Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mardi 13 juin 2023

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 13 juni 2023

 

Voormiddag

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.08 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 08 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

01 Vraag van Anneleen Van Bossuyt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het Europees soevereiniteitsfonds" (55033907C)

01 Question de Anneleen Van Bossuyt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le fonds de souveraineté européen" (55033907C)

 

01.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Deze vraag dateert al van even geleden. Ondertussen is de top waarnaar ik verwees al voorbij, dus ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.

 

De Inflation Reduction Act (IRA) van de Verenigde Staten, die middels miljardensubsidies en belastingvoordelen bedrijven in de VS tot vergroening wil stimuleren zolang de onderdelen van hoofdzakelijk Amerikaanse makelij zijn, heeft ook de Europese Commissie aangezet tot actie.

 

Om te beletten dat Europese bedrijven uitwijken naar de VS zodat ze daar beroep kunnen doen op de steun onder het IRA-programma, wil de Europese Commissie de regels inzake staatssteun tot eind 2025 versoepelen en vereenvoudigen. Dit wordt weliswaar beperkt tot investeringen in groene energie. Denk hierbij aan batterijen¬ voor elektrische auto's, windmolens, warmtepompen, zonnepanelen, koolstofopname en -opslag.

 

Daarnaast wil de Europese Commissie een 'soevereiniteitsfonds' oprichten om de Europese industrie te versterken. Dit fonds zou gespijsd worden door de lidstaten, maar er is nog discussie over de manier waarop het precies zal gefinancierd worden: lidstaten zoals Frankrijk en Italië willen dat dit wordt gespijsd met 'nieuw' geld, lidstaten zoals Duitsland en Nederland willen dit fonds spijzen door te schuiven met andere budgetten.

 

Vandaar volgende vragen:

 

Welk standpunt zal België innemen over deze punten op de Europese top van begin februari?

 

Wat is het Belgisch standpunt aangaande staatssubsidies voor deze Europese industrieën? Hoe rijmt u deze plannen met het principe van vrijhandel waar we zoveel belang aan hechten? Zal dit volgens u het gelijk speelveld en eerlijke concurrentie binnen de Europese interne markt niet schaden?

 

Wat is het standpunt van België met betrekking tot de oprichting van dit zgn. soevereiniteitsfonds? Voor welke vorm van financiering zal u pleiten?

 

01.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Van Bossuyt, deze vraag was al een tijd hangende. U bent een trouwe deelnemer aan de vergaderingen van het Europees Adviescomité, waar we telkens de gelegenheid hebben om een aantal van die onderwerpen te bespreken. Ik neem graag deze gelegenheid te baat om hierover te spreken.

 

De welvaart van Europa en de sociale cohesie die we daarmee bereiken, zijn voornamelijk het resultaat van een goed functionerende interne markt. Het gaat om zeer sterke relaties met de rest van de wereld, maar op een gediversifieerde manier. Op de G7 heeft men gesproken over derisking van onze internationale relaties. Ik vind dat een goede definitie. Europa moet blijven openstaan voor de rest van de wereld, maar afhankelijkheden zijn natuurlijk problematisch. We hebben de voorbije jaren ontdekt welke afhankelijkheden we hebben en welke kosten daarmee gepaard kunnen gaan. Als onze internationale relaties meer gediversifieerd zijn, is het gemakkelijker voor ons om onze standaarden, bijvoorbeeld milieu- en sociale standaarden, sterker op te leggen aan de rest van de wereld. Reciprociteit is daarin essentieel voor mij, bijvoorbeeld in onze relatie met China. Ik heb er absoluut geen probleem mee om handel te drijven met China, maar ik zou graag hebben dat onze bedrijven daar ook kunnen doen wat de Chinese bedrijven hier doen. Daar staan we nog heel ver van af.

 

Het is voor ons essentieel dat een kleine, open economie als de onze aan die twee dimensies werkt. De single market moet worden versterkt en gevrijwaard. Daar is werk aan. De laatste oefening rond de interne markt dateert al van tien tot vijftien jaar geleden. De interne markt versterken, is niet het meest sexy werk, maar wij pleiten daarvoor. Dat is een van de zaken waarop ons land wil inzetten, vooral om tegengewicht te bieden in de discussie die nu bezig is over de staatssteunregels. Voor een kleine, open economie als de Belgische is het altijd gevaarlijk om in een discussie terecht te komen waarin men de staatssteunregels wil versoepelen.

 

Tegelijk begrijp ik ook wel dat we op dit moment in een delicate situatie zitten. De redenering van ons land is steeds geweest dat, als men kan aangeven dat het beperkt is in de tijd, dat het zeer gefocust is en dat het een aantal netwerkeffecten heeft die Europa sterker kunnen maken, we niet d’office neen zeggen. Wel moeten we daar zeer voorzichtig mee zijn. Voor mij kan het antwoord op de Amerikaanse Inflation Reduction Act bijvoorbeeld niet zijn dat we de staatssteunregels versoepelen.

 

Ons antwoord daarop moet gericht zijn op onze sterktes, het moet onze interne markt verstevigen en industrieel beleid binnen Europa mogelijk maken. Voor een stuk zijn we natuurlijk beperkt, omdat de Inflation Reduction Act werkt met bepaalde fiscale instrumenten, terwijl Europa niet de fiscale instrumenten heeft om exact hetzelfde te kunnen doen.

 

Ook in onze internationale relaties moeten wij er alles aan doen om te vermijden dat we in een subsidierace terechtkomen. De relatie met de Verenigde Staten is belangrijk. In de voorbije jaren hebben we gezien wat onze kracht is in de rest van de wereld als Europa en de Verenigde Staten dezelfde kar trekken. Ik mag hopen dat de Verenigde Staten en Europa niet in een subsidiewedloop terechtkomen, want dat zou volgens mij een slechte zaak zijn. Wij trekken daarin altijd aan het kortste eind.

 

Het soevereiniteitsfonds is een van de elementen in het schema van mevrouw von der Leyen. Ik kijk uit naar meer informatie daarover, want vandaag is dat eigenlijk nog niet zeer fijn gedefinieerd. Laten we bekijken wat de Europese Unie nodig heeft. Vooreerst hebben we Fit for 55. Dat is in mijn ogen een samenhangend geheel, waar de Europese landen volledig voor moeten gaan. De ambitie van ons land voor Fit for 55 is intact. Ik kan alle deelstaten alleen oproepen om die ambitie te delen.

 

Daarnaast moeten we wel ook een soort van European industrial plan hebben. Dat plan moet niet sector per sector werken, want dan komen we bij de discussie die we nu hebben over de Net Zero Industry Act, waarbij bepaalde sectoren in het plan zitten en andere niet. Volgens mij moet een Europees industrieel plan één prioriteit bij uitstek hebben, namelijk de CO2-emissies naar beneden krijgen. We zien elke dag er de gevolgen van als we dat niet doen. Ik merk ook dat onze bevolking en onze industrie klaar zijn om dat te doen. Er is een ongelooflijk momentum om dat door te voeren en dat moet voor een stuk op Europees niveau kunnen worden versterkt. Het Soevereiniteitsfonds kan de twee misschien samenbrengen, maar we wachten natuurlijk op meer informatie van de Europese Commissie om ons daarbij te helpen.

 

Mevrouw Van Bossuyt, ik heb misschien een wat omstandig antwoord gegeven, maar daarmee heb ik de traditionele aanpak in het Europees Adviescomité hier voor een stuk geïmporteerd.

 

01.03  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de premier, dank u voor uw uitvoerig antwoord. Ik ben blij dat we hier meer tijd hebben dan in het Federaal Adviescomité, want daar is de tijd soms zeer beperkt. We krijgen letterlijk vijf minuten om een vraag te stellen en de tijd voor een echt debat ontbreekt. Ik weet nu dat ik mijn vragen beter in de commissie voor Binnenlandse Zaken stel dan in het Federaal Adviescomité voor Europese Aangelegenheden.

 

Een goed functionerende interne markt is absoluut de hoeksteen van onze Europese samenwerking. In veel andere samenwerkingsverbanden is men jaloers op onze interne markt. Die samenwerkingsvorm is een uniek systeem. Vandaar ook de subsidiewedloop of het aanpassen van staatssteunregels. Die race kan Europa nooit winnen. Dat is zeker niet de oplossing. De overheid, in dezen de Europese Unie, kan wel een incentive voor bepaalde zaken geven, maar men kan met continue staatssteun of subsidies niet iets duurzaams opbouwen.

 

U hebt het voorts over het derisken van onze internationale relaties. Absoluut, corona heeft dat meer dan ooit aangetoond. Onze fractie pleit ervoor dat een van de prioriteiten van het Belgische voorzitterschap het sluiten van handelsakkoorden zou zijn. Dat is heel belangrijk voor een open economie zoals de onze. In de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen is morgen een hoorzitting over Mercosur gepland. Ik zie dat verschillende partijen van de meerderheid nog altijd een stokje voor dergelijke handelsakkoorden willen steken. Ik vind dat heel jammer. Dat zou absoluut een doodsteek voor onze economie zijn. Ik hoop dat we op uw medewerking mogen rekenen om van die handelsakkoorden een van de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap te maken.

 

U niet geantwoord op de vraag hoe het Soevereiniteitsfonds gespijsd zal moeten worden. Moeten daarvoor alweer nieuwe Europese middelen worden aangewend of sluiten we ons aan bij de landen die ervoor pleiten om dat fonds te spijzen met een verschuiving binnen het bestaande budget? Als we het hebben over het draagvlak voor de Europese Unie, maken weer nieuwe Europese middelen geen deel uit van de boodschap die we de burger willen geven.

 

U verwijst ten slotte naar Fit For 55. We moeten dat volgens u uitvoeren samen met een industrial plan. Dat moet inderdaad hand in gaan. De CO2-emissies moeten ook absoluut naar beneden en dat is een prioriteit, daarover bestaat geen discussie. Wij pleiten er daarom ook voor om op Europees niveau niet langer te spreken over de ambitie om onze energie 100 % hernieuwbaar te maken tegen 2050, maar wel om die 100 % emissievrij te maken tegen 2050.

 

Kernenergie bijvoorbeeld speelt een belangrijke rol in de daling van onze CO2-emissies. Ik zie u knikken, dus ik hoop dat ook u op Europees niveau zult bepleiten dat kernenergie absoluut een must is om tot een emissievrije Europese Unie te komen in 2050. Misschien kunt u dus voortaan ook spreken over 100 % emissievrij in plaats van 100 % hernieuwbaar tegen 2050.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Bedankt, mevrouw Van Bossuyt. Ik ben misschien iets soepeler dan het Adviescomité voor Europese Aangelegenheden, maar u moet er ook geen misbruik van maken. Ik zal ingrijpen als het te lang duurt.

 

01.04 Eerste minister Alexander De Croo: Men wil natuurlijk graag een echt debat. Ik kan er ook een leesoefening van maken, maar dat is gewoon minder interessant.

 

De voorzitter: Ik weet het. Ik probeer dat evenwicht altijd te bewaren, want ik vind eveneens dat een commissie veel beter geschikt is om over dergelijke zaken in debat te gaan. Mevrouw Van Bossuyt, u zult met uw volgende vraag echter bewijzen dat u dat ook perfect kunt binnen de toegestane spreektijd.

 

02 Vraag van Anneleen Van Bossuyt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het Europese standpunt inzake gentechnologie" (55034147C)

02 Question de Anneleen Van Bossuyt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La position de l'Union européenne en matière de génie génétique" (55034147C)

 

02.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag, zodat ik wat meer tijd heb voor mijn repliek.

 

De voorbije jaren werden we geconfronteerd met sterk stijgende voedselprijzen ten gevolge van gestegen grondstofprijzen.

 

Er zijn evenwel manieren om de voedselprijzen te temperen of te verlagen door in te zetten op hogere voedselopbrengsten. Dat kan bijvoorbeeld door ggo's of het meer recentere gene editing. Via deze technieken zouden we bv. tarwe kunnen kweken die bestand is tegen bepaalde ziekten, waardoor er minder voedselverlies is en we dus een lagere prijs bekomen. Pluspunt is dat deze technieken eveneens beter zijn voor het milieu en de mens, gezien er minder gebruik dient gemaakt te worden van gewasbestrijdingsmiddelen en op een kleinere oppervlakte meer voedsel kan geproduceerd worden, wat meer ruimte geeft voor biodiversiteit.

 

Zelf gaf u eerder aan dat u dit dossier niet bekijkt van uit een ideologisch gekleurd perspectief, maar vanuit wetenschappelijke inzichten. En dat is goed nieuws want als men naar de wetenschap kijkt, blijken er geen negatieve effecten zijn van gentechnologie in de agro-industrie.

 

Dit dringt stilaan ook daar op Europees niveau en daarom zal de Europese Commissie binnenkort een nieuwe richtlijn rond gentechnologie voorstellen. Het is uw collega Khattabi die binnen uw regering verantwoordelijk is voor de vertolking van het Belgisch standpunt ter zake op de Raad van ministers van leefmilieu van 16 maart. In lijn met wat u eerder aangaf, maar waarvoor ik tegelijk vrees, hoop ik dat ook zij daar een standpunt zal verdedigen gebaseerd op wetenschappelijke inzichten.

 

Vandaar volgende vragen:

 

Werd het standpunt dat België ter zake zal verdedigen doorgesproken binnen de voltallige regering?

 

Welk standpunt zal België precies innemen rond gentechnologie in de EU en meer in het bijzonder CRISPR Cas?

 

Zal de Belgische regering bij de komende discussies op Europees niveau rond CRISPR Cas deze technologie verdedigen?

 

Gelet op de wereldtop die we in Vlaanderen hebben op dit vlak, zal dit mee een van de speerpunten uitmaken van het Belgisch Voorzitterschap in 2024?

 

02.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Van Bossuyt, u komt regelmatig terug op deze kwestie. Het regeerakkoord bevat daarover een zeer duidelijke passage. De federale regering baseert zich voor haar standpunten over plantenveredeling en ggo’s op alle wetenschappelijke inzichten. Wij vertrekken hiervoor niet vanuit een ideologie en we zijn dus absoluut niet tegen gentechnologie, maar we zullen er evenmin voor pleiten dat alleen ggo’s de toekomst zouden zijn. De wetenschap en de markt moeten zich kunnen ontwikkelen binnen de kaders die de overheid heeft uitgetekend. Ik denk niet dat daar verdeeldheid over bestaat in de regering. Zij zal zich baseren op alle wetenschappelijke informatie en het voorzorgsprincipe om een robuust wetgevend kader te creëren. Input van verschillende stakeholders zal hierbij in overweging worden genomen, zoals mevrouw Khattabi eerder al zei.

 

We kijken dus uit naar een voorstel van de Europese Commissie om een dialoog over het thema te kunnen voeren. Het is evident dat innovatie in die sector moeten kunnen worden uitgedragen. Het Europees voorzitterschap is daarvoor zeker een kans. Innovatie is trouwens een van de speerpunten van de Belgische brandingcampagne. Ik veronderstel dat u op zijn minst niet tegen het deel embracing innovation zult zijn.

 

02.03  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de premier, de N-VA heeft vanaf het begin –uw partij is intussen ook op de kar gesprongen – geargumenteerd dat we de klimaatuitdaging alleen kunnen aangaan door volop in te zetten op innovatie. U spreekt nog over ggo’s, maar er is intussen is er ook een veel nieuwere technologie, crispr, die an sich geen ggo tot resultaat heeft. In die nieuwe techniek van hoogtechnologische gewasveredeling zit zeer veel toekomst, niet alleen op vlak van voedselzekerheid. Vlaanderen is wereldtop op dat vlak en dat kan bijzonder interessant zijn voor onze economie. Als u de wereldkaart bekijkt, dan is Europa één rode vlek op het vlak van ggo’s. Overal elders ter wereld kleurt die kaart groen, wat betekent dat dat men daar onze technieken toepast. Het is zeer jammer dat we dat in Europa niet doen.

 

Ik stel inderdaad vaak vragen over de kwestie en ik doe dat omwille van het grote belang hiervan. U hebt verwezen naar wetenschappelijke inzichten. Wel, er is tot nu toe nog geen enkel wetenschappelijk bewijs dat ggo’s schadelijk zouden zijn. Nochtans zijn sommige meerderheidspartijen nog steeds grote tegenstanders. Het gaat er niet om dat we het paard voor de kar willen spannen, maar op het vlak van crispr zouden wij graag embracing innovation zonder taboes zien: innovatie omarmen zonder taboes.

 

U stelt dat u het voorzorgsprincipe toepast. Als u daarin heel ver gaat, betekent dat dat bepaalde technieken nooit zullen kunnen worden toegepast. Ik verwijs opnieuw naar de ggo’s. Daarom doe ik een warme oproep: Laat België voor de crispr-techniek wel het voortouw nemen in de Europese Unie en in Europa in het algemeen.

 

Mijnheer de voorzitter, daarmee bleef ik mooi binnen de spreektijd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55034534C en nr. 55036474C van de heer Francken worden op zijn verzoek uitgesteld tot een volgende vragensessie.

 

03 Question de Samuel Cogolati à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'envolée des dépenses liées aux déplacements du président du Conseil européen" (55035853C)

03 Vraag van Samuel Cogolati aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De geëxplodeerde reisonkosten van de voorzitter van de Europese Raad" (55035853C)

 

03.01  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le Premier ministre, le quotidien 'Le Monde' a publié ce 9 avril une enquête attestant "une augmentation substantielle" des dépenses liées aux déplacements du président du Conseil européen, Charles Michel.

- L'Autriche et la Slovaquie auraient évoqué les "problèmes d'image" que le train de vie de Charles Michel pourrait poser. La Belgique a-t-elle déjà soulevé des inquiétudes similaires sur les déplacements du président du Conseil européen?

- Comptez-vous comme l'Allemagne, l'Italie et la Pologne soulevé des questions, ou à tout le moins demandé des éclaircissements à propos de la hausse de 27,5 % du budget du président du Conseil européen par rapport à 2023? La Belgique pourrait-elle formellement s'opposer à cette hausse du budget?

- Quelle est votre position quant à l'usage intensif par le président du Conseil européen de jets privés, beaucoup plus coûteux et néfaste en termes de bilan carbone (le déplacement de Charles Michel en Chine le 1er décembre 2022 dernier aurait coûté 460 000€)? Plus spécifiquement, selon vous, l'accord-cadre entre l'UE et la compagnie d'aviation d'affaires Luxaviation (qui a bénéficié de prêts d'un investisseur russe et dont le cofondateur est un ancien du KGB) ne pose-t-il pas question dans le contexte géopolitique actuel? Le gouvernement belge a-t-il aussi conclu le moindre contrat durant cette législature avec cette compagnie Luxaviation?

- De manière plus structurelle, préconisez-vous une réforme institutionnelle de l'UE pour renforcer le contrôle démocratique et financier du budget du (président du) Conseil européen?

 

03.02  Alexander De Croo, premier ministre: Monsieur Cogolati, vous avez déjà reçu une réponse détaillée de la ministre des Affaires étrangères le 26 mars dernier, réponse à laquelle je n'ai honnêtement rien à ajouter.

 

La ministre a expliqué le rôle du président du Conseil européen et le processus pour ce qui concerne le budget. La procédure d'approbation du budget annuel de l'Union européenne est réglementée par l'article 314 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne dans lequel le Parlement européen joue un rôle clé.

 

Les débats sur le budget de cette année ont déjà eu lieu. La Belgique participera aux discussions sur le contenu du budget 2024 au sein du Comité budgétaire. Les traités prévoient également un contrôle budgétaire interne dans chaque institution et un contrôle budgétaire externe réalisé par la Cour des comptes européenne.

 

03.03  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je vous remercie. Je constate que votre réponse a été très courte et qu'elle n'était malheureusement pas plus élaborée que celle donnée par la ministre des Affaires étrangères.

 

Il n'en reste pas moins que certains problèmes sont interpellants. Je pense ici notamment aux frais de déplacement qui sont très élevés et qui sont quatre fois supérieurs à ceux des prédécesseurs de Charles Michel. D'autres dépenses individuelles posent également question. En effet, il est fait état de 460 000 euros pour se rendre en Chine. Il s'agit de montants qu'il faut pouvoir expliquer.

 

Il importe de pouvoir assurer la transparence. Il n'est pas normal que l'on soit informé de tels montants via la presse écrite. Ce genre d'informations devrait être accessible au public. En outre, il importe qu'à l'instar de n'importe quel autre organe de l'Union européenne, le président du Conseil européen puisse rester accountable à l'égard du Parlement. C'est le principe même d'une démocratie comme l'Union européenne.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Wim Van der Donckt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De pensioenhervorming" (55035945C)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De stavaza met betrekking tot de noodzakelijke hervormingen" (55035986C)

- Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het rapport van de Hoge Raad van Financiën" (55036171C)

- Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De begrotingsbesprekingen van de kern in de week van 17 april 2023" (55036174C)

- Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De nieuwe Europese begrotingsregels" (55036398C)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het rapport van Janus Henderson en de vaststelling dat België de Europese schuldenkampioen is" (55036468C)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De pensioenhervorming" (55037088C)

- Marco Van Hees aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De hervorming van het Europese begrotingskader" (55037295C)

04 Questions jointes de

- Wim Van der Donckt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La réforme des pensions" (55035945C)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'état de la situation en ce qui concerne les réformes nécessaires" (55035986C)

- Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le rapport du Conseil supérieur des Finances" (55036171C)

- Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les discussions budgétaires menées par le kern durant la semaine du 17 avril 2023" (55036174C)

- Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les nouvelles règles budgétaires européennes" (55036398C)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le rapport de Janus Henderson présentant la Belgique comme championne européenne de la dette" (55036468C)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La réforme des pensions" (55037088C)

- Marco Van Hees à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La réforme du cadre budgétaire européen" (55037295C)

 

04.01  Wim Van der Donckt (N-VA): Mijnheer de premier, op 13 april hebt u in de plenaire vergadering gezegd, ik citeer: “wij zullen de pensioenen hervormen”. Ik heb u daarover vorige week in de plenaire vergadering opnieuw een vraag gesteld. U hebt toen uiteengezet hoe een dossier op de ministerraad komt. Er moet dus een minimum aan consensus zijn voorafgaand aan de agendering. Interessant was dat u duidelijk gesteld hebt waaraan de pensioenhervorming moet voldoen. Ik zal die punten hier niet herhalen. U bent ervaringsdeskundige op dat vlak. U bent immers ook minister van Pensioenen geweest. Ik heb eigenlijk geen antwoord gekregen op hoe u de pensioenhervorming ziet in het licht van die drie voorwaarden. Kunt u uw standpunt daarover geven?

 

Er is een tweede vraag waar ik al een tijdje mee worstel. Mevrouw Lalieux, uw minister van Pensioenen, schermt altijd met hét grote akkoord van de voorbije zomer. In hoeverre is dat eigenlijk al geconcretiseerd? Volgens mij is dat nog niet echt omgezet in effectieve teksten. Ik verwijs onder meer naar de minimumvoorwaarden voor de loopbaan om een minimumpensioen te kunnen ontvangen. Ik heb daar verder niks meer van gehoord. Men schermt daar altijd mee, alleen hoor ik hier en daar nog wat ruis op dat punt.

 

De pensioenbonus is ook een van de trofeeën waarmee mevrouw Lalieux altijd op de proppen komt als ik haar vraag naar de stand van zaken. Ook daar is er blijkbaar nog geen effectieve regeling, vooral niet in het licht van het nieuwe ballonnetje dat mevrouw Lalieux vorige week heeft opgelaten.

 

04.02  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, mijn vragen werden al enige tijd geleden ingediend, maar jammer genoeg zijn ze nog steeds actueel.

 

Ik wil ze nog verder actualiseren en koppelen aan het interview met Gert Peersman in De Morgen. De goede cijfers die wij op dit ogenblik zogezegd boeken, noemt hij pyrruscijfers en hij verwijst naar de manier waarop die tot stand komen, namelijk door grote overheidstekorten en een opvallende loonevolutie. U gaat er prat op dat u de koopkracht goed in stand hebt kunnen houden, weliswaar met grote begrotingstekorten tot gevolg. De heer Peersman koppelt daaraan het vermoeden dat onze koopkracht volgend jaar scherp zal afnemen als gevolg van de manier waarop het in dit land is aangepakt. Dat is een uitspraak die een reactie van u verdient. Is het zo dat wij – en ik citeer mijn goede collega Van der Donckt – "op de poef" onze cijfers hebben opgepept om vandaag een paar goede resultaten te kunnen tonen? Die goede resultaten zijn eigenlijk al achterhaald, want de OESO heeft intussen gewezen op de structurele zwakte die daar onder zit.

 

Ik zal het niet hebben over de pensioenen, maar verwijs naar wat mijn collega daarover heeft gezegd. Die hervorming is nodig vanwege het Europees geld, maar ze is ook structureel nodig, nog los van de discussie hoeveel Europees geld dat op korte of middellange termijn zou kosten. Het gaat over een fundament, over het voor de toekomstrobuust maken van ons model.

 

Mijnheer de eerste minister, ik vat mijn vragen dus samen. Hoe reageert u op de opmerking van professor Peersman dat wij volgend jaar de prijs zullen betalen voor het beleid dat de regering heeft gevoerd op het vlak van koopkrachtondersteuning? Welke oplossingen zijn er om dat te vermijden?

 

04.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de eerste minister, we zijn volop bezig met de begrotingscontrole, met debatten hier in het Parlement. Straks komt dat debat ook naar het plenum. Dan volgt mijn traditionele vraag: zult u erbij zijn wanneer we de begrotingscontrole bespreken in de plenaire vergadering? Normaliter gebeurt dat in de laatste week van juni. U bent vanzelfsprekend zeer hartelijk welkom.

 

Wij hebben intussen al heel wat debatten gehad over die begrotingscontrole. Intussen is gebleken dat de Hoge Raad van Financiën een aantal scenario’s heeft voorgesteld, maar dat de regering beslist heeft om nog zwakker te doen dan het zwakste scenario. In de commissiebesprekingen hebben we ook gezien dat het Monitoringcomité op een bepaald moment positievere cijfers had. Uw regering is eigenlijk een beetje gaan shoppen, heeft aan cherrypicking gedaan en probeerde de gemakkelijkste weg te vinden, maakte een optelsom van wat haar goed uitkomt. Daardoor doet ze zwakker dan noodzakelijk.

 

We hebben vorige week in de commissie nog gesproken over de nieuwe OESO-analyse. Die zegt dat onze schuldpositie onhoudbaar is. We zijn de absolute kampioen op het vlak van staatsschuld. Van alle hogeschuldenlanden in de Europese Unie zijn wij het enige land waar de schuld nog verder toeneemt. Het zijn sprekende cijfers waaruit telkens blijkt dat wij het zwakker doen dan het zwakste scenario. Ik heb u daarover een vraag gesteld in plenum een paar weken geleden. U zei toen dat we uit de gevarenzone zijn. Vindt u nog steeds dat dat zo is, gezien de nieuwe informatie, zijnde zwakker dan het zwakste scenario, en gezien de analyse van de OESO en de internationale instellingen?

 

Dan kom ik aan de aanpassing van de Europese begrotingsregels. We hebben dat debat vaak, maar ik weet nog steeds niet goed wie ik daarover moet aanspreken. Als ik daarover een vraag stel aan minister Van Peteghem, debatteert hij wel, maar verneem ik eigenlijk meer informatie uit de krant vanwege minister Dermagne. Als ik in het Parlement vragen stel aan de heer Dermine, moeit hij zich ook. In de beleidsnota van mevrouw Lahbib staat een erfenis van de beleidsnota van mevrouw Wilmès, die zei dat zij het standpunt van uw regering over die aanpassingen van de Europese begrotingsregels ging coördineren. Dat is een van de belangrijkste debatten deze legislatuur. Dat zal bepalen of u binnen twee, drie of vier minuten op het Europees strafbankje belandt. U zult daar immers terechtkomen. Dat is mijn overtuiging en ook die van heel wat experts.

 

Wat is het standpunt van de Belgische regering over die Europese begrotingsregels en hoe zit dat in elkaar? Wie moeten we geloven? Ik stel vragen aan alle mogelijke ministers en die vertellen allemaal iets anders. Zo is het moeilijk werken. Toch zeggen ze allemaal dat ze het regeringsstandpunt vertolken. Kunt u wat duidelijkheid scheppen over de minister naar wie ik moet luisteren?

 

04.04  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, dans ce ramassis de questions disparates qui sont jointes ici, je vais aborder la réforme du cadre budgétaire européen.

 

Au départ, la réforme de ce cadre budgétaire européen semblait ouvrir une remise en question des dogmes de l’austérité. On a toutefois rapidement constaté que l’Union européenne n’avait pas vraiment changé de paradigme, contrairement à ce que pensaient notamment certains membres socialistes de votre gouvernement qui annonçaient déjà un changement de paradigme de la part de la Commission européenne. En janvier dernier, le Bureau fédéral du Plan a indiqué que ʺle nouveau cadre proposé ne serait donc pas moins exigeant que le cadre précédemment en vigueurʺ. Selon lui, il le serait même plus car, d'après ses calculs, l’effort à fournir serait plus important que selon les anciennes règles.

 

Cette réforme européenne vise à remplacer le solde structurel à l’équilibre avec une limitation de la croissance des dépenses primaires nettes comme critère d’évaluation. C’est donc un petit changement qui n'est pas fondamental. Par contre, les sacro-saints critères de Maastricht – les 3 % de déficit et les 60 % de dette – sont maintenus.

 

Dans le dernier rapport du Conseil de l’Union européenne publié le 25 mai, le Conseil recommande à la Belgique de réduire les dépenses primaires nettes (dont l'augmentation est estimée à 2,7 % pour 2024, donc à 0,7 % au-delà du seuil imposé par les nouvelles règles) dans le but de faire diminuer le déficit estimé à 4,6 % pour 2023. Vu que la clause de suspension des traités ne sera pas prolongée après 2023, le ministre des Finances a déclaré à L’Écho du 13 mai qu’en l’état actuel, ʺla Belgique n’évitera pas une procédure de déficit excessifʺ.

 

En résumé, avec ces nouvelles règles européennes, les critères de base – 3 % de déficit et 60 % de dette – sont inchangés, le chemin pour y arriver sera toujours aussi contraignant voire plus, les sanctions seront plus facilement applicables qu’auparavant et la Commission européenne a encore une plus grande marge pour imposer des réformes d’inspiration patronale.

 

Plusieurs membres de votre gouvernement, par exemple les ministres Dermagne et Khattabi, sont assez critiques par rapport à ces nouvelles règles européennes. La question est donc de savoir quelle position la Belgique va défendre lors des négociations européennes. Il est difficile d’avoir une réponse à ce sujet de la part du ministre des Finances, qui est normalement chargé des négociations. Je m’adresse donc au chef de ce gouvernement pour avoir la réponse.

 

04.05 Eerste minister Alexander De Croo: Er zijn natuurlijk vragen die vaak al op andere fora, zoals tijdens het vragenuurtje, besproken zijn.

 

Mijnheer Van der Donckt, het is goed dat u het aangeeft. De essentie van mijn antwoord op donderdag was niet zozeer wat het proces is hoe zaken in de regering komen. Dat weet u zelf goed genoeg. Belangrijker is aan welke voorwaarden iets moet voldoen. Dat is ook de reden waarom de wetteksten inzake de vorige pensioenhervorming er nog niet gekomen zijn, namelijk omdat we in mijn ogen bijvoorbeeld inzake de budgettaire impact ervan een aantal bijsturingen moeten doen.

 

De nieuwe begrotingsregels zijn een zaak voor de bevoegde ministers. Ons land bepaalt zijn positie via de klassieke methodes. Dit wil zeggen dat ook de deelstaten daarbij betrokken zijn.

 

Het federale uitgangspunt is dat in de herziene begrotingsregels de houdbaarheid van de schuld op lange termijn centraal moet staan. Er moet wel voldoende ruimte zijn voor hervormingen en voor investeringen. Dit wil zeggen dat we volgens mij in ons land moeten werken met middellange doelstellingen, dus met meerjarige begrotingsdoelstellingen die gecombineerd worden met een strengere controle.

 

Wat we vandaag zien, is dat de regels relatief streng zijn, maar dat de controle erop in de praktijk niet zeer streng is. Ik vind dat we meer flexibiliteit moeten geven aan landen om middellangetermijnplanningen te kunnen maken, maar dan met een veel striktere controle, zodat die flexibelere plannen ook worden nageleefd.

 

Voor ons eigen stabiliteitsprogramma is het essentieel dat we tegen 2026 onder 3 % geraken. Dat is wat naar voren geschoven wordt. Dat is een van de manieren waarop de Europese Commissie daarnaar kijkt. Wij hebben dus een traject uitgezet waarmee we de nodige inspanningen doen in 2024, 2025 en 2026 om het tekort van het gehele land onder 3 % te brengen.

 

Dat wil zeggen dat er in 2025 en 2026 een inspanning zal worden gedaan van 0,8 %. Na alles wat afgesproken is in het regeerakkoord, wat beslist is bij de begrotingsopmaak voor 2023 en 2024, en wat bijkomend gedaan is bij de begrotingscontrole voor 2023 en 2024 – een inspanning van 1,8 miljard – hebben we bij de opmaak van de begroting van 2024 beslist dat er opnieuw een inspanning van 0,2 % zal worden gedaan.

 

Drie jaar na elkaar is er dus een inspanning van 0,8 %. Dat toont aan dat het engagement van de regering is om onze begroting stap voor stap op het juiste spoor te houden. We baseren ons daarvoor op de ramingen van het Monitoringcomité. Het is wel zo dat de ramingen van de Europese Commissie nog geen rekening hielden met de extra inspanning van 0,2 % die wij bij de opmaak van de begroting voor 2024 zullen doen. Dat hebben we meegenomen in het stabiliteitsprogramma, maar dat moet natuurlijk worden gerealiseerd. Dat zal de regering dus concreet moeten maken in september of oktober.

 

Monsieur Van Hees, vous demandez s'il s'agit d'austérité. Il faut regarder le schéma global. Lors des différentes crises, une politique expansive a été appliquée au niveau européen mais surtout en Belgique. Nous n'avons laissé personne dans le froid. Nous avons octroyé énormément de moyens supérieurs à nos entreprises, à nos PME et aux personnes ayant des factures énergétiques trop élevées. C'est normal d'un point de vue économique. En période de crise, il faut intervenir. Mais, en sortie de crise, il ne faut pas considérer qu'on fait marche arrière. Voici quelques mois, nous avons décidé d'arrêter les interventions dans la facture d'énergie. En effet, si l'économie se redresse, il est normal de stopper les interventions. Je ne qualifierais certainement pas cela d'austérité. C'est une politique normale après une période au cours de laquelle nous avons investi énormément pour aider les gens.

 

04.06  Wim Van der Donckt (N-VA): Mijnheer de premier, dank u wel.

 

Inzake pensioenhervorming was het regeerakkoord bijzonder ambitieus. Uw regering telt drie gewezen ministers van pensioenen en dat creëerde wel enige verwachting, die echter niet werd ingelost. Vorige week benadrukte u nog eens drie voorwaarden: de band tussen pensioen en werken moet versterkt worden, er moet een positieve impact zijn op de vergrijzingskosten en de verschillende pensioenstelsels moeten op elkaar worden afgestemd. Mevrouw Lalieux heeft nog niks gerealiseerd dat daaraan beantwoordt. Ik kan begrijpen dat de drie gewezen ministers van pensioenen in uw regering dus wat gefrustreerd zijn.

 

Ik hoop dat u blijft hameren op dat dossier en op het belang van de hervorming, anders worden de begroting en de financiële toestand van dit land alleen maar slechter.

 

04.07  Peter De Roover (N-VA): Ik heb weinig gehoord over de koopkracht en over het risico dat die volgend jaar zwaar wegzakt. Ik raad u aan om het interview te lezen. De heer Peersman zegt dat onze koopkracht volgend jaar stevig zal dalen. Dat is niet niks, vooral omdat u er erg prat op gaat dat u door uw beleid de koopkracht hebt kunnen ondersteunen. De manier waarop u dat gedaan hebt, schijnt echter niet erg robuust te zijn.

 

"On n’a laissé personne dans le froid", antwoordde u net aan collega Van Hees, maar het ontwaken zal misschien erg koud worden. In dezelfde weekendkranten zeggen economisten immers ook dat men de 1.000 euro ter ondersteuning van de energiefactuur volgend jaar gewoon zelf zal terugbetalen. Dat is geen goed nieuws, maar het lost niets op wanneer u daarvan wegvlucht. Als u daar in uw antwoord absoluut niets over zegt, krijg ik de indruk dat u de kop in het zand probeert te steken en dat u denkt dat het daarmee is opgelost. Dat is natuurlijk niet zo. Als u van de ondersteuning van de koopkracht werkelijk een succes wilt maken in de campagne – die nu toch is begonnen –, dan dreigt u daar door de feiten te worden ingehaald. Als ik vraag wat u daaraan denkt te doen, blijft het iets te stil om geruststellend te zijn.

 

04.08  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, ik dank u voor het antwoord. Ik ga ervan uit dat we elkaar bij het begrotingsdebat in de plenaire vergadering zien. U was er de vorige keer ook tijdens de eerste spreekronde, wat u siert.

 

Ik maak me echt zorgen over de begroting. Alle experts, topeconomen, internationale instellingen, de OESO, het IMF, de Europese Commissie, hebben het over onhoudbare cijfers. Een paar weken geleden hebben we daarover in de plenaire vergadering gedebatteerd. U zei toen dat we uit de gevarenzone zijn. Ik denk dat dat niet zo is. Alle rapporten spreken dat ook tegen.

 

Ik vraag u vandaag naar uw nieuwe inzichten, maar u bent daar niet op ingegaan. U zegt dat we de begroting stap voor stap op het juiste spoor zullen houden. Het is dat woord 'houden' dat mij op de zenuwen werkt. Mocht u zeggen dat u ze op het juiste spoor wil brengen, dan zou ik dat minstens een engagement vinden om het beter te doen, want u doet het gewoon niet goed. U doet het minder dan de zwakste scenario’s die door de experts worden verwacht.

 

De OESO spreekt over een onhoudbare situatie. Dat hoort ons allemaal veel meer zorgen te baren, en zeker een liberale premier, die er een strijdpunt van zou moeten maken om geen begroting af te leveren die paniek kan veroorzaken.

 

In hetzelfde artikel zegt Gert Peersman ook dat de reden waarom de internationale markten nog rustig blijven, is dat de Belgen veel spaargeld hebben. Hoe cynisch kan het worden? Het spaargeld van de mensen – waar we nu al te weinig op krijgen – staat garant voor uw wanbeleid, voor uw onhoudbaar beleid. Ik hoop dat we dat debat in de plenaire vergadering meer diepgaand kunnen voeren. Ik kijk daar alvast naar uit.

 

Dan kom ik tot de hervorming van de Europese begrotingsregels en de sanctioneringen. U maakt daar een juiste analyse. We zouden op middellange termijn een aantal hervormingen moeten kunnen doen en daar ook meer op worden afgerekend. We zouden ook scherper moeten toezien op de opvolging daarvan.

 

Net daarom is het dossier van de pensioenen zo belangrijk. Dit is de eerste keer dat die logica wordt ingevoerd. De lidstaten hebben beloftes gedaan om een aantal Europese middelen te krijgen. U hebt beloofd om de pensioenen te hervormen in ruil voor die relancesteun. U zegt zelf dat u wil dat daarop toegezien wordt, dat we gesanctioneerd kunnen worden en dat dat overal in de Europese Unie moet gebeuren. Als u er nu niet in slaagt om die belofte te houden – wat niet zo’n moeilijke belofte is – dan zullen we in de toekomst niet moeten rekenen op enige lenigheid van de Europese Commissie. Dit is het moment waarop de stijl van de aanpak wordt bepaald, maar u voldoet niet aan wat wordt verwacht.

 

Ik wil daarover nog eens zeer expliciet zijn. Onze fractie, maar ook de Europese Commissie – we krijgen het verslag van de vergadering niet te zien, maar we weten zeer goed wat gezegd werd – verwachten niet dat er een bijsturing komt van de pensioenhervorming met 0,3 %, die moet hoger zijn. Het moet geen budgetneutrale hervorming zijn, maar wel een hervorming die het financieel fundament onder ons pensioensysteem versterkt. U hebt dat in het verleden zelf gezegd.

 

Dat is een uitdaging van 1 % van het bbp. De staatssecretaris van Begroting heeft herhaaldelijk dat percentage in haar mond genomen. Het is bijgevolg een officieel standpunt van de regering, want het werd ook verschillende keren uitgesproken in de media en in het Parlement. Daar ligt de lat. De lat ligt niet op de meerkosten van 2 miljard die u nog hebt besteed om het weg te werken. De lat ligt waar u ze zelf hebt gelegd. U hebt zelf een belofte gemaakt aan de Europese Commissie en u hebt zelf uw handtekening eronder geplaatst, samen met alle PS-ministers van dienst, die zich in dit dossier wel erg handig gepositioneerd hebben.

 

Dat is niet alleen wat wij verwachten, maar wat iedereen verwacht. De situatie is vandaag immers onhoudbaar. De betaalbaarheid van onze pensioenen is niet gegarandeerd op lange termijn. Dat heeft de staatssecretaris van Begroting trouwens vorige week in de commissie moeten erkennen.

 

04.09  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, je n'ai pas obtenu de réponse sur la positon belge par rapport à la modification des règles budgétaires européennes, vu que dans votre gouvernement, on entend quand même des sons de cloches différents. J'aurais aimé avoir votre éclairage à ce sujet. Ce sera malheureusement pour une autre fois.

 

Vous vous employez à tenter de démontrer que votre politique n'est pas de l'austérité, en mettant en avant les aides que vous avez apportées durant les multiples crises que notre pays a traversées. D'abord, ces aides étaient largement tardives et insuffisantes. De plus, ce n'est pas parce qu'il y a des aides ponctuelles sur certains terrains qu'il n'y a pas une politique d'austérité par ailleurs. Je m'en réfère à l'effort variable et à l'effort fixe que vous avez instaurés et maintenus pour 2023 alors que les propres règles du gouvernement empêchaient normalement d'appliquer l'effort variable. En dessous d'une certaine croissance économique, il ne devait pas y avoir d'effort variable. Vous avez donc violé vos propres règles pour pouvoir appliquer des politiques d'austérité, notamment des réductions de dépenses dans les services publics. C'est le premier aspect de l'austérité.

 

Le deuxième aspect de l'austérité est que vous avez instauré la TVA à 6 % sur l'énergie, mais en mettant en place à côté des accises. Le total des deux fait finalement plus en termes de facture d'énergie et de taxes sur l'énergie qu'avant la crise énergétique.

 

Troisièmement, le gouvernement a bloqué les salaires avec une marge salariale de 0 %. Les conséquences sont catastrophiques pour la population. On voit que l'épargne des Belges a fortement baissé. On voit que les gens n'arrivent plus à acheter des maisons. S'y ajoute la problématique des taux bancaires.

 

Je pense que nous sommes vraiment dans une politique d'austérité qui continue. C'est une austérité aveugle malgré la présence de quatre partis qui devraient être de gauche, au sein de votre coalition.

 

Quant à l'alternative, on pourrait en parler lors d'une des prochaines questions qui évoquera la réforme fiscale.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Aan de orde zijn de samengevoegde vragen nrs. 55035951C, 55035952C en 55035953C van mevrouw Merckx en de heren Hedebouw en Warmoes. De vraagstellers zijn niet aanwezig.

 

05 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De subsidies toegekend door de staatssecretaris voor Gendergelijkheid" (55036168C)

05 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les subventions octroyées par la secrétaire d’État à l’Égalité des genres" (55036168C)

 

05.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, ik heb overwogen om mijn vraag in te trekken gelet op het ontslag van mevrouw Schlitz, maar ik heb ze toch aangehouden wegens het tweede onderdeel van mijn vraag.

 

De historie is bekend. Mevrouw Schlitz heeft gelogen in het Parlement. Zelfs Ecolo erkent dat nu en dat heeft aanleiding gegeven tot haar ontslag

 

In heel die historie – het thema passioneert mij niet gigantisch, maar ik ben er wel een paar weken mee bezig geweest – bevreemdt het mij hoe moeilijk het is om informatie naar boven te krijgen over de bestemming van de centen.

 

In het Vlaams Parlement werd een vergelijkbare discussie gevoerd met de Vlaamse regering. Ondertussen werd een subsidieregister, een mooi initiatief van alle partijen in de Vlaamse regering, ingevoerd en dat draait. Om die reden heb ik mijn mondelinge vraag behouden.

 

Mijnheer de premier, is de tijd niet rijp dat ook uw regering werkt aan een federaal subsidieregister, zodat iedereen transparant kan zien waar de centen naartoe gaan, met dezelfde logica zoals door de Vlaamse regering gehanteerd? Op die manier weet iedereen waar belastinggeld voor wordt gebruikt. Ik heb daarover niets expliciet in het regeerakkoord zien staan, maar het kan misschien een nuttige aanvulling zijn.

 

05.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, zoals u zelf aangeeft, heeft de staatssecretaris haar ontslag aangeboden. Op zich denk ik dat uw vraag daardoor achterhaald is.

 

Het tweede stuk van uw vraag is een beleidsvraag. Morgen wordt in de commissie voor Binnenlandse Zaken een amendement besproken over de inzage in subsidieregisters. Ik denk dat dat een goede zaak is, want omtrent overheidsgeld moeten we transparant zijn, of het nu gaat om subsidies, facturen van consultants of facturen van andere leveranciers aan de overheid. Het gaat over belastinggeld en daarover moeten wij maximale transparantie geven. Het feit dat die stap ook hier, op federaal niveau, wordt gezet, is volgens mij een goede zaak.

 

05.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, bedankt voor uw antwoord. Ik zal dat met bijzonder plezier en enthousiasme opvolgen.

 

Ik verwelkom ook uw politieke verklaring dat transparantie het principe is. Dat is zeer logisch en siert u.

 

Ik maak even een brugje naar het dossier van de Europese relancemiddelen. Europa verwacht dat men een lijst zal publiceren met de honderd bedrijven, verenigingen en organisaties die dat Europese relancegeld krijgen, maar dat blijkt niet vanzelfsprekend te zijn. De heer Dermine worstelt daar wat mee. Ik wil daar uw aandacht op vestigen, aangezien dat nog problematischer is dan de pensioenhervorming.

 

Door het uitblijven van de pensioenhervorming riskeert men een sanctie. De vraag is hoe zwaar die sanctie wordt, gelet op de eerder gedane beloftes. Indien er geen transparantie wordt gegeven over de honderd beneficiaries, dan kan de volledige 4,5 miljard euro in het gedrang komen. Ik vraag u daarom om staatssecretaris Dermine, die graag in de kranten staat, daarvoor op het matje te roepen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De inzet van de fiscale hervorming voor de premier" (55036488C)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De fiscale hervorming" (55036678C)

- Dieter Vanbesien aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De stand van zaken met betrekking tot de fiscale hervorming" (55036681C)

- Wouter Vermeersch aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het fiscale conclaaf" (55037093C)

- Marco Van Hees aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De belastinghervorming van de vivaldicoalitie" (55037296C)

06 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'enjeu de la réforme fiscale pour le premier ministre" (55036488C)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La réforme fiscale" (55036678C)

- Dieter Vanbesien à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'état des lieux de la réforme fiscale" (55036681C)

- Wouter Vermeersch à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le conclave fiscal" (55037093C)

- Marco Van Hees à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La réforme fiscale de la Vivaldi" (55037296C)

 

De voorzitter: De heer Vermeersch heeft zich laten verontschuldigen.

 

06.01  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de premier, ik baseer mij nu, omdat deze vraag al wat ouder is, opnieuw op het recente interview met professor Peersman. Die merkte iets op waarnaar ik al een tijdje aan te vissen ben, bij u en vooral bij minister Van Peteghem, namelijk dat de deelstaten het kind van de rekening zullen zijn, wat de fiscale hervorming betreft. Dat volgt natuurlijk de logica die we kennen. Als men de personenbelastingen verlaagt, zal dat voor ongeveer een kwart op de schouders van de deelstaten terechtkomen.

 

De regering zegt wel dat de plannen van de heer Van Peteghem budgetneutraal zijn, maar zij zijn natuurlijk alleen budgetneutraal voor het federale deel. Wat zo bizar is, is dat we nog nooit echt mochten vernemen van de regering hoe hoog de rekening voor de deelstaten zal zijn. Er wordt op een euro na gezegd wat het voordeel zal zijn: 836 euro per hoofd, meen ik. Wat de deelstaten evenwel betreft, blijft men in het ongewisse. Ik probeer het dus nog eens. Professor Peersman merkte dit ook op.

 

Wanneer komt die hervorming er? Professor Peersman vindt dat één jaar voor de verkiezingen daarvoor een slecht moment is. Ik denk dat de peilingen daar een rol bij zullen spelen. Belastingverminderingen binnen een strikt budgettair kader betekent immers later belastingverhogingen.

 

Kunt u er nu een datum op kleven? Vindt u dat de heer Peersman gelijk heeft dat u er één jaar voor de verkiezingen, en met deze peilingen, eigenlijk niet meer aan kunt beginnen, tenzij u uw eigen partij helemaal onder de kiesdrempel wenst te duwen? Ik vermoed dat geen enkele politicus die ambitie heeft.

 

06.02  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, monsieur le premier ministre, la Belgique est un enfer fiscal pour les travailleurs mais un paradis fiscal pour les grandes fortunes et les multinationales. Une réforme fiscale est évidemment indispensable pour créer de la justice fiscale. Mais nous avons deux craintes à cet égard: d'une part, nous craignons que la réforme fiscale dont on parle depuis si longtemps ne se fasse pas et, d'autre part, nous craignons que la réforme se fasse mais sans réaliser une réelle justice fiscale. 

 

Dans sa proposition de réforme fiscale, le ministre des Finances compte augmenter de 50 % (en passant de 6 à 9 points) la TVA sur des produits de base tels que le pain, les produits laitiers, les œufs, le poisson et la viande, pour un montant de 1,77 milliard d’euros.

 

Il est également question d’accorder une réduction d’impôt, y compris aux plus gros revenus (comme ceux d’un ministre ou d'un CEO d'une multinationale), mais pas sur les petites pensions. 

 

Rien non plus ne serait envisagé pour taxer les plus grandes fortunes, alors qu’on sait que celles-ci échappent à la taxe sur les comptes-titres, vu que les plus riches ne détiennent pas leur patrimoine sur des comptes-titres. 

 

Quant à la taxation des multinationales, la mesure contenue dans le projet de réforme fiscale Van Peteghem a été vidée par le dernier contrôle budgétaire. Et, finalement, au regard de l'effectivité des choses, on constate que, depuis les débuts de la Vivaldi, le gouvernement annonce des projets de taxation des multinationales, mais on ne voit rien venir concrètement, si ce n'est une modification de la corbeille de l'impôt des sociétés qui a pour seul effet de déplacer des déductions fiscales dans le temps. 

 

Ainsi, il n’y a toujours pas de taux minimum de taxation des multinationales. Il n’y a pas non plus de taxe GAFAM belge, de taxe numérique, alors qu’à défaut d’implémentation internationale, elle aurait dû être inscrite dans notre loi cette année, au début de l'année 2023 selon l’accord de gouvernement et selon les tableaux budgétaires pluriannuels de la Vivaldi qui prévoyaient 100 millions d'euros en 2023 grâce à cette Digitax.

 

Monsieur le premier ministre, garantissez-vous une véritable réforme fiscale sous cette législature? Quel délai fixez-vous pour obtenir un accord des partenaires du gouvernement? Soutenez-vous une hausse de la TVA sur les produits de base, comme le ministre des Finances? Soutenez-vous une réduction de l’impôt des personnes physiques qui profiterait aux plus hauts revenus (ministres, CEO)? Pourquoi n’y a-t-il toujours pas aujourd'hui de taxe GAFAM belge, malgré l’engagement du gouvernement à l’introduire en 2023?

 

06.03 Eerste minister Alexander De Croo: De fiscale hervorming is een van de thema’s waarin de minister van Financiën en ikzelf heel wat voorbereiding gestoken hebben. We houden dit weekend een eerste conclaaf waarin we ruim de tijd zullen nemen om daarover te spreken.

 

Voor mij zijn een aantal grote lijnen essentieel. Een daarvan is dat werken financieel aantrekkelijker moet worden en dat het verschil tussen werken en niet werken groter moet worden. Ten tweede moeten we jobs kunnen blijven creëren. Onze kmo’s moeten het evenwicht tussen koopkracht en competitiviteit ook kunnen blijven dragen. Zoals ik gezegd hebt in mijn antwoord over de begroting, mag dat onze begroting niet bezwaren. We moeten ook verdere stappen kunnen zetten om onze begroting op het juiste spoor te houden.

 

Ik zal het nu hebben over de deelstaten. De minister van Financiën heeft vorige week met de deelstaten over dit onderwerp vergaderd. Hij heeft daar informatie gegeven over welke zijn voorlopige plannen zijn en gevraagd hoe de deelstaten dat bekijken. Niet alle deelstaten hebben daartegenover dezelfde houding, maar dat is ook normaal. Het immers niet verplicht dat alle deelstaten dezelfde mening toegedaan zijn. Het klopt echter niet dat we daarover niet met de deelstaten gesproken hebben. Dat gesprek heeft wel degelijk plaatsgevonden.

 

Monsieur Van Hees, ce gouvernement a fait beaucoup de choses pour augmenter le pouvoir d'achat. Les études montrent que nous sommes un des pays en Europe qui a le mieux protégé ce pouvoir d'achat. Je sais qu'en général les études ne vous impressionnent pas, mais ce sont les chiffres.

 

D'un autre côté, au regard des statistiques, le système de fiscalité de la Belgique corrige énormément par rapport à celui d'autres pays. Peu de pays en Europe corrigent d'une manière aussi nette la différence de revenus. Vous allez probablement dire que cela ne vous impressionne pas et que dans votre monde, naturellement, tout le monde gagne la même chose. Ce sont vos convictions et je peux accepter que vous ayez des convictions différentes. Mais regardez les chiffres. Les chiffres montrent qu'il y a peu de pays en Europe où la fiscalité réduit autant la différence de revenus. Ce sont les faits, monsieur Van Hees.

 

Quand vous parlez par exemple de fiscalité des grandes entreprises, la Belgique l'a fait, au niveau de l'OCDE. Nous avons eu besoin d'une année de plus pour la taxe minimale, mais la Belgique a instauré une année plus tôt un moyen d'être sûr que les revenus venant des multinationales soient au niveau souhaité. Mais il est vrai que nous préférons avoir une taxation coordonnée au niveau de l'OCDE. Et nous l'avons fait. Le fait que n'avons pas imaginé quelque chose au niveau national était le bon choix. En effet, nous avons pris une mesure temporaire pour l'année 2023 en attendant la taxe coordonnée européenne prévue pour 2024. Je pense que c'est la bonne manière de procéder.

 

Honnêtement, monsieur Van Hees, j'ai peu de leçons à recevoir de vous. La Belgique est un pays qui corrige énormément les revenus et c'est une bonne chose. Je la défends. Vous voulez aller vers un système où tout le monde a le même revenu et où l'entrepreneuriat n'est pas du tout récompensé. Là, nous avons clairement des opinions différentes.

 

06.04  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, dat gesprek met de deelstaten vond recent plaats. Dat was niet wat ik vroeg. Opnieuw krijg ik geen antwoord op de vraag hoe hoog de rekening voor de deelstaten zal zijn.

 

06.05 Eerste minister Alexander De Croo: (…) (zonder micro)

 

06.06  Peter De Roover (N-VA): Tegen de achtergrond van de gedetailleerde plannen, wat zou de impact zijn? U zegt dat dit eerst moet afgeklopt worden. Wij krijgen echter wel concrete cijfers over de zogezegde winst voor de gemiddelde werknemer. Het is natuurlijk redelijk ongeloofwaardig dat u dan daarop geen getallen kunt kleven, binnen de plannen die minister Van Peteghem heeft ingediend. Dat maakt ons achterdochtig, want u kent dat getal.

 

Er werd daarnet gezegd dat ik mijn vraag cynisch stelde. Ik denk dat ik ze realistisch gesteld heb. Wij zitten immers in een politieke realiteit. U zegt dat werken aantrekkelijker moet worden gemaakt. Dat is natuurlijk iets waarover wij het allemaal eens zijn. U zegt echter ook dat het de begroting niet extra mag bezwaren. Dat begrijp ik tegen de achtergrond van de toestand zoals wij die kennen. Het is echter een heel eenvoudige rekensom. Als u de personenbelasting wilt verlagen en het eindresultaat mag de begroting niet bezwaren, zult u belastingverhogingen moeten doorvoeren. Die verhogingen zullen ook gevoeld worden door het doelpubliek van bepaalde partijen in de regering. Dat is de achtergrond van wat ik heb gezegd. Hoe realistisch is het om te verwachten dat u een jaar voor de verkiezingen, tegen de achtergrond van de peilingen, belastingverhogingen gaat indienen? Die zullen immers nodig zijn om uw belastingverlagingen te compenseren. Dat is een politieke realiteit en u weet dat net zo goed als ik.

 

06.07  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, c'est évidemment une technique classique de caricaturer le propos de son interlocuteur pour le contrer plus facilement. Je n'ai jamais défendu le fait que tout le monde gagne la même chose mais j'ai plaidé en faveur d'une progressivité de l'impôt qui soit garante d'une justice fiscale. La réforme fiscale en discussion va-t-elle augmenter cette progressivité? Je n'en suis pas certain.

 

Comme vous affirmez que la fiscalité belge est l'une de celles qui corrigent le plus les inégalités, je vous signale que nous connaissons un déficit de statistiques à cet égard. Le calcul exact d'un coefficient de Gini en est rendu très difficile, tout simplement parce que le précompte immobilier est libératoire et que les revenus financiers ne sont pas déclarés. Des statistiques convenables en ce domaine sont impossibles. Par conséquent, il est facile d'invoquer des chiffres incomplets.

 

En outre, les plus grandes fortunes échappent à la taxe comptes-titres. En effet, en Belgique, elles ne paient d'impôt ni sur leurs revenus financiers ni sur leur fortune. Une réponse du ministre des Finances à l'une de mes questions a pu montrer qu'aucun milliardaire ne payait de taxe comptes-titres dans notre pays. Nous avons 1 % de riches dont la fortune se compte en centaines de millions. Pour l'essentiel, la taxe compte-titres frappe ceux qui détiennent de 1 à 3 millions d'euros. Donc, les plus riches y échappent.

 

Quant à la fiscalité des multinationales, vous n'avez rien fait. Pour le deuxième pilier, vous avez modifié la corbeille n'importe comment. C'est du grand n'importe quoi, même si je n'ai pas le temps de vous le démontrer. J'introduirai une question à ce sujet. En tout cas, cela ne fait que déplacer les déductions fiscales. Quant au premier pilier, qui recouvre plus ou moins la Digitax, vous l'avez mentionné dans votre accord de gouvernement, mais à présent vous renvoyez la question au gouvernement suivant. Vous vous glorifiez donc de laisser un autre exécutif honorer l'une de vos promesses. Pour ma part, je ne trouve pas cette attitude très glorieuse.  

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De deelstatelijke feestdagen als betaalde feestdagen" (55036751C)

- Barbara Pas aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Een betaalde feestdag voor de deelstaten" (55036761C)

07 Questions jointes de

- Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les jours fériés des entités fédérées considérés comme jours fériés rémunérés" (55036751C)

- Barbara Pas à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Un jour férié rémunéré pour les entités fédérées" (55036761C)

 

07.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de eerste minister, heeft cd&v eigenlijk iets te zeggen in uw regering? Dat is eigenlijk de vraag.

 

Elk jaar opnieuw stellen wij dezelfde vraag, net zoals collega Pas. Cd&v haalde bij de regeringsvorming niet veel binnen en wilde doen alsof het toch wat trofeeën won. Vandaar dat er in het regeerakkoord sprake is van een betaalde Vlaamse feestdag, maar daar komt maar niets van in huis.

 

07.02  Kristof Calvo (Ecolo-Groen): Ik heb daarvoor gevochten (…)

 

07.03  Sander Loones (N-VA): Ik herformuleer mijn vraag: heeft Kristof Calvo eigenlijk iets te zeggen in uw regering?

 

(Gelach)

 

Hij komt met een fenomenaal voorstel, dat trouwens nog een erfenis is van de gesprekken tussen Bart De Wever en Paul Magnette. Het siert u dat u dat hebt verdedigd, mijnheer Calvo, en dat het niet geschrapt is. Ik dacht dat cd&v hierin verdiensten had, maar zelfs dat is blijkbaar niet waar. Dank aan de feestschepen van Mechelen daarvoor.

 

Alle gekheid op een stokje, het is natuurlijk wel een serieuze vraag. Er staat immers een bepaling in het regeerakkoord en beloftes die worden gemaakt, worden best ook ingelost, zeker wanneer de geloofwaardigheid van de politiek elke dag meer ter discussie wordt gesteld. Waarom komt daar niets van? U zult straks wellicht weer verwijzen naar het overleg van de sociale partners, mijnheer de eerste minister, maar dat hebben we al elk jaar gehoord. Er moet een politieke beslissing worden genomen in het dossier en we weten allemaal waar de uitdaging ligt. De knoop ligt onder andere in Brussel – er zal een keuze moeten worden gemaakt over de aanpak hiervan – en bij de vraag hoe we ervoor zorgen dat de invoering van de regionale feestdag niet gepaard gaat met extra budgettaire kosten. Ook daarvoor bestaat er een antwoord. Kortom, alles ligt op tafel om te beslissen. Waarom beslist u niet?

 

07.04  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, nu de regering – gelukkig – nog minder dan een jaar voor de boeg heeft, is het niet onlogisch om een stand van zaken te vragen van heel wat beloftes in het regeerakkoord. Van de regionalisering van de gezondheidszorg en andere zaken komt niks in huis. De betaalde Vlaamse feestdag lijkt me evenwel technisch niet het moeilijkste dossier van uw regeerakkoord.

 

Ik heb ter zake al regelmatig een stand van zaken gevraagd aan de bevoegde minister. De laatste keer heeft minister Dermagne mij geantwoord dat hij alle adviezen van de sociale partners heeft ontvangen, dat de Vlaamse regering al heel lang haar advies heeft bezorgd, maar dat hij nog altijd wacht op de Waalse regering.

 

Ik heb daarop de ministers van Institutionele Zaken over de kwestie ondervraagd met de mededeling dat ze toch niet kunnen blijven wachten op de Waalse regering, die ondertussen de boel tegen zal blijven houden en gijzelen. Aangezien het regeerakkoord het ook heeft over asymmetrisch besturen, kunt u perfect twee beloftes van uw federaal regeerakkoord uitvoeren en de Vlaamse regering, die vragende partij is, de mogelijkheid geven werk te maken van de betaalde Vlaamse feestdag, zonder te wachten op het advies van de Waalse regering.

 

Het antwoord van Clarinval was heel duidelijk. Men zal blijven wachten op de adviezen van bepaalde regeringen, die er nog niet zijn. Hij wou ze niet eens noemen.

 

Wat is de stand van zaken in het dossier?

 

Gaan we de komende maand juli een derde niet-betaalde feestdag onder uw regering tegemoet? Of mogen we de invoering van die feestdag nog snel verwachten tegen die datum?

 

Zult u, indien de Waalse regering eerstdaags niet over de brug komt, wat ik niet meteen verwacht, in de regering de nodige asymmetrische bestuursmaatregelen nemen, om de Vlaamse overheid de mogelijkheid te bieden zelf al werk van die feestdag te maken?

 

Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

 

07.05 Eerste minister Alexander De Croo: Ik maakte deel uit van de groep politici die het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde heeft gesplitst, maar in de invoering van de betaalde regionale feestdag ben ik nog niet geslaagd. In het regeerakkoord staat dat de deelstaten de mogelijkheid krijgen om van de feestdag van hun gemeenschap een betaalde feestdag te maken, zonder budgettaire meerkosten. Dat is dus geen belofte dat alle regionale feestdagen sowieso betaalde feestdagen zouden worden, maar wel dat we de deelstaten de keuze willen geven via een voorstel dat de kosten niet zal doen oplopen. Het kan dus niet de bedoeling zijn dat het aantal betaalde feestdagen zou toenemen.

 

De Vlaamse regering heeft inderdaad bevestigt dat 11 juli een betaalde feestdag zou worden en dat zij daarvoor een betaalde feestdag die in het weekend valt, niet zou compenseren. Minister Clarinval antwoordde dat minister Dermagne de bevestiging heeft gekregen dat nog niet alle deelstaten een standpunt hebben ingenomen over het voorstel van de minister van Werk. Als de passage in het regeerakkoord resulteert in asymmetrisch beleid, is het belangrijk om te weten welke positie de deelstaten op dat vlak innemen. Een aantal technische kwesties speelt hier een rol, zoals de toepassing van een dergelijke regeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik zal mij informeren bij de bevoegde minister of het overleg met de deelstaten schriftelijk kan worden gefinaliseerd. Er zijn natuurlijk ook andere vormen van overleg mogelijk, zoals het Overlegcomité, indien het dossier daar een bespreking behoeft.

 

Tot slot hoop ik dat de introductie van betaalde regionale feestdagen niet tot een bijkomende verstoring van het economische en maatschappelijke leven leidt, zoals recentelijk gebeurde na de aanpassing van de schoolkalenders. Daar zijn er nog wat aanpassingen nodig om het sociaal en economisch functioneren van ons land niet moeilijker te maken.

 

07.06  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de eerste minister, het is goed dat u informeert in uw regering, maar u hebt het woord laten vallen dat ertoe doet, namelijk 'Overlegcomité', en daar bepaalt u de agenda. U zegt wat op de agenda van het Overlegcomité komt. We hebben in het verleden vaak genoeg gezien dat de eerste minister daar in grote mate de pen vasthoudt om een en ander te kunnen doen. Neem forser stelling in en zorg ervoor dat uw regeerakkoord wordt uitgevoerd.

 

Dat kan inderdaad asymmetrisch. Daar is geen enkel bezwaar tegen. Als de mensen in Wallonië liever niet de Waalse feestdag vieren, dan is dat hun goed recht. Ik zal dat gewest dat niet verhinderen, ik zal wel naar Namen gaan. Het is altijd plezant op de Waalse feestdag, met veel concerten en een toffe sfeer. Paul Magnette kwam daar jaren geleden met een grote vergulde haan op zijn kostuum. Ik was daar heel jaloers op, maar nu niet meer. Als het Waals Gewest zijn feestdag op een andere manier wil vieren, dan is dat zijn goed recht. Wij weten hoe wij dat willen doen, de Vlaamse regering heeft haar positie daarin bepaald en ik hoop dat ook uw regering haar beloftes nakomt.

 

07.07  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoord, een antwoord dat ik ondertussen al drie jaar krijg en waar we nog altijd niets wijzer uit worden.

 

U verwijst naar Brussel-Halle-Vilvoorde. Waar is de tijd? Toen trok u als partijvoorzitter nog de stekker uit een federale regering vanwege een communautair symbooldossier. Dat waren nog eens tijden. Sinds 2014 gebeurt er op communautair vlak helemaal niets meer. Zelfs van eenvoudige dossiers, zoals de protocollaire rangorde en een Vlaamse feestdag, wat in uw regeerakkoord staat, komt er niets. U kunt de kwestie perfect zelf agenderen op het Overlegcomité.

 

U verwijst naar de schoolkalender. Dat is nog het minste van de zorgen, want 11 juli valt voor iedereen in de grote vakantie. Ik denk dat men met aanpassingen in schoolkalenders in de Kamer zelf meer problemen heeft dan met het vastleggen van een Vlaamse feestdag. Gelet op uw antwoord en uw voornemen om een en ander terug te koppelen, ga ik ervan uit dat de laatste 11 juli onder de huidige regering alleszins geen betaalde feestdag zal zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De lancering van een nieuwe country branding strategie" (55036876C)

08 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le lancement d'une nouvelle stratégie de marque pour le pays" (55036876C)

 

08.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, iedereen heeft zijn fouten en gebreken. Ik zit bijvoorbeeld graag op Twitter, waar ik een zeer bescheiden rol speel. Ik ben er wel trots op, want ik heb meer volgers dan België! België heeft een Twitteraccount dat het wat minder goed doet. Elke avond wanneer ik ga slapen, controleer ik het: ik sta nog altijd voor. Ik vind dat prettig.

 

U heeft hier iets gelanceerd waarover ik, neutraal geformuleerd, meer duidelijkheid zou willen. De nieuwe landenstrategie is “embracing openness”. Eigenlijk is dat goed gekozen. We zien het elke dag in uw regering: het is een opendebatcultuur, paars-groen is terug van weggeweest. De regering is trouwens een zeef, open tot en met. Men moet maar de krant lezen om te zien wat er gebeurt, op dat vlak is het goed gekozen.

 

Wat nu precies bedoeling en opzet zijn, zie ik minder. Het lijkt een herverpakking van het initiatief van Charles Michel in de vorige regering, waar ook niet echt veel mee is gebeurd, behalve geld ingepompt. Ik kreeg dus graag wat meer details over het openingsgebeuren, maar ook over wat u daar actief mee zult doen de komende jaren. Wat zijn opzet en bedoeling? Het is misschien het eerste voorbeeld van uw nieuwe subsidieregister.

 

08.02 Eerste minister Alexander De Croo: Ik spendeer niet zo veel tijd op Twitter en zeker niet om te zien wie het meeste volgers heeft, maar blijkbaar heeft belgium.be een kleine 60.000 volgers en dat zijn er meer dan u, mijnheer Loones. Eerlijk gezegd vind ik dat niet belangrijk, maar als u een argument gebruikt, moet het een juist argument zijn.

 

Hoe we ons als land positioneren, hangt samen met de manier waarop men naar ons land kijkt. Misschien hebben we daarover een verschillende mening, mijnheer Loones. Ik ben ervan overtuigd dat ons land een absolute meerwaarde heeft. Ik ben ervan overtuigd dat het merk België, het concept België, een meerwaarde heeft en ik merk dat elke dag. Ik heb de voorbije 2,5 jaar de gelegenheid gehad om op veel plaatsen in ons land te komen en heel vaak over ons land te spreken in een internationale context. Ik zeg niet dat alles in ons land perfect is, maar we krijgen bijzonder veel waardering over ons land.

 

Wie zijn wij als land en welke elementen zijn daarin essentieel? Dat zijn elementen zoals openheid: openheid naar de wereld, openheid voor innovatie, openheid voor het feit dat men moet samenwerken als men zaken wil realiseren. Dat zijn de zaken die ik het meest hoor. Het minpunt dat ik meestal hoor is: wij kennen onze sterktes dat omdat we actief zijn in België, maar de rest van de wereld weet dat veel te weinig. Daarin zijn wij zwakker dan andere landen. Wij verkopen de boodschap van wie wij zijn relatief slecht.

 

Het is niet de bedoeling om een gigantische mediacampagne te voeren, zoals sommige landen dat in de internationale media doen. Wij zullen dat op een heel gefocuste manier doen.

 

Deze campagne is wel anders dan campagnes uit het verleden. 'Belgium, Uniquely Phenomenal' kwam na de aanslagen van 22 maart. De voornaamste boodschap was toen dat België open en bezoekbaar is en dat mensen welkom zijn in ons land. Daarin zetten we heel sterk de klassieke troeven van ons land uiteen, onze culinaire troeven, onze diamant, Manneken Pis, enzovoort. Op zich heb ik daar geen probleem mee, maar België is veel meer dan dat. België is in essentie niet het land van frieten en bier. In essentie zijn wij het land van hightech, het land van farma, het land van semiconductoren, het land met de tweede grootste chemische cluster ter wereld. België is een industrieel powerhouse. Daarnaast is België ook een plaats waar heel veel mensen samenkomen. Als er problemen zijn in de wereld, komt men naar Brussel, dan spreekt men in Brussel af. De convening power van ons land is enorm. Dat zijn de sterktes van België.

 

Het staat u vrij te geloven in de meerwaarde van België. Daarover verschillen we van mening en ik respecteer ieders mening. Het is echter wel in ons voordeel om de troeven van ons land uit te spelen, want dat heeft een enorme impact. Het uitspelen van onze troeven zorgt ervoor dat we internationale investeringen binnenhalen, dat talentvolle mensen naar ons land komen en hier hun toekomst uitbouwen. Die analyse hebben we gemaakt en gebaseerd daarop hebben we de campagne scherpgesteld.

 

Het voornaamste doel van die campagne is goed te destilleren welke boodschappen we in de rest van de wereld kenbaar willen maken als wij over onszelf spreken.

 

Die campagne wordt gefinancierd vanuit de werkingskredieten van de algemene directie Externe Communicatie van de Kanselarij, zonder aanvullende kredieten. Alles bij elkaar genomen is dat een vrij bescheiden budget. Het komt overeen met het budget dat de vorige regering daarvoor heeft uitgetrokken, een regering waarvan uzelf deel uitmaakte. De campagne werd gelanceerd op 24 mei en loopt tot april 2026 en zal inderdaad de campagne Belgium, Uniquely Phenomenal vervangen.

 

08.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, u zegt dat we onze troeven moeten uitspelen. Dat zorgt ervoor dat we internationale investeringen binnenhalen. Wat zijn de cijfers van internationale investeringen in dit land, recent nog in alle media te lezen? De buitenlandse investeringen in Vlaanderen waren vorig jaar de hoogste in tien jaar tijd. De buitenlandse investeringen in Wallonië waren vorig jaar zowat de laagste in tien jaar tijd. Er was maar één jaar waarin het nog slechter was. Het contrast kan niet groter zijn. Dat komt omdat we geen powerhouse zijn, zoals u het zegt. Wij stellen vast dat onze ondernemingen, onze investeringen en onze Vlaamse regering moeite hebben om voorbij de eerste powerpointslide te geraken wanneer we zaken willen binnenhalen. Op die eerste slide staan namelijk alle desastreuze begrotingscijfers van uw regering, alle kostendelta’s die maar blijven oplopen. De hoge fiscaliteit, de hoge uitgaven, de onhoudbaarheid, de analyses die ook al die internationale instellingen maken, ook dat is uw merk België. Dat is uw concept België.  

 

U zegt dat we bijzonder veel waardering krijgen. Ik zie elke dag opnieuw dat we die waardering niet krijgen van het IMF, noch van de Europese Commissie, noch van het Rekenhof, noch van het Federaal Planbureau. Zij stellen immers allemaal vast wat de realiteit is. Dit land is geen powerhouse. Het zou het kunnen zijn, wanneer er eindelijk aangesloten wordt bij de realiteit, wanneer er beleid op maat zou kunnen worden gebracht, wanneer zowel Vlaanderen Vlaams kan zijn als Wallonië Waals, terwijl Brussel ook zijn eigen sterke rol zou kunnen spelen. In die analyse zijn wij verschillend. Uw partij zegt dat er bevoegdheden afgepakt moeten worden van Vlaanderen en teruggegeven aan België. U wil immers liever opnieuw besturen met de PS en Ecolo. Uw partij zegt dat Vlaanderen onder curatele moet komen. Als er een aantal bevoegdheden niet uitgeoefend wordt, zal België het wel in de plaats van Vlaanderen doen. U wil liever besturen met de PS en met Ecolo. Vlaanderen heeft de beste internationale investering in tien jaar tijd gescoord ondanks alle Belgische handicaps. U wil ons daarvoor belonen door bevoegdheden af te pakken. Wij verschillen daar inderdaad van mening over.

 

08.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, u legt mij ten laste dat ik bestuur met de PS. Ik vind dat bizar. Uw eigen voorzitter zei een aantal weken geleden dat zijn grote plan voor ons land is om te besturen met de PS. En nu verwijt u mij dat ik bestuur met de PS. Ik vind dat een heel bizarre redenering. Het bewijst opnieuw hoe u daarnaar kijkt.

 

Ik was vorige week bij Nike in Laakdal. Het grootste distributiecentrum van Nike ter wereld ligt in ons land, in Vlaanderen. Weet u hoe wij dat binnengehaald hebben? Dat is gelukt dankzij samenwerking tussen de federale en de Vlaamse regering. Vlaanderen speelde zijn bevoegdheden ten volle uit. De gemeente was zeer meegaand en ook het federale niveau heeft zijn bevoegdheden uitgespeeld. Dat is de manier waarop wij dingen realiseren in ons land.

 

Ik was dezelfde dag ook bij Siemens. Dat bedrijf in 125 jaar actief in ons land. Verschillende centers of competence zitten in ons land, omdat wij zoveel talent hebben. Weet u waarom we zoveel talent hebben? Omdat we schitterend onderwijs hebben, dat erin slaagt om onze enige grondstof te valoriseren.

 

Van mensen die continu kankeren op ons land mag men natuurlijk niet verwachten dat ze ons land beter gaan maken. Dat is het verschil tussen ons. Ik zie de opportuniteiten in ons land en ik zie ook de dingen die we moeten verbeteren. U geraakt echter niet verder dan kankeren op ons land. Ik zie de troeven die we hebben en wil daarmee iets realiseren.

 

08.05  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik begrijp uw verweer wel. Uw regering ging bewijzen dat België wel werkt, maar u bewijst elke dag dat dat niet het geval is. We hebben desastreuze cijfers.

 

Uw partij zit ook in zeer slechte papieren. Een maand geleden zei mevrouw Bertrand nog dat het in 2024 opnieuw Vivaldi moet worden, dat Vivaldi II absoluut noodzakelijk is, want dat we anders chaos krijgen. Het was een grote titel in De Morgen. Het moest Vivaldi worden. Vervolgens klonk het dat Open Vld toch niet helemaal gelijk is aan Vivaldi. Daarna zei uw partijvoorzitter Egbert Lachaert dat u niet getrouwd bent met Vivaldi, maar dat Alexander De Croo wel premier moet blijven. Intussen weten wij heus wel wat de ultieme ambitie en enige ambitie van uw partij is, namelijk dat u eerste minister blijft. Met wie u daarvoor samenwerkt, met welke partijen, dat doet er eigenlijk niet toe.

 

U verwijt ons dat wij een strategische deal willen sluiten met de PS om dit land wel in een deftige plooi te leggen. Wij zijn het met de PS eens over één ding, namelijk dat wij het oneens zijn over alles. Dat is de reden dat wij tot de conclusie komen dat we hen hun toekomst moeten laten uitbouwen in Wallonië en dat wij de onze in Vlaanderen moeten uitbouwen. Dat is het fundamentele verschil. U wil Vlaanderen onder die PS-curatele houden. U wil zelfs nog bevoegdheden afpakken van ons om die curatele nog verder te versterken.

 

Uw partij bestuurt intussen zowat 25 jaar en we zien het resultaat daarvan: dit land werkt niet, Open Vld werkt niet. Uiteindelijk draait het slechts om één zaak als ik uw partijvoorzitter mag geloven, namelijk uw functie van eerste minister.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De rente van de spaarrekeningen" (55036932C)

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De rente op de spaarboekjes" (55037085C)

- Wouter Vermeersch aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De rente op de spaarrekeningen en het advies van de Nationale Bank" (55037091C)

- Marco Van Hees aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De spaarrente" (55037294C)

09 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les taux des comptes d'épargne" (55036932C)

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le taux d'intérêt sur les comptes d'épargne" (55037085C)

- Wouter Vermeersch à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le taux d'intérêt sur les comptes d'épargne et l'avis de la Banque nationale" (55037091C)

- Marco Van Hees à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le taux de rémunération de l'épargne" (55037294C)

 

De voorzitter: De heer Vermeersch heeft zich laten verontschuldigen.

 

09.01  Peter De Roover (N-VA): Dit debat wordt nu al weken gevoerd, zij het niet altijd met de juiste argumenten en ook niet altijd met de juiste benadering. Ik kan wel herhalen dat de rol van de spaarder in de economie als geheel, en met het doel zijn eigen toekomst een beetje mee in handen te houden, ons zeer dierbaar zou moeten zijn. Het zijn vooral mensen die vergeten te sparen die later een hoge kostenfactor worden voor de overheid. Dat betekent dat sparen aangemoedigd moet worden. Sparen biedt de ruimte om te investeren, enzovoort. Dit zijn economische essentials.

 

Dat er geen gemakkelijke oplossingen zijn, is evident. Hans Degryse wees in een interview in Knack op een element waarop ik vorige week ook gewezen heb, zowel tijdens de commissievergadering als tijdens de plenaire vergadering. Er wordt de indruk gewekt dat sparen een spel is tussen spaarders en banken, maar er is natuurlijk een derde in het spel, de overheid. De overheid heft belastingen en een bankentaks.

 

Ik zeg niet dat de banken de dans helemaal moeten ontspringen, dat is evident, maar in uw zoektocht naar geld ontziet u de banken niet. Dat hebben we eind vorig jaar nog gezien.

 

Dat wordt uiteraard vertaald in het rentebeleid van de banken. Vandaar mijn concrete vraag: welke rol kunt u, als belastingheffer, spelen op het vlak van de lage rentes op spaarboekjes. Die lage rentes horen natuurlijk opgeteld te worden bij wat u eerst uit de ruif hebt gehaald.

 

09.02  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, lorsque les banques sont au bord de la faillite, l’État intervient. La question est de savoir si l’État intervient aussi lorsque les clients sont spoliés de manière évidente.

 

Malgré la montée vertigineuse des taux d’intérêt de ces derniers mois, les banques n’ont pratiquement pas répercuté cette augmentation sur le taux de rémunération de l’épargne. Au premier trimestre 2023, les taux d'intérêt sur l'épargne s’élèvent en moyenne à 0,37 %, alors que ces mêmes banques exigent entre 3,85 % et 5,09 % d’intérêt sur les prêts hypothécaires. Cela rend d’ailleurs impossible l’achat d'un logement par les jeunes aujourd'hui, puisque les prix ont explosé et que les taux sont astronomiques. Les banques profitent également du taux offert par les banques centrales.

 

Selon Test Achats, les banques et leurs actionnaires ont très bien profité de cette situation. En 2022, alors que la situation était moins grave qu’actuellement, elles ont engendré 6,2 milliards d’euros de bénéfices, dont elles ont distribué plus de la moitié, 3,2 milliards, en dividendes aux actionnaires. Les épargnants n’ont reçu que 220 millions d’euros, soit quinze fois moins que le montant distribué aux actionnaires.

 

Certains membres de votre gouvernement se félicitent de la décision récente de Belfius d’augmenter de 0,4 % le taux d’intérêt sur l’épargne. Mais cette hausse reste fort limitée. Le CEO de BNP Paribas Fortis, le plus important établissement bancaire du pays, indique qu’il ne prévoit pas de porter le taux de l’épargne à 1 % avant la fin de l’année 2024.

 

L’avis de la Banque nationale sur les propositions visant à fixer dans la loi les taux d'intérêt des comptes d'épargne est, sans surprise, négatif. Nous connaissons bien les orientations du gouverneur de la Banque nationale Pierre Wunsch, qui dirigeait le cabinet de M. le ministre Reynders justement à l’époque où l’État a cédé Fortis à BNP Paribas pratiquement pour rien, et la position du vice-gouverneur Steven Vanackere, qui est passé deux fois chez KBC durant sa carrière, entre autres mandats bancaires.

 

Le 7 juin, M. le ministre Van Peteghem a adressé une lettre à M. le ministre Dermagne, lui demandant de saisir l’Autorité belge de la Concurrence pour enquêter sur d’éventuelles infractions, puisque visiblement, le marché n’a pas marché.

 

Le président: Monsieur Van Hees, pourriez-vous conclure?

 

09.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Je conclus. Le cabinet du ministre Dermagne a réagi stupéfié par cette demande en affirmant que le ministre de l’Économie avait déjà suggéré cette approche lors du kern du 25 mai dernier.

 

Monsieur le premier ministre, comptez-vous vous soumettre à la position de la Banque nationale qui défend les intérêts des banques ou comptez-vous obliger les banques à augmenter leurs taux d’épargne? Qu’allez-vous faire pour tous ces jeunes qui, aujourd’hui, ne parviennent plus à acheter une habitation? Confirmez-vous que, lors du kern du 25 mai 2023, le ministre Dermagne a proposé de saisir l’Autorité belge de la Concurrence? Si c'est le cas, pourquoi cela n’a-t-il pas été fait immédiatement? 

 

09.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, wij hebben die discussie al in de plenaire vergadering gevoerd. Ik kan daar weinig nieuws aan toevoegen. Ik kan enkel aangeven dat banken gehoor geven aan de politieke oproep om de spaarrentevoeten te laten stijgen.

 

Belfius heeft vorige week aangekondigd dat zij die zal verhogen en vandaag heeft vdk bank dat ook gedaan, net zoals een aantal kleinere banken. Ik hoop dat de markt hiermee in beweging komt. Ik heb een aantal maal gezegd dat de markt moet werken en dat wij ervoor zullen zorgen dat hij werkt, mocht hij niet werken. Ik zie dat er nu wel beweging is. De consument moet zich misschien ook realiseren welke macht hij of zij heeft. De macht van de consument is natuurlijk om keuzes te maken. Men kan relatief eenvoudig zijn spaargeld verschuiven naar een bank die hogere rentes biedt.

 

Je crois savoir que le ministre Dermagne a communiqué qu'il avait saisi l'Autorité belge de la Concurrence en demandant à celle-ci de procéder à une analyse de la situation du marché bancaire, ce qui est une bonne chose.  

 

Pour ce qui me concerne, je crois au fonctionnement du marché. Selon moi, le marché libre est le système le plus avantageux pour la population. Mais s'il ne fonctionne pas, il faut intervenir.

 

Mijnheer De Roover, u sprak over de bankenheffingen. Men moet wel opletten, want daarin zitten heel veel verschillende zaken. Er zijn bijvoorbeeld pure heffingen, maar ook zaken die ter financiering dienen van bijvoorbeeld de depositogarantie. We hebben in het verleden fors moeten tussenbeide komen. Ondertussen hebben we een combinatie van bankenheffingen en bankregulering. Dat heeft ertoe geleid dat onze banken op alle vlakken zeer sterk staan en dat is een goede zaak.

 

Dat is immers anders dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. We hebben ook gezien dat, als zaken foutlopen, de Europese banken die onder de bevoegdheid van de ECB vallen toch de nodige stabiliteit hebben. Ik stel ook vast dat onze banken hun rol als financier voor de economie spelen.

 

09.05  Peter De Roover (N-VA): De brave huisvader of -moeder moet wel beseffen dat de overheid meer haalt uit het geld dat men op het spaarboekje zet dan de betrokkene zelf.

 

U hebt op het einde van uw antwoord iets gezegd waarmee uw regering ook moet opletten. Mevrouw Bertrand heeft vorige week donderdag immers zelfs namen van banken genoemd. Bepaalde banken kunnen natuurlijk hoge rentes betalen omdat zij bij ons niet actief zijn in de kredietverlening. Daardoor kunnen zij een heel ander verhaal opzetten, want hun verdienmodel zit niet in de verlening van kredieten voor woningen, noch in de verlening van consumentenkredieten. De banken die dat wel doen, hebben waarschijnlijk iets minder de luxe om veel geld te parkeren bij de ECB.

 

Ik hoop ook dat we volgende week tijdens het gesprek met de Nationale Bank zien in welke mate de banken die wel degelijk kredietverleners zijn en, zoals u zegt, belangrijke smeerolie zijn voor de economie, de mogelijkheid hebben om bij de ECB van de hogere rente te genieten. Het is nu bijvoorbeeld zo dat de bank die veel Russische kredieten in haar balans heeft, heel veel bij de ECB kan parkeren. Dat is echter niet de bank waaraan de gewone burger veel heeft.

 

We maken hier trouwens een historisch moment mee, want collega Van Hees heeft de oplossing gegeven. Indien het eenvoudige verhaal van collega Van Hees klopt, moet iedereen namelijk gewoon zijn spaargeld omzetten in aandelen van de bank.

 

Dan krijgt men namelijk hopen dividenden en is het probleem helemaal opgelost. Wie dus beweert dat communisten nooit met oplossingen komen, wordt vandaag heel erg bij de neus genomen.

 

09.06  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur De Roover, je vous remercie pour vos bons conseils.

 

Monsieur le premier ministre, vous nous dites que les banques entendent l'appel du monde politique. J'ai l'impression que les banques sont plutôt sourdes à l'appel du monde politique et aussi que le monde politique, en tout cas le gouvernement, est un peu aveugle face à la situation. Vous continuez en effet à dire que le marché libre est le meilleur des systèmes. Mais les faits sont têtus; le "marché n'a pas marché". Cela fait des mois que la Banque centrale européenne a augmenté ses taux directeurs mais les taux d'épargne sont toujours proche du plancher. C'est problématique.

 

Vous nous dites que si, finalement, le "marché ne marche pas", il faudra intervenir. Mais quand? Combien de mois attendrez-vous encore avant d'intervenir? Il a fallu du temps avant que vous demandiez un avis à l'Autorité belge de la Concurrence. Il faut maintenant encore attendre cet avis. C'est incroyable!

 

Lorsque les banques étaient proches de la faillite en 2008, il a fallu moins d'une semaine pour, d'une part, mettre des milliards d'argent public pour les sauver et, d'autre part, céder aussitôt Fortis à BNP Paribas pour une bouchée de pain. Et, en l'occurrence, on attend, on temporise et on espère qu'un jour, le marché va réguler tout cela. Mais les faits montrent bien que ce n'est pas le cas.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Yngvild Ingels aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De aanpak van de opvolging van de aanbevelingen van bijzondere- en onderzoekscommissies" (55036964C)

10 Question de Yngvild Ingels à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La gestion du suivi des recommandations des commissions spéciales et d'enquête" (55036964C)

 

10.01  Yngvild Ingels (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, ik stel u deze vraag mondeling, omdat ik ze eerst schriftelijk had ingediend, maar de antwoordtermijn sinds begin maart 2023 is verlopen. Ik voelde mij dus verplicht ze mondeling in te dienen. U vraagt zich waarschijnlijk af waar ik nu nog mee kom aandraven. Ik zal mijn vraag echter duiden.

 

Er zijn eind 2022 een aantal zaken gebeurd, die tot mijn vragen hebben geleid. Het gaat bijvoorbeeld over de opvolging van de aanbevelingen van de POC 'Terro'. Die aanbevelingen zijn ondertussen al een paar jaar oud. Wij kregen op vraag van het Parlement na heel lang aandringen en na het heel lang verschuiven van de deadline een heel lijvig document van bijna 1.000 bladzijden over de stand van zaken van de aanbevelingen van de POC 'Terro'.

 

Een kat vond haar jongen niet terug in dat document. Ook binnen de meerderheid hoorde ik enig gebrul. Het was immers heel moeilijk een lijn in dat document te trekken en exact te weten wat de stand van zaken van de uitvoering ervan was. Het was zelfs zo erg dat de begeleidingscommissie van het Comité P en het Comité I aan beide diensten heeft moeten vragen een rapport te maken over de stand van zaken van de uitvoering van de aanbevelingen. Wij kregen de resultaten, die eerlijk gezegd behoorlijk schrikwekkend waren. Ik geef u een aantal voorbeelden.

 

Voor het deel Comité I waren er aanbevelingen waaraan de ADIV en de Veiligheid van de Staat samen moesten werken. De ene dienst gaf aan dat alles in orde was, dat ze hadden samengewerkt en dat alles prima in orde was en volbracht. De andere dienst gaf daarentegen aan dat een en ander was begonnen, maar zodanig stroef verliep dat geen akkoord kon worden gevonden. De aanbeveling was volgens die dienst dus niet uitgevoerd. Het ging over dezelfde aanbeveling.

 

Een tweede hallucinant feit is het volgende. Wij hadden aan het Comité P gevraagd te bekijken in welke mate een en ander was geïmplementeerd binnen de federale politie. De vaststelling van het Comité P, die ook in De Tijd heeft gestaan, was dat het voor het Comité, op basis van de documentatie die het kreeg van de politie, maar ook op basis van de documentatie van bijna 1.000 bladzijden die uw regering had aangeleverd, onmogelijk was om aan te geven of iets al dan niet was uitgevoerd.

 

Een ander voorbeeld heeft te maken met de bijzondere commissie COVID-19. Er werden middelen toegekend om aanbevelingen uit te voeren, wat zeer goed is. Toen ik mevrouw Verlinden echter de vraag stelde wat zij daarmee gedaan had in haar domein, dan verwees zij mij door naar minister Vandenbroucke, die mij op zijn beurt voor de concrete invulling ervan weer naar mevrouw Verlinden doorverwees.

 

Ik kom dus tot de kern van de zaak. Mijnheer de premier, die voorbeelden doen mij vrezen dat er niemand de regie in handen heeft. Hoe pakt u dat aan? Wie coördineert de opvolging van de aanbevelingen, opdat we een afdoende antwoord krijgen en verder kunnen gaan, waardoor we niet elk jaar opnieuw dezelfde vragen hoeven te stellen?

 

10.02 Eerste minister Alexander De Croo: Wat de bijzondere commissie COVID-19 betreft, heeft het commissariaat binnen de gestelde termijn een geïntegreerd rapport bij het Parlement ingediend. De leden van de commissie hebben ook de kans gekregen dat in detail met de bevoegde ministers te bespreken. Met uw vraag over de aanbevelingen van de commissie uit u een zekere kritiek en haalt u wel een interessant punt aan in de verhouding tussen het Parlement en de regering, wat meer aandacht verdient.

 

De afgelopen 30 jaar hebben we een inflatie van onderzoekscommissies en bijzondere commissies, die zich over zeer diverse onderwerpen hebben gebogen, gekend. Sommige daarvan staan nog steeds in ons geheugen gegrift, zoals de commissie over de vermiste kinderen en die over de aanslagen. Andere commissies leverden een minder tastbaar resultaat op. De kwaliteit van zo’n commissie kan inderdaad worden afgeleid uit de mate waarop de aanbevelingen gezaghebbend zijn en effectief worden opgevolgd. Zij drukken vaak ook een vorm van consensus uit tussen de partijen over meerderheid en oppositie heen.

 

Tegelijkertijd moeten we ook beseffen dat zulke aanbevelingen terechtkomen bij degenen die ze moeten uitvoeren, diverse overheidsorganisaties en ministers, die daar onmiddellijk mee aan de slag moeten gaan. Zij proberen de aanbevelingen dan te integreren in de eigen plannen en zij maken dossiers daarvoor. Een aanbeveling leidt vaak tot een reeds projecten die deel uitmaken van de planning van de diverse overheidsdiensten. Daarbij is er niet altijd een een-op-eenrelatie tussen de aanbevelingen van de commissie en wat er uiteindelijk wordt uitgevoerd op het terrein of waarover kan worden gerapporteerd.

 

Daarom zijn het ook aanbevelingen en wordt er aan de uitvoerende macht ruimte gelaten om ze verder in te vullen. Daarbij zijn ook niet alle aanbevelingen op de juiste manier geformuleerd, bijvoorbeeld met doelstellingen en deadlines. Soms is een aanbeveling redelijk algemeen of transversaal, gericht naar een algemene overheid en is specificering nodig. De moeilijkheid is dat na verloop van jaren de rapportering over de aanbevelingen los komt te staan van wat de bedoeling was van de bevoegde commissie. Sommige aanbevelingen zijn bijvoorbeeld al eerder uitgevoerd, sommige zijn achterhaald doordat er andere keuzes werden gemaakt, andere zijn door hervormingen overbodig. Bovendien worden soms nieuwe beleidskeuzes of maatregelen genomen, die bijdragen aan een oplossing die de problemen die de commissie aankaart, aanpakt, maar op een andere manier. Dat is ook relevante informatie.

 

Finaal rijst de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid. Ministers die de bevoegdheid dragen voor een bepaald domein, dienen zich te verantwoorden over de manier waarop ze de aanbevelingen hebben geïntegreerd in beleid. Ze moeten rapporteren over wat de diensten hebben gedaan en wat niet. Als er verschillende ministers bij zijn betrokken, moeten ze vaak met deelrapporten werken, die bii elkaar brengen en een gecoördineerde rapportering doen.

 

We moeten ons erover bezinnen hoe we het Parlement het best in staat stellen om zijn controle- en evaluatieopdracht uit te voeren. Indien we louter op een gecoördineerde, overkoepelende manier antwoorden op aanbevelingen, zullen de commissies wellicht willen weten wat elke minister individueel heeft gedaan. Dat is ook de reden waarom de opvolging van bijvoorbeeld de commissie over de aanslagen ook telkens per commissie gebeurt, op basis van het verslag aangeleverd door een minister. We zijn zeker bereid met het Parlement voort in discussie te gaan over een manier om een en ander te verbeteren.

 

10.03  Yngvild Ingels (N-VA): Mijnheer de premier, ik dank u voor het antwoord. Sta me toe een voorstel te herhalen dat ik ook al aan mevrouw Verlinden heb gedaan. Als kabinetsmedewerker was ik destijds zeer hard bezig met de opvolging van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie betreffende de aanslagen, de POC 'Terro' en werkten we heel nauw samen met de minister van Telecommunicatie voor de uitvoering van de aanbevelingen inzake ASTRID en gsm-gebruik, wat resulteerde in een tabel met voor elke aanbeveling ook een vermelding van de bevoegde minister en de timing. Welnu, ik stel voor om die methode, in samenwerking met het Parlement, te consolideren, in die zin dat er na x aantal jaren wordt nagegaan welke aanbevelingen werden uitgevoerd en welke niet werden uitgevoerd, omdat ze niet toepasbaar of uitvoerbaar waren, of omdat ze het vooropgestelde doel missen of het doel ervan achterhaald is. Op die manier kunnen de aanbevelingen als afgehandeld worden beschouwd. Dan moet ik over vijf jaar vivaldi II niet ondervragen over de stand van zaken in de aanbevelingen.

 

Ik vind dat we dat echt moeten doen, want de thema’s zullen actueel blijven. Er zal misschien ooit nog een terroristische daad plaatsvinden en dan zal men opnieuw naar die aanbevelingen verwijzen. In de plaats van een lijvig document van bijna 1.000 bladzijden aan het Parlement te bezorgen, zou men beter met een gestructureerde tabel werken met een consolidatie na x aantal jaren. Dat is mijn voorstel.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Wouter Raskin aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De vraag om bijkomende middelen voor het Brusselse Metro 3-project" (55036989C)

11 Question de Wouter Raskin à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La demande de moyens supplémentaires pour le projet bruxellois Métro 3" (55036989C)

 

11.01  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de eerste minister, u bent er ongetwijfeld van op de hoogte dat het voorziene budget voor het Metro 3-project sterk tekortschiet. De kosten zijn gestegen tot meer dan 3 miljard euro. Het komt erop neer dat de Brusselse regering bijkomende middelen zou vragen aan de federale regering.

 

Ik heb hierover vier concrete vragen. Hebt u, al dan niet via minister Lalieux, reeds een formele vraag ontvangen van de Brusselse regering omtrent dat extra budget? Zo ja, over hoeveel extra budget gaat het? Wat is de concrete vraag?

 

Op welke manier zal een mogelijke vraag door de regering worden behandeld?

 

Wat is uw persoonlijk standpunt over de Brusselse vraag om extra geld? Bent u bereid om op die vraag in te gaan?

 

Wanneer zal de regering zich definitief uitspreken over de Brusselse vraag?

 

11.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Raskin, u hebt van bevoegd minister Lalieux reeds de nodige details gekregen over het project en de betrokkenheid daarbij van de federale regering tot dusver. U stelt mij de vraag of er een vraag om bijkomende middelen is gekomen. Dat is niet het geval. Tot die vraag er is, kan ik daarover moeilijk uitspraken doen. Mocht die vraag komen, dan zal het vanzelfsprekend minister Lalieux zijn die in eerste instantie de vraag zal opvolgen binnen de regering.

 

11.03  Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de eerste minister, u hield het nog korter dan ik. Ik heb het goede voorbeeld gegeven. Op zich kan ik wel leven met uw antwoord, want als er nog geen concrete vraag is, kunt u weinig concrete antwoorden geven.

 

Maandag zei minister Gatz dat hij opnieuw gaat onderhandelen met de bedrijven die ingetekend hebben op het project voor de aanleg van Metro 3 met de bedoeling om de kostprijs naar beneden te krijgen. Hij vindt die veel te hoog. Ik heb er weinig zicht op of dat klopt, maar hij vindt de kosten veel te hoog en wil de prijs doen dalen. Indien dat niet zou lukken, zou hij overwegen om de werken opnieuw aan te besteden, omdat de Brusselse financiën onder zeer grote druk staan en het begrotingsjaar 2024, ook een verkiezingsjaar, echt een pijnlijke en heel erg moeilijke situatie zal zijn.

 

Ik haal even aan wat uw collega zei, want dat doet mij denken aan uw begroting, mijnheer de eerste minister. Die ziet er ook niet erg rooskleurig uit. Als er een vraag van Brussel komt voor bijkomende middelen, dan zal dat geen evidente oefening zijn, vooral niet omdat we allemaal weten dat het huidige probleem met de Belirismiddelen deels had kunnen worden vermeden, of dat de uitdaging althans een stuk kleiner had kunnen zijn, gezien het jarenlange oneigenlijke gebruik van Belirismiddelen.

 

Uw immer sympathieke collega Lalieux heeft immers zelf aangegeven dat zij liever rode lokale vrienden sponsort dan geld uit het Belirisfonds te besteden aan projecten die kaderen binnen de historische doelstelling. Ik ben dus benieuwd of die vraag naar bijkomende middelen er zal komen en hoe u daarop zult reageren, ongetwijfeld met een langer antwoord dan dat van vandaag.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Anneleen Van Bossuyt aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De prioriteiten van het Belgische EU-voorzitterschap" (55037025C)

12 Question de Anneleen Van Bossuyt à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les priorités de la présidence belge de l'UE" (55037025C)

 

12.01  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Vanaf januari 2024 neemt België het EU-voorzitterschap waar. Het is van groot belang dat we daarbij focussen op een paar concrete thema's en domeinen waarin wij een echte meerwaarde kunnen aantonen.

 

Nu  verneem ik echter dat deze regering prioritair op sociale rechten wil inzetten tijdens ons voorzitterschap, een pijler waar de bevoegdheid in de eerste plaats en terecht bij de lidstaten ligt.

 

Zo werd er een non-paper opgesteld tussen Spanje, dat het Belgisch voorzitterschap voorafgaat, en België waarbij er wordt aangedrongen op nieuwe sociale initiatieven door de volgende Europese Commissie en het Europees Parlement, zoals het verder  versterken van minimuminkomensregelingen en het aandringen op meer werknemersrechten. Ook wordt er gewag gemaakt van het opzetten van een EU-basis voor werkloosheidsstelsels, kindergarantie, terugdringen van kinderarmoede en sociale uitsluiting, enz.

 

Vandaar volgende vragen:

 

Kan u toelichting geven bij deze non-paper? Was er een overleg met de deelstaten over deze non-paper? Zo ja, hoe verliep dit overleg? Zo neen, waarom onderschrijft België dan dergelijke non-paper?

Kan u toelichten waarom het Belgisch voorzitterschap de versterking van de sociale pijler als prioriteit naar voren schuift?

Werden er al formeel beslissingen genomen over de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap? Zo ja, wat zullen de prioriteiten zijn? Zo neen, aan welke prioriteiten denkt u nog?

Hoe verloopt het overleg hierover met de deelstaten?

Is er eveneens overleg met Hongarije, die het voorzitterschap na België zal waarnemen? Welk standpunt neemt u in betreffende de resolutie van het Europees parlement dat Hongarije o.a. wil uitsluiten van het EU-voorzitterschap? Wat zijn de gevolgen van de tegenkanting tegen het Hongaars EU-voorzitterschap voor ons voorzitterschap en de lopende dossiers?

 

12.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Bossuyt, de non-paper waarover u sprak, is nog niet klaar en wordt verder besproken op vrijdag16 juni op de vergadering van de Directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE). Ook de deelstaten worden daarbij betrokken. Het nieuw voorstel van non-paper bouwt verder op een eerder initiatief van een Europese top in Porto. Dat initiatief werd toen door alle beleidsniveaus mee onderschreven en werd in de DGE goedgekeurd.

 

De prioriteiten van het voorzitterschap worden momenteel besproken tussen de bevoegde diensten en beleidsniveaus. De sociale agenda vormt daar een deel van. Het is nog te vroeg om de prioriteiten te bevestigen zolang die besprekingen lopen. De besprekingen zullen gefinaliseerd worden tussen alle bevoegde diensten. Het overleg vindt plaats in de DGE. Het voorziene overlegplatform, georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken in het kader van het Belgisch EU-voorzitterschap, wordt daarvoor gebruikt.

 

De formele communicatie van onze prioriteiten gebeurt bij de publicatie van het Belgisch voorzitterschapsprogramma, traditiegetrouw een paar weken voor het raadsvoorzitterschap ingaat. Daarover zal ik zeker ook met het Parlement overleggen.

 

Wij houden wij nauw overleg, zowel met Spanje als met Hongarije, in het kader van de respectievelijke raadsvoorzitterschappen, in het bijzonder over de opstelling van een trioprogramma. Die samenwerking verloopt vlot en correct. Wij hopen in de komende weken daarover te communiceren.

 

Persoonlijk deel ik de bezorgdheid van het Europees Parlement over de rechtstaatsituatie in Hongarije. Ons land is daarover, bij monde van onze regering, steeds zeer duidelijk geweest. Wij steunen de Europese Commissie in haar besprekingen met Hongarije daarover.

 

Het ontnemen van het voorzitterschap vind ik echter absoluut geen goed idee. In mijn ogen zou dat trouwens contraproductief zijn. Het raadsvoorzitterschap is niet alleen een voorrecht, de uitvoering ervan is ook een plicht van een lidstaat. Daardoor is een lidstaat ook verplicht om kleur te bekennen, om zijn rol te spelen als voorzitter en als verzoener. Als we dat aan een land ontnemen, komt dat land in mijn ogen eigenlijk zelfs in een luxepositie, wat volgens mij absoluut geen goed idee is. Dat vind ik een belangrijk uitgangspunt en dat geldt zeker ook voor Hongarije.

 

12.03  Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik was een beetje verbaasd toen ik in Politico las dat België de non-paper over sociale rechten mee zou hebben ondertekend.

 

Wat de voorbereiding van het voorzitterschap betreft, heb ik altijd gehoord dat er een goede samenwerking is met de deelstaten, ook met Vlaanderen. Toen ik daar informeerde naar de non-paper, bleek men daar absoluut niet van op de hoogte te zijn. Ik vind het dus vreemd dat u zegt dat de non-paper nog besproken wordt op het DGE-overleg en dat hij daar afgeklopt zal worden. Blijkbaar staat de ondertekening wel al in de media. Daar stel ik mij toch wel vragen bij.

 

Wat de prioriteiten inzake het voorzitterschap betreft, heb ik er al vaker op gewezen dat het beter is te focussen op een aantal thema’s. Ik heb er in mijn eerste vraag trouwens al één aangehaald: handelsakkoorden. Die zijn heel belangrijk voor ons land en voor Vlaanderen. We moeten focussen op thema’s waar we echt een Europese meerwaarde kunnen aantonen.

 

Tot slot, wat Hongarije betreft, ben ik het met u eens dat het voorzitterschap ontnemen een gevaarlijke precedentwaarde kan scheppen. Ik meen niet dat dit de bedoeling kan zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

13 Question de Marco Van Hees à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les conflits d’intérêts au sein du gouvernement fédéral" (55037030C)

13 Vraag van Marco Van Hees aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De belangenconflicten in de federale regering" (55037030C)

 

13.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, depuis des années, le Groupe d'États contre la corruption (GRECO) épingle la Belgique qui n’a pas mis en œuvre la plupart de ses recommandations. La recommandation iii de 2020 vise à ʺadopter un code de déontologie à l’intention des ministresʺ. À ce propos, je constate l’existence de sérieux conflits d’intérêts dans le chef de la secrétaire d’État Alexia Bertrand. Cette membre de votre parti est actionnaire (actuelle ou en devenir) dominante du puissant holding Ackermans & van Haaren, dont elle est descendante des fondateurs. Elle en était d’ailleurs administratrice non indépendante de 2013 à 2022. Ses intérêts dans cette société sont donc indiscutables. Or, ses compétences ministérielles, le Budget et la Protection des consommateurs, ont, à l’instar des activités d’Ackermans & van Haaren, un spectre particulièrement large, ce qui démultiplie les conflits d’intérêts potentiels. 

 

13.02  Sander Loones (N-VA): Wat is de precieze afspraak? De eerste minister moet snel weg. Ik had begrepen dat er een politieke afspraak was dat we zouden verwijzen naar de schriftelijk ingediende vraag, dat de eerste minister antwoordt, en dat we dan kunnen repliceren. Zo kunnen we zo veel mogelijk vragen alsnog beantwoord krijgen. Ik wil gewoon weten of dat de afspraak is. Als dat niet de afspraak is, kan iedereen zich daarnaar organiseren. Ik had echter begrepen dat dat wel de bedoeling was.

 

13.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, j'ai presque terminé.

 

Par exemple, lorsque, en tant que secrétaire d'État à la Protection des consommateurs, elle refuse de contraindre les banques à fixer des taux d'intérêt décents sur l'épargne et détourne l'attention sur les comptes e-DEPO, on note un conflit d'intérêts avec les participations d'Ackermans & van Haaren dans le secteur bancaire.

 

Par exemple, lorsque, en tant que secrétaire d'État au Budget, elle lance comme principal credo que le problème budgétaire se situe au niveau des dépenses plutôt qu'à celui des recettes, et ajoute que taxer les grandes fortunes n'est pas la voie à suivre, on note un conflit d'intérêt clair par rapport à l'immense fortune des actionnaires historiques d'Ackermans & van Haaren: 1,77 milliard d'euros selon derijkstebelgen.be.

 

Ce conflit d'intérêts existait d'ailleurs déjà à l'époque où l'actuelle secrétaire d'État était cheffe de cabinet de Didier Reynders, intervenant sur l'ensemble des dossiers du gouvernement.

 

Monsieur le premier ministre, j'imagine que lorsque Alexia Bertrand a rejoint votre gouvernement, vous étiez conscient de l'énorme potentiel de conflits d'intérêts que cela ouvrait. Avez-vous alors convenu d'un protocole pour y faire face? Si oui lequel? S'agit-il d'un protocole écrit? Dans l'affirmative, pouvez-vous me le communiquer?

 

Depuis son entrée en fonction, vous a-t-elle signalé des situations de conflits d'intérêts? Combien de fois et pour quels dossiers? Quelle a été l'attitude adoptée alors?

 

D'autres membres du gouvernement ou vous-même avez-vous relevé des situations de conflits d'intérêts dans le chef d'Alexia Bertrand? Combien de fois? Pour quels dossiers?

 

De voorzitter: Mijnheer Van Hees, ik betreur het dat u heel oncollegiaal handelt. U leest uw vraag gewoon af, terwijl u kunt verwijzen naar de tekst zoals schriftelijk ingediend, die ook in het verslag komt. Misschien begrijpt u die parlementaire werkwijze niet, maar er was een politiek akkoord met alle vraagstellers en met de premier, die tijd vrijmaakt en zijn agenda aanpast, want normaal gezien zouden we al om 12.00 uur gestopt zijn en zou uw vraag zelfs niet aan bod zijn gekomen.

 

13.04  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le président, …

 

De voorzitter: Mijnheer Van Hees, u krijgt het woord niet.

 

13.05  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Et le droit des citoyens d’entendre les questions?

 

13.06  Alexander De Croo, premier ministre: Chacun a le droit de lire sa question. Une autre façon de faire avait, en tout cas, été convenue. Je constate que vous dites porter haut la solidarité, mais que ce n'est pas le cas au sein de cette commission.

 

13.07  Marco Van Hees (PVDA-PTB): (…) 

 

13.08  Alexander De Croo, premier ministre: Quoi qu'il en soit, je peux vous annoncer que je proposerai au Conseil des ministres, cette semaine, un code de déontologie destiné aux membres du gouvernement et qui traite notamment la question des conflits d'intérêts, en vue de mettre en œuvre la recommandation du GRECO qui nous a demandé de rendre les règles déontologiques plus explicites.

 

Pour rappel, des lignes directrices des usages et des pratiques existent déjà aujourd'hui. Mais nous les avons rassemblées et complétées dans un texte reprenant l'ensemble des règles de conduite. Nous vous communiquerons ce code afin que le Parlement puisse en prendre connaissance.

 

En ce qui concerne les éventuels conflits d'intérêts, il est vrai que ceux-ci doivent être évités, que tout conflit d'intérêts potentiel doit être signalé à l'avance. Dans ce cas de figure, la solution consiste, pour le membre du gouvernement concerné, à s'abstenir d'agir.

 

Cela dit, je ne peux honnêtement pas accepter ce que vous dites au sujet de Mme Alexia Bertrand à qui vous faites une forme de procès d'intention. Votre façon de faire n'est pas très correcte.

 

Mme Alexia Bertrand a effectivement un père, comme c'est mon cas et comme c'est le vôtre. Cela doit-il limiter les possibilités de faire de la politique? Honnêtement, est-ce cela votre vision du monde? Si je vous suis, certaines catégories de gens ne peuvent donc pas participer au débat politique parce qu'ils ont un père et des affiliations quelque part. Des gens intelligents peuvent faire la différence. D'ailleurs, j'ai discuté de cette question avec la secrétaire d'État. Elle a fait savoir à ce Parlement ce qu'elle avait fait lorsqu'elle a pris ses fonctions. De toute façon, elle doit déclarer ses mandats à la Cour des comptes, comme c'est le cas d'un grand nombre de personnes. Elle a démissionné de tous ses postes d'administratrice de société. Elle a renoncé à tous ses pouvoirs décisionnels. Elle a communiqué à ce sujet, le soir même de sa nomination, lors de sa conférence presse.

 

La manière dont vous insinuez l'existence d'un conflit d'intérêts alors que ce n'est pas le cas est assez dangereuse.

 

13.09  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, pour ma part, ce que je trouve dangereux, c'est votre façon de minimiser ces conflits d'intérêts. Vous dites que je fais un procès d'intention. Or ce n'est pas le cas, j'analyse les faits. Et je constate que, pendant des années, Mme Bertrand était administratrice non indépendante d'Ackermans & van Haaren. Cela signifie qu'elle a – et qu'elle continue d'avoir – des intérêts dans cette société. Oui, elle est actionnaire ou elle le sera un jour. Elle a donc un intérêt manifeste dans cette société, qui s'étend sur un large spectre – tout comme ses fonctions ministérielles. Par conséquent, qu'on le veuille ou non, ce conflit d'intérêts existe.

 

La preuve qu'il existe de potentiels conflits d'intérêts est que vous dites en avoir discuté avec elle lorsqu'elle est entrée en fonction. Or elle a seulement démissionné de son mandat d'administratrice. À part ce fait, quelles dispositions avez-vous prises? D'après votre réponse, aucune!

 

Donc, comme le GRECO, je constate une attitude problématique des gouvernements dans ce pays en ce qui concerne les conflits d'intérêts. Ce problème subsiste, et je trouve cela très grave. 

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "De nieuwe detacheringsregeling" (55037046C)

- Maria Vindevoghel aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Het detacheringsverbod bij bpost en Proximus" (55037132C)

- Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De NBB-medewerkers op ministeriële kabinetten" (55037267C)

- Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De nieuwe detacheringsregeling" (55037270C)

14 Questions jointes de

- Sander Loones à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "Les nouvelles règles en matière de détachement" (55037046C)

- Maria Vindevoghel à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "L'interdiction des détachements imposée à bpost et Proximus" (55037132C)

- Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le détachement de collaborateurs de la BNB auprès de cabinets ministériels" (55037267C)

- Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les nouvelles règles en matière de détachement" (55037270C)

 

14.01  Sander Loones (N-VA): Op de ministerraad van 2 juni 2023 was het volgende punt geagendeerd: “Verbod detachering van personeelsleden van beursgenoteerde overheidsbedrijven naar een beleidsorgaan”.

Graag stel ik u hierover volgende vragen:

1/ Kan u meer details over die nieuwe detacheringsregeling geven?

2/ Betekent dit dat iemand die bijv. voor Proximus werkt, niet langer op een kabinet aan de slag kan. Maar iemand die bij een andere telecomoperator werkt, wel?

3/ Is er overgangsregeling voor zij die er vandaag al werken als betrokken gedetacheerde op kabinet?

4/ Wordt de verloning voortaan ook integraal op de kabinetskredieten gefinancierd?

 

De Nationale Bank (NBB) detacheert 6 medewerkers naar ministeriële kabinetten. Hun lonen worden door de NBB betaald en worden niet terugbetaald door de kabinetten. Dat werd op 15 mei 2023 meegedeeld op de algemene vergadering van de NBB. 

De NBB is beursgenoteerd. Sinds 2010 werd meer dan 5 miljard uitgekeerd aan de federale begroting als aandeelhouder. Dat bleek uit een eerder antwoord dat u bezorgde op mijn parlementaire vraag. In dit verband stel ik u graag volgende vragen:

1/ Is er, ondanks het feit dat hun loon wordt betaald door de NBB, volgens u een afdoende scheiding van belangen tussen de verschillende actoren (NBB en de Overheid)?

2/ Kan het feit dat NBB-medewerkers gedetacheerd zijn naar de regering volgens u de schijn creëren dat een debat over een mogelijke wijziging van de wetgeving op de NBB net omwille van die detachering niet evident is?

3/ Verkiest u niet liever een situatie waarbij dergelijke gedetacheerde medewerkers volledig door de ministeriële kabinetten zouden uitbetaald worden?

 

Op de ministerraad van 2 juni 2023 was het volgende punt geagendeerd: “Verbod detachering van personeelsleden van beursgenoteerde overheidsbedrijven naar een beleidsorgaan”.

Graag stel ik u hierover volgende vraag:

Waarom wordt in de voorliggende regeling niet voorzien dat gedetacheerde medewerkers voortaan op de ministeriële kabinetskredieten uitbetaald worden?

 

14.02 Eerste minister Alexander De Croo: In het KB betreffende de beleidscellen is een bepaling opgenomen waardoor het niet langer mogelijk is om vanuit een beursgenoteerd overheidsbedrijf te worden gedetacheerd naar een kabinet. Het KB zal ingaan tien dagen na publicatie. Er werd een overgangsbepaling ingevoerd voor huidige medewerkers voor het resterende deel van de legislatuur, mits hun wedde volledig wordt betaald door een regeringslid of het kabinet, en ze geen dossiers behandelen die specifiek betrekking hebben op het overheidsbedrijf of de dochteronderneming waarvan zij personeelslid zijn.

 

Verschillende regeringsleden hebben schriftelijk informatie gegeven over de momenteel lopende detacheringen. Inzake de Nationale Bank is er inderdaad wel sprake van een notering op de beurs, maar de situatie daar is totaal anders: de Nationale Bank staat niet in concurrentie met andere bedrijven. De taak van de Nationale Bank is bij wet geregeld. Er wordt bijvoorbeeld niet over een beheerscontract onderhandeld, er is geen concurrentiële omgeving. Bovendien heeft de Nationale Bank uitdrukkelijk een studierol, waardoor ze veel expertise beschikbaar heeft, die ze aan de regering ter beschikking stelt. Het KB waarover ik sprak, is naar de Raad van State gestuurd.

 

14.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, ik begrijp dat het KB onder uw bevoegdheid valt. Ik had mevrouw De Sutter daar ook al over ondervraagd. U verwijst naar de overgangsmaatregel. De mensen kunnen blijven, op voorwaarde dat het kabinet betaalt. Ik weet niet of er in uw KB zelf staat dat het een principe moet worden dat gedetacheerden altijd met kabinetskredieten moeten worden betaald. Dat is zo bij de Vlaamse regering. Ik denk dat dat een nuttige aanvulling zou kunnen zijn. Daarmee kan men de belangenvermenging of de schijn ervan wegwerken. Dat kan gemakkelijk geregeld worden. Er is een mooi wetsvoorstel in de Kamer ingediend om dat KB te wijzigen. Mijn naam staat eronder. Misschien kan dat in de tweede lezing van het KB worden meegenomen. De meeste ministers betalen toch al met eigen kabinetskredieten. Het zou goed zijn om dat als principe te verankeren. Bij deze doe ik een oproep om dat in tweede lezing te doen.

 

Samen met het KB dat de detachering vanuit beursgenoteerde overheidsbedrijven onmogelijk maakt, hoop ik ook het hele dossier inzake de deontologie van kabinetsmedewerkers te zien. Ik begrijp dat minister Verlinden daarmee bezig is. Ik hecht daar eigenlijk nog meer belang aan dan aan de wijziging van dat KB, omdat men daarin de fijnstelling kan zien tussen de verschillende rollen die mensen kunnen spelen.

 

Het is waar dat er geen twee Nationale Banken zijn. In die zin is er dus geen concurrentie, maar het is wel zo dat de Nationale Bank verschillende petjes draagt. Ze moet toezien op de banken, ze is een studiecentrum, ze is beursgenoteerd en ze is verantwoordelijk voor het monetair beleid. Dat zijn verschillende petjes die af en toe in concurrentie met elkaar komen. De overheid draagt trouwens ook dubbele petjes. We zijn aandeelhouder en tegelijkertijd een soevereine staat. Dat is niet altijd evident, zo hebben wij de laatste jaren geleerd. Daarom roep ik op om in de tweede lezing van uw KB de maatregelen uit te breiden, zodat minstens wordt voorzien dat die mensen met kabinetskredieten moeten worden gefinancierd. Dat is een heel grote discussie. Ik denk dat het wetgevend kader inzake de Nationale Bank niet op punt staat. Het Parlement moet daarin verantwoordelijkheid nemen. Zolang mensen van de bank werken in de kabinetten, creëert dat minstens de schijn dat het juridisch wetgevend proces bemoeilijkt wordt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Met dank aan collega Van Hees eindigt de vergadering hier. De overige, niet-beantwoorde vragen worden uitgesteld wegens tijdsgebrek.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.13 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 13.