Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mercredi 16 octobre 2019

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 16 oktober 2019

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.58 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 58 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

01 Vraag van Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Europese middelen voor migratie" (55000005C)

01 Question de Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les moyens européens pour la migration" (55000005C)

 

01.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Ik kom eigenlijk uit de commissie voor Justitie, want ik had een vraag aan u gesteld over dubbele nationaliteit. Daar kreeg ik te horen dat die bevoegdheid bij Binnenlandse Zaken zat. Dat vond ik een beetje raar, want zo word ik natuurlijk van het kastje naar de muur gestuurd. Bij dubbele nationaliteit denk ik aan asiel en migratie. Ik word dan verwezen naar Justitie. Bij Justitie word ik terugverwezen naar Binnenlandse Zaken. Ik zal proberen de vraag opnieuw in te dienen en toch ergens een antwoord te krijgen.

 

01.02 Minister Maggie De Block: Inzake de nationaliteitswetgeving kan ik u meedelen dat alles wat u zult terugvinden in de archieven van de Kamer is behandeld bij de minister van Justitie.

 

01.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Ik zal verder proberen en ik zal hier dan hopelijk een antwoord bekomen op de vragen die wel voor u waren ingediend en hier ook zijn gebleven. De eerste betreft de Europese middelen voor migratie.

 

Een belangrijk puzzelstuk, zoals u waarschijnlijk ook weet, voor de oplossing van de migratieproblematiek ligt bij Europa. Sommige partijen schuiven wel heel kortzichtige oplossingen naar voren, zoals ze allemaal op een boot zetten en ze terugsturen, ze op een vliegtuig zetten en ze terugsturen, een dam bouwen rond België en opnieuw grenscontroles invoeren. Ik denk dat wie ook maar een beetje verder denkt, weet dat dergelijke maatregelen niet mogelijk zijn. Bovendien is heel veel van de wetgeving gebonden aan Europese kaders waar we niet buiten kunnen.

 

Zelfs binnen de Europese kaders stel ik echter vast dat er heel weinig gebeurt van wat er zou moeten gebeuren zoals de grens van de Schengenzone bewaken. Dat is wel een taak die uitgevoerd zou moeten worden en die vandaag niet uitgevoerd wordt, waardoor er een enorme instroom is. België als land is wel het slachtoffer van een enorme influx doordat er internationaal niet gebeurt wat er zou moeten gebeuren.

 

Daarom lijkt het mij logisch dat u dan ook als bevoegde minister vraagt aan Europa dat het opdraait voor de kosten die daarvoor gemaakt moeten worden. Binnen diezelfde Europese en internationale wetgeving staat België ook wel in voor de opvang van asielzoekers.

 

Het lijkt me dan ook billijk dat Europa bijdraagt. Ik wil graag van u een overzicht krijgen inzake de Europese steun die wij vandaag reeds krijgen voor de opvang en de administratie van asielzoekers.

 

Als u het ermee eens bent dat Europa zijn deel moet doen, welke initiatieven hebt u dan genomen om meer steun te krijgen voor de gevolgen van de migratiecrisis, die vooral een internationale oorzaak heeft.

 

01.04 Minister Maggie De Block : Mevrouw Van Camp, ik ben het met u eens dat de sleutel voor een ordentelijk en gecontroleerd migratiebeleid in de eerste plaats op het Europese niveau ligt. Er moeten daar belangrijke stappen ondernomen worden.

 

Ik ben van oordeel dat de Europese Unie de strijd tegen illegale migratie verder moet opvoeren door een betere handhaving van de buitengrenzen en dat de opvang van vluchtelingen in de regio rond conflictgebieden moet worden versterkt.

 

Bovendien zijn wij nu nog ver verwijderd van een gemeenschappelijk en solidair Europees asielsysteem waarin elke lidstaat zijn verantwoordelijkheid opneemt zodat er een betere spreiding is van asielzoekers over de lidstaten.

 

Ik stel vast dat wij op dit punt ter plaatse zijn blijven trappelen. Ik heb dat vorige week ook gezegd op de JAI, in Luxemburg. Ik ben op dit departement gekomen in 2011 tot 2014. Ik ben hier teruggekomen eind 2018, en ik zie dat er nog altijd geen enkele vooruitgang geboekt is, dat iedereen bij zijn stelling blijft, en dat er geen enkele dialoog is. De solidariteit is ver zoek en men houdt geen rekening met secundaire migratiegolven waarvan België en de omliggende landen toch grote ontvangers zijn.

 

Het kan zo niet verder dat men een status-quo heeft gedurende vier of vijf jaar en dat men de hete patat van de ene naar de andere Commissievoorzitter doorschuift.

 

Nu komt er ook een nieuwe commissaris. Het zal mij benieuwen of die er enige vaart in krijgt. Europa trappelt echter ter plaatse en dit laat zich gevoelen in alle lidstaten. Bovendien ondergraaft dit alles het Schengensysteem. Ik heb ook duidelijk gezegd: "Without Dublin there is no Schengen." Dat lijkt mij toch een stevig statement waarmee ik in zekere zin de knuppel in het hoenderhok wou gooien.

 

Ik kan dit standpunt dan ook alleen maar blijven verdedigen. Ons land zit reeds een aantal jaren op deze lijn en ook in lopende zaken handhaven wij dit. Wij blijven ijveren voor een broodnodige hervorming van de Dublinregels en ondersteunen alle inspanningen om de huidige blokkering te doorbreken.

 

U hebt ook een aantal cijfers gevraagd over de Europese middelen die België kan aanwenden. Voor de periode van 2014 tot 2020 wordt er aan ons land een totaalbedrag van ongeveer 35 miljoen euro toegekend onder de vorm van Europese subsidies. De belangrijkste som – ongeveer 27 miljoen euro - gaat naar Fedasil, het Commissariaat-generaal krijgt 3,6 miljoen euro en de Dienst Vreemdelingenzaken 3,8 miljoen euro. Deze subsidies worden voornamelijk besteed aan de optimalisatie en de informatisering van de werking van de asieldiensten.

 

Daarnaast is er in 2015 ook een eenmalige noodsteun geweest van 5 miljoen euro om de asielaanvragen bij de DVZ en het Commissariaat-generaal te kunnen verwerken. Ten slotte kent de Europese Unie ook subsidies toe in het kader van de relocatie en hervestiging. Dit gaat van 6.000 euro tot 10.000 euro per persoon, al naargelang van de kwetsbaarheid van de betrokkene.

 

België ontvangt ook nog een aantal Europese middelen voor de financiering van activiteiten en projecten op het vlak van vrijwillige en gedwongen terugkeer.

 

01.05  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dit is iets, maar natuurlijk ruim onvoldoende als men bekijkt hoeveel middelen wij vandaag zelf moeten besteden. Door het schuldig verzuim van Europa worden de lidstaten immers zelf verantwoordelijk voor de opvang van zoveel asielzoekers. Ik hoop dan ook dat de nieuwe commissaris voor oplossingen zal zorgen. Wij zullen op het nationale, maar ook op het Europese niveau ervoor blijven pleiten dat Europa verantwoordelijkheid neemt voor een betere bewaking van de buitengrenzen. Zolang dit niet gebeurt, moet Europa de lidstaten ondersteunen om tegemoet te komen aan de financiële last die dit veroorzaakt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Jobs voor illegalen" (55000006C)

02 Question de Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Des emplois pour les illégaux" (55000006C)

 

02.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, het heeft even geduurd vooraleer de commissie voor Binnenlandse Zaken bijeenkwam. De aanleiding tot deze vraag situeert zich reeds eind juni, toen bekend raakte dat het Brussels werkgelegenheidsagentschap Actiris mensen zonder papieren aan het werk zou helpen om aldus zowat 20.700 openstaande vacatures weg te werken. Dat plan stuitte op grote weerstand en u hebt er zich al over uitgesproken. Immers, uitvoering van dat plan komt grotendeels neer op een collectieve regularisatie, waarvan volgens u geen sprake kon zijn.

 

Mevrouw de minister, uw reactie vond ik enigszins raar, aangezien uw partij in het verleden wel aan collectieve regularisaties heeft meegewerkt en ze heeft goedgekeurd. Men werd daar wel voor veroordeeld. Bent u intussen van standpunt veranderd?

 

Indien u nu wel tegenstander bent van collectieve regularisatie, welke actieve stappen zult u doen tegen voorstellen zoals dat van Actiris en zult u nooit nog collectieve regularisatie toestaan?

 

02.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Van Camp, ik heb inderdaad meteen gereageerd, toen Actiris het voorstel bekendmaakte om mensen zonder geldige verblijfsdocumenten te laten deelnemen aan opleidingen en hun ook nog voorrang te verlenen – dat was het toppunt – met het oog op de uitoefening van een knelpuntberoep op onze arbeidsmarkt. Ik ga er inderdaad van uit dat het verschaffen van werk aan mensen die zich in illegaliteit bevinden, neerkomt op een collectieve regularisatie.

 

De vorige collectieve regularisatie dateert van 2009. Toen zat mijn partij inderdaad in de regering en uw partij niet. In de daaropvolgende legislaturen hebben wij echter steeds elke mogelijke volgende collectieve regularisatie geweigerd. Ik kan u dan ook bevestigen dat dat zeker een partijstandpunt is, dat wat mij betreft behouden blijft.

 

Dat mensen zonder verblijfsvergunning prioritair de knelpuntberoepopleidingen kunnen bevolken, is naar mijn mening oneerlijke concurrentie, aangezien mensen die op de arbeidsmarkt naar werk zoeken, daardoor achteraan in de wachtrij terechtkomen. Daarnaast geldt dat wie in ons land geen geldige verblijfsdocumenten heeft, ook niet aan het werk kan. Betrokkenen dienen hun verblijf te regelen, vooraleer zij kunnen gaan werken.

 

Ik vond dat Actiris een zeer tegenstrijdig signaal gaf. Des te meer was ik daarover verwonderd, omdat, ondanks dat Fedasil reeds vele jaren vraagt om samen te werken voor personen die erkend werden als vluchteling, een verblijfsvergunning hebben verkregen en dus geïntegreerd moeten worden, Actiris dat weigert. Nochtans is er geen betere integratie dan werk en bestaat er wel samenwerking met Forem en de VDAB. Dat is goed voor de betrokkenen, want zij kunnen direct aan de slag bijvoorbeeld in jobs waarvoor men niet altijd de taal moet kennen, en dan kunnen ze gemakkelijk huur betalen. Ik vond het dus toch wel straf dat Actiris daarover niet wilt praten en wel prioriteit wil geven aan personen zonder papieren voor de opleidingen.

 

Daarna is men wel wat teruggekrabbeld: het zou slechts een denkoefening zijn. Ik vraag niet wie Actiris die denkoefening gevraagd heeft. Men zou contact opnemen, maar er is tot nu toe geen vraag om contact geweest, ook niet vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Men heeft daar onderhandelingen gevoerd en ik heb daarover niets in het regeerakkoord teruggevonden. Er zal zeker een overleg nodig zijn.

 

Hoe dan ook is voor mij de prioriteit dat erkende vluchtelingen bij Fedasil naar de reguliere arbeidsmarkt kunnen doorstromen en niet de mensen zonder papieren.

 

02.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, alvast over dat laatste zijn wij het roerend eens. Ik wist niet dat Actiris niet wilt deelnemen aan die samenwerking. Dat maakt de houding van de instelling inderdaad extra schandalig. Ik ben blij dat u het hier gezegd hebt.

 

Uw partij heeft meegewerkt aan de collectieve regularisatie van 2009. Ik ben blij dat uw standpunt sindsdien veranderd is. Ik hoop dat u nu, samen met ons, bij dat standpunt blijft en dat er geen collectieve regularisaties meer komen, want dat is een zeer groot onrecht.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Transmigranten" (55000007C)

03 Question de Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les migrants en transit" (55000007C)

 

03.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, vanuit het terrein heb ik vernomen dat het transitcentrum in Steenokkerzeel met een lagere instroom kampt. Het gaat over gegevens van juni, toen ik de vraag heb gesteld. Door de lagere instroom van transmigranten is er momenteel een overtal aan inspecteurs, die eigenlijk technisch werkloos zijn.

 

Ik heb hierover de volgende vragen, mevrouw de minister.

 

Hoeveel bedragen de personeelskosten voor het transitcentrum?

 

Klopt het dat de inspecteurs minder werk hebben door de lagere instroom? Kunnen zij dan niet beter gedetacheerd worden om bijvoorbeeld meer in te zetten op het repatriëren van uitgewezen vreemdelingen, want de uitstroom is sterk gedaald? Wij hebben het er in de commissie-Bossuyt nog over gehad dat de repatriëringscijfers enorm zijn teruggevallen. Door het personeel van het transitcentrum deeltijds in te schakelen voor repatriëringen kunnen die cijfers misschien wel omhoog. 

 

Voorts was er door de vorige regering een tienpuntenplan omtrent transmigratie op tafel gelegd. Een onderdeel daarvan was een akkoord met het UK. Hebt u op dat vlak, gelet op de actualiteit, nog stappen kunnen ondernemen?

 

De locatie van het transitcentrum is vaak een probleem. Zou het niet interessanter zijn om met satellieten per provincie te werken of ziet u andere oplossingen om de werking van het transitcentrum te optimaliseren?

 

03.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Van Camp, zoals u weet, is het afhandelingscentrum voor transmigranten een administratief afhandelingscentrum geïntegreerd in het centrum 127bis in Steenokkerzeel, maar het wordt beheerd door de federale politie.

 

Om de politiediensten beter te ondersteunen bij de politionele afhandeling biedt de federale politie sedert 1 juli mobiele steun aan op het terrein. Ook mijn administratie levert steun op het terrein, bijvoorbeeld bij geplande acties. Die zijn er al geweest in het Maximiliaanpark en het Noordstation. Deze alternatieve werkwijze heef tot gevolg dat het ACT ook niet de klok rond operationeel hoeft te zijn. In de loop van de maand volgt er nog een evaluatie, zowel door de politie als door de DVZ.

 

Toen ik begon, was er al een lage activiteitsgraad in het centrum. Een van de oorzaken zou inderdaad zijn dat de verplaatsingen vanuit bepaalde provincies naar Steenokkerzeel veel tijd en politiecapaciteit vragen.

 

Wat betreft het overleg met het Verenigd Koninkrijk, werd er overleg gepleegd met de Britse collega's in februari 2018 door mijn voorganger, Theo Francken.

 

Eind april van dit jaar werden er daarover contacten onderhouden met de Britse ambassade in België. Het is wel belangrijk om te onderstrepen dat de onderhandelingen op Europees niveau worden gevoerd en dat het overleg op het niveau van de lidstaten zich daarin inschrijft.

 

Wij hebben over verschillende zaken overleg met het VK en dat is niet altijd gemakkelijk met de heersende brexitmania. Er zijn namelijk diplomaten die moeilijk een mandaat kunnen krijgen in het VK omwille van de aanhoudende discussies. We doen echter ons best om daar verder in te gaan en we hebben altijd goede relaties gehad met het VK.

 

Over uw suggestie om politionele afhandelingcentra dichter bij het terrein te voorzien, het voorzien van een steunaanbod op het terrein dus, kan er natuurlijk gepraat worden. Zoals gezegd maakt de minister van Binnenlandse Zaken echter net als ik deel uit van een regering in lopende zaken. Het is tevens belangrijk om de verwachtingen van het terrein af te stemmen op de lokale noden die in de ene provincie al groter zijn dan in de andere.

 

Naast een evaluatie van de werking van de centra heb ik collega De Crem ook gevraagd om de alternatieve mogelijkheden te laten onderzoeken door de federale politie. Dit zal immers gevolgen hebben voor hen. De beleidscellen plannen regelmatig overleg daarover en zullen een gezamenlijk advies kunnen uitbrengen.

 

Wat betreft de kosten, de interne werking en de impact op de organisatie van het politionele kader meen ik dat u de vragen aan de heer De Crem moet stellen. Tot nader order regel ik de politie niet en ik ben daar ook geen vragende partij voor.

 

03.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, uw antwoord is duidelijk wat uw beleidsdomeinen betreft. Ik hoop dat het beloofde advies er snel komt, zodat de nieuwe regering er rekening mee kan houden.

 

Mijn voorstel heeft betrekking op een provinciale satelliet maar misschien kan dit inderdaad beter geografisch gespreid worden naargelang de noden.

 

Hopelijk komt het advies er snel zodat de nieuwe regering er rekening mee kan houden en er een efficiëntere inrichting van de transitcentra kan komen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Actieve migratie" (55000008C)

04 Question de Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La migration active" (55000008C)

 

04.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, op de website van uw partij staat dat u meer op actieve migratie wil inzetten, omdat landen die meer op actieve migratie inzetten, beter gewapend zijn voor de uitdagingen van de toekomst. Uw partij stelt ook dat wij daarom selectiever moeten zijn en meer op actieve in plaats van op passieve migratie moeten inzetten.

 

De cijfers vandaag reflecteren dat standpunt niet echt. Beleidsmatig zijn er nochtans wel mogelijkheden, bijvoorbeeld met het systeem van de blue card.

 

Kan niet meer op dat systeem worden ingezet? Waarom gebeurt dat vandaag niet? Indien ik mij niet vergis, is er vandaag nog altijd drie vierde passieve migratie. Wij moeten eerlijk toegeven dat de cijfers van de actieve migratie de voorbije jaren niet zijn gestegen. Misschien kan het percentage van de actieve migratie via het bluecardsysteem of op een andere manier wel worden verbeterd.

 

04.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Van Camp, ik heb altijd voor de blue card gepleit en heel veel werk geleverd om de wetgeving ter zake goedgekeurd te krijgen.

 

Actieve arbeidsmigratie hebben wij inderdaad nodig. Ik hoef u er niet aan te herinneren hoe ik ervoor pleitte dat personen met een wetenschappelijke opleiding als expert voor het Kenniscentrum of voor het geneesmiddelenagentschap zouden worden gevraagd om zo in ons land een tijdelijke bijdrage te komen leveren en ook omgekeerd. Wij hebben inderdaad talentvolle mensen nodig alsook mensen die voor ons economisch weefsel een meerwaarde kunnen betekenen. Dat hoeven niet altijd hooggeschoolden te zijn. Het kunnen ook laaggeschoolden zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan zorgpersoneel, waaraan wij een tekort hebben.

 

Ik ben dus zeker bereid een aantal voorstellen ter zake te doen, maar dat kan ik niet in deze periode van lopende zaken.

 

Wat kan ik wel doen: ik kan met de deelstaten een vlottere samenwerking voor de permis unique nastreven. Ik heb daarin al stappen gezet, want een en ander ging heel moeilijk. Men moet immers eerst werk hebben en pas dan kan men een verblijfsvergunning krijgen. Er is een lange doorlooptijd door het ingewikkelde systeem van de permis unique en door het vele werk dat het systeem vergt voor DVZ en de deelstaten. Welnu, wij hebben inspanningen geleverd om de procedure zo kort mogelijk te houden, zodat het voor buitenlanders die hier een vacature kunnen invullen, zo snel mogelijk in orde komt en zij hier een verblijfsvergunning kunnen krijgen.

 

Daar dragen de deelstaten een grote verantwoordelijkheid. Zij zijn bevoegd voor de regels inzake toegang tot de arbeidsmarkt voor buitenlandse werknemers en zij kunnen op dat vlak een heel actief beleid voeren. Er zijn in Vlaanderen, Wallonië en Brussel allemaal nieuwe ministers bevoegd voor Werk. In Brussel denk ik dat er zelfs een paar bevoegd zijn voor Werk. Ik heb onder andere deze week de eerste contacten gelegd met die nieuwe ministers, ook voor andere bevoegdheden, zoals Volksgezondheid.

 

Wij moeten het traject, waarbij buitenlanders hun aanvraag tot de single permit bij de deelstaat indienen met het bewijs van de werkgever dat ze werk hebben, zo kort mogelijk houden, zodat zij gemakkelijk naar hier kunnen komen, met de nodige checks and balances.

 

Wij hebben al hard gewerkt aan de procedure en daarin al veel verbeteringen kunnen aanbrengen. Er was daar een grote achterstand, toen ik begon en wij zijn die aan het wegwerken.

 

04.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Als wij kijken naar landen, zoals Canada, waar er veel meer wordt ingezet op actieve arbeidsmigratie, waar er actief geworven wordt in andere landen om vastgestelde tekorten op de eigen arbeidsmarkt te verhelpen, en waar de bevolking veel positiever staat tegenover migratie, wat natuurlijk rechtstreeks gelinkt is aan de andere verhouding tussen passieve en actieve migratie, denk ik dat wij nog heel wat werk voor de boeg hebben.

 

Ten slotte, ik ben het niet eens met uw stelling over de zorg. Ik denk dat de tekorten in de zorgsector er zijn gekomen door de heel slechte werkomstandigheden. Wij hebben het daarover heel vaak gehad in de commissie. Ik zie het absoluut niet als een oplossing om zorgpersoneel uit andere landen naar hier te halen. Zoals ik al eerder heb gezegd, denk ik dat zij even snel zullen uitgekeken zijn op hun job in de zorgsector als de ondersteuning daar niet verbetert.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- Emir Kir à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le plan de répartition européen de candidats réfugiés secourus en mer" (55000332C)

- Vanessa Matz à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le mécanisme européen de solidarité en matière de répartition de migrants" (55000581C)

- Vanessa Matz à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le refus de la Belgique de participer au mécanisme européen de répartition de migrants" (55000886C)

- Wouter De Vriendt à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'accord de dispersion concernant les migrants sauvés en mer" (55001041C)

05 Samengevoegde vragen van

- Emir Kir aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het Europees plan voor de spreiding van de op zee geredde kandidaat-vluchtelingen" (55000332C)

- Vanessa Matz aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het Europese solidariteitsmechanisme voor de verdeling van migranten" (55000581C)

- Vanessa Matz aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het verwerpen door België van het Europese mechanisme voor de verdeling van migranten" (55000886C)

- Wouter De Vriendt aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het spreidingsakkoord voor op zee geredde migranten" (55001041C)

 

05.01  Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, en septembre, le groupe DéFi vous interrogeait en séance plénière concernant l'attitude que la Belgique allait prendre par rapport au plan de répartition des migrants, accord entre cinq États européens. Il y a eu un Conseil européen le 8 octobre à ce sujet, auquel vous représentiez la Belgique. Nous avons appris par la presse que vous aviez décidé de ne pas prendre attitude et de ne pas rejoindre le groupe d'États qui souhaitaient aboutir à un accord.

 

Vous connaissez le dossier et vous savez qu'il s'agit d'un vrai problème pour l'Europe de ne pas avoir une attitude commune en la matière. Un certain nombre d'États "encaissent" beaucoup plus l'arrivée des migrants, ce qui entraîne le développement du populisme et de l'extrémisme. Il est important que nous puissions prendre part de manière active à cet accord.

 

J'ai entendu le motif que vous avez invoqué, à savoir que le gouvernement est en affaires courantes et que vous n'avez pas de mandat pour prendre attitude. Cet argument ne me convainc pas car, lors de la précédente législature, un gouvernement de plein exercice avait décidé de relocaliser 3 812 personnes en Belgique. Or, dans les faits, il n'en a relocalisé que 1 169. On pourrait donc s'appuyer sur cette décision pour pouvoir relocaliser la différence, soit  2 643 personnes, dans le cadre du nouveau mécanisme.

 

En outre, l'argument des affaires courantes peut être surmonté par l’adoption par la Chambre d'une résolution que j’ai déposée. Elle sera rapidement à l'ordre du jour de la commission de l'Intérieur. Cette résolution vous invite à soutenir ce préaccord.

 

Madame la ministre, dans l'hypothèse où cette résolution – avec un mandat clair – était adoptée, pourriez-vous permettre à la Belgique de se rallier à l'accord intervenu entre les différents États européens?

 

05.02  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw De Block, ik zou inderdaad willen terugkomen op het Akkoord van Malta. Dit is het initiatief van de Italiaanse regering om solidariteit te vragen van een aantal Europese landen om hen bij te staan in de opvang van migranten die op zee werden gered. Er wordt gezocht naar enige Europese steun daarvoor. Er zijn al een aantal Europese landen die zich bij het initiatief hebben aangesloten. Het lijkt de Ecolo-Groenfractie belangrijk om dat te doen omdat het zou getuigen van solidariteit en van bijstand aan dat nieuwe politieke standpunt van de Italiaanse regering. Dit is een humaan standpunt, maar ook interessant om te volgen en bij te staan. Ik wil u vragen naar uw standpunt ter zake.

 

05.03  Maggie De Block, ministre: Chers collègues, comme vous le savez, ces arrangements de l'accord de Malte sont temporaires. Ils offriraient une alternative à la situation actuelle qui prévaut lorsqu'un État membre de première ligne – par exemple l'Italie ou Malte – refuse d'autoriser le débarquement du bateau d'une ONG ayant sauvé des migrants en mer. L'objectif de ces arrangements est d'apporter un cadre temporaire, même si le principe reste la participation volontaire des États membres aux opérations de débarquement dans les ports européens le temps que la réforme du Règlement de Dublin – dont on parle depuis huit ans et qui est actuellement au point mort – voie le jour.

 

Les discussions à propos d'un mécanisme temporaire ont débuté en 2018. Cette idée de trouver des solutions en dehors du cadre de la réforme du règlement de Dublin sous la forme d'arrangements temporaires a également été avancée par la Commission européenne fin de l'année 2018. Cette proposition a été abordée au sein de l'Union européenne à différents niveaux mais sans beaucoup de résultats.

 

Op de Europese Raad in Luxemburg van vorige week hebben Italië, Malta, Duitsland en Frankrijk inderdaad het initiatief genomen om de oprichting van zo'n tijdelijk systeem te bespreken. Op 23 september was er een beperkte vergadering in Malta waar Italië, Malta, Duitsland en Frankrijk samen met het Finse voorzitterschap en de Europese commissaris voor Migratie een akkoord hebben kunnen bereiken. Dit akkoord werd op 8 oktober voorgesteld aan de ministers van Binnenlandse Zaken of de ministers van Asiel en Migratie van de lidstaten.

 

Het gaat alleen om de zone van de Middellandse Zee, meer bepaald over de boten van de ngo's die zich daar bevinden. Het zou ook gaan om een vrijwillige relokalisatie in de deelnemende landen. Men zou naargelang het aantal mensen dat zich op zo'n boot bevindt, kunnen zeggen hoeveel mensen men bereid is op te nemen.

 

Hormis chez les signataires, je puis vous dire avoir constaté un manque d'enthousiasme. Seuls le Luxembourg et le Portugal se sont engagés à participer au mécanisme temporaire. Pour le reste, le sort du règlement de Dublin – qui fait partie intégrante du paquet "Asile" – repose dans les mains des nouveaux commissaires en charge de ces matières, qui devront fixer la marche à suivre et trouver de nouveaux compromis pour cette question en suspens depuis 2017.

 

Wij hebben gezegd dat de samenwerking een goede eerste stap is. Daarin kan een bereidwilligheid groeien. Er waren nog niet eens tien landen. Wij waren een van de landen die dit zagen als een positieve stap voorwaarts, maar gezien de oververzadiging van ons netwerk voor de opvang van asielzoekers en het feit dat wij in lopende zaken zijn kunnen wij daarin geen nieuwe positie innemen. Het is voor ons echter een positieve stap dat landen bereid zijn om een zekere solidariteit te tonen.

 

Ik heb ook gezegd dat solidariteit verder gaat dan dat. Er moet ook een solidariteit zijn met de landen die de secundaire migratiegolf ervaren. Wij hebben mensen die hier al asiel hebben gekregen. Er zijn mensen die erkend vluchteling zijn in andere landen. Zij verblijven vijf tot tien jaar in andere landen en komen dan naar hier. Er zijn ook mensen die vlug vlug worden erkend in een ander land en dan via een vliegtuig naar hier komen.

 

Wij zijn samen met Nederland, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk door de secundaire migratiegolf getroffen. Daarvoor moet ook verantwoordelijkheid worden genomen door landen die aan de buitengrenzen liggen. Er moet ook solidariteit zijn met landen die kreunen onder de secundaire migratie, zoals wij.

 

Ik ben een paar jaar weggeweest. Ik kwam hier in 2011. Dublin was toen heel actueel. Het verdrag moest worden herzien. We zijn met dat verdrag niet genoeg uitgerust om voor die migratiegolven een solidaire oplossing te bieden. Ik ben weggegaan in 2014. Ik ben teruggekomen in 2018. Toen heerste er nog altijd dezelfde discussie.

 

Spijtig genoeg heb ik een goed geheugen. Ik zat daar en hoorde precies hetzelfde, weliswaar met nieuwe mensen want ik ben daar al een oude krokodil. Er is dus niets veranderd in de discussie. Dat wordt van voorzitterschap naar voorzitterschap overgeheveld. Nu is er een nieuwe Europese commissaris. Ik heb hem al gezien. Hij ziet er een mens uit die weet waarover het gaat. Het is een Griek. Tot nu toe is er daar dus weinig uitgekomen.

 

Wij hebben ons in de zomer 2018 al kandidaat gesteld voor de Lifeline-actie. Wij hebben ook al eens meegedaan aan ad-hocoperaties voor het relokaliseren van een vijftiental Soedanezen die in Malta vastzaten.

 

Er zijn dus ook de secundaire bewegingen en de grote toevloed die wij momenteel in een aantal landen zien.

 

Nous plaidons depuis longtemps pour qu'une réponse structurelle soit apportée au défi migratoire. Je pense notamment à une réforme du système commun européen dans le domaine de l'asile. Toutefois, comme des mesures n'ont cessé de s'empiler, tout est bloqué. Une discussion ouverte est nécessaire, tout d'abord au sujet de Dublin.

 

Pour le reste, madame Matz, vous confondez la relocalisation avec la réinstallation.

 

De hervestiging is een verbintenis die wij aangaan met UNHCR, wat niets te maken heeft met wat u aanhaalde, mevrouw Matz. Het gaat om kampen waarin erkende vluchtelingen zitten. Wij doen aan resettlement. Daartoe heeft Europa zich solidair ingeschreven en wij nemen daarvan ons deel op ons. Mijn voorganger heeft die resettlement tijdelijk stopgezet. In december 2018 heb ik het departement overgenomen. In januari en februari 2019 heb ik gezegd dat het niet mogelijk is om de hervestiging zomaar stop te zetten, aangezien het gaat over internationale verplichtingen waartoe ons land zich geëngageerd heeft. De betrokkenen hebben in de opvangkampen al het bericht gekregen dat zij naar België zullen komen, wat zodanig uitgevoerd dient te worden, en wij hebben die resettlement dan ook hervat. Die acties lopen momenteel nog verder. Gedurende een bepaalde periode hebben wij dus geen resettlement gehad en de toen opgelopen achterstand zijn we nog steeds aan het inhalen.

 

Ook moeten wij er rekening mee houden dat Fedasil over plaatsen moet beschikken als wij die mensen naar hier laten komen. Bijkomende plaatsen vinden, is momenteel een uitdaging. Het verloopt niet overal even gemakkelijk om lokale bewoners, laat staan politici, te overtuigen van de nood aan tijdelijk bijkomende opvang in ons land.

 

Solidariteit gaat voor mij ook samen met verantwoordelijkheid in de Europese Unie. Die solidariteit betekent voor mij dat er een verdelingsmechanisme tussen de lidstaten moet zijn om opvang te verlenen bij massale instroom. Er moet solidariteit zijn met de grenslanden. Wij zijn daarin alvast solidair. Zo hebben wij veel middelen extra gegeven en ook detacheren wij nog altijd medewerkers naar de grenslanden om de procedures beter te laten verlopen. Daarin doen wij dus echt ons best.

 

De solidariteit moet echter ook reciproque naar ons gericht zijn omdat wij in grote mate geconfronteerd worden met secundaire migratiegolven. Ik mag hopen dat wij daarover als volwassenen kunnen spreken. Er steekt echter een klaagzang op telkens als er een boot met vluchtelingen arriveert. Er komen ook mensen over land. Er werd hier over Malta gesproken, maar via de Oost-Europese route bereiken er ons veel meer mensen. Aan de Turkse grens zitten er 3,5 miljoen mensen klaar om naar Europa te komen. Wij kunnen de mensen niet laten verdrinken of de boten zomaar terugsturen. Het moet als één geheel bekeken worden, dat vind ik de goede houding.

 

Ik heb dit ook met zoveel woorden gezegd en heb daar ook de nodige steun voor gekregen van een aantal landen.

 

Het zijn echter altijd dezelfde landen die klagen dat zij als eersten de opvarenden moeten opvangen. Geografisch zitten een aantal landen zoals Cyprus en Malta nu eenmaal op een ongelukkige plaats, maar dit geldt ook voor ons land. Wij krijgen immers de mensen die naar Engeland willen doorsteken op ons grondgebied. Velen denken dat men via ons land het snelste in Engeland kan geraken. Ook wij zijn dus in zekere zin het slachtoffer van onze geografische ligging. Wij kunnen veel veranderen, maar niet onze ligging op de wereldkaart.

 

Alle landen van de Europese Unie kunnen wel een grotere solidariteit tonen en meer verantwoordelijkheid nemen. Ik vraag mij af, mijnheer De Vriendt, of het nog voor mijn tijd zal zijn. U bent wat jonger en ik hoop dat u het nog mag meemaken.

 

05.04  Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, je vous remercie pour ces précisions. Je sais que cela ne va pas vous réjouir mais je voudrais quand même vous dire que c'est un peu le serpent qui se mord la queue. Le motif affiché pour le refus de conclure cet accord précis est celui des affaires courantes et le premier motif que vous avez cité est celui de la saturation du réseau qui sera d'ailleurs l'objet des questions orales suivantes. Or, c'est le gouvernement lui-même – vous allez me dire que c'est le passé mais en attendant, vous étiez aussi membre de ce gouvernement! – qui a saturé le réseau en décidant de démanteler certaines places. Et là, vous nous dites qu'on ne saura pas les accueillir. C'est le serpent qui se mord la queue! Objectivement, je ne peux pas accepter cela.

 

J'entends très bien vos arguments sur notre position géographique qui fait que, forcément, ce n'est pas par bateau mais par d'autres voies que nous avons à prendre en charge un certain nombre de personnes. On sait aussi que celles qui arrivent par bateau sont dans des situations humanitaires extrêmement graves et que parfois, ces bateaux restent en Méditerranée plusieurs jours ne sachant pas où accoster.

 

Le minimum que la Belgique puisse faire, peut-être dans une moindre mesure parce que justement, la Belgique et d'autres États que vous avez cités ont une situation géographique qui fait que les réfugiés arrivent par d'autres voies que la voie maritime, est de donner un signal positif sur un accord européen.

 

Vous dites que certains agissent du bout des lèvres. En France, on n'est quand même pas dans un État géographiquement très différent du nôtre et je ne pense pas que la France soit un État aux frontières ouvertes! C'est un État avec une politique raisonnable. Cet accord s'est fait notamment sur l'initiative de la France. Je pense vraiment que la Belgique doit s'inscrire dans cet accord, dans une mesure évidemment proportionnelle et modérée par rapport à ses capacités.

 

En tout cas, je ne peux pas entendre que la capacité du réseau fait que vous n'accueilliez plus de réfugiés. C'est le gouvernement, à travers vous, qui a décidé de démanteler des places. Ce n'est donc pas un argument. Vous voulez simplement signifier qu'il n'y a pas assez de places chez nous. L'idée était qu'on allait démanteler le réseau pour s'assurer de ne participer à aucun accord. Je trouve cette manière de procéder regrettable, surtout quand vous arguez auprès de la presse que c'est le problème des affaires courantes qui vous préoccupe le plus.

 

Vous venez de répondre en disant que le problème résidait dans la capacité du réseau. On aura l'occasion d'y revenir dans quelques minutes. Nous examinerons la proposition de résolution que j'ai déposée et nous verrons ce que le Parlement décidera à ce propos.

 

05.05  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik ben er zeker van dat u nog jong genoeg bent om het zelf nog te zullen meemaken. Ik denk dat we dit echt moeten bekijken en deelname van ons land moeten overwegen.

 

Ik heb van u veel opmerkingen gehoord en een aantal bedenkingen en context, maar ik hoor toch ook dat u zegt dat we de discussie verder kunnen zetten en dat het globaal moet worden bekeken. Voor ons is het politieke aspect ook wel belangrijk. België is één van de landen geweest in Europa die zich heeft verzet tegen of beklaagd over een aantal recente posities van de vorige Italiaanse regering als het over migratie ging. Een gebrek aan humanitaire reflex, zeg maar. De nieuwe Italiaanse regering wil het anders doen en rekent op een stuk solidariteit en bijstand van andere Europese landen. Dat moet natuurlijk in alle richtingen gaan, maar de politieke overweging om Italië niet in de steek te laten met de koerswijziging die nu wordt overwogen, vind ik belangrijk om mee te nemen in de globale discussie. 

 

05.06  Maggie De Block, ministre: Madame Matz, je n'ai pas fermé la porte. Cependant, me dire qu'en affaires courantes, je devrais prendre des décisions comme accueillir un certain nombre de réfugiés supplémentaires, c'est impossible! Notre réseau est saturé à 96 % et je vous rappelle que le gouvernement est en affaires courantes. Cela reviendrait à renvoyer les gens dans les rues.

 

Als wij ons nu engageren om mensen van die boten hier op te nemen, dan moeten wij ook beslissen wie wij gaan buitenzetten. Wij doen alles wat wij kunnen om plaatsen bij te maken. Ik nodig u uit: vind mij een aantal plaatsen, vind mij een aantal burgemeesters die bereid zijn om 100 à 150 asielaanvragers op hun grondgebied te willen kazerneren. Vind ze, dan staan wij reeds veel verder. Maar die oplossing is er niet.

 

Ik heb de deur niet dichtgedaan, zoals de heer De Vriendt zegt. Dit is een positieve stap, want het is een grotere solidariteit tussen lidstaten. Ik heb wel gezegd dat wij nu niet kunnen beslissen hoeveel mensen wij bereid zijn op te nemen. Dat is voor de volgende maanden, als wij een regering hebben. Ik weet niet in welke maand of welk jaar die er zal zijn. Ik heb de mensen niets wijsgemaakt. Ik zeg het eerlijk, als men iets belooft, moet men het doen. Ik ga niets beloven als ik niet gedekt ben door een regering in volle bevoegdheid, dat doe ik niet. Men weet dat zeer goed in de Europese Unie.

 

05.07  Vanessa Matz (cdH): J'entends bien les motifs de saturation du réseau et la difficulté parfois, au sein des communes, de mettre des solutions en place; mais à un moment donné, il existait un réseau et il a été démantelé. Ce réseau avait été mis sur pied en collaboration avec… Ce n'est pas si vieux que cela, madame la ministre! En 2018, une décision a été prise…

 

05.08  Maggie De Block, ministre: Mais ce n'est pas à moi qu'il faut le dire! Quand j'ai quitté mes fonctions, il y avait des places tampon et un réseau dans une phase vraiment…

 

Het was echt een rustige fase.

 

Eind 2018 ben ik teruggekomen en er was een enorme verzadiging in het netwerk. Alle individuele plaatsen zaten vol. Wij moesten terug de straat op en gaan zoeken. U moet mij niet zeggen dat er ooit meer plaatsen waren. Ja, dat is zo. Maar wat koop ik daarvoor? Niets. Men moet vooruit kijken en niet achterom.

 

Er waren voor mij redenen, toen het rustiger werd in het opvangnetwerk, om af te bouwen. Toen de instroom terug groter werd, heeft men gedacht dat die terug zou dalen. Dat is niet gebeurd. De instroom blijft stijgen en wij moeten dus vooruit.

 

Elke keer komt men met dat riedeltje dat er ooit meer plaatsen waren. Ik weet dat wel. Ik heb er ook afgebouwd in 2014. En in 2015 was er een nieuwe asielcrisis. Dat is nu eenmaal hoe het gaat. Wij houden geen duizenden plaatsen, die veel geld kosten, ter beschikking als er geen mensen zijn. Blijf toch een beetje realistisch!

 

05.09  Vanessa Matz (cdH): J'entends tout ce que vous dites, mais il y a eu – peu importe, on ne refera pas l'histoire – un gouvernement, à un moment donné, qui a décidé de diminuer le nombre de places, et de garder des places tampon, en nombre insuffisant. Je sais que cela coûte aussi. Cela fait déjà quelques mois, voire années. Même à l'époque, au moment où les places ont été fermées, certaines ONG attiraient l'attention sur le fait que c'était une accalmie très temporaire et qu'il faudrait vite rouvrir des places. Quand vous êtes entrée en fonction, vous avez fait des démarches pour augmenter ce réseau.

 

Vous dites que Dublin, on en entend parler depuis que vous êtes là. Nous sommes tous d'accord sur le fait qu'il faille modifier Dublin et trouver des critères plus objectifs, afin que le système soit beaucoup plus souple, parce que pour l'instant cela ne va pas. D'où la nécessité d'avoir un accord temporaire. Parce que si on attend… Vous le dites vous-même, il y a dix ans qu'on parle de Dublin. Il faut, dans l'urgence, pouvoir trouver des accords temporaires avec l'Europe et avec d'autres États européens.

 

J'entends bien votre position. Malheureusement, vous héritez des conséquences d'une politique que vous n'avez pas menée. Mais quand même, votre parti était dans le gouvernement dont c'était la politique. Pourquoi n'a-t-on pas fait arrêter cette politique? C'est une autre question. J'entends bien que vous tentiez de prendre les mesures nécessaires pour toute une série de dispositions, mais il reste que la Belgique doit donner un signal. Nous essayerons de vous donner ce signal via le Parlement, pour que vous ayez un mandat confortable, puisqu'il n'y a pas de gouvernement et qu'on ne sait pas quand il y en aura un.

 

De voorzitter: Ik denk dat de discussie over de opvangplaatsen later vanmiddag nog terug aan bod komt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Wouter De Vriendt aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De EU-Rwandadeal en de hervestiging van migranten vanuit Libië" (55000370C)

06 Question de Wouter De Vriendt à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'accord entre l'UE et le Rwanda et la réinstallation de migrants évacués de Libye" (55000370C)

 

06.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, de Europese Unie zou op het punt staan een akkoord te sluiten met Rwanda om geëvacueerde migranten uit Libië op te vangen. Het land zou in eerste instantie 500 migranten opvangen. De theorie is dat migranten en vluchtelingen zouden kunnen worden hervestigd en dat van daaruit ook de terugkeer van andere migranten naar het herkomstland zou kunnen worden georganiseerd, maar de praktijk is vaak anders.

 

De deal lijkt opnieuw te kaderen in de politiek van de Europese Unie om haar migratiebeleid te externaliseren en door middel van ad-hocakkoorden migranten en vluchtelingen zoveel mogelijk uit de Europese Unie weg te houden.

 

Bovendien krijgen ook legitieme vluchtelingen op die manier geen kans op bescherming, aangezien het asielsysteem in de genoemde derdenlanden absoluut niet voldoet.

 

Mevrouw de minister, wat is, ten eerste, de stand van zaken van de overeenkomst met Rwanda? Wat zijn de precieze modaliteiten ervan?

 

Ten tweede, wat is het standpunt van de regering aangaande de deal? Op welk niveau bevindt het voorstel zich momenteel: de European External Action Service, de Europese Commissie of eventuele andere organisaties? Heeft ons land al formeel de gelegenheid gehad om zich uit spreken over wat op tafel ligt?

 

Ten slotte, 10 lidstaten van de EU, waaronder België, en een aantal andere landen, zoals Canada, de Verenigde Staten, Zwitserland en Noorwegen, beloofden om minstens 6 600 mensen te hervestigen vanuit Agadez, Niger. Dat is een soortgelijk mechanisme, maar dat programma verloopt moeizaam en traag. België heeft volgens onze informatie momenteel nog maar 43 personen uit Niger hervestigd. Hoe komt dat? Hoeveel mensen heeft België beloofd om in totaal van daaruit te hervestigen?

 

06.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer De Vriendt, het betreft inderdaad een complexe problematiek. De voorbije jaren hebben duidelijk aangetoond dat de vluchtelingenproblematiek een globale aanpak vereist. De EU heeft de jongste jaren ernstige stappen gezet om een globale aanpak te ontwikkelen. Ik ben het dan ook niet eens met de teneur van uw vraag. U stelt dat het EU-beleid enkel gericht is op het externaliseren van haar migratiebeleid, onder meer door pushbacks.

 

Het aangehaalde Rwandaproject is geen EU-project. Naar aanleiding van de situatie in Libië heeft Rwanda zijn steun aangeboden. Op 10 september tekenden Rwanda, UNHCR en de Afrikaanse Unie een memorandum of understanding, waarin de opstart van een transitmechanisme voor de evacuatie van vluchtelingen en migranten uit Libië naar het voorbeeld van het Akkoord van Niger is opgenomen.

 

Gelet op de hoge nood aan plaatsen voor de evacuatie uit Libië en de beperkte capaciteit in Niger is UNHCR al langer op zoek naar landen in de regio die bereid zijn om vluchtelingen en migranten uit Libië op te vangen.

 

In Rwanda zal UNHCR in samenwerking met de Rwandese overheid op zoek gaan naar duurzame oplossingen voor de geëvacueerden. Het kan gaan om hervestiging naar een derde land, maar ook terugkeer naar het eerste land van asiel of, indien mogelijk, naar het land van herkomst. Rwanda toont zich dan ook bereid om een deel van de geëvacueerden in eigen land op te vangen en verblijfsdocumenten en andere bijstand te verstrekken.

 

De Europese Unie was niet betrokken bij de totstandkoming van dat akkoord, maar werd ondertussen wel benaderd met de vraag om financiële steun te geven aan dat project. Ook heeft UNHCR hervestigingslanden opgeroepen om de nodige plaatsen voor hervestiging vanuit Rwanda aan te bieden.

 

Aangezien de Europese Unie niet betrokken was, heeft België zich ook niet uitgesproken, maar dat project verdient wel onze steun. Het biedt immers een uitweg voor migranten en vluchtelingen die in zeer precaire detentieomstandigheden verblijven in Libië.

 

Het emergency transit mechanism in Niger verloopt moeilijker dan gepland. Voor de periode 2018-2019 had België 87 hervestigingsplaatsen aangeboden voor Niger. Aangezien wij van UNHCR onvoldoende hervestigingsdossiers hebben ontvangen en enkele van de aangeboden personen werden geweigerd na een advies van en gehoord te zijn door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, kon dat aantal inderdaad niet bereikt worden. Het aantal staat momenteel op iets meer dan de helft van het aantal aangeboden hervestigingsplaatsen.

 

Wij blijven het project steunen. We zullen nog nagaan hoe België in 2020 kan bijdragen in het aanbod van hervestigingsplaatsen voor landen op de centraal-mediterrane route, waaronder Niger, en of het mechanisme met Rwanda eventueel verder ontwikkeld kan worden.

 

06.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Wij zijn erg bezorgd over dergelijke akkoorden. Wij hebben daar ernstige bedenkingen bij, die telkens in twee elementen naar voren komen. De eerste vraag luidt welke de omstandigheden ter plaatse zijn, in dit geval in Rwanda, en of er voldoende garanties zijn. In Europa gelden er bepaalde normen, die niet per se in Rwanda van toepassing zijn.

 

De tweede kwestie is het perspectief op een nieuw leven voor de betrokkenen. In Rwanda kan er geen asiel aangevraagd worden. In Rwanda kunnen de mensen wel documenten krijgen, een bepaald statuut, maar wij vragen ons af wat dat statuut inhoudt.

 

Zullen de betrokkenen dezelfde rechten en plichten hebben als hier? En als het gaat om hervestiging, is dat dan een hervestiging in een Europees land, dat wel de vluchtelingenconventie van Genève heeft ondertekend en waar wel een mogelijkheid tot asielerkenning bestaat, dus met dezelfde rechten en plichten als de inwoners hier? We zien bijvoorbeeld dat de hervestiging vanuit Niger niet zo goed verloopt. Zijn er voldoende garanties dat dat bij het nieuwe project wel goed zal gaan? Er blijven toch veel vragen en bedenkingen.

 

06.04 Minister Maggie De Block: Als een en ander moeizaam gaat, moet men daar zelf een betere manier vinden om de mensen te screenen en te ondervragen. Het Commissariaat-generaal kan enkel vluchtelingen waarvan de dossiers door de Verenigde Naties worden aangereikt, verder ondervragen. Ik denk dat daar de knoop ligt, wanneer het Commissariaat-generaal in het dossier zaken vindt inzake veiligheid. Het gaat om kleine aantallen mensen die worden geweigerd. Hoe dan ook, de grootste oorzaak is dat er niet genoeg worden aangeboden.

 

Ik ga dan akkoord met u: als het in Rwanda een soortgelijk mechanisme betreft, dan moet het daar worden verbeterd. Men kan niet dergelijke plannen maken en om medewerking van landen vragen, terwijl er sprake is van een gebrekkige werking. Men moet leren uit de fouten. En natuurlijk, we zijn het erover eens dat het geen gemakkelijke landen zijn om in te opereren.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Emir Kir à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'état du réseau d’accueil de Fedasil" (55000435C)

- Simon Moutquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La saturation des centres de Fedasil" (55000770C)

- Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La saturation du réseau d’accueil" (55000916C)

- Greet Daems à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le manque de places d'accueil dans le contexte de la crise d'accueil actuelle" (55000987C)

- Vanessa Matz à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La saturation du réseau d’accueil" (55001026C)

07 Samengevoegde vragen van

- Emir Kir aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De toestand van het opvangnetwerk van Fedasil" (55000435C)

- Simon Moutquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het gebrek aan opvangplaatsen in de centra van Fedasil" (55000770C)

- Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het capaciteitsgebrek van het opvangnetwerk" (55000916C)

- Greet Daems aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het tekort aan opvangplaatsen in de huidige onthaalcrisis" (55000987C)

- Vanessa Matz aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het capaciteitsgebrek van het opvangnetwerk" (55001026C)

 

07.01  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, depuis quelques semaines, nous sommes alertés au sujet de la saturation des centres Fedasil. Cependant, cette augmentation était prévisible. Il ne s'agit pas d'une crise, mais bien d'un retour aux chiffres de 2016 et 2017. Aujourd'hui, certains centres doivent installer des tentes, comme à Rixensart, en vue de répondre à cette situation.

 

Madame la ministre, comment avez-vous anticipé ce retour à la normale? Quels mécanismes avez-vous déployés à cette fin?

 

Ensuite, je reviendrai sur une décision de votre prédécesseur, lequel avait opté pour l'installation de grosses structures de centres collectifs. Or elles ne permettent pas de favoriser les intérêts des enfants ni de garantir le droit à la vie privée. De même, ces centres n'apportent pas de réponse optimale aux besoins de placement des demandeurs d'asile. Madame la ministre, contrairement à votre prédécesseur, favorisez-vous des centres de plus petite taille, telles les initiatives locales d'accueil (ILA)? De la sorte, une réponse serait apportée à ces flux d'importance variable.

 

07.02  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, nous constatons, depuis quelques semaines, une saturation du réseau d'accueil. Fedasil doit trouver entre 500 et 700 places par mois, ce qui se traduit par la création de centres à grande capacité – comme celui de Mouscron que vous visiterez demain. Depuis quelques jours, nous observons aussi l'ouverture de places précarisées: containers, tentes, unités mobiles, camps de vacances – comme celui de Spa qui ouvre dans les prochaines heures. 

 

Madame la ministre, quel plan d'action avez-vous prévu afin d'augmenter et d'assurer le suivi de cette capacité nécessaire? Pour les prochains mois, les projections sont les mêmes: besoin de 500 à 700 places, centres temporaires, installation d'unités mobiles, mise en œuvre d'un plan de répartition.

 

Quel est le coût de ce plan d'action? Votre prédécesseur a eu la main très lourde sur la fermeture des places d'accueil, et ce à une cadence exagérée. Bien sûr, à l'époque, il était très intéressant de communiquer à ce sujet mais aujourd'hui, vous l'avez dit tout à l'heure, c'est vous et le gouvernement qui devez en assumer les conséquences, qui sont aussi financières. Quel est donc ce coût au regard du plan d'action originellement proposé par Fedasil à savoir, créer des places tampons et maintenir une certaine capacité du réseau?

 

Quelles mesures comptez-vous mettre en place pour les travailleurs au sein de ces structures d'accueil qui sont en difficulté face à une occupation de plus 100 % des structures d'accueil avec des tensions en leur sein et un contexte très compliqué qui perdure depuis plusieurs mois déjà et qui va encore perdurer?

 

07.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, CIRÉ heeft onlangs in een artikel op de website van de RTBF gereageerd op het huidige opvangbeleid. De organisatie wijst erop dat het gebrek aan opvang voor vluchtelingen niet ligt aan een teveel aan asielaanvragen, maar aan een tekort aan opvangplaatsen en klaagt die situatie aan. Uw voorganger, de heer Francken, heeft in 2017 een reeks opvangplaatsen gesloten.

 

De problemen die CIRÉ aankaart, zijn de volgende.

 

Ten eerste, het sluiten in plaats van stand-by houden van tijdelijke opvangplaatsen, zodat die niet opnieuw ingeschakeld kunnen worden.

 

Ten tweede, onvoldoende personeel bij de DVZ en het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen.

 

Ten derde, de gevolgen van de asielquota van de heer Francken, waardoor veel mensen elke dag weer op straat belanden.

 

Het aantal vluchtelingen neemt gestaag maar zeker weer toe. In 2018 zijn er meer dan 4.000 aanvragen bijgekomen, in vergelijking met 2016. Fedasil zelf heeft in het voorjaar van 2018 de aanbeveling gedaan om 7.500 bufferplaatsen te creëren die snel ingezet kunnen worden wanneer dat nodig is. Dat advies werd door de toenmalige regering in de wind geslagen.

 

Ik heb daarover de volgende vragen.

 

U hebt 14 miljoen euro extra gekregen voor Fedasil. Waaraan geeft u prioriteit in de besteding van die extra 14 miljoen euro?

 

Hoeveel opvangplaatsen zijn er op dit moment? Hoeveel tijdelijke opvangplaatsen zijn er in 2017 gesloten? Wat zijn de mogelijkheden om die weer te openen?

 

Hebt u weet van de personeelstekorten bij de DVZ en het CGVS? Zo ja, welke plannen hebt u om die op te lossen?

 

07.04  Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, je serai brève puisque mes collègues ont évoqué les constats. Je ne vais pas revenir dessus mais plutôt vous demander quelles solutions complémentaires vous envisagez pour répondre à la saturation du réseau d'accueil.

 

Au printemps 2018, Fedasil proposait la création de 7 500 places tampon facilement activables en cas de besoin. Qu'en est-il?

 

Quel est le nombre de places collectives et de places individuelles?

 

Combien le réseau d'accueil compte-t-il de places spécifiques pour les mineurs, les personnes handicapées et les profils très vulnérables?

 

La presse fait état de 5 000 dossiers d'arriérés en février 2019. Confirmez-vous ce chiffre? À combien évaluez-vous l'arriéré aujourd'hui? Comment comptez-vous le résorber? Quelle est la durée de traitement d'une demande d'asile?

 

Le Commissaire général aux réfugiés et apatrides vient de solliciter via la presse un supplément de budget pour les administrations et juridictions en charge de l'asile. À votre avis, quel budget supplémentaire sera-t-il nécessaire pour engager les effectifs indispensables dans chaque structure?

 

07.05  Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie pour vos questions.

 

Le nombre total de places dans le réseau de Fedasil et de ses partenaires est actuellement de 24 667 places pour 23 746 personnes qui y sont hébergées, dont 6 414 places individuelles et 17 430 places collectives. On dénombre 1 376 places prévues pour les mineurs non accompagnés et Fedasil estime qu'il faudrait de 500 à 650 places selon les projections d'accueil supplémentaires par mois pour continuer à assurer l'accueil et l'accompagnement de tous les bénéficiaires.

 

Het is jammer genoeg niet mogelijk om de plaatsen die in de voorbije jaren zijn gesloten, zomaar te heropenen. Deze plaatsen werden permanent gesloten en een aantal onder hen zijn ook verkocht door de Regie der Gebouwen of door Defensie, want er waren enkele kazernes bij. Fedasil heeft geen archiefkast met oude sites om op terug te vallen. Er moeten nieuwe sites worden gezocht en dit gebeurt ook.

 

De nombreuses mesures ont déjà été prises ou sont en cours de mise en œuvre afin de garantir un accueil pour tous les demandeurs d'asile. Depuis le début de l'année, la capacité d'accueil a augmenté de plus de 3 500 places.

 

Outre l'installation d'unités mobiles – qui ne sont pas de simples tentes ou containers adaptés à l'hébergement –, plusieurs nouveaux centres d'accueil ont été ouverts depuis le début de l'année. D'autres ouvriront prochainement mais sont encore soumis à l'examen de Fedasil.

 

Enfin, un appel d'offres public est en préparation afin de prévoir suffisamment de places tampon.

 

Wij zullen de markt gebruiken om opnieuw de nodige bufferplaatsen vast te krijgen. Sommige van die bufferplaatsen zijn ondertussen verdwenen, maar we hebben ze wel nog steeds nodig.

 

Ik heb destijds de termen "bufferplaats" en "place tampon" uitgevonden. Over de jaren heen stellen wij immers een voortdurende stijging en daling van de instroom vast.

 

Le 1er août 2019, Fedasil a envoyé une lettre aux autorités locales au sujet  de la possibilité de création de places d'accueil individuelles des ILA dans le cadre d'une convention ILA. La même question avait également été posée en décembre 2018 mais nous n'avons pas obtenu beaucoup de réponses. Cela peut s'expliquer par le fait qu'à l'époque, les bourgmestres étaient en fin de mandat. Depuis lors, environ 1 200 places ILA supplémentaires ont été ouvertes, dont 800 dans le cadre d'un redémarrage de la convention.

 

De vraag die wij hebben gelanceerd, samen met het plan dat wij hebben ingediend bij de regering, bevatte een drieluik. Het bedrag van 14 miljoen euro werd gebruikt om meer plaatsen te creëren. Daarnaast werden ook onze administraties versterkt, zowel bij de Dienst Vreemdelingenzaken als het Commissariaat-generaal. Op die manier kon de opgebouwde achterstand in het aantal te behandelen dossiers worden weggewerkt.

 

U moet ook weten dat die middelen in februari werden vrijgemaakt. Vervolgens vond de rekrutering door Selor plaats. Dit heeft heel wat weken en maanden in beslag genomen. Nadien moesten de betrokkenen ook nog een opleiding volgen om de dossiers te kunnen behandelen. Om de juridische zekerheid te kunnen waarborgen, moeten die personen een goede opleiding krijgen. Bij het Commissariaat-generaal spreken we over een opleiding van zes maanden, vooraleer men zelf dossiers kan behandelen. Een opleiding van zes maanden geven, betekent ook een verminderde capaciteit in de diensten zelf omdat de personen die de opleiding geven op dat moment zelf ook minder dossiers kunnen behandelen.

 

Ik kom dan bij Fedasil en de opening van nieuwe centra.

 

À l'occasion de l'ouverture d'un nouveau centre d'accueil, il est toujours procédé au recrutement et/ou à la mutation de personnel qualifié.

 

Gelukkig hoeven we daarvoor geen beroep te doen op Selor.

 

En ce qui concerne les centres ouverts par Fedasil, en attendant que les collaborateurs soient recrutés et formés, on procède souvent via un système de parrainage par un autre centre d'accueil disposant d'un personnel expérimenté.

 

De kleine centra staan altijd onder toezicht van een "peter", zijnde een groter centrum, dat hulp en bijstand kan geven, en expertise kan uitwisselen.

 

Dans la politique de désignation de Fedasil, il n'est pas prévu de désigner les familles avec enfants pour les structures d'accueil plus petites. Les places d'accueil individuelles sont prévues, selon le modèle d'accueil, pour les personnes bénéficiant d'un statut ou ayant de grandes chances d'obtenir une protection, afin qu'elles puissent déjà se préparer localement à leur intégration dans la société belge.

 

Cependant, pour les familles vulnérables avec enfants, il existe des places spécifiques dans des réseaux d'accueil comme à Louvranges, Hotton, Rixensart et Arendonk.

 

La solution à terme ne passera cependant que par une augmentation des départs des structures de Fedasil. Il est donc important que dans les prochains mois, les instances d'asile augmentent de manière importante le nombre de décisions rendues. Les durées de traitement sont très variables et, actuellement, une procédure d'asile complète peut facilement prendre plus d'un an. Il faut aussi tenir compte du délai de recours éventuel contre une décision négative du CGRA.

 

Quand j'ai repris la compétence de l'Asile et de la Migration, j'ai tout de suite mis la priorité sur le renforcement du personnel des instances d'asile. Cette mesure faisait partie de mon plan d'action qui a été approuvé par le Conseil des ministres le 15 février.

 

La procédure de recrutement a pu être lancée tout de suite après mais la situation difficile sur le marché du travail n'a pas aidé à trouver rapidement des candidats aptes. Depuis cet été seulement, il y a eu des renforts à l'Office des Étrangers et au CGRA. Grâce au renfort en personnel, l'Office des Étrangers a pu stabiliser son arriéré, qui avait sans cesse augmenté depuis février 2019, passant de 9 500 à 12 000 personnes.

 

Eerst komt er een stabilisatie en vervolgens wordt de achterstand van die dossiers ingehaald. Bij de Dienst Vreemdelingenzaken zijn er al nieuwe mensen aan de slag en bij het Commissariaat-generaal zijn er intussen nieuwe mensen in opleiding maar die opleiding duurt wel zes maanden. We hebben ook een prioritaire behandeling van de dossiers doorgevoerd. Er zijn dus verschillende maatregelen doorgevoerd binnen de administratie. De oplossing is teruggaan naar waar we vandaan komen, snellere behandeling, snellere beslissingen en mensen sneller uit het opvangnetwerk halen. Op die manier zou zelfs bij een verhoogde instroom de verzadiging moeten kunnen dalen.

 

Ik besef dat de inspanning die ik moest vragen bij het begin van mijn vorige mandaat dezelfde was. Voor het personeel is dat zeker belastend en wij doen alles wat wij kunnen om dat te verhelpen. Op het terrein is het echter niet makkelijk om nieuwe plaatsen te vinden. Er is immers altijd wel kritiek. We gebruiken een oud rusthuis omwille van het feit dat we ook mensen hebben met lichamelijke gebreken die niet in een groot centrum met veel trappen terechtkunnen. Vervolgens krijgen we dan kritiek omdat het een rusthuis is. Als we een chaletpark gebruiken is dat voornamelijk voor gezinnen. We trachten dat dus allemaal aan te pakken.

 

Verder hebben we altijd een goede mix van nationaliteiten in de centra. Er is ook een mix van gezinnen en alleenstaande mannen. In een vorige legislatuur ben ik in de kazerne van Bastogne geweest. Daar zaten toen 500 alleenstaande mannen uit Afghanistan, Irak en Iran.

 

Het was in dat dorp om gek te worden. Die mannen kwamen 's nachts niet binnen, maar bleven liever in het dorp. Daar heeft men van geleerd. Dat betrof toen een centrum van het Rode Kruis. We moeten een goede mix hebben van families en alleenstaande mannen, leeftijden, nationaliteiten… Zo gemakkelijk is dat allemaal niet voor Fedasil. Daar wordt over gewaakt ten einde conflicten in de centra te kunnen vermijden en om de veiligheid voor het personeel, maar ook voor de mensen die hier bescherming komen zoeken, te kunnen verzekeren.

 

07.06  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie. D'abord, vous donnez une information importante car elle démontre que nous sommes d'accord sur le fait que, contrairement à ce qui se dit, nous ne sommes pas dans une crise de flux migratoire mais bien dans une crise de l'accueil. En effet, vous évoquez des temps d'attente d'un an, or ces temps d'attente pourraient être de trois ans pour certaines personnes. Vous évoquez aussi l'ennui et l'errance de certaines personnes mais c'est le cas dans beaucoup de centres.

 

Vous parlez d'ILA, d'une demande que vous avez faite aux communes pour disposer de plus de places en ILA ainsi que du contexte électoral. Une fois encore, je suis d'accord avec vous. Malheureusement la question migratoire est souvent prise en otage par des intérêts électoraux. Pourquoi ne pas refaire une demande à présent que de nouveaux conseils et collèges communaux sont installés?

 

Enfin, vous parlez de places tampon que vous avez instaurées. À côté de celles-ci, avez-vous prévu un personnel tampon? Je ne suis pas spécialement en faveur de la flexibilité du travail mais cela pourrait être intéressant aussi de disposer d'une réserve de personnel pour pouvoir engager plus rapidement.

 

07.07  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je suis un peu étonné de la façon dont les questions sont regroupées puisque nous parlons ici de la saturation du réseau au sens large. Je devais poser plus tard une question sur l'arriéré de la procédure d'asile et ici, on a déjà abordé cette question. Il serait peut-être intéressant, la prochaine fois, de regrouper les questions par thématique, de façon à éviter les redondances dans le débat.

 

Ik heb wel gehoord dat wij een probleem hebben, maar ik heb niet gehoord dat wij hier een probleem hebben van migratie, maar wel van migratiepolitiek. Daar ligt voor mij het probleem. Als wij een crisis kennen, is dat zeker de verantwoordelijkheid van de regering, maar de eerste verantwoordelijke is de heer Francken.

 

Vous devez assumer en tant que ministre aujourd'hui – et vous l'assumez bien –, les conséquences de choix antérieurs qui sont compliqués. Ces choix antérieurs ont été pris à l'encontre de l'avis même de l'administration. J'ai encore entendu M. Francken, en commission des Finances, critiquer l'administration, mettre en évidence sa responsabilité dans les conséquences actuelles et le management. C'est assez fou de critiquer l'administration au sens large et d'autant plus Fedasil qui, pour rappel, a reçu en 2016 le prix de l'entreprise publique de l'année pour avoir très justement géré de manière remarquable la crise antérieure.

 

J'entends bien la complexité de la situation actuelle à laquelle vous êtes confrontée mais je vois d'abord le premier résultat: des hommes et des femmes accueillis dans des conditions précaires. Les unités mobiles ne sont certes pas des tentes mais elles ne sont pas non plus des structures répondant aux normes de qualité telles que définies par la loi accueil. Nous en sommes bien conscients.

 

Ensuite, le résultat est la pression exercée sur les travailleurs et certains sont actuellement en burn-out. Il est exact que Fedasil dispose de moyens pour engager à chaque fois que les capacités augmentent. Mais la réalité, c'est aussi le temps nécessaire afin que ces personnes soient opérationnelles. Malheureusement, les flux sont déjà tendus et rendent difficile l'organisation en parallèle de l'accueil et la formation. Le résultat, vous l'indiquiez tout à l'heure, c'est une réponse plutôt négative ou pas de réponse de la part des CPAS. C'est évident. Il s'est produit une rupture de confiance entre tous les partenaires. À partir du moment où, pendant la crise en 2015, le gouvernement demande l'ouverture de places d'accueil en ILA sans quoi il y aura un plan de répartition, les CPAS – partenaires depuis 25 ans – ont suivi et, à la vitesse de l'éclair, on ferme leurs places, provoquant des conséquences financières, humaines avec des licenciements.

 

Si après cela on leur demande de rouvrir, je connais très peu de personnes que cela fait rire! Comme on dit en Wallonie: "Quand on pisse dans mon dos et qu'on me dit que je transpire, cela ne me fait pas rire!" Je crois que c'est un peu la réaction des CPAS aujourd'hui.

 

Pendant ce temps-là, je suis désolé, le résultat c'est aussi un homme qui tweete, montre l'administration du doigt et profite du chaos qu'il a lui-même instauré. Je sais bien qu'il faut être loyal, certainement par rapport à d'autres accords, mais au sein du gouvernement fédéral, nom d'une pipe, osez affirmer qu'on vous oblige aujourd'hui à assumer des choses dont vous n'êtes peut-être pas responsable! Pendant ce temps, il y a une administration qui doit compenser et qui le fait avec les moyens qu'elle a à sa disposition et pour cela, je vous remercie de faire en sorte qu'à chaque instant – je le sais car je l'ai vécu – les moyens soient disponibles. Ils prennent du temps car entre les temps de choix et de décisions politiques ainsi qu'administratifs et la réalité du terrain, il y a toujours un gap qui reste beaucoup trop grand, malheureusement.

 

07.08  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Om de stijging van het aantal vluchtelingen onder controle te krijgen, lijkt het ons toch belangrijk dat u het advies van Fedasil volgt om in de extra opvangplaatsen te voorzien. Ik heb uw antwoord gehoord dat het niet gemakkelijk is om nieuwe opvangplaatsen te vinden, want de middelen zijn beperkt. Maar toch is het in het belang van de vluchteling om in extra bufferplaatsten te voorzien. Dat is ook in het belang van de openbare orde en de veiligheid in ons land.

 

07.09  Vanessa Matz (cdH): Madame la ministre, je n'ai qu'une chose à dire, et je l'ai dite tout à l'heure. Vous devez assumer les conséquences de décisions prises antérieurement. Elles n'ont pas été prises par vous, mais toutes ces décisions sont passées par un gouvernement à un moment. S'il est clair que vous devez les assumer, que cela n'est pas très gai, et que vous n'avez pas l'air totalement en phase avec elles, je comprends difficilement comment elles ont pu passer la rampe à l'époque, au gouvernement. Il semble que vous mettiez tout ce que vous pouvez dans la balance pour rectifier la situation et pour accueillir les personnes dans la dignité. Nous ne pouvons que vous en remercier.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

Le président: La question n° 55000520C  de Mme Matz a été retirée.

 

08 Vraag van Ortwin Depoortere aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het asielcentrum te Beveren" (55000556C)

08 Question de Ortwin Depoortere à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le centre pour demandeurs d'asile à Beveren" (55000556C)

 

08.01  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, Fedasil zou een nieuw noodopvangcentrum openen in de gebouwen van de voormalige belastingdienst aan het Stationsplein in Beveren.

 

In het noodopvangcentrum zouden zo'n 120 asielzoekers terechtkunnen. Het zou gaan om een open centrum, waar de bewoners vrij in en uit mogen tussen 6 en 24 uur. 's Nachts moeten de bewoners wel binnen blijven.

 

Dit is al het tweede opvangcentrum op het grondgebied van Beveren, want ook de Westakkers ligt deels in de deelgemeente Haasdonk.

 

Ik heb deze informatie in de voorwaardelijke wijs meegedeeld, want ik heb ze enkel vernomen in een aantal persartikelen. Mevrouw de minister, ik heb de volgende, bijkomende vragen, aangezien hierover nog geen informatie te vinden is.

 

Ten eerste, wanneer gaat het opvangcentrum open?

 

Ten tweede, op welke manier verliep de communicatie met de buurtbewoners?

 

Ten derde, wat is de huurprijs van die locatie? Is die marktconform?

 

Ten vierde, wat is de duur van het contract? Staan daarin bepaalde verplichtingen?

 

08.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, het Rode Kruis Vlaanderen zal, weliswaar in opdracht van Fedasil, een klein opvangcentrum openen in Beveren, in het voormalige kantoor van Financiën, dat eigendom is van de Regie der Gebouwen en sedert begin oktober ter beschikking is gesteld van de opvangpartner. Daarover kunnen eventueel afspraken gemaakt worden. Er zijn aanpassingswerken nodig. Zoals u weet, worden die uitgevoerd door de Regie der Gebouwen. De precieze openingsdatum is nog niet bekend.

 

Het Rode Kruis heeft al overleg gehad met de gemeentelijke instanties. Dat overleg gaat verder na de werken en voor de opening. Daarna volgen de gebruikelijke initiatieven om de lokale bevolking goed te infomeren en een meldpunt voor problemen in te richten. Dat is het draaiboek dat overal gebruikt wordt. Er zijn natuurlijk ook contacten met de bevoegde overheid, de scholen, enzovoort.

 

Er is inderdaad een maximale capaciteit van 120 plaatsen. Die plaatsen zullen niet van de ene op de andere dag allemaal bezet zijn. Er worden 20 à 30 mensen, een mix van alleenstaanden en gezinnen, per dag ontvangen. Er wordt met de scholen ook bekeken of zij die aantallen kunnen absorberen.

 

Het Rode Kruis heeft genoeg expertise en werkt goed samen met Fedasil. Dat is ooit anders geweest. Het Rode Kruis in ons land heeft een tijd niet meer meegewerkt. Het blijft voor ons een heel goede partner om, in samenwerking met Fedasil, een goede opvangkwaliteit te verzekeren en om, in een goede verstandhouding met de lokale bevolking, mensen te ontvangen.

 

08.03  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, over dat laatste zijn de meningen toch wat verdeeld. Ik ben zelf ter plaatse geweest, er is toch wel wat ongerustheid binnen de leefgemeenschap in Beveren. Beveren is niet onmiddellijk een grote stad, het is eerder een relatief kleine Oost-Vlaamse gemeente. Als er dan plannen opduiken, met niet al te veel informatie, en als het bovendien het tweede asielcentrum is in deze gemeente, dan leidt dat tot ongerustheid bij de bevolking.

 

Mevrouw de minister, u weet dat mijn partij geen voorstander is om asielcentra te openen her en der in kleinere gemeenten in Vlaanderen. Wij pleiten voor gesloten opvangcentra. Dit bewijst nogmaals dat het neerplanten van dergelijke asielcentra in kleinere steden en gemeenten niet altijd op hoerageroep wordt onthaald.

 

08.04 Minister Maggie De Block: Er is altijd veel ongerustheid als een centrum er komt. De ervaring leert dat eens die mensen er zijn, er weinig conflicten zijn in kleine centra. De dialoog tussen de bewoners van het centrum en de bevolking gaat ook gemakkelijker in kleinere centra dan in grote steden, waar reeds een grote draagkracht is.

 

Ik heb er alle begrip voor, maar de mensen in grote steden zeggen dat zij reeds met heel veel te maken krijgen en in kleine steden zegt men dat het maar een klein centrum is, dat het maar om een kleine stad gaat.

 

U pleit voor gesloten centra. Ik zeg u dat op de plaatsen waar er gesloten centra zijn, wij ook weerstand hebben. Ik ben overal geweest bij conflicten.

 

Ik kan u de gesloten centra opsommen waar ik met de vakbonden ben gaan praten als er zich zware conflicten met de bewoners hadden voorgedaan. Praten helpt. Informatie geven, helpt. Op een moment dat het contract nog niet is afgesloten, zal men de bewoners nog niet inlichten. Men heeft ter zake een zekere manier van werken. Eerst worden er de nodige contacten gelegd en pas dan wordt bekeken of op die plaats een centrum kan worden geopend. Er wordt ook gekeken of dit aan marktconforme prijzen kan gebeuren. Wees er trouwens van overtuigd dat wij zeer marktconform optreden. Er mag geen geld van de overheid verloren gaan. Tevens moeten wij ook zorgen voor een goede kwaliteit van opvang.

 

Vervolgens worden ook brandweer, politie, burgemeester en schepenen, gemeenteraad, alle betrokken gemeenschappen, en vertegenwoordigers van de scholen en de buurt op de hoogte gebracht. Deze werkwijze wordt zowel door Fedasil als het Rode Kruis gehanteerd. Beide werken dus op dezelfde manier. Hoe dan ook is er altijd wel sprake van een zekere ongerustheid.

 

08.05  Ortwin Depoortere (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor de bijkomende informatie.

 

Ik begrijp dat er een draaiboek moet worden gehanteerd. Ik verwoord hier enkel de ongerustheid en het gevoel dat op het terrein leeft bij de bevolking van Beveren. Dit is immers het tweede asielcentrum in een relatief kleine, Oost-Vlaamse gemeente.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Questions jointes de

- Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'étude de KPMG concernant les redevances pour le traitement des demandes d'autorisation de séjour" (55000565C)

- Ahmed Laaouej à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'annulation de l'AR relatif à la redevance exigée des étrangers lors du dépôt de leur dossier" (55000729C)

- François De Smet à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La redevance administrative et les suites à donner aux arrêts du Conseil d'État" (55000877C)

- Simon Moutquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La redevance administrative et les suites à donner aux arrêts du Conseil d’État" (55000894C)

09 Samengevoegde vragen van

- Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De KPMG-studie over de retributies voor de behandeling van aanvragen voor een verblijfsvergunning" (55000565C)

- Ahmed Laaouej aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De vernietiging van het KB inzake de door vreemdelingen verschuldigde retributie" (55000729C)

- François De Smet aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De administratieve retributie en het vervolg na de arresten van de RvS" (55000877C)

- Simon Moutquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De administratieve retributie en het vervolg na de arresten van de RvS" (55000894C)

 

09.01  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, cette question concerne l'arrêt que la section du contentieux du Conseil d’État a rendu dans le dossier des redevances demandées aux étrangers pour le dépôt de leur dossier auprès des administrations. Même si le Conseil d'État s'est à nouveau montré très critique sur la législation prise par votre prédécesseur, ce qui me frappe dans cet arrêt est plutôt la façon dont s'est déroulée cette étude.

 

Le Conseil d'État souligne des entretiens téléphoniques avec une douzaine d’agents communaux non identifiés, des conversations avec le directeur de l’Office des Étrangers, une absence de contacts avec les services consulaires, peu ou pas de statistiques approfondies sur les dossiers pris en compte. À la lecture, il semble que cette étude, sa méthodologie et le sérieux avec lequel elle a été menée posent question.

 

Ma question porte sur cette étude et d'éventuelles autres. Que pensez-vous de la méthodologie et de la mise en œuvre de cette étude qui est remise en question par le Conseil d'État?

 

Pouvez-vous nous renseigner sur le coût qu’elle a représenté pour les finances publiques? Comment le prestataire de service a-t-il été sélectionné? D’autres études ont-elles été confiées par vos services au même prestataire?

 

09.02  Ahmed Laaouej (PS): Monsieur le président, madame la ministre, comme vous le savez, le Conseil d'État a récemment annulé un arrêté royal, déjà contesté dans le débat politique en son temps, fixant le montant de la redevance exigée des étrangers dans le cadre du dépôt de leur dossier.

 

Cette situation appelle des questions très directes et concrètes. La première porte sur la validité des arrêtés pris après l’arrêté contesté devant le Conseil d’État. Il me revient en effet que vos services considèrent que celle-ci n’est pas entachée par l’annulation prononcée par le Conseil d’État. Je ne partage évidemment pas leur avis. Madame la ministre, quelle est votre position dans ce domaine?

 

Concrètement, l’annulation a des implications pour les demandeurs ainsi que pour les communes qui recueillent les dossiers. Cette annulation entraîne-t-elle bien un remboursement des demandeurs? Suivant quel biais? Et surtout, quel est le montant global à rembourser? Nous aimerions avoir des clarifications car nous avons l'impression que l'Office des Étrangers demande aux communes de continuer à exiger des frais, alors qu'il n'y a plus de base réglementaire.

 

09.03  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, madame la ministre, je serai succinct car ma question rejoint celle de mon collègue Laaouej sur les deux mêmes arrêtés royaux annulés.

 

Je vous fais part d'un élément non négligeable. C'est que le Conseil d’État a considéré que le gouvernement n’avait produit aucune étude sérieuse permettant d’établir le rapport proportionné entre le montant des redevances fixées et le coût du service presté pour le traitement des demandes de séjour concernées.

 

Il y a en effet des questions très directes pour le rapport entre l'administré étranger et l'administration. L’Office des Étrangers compte-t-il adopter une démarche proactive envers les demandeurs qui doivent être remboursés pour les périodes litigieuses? L’Office des Étrangers continuera-t-il à appliquer l’arrêté royal du 12 novembre 2018, alors qu’il s’appuie sur des arrêtés royaux annulés par le Conseil d’État? Enfin, quelle information a-t-elle été transmise aux communes concernant le remboursement de la redevance indûment payée pendant les périodes litigieuses et concernant le paiement actuel de la redevance?

 

09.04  Maggie De Block, ministre: Merci pour vos questions. Il est vrai que le Conseil d'État a annulé deux arrêtés royaux fixant le montant de la redevance destinée à couvrir les frais administratifs liés au traitement de certaines demandes de permis de séjour. Cependant, je tiens à souligner que ces arrêts ne remettent pas en question le principe même de la redevance. Ceci a d'ailleurs été confirmé par la Cour constitutionnelle.

 

Pour fixer le montant de la redevance, mon prédécesseur s'est basé sur une étude menée aussi bien par KPMG que par le service Simplification Administrative, ce à l'aide d'un contrat-cadre existant. Cette étude a été commandée et financée par l'Agence pour la Simplification Administrative. Le Conseil d'État a en effet critiqué la manière dont le montant de la redevance avait été calculé et a remis en question certains aspects de la méthode employée.

 

Il faut savoir qu'il s'agit d'un exercice assez difficile. J'ai donc demandé à mon administration d'examiner attentivement les points critiqués dans les arrêts et de voir comment les améliorer. Il n'est pas question de passer outre les arrêts sans plus.

 

Cela dit, il est tout de même important de signaler que l'annulation par le Conseil d'État ne porte que sur une période limitée et qu'après l'annulation des arrêtés royaux, d'autres arrêtés ont été adoptés et jusqu'à présent, ils n'ont pas été contestés ni annulés. C'est pourquoi nous continuerons à appliquer la redevance sur la base de ces nouveaux arrêtés, en application de la réglementation en vigueur.

 

Après une première analyse des arrêts par l'administration, nous avons immédiatement fait le nécessaire pour informer les partenaires concernés de la suite que nous allions donner à ces arrêts. Une information sur les conséquences des arrêts du Conseil d'État a été immédiatement communiquée aux postes diplomatiques et consulaires ainsi qu'aux communes.

 

Cette information est également publiée sur le site de l'Office des Étrangers.

 

L'éventuel remboursement ne s'applique bien entendu qu'à la période visée par les arrêts. Cela signifie que les montants perçus pour une demande introduite entre le 2 mars 2015 et le 25 juin 2016 seront remboursés à tout étranger qui en fait la demande.

 

Le second arrêt porte sur les demandes introduites entre le 1er mars 2017 et le 2 janvier 2019 et ne concerne que l'augmentation du montant.

 

Il est encore trop tôt pour savoir combien il faut rembourser en tout étant donné que cela dépend du nombre de demandes de remboursements qui seront introduites.

 

09.05  Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, je voudrais rappeler que nous regrettons cette tarification qui a été mise en œuvre. En tout cas, je vous remercie pour le suivi que vous ne manquerez pas d'apporter avec votre administration pour veiller à assurer un remboursement à l'égard de celles et ceux qui ont subi un préjudice.

 

09.06  Ahmed Laaouej (PS): Madame la ministre, ce que les administrations communales ne comprennent pas d'un point de vue juridique, c'est que l'arrêté de base est celui de 2015. Il a été annulé. À partir du moment où cet arrêté est annulé, les arrêtés subséquents qui s'appuient sur cet arrêté manquent de fondement juridique ou perdent eux-mêmes leur validité puisque ce ne sont jamais que des arrêtés modificatifs d'un arrêté préexistant.

 

Si l'annulation porte sur cet arrêté de base, il n'y a plus de base réglementaire. Si vous considérez que vous devez poursuivre cette politique, il vous faut reprendre une base réglementaire. Nous ne pensons pas opportun de poursuivre cette politique évidemment. J'ajouterai que les arrêtés subséquents qui auraient pour objet d'augmenter la redevance a fortiori confirmeraient la jurisprudence du Conseil d'État qui retient le grief du manque de proportionnalité. Tout arrêté qui aurait pour effet d'augmenter la redevance serait entaché de la même nullité dès le moment où le Conseil d'État s'est déjà prononcé sur la proportionnalité.

 

Je réfère ici à ce que disait M. De Smet par rapport à l'absence de motivations et d'études permettant d'établir la proportionnalité. Je pense que la première chose à faire, (vous êtes le gouvernement, nous sommes le Parlement) est d'examiner l'opportunité de maintenir le système. Le Conseil d'État vous a transmis une indication. Deuxièmement, il vous faut clarifier juridiquement les postes diplomatiques et les communes au regard de l'existence ou non d'une base réglementaire suffisante par le biais d'une circulaire interprétative émanant de votre cabinet car l'Office des Étrangers a une approche extensive. Sur le plan juridique, l'approche ne doit être ni restrictive ni extensive mais stricte. "Le droit, rien que le droit mais tout le droit."

 

C'est ce que nous attendons de vous, madame la ministre. Nous relirons votre réponse car nous sommes là sur des matières complexes. Je ne suis pas rassuré et je le dis. Je pense notamment à celles et ceux qui ont en charge des responsabilités communales. Nos administrations ne savent pas sur quel pied danser.

 

09.07  François De Smet (DéFI): En effet, il semble que les montants demandés par l'Office des Étrangers le sont sur la base des mêmes études que les arrêtés annulés. Il y a donc en effet une insécurité juridique qui ne me paraît pas totalement levée. Pour le reste et sur le fond, rappelons que cette redevance s'ajoute à des coûts administratifs déjà existants pour l'introduction de demandes de visa et de séjour pour des montants variant entre 62 et 358 euros! De manière générale, faire prester un coût trop lourd à des populations qui n'ont que très peu d'argent à dépenser dans des services administratifs pose la question de l'accessibilité. Pour le reste, je vous remercie pour votre réponse.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Darya Safai aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De 'asielshopping' van erkende vluchtelingen" (55000578C)

10 Question de Darya Safai à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le "shopping de l'asile" pratiqué par des réfugiés reconnus" (55000578C)

 

10.01  Darya Safai (N-VA): Mevrouw de minister, de jongste tijd stelt het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen vast dat asielzoekers die in een andere Europese lidstaat als vluchteling werden erkend, naar België trekken om hier opnieuw een asielaanvraag in te dienen. In de meeste gevallen gaat het daarbij om Syriërs, Irakezen, Eritreeërs en Afghanen. In juli ging het om 156 verzoekers en in augustus om 113.

 

Die vorm van asielmisbruik of asielshopping is nog maar het topje van de ijsberg, want er zijn nog veel meer asielzoekers in België die eerder al in een ander land een asielaanvraag indienden. Zij vertrekken naar ons land zonder dat zij de procedure in het andere land hebben afgewacht ofwel nadat ze daar werden geweigerd, en dienen dan hier opnieuw een asielaanvraag in.

 

In theorie kan ons land zich daartegen beschermen via het Dublinmechanisme, maar in de praktijk loopt de uitvoering daarvan mank om allerlei redenen.

 

Mevrouw de minister, hoe wilt u ons land beschermen tegen die vormen van asielmisbruik, gelet op het feit dat dat misbruik de belastingbetaler op hoge kosten jaagt, de druk op het opvangnetwerk verhoogt en de administratieve achterstand nog doet toenemen?

 

10.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Safai, het is inderdaad een belangrijke problematiek, die ook in de vorige vragen al werd aangeraakt. De secundaire migratiestromen naar ons land, onze buurlanden en de Scandinavische landen zijn belangrijk en kunnen het efficiëntst worden aangepakt in een Europees kader. Daarom is het van cruciaal belang voor België en andere bestemmingslanden om te blijven aandringen op de broodnodige hervorming van het Dublinmechanisme, dat vandaag geen toereikende oplossing biedt voor de problematiek.

 

Ik heb vorige week op 8 oktober tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken te Luxemburg klaar en duidelijk de boodschap overgebracht dat dat een absolute prioriteit is voor ons land en voor andere landen, alsook voor de aantredende Europese Commissie. De realiteit is wat zij is, maar ondertussen moeten wij in de Belgische context alles doen wat wij kunnen om het fenomeen te bestrijden en, als het kan, te voorkomen.

 

Voor personen met een beschermingsstatus in een andere lidstaat op wie de Dublinreglementering niet van toepassing is, kan conform de Belgische wetgeving in een versnelde procedure een beslissing tot niet-ontvankelijkheid worden genomen. De Dienst Vreemdelingenzaken en het Commissariaat-generaal hebben op mijn instructie begin afgelopen zomer bijzondere maatregelen genomen om die asielaanvragen binnen de kortste tijd te behandelen: zij krijgen prioriteit, zodat vlugger een beslissing kan worden genomen, op grond van een deftig juridisch advies. Zo wordt die asielzoekers snel duidelijk gemaakt dat zij geen kans maken op onze bescherming en dat zij hier dus ook geen rechten kunnen genieten. In 2019 kregen reeds 599 personen vanwege het Commissariaat-generaal een beslissing tot niet-ontvankelijkheid om die reden.

 

De personen voor wie de Dublinreglementering wel van toepassing is, vormen ook een belangrijke categorie van secundaire migratie. Ter zake doen wij al het mogelijke, om binnen het huidige kader de Dublinreglementering toe te passen. Er werd ook extra personeel aangeworven, teneinde de behandeling van de desbetreffende dossiers te versnellen.

 

Ideaal zou zijn dat de betrokkenen dat ook inzien. Ons land wordt zwaar getroffen door secundaire migratiegolven, die op Europees vlak een grote belasting zijn, omdat wij een veel beter en aantrekkelijk socialezekerheidssysteem hebben. Zoals ik vroeger al opmerkte, is België voor hen het land van melk en honing. Ze menen hier het beste systeem te zien. Onder andere Zweden is daarvan ook het slachtoffer, net zoals Luxemburg en Nederland, landen die een gelijkaardig aantrekkelijk systeem hebben, zij het minder royaal. Erkende vluchtelingen uit Spanje, Italië of Griekenland komen hierheen en men zou hen een soort economische vluchtelingen binnen Europa kunnen noemen. Immers, voor wie het statuut van erkende vluchteling heeft en zijn leven in alle veiligheid in een ander land opnieuw heeft kunnen organiseren, moet de reden om zich na verloop van tijd naar opnieuw een ander land te verplaatsen, wel van economische aard zijn.

 

Wij moeten het fenomeen strenger aanpakken. Nu hebben wij het gevonden. De betrokkenen zitten inderdaad in ons opvangsysteem. Wij willen hun dossiers dan ook zo snel mogelijk behandelen. Dat moet echter op een goede procedurele manier gebeuren. De procedures zijn enorm verkort, waardoor wij op korte tijd al heel veel dossiers hebben kunnen afhandelen. Wij hopen dat de betrokkenen het nieuws doorvertellen.

 

10.03  Darya Safai (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord.

 

Ik hoop dat wij het probleem helemaal kunnen verhelpen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55000612C de M. Simon Moutquin est transformée en question écrite.

 

11 Question de Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'arriéré dans le traitement des demandes de protection internationale" (55000915C)

11 Vraag van Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De achterstand in de behandeling van de verzoeken om internationale bescherming" (55000915C)

 

11.01  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, madame la ministre, je serai bref, puisque nous avons déjà abordé cette question précédemment. Le CGRA annonce en août de cette année 8 368 dossiers représentant quelque 10 000 personnes en attente d’une décision.

 

Considérant que la charge de travail normale est évaluée à 4 200 dossiers, on peut donc considérer que l’arriéré en août est de 4166 dossiers, un chiffre en augmentation depuis l’année dernière puisqu’en juillet 2018, cet arriéré se chiffrait à 1 012 dossiers. On mesure donc l’ampleur de la tâche et les difficultés pour l'administration. Il convient de prendre des dispositions.

 

Une majorité des ces 10 000 personnes sont dans le réseau d'accueil. À l'heure actuelle, alors qu'on cherche des solutions à une saturation du réseau, les solutions passent aussi par l'accélération de la procédure, d'une part pour soulager le réseau, mais aussi parce que humainement, il est important que chacun puisse connaître la décision qui sera prise à son égard, qu'elle soit positive ou négative.

 

Madame la ministre, vu l’arriéré actuel, quand pouvons-nous espérer que ces 10 000 personnes coincées dans le réseau d’accueil reçoivent une décision des instances d’asile afin de libérer le réseau?

 

Comptez-vous augmenter les moyens de l’Office des Étrangers et du CGRA? Quel sera le coût de ces engagements en urgence, comparé à un contrat qui aurait été maintenu? Je pense à la nécessité de reformer le personnel, puisqu'on a dû se défaire de personnel formé. On sait que l'expertise nécessite un certain délai: quand ce personnel sera-t-il opérationnel? Je vous remercie.

 

11.02  Maggie De Block, ministre: Monsieur Rigot, j'ai déjà donné des éléments de réponse dans d'autres réponses. Nous avons engagé grâce au plan qui a été approuvé en conseil des ministres en février. Nous avions aussi déjà prévu le renforcement des administrations.

 

Oui, j'ai pour but d'accélérer au maximum les procédures d'asile. Il est essentiel que les demandeurs d'asile reçoivent une décision dans les plus brefs délais et sortent du réseau d'accueil dans un délai raisonnable. C'est moins coûteux pour l'État, mais je trouve aussi que c'est plus humain, parce que ce ne sont pas vraiment des circonstances idéales.

 

J'ai mis tout de suite la priorité sur le renforcement du personnel des instances d'asile. C'était le plan qui a été approuvé le 15 février. La procédure de recrutement a pu être lancée tout de suite. La situation était difficile sur le marché. Le Selor avait des retards. Ce n'est que depuis cet été que nous avons eu des renforts à l'Office des Étrangers et au CGRA.

 

Pour le CGRA, le recrutement et surtout la formation prennent plus de temps, jusqu'à six mois, parce que les compétences à acquérir pour examiner une demande d'asile sont plus spécifiques. Ce mois-ci, le nombre de collaborateurs atteindra le niveau de temps plein dont le CGRA disposait avant l'été 2018. Nous avons renforcé la structure, sachant que 40 collaborateurs plein temps ont dû partir à ce moment-là.

 

Il faut compter six mois de formation pour atteindre la productivité moyenne. On devrait donc attendre mars 2020 pour que le CGRA atteigne son output maximal. Il a également pris d'autres mesures pour avoir un output plus élevé mais le résultat maximal est vraiment attendu pour mars 2020.

 

Nous mettrons évidemment tout en œuvre pour faire reculer l'arriéré le plus vite possible et le ramener à un niveau normal. Actuellement, une procédure d'asile complète peut dépasser un an, sans compter les délais de recours éventuels contre une décision négative du CGRA.

 

Concernant votre question sur les effets liés au non-maintien des agents dans les instances d'asile, je le regrette aussi car nos administrations ont perdu du personnel formé, expérimenté et disposant des moyens pour traiter plus de dossiers.

 

Sur la base d'une productivité moyenne, on a fait faire le calcul par plusieurs car annoncer des chiffres est toujours délicat. On peut ainsi estimer qu'on aurait environ 6 500 demandeurs d'asile aujourd'hui dans notre réseau d'accueil, si les contrats de travail avaient été maintenus. Vous pouvez vous-mêmes calculer le coût annuel. C'est beaucoup quand on sait que pour dix mois, je devais chercher 650 places par mois. C'est l'équivalent d'un travail de dix mois qui doit être réalisé.

 

C'est un héritage que j'accepte. Comme toujours, quand on commence comme ministre dans un département, il faut toujours gérer l'héritage des prédécesseurs. Il faut faire le travail. C'est tout. Je vais de l'avant pour éviter que ce personnel ne se retrouve en détresse.

 

En 2011, la situation était la même. Les administrations manquaient de personnel.

 

Je ne peux pas réécrire le passé. C'était un peu la raison de ma colère lorsque j'avais répondu à Mme Matz. Je me concentre sur le présent afin de mieux préparer le futur.

 

Avec Fedasil et les instances d'asile, nous suivons la situation de près et nous évaluons de façon continue si des nouvelles mesures sont nécessaires. Tous les mardis matins, le commissaire général, M. Roosemont, et M. Luxen sont autour de la table avec mes collaborateurs. Pendant deux heures, nous évoquons tous les problèmes. Nous faisons le suivi des dossiers traités et nous étudions les groupes difficiles à intégrer dans le système d'accueil. À chaque fois, nous prenons les mesures qui sont possibles pour éviter une augmentation de la capacité d'accueil et pour accélérer le renfort en personnel des instances d'asile. Ce sont des réunions très intenses. Vous y êtes le bienvenu.

 

Par ailleurs, d'un point de vue opérationnel, il faut suffisamment entretenir les contacts. Je téléphone d'ailleurs moi-même aux bourgmestres avant l'entame des travaux. C'est une question de politesse, d'autant plus qu'on leur en demande beaucoup. Certains ont parfois presque une attaque quand je dis que c'est Maggie De Block au téléphone.

 

Je fais tout ce que je peux pour visiter les centres. Je me rends demain à Mouscron. La semaine prochaine, je serai à Lommel. Ceci se fait non pas en présence de la presse mais ce sont véritablement des réunions de travail avec le bourgmestre, les riverains et le personnel du centre d'accueil. C'est très intéressant mais il faut avoir la condition d'un athlète olympique pour combiner cela avec la Santé publique et les Affaires sociales. Je peux vous le dire!

 

11.03  Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, je sais à quel point vous vous investissez pour l'instant et je vous en remercie.

 

Les visites que vous allez rendre au centre de Mouscron et à Lommel la semaine prochaine sont des signaux importants qu'il est nécessaire de transmettre à l'administration – Fedasil, l'Office des Étrangers, le CGRA –, des signaux de soutien à toutes ces équipes qui réalisent un travail complexe dans une matière qui, il est clair, n'est sexy pour personne.

 

Je souligne que vous n'êtes évidemment pas responsable des décisions prises par le passé et que vous prenez les décisions relatives au présent. Si vous étiez amenée à prendre des décisions d'avenir, j'espère de tout cœur que vous prendriez en considération les échecs du passé afin de ne pas commettre à nouveau ces erreurs et que vous seriez plus prudente sur les prévisions et options à prendre pour maintenir une flexibilité de réseau et de réaction. Et, pourquoi pas, envisager un système de flexibilité lié avant toute chose à la procédure d'asile: la flexibilité du cadre du personnel de l'Office des Étrangers et du CGRA. En effet, si la procédure d'asile avance et si on est capable d'y répondre dans les délais, des structures d'accueil supplémentaires ne doivent pas être ouvertes, ce qui permet de travailler avec un réseau beaucoup plus petit.

 

11.04  Maggie De Block, ministre: Pour un meilleur impact, les budgets de la chaîne entière seront calculés à présent pour les années à venir. Quand le personnel manque, le budget diminue à cet endroit, mais parallèlement le budget augmente dans le système d'accueil. Ce modèle budgétaire est expérimental. Cela permettrait d'expliquer au gouvernement les conséquences issues d'un manque de personnel dans l'administration.

 

11.05  Hervé Rigot (PS): Je vous remercie pour vos réponses. Je suivrai de très près l'évolution de ces matières qui me tiennent à cœur. Puisque vous me le proposez, je ne manquerai pas d'assister à de ces réunions de la task force avec beaucoup de plaisir.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Monsieur Rigot, si je ne me trompe pas, la ministre a déjà répondu à une question concernant les ILA.

 

11.06  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je désire transformer cette question en question écrite.

 

Le président: La question n° 55000917C de M. Rigot est transformée en question écrite.

 

12 Question de Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'accueil téléphonique au sein de l’Office des Étrangers" (55000918C)

12 Vraag van Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De telefonische bereikbaarheid van de Dienst Vreemdelingenzaken" (55000918C)

 

12.01  Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, une question d'actualité portait à l'époque sur la difficulté pour les barreaux francophones et germanophone de joindre l'Office des Étrangers, ce qui avait évidemment un impact sur le suivi des dossiers des demandeurs de protection internationale.

 

Vous avez été interpellée en janvier et ensuite en septembre par les barreaux. Pouvez-vous confirmer ces interpellations, ainsi que les difficultés pour joindre l'Office des Étrangers? Quelles suites avez-vous données à ces interpellations? Avez-vous une explication qui justifie pourquoi l'Office des Étrangers est difficilement joignable? Quelles modifications avez-vous apportées ou allez-vous apporter sur le terrain pour éviter que la situation se dégrade? Quelles mesures sont prises pour rendre à nouveau l'Office des Étrangers accessible par téléphone?

 

12.02  Maggie De Block, ministre: Personnellement, je n'ose plus leur téléphoner! Il est vrai que l'Office des Étrangers a bien été interpellé par l'Ordre des avocats et a formulé une réponse en février dernier. Le directeur général a personnellement rencontré des représentants des avocats ce lundi le 7 octobre. Les difficultés structurelles mais aussi techniques éprouvées par l'Office des Étrangers ont alors pu leur être précisées, mais celles-ci ne sont pas résolues.

 

Vous savez peut-être que l'Office des Étrangers a déménagé en novembre de l'année dernière et se trouve désormais dans un bâtiment totalement rénové et adapté aux méthodes modernes de travail, avec notamment des bureaux partagés et des PC portables pour tous. La téléphonie est également gérée à partir des PC portables et cela semble être une des sources du problème.

 

Quelques solutions sont en cours de mise en œuvre, dont une optimalisation du central téléphonique et de son utilisation par des collaborateurs afin d'améliorer l'accessibilité. La liste des numéros spécifiques destinés aux communes et aux avocats a également été actualisée, mais les groupes d'appels doivent encore être enrichis. Cette mesure est en cours également. Il s'agit de groupes d'appels permettant les déviations automatiques si un premier répondant est absent ou occupé.

 

En ce qui concerne l'information desk, il a bien entendu été envisagé de le renforcer. Toutefois, vu la spécificité de la fonction et faute de budget, les appels aux candidats internes qui ont été lancés n'ont jusqu'à présent pas encore permis de renforcer le service de manière considérable.

 

Découragés par l'attente, les clients optent pour l'envoi d'un mail. Les boîtes mail sont saturées, explosives! Cela génère un cercle vicieux dans lequel les clients tentent alors de retéléphoner.

 

Pour l'instant, le délai de traitement fluctue continuellement. Le manque d'effectifs au sein du bureau d'exécution a également un impact direct sur la gestion des lignes réservées aux communes et avocats.

 

L'Office est bien conscient que la raison d'être de ce service s'inscrit directement dans l'orientation des clients et met tout en œuvre, dans la mesure de ses possibilités, pour pouvoir donner satisfaction quant au service délivré.

 

Au début, on pensait que c'était un problème dû au manque de personnel mais on a détecté après qu'il y avait aussi un problème technique de téléphonie.

 

12.03  Hervé Rigot (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Cela fait déjà presque un an que l'Office des Étrangers a déménagé. Il est regrettable qu'il n'y ait pas eu davantage d'anticipation. On connaissait le rétroplanning pour le déménagement et il fallait s'assurer que tout allait être opérationnel. Anticiper signifie qu'il faut un plan de base mais aussi une alternative si cela ne fonctionne pas. Il est dommage de se dire au XXIe siècle qu'on n'a pas anticipé un problème de Voice over IP.

 

Le préjudice est là pour les clients, qui sont demandeurs d'une protection internationale. Cela allonge les délais, cela provoque des frustrations. C'est également chronophage pour les avocats et cela a un coût financier. Cela frustre aussi les équipes de l'Office des Étrangers. 

 

Madame la ministre, je compte sur vous pour mettre tout cela en œuvre le plus rapidement possible.

 

12.04  Maggie De Block, ministre: Je ne m'occupe pas du niveau opérationnel. Je n'ai pas organisé le déménagement ni réglé les problèmes de téléphonie. Il ne me revient pas de prendre des mesures.

 

12.05  Hervé Rigot (PS): C'est à vous à veiller à ce qu'elles soient prises.

 

12.06  Maggie De Block, ministre: J'ai été mise au courant de la situation par M. Roosemont mais je ne vais pas installer les téléphones moi-même! 

 

12.07  Hervé Rigot (PS): Je suis d'accord. Téléphonez à M. Roosemont et, s'il répond, demandez-lui de les installer au plus vite!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 550000922C van de heer Delizée wordt uitgesteld.

Vraag nr. 550000923C van de heer Delizée wordt uitgesteld.

 

13 Vraag van Greet Daems aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het beleid tegenover vluchtelingen uit Gaza" (55000985C)

13 Question de Greet Daems à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La politique relative aux réfugiés en provenance de Gaza" (55000985C)

 

13.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, in december 2018 hebt u de fakkel overgenomen van de heer Francken en hebt u het quotum van maximum 50 asielaanvragen per dag afgeschaft. Dit quotum werd ingevoerd om Palestijnse vluchtelingen afkomstig uit Gaza te ontraden naar België te komen.

 

Toen u terug staatssecretaris werd, hebt u verklaard dat het beleid weer menselijk moest worden. Nochtans lijkt de ontradingscampagne tegen Palestijnse vluchtelingen niet gestopt volgens een analyse van MO Magazine, en wel om de volgende redenen.

 

Ten eerste, u liet het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen onderzoeken of men het statuut voor erkende vluchtelingen uit Gaza niet kon afschaffen.

 

Ten tweede, heel wat vluchtelingen die via de Dublinverordening naar Spanje zijn teruggestuurd, blijken te zijn opgesloten. Volgens de wet is een vluchteling opsluiten enkel en alleen vanwege de Dublinverordening niet mogelijk, maar moet er ook sprake zijn van het risico op onderduiken. De situatie in Gaza is precair: dit jaar vielen er al 66 gewonden en 3.174 doden in de Gazastrook, leeft 53 % van de bewoners onder de armoedegrens en is 52 % van de Gazanen werkloos.

 

Verscheiden middenveldorganisaties, waaronder het Burgerplatform voor de Steun aan Vluchtelingen, spreken van een ontradingspolitiek in plaats van een strijd tegen mensensmokkel.

 

Ten eerste, waarom liet u, gelet op de precaire situatie waarin de mensen in Gaza zich bevinden, door het Commissariaat-generaal onderzoeken of de erkenning voor vluchtelingen uit Gaza kon worden afgeschaft?

 

Ten tweede, welke definitie van risico op onderduiken hanteert de Dienst Vreemdelingenzaken om te rechtvaardigen dat Palestijnen die via de Dublinverordening mogen worden teruggestuurd, worden opgesloten?

 

Ten derde, kunt u precies zeggen hoeveel Palestijnen die naar Spanje werden gerepatrieerd, werden opgesloten?

 

13.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Daems, eerst en vooral wil ik zeggen dat wij hier bezig zijn over het geven van asiel om politieke redenen. U begint over de armoedegrens en dergelijke maar dan gaat het om economische vluchtelingen en geen politieke vluchtelingen. Dat is dus een andere kwestie.

 

De beoordeling van asielaanvragen in ons land behoort tot de bevoegdheid van onafhankelijke instanties, zowel, in eerste aanleg, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen als, in beroep, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Het staat als een paal boven water dat een minister bevoegd voor Asiel en Migratie die onafhankelijkheid absoluut moet respecteren. Men kan echter als minister vragen aan het Commissariaat-generaal om de mogelijke opheffing te onderzoeken van de in het verleden verleende vluchtelingenstatus aan Palestijnen uit Gaza. Het Commissariaat-generaal had zijn beleid recent gewijzigd doordat de situatie in het land van herkomst was gewijzigd: in de inschatting van het Commissariaat-generaal was er niet langer sprake van de onmogelijkheid tot terugkeer naar Gaza.

 

De wet voorziet in de mogelijkheid dat de minister vraagt om dit te onderzoeken. De beleidswijziging van het Commissariaat-generaal verantwoordt deze vraag.

 

Hierbij beoordeel ik de ernst van de situatie in Gaza niet. Ik beoordeel evenmin de noodzaak om al dan niet de vluchtelingenstatus te erkennen of over te gaan tot de opheffing van de status voor personen die eerder de status verkregen hebben. Het Commissariaat-generaal heeft tot op heden nog geen advies kunnen verlenen omdat de jurisprudentie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen over de beleidswijziging van het commissariaat nog niet geheel uitgeklaard is en op zich laat wachten.

 

De Dienst Vreemdelingenzaken hanteert vanzelfsprekend de definitie van het risico op onderduiken die door artikel 1, § 2, van de vreemdelingenwet wordt gegeven. Het risico op onderduiken moet actueel en reëel zijn. Dit wordt vastgesteld na een individueel onderzoek, rekening houdend met alle omstandigheden eigen aan elk geval. De vasthoudingsbeslissingen moeten en worden steeds ook in rechte en in feiten gemotiveerd.

 

De beschermingsgraad van de Palestijnen bedroeg in 2018 nog 87 % maar zakte tot en met september 2019 tot 30 %. Dat maakt wel een heel verschil.

 

Ten slotte kan ik nog meegeven dat in 2018 zes Palestijnen die naar Spanje werden gerepatrieerd, werden vastgehouden. In 2019 werden er 27 vastgehouden.

 

Wat betreft de beschermingsgraad voor Palestijnen, de daling van 87 naar 30 % betreft niet alleen mensen uit de Gazastrook maar iedereen die zich hier aanbiedt en zegt dat hij of zij de Palestijnse nationaliteit heeft. Daar zit een aantal personen tussen die bijvoorbeeld van Libanon komt en zegt dat zij uit de Gazastrook komt en Palestijn is. Er zitten daar ook personen tussen die uit andere streken komen. Asielzoekers met een onbepaalde nationaliteit vallen hier dus ook niet onder.

 

13.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Even ter verduidelijking, ik had het niet alleen over armoede en werkloosheid, maar natuurlijk ook over 66 gewonden en 3.174 doden in Gaza. Het is heel duidelijk dat het een precaire situatie is.

 

Wij blijven erop hameren dat uw administratie voor het terugkeerbeleid een realistische inschatting moet maken van de situatie in Palestina. De wetten en internationale verdragen moeten gerespecteerd worden om humanitaire problemen te voorkomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Greet Daems aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het vluchtelingenkamp in Moria" (55000986C)

14 Question de Greet Daems à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le camp de réfugiés de Moria" (55000986C)

 

14.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, in De Morgen van 7 oktober verscheen een schrijnende reportage over het vluchtelingenkamp in Moria, Griekenland. 13.000 vluchtelingen zitten daar vast in een vluchtelingenkamp waar slechts plaats is voor 3.100 vluchtelingen. Er is maar één enkele arts in de buurt. Er worden diefstallen gepleegd en vrouwen aangerand. Ziektes verspreiden er zich onder kinderen en volwassenen. Het lijkt erop dat de Europese solidariteit daar ver te zoeken is.

 

Welke initiatieven zal de Belgische overheid nemen om te antwoorden op de urgente situatie in Moria? Hoeveel mensen die in Griekenland aankomen, moet België opnemen volgens de Europese asielquota?

 

Denkt u dat het nog wenselijk is om via de Dublinverordening vluchtelingen naar Griekenland terug te sturen? Hoeveel mensen werden dit jaar al naar Griekenland teruggestuurd? Weet u ook hoeveel van hen in Moria zijn terechtgekomen?

 

14.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Daems, ons land heeft steeds benadrukt dat het noodzakelijk is om Griekenland te ondersteunen in een Europese context. Zowel politieke, financiële, operationele als wetgevende initiatieven ten gunste van Griekenland werden door België steeds gesteund vanuit de overtuiging dat solidariteit met Griekenland nodig is en binnen een Europees kader moet worden georganiseerd. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de versterkte financiële noodsteun, ondersteuning via Frontex, maar ook detachering vanuit onze administraties, van mensen met expertise.

 

In 2015 besliste de Europese Unie, als gevolg van de druk op het asielsysteem van Griekenland en Italië, tot de oprichting van een relocatiemechanisme. Dat programma liep officieel af op 26 september 2017. België hervestigde binnen dat schema in totaal 1.162 personen, waarvan 691 uit Griekenland. Momenteel is er geen sprake van een Europees quotum voor asielzoekers dat België zou moeten opnemen uit Griekenland, vermits het relocatieprogramma ten einde liep eind 2017.

 

Eind 2016 heeft de Europese Commissie aanbevelingen gedaan over de voorwaarden waaronder een Dublintransfer opnieuw naar Griekenland kon doorgaan. Tot nu toe zijn die aanbevelingen van de Commissie niet gewijzigd. U vroeg hoeveel mensen er dit jaar al werden getransfereerd van wie werd vastgesteld dat zij al een verzoek om internationale bescherming in Griekenland ingediend hadden. Het gaat om twee mensen. Ik weet niet waar zij terechtgekomen zijn.

 

Zij zijn teruggestuurd maar waarom zouden zij terug naar dat kamp gaan als zij een erkenning als vluchteling in Griekenland hebben gekregen? Ik heb die reportage niet gezien.

 

We hebben in beide gevallen een expliciet akkoord gekregen van de Griekse autoriteiten betreffende hun verantwoordelijkheid en de opvang. Transfers gebeuren enkel op basis van een expliciet akkoord waarbij de Griekse autoriteiten garanties geven inzake opvang. Indien er geen opvang mogelijk is krijgt België ook geen akkoord.

 

Niemand wordt dus teruggestuurd naar Moria. Moria is een hotspot voor eerste aankomst en mensen die terugkeren in het kader van de Dublinregels worden steeds opgevangen op het vasteland.

 

14.03  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik begrijp dat er nog niet gesproken is over deze situatie binnen uw kabinetten of op Europees vlak?

 

14.04 Minister Maggie De Block: Neen.

 

14.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Volgens mij is het duidelijk een kwestie van Europese solidariteit. Ik vind het eigenlijk nogal sterk. Uiteraard kan België niet al het werk inzake vluchtelingenopvang op zich nemen maar het is wel duidelijk dat ook Griekenland dat niet kan. België kan een voortrekkersrol spelen op het gebied van Europese solidariteit en kan andere landen ertoe aanzetten om dat ook te doen. Ik hoop dat u die rol zult spelen.

 

14.06 Minister Maggie De Block: Dat zal ik niet doen. Ik vind dat iedereen zijn verantwoordelijkheid moet nemen binnen Europa, ook de Grieken. Wij hebben hun al veel financiële middelen en logistieke ondersteuning gegeven. Zij hebben natuurlijk een bijzondere problematiek met hun eilandjes en hun lange grens en wij hebben daar uiteraard begrip voor. Wij doen in Europees verband wat wij kunnen. De meeste fondsen zijn trouwens naar de Grieken gegaan. Er moet solidariteit zijn tussen de Europese lidstaten maar anderzijds moeten de Dublinregels blijven gelden, ook voor terugkeer naar het Griekse vasteland.

 

U zegt dat België ter zake een voortrekkersrol moet spelen. Neen, wij onderschrijven de solidariteit binnen de Europese Unie maar ik zal daar geen kruisvaart voeren voor de problematiek van de Grieken. Wij hebben onze problemen en zij hebben de hunne. Als u dat wel wil doen, dan nodig ik u uit om dat daar te gaan zeggen.

 

14.07  Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, dat was een zeer duidelijk antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 550001034C van de heer De Vriendt wordt omgezet in een schriftelijke vraag. Vragen nrs. 550001045C, 550001047C en 550001049C van de heer Kir worden uitgesteld.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.24 uur.

La réunion publique de commission est levée à 17 h 24.