Commission de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique

Commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda

 

du

 

Mercredi 2 octobre 2019

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 2 oktober 2019

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 17 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.

 

De voorzitter: Zoals u werd meegedeeld, vervallen de vragen aan minister Beke. Rond 13 uur werden de antwoorden u via mail bezorgd.

 

01 Vraag van Michael Freilich aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De omzetting van de richtlijn 2014/61/EU van 15 mei 2014" (55000134C)

01 Question de Michael Freilich à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "La transposition de la directive 2014/61/UE du 15 mai 2014" (55000134C)

 

01.01  Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de minister, wij konden in de kranten allemaal lezen dat dit land een beetje surrealistisch is. De VRT omschreef het als zijnde een aflevering van De Ideale Wereld waarin wij zijn terechtgekomen.

 

Wij staan weer op de eerste plaats. Dit land werd als eerste land ooit veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de Europese Commissie, en dat voor een bedrag van 5.000 euro per dag. Dat is wel een mooi bedrag. Daarmee kan ik mijn vrouw een mooie diamanten ring kopen in Antwerpen en ik zou dat zelfs elke dag opnieuw kunnen doen.

 

Ik meen dat wij nu al aan een bedrag van 400.000 euro of meer zitten. Dat is toch surrealistisch omdat het eigenlijk weggesmeten geld is. Het gaat om een richtlijn van de EU, die puur administratief had moeten worden omgezet in een decreet.

 

Waarover gaat het? Het gaat om richtlijn 2014/61/EU, 2014 staat daarbij voor de datum van wanneer wij al weten dat die richtlijn moet worden omgezet. Officieel moest dat gebeuren tegen 1 januari 2016. Het is bijna 2020 en de richtlijn is nog steeds niet omgezet.

 

De richtlijn betreft het bezoekrecht van een telecomoperator die, als er infrastructuurwerken aan de gang zijn in een straat, mag komen kijken of hij hiervan ook gebruik kan maken om zijn eigen kabels en netwerkinfrastructuur te leggen.

 

Brussel zegt dat dit geen gewestelijke materie is, maar wel een federale en dat zij die richtlijn dus niet zal omzetten. Wallonië en Vlaanderen hadden initieel ook een aantal vragen, die zij aan het BIPT en aan leden van uw ministerie hadden gestuurd. Daar hebben zij vernomen dat de richtlijn wel degelijk op gewestelijk niveau moet worden omgezet.

 

Mijnheer de minister, wanneer werd u er voor het eerst van op de hoogte gebracht dat Brussel die richtlijn niet zou omzetten? Werd die beslissing ook juridisch gemotiveerd?

 

Wanneer en op welk ogenblik werd het BIPT ingeschakeld om een soort van scheidsrechter te spelen, daarover een advies op te stellen en te bezorgen aan Brussel?

 

Hebben wij al een deel betaald van die 5.000 euro per dag? Zo ja, hoeveel? Wanneer werd er voor het laatst betaald? Zo neen, wanneer bent u van plan om alsnog te betalen, of wordt er beroep aangetekend?

 

Wat zal Brussel zelf doen? Immers, wij kunnen beslissen om al dan niet te betalen, maar we willen dat het bedrag niet verder oploopt. Vandaag gaat het om 400.000 euro. Als wij dit over een drietal maanden nog eens bespreken, zitten we aan 600.000 of 700.000 euro. Wat zal Brussel doen, en wanneer? Bent u daarvan op de hoogte?

 

Tot slot, het zou mooi en collegiaal zijn als Brussel die factuur zelf betaalt. Dat valt moeilijk af te dwingen, maar u kunt die vraag misschien toch aan Brussel stellen.

 

01.02 Minister Philippe De Backer: Mijnheer Freilich, op 11 april heeft de advocaat-generaal van het Hof van Justitie in zijn conclusie Brussel in gebreke gesteld. Op 12 april hebben wij de Brusselse regering daarover gecontacteerd. Zij hebben ons op dat moment laten weten dat zij van oordeel waren en ook nog steeds zijn dat de omzetting van artikel 4 nog altijd een federale rest­bevoegdheid betreft. Ondanks de uitspraak bleven zij dus vasthouden aan hun interpretatie. Daar was verder geen juridische of andere motivering bij. Zij vonden dat dit gewoon zo was. Einde van de discussie.

 

Op 13 april werd door mijn voorganger een advies aan het BIPT gevraagd. Het BIPT heeft heel duidelijk gemaakt dat het daadwerkelijk gaat over verplichtingen die liggen bij de Brusselse netwerk­exploitanten: Sibelga, de MIVB en de gemeentelijke rioolbeheerder moeten toelaten dat de telecomoperatoren die inspecties kunnen uitvoeren.

 

Omdat Vlaanderen en Wallonië dat al doen, is er ook geen enkele reden dat Brussel dit niet zou doen. Wij hebben er daarom nogmaals op aangedrongen om die wetgeving om te zetten en best zo snel mogelijk.

 

Door die veroordeling zijn er dwangsommen opgelegd, maar die zijn nog niet betaald. Dat gebeurt meestal zes maanden na een uitspraak. Men moet niet elke dag een overschrijving doen. Dat wordt in blokken gedaan.

 

De afspraak binnen het federaal stelsel geldt dat de entiteit die verantwoordelijk is voor de opgelegde dwangsommen die ook moet betalen. Het is heel duidelijk dat die zullen worden gerecupereerd waar ze moesten worden betaald.

 

Ondertussen hebben wij verder overleg gepleegd. Minister-president Rudy Vervoort heeft op 21 september publiekelijk beloofd dat er binnen­kort een oplossing in het Brussels Parlement wordt voorgelegd.

 

Men is dus van gedacht veranderd. Het is een goede zaak dat men dit standpunt heeft gewijzigd.

 

Het ontwerp van ordonnantie staat op de agenda van de Brusselse commissie voor de Infra­structuur en zal naar verwachting worden aangenomen tijdens de volgende plenaire vergadering die op vrijdag 11 oktober zal plaats­vinden. Dat wordt daarmee dan ook geregeld en dan stopt ook die hele discussie.

 

Wij hebben er bij de Brusselse regering altijd op aangedrongen dat zij haar positie daarover zou wijzigen. Ik ben blij dat men het nu eindelijk heeft ingezien en dat wij van die discussie af zijn. Het is duidelijk dat Brussel zijn verantwoordelijk daarin neemt.

 

01.03  Michael Freilich (N-VA): Begrijp ik het goed dat de federale overheid wel degelijk de factuur naar Brussel zal doorsturen en dat Brussel akkoord gaat met de betaling ervan?

 

01.04 Minister Philippe De Backer: De omzetting is nu gebeurd en dan zal moeten blijken of de dwangsommen effectief betaald worden door de entiteit die de schuld heeft veroorzaakt.

 

De voorzitter: De huidige Brusselse regering is duidelijk beter dan de vorige. Het zijn mensen met gezond verstand.

 

[Het incident is gesloten

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Erik Gilissen aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "Het verplicht ter beschikking stellen van locatiegegevens door telecombedrijven" (55000346C)

02 Question de Erik Gilissen à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "L'obligation faite aux entreprises de télécoms de communiquer les données de localisation" (55000346C)

 

02.01  Erik Gilissen (VB): Mijn vragen komen er naar aanleiding van een incident in het buitenland, waarbij een ontvoerde persoon vier keer een nooddienst probeerde te contacteren maar niet gelokaliseerd kon worden.

 

Volgens het Europees Hof moeten telecom­bedrijven, conform de universeledienst­richtlijn, de lokalisatiegegevens van de beller altijd ter beschikking van de hulpdiensten stellen, voor zover het technisch haalbaar is. Dat geldt ook voor oproepen van een mobiele telefoon zonder simkaart, oordeelt dat rechtscollege. Dat moet het lokaliseren van personen in nood mogelijk maken, zelfs als het noodnummer 112 wordt opgeroepen met een telefoon zonder simkaart.

 

Ten eerste, is de universeledienstrichtlijn omgezet naar de eigen wetgeving? Zo neen, waarom is dat niet gebeurd?

 

Ten tweede, kunt u bevestigen dat de Belgische telecomoperatoren volgens de instructie van het Europees Hof handelen en, voor zover het technisch mogelijk is, steeds de nodige informatie verschaffen om personen in nood te kunnen lokaliseren?

 

Ten derde, zult u indien nodig de Belgische telecomoperatoren aansporen conform de uit­spraak van het Europees Hof te handelen, en eventueel sanctiemaatregelen opleggen bij de niet-naleving van de richtlijn?

 

Ten vierde, kunnen telecombedrijven aansprakelijk gesteld worden voor de eventuele gevolgen als de locatie van een persoon in nood niet kan worden vastgesteld, doordat de bedrijven niet handelen volgens de uitspraak van het Europees Hof? Wat als een persoon een noodoproep doet, maar niet gelokaliseerd wordt en die persoon overlijdt doordat de hulpdiensten niet ter plaatse kunnen komen?

 

02.02 Minister Philippe De Backer: Ik dank u voor uw vraag. Ik kan bevestigen dat de telecom­operatoren, voor zover dit technisch haalbaar is, de nodige informatie verschaffen om personen in nood te lokaliseren. Ik herinner eraan dat de lidstaten de keuze hebben om noodoproepen zonder simkaart al dan niet mogelijk te maken. Oproepen zonder simkaart kunnen in België niet. Die keuze werd op vraag van de nooddiensten gemaakt, om kwaadwillige of slechtbedoelde oproepen tegen te gaan.

 

Wanneer lidstaten er wel voor kiezen om dat te doen, dan moeten ook die oproepen gelokaliseerd kunnen worden.

 

Wanneer in België een noodoproep niet kan gebeuren via het netwerk van de operator van de oproeper, bijvoorbeeld als het iemand betreft uit het buitenland of als Belgen 112 bellen in een zone waar hun operator geen dekking zou geven, dan gebeurt de noodoproep via het netwerk van een andere operator die wel dekking zou geven. In een dergelijk geval is het vandaag om technische redenen niet altijd mogelijk om de oproeper te lokaliseren. Die situatie is ook bekend bij ASTRID en wordt besproken. Men is er nu bezig om te onderzoeken met de telecomoperatoren hoe men dat probleem technisch kan oplossen.

 

De verplichting om de lokalisatiegegevens ter beschikking te stellen, werd al geregeld in de wet van 2005. Het BIPT ziet erop toe dat de wet effectief wordt toegepast. Indien een operator de in de wet vastgelegde verplichtingen niet naleeft, kan het BIPT effectief sancties opleggen. Daarbuiten is het gewone aansprakelijkheidsrecht van toepassing, indien er een probleem rijst.

 

02.03  Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor de toelichting.

 

Het verheugt mij dat in België de nodige stappen worden gezet, zodat mensen kunnen worden gelokaliseerd, wat in andere landen blijkbaar niet altijd het geval is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.29 uur.

La réunion publique de commission est levée à 14 h 29.