CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
CRIV 51 PLEN 256
CRIV 51 PLEN 256
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
V
OLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
OMPTE
R
ENDU
I
NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT
DES INTERVENTIONS
I
NTEGRAAL
V
ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG
VAN DE TOESPRAKEN
S
ÉANCE PLÉNIÈRE
P
LENUMVERGADERING
jeudi
donderdag
21-12-2006
21-12-2006
Après-midi
Namiddag
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
cdH
centre démocrate Humaniste
CD&V
Christen-Democratisch en Vlaams
ECOLO
Ecologistes Confédérés pour l'organisation de luttes originales
FN
Front National
MR
Mouvement réformateur
N-VA
Nieuw-Vlaamse Alliantie
PS
Parti socialiste
sp.a-spirit
Socialistische Partij Anders Sociaal progressief internationaal, regionalistisch integraal democratisch toekomstgericht
Vlaams Belang
Vlaams Belang
VLD
Vlaamse Liberalen en Democraten
Abréviations dans la numérotation des publications :
Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 51 0000/000 Document parlementaire de la 51e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 51 0000/000
Parlementair stuk van de 51e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA
Questions et Réponses écrites
QRVA
Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV
version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRIV
voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft)
CRABV
Compte Rendu Analytique (couverture bleue)
CRABV
Beknopt Verslag (blauwe kaft)
CRIV
Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu inté-
gral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des
interventions ; les annexes se trouvent dans une brochure
séparée (PLEN: couverture blanche; COM: couverture
saumon)
CRIV
Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken; de
bijlagen zijn in een aparte brochure opgenomen
(PLEN: witte kaft; COM: zalmkleurige kaft)
PLEN
séance plénière
PLEN
Plenum
COM
réunion de commission
COM
Commissievergadering
MOT
motions déposées en conclusion d'interpellations (papier beige) MOT
moties tot besluit van interpellaties (beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.laChambre.be
e-mail :
publications@laChambre.be
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.deKamer.be
e-mail :
publicaties@deKamer.be
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE
INHOUD
Excusés
1
Berichten van verhindering
1
QUESTIONS
1
VRAGEN
1
Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la
vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'usage du langage administratif dans le monde
juridique" (n° P1682)
1
Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het ambtelijk taalgebruik in de juridische
wereld" (nr. P1682)
1
Orateurs: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Sabien Lahaye-Battheu, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Questions jointes de
4
Samengevoegde vragen van
4
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "les malversations
financières au sein de l'Exécutif des
musulmans" (n° P1683)
4
- de heer Bart Laeremans aan de vice-
eerste minister en minister van Justitie over "de
financiële malversaties bij de
Moslimexecutieve" (nr. P1683)
4
- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et
ministre de la Justice sur "le contrôle financier de
l'Exécutif des musulmans" (n° P1684)
4
- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister
en minister van Justitie over "het financieel
onderzoek bij de Moslimexecutieve" (nr. P1684)
4
Orateurs: Bart Laeremans, Zoé Genot,
Laurette Onkelinx, vice-première ministre et
ministre de la Justice
Sprekers: Bart Laeremans, Zoé Genot,
Laurette Onkelinx, vice-eerste minister en
minister van Justitie
Question de M. Jean-Pierre Malmendier à la vice-
première ministre et ministre de la Justice sur
"l'accord social avec les syndicats des gardiens
de prisons" (n° P1685)
7
Vraag van de heer Jean-Pierre Malmendier aan
de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het sociaal akkoord met de vakbonden van
de gevangenbewaarders" (nr. P1685)
7
Orateurs: Jean-Pierre Malmendier, Laurette
Onkelinx, vice-première ministre et ministre
de la Justice
Sprekers: Jean-Pierre Malmendier, Laurette
Onkelinx, vice-eerste minister en minister van
Justitie
Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "le calcul du
revenu cadastral après des travaux de
transformation" (n° P1686)
8
Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over "de
berekening van het kadastraal inkomen na
verbouwingen" (nr. P1686)
8
Orateurs: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Luk Van Biesen, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de M. Benoît Drèze au vice-premier
ministre et ministre des Finances sur "la menace
sur l'accord social chez VW Forest" (n° P1687)
10
Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-
eerste minister en minister van Financiën over
"het in het gedrang komen van het sociaal
akkoord bij VW Vorst" (nr. P1687)
10
Orateurs: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Benoît Drèze, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Valérie Déom au ministre des
Affaires étrangères sur "la condamnation à mort
de cinq infirmières bulgares et d'un médecin
palestinien détenus en Libye depuis
1999" (n° P1688)
11
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de
minister van Buitenlandse Zaken over "de
terdoodveroordeling van vijf Bulgaarse
verpleegsters en een Palestijnse arts die sinds
1999 in Libië worden vastgehouden" (nr. P1688)
11
Orateurs: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Valérie Déom, Didier Reynders,
vice-eerste minister en minister van Financiën
Question de Mme Magda De Meyer au ministre
de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce
extérieur et de la Politique scientifique sur "la
mise en oeuvre du statut des volontaires"
(n° P1689)
13
Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de
minister van Economie, Energie, Buitenlandse
Handel en Wetenschapsbeleid over "de uitvoering
van het statuut van de vrijwilligers" (nr. P1689)
13
Orateurs:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, ministre de l'Économie, de
l'Énergie, du Commerce extérieur et de la
Sprekers:
Magda De Meyer, Marc
Verwilghen, minister van Economie, Energie,
Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
ii
Politique scientifique
Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des
Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'organisation de la Fête du sacrifice" (n° P1690)
14
Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "de organisatie van het Offerfeest"
(nr. P1690)
14
Orateurs: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
ministre des Affaires sociales et de la Santé
publique
Sprekers: Nathalie Muylle, Rudy Demotte,
minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de Mme Dominique Tilmans au ministre
des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"les foetus mort-nés" (n° P1691)
16
Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "doodgeboren foetussen" (nr. P1691)
16
Orateurs:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, ministre des Affaires sociales et de
la Santé publique
Sprekers:
Dominique Tilmans, Rudy
Demotte, minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid
Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de
la Mobilité sur "la condamnation d'un bourgmestre
impliqué dans un accident de la circulation"
(n° P1693)
17
Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de
minister van Mobiliteit over "de veroordeling van
een burgemeester voor een verkeersongeval"
(nr. P1693)
17
Orateurs: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers: Jef Van den Bergh, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Questions jointes de
19
Samengevoegde vragen van
19
- M. Guy D'haeseleer au ministre de l'Emploi sur
"les chiffres de l'ONEm" (n° P1694)
19
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van
Werk over "de RVA-cijfers" (nr. P1694)
19
- M. Patrick Cocriamont au ministre de l'Emploi
sur "les allocations de chômage" (n° P1695)
19
- de heer Patrick Cocriamont aan de minister van
Werk over "de werkloosheidsuitkeringen"
(nr. P1695)
19
Orateurs: Guy D'haeseleer, Renaat Landuyt,
ministre de la Mobilité, Patrick Cocriamont
Sprekers: Guy D'haeseleer, Renaat Landuyt,
minister van Mobiliteit, Patrick Cocriamont
Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre de
l'Emploi sur "les conséquences de la négociation
des prépensions à VW Forest" (n° P1696)
22
Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de
minister van Werk over "de gevolgen van de
onderhandelingen over de brugpensioenen bij
VW Vorst" (nr. P1696)
22
Orateurs:
Jean-Marc Delizée, Renaat
Landuyt, ministre de la Mobilité
Sprekers:
Jean-Marc Delizée, Renaat
Landuyt, minister van Mobiliteit
Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre
de la Coopération au Développement sur "l'action
contre les mines terrestres" (n° P1692)
24
Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de
minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
actie tegen landmijnen" (nr. P1692)
24
Orateurs: Dirk Van der Maelen, président du
groupe sp.a-spirit, Pieter De Crem, président
du groupe CD&V, Armand De Decker,
ministre de la Coopération au Développement
Sprekers: Dirk Van der Maelen, voorzitter van
de sp.a-spirit-fractie, Pieter De Crem,
voorzitter van de CD&V-fractie, Armand De
Decker, minister van
Ontwikkelingssamenwerking
Question de M. Melchior Wathelet au ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'accord concernant l'inclusion du secteur aérien
dans un mécanisme d'échange de quotas CO2"
(n° P1697)
26
Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de
minister van Leefmilieu en minister van
Pensioenen over "het akkoord betreffende het
betrekken van de luchtvaartsector in een
uitwisselingsmechanisme inzake CO2-quota"
(nr. P1697)
26
Orateurs: Melchior Wathelet, président du
groupe cdH, Bruno Tobback, ministre de
l'Environnement et ministre des Pensions
Sprekers: Melchior Wathelet, voorzitter van
de cdH-fractie, Bruno Tobback, minister van
Leefmilieu en minister van Pensioenen
BUDGETS
28
BEGROTINGEN
28
Budget des voies et moyens pour l'année
budgétaire 2007 (2704/1-5)
28
Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar
2007 (2704/1-5)
28
- Projet de budget général des dépenses pour 28
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor 28
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
iii
l'année budgétaire 2007 (2705/1-16)
het begrotingsjaar 2007 (2705/1-16)
- Budgets des recettes et des dépenses pour
l'année budgétaire 2007. Exposé général (2703/1)
28
- Begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor
het begrotingsjaar 2007. Algemene toelichting
(2703/1)
28
- Notes de politique générale (2706/1-27)
28
- Algemene beleidsnota's (2706/1-27)
28
Discussion générale
28
Algemene bespreking
28
Orateurs: Annemie Roppe, rapporteur, Pieter
De Crem, président du groupe CD&V, Jean-
Jacques Viseur, François-Xavier de
Donnea, Hagen Goyvaerts, Daniel
Bacquelaine, président du groupe MR, Bart
Tommelein, Éric Massin, Patrick De Groote,
Alfons Borginon, président du groupe VLD,
Jean-Marc Nollet, Didier Reynders, vice-
premier ministre et ministre des Finances
Sprekers: Annemie Roppe, rapporteur, Pieter
De Crem, voorzitter van de CD&V-fractie,
Jean-Jacques Viseur, François-Xavier de
Donnea, Hagen Goyvaerts, Daniel
Bacquelaine, voorzitter van de MR-fractie,
Bart Tommelein, Éric Massin, Patrick De
Groote, Alfons Borginon, voorzitter van de
VLD-fractie, Jean-Marc Nollet, Didier
Reynders, vice-eerste minister en minister
van Financiën
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
1
SEANCE PLENIERE
PLENUMVERGADERING
du
JEUDI
21
D
ÉCEMBRE
2006
Après-midi
______
van
DONDERDAG
21
DECEMBER
2006
Namiddag
______
La séance est ouverte à 14.22 heures et présidée par M. Herman De Croo.
De vergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door de heer Herman De Croo.
Ministres du gouvernement fédéral présents lors de l'ouverture de la séance:
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering zijn de ministers van de federale regering:
aucun/geen.
Le président: La séance est ouverte.
De vergadering is geopend.
Excusés
Berichten van verhindering
Patrick Moriau, Frieda Van Themsche, pour raisons de santé / wegens ziekte;
Johan Vande Lanotte, pour devoirs de mandat / wegens ambtsplicht;
Hilde Vautmans, en mission à l'étranger / met zending buitenslands;
Hendrik Daems, à l'étranger / buitenslands.
Collega's, op de agenda van vandaag staan, na de vragen, de Rijksmiddelenbegroting, het ontwerp van
Uitgavenbegroting; alsook de derde aanpassing van de algemene Uitgavenbegroting en dan ook nog de
andere elementen.
Die inleidende zin geeft aan de vice-eerste minister en minister van Justitie de kans om mij te komen
vervoegen voor de mondelinge vragen.
Vragen
Questions
01 Vraag van mevrouw Sabien Lahaye-Battheu aan de vice-eerste minister en minister van Justitie
over "het ambtelijk taalgebruik in de juridische wereld" (nr. P1682)
01 Question de Mme Sabien Lahaye-Battheu à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'usage du langage administratif dans le monde juridique" (n° P1682)
01.01 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de vicepremier, om
het met uw eigen woorden te zeggen ik citeer uit een antwoord,
gegeven in de commissie voor de Justitie: "Het is fundamenteel dat
als een burger zich tot het gerecht wendt, hij of zij een antwoord krijgt
in een klare en begrijpelijke taal." Ook in het regeerakkoord staat de
intentie ik citeer: "de gerechtelijke aktes en het taalgebruik te
vereenvoudigen en verstaanbaar te maken."
Welnu, op vraag van het Antwerpse hof van beroep en het arbeidshof
hebben studenten Recht van de rechtsfaculteit van de Karel de Grote-
Hogeschool een onderzoek gevoerd bij advocaten en bij gewone
mensen, of rechtsonderhorigen zoals wij ze noemen, naar onder
01.01 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La ministre a déclaré elle-
même en commission de la
Justice que le citoyen qui
s'adresse à la justice doit obtenir
une réponse dans un langage
compréhensible. En s'exprimant
ainsi, elle n'a fait que confirmer
l'accord de gouvernement.
À la demande de la cour d'appel
d'Anvers et de la cour du travail,
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
2
andere het juridisch taalgebruik.
De conclusie van dat onderzoek is niet echt positief te noemen.
Immers, uit dat onderzoek blijkt dat advocaten de inhoud van
gerechtsbrieven, brieven die door de griffie naar de mensen worden
gestuurd, en gerechtelijke akten, akten opgesteld door magistraten,
aan twee cliënten op drie moeten verduidelijken.
Dus, er lijkt nog niet veel veranderd te zijn op het vlak van het
juridisch taalgebruik sinds het begin van deze legislatuur. Nochtans
bent u in het Parlement diverse keren aangemaand daaraan te
werken. Ik verwijs onder andere naar een hangende resolutie van
mijn collega's Vautmans, Turtelboom en Chevalier in verband met
eenvoudiger taalgebruik.
Ik zou u vandaag, omdat het onderwerp weer actueel is door die
studie, willen vragen of u mij een opsomming kunt geven van de
initiatieven die u sinds het begin van de legislatuur hebt genomen om
het taalgebruik te vereenvoudigen en die in de praktijk al werken. Ik
zou u ook willen vragen of er eventueel nog initiatieven in de pijplijn
zitten.
Ten slotte, alles begint volgens mij bij de opleiding van magistraten
door de Hoge Raad voor de Justitie en die van advocaten door de
universiteiten en de balies. Als men daar geen oog heeft voor
eenvoudig taalgebruik, zal dat op het einde van de rit waarschijnlijk
ook niet gebruikt worden door de rechtspractici. Hebt u met hen al
samen gezeten? Is er eigenlijk in een budget voorzien om dat doel te
bereiken?
les étudiants de la faculté de droit
de la "Karel de Grote Hogeschool"
ont réalisé une étude sur le
langage juridique. Il s'avère que,
dans deux cas sur trois, les
avocats doivent préciser le
contenu des plis et des actes
judiciaires à leurs clients. Il semble
donc que la situation n'ait guère
changé sous l'actuelle législature
en ce qui concerne le langage
juridique.
Le Parlement a plusieurs fois
appelé la ministre à oeuvrer à cette
simplification. Une proposition de
résolution a également été
déposée en faveur d'une
simplification du langage juridique.
La ministre peut-elle fournir un
aperçu des initiatives prises pour
simplifier le langage juridique?
D'autres sont-elles en
préparation? La ministre s'est-elle
déjà concertée avec le Conseil
supérieur de la Justice, les
universités et les barreaux qui
assurent la formation des
magistrats et des avocats? Il est
essentiel de mettre l'accent sur la
simplification du langage juridique
lors de la formation. Un budget
est-il prévu pour réaliser cet
objectif?
De voorzitter: We luisteren naar de klare taal van de minister.
01.02 Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega's,
het is een echte hoofdbreker in alle betekenissen van het woord. Ik
heb altijd onderstreept dat de toegang tot het gerecht ook een
eenvoudiger en meer toegankelijk taalgebruik inhoudt. Ik ben evenwel
niet bevoegd om aan de rechters en advocaten in hun vonnissen en
conclusies een taalgebruik op te leggen.
We moeten met de professionelen op het terrein een constructieve
samenwerking verzekeren en nastreven om een ander taalgebruik te
verkrijgen.
01.02
Laurette Onkelinx,
ministre: J'ai toujours affirmé
qu'une justice plus accessible allait
de pair avec le recours à un
langage plus simple. Je ne
dispose cependant pas des
compétences requises pour
imposer cette limpidité obligatoire
dans les jugements et les
conclusions des juges et des
avocats. Nous devons collaborer
avec eux de façon constructive
pour instaurer une autre forme de
langage.
De quelle coopération s'agit-il? À force d'en parler, des choses se
passent. Par exemple, la Cour de cassation, dont les arrêts ne sont
pas toujours particulièrement compréhensibles, a fait un effort en
proposant de ne plus utiliser le latin. C'est une première étape. On l'a
fait dans les églises il y a un certain temps et maintenant, la Cour de
Het Hof van Cassatie heeft
voorgesteld geen Latijn meer in
zijn arresten te gebruiken. Om het
juridisch taalgebruik verder te
vereenvoudigen hebben we
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
3
cassation l'a décidé. Ayant lu dernièrement des arrêts de la Cour de
cassation, je crois qu'il s'agit d'une première étape et qu'on peut aller
plus loin.
Nous avons également travaillé avec les huissiers sur des modèles
d'actes. Ils ont accompli des efforts considérables et continuent à
travailler pour simplifier au maximum le langage judiciaire mais celui-
ci n'est pas toujours facile; il y a des concepts en droit qui doivent être
exprimés tels quels et qu'il est difficile de simplifier.
On a créé récemment une commission de formation pour le
personnel des greffes et les secrétaires de parquet et on lui a
demandé d'intégrer de manière prioritaire dans la formation
l'utilisation d'un langage accessible pour la communication entre les
greffes et les parquets et les citoyens. Il y a là une clé pour décoder
les décisions prises dans les greffes et tribunaux. La conférence
permanente des chefs de corps, emportée par l'initiative de la Cour
de cassation, travaille actuellement sur son propre code de
communication et le Conseil supérieur de la Justice donne pour le
moment des formations en langage judiciaire.
Voilà les initiatives prises. Mais il s'agit d'un changement de culture: je
ne peux malheureusement pas imposer l'utilisation d'un type de
langage pour l'ensemble des actes des professionnels de la justice.
samen met de gerechts-
deurwaarders vereenvoudigde
modellen van akten opgesteld. De
commissie voor de opleiding van
het griffiepersoneel en de parket-
secretarissen besteedt een
bijzondere aandacht aan het
gebruik van een begrijpelijke taal
in de contacten met de burger. De
permanente conferentie van de
korpschefs werkt aan haar eigen
taalcode. En de Hoge Raad van
de Justitie biedt momenteel
opleidingen juridisch taalgebruik
aan.
Er worden dus wel degelijk
initiatieven genomen, maar het is
onmogelijk om voor alle akten van
de rechtspractici een bepaald
taalgebruik op te leggen.
Le président: "Ce qui se conçoit bien s'énonce clairement."
01.03 Sabien Lahaye-Battheu (VLD): Mevrouw de vicepremier, ik
stel vast dat u een aantal initiatieven opsomt, maar volgens mij
zouden die nog verder, en ook vlugger, kunnen gaan. U verwijst onder
andere naar de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. U hebt
gezegd: "...in de maand januari in het Parlement". Er is een protocol
dat met hen ondertekend wordt, maar uit de navraag die ikzelf gedaan
heb bij de Nationale Kamer blijkt dat het tot nu toe niet ondertekend
werd en dat men wacht op nieuws vanuit het kabinet. Misschien kan
daaraan ook aandacht worden besteed.
Volgens mij moeten alle actoren van Justitie de reflex hebben u
hebt ook verwezen naar het Hof van Cassatie om korte zinnen te
maken en om oubollig en omslachtig taalgebruik te bannen. Woorden
als "overwegende dat" en "rekening houdend met" zou men moeten
bannen. Als men artikelen aanhaalt, moet men die artikelen ook
uitleggen voor de mensen.
Ten slotte, u hebt het aangegeven, mijnheer de voorzitter, ik vind dat
wij, als wettenmakers, ook de hand in eigen boezem moeten steken,
want de wetsontwerpen en wetsvoorstellen die wij hier goedkeuren
zijn ook vaak omslachtig en stroef. Ze getuigen niet van de reflex
waarover ik het zonet had.
01.03 Sabien Lahaye-Battheu
(VLD): La ministre prend des
initiatives mais j'ai le sentiment
que tout cela pourrait être plus
rapide et meilleur. Mme Onkelinx a
évoqué un protocole avec la
Chambre nationale des huissiers
de justice mais, selon cette
instance, le document n'est pas
encore signé. Le cabinet tarde à
se manifester, semble-t-il.
Tous les acteurs de la Justice
devraient spontanément utiliser un
langage intelligible, avec des
phrases courtes et le moins
d'archaïsmes possible. Les
articles de loi que l'on cite doivent
être expliqués. Les législateurs ne
sont du reste pas irréprochables
car le jargon des projets et des
propositions de loi recourt souvent
à des formules alambiquées.
De voorzitter: Van tijd tot tijd moet ik een wetsartikel ook twee of drie keer lezen om precies te weten
waarover het gaat.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Samengevoegde vragen van
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
4
- de heer Bart Laeremans aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de financiële
malversaties bij de Moslimexecutieve" (nr. P1683)
- mevrouw Zoé Genot aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "het financieel
onderzoek bij de Moslimexecutieve" (nr. P1684)
02 Questions jointes de
- M. Bart Laeremans à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "les malversations
financières au sein de l'Exécutif des musulmans" (n° P1683)
- Mme Zoé Genot à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "le contrôle financier de
l'Exécutif des musulmans" (n° P1684)
02.01 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, het blijft negatieve berichten regenen over de
moslimexecutieve. Eerst ging het over de manifeste
onbestuurbaarheid van het Executief van de Moslims. Enkele
maanden geleden ging het over taalproblemen en communautaire
problemen die daar, zoals overal in het land, zijn gerezen. Recent
stelden wij vast dat zich daar zware financiële malversaties hebben
voorgedaan. Dat was blijkbaar het geval zowel tijdens de vorige
moslimexecutieve als thans, met de huidige voorzitter of
ondervoorzitter, want die persoon zit nog altijd vast.
Het toppunt is dat blijkt dat door of namens de moslimexecutieve geld
zou zijn gestort op de gevangenisrekening van moslimterrorist Nizar
Trabelsi. Dat is toch wel heel vergaand. Dat wordt nu door sommige
mensen van het Executief ontkend, maar dat wordt wel door het
parket bevestigd. Het is dus tijd dat hierover klaarheid wordt gebracht.
Mijn vragen zijn dan ook de volgende, mevrouw de minister.
Ten eerste, bent u in afwachting van het onderzoek gestopt met het
financieren van het Executief van de Moslims? Dat lijkt mij nogal
evident. Zolang er geen duidelijkheid is over het beheer ervan lijkt het
mij uit den boze dat er nog middelen worden gestort.
Ten tweede, wat is de stand van het onderzoek inzake de financiële
malversaties? Wat kunt u hierover al meedelen? Gaat het zowel over
de vorige Moslimexecutieve als over de huidige?
Ten derde, klopt het inderdaad dat er geld werd gestort op de
rekening van een moslimterrorist door of namens de
Moslimexecutieve? Zo ja, wat vindt u daarvan?
02.01 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): Les informations
négatives concernant l'Exécutif
des musulmans s'accumulent.
L'Exécutif était tout d'abord apparu
ingouvernable; il y a ensuite été
question de problèmes
linguistiques et communautaires; à
présent, il semble y avoir eu des
malversations financières.
L'Exécutif des musulmans aurait
par ailleurs versé de l'argent au
terroriste Nisar Trabelsi sur le
compte de la prison où il est
détenu. Le parquet a confirmé les
faits.
La ministre a-t-elle interrompu le
financement de l'exécutif en
attendant que la lumière soit faite
sur les malversations? Quel est
l'état de l'enquête? L'ancien
exécutif comme l'actuel se sont-ils
effectivement rendus coupables
de fraude financière? De l'argent
a-t-il été versé à Nisar Trabelsi?
Quelle position la ministre adopte-
t-elle à cet égard?
02.02 Zoé Genot (ECOLO): Monsieur le président, madame la
ministre, j'ai appris que M. Kissi Benjelloul, vice-président de l'Exécutif
des musulmans de Belgique, avait passé la nuit en prison.
Madame la ministre, vous connaissez bien M. Kissi Benjelloul, étant
donné qu'il a plaidé, auprès de votre cabinet, pour l'organisation
d'élections renouvelant les organes du culte musulman. Toutefois, il
ne s'agit pas ici de discuter de la responsabilité personnelle d'un
homme présumé innocent. Par contre, nous ne pouvons pas passer
sous silence les événements qui affectent le vice-président de
l'Exécutif des musulmans de Belgique.
Même si M. Benjelloul, pour ne pas troubler les travaux de
l'assemblée des musulmans, décidait de démissionner ou si
l'assemblée des musulmans de Belgique décidait de lui retirer cette
fonction, ce ne serait pas possible. On le sait, madame la ministre,
02.02 Zoé Genot (ECOLO): In de
pers staat te lezen dat de
ondervoorzitter van de Moslim-
executieve, de heer Kissi
Benjelloul, een nacht in de cel
heeft doorgebracht. Hij kan alleen
door middel van een koninklijk
besluit ontslag nemen of van zijn
functie worden ontheven. Ik dring
erop aan dat u er nauwlettend op
zou toezien dat de kalmte en de
sereniteit in de Moslimexecutieve
terugkeren.
Eén van de taken van uw
administratie bestaat erin de
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
5
c'est vous qui avez la responsabilité de nommer un exécutif des
musulmans de Belgique. Cela ne peut se faire que par arrêté royal. Je
vous demande donc d'être particulièrement attentive à l'évolution des
événements pour que le calme et la sérénité reviennent au plus vite
dans cet exécutif.
Votre administration est également compétente pour contrôler l'argent
délivré aux organes du culte musulman. Elle a toujours été très
vigilante vis-à-vis des exécutifs précédents. Je souhaiterais être mise
au courant de l'analyse de la situation que votre administration a faite
dernièrement. Comment a-t-elle financé les organes ces derniers
mois?
Des membres de l'Exécutif des musulmans de Belgique ont, depuis
de nombreux mois, plaidé pour un fonctionnement transparent et
démocratique de leur instance. Ils n'ont pas toujours été entendus. De
nombreux membres de la communauté musulmane s'inquiètent de
l'image de leur communauté donnée à l'extérieur. Cette communauté
est déjà soumise à un islamophobisme latent. Des événements tels
que ceux-ci risquent une fois de plus de les stigmatiser. Il est donc
urgent de prendre le problème à bras-le-corps et j'espère que c'est ce
que vous allez faire!
rekeningen van die instantie te
controleren. Waartoe leidde de
analyse van die rekeningen van de
afgelopen maanden? Hoe werd
dat orgaan gefinancierd?
Sommige leden van
de
Moslimexecutieve hebben recent
nog voor een doorzichtige en
democratische werking van hun
assemblee gepleit. Vandaag
worden ze nog maar eens
gestigmatiseerd. Dit probleem
moet dringend worden aangepakt.
02.03 Laurette Onkelinx, ministre: Monsieur le président, je suis
évidemment pour la laïcité et pour l'Exécutif des musulmans. Seul
celui-ci reçoit un subside annuel voté par le parlement. Nous sommes
extrêmement vigilants pour contrôler ce qu'il fait avec ce subside
annuel. Cela doit être conforme aux finalités pour lesquelles ce
subside est alloué.
En 2004, nous avons effectivement examiné les comptes. Avec mon
administration, en fonction de toute une série d'éléments obscurs
dans ces comptes, nous avons demandé à un expert comptable de
les examiner plus avant. Nous avons pu constater qu'il y avait une
grande suspicion d'irrégularités et j'ai tout de suite demandé qu'on
envoie l'ensemble des pièces au parquet. Une instruction est en
cours. Elle avait au départ pour objet les comptes 2004 mais
l'instruction s'est étendue sur l'ensemble des documents pour les
années 2004, 2005 et 2006. Toutes ces données font donc l'objet
d'un examen par la justice.
Par ailleurs, mon administration est en train d'examiner les comptes
2005 avec la volonté qu'il n'y ait aucune irrégularité. Ce serait
totalement inacceptable.
Je partage votre opinion qui est de dire que l'image donnée est tout à
fait malheureuse. J'ai appris comme vous que le vice-président avait
passé une nuit en prison. Il a été libéré ce matin. Il n'y a, semble-t-il,
pas d'inculpation. Mais, comme vous, je considère que c'est l'image
même de l'Exécutif des musulmans qui est entachée. Dès lors, il
appartient aux instances, sans que nous nous en mêlions nous
devons respecter le principe de séparation , de prendre les
dispositions qui s'imposent pour permettre le retour au calme, à la
sérénité et une bonne réputation pour la gestion de ce culte.
Quant à ce qui s'est exactement passé durant l'année 2004, à savoir
s'il y a eu des malversations, des versements à un prisonnier
particulièrement problématique (terroriste), dans nos prisons, c'est
02.03 Minister Laurette
Onkelinx: Mijn administratie heeft
een aantal onduidelijkheden
vastgesteld in de rekeningen 2004
van de Moslimexecutieve en heeft
de stukken overgezonden aan het
parket. Er loopt een onderzoek
met betrekking tot de stukken van
2004, dat tot 2005 en 2006 werd
uitgebreid.
Ik betreur de negatieve beeld-
vorming. De ondervoorzitter werd
deze ochtend in vrijheid gesteld en
zou niet in beschuldiging zijn
gesteld. We moeten de bevoegde
instanties de nodige maatregelen
laten nemen zodat de rust kan
weerkeren.
Het onderzoek zal uitwijzen of
middelen werden verduisterd en of
een gevangen terrorist geld heeft
ontvangen.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
6
actuellement l'objet d'une enquête judiciaire dont, comme l'ensemble
du parlement, nous attendons les conclusions.
02.04 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de minister, ik stel ten eerste vast dat u niet eens antwoordt
op de zeer pertinente vraag of er vanuit het ministerie nog altijd geld
wordt overgemaakt aan de Moslimexecutieve.
Als het Executief niet in staat is om op een ordentelijke manier met
die subsidies om te gaan en u blijft maar betalen, dan is er een
probleem van uwentwege. U zou minstens moeten wachten tot het
einde van het onderzoek vooraleer nog verder geld over te maken
aan de Moslimexecutieve. Dat lijkt mij het minste. Wanneer nu zelfs
de vicevoorzitter van het huidig Executief een hele nacht heeft moeten
doorbrengen in de gevangenis voor ondervragingen, moet u minstens
de subsidie stopzetten tot er duidelijkheid is. Als u dat niet doet, gaat
u uw boekje te buiten en neemt u uw verantwoordelijkheid niet.
Ten tweede, u hebt hier zaken verteld die wij allemaal al in de krant
hebben gelezen. U zegt niets nieuws. We weten allemaal dat u op
een gegeven moment vaststellingen hebt gedaan, dat u klacht hebt
neergelegd en dat er een onderzoek is geweest. Wij vroegen
specifiek naar wat u al weet over die stortingen aan die
moslimterrorist. Als iemand vanuit de Moslimexecutieve inderdaad
geld heeft overgemaakt aan die terrorist, moet onmiddellijk worden
opgetreden.
Wij stellen vast dat u zich telkens wanneer er een onderzoek loopt,
wanneer daarrond commotie is in de pers en er grote krantenartikelen
verschijnen, beroept op het geheim van het onderzoek en niets kunt
zeggen. Dat staat in schril contrast met al uw voorgangers die ik hier
heb gekend, met zowel de heren De Clerck, Van Parys als
Verwilghen. Wanneer er belangrijke politieke onderzoeken bezig
waren met een grote draagwijdte werden vragen beantwoord. U
slaagt er telkens opnieuw in om naast de kwestie te antwoorden en
niet in te gaan op de manifeste feiten van het onderzoek.
02.04 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre ne répond
pas à ma question de savoir si les
versements à l'Exécutif des
musulmans ont été interrompus.
Je pense qu'un problème majeur
se pose à partir du moment où
l'Exécutif n'est pas en mesure de
gérer correctement son budget
mais continue néanmoins à
recevoir des subsides. La ministre
ne peut rester les bras croisés
face à l'arrestation du vice-
président.
Elle nous fournit des
renseignements dont nous avons
déjà connaissance par la presse. Il
s'agit de connaître les informations
dont elle dispose sur les
versements à Nisar Trabelsi. Dans
ce dossier-là également, elle doit
agir sans délai.
Chaque fois qu'une affaire secoue
l'opinion publique, la ministre se
retranche derrière le secret de
l'enquête et s'inscrit ainsi en
rupture totale avec ses
prédécesseurs, qui nous ont
toujours fourni les informations
nécessaires sur les enquêtes
revêtant une portée politique.
02.05 Minister Laurette Onkelinx: (...)
02.06 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Mevrouw de minister, dat
is onzin.
02.07 Minister Laurette Onkelinx: Ik heb een klacht ingediend en ik
wacht op de conclusies van Justitie. Dat is de normale procedure.
02.07
Laurette Onkelinx,
ministre: J'ai déposé une plainte et
j'attends à présent les résultats. Il
s'agit de la procédure normale.
02.08 Bart Laeremans (Vlaams Belang): Wanneer het parket zelf
bevestigt dat er stortingen zijn geweest aan Trabelsi, stortingen die hij
heeft ontvangen, kunt u dat minstens hier bevestigen. Het gaat toch
niet op dat de mensen in de krant kunnen lezen dat de
Moslimexecutieve een terrorist sponsort, dat dit door het parket wordt
bevestigd en dat u niet eens de moed hebt om dat te bevestigen of te
ontkennen. Een van de twee moet toch kunnen. Ik vind dit bijzonder
laf van u.
02.08 Bart Laeremans (Vlaams
Belang): La ministre n'a pas le
courage d'admettre la réalité des
versements effectués à Nisar
Trabelsi, alors que chacun peut
lire dans la presse que le parquet
les a confirmés.
02.09 Zoé Genot (ECOLO): Madame la ministre, je ne peux que
vous encourager, dans la limite de vos compétences, à suivre les
02.09 Zoé Genot (ECOLO):
Mevrouw de minister, ik vraag u
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
7
événements et à permettre aux organes du culte musulman de
travailler, à nouveau, dans la dignité et la sérénité, ce que mérite la
communauté musulmane à l'instar de toutes les communautés
religieuses.
met aandrang de gebeurtenissen
te volgen zodat de sereniteit kan
worden hersteld.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
03 Question de M. Jean-Pierre Malmendier à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur
"l'accord social avec les syndicats des gardiens de prisons" (n° P1685)
03 Vraag van de heer Jean-Pierre Malmendier aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over
"het sociaal akkoord met de vakbonden van de gevangenbewaarders" (nr. P1685)
03.01 Jean-Pierre Malmendier (MR): Monsieur le président,
madame la ministre, si j'ai plutôt la réputation de défendre les
victimes, je m'intéresse également de près à la gestion carcérale.
Je voudrais tout d'abord me réjouir de l'accord social intervenu entre
vous et les principaux syndicats des agents pénitentiaires, quant à
l'organisation d'une formation théorique et pratique plus étoffée (trois
mois), préalable à l'entrée en service des agents, qui entrera en
vigueur en septembre 2007. Je me réjouis également de la
réglementation prise pour organiser les mutations.
Ce qui me chagrine, c'est votre réponse à la question posée par mon
chef de groupe, M. Bacquelaine, tendant à savoir si un service
minimum serait assuré dans les prisons lors d'événements sociaux,
de grèves, etc.. J'imagine que ces problèmes devraient diminuer,
puisque vous avez convenu de compléter le cadre. Cependant, le
conflit social guette toujours. Dès lors, nous serions totalement
rassurés si cette permanence devait être organisée, également dans
le cadre des accords qui ont été pris.
Madame la ministre, envisagez-vous de poursuivre les négociations
pour parvenir à ce résultat? Le problème est-il postposé jusqu'aux
prochaines grèves?
03.01 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Ik ben verheugd over het
akkoord dat u met de vakbonden
van de cipiers hebt gesloten en dat
in een opleiding van drie maanden
voorafgaand aan de indienst-
treding en in een regeling die tot
doel heeft de overplaatsingen te
organiseren voorziet.
Ik had het daarentegen op prijs
gesteld dat in het raam van dat
akkoord een minimumdienst in de
gevangenissen zou zijn verzekerd
in geval van sociale onrust.
Bent u voornemens de
onderhandelingen voort te zetten
om tot dat resultaat te komen?
03.02 Laurette Onkelinx, ministre: Je remercie tout d'abord M.
Malmendier de rappeler l'accord auquel nous sommes arrivés avec
les organisations syndicales. Nous avons négocié pendant de très
nombreux mois. La manière dont une information se répand dépend
aussi des moments: on ne l'a peut-être pas suffisamment mis en
valeur mais le fait d'augmenter la formation des gardiens et d'avoir
imposé que chaque gardien l'ait reçue avant son entrée en fonctions,
c'est quelque chose qu'on attendait depuis des années. Élargir la
réserve de recrutement pour combler plus facilement les cadres,
réorganiser les mutations pour éviter la désorganisation, cela va
permettre de diminuer le nombre de grèves provoquées par les
problèmes de surpopulation et de manque d'effectifs. Il a fallu
plusieurs mois pour y aboutir et je remercie à cet effet les
organisations syndicales.
Reste le problème du service minimum, qui ne faisait pas partie des
points négociés. Nous n'en avons pas parlé mais avant de me
positionner, je veux en faire l'objet d'un prochain dialogue. En janvier,
ce point sera à l'ordre du jour. J'espère que ce dialogue nous
permettra d'aboutir à un accord. En effet, la situation est
catastrophique, particulièrement en cas de grèves sauvages qui ne
03.02 Minister Laurette
Onkelinx: Wij hebben
maandenlang onderhandeld en
gelet op de resultaten die wij
hebben geboekt, zouden er
minder stakingen moeten zijn.
Het probleem van het al dan niet
invoeren van een minimumdienst
doet zich vooral voor in geval van
wilde, onmogelijk te voorspellen
staking. Dit punt zal aan de orde
zijn bij de volgende onder-
handelingsronde in januari.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
8
permettent pas de se préparer à la gestion d'une situation carcérale
extrêmement complexe par nature. Je vais m'engager dans un
dialogue avec les organisations en espérant qu'il aboutira à un
accord.
03.03 Jean-Pierre Malmendier (MR): Monsieur le président, je me
réjouis de l'engagement que prend Mme la ministre. La promesse en
avait déjà été faite à M. Bacquelaine voilà presque un mois. Un mois,
c'est court, il est vrai. J'observe cependant que le sujet reste bien
ancré à l'ordre du jour des négociations qui se poursuivent.
Pour insister sur cette demande, je rappelle que, si le monde carcéral
est perturbé, nos gardiens de l'ordre le sont aussi: dans de tels cas,
ils doivent assurer la surveillance et ce, au détriment du citoyen et de
la sécurité de chacun.
Néanmoins, c'est surtout mettre l'accent sur les avancées déjà
engrangées que je voulais faire et vous encourager à continuer sur
cette voie.
03.03 Jean-Pierre Malmendier
(MR): Als er problemen zijn in de
gevangenissen, draaien de
ordediensten daarvoor op. Zij
moeten immers de bewaking
overnemen, ten koste van de
veiligheid van de burger.
Ik verheug me in elk geval over de
verbintenis die de minister is
aangegaan, hoewel die belofte
eigenlijk al een maand oud is, en
wil haar aanmoedigen om op die
weg verder te gaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04 Vraag van de heer Luk Van Biesen aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "de
berekening van het kadastraal inkomen na verbouwingen" (nr. P1686)
04 Question de M. Luk Van Biesen au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "le calcul du
revenu cadastral après des travaux de transformation" (n° P1686)
04.01 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de
vice-eerste minister en minister van Financiën Reynders, het
Rekenhof bracht gisteren een uitvoerig, doelgericht rapport uit over de
herberekening van het kadastraal inkomen ten gevolge van
verbouwingswerken. Uit het rapport bleek dat nog heel wat informatie
vanuit de gemeenten en de administraties niet naar het kadaster
gaan, zodat in ons land het kadastraal inkomen na verbouwingen niet
op een gelijke wijze wordt berekend. Met andere woorden, er is hier
een probleem met de billijkheid en met de rechtvaardigheid. Immers,
niet alle inwoners zien na dezelfde werken op dezelfde wijze hun
kadastraal inkomen aangepast of niet aangepast.
Mijnheer de minister, ik zou van de gelegenheid willen gebruikmaken
om u te wijzen op de heel eigenaardige totstandkoming van de
kadastrale inkomens en bijgevolg op het feit dat de wijze van
berekening van het kadastraal inkomen vandaag aanleiding geeft tot
heel grote ongelijkheden tussen kadastrale inkomens van woningen in
de ene regio in vergelijking met dat van woningen in een andere regio.
Bovendien heeft de ouderdom van de woning, naarmate zij vóór of na
1979 werd gebouwd, een heel grote invloed op de berekening van het
kadastraal inkomen.
Ten tweede, er zijn ook heel wat werken waarvoor de regering fiscale
stimuli geeft, zoals de plaatsing van dubbele beglazing en
renovatiewerken tegen geluidslast. Denken wij maar aan de regio
rond de luchthavens. De betrokkenen zouden bij een automatische
heraanpassing van hun kadastraal inkomen, enerzijds, fiscale stimuli
krijgen om de renovatie uit te voeren, maar zouden, anderzijds,
dubbel worden gestraft door de gewestbelasting, door de belasting op
04.01 Luk Van Biesen (VLD): La
Cour des comptes a publié un
rapport sur la révision du revenu
cadastral après la réalisation de
travaux de transformation. Ce
document révèle que de
nombreuses données ne
parviennent pas comme il
conviendrait au cadastre par
l'entremise des communes et des
administrations. Les contribuables
ne sont dès lors pas toujours
traités équitablement. À cela
s'ajoute que le revenu cadastral
n'est pas calculé partout de la
même façon. On observe des
différences considérables d'une
Région à l'autre. L'âge du bâtiment
joue également un rôle important,
1980 constituant une année-
charnière.
Les travaux de rénovation, pour
lesquels les propriétaires reçoivent
des incitants fiscaux, donnent lieu
à une révision automatique du
revenu cadastral. Dans ces
conditions, les propriétaires
perdent aussitôt l'avantage fiscal
dont ils ont bénéficié par le biais
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
9
het kadastraal inkomen en door de gemeentebelasting en de
provinciebelasting, die in opcentiemen worden berekend. Dat lijkt mij
niet logisch.
Ik lees in het antwoord dat u aan het Rekenhof gaf, dat u een aantal
maatregelen onderzoekt waarbij een herziening van het kadastraal
inkomen als algemeen principe ter discussie wordt gesteld. U zou aan
een aantal maatregelen denken om het kadastraal inkomen op een
andere wijze te berekenen. Aan welke maatregelen denkt u dan,
mijnheer de minister?
des taxes régionales, de l'impôt
sur le revenu cadastral et des
taxes provinciales.
Dans sa réponse à la Cour des
comptes, le ministre remet en
question le principe de la révision
du revenu cadastral. Quelles
mesures envisage-t-il pour en
reconsidérer le calcul?
04.02 Minister Didier Reynders: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van
Biesen, eerst wil ik een principe herhalen. Het kadastraal inkomen is
gelijk aan de geraamde normale huurwaarde van het onroerende
goed.
Mijn antwoord bestaat uit drie delen.
Ten eerste, de Gewesten hebben steeds meer bevoegdheden in
verband met de onroerende belastingen, niet alleen inzake de
vaststellingen en beslissingen van de belastbare basis, maar ook
inzake de tarieven van vrijstelling. Het is mogelijk om naar een andere
belastbare basis te gaan dan het kadastraal inkomen; die
mogelijkheid komt de Gewesten toe.
Ten tweede, er zijn al een aantal vrijstellingen. Er is niet alleen
vrijstelling van aangifteplichten voor kadastrale inkomens, maar ook
vrijstelling van belastingen voor een aantal renovatiewerken. Dat werd
goedgekeurd door het Parlement, dus wij moeten dat volgen.
Ten derde, ik ben bereid om een bespreking te houden in de
subcommissie voor de Financiën bijvoorbeeld, over het jongste
verslag van het Rekenhof.
Ik denk dat het mogelijk is om tot oplossingen te komen.
Een eerste mogelijke oplossing is de afschaffing van de aanwezigheid
van de kadastrale inkomens in de personenbelasting. Maar dat is,
zoals ik al zei, meer een probleem voor de Gewesten, de provincies
en de gemeenten, voor de onroerende belastingen.
Ten tweede is het misschien ook mogelijk om een ander systeem in
te voeren voor de relaties tussen de eigenaars, mijn administratie en
eventueel de lokale administraties, waarbij ik denk aan de
gemeenten. Er zijn een aantal verbintenissen voor informatie-
uitwisseling tussen de gemeenten en de fiscale administratie.
Ik ben dus bereid om naar de subcommissie voor de Financiën te
komen, misschien samen met iemand van het Rekenhof, na inzage
van het verslag. We kunnen dan nagaan of het nuttig is om iets te
doen met de kadastrale inkomens binnen de personenbelastingen, en
ook of het al dan niet nuttig is om naar een andere methode over te
gaan inzake de relatie tussen de lokale administraties, de federale
fiscale administraties en misschien de Gewesten, die nu bevoegd zijn
voor een aantal zaken in verband met de onroerende goederen.
04.02 Didier Reynders, ministre:
Le revenu cadastral correspond à
la valeur locative estimée de
l'habitation et sert de base
imposable. Les Régions peuvent
éventuellement retenir une autre
base car elles sont dotées de
compétences de plus en plus large
en matière d'impôt foncier.
Il existe déjà plusieurs formes
d'exonération, telle l'exonération
d'impôt pour travaux de
rénovation. Le Parlement les a
instaurées et je me dois de les
respecter.
Je suis disposé à examiner le
rapport de la Cour des comptes
avec la sous-commission
compétente. Plusieurs solutions
sont envisageables. On peut
extraire le revenu cadastral de
l'impôt des personnes physiques.
Mais cette matière ressortit plutôt
aux Régions, aux provinces et aux
communes. On peut également
reconsidérer les relations entre les
propriétaires, les services fiscaux
et les administrations communales
en vue de conférer un effet
maximum aux accords sur
l'échange d'informations.
04.03 Luk Van Biesen (VLD): Mijnheer de minister, ik volg de
richting die u uitgaat in uw antwoord. Of het aangewezen is dat
04.03 Luk Van Biesen (VLD):
Quant à savoir s'il est opportun de
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
10
fiscaliteit inzake onroerend goed een bevoegdheid wordt voor de
Gewesten en volledig uit de personenbelasting wordt geheven, is een
piste die wij de volgende weken en maanden voort zullen moeten
onderzoeken. Daar zit volgens mij de oplossing om te verhinderen dat
men aan de mensen iets geeft via fiscale stimuli, enerzijds, om het
hen meteen af te pakken via een verhoging van het kadastraal
inkomen, anderzijds, wat inderdaad absurd zou zijn.
transférer la fiscalité immobilière
aux Régions et de l'extraire
intégralement de la sphère de
l'impôt des personnes physiques,
c'est une réflexion qu'il conviendra
de mener dans les mois à venir.
Ce sera, me semble-t-il, la
manière d'éviter d'accorder un
avantage aux citoyens par le biais
d'incitants fiscaux pour le leur
reprendre aussitôt sous la forme
d'une majoration du revenu
cadastral.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
05 Question de M. Benoît Drèze au vice-premier ministre et ministre des Finances sur "la menace sur
05 Vraag van de heer Benoît Drèze aan de vice-eerste minister en minister van Financiën over "het in
het gedrang komen van het sociaal akkoord bij VW Vorst" (nr. P1687)
05.01 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chacun se réjouit de l'évolution du dossier VW Forest et du
fait que les négociations aboutissent sur des éléments concrets. Ils
sont à ce point concrets et importants que différentes questions se
posent, notamment l'articulation avec le Pacte de solidarité entre les
générations qui a été décidée voici peu et qui pourrait déboucher sur
certaines contradictions.
En matière de prépension, le pacte prévoit que les candidats à la
prépension doivent rester disponibles sur le marché du travail
pendant au moins six mois et être actifs dans le cadre d'une cellule de
reconversion. Ce n'est qu'à ces conditions-là qu'ils accéderont à la
prépension.
Pour ces personnes et pour les personnes moins âgées qui feraient
l'objet d'un licenciement et pour lesquelles on annonce que
l'employeur accorderait un complément de salaire aux allocations de
chômage, si elles retrouvent du travail, envisagez-vous un traitement
fiscal différencié, de manière à réellement les inciter à trouver du
travail plutôt qu'à rester chez elles, alors qu'elles sont en âge de
travailler et encore en pleine forme?
05.01 Benoît Drèze (cdH): De
vraag rijst hoe het resultaat van de
onderhandelingen bij VW Vorst te
rijmen valt met de bepalingen van
het Generatiepact, volgens
hetwelk kandidaat-bruggepen-
sioneerden gedurende minstens
zes maanden beschikbaar moeten
blijven en in het kader van een
reconversiecel actief moeten zijn.
Aan die personen en aan
diegenen die zouden worden
ontslagen, zou de werkgever een
aanvulling op de werkloosheids-
uitkering toekennen. Zal u in een
gedifferentieerde belastingheffing
voorzien teneinde die groep
werknemers ertoe aan te zetten
om werk te zoeken in plaats van
bij de pakken te blijven zitten?
05.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, monsieur
Drèze, la loi-programme et la loi contenant des dispositions diverses
en cette matière contiennent de nombreux articles. Le débat n'a
certes pas toujours été simple. On l'a vu, hier encore, en séance
plénière. Certains articles peuvent échapper à notre entendement.
Cependant, la commission des Finances de la Chambre a traité le
problème voici quelques jours, avant qu'il ne le soit en séance
plénière. Nous disposons donc du document reprenant les articles
276 et 282 de ce qui est toujours le projet de loi portant des
dispositions diverses, qui est déjà voté et qui modifie les articles 31bis
et 146 du Code des impôts sur les revenus.
Je ne reprendrai pas le détail des modalités, mais il est évident que le
05.02 Minister Didier Reynders:
De artikelen 276 en 282 van de
wet houdende diverse bepalingen,
die ertoe strekken de artikelen
31bis en 146 van het Wetboek van
de Inkomstenbelastingen te
wijzigen, voorzien in dergelijke
maatregel.
De fiscale behandeling zal
verschillen naargelang van de
leeftijd en de aanwezigheid van
een collectieve arbeids-
overeenkomst of een individuele
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
11
traitement fiscal sera différent, selon qu'une activité soit reprise ou
non, bien entendu en tenant compte de l'âge, puisque vous évoquiez
les prépensions et de la limite de 50 ans, mais en tenant compte
aussi de l'existence d'une convention collective de travail ou d'une
convention individuelle prévoyant le paiement d'indemnités
complémentaires. Nous sommes face à deux cas de figure différents
- je l'ai expliqué en commission des Finances - selon que l'on travaille
avec une convention collective ou individuelle. On a évidemment
prévu d'accorder l'avantage fiscal et donc la réduction d'impôt pour les
revenus de remplacement en neutralisant le nouveau salaire éventuel
s'il y a convention collective de travail ou convention individuelle. Par
contre, si le cas de figure ne s'inscrit pas dans le cadre d'une
convention, cette neutralisation n'intervient pas.
L'élément fiscal intéressant se trouve dans ces articles 276 et 282. Je
me réjouis à l'idée que ces articles seront adoptés, tout à l'heure.
overeenkomst. In dat geval wordt
het eventuele nieuwe loon
geneutraliseerd. Dat gebeurt niet
als er geen collectieve of
individuele overeenkomst is.
Ik hoop dat u gisteren die twee
artikelen heeft goedgekeurd, want
ze beantwoorden aan uw
verzuchtingen.
Le président: Le vote a déjà eu lieu hier soir.
05.03 Didier Reynders, ministre: Ils devront donc encore être
adoptés par le Sénat. J'espère que vous avez voté en faveur de ces
articles et de ce projet de loi portant des dispositions diverses. En
effet, cette loi répond à votre préoccupation.
05.04 Benoît Drèze (cdH): Monsieur le ministre, merci de nous
rappeler les votes qui ont eu lieu hier, notamment sur des matières
qui relèvent de vos compétences.
La mesure fiscale, figurant dans le projet de loi portant des
dispositions diverses, pourra s'appliquer pour le cas qui nous occupe.
Monsieur le ministre, nous sommes tous deux Liégeois. J'espère que,
comme moi, vous serez attentif à des cas de figure similaires qui
pourraient se présenter dans notre région.
Vous devez savoir que l'entreprise Kraft, que vous connaissez bien,
rencontre les mêmes difficultés. De plus, j'ai appris, ce matin, en
lisant la presse, que Coca-Cola à Barchon allait fermer dans les mois
qui viennent. Il s'agit là de deux multinationales. Les pertes d'emploi
seront peut-être moins importantes, mais les conséquences seront
aussi dramatiques pour les individus concernés. Dès lors, j'espère
que la disposition fiscale visant à permettre aux personnes de
poursuivre une activité professionnelle, malgré certains avatars,
pourra également s'appliquer dans ce dossier.
05.04 Benoît Drèze (cdH): Wij
zijn beide Luikenaars en ik hoop
dat u erover zal waken dat dit
soort maatregel ook zal worden
toegepast op gelijksoortige
gevallen die zich in de toekomst
kunnen voordoen. Ik denk hierbij
bijvoorbeeld aan Kraft en Coca-
Cola in Barchon.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
06 Question de Mme Valérie Déom au ministre des Affaires étrangères sur "la condamnation à mort de
cinq infirmières bulgares et d'un médecin palestinien détenus en Libye depuis 1999" (n° P1688)
06 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de minister van Buitenlandse Zaken over "de
terdoodveroordeling van vijf Bulgaarse verpleegsters en een Palestijnse arts die sinds 1999 in Libië
worden vastgehouden" (nr. P1688)
Le président: M. Reynders répondra loco M. De Gucht. Pour cela, il lira avec toutes les nuances la
réponse écrite de son collègue.
06.01 Valérie Déom (PS): Monsieur le président, monsieur le 06.01 Valérie Déom (PS): Voor
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
12
ministre, ma question sera très brève, car je ne rappellerai pas les
détails du cauchemar que sont en train de vivre cinq infirmières
bulgares et un médecin palestinien qui viennent, pour la deuxième
fois, d'être condamnés à mort pour soi-disant avoir inoculé le virus du
sida à plus de 400 enfants.
La seconde fois, ils ont été condamnés à l'issue d'un procès ou plus
justement d'une mascarade de procès durant lequel les droits de la
défense n'ont absolument pas été respectés et où les aides
internationales des plus grands spécialistes qui tentaient de
démontrer leur innocence ont été carrément refusées. En outre, la
condamnation a été prononcée sur la base d'une pseudo-expertise.
Par rapport à cette situation pour le moins choquante de victimes
innocentes, ma question tend simplement à connaître les démarches
et les moyens que les autorités belges et surtout les autorités de
l'Union européenne peuvent activer pour faire cesser au plus vite le
cauchemar vécu par ces six personnes.
de tweede keer werden vijf
Bulgaarse verpleegsters en een
Palestijnse geneesheer na een
schijnproces op grond van een
pseudo-expertise in Libië ter dood
veroordeeld, omdat ze zogenaamd
meer dan 400 kinderen met het
aidsvirus zouden hebben ingeënt.
Welke stappen zetten de
Belgische en Europese overheden
om de nachtmerrie van die zes
personen zo snel mogelijk te
beëindigen?
06.02 Didier Reynders, ministre: Monsieur le président, madame
Déom, je reprendrai la réponse que m'a fait parvenir mon collègue
Karel De Gucht.
Elle se divise en trois éléments.
Premièrement, il précise avoir pris connaissance de la nouvelle
analyse d'experts, publiée récemment par la revue britannique
"Nature", qui met sérieusement en doute la possibilité de culpabilité
des cinq infirmières bulgares et du médecin palestinien, accusés
d'avoir délibérément infecté des enfants libyens avec le virus du sida.
Selon ces experts, l'analyse des génomes du virus du sida et du virus
de l'hépatite C en cause dans les contaminations démontre la
présence de ces souches virales et leur transmission à l'intérieur de
l'hôpital Al Fateh de Benghazi avant l'arrivée de l'équipe bulgare. Le
professeur français Montagnier, qui a découvert le virus du sida, et le
professeur italien Colizzi en étaient arrivés à la même conclusion,
mais leur rapport n'a pas été endossé par la justice libyenne. Ainsi, ce
rapport de "Nature" confirme ce qui était déjà évoqué précédemment.
Deuxièmement, la Belgique, à l'instar de ses partenaires européens
et de toute la communauté internationale est gravement interpellée
par le sort de l'équipe médicale. Elle a saisi et saisira toutes les
occasions pour plaider en faveur d'une solution équitable et humaine.
Je tiens à souligner que la Belgique a adopté une attitude plus stricte
qu'un certain nombre de ses partenaires européens. Par ailleurs, la
Belgique a été un des pays à avoir également pris à coeur le sort du
médecin palestinien, moins enviable encore, si cela est possible, que
celui des infirmières bulgares.
Troisièmement, le verdict a été prononcé comme il était prévu avant-
hier, 19 décembre. La cour de Benghazi, siégeant en appel à Tripoli,
a confirmé la sentence prononcée le 6 mai 2004, soit la peine capitale
à l'encontre de l'équipe médicale.
L'Union européenne et la communauté internationale dans son
ensemble sont choquées par ce verdict.
La présidence finlandaise de l'Union européenne l'a immédiatement
06.02 Minister Didier Reynders,
namens minister De Gucht:
Minister De Gucht heeft kennis
genomen van de nieuwe, in
"Nature" gepubliceerde deskun-
digenanalyse die de schuld van de
vijf Bulgaarse verpleegsters en de
Palestijnse geneesheer in twijfel
trekt. Uit die analyse blijkt immers
dat er vóór de aankomst van het
team Bulgaren virusstammen in
het ziekenhuis van Benghazi
aanwezig waren en dat die al
waren doorgegeven. De
professoren Montagnier en Colizzi
waren tot hetzelfde besluit
gekomen, maar het Libische
gerecht heeft hun verslag
verworpen.
België grijpt elke gelegenheid aan
om voor een billijke en menselijke
afloop te pleiten.
België is op dat vlak strenger dan
sommige van zijn Europese
partners. Bovendien is België een
van de landen die het lot van de
Palestijnse arts ter harte hebben
genomen. Zijn situatie ziet er zo
mogelijk nog minder rooskleurig
uit dan die van de Bulgaarse
verpleegkundigen.
De Europese Unie en de
internationale gemeenschap in
haar geheel zijn gechoqueerd door
de opgelegde doodstraf. Het Finse
voorzitterschap van de Europese
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
13
condamné dans un communiqué et exprimé nos graves questions
concernant les bases sur lesquelles les accusés ont été jugés, leurs
conditions de détention et les délais très longs de leur procès.
Elle a, en outre, rappelé l'opposition de principe de l'Union à la peine
de mort et a appelé la Cour suprême de Libye à une solution juste,
équitable et humaine pour les accusés.
Il est clair que nous allons continuer à suivre de très près cette
tragique affaire. La procédure n'est pas terminée puisque la défense a
immédiatement annoncé qu'elle ferait appel devant la Cour suprême.
Seule une solution équitable rendra possible une normalisation
complète des relations entre l'Union européenne et la Libye. C'est ce
que nous espérons effectivement. Les discussions sont toujours en
cours dans le cadre non seulement de la procédure en appel mais
aussi, bien entendu, des contacts avec les autorités libyennes.
Unie heeft het vonnis onmiddellijk
veroordeeld en heeft uiting
gegeven aan onze ernstige
bedenkingen bij de gronden
waarop de beschuldigden worden
berecht, de omstandigheden
waarin ze worden vastgehouden
en de erg lange duur van hun
proces.
De procedure is nog niet
afgelopen vermits de verdediging
onmiddellijk heeft aangekondigd
dat ze bij het opperste gerechtshof
beroep zal aantekenen. De
betrekkingen tussen de Europese
Unie en Libië kunnen slechts
volledig worden hersteld indien tot
een billijke oplossing wordt
gekomen.
06.03 Valérie Déom (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie
pour cette réponse.
On peut en effet rappeler que l'on est contre la peine de mort. De
plus, en l'occurrence, il s'agit d'innocents. Je le répète, quelle que soit
la sentence, il n'en reste pas moins que ces personnes sont
innocentes.
Manifestement, les conditions d'incarcération sont plus que difficiles.
En effet, il semblerait que le médecin et les infirmières aient été
torturés. De plus, ces dernières auraient été violées.
Il est vrai que nous avons fait appel, mais nous devons également
mettre tout notre poids dans la balance pour que cette affaire puisse
aboutir à une issue favorable le plus rapidement possible car la
situation est vraiment très difficile.
06.03 Valérie Déom (PS): We
kunnen er inderdaad aan
herinneren dat we tegen de
doodstraf zijn. Bovendien gaat het
hier om mensen die onschuldig
zijn. De omstandigheden waarin
ze worden vastgehouden, zijn erg
slecht. Naar verluidt werden de
arts en de verpleegkundigen
gemarteld.
We moeten al ons gewicht in de
schaal werpen opdat die zaak zo
snel mogelijk een gunstige afloop
zou kennen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van mevrouw Magda De Meyer aan de minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel
en Wetenschapsbeleid over "de uitvoering van het statuut van de vrijwilligers" (nr. P1689)
07 Question de Mme Magda De Meyer au ministre de l'Économie, de l'Énergie, du Commerce extérieur
et de la Politique scientifique sur "la mise en oeuvre du statut des volontaires" (n° P1689)
De voorzitter: Het is niet de eerste keer dat ik u daarover hoor spreken, mevrouw De Meyer.
07.01 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Het statuut van de vrijwilligers
is een beetje een moeilijke bevalling, mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister.
We hebben met z'n allen hard gewerkt om voor een statuut van de
vrijwilligers te zorgen. Het sluitstukje zou op 1 januari 2007 in werking
moeten treden, met name de verplichte verzekering voor de
vrijwilligersverenigingen, zodat de vrijwilligers niet in de kou blijven
staan als met een van hen een ongeluk gebeurt. Om dat operationeel
te maken, mijnheer de minister, waren er nog twee KB's nodig van uw
07.01 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Nous avons travaillé ferme
pour doter les volontaires d'un
statut. Les dispositions relatives à
l'assurance obligatoire pour les
bénévoles, qui constituent
l'aboutissement de cette action,
doivent entrer en vigueur le 1
er
janvier 2007 mais deux arrêtés
royaux doivent être publiés à cet
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
14
hand, eentje dat ervoor moest zorgen dat de minimumvoorwaarden
van de polis duidelijk werden, en eentje dat ervoor moest zorgen dat
de procedure verduidelijkt werd waarbij verenigingen kunnen
aansluiten bij een collectieve verzekering.
We zijn vandaag 21 december, mijnheer de minister. 1 januari is
bijzonder kortbij. De KB's zijn nog altijd niet verschenen in het
Staatsblad, wat natuurlijk erg vervelend is voor de verenigingen die
met vrijwilligers werken, want ook vrijwilligers, mijnheer de minister,
vieren kerst en Nieuwjaar.
Mijn vraag is: wanneer komt de publicatie?
effet. Le premier a trait aux
conditions minimums auxquelles
doivent répondre les polices,
cependant que le second précise
la procédure à suivre pour
souscrire une police d'assurance
collective. Nous sommes le 21
décembre et ces arrêtés n'ont
toujours pas été publiés. Quand le
seront-ils?
07.02 Minister Marc Verwilghen: Mevrouw De Meyer, u zegt dat het
een moeilijke bevalling is. Moeilijke bevallingen baren vaak mooie
kinderen. Laten we hopen dat dat hier ook het geval is.
Het koninklijk besluit over de minimumvoorwaarden en het koninklijk
besluit dat betrekking heeft op de collectieve verzekering voor de
vrijwilligers, zijn ondertussen ondertekend door het staatshoofd. Ze
zullen normalerwijze morgen, op 22 december, in het Belgisch
Staatsblad worden gepubliceerd. Vanaf datzelfde moment van
publicatie en uiterlijk zaterdagmorgen zal op de website van de
Federale Overheidsdienst Economie de nodige informatie kunnen
worden ingewonnen onder www.economie.fgov.be. Men zal daar
onder meer de verzekeringsmaatschappijen kunnen vernemen die de
collectieve polis aanbieden, alsook een informatiepunt vinden bij die
verzekeringsmaatschappijen waarbij men onmiddellijk alle nodige
informatie kan verkrijgen.
07.02 Marc Verwilghen, ministre:
Le chef de l'État a signé les deux
arrêtés royaux, qui devraient être
publiés demain. Les informations
utiles seront disponibles sur le site
internet du SPF Économie
(www.economie.fgov.be) samedi
matin au plus tard. On y trouvera,
entre autres, la liste des sociétés
qui proposent des polices
collectives.
07.03 Magda De Meyer (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter, ik ben
blij dat de vrijwilligersverenigingen in elk geval nog vóór kerstdag hun
ding zullen binnenhalen.
Ik moet u toch wel op iets wijzen, mijnheer de minister. Ik dacht dat de
verzekeringsfirma's, op het moment dat ze een vraag van een
vereniging krijgen, tien dagen tijd hebben om te reageren. Ik hoop dan
toch dat de minister een beetje goedwillendheid aan de dag zal
leggen ten opzichte van de verenigingen, die op 1 januari onmogelijk
in orde kunnen zijn. Ik hoop op uw welwillendheid te mogen rekenen.
07.03 Magda De Meyer (sp.a-
spirit): Nous nous félicitons de ce
qu'une solution interviendra pour
les bénévoles avant Noël.
Toutefois, puisque les assureurs
disposent de dix jours pour
répondre aux demandes, les
associations ne pourront plus se
mettre en règle dans les délais.
07.04 Minister Marc Verwilghen: Volledigheidshalve kan ik nog het
volgende zeggen. Er is een protocol van afspraak gemaakt met
Assuralia die de verzekeringsmaatschappijen vertegenwoordigt. Zij
zullen van hun zijde een duidelijke inspanning doen om onmiddellijk
antwoord te geven op verzoeken die zij ontvangen.
07.04 Marc Verwilghen, ministre:
Nous avons conclu avec Assuralia
un protocole par lequel les
assureurs s'engagent à consentir
des efforts particuliers pour
répondre immédiatement aux
demandes.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Nathalie Muylle aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid over
"de organisatie van het Offerfeest" (nr. P1690)
08 Question de Mme Nathalie Muylle au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
"l'organisation de la Fête du sacrifice" (n° P1690)
08.01 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de 08.01 Nathalie Muylle (CD&V):
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
15
minister, ik ga verder op het thema van mevrouw De Meyer die
verwees naar de kerstvakantie.
We staan nu dicht voor Kerstmis en heel wat mensen kunnen weer
vrije dagen verwachten, zowel in de bedrijven als in heel wat
overheidsinstellingen. Op 31 december van dit jaar valt het islamitisch
Offerfeest, iets vroeger dan vorig jaar. Wij moeten toch wel vaststellen
dat wij de laatste dagen in de pers daar wat verontrustende berichten
over lezen, vooral omdat het over 31 december gaat en dit voor heel
wat mensen toch een vakantiedag blijkt te zijn.
Ik lees een paar zaken uit de pers van de laatste dagen. In Kortrijk
zouden een vijfhonderdtal slachtingen moeten gebeuren, maar men
vindt geen slachthuis dat open is. Blijkbaar zullen heel wat
slachthuizen de deuren niet openen. Men is moeten uitwijken naar
Izegem, maar dat gaat ook niet door. Er zijn nog geen registraties,
maar wel vijfhonderd mensen die daar tot slachting willen overgaan.
In Borgerhout wil men het doen in een carwash, maar er is nog geen
vergunning. Ik hoor dat Bilzen aanvragen heeft ingediend voor kleine
slachtplaatsen, maar ze hebben daar nog geen goedkeuring voor
gehad. In Houthalen weet men nog niet of de mensen zullen komen
om het slachtafval op te halen. We staan op een tiental dagen voor 31
december en er zijn nog heel wat vragen.
Mijnheer de minister, hoeveel tijdelijke slachtinrichtingen werden door
u erkend? Hebt u vooral de keuze gemaakt voor grote of voor kleine
slachtinrichtingen? Zullen er voldoende controles zijn van het
Federaal Voedselagentschap? Zullen er voldoende veeartsen
aanwezig zijn? Zullen er door de FOD controles gebeuren? U hebt
een prachtige bundel gemaakt met uw collega van Binnenlandse
Zaken over de gewestmateries en ik weet dat het ophalen van het
afval daar ook een verantwoordelijkheid is, maar ik maak mij toch
zorgen: zult u in staat zijn om dit allemaal op te halen en
georganiseerd te krijgen?
Cette année, le jour où doit être
célébrée la fête musulmane du
sacrifice tombe le 31 décembre.
Comme il s'agit d'un jour de
congé, la plupart des abattoirs
seront fermés. Des problèmes
risquent donc de se poser en
plusieurs endroits de Flandre.
Combien notre pays compte-t-il
d'abattoirs agréés et d'abattoirs
temporaires? Le ministre a-t-il
l'intention de faire procéder aux
abattages rituels dans de grands
ou de petits abattoirs? Des
contrôles suffisants seront-ils
prévus? Des vétérinaires en
nombre suffisant seront-ils
disponibles? Procèdera-t-on
ensuite à l'enlèvement des abats?
08.02 Minister Rudy Demotte: Ik beschik over een cijfer. Ten eerste,
tot nu toe zijn er 94 aanvragen ingediend. Mijn diensten reiken
momenteel de vergunningen uit. Ik kan nog niet de precieze lokaties
definiëren want de 94 tijdelijke slachtinrichtingen zijn nog niet
helemaal gekozen omdat de administratie zich er nog over buigt.
Ten tweede, de controles zullen eerst uitgevoerd worden door de
dierenartsen die onder de verantwoordelijkheid van de organisatoren
zullen vallen. Zij moeten dus dierenartsen aanwerven. Daar bovenop
komt er nog een controle door de ploegen van het FAVV. De
inspecteurs van het FAVV zullen wel degelijk ter plaatse zijn op
31 december. Ze zullen dus controles uitvoeren.
Het derde probleem gaat over Rendac, de firma die het slachtafval
moet verwijderen. Er moesten overeenkomsten gesloten worden die
normaal voor 15 november ondertekend moesten worden. Dat valt
onder de bevoegdheid van de Gewesten. Ik heb dus geen materiële
mogelijkheid om dat zelf te laten controleren. Dat zijn de drie punten
die ik tot nu toe kan toelichten.
08.02 Rudy Demotte, ministre:
Un total de 94 demandes ont été
introduites. Étant donné qu'elles
sont actuellement en cours
d'examen auprès de l'administra-
tion, je ne puis encore m'exprimer
sur la couverture qui sera assurée.
Les contrôles sont tout d'abord
effectués par des vétérinaires que
les organisateurs doivent eux-
mêmes contacter. En outre, les
inspecteurs de l'AFSCA seront
également présents sur le terrain.
En ce qui concerne l'enlèvement
des abats, une convention devait
normalement être signée le 15
novembre avec Rendac, mais je
ne puis m'exprimer à ce sujet,
cette matière relevant de la
compétence des Régions.
08.03 Nathalie Muylle (CD&V): Mijnheer de minister, er zijn toch nog 08.03 Nathalie Muylle (CD&V):
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
16
heel wat vraagtekens als ik uw antwoord hoor. U verwijst naar 94
tijdelijke slachtplaatsen. U weet dat er in januari van dit jaar 71 waren.
Er waren toen echter ook heel wat slachthuizen open die reeds een
erkenning hadden. Er zal op dat ogenblik heel wat vraag zijn naar
slachtinrichtingen.
U hebt nog tien dagen en u hebt nog heel wat werk, zeker wat de
controles betreft. Ik krijg echter het stille vermoeden dat we op 31
december zullen geconfronteerd worden met zeer lange wachttijden.
Mijnheer de minister, het gaat niet alleen om de wachttijden, ik denk
dat het ook uw verantwoordelijkheid is om ervoor te zorgen dat op 31
december niet zal gebeuren wat we vorig jaar in Tongeren en Hasselt
gezien hebben, waar er heel wat illegale thuisslachtingen gebeurd
zijn. Ik hoop dat u dit allemaal onder controle zult krijgen.
De nombreuses questions
subsistent. Il ne reste que dix jours
pour organiser le tout. Je présume
que cette année, nous devons
nous attendre à des files d'attente
particulièrement longues. La lutte
contre les abattages illégaux à
domicile relève de la
responsabilité du ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
09 Question de Mme Dominique Tilmans au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique sur
09 Vraag van mevrouw Dominique Tilmans aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
over "doodgeboren foetussen" (nr. P1691)
09.01 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, je voulais
vous interroger sur un sujet délicat, sensible et qui a trait à la dignité
humaine puisqu'il s'agit de la place à réserver aux enfants mort-nés.
La presse a fait état cette semaine d'une situation inacceptable et
difficilement supportable: des enfants mort-nés ont été retrouvés dans
un cimetière, dans des sacs en plastique déposés à côté des déchets
de jardin.
Quand on sait qu'un accouchement sur 200 en Communauté
française est un accouchement d'un enfant mort-né, il me semble
important que nous nous penchions sur ce problème. Bien sûr, cette
compétence dépend à la fois du ministre de l'Intérieur, des
Communautés et des Régions mais aussi de la Santé publique.
Monsieur le ministre, je souhaiterais savoir s'il existe, oui ou non, une
réglementation en ce qui concerne les hôpitaux généraux. Je pense
savoir que non et qu'effectivement, les habitudes diffèrent d'un hôpital
à l'autre. Monsieur le ministre, comptez-vous uniformiser, au sein des
différents hôpitaux, la prise en charge de ces enfants mort-nés avant
six mois car, avant cela, ils n'ont pas d'existence légale? Ils n'ont, dès
lors, pas de nom, pas de date de naissance et pas de date de décès.
Une concertation avec vos autres collègues des différents niveaux de
pouvoir, avec les Communautés, les Régions et le ministre de
l'Intérieur, aura-t-elle lieu afin de combler le vide juridique existant et
d'assurer, à tout le moins, la dignité et le respect pour ces petits êtres
qui n'étaient pas encore viables?
09.01 Dominique Tilmans (MR):
In de pers stond deze week het
verhaal van doodgeboren kindjes
die op een kerkhof in plastic
zakken naast groenafval gedumpt
waren. Ik zou willen vernemen of
er een regelgeving bestaat
waaraan de algemene zieken-
huizen zich moeten houden. Is u
zinnens een uniforme regeling uit
te werken voor de tenlasteneming
van doodgeboren foetussen jonger
dan zes maanden? Zal u over
deze kwestie overleg plegen met
uw collega's van de andere
beleidsniveaus, de
Gemeen-
schappen, de Gewesten en de
minister van Binnenlandse Zaken?
09.02 Rudy Demotte, ministre: Madame Tilmans, c'est évidemment
une matière délicate, puisqu'elle touche à des pratiques qui ont trait à
l'éthique. Comment cela se passe-t-il pour le moment? Dès que le
foetus atteint 26 semaines, des procédures déclaratoires de
naissance, de décès ou d'enfant sans vie sont prévues et établies.
09.02 Minister Rudy Demotte:
Dit thema ligt gevoelig, want het
gaat om praktijken die ethische
vragen opwerpen. Wanneer de
foetus 26 weken oud is, moeten er
bepaalde procedures gevolgd
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
17
Votre question, madame Tilmans, pose la question de savoir ce qui
est d'application pour la période antérieure. Dans les hôpitaux, dès
lors qu'il y a des enfants sans vie, la pratique courante qui m'a été
rapportée est une pratique d'incinération des restes de ces embryons.
Il n'empêche que le problème éthique qui se pose quant au traitement
de ces restes est particulièrement complexe. C'est déjà très
compliqué sur le plan humain de positionner la manière dont une
mère, un père se comportent face à cette terrible déception.
Je pense qu'il serait du ressort de la Commission de bioéthique de
nous éclairer sur les différentes possibilités qui s'offrent à nous.
Indépendamment des questions à adresser à mon collègue en charge
de l'Intérieur, M. Dewael, il faudrait peut-être que nous ayons un avis
de la Commission de bioéthique sur les pratiques hospitalières et les
modes de comportements hospitaliers.
worden. De periode daarvoor is
problematischer. In de zieken-
huizen worden de overblijfselen
van het embryo meestal verast.
Maar het blijft een ethisch
probleem. Voor de ouders is het al
moeilijk genoeg om te beslissen
wat er met de foetus moet
gebeuren. Misschien is het
aangewezen het advies van de
commissie Bio-ethiek te vragen.
09.03 Dominique Tilmans (MR): Monsieur le ministre, il faut savoir
qu'il y a des embryons de quelques semaines qui peuvent être
incinérés sans difficulté, mais on peut également en arriver à des
foetus qui ont entre cinq et six mois. Ce sont donc déjà des enfants
viables! Cela crée de gros problèmes pour les parents et la situation,
en l'état, est inacceptable.
Je pense qu'il y a quelque chose à faire et je prends bonne note du
fait que vous allez en discuter avec vos collègues.
09.03 Dominique Tilmans (MR):
Foetussen tussen vijf en zes
maanden zijn al levensvatbaar.
Voor de ouders is een en ander
erg moeilijk. De bestaande
toestand is onaanvaardbaar.
Ik neem nota van het feit dat u,
met uw collega's, zal nagaan
welke maatregelen moeten
worden genomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Minister Landuyt zal ook antwoorden voor minister Vanvelthoven, die weerhouden is, mits de
vraagstellers hiermee akkoord gaan.
10 Vraag van de heer Jef Van den Bergh aan de minister van Mobiliteit over "de veroordeling van een
burgemeester voor een verkeersongeval" (nr. P1693)
10 Question de M. Jef Van den Bergh au ministre de la Mobilité sur "la condamnation d'un
bourgmestre impliqué dans un accident de la circulation" (n° P1693)
10.01 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer
de minister, collega's, deze week werd burgemeester Bisschop van
de gemeente Damme veroordeeld naar aanleiding van een
verkeersongeval dat op zijn grondgebied was gebeurd.
We kunnen hierover allerlei beschouwingen maken. Volgens mij reikt
de wetgever in dit geval nergens elementen aan tot veroordeling
vermits met betrekking tot de voorrang van rechts, de duidelijke
regeling bestaat dat indien er geen aanduiding van verkeersregels is
of een andere voorrangsregel, de voorrang van rechts geldig is. Wat
het tweede element van de rechter betreft, de verlichting, meen ik
evenmin dat de wetgever ooit bedoeld heeft dat dergelijke kruispunten
extra verlicht moeten zijn. Dit neemt niet weg dat een wegbeheerder
bepaalde verantwoordelijkheden heeft. Om daarom de burgemeester
in persoon te veroordelen voor een ongeval als dit, lijkt me evenwel
verregaand. We kijken hoopvol uit naar het vervolg van deze
juridische procedure, te weten het beroep dat de burgemeester heeft
aangekondigd.
10.01 Jef Van den Bergh
(CD&V): M. Dirk Bisschop,
bourgmestre de Damme, a été
condamné cette semaine pour un
accident de la route survenu sur le
territoire de sa commune. Aucune
disposition législative ne justifie
pourtant une telle condamnation.
La priorité de droite ne s'applique
qu'en l'absence d'un autre signal
de priorité et le carrefour où s'est
produit l'accident ne nécessitait
pas d'éclairage supplémentaire.
Le gestionnaire de la voirie est
responsable de l'état de la
chaussée mais une condamnation
pénale du bourgmestre est
excessive. Il sera interjeté appel
de ce jugement.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
18
Relevanter was uw reactie, mijnheer de minister. 's Avonds op het
nieuws mochten we van u vernemen dat u impliciet de rechter gelijk
gaf. U verklaarde dat het tijd werd dat de wegbeheerders op hun
verantwoordelijkheden wordt gewezen. Daarmee stapt u mee in het
populistische verhaal waarbij verkeersovertreders steeds meer de
juridische toer op gaan om de verantwoordelijkheid af te schuiven op
onder meer de wegbeheerders. Dit is, mijns inziens, een erg
gevaarlijke tendens.
Uw partijgenoot Steve Stevaert was degene die het meest naar voren
bracht dat 90% van de verkeersongevallen mede veroorzaakt werden
door het gedrag van de chauffeurs. Indien we naar de tendens
zouden verschuiven waarbij die verantwoordelijkheid steeds meer
wordt afgeschoven op de overheid en de wegbeheerder, komen we in
een gevaarlijke situatie terecht.
Graag uw reactie, mijnheer de minister.
Le ministre a réagi à ce jugement
en déclarant que la décision du
juge était pertinente et que les
gestionnaires de la voirie devaient
être placés devant leurs
responsabilités. Son attitude
participe d'une vision populiste, qui
considère que les contrevenants
tentent de plus en plus souvent de
recourir à des arguments
juridiques pour rejeter la
responsabilité d'un accident sur le
gestionnaire de voirie, alors que
l'accident résulte à 90% de leur
fait.
10.02 Minister Renaat Landuyt: Mijnheer de voorzitter, collega's, het
is altijd gevaarlijk commentaar te leveren op een rechterlijke
uitspraak, zeker indien het hoger beroep nog lopende is. Wat men via
de pers te weten komt, klopt niet altijd met hetgeen effectief in het
vonnis staat te lezen.
Hier gaat het wellicht om het te zeggen met de woorden van de
daarnet terecht geciteerde Steve Stevaert om ongeveer 10% van de
gevallen. Het gaat over een heel specifiek kruispunt waar de kleine
weg de hoofdweg blijkt te zijn. Het gaat niet eens over verkeersborden
of over verlichting, maar over de aangroei in de buurt van dit
kruispunt.
De rechter heeft in al zijn onafhankelijkheid geoordeeld dat indien
iemand met een snelheid van 80 km/uur botst tegen iemand die
20km/uur rijdt, beide bestuurders zich voorzichtig hebben gedragen,
maar er zich desondanks een dodelijk ongeval heeft voorgedaan dat
in dit specifieke geval te maken had met de structuur van de gekende
situatie aldaar. Vanuit die situatie past de rechter de wetten toe die wij
hier en in het Vlaams Parlement hebben goedgekeurd, in verband
met de verantwoordelijkheid van de burgemeester als beheerder van
de infrastructuur. Dat is ongeveer de samenvatting van een uitspraak
die in hoger beroep wellicht nog eens goed bestudeerd zal worden.
Dat is ook het enige punt. U mag daar zeker geen algemene regels uit
afleiden. Gelukkig zijn het niet de rechters die de wetten maken, maar
wij in het Parlement.
10.02 Renaat Landuyt, ministre:
Il est hasardeux de se prononcer
sur un jugement, a fortiori
lorsqu'un appel doit encore être
interjeté. Par ailleurs, la presse ne
fournit pas toujours des
informations correctes. Au
carrefour où s'est produit
l'accident, la route principale est
aussi la plus petite. Le juge a
estimé que les deux conducteurs
ont fait preuve de prudence. Cet
accident mortel était donc
imputable à l'aménagement
routier, dont le bourgmestre est
responsable en tant que
gestionnaire de la voirie. Il ne
s'agit pas d'une règle générale
mais d'une interprétation du juge.
10.03 Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik dank de
minister voor zijn antwoord waarmee hij evenwel niet tot de kern van
de zaak komt.
De kern van de zaak is dat er een bepaalde wetgeving is die normen
oplegt, bijvoorbeeld met betrekking tot de voorrang van rechts of de
verlichting. Het gebrek aan regelgeving daarover is op zich ook een
vorm van regelgeving. Tegen geen enkele van die twee argumenten,
die de rechtspraak aanhaalt, heeft de burgemeester als
wegbeheerder gezondigd.
Het is dan ook vrij frappant volgens mij dat hij wordt veroordeeld. Dit
is een zaak van de rechters. De onafhankelijkheid van hun uitspraken
10.03 Jef Van den Bergh
(CD&V): La ministre ne répond
pas sur le fond du dossier. La
législation impose des normes
pour l'éclairage et la cession de
priorité. Le bourgmestre n'a pas
violé les dispositions en la matière.
Une prise de position de la
ministre à l'égard de ce jugement
aurait pour effet d'induire un débat
sociétal. Il me paraît que la
ministre sous-estime la
responsabilité des bourgmestres
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
19
gebiedt ons een beetje afstand te houden. Op het moment dat u als
minister ter zake stelling inneemt en zegt dat die rechters gelijk
hebben en het tijd wordt dat de wegbeheerders wat meer
verantwoordelijkheid opnemen, wordt dit wel een maatschappelijk
debat. Ik denk dat u in deze de verantwoordelijkheid van de
burgemeesters onderschat en dat u hen opnieuw in een hoekje duwt
via een populistische uitspraak die de verantwoordelijkheid van de
chauffeurs zelf uit de weg gaat.
et qu'elle ne tient pas compte de
celle des auteurs d'infractions au
Code de la route.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
11 Samengevoegde vragen van
- de heer Guy D'haeseleer aan de minister van Werk over "de RVA-cijfers" (nr. P1694)
- de heer Patrick Cocriamont aan de minister van Werk over "de werkloosheidsuitkeringen" (nr. P1695)
11 Questions jointes de
- M. Guy D'haeseleer au ministre de l'Emploi sur "les chiffres de l'ONEm" (n° P1694)
- M. Patrick Cocriamont au ministre de l'Emploi sur "les allocations de chômage" (n° P1695)
De voorzitter: Mijnheer D'haeseleer, u gaat akkoord dat minister Landuyt antwoordt op uw vraag?
11.01 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Ik heb niet veel keuze,
mijnheer de voorzitter.
11.02 Minister Renaat Landuyt: Toch wel.
11.03 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Ik ben ervan overtuigd dat
minister Landuyt dat perfect zal doen.
De voorzitter: Minister Vanvelthoven is weerhouden voor een geldige reden: deze waarover u allicht
onrechtstreeks een vraag stelt.
Monsieur Cocriamont, êtes-vous d'accord que M. Landuyt réponde?
11.04 Patrick Cocriamont (FN): Oui.
11.05 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de minister,
enkele dagen geleden hebben wij in de pers kennis kunnen nemen
van de cijfers in verband met de schorsingen die de RVA dit jaar
reeds heeft uitgesproken ten aanzien van werklozen die niet zijn
ingegaan op een oproep van de regionale bemiddelingsdiensten of
die een job of een opleiding hebben geweigerd.
Telkens wij dergelijke cijfers onder ogen krijgen, moeten wij
vaststellen dat het overgrote deel van de schorsingen wordt opgelegd
aan Vlaamse werklozen. Van de 20.000 werklozen die tijdens de
eerste negen maanden van dit jaar definitief of tijdelijk werden
geschorst, woont niet minder dan 63% in Vlaanderen, 27% in
Wallonië en 10% in Brussel. Dat is merkwaardig, zeker wanneer men
moet vaststellen dat amper 37% van de ongeveer 460.000 vergoede
werklozen in Vlaanderen woont, bijna de helft in Wallonië en 16% in
Brussel.
Mijnheer de minister, ik ben ervan overtuigd dat het activeringsbeleid
van deze regering, waar wij zelfs voor een groot stuk achter kunnen
staan, slechts door één regio op een degelijke manier wordt
doorgevoerd en opgevolgd, met name Vlaanderen, ondanks de
samenwerkingsakkoorden die op dat vlak werden afgesloten met het
11.05 Guy D'haeseleer (Vlaams
Belang): Des chiffres ont
récemment été publiés dans la
presse concernant le nombre de
chômeurs suspendus par l'ONEm.
Il ressort de ces chiffres que 63%
des chômeurs suspendus habitent
en Flandre, 37% en Wallonie et
10% à Bruxelles. Pourtant, 37%
seulement de l'ensemble des
chômeurs indemnisés habitent en
Flandre, alors que près de la
moitié d'entre eux habitent en
Wallonie et 16% à Bruxelles. La
politique d'activation du
gouvernement n'est donc suivie et
mise en oeuvre qu'en Flandre,
malgré tous les accords de
coopération qui ont été conclus.
Récemment encore, le FOREm a
décidé de ne plus utiliser le
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
20
oog op een eenvormige toepassing van de wetgeving ter zake. Die
samenwerkingsakkoorden zijn er gekomen nadat een aantal
schandelijke praktijken van de Waalse bemiddelingsdiensten aan het
licht was gekomen.
Ik verwijs hierbij naar het feit het is nog niet zo lang geleden dat
de FOREM geen individuele werkaanbiedingen meer deed aan
werklozen, zodat men niet langer zou moeten overgaan tot het
doorverwijzen van die werklozen, als werkweigeraar, naar de RVA. Dit
was uiteraard onaanvaardbaar en heeft ook terecht tot heel wat
commotie geleid. Nu probeert men in Wallonië men heeft toch wel
begrepen dat men over de schreef was gegaan de indruk te wekken
meer mee te gaan in de politiek van activering. Als ik echter de cijfers
zie, dan blijkt het niet meer te zijn dan schone schijn. Ik zou dan ook
willen weten, mijnheer de minister, hoe de regering en hoe collega
Vanvelthoven dit zullen oplossen, want het kan toch niet dat Vlaamse
werklozen strenger worden behandeld dan Waalse werklozen en dat
Vlaanderen daarbovenop nog eens de rekening mag betalen van dit
lakse Waalse beleid.
système des offres d'emploi
individuelles pour éviter de devoir
transmettre à l'ONEm les données
des chômeurs refusant un emploi.
Cette décision a suscité un vif
émoi. La Wallonie tente à présent
de donner l'impression qu'elle
s'attelle à la politique d'activation
mais ce n'est que de la poudre aux
yeux.
Que fait le gouvernement pour
remédier à cette situation? Il est
tout de même intolérable que les
chômeurs flamands soient traités
plus sévèrement que les
chômeurs wallons et que la
Flandre doive payer la facture du
laxisme wallon.
11.06 Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le président, monsieur le
ministre, "La Nouvelle Gazette" de ce mardi 19 décembre nous
apprend que 20.000 personnes ont été exclues du chômage. Or,
20.000 personnes, c'est 11% de plus que l'année dernière.
Il semblerait que, vu les difficultés que l'on risque de rencontrer en
raison de la possible fermeture de Volkswagen, le gouvernement
essaie de cacher, au travers des plans d'activation de l'ONEm, le
nombre réel des sans-emploi.
Il faut noter que c'est en Wallonie que les gens rencontrent le plus de
difficultés pour retrouver un emploi.
Monsieur le ministre, ne pensez-vous pas que les critères d'exclusion
du chômage soient trop sévères? À quand un plan hardi de l'emploi?
Comme votre gouvernement semble manquer d'imagination, je peux
lui donner quelques pistes: lutter plus activement contre l'immigration,
protéger l'espace économique européen, obliger les chômeurs de
plus d'un an à suivre une véritable formation.
J'en ai ainsi terminé, monsieur le président. Je vois que vous
regardez le plafond. Je reconnais qu'il est très beau.
11.06 Patrick Cocriamont (FN):
Volgens "La Nouvelle Gazette" van
vorige dinsdag werden dit jaar
20.000 personen uitgesloten van
het recht op werkloosheids-
uitkeringen. Dat is 11 procent
meer dan vorig jaar. In het licht
van de verwachte moeilijkheden
wanneer VW de deuren zou
sluiten, probeert de regering
blijkbaar het reële aantal
werklozen te verdoezelen via het
activeringsplan van de RVA. In
Wallonië is het het moeilijkst om
een nieuwe baan te vinden. Vindt
u niet dat de uitsluitingscriteria te
streng zijn? Wanneer komt er
eindelijk een gedurfd werk-
gelegenheidsplan? Gezien het
flagrante gebrek aan verbeeldings-
kracht van de regering, kan ik u
een aantal denkpistes voorstellen:
de strijd tegen de immigratie
opvoeren, de Europese
Economische Ruimte vrijwaren, de
langdurig werklozen verplichten
een opleiding die naam waardig te
volgen...
11.07 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, chers
collègues, les chiffres parus dans la presse sont des extrapolations.
Les chiffres dont nous disposons aujourd'hui concernent les trois
premiers trimestres de 2006. Le nombre de sanctions imposées par
l'ONEm a, au cours de cette période, augmenté de 11% par rapport
aux trois premiers trimestres de 2005.
Il s'agit uniquement de sanctions liées à la raison pour laquelle on se
11.07 Minister Renaat Landuyt,
namens de heer Peter
Vanvelthoven, minister van Werk:
De cijfers die in de pers
gepubliceerd werden, zijn
extrapolaties van de eerste drie
kwartalen van 2006. Tijdens die
periode legde de RVA 11 procent
meer sancties op dan in de eerste
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
21
retrouve ou reste au chômage.
drie kwartalen van 2005. Het gaat
daarbij enkel om sancties die in
verband staan met het feit
waarvoor men werkloos geworden
is of blijft.
Het aantal sancties in Vlaanderen steeg ten opzichte van 2005 met
10%. In Wallonië bedroeg de stijging van het aantal sancties 31%. In
Brussel waren er minder sancties, maar dit zou te maken hebben met
moeilijkheden binnen de ORBEM en jammer genoeg niet met
veranderend gedrag.
De belangrijke stijging van het aantal sancties in Wallonië is wellicht
het gevolg van het samenwerkingsakkoord dat in 2004 werd gesloten
tussen alle ministers van Werkgelegenheid in België en in 2005 in
werking trad. Met andere woorden, we zien dat het systeem
functioneert. In ieder geval is de stijging en het aantal sancties in
Wallonië veel groter dan in de andere Gewesten.
Hoe moet men een en ander beoordelen? Zoals ik gezegd heb, ziet
men in Brussel een aanwijsbare reden voor het verschil, te weten de
moeilijkheden van de ORBEM, maar dat is een Brussels probleem.
Wanneer men de analyses van de sancties in Wallonië bekijkt, ziet
men dat wellicht een sociaaleconomische situatie de verklaring geeft.
Of men voor verschillende werkzoekenden maar een job heeft, of
men heeft een job en niet genoeg werkzoekenden, geeft een heel
andere sfeer om te kunnen bewijzen of iemand werk weigert of niet. In
bepaalde regio's, ook in Vlaanderen, is het soms moeilijk werk te
weigeren omdat er geen werk is. In Wallonië is dat iets meer
voorhanden dan in Vlaanderen.
En Flandre, le nombre de
sanctions a augmenté de 10% par
rapport à 2005. En Wallonie,
l'augmentation a toutefois été de
31%. À Bruxelles, le nombre de
sanctions est resté plus limité, en
raison de problèmes au niveau de
l'Orbem.
L'augmentation du nombre de
sanctions en Wallonie résulte de
l'accord de coopération qui a été
signé en 2004 et qui est entré en
vigueur en 2005.
Les chiffres pour la Wallonie
doivent être interprétés à la
lumière de la situation socio-
économique. La proportion entre
le nombre de demandeurs
d'emploi et le nombre d'emplois
disponibles est importante.
11.08 Guy D'haeseleer (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter, de
minister zegt dat het hier gaat over extrapolaties. Men moet er, aldus
de minister, rekening mee houden dat het aantal sancties in Wallonië
met 31% is gestegen en in Vlaanderen met 10%. Het is natuurlijk niet
moeilijk dat die stijging in Wallonië 31% is, omdat er vroeger
gewoonweg geen gegevenstransmissie was vanuit Wallonië. Ik vind
dat een beetje een verkeerde voorstelling van de zaken.
U zegt ook, mijnheer de minister, dat het mee het gevolg is van een
verschillende economische conjunctuur. Ik meen dat de regering zich
er iets te gemakkelijk vanaf maakt als zij enkel dat argument gebruikt.
Ik meen dat er veel meer aan de hand is. Het is altijd duidelijk
geweest en dit is eigenlijk de kern van de zaak, mijnheer de minister
dat de Walen in het algemeen en de PS in het bijzonder nooit
voorstander zijn geweest van een activeringsbeleid. Zij gingen
constant op de rem staan. Uiteraard wilden zij hun kiespubliek op die
manier niet voor het hoofd stoten.
Maar in Vlaanderen begrijpt men dat niet meer, mijnheer de minister,
en men eist maatregelen. Het kan niet zijn dat men in het noorden
van het land allerlei maatregelen neemt om zoveel mogelijk mensen
aan het werk te krijgen, terwijl men in het zuiden van het land eigenlijk
de hangmatpolitiek probeert voort te zetten. Uiteraard uw
partijvoorzitter heeft dit ook al gemeld is een van de oplossingen
voor het gegeven dringend werk te maken van de defederalisering
van het werkgelegenheidsbeleid en van de werkloosheidsverzekering
11.08 Guy D'haeseleer (Vlaams
Belang): L'augmentation de 31%
du nombre de sanctions en
Wallonie tient surtout au fait
qu'avant, aucune transmission des
données wallonnes n'était prévue.
Entre les deux Régions du pays, il
n'y a pas qu'une simple différence
de conjoncture économique. La
Wallonie en général et le Parti
socialiste en particulier n'ont
jamais été partisans de la politique
d'activation. Le peuple flamand
exige que des solutions soient
apportées et l'une de ces solutions
est la défédéralisation de la
politique de l'emploi et des
allocations de chômage car elle
obligera la Wallonie à assumer
elle-même la responsabilité de la
politique laxiste qu'elle met
actuellement en oeuvre.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
22
in het bijzonder, zodat in de toekomst Wallonië zelf financieel
verantwoordelijk zal zijn voor het lakse beleid dat het op dat vlak
voert. Zolang de Vlamingen de rekeningen blijven betalen dit blijkt
andermaal in dit dossier , zal op dat vlak niets veranderen.
11.09 Patrick Cocriamont (FN): Monsieur le ministre, il me semble
qu'une des raisons principales du chômage, c'est la faible différence
entre les revenus des chômeurs et ceux des ouvriers peu qualifiés. Il
est vrai qu'un nombre très restreint de personnes profitent du
chômage, mais les voleurs et les tricheurs existent partout.
Il me reste à vous remercier de votre réponse et à vous souhaiter un
joyeux Noël tout en vous rappelant également que d'après l'écrivain
Charles Dickens, Noël est surtout la période où il faut penser aux
gens les plus pauvres de son peuple.
11.09 Patrick Cocriamont (FN):
Er zijn natuurlijk profiteurs, maar
volgens mij werkt het geringe
verschil tussen de inkomsten van
de werklozen en die van de
laaggeschoolde arbeiders de
werkloosheid sterk in de hand.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de M. Jean-Marc Delizée au ministre de l'Emploi sur "les conséquences de la négociation
12 Vraag van de heer Jean-Marc Delizée aan de minister van Werk over "de gevolgen van de
onderhandelingen over de brugpensioenen bij VW Vorst" (nr. P1696)
Le président: Monsieur Delizée, êtes-vous d'accord que le ministre Landuyt réponde loco le ministre
Vanvelthoven?
12.01 Jean-Marc Delizée (PS): Oui.
Le président: Merci.
12.02 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, monsieur le
ministre, chers collègues, je crois qu'il est difficile d'être davantage au
sein de l'actualité pour poser une question relative à Volkswagen
Forest: en effet, nous avons appris la finalisation d'un accord social
cette nuit même. On en parlait depuis plusieurs jours, on savait qu'il
était en négociation, voire en bonne voie et, à présent, il est là.
Je ne demanderai pas à M. le ministre Landuyt s'il dispose
d'informations plus précises sur le plan industriel vu qu'il remplace
son collègue de l'Emploi, mais la question primordiale est de savoir
quelles seront les activités maintenues sur le site et le nombre
d'emplois stabilisés. À ce niveau, aujourd'hui, il n'existe ni certitude ni
garantie.
Quant au volet social, il a déjà suscité beaucoup de commentaires
depuis plusieurs jours de la part de la presse. Certains ont parlé de
"plan social en or" ou d'un "accord historique". Il est vrai que la
direction s'est engagée à octroyer aux ouvriers un complément aux
allocations de chômage leur permettant de maintenir le niveau de la
rémunération antérieure, mais plafonné à 90% pour les employés.
C'est un aspect très positif, dans cette restructuration, si les
travailleurs partent avec des conditions financières acceptables.
Malheureusement, des entreprises n'ont pas cette chance et vivent
des conditions financières plus difficiles. Bien sûr, on sait que
Volkswagen est une entreprise multinationale qui réalise des
bénéfices importants, qui jouit d'une situation de trésorerie saine, qui
12.02 Jean-Marc Delizée (PS):
Vorige nacht werd een sociaal
akkoord bereikt bij Volkswagen
Vorst, maar over de toekomstige
activiteit en het aantal
betrekkingen dat zal worden
behouden, bestaat nog geen
enkele zekerheid.
De directie heeft ermee ingestemd
de arbeiders bovenop het bedrag
van de werkloosheidsuitkeringen
een bijkomende vergoeding toe te
kennen, zodat hun inkomen op het
niveau van hun loon zou blijven.
Voor de bedienden zou het om 90
procent van het loon gaan.
De eerste minister lichtte die
voordelen toe en verwees naar het
Generatiepact en naar de
activering van de oudere
werknemers die naar aanleiding
van een herstructurering hun job
verliezen. Brugpensioen blijft
uiteraard mogelijk vanaf vijftig jaar
indien het sociaal plan
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
23
voit sa cotation boursière en hausse, mais qui, hélas, restructure
l'emploi tant en Allemagne qu'en Belgique.
Le premier ministre a largement commenté ces avantages en mettant
en ligne de mire le respect du Pacte entre les générations, donc la
question de l'activation des travailleurs âgés qui perdent leur emploi
dans ces circonstances de restructuration. Bien entendu, la
prépension reste possible à 50 ans si un plan social comporte des
mesures d'accompagnement pour les travailleurs de 45 ans et plus; il
n'existe aucune disposition légale ou réglementaire limitant un accord
social en ce qui concerne les indemnités complémentaires.
Je soulignerai deux éléments, monsieur le ministre.
D'abord, je reviens sur un plan industriel: il convient de porter
attention aux salaires des travailleurs qui resteront dans l'entreprise.
En effet, si Volkswagen poursuit cette politique de déflation salariale, il
s'agirait de ne pas arriver à une situation où les travailleurs maintenus
dans l'entreprise jouissent d'une moins bonne situation financière que
ceux qui doivent la quitter.
Ensuite, un mot sur la disponibilité sur le marché de l'emploi. Une
cellule de reconversion sera mise en place, conjointement avec
l'entreprise et la Région bruxelloise, avec pour objectif le
reclassement d'un maximum de personnes candidates à la
prépension. Certains disent que cette disponibilité est très théorique
vu l'âge des travailleurs au regard des critères de l'emploi convenable.
Personnellement, j'ai le sentiment et je vous demande votre avis,
peut-être une confirmation de cette interprétation que pour
apprécier le différentiel salarial au nouveau salaire proposé,
forcément moindre que l'ancien salaire, on ajoutera le complément de
la prépension, acquis jusqu'à la pension des personnes qui quitteront
l'entreprise. On sait que ces compléments sont importants.
Monsieur le ministre, pouvez-vous confirmer cette interprétation?
Quelle est la vision du ministre de l'Emploi en ce qui concerne la
disponibilité pour le marché de l'emploi des personnes concernées?
begeleidingsmaatregelen bevat
voor de werknemers vanaf 45 jaar.
Er bestaat geen wettelijke of
reglementaire bepaling die een
bovengrens oplegt voor de
bijkomende vergoedingen.
Wat met het loon van de
werknemers die in het bedrijf
blijven? Zij mogen niet benadeeld
worden.
Er zou een tewerkstellingscel
komen, maar, gezien de
gevorderde leeftijd van de
betrokken werknemers is de kans
dat ze elders aan de slag kunnen
eerder theoretisch. Naar mijn
aanvoelen zal, bij de beoordeling
van het loonverschil, rekening
worden gehouden met de
verworven bijkomende brug-
pensioenvergoeding. Kan u dat
bevestigen? Wat is het standpunt
van de minister van Werk met
betrekking tot de beschikbaarheid
op de arbeidsmarkt?
12.03 Renaat Landuyt, ministre: Monsieur le président, je citerai les
propos tenus par mon collègue en y ajoutant une petite interprétation
propre: "Perdre son travail, c'est un peu perdre sa vie". Seule la vie
compte et l'argent ne peut soulager les souffrances endurées par les
personnes.
En ce qui concerne les primes, celles-ci ont été négociées dans le
cadre d'une concertation sociale normale.
Toutes les remarques sont des remarques personnelles sur ce point.
La grande question est de savoir si ceux qui ont perdu leur emploi en
retrouveront, d'autant plus qu'à ce jour, il n'y a pas encore de plan
social. Ce que le ministre veut souligner, c'est que la question des
prépensions anticipées et à quel âge sera déterminée par l'offre de
mesures d'activation. C'est le système prévu dans le cadre légal
actuel. Dire que l'octroi de cette prime freinera le goût de travailler est
prématuré, lorsqu'on sait qu'on peut conserver la prime tout en
travaillant.
12.03 Minister Renaat Landuyt,
namens de heer Peter
Vanvelthoven, minister van Werk:
Over de premies werd in het kader
van een normaal sociaal overleg
onderhandeld. Het blijft de vraag
of diegenen die hun baan zijn
kwijtgespeeld, opnieuw werk
zullen vinden. Die vraag is des te
prangender daar er nog steeds
geen sociaal plan is.
Minister Vanvelthoven onder-
streept dat de kwestie van de
vervroegde pensioenen door het
aanbod van activerings-
maatregelen zal worden bepaald.
De premies zullen de hervatting
van het werk niet noodzakelijk
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
24
Quant à ce que gagneront ceux qui restent, cela dépendra aussi de la
concertation sociale que l'on doit respecter. Tel est le but de notre
système social, si j'ai bien compris.
afremmen indien ze daarna
behouden blijven.
Voor de werknemers die bij het
bedrijf aan de slag blijven, zal het
sociaal overleg bepalend zijn.
12.04 Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le ministre, en somme,
l'accord intervenu, cette nuit, entre la direction et les syndicats n'est
pas encore un accord social dans la mesure où il n'est pas encore
approuvé par le gouvernement, qui devra apprécier si les mesures
d'accompagnement sont suffisantes. Je pense que c'est la
philosophie du plan d'accompagnement. Néanmoins, je vous
remercie pour la réponse que vous avez donnée au nom du ministre
de l'Emploi.
12.04 Jean-Marc Delizée (PS):
Het akkoord dat vorige nacht werd
bereikt, is inderdaad geen sociaal
akkoord vermits de regering de
begeleidende maatregelen nog
moet goedkeuren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
13 Vraag van de heer Dirk Van der Maelen aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking over "de
actie tegen landmijnen" (nr. P1692)
13 Question de M. Dirk Van der Maelen au ministre de la Coopération au Développement sur "l'action
13.01 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u bent ongetwijfeld op de hoogte van het feit dat
het Internationale Rode Kruis een groot project heeft, dat 18 miljoen
dollar kost, om slachtoffers van landmijnen te helpen. Het Rode Kruis
heeft wat moeite om dit geld bij mekaar te brengen maar gelukkig is
er in Vlaanderen, en ook in Nederland, een radiostation dat zich
achter de actie heeft gezet. In Vlaanderen is dat Studio Brussel die
een opvallende actie op het getouw heeft gezet. Gedurende zes
dagen sluiten een aantal presentatoren zich op in een glazen kooi,
leven alleen op sapjes en nodigen ze alle luisteraars uit om plaatjes te
laten draaien tegen betaling, en hopen alzo voldoende geld bij mekaar
te krijgen.
13.01 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): La Croix-Rouge
Internationale s'efforce de
collecter 18 millions de dollars
pour l'aide aux victimes des mines
terrestres. Des actions sont
menées à cet effet en Flandre et
aux Pays-Bas. Pendant six jours,
la radio flamande "Studio Brussel"
programme des disques
demandés au bénéfice de ce
projet.
13.02 Pieter De Crem (CD&V): (...)
13.03 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): En door de sp.a-fractie. De
sp.a-fractie steunt niet alleen geldelijk deze actie maar ook
inhoudelijk. Ik denk zonder enige pretentie te mogen zeggen dat de
sp.a een voortrekker is geweest in de strijd tegen de landmijnen en
tegen de clusterbommen. Het heeft toch wel enige tijd gevergd
vooraleer we de CD&V op dezelfde lijn hebben gekregen.
(...): (...).
13.03 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Le sp.a soutient
financièrement et concrètement
cette initiative. En effet, le sp.a a
été un pionnier de la lutte contre
les mines terrestres et les bombes
à dispersion.
13.04 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de minister, ik heb
een dubbele vraag voor u. Ik vind dat alle luisteraars van Studio
Brussel maar ook alle Vlamingen en bij uitbreiding alle Belgen het
recht hebben om te weten welke inspanningen ons land voor het
ogenblik aan het leveren is ten voordele van slachtoffers van
landmijnen. Ik zou van u graag eens horen welke projecten wij
hebben.
In Nederland heeft de regering beslist om naast elke euro die het
Nederlandse publiek inbrengt een euro van de overheid te plaatsen. Is
13.04 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): Quels efforts la
Belgique fournit-elle? Quels
projets soutenons-nous? Par le
biais de quels canaux?
Aux Pays-Bas, l'État donne un
euro pour chaque euro offert par
un citoyen. Le gouvernement
belge est-il disposé à suivre cet
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
25
onze Belgische regering ook bereid om naast elke euro die wordt
ingezameld daar een euro van de overheid bij te leggen? Op die
manier zal het Rode Kruis bij machte zijn om haar grote programma
ten behoeve van slachtoffers van landmijnen te financieren en te
realiseren.
exemple?
13.05 Minister Armand De Decker: Mijnheer de voorzitter, mijnheer
Van der Maelen, ik dank u voor uw vraag.
Ik ken uw belangstelling voor deze kwestie die reeds lang geleden is
gestart met een initiatief van toenmalig minister Derycke. België heeft
daardoor een belangrijke rol gespeeld in de strijd tegen de
landmijnen. Ik zou u willen zeggen dat in 2006 op het budget
Conflictpreventie van het departement Buitenlandse Zaken in
2.050.000 euro werd voorzien voor verschillende ontmijningsprojecten
in Afghanistan, Cambodja en de Democratische Republiek Congo.
Nagenoeg al die projecten zijn gericht op onder meer het verzamelen
van terreingegevens, de afbakening van risicovolle gebieden, de
opleiding van ontmijners, de effectieve ontmijning, mine risk education
en de sensibilisatie van de bevolking.
Enkel voor het project van het Rode Kruis in Cambodja dragen wij
200.000 euro bij. Dit project is gericht op fysieke rehabilitatie van
slachtoffers.
Ik zou echter eveneens uw aandacht willen vestigen op het feit dat
mijn departement ook tussenkomt via de cofinanciering van een
vijfjarenprogramma van de ngo Handicap International. Daardoor
gaven wij in 2004 aan Handicap International 3.665.000 euro. In 2005
was dat 3.780.000 euro en in 2006 3.900.000 euro. Het programma
bevat onder meer acties voor preventie, sensibilisering en revalidatie
van slachtoffers van landmijnen.
Wij steunen natuurlijk alle initiatieven van de journalisten en
presentatoren van Studio Brussel. Wij hebben echter onze eigen
acties die voor het ogenblik oplopen tot min of meer 6.000.000 euro
per jaar, om de slachtoffers van landmijnen te helpen. In het
algemeen voeren wij ook preventieacties inzake het risico op
landmijnen.
13.05 Armand De Decker,
ministre: La Belgique a joué un
rôle de pionnier dans la lutte
contre les mines terrestres grâce à
une initiative de l'ex-ministre
Derycke.
En 2006, une somme de
2.050.000 euros a été inscrite au
budget "prévention des conflits"
des Affaires étrangères pour
plusieurs projets de déminage au
Cambodge, en Afghanistan et au
Congo. Nous participons à
concurrence de 200.000 euros au
projet de la Croix-Rouge au
Cambodge, qui est axé sur la
réhabilitation physique des
victimes. Mon département
cofinance aussi un programme
quinquennal de Handicap
International auquel il a contribué
à hauteur de 3.665.000 euros en
2004, de 3.780.000 euros en 2005
et de 3.900.000 euros en 2006.
Nous soutenons bien sûr l'action
de Studio Brussel, mais nous
allouons donc aussi quelque 6
millions d'euros par an à la
prévention et à l'aide aux victimes.
13.06 Dirk Van der Maelen (sp.a-spirit): Mijnheer de voorzitter,
mijnheer de minister, u wees erop dat België historisch gezien een
voortrekkersrol in de materie speelt.
Als ik het goed heb begrepen, betalen wij voor 2006 ongeveer
6.000.000 euro. Sta mij toe erop te wijzen dat Nederland voor 2006
een bedrag van 20 miljoen euro ter beschikking stelt.
Ik zou u nogmaals willen vragen of bijkomende steun aan het
Rode Kruis niet kan worden onderzocht. Ik weet dat wij in een land
met twee Gemeenschappen leven. Het is ook niet de bedoeling ik
verwacht dat ook niet van u dat u alleen aan één Gemeenschap
geld geeft. Echter, aangezien het hier gaat om een nationale
organisatie, het Rode Kruis, - de actie wordt door het Internationale
Rode Kruis geleid -, is het misschien mogelijk om aan beide vleugels
van het Rode Kruis eenzelfde bedrag te geven.
Beter nog, misschien kunt u uw invloed aanwenden, opdat de RTBF-
13.06 Dirk Van der Maelen
(sp.a-spirit): La Belgique, pionnière
historique, verse 6 millions d'euros
par an, tandis que les Pays-Bas
auront déboursé 20 millions
d'euros en 2006. Le ministre
envisage-t-il de donner une
somme égale à l'aile francophone
et néerlandophone de la Croix
Rouge? Ou envisage-il de
promouvoir et de soutenir une
action similaire de la RTBF?
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
26
radio een soortgelijke actie onderneemt. U kunt dan nu het
engagement met Studio Brussel aangaan en hetzelfde aanbod aan de
RTBF-radio doen, namelijk dat, wanneer de zender een soortgelijke
actie onderneemt, u bij elke euro die hij inzamelt, er een euro van de
Belgische overheid bijdoet.
Ik zou daarop nogmaals willen aandringen. Gelet op onze historische
voortrekkersrol, zijn wij dat aan onszelf verplicht.
13.07 Minister Armand De Decker: Mijnheer Van der Maelen, ik
begrijp u goed.
Echter, ten eerste, de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking van
Nederland bedraagt meer dan 1% van het nationaal product. Dat is
een heel belangrijk en heel groot bedrag. Nederland weet niet altijd
hoe het voornoemd bedrag uit te geven.
Ten tweede, ik weet niet of Nederland evenveel geld aan Handicap
International geeft.
Ik zal uw voorstel dus bestuderen. Wij zullen een oplossing vinden.
13.07 Armand De Decker,
ministre: Le budget des Pays-Bas
pour la Coopération au
Développement s'élève à plus de
1% du PNB. Ce montant est
tellement élevé que nos voisins ne
savent pas toujours à quels projets
les affecter. Par ailleurs, j'ignore si
les Pays-Bas donnent autant
d'argent à Handicap International.
Je vais examiner la proposition de
M. Van der Maelen et nous
trouverons une solution.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
14 Question de M. Melchior Wathelet au ministre de l'Environnement et ministre des Pensions sur
"l'accord concernant l'inclusion du secteur aérien dans un mécanisme d'échange de quotas CO
2
"
14 Vraag van de heer Melchior Wathelet aan de minister van Leefmilieu en minister van Pensioenen
over "het akkoord betreffende het betrekken van de luchtvaartsector in een uitwisselingsmechanisme
inzake CO
2
-quota" (nr. P1697)
14.01 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, monsieur le
ministre, ma question porte sur la position de la Commission
européenne de traiter le secteur industriel aérien comme l'ensemble
des autres secteurs industriels, c'est-à-dire de lui fixer un certain
nombre de quotas d'émission de CO
2
, mesure assortie de sanctions
en cas de dépassement de ces quotas. Cela me semble aller dans la
bonne direction car le secteur du transport consomme plus de 24%
de notre énergie globale. Le secteur aérien représente à lui seul 13%
des émissions de gaz à effet de serre au sein du secteur des
transports. Il me paraît extrêmement important, utile et indispensable
de lui faire payer ou, en tout cas, de le responsabiliser dans le cadre
de l'émission des gaz à effet de serre.
J'aimerais savoir quelle sera l'attitude de la Belgique face à cette
proposition de la Commission.
Par ailleurs, il ne faudrait pas croire qu'en entrant dans ce type de
mécanisme, tout sera réglé. Je vous rappelle également une
proposition qui, à mon avis, est partagée par beaucoup d'autres
parlementaires dans cette Chambre et qui concerne une taxe sur le
kérosène. C'est le seul combustible fossile qui n'est, aujourd'hui, pas
taxé. Lorsqu'un conducteur fait le plein de sa voiture ou lorsqu'un
transporteur fait le plein de son camion, tous deux doivent payer des
taxes sur le produit fossile qu'ils utilisent. Lorsqu'on fait le plein d'un
avion, il n'y a pas de taxe. À un certain moment, il va aussi falloir
14.01 Melchior Wathelet (cdH):
Zal ons land het initiatief steunen
van de Europese Commissie, die
de luchtvaartsector op gelijke voet
met alle andere sectoren wil
behandelen en dus ook CO
2
-
emissiequota wil opleggen? De
vervoerssector neemt ruim 24
procent van ons totaal
energieverbruik voor zijn rekening
en de luchtvaartsector is goed
voor 13 procent van de uitstoot
van broeikasgassen.
Bent u voorstander van een
kerosinetaks, de enige fossiele
brandstof die momenteel niet
wordt belast? Men moet uiteraard
voorkomen dat die taks wordt
doorberekend in de prijs van de
vliegtuigtickets. Ook het
vrachtvervoer moet zijn steentje
bijdragen, evenals de sector in zijn
geheel.
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
27
taxer, d'une manière ou d'une autre, le kérosène qui est ô combien
polluant.
L'idée qui circule au niveau européen est de le faire sur le billet
d'avion. Je pense que c'est trop restrictif car on ne touche là que les
passagers et non pas l'ensemble du secteur, notamment le fret.
Les quotas de CO
2
s'appliquent-ils également à l'ensemble des vols,
qu'il s'agisse de vols passagers ou des vols marchandises? J'ai
compris qu'il n'y avait pas de différence et j'aimerais avoir une
confirmation de votre part.
Je résume mes questions.
Soutenez-vous cette initiative de la Commission, qui n'est peut-être
pas suffisante, qui n'est peut-être pas assez rapide, mais qui va dans
la bonne direction?
Vous engagez-vous également à ne pas oublier les autres volets,
comme celui du kérosène?
Tout cela s'applique-t-il bien à l'ensemble du secteur aérien?
14.02 Bruno Tobback, ministre: Monsieur le président, monsieur
Wathelet, je vous remercie pour votre question qui attire l'attention sur
l'initiative prise par la Commission européenne.
Cette initiative était nécessaire. Au regard des chiffres - vous en avez
d'ailleurs mentionné quelques-uns -, on constate par exemple que,
depuis 1999, les émissions de gaz à effet de serre du secteur aérien
ont augmenté de 87%. Si une telle augmentation se poursuit, elle
risque à long terme de contrarier un grand nombre d'efforts fournis
par l'Union européenne pour réduire les émissions de gaz à effet de
serre. Elle pourrait même atteindre un quart du total des efforts de
réduction de l'Union européenne.
Votre première question concerne la position de la Belgique en la
matière. La position belge sera connue lors du Conseil
Environnement qui se déroulera au printemps prochain. Un accord
devra intervenir dans le cadre d'un processus compliqué, que vous
connaissez. Il a déjà commencé via une concertation organisée entre
les Régions et les départements concernés.
Actuellement et pour ce qui me concerne, je soutiens totalement cette
initiative qui, dès 2011, inclura les vols intra-européens et, à partir de
2012, les vols internationaux.
J'en arrive à votre deuxième question sur le kérosène. Le fait que
celui-ci ne soit pas taxé - c'est d'ailleurs le cas partout dans le monde
- est une aberration, malheureusement impossible à corriger dans un
seul pays. Je ne suis même pas certain que ce soit possible dans une
seule région du monde, comme l'Europe.
Si la Commission européenne prend une initiative en la matière, j'y
serai favorable. Mais encore faudra-t-il voir comment elle procède.
Elle pourrait notamment prévoir une taxation des billets d'avions.
Comme vous l'avez justement dit, cela ne servirait pas à grand chose.
En effet, on oublie alors le fret (avions cargos, etc.). Agir de cette
14.02 Minister Bruno Tobback:
Het Europese initiatief is nodig,
want de uitstoot van broeikas-
gassen door het luchtverkeer is
sinds 1999 met 87 procent
toegenomen, wat de Europese
inspanningen voor de beperking
van de uitstoot in de andere
sectoren teniet dreigt te doen.
Het Belgische standpunt zal in
overleg met de Gewesten en mijn
departement bepaald moeten
worden. Ik steun dit initiatief
persoonlijk.
Er moet een kerosinebelasting
komen. Zo'n belasting mag echter
niet alleen in Europa en niet alleen
op het passagiersvervoer geheven
worden, dat zou ontoereikend én
onrechtvaardig zijn.
Telkens wanneer een van mijn
ambtenaren het vliegtuig neemt,
wordt die vlucht gecompenseerd
door de aankoop van "offset
credits".
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
28
manière en se limitant au trafic voyageurs en Europe limiterait l'impact
de la mesure. Ce genre d'initiative ne serait donc pas suffisante et
injuste de surcroît.
Par ailleurs, il existe déjà actuellement des systèmes de
compensation: il est possible d'acheter des "offset credits" si on prend
l'avion. Il s'agit d'une politique adoptée partout dans mon
administration. Ainsi, chaque billet d'avion acheté pour un
fonctionnaire ou un membre de mon cabinet est compensé par l'achat
d'"offset credits". Nous procédions ainsi bien avant M. Al Gore.
Le débat sur le kérosène sera effectivement mené, mais j'ignore s'il le
sera d'abord en Europe. Je répète que l'initiative de la Commission
constitue un bon départ, même si elle ne sera sans doute pas
suffisante.
14.03 Melchior Wathelet (cdH): Monsieur le président, ma réplique
sera brève. Je tiens simplement à dire au ministre que je soutiendrai
l'initiative et la position qu'il prendra au niveau du Conseil européen.
S'il y a bien un secteur dans lequel nous devons faire un effort en
termes de respect de l'environnement, c'est celui-là! Pendant
longtemps, ce secteur n'a fait l'objet que de très peu de contraintes au
regard de l'environnement. Il est tout à fait possible qu'il se développe
à la fois économiquement et dans le cadre de la qualité de vie de
l'ensemble des citoyens, tout en respectant cette ligne
environnementale qui doit guider toutes nos politiques, y compris celle
du secteur aérien.
14.03 Melchior Wathelet (cdH):
Ons beleid moet op alle vlakken
gestoeld zijn op ecologische
overwegingen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Budgets
Begrotingen
15 Budget des voies et moyens pour l'année budgétaire 2007 (2704/1-5)
- Projet de budget général des dépenses pour l'année budgétaire 2007 (2705/1-16)
- Budgets des recettes et des dépenses pour l'année budgétaire 2007. Exposé général (2703/1)
- Notes de politique générale (2706/1-27)
15 Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2007 (2704/1-5)
- Ontwerp van algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007 (2705/1-16)
- Begrotingen van ontvangsten en uitgaven voor het begrotingsjaar 2007. Algemene toelichting
(2703/1)
- Algemene beleidsnota's (2706/1-27)
Je vous propose de consacrer une seule discussion à ces budgets et projet (Assentiment)
Ik stel u voor één enkele bespreking aan deze begrotingen en ontwerp te wijden. (Instemming)
Discussion générale
Algemene bespreking
La discussion générale est ouverte.
De algemene bespreking is geopend.
Plusieurs collègues sont rapporteurs. J'ignore si certains d'entre eux veulent faire un bout de rapport ou
l'entièreté. C'est comme ils veulent. On a pris quelques traditions en cette matière.
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
29
Ik zal de rapporteurs niet allemaal opnoemen. Mag ik aannemen, tenzij iemand mij uitdrukkelijk vraagt
verslag te mogen uitbrengen, dat men verwijst naar de schriftelijke verslagen?
Mevrouw Roppe, de domaniale wet werd gisteren behandeld.
15.01 Annemie Roppe, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, in
verband met de uitgavenbegroting denk ik dat ik perfect kan verwijzen
naar het schriftelijk verslag, omdat dat, zoals wij gewoon zijn, zo goed
is samengesteld.
Wel wil ik zeggen dat wij vanmiddag om 13.45 uur met de commissie
voor de Financiën extra vergaderd hebben. Er moest namelijk nog
een technische wijziging aangebracht worden. Op een bepaalde
plaats was "begrotingsjaar 2005" vermeld in plaats van "2006". Die
technische verbetering...
15.01 Annemie Roppe,
rapporteur: En ce qui concerne le
budget des dépenses, je me réfère
au rapport écrit. Une réunion de
commission supplémentaire s'est
tenue cet après-midi même. Il
fallait notamment apporter une
modification technique, car il était
question quelque part de l'année
budgétaire 2005 alors qu'il devait
s'agir de 2006.
De voorzitter: Meer dan dat, er was ook een amendement. Er moest
een erratum en een amendement besproken worden.
Le président: Un amendement
devait également encore être
examiné.
15.02 Annemie Roppe, rapporteur: Inderdaad. Dat tweede
agendapunt valt onder het verslag van mijn collega Van Biesen. Het
erratum viel onder mijn verslaggeving.
15.02 Annemie Roppe,
rapporteur: Le rapporteur à ce
sujet est M. Van Biesen.
De voorzitter: Ik vraag dat minister Reynders naar de Kamer komt.
De volgende sprekers hebben zich ingeschreven. Voor de algemene uiteenzetting hebben van CD&V de
heren De Crem, Bogaert en Devlies zich ingeschreven. Voor de specifieke uiteenzettingen zullen de dames
Muylle en Pieters en de heer Verhaegen spreken. Van de VLD hebben de heer Chevalier voor een
specifiek onderdeel, mevrouw Dierickx, mevrouw Avontroodt en de heer Tommelein voor een algemene
uiteenzetting zich ingeschreven. Namens het VB zal de heer Goyvaerts het woord voeren. De heer De
Groote heeft zich ingeschreven. M. Massin et M. Bacquelaine sont inscrits. Ik vermoed dat namens cdH de
heer Viseur zal spreken.
Ik stel voor dat de heer De Crem begint en daarna zal ik vragen aan de heer Viseur om het woord te
voeren.
Ik zoek nog naar de minister van Financiën.
15.03 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, de heer
Viseur zou ook het woord voeren, omdat hij een bijzondere
redevoering wenst te houden.
De voorzitter: Ja, ik zal het daar straks over hebben.
15.04 Pieter De Crem (CD&V): Maar zou de minister van Financiën
niet hier moeten zijn?
15.04 Pieter De Crem (CD&V):
Où est le ministre des Finances?
De voorzitter: Ik heb hem laten vragen. Mevrouw de minister van Begroting is aanwezig. De minister van
Financiën is heel de middag hier geweest. Ik heb hem laten zoeken.
15.05 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik stel voor
dat we vijf minuten schorsen.
15.05 Pieter De Crem (CD&V):
Je propose de suspendre
quelques instants la séance.
De voorzitter: Ik heb gisteren gezegd en beloofd dat minstens de
twee bevoegde ministers hier moesten zijn. Heeft iemand een idee
Le président: Nous avions en
effet convenu que tant le ministre
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
30
waar minister Reynders op dit ogenblik is? (...) Hij zit in de Senaat op
dit ogenblik.
Ik zal de vergadering kort schorsen, totdat minister Reynders de kans
heeft om van de Senaat hierheen te komen. We schorsen voor een
minuutje of vijf. Gaat dat, collega's?
du Budget que celui des Finances
seraient présents lors de la
discussion. M. Reynders se trouve
actuellement au Sénat. Nous
allons suspendre la séance
pendant cinq minutes.
15.06 Pieter De Crem (CD&V): Het gaat zeer goed. De
deontologische code geldt voor een parlementslid ook, en voor de
voorzitter van het Parlement eveneens.
De voorzitter: Als het zo goed blijft gaan, ben ik tevreden. Wat laat u zien, mijnheer De Crem? Ik kan dat
van zo ver niet lezen. Het is een groen boekje.
15.07 Pieter De Crem (CD&V): Het zakboekje van de
gemeentebesturen.
Le président: J'interromps la séance pour quelques minutes afin de permettre au vice-premier ministre
Reynders de nous rejoindre.
La séance est suspendue.
De vergadering is geschorst.
La séance est suspendue à 15.57 heures.
De vergadering wordt geschorst om 15.57 uur.
La séance est reprise à 16.02 heures.
De vergadering wordt hervat om 16.02 uur.
La séance est reprise.
De vergadering is hervat.
Le président:(...) Un seul être vous manque et tout est dépeuplé.
Collega's, ik zal straks, zoals beloofd, de rangschikking voorstellen. Ik geef het woord aan de heer De
Crem. Daarna zal de heer Viseur het woord voeren.
15.08 Pieter De Crem (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de
minister, heren ministers, blijkbaar is het een moeilijk moment om het
woord te nemen. Misschien hebben wij ons vergist in de vaststelling
van de chronologie met betrekking tot de besprekingen over de
begroting, de programmawet, de wetten diverse en andere
bepalingen. Het was de afspraak dat wij vanmiddag algemene redes
zouden mogen en kunnen houden.
De aanwezigheid hier vanmiddag bewijst in welke mate er een
relevantie is van het gebeuren. Mijnheer de voorzitter, u zult mij er niet
van kunnen weerhouden om het volgende nogmaals op te merken. Ik
zie een aantal collega's, misschien ongeveer een twaalfde van alle
leden, in de vergadering zitten. Ik ontwaar sommige
commissievoorzitters, niet het minst de voorzitter van de commissie
voor Financiën. U kunt mij niet helpen mij van de indruk te ontdoen
dat wij intern geen goede beurt hebben gemaakt met de werking van
de Kamer van volksvertegenwoordigers. Als volbloedparlementariër
doet mij dat heel wat pijn. Dat weet u ook. Ik zou daarover enorm
polemiserend kunnen doen. Ik wil echter niet de tolk zijn van de
ontgoocheling, die ook vele commissievoorzitters ons hebben gemeld.
Zij vonden namelijk dat de wijze waarop er is gewerkt, niet kon.
15.08 Pieter De Crem (CD&V):
Le fait que peut-être un douzième
seulement des députés soient
présents ici pour l'examen du
budget témoigne du peu
d'importance que revêt encore cet
événement. La Chambre fait hélas
piètre figure, ce qui peine
profondément le parlementaire
convaincu que je suis. Je ne veux
toutefois pas me faire l'écho de la
déception de nombreux présidents
de commission quant à la
procédure qu'ils ont dû suivre:
c'est à la cravache qu'il a fallu
digérer en deux temps trois
mouvement un paquet colossal de
plus de mille articles.
Permettez-moi à présent de faire
le récit du travail budgétaire
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
31
Ik herhaal het kort. Er zijn hier documenten met meer dan 1.000
artikelen ingediend. Die artikelen waren niet alleen
begrotinggerelateerd. Die moeten nu met de karwats naar voren
worden gebracht. Ik kan begrijpen dat dat gebeurt. Ik vind dat het een
verkeerde keuze is. Ik zal daaromtrent nog iets zeggen op het einde
van mijn rede.
Mevrouw de minister, mijnheer de minister, het is goed dat wij de film
van de begroting afspelen. Het jaar begon met de gezamenlijke
persconferentie van de minister van Begroting en de minister van
Financiën over het resultaat van de begroting 2005. De ministers
waren samen ze waren samen, zaten samen, lagen samen en in
oktober zaten ze samen op banken in Gentse parken - en durfden te
zeggen dat er een overschot was. Dat was hetgeen waarmee wij
begonnen.
Herinner u de bloemen die werden gebracht aan de minister van
Begroting, die eigenlijk puik werk had verricht. De minister van
Financiën zei dat het een uitzonderlijke prestatie was dat de begroting
het zesde jaar op rij werd afgesloten met een klein overschot, dat
eigenlijk een evenwicht was. Dat evenwicht was het overschot van de
gezamenlijke overheden en niet van de federale overheid. Ik wil dat
nog maar eens helaas vandaag met gebrek aan auditorium,
mijnheer de voorzitter zeggen.
Het spijt mij dat ik het Reglement niet heb toegepast, waarbij men op
om het even welk moment in de bespreking het quorum kan vragen,
ook om tussengeschoven artikelen aan de orde te laten komen. Het is
immers jammer dat wij hier vandaag spreken over 's lands financiën,
de samenhang van het land, de herberekening van een aantal
factoren, die men jaren geleden niet kende, terwijl zovele collega's
hier niet aanwezig zijn.
De federale overheid had bij het begin van het jaar een tekort van
35,2 miljoen euro. Daar is niet over gesproken. Ik ga er vlug over. Het
resultaat van de federale overheid werd bereikt door een container
aan eenmalige maatregelen die goed waren voor 1,5% van het bbp.
Dat was volgens de minister allemaal een heel goede zaak. Er was
eigenlijk niets mis, collega's. Er was niets mis. Dat is eigenlijk het
grote probleem in dit land, er is niets mis. Alles gaat verkeerd maar de
regering zegt dat er niets mis is.
Voorzitter, eigenlijk zou u zoals in andere parlementen zelf de leden
moeten kunnen ondervragen om te zien of zij het debat eigenlijk wel
volgen. Dat zou geen slechte zaak zijn. Weet u nog dat de minister
van Begroting hier zei dat er niets verkeerd was met het feit dat er een
storting was van 100 miljoen euro die een aantal
petroleummaatschappijen op de rekening van de overheid heeft
gestort? Weet u nog dat de minister van Begroting zei dat het een
vrijwillige storting was? Zij deden dat zomaar, omdat het Nieuwjaar
was, omdat het 2006 was, omdat er gemeenteraadsverkiezingen
waren, omdat de minister van Begroting de minister van Begroting
was en omdat ze ook een aantal belangrijke gebeurtenissen in het
vooruitzicht had. Dat was wat men allemaal zei. Dat was het grote
verhaal.
Weet u nog wat we hier toen in dat debat hebben moeten zeggen?
effectué par ce gouvernement au
cours de l'année écoulée. En
janvier 2006, les ministres du
Budget et des Finances ont
fièrement annoncé conjointement
un budget en équilibre, voire en
léger excédent. Le ministre des
Finances a même jeté des fleurs à
la ministre du Budget pour son
excellent travail! Mais cet équilibre
constituait évidemment la
résultante des budgets de
l'ensemble des pouvoirs publics.
Les autorités fédérales elles-
mêmes ont en fait débuté l'année
sur un déficit de 35,2 millions
d'euros et ont atteint leur résultat
budgétaire par le biais d'une
panoplie de mesures uniques,
représentant 1,5% du PIB. Les
excellences de la majorité violette
ont constamment maintenu qu'il
n'y avait là aucun problème. C'est
évidemment là que le bât blesse
dans notre pays: il n'y a aucun
problème mais en réalité, tout va
mal!
Il n'y avait bien entendu rien à
redire à ce que les entreprises
pétrolières versent 100 millions
d'euros sur le compte de l'État.
Selon la ministre du Budget, elles
l'ont fait volontairement. Ces
entreprises ont déboursé cet
argent de leur propre chef, rien
que par sympathie! Nous disions
déjà à l'époque que cette histoire
ne tenait pas la route. Il est évident
que l'État a pris des engagements,
il est évident qu'il était question
d'un donnant-donnant. En cas de
non-paiement, ce montant aurait
en effet été complètement porté
en compte. Près de douze mois
plus tard, nous ne connaissons
toujours pas les tenants et
aboutissants du marché conclu à
ce moment, même si nous savons
que le report de la loi Apetra en
faisait partie. Nous l'avons
découvert parce que nous faisons
notre travail de parlementaires;
nous n'avons en effet reçu aucune
collaboration de la part du
gouvernement.
Ce n'est d'ailleurs pas la première
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
32
Hoe vlug gaat de tijd. We hebben moeten zeggen dat het verhaal dat
de minister van Begroting had gebracht helemaal niet klopte. Het geld
was helemaal niet vrijwillig gestort, er was natuurlijk een engagement
van de Staat dat bij niet-storting dat bedrag ook volledig zou
gevalideerd worden. Wij weten bijna twaalf maanden later nog altijd
niet wat het fijne was van die deal, hoe die is gefinetuned. Mijnheer de
voorzitter, u die een groot kenner bent van financiële toestanden en
die daarvoor ooit in een ander leven de minister van Financiën
rechtstreeks deed overkomen uit New York, namelijk een collega van
de PSC, om over een ander geheel te spreken, niemand weet wat die
deal toen eigenlijk was. Collega Tant, het uitstellen van de Apetra-wet
was daar ongetwijfeld een onderdeel van. Het was er een onderdeel
van. Voorzitter, we zijn daar achtergekomen omdat we zelf ons werk
als parlementsleden hebben gedaan. Van de regering hebben wij
echter op geen enkele wijze medewerking gekregen. Dit was een
absolute miskenning en misleiding van het Parlement. Ik kan u alleen
maar zeggen, wat hier toen is toegepast was do ut des, ik geef opdat
je mij zou geven. Dat is wat heel dit jaar is toegepast.
Het was natuurlijk niet de eerste keer dat die sector werd geroepen
om een sociale maatregel van paars te helpen betalen. Minister
Dupont, die minister is voor Maatschappelijke Integratie, kondigde de
oprichting aan van een sociaal fonds voor stookoliegebruikers. U weet
allemaal waarover het gaat, ik ga die maatregel hier niet herhalen.
Weet u nu echter wat er gebeurd is?
Dit sociaal fonds wordt gestijfd door een heffing van 0,16 eurocent per
liter stookolie. We zijn dat allemaal vergeten, collega's, maar vergeet
dus niet dat alle gebruikers gevat zijn om dit allemaal te betalen.
Waarom? Omdat de regering aankondigt government by
announcement op geen enkele wijze ook maar één cent, laat staan
een eurocent, in dit fonds te willen stoppen. Daarom werden de
bedrijven uit de oliesector vriendelijk verzocht om de vereiste
17 miljoen voor te schieten.
Herinnert u zich 31 maart van dit jaar nog, collega's? Op 31 maart, net
de dag voor 1 april Aprils Fool moest het geld aan de sector
terugbetaald zijn, 17 miljoen euro. Toevallig of niet, was dat ook het
ogenblik waarop de nieuwe heffing in werking zou treden, maar door
het voortijdig uitlekken ervan werd ze in de schuif gelegd.
Ik moet nu ook nog zeggen dat de maand januari een bijzonder
belangrijke maand voor de begroting was. Het was de maand waarin
de eerste minister een aankondiging deed.
Mijnheer de voorzitter, ik wil aan de aanwezige ministers, de minister
van Financiën en de minister van Begroting, vragen of zij nog weten
wat de eerste minister heeft aangekondigd. (...)
Zij weten het niet.
Wat heeft de eerste minister aangekondigd op het einde van de
maand januari? Hij vermengde twee beroepen, dat van de metselaar
en dat van de loodgieter. Wat heeft hij aangekondigd? Hij heeft tien
werven aangekondigd. We begrepen toen dat het tien dwergen
waren. Weet u dat nog? De inspanning van de regering en de eerste
minister was zo miniem dat zelfs de regeringsleden niet meer weten
wat het was.
fois que le secteur pétrolier doit
payer une mesure sociale de la
coalition violette. Je pense au
fonds mazout, qui doit être
alimenté par une taxe de 0,16
euro par litre de mazout. Les
consommateurs doivent payer ce
montant parce que le
gouvernement n'entend pas verser
un euro dans ce fonds. Les
entreprises ont dû avancer 17
millions d'euros. Le gouvernement
devait avoir remboursé cette
somme au 31 mars 2006. Un
nouveau prélèvement devait entrer
en vigueur à cette date, mais étant
donné que des informations ont
filtré prématurément concernant
ce plan, ce dernier a été remisé au
placard.
Fin janvier, le premier ministre a
annoncé ses dix chantiers. Nous y
avons plutôt vu de petits travaux.
Le premier chantier que le premier
ministre avait annoncé était celui
de la compétitivité. Eh bien, la
compétitivité ne s'est absolument
pas améliorée. L'OCDE constate
que notre pays a perdu 20% de
parts de marché au cours des six
dernières années. La Belgique a
également perdu du terrain en ce
qui concerne l'index de Lisbonne.
Des progrès n'ont été engrangés
qu'en ce qui concerne l'annonce
de la réouverture des centrales
nucléaires.
Ce gouvernement a lancé de
nombreux projets mais il n'a rien
réalisé. En attendant, nous nous
trouvons financièrement en
situation de crise. MM. Bogaert et
Devlies en ont systématiquement
apporté la preuve en commission
des Finances. Lorsqu'ils ont
démasqué la politique financière
du gouvernement violet, le
président de la commission, M. de
Donnea, leur a presque toujours
donné raison. Puis-je demander
d'applaudir M. de Donnea pour la
manière dont il a dirigé les travaux
en commission.
(Applaudissements)
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
33
Niettegenstaande de eerste minister zichzelf aankondigde als
metselaar, blijkt het metselaarschap nog altijd een knelpuntenberoep.
Het metselaarschap is nog altijd een knelpuntberoep en ik heb
niemand gezien die daaromtrent enige oplossing heeft gebracht. Het
is toch wel symptomatisch.
Wat was de eerste werf, collega's? Ik merk dat de ministers het
vergeten zijn. Het was de werf van de competitiviteit, de
concurrentiekracht van de ondernemingen. Wat is het resultaat op het
einde van het jaar? Herinnert u zich dat? Mijnheer de voorzitter, voor
u zeer belangrijk, tussen burgermanifest 3 en burgermanifest 4 was er
burgermanifest 3,5. Een half ertussen voor de concurrentiekracht.
Wat is het resultaat wat betreft de concurrentiekracht? Zij is niet
verbeterd.
Ik lees u het resultaat van het debat binnen de OESO. De OESO zegt
heel duidelijk dat ons land in de voorbije zes jaar 20 procent aan
marktaandeel heeft verloren. Terwijl Duitsland en Nederland zich
konden handhaven, is ons land aanzienlijk achteruitgegaan. De
competitiviteitsindex is achteruitgegaan, de Lissabon-index is
achteruitgegaan, alle burgermanifesten ten spijt. Ondanks het feit dat
de auteur van de burgermanifesten de regering reeds acht jaar leidt,
is ons land inzake de competitiviteit achteruitgegaan. Alleen inzake de
aankondiging van de heropening en nieuwe opening van
kerncentrales is men wel vooruitgegaan.
Het gaat nu immers over kerncentrales van de vierde generatie. Wij
veronderstellen dan, zoals een van onze fractieleden zei, dat die
kerncentrales Nederlands zullen spreken. Wij kunnen ons immers
moeilijk iets anders voorstellen bij kerncentrales van de vierde
generatie.
De regering heeft veel plannen gelanceerd. Al die plannen zijn blijven
hangen. Ik kan u alleen maar zeggen dat met betrekking tot de
financiën wij in een ongelooflijke crisissituatie zijn terechtgekomen.
Onze collega's Devlies en Bogaert hebben dat ten overvloede
bewezen. Zij hebben dat gedaan in collaboratie met de voorzitter van
de commissie voor de Financiën. Hij was als een van de weinige
commissievoorzitters aanwezig in de commissie waar hij altijd zei dat
hetgeen de heren Devlies en Bogaert zeiden, waar is. Wat hier wordt
aangekondigd, is waar. Het is waar dat men de mensen iets op de
mouw spelt. Het wettelijk werk dat hier wordt voorgesteld, is fout. De
wijze waarop een begrotingsbespreking door hen wordt geleid, is
onbekwaam en de heer de Donnea had plaatsvervangende
schaamte. Ik wil namens onze fracties en namens alle fracties een
applaus voor de wijze waarop commissievoorzitter de Donnea de
werkzaamheden heeft geleid. (Applaus)
Mijnheer de voorzitter, ik zal in de sfeerschepping van de jaarwende
terugkijken op het voorbije jaar. Ik kan niet anders dan even kort
stilstaan bij wat er allemaal is gebeurd.
Ik moet terug naar het vorige jaar. De teletijdmachine van professor
Barabas bestaat. November 2005: de fiscus kan nog niet beginnen
met de berekening van de belastingaanslagen hoewel alle aangiftes
uiterlijk op 31 augustus binnen moesten zijn. Weet u waarom? De
belastingplichtige deed zijn werk, maar het programma was nog niet
Je voudrais dresser le bilan d'une
année de politique fiscale de ce
gouvernement.
En novembre 2005, le
gouvernement n'était toujours pas
en mesure d'entamer le calcul des
impositions les déclarations
avaient pourtant été introduites il y
a déjà des mois! parce que le
programme qui devait être utilisé à
cet effet n'était pas encore
disponible.
(L'on entend la voix d'un enfant sur
la tribune)
En février 2006, M. Delporte, le
grand patron du fisc, annonce que
le fisc n'est plus guère en mesure
de procéder à des contrôles.
En mars 2006, sur 800.000
dossiers de contribuable qui
réclament au fisc des taxes
boursières indûment perçues, 270
seulement ont été traités. Il aura
du reste fallu pour cela un arrêt de
la Cour européenne de Justice.
En avril 2006, la Cour des
comptes tire la sonnette d'alarme
à propos des services de
recherche du fisc qui sont
confrontés à un manque flagrant
de personnel. Et selon "De
Standaard", le fisc a dû recourir à
une société privée pour le
programme Tax-on-web.
En juin 2006, l'Unizo demande le
report de la date ultime pour
l'introduction des déclarations
parce que les indépendants ont
reçu leur déclaration beaucoup
trop tard.
En septembre 2006, la Cour des
comptes publie un rapport
accablant sur la vente de biens
immobiliers par la Régie des
Bâtiments. De nombreux dossiers
s'avèrent non rentables et, pour
certains même, ce constat n'a
même pas pu être fait en
l'absence d'une étude des coûts et
des avantages.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
34
klaar. En dat in de modelstaat België. Door die vertraging kon de
administratie in 2006 haar werk niet doen.
Februari 2006: de heer Jean-Marc Delporte, het hoofd van de
belastingadministratie, zegt dat hij zijn werk niet kan doen.
(De stem van een kind op de tribune weerklinkt)
Mijnheer de voorzitter, we horen een toekomstige belastingbetaler
vanop de tribune. De heer Delporte zegt dat er nog nauwelijks wordt
gecontroleerd bij de belastingsadministratie.
Dat verklaart wellicht de vreugdekreet van de zuigeling die we hier
hoorden. België is voorwaar een modelstaat, want er zal niet meer
worden gecontroleerd. Zover is het gekomen in dit land.
Ik denk dat deze zuigeling een toekomstige christendemocraat is
omdat hij weet hoe grondig wij het belastingstelsel zullen hervormen.
Maart 2006: de afhandeling van de dossiers door de fiscus. Van de
800.000 dossiers die eerder waren ingediend door particulieren die
onterecht betaalde beurstaksen terugvorderden, waren er 270
afgehandeld. Zij konden dit pas doen na een arrest van het Europees
Hof van Justitie. Dit is symptomatisch voor al wat gebeurt.
April. Ik ga er vlug over. Het Rekenhof luidt de alarmbel over de
werking van de fiscale opsporingsdiensten, waar onder meer een
schrijnend personeelstekort zou heersen. Wat zegt minister
Reynders? Het rapport is gedateerd. April 2006. De Standaard zegt
dat de fiscus een beroep heeft gedaan op een privéfirma om het
online berekeningsprogramma Tax-on-web, de elektronische aangifte,
te leveren. In 2005 was dat programma te laat klaar. Herkent u het
verhaal, collega's?
Juni 2006. Unizo vraagt uitstel, mijnheer de minister van Financiën,
voor de uiterste datum van de belastingaangifte, omdat veel
zelfstandigen hun belastingen wel willen aangeven, maar hun
aangifteformulier nog niet gekregen hebben, mijnheer de voorzitter.
Dat is de wijze waarop in dit land Financiën en de belastingen worden
beheerd.
September 2006. Het Rekenhof publiceert een vernietigend rapport
over de verkoop van vastgoed door de Regie der Gebouwen. Acht
van de drieëndertig verkooptransacties in 2004 waren onrendabel
voor de overheid. De verkoop gebeurde zo overhaast dat de regering
de gebouwen zelf terug moest halen om haar ambtenaren toch nog
onderdak te bieden. Van één gebouw werd de verkoopprijs
opgesoupeerd voor drie jaar huur. Van vijfentwintig andere dossiers
was geen kosten/batenanalyse gemaakt: het Rekenhof kon niet
inschatten of ze rendabel waren of niet. Zo ver is het gekomen,
voorzitter, collega's, heren ministers, mijnheer de voorzitter van de
commissie voor de Financiën en voor het Budget, in dit land waarin
men zegt dat 's lands financiën goed worden beheerd.
De OESO maakte in oktober bekend dat de totale belastingdruk in
België vorig jaar licht is gestegen. België blijft ondanks alle
hervormingen en minister Reynders ermee uitpakken dat wij het goed
doen: wij kennen de zwaarste belastingdruk in heel Europa! De Raad
En octobre 2006, l'OCDE annonce
que, malgré toutes les réformes, la
charge fiscale a augmenté en
Belgique en 2005. Notre pays est
l'État européen où la pression
fiscale est la plus forte.
En octobre toujours, le Conseil
d'État annule la décision de confier
la gestion de la sicaf publique à
Cofinimmo. Il est désormais
évident aux yeux de chacun que
l'Etat est un partenaire peu fiable
lorsqu'il s'agit de la gestion des
finances publiques.
(Applaudissements)
Ce budget contient des déficits
cachés et si l'on prend en compte
pour toutes les mesures non
seulement les avantages mais
également les inconvénients, alors
le budget vire dans le rouge. Cette
analyse n'est pas celle d'un
membre de la majorité mais bien
celle d'un professeur de la KUL,
M. De Grauwe, ancien sénateur
VLD.
Notre groupe ne peut pas adopter
ce budget. M. Tant et moi-même
souhaitons attirer l'attention sur le
fait que la modification du
Règlement concernant le lien des
articles de la loi-programme avec
le budget n'a pas été appliquée. Il
faudrait vraiment que la majorité et
l'opposition se mettent autour
d'une table pour discuter de la
façon d'améliorer le fonction-
nement du Parlement. Il est par
exemple incompréhensible qu'une
matière aussi importante que la
modification de la loi sur
l'acquisition rapide de la nationalité
faisait initialement partie du projet
fourre-tout.
La manière dont le gouvernement
et les ministres se sont occupés
des finances publiques est
injustifiée et pose une lourde
hypothèque sur les générations
futures. L'assainissement des
finances publiques devra être une
priorité absolue pour le prochain
gouvernement fédéral. Nous
n'adopterons dès lors pas ce
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
35
van State schorst in oktober, enkele dagen na de
gemeenteraadsverkiezingen, de beslissing om het beheer van de
staatsbevak toe te wijzen aan Cofinimmo. Collega Verherstraeten, dat
is hetgeen waarmee u heel de publieke opinie hebt wakker gemaakt
in Vlaanderen, in Brussel, in Wallonië, om te tonen dat de overheid
een onbetrouwbare partner is in het beheer van de staatsfinanciën.
Dat is wat wij hebben meegemaakt, collega's, en daarom worden wij
gevraagd een begroting goed te keuren.
Er is een belangrijk punt dat ik in mijn tussenkomst nog wil
benadrukken, collega's. Niet dat de economen zich zorgen maken
over het feit dat er eenmalige cosmetische maatregelen zijn, maar wel
de verklaring van professor De Grauwe, in een vorige legislatuur VLD-
senator. Hij heeft gesproken over een nieuwe notie. Men heeft
modelstaat, men heeft vooruitgang, men heeft burgermanifesten, en
dan is er iets nieuws. Het is uitgevonden door een VLD-senator: de
notie verborgen tekorten. Wat zegt professor De Grauwe, van wie ik
nog altijd niet weet of hij voor de halsrechtcommissie van de VLD is
verschenen? Hij zegt: "De overname van pensioenfondsen en de
uitverkoop van gebouwen helpen ons even, maar ze kosten ons later
meer. Als we niet alleen de lusten, maar ook de lasten van dergelijke
operaties in rekening brengen, zakt de begroting in het rood. Het is
dramatisch, maar tegelijk wordt de schuld onderschat".
Professor De Grauwe, onze gewezen collega, geeft ons gelijk. Ik zie
het instemmend geknik van de voorzitter van de commissie voor de
Financiën en Begroting. Ik vraag eens te meer een applaus voor
collega de Donnea. (Applaus)
Ik zal het niet hebben over de over te nemen schulden en over de
verklaringen van de voorzitter van het Rekenhof en van de voorzitter
van de Nationale Bank van België. Collega Viseur zal namelijk over
enige ogenblikken een toelichting geven bij de echte toestand van het
land. Hij zal het hebben over de echte toestand van het land.
Onze fractie wil, ten eerste, in elk geval zeggen dat wij deze begroting
niet kunnen goedkeuren. Ten tweede, mijnheer de voorzitter, willen
wij nogmaals benadrukken dat de wijziging aan het Kamerreglement
die collega Tant en ikzelf hebben ingediend met betrekking tot het
begrotingsgerelateerd zijn van bepaalde artikelen, niet is
doorgevoerd. Het is niet te vatten en het is onmogelijk dat een
bepaling als de wijziging aan de snel-Belg-wet of de
nationaliteitswetgeving in een totaalpakket als dit wordt opgenomen.
Daarom zeg ik u dat, als u een betere werking wil van het Parlement,
meerderheid en oppositie samen zullen moeten zitten om dat
onmogelijk te maken.
Ten slotte wil ik een woord van ondank uitbrengen voor de regering
en de ministers. De wijze waarop zij zijn omgegaan zijn met de
staatsfinanciën is onverantwoord en legt een last op de komende
generaties. Onze fractie zal dan ook niet nalaten om de komende
dagen, weken en maanden te zeggen dat het gezond maken van de
overheidsfinanciën, na alle hold-ups die zijn gepleegd, een van de
prioriteiten is van een volgende federale regering.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister, wij
wensen u een goed eindejaar. Het eindejaar zal zich voor sommigen
afspelen op tienduizenden kilometers van hier en voor anderen op
budget de malheur.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
36
tientallen kilometers van hier, maar vergeet in elk geval niet dat u een
verpletterende verantwoordelijkheid hebt. Het gaat bijzonder slecht
met 's lands Financiën. De begroting in dit land is een echte ramp.
Daarom zullen wij deze begroting niet goedkeuren.
15.09 Jean-Jacques Viseur (cdH): Monsieur le président, madame
la vice-première ministre, monsieur le vice-premier ministre, chers
collègues, lorsqu'un gouvernement dépose devant le parlement son
budget, il exprime une vision politique pour les douze mois à venir et
définit concrètement ses priorités, tant sur le volet des dépenses que
sur la façon dont il compte financer son action.
Reconnaissons que ce n'est pas du tout le cas cette année puisque
ce budget est au fond celui d'un premier trimestre, qui sera suivi par
deux mois d'affaires prudentes puis par combien de semaines,
combien de mois d'affaires courantes. Le budget actuel est donc un
exercice purement gratuit, une fiction et, si je n'avais beaucoup de
respect pour notre assemblée, je serais venu avec un bandeau qui
porterait la mention "Ce budget est une fiction!".
Je ne l'ai pas fait; pourtant tous les éléments m'incitent à dire que
nous ne sommes pas vraiment en présence d'un vrai budget.
L'influence sur ce budget, du budget 2006 ou du compte 2006 est
importante et mérite que je m'y attarde quelques minutes.
Il faut en effet relever que les années budgétaires se suivent mais ne
sont malheureusement pas aussi cloisonnées qu'on pourrait l'espérer.
Une décision prise une année a des répercussions qui peuvent se
révéler lourdes de conséquences pour les budgets suivants. Une
appréciation pluriannuelle des décisions budgétaires est donc
nécessaire pour juger de l'efficacité gouvernementale.
Revenons donc quelques instants sur le budget 2006.
La ministre du Budget l'a souligné dans sa note de politique générale.
Je trouve l'expression particulièrement savoureuse. Elle dit: "Le
gouvernement a subi plusieurs revers durant cette année budgétaire".
Or ces revers, j'en ai isolé quelques-uns. Le premier est le plus
retentissant. Il pose d'ailleurs entre groupes de la majorité toujours de
gros problèmes. J'ai encore entendu M. Marcourt pas plus tard
qu'avant-hier mettre en avant à quel point cet élément avait pesé sur
la mauvaise gestion fédérale. Ce premier point est ce que,
pudiquement, on baptise "l'erreur dans la comptabilisation des
recettes fiscales".
C'est ce fameux oubli ou la levée d'un filtre informatique qui a abouti à
ce qu'un montant astronomique de 883 millions d'euros soit, lui aussi,
une pure fiction.
Contrairement à ce que nous ont affirmé les ministres du Budget et
des Finances, cette erreur a pesé lourd dans le budget de l'État de
cette année et ses conséquences se feront sentir lors de l'exécution
du budget 2007.
Je ne relève qu'une seule des décisions qui ont été prises pour
compenser cette erreur: la précipitation de l'enrôlement de l'impôt des
sociétés, ce qui a évidemment pour effet de diminuer les recettes
fiscales de 2007.
15.09 Jean-Jacques Viseur
(cdH): Wanneer een regering haar
begroting bij het Parlement indient,
stippelt zij een politieke visie uit
voor de komende twaalf maanden
en stelt zij concrete prioriteiten
vast, zowel over de uitgaven als
over de manier waarop zij een en
ander wil financieren. De voor-
liggende begroting geldt eigenlijk
slechts voor het eerste trimester,
dat gevolgd zal worden door twee
maanden van voorzichtige zaken
en nadien door maanden van
lopende zaken. De huidige
begroting is dus een volkomen
vrijblijvend werkstuk.
De begrotingsjaren staan jammer
genoeg niet zo los van elkaar als
men zou kunnen hopen. Een
beslissing die het ene jaar wordt
genomen, kan gevolgen hebben
voor de daaropvolgende
begrotingen. Er is dus een
meerjarenbeoordeling van de
begrotingsbeslissingen nodig om
de doeltreffendheid van het
regeringsbeleid te toetsen.
Wat de begroting 2006 betreft,
heeft de minister van Begroting
verklaard dat de regering tijdens
het huidige begrotingsjaar met
verscheidene tegenvallers werd
geconfronteerd. De eerste
daarvan was wat men de
vergissing in de boeking van de
fiscale ontvangsten heeft
genoemd en die goed is voor een
bedrag van 883 miljoen euro.
Die fout weegt zwaar op de
overheidsbegroting. Om ze te
compenseren werd beslist om de
aangiften van de vennootschaps-
belasting versneld in te kohieren,
waardoor de belastinginkomsten
voor 2007 verminderen. Men heeft
ons uitgelegd dat men jaar na jaar
op dezelfde manier te werk zal
gaan en de inkomsten uit de
vennootschapsbelasting steeds
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
37
Une erreur due à la précipitation a donc été corrigée par cette autre
précipitation dans la perception de l'ISOC. Ce n'est pas une gestion
sereine du budget de l'État. L'explication donnée, à savoir que l'on va
agir de la même manière d'année en année et percevoir de plus en
plus vite les recettes de l'ISOC, ne me convainc absolument pas. Si
on suit cette logique, dans trois ou quatre ans, on percevra l'ISOC
avant que l'exercice ne soit terminé.
Toujours dans le cadre des déconvenues relatives au budget 2006,
nous avons pris connaissance, au mois d'octobre, des conclusions du
rapport de la Cour des comptes qui a dénoncé, exemples à l'appui, la
dangereuse dilapidation du patrimoine immobilier de l'État.
La Cour des comptes a pu vérifier que l'unique objectif de ces ventes
précipitées n'était autre que d'engranger rapidement des recettes non
fiscales, dans l'unique but de pouvoir proclamer que le budget fédéral
était en équilibre.
Ce rapport, assez dur, faisait état, entre autres, de la sélection
aléatoire des bâtiments cédés, d'une estimation du prix de vente faite
dans l'urgence, de l'absence de justification tant au regard des choix
opérés que de leur incidence financière et budgétaire pour les années
à venir, de la reprise en location des bâtiments cédés se faisant en
catastrophe et avec des baux tout à fait défavorables pour l'État.
Dans "La Rabouilleuse", Balzac a fort bien décrit cette logique de
dilapidation à la petite semaine qui, pour garder son rang, creuse, trou
après trou, et finalement a réalisé tout l'actif et mène à la pénurie.
C'est un bel exemple. Je pense que l'État, ces dernières années, a
joué parfaitement dans cette même logique de dilapidation. Mais on
ne peut pas dire que le passé soit une leçon pour le présent ou le
futur puisque l'échec de la sicafi et la décision de réaliser, à la fin du
mois de décembre, une série de biens montrent que la leçon de la
Cour des comptes a été tout à fait ignorée.
Le troisième élément qui prouve la myopie budgétaire est sans
conteste le développement du principe de l'ancre. Ce principe qui
consiste à reporter sur l'année suivante la charge financière des
engagements pris au cours de l'année est une aberration au regard
des règles de bonne gestion. Son but est uniquement de diminuer
artificiellement les dépenses de l'État et de présenter ainsi un solde
primaire positif. Dès le mois d'octobre, les départements ministériels
arrêtent ainsi de régler les factures qui leur étaient adressées par
leurs fournisseurs. Lors de la séance plénière du 26 octobre, la
ministre du Budget a admis que la seule application de ce principe de
l'ancre avait permis de réaliser ce qu'elle appelle des économies
mais c'est en fait un report de dépenses à hauteur d'environ 659
millions d'euros. Ces 659 millions d'euros ne figurent pas dans le
budget 2006 mais, bien entendu, devront être payés en 2007; cela
entraînera un surcoût de 10 millions d'euros rien que par le simple fait
que l'État devra payer des intérêts de retard à ses fournisseurs.
Mais les conséquences de l'application de ce principe de l'ancre sont
plus graves que le seul paiement d'intérêts de retard. Pour les
entreprises, tout d'abord, en reportant le paiement de ses factures à
plus tard, le gouvernement fait fi de l'impact d'une telle mesure sur les
sneller zal invorderen. Als men die
redenering doortrekt, zal men
binnen drie tot vier jaar de
vennootschapsbelasting innen nog
voor het begrotingsjaar afgelopen
is!
In oktober heeft het Rekenhof de
gevaarlijke uitverkoop van het
onroerend vermogen van de Staat
aan de kaak gesteld. Men voert
die operatie immers slechts uit om
te kunnen verklaren dat de
federale begroting in evenwicht is.
In `La Rabouilleuse', het verhaal
van een vrouw die, om haar stand
op te houden, al haar geld verteert
en uiteindelijk zonder een rooie
duit eindigt, heeft Balzac die logica
van verkwisting treffend
beschreven.
Dat is een mooi voorbeeld. De
voorbije jaren heeft de Staat exact
dezelfde verkwistingslogica
gevolgd. En, ondanks het
mislukken van de vastgoedbevak,
werden de opmerkingen van het
Rekenhof terzijde geschoven.
Het derde element waaruit de
budgettaire kortzichtigheid van
deze regering blijkt, is ontegen-
sprekelijk het ankerprincipe, dat
totaal haaks staat op de regels
van goed beheer. Het enige doel is
de uitgaven van de Staat op
kunstmatige manier te
verminderen en een positief
primair saldo voor te leggen.
Op 26 oktober heeft de
begrotingsminister toegegeven dat
dat principe `besparingen' in
werkelijkheid een uitstel van de
uitgaven - mogelijk had gemaakt
ten bedrage van ongeveer 659
miljoen euro. Dat bedrag zal
echter in 2007 moeten worden
betaald, met daar bovenop 10
miljoen euro aan verwijlintresten.
Bovendien trekt de regering zich
niets aan van de gevolgen van zo
een maatregel voor de
leveranciers van de Staat, die door
Unizo en het VBO aan de kaak
werden gesteld.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
38
fournisseurs de l'État. Ces entreprises seront donc payées avec
retard et leur trésorerie en souffrira. C'est notamment vrai pour les
PME qui n'ont pas une trésorerie extraordinaire. Cet impact sur le
fonctionnement des entreprises a été dénoncé par l'Unizo et par la
FEB. La FEB, consciente du ré-impact que peut avoir cette politique
sur la survie de certaines entreprises, a même décidé d'ouvrir un site
internet où les entreprises lésées peuvent faire part des problèmes
rencontrés avec leur client défaillant qu'est l'État belge. De plus, il
apparaît clairement que cette ancre budgétaire aura des
conséquences en 2007: les factures qui ne sont pas payées cette
année le seront sur le budget de l'année prochaine, amputant d'autant
celui-ci.
Ce n'est pas moins de 2,5 milliards de dépenses qui sont ainsi
repoussées artificiellement. Le prochain gouvernement fédéral sera
tout de suite confronté aux conséquences de ce principe de l'ancre.
Une partie des crédits budgétaires de 2007 devra servir à payer les
factures de 2006 et on réduit donc d'autant les marges du futur
gouvernement.
Une telle politique n'est ni raisonnable, ni efficace. À nouveau, on
sacrifie l'équilibre réel à l'équilibre factice du budget.
Enfin, l'exercice budgétaire 2006 a été marqué par deux échecs, tout
d'abord la DLU bis qui devait rapporter 150 millions et qui, aux
dernières nouvelles, n'aurait rapporté que 16 millions, ce qui indique
que cette construction est un bricolage. Quant à la sicafi 2006, elle
était censée rapporter 593 millions d'euros. Le Conseil d'État a mis fin
à l'opération à la suite d'une erreur de procédure, ce qui n'empêche
pas le gouvernement de vouloir absolument vendre, d'ici le
31 décembre, 35 bâtiments fédéraux repris à l'origine dans la sicafi
via la création d'une société immobilière fédérale, créée de toutes
pièces en cette fin d'année, afin de faire rentrer des recettes dans le
budget fédéral. Cette vente se fera évidemment en annonçant haut et
fort que le vendeur doit absolument vendre. Cela signifie que le prix
qu'il en obtiendra sera largement inférieur à la valeur réelle.
Le budget 2006 n'a été que cette succession de déconvenues,
d'erreurs d'appréciation, de manque d'anticipation, et il sera en déficit.
Les mesures prises au cours de l'année auront des conséquences
sur l'exécution du budget 2007, mais aussi sur tous les budgets de la
future législature.
À la lumière du constat que je viens de poser, je veux limiter mon
intervention en abordant simplement cinq points.
Le premier d'entre eux est la faiblesse du solde primaire de l'entité I.
Si M. de La Fontaine revenait en ce bas monde, il pourrait écrire à ce
propos une nouvelle fable, qui ne s'appellerait pas "La cigale et la
fourmi", mais "La nouvelle cigale et les fourmis". Le problème, c'est
que les fourmis sont les entités fédérées, régulièrement appelées à
venir au secours de l'équilibre budgétaire et du solde primaire des
pouvoirs publics, en développant une politique d'économie pour
couvrir les activités de la cigale. Dans notre système, hélas, ce n'est
pas à une fourmi peu prêteuse qu'on a affaire mais à des fourmis
obligées de gérer à l'économie, parce que l'État ne le fait pas en ce
qui concerne les budgets qu'il contrôle.
Niet minder dan 2,5 miljard
uitgaven worden aldus op
artificiële manier uitgesteld. De
volgende federale regering zal met
de gevolgen van dat principe
worden geconfronteerd.
Eens te meer wordt het echte
evenwicht aan een kunstmatig
evenwicht opgeofferd.
Tot slot kende het begrotingsjaar
2006 twee mislukkingen: de EBA
bis die 150 miljoen euro moest
opbrengen en in werkelijkheid
slechts 16 miljoen zou hebben
opgebracht en de vastgoedbevak
2006 waarvan men een opbrengst
van 193 miljoen euro verwachtte.
De Raad van State heeft die
operatie stilgelegd wegens een
procedurefout. Maar dat
weerhoudt de regering er niet van
om tegen 31 december hoe dan
ook 35 federale gebouwen die
oorspronkelijk in de bevak zaten,
te verkopen.
De begroting 2006 was een
aaneenschakeling van tegen-
vallers, beoordelingsfouten,
gebrek aan vooruitziendheid en zal
met een tekort worden afgesloten.
De getroffen maatregelen zullen
niet alleen een weerslag hebben
op de uitvoering van de begroting
2007, maar ook op alle
begrotingen van de komende
zittingsperiode.
Wat het zwak primair saldo betreft,
indien Jean de la Fontaine nog
zou leven, zou hij er een nieuwe
fabel over kunnen schrijven, "De
nieuwe krekel en de mieren". De
mieren zijn de deelstaten, waarop
regelmatig een beroep wordt
gedaan om het primair saldo van
de overheid aan te zuiveren via het
voeren van een economisch
beleid.
Wat entiteit I betreft, heeft het
primair saldo sinds 2001 dus een
constante daling gekend.
Het gebruik van technieken zoals
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
39
En ce qui concerne l'entité I, le solde primaire est donc en baisse
constante depuis 2001 et, grâce au mécanisme de l'ancre "recyclé", si
je puis dire, on présente la réduction des dépenses primaires pour
l'année budgétaire 2007 à hauteur de 659 millions.
L'utilisation de pareilles techniques n'est pas solide ni sérieuse; elle
porte atteinte tant à la structure budgétaire de l'État qu'à la santé
financière de nos entreprises. Formellement, présenter un budget en
y incluant d'emblée une ancre budgétaire n'est pas conforme aux
règles budgétaires.
Cela sous-entend que le budget présenté au parlement par le
gouvernement ne pourra pas être réalisé tel que voté; il est donc
préférable de réduire les dépenses plutôt que de les inscrire en disant
qu'elles seront en engagement, mais qu'elles ne pourront pas être
exécutées en ordonnancement, alors qu'il s'agit de dépenses devant
être exécutées durant la même année.
Nous ne disposons pas d'indications quant aux budgets
départementaux ni aux postes budgétaires desquels seront
ponctionnés ces 659 millions d'euros. Cela signifie donc un déficit
d'information, élément qui démontre bien le caractère artificiel de la
constitution du solde primaire de l'entité I. Or, ce solde primaire
durable est la seule façon de nous préparer aux défis budgétaires que
devront affronter les générations futures; je pense notamment au
financement du vieillissement de la population.
Au niveau fédéral, cet objectif ne peut être atteint que par une
maîtrise durable des dépenses et par des recettes stables. Comme le
fait remarquer la Cour des comptes, la constitution du solde primaire
2007 n'a pas de composante structurelle: les recettes sont liées à des
mesures "one shot" et les dépenses sont maîtrisées par des sous-
utilisations forcées des crédits.
Venons-en à ces mesures "one shot". J'estime qu'il s'agit d'une erreur
que de les appeler mesures "one shot": avec ces mesures, un coup
est tiré en une année, mais entraîne beaucoup de dégâts pour le
futur. Le premier ministre s'est réjoui de ce que ces mesures n'allaient
pas dépasser 0,38% du PIB en 2007, ce qui représente quand même
1,14 milliard d'euros de recettes espérées via cette technique.
Mais ce n'est pas tant le montant espéré pour ces opérations qui me
dérange, mais bien le manque d'informations dont nous disposons
quant aux conséquences réelles de ces mesures uniques.
Comme l'a fait justement remarquer la Cour des comptes lors de son
audition en commission des Finances, l'exposé général du budget ne
contient pas ou guère d'éléments permettant de procéder a priori à
l'évaluation des recettes produites par ces opérations "one shot". Tout
au plus savons-nous qu'il s'agira de reprises de fonds de pension
pour un montant de 550 millions d'euros, de la vente de bâtiments
pour 600 millions d'euros et de la titrisation de certains arriérés
fiscaux pour environ 150 millions d'euros.
Comme l'a indiqué la Cour, il est certain que ces mesures grèveront
les budgets des prochaines années. Dans le budget 2007, on voit
d'ailleurs les conséquences des mesures uniques prises les années
précédentes. La Cour en dresse une liste édifiante dont je vous livre
het ankerprincipe is niet ernstig en
beantwoordt niet aan de
begrotingsregels.
Dat alles betekent dat de begroting
die de regering aan het parlement
heeft voorgelegd en die zal
worden goedgekeurd, niet als
dusdanig zal kunnen worden
uitgevoerd.
Er zijn geen aanwijzingen
betreffende de departementale
begrotingen of de begrotings-
posten waaruit het bedrag van 659
miljoen euro zal worden geput. De
ondoorzichtigheid van de
informatie toont aan op welke
kunstmatige manier het primair
saldo van entiteit I werd gevormd.
Het primair saldo voor 2007 bevat
geen structurele componenten: de
inkomsten worden dankzij
eenmalige maatregelen
gerealiseerd en de uitgaven
worden door een gedwongen
onderbenutting van de kredieten
binnen de perken gehouden.
In de algemene toelichting bij de
begroting staan nauwelijks
gegevens die een evaluatie van de
ontvangsten van die oneshot-
operaties mogelijk maken.
Vast staat dat die maatregelen de
begrotingen van de komende jaren
zullen bezwaren. De gevolgen van
de eenmalige maatregelen van de
vorige jaren zijn trouwens
merkbaar in de begroting 2007.
Die eenmalige maatregelen zijn
allesbehalve eenmalig: de
ontvangsten zijn weliswaar
eenmalig, maar de uitgaven zijn
dat niet.
Doordat men pas zo laat ingezien
heeft dat er ingegrepen moest
worden om de vergrijzing het
hoofd te bieden, en het zilverfonds
dus zo laattijdig in het leven
geroepen werd, heeft men een
tijdbom gecreëerd. We moeten
een begrotingsevenwicht
nastreven om de vergrijzing te
kunnen betalen. Maar het geld
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
40
quelques extraits. "La reprise des fonds de pension Belgacom
entraîne une hausse conséquente des dépenses pour les fonds de
pension de retraite. La location des bâtiments après leur vente a
quasiment fait tripler les dépenses de loyer payées par la Régie des
Bâtiments, les faisant passer de 124 à 360 millions entre 2004 et
2007".
Ces mesures uniques ne méritent donc pas ce nom: la recette est
unique mais les dépenses sont multiples. Il y a une grande différence
avec les années précédentes: on nous a souvent reproché d'avoir
vendu de l'or. Mais quand on vend de l'or, il n'y a pas de conséquence
négative sur les années ultérieures, au contraire! On épargne le
stockage et on limite les dépenses liées au stockage de l'or. Les
mesures "one shot" auront toutes des conséquences négatives sur
les budgets futurs; elles en ont déjà. C'est donc à tort qu'elles sont
présentées comme des pratiques classiques. Ce sont des pratiques
nouvelles qui ont pour conséquence l'attribution de la recette à un
budget alors que les dépenses sont pluriannuelles et pèseront sur les
gouvernements futurs de façon déterminante.
Quelques mots sur le fonds de vieillissement. Il y a là un réel enjeu
qui n'est pas pris en compte. Le maintien de l'équilibre budgétaire est
un objectif indispensable pour être capable de faire face au
vieillissement. Le fonds de vieillissement n'avait été alimenté jusqu'à
présent que par des mesures "one shot": les redevances GMTS en
2001, le bénéfice de la BNB en 2002, les dividendes Belgacom en
2003, les dividendes des fonds de pension Belgacom en 2004 et la
DLU en 2005. La prise en compte tardive de la nécessité de se
prémunir contre le séisme que pourrait constituer le vieillissement de
la population est une bombe à retardement.
Or le gouvernement n'a pas réussi à redresser durablement son solde
primaire. En outre, pour 2007, celui-ci est plus qu'aléatoire au niveau
de l'alimentation du fonds de vieillissement. Il se fonde, en fait, sur les
efforts que devra faire le prochain gouvernement.
Je voudrais enfin dire quelques mots sur un point qui m'a toujours
intéressé. Je veux parler de la recherche fédérale.
En mars 2000, le Sommet européen de Lisbonne constatait le retard
de l'Europe face aux États-Unis et au Japon en matière de recherche
et développement. L'Union européenne s'est fixé comme objectif de
construire une économie européenne du savoir en favorisant la
création d'un véritable espace européen de la recherche et de
l'innovation, l'objectif étant d'atteindre, d'ici 2010, 3% du PIB consacré
à la recherche et au développement technologique. La Belgique a
souscrit à cet objectif. Mais force est de constater que les dernières
statistiques disponibles démontrent la dégradation relative de la
position belge par rapport à cet objectif. Ce n'est pas la mise en place
tardive, en 2006, du "Haut Conseil 3%" qui permettra d'effacer l'échec
du gouvernement dans la poursuite de ce défi!
Le gouvernement n'a pas de vision claire par rapport à la volonté de
stimuler la recherche à partir du fédéral. À titre d'exemple, la lecture
du budget 2007 nous a appris que les 150 millions de crédits
d'engagement prévus en 2006 pour la participation des entreprises
belges au programme du futur avion civil Airbus A350 avaient été
supprimés. Pas de chance! Moins de 8 jours après cette annonce,
voor het zilverfonds komt tot nu
toe enkel uit oneshotmaatregelen,
en de regering is er niet in
geslaagd duurzame goede
resultaten te boeken met
betrekking tot het primair saldo.
Onderzoek is een onderwerp dat
me na aan het hart ligt. België
heeft zich aangesloten bij de
Lissabondoelstelling die bepaalt
dat de investeringen in onderzoek
en technologische ontwikkeling
tegen 2010 op 3 procent van het
bruto binnenlands product moeten
gebracht worden. Maar België
scoort op dat vlak steeds slechter.
Bovendien ontbreekt het de
regering aan een duidelijke visie
om het onderzoek federaal te
stimuleren. Zo werden
bijvoorbeeld de kredieten
geschrapt die de Belgische
ondernemingen moesten toelaten
aan het programma van de
toekomstige Airbus A350 mee te
werken.
Om al die redenen kunnen we niet
het minste vertrouwen schenken
aan een begroting die niet tegen
de toekomstige uitdagingen
opgewassen is.
Tot slot beste collega's en het is
de laatste keer dat ik jullie "beste
collega's" noem wil ik eraan
herinneren dat de begroting een
kerntaak is die centraal staat in de
parlementaire werkzaamheden en
de grootst mogelijke transparantie
vereist. Men moet teruggaan tot
de Magna Charta van 1215 om
een inzicht te krijgen in de rol van
het Parlement met betrekking tot
de machtiging die aan de
uitvoerende macht wordt verleend
om de uitgaven te doen. Ik zal een
laatste keer een lans breken voor
een dubbele federale boekhouding
en een hervorming van de
besluitvorming in
begrotingsaangelegenheden. Ik
zou tot slot willen zeggen dat een
aangescherpte interne controle
noodzakelijk is.
Het Rekenhof, dat van het
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
41
Airbus présentait son A350 éveillant ainsi l'attention de divers
gouvernements. Comme l'a fait remarquer à juste titre une revue
scientifique, au moment où Airbus met l'accent sur la nécessité de
développer son nouvel avion, on assiste à une défaillance de la
Belgique. Pourtant, il y a des demandeurs partout dans le monde. Le
prochain gouvernement devra courir après les crédits pour permettre
de "s'accrocher" à ce budget.
Voilà toutes les raisons et avec vraiment une grande foi dans notre
position pour lesquelles nous ne pouvons accorder à ce budget le
plus petit crédit. Nous sommes obligés de dire qu'un tel budget n'est
pas à la hauteur des défis qui se posent.
Monsieur le président, mes chers collègues c'est la dernière fois
que je prononce les mots "mes chers collègues" , le budget est un
acte important. Il est au coeur de la mission de la Chambre. Il faut
remonter à la Magna Carta pour se rendre compte de l'utilité du
Parlement par rapport à l'autorisation donnée aux exécutifs de
procéder à ces dépenses.
Avec tout le respect que nous devons à notre Institution, qui partage
le bâtiment dans lequel nous nous trouvons avec le Sénat, je dois dire
que je vous rejoins, monsieur le président, en disant que c'est parce
que nous avons cette mission particulière que nous ne souhaitons
siéger au Sénat qu'après notre mort.
Cette mission fondamentale, qui est au coeur de la démarche
parlementaire, demande à ce que nous améliorions nos
performances, notre crédibilité et que nous le fassions de la façon la
plus claire et la plus transparente qui soit.
Je vais briser une dernière lance en faveur d'une comptabilité fédérale
qui soit comparable à celle des entreprises, en partie double, avec
une véritable comptabilité analytique.
Je vais briser une dernière lance sur le fait que la réforme des
méthodes de fonctionnement des mécanismes de prise de décisions
en matière budgétaire doit être au coeur de la bonne gouvernance et
de l'action publique.
Je dirais enfin que la nécessité d'un contrôle interne renforcé est
fondamentale.
Nous venons de fêter le 175
ème
anniversaire de la Cour des comptes.
Nous avons là un instrument privilégié. La Chambre des comptes a
été instaurée sous les Valois. Depuis lors, elle a connu de multiples
avatars mais, en tout cas, dans nos démocraties modernes,
l'existence d'une Cour des comptes, le fait qu'elle dépende du
Parlement, que la Chambre est l'interlocuteur direct de cet instrument
a permis d'avoir une vision suffisamment claire des insuffisances de
l'exécutif.
Par conséquent, je souhaiterais que, dans les années à venir, la
Chambre s'attache plus que jamais à cette mission budgétaire et
qu'on puisse dire que, dans les pays démocratiques, chaque euro mis
à la disposition de l'exécutif l'est dans des conditions optimales, que
la Chambre peut pleinement jouer son rôle de contrôle et utiliser les
services de la Cour des comptes, et que ceci n'est plus une fiction
Parlement afhangt, is een
bevoorrecht instrument om de
onvolkomenheden van de
uitvoerende macht in de verf te
zetten. Ik zou willen dat de Kamer
in de komende jaren meer oog zou
hebben voor haar opdracht in
begrotingszaken en gebruik zou
maken van de diensten van het
Rekenhof. (Applaus)
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
42
notre pays sera un pays modèle dans la manière dont le Parlement
joue son rôle de contrôle à l'égard du gouvernement. C'est ce que je
nous souhaite, c'est que je vous souhaite! (Applaudissements)
Le président: Monsieur Viseur, je vous remercie. Vous me permettrez quelques mots à votre sujet tout à
l'heure.
15.10 François-Xavier de Donnea (MR): Monsieur le président, je
voudrais souligner que M. Viseur, comme nous l'avons tous
remarqué, comme il l'a dit lui-même, vient de tenir son dernier
discours en séance plénière. Je voudrais lui rendre hommage pour le
travail qu'il a accompli ces trois dernières années au sein de la
commission des Finances.
C'était un collègue qui connaissait très bien ses dossiers et qui nous
amenait souvent à réfléchir sur certains problèmes qu'il illustrait d'une
façon particulièrement bien imagée. Je pense que tous les membres
de la commission des Finances regretteront M. Viseur. Il ne sera pas
facile pour son parti de le remplacer en notre sein.
(Applaudissements)
15.10 François-Xavier de
Donnea, voorzitter van de
commissie voor de Financiën en
de Begroting: De heer Viseur heeft
zonet zijn laatste toespraak in de
plenaire vergadering gehouden. Ik
zou hem hulde willen betuigen
voor het werk dat hij in de
commissie voor de Financiën heeft
verricht.
Hij had een uitstekende
dossierkennis en vestigde vaak
onze aandacht op problemen die
hij bijzonder levendig kon
voorstellen. Alle leden van de
commissie voor de Financiën
zullen het vertrek van de heer
Viseur betreuren en zijn partij zal
het bijzonder lastig hebben om
een vervanger voor hem in onze
assemblee te vinden. (Applaus)
15.11 Hagen Goyvaerts (Vlaams Belang): Mijnheer de voorzitter,
mevrouw de vice-eerste minister en minister van Begroting, mijnheer
de minister van Financiën, waarde collega's, sta mij toe om mijn
uiteenzetting in het kader van de laatste begroting van deze regering
van liberalen en socialisten het gaat hier eigenlijk om de paarse
verkiezingsbegroting van 2007 te beginnen met een statement van
professor emeritus Paul Van Rompuy. Hij zegt dat, ik citeer: "de
opeenvolging van eenmalige inkomsten het grootste probleem vormt
voor de publieke financiën in ons land". Dat statement wordt
onderbouwd door de opmerkingen in het jongste rapport van het
Rekenhof over de schabouwelijke staatsbegroting van 2007. Dat gaat
zelfs nog een stap verder dan de analyse van Paul Van Rompuy in die
zin dat het onomwonden zegt dat in plaats van een klein overschot
van 0,3 van het bbp de regering in feite kampt met een reëel
overheidstekort van 1,25 miljard euro.
Al de eenmalige en niet-structurele maatregelen zoals de verkoop en
de wederinhuur van gebouwen, de overname van pensioenfondsen,
de effectisering van belasting- en btw-schulden, de onderbenutting
van kredieten enzovoort, leiden bovendien op termijn tot bijkomende
uitgaven en bezwaren op die manier de begrotingen voor de volgende
jaren. Volgend jaar zouden die kosten oplopen tot meerdere
honderden miljoenen euro. Zo bedragen de uitgaven in 2007 voor de
rustpensioenen ten gevolge van de overname van een aantal
pensioenfondsen ongeveer 300 miljoen euro.
Op zich is dat natuurlijk een vreemde budgettaire situatie voor een
land waar de economie zich in een toestand van een redelijke
15.11 Hagen Goyvaerts (Vlaams
Belang): Selon M. Paul Van
Rompuy, professeur émérite de la
KUL, l'enchaînement de recettes
non récurrentes constitue le
principal problème des finances
publiques en Belgique. Le dernier
rapport de la Cour des comptes
qui critique le budget boiteux de
2007 le confirme. La Cour des
comptes estime que le déficit
public réel s'élève à 1,25 milliards
d'euros. Les mesures uniques et
non-structurelles entraînent à
terme des dépenses
supplémentaires qui plombent les
budgets. Les dépenses relatives
aux pensions de retraite à la suite
de la reprise de fonds de pension
s'élèveront ainsi à trois cents
millions d'euros en 2007.
Notre économie connaît pourtant
une haute conjoncture et les
recettes publiques ont augmenté
pour atteindre environ 50% du
PIB. Mais l'avantage en termes
d'intérêts aussi est considérable.
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
43
hoogconjunctuur bevindt en waar de overheidsinkomsten tot zowat
50% van het bbp zijn gestegen, maar waar ook het rentevoordeel de
afgelopen jaren nog nooit zo aanzienlijk is geweest. Tussen 1999 en
2005 daalden de rentelasten met 2,5% van het bbp. Ondanks die
rentemeevallers verminderde het primair saldo van de federale
overheid van 5,9% van het bbp naar 3,6% in 2007. Die achteruitgang
kan alleen maar worden verklaard door een verhoging van de lopende
uitgaven. De cijfers geven dat dan ook weer, van 43,23% van het bbp
in 1999 naar 45,56% van het bbp in 2005.
In een dergelijke context moet het toch duidelijk zijn dat de regering
de gezondmaking van de openbare financiën hypothekeert. Dan rijzen
mijn inziens twee fundamentele vragen. Ten eerste, hoe ernstig en
hoe duurzaam is de voorgestelde begroting?
Tweede vraag: is de begroting 2007 wel degelijk het resultaat van een
rigoureus begrotingsbeleid of is zij eerder het resultaat van een
operatie schone schijn?
Om op deze vragen met kennis van zaken te kunnen antwoorden,
zouden de parlementsleden moeten kunnen beschikken over een
onafhankelijk oordeel via een van de daartoe bestemde
adviesorganen zoals de afdeling financieringsbehoeften van de Hoge
Raad van Financiën op het ogenblik dat de begroting wordt ingediend.
Zij moeten de functie van begrotingswaakhond ten volle kunnen
spelen.
Voor het eerst in vele jaren hebben we een vertegenwoordiger van de
Hoge Raad van Financiën in de commissie voor de Financiën aan het
woord gehoord. Niemand minder dan Luc Coenen, de voormalige
kabinetschef van de eerste minister, momenteel vicegouverneur van
de Nationale Bank maar ook voorzitter van de afdeling
financieringsbehoeften, kwam ons vertellen dat de Hoge Raad van
Financiën tegen maart 2007 een nieuwe projectie van de
financieringsbehoeften zal bekendmaken. Met de klassieke vertraging
zullen we wellicht in juni 2007 kennis kunnen nemen van het rapport
van de Hoge Raad van Financiën. Rijkelijk laat! Ook over het opzet
van de begroting 2007 had de heer Coenen niks bijzonders te
vertellen. In een verkiezingsjaar zal zijn boodschap vooral bestemd
zijn voor de volgende regering. Op zich ben ik daarover niet verbaasd.
Het moet me evenwel van het hart dat deze regering sinds 2004
reeds begrotingen opmaakt en in deze Kamer door de
meerderheidspartijen laat goedkeuren zonder dat er een
onafhankelijk oordeel van de Hoge Raad van Financiën tegenover
staat. Laat staan dat het Parlement weet hoe die verschillende
begrotingen passen in het plaatje van de toekomstige
financieringsbehoeften van deze Staat, temeer de kosten voor de
vergrijzing na 2030 zwaarder zullen uitvallen dan verwacht. Dit zal
ongetwijfeld voor deze en volgende regeringen moeten leiden tot
striktere begrotingsdoelstellingen om het nijpend probleem van de
vergrijzing op te lossen. Dat hier enig wantrouwen tegenover bestaat,
kunnen we afleiden uit de verklaringen van de heer Coenen
aangaande de toekomstige kosten van de vergrijzing na 2030 en de
impact ervan op de begroting. Tot op heden werd alleen rekening
gehouden met de bijkomende kosten voor de vergrijzing tot 2030.
Voor de periode na 2030 gaat men ervan uit dat er geen bijkomende
budgettaire inspanningen moeten geleverd worden om de kosten van
De 1999 à 2005, les charges
d'intérêt ont diminué de 2,5% du
PIB alors que le solde primaire
des autorités fédérales est néan-
moins passé de 5,9% à 3,6% du
PIB. Cette diminution s'explique
uniquement par une augmentation
des dépenses courantes.
Ce gouvernement hypothèque
l'assainissement des finances
publiques. Dans quelle mesure le
budget qui nous est soumis est-il
sérieux et stable? Le budget 2007
procède-t-il d'une politique budgé-
taire rigoureuse ou d'une opération
de façade? Nous devrions
disposer de l'avis indépendant
d'un organe consultatif comme la
section "Besoins de financement
des pouvoirs publics" du Conseil
supérieur des Finances. En tant
que représentant de cette section,
M. Luc Coene a annoncé qu'une
nouvelle projection des besoins de
financement serait rendue
publique en mars 2007. Il n'avait
rien de particulier à déclarer à
propos du budget 2007.
Depuis 2004, les budgets du
gouvernement sont dépourvus de
l'avis indépendant du Conseil
supérieur des Finances. Nous
ignorons comment ils s'inscrivent
dans le schéma des futurs besoins
de financement du pays. Le coût
du vieillissement pèsera plus lourd
que prévu après 2030, ce qui doit
inciter à définir plus
rigoureusement les objectifs
budgétaires. Les déclarations de
M. Coene sur le sujet étaient
empreintes de circonspection.
L'on pensait jusqu'ici que le
surcoût du vieillissement ne se
ferait pas sentir au-delà de 2030.
En 2007, il exigera un excédent
absolu de 0,3% du PIB. À partir de
2001, cet excédent devra atteindre
1,5% du PIB. Quelle sera
l'incidence de ce surcoût entre
2030 et 2050? D'après certaines
estimations, ce chiffre pourrait
atteindre jusqu'à 5,8% du PIB.
La Banque Nationale est aussi un
de ces chiens de garde qui aboient
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
44
de vergrijzing op te vangen. Om dit budgettair op te vangen is er een
absoluut overschot nodig van 0,3% van het bbp vanaf 2007 en vanaf
2011 een overschot van 1,5% van het bbp. De vraag zal alleen zijn
welke de budgettaire implicaties zullen zijn voor de toenemende
kosten tussen 2030 en 2050, waarbij de projecties ons aangeven dat
de kosten voor de vergrijzing nog verder zullen oplopen tot het cijfer
van 5,8% van het bbp.
Een andere waakhond van de regering die te laat blaft, is de
Nationale Bank. Een tiental dagen geleden maakte de gouverneur van
de Nationale Bank zijn visie op de gezondheidstoestand van het
economisch en begrotingsbeleid kenbaar. Rijkelijk laat, als u het mij
vraagt. Dat zijn dus echt vijgen na Pasen, want de begroting-2007 is
ondertussen al goedgekeurd in de commissies en, erger nog, de
programmawet met de gedetailleerde budgettaire maatregelen is
gisteren al in de plenaire vergadering goedgekeurd. Als de Nationale
Bank dus fundamentele opmerkingen had over de begroting, dan had
ze die al veel eerder moeten formuleren, bijvoorbeeld in de weken na
de voorstelling van de beleidsverklaring door de regering: toen had
dat nog enige relevantie kunnen hebben.
De vraag luidt of de Nationale Bank nog enige geloofwaardigheid
heeft wanneer zij zich uitspreekt over de federale begroting. Het komt
de Nationale Bank misschien wel goed uit dat zij heel wat later haar
adviezen geeft, vermits de Nationale Bank stilaan volop met ex-
kabinetschefs en zelfs een parlementsvoorzitter bevolkt is, die er de
dienst uitmaken. Het zou natuurlijk wel eens delicaat kunnen zijn als
die ex-kabinetschefs en die parlementsvoorzitter de prestaties van
hun voormalige ministers moeten evalueren.
Wat moet de Nationale Bank bovendien zeggen als zij toestaat dat de
regering bijvoorbeeld beslag legt op de goudvoorraad om de
meerwaarde te gebruiken om haar begroting op te smukken? Het
wordt dan toch wel wat moeilijk om met goed fatsoen de regering te
verwijten te veel naar eenmalige inkomsten te grijpen om de
overheidsfinanciën in evenwicht te houden.
Of nog anders gesteld: hoe kan de Nationale Bank de regering op de
vingers tikken wanneer zij overhaast een hele reeks
overheidsgebouwen verpatst, als de Bank zich bezondigt aan
dezelfde techniek? Ik zou wel eens willen weten of de Nationale Bank
durft te protesteren indien de minister van Financiën zou beslissen om
de hoofdzetel van de Nationale Bank mee op de lijst te zetten van de
tweeënzestig te verkopen gebouwen om het gat in de begroting te
dichten.
Ik keer nog even terug naar de eigenlijke begroting-2007. Sta mij toe
om nog even terug te komen op een van de meest dwaze en
lichtzinnige maatregelen, mijnheer en mevrouw de minister, die in
deze begroting vervat zit. Naast de schone schijn van deze
verkiezingsbegroting, is er nog een ander aspect waarin deze
regering uitblinkt, met name de verpakking. Ik kan begrijpen dat men
in deze eindejaarsperiode nogal eens met cadeauverpakking bezig is,
maar ook in de begroting van 2007 heeft deze regering een belasting
verpakt. Om de invoering ervan officieel wordt het een nieuwe
heffing genoemd enige schijn van geloofwaardigheid te geven,
gebruikt deze regering de documentaire van Al Gore als glijmiddel. De
bedoeling is om klimaatonvriendelijke verpakkingen door middel van
à retardement. Son gouverneur
n'a fait connaître que récemment,
et beaucoup trop tard, son point de
vue sur la politique budgétaire.
Depuis, le budget 2007 a été
adopté en commission et la loi-
programme, qui comporte des
mesures budgétaires détaillées, a
été adoptée hier en séance
plénière. Par conséquent, il aurait
fallu se livrer beaucoup plus tôt à
des considérations fondamentales
sur le budget. Mais la Banque
Nationale est-elle encore crédible
quand elle se prononce sur le
budget fédéral? Elle compte en
effet dans ses rangs plusieurs
anciens chefs de cabinet de la
coalition violette ainsi qu'un ancien
président de parlement.
De quelle crédibilité la Banque
Nationale jouit-elle encore dans le
cadre de l'évaluation des
prestations du gouvernement, à
présent qu'elle est peuplée
d'anciens chefs de cabinet et
compte même en son sein un
ancien président du Parlement?
Quelles objections la Banque
Nationale peut-elle encore émettre
si elle autorise elle-même que le
gouvernement confisque la
réserve d'or pour en utiliser la
plus-value dans le but d'enjoliver
le budget? Comment la Banque
Nationale peut-elle rappeler le
gouvernement à l'ordre lorsqu'il
dilapide à la hâte une série de
bâtiments de l'État si la Banque
recourt également à cette
technique?
La mesure la plus farfelue du
budget 2007 est l'instauration
d'une cotisation sur les
emballages non respectueux du
climat à partir du 1
e
juillet 2007.
L'objectif consiste à rendre ces
emballages plus onéreux par le
biais d'une taxe supplémentaire et
de veiller ainsi à ce qu'on en
achète moins. En intitulant ce
nouvel impôt "cotisation", le
gouvernement insinue qu'il tente
d'influer sur les habitudes d'achat
du consommateur afin de
préserver l'environnement. Cet
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
45
een bijkomende heffing duurder te maken. Door de omschrijving
"heffing" te gebruiken, lijkt het erop dat deze regering het
aankoopgedrag van de consument wil sturen, voor zover de
consument daartoe de keuze al heeft en voor zover hij daartoe in de
toekomst de keuze zal hebben. Er mag natuurlijk niet te veel aan het
aankoopgedrag gestuurd worden, want anders zal die heffing niets
meer opbrengen, en dat is uiteraard ook niet de bedoeling.
Bovendien gaat het helemaal niet om een heffing. Het gaat om de
invoering van een nieuwe belasting, weliswaar vanaf 1 juli 2007, dus
na de federale verkiezingen.
Het voorstel van de heffing op verpakkingsmateriaal zou een nobel
uitgangspunt zijn, ware het niet dat het een doel-middelenverdraaiing
van jewelste is. Immers, zeg nu zelf, zal een heffing op een blikje
tomatensoep de consument verhinderen het product in zijn
winkelkarretje te leggen? Ik stel de vraag. Ik ben ervan overtuigd dat
de verpakkingsbelasting geen trendsetter zal zijn. Bovendien zal de
verpakkingsbelasting er evenmin voor zorgen dat er minder gletsjers
zullen smelten.
Zoals ik eerder zei, de huidige regering gebruikt het milieuthema als
glijmiddel om simpelweg een nieuwe belasting in te voeren en
gewoonweg langs de kassa te passeren en op jaarbasis bij
ondernemingen en consumenten 640 miljoen euro, inclusief btw, te
incasseren, niets meer, maar ook niets minder. Ik zei "inclusief btw",
omdat de heffing als dusdanig in de begroting staat ingeschreven. Bij
de opbrengst van een heffing staat tussen haakjes "inclusief btw". Ik
ben al vele jaren lid van de commissie voor de Financiën. Ik heb
echter nog nooit meegemaakt dat een regering een opbrengst van
een heffing of een belasting inclusief btw in de begroting inschrijft.
Collega's, dat heeft ook een gevolg. Zoals de meesten van u wel
weten, gebeurt de financiering van de Gemeenschappen voornamelijk
met btw-opbrengsten. De regering zal dus van haar 640 miljoen euro
een groot deel naar de Gemeenschappen zien verdwijnen. Zij zal dus
een gedeelte van de opbrengst moeten afstaan. Alleszins is de
heffing een middel om de rekening te doen kloppen.
Als de verpakkingsbelasting deel uitmaakt van het pact van de
huidige regering om geen belastingen voor bedrijven meer te heffen
en om de concurrentiepositie en de competitiviteit te vrijwaren, begrijp
ik de logica niet meer. De wegen van paars zijn echter
ondoorgrondelijk.
Bovendien zou ik wel eens willen weten welke wetenschappelijke
studie aan de basis van de regeringsbeslissing ligt. Mevrouw de
minister van Begroting, welke milieuargumenten heeft de minister van
Leefmilieu, uw partijgenoot Bruno Tobback, in het regeringsdebat
aangebracht om de invoering van de nieuwe belasting te motiveren?
Het is alleszins vreemd dat een verpakkingsbelasting wordt ingevoerd
voor een productengamma, met name de verpakkingen, waarvan het
productieproces slechts een beperkte bijdrage in de CO
2
-uitstoot
heeft. De cijfers die daarover circuleren, variëren van 0,1% over 0,5%
tot maximum 1%. Ik verwijs daarvoor naar het rapport nr. 9/2006 van
het European Environment Agency.
objectif, pour noble qu'il soit, ne
peut cacher qu'en réalité, le
gouvernement n'est intéressé que
par les recettes de cette taxe. On
invoque abusivement l'environ-
nement pour inscrire un nouvel
impôt de 640 millions d'euros -
TVA comprise au budget. Le fait
que même la TVA soit incluse
indique qu'une grande partie des
recettes iront aux Communautés.
Pour le gouvernement fédéral, la
cotisation n'est qu'un moyen de
boucler son budget.
Quels sont les arguments
scientifiques à la base de cette
taxe? La gamme de produits
touchée par ce prélèvement n'est
responsable que dans une mesure
très limitée des émissions de CO
2
,
comme en témoignent les études.
Ne pouvait-on donc vraiment rien
imaginer de mieux dans la lutte
contre les émissions de CO
2
? Il
nous faut des mesures plus
substantielles.
Quelle sera l'incidence de la
nouvelle taxe sur la compétitivité
et le pouvoir d'achat? Par le
passé, les écotaxes ont été
suspendues à plusieurs reprises
en raison de l'absence
d'arguments environnementaux.
Or, le gouvernement tente
pourtant une nouvelle fois
d'instaurer une taxe
environnementale. Le commerce
dans la région frontalière s'est
subitement effondré à l'époque,
avec une perte de chiffre d'affaires
et d'emplois pour conséquence.
Le VOKA lance également une
mise en garde contre l'incidence
économique de la taxe qui, selon
un rapport de la Commission
européenne, excédera dans bien
des cas la valeur des matériaux
d'emballage eux-mêmes. Cette
nouvelle taxe est totalement
disproportionnée. Si nous devions
l'appliquer à tous les produits
générant des émissions de CO
2
,
elle rapporterait quelque 93
milliards d'euros. Il ressort en
outre de contacts avec le secteur
que l'administration est
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
46
Als het dan toch de bedoeling van de huidige, paarse regering is om
achter Al Gore aan te lopen in een poging een werkelijk milieubeleid
te voeren, was er dan echt geen ander voorstel inzake milieufiscaliteit
te bedenken om substantieel iets aan de CO
2
-uitstoot te doen?
Ook met de hele saga van de ecotaksen in het achterhoofd
daarover weet minister van Financiën Reynders alles is het
onduidelijk wat het effect van de maatregel op het
concurrentievermogen van de distributiesector en op de koopkracht
zal zijn, zeker voor de handel in de grensstreek.
Deze regering zou als geen ander moeten weten wat de invloed van
die zogenaamde ecotaksen op drankverpakkingen is geweest:
omzetverlies en bijkomend baanverlies. Bovendien is de toenmalige
wettekst al net zoveel keer aangepast als dat hij werd geschorst door
een hoger rechtscollege, juist vanwege de afwezigheid van
milieuargumenten. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde
steen en toch probeert deze regering opnieuw met een
milieubelasting de rekening te doen kloppen en een juridisch-
technisch mechanisme in te voeren dat het nu mogelijk moet maken
om een belasting te heffen op de CO
2
-uitstoot.
Ondertussen weten we dat er samen met een aantal partners van de
betrokken sector en de administratie enkele vergaderingen hebben
plaatsgevonden om de verpakkingsbelasting op een juridisch-
technische manier in te vullen. Het probleem is alleen dat het
resultaat van dat overleg momenteel van die aard is dat de
administratie zich suf aan het denken is over de manier waarop de
regeringsbeslissing praktisch kan worden uitgevoerd. Bovendien moet
de praktische uitvoering juridisch overeind blijven.
Anderzijds hoef ik u niet te vertellen dat VOKA, een belangrijke
vertegenwoordiger van de Vlaamse ondernemingen, waarschuwt voor
het economische effect van de verpakkingsheffing, zowel voor de
concurrentiepositie van de betrokken bedrijven als de
werkgelegenheid. Uit gegevens, die ons ter beschikking zijn gesteld,
blijkt dat de verpakkingsbelasting, die deze regering zal hanteren voor
bijvoorbeeld materialen zoals glas, staal, plastiek, polistyreen en
aluminium, hoger zal zijn dan de waarde van het materiaal zelf. Er zijn
zelfs verpakkingen die 5- tot 125-maal meer zullen worden belast dan
de brandstof diesel. Om het nog anders te formuleren: uitgedrukt per
ton CO
2
zou de heffing op verpakkingsmateriaal 1.500 maal zo hoog
zijn als de huidige marktprijs van een ton CO
2
en dat is momenteel 10
euro. Het is niet de oppositie die dat zegt, het gaat hier om een
rapport van de Europese Commissie, die ondertussen een analyse
heeft gemaakt van de problematiek.
Ik denk dan ook dat wij ons terecht afvragen waarmee deze regering
bezig is, wat deze regering van plan is. De aangehaalde gegevens
maken alleszins duidelijk dat de nieuwe belasting buiten alle proportie
is. En dan horen we natuurlijk de bevlogenheid van de eerste minister
in zijn nieuw Burgermanifest. Hij pleit voor een verdere uitbreiding van
de CO
2
-heffing. Collega's, als men de heffing die de regering van
liberalen en socialisten nu aan het uitwerken is, toepast op de andere
sectoren die CO
2
uitstoten, dan zou de heffing het astronomische
bedrag van 93 miljard euro opleveren.
Als dat de bedoeling is van de liberaal Verhofstadt, dan moet hij dat
impuissante à trouver un mode
exécutoire juridiquement tenable.
Cette situation est désastreuse
pour l'économie flamande. Je ne
comprends pas que les libéraux
aient admis cette taxe. Même
Yves Desmet, apôtre de la
coalition violette, fustige ce budget
frelaté qui dépasse les limites de la
bienséance. Comment l'opposition
pourrait-elle donc jamais
l'approuver?
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
47
klaar en duidelijk zeggen. Kom dan echter niet treuren dat vele
bedrijven hun deuren zullen sluiten en zich over de grens zullen
vestigen en dat de economie bijgevolg totaal ontwricht zal worden. En
dat allemaal vanwege het dwaze principe dat men absoluut, via die
milieutechnische kant, op CO
2
belastingen wil gaan heffen die
desastreuze gevolgen zullen hebben voor de Vlaamse economie.
Bovendien is het toch wel ongelooflijk dat de Vlaamse liberalen zich
een dergelijke belasting hebben laten aanwrijven.
Collega's, bijgevolg is er slechts één conclusie mogelijk. Deze
begroting is gewoonweg op drijfzand gebouwd. Het was de paus van
paars, een zekere Yves Desmet, die de hele begroting 2007 in het
laatavondprogramma Morgen Beter als volgt omschreef: "De
begroting 2007 is een trukenbegroting waarbij de grenzen van het
welvoeglijke zwaar zijn overschreden."
Collega's, ik meen dat ik in mijn betoog een aantal elementen naar
voren heb gebracht die deze stelling onderschrijven. Bijgevolg is het
logisch dat wij deze begroting niet zullen goedkeuren.
15.12 Daniel Bacquelaine (MR): Monsieur le président, madame la
vice-première ministre, monsieur le vice-premier ministre, monsieur le
ministre, chers collègues, je voudrais tout d'abord apporter le soutien
du groupe MR dans le cadre du vote du budget 2007 et préciser les
raisons principales de ce soutien, car il s'agit bien de séparer le
principal de l'accessoire.
J'ai entendu M. Viseur dire, très justement, que le budget est la
traduction d'une vision politique pour les 12 prochains mois. C'est
sans doute vrai mais cela me paraît quand même un peu réducteur.
Si le budget 2007 est ce qu'il est, c'est parce qu'avant 2007, il y a eu
une série d'autres budgets et une série d'autres mesures qui ont
permis de générer progressivement les recettes de cet État et donc
de dégager de nouvelles politiques qui s'inscrivent dans une vision qui
ne concerne pas seulement une année mais bien plusieurs années,
depuis le début des années 2000. Cela a permis de générer des
résultats qui sont soulignés par les institutions internationales, par la
presse nationale et internationale.
En général, lorsqu'on compare la situation de la Belgique aujourd'hui
à celle qu'elle était voici quelques années et lorsqu'on compare la
situation de la Belgique à celle qui prévaut dans un certain nombre
d'autres États qui sont nos partenaires, notamment commerciaux, il
me semble qu'on peut en tirer un certain nombre de conclusions.
La notion d'équilibre budgétaire qui est le "trend" principal de ce
gouvernement depuis 1999 est évidemment un élément capital
lorsqu'on compare avec la situation existant dans un certain nombre
d'autres pays, notamment en Allemagne ou en France, qui sont nos
partenaires principaux.
La croissance qui vient d'être soulignée par la Banque Nationale à 3%
pour l'année 2006 est aussi un indice de résultat par rapport à la
politique budgétaire qui a été menée ces dernières années. Cette
croissance est, pour nous, tout à fait essentielle. La Banque Nationale
a très justement souligné qu'il s'agissait d'une croissance nettement
plus équilibrée que les années 2004 et 2005 parce qu'elle s'avère être
tirée à la fois, je cite: "de la consommation des ménages, des
15.12 Daniel Bacquelaine (MR):
Zeggen dat de begroting de
vertaling is van een beleidsvisie
voor de volgende twaalf maanden,
zoals de heer Viseur doet, is de
begroting tekort doen. Er moet ook
rekening worden gehouden met
het hele beleid dat, sinds 2000,
deze begroting mogelijk heeft
gemaakt, door positieve resultaten
neer te zetten waaronder het
begrotingsevenwicht die op
internationale goedkeuring konden
rekenen. Zo wijst de Nationale
Bank op een groei van 3 procent
voor 2006, een evenwichtiger
groei dan in 2004 en 2005 die
berust op de gezinsuitgaven en op
de investeringen en de export van
de bedrijven.
De fiscale hervormingen hebben
hun vruchten afgeworpen en de
bedrijven kunnen meer investeren.
De zelfstandigen, die goed zijn
voor 60 procent van de
werkgelegenheid, worden talrijker
en krijgen een beter statuut. We
moeten de groeibevorderende
actoren de wind in de zeilen
geven, opdat de positieve trend
die we vandaan waarnemen de
groei van morgen zou
voorbereiden.
Contradictorisch genoeg genereert
de daling van de fiscaliteit nieuwe
inkomsten. Men betaalt minder
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
48
dépenses d'investissement des entreprises et des exportations".
Cette croissance est générée à la fois par l'augmentation du pouvoir
d'achat et de la consommation. C'est le résultat des réformes fiscales
entreprises par ces deux derniers gouvernements. Cela donne
également la possibilité aux entreprises d'investir davantage car ces
gouvernements ont mené une politique d'attractivité en matière
d'investissement. Je pense aux réformes de l'impôt des sociétés, aux
intérêts notionnels et, maintenant, aux mesures en ce qui concerne
les réserves immunisées.
Tout le monde est d'accord pour reconnaître la nécessité de favoriser
les investissements, de permettre aux "faiseurs de croissance" de se
développer. Parmi les faiseurs de croissance, il y a les entreprises qui
ont besoin d'investissements, qui doivent investir et qui doivent y
trouver quelque intérêt. Il y a aussi les indépendants. C'est une
caractéristique de ce gouvernement: les indépendants sont pour lui
un sujet de préoccupation, ce qui est relativement nouveau dans
l'histoire budgétaire de ce pays. Enfin, on a pris acte du fait que les
indépendants représentent 60% de l'emploi en Belgique, l'emploi
qu'ils créent pour eux-mêmes mais aussi pour d'autres. Le nombre
d'indépendants augmente d'ailleurs chaque année depuis quelque
temps.
Le statut des indépendants est devenu progressivement plus
attrayant. Cela me semble être une des caractéristiques des derniers
budgets qui ont permis de consacrer des moyens à l'amélioration du
statut social des indépendants, que ce soit en matière de pensions,
d'incapacité-invalidité ou pour la réforme du statut du conjoint aidant,
toutes réformes permettant d'exercer une activité d'indépendant dans
notre pays sans prendre des risques extrêmement dommageables
pour sa propre famille, par exemple.
Cette volonté de favoriser les faiseurs de croissance, entreprises ou
indépendants, se traduit progressivement par des recettes qu'il est
possible d'intégrer dans les budgets de ces dernières années. Les
réformes fiscales, les diminutions de fiscalité ont eu pour résultat
pour certains paradoxal, pour d'autres évident de favoriser de
nouvelles recettes, de faire en sorte que chacun paie moins d'impôts
mais que tout le monde en paie. C'est la voie que nous devons
prendre pour générer la croissance de demain.
Je voudrais insister sur les efforts accomplis dans le soutien à la
recherche, qui me paraissent essentiels. Personne ne conteste
d'ailleurs qu'il faille favoriser et soutenir la recherche. Les
exonérations de précompte professionnel qui ont concerné d'abord le
secteur académique et puis le secteur privé, y compris les masters,
constituent une mesure favorisant la recherche, ce qui est souligné
par toutes nos universités et toutes nos entreprises actives dans le
secteur technologique et le secteur de la recherche. C'est un progrès
et une des priorités du budget de l'État.
Vous me permettrez, monsieur le président, de rappeler que le budget
et la croissance d'aujourd'hui doivent évidemment préparer la
croissance de demain. Il faut garantir aujourd'hui et rendre possibles
les prochains équilibres budgétaires. Si les équilibres budgétaires
sont possibles aujourd'hui, c'est dû au fait que nous avons généré un
certain nombre de recettes dans le passé grâce aux mesures qui ont
été prises pour favoriser le pouvoir d'achat, la consommation,
belastingen, maar iedereen betaalt
er.
Voorts wil ik de inspanningen ter
ondersteuning van het onderzoek
onder de aandacht brengen, zoals
bijvoorbeeld de vrijstelling van
bedrijfsvoorheffing die tot de
privésector werd uitgebreid. Dat is
één van de prioriteiten in deze
begroting.
De begroting en de groei van
vandaag moeten evenwel het pad
effenen voor die van morgen. Het
begrotingsevenwicht van vandaag
is immers alleen maar mogelijk
dankzij de maatregelen die in het
verleden werden genomen.
De MR acht een dynamische visie
op de economie van essentieel
belang. Een statische visie houdt
in dat de middelen en
mogelijkheden van de Staat
beknot worden wanneer de lasten
en belastingen verminderen. Bij
een dynamische visie geldt net het
omgekeerde: hoe lager de lasten
en belastingen, hoe vrijer de
economie kan spelen en hoe meer
creativiteit
degenen die
economische groei tot stand
brengen, aan de dag kunnen
leggen. Dat is dus een zichzelf
versterkend proces, dat deze
regering in het begin van de jaren
2000 op gang heeft gebracht.
Het enige wat de oppositie nog
kan doen, is inzoomen op een of
ander randfenomeen en het
fundamentele debat over de grote
economische en budgettaire
principes uit de weg gaan.
We kunnen slechts garanderen
dat we morgen nog de vruchten
van een welvarende maatschappij
zullen kunnen plukken als we
vandaag al de koopkracht, de
consumptie, de werkgelegenheid
en het onderzoek blijven
bevorderen. Dat moet voor
iedereen een prioriteit worden.
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
49
l'investissement et la recherche.
Bien entendu, nous ne pouvons pas nous arrêter. Nous devons
poursuivre dans le même "trend" et faire en sorte que,
progressivement, de nouvelles recettes soient générées pour
permettre de nouvelles mesures demain qui favoriseront à la fois la
croissance, le pouvoir d'achat de la population et bien entendu
l'emploi, qui est proportionnel à la croissance et aux investissements
que les entreprises peuvent réaliser aujourd'hui.
Nous, réformateurs, pensons qu'il est essentiel de poursuivre dans
une vision dynamique de l'économie plutôt que dans une vision
statique. Cette vision statique est défendue par ceux qui considèrent
que, dès que les charges et les impôts diminuent dans notre pays ou
dans un autre, on ampute les possibilités d'action de l'État pour toute
une série de mesures sociales notamment.
Or, dans une vision dynamique de l'économie, on peut démontrer qu'il
s'agit d'une situation tout à fait inverse à celle-là: plus on diminue les
charges et les impôts, plus on libère l'économie et la capacité
créatrice des faiseurs de croissance, plus on génère des recettes
pour demain et plus on facilite les équilibres budgétaires de demain.
Ainsi, de nouvelles mesures sont rendues possibles pour favoriser à
nouveau cette croissance.
Il s'agit donc d'un cercle vertueux, initié par ce gouvernement au
début des années 2000, qui donne aujourd'hui des résultats. Je l'ai
déjà dit à diverses reprises et c'est pareil chaque année au moment
de la déclaration de politique générale en octobre: l'opposition n'a plus
qu'une seule chose à faire, c'est épingler l'un ou l'autre
épiphénomène ou phénomène périphérique que connaissent
évidemment toutes les histoires budgétaires du monde et éviter le
débat fondamental sur les grands principes économiques et
budgétaires que nous mettons en oeuvre depuis un certain nombre
d'années.
Une des caractéristiques principales de notre opposition dans ce
parlement est d'énumérer un certain nombre de phénomènes
accessoires qui, finalement, leur donnent de la matière mais leur
permettent surtout d'éviter le débat fondamental sur les priorités
budgétaires économiques et sociales de ce pays. Je trouve que c'est
un petit peu court!
Pour notre part, nous souhaitons mettre en avant le principal et laisser
l'accessoire à ceux qui veulent en avoir le monopole et viennent ici en
tribune exprimer quelques déceptions par rapport à leurs désirs.
Chers collègues, il m'apparaît que nous ne pourrons garantir les
résultats d'une société prospère demain que si, aujourd'hui, nous
poursuivons dans le "trend" qui est le nôtre, c'est-à-dire favoriser le
pouvoir d'achat, la consommation, l'emploi et la recherche, qui sont
des priorités que nous souhaitons voir partagées par tous.
15.13 Bart Tommelein (VLD): Mijnheer de voorzitter, mevrouw en
heren ministers, collega's, het is uiteraard mijn opdracht om de
liberale accenten in deze begroting te beklemtonen die ervoor zorgen
dat wij deze begroting met onze fractie zullen goedkeuren. Aanvullend
zullen wij als liberale fractie enkele budgettaire aanbevelingen
15.13 Bart Tommelein (VLD): Je
ne manquerai évidemment pas de
souligner les accents libéraux que
comporte ce budget et qui incitent
notre groupe à l'adopter. En outre,
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
50
meegeven voor de volgende regering. Ook zal ik een poging
ondernemen om enkele door de oppositie gecultiveerde
misverstanden inzake deze begroting te weerleggen. Laat ons echter
eerst even stilstaan bij de realisaties die voor onze liberale fractie in
de begroting voor volgend jaar belangrijk zijn.
Het eerste accent is de ambitie van de regering om na zeven jaar van
evenwicht een overschot van 0,3% van het bruto binnenlands product
op de begroting na te streven. Dat overschot zal systematisch telkens
verder opgetrokken worden met 0,2% per jaar zodat tegen 2012 een
buffer tegen de vergrijzing zal aangelegd worden van 1,3%. Voor alle
duidelijkheid, het overschot dat de regering in 2007 nastreeft is zeker
geen onrealistische doelstelling. De voorbije jaren is immers gebleken
dat het vooropgestelde evenwicht bij de begrotingsopmaak ook
steeds effectief gerealiseerd werd aan het einde van het jaar, mits
uiteraard de nodige bijsturingen in de loop van het jaar. Dat was in het
verleden wel eens anders, collega's.
Bovendien is de groeihypothese van deze begroting toch wel
voorzichtig ingeschat. Zowel voor 2006 als voor 2007 overtreffen de
groeiramingen van diverse financiële instellingen de gebruikte
parameters in de begroting. Zo rekenen het Internationaal Monetair
Fonds en de OESO voor 2006 op een groei van respectievelijk 3% en
2,9%. Ook de gouverneur van de Nationale Bank voorspelde naar
aanleiding van de presentatie van de jongste economische
vooruitzichten een groei van 3%. In de loop van het voorbije jaar
bedroeg de kwartaalgroei voor de eerste drie kwartalen 2,8%, 3,1%
en 3,1%. De groeihypothese van 2,7% voor de begroting van 2006
lijkt dus een voorzichtige inschatting te zijn.
Met dit overschot, collega's, behoort ons land tot een exclusief en
toch wel benijdenswaardig clubje van lidstaten die een overschot
realiseren en volledig ik herhaal, volledig hun verbintenissen
naleven in de stabiliteitsprogramma's van de Europese Commissie.
Na zeven opeenvolgende jaren van evenwicht lijkt dit misschien
allemaal een evidentie geworden te zijn. Niets is echter minder waar
als men kijkt naar de begrotingsprestaties van onze buurlanden en
naar de rest van de eurozone. De verbeterde conjunctuur heeft het
gemiddeld tekort van de eurozone dan wel doen afnemen in 2006
maar het blijft nog steeds schommelen rond 2% van het bbp.
Het is opmerkelijk dat de structurele afbouw van het primair saldo
voor het eerst omgebogen wordt. Het primair saldo zal in 2007
toenemen van 4,1 tot 4,3% van het bbp. Deze positieve tendens uit
zich vooral in de spectaculaire afbouw van de schuldgraad. Hierop
kom ik meteen terug.
Collega's, het Belgische primaire saldo blijft hoog in vergelijking met
de eurozone. Dat is trouwens noodzakelijk, rekening houdend met de
nog steeds hogere overheidsschuld. Voor 2006 raamt de Europese
Commissie het primair saldo voor de eurozone op 0,9%. Dat is bijna
3,5% lager dan het saldo van België.
Tevens valt het op dat, binnen de verschillende entiteiten van de
gezamenlijke overheid, entiteit 1, bestaande uit de federale overheid
en de sociale zekerheid, een hoger overschot nastreeft, 0,2% van het
bbp, dan entiteit 2, zijnde de lokale overheden, de Gemeenschappen
en de Gewesten, namelijk 0,1%. De stelling van de oppositiepartijen,
notre groupe tient à faire quelques
recommandations d'ordre budgé-
taire au prochain gouvernement.
Quant à moi, je tenterai de
dissiper certains malentendus.
Après avoir présenté un budget en
équilibre pendant sept années de
suite, nous ambitionnons
maintenant de réaliser un
excédent de 0,3% du PIB. Et
chaque année, nous accroîtrons
de 0,2% par an cet excédent
budgétaire de façon à pouvoir
constituer un tampon de 1,3%
contre le vieillissement d'ici à
2012.
L'excédent que le gouvernement
veut atteindre en 2007 est tout
sauf irréaliste. Ces dernières
années, l'objectif fixé a toujours
été atteint moyennant les
correctifs nécessaires en cours
d'année. Par le passé, il en est
parfois allé autrement. En outre, la
confection de ce budget repose
sur une estimation prudente de la
croissance. Les pronostics de
croissance du FMI et de l'OCDE
dépassent les paramètres qui ont
été utilisés dans notre budget. Au
cours des trois premiers trimestres
de l'année écoulée, la croissance
s'est établie respectivement à
2,8% et deux fois 3,1%. Une
hypothèse de croissance de 2,7%
est donc un pronostic circonspect.
Notre pays est l'un des rares États
membres de l'UE qui réalisent un
excédent et respectent l'intégralité
des engagements qu'ils ont
souscrits dans le cadre des
programmes de stabilité de la
Commission européenne. Le
déficit moyen des pays de la zone
euro se situe toujours, en effet,
aux alentours de 2% du PIB.
Le démantèlement structurel du
solde primaire est infléchi pour la
première fois. En 2007, le solde
primaire augmentera, passant de
4,1 à 4,3% du PIB. Cette tendance
se traduit surtout par la réduction
spectaculaire de notre taux
d'endettement. Comparé au solde
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
51
die luidt dat de begroting van de gezamenlijke overheden slechts in
evenwicht wordt gehouden door de inspanningen van de
Gemeenschappen en de Gewesten, wordt hier dus opnieuw
ontkracht.
Met de budgettaire keuze om geleidelijk aan overschotten te
realiseren en het primaire saldo te verbeteren, zit de Belgische
regering trouwens volledig op de lijn van het IMF. Dat blijkt uit het
volgende citaat, bij de jongste doorlichting van onze economie: "Het
realiseren van begrotingen in evenwicht, of met een klein overschot,
gedurende zeven opeenvolgende jaren, is een ongeziene
recordprestatie die de geloofwaardigheid van het begrotingsbeleid
onmiskenbaar ondersteund heeft. De kosten van de vergrijzing
maken het nu noodzakelijk om overschotten op te bouwen, hetgeen
impliceert dat de inopportune trendmatige daling van het primair saldo
zal moeten worden omgebogen, zoals voorzien in de begroting voor
2007".
Een tweede belangrijke realisatie waarop wij, als liberalen, trots zijn, is
dat België binnen Europa onbetwistbaar de koploper is inzake
schuldafbouw. De afbouw van de schuldgraad zal in 2007
onverminderd worden voortgezet, zodat er financiële ruimte vrijkomt
voor het opvangen van de kosten van de vergrijzing. Collega's, eind
2007 zal de schuldgraad teruggebracht zijn tot 83,9%. Dat is sneller
dan vooropgesteld werd in het stabiliteitsprogramma 2006-2009. Wij
kunnen nu toch wel duidelijk stellen dat de belangrijkste bijdrage van
Verhofstadt I en Verhofstadt II tot de toekomstige houdbaarheid van
de overheidsfinanciën bestaat uit de versnelde afbouw van de
torenhoge overheidsschuld, terwijl in onze buurlanden, in dezelfde
periode, de overheidsschuld fors toeneemt.
In de periode 1999-2007 daalde de overheidsschuld met 30%, van
114 naar 84. In de buurlanden stijgt de gemiddelde schuld van 60
naar 66. De kloof met de buurlanden verkleint dus met 36% in
acht jaar tijd, van 54 tot 18. Dat is een opmerkelijke prestatie. We
vertoeven eindelijk niet langer meer in het ongemakkelijke gezelschap
van landen zoals Italië en Griekenland wat overheidsschuld betreft.
Het belang van de reductie van de historisch opgebouwde
overheidsschuld kan voor onze fractie niet voldoende worden
benadrukt. Ten eerste, een hoge overheidsschuld slorpt spaargelden
op, die anders kunnen worden geïnvesteerd in jobs en welvaart. Ten
tweede, een hogere overheidsschuld onteigent middelen voor
toekomstige generaties, doordat de hoge rentelasten andere
noodzakelijke uitgaven verdringen. Denk maar aan de activerende
maatregelen op de arbeidsmarkt, maatregelen die de combinatie werk
gezin faciliteren, hervorming van politie en Justitie, welvaartsvastheid
van sociale uitkeringen of de financiering van de vergrijzing.
De kritiek van sommigen dat we de overheidsschuld nog sneller
hadden kunnen afbouwen indien we het primair saldo hadden
gehandhaafd op een hoog niveau, bijvoorbeeld dat van 1999, 6,4%, is
niet noodzakelijk correct. Niemand weet immers in welke mate het
handhaven van het primair saldo op een hoger niveau, hetzij door de
fiscale druk te verhogen, hetzij door overheidsuitgaven te reduceren,
het consumentenvertrouwen en de economische groei zou hebben
gefnuikt.
primaire de la zone euro, qui est
de 0,9%, le solde primaire belge
reste élevé.
Force est de constater que les
autorités fédérales et la sécurité
sociale (entité 1) visent à un
surplus supérieur à celui des
autorités locales, des Commu-
nautés et des Régions (entité 2). Il
n'est donc pas exact que le budget
de l'ensemble des pouvoirs
publics n'est maintenu en équilibre
que grâce aux Communautés et
aux Régions.
Par le biais de la réalisation
d'avances et de l'amélioration du
solde primaire, notre gouverne-
ment répond parfaitement aux
exigences du FMI. Selon cette
institution, la réalisation de sept
budgets en équilibre constitue un
record inégalé qui renforce la
crédibilité de la politique
budgétaire. Le FMI estime que la
constitution de surplus et
l'infléchissement du solde primaire
sont indispensables pour
compenser les coûts du
vieillissement.
Nous sommes par ailleurs fiers
d'être en tête de course en ce qui
concerne la réduction de la dette.
Fin 2007, le taux d'endettement
sera inférieur à 83,9%. Cette
diminution est plus rapide que ne
le prévoyait le programme de
stabilité 2006-2009. La principale
réalisation du gouvernement
Verhofstadt est la diminution
accélérée de la dette publique
colossale, alors que celle-ci
augmente considérablement dans
les pays voisins. Au cours de la
période 1999-2007, la dette
publique a diminué de 30%.
L'importance de cette diminution
ne saurait être suffisamment
soulignée. Une dette publique
élevée absorbe les revenus de
l'épargne et dépossède les
générations futures de ressources.
Il n'est pas forcément correct
d'affirmer que nous aurions pu
réduire la dette publique plus
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
52
Een tragere economische groei zou de overheidsschuld als
percentage van het bbp dan weer minder snel hebben doen dalen.
Het is dus a priori niet duidelijk in welke mate en of überhaupt het
effect van het verhoogde primair saldo het effect van de tragere groei
domineert.
Met andere woorden, het primair saldo moet een goed evenwicht
nastreven tussen schuldafbouw en een rechtvaardige return voor de
huidige belastingbetaler met als doel de economische groei maximaal
te ondersteunen. Dat is het beleid dat de regering-Verhofstadt
consequent heeft gevoerd en dat economische vruchten afwerpt.
Een derde belangrijke vaststelling is dat het Generatiepact zijn
vruchten afwerpt op de arbeidsmarkt, alhoewel we hier meteen willen
benadrukken dat bijkomende inspanningen absoluut noodzakelijk
zullen zijn. Volgens de economische begroting zal het aantal
bijkomende arbeidsplaatsen in 2006 oplopen tot 41.000 eenheden.
Voor 2007 wordt een toename verwacht van meer dan 45.000. Omdat
de stijging van het aantal arbeidsplaatsen groter is dan de stijging van
de beroepsbevolking, zou ook in 2007 de werkloosheidsgraad volgens
Eurostat dalen van 8,6% dit jaar naar 8,3% volgend jaar.
Ook het aantal startende ondernemingen is de laatste drie jaar
toegenomen met liefst 30%, vooral als gevolg van de daling van de
administratieve lasten. Deze cijfers tonen ondubbelzinnig aan dat het
Generatiepact haar eerste vruchten begint af te werpen.
Bijkomende hervormingen om de activiteitsgraad op te krikken en de
concurrentiekracht te vrijwaren, zijn absoluut noodzakelijk. Wij willen
daarom met de liberalen een oproep lanceren aan de sociale partners
om hun verantwoordelijkheid niet te ontlopen tijdens de
onderhandelingen voor een nieuw interprofessioneel akkoord. De
eerste resultaten van het Generatiepact blijken positief te zijn voor de
arbeidsmarkt en we moeten van de huidige economische heropleving
gebruik maken om bijkomende structurele maatregelen op de
arbeidsmarkt door te voeren. We denken hier vooral aan een verdere
daling van de lasten op arbeid en aan bijkomende inspanningen voor
opleiding en bijscholing, om de werknemers weerbaarder te maken
voor de gevolgen van de globalisering. We moeten evolueren van
jobzekerheid naar werkzekerheid.
Dat is ook weer de teneur van het jongste rapport van het IMF en dit
blijkt uit het volgende citaat: "De implementatie van het Generatiepact
heeft de werking van de arbeidsmarkt verbeterd. Voortbouwend op de
eerste stappen van het Generatiepact zijn bijkomende hervormingen
op de arbeidsmarkt essentieel om arbeid lonender te maken en in
deze context is de verscherpte focus van verschillende regeringen op
het activeren van werklozen, zeer gepast. Om hun activiteit te
verhogen, moeten de activeringsmaatregelen gestroomlijnd,
geëvalueerd en gecoördineerd worden tussen de verschillende
regio's. Rekening houdend met de gevolgen voor de begroting, moet
een evenwichtig pakket aan maatregelen bestaan uit het verlagen van
de loonkloof, het ontmoedigen van vervroegde pensioneringen en het
herzien van werkloosheidsuitkeringen. De duurtijd van de
werkloosheidsuitkeringen moet ingekort worden en de inspanningen
op het vlak van opleiding en onderwijs moeten opgetrokken worden".
Collega's, na deze opsomming van deze belangrijke liberale
rapidement encore si nous avions
maintenu le solde primaire à un
niveau élevé. En effet, nul ne sait
dans quelle mesure le maintien du
solde primaire à un niveau
supérieur aurait miné la confiance
des consommateurs et la
croissance économique. Une
croissance économique plus lente
aurait contribué à une diminution
moins rapide de la dette publique.
Le solde primaire doit veiller à un
bon équilibre entre la réduction de
la dette et un return équitable pour
le contribuable. L'objectif est de
soutenir au maximum la
croissance économique et le
gouvernement Verhofstadt s'y
emploie par le biais d'une politique
cohérente.
Le marché de l'emploi en récolte
les fruits puisque 41.000 emplois
ont été créés en 2006 et que
45.000 emplois supplémentaires
sont attendus en 2007. Eurostat
prévoit que le taux de chômage
sera réduit à 8,3% l'année
prochaine. Ces dernières années,
nous avons également assisté à la
création de 30% d'entreprises
naissantes.
Le Pacte de solidarité entre les
générations commence à porter
ses fruits mais des mesures
complémentaires sont nécessaires
pour préserver la compétitivité.
C'est pourquoi je demande aux
partenaires sociaux de ne pas se
soustraire à leurs responsabilités
lors des négociations sur l'accord
interprofessionnel. Les charges
sur le travail doivent encore
diminuer, nous devons renforcer la
sécurité de l'emploi et des efforts
supplémentaires doivent être
accomplis dans le domaine de la
formation. C'est également la
position du FMI qui précise
également que les mesures
d'activation sont positives mais
qu'il convient de mieux les
coordonner avec les Régions. Il
faut également réduire l'écart
salarial, décourager les mises à la
retraite anticipée et limiter les
allocations de chômage dans le
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
53
accenten, wil ik nog even ingaan op een aantal misverstanden die
bepaalde oppositiepartijen blijven cultiveren over de huidige
budgettaire toestand. Ik zal mij hier beperken tot drie zeer
hardnekkige misverstanden: een, de evolutie van de belastingdruk,
twee, de financiering van de deelgebieden en, last but not least, het
belang van eenmalige maatregelen.
Is de belastingdruk onder paars nu gedaald of niet? Beste collega's, in
het regeerakkoord werd onomwonden afgesproken dat de regering
een beleid zou voeren dat in eerste instantie gericht was op het
verlagen van lasten op arbeid.
Werken moest terecht lonender en attractiever worden dan voordien
het geval was. Het verlagen van belastingen op arbeid is dan ook een
van de belangrijkste breuken met de beleidskeuzes uit het verleden.
Die trendbreuk is noodzakelijk om de tewerkstelling aan te zwengelen
en de vergrijzing en de globalisering proactief op te vangen.
De lasten op arbeid in de regeringen geleid door Verhofstadt, werden
maar liefst met 6,3 miljard euro verlaagd, waarvan 3,8 miljoen euro
via de hervorming van de personenbelasting en 2,5 miljard euro via
de verlaging van sociale bijdragen. In 2007 wordt opnieuw een impuls
in dezelfde goede richting gegeven, zij het eerder bescheiden in
vergelijking met de totaliteit.
Gegeven dat de gezamenlijke overheid de totale fiscale en parafiscale
druk in essentie stabiel houdt als percentage van het bbp in de
periode 2002-2007, moeten de minderinkomsten van de
lastenverlagingen op arbeid natuurlijk elders worden gecompenseerd.
De regering heeft steeds in alle transparantie gezegd dat ze de lasten
op arbeid verschuift naar belastingen op goederen. Men compenseert
de minderinkomsten meer bepaald door een belastinguitbreiding op
schadelijke en milieuonvriendelijke goederen, en belastingverlagingen
op vermogens- en bedrijfsinkomsten.
De laatste financieringsbron lijkt op het eerste gezicht paradoxaal en
vraagt verdere uitleg. Wij stellen momenteel vast dat de overheid
meer belastingen int op vermogensinkomsten door verlaagde tarieven
voor successie- en registratierechten, door verlaagde nominale en
effectieve tarieven in de vennootschapsbelastingen, die tot een
herstelde rentabiliteit aanleiding geven. Wij weten reeds lang dat dat
bestaat, want dat wordt door economen aangeduid met de term
Laffer-effect.
Wij willen nogmaals benadrukken dat er een groot conceptueel
verschil bestaat tussen het verhogen van directe belastingen dan wel
van indirecte belastingen. Indirecte belastingen zorgen voor het
ontmoedigen van binnenlandse bestedingen. Ze verhogen dus niet
onmiddellijk de productiekosten, waardoor de export niet wordt
getroffen. Indirecte belastingen worden zowel door de actieve als door
de niet-actieve bevolking gedragen, waarbij een stukje de solidariteit
tussen de generaties speelt.
Voor een ernstig debat over de belastingdruk is het essentieel om een
onderscheid te maken tussen beleidsmaatregelen enerzijds en het
resultaat op de overheidsfinanciën anderzijds. Zoals ik reeds heb
gezegd, kunnen beleidsimpulsen en overheidsontvangsten immers
een tegengestelde dynamiek vertonen. Het is intellectueel oneerlijk
temps.
Je voudrais dissiper trois
malentendus de l'opposition à
propos de ce budget: ils
concernent la pression fiscale, les
finances des entités fédérées et
les mesures uniques.
La pression fiscale a bel et bien
diminué. Sous les gouvernements
Verhofstadt, les charges sur le
travail ont baissé de 6,3 milliards
d'euros, ce qui n'a jamais été
réalisé par le passé. En 2007
également, il conviendra à
nouveau de donner de nouvelles
impulsions en ce sens.
La perte de revenus résultant de
cette baisse a été compensée par
un glissement des charges sur le
travail vers les charges sur les
biens. Les taxes sur les produits
nocifs et polluants sont
augmentées et, paradoxalement,
par le biais d'une réduction des
impôts sur les revenus patri-
moniaux et professionnels. La
réduction des droits de succession
et d'enregistrement ainsi que la
diminution de l'impôt des sociétés
conduisent en effet à une
amélioration de la rentabilité et
donc à une augmentation des
recettes fiscales.
Il y a une différence sur le plan du
concept selon qu'on majore les
impôts directs et indirects. Les
impôts indirects produisent un
effet dissuasif sur les dépenses
intérieures. Ils n'augmentent donc
pas directement les coûts de
production et n'affectent pas les
exportations. Les impôts indirects
touchent la population active et
inactive; ils font donc intervenir la
solidarité entre les générations.
Pour débattre sérieusement de la
pression fiscale, il est primordial
d'établir une distinction entre les
mesures politiques, d'une part, et
l'effet sur les finances publiques,
d'autre part. Les impulsions
politiques et les recettes publiques
peuvent participer d'une
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
54
om de regering af te rekenen op de dynamiek van de ontvangsten,
zonder aandacht te hebben voor het beleid zoals vertaald in de
voorliggende beleidsmaatregelen.
Ik geef een voorbeeld. De 6,3 miljard euro aan structurele
lastenverlagingen, uitgedrukt als percentage van het bbp en opgeteld
over de jaren heen, bedraagt 2,3% van het bbp. Dat blijkt uit de cijfers
van de Nationale Bank of van de OESO. Op de ontvangsten van de
overheid bedraagt de lastenverlaging slechts 1,5%. Ik wil hieraan
meteen toevoegen dat het woord "slechts" hier misplaatst is. In de
periode 1995-1999 werd immers 0% gerealiseerd.
Het verschil tussen een beleidsimpuls van 2,3% en een
minderontvangst uit arbeid van 1,5% kan alleen maar worden
verklaard door extra werkgelegenheid als gevolg van succesvolle
beleidsimpulsen en door de progressiviteit van ons belastingsysteem,
waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Beide
effecten dragen bij tot de totale meerinkomsten uit belasting op
arbeid, zonder dat dat het individu noodzakelijk nadeel berokkent.
Het is voor ons belangrijk dat het benadrukt wordt en meegenomen
wordt in de analyse. Wij willen niet weten van een effect dat tegen
degenen speelt die lasten op arbeid wensen te verlagen in ons land,
dat sinds decennia wereldkampioen is in het belasten van werk.
Een tweede hardnekkig misverstand is dat het evenwicht op de
begroting van de gezamenlijke overheid uitsluitend te danken zou zijn
aan de budgettaire inspanningen van de deelgebieden, in het
bijzonder het Vlaams Gewest. Een eerlijke en rechtvaardige analyse
kan echter alleen maar gemaakt worden, indien de financiële
bijdragen van de Gemeenschappen en Gewesten in verhouding
worden gezien tot de middelen die zij krachtens de financieringswet
toebedeeld krijgen. Beste vrienden, collega's, dat is de logica in elk
federaal staatsbestel.
Als gevolg van het Lambermont-akkoord ligt het totaalbedrag van de
overgedragen middelen van de federale overheid aan de
Gemeenschappen en Gewesten in 2007 maar liefst 11 miljard hoger
dan in 2000. Ik herhaal het. De Gewesten en Gemeenschappen
krijgen nu 11 miljard meer dan bij het aantreden van de regering-
Verhofstadt. Dat betekent dat de overgedragen middelen van de
federale overheid aan de Gemeenschappen en Gewesten op 7 jaar
tijd met maar liefst 42% gestegen zijn. Desondanks is de bijdrage van
de Vlaamse Gemeenschap aan de begroting van de gezamenlijke
overheid, die weliswaar op 2 jaar na ook positief is geweest,
gestagneerd en zijn ook de bevoegdheden onveranderd gebleven.
Bijzonder ironisch is dat de meeruitgave van 11 miljard euro
nagenoeg precies overeenstemt met het gecumuleerde bedrag van
de dalende rentelast, die volgens Vlaamse oppositiepartijen sinds
2000 opgesoupeerd is.
Betekent opsouperen dan voor de oppositie het financieren van de
deelgebieden? Betekent opsouperen geld doorschuiven naar de
Gemeenschappen? Ik hanteer een andere betekenis van het woord
opsouperen.
Wij zijn altijd voorstander geweest van de financiële gezondmaking
dynamique contraire. Évaluer le
gouvernement sur les seules
recettes, c'est faire preuve de
malhonnêteté intellectuelle.
Selon certains, l'équilibre
budgétaire serait uniquement dû
aux contributions des entités
fédérées et, surtout, de la Flandre.
Depuis 2000, le transfert du niveau
fédéral aux Communautés et aux
Régions a augmenté de 11
milliards d'euros en vertu de la loi
Lambermont, alors que la
contribution de la Communauté
flamande à l'ensemble des
pouvoirs publics est restée
identique. Ce montant de 11
milliards correspond d'ailleurs à la
somme cumulée de la charge
d'intérêt décroissante, qui a été
"consommée" d'après l'opposition.
L'opposition associe-t-elle le terme
"consommer" au fait de "distribuer
de l'argent aux entités fédérées"?
Les flux financiers des caisses
fédérales vers les entités fédérées
sont importants mais cela signifie
aussi que ces entités doivent
prendre leurs responsabilités pour
nous préparer aux défis de
l'avenir. Aussi appelons-nous à
revoir fondamentalement, lors des
prochaines négociations gouver-
nementales, l'actuel équilibre entre
le financement et les compétences
de l'État fédéral et des entités
fédérées. C'est aussi ce que le
FMI recommande explicitement.
Est-ce à dire que je préconise de
resserrer les cordons de la bourse
pour la Flandre? Non, je demande
un flux financier équitable, qui
fasse apparaître clairement qui
reçoit de l'argent et qui en
débourse.
L'émoi que suscitent les
opérations non récurrentes est
tout à fait disproportionné. Nous
n'allons pas démentir ces recettes,
mais leur poids est largement
exagéré. En 2007, les recettes
uniques représentent 71,4
milliards d'euros, soit 1,75% de
l'ensemble du budget des voies et
moyens. Pas moins de 98,2% des
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
55
van de deelgebieden in dit land, en het regeringswerk werpt ook zijn
vruchten af. Deze week nog raakte bekend dat de ratio's van de
kredietwaardigheid van de verschillende Gewesten opgetrokken
zullen worden als gevolg van hun structureel verbeterde financiële
toestand. Vlaams begrotingsminister Dirk Van Mechelen kon daar
alleen maar dik tevreden mee zijn. Hier werd expliciet een link gelegd
met de gulheid van de financiële stromen van de federale kas naar de
deelgebieden, maar een voluntaristisch financieringsbeleid van de
deelgebieden impliceert voor ons wel dat ook de deelgebieden hun
verantwoordelijkheid moeten nemen om ons voor te bereiden op de
uitdagingen van de toekomst. En daar hebben wij in de voorbije
periode bitter weinig over vernomen.
Wij willen dan ook een oproep lanceren om het huidige onevenwicht
tussen de financiering en de bevoegdheden bij de federale overheid
en de deelgebieden grondig te herzien bij volgende
regeringsonderhandelingen. Want dat is ook een expliciete
aanbeveling van het IMF.
Betekent dat nu, mijnheer Bogaert, want ik zie u al glimlachen dat
ik pleit voor minder geld voor Vlaanderen? Neen. Ik wil een eerlijke
geldstroom waarbij op een eerlijke manier duidelijk wordt wie geld
ontvangt en wie geld uitgeeft.
Een hardnekkig misverstand dus is de bewering - en die hebt u al
tientallen keren naar voren gebracht - dat de volledige begroting van
dit of volgend jaar zou staan of vallen met het verkopen van
gebouwen.
Dan kom ik tot mijn laatste punt, zijnde de eenmalige operaties. De
buitenproportionele commotie die deze operaties de voorbije dagen
en weken hebben veroorzaakt, is nauwelijks aan de hand van
rationele argumenten te verklaren. Het is veeleer een perfide strategie
om bij gebrek aan rationele argumenten de gezonde budgettaire
toestand in dit land in een negatief daglicht te proberen stellen.
Wij willen die inkomsten niet ontkennen, maar zij moeten niet
overdreven worden. In het begrotingsjaar 2007 wordt de totale
opbrengst van de eenmalige maatregelen geraamd op 1.250
miljoen euro. De belangrijkste ervan zijn de overname van de
pensioenfondsen, met een geraamde opbrengst van
500 miljoen euro, de verkoop van gebouwen via de oprichting van een
bevak, met een geraamde opbrengst van 600 miljoen, en het
effectiseren van de fiscale achterstallen, met een geraamde
opbrengst van 150 miljoen euro.
Daar zegt het Rekenhof expliciet dat die maatregelen nog verder
uitgewerkt moeten worden om de geraamde opbrengsten ten gronde
te kunnen evalueren.
De totale rijksmiddelen in de begroting 2007 worden geraamd op
71,4 miljard euro. Dat betekent dat de opbrengst van de eenmalige
maatregelen slechts 1,75% bedraagt van de totale rijksmiddelen van
de Belgische Staat en 98,2% bestaat uit structurele, fiscale en niet-
fiscale ontvangsten, waarvan de opbrengsten toenemen
niettegenstaande lagere aanslagtarieven.
Collega's, waarom zijn de eenmalige opbrengsten nodig? Essentieel
moyens sont donc générés par
des recettes structurelles de
nature fiscale et non-fiscale. Les
mesures uniques sont indis-
pensables, parce qu'un budget en
équilibre est essentiel à la
croissance économique d'un pays,
qui génère des bénéfices pour tout
un chacun.
La croissance économique
annuelle entre 2003 et 2007
s'élève à 2%, soit 0,4% de plus
que dans la zone euro. Nous
affichons des résultats bien
meilleurs que nos principaux
partenaires commerciaux, les
Pays-Bas, la France et
l'Allemagne.
La Banque Nationale établit depuis
des années déjà le lien entre la
hausse de la consommation et la
salubrité des finances publiques. Il
s'agit bel et bien d'une
transformation structurelle de
notre économie qui se traduit par
une réduction spectaculaire et
systématique des quotas
d'épargne des ménages. Dans les
années 90, sous le régime
démocrate-chrétien, les quotas
d'épargne belges avaient
fortement augmenté par crainte de
diverses augmentations d'impôts,
et à juste titre. Le gouvernement
violet a effectivement opéré une
réduction structurelle des charges
sur le travail, ce qui n'est pas
passé inaperçu sur les marchés
financiers.
Je ne veux pas plaider en faveur
d'opérations uniques massives
mais, étant donné qu'elles ne
représentent qu'une infime partie
du budget, il convient également
de les relativiser. Il faudra
effectivement rendre l'excédent
plus structurel encore pour
favoriser davantage la croissance
économique. Il ne faut pas
chercher à dissimuler les raisons
budgétaires des opérations non
récurrentes. L'équilibre budgétaire
constitue un objectif de taille.
Nous voterons résolument en
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
56
voor ons, in tegenstelling tot anderen in het debat, is een evenwicht in
de begroting. Dat is geen fetisj of doel, maar een instrument ter
ondersteuning van de groei en de welvaart in ons land. Een begroting
in evenwicht genereert immers enorme baten buiten de strikte sfeer
van de publieke financiën. De eenmalige opbrengsten, die gebruikt
worden om het evenwicht mee te realiseren, vangen via de strategie
van de oppositie misschien wel media-aandacht op het ogenblik dat
ze gelanceerd worden. De gezinnen, ondernemingen en de financiële
markten baseren zich op het globale plaatje om beslissingen te
nemen. Tegen de verwachtingen in dat België als klein land en kleine
open economie zou meedeinen op de internationale
conjunctuurgolven, groeit de Belgische economie voor het zesde jaar
op rij sterker dan die in de eurozone. De jaarlijkse economische groei
in ons land is voor de periode 2003-2007 2%, tegenover 1,6% in de
eurozone. Opvallend is dat ons land substantieel beter scoort dan
Nederland, Duitsland en Frankrijk, onze belangrijkste handelspartners
en tevens buurlanden.
Sinds 2004 legt de Nationale Bank ieder jaar in haar jaarverslag een
expliciet verband tussen de hogere consumptie en de gezonde
overheidsfinanciën. Er is geen sprake van een eenmalig effect, maar
wel van een structurele transformatie van onze economie, die zich
zichtbaar uit in een spectaculaire en stelselmatige afbouw van de
spaarquote van de gezinnen. In 1999 bedroeg die nog 15,8%. In 2004
is die rond de 11% gestabiliseerd.
In de jaren '90 met de christendemocraten in de regering steeg de
Belgische spaarquote tot een historische recordhoogte uit vrees voor
forse belastingverhogingen, die achteraf we weten het allemaal
ook terecht bleek. Het gevolg was dat de Belgische economische
groei systematisch achterop hinkte bij de rest van Europa. Bij de
Belgische gezinnen is het besef gegroeid dat er met de paarse
regering effectief structurele verlagingen op arbeid kwamen. Ze
beseften dat hun beschikbaar inkomen niet alleen vandaag, maar ook
in de toekomst gevrijwaard zal blijven van belastingverhogingen of
afbreuk van de sociale uitkeringen. Dat is ook de financiële markten
niet ontgaan, zodat we hogere ratings krijgen.
Als conclusie geldt dat de VLD zeker geen pleidooi wil houden voor
massale eenmalige operaties gebaseerd op onzekere
financieringstechnieken. We dringen bij de regering erop aan ik heb
dat ook vorig jaar gedaan om het overschot meer structureel te
maken en op die manier de potentiële groei van de Belgische
economie verder op te krikken.
Maar indien het gaat over enkele tienden van een procent, moet men
de kritiek niet overdrijven, maar moet een en ander wel in een bredere
context worden geplaatst.
Voor ons is er trouwens ook geen enkele reden om de budgettaire
drijfveren van eenmalige operaties te verzwijgen. Integendeel, er zijn
heel wat rationele argumenten voor.
Collega's, ik wil besluiten met te stellen dat wij, om al de punten die ik
hier naar voren heb gebracht, de begroting met volle overtuiging
zullen goedkeuren.
faveur de ce budget.
15.14 Éric Massin (PS): Monsieur le président, madame, messieurs 15.14 Éric Massin (PS): Wetend
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
57
les ministres, de nombreux collègues se sont déjà exprimés sur cette
partie budgétaire et ont rappelé certaines situations. Il n'est pas inutile
de préciser à nouveau certains points.
Rappelons-nous qu'en 1993, la dette publique s'élevait à 136,7% du
PIB. Rappelons-nous que si, au début des années 2000, nous avons
connu une croissance économique soutenue, on ne peut pas dire que
depuis 2003, les périodes de croissance économique aient été très
fortes! Elles ont même été plutôt fluctuantes avec, à certains
moments, une norme oscillant autour de 2%, alors qu'il aurait été bien
plus facile, dans le cadre de cette situation présentant une dette
importante, d'élaborer un budget avec une croissance économique
au-delà de 3, voire 4%.
On peut donc se féliciter du budget qui nous est présenté, en raison
de son excédent s'élevant à 0,3% du PIB. On peut s'en féliciter, parce
que ce travail a été exécuté dans une situation plutôt instable au
niveau de la croissance, handicapante au niveau de la dette publique
pour nous retrouver, au niveau de la zone euro, parmi les meilleurs
élèves de la classe.
Ce budget en excédent de 0,3%, on peut l'imputer aux résultats
positifs de la sécurité sociale des Régions et des Communautés. On
doit se rappeler aussi que le solde primaire augmente pour la
première fois depuis 2002 et ce, grâce à un excédent plus élevé des
pouvoirs locaux. Malheureusement, celui du pouvoir fédéral continue
peut-être à diminuer un peu, mais ce solde primaire ne doit pas
constituer une obsession. Certes, il est important. Il faut le prendre en
considération. Il faut, en fonction des périodes, procéder à des
dégagements, mais la croissance économique se doit aussi d'être
soutenue. Des investissements se doivent d'être effectués. Par
contre, si l'unique obsession est ce solde primaire, on oublie le rôle
essentiel de l'État ainsi que celui des investissements qui doivent être
consentis, là où les besoins sont criants.
Je me dois de revenir sur la poursuite de la diminution de la dette
publique. Il faut le souligner, puisqu'on se situera en 2007 à 83,9% du
PIB, venant de 136,7% en 1993 et ce, dans un contexte
d'augmentation pour la moyenne de la zone euro. Rappelons-nous
aussi la situation des "Grands" qui nous entourent: la France,
l'Allemagne, tancées à plusieurs reprises ces dernières années, parce
qu'elles ne parvenaient pas à respecter certains prescrits et voyaient
leur dette augmenter.
Toutefois, je me permettrai de relever que l'appréciation de la
politique budgétaire du gouvernement à moyen et long termes aurait
dû être complétée par un document important: le rapport annuel de la
section besoins de financement des pouvoirs publics du Conseil
supérieur des Finances qui, malheureusement, tout comme l'année
passée, fait défaut.
Il existe des éléments positifs; je viens d'en énoncer quelques-uns.
Cependant, l'excédent de 0,3% du PIB est peut-être fragilisé. C'est
pourquoi nous allons devoir être attentifs; il y a des mesures dites
uniques mais également des mesures dont l'issue ne me semble pas
totalement certaine, leur organisation pratique n'étant pas encore
connue. Dans ces conditions, il sera peut-être difficile d'en apprécier
correctement les recettes bien qu'elles figurent au budget: la reprise
dat de openbare schuld in 1993
136,7 procent bedroeg en dat we
sinds 2003 niet een aanhoudend
sterke, maar een veelal schom-
melende groei kenden, mogen we
tevreden zijn met een begrotings-
overschot van 0,3 procent van het
bbp. Dat is te danken aan de
positieve resultaten van de sociale
zekerheid, van de Gewesten en
van de Gemeenschappen.
Het primair saldo stijgt voor het
eerst sinds 2002, dankzij een
groter overschot van de lokale
besturen, terwijl het federale
overschot blijft dalen.
Voorts dient gewezen op de
verdere daling
van de
overheidsschuld, die in 2007 83,9
procent van het bbp zal bedragen,
terwijl Frankrijk en Duitsland op de
vingers werden getikt omdat ze er
niet in slagen de voorgeschreven
normen na te leven.
Net als vorig jaar ontbrak spijtig
genoeg het verslag van de
afdeling Financieringsbehoefte van
de overheid van de Hoge Raad
voor Financiën (HRF).
Ook betreuren we dat het
overschot van 3 procent op de
helling wordt gezet door een aantal
eenmalige maatregelen, waarvan
de afloop nog onzeker is.
Sommige van die operaties
dragen niettemin bij tot de
modernisering van de overheid.
Als we voldoende voorzichtigheid
aan de dag leggen, moeten ze niet
meer ter discussie worden gesteld.
Tot slot is deze begroting ook
toekomstgericht, vermits ze al
rekening houdt met de vergrijzing
van de bevolking. In dat kader
moeten we bijzonder waakzaam
blijven, want door de dalende groei
in 2007 zullen we misschien
bepaalde budgettaire tegenvallers
van eind 2006 niet kunnen
opvangen.
Deze begroting moet op de eerste
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
58
des fonds de pension pour 500 millions d'euros, la vente de bâtiments
et la création de la sicafi pour 600 millions d'euros nous savons ce
qu'il en est advenu l'année passée , la titrisation de l'arriéré fiscal
pour 150 millions. Malheureusement, ces mesures pourraient grever
le budget des années à venir. Mais malgré tout, ces opérations,
qualifiées d'uniques, comme la titrisation ou la reprise des fonds de
pension, me semblent participer à la modernisation de l'État. Par
conséquent, si nous nous montrons prudents, ces mesures ne
doivent pas être remises en cause.
Par ailleurs, il y a lieu de souligner que ce budget s'inscrit dans une
perspective à plus long terme, notamment dans le cadre du
programme de stabilité 2005-2008, l'objectif poursuivi étant de
préparer les finances publiques à faire face au vieillissement de la
population, et ce en réduisant le taux d'endettement et en préparant
les conditions qui permettront de dégager le surplus budgétaire et
ainsi augmenter le Fonds argenté.
Dans ce cadre, il convient de rester très vigilant quant à l'exécution
rigoureuse du budget 2007. En effet, la faible croissance prévue pour
2007 ne permettra peut-être pas de rattraper certains revers
budgétaires observés fin 2006, dont l'erreur d'enrôlement et les
problèmes liés à la constitution de la sicafi, d'autant que pèsent
quelques incertitudes quant aux prévisions de croissance, notamment
sur les performances de l'économie américaine, l'impact de
l'augmentation de la TVA en Allemagne et, comme toujours,
l'évolution du prix du pétrole.
Nous pouvons nous féliciter de ce budget. Il est en excédent. Il doit,
avant tout, rester un instrument au service des politiques. Mais si
nous pouvons nous féliciter des bons résultats budgétaires, il faut
toutefois rappeler que ce n'est pas une fin en soi; il s'agit d'un moyen
qui doit permettre la mise en oeuvre de politiques, qui doit soutenir
l'activité économique et la création d'emplois.
Comme je l'ai dit en préambule, dans le contexte économique actuel,
la série de budgets en équilibre, et même en excédent, a permis de
poser des choix politiques importants, une fois encore cette année.
Nous nous réjouissons à nouveau des choix opérés qui mettent
clairement en avant les priorités que sont le refinancement structurel
de la sécurité sociale, l'accélération de la mise en oeuvre des
adaptations au bien-être, la réduction de charges et la diminution de
la fiscalité en matière de logement.
Cette dernière mesure était une priorité essentielle pour nous. Je
tiens d'ailleurs à rappeler qu'une proposition de loi avait été déposée
en début de la législature, en 2003, en cette matière. Cette mesure
prévoit une diminution du taux de TVA pour la construction de
logements sociaux, pour la construction de bâtiments d'habitation en
remplacement d'autres dans des quartiers défavorisés des grandes
villes ou pour l'avantage fiscal accordé aux propriétaires louant leurs
logements via une agence immobilière sociale s'ils effectuent des
travaux de rénovation.
Cette mesure est importante, comme bien d'autres qui ont été prises
lors du vote des budgets précédents.
plaats een instrument blijven om
het beleid vorm te geven, de
economie te stimuleren en het
scheppen van banen aan te
moedigen.
We zijn tevreden met de
gemaakte keuzes, inzonderheid
wat de daling van de btw voor de
woningen betreft, wat voor ons
een prioriteit is.
Hetzelfde geldt voor de nieuwe
maatregelen die werden genomen
met het oog op de alternatieve
financiering van de sociale
zekerheid, waarvan de
ontvangsten, dank zij een
uitgebreidere financieringsbasis,
toenemen met 6,70 procent.
Meer algemeen moet er naar
meer samenhang worden
gestreefd in het kader van de
belasting op financiële producten,
alsook naar een nieuw evenwicht
in de fiscale heffing op arbeid en
kapitaal.
Het is van essentieel belang dat
de rol van de sociale zekerheid
wordt erkend in de herverdeling
van de geproduceerde rijkdom en
als grondslag van een klimaat van
sociale bescherming die
voortspruit uit het economisch
dynamisme. Tevens moet het
belang van het
welvaartsvastheidsmechanisme
worden onderstreept.
In het kader van de strikte
beheersing van de primaire
uitgaven, heeft de regering haar
prioriteiten inzake Justitie,
Binnenlandse Zaken, federale
politie en Mobiliteit gerespecteerd.
Aan het departement Ontwik-
kelingssamenwerking werden
bijkomende middelen toegekend.
Er werd een reserve aangelegd
om de toekomst van de
gezondheidszorg veilig te stellen,
waarbij wordt geanticipeerd op de
effecten van de vergrijzing en wat
een gunstige operatie voor de
rijksbegroting in haar geheel
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
59
Il en est de même pour les nouvelles mesures prises pour assurer le
financement alternatif de la sécurité sociale, à savoir l'élargissement
de la base de financement de la sécurité sociale au travers du
prélèvement d'une partie des recettes de l'impôt des personnes
physiques et des sociétés. Ainsi, en y ajoutant les recettes de la TVA,
du précompte mobilier, des accises sur le tabac, de la cotisation
d'emballage et des "stock options", les recettes du financement
alternatif augmenteront de 6,70% par rapport à 2006. Il est
extrêmement important que ce financement ne repose plus
uniquement sur le travail et que la base de financement ait pu être
élargie.
Néanmoins, de manière plus globale, il me semble que nous pouvons
rappeler et appeler à plus de cohérence dans le cadre de la taxation
des produits financiers et de rééquilibre dans les prélèvements
fiscaux entre travail et capital. Il s'agit d'un chantier important et il
nécessite encore énormément de travail.
Au-delà de cette question de financement de la sécurité sociale, il est
primordial que soit reconnu son rôle essentiel dans notre société de
redistribution des richesses produites. C'est le fondement d'un climat
de protection sociale qui participe comme tel au dynamisme
économique de notre pays. En cette matière, il faut également
souligner l'importance du mécanisme de liaison au bien-être.
Je rappelle tout de même que si nous n'avions pas ce système de
sécurité sociale, le nombre de personnes vivant sous le seuil de la
pauvreté en Belgique dépasserait les 40% de la population.
En ce qui concerne la maîtrise stricte des dépenses primaires, le
gouvernement a, semble-t-il, respecté ses priorités en matière de
Justice (il faut rappeler le scénario de croissance de 5,1%), en
matière d'Intérieur (+ 8,8%), de police fédérale (+ 3,3% hors dotations
aux zones de police) ou de Mobilité (dotations d'investissements à la
SNCB). Par ailleurs, des moyens complémentaires ont été accordés
mais peut-être pas suffisamment encore à la Coopération au
développement. Ces éléments sont importants à rappeler car ils ne
sont pas suffisamment soulignés ou reconnus.
En matière de sécurité sociale, il me semble que la bonne gestion des
dépenses de santé, qui doit être reconnue et relevée, et
l'élargissement de la base du financement alternatif ont permis
d'instaurer une réserve pour l'avenir de notre système de soins de
santé et d'anticiper ainsi le financement d'une partie des effets du
vieillissement.
En outre, cela constitue une bonne opération pour le budget global de
l'État. En gardant à l'esprit la possibilité d'aller plus loin encore, on
peut se réjouir d'une fiscalité plus environnementale. À cet égard, le
gouvernement a pris depuis 2001 des mesures fiscales encourageant
les dépenses génératrices d'économies d'énergie. Si on peut se
réjouir de cette fiscalité axée sur la santé ou la lutte contre la fraude
fiscale, des incertitudes persistent quant au montant des rentrées
fiscales, en raison du manque d'informations sur leur calcul. C'est le
cas de la cotisation d'emballage, qui devrait rapporter 320 millions
d'euros, de l'augmentation des accises sur les produits du tabac,
rapportant en principe 330 millions d'euros et de la lutte contre la
fraude fiscale qui doit rapporter 263 millions d'euros. Je le dis: nous
betekent.
Men kan er zich weliswaar over
verheugen dat de fiscaliteit
groener kleurt, meer oog heeft
voor de gezondheidsdimensie en
voor de strijd tegen de fiscale
fraude, maar toch blijft er
onzekerheid bestaan over het
bedrag van de ontvangsten,
wegens het ontbreken van
gegevens over de berekening
ervan, bijvoorbeeld wat de
verpakkingsheffing, de accijnzen
op tabaksproducten en de strijd
tegen de fiscale fraude betreft.
In de strijd tegen de fiscale fraude
wordt er te weinig informatie
gegeven over de manier waarop
de financiële weerslag ervan wordt
berekend. Het is bovendien
moeilijk na te gaan hoeveel die
operatie werkelijk opbrengt.
Anderzijds kunnen we ons alleen
maar verheugen over de opheffing
van het bankgeheim, want dat is
een essentiële maatregel in de
strijd tegen de grote fiscale fraude,
die prioritair moet gevoerd worden.
Wat het fiscaal voordeel op het
gebruik van de belastingvrije
reserves betreft, moet men
aandachtig blijven voor de
weerslag die zulke maatregel op
de inkomsten van de volgende
begrotingsjaren zal hebben. Men
moet er tevens op toezien dat die
bijkomende middelen voor de
economische groei en de bevor-
dering van de werkgelegenheid
worden aangewend.
Tenslotte hebben we uit het
verleden geleerd dat we
voorzichtig moeten omspringen
met de invoering van nieuwe
instrumenten zoals de
vastgoedbevak. Bovendien moet
men ervoor zorgen dat de fondsen
die men aldus verzamelt, in de
overheidsgebouwen worden
geïnvesteerd.
De socialistische fractie is dus
verheugd over de vooruitgang die
werd geboekt, vooral wat de
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
60
manquons d'informations sur le calcul. Il faudrait que cela soit clarifié.
Au sujet de la lutte contre la fraude fiscale, bien que les recettes
estimées soient réparties selon le type d'action (paquet TVA, lutte
contre la contrefaçon, protocole de lutte contre la grande fraude),
comme nous avons eu l'occasion de le rappeler systématiquement en
commission des Finances depuis 2003, trop peu d'informations sont
données sur les paramètres utilisés pour estimer les effets financiers
de cette lutte. Il est également difficile de vérifier a posteriori les
rentrées fiscales réelles de cette lutte puisque les recettes générées
par l'application des décisions sont ventilées et comptabilisées avec
celles du même type sans distinction de la mesure à l'origine du
versement.
Dès lors, nous devrions disposer de ces informations pour vérifier ce
qu'il en est vraiment de la lutte contre la fraude fiscale et des recettes,
de la récupération dues aux mesures appliquées. Par ailleurs, il faut
veiller à ce que la grande fraude fiscale soit combattue à sa juste
valeur en portant la priorité sur le responsable économiquement le
plus fort. La levée du secret bancaire constitue à cet égard une
mesure primordiale dont on ne peut que se féliciter.
Si le nouvel avantage fiscal sur l'utilisation des réserves immunisées
doit effectivement engendrer des recettes pour le prochain exercice
(350 millions d'euros), il implique également que les recettes perçues
au taux normal au cours d'un exercice ultérieur seront en baisse. Il
faut y être attentif. De plus, il faudrait recevoir l'assurance que ces
moyens supplémentaires réinjectés dans l'économie participent au
développement économique et à la croissance de l'emploi.
Enfin, comme je l'ai déjà mentionné, des instruments tels qu'une sicafi
immobilière devront être élaborés avec précaution afin de ne pas
revivre les événements que nous avons connus et qui mettent en
danger leur bonne exécution, à l'image de la dernière contestation par
le Conseil d'État relative à l'attribution du marché. En outre, il faut
s'assurer que l'argent ainsi récolté ira à la Régie ou au moins qu'il
sera disponible pour l'entretien ou la rénovation des bâtiments de
l'État au lieu de servir à combler l'un ou l'autre déficit.
C'est donc heureux des mesures prises en termes d'instruments
politiques, des avancées réalisées en matière d'outils politiques dans
la lutte contre la fraude fiscale ou de certains autres éléments sur
l'"économiquement fort" que le Parti socialiste votera ce budget.
beleidsinstrumenten tegen de
belastingfraude betreft, en zal de
begroting dan ook goedkeuren.
Le président: Nous entendrons M. De Groote, puis M. Nollet. Après lui, nous arrêterons la séance de
l'après-midi.
Le buffet froid sera disponible de 18.30 heures à 20 heures.
15.15 Patrick De Groote (N-VA): Mijnheer de voorzitter, dames en
heren ministers, collega's, waar zijn de bevlogen Burgermanifesten
van weleer? Waar zijn de grote woorden van vroeger: de actieve
welvaartsstaat en de modelstaat België? Daarna volgden nog een
aantal socialistische begrippen, zoals het goudhamstertje zeg ik dat
als West-Vlaming goed? , en het scharnierjaar 2004. Ik heb enkel
kunnen vaststellen dat de huidige regering een klapdeurenbeleid heeft
gevoerd, waarbij de federale begroting meer dan ooit uit haar
hengsels hangt.
15.15 Patrick De Groote (N-VA):
Où sont les "Burgermanifesten"-
(manifestes du citoyen) inspirés
d'antan? Et les grands slogans?
Que sont devenus le "hamster
doré" socialiste et "l'année
charnière 2004"? En pratique, le
gouvernement a mis en oeuvre
une politique des portes pivotantes
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
61
Collega's, het is een begroting met een totaal gebrek aan
transparantie, wars van de wetten inzake de invoering van de dubbele
boekhouding die de vorige, paars-groene regering op de valreep, in
mei 2003, goedkeurde, het is een begroting met ontbrekende of te
laat ingediende begrotingsdocumenten en te laat ingediende
beleidsnota's.
Wij keken vooral uit naar een audit over de verwijlintresten die de
federale overheid heeft uitbetaald, en naar de lijst met de uitgestelde
betalingen van facturen. Het laattijdig indienen van rekeningen en een
verouderd boekhoudsysteem maken die oefening echter onmogelijk.
De hele discussie over bedrijven die hun facturen laattijdig uitbetaald
krijgen om de begroting te laten kloppen, zou niet kunnen met de
invoering van een dubbele boekhouding.
Mijnheer de voorzitter, wat de werking van het Parlement betreft,
soms konden de werkzaamheden in de commissies niet beginnen,
omdat er heel eenvoudig te weinig aanwezigen waren. Dat is
bedroevend. Hoef ik nog eens het grote ongenoegen aan te halen dat
bij heel wat Kamerleden heerst over de 1.494 pagina's die ons, om
het mooi te zeggen, door de strot werden geduwd, met daarbovenop
nog de vuilbakwet en de mozaïekwet?
Op fundamentele vragen, bijvoorbeeld hoe hoog de verwijlintresten
per departement oplopen, kan de regering geen antwoord vinden.
Zelfs inzake bewuste beleidsopties blijft het tasten in het donker.
Welke pensioenfondsen worden in 2007 overgenomen? Sinds 1999 is
er geen inventaris van het Rijkspatrimonium meer. Sinds 2004 is er
geen verslag meer van de afdeling Financieringsbehoeften van de
Hoge Raad van Financiën. Het verslag komt er pas in 2007, nadat de
begroting aan de conclusies van de studiecommissie voor de
Vergrijzing wordt aangepast, namelijk aangepast aan de
onderschatting van de kosten van de vergrijzing.
De voorliggende begroting is een karikatuur van een begroting. Op
elke bladzijde zou eigenlijk moeten staan: Ceci est un budget fictif.
De gouverneur van de Nationale Bank van België, de heer Quaden,
was zo vriendelijk te wijzen op de 44.000 bijkomende jobs in 2006. In
2005 waren dat er 41.000. Ik heb het regeerakkoord uit 2003 nog
eens bovengehaald. Dat luidt als volgt: "Eind vorig jaar waren er 4,2
miljoen mensen aan het werk in België. Onze ambitie is dat dit er na
afloop van deze legislatuur 4,4 miljoen moeten worden, waardoor de
activiteitsgraad tot boven 65% zal uitstijgen."
Ik dacht dat het wel degelijk de bedoeling was om bijkomende jobs te
creëren, maar geen verschuiving van jobs te veroorzaken, zoals van
statutaire schoonmakers naar werknemers met dienstencheques.
De ambitie van deze regering was: komen aan een activiteitsgraad
boven de 65%. We hoorden vorige vrijdag de percentages van de
activiteitsgraad van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid. De
activiteitsgraad in België ligt op 61%, dus niet op 65% en dezelfde
Hoge Raad zegt ons hoe onze modelstaat scoort ten opzichte van de
vijftien oude Europese lidstaten. Het gemiddelde ligt mooi op 65%.
Dat gemiddelde halen wij zelfs niet. Ik hoop dan ook oprecht dat onze
dont le résultat est visible
aujourd'hui: un budget
complètement sorti de ses gonds.
Le manque total de transparence
qui caractérise ce budget est en
contradiction flagrante avec les
lois sur la comptabilité en partie
double que ce même gouverne-
ment avait, à l'époque, fait adopter
à la hussarde par le Parlement.
Cette année aussi, des documents
manquants et des notes de
politique déposées tardivement ont
compliqué l'exercice du contrôle
parlementaire. L'audit sur les
intérêts de retard, que nous
attendions si impatiemment, n'a
jamais eu lieu car il s'est avéré
tout bonnement impossible à
cause d'un système comptable
obsolète.
Quel spectacle affligeant, aussi,
de constater que souvent les
travaux des commissions n'ont pu
commencer parce que les
membres de la majorité étaient
trop peu nombreux. Et quel ne fut
pas notre déplaisir lorsque le
gouvernement nous a fait avaler
1.500 pages de textes de loi
bâclés.
Non seulement notre question
portant sur le montant exact des
intérêts de retard qui ont dû être
payés par département n'a reçu
aucune réponse du gouvernement
mais nous ne savons toujours pas
à quoi nous en tenir en ce qui
concerne les grandes options
politiques. Quels fonds de
pensions le gouvernement
reprendra-t-il en 2007? Plus aucun
inventaire du patrimoine de l'État
n'est dressé depuis 1999 et nous
ne disposons plus de rapport de la
section Besoins de financement
du Conseil supérieur des Finances
depuis 2004. Ce rapport ne sera
publié qu'en 2007, après que le
budget aura été adapté aux
conclusions de la commission sur
le vieillissement, adaptation qui est
nécessaire parce que le coût du
vieillissement a été sous-estimé.
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
62
buurlanden, waar het volgens onze premier altijd slechter gaat dan bij
ons, onze modelstaat niet volgen. Paars slaagt er immers niet in om
een economische groei van 3% om te zetten in meer
tewerkstellingsaangroei. Slechts vijf landen van de vijfentwintig van de
eurozone hebben een grotere werkloosheidsgraad dan België.
Onze modelstaat België, waarover zo veel wordt gesproken, vonden
velen destijds grootspraak, omdat onze modelstaat weinig om het lijf
heeft, al moet ik toegeven, als het over modellen gaat, dat de meeste
modellen op de catwalk ook soms weinig om het lijf hebben.
Ik zal niet aan de hand van een eindeloos lijstje aantonen hoe België
slechter af is dan onze buurlanden en ik zal evenmin een overzicht
geven van de dalende positie van België in de rangschikkingen van
de Wereldbank, in een ondernemingsvriendelijk klimaat, in de graad
van de menselijke ontwikkeling, in de Lissabon-index, bij het World
Economic Forum, in de Governance Metric International Institute of
Management Development, of in de standaard rangschikking van de
Bertlemans-stichting, enzovoort. Eén ding heb ik onthouden, zondag,
toen ik keek naar De Zevende Dag, waar het Burgermanifest werd
voorgesteld. De heer Verhofstadt komt, na zeven jaar
belastingverlagingen te hebben aangekondigd, tot de conclusie dat
België zowat de hoogste belastingpercentages kent van Europa en de
wereld. Het gaat hem dus helemaal niet om de ideologie, maar om
goed bestuur. Gewoon doen wat je zegt: dat is de inhoud van goed
bestuur.
De kritieken van het Rekenhof waren ook niet mals, maar ze klonken
mij zeer bekend in de oren. Het zijn vrijwel dezelfde fundamentele
kritieken als vorig jaar, alleen waren er een beetje meer van hetzelfde.
Het Rekenhof stelt dat, voor het eerst sinds 2002, het primair saldo
opnieuw stijgt, maar dat zulks het gevolg is van een hoger geraamd
overschot bij de lokale overheden. Het primair overschot van de
federale overheid blijft namelijk nog steeds dalen, en dat sinds het
aantreden van paars. Voor het begrotingsjaar 2007 is dat 3,6%, ten
opzichte van 3,7% in 2006.
Ik vraag mij eigenlijk af of de raming van het overschot van de lokale
overheden vóór de invoering van de nieuwe belasting is gemaakt,
mijnheer Devlies, of na de nieuwe belasting, namelijk de btw op de
gemeentewerken door eigen personeel. Is dat de manier van de
federale overheid om het positief primair saldo van de gemeenten op
haar eigen conto te schrijven?
Overigens, is het primair saldo van de gemeenten met aandelen in
Distrigas berekend voor of na het afhalen van de 100 miljoen euro bij
Distrigas? Collega's, de gemeenteraadsverkiezingen zijn nog maar
net voorbij of VLD en sp.a graaien al in de gemeentekassen, waarbij
de gemeentebelastingen alweer zullen moeten verhoogd worden door
federale maatregelen.
Als we het even over de facturen hebben, de geraamde
onderbenutting van de kredieten, beter bekend als het zogenaamde
ankerprincipe, bedroeg in 2005 nog 540 miljoen, in 2006 werd het
660 miljoen euro en het wordt opnieuw fors verhoogd tot
830 miljoen euro in 2007. Het lijkt wel een sneeuwbal, zoals een
collega ooit zei, een sneeuwbal die jaarlijks groeit.
Le gouverneur de la Banque -
Nationale est venu annoncer bien
gentiment la création de nouveaux
emplois mais, aux termes de
l'accord de gouvernement de
2003, le gouvernement s'était fixé
pour objectif de hisser le taux
d'activité au-dessus de 65%. Le
Conseil supérieur de l'Emploi a
indiqué que nous ne dépassons
toujours pas les 61%. Nous
n'atteignons même pas la
moyenne européenne. La coalition
violette ne parvient pas à convertir
une croissance de plus de 3% en
emplois.
Je ne vais pas énumérer tous les
classements internationaux dans
lesquels notre pays cède du
terrain mais la liste est longue.
Lors de la présentation du
nouveau manifeste du citoyen, il a
été frappant de constater qu'après
sept années passées à annoncer
des réductions d'impôts, le
premier ministre est forcé de
conclure que la Belgique occupe la
première place mondiale en
termes de niveau d'imposition.
Une bonne administration ne
consiste-t-elle pas en premier lieu
à joindre le geste à la parole?
Les observations critiques
formulées dans le rapport annuel
de la Cour des comptes com-
mencent à devenir récurrentes: on
a poursuivi sur la même lancée
mais en aggravant encore un peu
la situation. Le fait que le solde
primaire ait augmenté pour la
première fois depuis 2002 est
principalement dû aux communes
car le surplus primaire des
autorités fédérales continue de
baisser. Le solde des communes
a-t-il été estimé en tenant compte
ou non de la TVA sur les travaux
effectués en propre et des 100
millions d'euros récoltés chez
Distrigaz? À peine quelques mois
après les élections communales,
le sp.a et le VLD puisent déjà dans
les caisses communales.
En ce qui concerne le principe de
l'ancre, nous sommes confrontés
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
63
Vroeger werden de facturen in december niet meer betaald. Nu kan
men aan de ordonnancering zien dat reeds in oktober en november
facturen naar het volgend jaar worden doorgeschoven, met de
bijkomende besparing door de onderbenutting van de kredieten. Wat
zal dat volgend jaar, in 2007, geven? De overheid zal waarschijnlijk
betalen tot aan de verkiezingen.
Nu al trekken het VBO en Unizo aan de alarmbel met de dreiging van
faillissementen bij leveranciers van de Staat. Het zou allemaal niet
zo'n vaart lopen, had men gezegd. Het VBO en Unizo hebben een
meldpunt opgericht, maar zijn snel op hun stappen moeten
terugkeren. Het was eigenlijk niet realistisch om dat per achterstallige
factuur te vragen, want er was een bedrijf bij dat op zijn eentje 300
facturen had doorgestuurd. Bij een bepaalde onderneming liep de
betalingsachterstand op tot een gecumuleerd bedrag van meer dan
1,1 miljoen euro.
Voorts leren ons als ik het zo mag formuleren, om even in de tijd
terug te gaan de cahiers de doléance bij het VBO en Unizo dat de
federale overheid zelfs nog bijzonder inventief te werk gaat bij het
betwisten van de verwijlintresten, door bijvoorbeeld de datum van
ontvangst te wijzigen of zelfs helemaal eenzijdig de
betalingsvoorwaarden te veranderen. Het probleem zit niet alleen bij
de grote, middelgrote en kleine ondernemingen. Ook de vzw's klagen
over de niet-uitbetaling van toegezegde personeelssubsidies.
Mevrouw Onkelinx had het bij de voorstelling van haar beleidsbrief
Justitie over geen enkele achterstand van betalingen inzake
dringende gerechtskosten voor vertalers, tolken en anderen. Daarbij
stelde zij zelfs in het algemeen dat zij sinds haar aantreden kon
beschikken over 400 miljoen aan bijkomende middelen. Wel, volgens
het meldpunt van het VBO en Unizo spant Justitie de kroon in de
onbetaalde facturen.
De veroordeling in september wegens een niet-betaalde koelkast voor
de gevangenis van Brugge was dus geen toeval. Wat heeft men dan
met die 400 miljoen gedaan? Ik heb mevrouw Onkelinx van alles
horen aankondigen maar ik heb weinig gezien. Zo had zij het over het
Themisplan, het Feniksproject. De penitentiaire instellingen zijn
gewoon een ramp. Als ik even naar Brugge kijk, stel ik vast dat het
gebouw er 15 jaar staat en dat de elektronische beveiliging defect is.
Er zijn geen wisselstukken te vinden, er zijn geen seinlampjes
aanwezig, de verlichting in de wandelzone werkt niet en het dak lekt.
Men heeft daar nu blijkbaar een tussenoplossing voor gevonden. Als
nieuwjaarsgeschenk voor de cipiers heeft men ervoor gezorgd dat
iedereen een paraplu kreeg. Zo gaat men dat blijkbaar oplossen. Dat
is natuurlijk een grap maar er zijn dus dringend grote werken nodig.
Men had 400 miljoen en men stelde prioriteiten. Dit zijn echter
blijkbaar niet de prioriteiten waar het over gaat.
Men leest dan dat de minister zelf haar beleidsnota begint met de
vaststelling dat het begin van de legislatuur pijnlijk was voor Justitie.
Die vaststelling was misschien pijnlijk voor Justitie maar ik weet een
ding zeker, namelijk dat de opvolger van minister Onkelinx zeker geen
hartpatiënt zal mogen zijn. Minister Demotte zou misschien beter een
hartcentrum onderbrengen in het volgende kabinet van Justitie. Ik
denk dat een stent niet voldoende zal zijn.
à un véritable effet boule de neige.
Auparavant, on avait coutume de
ne plus acquitter les factures en
décembre. Aujourd'hui, la situation
s'est tellement détériorée que les
factures d'octobre et de novembre
sont déjà reportées à l'année
suivante. La FEB et Unizo mettent
en garde contre le risque de faillite
de nombreux fournisseurs de
l'État. En outre, les pouvoirs
publics se montrent très inventifs
lorsqu'il s'agit de contester les
intérêts de retard. De nombreuses
ASBL n'ont, elles non plus, pas
encore obtenu leurs subsides.
La ministre Onkelinx a déclaré que
le paiement des frais de justice
urgents n'accusait aucun retard
grâce aux 400 millions d'euros
supplémentaires perçus par son
département mais il ressort des
données du point de contact de la
FEB et de l'Unizo que c'est
précisément le SPF Justice qui
détient le pompon en termes de
factures impayées. Quel usage a-
t-on fait de ces 400 millions
d'euros? Les nombreux effets
d'annonce n'ont guère été
concrétisés.
Dans sa note de politique
générale, la ministre part du
constat que le département de la
Justice était mal en point en début
de législature. Son successeur
sera amené à faire le même
constat.
La Cour des comptes n'a examiné
que quelques-unes des mesures
uniques, telles que la reprise des
fonds de pension, la vente des
bâtiments et la titrisation des
créances fiscales. Le gouverneur
de la Banque Nationale a indiqué
que le budget 2006 est pire encore
que le budget 2005, alors que la
conjoncture s'est améliorée. Les
opérations uniques constituent le
seul élément structurel dans les
budgets violets. La Cour des
comptes a surtout émis des
critiques quant à l'impact des
mesures uniques sur les budgets
à venir, eu égard au coût
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
64
Het Rekenhof beperkt zich tot enkele van de eenmalige maatregelen.
De heer Tommelein heeft ze daarnet aangehaald maar dan in een
andere context. Ten eerste ging het om de overname van de
pensioenfondsen, ten tweede om de verkoop van gebouwen en ten
derde om de effectisering van de fiscale achterstallen. Zelfs de
gouverneur van de Nationale Bank van België zegt dat de begroting
voor 2006 nog slechter is dan de begroting voor 2005, hoewel de
conjunctuur in 2006 beter was dan in 2005. Als er dan toch een
verdediging voor deze regering moet zijn, meen ik dat ik over de
begrotingen van paars mag zeggen dat er toch één structureel
gegeven is en dat steeds voorkomt, met name de eenmalige
maatregelen.
De grootste kritiek van het Rekenhof heeft eigenlijk geen betrekking
op de eenmalige maatregelen op zich maar wel op de effecten ervan
op volgende begrotingen. Alle eenmalige maatregelen genereren
immers bijkomende uitgaven in de volgende begrotingen. Er zijn
bijkomende pensioenuitgaven door de overname van de
pensioenfondsen, er is bijkomende huur voor gebouwen door de
verkoop en een vermindering van de inkomsten door het effectiseren
van de belastingachterstallen. Is dat het echte Generatiepact van de
regering? Deze regering schuift de uitgaven door van de
belastingbetaler van vandaag naar de belastingbetaler van morgen.
Vorige week suggereerde de krant dat de Wetstraat 16 zou worden
verkocht. Dat bericht is dus, figuurlijk gezegd, uitgelekt: er zit namelijk
een lek in het bureau van de heer Verhofstadt. Ik was ik meen
samen met zowat alle Vlamingen verbaasd, want de Wetstraat 16 is
namelijk zowat het enige gebouw in ons land dat om de vier jaar
verkocht wordt: in 1999, in 2003 en nu in 2007 opnieuw. Alle andere
gebouwen kan men maar één keer verkopen. Zolang de heer
Verhofstadt eerste minister is, kan men de Wetstraat 16 om de vier
jaar verkopen.
Ik hoor de liberalen de verkoop van gebouwen verdedigen door te
stellen dat het beheer niet behoort tot de kerntaken van de overheid.
Daarnaast hoorde ik echter de collega's van de socialistische partij
zeggen dat een eigen huis bezitten op het einde van een carrière het
beste pensioen is voor een persoon en dat wij daarom zoveel
mogelijk gezinnen de kans moeten geven om een woning te
verwerven.
N-VA staat ook achter die laatste visie. Daarom begrijp ik niet dat dat
voor de maatschappij niet zou tellen. Dat pensioen voor de
maatschappij, als ik het zo mag zeggen, wordt verkocht nog vóór de
vergrijzing en de verzilvering van de samenleving zich doorzetten.
Ook het Zilverfonds van het eigen patrimonium van de Staat zal een
lege doos zijn. Een dergelijke uitverkoop van het
overheidspatrimonium sinds 2000 toch al voor 1,6 miljard om
begrotingsredenen is dan ook onbegrijpelijk.
Het is niet verwonderlijk dat De Tijd van vandaag bloklettert: "De
federale overheid verkwanselt haar vastgoed." Gaat het om absolute
winstmaximalisatie? Neen, het gaat om cash voor de begroting en
niet om het algemeen belang van morgen.
Vorig jaar deze periode besliste de regering dat vanaf het
begrotingsjaar 2007 0,3% van het bbp op een structurele wijze in het
supplémentaire qu'elles
entraînent. Les dépenses sont dès
lors répercutées sur le
contribuable de demain.
Les libéraux défendent la vente de
bâtiments en prétendant que la
gestion des bâtiments ne constitue
pas une mission de base de l'État.
Des collègues socialistes affirment
en revanche que la propriété d'une
maison constitue la meilleure
retraite en fin de carrière. La N-VA
ne comprend pas pourquoi cette
logique ne s'applique pas à la
société. Il est inconcevable que le
patrimoine de l'État soit vendu
pour des raisons budgétaires.
Il a été décidé l'an dernier qu'à
partir de 2007, 0,3% du PIB serait
versé au Fonds de vieillissement
de manière structurelle. Ce
pourcentage serait majoré de
0,2% jusqu'en 2012. La Cour des
comptes constate que cela ne se
fait pas de manière structurelle
mais seulement avec des mesures
non récurrentes. Le ministre Frank
Vandenbroucke a déclaré que le
Fonds de vieillissement resterait
lettre morte si aucun équilibre
structurel durable n'était atteint en
2005 de manière à arriver à un
excédent budgétaire en 2011.
Pour la deuxième fois consécutive,
la section Besoins de financement
du Conseil supérieur des Finances
ne publie pas de rapport annuel.
La composition s'est fait attendre
jusqu'en août 2006 et à présent, il
convient d'abord d'intégrer les
conclusions de la commission
Vieillissement. L'évaluation du
budget sera dès lors laissée au
prochain gouvernement.
Ce gouvernement pratique le
steaming vis-à-vis des grandes
entreprises. Distrigaz doit ainsi
pour le 1er janvier 2007 mettre un
million d'euros sur la table pour la
réduction sur la facture de gaz. Il
avait déjà agi de la sorte pour le
secteur pétrolier amené à verser
100 millions d'euros et pour les
sociétés pharmaceutiques
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
65
Zilverfonds zou worden gestort, telkens te verhogen met 0,2%, tot en
met 2012. Het Rekenhof merkt op dat dat niet op structurele basis
gebeurt, maar opnieuw met eenmalige maatregelen. Ook minister
Vandenbroucke wees erop, in zijn scharniernota bis, dat het
Zilverfonds een lege doos dreigt te worden, als wij niet vanaf 2005
een duurzaam structureel evenwicht halen, om dan tegen 2011 naar
begrotingsoverschotten te gaan. Dat sluit naadloos aan bij de kritiek
van het Rekenhof. Het Rekenhof voelt zich een beetje verweesd
achtergelaten. Voor de tweede maal op rij verscheen er geen
jaarverslag van de afdeling Financieringskosten van de Hoge Raad
van Financiën.
Immers, de samenstelling heeft op zich laten wachten tot augustus
2006, waarop de nieuwe voorzitter van de afdeling
financieringsbehoeften doodleuk aankondigde dat men eerst de
bevindingen van de vergrijzingscommissie in de nieuwe vooruitzichten
zou moeten integreren, vooraleer we de evaluatie van de begroting
onder ogen kunnen nemen. Dit is dus voor de volgende regering.
Na deze kritieken van het Rekenhof wie ben ik om hen tegen te
spreken! heel kort nog een aantal politiek-economische
beleidsdaden. Deze regering doet aan steaming van grote bedrijven.
Het laatste voorbeeld is Distrigas. Distrigas moet voor 1 januari 2007
1 miljoen op tafel leggen voor de gaskorting, anders dreigt er een
gigantische boete. Ik heb daar geen ander woord voor dan steaming.
Dit wordt een gewoonte. We hadden ook al de vaudeville destijds met
de ministers Van den Bossche en Reynders bij het steamen van
100 miljoen van de olieleveranciers. Dat werd daarnet aangehaald
door de heer De Crem, als ik mij niet vergis. Eerst was het een
schenking, dan een lening, al dan niet renteloos. Het deed me zo'n
beetje denken aan de situatie tussen de heer Verhofstadt en de heer
Goovaerts. Uiteindelijk was het dan maar een schenking van
12 miljoen euro in een of ander fonds.
We zagen hetzelfde gebeuren met minister Demotte en de
farmaceutische bedrijven. De farmaceutische bedrijven gaven toe aan
een eenmalige schenking in 2005, van 101,9 miljoen euro extra. Het
volgende jaar zou minister Demotte opnieuw naar de farmaceutische
sector gaan, om het tekort elders in de sociale zekerheid te betalen.
Zo wordt het Belgische ondernemingsklimaat een echte Russische
roulette en ik vraag mij af wie de volgende wordt. Kortom, in elke
sector gaat deze overheid aankloppen om cadeaubons of
tombolaprijzen te ontfutselen aan de bedrijven. De farmaceutische
sector moest dit doen voor de cadeaubonnen van de heer Demotte
gratis condooms, gratis pil, gratis tandartsenbezoek en de oliesector
moest dit doen voor minister Van den Bossche, voor de
stookoliecheque. Nu is Distrigas aan de beurt voor de gascheque.
Volgend jaar zijn het misschien de dienstenchequebedrijven. Ik
spreek met betrekking tot het steamen van bedrijven door de overheid
ook bewust over het aftroggelen van tombolaprijzen.
Het gaat ook niet altijd naar de juiste mensen. In dat verband verwijs
ik naar de stookoliecheques, waarbij eminente parlementsleden
vaststelden dat de alleenstaande die werkte aan een gewaarborgd
minimumloon geen stookoliecheque kreeg, terwijl de werkloze die op
het einde van de maand meer verdiende dan zijn werkende
landgenoot, deze stookoliecheque wel kreeg. Voor het
activeringsbeleid van deze regering kan dit tellen.
amenées à faire un don unique de
101,9 millions d'euros. Pour les
entreprises belges, cela devient la
roulette russe. À qui le tour l'année
prochaine: aux entreprises de
chèques-services? Les secteurs
doivent payer les cadeaux
distribués par le gouvernement.
L'argent ainsi récolté ne va pas
toujours aux personnes
appropriées, comme nous avons
pu le constater pour la distribution
des chèques mazout.
L'accord de gouvernement
prévoyait une extension de la
capacité pénitentiaire et de la
sécurité. Quatre ans plus tard, la
construction d'établissements
pénitentiaires et d'institutions pour
personnes internées est annoncée
et inscrite au budget.
La seule cohérence de ce
gouvernement, c'est sa politique
unilatérale et le manque de
loyauté qui le caractérise. Je
songe à cet égard au droit de vote
pour les étrangers, au SMUR en
Brabant flamand, à la pédiatrie, à
la régularisation des PET-scans
illégaux et à l'aménagement sur
mesure pour les francophones du
numerus clausus pour les
médecins par rapport aux
examens de fin d'étude pour les
kinésithérapeutes flamands. Je
songe aussi au compromis
concernant la loi sur la protection
de la jeunesse et à la décision
inacceptable à propos de la prison
pour jeunes de Florennes. En
matière d'emploi, 63% des
suspensions ont été prononcées
en Flandre. On applique au Fonds
des amendes routières, dont les
moyens proviennent à 83% de
Flandre, une clé de répartition de
57 et de 43%. Un décret sur
l`intégration a été adopté en
Flandre mais aucune attention
n'est accordée à l'intégration dans
le cadre de la loi sur l'acquisition
rapide de la nationalité belge.
Ce budget est en équilibre, mais
au détriment des générations
futures. La confiance dans la
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
66
Het regeerakkoord voorzag ook in de uitbreiding van de gevangenis-
en beveiligingscapaciteit. Na vier jaar dat illustreert toch wel dit
beleid wordt de bouw van gevangenissen en instellingen voor
geïnterneerden aangekondigd en de budgetten worden ingeschreven
voor, jawel, ver na de verkiezingen, ver na 2007.
Ik slaak nog enkele verzuchtingen. De enige samenhang die ik in
deze regering terugvind, is een eenzijdige politiek tegenover een
overgrote meerderheid van dit land en een gebrek aan loyauteit.
Ik zal niet in herhaling vallen over het migrantenstemrecht maar ik wil
de lijst wel aanvullen met de soap rond de MUG voor Vlaams-
Brabant, waar er uiteindelijk geen volwaardige MUG mocht zijn. Er is
ook nog de pediatrie waar de VLD met de moed der wanhoop eerst
een resolutie indiende en intussen zelfs een wetsvoorstel indiende
tegen de plannen van minister Demotte. Wij wensen dat wetsvoorstel
uiteraard te ondersteunen.
Er is nog minister Demotte die met twee besluiten moeiteloos de
onwettige PET-scans tot eind 2008 regulariseert. Er is de aanpassing
van de numerus clausus van de artsen op maat van de Franstalige
afgestudeerden, dit in schril contrast met de uitgangsexamens voor
kinesisten, enkel en alleen in Vlaanderen, ondanks de enorme
inspanningen die Vlaanderen heeft geleverd en ondanks de bevinding
dat er binnen enkele jaren misschien te weinig kinesisten zullen zijn.
Er is de jeugdgevangenis van Florennes, waar men na twee
legislaturen van vertragingsmanoeuvres tot een Belgisch compromis
is gekomen in de jeugdbeschermingswet. Dit is nog altijd niet het
Vlaams jeugdsanctiebeleid zoals wij het willen. Een belangrijk element
is uiteraard de jeugdgevangenis, maar de beste manier om deze te
kelderen, is de plaats van de jeugdgevangenis onaanvaardbaar
maken bij de Nederlandstalige politici. Het zijn immers maar zij die
vragende partij zijn.
Wat tewerkstelling betreft, hoorden we deze week nog dat 63% van
de schorsingen in Vlaanderen, 27% in Brussel en 10% in Wallonië
worden uitgesproken. Het Boetefonds moet zowat het enige fonds zijn
dat niet leeg is, maar ook daar wordt 83% aangedragen door
Vlaanderen. Men doet hier inspanningen om te komen tot een
verkeersveilige samenleving, maar de verdeelsleutel is momenteel
nog altijd 57-43.
Wat mij ook nog van het hart moet, en daarmee rond ik af, is dat in
Vlaanderen een inburgeringsdecreet werd goedgekeurd, ook door
liberalen en socialisten, terwijl op federaal vlak de snel-Belg-wet en
diverse bepalingen er bij hoogdringenheid werden doorgejaagd en
waar de inburgeringsvereiste wordt weggelaten. Geen inspanningen
voor inburgering, geen verplicht aanleren van de taal, dit is
onvoorstelbaar.
Deze begroting is er een die het evenwicht probeert na te streven en
daarin wel zal slagen, maar dit op de kap van de volgende generaties,
met reddingsoperaties zoals de verkoop van overheidsgebouwen
waar geen enkele economische logica in zit. Deze begroting zal het
gezicht van paars misschien wel redden, maar heeft het algemeen
belang van morgen zeker niet als prioriteit.
violette s'est évanouie. Nous
n'adopterons pas ce budget.
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
67
Aankondigen wat in 2009 moet gebeuren! Mevrouw D'hondt citeerde
correct de Romeinse dichter Horatius: veel beloven verzwakt het
vertrouwen. Dat vertrouwen in paars is bij de N-VA ver te zoeken.
Deze begroting keuren wij dus niet goed. Desondanks zou ik u,
mijnheer de voorzitter, mijnheer en mevrouw de minister en alle
collega's, een vrolijk kerstfeest willen toewensen en een gelukkig,
maar vooral gezond nieuw jaar en dit natuurlijk namens mijn volledige
fractie.
Le président: M. Nollet sera le dernier orateur avant l'interruption. J'ai fait venir d'autres ministres auxquels
s'adresseront d'autres membres. J'avertis néanmoins les chefs de groupe que nous avançons plus vite que
nous pouvions le craindre ou l'espérer.
J'ouvrirai donc la séance du soir après l'intervention de M. Nollet.
In de tussentijd is het koud buffet open vanaf dit uur tot ongeveer 20.00 uur.
15.16 Alfons Borginon (VLD): Mijnheer de voorzitter, ik heb een
praktische vraag. U vergadert gewoon door, terwijl het buffet open is.
Is er niet in een onderbreking voorzien om ons toe te laten naar het
buffet te gaan?
De voorzitter: Ik zal een korte onderbreking van symbolische aard toepassen.
Ik heb nog drie collega's van de CD&V-fractie ingeschreven, namelijk de heren Devlies, Bogaert en
Verhaegen en dat zijn niet allemaal korte redes. Ik probeer, maar ze zijn vrij om te spreken zo lang zij
wensen.
Ik denk dat wij zullen kunnen stemmen tussen 20.30 uur en 21.00 uur.
15.17 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Monsieur le président, madame
la vice-première ministre, monsieur le vice-premier ministre, ce
budget 2007 est le dernier budget de la législature: nous en
profiterons donc pour pointer quelques éléments de bilan. Il est bien
sûr impossible de tout survoler, mais je me contenterai de
sélectionner quelques points essentiels parmi les plus parlants.
D'abord, la recherche et le développement.
Monsieur Hasquin, je sais combien vous êtes attentif à ce sujet, mais
je dois avouer que les chiffres actuellement disponibles ont de quoi
inquiéter et le budget proposé n'a pas de quoi rassurer.
Au regard du dernier chiffre connu et de l'évolution espérée, soit 3%
en 2010 du PIB consacrés à la recherche et au développement, on
constate que la Belgique effectue une marche arrière. En 2003,
2,11% y étaient consacrés alors que, selon les derniers chiffres en
notre possession, nous sommes repassés sous la barre des 2%, à
1,93% pour être exact. À juste titre, vous rétorquerez que l'État et les
entités publiques ne sont pas les seuls responsables mais que le
privé doit aussi y participer; c'est exact. Cependant, si l'on observe à
l'intérieur des chiffres les performances de chaque autorité publique,
on se rend compte que l'État fédéral est le seul à reculer.
Je sais que M. de Donnea est aussi particulièrement attentif à la
question des chiffres: il a posé diverses questions en commission.
15.17 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Deze begroting 2007 is
de laatste van de regeerperiode:
tijd dus voor een eerste balans.
De beschikbare cijfers met
betrekking tot O&O zijn
zorgwekkend. België boert
achteruit: de uitgaven zakken van
2,11 procent van het BBP in 2003
naar 1,93 procent vandaag. Het
moet gezegd: de Staat en de
overheidsinstellingen zijn hier niet
alleen debet aan, ook de
privésector moet zijn steentje
bijdragen. Maar binnen de Staat
zelf neemt het aandeel van de
federale overheid af, terwijl de
Gewesten meer investeren in
O&O. De verantwoordelijkheid ligt
dus wel degelijk bij de federale
regering.
Als de minister van Begroting dan
beweert dat "alles in het werk
gesteld wordt om de
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
68
Les chiffres indiquent que la part de l'autorité fédérale dans la
recherche et le développement diminue dangereusement alors que
les autres entités régionales Région wallonne, Communauté
française, Région flamande, Région bruxelloise et Communauté
flamande augmentent leur participation.
Les chiffres se retrouvent dans les travaux parlementaires. En 2003,
au début de cette nouvelle législature, l'autorité fédérale en est à
0,18% alors qu'aujourd'hui, les chiffres publiés indiquent 0,15% du
PIB. En revanche, la Communauté flamande est restée stable à
0,28%, la Communauté française à 0,08% et la Région wallonne à
0,06%. Ainsi, finalement, si la part du PIB consacrée par les autorités
publiques à la recherche et au développement diminue, c'est
exclusivement de la responsabilité du gouvernement fédéral.
Madame la ministre du Budget, vous entendre dire en commission
qu'en fait, "tout est mis en oeuvre pour atteindre l'objectif de Lisbonne
et les 3% nécessaires", voilà qui est lourd et difficile à avaler! Cela se
trouve pourtant à la page 270 du rapport.
Les chiffres nous montrent pour les entreprises et pour les autorités
publiques une diminution de la part du PIB consacrée à la recherche
et au développement et cela du seul fait de l'autorité fédérale. Le
budget n'apporte pas de réponses à ce sujet. On a une mesure
élargie: les chercheurs en entreprise sont davantage soutenus; mais
ce n'est pas ainsi qu'on atteindra les 3%.
(...): (...)
Lissabondoelstelling en de
vereiste 3 procent te bereiken",
dan is dat wel kras!
En in de begroting worden geen
antwoorden aangereikt. De
vorsers in ondernemingen worden
weliswaar beter gesteund, maar
het is niet op die manier dat de 3
procent zal worden gehaald. In
totaal moet de federale begroting
een derde van 3 procent dekken;
bij het begin van de regeerperiode
zaten we aan 0,61 procent en
thans aan 0,58 procent!
15.18 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Notez que je souligne le
caractère positif de cet élément, même s'il n'est pas comptabilisé. Ne
laissez pas croire que le seul fait de ne pas comptabiliser des
mesures va empêcher d'atteindre les 3%. La tendance par rapport
aux mesures comptabilisées est négative pour l'autorité fédérale,
alors qu'ailleurs, il y a au moins une stabilisation, même si c'est
insuffisant. Au total, le budget fédéral doit couvrir un tiers des 3% soit
1%. On était à 0,61% au début de la législature et on est à 0,58%
aujourd'hui. Il est donc temps que cela s'arrête.
En lien avec la recherche et le développement, l'intérêt pour la société
de la connaissance que vous prôniez incite à examiner où on en est
en matière de formation continue des travailleurs, de formation
professionnelle. On partait là aussi d'un objectif affiché dans l'accord
interprofessionnel de 1,9% de la masse salariale en 2006 et non
pas cette fois du PIB consacré à la formation professionnelle. Nous
étions à 1,3% au début de la décennie. Nous en sommes
malheureusement à 1,1%. Voilà un sujet d'inquiétude: pour la
recherche et le développement, la formation professionnelle et pour le
développement de la société de la connaissance. Vous direz encore
une fois que le gouvernement n'est pas habilité à agir seul et que les
entreprises doivent aussi avoir des responsabilités, ce qui est tout à
fait exact.
15.18 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Inzake de permanente
opleiding van werknemers zaten
we bij het begin van het
decennium aan 1,3 procent van de
loonmassa en vandaag aan 1,1
procent, terwijl de doelstelling 1,9
procent was.
15.19 Didier Reynders, ministre: J'ignore si M. Nollet a la série
complète: les chiffres ont-ils été en diminution constante?
15.19 Minister Didier Reynders:
Zijn de cijfers voortdurend
gedaald?
15.20 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Cela doit se trouver sur mon 15.20 Jean-Marc Nollet
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
69
banc. Les chiffres ont été en augmentation entre 1994 et 2001, en
légère diminution par la suite et à présent en diminution plus forte.
(ECOLO): Tussen 1994 en 2001
zijn zij gestegen en de daling heeft
zich in 2002 ingezet.
15.21 Didier Reynders, ministre: Ils diminuaient donc déjà à partir
de 2002?
15.22 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Ils ont commencé à diminuer en
2002. J'ai la correction de donner tous les chiffres, même si cela
implique une certaine critique de ce que nous avons pu ou n'avons
pas pu faire.
15.22 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Ik geef alle cijfers, zelfs
als dat enige kritiek op ons eigen
werk inhoudt.
15.23 Didier Reynders, ministre: Ce que je salue, d'ailleurs.
15.24 Jean-Marc Nollet (ECOLO): En l'occurrence, vous
reconnaîtrez qu'il y a un problème dans la situation actuelle. Dans le
futur accord interprofessionnel, le gouvernement sera amené à
revenir sur ce point suite à l'appel des organisations patronales et
syndicales.
Je crois et j'espère que vous croyez également que c'est aussi par
ces mesures qu'on va relancer la compétitivité du pays et pas
seulement par les réductions d'impôt que vous continuez à
développer par ailleurs.
Nous avons reçu cette semaine les statistiques de l'Union
européenne, d'Eurostat. Je peux vous dire que, suivant leur typologie,
8,5% des travailleurs ont suivi une formation en 2005. La moyenne de
l'Union européenne est, quant à elle, de 12,5. En la matière, nous
constatons donc une corrélation entre les différents chiffres relatifs à
la société de la connaissance. Il ne s'agit pas du bilan positif que vous
pouviez espérer présenter. Pourtant, en 2004, vous insistiez
beaucoup sur cette dimension.
J'en arrive maintenant aux trucs et aux ficelles de ce budget 2007.
Nous avons ici un vrai catalogue de prestidigitation budgétaire!
Souvenons-nous que vous avez trouvé 4 milliards en une nuit; nous
l'avions déjà dit au mois d'octobre! C'est dire si cet édifice est
instable. Vous refusez de reconnaître on a pourtant tenté de vous y
pousser en commission que l'Union européenne elle-même le dit,
en tout cas pour ce qui concerne le budget 2005. Un conflit est encore
pendant. En effet, dans les documents, y compris dans ceux qui ont
été distribués aujourd'hui, vous dites que, pour l'année 2005, on
enregistre un surplus de 0,1% du PIB alors qu'Eurostat fait état d'un
déficit de 2,3%. Un jour ou l'autre, nous arriverons à vous obliger à
reconnaître ce fait! Il faudra bien qu'un jour, les chiffres européens et
belges soient identiques!
Toujours est-il que M. Viseur et le président de la Cour des comptes
l'ont souligné la comptabilité que vous présentez ne revêt pas tout le
sérieux requis. Selon le président de la Cour des comptes, elle est
même désuète. Selon moi, les techniques utilisées ne sont plus
dignes d'un État moderne.
Vous insistez sur le principe de l'ancre, mais ce principe n'incite pas
vraiment à faire des économies. Il entraîne simplement un report.
Cela a pour conséquence d'augmenter les intérêts de retard et donc,
en quelque sorte, de rendre, à terme, plus coûteuses les mesures
15.24 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): In het toekomstig
centraal akkoord zal de regering
op verzoek van de werkgevers-
organisaties en de vakbonden op
dat punt moeten terugkomen.
Met die maatregelen en niet alleen
met uw belastingverminderingen
zal het concurrentievermogen van
het land opnieuw worden
aangezwengeld.
Volgens de statistieken van
Eurostat heeft 8,5 procent van de
werknemers in 2005 een opleiding
gevolgd, terwijl het Europese
gemiddelde op 12,5 ligt. Een
weinig positieve balans.
De Europese Unie acht de
begroting voor 2005 onstabiel.
Voor 2005 geven uw documenten
een overschot van 0,1 procent
van het bbp aan, terwijl Eurostat
een tekort van 2,3 procent meldt.
De voorzitter van het Rekenhof
vindt uw boekhouding achterhaald.
Het ankerprincipe dat in 2007
een bedrag van 860 miljoen
vertegenwoordigt moedigt niet
meteen tot besparingen aan:
doordat het verwijlinteresten
meebrengt, maakt het de
maatregelen duurder en benadeelt
het de komende generaties.
Bovendien blijkt uit de cijfers van
het VBO dat er gemiddeld
driehonderd facturen per bedrijf
hangende zijn.
U wil dat de burger zijn
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
70
prises et de pénaliser les générations et les gouvernements futurs qui
devront payer les intérêts de retard. Soit vous persistez à procéder de
la sorte, soit vous faites porter le poids de vos reports par les
entreprises.
Or, nous connaissons les chiffres avancés par la FEB. Je ne suis pas
en mesure de vous dire s'ils sont corrects ou non. Il est question
d'une moyenne de 300 factures en souffrance avec les conséquences
pour les entreprises concernées.
La technique n'est pas neuve. On a affaire à un florilège. Cette année,
on se trouve face à un concentré de tout ce que vous avez pu faire
tout au long de cette législature. Le volume concerné par le principe
de l'ancre est plus important que l'année dernière: 660 millions en
2006, 830 millions en 2007.
Parallèlement, vous voulez que les citoyens payent leurs impôts dans
les temps. Pourtant, vous, quand vous devez payer vos factures, vous
retardez l'échéance!
D'une part, vous retardez le paiement des dépenses, d'autre part,
vous anticipez les recettes.
C'est le cas, notamment, via l'enrôlement accéléré de l'ISOC et via les
mesures sur les réserves immunisées puisque vous rapatriez sur une
année budgétaire ce qui aurait pu s'étaler sur une dizaine d'années.
Je ne dis pas qu'en soi, il n'est pas intéressant d'aller rechercher une
masse financière qui ne serait peut-être pas venue, mais le fait est
que vous l'utilisez entièrement sur la même année. Forcément, cela
grève, pour partie, les recettes qui auraient pu arriver durant la
prochaine décennie.
C'est le cas aussi pour la vente des bâtiments de l'État. Nous avons
déjà eu de longs débats à ce sujet. Il s'agit d'une vente à perte! Vous
vendez au prix de la valeur vénale sans tenir compte du fait que la
vente est liée au paiement, par l'État, d'un loyer garanti parfois 10, 15,
20, 27 ans et ce loyer que vous vous engagez à payer permet à
l'acheteur de récupérer le prix d'achat du bâtiment en quatre, cinq ou
six ans. On peut citer quelques exemples en la matière.
belastingen op tijd betaalt, maar
de Staat hoeft dat kennelijk niet te
doen! U stelt de uitgaven uit en
anticipeert op de ontvangsten,
doordat u wat men evengoed over
een tiental jaren had kunnen
spreiden, in één begrotingsjaar
samenperst. Dat is misschien wel
interessant, maar u soupeert alles
ook op in dat zelfde jaar, wat voor
een stuk de ontvangsten van de
komende tien jaar bezwaart.
Dat is ook het geval voor de
verkoop met verlies van
overheidsgebouwen. U verkoopt
tegen de handelswaarde, zonder
rekening te houden met het feit dat
na de verkoop een gewaarborgde
huur betaald zal moeten worden
gedurende 10, 15, 20 of zelfs 27
jaar. Dankzij die huurgelden
verdient de koper de aankoopprijs
terug in vier, vijf of zes jaar.
15.25 Didier Reynders, ministre: Cela me rappelle un dossier mais
je n'arrive plus à l'identifier...
15.26 Jean-Marc Nollet (ECOLO): Un dossier de coopération?
15.27 Didier Reynders, ministre: Non, un dossier dont vous avez eu
certains éléments mais pas tous, si j'ai bien compris.
15.28 Jean-Marc Nollet (ECOLO): C'était à l'étranger. Cela doit
certainement intéresser...
(Rires)
Prenons quelques exemples. La Tour des Finances est vendue pour
276 millions. Le loyer est de 42 millions pendant 27 ans. Admettez
qu'on obtient vite le prix de vente, on l'atteint en moins de six ans. La
Cité administrative estimée à 70 millions au départ, vendue à
27 millions et deux ans de loyer d'un montant de 21,5 millions pour
15.28 Jean-Marc Nollet
(ECOLO): Ik geef een paar
voorbeelden: de Financietoren
werd verkocht voor 276 miljoen.
De huur bedraagt 42 miljoen. Na
nagenoeg zes jaar zal men het
equivalent van de verkoopprijs aan
huur hebben terugbetaald. Het
Rijksadministratiefcentrum werd
verkocht voor 27 miljoen, maar er
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
71
reloger les fonctionnaires. Pour le 9, rue de la Loi, le nouveau
propriétaire aura récupéré le prix d'achat en quatre ans. On peut
encore citer le Résidence Palace.
Nous sommes déjà revenus à maintes reprises en commission sur le
sujet. Il est inutile de refaire le débat ici, d'autant plus que je
souhaiterais pointer d'autres éléments dans les trucs et ficelles que
vous utilisez.
Prenons l'appel récurrent aux autres niveaux de pouvoir. Certains
affirment qu'ils ont obtenu le refinancement. Souvenez-vous combien
il a été difficile de l'obtenir et qui plus est, il s'est traduit dans une loi
spéciale. Alors, la loi spéciale, c'est un dû. Effectivement ils ont reçu
des moyens supplémentaires mais, en dehors de ce qui a été
négocié, vous parvenez tout de même à repêcher 334 millions
puisque les Régions et Communautés confondues ne peuvent
dépenser un tel montant.
Les pouvoirs locaux sont également appelés à la rescousse, en tout
cas d'un point de vue statistique. On se gausse souvent d'un solde
primaire consolidé au niveau de l'État entité I et entité II, qui est
stabilisé. Mais si on regarde le seul solde primaire du niveau fédéral,
on constate une diminution. Cela vaut pour cette année aussi, mais si
on part de 2003, on est à 5,3% et en 2007, on est à 3,6%. L'année
dernière, nous étions encore à 3,7%. Par contre, le solde primaire des
pouvoirs locaux a augmenté, lui, de 0,2%. C'est dire si l'équilibre est
incertain. Il ne nous met pas à l'abri de mauvaises surprises qui, faut-
il vous le rappeler, en 2006, sont apparues comme autant de revers
qui ont dépassé un montant de 1,2 milliard d'euros, dont les fameux
883 millions qui se baladent entre votre cabinet et l'administration et
qui sont à tout jamais perdus.
En termes d'équilibre incertain, il faut aussi rappeler que ce que vous
imaginiez au départ comme recettes pour la DLU bis est largement
revu à la baisse. En deux temps, nous sommes passés de 400 à
250 millions, et maintenant nous arrivons à 150 millions.
Pour ce qui concerne la réforme des services d'incendie et de
sécurité civile vous me direz que vous n'êtes pas le ministre
compétent, j'en conviens , vous savez combien je suis attentif à ce
dossier depuis la catastrophe de Ghislenghien. Pour le refinancement
nécessaire de ces services, on peut dire qu'il n'y a pas la moindre
traduction dans le budget. C'est encore aux communes à intervenir en
la matière. Or, j'entends encore le ministre de l'Intérieur nous dire
que, d'ici la fin de l'année, les choses allaient bouger. Il reste encore
quelques jours et en politique, on dit toujours qu'en 24 heures, il peut
se passer beaucoup de choses.
Cela dit, j'ai l'impression que ce soir, le président va clôturer les
travaux et je ne suis donc pas certain que nous aurons le temps
d'adopter cette réforme pourtant annoncée par le ministre de
l'Intérieur ni, surtout, de voir les budgets suivre. Actuellement, ce sont
les communes qui doivent fournir les moyens à concurrence de plus
de 90%. Or, l'objectif assigné par le ministre de l'Intérieur suite à la
catastrophe de Ghislenghien était bien de passer à un taux de 50-50
pour le financement. Si on calcule le 50-50, il faudrait que le budget
fédéral consacré aux services d'incendie et de sécurité civile soit de
450 millions. On en est loin! On en est même très loin puisqu'il
moet 21,5 miljoen aan huur
betaald worden voor kantoorruimte
voor de ambtenaren. De nieuwe
eigenaar van de Wetstraat nr. 9
zal de aankoopprijs in vier jaar tijd
terugverdiend hebben. Het
Résidence Palace is nog zo'n
voorbeeld.
Wat ook nog in uw trukendoos zit:
het feit dat er steeds weer een
beroep gedaan wordt op de
andere beleidsniveaus. Sommigen
hebben een herfinanciering
bekomen, maar boven op hetgeen
beklonken werd bij onder-
handelingen slaagt u erin 334
miljoen uit de brand te redden.
Ook de lokale besturen worden te
hulp geroepen. Het primair saldo
van het federale niveau blijkt
immers af te nemen. Van 5,3
procent in 2003, gaat het naar 3,6
procent in 2007. Het primair saldo
van de lokale besturen, daaren-
tegen, is met 0,2 procent
gestegen. Het gaat om een wankel
evenwicht en we zijn zeker niet
behoed voor tegenvallers. In 2006
ging het om meer dan 1,2 miljard
euro, waaronder de beruchte 883
verdwenen miljoenen. Zo werden
ook de ontvangsten voor de
EBAbis naar beneden bijgesteld:
van 400 miljoen ging het naar 250
miljoen en vandaag zitten we op
150 miljoen.
De begroting voorziet niet in
middelen voor de hervorming van
de brandweerdiensten en de
civiele veiligheid. De gemeenten
zullen eens te meer mogen
bijdragen, voor meer dan 90
procent. Na de ramp te Gellingen
was het nochtans de bedoeling
van de minister van Binnenlandse
Zaken om voor de financiering tot
een 50/50-verhouding te komen.
De federale begroting voor de
brandweerdiensten en de civiele
veiligheid zou 450 miljoen moeten
bedragen, terwijl ze vandaag
slechts 60 of 70 miljoen bedraagt!
Dat geldt ook voor de
onthaalmoeders. Samen met de
21/12/2006
CRIV 51
PLEN 256
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
72
n'atteint que 60 ou 70 millions actuellement!
Il en va de même pour ce qui concerne les accueillantes d'enfants. À
nouveau, je ferai appel à M. Hasquin et à un autre temps, peut-être
plus intéressant que celui que nous vivons actuellement, où nous
nous étions engagés à procéder avec le niveau fédéral à une
évaluation du statut des accueillantes d'enfants pour aboutir fin 2005
à un statut complet. Nous n'y sommes toujours pas et budgétairement
non plus!
Par contre, en ce qui concerne les "one shot", vous n'avez pas été
avare avec la reprise des fonds de pension, la vente des bâtiments et
la titrisation. Ce sont en fait de nouvelles formes d'effets boule de
neige qui donneront lieu, un jour ou l'autre, à de nombreux débats et
de nombreuses difficultés.
Pour vous défendre, vous dites que la situation va en diminuant.
Effectivement, puisqu'en 2006 la part des effets "one shot"
représentait encore 0,56% alors qu'en 2007, elle n'est plus que de
0,37%. Mais vous omettez de signaler que l'effet est cumulé d'année
en année.
Au bout du compte, on a l'impression que toutes les parties sont
perdantes: l'État, parce qu'il dilapide ses avoirs en vendant des
bâtiments; le citoyen qui doit supporter pendant longtemps les
charges qui sont reportées; les entreprises qui sont mises en difficulté
avec le principe de l'ancre; les Régions et les Communautés qui sont
appelées une fois de plus à la rescousse. Bref, ce budget met toutes
les parties en difficulté.
De plus, vous loupez également les grands rendez-vous. J'ai déjà cité
le secteur de la recherche et du développement; je pourrais
mentionner celui de l'emploi. Vous venez à peine de dépasser le
chiffre de 100.000 emplois nouveaux créés si l'on se réfère aux
statistiques réparties sur 12 mois. Il vous reste six mois pour atteindre
votre objectif de 200.000 emplois. Il serait temps de reconnaître que
vous n'y parviendrez pas!
Le dernier élément que je souhaite aborder, c'est la question du
développement durable, autre grand rendez-vous manqué. J'ai
l'impression que pour ce gouvernement et le premier ministre en tête,
le développement durable relève du domaine du cinéma. En
l'occurrence, on apprécie d'aller visionner un beau film, mais au-delà,
cela reste du cinéma.
Vous me rétorquerez bien entendu qu'il ne faut pas oublier la taxe sur
l'emballage. Comme on a largement commenté le sujet tant en
commission qu'en séance plénière, je rappellerai simplement qu'il
s'agit d'une taxe bouche-trou et en rien d'une taxe liée aux véritables
objectifs du développement durable, puisqu'elle est appelée à être
dans ces cas-là "biodégradable".
Dans son nouveau livre, le premier ministre évoque une idée quant à
la taxe de mise en circulation. Celle-ci serait davantage liée au score
écologique de chacune des voitures plutôt qu'à la puissance, comme
c'est le cas aujourd'hui. Plutôt que de l'indiquer dans un budget, il
l'indique dans un bouquin! C'est assez inintéressant; c'est un manque
de courage, à un moment où il faudrait avancer dans cette
federale overheid diende hun
statuut geëvalueerd te worden om
tegen eind 2005 tot een
volwaardig statuut te komen. Maar
dat is nog steeds niet gebeurd.
U is daarentegen in de techniek
van de "one shot"-operaties blijven
volharden. Dat is het aloude
sneeuwbaleffect in een nieuwe
verpakking dat vroeg of laat voor
veel problemen zal zorgen.
Zowel voor de overheid als voor
de burgers en de bedrijven is deze
begroting een slechte zaak..
Bovendien laat u grote kansen
onbenut. Ik heb het al over de
sector van het onderzoek en de
ontwikkeling gehad. Ik kan
nogmaals op die van de
werkgelegenheid terugkomen. Er
zijn nauwelijks meer dan 100.000
jobs bijgekomen. U heeft nog
maar zes maanden om uw
doelstelling van 200.000 jobs te
bereiken. U moet eindelijk
toegeven dat u dat niet meer kan
halen.
Wat de duurzame ontwikkeling
betreft, heb ik de indruk dat deze
regering, met de eerste minister
op kop, die problematiek niet
ernstig neemt. De verpakkings-
heffing is slechts een stoplap en
heeft helemaal niets te maken met
de ware doelstellingen van de
duurzame ontwikkeling.
In zijn nieuwe boek neemt de
eerste minister zich voor om de
belasting op de inverkeerstelling
niet langer aan het vermogen
maar aan de milieuscore van
voertuigen te verbinden. Waarom
werd die maatregel niet in de
begroting ingeschreven?
Ondertussen neemt de
milieuschuld steeds grotere
vormen aan. Dat is een
bijkomende reden voor de Ecolo-
fractie om de vandaag
voorliggende begroting niet goed
te keuren.
CRIV 51
PLEN 256
21/12/2006
CHAMBRE
-5
E SESSION DE LA
51
E LEGISLATURE
2006
2007
KAMER
-5
E ZITTING VAN DE
51
E ZITTINGSPERIODE
73
problématique!
En attendant, la dette écologique, la dette environnementale n'aura
pas cessé de croître. C'est une raison supplémentaire qui conduira le
groupe Ecolo à refuser le budget qui nous est aujourd'hui présenté.
Le président: Monsieur Nollet, je vous remercie. Je clos maintenant la séance de l'après-midi. Je
suspends un quart d'heure avant d'ouvrir la séance du soir.
Mijnheer De Crem, ik zal straks beginnen met de heer Bogaert.
15.29 Pieter De Crem (CD&V): Die is hier nu niet, maar hij zal
komen.
De voorzitter: Hij zal komen. Ik heb ingeschreven: de heren Bogaert, Devlies en Verhaegen. Mevrouw
Pieters heeft zich laten schrappen. De heer Chevalier insgelijks. Het antwoord van de ministers kan dus
waarschijnlijk een uurtje na het hervatten van de vergadering komen. Dus, om 19.05 uur begin ik met de
avondvergadering.
15.30 Minister Didier Reynders: De nachtvergadering?
15.31 Pieter De Crem (CD&V): La nuit n'en finit plus.
De voorzitter: Mijnheer de minister van Financiën en vice-eerste minister, ik heb goed nieuws voor u.
Sinds vandaag beginnen de nachten korter te worden.
15.32 François-Xavier de Donnea (MR): Het is de langste nacht
van het jaar.
De voorzitter: De vergadering wordt gesloten. Volgende vergadering donderdag 21 december 2006 om
19.05 uur.
La séance est levée. Prochaine séance le jeudi 21 décembre 2006 à 19.05 heures.
De vergadering wordt gesloten om 18.50 uur.
La séance est levée à 18.50 heures.
Ce compte rendu n'a pas d'annexe.
Dit verslag heeft geen bijlage.