Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mardi 6 juin 2023 Après-midi ______ |
van Dinsdag 6 juni 2023 Namiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 16.26 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Koen Metsu.
Le développement des questions commence à 16 h 26. La réunion est présidée par M. Koen Metsu.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
01.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, de heer Mbombo, een leerkracht van Congolese origine, moest na negen jaar wonen en werken in België plots het land verlaten, een kwestie waarover ik vorige maand al een vraag stelde. Nu blijkt dat hij toch mag blijven en daar zijn we blij om. Zijn situatie blijft evenwel onzeker door het kluwen aan inconsistenties in de wetgeving. Mijn collega, de heer Jean-Pierre Kerckhofs, heeft de minister van Onderwijs van de Federatie Wallonië-Brussel, mevrouw Caroline Désir, hierover ook ondervraagd. Zij gaf aan dat de zaak inderdaad een reeks inconsistenties in de wetgeving tussen de verschillende machtsniveaus aan het licht heeft gebracht. Minister Désir zou u hierover gecontacteerd hebben. Is dat juist? Staan uw neuzen in dezelfde richting?
U stelde eerder dat u niet van plan was om actie te ondernemen. Zult u nu toch in actie komen? Zijn er al plannen om iets aan die inconsistenties te doen, zodat een voorval zoals dat met de heer Mbombo niet meer gebeurt?
Daarnaast wil ik ook de aandacht vestigen op het dossier van mevrouw Divine N'Sunda, ook van Congolese afkomst. Die vrouw woont al tien jaar in België en krijgt steun van de gemeente Gentinnes. Sinds eind januari zit zij in een gesloten centrum. In de krant La Dernière Heure stelde u dat zij illegaal op ons grondgebied verblijft en daarom het land moet verlaten. Na 150 dagen werd zij toch vrijgelaten wegens administratieve fouten in haar dossier. Gebeurt dat vaak, mevrouw de staatssecretaris?
Ik merk ook dat het aantal regularisaties van mensen zonder papieren nog nooit zo laag was. Is dat een bewuste beleidskeuze? Kunt u daarover meer vertellen?
01.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Daems, uw vraag heeft eigenlijk betrekking op twee intrinsiek verschillende situaties. De eerste heeft betrekking op de problematiek van vreemdelingen met een verblijfsrecht op basis van werk, die aan de slag zijn in het onderwijs. Het verblijfsrecht dat mijn administratie toekent op basis van tewerkstelling, volgt altijd de duur van de toelating tot werk die wordt verleend door de bevoegde gewestelijke administraties. Dat is logisch, omdat het werk de reden is voor het verblijfsrecht. Dat principe is ook wettelijk verankerd, namelijk in het samenwerkingsakkoord van februari 2018 tussen de regionale en federale instanties met betrekking tot de gecombineerde vergunningsprocedure.
In het Vlaams Gewest en het Brussels Gewest is het probleem intussen opgelost; in het Waals Gewest niet. Dat is ongetwijfeld gelinkt aan het feit dat bepaalde contracten in het onderwijs daar aflopen aan het einde van het schooljaar en dat de betrokkenen pas vanaf september een nieuw contract krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat er een structurele oplossing moet worden gevonden voor de situatie in het Waals Gewest. Ik heb de Dienst Vreemdelingenzaken dan ook gevraagd om hierover samen te zitten met het Waals Gewest.
Op 19 april vond hierover een eerste vergadering plaats met de bevoegde administratie Werk van het Waals Gewest om een dergelijke situatie voortaan te vermijden. De bevoegde gewestelijke administraties bekijken de kwestie intern om zelf ook tot een oplossing te komen. Mijn administratie volgt het dossier natuurlijk verder op met de bevoegde gewestelijke administraties wat het aspect verblijf betreft.
De tweede situatie die u beschreef, heeft geen betrekking op arbeidsmigratie, maar wel op een persoon van wie de asielaanvraag en de aanvraag tot humanitaire regularisatie werden geweigerd. Indien de bevoegde onafhankelijke instanties in ons land oordelen dat de betrokkene niet in aanmerking komt voor een internationaal beschermingsstatuut in de asielprocedure, dan is het niet aan mij om dat ter discussie te stellen. Hier anders over beslissen, zou niet rechtvaardig zijn.
Voor de procedure van humanitaire regularisatie kan ik slechts meegeven dat het om een absolute uitzonderingsprocedure gaat op basis waarvan personen die volgens het migratiekanaal niet in aanmerking komen, toch een verblijfsrecht kunnen krijgen wegens een bijzondere kwetsbaarheid of situatie. Men kan altijd een individuele verblijfsaanvraag om humanitaire redenen indienen, maar indien men ook op basis van die uitzonderingsprocedure geen verblijfsrecht krijgt, dan moet men het land verlaten. Ik begrijp dat dat moeilijk is, maar vind het wel rechtvaardig.
01.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Ik ben blij te horen dat u nu toch plant om de wetgeving aan te passen naar aanleiding van het dossier van de heer Mbombo. Ik vraag mij wel af waarom u vorige keer antwoordde dat een aanpassing niet nodig was.
01.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Daems, u hebt niet goed geluisterd. Ik heb net gezegd dat ik de wet niet zal aanpassen, maar dat het Waals Gewest zijn praktijk moet aanpassen. Dat heb ik uitgelegd.
01.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, wat mevrouw Divine N’Sunda betreft, zij draagt al een decennium bij aan onze samenleving. Door verschillende omstandigheden is zij zonder wettig verblijfsrecht gevallen en daarvoor wordt zij nu afgestraft. Ik vind dat niet rechtvaardig. Ik merk ook dat u een dialoog daarover uit de weg gaat en dat betreur ik.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
02.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Naar aanleiding van het onderzoek van 11.11.11 dat vaststelt dat er dagelijks zo'n 617 illegale pushbacks plaatsvinden aan de Europese buitengrenzen, heeft de organisatie een campagne op poten gezet met een duidelijke boodschap: stop de pushbacks. Daarnaast krijgt u een duidelijke opdracht van hen. Zo vragen ze dat u moreel leiderschap toont binnen de EU. Met oog op het Belgisch voorzitterschap hebt u ook de kans om dat leiderschap te tonen en zo een einde te maken aan de pushbacks. In die context hebben zij u vijf opdrachten gegeven. Ik zal die hier niet herhalen, maar u hebt ze natuurlijk kunnen lezen in mijn vraagstelling.
Hoe staat u hier tegenover? U zegt steevast dat illegale pushbacks niet kunnen. Staat daar dan een beleid tegenover? Wat is uw plan van aanpak? Bestaat daar eensgezindheid over in de regering? Is er een overleg geweest of gepland met alle bevoegde ministers en regeringsleiders van betrokken landen?
02.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Geweld aan de buitengrenzen is onaanvaardbaar. Tegelijkertijd is het net het gebrek aan een Europees grensbeheer dat zorgt voor die wantoestanden. Hoewel er geen recht is om asiel te krijgen, is er wel een recht om asiel aan te vragen en recht op een individuele beoordeling. Het is echter niet zo dat personen het recht hebben om op eender welke wijze zonder enige controle of registratie op eender welke plaats een grens te overschrijden.
We hebben vandaag meer dan ooit nood aan beter gecontroleerde grenzen waar irreguliere oversteken worden tegengehouden met goedwerkende grensposten waar inreisvoorwaarden worden gecontroleerd en waar mensen ook asiel kunnen aanvragen. Dat is ook precies wat het Europees recht zegt. Via korte en kwaliteitsvolle asielprocedures aan de grens moeten we mensen ook sneller zekerheid bieden. Het Europees asiel- en migratiepact heeft net tot doel dergelijk correct grensbeheer te installeren. Dat grensbeheer wordt meteen gekoppeld aan een stevige Europese monitoring en betere regels rond grensbeheer. Personen die zonder voorafgaande toelating naar de Unie reizen, kunnen op die manier hun rechten afdwingen in voorspelbare en uniforme Europese procedures. Het alternatief is dat we het beleid overlaten aan smokkelaars, wat we vandaag zien. Zij omzeilen de regels en hebben net als verdienmodel migranten de Unie te laten binnenkomen zonder enige registratie of controle.
Specifiek rond pushbacks is er al heel wat veranderd, met name in het toezicht dat Frontex organiseert en de aanstelling van de Fundamental Rights Officers binnen de organisatie.
Alleen door aan die betere structurele oplossingen te werken, ben ik ervan overtuigd dat we de situatie aan de buitengrenzen kunnen verbeteren. Het is alleszins mijn betrachting om hierin tijdens het Belgisch voorzitterschap grote stappen vooruit te zetten.
02.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Pushbacks gebeuren dagelijks en systematisch. Niet zo lang gelden kon de hele wereld zien hoe een grote groep mensen, waaronder een mama met haar pasgeboren baby, op de Middellandse Zee aan hun lot werden overgelaten. De EU weet al jaren dat er pushbacks gebeuren en al jaren zegt men verontrust te zijn en een onderzoek te zullen opstarten, maar wat echt nodig is, is een doordacht beleid dat komaf maakt met de systematische pushbacks aan onze buitengrenzen. Een rechtvaardig en humaan beleid is wat wij vragen.
U zegt dat wij meer dan ooit nood hebben aan beter gecontroleerde grenzen. Dat hebt u de vorige keer ook gezegd, maar opnieuw verneem ik niets over hoe de mensenrechten van mensen op de vlucht beter zullen worden beschermd. Vandaag vinden de pushbacks en het geweld net plaats bij die grenscontroles. Ik heb van u niet gehoord hoe u dat geweld zult voorkomen via beter gecontroleerde grenzen. Ik zeg niet dat er geen controle aan de grenzen moet zijn, maar vandaag is het wel zo dat die controle steevast met geweld gepaard gaat en daar wringt het schoentje.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
03.01 Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in Berlaar werd een tijdelijk noodopvangcentrum in gebruik genomen om voor zo'n 650 asielzoekers vorige winter te overbruggen. Momenteel verblijven er ongeveer 670 asielzoekers in het centrum, waarvan de maximumcapaciteit 750 personen bedraagt. In de wandelgangen circuleert het getal van 1.200 plaatsen om het hoofd te kunnen bieden aan de chronische asielopvangcrisis, en dat ondanks de belofte dat de noodopvang in Berlaar tijdelijk zou zijn om de winter 2022-2023 te overbruggen.
Sinds de installatie van het noodopvangcentrum in Berlaar zijn er tal van incidenten en ook vechtpartijen geweest, waarvoor de politie van de naburige gemeente Lier, samen met de politie uit de hele regio, inclusief de politie van de zone Antwerpen, diende uit te rukken.
Ondanks het tijdelijke karakter van die noodopvang is Fedasil niet in staat om de lokale burgemeester van de stad Lier mee te delen wanneer de noodopvang een einde zal kennen. Dat gaat in tegen wat u eerder hebt gezegd en is ook strijdig met de afspraken die u als staatssecretaris destijds maakte met de lokale besturen en burgemeesters om de noopopvang zo snel als mogelijk terug af te bouwen. Vandaag stellen we vast dat er van afbouw geen sprake is en dat de noodopvang veeleer dreigt bestendigd te worden. Er doen geruchten de ronde dat de capaciteit zou worden opgedreven en zelfs bijna wordt verdubbeld. Dat is onaanvaardbaar zowel inzake draagvlak, maar ook inzake veiligheid van de bewoners en de omwonenden.
Tot hoelang zal de noodopvang verder duren? U mag hier een exacte einddatum geven. Klopt het dat de capaciteit van het noodopvangcentrum in Berlaar nog zal worden opgedreven?
Tot hoeveel bewoners wil Fedasil de noodopvang uitbreiden en tegen wanneer wordt dat gepland? Hoelang zal die extra uitbreiding duren? Graag krijg ik exacte data.
In hoeverre kan Fedasil intussen instaan voor de veiligheid? Dat werd beloofd bij de opstart van het centrum, maar in de praktijk is geen enkel personeelslid daarvoor bevoegd noch opgeleid.
Kunt u bevestigen dat het noodcentrum in Berlaar op korte termijn terug dienst zal doen als militaire kazerne? Zo ja, vanaf wanneer zal de kazerne terug operationeel zijn?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Metsu, de huidige overeenkomst met Defensie loopt tot midden 2024. De noodopvang zal georganiseerd worden zolang de asiel- en opvangcrisis dat vereisen. Dat verandert niets aan ons engagement om het centrum zo snel als mogelijk te sluiten, maar op dit moment is er, zoals u weet, geen marge om plaatsen te sluiten.
Het klopt niet dat er plannen bestaan om het noodopvangcentrum nog verder uit te breiden. De geconventioneerde opvangcapaciteit bedraagt 750 plaatsen en dat zal zo blijven.
Zoals in alle opvangcentra, staat de veiligheid hoog op de agenda. In het noodopvangcentrum in Berlaar is er zo een haast volledige equipe van een 90-tal begeleidende personeelsleden. Het personeel staat in voor de rust en de veiligheid in het opvangcentrum. Na recent overleg met het lokaal bestuur zal het Rode Kruis tijdelijk extra externe bewaking inzetten als onderdeel van een lokaal actieplan.
De organisatie van een opvangcentrum en zeker een noodopvangcentrum brengt uitdagingen met zich mee. Ik doe er alles aan om dat in nauw en constructief overleg met de burgemeester en het lokaal bestuur van Berlaar aan te pakken.
Uw vragen over de verdere toekomstplannen van de site na de periode als opvangcentrum dient u te stellen aan de minister van Defensie, die daarvoor bevoegd is.
03.03 Koen Metsu (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
04.01 François De Smet (DéFI): Madame la secrétaire d’État, sur la base du dernier comptage de Bruss’help, 66 % des 4 170 personnes recensées dans la rue à Bruxelles sont en situation de séjour irrégulier.
La Région bruxelloise prend en charge l’accueil et l’hébergement d’urgence de nombreux migrants, ce qui n’est pourtant pas de son ressort. Afin de répondre partiellement à cette problématique, une convention a été conclue entre Fedasil et la Région bruxelloise, le 8 décembre 2022, et ce, pour une durée indéterminée.
Celle-ci couvre l’hébergement (1 200 places créées) mais aussi le hub humanitaire, les dépenses médicales, les maraudes et les dépenses d’accueil. Le montant que doit verser le fédéral en application de cette convention s’élève à 24 millions d’euros.
Face à l’ampleur de la crise actuelle, madame la secrétaire d’Etat, j'aurai trois questions précises à vous poser.
Des négociations entre la Région bruxelloise et votre cabinet sont-elles actuellement en cours pour annexer un avenant à la convention conclue en décembre puisqu’il apparaît que les 1 200 places financées sont loin d’être suffisantes?
Sur les 24 millions d’euros promis, pourriez-vous, d’une part, nous indiquer ce qui a déjà été déclaré comme créances par la Région bruxelloise et, d’autre part, ce qui a déjà été versé par l’État fédéral?
Un projet pilote serait sur les rails pour permettre aux CPAS d’accompagner les migrants dans "leur trajet migratoire", en partenariat avec des coaches. Qu’en est-il et pour quel montant?
04.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Cher collègue, il existe en effet une volonté de la part du gouvernement fédéral de renforcer la convention actuelle conclue avec la Région de Bruxelles-Capitale au travers du financement de 300 places supplémentaires – des places tampon pour l'accueil humanitaire – et 10 % de cette capacité seront réservés à des mineurs.
Ce dossier sera soumis à l'approbation du Conseil des ministres dans le courant de cette semaine.
Pour les années 2022 et 2023, aucun montant n'a encore été versé à la Région bruxelloise, des corrections devant être faites aux factures soumises. Une demande de financement rétroactif est en cours pour financer aussi la période antérieure au 8 décembre 2022. C'est la date de la signature de la convention.
Outre la convention mentionnée, plusieurs autres projets sont en préparation, en collaboration avec la Région de Bruxelles-Capitale et d'autres acteurs bruxellois. L'un de ces projets, pour lequel un budget annuel a été prévu précédemment, est un projet de recherche et développement (R&D) portant sur l'accueil et l'orientation. Il est en cours de réalisation et les crédits nécessaires ont été accordés. Nous espérons pouvoir commencer cette coopération très prochainement.
04.03 François De Smet (DéFI): Je remercie la secrétaire d'État pour sa réponse très claire.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: De vragen nrs. 55036958C, 55037005C en 55037028C van mevrouw Platteau worden uitgesteld.
05.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, vorige week ontving de Belgische regering een brief van vier VN-rapporteurs, waarin zij hun bezorgdheid uitten over de situatie van asielzoekers en migranten in België, dit wegens de aanhoudende opvangcrisis. De toegang tot zorg, drinkbaar water, adequate huisvesting en basisbehoeften is bijzonder precair. De rapporteurs menen dat er een groot risico is van onmenselijke en vernederende behandeling. Dat zijn zeer straffe woorden. Ook stellen zij dat de Belgische regering geen duurzame maatregelen op lange termijn neemt. Zij vernoemen expliciet het federaal akkoord over migratie. Zij vragen de regering dan ook te verduidelijken in welke mate het federaal akkoord bijdraagt tot een oplossing.
De Belgische regering had 60 dagen de tijd om te antwoorden op die brief van de VN-rapporteurs, maar voor zover ik weet, kwam er geen antwoord binnen die termijn. Vandaar mijn vragen.
Hebt u kennisgenomen van die brief? Wat is uw reactie op de brief en op de bewoordingen van de rapporteurs? Kunt u antwoorden op de vragen die de rapporteurs stellen over de locatie en de huidige situatie van de asielzoekers aan wie opvang geweigerd is, de levensomstandigheden, de toegang tot hygiëne en sanitaire voorzieningen, drinkwater en andere basisbehoeften zoals gezondheidszorg?
Hoe is dat verenigbaar met de verplichtingen van België die voortvloeien uit het internationale mensen- en vluchtelingenrecht?
Zijn er plannen om hun erbarmelijke omstandigheden onmiddellijk te verhelpen en hun een adequate levensstandaard te bieden?
Welke maatregelen neemt u om aan hen die geen opvang hebben, wel toegang te geven tot medische diensten, waaronder geestelijke gezondheidszorg?
Welke maatregelen neemt u om duurzame langetermijnoplossingen te vinden voor de huidige opvangcrisis? Welke initiatieven neemt u voor het verhogen van het aantal opvangplaatsen en voor het verbeteren van de situatie in de opvangcentra?
Zijn er plannen om de huidige beperkingen bij de registratie van asielaanvragen in België aan te pakken?
Welke maatregelen neemt u om de rechten van kinderen op de vlucht, waaronder niet-begeleide minderjarigen, te beschermen en te waarborgen?
05.02 Hervé
Rigot (PS): Madame
la secrétaire d'Etat, jeudi dernier, la presse relayait un courrier de
rapporteurs spéciaux de l'ONU concernant la crise de l'accueil et l'accès à
leurs droits pour les demandeurs de protection internationale dans notre pays.
Mes
questions à ce sujet sont les suivantes:
Quelles
suites ont-elles été données à ce courrier? Une réponse a-t-elle été adressée à
ses auteurs et quelle en est la teneur?
Je vous
remercie d'avance pour vos réponses.
05.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, ik kan bevestigen dat ons land in april inderdaad een brief heeft ontvangen van vier speciale rapporteurs die als deskundigen door de VN-Mensenrechtenraad zijn aangesteld, met enkele vragen over de asiel- en opvangsituatie in België.
Un délai de 60 jours a été accordé pour répondre à cette lettre et, dans ce délai, la Belgique a rédigé et envoyé une réponse par voie diplomatique, comme il est d’usage dans ce type de procédure. Le Conseil des droits de l’homme des Nations Unies s’est engagé à publier également la réponse belge sur son site internet.
U kunt het Belgische antwoord dan ook nalezen op de betrokken website, waar u ook een gedetailleerd antwoord zult terugvinden op alle vragen. Inhoudelijk kan ik u alvast meegeven dat het Belgische antwoord in overeenstemming is met de informatie die ik u in deze commissie al meermaals heb bezorgd. De migratiedeal bijvoorbeeld is in volle uitvoering en de nodige wetgevende teksten werden voor advies naar de Raad van State gestuurd.
Er was ook een concrete vraag over het containerdorp dat we in samenwerking met het Asielagentschap van de Europese Unie hebben gerealiseerd. Er zijn al heel wat acties ondernomen om potentiële sites te kunnen identificeren. Zo werden alle regeringsleden, verschillende overheidsdepartementen en de private sector bevraagd. Uit die bevraging kwamen verschillende mogelijke locaties naar voren die verder worden onderzocht en waarover ikzelf in alle discretie het nodige verdere overleg pleeg.
05.04 Greet Daems (PVDA-PTB):
Mevrouw de staatssecretaris, we zullen het antwoord van de regering grondig
bekijken. Indien nodig, komen
we hier nog op terug.
05.05 Hervé Rigot (PS): Je ne peux que dire la même chose que Mme Daems. Merci à vous.
Het incident is
gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega’s, ik weet niet of we vandaag alle vragen zullen kunnen behandelen. De staatssecretaris kan tot 18.00 uur blijven. Het is gebruikelijk dat, als een schriftelijk antwoord op uw vragen volstaat, u dat hier ter zitting nog kunt aangeven. Het is aan de leden om daarover te beslissen.
05.06 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, om de agenda te verlichten, zet ik mijn vragen nrs. 55037037C, 55037038C, 55037040C, 55037041C en 55037042C om in schriftelijke vragen. Het gaat om schriftelijke vragen die ik eerder in mondelinge vragen had omgezet. Ondertussen heb ik, naar gewoonte, op de dag van de commissievergadering het antwoord op die schriftelijke vragen ontvangen.
De voorzitter: Waarvan akte.
06.01 Greet Daems (PVDA-PTB):
Mevrouw de staatssecretaris, u hebt al
heel wat opvangplaatsen bij gemaakt, maar er wordt nooit gesproken over de
opvangplaatsen die nu (dreigen te) sluiten. Er zijn verschillende gebouwen die
nu gebruikt worden voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming
maar die tijdens de zomermaanden dienen voor toeristen of zomerkampen. Wat zal
er met de mensen gebeuren die nu in zulke gebouwen verblijven en hoeveel
plaatsen zullen hierdoor verloren gaan? Wordt er naar vervanging gezocht en is
die al gevonden? Kan u mij daar een overzicht van geven?
Ten
tweede is er het Sebrechts opvangcentrum dat na veel verzet van
terreinorganisatie niet zal sluiten maar wel met 90 plaatsen zal verminderen.
In het centrum is plaats voor 600 mensen, de capaciteit zat op 440 en zal
verminderen naar 350. En dat terwijl het centrum goed werkt, de bewoners en
werknemers zijn er zeer positief over. Ik hoor verschillende verschrikkelijke
verhalen van mensen die van de ene dag op de andere weg moeten zonder dat zij
hierover geïnformeerd werden op voorhand. Een baby werd alleen in een kamer
opgesloten, een gezin waarvan de kinderen in het Nederlands naar school gingen,
worden verplaatst naar een centrum veel verder weg in Wallonië, en ga zo maar
door.
Hierover
heb ik volgende vragen:
Waarom
zit het opvangcentrum in Sebrechts onder haar capaciteit en waarom wordt die nu
nog met 90 plaatsen verminderd? Wat zijn de redenen en wat kan u daaraan doen?
Waarom
kan de politie zomaar een centrum binnenvallen en mensen buiten zetten? Hoe
treedt u daartegen op?
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Daems, op dit moment verblijft een 350-tal personen in het opvangcentrum in Molenbeek. Het centrum kan bogen op een lange geschiedenis, en er zijn de afgelopen maanden veel gesprekken gevoerd met de verschillende actoren. Aangezien er zich op het terrein weinig problemen blijken voor te doen, en het centrum op een correcte en rustige manier wordt beheerd door Fedasil, is het van het grootste belang die sereniteit te bewaren en in dialoog te blijven gaan met alle betrokken actoren, waaronder ook het lokale bestuur.
Ik betreur bijgevolg de politieactie waarbij verschillende kamers werden verzegeld. In samenspraak met mijn diensten en het lokale bestuur worden nu alle mogelijkheden bekeken om tot een redelijk vergelijk te komen ten voordele van zowel de bewoners van het centrum als de buurtbewoners.
Hoewel mijn diensten verdere juridische uitspraken afwachten, blijven ze in voortdurende dialoog met het oog op het verder aanhouden van het centrum. We hebben op dit moment nog steeds elke plaats meer dan nodig.
06.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris. Ik betreur met u de gang van zaken in het centrum in Molenbeek. Ik verheug me er overigens over dat u dat hier bevestigt. Laten we hopen dat de huidige capaciteit kan worden aangehouden.
De getuigenissen uit het centrum geven blijk van veel onrechtvaardigheid, uiteraard een gevolg van de opvangcrisis. De bewoners van wie de kamers door de politie werden verzegeld, waren daar niet van op de hoogte en wisten niet hoe ze de nacht moesten doorbrengen. Na de vreselijke tocht die hen hier heeft doen aanbelanden, voelen ze zich alweer in een situatie van aanhoudende onzekerheid door acties als die van burgemeester Moureaux. Het gewelddadige politieoptreden confronteerde die groep van mensen nog maar eens met geweld.
Het is moeilijk te begrijpen waarom dat nodig is. Plaatsen sluiten in de huidige opvangcrisis lijkt me een volstrekt onredelijke en onverantwoorde maatregel.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
07.01 Greet Daems (PVDA-PTB):
Mevrouw de staatssecretaris, kan u
verduidelijken hoe het huidige systeem werkt voor de registratie van mensen op
zoek naar internationale bescherming in ons land? Ik verneem van terrein
organisaties dat mensen totaal niet geïnformeerd zijn, na hun aankomst aan
Pacheco weten zij niet wat hen te wachten staat of hoe de procedures werken en
wat hun rechten zijn.
Ik heb
vernomen dat mensen bij aankomst aan Pacheco een QR-code krijgen die ze met hun
smartpĥone moeten scannen waarop ze dan het adres vinden om zich in te
schrijven op de wachtlijst voor een opvangplaats.
Klopt
dat? Hoe werkt dat dan? Zijn zij bij hun aankomst aan Pacheco automatisch
geregistreerd als verzoeker om internationale bescherming of moeten zij
hiervoor eerst op de wachtlijst voor een opvangplaats staan? Hoe komt het dat
zij enkel contact kunnen hebben via die QR-code? Zijn er geen andere
communicatiekanalen voorhanden? Mensen op de vlucht hebben ook het recht op
informatie. Hoe verschaft u hen die informatie?
07.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Daems, de personen die zich bij de Dienst Vreemdelingenzaken aandienen om een verzoek voor internationale bescherming in te dienen, worden de dag van de aanmelding geregistreerd. Dezelfde dag wordt een aanvraag ingediend en wordt hun een bijlage 26 of 26quinquies afgeleverd. Bij de Dienst Vreemdelingenzaken worden de verzoekers geïnformeerd omtrent hun rechten en plichten tijdens de procedure en krijgen ze ook een informatiebrochure, meestal in hun taal. De brochures met betrekking tot de procedure inzake internationale bescherming zijn immers beschikbaar in zestien talen.
De informatiefiche met een QR-code waarvan sprake is in uw vraag, is de informatiefiche van Fedasil. Die fiches stelt Fedasil ter beschikking in dertien talen. Het betreft de talen die de meerderheid van de verzoekers spreken. Concreet krijgt elke verzoeker uitleg door een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken en een tolk die werkt voor de Dienst Vreemdelingenzaken om de inhoud van die fiche toe te lichten, met onder andere informatie over de wachtlijst, medische hulp en contactgegevens van Fedasil. Daarnaast geeft men ook het nummer mee van Samusocial voor een noodonderkomen.
07.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, het blijft een feit dat ik van veel mensen op het terrein en ook van vluchtelingen zelf verneem dat ze niet geïnformeerd zijn en helemaal niet weten wat hun rechten zijn of wat ze te wachten staat. Ik kan niet anders concluderen dat ze niet voldoende zijn geïnformeerd en dat daarvoor nog stappen moeten worden gezet. Er is nog een grote verbeteringsmarge.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
08.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Naast
de vreselijke verhalen over de dagelijkse pushbacks in Griekenland, over de
vrouw die met haar baby en vele andere vluchtelingen achtergelaten werden op
een boot in het midden van de zee, … lijkt er nu een nieuw fenomeen te zijn:
mensen die twee keer vluchten. Zij hebben hun land ontvlucht, waarna zij in Griekenland
erkend werden als vluchteling. Daar zouden zij dus internationale bescherming
moeten krijgen. De leef- en werkomstandigheden in Griekenland zijn echter zo
slecht dat ze ook daar wegvluchten en bij ons een verzoek om internationale
bescherming indienen. Volgens mensen op het terrein gaat het bijna uitsluitend
om vrouwen.
Hebt u
hier cijfers van? Over hoeveel vrouwen gaat het? Wat is uw reactie hierop?
Bestaat er hier een procedure voor als zij kunnen aantonen dat zij in
Griekenland slecht behandeld worden? Is hier een oplossing voor?
08.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Het door u beschreven fenomeen in Griekenland is helaas niet nieuw. Het probleem van doorreizende statushouders werd al meerdere keren aangekaart, zowel bij Griekenland als bij de Europese Commissie. Sommige asielzoekers vragen en verkrijgen inderdaad in Griekenland internationale bescherming, maar reizen vervolgens door naar andere Europese lidstaten om daar opnieuw asiel aan te vragen. Ook uit andere Europese landen reizen soms erkende vluchtelingen verder. Dat is uiteraard niet de bedoeling van het Europese systeem. Ik heb op dit moment geen cijfers over de man-vrouwratio van doorreizende vluchtelingen, zoals u dat vroeg. Over het algemeen zijn vrouwen niet oververtegenwoordigd in die groep.
Griekenland heeft nog een weg af te leggen wat de integratie van erkende vluchtelingen betreft. Toch moeten we ook erkennen dat er de voorbije jaren ook positieve maatregelen werden genomen op het terrein, onder andere met de steun van de Europese Unie. We moeten hier voort in investeren. Het Europese systeem moet er een zijn van gelijkwaardigheid, procedures en integratiemogelijkheden, waarbij niemand de noodzaak ziet om door te reizen. Voor mij rust er dus een belangrijke taak op de schouders van de Europese Commissie om de situatie in Griekenland ook voor personen na hun erkenning als vluchteling te blijven monitoren en daarover te rapporteren.
De enige duurzame oplossing voor dat soort fenomenen ligt in de broodnodige hervormingen, die door de Europese Commissie werden voorgesteld in haar migratiepact. De Europese Unie dient dus werk te maken van een sterke externe dimensie, zodat primaire stromen beheersbaar blijven, met gecontroleerde buitengrenzen en met een sterk intern systeem dat duidelijk de verantwoordelijkheden vastlegt, en anderzijds effectieve solidariteit tonen met de lidstaten die de lasten dragen. Alleen zo kan er een oplossing komen voor de aangehaalde situatie, zowel in België als in Griekenland.
08.03 Greet Daems (PVDA-PTB): U bent er zich van bewust dat Griekenland nog een weg heeft af te leggen wanneer het gaat over de opvang van vluchtelingen. Ik laat u echter opmerken dat de betrokkenen niet gewoon doorreizen naar ons land. Zij vluchten opnieuw. Daar gaat het net om. De leef- en werkomstandigheden in Griekenland zijn zo slecht dat ze ook daar wegvluchten en bij ons een verzoek om internationale bescherming indienen. Ik denk dat de Dublinprocedure daar dan ook geen antwoord op biedt. Ik hoop dat u daar ook rekening mee houdt.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
09.01 Barbara Pas (VB):
Asielzoekers mogen in België werken vier
maanden nadat ze hun aanvraag hebben ingediend. In dat geval moeten ze in
principe een financiële bijdrage leveren als ze in het opvangcentrum (mogen)
blijven wonen. Zoals blijkt uit uw antwoord op een schriftelijke vraag bleef
deze verplichting in de praktijk veelal dode letter. Uit 'cijfers bij
benadering' blijkt dat in 2021 voor 279 personen te zijn gebeurd; goed voor 3
procent van de gevallen. Uit een kruising van de gegevens met de Kruispuntbank
van de Sociale Zekerheid blijkt namelijk dat er in 2021 meer dan 10.000
personen (voor kortere of langere tijd) actief geweest zijn op de arbeidsmarkt.
Zowat 2.000 personen die in de opvangcentra verbleven, zouden zelfs over
voldoende middelen beschikken/beschikt hebben om op eigen benen te kunnen
staan.
Nadat
u eind vorig jaar had aangekondigd dat het de bedoeling was dat werkende
asielzoekers in de opvangcentra vanaf begin dit jaar 'een faire bijdrage' aan
de opvang zouden betalen, bleek ondertussen (uit uw antwoord op een recente
vraag in deze commissie) dat daarvan in het beste geval pas eind dit jaar
sprake zal zijn.
1.
Hebt u – in afwachting van een definitieve regeling (herziening KB cumul) –
maatregelen genomen opdat werkende asielzoekers ondertussen wél een al bijdrage
betalen? Of blijft het feitelijke gedoogbeleid tegenover deze manifeste
wetsovertreding vooralsnog gehandhaafd?
2. Van
de zowat 2.000 personen met langdurig werk verlieten er (volgens uw eigen
communicatie) 343 (90 in december vorig jaar en 253 in de eerste maanden van
dit jaar) de opvang. Verwacht u dat dit cijfer nog verder zal aangroeien? Zo
ja, met hoeveel en tegen wanneer? Zo neen, waarom niet?
09.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, het klopt dat heel wat verzoekers om internationale bescherming het afgelopen jaar, zij het vaak voor een kortere periode, legaal tewerkgesteld zijn geweest. Het activeren van die doelgroep werd jarenlang onvoldoende aangepakt. Met een actieplan-activering wordt daar nu verandering in gebracht. De voordelen daarvan zijn heel duidelijk, zowel bij de verdere integratie in ons land, indien men wordt erkend, als bij de terugkeer naar het land van herkomst.
Naast een betere ondersteuning en activering richting arbeidsmarkt zal er door een hervorming van het KB cumul ook een faire bijdrage worden gevraagd wanneer men effectief aan de slag gaat. Zoals ik al aangaf in vorige commissievergaderingen, doorloopt die wijziging momenteel het administratieve proces met het oog op een effectieve uitrol na de zomer. Het huidige KB voorziet namelijk in onvoldoende hefbomen om al toepasbaar te zijn in zijn huidige vorm. De hervorming heeft dan ook tot doel om een sluitend en eerlijk mechanisme op poten te zetten dat breed kan worden toegepast met voldoende controlemogelijkheden, wat vandaag niet bestaat. In de tussentijd is het bijzonder moeilijk om nieuwe maatregelen te nemen met voldoende controlemechanismen. Het nieuwe KB is net wat wij daarvoor nodig hebben.
In het kader van de opvangcrisis werd eind vorig jaar ook beslist om een afgebakende groep te verplichten om het opvangnetwerk te verlaten op basis van hun inkomsten uit arbeid. Die groep van 2.000 personen betrof mensen die langdurig hebben gewerkt, maar niet per se voldoende inkomsten hadden om op eigen benen te staan. Op basis van de criteria in het huidige KB cumul werd een groep van 363 personen geïdentificeerd die zowel een duurzame tewerkstelling als voldoende inkomsten hadden. Van die groep is, zoals u aanhaalt, al meer dan 95 % vertrokken. Dat aantal kan dus nog slechts beperkt groeien.
09.03 Barbara Pas (VB): Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoord. Ik geloof dat u in een interview zei dat zelfs 55 % gewerkt heeft. Het is bijzonder jammer dat er in afwachting van de herziening van het KB inzake cumuleren geen maatregelen kunnen worden genomen. De cijfers zijn immers frappant. Van de zowat 2.000 personen met langdurig werk hebben er volgens uw communicatie 343 in de eerste maanden de opvang verlaten. U verwacht dat die cijfers niet geweldig zullen aangroeien, maar ondertussen stelt men het uit en zien we niets in de praktijk.
Oorspronkelijk beloofde de regering dat voor het begin van dit jaar. Ik vraag mij af of het er überhaupt nog komt voor het einde van dit jaar. Dat is niet het enige dat deze regering uitstelt. Eigenlijk is het geen antwoord op mijn eerste vraag, of er in afwachting van de definitieve regeling nog zal worden opgetreden. Ik kan niet anders dan vaststellen dat het feitelijk gedoogbeleid vooralsnog zal worden gehandhaafd.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
10.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, een tweetal maanden geleden vroeg ik u naar een stand van zaken met betrekking tot de Europese visumsancties tegen onwillige derde landen. In uw antwoord zei u toen dat de procedure onder artikel 25a van de visumcode 2022 nog lopende was. In de procedure werd al beslist om de sancties tegen Gambia te verhogen, maar de discussie over drie andere derde landen, met name Senegal, Bangladesh en Irak, was nog altijd niet afgerond.
Is de cyclus voor 2022 ondertussen wel afgerond? Zo ja, wat zijn daarvan de concrete resultaten, in het bijzonder met betrekking tot de drie genoemde landen?
Wat is ondertussen de stand van zaken van de nieuwe cyclus 2023?
10.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Sinds de inwerkingtreding van artikel 25a van de visumcode heeft de Commissie drie verslagen gepubliceerd. Het eerste in februari 2021, het tweede in december 2021 en het derde in december 2022.
In het kader van de eerste cyclus heeft de Commissie drie voorstellen gepubliceerd voor sancties tegen Irak, Bangladesh en Gambia. Alleen over het laatste voorstel heeft de Raad gestemd.
In het kader van de tweede cyclus publiceerde de Commissie twee nieuwe voorstellen voor sancties tegen Gambia. Een tweede reeks maatregelen werd door de Raad in december 2022 aangenomen tegen Senegal.
Aangezien de voorstellen over Irak en Bangladesh niet in het kader van de eerste ronde werden aangenomen, worden ze nog steeds in de Raad besproken, met name met betrekking tot Irak.
De Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden zijn nog steeds in gesprek met de genoemde landen in nauwe samenwerking met de lidstaten.
Sinds december 2022 zijn er geen verdere sanctiemaatregelen aangenomen, gezien de verbetering van de samenwerking op het gebied van overname, met name in het geval van Bangladesh, wat meteen ook het nut van de procedure aantoont.
Met Senegal sloot ik recent nog een terugkeerakkoord. In de marge daarvan had ik ook een persoonlijk contact met de viceminister om betere garanties op terugkeer af te dwingen. Het valt echter nog te bezien of die verbeteringen duurzaam zullen zijn en ook alle lidstaten betreffen. Ook de besprekingen met Irak lijken langzaam vruchten af te werpen. Ook hier wordt de situatie nauwlettend gevolgd door de Commissie, in samenwerking met de lidstaten.
Op 10 december 2022 werd het derde jaarverslag over de samenwerking met 34 landen op het gebied van terugkeer gepubliceerd. Op basis van dat verslag en de besprekingen in de werkgroepen van de Raad heeft de Commissie besloten om een tweede reeks derde landen te benaderen. Mocht dat geen resultaat opleveren, dan kan de Commissie tegen het einde van het jaar voorstellen voor sancties opstellen. Het vierde jaarverslag wordt eind 2023 verwacht.
10.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.
Ik vrees dat het niet de laatste keer zal zijn dat ik naar de stand van zaken informeer, want het lijkt wel een processie van Echternach.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
11.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, bij de bespreking van de begroting hebt u zonet mijn eerste vraag al beantwoord.
In uw communicatie sprak u steeds over een eerste pakket structurele maatregelen. Dat voorontwerp ligt momenteel bij de Raad van State. Mogen wij deze legislatuur nog een volgend pakket structurele maatregelen verwachten, aangezien u steeds over een eerste pakket spreekt? Zo ja, maakt dat ondertussen reeds het voorwerp uit van besprekingen binnen de regering? Wat zal dat pakket concreet inhouden? Tegen wanneer denkt u te landen?
11.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, ik heb inderdaad al geantwoord op de eerste vraag. Die voorontwerpen werden aan de Raad van State bezorgd. Dat is inderdaad een eerste stap in een hervormingsbeleid, waaraan ik blijf werken. Ondertussen schrijven wij nog steeds verder aan het Migratiewetboek, waarin nog een hele reeks andere structurele maatregelen aan bod zal komen. Ook daarover lopen de gesprekken al binnen de regering.
Ik heb het hier al vaker gezegd, maar het blijft belangrijk om dat te benadrukken: naast deze wetgevende pijler moeten wij ook werken aan twee andere pijlers van structurele maatregelen. Een tweede pijler is de hervorming van de diensten, waarbinnen wij werken aan een integratie van de drie migratiediensten. De audit heeft namelijk duidelijk gewezen op de noodzaak om tot een enkele dienst te komen, met een eenheid van commando. Wij werken daarom aan een blauwdruk en een stappenplan om tot die eenmaking te kunnen komen.
Een derde pijler gaat over de grondige hervormingen van het Europese beleid, dat ook beter moet. Daarover spraken wij vandaag ook al. Nog deze week zal ik op de JBZ-raad in Luxemburg pleiten voor een ambitieus plan van hervormingen, voor een beter grensbeheer en een eerlijker verdeling van verantwoordelijkheid binnen Europa.
Collega’s, wij moeten ambitieus zijn en blijven. De status quo op het vlak van asiel en migratie, met onduidelijke wetgeving, operationele valkuilen en gebrekkige Europese samenwerking, is niet langer houdbaar. Hervormen is niet gemakkelijk, maar die maatregelen liggen op tafel. Ik hoop oprecht dat we de resterende tijd van deze legislatuur nog kunnen gebruiken en ten volle zullen benutten om die hervormingen te realiseren.
11.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. U hebt u het al uitgebreid gehad over de tweede pijler, de hervorming van de diensten, en de derde pijler, namelijk het Europese luik.
Mijn vraag betrof evenwel specifiek het eerste luik. Wat mogen wij nog verwachten in een tweede pakket aan wetsontwerpen? Gaat het alleen over het Migratiewetboek? Wat maakt al het voorwerp uit van besprekingen binnen de regering? Telkens als ik ministers uit deze regering ondervraag, of het nu uw collega’s zijn van Institutionele Hervormingen of anderen, krijg ik al drie jaar lang om de paar maanden te horen dat zaken als hervormingen inzake institutionele aangelegenheden, regionalisering en gezondheidszorg allemaal besproken worden in de regering. Een concreet wetsontwerp zie ik echter nooit. Komt er nog een tweede pakket aan wetsontwerpen en zal dat dan eindelijk wel blijk geven van ambitie, in plaats van het gemorrel in de marge dat we tot nog toe hebben gehad? Dat is een vraag waarop ik vooralsnog geen concreet antwoord heb gekregen.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
12.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Midden
vorige maand maakte u bekend dat u een terugkeerakkoord met de Senegalese
viceminister van Buitenlandse Zaken Annette Seck had ondertekend. Dat is
(mogelijk) goed nieuws aangezien de terugkeer naar Senegal de afgelopen jaren
niet bepaald van een leien dakje liep, waardoor het land werd genoemd in de
Europese discussies met betrekking tot visumsancties.
Het
nieuwe terugkeerakkoord zet - naar eigen zeggen - bijzonder in op vrijwillige
terugkeer (Senegal engageert zich om vrijwillige terugkeerders bij hun aankomst
te begeleiden). Welke afspraken werden er gemaakt en welke engagementen
aangegaan met betrekking tot de gedwongen terugkeer? Of is daarvan in vermeld
akkoord geen sprake?
België
en Senegal zullen ook samenwerken 'rond' legale migratie. Graag enige
toelichting.
In uw communicatie wijst u erop dat u eerder dit jaar al gelijkaardige akkoorden had afgesloten met Tsjaad en vorig jaar ook met Congo, Liberia en Suriname én stelt u dat “eerder afgesloten akkoorden effectief zorgden voor een betere medewerking van het herkomstland (Zo steeg de terugkeer naar Suriname van 5 personen in 2021 naar 22 na het afsluiten van het akkoord vorig jaar). Wat zijn de concrete resultaten m.b.t. de akkoorden met Congo, Liberia en Tsjaad?
12.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, ook op vraag van een ander commissielid zal het integrale akkoord ter beschikking van de commissie worden gesteld. Er loopt een praktische discussie over de datum voor de inzage. Dat zal u toelaten het akkoord met Senegal van naderbij te bestuderen.
In het akkoord maken België en Senegal afspraken om samen te werken rond de terugkeer van mensen in onwettig verblijf, zowel gedwongen als vrijwillig, maar ook rond legale migratie en een betere uitwisseling van data.
In 2022 vroegen 142 Senegalezen asiel aan in ons land. In de hele Europese Unie ging het over 4.595 aanvragen. De overgrote meerderheid daarvan bleek na onderzoek geen nood te hebben aan bescherming. Bovendien werden in ons land 35 Senegalezen in illegaal verblijf onderschept.
De terugkeer naar Senegal verliep de voorbije jaren moeilijk, waardoor het land werd genoemd in de Europese discussies over de visumsancties, waarover wij het daarnet hadden. In 2022 keerden vanuit België slechts vier Senegalezen in onwettig verblijf vrijwillig terug.
Het akkoord bevestigt de verplichting om eigen onderdanen in onwettig verblijf te identificeren en terug te laten keren. Het maakt ook afspraken over de procedures en de desbetreffende termijnen. Er zijn ook bepalingen over de re-integratie in de maatschappij na de terugkeer.
België en Senegal zullen ook samenwerken rond legale migratie. Op het ogenblik verblijven al ongeveer 3.500 Senegalezen wettig in ons land. Beide landen zullen proefprojecten rond circulaire migratie ondersteunen. Daarbij zetten migranten ervaring die zij opdoen, in hun herkomstland opnieuw in.
Er zijn ook bepalingen over praktijken inzake visa voor kort en lang verblijf.
U had ook vragen in verband met andere landen. Sinds begin 2023 werd één persoon gedwongen teruggestuurd naar Liberia; er waren nog geen gevallen voor de Democratische Republiek Congo en Tsjaad. Voor die drie landen gaat het ook slechts over een beperkt aantal personen in irregulier verblijf, wat ook de lage terugkeernood verklaart. Bovendien zijn er gemiddeld slechts een twintigtal asielzoekers per jaar en zijn er ook weinig intercepties voor die nationaliteiten.
Dat neemt niet weg dat akkoorden belangrijk zijn, want op grond daarvan kunnen we snel reageren wanneer toch iemand zonder wettig verblijf wordt tegengehouden.
12.03 Barbara Pas (VB): Eens het akkoord met Senegal ter beschikking is, zal ik het zeker inkijken.
Inzake de gedwongen terugkeer heb ik geen antwoord gekregen op mijn vraag. Wat u nu vertelde, kon ik al vernemen uit uw persmededeling. Ik hoop alleszins dat het akkoord tot resultaten zal leiden, want de terugkeer naar Senegal liep de voorbije jaren niet van een leien dakje. Welke afspraken er werden gemaakt en welke engagementen er werden aangegaan met betrekking tot de gedwongen terugkeer zal ik dan maar moeten lezen in het akkoord zelf, want daar heb ik vandaag geen zicht op gekregen.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
13.01 Barbara Pas (VB):
In oktober vorig jaar konden we op uw
website lezen dat u bijzonder opgezet was met het hernieuwd partnerschap dat
België heeft afgesloten met Marokko. Er werd destijds zowaar een verklaring opgesteld
die voorzag in de lancering van een Marokkaans-Belgische Migratiewerkgroep, die
op 8 december voor een eerste keer zou samengekomen zijn.
In
maart jongstleden stelde u in deze commissie dat er sindsdien helaas weinig
vooruitgang vast te stellen was en u daarover 'binnenkort' met de Marokkaanse
ambassadeur nogmaals overleg zou hebben.
Ondertussen
circuleerden ook al berichten dat Marokko zich sinds 'Qatargate' helemaal niet
meer aan de afspraken zou houden.
1. Had
u sindsdien reeds overleg met de ambassadeur van Marokko? Zo ja, hoe dikwijls
en met welk concreet resultaat?
2. Kan
u de berichten i.v.m. 'Qatargate' bevestigen?
3. Zo
ja, wat zijn hiervan de concrete gevolgen op het vlak van de terugkeer van
illegale Marokkanen; criminelen in het bijzonder?
4. Zo
neen, hoe beoordeelt u over het algemeen de samenwerking met Marokko m.b.t. de
terugname van illegale staatsburgers?
13.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, in verband met het partnerschap met Marokko klopt het dat België en Marokko in oktober overeenkwamen om de samenwerking inzake migratie te intensifiëren en uit te breiden op verschillende gebieden, zoals de terugkeer, de overname en de bestrijding van mensenhandel. Daar werd ook het fundament gelegd voor de Marokkaans-Belgische gemengde migratiegroep, waarvan de eerste vergadering op 8 december 2022 werd gehouden.
Helaas moet ik u melden dat er sindsdien geen voortgang vast te stellen is aan de zijde van de Marokkaanse gesprekspartners. Een datum voor een volgende werkgroep is nog steeds niet gevonden, ondanks verschillende aanvragen van mijn diensten. Bovendien is er een volledige stilstand in de afgifte van laissez-passers voor geïdentificeerde Marokkanen in onwettig verblijf. Voor de gevolgen daarvan op het gebied van de justitiële dossiers nodig ik u uit om uw vraag te stellen aan minister Van Quickenborne.
Het is belangrijk dat zowel vanuit het migratiedepartement als vanuit andere departementen naar een betere en coherente samenwerking met de terugkeerlanden wordt gestreefd. Om die reden heb ik ook de collega’s van Buitenlandse Zaken gevraagd om het gesprek te blijven aangaan met de Marokkaanse autoriteiten. Onze ambassade in Rabat doet dat ter plaatse, waar al meerdere contacten plaatsvonden. De Dienst Vreemdelingenzaken staat in contact met de Marokkaanse ambassade in ons land om de situatie te ontmijnen. Ik heb zelf de Marokkaanse ambassadeur op mijn kabinet uitgenodigd op 19 april en hem opnieuw gesproken op 25 april. Zoals u kunt horen, levert België dus aanzienlijke inspanningen om de terugkeerrelaties te verbeteren.
Ik doe die inspanningen trouwens voor alle belangrijke herkomstlanden, maar laat duidelijk zijn dat een beter gecoördineerd Europees beleid op dit vlak absoluut in het voordeel zou zijn van een lidstaat als België en ook van de Europese Unie in haar geheel.
13.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, dat klinkt niet als goed nieuws. U antwoordt dat u zelfs nog geen antwoord krijgt op de vraag naar een datum om opnieuw samen te zitten. U hebt niet geantwoord op mijn vraag hoe u in het algemeen de samenwerking met Marokko in verband met de terugname van illegale staatsburgers beoordeelt, maar het lijkt mij wel duidelijk dat het niet zo positief verloopt, als u nog niet eens een vergaderdatum krijgt vastgelegd.
Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vragen in verband met Qatargate.
Ik kan niet anders dan vandaag concluderen dat Marokko duidelijk niet meewerkt. Ondertussen wordt Marokko wel nog altijd beloond met de aflevering van gecombineerde vergunningen. Men zou een andere stok achter de deur kunnen gebruiken om de bereidwilligheid, al is het maar om een datum voor een vergadering vast te krijgen, een handje te helpen.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
14.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, in het
opvangcentrum van Koksijde blijkt Fedasil 37 wooncontainers in de tuin
neergepoot te hebben zonder ook maar één vergunning. Vanuit de gemeente kwam in
november 2022 het signaal dat de wooncontainers er illegaal zouden staan. Dat
heeft ook de politie kunnen vaststellen op 23 november, waarna er een
proces-verbaal werd opgemaakt.
Graag
een tijdslijn en verklaring van deze toch wel opmerkelijke gebeurtenissen:
Wanneer
werden de bewuste onvergunde wooncontainers geplaatst?
Waren
uw diensten zich ervan bewust dat de plaatsing van deze wooncontainers in
strijd is met de vergunningsplicht? Zo ja, waarom bent u alsnog overgegaan tot
de plaatsing ervan?
Wanneer
heeft u welke acties ondernomen sinds het proces-verbaal van de politie? Werd
er een intussen een regularisatieaanvraag ingediend?
Kunt u
bevestigen dat aan de burgemeester werd meegedeeld is dat “Fedasil te weinig
middelen heeft om een architect aan te duiden en over te gaan tot een
aanbesteding"?
Het
asielcentrum ligt - aldus de burgemeester van Koksijde - pal op een route die
mensensmokkelaars gebruiken om transmigranten weg te krijgen. Kan u dat
bevestigen? Zo ja, welke maatregelen werden er genomen om dit beletten?
Betreft
dit een eenmalige situatie of zijn er nog andere plaatsen waar een
opvangcentrum werd uitgebreid met wooncontainers (zonder te voldoen aan de
vergunningsplicht)?
14.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, het opvangcentrum in Koksijde werd in gebruik genomen in 2015. Toen al werden daar containers geplaatst. Het centrum werd nadien gesloten en ging opnieuw open in september 2021. De eerste exemplaren van de 37 nieuwe containers waarover u het hebt, werden geplaatst in februari 2020. In oktober 2022 werden er 19 bijgeplaatst. Het gaat ook over Europese containers, waarvoor wij steun krijgen van het Europees Asielagentschap.
De opvangcapaciteit in het centrum in Koksijde is 300. In 2015 was dat 400. De containers hebben niet gediend om de capaciteit van het centrum te verhogen, maar worden onder meer gebruikt voor sanitaire voorzieningen. Enkele containers worden ook gebruikt als slaapcontainer om de leefomstandigheden in het centrum, die voordien ondermaats waren, te verbeteren.
Ik ben op de hoogte gesteld van de vergunningssituatie van de containers in Koksijde en heb Fedasil meteen de opdracht gegeven om die situatie in orde te brengen. Dat heb ik ook zo meegedeeld in mijn telefonisch gesprek met de burgemeester enkele weken geleden. Er is dan ook geen tegenstelling tussen wat ik daarover denk en wat de burgemeester daarover denkt. De regels gelden voor iedereen. Ook Fedasil moet dus de nodige vergunningen aanvragen. Het is vandaag bezig met dat administratief proces.
Het is echter ook duidelijk dat we nog steeds met een opvangcrisis kampen. We proberen die op te lossen door de uitstroom uit de centra te verhogen en de instroom te beperken. Opvang blijft echter nodig.
Beste collega’s, we zijn het door het goede weer van de voorbije dagen misschien vergeten, maar het centrum in Koksijde heeft er mee voor gezorgd dat afgelopen winter families met kinderen niet in de vrieskou op straat moesten slapen. Ook de komende winter blijven die plaatsen nodig.
Zoals steeds, streef ik een goede dialoog na met het lokaal bestuur. Ik heb recent nog contact opgenomen met de burgemeester van Koksijde. De berichten dat ik zou gezegd hebben dat Fedasil te weinig middelen heeft om over te gaan tot een aanbesteding en om een architect aan te stellen, kloppen niet.
Op 14 april heeft het diensthoofd Stedenbouw van Koksijde de dienst Fedasil aangeschreven dat er vergunningen niet in orde waren en dat in februari overeengekomen was die in orde te brengen. Op 17 april deelde Fedasil mee aan het diensthoofd dat er een procedure loopt om het kadercontract te hernieuwen voor de aanstelling van een architectenbureau en dat de eerste opdracht het in orde brengen van de nodige vergunningen in Koksijde zou zijn.
Het indienen van dergelijke vergunningen is het werk van specialisten die via openbare aanbesteding aangesteld zullen worden. Die aanbesteding zal voor eind deze week gepubliceerd worden en zal bij hoogdringendheid behandeld worden.
Fedasil heeft het militaire domein in Koksijde al meerdere malen aangewend voor de opvang van asielzoekers. Er werd doorheen de jaren door geen enkele actor een link vastgesteld tussen het fenomeen transitmigratie en de opvang van asielzoekers. De transitmigratie daalde bijvoorbeeld met 90 % in 2022 toen het opvangcentrum in Koksijde volledig operationeel was. Ik herhaal het: helaas hebben we door de crisis niet de luxe om goedwerkende centra te verliezen, niet in Koksijde, niet in Molenbeek, niet in Spa. Een opvangcentrum sluiten, betekent op dit moment mensen op straat zetten en dat kunnen we niet doen.
14.03 Barbara Pas (VB): Het is opmerkelijk dat u pas in april van dit jaar in kennis wordt gesteld over de illegale plaatsing van wooncontainers in 2020, met een tweede deel in 2022. Er was al sprake van een pv in het najaar van vorig jaar. Daar bent u dan niet van op de hoogte gebracht. Hopelijk zal Fedasil zich in de toekomst aan de wet houden. De wet geldt immers voor iedereen, ook voor Fedasil.
Ondertussen heeft het schepencollege van Koksijde natuurlijk wel al beslist dat tegen eind deze maand de 37 wooncontainers die er zonder vergunning kwamen, weg moeten. Zij vragen dat tegen 1 september de andere gebouwen ontruimd zijn. Uit uw antwoord blijkt duidelijk dat u dat niet van plan bent en dat u nu, twee jaar na datum, de regularisatie in gang zet. Ook op mijn vraag of dat een unieke situatie is en of er nog andere plaatsen zijn waar opvangcentra werden uitgebreid met wooncontainers, heb ik geen antwoord gekregen.
We zullen dat zeker nauwgezet blijven opvolgen.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
15.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Je vais quand même poser ma question car des éléments nouveaux ont été portés à ma connaissance depuis le dépôt de ma question. Lorsque je vous ai interrogée sur la question, nous en avons conclu que c’était compliqué entre les différents acteurs que sont la Région bruxelloise, le Samu, Fedasil, etc. Il était sans doute normal que l’interaction ne se fasse pas de la meilleure manière qui soit.
Nous avions alors supposé que les ordonnances du tribunal du travail servaient de date pour être inscrites en priorité ou pas sur cette liste chronologique. Nous avons entendu que les ONG et les personnes qui s’occupaient de l’accueil d’urgence disposaient d’une application leur permettant d’enregistrer des personnes. Ce week-end, j’ai croisé par hasard deux jeunes Palestiniens arrivés en même temps en Belgique en provenance de Gaza. Le premier a obtenu une place plus rapidement que le second, qui attend depuis quatre mois.
Ce qui m’inquiète, c’est que le deuxième a des problèmes de santé reconnus par la Croix-Rouge et attend depuis quatre mois une place au sein du réseau d’accueil. Tous deux ont une ordonnance du tribunal du travail qui condamne l’État pour non-accueil, mais ils ont été priorisés autrement. Dès lors, j’aimerais savoir plusieurs choses. Premièrement, quel est le système, et comment cette liste chronologique fonctionne-t-elle? Est-elle alimentée, en termes de priorités et de condamnations, par le tribunal du travail de Bruxelles?
Apparemment, cela n’est plus le cas. Si tel n’est plus le cas, allez-vous communiquer dans ce sens que les condamnations du tribunal du travail ne font plus office de priorité sur la liste chronologique? Pourquoi? Parce que des centaines d’avocats font un travail immense et perdent du temps et de l’argent. Si on leur dit aujourd’hui que les condamnations du tribunal du travail ne servent plus, autant le dire publiquement. Je vais vous donner l’occasion de le dire encore une fois. Je pense que c’est important car je suis contacté par des avocats qui sont encore dans le flou, ce qui porte à croire que le message n’est pas encore passé.
Ma deuxième question est très importante et concerne ce jeune Palestinien que j’ai rencontré. Est-il tenu compte, à un moment donné, de la vulnérabilité des personnes de manière à faire bouger cette liste? Lorsqu’une personne dispose d’un rapport de la Croix-Rouge dont il ressort qu’elle a des problèmes au niveau de la cage thoracique, j’espère qu’il existe un mécanisme pour lui permettre de trouver une place plus rapidement.
Pour le reste, vous avez déjà communiqué de nombreux éléments de réponse plus tôt au cours de la longue intervention du collègue Franken. Je ne répéterai pas ces questions oralement et vous remercie d'avance pour vos réponses.
15.02 Hervé Rigot (PS): Étant donné que je ne vous demande que des chiffres, je peux transformer ma question en question écrite.
15.03 Nicole de Moor, secrétaire d'État: j'ai le plaisir de vous informer que la liste d'attente a encore diminué. Actuellement, la liste d'attente compte de 2 100 personnes.
Pour la plupart, des accueils d'urgence ont été créés en collaboration avec la Région bruxelloise. Toutefois, le fait d'être inscrit sur la liste d'attente ne signifie pas que vous êtes effectivement sans abri. Des personnes peuvent être hébergées chez des amis ou connaissances sans avoir été accueillies par Fedasil ce qui rend l'estimation du nombre de personnes dans la rue difficile.
La capacité d'urgence a été créée avec la Région bruxelloise pour ceux qui sont sans abri et qui sont sur notre liste d'attente. Je suis contente de voir la liste d'attente diminuer fortement.
Nous suivons actuellement l'ordre chronologique et je l'ai communiqué aux ONG et aux avocats. Je pense que ce système est le plus juste. Ceux qui attendent depuis plus longtemps seront accueillis en premier. C'est plus juste que de travailler selon un autre ordre.
Concernant les places d'accueil supplémentaires, mes services travaillent en permanence à l'ouverture d'un nouveau site, à l'agrandissement des sites existants et aussi à la prévention des fermetures. Comme déjà discuté dans cette commission, cette dernière tâche est parfois difficile à mener.
Concernant l'utilisation de conteneurs par l'intermédiaire de l'Agence européenne, un plan visant à trouver un site approprié et à le développer efficacement est en cours d'élaboration, en coopération avec l'ensemble du gouvernement. Il est cependant prématuré de communiquer sur les nouveaux sites tant qu'un accord complet n'a pas été trouvé.
Concernant les initiatives locales d'accueil (ILA), nous avons constaté une augmentation récente grâce aux diverses initiatives prises. Ainsi, nous avons vu une augmentation de 267 ILA depuis le début de l'année. D'autres étapes du plan d'action suivront ultérieurement. Tant pour les ILA que pour les centres collectifs, il est encore vrai aujourd'hui que chaque place est nécessaire. Mes services et moi-même essayons à la fois d'augmenter la création de places et d'en prévenir les fermetures. Pour l'instant, nos places tampons sont toutes utilisées à pleine capacité. Il n'est donc pas question d'une réduction dans ce domaine.
Le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) prend également de plus en plus de décisions aujourd'hui. Il commence à atteindre sa vitesse de croisière grâce aux renforts en personnel et aux mesures internes. Cependant, la situation de l'accueil reste précaire et dépendante de l'afflux. Grâce à diverses mesures bien réfléchies, nous évoluons de plus en plus dans le bon sens, mais nous devons continuer à travailler sur des mesures structurelles dans tous les domaines, afin de parvenir à une politique migratoire contrôlée et équitable et pour pouvoir accueillir tout le monde.
15.04 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Merci pour votre réponse complète. Je ne vais pas revenir sur tous les éléments mais peut-être sur deux petits points. Vous mentionnez, à juste titre, la difficulté à connaître le nombre de personnes n’ayant pas de place dans un réseau d’urgence, étant donné qu’elles sont logées chez des amis ou de la famille. Je me demande si, à un moment, – et cela a déjà été proposé plusieurs fois dans cette commission –; on n’utiliserait pas la diaspora avec des mécanismes de soutien financiers, entre autres. Toute une série de personnes pallient à un manque de places: les citoyens, les associations, parfois des amis et de la famille. Est-ce qu’on n'essayerait pas de les intégrer dans un système avec une aide financière, le temps de trouver une place? Cela permettrait peut-être de rendre les choses plus simples aussi pour les personnes qu’on accueille.
Cette histoire du jeune que j’ai rencontré et qui a des problèmes de santé pose aussi la question de l’aide médicale à ces personnes qui ont leur annexe mais qui ne sont pas encore dans un centre. Je pense que des choses peuvent être améliorées. Je sais que, dans l’accord de gouvernement, on parle de l’aide médicale d’urgence. Je crois qu’on doit aussi la travailler pour ce public-là et essayer d’avoir une bonne diffusion de l’information. Avant de vous laisser la parole, je porterai aussi le message aux avocats que les ordonnances du tribunal du travail ne sont plus un élément parce qu’elles représentent une perte de temps et d’argent pour eux. Je pense qu’ils font un travail très important et je les en remercie.
15.05 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Merci. Peut-être juste pour ajouter que, pour des personnes que l’on ne peut pas accueillir pour le moment, on a créé le Refugee Medical Point pour leur dispenser les soins médicaux nécessaires. On est aussi en train de créer un point d’information à Bordet, à Bruxelles, pour donner d’autres informations sur la liste d’attente, par exemple, et pour offrir une assistance.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
16.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, il se dit que les discussions s'accélèrent sur le pacte migratoire européen, ou plutôt sur trois textes de ce fameux pacte puisque la stratégie est différente aujourd'hui.
Certains éléments sont intéressant parce que le Parlement européen a fait un bon travail et a amélioré certains aspects qui étaient inacceptables pour nous.
Il reste néanmoins des choses totalement inacceptables et vous aurez une grande responsabilité en tant que secrétaire d'État du pays qui présidera l'Union européenne lorsque ces texte aboutiront. Par exemple, pour nous, le fait d'abaisser les procédures aux frontières à 12 ans, ce n'est pas possible. Il y a des éléments qui sont encore problématiques.
Par contre, d'autres éléments sont intéressants, notamment les questions d'un vrai mécanisme de protection des droits humains aux frontières et du contrôle du respect des droits humains. Je sais que vous êtes attentive à ces questions.
Madame la secrétaire d'État, quelle est la position du gouvernement par rapport à ces différents points? Ont-ils déjà été discutés? Quelle position adopterez-vous lors des prochaines négociations? La Belgique adoptera-t-elle les avancées du Parlement européen ou les choses sont-elles plus compliquées?
16.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Je peux vous confirmer qu'une discussion sur la réforme du système d'asile européen est à l'ordre du jour du Conseil Justice et Affaires intérieures. La réunion se déroulera jeudi à Luxembourg.
Concrètement, il est demandé aux ministres de se prononcer sur deux instruments législatifs: le règlement relatif à l'asile et à la gestion des migrations (AMMR) et le règlement relatif à la procédure d'asile (APR). Comme vous pouvez le lire dans les textes législatifs, l'AMMR envisage une réforme du système de Dublin qui est cruciale pour notre pays. Dans l'APR, il y a des dispositions sur la procédure aux frontières.
Contrairement à ce que vous semblez dire, il n'y a pas d'interdiction internationale d'inclure des mineurs dans cette procédure. Après tout, c'est déjà le cas en Belgique pour la procédure aux frontières. Vous pouvez dire qu'il existe des règles sur la détention des mineurs, mais c'est un autre débat. Je peux vous assurer que la Belgique défendra le droit international et européen en la matière.
Le Parlement européen a déjà pris position sur les deux textes législatifs (AMMR et APR). J’espère que le Conseil pourra également prendre position avant l’été. Le règlement Screening n’est pas à l’ordre du jour ce jeudi car le Conseil a déjà pris position, avec l’accord de la Belgique, prévoyant un monitoring. Le trilogue avec le Parlement est en cours pour ce qui concerne le règlement Screening.
16.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Nous aurons l’occasion de revenir sur les différents textes au sein de cette commission. Je n’entrerai donc pas trop dans le détail. La réforme du système de Dublin présente en effet des éléments intéressants, notamment que le premier pays d’arrivée ne soit plus le seul critère dans la répartition. Y sont évoqués des critères familiaux, des critères de lieux de formation éventuels, etc. Lorsque c’est positif, il faut le souligner, et cela semble être le cas ici.
S’agissant de la détention des mineurs, nombre d’ONG et d’associations comprennent que, dans la procédure aux frontières, une détention serait quasi systématique. Je sais que nous ne sommes pas entièrement d’accord sur ce point, mais il serait intéressant de consacrer un débat spécifique au sein de notre commission sur le pacte migratoire. On pourrait par exemple prévoir un moment avec vous pour auditionner des organisations ayant des avis contraires. La lecture des ONG, que nous partageons, n’est apparemment pas la même que la vôtre, mais nous y reviendrons.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
17.01 Simon
Moutquin (Ecolo-Groen):
Madame la secrétaire d’État, des travaux
commenceraient prochainement au centre fermé de Vottem. Selon les données
publiées, il s’agirait d’une extension du centre fermé de Vottem et
l’aménagement des parkings. Le premier septembre 2022, des articles évoquaient
la somme de 2,5 millions d’euros pour l’extension d’un parking et du
service administratif. Aujourd’hui, d’après les informations récoltées, le
budget dépasserait les 3,5 millions d’euros.
3,5 millions d’euros pour des places de
parking et un service administratif. Cela semble être un cout important.
Madame la secrétaire d’État,
À quoi exactement va être affectée cette
somme ? Qui réalisera les travaux?
Pourquoi une augmentation d’un million
d’euros sur un an alors que les travaux n’ont pas débuté?
Est-ce que ces aménagements vont permettre
d’améliorer les conditions de détention?
À quoi vont être affectés les espaces qui
seront libérés suite au déménagement de bureaux dans la nouvelle annexe?
17.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, je voudrais tout d'abord apporter une correction. Les travaux ne commenceront pas tout de suite. Ils ne débuteront qu'en 2024, avec une mise en service en 2025.
Le nouveau bâtiment G du centre de Vottem servira à l'administration, au stock et aux archives. Au rez-de-chaussée, il y aura également des emplacements de parking pour le service Transfert de l'Office de Étrangers. Des mesures seront en outre prises pour rendre le bâtiment plus durable.
La construction du nouveau bâtiment G impliquera un déménagement interne des services du centre. Cette centralisation aura aussi pour but de créer plus d'espace pour les activités des résidents. Cela permettra d'améliorer sensiblement l'accueil humain des résidents. Il ne s'agit donc pas de créer de nouvelles places.
Les 3,5 millions d'euros étaient déjà prévus en 2021. Pour de plus amples informations à ce sujet, je vous invite à interroger le secrétaire d'État qui est compétent pour la Régie des Bâtiments.
17.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je suis heureux d'entendre qu'il n'est pas question d'ouvrir de nouvelles places mais d'améliorer les conditions de vie des détenus.
J'interrogerai M. Michel pour obtenir plus de détails. En effet, 3,5 millions d'euros représentent une somme importante au regard des budgets qui manquent pour mettre en œuvre toute une série de mesures.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
18.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d’État, je pense que vous avez comme beaucoup d’entre nous entendu parler de la nouvelle législation catastrophique, inquiétante et abjecte en Ouganda concernant les personnes LGBTQIA+. Sans entrer dans les détails, le fait de promouvoir l’homosexualité pourrait entraîner vingt ans de prison. Le fait de pratiquer l’homosexualité pourrait entraîner la peine de mort, notamment pour les personnes homosexuelles.
Il y a quelques années, nous avons voté une résolution après des lynchages publics de personnes homosexuelles et des tests anaux pratiqués en Ouganda sur ces personnes. Ma collègue Goedele Liekens avait proposé une très bonne résolution.
Je voudrais aussi dire qu’en 2016, dans une situation équivalente, la Belgique avait très rapidement, en urgence, attribué des visas humanitaires à des personnes tchétchènes menacées pour leur homosexualité, pour faciliter leur protection.
Aujourd'hui, nous entendons beaucoup de membres du Parlement s’indigner contre cette nouvelle loi homophobe.
Madame la secrétaire d’État, qu’est-ce qui peut être fait par vos services pour faciliter les visas humanitaires pour ces personnes, comme cela a été fait pour la Tchétchénie en 2016? Les services consulaires en Ouganda peuvent-ils être renforcés, de manière à permettre des dépôts de demandes de visa plus rapides?
18.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, malheureusement, la violence à l’encontre des personnes LGBTQIA+ n’a pas encore disparu du monde. Elle devient particulièrement pénible lorsque les autorités elles-mêmes poursuivent des politiques qui vont à l’encontre des droits humains.
Mes collègues les ministres des Affaires étrangères et de la Coopération au développement se sont déjà exprimées à ce sujet. Je partage leurs préoccupations concernant l’Ouganda.
Il est aujourd'hui déjà possible de demander un visa humanitaire pour la Belgique à partir de l’Ouganda. Cette demande sera traitée conformément à la procédure habituelle. Toute demande de visa motivée pour des raisons humanitaires fait l’objet d’un examen individuel. La décision est prise sur la base des documents et informations donnés par le demandeur.
Les demandes d’asile introduites en Belgique seront évaluées par le CGRA. Les questions relatives au renforcement des postes diplomatiques peuvent être adressées à la ministre des Affaires étrangères. À ce stade, il n’existe pas d’accord de réadmission bilatéral, international ou européen avec l’Ouganda. Il y a bien sûr l’obligation, en vertu du droit international coutumier, comme l’affirme le Pacte mondial sur les migrations, d’autoriser les réadmissions des ressortissants.
En ce qui concerne l’Ouganda, la mise en œuvre pratique se déroule dans le cadre des relations consulaires, comme prévu dans la Convention de Vienne. En tout état de cause, les règles générales en matière de retour, et en particulier le critère de l’article 3 de la Convention européenne des droits de l’homme, s’appliquent également à un retour vers l’Ouganda.
18.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d’État, je vous remercie pour votre réponse.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
19.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, 116 jours, c’est le temps de détention de Divine N’Sunda dans le centre fermé pour femmes d’Holsbeek.
Pendant ces 116 jours, elle a tenu bon en se donnant comme mission de s’occuper des autres détenues, qui arrivaient le soir et qui pleuraient. C'est comme cela qu'elle tenait. Elle avait décidé de s'occuper de toutes les personnes qui arrivaient pour les réconforter.
Ces 116 jours, au final pourquoi? Rien. Un vol qu'elle a refusé. C'est le droit qu'ont les personnes enfermées en centre fermé; 116 jours pour rien.
La situation de Divine n’est qu’un exemple parmi d’autres de ces centaines d'autres détentions qui se prolongent sans aucun effet sur une possibilité d’expulsion. Il faut savoir que 25 % des détenus dans les centres fermés y passent plus de 100 jours.
En sachant qu’entre 6 000 et 8 000 personnes passent par des centres fermés chaque année, mais que 2 000 personnes sont finalement expulsées, cela veut dire que l’enfermement n’a donc pas eu d’utilité en termes d'expulsion pour 4 à 6 000 personnes.
Madame la secrétaire d’État, rappelons-nous que l’enfermement ne doit être utilisé qu’en cas de dernier recours et dans l’objectif d’une expulsion. Comment expliquez-vous ces chiffres? Comment expliquez-vous l'histoire de Divine et de bien d'autres? Ne jugez-vous pas, vous aussi, cette politique inefficace et coûteuse?
Par ailleurs, le volet médical m'inquiète. Mme N'Sunda m'a expliqué qu'elle avait vécu des moments en chaise roulante à cause d'un épuisement. Ces données sont-elles consultables dans un dossier médical? Sont-elles analysées par des médecins extérieurs à l'Office des Étrangers? Y a-t-il un contrôle sur les diagnostics? Le volet médical et le volet de l'efficacité et du coût sont les deux questions que je vous pose aujourd'hui.
19.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, une détention en centre fermé n’est évidemment pas un but en soi. Ce gouvernement mise avant tout sur le retour volontaire avant de passer à d’autres mesures plus coercitives. On a créé un système avec des alternatives à la détention. S’il est clair que le retour volontaire n’est pas une option et s’il n’y a plus d’autres options, alors là seulement, une personne sera détenue dans un centre fermé. Je voudrais d’ailleurs souligner que chacun peut prévenir un séjour en centre fermé en suivant l’ordre de quitter le territoire. C’est le principe. Même quand on arrive en centre fermé, il est possible de collaborer à son départ et de raccourcir ainsi son séjour en centre fermé.
La durée moyenne de séjour fluctue dans le temps et est de 42 jours cette année. Le ratio séjour/départ qui fluctue également est de 79,5 % cette année. Évidemment, le retour volontaire reste la priorité avec des mesures préventives et moins coercitives mais si cela n’est pas possible, un retour forcé sera organisé. Pour cela, les centres fermés restent indispensables.
En ce qui concerne la relation entre le médecin du centre et le résident, la loi sur les droits des patients s’applique. Chaque résident peut demander son dossier médical. Si un résident est renvoyé, il recevra également son dossier médical afin d’assurer la continuité des soins médicaux, y compris dans le pays d’origine. Les médecins du centre sont indépendants. L’Office des Étrangers respecte cette indépendance et le secret médical. Si un résident le souhaite, il peut toujours faire appel à un médecin de son choix. Tout ceci est stipulé dans l’arrêté royal du 2 août 2002 qui régit les centres fermés.
19.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie d'avoir rappelé la priorité des retours volontaires. C'est un changement de cap dont je me réjouis et que nous reconnaissons tous deux, bien que nous ne soyons pas toujours d'accord sur ces sujets délicats.
Néanmoins, je rappelle que Divine vit depuis dix ans en Belgique comme accueillante extrascolaire. Je peux encore citer Billy, qui travaille comme couvreur, vit depuis quelques années chez nous, mais ne dispose pas de titre de séjour; un professeur de religion à Braine-l'Alleud; un infirmier à Nivelles, etc. En réponse à une autre question, vous avez dit: "Le statu quo n'est plus possible." Pour la question des sans-papiers en Belgique, il ne l'est plus non plus. Nous devons, à un moment, nous mettre d'accord politiquement sur une forme de régularisation. Pour l'heure, 120 000 sans-papiers vivent en Belgique. Nous n'allons pas tous les expulser. Vu le coût de la politique d'expulsion, nous atteindrions un chiffre supérieur à 2 milliards d'euros pour accomplir cette tâche. Nous ne le ferons pas!
Voilà des personnes dotées d'une âme incroyable, qui s'investissent dans la société et vivent ici depuis dix ans. Certes, pour certaines raisons, elles n'ont pas respecté les procédures. J'ose espérer qu'un jour, nous nous mettrons d'accord autour d'une politique de régularisation. En effet, le statu quo n'est plus possible. Je me réjouis que Divine ait la force de tenir, car j'ai été beaucoup en contact avec elle. Vous le savez, ces centres fermés brisent les âmes – qui sont belles – de certaines personnes qui ont envie de contribuer à notre société. J'espère sincèrement que nous trouverons une solution et un accord en vue d'une politique de régularisation. C'est une nécessité pour elles, mais également pour notre société.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.43 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 43.