Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mercredi 27 novembre 2019

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 27 november 2019

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.17 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 17 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

01 Vraag van Barbara Pas aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De screening van personeelsleden en vrijwilligers in de asielcentra" (55001070C)

01 Question de Barbara Pas à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le criblage des membres du personnel et des bénévoles dans les centres d'asile" (55001070C)

 

01.01  Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, voor de correctionele rechtbank van Leuven staan vier verdachten terecht voor het voorbereiden van terroristische aanslagen in ons land. De drie mannen en een vrouw, allen moslims, worden beschouwd als actieve militanten van terreurorganisatie IS.

 

Een van hen werkte als tolk in het asielcentrum van Lubbeek. Aan zijn ouders liet hij aan de telefoon weten:“Ik wil de handen van de Belgen afhakken met een mes en hen levend begraven in de woestijn, zelfs de Belgen die niets misdaan hebben”. Voorts trachtte de man wapens aan te kopen, plande hij een aanslag met zuur en ronselde hij mensen voor IS. In het asielcentrum in Lubbeek bleven zijn illegale activiteiten de hele tijd onopgemerkt. Blijkbaar loopt er dus wel wat mank bij de screening van personeel of vrijwilligers voor de asielcentra.

 

Mevrouw de minister, wie doet de screening en op welke manier gebeurt dat? Zijn er tussentijdse evaluaties van de personeelsleden en vrijwilligers? Worden de burgemeesters en politiediensten van de gemeentes waarin de asielcentra zich bevinden, hierbij betrokken?

 

Hoe verklaart u dat iemand die er openlijk extremistische sympathieën op nahoudt, ongehin­derd als tolk in een asielcentrum kan werken? Welke maatregelen hebt u genomen om de screening van personeel en vrijwilligers beter te laten verlopen om zulke sujetten in de toekomst te vermijden?

 

01.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Pas, screening, detectie en vervolging van radicalisme of lidmaatschap van terroristische organisaties gebeuren niet door mijn diensten, maar wel door de bevoegde diensten, met name de politie, Justitie en de Veiligheid van de Staat. Het feit dat de betrokkene zich vandaag voor het gerecht diende te verantwoorden, is dus een goede zaak.

 

Mijn diensten en in het bijzonder de DVZ zijn actief betrokken bij het actieplan Radicalisme en de hiervoor opgerichte nationale taskforce. Naast de specifieke screening en opvolging zijn er uiteraard de nodige controlemechanismen bij Fedasil om ongepast gedrag binnen de werkcontext op te sporen en te sanctioneren.

 

Zoals bij elke federale overheidsdienst dienen nieuwe personeelsleden een uittreksel van het Strafregister te bezorgen. Personeelsleden worden ook continu opgevolgd door hun leiding­gevenden, onder meer via formele functionering- en evaluatiegesprekken. Ook vrijwilligers worden opgevolgd door de betrokken centrumdirecteur en het personeel van het centrum. Er zijn verschillende kanalen om ongepast gedrag van personeel of vrijwilligers te melden in het centrum.

 

Radicalisme krijgt bijzondere aandacht binnen het opvangnetwerk. Er is daarrond een sterke bewustmaking bij de personeelsleden, zodat zij extra waakzaam zijn bij vroegtijdige signalen van radicalisme. Er bestaat een specifieke procedure voor de melding van radicalisering. Fedasil heeft tevens een expert Radicalisme in dienst, die aan heel het opvangnetwerk voortdurend vorming geeft. Tijdens die vorming leren de medewerkers tekenen van radicalisering te herkennen. Voorts wordt ook de daartoe uitgewerkte meldings­procedure toegelicht. Meldingen van radicalisering uit het opvangnetwerk worden door de expert behandeld, waarna de DVZ de betrokken persoon verder opvolgt en de veiligheids- en inlichtingendiensten verwittigt voor verdere opvolging.

 

01.03  Barbara Pas (VB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Als ik het juist interpreteer, dan voldoen de bestaande controlemechanismen en meldings­procedure van Fedasil volgens u om ongepast gedrag te melden, zoals u het formuleert. Blijkbaar heeft dat toch niet kunnen verhinderen dat wel zeer geradicaliseerde personen als tolk in asielcentra fungeren.

 

U zegt dat de screening zelf gebeurt door de politie en Justitie. De Veiligheid van de Staat valt ook onder Justitie. Ik denk dat het controle­mechanisme en de meldingsprocedure bij Fedasil zeker nodig zijn, maar dat dat pas de tweede fase is. De belangrijkste fase, de eerste fase, is de screening. Daarom zal ik aan uw collega's bevoegd voor de politiediensten en bevoegd voor Justitie en de Veiligheid van de Staat, de nodige opvolgingsvragen stellen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De gezinsunits van het gesloten centrum 127bis" (55001253C)

02 Question de Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les unités familiales du centre fermé 127bis" (55001253C)

 

02.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, wij zijn op werkbezoek geweest bij de centra in Steenokkerzeel. In het gesloten centrum 127bis zijn er gloednieuwe gezinsunits. Ik heb er ook een filmpje van gemaakt, waarvan u de link op de schriftelijke weergave van mijn vraag vindt. Persoonlijk kwamen die units mij heel humaan over, er was veel ruimte, met speelplaats en dies meer. Zij zijn dus echt geschikt voor de opvang van kinderen.

 

Tijdens de rondleiding werd ons echter gezegd dat de units gesloten zijn omdat er een procedure loopt wegens geluidshinder, omdat de units vlak bij de luchthaven liggen. Wij zijn daar een tijdje gebleven om die geluidsimpact nabij de luchthaven te kunnen inschatten, maar persoonlijk vond ik dat zeker niet onoverkomelijk. Ik heb zelf naast een spoorweg gewoond en daar was er meer lawaai. Ik vond het dan ook raar dat die uitspraak is gedaan en dat de units een tijd niet mochten worden gebruikt, en nog altijd niet, denk ik, voor gezinnen met minderjarige kinderen wegens de geluidsoverlast. Daardoor komen gezinnen vandaag terecht in opvang die veel minder comfortabel is en daar wordt toch niemand beter van.

 

Wat vindt u er zelf van dat die units nu niet kunnen worden gebruikt voor de gesloten opvang van gezinnen met kinderen met het oog op terugkeer? Wij hebben allebei een medische achtergrond. Ik heb nooit geleerd dat de geluidsimpact op iemand van 16 jaar anders zou zijn dan op iemand van 18 jaar, dus begrijp ik de uitspraak in die zin ook niet. Uiteraard kan langdurige geluidshinder een impact hebben op termijn, maar zeker op de korte termijn begrijp ik dat niet. Anders zou bijvoorbeeld iemand die vaak met het vliegtuig reist, hier ook last van hebben, en dat is toch niet het geval wat de geluidshinder op zich betreft.

 

Samengevat, door de links-naïeve ideologisch geïnspireerde procedures staan de gloednieuwe gezinsunits nu gewoon leeg. Is dat nog het geval? Kunt u aangeven in welke centra zulke uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen vandaag dan wel terechtkomen? Acht u de opvang daar meer of minder humaan en comfortabel dan in de gloednieuwe gezinsunits van centrum 127bis? Tijdens mijn werkbezoek – misschien was het toeval, maar daar kunt u dan uitsluitsel over geven – ging het grotendeels over alleenstaande mannen. In hoeveel procent van de gevallen gaat het precies over gezinnen met minderjarige kinderen?

 

02.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Van Camp, zoals u weet, heeft het schorsingsarrest van de Raad van State van 4 april 2019 inderdaad tot gevolg dat er sindsdien geen families met minder­jarige kinderen kunnen worden vastgehouden in de gesloten gezinswoningen. Een van de argumenten was inderdaad de geluidsoverlast waaraan de kinderen zouden worden blootgesteld. Om hieraan tegemoet te komen, heeft de Dienst Vreemdelingenzaken dan ook de nodige structurele maatregelen gepland, zoals betere geluidsisolatie en meer isolerend materiaal.

 

In afwachting van het arrest ten gronde wordt ondertussen ook de capaciteit van de leegstaande woonunits in gebruik genomen door koppels en gezinnen met meerderjarige kinderen, omdat het arrest alleen gaat over minderjarige kinderen.

 

De uitgeprocedeerde gezinnen met minderjarige kinderen worden nog steeds in de daarvoor voorziene FIT-woningen ondergebracht. Net zoals in de woonunits worden ook hier de gezinnen op een humane wijze opgevangen en begeleid door terugkeercoaches. Deze plaatsen zijn enkel voorbehouden voor gezinnen. Hier kunnen dus geen alleenstaande mannen terecht. Hetzelfde geldt voor de woonunits in de gesloten centra, waarin ook geen alleenstaande mannen kunnen worden vastgehouden.

 

Ik blijf ervan overtuigd dat uitgeprocedeerde vreemdelingen het land moeten verlaten. Een verblijf in illegaliteit is geen gezonde situatie voor het gezin, laat staan voor het kind. Ook voor families met minderjarige kinderen zet ik dus maximaal in op coaching en begeleiding met het oog op vrijwillige terugkeer.

 

Als dat niet lukt, kan enkel als laatste middel een vasthouding tot de terugkeer worden bevolen. Ook voor deze families geldt het principe dat voor alle anderen geldt: vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet, maar op een menswaardige wijze en ik blijf daarachter staan.

 

02.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, u zegt dat er nu isolatie wordt gepland, maar de uitspraak dateert al van een aantal maanden geleden. Wij zijn er recent nog geweest. Waarom is die isolatie nog niet geplaatst?

 

02.04 Minister Maggie De Block: Ik heb het nagevraagd en men deelt mij mee dat de werken zonet zijn beëindigd. Die gesloten gezinswoningen zijn nu opnieuw bewoond.

 

Dat verloopt via de Regie der Gebouwen, dus u weet dat het niet van de ene dag op de andere gebeurt. De juiste procedures moeten worden gevolgd, ik denk aan de nodige bestekken die moeten worden opgesteld. Die werken zijn afgerond. Er is ook nog het gegeven dat het niet alleen ging om de geluidsoverlast binnen, maar ook de geluidsoverlast buiten zat in het arrest vervat. Wij gebruiken de gesloten gezinswoningen nu, maar nog niet voor families met minderjarige kinderen.

 

02.05  Yoleen Van Camp (N-VA): De extra isolatie voor geluid is dan wel aangebracht?

 

02.06 Minister Maggie De Block: Ja.

 

02.07  Yoleen Van Camp (N-VA): Toen wij er waren, stonden al die units leeg en waren er geen gezinnen met meerderjarige kinderen. Ik hoop dat dit dan nu wel het geval is. Ik vraag de cijfers wel op.

 

02.08 Minister Maggie De Block: Het zijn gesloten units. Wanneer de oude ramen worden verwijderd om er nieuwe te kunnen plaatsen, mag er geen bewoning zijn.

 

02.09  Yoleen Van Camp (N-VA): Op het ogenblik van ons werkbezoek waren de units volledig in orde.

 

02.10 Minister Maggie De Block: Ondertussen zijn ze bevolkt.

 

02.11  Yoleen Van Camp (N-VA): Dat is goed om te horen.

 

Ik zal de cijfers verder volgen. Wij zijn het ermee eens dat uitgeprocedeerden het land zo snel mogelijk moeten verlaten. Fedasil heeft duidelijk aangegeven dat slechts 6 % van degenen die hierheen komen, alleenstaande vrouwen zijn. Die cijfers hebben we via de tweet van Fedasil ontvangen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, voor de orde van de werkzaamheden meld ik nog even dat de vragen nrs. 55001045C en 55001047C van de heer Kir omgezet zijn in schriftelijke vragen. Vraag nr. 55001259C van de heer Verherstraeten is ook omgezet in een schriftelijke vraag.

 

03 Questions jointes de

- Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La grève de la faim en cours au centre d’Arlon" (55001260C)

- Simon Moutquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La reconnaissance du statut de réfugié pour les demandeurs d’asiles gazaouis" (55001420C)

03 Samengevoegde vragen van

- Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De hongerstaking in het asielcentrum van Aarlen" (55001260C)

- Simon Moutquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De toekenning van de vluchtelingenstatus aan asielzoekers uit de Gazastrook" (55001420C)

 

03.01  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, madame la ministre, une enquête du journal israélien Haaretz, publiée le 18 octobre 2019, aborde le récent durcissement du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) à l’égard des demandes d’asile de personnes ayant quitté la bande de Gaza. Vous aviez d'ailleurs annoncé vous-même ce durcissement en décembre 2018.

 

Pourtant, le 28 août 2019, devant le Conseil de sécurité des Nations Unies, M. Mladenov rappelait combien la situation sécuritaire à Gaza est fragile et combien la situation humanitaire des habitants y demeure précaire, particulièrement en ce qui concerne l’accès aux soins de santé. Pour rappel, sur ce territoire, 80 % des habitants dépendent de l’aide alimentaire internationale. Sur le plan économique, le taux de chômage en 2018 atteignait les 53 % et même 70 % chez les jeunes.

 

Madame la ministre, combien de Palestiniens de Gaza ont-ils reçu une réponse négative par le CGRA depuis ce changement d'attitude? L’Office des étrangers a-t-il organisé des retours volontaires ou forcés vers Gaza depuis lors? Si oui, combien? Considérez-vous toujours que la situation sécuritaire et humanitaire sur place est en phase d’amélioration, comme vous l'aviez déclaré?

 

03.02  Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, monsieur Moutquin, conformément au modèle d'accueil mis en place par Fedasil, l'accueil individuel est limité sous conditions à certaines catégories de résidents. Parmi ces catégories, les ressortissants d'un pays bénéfi­ciant d'un haut taux de reconnaissance peuvent accéder, dans la mesure des places disponibles, à l'accueil individuel sur la base de deux critères: d'une part, un taux de reconnaissance pour le pays d'origine en question supérieur à 80 % et, d'autre part, une durée de séjour en accueil collectif d'au moins deux mois.

 

La liste des pays éligibles est mise à jour par Fedasil sur la base des données du Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides. La dernière adaptation date du 19 août 2019, tenant compte des statistiques plus récentes du CGRA. Les seuls pays retenus désormais sont: El Salvador, l'Érythrée, la Libye et la Syrie. Les Palestiniens ne font donc plus partie de cette liste car leur taux de reconnaissance est inférieur à 80 %.

 

Pour assurer la sécurité des grévistes de la faim, la Croix-Rouge de Belgique a pris les mesures suivantes: la mise à disposition d'un local collectif si nécessaire, une surveillance médicale, un maintien des contacts, des échanges réguliers et un suivi social.

 

Le bourgmestre et Fedasil sont informés de la situation à chaque moment. La Croix-Rouge reste dans son mandat d'accueil mais n'intervient en aucun cas en matière de procédure.

 

Concernant la situation en Palestine, l'examen des demandes d'asile relève de la responsabilité d'instances indépendantes. En premier lieu, c'est le CGRA; en cas de recours, le Conseil du Contentieux des Étrangers. Je ne peux donc pas interférer dans l'appréciation effectuée par ces instances.

 

Le CGRA estime que la situation à Gaza a évolué depuis l'année dernière. La plupart des deman­deurs d'asile palestiniens recevaient jusqu'alors une décision de reconnaissance du statut de réfugié, ce qui était principalement dû au fait que le retour vers Gaza n'était pratiquement pas possible à cette époque.

 

Depuis le milieu de l'année dernière, la situation a fondamentalement changé. Sur la base d'une étude très approfondie de la situation actuelle, le CGRA a dès lors revu sa position concernant l'appréciation des dossiers d'asile des ressortis­sants palestiniens. Le CGRA estime toujours que la situation reste problématique, mais plus de nature telle à ce qu'on puisse assimiler cela à des persécutions collectives ou que toutes les personnes venant de Gaza doivent se voir systématiquement accorder un statut de protection.

 

Chaque demande est évaluée en tenant compte de la situation individuelle de chaque personne. Cette évaluation de la situation a été confirmée par quatre décisions récentes du Conseil du Contentieux des Étrangers en chambres réunies.

 

03.03  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

J'entends votre souci d'indépendance des instances. Je ne sais pas qui, au CGRA, mène ces enquêtes. Je ne sais pas comment ces enquêtes sont réalisées; mais apparemment, ces personnes ne vont pas souvent sur le terrain.

 

Parler d'amélioration de la situation quand on sait que, davantage que l'année passée, aujourd'hui, la nappe phréatique de Gaza est polluée à 97 %, qu'en un mois, 45 personnes ont été tuées par des frappes israéliennes, que 80 % des gens vivent grâce à l'aide alimentaire mondiale... Je ne sais pas sur quoi se base le CGRA pour parler d'une amélioration.

 

Vous parlez d'indépendance. Mais si je me souviens bien, vous avez vous-même lancé une campagne de dissuasion à Gaza il y a quelques mois, faisant état d'une sorte d'appel d'air.

 

Je vous remercie pour les réponses, mais il manque les chiffres que je vous ai demandés concernant les expulsions de Gazaouis. Je ne manquerai pas de reposer cette question prochainement.

 

03.04  Maggie De Block, ministre: J'ai les chiffres ici. Je peux vous les donner.

                       

Les six premiers mois de l'année 2019, le CGRA a pris une décision de refus à l'encontre de 271 ressortissants palestiniens. Cette année, personne n'a été forcé de retourner à Gaza. Vingt-deux personnes y sont retournées volontairement.

 

Conformément aux règles en vigueur pour le retour volontaire, les ayants droit ont reçu un soutien de réintégration et sont suivis par les partenaires locaux de Caritas. Cela montre que le retour à Gaza n'est pas impossible.

 

Par ailleurs, nous n'avons pas de données concernant le nombre de personnes qui donnent volontairement suite à l'ordre de quitter le territoire sans aide de l'État.

 

Enfin, je précise que le nombre de demandeurs d'asile palestiniens ou en provenance de la région de Gaza a fortement diminué.

 

03.05  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la ministre, vous parlez de 22 retours. Cette information m'étonne quelque peu. En effet, comment s'effectuent les retours alors que la région est sous blocus depuis 13 ans? Via l'Égypte? Des accords ont-ils été trouvés avec Israël en la matière?

 

03.06  Maggie De Block, ministre: Je ne connais pas les détails, mais je peux m'informer à ce sujet. En cas de retour volontaire, nous demandons toujours l'intervention de l'Organisation internatio­nale pour les migrations (OIM) qui a l'habitude de ce genre de procédure. Quand un problème se pose l'OIM ne manque pas de le signaler et de refuser son aide.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

-  Annick Ponthier aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De aangekondigde komst van een tijdelijk asielcentrum in Bilzen" (55001296C)

-  Wouter Raskin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De opening van een tijdelijk asielcentrum in Bilzen" (55001303C)

-  Nawal Farih aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het asielcentrum te Bilzen" (55001537C)

-  Simon Moutquin aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De huisvesting van asielzoekers" (55001686C)

04 Questions jointes de

-  Annick Ponthier à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'annonce de l'arrivée d'un centre d'asile temporaire à Bilzen" (55001296C)

-  Wouter Raskin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'ouverture d'un centre d'asile temporaire à Bilzen" (55001303C)

-  Nawal Farih à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le centre d'asile de Bilzen" (55001537C)

-  Simon Moutquin à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'hébergement des demandeurs d’asile" (55001686C)

 

04.01  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn initiële vraag dateert van een tijdje geleden. Ondertussen is er reeds heel wat geschreven en gezegd over het dossier, maar het is toch niet slecht om een aantal zaken hier in de commissie even op punt te stellen. Daarom heb ik de vraag aangehouden en uitgebreid met een aantal aanvullende vragen. Die aanvullende vragen werden niet weerhouden voor deze commissievergadering, zo heb ik begrepen, maar als u zich geroepen voelt om aan te vullen, voel u vrij om dat te doen.

 

De vraag gaat over de mogelijke komst van een asielcentrum in Bilzen, meer specifiek in deelgemeente Grote-Spouwen. Het stadsbestuur zou hiervan op de hoogte zijn gesteld op donderdag 24 oktober in de namiddag. Op maandag 28 oktober vond het eerste overleg plaats tussen Fedasil of het Rode Kruis en het stadsbestuur van Bilzen.

 

Kunt u een chronologisch overzicht geven met betrekking tot de zoektocht en de vastlegging van het pand waarover sprake is, namelijk het voormalige woonzorgcentrum De Ark van Noë in Grote-Spouwen?

 

Kunt u aangeven hoe en wanneer u op de hoogte werd gesteld van de beschikbaarheid van het pand en wie daarvoor gecontacteerd werd door uw diensten?

 

Kunt u meedelen wanneer het stadsbestuur van Bilzen informeel of formeel op de hoogte werd gesteld van de mogelijke inrichting van het gebouw en via wie de contacten verliepen?

 

Werd er melding gemaakt bij het bezoek van het gebouw, neem ik aan, van eventuele brand­onveiligheid van het pand? U zult dadelijk bevestigen of er een bezoek plaatsvond. Ik dacht vernomen te hebben van het lokale bestuur dat er geen brandveiligheidattest kon afgeleverd worden op het moment van de beslissing. Werd er toen reeds melding gemaakt van de aanwezigheid van asbest in het gebouw?

 

In mijn initiële vraag stond de vraag of er restauratiewerken gepland zijn, dat lijkt mij ondertussen duidelijk. Wie zal deze kosten dragen?

 

Werden er op het moment van de zoektocht alternatieve locaties bekeken of aangeboden in Bilzen? Zo ja, welke waren dit? Waarom werden die locaties niet weerhouden?

 

Kunt u op dit moment reeds zeggen wanneer het asielcentrum zal openen?

 

Het zou gaan om een tijdelijke opvang voor asielzoekers. Over welke termijn spreken we dan? Dit werd reeds meegedeeld in de media, maar ik had graag bevestiging gekregen hieromtrent. Hetzelfde geldt voor het aantal asielzoekers dat hier onderdak zal vinden.

 

Wat zijn de financiële implicaties voor de stad Bilzen, zowel in positieve als negatieve zin?

 

Hoe reageert u op het feit dat het stadsbestuur schijnbaar voor een voldongen feit werd gesteld – wij vernemen dat het niet de eerste keer is dat dit gebeurt – en een dorpskern van 1.300 inwoners plots, zonder inspraak, wordt geconfronteerd met een bevolkingstoename van 10 %? Hoe acht u dat maatschappelijk verantwoordbaar?

 

04.02  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la ministre, l’incendie criminel du futur centre d’hébergement pour demandeurs d’asile à Bilzen privera à court terme Fedasil de 140 lits. Cet événement scandaleux, que vous avez dénoncé – et je vous en remercie –, ajoute de nouvelles difficultés à une situation déjà difficile.

 

Selon plusieurs articles de presse, il y aurait 1 000 places à créer d’ici la fin de l’année, faute de quoi les demandeurs d’asile seront laissés à la rue.

 

Madame la ministre, pouvez-vous nous assurer qu’aucun demandeur d’asile ne sera contraint de dormir dans la rue? Allez-vous prévoir des places tampon pour éviter les problèmes?

 

Vous avez évoqué l'idée de contacter la Régie des Bâtiments et la Défense pour remédier à la pénurie de places. Qu'en est-il? Dans la presse, on parlait également de sous-traitances privées. Quelles entreprises ont répondu favorablement? Quel est le contrôle de l’administration sur la qualité de ces services?

 

04.03 Minister Maggie De Block: Mevrouw Ponthier, er is al een chronologisch overzicht gegeven, maar ik zal het herhalen.

 

Het pand was een voormalig rusthuis dat pas midden september verlaten is. Tot dan was het volledig in orde voor de brandweer. Het zou ondenkbaar zijn dat men bejaarde mensen laat verblijven in een rusthuis dat niet brandveilig is.

 

Wat betreft uw vraag over het attest van asbest, asbest komt vrij als er pannen stukgaan. Op dat moment waren er geen pannen stuk, die zijn door de brand losgekomen. Er was inderdaad geen melding van aanwezigheid van asbest.

 

Het gebouw werd aan Fedasil aangeboden in september. Midden september gingen Fedasil en het Rode Kruis op plaatsbezoek in het leegstaande gebouw. Eind september startte het Rode Kruis onderhandelingen met de eigenaars. Na de opstart van deze onderhandelingen werd ik ook op de hoogte gebracht dat er een mogelijke piste was voor het opvangcentrum in Bilzen. Eind oktober werden deze onderhandelingen afgerond. Vervolgens moeten wij de Inspectie van Financiën contacteren, dat hebben wij ook gedaan. Daarna werd er een contract van een jaar afgesloten met een opzegperiode van drie maanden, tussen het Rode Kruis en de eigenaar. Ik heb dat dan ook op 24 oktober kort na de middag gemeld aan de burgemeester, de heer Sauwens. Hij zei dat hij de bevolking verder zou informeren. Ik heb ook om een contactpersoon gevraagd. Die is toegewezen. Die is direct doorgestuurd. Die dag nog hebben de mensen contact opgenomen. Op maandag 28 oktober vond het eerste overleg plaats tussen het stadsbestuur van Bilzen en het Rode Kruis. Op het moment van de brandstichting, op 11 november, was er al een buurtoverleg aange­kondigd. In samenspraak met het Rode Kruis en het gemeentebestuur werd beslist om het geplande buurtoverleg te laten doorgaan op donderdag 21 november.

 

Het opvangcentrum kan conform de kwaliteits- en veiligheidsnormen van het agentschap 140 personen huisvesten. Het betreft een tijdelijk centrum.

 

De brandstichting heeft natuurlijk heel wat schade veroorzaakt. Er moeten inderdaad werken uitgevoerd worden. Dit moet op een speciale manier afgebroken en opgeruimd worden. Er zijn ook omheiningen aangebracht. Op dit moment valt nog niet in te schatten wanneer de site opnieuw operationeel zou zijn. Een dak ligt er ook niet op van vandaag op morgen, maar dat het centrum open zal gaan, is een feit. Alle betrokkenen zijn het daarover eens.

 

Om de veiligheid van onze opvangcentra te garanderen, heeft Fedasil contact met de lokale politie van steden en gemeenten die nieuwe opvangcentra op hun grondgebied zullen krijgen. Het heeft ook zelf voor bijkomende bewaking op deze sites gezorgd. Verder is er contact tussen het Nationaal Crisiscentrum en het Agentschap voor Ondersteuning. In bestaande centra is er 24 op 24 uur en 7 op 7 dagen permanentie aanwezig en ook een verhoogde waakzaamheid.

 

Monsieur Moutquin, le fait de ne pas pouvoir ouvrir le site de Bilzen a des conséquences sur le nombre de places disponibles dans le réseau d'accueil. Toutefois, aucune affectation de demandeurs d'asile n'avait encore été planifiée pour ce centre. Nous devrons pallier l'indisponibilité temporaire du centre d'accueil de Bilzen en ouvrant des places dans d'autres sites.

 

Avec mon administration, je mets tout en oeuvre pour éviter de laisser les demandeurs d'asile avec leurs enfants dans le froid. Ces derniers mois et semaines, des consultations intensives avec la Régie des Bâtiments et la Défense ont été menées en vue d'examiner comment elles pourraient nous fournir un soutien supplémentaire.

 

Le 14 novembre dernier, le gouvernement a également décidé de demander un effort supplémentaire à tous les Services publics fédéraux et de lancer un marché public en urgence pour trouver des possibilités d'accueil dans le secteur privé. Il est encore trop tôt pour savoir combien de places pourront ainsi être trouvées.

 

We proberen ondertussen ook de nodige lessen te trekken uit wat daar is gebeurd en zeker die problemen in de toekomst te vermijden. Zo hebben we gezorgd voor een betere afstemming tussen de bevoegde instanties in de asielketen. Fedasil sluit zoveel als mogelijk bufferovereen­komsten af voor nieuwe opvangplaatsen die worden geopend. Dat betekent dat indien er geen nood meer is aan deze plaatsen, Fedasil deze niet definitief zal sluiten, maar ze achter de hand kan houden.

 

Ce sont les places tampon dont vous parliez qui existaient en 2014 et que nous allons réinstaurer dans les centres.

 

Zoals u terecht aanhaalde, is dit een goede manier om de volatiliteit die eigen is aan de instroom van asielzoekers op een meer serene manier op te vangen.

 

Mevrouw Ponthier, uw vraag over de kostprijs moet u eens aan de burgemeester stellen. Toen ik aan het debat deelnam, heb ik horen zeggen dat men reeds 600 politie-uren heeft moeten presteren wegens onder andere manifestaties, de onrust die daar is geweest, de brand, het nablussen, enzovoort. Die kostprijs is bekend. De rest zult u moeten vragen aan de burgemeester.

 

04.04  Annick Ponthier (VB): Mevrouw de minister, bedankt omdat u op de meeste vragen antwoordde.

 

Op de laatste vraag hebt u niet geantwoord, of u het maatschappelijk verantwoord vindt zo'n centrum in een kleine dorpskern neer te planten zonder enige vorm van overleg.

 

Ik meen dat de lessons learned waar u het over hebt, onder andere impliceert dat de communi­catie alleszins veel beter kan. Een infovergadering een maand na de aankondiging aan de bevolking, via de media dan nog, niet via het gemeente­bestuur, lijkt mij toch heel laat te zijn.

 

Dat de communicatie beter kan hebt u ook in de media aangekondigd. Ik ben blij dat u erkent dat de communicatie voorheen niet goed verliep en dat u zegt dat u het communicatieplan zult aanpassen. Ik heb daarover een aantal bijkomende vragen opgesteld dat ik u later zal voorleggen. Zij gaan vooral over de communicatie en over de samenwerking met de bevolking.

 

Wat de brandveiligheid betreft, verneem ik dat het gebouw niet meer brandveilig was op het moment dat er over het contract beslist werd en dat er een B-attest werd afgeleverd door de brandweer van Bilzen. U vertelt het anders dan het lokale bestuur. Ik weet niet waar dat vandaan komt. Ik verneem ook uit uw antwoord dat het Rode Kruis wist dat er asbest aanwezig is in het gebouw. Dat dit niet vrijkomt als er niets gebeurt met de dakpannen, daar hoeft men geen hogere studies voor te doen.

 

Los van het feit dat er weinig of geen draagvlak is voor de gevolgen van de aanhoudende massa­migratie en voor de zoveelste asielcrisis, lijkt het mij tot nader order vooral van belang dat er in overleg wordt getreden. Niet na de feiten, maar voor de beslissing wordt genomen.

 

U weet ook dat mijn politieke partij een heel andere visie op het asielbeleid heeft dan het beleid dat hier in dit land wordt gevoerd. Wij pleiten voor het opvangen in eigen regio en een verstrenging van de huidige wetgeving.

 

Zo ver zijn wij echter helaas nog niet. Ik reken ter zake ook op uw zin voor verantwoordelijkheid bij de vorming van een nieuwe regering in dit land.

 

04.05  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la ministre, nous venons de parler de responsabilité. Je pense que votre réponse a montré que votre politique était plus responsable que celle de votre prédécesseur. Ce maintien des places tampon est vraiment une bonne chose pour éviter les difficultés dans lesquelles nous nous trouvons pour l'instant.

 

Pour le reste de votre réponse, vous dites qu'il est trop tôt pour connaître la répartition entre les différentes structures. Je vous réinterrogerai bientôt, en espérant que vous n'ayez pas prévu de partir à l'Europe, par exemple.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Questions jointes de

- Jean-Marc Delizée à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La prise en compte de l’intégration dans le traitement des demandes de protection en Belgique" (55000922C)

- Jean-Marc Delizée à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le statut de l'Afghanistan comme pays sûr" (55001778C)

05 Samengevoegde vragen van

- Jean-Marc Delizée aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het in aanmerking nemen van integratie bij de behandeling van de verzoeken om bescherming in België" (55000922C)

- Jean-Marc Delizée aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De status van Afghanistan als veilig herkomstland" (55001778C)

 

05.01  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le président, madame la ministre, la question de la rapidité de traitement des dossiers est souvent évoquée comme un élément essentiel d’une politique d’asile équilibrée et juste, notamment pour éviter, en cas d'une très longue procédure qui peut durer plusieurs années, de déraciner une deuxième fois des demandeurs ayant eu largement le temps dans l'intervalle de s’implanter durablement et de tisser des liens dans notre pays.

 

Aujourd’hui, il n’en reste pas moins que de nombreux demandeurs voient parfois se passer quelques années avant que leur dossier ne fasse l'objet d'une décision définitive. Durant ce temps, comme cela leur est demandé, ils suivent un parcours d'intégration, apprennent une des langues nationales, se forment, obtiennent parfois un permis de travail, cherchent et parfois trouvent un travail. Et finalement, une décision est prise. Si elle est positive, tout va bien, mais si elle est négative, un problème se pose.

 

Madame la ministre, comment ces liens et ces attaches avec la Belgique sont-ils pris en compte dans le traitement des dossiers? De quelle façon ces liens pèsent-ils dans la décision finale prise à leur égard?

 

J'en arrive ainsi à ma deuxième question qui a trait plus spécifiquement à l'Afghanistan. On sait que les services qui traitent les demandes d'asile ont recours au concept de "pays sûr" permettant la mise en place de procédures accélérées dans le traitement des dossiers. Mais il y a des pays, parmi lesquels l’Afghanistan, qui sont divisés en districts ou en sous-régions, certaines étant considérées comme sûres et d'autres comme non sûres. Sur cette base, les appréciations sont différentes. Ce faisant, l'origine des intéressés aura une influence sur la décision  qui sera prise.

 

Madame la ministre, pouvez-vous me dire quelle est votre évaluation et celle de vos services quant à la situation en Afghanistan? Quelles sont les régions et les zones considérées comme "sûres" et "non sûres"? Quelle est la situation de la capitale, Kaboul, dont on sait qu'elle n'est pas à l’abri d’attentats? Des attentats y ont d'ailleurs lieu de manière régulière. Quel est le statut de la capitale afghane en termes de sûreté? Concrètement, quelle est la situation des Afghans dans notre pays en ce qui concerne le traitement de leur demande de protection?

 

05.02  Maggie De Block, ministre: Monsieur le président, monsieur Delizée, permettez-moi d'abord de rappeler que, conformément à la loi sur les étrangers, l'examen des demandes d'asile relève de la responsabilité des instances indépendantes. En premier lieu, c'est le CGRA; en cas de recours, le Conseil du Contentieux des Étrangers. Je ne peux donc pas interférer dans l'appréciation effectuée par ces instances.

 

Concernant l'Afghanistan, la liste des pays d'origine sûrs a été mise à jour pour la dernière fois dans l'arrêté royal du 15 février 2019, qui sera bientôt renouvelé. Dans celui qui est en vigueur depuis le 1er mars 2019, l'Afghanistan ne figure pas sur cette liste. Cela n'a jamais été le cas. C'est moi qui ai instauré la liste des pays sûrs et l'Afghanistan n'y a jamais figuré. Il n'est donc pas question d'un traitement accéléré en ce qui concerne ce pays.

 

S'agissant de l'examen individuel des demandes d'asile des personnes venant d'Afghanistan, je vous rappelle que cet examen relève de la responsabilité du CGRA et, en cas de recours, du Conseil du Contentieux des Étrangers.

 

En ce qui concerne l'appréciation effectuée par le CGRA, en premier lieu, il y a lieu de déterminer s'il y a des raisons d'accorder le statut de réfugié, en tenant compte de la situation individuelle ou du profil de chaque personne. En deuxième lieu, s'il apparaît qu'il n'y a aucune raison de reconnaître le statut de réfugié, on examine s'il y a lieu d'accorder le statut de protection subsidiaire. Ce statut sera par exemple octroyé s'il existe un risque réel pour un civil d'être victime de violence aveugle dans le cadre d'un conflit armé, en tenant compte de la situation dans la région d'origine et de la situation individuelle de la personne concernée. Ainsi, aucune distinction stricte n'est opérée entre "zones considérées comme sûres" et "zones non sûres", comme vous le dites. La situation en Afghanistan est plus complexe que cela, tout comme l'évaluation du besoin de protection.

 

05.03  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

Bien entendu, pour ma première question, je ne vous demandais nullement d'intervenir dans un quelconque dossier. Il s'agissait plutôt de connaître la philosophie générale et, plus précisément, de savoir si un dossier met plusieurs années avant d'aboutir. Autrement dit, lorsque quelqu'un suit convenablement le parcours d'intégration, est-ce pris en considération? Je vous interrogeais donc sur l'approche qui sous-tendait les décisions prises par les instances compétentes. Pour moi, votre réponse n'est pas claire.

 

S'agissant de l'Afghanistan, vous me répondez que ce pays ne compte pas de district sûr ou non. Nous parlons bien du statut de protection subsidiaire. Comme vous, je reconnais la complexité de la situation et la nécessité d'y rester attentif. L'origine géographique d'un demandeur ne constitue pas un critère permettant de déterminer si l'on octroie ou non le statut.

 

05.04  Maggie De Block, ministre: Monsieur Delizée, si ma réponse n'est pas claire, je puis ajouter que, lors de l'examen d'une demande d'asile, la crainte fondée d'une persécution ou d'un risque réel d'atteinte grave est évaluée en fonction de la situation prévalant dans le pays d'origine. En principe, la durée du séjour et le niveau d'intégration ne constituent pas des critères pertinents à cet égard, car ils n'entrent pas en jeu dans l'évaluation du risque encouru en cas de retour dans le pays d'origine.

 

05.05  Jean-Marc Delizée (PS): Madame la ministre, je ne suis pas totalement d'accord avec ce que vous dites, mais c'est plus clair.

 

Je vous remercie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Dries Van Langenhove aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De fraude bij studentenvisa voor 'studenten' uit Kameroen" (55001300C)

- Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Studentenvisa" (55001308C)

06 Questions jointes de

- Dries Van Langenhove à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La fraude aux visas étudiants pour les prétendus étudiants camerounais" (55001300C)

- Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les visas d'étudiant" (55001308C)

 

06.01  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, België is een populaire bestemming voor veel Afrikanen uit Kameroen. Dit jaar alleen al kreeg België in de eerste acht maanden 1.810 Kameroense studentenvisumaanvragen te verwerken. Hierdoor is het West-Afrikaanse land goed voor zowat 20 % van alle studentenvisum­aanvragen in ons land.

 

Fraude is volgens de Dienst Vreemdelingen­zaken (DVZ) echter een terug­kerend patroon. Pogingen om de fraude tegen te gaan, hebben volgens de DVZ weinig invloed. De DVZ wijst de Raad voor Vreemdelingen­betwistingen (RvV) als verantwoor­delijke aan. De RvV beweert echter dat de DVZ afwijzingen onvoldoende motiveert, bijvoorbeeld door onterecht te stellen dat de vragenlijsten onduidelijk of onvolledig zouden zijn ingevuld.

 

Mevrouw de minister, ten eerste, wat zult u doen om de fraude efficiënter op te sporen?

 

Ten tweede, werkt het screeningcentrum Campus Belgique volgens u naar behoren?

 

Tot slot, hoe vaak gebeurt het dat Kameroeners met een studentenvisum in België niet terugkeren naar hun thuisland en verdwijnen in de illegaliteit?

 

06.02  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, dit land is inderdaad een populaire bestemming voor veel Kameroeners. Dit jaar alleen al gaat het om een kleine 2.000 visumaanvragen. Dat is goed voor bijna 17 % van het totale aantal studenten­visum­aanvragen, meer dan de aanvragen uit China en de VS samen.

 

Om de fraude beter aan te pakken, werd er al een screeningcentrum opgericht in Kameroen. Toch geeft de DVZ aan geen grip te krijgen op de problematiek. Als hij een aanvraag negatief beoordeelt, ziet hij zich vaak geconfronteerd met een gunstige beslissing in beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.

 

Mevrouw de minister, welke maatregelen plant u om de problematiek aan te pakken?

 

Kunt u verklaren waarom Kameroense studenten zo vaak in beroep gaan tegen negatieve beslissingen van de DVZ?

 

Kunt u ons zeggen hoe vaak zij dan effectief gelijk krijgen van de RvV? Misschien hebt u ook het cijfer van het totale aantal weigeringen van visumaanvragen, zodat we een beter zicht krijgen op het aandeel van de Kameroense studenten daarin.

 

In de Thomas More Hogeschool worden er financiële eisen gesteld en daar zijn de inschrij­vingen wel onder controle geraakt. Concreet moeten daar op een geblokkeerde rekening financiële middelen voor het levensonderhoud tijdens het verblijf hier beschikbaar zijn. Bent u voorstander van dat systeem? Wilt u het eventueel ook bij andere onderwijsinstellingen uitrollen?

 

Hebt u er zelf begrip voor dat de RvV zo vaak beslissingen van de DVZ vernietigt?

 

06.03 Minister Maggie De Block: Mijnheer de voorzitter, het probleem is niet nieuw. Toen ik bevoegd was, van 2011 tot 2014, ging ik ook al op ontradingsreis naar Kameroen. Wij hielden toen ook al grote kuis inzake de diploma's, die daar voor vijf dollar te koop zijn. Als men van de luchthaven vertrekt, worden die daar allemaal aangeboden. Ze werden ook aan ons aangeboden. Dat was vriendelijk, maar niet nodig.

 

Een van de maatregelen die in april 2018 werd genomen, was de oprichting van het screenings­centrum Campus Belgique in Kameroen, om zo de strijd tegen fraude te versterken. De taken van dat centrum houden onder andere in de echtheid van de documenten die door de student worden voorgelegd te controleren en een advies uit te brengen over de coherentie van de studieloopbaan. Op basis van dat advies en van het door de student ingevulde dossier, dat een ingevulde vragenlijst van de Dienst Vreemdelingenzaken bevat, kan dan de DVZ het risico van misbruik van de procedure evalueren.

 

Er werd aan meerdere hogescholen vastgesteld dat sommige Kameroeners en ook anderen niet het niveau hadden om naar een hogeschool of universiteit te gaan en daar niks deden, tenzij er rondhangen en ervoor zorgen dat ze konden blijven. Zowel mijn administratie als de Campus Belgique pleit voor een controle op de echtheid van de documenten, voorafgaand aan de aflevering van het inschrijvingsattest. In de praktijk zijn er heel wat verschillen tussen de verschillende onderwijsinstellingen wat de weigering tot inschrijving betreft. De strijd tegen fraude zou ook moeten worden uitgebreid naar de gelijkwaardigheidserkenning van diploma's. Dergelijke controles kunnen enkel worden geïmplementeerd door de onderwijsinstellingen zelf en die hangen af van de Gemeenschappen. Ik denk wel dat het nuttig zou zijn dat ze dat zouden doen.

 

De vreemdelingenwet bepaalt welke documenten een vreemdeling moet voorleggen in ons land om te komen studeren. Indien die documenten worden voorgelegd, moet de student een verblijfsvergunning krijgen. Op dat moment heeft DVZ nog weinig manoeuvreerruimte, aangezien het om een vergunning van rechtswege gaat. Daarvoor werd ook het screeningscentrum opgericht, om een stap vroeger te kunnen ingrijpen. Om een weigeringsbeslissing te kunnen motiveren, dient de DVZ immers aan te tonen dat de aanvrager de bedoeling heeft om de procedure te vervalsen, en dat is veel moeilijker.

 

Ook is er regelmatig contact tussen de administratie en de betrokken partijen om tot een oplossing te komen voor een efficiëntere fraude­bestrijding. In lopende zaken zijn de bijkomende actiemiddelen beperkt, maar toch blijft er aandacht gaan naar het fenomeen.

 

Er zijn geen cijfers beschikbaar per weigerings­grond en ook niet van het aantal Kameroeners die in een situatie van illegaal verblijf terechtkomen.

 

In 2019 werden van juli tot half oktober 101 beroepen ingediend met uiterst dringende noodzakelijkheid. De Raad voor Vreemdelingen­betwistingen heeft 25 weigeringsbeslissingen opgeschort. Vervolgens heeft de DVZ dan 12 studentenvisa toegestaan. Dat geeft u een idee van de situatie.

 

U vraagt wat ik hieraan zal doen, maar de RvV is, zoals alle gerechtelijke instanties, onafhankelijk in zijn beslissingen. Wij kunnen daar dus gewoon niks aan doen; wij zullen in een vroeger stadium moeten optreden.

 

Volgens de vreemdelingenwet moet de student ook bewijzen dat hij over voldoende bestaansmiddelen beschikt om de kosten voor zijn verblijf, gezondheid, studie en terugkeer te dekken. Voor dit academiejaar werd het vereiste budget vastgelegd op 666 euro per maand. Dat bedrag wordt jaarlijks bij koninklijk besluit vastgesteld. De student kan dat op meerdere manieren bewijzen. Een van de manieren is door het jaarbudget op een geblokkeerde rekening te laten bevriezen. Sommige onderwijsinstellingen vragen inderdaad om dat bedrag te storten op een geblokkeerde rekening, zodat het voor de inschrijving en het levensonderhoud kan worden gebruikt. Dat systeem wordt door de DVZ aanvaard als een bewijs van voldoende bestaansmiddelen.

 

06.04  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, u antwoordt dat het niet om een nieuwe problematiek gaat. Aangezien echter nog steeds 20 % van de studentenvisumaanvragen van Kameroense studenten komt, blijkt dat de aanpak van de voorbije jaren niet adequaat was, anders zouden wij nu niet meer met het probleem worden geconfronteerd.

 

Ik stel dus voor dat met alle betrokken instanties diepgaand wordt overlegd, om de oplossingen te bekijken die voor de toekomst wel adequaat kunnen zijn, zodat wij over een aantal maanden of jaren niet opnieuw dezelfde vraag hoeven te stellen.

 

Ik durf, ten slotte, ook de meerwaarde van alle Kameroense studenten in ons land in twijfel te trekken. Misschien moeten wij maar eens volledig out of the box over het hele systeem nadenken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Dries Van Langenhove aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het asielcentrum te Dormaal" (55001310C)

- Dries Van Langenhove aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "Het asielcentrum te Dormaal en het Klein Kasteeltje" (55001476C)

07 Questions jointes de

- Dries Van Langenhove à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le centre pour demandeurs d'asile à Dormaal" (55001310C)

- Dries Van Langenhove à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le centre d'asile de Dormaal et le Petit-Château" (55001476C)

 

De voorzitter: Ik heb begrepen dat uw tweede vraag over hetzelfde onderwerp gaat. Eigenlijk gaat zij over de aankoop van elektrische fietsen?

 

07.01  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, de tweede vraag vervangt eigenlijk de eerste. Er moet iets fout gelopen zijn bij de diensten.

 

Mevrouw de minister, in Het Laatste Nieuws las ik in de regio-editie Hageland dat er 28 elektrische fietsen geleverd zouden zijn in het asielcentrum van Dormaal. Daarnaast stellen wij vast dat Fedasil een offerteaanvraag heeft uitgeschreven voor een lot elektrische plooifietsen, te leveren aan het Klein Kasteeltje.

 

Klopt deze informatie? Zo ja, hoeveel kostten de elektrische fietsen voor het centrum te Dormaal?

 

Hoeveel fietsen werden aangekocht of zullen worden aangekocht voor het Klein Kasteeltje? Werden deze elektrische fietsen aangekocht voor de asielzoekers of voor de werknemers? Een belangrijk verschil, lijkt mij. Werden er reeds eerder elektrische fietsen of scooters aangekocht voor andere asielcentra?

 

Tot slot, mevrouw de minister, plant u binnenkort een persoonlijk overlegmoment met de inwoners van Zoutleeuw en Dormaal, die terecht stellen dat zij niet goed geïnformeerd worden?

 

07.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer Van Langenhove, het heeft eigenlijk weinig zin dat u die vraag hier nog stelt – is het waar dat er elektrische fietsen zijn aangekocht? – als u dit eerst via uw twitter- en facebookaccount deelt. Maar goed, ik zal u antwoorden. Ik hoop dat u dat antwoord dan ook zal communiceren op de geëigende manier.

 

Wat die elektrische fietsen betreft, in geen enkel opvangcentrum, dus ook niet in Zoutleeuw, werden er elektrische fietsen aangekocht voor asielzoekers, laat staan in het Klein Kasteeltje. Enkel voor het personeel is er een drietal, over alle centra die aangekondigd worden, voor het personeel, bijvoorbeeld voor wanneer de mensen van Fedasil of die van de DVZ van het ene centrum naar het andere rijden. Als zij zich met de auto moeten verplaatsen zijn ze langer onderweg.

 

Op basis van die feiten werd er een verhaal verzonnen, dat dan gedeeld wordt via de sociale media, met als enige bedoeling ons als onnozelaars af te schilderen; alsof wij direct elektrische fietsen zouden kopen voor asielzoekers, en zo de bevolking tegen elkaar op te zetten. Het gaat dus om een absolute leugen. Een absolute leugen.

 

Ik hoop dat u dit antwoord ook verspreidt en dat u beseft hoeveel schade u met die leugen in de samenleving aanricht, want niet iedereen kan zich een elektrische fiets veroorloven.

 

07.03  Dries Van Langenhove (VB): Met "u" bedoelt u Het Laatste Nieuws, hoop ik?

 

07.04 Minister Maggie De Block: U weet dat dit soort gedrag tot een onaanvaardbaar gedrag kan leiden.

 

Binnenkort openen wij inderdaad het centrum in Zoutleeuw. Fedasil heeft na de bekendmaking hiervan een buurtvergadering georganiseerd. In twee bewegingen, heb ik gehoord, omdat het aantal aanwezigen te groot was om het in één keer te doen. Sindsdien is er ook een contact, informeel en persoonlijk, met de zeer directe omwonenden, die met veel minder zijn dan degenen die daar aanwezig waren. Er is ook een structureel informeel overleg met de gemeente en de omwonenden via een reeds geïnstalleerde stuurgroep.

 

Fedasil is als verantwoordelijk agentschap het best geplaatst om de dialoog met de buurt­bewoners aan te gaan en vervolgens concreet met hun bekommernissen aan de slag te gaan. Met die aanpak lijken de inwoners mij het meest gebaat. Dat lijkt mij altijd een betere manier dan iedereen te gaan ophitsen.

 

07.05  Dries Van Langenhove (VB): Ik ben al verschillende keren in Zoutleeuw en Dormaal geweest. Die mensen voelen zich absoluut niet gehoord. Zij voelen zich niet correct geïnformeerd. De feiten tonen dat ook aan. Als die mensen maandenlang gewoon niets vernemen en het enige nieuws via de massamedia moeten vernemen, dan doen er op den duur ook leugens de ronde. Die leugens worden trouwens niet door mij verzonnen. Ze zijn door Het Laatste Nieuws verzonnen, mevrouw De Block. Misschien kunnen we de 400 miljoen euro subsidies die de overheid jaarlijks geeft aan onder andere Het Laatste Nieuws eens in vraag stellen.

 

Mijn vraag was eigenlijk vooral hoeveel de elektrische fietsen exact hebben gekost, maar op die vraag hebt u niet geantwoord. Ik hoop dat ik het in de toekomst nog zal mogen vernemen.

 

07.06 Minister Maggie De Block: Ik neem aan dat men voor drie of vier fietsen, bestemd voor het vervoer van personeel, over verschillende centra geen openbare aanbesteding moet uitschrijven.

 

07.07  Dries Van Langenhove (VB): De berichten in de media over 28 fietsen kloppen dus niet?

 

07.08 Minister Maggie De Block: Nee, ik heb die niet kunnen achterhalen. Die 300 ook niet en die 400 ook niet.

 

07.09  Dries Van Langenhove (VB): Wat er in Het Laatste Nieuws stond, is volgens u dus volledig fout.

 

07.10 Minister Maggie De Block: Weet u, ik heb wel andere zaken te doen dan te checken wat er allemaal in de kranten staat, laat staan op uw facebookpagina. Ik zeg u wat wij weten. Die kennis geef ik u mee en de rest doet u zelf maar.

 

07.11  Dries Van Langenhove (VB): Mevrouw de minister, als er mij honderden mensen contac­teren over wat zij in de kranten lezen, met name dat er 28 elektrische fietsen werden aangekocht voor een asielzoekerscentrum, dan mag ik u als Parlementslid daarover toch een vraag stellen? Zo werkt onze democratie toch?

 

07.12 Minister Maggie De Block: U mag over alles een vraag stellen en ik mag u het antwoord geven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55001689C van mevrouw Matz en vraag nr. 55001739C van mevrouw Daems zijn uitgesteld.

 

08 Question de Gaby Colebunders à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "L'état d'avancement des négociations relatives à la révision du règlement de Dublin" (55001740C)

08 Vraag van Gaby Colebunders aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De voortgang van de onderhandelingen over een herziening van de Dublinverordening" (55001740C)

 

08.01  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Op 6 november jongstleden was de Griekse minister van Migratie in het Europees Parlement te gast in de commissie Burgerlijke Vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken. Daar maakte hij duidelijk dat op de Griekse eilanden 4.000 minderjarigen zitten in omstandigheden die de Europese Unie onwaardig zijn. Hij stuurde onlangs een brief naar de EU-27 om vrijwillige hulp te vragen om de last te delen. Daarop kreeg hij slechts antwoord van één lidstaat. Het toont aan dat we nog veel stappen op Europees niveau moeten zetten om een realistische verdeling van vluchtelingen te realiseren.

 

Op 6 november 2017 gaf het Europees Parlement het mandaat voor institutionele onderhandelingen met Europese regeringen over de herziening van de Dublinregels. In het advies van het Europees Parlement stonden enkele punten die de Europese solidariteit willen versterken, zoals het voorstel om mensen die geen echte band hebben met een Europees land, over de lidstaten te verspreiden.

 

Hebt u de brief van de Griekse minister van Migratie ook ontvangen? Zo ja, kunt u samenvatten wat er precies in de brief staat? Is het waar dat u niet geantwoord hebt en waarom?

 

Hoe ver staan de onderhandelingen over het herbekijken van de Dublinverordening? Kunt u meer uitleg geven over de positie die België verdedigt?

 

08.02 Minister Maggie De Block: Mijnheer Colebunders, het klopt dat ik op 10 september, net zoals de collega's van de andere lidstaten, een correspon­dentie ontving vanwege de Griekse minister van Burgerbescherming met een algemeen relocatie­verzoek voor 2.500 niet-begeleide minderjarigen, waarvoor hij een verdeling tussen de lidstaten voorstelde zonder toe te lichten hoe die verdeling dan berekend zou worden.

 

Aan België wordt gevraagd om 150 minderjarigen op te nemen. Ik ben daar niet op ingegaan om dezelfde redenen als die waarom de regering niet is ingegaan op het zogezegde Malta-akkoord. België ontving in september namelijk 2.600 asielaanvragen en in oktober 2.900. Daarmee zit het bij de Europese koplopers wat het aantal asielaanvragen per capita betreft. België doet eigenlijk al meer dan zijn fair share inzake opvang, in vergelijking met andere Europese lidstaten. Trouwens, de huidige verhoogde instroom beperkt zich niet louter tot de eerste landen, namelijk de landen aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Ook de Centraal-Europese landen, zoals ons land, zijn het slachtoffer van secundaire migratie.

 

Het is al een hele oefening om maandelijks bijkomende opvangplaatsen te openen om de instroom van asielaanvragers correct te kanaliseren. De doorlooptijd van het netwerk was ook heel lang geworden in de voorbije jaren: de mensen verblijven tot 18 maanden in asielcentra, voordat er een beslissing wordt genomen. Dat was ooit 6 maanden en daar moeten wij weer naartoe. Daartoe werden onze administraties al twee keer versterkt en dat begint nu eindelijk te lonen met een hoger aantal beslissingen.

 

Bovendien is ons opvangnetwerk verzadigd. Zodra de drempel van 94 % van de beschikbare opvangplaatsen wordt overschreden, is er sprake van een verzadigd netwerk. Momenteel schommelt dat rond 97 %. Het is dus niet gemakkelijk. Zoals gezegd, willen wij vermijden dat er asielzoekers en hun gezinnen in de winter op straat moeten slapen. Ik kan dan ook geen engagementen aangaan waarvan ik niet kan garanderen dat ik ze kan honoreren. Daarnaast gaat het om niet-begeleide minderjarigen, voor wie wij voogden moeten aanstellen. Wij moeten ook genoeg voogden ter beschikking hebben. Niet-begeleide minderjarigen vormen geen gemakkelijke groep, en dan komen er nog eens zomaar 1.500 bij.

 

Het Europees migratiebeleid kan beter. Wij moeten echt zorgen voor structurele oplossingen in plaats van ad-hocinitiatieven. Ik heb dat ook bepleit tijdens de Europese informele raad voor Asiel en Migratie. Komende maandag volgt er een nieuwe vergadering. Er moet een evenwicht zijn tussen solidariteit met de eerstelijnslanden en verantwoordelijkheid van die landen. Dat kan alleen met een structurele oplossing en de nieuwe eurocommissaris, die op 1 december zal beginnen, moet daar een absolute prioriteit van maken.

 

Eigenlijk is er jarenlang niet veel veranderd aan het Europees asielbeleid, ondanks het feit dat er meerdere crisissen zijn geweest. Hetzelfde geldt voor de discussie over de Dublinverordening, die al vijf jaar aansleept. Ik ben vier jaar weggeweest van het departement, maar het discours was toen juist hetzelfde. Zoals ik zei, het is alsof ik eigenlijk niet ben weggeweest, maar er zat wel vier jaar tussen. De hervorming van de Dublinregels is al een hele tijd geblokkeerd. De nieuwe voorzitter van de Europese Commissie wil komen tot een nieuw asiel- en migratiepact met nieuwe vormen van solidariteit en de garantie dat alle lidstaten een deel van de lasten naar draagkracht en vermogen zullen dragen.

 

In het voorjaar zullen wij waarschijnlijk weten hoe de Commissie te werk wil gaan. De nieuwe commissaris begint, enigszins laat, op 1 december – de Commissie werd namelijk niet tijdig samengesteld en dat heeft voor vertraging gezorgd – en heeft tot de lente de tijd om een plan van aanpak op te stellen, wat hij vervolgens aan de lidstaten zal voorleggen. Aangezien de nieuwe commissaris een Griek is, kent hij de problematiek. Hij beseft dat niet alleen de landen aan de buitengrenzen verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar dat ook verschillende andere landen, waaronder ons land, worstelen met de stromen aan asielaanvragers. Ik hoop daarom dat de nieuwe commissaris de moed zal hebben om een globaal plan op tafel te leggen, plan waarin wij ons kunnen vinden en waarbij er een ander discours gehanteerd wordt dan vandaag het geval is. Nu is het too much voor ons land.

 

08.03  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, bedankt voor uw uitgebreid antwoord.

 

Ik heb zopas twee keer herhaald dat het, hoe ernstig de problematiek ook is, over minderjarigen gaat. Reportages op de BBC toonden onder welke omstandigheden die kinderen leven. Ik vraag mij nog altijd af waar zij eigenlijk het zwaarste leven hadden. Het gaat inderdaad, zoals u net zei, over Europese richtlijnen. Mij stoort de struisvogel­politiek echter enorm, niet alleen in België, maar in heel Europa. Wij steken ons hoofd in het zand en doen alsof die kinderen er niet zijn. De aanpak van de migratieproblematiek vindt men in richtlijnen, maar niet in daden.

 

Wij kijken daarom samen met u uit naar het voor­jaar. Wij hopen dat er dan niet alleen richtlijnen, maar vooral duidelijke wetten komen, zodat de migratieproblematiek op een menselijke manier aangepakt wordt waarbij kinderen, in tegenstelling tot wat nu het geval is, fatsoenlijk opgevangen worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Yoleen Van Camp aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De opvolging van transmigranten" (55001743C)

09 Question de Yoleen Van Camp à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Le suivi des migrants en transit" (55001743C)

 

09.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb hier tijdens een vorige vergadering in oktober al een vraag over gesteld. Intussen bleef de problematiek echter heel actueel. Ik blijf dit dus graag volgen. U hebt toen gezegd dat het overleg over het tienpuntenplan met het Verenigd Koninkrijk nog altijd liep. Aangezien de problematiek zo prangend blijft wou ik graag vernemen hoe ver u daarmee staat. Welke gesprekken hebben er intussen plaatsgevonden en met welke instanties was dat? Welke resultaten hebt u kunnen optekenen?

 

Tijdens de commissievergadering van half oktober zei u ook dat u in de afgelopen maand een evaluatie plande van de werking van de centra. Hoe ver staat u daarmee? Wat hebt u onderzocht? Op welke manier gebeurde dat? Wat waren de resultaten? Welk gevolg zult u daaraan geven?

 

Tot slot zei u ruim een maand geleden ook dat u uw collega De Crem de opdracht zou geven om alternatieven uit te tekenen voor het voorlopig leegstaande transitcentrum 127bis. Namens onze fractie deed ik zelf de suggestie om bijvoorbeeld te werken met provinciale satellieten. Zelf zei u dat het interessant was om ook andere opties te onderzoeken die nog beter inspelen op de exacte geografische spreiding van de problematiek. Dat was zeker een goed idee.

 

Wat is er op dat vlak onderzocht? Wat is er uit de bus gekomen? Wat zijn de pro's en contra's? Wanneer mogen we precies resultaten verwachten?  U zei onder andere dat u met een gezamenlijk advies zou komen. Kan dat ons bezorgd worden?

 

09.02 Minister Maggie De Block: Mevrouw Van Camp, er is enige evolutie in het dossier. Op 7 november was er een vergadering met de Britten over de samenwerking in de strijd tegen transmigratie. De Britse delegatie bestond grotendeels uit medewerkers van het Home Office, de Border Force en de Britse ambassade. België werd vertegenwoordigd door de beleidscellen Binnenlandse Zaken en Asiel en Migratie, de federale politie, de Dienst Vreemdelingenzaken en de internationale cel van de FOD Binnenlandse Zaken. De beleidscel van minister De Crem staat in voor de coördinatie van het dossier.

 

België bekijkt vooral hoe het VK kan bijdragen aan een betere detectie en hoe er strategisch kan worden gecommuniceerd met de migranten over bijvoorbeeld de asiel- of Dublinprocedure, de leefomstandigheden in het VK enzovoort. Het VK stelt voor om België financiële en indien mogelijk ook materiële steun te bieden, bijvoorbeeld door het betalen van detectiematerieel.

 

De concrete Belgische noden werden de daaropvolgende dag besproken, tijdens het gezamenlijk bezoek aan de haven van Zeebrugge. België en het UK willen tot een structurele samenwerking komen. Na samenwerking rond infrastructuur benadrukt de federale politie dat ook samenwerking inzake intelligence beter kan.

 

Wat de evaluatie betreft, daaraan wordt momenteel de laatste hand gelegd.

 

Uw derde vraag omtqrent alternatieven heeft betrekking op de politionele werking en organisatie. Ik moet u vragen die te richten tot de minister van Binnenlandse Zaken, tot nader order minister De Crem.

 

09.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Bedankt voor de antwoorden op de eerste en de derde vragen. Ik begrijp dat jullie gaan samenwerken, maar wanneer wordt dat dan geconcretiseerd in termen van praktische oplossingen? Als ik het goed begrijp, werd op de vergadering van 7 november bekeken welke samenwerking er mogelijk is en werden tijdens het werkbezoek de exacte noden en mogelijkheden in kaart gebracht, namelijk structureel op het vlak van intelligence en van infrastructuur. Wanneer kunnen wij concrete resultaten verwachten op het terrein?

 

De derde vraag zal ik dan inderdaad, zoals u wenst, aan minister De Crem stellen. U hebt nog geen antwoord gegeven op de tweede vraag over de evaluatie van het voorlopig leegstaande centrum voor transitmigranten.

 

09.04 Minister Maggie De Block: Ik heb gezegd dat die momenteel bezig is.

 

09.05  Yoleen Van Camp (N-VA): Wanneer kunnen we daar resultaten van verwachten?

 

09.06 Minister Maggie De Block: Wanneer de mensen hun werk hebben gedaan en tot een besluit zijn gekomen. Zo geldt dat ook voor de maatregelen: die worden maatregel per maatregel bekeken, ook wat de gepaste implementatiedatum betreft. Zo snel mogelijk. Er wordt verder aan gewerkt.

 

09.07  Yoleen Van Camp (N-VA): Daar hebben we het dan later nog over.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Wouter De Vriendt aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De uitspraken van Theo Francken over “creatief terugsturen”" (55001763C)

- Meryame Kitir aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De uitspraak van de heer Francken met betrekking tot het terugsturen van illegale criminelen" (55001775C)

10 Questions jointes de

- Wouter De Vriendt à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les propos de Theo Francken concernant des rapatriements "créatifs"" (55001763C)

- Meryame Kitir à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "Les propos de M. Francken relatifs au renvoi de criminels en séjour illégal" (55001775C)

 

10.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, uit geluidsfragmenten blijkt dat uw voorganger Theo Francken tijdens een lezing in Beveren zegt dat hij “op een creatieve manier illegale criminelen heeft teruggestuurd”. Hij voegde eraan toe: "Ik ga niet vertellen hoe, want dan raak ik in de problemen. Ooit schrijf ik daar een boek over, als de feiten verjaard zijn.” Dat zijn uitspraken om achterover van te vallen. Ik denk dat elke democraat door dergelijke uitspraken gealarmeerd moet zijn.

 

Het lijkt erop dat Francken verwijst naar mogelijk illegale manieren om van bepaalde ambassades een laissez-passer te krijgen om bepaalde mensen te kunnen terugsturen. Hij lijkt te erkennen dat hij misdrijven heeft gepleegd, want hij gebruikt het woord verjaren. Dat zegt men toch niet zomaar.

 

Zelfs voor criminelen moet de terugkeer volgens het internationaal recht verlopen, dus met inachtneming van de rechten van de betrokkene, meer bepaald het recht om niet te worden blootgesteld aan een onmenselijke behandeling.

 

Over welke creatieve manieren heeft Theo Francken het volgens u? Hebt u weet van mogelijke illegale manieren om mensen te kunnen repatriëren? Hebt u hiervan sporen teruggevonden toen u het staatssecretariaat opnieuw van Theo Francken overnam?

 

Zult u dit hoe dan ook verder onderzoeken en uw administratie de opdracht hiertoe geven, samen met de DVZ? Wat is er precies gebeurd? Waarover heeft Theo Francken het?

 

Zal de DVZ elementen aanleveren die een eventueel onderzoek naar de door Theo Francken zelf erkende misdrijven kunnen ondersteunen?

 

Hoe verloopt de afgifte van laissez-passers met onwillige landen doorgaans?

 

10.02  Meryame Kitir (sp.a): Mevrouw de minister, in De Morgen van 25 november konden we een verslag lezen van een lezing die op woensdag 20 november in Beveren werd gehouden door voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken.

 

Het artikel bevat onder meer het volgend citaat van de heer Francken: “Ja, we waren creatief in het terugsturen van illegale criminelen. Ik ga niet vertellen hoe, want dan raak ik in de problemen, maar ooit schrijf ik daar een boek over, als de feiten verjaard zijn.”

 

Het feit dat de heer Francken spreekt over de verjaring van feiten, lijkt alvast minstens te suggereren dat het hier gaat over strafbare feiten of misdrijven. Dat zou dus betekenen dat hij in zijn bevoegdheid als staatssecretaris strafbepalingen heeft overtreden. Dat is zeer ernstig en verdient snel opheldering.

 

Is het parket al een opsporingsonderzoek gestart na de uitspraken van de heer Francken? Zo ja, zal uw administratie haar volle medewerking verlenen aan dat onderzoek?

 

10.03 Minister Maggie De Block: Mijnheer De Vriendt, mevrouw Kitir, de uitlatingen van mijn voorganger laat ik natuurlijk, zoals steeds, voor zijn rekening. Er is bij mijn weten nog geen onderzoek bij het parket gestart, maar mocht dat het geval zijn, dan zullen mijn diensten natuurlijk, zoals de vorige keer, hun medewerking daaraan verlenen.

 

De directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken heeft mij verzekerd dat zijn administratie geen illegale praktijken hanteert bij het verwijderen van vreemdelingen. Ikzelf heb ook geen weet van een instructie om de wet te overtreden. Die komt alleszins niet van mijzelf.

 

In het regeerakkoord wordt ingezet op een streng en rechtvaardig asielbeleid, met een efficiënt terugkeerbeleid als sluitstuk. Dat betekent ook dat er ingezet wordt op goede relaties met de vertegenwoordigers van de landen van bestemming, met het oog op het verkrijgen van reisdocumenten of laissez-passers. Er bestaan geen geijkte procedures. Oude identiteits­documenten, vingerafdrukken, interviews en andere zaken kunnen daarbij helpen.

 

Er wordt continu ingezet op goede relaties met de andere landen, want ook wederzijds vertrouwen tussen landen en de migratiediensten kan ons helpen voor de terugkeer. Wij proberen zo veel mogelijk bilaterale afspraken te maken.

 

10.04  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, zult u het verder onderzoeken? Dat is de vraag.

 

10.05 Minister Maggie De Block: Ik heb het gevraagd aan de directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken, want zijn dienst is ook op de hoogte van de terugkeer. Hij zegt dat hij daarvan geen weet heeft. Meer kan ik toch ook niet doen? Als er niets te onderzoeken is, is er niets te onderzoeken. Op het moment dat er een klacht bij het parket zou aankomen, wordt het natuurlijk een ander onderzoek.

 

Wij hebben dat nog meegemaakt. De vorige keer hebben onze diensten alle door het parket opgevraagde cijfergegevens meegedeeld. Als men mij zegt dat men geen enkele instructie heeft gegeven om de wet te overtreden, dan zal ik op zo'n moment niet zeggen dat men toch nog wel iets kan onderzoeken. Ik moet toch weten wat er onderzocht moet worden?

 

Mocht er een klacht bij het parket zijn, zullen mijn diensten uiteraard hun medewerking verlenen.

 

10.06  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Gebeurt de afgifte van laissez-passers enkel via de administratie of ook via het kabinet?

 

10.07 Minister Maggie De Block: Normaal altijd via de administratie.

 

10.08  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Normaal, ja.

 

Ik wil u vragen nog niet te lossen en nog diepgaander te onderzoeken wat er gebeurd kan zijn binnen uw administratie, binnen uw diensten. Alleszins, indien nodig zullen wij in het Parlement een initiatief nemen. Het is nog gebeurd dat wij Theo Francken gevraagd hebben in een hoorzitting naar de commissie te komen. Als dat nodig is, als er geen nieuwe elementen opduiken en als hierover geen klaarheid komt, zullen wij dat opnieuw doen.

 

Hij gedraagt zich werkelijk als een zonnekoning, iemand die meent dat hij zich alles kan permitteren. Dit soort uitspraken is verre van onschuldig. Daarmee geeft hij gewoon toe dat hij mogelijk strafbare feiten heeft gepleegd. Dat passeert blijkbaar allemaal. Maar niet bij ons. Ik wil daar zeer duidelijk over zijn: niet bij ons. Ministers staan niet boven de wet, zeker niet wanneer het gaat over delicate materies als dit.

 

10.09  Meryame Kitir (sp.a): Dank u wel, mevrouw de minister.

 

U moet zich uiteraard niet verantwoorden voor uitspraken van uw voorganger. Ik ben al blij dat u het initiatief genomen hebt binnen uw diensten navraag te doen of er effectief iets gebeurd is wat strafbaar is.

 

Ik vind zo'n uitspraak ook niet lichtzinnig. Ik vind niet dat wij er zomaar overheen moeten gaan. Ik verwacht toch wel dat het parket dit grondig onderzoekt. Ik ben wel blij te vernemen dat indien er een onderzoek komt, u en uw administratie bereid zijn de volle ondersteuning te geven om te bekijken wat hier van aan is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Wouter De Vriendt aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De communicatie bij de opening van nieuwe asielcentra" (55001769C)

11 Question de Wouter De Vriendt à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La communication dans le cadre de l'ouverture de nouveaux centres d'asile" (55001769C)

 

11.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, deze korte vraag sluit aan bij een vorig debat vandaag in onze commissie.

 

Het is bekend dat u ijverig op zoek bent naar nieuwe opvangplaatsen, nadat uw voorganger het aantal opvangplaatsen veel te bruusk afbouwde. Hoeveel plaatsen zoekt u momenteel nog? Welke vooruitgang hebt u recent geboekt?

 

Iedereen is overtuigd van de nood aan het creëren van een draagvlak in een gemeente of wijk waar een nieuw asielcentrum komt, zeker in het licht van de gebeurtenissen in Bilzen. Welke maat­regelen neemt u om de communicatie te verzorgen om ongerustheid bij buurtbewoners weg te nemen?

 

U hebt in de pers aangekondigd actie te onder­nemen tegen fake news over asielcentra. Wij hebben daarnet nog een staaltje fake news gezien bij de vraag van collega Van Langenhove over elektrische fietsen die zouden worden geleverd ten gunste van asielzoekers. Daar blijkt helemaal niets van aan te zijn, maar zo worden de mensen ongerust gemaakt, belogen en bedrogen.

 

Die actie tegen fake news is zeker terecht. Ik krijg graag nog wat meer uitleg daarover.

 

11.02  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, ik ben kort genoemd, dus ik wil heel kort reageren.

 

Ik heb net dat fake news uit de wereld willen helpen. Ik heb de minister gevraagd wat ervan aan was en of er effectief 28 fietsen waren geleverd. Als de minister mij dan antwoordt dat zij dat niet kan achterhalen, dan kan ik daar niets aan doen. Ik heb de vraag gesteld, dat is mijn taak als parlementslid.

 

11.03 Minister Maggie De Block: Mijnheer Van Langenhove, u had het daarnet over een nog veel hoger aantal fietsen, maar soit. Ik onthoud al dat fake news niet meer.

 

Mijnheer De Vriendt, wij creëren maandelijks 500 tot 700 plaatsen. Fedasil stelt alles in het werk om aan de bijkomende nood te voldoen. Ik denk dat ik in een jaar tijd al 6.000 plaatsen heb moeten openen.

 

Onze opvangcapaciteit is sedert begin 2019 reeds met 5.000 plaatsen toegenomen. Fedasil onderzoekt voortdurend of bepaalde sites geschikt kunnen zijn voor een opvangcentrum en of een akkoord met de eigenaar kan worden gevonden. Voordien lichtte ik de burgemeester in, zodra het huurcontract van het nieuwe asielcentrum was getekend. Dat gebeurde de dag zelf, niet eerder.

 

Door de hoge nood aan opvangplaatsen worden wij vandaag geconfronteerd met een veel kortere tijdspanne tussen de ondertekening van het contract en de opening van een asielcentrum. Daarom zal ik voortaan de burgemeester al bellen, zodra bij het eerste bezoek van Fedasil een geschikt centrum gevonden wordt. Dan moet er natuurlijk nog onderhandeld worden over de prijs en moeten de brandweerattesten in orde gebracht worden enzovoort. Ik zal vroeger contact opnemen, omdat ik vaststel dat de burgemeesters het vroeger willen weten. Zodra de beslissing genomen is, wordt er ook een contactpersoon aangesteld en komt er een centraal telefoon­nummer waarnaar omwonenden kunnen bellen met vragen, bezorgdheden of klachten.

 

Daarnaast zullen mijn diensten ook proactief desinformatie op sociale media bestrijden. De voorbije dagen hebben ze op dat vlak nog een tandje bijgestoken, letterlijk en figuurlijk. Fedasil was daar al mee bezig, maar ik heb gevraagd om nog actiever te zijn en verkeerde informatie en fake news tegen te gaan. Fedasil counterde bijvoorbeeld vorige week maandag vakkundig informatie over het aandeel alleenstaande mannen. Het Rode Kruis zegt dat het dat tot nu toe eigenlijk nog niet deed en dat het niet aan de instelling is om dat te doen, ook al erkent het dat verspreiding van dergelijke informatie niet kan. Vandaag zijn de elektrische fietsen al gepasseerd en straks komt er ook nog een vraag over chocolade sinterklazen.

 

Er wordt ook nog een werkgroep opgestart met onder andere vertegenwoordigers van mijn kabinet en Fedasil om die proactieve aanpak nog verder uit te werken. Ik heb ook gevraagd bedreigingen en haat tegen mensen die bij ons werken of tegen centra te rapporteren. Vroeger deden de mensen dat niet, maar ik vind dat ze dat moeten doen, om veiligheidsredene, politie en parket moeten dat weten. Onze diensten bevinden zich in verhoogde staat van alertheid, terwijl men eigenlijk gewoon zijn werk moet doen.

 

Het is misschien interessant om te zeggen waarom zoveel plaatsen geopend moesten worden. Wij berekenden dat, als de DVZ en het commissariaat-generaal op hun kracht hadden kunnen blijven werken, zoals dat moest gelet op de instroom die er al aankwam, en de achterstand die er nog was van 2015, er geen 6.000 plaatsen hadden moeten worden geopend. U ziet welke gevolgen het heeft voor het opvangnetwerk, als men er niet voor zorgt dat de procedures kort blijven en ze geen zes maanden, maar een jaar, vijftien maanden, achttien maanden aanslepen.

 

Ik heb al twee keer gerekruteerd, maar voor het commissariaat-generaal duurt de opleiding zes maanden en als het gaat om landen als Afghanistan is dat zelfs nog langer. Terwijl de protection officers mensen opleiden, gaat het aantal dossiers dat zij kunnen behandelen, naar beneden. Dan loopt de achterstand nog meer op.

 

Daar zijn we nu door. De voorbije twee maanden werden al meer dossiers, zowel bij het commissariaat-generaal als bij de DVZ, behandeld. Er is nu hoop, met de nieuwe mensen erbij, dat de achterstand van de late zomer en de herfst zal kunnen worden weggewerkt.

 

We moeten hierdoor, zonder de mensen op straat te laten liggen. Daar is ons plan van aanpak op gericht: niet alleen meer plaatsen openen maar ook onze administraties weer versterken. Daar zien we nu de eerste vruchten van.

 

11.04  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw interessant antwoord.

 

Het is duidelijk dat uw voorganger, die heeft beslist tot een zeer bruuske afbouw inzake personeel, administratie en opvangplaatsen, een zeer grote verantwoordelijkheid draagt in de opvangcrisis.

 

Ik hoop dat de geschiedenis zich niet herhaalt en wij hieruit lessen trekken, ook op het vlak van het behoud van een significant aantal bufferplaatsen, want er zijn altijd pieken en dalen in de instroom van asielzoekers. Het is vaak moeilijk te verklaren hoe dat komt. Een buffercapaciteit is dus eigenlijk zeer logisch.

 

Al te euforisch zijn en al te snel opvangplaatsen afbouwen leiden alleen maar tot miserie. Dat zien we vandaag.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55001770C van de heer Van Langenhove over Sinterklaaschocolade is ingetrokken.

 

11.05  Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, de vraag is gisteren ingetrokken, omdat Fedasil daarop online al heeft geantwoord. Ik heb het antwoord van Fedasil ook al in mijn sociale media gecommuniceerd.

 

11.06 Minister Maggie De Block: Ik vroeg mij al af hoeveel chocolademannetjes men voor 30.000 euro kan kopen. Dat is veel.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55001793C van de heer Kir is in een schriftelijke vraag omgezet.

 

Dank u voor uw aanwezigheid, mevrouw de minister.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.50 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15 h 50.