Commission des Relations extérieures	Commissie voor Buitenlandse Betrekkingen
du Vendredi 30 aout 2019 Matin ______	van Vrijdag 30 augustus 2019 Voormiddag ______

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.00 uur en voorgezeten door mevrouw Els Van Hoof.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 00 et présidée par Mme Els Van Hoof.

De voorzitter: Geachte collega's, welkom op de eerste vergadering van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van deze nieuwe legislatuur.

Het is eerder ongewoon dat er zoveel interesse is voor deze commissie; ik hoop dat er in de toekomst evenveel aandacht zal zijn voor het inhoudelijk werk van onze commissie. Als voorzitter zal ik mij daarvoor inzetten, er liggen immers heel wat uitdagingen voor ons op het internationale vlak.

01 Échange de vues avec le premier ministre sur la procédure de désignation de M. Didier Reynders en tant que candidat Commissaire européen et questions jointes de

- Mme Barbara Pas au premier ministre sur "la désignation d'un commissaire européen belge" (n° 197)

- M. Hugues Bayet au premier ministre sur "le candidat belge au poste de commissaire européen" (n° 228)

01 Gedachtewisseling met de eerste minister over de procedure tot voordracht van de heer Didier Reynders als kandidaat Europees commissaris en toegevoegde vragen van

- mevrouw Barbara Pas aan de eerste minister over "de aanduiding van een Belgisch Eurocommissaris" (nr. 197)

- de heer Hugues Bayet aan de eerste minister over "de Belgische kandidaat voor het ambt van Europees commissaris" (nr. 228)

Collega's, mijn voorstel is dat de eerste minister eerst een inleidende uiteenzetting geeft over de gevolgde procedure. Daarna komen de leden aan bod die een vraag hebben ingediend, zijnde mevrouw Pas en de heer Bayet. Vervolgens kan één lid per fractie, in de volgorde van de grootte van de fracties, tussenkomen. De eerste minister is beschikbaar tot 12.00 uur, hij kan antwoorden op de vragen. In een tweede ronde kunnen er eventueel replieken komen van andere leden, ik stel voor dat we die beperken tot één tussenkomst per fractie.

Gaat iedereen akkoord met dit voorstel?

01.01 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Madame la présidente, j'ai bien entendu votre proposition d'ordre des travaux. Le fait que nous posions les questions au premier ministre suppose que ce dernier est habilité à répondre concernant la manière dont ce nouveau commissaire européen a été désigné. Cela ne me semble pas logique. Comme vous le savez, ce gouvernement est minoritaire, il ne représente que 38 députés sur 150. Cela me paraît bizarre que le Parlement accepte que toutes nos questions soient uniquement dirigées vers le premier ministre.

Aujourd'hui, il me paraît important que le Parlement puisse lui-même s'exprimer sur le choix d'envoyer Didier Reynders à la Commission européenne. Il me semble logique que, dans cette période où la majorité n'est pas encore en place, nous puissions avoir ce débat et ce vote. Je rappelle que ce n'est pas la première fois que nous sommes confrontés à ce genre de problème. Lorsque la décision de bombarder l'Irak a dû être prise en 2014, il n'y avait pas encore de gouvernement en place – le gouvernement en affaires courantes était majoritaire, ce qui n'est même pas le cas aujourd'hui – et nous avions décidé de débattre du bien-fondé de ces bombardements en plénière, en commission et de voter sur ce sujet.

Chers collègues, je vous propose de voter sur le sujet qui nous occupe aujourd'hui. Nous introduirons une motion en ce sens après l'échange de vues que nous aurons avec le premier ministre. Celui-ci va nous expliquer ce qu'il a à dire sur le sujet, cela peut être intéressant. Mais, en tout cas, il faut que nous puissions voter sur le mandat que nous, en tant que Parlement, donnons à Didier Reynders de représenter notre pays à la Commission européenne.

Volgens de pers waren collega's niet blij met de aanduiding van Didier Reynders – voor de N-VA is dat zelfs onaanvaardbaar – en toch is een stemming niet nodig. Ik vind dat niet echt logisch.

Soit on estime que cela ne va pas et, dans ce cas, on procède au vote, soit on estime que cela va et on ne vote pas.

Mais, en cas d'accord entre partis traditionnels, pas de problème! Votez tout simplement en faveur de Didier Reynders pour représenter la Belgique à la Commission européenne! C'est une question de démocratie. Si nous sommes mis en minorité, nous pouvons vivre avec. Mais, n'essayez pas de faire comprendre que le gouvernement peut ou ne peut pas désigner, etc.

Je vous propose donc, chers collègues, de modifier l'ordre du jour, et qu'après l'échange de vues avec le premier ministre, nous rajoutions un deuxième petit point à l'ordre du jour, celui de proposer au vote une motion qui permettra de désignera ou pas Didier Reynders au poste de commissaire à la Commission européenne.

Que pensez-vous, chers collègues, de cette géniale idée?

01.02 Georges Dallemagne (cdH): Je vois d'emblée le show auquel tente de nous soumettre le PTB.

Monsieur Hedebouw, si, comme vous le prétendez, vous êtes un bon démocrate, puisque vous en appellez à la démocratie, sachez que ce n'est pas au Parlement belge de désigner le commissaire européen. Ce n'est pas prévu par les institutions européennes. Telle n'est pas la démocratie européenne. La démocratie européenne dit que c'est le Parlement européen qui désigne le commissaire et que c'est à nous de suggérer un ou plusieurs noms. Monsieur Hedebouw, c'est cela la démocratie européenne.

Vous, vous proposez de déshabiller les institutions européennes ainsi que le Parlement européen et de faire un travail qui ne nous appartient pas, si nous sommes des européens convaincus. Dans ma famille politique, nous en sommes: il ne nous appartient donc pas de désigner le commissaire européen par une motion ou une recommandation ou toute autre forme que pourrait adopter le Parlement belge. Il me semble que ce serait contre-productif, particulièrement sur le plan de la démocratie et par rapport à l'ambition européenne que nous avons. Notre prérogative est de suggérer un ou deux noms. Il est vrai qu'il aurait été élégant de suggérer un deuxième nom, dont celui d'une femme.

Mais de toute façon, ce n'est pas au Parlement belge de se substituer au Parlement européen, mais au Parlement européen et à la présidente de la Commission de vérifier si le candidat proposé a les compétences pour mener l'ambition européenne, le travail de la commission européenne et c'est au Parlement européen qu'il appartiendra de contrôler la qualité de ce travail.

De voorzitter: Ik suggereer toch om mijn voorstel te volgen. We kunnen vandaag sowieso niet stemmen. Eerst zou de Conferentie van voorzitters moeten worden samengeroepen om de interpellatie te aanvaarden. Daarna kan de motie van aanbeveling aan de orde komen. Dat is op het moment niet gebeurd. Het is dus volgens het Reglement onmogelijk om tot een stemming over te gaan. Dat kan alleen over een voorstel van resolutie of over een motie naar aanleiding van een interpellatie, en die zijn vandaag niet aan de orde.

Nogmaals, ik stel voor om de voorgestelde werkwijze, met een gedachtewisseling met de eerste minister en achteraf replieken, te blijven volgen.

01.03 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitter, ik heb uw voorstel gehoord, maar artikel 24 van het Reglement is heel duidelijk.

Permettez-moi d'en donner lecture: "L'ordre du jour des réunions des commissions est fixé par la commission elle-même". La commission est maître de ses travaux et peut décider d'un tel vote.

Je vous propose donc, chers collègues, de voter à propos de la modification de l'ordre du jour. J'entends bien que l'on tente ici de dire que l'on ne peut discuter d'une motion, etc. Cependant, nous l'avons déjà appliqué quantités de fois en commission. Nous pouvons voter sur la question de savoir si l'on modifie ou non l'ordre du jour. En conséquence, je vous propose de passer brièvement au vote, madame la présidente.

De voorzitter: U kunt stemmen over een wijziging van de agenda, maar dan nog kunt u niet stemmen over een motie, aangezien dat punt niet in de Conferentie van voorzitters werd behandeld. Eigenlijk heeft uw vraag dan geen zin. Wij kunnen er vandaag niet over stemmen, want conform het Reglement moet dat gebeuren op basis van een voorstel van resolutie of een motie na een interpellatie.

U had mij in augustus een gedachtewisseling kunnen vragen, waarna er een voorstel van resolutie had kunnen worden voorbereid. Ik zou daarvoor zeker hebben opengestaan. Dat is vandaag niet meer mogelijk.

01.04 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitter, dan had ik graag dat u het tweede punt, de gedachtewisseling tussen Parlementsleden, had voorgelegd aan de commissie.

De voorzitter: Kunt u verduidelijken wat u daarmee bedoelt? Wij houden hier vandaag namelijk een gedachtewisseling tussen de eerste minister en het Parlement.

01.05 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Vous dites que cela doit passer via la Conférence des présidents. Vous savez très bien, chère collègue, que nous avons traité beaucoup de motions au sein même des commissions les dernières années. Les commissions sont reines d'organiser elles-mêmes leurs travaux.

De voorzitter: Dat gaat niet. Conform het Reglement kan dit enkel na een interpellatie, die eerst aan de Conferentie van voorzitters moet worden voorgelegd, en dat is niet gebeurd.

01.06 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Il n'y a aucun collègue pour nous soutenir dans notre démarche? (Non)

De voorzitter: Ik stel voor dat de eerste minister nu een korte uiteenzetting geeft over de procedure die werd gevolgd om Didier Reynders voor te dragen als Europees commissaris.

01.07 Eerste minister Charles Michel: Mevrouw de voorzitter, collega's, de afgelopen vijf jaar werd veel van gedachten gewisseld tussen de regering en het Parlement over het beleid op Europees niveau. Deze besprekingen vonden plaats in deze commissie, in aanwezigheid van de minister van Buitenlandse en Europese Zaken, op donderdag in de plenaire vergadering via actuele vragen of in het federaal adviescomité voor Europese Aangelegenheden.

Ik heb erop toegezien geregeld aanwezig te zijn om u de standpunten voor te stellen die België tijdens de Europese Raad verdedigde. De leden van het adviescomité hebben dan ook herhaaldelijk de kwaliteit van deze debatten geprezen.

Er werd uitvoerig gesproken over de toekomst van Europa, de sociaal-economische ontwikkelingen en het monetair beleid, de uitdaging van de migratie, fiscale en milieurechtvaardigheid en de ontwikkeling van een ambitieus investeringsbeleid. Dit getuigt van de democratische vitaliteit van onze instellingen en ik denk dat wij ons daarover mogen verheugen.

Nous savons aussi que l'Union européenne fait face à de nombreux défis politiques.

J'en mentionne brièvement quatre: il y a d'abord le débat autour du Brexit, pour lequel un Conseil européen devra à nouveau, au mois d'octobre, analyser la situation et peut-être prendre attitude; il y a ensuite le débat sur l'élargissement de l'Union pour lequel certains pays sont en situation d'espérer des évolutions dans les phases de négociation et pour lequel des décisions doivent être prises par les institutions européennes; il y a aussi le thème du climat, pour lequel une forte ambition est mise en débat, avec un objectif pour la fin de l'année d'arrêter les arbitrages; il y a, enfin, le thème essentiel du cadre financier pluriannuel, qui aura un impact pour l'État fédéral belge ainsi que pour les entités fédérées, puisqu'il devra identifier – notamment en lien avec le Brexit – quelles seront les conséquences, à la fois financières pour les différents États membres en termes de leur contribution à l'Union, mais également sur cette importante question des choix en termes d'affectation des moyens européens, pour quels types de priorités et de buts.

Ce n'est évidemment pas exhaustif, mais voilà donc quatre sujets pour lesquels des débats intenses devront avoir lieu dans les prochaines semaines et les prochains mois. Dans ces débats, la Belgique sera représentée – en tout cas je l'espère – par un gouvernement qui jouira d'une majorité stable au parlement et qui devra défendre certaines convictions et certains points de vue sur le plan européen. Il n'appartient pas à un gouvernement qui est en affaires courantes – a fortiori depuis les élections fédérales qui sont intervenues – de définir ces positions. Elles seront définies au moment d'une déclaration de politique fédérale qui sera soumise à un vote de confiance lorsqu'une formation pourra, je l'espère, intervenir.

Cela étant dit, je m'étends maintenant sur la question du commissaire européen. Quels sont les éléments factuels et chronologiques qui nous ont amenés à formuler notre proposition vers les institutions européennes?

Le 16 juillet 2019, le Parlement européen a élu avec une majorité des voix (383 voix) la candidate proposée par le Conseil européen, l'Allemande Ursula von der Leyen, à la présidence de la Commission européenne. Il s'agit d'ailleurs – et je le note – de la première femme à la tête de cette institution et je considère effectivement qu'il s'agit d'un signal fort en faveur de la parité hommes-femmes.

Drie dagen later, op 19 juli 2019, ontving ik een brief van de nieuw verkozen voorzitter waarin België werd verzocht een Europees commissaris voor te dragen.

Overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie beschikt België over één zetel in de Europese Commissie, waarvoor het, zoals alle lidstaten, wordt verzocht een kandidaat voor te dragen. Volgens de planning, overeengekomen op Europees niveau, is de installatie van de nieuwe Commissie gepland voor 1 november 2019.

Concreet betekent dit dat de lidstaten, de verkozen voorzitter, de Raad van de Europese Unie én het Europees Parlement maar iets meer dan drie maanden de tijd hebben om een kandidaat voor te dragen, de kandidaturen te onderzoeken, gesprekken te voeren en hoorzittingen te organiseren voordat de nieuwe ploeg definitief door het Europees Parlement wordt goedgekeurd.

Om dit tijdschema te halen, heeft het Finse voorzitterschap van de Raad van de Euopese Unie de lidstaten uitgenodigd om tegen maandag 26 augustus 2019 per brief een kandidaat-commissaris voor te dragen en op 24 augustus 2019 hadden al 24 lidstaten hun kandidaat-commissaris aangewezen.

Seules la France, la Belgique et l'Italie n'avaient pas encore donné d'indication. Le Royaume-Uni avait, quant à lui, décidé et communiqué qu'il ne présenterait pas de commissaire.

Conformément à la pratique depuis les trente dernières années, il revient donc au gouvernement fédéral de décider la candidature qui est introduite et, cela, même en période d'affaires courantes, comme ce fut le cas voici cinq ans.

En raison de la situation politique et du fait qu'il n'y a pas, à ce stade, de processus ni de formation ni de préformation d'un gouvernement fédéral qui a démarré en Belgique, j'ai donc effectivement entrepris de démarrer des contacts informels auprès de responsables de formations politiques démocratiques qui sont représentées à la Chambre des représentants par un groupe politique reconnu. C'est à la suite de ces contacts informels que j'ai proposé au Conseil des ministres, le 24 août 2019, d'habiliter le premier ministre à transmettre à l'Union européenne la candidature de Didier Reynders pour la fonction de commissaire européen. Nous estimons que le candidat qui est proposé dispose des compétences générales nécessaires pour assumer cette fonction.

Je veux aussi rappeler un point qui m'apparaît essentiel. Le traité sur l'Union européenne mentionne explicitement, en son article 17, que la Commission exerce ses responsabilités en pleine indépendance. Le commissaire ne sollicite ni accepte d'instructions d'aucun gouvernement.

Ten tweede, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, artikel 245, herinnert ook aan het beginsel van onafhankelijkheid – ik citeer: "De leden van de Commissie onthouden zich van iedere handeling welke onverenigbaar is met het karakter van hun ambt. De lidstaten eerbiedigen hun onafhankelijkheid en trachten niet hen te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taak."

Enfin, troisième point, selon le Code de conduite, le nouveau commissaire européen ne portera plus la voix de la Belgique ou d'un parti politique mais bien la voix des Européens.

Conformément à la décision du Conseil des ministres, j'ai transmis, ce lundi 26 août, la candidature de M. Reynders, à la présidente élue de la Commission européenne.

Entre-temps, la France a également indiqué avoir choisi sa commissaire européenne, Mme Sylvie Goulard, comme cela a été communiqué ce 28 août. Aujourd'hui, seule l'Italie doit donc encore procéder à cette désignation.

Le mardi 27 août, Didier Reynders a rencontré pour la première fois la présidente de la Commission. La présidence du Conseil de l'Union européenne a également prévu que le Conseil adopterait la liste des commissaires en accord avec la présidente élue. Les auditions auront lieu entre septembre et octobre, et le Parlement européen devrait approuver, lors de sa séance plénière d'octobre, la nouvelle Commission en tant que Collège.

Voilà, madame la présidente, mesdames et messieurs les parlementaires, les quelques éléments au départ desquels nous avons considéré qu'une décision devait être prise. Je voudrais ajouter que cette décision a été prise au regard de la circulaire relative aux affaires courantes, qui est une circulaire très classique dans notre système institutionnel. À cette occasion, nous avons également pris en considération la jurisprudence, notamment du Conseil d'État, qui définit de quelle manière, en fonction d'une décision particulière, la question des affaires courantes doit être appréciée. C'est sur la base de ces éléments que cette proposition a été faite.

Bien entendu, je ne manquerai pas de réagir aux questions ou commentaires qui seraient adressés par votre commission.

De voorzitter: Ik geef in chronologische volgorde van indiening graag het woord aan de collega's die een vraag hebben ingediend.

01.08 Barbara Pas (VB): Mijnheer de premier, ik stel vast dat de ministers van lopende zaken van-de-zaak-weglopende ministers worden in dit land. Wanneer Reynders wordt benoemd tot EU-commissaris, is hij al de veertiende excellentie die het zinkende Belgisch schip verlaat. Hij zal na enkele mislukte pogingen eindelijk kunnen vertrekken.

U hebt erop gewezen dat u, zoals alle lidstaten, een uitnodiging hebt gekregen om tegen 26 augustus een kandidaat voor te dragen. Een uitnodiging is natuurlijk geen verplichting. Ik betwijfel zeer of het wel een dringende beslissing was. Een lidstaat kan altijd een post van EU-commissaris tijdelijk openlaten. Dat is geen enkel probleem.

Maar zelfs als het een dringende beslissing was, dan nog is een regering in lopende zaken, die niet over de volle bevoegdheid beschikt, verplicht om met de nodige terughoudendheid te werk te gaan. Die terughoudendheid houdt in dat u een meerderheid in de Kamer achter u schaart voor de voordracht. U hebt bewust geweigerd hiervoor de Kamer voorafgaandelijk te raadplegen. Zodra de geruchten de ronde deden dat Reynders een mogelijke kandidaat was, heb ik een mondelinge vraag ingediend, collega Hedebouw. Men kan immers geen interpellaties indienen die gericht zijn aan een regering in lopende zaken, anders had ik dat zeker gedaan.

De beslissing werd genomen zonder enig debat. Wij mogen vandaag in de commissie rijkelijk laat over het onderwerp komen keuvelen. Dat zijn dan ook vijgen na Pasen. De Kamer werd niet geraadpleegd, maar u spreekt over informele contacten met fracties in de Kamer van de democratische politieke partijen. Zo hebt u het alvast verwoord.

Ik had daarbij toch graag enige toelichting gekregen. Wie hebt u allemaal gecontacteerd? Wat waren de reacties? U vond het alleszins niet de moeite om de tweede grootste partij van dit land, het Vlaams Belang, om haar mening te vragen. Ik vraag mij af op welke basis u, op uw eentje, beslist wie al dan niet democratisch is verkozen.

Ik had graag geweten met wie u contact hebt gehad en wat de reacties waren. Is het wel een correcte conclusie dat er geen enkel verzet waarneembaar was tegen de voordracht van Reynders als EU-commissaris? Vanwaar die minachting voor de democratie? Waarom hebt u de Kamer niet op voorhand geraadpleegd? Waarom zet u de kiezers buitenspel?

Voor ons is het onaanvaardbaar dat de beperkte bevoegdheden van lopende zaken worden uitgebreid om electoraal afgestrafte vriendjes aan een Win for Life te helpen. Ik kan de voordracht van ontslagnemend minister Reynders als EU-commissaris niet anders interpreteren dan als een uitgestoken middenvinger naar de Vlaamse kiezer die verandering wil.

Sinds wanneer behoort het uitdelen van Europese topfuncties tot de lopende zaken? Hoe verdedigt u dat zo'n beslissing tot de bevoegdheden van een uittredende regering kan behoren wanneer de parlementaire basis van die regering vóór de verkiezingen al geen meerderheid meer had en sinds de verkiezingen nog veel verder weggeslonken is?

Voor de verkiezingen had u nog 52 van de 150 Kamerzetels achter uw regering; vandaag blijven er nog amper 38 zetels over en u doet gewoon verder alsof er niets is gebeurd. Om het vertrouwen in de politiek te herstellen, kan dat tellen.

Ik citeer een onverdachte bron, die zeker geen Vlaams Belangfan is. Politicoloog Carl Devos was heel duidelijk over de voordracht: "Het is niet fraai. Het is zelfs beschamend, vreselijk, irritant, arrogant en alles daartussen. De exit van vicepremier Didier Reynders naar de Europese Commissie is een onsmakelijk staaltje van zelfbediening in de Wetstraat, waar zelfs de meest doorgewinterde watchers het zuur van krijgen. De ontslagnemende federale regering is niets meer of minder dan een zelfbedieningskantoor geworden. De ene minister na de andere gaat lopen voor een beter postje. Dan moet niemand verbaasd zijn dat de afkeer van de politiek bij de inwoners van dit land met de dag groter wordt."

Het gebeurt niet vaak, mijnheer de premier, maar in dezen geef ik politicoloog Carl Devos volledig gelijk. Ik wil er nog aan toevoegen dat het voor ons onaanvaardbaar is dat op die manier en buiten het Parlement om twee Europese topfuncties in liberale francofone handen komen.

U spreekt over vier belangrijke uitdagingen die de Europese Unie te wachten staan, maar dan rijst toch de vraag of Reynders de beste kandidaat is om daar de Vlaamse belangen – het is vooral Vlaanderen dat door de brexit wordt getroffen – te verdedigen.

En is Reynders de geschikte kandidaat als het gaat over de uitbreiding van de Europese Unie, de tweede uitdaging die u hebt genoemd? Ik heb hem de voorbije legislatuur zo vaak geïnterpelleerd opdat de toetredingsonderhandelingen met Turkije eindelijk zouden worden stopgezet, maar hij was nooit bereid om dat debat op Europees niveau te voeren.

U sprak ook over het financieel kader. Opnieuw, is Didier Reynders, die er een fiasco van heeft gemaakt als minister van Financiën en nu als informateur iedereen diets mag maken dat de begrotingssituatie in dit land nefast is, daarvoor wel de geweldige, geschikte kandidaat?

Vandaar dat ik nog een extra vraag voor u heb, mijnheer de premier. Kunt u verduidelijken op basis van welke criteria de regering een kandidaat heeft gekozen?

Waarom schuift de regering maar één kandidaat naar voren? Ik weet niet of u Open Vld als een democratische partij aanziet, maar hebt u in uw contacten bijvoorbeeld niet de suggestie gekregen om voor verjonging en vervrouwelijking te zorgen bij de kandidatuur?

Ik hoop dat het debat vandaag inhoudelijk zal worden gevoerd en dat u voor enige verduidelijking zult zorgen.

De voorzitter: Collega's, ik stel voor dat men iets beknopter is, zodat iedereen aan bod kan komen.

01.09 Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, merci pour vos propos liminaires. Comme vous l'avez dit, un timing est imposé à notre pays, comme à tous les États membres, pour la désignation de son commissaire européen ou de sa commissaire européenne. Ce timing a été imposé par le Conseil européen regroupant les chefs d'États membres. J'imagine que vous y avez assisté. Cela devait être fait pour le 26 août.

Nous n'avons donc pu qu'acter la désignation de M. Reynders comme candidat belge au sein de la Commission européenne qui sera pilotée par Mme von der  Leyen, et rien de plus. Mon propos ne vise pas vraiment à remettre en cause les compétences de M. Reynders à exercer une telle fonction, mais il n'avait pas le profil que nous soutenions. Nous avions d'autres candidats à ce poste également.

Cette question du profil est évidemment essentielle. C'est pour cette raison qu'une série d'auditions auront lieu au sein du Parlement européen, et non à la Chambre, car c'est la règle: chacun son métier. Pour y avoir assisté en 2014, je puis dire qu'il ne s'agit pas d'une promenade de santé, puisque plusieurs candidats ont été recalés. J'imagine que les choses seront très difficiles cette fois-ci. La faible majorité parlementaire dont a bénéficié la présidente élue augure de travaux énormes pour rapprocher le travail de la Commission européenne et de ses commissaires avec les vrais enjeux sociaux, environnementaux qui préoccupent nos concitoyens. Nous portons ces enjeux, à l'heure où, trop souvent, l'Exécutif européen fait de la dérégulation sa marotte.

Je souligne que mon parti a toujours été clair, tant au niveau belge qu'européen. Si le programme présenté par la prochaine Commission européenne ne rompt pas avec les politiques du passé, nous ne la soutiendrons évidemment pas.

Monsieur le premier ministre, si la désignation du candidat belge relève d'une compétence de l'Exécutif, étant donné la situation politique actuelle, il nous semblait important qu'un débat sur le projet européen ait lieu avant toute décision aussi capitale. Ceci nous aurait permis d'avoir une vision claire du projet européen pour lequel se définirait une majorité au sein de cette Chambre renouvelée en mai dernier. Je pense qu'un débat de fond sur l'Europe est plus qu'important.

Pouvez-vous nous dire ce que va faire Didier Reynders au sein de cette nouvelle Commission européenne, par exemple pour mettre en place un véritable pilier social européen, pour relancer l'économie et mettre fin à l'austérité aveugle, pour mettre fin au dumping social et fiscal, pour lutter contre le réchauffement climatique et la pollution, pour protéger nos économies et nos emplois, plutôt que de se lancer dans des aventures libre-échangistes à tout prix, pour vraiment aussi défendre et faire respecter les valeurs européennes, pour les fonds structurels européens dont la Wallonie et Bruxelles ont absolument besoin?

Bref, une série de sujets essentiels sont en jeu et un débat de fond manque. Ce manque nourrit et renforce trop souvent les populismes et le sentiment d'une Europe très éloignée des préoccupations des Européens.

Pour être tout à fait honnête, quand on sait le dérapage actuel de notre budget et que l'on doit présenter dans deux mois un projet budgétaire à l'Europe, je me pose vraiment beaucoup de questions sur la position de la Belgique et sur ce que l'on souhaite au sein de l'Union européenne par rapport à la lutte contre la fraude fiscale ou l'évasion fiscale des multinationales et des plus riches.

Comme moi, vous savez que les scandales en la matière ont rythmé la dernière législature européenne. Et, même si la Commission et surtout le Parlement ont proposé de nombreuses réformes ambitieuses, on ne peut pas dire que la Belgique ait été un très bon élève, notamment en ce qui concerne la directive Country-by-Country Reporting sur la transparence fiscale, puisqu'à l'échelle européenne, c'est mille milliards d'euros d'évasion fiscale, dont trente milliards pour la Belgique. Or, le précédent gouvernement n'a fait rentrer dans les caisses que 900 millions d'euros.

Un débat sur la vision de Didier Reynders au sein de cette Commission des Vingt-Sept aurait, dès lors, été essentiel. Et c'est justement, monsieur le premier ministre, parce qu'au niveau belge on peut influencer les décisions que prendra notre commissaire dans cette nouvelle Commission européenne qu'il faut, je pense, arrêter de fonctionner comme une "boîte noire" au sein du gouvernement en la matière, même si c'est un gouvernement non majoritaire.

C'est bien parce que chaque État membre propose son commissaire qu'il est primordial de savoir ce que le représentant belge au sein de la Commission compte défendre comme politique européenne. Monsieur le premier ministre, vous avez parlé de l'article 17 ou de l'article 245 du Traité sur l'Union européenne. Vous savez aussi que l'article 12 de ce traité dispose que les parlements nationaux contribuent activement au bon fonctionnement de l'Union. On parle à cet égard de dialogue politique, c'est-à-dire que la Commission européenne soumet tous les projets de textes législatifs européens ainsi que d'autres documents importants aux parlements nationaux afin que ceux-ci jouent un rôle actif et constructif dans la politique de la Commission.

Étant donné que je dois être bref, je clôture mon intervention, madame la présidente. Puisque nous avons raté les discussions préliminaires sur ce sujet, il faut – comme ce fut d'ailleurs le cas sous l'ancienne législature où plus d'une fois, la commissaire belge, Marianne Thyssen, et d'autres (Frans Timmermans, Pierre Moscovici, etc.) sont venus au sein de ce Parlement – essayer de repositiver cette désignation en ayant un vrai débat de fond sur les objectifs de la Belgique par rapport à l'Union européenne. C'est ce que souhaitent tous les Belges et les citoyens de l'Union européenne.

De voorzitter: Dan is het nu aan de fracties. Ik geef eerst het woord aan mevrouw Van Bossuyt van de N-VA-fractie.

01.10 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de premier, eerst en vooral wil ik erop wijzen dat wij ons niet verzetten tegen de persoon van Didier Reynders zelf. Ik denk dat hij heel wat capaciteiten heeft. Wat wij vooral hekelen, is de weinig transparante manier van werken en het weinig of niet betrekken van het Parlement in dit proces.

Technisch kan een minderheidsregering inderdaad een voordracht doen, maar we bevinden ons hier in een heel speciale situatie. De regering van lopende zaken vertegenwoordigt 38 van de 150 zetels in dit Parlement.

De opeenvolgende regeringen hebben nagelaten om een procedure uit te werken over de manier waarop de voordracht van een kandidaat voor de functie van Europees commissaris zou kunnen gebeuren in het geval van een regering van lopende zaken. Het is de traditie dat dit gebeurt in het licht van de lopende onderhandelingen zonder de toekomstige coalitie in gevaar te brengen.

Het spreekt evenwel van weinig democratisch fatsoen om het Parlement hierin helemaal niet te betrekken. Mijnheer de premier, ik denk dat u hier een kans hebt verkeken.

U gaf daarnet een korte tijdlijn. Op 19 juli kreeg u het verzoek om een kandidatuur in te dienen. Ik denk dat dit voldoende tijd gaf om het Parlement intussen te consulteren. U hebt dit dossier volledig naar u toegetrokken. Dit is een gemiste kans om de voordracht de hoogst mogelijke legitimiteit te geven.

Wij bevinden ons nu in een situatie waarin de voordracht van de heer Reynders gepaard gaat met een zweem van belangenvermenging en achterkamerpolitiek. Als u naar het Parlement was gekomen, had u misschien wel een meerderheid gevonden, waardoor die kandidatuur met veel meer legitimiteit op het Europese toneel was gekomen. Dit was zowel de heer Reynders als uzelf ten goede gekomen. Wij hebben immers vernomen dat ook u actief wordt op het Europese toneel. Dit had kunnen worden vermeden, mijnheer de premier. Het is dus een gemiste kans.

Wij zijn hier vandaag weliswaar aanwezig, maar wij worden voor een voldongen feit gesteld. Hoewel onze voorzitter dit een gedachtewisseling noemt, gaat het eigenlijk om de voorstelling van een voldongen feit. Dat is enigszins zinloos en zelfs vernederend voor het Parlement. De beslissing is genomen. De eerste contacten tussen de heer Reynders en de toekomstige Commissievoorzitter hebben al plaatsgevonden. Graag hadden wij die procedure toch op een andere manier zien verlopen. De vergadering van vandaag dient er eigenlijk toe om aan het voldongen feit toch nog een schijn van parlementaire betrokkenheid te koppelen.

In de toekomst, wanneer de regering nog in dergelijke situaties terechtkomt, wensen wij dat het Parlement geconsulteerd wordt vooraleer een eindbeslissing wordt genomen. Op die manier kan de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen mogelijke kandidaten ook horen.

Daarnaast is er nog een tweede element. De zaken waarover de Europese Commissie beslist kunnen bezwaarlijk nog een exclusief federale bevoegdheid genoemd worden. Daarom zouden wij graag zien dat de deelstaatregeringen in de toekomst bij zulke beslissingen betrokken worden. Wij pleiten ter zake voor een confederale besluitvorming. Daartoe bestaan reeds de nodige organen, bijvoorbeeld het Overlegcomité.

Mijnheer de premier, wij hebben ook enkele concrete vragen voor u.

Wanneer werd die eindbeslissing genomen? Hoe vaak is er daarover overleg gepleegd binnen uw huidige minderheidsregering? U zegt dat u met de democratische partijen contact hebt opgenomen. Waarom hebt u zelf nooit overwogen om het Parlement in zijn geheel in te lichten?

Een zeker niet onbelangrijk element, toekomstig Commissievoorzitter von der Leyen heeft zelf gevraagd om zowel een mannelijke als een vrouwelijke kandidaat voor te dragen. U hebt er blijkbaar heel expliciet voor gekozen om enkel een mannelijke kandidaat naar voren te schuiven. Kunt u die beslissing meer toelichten?

Ten slotte, de minderheidsregering zendt graag haar zonen uit, vooral naar het Europese toneel. Hoe denkt u, in de periode van lopende zaken, toch nog te kunnen blijven functioneren ondanks uw steeds verder slinkende legitimiteit?

De voorzitter: Namens de Ecolo-Groenfractie krijgt de heer Gilkinet het woord.

01.11 Georges Gilkinet (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, le processus qui a conduit à la désignation de M. Reynders comme candidat commissaire européen n'est pas satisfaisant. Le débat de ce jour arrive trop tard. Vous n'avez pas suspendu le Parlement fédéral, mais vous avez fait comme s'il n'existait pas. Certes, il y avait des délais, mais ils étaient connus depuis le 19 juillet. Nous étions à votre disposition à partir de cette date. Certes, vous êtes toujours à la tête de l'Exécutif, mais je ne dois pas vous rappeler que celui-ci est démissionnaire, en affaires courantes et, à la suite des élections du 25 mai, très minoritaire: un signal clair a été donné par nos concitoyens.

Dans ce contexte, il était politiquement nécessaire d'associer davantage le Parlement à vos choix. Le choix de la personne, car désigner telle ou telle personnalité au niveau de l'Exécutif européen aura évidemment un impact sur la politique qui y sera menée, même si elle devra s'adresser à l'ensemble des citoyens européens. Le choix des compétences, aussi, dont nous n'avons pas encore discuté aujourd'hui, et je voudrais y revenir. Mais aussi et surtout, les priorités de la Belgique pour l'Europe.

Nous avons demandé ce débat en temps non suspect. Nous regrettons que cette demande n'ait pas été entendue, que vous ayez préféré le passage en force, qui, soit dit en passant, a abouti à une forme de monopole de la représentation européenne pour votre formation politique. C'est trop facile pour votre gouvernement de faire appel au Parlement quand il en a besoin – pour voter les douzièmes provisoires – et de l'ignorer pour des choix d'une telle importance.

Le débat a tourné à la lutte des places. On a cité différents noms: M. Peeters, Mme Rutten, M. Reynders, Mme Onkelinx. Ce qui intéresse les écologistes, c'est de connaître la teneur du mandat. Qu'est-ce que la Belgique veut pour l'Europe de demain? Si c'est à la désignation du commissaire dans des processus non transparents que se résume le débat européen, il ne faut pas s'étonner du rejet par le citoyen de l'Union européenne, alors qu'elle a un rôle majeur à jouer d'un point de vue démocratique pour demain, qu'elle est en crise et que de nombreuses choses sont à réaliser. Je le répète, au vu des circonstances politiques exceptionnelles que nous vivons, ce que nous demandions c'était un débat préalable au sujet de nos desiderata pour la Belgique et l'Europe.

La priorité est évidemment l'énergie et le climat. Comment allons-nous collectivement à la fois sortir du nucléaire et rencontrer les objectifs que nous avons adoptés lors de la COP21 de Paris? Comment allons-nous créer les milliers d'emplois liés à cette transition énergétique? Comment allons-nous gérer de façon adulte, responsable et efficace la question migratoire, revoir le Règlement de Dublin, mieux répartir l'effort à réaliser pour prévenir les migrations mais aussi les gérer quand elles se produisent?

Sera-t-on un moteur pour un traité de désarmement fiscal, qui permettra de mettre fin au dumping fiscal, qui fait énormément de tort tant à notre économie qu'aux finances publiques de tous les États? Va-t-on mettre en oeuvre un plan coordonné de lutte contre la fraude fiscale? Les finances publiques n'en peuvent plus de constater que des dizaines de milliards d'euros échappent à l'impôt au bénéfice des plus riches, des multinationales et au détriment des travailleurs. Va-t-on œuvrer à une révision des règles budgétaires européennes pour laisser de la marge pour des investissements utiles, des investissements dans la transition énergétique, dans la cohésion sociale, dans l'enseignement? Va-t-on, enfin, prendre des mesures environnementales fortes, notamment en matière de normes de produits? L'Europe sera-t-elle le moteur du stop au plastique non réutilisable, aux produits dangereux pour l'environnement et la santé? Comment va-t-on améliorer le fonctionnement démocratique et la transparence de l'Union et mettre fin à l'influence des nombreux lobbys souvent nuisibles?

Ce sont ici autant de thèmes, monsieur le premier ministre, dont nous aurions aimé débattre. En effet, le moment que nous vivons avec la constitution d'une nouvelle Commission européenne, la désignation d'un nouveau président du Conseil, l'élection du Parlement européen et le débat qui aura lieu pour questionner l'ensemble des candidats commissaires, débat dans lequel, soit dit en passant, les écologistes de tous les pays d'Europe joueront un rôle actif – et c'est bien ainsi – est le bon moment pour donner une inflexion en matière de choix politiques fondamentaux de l'Union européenne. Cette opportunité, cette nécessité même, a été manquée. Il nous reste malheureusement, dans l'attente de la formation d'un gouvernement fédéral, qu'à vous demander des comptes et à essayer d'orienter ce qui peut encore l'être.

Je voudrais obtenir des réponses à quelques questions dont certaines ont déjà été posées. Ainsi, par rapport à l'ensemble des priorités que je viens de citer – elles ne sont peut-être pas les vôtres mais elles sont, en tout cas, celles des écologistes – qu'allez-vous mettre en œuvre, durant le temps que vous resterez en fonction, pour que la Belgique puisse compter dans le débat européen et faire évoluer l'Europe vers quelque chose de plus positif? Par rapport à ces enjeux, en quoi estimez-vous que la candidature de M. Reynders est la meilleure? Qu'en est-il de la question posée très justement par la future présidente de la Commission quant à la parité de ladite Commission? Pourquoi n'a-t-on pas introduit tel que demandé une liste double avec une candidate et un candidat Commissaire européen? Quelles sont les compétences qui ont été revendiquées en tant qu'État belge? Ce dialogue a-t-il été entamé? Vous faites signe que non et vous laissez la présidente de la Commission décider. Je constate, en tout cas, que d'autres pays européens sont plus actifs et plus clairs quant à leurs attentes.

Si vous m'aviez dit que la Belgique revendiquait la politique climatique et énergétique pour jouer un rôle d'accélérateur en matière de transition, si vous m'aviez affirmé qu'on revendiquait la place de M. Moscovici pour accélérer la coordination fiscale entre les États, je vous aurais répondu qu'il s'agissait d'une démarche intéressante.

Je me permettrai de poser des questions davantage relatives à la politique interne, madame la présidente, mais j'en ai presque terminé.

Quel sera le calendrier de votre remplacement et de celui de M. Reynders? Comment assumerez-vous, en l'attente, vos responsabilités? Nous avons, par exemple, des questions à poser à monsieur le ministre des Affaires étrangères. Est-il encore à la disposition du Parlement? Continue-t-il de fonctionner? Est-il déjà commissaire? Pour le futur et d'ici votre remplacement dans le cadre de la mise en place d'un gouvernement fédéral, quelles garanties pouvez-vous apporter que le Parlement sera davantage associé aux choix stratégiques qui seront posés à court terme en matière de politique internationale comme nationale?

Je vous remercie.

01.12 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, chers collègues, selon le Traité de Lisbonne et selon les dispositions juridiques appliquées aujourd'hui, chaque État membre de l'Union européenne dispose d'un commissaire européen au sein de la Commission. L'article 9 D du Traité de Lisbonne définit des règles juridiques européennes qui s'imposent aux États membres. Je voudrais en rappeler certaines qui me semblent importantes pour ce débat, et ce de façon non exhaustive.

La première est la suivante: "Les membres de la Commission sont choisis en raison de leur compétence générale et de leur engagement européen et parmi des personnalités offrant toutes garanties d'indépendance". De Jean Rey à Marianne Thyssen en passant par bien d'autres commissaires européens, la Belgique a toujours désigné des candidats issus du monde politique, à l'exception, comme vous le savez, d'Etienne Davignon, issu de la carrière diplomatique. Ce sera également le cas pour Didier Reynders, député fédéral depuis 1992, ayant occupé les postes de vice-premier ministre, ministre des Finances, ministre des Affaires étrangères et ministre de la Défense, depuis 1999. Incontestablement, monsieur le premier ministre, le choix effectué par votre gouvernement répond à ces principes: compétence, engagement européen et indépendance.

Une deuxième règle juridique européenne qui s'impose aux États membres: excepté le haut représentant, "les membres de la Commission ne sollicitent ni n'acceptent d'instructions d'aucun gouvernement, institution, organe ou organisme." Vous l'avez rappelé. Nous ne sommes donc pas réunis ici, en commission des Relations extérieures, pour établir ou adopter une feuille de route que M. Reynders devra suivre à partir du 1^er novembre. Il représentera au sein de la Commission européenne, non pas les intérêts des Belges ou du gouvernement belge, mais l'intérêt général de l'Union, comme le souligne l'article 9 D du Traité de Lisbonne.

Didier Reynders ne représentera pas la Belgique au sein de la Commission européenne, comme j'ai pu le lire ici et là. Ne confondons pas les fonctions et les institutions européennes. Il ne nous revient pas de lui définir une ligne politique, comme je l'entends dire. Ce sera le cas pour un nouveau gouvernement belge s'appuyant sur un nouvel accord de gouvernement au sein du Conseil européen et des conseils spécialisés. Voilà, chers collègues, les règles que je voulais rappeler.

Madame la présidente, la Belgique devait donc désigner son ressortissant membre de la Commission et le Conseil européen avait fixé le 26 août comme date ultime pour la réception des actes de candidature. Le premier ministre l'a mentionné, cette date a été rappelée aux États membres par la présidence finlandaise.

Mme von der Leyen est chargée de l'organisation interne du collège: nomination des vice-présidents, répartition des portefeuilles, demandes de démission dans des circonstances particulières. Elle a deux mois pour réaliser cette tâche au travers de consultations formelles qu'elle a entamées cette semaine, au travers d'auditions devant les commissions spécialisées du Parlement européen, qui se dérouleront au début du mois d'octobre, et via un vote global au Parlement européen sur l'ensemble de la Commission qui aura lieu le 23 octobre. Tout cela, pour une entrée en fonction le 1^er novembre selon l'article 17 du Traité de l'Union européenne.

À ce jour, après une désignation quelque peu tardive de la France mercredi, seule l'Italie n'a pas désigné de candidat – sans parler de l'épineuse question britannique. Nous connaissons les situations politiques spécifiques de ces deux pays.

Nous devions donc désigner pour ce 26 août le membre belge de la future Commission européenne et nous positionner sur le plan diplomatique pour obtenir des compétences qui pourront apporter une véritable plus-value à l'Union européenne. Il appartient, bien sûr, au seul gouvernement fédéral d'accomplir cette tâche, sans intervention du pouvoir législatif, ni a priori, ni a posteriori. On peut le regretter. En tant que député, je vous l'accorde. Mais aujourd'hui, la coutume politique est celle-là.

Monsieur le premier ministre, votre gouvernement est en affaires courantes, comme tout gouvernement à la suite des élections dans l'attente d'une nouvelle majorité et d'un nouvel exécutif. Disposons-nous aujourd'hui de règles écrites, d'une codification, d'une législation déterminant de façon stricte et limpide ce que peut faire un gouvernement en affaires courantes, fût-il minoritaire? La réponse est claire: c'est non!

D'ailleurs, du monde politique au monde académique, chacun d'entre vous l'a constaté ces dernières semaines: on y va de son interprétation, de son commentaire, avec néanmoins une base coutumière – et c'est là l'important.

Cette désignation de Didier Reynders comme candidat belge au poste de commissaire européen s'inscrit dans le concept des affaires courantes au motif de son impérieuse nécessité pour les intérêts de l'État belge et de l'urgence en la matière. C'est une question de crédibilité, chers collègues, pour notre pays que de répondre dans les temps impartis aux demandes des instances européennes.

Voilà, aux yeux de mon groupe, le mouvement réformateur, la réponse aux interrogations des uns et des autres. Je suis persuadé que ce choix est le meilleur possible, monsieur le premier ministre, et que vous avez respecté au sein de votre gouvernement les us et coutumes existants.

01.13 Servais Verherstraeten (CD&V): Mijnheer de eerste minister, ik was blij dat u in de inleiding van uw betoog bent begonnen met de uitdagingen waarvoor Europa staat en met erop te wijzen hoe belangrijk de voordracht van een Belgische kandidaat voor de Europese Commissie ook is. Ik wil dat helemaal niet minimaliseren, integendeel.

Hoe belangrijk de samenstelling van de toekomstige Europese Commissie ook is, nog belangrijker is wat ze gaat doen. De mensen maken zich ongetwijfeld zorgen over de samenstelling van die Commissie, maar meer nog maken ze zich zorgen over wat ze gaat doen.

De inwoners van ons land, maar vooral ook de werkgevers – en hun werknemers – die handel drijven met Groot-Brittannië, maken zich zorgen over wat er te gebeuren staat. Dat lijkt mij uiterst belangrijk.

Mijnheer de eerste minister, het is goed dat u daarmee begonnen bent. Het zou goed zijn dat we ook de komende weken met uw regering in dit Parlement, in deze commissie – en ik wend mij tot mevrouw de voorzitter – daarover en eventueel ook over andere uitdagingen van Europa van gedachten kunnen wisselen.

Als ik vorige week keek naar alles wat passeerde in de media, deed mij dat denken aan een uitspraak van een belangrijk Vlaams partijvoorzitter naar aanleiding van het CETA-verdrag: "Politiek is slecht theater met schitterende acteurs." Daaraan heb ik ook gedacht de afgelopen week.

Mijnheer de eerste minister, de realiteit is zoals u ze hebt geschetst en ik laat daarbij in het midden of er de laatste week slecht theater was met schitterende acteurs, maar ik vond het scenario in elk geval niet schitterend.

In elk geval staat sinds 16 juli vast dat een voorzitter van de Europese Commissie met goedkeuring van het Europees Parlement is aangeduid. Het was haar opdracht om samen met de lidstaten, dus ook met de Belgische regering, een nieuwe Europese Commissie samen te stellen.

Collega's, dat is niet nieuw. We hebben hier in juli 2012 beslist dat we Europese verkiezingen samen met federale verkiezingen organiseren. Dat weten we ondertussen meer dan zeven jaar. Dat wisten we in 2012, twee jaar voordat we een Europees commissaris hebben voorgedragen, en dat weten we nu zeven jaar voordat we iemand hebben voorgedragen. We wisten dat. De toenmalige Kamers wisten dat, net als de huidige trouwens.

Het had ons toen, of onmiddellijk na onze eedaflegging, als Kamer vrijgestaan om in het Kamerreglement te bepalen op welke manier wij onszelf bij deze procedure wensten te betrekken. Destijds heeft het Europees Parlement dit trouwens op deze manier geëist van de toenmalige Europese Commissie. Wij hadden dit gekund. Wij hadden dit gedurende een periode van zeven jaar op die manier kunnen regelen. Collega's, wij hebben dit echter niet gedaan.

Ik heb twee argumenten gehoord.

Ten eerste, deze regering is ontslagnemend. In de huidige Belgische federale context, waarbij Europese verkiezingen tegelijkertijd met de federale verkiezingen worden gehouden, vrees ik dat wij vaak zullen worden geconfronteerd met een ontslagnemende regering die zal moeten overgaan tot zo'n voordracht.

Collega's, op dat vlak zijn wij trouwens niet aan ons proefstuk toe. In 2014 gebeurde dit een eerste keer. Hoe is dat toen gebeurd? Er waren partijen aan het onderhandelen over de samenstelling van een nieuwe regering. Zij hebben afspraken gemaakt en de toenmalige ontslagnemende regering heeft de loyauteit gehad om die afspraken te formaliseren. Ik heb toen bepaalde politieke formaties niet horen roepen en schreeuwen dat het Parlement niet werd betrokken bij de procedure, terwijl zij dit nu wel doen. Dat lijkt mij toch wel frappant.

Collega's, zolang de Europese en de federale verkiezingen samenvallen, zal de kans zeer groot zijn dat een ontslagnemende regering die voordracht zal moeten doen. Die ontslagnemende premier zal dan altijd worden gehoord in deze Kamer. U, premier, wordt nu gehoord omdat u niet op tijd was met die voordracht of omdat u iemand hebt aangeduid waarmee minstens enkele fracties niet gelukkig zijn.

Ik heb een tweede argument gehoord, met name dat de ontslagnemende regering een minderheidsregering is. Collega's, of een ontslagnemende regering al dan niet over een meerderheid beschikt, is minder relevant. De bevoegdheden van een ontslagnemende regering zijn beperkt, maar ze zijn niet gelimiteerd als het gaat over hoogdringende zaken zoals deze aangelegenheid.

De oppositie in een Parlement is sterker ten aanzien van een regering in lopende zaken die niet over een meerderheid beschikt. Die oppositie had immers perfect de nodige initiatieven kunnen nemen vanaf de dag van de eedaflegging. Dit is niet gebeurd, de eerste vragen zijn pas enkele dagen geleden gesteld.

Daarmee heb ik de context geschetst.

Een verkiezingsuitslag kan ervoor zorgen dat een meerderheidsregering weliswaar een meerderheid heeft in het Parlement, maar totaal niet aan mekaar hangt, waardoor het de facto een minderheidsregering is. Het omgekeerde kan ook voor een minderheidsregering opgaan.

Dat in het midden gelaten, ik vind het wel belangrijk dat er overleg plaatsvindt in een context zoals deze. De huidige regering is ontslagnemend en heeft slechts een beperkte vertegenwoordiging in de Kamer. Maar zelfs los van de huidige geringe vertegenwoordiging vind ik het logisch dat de premier van een ontslagnemende regering voor zulke beslissingen contact opneemt met de democratische partijen, al dan niet deel uitmakend van die regering. Mijnheer de premier, ik heb uw Belgabericht gelezen en ik ben daarvan uitgegaan. U hebt het hier ook bevestigd. Naar mijn mening is het in de Belgische politiek niet gebruikelijk dat informele contacten publiek worden gemaakt. Wanneer echter het verwijt opduikt dat er geen contacten hebben plaatsgevonden, vind ik wel dat u het recht hebt om een en ander te verduidelijken en te melden met wie u contact hebt opgenomen. Het lijkt mij ook de logica zelve dat dit niet louter de verantwoordelijkheid is van de premier, maar ook van al de voorzitters van politieke partijen, die op hun beurt het initiatief kunnen nemen om contact op te nemen met de premier en met hun collega's-voorzitters. Collega's, ik ga ervan uit – zoals het mij ook meegedeeld is – dat het zo gebeurd is. Het tegendeel zou abnormaal geweest zijn. Afgelopen week las ik in de krant dat collega De Roover dat verloop formeel onjuist noemt. Mijn antwoord daarop luidt dat het informeel volledig juist was.

Er is geen Vlaamse kandidaat voorgedragen. Daarnet heb ik gewezen op de verantwoordelijkheid van de Kamer dienaangaande, al zeven jaar lang. Het is ook een verantwoordelijkheid die alle Vlaamse partijen toekomt. Immers, hadden wij een consensus kunnen bereiken omtrent een Vlaamse kandidaat, dan hadden wij sterker gestaan ten overstaan van de Franstalige collega's om te proberen die kandidatuur af te dwingen. Voor een stuk is het dus onze eigen verantwoordelijkheid.

Het is essentieel dat de voorgedragen kandidaat op de eerste plaats de Europese belangen dient. De Europese belangen gaan ook alle Belgen aan, en dus ook alle Vlamingen.

Collega's, ik heb uiteraard begrip voor de gevoeligheid dat dit Parlement meer betrokken wenst te zijn bij een voordracht van een Europees commissaris. Ik heb er daarnet op gewezen dat wij dat zelf kunnen doen. Ik vind dus ook dat wij dat in de toekomst zelf moeten doen.

Laten we dan ook positieve lessen trekken uit deze sage en onze eigen verantwoordelijkheden ter zake nemen. Ik vind het belangrijk dat er een vooroverleg is met het Parlement. Wat mij betreft mag er nadien, wanneer de regering beslist of iemand wenst voor te dragen, daarover ook overleg zijn.

Er is natuurlijk één context: de regering draagt voor, de voorzitter van de Europese Commissie stelt voor aan het Europees Parlement en het Europees Parlement gaat over tot de stemming. Dat belet echter niet dat wij onszelf daarbij kunnen betrekken.

Ik heb lessen getrokken uit de gebeurtenissen van de laatste twee weken en ik zal dan ook in de komende weken een voorstel tot wijziging van het Kamerreglement indienen. Wij kunnen de procedure afspreken dat een regering naar de Kamer komt een bepaalde periode voordat een voordracht dient te geschieden en dat wij daarover met haar een debat voeren. Er is dan een debat voor en na, maar dat zal uiteraard geen afbreuk doen aan het prerogatief van de uitvoerende macht om die voordracht te doen. Dat zullen wij niet kunnen beletten.

Collega's, als het over een aanstelling gaat – of het nu over een Europees commissaris gaat, een minister of een topambtenaar – dan leert mijn ervaring in de politiek mij dat het altijd hommeles is. Er zullen er immers altijd tevreden zijn en anderen zullen wat minder tevreden zijn omdat zij zich gepasseerd voelen. Dan is het logisch dat wij daarover een debat voeren en formele of informele contacten hebben. Ik vind het persoonlijk ook logisch dat de formele gesprekken coherent zijn met de informele contacten.

Ik maak mij zorgen over die Europees uitdagingen en de brexit. Heel veel mensen doen dat samen met ons. Ik maak mij echter nog meer zorgen. De verkiezingen zijn ondertussen drie maanden achter de rug. De vakantie is voorbij. Laten we stoppen met de campagne. Laten we informeel en vervolgens formeel met elkaar praten. Op de eerste plaats is dat de verantwoordelijkheid van ons allemaal, maar nog meer van de fracties die het grootst zijn. Franstalig of Nederlandstalig, ik maak wat dat betreft geen enkel onderscheid.

De Belgen hebben interesse voor de voordracht van de commissaris voor de Europese Commissie, maar hun geduld raakt langzamerhand op voor het getreuzel inzake de samenstelling van een federale regering met volheid van bevoegdheid, waarbij wij ook de volheid van parlementaire controle hebben, met alle middelen en niet met beperkte middelen, zoals dat vandaag het geval is. Dat lijkt mij veel belangrijker.

Collega's, laten we zoeken naar wat ons bindt in plaats van te discussiëren over wat ons scheidt. Het wordt hoog tijd.

01.14 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, la désignation de M. Reynders a suscité beaucoup de réactions. Pour ma part, c'est l'étonnement. Je m'étonne de voir que le MR, parti qui, à l'image des autres partis traditionnels, a été sanctionné le 26 mai 2019 – obtient deux postes européens de haute importance.

Le 26 mai dernier, la population a voté contre votre politique libérale, votre politique d'austérité qui est tout à fait en accord avec la politique imposée par la Commission européenne. Cette politique a des conséquences graves sur notre société. C'est tout le démantèlement des services publics, leur privatisation. C'est le démantèlement de notre sécurité sociale et de nos pensions. Et qu'apportez-vous comme réponse à la suite de ce vote? Vous dites: "Circulez! Il n'y a rien à voir. On va continuer exactement comme avant." Vous envoyez M. Reynders, qui est l'incarnation même de cette politique libérale, comme représentant de la Belgique à la Commission européenne. Vous riez ainsi au nez des personnes qui ont voté le 26 mai 2019.

Je rappelle aussi que M. Reynders, qui va représenter notre pays, a été mêlé à plusieurs affaires notamment de conflit d'intérêts. En 1999, M. Reynders avait déjà entamé son mandat de ministre des Finances par un grave conflit d'intérêts. La Commission européenne avait condamné le régime fiscal belge des centres de coordination, lequel permettait aux banques internes de deux cents multinationales de payer moins d'un euro d'impôt. Or M. Reynders s'est démené comme un diable, se mettant au service de ces multinationales, pour annuler la décision européenne. Et il a soigneusement omis de signaler qu'il était payé par une de ces multinationales. En effet, de 1999 à 2001, Didier Reynders était lui-même administrateur du centre de coordination du groupe Carmeuse, la multinationale de son ami, le baron Collinet. On envoie un commissaire européen qui s'est démené pour aller contre les directives de la Commission européenne. C'est assez drôle!

Je m'étonne également de la réaction de certains partis de gauche. J'ai cru lire qu'on attend de M. Reynders qu'il mène aussi des politiques de gauche. On espère qu'il y aura un contrôle. Pour moi, c'est de la naïveté. On oublie qui est M. Reynders. M. Reynders est le père des intérêts notionnels qui ont coûté à l'État 40 milliards d'euros sur dix ans. Bien entendu, ce coût a été répercuté sur les travailleurs à coups de taxes et de démantèlements de services publics. C'est ce M. Reynders-là qu'on envoie à l'Europe!

Je m'adresse ici aux membres présents dans la salle. Quelqu'un ici pense-t-il vraiment que M. Reynders va mener un atome de politique de gauche à la Commission européenne? Si je lui posais directement la question, je pense qu'il me rirait au nez en disant: "Rêve toujours!"

Certains partis, notamment le PS, parlent de repositiver la désignation de M. Reynders. Mais que signifie repositiver? M. Reynders ne fera pas autre chose que ce qu'il a fait durant vingt ans ici en Belgique. Il ne promouvra pas une autre politique qu'une politique libérale au service des multinationales et des riches. C'est la seule chose qu'il sait faire, car cela fait partie de son ADN politique. Il ne fera pas autre chose. Si vous entretenez l'illusion que nous pouvons avoir un impact sur sa politique européenne, vous vous leurrez. Il me semble que le représentant du MR l'a très bien rappelé: nous ne jouissons pas de la compétence de lui imposer quoi que ce soit. Cela signifie qu'il fera toujours ce qu'il a fait, c'est-à-dire mener une politique libérale, une politique d'austérité. Les Belges ont voté contre ce genre de politique le 26 mai dernier et vous continuez, malgré tout, comme si de rien n'était.

Monsieur le premier ministre, j'aimerais vous poser quelques questions, à commencer par une question déjà posée à plusieurs reprises ce qui démontre son importance. J'ose espérer recevoir une réponse claire. Avez-vous rencontré des représentants de partis de l'opposition ou d'autres partis pour trancher en faveur de M. Reynders? Si oui, lesquels? Avez-vous rencontré des partis comme le PS, le CD&V; l'Open Vld, la N-VA ou Ecolo-Groen? Ma question est de savoir quels étaient ces contacts informels.

Confirmez-vous, comme la presse l'a indiqué, que M. Reynders a utilisé sa mission d'informateur davantage pour favoriser sa candidature pour le poste de commissaire européen que pour trouver une coalition? Avez-vous reçu d'autres candidatures que celle de M. Reynders de la part d'autres partis? Si oui, lesquelles? Sur le conflit d'intérêts que je mentionne, alors qu'il était administrateur du centre de coordination de Carmeuse, trouvez-vous indiqué que soit nommé candidat pour le poste de commissaire, un ministre ayant commis un acte grave de conflit d'intérêts tout en combattant une décision de la Commission européenne? Et plus généralement, estimez-vous judicieux de soutenir la candidature d'un ancien ministre des Finances qui a fait de sa Belgique un paradis fiscal nuisant fortement à l'intégration fiscale européenne? Ne craignez-vous pas que, durant son éventuel mandat de commissaire européen, M. Reynders soit rattrapé par l'une des nombreuses affaires pour lesquelles il a été cité et que cela nuise à l'image de la Belgique?

Monsieur le premier ministre, j'aimerais recevoir des réponses à ces sujets et principalement sur celui des partis avec lesquels vous avez pris contact pour la désignation de M. Reynders ainsi que sur les accords ayant présidé à sa désignation. Car si un accord informel entre partis traditionnels est intervenu, je vous rappelle que les citoyens ont été clairs à ce sujet le 26 mai dernier: ils ne veulent plus de cette politique-là. Il serait temps d'être transparent en la matière.

01.15 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, ik zal misschien een beetje voor een stijlbreuk zorgen, want ik houd het kort. Ik zal er niet te veel krulletjes en kantjes aan hangen. Ik denk dat wij op het moment allemaal belangrijkere zaken te doen hebben. Ik wil graag luisteren naar de oproep van de voorzitter om wat meer aandacht te hebben voor de inhoud van ons werk. Daarom beperk ik mij tot twee zaken, misschien twee en een half.

Wat mij als nieuwkomer de voorbije weken heel erg tegen de borst heeft gestuit, is dat wij de job van Eurocommissaris steeds meer benoemd horen worden als een cadeautje, een Win for Life, wat men gunt aan een vriend of een kennis, wat men zomaar uitdeelt, zelfs hier vandaag nog, terwijl het toch gaat om een job waarvoor zeer hoge competenties vereist zijn en waarbij men hoge eisen stelt aan wie die taak op zich neemt. Ik denk, en samen met mij vele anderen, dat de heer Reynders al die competenties heeft. Hij heeft de nodige capaciteiten. Vriend en vijand hier aanwezig kunnen zijn kunde en kennis niet ontkennen. Dat is heel duidelijk.

Mevrouw de voorzitter, dat is de essentie. Hij heeft het juiste profiel. Daarom steunt mijn fractie de beslissing van de regering in lopende zaken om Didier Reynders als kandidaat voor te stellen.

Wat hadden we trouwens anders moeten doen? Niemand sturen? Mevrouw Pas, ik hoor het u graag zeggen, maar wij hebben toch graag iemand in Europa die meepraat voor België. Iemand ad interim sturen lijkt mij ook geen goede optie te zijn.

Laten we gewoon kijken naar het profiel van de heer Reynders. Hij heeft jarenlange ervaring op het Europese en internationale toneel. Hij is een man van de diplomatie. Ik denk dat Europa in deze woelige tijden absoluut zo iemand kan gebruiken. Hij gelooft in een sterk en daadkrachtig Europa, wat ook niet onbelangrijk is voor een Eurocommissaris.

Hij pleit ook al jaren voor een sterkere controle van de mensenrechten en de democratie in de lidstaten. Dat ligt mij heel erg na aan het hart, want vrouwen zijn ook mensen. Hij zal ook wel opkomen voor de vrouwenrechten.

Dat brengt mij bij dat halve puntje, met name of er niet beter een vrouwelijke kandidaat was voorgedragen. Welnu, de blauwe fractie had een tekort aan mannen. Van de vijf voorgedragen Eurocommissarissen in de blauwe fractie zijn er vier momenteel een vrouw. Frankrijk, Estland, Tsjechië en Denemarken hebben een vrouw voorgedragen. Maakt dat de heer Reynders dan onze excuustruus?

Ik sluit mij trouwens aan bij de oproep van de heer Verherstraeten om onze verantwoordelijkheid in eigen dossiers te nemen en zo snel mogelijk onze aandacht te richten op de vorming van een federale regering. De verkiezingen zijn drie maanden voorbij. Als wij de antipolitiek niet verder willen voeden en als wij het vertrouwen in de politiek willen herstellen, dan is de vorming van een federale regering veel essentiëler dan een debat over een dossier waarin er geen enkele structurele fout is gemaakt.

01.16 Yasmine Kherbache (sp.a): Mijnheer de premier, zoals velen zijn ook wij niet tevreden met de manier waarop de heer Reynders als kandidaat-commissaris voorgedragen is. Wij kunnen ons overigens ook niet vinden in de aanstelling van kandidaat-Commissievoorzitter von der Leyen in de afgelopen maanden. Een oproep tot meer transparantie en meer democratische legitimiteit was immers het groot signaal van de kiezer naar aanleiding van de Europese verkiezingen. Wij betreuren dat dat signaal niet gerespecteerd werd. Wij steunen dan ook de hier gelanceerde voorstellen en pleidooien om de procedures aan te passen, om te zorgen voor meer transparantie en meer democratische legitimiteit.

Meer fundamenteel nog rijst de vraag welk Europees project de Europese Commissie inhoudelijk zal realiseren. Mevrouw von der Leyen heeft in het Europees Parlement een stevige discussie gevoerd met de verschillende fracties. Naar aanleiding daarvan heeft zij er zich zeer uitdrukkelijk toe geëngageerd om onze voorstellen voor een socialer, duurzamer en democratisch Europa effectief te realiseren. Ik denk bijvoorbeeld aan de Europese Green Deal met een Europese klimaatwet, een eerlijk minimumloon voor iedere werknemer in Europa, fiscale rechtvaardigheid, een effectievere aanpak van discriminatie en een betere bescherming van onze rechtsstaat. Dat staat allemaal in haar mission statement over een Unie die de lat hoger legt. Daaraan zullen wij haar houden.

Mijnheer de premier, wij vragen ons natuurlijk wel af in welke mate u en kandidaat-commissaris Reynders het project van von der Leyen om op sociaal en ecologisch vlak de lat hoger te leggen, effectief steunen. Inzake gendergelijkheid hebt u alvast haar zeer terechte oproep straal genegeerd door geen vrouwelijke medekandidaat voor te dragen, wat wij ten zeerste betreuren. U hebt echt een kans gemist om aan de juiste kant van de geschiedenis te staan op dat vlak.

Ook als wij naar uw regeringsbeleid kijken, is ons land de afgelopen jaren vooral op de rem gaan staan op het vlak van klimaat en fiscale rechtvaardigheid. Uw beleid staat haaks op de hogere ambities van von der Leyen.

Von der Leyen heeft in haar mission statement heel uitdrukkelijk gezegd dat de fiscale concurrentie moet stoppen. Zij heeft aangegeven dat zij werk wil maken van de aanpak van fiscale ontwijkingsmechanismen. Ons land heeft de afgelopen jaren op dat vlak geschitterd in afwezigheid of tegenstemmen.

In de regering werd zelfs onomwonden gesteld dat fiscale concurrentie te verkiezen is boven internationale samenwerking en harmonisering. De vraag is dan ook of kandidaat Reynders nu wel een voortrekker zal zijn voor een eerlijke fiscaliteit of zal hij opnieuw op de rem staan? In alle eerlijkheid, als wij kijken naar het regeringsbeleid van de afgelopen jaren, dan vrezen wij voor het laatste.

Hetzelfde geldt ook voor het klimaatbeleid. Von der Leyen wil de lat op dat vlak echt fors hoger. Zij wil van Europa het eerste klimaatneutrale continent maken en zij ziet het, heel terecht, als de grootste uitdaging, maar tegelijkertijd ook de grootste kans voor onze tijd.

Mijnheer de premier, in het algemeen schuwt u de grote woorden niet op het internationale toneel. U hebt ook buitenlandse leiders zoals Trump zeer streng veroordeeld, maar als men dan kijkt naar uw beleid, dan hebben wij weinig gemerkt van die klimaatambities. Ons land zal de 2020-doelstellingen niet halen en ons land lag de afgelopen jaren ook dwars als het erop aankomt om de ambities te verhogen.

Minister Marghem heeft het zelfs gepresteerd om te pleiten voor een verlaging van de lat voor België. Dat staat opnieuw haaks op de ambities van Ursula von der Leyen.

Gelet op die grote kloof tussen uw beleid en de ambities van von der Leyen rijst de vraag wat het concrete engagement van ons land is wat het realiseren van het Europese project betreft. Mijnheer de premier, zal ons land akkoord gaan met de voorstellen van von der Leyen voor een socialer, duurzamer en democratisch Europa? Zult u haar op dat vlak voluit steunen?

Indien u hierop vandaag volmondig ja antwoordt, dan wil ik graag vernemen waarom u dat de voorgaande jaren dan niet hebt gedaan.

Waarom hebt u geen vrouwelijke medekandidaat gestuurd? Er zijn in ons land heel veel competente vrouwen. Hoe komt het dat u op dat vlak geen verantwoordelijkheid hebt genomen en dan moet verwijzen naar de andere Europese liberale collega's, die de oproep van von der Leyen wel hebben beantwoord?

Ten slotte, wij weten niet welke bevoegdheden kandidaat-commissaris Reynders kan krijgen. Wij weten ook niet welke inhoudelijke lijnen er zullen worden uitgezet. Naast de discussie over een verbetering van de procedures voor de aanstelling van commissarissen wil ik ervoor pleiten om nu al meteen een inhoudelijke terugkoppeling te doen in het Parlement, zodat wij ten gronde kunnen discussiëren over het inhoudelijk project dat de komende jaren zal worden uitgerold.

Ik kijk uit naar uw antwoord.

01.17 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le premier ministre, je serai bref.

Fallait-il désigner quelqu'un et répondre à l'invitation d'Ursula von der Leyen dans les temps? Oui, bien sûr! C'était important. Tous ceux qui disent ici qu'on avait le temps cherchent à fragiliser l'image de la Belgique – cela ne m'étonne pas de la part du Vlaams Belang – ou cherchent à fragiliser les institutions européennes. Cela ne m'étonne pas non plus de la part de certains partis. Il fallait répondre à cette invitation dans les temps. Il en allait de la crédibilité de notre pays et de notre mission européenne.

Le gouvernement était-il parfaitement légitime? Non, évidemment! C'était un problème. C'était une difficulté. Y avait-il un plan B? J'entends certains partis dire qu'il fallait un néerlandophone, d'autres qu'il fallait une socialiste, d'autres, un écologiste. On imagine le débat qui aurait pu avoir lieu au Parlement! Je pense qu'il ne fallait pas rajouter du désordre au désordre. Il n'incombait pas au Parlement de désigner un candidat à la Commission européenne, c'est une prérogative de l'Exécutif. J'ai apprécié l'intervention de M. Verherstraeten, qui propose qu'à l'avenir, on tienne mieux compte du fait que les élections se font en même temps et que nous aurons systématiquement des difficultés.

Pour moi, il n'y avait pas d'autres alternatives que d'agir comme le premier ministre l'a fait, à savoir consulter les uns et les autres et vérifier que nous avions un candidat qui était en capacité d'être envoyé à la Commission européenne par la Belgique. Est-ce qu'il va faire le job? Je pense que personne ne conteste l'expérience politique du candidat qui est désigné, même si ce n'est probablement pas le choix que j'aurais fait.

Les débats européens sont-ils urgents et importants? Oui, évidemment! Nous savons à quel point le Brexit, par exemple, fait peser une menace sur l'ensemble de l'Union européenne. Admettons que convoquer la commission des Relations extérieures au mois d'août à propos des questions européennes était faisable! Mais, je n'ai pas toujours senti une passion pour l'Europe au comité d'avis des questions européennes. Nous n'y étions pas toujours très nombreux pour en discuter. J'espère qu'il s'agit d'un signal pour l'avenir car, effectivement, toute une série de débats extrêmement importants ont lieu au niveau du Conseil de l'Union européenne – et je me réjouis que ce soit un Belge qui nous représente à sa présidence – et au niveau de la Commission européenne. Il faut que nous tentions d'influer sur les politiques européennes, mais, soyons de bon compte, nous aurions pu avoir ce débat bien en amont! Nous en aurons. Il sera notamment important que nous débattions rapidement des conséquences du Brexit pour notre pays. Cela me semble être l'évidence même.

J'entends qu'il faut défendre les intérêts de la Belgique. Absolument pas! Faut-il une Commission européenne équilibrée sur le plan politique? Bien évidemment. J'ai vu et entendu les caricatures qui ont été faites au moment de la nomination de Ursula von der Leyen.

La Commission européenne qu'Ursula von der Leyen est appelée à présider est plus équilibrée que celle de Jean-Claude Juncker. Pour l'instant, la famille socialiste a plus de représentants que le PPE. Les libéraux ont cinq représentants. Pour la première fois, il y a même un représentant vert.

La demande de la nouvelle présidente d'une parité au niveau de la Commission européenne sera – je l'espère – honorée. Il est vrai qu'il aurait été élégant de la part de la Belgique de présenter deux candidats dont une femme.

Quoi qu'il en soit, j'espère que Mme Ursula von der Leyen sera satisfaite de la manière dont la parité pourra être établie.

J'espère également qu'il y aura un débat au niveau du Parlement européen – la plupart d'entre nous y seront représentés – afin de savoir quelle sera la politique climatique, sociale, économique, fiscale, migratoire de la future Commission européenne. Les premiers accents qui semblent être mis par Mme von der Leyen sont plutôt encourageants, positifs. Je pense qu'il s'agit d'une nouvelle ambition.

De la part d'un pays qui a une ambition européenne, il s'agit surtout et une fois de plus de faire en sorte que les institutions européennes soient consolidées, qu'elles fonctionnement, qu'elles soient là en temps et en heure et qu'on puisse effectivement avoir des débats sur le fond.

Voilà, selon moi, ce que la Belgique doit essayer de réaliser!

Monsieur le premier ministre, je voudrais vous poser une question. En effet, on peut constater que toute une série de personnalités quittent le gouvernement et j'ai des inquiétudes quant à notre capacité à faire face aux enjeux auxquels nous sommes confrontés. Nous connaissons, aujourd'hui, une crise politique avec une responsabilité largement partagée. Soyons de bon compte! J'entends que la nouvelle Commission sera mise en place le 1^er novembre. Je voudrais connaître le calendrier. Je voudrais savoir si le ministre des Affaires étrangères et de la Défense sera en exercice jusque là, et quand les changements seront opérés. Je pense ici notamment à votre fonction. Comment les choses vont-elles se passer? Je voudrais être rassuré quant à la manière dont la Belgique pourra assumer ses responsabilités. Nous savons que nous devons présenter un budget européen dans les semaines qui viennent. C'est un exercice extrêmement important. Il ne faudrait pas que notre pays soit une nouvelle fois discrédité. Comment les choses se présentent-elles à ce niveau?

01.18 François De Smet (DéFI): Madame la présidente, monsieur le premier ministre, allons droit au but!

Le problème qui nous occupe aujourd'hui ne concerne pas, en effet, la personne et les qualités de M. Reynders. Pratiquement chacun reconnaît qu'il dispose de la carrure et de la compétence nécessaires pour être le membre belge de la Commission européenne. Contrairement à ce que pensent certains de mes collègues, ce débat ne concerne, en effet, pas non plus la feuille de route ou les priorités européennes de M. Reynders en tant que commissaire. Sa mission concerne la Commission européenne et le Parlement européen et non le Parlement fédéral.

Ce qui concerne le Parlement fédéral, par contre, c'est le total manque de respect de la représentation parlementaire par un gouvernement en affaires courantes, ultra-minoritaire, et qui a, selon nous, clairement abusé du concept d'affaires courantes et d'urgence. Ce gouvernement n'a pas de légitimité. Il est en affaires courantes et ne dispose que de 38 sièges sur 150. Ce n'est pas juste une question de droit, c'est aussi une question de bonne gouvernance ou même simplement d'élégance démocratique.

Il n'y a pas si longtemps, monsieur le premier ministre, vous aviez à cœur de demander le soutien du Parlement lorsque votre gouvernement n'était pas en capacité de décider. En décembre dernier, vous n'aviez plus de majorité parce que la N-VA était partie. Vous souhaitiez aller signer le pacte des migrations à Marrakech et vous aviez d'ailleurs raison. À ce moment-là, étrangement, vous vous êtes souvenu qu'il existait un Parlement fédéral. Vous avez sollicité sa confiance sous la forme d'une résolution vous permettant d'aller signer ce texte. Ce soutien vous a été donné.

Il faudra nous expliquer pourquoi la situation politique d'alors rendait nécessaire de solliciter l'autorisation du Parlement pour aller signer en décembre un texte international non contraignant et pourquoi, quelques mois plus tard, dans la torpeur du mois d'août, discrètement, vous vous êtes senti autorisé à prendre une décision aussi importante que la désignation d'un candidat commissaire par simple échange d'e-mails avec vos collègues.

Vous n'aviez ni impliqué, ni prévenu, ni associé le Parlement à quelque instant que ce soit, alors qu'entre-temps, le gouvernement avait perdu les élections, sa majorité et sa capacité à agir. J'avoue être un peu estomaqué de vous avoir entendu dire "qu'il n'y a pas tellement de problèmes, parce que vous avez passé des coups de fil à quelques présidents de partis". Pas tous, je crois, et a priori, pas au mien. Cela me semble un peu léger pour contourner la représentation parlementaire. C'est ce que nos citoyens ne supportent plus. C'est cette victoire actée de la particratie sur la représentation parlementaire.

Bien sûr, la formule magique de l'urgence existe. Vous connaissez bien évidemment cet arrêt du Conseil d'État qui dit: "L'urgence doit être telle que le défaut d'adoption de la mesure fasse courir un danger ou un préjudice grave aux intérêts fondamentaux du pays." Avec toute la réelle estime que j'ai pour M. Reynders, je ne vois pas très bien en quoi un peu de retard ou la nomination de quelqu'un d'autre comme commissaire, dans d'autres circonstances, aurait pu causer un dommage irréparable à notre pays. Au pire, nous aurions été le dernier pays à désigner un commissaire.

Deuxièmement, il est difficile d'invoquer l'urgence quand on a soi-même participé à la création de celle-ci. Le gouvernement l'a fait. C'est sa trouvaille pour contourner notre assemblée. Si vous voulez qu'un dossier devienne urgent, c'est simple, ne faites rien! Laissez-le mijoter! Puis, à minuit moins cinq, invoquez l'urgence! Avec ce raisonnement, n'importe quel dossier peut devenir urgent.

Voilà trois mois que les élections ont eu lieu et voilà trois mois que tout le monde sait bien qu'il n'y aura pas de gouvernement fédéral le 26 août. Voilà également trois mois que l'agenda dépend en partie d'un duo d'informateurs royaux, au sein duquel siège le principal intéressé. Il y avait donc moyen de faire des tas de choses: de proposer au Parlement un débat, de proposer un candidat de la société civile, peut-être même de proposer la candidature de M. Reynders en ce Parlement! Ce Parlement a bien élu M. Dewael comme président! Nous ne sommes pas fermés, nous pouvons discuter. Mais en tout état de cause, la convocation du Parlement pour ratifier la désignation de M. Reynders, eu égard au caractère minoritaire du gouvernement, aurait été pleinement justifiée et, en tout cas, rien ne justifie qu'une décision d'une telle importance puisse être prise à la va-vite par mail, un samedi après-midi, à la suite d'un coup de fil à plusieurs présidents de partis et par l'expédition d'une dépêche Belga, le samedi soir, à 21 heures. Vous avez clairement court-circuité le Parlement. Honnêtement, vous n'allez pas en plus nous demander de vous remercier!

Pour terminer, il faut aller de l'avant bien sûr! Oui, selon nous, la Chambre aurait dû être convoquée en plénière après la délibération du gouvernement fédéral pour ratifier, par un vote de confiance, la désignation de M. Reynders. Il me semble que nous sommes face à une forme de deal qui court-circuite la représentation parlementaire. Non, il n'y avait pas urgence sauf à considérer que ne pas communiquer le nom d'un candidat au poste de commissaire avant le 26 août aurait causé un dommage irrémédiable aux intérêts du pays. Je ne vois pas en quoi cela est prouvé.

Nous sommes bien évidemment mis devant le fait accompli! Nous n'allons pas rajouter du chaos au chaos. Mais cela pose une vraie question qui ne vous est pas tellement adressée, monsieur le premier ministre, puisque comme M. Reynders, vous êtes quasiment déjà parti. Bientôt, vous nous laisserez gérer seuls cette situation politique inextricable, ce pays ingouvernable, ces finances publiques dans le rouge et cette flambée de votes extrémistes qui sont aussi en partie votre héritage et qui ne seront bientôt plus votre problème.

Mais la question se pose à nous pour l'avenir. Comment empêcher à l'avenir qu'un autre gouvernement abuse du concept d'affaires courantes et d'urgence? Comment faire en sorte que ce Parlement soit mieux respecté? Je crois que ce sont ces questions qui devront nous occuper dans les mois à venir vu l'instabilité chronique de notre pays. Pour notre part et avec les groupes que cela intéresse, nous travaillerons à des initiatives législatives afin de clarifier ces concepts d'affaires courantes et d'urgence et pour permettre au Parlement de se faire respecter davantage.

01.19 Charles Michel, premier ministre: Merci beaucoup pour les différents points de vue qui ont été exprimés.

Je vais tenter de rassembler les différentes remarques ou observations, pour donner certaines réactions.

De heer Verherstraeten heeft een belangrijke boodschap over de procedure gegeven, een redenering die ik voor honderd procent deel.

De voorbije zeven jaar zijn de federale en de Europese verkiezingen en dus de vorming van de Europese Commissie aan elkaar gekoppeld. Wij weten ook dat de kans in België bestaat dat er in het Parlement een regering zonder de volle steun van een meerderheid bevoegd kan zijn. Wij wisten dat wij potentieel met een dergelijke situatie konden worden geconfronteerd. Het betreft hier dus geen nieuwe informatie.

Wat was de situatie in juli? In het tijdsverloop is dit belangrijk. Wij moesten wachten op de stemming in het Europees Parlement. Daarover bestond immers geen zekerheid. Het is trouwens bekend dat er slechts een nipte meerderheid was. Pas daarna ging de procedure voor de samenstelling van de Commissie met de officiële brief op 19 juli van start.

In de officiële brief van mevrouw von der Leyen aan de federale regering was er geen vraag naar twee kandidaten. Er was wel een pleidooi voor een paritaire Commissie. De vorige keer heeft België een vrouwelijke kandidaat, Marianne Thyssen, gestuurd. Niet alleen België heeft slechts één naam voorgesteld. Slechts twee landen hebben twee namen opgegeven, waarbij er voor één van de twee op het laatst maar één naam overbleef.

Il n'y a que deux pays sur les vingt-sept (la Grande Bretagne n'ayant pas indiqué de nom) qui ont adressé deux candidatures. La position de la Belgique n'est donc pas extravagante à ce sujet.

Toujours quant à la procédure: la dernière intervention en lien avec les affaires courantes me faisait sourire. Quand on est pro-européen, comme on prétend l'être cher monsieur De Smet, on est cohérent et on tente d'être conséquent. Balayer la date butoire du 26 août c'est oublier concrètement que son non-respect causerait un dommage grave pour la Belgique en termes d'image et de crédibilité pour un pays fondateur de l'Union européenne. C'est oublier aussi le risque, si on devait attendre un processus de formation – je vais y revenir – qui pour l'instant n'a pas encore démarré, qu'il y ait un problème juridique qui soit posé, une question qui soit ouverte sur la légitimité de la Commission européenne et sa capacité au mois de novembre à être opérationnelle et légalement composée sur la base des traités.

Monsieur De Smet, la démocratie, ce sont des valeurs: l'État de droit, les droits humains, des principes fondamentaux qui nous tiennent tous à cœur. La démocratie, ce sont aussi – comme le dit Amartya Sen – des procédures, des institutions, des traités. Il est important de respecter les traités, c'est là qu'il s'agit de la crédibilité et c'est pour cela que j'ai agi ainsi en tant que premier ministre en affaires courantes, conscient des limites des affaires courantes: j'ai considéré avec le gouvernement en affaires courantes et après avoir pris des contacts, il est vrai, de manière informelle – car soyons sérieux: s'il y avait eu un débat ici pour désigner un ou une candidate, on sait de quelle manière ce débat aurait tourné et comment probablement il eut été impossible d'être en situation d'honorer cette date du 26 août – avec les représentants des partis démocratiques qui forment des groupes reconnus au Parlement. J'ai même eu des contacts avec un président d'un parti démocratique que vous connaissez bien.

Ces contacts ont porté sur cette situation exceptionnelle d'avoir eu des élections, un gouvernement en affaires courantes et une date qui s'impose à nous. Je n'ai pas créé l'urgence! L'urgence est liée au fait que le 1^er novembre, une Commission doit être opérationnelle pour faire face aux défis – Brexit, migration, budget pluriannuel, questions internationales, questions géopolitiques… – auxquels nous sommes confrontés.

Effectivement, cela a été fait sur la base de cette interprétation des affaires courantes qui est conforme à la circulaire et aussi à une jurisprudence du Conseil d'État. Je renvoie par exemple à une désignation, il y a quelques années, par le gouvernement belge d'un gouverneur de la Banque nationale de Belgique, pour laquelle une procédure a été introduite devant le Conseil d'État pour contester cette décision. Dans la manière de regarder les circonstances, j'ai aussi tenté de prendre en considération cette interprétation, cette jurisprudence du Conseil d'État en lien avec les affaires courantes.

Voilà pour ce qui concerne la question de la procédure.

Ten tweede, er is ofwel een gigantisch misverstand ofwel een gebrek aan kennis van de Europese instellingen, maar een Eurocommissaris van België, Frankrijk of Duitsland is geen Eurocommissaris om de belangen van een land, van een partij, van de deelstaten te verdedigen. Neen, het werkt niet op die manier op Europees niveau. De Commissie moet de communautaire methode gebruiken en zich dus enkel laten leiden door de belangen van de EU. De andere instelling, de Raad, hanteert een meer intergouvernementele methode. Dat is een zeer groot verschil.

C'est d'ailleurs la raison pour laquelle certains, par méconnaissance, car je ne veux pas croire qu'il s'agisse d'autre chose que d'un malentendu ou d'une incompréhension, semblent plaider pour qu'il y ait un débat pour voir quel mandat on donnerait à celui ou celle qui serait le commissaire européen belge. Cette vision du rôle des parlements nationaux vient frontalement contre l'équilibre des traités.

Ik ben het ermee eens dat de nationale parlementen een belangrijke rol spelen op Europees niveau, voor de Europese debatten, voor een sterke democratische vitaliteit en voor de toekomst van een Europees project. Precies daarom was ik een van de Belgische eerste ministers die het vaakst het debat aanging met het federaal Parlement.

Plus de quinze fois, je suis venu, avant des Conseils européens et après ceux-ci, en comité d'avis sur les questions européennes pour évoquer, échanger, discuter, et aussi pour m'imprégner des sensibilités des différents groupes – pas seulement ceux de la majorité – et des points qui étaient importants pour eux. Je le faisais pour prendre en considération les différentes nuances qui représentaient la vitalité démocratique belge sur la question du projet européen.

Troisièmement, la question du genre est essentielle à nos yeux. Je me réjouis de ce que le Conseil ait soutenu une femme de grande qualité, Ursula von der Leyen, pour présider la Commission, et également une femme pour présider la Banque centrale européenne. Cela fait partie du même mouvement de proposition ou de désignation. J'y ai participé et j'ai représenté la Belgique autour de la table. Nous verrons si nous pouvons atteindre l'ambition d'une Commission paritaire par le vote qui interviendra au Parlement européen. Je soutiens cette ambition.

Je rappellerai un point important que certains oublient. Nous n'allons pas procéder à une nomination. Nous n'avons pas nommé de personnalité pour qu'elle devienne commissaire. Nous avons procédé à une proposition. Celle-ci est un point de départ qui permet ensuite à la présidente de la Commission de déterminer quel type de responsabilités et quel type de compétences elle veut pouvoir donner aux différents candidats commissaires. Cela a été dit par des personnes qui ont une expérience de parlementaire européen, comme M. Bayet. Il y a ensuite des auditions au Parlement européen. Celles-ci sont sérieuses et ne constituent pas une promenade de santé. Au cours de celles-ci, les parlementaires européens posent des questions et mettent les candidats commissaires européens sur le grill. Ensuite, un vote intervient.

Ceci permettra d'éviter en novembre une crise des institutions européennes et, cher monsieur De Smet, que la Belgique ne soit pas la cause d'une telle crise, en raison de l'impossibilité, causée par la Belgique, de disposer au mois de novembre d'une Commission légitime, opérationnelle et composée conformément aux Traités. Je suis assez stupéfait, sidéré, qu'un représentant d'un parti qui se dit européen puisse négliger, en balayant d'un revers de la main avec une légèreté surprenante, cet enjeu qui est important pour moi. Il l'est d'autant plus dans un moment où l'Europe est confrontée au débat sur le Brexit, au débat sur la migration, au débat sur le budget qui débouche sur la possibilité de libérer des moyens pour les affecter là où l'on pense, après débat démocratique, que les priorités résident.

Je me réjouis, comme l'a dit la représentante du sp.a …

Ik verheug mij erover dat de eerste verslagen uit het Europees Parlement van mevrouw von der Leyen inderdaad rekening houden met verschillende prioriteiten die door de Belgische regering in de afgelopen jaren werden verdedigd.

Ik geef twee voorbeelden. Aan de Europese tafel was ik de eerste om de European Green Deal te verdedigen. Ik heb daar hard voor gepleit en ik ben er dan ook zeer tevreden over dat mevrouw von der Leyen rekening heeft gehouden met de sterke positie die wij daarin hebben ingenomen.

Als tweede voorbeeld vermeld ik een sociale pijler, waarbij EU-commissaris Thyssen een belangrijke rol heeft gespeeld om ter zake vooruitgang te boeken. Met de steun van een meerderheid in het Belgisch federaal Parlement heb ik in de voorbije jaren ook gepleit voor een minimumloon op Europees niveau. Ook al weet ik dat er zich veel moeilijkheden en obstakels aandienen, ik denk dat het nodig zal zijn om op die vlakken vooruitgang te boeken en ik hoop daar dan ook op.

Malgré ce discours très engagé de Mme von der Leyen sur ces sujets-là, j'ai constaté au Parlement européen que beaucoup de représentants socialistes n'ont pas soutenu la désignation de Mme von der Leyen. J'espère que dans la suite des débats, on pourra avoir un soutien large au Parlement européen sur la base d'un programme, d'un projet qui devra se préciser, se peaufiner.

Sur la question du candidat qui est proposé, beaucoup se sont demandé pourquoi ce candidat-là plutôt qu'un autre. Je répète que, dans les contacts informels que j'ai pris avec les différents responsables des partis démocratiques représentés au Parlement, j'ai discuté de la procédure et de l'interprétation de cette question des affaires courantes, compte tenu du contexte dans lequel nous sommes, mais aussi de la personne susceptible de pouvoir exercer la responsabilité.

Le candidat en question a, pendant vingt ans, été ministre fédéral. Il a participé à de très nombreuses réunions tout au long de ce parcours politique, dans les instances européennes. Il a été membre de gouvernements qui, à deux reprises, ont présidé l'Union européenne. Comme vous le savez, il a été actif dans une campagne pour faire en sorte que la Belgique puisse siéger au Conseil de sécurité des Nations Unies. Il est donc apparu au gouvernement qu'il disposait effectivement du profil et de la crédibilité nécessaires pour assumer une telle responsabilité. Je dois d'ailleurs noter que, adversaires ou partenaires du candidat, personne n'a réellement remis en question les capacités de la personnalité avancée par la Belgique pour pouvoir remplir la responsabilité en question. Voilà, madame la présidente, les quelques mots de réaction que je voulais indiquer pour ce qui me concerne.

Sur le fond du projet, je me réjouis de constater que beaucoup ont dit, à juste titre, que ce qui doit compter c'est l'orientation qu'on veut donner au prochain projet européen. C'est un nouveau chapitre qui s'ouvre avec cette nouvelle Commission et ce nouveau Parlement fédéral qui se mettent en place.

In het debat van vandaag hoorde ik verscheidene verklaringen en oproepen om de vorming van een federale regering een kans te geven, zodat de Kamer de federale regering het mandaat kan geven om een sterke en positieve rol te spelen op Europees niveau, gelet op de vele uitdagingen waarmee wij geconfronteerd worden.

Je forme aussi le vœu, et il appartient au Parlement d'en décider, que l'on puisse au départ de celui-ci continuer à jouer un rôle actif, moteur, et à avoir des débats avec des représentants des institutions européennes. Ce fut le cas quand Marianne Thyssen est venue au Parlement fédéral. Il y aura beaucoup d'autres occasions. Je souhaite que le comité d'avis sur les questions européennes puisse poursuivre son travail avec beaucoup d'engagement.

Pour répondre à la question qu'ont posée M. Dallemagne et d'autres également, je prends l'engagement, aussi longtemps que je remplirai ma charge de premier ministre en affaires courantes, d'être disponible pour le Parlement, de continuer à mener les débats qui sont nécessaires.

Deux dates sont certaines: la rentrée de la Commission européenne le 1^er novembre – jusque là, le gouvernement est disponible pour mener le travail avec le Parlement en respectant pleinement le fonctionnement et le rôle du Parlement – et la présidence du Conseil européen le 1^er décembre. Dans cette perspective, chacun mesure les disponibilités du Parlement.

Tot slot, als eerste minister in lopende zaken, maar ook voor de toekomst van ons land en voor de belangen van onze Belgische burgers, hoop ik dat het mogelijk zal zijn om zo snel mogelijk een regering te hebben met een meerderheid in het Parlement. Ik acht het niet a priori onmogelijk om vóór november een regering te hebben met volle bevoegdheid en in volledige capaciteit, die beslissingen kan nemen. Op 26 mei hebben de kiezers inderdaad signalen uitgestuurd. Iedereen heeft zijn interpretatie van die signalen. Onze assemblee kent een nieuwe samenstelling, wat de vertaling is van een democratische boodschap van de kiezers. Om die reden is de vorming van een regering dringend. De vorming van een regering is een ander proces; iedereen kent de werking van onze instellingen. Ik hoop, net als de heer Verherstraeten, dat het mogelijk is dat betrokkenen zich zo snel mogelijk verantwoordelijk opstellen, zodat zij in staat zijn om een correct en democratisch antwoord te bieden op de uitdagingen waarmee wij collectief geconfronteerd zijn.

De voorzitter: Bedankt, mijnheer de premier.

Collega's, er rest ons nog zowat een kwartier voor de replieken. Het Parlement heeft altijd het laatste woord.

Wie nog het woord wenst te voeren, vraag ik om de repliek tot één minuut te beperken.

01.20 Barbara Pas (VB): Mevrouw de voorzitter, ik weet niet of ik de premier moet bedanken voor zijn antwoord, aangezien ik op geen enkele van mijn vragen een antwoord heb gekregen. Door de uiteenzettingen van de collega's is het desalniettemin wel duidelijk geworden wie de premier, zeer selectief, gecontacteerd heeft en wie niet.

Mijnheer de premier, uw informele contacten hebben enkel plaatsgevonden met die partijen die nog in de running zijn om eventueel in een verre toekomst een federale regering te vormen. Uit het debat blijkt duidelijk dat de aanstelling van de heer Reynders voor al die partijen oké was.

Voor CD&V is het oké, ook al noemde CD&V de heer Reynders ooit de slechtste minister van Financiën en werd hij in 2014 onder geen beding geschikt bevonden voor het premierschap.

Voor Open Vld is het ook oké, ondanks de uitspraken over feminisme, gender en verjonging, want Open Vld gelooft dat de heer Reynders de mensenrechten zal verdedigen. Nochtans heeft hij zich, ondanks mijn aandringen, nooit willen moeien met de harde klappen die er zijn gevallen in Catalonië. In dat verband heb ik de Europese blauwe fractie overigens ook nooit gehoord. Voor Open Vld is het dus ook oké.

Het is oké voor de N-VA. De woede, waarvan even sprake in de pers, is duidelijk bekoeld. Zij zal ook geen verdere stappen ondernemen.

Het was vandaag bij momenten zelfs aandoenlijk welke lofzang de heer Reynders voor zijn capaciteiten kreeg. Voor verscheidene personen, van Karel De Gucht tot Siegfried Bracke, is hij zelfs de best geschikte kandidaat.

Om moeiteloos te functioneren in de Europese Unie van vandaag denk ik dat het inderdaad meegenomen is om over kwaliteiten te beschikken zoals cynische machtspolitiek voor eigen baat. De Europese Unie is zelf een ondemocratisch politiek systeem geworden, dat ongeacht de wil van de kiezer zichzelf beschermt en dient. In dat opzicht zit Reynders daar misschien wel op zijn plaats.

Voor ons is het alleszins al lang duidelijk dat zowel u, mijnheer de premier, als Reynders staan voor extreem EU-federalisme, dat per se aan de juiste kant van de geschiedenis wil staan, maar vooral niet aan de kant van de Vlaamse kiezer. Integendeel, die draaien ervoor op.

U concludeert terecht dat er bij de raadpleging geen verzet was tegen de selectieve keuze, maar daarvoor is er een heel eenvoudige verklaring. Als Reynders vertrekt, vergroot voor hen de kans op een grotere koek bij het verdelen van de postjes in een nieuwe federale regering. Dat is de essentie. Dan verbaast het u nog dat mensen meer en meer gedegouteerd geraken in de politiek.

Mevrouw de voorzitter, u hebt gevraagd om het kort te houden. Ik heb nog een conclusie. Ik heb daarnet gezegd dat deze regering, een minderheidsregering in lopende zaken, niet de bevoegdheid heeft om dergelijke beslissingen te nemen. Voor topbenoemingen met een grote politieke impact – en collega Verherstraeten heeft de belangrijkheid van deze functie daarnet nog in de verf gezet – moet een minderheidsregering in lopende zaken de Kamer raadplegen.

De Kamer raadplegen is iets anders dan een selectieve, totaal willekeurige keuze van partijvoorzitters waarvan zeker is dat zij die keuze zullen steunen omdat ze nog op andere postjes rekenen. Men moet de Kamer raadplegen en men moet voor mijlpaalbeslissingen een meerderheid achter zich krijgen. Anders moet men, ongeacht de daaruit voortvloeiende gevolgen, de topbenoeming uitstellen.

Ik heb vandaag veel ongenoegen gehoord over die manier van werken en ik heb horen zeggen dat men niet de zin voor democratie had om op die manier te werk te gaan, maar ongenoegen uiten over de ondemocratische gang van zaken is één zaak; er iets aan proberen te doen, is iets anders.

Wij zullen die beslissing juridisch aanvechten en een procedure opstarten bij de Raad van State om een dergelijke schandalige gang van zaken in de toekomst te verhinderen.

01.21 André Flahaut (PS): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, on a entendu l'exposé introductif. Il n'est pas question ici de discuter de personnes ou encore des compétences des uns et des autres. Elles sont incontestables et il faut le faire remarquer.

Comme vous l'avez dit, on est à un moment crucial pour l'Europe. Comme pour le siège non permanent au Conseil de sécurité des Nations Unies, la nomination du président du Conseil européen et celle d'un commissaire compétent dans les instances européennes constituent des moments importants et des opportunités que nous devons saisir.

Je sais – vous l'avez répété – que ni le président du Conseil, ni le commissaire ne représentent les intérêts de leur pays. Il est donc clair que vous n'avez pas vocation à représenter la Belgique, mais cela sera l'occasion pour vous de travailler, par des positionnements mais également par un apport dans la discussion, à des solutions imaginatives reposant sur le sens du compromis qui nous caractérise, sans oublier l'ancrage local et ses racines; comme l'a fait auparavant M. Herman Van Rompuy.

Comme cela a été dit, il ne sera pas possible, ce matin, d'aborder tous les thèmes. Certains ont cependant été abordés. Au niveau européen, vous êtes appelé, monsieur le premier ministre, à être le prochain président du Conseil qui siègera au prochain G7. Celui qui vient de se terminer a mis en avant toute une série de problèmes importants dont un qui est urgent, à savoir celui de l'Amazonie. Comme pour le nucléaire iranien, comme pour la présence de la Russie, il est important que l'on puisse déjà avoir une indication quant aux positions qui pourront être défendues.

Pour ce qui concerne la politique belge, il faut tenir compte d'un autre élément, à savoir la question du Mercosur.

Pour ce qui a trait à l'Europe, vous avez mis en avant les défis. Je ne reviendrai pas sur le Brexit, mais il y a une urgence en matière de politique de migration. Il faut impérativement s'attaquer à ce problème avec une dimension humaine, voire très humaine. Vous ne m'en voudrez pas de dire – M. Reynders n'a pas été ministre de la Défense depuis 1999 – qu'il y a aussi un défi important, à savoir celui de la défense européenne qui doit être mis sur la table. Il y a enfin l'axe de la solidarité Nord-Sud, à savoir la relation de l'Europe avec l'Afrique, mais aussi le pourtour méditerranéen. Dans quelques jours, il y aura la visite de M. Tshisekedi dans le cadre de la relation renouée avec la République démocratique du Congo.

J'en arrive ainsi à M. Reynders et le portefeuille qui lui sera attribué. Il est clair qu'il devra être attentif à une idée que vous aviez lancée et qui était reliée par l'ensemble des entités fédérées, à savoir le Pacte national pour les investissements stratégiques qui vise à nous permettre d'apporter une certaine relance dans les investissements importants pour le futur. Je pense à certains investissements en matière d'infrastructures au Nord, mais aussi en termes d'enseignement au Sud.

Il y a également le problème des fonds structurels européens et de la répartition entre les Régions. Il faudra veiller à maintenir l'équilibre qui avait été obtenu et qui a perduré ces dernières années. Je crois que nous aurons l'occasion, madame la présidente, lors de prochaines réunions – puisque le premier ministre nous a confirmé sa disponibilité, ainsi que le ministre des Affaires étrangères et de la Défense – d'évoquer en détail ces différents dossiers. Il vaut mieux ne pas établir un menu ou un ordre de marche, mais plutôt évoquer ce à quoi nous portons le plus d'attention pour le futur de l'Europe.

01.22 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mevrouw de voorzitter, ik heb ondertussen begrepen dat hier, in tegenstelling tot in het Europees Parlement, een minuut spreektijd vrij relatief is, maar toch zal ik het kort houden.

Er wordt geargumenteerd dat de federale verkiezingen in België samenvallen met de Europese verkiezingen en dat het daardoor niet zo uitzonderlijk is dat een regering in lopende zaken een dergelijke voordracht moet doen. Dat is een feit, maar vandaag is er wel de heel specifieke situatie dat de regering in lopende zaken maar gesteund wordt door een minderheid van 38 op 150 zetels in het Parlement.

Ik hoor anderen zeggen dat wij het vertrouwen in de politiek moeten herstellen en dat zijn dan net degenen die de huidige gang van zaken verdedigen. Daarover gaat het juist voor ons. Welk signaal wordt hiermee gegeven aan het Parlement als symbool van de democratie, aan de burger met die zweem van belangenvermenging en achterkamertjespolitiek, maar ook aan de kandidaat zelf? Om die reden vragen wij dat de besluitvorming in zulke dossiers transparant wordt door het Parlement vooraf te consulteren en de deelstaatregeringen hierbij te betrekken.

Als er nog een conclusie kan worden getrokken naar aanleiding van de gedachtewisseling, dan is dat volgens mij dat er heel wat werk op de plank ligt voor onze commissie hier. Wij staan voor heel veel Europese uitdagingen. De eerste minister heeft ernaar verwezen dat hij in de afgelopen legislatuur heel veel inspanningen heeft geleverd om vaak terug te koppelen naar het Parlement. Ik meen echter dat er nog een serieus tandje kan worden bijgestoken. Ik verwijs dan bijvoorbeeld naar een land als Denemarken waar het Parlement ook wordt geconsulteerd vóór de Raad van Ministers.

Ik doe ook een oproep aan u, mevrouw de voorzitter, om zo snel mogelijk een regeling van de werkzaamheden van onze commissie op te stellen. Wij staan immers voor heel veel Europese uitdagingen. Hiermee zou ik trouwens mijn repliek willen beëindigen.

De voorzitter: Ik wil daarop zeker positief antwoorden.

01.23 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de premier, ik dank u voor uw antwoorden.

In feite is het zeer eenvoudig. Ik meen dat wij in de komende jaren de best mogelijke Europese Commissie nodig hebben. De vraag of Didier Reynders de best mogelijke kandidaat is, kunnen wij simpelweg niet beantwoorden, omdat enkel een minderheid in het Parlement in ons land zich in die zin heeft kunnen uitspreken. Dat is natuurlijk het probleem.

De uitdagingen in Europa zijn immens. De collega's hebben ze al geschetst. Wij hebben een ambitieus klimaatbeleid nodig. Ons land haalt geen enkele van de klimaatdoelstellingen. Wij hebben een sterk sociaal Europa nodig. Wij hebben ook een kern-Europa nodig dat, indien nodig, vooruit kan gaan.

Als wij dan kijken naar Didier Reynders, dan moeten wij met z'n allen toch vaststellen – en ik meen dat weinig mensen dit zullen tegenspreken – dat hij niet meteen de voortrekker is van de progressieve verandering die Europa nodig heeft.

Het probleem is niet wat de heer Verherstraeten daarnet heeft geschetst. Het probleem is niet dat de regering ontslagnemend is. Het probleem is dat de voordracht van Didier Reynders is gebeurd zonder dat een meerderheid van de volksvertegenwoordigers dat heeft kunnen steunen. Uw regering is niet alleen ontslagnemend, ze heeft ook geen meerderheid in het Parlement.

Het is de gewoonte dat topbenoemingen van topambtenaren in een regering van lopende zaken worden vermeden. De Europese voordracht moet gebeuren, dat weten we, maar kom dan toch naar het Parlement. Lever dan toch een inspanning om te peilen of de figuur van Didier Reyners wel op een meerderheid in het land kan rekenen of niet.

Uw regering beschikt niet over een democratische meerderheid en zou zich nederig moeten opstellen. Alleen door samen te werken met het Parlement, vindt een minderheidsregering nog enige legitimiteit. De voordracht van Didier Reynders voor een Europese topjob zonder dat het Parlement wordt geraadpleegd, is dan ook hoogmoedig en een vergissing.

Didier Reynders wordt nu dus zonder duidelijke steun naar Europa gestuurd. Dat is eigenaardig. Het is volgens mij ook geen cadeau voor Didier Reynders zelf.

Zelfs CD&V beseft dat er iets moet veranderen. We hebben het voorstel gehoord om de procedure te veranderen om dergelijke zaken te vermijden. Zelfs CD&V geeft dus toe dat hier een fout is gebeurd, want we moeten het Reglement aanpassen, zodat zoiets niet meer gebeurt.

Als een regering zoals de uwe, mijnheer de eerste minister, niet spontaan naar het Parlement komt, moeten we dat in het vervolg maar verplicht maken. Wie had kunnen denken dat een regering zonder meerderheid niet spontaan, uit eigen beweging, hier die meerderheid zou komen zoeken?

In de voorbije maanden hebt u dat voor andere zaken wel gedaan. U hebt steun gezocht bij de oppositie, want u hebt een minderheidsregering. U hebt steun gezocht voor de voorlopige kredieten, steun voor het VN-migratiepact, steun voor andere ontwerpen.

Hiervoor hebt u dat niet gedaan. Daarvoor zijn er geen excuses, omdat het om een zeer belangrijke functie gaat. Wij willen weten of Didier Reynders wel de beste kandidaat is om die functie in te vullen.

Het enige wat u nog rest, is te verwijzen naar het informeel contact met de partijvoorzitters, dat u hebt gehad.

Ik wil heel formeel zijn: aan mijn partijvoorzitter is niet de steun gevraagd voor de voordracht van Didier Reynders. Aan mijn partijvoorzitter is alleen de droge mededeling gedaan dat de minderheidsregering Didier Reynders zou voordragen. Er is helemaal geen steun gevraagd. Ik weet niet in hoeverre er dan met andere partijen is gesproken, maar een ding is duidelijk: de voordracht van Didier Reynders heeft zelfs door die korte telefoongesprekken geen steun van een meerderheid in het Parlement. Dat is een probleem. Dat is geen goede werkwijze voor een minderheidsregering, mijnheer de eerste minister.

Het is bekend hoe groot de ecologische en sociale uitdagingen zijn. De vraag blijft open of een meerderheid in ons land vindt dat Didier Reynders de best mogelijke kandidaat is. De regering hier, die wellicht de komende maanden nog met een minderheid voortkrabbelt, heeft op eigen houtje een beslissing genomen zonder te peilen of die een democratische legitimiteit kan hebben.

01.24 Raoul Hedebouw (PVDA-PTB): Wie heeft er politiek besloten om Didier Reynders naar de Europese Commissie te sturen? Dat is de politieke vraag waarop wij in dit debat twee uur lang hebben geprobeerd een antwoord te krijgen. Wie heeft dat politiek besloten?

De eerste minister heeft geantwoord.

Je vous cite, monsieur le premier ministre. La question était qui a décidé au niveau politique d'envoyer M. Reynders à la Commission. Vous avez répondu que "tous les groupes des partis démocratiques présents à la Chambre ont été contactés". Erreur: le PTB n'a pas été contacté, c'est pourtant un parti démocratique présent à la Chambre. Il s'agit d'une première erreur factuelle du premier ministre. J'entends maintenant le correctif de Groen: c'est une deuxième erreur factuelle. Parmi les autres collègues, personne n'a remis en cause la phrase avancée par le premier ministre: "Tous les groupes des partis démocratiques présents à la Chambre". Je me permets de les citer: PS, sp.a, cdH, CD&V, N-VA, MR, Open Vld, Ecolo. Ces partis ont été contactés.

Deuxième thèse mise en avant par le premier ministre: "Personne n'a remis en cause la capacité de M. Reynders de représenter la Belgique à la Commission". Je découvre pour la première fois ce que sont les "grands accords", dont on ne peut pas parler. Pensez-vous vraiment que les citoyens sont bêtes à ce point? Pensez-vous réellement que vous pouvez prétendre que ce n'est pas vous mais le gouvernement, qu'on ne vous avait rien dit? Ayez un petit peu de respect pour le peuple! Je vais citer ici les partis qui ont dit "oui" à la désignation de M. Reynders – conclusion que chacun sait -: le MR – on s'y attendait –, l'Open Vld…

De N-VA heeft ook ja gezegd; PS, sp.a, cdH en CD&V hebben ook ja gezegd.

Er is nog de discussie over Ecolo-Groen. Groen zegt van niet. Ecolo heeft het niet duidelijk gezegd, maar heeft contact gehad.

En conséquence, Ecolo, vous devez avouer que le premier ministre ment. Il dit que c'est faux et que personne ne l'a remis en cause. Chers collègues, c'est précisément cela le problème dans le domaine de la politique en Belgique! Il vaudrait mieux exprimer clairement les positions politiques que chacun veut prendre.

Ik denk dat dit veel duidelijker zou zijn. Ik heb geen probleem met alle partijen die hier hebben gezegd dat ze voor Reynders zouden hebben gestemd. Ikzelf, behorende tot een linkse partij, zou hebben tegengestemd omdat Didier Reynders de notionele-intrestaftrek, die de Belgische belastingbetaler 40 miljard heeft gekost, op stapel heeft gezet.

J'aurais voté contre M. Reynders effectivement, parce que s'il y a bien une personne qui représente ce libéralisme à outrance, des intérêts notionnels à 40 milliards, des excess profit rulings, toutes ces mesures anti-sociales depuis vingt ans, c'est bien M. Reynders.

Mes chers collègues, s'il vous plait, pourquoi ne pas avoir tout simplement tenu ce débat politique dès le départ: qui était pour, qui était contre? Ne vous n'inquiétez pas, maintenant chacun est au courant et le PTB, effectivement, tirera ses conclusions.

01.25 François De Smet (DéFI): Monsieur le premier ministre, j'avoue que je ne comprends pas très bien le raisonnement selon lequel si nous avions rendu le nom d'un commissaire (celui de M. Reynders ou autre) une semaine ou deux plus tard, les traités européens auraient été remis en cause, le Berlaymont se serait écroulé et la Belgique aurait été un État paria de la construction européenne. Mais ma difficulté de comprendre tient peut-être à mon manque d'expérience.

De toute façon, ce n'est pas le cœur de ma critique. Le cœur de ma critique était de dire qu'avant le 26 août, il y avait moyen de gérer cette urgence en faisant intervenir le Parlement et non seulement des présidents de parti d'une manière ou d'une autre. Mais vous avez répondu avec beaucoup d'honnêteté à ce sujet nous expliquant que vous ne pensiez pas qu'un débat ici au Parlement de manière anticipée aurait pu donner quelque résultat que ce soit, ce qui dit tout de l'état de la particratie dans laquelle nous sommes malheureusement.

De voorzitter: Dank u wel, collega's.

We hebben een interessante gedachtewisseling gehad. Ik dank de premier voor zijn aanwezigheid. We zien elkaar in september terug voor de regeling van de werkzaamheden.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.11 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 11.