Commission de l'Économie, de la Protection des
consommateurs et de l'Agenda numérique |
Commissie
voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda |
du Lundi 16 septembre 2019 Matin ______ |
van Maandag 16 september 2019 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.07 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 07 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.
De brexit: stand van zaken
- Inleidende uiteenzetting door de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking, en door graaf Paul Buysse, voorzitter van de Brexit High Level Group
- Gedachtewisseling en toegevoegde vraag van mevrouw Melissa Depraetere aan de minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel, Armoedebestrijding, Gelijke Kansen en Personen met een beperking over "de brexit" (55000275C).
Le Brexit: état des lieux
- Exposé introductif du ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, de la Lutte contre la pauvreté, de l'Égalité des chances et des Personnes handicapées, et du comte Paul Buysse, président du Brexit High Level Group
- Échange de vues et question jointe de Mme Melissa Depraetere au ministre de l'Emploi, de l'Économie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur, de la Lutte contre la pauvreté, de l'Égalité des chances et des Personnes handicapées sur "le Brexit" (55000275C).
De voorzitter: Collega's, welkom op onze eerste commissievergadering na het reces. Het is niet zonder belang dat wij meteen aan de slag gaan met het thema van de nakende brexit. Iedereen heeft de voorbije weken en maanden wel gemerkt dat dit dossier ook de komende weken en maanden de actualiteit zal beheersen.
Er is vandaag veel onzekerheid, niet alleen bij de bevolking van Groot-Brittannië en in de rest van Europa, maar zeker en vast ook bij bedrijven: bij Europese bedrijven die veel handelsrelaties hebben met het Verenigd Koninkrijk en, vice versa, bij Britse bedrijven die ook actief zijn in Europa. De volgende cruciale datum is 31 oktober, voorlopig althans. Wij zullen zien of die datum zo cruciaal blijft.
Er is in het verleden al wat werk verricht. In januari 2017 is een rapport van de Belgische Brexit High Level Group, onder het voorzitterschap van graaf Paul Buysse, verschenen. Dat rapport is dus al tweeënhalf jaar oud, maar wat daar toen in stond, is wel belangrijk.
Een van de conclusies was heel duidelijk: "Wat absoluut dient te worden vermeden, is een scheiding na twee jaar zonder transitieakkoord en een idee over de toekomstige relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie." Dat gaf men toen als waarschuwing. Nu, tweeënhalf jaar later, is er van een akkoord nog helemaal geen sprake. Het is dus belangrijk om een stand van zaken op te maken en ik verwelkom dan ook heel graag graaf Paul Buysse, de voorzitter van de Belgische Brexit High Level Group, en de minister van Werk, Economie en Consumenten.
Wij gaan als volgt te werk. Er wordt eerst een inleidende uiteenzetting gegeven door de minister en graaf Buysse samen en nadien krijgen de commissieleden het woord. De vragen van technische en economische aard zullen vooral door graaf Buysse worden beantwoord en de veeleer politieke en beleidsmatige vragen door de minister, zodat alles efficiënt verloopt. Daarna volgt de regeling van de werkzaamheden.
U hebt het woord, mijnheer de minister.
Minister Wouter Beke: Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor de organisatie van deze hoorzitting over een thema dat bijzonder belangrijk is: het rolt niet alleen over de tongen bij iedereen die er politiek naar kijkt en het in de media volgt, maar het heeft ook economisch gezien een bijzonder groot belang. De politieke toestand in het United Kingdom is op zijn minst volatiel te noemen.
Deze zorgt voor veel onzekerheid met betrekking tot de afloop van het brexitdossier. Onzekerheid betekent onvoorspelbaarheid, niet het minst voor de bedrijven en het bedrijfsleven, uw voorzitter verwees er reeds naar.
De hoorzitting van vandaag is een uitstekende gelegenheid om daarvoor samen een stand van zaken op te maken. Wij gaan bekijken wat er in het verleden voorbereid is, wat er intussen uitgevoerd is van die voorbereidingen en wat de mogelijke next steps zijn die nog kunnen worden gezet.
Sta mij toe te zeggen dat ik bijzonder verheugd ben dat graaf Buysse bereid is om vanuit zijn rol als voorzitter van de Brexit High Level Group deel te nemen aan dit debat, maar ook om deze High Level Group als voorzitter te leiden. Deze input is immers van wezenlijk belang geweest voor de begeleiding de voorbije jaren, onder mijn voorganger de heer Kris Peeters, en nog op dit moment. Wij proberen dit zo goed mogelijk te begeleiden.
Je commencerai par un bref aperçu et ce, d'un point de vue politique. Ensuite, nous aborderons la préparation, au niveau belge, à un scénario de no deal et le comte Buysse nous informera des actions et résultats du Brexit High Level Group.
À la suite des résultats du référendum de juin 2016, les Britanniques ont choisi de quitter l'Union européenne. Le premier ministre May a notifié le départ du Royaume-Uni de l'Union européenne sur la base de l'article 50 du traité du 29 mars 2007. Après une négociation d'un an et demi, un accord a été trouvé sur les conditions du retrait et sur une déclaration politique quant à la relation future entre l'Union européenne et le Royaume-Uni. Je vous rappelle que ces négociations ont été menées au niveau européen par l'ancien commissaire, Michel Barnier, et qu'au sein du Conseil de l'Union européenne, c'est notre compatriote, Didier Seeuws, qui mène les travaux.
Les textes que j'ai mentionnés prévoient une période de transition jusqu'au 31 décembre 2020. Pendant cette période, la déclaration politique serait prise comme base pour un ou plusieurs accords définitifs qui régleraient la relation future et définitive entre l'Union européenne et le Royaume-Uni.
Mijnheer de voorzitter, beste collega's, samen met u stel ik vast dat de politieke toestand aan de overkant van het Kanaal op zijn minst volatiel is; die bewoordingen heb ik eerder al gebruikt. Het akkoord dat de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk heeft gesloten, werd in het Brits parlement tot drie keer toe verworpen. Om een no-deal te vermijden, werd de uitvoeringstermijn van artikel 50 al tot twee keer toe verlengd. De huidige deadline is 31 oktober 2019. Intussen is de eerste minister, die dat akkoord gemaakt heeft, namelijk Theresa May, vervangen door Boris Johnson als eerste minister en leider van de conservatieve partij.
Intussen tikt de klok natuurlijk. Er resten ons nog vijfenveertig dagen tot de deadline van 31 oktober. Het Brits parlement, verdaagd tot 14 oktober, nam een wet aan die de eerste minister oproept om een verdere verlenging te vragen indien er op 19 oktober geen deal met de Europese Unie tot stand komt. Van cruciaal belang in deze sequentie is de Europese Raad die zal plaatsvinden op 17 en 18 oktober. De eerste minister van Groot-Brittannië heeft vandaag een gesprek met de voorzitter van de Europese Commissie om daarover verder te spreken.
Daarnaast zijn ook de partijconventies van
Labour en van de conservatieve partij eind september en begin oktober
belangrijk. Vooral valt te bekijken hoe zij zullen inspelen op het
brexitdossier. Waar Theresa May
uitging van het principe my deal or no Brexit, lijkt Boris Johnson uit
te gaan van het principe my deal or no deal.
Inhoudelijk blijft het grootste struikelblok, zoals jullie waarschijnlijk wel weten, de Ierse backstop of het terugvalakkoord. Dat houdt in dat, indien er geen andere oplossing gevonden kan worden, Noord-Ierland zich regelgevend zal aligneren op welbepaalde regels van de Europese interne markt en dat de volledige United Kingdom in de douane-unie zal blijven. Die backstop blijft van kracht tot en tenzij er een betere oplossing in de plaats komt.
U kent allicht allemaal wel de positie van de Europese Unie op dat vlak: het vermijden van een harde grens op het Iers eiland, het garanderen van de Ierse all island-economie en het beschermen van de integriteit van de Europese Unie en de interne markt. Daarom zijn de volgende vragen ook cruciaal. Welk alternatief zal Boris Johnson op tafel kunnen leggen dat de voorwaarden van de Europese Unie kan verzoenen met het opgeven van die backstop? Kan dat leiden tot een scenario of deelscenario, nog vóór 31 oktober? Zo niet, hoe en wanneer zal het Verenigd Koninkrijk dan een verdere verlenging van de uitvoeringstermijn van artikel 50 aanvragen?
Of valt de UK op 1 november zonder deal helemaal uit de Europese Unie? De hoop op een akkoord kan en mag niet worden opgegeven. De EU staat te allen tijde klaar om elk constructief en werkbaar voorstel vanuit de UK te bekijken. Dat behelst natuurlijk wel dat er werkbare en constructieve voorstellen op tafel worden gelegd.
Monsieur le président, chers collègues, il est clair que ce qui précède crée beaucoup d'incertitude. Celle-ci est renforcée par un climat économique moins favorable en Europe et les suites d'une guerre commerciale entre la Chine et les États-Unis. Mais soyons clairs, comme je l'ai déjà mentionné, nous espérons et voulons toujours parvenir à éviter un no deal, aussi bien pour des raisons politiques et économiques que géopolitiques.
N'oublions pas que le Royaume-Uni est toujours le quatrième partenaire commercial de notre pays. Nous continuons donc à appeler à une solution négociée. L'incertitude et la volatilité pèsent sur nos entreprises. En même temps, nous devons tenir compte de tous les scénarios, y compris le no deal.
Volgens een studie van de KU Leuven zou België in het geval van een softe brexit een daling van het bnp van 0,6 % kennen, met een verlies van 10.000 jobs. In het geval van een no-deal zou deze bnp-daling kunnen oplopen tot maar liefst 2,35 % en een verlies tot 42.000 jobs.
In geval van een no-deal kunnen de gevolgen voor ons land dus bijzonder zwaar zijn. Ons land zou samen met Ierland en Nederland de meeste economische schade lijden. Vooral de sectoren van de detailhandel, gezien het grote aantal kmo's, met ongeveer 2.500 verloren jobs, de voedingsindustrie met 4.000 jobs, de textielindustrie met 3.500 jobs en de chemische sector met 3.575 jobs zouden het meest getroffen kunnen worden.
Relevant is ook een simulatie die de Nationale Bank van België maakte over de impact op de Belgische uitvoer naar het Verenigd Koninkrijk, mocht dat tarieven heffen. Het Verenigd Koninkrijk kondigde namelijk een voorlopig tariefschema aan. Gesimuleerd naar de Belgische uitvoer van de afgelopen vijf jaar zou ongeveer 20 % van de Belgische uitvoer worden geraakt, vooral in de export van voertuigen, brandstoffen en vlees van pluimvee.
Je voudrais aussi souligner que, tant en cas de deal que de no deal, des discussions devront être menées avec le Royaume-Uni sur la relation définitive avec l'Union européenne. Ne nous leurrons pas, ces discussions seront extrêmement difficiles et complexes. En tant qu'Européens, il faut que nous évitions une concurrence tarifaire et non tarifaire avec notre voisin d'outre-Manche. Une telle situation serait dommageable pour nos entreprises, d'où l'importance de continuer à souligner le besoin d'un level playing field.
Mijnheer de voorzitter, collega's, als u ermee akkoord gaat, zou ik nu graag het woord geven aan graaf Buysse, die het werk van de Brexit High Level Group zal toelichten. Nadien zal ik nog even stilstaan bij een aantal aspecten van de voorbereiding op een eventuele no-deal op Belgisch niveau. Wij staan uiteraard ook ter beschikking voor eventuele vragen.
Paul Buysse: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte leden van deze dynamische commissie, ik dank u oprecht voor de mogelijkheid die mij wordt geboden — voor mij al de tweede keer — om met u in debat te gaan. Inderdaad, eind 2017 hadden wij al de gelegenheid om dat te doen.
Ik kan slechts herhalen wat minister Beke net aangaf, namelijk dat de situatie uitermate volatiel is. Wij moeten ons zo goed mogelijk voorbereiden op elke mogelijke situatie. Wij weten niet welke situatie finaal uit de bus zal komen maar wij moeten ons voorbereiden op de hele waaier van mogelijkheden. Het gaat helaas meestal om negatieve mogelijkheden. Het betreft hier de komende maanden immers een lose-losesituatie.
Precies dat is de reden waarom de Brexit High Level Group is opgericht, en zulks nog vóór het brexitreferendum.
Zoals u weet, bestaat de High Level Group uit vertegenwoordigers van alle intersectoriële federaties, van de Nationale Bank van België, de directeurs van de regionale exportagentschappen en een aantal ondernemers die met het Verenigd Koninkrijk vertrouwd zijn. Op deze bijeenkomsten was ook steeds de minister van Economie aanwezig. Wij zijn tot hiertoe veertien maal bijeengekomen. Vorige week nog werd een bijeenkomst georganiseerd.
Hoewel alles belangrijk is, is er toch één element de moeite waard om te onderlijnen, te weten dat de Brexit High Level Group vóór het referendum werd samengesteld en operationeel is geworden. België was — zo dit in dermate moeilijke omstandigheden kan worden gezegd — inderdaad klaar om de eerste analyses te hebben en de eerste voorstellen te doen.
Monsieur le président, je voudrais rappeler les sept recommandations que le High Level Group avait formulées au tout début de ses travaux.
Tout d'abord, il prône un processus de Brexit transparent et flexible et souligne l'importance des mesures transitoires. Viennent ensuite les mesures de soutien, puis la nécessité d'attirer de nouvelles activités. De plus, un accord de libre-échange ambitieux doit être conclu. Je reviendrai également sur la préparation à l'échelle de notre pays. Enfin, l'Union européenne doit être renforcée en l'absence du Royaume-Uni et doit veiller à la préservation du marché intérieur. Pour certains de ces axes, le High Level Group a pu aboutir à des résultats. En revanche, pour d'autres, nous avons été confrontés à la réalité politique d'outre-Manche.
Aujourd'hui, je voudrais surtout vous livrer un aperçu des résultats obtenus par notre groupe sur le plan de la préparation et de la communication. Comme je l'ai déjà mentionné, le High Level Group a été constitué bien avant le référendum britannique. Il me semble avoir joué un rôle important dans la sensibilisation non seulement des acteurs économiques, mais aussi de l'opinion publique, notamment à travers la publication de ses deux rapports.
Le High Level Group était parmi les premiers à plaider en faveur d'une période de transition. De même, il a influencé la position de la Commission européenne à ce sujet. Celle-ci garantissait plus de stabilité et de prévisibilité pour les entreprises.
Dans notre deuxième rapport, daté de décembre 2017, nous fûmes également parmi les premiers à plaider en faveur d'une préparation à un no deal. Le High Level Group s'est montré le plus proactif possible à cet égard.
Diverses communications publiques et plusieurs événements médiatiques ont contribué à une meilleure compréhension du dossier et, surtout, des défis à relever. En ce sens, la présence des fédérations autour de la table a joué un rôle prépondérant. De plus, le ministre de l'Économie a lancé de nombreux road shows dans toutes les provinces, en coopération avec les chambres de commerce et les fédérations.
Plusieurs entreprises ont aussi été informées des aspects de normalisation, des procédures douanières, des questions relatives aux brevets, des suites juridiques sur le plan contractuel ou encore de l'impact des fluctuations du cours de change.
En outre, le High Level Group a stimulé l'échange entre les autorités et le monde privé. Ainsi, les dernières informations sur la situation politique, sur la situation économique au Royaume-Uni et sur nos relations commerciales avec ce pays ont été facilement diffusées auprès des acteurs pertinents.
Inversement, les questions et remarques venant des acteurs économiques sur le terrain ont été captées et traduites en initiatives concrètes, de même que leurs messages et leurs défis.
Ik denk bijvoorbeeld aan de zogenaamde brexitscan, ontwikkeld door het ministerie van Economie. Die scan peilt aan de hand van een aantal vragen naar de staat van voorbereiding en de brexitimpact voor een bepaalde ondernemer. Ik denk dan aan de impact op invoer, uitvoer, intellectuele eigendom, vervoer, toeleveranciers, enzovoort. Die scan is een concreet en direct hulpmiddel voor de ondernemingen.
Tot heden is die scan meer dan 25.000 keer geconsulteerd. Dat geeft aan dat het creëren ervan een goede beslissing was, maar ook dat ons bedrijfsleven zich wel degelijk heeft voorbereid. Ik ben dan ook zo vrij u aan te raden om die scan ter informatie te consulteren. Van Europese kant werden wij er trouwens opmerkelijk voor gefeliciteerd.
Een ander initiatief is de lijst van de frequently asked questions, de veelgestelde vragen. Op initiatief en met de input van de High Level Group werd een eerste versie al in 2016 gecreëerd. Die werd stelselmatig bijgewerkt, en in september 2018 online gezet. Vorige week besloot de High Level Group om die lijst in het licht van een mogelijke no-deal nog verder te verfijnen. De geactualiseerde versie zal tegen begin oktober op de sites van het ministerie van Economie, andere vakdepartementen en de betrokken federaties te consulteren zijn.
Voor vele bedrijven bleek en blijkt die tool onmisbaar, vooral nu een no-deal zeker niet kan worden uitgesloten, en dat is een eufemisme.
Ik wil tot slot nog meegeven dat de High Level Group de bedrijven ook oproept om waar mogelijk een zekere pragmatiek aan de dag te leggen in de eerste dagen na een no-deal, bijvoorbeeld inzake de organisatie van transporten.
Op lange termijn is het ook van belang dat bedrijven die proportioneel veel naar het Verenigd Koninkrijk exporteren, tijdig mogelijke andere afzetmarkten aanboren. De regionale exportmaatschappijen spelen daarin natuurlijk een cruciale ondersteuningsrol.
Monsieur le président, je suis
convaincu que la décision de créer ce High Level Group était bonne.
Jusqu'à présent, en ces temps imprévisibles, le Groupe a joué son rôle de
stabilisateur entre les autorités et le monde économique. Je pense qu'au cours
de la période à venir, le Groupe montrera sa valeur ajoutée. Merci.
Minister Wouter Beke: Dank u, graaf Buysse.
Mijnheer de voorzitter, ik stel voor om nog even wat dieper in te gaan op de Belgische voorbereiding op een eventueel no-dealscenario en wat toelichting te geven bij de Europese initiatieven die recent ook in de pers zijn vermeld.
Begin dit jaar besliste de ministerraad een extra aanwerving in het kader van het brexitdossier. Die aanwervingen zijn door de verschillende departementen reeds gedaan, ofwel is de procedure nog lopende.
Op 3 april werd een federale, overkoepelende brexitwet goedgekeurd, die alleen maar in werking zal treden in geval van een no-deal. De datum van de in- en uitwerkingtreding wordt geregeld bij koninklijk besluit.
Ik zal de voornaamste elementen uit de brexitwet misschien nog even in herinnering brengen voor de nieuwe collega's. Op die manier weet ook u wat er precies in die brexitwet staat.
De belangrijkste elementen zijn de volgende.
De Britse onderdanen en hun familieleden, die al een verblijfsrecht hebben, behouden dit recht. Hangende aanvragen gebeuren op basis van de prebrexitregels. Ook de gezinshereniging met een Brit, die al vóór de brexit in België was, zal gebeuren op basis van de oude regels. Dit alles geldt tot 31 december 2020.
De federale socialezekerheidsrechten, rechten op invaliditeitsuitkeringen, pensioenen en andere, van Britse onderdanen – zowel prebrexit Britten als postbrexit Britten – worden tot en met 31 december 2020 verder gegarandeerd. Dit laatste op voorwaarde van wederkerigheid van het Verenigd Koninkrijk en van de administratieve samenwerking met de Britse autoriteiten.
Inzake de energie wordt door een regelgevend kader betreffende de onafhankelijkheid van Interconnector UK Limited de bevoorradingszekerheid van België in geval van een no-deal verder gegarandeerd tot er een verdrag kan worden gesloten.
Op het vlak van justitie is er het behoud van op basis van vestiging verworven rechten van Britse advocaten tot 31 december 2020, op voorwaarde van reciprociteit.
Inzake de financiële diensten worden maatregelen mogelijk ter vrijwaring van de goede werking van de financiële diensten en de vrijwaring van de continuïteit van de financiële overeenkomsten.
Op het vlak van de fiscaliteit, in het bijzonder van de belastingen, geldt een overgangsregeling die erin bestaat het Verenigd Koninkrijk gelijk te stellen met de Europese Unie en dat tot 31 december 2019, aanslagjaar 2020, voor de inning van de federale belastingen. Bovendien is er sprake van een reciprociteitskwestie en –vereiste. Ik vermeld ook nog de mogelijkheid van de ontheffing van de sancties voor erkende economische operatoren, in geval van goede trouw.Deze maatregel treedt buiten werking een jaar na de inwerkingtreding ervan.
Verder werd er een aantal koninklijke besluiten voorbereid voor een eventuele no-deal met betrekking tot de werkgelegenheid. Dit heeft betrekking op arbeidskaarten, beroepskaarten, stages en grensarbeiders. Ook hier wordt tot 31 december 2020 continuïteit geboden.
Ik geef ook nog mee dat inzake de grensoverschrijdende inning van onderhoudsbedragen voor kinderen wordt gewerkt aan een gezamenlijke oplossing in het Europees netwerk in civiele zaken.
Verder geef ik graag nog een overzicht van de aanwerving van extra personeel in het kader van de brexit. Er zijn in totaal 450 VTE's opengesteld. Die zijn inmiddels aangeworven of nog aan te werven. Het gaat om bijkomende capaciteit voor het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, de douane, het FAGG, de FOD Buitenlandse Zaken, de FOD Economie, de federale politie en Mobiliteit. Als u hierover details wil, stel ik voor dat u de bevoegde ministers ondervraagt om na te gaan hoe ver men daarmee staat.
Tot slot dient nog vermeld te worden dat ook de regio's binnen hun eigen bevoegdheden de nodige voorbereidingen hebben getroffen. Waar nodig hebben ze wetgevende initiatieven genomen. De volgende slide geeft daarvan een overzicht.
Ik stel voor dat ik nu nog even dieper inga op de voorbereiding van een no-deal aan Europese zijde. Voor het geval van een no-dealbrexit heeft de Europese Commissie op 4 september jongstleden een bijkomende beslissing genomen. De getroffen bedrijven zullen namelijk een beroep kunnen doen op middelen uit twee bestaande Europese fondsen, met name het Europese Solidariteitsfonds en het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering, het zogenaamde globaliseringsfonds.
Beide fondsen zullen putten uit de bestaande enveloppe. De Commissie stelt dus enkel voor om de modaliteiten van deze beide bestaande fondsen aan te passen aan de realiteit van een no-deal. Beide fondsen genereren ongeveer 750 miljoen euro, wat in theorie dus voorzien is voor de hele Europese Unie. In de praktijk zullen de middelen allicht naar de zwaarst getroffen landen gaan. Voor beide fondsen geldt ook een cofinancieringsfactor. De onderhandelingen over de precieze modaliteiten worden op dit ogenblik binnen de Europese instellingen gevoerd.
Ik steun in deze ook de oproep van de Belgische leden van het Europees Parlement. Zij hielden een pleidooi voor de versnelde bespreking en goedkeuring van de voorstellen van de Europese Commissie.
Mijnheer de voorzitter, beste collega's, ik rond af.
Om in de mate van het mogelijke de te verwachten chaos bij een no-deal op te vangen, heb ik ook een initiatief genomen om samen met Nederland en Frankrijk aan outreach te doen in een aantal Centraal- en Oost-Europese landen.
De bedoeling is vooral de lokale actoren te sensibiliseren in het kader van een mogelijke no-deal op 31 oktober. Indien wij de boodschap kunnen overbrengen dat het bij een no-deal aangewezen is om bijvoorbeeld te wachten met een vertrek naar het Verenigd Koninkrijk, tot de nodige documenten kunnen worden uitgegeven, kan dat hopelijk positieve gevolgen hebben voor de te verwachten mobiliteitsknoop in ons land.
Monsieur le président, chers collègues, le comte Buysse en moi-même avons voulu vous donner un aperçu du Brexit et particulièrement rendre compte du rôle important du High Level Group dans la préparation en Belgique.
Je voudrais encore remercier le comte Buysse pour son initiative et son dévouement en faveur des intérêts économiques belges.
De voorzitter: Bedankt, mijnheer de minister. Ik dank ook graaf Buysse voor de stand van zaken. Wij hebben ondertussen de print van de PowerPoint gekregen. Ik denk dat de tekst zelf ook ter beschikking kan worden gesteld. Wij zullen deze naderhand via mail versturen.
Volledigheidshalve kan ik ook meedelen dat er van deze bijeenkomst een integraal verslag wordt gemaakt, dat weldra op de website van de Kamer zal worden gepubliceerd.
Ik geef nu het woord aan de commissieleden. Er was een mondelinge vraag ingediend over de brexit. Traditiegetrouw geef ik dus eerst het woord aan de vraagsteller. Daarna zal ik het woord geven volgens grootteorde van de partijen.
Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn vraag verwerken in mijn uiteenzetting. Dat zal het gemakkelijkste zijn.
Mijnheer de minister, mijnheer Buysse, ik dank u voor de uitleg. De negatieve impact van een no-dealbrexit op onze economie en werkgelegenheid blijkt heel duidelijk uit deze presentatie, zeker voor West-Vlaanderen, maar ook voor heel ons land. Het kan gaan om een verlies van 42.000 jobs, wat gigantisch is.
Wij zien dat Nederland, ondanks dit slechte nieuws, naar een aantal opportuniteiten zoekt. De onzekerheid bij de bedrijven bestaat niet enkel in ons land maar ook in Groot-Brittannië en de bedrijven aldaar kijken uit naar nieuwe vestigingen. In Nederland hebben al 100 bedrijven de oversteek naar Nederland gemaakt en nog 325 andere overwegen om hetzelfde te doen. In totaal levert dat voor 62 bedrijven die de oversteek reeds hebben gemaakt al een winst op van 2.500 jobs en 310 miljoen euro investeringen. Dat is beperkt als men ziet wat er verloren gaat, maar het toont wel mogelijkheden om de negatieve impact om te buigen. Nederland lijkt goed werk te maken van het vinden van een aantal positieve kanten aan de tragedie van de brexit.
In België behoort dat tot de bevoegdheden van de Gewesten, maar ik meen dat de federale regering daarin ook een belangrijke rol kan spelen, zeker wat coördinatie betreft. Het zou dan ook nuttig zijn te vernemen of ons land zich ook op dit aspect voorbereidt en of er in dat kader al jobs en investeringen zijn bijgekomen doordat bedrijven hun vestiging naar ons land verhuisden of zulks overwegen. Leveren wij inspanningen om op dat vlak te sensibiliseren? Zo ja, over welke bedragen spreken wij dan?
Wat is de rol van de federale overheid inzake het aantrekken van investeringen in het kader van de brexit? Zorgt de federale overheid voor overleg en coördinatie tussen de Gewesten met betrekking tot acties en strategieën, om zoveel mogelijk jobs en investeringen naar België te halen? Zo nee, waarom niet?
Ten slotte heb ik nog een vraag over een belangrijk aspect dat vandaag minder aan bod is gekomen. Het lijkt mij nuttig om te weten wat de concrete impact zal zijn op de consument bij een no-deal. Wat zal de consument dan precies mogen verwachten?
Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral dank ik de minister en graaf Buysse voor hun toelichting.
De belangrijkste boodschap is dat wij moeten blijven proberen een harde brexit te vermijden. Het is in ieders belang om te gaan voor een zo soft mogelijke brexit. De datum van 31 oktober is in het politieke leven nog ver weg en er kan intussen heel wat gebeuren. Ik beschouw het glas altijd als halfvol, liever dan als halfleeg. Hopelijk kunnen wij dus nog iets doen, in het belang van iedereen. Ik hoop ook dat deze regering in die zin zal blijven pleiten op Europees niveau, bijvoorbeeld op de Europese Raad van 17 en 18 oktober.
U gaf toelichting bij de genomen maatregelen om onze bedrijven te steunen, zoals de roadshows en de brexitscan. De detailhandel en de voedingssector zullen het hardst worden getroffen. Werden er specifieke maatregelen genomen ten opzichte van deze sectoren?
Aansluitend bij de vragen van mijn collega, had ik ook graag geweten wat wij nu al kunnen doen voor de bedrijven, met het oog op de toekomst. In Nederland bijvoorbeeld wordt al veel ondernomen om mensen en bedrijven ervan te overtuigen om in de toekomst, als zij producten moeten invoeren naar het continent, dit te doen via de haven van Rotterdam. Doen wij ook dergelijke zaken? Het klinkt een beetje raar, maar de een zijn dood is de ander zijn brood. Nemen wij ook maatregelen om bedrijven aan te trekken om te investeren in ons land. Zoals vaak zijn de Nederlanders ons een stapje voor, maar wij hebben minstens evenveel troeven en wij moeten die ook uitspelen.
Mijnheer de minister, u wees erop dat er verschillende VTE's zullen bijkomen om de mogelijke gevolgen van een harde brexit op te vangen. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de douane, maar ook aan andere zaken die voor de werkzaamheden van onze commissie belangrijk zijn, bijvoorbeeld het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
Het aantal vacatures is één ding, maar ze invullen is een tweede. U sprak over 450 vacatures, indien ik het goed begrepen heb. Zijn die vacatures ondertussen al ingevuld? Op dat vlak is 31 oktober 2019 immers wel kort dag. Dat is mijn tweede vraag.
Ten derde, u hebt opgesomd wat er in de brexitwet geregeld zal worden op het vlak van sociale zekerheid, energie en dies meer. Een heel belangrijk aspect dat daarin ook zal spelen, is het feit dat wij op Europees niveau momenteel het principe van wederzijdse erkenning kennen, maar ook erkennen de landen elkaars standaarden onderling. Een harde brexit zou in dat verband betekenen dat die principes wegvallen. Bijgevolg zullen alle producten opnieuw moeten worden gecontroleerd.
Zijn er vooruitzichten opdat die bestaande Europese wetgeving rond de wederzijdse erkenning en de erkende standaarden die op Europees niveau zijn opgesteld, eventueel toch nog kunnen blijven gelden?
Tijdens de vorige legislatuur zetelde ik in het Europees Parlement, waar ik voorzitter van de commissie Interne Macht en Consumentenbescherming was. Daar had ik van vele Britse collega's begrepen dat er vanuit de UK een zekere welwillendheid zou bestaan. In het begin zal het natuurlijk veel minder moeilijk verlopen, omdat het Verenigd Koninkrijk de desbetreffende wetgeving ook toepast. De vraag rijst echter hoe een en ander in de toekomst zal gebeuren? Zullen de Britten op een vrijwillige manier samenwerken, zoals wij met bijvoorbeeld Zwitserland hebben gezien? Zwitserland is vaak een van de beste leerlingen van de klas inzake de omzetting van Europese richtlijnen, aangezien Zwitserland die richtlijnen op vrijwillige basis in de eigen wetgeving opneemt. Ziet u iets dergelijks ook met het Verenigd Koninkrijk gebeuren of wordt er alleszins op aangestuurd dat zulks ook in de toekomst zal gebeuren. Een groot deel van de problemen die voor onze bedrijven zouden kunnen ontstaan, kunnen op die manier worden opgelost.
Intellectuele eigendomsrechten is ook een element dat ik niet meteen zag staan. Ik wil graag weten in welke maatregelen er ter zake voorzien is.
Tot slot, u had het erover dat het Europees fonds voor globalisering en het Europees Solidariteitsfonds in die middelen zullen voorzien. Ik heb daarover twee korte vragen.
Ten eerste, mijn ervaring leert mij dat het voor bedrijven vaak heel moeilijk is om de weg naar Europese subsidies te vinden. Plant u een hulpmiddel voor bedrijven om de weg naar die Europese middelen te vinden?
Ten tweede, de criteria om die middelen te kunnen krijgen, stellen dat de middelen in de eerste plaats naar de meest getroffen regio's zullen gaan. Op welke manier zal worden bepaald welke de meest getroffen regio's zijn? Puur op basis van economische criteria zal onze regio daar zonder twijfel toe behoren, maar de ervaring leert dat grotere lidstaten – Frankrijk en Duitsland, om ze niet te noemen – vaak hun stem luider laten horen. Daarom pleit ik voor beslissingen op basis van objectieve criteria, zodat onze bedrijven in de meest getroffen sectoren zeker niet uit de boot zullen vallen.
Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Merci monsieur le ministre et monsieur le comte Buysse pour ces importants exposés. Nous savons tous que la date se rapproche. Nous lisons tous les journaux. Nous avons cependant peu d'impact sur ce qui se passe en Grande-Bretagne, en tout cas à notre niveau de parlementaires belges, mais nous nous rendons bien compte de la totale imprévisibilité des événements. Nous réalisons qu'une telle situation de chaos politique est mauvaise pour tout le monde. Nous devrions tirer cette leçon dans d'autres dossiers également.
En tant qu'écologistes, nous plaidons clairement pour le dialogue, jusqu'au bout. Il reste un mois. J'ai laissé ma boule de cristal à la maison, donc je ne ferai pas de prévisions. Je sais que c'est dommage! Depuis que je fais de la politique en Belgique, j'ai décidé de laisser ma boule de cristal à la maison!
Le dialogue est la seule option. Même si on en arrive à un no deal Brexit, ce qui semble malheureusement probable aujourd'hui, il faudra, de toute façon, dialoguer et trouver des accords. À ce niveau, nous ne pouvons que soutenir les tentatives de dialogue qui existent encore. Les chiffres de l'étude de la KUL montrent un impact extrêmement impressionnant: 42 000 emplois en moins en Belgique. Je pense à toutes ces familles touchées, à tous ces hommes et à toutes ces femmes subissant ces événements qui nous dépassent complètement. C'est terrible!
Monsieur le ministre, je souhaite poser des questions sur ce que vous avez dit, mais aussi au sujet d'une note du cabinet Ducarme dont la presse a fait mention il y a quelques semaines et qui concerne plus spécifiquement les PME. J'adresserai bien sûr des questions à M. Ducarme, ministre des PME. Aujourd'hui, j'en aborderai quelques-unes et je verrai si certaines réponses peuvent déjà être données.
J'ai lu qu'une campagne à l'attention des entreprises, en particulier des PME, serait lancée le 1er septembre, et l'aurait donc été voici quelques jours. Où en est cette campagne? Nous savons que les PME sont moins bien armées que les plus grandes entreprises et les plus grandes structures pour répondre au défi d'un no deal potentiel le 1er novembre.
Vous avez en partie détaillé les mesures d'accompagnement. Comprennent-elles des mesures spécifiques aux PME? On a parlé des fonds européens. Mais comme cela a été dit, pour les très petites entreprises et les PME, qui forment un tissu en Wallonie, à Bruxelles et en Flandre, il n'est pas évident d'y avoir accès, d'effectuer les démarches, de disposer de personnes chargées de faire ce suivi. La campagne dont parlait la note de M. Ducarme présente-t-elle des spécificités pour les PME? Avez-vous des informations?
Le deuxième élément concerne le Brexit Impact Scan que l'Union européenne aurait mis en place. Il permet à chaque entreprise de calculer l'impact du Brexit sur sa situation. Selon les chiffres mentionnés dans la presse, l'outil aurait été utilisé 22 000 fois depuis 2018. Quelle est votre évaluation de cet outil? Le succès espéré a-t-il été rencontré? Cela a-t-il été positif ou négatif? Je souhaite connaître votre réaction quant à cet outil qui semble intéressant. A-t-il été utile sur le terrain?
Le troisième volet concerne les impacts négatifs qu'aurait un no deal, en tout cas à court terme. Quelles seraient les potentielles opportunités susceptibles d'émerger pour la Belgique dans le cas d'un hard Brexit? On a déjà pu voir des entreprises s'installer à Bruxelles ou dans sa périphérie. D'autres choses sont-elles mises en place?
Autre question. Un équivalent du High Level Group existe-t-il au Royaume-Uni? Quelles seraient ses conclusions et recommandations? L'impact chiffré par la KUL est important mais il sera sans doute terrible aussi au Royaume-Uni, sur les citoyens, les travailleurs et travailleuses, ainsi que sur l'emploi. Quel rôle un tel groupe pourrait-il jouer au Royaume-Uni?
Enfin, j'en viens à une question importante pour la vie quotidienne du citoyen belge. Au-delà de l'emploi, au niveau des prix et de la disponibilité de certains produits, quel serait le ressenti pour le citoyen? Il faut aussi se préparer à cela et ne pas être pris de court.
Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, je tiens à vous remercier, ainsi que M. le ministre et le comte Buysse, pour la tenue de cette commission, qui nous permet d'obtenir un instantané de la situation. Quand on sait qu'il s'agira d'une perte de 10 000 emplois pour un soft Brexit et de 42 000 pour un hard Brexit, la Belgique sera évidemment une victime collatérale d'une décision qui ne lui appartient pas.
La question principale est de savoir si nous sommes prêts aujourd'hui à assumer un soft ou un hard Brexit. Combien d'entreprises se disent prêtes à affronter l'échéance hypothétique du 31 octobre? On sait que le SPF a conçu un Brexit Impact Scan pour évaluer leur état de préparation. Combien d'entreprises ont réalisé le test? Estimez-vous que les mesures prises en mars 2019 sont suffisantes au vu de l'actualité?
A-t-on envisagé des mesures proactives pour essayer de faire du Brexit une opportunité plutôt qu'une difficulté? À l'instar des Pays-Bas, a-t-on envie de rebondir sur ce Brexit et de ne pas en voir que le côté négatif?
En ce qui concerne les aides publiques, la Commission européenne a proposé que certains fonds européens soient mis à disposition des entreprises, des travailleurs et des États membres. Pouvez-vous nous en dire plus? De quels montants parle-t-on? Quels sont les mécanismes prévus?
Je souhaiterais également revenir sur les conséquences à court terme car on a beaucoup parlé du moyen et du long terme. C'était d'ailleurs très prégnant dans le dernier rapport que la Commission a transmis au Parlement en mars 2019. J'ai entendu l'exposé sur ce nouveau rapport mais il n'est pas vraiment question de ces conséquences à court terme.
Nous avons reçu un document – qualifié de hautement spéculatif – sur les conséquences à court terme d'une sortie sans accord, mais j'aurais voulu savoir si une analyse plus pointue de ces conséquences à court terme existait chez nous.
Monsieur le comte, lors de votre dernière visite en mai 2018, vous avez parlé du scénario du cliff edge. Aujourd'hui, je pense que c'est une lapalissade de dire que nous sommes au bord de la falaise, à un mois et demi de cette date hypothétique du 31 octobre 2019, avec une attitude qui ne nous appartient pas. Le Royaume-Uni va-t-il sauter ou reculer?
On a également vécu une semaine très animée au Parlement britannique qui, le 4 septembre 2019, a invité chacun à "ne surtout pas se fonder sur l'hypothèse d'une troisième prolongation demandée par le Royaume-Uni". J'aurais voulu connaître votre avis sur ce point. Quelle est votre analyse des différentes étapes à venir et de ce qui va être entrepris? Je vous remercie d'avance pour vos réponses.
Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, mijnheer de graaf, in eerste instantie mogen wij zeker stellen dat de Britten in 2016 hebben gekozen en dat de democratie een basisprincipe is dat wij moeten respecteren, maar de brexit zal inderdaad ook gevolgen hebben voor ons land. Op dit moment is het onvoorspelbaar hoe de brexit zal uitdraaien: wordt het een harde of een zachte brexit? Elk scenario zal hoe dan ook verder goed moeten worden voorbereid.
Er is daarnet gewezen op de impact van beide scenario's, die zeer verschillend is: 10.000 jobs tegenover 42.000 jobs. Voor ons zijn goede onderhandelingen tussen de EU en Groot-Brittannië dan ook zeer belangrijk. De houding van de Europese Unie is daarbij ook van cruciaal belang: de EU moet ervoor openstaan om een deftig akkoord te onderhandelen, omdat ook België alle belang heeft bij een goed brexitakkoord en wij het verlies van jobs in ons land zeker moeten beperken.
Mijnheer de minister, bent u bereid om de EU aan te sporen verder te onderhandelen tot er een deftig akkoord wordt bereikt, zodat Groot-Brittannië op 31 oktober met een akkoord uit de EU kan stappen? Naar ons aanvoelen is het immers zo dat Groot-Brittannië vaak op een njet stoot binnen de EU, wat een onvoorspelbare, harde brexit de facto steeds waarschijnlijker maakt.
Een goede communicatie met de bedrijven is voorts zeer belangrijk. Er werd ook gesproken over Europese steunfondsen die ter beschikking zouden worden gesteld. Dat vertegenwoordigt een bedrag van twee keer 750 miljoen euro voor heel Europa. Als dat wordt verdeeld over de diverse landen, zal dat echter niet zoveel zijn. Ik kan ook alleen maar hopen dat die middelen zoveel mogelijk naar de getroffen landen zullen gaan, waar ook België toe behoort, vandaar mijn vraag, mijnheer de minister, hoe wij bedrijven zullen begeleiden inzake de steunmaatregelen en wat de toekenningsvoorwaarden zullen zijn.
Naast de financiële middelen die door de EU ter beschikking worden gesteld, stel ik mij de vraag of wij ook in ons land zelf in financiële steun voorzien voor de getroffen bedrijven.
Tot slot, elk nadeel heeft ook zijn voordeel. Er zijn ook bedrijven die de oversteek zullen maken en zich hier zullen vestigen. Heeft men ook rekening gehouden met de mogelijke impact hiervan? Werd er rekening gehouden met die cijfers, bijvoorbeeld in vergelijking met het verlies aan jobs in geval van een zachte brexit? Hoe zou het totaalplaatje er dan uitzien?
Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, monsieur le président du Brexit High Level Group, je tiens tout d'abord à vous remercier pour cet état des lieux.
Comme vous l'avez rappelé, monsieur le ministre, le Royaume-Uni est le quatrième partenaire commercial de la Belgique: des milliers d'entreprises – principalement des PME – exportent outre-Manche, surtout dans les secteurs des produits chimiques, agroalimentaires, du textile et des matériaux synthétiques. L'impact est inquiétant, visant 42 000 emplois – soit 2,3 % du PIB; ce n'est pas rien. En réalité, c'est toute l'Europe occidentale qui est affectée. Sans accord, les relations commerciales entre le Royaume-Uni et les États membres de l'Union seraient encadrées par les règles de l'Organisation mondiale du commerce, lesquelles sont plus drastiques que celles qui prévalent au sein de l'Union européenne et restreignent, dès lors, le commerce entre les deux parties.
Monsieur le ministre, si vous me le permettez, j'aimerais vous poser cinq questions. La première a trait à l'argent, lequel est notoirement le nerf de la guerre. Vous évoquez un fonds de 700 millions d'euros mis à la disposition des vingt-sept États membres de l'Union européenne. Qu'est-ce que cela représente pour autant de pays? On se rend bien compte qu'il s'agit d'un budget trop étriqué pour venir en aide à nos entreprises. Sur quelle période s'étalera-t-il? Quels sont les critères retenus? Et surtout, dans quel délai nos entreprises pourront-elles accéder à ce fonds? Très concrètement, comment pouvons-nous les aider à en bénéficier? Nous savons que la bureaucratie – tant à l'échelle européenne qu'au sein des États-nations – leur complique la tâche.
Les effets du Brexit sur les États membres s'étaleront non pendant un an ou deux, mais probablement durant une dizaine d'années. Des négociations budgétaires pour 2020-2027 sont en cours, portant sur le cadre pluriannuel de l'Union européenne. Dans ce contexte, de l'argent sera-t-il alloué pour prévenir les conséquences à long terme du Brexit? Quelles seront les mesures prises pour dynamiser nos échanges avec le Royaume-Uni? Par exemple, envisage-t-on d'y envoyer des attachés commerciaux?
Ma seconde série de questions se rapporte à l'agriculture. Phil Hogan, commissaire européen en charge de cette matière - et qui devrait devenir commissaire au Commerce dans l'équipe Von der Leyen -, a garanti que les secteurs agricoles les plus menacés par un "hard Brexit" pourraient solliciter des aides financières européennes. Pourriez-vous nous livrer plus de précisions à ce sujet? De tels fonds financiers pourront-ils soutenir d'autres secteurs?
Troisième question: les grandes villes européennes ont tenté ces trois dernières années, depuis l'annonce de ce Brexit, de se positionner pour attirer les entreprises britanniques qui, pour diverses raisons, auront besoin de disposer d'un point d'ancrage au sein même de l'Union européenne. Ces entreprises créeront de l'emploi et de la croissance. Dès lors, a-t-on une idée du nombre d'entreprises britanniques qui cherchent à s'installer ou qui seront relocalisées en Belgique, dans la perspective du Brexit?
Voici ma quatrième question, monsieur le ministre. En cas de no deal, toutes les marchandises importées ou exportées seront soumises à une surveillance plus importante qu'aujourd'hui. La plupart des acteurs assurent que si aucun accord n'est trouvé, la situation aux douanes deviendra tout simplement ingérable. Il est question de files interminables de camions, et d'une situation impossible pour les transports d'aliments frais qui sont périssables par nature. Le service des douanes a opéré des recrutements. Nous le savons. Cependant, quelles sont les autres mesures prévues afin d'éviter ces complications?
Last but no least, si vous me le permettez, cinquièmement, quid de l'impact sur nos hautes écoles et nos universités? Dans le domaine de la recherche, nous savons que le programme Erasmus a pris une ampleur extraordinaire durant ces vingt dernières années. Bien sûr, la question n'a pas trait à la circulation des personnes. Je poserai cette question-là au ministre des Affaires étrangères, mais elle a trait, bien sûr, à l'économie que génère ce programme Erasmus et à son impact sur notre recherche. Avez-vous davantage de précisions sur ces cinq domaines? Merci, monsieur le ministre.
Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, in eerste instantie wil ik de beide sprekers danken voor de duidelijke toelichting die we hier gekregen hebben. 31 oktober komt nu wel heel snel dichtbij. We betreuren nog steeds de keuze van de Britten om de EU te verlaten want volgens ons is die brexit een verhaal van verliezers.
Uit de cijfers die we hier gezien hebben, blijkt overduidelijk dat ons land zeer hard getroffen zal worden, veel harder dan andere lidstaten. Het is dan ook heel belangrijk dat we ons goed voorbereiden. De vorige jaren zijn daar al maatregelen voor genomen, onder andere de oprichting van de Brexit High Level Group, de noodwet inzake brexit die hier aangenomen is en ook de Impact Scan van een brexit. Er zijn dus al goede voorbereidingen getroffen, maar nu is het vijf voor twaalf. We hopen dat er snel duidelijkheid komt want de onzekerheid knaagt aan onze bedrijven en werkgevers. Ook voor onze landgenoten, die in het Verenigd Koninkrijk verblijven, is er duidelijkheid nodig.
Er is al verschillende keren op gewezen dat vooral de voedselindustrie, de machinebouw en de textielsector zeer hard getroffen worden. De Impact Scan is een zeer goede tool. Als die al 25.000 keer gedownload is, dan kan men wel zeggen dat dit een succes is. Dat downloaden is een zaak, maar de vraag is of men daardoor ook goed is voorbereid. Hebt u het gevoel dat ze daarmee effectief aan de slag gaan om zich voor te bereiden? Moet er op bepaalde vlakken nog een tandje bij gestoken worden om de bedrijven nog beter voor te bereiden? Het is echter goed dat dit er is en het succes ervan bewijst dat het een goede tool is.
Niet alleen de bedrijven moeten zich voorbereiden, ook de overheid moet klaar staan. Het was dus goed dat er een extra vergadering van de ministerraad kwam en dat er 450 extra vacatures zijn opengesteld. We hopen uiteraard dat die vacatures snel kunnen worden ingevuld, want een vacature uitschrijven is een ding maar er de gepaste mensen voor vinden is nog iets anders. Ik ben dus benieuwd naar de cijfers over die aanwervingen. We zullen de verschillende ministers daar zeker en vast over ondervragen.
Zeker bij het FAVV en de douane moet er extra capaciteit komen want er zal veel meer werk zijn. Men vreest dat er door het extra werk van de douane ook verkeersopstoppingen zullen komen aan de grenzen van ons land. Is die vrees terecht? Als dat het geval is, hoe kunnen we dit dan verhelpen? We moeten immers absoluut vermijden dat er chaos ontstaat met verkeersopstoppingen aan onze grenzen. Stilstaan is absoluut slecht voor de handel. Misschien hebt u daar ook een zicht op? Kunnen er maatregelen worden genomen om die verkeersopstoppingen te vermijden?
Ook als de brexit er komt, zal de handel gewoon blijven doorgaan. Men kan niet even de pauzeknop indrukken en geen handel meer drijven met het Verenigd Koninkrijk. Het zal enige tijd vergen voor de bedrijven om zich aan te passen en ook de douane zal dat moeten doen. Hoe gaat men dat praktisch regelen? Zal er een soort overgangsperiode komen of gaat men zich hard opstellen en de nieuwe regeling laten ingaan zodra de brexit een feit is? Hoe zal dat eigenlijk in zijn werk gaan?
Mijn laatste vraag gaat over het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering en het Solidariteitsfonds. Ik heb begrepen dat de voorwaarden nog in volle onderhandeling zijn. Ik hoop dat de Belgische Europarlementsleden allemaal aan hetzelfde zeel zullen trekken om ervoor te zorgen dat de Belgische bedrijven zeker aanspraak zullen kunnen maken op die fondsen.
Ik hoop dat de voorwaarden effectief gunstig zullen zijn voor onze bedrijven. Het is belangrijk dat wij daar snel duidelijkheid over krijgen. Het is ook belangrijk dat er voldoende communicatie over gevoerd wordt, zodat de bedrijven die getroffen zijn en die voor subsidies in aanmerking komen, begeleid worden om ze in de wacht te slepen. Zijn er al maatregelen genomen om ze daarbij te begeleiden?
Tot slot, er is misschien één klein lichtpuntje. Het is mogelijk dat er bedrijven uit het Verenigd Koninkrijk naar België komen. Daar zijn al voorbereidingen voor getroffen. Ik herinner mij dat u als voorzitter met de vorige minister van Economie een uitstap naar Londen deed om daar in gesprek te gaan met bedrijven die actief zijn in de verzekeringssector en de chemische sector.
Onlangs hebben wij hier maatregelen goedgekeurd om het bedrijfsleven in België aantrekkelijker te maken. Zo is het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen hervormd om ons land aantrekkelijker te maken voor bedrijven. Is er al zicht op welke bedrijven naar hier zullen komen en wat de impact daarvan zal zijn? Dat zou uiteraard een lichtpuntje zijn van de brexit.
Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le président, aujourd'hui nous discutons des conséquences économiques du Brexit. Pour mon groupe, cet échange de vues devrait être aussi l'occasion de tenir un débat de fond sur l'avenir de l'Europe.
Sur la question du Brexit, permettez-moi de citer Ken Loach qui, lui aussi, s'oppose au Brexit: "Je vais voter pour rester mais en ayant une attitude très critique vis-à-vis de l'Union européenne. Parce que nous voulons une autre Europe."
Geert Mak, spécialiste de l'Europe, a dit ceci: "Si une majorité des Britanniques s'est exprimée pour quitter l'Union européenne, c'était une révolte contre l'élite." Il a raison. Les gens qui ont voté pour le Brexit en avaient marre du dumping social, de la liquidation de leur industrie, des emplois qui disparaissent, du fait que leur chemin de fer ait été détruit par les privatisations. Ils avaient peur que la même chose arrive à leur système de soins de santé. Cette situation résulte de la politique libérale très dure menée par Margaret Thatcher dans les années 80 puis par celle de Tony Blair, qui a poursuivi le démantèlement des droits sociaux et des services publics.
Pour la majorité des Britanniques, l'Union européenne n'offrait aucune alternative sociale. Les gens veulent partout la même chose: des emplois corrects, un bon salaire, une bonne santé, des logements payables et des possibilités d'avenir pour leurs enfants. Ce n'est pas ce que leur apporte cette Union européenne, dans laquelle les travailleurs britanniques voient encore plus de concurrence et de dumping social. En effet, toutes les mesures antisociales dures, l'austérité, les privatisations, les normes en matière de dépenses et les contrôles budgétaires sont gravés dans les traités européens et sont imposés par la Commission européenne.
L'Union européenne n'étant pas parvenue à offrir une vraie alternative sociale, le peuple britannique l'a rejetée. Nous parlons des conséquences du Brexit, mais pouvons-nous d'abord parler des causes? Allons-nous continuer dans cette Europe de la concurrence? Le PTB veut une autre Europe, celle de la démocratie, de la transparence et de la solidarité.
Plutôt que de dumping social, nous avons besoin d'un salaire minimum européen élevé et à la place des paradis fiscaux, nous avons besoin d'une taxe européenne des millionnaires qui fasse contribuer les ultra-riches. Ce dont nous avons besoin, c'est d'une transformation profonde de l'Europe. Cela commence par une remise en question des traités européens actuels pour pouvoir sortir du carcan néo-libéral. Plutôt que de privatisations et de libéralisations, nous avons besoin d'investissements publics dans l'emploi, les infrastructures et les services publics.
Je m'adresse donc à l'ensemble des partis traditionnels: êtes-vous prêts à sortir de ce carcan?
Monsieur le ministre, pour aider les entreprises belges à se préparer aux conséquences du Brexit, j'ai l'impression que le gouvernement est surtout en contact avec les organisations patronales. Avez-vous déjà rencontré et entendu les organisations syndicales dans ce cadre? Sont-elles impliquées dans les discussions? Dans le rapport de monitoring, on peut lire que le Brexit est une situation perdant-perdant pour les économies du Royaume-Uni et de l'Union européenne. Le Royaume-Uni sera nettement plus affecté par le Brexit que les 27 autres membres. Mais certaines économies ouvertes telles que la Belgique vont être aussi fort touchées.
Depuis 2008, on a vu comment les travailleurs ont systématiquement dû payer, de différentes manières, les conséquences des crises du capitalisme. Pour nous, il est clair que les conséquences économiques du Brexit ne peuvent pas être un prétexte pour entreprendre de nouvelles attaques contre les droits des travailleurs, ni ici, ni au Royaume-Uni, ni ailleurs en Europe.
La question qui se pose est donc de savoir ce que vous allez faire pour éviter que ce soit une fois de plus les travailleurs qui payent le prix, sous la forme de diminutions salariales, de pertes de boulot, de plus grandes insécurité et précarité dans leur travail ou de nouvelles économies dans les dépenses publiques.
Enfin, dans le rapport d'avancement, j'ai été
particulièrement frappé par le chapitre intitulé: "Le Brexit, une
opportunité de gagner des parts de marché pour les entreprises belges".
Au-delà des questions que l'on peut se poser sur la logique de mise en
concurrence en tant que telle, je voudrais savoir si, dans ce cadre, vous avez
pris en considération l'impact sur les conditions de travail des travailleurs. Merci.
Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank iedereen voor hun toelichting. Ik zal aanvullen waar mogelijk.
Het is duidelijk dat het Belgisch bnp verlies zal lijden. Het is heel belangrijk dat elk Europees land de steun zal krijgen die in verhouding staat tot zijn nationaal product. België heeft een kleiner nationaal product. Een groter land zou meer steun kunnen krijgen, ondanks een kleinere impact. Ik vind dat heel belangrijk.
Het is ook duidelijk dat er jobverlies zal zijn. Naast het verlies in omzet voor België is ook dat een zeer pijnlijke zaak, al is er misschien een lichtpuntje. Er zijn in België veel knelpuntberoepen. De sectoren waar er jobverlies zal zijn, zijn blijkbaar gekend, maar misschien kan er worden gekeken naar de techniciteit van de jobs. Misschien kunnen wij daar wel een aanvulling vinden voor veel knelpuntberoepen in sectoren die minder worden geraakt door de brexit. Die knelpuntenberoepen geraken heel moeilijk ingevuld, waardoor er vaak ook geen omzet wordt gerealiseerd. Door die invulling zouden zij meer groeikansen kunnen krijgen.
De steun van het Solidariteitsfonds voor de grotere bedrijven die meer dan 500 jobs verliezen, vind ik ook belangrijk, maar ook daar wil ik graag vernemen over welke beroepen het gaat. Misschien kunnen bijvoorbeeld boekhouders snel inzetbaar zijn in bedrijven in andere sectoren.
Ik vind het echter ook heel belangrijk dat kmo's worden geholpen, want die hebben geen 500 mensen in dienst. Kleine onderaannemers, die elke dag vechten in aanloop van de brexit, moeten ook steun krijgen om de goede weg te vinden, iets wat voor hen moeilijk is.
Voor het overige vind ik het belangrijk dat ernaar wordt gestreefd dat andere zaken, zoals normeringen, zo goed mogelijk kunnen worden behouden en dat er geen zinloze administratieve rompslomp wordt gecreëerd.
Ik ben benieuwd naar de opportuniteiten om de Britse bedrijven naar hier te lokken.
Het is ook belangrijk om zich voor te bereiden op het mobiliteitsinfarct als de grenzen niet goed functioneren. Dat zal zeker het geval zijn rond de havens. Voor West-Vlaanderen gaat het om Zeebrugge. Wij moeten voorkomen dat heel West-Vlaanderen platligt rond Brugge. Als het ook niet goed verloopt rond Calais, geraken al deze snelwegen snel vol. Het is dus belangrijk dat de logistieke spelers die niet voorbereid zijn, zich niet aanbieden aan de grenzen als zij weten dat zij in de problemen zullen komen.
Ga voor een zachte brexit. Vecht daarvoor! Dat is mijn belangrijkste boodschap.
De voorzitter: Hiermee meen ik alle fracties te hebben gehoord en zal ik het woord geven aan de minister en aan graaf Buysse, die onderling kunnen afspreken wie van hen op welke aspecten een antwoord geeft.
Minister Wouter Beke: Dat zullen wij doen, mijnheer de voorzitter, zoals het een goed team betaamt.
Collega, ik wens u eerst en vooral te bedanken voor alle vragen. Deze tonen een bijzonder grote betrokkenheid van de parlementsleden aan. Het gaat natuurlijk over een ontzettend belangrijk thema en ik vermoed dat het niet de laatste keer zal zijn dat wij hierover van gedachten wisselen in deze commissie. Ik zal proberen, samen met collega Buysse, zo volledig mogelijk te zijn in de antwoorden.
Ik zal beginnen met te antwoorden op de vraag van collega Depraetere, over een aspect waarnaar ook collega's Van Bossuyt, Vanden Burre en Dierick verwezen. De concurrentie tussen de Europese lidstaten met betrekking tot het aantrekken van buitenlandse investeringen is natuurlijk zeer sterk en werd nog aangewakkerd in de context van de verplaatsing van ondernemingen in het kader van de brexit. Uit cijfers van de NFIA blijkt dat Nederland zijn troeven goed heeft benut.
Volgens het brexitrapport dat KPMG in maart 2019 publiceerde, zijn de verhuisaankondigingen met betrekking tot de brexit als volgt verdeeld over de Europese landen. Nogmaals, dit zijn de laatste cijfers waarover wij beschikken en deze dateren van maart 2019. Het gaat over 3 verhuisaankondigingen naar Spanje, 7 naar België, 28 naar Duitsland, 30 naar Frankrijk, 30 naar Nederland, 63 naar Ierland en 66 naar Luxemburg.
Inzake communicatie heeft de Nederlandse overheid ervoor gekozen om nu te communiceren. In ons land hebben de Gewesten de gewoonte om dat te doen op jaarlijkse basis, op het einde van het jaar of in het begin van het jaar. In de High Level Group zit ook een vertegenwoordiger van de Gewesten, bijvoorbeeld van FIT. Wij hebben vorige week, ter voorbereiding van deze vergadering, daarover ook met hen gesproken. Zij zullen de cijfers overmaken op het moment dat hun het best past.
Voorts moet de aantrekkelijkheid van Nederland ook worden gezien in het kader van het fiscaal holdingstatuut. Het is maar de vraag hoeveel effectieve jobs en meerwaarde dit effectief heeft opgeleverd. Het is niet omdat men een holding overlevert, dat men ook economische activiteit of werkgelegenheid creëert. Er werden hieromtrent cijfers genoemd in deze commissie, maar hierbij moet dus enig voorbehoud worden gemaakt. Hoe dan ook, de vraag werd gesteld naar de Belgische cijfers en deze zullen wij, samen met de Gewesten en de bevoegde overheden, op het geplande moment duidelijk toelichten.
Zoals u weet, zijn in ons land de Gewesten verantwoordelijk voor het aantrekken en het bevorderen van buitenlandse investeringen. Dat betekent niet dat de federale overheid daarin geen rol speelt. Haar rol is echter beperkt.
De FOD Economie staat in voor het secretariaat van de verbindingscel Buitenlandse Investeringen, die het beleid op gewestelijk vlak en op federaal niveau coördineert. Het is haar missie om de beleidsmakers van het investeringsklimaat in België bewust te maken en om de synergieën tussen de verschillende overheden die bij het aantrekken van buitenlandse investeringen betrokken zijn, zo groot mogelijk te maken. Die eenheid is al in 1995 opgericht, op basis van een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de deelstaten. De hiernavolgende federale autoriteiten zijn daarin vertegenwoordigd: de FOD Kanselarij van de Eerste Minister, de FOD Buitenlandse Zaken, de FOD Financiën en de FOD Economie. Het roterende voorzitterschap wordt door de verschillende regio's uitgeoefend.
De FOD Economie beschikt niet over officiële cijfers van het aantal bedrijven dat van het Verenigd Koninkrijk naar België is verhuisd of van het aantal banen en investeringen dat in dat verband in België op dit ogenblik is toegevoegd.
In het kader van de reorganisatieplannen na de brexit hebben een aantal financiële instellingen wel een Belgische vergunning gevraagd of hun activiteiten in België uitgebreid. Die lijst hebben wij wel. Het gaat over Lloyd's Insurance Company, QBE Europe, MS Amlin Insurance, Assurance Continentals, Continental Insurance, Ebury Partners Belgium, MoneyGram International, TransferWise en Euroclear.
Volgens de gegevens van de barometer van de Belgische attractiviteit 2019, gepubliceerd door Ernst & Young, was 2018 een recordjaar voor België op het vlak van het aantrekken van directe buitenlandse investeringen. In totaal zijn er 278 projecten bijgekomen, wat een stijging van 29 % ten opzichte van 2017 betekent, met een jobcreatie van niet minder dan 7.363 bijkomende arbeidsplaatsen. Ernst & Young wijst erop dat België met die stijging tegen de Europese trend ingaat. Het aantal investeringen laat in de meeste landen immers een neerwaartse trend zien. Op de Europese ranglijst van buitenlandse investeringen stijgt België met drie plaatsen naar de vijfde plaats, waardoor Nederland achterblijft. Volgens Ernst & Young profiteert België van de onzekerheid die de brexit heeft gecreëerd en van de reorganisatie van de toeleveringsketens, die enkele jaren geleden in heel Europa van start is gegaan. Het aantal investeringsprojecten in de logistieke sector steeg met 18 %. Het aantal investeringsprojecten in verband met onderzoek en ontwikkeling en de oprichting van hoofdkantoren is in 2018 meer dan verdubbeld.
Ernst & Young vindt het redelijk om aan te nemen dat een groot deel van die projecten brexitgerelateerd is.
De wijziging van het vennootschapsbelastingstelsel, die met name de verlaging van het nominaal vennootschapsbelastingtarief van 29,58 % naar 25 % in 2020 inhoudt, zal de aantrekkelijkheid van België verder verhogen.
Tot daar mijn antwoorden op uw eerste vragen. Ik wil graag nog een aantal andere antwoorden geven.
Eerst ga ik in op de aanwervingen. Het klopt dat de verschillende diensten, zowel de FOD Buitenlandse Zaken en de FOD Economie als de federale politie, de FOD Mobiliteit, het FAVV, de douane, enzovoort, allemaal vacatures hebben geopend. Wij houden binnenkort een ministerraad om de jongste stand van zaken te geven.
Aangaande de FOD Economie kan ik u de cijfers geven. Er is in totaal in 21 VTE's extra voorzien, van wie er 13 al zijn aangeworven en er 5 aanwervingen lopend zijn.
Er zijn heel wat vragen gesteld over de kans op een deal, aangevuld met de vraag en de oproep om tot een fatsoenlijke deal te komen. Ik meen dat iedereen – België en de Europese Unie in elk geval – zijn uiterste best doet om tot een deal te komen, maar, zoals men in het Engels zegt, it takes two to tango. Als men tot een akkoord wil komen, moet de partner ook ontvankelijk zijn.
(Het geluid valt weg.)
(Le son est interrompu.)
De voorzitter: Collega's, alles is heropgestart, dus ik denk dat wij kunnen beginnen. De minister is ook terug. Op ons scherm verscheen "shutdown". Dat komt ervan als de regering onvoldoende middelen geeft aan het Parlement om zijn werking te garanderen.
Minister Wouter Beke: Wij doen het natuurlijk altijd iets subtieler dan de Britten.
De voorzitter: Maar wij hebben nog een Parlement dat werkt.
Minister Wouter Beke: Dames en heren, er is gevraagd of wij volledig voorbereid zijn. Het hoeft geen groot betoog om te zeggen dat er allicht een aantal onzekerheden en verrassingen zal komen, maar wij zijn voorbereid in de mate dat wij ons kunnen voorbereiden. Ook in de komende dagen en weken doen wij al het mogelijke om ons verder voor te bereiden.
Onze brexitscan is een van de elementen daarin. Er is verwezen naar de brexitscan van de Europese Commissie, maar zij vullen elkaar aan en zijn op elkaar afgestemd. Meer nog, de Europese Commissie heeft onze brexitscan daarbij als voorbeeld genomen.
Daarnaast is er de brexitwet. Die wet is klaar is en er wordt voortdurend intensief overleg gepleegd met de federaties en de private actoren, onder andere binnen de High Level Group.
Verschillende collega's vroegen voorts wat het mogelijke gevaar is aan onze grenzen en hoe wij dat desgevallend kunnen opvangen, als het toch zo ver zou komen. Het is een van de factoren van onzekerheid wat er dan precies zal gebeuren. Het is net om die reden dat wij, samen met Nederland en Frankrijk, contact hebben opgenomen voor een samenwerking op het vlak van de douane om een outreach-aanpak te kunnen doen ten aanzien van Oost- en Centraal-Europa. Die aanpak houdt in dat wij proberen de papieren in orde te brengen, vooraleer zij in de file komen staan, eventueel met goederen die vervallen zijn en daardoor geïnfecteerd raken. Wij hebben de voorbije dagen al een aantal stappen gezet om daarop een antwoord te kunnen bieden.
Er werd ook een vraag gesteld over de twee fondsen, het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering en het Solidariteitsfonds. Het Solidariteitsfonds is normaal gezien bestemd voor natuurrampen. De overheid speelt daarin een belangrijke rol. De Commissie wil de doelstelling van dat fonds nu opentrekken, aangezien de brexit mogelijkerwijze een ramp is, maar geen natuurramp. Het gaat hier over een eventuele cofinanciering, waarbij er ook een bijkomende financiering moet zijn vanwege de betrokken lidstaat. Het totale bedrag moet 0,3 % van het BNI behelzen – voor België is dat ongeveer 1,4 miljard euro –, maar de Europese Commissie zal uiteindelijk slechts 5 % van dat bedrag cofinancieren.
Dit is volgens mij een belangrijk issue dat wij, in overleg met de Commissie en desgevallend het Europees Parlement, verder zullen moeten bespreken.
Het tweede is het globaliseringsfonds. Dit is een fonds dat gericht is op de bedrijven waarin de Gewesten een belangrijke rol spelen. Vandaag is het criterium dat er 500 mensen worden ontslagen binnen eenzelfde bedrijf. De Commissie staat wel open voor interpretatie van de criteria. Dat kan bijvoorbeeld door in een multisectorale context te gaan werken. Ook hier is er een cofinanciering van maximaal 60 % door de Europese Commissie.
Men vroeg naar de economische impact hiervan en of die precies te meten is. Er is zeker een economische impact. De onlangs gepubliceerde voorspellingen van het Planbureau stellen een vermindering van de economische groei met 0,2 % voorop. Men voorziet dus wel een economische impact, maar hoe sterk die precies zal zijn is vandaag nog koffiedik kijken. Het rapport van de KU Leuven heeft dat ook aangetoond. Men spreekt over een brede gap - van een eerder beperkte negatieve impact tot een sterke impact. Dit zal afhangen van de finaliteit. Gaan we effectief naar een no-deal en hoe zal Groot-Brittannië zich nadien opstellen? De impact hiervan valt vandaag nog niet precies in te schatten.
Verder wou men weten of Groot-Brittannië op een no-deal is voorbereid. Hiervoor wil ik verwijzen naar het rapport Operation Yellowhammer. Zij hebben zelf een inschatting gemaakt en een budget van 4 miljard pond uitgetrokken voor het opvangen van de gevolgen van de brexit. Ik heb het gevoel dat heel wat bedrijven de voorbije maanden en jaren al geanticipeerd hebben op de turbulentie die er sowieso zal komen. Zij hebben al bedrijfseenheden of holdings verhuisd, of op een of andere manier inzake personeel en strategie geanticipeerd op wat zal komen.
De vraag over de
handelsrelaties is een zeer goede vraag. Alles zal natuurlijk afhangen van het
uiteindelijke akkoord. Moeten we van een no-deal vertrekken of zullen we toch
tot een of andere deal kunnen komen?
Hoe zal die er dan uitzien? Wat zullen de overgangsperiodes zijn? Ook het akkoord van Theresa May betekent dat er over de toekomstige handelsrelaties zal moeten worden onderhandeld. Dat zal in alle gevallen dus zo zijn.
Er is een vraag gesteld over de flexibiliteit en de wederzijdse erkenning van producten op Europees niveau. Dat is iets wat op Europees niveau wordt geregeld. Er is het element van het zich voorbereiden op een zekere contingency door de Europese Unie.
Een no-deal zal zware gevolgen hebben. Die gevolgen kunnen wij ook niet ongedaan maken. Sinds december 2017 zijn er 93 technische adviezen aan stakeholders en 5 mededelingen inzake preparedness gepubliceerd door de Europese Commissie. Er zijn 19 wetgevende voorstellen aangenomen en er worden op regelmatige basis domeingerichte en algemene, technische seminaries georganiseerd.
Er is daar dus heel wat in voorbereiding, maar de ultieme antwoorden zullen in eerste instantie afhangen van het kader dat daaromtrent naar voren wordt geschoven.
Une question de M. Vanden Burre portait sur les PME et les initiatives prises à leur sujet par le ministre Ducarme. Ces dernières complètent celles que nous avons prises.
Binnen de FOD Economie wordt er dus natuurlijk voor gezorgd dat deze volledig op mekaar zijn afgestemd.
Over de handelsakkoorden en de mogelijke impact heb ik het al gehad.
Ik overloop nog even de verschillende punten die naar voren zijn gekomen.
Er is een vraag gesteld over het Erasmusproject en de gevolgen ervan. De huidige deelnemers aan het Erasmusprogramma zullen bij een no-deal verder kunnen genieten van hun lopende leermobiliteitsactiviteiten waarbij het Verenigd Koninkrijk betrokken is, op voorwaarde dat het programma vóór de brexit werd aangevat. Daarbij zal de Europese Unie het Erasmusproject in dit kader verder financieren, op voorwaarde dat het Verenigd Koninkrijk ook zijn verdere financiële verplichtingen nakomt.
Er was een vraag over informatieverspreiding. Door de Kamers van Koophandel, FIT en de FOD Economie worden tal van informatiesessies georganiseerd. Dat gebeurt in de meeste provincies. FIT heeft in Vlaanderen bijvoorbeeld twee brexitinfosessies gepland, samen met UNIZO, op 1 oktober en op 3 oktober, waar ook de douane en de transportsector aan bod zullen komen. In het kader van de Belgian Ports and Industry Days in Zeebrugge op 1 oktober is er ook een infosessie gepland. Er wordt dus voortdurend zo veel mogelijk aan informatievergaring gedaan, om de verschillende actoren te mobiliseren.
Er was een vraag over de toepassing. Stel dat wij op 1 november worden geconfronteerd met een no-deal, hoe gaan de douane en andere daarmee dan om? Zij zullen natuurlijk vertrekken vanuit de goede trouw die men aan de dag legt. Douane heeft een bepaalde finaliteit, namelijk controleren, ervoor zorgen dat regels worden gerespecteerd en dat misbruik wordt tegengegaan. Er zal gerekend worden op de goede wil. Als blijkt dat een aantal formaliteiten niet helemaal in orde is, die niet het gevolg zijn van het niet willen respecteren van regels maar die het gevolg zijn van de brexit en onduidelijkheden, ga ik ervan uit dat de diensten de nodige flexibiliteit aan de dag zullen leggen.
Ik heb nog een laatste opmerking voor de collega van PTB/Partij van de Arbeid.
Er is in België, alsook met het Verenigd Koninkrijk, door mijn voorganger overleg gepleegd met de vakbonden om de mogelijke consequenties te bekijken en na te gaan hoe wij deze het best aanpakken. Wij zullen dat in de toekomst blijven doen.
Wij zullen elkaar denkelijk ideologisch niet overtuigen van het nut of het onnut van de vrije markt en de vrije handel. Echter, de economische impact van dergelijke genomen beslissingen toont aan dat vrijhandel over het algemeen meer welvaart heeft gebracht, meer jobs heeft gecreëerd en de armoede meer heeft teruggedrongen.
Het dossier is dus eigenlijk een slecht dossier voor het brengen van een ideologisch verhaal ter zake. De eengemaakte markt heeft ons immers de voorbije jaren en decennia op het vlak van economische groei, jobs, welvaart en stabiliteit ontzettend veel bijgebracht. De paradox is dat wij ons nu moeten voorbereiden op een beslissing die daar fundamenteel probeert tegen in te gaan.
Mijnheer de voorzitter, de heer Paul Buysse zal nu, indien het even mag, het woord nemen, om nadere aanvullingen te geven.
De voorzitter: Dat mag, mijnheer de minister.
Paul Buysse: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik zal uitermate kort zijn. Minister Beke heeft immers het essentiële toegelicht. Ik zou een aantal kanttekeningen willen maken.
Ten eerste, het is onvoorstelbaar moeilijk om u nu een helder, klaar en duidelijk zicht te geven op de gevolgen die wij onmiskenbaar door de brexit zullen krijgen.
De brexit is geen win-winsituatie maar een
lose-losesituatie is. Ik heb een vriend in Londen, die hulpminister voor Europa
was. Ik heb hem na het referendum gebeld en hem gevraagd: "David, what's
happening?". Hij antwoordde:
"It's a bloody disaster."
Een land kan niet meer onvoorbereid naar een dergelijk historisch belangrijk evenement gaan dan wij nu hebben gezien. Het is dus erg moeilijk om een pragmatisch, duidelijk en goed econometrisch onderlijnd antwoord te geven op veel van de pertinente vragen. Ik ben immers onder de indruk van de vragen die ik heb mogen ontvangen.
Op de vraag over de nieuwe activiteiten heeft de minister geantwoord. Wij worden echter ook geconfronteerd met bedrijven die naar België komen, maar verzoeken om nog geen ruchtbaarheid aan hun komst te geven. Wij hebben ze drie of vier dagen geleden – ik meen vorige donderdag – geïnventariseerd. Wij hebben toen de cijfers gekregen.
Wij hoeven niet te blozen, zeker rekening houdend met het feit dat België al de zetel is van de Europese Gemeenschap, van de NAVO, en van allerlei andere hier aanwezige internationale organisaties.
De vraag over intellectuele property is zeer pertinent. Dat zal duidelijk worden wanneer de discussies verder evolueren en zodra wij weten welk standpunt het Verenigd Koninkrijk inneemt ten overstaan van ons standpunt. Het is dus moeilijk om die vraag nu te beantwoorden.
Wat denken de Britse ondernemers? Dat is een andere pertinente vraag.
J'ai fait un très court voyage à Londres, qui a duré exactement deux jours, avec un membre du cabinet et avec le ministre. C'était très fatigant. Nous avons parlé à cinq ministres. Nous avons fait le topo. Les entrepreneurs sont enragés. Ils sont vraiment très mécontents – et le mot est faible – de l'attitude de leur gouvernement et de l'élite politique. Ils essaient de faire exactement comme nous, presque copie conforme dans plusieurs domaines. Malheureusement, le monde politique ne les écoute probablement pas.
Mevrouw, u stelde een vraag over Zeebrugge. Joachim Coens neemt deel aan onze vergadering. Niemand houdt beter de vinger aan de pols dan Joachim.
Tot slot, over de sectoren. Eens het nieuws over het referendum er was, hebben wij de belangrijkste sectoren uitgenodigd.
Avons-nous invité les grandes entreprises qui étaient actives dans les secteurs que nous avons identifiés comme étant très importants? Nous avons eu ces contacts à huis clos et nous avons essayé d'obtenir toutes les informations possibles du côté belge. Par la suite, nous avons tenu une réunion avec tous ceux qui voulaient y participer. Nous avons ciblé ces secteurs car ils sont particulièrement vulnérables.
Daarom hebben wij eerst de ondernemers van die sectoren uitgenodigd, om met hen te trachten een beleid op te zetten.
Het enthousiasme was enorm. U moet weten dat er op die veertien vergaderingen nooit iemand afwezig was. Eén keer bleef iemand weg omdat zijn vrouw pas bevallen was van een schitterende baby, wat ik als excuus aanvaard heb, toute blague à part. Verder was op die veertien vergaderingen iedereen aanwezig.
Op de dag van het referendum belde men mij om 6 uur uit mijn bed. Wij hebben de groep samengeroepen om 17 uur. Wel, om 17 uur was iedereen aanwezig. Ik maak geen deel uit van de politiek, ik ben standeloos, maar die aanwezigheid bewijst dat de politiek zeer dynamisch en zeer proactief kan zijn. Ik dank minister Beke voor zijn steun.
Uit de biecht klappend kan ik u zeggen dat ik drie of vier dagen na de reshuffle, toen Kris Peeters naar Europa is gegaan, een invitatie gekregen heb van de pas benoemde minister. Wij hebben toen samen met Kris Peeters en nog een aantal mensen verder gebrainstormd om tot de conclusie te komen dat wij dynamisch en met passie de groep verder zetten.
Mijnheer Beke, ik dank u daarvoor.
De voorzitter: Dank u wel voor uw antwoorden. Het laatste woord is aan het Parlement. Ik kijk even rond wie nog wil repliceren. Wij zullen daarbij dezelfde volgorde aanhouden als daarnet.
Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de minister, mijnheer Buysse, ik wil u beiden bedanken voor uw antwoorden.
Er zijn uiteraard heel veel vragen. Ik meen dat uw toelichting zeer nuttig geweest is voor ons, de leden van deze commissie. Het is uiteraard onmogelijk om ons volledig voor te bereiden op wat de komende maanden zal gebeuren, dat beseffen wij allemaal heel goed, maar ik ben blij dat er al veel stappen worden gezet om ons zo goed als mogelijk voor te bereiden.
Mijnheer de minister, u zegt dat de cijfers van de bedrijven die de oversteek maken maar heel moeilijk te vergelijken zijn met de Nederlandse cijfers. Ik begrijp dat dit niet zo evident is. Maar meten is weten, dus het lijkt mij wel relevant dat die cijfers zo gedetailleerd mogelijk worden bijgehouden. Dat is volgens mij de enige manier om ons zo goed als mogelijk voor te bereiden op wat er komt.
Tot slot, ik heb weinig antwoorden gehoord op de vragen naar de impact op de consument, de impact op de prijzen en het aanbod aan producten. Inzake de mogelijke gevolgen van de brexit kijken wij snel naar de impact op de bedrijven, wat zeer belangrijk is, maar daarnaast is de impact op de consument voor mijn fractie minstens even belangrijk.
Ik hoop dat dit niet betekent dat u daar niet mee bezig bent en dat er ook al verschillende maatregelen klaar zijn voor het geval er een no-deal komt. Ik kijk uit naar meer informatie daarover.
De voorzitter: Mijnheer de minister, kunt u daar onmiddellijk op antwoorden? Dat is misschien gemakkelijker voor het debat.
Minister Wouter Beke: De bedrijven zijn uiteraard bijzonder belangrijk, maar dat is in eerste instantie een regionale bevoegdheid. De regionale bevoegde diensten zullen daar ook over communiceren op het ogenblik dat zij vinden dat daarover gecommuniceerd moet worden. Dat zal allicht eind 2019 of begin 2020 zijn, maar het is dus niet zo dat wij daar geen aandacht voor zouden hebben of dat dit niet, samen met de Gewesten, wordt gescreend.
De impact op de consument zal, wat de Europese consument betreft, niet zozeer een tekort aan producten betreffen. Dat ligt anders voor de Britse consument, waar zich de problematiek van de import stelt. Een mogelijke impact, zeker in de eerste dagen, zou er kunnen zijn in de havens en op de luchthavens. Daar zal de consument de brexit mogelijk wel voelen. Het heeft dus meer met dienstverlening te maken en minder met producten.
De voorzitter: Mevrouw Van Bossuyt, u hebt het woord.
Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de minister, u vermeldde zonet de mogelijke impact voor de consument, maar ik meen dat ook de prijs van producten kan stijgen. Als er een no-dealbrexit komt, betekent dat douanecontroles en opnieuw import- en exporttarieven. Neem het voorbeeld van BMW: stukken van BMW's komen vaak uit het UK, een bumper bijvoorbeeld, maar daar zullen bepaalde tarieven op moeten worden betaald, die aan de consument doorgerekend zullen worden.
Wat betreft het Europees Solidariteitsfonds zei u dat het criterium om daaruit middelen te ontvangen een ontslag van minstens 500 personen in een bedrijf is. Ik vrees dan echter voor onze bedrijven, want wij hebben heel weinig bedrijven van dergelijke omvang. Wij hebben voornamelijk kmo's. Ik zie dat geld dan ook vooral naar de grote landen gaan, een vrees die ik daarnet al uitdrukte.
Andere criteria zouden in dat verband moeten worden bekeken, bijvoorbeeld verlies van een bepaald percentage van het bbp of het jobverlies ten opzichte van het aantal beschikbare jobs. Dat zijn volgens mij veel objectievere criteria voor de getroffen landen dan een ontslag van 500 personen in een bedrijf. In welke mate kan daarvoor nog worden gepleit op Europees niveau?
Minister Wouter Beke: Ik meen dat u het globaliseringsfonds bedoelt en niet het Solidariteitsfonds.
Dat is effectief een issue dat we met Europa moeten bespreken. Hoe eng of hoe breed wil men dat toepassen? Hoe soepel of hoe streng wil men zijn? Wil en kan men dat ook verbreden? Het laatste woord daarover is nog niet gezegd, maar in voorkomend geval moeten we daar zeker over spreken. Misschien kunnen we daarover ook eens van gedachten wisselen met de Europese Commissie.
De voorzitter: Dat zouden goede vragen kunnen zijn voor de commissarissen als ze hun examen komen afleggen in het Europees Parlement. Misschien moeten we onze collega's daar wat inspiratie geven?
Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je remercie M. le ministre et M. Buysse de leurs réponses.
À ce stade, nous partageons la même expectative pour les semaines à venir. Mon groupe relayera évidemment la volonté politique d'un dialogue plus approfondi à ses homologues du Parlement européen. Cela dit, nous savons combien il est difficile de mesurer l'impact direct du Brexit sur la vie quotidienne des gens. Je propose donc un nouvel échange de vues après le 31 octobre. Nous pourrions y entendre également l'UCM ainsi que les syndicats et des associations de consommateurs comme Test-Achats et ainsi connaître précisément leur ressenti.
De voorzitter: Wij zullen dit straks verder bekijken bij de regeling van de werkzaamheden.
Patrick Prévot (PS): Monsieur le président, je veux tout d'abord remercier M. le ministre et M. Buysse pour les éléments de réponse qu'ils nous ont apportés.
Je suis quelque peu frustré quant au nombre de questions posées et aux quelques réponses qui ont pu être apportées. Cependant, exceptionnellement, je ne vous en tiendrai pas rigueur car on mesure bien, après l'explication qui nous a été donnée tant en préambule que par la suite, la difficulté de répondre précisément, aujourd'hui, à des questions qui étaient parfois très techniques.
Malheureusement pour nous et peut-être encore plus en aval pour les consommateurs et les citoyens, un flou artistique subsiste. Ce n'est pas rassurant. Parmi mes nombreuses questions, je vous interrogeais notamment sur les conséquences à très court terme. Monsieur le ministre, vous avez évoqué l'une ou l'autre piste. Mais, là aussi, j'ai l'impression qu'on n'a pas été au bout du bout de la prévisibilité pour ce qui est des conséquences à court terme et qu'on s'est vraiment arc-bouté sur le long terme.
Monsieur le président, le surplus sera abordé tout à l'heure, notamment l'ordre des travaux. Je pense toutefois qu'il est essentiel de pouvoir nous réunir à nouveau en fonction de l'actualité. Il y a deux moments-clés: le sommet européen des 17 et 18 octobre 2019 et le Brexit day hypothétique du 31 octobre 2019. Je vous invite à rester vraiment attentif à l'évolution de l'actualité pour que nous puissions nous voir en rapport avec ces deux réunions importantes, avec, je l'espère, davantage de questions et une vue d'ensemble un peu plus claire sur cet imbroglio qu'est le Brexit.
De voorzitter: Wij zullen het straks nog bespreken, maar uiteraard ben ik van mening dat wij met onze commissie kort op de bal moeten kunnen spelen als dat nodig is. Ondertussen kunnen er ook mondelinge vragen gesteld worden, als er nog heel specifieke vragen zijn over de brexit. De commissies vatten hun normale werkzaamheden aan en er kunnen steeds mondelinge en schriftelijke vragen worden ingediend.
Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, uw antwoord over het aansporen van de Europese leiders om alsnog tot een akkoord te komen, vind ik vrij mager. U zegt dat it takes two to tango en dat klopt natuurlijk wel. De bereidwilligheid van de Europese politici om verder te onderhandelen en alsnog tot een akkoord te komen, lijkt mij echter niet echt groot. Wij kunnen toch wel stellen dat er in Europa een zekere rancune heerst vanwege de democratische keuze die de Britten hebben gemaakt.
Europa wilt heel duidelijk een voorbeeld stellen en heeft schrik dat er meer landen zullen volgen. Dat blijkt, zo stel ik vast, belangrijker te zijn dan onze economie. Dat is nu net heel het issue. Als het gaat over het bereiken van een akkoord, draaien wij om de hete brij, maar we verwijten het de Britten. Europa heeft heel duidelijk een probleem met democratie en kan niet tegen zijn verlies. Dat maakt de onderhandelingen alleen maar veel moeilijker.
Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, je remercie le ministre ainsi que le président du Groupe de haut niveau sur le Brexit pour leurs réponses. J'ai envie de résumer la situation actuelle par deux proverbes. L'un qui dit que gouverner c'est prévoir; l'autre qui dit qu'à l'impossible, nul n'est tenu. J'ai l'impression que nous sommes tous au milieu de ces deux maximes, en raison des nombreuses incertitudes évoquées tout à l'heure.
M. le comte parle de désastre et dit que nous allons tous perdre. Ces prédictions sont extrêmement inquiétantes pour nos consommateurs et nos entreprises. Même si l'étude de Ernst & Young que vous avez citée – il serait intéressant que nous en disposions pour pouvoir l'analyser en détail – est plutôt positive dans la mesure où la Belgique profite de cette incertitude pour le moment – avec la création de 6 300 emplois et 278 projets d'investissement –, il faudra néanmoins prendre langue avec les instances européennes, quel que soit le niveau de compétence, pour qu'elles nous disent rapidement quelles aides concrètes seront mises en œuvre dans les années à venir, en plus du Fonds de solidarité. Je pense que le Brexit va se faire sentir sur un horizon à dix années.
Alors qu'on discute de la confection du budget 2020-2027 de l'Union européenne, il faudra vraiment obtenir davantage d'informations pour faire notre travail, en rassurant les entreprises et les consommateurs belges sur l'impact réel de ce Brexit.
Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de voorzitter, ik wens de minister en graaf Buysse te bedanken voor de uitgebreide informatie en de antwoorden die wij hebben gekregen.
Het is duidelijk dat er de voorbije jaren al heel wat voorbereidingen werden getroffen, maar dat wij pas na 31 oktober zullen zien of wij effectief goed zijn voorbereid en hoe de situatie zal evolueren.
Het zal belangrijk zijn dat de begeleiding en opvolging worden voortgezet en dat, zodra er zich iets voordoet, er heel kort op de bal kan worden gespeeld. Ik hoop dat wij hierover dan snel feedback kunnen krijgen.
Ik ben ervan overtuigd dat wij het hier nog vaak over de brexit zullen hebben. Dit wordt dus zeker en vast vervolgd.
Roberto D'Amico (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, j'ai bien entendu la réponse que vous nous avez donnée. Je prends acte du fait que vous avez rencontré des organisations syndicales en Angleterre. J'attends d'avoir un rapport à ce sujet.
Excusez-nous, mais nous n'avons pas la même vision de l'Europe sociale. Vous avez une vision euphorique mais nous ne la partageons pas. Merci pour votre réponse.
Kathleen Verhelst (Open Vld): Ik wil alleen nog even benadrukken dat men nog eens moet kijken naar de knelpunten inzake het jobverlies en de jobswitch. Misschien kan men bestuderen welke jobs voor een omzetstijging in een andere sector zouden kunnen zorgen, om het positief te bekijken.
De voorzitter: Hiermee kunnen wij deze gedachtewisseling afsluiten. Ik dank de minister en de heer Buysse voor hun toelichting. Het zal zeker niet de laatste keer zijn dat wij dit thema aansnijden.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.13 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 13.