Commission des Finances et du Budget

Commissie voor Financiën en Begroting

 

du

 

Mercredi 28 juin 2023

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 28 juni 2023

 

Voormiddag

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 21 et présidée par Mme Marie-Christine Marghem.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.21 uur en voorgezeten door mevrouw Marie-Christine Marghem.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Vraag van Christian Leysen aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De begrotingscontrole en de aanpassing van het leefloon" (55036089C)

01 Question de Christian Leysen à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le contrôle budgétaire et l'adaptation du revenu d'intégration" (55036089C)

 

01.01  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de staatssecretaris, met de opvang van gevluchte Oekraïners doet ons land een enorme inspanning in het kader van dit ernstig geopolitiek conflict aan de poorten van Europa. Volgens de VN-Vluchtelingenorganisatie vangt België op dit moment ruim 70.000 Oekraïners op. Met een bevolking van 11 miljoen inwoners vangt België in verhouding dus meer Oekraïners op dan Frankrijk en Nederland.

 

Deze ondersteuning is uitermate belangrijk, maar brengt ook belangrijke budgettaire kosten met zich mee, die worden opgevangen door de Oekraïneprovisie. Geld dat naar levensonderhoud gaat, kan dan ook niet worden besteed aan andere manieren om Oekraïne te ondersteunen. Bovendien kan de oorlog nog even aanslepen. De opgevangen Oekraïners zijn daarom helaas nog even aangewezen op een verblijf in België.

 

Het maatschappelijk integreren van deze mensen wordt dan ook steeds belangrijker. Vandaag is men daar in dit land nog niet helemaal in geslaagd. Dat ziet men aan de tewerkstellingscijfers. In Nederland is 46 % van de opgevangen Oekraïners aan het werk, in België slechts 20 %. Dit verbaast mij gezien de kwaliteit, het talent en het doorzettingsvermogen van de Oekraïners in bedrijfsomgevingen die ik in de voorbije vijftien jaar heb leren kennen en waarderen.

 

Als ik het goed begrijp, heeft onze regering een aantal ingrepen gedaan om de tewerkstelling van Oekraïners voor wie dat opportuun wordt geacht te faciliteren.

 

Mevrouw de staatssecretaris, de boodschap werken moet lonen, moet ook hier van toepassing zijn. Ik zou graag uw commentaar horen op de aanpassingen die inzake het leefloon zijn gedaan bij de begrotingscontrole, meer bepaald de hervorming van het equivalent leefloon voor tijdelijk ontheemde personen, en daaraan gekoppeld het verhoogde terugbetalingspercentage voor de OCMW’s.

 

01.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Leysen, uiteraard zal het equivalent leefloon veranderen vanaf 1 oktober 2023 voor de personen die op basis van de richtlijn 2011/55/EG het statuut van tijdelijk ontheemden hebben. U weet dat zij tot nu toe een toeslag kregen van 35 % tijdens de eerste vier maanden en 25 % vanaf de vijfde maand. Die regel wordt geschrapt. De terugbetaling naar de OCMW’s zal worden teruggebracht op 100 %.

 

Als ik naar de cijfers kijk, merk ik dat de toeslag van maart 2022 tot en met mei 2023 een budgettaire impact heeft van 78 miljoen euro. De hervorming van het systeem zal dus een aanzienlijke besparing met zich meebrengen.

 

Bovendien zetten wij in het systeem in op het begeleiden van meer mensen naar de arbeidsmarkt. Indien een GPMI wordt afgesloten, kan het OCMW een toeslag van 10 % aanvragen. Daarbovenop moet binnen de drie maanden na de toekenning van het statuut tijdelijke bescherming een inschrijving plaatsvinden bij de regionale arbeidsbemiddelingsdienst.

 

U merkt dat het systeem sterk zal veranderen vanaf oktober 2023.

 

01.03  Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de minister, ik dank u voor de verduidelijking.

 

Wij moeten onze bestedingen altijd kritisch onder de loep nemen en mogelijke perverse effecten vermijden, zodat mensen, zoals in andere sectoren, niet moeten aangeven dat zij wel willen werken, maar dat het hen meer kost om te werken dan om niet te werken. Ik heb er het volste vertrouwen in dat de Oekraïners die hier zijn een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan onze economische omgeving. Ik heb dat met eigen ogen gezien. Ik heb er dus het volste vertrouwen in dat het hier om een maatregel gaat die zowel voor de betrokkenen als voor de samenleving gunstig is.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De impact van de Europese begrotingsnormen voor België" (55036114C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het rapport van de Hoge Raad van Financiën" (55036170C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De begrotingsbesprekingen van de kern in de week van 17 april 2023" (55036173C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De begrotingsbesprekingen van de kern in de week van 17 april 2023" (55036175C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De sterke aangroei van de schulden van de deelstaten" (55036275C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het stabiliteitsprogramma van april 2023" (55036334C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De nieuwe Europese begrotingsregels" (55036399C)

02 Questions jointes de

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'incidence des normes budgétaires européennes pour la Belgique" (55036114C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le rapport du Conseil supérieur des Finances" (55036170C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les discussions budgétaires menées par le kern durant la semaine du 17 avril 2023" (55036173C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les discussions budgétaires menées par le kern durant la semaine du 17 avril 2023" (55036175C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La forte augmentation des dettes des entités fédérées" (55036275C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le programme de stabilité d'avril 2023" (55036334C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les nouvelles règles budgétaires européennes" (55036399C)

 

02.01  Sander Loones (N-VA): Ik verwijs naar de schriftelijke voorbereiding van mijn vragen.

 

Mevrouw de staatssecretaris,

 

De Hoge Raad voor Financiën maande aan dat er 12 tot 16 miljard euro extra inspanning zou moeten geleverd worden om een Europese veroordeling te vermijden. De Europese Commissie kijkt immers vanaf volgend jaar opnieuw strenger naar de ¬begrotingen van de lidstaten, nadat ze tijdens de coronaperiode milder heeft opgetreden.

 

Uitgaande van de economische vooruitzichten van het Planbureau van februari zou de vereiste bijkomende structurele inspanning zelfs eerder tussen de 13 miljard euro (= 2,1 % bbp 2023-2026 volgens traject 2) en ruim 17 miljard euro (= 2,8 % bbp 2023-2026 volgens traject 3) liggen om een Europese veroordeling te vermijden.

 

Die bijkomende inspanning komt bijna uitsluitend op conto van de federale regering, want de tekorten in de deelstaten lopen globaal terug of blijven stabiel.

 

België moet de Commissie tegen het einde van deze maand laten weten welk traject het zal afleggen tot 2026 om de overheidsfinanciën te verbeteren. De Hoge Raad van Financiën (HRF) heeft daarom vrijdag 07.04.2023 in een rapport de mogelijke scenario's op een rijtje gezet voor hoe ons land aan een Europese veroordeling kan ontsnappen. Cruciaal is dat het overheidstekort in 2026 opnieuw minder bedraagt dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en dat de schuld geloofwaardig vermindert.

 

Graag stel ik u volgende vragen:

 

1/ Hoe beoordeelt u bovengenoemde analyses van de Hoge Raad voor Financiën en het Planbureau? Werden die analyses reeds besproken in de (kern) van de regering? Zo ja, wat waren de conclusies?

 

2/ Deelt u de analyse van vicepremier Dermagne dat bijkomende inspanningen slechts met hogere belastingen kunnen geleverd worden?

 

3/ Meent u dat bij deze extra inspanning de verdeelsleutel uit het regeerakkoord (een derde besparingen, een derde nieuwe belastingen, een derde diverse maatregelen) moet gehanteerd worden?

 

Mevrouw de staatssecretaris,

 

Op 24 april 2023 zou het nieuwe rapport van de Hoge Raad van Financiën besproken worden op het overlegcomité. 

 

Graag leg ik u volgende vraag voor:

 

1/ Wat werd precies besproken over dit rapport op dit overlegcomité?

 

2/ Welk standpunt nam de federale regering in hierover op het overlegcomité?

 

Mevrouw de staatssecretaris,

 

In de vragensessie van 19.04.2023 gaf u meermaals aan meer info te kunnen verschaffen als antwoord op mijn vragen na de kern op het einde van de week van 17 april 2023: 

 

- “De gesprekken over de verschillende trajecten zullen deze week in het kernkabinet worden gevoerd. Ik zal u zeker op de hoogte houden van de uitkomst van die discussies.”

 

- “De werkzaamheden in voorbereiding van het stabiliteitsprogramma lopen en in juli verwachten we een nieuw rapport van het Monitoringcomité. U hebt de Europese regels aangehaald, mijnheer Loones, we kennen die ondertussen allemaal. Ik zal communiceren over wat er in het stabiliteitsprogramma staat na de kern voorzien voor deze week.”

 

Graag pols ik hier verder naar en leg u volgende vragen voor: 

 

1/ Welke uitkomst hadden de gesprekken over de trajecten inzake de indiening van het stabiliteitsprogramma (en dus de meerjarenbegroting) aan de Europese Commissie? Welk traject verkiest de regering?

 

2/ Wat is besproken op die kern over begrotingstekort?

 

3/ Welke positie neemt de federale regering in over het Europees begrotingskader?

 

Ik heb dezelfde vraag, met nummer 55036175C ook gericht aan minister Van Peteghem.

 

Mevrouw de staatssecretaris

 

De Europese Commissie is volop bezig met de opmaak van nieuwe Europese begrotingsregels voor de Europese lidstaten. Over de voorgaande regels rezen steeds meer stemmen op sinds de coronacrisis dat deze achterhaald waren en bijgeschaafd dienden te worden.

 

Landen met een begrotingstekort hoger dan 3 % van het bbp zouden moeten jaarlijks minstens 0, 5% van het bbp van dat saldo afkrijgen. Ook moet er een geloofwaardig meerjarenplan uitgestippeld worden om de overheidsschuld significant te doen afnemen.

 

Uit wat nu op tafel ligt, kan afgeleid worden dat dit een enorme budgettaire impact zou hebben op België: er zou namelijk 0,8 % van het bbp (en dus niet 0;5 % van het bbp) of 5 miljard euro per jaar moeten bespaard worden zodat het hoge begrotingstekort zou dalen. De slechte uitgangspositie van België zorgt er immers dat België een van de zwaarste inspanningen zou moeten leveren van de hele EU.

 

Graag stel ik u hierover de volgende vragen:

 

1/ Heeft de federale regering al een standpunt ingenomen over die nieuwe Europese begrotingsregels? Zo ja, kan u dit standpunt meegeven?

 

2/ Welke aandachtspunten wil de regering meegeven (en heeft al meegegeven) aan de commissie hierover?

 

3/ Hoe zal de regering omgaan met die nieuwe begrotingsregels opdat aan die nieuwe eisen zal worden voldaan?

 

4/ Op de ministerraad van 28.04.2023 keurde de regering het begrotingstraject goed voor de komende jaren. En er zou vanaf 2024 een totale jaarlijkse inspanning van 0,8 % van het bbp gedaan worden. Hoe plant de regering dit concreet (m.a.w. met welke maatregelen) aan te pakken? Welke extra structurele maatregelen neemt deze regering deze legislatuur nog om de oefening de komende jaren te helpen realiseren?

 

02.02  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, de gemeenschappen en gewesten zien hun schulden veel sneller stijgen dan de federale overheid. Dat schrijft De Tijd op basis van cijfers van de Nationale Bank. De schuld van de gemeenschappen en gewesten groeide tussen 2018 en 2022 met maar liefst 60 %. Vlaanderen en vooral Brussel zagen de overheidsschuld snel stijgen. De snel toenemende schuld van de deelstaten is uiteraard te wijten aan de grote begrotingstekorten. Bij ongewijzigd beleid zien de gemeenschappen en gewesten tussen nu en 2031 hun schuldgraad nog verder stijgen. Dat blijkt uit projecties van de Nationale Bank.

 

Ten eerste, hoe reageert u op die vaststellingen?

 

Ten tweede, het Rekenhof herinnert er steeds weer aan dat de Europese Commissie al meermaals het gebrek aan begrotingscoördinatie tussen de Belgische overheden heeft gehekeld. Wat is uw visie en wat is de visie van de federale regering op de begrotingscoördinatie?

 

Ten derde, de regionale schulden en tekorten worden, vooral in Wallonië en Brussel, stilaan onhoudbaar. Hoe kunnen die deelstaten geresponsabiliseerd worden?

 

Wat het stabiliteitsprogramma betreft, in de Europese Unie dienen de lidstaten elk jaar uiterlijk tegen eind april hun begrotingsplannen voor de komende drie jaar op te maken. Die oefening is gebaseerd op regels voor economisch bestuur in het stabiliteits- en groeipact. Lidstaten die de euro gebruiken, dienen dus stabiliteitsprogramma’s in die gebaseerd zijn op door onafhankelijke instanties opgestelde of minstens goedgekeurde macro-economische prognoses.

 

De federale regering overweegt de inspanning volgend jaar te beperken tot 1,2 miljard of 0,2 % van het bbp. Dat blijkt uit het ontwerp van stabiliteitsprogramma dat eind april 2023 werd ingediend bij de Europese Commissie. Dat is veel minder dan de inspanning van minstens 2,2 miljard boven op de jongste begrotingscontrole die de Hoge Raad van Financiën aanbeveelt. Zo schrijft De Tijd.

 

Mevrouw de staatssecretaris, kunt u het bericht in De Tijd bevestigen? Klopt het dat de federale regering de inspanning in 2024 wil beperken tot 1,2 miljard?

 

Hoe verantwoordt u het feit dat er wordt afgeweken van het advies van de Hoge Raad van Financiën?

 

02.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, mijnheer Vermeersch, wat de vragen in verband met het stabiliteitsprogramma en het Europees begrotingskader betreft, kan ik alleen maar herhalen wat ik in voorgaande commissievergaderingen reeds gezegd heb. Wij hebben gewerkt naar dezelfde doelstelling als de Hoge Raad van Financiën en conform de instructies van de Europese Commissie hebben we een traject uitgewerkt dat het nominale tekort in 2026 onder de 3 % van het bbp kan brengen.

 

Het traject van de gezamenlijke overheid werd opgemaakt door aan het eigen traject van entiteit 1 de eigen trajecten van de overheden van entiteit 2 toe te voegen. Met het oog op het terugbrengen van het nominale tekort van de gezamenlijke overheid tot onder de referentiewaarde van 3 % van het bbp in 2026 heeft de federale regering zich geëngageerd tot een bijkomende inspanning voor entiteit 1 van respectievelijk 0,2 %, 0,8 % en nogmaals 0,8 % van het bbp in de periode 2024 tot 2026.

 

Die inspanning komt boven op de inspanning die tijdens deze legislatuur al gerealiseerd werd; dat is wel van belang, mijnheer Vermeersch. In het regeerakkoord werd vastgelegd dat in de periode 2021-2024 een jaarlijkse vaste budgettaire inspanning van 0,2 % bbp zou worden geleverd. Op het einde van die periode loopt de vaste inspanning dus op tot 0,8 % van het bbp.

 

Daarnaast voorziet het regeerakkoord in een extra jaarlijkse variabele inspanning die afhankelijk is van de economische groei en het economisch herstel. Nadat bij de opmaak van de initiële begroting 2022 tot een bijkomende variabele inspanning van 0,3 % werd beslist, werd die bij de opmaak van de begroting 2023 aangevuld met een bijkomende variabele inspanning van 0,27 % voor de jaren 2023 en 2024.

 

Bij de begrotingscontrole 2023 werd tot een bijkomende inspanning beslist van respectievelijk 0,1 % in 2023 en 0,2 % in 2024, ofwel 0,3 % op kruissnelheid in 2024.

 

Voor 2024 besliste de federale regering dus in het kader van het stabiliteitsprogramma om een bijkomende inspanning te leveren van 1,2 miljard euro boven op de inspanning van 1,8 miljard, waartoe in maart tijdens de begrotingscontrole werd beslist. Over de concrete invulling van die bijkomende inspanning van 0,2 % van het bbp zou worden beslist in het kader van de opmaak van de begroting 2024. De totale inspanning voor 2024 zal, wanneer we rekening houden met de beslissingen van het regeerakkoord en de begrotingsrondes in de afgelopen jaren, 4,9 miljard euro of circa 0,8 % van het bbp bedragen. De totale inspanning van de federale regering tijdens deze legislatuur zal circa 11 miljard euro bedragen. De federale regering neemt dus haar verantwoordelijkheid op. De inspanningen zullen, zoals u ondertussen al weet, worden verdeeld over de uitgaven, de inkomsten en diversen.

 

Wat het Europese begrotingskader betreft, werken we intern Belgisch aan een formeel standpunt. De teksten van de Europese Commissie worden momenteel in technische werkgroepen verduidelijkt. Daarnaast worden ook nog nieuwe simulaties van de Europese Commissie betreffende de impact van het nieuwe begrotingskader ingewacht. In het kader van de voorbereiding van de Ecofinraad van juni werden in de DGE lines to take afgesproken met alle entiteiten.

 

U had ook een vraag in verband met de stijgende schulden van de gemeenschappen en gewesten ten gevolge van grote begrotingstekorten en de nood aan begrotingscoördinatie. In de voorstellen die de Europese Commissie in april op tafel heeft gelegd, stelt ze voor dat alle lidstaten, dus ook België, over één enkel meerjarig plan met de Europese Commissie onderhandelen, dat niet enkel budgettaire verbintenissen, vertaald via een meerjarige uitgavennorm, maar ook hervormings- en investeringsverbintenissen bevat. Als dat voorstel het haalt, zullen wij er hoe dan ook niet omheen kunnen met alle overheden van het land opnieuw samen aan tafel te zitten en een debat te voeren over een gezamenlijk pad naar houdbare publieke financiën. Ik blijf die gesprekken voeren met de deelstaten.

 

02.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in mijn woonplaats gaat men op bedevaart naar het Willibrordusputje. Daarbij wandelen de deelnemers door de mooie velden en bidden ze de rozenkrans. We kennen uw rozenkrans, die u consequent herhaalt, namelijk de rozenkrans van de vaste en de variabele inspanningen.

 

Alleszins valt mij de stelligheid op waarmee u sommige zaken naar voren brengt. U zegt dat de regering een inspanning van 11 miljard zal leveren en dat er in de toekomst 4 miljard zal vrijgemaakt worden, terwijl we hier van simulaties spreken waarvan de zekerheid nog zal moeten blijken. U zegt dat de federale overheid haar verantwoordelijkheid neemt en dat de regering naar hetzelfde doel werkt als dat van de Hoge Raad van Financiën. Het enige probleem is dat niemand u gelooft. Geen enkele internationale instelling of expert gelooft wat u zegt.

 

Er waren de OESO-rapporten en van de Nationale Bank was er afgelopen vrijdag de verklaring dat de structurele inspanning voor 2024 minimaal tot nihil is. We zullen het daar straks in commissie nog over hebben.

 

Ik begrijp dat u dat verhaal brengt en dat u de rozenkrans bidt. Dat is uw rol en ook uw taak. De geloofwaardigheid ervan is echter, zoals de Nationale Bank zegt, minimaal tot nihil.

 

02.05  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u eindigde met de mededeling dat u de gesprekken zult blijven voeren. U blijft erin geloven, tegen beter weten in waarschijnlijk. Immers, het traject dat u voorstelt, is ruimschoots onvoldoende, zoals u zelf natuurlijk ook weet. Het traject is bovendien helemaal niet afgestemd. Het samenwerkingsfederalisme, waar u nog in gelooft, werkt ook op dat punt helemaal niet. Er is in dit land helemaal geen buffer voor wanneer de zaken weer eens slecht gaan.

 

U spreekt over inspanningen, maar wat wij per saldo zien, zijn enkel oplopende tekorten en schulden, ook bij de deelstaten. Wie ook de volgende regering vormt en erin aan de slag gaat, zal vele miljarden euro’s moeten zoeken.

 

Ze zal pijnlijke beslissingen tot sanering op de kap van de eigen bevolking moeten nemen. Ik hoop dat de kiezer dat volgend jaar inderdaad zal begrijpen en de regering daarvoor afstraffen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De nieuwe bijeenkomst van het Overlegcomité over hangende interfederale dossiers" (55036259C)

03 Question de Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le nouveau Comité de concertation relatif aux dossiers interfédéraux pendants" (55036259C)

 

03.01  Wouter Vermeersch (VB): Dit onderwerp sluit bijna naadloos aan bij het vorige onderwerp, het samenwerkingsfederalisme.

 

Mevrouw de staatssecretaris, op 15 maart 2023 vond een Overlegcomité plaats over de hangende interfederale dossiers. De facturen van de inkomsten en de uitgaven worden tussen de deelstaten en het federale niveau heen en weer geschoven. Er werd echter opnieuw over geen enkel dossiers een akkoord bereikt. Bovendien was er begin april ook nog geen zicht op een nieuw Overlegcomité. Ik heb ondertussen de cijfers van u gekregen. Het gaat over vele miljarden euro’s aan inkomsten en uitgaven die heen en weer worden geschoven en waarover geen enkel akkoord wordt bereikt.

 

Mevrouw de staatssecretaris, wanneer vindt het eerstvolgende Overlegcomité plaats waarop deze hangende interfederale dossiers worden besproken? Is er ondertussen al een akkoord gevonden met de deelstaten over die interfederale dossiers? Zo ja, over welke dossiers en wanneer werd dat akkoord bereikt? Zo neen, wanneer beoogt u een akkoord te bereiken en over welke dossiers?

 

03.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik ben blij dat u keer op keer terugkomt op dit onderwerp, want het is wel degelijk een probleem.

 

In totaal gaat het voor 2023 over 1,8 miljard euro: voor de plasticbijdrage 149 miljoen euro, voor de verdeling van de ETS-middelen 541 miljoen euro, voor de vaccins en de testing 170 miljoen euro, voor de daling van de geraamde ontvangsten uit het Europees Herstelfonds 259 miljoen euro, voor de multibandveiling 70 miljoen euro, voor de kasmatige gevolgen van de overdracht van de RIZIV-bevoegdheden 704 miljoen euro.

 

Ik val steeds van mijn stoel als blijkt dat de deelstaten hun verantwoordelijkheid niet willen nemen. De federale overheid heeft bijvoorbeeld alles van de vaccins geprefinancierd. De deelstaten hebben daarvan tot november 2022 slechts 20 % terugbetaald. Ik verwacht dat de deelstaten de afspraken respecteren en hun deel vanaf december 2022 ook eindelijk betalen.

 

Sommigen beweren dat het huidige federale systeem niet werkt, maar dat is niet juist. Het geeft de indruk dat bepaalde mensen niet willen dat dit werkt. Als dat zo is, is dat misbruik maken van ons federaal systeem.

 

Ik geef u verder nog mee dat er momenteel geen nieuw Overlegcomité voorzien is.

 

03.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, u bevestigt dat dit effectief nog steeds over miljarden gaat. Inkomsten en uitgaven per saldo is natuurlijk iets anders, maar er blijven zaken heen en weer geschoven worden.

 

Een deel van het probleem oplossen, is natuurlijk het probleem erkennen. Een deel van het probleem erkent u. U geeft aan dat het feit dat de dossiers zich opstapelen, met de bedragen waarover het gaat, het zijn materiële bedragen, problematisch is. Daar zit u juist.

 

Voor ons is dit een zoveelste symptoom van de Belgische ziekte. Het is een bewijs dat België niet meer werkt. U zegt dat een aantal stemmen wil dat het systeem niet werkt, dat het bijna sabotage is. U hebt dat woord niet gebruikt, maar u hebt wel duidelijk gewezen naar de deelstaten, die volgens u niet willen dat het systeem werkt. Ik vermoed dat u vooral naar Vlaanderen wijst, omdat daar Vlaams-nationalisten mee in de regering zitten.

 

Een probleem oplossen, is ook het probleem erkennen. Dat deel van het probleem erkent u niet. Het federale niveau wijst naar de deelstaten en de deelstaten wijzen naar het federale niveau. Voor ons is de conclusie duidelijk. Het hele samenwerkingsfederalisme werkt gewoon niet. Dat is de enige correcte conclusie. Blijkbaar weigert u echter om dat deel van het probleem te erkennen.

 

Ik zal u blijven op de hielen zitten met betrekking tot dit dossier. Ik vind het ook bijzonder problematisch dat die bedragen allemaal openstaan en dat u hier in juni moet zeggen dat er eigenlijk geen Overlegcomité meer heeft plaatsgevonden sinds maart en dat er ook helemaal geen Overlegcomité in het verschiet ligt. Het gaat over vele honderden miljoenen euro, over miljarden euro als wij het bekijken over meerdere jaren. En eigenlijk ligt daar niemand wakker van.

 

Dat is bijzonder problematisch en komt eigenlijk neer op het wat wegmoffelen van de hele problematiek. Als er niet over wordt gepraat, bestaat het probleem zogezegd niet, maar onder andere het Rekenhof is daar zeer duidelijk over in de commentaren die wij telkens ontvangen, zowel bij de begroting als bij de begrotingscontrole. Die dossiers worden door het Rekenhof systematisch opgelijst en ook het hof erkent dat het problematisch is dat er over dergelijke zaken geen akkoord kan worden gevonden. Dat wordt dus zeker en vast vervolgd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De oprichting van een interfederaal compensatiefonds" (55036262C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De oprichting van een interfederaal compensatiefonds" (55037651C)

04 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La création d'un fonds interfédéral de compensation" (55036262C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La création d'un fonds de compensation interfédéral" (55037651C)

 

04.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, dit is nog zo'n symptoom van België. De Waalse minister van Financiën en Begroting wil een interfederaal compensatiefonds oprichten zodat “elke entiteit volledig verantwoordelijk is voor de gevolgen van haar beslissingen”. Zijn kabinet maakte bekend dat hij het project naar zijn ambtgenoten had gestuurd met het oog op de volgende interministeriële conferentie op 24 april.

 

De Waalse minister van Financiën en Begroting stelt vast dat "de federale staat sinds enkele jaren een reeks van zijn bevoegdheden overdraagt aan de gewesten en lokale overheden die geen andere keuze hebben dan budgetten vrij te maken om diensten aan de burgers te blijven verlenen". Hij heeft het over onder andere het leefloon, de pensioenen en de financiering van politiezones. De oprichting van een interfederaal compensatiefonds, waarbij wie een maatregel uitvaardigt die de begroting van een andere entiteit treft, betaalt, zou volgens de Waalse minister van Financiën en Begroting een antwoord kunnen zijn. 'Dit is niets meer en niets minder dan 'wie bepaalt betaalt'.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hebt u kennisgenomen van het project van uw Waalse ambtsgenoot? Wat is het standpunt van de federale regering over dit interfederaal compensatiefonds? Belga meldt hierbij het volgende: “Het is de bedoeling dat een onafhankelijk orgaan, zoals het Rekenhof, nog dit jaar de transfers tussen de entiteiten objectiveert.” Hoe en op welke manier zullen deze transfers worden geobjectiveerd? Gaat het dan ook om een objectivering van álle Vlaams-Waalse transfers, dus ook van de transfers in de begroting, de sociale zekerheid, de dotaties aan de gemeenschappen en gewesten en de rentetransfers?

 

04.02  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u hebt in het kader van de begrotingsdebatten al uitgebreid geantwoord over het interfederaal compensatiefonds.

 

Ik heb de vraag echter aangehouden om twee redenen. Ten eerste, dit blijft circuleren in de pers. U had in de commissie heel duidelijk aangegeven dat dit niet kan, dat het eventueel alleen kan via een bijzondere wet. De bijzondere financieringswet zou daarvoor moeten worden aangepast. Als men dat zou proberen doen via een gewone wet, zou men een gevaarlijk precedent scheppen en zou men het hele systeem op losse schroeven zetten. Ik heb de vraag aangehouden omdat dit, ondanks uw antwoord, toch in de media blijft verschijnen. Werd dat besproken op de ministerraad? Wat waren de reacties? Zijn de kranten juist of werd die vraag vanuit de deelstaten intussen ingetrokken?

 

De tweede reden is omdat ik anticipeer op het debat van daarnet over de niet-betaalde facturen. U verwijst heel terecht naar de verantwoordelijkheid die iedereen wil nemen, maar ik begrijp de vertaling niet als dat dan een vingerwijzing zou zijn naar Vlaanderen. Een interfederaal compensatiefonds is een typisch voorbeeld. De Vlaamse regering heeft daarvan al gezegd dat ze dat niet moeten hebben, dat ze geen vragende partij is. Indien het er echter komt, moet het voor iedereen gelijk zijn.

 

Dat zien wij ook bij de interfederale facturen. Wallonië krijgt ze niet betaald. Het federale niveau springt bij. Op dat moment stelt Vlaanderen dat de behandeling voor iedereen gelijk moet zijn.

 

Mijnheer Vermeersch, ik weet niet of dit uw voorstel is, namelijk dat de Waalse facturen wel worden betaald door de federale overheid, maar dat Vlaanderen ze uit eigen zak zou moeten betalen. Dat lijkt mij een bijzondere redenering.

 

04.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Vermeersch, mijnheer Loones, het zijn allemaal heel goede vragen vandaag. Het betreft immers de keerzijde van de medaille van de vorige vraag inzake compensatie.

 

Voor het voorstel tot de oprichting van een interfederaal compensatiefonds verwijs ik naar de artikelen 175 en volgende en in het bijzonder naar artikel 177 van de Grondwet. Daarin wordt de financiering van de gemeenschappen en gewesten geregeld bij bijzondere meerderheid, zoals bepaald in artikel 4 van de Grondwet.

 

Het algemene principe is dat de financiering van de gemeenschappen en gewesten, met uitzondering van de Duitstalige Gemeenschap, wordt geregeld door een wet, goedgekeurd met bijzondere meerderheid. Dat principe wordt ook gehanteerd door de Raad van State.

 

In de praktijk zien wij dat van dat principe soms wordt afgeweken, bijvoorbeeld in de vorm van samenwerkingsakkoorden voor de verdeling van de ontvangsten uit emissierechten.

 

Ik kan u bevestigen dat het oprichten van een dergelijk fonds zonder goedkeuring bij bijzondere meerderheid botst met de Grondwet.

 

Inhoudelijk zou het ook een fundamentele afwijking betekenen van het basisprincipe van ons federalisme, gebaseerd op de principes van autonomie, participatie en verantwoordelijkheid.

 

Mijnheer Loones, ik heb de analyse niet gedeeld binnen de regering, aangezien het voorstel van Wallonië ook nog niet werd besproken binnen de federale overheid. Het is aan de Waalse overheid om het voorstel nader uit te werken en eventueel op een volgend Overlegcomité te agenderen.

 

04.04  Wouter Vermeersch (VB): Collega Loones, u kent onze voorstellen. We zouden al kunnen beginnen met de fameuze resoluties van het Vlaams Parlement over onder andere de uitbouw van de fiscale en financiële autonomie van de deelstaten uit te voeren. Zo kan iedereen zijn eigen boontjes doppen met eigen inkomsten en uitgaven. Dat zorgt pas voor responsabilisering.

 

Ik moet u ook niet vertellen dat in er in 2021 maar liefst 7,6 miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië vloeide door transfers in de federale begroting, sociale zekerheid en dotaties aan de gemeenschappen en gewesten. Ik moet u dat ook niet vertellen, mevrouw de staatssecretaris, maar u hebt deze cijfers misschien iets minder in uw hoofd dan collega Loones. Bij deze transfers komt nog een bijkomende rentetranfer van 5,3 miljard euro, waardoor de totale transfer opliep tot 12,9 miljard euro. Dat zijn nog relatief conservatieve bedragen. Dat kan tellen als compensatie voor het Waalse PS-beleid. Als u mijn partij aan de bestuursknoppen zet, zouden wij alvast beginnen met deze transfers aan te pakken. Laat ons dus daarvan eerst werk maken.

 

Ik stel ook vast dat u in uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris, brandhout maakt van dit voorstel van uw Waalse collega. Dat is een goede zaak. Er zijn al veel te veel transfers in dit land. Laat ons eerlijk zijn en deze transfers zo snel mogelijk afschaffen. Laat ons, als Vlaamsgezinde partijen, de handen in elkaar slaan en daarvan werk maken.

 

04.05  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik wil twee punten aanhalen. Ten eerste, het is grappig dat Vlaams Belang verwijst naar de Vlaamse resoluties. Ze hebben die immers zelf niet goedgekeurd. Het is echter goed om te weten dat dat nu de referentie geworden is voor een actie van het Vlaams Belang. Dat is interessant.

 

Ten tweede, u zegt dat het compensatiefonds nog niet in de regering werd besproken, omdat dat nog niet op tafel ligt. Ook dat is interessant. Niemand heeft dat dus op tafel gelegd. We lezen echter constant in de pers dat minister Van Peteghem op zoek zou zijn naar methodes om toch maar de centen aan Wallonië te kunnen geven. Het lijkt dus dat er toch over wordt gesproken.

 

Ik weet evenwel dat u standvastig bent en juridisch zeker de juiste analyse maakt. Te gepasten tijde, wanneer u daartoe de kans hebt, zult u dat ongetwijfeld verder opnemen binnen de federale regering.

 

04.06 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, voor de volledigheid van het antwoord, dat is wel op een interministeriële conferentie aan bod gekomen, maar het was laattijdig ingediend. Er werd dus een nota voorgelegd, waarover we wel konden spreken, maar niets beslissen. Het moet later nog op een Overlegcomité komen. Die nota moet dus worden herwerkt en tijdig worden ingediend. Het is niet op de ministerraad besproken.

 

04.07  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, daarmee antwoordt u op wat ik nog zeer expliciet wilde vragen. Het is dus wel besproken op een interministeriële conferentie en komt aan bod op het Overlegcomité. In het kader van de taxshiftdiscussies is het door de PS of een andere partij echter nog niet op tafel gelegd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De stijgende rente op het Europees herstelfonds" (55036625C)

05 Question de Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La hausse des taux d'intérêt applicables au fonds de relance européen" (55036625C)

 

05.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ook de Europese Unie wordt geconfronteerd met stijgende rentetarieven, al had ze daar geen rekening mee gehouden, op het coronaherstelfonds van ruim 800 miljard euro dat in 2020 werd opgericht om de economische impact van de autoritaire coronamaatregelen op te vangen.

 

De Europese Commissie had de stijgende rente dus niet voorzien en weigert duidelijkheid te verschaffen over de omvang van de renteproblematiek. Het Europees Parlement heeft nog geen gedetailleerde informatie ontvangen over deze miljardentransacties. De Europese Commissie overweegt ondertussen de invoering van nieuwe Europese belastingen, zoals een extra CO2-heffing, een EU-belasting voor grote bedrijven of een verhoging van nationale belastingen voor hogere inkomens.

 

Hoe beoordeelt u de renteproblemen van het Europees Herstelfonds?

 

Hebt u zelf zicht op de omvang van de renteproblematiek en kunt u het Parlement een gedetailleerd overzicht bezorgen van deze miljardentransacties?

 

Wat is de mogelijke impact van de renteverhogingen en de noodzaak van extra financiering voor het Herstelfonds op de nationale begroting? In verdere vragen kom ik trouwens nog terug op nieuwe vragen om geld van de EU.

 

Moet de oplossing voor de renteproblematiek volgens u worden gezocht in een vermindering van de Europese uitgaven of een vermeerdering van de inkomsten, nieuwe Europese belastingen dus?

 

Is er, gegeven de Belgische begrotingscontext en de forse belastingdruk in dit land – dan druk ik mij nog zacht uit – ruimte voor nieuwe Europese belastingen? Zijn er specifieke belastingvoorstellen, zoals een extra CO2-heffing, een EU-belasting voor grote bedrijven of het verhogen van nationale belastingen voor de hoogste inkomens, waar de regering zich achter schaart of zich juist tegen verzet?

 

05.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, de rentevoeten stijgen en hebben een hoger niveau bereikt dan toen beslist werd om het Europees Herstelfonds op te richten. Dat maakt dat de intrestlasten inderdaad hoger zijn dan initieel geraamd. Dat geldt niet enkel voor de rente op de leningen van het Europees Herstelfonds, maar ook voor andere leningen op Europees, nationaal of regionaal niveau.

 

De exacte omvang is nog onzeker en hangt onder andere af van de specifieke marktsituatie en de specifieke transacties. De Europese Commissie raamt de impact momenteel op een bijkomende 18,9 miljard euro voor de periode tot en met 2027, maar dat kan mogelijk oplopen tot 27 miljard euro.

 

In het voorstel dat de Europese Commissie publiceerde in verband met een herziening van het meerjarig financieel kader, voorziet ze om de meeruitgaven ten gevolge van de hogere intrestlasten te financieren via een bijkomende bni-bijdrage van de lidstaten. Voor België komt dit neer op circa 660 miljoen euro voor de periode 2024-2027 of circa 165 miljoen euro extra per jaar. Dan heb ik het specifiek over de intrestlasten.

 

Voor het huidig meerjarig financieel kader wenst de Europese Commissie de meeruitgaven te financieren via een bijkomende bni-bijdrage van de lidstaten. Vanaf het volgend meerjarig financieel kader zijn er drie mogelijkheden om NextGenerationEU terug te betalen, met name via de bni-bijdrage, via een besparing op bestaande programma’s of via de invoering van nieuwe eigen middelen, zoals een carbon border adjustment mechanism en de uitbreiding van het ETS naar gebouwen en wegtransport.

 

De concrete positionering over het globale pakket aan nieuwe eigen middelen, dat een update kreeg op 20 juni 2023, zal worden geanalyseerd en overwogen op het moment waarop er meer duidelijkheid is over de technische aspecten van deze voorstellen. Dat zal uiteraard gebeuren in nauw overleg met de deelentiteiten.

 

Daarnaast is het natuurlijk belangrijk dat de Europese Commissie ook voor zichzelf de redeneringen toepast die ze voor de lidstaten gebruikt, met name de eigen prioriteiten onder de loep nemen, inzetten op een zo efficiënt en doelmatig mogelijke besteding van de middelen voor deze prioriteiten, besparingen en hervormingen.

 

05.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het is ook voor u duidelijk dat de Europese Unie afstevent op een groot financieel probleem. De honderden miljarden hadden al veel vroeger opgehaald moeten worden. De renteverhogingen waren een jaar geleden al onvermijdelijk.

 

De Europese Commissie weigert ondertussen klaarheid te scheppen en duidelijke cijfers te geven over hoe groot het rentedrama precies is.

 

Ik vind het eigenlijk onvoorstelbaar dat u als nationaal minister, als nationaal verantwoordelijke, geen exacte cijfers hebt. U hebt daar blijkbaar ook geen zoektocht naar gevoerd. Ik vind het ook onvoorstelbaar dat u als liberaal niet uitdrukkelijk afstand neemt van nieuwe Europese belastingen.

 

U noemde een bedrag tussen 19 en 27 miljard euro. Dit is een ongelooflijke renteblunder die gemaakt is inzake het coronaherstelfonds. De Europese Commissie, het Europees Parlement en dergelijke meer verslikken zich in die oplopende rente op het coronaherstelfonds, terwijl iedereen die een beetje met de materie bezig is allang wist dat de rente aan het stijgen was en dat dit een uitdaging vormde voor dit fonds, waarvan de kostprijs ondertussen ruim 800 miljard euro bedraagt en dat tegen de zin van een aantal lidstaten werd opgericht om de economische klap van de autoritaire coronamaatregelen op te vangen.

 

De Europese Commissie leent nu geld op de kapitaalmarkten, met garanties van de lidstaten. Ook ons land staat in belangrijke mate garant voor dit bedrag. Het meeste geld gaat via subsidies, maar ook via giften, naar de lidstaten.

 

Nu wil men nieuwe Europese belastingen in het leven roepen. Wij van Vlaams Belang zullen ons daar uitdrukkelijk tegen verzetten. Wij vinden het ook niet kunnen dat Europa daar niet transparanter over is. Voor ons is het heel duidelijk, voor die renteblunder moeten de middelen in eigen huis worden gezocht. Er worden vele miljarden euro’s verspild in de Europese Unie. Daar moet het geld vandaan komen. Er moet dus heel kritisch gekeken worden naar de Europese uitgaven.

 

U moet van Europa een aantal spending reviews uitvoeren. Ik meen dat het nu aan de Europese Unie is om aan haar begroting een aantal spending reviews te wijden. Een euro kan men natuurlijk maar één keer uitgeven. Als de kosten oplopen, zoals dat hier het geval is, moet er gesneden worden in de uitgaven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het begrotingsakkoord inzake het krantencontract met bpost" (55036648C)

06 Question de Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le feu vert budgétaire et le contrat conclu avec bpost pour la distribution de journaux" (55036648C)

 

06.01  Sander Loones (N-VA): We weten dat bpost in slechte papieren zit. Er is een externe audit over het krantencontract bezig. De mediagroepen krijgen heel wat geld toegeschoven om die kranten te bedelen. Het gaat om honderden miljoenen euro’s.

 

Mevrouw de staatssecretaris, als dit dossier terug in de ministerraad komt, zult u er dan alles aan doen om daar geen aval aan te geven zolang die audit niet is afgerond en dus geen akkoord voor de begroting te geven?

 

06.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Met betrekking tot de dienstenconcessie voor de levering van kranten en tijdschriften kan ik u meegeven dat, overeenkomstig het KB van 3 april 2013, overheidsopdrachten en concessies alleen voor de lancering van de overheidsopdracht aan de ministerraad dienen te worden voorgelegd en dit alleen als bepaalde drempelbedragen overschreden zijn. Reglementair is er dus niet bepaald dat ontwerpen van gunningsbesluit voorafgaand aan de ministerraad worden voorgelegd. Dit betekent dat de ontwerpen van gunningsbesluit alleen dienen te worden voorgelegd aan de Inspectie van Financiën, overeenkomstig de regels, zoals bepaald in het KB van 20 mei 2022.

 

Specifiek voor deze dienstenconcessie werd in de schoot van de regering wel afgesproken dat er een audit zou worden georganiseerd. Voorafgaand aan de eventuele gunning zal dit auditverslag door de werkgroep Beleidscoördinatie worden besproken. Het verdere verloop van de gunningsprocedure zal dus onder meer afhangen van de resultaten van de gunning, zoals gereflecteerd in het auditverslag. Ik zal daarop niet verder vooruitlopen.

 

06.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor de procedureverduidelijking en de politieke stellingname die u in herinnering brengt, met name dat er wel degelijk afspraken zijn gemaakt en dat die audit eerst moet worden opgeleverd, vooraleer het proces kan worden beëindigd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Georges Dallemagne à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les revenus fiscaux sur les avoirs gelés russes en Belgique" (55036712C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La proposition visant à utiliser des actifs russes bloqués pour le budget européen" (55037714C)

07 Samengevoegde vragen van

- Georges Dallemagne aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De belastinginkomsten uit de bevroren Russische tegoeden in België" (55036712C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het voorstel om geblokkeerde Russische activa te gebruiken voor de Europese begroting" (55037714C)

 

07.01  Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la secrétaire d'État, c'est une double question que je vous pose aujourd'hui. Le 12 mai dernier, le gouvernement a décidé d'octroyer une nouvelle aide de 92 millions d'euros en soutien à l'Ukraine. La moitié de cette aide, soit 46 millions, est une aide militaire.

 

Première question – car on ne s'y retrouve pas toujours facilement dans les montants des aides qui ont été accordées par la Belgique à l'Ukraine – avec cette nouvelle aide, quel est le montant total de l'aide belge à l'Ukraine, y compris l'aide en Belgique pour la protection temporaire? C'est une information que j'ai beaucoup de mal à retrouver.

 

Ma deuxième question concerne le financement de cette nouvelle aide. D'après les informations communiquées par votre gouvernement, il s'agirait des revenus fiscaux sur les intérêts des avoirs russes gelés en Belgique. Pourriez-vous nous donner les détails des avoirs russes gelés en Belgique, des intérêts générés et des revenus fiscaux sur ces intérêts à ce jour ainsi que les revenus prévus pour cette année fiscale?

 

Où en est la discussion sur l'utilisation non seulement des revenus fiscaux mais aussi des intérêts et des avoirs gelés pour venir en aide à l'Ukraine, notamment dans le cadre de la reconstruction du pays? Est-il envisagé par votre gouvernement d'utiliser tout ou partie des intérêts sur les avoirs gelés ainsi que les avoirs eux-mêmes pour la reconstruction des infrastructures ukrainiennes dévastées par l'offensive russe? Quelles sont à ce sujet les discussions au niveau de la Commission européenne et des Nations Unies? Quelles seraient, le cas échéant, les bases légales et réglementaires qui seraient nécessaires pour l'utilisation de ces intérêts et de ces avoirs gelés en Belgique?

 

07.02  Wouter Vermeersch (VB): De geldhonger van Europa is niet te stoppen en ook hier hebben we weer een extra voorbeeld. De federale regering rekent in haar begroting op 625 miljoen euro extra vennootschapsbelasting, die in 2023 wordt geïnd op de intresten van bevroren Russische tegoeden. De financiële sancties tegen Rusland dikken de balans van Euroclear aan en die groep kan de gelden beleggen en dus extra financiële resultaten behalen, wat de vennootschapsbelasting aanzienlijk opdrijft.

 

Ondertussen heeft ook Europa haar oog op die vele Russische miljarden laten vallen. De Europese Commissie bestudeert momenteel een manier om die uitzonderlijke winsten af te romen die effectenhuizen als Euroclear, maar ook het Luxemburgse Clearstream, boeken. De Europese Commissie zal daartoe voor het zomerreces een voorstel presenteren over de inzet van de opbrengsten van de geblokkeerde Russische activa voor de wederopbouw van Oekraïne. Volgens de Commissie kunnen de opbrengsten een van de financieringsbronnen vormen voor de nieuwe faciliteit voor Oekraïne, een zoveelste Europees fonds dat tot 2027 50 miljard euro steun moet verstrekken aan het land, zowel voor dringende financieringsnoden als voor wederopbouw.

 

Mevrouw de staatssecretaris, in hoeverre is het voorstel van de Europese Commissie in tegenspraak met de plannen van de federale regering? De geblokkeerde Russische activa, en zeker de opbrengsten ervan, kunnen natuurlijk slechts eenmaal worden aangewend. Moeten die Russische tegoeden, en zeker de opbrengsten ervan, uiteindelijk toekomen aan de Belgische of aan de Europese begroting? Dat is de vraag die wij ons stellen.

 

07.03  Alexia Bertrand, secrétaire d'État: Monsieur Dallemagne, je répondrai d'abord à votre première question sur la nouvelle aide de 92 millions d'euros. Un accord a été conclu au sein du gouvernement le 12 mai sur la répartition du budget dans le cadre de la mise à disposition des moyens à l'Ukraine. Il ne s'agit pas ici d'un soutien supplémentaire, l'allocation de ces fonds avait déjà été décidée au moment du contrôle budgétaire de mars.

 

Le total de la provision Ukraine en 2023 reste de 613 894 000 euros en engagement et de 624 473 000 euros en crédits de liquidation. De ce montant, 105,5 millions d'euros ont été prévus pour l'équipement militaire – c'est la ligne 32 du tableau budgétaire –, 407,5 millions d'euros sont affectés aux revenus d'intégration sociale – ce sont les lignes 33 et 34 du tableau – et 112 millions d'euros pour d'autres soutiens: aide humanitaire, affaires étrangères, reconstruction, etc.

 

Uw overige vragen en ook de overige vragen van de heer Vermeersch gaan over de Europese discussies, discussies met de VN en het voorstel van de Europese Commissie en daarvoor moet ik u verwijzen naar mijn collega-minister Van Peteghem, aangezien hij die discussies opvolgt en bevoegd is voor die gesprekken met de Europese Commissie. Met mijn excuses, maar die besprekingen met de Europese Unie komen mij niet toe.

 

07.04  Georges Dallemagne (Les Engagés): Merci, madame la secrétaire d'État. Concernant la première question, si je note bien, l'aide décidée par le gouvernement dans la provision 2023 de 614 millions d'euros – en arrondissant un tout petit peu – est finalement inférieure au revenu des intérêts des avoirs gelés qui est de 650 millions. Je note au passage que la Belgique va avoir, grâce aux fonds gelés, des revenus supérieurs à ses dépenses en 2023. Je le regrette profondément. Je pense que ce n'est déontologiquement et éthiquement pas acceptable.

 

Concernant la deuxième question, certes, il y a la discussion au niveau européen, mais je vous demandais également le détail à ce jour et pour l'année fiscale 2023 des intérêts et des revenus fiscaux sur ces intérêts ainsi que le montant total des avoirs gelés. Je pense que connaître le montant des avoirs gelés, des intérêts et des revenus fiscaux générés relève de votre compétence.

 

07.05  Alexia Bertrand, secrétaire d'État: Peut-être puis-je répondre rapidement. Non, non, il n'y a pas de revenus supplémentaires dont bénéficiera l'État belge. Il a été décidé que ces revenus seraient alloués à des dépenses en lien avec l'Ukraine. Le montant, sur la base des estimations du SPF Finances, est donc bien de 625 millions d'euros – vous devez regarder le montant des crédits en liquidation –, ce qui correspond exactement au montant des dépenses qui sont prévues et inscrites dans le budget.

 

Aujourd'hui, les estimations que j'ai reçues du SPF Finances sont bien de 625 millions d'euros de crédits en liquidation.

 

07.06  Georges Dallemagne (Les Engagés): D'accord. Cela dit, dans la meilleure des hypothèses, la Belgique ne dépensera donc pas un seul euro au-delà des ressources qu'elle a pu avoir sur les revenus fiscaux des intérêts sur les avoirs gelés, ce qui est tout de même assez incroyable sur le plan politique et sur le plan déontologique.

 

Cela veut donc dire que la Belgique n'a pas dépensé un seul euro, y compris quand on intègre l'aide pour les revenus d'intégration sociale en Belgique. Je pense que cela pose question sur l'effort que fait la Belgique à l'égard de l'Ukraine.

 

07.07  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u verwijst naar minister Van Peteghem. Ik heb ondertussen een vraag hierover ingediend bij de minister van Financiën en de hier aanwezige commissiesecretaris heeft mij gisteren via mail laten weten dat de vraag naar de premier wordt doorverwezen. Zo blijft dit Parlement natuurlijk in kringetjes draaien. Als er kringverwijzingen zijn tussen leden van de regering heeft dat een reden, dan is er een probleem.

 

Er is effectief een probleem. U hebt ondertussen al 600 miljoen inkomsten meegerekend in uw begroting, een bedrag waarop nu ook Europa haar hongerige blik heeft gevestigd. We hadden hier zonet de discussie over het trekken en duwen over inkomsten tussen het federaal niveau en de deelstaten. Ook hier hetzelfde verhaal, het federale niveau en Europa beginnen te trekken en duwen over belangrijke inkomsten en opbrengsten uit die Russische activa.

 

U hebt geld nodig, Europa heeft geld nodig, de deelstaten hebben geld nodig. Het wordt dus nog een moeilijke discussie. Aangezien u die 625 miljoen al hebt meegenomen in uw begroting 2023, zal de federale regering zich verzetten tegen het voorstel van de Europese Commissie? Dat is de vraag die wij zullen blijven stellen, desnoods aan de premier. Het Parlement verdient immers een deftig antwoord. Dergelijke kringverwijzingen, van u naar de minister van Financiën en dan naar de premier, maken dat deze vraag deze week niet zal worden beantwoord en dat betreuren wij.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Wouter Raskin aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De mogelijkheid van bijkomende federale financiering voor het Metro 3-project in Brussel" (55036952C)

- Pieter De Spiegeleer aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Extra federale financiering voor de Brusselse metrolijn 3" (55037254C)

08 Questions jointes de

- Wouter Raskin à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La possibilité d'un financement fédéral supplémentaire pour le projet de Métro 3 à Bruxelles" (55036952C)

- Pieter De Spiegeleer à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Un financement supplémentaire du fédéral pour le métro 3 à Bruxelles" (55037254C)

 

08.01  Wouter Raskin (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik verwijs naar de recente commotie over de plannen van Beliris om het Metro 3-project in Brussel op te schorten. De kosten voor het project lopen heel erg op waardoor het huidige budget niet langer zou volstaan.

 

De Brusselse regering wil het project alsnog voortzetten en zou – een belangrijk woord – daarom aan de federale regering hebben gevraagd om in extra geld te voorzien. Vandaag draagt de federale regering via het Belirisfonds 500 miljoen euro bij voor de aanleg van de derde metrolijn. De kosten zouden echter al zijn opgelopen tot meer dan 3 miljard euro.

 

Kunt u bevestigen dat de federale regering een formele vraag heeft gekregen van de Brusselse regering om in extra budget te voorzien? Zo ja, om hoeveel extra budget gaat het?

 

Wat is uw standpunt als staatssecretaris voor Begroting over de Brusselse vraag naar extra geld? Bent u bereid om op die vraag in te gaan?

 

De voorzitster: Mijnheer De Spiegeleer, ik ken u niet, of beter nog niet.

 

08.02  Pieter De Spiegeleer (VB): Dat is geen probleem, mevrouw de voorzitster. Ik ken u, uw stad nog beter, en het station ervan nog beter.

 

Mevrouw de staatssecretaris, het project van de Brusselse metrolijn 3 blijft ontsporen. De financiering ervan is hoogst onzeker, nog onzekerder dan in het begin. De oplopende kosten zorgen ervoor dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog meer dan initieel bedoeld naar het federale niveau kijkt om bij te passen.

 

Heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deze vraag inmiddels ook officieel gesteld aan de federale regering? Indien ja, over welk bedrag gaat het?

 

Welke specifieke modaliteiten en eventuele voorwaarden zouden aan dit bedrag zijn verbonden, als er al modaliteiten en voorwaarden aan verbonden zijn?

 

Hoe ziet u als staatssecretaris van Begroting de toekomst van het project van metrolijn 3 zowel op budgettair vlak in het algemeen als op federaal budgettair vlak?

 

Welke rol moet het federale niveau al dan niet verder spelen met betrekking tot de toekomst dit het project van metrolijn 3?

 

08.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Wat het metro 3-project betreft, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ons geen officiële vraag naar bijkomende financiering gesteld. Dit project valt duidelijk onder de verantwoordelijkheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de MIVB en Beliris.

 

Elk jaar wordt via Beliris een aanzienlijk bedrag ter beschikking gesteld voor een hele reeks zeer diverse projecten die de uitstraling van Brussel als hoofdstad van België en Europa moeten ondersteunen. Voor 2023 betreft het circa 131 miljoen euro en voor 2024 circa 143 miljoen euro. Via Beliris werd ook al een paar honderd miljoen euro aan prefinanciering voor Metro 3 aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest overgemaakt. Het komt nu in de eerste plaats aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toe om samen met Beliris te analyseren welke oplossingen er mogelijk zijn om dit voor de hoofdstad belangrijke project te kunnen voortzetten.

 

08.04  Wouter Raskin (N-VA): Ik heb daarvoor alle begrip, mevrouw de staatssecretaris. Zonder officiële vraag kunt u daar uiteraard niet veel over zeggen, maar ik moet u helaas wel corrigeren. U verwijst naar het vele geld dat jaarlijks naar diverse projecten gaat ter ondersteuning van Brussel als hoofdstad en internationale stad. Dit is echter maar deels correct. Een deel van dat geld wordt oneigenlijk gebruikt. U hoort dat te weten, u bent van Brussel afkomstig, en men lonkt naar uw begroting.

 

Vorig jaar heeft mevrouw Lalieux bevestigd wat ik al een hele legislatuur aan het zeggen ben, met name dat er te veel oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de middelen. Mevrouw Lalieux heeft zelfs toegevoegd dat zij bij voorkeur de rode lokale besturen sponsort. Ik heb vernomen dat deze week een bijna volledige regering is gevallen wegens een strijd tussen de socialisten en de liberalen in Brussel. Daarom geef ik u een tip: leg eens een vergrootglas op de bijakte van Beliris.

 

08.05  Pieter De Spiegeleer (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik denk dat u zelfs geen vergrootglas nodig hebt om de situatie te analyseren.

 

Ik stel vast dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog geen officiële vraag heeft gesteld. Daar schrik ik niet van. Omtrent de verantwoordelijkheid kaatste u de bal terug, waardoor ik zeer blij ben met het eerste deel van uw antwoord.

 

Natuurlijk maakte u een zijsprongetje naar Beliris, waarmee we terug bij de intentie van de vraag en de problematiek zitten. Door de Belirisfondsen zitten we terug in het federaal luik, in de federale middelen. Dat is de essentie van het probleem. Het gaat om het oneigenlijk gebruik van die middelen, maar ook om het onverantwoord gebruik ervan. Metrolijn 3 is een van de helaas vele voorbeelden daarvan.

 

Recent las ik ook een dubbelinterview van uzelf samen met de onvermijdelijke kosmopoliet, het gezicht van de Brusselse stedelijke elite, Sven Gatz. In een mooi duo-interview spraken jullie vol lof over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en ook over het metrolijn 3-project, waarbij u nogmaals aangaf niet op dezelfde lijn te zitten als Ecolo. Nu ja, liberalen en Ecolo zitten zowat nergens op dezelfde lijn, maar ze besturen wel overal samen. Dat is zeer opmerkelijk en ik stel dat ook in dit dossier vast.

 

De bottomline blijft dat er officieel nog geen geld gevraagd is door Brussel, al zal die vraag wel komen. Daarbij staat nog open over hoeveel geld het zal gaan en via welke mechanismen dat geld van de – laten we eerlijk zijn – Vlaamse belastingbetaler naar het roodgroen Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal vloeien.

 

De voorzitster: Mijnheer De Spiegeleer, mag ik uit nieuwsgierigheid vragen of u ver van Doornik woont?

 

08.06  Pieter De Spiegeleer (VB): Mevrouw de voorzitster, ik woon in de Denderstreek, une région connue pour le jeu de pelote, comme la vôtre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De spending reviews" (55036965C)

09 Question de Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les spending reviews" (55036965C)

 

09.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de spending reviews waren beloofd tegen 30 juni 2023, dus over maximaal twee dagen.

 

Hoe ver staat het daarmee? Ik stel die vraag, omdat er volgens de agenda van de commissie voor Financiën, die we aan het opmaken zijn, over twee weken nog ruimte is voor de bespreking ervan.

 

09.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, u bent wel coherent wat uw vragen betreft. De werkgroepen zijn volop bezig met het schrijven van de teksten voor de spending reviews. De deadline die de ministerraad had opgelegd, was 30 juni 2023. Ik moet u wel meegeven dat er mogelijk nog wat extra tijd nodig zal zijn.

 

De werkgroepen doen er in ieder geval alles aan om de rapporten voor het zomerreces te kunnen afronden, zodat de resultaten kunnen worden meegenomen in de begrotingsopmaak voor 2024.

 

Voor de spending review over Asiel en Migratie werd de scope opgesplitst. In de eerste fase zal de werkgroep zich focussen op de efficiëntere organisatie van de ondersteunende diensten voor Fedasil, de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. In de latere fase zal de werkgroep zich buigen over het meest efficiënte organisatiemodel voor de open centra. Fedasil en de open centra zijn momenteel immers nog volledig benomen door de huidige opvangcrisis en willen zich prioritair daarop focussen. De werkgroep buigt zich momenteel over een concrete planning voor dat tweede deel.

 

Zoals de methodologie voor de spending reviews bepaalt, zullen de rapporten eerst worden besproken in de regering. De ministerraad kan vervolgens beslissen welke acties moeten worden ondernomen.

 

Uiteraard heb ik er geen probleem mee om nadien samen met mijn betrokken collega’s de spending reviews voor te stellen in de Kamercommissie.

 

09.03  Sander Loones (N-VA): Dat betekent dus – ik richt mij tot de voorzitter met het oog op de regeling van de werkzaamheden – dat we die niet meer voor het reces, maar hopelijk toch ergens in september zullen kunnen bespreken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De nieuwe detacheringsregeling" (55037045C)

10 Question de Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les nouvelles règles en matière de détachement" (55037045C)

 

10.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik stel deze vraag aan iedereen. Het is eigenlijk een bevoegdheid van de premier. De vraag heeft betrekking op de organisatie van de detachering van mensen van overheidsbedrijven bij het kabinet, bijvoorbeeld van bpost. Er is een nieuw KB dat stelt dat detachering vanuit beursgenoteerde overheidsbedrijven niet meer mogelijk zal zijn.

 

Wat ik niet begrijp, is dat in die wijziging van het KB niet expliciet wordt opgenomen dat mensen die bij het kabinet worden gedetacheerd altijd door het kabinet moeten worden betaald. Het doet er niet toe waar ze vandaan komen, de financiering zou van de kabinetskredieten moeten komen, zoals dat in de Vlaamse regering en verschillende federale kabinetten gebeurt, maar dat is niet verplicht.

 

Ik stel deze vraag aan iedereen. Ik heb ook een wetsvoorstel voorbereid om het KB te wijzigen. Juridisch kan dat. Het is uitzonderlijk, maar het kan. Ik hoop dat iemand bij de tweede lezing van het KB in de ministerraad zijn hand opsteekt en wil toevoegen dat mensen die op een kabinet werken ook door dat kabinet moeten worden betaald. Dat lijkt mij de logica zelf.

 

10.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Dank u voor uw vraag. Ik zal daar kort op antwoorden. Uw voorstel maakt geen deel uit van het voorstel van minister De Sutter. Het is niet iets wat op tafel ligt.

 

Ik ben van mening dat het belangrijker is om op termijn te streven naar kleinere kabinetten dan interne verschuivingen van budgetten binnen de regering te doen. Ik meen dat dit uiteindelijk de doelstelling moet zijn.

 

10.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb deze vraag ook gesteld aan minister De Sutter en zij zegt dat het de tekst van de heer Alexander De Croo is. Ik heb het intussen ook aan hem gevraagd en hij zegt dat het niet in zijn ontwerp staat. U bevestigt dat nu. Ik hoop echter dat het er nog in raakt.

 

Ik ben natuurlijk ook voorstander van kleinere kabinetten. U zegt dat we daar op termijn naartoe moeten werken. Dit is echter iets wat wij onmiddellijk zouden kunnen doen en wat de logica in het systeem zou versterken, namelijk dat uw baas u betaalt. Het zal echter ook zorgen voor kleinere kabinetten, want die mensen zullen moeten worden betaald uit de kabinetskredieten. Dat betekent de facto dat er minder personeelsleden, minder vte’s zullen zijn. Via deze weg kunt u dus uw doelstelling op korte termijn realiseren, of toch een stap in die richting zetten, en ervoor zorgen dat er minder kabinetsmedewerkers zijn.

 

Ik begrijp eigenlijk niet goed waarom wij over zulke dingen zo moeten debatteren. Dat overstijgt u, voor alle duidelijkheid. Iedereen is het erover eens dat wij iets moeten doen aan de partijfinanciering, maar een eerste stap, namelijk geen indexering, komt er niet. Iedereen is het erover eens dat er kleinere kabinetten moeten komen, maar een simpel voorstel dat druk zou zetten op die budgetten, dat ervoor zou zorgen er minder vte’s zijn en dat ervoor zou zorgen dat er meer verantwoordelijkheid komt, zelfs dat komt er niet.

 

Voor alle duidelijkheid, dit overstijgt uw departement, maar zulke zaken zijn desastreus voor de politiek. Mensen zien ook dat er hier voorkeurregimes zijn en specialekes. De eerste stappen om er een beetje logica in te brengen, worden eigenlijk gewoon niet gerespecteerd.

 

Mevrouw de voorzitster, ik wil hier even ingaan op de vergadering van de commissie voor Comptabiliteit. Die commissie wordt voorgezeten door de voorzitster van het Parlement. Er is daar een hele discussie geweest. De heer Leysen zei letterlijk dat hij die teksten niet wil goedkeuren vanwege alles wat er gebeurd is met de pensioenen. Die letterlijke bewoordingen van de heer Leysen zijn zelfs niet terug te vinden in het verslag van die bespreking. Waar is dit Parlement in godsnaam mee bezig? Het gaat om zeer evidente aanpassingen om wat politieke ethiek te brengen. Een parlementslid van de meerderheid zegt zeer stellig de zaal te zullen verlaten, omdat hij iets niet wil goedkeuren. Dat staat dan zelfs niet in het verslag van die vergadering. Ik val weer van de ene verbazing in de andere. Wij zijn allemaal bezig geweest met mevrouw Lahbib, maar het is niet zo dat er daarnaast geen andere stommiteiten gebeuren. Er zijn er meer dan genoeg.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het OESO-rapport over België" (55037253C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De alarmerende berichten vanwege de OESO, de NBB en het Planbureau" (55037459C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De in de lenteprognoses van de NBB bepleite fundamentele breuk in de begrotingspolitiek" (55037582C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De oproep tot een sterke mentaliteitswijziging rond de overheidsfinanciën" (55037589C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het begrotingstraject van de regering" (55037599C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De oproep tot een sterke mentaliteitswijziging rond de overheidsfinanciën" (55037648C)

11 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le rapport de l'OCDE concernant la Belgique" (55037253C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les informations alarmantes de l'OCDE, de la BNB et du Bureau du Plan" (55037459C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La rupture cruciale de politique budgétaire préconisée dans les projections de printemps de la BNB" (55037582C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'appel à un changement sérieux de mentalité en matière de finances publiques" (55037589C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La trajectoire budgétaire du gouvernement" (55037599C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'appel en faveur d'un changement de mentalité radical en matière de finances publiques" (55037648C)

 

11.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik zal mijn vraag zeer kort houden. Er waren de desastreuze rapporten van de OESO, het IMF en daarnaast het Federaal Planbureau, dat er eigenlijk niet in gelooft en zegt dat u de inspanningen moet opdrijven.

 

Ik wil echter vooral focussen op de uitspraken van de Nationale Bank van België, die daarnet ook al werden aangehaald. Eigenlijk zegt de NBB dat ze u niet gelooft. Volgens de Nationale Bank van België is de structurele inspanning in 2024 zeer minimaal of zelfs nihil, terwijl de uitdaging gigantisch is. Die uitspraak werd door de Nationale Bank van België gedaan op een studiedag van haar en is nog niet besproken in het Parlement. Ik zou daar vanzelfsprekend graag uw mening over horen.

 

11.02  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, wij voelen ons een beetje zoals voetballers die later een grote match moeten spelen en die nu wat kunnen opwarmen op het veld. Deze vragensessie is een beetje een opwarming voor de match die straks komt. (De spreker doelt op de begrotingsbesprekingen in de plenaire vergadering.) Nu ontbreken er inderdaad nog spelers. Een aantal spelers is zich aan het opwarmen, de rest warmt zich niet op en zal zich mogelijk – hopelijk – blesseren tijdens de match.

 

Dat gezegd zijnde, in een nieuw rapport stelt de OESO dat de Belgische schulden niet langer houdbaar zijn. Dat is niets nieuws onder de zon. Volgens de OESO bedraagt de schuldgraad dit jaar 105,6 % van het bbp, waarmee België de zesde hoogste schuldgraad van de Europese Unie heeft. Die hoge schuldgraad brengt volgens de OESO "macro-financiële risico's" met zich mee en beperkt de marge voor openbare investeringen. België moet dus dringend maatregelen nemen om te vermijden dat de hoge overheidsschuld een impact heeft op de economie.

 

Wat is uw reactie op het OESO-rapport? Welke macro-financiële risico's van de hoge schuldgraad ziet u op basis van het OESO-rapport?

 

Worden de bevindingen van de OESO eigenlijk wel ernstig genomen door de regering? Zo ja, welke bijkomende maatregelen overweegt de regering te nemen om de overheidsschuld te verminderen en de houdbaarheid ervan te waarborgen? Hebt u concrete doelstellingen of een tijdschema voor het terugbrengen van de schuld naar een meer houdbaar niveau?

 

Tot slot, hoe ziet u de marge voor openbare investeringen te vergroten in het licht van de hoge schuldgraad?

 

Mijn tweede vraag betreft de voorjaarsprognoses van de Nationale Bank van België, waarin opnieuw bijzonder scherp wordt gesproken over de begroting.

 

De hoge tekorten zijn een belangrijke handicap voor de binnenlandse economie. Volgens de gouverneur van de Nationale Bank zijn die tekorten op termijn niet houdbaar. De Nationale Bank stelt met ons vast dat België een van de weinige landen in de eurozone is waar het tekort de komende jaren zal stijgen in plaats van dalen. Bij ongewijzigd beleid zal België de plaats van Slovakije overnemen als land met het hoogste begrotingstekort. België komt zo goed als zeker op het Europese strafbankje terecht. Het risico dat de Europese Commissie de procedure opstart voor excessieve tekorten is dus vrij hoog, aldus de gouverneur.

 

België vervult alvast de Europese voorwaarden niet. Vanaf volgend jaar zal ook de schuldgraad weer toenemen. De periode waarin de schuldgraad afnam doordat de groei hoger was dan de rente, is voorbij. Volgens de gouverneur zit er niets anders op dan de uitgaven te beperken. In de laatste twintig jaar hebben we voor elk procent aan groei 1,5 % meer uitgegeven. 1 % groei, 1,5 % meer uitgaven. “Op een bepaald moment moet er een fundamentele breuk komen in de manier waarop men aan begrotingspolitiek doet”, zo luidt een citaat van de gouverneur. Verder zegt hij ook nog: “We hebben een nieuwe generatie politici nodig, die moeten beseffen dat ze minder geld zullen kunnen uitgeven.”

 

Wat is uw reactie op die scherpe kritiek van de Nationale Bank?

 

Hoe gaat u om met de vaststelling dat België een van de weinige landen in de eurozone is waar het tekort de komende jaren zal stijgen in plaats van dalen?

 

Wat zijn de plannen van de regering om die begrotingsdiscipline van Europa te respecteren en te voorkomen dat België op het strafbankje belandt?

 

Welke concrete maatregelen overweegt u om de uitgaven te beperken, zoals aanbevolen door de gouverneur?

 

Hoe zult u er als staatssecretaris voor zorgen dat de beperking van de uitgaven niet ten koste gaat van essentiële overheidsdiensten en investeringen die nodig zijn voor de ontwikkeling van dit land?

 

Hoe gaat u om met de vaststelling dat er een fundamentele breuk nodig is in de manier waarop begrotingspolitiek wordt gevoerd en dat er behoefte is aan een nieuwe generatie politici die zich realiseert dat er minder geld moet worden uitgegeven?

 

Wat het initiatief van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven betreft, op 19 juni werd een werkvergadering georganiseerd over de overheidsfinanciën. De toestand van die financiën werd in beeld gebracht op basis van de werkzaamheden van diezelfde Nationale Bank en de Hoge Raad voor Financiën.

 

In de digitale vergadering lichtte een expert van de Nationale Bank toe dat de federale regering een inspanning moet leveren om de begroting op orde te krijgen, maar dat ze kiest voor een traject waarbij de structurele verbetering minimaal of zelfs nihil is. De NBB-econoom liet onder andere een grafiek zien waarbij de schuldratio en de begrotingsbalans gecombineerd werden. België zit in een niet-gunstige hoek, met een hoog tekort en een hoge schuldenberg.

 

Spanje en Italië zitten ook in die hoek, maar hun begrotingen zien er volgens diezelfde econoom wel beter uit. Bovendien zullen de vergrijzingskosten in België sneller oplopen in de komende jaren. Dit maakt dat er op middellange en lange termijn een houdbaarheidsrisico ontstaat. Van de andere Europese landen is dit enkel in Slovakije het geval.

 

De econoom berekende ook dat er zowat 7 % bespaard zou moeten worden. Daarmee zou nog maar het minimale bereikt worden, met name de schuldgraad doen dalen tot 100 % van het bbp.

 

De expert stelde dat er een sterke mentaliteitswijziging nodig is in de hele politieke klasse. Hij leek vooral de federale regering tot actie te willen aansporen. Hij zei: “Ik weet niet of het bewust zo gekozen is, maar de entiteit die de grootse inspanning zou moeten leveren – de federale regering dus – kiest voor een traject in 2024 waarbij de verbetering van het structureel saldo minimaal of zelfs nihil is. De structurele verbetering zou zich volledig bij de gemeenschappen en de gewesten voordoen, maar voor hen wordt volgens hun eigen ramingen bij ongewijzigd beleid al een verbetering verwacht.”

 

Wat is uw reactie op deze hele reeks vaststellingen over de financiën?

 

De econoom stelt dat de verbetering van het structurele tekort door de federale regering minimaal of zelfs onbestaand is. Hoe reageert u daarop?

 

De econoom wees, tot slot, op de zorgwekkende staat van de Belgische overheidsfinanciën en op de noodzaak van een sterke mentaliteitswijzing. Wat is uw reactie op deze waarschuwing en op deze oproep? Acht u een mentaliteitswijziging wenselijk en haalbaar met deze regering?

 

11.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik krijg hier alweer een reeks zeer goede vragen van een aantal van de beste aanvallers van de ploeg. Ik hoop wel dat er voor de wedstrijd van vanmiddag meer supporters in de zaal zullen zijn.

 

Ik zal al meteen zeggen dat ik niet zal antwoorden op de vraag over de nieuwe generatie politici. Leeftijd is immers altijd iets gevoeligs en ik spreek mij daarover liever niet uit. Wel start ik met een gematigd positieve vaststelling – ik durf dat bijna niet meer zeggen aan u beiden, mijnheer Loones, mijnheer Vermeersch –, en dat is dat de Nationale Bank, het Federaal Planbureau en de Europese Commissie hun ramingen lichtelijk hebben verbeterd. Die instellingen ramen het tekort van de gezamenlijk overheid voor 2023 immers op respectievelijk 4,7 %, 4,8 % en 5 % van het bbp, terwijl de regering in april in het stabiliteitsprogramma en de algemene toelichting bij de begrotingsaanpassing nog uitgegaan is van een tekort van 5,1 % van het bbp.

 

De projecties van die instellingen en van de OESO bevestigen dat zonder bijkomende inspanningen het tekort van de gezamenlijke overheid rond de 5 % zal schommelen en de schuldgraad verder blijft oplopen. Daarom heeft de federale regering in het kader van de opmaak van het stabiliteitsprogramma een ambitieus traject uitgewerkt om het vorderingensaldo tegen 2026 onder de 3 % van het bbp te brengen. Voor entiteit 1 zullen er ook bijkomende inspanningen geleverd worden van respectievelijk 0,2 % van het bbp in 2024, en dus in totaal 0,8 % van het bbp, en 0,8 % van het bbp voor de jaren 2025 en 2026.

 

Ik kan dus enkel besluiten dat de gouverneur van de Nationale Bank de doelstelling bijtreedt om het tekort af te bouwen en de dynamiek van de stijgende schuldgraad om te buigen.

 

Ook wat de uitgaven betreft, moet ik vaststellen dat mijn stelling dat het probleem van de overheidsfinanciën zich vooral aan de zijde van de uitgaven situeert, wordt bijgetreden. Volgens tabel 5, opgenomen in het stabiliteitsprogramma, wordt in het traject uitgetekend voor de jaren 2022 tot 2026, een verbetering van het structurele saldo voor de gezamenlijke overheid nagestreefd van 1,4 % van het bbp. Entiteit 1 zou daarvan 1,2 % voor zijn rekening nemen. Het genormeerde structurele tekort voor entiteit 1 zou op die manier teruggeschroefd worden van -3,2 % van het bbp in 2022 tot -2,1 % in 2026.

 

Voor entiteit 2 gaat het van -0.8 % van het bbp tot -0,6 % van het bbp. Gezien de druk van de vergrijzingskosten en het gegeven dat 90 % van de historisch opgebouwde schuld bij entiteit 1 te vinden is, is het niet onlogisch dat bij ongewijzigd beleid het structurele saldo van entiteit 1 sterker onder druk staat dan dat van entiteit 2.

 

U hebt het over een mentaliteitswijziging, maar ik weet niet of iedereen rijp is om een open discussie aan te gaan over de bijdragen van de gemeenschappen en gewesten in de verdere sanering van de gezamenlijke publieke financiën.

 

De concrete invulling van de bijkomende inspanning van 0,2 % van het bbp of circa 1,2 miljard euro voor 2024 voor entiteit 1 zal beslist worden in het kader van de opmaak van de begroting 2024.

 

Het klopt ook dat die bijkomende inspanning in 2024 net genoeg is om de structurele verslechtering in constant beleid te compenseren. Dat wil echter niet zeggen dat de regering niets doet. Voor 2024 zal de totale inspanning ongeveer 0,8 % van het bbp of circa 5 miljard euro bedragen. Daarnet zei u dat ik met stelligheid over de toekomst sprak: de regering zal 11 miljard euro aan besparingen hebben doorgevoerd tegen 2024. Tot nu toe is dat wel zo. We hebben overigens tot nu toe al 9,8 miljard besparingen gedaan. De totale inspanning van de federale regering tijdens deze legislatuur zal ongeveer 11 miljard bedragen.

 

De federale regering neemt dus haar verantwoordelijkheid. Intussen zijn we begonnen met de voorbereidingen voor de opmaak van de begroting 2024, met technische bilaterale vergaderingen met de departementen. Het rapport van het Monitoringcomité wordt midden juli verwacht. Dat zal ons toelaten om na te gaan hoe ver we staan met de uitvoering van de begroting en hoe we ons situeren ten opzichte van het in het stabiliteitsprogramma geschetste scenario.

 

Het is belangrijk dat de vooropgezette bijkomende inspanning van 0,2 % van het bbp wordt gerealiseerd, maar even belangrijk is dat de regering ondertussen voortwerkt aan de noodzakelijke hervormingen. Het werk is dus niet af. Een belangrijke uitdaging voor de houdbaarheid van onze publieke financiën op middellange en lange termijn zijn de pensioenuitgaven. Zoals u wellicht ook hebt kunnen lezen in het recentste landenrapport van de Europese Commissie, is de stijging van de pensioenuitgaven in de andere lidstaten van de eurozone een stuk kleiner en wordt er vanaf 2035 zelfs een daling ingezet. Het is dus cruciaal dat wij verder werk maken van de pensioenhervorming.

 

Ik volg ook de analyse van de Nationale Bank dat we de groei op peil moeten houden. Hiervoor zijn niet alleen onze competitiviteit en groeibevorderende duurzame investeringen van belang, maar eveneens de arbeidsmarktparticipatie, die omhoog moet. We moeten, met andere woorden, meer mensen aan het werk krijgen en hen ook langer laten werken. Ook het activerings- en het onderwijsbeleid van de gemeenschappen en gewesten spelen hierin een belangrijke rol.

 

Ik vind het mijn taak als staatssecretaris van Begroting om ervoor te zorgen dat zowel de regering als de buitenwereld op een correcte manier wordt ingelicht over de begrotingstoestand en dat hierbij de uitdagingen ook telkens scherp worden gesteld.

 

Ik zal dus blijven aandringen op een verantwoord, door noodzakelijke hervormingen ondersteund begrotingsbeleid. Dat is mijn bijdrage tot de mentaliteitswijziging.

 

11.04  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, uw optimisme is op bepaalde momenten meelijwekkend. De verbeteringen hebben te maken met de economische situatie en niets met het beleid van uw regering, wel integendeel. Het is ondanks uw regering dat de cijfers verbeteren, dankzij een aantal economische en geopolitieke omstandigheden.

 

U zegt dat de regering 11 miljard euro heeft bespaard. Schaamt u zich niet om dat te zeggen, mevrouw de staatssecretaris? Per saldo zien wij geen inspanningen. Wat wij bij de regering zien, zijn aanhoudende tekorten en oplopende schulden.

 

Economen en specialisten zeggen wat wij hier ook altijd hebben gezegd: de regering kiest voor een traject waarbij de structurele verbetering minimaal of zelfs onbestaande is. In tegenstelling tot u zal ik wel over de toekomstige generaties spreken. Wat uw regering doet, is het schaamteloos doorsturen van miljardenfacturen van de vergrijzing, van de interesten, alsook van de massamigratie naar onze kinderen en kleinkinderen. Dat punt zullen we blijven benadrukken.

 

U twijfelt ook of iedereen rijp is voor een mentaliteitswijziging. Ik denk dat het een eufemisme is om te zeggen dat men bezuiden de taalgrens helemaal niet rijp is. Men heeft daar een socialistisch PS-uitgavenbeleid, dat wordt gefinancierd op de kap van de Vlamingen, die uiteindelijk de factuur moeten betalen. Die mentaliteit zal aldaar jammer genoeg niet veranderen. Om dat probleem op te lossen, moeten we het in de eerste plaats benoemen. Het probleem is onder meer dat de PS de plak zwaait in Wallonië. Daarvoor betaalt de Vlaamse belastingbetaler een enorme prijs.

 

11.05  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik hoef u er niet op te wijzen dat ik, ten eerste, enigszins overdreven gevoelig ben voor woorden. Ik ben dus blij dat u, als u het over de toekomst hebt, niet langer zegt' de regering zal', maar 'de regering streeft ernaar'. Het is inderdaad juister om te zeggen dat u een bepaald resultaat nastreeft, als dat nog niet verworven is.

 

Ten tweede, ik vond uw formulering dat de heer Wunsch de dynamiek van uw regering, die onder andere bezig is met besparingen, bijtreedt, zeer handig. Laat het duidelijk zijn: de heer Wunsch zegt niet dat uw regering goed bezig is; hij waarschuwt dat er veel meer moet gebeuren en dat de inspanning voor 2024, waarvan u beweert dat ze navenant is, gewoon nihil is en dat uw uitspraak dus niet klopt. Uw formulering vond ik dus zeer goed, maar die precisering wilde ik toch aanbrengen.

 

Ten derde, nu we ons toch aan het warmlopen zijn, wil ik u adviseren om uzelf niet voorzichtig positief te noemen over een tekort dat nog altijd zowat 5 % bedraagt, en over net iets betere cijfers. Ik begrijp uw redenering wel, maar gelet op de nodige dynamiek aan besparingen, waarvan ik weet dat u er ook bezorgd om bent, denk ik dat het passend is om geen al te geruststellende signalen uit te zenden. Integendeel, er is geen enkele reden om gerust te zijn, want een tekort van 5 % van het bbp is nog altijd een drama en nog altijd een van de slechtste begrotingsresultaten in Europa. Laten we in de plenaire vergadering vanmiddag niet in die val trappen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De lage ranking van België en zijn financiën in de FutureProof-index van BNP Paribas Fortis" (55037266C)

12 Question de Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La Belgique et ses finances au bas du classement de l'indice FutureProof de BNP Paribas Fortis" (55037266C)

 

12.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, heel wat nationale overheidsinstellingen maken rankings en rapporten van landen. Er zijn echter ook privéorganisaties, in dit geval een bank, die ook landen even rangschikken.

 

Daaruit blijkt dat België op de zeventiende plaats strandt van de FutureProof-index, waarmee BNP Paribas Fortis nagaat in welke mate de landen van de Europese Unie klaar zijn voor de toekomst op het gebied van productiviteit, arbeidsmarkt en overheid. België belandt daarmee – hoe kan het ook anders – opnieuw achteraan het Europese peloton.

 

Weinig verrassend zit België in de kelder van het klassement voor de staat van de openbare financiën. Ik citeer: “België moet dringend een tandje bijsteken om relevant te blijven in een veranderende wereldeconomie.” Dat wordt geconcludeerd op basis van de index.

 

Voor alle duidelijkheid: het zal mij worst wezen of België klaar is voor een veranderende wereldeconomie. Voor ons is het vooral belangrijk dat Vlaanderen niet achterblijft. Wij zijn ook gebaat bij een sterk Wallonië aan het zuiden van onze grens.

 

Dat gezegd zijnde, heb ik de hiernavolgende vragen.

 

Ten eerste, wat is uw reactie in uw hoedanigheid van staatssecretaris op de plaats van België in de FutureProof-index?

 

Ten tweede, deelt u de conclusies van de index?

 

Ten derde, welke specifieke maatregelen en hervormingen moeten worden overwogen of geïmplementeerd om de financiële positie van België te verbeteren en de relevantie in een veranderende wereldeconomie te behouden?

 

12.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, de FutureProof-index van BNP Paribas Fortis geeft de prestaties van een land weer op basis van drie indicatoren, zijnde productiviteit, arbeidsmarkt en overheidsfinanciën.

 

Inzake productiviteit behaalt ons land een goede score. Het verbaast niemand dat wij slechter scoren op het vlak van de overheidsfinanciën, waarbij onze overheidsschuld en het deficit als aandachtspunten worden aangestipt.

 

Globaal landt België op een zeventiende plaats, net als in 2021 en 2022. Het doet daarmee iets beter dan in 2020.

 

De boodschap is niet nieuw. Zoals u weet, heb ik samen met de regering, in het kader van het stabiliteitsprogramma, een plan ingediend bij Europa om in 2026 ons begrotingstekort tot onder de 3 % terug te dringen. U kent al die cijfers van buiten.

 

Eens ons tekort is teruggedrongen, zullen wij ook gradueel werk kunnen maken van het verlagen van onze schuldgraad. Het spreekt voor zich dat wij, om onze welvaart op termijn veilig te stellen, ook werk moeten maken van structurele hervormingen die gericht zijn op een verhoging van de activiteitsgraad en de productiviteit.

 

Voor de volledigheid wil ik wel aanstippen dat de FutureProof-index ook beïnvloed wordt door indicatoren gelinkt aan onderwijs en mobiliteit. Om een kentering in deze domeinen te realiseren, zullen ook de deelgebieden hun verantwoordelijkheid moeten opnemen. Er is nood aan samenwerking en coördinatie.

 

12.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik hoop samen met u op die 3 %, maar u weet net als ik dat heel wat rapporten erop wijzen dat bij ongewijzigd beleid ons tekort de komende jaren zal stabiliseren op 5 à 6 %, het dubbele van uw doelstelling. Hoop doet leven. Er staat een enorme uitdaging te wachten voor de volgende regering, die effectief op zoek zal moeten gaan naar vele miljarden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgetverhoging voor de Europese Commissie" (55037601C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De extra bijdrage die door de Europese Commissie aan de lidstaten wordt gevraagd" (55037621C)

13 Questions jointes de

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'augmentation de budget demandée par la Commission européenne" (55037601C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le supplément de contribution demandé aux États membres par la Commission européenne" (55037621C)

 

13.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de EU-begroting werd daarnet al even aangehaald. Ik heb daarover twee vragen.

 

De discussies over het meerjarig financieel kader – de Europese begroting voor zeven jaar – zijn opgestart. Het zal nog wel even duren voor alles is uitgeklaard, maar de eerste simulaties beginnen de ronde te doen. Die zouden kunnen betekenen dat België 600 miljoen euro extra moet bijdragen aan de Europese Unie. De cijfers fluctueren uiteraard. In de onderhandelingen zal dat verder worden uitgepuurd.

 

Kunnen wij hiervoor een open lijn krijgen, zodat de simulaties ook ter beschikking worden gesteld van het Parlement? Ik zal die vraag ook stellen aan de minister van Financiën. Op die manier kunnen wij een continue dialoog hebben over de stand van zaken, de evolutie en de opvolging.

 

Het zit niet in mijn vraag, maar ik wil van de gelegenheid profiteren om deze vraag toch te stellen. Daarnet ging het over de beoordeling van de begroting. Ook daarover worden inschattingen en simulaties gemaakt. Kunt u ook de beschikbare cijfers daarover zo snel mogelijk aan het Parlement bezorgen?

 

13.02  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik vermeldde het al in twee eerdere vragen, de Europese Commissie heeft geld nodig en kan niet langer rondkomen met haar huidige budget. Ze vraagt de lidstaten om 66 miljard euro extra voor de begroting tot en met 2027. Dat geld komt dus boven op de bijdrage die de EU-landen nu al betalen.

 

Sinds de goedkeuring in 2020 van de meerjarenbegroting voor 2021-2027 zijn er volgens de Europese Commissie “onverwachte uitdagingen zonder voorgaande opgedoken, die een tussentijdse aanpassing vereisen.” De Europese Commissie wil dus dat de 27 lidstaten meer bijdragen, onder andere om Oekraïne de komende jaren financieel te blijven steunen. Daarnet spraken we al over een zoveelste Europees fonds, deze keer van 50 miljard euro, dat met dat doel wordt opgericht.

 

De Europese Commissie wil ook maar liefst vijftien miljard euro extra vrijmaken voor het migratie- en vluchtelingenbeleid. Het geld is bedoeld voor het nieuwe asiel- en migratiepact, waarover de politieke onderhandelingen nog lopen, maar ook voor het betalen van landen buiten Europa om de migratiestromen in te dammen.

 

Ten eerste zou dit voor België neerkomen op een extra inspanning van bijna 600 miljoen euro per jaar, ongeveer 2,5 miljard euro voor een periode van vier jaar, zoals uw kabinet meldde aan De Tijd. Kunt u deze bedragen hier in het Parlement bevestigen?

 

Hoe wordt de extra financiële last voor België gerechtvaardigd, met name in het licht van de economische en budgettaire uitdagingen waarmee dit land nu al wordt geconfronteerd?

 

Volgens de commentaren en opmerkingen bij de ontwerpen van de begrotingscontrole bedragen de afdrachten aan de Europese Unie ondertussen maar liefst 8,1 miljard euro per jaar. Wij betalen dat bedrag dus nu al aan Europa. België, zeker Vlaanderen, is een van de grootste nettobijdragers aan de Europese Unie.

 

Valt een verdere verhoging – u noemde het bedrag van 2,5 miljard euro – van onze bijdrage aan de Europese Unie nog te verantwoorden? Moet dit land, net als een aantal andere Europese lidstaten, niet eindelijk eens kortingen bedingen op zijn miljardenbijdrage aan Europa?

 

Moeten er geen alternatieve maatregelen worden overwogen om de financiële behoeften van de Europese Unie aan te pakken, zoals bijvoorbeeld het herzien van de prioriteiten binnen de Europese begroting of het identificeren van besparingsmogelijkheden? Moet de Europese Unie dan zelf geen begrotingsdiscipline aan de dag leggen, zoals de lidstaten dat doen?

 

Welke garanties heeft de Belgische en vooral Vlaamse belastingbetaler dat de extra middelen die worden bijgedragen door de Europese lidstaten op een efficiënte en transparante manier worden besteed en dat er verantwoording wordt afgelegd voor deze uitgaven?

 

13.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Waarde collega’s, over het voorstel van de Europese Commissie voor een herziening van haar meerjarig financieel kader 2021-2027 worden de onderhandelingen gevoerd in de Raad Algemene Zaken en in de Europese Raad. In de Raad Algemene Zaken wordt België vertegenwoordigd door de minister van Buitenlandse Zaken, die ook instaat voor de federale en intra-Belgische coördinatie.

 

Een eerste bespreking van het voorstel heeft plaatsgevonden in de vergadering van 27 juni van de DGE. Op dit moment is er nog geen formele Belgische positie. Het bedrag van circa 600 miljoen is de voorlopige geschatte impact per jaar, die berekend werd als 3,5 % van de totale bijdrage van circa 66 miljard euro die de Europese Commissie aan de lidstaten extra vraagt via hun bni-bijdragen, evenredig verdeeld over de periode 2024-2027.

 

Het gaat hier om de impact op het vlak van de vastleggingskredieten. Het betreft een eerste inschatting die verder verfijnd zal worden op basis van de besprekingen in technische werkgroepen op Europees niveau.

 

Hoe de impact van de herziening van het meerjarig financieel kader zal worden opgevangen binnen de begroting zal verder besproken worden binnen de regering. Zoals u correct citeerde, komt deze vraag boven op de sanering van 1,2 miljard die de regering in het najaar moet realiseren in het kader van het stabiliteitsprogramma.

 

Ik lees in de vraag van de heer Vermeersch dat Vlaanderen een van de grootste nettobijdragers is aan de Europese Unie. Daar het echter de federale overheid is die de bijkomende bni-bijdrage voor België moet ophoesten, is Vlaanderen duidelijk netto-ontvanger.

 

Ik stel vast dat de Europese Commissie de budgetverhoging niet koppelde aan enig hervormings- of besparingstraject, wat in schril contrast staat met de aanpak van de lidstaten zelf. Precies daarom vind ik het niet vanzelfsprekend om zonder meer in te gaan op de vraag van de Europese Commissie.

 

Wat betreft de transparante en efficiënte besteding van de middelen, is de Raad samen met het Europees Parlement de begrotingsautoriteit en is die dus medeverantwoordelijk om daar correct toezicht op te houden. Daarnaast geeft de Raad ook aanbevelingen aan het Europees Parlement in het kader van de jaarlijkse kwijtingsprocedure krachtens artikel 319 van het verdrag over de werking van de Europese Unie, waarbij kwijting wordt verleend aan de Commissie op basis van de rekeningen, de financiële balans en het evaluatieverslag van de Commissie, het jaarverslag van de Europese Rekenkamer en de antwoorden van de instellingen op de opmerkingen van de Europese Rekenkamer.

 

13.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat Vlaanderen netto-ontvanger is en dat België betaalt. Er is geen fictieve zak Belgisch geld. Dat wordt betaald door de mensen en in dit land zijn dat vooral de Vlamingen, die bovenmatig veel belastingen betalen ten opzichte van de andere regio’s in dit land. Er is geen Belgisch geld, er is alleen geld van de belastingbetaler.

 

Het is goed dat u aangeeft dat er een nieuwe focus moet komen binnen het Europees budget en dat u niet zomaar akkoord gaat met de vraag van de Europese Commissie om meer te doen. Ik weet niet wat de taakverdeling binnen de federale regering precies is. In het verleden hebben we deze discussie ook al gevoerd met uw voorganger, maar dat heeft de regering niet tegengehouden om toch mee te gaan met budgetverhogingen die Europees zijn beslist.

 

Ik kijk ernaar uit om dat debat voort te zetten, ook met de andere ministers, met de minister van Financiën, maar vooral met de premier die, wanneer de deuren op Europees niveau toegaan, toch het laatste woord heeft. In het verleden is al gebleken dat dat laatste woord een kostelijk woord kan zijn, in het bijzonder voor de begroting.

 

13.05  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, u bevestigt het bedrag van 600 miljoen euro. Dat is momenteel de raming. Het is trouwens van dezelfde grootteorde als het bedrag op de Russische activa, dat is ook 600 miljoen euro, waarop Europa nu ook de ogen heeft laten vallen. Het gaat dus over bijkomend 600 miljoen euro per jaar, bovenop de 8,1 miljard die wij reeds jaarlijks betalen. Die 8,1 miljard stijgt ook jaar na jaar. 8,1 plus 0,6 gaat stilaan richting 9 miljard. Met de groeivoet die wij kennen, gaat de bijdrage aan de Europese Unie stilaan richting 10 miljard euro per jaar.

 

U zegt dat Vlaanderen een netto-ontvanger is. Dat is wel heel kort door de bocht, zeker voor een staatssecretaris van Begroting. Wij zijn het wel eens over het feit dat België een nettobetaler is. Het gaat natuurlijk over het geheel van uitgaven en inkomsten, met een verdeelsleutel die moet worden toegepast op Vlaanderen en Wallonië.

 

Wij weten dat Vlaanderen binnen België significant meer betaalt aan Europa, alleen al door de belangrijke havens. U weet dat wij een belangrijke meerwaarde van de douanerechten, btw en dergelijke naar Europa sturen, als deel van onze bijdrage. Met Zeebrugge en Antwerpen zijn wij natuurlijk koploper in België, op een miljardenniveau.

 

Ook wordt Vlaanderen onderbedeeld als het gaat over de middelen die terugkomen van Europa. Daarover worden soms wel samenwerkingsakkoorden bereikt tussen de deelstaten. Daarin stellen wij systematisch vast dat Vlaanderen onderbedeeld wordt. Ik heb namens Europees parlementslid Gerolf Annemans trouwens ooit een studie gemaakt over die verdeling, over het nettobetalerschap.

 

Wie de hele berekening van inkomsten en uitgaven maakt en die op objectieve maatstaven verdeelt over Vlaanderen en Wallonië, komt tot de conclusie dat de Vlamingen tegenwoordig de grootste nettobetalers van de Europese Unie zijn. Met plezier zal ik u een kopie van die studie bezorgen, zodat u de cijfers zelf eens kunt nakijken. Wie de communautaire berekening maakt, stelt al snel vast dat Vlaanderen een nettobetaler is.

 

In de vragen die ik u gesteld heb, zit natuurlijk al een deel van het antwoord. Ja, wij vinden dat België, maar zeker Vlaanderen, net als enkele andere Europese lidstaten, eindelijk eens een korting zou moeten bedingen op die bijdrage. Als wij een korting krijgen zoals andere landen, al is het maar een kleine korting op die 10 miljard, dan betekent dat een belangrijk verschil in onze nationale begroting.

 

Bovendien vinden wij dat alternatieve maatregelen moeten worden overwogen om de financiële behoeften van de Europese Unie aan te pakken, zoals het herzien van de prioriteiten binnen de begroting en de identificatie van besparingsmogelijkheden, want er zit nog veel vet op de Europese soep.

 

Wij vinden overigens dat Europa de begrotingsdiscipline die zij aan de lidstaten oplegt, zelf ook moet respecteren. Herinner u dat de Europese verdragen bepalen dat Europa eigenlijk geen tekorten mag hebben, maar moet zorgen dat zijn begroting sluitend is. Dat is momenteel niet het geval. Echter, Europa hoeft niet bij elk tekort de hand open te houden ten aanzien van de lidstaten.

 

Tot slot, wij vinden dat de bijdragen op een meer efficiënte en transparante manier moeten worden besteed. Over de uitgaven moet veel meer verantwoording afgelegd worden tegenover de bevolking.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De door energiebedrijven aangevochten overwinstbelasting" (55037715C)

14 Question de Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les surprofits contestés par les entreprises énergétiques" (55037715C)

 

14.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, overeenkomstig een Europese verordening werd een heffing ingevoerd op de extra winsten die worden gerealiseerd door de zogenaamde inframarginale generatoren van de elektriciteitssector. Dat is een duur woord voor wind-, zonne- en kernenergie alsook energie uit biomassa. De maatregel is gebaseerd op het feit dat de elektriciteitsprijzen sterk zijn verhoogd en de productiebedrijven overwinsten realiseren, terwijl de productiekosten onveranderd zijn gebleven. Die heffing stemt overeen met een totaal aan extra ontvangsten van 834 miljoen euro volgens de initiële begroting en 692 miljoen euro volgens de aangepaste begroting.

 

Heel wat energiebedrijven stappen echter naar het Grondwettelijk Hof om de vernietiging van de overwinstbelasting te vragen. Dat zou betekenen dat u naast bijna 700 miljoen euro in uw begroting grijpt, een significant bedrag. Dat schrijft De Tijd. De nummers een en twee op de Belgische markt, ENGIE Electrabel en Luminus, gaan in beroep, net als een aantal kleinere spelers, zoals groenestroomproducent Eoly van Colruyt en 2Valorise. Ook een groepering van de sectorfederaties FEBEG, ODE en Wind4Wallonia, een joint venture van ENGIE met vijf Waalse intercommunales, spant een zaak aan.

 

Hoe beoordeelt u de mogelijke impact hiervan op de begroting?

 

14.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, ik heb samen met u via de krant vernomen dat verscheidene bedrijven de wet van 16 december 2022 tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkten tot invoering van een plafond op marktinkomsten van elektriciteitsproducenten aanvechten.

 

Een eventuele budgettaire impact zal afhangen van de beslissing van het Grondwettelijk Hof. Die beslissing hangt natuurlijk ook af van de precieze verzoekschriften van de verschillende partijen, waarin ik geen inzage heb. Zolang het Hof geen uitspraak doet, kan de heffing uiteraard onverminderd worden geïnd.

 

Eventuele bijkomende vragen kunnen worden gesteld in de commissie voor Energie die ter zake bevoegd is.

 

14.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u bent hoedster van de begroting. U weet dat er een belangrijk principe bestaat, met name het voorzorgsprincipe. In dit geval is er een belangrijke bedreiging en risico. Wij vinden dat dat risico meegenomen moet worden in de begrotingsopmaak, -controle en -aanpassingen.

 

Wij stellen vast dat u helemaal geen voorzorgsprincipe hanteert. U rekent zich rijk met de 700 miljoen euro waarvan sprake, terwijl ze momenteel onder hoogspanning staat. Het zijn niet de minste bedrijven, ook niet de kleinste spelers. Er worden ook verschillende vorderingen ingediend en deze zijn aanzienlijk.

 

Wij houden hier dus toch een slag om de arm en zullen u hierover te gepasten tijde opnieuw ondervragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.10 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 10.