Commission de l'Économie, de la Protection des
consommateurs et de l'Agenda numérique |
Commissie
voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda |
du Mercredi 27 novembre 2019 Matin ______ |
van Woensdag 27 november 2019 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.30 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 30 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.
01 Actualiteitsdbebat: de export van varkensvlees en toegevoegde vragen van:
- Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De gevolgen van de Afrikaanse varkenspest en de export van varkensvlees naar China" (55000545C)
- Leen Dierick aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De export van Belgisch varkensvlees" (55000835C)
- Robby De Caluwé aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De heropening van de Aziatische markten voor het Belgische varkensvlees" (55001301C)
- Frieda Gijbels aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Het importverbod wegens de varkenspest" (55001685C)
01 Débat d'actualité: l'exportation de viande porcine et questions jointes de:
- Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les conséquences de la peste porcine africaine et les exportations de viande porcine vers la Chine" (55000545C)
- Leen Dierick à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les exportations de viande porcine belge" (55000835C)
- Robby De Caluwé à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La réouverture des marchés asiatiques à la viande de porc belge" (55001301C)
- Frieda Gijbels à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "L'interdiction d'importation liée à la peste porcine" (55001685C)
01.01 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, uit schrik voor een uitbraak van de varkenspest in Vlaanderen eist de Boerenbond dat een aantal everzwijnen teruggedrongen wordt uit gebieden met varkensbedrijven en dat het globale everzwijnenbestand verminderd wordt. "De beheersmaatregelen die tot op heden genomen werden, zijn absoluut onvoldoende", aldus Wouter Wytynck van de Boerenbond in het tijdschrift Boer&Tuinder.
Een jaar geleden werden in de provincie Luxemburg kadavers van met Afrikaanse varkenspest besmette everzwijnen ontdekt. Dat had meteen zware gevolgen voor de varkenssector in ons land. De prijzen kelderden en 22 exportbestemmingen, waaronder China, sloten hun grenzen voor Belgisch varkensvlees. In de besmette zone werden al meer dan 800 everzwijnen positief bevonden, maar de professionele sector bleef tot dusver gelukkig buiten schot.
Begin dit jaar noteerden we een positieve kentering in de markt, doordat ook China zeer zwaar getroffen werd door de varkenspest en varkensvlees moest importeren. Door de toegenomen vraag naar varkensvlees stegen de prijzen in de EU. Door de varkenspestproblematiek liggen de prijzen in ons land echter lager dan in onze buurlanden. De uitbreiding van het afzetpotentieel in China is dan ook zeker welkom om de prijzen op een aanvaardbaar niveau te krijgen.
Op 21 oktober werd echter nog een geval van varkenspest vastgesteld in Aarlen. Tevens is recentelijk ook vastgesteld dat steeds meer everzwijnen antistoffen hebben tegen de Afrikaanse varkenspest. Die dieren zijn resistent tegen de ziekte, maar kunnen die wel nog verspreiden. De economische schade die de varkenspest veroorzaakt, wordt ondertussen geraamd op een half miljard euro.
Welke maatregelen werden er al genomen om besmetting met varkenspest bij onze varkensbedrijven te voorkomen? Bent u bereid om in bijkomende maatregelen te voorzien om België zo snel mogelijk vrij van varkenspest te kunnen verklaren?
Is er up-to-date informatie beschikbaar over de locatie van de besmettingen met varkenspest onder de everzwijnenpopulatie?
Zijn er steunmaatregelen voor eventuele getroffen bedrijven? Zo ja, welke?
Zal de Belgische taskforce voor export alles in het werk stellen om een akkoord te sluiten met China, zodat het land varkensvlees toelaat uit niet-besmette zones? Ik heb inmiddels het bericht zien verschijnen dat er ook na de handelsmissie geen akkoord is. Werd het onderwerp besproken tijdens de prinselijke handelsmissie naar China?
01.02 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, aangezien ik mijn vraag al op 7 oktober indiende, zijn sommige elementen ervan misschien al achterhaald. Hoe dan ook, op die datum belemmerde de Afrikaanse varkenspest nog altijd serieus de export van varkensvlees.
Volgens de Federatie van het Belgische Vlees zal de Afrikaanse varkenspest de sector maar liefst tussen 447 miljoen en 584 miljoen euro kosten. Bij die raming wordt wel verondersteld dat er geen nieuwe gevallen meer opduiken en dat de export naar de verloren landen in augustus 2020 kan worden hervat. De varkenspest zal de totale sector al zeker een half miljard euro kosten. Dat is gigantisch veel.
Ondanks de inspanningen waren er op het moment van de opmaak van mijn vraag nog altijd 21 exportmarkten gesloten. Het zijn vooral de Aziatische landen die hun grenzen hebben gesloten voor het Belgische varkensvlees. Nochtans werd de ziekte enkel vastgesteld bij everzwijnen en was er dankzij de vele geleverde inspanningen ook geen overdracht naar onze varkens. Jammer genoeg zijn de Belgische varkenshouders wel degelijk de dupe van het sluiten van die exportmarkten.
Welke exportmarkten zijn ondertussen open en welke zijn nog steeds gesloten?
Welk effect heeft het instellen van het embargo door derde landen op de export van Belgisch varkensvlees?
Hoeveel werd er vóór de Afrikaanse varkenspest geëxporteerd en hoeveel erna? Welke landen voeren het meeste varkensvlees in?
Welke maatregelen zult u nemen om derde landen toch gerust te stellen en hen ervan te overtuigen dat het Belgische varkensvlees kwaliteitsvol is, waardoor export weer toegelaten wordt?
Welke maatregelen zult u nemen om het aantal exportlanden voor het Belgische varkensvlees te verhogen? Welke stappen zult u specifiek zetten naar de 21 exportlanden die hun grenzen blijven sluiten voor het Belgische varkensvlees?
Ik kijk alvast uit naar uw antwoord.
De voorzitter: Mevrouw Jadin is verontschuldigd.
01.03 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, na de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest in Zuid-Wallonië gingen de grenzen van heel wat Aziatische landen voor het vlees van Belgische varkens dicht. Nochtans heeft België een AVP-vrije status behouden voor gedomesticeerde varkens. Inmiddels hebben ook India en Vietnam hun embargo op Belgisch varkensvlees opgeheven. Ook Singapore heeft dat recent besloten. De uitdaging blijft om de andere markten te openen, in het bijzonder die van Zuid-Korea en China. Inmiddels hebben die landen ook varkenspest op hun grondgebied. In Zuid-Korea werden al meer dan 150.000 varkens afgemaakt. Toch houdt het land er een opmerkelijk beleid op na. De Koreaanse autoriteiten vragen aan andere landen om hun varkensvlees uit niet-getroffen regio's te blijven aanvaarden, maar weigeren zelf wel hetzelfde principe toe te passen voor Belgisch varkensvlees. Dat regiodenken is net waarop de Belgische slachthuizen, varkenshouderijen en vleesverwerkende industrie aandringen om ons varkensvlees opnieuw naar de Aziatische markten te exporteren.
Door de aanwezigheid van de Afrikaanse varkenspest op grote markten als die van China zit de prijsvorming van varkensvlees in de lift en doen er zich exportopportuniteiten voor.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, welke kwantitatieve en budgettaire impact heeft de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest inmiddels gehad op de export en omzet van onze varkenssector?
Ten tweede, welke inspanningen werden vanuit de sector en het FAVV ondernomen om de Aziatische markten voor vlees van onze gedomesticeerde varkens te heropenen?
Ten derde, zijn er landen waar de onderhandelingen dermate gevorderd zijn dat er hoop is op heropening?
Ten vierde, hebt u reeds een antwoord ontvangen op uw schrijven aan uw Zuid-Koreaanse collega? Daarin vroeg u om meer uitleg over de dubbelzinnige houding van het land, dat van andere partners verwacht dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen regio's met en zonder Afrikaanse varkenspest, terwijl het ten opzichte van ons land zelf weigert dat onderscheid te maken.
Ten vijfde, wat de prinselijke handelsmissie naar China betreft, welke voorbereidingen werden door het FAVV genomen om de Chinezen te overtuigen om de markt voor Belgisch varkensvlees te heropenen? Staan de Chinezen ervoor open om een onderscheid te maken tussen regio's met en zonder Afrikaanse varkenspest?
01.04 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik verontschuldig mij alvast als ik in herhaling zou vallen als vierde in de rij, maar ik wil mijn vraag toch stellen zoals ze werd ingediend.
De varkenspest heeft stevig huisgehouden, niet alleen in de veestapel van onze boeren, maar ook in onze handelsbetrekkingen. China bijvoorbeeld houdt nog altijd zijn importverbod op Belgisch varkensvlees aan, waardoor zelfs bedrijven die niet in het risicogebied lagen ook worden getroffen. Hierdoor maken zij nodeloos verlies.
Op vragen van mijn partijgenote Rita Gantois tijdens de voorbije legislatuur hebt u al geantwoord dat u een soort regionalisering zou toepassen in de gesprekken met landen met een importverbod en hen zult verzekeren dat het varkensvlees niet uit de getroffen streek komt.
Mijnheer de minister, ik heb de volgende vragen.
Ten eerste, hoever staat het FAVV met het aanpakken van de varkenspest? Is er een af- of toename van het probleem sinds de uitbraak in 2018?
Ten tweede, hoeveel bedrijven zijn intussen getroffen door een buitenlands verbod op de import van varkensvlees? Kunt u ons een lijst bezorgen van landen die een verbod hanteren, zowel voor 2018 als voor 2019 en kunt u de bedrijven uitsplitsen per regio?
Ten derde, welke landen heeft het FAVV sinds de uitbraak actief kunnen overtuigen om het verbod op te heffen en welke landen hebben uit eigen beweging hun importverbod opgeheven?
Ten vierde, hoe verloopt de verzekering door het FAVV concreet? Op welke wettelijke basis berust zij?
Tot slot, is het volgens de huidige wetgeving mogelijk echte exportcertificaten toe te kennen op basis van regio’s, zodat de regio’s die niet getroffen zijn door een epidemie bij dieren toch kunnen exporteren? Waarom zou dat wel of niet mogelijk zijn?
01.05 Minister Denis Ducarme: Mijnheer de voorzitter, het FAVV heeft sinds de ontdekking van de eerste haard van Afrikaanse varkenspest (AVP) intensief samengewerkt met alle betrokken overheden en actoren, het Gewest, de Commissie, de sector, om de ziekte te beperken tot het huidige besmette gebied. De besmette zone zelf moest sinds maart 2019 niet meer worden uitgebreid. Daarnaast is AVP niet opgedoken in de Belgische varkenshouderijen.
Het sanitaire fonds heeft de varkenshouders in de besmette zone snel vergoed. Bovendien is er door het Waals Gewest in een vergoeding voorzien voor de sanitaire leegstand opgelegd aan de varkensbedrijven. De 7.190 commerciële Belgische varkenshouderijen zijn getroffen door het embargo: 5.548 in het Vlaams Gewest, 1.636 in het Waals Gewest en 6 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Vóór de ziekte opdook, werd per maand ongeveer 7.500 ton varkenvlees geëxporteerd naar derde landen buiten de EU. De hoeveelheid die naar buiten de EU wordt geëxporteerd, is nu met 50 % gedaald. Tegen augustus 2020 komt dat neer op een totaal verwacht verlies van 447 tot 584 miljoen sinds het begin van de crisis.
Volgende landen passen een embargo toe op varkensvlees uit België: Taiwan, Zuid-Korea, Zuid-Afrika, Servië, China, Wit-Rusland, Australië, Japan, Filipijnen, Mexico, Uruguay, Maleisië, Oekraïne, Colombia, Nieuw-Caledonië, Barbados, Kazachstan, de Dominicaanse Republiek, Canada, Sri Lanka en de Seychellen. Volgende landen passen een partieel embargo toe, op de provincie Luxemburg of de zoneringen: Vietnam, Singapore, India, Bosnië-Herzegovina en Montenegro.
Het FAVV blijft in
contact staan met de landen die het AVP-embargo nog niet opgeheven hebben.
Singapore heeft dankzij het FAVV het embargo op varkensvlees opgeheven. India
en Vietnam hebben uit eigen beweging een importverbod van toepassing op heel
België opgeheven, om het te beperken tot de provincie Luxemburg.
In juli 2019
werd een specifieke taskforce bij het Strategisch Comité opgericht in het kader
van de AVP om de export van Belgisch varkensvlees en bijproducten van het
varken naar China te stimuleren. De recente aanstelling van een Belgische
sanitaire attaché van het FAVV in Peking zal daar ook aan bijdragen.
Het FAVV heeft de nodige
stappen gezet opdat de Belgische varkensstapel vrij van AVP verklaard wordt.
Deze status werd bekrachtigd door de invoering van een verklaring goedgekeurd
door de OIE en gepubliceerd op de website van de OIE.
Op 8 november
verzocht ik om een ontmoeting met de Chinese ambassadeur om de export van
Belgisch varkensvlees naar China te bespreken. Ik zorgde ervoor dat minister
van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Pieter De Crem hierbij werd
betrokken.
Op mijn initiatief
heeft het FAVV een nieuw voorstel ingediend bij de Chinese instanties om
binnenkort de heropening te verkrijgen van de Chinese markt voor de export van
Belgisch varkensvlees. Dit voorstel komt tegemoet aan de sanitaire eisen van
Peking en vrijwaart tegelijkertijd de belangen van de Belgische producenten.
Er is overleg gepleegd met de regio en met de landbouwfederaties. China heeft
dit voorstel echter verworpen vanwege de aanwezigheid van varkenspest in
België.
Ik zal opnieuw een ontmoeting vragen om te proberen voor dit dossier een gunstig resultaat te bekomen. Ik kreeg een vraag van China tijdens het bezoek van de Belgische delegatie, maar ik denk dat het heel moeilijk zal zijn om tot een beslissing met China te komen.
Ten slotte, wat het embargo betreft, het gaat om 21 landen, maar 20 zonder Rusland. Ik zal u de lijst bezorgen.
Er is ook een gerechtelijk onderzoek naar de oorsprong van de Afrikaanse varkenspest aan de gang. Dat is niet het werk van een minister of het FAVV.
01.06 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, ik leid uit uw antwoord af dat u al heel wat ondernomen hebt om terug toegang te krijgen tot de Chinese markt. Het is uiteraard jammer dat de Chinezen zo koppig zijn en weigeren om het Belgische varkensvlees terug toe te laten op hun markt.
U gaf aan dat er een tegemoetkoming van het sanitair fonds is voor de bedrijven. Het is heel positief dat het Waals Gewest een vergoeding voor de sanitaire leegstand biedt. De getroffen bedrijven kunnen immers alle steun gebruiken, zeker nu de afzet op de buitenlandse markten met 50 % gedaald is.
Ik kijk uit naar uw toekomstige acties en het geplande onderhoud met een Chinese delegatie. Ik ben benieuwd wat daaruit zal voortkomen.
01.07 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord.
Kunnen we uw antwoord ook schriftelijk krijgen? Ik heb begrepen dat 21 landen werden afgesloten maar het is mij niet duidelijk hoeveel dat er momenteel nog zijn. Voor Singapore en India is het verbod al opgeheven, maar het is mij niet helemaal duidelijk hoeveel landen er effectief nog afgesloten zijn.
U hebt een taskforce opgericht om de Afrikaanse varkenspest zo goed mogelijk in te dijken en om onze varkenshouders te beschermen. Het is jammer dat het overleg met de Chinese ambassadeur niet tot een goed resultaat heeft geleid. Ik hoop dat u uw inspanningen niet opgeeft en dat u er alles aan doet om opnieuw overleg te krijgen met China.
Als we ons varkensvlees niet kwijt kunnen in het buitenland kunnen we het misschien intern meer gaan promoten, om het binnenlands gebruik aan te moedigen. Onze varkenshouders kunnen alle steun gebruiken nu ze 50 % minder export hebben. Dat betekent immers een gigantisch verlies. Uiteindelijk zijn zij niet getroffen en is ons varkensvlees nog steeds kwalitatief goed en lekker. We mogen het dan ook promoten.
Ik hoop dus dat de inspanningen om de exportmarkten terug open te stellen worden voortgezet. De Afrikaanse varkenspest is nog steeds niet helemaal onder controle en we moeten dan ook alert blijven om geen verdere uitbraken te krijgen.
01.08 Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, ook ik bedank u voor uw uitgebreid antwoord, waarin u ook heel wat interessante cijferinformatie gegeven hebt.
Ook bedank ik u erg voor de inspanningen die u hebt geleverd. U laat niet los de belangen van onze varkenssector te verdedigen. De landbouwsector kan inderdaad alle steun gebruiken, niet alleen financieel, maar ook diplomatiek. De vasthoudende koppigheid van de Chinezen in deze discussie blijft jammer, maar daar bent u natuurlijk niet verantwoordelijk voor. Ik wil u vragen om ons van uw voortdurende inspanningen op de hoogte te houden.
Ik sluit mij aan bij wat de vorige spreker heeft aangekaart. Promotie is een regionale bevoegdheid. Laten wij dan ook de collega's van de regio's aanspreken om het gebruik van varkensvlees in eigen land te promoten. Dat lijkt mij belangrijk om te doen.
01.09 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord en voor de inspanningen die u tot dusver hebt geleverd. Ik begrijp dat u de zaak wel degelijk ernstig neemt.
Het lijkt mij ook een goede zaak dat de sanitaire attachés aangesteld zijn namens het FAVV. Zij zullen zich ook moeten inzetten om aan China uit te leggen hoe ons land in elkaar zit en hoe het komt dat de varkenspest voorlopig gelukkig beperkt kan blijven tot de everzwijnen, en dat de gedomesticeerde varkens dus helemaal niet getroffen zijn. Het blijft wel een zere plek in ons systeem dat een dergelijk hyperlokaal probleem zo'n grote impact kan hebben op een hele landbouwtak.
Nog vreemder daarbij is dat er nog altijd geen verklaring is voor het uitbreken van de varkenspest in ons land. Er zijn wel haarden in Oost-Europa en op Sardinië, maar tussen Oost-Europa en ons land ligt Duitsland, waar er geen varkenspest is, en Sardinië is een eiland. De vraag hoe die besmette dieren hier zijn geraakt, moet dus beantwoord worden. In het Engels bestaat er een uitdrukking om een onmogelijke uitkomst te benoemen, when pigs fly, maar dat is in werkelijkheid uiteraard onwaarschijnlijk. Daarom vind ik verder onderzoek alleszins de moeite waard.
Ook de problematiek van de regionalisering van de export, met in dit geval de exportmaatregelen, is mee de kern van de zaak. Waarom zou de Vlaamse export gestraft moeten worden vanwege een lokaal Waals probleem?
Het ergste is dat onze varkensboeren tegen lagere prijzen wel mogen exporteren naar onze buurlanden, waarbij dat vlees in andere landen verwerkt kan worden en vervolgens alsnog naar het meer winstgevende China kan worden geëxporteerd. Hierdoor missen onze boeren een flink deel van de winst, die ze toch broodnodig hebben om het hoofd boven water te kunnen houden.
Als men dit allemaal op een rijtje zet, lijkt een regionale splitsing van de controle op de voedselveiligheid voor de hand te liggen, zodat elke regio zijn eigen verantwoordelijkheid kan opnemen en de gevolgen kan dragen.
L'incident est clos.
02 Vraag van Leen Dierick aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Het Mercosur-akkoord voor de landbouwsector" (55000084C)
02 Question de Leen Dierick à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "L'accord avec le Mercosur pour le secteur agricole" (55000084C)
02.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, deze vraag dateert van in juli, dus misschien is een en ander intussen achterhaald.
Na twintig jaar onderhandelen werd op 28 juni 2019 een politiek akkoord bereikt tussen de Europese Unie en de Mercosur-landen – Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay – over het handelshoofdstuk van het associatieverdrag. De overeengekomen tekst zal nog worden verfijnd en vertaald en zal vervolgens naar het Europees Parlement en de lidstaten voor goedkeuring worden gestuurd. Dat is ondertussen misschien al gebeurd. Het akkoord zal ervoor zorgen dat veel handelsbarrières verdwijnen.
In 2018 heeft ons land net geen vier miljard euro aan goederen zoals geneesmiddelen, machines en motorvoertuigen geëxporteerd naar de Mercosur-landen. In 2018 heeft België voor drie miljard euro aan goederen zoals bereidingen van groenten, ijzer en staal en diverse chemische producten geïmporteerd vanuit die landen.
Het akkoord zorgt wel voor grote ongerustheid bij vooral de landbouworganisaties. Zij vrezen dat ingevoerde landbouwproducten uit de Mercosur-landen de markt onder druk zullen zetten, terwijl zij het al zo moeilijk hebben. De bijkomende druk op de markt zal vooral te voelen zijn bij onze pluimveehouders, rundveehouders en suikerbietentelers. Zij vrezen dat die sectoren ernstig zullen worden bedreigd. Het akkoord kan dan ook de broodwinning van die landbouwers in gevaar brengen.
Ten eerste, u hebt samen met de eerste minister op 11 juli een overleg gehad met de drie grote Belgische landbouworganisaties die verenigd zijn in Agrofront. Wat is het resultaat van dat overleg? Welke specifieke afspraken werden er gemaakt?
Ten tweede, er wordt een negatieve impact verwacht op de sectoren van rundvlees, kip en suiker. Werd er al een impactanalyse gemaakt om na te gaan hoe groot de impact van het akkoord is op de Belgische landbouwsector? Zo ja, wat zijn de conclusies? Of moet die nog worden uitgevoerd?
Ten derde, welke initiatieven zult u als bevoegd minister nemen om de belangen van onze Belgische landbouwers te verdedigen op het Europees niveau?
Ten vierde, hebben nog andere Europese lidstaten bedenkingen bij het akkoord op vlak van landbouw? Zo ja, welke lidstaten kunnen ter zake een bondgenoot zijn?
02.02 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Dierick, een recente ontmoeting met vertegenwoordigers van de Belgische landbouwsector bood de gelegenheid om de quota die opgenomen zijn in het akkoord tussen de Mercosur-landen en de EU in detail te bespreken. Ook de in het akkoord opgenomen maatregelen betreffende oneerlijke concurrentie en voedselveiligheid kwamen aan bod. Er werd overeengekomen dat de regering de evolutie van het dossier van zeer nabij zal volgen. Ook de exhaustieve publicatie van de juridische teksten door de diensten van de Commissie wordt opgevolgd.
Ik ben altijd zeer duidelijk geweest: ik heb laten weten dat het akkoord volgens mij vandaag niet voldoende garanties bevat voor de gezondheid van de consument. In een verslag van het EFSA worden de risico's van pesticidencocktails onderstreept. Voorts vind ik dat het akkoord niet voldoende garanties bevat voor het respecteren van de internationale engagementen op het vlak van het klimaat. Hetzelfde geldt voor de bescherming van onze familiale landbouw. Dat is echter mijn persoonlijk standpunt. Het zal natuurlijk aan de parlementsleden in de verschillende parlementen zijn om daarover een beslissing te nemen. Het zal aan de volgende federale regering zijn om de gedragslijn te bepalen die zij zal verdedigen, wanneer het verdrag bekrachtigd zal moeten worden.
Er wordt momenteel aan een impactstudie gewerkt bij de FOD Economie. De publicatie ervan werd aangekondigd voor begin 2020.
Ik heb een reeks stappen ondernomen om te garanderen dat de belangen van onze landbouwers verdedigd worden. Zo heb ik op 15 juli 2019 commissaris Hogan ontmoet om het Mercosur-akkoord te bespreken. Toen ik het woord nam op de Europese Landbouwraad in juni en juli 2019, heb ik de ongerustheid van de Belgische landbouwers aangehaald. Daarnaast heb ik op 25 juli 2019 een brief gestuurd naar de Europese commissaris voor Voedselveiligheid Vytenis Andriukaitis, naar het EFSA en naar de ministers van Landbouw van Frankrijk, Nederland, Duitsland en Luxemburg. In die brief heb ik opnieuw gewezen op het belang van een strikte toepassing van de Europese sanitaire regels op de producten van de Mercosur.
Sommige lidstaten hebben net als België hun ongerustheid tot uiting gebracht wat betreft de impact van dit vrijhandelsakkoord met de Mercosur. De uiteindelijke standpunten van deze lidstaten zullen evenwel pas eind 2020 gekend zijn, bij de stemming over het akkoord in de Raad van de Europese Unie.
02.03 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, dank u voor het zeer duidelijke antwoord en uw persoonlijke standpunt. Ik stel het op prijs als een minister zijn persoonlijke mening durft te geven.
We moeten alert blijven en het dossier goed volgen. Er wordt aan een impactanalyse gewerkt en we mogen de resultaten verwachten begin 2020. Dat is een mooie gelegenheid voor het Parlement om een en ander eens goed te bekijken, zodat we ons een gefundeerde mening kunnen vormen.
Het incident is gesloten.
- Leen Dierick aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De fruitsector" (55000665C)
- Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De ondersteuningsmaatregelen voor de fruitsector" (55000998C)
- Leen Dierick à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Le secteur fruitier" (55000665C)
- Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les mesures d'aide en faveur du secteur fruitier" (55000998C)
03.01 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, van de varkens naar de fruitsector, twee sectoren in crisis; zoals bijna overal in de landbouwsector.
Mijn vraag over de problemen in de fruitsector heeft al meerdere keren op de agenda gestaan. Wij hebben immers een bewogen seizoen achter de rug met hittegolven, een plaatselijke windhoos en hagel. Fruit zoals appelen en peren werd hierdoor danig aangetast. Aangezien de oogst de voorbije jaren vaak is mislukt of verkocht werd aan zeer lage prijzen, is er voor de fruitteler zeer weinig ruimte om nog te investeren en te overleven. Ondertussen dreigt er ook een harde brexit, die zou kunnen leiden tot een verlies van de Britse afzetmarkt voor onze Belgische appelen en peren.
De Boerenbond ijvert ervoor dat de EU haar economische sancties tegen Rusland herbekijkt. De verdwijning van de Russische afzetmarkt ten gevolge van het handelsconflict tussen de EU en Rusland zorgt er immers voor dat de sector het vandaag nog altijd zeer moeilijk heeft, ondanks de intense zoektocht naar nieuwe afzetmarkten.
Ik heb hierover dan ook een aantal vragen, mijnheer de minister.
Welke gevolgen zou een harde brexit hebben op de Belgische fruitsector? Hoe kunnen wij die gevolgen zo veel mogelijk beperken?
Wat is uw visie over de economische sancties tegen Rusland? Zult u er bij de EU voor ijveren om de sancties te herbekijken?
Welke nieuwe afzetmarkten zijn er eventueel mogelijk voor onze Belgische fruitsector?
In april hebt u de fruit- en rundveesector erkend als sectoren in crisis. Tot wanneer loopt die erkenning? Hoeveel bedrijven in de fruitsector hebben gebruik gemaakt van de faciliteiten die bij de erkenning horen? Zal er hiervan een evaluatie plaatsvinden?
03.02 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, op 11 oktober is er een alarmerende berichtgeving van de Boerenbond verschenen waaruit blijkt dat niet enkel de prijzen van de appelen en peren veel te laag zijn, maar dat ook de aardbeienprijzen onder druk staan. In de eerste zeven maanden van 2019 waren de prijzen van appelen 51 % lager en van peren 43 % lager dan in dezelfde periode van het jaar ervoor. De prijzen van aardbeien lagen 5 % lager.
Door het Russische invoerverbod voor Europees fruit hebben onze fruittelers van het ene op het andere moment wel 40 % van hun afzetmarkt verloren. Dat verlies laat zich nog steeds voelen in de prijsvorming. Ondanks een intense zoektocht naar nieuwe markten, blijft het vijf jaar later nog altijd zeer moeilijk in de sector.
De Europese ondersteuningsmaatregelen werden afgeschaft, terwijl het moeilijk te aanvaarden is dat de Europese Unie in Oost-Europa substantiële steun blijft verlenen voor de verdere uitbouw van de fruitproductie aldaar. Dat werkt een overaanbod nog meer in de hand met duidelijk negatieve gevolgen voor de prijsvorming. De rentabiliteitsbarometer voor de fruitsector is alarmerend vanwege de Ruslandboycot en de toenemende buitenlandse concurrentie.
Tevens werd de sector de voorbije jaren geconfronteerd met de gevolgen van uitzonderlijke weersomstandigheden. In het voorjaar van 2016 werden meerdere Limburgse fruitgemeenten door hevige rukwinden getroffen, met negatieve gevolgen voor de productie. Het jaar 2017 werd gekenmerkt door late vorst in het voorjaar, met drastische opbrengstdalingen tot gevolg. Vooral de appelen werden zwaar getroffen. De prijsvorming van de oogst van het extreem droge en warme jaar 2018 verliep voor zowel appelen als peren desastreus.
De combinatie van alle voornoemde factoren heeft tot gevolg dat de sector van hardfruit in België onder een enorme druk staat. Vaak moeten fruittelers zelfs een tweede job uitoefenen, om het hoofd boven water te kunnen houden.
Daarom heb ik enkele vragen.
Ten eerste, zal de federale overheid extra steunmaatregelen nemen naar aanleiding van de problemen waarmee de fruitsector te kampen heeft? Indien ja, welke maatregelen zullen worden genomen? Indien niet, waarom zullen die maatregelen er niet komen?
Ten tweede, mijnheer de minister, bent u bereid om via uw contacten op Europees niveau, eventueel via Charles Michel in zijn nieuwe hoedanigheid van voorzitter van de Europese Raad, te pleiten voor een versoepeling van de economische sancties tegen Rusland, waardoor de Russische boycot voor Belgisch hardfruit zou kunnen worden opgeheven?
Ik kijk uit naar uw antwoord.
03.03 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Dierick, mijnheer Gilissen, ik begrijp volkomen de ongerustheid van de Belgische fruitsector over zijn economische situatie mocht het tot een brexit komen.
Daarom hebben wij samen met de regering een reeks maatregelen genomen.
Tijdens de Europese Landbouwraad van 14 mei 2019 heb ik de Europese Commissie gevraagd snel bijkomende middelen ter beschikking te stellen van de fruitsector, teneinde de Europese producenten van appelen en peren te ondersteunen.
In geval van een harde brexit zullen er een douanerecht op import en grenscontroles komen. Dat zal de handel duurder maken en bijkomende handelsbarrières creëren. Grenscontroles vertragen bovendien de handel en verhogen de administratieve last, wat een impact heeft op de handel in producten met beperkte houdbaarheid. Wat de fruitsector betreft zal de voornaamste impact zich doen voelen op de export van verse peren, aardbeien en appelen naar het Verenigd Koninkrijk. Daarom heb ik van mijn ontmoeting met commissaris Hogan op maandag 15 oktober 2019 gebruikgemaakt om in geval van een harde brexit te vragen dat de Commissie de nodige financiële steunmaatregelen voorziet voor de Belgische landbouwers, met name de Belgische fruitsector, die bijzonder afhankelijk is van het Verenigd Koninkrijk voor zijn export.
Als wegens de slechte weersomstandigheden de voorbije jaren voor de getroffen Belgische fruitsector steunmaatregelen zouden moeten worden voorzien, dan zullen die moeten worden genomen door de gewestelijke regeringen die ter zake bevoegd zijn.
Inzake het Russische embargo als antwoord op de invasie van de Krim door Rusland in 2014, herhaal ik dat de EU economische sancties heeft opgelegd voor de handel met Rusland. De nieuwe Europese Commissie moet beoordelen of de sancties al dan niet moeten worden verlengd.
Ik herhaal bovendien dat het FAVV belangrijke inspanningen levert om nieuwe markten te openen voor de Belgische export. Zo zijn de Chinese, Indiase, Canadese, Braziliaanse en Mexicaanse markten al opengesteld voor de Belgische appelen en peren.
Ook met de erkenning van de sector als sector in crisis heb ik uitstel van betaling verleend voor de bijdrage van de drie laatste kwartalen van 2019 aan zelfstandigen die actief zijn in de appelen- en perenteeltsector. Deze maatregel stelt hen momenteel in staat om uitstel van betaling te verkrijgen voor het vierde kwartaal van 2019.
03.04 Leen Dierick (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik heb nog een bijkomende vraag.
U zegt dat u op Europees niveau om extra financiële steunmaatregelen hebt gevraagd mocht er een harde brexit komen. Is daar al enige toezegging in gebeurd, of is die vraag nog hangende?
Verder dank ik u voor uw inspanningen.
03.05 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw inspanningen.
U hebt bijkomende middelen gevraagd om extra brexitmaatregelen te kunnen nemen. Een harde brexit zal impact hebben op peren, appelen en aardbeien. U doet blijkbaar al het mogelijke om ervoor te zorgen dat onze fruitsector kan overleven. Het uitstel van betaling van de bijdragen is welkom, maar dat verschuift enkel het probleem, want de bijdragen moeten toch worden betaald. Het is uiteraard lovenswaardig dat het FAVV inspanningen doet om nieuwe markten aan te boren en bijkomend afzetpotentieel te creëren.
Ik dank u voor uw antwoord.
03.06 Denis Ducarme, ministre: Monsieur le président, je voudrais revenir sur la demande que nous avons formulée à la Commission.
Nous sommes déjà revenus vers eux au sujet de l'aide que nous avons demandée. J'attends incessamment une réponse. Je vous tiendrai évidemment informés de la réponse reçue. Je ne vous cache pas qu'avec le changement de Commission, nous sommes à un moment-clé. Nous sommes retournés régulièrement vers ce qui va bientôt être l'ancienne Commission. À défaut d'avoir une réponse de la Commission sortante, nous réattaquerons la nouvelle Commission pour obtenir une réponse la plus précise possible.
Nous sommes par ailleurs intervenus en Conseil européen à maintes et maintes reprises pour défendre un secteur qui, on le sait, est en grande difficulté depuis la mise en place de l'embargo russe. Je ne vous cache pas non plus que, compte tenu de cette situation, j'ai demandé aux services extérieurs de l'AFSCA de travailler aux poires et aux pommes en priorité.
C'est bien beau de prendre de telles décisions. Je me suis également rendu plusieurs fois auprès des producteurs, avec qui j'ai eu des contacts directs, pour bien me rendre compte de la difficulté du secteur. J'ai également organisé des réunions. Je perçois donc pleinement la tension dans le secteur et les difficultés que cela implique, outre les difficultés économiques, les difficultés sociales et humaines. C'est dans ce sens que je demande régulièrement aux services extérieurs de l'AFSCA des comptes sur les résultats qu'ils produisent. De nouveaux marchés en effet été ouverts. Je continuerai de leur demander de travailler prioritairement pour ouvrir des marchés pour nos pommes et nos poires à l'exportation.
L'incident est clos.
04 Vraag van Erik Gilissen aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De export van rundvlees naar Zuid-Korea" (55000993C)
04 Question de Erik Gilissen à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "L'exportation de viande bovine vers la Corée du Sud" (55000993C)
04.01 Erik Gilissen (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij gaan van het ene product naar het andere en van het ene land naar het andere. Zuid-Korea heeft na bijna 20 jaar de invoerbeperkingen voor rundvlees en rundvleesproducten uit sommige lidstaten van de Europese Unie opgeheven. Denemarken en Nederland zijn de eerste die de uitvoer kunnen hervatten. De handelsbeperkingen die Zuid-Korea oplegt sinds 2001, waren een reactie op de uitbraak van de gekkekoeienziekte.
Uittredend Europees commissaris Vytenis Andriukaitis, die verantwoordelijk is voor Gezondheid en Voedselveiligheid, is blij met de aankondiging en benadrukte dat "de kwaliteit van rundvlees en rundvleesproducten uit de EU wereldwijd erkend wordt". Verder zei hij: "Extra toegang tot deze belangrijke markt is uitstekend nieuws voor de producenten in de EU".
Nu de beperkingen voor Deens en Nederlands rundvlees zijn opgeheven, zullen producenten uit die landen kunnen profiteren van de tariefverlagingen die in het kader van de overeenkomst mogelijk zijn.
Tijdens een vergadering begin september bevestigden de Koreaanse autoriteiten dat de lopende aanvragen van EU-lidstaten zullen worden behandeld.
Zijn er op dit ogenblik nog beperkingen van kracht voor import van Belgisch rundvlees in Zuid-Korea? Zo ja, welke beperkingen zijn er van kracht?
Is er een aanvraag lopende om eventuele van kracht zijnde beperkingen voor Belgisch rundvlees op te heffen? Zo ja, op welke termijn kunnen we verwachten dat de beperkingen opgeheven zullen worden? Zo neen, waarom werd er geen aanvraag tot opheffing van de beperkingen gedaan?
Dan heb ik nog een klein addendum. Op 21 november zou de EU beslist hebben om 200 miljoen euro uit te trekken voor de promotie van agrovoedingsproducten. Meer dan de helft zou besteed worden aan campagnes gericht op markten buiten de EU. Mijnheer de minister, hebt u zicht op het bedrag dat voorzien is voor rundvlees, varkensvlees en andere voor België belangrijke producten?
04.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer Gilissen, hoewel ons land sinds 2012 de status "verwaarloosbaar risico ten aanzien van BSE" geniet – aangezien het laatste geval van BSE van 2006 dateert – hanteert Zuid-Korea inderdaad nog steeds een BSE-embargo op rundvlees. Ja, het is des te paradoxaler dat het recentelijk zijn embargo heeft opgeheven tegenover andere Europese landen.
Ik heb een brief gestuurd naar mijn Zuid-Koreaanse ambtgenoot met de mededeling dat die situatie mij verbaast. Ik heb hem uitgenodigd het standpunt van de Zuid-Koreaanse autoriteiten te herzien. Zuid-Korea behandelt momenteel gelijkaardige aanvragen die werden ingediend door Frankrijk en Ierland. De Europese Commissie is van mening dat die dossiers begin 2021 afgesloten zouden moeten zijn en dat Zuid-Korea zich vervolgens zou moeten buigen over de Belgische vraag. Om die lange termijn te vermijden, dringt de Europese Commissie er momenteel bij Zuid-Korea op aan om de zeven dossiers van Europese lidstaten als één verzoek te behandelen. Dat punt zal eind november opnieuw besproken worden, tijdens een vergadering op het Europese niveau.
Tegelijkertijd levert het agentschap belangrijk werk om de procedure te versnellen. Er werden gedetailleerde vragenlijsten ingevuld. Het agentschap overlegt met de diensten van de Europese Commissie om de dossiers te laten vooruitgaan. Er moeten nog bezoeken van buitenlandse delegaties georganiseerd worden en er moet een sanitair akkoord onderhandeld worden, wat meerdere jaren in beslag kan nemen. Ik heb echter aan het agentschap gevraagd om er een prioriteit van te maken.
04.03 Erik Gilissen (VB): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.
Ook uit dit antwoord leid ik af dat u al het mogelijke doet om ervoor te zorgen dat, in dit geval, onze rundvleessector goed voor de dag kan komen en zijn producten zou kunnen afzetten in Zuid-Korea. Ik kijk uit naar de nieuwe bespreking die eind november zal plaatsvinden en naar een mogelijk gunstig resultaat daarvan.
L'incident est clos.
05 Vraag van Katrien Houtmeyers aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De betaalachterstand" (55001069C)
05 Question de Katrien Houtmeyers à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "L'arriéré de paiement" (55001069C)
05.01 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wanneer men lang genoeg wacht, lossen zaken zichzelf op, wat wij daarnet ook al hebben besproken. Mijn initiële vraag dateert al van een zevental weken geleden. Het lijkt erop dat zij zichzelf ook heeft opgelost. Ik wil er niettemin nog iets aan toevoegen of heb nog een bedenking ter zake.
Mijn vraag ging over de publicatie van een wet betreffende de betalingsachterstand in de handelstransacties. De wet, die trouwens in april 2019 unaniem is goedgekeurd, is uiteindelijk pas meer dan zes maanden later, namelijk eind oktober 2019, gepubliceerd. Bovendien is de wet pas gepubliceerd nadat wij daarover een schriftelijke vraag hadden gesteld. Bovendien hebben wij nooit een officieel antwoord op onze vraag ontvangen. Wij hebben een en ander in een persbericht moeten lezen.
Aangezien de wet er kwam, om onze ondernemingen te ondersteunen en hun concurrentiepositie te versterken, is het van uitermate groot belang dat dergelijke dossiers niet blijven liggen en absoluut worden aangepakt. Daarop zou ik absoluut willen aandringen.
Bovendien stel ik mij de vraag wat er zou zijn gebeurd, mocht ik de schriftelijke vraag niet hebben gesteld.
De voorzitter: Mevrouw Houtmeyers, het stellen van vragen kan soms nuttig zijn.
05.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Houtmeyers, de wet tot wijziging van de wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstanden bij handelstransacties werd op 29 oktober 2019 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Zodra ik werd geïnformeerd dat de wet die gunstig is voor kmo's niet in het Belgisch Staatsblad was gepubliceerd, heb ik onmiddellijk met het bevoegde departement contact opgenomen. Ik heb alle stukken opgevraagd en de wet meteen in het Belgisch Staatsblad laten publiceren.
05.03 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ga ervan uit dat aan onze schriftelijke vraag gevolg is gegeven, waarvoor dank.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Houtmeyers, u hoeft dus niet terughoudend te zijn om nog vragen te stellen, indien iets niet is gepubliceerd. Dat kan helpen.
05.04 Denis Ducarme, ministre: Monsieur le président, vous disiez que c'était utile de poser des questions écrites. C'est exact, mais il n'y a pas de lien entre la question écrite et le fait d'avoir pris contact avec les départements utiles pour la publication de cette loi au Moniteur belge. Je tenais à préciser cet aspect.
Le président: J'avais compris les choses autrement.
05.05 Denis Ducarme, ministre: Je suis là pour aider.
06 Vraag van Frieda Gijbels aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De impact van de Amerikaanse sancties op de landbouwsector" (55001363C)
06 Question de Frieda Gijbels à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "L'incidence des sanctions américaines sur le secteur agricole" (55001363C)
06.01 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en de EU is begonnen met een dispuut over Airbus en neemt nu steeds grotere proporties aan. Het is opnieuw de landbouw die er van langs krijgt. Na de Russische sanctiemaatregelen tegen vooral de fruitsector wordt de landbouwsector opnieuw getroffen. Belgische landbouwproducten, die zelfs niets met vliegtuigbouw te maken hebben, worden er het slachtoffer van. Meer zelfs, België heeft helemaal geen staatssteun gegeven aan Airbus en wordt dus onrechtmatig betrokken bij een probleem dat andere landen hebben veroorzaakt.
Ten eerste, klopt het cijfer van 3 miljoen dat Fevia naar voren schuift als directe impact door de handelsbelemmeringen op kazen en varkensvlees? Welke berekeningen hebben uw diensten ter zake gemaakt, mijnheer de minister?
Ten tweede, welke impact hebben de Amerikaanse sanctiemaatregelen, direct of indirect, op de Belgische fruitsector?
Ten derde, welke inschatting maakt u van de indirecte kosten die de hogere importheffingen op EU-producten hebben?
Ten vierde en tot slot, zult u er bij uw Europese collega's op aandringen dat er een snelle oplossing gevonden wordt voor het probleem dat ten grondslag aan de geschiedenis ligt, namelijk de illegale staatssteun aan Airbus? Zult u desgevallend compensaties vragen voor de schade die de Belgische landbouwers hierdoor lijden?
06.02 Minister Denis Ducarme: Mevrouw Gijbels, het cijfer dat Fevia naar voren schuift, 3 miljoen euro, is wellicht gebaseerd op exportdata van de Nationale Bank. Dezelfde oefening op basis van de Amerikaanse invoercijfers van het US Census Bureau levert een directe impact van ongeveer 1,2 miljoen euro op. Het merendeel, 90 % van die 1,2 miljoen euro extra Amerikaanse invoerrechten, betreft verschillende zuivelproducten. De directe impact op de Belgische fruitsector bedraagt 107.000 euro. Belgisch varkensvlees vindt men niet terug in de data van het US Census Bureau.
Een concrete inschatting maken van de indirecte impact van de Amerikaanse tariefmaatregelen is op het moment heel complex. De maatregelen hebben in ieder geval vooral een impact op de sectoren waarvoor ook reeds andere belemmeringen voor de export bestaan.
De lidstaten die aan Airbus subsidies hebben verleend die niet conform de WTO-regels zijn, werd verzocht zich zo spoedig mogelijk in regel te stellen.
De Europese Commissie had ook veel contacten op hoog niveau met de VS om hen aan te moedigen het voostel van de EU voor een onderhandelde oplossing te aanvaarden. Op het ogenblik lijken de VS die weg niet te willen volgen. Op de Raad voor Landbouw en Visserij van 15 oktober 2019 steunde België ook het verzoek van verscheidene lidstaten voor EU-steun aan de door de Amerikaanse maatregelen getroffen landbouwsector.
06.03 Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de minister, dank u.
Ik hoor hier andere cijfers, die wat lager zijn. Ik hoop dat die cijfers correct zijn. Elk nadeel dat de landbouwsector ondervindt van de handelsbelemmeringen, heeft een serieuze impact op individuele landbouwers. Ik stel voor dat u de problematiek van nabij volgt, onder andere samen met de Europese Commissie, en nagaat of er compensaties mogelijk zijn vanwege de landen die effectief staatssteun hebben verleend.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Mevrouw Jadin is afwezig. Haar vraag nr. 55001413C over de verticale landbouw zal omgezet worden in een schriftelijke vraag.
07 Vraag van Kathleen Verhelst aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "Het wettelijk statuut van de aankoopmakelaar" (55001484C)
07 Question de Kathleen Verhelst à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Le statut légal du courtier immobilier" (55001484C)
07.01 Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de minister, het beroep van vastgoedmakelaar is in ons land gereglementeerd. De wet van 11 februari 2013 houdende de organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar vormt hiervan de wettelijke basis.
Wie het beroep van vastgoedmakelaar-bemiddelaar, vastgoedmakelaar-syndicus of vastgoedmakelaar-rentmeester uitoefent, dient zich in te schrijven op het tableau van beroepsbeoefenaars van het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV). Hieraan zijn ook verschillende verplichtingen verbonden, zoals een opleidingsverplichting. Bij een van de belangrijkste beslissingen in het leven, namelijk het kopen van een onroerend goed, met verstrekkende financiële gevolgen, is elke inwoner in ons land zo verzekerd van de professionaliteit van de makelaar die bij deze transactie betrokken is.
Recent dook in ons land een nieuw beroep op, de aankoopmakelaar. Terwijl een traditionele makelaar zaken doet met zowel de verkoper als de koper van een onroerend goed, richt een aankoopmakelaar zich exclusief naar de koper die zich laat begeleiden in het hele aankoopproces. Ook die aankoopmakelaars moeten zich blijkbaar inschrijven bij het BIV en voldoen aan de wettelijke vereisten, aangezien het beroep van aankoopmakelaar volgens het BIV valt onder de definitie van vastgoedmakelaar-bemiddelaar. De wettelijke bescherming van het beroep is, in tegenstelling tot het traditionele beroep van vastgoedmakelaar, minder logisch. De aankoopmakelaar oefent eigenlijk een zekere controle uit op de vastgoedmakelaar en ontvangt geen commissievergoeding op de aankoopsom, maar vaak een klein forfaitair bedrag. De aankoopmakelaar beperkt zich daarnaast tot de bouwtechnische inspectie van de woning en daarom is de reglementering misschien overbodig. Het is echter natuurlijk ook begrijpelijk dat een kwaliteitslabel op deze mensen van toepassing kan zijn.
Ik heb hierover de volgende vragen, mijnheer de minister.
Klopt het dat het nieuwe beroep van aankoopmakelaar onder de wettelijke definitie van vastgoedmakelaar-bemiddelaar valt en dus een gereglementeerd beroep vormt, met alle verplichtingen die hiermee samenhangen?
Vallen alle aankoopmakelaars onder deze definitie, ook indien de aankoopmakelaar zich bijvoorbeeld beperkt tot de bouwtechnische inspectie van de woning? Wat is hiervoor de reden?
Een kwaliteitsscore over de adviesverlening van de aankoopmakelaar zou een alternatief kunnen zijn. Zo kan de consument zich vergewissen van zijn professionaliteit.
07.02 Minister Denis Ducarme: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Verhelst, dit is een heel technische vraag.
Ik zal precies zijn.
In de eerste plaats wil ik opmerken dat er geen wettelijke definitie bestaat van het beroep van aankoopmakelaar. Het gaat om een relatief nieuwe activiteit, die wel in relatie moet worden bekeken met het gereglementeerd beroep van vastgoedmakelaar. Zoals voorzien in het Belgisch recht, oefent de activiteit van vastgoedmakelaar uit – ik citeer – "hij die voor rekening van derden bepaalde bijstand verleent met het oog op het tot stand komen van een overeenkomst van verkoop, aankoop, ruil, verhuring of overdracht van onroerende goederen, onroerende rechten of handelsfondsen". De activiteit van aankoopmakelaar moeten wij dus aan die definitie toetsen. In de definitie van vastgoedmakelaar is duidelijk ook sprake van de aankoop van onroerende goederen. De bemiddeling bij de aankoop van onroerende goederen valt dus onder deze definitie.
Wat als de aankoopmakelaar zich beperkt tot de bouwtechnische inspectie van de woningen?
Het lijkt mij duidelijk dat de woorden "bepaalde bijstand met het oog op het tot stand komen van een overeenkomst van verkoop" hier cruciaal zijn. Deze activiteit vormt in sommige of zelfs heel wat gevallen wel degelijk een bepaalde bijstand. De aankoopmakelaar behartigt de belangen van de koper. Hij begeleidt hem doorheen het hele aankoopproces en wil een juiste inschatting maken van de prijs-kwaliteitsverhouding en de aankoopvoorwaarden. Dit moet natuurlijk geval per geval worden bekeken op basis van wat de aankoopmakelaar precies doet voor zijn klant.
Aangezien een dergelijke activiteit heel waarschijnlijk in het toepassingsgebied van de wet op de vastgoedmakelaar zal vallen, lijkt een systeem van kwaliteitslabels mij in dit stadium niet opportuun.
07.03 Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord en uw opinie.
De grootste stress die bij die beroepsgroep bestaat, gaat volgens mij over de vergelijking met vastgoedmakelaars. Een vastgoedmakelaar die 3 % van de verkoopsom vraagt, verdient 60.000 euro op een woning van 200.000 euro, waardoor diens totale verdiensten algauw in de tienduizenden euro's lopen. Aankoopmakelaars vragen echter bijvoorbeeld maar 300 euro voor een consult. Zij willen een soort tegengewicht van de vastgoedmakelaars zijn, terwijl zij onder hetzelfde juk gebukt gaan. Daar zit de ontevredenheid van die beroepsgroep.
Het is een moeilijke discussie, dus misschien moet nog er verder worden nagedacht over hoe een en ander wettelijk kan worden vastgelegd. Er moet een visie komen op de precieze opdracht van het beroep van aankoopmakelaar. Ook een andere naam voor die beroepsgroep, bijvoorbeeld aankoopconsulent, kan een mogelijke verbetering brengen.
07.04 Minister Denis Ducarme: Ik hoor uw bezorgdheid. Ik ben bereid om daarover te vergaderen met u en met de sector.
De voorzitter: Mevrouw Verhelst, 3 % op een bedrag van 200.000 euro is 6.000 euro, niet 60.000 euro. In dat laatste geval zou ik namelijk onmiddellijk makelaar willen worden, denk ik.
Het incident is gesloten.
08 Question de Hugues Bayet à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les suites réservées au scandale du Footbelgate" (55001552C)
08 Vraag van Hugues Bayet aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De uitvloeisels van het voetbalschandaal in België" (55001552C)
08.01 Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, il y a presqu’un an, le Footbelgate, l’un des plus gros scandales qu’ait jamais connu le football belge, a été révélé. Plusieurs personnalités influentes du monde du football avaient alors été mises en cause, notamment pour des faits de fraude, de blanchiment d’argent ou encore de trucage de matchs. Le Footbelgate a dernièrement refait surface, suite à diverses perquisitions et à l’arrestation d’un agent de joueurs et d’un manager, tous deux bien connus du grand public. Ces opérations ont notamment permis de mettre en lumière des transactions douteuses concernant des transferts de joueurs. On parle désormais de blanchiment, mais aussi de corruption privée, de faux et usage de faux ou encore d’association de malfaiteurs.
Il est bien triste que de telles révélations entachent l’image du sport le plus populaire de Belgique. Cela nous montre malheureusement à quel point le secteur du football est touché par la criminalité financière. Ce constat est d’autant plus inquiétant que l’argent y occupe une place de plus en plus importante. Vu la persistance et la gravité du problème, j’aimerais vous poser les questions suivantes.
Depuis la mise en lumière du Footbelgate en octobre 2018, des mesures particulières ont-elles été prises afin de détecter et de contrecarrer les faits de fraude, de blanchiment ou de corruption dans le monde du football? Ne serait-il pas opportun de légiférer en ce qui concerne les transactions qui ont lieu dans ce secteur afin de mieux en encadrer les spécificités, et ce, en concertation avec les organismes concernés: l'URBSFA, l'UEFA, la Belgian Federation of Football Agents, etc.?
Enfin, il y a un peu plus d'un an, le 6 novembre 2018, les représentants de la Pro League avaient expliqué au Parlement vouloir une clearing house pour plus de transparence, un institut et un code éthique pour les agents, des commissions maximales et des mesures sur les conflits d’intérêts, toutes mesures devant être versées dans un code de conduite des 24 clubs et scellées avec l’appui du législateur dans une loi. Quelles suites ont été données à ces annonces? Merci, monsieur le ministre.
08.02 Denis Ducarme, ministre: Monsieur Bayet, votre question ne m'étonne pas. Nous sommes originaires d'une région où on aime le beau football. Pas celui dont on a parlé à travers ces scandales. Je vous remercie pour votre intérêt sur ce dossier.
En ma qualité de ministre des Indépendants et des PME, j'ai analysé la situation dans mon champ de compétences en vue de contrecarrer des pratiques hautement répréhensibles qui ont cours dans ce secteur, qui passionne nos concitoyens.
Nous disposons en effet de plusieurs leviers efficaces pour contribuer à assainir le marché du football belge professionnel et pour agir sur les relations contractuelles entre agents et joueurs professionnels et entre agents et clubs sportifs. Le droit des contrats, le droit des pratiques du marché et le droit comptable relèvent de la compétence fédérale.
Pour dresser un état des lieux des problèmes et des dysfonctionnements du secteur, j'ai consulté la Pro League, des avocats spécialisés, des agents de joueurs de tous les horizons. J'ai certainement organisé plus d'une quinzaine de rencontres à ce sujet et j'ai constaté les problèmes suivants. Tout d'abord, il faut relever les conflits d'intérêts chez des agents. Ensuite, des flux financiers opaques circulent. Je note aussi la position dominante de certains agents, qui engendre des pratiques de marché vraiment problématiques. Quid, par exemple, d'un agent qui possède la moitié d'un vestiaire et qui détient aussi des intérêts dans l'équipe adverse à l'occasion d'un match? Nous avons donc constaté de telles réalités pratiques. De même, des petits agents de joueurs se font évincer par des agents dominants, tandis que des sportifs manquent d'informations quant à leurs droits contractuels.
Vous savez que nous sommes en affaires courantes, mais vous savez aussi que si je suis ministre, je suis également député – c'est l'une des aberrations du système. Sachez que je peux me poser une question à moi-même, si je le souhaite. Il n'y a pas d'obstacle à cela. Je n'en suis pas là, fort heureusement! En tout cas, je peux déposer une proposition de loi, alors que je suis ministre. Pour ma part, j'utilise toutes les ficelles qui sont à ma disposition. C'est ainsi que j'ai rédigé une proposition de loi répondant à ces problèmes sur la base de trois axes. Premièrement, elle souhaite réglementer le contrat d'agent sportif avec un joueur professionnel et avec un club. Deuxièmement, elle vise à interdire certaines pratiques. Enfin, son troisième objectif consiste à imposer plus de transparence comptable aux agents. Solennellement, monsieur le député, je vous invite à cosigner cette proposition de loi. Dans un tel dossier, nous avons intérêt à collaborer entre plusieurs partis. Je me permettrai donc de vous la transmettre.
Par ailleurs, je suis attentif aux initiatives de la Pro League. Je pense qu'il y a chez eux une volonté réelle d'agir, de coopérer. Je pense que les affaires récentes ont en effet montré les limites de l'autorégulation. Selon moi, il y a un certain nombre de comportements à respecter qui doivent être érigés en normes.
Je ne préjuge pas ici de l'opportunité d'un code de conduite mais j'estime en effet nécessaire qu'un débat parlementaire, sans doute au départ de cette proposition et d'autres, ait lieu au sein de notre assemblée et puisse être approfondi en ce qui concerne les relations contractuelles et commerciales entre les agents, les joueurs et les clubs. J'espère que nous aurons l'occasion de débattre de cette question.
08.03 Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre-député et j'espère futur président, je vous remercie pour vos réponses.
Je me réjouis de votre travail. Comme vous l'avez dit, peu importe nos formations politiques, nous devons lutter contre la criminalité financière et des termes comme blanchiment, corruption privée, faux et usage de faux, association de malfaiteurs, etc. C'est dans l'intérêt du sport qui ne véhicule certainement pas des valeurs de criminalité financière mais bien de fair-play, de solidarité, etc.
Je me réjouis de votre proposition. C'est avec plaisir que je pourrai probablement m'y associer dès que je l'aurai lue. Je vous remercie en tout cas de me l'envoyer.
Het incident is gesloten.
09 Question de Gilles Vanden Burre à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "La Journée de l'Artisan et le statut de l'artisan" (55001586C)
09 Vraag van Gilles Vanden Burre aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De Dag van de Ambachten en het statuut van ambachtsman" (55001586C)
09.01 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, la Journée de l'Artisan a eu lieu ce dimanche 17 novembre. En Wallonie et à Bruxelles, 361 artisans ont ainsi ouvert leurs portes pour partager leur savoir-faire et leur passion avec les visiteurs qui sont toujours plus nombreux. Une demande récurrente de l'Union des classes moyennes consiste à dépasser le stade du label et à doter, à partir de 2020, les artisans certifiés d'un véritable statut. Le groupe Ecolo-Groen accueille cette proposition de manière favorable. Nous pensons qu'il est important de cibler, d'encourager et d'aider l'artisanat, ces femmes et ces hommes qui se lancent dans ces métiers importants ancrés chez nous. Nous savons à quel point il est difficile de maintenir une telle activité.
Cet événement est réservé pour la deuxième année consécutive aux détenteurs de la certification. Pour rappel, celle-ci s'obtient en déposant un dossier en ligne, sur le site du SPF Économie. La demande est examinée par une commission ad hoc. Pour obtenir le label, il faut travailler seul ou employer moins de vingt personnes et exercer une activité, je cite, "essentiellement manuelle, authentique, axée sur la qualité, la tradition, la création ou l'innovation". Cette définition peut s'appliquer aux artisans d'art mais aussi à ceux du secteur alimentaire comme à ceux qui travaillent le bois, la pierre, le verre, la céramique.
Cette certification existe depuis 2017. Aujourd'hui, 1 400 artisans l'ont demandée et obtenue dans le pays. Ils sont repris dans un registre au SPF Économie. Ce registre permet d'envisager la création d'un véritable statut de l'artisan, à l'instar de ce qui existe en France, par exemple.
Monsieur le ministre, quelle est votre position concernant l'instauration d'un tel statut? Le cas échéant, serait-il possible de déposer un projet ou une proposition de loi en la matière?
Par ailleurs, quels sont les types de mesures que vous envisagez afin de soutenir l'artisanat dans notre pays? Il existe toute une série de propositions dans le cadre de ce débat: réduction de la TVA, aide pour l'accompagnement d'un apprenti, facilités de paiement, soutien pour développer les activités en ligne, un point crucial, etc. Ce sont autant d'éléments qui pour nous sont importants et sur lesquels je souhaiterais vous entendre.
09.02 Denis Ducarme, ministre: Monsieur Vanden Burre, c'était une belle journée cette année. J'ai visité une fromagerie artisanale. D'après les retours que nous avons des journées de l'Artisan, ces journées sont de plus en plus courues. Elles donnent la possibilité à notre artisanat d'être mis davantage en valeur. Nous devons veiller à amplifier encore ce succès. J'espère que vous étiez en visite également ce dimanche. Vous nous direz peut-être chez quel artisan vous êtes allé.
Vous êtes revenu sur les éléments fondateurs de cette législation, et sur les critères que doivent remplir les artisans pour disposer de cette reconnaissance. L'idée de cette législation, comme je le rappelle, est de protéger les artisans. Il ne convient pas que chacun se dise artisan. Un certain nombre de critères doivent être remplis. À ce stade, la loi a permis la reconnaissance de 1 400 artisans. J'ai envie de vous dire que c'est sans doute un peu trop peu, par rapport au nombre d'artisans qui pourraient répondre à ces critères et qui, aujourd'hui, n'introduisent pas de demande. Je pense que nous devons faire davantage la publicité de cette législation. Nous devons encore mieux la faire connaître auprès de potentiels artisans reconnus. En effet, il s'agit d'un label, mais aussi d'une protection.
Cette loi a donc fait l'objet d'une évaluation, pour voir dans quelle mesure elle pourrait être améliorée afin de soutenir mieux encore les artisans. Une analyse a été effectuée par le SPF Économie. Un avis a été rendu par le Conseil Supérieur des Indépendants et des PME en novembre 2017. J'ai également reçu des avis émanant de plusieurs organisations professionnelles représentant les artisans. Suite à cela, j'ai introduit une série de modifications améliorant, d'un point de vue pratique, la procédure pour être reconnu comme artisan.
Nous avons prévu, d'une part, la possibilité de compléter les demandes via le site web du SPF Économie, afin de rendre l'ensemble des démarches plus souple, aisé, facile, direct et rapide. D'autre part, nous avons également veillé à améliorer les procédures devant la commission. Nous avons permis aux membres de la commission de procéder au contrôle sur place, ce qui n'était pas possible avant.
Par ailleurs, depuis 2018, seuls les artisans reconnus par le SPF Économie peuvent participer à cette journée de l'Artisan. Comme je le disais, cela a pour effet de mettre en avant l'élément de reconnaissance conféré par la législation et les démarches des artisans.
On a en effet aussi demandé à l'administration d'examiner encore des améliorations possibles de la loi portant définition légale de l'artisan pour rendre les procédures encore plus souples, plus efficaces et assurer encore une plus grande reconnaissance de la spécificité des activités artisanales. Je suis donc en attente des propositions de pistes dans le chef de l'administration. Je pense qu'on peut encore faire mieux.
Vous parliez aussi de dépôt de projets. En affaires courantes, cela ne sera pas le cas. Mais, si vous le souhaitez, monsieur Vanden Burre, je peux veiller à ce que vous soyez informé des pistes d'amélioration de la législation qui pourraient remonter de l'administration afin, le cas échéant, de préparer une proposition de loi conjointe si un certain nombre d'éléments transmis peuvent facilement être mis en œuvre et être neutres budgétairement. On peut se tenir informé si vous le souhaitez.
09.03 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse.
Quant à moi, j'ai visité une chocolaterie à Bruxelles.
09.04 Denis Ducarme, ministre: (…)
09.05 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Je ne connaissais pas très bien le métier de la chocolaterie. C'est étonnant mais, finalement, très peu font encore le chocolat eux-mêmes en Belgique. C'était très intéressant et très bon.
Je partage l'analyse que vous faites. Toute une série de personnes qui se lancent dans ce type de métier rencontrent des difficultés. Par ailleurs, c'est un vrai savoir-faire, une tradition qui est ancrée chez nous. C'est une force et une opportunité. Et il est de notre devoir de l'encourager, certainement dans un contexte international compliqué où des éléments de concurrence pas toujours très loyaux sont parfois mis en place.
Il est donc primordial de pouvoir soutenir nos artisans, quelle que soit la région du pays.
Ce qui a été fait depuis l'analyse de la proposition de loi Artisan est positif. Si vous pouvez me communiquer les résultats de l'étude commandée, je vous en remercie. Regardons cela ensemble. Grâce à cette labellisation et ce statut, nous souhaitons pouvoir encore agir davantage. C'est d'ailleurs bien l'objectif d'une labellisation: identifier ce qu'on souhaite encourager et ensuite prendre des mesures pour le faire. Nous sommes à votre disposition pour travailler dans ce sens.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Le président: Nous n'avons pas de nouvelle de M. Patrick Prévot. Sa question n° 55001732C est donc caduque.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 02.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.02 uur.