KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRIV 52 COM 543
CRIV 52 COM 543
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
C
OMMISSIE VOOR DE
I
NFRASTRUCTUUR
,
HET
V
ERKEER EN DE
O
VERHEIDSBEDRIJVEN
C
OMMISSION DE L
'I
NFRASTRUCTURE
,
DES
C
OMMUNICATIONS ET DES
E
NTREPRISES
PUBLIQUES
maandag
lundi
04-05-2009
04-05-2009
Namiddag
Après-midi
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
Ecolo-Groen!
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales ­ Groen!
FN
Front National
LDD
Lijst Dedecker
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
Open Vld
Open Vlaamse Liberalen en Democraten
PS
Parti Socialiste
sp.a
socialistische partij anders
VB
Vlaams Belang
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
Abréviations dans la numérotation des publications :
DOC 52 0000/000 Parlementair stuk van de 52e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 52 0000/000
Document parlementaire de la 52e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
QRVA
Questions et Réponses écrites
CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
(PLEN: couverture blanche; COM: couverture saumon)
PLEN
plenum
PLEN
séance plénière
COM
commissievergadering
COM
réunion de commission
MOT
alle moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes
:
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de toegang tot vrije
busbanen voor het vervoer van personen met een
handicap" (nr. 11928)
1
Question de M. Luk Van Biesen au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'accès aux couloirs d'autobus libres pour le
transport de personnes handicapées" (n° 11928)
1
Sprekers:
Luk
Van
Biesen,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Luk
Van
Biesen,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
3
Questions jointes de
3
- mevrouw Josée Lejeune aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister,
over
"het
uitzonderlijk
vervoer"
(nr. 12070)
3
- Mme Josée Lejeune au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les
convois exceptionnels" (n° 12070)
3
- de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor
Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de begeleiding van uitzonderlijk vervoer"
(nr. 12749)
3
- M. Josy Arens au secrétaire d'État à la Mobilité,
adjoint
au
premier
ministre,
sur
"l'accompagnement des convois exceptionnels"
(n° 12749)
3
Sprekers: Josée Lejeune, Josy Arens,
Etienne Schouppe
, staatssecretaris voor
Mobiliteit
Orateurs: Josée Lejeune, Josy Arens,
Etienne Schouppe
, secrétaire d'État à la
Mobilité
Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de inschrijving van
bromfietsen" (nr. 12522)
8
Question de Mme Josée Lejeune au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur
"l'immatriculation
des
cyclomoteurs"
(n° 12522)
8
Sprekers:
Josée
Lejeune,
Etienne
Schouppe, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs:
Josée
Lejeune,
Etienne
Schouppe, secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
10
Questions jointes de
10
- de heer Olivier Maingain aan de staatssecretaris
voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de bouw van een lowcostterminal
op de luchthaven van Brussel-Nationaal"
(nr. 12678)
10
- M. Olivier Maingain au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
construction d'un terminal low-cost à l'aéroport de
Bruxelles-National" (n° 12678)
10
- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eerste
minister en minister van Ambtenarenzaken,
Overheidsbedrijven
en
Institutionele
Hervormingen over "de lagekostenterminal in de
luchthaven van Zaventem" (nr. 12721)
10
- Mme Sonja Becq au vice-premier ministre et
ministre de la Fonction publique, des Entreprises
publiques et des Réformes institutionnelles sur "le
terminal low-cost à l'aéroport de Zaventem"
(n° 12721)
10
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de wettelijkheid van de
bouw van de lowcostterminal AZUR" (nr. 12794)
10
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "la légalité de la construction du terminal low-
cost AZUR" (n° 12794)
10
Sprekers: Olivier Maingain, Sonja Becq,
Thérèse Snoy et d'Oppuers, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Olivier Maingain, Sonja Becq,
Thérèse Snoy et d'Oppuers, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Roel Deseyn aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de nauwkeurigheid van
de ophangingstest bij de keuring" (nr. 12597)
16
Question de M. Roel Deseyn au secrétaire d'État
à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
précision du test de contrôle des suspensions lors
du contrôle technique" (n° 12597)
16
Sprekers: Roel Deseyn, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Roel Deseyn, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Samengevoegde vragen van
19
Questions jointes de
19
- de heer Georges Dallemagne aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het gebruik van
landingsbaan 02 woensdagochtend 15 april 2009"
(nr. 12682)
19
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la
Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'utilisation de la piste d'atterrissage 02 au cours
de la matinée du mercredi 15 avril 2009"
(n° 12682)
19
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het gebruik van baan
02/20 in het kader van het vliegrouteplan"
(nr. 12876)
19
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'utilisation de la piste 02/20 dans le cadre du
plan d'organisation des routes aériennes"
(n° 12876)
19
Sprekers: Georges Dallemagne, Thérèse
Snoy et d'Oppuers, Etienne Schouppe
,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Georges Dallemagne, Thérèse
Snoy et d'Oppuers, Etienne Schouppe
,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Josy Arens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de aanvullende
indexering voor het wegvervoer" (nr. 12743)
25
Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'indexation supplétive pour le transport par
route" (n° 12743)
25
Sprekers: Josy Arens, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Josy Arens, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Josy Arens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de betaling van facturen
na 30 dagen in de sector van het wegvervoer"
(nr. 12744)
26
Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le
paiement de factures à 30 jours dans le secteur
du transport routier" (n° 12744)
26
Sprekers: Josy Arens, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Josy Arens, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Josy Arens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "het inhaalverbod voor
vrachtwagens" (nr. 12746)
27
Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'interdiction de dépasser pour les poids lourds"
(n° 12746)
27
Sprekers: Josy Arens, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Josy Arens, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Josy Arens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de herziening van de
boetecatalogus" (nr. 12814)
29
Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
révision du catalogue des amendes" (n° 12814)
29
Sprekers: Josy Arens, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Josy Arens, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Josy Arens aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de rol van de Deposito-
en Consignatiekas" (nr. 12815)
31
Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à
la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le rôle
de la Caisse des Dépôts et Consignations"
(n° 12815)
31
Sprekers: Josy Arens, Etienne Schouppe,
staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Josy Arens, Etienne Schouppe,
secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de eerste minister, over "de eventuele vrijstelling
van rij- en rusttijdcontroles voor het niet-
professionele vervoer van materiaal van en naar
jeugdkampen" (nr. 13014)
32
Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "l'éventuelle exemption du contrôle des temps
de conduite et de repos pour le transport non
professionnel de matériel pour des camps de
jeunes" (n° 13014)
32
Sprekers: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Jef Van den Bergh, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
Vraag van de heer Patrick De Groote aan de
staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan
de
eerste
minister,
over
"de
'legale'
radarverklikker" (nr. 12981)
35
Question de M. Patrick De Groote au secrétaire
d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre,
sur "le détecteur de radar 'légal'" (n° 12981)
35
Sprekers: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, staatssecretaris voor Mobiliteit
Orateurs: Patrick De Groote, Etienne
Schouppe
, secrétaire d'État à la Mobilité
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
INFRASTRUCTUUR, HET
VERKEER EN DE
OVERHEIDSBEDRIJVEN
COMMISSION DE
L'INFRASTRUCTURE, DES
COMMUNICATIONS ET DES
ENTREPRISES PUBLIQUES
van
MAANDAG
4
MEI
2009
Namiddag
______
du
LUNDI
4
MAI
2009
Après-midi
______
De vergadering wordt geopend om 14.40 uur en voorgezeten door de heer Patrick De Groote.
La séance est ouverte à 14.40 heures et présidée par M. Patrick De Groote.
01 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de toegang tot vrije busbanen voor het vervoer van personen met een
handicap" (nr. 11928)
01 Question de M. Luk Van Biesen au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'accès aux couloirs d'autobus libres pour le transport de personnes handicapées" (n° 11928)
01.01 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, momenteel laat de federale wegcode niet toe dat
gebruik wordt gemaakt van vrije busbanen of bijzondere overrijdbare
beddingen voor het vervoer van personen met een handicap of
beperkte mobiliteit.
Maatschappijen die het vervoer van mindervaliden verzorgen, kunnen
nu, ook als ze officieel erkend zijn, enkel van dit voordeel genieten
indien ze met een geregelde vervoerdienst worden gelijkgesteld of
over het speciaal statuut van taxi beschikken.
Niemand kan echter ontkennen dat deze organisaties, los van hun
statuut,
een
belangrijke
maatschappelijke
rol
vervullen.
Rolstoelgebruikers en bijvoorbeeld dialysepatiënten moeten zich vaak
op vaste tijdstippen verplaatsen om een medische behandeling te
ondergaan. Door files bereiken ze de instellingen soms te laat.
Bovendien werken deze organisaties vaak nauw samen met allerlei
openbare instellingen, zoals bijvoorbeeld revalidatiecentra, en
verwijzen ze ook regelmatig klanten door naar andere officiële
taxidiensten.
De meeste ritten worden uitgevoerd met busjes voor maximum acht
of zestien personen, maar ook individueel vervoer van personen met
een rolstoel valt onder deze categorie.
Soms werken deze diensten op reservatie waardoor het geen zuivere
taxidienst is.
Wij zijn de mening toegedaan dat de wegbeheerders over bijkomende
flexibiliteit moeten kunnen beschikken om, in functie van de lokale
mobiliteitsbehoeften, vrije busbanen open te stellen voor erkende
01.01 Luk Van Biesen (Open
Vld): Actuellement, le code de la
route fédéral ne permet pas
d'utiliser les couloirs d'autobus
libres pour le transport de
personnes
handicapées.
Les
entreprises
qui
assurent
ce
transport jouent pourtant un rôle
social important. Étant donné
qu'elles amènent souvent ces
personnes à des rendez-vous où il
convient d'être ponctuel, il est
gênant pour ces entreprises d'être
bloquées en permanence par des
embouteillages.
Les gestionnaires de la voirie
devraient
manifester
une
souplesse suffisante pour, en
fonction des besoins locaux de
mobilité,
ouvrir
les
couloirs
d'autobus libres aux organisations
de transport de personnes à
mobilité
réduite
qui
sont
reconnues.
Le secrétaire d'État souscrit-il à
cette idée? Une concertation sera-
t-elle organisée? D'ici à quand
peut-on
s'attendre
à
une
modification du code de la route?
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
organisaties voor het vervoer van personen met een beperkte
mobiliteit.
Ik wil daarom de volgende vragen stellen. Bent u ervoor gewonnen
om de wegbeheerders de toelating te geven om vrije busbanen open
te stellen voor erkende organisaties voor het vervoer van personen
met een handicap of beperkte mobiliteit? Bent u bereid hieromtrent
overleg te plegen met deze organisaties? Bent u bereid om de
wegcode in die zin aan te passen?
01.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Van Biesen, ik krijg regelmatig vragen over voertuigen en
personen die toegang willen krijgen tot de gereserveerde busbanen
die in het verleden waren voorbehouden aan het openbaar vervoer.
Eerst hebben wij de fietsers toegelaten ­ principieel althans ­ dan de
taxi's. Er is ook het leerlingenvervoer en het werknemersvervoer. In
deze commissie was ook een meerderheid ervoor te vinden dat ook
de moto's, de bromfietsen en de autocars toegang zouden krijgen, ten
minste ­ dat is natuurlijk nog altijd een voorwaarde ­ als de
wegbeheerders het pictogram daartoe zouden aanbrengen, want
uiteindelijk zijn zij de verantwoordelijken voor de toelatingen op die
wegstroken. Ik heb hier ook al geantwoord op voorstellen en vragen
om het ziekenvervoer toe te laten, en ook vragen over de voertuigen
van de geneesheren die van wacht zijn. Zeer recent kreeg ik nog een
aanvraag om ook de elektrische auto's toe te laten op de busbanen.
Het kan misschien als een boutade klinken, maar de uitspraak dat er
uiteindelijk meer voertuigen zullen rijden op de vrije busbanen om het
openbaar vervoer te kanaliseren, zal geen boutade meer zijn indien al
die voertuigen waarvoor ik hier voorstellen krijg, effectief worden
toegelaten op de busbanen. Geloof mij, dan zal er waarschijnlijk
minder verkeer zijn op de normale banen dan op de banen die
gereserveerd zijn voor het gemeenschappelijk vervoer. Een heleboel
automobilisten zal ongetwijfeld nog volgen en ook proberen om op de
busbanen te mogen rijden.
Toch kan ik voor een stuk tegemoetkomen aan uw vraag, aangezien
er nu reeds een voorstel op tafel ligt om het gebruik van de busstrook
of de bijzonder overrijdbare bedding toe te laten voor autocars, dat wil
zeggen voertuigen voor het vervoer van meer dan acht personen. Dat
kan, mits het pictogram ervan op de busbaan is aangebracht.
Uiteindelijk zou dat dus betekenen dat de wegbeheerder ervoor kan
opteren om busstroken en bijzonder overrijdbare beddingen die
gelegen zijn in de buurt van zorgcentra, voor personen met een
handicap ook open te stellen, zoals voor de autocars.
In deze globale filosofie kan ik volkomen inkomen.
Ik herhaal echter nogmaals dat wij erop moeten toezien dat het kind
niet met het badwater wordt weggegooid en dat de gereserveerde
busstrook op grond van op zich heel gerechtvaardigde overwegingen
op de duur niet wordt overbelast.
Ik wil daarmee helemaal niet bedoelen dat uw vraag onterecht is maar
vind wel dat, naargelang de plaats waar men zich bevindt, het ook
een verantwoorde vraag kan zijn. Ik zal het probleem ook op die
manier signaleren.
01.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: De nombreuses
demandes me sont adressées
concernant
l'autorisation
de
l'accès aux couloirs réservés aux
bus pour certains véhicules et
certaines personnes. Nous avons
d'abord accordé l'autorisation aux
cyclistes, ensuite aux taxis, sans
oublier le transport scolaire et celui
des travailleurs. Des demandes
ont été introduites pour les motos,
les cyclomoteurs, les autocars, le
transport
de
patients,
les
médecins en service et les
véhicules électriques. Le trafic ne
sera-t-il finalement pas plus dense
dans les couloirs réservés à une
circulation fluide que dans les
autres couloirs?
Une proposition à l'examen vise à
autoriser, moyennant le placement
d'un pictogramme dans le couloir
réservé aux bus, l'accès de ce
couloir aux véhicules pour le
transport
de
plus
de
huit
personnes, ce qui pourrait être
utile pour les minibus transportant
des personnes handicapées à
proximité des centres de soins.
Je n'en disconviens pas mais il
faut veiller à éviter une surcharge
des couloirs d'autobus. Chaque
fois qu'une demande est formulée,
il importe d'examiner si elle est
pertinente et réalisable dans un
contexte concret.
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
01.03 Luk Van Biesen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, ik dank u voor uw typische antwoord.
Hij stelt dat de busbanen in de eerste plaats open moeten zijn voor
het openbaar vervoer. Dat is inderdaad heel logisch. Voor specifieke
gevallen, zoals in de vraag gestipuleerd, en in de buurt van zorgcentra
neemt hij echter een voorstel in overweging om busjes van acht
personen en meer toe te laten.
In voorgaande filosofie moet gewoon verder worden gedacht.
Wij zullen de staatssecretaris aan zijn voorstel herinneren, tot het is
goedgekeurd.
01.03 Luk Van Biesen (Open
Vld): Nous souscrivons à la
philosophie du secrétaire d'État et
espérons que cette proposition de
loi sera adoptée.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02 Questions jointes de
- Mme Josée Lejeune au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "les convois
exceptionnels" (n° 12070)
- M. Josy Arens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "l'accompagnement
des convois exceptionnels" (n° 12749)
02 Samengevoegde vragen van
- mevrouw Josée Lejeune aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "het uitzonderlijk vervoer" (nr. 12070)
- de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister, over
"de begeleiding van uitzonderlijk vervoer" (nr. 12749)
02.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, ma question s'articule autour d'un fait divers qui
s'est produit en région liégeoise, dans la commune de Visé.
Il s'avère qu'un convoi exceptionnel de 35 mètres de long et de
122 tonnes, immatriculé en Allemagne et transportant une grue de
forage, est resté coincé dans un virage dans le Thier de Richelle, une
route particulièrement sinueuse et tout à fait inadaptée à ce genre de
convoi. Il aura fallu entre 10 et 15 heures pour dégager le véhicule du
premier tournant. Pour l'anecdote, il s'est retrouvé bloqué dans une
seconde épingle. Et la note est plutôt salée pour la commune: en
effet, cinq policiers ont été réquisitionnés toute la journée pour
surveiller la manoeuvre, deux dépanneuses ont été appelées sur
place, les services des Travaux et Signalisation de la ville ont
également été sollicités et la voirie a été fortement endommagée.
D'une façon générale, selon la législation, c'est le SPF Mobilité qui
met au point et impose l'itinéraire des convois exceptionnels. Ladite
réglementation est applicable pour le transport d'une charge
indivisible et une demande d'autorisation mentionnant la durée de
validité ainsi que l'itinéraire à suivre doit être dûment complétée par
l'utilisateur ou le mandataire.
Monsieur le secrétaire d'État, les autorisations pour les transports
exceptionnels délivrées par votre département sont étudiées au cas
par cas. Comment cela se passe-t-il concrètement? Comment peut-
on en arriver à une telle situation?
Comment les itinéraires imposés sont-ils calculés? Y a-t-il des
02.01 Josée Lejeune (MR): Een
122 ton zwaar en 35 meter lang
voertuig voor uitzonderlijk vervoer
heeft zich vastgereden op de Thier
de Richelle
in de gemeente
Wezet. Die uitermate bochtige
weg is absoluut niet geschikt voor
dat soort transporten. Het duurde
bijna 15 uur eer de weg weer vrij
was, en er waren niet minder dan
vijf
politieagenten
en
twee
takelwagens nodig, alsmede de
hulp van de stedelijke diensten
Werken
en
Signalisatie. De
openbare
weg
werd
zwaar
beschadigd.
De wet bepaalt dat de FOD
Mobiliteit het traject voor het
uitzonderlijk
vervoer
moet
vastleggen.
Hoe kon dat incident gebeuren?
Welke regels gelden er wanneer
het gemeentebestuur niet naar
behoren werd ingelicht?
Volgens de plaatselijke pers had
een woordvoerder van de FOD
Mobiliteit gezegd dat een extern
bedrijf die problematische route
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
repérages préalables?
Une disposition oblige les utilisateurs ou mandataires à avertir les
autorités communales de leur passage. Apparemment, ce n'est
toujours pas bien respecté; en 2000, ce ne l'était pas non plus en
région liégeoise et à Huy lors d'incidents similaires. Pouvez-vous nous
détailler ce qui est prévu lors d'un manquement en la matière?
Selon la presse locale, un porte-parole du SPF Mobilité aurait indiqué
que "c'est une société extérieure qui aurait mis au point l'itinéraire qui
a posé problème". Confirmez-vous ces affirmations?
Monsieur le secrétaire d'État, qui doit payer la facture dans ce genre
de situation? Je suppose que l'utilisateur est couvert en matière de
responsabilité civile pour les dégâts causés.
uitgezet had. Klopt dat? Wie moet
de factuur betalen?
02.02 Josy Arens (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, en matière
d'accompagnement de convois exceptionnels, bon nombre de
transporteurs et d'accompagnateurs de convois exceptionnels ont des
difficultés à obtenir un accompagnement de la police fédérale à la
date qu'ils souhaitent. La raison principale invoquée est le manque de
personnel des services de police concernés, problème que nous
rencontrons également dans d'autres domaines.
Cette situation n'est pas sans conséquences puisque ces convois,
constitués de marchandises dont les dimensions et le poids sont hors
gabarit, ainsi que les coûts qui y sont liés, doivent être immobilisés.
S'il existe bien un guichet central pour les demandes d'escorte de
convois exceptionnels, le problème réside dans le fait qu'il n'existe
pas de critères objectifs pour définir les priorités. Les transporteurs se
plaignent donc régulièrement d'être confrontés à des comportements
de concurrence déloyale.
La difficulté de mobiliser des policiers en vue d'escorter un convoi
exceptionnel pourrait trouver, selon moi, une solution en réglementant
le statut d'accompagnateur privé. Celui-ci recevrait une compétence
limitée de police de la circulation, un peu comme les MP qui règlent
uniquement les déplacements de convois militaires.
Monsieur le ministre, avez-vous déjà réfléchi à cette problématique?
Des réunions de concertation ont-elles eu lieu à propos du statut des
accompagnateurs privés? Dans ce cas, quel en est le résultat?
02.02 Josy Arens (cdH): Heel
wat vervoerders en begeleiders
van transporten slagen er node in
begeleiding te krijgen op de
gewenste datum, omdat er niet
voldoende
politiepersoneel
beschikbaar is.
Wanneer zo een uitzonderlijk
vervoer ter plaatse moet blijven,
hangt daar een prijskaartje aan. Er
bestaan geen objectieve criteria
om de prioriteiten te bepalen wat
de
begeleiding
van
het
uitzonderlijk vervoer betreft, en de
transporteurs
klagen
over
oneerlijke concurrentie.
Een
oplossing
zou
kunnen
bestaan in een reglementering van
het statuut van private begeleider,
aan
wie
een
beperkte
bevoegdheid van politie over het
wegverkeer zou kunnen worden
verleend.
Vonden
er
al
overlegvergaderingen plaats met
betrekking tot de toekenning van
zo een statuut?
02.03 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je
vais d'abord répondre à la question posée par Mme Lejeune.
Les autorisations pour un transport exceptionnel sont délivrées après
analyse des demandes provenant des utilisateurs. Je puis vous
assurer, madame, que les analyses sont effectivement réalisées au
cas par cas. Chaque demande doit contenir des éléments qui doivent
permettre au service en question d'en faire l'examen. Il faut ainsi une
description du transport pour lequel une autorisation est demandée et
l'itinéraire qui serait emprunté, ces deux éléments constituant des
éléments obligatoires du dossier.
Comment se déroule alors la procédure? Les demandes sont
introduites par les utilisateurs, c'est-à-dire les transporteurs
02.03 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De vergunningen voor
het uitzonderlijk vervoer worden
uitgereikt na een individueel
onderzoek van de door de
gebruikers ­ transporteurs of
mandatarissen
­
ingediende
aanvragen. De afmetingen en de
massa van het transport moeten
worden meegedeeld, alsook de
gedetailleerde reisweg die de
transporteur wenst te volgen (op
grond van zijn ervaring en van een
voorafgaande verkenning van het
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
responsables du transport ou leurs mandataires qui représentent le
transporteur sur la base d'une procuration écrite. Dans la demande,
les dimensions et les masses du transport concerné doivent être
décrites ainsi que l'itinéraire détaillé que le transporteur souhaite
utiliser.
Cet itinéraire est avancé par le demandeur en fonction de son
expérience et de l'exploration préalable faite par le transporteur ou par
son mandataire. Au niveau du service Transport exceptionnel, chaque
demande est attribuée à un gestionnaire du dossier qui doit alors
l'étudier et qui suit la demande jusqu'au moment de la délivrance de
l'autorisation.
Le responsable du dossier, faisant partie d'une équipe d'experts,
contrôle et vérifie les données techniques et l'itinéraire proposé par le
demandeur. En fonction de l'étude des données techniques liées aux
informations dont dispose le service, le responsable peut décider soit
d'accepter ou de refuser, soit de récolter plus d'informations en
demandant une confirmation complémentaire. Si l'itinéraire est
ensuite refusé parce qu'il est impossible de passer, le service propose
alors un autre chemin. Toutefois, s'il s'agit d'un transport d'une
dimension et d'une masse extrêmement importantes, l'administration
demande ­ avant de suggérer un autre parcours ­ que le transporteur
ou son mandataire confirme la possibilité du passage pour le convoi.
Cette confirmation doit se fonder obligatoirement sur l'exploration du
nouvel itinéraire.
En signant la confirmation supplémentaire, le transporteur ou son
mandataire déclare qu'il a respecté et rempli les obligations prescrites
et qu'il assume toutes les responsabilités qui en découlent.
Les itinéraires sont calculés sur la base de l'expérience des experts
de terrain dans le service en question, de leur reconnaissance
précédente ou ponctuelle (avec repérage), de l'avis des gestionnaires
de voirie et des autorisations et/ou itinéraires encodés.
Dans un souci de simplification administrative, l'obligation de
l'exploration préalable et de la vérification de la possibilité de passage
pour les transports de grande dimension permet de ne pas exiger
systématiquement l'avis du gestionnaire de voirie, et ce en accord
avec les administrations régionales. En revanche, pour la masse du
transport et la capacité des ouvrages d'art, l'avis de ce gestionnaire
est bien demandé chaque fois que le service Transport exceptionnel
ne dispose pas de données récentes sur ces ouvrages d'art.
Comme je l'ai déjà évoqué, en signant le formulaire, le demandeur
déclare, sous sa responsabilité, que l'itinéraire repris dans la
demande a été exploré et parcouru et qu'en cas de refus de
l'administration, un autre parcours sera élaboré en vue d'intégrer ses
remarques.
Pour les transports moyens, l'administration propose dans
l'autorisation un itinéraire adapté devant être étudié avant chaque
transport. Pour les transports plus importants, l'administration
demande au demandeur de proposer un autre itinéraire exploré.
Toutefois, il est parfois demandé au demandeur d'explorer une
proposition d'itinéraire décrite par l'administration elle-même afin de la
joindre dans l'autorisation.
parcours).
Elke aanvraag wordt toegewezen
aan een dossierbeheerder, die de
aanvraag moet onderzoeken en ze
opvolgt tot wanneer de vergunning
wordt uitgereikt.
De dossierbeheerder beslist de
gevraagde reisweg al dan niet toe
te staan op grond van het
onderzoek van de technische
gegevens. Wanneer de dienst een
andere reisweg voorstelt, vraagt
het bestuur de transporteur te
bevestigen dat de voorgestelde
reisweg geschikt is voor het
uitzonderlijk vervoer. De trajecten
worden uitgezet op grond van de
praktijkervaring van deskundigen.
In
het
kader
van
de
administratieve
vereenvoudiging
hoeft
het
advies
van
de
wegbeheerders,
dankzij
de
verplichte
voorafgaande
verkenning en de verplichte
verificatie van de beschikbare vrije
hoogte voor de transporten met
grote
afmetingen,
niet
systematisch
te
worden
ingewonnen. Met betrekking tot de
massa van het transport en de
capaciteit van de kunstwerken
wordt
het
advies
van
de
wegbeheerders gevraagd wanneer
de dienst Uitzonderlijk Vervoer niet
over recente gegevens beschikt.
De vervoerder mag in geen geval
een reisweg nemen die hij niet van
tevoren heeft verkend. Mevrouw
Lejeune, in het door u vermelde
geval is de aanvrager die
verplichting niet nagekomen.
Er
bestaat
geen
algemene
bepaling waarbij de gebruikers of
mandatarissen
ertoe
verplicht
worden de gemeentebesturen in te
lichten over een uitzonderlijk
vervoer dat in de gemeente zal
passeren. Dat zou ook onhaalbaar
zijn wegens het aantal gemeenten
waar zo een transport soms door
moet.
Wat uw laatste vraag betreft, is de
vervoerder
overeenkomstig
instructie
B/2001
burgerlijk
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
L'instruction B2001 relative à la fluctuation du transport exceptionnel
réglant les obligations des utilisateurs, des pilotes et des conducteurs
de ce transport, est très claire sur ce point: le transporteur ne peut, en
aucun cas, emprunter un itinéraire que lui-même ou son délégué n'a
pas préalablement exploré. Madame Lejeune, dans le cas que vous
avez cité, le demandeur, le transporteur lui-même ou son mandataire,
n'a pas rempli cette obligation, avec les conséquences que nous
connaissons!
Contrairement à vos informations, une disposition générale obligeant
les utilisateurs ou mandataires à avertir les autorités communales en
cas de transport exceptionnel n'existe pas. Vu le nombre de
communes à parcourir et le nombre de transports, une telle
disposition est irréalisable et impossible à mettre en oeuvre par les
communes, les transporteurs et l'industrie. De pareils avertissements
sont prévus dans un nombre très limité de communes uniquement
dans des cas spéciaux comme le placement de panneaux
d'interdiction de stationnement, de passage à contresens ou encore
d'autres manoeuvres dangereuses.
Comme démontré dans ce qui précède, c'est le transporteur ou son
mandataire externe à l'administration qui est responsable pour la mise
au point de l'itinéraire à suivre. Dans le cas précis que vous avez
évoqué, il s'agit d'une société de transports étrangère qui a introduit la
demande par le biais d'un mandataire belge.
Enfin, pour répondre à votre dernière question, je puis vous dire qu'en
application de l'instruction B2001, le transporteur est civilement
responsable, tant envers les pouvoirs publics qu'envers les tiers pour
tout dégât ou accident occasionné et ce, quel que soit l'état de la
chaussée ou l'itinéraire mentionné sur l'autorisation. Les frais
résultant des manquements sont à charge du transporteur.
Monsieur le président, en ce qui concerne la question posée par M.
Arens, je suis bien d'accord avec l'idée que certains cas
d'accompagnement puissent être pris en charge par des entreprises
privées au lieu des services de police.
Des adaptations dans cette réglementation ont déjà été formulées
dans un projet intitulé "arrêté royal relatif à la circulation routière des
véhicules exceptionnels". Il y est stipulé que je prévois une
reconnaissance
de
la
capacité
professionnelle
en
tant
qu'accompagnateur pour transport exceptionnel. Un groupe de travail,
constitué d'experts du service Transport exceptionnel, de la police,
d'accompagnateurs privés et de personnes familiarisées avec la
pratique de l'accompagnement, s'est occupé de définir les matières
requises à l'obtention de cette reconnaissance. Les sept réunions de
ce groupe ont permis l'écriture d'éléments d'un projet d'arrêté royal en
cours d'élaboration relatif à la reconnaissance de la capacité
professionnelle d'accompagnateur dans le cadre de la circulation de
véhicules exceptionnels.
Le certificat de capacité professionnelle sera délivré à la suite d'un
examen qui vérifiera les connaissances de l'accompagnateur dans les
matières concernées, telles que la sécurité routière et la
réglementation sur la circulation des véhicules exceptionnels.
L'accompagnateur recevra alors une compétence limitée, lui
aansprakelijk, zowel jegens de
openbare machten als jegens
derden, voor alle veroorzaakte
schade en gebeurlijke ongevallen.
In sommige gevallen zou de
begeleiding
inderdaad
aan
privéfirma's
kunnen
worden
toevertrouwd.
Er ligt al een ontwerp van
koninklijk besluit ter tafel waarin
wijzigingen van de reglementering
worden voorgesteld. Daarin is er
onder meer sprake van een
erkenning
van
de
beroepsbekwaamheid
om
te
kunnen optreden als begeleider
voor uitzonderlijk vervoer.
Het
getuigschrift
van
vakbekwaamheid
zal
worden
uitgereikt
na
een
examen
waarmee de vakkennis van de
begeleider zal worden getoetst,
onder
meer
wat
de
verkeersveiligheid en wat de
regels voor het gebruik van de
openbare weg door voertuigen
voor uitzonderlijk vervoer betreft.
De begeleider wordt dan een
beperkte bevoegdheid verleend,
waardoor hij de verkeersveiligheid
zal kunnen verzekeren in de minst
gevaarlijke gevallen van gebruik
van de openbare weg door
voertuigen
voor
uitzonderlijk
vervoer.
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
permettant d'assurer la sécurité routière dans les cas les moins
dangereux de circulation de véhicules exceptionnels.
02.04 Josée Lejeune (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour cette réponse. Vous faites allusion au fait que les
dossiers sont étudiés au cas par cas. Toutefois, ce problème est
récurrent. En 2000, le problème s'est déjà posé à Huy. Il y a alors eu
huit blessés. Récemment, nous avons eu le même incident dans la
commune de Visé.
Vous dites qu'il est impossible de prendre contact avec les autorités
communales, puisque c'est un travail difficile à réaliser pour votre
département. Vous avez également souligné que le demandeur devait
envoyer un maximum d'informations pour éviter de tels incidents.
Toutefois, je reste perplexe. En effet, ce n'est pas la première fois que
cela arrive.
Un problème se pose au niveau des itinéraires choisis car votre
département est censé faire confiance au demandeur ou à la
personne qui améliore le trajet. Dans ce cas de figure, nous serons
confrontés à d'autres incidents. Comment remédier à ce type de
situation? Peut-être en demandant au SPF Mobilité de prendre en
charge complètement l'itinéraire et d'en assumer les conséquences.
Un représentant du service Mobilité a déclaré dans la presse qu'il était
fait appel à une société privée, que celle-ci étudiait le trajet et que, par
la suite, le SPF Mobilité donnait ou non son accord.
Monsieur le secrétaire d'État, il est grand temps de réfléchir à cette
problématique pour éviter des catastrophes. Il faut savoir que huit
personnes ont été blessées à Huy. Si, fort heureusement, il n'y en a
pas eu à Visé, il n'en reste pas moins vrai que le coût pour la
commune est conséquent.
Comme vous l'avez dit, c'est l'utilisateur qui est responsable et je
suppose qu'il est couvert par une assurance en responsabilité civile.
Mais bloquer toute une commune pendant 15 heures, mobiliser tous
les services de police pour tenter de trouver une solution n'est pas
crédible à notre époque. Je souhaiterais donc, monsieur le secrétaire
d'État, que vous m'informiez quant aux mesures qui pourraient être
prises.
02.04 Josée Lejeune (MR): In
2000 deed dit probleem zich al
voor in Hoei. Toen vielen er acht
gewonden. Onlangs deed een
soortgelijk incident zich voor in de
gemeente Wezet.
Ik sta hier toch perplex van. Er is
nog altijd een probleem met de
gekozen reiswegen, aangezien uw
departement
gewoon
verondersteld wordt de aanvrager
of de persoon die het traject
bijstuurt, te vertrouwen. Zou het
niet opportuun zijn dat de FOD
Mobiliteit zelf de reisweg volledig
bepaalt en ook de gevolgen
draagt?
Ik neem aan dat de gebruiker een
burgerlijke
aansprakelijkheidsverzekering
heeft. Toch is het vandaag de dag
niet meer aanvaardbaar dat een
hele gemeente 15 uur lang
geblokkeerd wordt en dat alle
politiediensten
gemobiliseerd
moeten worden om een oplossing
te vinden. Er moeten dus
passende maatregelen genomen
worden om dergelijke situaties te
verhelpen.
02.05 Josy Arens (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, merci pour
votre réponse.
Si j'ai bien compris, le texte visant à définir différents critères pour ces
accompagnateurs est déjà très avancé. Pouvez-me dire quand les
mesures entreront en application? Devrons-nous attendre encore
longtemps?
02.05 Josy Arens (cdH): Wordt
de laatste hand gelegd aan de
tekst
die
ertoe
strekt
onderscheiden criteria voor die
begeleiders vast te stellen? Kan u
mij
zeggen
wanneer
de
maatregelen van kracht zullen
worden?
02.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame Lejeune, on
me reproche régulièrement le manque de souplesse de
l'administration, présentée généralement comme trop sévère envers
les demandeurs. Je peux vous assurer que les compagnies belges
qui assurent le transport de convois dangereux ou volumineux dans
notre pays connaissent généralement très bien les routes qu'ils
empruntent. Lorsqu'un problème se pose dans une commune,
02.06 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
De
Belgische
maatschappijen die in ons land
omvangrijk vervoer of vervoer van
gevaarlijke
stoffen
verzorgen,
kennen de wegen die zij nemen in
de regel zeer goed. Als er
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
notamment en cas de contre-sens, elles doivent recevoir l'accord de
la commune concernée.
Si un endroit s'avère particulièrement dangereux, en principe, le SPF
en tient compte et présente, le cas échéant, un itinéraire alternatif.
Vous faites état du problème particulier de la Ville de Huy. Les
responsables de la Ville de Huy m'ont dit qu'ils connaissaient le
problème et qu'ils savaient pertinemment ce qui est possible et ce qui
n'est pas possible, ce que le SPF autorise et ce qu'il n'autorise pas.
Je m'étonne d'apprendre que la situation n'est pas encore limpide
entre la Ville de Huy et le SPF quant à l'itinéraire à suivre dans le cas
que vous évoquez. Je peux examiner à nouveau la question et vous
informer du résultat.
Monsieur Arens, pour ce qui est de l'arrêté en voie de rédaction, dès
que nous serons arrivés à un accord général, je ne tarderai pas à le
promulguer. Le fait est que le ministre de l'Intérieur est favorable à
cette idée. Nous nous préoccupons tous deux de voir la sécurité
maintenue: il existe une collaboration étroite et positive avec les
services de police pour régler cela dans le cadre que je viens de
décrire. Je ne peux encore indiquer de date mais cet arrêté devrait
être promulgué dans les semaines à venir.
problemen zijn, moeten ze de
toestemming van de betrokken
gemeente krijgen.
Als een bepaalde plaats bijzonder
gevaarlijk is voor het transport,
houdt de FOD daar rekening mee
en stelt in voorkomend geval een
andere reisweg voor.
De stad Hoei kent dit probleem
door en door. Ik zal hieromtrent
nadere inlichtingen inwinnen.
Het
besluit
zal
worden
uitgevaardigd zodra we een
algemeen akkoord hebben bereikt.
Ook de minister van Binnenlandse
Zaken is voor dit idee gewonnen.
Er
wordt
nauw
met
de
politiediensten samengewerkt om
de veiligheid te vrijwaren.
02.07 Josée Lejeune (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je
voudrais revenir brièvement sur la situation de la commune de Visé.
Je peux vous assurer que la commune de Visé n'a pas été informée.
Il faudrait tirer au clair cette situation. Je ne m'avancerai pas pour le
cas de Huy.
02.07 Josée Lejeune (MR): De
gemeente Wezet werd niet op de
hoogte gebracht. Een en ander
zou moeten worden uitgeklaard.
02.08 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Madame Lejeune, si la
route n'était pas équipée pour assurer un tel convoi ou s'il fallait rouler
à contresens, un contact préalable est exigé entre le SPF et la
commune. Vous me rapportez un cas: je le ferai examiner.
02.08 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik zal uw informatie
laten natrekken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 12177 de M. Baeselen est transformée en question écrite.
03 Question de Mme Josée Lejeune au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'immatriculation des cyclomoteurs" (n° 12522)
03 Vraag van mevrouw Josée Lejeune aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de inschrijving van bromfietsen" (nr. 12522)
03.01 Josée Lejeune (MR): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, il ressort des statistiques officielles que 16 accidents
par jour dans notre pays impliquent des cyclomoteurs, surtout parmi
les jeunes conducteurs.
Selon l'arrêté royal du 20 juillet 2001, l'immatriculation n'est pas
obligatoire pour certains types de véhicules, notamment les
cyclomoteurs. Chez nos voisins français par contre, ainsi qu'aux
Pays-Bas et en Italie entre autres, l'immatriculation pour les
cyclomoteurs est d'application.
Il faut bien reconnaître que l'immatriculation répond entre autres aux
objectifs suivants: la prévention et la dissuasion en matière
03.01 Josée Lejeune (MR): Elke
dag gebeuren er in ons land
zestien ongevallen waarbij er
bromfietsers betrokken zijn. Vaak
gaat het om jonge mensen.
Bromfietsen
hoeven
niet
ingeschreven te worden. Met de
inschrijving
kan
er
evenwel
preventief worden opgetreden
tegen verkeersonveiligheid en
geluidsoverlast,
en
kunnen
delinquenten die met bromfietsen
op de openbare weg rijden,
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
d'insécurité routière, la lutte contre les nuisances sonores, la
recherche des délinquants qui voleraient ce type de véhicules et les
utiliseraient pour commettre des délits sur la voie publique. On peut
en outre épingler le phénomène bien connu des cyclomoteurs
trafiqués qui ne craignent nullement les radars.
Je rappelle que, lors des états généraux de la Sécurité routière, la
Commission fédérale pour la Sécurité routière avait déjà recommandé
l'introduction de plaques d'immatriculation pour les cyclomoteurs. On
peut d'ailleurs s'attendre à une augmentation du nombre de
cyclomoteurs dans la circulation suite à une série de phénomènes
sociaux.
Diverses propositions de loi et de résolution vont également dans ce
sens et vous avez communiqué, au début de l'année 2008, que votre
administration était favorable à l'immatriculation obligatoire des
cyclomoteurs dans notre pays et que vous alliez ­ je cite ­ "avancer
dans cette tâche".
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-vous nous en dire davantage
aujourd'hui et nous communiquer les éventuelles avancées du
dossier?
Cela concerne-t-il aussi bien les cyclomoteurs de classe B que de
classe A?
Afin de tenter de diminuer le nombre d'accidents impliquant des
cyclomoteurs, des mesures sont-elles prises afin d'assurer la bonne
visibilité de ceux-ci?
geïdentificeerd worden. Op die
manier zou er ook opgetreden
kunnen worden tegen opgefokte
bromfietsen - bestuurders van dat
soort
voertuigen
hoeven
momenteel niet bang te zijn dat ze
geflitst worden. De Federale
Commissie
voor
de
Verkeersveiligheid heeft reeds
voor
de
invoering
van
nummerplaten voor bromfietsen
gepleit.
Uw
administratie
is
voorstander van de inschrijving
van bromfietsen en u verklaarde
dat u daar werk van zou maken.
Kan u ons daar vandaag al meer
over
vertellen?
Om
welke
bromfietsen zou het gaan? Zullen
er ten slotte maatregelen getroffen
worden om de zichtbaarheid van
bromfietsen te verhogen?
03.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
madame Lejeune, comme déjà annoncé dans cette commission à la
suite de questions et de propositions parlementaires reçues, mon
administration prépare en ce moment un projet de réglementation
relatif à l'immatriculation des cyclomoteurs de types A et B.
L'application de cette réglementation ne peut se faire qu'à partir de la
réalisation
du
nouveau
système
informatique
concernant
l'immatriculation des véhicules, c'est-à-dire à partir de la fin 2010. À
ce moment, les nouveaux cyclomoteurs devront être inscrits et
pourvus d'une plaque d'immatriculation bien visible pour identifier le
véhicule. Ensuite, selon un calendrier à déterminer, les cyclomoteurs
déjà en circulation devront suivre la même procédure.
En ce qui concerne l'implication des cyclomoteurs dans les accidents
de roulage, il faut constater que la diminution du nombre d'accidents
depuis l'an 2000 était la plus forte pour les cyclomotoristes, avec une
baisse de plus de 50% de tués et blessés graves.
En ce qui concerne votre dernière question, je demanderai à la
Commission fédérale pour la Sécurité routière de se pencher
également sur les mesures et initiatives possibles en faveur de la
sécurité des cyclomoteurs.
03.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
Mijn
administratie
bereidt een ontwerpreglementering
voor met betrekking tot de
inschrijving van bromfietsen van
klasse A en B. Die reglementering
zal pas kunnen worden toegepast,
wanneer
het
nieuwe
computersysteem
voor
de
inschrijving van voertuigen in
gebruik wordt genomen, met
andere woorden tegen eind 2010.
Nieuwe bromfietsen zullen dan
een nummerplaat moeten hebben.
Later zal dezelfde procedure ook
gevolgd moeten worden voor
bromfietsen die reeds in het
verkeer werden gebracht.
Ten slotte werd de sterkste daling
van
het
aantal
verkeersslachtoffers sinds 2000
opgetekend bij de bromfietsers,
met een daling van meer dan
50 procent van het aantal doden
en zwaargewonden.
Ik zal de Federale Commissie voor
de Verkeersveiligheid vragen zich
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
over mogelijke initiatieven ter
bevordering van de veiligheid van
bromfietsers te buigen.
03.03 Josée Lejeune (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je me
réjouis de votre réponse puisqu'un projet de réglementation est en
cours et qu'il s'appliquera aux cyclos. Nous disposerions ainsi de
chiffres précis de façon à mieux recenser ce type de véhicule. Nous
répondrions également à une des grandes recommandations de la
Commission fédérale pour la sécurité routière, à savoir l'obtention de
chiffres précis et une analyse pointue pour mieux prévenir les
problèmes de sécurité routière.
03.03 Josée Lejeune (MR): Op
die manier zullen we over precieze
cijfers beschikken, met het oog op
een betere telling van die
voertuigen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
04 Questions jointes de
- M. Olivier Maingain au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la construction
d'un terminal low-cost à l'aéroport de Bruxelles-National" (n° 12678)
- Mme Sonja Becq au vice-premier ministre et ministre de la Fonction publique, des Entreprises
publiques et des Réformes institutionnelles sur "le terminal low-cost à l'aéroport de Zaventem"
(n° 12721)
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
légalité de la construction du terminal low-cost AZUR" (n° 12794)
04 Samengevoegde vragen van
- de heer Olivier Maingain aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister,
over "de bouw van een lowcostterminal op de luchthaven van Brussel-Nationaal" (nr. 12678)
- mevrouw Sonja Becq aan de vice-eerste minister en minister van Ambtenarenzaken,
Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen over "de lagekostenterminal in de luchthaven van
Zaventem" (nr. 12721)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de wettelijkheid van de bouw van de lowcostterminal AZUR" (nr. 12794)
04.01 Olivier Maingain (MR): Monsieur le président, je reviens sur
ce dossier qui a déjà fait couler beaucoup d'encre. Je sais, monsieur
le ministre, que vous avez déjà répondu en commission à des
questions d'autres collègues. Je pense notamment à votre réponse
du 26 mars dernier.
En la relisant, je relevais un point intéressant pour connaître l'état
d'avancement de ce dossier. Je relis le compte rendu de vos propos:
"J'ai pris note de l'intention clairement formulée par BIAC et je prends
acte de leur projet. Une fois qu'ils voudront entamer la construction de
ce terminal" ­ depuis le 26 mars, l'intention de construire le terminal
me semble plus que confirmée ­, "j'examinerai leur proposition
concrète pour voir s'il n'y a pas de concurrence déloyale avec les
autres services offerts à Bruxelles National", disiez-vous. "Sur le plan
urbanistique cependant, je n'ai aucune compétence. Je ne peux que
prendre acte des décisions du gouvernement flamand et de
l'administration flamande à cet égard". Il est vrai que vous n'avez pas
de compétence pour tout ce qui est permis d'environnement et permis
d'urbanisme mais j'estime tout de même qu'une coordination entre
niveaux de pouvoir s'imposerait au regard de l'enjeu d'un tel dossier.
À la suite de vos déclarations, j'ai relevé dans la presse ­ c'était le 10
avril dans "La Libre Belgique" ­ les déclarations d'un des
coadministrateurs délégués de Brussels Airlines, M. Gustin, qui disait
tout son pessimisme ­ et le mot est faible ­ quant au projet de
04.01 Olivier Maingain (MR): De
operatoren, waaronder Brussels
Airlines, maken zich zorgen over
de plannen voor de bouw van een
lowcostterminal op de luchthaven
Brussel-Nationaal. Op 26 maart
jongstleden antwoordde u op een
vraag in de commissie dat zodra
BIAC
(Brussels
International
Airport Company) met de bouw
ervan wil beginnen, u zou nagaan
of er geen sprake is van oneerlijke
concurrentie ten opzichte van de
andere operatoren. U voegde
eraan toe dat u over geen enkele
stedenbouwkundige bevoegdheid
beschikt.
U mag dan al niet bevoegd zijn
voor de stedenbouwkundige en
milieuvergunningen, maar volgens
mij zou u niettemin kunnen zorgen
voor een coördinatie tussen de
bestuursniveaus. Ik voeg er nog
aan toe dat het verwonderlijk is dat
de exploitant zo een project
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
développement d'un terminal low-cost à l'aéroport de Bruxelles
National. Il affirmait que ce n'était certainement pas le premier choix à
faire sur le plan de l'avenir de cet aéroport et que cette offre
présenterait une concurrence pour Brussels Airlines, qui aujourd'hui
assure 25% du nombre total de passagers à l'aéroport de Bruxelles
National. Ce qu'ils appellent la "formule B-light" représente donc pour
eux un danger.
D'autres opérateurs faisaient également part dans cet article, de
façon anonyme, de leur vive appréhension quant au développement
de ce projet de développement low-cost.
On peut finalement s'étonner de voir l'exploitant d'un aéroport ­ je
sais qu'il est substantiellement privatisé mais il doit quand même
encore tenir compte du point de vue de l'État ­ développer un projet,
semble-t-il, par la politique du fait accompli sur le plan urbanistique ­
les juridictions seront appelées à se prononcer; heureusement qu'il y
a des communes et des associations de riverains qui agissent de ce
point de vue ­ et sans aucune concertation avec les différents
opérateurs ni entre les différents niveaux de pouvoir, au point de
laisser perplexe la compagnie aérienne qu'on n'a pu reconstituer que
très difficilement après les événements de la Sabena.
Monsieur le ministre, où en est le dossier en ce qui concerne vos
attributions puisque votre propos était clair le 26 mars dernier: "Si
l'intention de construire se confirme, j'examine les risques de
concurrence par rapport à d'autres opérateurs à l'aéroport"?
Je vous saurais gré de me faire part de votre position dans ce dossier
après un bon mois de réflexion.
ontwikkelt zonder overleg en dat
de
betrokkenen
op
stedenbouwkundig vlak voor een
voldongen feit worden geplaatst.
Mijnheer de minister, hoe zit het
met
dat
dossier
wat
uw
bevoegdheden betreft? Wat is uw
standpunt dienaangaande?
04.02 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat
ook over de lagekostenterminal. Ik heb wat moeten zoeken op welke
manier
we
uw
invloed
konden
laten
gelden
op
het
gemeenschapsniveau, dat inderdaad bevoegd is voor de MER en
voor de vergunningen ter zake. Wij dachten aan de invalshoek vanuit
het aspect overheidsbedrijven. Het is belangrijk dat waar de overheid
participeert, belangrijke bedrijfswaarden als het voldoen aan
verplichtingen zoals de MER, mee een voorbeeldfunctie zouden
opleveren.
Ik heb gezien dat er in het Vlaams Parlement een hele discussie met
mevrouw Crevits is geweest over de eventuele eis van een
milieueffectenrapport bij de uitbouw van de lagekostenterminal, de
toestemming tot meer vliegbewegingen of niet, waarbij oudere
systemen worden vervangen worden een nieuwe service die aan
reizigers wordt verleend met het cruciale dilemma tussen enerzijds de
exploitatie van een luchthaven en het belang van werkgelegenheid
met de nodige incentives en ruimte, en anderzijds de milieueffecten
van een en ander, zowel in het luchtverkeer als in het grondverkeer.
Daarbij gaat het niet alleen over geluid, maar ook over snelwegen,
autoverkeer en dergelijke meer.
Mijnheer de minister, hoe apprecieert u de houding van BAC over de
MER? Vindt u niet dat BAC een voorbeeldfunctie heeft en de MER
wel moet uitvoeren om de impact op de omgeving van de
lagekostenterminal mee te nemen? Bent u van oordeel dat zo'n
milieueffectenrapport ook een goed instrument is om tot
04.02 Sonja Becq (CD&V): Le
terminal "low cost" de Zaventem
est en grande partie de la
compétence des Communautés.
Le Parlement flamand a consacré
un débat à la question de savoir
s'il convenait ou non de faire
rédiger, avant la construction de
ce terminal, un rapport d'incidence
sur l'environnement. Ce débat est
caractérisé par un antagonisme
entre
emploi
et
incidence
environnementale. Les pouvoirs
publics remplissant en tout état de
cause une fonction exemplative, il
importe
que
les
entreprises
publiques satisfassent à toutes les
obligations en vigueur en matière
de rédaction de rapports et de
permis environnementaux.
Quel jugement le ministre porte-t-il
sur l'attitude de la BIAC compte
tenu de la fonction exemplative
qu'il lui incombe de remplir?
Attirera-t-il son attention sur la
nécessité de faire rédiger un
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
besluitvorming te komen? Zult u BAC daar ook op wijzen?
Aangezien dit ook een van de discussiepunten was, vernam ik graag
hoeveel vliegbewegingen er waren in het eerste kwartaal van 2009 in
vergelijking met voorgaande jaren? Gaat het om een daling en
stijging? Door de economische recessie zouden er minder
vliegbewegingen en minder trafiek zijn. Klopt dat? Wat zijn de
verwachtingen voor 2009? Hoe speelt zich dat in de andere regio's
af?
Hoe wenst BAC zich te positioneren in 2010? Wat zijn de ambities?
Dan zullen milieu-implicaties en effect op de werkgelegenheid toch
van belang zijn.
rapport
d'incidence
sur
l'environnement?
Le nombre de mouvements
d'avions a-t-il baissé ou augmenté
au cours du premier trimestre de
2009? Comment ce nombre
devrait-il évoluer en 2009? Qu'en
est-il dans les autres Régions?
Comment la BIAC souhaite-t-elle
se positionner en 2010?
04.03 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
président, monsieur le secrétaire d'État, le 21 avril dernier, j'ai déposé
une question sur le même sujet, particulièrement sur la procédure, car
je m'inquiétais de la demande de dérogation déposée par BAC auprès
de l'administration flamande compétente pour soustraire la
construction du terminal low-cost à la réalisation d'une étude
d'incidence.
La Cour européenne de justice, je le rappelle, a déjà sanctionné
l'aéroport wallon de Bierset pour avoir omis une telle étude
d'incidence, car s'il ne rallongeait aucune piste, ni ne construisait
aucun nouveau bâtiment, il augmentait largement l'activité de
l'aéroport! La Cour de justice a donné raison aux riverains de
l'aéroport de Bierset en décrétant indispensable la réalisation d'une
étude d'incidence environnementale lorsque l'impact est conséquent,
ce qui me paraît évident!
Certes, ce sujet relève de la compétence régionale mais l'État belge
est actionnaire de Bruxelles-National. Monsieur le secrétaire d'État,
en cette qualité, vous devez aussi être garant de la légalité des
procédures.
Comment évolue ce dossier? Quelle est votre position eu égard à
cette demande de dérogation? Les associations de riverains de
l'aéroport de Bruxelles-National sont légitimement scandalisées par
les agissements de BAC.
Depuis le 21 avril, d'autres informations ont circulé à propos de la
préparation d'un arrêté royal fixant des redevances spécifiques pour
les compagnies low-cost. Objectivement, votre soutien à ce projet de
low-cost paraît évident. Je m'interroge quant à l'augmentation du trafic
aérien qu'il ne me paraît pas très judicieux d'encourager.
Par ailleurs, vous avez fait des promesses à propos de la diminution
des vols de nuit. Cela me paraît contradictoire. En effet, les vols low-
cost s'effectuent à la nuit tombée et parfois pendant la nuit, les
compagnies utilisant ces créneaux horaires pour offrir des vols à bas
prix. Ces décisions me paraissent empreintes de contradictions, sans
parler des enjeux écologiques au niveau des émissions de gaz à effet
de serre.
Je voudrais donc connaître votre position en la matière.
04.03 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): BIAC
heeft voor de bouw van de
lowcostterminal bij de Vlaamse
administratie
een
afwijking
aangevraagd van de verplichting
om een impactstudie te laten
uitvoeren.
Dat
vinden
de
omwoners aanstootgevend. De
Belgische Staat is aandeelhouder
van
de
luchthaven
Brussel-
Nationaal. U zou dan ook moeten
instaan voor de wettelijkheid van
de procedures. Wat is de stand
van zaken in dit dossier?
Er zou een koninklijk besluit in de
maak zijn waarbij specifieke
retributies worden vastgelegd voor
de lagekostenmaatschappijen.
U belooft het aantal nachtvluchten
te beperken, maar tegelijk moedigt
u die lagekostenvluchten aan, en
die vinden net 's nachts plaats. De
milieudimensie
van
dergelijke
vluchten is niet gering.Wat is uw
standpunt hierover?
04.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je 04.04 Staatssecretaris Etienne
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
puis signaler à mes interlocuteurs que l'aéroport projette d'ouvrir un
terminal dédié aux compagnies low-cost afin de répondre à l'évolution
du marché. Dans un premier temps, seule une partie de l'ancien
terminal sera réaménagée afin de pouvoir offrir une différenciation
des services aux usagers. À ce stade, il n'est donc pas question de la
construction d'un nouveau terminal.
Dans une deuxième étape, en supposant que cette initiative récolte
quelque succès, une extension du terminal est envisagée, mais reste
encore au stade de projet. À cette fin, une demande de permis
d'urbanisme devra être introduite auprès des instances compétentes.
Quant à mes compétences en qualité de secrétaire d'État à la
Mobilité, elles sont limitées à la sécurité du transport aérien et à
l'exploitation de l'aéroport. En effet, l'aménagement du territoire et
l'urbanisme incombent à la Région flamande, comme vous l'avez
rappelé à l'instar de M. Maingain.
S'agissant de la sécurité, les services doivent vérifier que les
équipements et les installations aéroportuaires ­ y compris celles qui
sont dévolues aux low-cost - respectent les standards internationaux.
Pour l'exploitation, les services doivent s'assurer que les redevances
aéroportuaires correspondent aux infrastructures et aux services
fournis et qu'aucune discrimination ne frappe les usagers. C'est la
raison pour laquelle nous parlons de différenciation de services. Par
exemple, si une taxe diminue, il faut que le service offert aux
voyageurs lui corresponde.
Dans un cadre réglementaire de régulation du transport ferroviaire et
de l'exploitation de l'aéroport de Bruxelles-National, on a créé ces
mesures lors de la privatisation de la gestion de l'aéroport.
Conformément à mes compétences, je veillerai à ce que ces
installations soient conformes aux critères de sécurité du transport
aérien et à ce que l'accès de ces installations respecte le principe de
non-discrimination entre compagnies aériennes.
Schouppe:
De
luchthavenexploitant is van plan
een lowcostterminal te openen.
Tijdens een eerste fase zal het
enkel gaan om de herinrichting
van een deel van de oude
terminal, waarbij de reizigers
gedifferentieerde diensten zullen
worden aangeboden. In een
tweede fase zou de terminal
kunnen worden uitgebouwd, maar
daarbij gaat het nog maar om
plannen. In dat geval zou er een
stedenbouwkundige
vergunning
moeten worden aangevraagd.
Mijn bevoegdheid is beperkt tot de
veiligheid van het luchtverkeer en
de exploitatie van de luchthaven.
Ruimtelijke
ordening
en
stedenbouw zijn bevoegdheden
van het Vlaams Gewest.
Wat de veiligheid betreft, moeten
de diensten nagaan of de
luchthaveninstallaties
en
­
inrichtingen aan de internationale
normen beantwoorden.
Op het stuk van de exploitatie
moeten de diensten zich ervan
vergewissen
dat
de
passagierstarieven
overeenstemmen
met
de
aangeboden
infrastructuur
en
diensten,
en
dat
er
geen
discriminatie bestaat ten aanzien
van bepaalde reizigers.
Ik zal erop toezien dat die
installaties in overeenstemming
zijn met de veiligheidscriteria voor
het luchtverkeer, en dat er geen
luchtvaartmaatschappijen
gediscrimineerd worden wat de
toegang tot die installaties betreft.
Collega,
de
door
u
aangehaalde
voorbeeldfunctie,
die
Brussels Airport Company, BAC, te vervullen heeft, dient geëvalueerd
te worden ten aanzien van het geheel van de verplichtingen waaraan
deze onderneming is onderworpen.
Een van die verplichtingen is dat zij de luchthaven dient te beheren als
een goede huisvader. Indien zij van oordeel is dat het aanbieden van
een dienstverlening op maat daartoe kan bijdragen, kan men haar dat
moeilijk ten kwade duiden.
In verband met de vraag of BAC met haar aanvraag om ontheven te
worden van de verplichting om een milieueffectenrapport op te stellen
voor deze geplande terminal tekortschiet in haar voorbeeldfunctie,
Le rôle d'exemple de la BIAC doit
être considéré dans le cadre de
l'ensemble des obligations que
l'entreprise est tenue de respecter.
La BIAC doit gérer l'aéroport en
bon père de famille et un service
sur mesure s'inscrit dans ce
cadre. Il appartient à mon collègue
flamand de juger si l'entreprise
peut être suspendue de l'obligation
de réaliser une étude d'incidence.
En 2007, le nombre de vols a
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
moet ik noodgedwongen verwijzen naar mijn Vlaamse collega-
minister onder wiens bevoegdheid deze materie valt en die derhalve
beter dan ikzelf geplaatst is om hierover een oordeel te vellen.
Het opstellen van een dergelijk milieueffectenrapport is immers in de
eerste plaats een instrument dat de overheid ten goede komt bij het
bepalen van haar beleid. Ik laat het dus aan mijn Vlaamse collega
over om uit te maken of in dit geval, rekening houdend met de
wetgeving ter zake, een milieueffectenrapport echt noodzakelijk is.
Zo kom ik tot de evolutie van het aantal vluchten tijdens het eerste
kwartaal. Ik maak een vergelijking tussen 2007, 2008 en 2009. In
2007 had men een groei met 1 procent. In 2008 was er een groei met
6,7 procent. In 2009 was er een achteruitgang met 14,6 procent.
In
verband
met
het
aantal
vluchten
van
de
lagekostenluchtvaartmaatschappijen was de evolutie de volgende. In
2007 was er een daling met 23,1 procent. In 2008 was er een stijging
met 322,9 procent. In 2009 was er een daling met 19,9 procent.
In verband met het aantal cargovluchten was er in 2007 een daling
met 3,6 procent. In 2008 was er een stijging met 4,7 procent. In 2009,
de economische crisis zal hieraan wel niet vreemd zijn, was er een
daling met 53,3 procent, minder dan de helft dus van het aantal
cargovluchten van vorig jaar.
Ik zal dat allemaal weergeven in een tabel, die in het bulletin zal
worden gepubliceerd. In het eerste kwartaal bedroeg het totaal aantal
vluchten in 2006 59.310, in 2007 59.925, in 2008 63.917 en in 2009
54.585. Wat het cargovervoer betreft, hadden we in 2008 nog 6.202
vluchten gedurende het eerste kwartaal, terwijl we er in 2009 slechts
2.897 tellen. Vandaar de terugval met meer dan 53 procent.
Er zijn evenwel geen cijfers beschikbaar van vluchten die specifiek
voor zakenreizigers zouden worden georganiseerd. Wel blijkt uit het
onderzoek van de Brussels Airport Company dat van de vertrekkende
lokale passagiers op jaarbasis ongeveer 40 procent reist voor
zakendoeleinden.
Door de omvang van de economische crisis is het moeilijk om
accurate cijfers voor de komende kwartalen van 2009 op te stellen.
De algemene verwachting blijft evenwel negatief. Ondanks de crisis
blijven de speerpunten van Brussels Airport Company de verdere
uitbouw van de home carrier, het ontwikkelen van het
langeafstandsnetwerk, het aanbieden van diensten op maat en het
vrijetijdsverkeer.
Ik moet er nog aan toevoegen dat het feit dat voor een verminderde
service eventueel een lagere vergoeding zou worden gevraagd, een
element is waardoor de luchthaven van Zaventem zijn attractiviteit zou
kunnen behouden. Het is niet omdat, bijvoorbeeld, de
terminalvergoeding met vijf euro zou dalen, dat er ineens meer
mensen speciaal het vliegtuig zouden nemen, maar het is voor elke
Belg die daar zijn vliegtuig neemt, wellicht mooi meegenomen dat hij
uiteindelijk vijf euro terminalvergoedingen minder moet betalen.
augmenté de 1 % au cours du
premier
trimestre. En 2008,
l'augmentation s'élevait à 6,7 % et,
en 2009, il y avait une diminution
de 14,6 %. Le nombre de vols des
compagnies aériennes à bas prix
a diminué de 23,1 % en 2007, a
augmenté de 322,9 % en 2008 et
a diminué de 19,9 % en 2009. Le
nombre de vols pour le transport
de fret a diminué de 3,6 % en
2007, a augmenté de 4,7 % en
2008 et a diminué de 53,3 % en
2009.
Je fournirai l'évolution du nombre
de vols par écrit, sous la forme
d'un tableau. Nous ne disposons
pas de chiffres concernant les vols
organisés pour des voyageurs
d'affaires. Il ressort toutefois d'une
étude interne que 40% des
passagers locaux prennent l'avion
pour des motifs professionnels. À
cause de la crise économique, il
est difficile d'estimer ce que les
prochains
trimestres
nous
réservent. Les prévisions sont
assez pessimistes.
Le fait de demander une moindre
rémunération pour un service
réduit
pourrait
contribuer
à
préserver l'attractivité de notre
aéroport.
04.05 Olivier Maingain (MR): Monsieur le secrétaire d''État, tout
d'abord, je m'étonne! Lors de vos réponses antérieures, vous nous
04.05 Olivier Maingain (MR): U
verwondert me: in uw vorige
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
disiez que les aspects concernant l'environnement et l'urbanisme ne
relevaient pas de vos compétences. Aujourd'hui, vous franchissez un
pas en laissant entendre que, pour la première phase des travaux,
vous considérez ­ vous ­ qu'il n'y a pas lieu d'introduire une demande
d'étude d'incidence. En fait, il s'agirait d'aménagements intérieurs ne
justifiant pas le dépôt d'un permis d'urbanisme.
Cela est très discutable sur le plan juridique. Je m'étonne que vous
adoptiez cette attitude d'autorité. Je ne sais sur quoi elle est fondée.
Durant longtemps, vous vouliez vous protéger de ce débat en disant
que cela ne vous regardait pas et que c'était de la compétence de la
Région. Maintenant, vous semblez prendre position en faveur d'une
interprétation fortement contestée sur le plan juridique.
Ensuite, vous n'en dites pas plus quant à la volonté de comparer les
conditions de concurrence entre les différents services offerts. Vous
dites devoir vous assurer qu'il n'y ait pas de discrimination. Certes,
mais où en est l'étude précise quant au risque de discrimination entre
les services offerts selon la formule low-cost ou selon la formule
traditionnelle, notamment par rapport à d'autres opérateurs ayant déjà
à ce jour un certain nombre de services à prix très compressés?
Nous voudrions en savoir davantage. Où en est la méthodologie? Où
en êtes-vous dans cette évaluation? Comment votre administration
travaille-t-elle? Quand aurons-nous des conclusions à ce propos?
antwoorden stelde u dat de
stedenbouwkundige
en
milieuaspecten
niet
tot
uw
bevoegdheid behoren. Nu laat u
verstaan dat het voor de eerste
fase van de werken niet nodig is
een impactstudie aan te vragen. U
kiest dus voor een bepaalde
interpretatie,
die
overigens
juridisch gezien betwistbaar is.
Bovendien wil u ons verzekeren
dat er niemand gediscrimineerd
zal worden. Hoe staat het met de
vergelijkende studie tussen de
lagekostenformule
en
de
traditionele
formule
wat
de
diensten betreft? Welke methode
wordt er daarbij gevolgd? Hoe
gaat uw administratie op dat vlak
te werk? Wanneer zullen er in dat
verband
conclusies
worden
voorgelegd?
04.06 Sonja Becq (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik ben mij er ten
zeerste van bewust dat de MER een bevoegdheid is van het Gewest.
Ik wou echter bekijken hoe vanuit een federale verantwoordelijkheid
voor de overheidsbedrijven ervoor kan worden gezorgd dat men als
een goede huisvader zijn klanten zo goed mogelijk probeert te
bedienen en daar ook in een stuk diversiteit en diversificatie probeert
te voorzien. In het kader van het goedehuisvaderschap past uiteraard
de poging om samen te werken en met respect voor de omgeving en
de regionale wetgeving te handelen. Ik heb de vraag gesteld aan de
minister van Overheidsbedrijven, omdat ik denk dat het belangrijk is
dat die afweging kan worden gemaakt.
Ik weet dat wij op dit moment te maken hebben met ­ de cijfers die u
aanhaalde, illustreren dit ook ­ een verminderde activiteit op de
luchthaven, onder andere door de economische recessie. Het is toch
wel de bedoeling om in uitbreiding te kunnen voorzien. In dat kader
denk ik dat het belangrijk blijft om, rekening houdend met prognoses,
die milieueffectenrapportering mee te nemen. In die zin blijf ik dat toch
wel belangrijk vinden.
04.06 Sonja Becq (CD&V): Je
sais que l'étude d'incidences
environnementales ressortit aux
compétences
régionales.
La
référence à la responsabilité
qu'exerce le gouvernement fédéral
au sein des Entreprises publiques
avait pour but de souligner qu'en
plus du service à la clientèle,
l'exploitant de l'aéroport a le
pouvoir et le devoir de donner la
priorité à la législation régionale et
à l'environnement.
Même si l'activité de l'aéroport
diminue aujourd'hui, l'expansion
doit rester possible. Je persiste à
penser qu'un rapport sur les
incidences environnementales est
primordial.
04.07 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
secrétaire d'État, votre réponse me surprend. S'il n'est pas question
d'un nouveau terminal, on rénove alors actuellement un bâtiment
sans savoir exactement ce qu'il abritera! Cela m'étonnerait qu'on le
fasse sans avoir en vue la seconde étape! C'est une curieuse
stratégie d'entreprise! J'ai l'impression que l'on crée le fait accompli et
que, dès lors, l'étude des incidences sur l'environnement ­ si elle a
lieu un jour ­ interviendra à un stade où il n'y a plus moyen de
remettre en cause des éléments importants, voire l'ensemble du
projet. Cela me paraît tout à fait contraire à l'esprit de la directive
européenne sur l'évaluation des incidences environnementales.
04.07 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Indien
er geen sprake is van een nieuwe
terminal, dan renoveert men een
gebouw zonder dat men precies
weet wie of wat er zal worden
ondergebracht!
Dat
is
merkwaardig! Ik heb de indruk dat
we voor een voldongen feit worden
geplaatst
en
dat
de
milieueffectrapportage er pas zal
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
En outre, l'État étant actionnaire, vous êtes aussi responsable de la
correction des procédures. Il n'est à mon sens pas correct de se
cacher derrière les responsabilités des ministres de l'Aménagement
du territoire et des Régions en l'occurrence. Vous êtes aussi
responsable des conditions d'exploitation. L'arrêté royal du 21 juin
2004 précise qu'il est possible d'arriver à 80 mouvements à l'heure.
C'est effrayant sur le plan des nuisances et des risques de sécurité
inévitables que cela comporterait.
Monsieur le secrétaire d'État, vous savez que vous devez appliquer
une directive européenne sur les redevances liées à l'environnement.
L'idée de baisser les redevances pour le low-cost est en contradiction
avec l'obligation de tenir compte des nuisances occasionnées et de
fixer des redevances en fonction du niveau de ces nuisances. Vous
êtes donc dans un noeud de contradictions et il serait intéressant d'en
sortir!
komen in een stadium waarin het
project niet meer ter discussie kan
worden gesteld. Aangezien de
Staat aandeelhouder is, moet u
erop toezien dat de procedures
worden nageleefd. Het is niet
correct om zich te verschuilen
achter de bevoegdheden van de
gewestministers die over de
ruimtelijke ordening gaan.
U bent tevens bevoegd voor de
exploitatievoorwaarden. Krachtens
het koninklijk besluit van 21 juni
2004
kan
men
tot tachtig
bewegingen per uur gaan. Dat is
angstaanjagend op het stuk van
de hinder en de risico's!
U moet een Europese richtlijn over
milieuheffingen toepassen. Het
verlagen van de heffingen voor de
lowcostoperatoren staat haaks op
de verplichting om rekening te
houden met de hinder bij de
vaststelling van die heffingen. U
raakt verstrikt in een web van
tegenstrijdigheden!
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, de heer Deseyn wenst zijn vraag, die eerder was omgezet in een schriftelijke
vraag, toch te stellen.
05 Vraag van de heer Roel Deseyn aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de nauwkeurigheid van de ophangingstest bij de keuring" (nr. 12597)
05 Question de M. Roel Deseyn au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
précision du test de contrôle des suspensions lors du contrôle technique" (n° 12597)
05.01 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, ik zou even het probleem van de nauwkeurigheid
van de ophangingtests bij de keuringen willen voorleggen. Via diverse
kanalen hoor ik daarover klachten. Als de test dubieus lijkt te zijn en
men wat dieper graaft, komen er vreemde zaken naar boven die
minstens de aandacht van deze commissie verdienen.
Blijkbaar zouden de voertuigen regelmatig falen op deze test. Het
slaagpercentage zou hoger kunnen liggen wanneer men een aantal
parameters manipuleert, zoals het gewicht in de wagen of de
verandering van bandenspanning.
Mijnheer de staatssecretaris, u weet dat als men met dergelijke zaken
begint te prutsen, men de verkeersveiligheid en de stabiliteit van de
wagen in het gedrang brengt. Er is ook de milieufactor, want dat leidt
tot een hoger verbruik.
Een keuring die meer verkeersveiligheid beoogt, zou in de praktijk
leiden tot een afname daarvan. Dat is een vreemde gang van zaken.
Soms worden zo serieuze drukverschillen gegenereerd. Een
05.01 Roel Deseyn (CD&V):
Apparemment, il est possible
d'augmenter ses chances de
réussite au test de contrôle des
suspensions
en
manipulant
certains paramètres, comme le
poids ou la pression des pneus.
Bien que le constructeur prescrive
2,4 bars de pression pour les
pneus d'une Peugeot 206, cette
voiture passe plus facilement le
contrôle technique avec 1,8 bar de
pression. Ce genre de pratiques
n'est certainement pas favorable à
la sécurité routière.
Les services du secrétaire d'État
sont-ils informés du problème?
S'en occupent-ils? Quel était le
taux de réussite en 2008? Le type
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
17
Peugeot 206 geraakt gemakkelijker met een bandenspanning van
1,8 bar door de keuring dan met een bandenspanning van 2,4 bar
zoals voorgeschreven door de constructeur.
Wie heeft gelijk? Toont de test de betere bandenspanning aan of is
het pure manipulatie om door de test te geraken en wordt erkend dat
dit leidt tot minder verkeersveiligheid?
Voor de mensen is dat natuurlijk zeer verwarrend. Als zij een wijziging
moeten aanbrengen en vervolgens groen licht krijgen, denken zij dat
het wel goed zal zijn. Ik ben van mening dat de bandenspanning die
door de constructeur wordt aangegeven de aan te raden en juiste
spanning is.
Met een dergelijk systeem is het moeilijk om een zekere uniformiteit
en garantie van kwaliteit te bewaken in de verschillende
keuringscentra.
Mijnheer de staatssecretaris, ik heb hierover een aantal vragen.
Is dat een werkpunt voor uw kabinet of administratie? Zijn die
problemen gekend? Zijn daarover veel klachten? Bestaan er cijfers
over die tests voor 2008? Wat was het slaagpercentage, het
faalpercentage? Heeft dat te maken met bepaalde types van wagens
die daarvoor gevoeliger zijn?
Als men faalt heeft men recht op een herkansing. In bepaalde centra
vraagt men dan om even plaats te nemen op de achterbank om het
gewicht te verzwaren. Dat is wellicht geen standaardprocedure.
Moeten niet alle keuringscentra op een uniforme manier te werk
gaan? Hoe kan men de ophangingtest verbeteren?
Als men dat allemaal hoort, dan beoogt men blijkbaar wel iets
belangrijks, maar de manier waarop dit moet worden gerealiseerd laat
te wensen over.
Ten slotte, hoe zal men meer duidelijkheid en eenduidigheid creëren?
Hoe kan men het publiek duidelijk maken dat de spanning niet moet
worden veranderen? Hoe gaat men om met die test? Ik begrijp
natuurlijk dat mensen niet graag herkansen en extra moeten betalen
voor een test die nogal speciaal lijkt te zijn, om het zo uit te drukken.
Die test werd trouwens pas in 1992 ingevoerd en is misschien ook
voor revisie vatbaar.
de voiture intervient-il?
Un test de repêchage est proposé
pour les véhicules refusés. Dans
certains
centres
d'inspection
automobile, il est alors proposé au
conducteur de s'asseoir à l'arrière
de
son
véhicule
pour
en
augmenter le poids. Il ne s'agit
pas, selon moi, d'une procédure
standard.
Tous
les
centres
d'inspection automobile doivent-ils
appliquer les mêmes méthodes de
travail?
Comment
peut-on
améliorer les procédures?
05.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
mijnheer Deseyn, wat uw eerste vraag betreft, de zogenaamde
ophangingtest of wegcontacttest is inderdaad al meer dan vijftien jaar
in voege en heeft ondertussen toch al bestaansrecht verworven om
het voor de veiligheid noodzakelijke minimale contact te meten tussen
de ophanging en de weg.
De problemen doen zich inderdaad voornamelijk voor bij de test van
de achteras van lichte voertuigen met voorwielaandrijving die meestal
niet zijn uitgerust met geschikte banden. Meestal betreft het
laagprofielbanden,
dus
banden
met
een
kleine
hoogte-
breedteverhouding.
Wat uw tweede vraag betreft, in 2008 werden er in totaal 3.107.480
05.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Le test de
contrôle des suspensions a été
instauré il y a quinze ans et,
depuis, il a démontré qu'il mesurait
valablement le contact entre les
suspensions et la route. Les
principaux problèmes se posent
sur le plan du contrôle de l'essieu
arrière des véhicules légers à
traction
avant
qui
sont
généralement équipés de pneus à
profil bas.
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
18
voertuigen aan de ophangingtest onderworpen. Hiervan werden er
71.243 afgekeurd wegens onvoldoende wegcontact ­ dat betekent
minder dan 20 procent eusamawaarde ­ of met een te groot verschil
tussen links en rechts voor de ene as, groter dan 50 procent. Het gaat
dus in totaal om 2,3 procent afkeuringen.
Wat uw derde vraag betreft, er bestaan eenvormige instructies van de
administratie, die door alle autokeuringstations op dezelfde wijze
moeten worden toegepast voor de lichte voertuigen, in lege toestand,
met een massa van minder dan 300 kg op de achteras.
Wanneer bij de eerste controle een wegcontact van minder dan
20 procent wordt vastgesteld, moet worden overgegaan tot een
tweede controle. Eerst wordt de bandenspanning gecontroleerd en
indien nodig aangepast volgens de door de constructeur
voorgeschreven bandenspanning voor een leeg voertuig.
Voor de lichte voertuigen waarvan hier sprake is het bovendien
toegelaten om een massa te plaatsen op de achterste zitbank.
Praktisch gezien is dat een persoon.
Wat uw vierde vraag betreft, kan ik u meedelen dat, gezien de
vooruitgang van de techniek en de evolutie in de constructie van de
door de constructeurs gebruikte ophangingssystemen, men op het
niveau van de administratie nagaat of het mogelijk is om een studie
en bijkomende testen te laten uitvoeren op de voorwielaangedreven
lichte voertuigen op basis van de aslasten en de bandenspanning.
Wat uw vijfde vraag betreft, zoals reeds gezegd, bestaat er een
eenvormige procedure voor de autokeuring. Indien blijkt dat deze
procedure niet voldoende zou worden opgevolgd door de
verschillende centra, zal deze procedure ongetwijfeld in herinnering
worden gebracht.
Mijn administratie zal samen met GOCA onderzoeken welke
informatie daaromtrent aan de burger kan worden verstrekt. Een
goede bandenspanning is heel belangrijk voor een goede wegligging,
evenals een regelmatige controle van de bandendruk. Elke
automobilist moet beseffen dat er volgens het instructieboekje een
andere bandenspanning is voorgeschreven voor het rijden met of
zonder belading.
En 2008, 3.107.480 véhicules ont
été soumis à ce contrôle et 2,3%
d'entre eux ont été recalés parce
qu'ils présentaient un contact
insuffisant avec la route ou en
raison d'un différentiel excessif
entre le côté gauche et le côté
droit d'un même essieu.
Toutes les stations d'inspection
automobile sont tenues de suivre
les instructions décrétées par
l'administration, à savoir que les
véhicules doivent être vides au
moment du contrôle et que la
masse à l'essieu arrière doit être
inférieure à 300 kg.
Lorsque, lors du premier contrôle,
il est constaté que le contact avec
la route est inférieur à 20%, un
deuxième contrôle suivra. La
tension des pneus est d'abord
contrôlée
et
adaptée
si
nécessaire. Il est également
autorisé de placer un poids sur la
banquette arrière.
Vu l'évolution technique des
systèmes
de
suspension,
l'administration vérifie s'il ne
convient pas de prévoir des tests
supplémentaires
pour
les
véhicules légers avec traction
avant.
Tous les centres de contrôle
technique sont tenus d'appliquer la
procédure uniforme. Si ce n'est
pas le cas, nous leur rappellerons
une fois de plus cette règle.
Le citoyen doit également être
correctement informé. Une tension
adéquate des pneus constitue un
élément très important pour une
bonne tenue de route. La tension
des pneus doit également être
adaptée
à
un
éventuel
chargement.
05.03 Roel Deseyn (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
staatssecretaris, de test die ik misschien betiteld had als dubieus,
blijkt eerder kwestieus te zijn, maar niet dramatisch als ik zie dat er
2,3 procent wordt afgekeurd.
Het zou jammer zijn mocht precies bij die kleine groep onbegrip en
onbehagen groeien omdat de test niet helemaal correct kan worden
05.03 Roel Deseyn (CD&V): Le
test n'est pas vraiment dramatique
s'il n'y a que 2,3% de contrôles
négatifs. Il serait dommage que le
sentiment de mécontentement
augmente au sein de ce petit
groupe parce que le test ne peut
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
19
gevalideerd, waardoor afbreuk wordt gedaan aan wat precies de
bedoeling van een dergelijke test is.
Ik onthoud twee heel positieve zaken uit uw antwoord. Er zal worden
gewerkt aan sensibilisering en de test zal technisch worden
bijgestuurd met die extra aslast, precies om die minder marginale
foutenmarge maximaal uit te sluiten.
Ook inzake sensibilisering is de voorbereiding door de garage heel
belangrijk. Blijkbaar rijdt er immers een aantal wagens rond met
banden die voor het genoemde type ophanging niet geschikt zijn. Ook
op dat vlak kan de garage dus een explicieter advies geven, na de
gekregen informatie en na kennis te hebben genomen van het
antwoord van de minister. Aan de hand van de technische gegevens
kan immers worden aangetoond dat er iets niet klopt.
Eigenlijk wordt de beste uitrusting van de wagen bij aflevering of bij
vervanging van de banden meegegeven.
Wij zullen binnenkort in de commissie voor de Infrastructuur met de
mensen van de keuringscentra een hoorzitting over hun
dienstverlening houden. Misschien kan het voorgaande in de marge
van voornoemde hoorzitting ook even kort worden besproken.
Ik begrijp dus het lege voertuig. Zo moet dat zijn bij de eerste test.
Wanneer er tijdens dezelfde keuringssessie een tweede test is, mag
er een extra passagier plaatsnemen. Blijkbaar zal de uniformiteit van
de controles worden geverifieerd.
Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u dus voor uw inspanning.
être validé correctement. Une
adaptation technique s'impose
donc véritablement afin d'exclure
au maximum la marge d'erreur.
Il faudra prévoir une campagne de
sensibilisation.
Des
véhicules
circulent apparemment avec des
pneus inappropriés pour cette
suspension. Le garagiste devra
donc fournir des conseils plus
explicites.
Une audition avec les personnes
des centres de contrôle technique
sera
organisée
bientôt
en
commission de l'Infrastructure à
propos du service offert. Le
problème susmentionné pourra
être évoqué à cette occasion.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Questions jointes de
- M. Georges Dallemagne au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'utilisation de la piste d'atterrissage 02 au cours de la matinée du mercredi 15 avril 2009" (n° 12682)
- Mme Thérèse Snoy et d'Oppuers au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'utilisation de la piste 02/20 dans le cadre du plan d'organisation des routes aériennes" (n° 12876)
06 Samengevoegde vragen van
- de heer Georges Dallemagne aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het gebruik van landingsbaan 02 woensdagochtend 15 april 2009" (nr. 12682)
- mevrouw Thérèse Snoy et d'Oppuers aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "het gebruik van baan 02/20 in het kader van het vliegrouteplan" (nr. 12876)
06.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, je
reviens sur un sujet qui nous est hélas bien connu, à l'occasion d'un
incident particulier dû à l'utilisation excessive de la piste 02/20. Cet
incident s'est produit le mercredi 15 avril 2009. Ce jour-là, la piste en
question a été utilisée sans motif légitime de vent, de travaux, de
circonstances météorologiques particulières. D'ailleurs, les réponses
fournies par votre service fédéral de médiation confirment ces propos.
Le schéma d'atterrissage vers la piste 02 a été mis en service de
6.00 heures à 9.45 heures par Belgocontrol sur la base d'une
anticipation dans les changements de pistes établie d'après des
prévisions météorologiques qui ne se sont pas du tout confirmées: le
vent n'a jamais augmenté d'intensité et, de ce fait, il n'y avait aucune
06.01 Georges Dallemagne
(cdH): Er deed zich op woensdag
15 april 2009 een incident voor op
baan 02/20.
De
weersomstandigheden waren niet
van dien aard dat die baan
gebruikt moest worden. Ik wens u
te herinneren aan het arrest van
het hof van beroep van Brussel
van 17 maart 2005, dat op
14 september
2006
bevestigd
werd door het Hof van Cassatie,
waarbij elk onwettig, overdreven of
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
20
raison de ne pas s'en tenir à la configuration classique et historique
25/25. Je rappelle à cette occasion l'arrêt de la cour d'appel de
Bruxelles du 17 mars 2005 qui interdit toute utilisation illicite,
excessive ou abusive de la piste d'atterrissage 02 et précise que
l´État belge est tenu d'en revenir aux anciennes conditions d'utilisation
de cette piste. Cet arrêt a été confirmé par la Cour de cassation le
14 septembre 2006 et n'est plus susceptible d'interprétation ou
d'annulation.
Pourtant l'État belge reste en faute de ne pas avoir repris
complètement les anciens critères d'utilisation de la piste 02.
Belgocontrol travaille d'après les prévisions météorologiques en
anticipant l'emploi des pistes. Or les procédures aéronautiques AIP
pour Bruxelles-National précisent que les pistes 25 sont les pistes
préférentielles de jour pour autant que la norme de vent arrière de 7
noeuds avec rafales ne soit pas dépassée. Les AIP n'évoquent
nullement le fait d'anticiper les changements de piste et de le faire en
fonction des prévisions météorologiques mais précisent que la norme
de vent ne doit pas être dépassée, ce qui préjuge une norme a
posteriori établie sur des faits quantifiables et non des conditions a
priori subjectives et totalement arbitraires.
Enfin, l'État belge n'a jamais annulé une instruction écrite ordonnée
par l'ancien ministre Bert Anciaux à Belgocontrol et datée du 26 août
2003. Ce courrier donne clairement l'instruction quant à la manière de
procéder au choix des pistes en usage à Bruxelles-National. Ce
courrier a été rendu public entre-temps. J'en cite un court extrait: "Le
choix des pistes doit se faire de telle façon que la limite de vent
maximum, en particulier de vent arrière ne soit jamais atteinte. Ce
choix doit être fondé sur les prévisions de vitesse maximale de vent et
non sur les valeurs de vitesse moyenne. En fonction de la fiabilité des
prévisions météo, il convient de prendre une marge appropriée afin
d'éviter dans la mesure du possible des changements impromptus
dans les pistes en usage."
Je signale aussi qu'à l'époque, le ministre Anciaux avait justifié ces
instructions en raison de son plan de dispersion. Mais puisque vous
avez abandonné, à juste titre d'ailleurs, ce plan de dispersion, il me
semble qu'elles doivent être abandonnées pour être remplacées par
d'autres beaucoup plus conformes au droit et, notamment à l'arrêt de
la cour d'appel du 17 mars 2005. En effet, les instructions du ministre
Anciaux induisaient une utilisation abusive, excessive et illicite de
cette piste d'atterrissage 02.
Les riverains ne comprennent pas pourquoi on utilise cette piste alors
que le vent ne le justifie pas. Quelles sont les mesures que vous
comptez prendre pour appliquer strictement les décisions de justice
qui interdisent toute utilisation abusive de la piste d'atterrissage 02?
Comment comptez-vous procéder pour revenir au système historique
en usage durant 30 ans, jusqu'en 2003, j'insiste sans aucun incident,
sans aucune difficulté? Durant cette période, la piste 02 n'était utilisée
qu'en cas de réel dépassement des normes de vent sur la piste 25.
Comment se fait-il que les infractions commises en la matière ne
soient que rarement constatées par la direction générale des
transports aériens?
onrechtmatig
gebruik
van
landingsbaan 02 verboden wordt
en waarin gepreciseerd wordt dat
de Belgische Staat verplicht is
terug te grijpen op de vroegere
voorwaarden voor het gebruik van
die baan.
Overeenkomstig
de
AIP-
luchtverkeersprocedures
voor
Brussel-Nationaal dient er overdag
bij voorkeur gebruik te worden
gemaakt van de banen 25, voor
zover de staartwindnorm van
7 knopen met windstoten niet
overschreden wordt. De Belgische
Staat
heeft
een
schriftelijke
instructie d.d. 26 augustus 2003
die oud-minister Bert Anciaux aan
Belgocontrol
richtte,
nooit
vernietigd. Die instructie zegt
onder andere dat de banen op
dusdanige wijze moeten worden
gekozen
dat
de
maximale
windwaarden, en in het bijzonder
de maximale staartwind, nooit
bereikt worden. Voorts moet die
keuze gebaseerd zijn op de
voorspelde
maximale
windsnelheid en niet op de
gemiddelde windsnelheden, en
moet er op basis van de
betrouwbaarheid
van
de
weersvoorspellingen een adequate
marge gehanteerd worden om
onverwachte wijzigingen in het
gebruik
van
de
start-
en
landingsbanen voor zover mogelijk
te voorkomen.
Destijds had minister Anciaux die
richtlijnen gerechtvaardigd door te
verwijzen naar zijn spreidingsplan.
Aangezien u dat plan heeft
ingetrokken, moeten die richtlijnen
volgens
mij
ook
worden
afgeschaft.
Welke maatregelen zal u treffen
om de gerechtelijke beslissingen
strikt uit te voeren?
Hoe zal u ervoor zorgen dat men
naar het historisch systeem zal
terugkeren, dat al dertig jaar
zonder enig incident gebruikt
wordt?
Waarom maakt het Directoraat-
generaal Luchtvaart slechts zelden
een proces-verbaal op van de
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
21
Enfin quelles sont les initiatives que vous comptez prendre pour que
la piste 02 ne soit plus utilisée si le vent ne le justifie pas ou sans
raison valable?
overtredingen die op dat vlak
begaan worden?
06.02 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
président, monsieur le secrétaire d'État, l'incident qui s'est produit le
15 avril m'a quelque peu alarmée.
Ma question porte sur l'instruction écrite donnée par l'ancien ministre
Anciaux selon laquelle il fallait recourir aux prévisions météo plutôt
qu'aux vents réellement mesurés.
Je rappelais aussi l'arrêt de la cour d'appel du 17 mars 2005
demandant que la piste 02 ne soit pas utilisée de manière abusive,
illicite et excessive.
Effectivement, j'estimais qu'au départ, vous ameniez le progrès grâce
au principe d'aligner le choix de la piste sur les données
météorologiques des vents. Or il me faut constater qu'en réalité, si
l'on prévoit du vent et qu'il n'y en a pas, on utilisera quand même cette
piste.
Bien sûr, outre la question du survol de communes et de personnes,
ce qui entraîne de réelles nuisances, c'est aussi la question de la
sécurité de cette piste 02/20 qui me préoccupe. De fait, vous ne
m'avez toujours pas convaincue que les autres pistes ne sont pas
plus sûres, donc qu'il n'est pas préférable de les utiliser et de limiter le
trafic sur la 02/20 en raison de sa configuration particulière.
Je voulais aussi élargir ma question et en profiter pour vous
demander où en est l'élaboration du plan des routes aériennes qui
doit compléter les mesures décidées au mois de janvier.
06.02 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Met
betrekking tot het gebruik van
baan 02 heb ik eveneens een
vraag over de schriftelijke richtlijn
van gewezen minister Anciaux,
volgens welke men zich eerder op
de weersvoorspellingen dan op de
werkelijk gemeten wind dient te
baseren.
Ik verwijs tevens naar het arrest
van het hof van beroep van 17
maart 2005, waarin gevraagd
wordt baan 02 niet op een
onrechtmatige,
onwettige
en
buitensporige wijze te gebruiken.
Eerst dacht ik dat u vooruitgang
boekte door de keuze van de baan
af
te
stemmen
op
de
windgegevens. In de praktijk is het
echter zo dat als er wind voorspeld
werd, de baan hoe dan ook
gebruikt wordt, ook al blijkt de
wind uiteindelijk weg te vallen.
Naast de kwestie van het
overvliegen van gemeenten, baart
de veiligheid van baan 02/20 mij
zorgen. U heeft mij nog altijd niet
weten te overtuigen van het feit
dat het niet verkieslijk is om het
verkeer op baan 02/20 te
beperken wegens de specifieke
ligging van die baan. Hoe vordert
de
uitwerking
van
het
vliegrouteplan dat in het verlengde
ligt van de maatregelen die in
januari genomen werden?
06.03 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je
rappelle avant tout qu'en août 2003, date chargée de signification, la
Direction générale Transport aérien a effectivement donné instruction
à Belgocontrol de s'assurer de ne pas dépasser les tolérances de
vent arrière fixées pour l'utilisation des pistes. Cette instruction faisait
suite à la requête des pilotes qui se plaignaient d'un vent arrière trop
important lors des atterrissages ou décollages et n'était pas liée au
plan de dispersion de mon prédécesseur, plan qui par ailleurs a été
mis en oeuvre en 2004.
La seule manière de ne pas dépasser les tolérances fixées consiste à
travailler avec des prévisions météorologiques. En effet, un délai d'au
moins 20 à 30 minutes est absolument nécessaire pour opérer un
changement de configuration de piste, parce que les avions qui
projettent d'atterrir doivent être classés selon une certaine logique qui
06.03 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: In augustus 2003 gaf
het
Directoraat-generaal
Luchtvaart Belgocontrol instructie
erop
toe te zien dat de
vastgestelde
staartwindtolerantiewaarden voor
het gebruik van de banen niet
overschreden
werden.
Die
instructie kwam er op verzoek van
de piloten en stond los van het
spreidingsplan
van
mijn
voorganger.
De
enige
manier
om
de
tolerantiewaarden
niet
te
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
22
tient compte des distances et de leur temps de parcours. Cette petite
demi-heure est nécessaire pour ce faire.
De plus, ce changement de piste ne peut intervenir à n'importe quel
moment. Il faut tenir compte de l'intensité du trafic et des avions en
approche et il est donc impossible de travailler uniquement avec les
mesures de vent. Changer de piste comporte des conséquences, telle
qu'éviter que deux avions arrivent à un même moment sur des pistes
pouvant se croiser.
Les prévisions météorologiques sont constamment mises à jour. La
tour de contrôle travaille en étroite collaboration avec le service météo
pour le choix des pistes en usage. Néanmoins, ces prévisions ne sont
pas infaillibles. Il peut arriver qu'elles ne se réalisent pas ou pas tout à
fait. La tour de contrôle change alors la configuration de piste dès que
l'évolution du trafic le permet.
Dès lors, on ne peut parler d'infraction puisque Belgocontrol respecte
les procédures fixées. Je souligne que ces procédures sont
identiques pour toutes les pistes. Il pourrait arriver que la piste 02 ne
soit pas utilisée alors qu'elle aurait dû l'être. Soyons clairs sur ce plan,
je veux éviter tout malentendu à cet égard!
Enfin, je rappelle que le gouvernement a décidé le 19 décembre
d'étudier les différentes options envisageables en matière de normes
de vent et de leur impact sur la sécurité, sur la capacité d'utilisation
des pistes et les nuisances sonores. Cette étude démarre dans les
prochaines semaines et donnera des résultats fin septembre. Nous
en reparlerons certainement.
Pour répondre à la question de Mme Snoy sur les routes de vol, je
précise qu'elles font actuellement l'objet d'une évaluation et d'une
discussion au sein d'un groupe de travail, conformément à l'accord du
Conseil des ministres du 19 décembre.
Le travail n'est pas terminé, mais je vous assure que nous aurons
l'occasion d'en reparler, aussitôt cette évaluation terminée.
overschrijden bestaat erin te
werken met weersvoorspellingen.
Het vergt 20 tot 30 minuten om
van baan te veranderen, want de
vliegtuigen die moeten landen
worden ingedeeld volgens een
methode
waarbij
rekening
gehouden wordt met de afstanden
en de tijd waarin ze hun traject
afleggen.
Men moet er ook rekening mee
houden
dat
de
weersvoorspellingen niet altijd juist
zijn. De controletoren wijzigt de
indeling van de banen, zodra de
verkeersevolutie
dat
mogelijk
maakt. Men kan dus niet spreken
van een overtreding, aangezien
Belgocontrol
de
procedures
naleeft, die voor alle banen
dezelfde zijn. Het kan gebeuren
dat baan 02 niet gebruikt wordt,
terwijl dat wel het geval had
moeten zijn.
Tegen eind september worden de
resultaten verwacht van de studie
met betrekking tot de mogelijke
opties rekening houdend van de
windnormen en hun impact op de
veiligheid, het baangebruik en de
geluidsoverlast,
waartoe
de
regering op 19 december beslist
heeft.
Mevrouw Snoy kan ik ten slotte
antwoorden dat de vliegroutes,
overeenkomstig het akkoord in de
Ministerraad van 19 december,
momenteel door een werkgroep
geëvalueerd worden.
Later spreken we opnieuw over dit
alles.
06.04 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État,
j'entends bien vos arguments. Je reste néanmoins surpris par le fait
qu'un système qui a très bien fonctionné pendant 30 ans, qui ne
posait aucune difficulté et qui semblait être utilisé à l'étranger, a
débouché sur le système actuel, qui est devenu une curiosité par
rapport à la manière dont on travaille à l'étranger.
Certes, nous devons nous réserver une marge de manoeuvre mais,
dans certains cas, il s'agit d'une utilisation abusive, des heures durant,
de la piste sans qu'aucun vent ne semble la justifier. C'est ce que les
riverains ne comprennent pas. Si ces faits survenaient pendant 20 ou
30 minutes, les riverains s'adapteraient, mais pendant des matinées,
voire des journées entières, ils se disent qu'il y a abus en la matière.
Il importera de revenir à un système plus raisonnable, mieux compris
06.04 Georges Dallemagne
(cdH): Aangezien de systemen
veranderd zijn en de rust en de
veiligheid van de omwonenden
niet langer gegarandeerd zijn, zou
men moeten teruggrijpen op een
redelijker systeem, dat duidelijker
is en waar een groter draagvlak
voor bestaat.
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
23
et mieux accepté par les riverains. La problématique est de se trouver
face à des systèmes qui ont changé et qui, aujourd'hui, ne
conviennent absolument pas à la bonne gestion et à la tranquillité
comme à la sécurité des riverains.
06.05 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Monsieur le
secrétaire d'État, je vous remercie pour les informations concernant
les études en cours, les évaluations et les groupes de travail. J'insiste
pour que notre commission soit tenue au courant des résultats de ces
travaux en temps réel si possible.
Par ailleurs, j'entends votre argumentation selon laquelle il faut
pouvoir prévoir la modification des itinéraires d'atterrissage et de
décollage ainsi qu'un laps de temps d'une demi-heure, car on se base
sur des prévisions météorologiques datant de la veille. Évidemment,
des modifications peuvent intervenir dans l'autre sens, au milieu d'une
journée, par exemple.
On doit suivre de près l'actualité à l'aéroport. On ne peut pas se baser
seulement sur des prévisions météo. Je suppose que les services ont
la capacité de mesurer le vent à tout moment. Je comprends qu'il y ait
un temps d'attente avant de modifier les vols mais pas uniquement en
se basant sur des prévisions météorologiques.
06.05
Thérèse
Snoy
et
d'Oppuers
(Ecolo-Groen!):
Ik
dring erop aan dat de commissie,
indien mogelijk in realtime, op de
hoogte wordt gehouden van de
resultaten
van
de
lopende
werkzaamheden.
Ik
kan
aannemen dat men de vluchten
pas na een zekere tijdspanne kan
aanpassen, daar men zich op
weersvoorspellingen van de dag
ervoor baseert.
06.06 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je
voudrais répliquer.
Tout d'abord, on ne se base pas sur des prévisions de la veille ou de
l'avant-veille mais sur les prévisions les plus récentes possibles au
moment où l'on établit l'organisation des atterrissages et des
décollages.
Pour les décollages, les changements peuvent intervenir très
rapidement mais pour les atterrissages, il faut tenir compte du fait
qu'une demi-heure avant l'atterrissage réel, les pilotes des avions qui
arrivent doivent être informés de la piste à suivre. Dès lors, les
services de Belgocontrol doivent pouvoir s'organiser pour que tout soit
fait dans l'ordre et compte tenu des éléments de sécurité qui sont la
priorité numéro 1 de l'exploitation de l'aéroport.
Par ailleurs, je voudrais une fois pour toutes dire clairement ­
mesdames, messieurs, si vous n'avez pas le courage de le dire, je
finirai par le dire moi-même! ­ qu'avec un vent en provenance de
l'est, la piste 02 doit obligatoirement être utilisée parce qu'"on" ­ c'est
à vous de savoir ce que signifie "on" ­ refuse un ILS sur la piste 07 et
que, par conséquent, tous les avions doivent inévitablement atterrir
par le 02! Soyons clairs!
À ce moment-là, aucune répartition n'est possible entre les deux
pistes pouvant entrer en ligne de compte avec un vent venant de l'est.
Je finirai par le dire à toute la population de la région concernée, de
Woluwe-Saint-Pierre, de Kraainem et de Wezembeek! On doit
inévitablement faire les atterrissages au-dessus de leur tête car la
piste 07 ne peut pas être utilisée à cause d'un refus d'installer un ILS.
Si vous n'avez pas le courage, je finirai par le dire moi-même, tout
haut, pour que tout le monde le comprenne! Entendons-nous, nous
trois?
06.06 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
Er
wordt
niet
uitgegaan van voorspellingen van
de vorige dag, maar van zo recent
mogelijke
voorspellingen.
De
piloten moeten een halfuur voor de
landing te horen krijgen op welke
baan
ze
moeten
landen.
Belgocontrol
moet
de
verkeersleiding
dus
zodanig
organiseren dat alles gebeurt met
inachtneming van de veiligheid,
wat de topprioriteit is!
We moeten het duidelijk durven
zeggen: bij oostenwind moet
baan 02 altijd worden gebruikt,
omdat `men' ­ vult u zelf maar in
wie 'men' is ­ op baan 07 geen
ILS wil! Het aanvliegen voor de
landing
gebeurt
dan
noodzakelijkerwijs
boven
de
hoofden van de inwoners van Sint-
Pieters-Woluwe, Kraainem
en
Wezenbeek! Ik begrijp de louter
politieke bekommernissen, maar ik
zal niet aanvaarden dat er op baan
07 toestellen landen zolang de
technische
uitrusting
geen
volledige veiligheid garandeert!
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
24
Nous devons savoir de quoi on parle! Pour moi, la sécurité sera
toujours la priorité numéro 1 et vous ne me ferez pas dire que je
laisserai atterrir un avion sur la 07 aussi longtemps qu'on refusera
l'équipement technique pour assurer l'atterrissage en toute sécurité
sur cette piste. Je ne changerai pas d'avis! Il faut que ce soit en toute
sécurité! Je comprends parfaitement toutes les préoccupations
purement politiques ­ ne pensez pas que je ne les comprends pas! ­
mais il ne faut pas insister sur un refus de la piste 02 aussi longtemps
que la 07 ne peut être utilisée! Soyons clairs!
06.07 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, la
question que je vous pose aujourd'hui n'a pas trait à l'utilisation de la
piste 02 par vent d'est, mais à son utilisation sans vent. Vous
répondez donc à côté!
Depuis plusieurs années, on utilise la piste 02 abusivement et sans
raison. Voilà le problème qui se pose aux riverains.
Ensuite, pour l'ILS, je suis tout à fait prêt à ouvrir la discussion.
06.07 Georges Dallemagne
(cdH): Mijn vraag handelt niet over
het gebruik van baan 02 bij
oostenwind, maar over het gebruik
ervan als er geen wind is. Sinds
een aantal jaren wordt die baan
ten onrechte en zonder reden
gebruikt. Ik ben wel bereid om de
discussie over het ILS aan te
gaan.
06.08 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Il ne faut pas discuter,
mais accepter!
06.08 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Dit moet gewoon
aangenomen,
en
niet
bediscussieerd worden!
06.09 Georges Dallemagne (cdH): Non, il importe de discuter! S'il
s'agit d'un usage abusif, je ne suis pas d'accord. Mais j'approuverai
cette solution s'il est impossible d'agir autrement. Je tiens à être
rassuré à cet égard. Pour la piste 02, je puis vous dire que je ne le
suis pas du tout.
06.09 Georges Dallemagne
(cdH): Neen, het is wel belangrijk
dat we hierover discussiëren! Ik ga
niet akkoord als er sprake is van
overmatig gebruik van baan 02. Ik
zal die oplossing echter wel
goedkeuren als er geen andere
optie is.
06.10 Thérèse Snoy et d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Je voudrais dire
à M. Schouppe que mes interventions ne cherchent pas à défendre
certains quartiers ni la Région d'où je viens. Je ne veux pas participer
à ce jeu-là. C'est la raison pour laquelle je vous ai dit au début de ma
question que la ministre Huytebroeck n'avait pas exprimé d'objections
majeures envers votre plan du mois de janvier.
Pour l'ILS de la piste 07, vous m'avez fait comprendre quelque chose
en m'expliquant qu'il permettrait aux avions de descendre plus vite en
volant plus haut et diminuerait de la sorte les nuisances dues au
survol du nord et de l'ouest de Bruxelles. Nous ne souhaitons pas que
des quantités d'avions survolent les quartiers encore plus densément
peuplés que ceux qui le sont à partir de la piste 02/20. Nous pouvons
discuter de l'ILS. Et vous le ferez sans doute avec la ministre
Huytebroeck.
Pour le reste, ce sont les aspects de sécurité qui me préoccupent. Je
pense aux incidents qui se sont produits sur la piste 02/20.
J'essaie toujours de réfléchir aux moyens de réduire les nuisances,
non pas pour un quartier de Bruxelles, mais pour l'ensemble de son
territoire et du Brabant wallon.
06.10 Thérèse Snoy et
d'Oppuers (Ecolo-Groen!): Het is
niet mijn bedoeling een bepaalde
buurt of mijn eigen Gewest te
verdedigen.
We willen niet dat er een groot
aantal vliegtuigen boven wijken
gaat vliegen waar nog meer
mensen wonen dan in de buurten
die nu overvlogen worden door
toestellen die opstijgen vanop
baan 02/20.
Wat mij verontrust zijn de
veiligheidsaspecten. Ik denk hierbij
aan de incidenten die zich op
baan 02/20 hebben voorgedaan.
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
25
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
07 Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'indexation supplétive pour le transport par route" (n° 12743)
07 Vraag van de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de aanvullende indexering voor het wegvervoer" (nr. 12743)
07.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, le problème de la répercussion des hausses de coût
aux clients revient à chaque fois qu'une hausse de prix importante du
carburant ou d'un autre poste de coût intervient.
Ce fut le cas en 2008. Une fluctuation à la hausse du prix du
carburant a entraîné une hausse importante du coût de revient,
jusqu'à 7% entre le 1
er
janvier et le 30 mai et + 2,3% à la date du
1
er
novembre 2008, hausse à laquelle s'est ajoutée une triple
indexation salariale de 2%.
L'UPTR a émis l'idée d'instaurer une clause d'indexation supplétive
dans la loi du 3 mai 1999 relative au transport par route. De cette
façon, si aucune clause d'indexation n'est prévue dans le contrat de
transport, c'est une indexation légale mensuelle, déterminée par
l'Institut Transport routier et Logistique Belgique (ITLB), qui
s'appliquerait en tenant compte de l'évolution à la hausse ou à la
baisse de l'ensemble des postes de coût.
Monsieur le ministre, se retranchant derrière deux décisions de la
Cour européenne de justice, le gouvernement belge estime que la
clause d'indexation automatique entre en contradiction avec les règles
européennes sur la libre concurrence.
Quelle est votre réflexion à propos de la clause d'indexation
supplétive qui, a priori, ne devrait pas entrer en contradiction avec les
règles européennes?
07.01 Josy Arens (cdH): Het is
een oud zeer dat de verhoging van
de kostprijs voor het wegvervoer
wordt doorberekend in de prijzen
voor de klanten.
De UPTR (Unie van Professionele
Transporteurs
en
Logistieke
Ondernemers) heeft voorgesteld
om een clausule met betrekking
tot een aanvullende indexering in
de wet van 3 mei 1999 in te
schrijven.
Indien
de
vervoersovereenkomst
geen
indexeringsclausule bevat, zou op
die
manier
de
wettelijke
indexering, die door het Instituut
wegTransport en Logistiek België
(ITLB) zou worden bepaald, van
toepassing zijn.
De
automatische
indexeringsclausule is strijdig met
de Europese regelgeving en de
vrije
mededinging.
Zou
een
dergelijke
aanvullende
indexeringsclausule dat volgens u
ook zijn?
07.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
cher collègue, je peux vous confirmer que, suite à deux décisions de
la Cour européenne de justice, le gouvernement soutient que la
clause d'indexation automatique entrerait en contradiction avec les
règles sur la libre concurrence.
Cependant, si, par clause d'indexation supplétive, vous voulez dire
qu'à défaut de clause non prévue dans le contrat de transport,
s'appliquerait une clause d'indexation établie par l'Institut Transport
routier et Logistique Belgique, tenant compte de l'évolution à la
hausse ou à la baisse de l'ensemble des postes de coût, je crains que
cette disposition ne soit aussi en contradiction avec la décision de la
Cour européenne de justice.
Par contre, je peux vous dire que rien ne s'oppose à ce que, dans les
contrats privés, les parties conviennent d'une clause d'indexation en
fonction de paramètres librement consentis entre eux et convenus à
l'avance. Néanmoins, cette clause doit être claire et licite. Les
paramètres doivent s'appuyer sur des éléments effectifs du prix de
revient des prestations de transport. Cette clause d'indexation
supplétive, discutée contrat par contrat, ne devrait pas, selon moi, a
priori, entrer en contradiction avec les règles européennes en matière
07.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik vrees dat een
dergelijke clausule ook in strijd is
met de Europese regels op het
gebied van de mededinging. Niets
verhindert echter de partijen om
een duidelijke en rechtmatige
indexeringsclausule die stoelt op
reële elementen van de kostprijs in
de privécontracten op te nemen.
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
26
de concurrence. Je pense ainsi vous avoir donné une piste possible,
monsieur Arens.
07.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie le
ministre pour sa réponse.
Monsieur le ministre, cette piste pourrait effectivement constituer une
ébauche de solution, solution à laquelle j'ai quand même du mal à
croire. En effet, tant qu'il n'y aura pas unanimité des transporteurs en
la matière en termes d'application, il y aura une concurrence entre
eux qui conduira inévitablement à la faillite de certains. Il en va de
même dans tous les autres secteurs. C'est la raison pour laquelle les
défenseurs des transporteurs se battent pour arriver à des formules
plus globales.
07.03 Josy Arens (cdH): De
oplossing waaraan hier wordt
gedacht zegt me niet veel. Zolang
er geen eensgezindheid is onder
de vervoerders, zullen degenen
die daarop een beroep doen, niet
aan de mededinging kunnen
weerstaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de betaling van facturen na 30 dagen in de sector van het wegvervoer" (nr. 12744)
08 Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le
paiement de factures à 30 jours dans le secteur du transport routier" (n° 12744)
08.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, le délai moyen de
paiement des factures de transport est actuellement de 49 jours. Ce
délai d'encaissement est beaucoup trop long et cause des retards de
paiement en cascade menant régulièrement à la faillite d'entreprises.
En effet, les transporteurs, principalement des petites PME, doivent
préfinancer des montants très importants, notamment pour le
carburant, la TVA et les péages à l'étranger. Ce problème n'est pas
étranger au nombre élevé de faillites dans le secteur du transport.
En réponse à une question parlementaire de juin 2008, le
gouvernement a reconnu la gravité du problème, surtout pour les
PME. En conséquence, le gouvernement a opté pour une nouvelle
procédure judiciaire de recouvrement accélérée des arriérés de
paiement dénommée "procédure sommaire d'injonction de payer". Où
en est l'application de cette procédure? Je sais que nous étions près
de la voter en séance plénière mais depuis, je n'ai plus de nouvelles à
son sujet.
Ne serait-il pas plus judicieux de prévoir une loi spécifique mieux
adaptée aux réalités du secteur du transport? Celle-ci aurait pour
objet de prévoir un délai maximal de paiement de 30 jours. Une telle
proposition de modification présenterait l'avantage de s'insérer
aisément dans la loi du 3 mai 1999 relative au transport par route.
08.01 Josy Arens (cdH): De
regering had naar aanleiding van
een parlementaire vraag in juni
2008 toegegeven dat de facturen
voor wegvervoer veel te laat
betaald
werden.
Door
die
laattijdige betalingen moeten de
vervoerders
forse
bedragen
voorschieten, waardoor ze soms
bankroet gaan.
De regering opteerde voor een
nieuwe gerechtelijke procedure
inzake de snellere invordering van
de
achterstallige
betalingen,
namelijk
de
`summiere
rechtspleging om betaling te
bevelen'. Wordt die procedure al
toegepast?
Zou het niet verstandiger zijn in
een specifieke wet te voorzien die
beter afgestemd is op de sector
van het wegvervoer?
08.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur Arens, le
gouvernement reconnaît la gravité du problème, surtout pour les
PME. Cependant, j'estime qu'il s'agit d'une question générale
concernant l'ensemble des secteurs économiques. C'est pourquoi le
gouvernement a opté pour l'introduction d'une nouvelle procédure
judiciaire de recouvrement accéléré des arriérés de paiement qu'on a
dénommée "procédure sommaire d'injonction de payer". Une
proposition de loi a récemment été déposée dans ce sens au
Parlement. Le vote du projet a été reporté après les élections de juin
prochain. L'avis du Conseil d'État sera sollicité et le dossier sera
ensuite renvoyé en commission de la Justice de la Chambre pour un
08.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Er zal pas na de
verkiezingen van juni over het
wetsvoorstel
betreffende
`de
summiere
rechtspleging
om
betaling te bevelen' gestemd
worden. De Raad van State zal om
advies gevraagd worden, en
vervolgens
zal
het
dossier
opnieuw
voor
een
grondige
bespreking
naar
de
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
27
débat plus approfondi.
En réponse à votre seconde question, je ne pense pas qu'il faille
prévoir une législation particulière au transport routier de
marchandises vu que le gouvernement considère qu'il s'agit d'un
problème d'ordre général.
Kamercommissie voor de Justitie
worden verzonden.
Ik denk niet dat er een specifieke
wetgeving
voor
het
goederenvervoer over de weg
moet worden ingevoerd. Volgens
de regering gaat het om een
algemeen probleem.
08.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le ministre, la France a fait
évoluer très fortement sa législation dans ce domaine et je m'inspire
souvent des textes adoptés par le parlement français. Il faut sans
doute revoir ce texte à la sauce belge. La proposition de loi portant
l'injonction de payer a été approuvée en commission de la Justice et
son vote en plénière a été bloqué en toute dernière minute, ce qui est
d'autant plus regrettable qu'elle prévoyait une procédure distincte pour
les personnes en difficulté. Les partis qui craignaient d'accroître les
problèmes des bas revenus sont vraiment à côté de la plaque, tout
ayant été prévu par cette proposition de loi. Je regrette le retard pris
dans ce dossier.
Pouvez-vous me garantir aujourd'hui que cette procédure d'injonction
de payer est approuvée par le gouvernement et qu'elle reviendra très
vite après le 7 juin pour que le dossier avance? J'estime toutefois qu'il
faudrait malgré tout établir une procédure plus particulière au secteur
du transport routier dont les besoins en la matière me semblent plus
pressants.
08.03 Josy Arens (cdH): Het
wetsvoorstel
over
het
betalingsbevel werd in de plenaire
vergadering tegengehouden, wat
jammer is, zeker omdat het
voorzag in een aparte procedure
voor wie het moeilijk heeft.
Kan u ons verzekeren dat die
procedure na 7 juni heel snel weer
op de agenda zal komen?
Ik blijf niettemin van oordeel dat er
een specifiekere procedure voor
de sector van het wegtransport
moet worden ingevoerd.
08.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je
puis rassurer M. Arens. Le précédent ministre de la Justice a émis
cette idée et son successeur le soutient. Au niveau gouvernemental,
cette idée recueille un appui favorable. J'insisterai auprès de M. De
Clerck pour que le traitement de ce dossier soit mis en exergue au
niveau de la Chambre, de manière à ce que nous ayons, aussi tôt que
possible, une obligation légale, tel que cela a été conçu par le
gouvernement.
08.04 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Dit idee wordt op
regeringsniveau gesteund. Ik zal
de heer De Clerck met aandrang
vragen zo snel mogelijk in een
wettelijke verplichting te voorzien.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'interdiction de dépasser pour les poids lourds" (n° 12746)
09 Vraag van de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "het inhaalverbod voor vrachtwagens" (nr. 12746)
09.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, la Belgique a instauré, sous la précédente
législature, une interdiction généralisée de dépassement pour les
camions sur les autoroutes à deux fois deux bandes, ainsi qu'une
interdiction de dépassement par temps de précipitations.
Monsieur le secrétaire d'État, ces règles nous sont-elles dictées par
l'Union européenne?
Quels ont été les résultats des concertations menées avec le secteur
professionnel
du
transport,
la
police,
les
associations
d'automobilistes, la Commission fédérale pour la Sécurité routière?
09.01 Josy Arens (cdH): Tijdens
de vorige regeerperiode heeft
België een inhaalverbod voor
vrachtwagens
ingevoerd
op
autosnelwegen
met
tweemaal
twee rijstroken, evenals een
inhaalverbod bij neerslag.
Worden die regels door de
Europese Unie opgelegd? Wat
waren de resultaten van het
overleg
met
de
betrokken
sectoren? Werden die regels
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
28
Une évaluation de ces deux règles a-t-elle déjà eu lieu?
Quels en sont les résultats quant à la connaissance et au respect de
celles-ci par les chauffeurs étrangers, quant à leur degré d'adaptation
aux conditions du trafic et quant à leur impact sur la mobilité du trafic
et la sécurité routière?
geëvalueerd?
Wat
zijn
de
resultaten
inzake
kennis
en
naleving van die regels door de
buitenlandse chauffeurs en wat
betreft de aanpassing aan de
verkeerssituatie en de invloed op
de doorstroming van het verkeer
en de verkeersveiligheid?
09.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Arens, comme j'ai déjà pu l'expliquer à plusieurs reprises
devant cette commission, les conclusions de la Commission fédérale
pour la Sécurité routière, en ce qui concerne l'interdiction de
dépassement des camions sur les routes à deux fois deux bandes,
sont plutôt favorables à un retour à l'ancien système, qui correspond
d'ailleurs avec ce qui est d'application dans les autres pays
européens.
Les seules remarques viennent des Régions qui sont évidemment
confrontées au changement de la signalisation qui a été mise en
place voici un an et quelques mois. La modifier maintenant entraîne
bien évidemment un coût supplémentaire. Le groupe de travail "poids
lourds" qui a préparé l'avis de la Commission fédérale a exprimé qu'il
serait souhaitable de prévoir des panneaux à message variable, de
sorte que l'interdiction de dépassement soit d'application quand cela
s'avère réellement nécessaire. Cette interdiction serait ainsi
davantage respectée qu'aujourd'hui. Actuellement, la signalisation est
complexe et ne correspond pas à la situation à l'étranger. On semble
avoir oublié qu'un conducteur de camion sur deux est un camionneur
non belge. C'est une réalité!
Les motifs qui ont amené le groupe de travail à son avis sont plutôt
basés sur les expériences des différents partenaires, tels que la
police ou les transporteurs. Je puis les résumer comme suit:
1. il n'est pas souhaitable que la Belgique prévoie une autre
réglementation que les pays voisins, vu le très grand nombre de
chauffeurs étrangers qui circulent dans notre pays;
2. il y a des doutes quant à l'amélioration de la circulation routière due
à l'interdiction de dépassement qui apparaît plus favorable à la
mobilité et à la fluidité des voitures qu'à la sécurité routière;
3. vu que les poids lourds doivent rouler les uns derrière les autres
sur la bande de droite, ils ne laissent plus suffisamment d'espace aux
voitures pour s'insérer ou prendre une sortie d'autoroute;
4. la complexité de la réglementation, qui stipule qu'il y a interdiction
sauf là où c'est autorisé, rend le respect de celle-ci difficile et
complique également la surveillance de la police.
Sur la base des conclusions de la Commission fédérale, je veux me
mettre autour de la table avec les Régions parce qu'elles sont les
premières intéressées. Elles doivent être d'accord d'éventuellement
changer les panneaux qui autorisent le dépassement par des
panneaux d'interdiction, de préférence par des panneaux à message
variable.
09.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe:
De
Federale
Commissie
voor
de
Verkeersveiligheid is er wat dat
betreft voorstander van dat het
oude systeem, dat overeenstemt
met
de
elders
in
Europa
toegepaste regels, opnieuw wordt
ingevoerd. Alleen de Gewesten
hebben een aantal opmerkingen,
omdat de signalisatie die een jaar
geleden werd aangebracht, weer
vervangen zou moeten worden.
De werkgroep Zwaar Wegverkeer,
die het advies van de Federale
Commissie heeft voorbereid, heeft
gesuggereerd
dynamische
verkeersborden
te
gebruiken,
opdat het inhaalverbod enkel
wanneer nodig van kracht zou zijn.
Op dit ogenblik is de situatie qua
verkeersborden complex, en stemt
ze niet overeen met de situatie in
het buitenland, terwijl een op de
twee
vrachtwagenbestuurders
geen Belg is!
Gelet
op
het grote
aantal
buitenlandse chauffeurs op onze
wegen wenste de werkgroep dat
België geen andere regelgeving
zou instellen dan de buurlanden.
Het inhaalverbod lijkt volgens de
werkgroep gunstiger voor de
mobiliteit en de doorstroming van
het autoverkeer dan voor de
verkeersveiligheid. De werkgroep
meent dat de vrachtwagens die op
de rechterrijstrook moeten rijden,
de auto's niet meer genoeg ruimte
laten om in te voegen of een afrit
te nemen. Tot slot is er de
complexiteit van de regelgeving,
met een algemeen verbod behalve
op
plaatsen
waar
inhalen
toegestaan is, die de naleving van
de regels moeilijk en de opdracht
van de politie ingewikkeld maakt.
Ik
wil
overleggen
met
de
Gewesten op grond van de
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
29
En fait, ce sont les Régions qui mettent les règles générales en
application sur le terrain via une signalisation adéquate. Il leur
appartient donc de déterminer les endroits où une interdiction
s'impose, selon des périodes qu'elles déterminent également ce, en
fonction de l'intensité du trafic constatée.
conclusies van de Federale
Commissie. Zij moeten ermee
instemmen
om
de
aanwijzingsborden waarbij inhalen
wordt toegestaan, te vervangen
door ­ liefst dynamische ­
verbodsborden.
De
Gewesten
passen
de
algemene voorschriften op het
terrein toe door middel van een
aangepaste
signalisatie.
Zij
bepalen waar en wanneer een
verbod aan de orde is, afhankelijk
van de verkeersdrukte.
09.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le secrétaire d'État, je vous
remercie pour votre réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
10 Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "la
révision du catalogue des amendes" (n° 12814)
10 Vraag van de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de herziening van de boetecatalogus" (nr. 12814)
10.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, le catalogue des amendes pour le transport routier
est une liste reprenant le montant des amendes s'appliquant pour
chaque infraction à la réglementation routière, pour le transport des
personnes et des marchandises. Cette liste, complètement
renouvelée en 2007, avait pour objectif d'introduire plus de logique
entre le montant des amendes et la gravité des infractions.
À l'usage, il semble que le nouveau catalogue soit parfois appliqué de
manière tatillonne, empoisonnant la vie des transporteurs routiers.
Ces tracasseries concernent particulièrement la réglementation sur le
contrôle technique le long des routes, le contrôle des tickets de
prestation des tachygraphes digitaux - lorsque les agents ne
disposent pas de moyens informatiques de contrôle -, les exigences
abusives d'attestation de non-activité.
Monsieur le ministre, mes questions sont les suivantes.
Estimez-vous que la révision en 2007 du catalogue des amendes a
atteint le résultat escompté tant dans la lettre que dans l'esprit?
À l'issue de la manifestation des transporteurs du 18 juin 2008, vous
vous êtes engagé à revoir ce catalogue des amendes. Quels résultats
ont-ils pu être tirés de la réunion de concertation avec les
représentants du secteur?
Hormis les instructions données aux contrôleurs quant à la
problématique de la minute perdue par les tachygraphes digitaux, où
en sont les procédures de révision du catalogue des amendes à
proprement parler?
10.01 Josy Arens (cdH): De
boetecatalogus is een lijst van de
boeten voor elke overtreding van
de verkeersreglementering met
betrekking tot het personen- en
goederenvervoer. Die catalogus
werd vernieuwd in 2007 en moest
voor een logischer verband tussen
het bedrag van de boete en de
ernst van de overtreding zorgen.
Die lijst lijkt soms echter op een
pietluttige manier te worden
toegepast. Vindt u dat met de
herziening van 2007 het verwachte
resultaat werd bereikt? Na afloop
van
de
betoging
van
de
vervoerders van 18 juni 2008 heeft
u zich ertoe verbonden de
catalogus te herzien. Hoe zit het
daarmee?
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
30
10.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président,
monsieur Arens, en comparaison aux deux dernières versions du
catalogue des amendes, l'expérience a montré que le catalogue des
amendes d'application depuis 2007 a atteint indiscutablement les
objectifs prévus, à savoir que la nouvelle présentation avec la
description détaillée des amendes a sensiblement augmenté la facilité
d'utilisation.
Ce résultat m'a encore été confirmé par les services de contrôle qui
doivent journellement appliquer le catalogue. L'accentuation de la
différenciation du catalogue des amendes a fait en sorte que les
amendes sont beaucoup mieux adaptées à la gravité de l'infraction.
Dans la toute première version du catalogue, il était seulement
question de deux montants d'amendes. La Belgique dispose
maintenant pour les infractions aux temps de conduite et de repos du
système le plus différencié dans l'Union européenne.
D'ailleurs, les remarques formulées par M. Arens dans sa question en
relation avec l'utilisation de l'impression des données reprises du
tachygraphe digital pour la réalisation de contrôles et d'exigences
exagérées en matière d'utilisation de l'attestation de non-activité n'ont
rien à voir avec le catalogue des amendes en tant que tel.
Je ne veux pas prétendre qu'il n'y a rien de menaçant. À côté des
organisations professionnelles, les services de contrôle m'ont aussi
fourni des remarques et des suggestions pour corriger quand même
le catalogue des amendes et je n'omettrai pas de soumettre le
catalogue à une enquête approfondie. Cela se déroulera en
concertation avec le secteur.
D'une première constatation à ce sujet, il est apparu que les
organisations professionnelles du secteur trouvent prioritaire une
révision du catalogue des amendes en matière de contrôle technique
le long de la route et en matière de transport ADR.
En ce qui concerne le contrôle technique le long de la route, un
groupe technique a été constitué, composé de membres de mon
administration et du secteur. Durant une première réunion, organisée
le 2 mars, les organisations professionnelles ont communiqué leurs
remarques. Le 20 avril dernier, le groupe a assisté à un contrôle
technique sur le terrain. Sur la base des remarques et de l'expérience
acquise durant cette visite de terrain, mon administration réalisera un
projet de révision du catalogue, comme cela a été suggéré. Ce projet
sera ensuite discuté au sein du groupe de travail.
En ce qui concerne le transport ADR, le service compétent de mon
administration est actuellement occupé à intégrer dans la
réglementation belge les modifications de la réglementation ADR pour
l'année 2009.
Le 23 mars dernier, les organisations professionnelles du secteur ont
été invitées à exprimer leurs remarques. Si besoin en est, une réunion
de travail sera ensuite organisée.
Enfin, je ne négligerai pas de soumettre à révision le catalogue
général tel qu'il sera adapté. De plus, je donnerai les instructions
nécessaires aux services de contrôle afin d'appliquer le catalogue
d'une manière correcte dans toutes les circonstances.
10.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: De sinds 2007 van
toepassing zijnde boetecatalogus
bereikt
ontegensprekelijk
zijn
doelstellingen. Dankzij de nieuwe
opmaak wordt er ook beter
gebruik van gemaakt. De boeten
zijn veel meer aangepast aan de
ernst van de overtreding. Wat de
overtredingen inzake de rust- en
rijtijden betreft, beschikt België
over het meest gedifferentieerde
systeem in de Europese Unie.
Naast de beroepsorganisaties
hebben
echter
ook
de
controlediensten
suggesties
gedaan om het systeem te
verbeteren.
Ik
zal
ze
in
samenspraak met de sector
grondig onderzoeken.
Volgens de beroepsorganisaties
zou de herziening van de
catalogus van de boeten inzake de
technische controle langs de weg
en
inzake
het
ADR-vervoer
prioritair moeten zijn. Wat de
technische controle langs de weg
betreft, werd er een technische
werkgroep opgericht. Op grond
van de opmerkingen van die
werkgroep zal mijn administratie
een ontwerp van herziening
uitwerken dat vervolgens in de
werkgroep zal worden besproken.
Wat het ADR-vervoer betreft, past
mijn administratie momenteel de
wijzigingen van de reglementering
voor 2009 in de Belgische
regelgeving in.
Op 23 maart jongstleden werden
de beroepsorganisaties verzocht
hun opmerkingen mee te delen. Ik
zal de catalogus zoals die zal
worden aangepast ter herziening
voorleggen.
Bovendien
zal
ik
de
controlediensten
de
nodige
instructies geven om de catalogus
in alle omstandigheden op een
correcte manier toe te passen.
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
31
10.03 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, je remercie M. le
ministre pour sa réponse très complète. Je me réjouis d'apprendre
qu'il tient compte des remarques émises par les professionnels du
secteur, ce qui est très important.
10.03 Josy Arens (cdH): Het
verheugt me dat de minister
rekening
houdt
met
de
opmerkingen
van
de
beroepsorganisaties.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Question de M. Josy Arens au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur "le
rôle de la Caisse des Dépôts et Consignations" (n° 12815)
11 Vraag van de heer Josy Arens aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste
minister, over "de rol van de Deposito- en Consignatiekas" (nr. 12815)
11.01 Josy Arens (cdH): Monsieur le président, monsieur le
secrétaire d'État, la crise financière a rendu les banques abusivement
frileuses face aux demandes de crédits. Cela pose problème pour les
licences de transport. En effet, la législation sur le transport implique
que les transporteurs doivent trouver une banque ou une compagnie
d'assurance qui accepte de se porter caution à concurrence de
9.000 euros pour le premier véhicule et de 5.000 euros pour chaque
véhicule supplémentaire.
L'application abusive du principe de précaution par les institutions
bancaires et financières fait courir le risque pour de nombreux
transporteurs de se retrouver dans l'impossibilité de répondre à cette
obligation légale. Je suis bien entendu d'avis que l'accès à la
profession doit être strictement réglementé, mais la situation est telle
que l'on en arrive à empêcher des gens de travailler.
Monsieur le ministre, en application de la loi de janvier 2009, l'UPTR a
suggéré que la Caisse des Dépôts et Consignations puisse
également délivrer l'attestation de cautionnement et ce, contre le
dépôt par le transporteur du montant prévu par la loi. Cette
proposition pragmatique a-t-elle retenu votre attention?
11.01 Josy Arens (cdH):
Wegens de financiële crisis staan
de banken weigerachtig tegenover
kredietaanvragen.
Dat
doet
problemen rijzen in verband met
de
vervoersvergunningen,
aangezien de vervoerders een
bank of verzekeringsmaatschappij
moeten vinden die ermee instemt
om zich borg te stellen voor de
voertuigen. Wat vindt u van het
voorstel van de UPTR (Unie van
Professionele Transporteurs en
Logistieke ondernemers), die zou
willen
dat
het
bewijs
van
borgstelling door de Deposito- en
Consignatiekas (DCK) zou kunnen
worden afgegeven wanneer de
vervoerder het bedrag waarin de
wet voorziet deponeert?
11.02 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Monsieur le président, je
partage l'analyse de M. Arens quant à la méfiance des organismes
bancaires à l'encontre du secteur du transport routier de
marchandises.
C'est la raison pour laquelle j'ai demandé à mon administration de
faire le nécessaire d'urgence afin de réintroduire, peut-être pour un an
et avec une éventuelle reconduction d'un an, la possibilité de déposer
le montant du cautionnement auprès de la Caisse des Dépôts et
Consignations et de répondre de la sorte à la condition de capacité
financière des transporteurs.
Cette réintroduction doit être appliquée via une modification de l'arrêté
royal du 7 mai 2002 relatif au transport de marchandises par la route.
On y travaille donc!
11.02 Staatssecretaris Etienne
Schouppe: Ik onderschrijf de
analyse van de heer Arens: de
banken
staan
wantrouwig
tegenover de sector. Ik heb mijn
administratie gevraagd dringend
het nodige te doen om het via een
wijziging van het koninklijk besluit
van 7 mei 2002 betreffende het
vervoer van zaken over de weg
opnieuw tijdelijk mogelijk te maken
het bedrag van de borgtocht bij de
Deposito- en Consignatiekas te
deponeren.
11.03 Josy Arens (cdH): Ce sera pour bientôt?
11.04 Etienne Schouppe, secrétaire d'État: Oui! Je suis sur la
même longueur d'ondes compte tenu des circonstances
exceptionnelles.
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
32
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
12 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de eventuele vrijstelling van rij- en rusttijdcontroles voor het niet-professionele
vervoer van materiaal van en naar jeugdkampen" (nr. 13014)
12 Question de M. Jef Van den Bergh au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"l'éventuelle exemption du contrôle des temps de conduite et de repos pour le transport non
professionnel de matériel pour des camps de jeunes" (n° 13014)
12.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de staatssecretaris, en verder geen collega's, de problematiek van de
rij- en rusttijden proberen we al lang op te volgen. Onlangs heb ik nog
cijfers gekregen waaruit blijkt dat het toch belangrijk is om voldoende
controles te blijven organiseren. Wij zien ook in de ongevalstatistieken
bij vrachtwagens dat de controle van de rij- en rusttijden toch wel een
essentieel punt is in de verkeersveiligheid met betrekking tot het
vrachtvervoer.
Mijn vraag handelt over een specifieke toepassing van de regelgeving
met betrekking tot de rij- en rusttijden, en meer bepaald voor
problemen
waarmee
jeugdbewegingen
blijkbaar
worden
geconfronteerd als zij een vrachtwagen huren of een vrachtwagen ter
beschikking krijgen van een lokaal bestuur. Huren gebeurt trouwens
ook meestal via de plaatselijke jeugddienst of het gemeentebestuur,
dat daarvoor een subsidieregeling uitwerkt. Zij worden vaak
geconfronteerd met vragen over die rij- en rusttijden.
Op basis van de Europese verordening is de registratie van de rij- en
rusttijden voor voertuigen onder rijbewijs C en B+ED of D+E op de
openbare weg verplicht. Het KB zet die verordening om in Belgische
wetgeving. De registratie gebeurt door middel van een digitale
tachograaf, uitgezonderd voor voertuigen die vóór 1 augustus 2005 in
gebruik werden genomen en die nog een analoge tachograaf mogen
gebruiken.
Elke bestuurder van een voertuig uitgerust met zo'n digitale
tachograaf, is verplicht een persoonlijke bestuurderskaart te
gebruiken. Wanneer een onderneming een voertuig met een digitale
tachograaf huurt, moet daarenboven een bedrijfskaart worden
gebruikt, zodat de gegevens van verschillende huurders apart kunnen
worden opgeslagen. Er bestaan enkele uitzonderingen waarvoor het
vervoer niet is onderworpen aan de rij- en rusttijdcontrole. In de
vermelde verordening is daarvoor in enkele vrijstellingen voorzien.
Ik heb hierover vorig jaar al eens een vraag gesteld op zowat
hetzelfde tijdstip, namelijk in de aanloop naar de zomer wanneer de
jeugdbewegingen hun kampen concreet organiseren. U hebt toen
geantwoord dat de vrijstellingen, opgenomen in punt H van artikel 3
van de verordening, voor voertuigen die worden gebruikt voor niet-
commercieel vervoer van toepassing zouden kunnen zijn voor
jeugdbewegingen. De uitzondering geldt slechts voor voertuigen
waarvan de toegestane maximale massa niet meer dan 7,5 ton
bedraagt. U engageerde zich toen om in Europees verband te pleiten
voor het toevoegen van dergelijke gelegenheidstransporten aan de
lijst van vrijstellingen. Dat zou uiteraard een goede zaak zijn in
verband met de verplichting om een persoonlijke bestuurderskaart en
12.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): Le contrôle des temps de
conduite
et
de
repos
des
chauffeurs de camions demeure
nécessaire, ainsi qu'en témoignent
les chiffres récents.
Il arrive régulièrement que des
mouvements de jeunesse louent
un camion pour se rendre au lieu
de leur camp. Conformément aux
législations européenne et belge,
ils sont tenus de respecter les
temps de conduite et de repos.
Tout conducteur d'un véhicule
équipé
d'un
tachygraphe
numérique est tenu d'utiliser une
carte de conducteur personnelle.
Le contrôle des temps de conduite
et de repos connaît quelques
exceptions.
Le ministre a déclaré l'année
dernière que les exemptions
pourraient
s'appliquer
aux
mouvements de jeunesse pour
des
véhicules de maximum
7,5 tonnes utilisés dans le cadre
d'un transport occasionnel non
commercial. Il allait plaider pour
cette
possibilité
au
niveau
européen. Un an plus tard, les
mouvements de jeunesse se
posent à nouveau les mêmes
questions, dans la perspective des
camps d'été. Le secrétaire d'État
pourrait-il aujourd'hui faire la clarté
en la matière? Les mouvements
de jeunesse souhaitent en effet
éviter autant que possible les frais
inutiles
et
les
tracasseries
administratives, sans enfreindre la
loi.
Dans quels cas les mouvements
de jeunesse sont-ils exemptés de
l'acquisition
d'une
carte
de
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
33
een bedrijfskaart aan te kopen voor jeugdbewegingen. Dat betekent
voor hen immers een nodeloze en dure investering.
In de aanloop naar de nieuwe jeugdkampen leven daarover nog
steeds vragen in het veld. Ik zou dan ook nogmaals willen vragen
naar duidelijkheid, zodat zij zich daarop kunnen baseren om de
bestaande regelgeving niet te overtreden en zonder dat dat veel
administratieve rompslomp met zich meebrengt.
Ten eerste, in welke, concrete gevallen zijn de jeugdbewegingen
vrijgesteld van de rij- en rusttijdcontrole en bijgevolg van de aanschaf
van een bestuurders- of bedrijfskaart? In welke gevallen zijn zij niet
vrijgesteld?
Ik zou in dat verband uitdrukkelijk het voorbeeld willen vermelden van
een gemeentebestuur dat eventueel ten gunste van zijn
jeugdverenigingen in een dergelijk transport voorziet.
Ten tweede, is een bedrijfskaart überhaupt wel verplicht voor
jeugdbewegingen, aangezien zij helemaal niet onder de noemer
"ondernemingen" vallen? Dat is in het geval dat zij zelf op de vrije
markt een vrachtwagen huren.
Indien een bedrijfskaart verplicht is, kan daarvoor geen oplossing
worden uitgewerkt? Zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn om
verhuurfirma's te verplichten bij een verhuurde vrachtwagen een
bedrijfskaart te leveren, zodat de verenigingen daarvoor niet zelf
moeten zorgen?
Ten derde, heeft de staatssecretaris op Europees vlak al enige
vooruitgang kunnen boeken? Zijn er vooruitzichten dat dergelijke
gelegenheidstransporten duidelijker aan de bestaande lijst van
vrijstellingen zouden kunnen worden toegevoegd?
conducteur ou d'entreprise? Une
telle carte d'entreprise peut-elle
être
imposée
d'office
aux
mouvements de jeunesse, étant
donné qu'en ce qui les concerne, il
n'est
nullement
question
d'entreprises? Une solution ne
pourrait-elle être trouvée pour les
cas où l'obligation d'une carte
d'entreprise
est
en
vigueur,
comme, par exemple, pour les
firmes de location qui fournissent
une carte d'entreprise lors de
chaque location? Des possibilités
sont-elles prévues au niveau
européen
pour
ajouter
explicitement
les
transports
occasionnels à la liste existante
d'exemptions?
12.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter,
zoals ik vroeger op gelijkaardige vragen van de heer Van den Bergh
heb geantwoord ­ hij heeft er trouwens op gealludeerd ­, worden de
uitzonderingen inzake de toepassing van de rij- en rusttijden en de
verplichting tot het gebruik van de tachograaf bepaald door de
Europese verordening nr. 561/2006.
België heeft daarbij de uitzonderingen die in artikel 13 zijn opgenomen
en voor zover zij op ons land toepasbaar zijn, via artikel 6 van het
koninklijk besluit van 9 april 2007, dat in uitvoering van voornoemde
verordening werd genomen, zonder uitzondering op het Belgische
grondgebied van kracht verklaard.
De enige uitzondering die mijns inziens op voorliggend geval van
toepassing kan zijn, is de uitzondering van artikel 3, punt h, van
voornoemde verordening voor voertuigen die voor het niet-
commercieel goederenvervoer worden gebruikt. De uitzondering
waarvan sprake geldt echter slechts voor voertuigen waarvan de
toegestane maximummassa of MTM niet meer dan 7,5 ton bedraagt.
De heer Van den Bergh heeft trouwens eveneens op voornoemde
bepaling gealludeerd.
Voormelde gewichtslimiet werd destijds niet zonder reden aan deze
en andere uitzonderingen toegevoegd. Boven de genoemde limiet is
12.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Le règlement
européen 561/2006 définit les
exceptions concernant l'application
des temps de conduite et de repos
et
l'utilisation
obligatoire
du
tachygraphe. La Belgique a fait
entrer en vigueur sur son territoire
les exceptions au règlement par le
biais de l'article 6 de l'arrêté royal
du 9 avril 2007. La seule exception
qui pourrait être applicable dans
ce cadre concerne les véhicules
pour le transport non commercial
de marchandises mais elle ne
s'applique qu'aux véhicules dont la
masse
maximale
autorisée
n'excède pas 7,5 tonnes. Au-delà
de cette limite de poids, il est déjà
question de véhicules utilitaires
relativement lourds, de sorte que
je me demande s'il serait justifié ­
dans le cadre de la sécurité
routière ­ qu'un conducteur
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
34
er immers sprake van toch al behoorlijk zware bedrijfsvoertuigen.
Ik vraag mij dan ook af of het ten aanzien van de verkeersveiligheid
verantwoord zou zijn dat een gelegenheidschauffeur met een dergelijk
voertuig een transport tussen bijvoorbeeld Poperinge en Sankt-Vith
zou uitvoeren, terwijl een beroepschauffeur voor hetzelfde traject wel
de bepalingen inzake de rij- en rusttijden moet respecteren.
Voorgaande vraag wordt nog pertinenter, wanneer het geval wordt
overgeheveld naar de dimensies van grotere lidstaten, zoals Frankrijk
of Duitsland, waar de binnenlandse afstanden vele malen groter zijn
dan in ons land.
Het lijkt mij dan ook weinig realistisch te geloven dat dergelijke
lidstaten bereid zullen zijn zulke transporten ­ bijvoorbeeld van Rijsel
naar een kampeerplaats in de Provence ­ zonder meer vrij te stellen.
Ik vraag u dan ook ernstig af te wegen of de bijkomende kost van
12,20 euro per jaar ­ te weten 61 euro, verdeeld over de vijf jaar dat
de bestuurderskaart functioneel is ­ opweegt tegen de mogelijke
gevaren voor de verkeersveiligheid.
Wat het tweede punt betreft, kan ik u zeggen dat de bedrijfskaart niet
expliciet verplicht wordt door de reglementering. Voor een
professioneel transportbedrijf is het echter een onmisbaar instrument
om toegang te hebben tot de in het geheugen van de digitale
tachograaf opgeslagen gegevens van al zijn chauffeurs en om deze
gegevens te kunnen overbrengen naar een beveiligd extra medium in
het bedrijf, zoals overigens werd voorgeschreven door de
reglementering.
In voorliggend geval wordt de bestuurderskaart hoogstens enkele
keren per jaar door de houder gebruikt. Daar het geheugen op de
bestuurderskaart de gegevens van de laatste 28 dagen bijhoudt en de
kaart na vijf jaar vervangen moet worden, blijven alle gegevens over
de houder van de kaart die opgeslagen zijn in het geheugen van de
voertuigunit ook opgeslagen in het geheugen van de kaart zelf. Daar
de gegevens twee jaar moeten worden bewaard voor een eventuele
controle, vormt het geen enkel probleem de controle uit te voeren via
het lezen van de bestuurderskaart zelf.
De conclusie is dan ook dat een bedrijfskaart niet verplicht is bij een
gelegenheidstransport.
occasionnel effectue un transport
pour
lequel
un
chauffeur
professionnel doit effectivement
respecter les dispositions en
matière de temps de conduite et
de repos. Cette règle se justifie
d'autant plus pour les États
membres où les distances d'un
trajet sont infiniment plus longues
que dans notre pays.
Dès lors, je ne pense pas que ces
États membres seront disposés à
exempter de tels transports.
M. Van den Bergh doit se poser la
question de savoir si un prix de
61 euros pour l'acquisition d'une
carte de conducteur valable cinq
ans est trop élevé pour garantir la
sécurité routière.
En
outre,
la
réglementation
n'impose pas explicitement la
carte d'entreprise. En l'espèce, le
conducteur n'utilise la carte que
quelques fois par an. La mémoire
de la carte est dans ce cas
suffisamment grande pour stocker
toutes les données relatives à son
détenteur. Les données doivent
être conservées deux ans et le
contrôle
de
celles-ci
peut
parfaitement s'effectuer par la
lecture de la carte de conducteur.
Une carte d'entreprise n'est donc
pas obligatoire pour les transports
occasionnels.
12.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, uw
antwoord is vrij duidelijk. U hebt niet meer gesproken over het
engagement van vorig jaar, om de uitzonderingen te herzien. Als ik u
goed begrijp, dan acht u het zelf ook niet echt wenselijk om ruimere
uitzonderingen te bepleiten op Europees niveau. Ik begrijp dat ergens
wel, want de eerste bekommernis en het uitgangspunt van heel het
beleid, moet natuurlijk verkeersveiligheid zijn. Zoals u terecht stelt,
denk ik dat een vrijstelling van rij- en rusttijdreglementering tussen
Rijsel en de Provence bijvoorbeeld niet echt aangewezen zou zijn.
Ik denk dat het probleem voor veel jeugdverenigingen de kennis van
het reglement is. Een duidelijk raam, waarbinnen zij zouden moeten
werken, zouden zij misschien kunnen gebruiken.
Wij zullen daarover communiceren met de mensen die de
12.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): J'en déduis que le
secrétaire d'État ne se fera pas
l'avocat de plus larges exceptions
à l'échelon européen. Du point de
vue de la sécurité routière, cette
approche se justifie parfaitement.
Il
est
important
que
les
mouvements
de
jeunesse
connaissent bien le règlement et
sachent dans quel cadre ils
peuvent opérer.
CRIV 52
COM 543
04/05/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
35
problematiek hebben aangekaart. Hopelijk kan dat wat duidelijkheid
brengen en creëren zij dan een raam waarbinnen zij op een zo flexibel
mogelijke manier kunnen werken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Patrick De Groote aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de
eerste minister, over "de 'legale' radarverklikker" (nr. 12981)
13 Question de M. Patrick De Groote au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au premier ministre, sur
"le détecteur de radar 'légal'" (n° 12981)
13.01 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris,
radardetectors die de signalen van politieradars kunnen ontdekken
zijn in ons land net zoals in het grootste deel van Europa strikt
verboden. De Mini Coyote die door twee Fransen op punt is gezet lijkt
ons echter perfect legaal. Die gebruikt dus niet alleen meldingen van
collega-automobilisten maar put ook uit een uitgebreide database met
de locatie van alle vaste radars en flitspalen in Europa. Vanaf mei dit
jaar zou die Mini Coyote, de zogenaamde radarverklikker, ook in
België te koop zijn. Deze radarverklikker waarschuwt voor
snelheidscontroles en zou legaal zijn omdat het geen detector is maar
een soort geavanceerde gps-gsm.
Ik had u hier graag enkele vragen over gesteld. Ten eerste, kunt u de
nakende verkoop van dit toestel in ons land bevestigen?
Ten tweede, kunt u bevestigen dat het voornoemde toestel inderdaad
legaal is?
Ten derde, wat is uw standpunt ten aanzien van deze radarverklikker?
Ten vierde, neemt u eventuele stappen, als het niet legaal zou zijn,
tegen het gebruik van die Mini Coyote door automobilisten op de
Belgische wegen, zoals men bijvoorbeeld in Zwitserland heeft
gedaan,?
13.01 Patrick De Groote (N-VA):
Contrairement
aux
détecteurs
capables de déceler les signaux
des
radars
de
la
police,
strictement interdits dans notre
pays ainsi que dans la majeure
partie de l'Europe, le système
français d'annonce des radars
" Mini Coyote " se fonde sur les
notifications
d'autres
automobilistes et sur une base de
données où sont répertoriés les
emplacements de tous les radars
fixes en Europe. Ce dispositif
semble tout à fait légal et serait en
vente en Belgique à partir de ce
mois de mai. Le ministre peut-il
confirmer cet état de fait? Quelle
est sa position face à cet appareil?
Dans l'hypothèse où le Mini
Coyote serait déclaré illégal, le
secrétaire d'État entreprendra-t-il
des démarches en vue de lutter
contre son utilisation sur les routes
de Belgique?
13.02 Staatssecretaris Etienne Schouppe: Mijnheer de voorzitter, de
verkoop van de zogenoemde Mini Coyote in België kan ik bevestigen
noch ontkennen. Het toestel kan immers worden aangekocht via het
internet, zodat het niet onmogelijk is dat mensen uit ons land zich zo'n
apparaat hebben aangeschaft. Waarschijnlijk is het in vele gevallen
zo.
Uit de informatie die terug te vinden is op het internet, blijkt dat de
Mini Coyote werkt op basis van een op regelmatige basis aangepaste
databank, waarin onder andere de locaties van de vaste camera's en
de plaatsen waar mobiele snelheidscontroles worden uitgevoerd, zijn
opgenomen. Belangrijk is dat het systeem de geplaatste camera's niet
detecteert en evenmin de werking ervan verhindert of bemoeilijkt. De
Mini Coyote werkt volgens hetzelfde principe als een gps waarin de
plaatsen waar vaste camera's zijn geplaatst, zijn opgeslagen. De
Mini Coyote voegt daar nog de locaties van de mobiele
snelheidscontroles aan toe.
Het komt er in feite op neer dat de Mini Coyote alle informatie die vrij
mag worden verstrekt en ook effectief wordt verstrekt, bijvoorbeeld via
13.02
Etienne Schouppe,
secrétaire d'État: Je ne puis ni
confirmer ni démentir la vente
d'appareils Mini Coyote. Il n'est
pas
à
exclure
que
des
compatriotes
en
aient
fait
l'acquisition sur internet. Selon les
informations parues sur internet,
l'appareil fonctionne sur la base
d'une
banque
de
données
régulièrement
mise
à
jour
indiquant
notamment
l'emplacement des radars fixes et
les sites où sont effectués des
contrôles de vitesse mobiles. Le
système ne détecte pas les radars
installés et ne complique ni
n'entrave leur fonctionnement. Le
Mini Coyote fonctionne selon le
même principe qu'un GPS, en y
04/05/2009
CRIV 52
COM 543
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
36
radio en gsm, omtrent de plaatsen waar de snelheid wordt
gecontroleerd, bundelt en ter beschikking stelt aan de chauffeur van
het voertuig. Als de informatie op het internet strookt met de
waarheid, dan is het toestel perfect legaal. Aangezien gevaarlijke
punten de uitgelezen plaats zijn om snelheidscontroles uit te voeren,
kan een systeem als de Mini Coyote er misschien zelfs toe bijdragen
dat de snelheidslimiet op die plaatsen meer wordt gerespecteerd.
Dat zou de verkeersveiligheid op die gevaarlijke punten kunnen
bevorderen.
ajoutant les sites où s'effectuent
des contrôles de vitesse mobiles.
L'appareil regroupe toutes les
informations
pouvant
être
diffusées librement ­ par exemple
par radio ou par GSM ­
concernant les endroits où la
vitesse est contrôlée.
Si les informations publiées sur
internet sont correctes, l'appareil
est parfaitement légal. Les points
dangereux de la circulation étant
précisément ceux où les contrôles
de vitesse sont les plus opportuns,
cet appareil peut même contribuer
à un meilleur respect des
limitations de vitesse qui y sont
d'application.
13.03 Patrick De Groote (N-VA): Dank u wel, mijnheer de
staatssecretaris, ik treed uw visie bij. Ik meen dat de
verkeersveiligheid op bepaalde knooppunten kan worden verbeterd
door het gebruik van dit toestel vermits het niet illegaal is. Wij streven
naar verkeersveiligheid. Het gaat niet dus niet alleen om de
verkeersboetes. Het is ook een middel om preventief trager,
verkeersveilig te rijden.
13.03 Patrick De Groote (N-VA):
Je partage le point de vue du
secrétaire
d'État.
L'utilisation
légale d'un tel appareil est en effet
de nature à améliorer la sécurité
routière au niveau de certains
noeuds routiers. La prévention et,
partant, une conduite moins rapide
renforcent davantage la sécurité
routière que les amendes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.48 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16.48 heures.