KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
CRABV 52 COM 419
CRABV 52 COM 419
B
ELGISCHE
K
AMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
C
HAMBRE DES REPRESENTANTS
DE
B
ELGIQUE
B
EKNOPT
V
ERSLAG
C
OMPTE
R
ENDU
A
NALYTIQUE
C
OMMISSIE VOOR DE
V
OLKSGEZONDHEID
,
HET
L
EEFMILIEU EN DE MAATSCHAPPELIJKE
H
ERNIEUWING
C
OMMISSION DE LA
S
ANTE PUBLIQUE
,
DE
L
'E
NVIRONNEMENT ET DU
R
ENOUVEAU DE LA
S
OCIETE
woensdag
mercredi
21-01-2009
21-01-2009
voormiddag
matin
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
i
INHOUD
SOMMAIRE
Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de
minister van Klimaat en Energie over "de toxiciteit
van producten voor dagelijks gebruik" (nr. 9780)
1
Question de Mme Marie-Martine Schyns au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la toxicité
des produits utilisés au quotidien" (n° 9780)
1
Sprekers: Marie-Martine Schyns, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs:
Marie-Martine
Schyns,
Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan de
minister van Klimaat en Energie over "de
eventuele schadelijkheid van spaarlampen"
(nr. 9782)
3
Question de Mme Marie-Martine Schyns au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "l'éventuelle
nocivité des ampoules économiques" (n° 9782)
3
Sprekers: Marie-Martine Schyns, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs:
Marie-Martine
Schyns,
Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
algemene invoering van spaarlampen tegen
2010" (nr. 10021)
3
Question de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "les
ampoules à basse consommation généralisées
d'ici 2010" (n° 10021)
3
Sprekers: Bruno Van Grootenbrulle, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Bruno Van Grootenbrulle, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan
de minister van Klimaat en Energie over "het
federale aankoopbeleid van emissierechten"
(nr. 9883)
5
Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la politique
fédérale en matière d'achat de droits d'émission"
(n° 9883)
5
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
bescherming van het nationaal park Yasuni in
Ecuador" (nr. 9884)
6
Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la
sauvegarde du parc national Yasuni en Équateur"
(n° 9884)
6
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Wouter De Vriendt aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de slachting van
dolfijnen op de Faeröereilanden" (nr. 9901)
9
Question de M. Wouter De Vriendt à la vice-
première ministre et ministre des Affaires sociales
et de la Santé publique sur "les dauphins
massacrés aux Iles Féroé" (n° 9901)
9
Sprekers:
Wouter
De
Vriendt,
Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs:
Wouter
De
Vriendt,
Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van de heer Peter Logghe aan de minister
van Klimaat en Energie over "hybride en
duurzame wagens" (nr. 9944)
10
Question de M. Peter Logghe au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les voitures hybrides et
durables" (n° 9944)
10
Sprekers: Peter Logghe, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Peter Logghe, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan
de minister van Klimaat en Energie over "het
federale aandeel in de Kyotodoelstelling met
betrekking tot de vermindering van de CO2-
uitstoot" (nr. 10300)
12
Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la part
fédérale dans l'objectif Kyoto concernant la
réduction des émissions de CO2" (n° 10300)
12
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten aan
de minister van Klimaat en Energie over "het
Nationaal Klimaatplan 2009-2012" (nr. 10301)
13
Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "le Plan
National Climat 2009-2012" (n° 10301)
13
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
ii
Sprekers: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Tinne Van der Straeten, Paul
Magnette, ministre du Climat et de l'Énergie
Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de
minister van Klimaat en Energie over "het door
België op het Europese niveau verdedigde
standpunt inzake GGO's" (nr. 9906)
15
Question de Mme Valérie Déom au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la position défendue
par la Belgique en matière d'OGM au niveau
européen" (n° 9906)
15
Sprekers: Valérie Déom, Paul Magnette,
minister van Klimaat en Energie
Orateurs: Valérie Déom, Paul Magnette,
ministre du Climat et de l'Énergie
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
1
COMMISSIE VOOR DE
VOLKSGEZONDHEID, HET
LEEFMILIEU EN DE
MAATSCHAPPELIJKE
HERNIEUWING
COMMISSION DE LA SANTE
PUBLIQUE, DE
L'ENVIRONNEMENT ET DU
RENOUVEAU DE LA SOCIETE
van
WOENSDAG
21
JANUARI
2009
Voormiddag
______
du
MERCREDI
21
JANVIER
2009
Matin
______
De vergadering wordt geopend om 10.17 uur en
voorgezeten door mevrouw Muriel Gerkens.
La réunion publique est ouverte à 10 h 17 par
Mme Muriel Gerkens, présidente.
01 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
toxiciteit van producten voor dagelijks gebruik"
(nr. 9780)
01 Question de Mme Marie-Martine Schyns au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la toxicité
des produits utilisés au quotidien" (n° 9780)</b>
01.01 Marie-Martine Schyns (cdH): De
chemische stoffen die in bepaalde producten voor
dagelijks gebruik zitten, kunnen een gevaar
betekenen voor de gezondheid van de mens.
Ik heb mevrouw Onkelinx ondervraagd over bisfenol
A, dat misvormingen of hormoonverstoringen
veroorzaakt die de normale ontwikkeling van de
foetus in de weg staan. Parabenen die als
bacteriebestrijdende middelen worden gebruikt in
voedingsmiddelen zouden kankerverwekkend zijn.
Organische oplosmiddelen voor muurverf zouden
ademhalingsdisfuncties veroorzaken. Het Vlaams
instituut voor technologisch onderzoek stelt ook dat
de verontreinigende stoffen in het moederbloed een
risico betekenen voor een pasgeboren kind.
Bent u van plan die informatie te gebruiken in uw
denken over de Lente van het Leefmilieu? Komt er
een informatie- en sensibiliseringscampagne? Zou
men de producten die gevaarlijk zijn voor de
ontwikkeling van de foetus geen label kunnen
geven?
01.01 Marie-Martine Schyns (cdH) : Des
substances chimiques contenues dans certaines
produits quotidiens peuvent présenter un danger
pour la santé humaine.
J'ai interrogé Mme Onkelinx sur le bisphénol A,
responsable de malformations ou de perturbations
endocriniennes empêchant le développement
normal du foetus. Les parabènes, utilisés comme
antibactériens dans les aliments, développeraient
des cellules cancéreuses. Les solvants organiques
de la peinture murale entraîneraient des
dysfonctionnements respiratoires. L'Institut flamand
de recherches technologiques affirme aussi que les
polluants présents dans le sang de la mère
représentent un risque pour le nouveau-né.
Comptez-vous utiliser ces informations dans votre
réflexion liée au Printemps de l'Environnement ?
Une campagne d'information et de sensibilisation
est-elle prévue ? Ne pourrait-on pas labelliser les
produits dangereux pour le développement du
foetus ?
01.02 Minister Paul Magnette (Frans): De
gevaarlijke
chemische
stoffen
in bepaalde
producten moeten worden gereglementeerd en de
consument moet daarover worden ingelicht. Het
gebruik van bisfenol A in de fabricage van
01.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Les
substances chimiques dangereuses contenues
dans certains produits doivent être réglementées et
le consommateur doit en être informé. L'utilisation
du bisphénol A dans la fabrication de matériaux en
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
2
polycarbonaatmaterialen die met voeding in contact
komen
(fopspenen
en
zuigflessen),
wordt
gereglementeerd door het koninklijk besluit van 3
juli 2005. In 2008 werd een met bijkomende tests
aangevuld
evaluatieverslag van de risico's
afgerond.
Het incident is gesloten.
polycarbonate destinés au contact alimentaire
(tétines et biberons) est réglementée par un arrêté
royal du 3 juillet 2005. Un rapport d'évaluation des
risques étayé par des tests supplémentaires a été
finalisé en 2008.
L'incident est clos.
Er werd in 2008 op Europees niveau een
risicobeoordelingsrapport
goedgekeurd
dat
binnenkort zal worden gepubliceerd.
Alleen methyl- en ethylparabenen mogen in
bepaalde voedingsmiddelen gebruikt worden na
positief advies van de Europese Autoriteit voor
voedselveiligheid (EFSA), wat betekent dat er geen
enkel
gezondheidsrisico
bestaat
als
de
gebruiksvoorwaarden in acht genomen worden.
Alleen veilige additieven zijn toegestaan. Er staat
geen waarschuwing op het etiket, maar de
consument wordt geïnformeerd via de lijst van
bestanddelen.
De hoeveelheid parabenen in cosmetica wordt
streng beperkt door het koninklijk besluit van 15
oktober 1997. De regelgeving inzake cosmetica
verplicht de fabrikanten ertoe voor elk product dat
op de markt wordt gebracht, een beoordeling van
de veiligheid van het eindproduct voor de
gezondheid van de mens op te stellen. Bij die
beoordeling moet rekening gehouden worden met
het toxicologisch profiel van elk bestanddeel, de
interactie tussen de bestanddelen en de
blootstellingskenmerken.
Tot slot wil ik de aanwezigheid van chemische
stoffen in de producten of de uitstoot ervan
beperken. Er ligt nu een plan ter bestrijding van de
vervuiling van het binnenmilieu ter inzage, dat in de
lente van 2009 bij de regering zal worden ingediend.
Er wordt een combinatie van regulering en
incentives voorgesteld om de gezondheidsrisico's
van
bouwmaterialen,
lijmen,
verfproducten,
schoonmaakmiddelen,
losse
verwarmingstoestellen, enz. te beperken. In het
eerste half jaar van 2009 zal er tegelijkertijd een
voorlichtingscampagne over vervuiling van het
binnenmilieu op touw worden gezet.
Un rapport d'évaluation des risques a été accepté
en 2008 au niveau européen et sera bientôt publié.
Seuls les parabènes méthylique et éthylique sont
autorisés dans certains aliments après avis positif
de l'Autorité européenne de sécurité des aliments
(EFSA), ce qui signifie qu'il n'y a aucun risque pour
la santé si les conditions d'utilisation sont
respectées. Seuls des additifs sûrs sont autorisés. Il
n'y a pas d'avertissement sur l'étiquette, mais le
consommateur est informé par la liste des
ingrédients.
Dans les cosmétiques, la teneur en parabènes est
strictement limitée par l'arrêté royal du 15 octobre
1997. La réglementation relative aux cosmétiques
impose une évaluation pour la santé de chacun des
produits mis sur le marché. Cette évaluation doit
prendre en compte la toxicologie de chaque
ingrédient, les interactions entre eux et les
caractéristiques d'exposition.
Enfin, j'entends limiter la présence de substances
chimiques dans les produits ou leurs émissions.
Ainsi, un plan contre la pollution de l'air intérieur est
actuellement soumis à consultation et sera transmis
au gouvernement au printemps 2009. Une
combinaison entre régulation et incitants est
proposée pour réduire les risques pour la santé des
matériaux de construction, des colles, des
peintures, des détergents, des appareils de
chauffage
d'appoint,
etc.
Une
campagne
d'information sur la pollution de l'air intérieur est
prévue en parallèle pour le premier semestre 2009.
01.03 Marie-Martine Schyns (cdH): Ik dank u,
maar ik heb geen antwoord gekregen op de vraag
betreffende de labeling en de preventie voor alles
wat verband houdt met de ontwikkeling van de
foetus. Zal daarvoor iets bijzonders gedaan
worden?
01.03 Marie-Martine Schyns (cdH) : Je vous
remercie, mais je n'ai pas obtenu de réponse à la
question relative à la labellisation et à la prévention
pour tout ce qui concerne le développement du
foetus. A-t-on prévu quelque chose de particulier ?
01.04 Minister Paul Magnette (Frans): Er is niets
bijzonders gepland, maar we zouden erover kunnen
nadenken.
01.04 Paul Magnette, ministre (en français) : Rien
de particulier n'est prévu mais nous pourrions y
réfléchir.
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
3
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02 Vraag van mevrouw Marie-Martine Schyns aan
de minister van Klimaat en Energie over "de
eventuele schadelijkheid van spaarlampen"
(nr. 9782)
02 Question de Mme Marie-Martine Schyns au
ministre du Climat et de l'Énergie sur
"l'éventuelle
nocivité
des
ampoules
02.01 Marie-Martine Schyns (cdH): De Europese
Unie heeft de Scientific Committee on Emerging
and Newly Identified Health Risks (SCENIHR)
ermede belast de gevolgen van het gebruik van
spaarlampen
te
observeren.
Een
aantal
spaarlampen zou tot een verergering van
huidziektes
leiden.
Bovendien
zouden
fluorescerende lampen met enkele bekleding
violette stralen niet filteren. Een langdurige
blootstelling zou de blootstellingsgrens benaderen
die vastgelegd is voor ultraviolette stralen in een
werkomgeving. De blootstelling aan die lampen zou
voorts een elektromagnetische vervuiling van meer
dan achtentwintig volt per meter kunnen
veroorzaken, wat de Europese normen afraden. Zijn
sommige lampen schadelijker dan andere? Worden
er raadgevingen overwogen voor de consument?
02.01 Marie-Martine Schyns (cdH) : L'Union
européenne a soumis les ampoules à économie
d'énergie à l'observation du Scientific Committee on
Emerging and Newly Identified Health Risks
(SCENHIR). Certaines ampoules provoqueraient
l'aggravation de maladies dermatologiques. De
plus, les ampoules fluorescentes à enveloppe
unique ne filtreraient pas les rayons violets. Une
exposition prolongée approcherait la limite
d'exposition aux ultraviolets qui est fixée en milieu
du travail. L'exposition à ces lampes pourrait
également
engendrer
une
pollution
électromagnétique supérieure à vingt-huit volts par
mètre ce qui est déconseillé par les normes
européennes. Certaines ampoules sont-elles plus
nocives que d'autres ? Des recommandations sont-
elles envisagées pour les consommateurs ?
02.02 Minister Paul Magnette : (Frans): Ik heb het
rapport met de symptomen gelezen. Het voorstel
van de Europese Commissie over ecodesign,
bepaalt dat fluocompacte lampen voor huishoudelijk
gebruik de uitstoot van ultraviolette stralingen tot
ene minimum beperken. Voorts kan het probleem
van de fotogevoeligheid opgelost worden door een
tweede bekleding aan te brengen. Mijn standpunt is
dat de informatie op de verpakking moet staan.
02.02 Paul Magnette, ministre (en français) : J'ai
pris connaissance de ce rapport mentionnant des
symptômes. La proposition législative de la
Commission européenne relative à l'écodesign
prévoit que les lampes fluocompactes à usage
domestique minimisent ces émissions d'ultraviolets.
De plus, la problématique de la photosensibilité
peut être résolue par un deuxième revêtement. La
position que je défends est que les informations
doivent figurer sur l'emballage.
02.03 Marie-Martine Schyns (cdH): Zullen er
voorzorgsprincipes
genomen
worden
inzake
magnetische golven?
02.03 Marie-Martine Schyns (cdH) : Des
principes de précaution seront-ils pris concernant
les ondes magnétiques ?
02.04 Minister Paul Magnette (Frans): Dat aspect
komt in het onderzoek niet aan bod. Mevrouw
Onkelinx onderzoekt het.
02.04 Paul Magnette, ministre (en français) :
L'étude ne porte pas sur cet aspect. Mme Onkelinx
se charge de l'examiner.
02.05 Marie-Martine Schyns (cdH): Mevrouw
Snoy et d'Oppuers houdt er zich ook mee bezig. We
zullen de zaak bespreken met mevrouw Onkelinx.
De voorzitter: Ik wijs u erop dat al een aantal
antwoorden over dat onderwerp werden verstrekt.
02.05 Marie-Martine Schyns (cdH) : Mme Snoy et
d'Oppuers s'en occupe aussi. Nous verrons cela
avec Mme Onkelinx.
La présidente : Je vous signale que plusieurs
réponses ont déjà été données à ce sujet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van de heer Bruno Van Grootenbrulle
aan de minister van Klimaat en Energie over "de
algemene invoering van spaarlampen tegen
2010" (nr. 10021)
03 Question de M. Bruno Van Grootenbrulle au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "les
ampoules à basse consommation généralisées
d'ici 2010" (n° 10021)
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
4
03.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS): De
Europese Unie heeft beslist dat er vanaf 2010
regels voor het gebruik van gloeilampen zullen
worden uitgevaardigd. Voor de spaarlampen
bestaat er echter nog onduidelijkheid over de
kosten en de recyclage. Zal er een prijswijziging
doorgevoerd worden in de energiesector omdat die
nieuwe lampen duurder zijn? Hoe moeten die
nieuwe lampen, die kwik bevatten, op een adequate
manier gerecycleerd worden? Zal er hierover een
mededeling verspreid worden? Wat kan er gezegd
worden over de vermeende elektromagnetische
straling die die nieuwe lampen zouden voortbrengen
en welke aanbevelingen dienen hieromtrent te
worden gedaan?
03.01 Bruno Van Grootenbrulle (PS) : L'Union
européenne a décidé de réglementer l'usage des
ampoules à filament dès 2010. Les ampoules dites
"à basse consommation" posent cependant
plusieurs questions quant à leur coût et leur
recyclage. Une adaptation des prix sera-t-elle
appliquée dans le secteur de l'énergie en raison des
prix plus élevés de ces nouvelles ampoules ? Quel
est le recyclage adéquat de ces nouvelles
ampoules caractérisées par la présence de
mercure ? Une information sera-t-elle diffusée à ce
sujet ? Qu'en est-il des supposées ondes
électromagnétiques émanant de ces nouvelles
ampoules et quelles sont les recommandations à
faire ?
03.02 Minister Paul Magnette
(Frans):
Spaarlampen verbruiken tot 80 procent minder
energie in vergelijking met gloeilampen en dragen
daardoor bij aan de terugdringing van de CO
2
-
uitstoot. Daarom zullen gloeilampen vanaf 1
september 2012 verboden worden.
03.02 Paul Magnette, ministre (en français) : Les
ampoules économiques permettent de réduire
jusqu'à 80 % la consommation d'énergie et par
conséquent de CO
2
au regard des ampoules
incandescentes. C'est pourquoi celles-ci seront
interdites à partir du 1
er
septembre 2012.
Het klopt dat een spaarlamp gemiddeld tien keer
zoveel kost als een gloeilamp. Tijdens de jongste
Raad Energie vroeg ik dat de Commissie in dit
verband voorstellen zou formuleren, bijvoorbeeld
een
btw-verlaging
voor
energiebesparende
producten. Maar, rekening houdend met de
levensduur, is de globale prijs van een spaarlamp
zelfs lager dan die van een klassieke gloeilamp!
Aangezien er energie wordt bespaard, neemt de
kwikuitstoot die vrijkomt wanneer elektriciteit wordt
opgewekt op basis van steenkool af, zodat de
aanwezigheid van een beperkte hoeveelheid kwik in
de spaarlampen wordt gecompenseerd. De LED-
technologie (light emitting diodes) zorgt voor een
efficiënte verlichting en bevat geen kwik.
Een mededeling van het Centre de Recherche et
d'Information Indépendantes sur les Rayonnements
Electromagnétiques (CRIIMEM) leidde tot enige
ongerustheid. Uit een onderzoek, dat werd
uitgevoerd door de VITO (Vlaamse instelling voor
technologisch onderzoek) in samenwerking met
Zwitserse onderzoekers blijkt dat die spaarlampen
zeer lage frequenties genereren van 50 Hz en
radiofrequenties tussen 30 en 60 kHz. Rekening
houdend met de Europese criteria ter zake vormen
ze evenwel geen enkel gevaar voor de gezondheid.
Toch zullen er specifieke stralingsnormen voor
spaarlampen worden uitgewerkt en aan het
Europese niveau worden voorgelegd om elk risico
te vermijden.
Il est vrai qu'une ampoule économique coûte en
moyenne dix fois plus cher qu'une ampoule à
incandescence. J'ai demandé, lors du dernier
Conseil européen de l'Énergie, que la Commission
fasse des propositions comme celle de baisser la
TVA sur les produits économiseurs d'énergie. Mais,
considérant sa durée de vie, le coût total d'un
produit de substitution est inférieur à celui d'une
ampoule classique ! Étant donné les économies
d'énergie réalisées, les émissions de mercure,
émises lors de la production d'électricité à partir du
charbon, sont réduites et compensent la faible
quantité de mercure présente dans ces ampoules
économiques. Les DEL ou les LED constituent une
technologie d'éclairage efficace et ne contiennent
pas de mercure.
L'inquiétude découle de la communication du
Centre
de
Recherche
et
d'Information
indépendantes
sur
les
rayonnements
électroMagnétiques
(CRIIREM).
L'analyse,
effectuée par l'organisme VITO de la Région
flamande et par des chercheurs suisses a démontré
que ces ampoules génèrent des fréquences
extrêmement basses de 50 Hz et des
radiofréquences comprises entre 30 et 60kHz.
L'application des critères de recommandation
européens indique qu'aucun risque pour la santé
n'est à craindre. Des normes d'émission spécifiques
pour les ampoules économiques seront néanmoins
élaborées et soumises au niveau européen pour
éviter tout danger.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
5
De voorzitter : Vraag nr. 9799 van de heer Jambon
wordt ingetrokken en vraag nr. 9860 van de heer
Weyts wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
La présidente : La question n° 9799 de M. Jambon
est retirée et la question n° 9860 de M. Weyts
transformée en question écrite.
04 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten
aan de minister van Klimaat en Energie over "het
federale aankoopbeleid van emissierechten"
(nr. 9883)
04 Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la politique
fédérale en matière d'achat de droits d'émission"
(n° 9883)</b>
04.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): In
het kader van het akkoord tussen de Gewesten en
de federale overheid met betrekking tot de
Kyotodoelstelling moet de federale overheid 12,2
miljoen emissierechten aankopen.
Volgens de economische vooruitzichten van het
Federaal Planbureau zou België de doelstelling
halen. Ook het Vlaams en het Waals Gewest
maakten cijfers bekend waaruit zou blijken dat de
uitstoot gedaald is, cijfers die een directe impact
hebben op het federale aankoopbeleid van
emissiekredieten. Sommige aangekochte rechten
zullen misschien nooit nodig zijn. Alles wijst erop dat
sommige rechten te duur verworven zijn.
Kloppen die cijfers nog? Hoeveel kredieten zijn
gegarandeerd, hoeveel niet? Zijn er sinds oktober
2008 nog bijkomende contracten afgesloten? Welke
contracten zitten nog in de pijplijn? Zitten er
contracten in de pijplijn met China?
Hoeveel budget schat men nodig te hebben om de
aankoopdoelstelling van 12,2 miljoen rechten te
halen? Hoeveel geld zal bijkomend nodig zijn indien
men de resterende emissierechten nog in 2009 wil
contracteren?
Moet de aankoopdoelstelling niet herbekeken
worden in het licht van de beschikbare informatie
vandaag? Is hierover overleg gepland met de
Gewesten?
04.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
Dans le cadre de l'accord conclu entre les régions
et les autorités fédérales à propos des objectifs de
Kyoto, le gouvernement fédéral doit acquérir des
droits d'émission à concurrence de 12,2 millions.
Selon les projections économiques du Bureau
fédéral du Plan, la Belgique réaliserait l'objectif fixé.
Les Régions flamande et wallonne ont également
publié des chiffres mettant en évidence une
réduction des émissions, chiffres qui ont un impact
direct sur la politique fédérale en matière d'achat de
crédits d'émission. Certains achats de droits se
révéleront peut-être inutiles et tout indique que
certains ont été acquis à un prix trop élevé.
Ces chiffres sont-ils encore d'actualité ? Combien
de crédits sont garantis ? Combien ne le sont pas ?
Des contrats complémentaires ont-ils été conclu
depuis octobre 2008 ? Quels contrats doivent-ils
encore être finalisés ? Des contrats seront-
ils conclus avec la Chine ?
Selon les estimations, quel budget la réalisation de
l'objectif
de
12,2
millions
de
droits
d'émission requerra-t-elle ?
Quelles
sommes
complémentaires seront nécessaires si l'on
souhaite réaliser cette année encore les droits
d'émission restants ?
Les objectifs fixés ne devraient-ils pas être revus à
la lueur de l'information disponible aujourd'hui ?
Une concertation à ce sujet est-elle prévue avec les
régions ?
04.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
cijfers wijzen er inderdaad op dat België de
doestelling haalt, maar dat heeft geen directe
impact op het aankoopbeleid, aangezien de
federale bijdrage in de nationale lastenverdeling
vastligt. Bovendien kunnen de emissierechten
waarschijnlijk ook gebruikt worden in de periode na
2012.
De emissierechten zijn niet te duur aangekocht,
maar tegen een competitieve prijs en onder de
marktvoorwaarden van het moment waarop ze
werden gecontracteerd. Bovendien zijn deze prijzen
lager dan de prognose na 2012 en dus ook gunstig
04.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Les chiffres indiquent en effet que la Belgique
atteindra l'objectif mais ceci n'influera pas
directement sur la politique d'achat puisque la
quote-part fédérale dans la répartition des charges
nationales est déterminée. De plus, les droits
d'émission pourront vraisemblablement aussi être
utilisés après 2012.
Le prix payé pour les droits d'émission n'était pas
exagéré ; ils ont été achetés à un prix concurrentiel,
aux conditions du marché au moment de la
signature de contrat. De plus, ces prix sont
inférieurs aux prévisions pour après 2012 et ils sont
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
6
op lange termijn.
De cijfers voor de gegarandeerde en niet-
gegarandeerde kredieten kloppen. Sinds oktober
werd nog een bijkomend contract afgesloten voor
71.000 ton gegarandeerde emissierechten. Er zitten
nog drie projecten in een contractonderhandeling.
Zeggen met wie zou de onderhandelingen kunnen
verstoren. Er zitten ook Chinese projecten in de
pijplijn, maar zij moeten aan dezelfde criteria van
duurzame ontwikkeling voldoen.
Het Kyotofonds zal over voldoende middelen
beschikken voor de aankoop van de emissierechten
voor de periode 2008-2012. Die middelen zullen
evenwel niet allemaal in 2009 beschikbaar zijn.
De onderhandelingen over de lastenverdeling waren
bijzonder moeilijk. Het lijkt mij niet opportuun dat nu
te herzien. Beter is om een diepgaande discussie
starten over de langetermijndoelstellingen tot 2050.
donc aussi avantageux à long terme.
Les chiffres concernant les crédits garantis et non
garantis sont exacts. Depuis octobre, un contrat
supplémentaire a été conclu pour 71.000 tonnes de
droits d'émission garantis. Trois autres projets sont
encore l'objet de négociations en vue d'un contrat
mais l'identité des parties doit rester confidentielle
pour ne pas compromettre les tractations. Des
projets chinois sont aussi à l'étude, mais ils doivent
satisfaire aux mêmes critères en matière de
développement durable.
Le fonds Kyoto disposera de moyens suffisants
pour l'achat de droits d'émission pour la période
2008-2012. Cependant, ces moyens ne seront pas
tous disponibles en 2009.
Les négociations relatives à la répartition des
charges ont été particulièrement délicates. Il n'est
pas adéquat, me semble-t-il, de revoir ce point
maintenant. Il est préférable d'initier des
discussions approfondies à propos des objectifs à
long terme jusqu'en 2050.
04.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Ik
begrijp dat het moeilijke onderhandelingen zijn,
maar een analyse ten gronde van het
aankoopbeleid is nodig, voor men, met het oog op
de doelstellingen na 2012, begint met de aankoop
van CDM-rechten (clean development mechanism).
04.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : Je
comprends que les négociations sont délicates
mais il convient de mener une analyse en
profondeur de la politique d'achat avant de se
lancer dans l'achat de droits CDM (Clean
Development Mechanism) en vue des objectifs
d'après 2012.
De analyses op internationaal vlak tonen aan dat
CDM-projecten vaak niet duurzaam zijn, dat ze
geografisch niet juist gespreid zijn en dat ze inzake
de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen
niet zoveel opbrengen.
Het is ongezond zomaar voort te doen tot 2050. Ik
zeg niet dat men in eerste instantie de
aankoopdoelstellingen
moet
herbekijken
misschien wel in 2012 maar ik zou niet willen dat
men er onvoorwaardelijk mee doorgaat. Ik betreur
dat de minister dit toch lijkt te doen.
Les analyses au niveau international montrent que
les projets CDM ne sont souvent pas durables,
qu'ils ne sont pas bien répartis géographiquement
et qu'ils ne sont guère efficaces en termes de
réduction des émissions de gaz à effet de serre.
Il serait malsain de simplement poursuivre sur cette
lancée jusqu'en 2050. Je ne dis pas qu'il faut revoir
en premier lieu les objectifs d'achat mais peut-
être bien en 2012 mais je ne voudrais pas qu'on
les maintienne inconditionnellement. Je regrette que
le ministre semble tout de même emprunter cette
voie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten
aan de minister van Klimaat en Energie over "de
bescherming van het nationaal park Yasuni in
Ecuador" (nr. 9884)
05 Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la
sauvegarde du parc national Yasuni en Équateur"
(n° 9884)</b>
05.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Uit
een aantal gebieden in Yasuni, een nationaal park
in Ecuador, kunnen minstens 412 miljoen vaten olie
worden gehaald. Volgens sommigen gaat het over
05.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : Au
moins 412 millions de barils de pétrole peuvent être
extraits dans plusieurs zones du Yasuni, un parc
national équatorien. D'aucuns avancent le chiffre de
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
7
920 miljoen vaten. Deze oliewinning kan zware
ecologische
schade
veroorzaken
en
de
leefomgeving van de oorspronkelijke culturen
vernietigen.
De president van Ecuador is bereid de olie niet te
ontginnen als de internationale gemeenschap ten
dele tegemoet komt aan de gederfde inkomsten,
zijnde 700 miljoen dollar per jaar gedurende dertien
jaar. Daarvoor zoekt Ecuador steun bij landen en
ngo's. In het Duitse parlement werd alvast een
resolutie goedgekeurd die steun toezegt.
Neemt België een gelijkaardig standpunt in als
Duitsland? Is de minister bereid de zaak aan te
kaarten bij de ministers van Buitenlandse Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking? Heeft de minister
hierover
in
Poznan
gesproken
met
zijn
Ecuadoriaanse collega? Is de minister bereid dit
dossier te agenderen op de Governing Council van
het United Nations Ernvironment Programme in
februari in Nairobi?
920 millions de barils. Cette extraction pétrolière
pourrait causer des dommages écologiques
importants et détruire l'environnement des cultures
d'origine.
Le président équatorien est prêt à ne pas exploiter
le pétrole si la communauté internationale
compense partiellement le manque à gagner, soit
700 millions de dollars par an pendant treize ans. À
cet effet, l'Equateur cherche un soutien auprès de
plusieurs pays et ONG. Le parlement allemand a
déjà adopté une résolution prévoyant l'octroi d'une
aide.
La Belgique adoptera-t-elle un point de vue similaire
à celui de l'Allemagne ? Le ministre est-il disposé à
aborder la question avec les ministres des Affaires
étrangères
et
de
la
Coopération
au
développement ? S'est-il entretenu de la question
avec son collègue équatorien à Poznan ? Est-il prêt
à inscrire ce dossier à l'ordre du jour du Conseil
d'administration du Programme des Nations Unies
pour l'Environnement qui se tiendra en février à
Nairobi ?
05.02 Minister Paul Magnette (Nederlands):
O
ver
de ecologische en sociale waarde van dat nationaal
park, beschermd door Unesco, bestaat weinig
twijfel. Het standpunt van de Ecuadoriaanse
regering is daarom uiterst moedig. Het is belangrijk
dat ontwikkelingslanden worden gesteund om hun
biodiversiteit te behouden. De meest ontwikkelde
landen hebben zich via internationale akkoorden tot
steun verplicht.
Momenteel woedt de discussie over Payment for
Ecosystem Services op verscheidene fora. Het is
zoeken naar een manier om op een duurzame wijze
het behoud van de biodiversiteit te financieren. Het
behoud van het park Yasuni komt daar zeker voor
in aanmerking.
Tegelijk moet het duidelijk zijn dat een compensatie
niet kan worden gezien in het kader van
klimaatverandering. Het is de vraag of het
verstandig is landen te vergoeden voor het niet
exploiteren van olierijkdommen. Dat is een
gevaarlijk precedent voor andere olierijke landen.
De steun die Ecuador krijgt van Duitsland moet
daarom volledig worden gezien in het kader van de
conventie over biodiversiteit. De Duitse resolutie is
geheel in lijn met de EU-positie over biodiversiteit.
Binnen België kan worden bekeken hoe we hieraan
05.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
La valeur écologique et sociale de ce parc national,
protégé par l'Unesco, ne fait guère de doute. Le
point de vue du gouvernement équatorien est donc
extrêmement courageux. Il est important que les
pays en développement soient soutenus dans leurs
efforts pour conserver leur biodiversité. La plupart
des pays développés se sont d'ailleurs engagés à
les soutenir par le biais de conventions
internationales.
En ce moment, une discussion fait rage sur divers
forums à propos du concept de Payment for
Ecosystem Services. Il s'agit de chercher une
manière de financer durablement la préservation de
la biodiversité. La protection du parc Yasuni s'inscrit
assurément dans ce cadre.
Parallèlement, il doit être bien entendu qu'une
compensation ne peut être envisagée dans le
contexte de la lutte contre le changement
climatique. En effet, pourrait-on raisonnablement
indemniser un pays parce qu'il n'exploiterait pas
certaines richesses pétrolières ? Il s'agirait là d'un
dangereux précédent, notamment à l'égard d'autres
pays
disposant
d'importantes
ressources
pétrolières.
Le soutien que l'Equateur reçoit de l'Allemagne doit
donc être considéré entièrement à la lumière de la
convention sur la biodiversité. La résolution
allemande se situe dans le prolongement de la
position de l'UE en matière de biodiversité. On peut
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
8
kunnen bijdragen.
voir au niveau de la Belgique comment y contribuer.
Het is heel moeilijk om de eventuele winstderving
precies te berekenen en alle factoren in rekening te
brengen. Indien de gevraagde compensatie wordt
gebruikt voor het vrijwaren van de biodiversiteit in
Yasuni, inclusief de bescherming van de
ecosysteemdiensten
en
van
de
inheemse
bevolking, zal ik dat zeker aankaarten bij de
collega's
van
Buitenlandse
Zaken
en
Ontwikkelingssamenwerking, die reeds sterk
betrokken zijn bij het beschermen van bossen en
natuurgebieden in andere Belgische partnerlanden.
Ik zal erop toezien dat het dossier wordt
geagendeerd op de volgende vergadering van de
stuurgroep Biodiversiteit van het Coördinatiecomité
Internationaal Milieubeleid. Daarna zal het dossier
worden besproken op de volgende vergadering van
het Bossenoverleg.
Coherentie
is
een
belangrijk
woord.
De
bescherming
van
de
biodiversiteit,
het
ontwikkelingsbeleid en het klimaatverdrag moeten
aan elkaar worden getoetst. Het Ecuadoriaanse
initiatief kan inderdaad ook worden gezien in het
licht van de actuele onderhandelingen binnen de
United Nations Framework Convention on Climate
Change over `reducing emissions from deforestation
and forest degradation', de REDD-akkoorden.
Daartoe heb ik in Posnán met een twintigtal
collega's een joint forestry statement ondertekend.
Ik heb dus begrip voor de situatie in het Nationaal
Park van Yasuni. Echter, de governing council van
United Nations Environment Programme (UNEP) is
geen
discussieforum
voor
individuele
probleemsituaties in lidstaten van de UN.
Il est très difficile de calculer le manque à gagner
éventuel avec précision et de prendre tous les
facteurs en compte. Si la compensation demandée
est utilisée pour préserver la biodiversité à Yasuni,
protéger les services écosystémiques et la
population autochtone, j'aborderai certainement le
dossier avec mes collègues des Affaires étrangères
et de la Coopération au développement, déjà
associés de près à la protection des forêts et des
zones naturelles dans d'autres pays partenaires de
la Belgique.
Je veillerai à ce que le dossier soit mis à l'ordre du
jour de la prochaine réunion du groupe d'orientation
sur la Biodiversité du Comité de coordination de la
politique internationale de l'environnement. Le
dossier sera ensuite examiné lors de la prochaine
réunion de la Concertation forestière.
La cohérence est un élément important. La
protection de la biodiversité, la politique de
développement et le traité climatique doivent être
alignés. L'initiative de l'Équateur peut en effet
également être considérée à la lumière des
négociations actuelles menées au sein de la
convention-cadre des Nations Unies sur les
changements climatiques en ce qui concerne les
accords
REDD
(`reducing
emissions
from
deforestation and forest degradation'). J'ai signé à
cet effet un joint forestry statement à Poznán avec
une vingtaine de collègues.
Je comprends donc la situation du Parc national de
Yasuni. Toutefois, le governing council du
programme
des
Nations
Unies
pour
l'environnement (UNEP) n'est pas un forum de
discussion pour les problèmes individuels qui se
posent dans les États membres des Nations Unies.
05.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): De
minister geeft een genuanceerd antwoord waaruit
blijkt dat het dossier niet enkel vanuit een
klimaatperspectief mag worden bekeken. Ik zal de
minister steunen om een meerderheid voor zijn
standpunt te vinden. We hebben zelf ook een
resolutie opgesteld die geïnspireerd is op de Duitse.
We kunnen in de commissie Buitenlandse Zaken op
zoek gaan naar een meerderheid.
Ik ben het niet eens met het laatste punt. Ik meen
mij te herinneren dat er over dit dossier wel al werd
gesproken op een UNEP-vergadering. Het kan in
februari dan nog wel eens op de agenda. Het is
belangrijk dat het dossier door alle landen
genuanceerd wordt bekeken. Dit kan misschien een
gevaarlijk precedent zijn, maar het kan ook een
05.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : La
réponse du ministre est nuancée et indique que le
dossier ne peut pas être examiné uniquement dans
une perspective climatique. Je soutiendrai le
ministre pour qu'une majorité se rallie à son point
de vue. Nous avons nous-mêmes rédigé une
résolution inspirée de la résolution allemande. Nous
pouvons tenter d'obtenir une majorité en
commission des Relations extérieures.
Je ne suis pas d'accord avec le dernier élément de
réponse. Je pense me rappeler qu'il avait déjà été
question de ce dossier lors d'une réunion de
l'UNEP. Ce point peut dès lors être réinscrit à
l'ordre du jour de février. Il est important que le
dossier soit examiné par l'ensemble des pays de
façon nuancée. Il peut éventuellement s'agir d'un
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
9
goed voorbeeld zijn. Als iedereen zich daarachter
schaart, moet er een forum worden gecreëerd waar
mensen elkaar kunnen vinden.
précédent dangereux mais également d'un bon
exemple. Si tout le monde est d'accord, un forum
doit être créé où les gens peuvent partager leurs
points de vue.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06 Vraag van de heer Wouter De Vriendt aan de
vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid over "de slachting van
dolfijnen op de Faeröereilanden" (nr. 9901)
06 Question de M. Wouter De Vriendt à la vice-
première ministre et ministre des Affaires
sociales et de la Santé publique sur "les
dauphins massacrés aux Iles Féroé" (n° 9901)</b>
06.01 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Rond de
Faeröereilanden worden jaarlijks 1.500 tot 2.000
grienden op bijzonder wrede en weinig efficiënte
wijze afgeslacht. Gaia heeft al eens gevraagd aan
de Belgische regering om daartegen bij de Deense
en de Faeröerse regering te protesteren. De
eilandbewoners kunnen al lang niet meer beweren
dat ze voor hun overleven afhankelijk zijn van het
doden van deze dieren.
Hoe staat de Belgische regering tegenover deze
praktijken? Welke internationale akkoorden en
Europese regelgeving zijn van toepassing op deze
vispraktijken? Leeft de Faeröerse regering die na?
Is de minister bereid deze wreedheden aan te
kaarten bij zijn Deense collega en de Faeröerse
regering?
06.01 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!) : Chaque
année, autour des Iles Féroé, de 1 500 à 2 000
globicéphales sont massacrés de manière
absolument cruelle. Gaia avait déjà demandé par le
passé au gouvernement belge de protester contre
ces pratiques auprès du gouvernement danois et de
celui des Iles Féroé. Les habitants de l'île ne
peuvent plus décemment prétendre que le
massacre de ces animaux est nécessaire à leur
survie.
Quelle est la position du gouvernement belge en la
matière ? Quels accords internationaux et quelle
réglementation européenne sont d'application dans
le cadre de telles pratiques ? Le gouvernement des
Iles Féroé les respecte-t-il ? Le ministre est-il
disposé à aborder la question de ces actes de
cruauté avec son collègue danois ainsi qu'avec le
gouvernement des Iles Féroé ?
06.02 Minister Paul Magnette
(Nederlands):
België is sinds 2004 lid van de internationale
walvisvaartcommissie (IWC) en heeft sindsdien de
bescherming van de kleine walvisachtigen
verdedigd.
Er is een controverse over het mandaat van de IWC
in verband met de slachting van de kleine walvis.
Volgens de landen die er jacht op maken, behoren
zij niet tot de IWC-soorten, volgens de anderen wel.
Ondanks dat werd hun lot zo vaak als mogelijk
verdedigd op de vergaderingen.
In Groenland, dat hetzelfde territoriale statuut heeft
als de Faeröereilanden, werd bepaald dat om de
voedselbehoeften van de Groenlandse populatie te
evalueren ook met de vangst van kleine walvissen
rekening moest worden gehouden.
06.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
La Belgique est membre depuis 2004 de la
Commission baléinière internationale (IWC) et a
depuis lors toujours plaidé pour la protection des
petits cétacés.
Il existe une controverse à propos du mandat de la
CIB en ce qui concerne l'abattage des petits
cétacés. Les pays qui chassent cette espèce
estiment qu'elle ne fait pas partie des espèces
protégées dans le cadre de l'IWC. Les autres pays
estiment que c'est bien le cas. La cause de ces
animaux est en tout état de cause défendue le plus
souvent possible lors des réunions.
Au Groenland, un pays qui a le même statut
territorial que les Iles Féroé, il a été décidé que pour
évaluer les besoins en nourriture de la population, il
convenait également de tenir compte de la chasse
aux petits cétacés.
Er is geen recente evaluatie geweest van het effect
van de jacht op hun populaties. Er werden wel drie
IWC-resoluties aangenomen in de jaren negentig
die ervoor pleitten gegevens te verzamelen over de
jacht op de eilanden en de jachttechnieken te
Aucune étude récente ne concerne l'incidence de la
chasse sur leurs populations. Par le biais de trois
résolutions, l'IWC a plaidé dans les années 90 pour
la collecte de données relatives à la chasse sur les
îles et pour l'amélioration des techniques de
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
10
verbeteren. Die gegevens belandden echter niet bij
de IWC, maar bij een concurrerende organisatie.
Het verdrag van de VN over de in het wild levende
treksoorten vermeldt de zwarte griend, maar dat
brengt geen bijzonder bescherming met zich mee.
De Europese Habitatrichtlijn beschermt alle
walvisachtigen, maar enkel binnen de wateren van
de lidstaten en dus niet op zelfstandig Deens
grondgebied. De Deense overheid kent onze
standpunten. Momenteel zou het contraproductief
werken om de problematiek nu aan te kaarten bij
mijn Deense collega.
chasse. Ces données ont cependant été transmises
non à l'IWC, mais à une organisation concurrente.
La mention du globicéphale noir sur une liste de la
Convention de l'ONU sur la conservation des
espèces migratrices appartenant à la faune
sauvage n'implique aucune protection particulière.
La directive européenne " Habitats " protège la
totalité des cétacés, mais cette protection n'est
applicable que dans les eaux territoriales des États
membres et sur le territoire autonome danois. Notre
position est connue des autorités danoises. Il ne
serait guère productif d'aborder cette question
auprès de mon collègue danois.
06.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!): Ik ga
niet akkoord met de laatste conclusie van de
minister. De slachtingen zijn nog steeds barbaars.
Mocht de Internationale Walviscommissie niet
bevoegd zijn, dan moet er bilateraal protest worden
aangetekend. Mochten de dieren nodig zijn voor de
voeding van de inheemse bevolking, dan moet de
slachting diervriendelijker gebeuren. Dergelijke
wreedheden tegenover dieren zijn niet meer van
deze tijd.
06.03 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen!) : Je ne
partage pas la dernière analyse du ministre.
L'abattage de ces animaux reste barbare. Si la
Commission baleinière internationale n'est pas
compétente, il convient de protester bilatéralement.
Si
les
globicéphales
sont
nécessaires
à
l'alimentation de la population indigène, l'abattage
doit respecter davantage les animaux. Une telle
cruauté vis-à-vis d'animaux n'est plus de notre
époque.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Vraag van de heer Peter Logghe aan de
minister van Klimaat en Energie over "hybride en
duurzame wagens" (nr. 9944)
07 Question de M. Peter Logghe au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "les voitures hybrides
et durables" (n° 9944)</b>
07.01 Peter Logghe (Vlaams Belang): In het
infoblad van Febiac bepleit een minister de
voordelen van elektrische voertuigen. Hij pleit voor
elektrische laadpalen in Brussel. De woordvoerder
van Febiac stelt dat volgens veel constructeurs
hybride voertuigen de toekomst zijn en dat België
ter zake achterop hinkt.
Wat vindt de regering van het voorstel om
laadpalen
te
plaatsen?
Is
er
al
een
principebeslissing? Febiac vraagt zich af of de
overheid niet met een groene vloot moet rijden om
het goede voorbeeld te geven. Wat zijn de intenties
van de regering op dat vlak? Is de regering van plan
om naar Parijs' voorbeeld elektrische scooters te
promoten? Hoe zit het met de fiscale stimuli? Kan
de autotaks niet vervallen voor propere voertuigen?
07.01 Peter Logghe (Vlaams Belang) : Dans un
bulletin d'information de la Febiac, un ministre fait
l'éloge des avantages que présentent les véhicules
électriques. Il plaide en faveur de l'installation de
bornes de rechargement électrique à Bruxelles. Le
porte-parole de la Febiac déclare que selon de
nombreux constructeurs automobiles, les véhicules
hybrides sont l'avenir et que dans ce domaine, la
Belgique est à la traîne.
Que pense le gouvernement de la proposition visant
à placer des bornes de rechargement électrique ?
A-t-il déjà pris une décision de principe en la
matière ? La Febiac se demande si le
gouvernement ne devrait pas se déplacer à bord de
véhicules de fonction écologiques afin de donner
l'exemple. Quelles sont les intentions du
gouvernement à cet égard ? Le gouvernement
envisage-t-il de promouvoir les scooters électriques
à l'instar de ce qui a été fait à Paris ? Quid de
mesures d'incitation fiscale ? Les propriétaires de
véhicules propres ne pourraient-ils pas être
exemptés du paiement de la taxe de circulation ?
07.02 Minister Paul Magnette (Nederlands):
Elektrische wagens kunnen inderdaad bijdragen tot
07.02 Paul Magnette, ministre (En néerlandais) :
Les voitures électriques pourraient effectivement
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
11
een daling van de luchtverontreiniging. De recente
weersomstandigheden hebben het belang van de
problematiek nogmaals benadrukt. Elektrische
wagens promoten is slechts zinnig als een
vergelijking met benzine- en dieselmotoren in alle
opzichten gunstiger uitvalt voor de elektrische
wagens. Volgens studies is hun energierendement
twee- tot driemaal beter en de sector investeert
aanzienlijk in nieuwe en milieuvriendelijker
technologieën. De uitbouw van een infrastructuur
voor het snel herladen van batterijen is in eerste
instantie verantwoord in stedelijke milieus. Wagens
die kunnen worden opgeladen via het klassieke
stopcontact, zijn er echter nog niet. Een beslissing
inzake oplaadpalen vereist een duidelijke visie over
het gewenste potentieel.
contribuer à réduire la pollution atmosphérique. Les
conditions météorologiques récentes ont fourni une
énième démonstration de l'importance de ce
problème. Mais promouvoir les voitures électriques
n'a de sens que si elles sortent vainqueurs, sur
toute la ligne, d'une comparaison avec les voitures
à essence ou diesel. Certaines études ont fait
apparaître que leur rendement énergétique est deux
à trois fois supérieur et que le secteur investit
énormément dans des technologies nouvelles et
plus respectueuses de l'environnement. C'est
d'abord en milieu urbain qu'il serait approprié
d'aménager une infrastructure permettant un
rechargement rapide des piles de ces voitures
électriques. Mais les voitures pouvant être
rechargées au moyen d'une prise électrique
classique restent à inventer. Avant de prendre une
décision en ce qui concerne les bornes de
rechargement, il faut d'abord savoir clairement ce
qu'on veut en termes de potentiel.
Omzendbrief 307 vermeldt de vereisten bij de
aankoop van federale voertuigen, onder andere met
betrekking tot de CO
2
-uitstoot. De grenzen inzake
de aankoopprijs van een wagen worden uitgebreid
voor elektrische en hybride wagens. Voor
elektrische wagens moeten we echter de
levensduur en de betrouwbaarheid kunnen
inschatten. Twee- of driewielers vormen een
alternatief voor auto's qua efficiënt energieverbruik
en mobiliteit. Hybride en elektrische versies zullen
vermoedelijk het snelst worden ontwikkeld, gezien
het groter aantal beschikbare modellen op de
markt. Het energieverbruik en de CO
2
-uitstoot van
deze wagens moet nog nader worden bekeken.
De fiscale voordelen worden nu berekend per 100
km en volgens de uitstoot. Een uitbreiding naar
elektrische wagens, desgevallend op forfaitaire
basis, is te overwegen. De fiscale aftrekbaarheid
voor thermische scooters zou ook kunnen worden
uitgebreid naar hybride en elektrische scooters.
La circulaire n° 307 mentionne les exigences à
satisfaire lors de l'acquisition de véhicules pour les
services publics fédéraux, notamment en ce qui
concerne les émissions de CO
2
. Les limites en
termes de prix d'achat d'un véhicule seront
étendues pour les véhicules électriques et hybrides.
Pour les voitures électriques, nous devons toutefois
pouvoir évaluer la durée de vie et la fiabilité. Les
deux ou trois roues constituent une alternative aux
voitures en termes d'efficacité énergétique et de
mobilité. Les versions hybrides et électriques seront
probablement développées le plus rapidement,
compte tenu du plus grand nombre de modèles
disponibles sur le marché. La consommation
d'énergie et les émissions de CO
2
de ces véhicules
doivent encore être étudiées plus en détail.
Les avantages fiscaux sont aujourd'hui calculés sur
la base de la consommation aux 100 km et des
émissions.
Une
extension
aux
véhicules
électriques, le cas échéant, sur une base forfaitaire,
peut être envisagée. La déductibilité fiscale
accordée pour les scooters thermiques pourrait
également être étendue aux scooters hybrides et
électriques.
07.03 Peter Logghe (Vlaams Belang): Ik hoop dat
België de hybride wagens en het installeren van
elektrische laadpalen prioritair behandelt. Men
bekijkt dus of men de fiscale regeling van
elektrische scooters kan uitbreiden naar andere
voertuigen. Hopelijk gebeurt dat snel, zeker gezien
de recente aanbevelingen van de Raadgevende
Interparlementaire Beneluxraad met betrekking tot
de grootschalige inzet van hybride wagens en een
Benelux-netwerk van elektrische laadstations.
07.03 Peter Logghe (Vlaams Belang) : J'espère
que la Belgique accordera la priorité aux véhicules
hybrides et à l'installation de bornes de chargement.
On étudie donc la possibilité d'étendre à d'autres
véhicules le régime fiscal appliqué aux scooters
électriques. J'espère qu'il sera fait diligence, compte
tenu principalement des récentes recommandations
du Conseil interparlementaire consultatif de Benelux
concernant l'utilisation à grande échelle de
véhicules hybrides et la mise en place d'un réseau
Benelux de stations de chargement électrique.
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
12
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten
aan de minister van Klimaat en Energie over "het
federale aandeel in de Kyotodoelstelling met
betrekking tot de vermindering van de CO2-
uitstoot" (nr. 10300)
08 Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "la part
fédérale dans l'objectif Kyoto concernant la
réduction des émissions de CO
2
08.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): De
federale overheid heeft twee verplichtingen met
betrekking tot de Kyoto-doelstellingen. Naast het
federale aankoopbeleid is er het federale
engagement om te komen tot een jaarlijkse
vermindering van 4,8 miljoen ton CO
2
-equivalenten.
Na 2004 vind ik geen spoor meer van beslissingen
over maatregelen ter zake. Vorige week heeft de
Ministerraad het nieuwe klimaatplan 2009-2012
goedgekeurd. Dat klimaatplan bevat een stand van
zaken eind 2008 en vormt ook de basis voor de
strategie in de periode na 2012. Wat was de situatie
eind 2008, vermits er jaarlijks moet worden
gerapporteerd over de resultaten van het beleid en
van de genomen
maatregelen? Zijn alle
maatregelen
van
2004
uitgevoerd?
Welke
eventueel niet? Werden sinds 2004 andere
maatregelen genomen en welke werden inmiddels
uitgevoerd? Wat was de evaluatie van de federale
maatregelen en wordt het jaarlijkse streefdoel van
4,8 miljoen ton gehaald? Geldt dit laatste voor 2008,
en zo niet, welke bijkomende stappen worden
daartoe dan ondernomen?
08.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
Les autorités fédérales ont deux obligations vis-à-
vis des objectifs de Kyoto. Outre la politique
fédérale d'achat, il y a l'engagement fédéral
d'aboutir à une réduction annuelle de 4,8 millions de
tonnes d'équivalent CO
2
Après 2004, je ne trouve
plus trace de décisions à propos de mesures en la
matière. Le Conseil des ministres a adopté la
semaine dernière le nouveau plan climat 2009-
2012. Ce plan climat comporte un état des lieux à la
fin 2008 et constitue le fondement de la stratégie à
mener au cours de la période après 2012. Quelle
était la situation fin 2008, dans la mesure où il y a
lieu de faire rapport chaque année sur les résultats
de la politique et des mesures prises ? Toutes les
mesures décidées en 2004 ont-elles été mises en
oeuvre ? Le cas échéant, lesquelles ne l'ont pas
été ? D'autres mesures ont-elles été prises depuis
2004 et lesquelles parmi celles-ci ont été mises en
oeuvre ? Quelle a été l'évaluation des mesures
fédérales et l'objectif annuel d'une réduction de 4,8
millions de tonnes sera-t-il atteint ? A-t-il été atteint
pour 2008 et, dans la négative, quelles mesures
supplémentaires seront prises à cet égard ?
08.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): De
beslissingen van de Ministerraad van 20 en 21
maart 2004 in Oostende vormen de basis van het
federale beleid inzake de strijd tegen de
klimaatverandering. Alle maatregelen werden
uitgevoerd, maar het stadium van uitvoering varieert
wel sterk en bovendien moeten bepaalde
maatregelen worden uitgevoerd in samenwerking
met de Gewesten. Momenteel loopt er een studie
om deze maatregelen te evalueren. Sedert maart
2004 werden nog nieuwe initiatieven genomen en
vele sleutelmaatregelen van de Ministerraad van
maart 2004 werden versterkt. Dit alles wordt
verduidelijkt in het nationaal klimaatplan 2009-2012,
dat zeer recent ter lezing werd voorgelegd aan de
regering.
08.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Les décisions qui ont été prises par le Conseil des
ministres qui s'est tenu à Ostende les 20 et 21 mars
2004 constituent les pierres angulaires de la
politique fédérale de lutte contre les changements
climatiques. Toutes les mesures sont en cours
d'exécution, même si l'état d'avancement est fort
variable. Certaines mesures doivent en outre être
mises en oeuvre en collaboration avec les Régions.
Une étude est actuellement en cours dans le but
d'évaluer les mesures en question. Deux nouvelles
initiatives ont été prises depuis mars 2004 et de
nombreuses mesures-clés adoptées lors du Conseil
des ministres de mars 2004 ont été renforcées.
Toutes les précisions en la matière figurent dans le
plan national climat 2009-2012, soumis il y a peu
pour lecture au gouvernement.
Met een vermindering van 4,8 miljoen ton CO
2
heeft
de federale overheid een stevig engagement
genomen voor de periode 2008-2012. Een volgende
stap is de herziening van het nationaal klimaatplan.
De federale regering en de Gewesten zullen ook de
termijnen nakomen waarvan sprake in het pakket
Avec une réduction de 4,8 millions de tonnes de
CO
2
, l'autorité fédérale a pris un engagement fort
pour la période 2008-2012. L'étape suivante
consistera à revoir le plan national climat. Le
gouvernement fédéral et les Régions respecteront
également les délais prévus dans le paquet Energie
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
13
energie en klimaat van de Europese Unie van
december 2008.
et Climat de l'Union européenne de décembre
2008.
08.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Er
is dus blijkbaar sprake van een ongelooflijke mix
van beleidsmaatregelen, zonder dat men feitelijk
weet met hoeveel de CO
2
-uitstoot aldus zal worden
verminderd. Is de CO
2
-uitstootvan 4,8 miljoen ton
gerealiseerd in 2008 of niet? Daar heb ik geen
antwoord op gekregen, dus kunnen we blijkbaar het
effect van onze maatregelen niet inschatten. En
indien de doelstelling niet gehaald is, zullen we dat
in de volgende jaren moeten compenseren met
bijkomende maatregelen?
Het incident is gesloten.
08.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : Il
sembIe
donc
s'agir
d'une
combinaison
invraisemblable de mesures politiques, sans que
l'on sache réellement quelle sera la réduction des
émissions de CO
2
. La réduction de 4,8 millions de
tonnes a-t-elle été réalisée en 2008 ? Je n'ai pas
obtenu de réponse à cette question et il semble dès
lors impossible d'évaluer l'impact des mesures. Et si
l'objectif n'a pas été atteint, devrons-nous
compenser la différence par des mesures
supplémentaires les années suivantes ?
L'incident est clos.
09 Vraag van mevrouw Tinne Van der Straeten
aan de minister van Klimaat en Energie over "het
Nationaal Klimaatplan 2009-2012" (nr. 10301)
09 Question de Mme Tinne Van der Straeten au
ministre du Climat et de l'Énergie sur "le Plan
National Climat 2009-2012" (n° 10301)
09.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!):
Volgens de minister werd het nationaal klimaatplan
in eerste lezing goedgekeurd door de Ministerraad.
Artikel 17 bepaalt dat elke herziening ter zake moet
worden voorgelegd aan de federale en gewestelijke
adviesraden. Aan welke federale raden wordt dit
plan voorgelegd en op welke termijn vraagt men
een advies? Werd het klimaatplan 2002-2012
jaarlijks getoetst en wat was het resultaat van de
evaluatie in 2007? Wanneer en volgens welke
methode zal de nationale klimaatcommissie de
jaarlijkse toetsing doen? Welke strategie zal gelden
na 2012 en kan het nieuwe nationaal klimaatplan
worden bezorgd aan het Parlement?
09.01 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
D'après le ministre, le Plan National Climat a été
approuvé en première lecture par le Conseil des
ministres. L'article 17 stipule que toute révision du
plan doit être présentée aux conseils consultatifs
fédéraux et régionaux. A quels conseils fédéraux ce
plan sera-t-il présenté et dans quel délai un avis
sera-t-il demandé ? Le plan climat a-t-il fait l'objet
d'une évaluation tous les ans et quel a été le
résultat de l'évaluation en 2007 ? Quand la
commission nationale climat procédera-t-elle à
l'évaluation annuelle et selon quelle méthode ?
Quelle stratégie sera mise en oeuvre après 2012 ?
Le nouveau plan national climat peut-il être
communiqué au Parlement ?
09.02 Minister Paul Magnette (Nederlands): Het
nationaal klimaatplan 2009-2012 werd voor advies
ingediend bij de Federale Raad voor Duurzame
Ontwikkeling. Het advies moet binnen de veertien
dagen worden verstrekt.
09.02 Paul Magnette, ministre (en néerlandais) :
Le plan national climat 2009-2012 a été soumis
pour avis au Conseil fédéral du Développement
durable. L'avis doit être rendu dans les quinze jours.
Elke gewestregering evalueert zelf of het relevant is
om het plan voor te leggen aan de adviesraden, in
de wetenschap dat de gewestplannen het voorwerp
hebben uitgemaakt van een specifieke raadpleging
en procedure. Het vorige nationaal klimaatplan
2002-2012 werd niet formeel geëvalueerd, in
hoofdzaak
omdat
het
ontbrak
aan
een
geharmoniseerde methode tussen de federale
overheid en de drie Gewesten.
Chaque
gouvernement
régional décide de
l'opportunité de présenter le plan aux conseils
consultatifs, sachant que les plans de secteur ont
fait l'objet d'une consultation et d'une procédure
spécifiques. Le précédent plan national pour le
climat 2002-2012 n'a pas été évalué formellement,
essentiellement en raison de l'absence de méthode
harmonisée au niveau des autorités fédérales et
des trois régions.
Naast het actualiseren van het nationaal
klimaatplan is de nationale klimaatcommissie ook
gestart
met
het
uitwerken
van
een
gemeenschappelijke methode voor de evaluatie
ervan. Het gedeelte na 2012 blijft momenteel vrij
En plus de l'actualisation du Plan national Climat, la
Commission nationale Climat s'est attelée à
l'élaboration d'une méthode commune pour son
évaluation. La partie concernant l'après-2012 reste
très générale pour l'instant, compte tenu des
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
14
algemeen, gezien de recente ontwikkelingen ter
zake op Europees en internationaal niveau.
Naargelang die ontwikkelingen zal de nationale
strategie op middellange en lange termijn moeten
worden uitgetekend. Ik zal het nationaal klimaatplan
2009-2012 voorstellen aan het Parlement en ik wil
zeker luisteren naar alle opmerkingen, die ook in
aanmerking zullen worden genomen bij de
herziening en de jaarlijkse aanpassing van het plan.
récents développements en la matière sur le plan
européen et international. Il conviendra de définir la
stratégie nationale à moyen et à long termes en
fonction de ces évolutions. Je soumettrai le Plan
national Climat 2009-2012 au Parlement et suis
certainement disposé à prêter l'oreille à toutes les
observations. Il en sera également tenu compte lors
de la révision et de l'adaptation annuelle du plan.
09.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Het
is onvoorstelbaar dat er zoveel jaren na Kyoto nog
steeds geen evaluatiemethode bestaat. De strategie
voor de periode na 2012 is bovendien veel te
omzichtig. Er moet zeer goed worden overwogen
welke maatregelen moeten worden genomen,
onder meer betreffende de Clean Development
Mechanisms of CDM's. Het is goed dat de Federale
Raad voor Duurzame Ontwikkeling om advies wordt
gevraagd, maar een periode van veertien dagen is
echt veel te kort.
09.03 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) :
Qu'il n'y ait toujours pas, autant d'années après le
sommet de Kyoto, de méthode d'évaluation, est tout
simplement incroyable. De plus, la stratégie pour la
période d'après 2012 est beaucoup trop frileuse. Il
convient de réfléchir très sérieusement aux
mesures à prendre concernant les Clean
Development Mechanims ou CDM, entre autres. Il
est positif que l'on ait sollicité l'avis du Conseil
fédéral pour le développement durable, mais le
délai de quinze jours est vraiment beaucoup trop
court.
09.04 Minister Paul Magnette (Frans): Zo nodig
kan men de termijnen verlengen, maar de Federale
Raad voor Duurzame Ontwikkeling heeft ons dat
niet gevraagd. De leden van de Raad hebben het
document al een hele tijd geleden ontvangen en
hebben
zich
over
verscheidene
punten
uitgesproken. Het betreft enkel een compilatie van
de federale en gewestelijke maatregelen die in het
verleden werden getroffen.
Door het ontbreken van een indicator, een
evaluatiemethode en een coördinatiesysteem
tussen de federale overheid en de Gewesten,
moeten we in fasen te werk gaan. Met de Lente van
het Leefmilieu hebben we getracht ervoor te zorgen
dat de diverse overheden een wederzijds
inzagerecht kunnen uitoefenen. In een volgende
fase zullen we het Klimaatplan goedkeuren.
Vervolgens zullen we de indicatoren en de
evaluatiemethoden moeten vastleggen. Op grond
van al die gegevens zullen we een klimaatwet
kunnen opstellen.
De voorzitter: Dat probleem doet zich op een
ruimere
schaal
voor.
Zolang
er
geen
gemeenschappelijke methode bestaat om de
relevantie van de plannen te meten, zullen we niet
verder geraken dan een subjectieve beoordeling
van de dossiers, daar waar een objectieve aanpak
aangewezen is.
09.04 Paul Magnette, ministre (en français) : On
peut allonger les délais, si nécessaire, mais le
Conseil fédéral du développement durable ne nous
l'a pas demandé. Ses membres ont reçu le
document depuis longtemps et se sont prononcés
sur plusieurs points. Il s'agit seulement d'une
compilation des dispositions fédérales et régionales
décidées en leur temps.
Il manque un indicateur, une méthode d'évaluation
et un système de coordination entre l'État fédéral et
les régions et c'est pourquoi il faut travailler par
étapes. Avec le Printemps de l'Environnement,
nous avons essayé de faire en sorte que les
différents pouvoirs exercent un droit de regard
réciproque. Ensuite, nous approuverons le Plan
Climat. Puis, il faudra établir des indicateurs et
méthodes d'évaluation. Sur cette base, nous
pourrons concevoir une loi climat.
La présidente : Ce problème existe à une échelle
plus vaste. Tant qu'il n'y aura pas de méthode
commune pour évaluer la pertinence des plans,
nous nous cantonnerons à des appréciations au lieu
d'une lecture objective des dossiers.
09.05 Minister Paul Magnette
(Frans): De
parlementsleden zouden moeten deelnemen aan
het debat over de definitie van de evaluatiecriteria.
09.05 Paul Magnette, ministre (en français) : Les
parlementaires devraient participer au débat sur la
définition des critères d'évaluation.
CRABV 52
COM 419
21/01/2009
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
15
09.06 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!): Dat
is misschien een interessanter debat voor de
commissie
dan
maatregel
per
maatregel
afzonderlijk te bespreken.
De voorzitter: We zullen het voorstellen aan de
commissie om onze agenda aan te vullen.
09.06 Tinne Van der Straeten (Ecolo-Groen!) : Il
s'agit là peut-être d'un débat plus intéressant pour
la commission que d'examiner chaque mesure
séparément.
Le président : Nous le proposerons à la
commission pour compléter notre agenda.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van mevrouw Valérie Déom aan de
minister van Klimaat en Energie over "het door
België op het Europese niveau verdedigde
standpunt inzake GGO's" (nr. 9906)
10 Question de Mme Valérie Déom au ministre du
Climat et de l'Énergie sur "la position défendue
par la Belgique en matière d'OGM au niveau
européen" (n° 9906)</b>
10.01 Valérie Déom (PS): België heeft een
speciale afgevaardigde aangewezen om deel te
nemen aan de ggo-werkgroep die door de
Europese Commissie werd opgericht.
Volgens de vereniging Nature et Progrès verliepen
de vergaderingen van die werkgroep in de grootste
discretie, zonder dat de pers, de bevolking en de
verenigingen die tegen ggo's strijden, op de hoogte
waren. De vereniging betreurt dat voor België een
ter zake onkundige diplomaat werd afgevaardigd,
en verbaast zich erover dat noch de Gewesten,
noch de voor milieuzaken bevoegde minister
betrokken werden bij de voorbereiding van die
werkgroep. Nature et Progrès heeft overigens de
eerste minister verzocht ervoor te zorgen dat de
afgevaardigde aandacht zou hebben voor de
risicobeoordelingsprocedures bij de Europese
Autoriteit voor Voedselveiligheid, de sociale en
economische gevolgen van ggo-gebruik in onze
samenleving en het ondemocratische gehalte van
de huidige Europese erkenningsprocedure voor
ggo's.
Was u betrokken bij de voorbereiding van die
vergaderingen?
Staat
de
Belgische
vertegenwoordiger in contact met uw kabinet? Welk
standpunt neemt België op de vergaderingen van
de werkgroep in?
10.01 Valérie Déom (PS) : La Belgique a délégué
un émissaire spécial pour participer au groupe de
travail sur les OGM mis sur pied par la Commission
européenne.
Or, selon l'association « Nature et Progrès », les
réunions du groupe de travail ont été convoquées
dans la plus grande discrétion, à l'insu de la presse,
des citoyens et des associations qui luttent contre
les OGM. L'association déplore que l'émissaire
belge soit un diplomate sans aucune compétence
sur cette question et s'étonne du fait que ni les
régions, ni le ministre de l'Environnement n'aient été
associés à la préparation de ce groupe de travail.
Par ailleurs, cette association a demandé au
premier ministre que l'émissaire soit attentif aux
procédures d'évaluation des risques faites par
l'Autorité européenne de sécurité des aliments
(EFSA),
à
l'impact
socio-économique
de
l'introduction d'OGM dans nos sociétés et au
caractère peu démocratique de l'actuelle procédure
d'agrément des OGM par l'Europe.
Avez-vous été associé à la préparation de ces
réunions ? Le représentant belge est-il en contact
avec votre cabinet ? Quelle est la position de la
Belgique lors de ces réunions du groupe de travail ?
10.02 Minister Paul Magnette (Frans): Het klopt
dat de Europese Commissie een ggo-werkgroep,
een zogenaamde sherpagroep, heeft ingesteld. Aan
de staatshoofden werd gevraagd op die groep een
hoge vertegenwoordiger af te vaardigen; wat België
betreft, is dat door het kernkabinet gebeurd.
Daarnaast heeft het Franse voorzitterschap een ad-
hocwerkgroep ingesteld om de conclusies van de
Raad, die op 4 december 2008 door de Raad Milieu
werden goedgekeurd, voor te bereiden.
Het Belgische standpunt is volgens de gewone
procedure tot stand gekomen: de DG Europese
10.02 Paul Magnette, ministre (en français) : La
Commission européenne a bien institué un groupe
de travail sur les OGM, dit « groupe de sherpas ».
Les chefs d'État pour la Belgique, le Conseil des
ministres restreint s'en est chargé ont été appelés
à nommer un haut représentant à ce groupe. En
outre, un groupe de travail ad hoc a été institué par
la présidence française pour préparer les
conclusions du Conseil approuvées lors du Conseil
Environnement du 4 décembre 2008.
La préparation de la position belge a suivi la
procédure habituelle : concertations entre les
21/01/2009
CRABV 52
COM 419
KAMER
-3
E ZITTING VAN DE
52
E ZITTINGSPERIODE
2008
2009
CHAMBRE
-3
E SESSION DE LA
52
E LEGISLATURE
16
Zaken en Coördinatie van de FOD Buitenlandse
Zaken heeft voor overleg tussen de federale
overheid en de Gewesten gezorgd. Tijdens de
zomervakantie werden aan deze twee kwestie twee
speciale vergaderingen gewijd.
pouvoirs fédéraux et régionaux, organisées par la
DG Coordination et Affaires européennes du SPF
Affaires étrangères. Deux réunions ont été
spécialement organisées sur le sujet durant les
vacances d'été.
Alle partners werden dus betrokken bij de
vaststelling van het standpunt dat ons land ter zake
op het Europese niveau zou innemen.
Over verschillende punten bestond er een
consensus. Ik denk onder meer aan de steun voor
het mandaat van de Europese Autoriteit voor
Voedselveiligheid (EFSA) om de richtsnoeren
betreffende de milieuevaluatie aan te vullen en aan
de noodzaak om de evaluatie van de risico's die
voortvloeien uit genetisch gewijzigde gewassen en
de risico-evaluatie met betrekking tot de
bestrijdingsmiddelen die voor het kweken van die
gewassen worden gebruikt nauwer op elkaar af te
stemmen.
Wat het nut van een sociaaleconomische evaluatie
betreft, liepen de standpunten evenwel uiteen. Bij
gebrek aan consensus zag België ervan af harde
standpunten in te nemen. Als gevolg daarvan
beschikken we op het Europese niveau niet over
een gezaghebbende stem in dit verband.
Bref, l'ensemble des partenaires ont été impliqués
dans notre définition de la position européenne en
la matière.
Sur divers points (soutien du mandat à l'EFSA pour
compléter les lignes directrices sur l'évaluation
environnementale, nécessité d'approfondir les
interactions entre l'évaluation des risques des plants
génétiquement modifiés et celle des pesticides
associés à ces plants), il y a eu consensus.
En ce qui concerne l'intérêt d'une évaluation socio-
économique, en revanche, des divergences sont
apparues. L'absence de consensus entraîne la
délégation belge à s'abstenir de prendre des
positions fermes. Il en résulte qu'au plan européen,
nous n'avons pas de voix autorisée sur cet aspect.
10.03 Valérie Déom (PS): Uw antwoord stelt me
gerust wat de coördinatie en het overleg tussen de
verschillende bevoegheidsniveaus betreft. Door wie
wordt ons land precies vertegenwoordigd?
10.03 Valérie Déom (PS) : Votre réponse me
rassure en matière de coordination et de
concertation par rapport aux autorités. Et quelle est
la personne qui nous représente ?
10.04 Minister Paul Magnette (Frans): Zijn naam
werd me niet meegedeeld.
10.04 Paul Magnette, ministre (en français) : Son
nom ne m'a pas été communiqué.
10.05 Valérie Déom (PS): Vindt er, op het
Europese en op het Belgische vlak, overleg plaats
met de verenigingen?
10.05 Valérie Déom (PS) : Aux niveaux européen
et belge, y a-t-il une concertation avec les
associations ?
10.06 Minister Paul Magnette (Frans): Deze
aangelegenheid kwam uitgebreid aan bod in de
Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. De
koepelverenigingen die doorgaans door de
autoriteiten worden geraadpleegd, werden bij die
besprekingen betrokken.
10.06 Paul Magnette, ministre (en français) : Ce
sujet a été longuement débattu, au Conseil fédéral
de développement durable notamment. Les
associations-coupoles le plus souvent consultées
par les autorités y ont été associées.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Op verzoek van mevrouw Déom
wordt haar vraag nr. 9907 ingetrokken, net als
vraag nr. 10171 van de heer Brotcorne.
L'incident est clos.
Le président : À la demande de Mme Déom, sa
question n°9907 est retirée. La question n° 10171
de M. Brotcorne est retirée.
De openbare commissievergadering wordt gesloten
om 11.26 uur.
La réunion publique de commission est levée à
11 h 26.