Commission
de la Santé et de l'Égalité des chances |
Commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen |
du Mardi 5 novembre 2019 Matin ______ |
van Dinsdag 5 november 2019 Voormiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 11 et présidée par M. Thierry Warmoes.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.11 uur en voorgezeten door de heer Thierry Warmoes.
01 Vraag van Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De impact van het handelsakkoord met de Mercosurlanden op ons landbouwmodel" (55000078C)
01 Question de Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "L'incidence de l'accord commercial avec les pays du Mercosur sur notre modèle agricole" (55000078C)
01.01 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, op 28 juni 2019 werd na jarenlang onderhandelen een handelsakkoord afgesloten tussen de EU en de Mercosurlanden, zijnde Argentinië, Brazilië, Uruguay en Paraguay, als onderdeel van een breder associatieakkoord. Daar het om een gemengd associatieakkoord gaat, moet het vanzelfsprekend zowel de Europese als de nationale goedkeuringsprocedure doorlopen.
Het economische belang van deze overeenkomst is groot, maar de landbouworganisaties in België zijn ongerust omdat het gevaar bestaat dat dit handelsakkoord druk zal zetten op het Europese landbouwmodel door het grote verschil inzake het landbouwmodel, de normen en de standaarden. De invoer van rundvlees, 60.000 ton tegen 7,5 % en 99.000 ton die vrijgesteld is van heffingen, en de invoer van 180.000 ton kippenvlees, baren toch wat zorgen, vooral wat de kwaliteit van het aangeboden vlees betreft.
Volgens de Waalse landbouwfederatie zouden vertegenwoordigers van de eerste minister tijdens een gesprek op 11 juli 2019 hebben laten weten dat zij het over bepaalde punten eens zijn met de landbouworganisaties en dat zij op Europees niveau bondgenoten aan het zoeken zijn om de problemen inzake de gezondheid en het milieu, die gelinkt zijn aan dit akkoord, te bespreken.
Ik kom tot mijn vragen.
Meent u dat in de teksten van het onderhandelde handelsakkoord afdoende beschermingsmaatregelen zijn opgenomen voor het Europese en Belgische landbouwmodel? Zo ja, welke?
Het FAVV voert zijn controles uit op basis van de uitgebreide en in sterke mate geharmoniseerde Europese regelgeving. In welke mate zal de toekomstige grotere invoer van vleesproducten uit de Mercosurlanden een impact hebben op de FAVV-controles, gelet op de kwaliteit van het aangeboden vlees?
01.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer Gilissen, laat ik zeer duidelijk zijn, Ik vind dat dit akkoord vandaag niet voldoende garanties bevat, noch voor de gezondheid van de consument, noch voor het respect voor het internationale engagement op het vlak van het klimaat, noch voor de bescherming van onze familiale landbouw. Dat is mijn persoonlijk standpunt.
Het zal natuurlijk aan de Parlementsleden zijn een beslissing te nemen over deze kwestie in de verschillende vergaderingen, en aan de volgende federale regering de gedragslijnen te bepalen die zij zal verdedigen wanneer het verdrag bekrachtigd zal worden.
Rekening houdend met de bezorgdheid in België over dit akkoord heb ik een reeks stappen gezet om de belangen van onze landbouwers en onze consumenten te verdedigen. Ik heb met name op 15 juli 2019 commissaris Hogan ontmoet en heb met hem de legitieme ongerustheden van de Belgische landbouwers besproken. Ik heb deze ook vermeld tijdens mijn interventies op de Europese Landbouwraad van juni en juli 2019.
Daarnaast heb ik eind juli een brief verstuurd naar de Europese commissaris voor Gezondheid en Voedselveiligheid, Vyteris Andriukaitis, naar de EFSA en naar de ministers van Landbouw van Frankrijk, Nederland, Duitsland en Luxemburg. Daarin heb ik mijn ongerustheid geuit over het feit dat de landen van de Mercosur, met name Brazilië, talrijke pesticiden toelaten die hier door de Unie verboden zijn. Ook de maximale residulimieten van pesticiden in deze landen liggen duidelijk veel hoger dan in Europa. Een rapport van de EFSA onderstreept het risico van cocktaileffecten van deze pesticiden. Ik heb dus herhaald dat het absoluut noodzakelijk is dat de Commissie verduidelijkt hoe zij de veiligheid van de consument wil versterken ten aanzien van de risico's die bepaalde producten zouden kunnen veroorzaken.
Ik heb ook opnieuw gewezen op het belang om de Europese sanitaire regels strikt toe te passen op de producten van de Mercosur. Daarnaast heb ik gevraagd dat het voorzorgsbeginsel uit het akkoord snel en flexibel kan worden gebruikt in de hypothese dat een potentieel risico voor de gezondheid van de Europese consumenten zou worden gedetecteerd.
Tot slot, heeft de Europese commissaris van Landbouw Hogan bevestigd dat de Europese Commissie zich ertoe verbonden heeft een fonds van 1 miljard euro exclusief ter beschikking te stellen van de landbouwsectoren van de lidstaten die getroffen worden door de Mercosur. Niets in het akkoord wijzigt de manier waarop de EU haar sanitaire standaard uitwerkt en toepast, met name in GGO's en op maximale residulimieten van pesticiden. De levensmiddelen van de Mercosur die niet voldoen aan onze standaarden, zullen vernietigd worden aan de Europese grenscontroleposten.
01.03 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw uitleg, die mij geruststelt.
Ik ben verheugd te horen dat ook u bezorgd bent over het Mercosurakkoord en meer bepaald over de kwaliteit, mogelijke pesticiden en besmettingen van vlees dat mogelijk geïmporteerd wordt. Daar komt bij dat de veeteeltsector in België met prijsdruk kampt. Import van goedkoop vlees uit het buitenland, in het bijzonder uit de Mercosurlanden, verhoogt de prijsdruk alleen maar. Ziekten zoals blauwtongbesmettingen, kippenvirus en varkenspest zet onze Belgische vleesproducten onder druk. Kwaliteitscontrole is daarom heel belangrijk. Uit berichten die ik las, maakte ik op dat tot 20 % van het kippenvlees besmet kan zijn met salmonella. Het is belangrijk om dat zeker in het oog te houden. Net als iedereen eet ik liever kip hawaï of kip curry dan kip salmonella. Het verheugt mij dan ook dat u een en ander nauwlettend in de gaten zult houden.
L'incident est clos.
- Leen Dierick aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De vergoedingsregeling in het kader van de bestrijding van het influenzavirus type H3" (55000097C)
- Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De betrokkenheid van de FOD bij de aanpak van het H3-virus in de pluimveesector" (55000098C)
- Leen Dierick à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Le dispositif d'indemnisation dans le cadre de la lutte contre le virus de l'influenza de type H3" (55000097C)
- Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "L'implication du SPF dans la lutte contre le virus du type H3 dans le secteur avicole" (55000098C)
02.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, mijn vraag dateert van juni en is mogelijk enigszins achterhaald, maar ik vind het toch belangrijk om een overzicht van de situatie te krijgen.
Enkele maanden geleden teisterde het laagpathogene H3-virus onze pluimveesector. Het aantal besmette bedrijven was aanzienlijk opgelopen. Verschillende pluimveebedrijven werden in de voorbije periode dan ook geruimd. Wij moesten echter wachten op de Europese Unie om het FAVV te kunnen belasten met een gecoördineerde bestrijding van het H3-virus. Aangezien aviaire influenza geen bestrijdingsplichtige ziekte is en er geen verplichte maatregelen zijn, beschouwde Europa de ziekte lang als een economisch probleem. Daardoor mocht ook het Sanitair Fonds niet worden ingezet om de waarde van de dieren te compenseren bij de ruiming van bedrijven.
Dankzij uw inzet, mijnheer de minister, en die van uw toenmalige Vlaamse collega, Vlaams minister van Landbouw Koen Van den Heuvel, heeft de EU alsnog groen licht gegeven voor een gecoördineerde bestrijding en een compensatievergoeding. Het koninklijk besluit van 4 juli 2019 betreffende de bestrijding van influenza van het type H3 bij pluimvee bepaalt die vergoedingsregeling. Helaas blijkt de vergoeding enkel te gelden voor die pluimveebedrijven waar de dieren op de dag van de publicatie van het KB, namelijk 11 juli, nog aanwezig waren in het bedrijf. Veel pluimveehouders die de ernst van de situatie inzagen en te goeder trouw en ter bescherming van de sector al op eigen initiatief hun bedrijf hadden geruimd om de ziekteverspreiding in te dammen, zijn daarvan echter de dupe.
Ik heb daarover de volgende vragen.
Bij hoeveel pluimveebedrijven werd er dit jaar een besmetting met het H3-virus vastgesteld? Hoeveel van die besmettingen werden vastgesteld vóór 11 juli 2019?
Hoeveel van de besmette pluimveebedrijven werden toen geruimd? Hoeveel bedrijven werden al geruimd vóór 11 juli 2019?
Welke maatregelen zult u nemen om ook de bedrijven die vóór 11 juli werden geruimd toch te compenseren? Zal de vergoedingsregeling retroactief gemaakt worden of plant u die pluimveehouders op een andere manier te ondersteunen, aangezien zij te goeder trouw en ter bescherming van de sector hebben gehandeld?
Het zou goed zijn om een algemene update van de situatie te krijgen. Ik had deze vraag al in juli ingediend. Ik zou dus graag een stand van zaken krijgen.
02.02 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, sinds begin april 2019 zijn in West-Vlaanderen ongeveer 60 pluimveebedrijven getroffen door het influenzavirus type H3, evenals twee bedrijven in Wallonië. Om de verspreiding van dit virus in te dijken, hebt u in mei twee ministeriële besluiten ondertekend om de bioveiligheidsmaatregelen in de bedrijven te versterken.
U beklemtoonde toen reeds dat de betrokken pluimveehouders zouden worden vergoed. Het overleg met Europees Commissaris van Landbouw Hogan van dinsdag 11 juni 2019 leverde volgens u een opening op voor een principeakkoord rond een vergoeding. Dit werd geconcretiseerd door het KB van 4 juli 2019. Dit biedt echter geen oplossing voor de bedrijven die vóór de publicatiedatum van het KB, zijnde 11 juli 2019, een ruiming hebben georganiseerd.
U vroeg een analyse aan de betrokken federale administraties om de oorzaken te bepalen waarom het virus opduikt en zich verspreidt. U vroeg daarnaast aan de betrokken federale administraties, zijnde het FAVV, Sciensano en het DG Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid, te zorgen voor de opvolging van dit rapport met de sector, met name om indien nodig de bestaande maatregelen aan te passen en de bescherming van de diergezondheid binnen de bedrijven nog verder te versterken.
Mijnheer de minister, welke oplossingen biedt u voor de bedrijven die vóór de publicatiedatum van het KB hebben geruimd?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de door u gevraagde analyse om de oorzaken te bepalen waarom het virus opduikt en zich verspreidt?
Wat is de stand van zaken rond de opvolging van het rapport met de sector door de betrokken federale administraties?
Blijkt uit dit rapport dat het nodig is of was de bestaande maatregelen aan te passen en de bescherming van de diergezondheid binnen de bedrijven nog verder te versterken?
02.03 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Dierick, mijnheer Gilissen, dierziektes kunnen echte plagen zijn voor onze landbouwers. Ik heb de voorbije maanden meerdere pluimveehouders ontmoet. Ik weet dat deze epidemie catastrofale gevolgen heeft voor velen onder hen.
Het H3-griepvirus is in de periode april-juli 2019 vastgesteld op 82 commerciële pluimveehouderijen. Sinds 19 juli zijn er geen besmettingen meer bijgekomen. Dat bewijst dat de maatregelen die werden genomen op het vlak van bioveiligheid hun vruchten hebben afgeworpen.
Het bevel tot slachten van 11 juli 2019 beoogde in totaal 25 bedrijven. De 57 andere bedrijven waren door de operatoren op hun eigen initiatief geruimd. De kwestie van de vergunningen aan de operatoren was ver van verworven.
Zoals u zegt, mevrouw Dierick, is dit virus niet erkend door de OIE, de Wereldorganisatie voor Diergezondheid. Het eerste antwoord van de Europese Commissie op onze vraag tot vergoeding was dus negatief. Ik heb dan meerdere contacten gehad met commissaris Hogan om andere juridische opties te bekijken en de situatie te deblokkeren.
Deze contacten hebben het mogelijk gemaakt om groen licht te krijgen van de Europese Commissie, maar deze toelating was niet geldig voor de operatoren die al waren overgegaan tot de slachting van hun beslag.
Het besluit tot vergoeding werd gepubliceerd op 8 oktober 2019. Samen met de gewestministers heb ik meerdere keren geprobeerd om de retroactiviteit van deze maatregelen te verkrijgen. De commissie heeft ons helaas bevestigd dat een dergelijke financiering in strijd zou zijn met een Europese veroordeling inzake staatssteun.
Het Europees recht laat daarentegen wel toe dat er voor de periode van leegstand vanaf het besluit inzake het bevel tot slachten tot de herbevolking van de stallen steun wordt verleend. Zoals u weet gaat het om maatregelen die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gewesten vallen.
Ik heb inderdaad met de sector afgesproken dat er na de uitroeiing van het H3-virus een meer globale denkoefening moet worden uitgevoerd om de oorzaken te identificeren waarom specifieke ziekten in de pluimveesector opduiken en zich verspreiden. Deze studie zal in voorkomend geval toelaten om bijkomende gepaste maatregelen te nemen.
Meer dan twee miljoen stuks pluimvee moesten in de voorbije vijf jaar om sanitaire redenen worden geslacht. Twee miljoen, dat is veel te veel. Sciensano is momenteel samen met het FAVV bezig met een epidemiologisch onderzoek. Ik zal zeker naar u terugkomen wanneer ik beschik over de resultaten van deze studie.
02.04 Leen Dierick (CD&V): Dank u voor uw uitgebreid antwoord, mijnheer de minister.
Het is een moeilijke situatie: de mensen die uit voorzorg hebben gehandeld om te vermijden dat de ziekte zich nog verder verspreidt, zijn wat de dupe van de Europese regelgeving. Ik apprecieer de moeite die u hebt gedaan om bij de Europese Commissie te blijven aandringen op groen licht voor het toepassen van de vergoedingsregeling, evenals de vraag om dit retroactief te kunnen toepassen. Helaas was het antwoord hierop negatief. Ik ben blij dat u zegt dat er een meer globale aanpak moet komen, zodat degenen die preventief hun verantwoordelijkheid opnemen, niet meer de dupe zouden zijn. We kijken uit naar het resultaat van het onderzoek.
02.05 Erik Gilissen (VB): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.
Ik sluit mij aan bij mevrouw Dierick. Het is heel belangrijk om op te volgen hoe dit virus in de pluimveeteelt is terechtgekomen en waar het vandaan komt. Uiteraard is het zeer jammer dat er geen vergoeding kan worden geregeld voor die bedrijven die vóór 11 juli werden geruimd. Zoals in mijn vorige vraag al gezegd, staat de hele veeteeltsector in België onder druk, zeker door goedkope import uit het buitenland. Onze bedrijven kunnen alle mogelijke steun gebruiken.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
02.06 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, omdat dit thema nu toch aan bod komt, wil ik toch even herinneren aan een schriftelijke vraag die ik heb ingediend op 5 juli, dus vier maanden geleden, over hetzelfde onderwerp. Ik weet niet of die ergens tussen de plooien is gevallen, maar ik zal ze alleszins opnieuw indienen als mondelinge vraag. Misschien kunt u ook even nagaan waar ze gebleven is?
De voorzitter: Zult u ze als mondelinge of als schriftelijke vraag opnieuw indienen?
02.07 Frieda Gijbels (N-VA): Kan dat opnieuw als schriftelijke vraag? (Instemming)
02.08 Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, het heeft helemaal niets met dit onderwerp te maken, maar ik wacht ook nog op een antwoord op een vraag van 23 juli. Ik denk dus niet dat het één vraag is die ergens is ontglipt, maar dat het wachten op antwoord op schriftelijke vragen eerder een structureel probleem is.
02.09 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, j'ai également une question écrite qui n'a pas encore reçu de réponse. Elle date du 31 juillet et concerne l'étude de réputation de l'AFSCA. Je suppose qu'un lot de questions a été égaré durant l'été. Pour moi, cette question reste d'actualité. J'ignore ce qu'il convient de faire. La soumettre à nouveau ou le fait d'interpeller le ministre est-il suffisant?
Le président: Nous avons vérifié le Règlement. Celui-ci permet de transformer une question orale en question écrite mais pas une question écrite en question orale. La seule solution, quand le délai est dépassé, est de réintroduire la même question.
02.10 Denis Ducarme, ministre: S'il y a un retard, je vous prie de m'excuser. On essaie de faire au plus vite. Je dois vous avouer que parfois, les questions sont tellement fouillées qu'il faut un peu de temps à l'administration. Ici, il y a eu l'été et certains ont pris leurs congés. On va faire le point sur les questions dont vous parlez.
S'agissant des audits de l'AFSCA, je pense qu'il y avait eu une volonté dans le chef de la commission de consacrer une réunion à ce sujet. Je suis ouvert à cette proposition de faire le point sur ce qui a déjà pu être implémenté sur la base des recommandations des audits, sur ce qui est en cours et sur ce qui devra l'être, sachant que certaines mesures ne pourront être prises que sous un gouvernement de plein exercice.
Monsieur le président, je suis à disposition de la commission si celle-ci décide de faire le point. J'essaierai alors de demander à l'AFSCA d'être présente et de faire une projection pour que ce soit le plus détaillé et le plus clair possible.
02.11 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Cela avait déjà été communiqué dans l'ordre des travaux. Avec mon groupe, nous restons demandeurs d'une discussion autour des travaux d'audit de l'AFSCA. On savait en outre que M. le ministre était disposé à venir avec les recommandations et le suivi.
Le président: J'en prends note pour l'ordre des travaux de notre commission.
- Georges Gilkinet à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La présence d’un taux trop élevé de dioxine dans certains œufs commercialisés en Belgique" (55000140C)
- Leen Dierick à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Le rappel d'oeufs bio contaminés" (55000142C)
- Séverine de Laveleye à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La présence d’un taux trop élevé de dioxine dans certains oeufs commercialisés en Belgique" (55000206C)
- Georges Gilkinet aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Het te hoge dioxinegehalte van in België verkochte eieren" (55000140C)
- Leen Dierick aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De terugroeping van besmette bio-eieren" (55000142C)
- Séverine de Laveleye aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De aanwezigheid van een te hoog dioxinegehalte in bepaalde eieren op de Belgische markt" (55000206C)
03.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, mijn voorbereide tekst dateert van augustus 2019. Mogelijks zijn sommige vragen erin dus al enigszins achterhaald. Niettemin zou ik graag een update krijgen.
Tijdens een controle door het FAVV werd bij het bedrijf E.K.E. een lichte overschrijding van de norm van dioxines en dioxineachtige PCB's in bio-eieren vastgesteld. Het bedrijf heeft op 30 juli 2019 in overleg met het FAVV besloten de eieren uit de verkoop te halen en de verkochte eieren bij de consument terug te roepen. Het FAVV heeft stalen van het kippenvoer genomen. Voorlopig blijft het kippenbedrijf dat eieren aan het bedrijf E.K.E. levert, geblokkeerd. Ik weet niet hoe de situatie op dit moment is. Graag kreeg ik daarover dus meer info. Er is ook een onderzoek gestart om de oorzaak van de besmetting te achterhalen.
Ten eerste, volgens de kippenboer wordt al twintig jaar hetzelfde voer gegeven en lopen de kippen op dezelfde grond. Hoe is de besmetting kunnen ontstaan? Wat is de stand van zaken in het onderzoek? Zijn de resultaten al bekend? Indien ja, wat zijn die resultaten?
Ten tweede, zolang het bedrijf geblokkeerd was, mochten de eieren die in de tussentijd werden gelegd, niet meer worden verkocht. Ook bestaat de mogelijkheid dat alle dieren zouden moeten worden geruimd. Mijnheer de minister, hebt u een zicht op de gevolgen voor het betrokken bedrijf? Heeft het bedrijf recht op een schadevergoeding, mocht blijken dat de besmetting aan een handeling door externen te wijten is?
Ten derde, de eieren werden ook verdeeld via verschillende supermarkten, zoals Delhaize en Carrefour. Dioxines en PCB's kunnen een kankerverwekkend effect hebben. Hoeveel eieren werden teruggeroepen? Heeft de consument aan de oproep gevolg gegeven? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor de consumenten die eventueel besmette eieren zouden hebben opgegeten?
Ten vierde, in november 2018 stelde het FAVV in nog een bioleghennenbedrijf een overschrijding van de PCB-norm vast. Hoe vaak wordt een besmetting met dioxines en PCB's vastgesteld? Hoeveel stalen heeft het FAVV de voorbije vijf jaar op PCB's en dioxines geanalyseerd? In hoeveel gevallen was er een probleem?
Ik zou graag een algemene stand van zaken in het dossier hebben, zodat wij ermee verder aan de slag kunnen.
03.02 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je ne reprends pas les éléments déjà communiqués par ma collègue. Nos questions se ressemblent, même si nous demandons peut-être quelques précisions complémentaires.
Monsieur le ministre, comment expliquez-vous la différence de taux renseignés par l’AFSCA et par le RASFF (Rapid Alert System for Food and Feed)? La presse nous informait que les taux mentionnés n'étaient pas exactement identiques. Quel est le résultat des analyses complémentaires de l’AFSCA? Les services de l’AFSCA ont-ils identifié l’origine de cette pollution par la dioxine? D’autres élevages ont-ils été victimes de la même pollution? Combien d’œufs ont-ils été contaminés? Parmi ceux-ci, quel pourcentage d’œufs contaminés a-t-il pu être rappelé? Des œufs ont-ils été utilisés pour la transformation? Les éventuels produits transformés contenant ces œufs ont-ils pu être identifiés et rappelés?
Pour ce qui est de la communication, quelles informations ont-elles été communiquées aux consommateurs par l’AFSCA quant à la dangerosité de la consommation des œufs concernés et par quel biais? Sauf erreur de notre part, il n'y a pas eu de communication de l'AFSCA après le 1er août 2019. Nous n'avons aucun élément quant à l'origine de la communication. En tant que ministre de tutelle, estimez-vous cette communication suffisante? Qu’est-il envisagé ou mis en œuvre pour améliorer encore cette communication?
03.03 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Dierick, de veiligheid van de consument is en blijft de absolute prioriteit van het FAVV. Het agentschap informeert mij dat het onderzoek om de oorzaak van de besmetting te bepalen, onderzoek dat gebeurt in overleg met de gewestelijke diensten, nog steeds aan de gang is. Het heeft het nu al mogelijk gemaakt om een besmetting via het kippenvoeder uit te sluiten.
De gewestelijke dienst OVAM heeft bijkomend bodemmonsters genomen, omdat er een beperkte verhoging van het gehalte dioxineachtige PCB's en indicator-PCB's was gemeten. Ik kom zeker naar u terug, zodra ik beschik over de resultaten van die analyses.
Uit voorzorg werd het pluimvee geruimd en werden alle niet-conforme eieren vernietigd. In dat geval is het FAVV niet bevoegd inzake de toekenning van een schadevergoeding; dat zijn, conform de wetgeving, de Gewesten, via economische tussenkomsten uit het Dierenfonds.
Suite à cette contamination, tous les œufs frais issus du producteur en question, soit plus de 75 000 œufs, ont fait l'objet d'une mesure de rappel. Ce rappel a été réalisé par l'entreprise concernée sous le contrôle de l'AFSCA.
L'Agence a elle-même veillé à la diffusion de l'information via son site internet, les réseaux sociaux et un communiqué relayé par l'agence Belga. Ce communiqué expliquait la problématique et les risques potentiels pour le consommateur tout en fournissant le numéro de téléphone du point de contact de l'AFSCA. Donc, selon moi, l'AFSCA a rempli complètement sa mission en matière de communication.
Une partie des œufs ayant été transformés, l'AFSCA s'est également assurée qu'il n'y avait aucun risque provenant des produits transformés. Aucun dépassement de la norme légale n'a été constaté dans les produits finis contenant les œufs concernés. Les œufs encore en stock dans l'entreprise de transformation en question ont également été détruits.
D'une manière générale, les effets néfastes des dioxines et PCB sont des effets à long terme. Cela signifie concrètement qu'il faut faire l'objet d'une exposition élevée et répétée sur une longue période pour que la santé soit mise en danger. Les dioxines peuvent avoir des effets néfastes sur le système reproducteur, la thyroïde, le système cardiovasculaire et le système immunitaire, et générer, faciliter des maladies comme le diabète de type 2 et l'obésité.
En l'espèce, l'AFSCA m'indique que les éventuelles conséquences sur la santé des consommateurs qui auraient consommé des œufs contaminés sont extrêmement limitées. Cela s'explique par la faible durée de l'exposition et le faible taux de dépassement.
Pour ce qui concerne votre question relative à la différence de taux, madame de Laveleye, l'AFSCA m'indique que les deux chiffres sont exacts. Ils varient selon que l'on tient compte ou non de la marge d'incertitude de la mesure. Ainsi le résultat obtenu était bien de 8,502 picogrammes, mais le taux d'incertitude était de 15 %. Le résultat rectifié était donc de 7,26 picogrammes.
Pour ce qui a trait aux PCB, sur la période s'étalant de 2013 à 2016, l'AFSCA n'a pas constaté de dépassement de la teneur maximale dans les œufs. Un dépassement a été constaté en 2017 dans les œufs d'élevage biologique. Deux dépassements ont été constatés en 2018 dont un dans des œufs d'élevage biologique.
Quant aux dioxines et PCB de type dioxine, l'AFSCA n'a observé aucun dépassement sur la période s'étalant de 2013 à 2018.
Durant cette période, l'AFSCA a effectué sur les œufs 599 analyses de dioxines et PCB de type dioxine, et 310 analyses de PCB. Le taux de conformité était de 100 %.
Je tiens à rappeler que, compte tenu de ce que nous avons traversé avec la crise du fipronil, nous avons sans doute, aujourd'hui, les œufs les plus contrôlés d'Europe. C'est un gage de confiance pour le consommateur.
03.04 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, dank u voor het uitgebreide antwoord.
Uw conclusie is dat de sector sterk wordt gecontroleerd en dat we er dus ook op mogen vertrouwen dat het goed verloopt. Dat stelt ons wel enigszins gerust. Toch moeten we alert blijven als er signalen zijn dat er iets fout kan lopen. We moeten dan de gepaste acties ondernemen.
Het is mij niet helemaal duidelijk of het bedrijf inmiddels alweer werkt. Toen ik mijn vraag indiende, was het betrokken bedrijf nog geblokkeerd. Is dat nog steeds het geval? De onderzoeken lopen immers nog. Wordt daar opnieuw gewerkt?
Ik heb begrepen dat OVAM nu de bodem onderzoekt. Ik ga ervan uit dat het gaat om de bodem in het bedrijf zelf waar de kippen op lopen. Misschien zijn daar verhoogde concentraties gevonden.
U zei dat u hier zeker later op zou terugkomen. Hebt u er enig idee van wanneer die onderzoeken afgerond zullen zijn? Wanneer mogen we daar feedback van verwachten?
Voor het overige hebt u al mijn vragen beantwoord.
03.05 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses précises et assez complètes.
Vous êtes revenu sur les risques que représentent la dioxine et le PCB pour notre alimentation.
Bien sûr que le fait d'avoir mangé quelques œufs de cet élevage n'est pas mauvais pour la santé mais en Belgique, nous sommes confrontés à beaucoup de sources de dioxine. Même si cet épisode n'est pas propice à endommager notre santé, cela reste problématique. Heureusement que des tests sont réalisés de manière systématique.
Dans ce cas précis, il s'agissait d'un auto-contrôle de l'entreprise. Celle-ci produit des œufs depuis longtemps et si la contamination vient du sol, il devait y avoir des œufs contaminés avant aussi. Nous attendons avec beaucoup d'intérêt les résultats des tests au sujet de la contamination du sol et nous apprécions que vous vous engagiez à nous les transmettre dès qu'ils seront en votre possession. Quand pensez-vous les avoir?
En ce qui concerne la communication, vous dites qu'il n'y a pas eu de manquement mais nous avons quand même du mal à obtenir des informations. Je ne parle pas d'un manque de transparence mais depuis le 1er août, il n'y a plus de communication sur le site de l'AFSCA. Pour le grand public, on se dit qu'on pourrait encore améliorer cette communication.
03.06 Denis Ducarme, ministre: J'en ai un peu assez qu'on attaque l'AFSCA. Je vous le dis franchement.
Je vous ai cité l'ensemble des éléments de communication qui ont été produits. Le recall a eu lieu. L'information par rapport à l'absence de risques pour la santé a été communiquée. Tout est perfectible, c'est vrai. Mais je peux vous assurer que des progrès énormes ont été faits en termes de communication par l'AFSCA depuis deux ans. Je suis partisan, lors de l'évaluation des audits sur lesquels nous aurons cette réunion, que vous puissiez prendre un cas de figure donné.
Gardons ce dossier en mémoire et prenons l'engagement d'y revenir. Dans le cadre des audits, des recommandations ont été formulées par rapport à la communication de l'AFSCA. Dites ce que vous voudriez en plus. De mon point de vue, tant du côté du consommateur, des opérateurs, de la distribution, que de l'impact sur la santé, l'information a été produite sur le site internet de l'AFSCA, au niveau du grand public via les dépêches qui ont été faites. Je suis d'accord de vous entendre. J'ai été parlementaire longtemps et je sais qu'il y a énormément d'idées sur les bancs parlementaires. Si vous avez des suggestions à formuler en termes de communication, je suis preneur. Mais en tout cas, dites-moi ce qu'il faut faire en plus par rapport à ce qui a déjà été fait. Je suis à l'écoute dans le cadre des contacts que nous aurons eus.
En ce qui concerne la réponse relative à la dioxine, je sais que nous sommes exposés en Belgique et ailleurs en Europe à un certain nombre de produits nocifs. C'est également la raison pour laquelle nous avons veillé par exemple à être aussi vigilants par rapport aux mesures que nous avons prises en ce qui concerne les pesticides ou par rapport aux limites maximales résiduelles autorisées pour faire baisser cette exposition.
Il est vrai que ma réponse porte sur les œufs. Toutefois, nous pourrions nous pencher à un moment donné sur des expositions plus transversales.
Madame Dierick, j'en viens à votre question relative à l'entreprise. Dès que le constat a été opéré au niveau de la contamination, il s'agit de voir l'opérateur produire les aménagements et les nettoyages nécessaires quant à son infrastructure. Ensuite, un recontrôle est effectué et le feu vert est donné à ce moment-là pour qu'il puisse se remettre au travail.
03.07 Le président: Merci, monsieur Ducarme.
Je retiens effectivement l'idée d'un débat plus large sur l'AFSCA.
03.08 Séverine de Laveleye (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je souhaite intervenir car M. le ministre a dit que nous "tapions" sur l'AFSCA. Ce n'est pas le cas, je vous ai d'ailleurs remercié pour la réponse très circonstanciée. Nous savons que l'AFSCA fournit un travail important et nous ne nous sentons pas en insécurité en Belgique.
Cependant, en termes de communication, nous pensons qu'il existe une marge d'amélioration. Nous le disons très sereinement. Nous savons qu'il ne suffit pas d'un coup de baguette magique, mais il y a eu des audits, comme vous l'avez dit, et nous continuerons à travailler sur les recommandations et resterons vigilants. Mais nous ne "tapons" évidemment pas sur l'AFSCA. Nous sommes seulement exigeants.
03.09 Denis Ducarme, ministre: Je vous remercie, madame, pour cette précision.
Pour travailler avec eux – j'ai envie de dire "jour et nuit", car c'est le cas –, je dois vous dire que ces personnes se mobilisent même la nuit. Il y a une volonté d'améliorer le fonctionnement et je vous remercie pour cette précision.
L'incident est clos.
Le président: Avant de passer à la prochaine question, je dois rectifier une erreur relative aux questions écrites, car nous étions mal informés.
Nous avons vérifié le règlement à l'article 123, qui porte sur les questions écrites dont le délai de réponse est de 20 jours ouvrables. L'article 123, § 5, dispose ce qui suit: si la réponse ne parvient pas au président dans le délai prévu à l'alinéa 2, la question est publiée et à la demande du membre aussitôt renvoyée à la commission permanente compétente et traitée comme une question orale, conformément aux dispositions visées à l'article 127.
Par conséquent, c'est l'inverse de ce que j'ai dit tout à l'heure. Il est possible de transformer, à la demande du membre, une question écrite à laquelle il n'a pas été répondu en question orale. Mais nous ne le ferons pas en séance.
Si vous n'avez pas eu de réponse à votre question, vous avez donc le choix: soit vous la réintroduisez en question écrite, soit vous la transformez en question orale et M. Ducarme y répondra la prochaine fois qu'il viendra.
04 Vraag van Frieda Gijbels aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Het fipronilschandaal" (55000291C)
04 Question de Frieda Gijbels à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Le scandale des oeufs contaminés au fipronil" (55000291C)
04.01 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, met deze vraag wil ik nog even terugkomen op het fipronilschandaal, dat gelukkig reeds een tijdje achter ons ligt. Mijn vraag werd geïnspireerd door een artikel in de pers van 2 september, toen tien verdachten naar de correctionele rechtbank werden doorverwezen in verband met het fipronilschandaal van 2017.
In 2017 kwam aan het licht dat onder het mom van een natuurlijk bestrijdingsmiddel voor bloedluizen door een moedwillige zwendel met valse etiketten fipronil in de voedselketen terechtkwam. Een Nederlands bedrijf verkocht de producten onder meer aan Belgische pluimveehouders, via een Belgische tussenpersoon. Het product werd ook uitgevoerd naar Italië.
Zowel Nederland als België voert in het dossier afzonderlijk onderzoek. De doorverwijzing van de tien verdachten past in het Belgische onderzoek. Het valt in de zaak op dat het twee jaar heeft geduurd, vooraleer men erachter kwam dat fipronil in de voedselketen terecht was gekomen.
Mijnheer de minister, welke lessen hebben u en het FAVV getrokken uit de zaak? Welke maatregelen hebt u genomen om de opsporing van schadelijke en verboden stoffen te verbeteren?
Hoe verloopt de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse voedselinspectie nu? Welke maatregelen zijn hier genomen? Die verliep immers destijds niet altijd even vlot.
Hoe verloopt de uitvoer van Belgische eieren naar het buitenland in de nasleep van het fipronilschandaal? Is die hersteld van de imagoschade die werd veroorzaakt door de laattijdige en verwarrende communicatie van het FAVV bij het uitbreken van het schandaal?
04.02 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Gijbels, het FAVV heeft de fipronilcrisis goed aangepakt. Ik vestig er overigens uw aandacht op dat Belgische eieren vandaag zeker bij de veiligste eieren in Europa horen.
De verbeterpunten hadden onder meer betrekking op, ten eerste, de crisiscommunicatie; ten tweede, de interne crisisuitbouw; ten derde, de samenwerking met stakeholders en andere diensten; ten vierde, de tracering van levensmiddelen en grondstoffen en, ten vijfde, de laboratoriumanalyses in crisisomstandigheden alsook andere operationele aspecten.
Concreet wordt de eiproductie nu steekproefgewijs gecontroleerd, zodat men er zeker van kan zijn dat die substanties niet aanwezig zijn. Mogelijke misbruiken kunnen zo sneller worden opgespoord. De communicatie van het FAVV werd gemoderniseerd en performanter gemaakt. De Nationale Opsporingseenheid (NOE) van het FAVV, die instaat voor het onderzoek van fraude en misbruiken in de voedselketen, is gevoelig versterkt met veertien voltijdse equivalenten. De werking en de ondersteuning werd aangepast en beter gestructureerd. Die dienst werkt nu nauwer samen met de politie en de gerechtelijke diensten, alsook met het FAGG.
Tot slot, wat de relatie met Nederland betreft, zijn er concrete afspraken gemaakt over de samenwerking en de uitwisseling van informatie. Er worden sindsdien kortere communicatiekanalen gebruikt en er vindt voortaan regelmatig overleg plaats.
04.03 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.
Op het vlak van de communicatie is er, zoals u al hebt aangehaald, nog verbetering mogelijk. Bij het listeria-incident hebben we ook weer gemerkt dat de communicatie tussen Nederland en België blijkbaar toch nog niet altijd even vlot verloopt. Ik hoop dan ook dat dat een aandachtspunt blijft. Tegenwoordig zijn er technologieën beschikbaar, waardoor er op communicatief vlak zeker verbeteringen gevonden kunnen worden. Ik hoop dat dit, gelet op het feit dat de Belgische en Vlaamse landbouw de jongste tijd al veel schade hebben ondervonden, een aandachtspunt blijft.
Het incident is gesloten.
Le président: La question n° 55000293C de M. Daniel Senesael est reportée à sa demande.
05 Question de Cécile Thibaut à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les directives de l'AFSCA pour prévenir le risque de contamination par le virus de la peste porcine" (55000333C)
05 Vraag van Cécile Thibaut aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De FAVV-richtlijnen ter voorkoming van het besmettingsrisico in de strijd tegen de varkenspest" (55000333C)
05.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, ma question concerne plus précisément les productions végétales provenant des zones infestées par la peste porcine africaine. Au mois de juillet, l'AFSCA interpellait par courrier – il ne s'agit donc pas d'un problème d'information – les agriculteurs de la zone infestée par la peste porcine (zone II) et de la zone tampon (zone I) que les productions végétales provenant de ces zones ne pouvaient pas être utilisées ou transformées en aliments pour porcs. Pas moins de 2 994 hectares seraient concernés.
L'AFSCA indiquait, dans un communiqué, que le risque de contamination des cultures récoltées existait et qu'il était donc essentiel de prendre les mesures nécessaires pour éviter que les récoltes issues de la zone concernée par la peste porcine soient valorisées en alimentation porcine.
Les consignes de l'AFSCA étaient très précises, à savoir privilégier un stockage en ferme, valoriser un maximum de céréales au sein de l'exploitation et prendre contact avec le négociant pour établir la marche à suivre en vue de la livraison des grains. En outre, un système de déclaration sur l'honneur était prévu, stipulant les zones dont étaient issues les céréales.
Monsieur le ministre, sans remettre en cause le principe de précaution, quelles bases scientifiques ont-elles conduit à cette décision qui, vous le conviendrez, est un nouveau coup dur pour certains agriculteurs qui ont déjà beaucoup perdu lors de l'abattage préventif des porcs? L'AFSCA se base-t-elle sur des analyses d'échantillons prélevés aléatoirement sur place? Le risque de contamination croisée existe-t-il au niveau des négociants? Si oui, quelles mesures ont-elles été mises en place pour éviter cette potentielle contamination? Quel est l'avis des experts européens qui suivent le dossier? Je conçois que cette question soit extrêmement technique et vous remercie d'avance pour votre réponse.
05.02 Denis Ducarme, ministre: Madame Thibaut, ce dossier est effectivement technique mais aussi compliqué d'un point de vue humain. Ce qui été vécu par les éleveurs au niveau local est dur. Nous avons dû abattre 4000 porcs, en lien avec les autorités européennes et la Région wallonne, pour protéger les six millions de porcs qui vivent sur le territoire belge aujourd'hui.
Compte tenu de la persistance du virus qui peut persister dans la nature très longtemps, les agriculteurs présents dans la zone infectée par la PPA sont confrontés à des mesures de biosécurité très strictes, dont l'objectif est d'éviter une contamination par ce virus aux exploitations porcines belges.
En l'occurrence, pour prendre ces mesures, l'Agence s'est basée sur différents avis scientifiques: ceux de l'Agence européenne de sécurité de la chaîne alimentaire, l'EFSA, et du Comité scientifique indépendant institué auprès de l'AFSCA, donc une base européenne et une base belge. Ce Comité souligne d'une part que les aliments pour animaux produits dans des zones contaminées peuvent en effet présenter un risque compte tenu de la résistance du virus dans l'environnement. D'autre part, le risque final d'introduction de la PPA dans les exploitations porcines via les aliments pour animaux provenant des zones réglementées 1 et 2 est "élevé".
Voilà ce qui a amené l'AFSCA à prendre ces mesures, qui sont malheureusement indispensables.
Deux réunions se sont tenues le 12 juillet et le 27 août 2019 avec les parties prenantes, l'administration wallonne et l'AFSCA. Chacun a pu prendre connaissance des problèmes pratiques, des solutions et des perspectives en la matière. Il est par exemple recommandé de ne pas nourrir les porcs avec de l'herbe ou des céréales fraîches provenant d'une zone contaminée, à moins que celles-ci n'aient été traitées en vue de l'inactivation du virus de la PPA ou stockées pendant au moins trente jours avant d'être données aux porcs. On a donc trouvé une piste d'ouverture à ce niveau-là.
Face aux risques de contamination croisée au niveau des négociants, la Belgian Feed Association a rédigé un protocole des mesures d'hygiène, validé par l'AFSCA et entré en vigueur le 14 septembre 2019. Je peux vous faire parvenir ce protocole complet. Le format des questions orales se prête assez mal à la lecture de ce type de document et je vais donc demander à mon cabinet de vous le transmettre.
05.03 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses complètes et pour l'empathie envers les éleveurs et les producteurs de céréales de cette zone.
Ce protocole gagne à être connu car l'an prochain, nous serons toujours dans cette situation. J'entends qu'il y a eu une manière d'évacuer les herbages et les céréales et que le traitement n'est pas une solution car on risque d'introduire d'autres intrants. La Région wallonne devrait pouvoir imaginer des indemnisations pour les agriculteurs.
05.04 Denis Ducarme, ministre: À ce sujet, vous devez savoir que nous avons veillé à indemniser l'ensemble des éleveurs, au niveau fédéral, pour les pertes subies. Nous l'avons fait via le Fonds de santé animale. Ils ont été indemnisés en un temps record, et j'y tenais. Il y a eu une indemnisation pour l'abattage des porcs et des mesures ont également été prises sur le plan wallon en faveur de l'ensemble de producteurs de la zone qui ont subi l'impact de la peste porcine africaine.
Je pense que la Région wallonne, le ministre Borsus et vraisemblablement la ministre Tellier vont poursuivre l'effort pour les éleveurs. Il serait aussi intéressant d'étudier les cas des agriculteurs et des producteurs qui n'ont pas été impactés par le volet "porcs" mais bien par le volet "production". Selon les informations dont je dispose, ils sont également soutenus.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vraag van de heer Arens vervalt, hij is verontschuldigd wegens ziekte.
- Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De vaccinaties tegen blauwtong" (55000348C)
- Josy Arens aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Blauwtong" (55001054C)
- Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La vaccination contre la fièvre catarrhale ovine" (55000348C)
- Josy Arens à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La fièvre catarrhale" (55001054C)
06.01 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de dierenartsen pleiten voor een gerichte en verplichte vaccinatiecampagne tegen blauwtong. Begin dit jaar maakte de ziekte opnieuw opgang in Wallonië. Ook in het oosten van Frankrijk komt blauwtong voor. Het gaat hierbij om het type 8, dat ook schadelijk is voor de rundveesector.
We vrezen dat de ziekte verder naar ons land zal oprukken, aldus de dierenartsen.
De onbeschikbaarheid en de prijs van het vaccin bemoeilijken een vrijwillige vaccinatie.
Blauwtong is een virale aandoening die wordt overgedragen door muggen. In november is dit iets minder relevant maar deze vraag werd eind augustus ingediend, toen het risico hoger was. Het virus is schadelijk voor herkauwers zoals schapen. Het type 8 is ook schadelijk voor runderen en in mindere mate voor schapen en kalveren. Ook bij volwassen runderen kan het virus leiden tot de dood. Blauwtong is echter ongevaarlijk voor de mens.
De overheid stelde het vaccin al eens beschikbaar na de epidemie in 2016 en 2017, maar dat is sinds eind 2018 niet meer het geval. Veehouders die willen vaccineren moeten het vaccin laten invoeren. Dat is duur en het vaccin is niet altijd beschikbaar.
Dierenartsen waarschuwen voor zware economische schade als blauwtong in onze regio zou rondwaren. Bij een uitbraak van blauwtong kunnen namelijk heel wat jonge dieren sterven. Verder zou ook de uitvoer van runds- en schapenvlees worden beperkt, wat een hogere financiële impact zou hebben dan de kosten van een algemene vaccinatie.
Ik heb daarover de volgende vragen.
Zal er worden overgegaan tot een algemene vaccinatie om de verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen?
Wat onderneemt u opdat het vaccin in België opnieuw tegen een gunstige prijs beschikbaar zou zijn?
Is er in een compensatieregeling voorzien voor de schade bij veehouders die te lijden hebben onder een uitbraak van de ziekte in hun veestapel?
06.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer Gilissen, na de ontdekking van het blauwtongvirus serotype 8 begin 2019 in zes rundveebedrijven in de regio van Paliseul werd het hele Belgische grondgebied in maart 2019 tot een gereglementeerde zone verklaard voor het virus. Op 9 september 2019 werd een nieuw asymptomatisch geval bevestigd in een rundveebedrijf in Neufchâteau, na een detectietest die uitgevoerd werd met het oog op intracommunautaire export.
Gelet op de gevolgen voor de Belgische veehouders heb ik de evolutie van de situatie permanent gevolgd. Ik heb er in het bijzonder op toegezien dat het vaccin in toereikende hoeveelheden beschikbaar zou zijn op de Belgische markt. Ik heb ook toegezien op de uitwerking van bilaterale akkoorden ter bevordering van de handel met onze belangrijkste handelspartners, namelijk Nederland, Spanje en Italië. Bovendien kunnen alle herkauwers zonder beperkingen verhandeld worden naar de zone waar het serotype 8 aanwezig is, Frankrijk, Zwitserland, Cyprus en sommige delen van Duitsland.
De vaccinatie van gevoelige dieren is op vraag van de sector niet verplicht maar wordt sterk aanbevolen door het FAVV omdat vaccinatie de beste vorm van preventie is. Momenteel zijn er voldoende vaccins beschikbaar via het normale circuit voor de distributie van diergeneeskundige geneesmiddelen toegelaten in België. Het Diergezondheidsfonds komt niet tussenbeide in de aankoop van vaccins. Er wordt niet in steunmaatregelen voorzien voor de bedrijven.
In de huidige situatie, omdat het hele land beschouwd werd als een enkele zone voor deze ziekte, is de nationale handel niet onderworpen aan beperkingen. Dat is natuurlijk ook belangrijk.
06.03 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het verheugt mij te vernemen dat u de nodige inspanningen hebt geleverd opdat het vaccin in voldoende mate beschikbaar zou zijn in België. Dat het vaccin moeilijk verkrijgbaar was, zorgde immers voor bezorgdheid.
Het verheugt mij eveneens dat u de evolutie van de verspreiding van blauwtong permanent opvolgt.
L'incident est clos.
- Frieda Gijbels aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Broussevlees" (55000361C)
- Laurence Hennuy aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Op de Belgische luchthavens in beslag genomen bushmeat" (55001317C)
- Laurence Hennuy aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "In de Belgische luchthavens in beslag genomen bushmeat" (55001349C)
- Frieda Gijbels à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La viande de brousse" (55000361C)
- Laurence Hennuy à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La viande de brousse saisie dans les aéroports belges" (55001317C)
- Laurence Hennuy à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La viande de brousse saisie dans les aéroports belges" (55001349C)
07.01 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, in een reportage van Pano, die de VRT in oktober 2018 uitzond, werd getoond dat er nogal eens vlees wordt aangetroffen in de bagage van passagiers op de luchthaven van Zaventem, vooral bij vluchten afkomstig uit Afrika. Volgens die reportage van Pano zou Brussel wel eens een draaischijf kunnen zijn in handel in het zogenaamd bush meat of broussevlees, meestal afkomstig uit het Afrikaans regenwoud. Zaventem heeft dan ook een traditie van goede luchtverbindingen met het Afrikaans continent.
Op de luchthaven van Zaventem zou één keer per maand een specifieke controle worden gehouden op de import van vlees. De import van vlees is hoe dan ook verboden, maar is natuurlijk zeker illegaal en strafbaar, als het gaat om vlees van bedreigde diersoorten. Daarnaast vormt de illegale import van vlees en zeker van broussevlees een potentieel gevaar voor de volksgezondheid, aangezien er tropische virussen en parasieten kunnen meereizen. Nochtans zouden de passagiers die op vleessmokkel worden betrapt, er door de regel zonder boete van afkomen, ook omdat er niet wordt gecontroleerd om welke vleessoort het gaat.
Volgens de woordvoerder van de FOD Volksgezondheid, die naar een reactie werd gevraagd naar aanleiding van de Panoreportage, werd er begin 2017 door de FOD Volksgezondheid een studie opgestart naar broussevlees. De gegevens van die studie zouden eind 2018 bekend zijn en gedeeld worden met het FAVV en met de douane om als basis te dienen voor gerichtere en strengere controles en bestraffing.
Mijnheer de minister, is die studie reeds opgeleverd? Zo ja, wat is de inhoud ervan? Indien niet, wanneer mogen wij die studie verwachten? Bent u bereid om die studie met het Parlement te bespreken? Welke maatregelen zijn er in verband met de illegale import van broussevlees in afwachting van die studie genomen?
Voorzitter:
Frieda Gijbels.
Présidente:
Frieda Gijbels.
07.02 Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, voici environ dix jours, le gouvernement fédéral a annoncé un renfort des contrôles dans les ports et aéroports à la suite de la saisie d’un bagage contenant de la viande de brousse contaminée par la peste porcine africaine à l’aéroport de Charleroi. À Brussels Airport, on estime que 40 à 60 tonnes de viande seraient importées illicitement chaque année.
Ces faits restent inquiétants lorsqu’on sait qu’une très faible quantité de viande infectée peut causer une épizootie de peste porcine africaine dans les forêts et dans les élevages et que le seul moyen d’éradiquer la maladie repose sur l'abattage des bêtes infectées ou susceptibles de l’être.
Nous avons, d’un côté, tout le secteur belge d’élevage porcin sous embargo et, de l’autre, une entrée illégale de viande potentiellement infectée via nos aéroports.
Monsieur le ministre, étant donné les risques sanitaires exorbitants, une amplification des mesures de contrôle et de prévention peut-elle être mise en œuvre dans les aéroports belges, en concertation avec les autorités de Belgocontrol et de l’AFSCA, afin de prévenir les risques de contamination? Quels ont été les retours effectifs des opérations Bacon dans les infrastructures aéroportuaires? J'ajoute une question subsidiaire: qui a trouvé le nom de cette opération?
07.03 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Gijbels, de studie waarnaar u verwijst, werd gevraagd door het DG Leefmilieu van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Daarom nodig ik u uit u te richten tot mijn collega, de minister van Leefmilieu.
Ik vestig er bovendien uw aandacht op dat de controle van passagiersbagage in eerste instantie tot de bevoegdheid van de douane behoort.
Je ne fais pas tout! Vous comprenez.
De douane voert continu controles uit op de bagage van passagiers.
Concrètement, toutes les viandes et tous les produits de viande découverts dans les bagages des passagers sont saisis par la douane et détruits. Par ailleurs, des contrôles renforcés sont menés deux fois par mois à l'aéroport de Bruxelles-National. L'AFSCA arrive en deuxième ligne. Elle se tient auprès de la douane, l'appuie et participe à ses contrôles renforcés.
En 2018 ont eu lieu 25 actions Bacon (pour baggage control). Je ne sais pas qui a choisi ce nom, madame Thibaut. Je n'ai pas de réponse à ce sujet mais je m'interroge comme vous sur cette appellation. Ces actions ont été menées dans les quatre aéroports et ont entraîné la saisie de 1 118,2 kilos de denrées alimentaires dont 483,87 kilos de produits relevant de la catégorie "viandes et produits à base de viande"; 17,4 kilos de ces produits ont ensuite fait l'objet d'une analyse ADN visant à déterminer l'origine des viandes. Douze kilos de produits ont finalement pu être classés dans la catégorie "viande de brousse". Entre janvier et août 2019, 20 actions Bacon ont déjà été menées dans les quatre aéroports, donnant lieu à la saisie de 1 899,68 kilos d'aliments dont 678,53 kilos de produits relevant de la catégorie "viandes et produits à base de viande".
Cependant, vu la difficulté de déterminer l'origine des viandes et des produits à base de viande, nous ne disposons pas encore aujourd'hui de données précises sur la quantité de viande de brousse saisie au cours du premier semestre 2019. Nous sommes en attente de cette information.
Je tiens, via l'unité nationale d'enquête de l'AFSCA, à renforcer les actions menées dans ce domaine, afin d'empêcher l'entrée de denrées contaminées via d'autres moyens de transport, qu'il s'agisse de bateaux ou de camions.
Naar aanleiding van de studie vermeld in uw vraag, mevrouw Gijbels, heb ik eerst mijn collega De Croo, die bevoegd is voor de douane, erop attent gemaakt dat het belangrijk is om bijzondere aandacht te besteden aan de versterkte controles op de bagage van passagiers naar aanleiding van de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest.
J'ai donc également pris contact, dans ce cadre, avec la ministre de l'Environnement responsable de la DG cinq, compétente en la matière, afin que ses services participent de façon plus systématique aux opérations de contrôle renforcé pour l'aspect CITES. Je vous remercie.
07.04 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, het probleem is misschien niet zo groot, maar, zoals u zelf aangeeft, zijn de bevoegdheden heel sterk versnipperd over tal van diensten die bij de problematiek betrokken zijn, namelijk douane, Voedselveiligheid, Volksgezondheid, Leefmilieu, en dat maakt de zaken er niet gemakkelijker op.
Voorts heb ik begrepen dat er begin december een colloquium zal worden georganiseerd, waar de resultaten van de studie zullen worden gepresenteerd. Hier geldt dan wel het motto "beter laat dan nooit", want die voorstelling komt er ongeveer een jaar na het leveren van de studie. Alleszins kijk ik uit naar de resultaten van de studie en ben ik benieuwd welke gevolgen die zullen hebben voor de aanpak van de problematiek.
07.05 Laurence Hennuy (Ecolo-Groen): Merci pour votre réponse.
Je n'ai pas grand-chose à ajouter, si ce n'est que la sensibilisation et la prévention restent importantes en amont. En effet, une fois que la viande est sur le territoire, il peut déjà être trop tard. Il faut bien sûr tenir compte des moyens, mais vingt actions en 2019, ça en fait à peine deux par mois. Un tel contrôle me semble léger quand on connaît les risques sanitaires que cette viande peut engendrer par la suite. Je vous remercie.
07.06 Denis Ducarme, ministre: Encore juste une précision.
Les actions bacon sont renforcées par rapport à la viande. Des contrôles sont déjà réalisés au quotidien pour constater des transferts non réglementaires. En ce qui concerne l'opération Bacon, des contrôles renforcés sont déjà réalisés et viennent en plus des contrôles existants. Cela nous permet de constater que l'action de renforcement vient en plus de ce qui existe déjà.
Sur cette question, je réponds par courtoisie au Parlement, parce que je ne suis pas responsable en première ligne en la matière. Je veux être respectueux du Parlement mais en l'occurrence, c'est la DG 5, la douane, l'AFSCA qui sont compétents, comme services d'appui. Le sujet étant important, j'ai veillé à prendre moi-même l'initiative en vue de sensibiliser les collègues qui travaillent sur le dossier.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vragen nrs. 55000624C en 55000691C van mevrouw Dierick worden omgezet in schriftelijke vragen.
- Patrick Prévot à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les conséquences sanitaires de l’incendie de l’usine Lubrizol à Rouen" (55000730C)
- Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les retombées de l'incendie de Lubrizol à Rouen" (55000928C)
- Patrick Prévot aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De gevolgen voor de volksgezondheid van de brand bij het bedrijf Lubrizol in Rouen" (55000730C)
- Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De impact van de brand bij Lubrizol in Rouen" (55000928C)
08.01 Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, le jeudi 26 septembre, un spectaculaire incendie a eu lieu dans l’usine Lubrizol de Rouen, où sont fabriqués des additifs pour enrichir des huiles, des carburants et des peintures industrielles. Un panache de fumée de 22 km de long et 6 km de large s’est dégagé du site, classé "seuil haut" Seveso.
Cinq ou six heures après le dégagement des premières fumées, ce nuage potentiellement chargé de poussières toxiques a traversé le territoire belge. De nombreux reportages télévisés ont fait état de citoyens se plaignant de résidus dans leur jardin. Le Centre de Crise de Wallonie a également conseillé, par mesure de précaution, d’aérer les habitations, d’éviter tout contact avec la peau et de laver fruits et légumes produits localement.
Les consommateurs et les agriculteurs belges sont inquiets des conséquences sanitaires et environnementales de cet incendie. La FUGEA demande une position claire de l’AFSCA sur les retombées éventuellement nocives du côté belge de la frontière.
En France, l’incendie a été qualifié de catastrophe majeure par le préfet, M. Durand. Un arrêté préfectoral interdit la commercialisation du lait dans 112 communes traversées par le nuage toxique. Par ailleurs, la préfecture a annoncé le gel des productions et des récoltes dans l’attente de garanties sanitaires. Chez nous, au contraire, peu de choses ont été communiquées.
Monsieur le ministre, pouvez-vous faire un instantané de la situation et faire la transparence sur les conséquences sanitaires de l’incendie? Les fumées qui ont traversé la Belgique ont-elles des retombées nocives sur les produits de notre agriculture et des cultures domestiques? Quelles démarches ont été entreprises par l’AFSCA depuis l’incendie? Des mesures à destination des agriculteurs belges sont-elles en préparation?
08.02 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, op 26 september 2019 ontstond er brand in het chemisch bedrijf Lubrizol, gelegen in Rouen in Frankrijk. Door deze brand ontwikkelde zich een grote rookwolk die als gevolg van de windrichting ook over België trok.
Gezien de aard van het bedrijf en de hevigheid van de brand is er de vrees dat deze rookwolk diverse componenten bevatte die schadelijk waren voor de volksgezondheid. De vrees is dat op de plaatsen waar de rookwolk passeerde schadelijke bestanddelen zijn neergeslagen op gewassen, bedoeld voor dierlijke of menselijke consumptie, alsook opgenomen werden door de veestapel en alzo via zuivel of vleesproducten in de voedselketen kunnen terechtkomen.
Het crisiscentrum van Wallonië adviseerde als voorzorgsmaatregel om huizen te ventileren, om elk contact met de huid te vermijden en om lokaal geproduceerde groenten en fruit te wassen.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen voor u.
Ten eerste, zijn er luchtmetingen uitgevoerd om de aanwezigheid van schadelijke bestanddelen in de rookwolk vast te stellen? Zo ja, welke bestanddelen werden aangetroffen? Zijn de aangetroffen concentraties alarmerend?
Ten tweede, zijn er nog bijkomende voorzorgsmaatregelen genomen om een mogelijke besmetting van de voedselketen te voorkomen, zoals dieren op stal houden en testen op besmetting van gewassen, zuivel en vleesproducten?
Ten derde, kunnen landbouwers of veetelers aanspraak maken op een schadevergoeding indien gewassen, veestapel of zuivelproducten besmet zouden zijn met schadelijke bestanddelen ten gevolge van de brand en daardoor onverkoopbaar zijn of vernietigd moeten worden?
Ten vierde, heeft men zicht op eventuele gevolgen op lange termijn van de uit de rookwolk neergeslagen bestanddelen? Zo ja welke?
Ten vijfde, zijn er bodemtesten uitgevoerd om na te gaan of er zich een bodemverontreiniging heeft voorgedaan?
Ten zesde, bent u van oordeel dat er een goede communicatie is geweest met de verschillende betrokken diensten, alsook met de instanties in Frankrijk en dat er adequaat is opgetreden om de gevolgen voor ons land zo veel mogelijk te beperken?
08.03 Minister Denis Ducarme: Mevrouw de voorzitter, collega's, de gezondheid van de Belgen valt onder mijn essentiële bezorgdheid. De problematiek verbonden met de spectaculaire brand in de fabriek Lubrizol in Rouen op donderdag 26 september valt onder de bevoegdheid van de Gewesten.
Cela relève donc de la compétence de la Région. Celle-ci est en effet compétente pour les questions liées à la pollution de l'air, de l'eau et des sols.
De Gewesten zijn bevoegd voor lucht-, water- en grondvervuiling.
J'ai eu un contact, dans les jours qui ont suivi l'incendie de Rouen, avec l'ensemble des services, pour m'en assurer. J'ai également eu des contacts avec ma collègue Maggie De Block, avec le premier ministre et avec le ministre des Affaires étrangères dans le cadre des relations avec les autorités françaises.
La ministre wallonne de l'Environnement, Mme Tellier, a, dès le dimanche 29 septembre, indiqué, sur base des éléments en possession du Centre régional de Crise de la Wallonie, que la qualité de l'air était bonne en Belgique. Elle a ajouté que des analyses de sols approfondies ne semblaient pas nécessaires vu la dispersion des polluants par la pluie et la faible quantité des polluants ayant atteint la Belgique.
Vanaf het weekend heb ik de nodige contacten gelegd met mijn collega's. Daarnaast heb ik toegezien op de organisatie van een coördinatievergadering, die heeft plaatsgevonden op maandag 30 september op het kabinet van de eerste minister. Ook de kabinetten van de minister van Volksgezondheid en de minister van Leefmilieu alsook de bevoegde administratie, met inbegrip van het FAVV, waren hierop aanwezig. Het FAVV heeft aan het gewestelijk centrum gevraagd om over de resultaten van mogelijke testen te communiceren.
Par ailleurs, dès le week-end, j'ai écrit à la ministre Tellier afin de l'assurer de la disponibilité des départements fédéraux concernés, en ce compris l'AFSCA.
Pour conclure, nous pouvons également indiquer que la France nous a informés, le 20 octobre, qu'en dehors d'une contamination environnementale dans la région de Rouen, les tests avaient confirmé qu'il n'y avait aucun problème et que toute restriction concernant les denrées agricoles n'était pas nécessaire.
Het FAVV heeft dan ook geen bijzondere maatregelen opgelegd aan de landbouwers, maar blijft natuurlijk volledig ter beschikking van de gewestelijke overheden.
Monsieur Prévot, pour vous répondre franchement, étant donné la compétence régionale en la matière, je pense qu'une communication forte au départ de la Région wallonne et du Centre régional de Crise aurait sans doute été un facteur qui aurait davantage rassuré, puisqu'on n'avait qu'une dépêche. Ce n'est pas mon habitude et cela aurait évidemment été mal pris qu'un ministre fédéral fasse le travail d'un ministre régional. Monsieur Gilissen, vous serez sans doute d'accord. Mais, en l'occurrence, je me demande si nous n'aurions pas dû avoir une communication plus forte qui émane directement du niveau politique pour apporter l'élément qui rassurait.
Je pense qu'à l'avenir, dans ce genre de circonstance qui surviendra probablement encore, il ne serait sans doute pas inutile d'avoir une communication plus forte qui émane directement du responsable politique compétent. Je ne veux absolument pas faire la leçon ici à qui que ce soit. Ce n'est pas l'objet. On apprend tous les jours et il faut en tirer les leçons. Comme les gens, les agriculteurs se sont inquiétés. Une communication plus forte aurait sans doute été utile.
08.04 Patrick Prévot (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour les éléments de réponse que vous avez bien voulu nous apporter.
Je suis d'accord avec vous pour dire qu'une communication politique et régionale – je savais, en effet, en déposant ma question que les compétences émanaient pour la plupart des Régions – aurait été de nature à rassurer la population, nos agriculteurs et même les jardiniers du dimanche qui cultivent un potager.
Si je vous ai interpellé, c'est notamment parce que la Fédération Unie de Groupements d'Éleveurs et d'Agriculteurs (FUGEA) m'a contacté en m'informant qu'elle avait demandé à l'AFSCA si des mesures avaient été prises. J'entends qu'aucune mesure n'a été prise notamment parce que nos voisins français ont confirmé le 20 octobre dernier qu'il n'y avait pas de soucis majeurs. Mais cela ne vous a pas empêché, depuis le début de la procédure, de mener des réunions de coordination, et de signaler aux Régions compétentes que l'AFSCA se tenait à leur disposition, ce que nous ne pouvons que saluer.
Cependant, j'ai le sentiment qu'il y a eu un défaut de communication dans ce dossier. Comme je l'ai dit, les Régions auraient dû rassurer un peu plus la population et, en tout cas, communiquer davantage. En effet, on ne communique jamais assez.
08.05 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De brand bij Lubrizol in Rouen is inderdaad uitgebreid in de media geweest. Er was heel veel ongerustheid over mogelijk schadelijke gevolgen. Zoals collega Prévot reeds zei, had men hierover wat meer mogen communiceren om zo de ongerustheid te voorkomen.
Ik begrijp uit uw antwoord dat wij ons niet ongerust hoefden te maken. De luchtkwaliteit was goed. Er zijn ook geen redenen tot ongerustheid over mogelijke bodemverontreiniging.
Ik meen dat u de meeste vragen hebt beantwoord. Voor de rest zal ik overleggen met mijn collega's op het Vlaamse niveau.
L'incident est clos.
- Frieda Gijbels aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De aanwezigheid van lood in kurkuma" (55000754C)
- Leen Dierick aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De aanwezigheid van lood in kurkuma" (55000860C)
- Frieda Gijbels à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La présence de plomb dans le curcuma" (55000754C)
- Leen Dierick à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La présence de plomb dans le curcuma" (55000860C)
09.01 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, in Nederland heeft de Voedsel- en Warenautoriteit, het equivalent van ons FAVV, een onderzoek bevolen naar de aanwezigheid van lood in kurkuma, na een artikel in NRC dat stelde dat in Bangladesh lood wordt toegevoegd om kurkuma geel te kleuren. Tegelijkertijd blijkt het niet evident om de herkomst van kruiden te controleren en zijn ze gemakkelijk onderhevig aan voedselfraude. Het hoeft geen betoog dat lood in ons voedsel uiteraard geen goede zaak is.
Ten eerste, komt er Bengaals kurkuma in onze voedselketen terecht?
Ten tweede, worden kruiden bij ons gecontroleerd? Zo ja, op welke wijze?
Ten derde, bestaan er in het geval van besmetting kanalen waarlangs de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit het FAVV informeert?
Ten vierde, zal het FAVV proeven uitvoeren om de aanwezigheid van lood in geïmporteerd kurkuma uit te sluiten?
Ten vijfde, welke maatregelen kunt u en het FAVV nemen, als de aanwezigheid van lood in de voedselketen wordt vastgesteld?
09.02 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Gijbels, volgens de statistieken van de douanediensten werd er tijdens de periode van januari 2018 tot april 2019 3,5 ton kurkuma of kruidenmengsels uit Bangladesh ingevoerd. Kruiden worden in België net zoals in Nederland wel degelijk gecontroleerd. Zo voorziet het FAVV jaarlijks in monsternames om de aanwezigheid van mycotoxines in specerijen te controleren. Het agentschap wijst er mij evenwel op dat er vandaag geen specifieke norm bestaat voor lood in specerijen.
Wat de invoer uit derde landen betreft, bepaalt de bestaande Europese wetgeving dat in geval van terugkerende problemen de invoer uit derde landen aan versterkte controlemaatregelen kan worden onderworpen. Het agentschap zegt mij dat dit momenteel nog niet het geval is.
Indien een risico voor de Volksgezondheid wordt vastgesteld bij analyses uitgevoerd door het FAVV of door een operator in het kader van zijn controlesysteem, zal het FAVV onmiddellijk de nodige maatregelen nemen om te verhinderen dat het product nog kan worden geconsumeerd. Momenteel loopt er ook een gezamenlijke actie van het FAVV en de FOD Economie met betrekking tot fraude met specerijen.
Tussen de Europese lidstaten is een efficiënte uitwisseling van informatie mogelijk door gebruik van het Rapid Alert System for Food and Feed (RASFF). Elke lidstaat is verplicht om de andere lidstaten via dat systeem te informeren, indien een product op de markt van een andere lidstaat aanwezig is dat een risico kan inhouden voor de volksgezondheid. Het specifieke RASFF-bericht over het hoog gehalte aan chroom gecombineerd met lood in kurkuma in poedervorm afkomstig uit India, werd ook besproken op de jongste vergadering van de Europese expertgroep inzake industriële contaminanten en milieucontaminanten op 3 juni 2019.
Ik heb aan het FAVV gevraagd om na te gaan of bijkomende acties nodig zijn. De Commissie was immers van mening dat het veeleer een probleem van fraude was. Een Europese aanpak is aan te bevelen.
09.03 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik denk inderdaad dat wij hiervoor aandachtig moeten zijn en dat een Europese aanpak de juiste aanpak is. Zoals ik eerder bij andere kwesties aanhaalde, is een goede communicatie tussen de verschillende lidstaten erg belangrijk.
Het incident is gesloten.
10 Question de Cécile Thibaut à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La loque américaine" (55000930C)
10 Vraag van Cécile Thibaut aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Amerikaans vuilbroed" (55000930C)
10.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, selon la définition de l’AFSCA, la loque américaine est une maladie bactérienne des abeilles. Selon le protocole de l’AFSCA, si la colonie est suspectée d’être atteinte ou d’être contaminée, l’apiculteur est tenu d’en faire immédiatement la déclaration à l’unité locale de contrôle (ULC) dont dépend le rucher. En cas de contamination, soit la colonie contaminée est détruite, soit elle fait l’objet d’une procédure d’essaimage artificiel.
En province du Luxembourg, et ces derniers mois notamment, le protocole prescrit par l’AFSCA ne semble pas avoir été respecté par ses propres services d’intervention. Alors que le protocole prévoit la destruction ou l’essaimage de la colonie contaminée, c’est bien l’entièreté du rucher, comprenant plusieurs ruches ou colonies, qui a été systématiquement détruite par les services d’intervention. Cette absence totale de proportionnalité entre la maladie déclarée et la réponse apportée pose notamment les questions suivantes.
Il existe tout d'abord un impact financier pour l'apiculteur. Outre le travail de reconstruction, l’indemnisation symbolique prévue par le protocole ne répare pas ce dommage. Il existe également un impact environnemental. En détruisant aveuglément des ruchers entiers sans distinction, les services de l’AFSCA portent un coup supplémentaire à la disparition de cet insecte déjà tellement menacé.
Enfin, ces actes portent un enjeu d’hygiène. Paradoxalement, cette méthode aveugle et ultra précautionneuse a un effet pervers évident. Si les services de l’AFSCA confirment cette réputation de tout brûler indistinctement au moindre foyer d’infection, les apiculteurs ne dénonceront plus les cas de maladies détectés dans leurs ruchers. C'est donc un piège.
Monsieur le ministre, quelle est la prévalence de la maladie en Belgique? Confirmez-vous les chiffres de l’AFSCA? Confirmez-vous qu’il existe d’autres moyens de traiter la maladie que de détruire l’ensemble d’un rucher? Dans un contexte de perte de biodiversité, comptez-vous interpeller l’AFSCA et vous assurer qu’elle respecte, à l’avenir, son propre protocole?
10.02 Denis Ducarme, ministre: Madame Thibaut, si vous aimez les abeilles et que vous voulez les défendre, vous avez un allié dans la place. Ces dernières années, j'ai pris une série de mesures qui visent à mieux protéger les abeilles et qui nous situent à l'avant-garde au plan européen en la matière.
J'aime les abeilles et j'adore le miel. Je collectionne d'ailleurs les différents miels.
Je suis attentif à la situation de nos pollinisateurs, notamment les abeilles. Nous avons pris des positions avant-gardistes au niveau européen et, parfois même, "piqué" un certain nombre de collègues européens car nous avons été confrontés à un certain conservatisme. Je m'engage à continuer à aller dans ce sens.
Récemment, nous avons pu débloquer un budget – notamment dans le domaine de la recherche – en vue de mieux lutter contre le varroa, qui est la première cause de mortalité des abeilles mellifères. De nouvelles études pourraient apporter des solutions à court et moyen termes.
La loque américaine est une maladie animale très contagieuse, qui provoque une forte diminution de la productivité et qui fait dépérir les colonies d'abeilles. Nous devons y rester très attentifs. L'AFSCA m'indique qu'en septembre dernier, sur les 7 178 apiculteurs enregistrés – dont 74 supplémentaires en province de Luxembourg –, le nombre de foyers de loque américaine déclarés s'élevait à 10. La prévalence 2019, calculée à partir des enregistrements, atteint donc 0,14 %. Cela nous permet de mesurer l'ampleur du phénomène.
Vous avez tout à fait raison de rappeler qu'il est possible de ne pas recourir à la destruction d'un rucher qui est atteint par la maladie. Certaines colonies dépourvues du symptôme de loque peuvent ainsi être sauvées par la pratique de l'essaimage. Cependant, cette méthode qui leur permet de se reconstituer est malheureusement impossible en dehors de la période de développement et nécessite de disposer de ruches saines pour transférer les essaims.
Si l'on examine les sept foyers de loques américaines identifiés en province de Luxembourg au cours de cette année, l'Agence m'informe que son protocole – qui impose notamment d'évaluer en priorité la possibilité d'essaimage – semble avoir été respecté.
Vous me dites que l'AFSCA n'aurait pas respecté son propre protocole. Suivant ce qui m'a été dit, ce n'est pas le cas. L'AFSCA a donc respecté son protocole.
Sachez aussi que tous les apiculteurs chez qui des colonies ont dû être détruites étaient dûment inscrits à l'AFSCA et qu'ils seront prochainement indemnisés.
Quand l'AFSCA intervient, elle a souvent le mauvais rôle. Et j'ai bien conscience du drame que cela représente pour un apiculteur de voir sa production détruite.
Madame la députée, je vais demander à l'AFSCA de bien expliquer son protocole et de faire preuve de la plus grande pédagogie en la matière. En effet, selon moi, cette façon de faire permettrait de dépasser un certain nombre de malentendus.
Je ne peux pas croire que l'ULC ait eu un comportement qui ne respecte pas les règles liées au protocole. Mais je m'engage à demander à l'AFSCA de bien expliquer la procédure aux apiculteurs qui pourraient encore être victimes du phénomène lié à la loque américaine.
10.03 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Je confirme que vous êtes un allié dans la place pour la défense des abeilles. Cette position est reconnue par le secteur.
En ce qui concerne les sept foyers dans le Luxembourg, vous voulez me rassurer en affirmant que l'essaimage a été respecté. J'ai le cas de trois foyers dans la commune de Chiny où il n'a pas été respecté, le rucher entier ayant été détruit. Je n'ai donc pas les mêmes échos que vous. J'en prends acte.
Vous dites qu'il faut bien expliquer le protocole; c'est une partie de la communication. Mais si le protocole n'est pas respecté, on aboutit à un malentendu. En l'occurrence, je n'ai pas obtenu de réponse concernant ces cas de ruchers qui ont été totalement détruits.
10.04 Denis Ducarme, ministre: Je vais redemander en détail à l'AFSCA le processus afin que nous puissions clarifier la situation. Je veillerai naturellement à vous communiquer tous les détails relatifs à la procédure qui a pu être mise en place.
L'incident est clos.
11 Vraag van Robby De Caluwé aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Bacterievuur" (55001297C)
11 Question de Robby De Caluwé à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Le feu bactérien" (55001297C)
11.01 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, bacterievuur wordt veroorzaakt door de bacterie erwinia amylovora. De plantenziekte, die in Europa voorkomt, richt grote schade aan, onder andere in de boomkwekerijen en de fruitteeltsector. Er zijn bijna 200 plantensoorten bekend die kunnen worden aangetast door bacterievuur.
Onder meer daarom werd de ziekte opgenomen in de richtlijn 2000/29/EG van de Raad als schadelijk organisme in de landbouw waartegen maatregelen moeten worden genomen om de verspreiding tegen te gaan. Bij vaststelling van de ziekte geldt daarom een meld- en bestrijdingsplicht. De besmette plant moet worden verwijderd of vernietigd. In het kader van de verordening 2016/2031 werd bekendgemaakt dat erwinia amylovora vanaf 14 december 2019 verwijderd zal worden uit de lijst met quarantaineziektes.
Ten eerste, hoe staat u als minister tegenover dat voornemen van Europa?
Ten tweede, hebt u zich reeds geïnformeerd over de motivatie van de Europese Commissie om het bacterievuur door erwinia amylovora uit de lijst met quarantaineziektes te halen? Zo ja, welke was die motivering? Zo neen, waarom hebt u dat nog niet gedaan?
Ten derde, hebt u het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen reeds om advies gevraagd? Zo ja, welk advies heeft het gegeven? Zo neen, wanneer zal dat gebeuren?
Ten vierde, zult u de Europese Commissie over de beslissing interpelleren en er bij haar op aandringen om op het voornemen terug te komen?
Ten vijfde, hoe ziet u de gevolgen van de maatregel voor de verdere ontwikkeling van de ziekte in België, in het bijzonder voor de fruit- en sierteeltsector?
Ten zesde, bacterievuur verspreidt zich erg snel en is zeer besmettelijk. Dat zorgt niet alleen voor materiële en financiële schade, de ziekte zal er ook voor zorgen dat er argwaan ontstaat bij exportbestemmingen, bijvoorbeeld China. Zij zouden de import dan wel eens kunnen stopzetten. Vreest u voor negatieve gevolgen voor de export van sier- en fruitteeltproducten? Hebt u hierover reeds advies gevraagd aan de exportcel van het FAVV? Zo niet, zult u dat op korte termijn doen?
Zult u over de
problematiek in overleg treden met uw regionale collega's, zowel in Vlaanderen
als in het Waals Gewest?
11.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer De Caluwé, dank u voor deze belangrijke vraag. Inzake de gezondheid van planten en dieren heb ik de gewoonte mijn mening te vormen op basis van de wetenschappelijke gegevens, die mij bezorgd worden door de diensten die onder mijn toezicht staan.
In dit geval sluit ik mij aan bij het FAVV, dat trouwens het standpunt steunt van de Europese Commissie. Immers, de bacterie die bacterievuur veroorzaakt, voldoet niet meer aan de definitie van quarantaineorganismen. Die komt nu wijdverbreid voor in België, net als in andere landen van de Europese Unie trouwens.
Wij moeten die plantenziekte blijven bestrijden, zij het met beter gepaste instrumenten dan quarantaine. Bacterievuur zal voortaan in de Europese wetgeving worden opgenomen in de lijst van gereguleerde niet-quarantaine-organismen. Concreet zullen de teelt en de handel van plantgoed van waardplanten nog steeds aan controle onderhevig blijven, om de afwezigheid van bacterievuur te garanderen.
Het toezicht daarop valt wel onder de exclusieve bevoegdheid van de Gewesten. Er is trouwens overleg over de controle op de import aan de gang met de bevoegde gewestelijke instanties. Ik sta voortdurend in contact met de sectoren over de aangelegenheid, zelfs gisteren nog, om precies te zijn.
11.03 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, dank u wel voor uw antwoord.
Als ik het goed begrijp, worden er andere maatregelen genomen. Ik heb echter niet zo goed begrepen welke maatregelen er precies worden genomen om de ziekte te bestrijden. Of wordt dat momenteel nog onderzocht? U zei immers dat quarantaine niet langer nodig is, omdat de toestand op een andere manier wordt opgevolgd.
11.04 Minister Denis Ducarme: (…).
11.05 Robby De Caluwé (Open Vld): Dan weet ik voldoende. Bedankt voor uw antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.07 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 07.