre autres à
l'aide de caméras, permettra d'être beaucoup plus efficace. La
formation politique à laquelle j'appartiens espère vraiment que ce suivi
se fera dans les délais les plus brefs.
04.03 Kattrin Jadin (MR): Het
was erg gedurfd van België om
een totaalverbod in te voeren in
plaats van een gedeeltelijk verbod.
We hopen dat die maatregel op
een adequate manier zal worden
geïmplementeerd.
In
het
samenspel tussen de Gewesten
zal u een en ander zeker in goede
banen moeten leiden en de
uitvoering van die maatregel
moeten coördineren. Door de
controles
veel
meer
te
automatiseren zal men veel
efficiënter kunnen controleren. De
politieke formatie waarvan ik deel
uitmaak, hoopt echt dat die stap
zo snel mogelijk wordt gedaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de stijgende prijzen voor de opleiding van piloot voor sportvliegtuigen"
(nr. 11861)
05 Question de M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'augmentation du prix de la formation de pilote d'avion de tourisme" (n° 11861)
05.01 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, in een vorige commissievergadering werden over dit
onderwerp twee vragen gesteld. Ik had mij daarbij willen aansluiten
maar door omstandigheden was ik blijkbaar een vijftal minuutjes te
laat met het indienen van mijn vraag. Het ging om vragen van de
collega's Laeremans en Van Biesen. Zij hadden het over de sterk
stijgende tarieven voor de sportluchtvaart. Ik zal niet heel de
problematiek opnieuw schetsen want ik meen dat u die voldoende
kent.
05.01 Patrick De Groote (N-VA):
La Direction générale Transport
Aérien
(DGTA)
a
l'intention
d'imposer certaines mesures qui
sont préoccupantes. À la suite de
questions
posées
par
mes
collègues Laeremans et Van
Biesen concernant l'augmentation
très sensible des tarifs appliqués à
l'aviation de tourisme, le secrétaire
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
Het directoraat-generaal van de Luchtvaart wil een aantal zaken
opleggen die ons eigenlijk verontrusten, namelijk sterk stijgende
tarieven voor de sportluchtvaart. Het theoretische examen, de
geluidsattesten, de administratieve uurtarieven, het vluchtenboekje en
de inspectiekosten zouden integraal worden doorgerekend aan de
sector. Het voordeel om na deze vraag aan bod te kunnen komen, is
natuurlijk dat ik uw antwoord voor een deel al heb kunnen lezen. In uw
antwoord aan mijn twee collega's toonde u zich duidelijk niet tevreden
over de voorstudie. Ik citeer even uw antwoord in de
commissievergadering van 16 maart: "Ik heb zelf evenmin een erg
positieve appreciatie van de manier waarop het studiebureau te werk
is gegaan. Zijn werkwijze was mij reeds ter ore gekomen. Het lijkt mij
geen manier van werken te zijn".
U stelde vervolgens dat de soep niet zo heet zou worden gegeten als
ze werd opgediend. Wij kennen op die manier niet het volledige
antwoord, maar misschien kunt u mij vandaag wat meer duidelijkheid
geven over de "warmte" van die soep.
Ik zal mijn vragen dan ook nog eens stellen. U beloofde te
onderzoeken of clubs zouden verhuizen naar buitenlandse
luchthavens. Beschikt u reeds over cijfers daarvan? Zijn er in het
verleden reeds clubs verhuisd? Heeft u een beeld van aspirant-piloten
die naar het buitenland trekken?
Ik kom dan bij mijn tweede vraag. Heeft u rekening gehouden met het
feit dat, door de beperking van zeer jonge sportvliegers, de instroom
van de professionele piloten op langere termijn misschien zal worden
beperkt?
Mijn laatste vraag. U stelde dat de prijzen worden aangepast aan de
reële kostprijs. Hoe ziet u die kostprijsstructuur? Hoe wordt dit
berekend? Wat maakt daar allemaal deel van uit? Houdt men hierbij
rekening met een eventuele daling van de aanvragen?
d'État s'est dit mécontent de
l'étude préliminaire et a déclaré
qu'il ne fallait pas vendre la peau
de l'ours avant de l'avoir tué. Il a
promis d'examiner si les clubs
d'aviation
de
tourisme
ne
risquaient pas, de ce fait, de
déménager vers des aéroports
étrangers.
Le secrétaire d'État dispose-t-il
déjà de données chiffrées? Les
aspirants pilotes s'en iront-ils à
l'étranger? Le secrétaire d'État
tiendra-t-il compte du fait que les
restrictions imposées en ce qui
concerne les très jeunes aviateurs
pourraient avoir pour effet à long
terme de brider l'émergence de
pilotes professionnels? Les prix
seront adaptés au coût réel. Mais
comment
sera
calculée
la
structure de ce coût? Une baisse
éventuelle des demandes sera-t-
elle prise en considération?
05.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer De Groote, de
definitieve resultaten van het onderzoek naar een mogelijke uitwijking
van vliegclubs en aspirant-piloten naar het buitenland zijn momenteel
nog niet beschikbaar. De studie voert een vergelijking uit met
Nederland en Frankrijk omtrent de daar geldende tarieven. Waar
mogelijk wordt ook gekeken naar de tarieven die van toepassing zijn
in Zwitserland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Ik kan u de
verzekering geven dat het directoraat-generaal Luchtvaart, DGLV,
een tarief zal aanrekenen dat in dezelfde grootteorde ligt als in die
landen, zodat er van discriminatie ongetwijfeld geen sprake zal zijn.
De tarieven voor examens en vergunningen in de private luchtvaart
werden, op voorstel van DGLV, reeds verlaagd na opmerkingen die
gemaakt werden tijdens de consultaties met de gebruikers. Dat
gebeurde precies om te vermijden dat de private piloten zouden
uitwijken naar het buitenland en om aldus het draagvlak te behouden
voor de instroom van professionele piloten.
Wat uw derde vraag betreft kan ik u zeggen dat in het nieuwe
vergoedingssysteem DGLV, in de mate van het mogelijke, de kosten
verbonden aan de door DGLV geleverde prestaties aan de gebruikers
zal aanrekenen. Ik ben daar een groot voorstander van. Zoals ik
reeds vroeger heb gemeld, wordt er weliswaar rekening gehouden
05.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Les résultats
définitifs de l'enquête sur l'exode
possible des clubs d'aviation et
des
aspirants-pilotes
vers
l'étranger ne sont pas encore
disponibles.
Dans le cadre de l'étude, une
comparaison est effectuée avec
les tarifs en vigueur aux Pays-Bas
et en France. Dans la mesure du
possible, l'on y examine aussi les
tarifs d'application en Suisse, en
Irlande et au Royaume-Uni. La
DGTA fixera un tarif dont elle aura
la certitude qu'il est du même
ordre que celui des autres pays,
de manière à prévenir toute
discrimination.
La proposition de la DGTA
suggère également de réduire les
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
met de tarieven die in het buitenland van kracht zijn, maar wat het
aantal te leveren prestaties betreft en dus het prijsniveau wordt er
gewerkt met schattingen door de betrokken directies van DGLV om
tot een globale prijs voor de mogelijke kandidaten te komen.
tarifs des examens et des permis
pour
l'aviation
privée.
Nous
souhaitons éviter, en effet, de voir
nos pilotes émigrer vers l'étranger.
Le nouveau système de rétribution
permettra, autant que possible, de
répercuter sur les utilisateurs les
coûts des services assurés par la
DGTA, tout en tenant compte des
tarifs appliqués à l'étranger. Quant
au nombre de prestations à
fournir, le système se fondera sur
des estimations.
05.03 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris,
bedankt voor uw antwoord. Ik ben blij dat wij dezelfde bezorgdheid
delen. U zegt dat de bijgestuurde tarieven werden voorgelegd aan de
belangengroepen op de vergadering ­ u doelt waarschijnlijk op de
vergadering van december 2008 en op die van 5 februari 2009 ­ en
dat de tarieven deels zijn aangepast.
Ik vind het belangrijk dat wij het probleem van uitvlaggen wegens te
hoge prijzen en vergoedingen proberen op te lossen.
Ik onthoud ook dat de resultaten nog niet allemaal beschikbaar zijn.
Wij wachten af. Ik vind het wel positief dat u wat de prijzen betreft de
vergelijking zult maken met de omliggende landen, zodat de
concurrentiepositie van onze mensen niet in het gedrang komt.
05.03 Patrick De Groote (N-VA):
Il est indispensable d'éviter que le
niveau
excessif
des
tarifs
appliqués dans notre pays pousse
les pilotes à se former à l'étranger.
Je me félicite d'apprendre que les
tarifs en vigueur dans les pays
voisins
seront
pris
en
considération.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het administratief wegtrekken van de pleziervaart uit België voor fiscale
redenen" (nr. 11871)
06 Question de M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'exode administratif de la navigation de plaisance belge pour des raisons fiscales" (n° 11871)
06.01 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ook deze vraag heeft te maken met de stijgende
prijzen in de pleziervaart. De problematiek van de plezierluchtvaart
heb ik even gekoppeld aan de pleziervaart op zee. Daarover heb ik
uw collega Reynders reeds ondervraagd.
Enerzijds voert België op het vlak van pleziervaartuigen, een
onaantrekkelijk beleid wat betreft het hanteren van de btw.
Verschillende Europese landen hebben een gunstige btw-wetgeving
op pleziervaartuigen. Een schip dat bijvoorbeeld onder Franse vlag
voor een bepaalde periode buiten Frankrijk vaart, moet voor deze
periode buiten Frankrijk geen btw betalen. Daar het evenwel
onmogelijk is om dat te controleren, bestaat in Frankrijk de afspraak ­
niettegenstaande de btw daar slechts 19,6% bedraagt, wat al lager is
dan de 21% in België ­ om de btw te halveren, waardoor in Frankrijk
slechts 9,8% betaald wordt. Als gevolg daarvan gaat een aantal
Belgen hun boot in Frankrijk kopen, terwijl een aantal andere Belgen
hun boot in België koopt, maar alles laat regelen door een Franse
leasing, waardoor de verkoop gebeurt via een intracommunautaire
06.01 Patrick De Groote (N-VA):
De nombreux pays européens ­
tels que la France, l'Espagne et
l'Italie ­ appliquent un taux de TVA
plus favorable que la Belgique
pour le secteur des navires de
plaisance. Il en résulte que bon
nombre de nos compatriotes
achètent un bateau de plaisance
par exemple en France ou en
Belgique par l'intermédiaire d'une
société
de
leasing
ou
de
financement française, afin que
l'achat soit exonéré de TVA. L'État
belge perd ainsi des recettes
importantes de TVA mais aussi
des recettes pour la délivrance de
lettres de pavillon, de lettres de
mer, de plaques d'immatriculation
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
levering, uiteraard vrijgesteld van btw. De Belgische Staat loopt
daardoor niet alleen btw-inkomsten mis, maar ook inkomsten zoals uit
vlaggenbrieven, zeebrieven of immatriculatieplaten en de belastingen
op de inverkeersstelling.
Anderzijds is België dan weer aantrekkelijk voor het verkrijgen van
een brevet, waardoor veel Fransen met Belgische vlag varen.
Recent heeft het directoraat-generaal van de Luchtvaart, waarover we
het daarnet al hadden, de prijzen voor administratieve documenten
voor onder meer sportvliegtuigen laten stijgen, met als argument dat
de prijzen gewoon zijn aangepast aan de reële kostprijzen. Ik vraag
mij af hoe dat zit voor de pleziervaart.
Mijnheer de staatssecretaris, vandaar de volgende vragen voor u.
Heeft u middelen of mogelijkheden om een zicht te hebben op het
aantal Belgen dat een pleziervaartuig met een buitenlandse
vlaggenbrief of immatriculatie heeft? Zo ja, over welke mogelijkheden
beschikt u? Hoeveel pleziervaartuigen varen met een buitenlandse
vlaggenbrief of immatriculatie?
Hoeveel in het buitenland gedomicilieerde pleziervaarders varen er in
België met een Belgische vlag? Welke zijn de belangrijkste
nationaliteiten? Wat is hun aandeel?
Overweegt u een evaluatie te doen voor de pleziervaart naar analogie
van de luchtvaart? Hoe is de kostprijsstructuur voor het bezorgen van
administratieve documenten in de pleziervaart naar analogie van
plezier- of sportluchtvaart?
U kunt misschien overleg plegen met uw collega Reynders inzake de
btw, aangezien dat een invloed heeft op het aantal afgeleverde
brevetten.
et de taxe de mise en circulation.
La Belgique est en revanche un
pays attrayant pour l'obtention d'un
brevet de navigation, de sorte que
de nombreux Français naviguent
sous pavillon belge.
Existe-t-il des statistiques du
nombre de propriétaires belges
d'un navire de plaisance avec
lettre de pavillon ou plaque
d'immatriculation
étrangère?
Combien
de
plaisanciers
domiciliés à l'étranger naviguent
sous pavillon belge?
Les tarifs actuellement en vigueur
dans
notre
pays
pour
les
documents relatifs à la navigation
de plaisance seront-ils soumis à
une évaluation?
Une
concertation
sera-t-elle
organisée avec le ministre des
Finances en ce qui concerne le
taux de TVA dans le secteur de la
navigation de plaisance?
06.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mevrouw de voorzitter,
mijnheer De Groote, ik kan op uw vier vragen het volgende
antwoorden.
Wat de eerste vraag betreft, merk ik op dat de FOD Mobiliteit en
Vervoer geen middelen of mogelijkheden ter beschikking heeft om
zicht te krijgen op het aantal Belgen dat een pleziervaartuig met een
buitenlandse vlaggenbrief of immatriculatieplaat heeft. Het is in dat
verband van belang te weten dat niet alle landen een dergelijk
registratiesysteem hebben of vlaggenbrieven afleveren.
In antwoord op uw tweede vraag kan ik mededelen dat globaal
genomen 16% van de 23.186 in omloop zijnde Belgische
vlaggenbrieven aan buitenlanders werden afgeleverd, waarvan 14,6%
of 3.396 brieven aan Fransen en 1,4% of 315 brieven aan andere
nationaliteiten werden uitgereikt. Daarbij worden de buitenlanders die
in België wonen, niet meegerekend. Het is immers maar normaal dat
zij voor hun documenten een beroep op de Belgische overheid doen.
Wat de derde vraag betreft, wijs ik erop dat de prijs van de
immatriculatieplaat steeds aan een automatische indexformule
onderhevig is geweest, waardoor de indertijd ­ met name in 1992 ­
vastgestelde prijs van 25 euro ondertussen tot 35 euro is gestegen.
06.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Le SPF Mobilité
et Transport ne dispose d'aucun
instrument pour déterminer le
nombre de Belges propriétaires
d'un
bateau
de
plaisance
naviguant sous lettre de pavillon
ou immatriculation étrangère. Les
systèmes d'enregistrement ne
sont du reste pas les mêmes dans
tous les pays.
Sur les 23.186 lettres de pavillon
délivrées en Belgique, 16% ont été
octroyées à des étrangers, dont
3.396 Français et 315 autres. Ce
chiffre ne comprend pas les
étrangers domiciliés dans notre
pays, puisqu'ils demandent en
principe
les
documents
à
l'administration belge.
Le
prix
de
la
plaque
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
De prijs van de vlaggenbrief werd in 1999 op 50 euro vastgelegd,
maar is niet aan een automatische indexatie onderworpen.
Ten slotte, uw vierde vraag. De prijs van een vlaggenbrief of van de
immatriculatieplaat kan, mijns inziens, voor de eigenaar van een
pleziervaartuig geen reden zijn om op administratief vlak uit België
weg te trekken. Indien hij zulks doet voor 50 euro, laat hem dan maar
gaan.
Inzake het btw-tarief ten aanzien van de pleziervaartuigen kan op
basis van een vergelijking van de tarieven die in onze buurlanden
worden gehanteerd, overleg met de minister van Financiën tot stand
komen. De kwestie moet dan wel bij de heer Reynders worden
aangekaart. Ik kan mij echter inbeelden dat hij van het voorgaande
niet bepaald zijn eerste prioriteit zal maken.
d'immatriculation
est
indexé
automatiquement
et
s'élève
actuellement à 35 euros. Le prix
de la lettre de pavillon n'est pas
indexé
automatiquement
et
s'élève, depuis 1999, à 50 euros.
Ces tarifs ne peuvent pas, à mon
sens, constituer une raison de ne
pas demander l'immatriculation
dans notre pays. Ceux qui partent
à l'étranger pour ne pas payer de
telles sommes, peuvent partir s'ils
le souhaitent!
Une concertation avec le ministre
des Finances concernant les tarifs
TVA applicables à la navigation de
plaisance est envisageable mais
ne relève actuellement pas des
priorités.
06.03 Patrick De Groote (N-VA): Dank u wel, mijnheer de
staatssecretaris. Ik meen ook dat het op dit ogenblik geen prioriteit
van de heer Reynders zal zijn.
Ik dank u alvast voor uw antwoord. Ik zal het nog eens grondig
nalezen. Ik had het uiteraard over de aankoop van boten en over het
inschrijven ervan. Ik ben ervan overtuigd dat als men de bedragen
optelt, het over relatief hoge bedragen gaat.
Ik heb uit uw antwoord op mijn eerste vraag begrepen dat de FOD
Mobiliteit geen middelen ter beschikking heeft en dat er tussen de
landen weinig afspraken zijn in verband met de vlaggenbrieven en
dergelijke. Bedankt.
06.03 Patrick De Groote (N-VA):
Les frais relatifs à l'achat et à
l'immatriculation des embarcations
de plaisance ne sont pas aussi
modiques que le secrétaire d'État
le laisse entendre.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de nieuwe Europese nummerplaten" (nr. 11881)
07 Question de M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les nouvelles plaques d'immatriculation européennes" (n° 11881)
07.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, in
oktober 2008 kondigde u aan dat u een onderzoek zou laten uitvoeren
of België tegen 2010 een gestandaardiseerd Europees model van
nummerplaat zou kunnen invoeren. Ik zou graag de resultaten van dat
onderzoek kennen. U had vorig jaar al de kans om de nieuwe
Europese nummerplaat in te voeren. Dat was enkele maanden
eerder, bij het uitputten van de oude nummerplaten, waarop eerst drie
letters en dan drie cijfers staan. Die platen waren uitgeput na 35 jaar.
Met het nieuwe systeem, waarop eerst drie cijfers staan en
vervolgens drie letters, hoopt men nog twintig jaar te kunnen werken.
U had het systeem toen al kunnen koppelen aan de Europese
nummerplaat, maar uiteindelijk hebt u daarvoor niet gekozen. Als ik
mij niet vergis, merkte u toen op dat u nog maar pas staatssecretaris
was geworden en al werd geconfronteerd met een tekort aan
nummerplaatmogelijkheden.
07.01 Patrick De Groote (N-VA):
Dispose-t-on déjà de résultats de
l'étude annoncée par le secrétaire
d'État en octobre 2008 concernant
l'instauration
d'une
plaque
d'immatriculation uniformisée à
l'échelle européenne dans notre
pays? Lors de la création, l'an
passé, du nouveau système basé
sur une suite de trois chiffres et
trois lettres, le secrétaire d'État a
tempéré l'idée d'instaurer un
modèle normalisé en Belgique.
Dès avril 2009, les Gallois et les
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
In oktober hebt u dat nog eens herhaald, met de duidelijke boodschap
dat u nog geen Europese nummerplaat wou invoeren, omdat die
groter en dus ook duurder zijn. U stelde dan ook voor de Belgische
Staat te laten tussenkomen in de kosten bij de vervanging door de
Europese plaat.
Ten slotte, de nieuwe Europese nummerplaten bieden ook een
nieuwe kans. Vanaf april 2009 zullen de inwoners van, bijvoorbeeld,
Wales of de Bretoenen hun eigen vlag op de Europese nummerplaat
kunnen plaatsen.
Ik kom tot mijn vragen. Wat zijn uw bevindingen met de betrekking tot
de invoering van een Europese nummerplaat in 2010?
Ten tweede, hoeveel kost de maatregel, aangezien de Belgische
overheid de nieuwe nummerplaten zelf zou bekostigen?
Ten derde, bent u bereid om in de Europese nummerplaten de
Vlaamse, Waalse en Brusselse vlaggen onder de Europese vlag te
verwerken, naar het voorbeeld van Wales? U kent het misschien wel,
mijnheer de staatssecretaris. Ik heb een voorbeeld meegebracht en ik
heb dat voor u al uitgewerkt met betrekking tot Brussel, Vlaanderen
en Wallonië. De ontwerpen zijn gebruiksklaar. U mag ze hebben, als
u ze wenst te gebruiken.
Bretons pourront faire placer leur
propre drapeau sur les plaques
d'immatriculation européennes.
Le secrétaire d'État envisage-t-il
l'instauration
d'une
plaque
d'immatriculation européenne en
Belgique en 2010? Quel serait le
coût de cette mesure pour les
pouvoirs publics belges? Le
secrétaire d'État envisage-t-il la
possibilité d'apposer le drapeau
flamand, wallon ou bruxellois sur
les plaques européennes?
07.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer De Groote, ik
kan u wat uw eerste vraag betreft, antwoorden dat ik nog altijd van
mening ben dat wij, Belgen ­ als een van de founding fathers van de
Europese Unie en de Europese Gemeenschap ­ ons moeten
inschrijven in de Europese aanbeveling tot harmonisatie van de
nummerplaten. Wij hebben Brussel als Europese hoofdstad. Ik
verheel niet dat ik in de tweede helft van 2010 graag een positief
antwoord zou geven op die Europese aanbeveling.
Mijnheer De Groote, op dit ogenblik bevinden wij ons nog in de
studiefase van de invoering. Ik wil niet zomaar de wit-rode
nummerplaat vervangen door een andere en voor de rest alles
ongemoeid laten. Daar komen meer aspecten bij kijken.
Een eerste aspect is bijvoorbeeld het formaat van de nummerplaat,
en de gebruikte tekens en kleuren, vooral met het oog op een betere
zichtbaarheid, onder meer bij automatische controles.
Een tweede aspect is de samenstelling van de letters en de cijfers.
Het is gebleken dat de mogelijke combinaties van nummerplaten
telkens veel sneller opgebruikt zijn dan gedacht. Wij moeten nu
werkelijk op lange termijn gaan denken opdat wij later niet opnieuw
van systeem moeten veranderen.
Een derde aspect zijn de modaliteiten van de invoering. Gaan wij het
alleen doen voor nieuw in te schrijven wagens? Voor welke soorten
voertuigen doen wij het? Moet het gepaard gaan met een
retroplanning voor de reeds in gebruik zijnde auto's? Dat zijn allemaal
elementen die daarbij aan bod zullen komen.
Last but not least, is er het aspect van de eventuele meerkosten die
aan deze operatie verbonden zijn. Hoe moeten die gedekt worden in
07.02
Etienne Schouppe,
secrétaire
d'État:
Je
reste
convaincu que nous devons
participer
à
l'harmonisation
européenne
des
plaques
d'immatriculation: Bruxelles est la
capitale de l'Europe et la Belgique
assurera la présidence de l'Union
au cours de la seconde moitié de
2010.
La question est encore en phase
d'étude
et
nous
travaillons
actuellement sur le format, les
couleurs, la composition des
lettres et des chiffres ­ les
combinaisons possibles semblent
en effet toujours s'épuiser plus vite
que prévu ­ ainsi que sur les
modalités
d'introduction.
Les
nouvelles
plaques
ne
s'appliqueront-elles
qu'aux
nouvelles
immatriculations
ou
également aux voitures déjà en
circulation? Enfin, nous devons
également réfléchir à la manière
de couvrir le surcoût.
Il
est
impossible
d'estimer
l'importance du surcoût tant que
ces modalités ne seront pas
définies. Une chose est certaine:
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
deze budgettair moeilijke tijden?
Zolang al deze modaliteiten nog niet duidelijk zijn, is het moeilijk te
voorspellen wat de precieze meerkosten van de operatie zullen zijn. Ik
wil er terloops op wijzen dat de aflevering van de nummerplaten op dit
ogenblik volledig gratis is voor de burgers en voor de bedrijven.
Daartegenover staan geen federale inkomsten, daar de belasting op
de inverkeerstelling en de verkeersbelasting regionale materies zijn.
Het is kortom een zuivere last voor mijn departement en voor de
federale schatkist.
Wat uw laatste suggestie betreft, de Europese nummerplaat vermeldt
zoals u weet het Europees symbool en de letters van het land van
herkomst. Ik moet eerlijk zeggen, u hebt daar wel een mooie oefening
gemaakt, maar ik begrijp niet direct de meerwaarde om er nog andere
symbolen aan toe te voegen, zoals de Belgische vlag of andere
vlaggen zoals u suggereerde. Het is vooral de bedoeling dat de letters
en cijfers van de nummerplaat ook voldoende duidelijk leesbaar zijn
weergegeven.
Wat het vermelden van aanvullende kentekens betreft, ik weet niet of
u Parijse vrienden hebt, maar ik nodig u uit om aan de Parijzenaars te
vragen wat zij denken van het nummer 75 dat op hun nummerplaat
staat wanneer zij zich buiten de regio van Parijs begeven. Dat zal
misschien al voor afkoeling zorgen.
ces coûts seront intégralement à
la charge du pouvoir fédéral. Les
plaques d'immatriculation étant
gratuites, l'administration fédérale
n'engrange aucun revenu en
contrepartie de leur fabrication et
de leur délivrance puisque la taxe
de mise en circulation et la taxe de
circulation
sont
aujourd'hui
régionalisées.
La
plaque
d'immatriculation
européenne portera le symbole
européen et les lettres du pays
d'origine. Je ne vois pas en quoi
d'autres
symboles
peuvent
apporter une plus-value. Il doit y
avoir suffisamment de place pour
que les lettres et les chiffres
restent lisibles.
07.03 Patrick De Groote (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik verneem dat u graag een positief antwoord zou
geven op de Europese aanbeveling. U zegt dat de combinaties sneller
zijn opgebruikt dan men denkt. U zegt ook dat men nog volop in de
studiefase is.
Een van de mogelijke oplossingen om meer combinaties te hebben, is
inderdaad mijn voorstel. Ik had de Belgische vlag daar niet opgezet,
maar als wij een nummerplaat zoals de mensen van Wales zouden
kunnen krijgen dan heeft men veel meer combinaties. Dan heeft men
een zelfde combinatie voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Uw
probleem is dan meteen ook van de baan. U ziet hoe constructief wij
kunnen zijn.
07.03 Patrick De Groote (N-VA):
En fait, ma proposition offre une
solution
au
problème
du
tarissement trop
rapide des
possibilités
de
combinaison.
Toutes
les
combinaisons
pourraient, en effet, être utilisées
trois fois ­ une fois dans chaque
Région.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
08 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les délais d'attente pour passer le permis de conduire pratique en filière libre" (n° 11920)
08 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de wachttijden voor het praktisch rijbewijs in het systeem van de vrije
begeleiding" (nr. 11920)
08.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, à
Bruxelles, il semble que les délais pour passer le permis de conduire
pratique en filière libre s'allongent considérablement. Les listes
d'attente placent au mois de juin les candidats inscrits début mars,
soit avec quatre mois d'attente. De tels retards, s'ils sont avérés,
peuvent constituer un frein pour les candidats en recherche d'un
emploi et les empêcher de postuler avec tous les atouts nécessaires.
L'origine de ces retards serait la réforme de l'apprentissage à la
08.01 Valérie De Bue (MR): In
Brussel lopen de wachttijden voor
het praktische rijexamen in het
systeem van de vrije begeleiding
op: kandidaten die zich begin
maart laten inschrijven, komen op
een wachtlijst terecht en kunnen
het examen pas in juni afleggen.
Dat uitstel kan hun kansen op de
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
conduite. En effet, sous la législature précédente, votre prédécesseur
a voulu diminuer le coût de l'apprentissage à la conduite en favorisant
la filière libre au détriment des autos-écoles. C'est désormais la filière
libre qui, victime de son succès, se trouve désavantagée en termes
de délai.
L'élément à l'origine des problèmes actuels serait que le passage par
l'auto-école n'est plus nécessaire pour ceux qui ont échoué deux fois
au permis pratique ni pour ceux qui demandent une licence provisoire
d'apprentissage. En outre, il y a trop peu d'examinateurs qui ont en
charge un nombre trop important d'élèves.
Monsieur le secrétaire d'État, confirmez-vous ces retards? Est-ce bien
la réalité? Quelles sont les causes de ces retards?
Quelles mesures sont-elles prises pour résorber ces retards et
améliorer la situation sur le terrain?
arbeidsmarkt
verkleinen,
aangezien ze bij het solliciteren
niet over alle nodige troeven
beschikken.
De hervorming van de rijopleiding
zou aan die achterstand ten
grondslag liggen. Uw voorganger
moedigde de vrije begeleiding aan,
ten koste van de opleiding door de
rijscholen. De vrije begeleiding
werd echter het slachtoffer van
haar eigen succes en heeft nu te
kampen met lange wachttijden.
Bovendien zijn er te weinig
examinatoren in verhouding tot het
aantal leerlingen.
Bevestigt u die wachttijden? Wat
zijn daarvan de oorzaken en hoe
zal u ze terugdringen?
08.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame De Bue,
j'espère que les délais d'attente pour la filière libre à Bruxelles,
actuellement de deux à trois mois, diminueront rapidement vu que les
deux centres d'examen concernés ont pris des mesures pour
rattraper ce retard, notamment par l'engagement d'examinateurs
supplémentaires.
Cependant, pour augmenter leurs effectifs, les centres doivent suivre
une procédure de recrutement des examinateurs relativement longue.
En effet, elle comprend une formation préalable et un examen destiné
à vérifier si les examinateurs disposent des qualités et connaissances
requises pour exercer cette profession.
En outre, il est vrai qu'à la suite de la réforme de mon prédécesseur,
M. Landuyt, plus de candidats de la filière libre se présentent à
l'examen sans toutefois répondre aux conditions d'accès, notamment
en ce qui concerne le guide. Il faut dès lors les refuser et prévoir un
nouveau rendez-vous, ce qui entraîne des retards dans la
programmation des examens. Il a également été constaté qu'au cours
de ces six derniers mois, les centres sont confrontés à une demande
croissante pour des examens pratiques en filière libre.
Comme je viens de le dire, l'engagement d'examinateurs
supplémentaires devrait à présent permettre de rattraper ces retards.
Il a, en outre, été demandé aux centres d'examens de prendre toutes
les mesures administratives en vue de permettre une meilleure
programmation de ces examens.
08.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik hoop dat de
wachttijden
voor
de
vrije
begeleiding in Brussel, die op dit
ogenblik twee à drie maanden
bedragen, op korte termijn zullen
teruglopen,
want
de
twee
betrokken examencentra hebben
bijkomende examinatoren in dienst
genomen.
De
aanwervings-
procedure neemt evenwel de
nodige tijd in beslag.
Als gevolg van de hervorming die
door toenmalig minister Landuyt
werd ingevoerd, bieden zich in het
systeem van de vrije begeleiding
meer kandidaten aan die niet aan
de voorwaarden beantwoorden.
Die moeten worden geweigerd en
er moet een nieuwe afspraak
worden gemaakt, wat vertraging in
de hand werkt.
Dankzij de indienstneming van
extra
examinatoren
zou
die
achterstand
moeten
worden
weggewerkt.
Voorts werd de examencentra
gevraagd
de
nodige
administratieve maatregelen te
treffen met het oog op een betere
organisatie van de examens.
08.03 Valérie De Bue (MR): Je remercie monsieur le secrétaire 08.03 Valérie De Bue (MR): De
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
d'État pour sa réponse.
La situation sur le terrain est réellement interpellante. Résorber ce
retard dans les plus brefs délais permettra à de nombreuses
personnes d'utiliser leur permis et d'être mieux opérationnelles sur le
marché de l'emploi.
situatie in de praktijk vraagt om
maatregelen. De achterstand moet
zo
snel
mogelijk
worden
weggewerkt, zodat vele mensen
hun
rijbewijs
zullen
kunnen
gebruiken en sterker zullen staan
op de arbeidsmarkt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de herziening van de Eurovignetrichtlijn en de invoering van een slimme
kilometerheffing" (nr. 11952)
09 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"la révision de la directive Eurovignette et l'instauration d'une redevance kilométrique intelligente"
(n° 11952)
09.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris,
naar aanleiding van de herziening van de eurovignetrichtlijn leek het
mij een goed idee om te peilen naar de stand van zaken in verband
met de invoering van de slimme kilometerheffing.
Zoals bekend kent ons land het systeem van het eurovignet samen
met Nederland, Luxemburg, Denemarken en Zweden. Duitsland was
daar oorspronkelijk ook bij, tot zij besloten om de Maut, een soort
kilometerheffing, in te voeren op hun wegennet. De eurovignetrichtlijn
werd recent herzien waardoor lidstaten vanaf 2012 niet alleen
infrastructuurkosten
maar
ook
milieukosten
zoals
lawaai,
luchtvervuiling, fileleed en dergelijke mogen doorrekenen in hun
tolheffing voor het zware vrachtvervoer. Dat zwaar vrachtvervoer
wordt trouwens uitgebreid tot alle vrachtwagens vanaf 3,5 ton en
wordt ook uitgebreid van de autosnelwegen naar alle wegen. Die
herziening is een goede zaak maar het is zeker ook belangrijk dat ze
het pad effent voor de invoering van een slimme kilometerheffing. U
hebt zich in het verleden, in samenspraak met de Gewesten, steeds
geëngageerd voor een Europees systeem om tot de invoering van
een slimme kilometerheffing te komen. Ik wil u dan ook enkele vragen
voorleggen.
Ten eerste, wat is de stand van zaken met betrekking tot de invoering
van de slimme kilometerheffing? Hebt u een indicatie wanneer deze
er effectief zou kunnen komen? Zitten de Gewesten op een lijn met
betrekking tot dit systeem? Bijkomend zou ik nog willen vragen of er
nog overleg is met Nederland, aangezien men ook in Nederland deze
heffing wil invoeren en men toch al enkele keren heeft gezegd dat
best afgesproken zou worden om dat eventueel samen te doen.
Ten tweede, zult u de Gewesten aansporen om, in afwachting van
een slimme kilometerheffing, indien die er niet voor 2012 zou kunnen
komen, ook de milieukosten door te rekenen in het bestaande
eurovignet voor vrachtwagens?
Ten derde, zult u zowel wat deze groene tol als de invoering van de
slimme kilometerheffing betreft, verder overleg hebben met de
Gewesten? Zult u daartoe bepaalde stappen ondernemen?
09.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): La directive relative à
l'Eurovignette pour les poids
lourds a récemment été révisée,
ce qui constitue une étape
importante en vue de l'instauration
d'une
redevance
kilométrique
intelligente et donc d'une mobilité
durable.
Étant donné que le secrétaire
d'État s'est engagé à rendre
possible l'instauration d'une telle
redevance
kilométrique
intelligente,
je
souhaiterais
connaître l'état d'avancement du
dossier. Le secrétaire d'État sait-il
déjà quand la redevance pourrait
être instaurée? Les Régions sont-
elles sur la même longueur d'onde
en ce qui concerne ce système?
Une concertation a-t-elle lieu avec
les Pays-Bas qui sont également
partisans
d'une
redevance
kilométrique intelligente?
Dans l'intervalle, le secrétaire
d'État incitera-t-il les Régions à
inclure à partir de 2012 également
les coûts environnementaux dans
la redevance, comme il sera
possible de le faire grâce à la
révision de la directive relative à
l'Eurovignette?
Une concertation a-t-elle lieu à ce
sujet avec les Régions?
09.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mevrouw de voorzitter, 09.02
Etienne Schouppe,
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
mijnheer Van den Bergh, bij mijn weten ­ ik maak deel uit van de
Europese Raad - is de eurovignetrichtlijn nog niet herzien. Het is
namelijk zo dat de herziening van de eurovignetrichtlijn het voorwerp
uitmaakt van een zogenaamde codecisieprocedure. Het Europees
Parlement heeft op 11 maart in eerste lezing de tekst al aangenomen.
Deze tekst amendeert de eurovignetrichtlijn. Op het niveau van de
Raad zijn de discussies echter nog volop aan de gang en is er
absoluut ­ ik laat daar geen twijfel over bestaan ­ geen
eensgezindheid van de verschillende landen ten aanzien van deze
tekst. Er is dus nog een hele weg af te leggen alvorens de
eurovignetrichtlijn zoals we die vandaag kennen, zal herzien zijn.
Ik kan u ook meedelen dat ik aan de Gewesten heb voorgesteld om
de problematiek van de slimme kilometerheffing te bespreken op de
interministeriële conferentie van de ministers van Mobiliteit,
Infrastructuur en Telecommunicatie, de zogenoemde ICMIT. Die
vergadering zou in principe morgen, 21 april, moeten plaatsvinden,
maar ik ben op dit moment niet zeker dat ze zal kunnen plaatsvinden.
Kennelijk hebben de deelstaten op dit ogenblik andere
voorrangspunten op hun agenda dan deze toch wel pertinente vraag
vanwege de federale regering.
Ik zeg dat om de eenvoudige reden dat ik bij de voorbereiding van de
agenda van de ICMIT duidelijk heb kunnen constateren bij de drie
Gewesten dat voor hen het dossier nog niet voldoende rijp is en dat zij
eigenlijk de voorkeur eraan geven om na het groot verlof, in de
nieuwe legislatuur dus, de aangelegenheid opnieuw met de federale
regering te bekijken.
U weet dat ik uw bekommernis ten gronde volkomen deel. Wij hebben
samen met Nederland verder gezocht om de oplossing in de richting
van de slimme kilometerheffing in Benelux-verband erdoor te krijgen.
Er was ook een positieve belangstelling vanuit Frankrijk en zelfs
vanuit Duitsland. Ook in Nederland schijnt de hele aangelegenheid op
dit ogenblik wat lood in de vleugels te hebben. Mijn collega had de
aangelegenheid eerder op de lange baan geschoven, maar wenst
deze blijkbaar nu over een relatief korte periode heen te tillen, om
eind van dit jaar of begin van volgend jaar opnieuw ermee voor de
pinnen te komen.
De gedachte zelf blijft ons natuurlijk inspireren. Inzake de bezetting
van onze wegen en autowegen zijn wij er steeds meer van overtuigd
dat het alleen maar via de slimme kilometerheffing is dat wij een en
ander in betere banen zullen kunnen houden of krijgen. Het volstaat
echter niet om vanuit de federale regering en vanuit dit Parlement
positief daartegenover te staan; de andere actoren die er rechtstreeks
bij betrokken zijn moeten bereid zijn om in dezelfde richting met ons
mee te werken. Dat is op dit ogenblik niet helemaal het geval.
secrétaire
d'État:
À
ma
connaissance, la directive relative
à l'Eurovignette n'a pas encore été
révisée. Cette révision fait l'objet
d'une procédure de codécision.
Bien que le Parlement européen
ait adopté en première lecture le
11 mars 2009 un texte amendant
la directive, la discussion est
encore en cours au sein du
Conseil. Étant donné que la
révision ne fait absolument pas
l'unanimité, celle-ci est encore loin
d'être acquise.
J'avais proposé aux Régions
d'aborder
la
redevance
kilométrique intelligente dans le
cadre
de
la
Conférence
interministérielle de la Mobilité, de
l'Infrastructure
et
des
Télécommunications du 21 avril
2009 mais j'ignore si cette réunion
aura
lieu.
Tandis
qu'elles
préparaient son ordre du jour, les
trois Régions ont fait savoir
qu'elles ne jugeaient pas ce
dossier suffisamment mûr et
souhaitaient
en
ajourner
le
traitement jusqu'à l'automne.
Je partage les préoccupations de
M. Van den Bergh. Quoique nous
ayons déjà tenté, avec les Pays-
Bas, de trouver une solution à
l'échelon du Benelux, ce dossier
semble également avoir du plomb
dans l'aile chez nos voisins du
nord puisqu'eux aussi veulent le
reporter jusqu'à la fin de l'année.
Compte tenu du taux d'occupation
sur nos routes, la redevance
kilométrique intelligente est la
meilleure solution mais il ne suffit
pas que l'État fédéral y soit
favorable pour qu'elle puisse être
instaurée.
09.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik
dank u voor het antwoord. De tekst die in het Europees Parlement
was goedgekeurd, was natuurlijk de aanleiding om dit nog eens ter
sprake te brengen. Onze vrees dat dit stil dreigt te vallen of op de
lange baan wordt geschoven, blijkt toch bewaarheid te zijn. Laten we
hopen dat dit na de regionale verkiezingen toch in verschillende
regeerakkoorden zal worden heropgenomen, zodat dit tijdens de
volgende legislatuur van de regionale regeringen terug kan worden
behandeld en effectief tot realisaties zal leiden, liefst in samenwerking
09.03 Jef Van den Bergh
(CD&V):
J'espère
que
les
exécutifs régionaux se ressaisiront
de ce dossier durant la prochaine
législature régionale.
Notre pays adhère-t-il au texte
approuvé
par
le
Parlement
européen? Quel est exactement le
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
met onze buurlanden.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U wijst erop dat de tekst enkel in
het Europees Parlement werd goedgekeurd, maar nog niet door de
raad van ministers. Als ik uw toelichting goed begrijp, is ons land het
wel eens met de tekst zoals deze door het Europees Parlement in
grote lijnen werd goedgekeurd. Welk standpunt neemt onze regering
ter zake in?
point de vue du gouvernement?
09.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: De tekst van het
Europees Parlement ondersteunt onze zienswijze, dat is duidelijk. U
weet echter hoe het gaat in de Europese Raad: daar wordt op de
eerste plaats gezocht naar een compromis, naar een basis waar een
meerderheid van lidstaten kan achterstaan. Ik sluit niet uit dat
sommige aangelegenheden ons zullen verplichten om links en rechts
wat water in de wijn te doen om uiteindelijk het kind niet met het
badwater weg te gooien en om een oplossing uit de bus te krijgen die
maximaal aansluit bij de visie die wij hebben.
De centraal gelegen landen die het meest te lijden hebben onder de
internationale doorvoer zijn daar grote voorstanders van. Tegelijk
betekent dit dat alle perifere landen daar een ander idee over blijken
te hebben. Het is een beetje als met de cabotage: zij hopen van hun
specifieke perifere ligging een pluspunt te kunnen maken om
maximale prestaties te kunnen leveren in dat hart van Europa, zonder
dat het hun veel kost. Daar nijpt het schoentje op dit ogenblik.
Nederland, België, Duitsland en Frankrijk zijn daar nogal voorstander
van, maar alle perifere landen zien dat anders en willen met de
vergoedingen die zij moeten betalen geen aanrekeningen meer in de
landen waar de vervoerprestaties gebeuren.
09.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Le texte adopté
par le Parlement européen rejoint
notre
position.
Au
Conseil
européen, l'on recherche toujours
un compromis. Dans certains
dossiers, nous devons mettre de
l'eau dans notre vin pour trouver
une solution qui épouse notre
point de vue. Les États membres
qui sont géographiquement situés
dans
le
centre
de l'Union
européenne et qui pâtissent le plus
du transport de transit en sont
partisans, contrairement aux États
membres
périphériques
qui
veulent évidemment effectuer un
maximum de transports sans que
ça leur coûte trop cher.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. David Lavaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'utilisation du triangle de sécurité sur autoroute" (n° 11966)
10 Vraag van de heer David Lavaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het gebruik van de veiligheidsdriehoek op autosnelwegen" (nr. 11966)
10.01 David Lavaux (cdH): Madame la présidente, monsieur le
secrétaire d'État, l'été dernier, la France a rendu obligatoire le port du
gilet fluorescent en cas de panne ou d'accident. L'utilisation du
triangle de sécurité est quant à elle obligatoire depuis le
1
er
octobre 2008, deux mesures présentes chez nous depuis bien
plus longtemps.
Aujourd'hui, des voix s'élèvent cependant en France contre le fameux
triangle de sécurité. L'association des sociétés françaises
autoroutières, qui gère les infrastructures à péage, déconseille
catégoriquement son utilisation sur la bande d'arrêt d'urgence en
raison du danger accru que cela représente pour l'usager. Les
gestionnaires du réseau prennent en compte l'interdiction pour un
piéton de se déplacer sur la bande d'arrêt d'urgence et le risque qui
s'ensuit. Ils estiment que les feux de détresse suffisent.
Face à cette polémique, le secrétaire d'État français au Transport a
dû envisager de revoir la mesure. Monsieur le secrétaire d'État, êtes-
vous informé de cette polémique? Ne serait-il pas opportun de
10.01 David Lavaux (cdH): Net
als in België is het gebruik van de
gevarendriehoek
in
Frankrijk
verplicht in geval van autopech of
een ongeval. De "Association des
sociétés françaises d'autoroutes"
raadt
het
gebruik
van
de
gevarendriehoek op de pechstrook
echter af, omdat het daar voor een
voetganger erg gevaarlijk is. In het
licht van de polemiek die in dat
verband ontstaan is, is de Franse
staatssecretaris
voor
Vervoer
bereid de maatregel te herzien.
Wat is uw standpunt daaromtrent?
Verdient het geen aanbeveling na
te gaan of het gebruik van de
gevarendriehoek op de autoweg
niet te gevaarlijk is?
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
réfléchir à ces dangers ou à tout le moins d'effectuer une étude sur la
dangerosité de l'utilisation du triangle de sécurité sur l'autoroute?
10.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame la présidente,
je rappelle à M. Lavaux que cette polémique est née en France à la
suite d'une déclaration faite par deux sociétés d'autoroute qui
déconseillent à leurs clients l'utilisation du triangle sur autoroute.
Ce conseil fait suite à la logique selon laquelle il est conseillé au
conducteur d'un véhicule en panne sur la bande d'arrêt d'urgence de
quitter le plus rapidement possible son véhicule, de porter un gilet de
sécurité rétro-réfléchissant et de se mettre à l'abri de l'autre côté de la
glissière de sécurité.
Cependant, le placement du triangle est nécessaire pour signaler aux
autres conducteurs la présence d'un véhicule en panne, lequel doit
également être signalé au moyen des feux de détresse.
Il y a lieu à présent d'évaluer l'utilité du placement du triangle pour
éviter des accidents et les risques encourus par les chauffeurs dans
ce cas de figure. À ma connaissance, aucune étude n'a été effectuée
à cet effet. Mais je me suis engagé à me renseigner auprès de la
police fédérale de la route pour connaître son opinion à ce sujet, vu
l'expérience qu'elle est censée avoir en la matière.
10.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Het standpunt van de
twee
Franse
autosnelweg-
beheerders is niet onlogisch,
aangezien de bestuurder van een
voertuig dat met autopech op de
pechstrook staat, doorgaans de
raad krijgt om achter de vangrail te
gaan staan. Er moet dus een
afweging gemaakt worden van het
nut
van
de
driehoek
om
ongevallen
te
voorkomen
enerzijds, en de risico's die de
bestuurder loopt bij het plaatsen
van
de
gevarendriehoek
anderzijds. Ik ben niet op de
hoogte van enige studie in dat
verband, maar zal het advies van
de federale wegpolitie inwinnen.
10.03 David Lavaux (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie d'être attentif à cette problématique. C'est avec plaisir que
j'attendrai d'avoir connaissance des rapports effectués dans ce type
d'accident.
10.03 David Lavaux (cdH): Ik
dank u alvast voor de aandacht die
u aan dit vraagstuk zal besteden
en zou graag op de hoogte worden
gehouden
van
de
verdere
ontwikkelingen in dit dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Vraag van de heer David Geerts aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het behalen van een rijbewijs in de gevangenis" (nr. 11204)
11 Question de M. David Geerts au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'obtention du permis de conduire en prison" (n° 11204)
11.01 David Geerts (sp.a): Mevrouw de voorzitter, bedankt om mijn
vraag wat later te behandelen.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb een soortgelijke vraag gesteld
aan uw collega, de minister van Justitie, die mij adviseerde om uw
mening erover te kennen. Het gaat over het behalen van het rijbewijs
in de gevangenis. Zoals u weet zijn er in de gevangenissen een aantal
opleidingen. De mensen kunnen die daar volgen omdat het recht op
onderwijs een van de belangrijke elementen is. Eventuele
herscholingscursussen bieden aan de mensen na hun periode in
gevangenschap opnieuw een kans in de maatschappij. Als voorbeeld
noem ik taallessen, ICT en andere.
Mijn vraag is nu om het behalen van het rijbewijs in de gevangenis
mogelijk te maken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat het beschikken
over een rijbewijs een belangrijk element is om een job te vinden. Het
best mogelijke scenario lijkt mij dat de gedetineerde de kans krijgt om
het theoretisch rijexamen af te leggen. Enkel de open strafinrichting
11.01 David Geerts (sp.a): Les
détenus ont la possibilité de suivre
certains cours en prison et d'y
acquérir
certaines
aptitudes
pouvant s'avérer utiles au sortir de
la prison. La détention d'un permis
de conduire constitue une bonne
base
dans
l'optique
d'une
réinsertion professionnelle. De
nombreux détenus sont d'ailleurs
intéressés par l'examen théorique
du permis de conduire. Le meilleur
scénario consisterait pour eux à
pouvoir passer l'examen de
conduite théorique en prison.
Une collaboration avec le GOCA
(Groupement
des
Entreprises
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
van Ruiselede kan de cursisten begeleiden naar het examen. Het
gaat om gedetineerden die beschikken over enige vorm van vrijheid,
maar dat geldt niet voor alle gedetineerden.
Mijnheer de staatssecretaris, is er samenwerking met GOCA mogelijk
om de examens af te nemen in gevangenissen?
agréées de Contrôle Automobile et
du Permis de Conduire) est-elle
envisageable
en
vue
de
l'organisation de ces examens?
11.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mevrouw de voorzitter, ik
kan aan de heer Geerts mededelen dat volgens de
rijbewijsreglementering het theoretisch examen moet worden
afgelegd in een van de aangeduide examencentra.
Ingevolge het project "rijbewijs op school" van de Vlaamse regering,
werd de federale reglementering aangepast zodat het theoretisch
examen ook georganiseerd kan worden in de secundaire scholen.
Strikt technisch gesproken is het bijgevolg ook mogelijk om in de
gevangenissen theoretische examens te organiseren. Uiteraard moet
de veiligheid van degenen die de examens organiseren daarbij
gegarandeerd worden, dat lijkt mij de evidentie zelf.
Indien het opportuun is om die examens ook in de gevangenissen te
organiseren, zullen de bevoegde overheden, mijns inziens, daartoe
het initiatief moeten nemen, hetzij vanuit Justitie, hetzij vanuit de
Vlaamse Gemeenschap, hetzij van beide samen. Er moet dan een
regeling worden uitgewerkt inzake de betaling van de examenkosten
die daaraan verbonden zijn, want u weet dat voor het rijbewijs op
school de daaraan verbonden kosten volledig worden gedragen door
de Vlaamse Gemeenschap.
Als aan die voorwaarde voldaan is, ben ik uiteraard bereid om de
reglementering inzake rijbewijzen in die zin aan te passen.
Ik denk dat het hiermee voldoende duidelijk is waar we naartoe
kunnen gaan.
11.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: L'examen de
conduite
théorique
doit
être
effectué dans l'un des centres
d'examen désignés, mais après le
projet "rijbewijs op school" (avoir
son
permis
à
l'école)
du
gouvernement
flamand,
la
réglementation fédérale a été
adaptée afin que l'examen puisse
également être organisé dans les
écoles secondaires. D'un point de
vue technique, il est également
possible d'organiser cet examen
en prison, mais il faut dans ce cas
pouvoir garantir la sécurité des
personnes
qui
organisent
l'examen. Si elles le jugent
opportun,
les
autorités
compétentes ­ la Communauté
flamande et/ou le département de
la Justice ­ devront prendre une
initiative. Il convient dès lors de
prendre des dispositions en ce qui
concerne les coûts. Les coûts liés
au projet "rijbewijs op school" sont
entièrement supportés par les
autorités flamandes. Si toutes ces
conditions sont satisfaites, la
réglementation peut être adaptée.
11.03 David Geerts (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik dank u voor uw duidelijk antwoord.
Aan de hand daarvan zal ik bij uw collega van Justitie of bij de
Vlaamse Gemeenschap nagaan of er interesse bestaat om in dit
dossier een volgende stap te zetten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier
ministre, sur "l'aménagement de 'zones de rencontre'" (n° 11925)
12 Vraag van mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de staatssecretaris voor Mobiliteit,
toegevoegd aan de eerste minister, over "de inrichting van erven" (nr. 11925)
12.01 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Madame la
présidente, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais vous
interroger au sujet du concept de 'zones de rencontre' qui est apparu
en 2004 dans le Code de la rue, dans le but de permettre des
aménagements de type 'zone résidentielle' dans des noyaux urbains
12.01 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Sinds
1 januari 2004 kunnen er erven
ingericht worden: dit zijn zones
waarvan
de
kenmerken
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
multifonctionnels et non pas uniquement résidentiels. Cela se fait aux
Pays-Bas, en Allemagne, en Suisse et, depuis le 30 juillet 2008, en
France.
Dans ces 'zones de rencontre', les piétons peuvent utiliser toute la
largeur de la voie publique et les jeux y sont autorisés. Les
conducteurs doivent dès lors être extrêmement vigilants. La vitesse y
est limitée à 20 km/h, le stationnement y est interdit, etc.
À la différence des zones résidentielles qui n'admettent qu'une
fonction d'habitat, les 'zones de rencontre' peuvent voir passer un
trafic plus lourd, lié aux activités commerciales, touristiques,
artisanales et autres.
Or, en Belgique, pas un seul aménagement de 'zone de rencontre',
dans l'esprit du Code de la rue, n'a vu le jour depuis 2004, alors que
c'est de plus en plus fréquent ailleurs. Il existerait apparemment un
flou autour de la nécessité d'appliquer la circulaire ministérielle
relative aux zones résidentielles du 23 juin 1978.
Cette circulaire prévoit que l'habitat doit être prépondérant, que les
lignes de bus sont interdites et que la densité de trafic ne peut
dépasser 100 véhicules à l'heure de pointe. Il semblerait qu'il y ait une
contradiction entre le Code de la rue de 2004 et cette circulaire de
1978. De ce fait, les projets sont bloqués.
Monsieur le secrétaire d'État, quelles solutions envisagez-vous? Ne
pourrait-on pas abroger la circulaire ministérielle de 1978 ou la
remplacer de manière à rester cohérent par rapport à ce nouveau
Code de la rue établi en 2004? Quelle est votre position sur ce sujet?
overeenstemmen met die van het
woonerf
in
multifunctionele
stadskernen.
In het buitenland worden er steeds
meer van die erven ingericht, maar
in België is het nog altijd wachten
op het eerste erf. Naar verluidt
zouden de projecten stilliggen,
omdat de ministeriële omzendbrief
betreffende de woonerven van 23
juni 1978 strijdig zou zijn met de
straatcode.
Moet
die
omzendbrief
niet
dringend worden opgeheven of
vervangen door een tekst die wel
in overeenstemming is met de
straatcode?
12.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame la présidente,
madame Snoy, je puis vous répondre que, si mes souvenirs sont
bons, l'idée des 'zones de rencontre' a été introduite par un membre
de votre parti, membre qui fut jadis la ministre des Transports. C'est
un excellent exemple de bonne mesure! Toutefois, celle-ci n'a jamais
été appliquée en Belgique probablement faute de plan d'exécution?
Ou bien, est-ce dû au fait que cela n'intéresse pas les gestionnaires
de voirie? Je l'ignore.
Je ne pense d'ailleurs pas qu'une simple circulaire ministérielle puisse
empêcher les communes ou les Régions d'appliquer cette mesure si
cela s'avère réellement nécessaire.
Il est vrai que depuis l'introduction des zones 30, voici une vingtaine
d'années, les zones résidentielles, qui pour leur part ont été
introduites en 1978, n'ont plus eu de succès. Dans ce cadre,
l'instauration des zones 30 est devenue de plus en plus courante
dans les zones d'habitat et de commerces.
Quoi qu'il en soit et pour faire suite à votre sollicitation, j'ai demandé à
mon administration les options envisageables en ce qui concerne
l'avenir et le développement de ces zones de rencontre et ce,
notamment en demandant aux Régions et aux Unions des villes et
communes leur avis à ce sujet. À partir des réponses qui me seront
communiquées, j'établirai une nouvelle version de la circulaire du
23 juin 1978 et envisagerai une actualisation de la réglementation.
12.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De maatregel waar u
naar verwijst, werd uitgevaardigd
door een minister van Vervoer die
tot uw partij behoorde. Er werd
echter nooit gebruik van gemaakt.
Is dat te wijten aan het ontbreken
van uitvoeringsmaatregelen of aan
een gebrek aan belangstelling bij
de wegbeheerders? Indien die
maatregel nodig was, zouden de
gemeenten en Gewesten die
volgens mij toepassen, in weerwil
van de ministeriële omzendbrief.
Ik heb mijn administratie gevraagd
de mogelijke opties inzake de
toekomst en de ontwikkeling van
die erven te onderzoeken, onder
meer op grond van een consultatie
van de Gewesten en van de
verenigingen van steden en
gemeenten. Indien nodig zal ik
overwegen om een nieuwe versie
van de omzendbrief van 1978 op
te stellen.
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
12.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse qui me satisfait
pleinement, même si une partie de votre allusion "piquante"
concernant la ministre des Transports m'a quelque peu échappé!
12.03 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Ik ben
zeer tevreden met uw antwoord.
12.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Ce n'est pas une
promesse formelle, madame. La circulaire existe. Aucune suite ne lui
a été donnée. Je voudrais savoir s'il est opportun de garder deux
circulaires qui ont plus ou moins la même portée. C'est la raison pour
laquelle je souhaite avoir l'avis des Régions et des Unions des villes
et communes en la matière.
12.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Dit is geen formele
belofte. Ik wil het advies van de
Gewesten en van de steden en
gemeenten inwinnen over de
vraag of het opportuun is om twee
omzendbrieven
met
een
vergelijkbare
strekking
te
handhaven.
12.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
secrétaire d'État, j'espère que vous nous informerez quant à la suite
de ce dossier et surtout que ces zones de rencontre pourront être
réalisées.
12.05 Thérèse Snoy et
d'Oppuers
(Ecolo-Groen!):
Ik
hoop dat u ons op de hoogte zal
houden van het verdere verloop
van dat dossier en dat er werk kan
worden gemaakt van die erven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het beperken van de vrije cabotage vanaf 1 mei 2009" (nr. 12007)
13 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"la limitation du cabotage libre à partir du 1
er
mai 2009" (n° 12007)
13.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, wij
hebben het onderwerp al eerder besproken in onze commissie. Ik
neem er even het antwoord bij dat u toen hebt gegeven. U stelde
bijvoorbeeld dat wij niet mogen vergeten dat de Benelux-landen in het
verleden reeds tot de orde zijn geroepen, wegens de
voorkeursbehandeling met betrekking tot cabotage. Tot dan had
België immers met Nederland en Luxemburg een overeenkomst die
de vrije cabotage toestond op elkaars grondgebied. Door de nieuwe
Europese richtlijn zou dat niet langer mogelijk zijn. Dat hebt u toen
geantwoord, tot grote spijt van de transportwereld in ons land, zeker in
de grensstreken.
Ook het Benelux-parlement heeft een motie goedgekeurd om ervoor
te pleiten de cabotage toch mogelijk te houden binnen het Benelux-
grondgebied. U stelde dat dat volgens de richtlijn niet mogelijk was.
Wij moesten ons daarbij neerleggen. Half maart ontstond er een
beetje consternatie, toen mij vanuit de transportwereld werd
gesignaleerd dat België de inperking van de vrije cabotage zelfs
sneller zou invoeren dan volgens de Europese richtlijn noodzakelijk
was. Ook in Nederland stond men naar verluidt op zijn achterste
poten. Het kwam wat vreemd over, omdat u destijds zelf aangaf, in uw
antwoord op mijn vraag, dat u principieel een voorstander bent van de
vrije cabotage en dat u ook graag een uitzondering zou hebben voor
het Benelux-grondgebied, maar dat dat niet mogelijk was.
Ondertussen is mijn vraag, die ik heb ingediend toen bleek dat de
vervroegde inwerkingtreding er zou komen, alweer achterhaald,
omdat er ondertussen toch een akkoord zou zijn om de vrije cabotage
13.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Dans une réponse à une
question antérieure, le secrétaire
d'État a déclaré que les pays du
Benelux se sont déjà fait taper sur
les doigts par l'Europe à cause du
traitement de faveur existant en
matière de cabotage. Une nouvelle
directive européenne rend ce
traitement de faveur impossible.
Le parlement du Benelux a
approuvé une motion visant à
maintenir malgré tout le libre
cabotage. Le secrétaire d'État a
répondu que malheureusement la
directive ne le permettait pas, mais
qu'il restait résolument partisan du
libre cabotage. Lorsqu'en mars, il
est apparu que la Belgique allait
introduire la limitation du cabotage
plus rapidement que nécessaire,
l'affaire a fait grand bruit.
Entre-temps, un accord aurait
pourtant
été
conclu
sous
l'impulsion du ministre néerlandais
pour maintenir le libre cabotage au
sein du Benelux. Le secrétaire
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
binnen het Benelux-grondgebied mogelijk te maken of te behouden.
Dat zou onder impuls van uw Nederlandse collega gebeurd zijn. Kunt
u dat formeel bevestigen en toelichten?
d'État peut-il le confirmer et nous
donner
de
plus
amples
explications à ce sujet?
13.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mevrouw de voorzitter,
mijnheer Van den Bergh, ik kan u nogmaals bevestigen dat ik een
grote voorstander was, ben en blijf van de vrijmaking van de cabotage
in de hele Europese Gemeenschap, volgens de regels die vastgelegd
zijn voor de hele Europese Gemeenschap. Voor mij is dat de enige
manier om de duurzame mobiliteit te bevorderen, met name door het
zoveel mogelijk verminderen van de lege retourritten.
Maar bij vrije cabotage moet ook rekening worden gehouden met de
sociale regels die in de verschillende landen moeten worden
toegepast. Daar nijpt het schoentje. Dat was zowat de reden waarom
ik ben opgetreden.
Gelet op de economische crisis, die ook voor de transportsector grote
gevolgen heeft, zijn voor op korte termijn maatregelen nodig die de
marktverstorende factoren wegwerken. Ik heb geconstateerd dat heel
wat lidstaten reeds beperkingen op de cabotage hebben ingevoerd op
hun eigen grondgebied. Ik wil niet dat de Belgische camioneurs in die
verschillende landen geen retourvracht kunnen hebben, terwijl de
camioneurs van andere landen hier bij ons de volle vrijheid hebben
om wel retourvracht te nemen. Dat gebeurt immers allemaal ten
nadele van de Belgische camioneurs en de Belgische transportsector.
U weet dat de directe aanleiding de vaststelling was dat de sociale
wetgeving op een uitermate handige manier werd omzeild en er op
een deloyale manier aan concurrentieverstoring werd gedaan. De
maatregelen die ik neem, komen er wegens de hoogdringendheid. De
maatregelen zijn in feite niets anders dan het anticiperen op de
afspraken die op het Europese niveau werden gemaakt en die erin
bestaan de cabotage te beperken tot drie transporten binnen de 7
dagen volgend op een internationaal transport.
Wat betreft uw specifieke vraag naar de Benelux, de maatregel die ik
heb genomen, gold aanvankelijk voor alle camioneurs van alle
Europese landen. Wanneer de informatie bekend raakte, is er een
reactie geweest van Nederland. U weet dat Nederland zelf
maatregelen heeft genomen. Wij waren sowieso al getroffen. Dan
hebben mijn Nederlandse collega en ikzelf samen, met toepassing
van artikel 306 van het Europees Verdrag, een afwijking verkregen
voor de Benelux-landen.
Dat werd toegestaan op grond van het Benelux-verdrag en met het
oog op een verdere liberalisering en integratie, enkel binnen de
Benelux-landen.
Op grond van het advies van de Europese Gemeenschap heb ik ter
zake meteen de nodige contacten genomen met mijn Nederlandse en
Luxemburgse collega's om de Benelux als een geheel te beschouwen
voor de uitzondering die wij inzake cabotage willen doorvoeren.
Dit is dus tegen mijn basisprincipes, maar ik kan het niet hebben dat
de Belgische transportsector de rekening gepresenteerd zou krijgen
van de maatregelen die in andere landen worden genomen ten
aanzien van de Belgische transporteurs en waarbij de vrijheid van
13.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je suis et je
reste un fervent partisan du libre
cabotage dans toute l'Europe car,
en évitant le retour de camions
circulant à vide, nous favorisons la
mobilité durable. Il était cependant
nécessaire d'intervenir dans la
mesure où la réglementation
sociale était contournée.
Les effets de la crise économique
sur le secteur des transports sont
très importants et il convient dès
lors de prendre à court terme des
mesures tendant à éviter toute
perturbation du marché. De
nombreux Etats membres ont
imposé des limitations en matière
de fret de retour et nous devons
donc également en tenir compte
en Belgique. Les mesures que je
prends sont urgentes étant donné
que la législation sociale est
contournée et que la concurrence
est ainsi faussée. Elles sont la
conséquence de l'accord intervenu
au niveau européen pour limiter le
cabotage à trois transports dans
les sept jours qui suivent un
transport international.
Lorsque la mesure a été rendue
publique, le ministre néerlandais a
réagi. J'ai abordé avec lui la
question d'une dérogation pour les
pays du Benelux sur la base de
l'article 306 du traité européen.
Elle a été accordée sur la base du
Traité Benelux et dans l'optique de
la poursuite de la libéralisation et
de l'intégration au sein du
Benelux. Je me suis concerté
dans
l'intervalle
avec
mes
collègues
néerlandais
et
luxembourgeois et nous avons
donc convenu de considérer le
Benelux comme une seule entité
en matière de cabotage.
Bien que ce soit contraire à mes
principes
de
base,
il
est
inacceptable que le secteur belge
des transports doive payer la
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
cabotage aan banden wordt gelegd.
Als het in die landen voor onze vrachtwagenchauffeurs gebeurt, wil ik
dat het bij ons voor hun vrachtwagenchauffeurs ook gebeurt. Alleen
voor de Benelux maken we een uitzondering gelet op de akkoorden
die wij binnen het Benelux-verdrag hebben gesloten en die de
Europese Gemeenschap heeft erkend als voldoende gegrond om die
afwijking toe te staan.
facture de la limitation du libre
cabotage dans d'autres pays pour
des transporteurs belges. Si celui-
ci est limité pour nos chauffeurs
routiers dans d'autres pays, il doit
en être de même dans notre pays
pour les chauffeurs de camions
étrangers. Une exception n'est
consentie qu'au sein du Benelux.
13.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik
dank u voor uw antwoord. Ik denk dat er nog een hele weg moet
worden afgelegd inzake harmonisatie binnen Europa en uiteraard ook
wat de sociale voorwaarden betreft die aan het desbetreffende
dossier moeten worden gekoppeld.
Echter, voor deze episode en zeker voor het grondgebied van de
Benelux meen ik voorlopig eind goed al goed. Hopelijk zal de
transportsector dat ook zo kunnen zien.
13.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Un chemin considérable
doit encore être parcouru en
matière
d'harmonisation
européenne, mais en ce qui
concerne le Benelux, un bon
accord a été conclu.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Questions jointes de
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le crash
aérien au-dessus de Bruxelles évité de justesse le mercredi 18 mars dernier" (n° 12054)
- M. Xavier Baeselen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le survol à
basse altitude de Bruxelles par un 747" (n° 12078)
- M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'accident
aérien évité de justesse à Zaventem" (n° 12095)
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'incident au-dessus de Bruxelles le mercredi 18 mars 2009" (n° 12099)
14 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Dallemagne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de vliegtuigcrash boven Brussel die op woensdag 18 maart jongstleden nipt werd
vermeden" (nr. 12054)
- de heer Xavier Baeselen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "het incident waarbij een Boeing 747 Brussel op lage hoogte heeft overvlogen" (nr. 12078)
- de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de nipt vermeden crash op Zaventem" (nr. 12095)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het incident dat zich op 18 maart 2009 in het Brussels luchtruim heeft
voorgedaan" (nr. 12099)
La présidente: Les questions n° 12078 de M. Baeselen et n° 12095
de M. Van Biesen sont transformées en questions écrites.
De voorzitter: Vraag nr. 12078
van de heer Baeselen en vraag
nr. 12095 van de heer Van Biesen
worden omgezet in schriftelijke
vragen.
14.01 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, monsieur
le secrétaire d'État, ma question date d'avant les vacances de Pâques
mais je pense qu'il est utile de la poser. Il s'agit de l'incident intervenu
le 18 mars vers 17.50 heures. De nombreux habitants de Bruxelles
ont été sidérés de voir un jumbo jet passer à très basse altitude.
Les gens ont été très impressionnés. On m'a dit que, de mémoire
d'homme, on n'avait jamais vu passer un aussi gros avion aussi bas
14.01 Georges Dallemagne
(cdH): Mijn vraag betreft het
incident
van
18 maart.
Een
overscherende jumbojet, die zo
laag vloog dat de kenletters
duidelijk zichtbaar waren, heeft
heel wat inwoners van Brussel
schrik aangejaagd.
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
et qu'on pouvait presque voir le menu des passagers à travers les
hublots!
14.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: (...)
14.03 Georges Dallemagne (cdH): Je pense qu'ils considéreraient
cela comme une provocation.
On pouvait également voir distinctement l'immatriculation de cet
avion.
D'après les informations données aux riverains, on a appris que ce
jumbo devait atterrir sur la fameuse et controversée piste 02 et qu'il
était trop près d'un petit avion qui atterrissait devant lui. La tour de
contrôle lui a donc ordonné de quitter l'axe de la 02 à Stockel et de
faire ce qu'on appelle un 'overshoot'. Cet avion a donc remis les gaz
mais à une altitude très basse.
Je note, à nouveau, que le vent ne justifiait pas l'utilisation de la
piste 02. Il semble donc qu'un risque important a été pris.
J'ai été surpris de voir que les autorités aéroportuaires ont d'abord
cherché à minimiser cet incident.
Monsieur le secrétaire d'État, êtes-vous d'avis qu'il s'agit d'un incident
mineur et banal ou, au contraire, d'un incident sérieux? L'idée d'ouvrir
une enquête à propos de cet incident indique plutôt qu'il s'agit d'un
incident sérieux.
Pour quelles raisons la piste 02 était-elle encore utilisée alors que le
vent ne le justifiait pas?
Qui a donné l'instruction à Belgocontrol d'utiliser cette piste?
Quelles suites votre cabinet a-t-il réservées à cet incident?
14.03 Georges Dallemagne
(cdH): Volgens de uitleg die de
omwonenden kregen, moest dit
vliegtuig landen op de bewuste en
omstreden baan 02. Het vliegtuig
vloog echter te dicht achter een
klein toestel aan, dat vóór de
jumbo landde, en de controletoren
heeft de jumbo dus bevolen een
doorstart uit te voeren. Daarop
heeft de piloot van het toestel vol
gas
gegeven. Bij de toen
heersende wind was het gebruik
van baan 02 niet verantwoord. Er
werd dus een groot risico
genomen.
De
luchthavenautoriteiten probeerden
het
incident
aanvankelijk
te
minimaliseren. Bent u van oordeel
dat het om een klein incident
gaat? Dat er aan een onderzoek
werd gedacht, duidt er anders
eerder op dat het een ernstig
incident was. Waarom werd baan
02 nog altijd gebruikt? Wie heeft
Belgocontrol daartoe opdracht
gegeven? Hoe zal uw kabinet dit
incident verder afhandelen?
14.04 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
secrétaire d'État, ma question étant pratiquement identique, je vais la
replacer dans un contexte un peu plus large. J'ai déjà posé une
question le 16 mars sur des décollages opérés le 1
er
mars de la piste
20 au lieu de la piste 25R. Vous aviez alors répondu qu'il y avait eu
erreur humaine, que Belgocontrol avait procédé à une enquête et que
cette erreur n'avait pas eu de conséquences sur la sécurité du trafic.
Cela dit, il y avait eu bel et bien erreur. Quelques jours après a lieu ce
nouvel incident beaucoup plus grave et inquiétant car il aurait pu
tourner au drame.
Je voulais également rappeler que dans le dernier rapport annuel de
Belgocontrol, on trouve un encart relatif aux incidents aériens en
Belgique révélant que leur nombre augmente légèrement ces
dernières années, bien que les chiffres de 2008 n'y figurent pas. Par
rapport à 2004 ou 2003, le nombre d'incidents est un peu plus élevé:
12 incidents en 2005, 11 en 2006, 8 en 2007 et je ne sais pas
combien en 2008.
Pouvez-vous communiquer les éléments en votre possession sur cet
incident du mercredi 18 mars? Quelles sont les explications fournies
par Belgocontrol? Quelles mesures comptez-vous prendre pour que
de tels incidents, incompréhensibles, ne se reproduisent plus? Quand
disposerez-vous des chiffres des incidents pour l'année 2008?
14.04 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Op 16
maart vroeg ik u reeds waarom er
op 1 maart vanop baan 20 en niet
vanop
baan
25R
werd
opgestegen. U antwoordde toen
dat een en ander te wijten was aan
een
menselijke
fout,
dat
Belgocontrol een onderzoek had
gevoerd en dat die fout geen
gevolgen had voor de veiligheid.
Enkele dagen later deed er zich
opnieuw een incident voor, en dat
was veel ernstiger omdat het op
een drama had kunnen uitdraaien.
Bovendien blijkt uit het laatste
jaarverslag van Belgocontrol dat
het aantal incidenten in het
luchtverkeer de voorbije jaren licht
is toegenomen, al zijn de cijfers
van 2008 er nog niet in
opgenomen.
Over
welke
informatie
met
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
betrekking tot het incident van
18 maart beschikt u? Welke
maatregelen denkt u te nemen om
zulke onbegrijpelijke incidenten te
voorkomen? Wanneer zal u de
cijfers met betrekking tot het
aantal
incidenten
in
2008
ontvangen?
14.05 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame la présidente,
chers collègues, il est vrai que le mercredi 18 mars, la piste 02 a été
utilisée pour les atterrissages. Le choix des pistes en usage tient
compte de toute une série de facteurs dont la force et l'orientation du
vent. Pour effectuer ce choix, Belgocontrol se base sur l'ACMET
(Aerodrome Capacity Meteorological Forecast) qui est un format
standardisé de planification des opérations aéroportuaires développé
par l'OACI.
L'ACMET du 18 mars dernier indiquait les conditions de vent
suivantes pour la période comprise entre 6.23 heures et
18.25 heures: "Au sol, direction 80°, vitesse 5 à 9 noeuds. À
1.000 pieds, direction 65°, vitesse 16 noeuds. À 2.000 pieds,
direction 70°, vitesse 23 noeuds".
L'utilisation de la piste 02 était donc entièrement justifiée, puisque le
vent provenait de l'est avec une intensité relativement forte, surtout en
altitude. J'en conclus que Belgocontrol a bien suivi les procédures
établies. Je n'ai donné aucune instruction particulière pour modifier
ces procédures.
J'en viens maintenant à la remise de gaz du Boeing 747 le 18 mars
un peu avant 18 heures. Un Cessna 510 Citation, soit un petit avion
d'affaires ou un business jet, était à l'approche sur la piste 02, suivi
par un Boeing 747. La vitesse du business jet était de 130 noeuds
contre 180 noeuds pour le Boeing 747.
Afin de s'assurer du respect de la séparation de 1.000 pieds, le
contrôleur a décidé de retirer le Boeing 747 de la séquence
d'atterrissage et lui a donné instruction de remettre les gaz en
tournant à gauche comme la procédure le prévoit. Il ressort de la
vérification faite par mes services que cette remise de gaz du
Boeing 747 ne constitue pas un incident et que la sécurité aérienne
n'a jamais été mise en péril.
En effet, la remise de gaz est une procédure normale de gestion du
trafic aérien lorsque la distance minimale de sécurité entre deux
appareils en approche risque de ne plus être respectée. J'admets que
cette manoeuvre relativement rare a dû paraître impressionnante à
certaines personnes, d'autant plus qu'il s'agissait d'un avion de
grande envergure, mais elle était tout à fait justifiée et fut exécutée
selon les règles et procédures en vigueur.
Cet événement n'a donc pas donné lieu à l'ouverture d'une enquête
par les services Accidents-Incidents étant donné qu'il s'agit d'une
procédure normale de gestion du trafic aérien.
Voilà ma réponse aux questions posées.
14.05 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Op 18 maart werd
baan 02 gebruikt voor landingen,
in overeenstemming met de
instructies volgens welke er
rekening
dient
te
worden
gehouden
met
de
windvoorspellingen.
Op 18 maart heeft die Boeing 747
een doorstart gemaakt omdat het
toestel te dicht in de buurt van een
zakenvliegtuig gekomen was. Dit
manoeuvre is geen incident: de
veiligheid van het luchtverkeer is
nooit in gevaar geweest.
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
14.06 Georges Dallemagne (cdH): Madame la présidente, monsieur
le secrétaire d'État, merci pour votre réponse. Depuis longtemps,
nous nous trouvons devant une difficulté sur la question des
prévisions météo. Vous connaissez le problème: avant l'instruction de
M. Anciaux, on attendait que le vent soit établi pour choisir la piste et
on ne se basait pas sur les prévisions météo. En 2003, cette
instruction a complètement changé la donne: à présent, on utilise les
pistes en fonction des prévisions météorologiques, même si elles ne
sont finalement pas corroborées dans les faits.
C'est la difficulté: vous comme moi, nous recevons des centaines de
courriers de riverains excédés du fait qu'alors que le vent n'impose
absolument pas son utilisation, c'est la piste 02 qui est utilisée.
Monsieur le secrétaire d'État, alors que vous avez avancé sur une
série de questions en matière de gestion aéroportuaire, ce dont je
vous remercie, cette question reste essentielle: pourquoi ne pas en
revenir à la situation d'avant les instructions de M. Anciaux? En effet,
on observe que les autres aéroports n'agissent pas comme nous
agissons en matière de gestion du trafic aérien, c'est-à-dire en
fonction des prévisions météo. Le problème est important.
Vous me répondez que les prévisions étaient telles et telles. Je vous
réponds que le vent était en réalité orienté différemment et ne justifiait
pas l'utilisation de la piste 02. J'estime qu'un retour à la situation
existant entre 1973 et 2003 constituerait un progrès énorme: il s'agit
de trois décennies sans le moindre incident ni la moindre plainte sur
la manière d'utiliser la réalité de la situation météorologique.
Franchement, si vous pouviez avancer dans ce sens, vous assureriez
une nette diminution des polémiques et des nuisances, tout à fait
injustifiées par l'orientation réelle du vent, donc par la sécurité
aérienne.
S'agissant du Boeing 747, j'ai entendu que cette manoeuvre avait été
gérée dans les règles de l'art. Malgré tout, elle ne me semble pas
conseillée, car elle comporte des risques pour les riverains. Une telle
manoeuvre pourrait être évitée si les exigences en termes de rapidité
d'atterrissage étaient moindres. Ce serait plus facile avec la 25,
puisqu'elle comprend deux pistes.
Selon moi, il s'agit donc d'une conséquence de la surutilisation de
cette piste.
14.06 Georges Dallemagne
(cdH): De crux is dat men de
instructie van gewezen minister
Anciaux heeft gehandhaafd: hij
heeft gedecreteerd dat er rekening
moest worden gehouden met de
weersvoorspellingen en niet langer
met de reële metingen van de
windsnelheid en ­richting om uit te
maken welke banen er moeten
worden gebruikt. Waarom keren
we niet terug naar de situatie zoals
die was vóór de heer Anciaux zijn
instructies uitvaardigde?
De Boeing 747 had een dergelijk
manoeuvre kunnen vermijden,
indien de vereisten op het stuk van
de landingssnelheid minder streng
waren. Dat zou gemakkelijker zijn,
indien
men
baan
25
zou
gebruiken, die twee banen omvat.
14.07 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Je partage
assez bien les considérations de mon collègue sur la surexploitation
de la piste 02/20. Je me suis déjà exprimée abondamment à ce sujet.
Un élément me semble choquant. Un avion arrivait à 130 km/h, suivi
d'un autre appareil volant à 180 km/h. Comment est-il possible que
ces deux avions aient pu voler à si peu de distance l'un de l'autre?
Nous avons failli assister à un crash. Vous nous répondez que les
procédures ont été suivies. Il n'empêche que faire remonter le Boeing
était une manoeuvre extrêmement dangereuse et qui, dans une
moindre mesure, a causé des désagréments aux riverains. Cela
montre, en tout cas, que les procédures d'atterrissage posent
problème. La proximité de deux avions de nature si différente
m'inquiète. Vous devriez en parler à Belgocontrol.
14.07 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Ik ben
het grotendeels eens met mijn
collega in verband met het
overmatig gebruik van baan 02/20.
Wat het manoeuvre van de Boeing
betreft, vraag ik me af hoe het
mogelijk is dat die twee toestellen
zo dicht bij elkaar konden vliegen?
We zijn ternauwernood aan een
crash ontsnapt! Er schort iets aan
de landingsprocedures. U zou een
en ander bij Belgocontrol moeten
aankaarten.
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
14.08 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: J'apporterai deux
réflexions. Belgocontrol ne peut que constater que la vitesse
d'approche de ce Boeing 747 était de 50 noeuds supérieure à la
vitesse d'approche de cet avion Cessna. C'est un constat. Et comme
la distance minimale est de quelque 1.000 noeuds, Belgocontrol a pris
la mesure qui s'imposait à ce moment-là. Ce n'est pas Belgocontrol
qui conduit l'avion, ce sont des pilotes.
Par ailleurs, je conçois parfaitement que lorsque le vent souffle de
l'est, des problèmes se présentent avec la seule piste d'atterrissage
qui, elle, présente un axe ouest-est. Néanmoins, je puis vous assurer
qu'un certain Etienne Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité, a initié
la proposition d'équiper la piste 07 d'un ILS. Il faut vous informer sur
l'origine des refus. Or, s'il n'y a qu'une piste à pouvoir être utilisée, on
doit fatalement et inévitablement utiliser cette seule piste qui répond
aux conditions techniques. Nous oeuvrons avec les moyens à notre
disposition. C'est exactement ce que Belgocontrol fait. Le reste n'est
que fantaisie. Excusez-moi, c'est la réalité!
Il n'appartient pas à Belgocontrol de dicter la loi aux pilotes pour leur
indiquer à quelle vitesse ils doivent atterrir!
14.08 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Belgocontrol zit niet in
de cockpit. Er moest een
procedure
worden
opgestart
omdat was vastgesteld dat de
relatieve snelheid van en de
onderlinge afstand tussen twee
vliegtuigen niet op elkaar waren
afgestemd. Wat de capaciteit van
de luchthaven betreft, wil ik u
eraan herinneren dat ik heb
voorgesteld om baan 07 met een
ILS uit te rusten. We roeien met
de technische riemen die we
hebben.
14.09 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Je m'étonne de
cette question de distance entre deux avions...
14.10 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame la présidente,
je ne veux pas que des personnes présentes dans la salle et qui n'ont
rien à voir avec le parlement fassent des commentaires sur ce qui est
fait entre les parlementaires et le pouvoir exécutif. Soyons clairs! Ok?
Je ne désire pas le répéter une seconde fois! La commission réunit
les parlementaires et le pouvoir exécutif, d'accord?
14.10 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Mevrouw de voorzitter,
dit is een gedachtewisseling
tussen de uitvoerende en de
wetgevende
macht:
derden
worden
niet
geacht
te
interveniëren.
14.11 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur Schouppe, à
l'évidence, c'est Belgocontrol qui règle la distance entre les avions. La
question que j'avais posée visait la pression sur la piste en question.
Vous avez dit plancher sur la piste 07 et son équipement d'un ILS. Je
pense, monsieur Schouppe, que la question des prévisions
météorologiques nous handicape terriblement dans ce débat.
En effet, je ne vois pas pourquoi depuis 5 ans, on a des procédures
d'intégration des prévisions météo dans l'utilisation des pistes qui
n'existaient pas auparavant! Quand le vent changeait, on changeait la
piste, en fonction évidemment du trafic aérien.
Pourquoi aujourd'hui a-t-on systématiquement cette polémique,
totalement justifiée, sur le fait qu'on tient compte de prévisions qui ne
se réalisent pas. On utilise la piste alors que rien ne le justifie. C'est
cela qui constitue l'un des noeuds importants de la discussion
aujourd'hui.
14.11 Georges Dallemagne
(cdH): Men kiest voor een
bepaalde start- of landingsbaan,
maar die beslissing is nergens op
gegrond.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: La question n°12070 de Mme Lejeune est reportée.
De voorzitter: Vraag nr. 12070
van mevrouw Lejeune wordt
uitgesteld.
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
15 Question de Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les conducteurs qui circulent sans permis de conduire" (n° 12133)
15 Vraag van mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de autobestuurders zonder rijbewijs" (nr. 12133)
15.01 Valérie De Bue (MR): Monsieur le secrétaire d'État, j'ai été
interpellée après un drame qui s'est déroulé dans ma région et plus
précisément à Nivelles. Ainsi plusieurs personnes sont décédées
suite à un accident causé par un jeune qui conduisait sans permis de
conduire.
À cette occasion, la presse a fait état de certains chiffres. Parmi ceux-
ci, il en est un qui est pour le moins ahurissant: plus de
100.000 personnes conduiraient sans titre de conduite.
Il faut également tenir compte des personnes qui n'ont jamais passé
leur permis, qui ont été déchues de leur droit de conduire ou qui sont
suspendues de ce droit pour des raisons médicales. Suivant une
étude datant de 2000, plus de 8.000 conducteurs auraient fait l'objet
d'un procès-verbal pour non-possession d'un permis valable, ce qui
représente 22 conducteurs par jour.
Monsieur le secrétaire d'État, confirmez-vous ces chiffres? Disposez-
vous de données plus récentes? Quel est le nombre de procès-
verbaux dressés l'année dernière pour conduite sans un permis
valable? Dans quel sens la situation évolue-t-elle? Existe-t-il des
contrôles spécifiques pour faire face à cette problématique? Quelles
sont les mesures envisagées pour lutter contre ce phénomène?
15.01 Valérie De Bue (MR): Ik
was ontsteld door een tragisch
ongeval waarbij een bestuurder
zonder rijbewijs was betrokken. In
de pers stond te lezen dat het
aantal bestuurders zonder rijbewijs
op honderdduizend wordt geschat.
Volgens een studie die in 2000
werd uitgevoerd, zou er tegen
8.000 bestuurders een proces-
verbaal zijn gemaakt omdat ze
reden zonder geldig rijbewijs.
Bevestigt u die cijfers? Beschikt u
over recentere cijfers? Hoeveel
processen-verbaal werden er vorig
jaar gemaakt wegens het besturen
van een voertuig zonder geldig
rijbewijs? Worden er specifieke
controles ter zake uitgevoerd?
Welke maatregelen worden er
genomen om de strijd aan te
binden tegen dat fenomeen?
15.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame De Bue, je
déplore, tout comme vous, le drame qui s'est déroulé, il y a quelques
semaines, mettant en cause un jeune de moins de 18 ans qui
conduisait sans avoir de permis de conduire.
Le phénomène de "joyriding" n'est pas nouveau. Des adolescents
prennent les clefs de la voiture, notamment en l'absence de leurs
parents, et conduisent pour le fun ou pour impressionner leurs
camarades. Il s'agit en général de trajets assez courts qui ne donnent
heureusement pas lieu à des accidents graves.
Je ne peux vous dire si ce phénomène est en augmentation. En effet,
on ne vient évidemment pas me le dire!
Le risque d'être contrôlé pour ce genre de conduite reste marginal et
les accidents sont rares.
Cela étant dit, je n'ai malheureusement pas pu obtenir de statistiques
concernant le nombre de procès-verbaux ou de condamnations pour
conduite sans permis de conduire. Il m'est donc impossible de
répondre à la question que vous m'avez posée à ce sujet.
15.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik betreur uiteraard de
feiten die u aanhaalt. "Joy riding" is
niet nieuw: jongeren bemachtigen
de sleutels van de auto van hun
ouders en rijden voor de "fun". Ik
kan niet beoordelen of het
fenomeen
uitbreiding
neemt.
Ongevallen blijven zeldzaam en
het risico om gecontroleerd te
worden is marginaal. Er zijn geen
afzonderlijke statistieken over dat
fenomeen beschikbaar.
15.03 Valérie De Bue (MR): Je vous remercie pour votre réponse,
monsieur le secrétaire d'État.
Il semble donc très difficile d'analyser ce phénomène. Des mesures
ont-elles été prises en vue de remédier à ce problème?
15.03 Valérie De Bue (MR):
Worden er maatregelen genomen
met betrekking tot de cijfers?
15.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Sur le plan des permis?
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
15.05 Valérie De Bue (MR): Non, sur le plan des chiffres.
15.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Apparemment, il
n'existe pas de statistiques concernant ce problème précis.
15.06 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Daarover bestaan er
geen afzonderlijke statistieken.
15.07 Valérie De Bue (MR): Dans ce cas, peut-être faudrait-il
envisager une mesure en la matière.
15.07 Valérie De Bue (MR): Er
moet
over
maatregelen
dienaangaande
worden
nagedacht.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de M. David Lavaux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
mise en oeuvre du ciel unique européen" (n° 12288)
16 Vraag van de heer David Lavaux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de toepassing van het gemeenschappelijke Europese luchtruim" (nr. 12288)
16.01 David Lavaux (cdH): Madame la présidente, monsieur le
secrétaire d'État, comme vous le savez, les pays de l'Union
européenne vont être tenus à des objectifs de performance pour
rendre les vols plus courts et moins chers dans le ciel européen,
grâce à une meilleure organisation du trafic.
En 2002, l'Union européenne, alors composée seulement de 15 pays,
avait donné son feu vert à un projet de ciel unique européen, premier
socle d'une harmonisation.
Face aux maigres progrès accomplis, l'Union européenne vient de
renforcer le texte en y ajoutant des objectifs contraignants pour une
meilleure sécurité, une capacité accrue de l'espace européen, une
réduction des coûts et une protection de l'environnement. Chaque
pays va donc soumettre de tels objectifs nationaux à la Commission
européenne qui pourra exiger qu'ils soient plus ambitieux.
Celle-ci juge en effet qu'une meilleure organisation du trafic européen
pourrait réduire la durée des vols européens de 8 à 14 minutes et
faire baisser de l'ordre de 7 à 11% la consommation de kérosène, ce
qui représenterait une diminution de 16 millions de tonnes de CO
2
lâchés dans l'atmosphère chaque année. Les avions attendent trop
souvent aux abords des aéroports pour disposer d'un créneau
d'atterrissage qui n'est pas garanti dans leur plan de vol au moment
où ils décollent. Le fonctionnement annuel fait que les vols sont en
moyenne plus longs que nécessaire. Résultat, les trajets des vols
internationaux s'avèrent 15% moins efficaces que ceux des vols
nationaux. Ainsi un appareil reliant Amsterdam à Milan fait
155 kilomètres de trop en moyenne.
Il est également prévu de remplacer une technologie datant parfois
des années 40 par un système européen de la nouvelle génération
pour la gestion du trafic aérien, le SESAR actuellement en
développement.
Monsieur le secrétaire d'État, quels sont les objectifs de sécurité, de
capacité de l'espace aérien, de réduction de coûts et de protection de
l'environnement qui seront soumis par la Belgique à la Commission?
16.01 David Lavaux (cdH): De
landen van de Europese Unie
zullen
aan
bepaalde
prestatiedoelstellingen
moeten
voldoen om de vluchten in het
Europese luchtruim korter en
goedkoper te maken dankzij een
betere
organisatie
van
het
luchtverkeer.
In 2002 zette de Europese Unie
het licht op groen voor een
gemeenschappelijk
Europees
luchtruim. Nu heeft ze daar
bindende
doelstellingen
aan
verbonden. Elk land zal zulke
nationale
doelstellingen
voorleggen aan de Europese
Commissie, die zal kunnen eisen
dat
men
met
ambitieuzere
doelstellingen voor de dag komt.
Welke doelstellingen op het stuk
van veiligheid, capaciteit van het
luchtruim, kostenbesparing en
milieubescherming zal België aan
de Commissie voorleggen? Zullen
de nieuwe technieken voor de
luchtverkeersafhandeling snel in
ons
land
toegepast
kunnen
worden? Wat is het standpunt van
de Gewesten hieromtrent? Werd
er al overleg gepleegd?
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
Une implémentation rapide des nouvelles technologies de gestion du
trafic aérien est-elle envisageable dans notre pays?
Quelle est par ailleurs la position des Régions sur ce dossier? Une
concertation a-t-elle déjà eu lieu?
16.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame la présidente,
monsieur Lavaux, la Belgique a signé le 23 octobre 2008 à Bordeaux
une déclaration commune d'intention portant sur la création d'un bloc
d'espace aérien fonctionnel entre l'Allemagne, la Belgique, la France,
le Luxembourg, les Pays-Bas et la Suisse. Ce bloc d'espace aérien
est dénommé FABEC ('Functional Airspace Block Europe Central').
Pour exprimer leurs ambitions et démontrer leur volonté d'atteindre
les buts définis au niveau européen concernant la gestion du trafic
aérien, les signataires ont formulé les objectifs ambitieux suivants.
Pour ce qui concerne la sécurité, le développement du FABEC visera
un niveau de sécurité accru malgré la croissance du trafic aérien civil.
Quant à la capacité, le développement du FABEC devra permettre de
satisfaire la demande du trafic aérien civil avec une augmentation du
trafic attendue de l'ordre de 50% entre 2005 et 2018. En matière de
réduction des coûts, étant donné les niveaux de croissance attendus,
le développement du FABEC ainsi que d'autres programmes
européens devraient permettre une réduction globale d'un quart des
coûts unitaires moyens sur les dix prochaines années. Une baisse
des coûts de gestion du trafic aérien militaire sera également réalisée.
Pour ce qui concerne l'environnement, le développement du FABEC
réduira considérablement l'impact par vol sur l'environnement grâce à
l'amélioration des routes, des profils de vol et la réduction des
distances de vol en cohérence avec les programmes européens
majeurs.
Le projet européen SESAR est très ambitieux. Il vise à introduire de
nouvelles technologies de gestion du trafic aérien en Europe. Ce
projet s'étale en trois phases. La première, que constitue la phase de
définition du projet, s'est clôturée le 30 mars dernier avec l'adoption
d'un 'master plan' par le Conseil européen des Transports. La
deuxième phase, la phase de développement, courra jusqu'en 2013
pour un déploiement de la nouvelle technologie prévu entre 2014 et
2020. La Belgique s'inscrit dans ce programme et prépare d'ores et
déjà sa mise en oeuvre selon le planning prévu.
En ce qui concerne votre troisième question, une association des
Régions sera organisée pour autant que la loi spéciale du 8 août 1980
des réformes institutionnelles l'impose. À ce stade, les Régions n'ont
pas marqué un intérêt ou émis une opinion à ce sujet.
Voorzitter: David Geerts.
Président: David Geerts.
16.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Op 23 oktober 2008
ondertekende België in Bordeaux
een
gezamenlijke
intentieverklaring met Duitsland,
Frankrijk, Luxemburg, Nederland
en Zwitserland om een functioneel
luchtruimblok "Europe Central"
(FABEC) te creëren.
De ondertekenaars hebben de
volgende
ambitieuze
doelstellingen vastgelegd:
- een hoger veiligheidsniveau
ondanks de groei van het
burgerluchtverkeer;
- wat de capaciteit betreft, het
voldoen aan de vraag naar
burgerluchtverkeer
rekening
houdend met een verwachte
toename van het luchtverkeer met
ongeveer vijftig procent tussen
2005 en 2018;
- een globale vermindering met
een vierde van de gemiddelde
eenheidskosten
tijdens
de
komende tien jaar, evenals een
vermindering van de kosten voor
het beheer van het militaire
luchtverkeer;
- een aanzienlijke verlaging van de
milieu-impact per vlucht dankzij de
verbetering van de vliegroutes en
de vluchtprofielen, evenals kortere
vliegafstanden
in
overeenstemming
met
de
belangrijke
Europese
programma's.
Het Europese SESAR-project is
bijzonder
ambitieus.
Het
is
gespreid over drie fases. De
eerste fase, de definiëringsfase,
werd op 30 maart jongstleden
afgerond met de goedkeuring van
een masterplan door de Europese
Raad voor Vervoer. De tweede
fase, de ontwikkelingsfase, loopt
tot 2013, waarna de nieuwe
technologie tussen 2014 en 2020
zal
worden
geïmplementeerd.
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
België
heeft
dit
programma
onderschreven en bereidt de
toepassing ervan volgens het
vastgestelde tijdpad nu reeds voor.
Wat uw derde vraag betreft, zullen
de
Gewesten
worden
bijeengebracht voor zover de
bijzondere wet van 8 augustus
1980
tot
hervorming
der
instellingen dat vereist. Tot nu toe
hebben de Gewesten zich nog niet
over dit onderwerp uitgesproken.
16.03 David Lavaux (cdH): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour votre réponse très détaillée. Il est heureux de voir que la
Belgique s'est inscrite dans la déclaration commune de Bordeaux
comme dans le programme SESAR. C'est une façon simple de
réaliser des économies d'énergie et de promouvoir un environnement
plus sain.
16.03 David Lavaux (cdH): Het is
een goede zaak dat België de
gemeenschappelijke
verklaring
van Bordeaux en het SESAR-
programma onderschreven heeft.
Het is een eenvoudige manier om
energie te besparen en te ijveren
voor een schoner milieu.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
17 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de spoorflitspalen" (nr. 12324)
17 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les radars aux passages à niveau" (n° 12324)
17.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, spoorflitspalen kwamen eerder in deze
commissie aan bod bij uw collega, minister Vanackere.
De bedoeling is om het aantal mensen of voertuigen dat een overweg
oversteekt terwijl de slagboom is gesloten of terwijl het rode
knipperlicht brandt tegen te gaan. De jongste maanden gebeurde
immers opnieuw een aantal ongelukken door onvoorzichtig gedrag.
Daarom worden aan overwegen flitspalen geplaatst om er beter op te
kunnen toezien. De bedenking moet daarbij toch worden gemaakt dat
het in veel gevallen voetgangers en fietsers zijn die het rood sein
en/of de slagboom negeren.
Ik heb hierover een aantal vragen, mijnheer de staatssecretaris.
Ten eerste, wordt naar oplossingen gezocht om tot een betere
identificatie van fietsers en voetgangers te komen die het rood licht en
de slagbomen negeren? Zijn er al concrete Ideeën ter zake? Hoe
kunnen de spoorflitspalen hiertoe bijdragen? Het wordt immers
voorgesteld dat om dit tegen te gaan de flitspalen worden
geïnstalleerd, maar de vraag is hoe een voetganger of fietser
daardoor kan worden geïdentificeerd.
Ten tweede, in hoeverre is een grootschalige invoering van het project
opportuun is, als blijkt dat slechts een klein gedeelte van de
verkeersovertreders, met name de automobilisten, daadwerkelijk kan
worden geïdentificeerd?
17.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): En février 2009, les
premiers radars ferroviaires ont
été installés en Flandre. Ce projet
pilote a pour objectif de recourir
aux radars automatiques pour
faire
diminuer
le
nombre
d'accidents aux passages à
niveau.
Or
de
nombreuses
infractions sont commises à ces
endroits par des usagers faibles, à
savoir des piétons et des cyclistes.
Il n'est évidemment pas simple
d'identifier ces contrevenants. Des
solutions sont-elles recherchées
pour permettre aussi l'identification
des usagers faibles qui font fi de la
signalisation aux passages à
niveau? Les radars ferroviaires
peuvent-ils jouer un rôle à cet
égard?
Est-il vraiment judicieux d'installer
ces radars ferroviaires à grande
échelle, dans la mesure où ils ne
permettent
d'identifier
qu'une
petite partie des contrevenants?
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
Ten derde, minister Vanackere had het over de wetgeving die zou
moeten worden aangepast. Heeft hij hierover reeds met u gesproken?
Aan welke wetswijzigingen wordt gedacht?
Quelles modifications législatives
sont requises pour introduire les
radars ferroviaires?
17.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Van den Bergh, wat uw eerste vraag betreft, in 2008 werden
er in totaal 51 ongevallen aan overwegen vastgesteld. De balans was
12 doden, 13 gewonden en 6 gekneusden. Wat de zwakke
weggebruikers betreft, werden er 7 ongevallen vastgesteld, waarbij
4 fietsers en 1 voetganger overleden en 2 voetgangers gewond
raakten. In alle andere gevallen ging het om ongevallen met
gemotoriseerde voertuigen.
Het pilootproject spoorflitspalen heeft als doel het ontraden en
beboeten van weggebruikers die de signalisatie regelmatig negeren.
In eerste instantie zal men zich focussen op de hoofdgroep, met
name de autobestuurders.
Wat de groep van de zwakke weggebruikers betreft, waar de
identificatie door middel van een immatriculatienummer onmogelijk is,
moet nog verder onderzoek worden gedaan. Een van de denkpistes is
dat men op basis van de beelden kan zien of iemand regelmatig een
inbreuk pleegt op een bepaalde locatie of niet. Er bestaat dan een
bewijs, met name de foto van de persoon die de inbreuk pleegt tussen
deels gesloten slagbomen. Op basis daarvan zou een mobiele
brigade kunnen optreden.
Wat uw tweede vraag betreft, artikel 16 van het beheerscontract
tussen de Staat en Infrabel spreekt duidelijk van een pilootproject.
Tijdens de testfase worden procedures ontwikkeld en op punt gesteld,
worden de nodige afspraken gemaakt met de bevoegde overheden
en wordt de beste technische oplossing uitgewerkt.
Een belangrijk item daarbij is de scheiding van de verkeersstromen,
de scheiding tussen de fietsers, voetgangers en autobestuurders.
Indien de evaluatie van dit pilootproject positief is, zullen meerdere
overwegen worden uitgerust met flitspalen.
Wat uw derde vraag betreft omtrent de wetswijzigingen, kan ik
meedelen dat er nog vrij veel onduidelijkheden bestaan over het feit
welke wetswijzigingen er echt nodig zijn. Zeker is dat er een
referentiekader moet worden ontwikkeld, eventueel in de vorm van
een wetgeving.
Er moeten onder andere regels worden vastgelegd voor de
zogenaamde incubatietijd, de tijd tussen het moment waarop het licht
van de overweg op rood springt en het moment waarop effectief wordt
geflitst. Een tweede element betreft de homologatie van de camera's.
Aangezien de weggebruikers die de overwegsignalisatie negeren dit
meestal doen tegen een relatief lage snelheid, moeten er regels
worden vastgelegd voor de homologatie van flitscamera's bij lage
snelheden.
Dat moet nog allemaal op poten worden gezet om na te kunnen gaan
welke veranderingen moeten worden doorgevoerd.
17.02
Etienne Schouppe,
secrétaire
d'État:
En
2008,
51 accidents ayant fait douze
morts et dix-neuf blessés sont
survenus à des passages à
niveau. Sept de ces accidents
concernaient des usagers faibles
de la route; quatre cyclistes et un
piéton sont décédés.
Le projet pilote des radars
ferroviaires a pour objectif de
dissuader les usagers de la route
qui font régulièrement fi de la
signalisation et de leur infliger des
amendes. Dans un premier temps,
l'attention se concentrera surtout
sur les conducteurs automobiles.
L'identification des usagers faibles
exige une enquête plus poussée.
L'une des possibilités consiste à
lister et à photographier les
récidivistes à un endroit précis, de
sorte qu'une brigade mobile
puisse intervenir contre ces
personnes.
L'utilisation des radars ferroviaires
en est encore à la phase
expérimentale. Il importe à cet
égard de pouvoir différencier les
différents flux de circulation ­ les
automobilistes, les piétons et les
cyclistes. Des passages à niveau
supplémentaires seront équipés
de ces radars si l'évaluation du
projet-pilote est positive.
Il n'est pas encore clairement
établi quelles modifications légales
sont requises dans ce contexte.
Des
règles
doivent
incontestablement
être
fixées
concernant
"la
période
d'incubation", à savoir le temps qui
s'écoule entre le moment où la
signalisation passe au rouge et le
moment où le flash est enclenché.
L'homologation des radars doit
aussi être mise au point.
17.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, 17.03 Jef Van den Bergh
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
bedankt voor uw antwoord met de concrete gegevens. Wij kunnen
daar aan de ene kant uit afleiden dat de overgrote meerderheid van
de ongevallen gebeurt met gemotoriseerde voertuigen. Aan de
andere kant, als wij het aantal verkeersdoden bekijken dat te
betreuren valt, blijkt dat bijna de helft zwakke weggebruikers zijn, die
dan meestal uitgebreid aandacht krijgen in de media.
Dan komen er verhalen naar boven over groepen die ­ volgens de
buren ­ meermaals de rode lichten en de slagbomen negeren om
toch maar te proberen op tijd op school te zijn en dergelijke meer.
Ik meen dat er aan de lokale politiezones gevraagd moet worden daar
meer op toe te zien. Ik stel vast dat in mijn gemeente minstens een
keer per week aan elke spoorwegovergang een politieagent komt
postvatten tijdens de ochtendpiek voor het begin van de scholen om
in het oog te houden dat er geen overtredingen gebeuren. Daar wordt
daadwerkelijk opgetreden. Ik meen dat dit nog altijd de meest
efficiënte manier is om dergelijke overtredingen tegen te gaan. Met
flitspalen zal men voetgangers en fietsers uiteraard niet tegenhouden.
(CD&V): Je constate que la plupart
des accidents concernent des
automobilistes mais que le nombre
de décès auprès des usagers
faibles
de
la
route
est
proportionnellement plus élevé.
J'estime que la présence d'agents
de la police locale aux passages à
niveau au moment
où de
nombreux usagers les traversent
est particulièrement efficace.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'avenir de la ligne L86 reliant Renaix à Leuze-en-Hainaut" (n° 12427)
18 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de toekomst van de verbinding L86 Ronse-Leuze-en-Hainaut" (nr. 12427)
18.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le secrétaire d'État, le
développement durable impose de revoir un certain nombre de choix
opérés dans le passé où seul l'intérêt économique immédiat guidait le
choix et l'opportunité des décisions. La ligne 86 Renaix-Leuze pourrait
se trouver dans le dossier des décisions à revoir, la question étant
faut-il la déferrer oui ou non.
Plutôt que de déferrer la voie, ne convient-il pas de demander à la
SNCB d'étudier la réactivation de la ligne, sachant que celle-ci borde,
à Frasnes-lez-Anvaing, une nouvelle zone d'activité économique de
20 hectares sur le terrain d'une ancienne sucrerie? Cette zone sera
effective en 2011. De plus, cette ligne est un maillon direct pour le
transport reliant Gand à Valenciennes, axe important sur le plan du
développement économique transfrontalier et transrégional.
Quelle est la réflexion de la SNCB sur le sujet à ce stade-ci? Avant de
prendre une décision - soit déferrer, soit réactiver -, ne serait-il pas
judicieux de réunir les opérateurs économiques, les communes et la
SNCB afin de poser les bons choix dans une optique durable?
18.01 Jean-Luc Crucke (MR):
Omwille
van
de
duurzame
ontwikkeling moeten bepaalde
keuzes uit het verleden, waarbij
men zich uitsluitend door het
onmiddellijke economische belang
liet leiden, worden herzien. De
beslissing met betrekking tot
lijn 86 Ronse ­ Leuze zou in dat
verband
voor
herziening
in
aanmerking kunnen komen.
Zou men niet beter onderzoeken
of de lijn opnieuw in dienst kan
worden gesteld ­ in plaats van de
sporen op te breken ­ aangezien
de lijn te Frasnes langs een
nieuwe bedrijvenzone van 20
hectare op het terrein van een
voormalige suikerfabriek loopt?
Dat baanvak vormt daarenboven
een
onderdeel
van
een
rechtstreekse
transportroute
tussen Gent en Valenciennes.
Wat is de zienswijze van de NMBS
hieromtrent? Moet er geen overleg
worden georganiseerd met de
economische
actoren,
de
gemeenten en de NMBS voor er
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
een beslissing genomen wordt,
teneinde, met het oog op een
duurzaam beleid, de juiste opties
vast te leggen?
18.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
cher collègue, en décembre 2007, Infrabel a demandé au ministre
ayant les entreprises publiques dans ses compétences, ainsi qu'à
moi-même, l'autorisation de démonter la ligne 86 entre Renaix et
Leuze.
Quant à l'utilisation effective de cette ligne, il convient d'avoir à l'esprit
que le tronçon entre Renaix et Frasnes-lez-Anvaing n'est plus en
exploitation depuis 1997 par décision du conseil d'administration de
l'ancienne SNCB et que la mise hors exploitation du tronçon entre
Frasnes et Leuze a été décidée en juillet 2007 par le conseil
d'administration d'Infrabel.
Les nouveaux contrats de gestion entre l'État et les trois sociétés du
Groupe SNCB, conclus à l'été 2008, imposent des objectifs ambitieux
de croissance du trafic du transport ferroviaire. Ainsi, Infrabel doit
assurer que l'infrastructure ferroviaire présente une qualité et une
capacité telles que les entreprises ferroviaires ne rencontrent aucune
difficulté pour réaliser ces objectifs de croissance du fait de
l'infrastructure.
Prenant en compte ces objectifs ainsi que les réserves émises par le
comité consultatif des usagers contre la fermeture de la ligne 86, le
précédent ministre des Entreprises publiques, Mme Vervotte, et moi-
même avons fait savoir à Infrabel que nous autoriserions le
démontage des voies de la ligne 86 uniquement si des raisons de
sécurité ou de dangerosité liées à l'infrastructure l'imposaient et à la
condition que l'assiette de la ligne soit maintenue intacte de manière à
permettre à tout moment sa reconstruction.
À ce jour, il est évident qu'il faudrait renouveler complètement
l'infrastructure avant toute reprise éventuelle de circulation ferroviaire
sur la 86.
Dans le cadre de son contrat de gestion, Infrabel est chargée de
réaliser une étude des besoins à long terme relative à l'infrastructure
ferroviaire. Cette analyse qui vient de démarrer en mars 2009 se
basera sur une étude de marché du transport ferroviaire et
comprendra une large consultation des différentes parties prenantes,
comme les entreprises ferroviaires, les sociétés régionales de
transport, les organisations représentatives des voyageurs et du
secteur industriel. Les résultats de cette étude sont attendus pour fin
2010, conformément au contrat de gestion avec Infrabel qui prévoit
que cette étude doit être finalisée dans les 18 mois après la signature
dudit contrat de gestion, signature qui a eu lieu le 1
er
juillet 2008. Les
résultats de cette étude seront donc utiles pour alimenter le débat sur
l'opportunité de la réactivation de lignes ferroviaires et de la ligne 86
en particulier.
18.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: In december 2007
vroeg Infrabel de minister van
Overheidsbedrijven en mezelf om
toestemming om lijn 86 tussen
Ronse en Leuze te ontmantelen.
Het baanvak tussen Ronse en
Frasnes werd sinds 1997 niet
meer geëxploiteerd, en in juli 2007
werd beslist om het baanvak
tussen Frasnes en Leuze buiten
gebruik te stellen.
In
de
nieuwe
beheers-
overeenkomsten tussen de Staat
en de NMBS-Groep worden
groeidoelstellingen op het stuk van
het spoorwegverkeer opgelegd.
Gelet op die doelstellingen en het
voorbehoud dat het Raadgevend
Comité van de Gebruikers maakt
bij de afschaffing van lijn 86,
hebben de vorige minister van
Overheidsbedrijven
en
ikzelf
Infrabel gemeld dat we het
opbreken van de sporen op lijn 86
enkel
zouden
toestaan
om
veiligheidsredenen
en
op
voorwaarde dat de bedding van de
lijn onaangeroerd zou blijven. Om
opnieuw treinverkeer op lijn 86 toe
te
kunnen
laten
zou
de
infrastructuur volledig vernieuwd
moeten worden.
In
het
kader
van
het
beheerscontract moet Infrabel een
langetermijnbehoeftenstudie met
betrekking
tot
de
spoorweginfrastructuur uitvoeren.
Die analyse, waarmee onlangs
een aanvang werd gemaakt, zal
gebaseerd zijn op een marktstudie
en een ruime consultatie van de
diverse
betrokken
partijen
omvatten. De resultaten worden
verwacht tegen eind 2010 en
zullen nuttig gebruikt kunnen
worden in het debat over de
heringebruikneming
van
spoorlijnen in het algemeen en van
lijn 86 in het bijzonder.
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
37
18.03 Jean-Luc Crucke (MR): Je suis satisfait de la réponse du
secrétaire d'État, puisqu'il a confirmé le maintien de l'assiette de la
ligne.
Ensuite, nous attendrons les conclusions de l'étude prévues pour la
fin 2010. Les portes sont donc ouvertes. Il était judicieux de demander
une analyse sur le long terme en ce domaine.
18.03 Jean-Luc Crucke (MR): Ik
ben tevreden over dit antwoord,
waarin u bevestigt dat de bedding
van de spoorlijn behouden blijft.
We zullen wachten op de
conclusies van de studie, die eind
2010 klaar zou zijn. Het was een
verstandige beslissing om een
dergelijke langetermijnanalyse uit
te voeren.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Question de M. Jean-Luc Crucke au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"le stationnement des poids lourds dans les villes et communes" (n° 12428)
19 Vraag van de heer Jean-Luc Crucke aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het parkeren van vrachtwagens in steden en gemeenten" (nr. 12428)
19.01 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le secrétaire d'État, ce
phénomène est visible dans certaines villes et sans doute encore plus
dans certains villages. Souvent des poids lourds occupent une partie
de la voirie, sachant que les camionneurs rentrent chez eux de plus
en plus fréquemment avec le camion chargé pour pouvoir repartir dès
le lendemain: c'est l'efficacité qui est recherchée. Il n'empêche que
ces transports inhabituels dans le centre des villages et même des
villes entraînent des problèmes, notamment des problèmes de
stationnement par rapport à des véhicules aux dimensions plus
réduites, des problèmes d'encombrement de l'espace public qui est
souvent plus exigu dans les villages, et même d'encombrement de
places et d'édifices publics.
Monsieur le secrétaire d'État, existe-t-il une réglementation spécifique
pour le stationnement des poids lourds dans les villes et villages? A-t-
on négocié ou peut-on négocier des solutions entre les fédérations de
transporteurs et l'administration pour éviter ces "stationnements
volumineux"?
19.01 Jean-Luc Crucke (MR): In
sommige steden en gemeenten
staan er vrachtwagens geparkeerd
op een gedeelte van de rijweg
omdat de vrachtwagenchauffeurs
naar huis terugkeren met een
volgeladen vrachtwagen zodat ze
`s
anderendaags
onmiddellijk
kunnen vertrekken. Dat zorgt voor
parkeerproblemen
en
die
vrachtwagens nemen bijzonder
veel plaats in op de openbare weg.
Bestaat
er
een
specifieke
reglementering voor het parkeren
van vrachtwagens in steden en
gemeenten? Kan er samen met de
federaties van wegvervoerders
naar
oplossingen
voor
dat
probleem worden gezocht?
19.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Crucke, je vous décris brièvement la réglementation qui
date du début des années 90 et qui a été discutée en son temps avec
les transporteurs en ce qui concerne le stationnement des poids
lourds dans les agglomérations.
En vertu de l'article 27.5, 2
ème
alinéa, le stationnement des poids
lourds avec une masse de plus de 7,5 tonnes en agglomération est
limité à 8 heures, sauf aux endroits qui sont réservés à cet effet par
une signalisation spécifique.
Comme la politique de stationnement est considérée comme une
compétence des communes, je crois que celles-ci ont tous les
instruments en mains, d'une part, pour éviter que les poids lourds se
garent n'importe où, par exemple dans les zones d'habitat signalées
par une signalisation spécifique et, d'autre part, pour réserver des
emplacements pour les poids lourds où ils sont le moins nuisibles
19.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
De
regelgeving
betreffende het parkeren van
vrachtwagens in de bebouwde
kom dateert van het begin van de
jaren 90 en werd destijds met de
sector besproken.
Vrachtwagens van meer dan 7,5
ton mogen in de bebouwde kom
niet langer dan 8 uur na elkaar
parkeren, behalve op de daartoe
bestemde plaatsen.
Aangezien het parkeerbeleid tot de
bevoegdheid van de gemeenten
behoort, beschikken zij over de
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
38
pour les riverains. Évidemment, la commune doit tenir compte des
aspects de la sécurisation et de l'accessibilité des poids lourds.
nodige middelen om ervoor te
zorgen dat vrachtwagens niet om
het even waar parkeren en om
plaatsen voor vrachtwagens voor
te behouden daar waar ze het
minst hinderlijk zijn voor de
omwonenden.
19.03 Jean-Luc Crucke (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour ce rappel de la réglementation. Les choses sont
claires.
Vous avez indiqué qu'il s'agissait d'une réglementation de 1990. Je
pense que depuis lors le phénomène est en croissance. Selon moi,
cela vaudrait la peine d'avoir un contact avec les fédérations pour
aborder de manière consensuelle ce problème car il y va de l'intérêt
de tous. Il faut permettre aux camionneurs de pouvoir faire leur travail
et de pouvoir repartir le lendemain en raison des impératifs
économiques mais il faut également se soucier des intérêts de ceux
qui habitent dans un village et qui, légitimement, souhaitent jouir de la
quiétude de leur village.
19.03 Jean-Luc Crucke (MR):
Dat is inderdaad zo, maar sinds
1990 neemt het probleem hand
over hand toe. Er zou contact
moeten worden opgenomen met
de federaties van transporteurs
om dit probleem, dat elk van ons
aanbelangt, aan te kaarten.
19.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Vous parlez des
fédérations ou vous visez les associations de villes et communes?
19.05 Jean-Luc Crucke (MR): Les fédérations de transporteurs.
19.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: N'oublions pas que ce
sont les communes qui ont la responsabilité et la compétence en
cette matière.
Je ne peux qu'établir la réglementation qu'elles peuvent utiliser pour
prendre des décisions concrètes.
19.07 Jean-Luc Crucke (MR): J'ai pris acte du fait que les
communes sont en première ligne. Mais une commune, seule face à
une fédération, n'a pas de poids!
19.07 Jean-Luc Crucke (MR): Ik
noteer dat de gemeenten een
eerstelijns rol spelen, maar ten
aanzien van een federatie legt een
gemeente geen gewicht in de
schaal!
19.08 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Je le comprends.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
20 Vraag van de heer Jenne De Potter aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het maximaal aantal te vervoeren personen tijdens de rijopleiding" (nr. 12477)
20 Question de M. Jenne De Potter au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"le nombre maximum de personnes qui peuvent être transportées lors de l'apprentissage à la
conduite" (n° 12477)
20.01 Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, de hervorming van de rijopleiding die uw voorganger
in 2006 doorvoerde, was op zijn zachtst gezegd nogal ongelukkig en
was het voorwerp van veel kritiek. Gelukkig hebt u zich geëngageerd
om een en ander recht te trekken, denk maar aan de beperking van
de verlenging van het voorlopig rijbewijs. Verdere verbeteringen
20.01 Jenne De Potter (CD&V):
La réforme de la formation à la
conduite menée par le ministre
Landuyt en 2006 s'est révélée
plutôt malheureuse. Il est dès lors
positif que le secrétaire d'État
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
39
worden verwacht op basis van de resultaten van de werkgroep
Rijopleiding van de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid.
Misschien kunt u van die gelegenheid gebruikmaken om een ander
probleem weg te werken dat reeds enige tijd wordt aangekaart,
namelijk de ongelijkheid in verband met het maximaal aantal te
vervoeren personen in de verschillende systemen van rijopleiding.
De twee bestaande systemen laten de leerling toe om gedurende de
periode van het voorlopig rijbewijs te rijden met één begeleider en
maximaal één passagier. In het systeem van de rijopleiding met
begeleider mag de kandidaat-bestuurder dus twee personen
vervoeren, de begeleider en nog een extra passagier. In het andere
systeem, waarbij de kandidaat-bestuurder opteert voor een
praktijkopleiding van minimaal 20 uur, is er geen begeleider voorzien
waardoor hij of zij in dit geval slechts één persoon mag vervoeren. Dit
lijkt een oneerlijke scheeftrekking in het nadeel van de leerlingen die
kiezen voor een professionele rijopleiding.
Ik wil hier zeker geen pleidooi houden voor het ongelimiteerd of
zonder voorwaarden toelaten van passagiers. Dat zou geen goede
zaak zijn in het kader van de verkeersveiligheid. Er zijn echter
waarschijnlijk wel andere oplossingen mogelijk voor leerlingen die
voor de praktijkopleiding kiezen om twee vaste begeleiders aan te
duiden. Op die manier wordt niet alleen het hierboven geschetste
probleem of ongelijkheid weggewerkt, maar ontstaat er tegelijkertijd
een opportuniteit om ook na de praktijkopleiding de leerling een vaste
begeleider te geven die hem of haar met raad en daad kan bijstaan.
Mijnheer de staatssecretaris, daarom heb ik volgende vragen aan u.
Bent u van mening dat er een ongelijkheid bestaat inzake het
maximaal aantal te vervoeren personen tussen de leerling die opteert
voor de rijopleiding met begeleider enerzijds en de leerling die kiest
voor de rijopleiding zonder begeleider anderzijds?
Overweegt u om een oplossing uit te werken voor dit probleem? Zo ja,
wat kan die oplossing inhouden en wanneer kan een aanpassing
eventueel in voege treden?
Bij uitbreiding, wat is de stand van zaken in de werkgroep Rijopleiding
van de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid in verband
met de hervorming van de rijopleiding? Wanneer worden de eerste
aanpassingen verwacht en wat zullen die precies inhouden?
veuille rectifier le tir.
Je
propose
de
remédier
également à l'inégalité en ce qui
concerne le nombre de personnes
pouvant être transportées. Les
élèves qui optent pour la filière
libre peuvent transporter deux
passagers: leur accompagnateur
et un autre passager. Ceux qui
choisissent de suivre la formation
dans une école de conduite n'ont
pas d'accompagnateur et ne
peuvent transporter qu'un seul
passager. Je propose qu'on
permette également aux élèves
qui optent pour l'école de conduite
de
désigner
deux
accompagnateurs fixes. Ainsi, on
remédiera non seulement à
l'inégalité mais on permettra
également à l'élève concerné
d'être accompagné par une
personne qui pourra lui apporter
aide et conseil.
Le secrétaire d'État reconnaît-il
qu'il existe effectivement une
inégalité en ce qui concerne le
nombre maximum de passagers
entre l'élève qui opte pour une
formation à la conduite avec
accompagnateur et l'élève qui
choisit
la
formation
sans
accompagnateur? Le secrétaire
d'État réfléchira-t-il à une solution?
Quel est l'état d'avancement du
groupe
de
travail
de
la
Commission Fédérale Sécurité
Routière (CFSR) chargé de se
pencher sur la réforme de la
formation à la conduite? Quand
escompte-t-on
les
premières
adaptations?
Qu'impliqueront-
elles?
20.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer De Potter, voor de goede orde zal ik nog eens het verschil
uitleggen tussen het systeem van de rijschoolopleiding en het
systeem van de vrije opleiding.
In de rijschoolopleiding mag men na 20 uur praktijkopleiding alleen
rijden. Dat is in feite nog de fase van de oefenperiode, voor men het
rijbewijsexamen aflegt. Tijdens die periode mag men één passagier
meenemen die dan wel minstens 24 jaar oud moet zijn en over een
rijbewijs B moet beschikken.
In de vrije opleiding gaat het over een kandidaat die nog moet
20.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Les personnes
qui bénéficient d'une formation en
auto-école
peuvent
conduire
seules après 20 heures de cours.
Pendant
la
période
d'apprentissage,
l'élève
conducteur
ne
peut
être
accompagné
que
d'un
seul
passager, âgé de plus de 24 ans
et possédant un permis de
conduire B. Dans le cas de la
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
40
beginnen te leren rijden met een begeleider die al minstens acht jaar
over een rijbewijs moet beschikken. Naast die begeleider mag men
dan nog één passagier meenemen.
Kortom, men mag in beide systemen één passagier meenemen, maar
in de rijschoolopleiding mag men ook alleen rijden. Als men iemand
meeneemt, moet die 24 jaar oud zijn en over een rijbewijs B
beschikken. De bedoeling hiervan is duidelijk: een kandidaat-
bestuurder die nog in zijn oefenperiode zit, mag nog niet rijden met
om het even welke passagier of passagiers.
U suggereert mij om voor de rijschoolopleiding ook de mogelijkheid te
openen om een of twee begeleiders aan te duiden. In principe zou dit
moeten kunnen. Ik laat dit dan ook verder onderzoeken, in het kader
van de wijzigingen die ik wil aanbrengen aan de huidige rijopleiding.
Het ontwerp van KB waarmee enkele wijzigingen zouden worden
aangebracht aan het aantal begeleiders en de duur van het voorlopig
rijbewijs, is nog in bespreking met de Gewesten. De aanpassing kan
dus in principe nog volgen.
Wat de resultaten van de werkgroep Rijopleiding van de Federale
Commissie voor de Verkeersveiligheid betreft, het eindrapport is
klaar, maar er moeten nog aantekeningen worden geplaatst door de
verschillende belangenorganisaties die deel uitmaken van deze
werkgroep.
filière libre, le débutant doit
apprendre à conduire avec un
accompagnateur
titulaire
d'un
permis depuis au moins huit ans. Il
peut,
en
plus
de
l'accompagnateur, emmener un
passager.
Je
vais
faire
examiner
la
suggestion de M. De Potter qui
propose que les élèves des auto-
écoles puissent désigner un ou
deux accompagnateurs. Le projet
d'arrêté royal qui apporte quelques
modifications à la formation à la
conduite
est
en
cours
de
discussion avec les Régions. La
proposition de M. De Potter devrait
pouvoir y être ajoutée.
Le rapport final du groupe de
travail de la CFSR sur la réforme
de la formation à la conduite
automobile est prêt, mais les
différents
groupes
d'intérêt
participant à ce groupe de travail
doivent encore y apposer leur
signature.
20.03 Jenne De Potter (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik
noteer dat u mijn voorstel toch in overweging wil nemen. Wanneer
een leerling-bestuurder ervoor kiest om te rijden met de hulp van een
begeleider mag hij naast die begeleider nog één persoon meenemen.
Dat betekent dat als bijvoorbeeld de vader de begeleider is hij ook
nog de moeder of een vriendin mag meenemen. Iemand die kiest
voor een praktijkopleiding mag slechts één begeleider meenemen
waardoor er eigenlijk een vorm van ongelijkheid bestaat. We zouden
mensen die kiezen voor een praktijkopleiding bijvoorbeeld nog een
extra begeleider kunnen laten kiezen zodat er ook twee mensen
kunnen meerijden en er geen discussie over hoeft te bestaan dat
enkel de vader of de moeder mee mag. Ik denk dat dit nuttig kan zijn
om jonge mensen meer te begeleiden in hun rijervaring om op die
manier de verkeersveiligheid te verhogen. In ieder geval bedankt dat
u de suggestie wil meenemen.
20.03 Jenne De Potter (CD&V):
Je me réjouis du fait que le
secrétaire d'Etat soit disposé à
prendre
ma
proposition
en
considération et j'espère qu'il sera
mis
un
terme
à
l'actuelle
discrimination entre
candidats
conducteurs.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Van de volgende reeks samengevoegde vragen werd vraag nr. 12672 van mevrouw De Bue
omgezet in een schriftelijke vraag.
21 Samengevoegde vragen van
- de heer David Geerts aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over
"het mogelijke verbod op mp3-spelers in het verkeer" (nr. 12578)
- de heer Bruno Stevenheydens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de opdracht tot studie omtrent de invloed van mp3-spelers op het verkeersgedrag van
voetgangers en fietsers" (nr. 12583)
- mevrouw Valérie De Bue aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
41
over "het gevaar van het gebruik van een mp3-speler in het wegverkeer" (nr. 12672)
21 Questions jointes de
- M. David Geerts au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'interdiction
éventuelle de l'utilisation de lecteurs MP3 dans la circulation" (n° 12578)
- M. Bruno Stevenheydens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
commande d'une étude concernant l'influence de l'utilisation d'un lecteur MP3 sur le comportement
des piétons et des cyclistes dans la circulation" (n° 12583)
- Mme Valérie De Bue au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le danger de
l'écoute d'un MP3 dans la circulation routière" (n° 12672)
21.01 David Geerts (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, blijkbaar
hebt u opdracht gegeven aan het BIVV om de invloed van een mp3-
speler op het verkeersgedrag van voetgangers en fietsers te bekijken.
Welke elementen brachten u ertoe om de effecten hiervan te
onderzoeken?
Zijn er aanduidingen dat het ongevallencijfer verhoogd is door de
mp3-speler?
Welke onderzoeksvragen hebt u precies gesteld?
21.01 David Geerts (sp.a): Le
secrétaire d'Etat a demandé que
soit
étudiée
l'influence
de
l'utilisation des lecteurs mp3 sur le
comportement des cyclistes et des
piétons dans la circulation. Pour
quelles
raisons?
Le
risque
d'accident augmente-t-il en cas
d'utilisation d'un lecteur mp3?
Quelles
questions
a-t-il
exactement posées?
21.02 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ook ik had graag geweten
welke de aanleidingen zijn geweest tot dat onderzoek.
Wat is de mening van verkeersdeskundigen?
Zijn er cijfers voorhanden omtrent het aantal ongevallen beïnvloed
door het gebruik van mp3-spelers?
Werden er reeds preventiecampagnes georganiseerd omtrent het
gevaar van het gebruik van mp3-spelers in het verkeer? Het lijkt me
namelijk aangewezen om niet te gaan betuttelen met nieuwe regels,
maar om veeleer de voetgangers en fietsers erop attent te maken dat
er gevaren zijn, want anders kunnen we op de duur misschien
optreden tegen autochauffeurs die hun radio te luid zetten en ook
niets meer van het verkeer te horen krijgen. Ik denk dat
preventiecampagnes veel meer op hun plaats zijn dan dat er
betuttelend zou worden opgetreden met nieuwe regeltjes.
Wordt er bij verkeerseducatie in het onderwijs ­ uiteraard niet uw
bevoegdheid, maar er is wel een link ­ voldoende aandacht
geschonken aan de mogelijke gevaren van het gebruik van mp3-
spelers in het verkeer?
21.02 Bruno Stevenheydens
(Vlaams Belang): Quelles sont les
raisons concrètes qui ont poussé
le secrétaire d'Etat à demander
une étude sur l'influence de
l'utilisation des lecteurs mp3 dans
la circulation? Quel est l'avis des
experts de la circulation? Dispose-
t-on de chiffres en matière
d'incidence
sur
le
nombre
d'accidents? Des campagnes de
prévention ont-elles déjà été
menées? Cet élément est-il
suffisamment
pris
en
considération dans le cadre de la
formation à la circulation routière?
21.03 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijne heren, het beluisteren van te luide muziek via een hoofdtelefoon
of oortjes, het weze een mp3-speler, een iPod of dergelijke meer, is
eigenlijk een relatief recent fenomeen waarvan de invloed op de
deelname in het verkeer nog niet ten gronde werden bestudeerd. Er
zijn wel berichten uit Engeland waaruit blijkt dat er heel wat
ongevallen met fietsers en voetgangers worden vastgesteld, die naar
muziek aan het luisteren zijn bij het oversteken van de rijbaan. Begin
februari van dit jaar is bij ons nog een jonge fietser met een iPod
verongelukt toen hij een gesloten overweg overstak, hoewel het niet
duidelijk is of het al dan niet wegens de iPod was. Spijtig genoeg zijn
over dit soort van fenomenen tot nu toe nog geen statistieken
21.03
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Le fait d'écouter
une musique trop bruyante avec
un casque ou des oreillettes
constitue un phénomène assez
récent, dont les répercussions sur
la circulation n'ont pas encore été
étudiées et pour lequel on ne
dispose
pas
encore
de
statistiques.
Globalement,
on
constate que les piétons et les
cyclistes adolescents qui écoutent
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
42
voorhanden.
In het algemeen wordt vastgesteld dat voetgangers en fietsers, en
dan vooral adolescenten, wegens het beluisteren van muziek via
oortjes, niet meer aandachtig aan het verkeer deelnemen of kunnen
deelnemen, en zeker het gemotoriseerd verkeer niet altijd of helemaal
niet horen aankomen. Precies daarom heb ik aan het Belgisch
Instituut voor de Verkeersveiligheid gevraagd om deze problematiek
nader te bekijken in het kader van mogelijke buitenlandse ervaringen
en studies. Het gaat daarbij niet om een experimenteel onderzoek,
maar wel over een studie van wat daaromtrent in het buitenland reeds
is gebeurd. Ik hoop het resultaat daarvan in de loop van de maand
juni te krijgen.
Op basis van het resultaat van deze studie moet worden nagegaan
welke initiatieven er kunnen worden genomen. De vereniging van
ouders van verongelukte kinderen heeft aangekondigd nu al een
sensibiliseringscampagne te zullen voeren om te wijzen op de
gevaren van te luide mp3-spelers. Dit wijst er alleszins op dat we niet
alleen staan met onze bezorgdheid voor dit probleem en dat het niet
moet geridiculiseerd worden. Er is alleszins geen sprake van een
verbod van het luisteren naar luide muziek via mp3-spelers of ander,
op straat. Een dergelijk verbod heeft pas zin als er daarvoor een
voldoende maatschappelijk draagvlak bestaat, zeker bij de jonge
mensen. In afwachting kunnen we ons inderdaad bezighouden met
het sensibiliseren van deze bevolkingsgroep voor deze specifieke
problematiek.
un MP3 ne sont plus attentifs et
n'entendent pas le trafic arriver.
C'est pourquoi j'ai demandé à
l'IBSR de se pencher sur cette
problématique pour le mois de juin
et, en particulier, d'examiner les
initiatives prises en la matière à
l'étranger. Sur la base des
résultats obtenus, nous devrons
réfléchir
aux
initiatives
envisageables.
L'association
"Ouders
van
Verongelukte Kinderen" a déjà
annoncé une campagne de
sensibilisation.
Si l'on ne peut minimiser les
inquiétudes à ce propos, il n'est
pas
envisagé
pour
l'heure
d'interdire l'écoute d'une musique
bruyante avec un MP3 ou d'autres
lecteurs en rue. Une telle
interdiction n'a de sens que s'il
existe
une
assise
sociale
suffisante à cet effet, surtout parmi
les jeunes. Aussi pouvons-nous
effectivement commencer par une
sensibilisation.
21.04 David Geerts (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt
voor uw antwoord. Ik meen dat wij het onderzoek inderdaad moeten
afwachten en eind juni hierop terugkomen. Wij moeten dan nagaan
welk effect een mp3-speler heeft op het verkeersgedrag. Dit mag
zeker niet worden geridiculiseerd, maar de aankondiging op zich in de
kranten vormden al een eerste aanzet tot ridiculisering. De
verkeersveiligheid moet echter prioritair zijn. Wij wachten dan ook het
onderzoek af.
21.04 David Geerts (sp.a): Nous
attendons les résultats de l'étude
et nous reviendrons sur le sujet à
la fin du mois de juin.
21.05 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, u verwijst naar het nieuwe fenomeen van de mp3-
speler of de iPod. In onze jonge jaren bestond de walkman, de
cassettespeler met een hoofdtelefoon. Ik had er zo een en ik ging er
regelmatig al eens mee wandelen. Het sprak toen ook al voor zich dat
men dat ding niet te luid moest zetten omdat het dan een hinder kon
zijn voor de verkeersveiligheid. Aan de andere kant zou het zeer
betuttelend zijn geweest indien men toen, in de jaren tachtig, een
verbod van de toen populaire walkman had ingesteld voor
voetgangers of fietsers.
Wij kijken uit naar de resultaten van de studie. Ik denk dat er de
nodige aandacht moet worden besteed aan preventie. Er is volgens
mij echter geen nood aan nieuwe wetsvoorstellen of ­ontwerpen.
21.05 Bruno Stevenheydens
(Vlaams Belang): Nous attendons
les résultats de l'étude. S'il
convient
d'accorder
toute
l'attention
nécessaire
à
la
prévention, je ne crois par contre
pas qu'il s'impose de légiférer.
21.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Ik kan u zeggen dat ik
niet sta te trappelen van ongeduld om dit te kunnen doen. U zou
verbaasd staan over het grote aantal tussenkomsten dat ik krijg van
mensen die mij vragen om maatregelen te treffen om dit te verbieden.
21.06
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je ne tiens pas à
intervenir à tout prix mais je suis
sans cesse invité à prendre des
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
43
Dit is zeer merkwaardig. Ik kan mij best inbeelden dat bij jongeren niet
dezelfde bekommernis leeft. Het is verbazend vast te stellen hoeveel
mensen daar een probleem van maken.
U heeft het over uw jeugd, maar dat is ook al lang geleden, nietwaar?
mesures.
21.07 Bruno Stevenheydens (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, dat is inderdaad al lang geleden maar toch nog altijd
iets minder lang dan bij u. Dat is allemaal relatief.
Kan men de ongerustheid bij de mensen die reageren niet wegnemen
door meer aandacht te besteden aan sensibilisatie en
verkeerseducatie? Het is immers toch wel erg onverstandig om met
luide muziek op de oren te gaan fietsen in het drukke verkeer. Kan
men op die manier de ongerustheid bij die mensen niet wegnemen?
Schiet de educatie daar niet te kort?
21.07 Bruno Stevenheydens
(Vlaams Belang): Le lancement
des campagnes de sensibilisation
et la prise en compte du
phénomène dans le cadre de la
formation à la circulation routière
permettrait peut-être de dissiper
déjà dans une certaine mesure
l'inquiétude qui règne dans ce
cadre.
21.08 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Ik kan u zeggen dat ik
zelf dacht aan een sensibiliseringscampagne als meest voor de hand
liggend. Ten aanzien van bepaalde vragen is het altijd goed om een
vergelijkende studie te laten uitvoeren of in elk geval eens over het
muurtje te gaan kijken om aan de mensen, die alles in regeltjes willen
gieten en allerlei verbodsbepalingen bepleiten, duidelijk te maken dat
het sop de kool niet waard is.
21.08
Etienne Schouppe,
secrétaire
d'État:
Une
sensibilisation s'impose en effet
mais une étude comparative ne
peut qu'être utile.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 12597 van de heer Deseyn wordt uitgesteld.
Le
président:
La
question
n° 12597 de M. Deseyn est
reportée.
22 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de Vlaamse resolutie over voorrang van rechts op wegen met een
snelheidslimiet van 70 km/u of meer" (nr. 12615)
22 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"la résolution flamande relative à la priorité de droite sur les routes où la vitesse autorisée est de
70 km/h ou plus" (n° 12615)
22.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris,
twee tot drie jaar geleden werd de voorrang-van-rechtsregel, die een
basisregel
van
onze
verkeersreglementering
is,
enigszins
verduidelijkt, teneinde discussies over onder andere het al dan niet
gestopt zijn te vermijden. De gegeven duidelijkheid was een stap in de
goede richting.
Nu heeft echter ook het Vlaams Parlement zich over de voorrang-van-
rechtsregel gebogen. Het heeft een resolutie goedgekeurd waarin het
stelt dat wegen waarop 70 km per uur of sneller mag worden gereden,
niet met een voorrang-van-rechtsregeling zouden mogen worden
geconfronteerd.
Het Vlaams Parlement kan zulks natuurlijk doen voor de wegen
waarvoor het Vlaams Gewest bevoegd is, met name en uiteraard voor
de gewestwegen. Echter, het grootste aantal van de bedoelde wegen,
zijnde de wegen waarop 70 km per uur of zelfs 90 km per uur mag
worden gereden met zijstraten waar er voorrang van rechts geldt, zijn
een gemeentelijke bevoegdheid en misschien hier en daar ook nog
22.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le Parlement flamand a
approuvé une résolution relative à
la priorité de droite. Sur les routes
où la vitesse est limitée à 70km/h
ou plus, la priorité de droite ne
serait
plus
d'application.
La
Flandre ne peut édicter des règles
que pour les voies régionales
relevant de sa compétence. La
plupart des voiries sont, toutefois,
communales.
Une initiative au niveau fédéral ne
serait-elle pas plus appropriée? Le
secrétaire d'État est-il séduit par
l'idée de supprimer la priorité de
droite sur les routes où la vitesse
est limitée à 70 km/h ou plus et
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
44
een provinciale bevoegdheid, hoewel het laatstgenoemde veeleer
schaars is.
Daarom maakten wij ons de bedenking of een en ander niet op het
federale niveau en op het vlak van de verkeersreglementering zou
moeten worden bekeken. Op zichzelf is het principieel een goede
zaak om vast te leggen dat het vanaf een bepaalde snelheid weinig
zinvol is een simpele voorrang-van-rechtsregeling toe te passen. De
remafstand wordt immers groot.
Moet de federale overheid dus niet overwegen om in de reglementen
in te grijpen en aldus de wegbeheerder toe te laten in de bedoelde
gevallen op te treden? Moet met andere worden niet worden
overwogen om op federaal niveau een wetgevend initiatief te nemen?
Graag kreeg ik ter zake uw mening en standpunt.
souhaite-t-il prendre une initiative
en la matière?
22.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
het kan misschien eigenaardig klinken, maar internationaal gezien is
de voorrang van rechts de algemene gedragsregel. Het principe is in
ons land dan ook zo vertaald in het reglement van de wegbeheerder.
Het lijkt mij ook een logisch principe dat, indien men aan een
kruispunt komt waar geen verkeerslichten staan, iedereen weet dat de
algemene regel van de voorrang van rechts van toepassing is.
Daarvan kan worden afgeweken door het plaatsen van een bijzondere
voorrangssignalisatie, namelijk door het plaatsen van de omgekeerde
driehoek of een stopbord op de ondergeschikte weg en het plaatsen
van het voorrangsbord op de voorrangsweg. Het is de wegbeheerder
die beslist of hij de voorrang van rechts behoudt, dan wel of hij
voorrangsborden plaatst.
Bij mijn weten zijn bijna alle gewest- en provinciewegen die als wegen
voor doorgaand verkeer worden beschouwd met snelheidsregimes
van minstens 70 km per uur, ook voorrangswegen. Dat is zelfs ook
het geval in de bebouwde kom, waar de normale maximumsnelheid
van 50 km per uur veelal wordt toegepast.
Voor de gemeentewegen zijn het de gemeenten zelf die beslissen
over de voorrangssituatie op hun wegen, onder andere met het oog
op de belangrijkheid van de weg. De gemeentewegen bevinden zich
dikwijls in de bebouwde kom met een snelheidsregime van 50 km per
uur met toepassing van de voorrang van rechts.
Ik kan niet zomaar besluiten dat er op wegen met een snelheid van
70 km per uur of meer geen voorrang van rechts meer van toepassing
zou mogen zijn. Verschillende aspecten komen daarbij kijken, zoals
het feit dat de voorrang van rechts een snelheidsremmend effect zou
hebben, omdat men verplicht wordt te vertragen aan een kruispunt.
Bovendien moet ook rekening worden gehouden met de continuïteit
van de voorrangsregeling op eenzelfde traject, dat zowel binnen als
buiten de bebouwde kom kan liggen.
De problematiek moet volgens mij nader worden bestudeerd. Ik zal
daarom ook het advies vragen van de werkgroep Infrastructuur van
de Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid, waarin zowel de
Gewesten als de gemeenten vertegenwoordigd zijn, om een afdoend
antwoord te hebben op het initiatief dat op het niveau van de Vlaamse
22.02
Etienne Schouppe,
secrétaire
d'État:
Au
plan
international, la priorité de droite
constitue la règle générale. En
Belgique, le principe figure tel quel
dans le règlement général sur la
police de la circulation routière. Il
est logique qu'aux carrefours
dépourvus de signaux routiers, la
règle générale de la priorité de
droite s'applique. Il est possible d'y
déroger
en
apposant
une
signalisation
de
priorité
particulière, comme le triangle sur
pointe ou une plaque `stop' sur la
voie secondaire et un signal de
priorité sur la route prioritaire.
C'est le gestionnaire de la voierie
qui décide du maintien de la
priorité de droite ou du placement
de panneaux indiquant la priorité.
Pratiquement toutes les routes
régionales et provinciales où la
vitesse est limitée à 70 km/h
minimum sont prioritaires. C'est le
cas,
même
dans
les
agglomérations.
Pour les voiries communales, ce
sont les communes qui décident
des priorités sur leurs routes. Les
voiries communales se situent
souvent dans les agglomérations
où la vitesse est généralement
limitée à 50 km/h, avec application
de la priorité de droite.
Je ne puis décider sans plus que
la priorité de droite n'est plus
d'application sur les voies où la
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
45
Raad werd genomen.
vitesse est limitée à 70 km/h
minimum. Différents aspects sont
concernés à cet égard, comme la
sécurité du trafic et la continuité
des règles de priorité sur un même
trajet. Le problème doit faire l'objet
d'une étude plus approfondie. Je
vais demander l'avis du groupe de
travail Infrastructure au sein
duquel siègent tant les Régions
que les communes.
22.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris,
dank u voor het antwoord, dat vrij omzichtig is. Ik denk dat dat zeer
terecht is, want als we zomaar een algemene regel zouden instellen,
welke regel moet dan worden toegepast als we op een weg zonder
verkeersborden komen? Dat zou tot heel wat discussies leiden.
In die zin betreur ik de communicatie naar aanleiding van de
goedkeuring van de resolutie in het Vlaams parlement. Die resolutie
gaat specifiek over de gewestwegen en creëerde eigenlijk de indruk
dat men voortaan op alle wegen waar men 70 of meer mag rijden,
sowieso voorrang heeft, wat natuurlijk niet het geval is. Ik hoop dus
dat automobilisten die resolutie niet plots als een algemene regel
aanvaarden, waardoor er nogal wat ongevallen zouden kunnen
gebeuren.
Ik kijk ook uit naar het advies of de mening van de Federale
Commissie voor de Verkeersveiligheid.
22.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Une règle générale
pourrait en effet être à l'origine de
nombreuses
discussions,
notamment
quant
à
son
application
sur
des
routes
dépourvues de panneaux de
signalisation.
Je
déplore
la
communication à propos de la
résolution du parlement flamand,
qui concerne exclusivement les
routes régionales. D'aucuns ont pu
penser que la priorité de droite
était désormais d'application sur
toutes les routes où la vitesse est
limitée à 70 km/h. J'attends l'avis
de la Commission fédérale pour la
sécurité routière.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
23 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "aardgasvoertuigen" (nr. 12616)
23 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les véhicules roulant au gaz naturel" (n° 12616)
23.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, dit is een vraag op het snijpunt tussen duurzame
ontwikkeling en mobiliteit, maar ook op het snijpunt tussen de
bevoegdheden van verschillende ministers, zowel op federaal als op
gewestelijk niveau. Ik heb ter zake dan ook een aantal vragen
hangende bij een aantal ministers. Ik kom er nu mee bij u, mijnheer
de staatssecretaris
Aardgasvoertuigen stoten beduidend minder CO
2
uit dan traditionele
wagens en stoten vooral een heel laag aantal partikels uit. Dan gaat
het vooral over de roetuitstoot en over fijn stof. Bovendien kost
aardgas als brandstof maar de helft van klassieke brandstoffen, wat
natuurlijk ook een troef kan zijn om de particuliere klanten te
overtuigen.
De grote troef van aardgasvoertuigen is daarenboven dat zij een
springplank kunnen vormen naar voertuigen op basis van biogas of
waterstof. Volgens een Europees rapport ­ dat is niet onbelangrijk,
meen ik ­ is aardgas de enige alternatieve brandstof waarvan het
23.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Les véhicules circulant au
gaz naturel émettent moins de
CO
2
de suies et de particules fines
que les véhicules traditionnels et
favorisent
le
passage
aux
véhicules circulant au biogaz ou à
l'hydrogène. Le gaz naturel coûte
en outre 50% moins cher que les
carburants classiques. Or, il ne
circule pratiquement pas de
véhicules de ce type en Belgique.
D'autres États membres de l'UE
ont déjà pris des mesures en
faveur des véhicules circulant au
gaz
naturel.
Nos
autorités
devraient également prendre une
initiative dans ce cadre, en
encourageant
notamment
le
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
46
marktaandeel reeds in 2020 ­ een belangrijk jaar voor de 20-20-20-
doelstellingen ­ ruim boven 5% kan liggen en die op een volwassen
markt kan concurreren met de traditionele brandstoffen.
Aardgasvoertuigen zijn tegenwoordig reeds beschikbaar op de markt.
General Motors heeft bijvoorbeeld een aantal weken nog een nieuw
Opelmodel gepresenteerd. Ook de brandstof is er, al is het aanbod in
ons land nog vrij beperkt. Toch rijden er in ons land amper wagens op
aardgas rond.
Gezien de milieuvriendelijkheid van deze wagens vergeleken met
wagens op traditionele brandstof, is dat een gemiste kans, meen ik.
Verschillende landen binnen de Europese Unie ­ in eerste instantie
Italië, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Zweden ­ hebben al heel wat
maatregelen genomen de voorbije maanden en jaren om het aandeel
van aardgasvoertuigen in hun wagenpark te vergroten. Onze overheid
mag volgens ons niet achterblijven en zou dit milieuvriendelijke
alternatief wel een duwtje in de rug mogen geven.
De initiatieven die de overheid kan nemen spelen zowel op het
gewestelijk als op het federaal niveau, zoals ik daarstraks al heb
gezegd. Ik denk daarbij aan maatregelen om de uitbouw van de
nodige tankinfrastructuur aan te moedigen, het uitwerken van
duidelijke en voordelige wetgeving inzake het heffen van accijnzen,
het vervullen van een voorbeeldfunctie doordat de overheid zelf met
aardgasvoertuigen gaat rijden, en dergelijke.
Gezien de complexiteit van het onderwerp en de overlapping van
bevoegdheden, zowel wat het niveau als het domein betreft, menen
wij dat het aangewezen zou zijn om een soort van taskforce op te
richten met, naast de overheden, ook een aantal geïnteresseerde
privémarktspelers die interesse vertonen om samen de nodige
stappen te ondernemen en de nodige maatregelen uit te werken.
Ik focus in deze vraag specifiek op aardgasvoertuigen. Dat wil
natuurlijk niet zeggen dat wij geen oog moeten hebben voor andere
milieuvriendelijke aandrijfmogelijkheden. Ik denk dan aan elektrische
wagens, waarvan wij toch verwachten dat zij de komende jaren op
een volwassen manier zullen kunnen concurreren met de traditionele
voertuigen. Ik meen dat aardgasvoertuigen ook heel wat potentieel
bieden.
Vandaar dat ik graag van u verneem, mijnheer de staatssecretaris,
wat uw visie is op voertuigen die aangedreven worden door aardgas,
en in latere instantie door biogas. Bent u overtuigd van de voordelen
van deze voertuigen? Zo ja, dan lijkt mij het logische gevolg dat ook u
meent dat de overheid een aantal maatregelen kan nemen om het
aandeel van deze milieuvriendelijke voertuigen in ons wagenpark te
vergroten.
développement des infrastructures
délivrant ce type de carburant.
Compte tenu du chevauchement
des compétences en la matière, il
pourrait être utile de créer une
taskforce chargée d'élaborer des
mesures.
Quelle est la position du secrétaire
d'État en la matière?
23.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, ik
kan aan de heer Van den Bergh zeggen dat ik persoonlijk positief sta
tegenover aardgasvoertuigen omdat ik ervan overtuigd ben dat zij een
wezenlijke bijdrage kunnen leveren tot een milieuvriendelijker
transport. Aardgas wordt tot nu toe altijd gebruikt in personenwagens
met benzinemotoren waarin een aardgasinstallatie werd gebouwd. De
leveranciers van aardgasinstallaties zijn meestal dezelfde als voor de
LPG-installaties.
23.02
Etienne Schouppe,
secrétaire
d'État:
Je
suis
convaincu que les véhicules
roulant au gaz naturel peuvent
contribuer à un transport plus
écologique. À ce jour, le gaz
naturel n'est utilisé que dans des
véhicules transformés. Les coûts y
afférents représentent environ
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
47
De kosten voor de ombouw van een wagen naar aardgas bedragen
ongeveer 25% van de aanschafprijs. Een aardgasinstallatie voor een
benzinewagen, dus bi-fuel, kost zo'n 2.500 tot 5.000 uro, en die hoge
kostprijs, in vergelijking met een LPG-voertuig, is voornamelijk te
wijten aan de hogedrukcomponenten die nodig zijn voor aardgas.
De onderhoudskosten voor een voertuig op aardgas zijn vergelijkbaar
met de onderhoudskosten van benzinevoertuigen, dus daar is er geen
bijzonder verschil.
Op aardgas als voertuigbrandstof wordt in België geen accijns
betaald. Daardoor is aardgas dus echt een goedkope motorbrandstof.
De kosten van een tankfaciliteit aan huis, ook homecompressor
genoemd, bedragen evenwel van 5.000 tot 10.000 euro. Op die
manier kan men het voertuig opladen via het bestaande aardgasnet,
maar een nadeel is dat het tanken behoorlijk traag gebeurt, want men
spreekt van vier tot acht uren.
Aan de pomp kan sneller worden getankt, bijna even snel als voor
benzine of diesel. Het probleem is dat er momenteel bijna geen
pompen zijn, want zonder voldoende auto's die op aardgas rijden,
komen er geen aardgastankstations en als de stations uitblijven, heeft
de ombouw naar de milieuvriendelijke brandstof geen zin. Het is dus
werkelijk een vicieuze cirkel.
Ik ben het er volkomen mee eens dat de overheid hierin een
belangrijke stimulerende rol kan spelen. Dat vereist een initiatief van
de regering. Ik ben bereid hierin het voortouw te nemen en een
overleg te organiseren met de collega's van Financiën, Ondernemen
en Energie, in de volgorde waarin ik ze hier heb opgesomd.
Sta mij tot slot toe u mee te delen dat mijn diensten reeds een
koninklijk besluit hebben uitgevaardigd om de technische vereisten
voor aardgasvoertuigen vast te leggen. Elk aardgasvoertuig moet
daaraan voldoen en de gasinstallatie dient, zoals voor een LPG-
voertuig, te worden gekeurd vooraleer het voertuig op de openbare
weg wordt ingezet.
Tot daar mijn antwoord op de vraag van de heer Van den Bergh.
25% du prix d'achat du véhicule,
soit 2.500 à 5.000 euros. Les frais
d'entretien sont comparables aux
frais d'entretien des véhicules à
essence.
La Belgique ne prélève pas
d'accises sur l'utilisation de gaz
naturel comme carburant. Un
"home compressor", c'est-à-dire
une
facilité
de
réapprovisionnement à domicile,
coûte
toutefois
5.000
à
10.000 euros et il faut en outre
compter quatre à huit heures pour
faire le plein de ce carburant. À la
pompe, le plein de gaz naturel
peut s'effectuer aussi rapidement
que le plein d'essence ou de
diesel,
mais
il
n'existe
pratiquement pas de pompes,
parce que trop peu de véhicules
roulent au gaz naturel.
Le
gouvernement
peut
effectivement
jouer
un
rôle
stimulant important. Je suis prêt à
prendre l'initiative et à organiser
une
concertation
avec
les
ministres des Finances, pour
l'Entreprise et de l'Énergie à
propos
d'une
action
du
gouvernement.
Un arrêté royal déterminant les
exigences techniques requises
pour les véhicules au gaz naturel a
déjà été élaboré par mes services.
23.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
staatssecretaris uiteraard voor het antwoord en vooral voor het
engagement dat hij uitspreekt. Misschien kan hij enig idee geven van
de termijn waarin hij een dergelijk initiatief zal nemen.
Ik zou nog een kleine bemerking willen maken. Bijna alle grote
automerken hebben aardgasvoertuigen in hun gamma, net omdat er
een groeiende markt voor is, zeker in een aantal grote Europese
landen, en omdat er bij aardgas, in vergelijking met LPG, veel minder
sprake is van een ombouw van wagens. De ombouwkosten zijn vrij
beperkt. Het prijsverschil bij aankoop van een nieuwe wagen is, mits
de aftrekmogelijkheden voor milieuvriendelijke wagens, vrij beperkt. In
die zin denk ik dat er een aanbod is van wagens, zonder dat die
moeten worden omgebouwd. Alleen ontbreekt de tankinfrastructuur
en een duidelijk kader. Het initiatief dat u hebt aangekondigd, is dan
ook zeker op zijn plaats. We kijken er met belangstelling naar uit.
23.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): Je me réjouis que le
ministre veuille s'engager. Quel
sera le délai en l'occurrence?
L'utilisation du gaz naturel n'exige
pas que les voitures soient
transformées. Quasi toutes les
marques automobiles ont déjà des
voitures au gaz naturel dans leur
gamme. C'est pourquoi j'attends
avec
impatience
l'initiative
annoncée par le secrétaire d'État.
Het incident is gesloten.
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
48
L'incident est clos.
24 Vraag van de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de gevolgen van de werken op de luchthaven van Zaventem in augustus"
(nr. 12675)
24 Question de M. Bart Laeremans au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"les conséquences des travaux qui seront réalisés en août à l'aéroport de Zaventem" (n° 12675)
24.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, er worden grote werken aangekondigd
aan de banen 07R/25L en 02/20 voor augustus. Hierdoor dreigt het
gebruik van baan 25R richting Diegem en de Noordrand nog veel
dominanter te zullen worden dan vandaag reeds het geval is. Ik zal
daarop zo dadelijk nog terugkomen in een volgende vraag.
Kan u toelichting geven bij deze werken?
Ik excuseer mij voor het feit dat ik u verkeerdelijk minister heb
genoemd in mijn schriftelijke vraag in plaats van staatssecretaris,
maar het is vakantie geweest. Ik wil het niet afschuiven op een
medewerker. Het is echter geen belediging. Het is altijd beter als men
iemand hoger inschat dan wanneer men iemand lager inschat.
24.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): L'aéroport de Bruxelles-
National prévoit des travaux
importants sur les pistes 07R/25L
et 02/20 au mois d'août. De ce fait,
la piste 25R vers Diegem et le
nord sera utilisée plus intensément
encore que ce n'est déjà le cas
aujourd'hui.
24.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Het is beter iemand
hoger in te schatten dan hij werkelijk waard is.
24.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Wat houden de werken in?
In welke mate zijn ze noodzakelijk en dringend zodat ze allemaal
tegelijk moeten worden gedaan in augustus, op een moment dat er
zeer veel wordt gevlogen?
Waarom worden deze werken allemaal geconcentreerd in diezelfde
periode?
Op welke wijze zal de overconcentratie op baan 25R worden
vermeden? Werden daarover reeds afspraken gemaakt? Of bent u
van plan om dat te doen?
24.03 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Le secrétaire d'État peut-
il nous fournir de plus amples
informations sur ces travaux?
Sont-ils nécessaires et urgents?
Pourquoi auront-ils lieu au mois
d'août et tous au même moment?
Comment pourra-t-on éviter une
surconcentration sur la piste 25R?
24.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Laeremans, the Brussels Airport Company, de uitbater van
de luchthaven van Zaventem, plant effectief onderhoudswerken aan
de banen 07 Rechts, 25 Links en 02/20 tussen 3 en 28 augustus
aanstaande. Zij zijn een praktisch jaarlijks weerkerend gegeven en
noodzakelijk om een veilige afwikkeling van het vliegverkeer te
kunnen blijven garanderen.
In een eerste fase, van 3 tot en met 18 augustus, wordt de
antisliplaag van de touchdownzone van de baan 02 vervangen over
een afstand van ongeveer 800 meter. Daardoor zullen de
banen 02/20 en 07R/25L van 3 tot en met 10 augustus slechts verkort
bruikbaar zijn. Van 10 tot en met 18 augustus zal de baan 02/20
volledig gesloten zijn, maar kan baan 07R/25L opnieuw over de
volledige lengte worden gebruikt.
Aansluitend zal in een tweede fase, van 19 tot en met 28 augustus
aanstaande, de asfaltlaag van highspeedexit nummer 2 van baan 25L
worden vernieuwd. Daardoor zal deze baan tijdelijk volledig gesloten
zijn.
24.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: L'exploitant de
l'aéroport
de
Zaventem,
la
Brussels Airport Company, prévoit
en effet la réalisation de travaux
d'entretien aux pistes 07R/25L et
02/20 du 3 au 28 août. De tels
travaux sont menés quasiment
chaque
année
et
ils
sont
nécessaires pour garantir la
sécurité de la navigation aérienne.
Entre le 3 et le 18 août, il sera
procédé au remplacement de la
couche antidérapante de la zone
d'atterrissage de la piste 02. Il en
découlera entre le 3 et le 10 août
des
limitations
en
matière
d'utilisation des pistes 02/20 et
07R/25L. La piste 02/20 sera
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
49
Ik kan u zeggen dat Brussels Airport Company ervoor kiest om
werken die een grotere tijdspanne omvatten door te laten gaan in de
loop van de maand augustus omwille van de over het algemeen
goede weersomstandigheden en het lagere verkeersaanbod in die
maand. Daarnaast is in augustus de bouwvakantie ook afgelopen.
Tijdens de werken zal Belgocontrol de te gebruiken banen moeten
kiezen in functie van de beschikbaarheid, de weersomstandigheden
en het verkeersaanbod, dit steeds in functie van de veiligheid van het
vliegverkeer. Daarbij zal de hinder voor de omwonenden zo beperkt
mogelijk worden gehouden. Het optreden van beperkte hinder tijdens
een korte periode is daarbij echter haast onvermijdelijk.
De omwonenden worden over de werken en de daaraan verbonden
mogelijke hinder ingelicht via de internetsite van de luchthaven. Deze
manier van publiceren vervangt de folders die indertijd met dezelfde
bedoeling werden verspreid.
complètement fermée entre le 10
et le 18 août mais la piste 07R/25L
sera
alors
à
nouveau
complètement opérationnelle.
La
couche
d'asphalte
de
l'highspeed-exit n° 2 de la piste
25L sera renouvelée du 19 au 28
août. Cette piste sera donc fermée
temporairement.
Brussels Airport Company a choisi
de faire effectuer les travaux de
longue durée au mois d'août en
raison des bonnes conditions
atmosphériques et de la densité
de trafic moins importante. En
outre, les congés du bâtiment
seront alors terminés. Belgocontrol
choisira les pistes à utiliser sur la
base de la disponibilité, des
conditions atmosphériques, de la
densité du trafic et de la sécurité.
Les nuisances pour les riverains
seront
réduites
autant
que
possible, mais des désagréments
limités pendant une courte période
sont inévitables. Les riverains en
seront informés par le biais du site
web de l'aéroport.
24.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord, waarmee ik
de bevestiging krijg dat aan de twee fameuze banen, met name
07R/25L, enerzijds, en 02/20, anderzijds, zwaar zal worden gewerkt.
Mijnheer de staatssecretaris, ik hoorde u antwoorden dat
baan 07R/25L tussen 10 en 28 augustus 2009 over de volledige
lengte beschikbaar zal zijn. Wij weten echter allen dat voornoemde
baan slechts uitzonderlijk wordt gebruikt, omdat er geen taxibaan
naast ligt. De baan in kwestie is, ook voor de landingen, altijd al een
reservebaan en geen ILS-baan geweest.
De baan wordt veel minder gebruikt dan baan 25R. Daarover zij wij
het eens.
24.05 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Des travaux seront
effectivement entrepris sur les
pistes 07R/25L et 02/20. Le
secrétaire d'État assure que la
piste 07R/25L sera totalement
disponible entre le 10 et le
28 août, mais cette piste n'est
utilisée
qu'exceptionnellement
parce qu'il n'y pas de piste taxi
adjacente. Cette piste est donc
une piste de réserve et n'offre pas
vraiment de solution.
24.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Dat is niet het geval voor
de landingen.
24.07 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Dat klopt niet voor de
andere richting. Dat is niet het geval wanneer een vliegtuig uit de
richting van Leuven komt, maar wel wanneer het uit de richting van
Brussel komt.
24.08 Staatssecretaris Etienne Schouppe: U hebt het over
baan 07R.
24.09 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Hoe dan ook wordt de 24.09 Bart Laeremans (Vlaams
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
50
bedoelde baan voor het opstijgen veel minder gebruikt, tenzij tijdens
de nacht, waar er bij gebrek aan taxibanen veel minder gebruik is.
Een en ander biedt dus niet echt soelaas. Wij vrezen dat baan 25R in
volle zomer nog veel meer zal worden gebruikt. Wij zouden u dus
willen vragen erop toe te zien dat de werken, ten eerste, heel goed
zouden vlotten door desnoods in dubbele shift aan de baan te werken,
waardoor het vastgelegde aantal werkdagen nog kan worden
ingekort. Wij vragen u, ten tweede, erop toe te zien dat maximaal
gebruik wordt gemaakt van de diverse banen die op elk moment open
zijn en dat, waar en wanneer het kan, baan 25 R zou worden ontlast.
Belang): Je crains que l'utilisation
de la piste 25R s'intensifie
fortement au cours de l'été. Le
secrétaire d'État peut-il veiller à ce
que le nombre de jours de travail
nécessaires
soit
réduit,
éventuellement en doublant les
équipes? Peut-il aussi veiller à ce
que l'utilisation de la piste 25R soit
réduite dans toute la mesure du
possible en utilisant au maximum
les autres pistes?
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 12677 van mevrouw Lalieux is omgezet in een schriftelijke vraag. Vraag nr. 12678
van de heer Maingain is uitgesteld.
25 Samengevoegde vragen van
- de heer Bart Laeremans aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de gevolgen van het nieuwe baangebruik in Zaventem" (nr. 12676)
- mevrouw Karine Lalieux aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de toepassing van het nieuwe beheersplan voor de geluidshinder" (nr. 12677)
2525 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
conséquences de la nouvelle utilisation des pistes à Zaventem" (n° 12676)
- Mme Karine Lalieux au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'application
du nouveau plan de gestion des nuisances sonores" (n° 12677)
25.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de
staatssecretaris, het nieuwe baangebruik is ongeveer tien weken van
toepassing. U weet dat wij daar tegenstander van zijn en blijven,
vooral wegens de ongelijke windnormen, niet zozeer wegens het
principe van tegen de wind in vliegen. Door het gebruik van ongelijke
windnormen komt het in de praktijk veelal neer op met de wind mee
vliegen. Alles wordt door die ongelijke windnormen scheefgetrokken
ten nadele van een welbepaalde zone. Bovendien zijn de rustige
nachten die we in de week hadden, ondertussen ook weggevallen met
het nieuwe systeem.
U weet het of u weet het niet, maar begin maart heeft de
gemeenteraad van Grimbergen daar een motie over goedgekeurd,
over de oppositiegrenzen heen en gesteund door de twee
meerderheidspartijen VLD en CD&V. Misschien heeft ze u bereikt,
misschien ook niet, maar ik heb de motie bij mij en zal ze u meteen
geven. De gemeente zet zich duidelijk af tegen de herconcentratie en
vraagt dat de spreiding gegarandeerd zou blijven, dat er een
gelijkwaardige uitrusting van banen is, dat de windnormen
gelijkwaardig zouden zijn enzovoort. Ik zal ze u aanstonds
overhandigen.
Mijnheer de staatssecretaris, hoe dan ook dringt zich na tien weken
een eerste evaluatie op. Ik heb een aantal vragen in die zin.
Beschikt u over cijfers per zone over baan- en routegebruik overdag
en 's nachts en in het weekend sinds de invoering van het plan? Zijn
er vergelijkingen met voorheen? Hoe evalueert u zelf die cijfers?
25.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang):
Le
nouveau
plan
d'utilisation des pistes est en
vigueur depuis une dizaine de
semaines.
Nous
y
sommes
opposés dans la mesure où les
normes
de
vent
inégales
avantagent une certaine zone. En
outre, les nuits calmes dont nous
bénéficiions durant la semaine
disparaissent.
Le
conseil
communal
de
Grimbergen a adopté début mars
une motion, soutenue par les
partis de la majorité Open Vld et
CD&V. Je remettrai le texte à
M. Schouppe. Dans cette motion,
le conseil communal s'oppose
clairement à la reconcentration et
demande que la dispersion reste
acquise.
Une première évaluation s'impose.
Le secrétaire d'État dispose-t-il de
chiffres par zone sur l'utilisation
des pistes et des routes, durant la
journée, la nuit et le week-end,
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
51
Beschikt u over cijfers per zone inzake de beloofde vliegtuigvrije
nachten in het weekend? Dit was zo afgesproken: op welbepaalde
dagen worden welbepaalde banen gebruikt. Is dat ondertussen
allemaal naar wens verlopen volgens u, of is het toch minder billijk
dan gepland? Wat is uw evaluatie daarvan? Hoever staat het met de
aangekondigde studies? U had aangekondigd dat u die opdrachten
zou uitschrijven en dat er tegen de zomer resultaten konden worden
verwacht.
Wie voert die studies uit? Wat is de precieze opdracht? Wat wordt er
precies gevraagd? Wanneer zullen die studies klaar zijn?
depuis l'instauration du plan?
Qu'en est-il des comparaisons
avec la période précédente? Que
pense le secrétaire d'État des
chiffres? Dispose-t-il de chiffres
par zone en ce qui concerne les
accords en matière de nuits sans
avions durant le week-end? Tout
se passe-t-il comme prévu ou des
inégalités subsistent-elles?
Des études avaient également été
annoncées, devant conduire à des
résultats pour l'été. Qui mène ces
études? Quel était exactement le
contenu de la mission? Quand ces
études seront-elles terminées?
25.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Laeremans, ik deel u in de eerste plaats mee welke
uitvoeringsmaatregelen reeds werden uitgevaardigd ingevolge het
plan dat de regering op 19 december heeft goedgekeurd en wat er
reeds van toepassing is.
Op de eerste plaats is er het nieuw gebruik van de banen waarbij
meer dan in het verleden rekening wordt gehouden met de dominante
winden. Dat is van toepassing sinds 31 januari. Mijnheer Laeremans,
u komt jammer genoeg een beetje te laat. Een uur of twee geleden
zaten hier mensen die precies het tegenovergestelde vertelden van
hetgeen u net hebt gezegd. Zij vroegen waarom er niet meer wordt
gewerkt volgens de vroegere principes van de heer Anciaux. Dat is
echter een andere zaak.
In elk geval, het uitgangspunt is nu de windrichting.
Ten tweede, het ministerieel besluit waarbij het aantal nachtvluchten
tot 16.000 wordt beperkt, werd op 21 januari uitgevaardigd en is reeds
voor dit jaar reeds van toepassing.
Vorige week werd het ministerieel besluit van kracht dat de stille
nachten zonder opstijgingen in het weekend regelt. Dat besluit is in
werking getreden vanaf de publicatie ervan. U volgt de sector
voldoende van nabij om te begrijpen dat de slots die reeds waren
toegestaan voor het IATA-zomerseizoen toegekend blijven. Ik heb dat
in het verleden in deze commissie klaar en duidelijk meegedeeld.
Een vierde element dat ondertussen reeds in voege is, betreft de
mogelijkheid die werd gecreëerd om administratieve sancties op te
leggen aan luchtvaartmaatschappijen die de nieuwe reglementering
niet naleven. Ik kan u ook meedelen dat op dit ogenblik een
werkgroep de vluchtprocedures aan het onderzoeken is. Er wordt een
voorontwerp van wet uitgewerkt om het exploitatiekader van de
luchthaven vast te leggen.
Wat de windnormen betreft, is de procedure tot toewijzing van de
offerteaanvraag voor de studie door onafhankelijke consultants bijna
ten einde. In principe zal het consultancybureau dat werd gekozen zijn
werk tegen het einde van deze maand moeten aanvangen.
25.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Le 19 décembre,
le gouvernement a approuvé un
plan constituant la base pour la
mise en oeuvre d'un certain
nombre de mesures. Depuis le
31 janvier, une nouvelle utilisation
des pistes tenant compte, plus que
dans
le passé,
des
vents
dominants, a été mise en place.
Aujourd'hui, le point de départ est
l'orientation du vent. L'arrêté
ministériel limitant le nombre de
vols de nuit à 16.000 a été pris le
21 janvier et entrera déjà en
vigueur au cours de cette année.
La semaine passée est entré en
vigueur
l'arrêté
ministériel
organisant les nuits calmes sans
décollages le weekend. L'arrêté
est entré en vigueur le jour même
de sa publication, mais les slots
qui avaient été accordés pour la
saison estivale IATA restent bien
évidemment acquis.
La possibilité d'imposer des
sanctions
administratives
aux
compagnies aériennes qui ne
respectent
pas
la
nouvelle
réglementation
est
également
d'application. Un groupe de travail
étudie à l'heure actuelle les
procédures de vol. Un avant-projet
de loi est en cours d'élaboration
pour fixer le cadre d'exploitation de
l'aéroport.
En matière de normes de vent, la
procédure d'adjudication de l'appel
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
52
d'offres pour l'étude par des
consultants
indépendants
est
pratiquement arrivée à son terme.
En principe, le bureau de
consultance choisi devrait se
mettre au travail pour la fin de ce
mois.
25.03 Bart Laeremans (Vlaams Belang):(...).
25.04 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Het is een Duits bureau
maar ik ken de naam niet van buiten. De procedure is zo goed als
afgelopen. De voorkeur werd gegeven aan een Duits bureau maar ik
ken de naam niet van buiten.
Wat de vliegtuigprocedures en de studie van de windnormen betreft.
Beide studies moeten tegen september van dit jaar worden beëindigd,
zoals door de regering werd beslist.
Wat de evaluatie van het nieuwe banengebruik aangaat, kan ik u
zeggen dat een periode van drie maanden toch wel onvoldoende is
om een correcte evaluatie te maken, en dat omwille van de
wispelturigheid van de weersomstandigheden, die van maand tot
maand verschillend zijn en ook jaar tot jaar kunnen verschillen. Het
baangebruik is ook onvoldoende om een echte evaluatie van de
geluidsoverlast te maken, omdat rekening moet worden gehouden
met de aard van de gebruikte voertuigen, hun QC, hun lading, de
weersomstandigheden, de spreiding van de routes ­ niet alle
vliegtuigen overvliegen dezelfde mensen, uitgaande van dezelfde
banen. Om een correcte en relevante evaluatie te maken, moeten wij
eigenlijk over de vluchtgegevens van een volledig jaar beschikken om
de geluidscontouren te berekenen.
Ik mag u wel zeggen dat, volgens een eerste vergelijking met de
periode 2008, de globale situatie voor alle inwoners verbeterd is, voor
een stuk omwille van de daling van de trafiek ­ dat geef ik ruiterlijk
toe. In elk geval, met de nieuwe normen die wij ingevoerd hebben en
de oriëntatie van de maatregelen die allemaal nog in de pipelijn zitten,
zijn er reeds tal van maatregelen die een globale verbetering tot
gevolg hebben, en dat is zeker en vast nog meer te merken tijdens de
nacht, maar ook daar is de daling van de trafiek voor het grootste
gedeelte verantwoordelijk ­ "verantwoordelijk" in de goede zin ­ voor
de mindere geluidsoverlast die wij ter zake kunnen constateren.
25.04
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Il s'agit d'un
bureau allemand.
Les études sur les procédures de
vol et les normes de vent doivent
être terminées pour fin septembre
2009.
Une période de trois mois est
insuffisante
pour
évaluer
correctement la nouvelle utilisation
des pistes, en raison des caprices
météorologiques.
De
même,
l'utilisation
des
pistes
est
insuffisante pour procéder à une
véritable évaluation des nuisances
sonores.
Pour
apprécier
la
situation correctement et de
manière pertinente, il faut disposer
des informations de vol pour une
année entière et calculer ensuite
les contours de bruit.
Il
ressort
d'une
première
comparaison avec 2008 que la
situation globale s'améliore pour
tous les habitants, en partie en
raison d'une réduction du trafic.
Compte
tenu des
nouvelles
normes
que
nous
avons
instaurées et de l'orientation des
mesures qui sont encore à l'étude,
de
nombreuses
mesures
entraînent déjà une amélioration
globale. Celle-ci est encore plus
perceptible la nuit. Là aussi, la
diminution
du
trafic
est
principalement responsable de la
diminution des nuisances sonores.
25.05 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de staatssecretaris, ik blijf, als ik dat allemaal hoor, toch ten
zeerste op mijn honger.
Ten eerste, wat de studies betreft, begrijp ik dat u nu in een
mondeling antwoord niet te veel in detail kunt gaan, maar ik hoop dat
u schriftelijk meer informatie kunt geven over de precieze opdrachten
25.05 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Je reste terriblement sur
ma faim. J'espère que j'obtiendrai
davantage d'informations par écrit
sur les missions données. J'ai
uniquement obtenu une réponse à
ma
question
concernant
le
CRIV 52
COM 520
20/04/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
53
die zijn gegeven. Op mijn vragen zijn immers weinig antwoorden
gekomen. Wel was er een antwoord inzake timing. Tegen september,
goed, maar ik heb onder meer op voorhand gevraagd wie de studies
uitvoert. Ik heb heel vage antwoorden gekregen. Ik hoop dat u mij via
uw medewerkers extra informatie kunt bezorgen.
Ten tweede, over de evaluatie zegt u dat een en ander in het voordeel
van iedereen is. U moet er echter onmiddellijk aan toevoegen dat dat
ten gevolge is van de daling van de trafiek door de economische
crisis. Dat weet iedereen. Uw plan had niet op een voor u beter
moment kunnen worden ingevoerd. Ik verwijt u dat ook niet, maar u
hebt daarvan handig gebruikgemaakt. Door de crisissituatie is de
trafiek drastisch verminderd. Daardoor ondervinden de mensen veel
minder hinder van de luchthaven.
Op een gegeven moment zal de crisis echter over zijn. Laten we dat
ten minste hopen. Dan zal er onvermijdelijk opnieuw weer veel meer
trafiek zijn en zal alles veel duidelijk worden.
U zegt dat er al een vergelijking is gemaakt. Tegelijkertijd zegt u dat
er pas een ernstige vergelijking na een jaar kan worden gemaakt.
Toch beschikt u al over cijfers. Zou het mogelijk zijn dat wij die cijfers
in het kader van een transparant beleid en de openbaarheid van
bestuur kunnen vergelijken?
Wij weten ook wel dat wij niet in detail kunnen vergelijken, mijnheer
de staatssecretaris, en dat 2,5 maanden slechts een beperkte
vergelijking toelaat, maar als u kunt vergelijken, kunnen wij evengoed
vergelijken. Alle omstandigheden in acht genomen en in een bepaald
kader gezien is het toch wel nuttig dat die cijfers bestaan.
Ik kan mij herinneren dat minister Anciaux, toen hij destijds bevoegd
was, onmiddellijk na de invoering van zijn spreidingsplan alles op
websites bekendmaakte, zodat iedereen in detail kon zien wat de
evoluties waren en wat het spreidingsplan in cijfers betekende. Ik zou
graag hebben dat u een zelfde transparantie aan de dag zou leggen.
Ik dring dus zeer sterk aan op concrete cijfers en openheid op
websites of waar dan ook, via documentatie die u ons ter beschikking
stelt. Het is een beetje te gemakkelijk om te zeggen dat alles goed
loopt, dat er weinig hinder is en dat iedereen er baat bij heeft zonder
dat u dat kunt staven en zonder dat wij dit kunnen bevestigen of
tegenspreken. Mijnheer de staatssecretaris, het is een elementair
element van een parlementaire discussie dat wij over dezelfde
gegevens kunnen beschikken en met dezelfde wapens kunnen
strijden. Ik hoop dat u ons ook op dat vlak zo snel mogelijk materiaal
kunt bezorgen. Misschien wacht u tot het einde van deze maand, daar
kan ik inkomen. Dan zijn de drie maanden volledig om. Dan verwacht
ik echter concrete cijfers van uw medewerkers zodat wij een
vergelijking kunnen maken.
calendrier.
En
matière
d'évaluation,
le
secrétaire d'État fait valoir que la
situation actuelle est favorable à
l'ensemble des parties. Si tel est le
cas, c'est en raison de la baisse
du trafic consécutive à la crise
économique. À un moment donné,
la crise sera derrière nous et le
trafic augmentera à nouveau. Une
comparaison sérieuse en pourra
être effectuée qu'après un an. Un
tel exercice a toutefois déjà été
réalisé. Pour des raisons de
transparence, pourriez-vous nous
communiquer les chiffres obtenus.
Le ministre Anciaux avait publié
l'ensemble des données sur son
site internet immédiatement après
l'instauration de son plan de
dispersion. J'insiste pour que vous
fassiez preuve de transparence.
Il trop facile de prétendre que tout
se déroule bien. D'ici à la fin du
mois,
j'attends
des
chiffres
concrets pour que nous puissions
effectuer une comparaison.
25.06 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, ik
zou de aandacht erop willen vestigen dat het voorgaande niet aan de
basis ligt van de economische crisis in ons land.
De voorzitter: Dat is een belangrijk detail in het rapport.
Het incident is gesloten.
20/04/2009
CRIV 52
COM 520
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
54
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.44 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17.44 heures.