Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mardi 04 juillet 2023 Après-midi ______ |
van Dinsdag 04 juli 2023 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 16.06 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 16 h 06 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De voorzitter: De heer Roggeman laat zich verontschuldigen. Ik vermoed dat ook mevrouw Daems dat doet.
01.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, twee minuten spreektijd is natuurlijk niet veel om een debat te voeren over het asiel- en migratiepact, dat heel veel aspecten bevat. Ik zal echter mijn best doen.
Ik moet bekennen dat het een goede zaak is dat er een verplicht en flexibel solidariteitsmechanisme komt, waarbij het idee is dat elke lidstaat zijn deel moet doen. Dat is zeker een principe waar wij achter kunnen staan.
Wij merken echter dat er onmiddellijk al wat ruis op de zaak zit. Landen als Hongarije en Polen hebben zich er onmiddellijk na het akkoord al van gedistantieerd. De grote vraag over de solidariteit in Europa die wij willen, is wat het in de praktijk zal geven. Hoe kunnen wij die solidariteit afdwingen?
Mevrouw de staatssecretaris, over de grensprocedure is heel veel te doen. Iedereen die afkomstig is uit een land met minder dan 20 % erkenningsgraad, zal aan die grensprocedure worden onderworpen. Het idee is dat ze maximaal twaalf weken zou mogen duren. Wij weten echter dat het in de praktijk heel moeilijk zal zijn om die termijn te halen. De facto zal de procedure plaatsvinden in gesloten centra.
Welke garanties of contouren zijn er in de grensprocedure? Zullen de lidstaten die zelf moeten organiseren? In welke mate zal Europa ondersteuning bieden? Zal het EASO daarin een rol spelen? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat de grensprocedure snel maar ook kwalitatief is? Hoe kunnen wij de mensenrechten garanderen? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat er geen hotspots komen in gesloten centra, waar asielzoekers lang vastzitten?
Over de detentie van kinderen stond in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie dat kinderen werden uitgesloten van de grensprocedure, indien ik dat correct voorheb. Wanneer ik echter de tekst bekijk die met de Europese collega’s is afgesproken, lijkt het mij dat de uitsluiting van kinderen is verdwenen of dat de garanties veel moeilijker uit het akkoord kunnen worden afgeleid.
Kunt u verduidelijken wat daarover is afgesproken met de Europese collega’s, met name over de detentie van kinderen en minderjarigen? Welke garanties kunt u ter zake geven? Wat was het standpunt van België? Welk standpunt hebt u vertolkt aan de tafel met de Europese collega’s? Waarom was dat punt geen rode lijn voor België en ging België daarin niet voorop?
In het akkoord mis ik ook ambities voor de hervestiging. Zijn er concrete doelstellingen afgesproken? Er zijn meer legale, veilige migratiewegen nodig. Dat is de enige manier om het verdienmodel van mensensmokkelaars te doorbreken. Pas dan kunnen we zorgen voor een humaan asielbeleid in Europa. We moeten dus meer inzetten op humanitaire visa en veilige en legale wegen.
Ik keek onlangs naar de film The Swimmers, een waargebeurd verhaal over twee Syrische zussen, Yusra en Sarah Mardini, die tijdens de oorlog in Syrië geen andere keuze hadden dan op een gevaarlijke manier de Middellandse Zee over te steken om dan door te reizen naar Duitsland en daar asiel aan te vragen. Die film toont alles wat er mis is met het Europese asielbeleid. Het is zeker een aanrader.
De vraag is of de gemeenschappelijke hervestigingsdoelen deel uitmaken van het migratiepact. Zal België daarin een voortrekkersrol spelen? Ik stel vast dat België zijn eigen ambities op het vlak van hervestiging helemaal niet verwezenlijkt. We blijven achter.
Bij de opvang van Oekraïners hebben we vastgesteld dat het wel mogelijk is om een tijdelijk beschermingsstatuut te verlenen aan specifieke groepen die er acuut nood aan hebben. Ook voor andere groepen, bijvoorbeeld Afghanen die niet kunnen terugkeren, zouden we op Europees niveau afspraken kunnen maken. Wat is uw standpunt daarover?
Wat de pushbacks en search-and-rescueactiviteiten betreft, er heeft een scheepsramp plaatsgevonden voor de Griekse kust. Dat schetst de context waarin het migratiepact moet worden bekeken. Zo veel mensen sterven in de Middellandse Zee. Daarvan kunnen we toch niet wegkijken? Hebt u met uw Europese collega’s over de illegale pushbacks gesproken? Op welke manier kunnen we de strijd tegen illegale pushbacks opdrijven? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensenrechtenschendingen door lidstaten hoog op de agenda blijven staan in de onderhandelingen over het migratiepact?
Misschien is dit een onderwerp voor het najaar, want we bereiden het Europese voorzitterschap voor. Misschien kunnen we daarover eens een aparte gedachtewisseling houden, want dit thema verdient meer aandacht dan een actualiteitsdebat.
De voorzitter: Met dat laatste ben ik het volledig eens. Ik zal wat soepel zijn met de spreektijden. Het is immers een actualiteitsdebat. Ik kan de toegestane spreektijd dus wat verlengen.
Mevrouw Matz heeft
het woord.
01.02 Vanessa Matz (Les Engagés): Monsieur le président, c'est un thème central et il va encore nous occuper pendant quelques mois. Il est important que nous puissions débattre plus largement.
Madame la secrétaire d'État, l'absence d'une politique migratoire harmonisée de l'Union européenne est l’un des facteurs qui contribuent aux importants retards dans le traitement des demandes d’asile dans les États membres de l’Union européenne. L’adoption d’une politique migratoire européenne constitue sans nul doute un des plus grands défis pour les 27 États membres de l’UE.
Alors que les instances européennes n'étaient pas parvenues à un accord sur une réforme du système de migration et d’asile à la suite de la crise migratoire en 2014-2015, il semblerait que la situation se soit débloquée depuis lors. En septembre 2020, la Commission européenne avait en effet proposé un ensemble de textes législatifs couvrant les grands principes et les aspects plus concrets. En avril dernier, le Parlement européen a mis les bouchées doubles et a arrêté une position sur les différentes propositions législatives. Le 8 juin dernier, le Conseil Justice et Affaires intérieures s’est accordé sur une réforme du système d’asile à la majorité qualifiée.
La procédure d’adoption n’est pas terminée, il faudra encore que le Parlement et le Conseil trouvent une position commune malgré leurs points de divergence; l’objectif étant de boucler ce dossier pour la fin de législature, sous la présidence belge. Vous avez donc un rôle crucial de savante équilibriste à trouver.
Madame la secrétaire d'État, quelles sont les prochaines étapes pour concrétiser l’adoption de ce nouveau pacte? Des dates ont-elles été fixées? Pouvez-vous expliquer les deux principes sur lesquels repose le pacte, à savoir les principes de solidarité et de responsabilité? Que dites-vous aux associations qui estiment que le pacte restreint fortement la migration et les droits des étrangers? Quels sont les pays tiers qui sont disposés à collaborer avec l’Union européenne? De quelle manière comptez-vous procéder aux contrôles aux frontières?
01.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, le pacte sur l'immigration a déjà fait couler beaucoup d'encre. Selon vous, il s'agit là d'un accord historique et révolutionnaire. Toutefois, selon de nombreux experts et organisations de la société civile, il est plutôt synonyme de nouveau durcissement, de davantage de violations des droits humains, de davantage de pushbacks et de détentions à grande échelle.
Dans la presse, vous exprimez ne pas vous soucier de ces critiques, que vous décriez comme infondées et dépourvues d'arguments. Vous dites que les droits humains sont votre priorité absolue, pourtant vous refusez d'écouter les nombreuses organisations, les experts en migrations et les chercheurs qui analysent la politique européenne d'asile et de migration sous l'angle des droits humains. Ce qu'ils disent m'inquiète beaucoup et je ne comprends pas pourquoi vous n'accordez aucun crédit aux critiques qu'ils formulent.
Par exemple, que faites-vous par rapport au fait que l'Italie et la Grèce ont délibérément choisi de ne pas enregistrer de demandeurs d'asile depuis des années? Comment gérer le fait que les pushbacks font systématiquement partie du contrôle des frontières européennes? Que faire de l'interprétation très souple du principe du pays tiers sûr? Que pensez-vous du fait qu'un pays comme la Tunisie soit désormais considéré comme un pays sûr, alors que son président propage activement la théorie du grand remplacement et que la violence à l'encontre des migrants s'y intensifie? Je pense donc qu'il serait extrêmement utile de rouvrir le débat. Comme nous l'avons dit, cet accord soulève de nombreuses questions.
La liste des pays à faible taux de reconnaissance comprend le Pakistan et le Sénégal, deux pays durement touchés par les conséquences du réchauffement climatique. Le pacte sur les migrations tient-il compte des réfugiés climatiques? Quelle sera leur place dans la procédure accélérée à la frontière? Quelles garanties avez-vous que cette procédure accélérée respectera réellement les droits humains? Dans quelle mesure pensez-vous qu'elle mènera à des détentions et à quel point estimez-vous cela souhaitable? Qu'en est-il des familles, des enfants et des mineurs non accompagnés? Dans quelle mesure les demandes d'asile, dans le cadre de la procédure accélérée, continueront-elles à être évaluées individuellement?
Avez-vous tenté de discuter des voies légales d'entrée dans l'Union européenne? Quelles sont les prochaines étapes?
Pouvez-vous nous fournir une liste de ces pays tiers dits "sûrs"? Cette liste peut semer le doute, car lorsqu'on voit que la Tunisie, par exemple, y est reprise, on s'interroge quant aux autres pays. Et est-il vraiment question de pays sûrs?
01.04 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, première remarque, on ne peut, lors d'un débat d'actualité, saisir toutes les nuances, la complexité des textes qui sont sur la table. Personnellement, je suis vraiment demandeur que la commission se penche sur cet aspect avec une présentation la plus objective possible des propositions déposées sur la table, suivie d'un débat politique. C'est une question de transparence du fonctionnement des institutions européennes et je pense que d'autres pays le feront également.
Donc, en effet, les négociations avancent sur les premiers textes. Nous avons appris qu'il y avait un blocage de la part de pays tels que la Hongrie et la Pologne concernant le soi-disant mécanisme de solidarité, qui ne serait apparemment activé qu'en cas de crise. Il n'est question que de 20 000 personnes, mais les informations à cet égard sont assez contradictoires. S'agit-il bien de 20 000 personnes que la Pologne et la Hongrie refuseraient d'accueillir? Ce mécanisme de solidarité est-il maintenu à ce stade?
Par ailleurs, la procédure aux frontières prévoirait un screening et des procédures rapides pour les personnes qui proviennent d’un pays où le taux de protection est inférieur à 20 %. Un droit de recours est-il possible pour ces personnes? Ce sujet est-il sur la table des négociations pour l'instant?
Ne pensez-vous pas qu'une automatisation du pays d'origine contrevient au droit individuel dans le traitement des demandes d’asile?
On nous a expliqué que les rapatriements pourraient se faire en quelques semaines. Le chiffre de quatre semaines a été évoqué. Selon vous, ce délai est-il réaliste? En quatre semaines, avec un recours que j'espère possible, des personnes pourraient-elles être envoyées dans leur pays d'origine ou un pays de passage? Cet aspect posait problème dans les textes, car on sait par exemple que la Libye est un pays de passage des routes migratoires, et on connaît la situation cauchemardesque qui y règne.
À l’opposé, vous le savez, les balises et les lignes rouges des écologistes sont celles de notre gouvernement: le respect des droits humains, le non-enfermement des enfants. C’est vraiment à ce sujet que nous vous attendons: pas en tant que secrétaire d'État, mais en tant que future responsable de la coordination des négociations.
Ces balises seront-elles bien respectées? Pouvez-vous clarifier cette question de l’enfermement des enfants? Apparemment, un statement a été proposé par l’Allemagne à l’issue de la réunion à laquelle vous avez assisté. La Belgique ne s’est pas jointe à ce statement. Or, le contenu correspondait au contenu de l’accord de gouvernement. Madame la secrétaire d'État, pourriez-vous clarifier un peu cette histoire?
En termes de respect des droits humains, la mise en place d’un organisme indépendant de contrôle du respect des droits humains aux frontières est-elle sur la table? Nous savons que c'était une des missions de Frontex, lequel ne remplit pas cette mission. Aujourd'hui, quelque chose de plus effectif est-il sur la table des négociations?
Je vous remercie, même si nous n’obtiendrons certainement pas toutes les réponses aujourd'hui. À mon avis, nous devrons organiser un débat prochainement.
01.05 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, er valt heel wat te zeggen over het EU-migratiepact. U kent onze fundamentele kritiek: het pact beperkt zich te veel tot het managen van de instroom in plaats van fundamentele maatregelen te nemen om de instroom te beperken. Naast het niet dichtdraaien van de illegalemigratiekraan zijn er punten in het migratiepact die de legale immigratie juist nog gaan versoepelen. Denk aan de werk- en verblijfsvergunning voor derdelanders, waarvoor men de aanvraagprocedure zal versoepelen. Niet alle lidstaten hebben dit goedgekeurd. Vorige sprekers haalden reeds aan dat Hongarije en Polen hebben tegengestemd. Malta, Bulgarije, Slovakije en Litouwen hebben zich bij de stemming over dit pact onthouden.
Wat is de actuele stand van zaken? Wat zijn de mogelijke gevolgen van het verzet van de lidstaten Hongarije en Polen?
Ten tweede, het welslagen van het pact, als dat er uiteindelijk komt, zal in grote mate afhangen van de bereidheid van derde landen om uitgewezen onderdanen terug te nemen. De belofte van snelle terugkeer naar landen van herkomst wordt gedaan, maar we weten dat momenteel niet eens een kwart van degenen die worden afgewezen daadwerkelijk terugkeert. Een beter terugkeerbeleid wordt al jaren aangekondigd, maar tot op heden bleef dat zowel op nationaal als op Europees niveau uit. Wat zijn ter zake de concrete plannen, initiatieven en garanties inzake de bereidheid van derde landen om daaraan mee te werken? Dat is immers cruciaal.
Ten derde, de snelle grensprocedures. Asielzoekers zullen nu geregistreerd en gescreend worden aan de buitengrens. Men kondigt dat aan, maar eigenlijk moest dat al gebeuren. Immigranten uit landen met een lagere erkenningsgraad dan 20 % komen in een snelle grensprocedure terecht.
We weten dat hooguit een kwart van de asielzoekers daarvoor in aanmerking zal komen en dan nog alleen diegenen van wie kan worden vastgesteld dat ze uit voornoemde landen komen.
Mevrouw de staatssecretaris, acht u de procedure van maximaal drie maanden realistisch, wetend dat we in België toch een sterk uitgebouwd asielsysteem hebben en dat de gemiddelde asielprocedure hier vijftien maanden duurt?
Is er sprake van gesloten centra voor die snelle grensprocedure? Zullen dat halfgesloten centra of gesloten centra zijn? Kunt u daarover meer duidelijkheid geven?
Welke categorieën zullen van die procedure worden vrijgesteld? Ik hoor dat sommigen uitzonderingen willen maken voor niet-begeleide minderjarigen. Ik hoor Duitsland tevens pleiten voor uitzonderingen voor gezinnen met kinderen. Als die uitzonderingen er zijn, zal dat uiteraard voor aanzuigeffecten zorgen. Kunt u meer verduidelijking geven over de vraag of er categorieën van de procedure vrijgesteld zullen worden?
Wanneer zal dit pact in werking treden? In het verleden hebben we al heel veel aankondigingen gehoord, maar streeft men naar een bepaalde datum voor de inwerkingtreding van dit pact?
01.06 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ook ik had u graag ondervraagd over het Europees migratiepact. Ik denk dat het belangrijk is dat u toelichting geeft bij een aantal grote lijnen van dat pact. We hebben al het een en ander vernomen. Ik heb ook gelezen dat mevrouw De Sutter het een extreemrechts geïnspireerd pact vindt. We zouden dan een film moeten kijken en ik ga dat zeker doen, maar niemand kan mij overtuigen van het feit dat Syriërs naar Europa móéten komen. Dat is natuurlijk niet zo. Zij hebben blijkbaar geen andere wegen. Het lijkt wel alsof ze naar Europa móéten komen, dat het om een onweerstaanbare drang gaat. Niemand móét naar Europa komen. Vluchtelingen móéten niet naar Europa komen. Dat is nog altijd een eigen keuze. Als men ervoor kiest om te zwemmen, dan heeft men een eigen keuze gemaakt. Als dat mislukt, is dat het gevolg van die eigen keuze.
Ik vind dat altijd vreemd als men met links over migratie praat. Men moet zorgen voor legale routes, want anders moeten ze wel illegale routes nemen. Ik zie dat toch enigszins anders. Ik heb geen zin om heel dat debat hier te voeren, maar dat valt mij altijd op in het debat dat ik ondertussen al tientallen jaren voer. Het komt altijd op hetzelfde neer.
Ik geloof nogal in zelfredzaamheid en keuzes en consequenties.
Hoe zal het gaan met die grensprocedure? Hoe zal Dublin werken? Wat zal er dan exact veranderen aan Dublin? Zal het dan de eeuwige verantwoordelijkheid zijn van de grenslanden of zal het nog altijd na 18 of 24 maanden de verantwoordelijkheid worden van het land waar men opnieuw een asielaanvraag heeft ingediend? Dat is heel belangrijk in heel dat verhaal, omdat daar de pendant zit om Dublin wel of niet te laten werken.
Ik ben ook wel wat verontrust door het feit dat Polen en Hongarije zich vorige week echt verzet hebben. Zij blijven bij het standpunt dat we zoiets niet in meerderheid kunnen beslissen. U zegt dat dit in meerderheid goedgekeurd is. Zij betwisten dat ten gronde. Zij zeggen dat dat niet zo is en dat dit een unanimiteitsverhaal is. Dat zou dan in de Raad goedgekeurd moeten worden en niet in de Commissie of het Europees Parlement.
Dan hebt u gezegd dat u er alles aan zou doen om het onder het Belgisch voorzitterschap rond te krijgen. In hoeverre is dat nog een realistisch traject, gelet op het feit dat het verzet zo groot is? Ook kunnen in het Europees Parlement en in de Europese Raad alle mogelijke vertragingsmanoeuvres worden uitgevoerd tegen mei of juni volgend jaar. Ook het Europees Parlement gaat in reces. Dat geeft eigenlijk nog een window of opportunity van een achttal maanden om dat rond te krijgen. Hoe schat u dat verder in?
01.07 Staatssecretaris Nicole de Moor: Collega’s, ik heb de voorbije weken niet onder stoelen of banken gestoken dat ik heel tevreden ben dat de Raad op 8 juni een beslissende stap heeft gezet richting de hervorming van de Europese regelgeving inzake asiel en migratie. Wij hebben die dag immers overeenstemming bereikt over een onderhandelingsstandpunt. Dat is een onderhandelingsstandpunt van de Raad inzake de verordening met betrekking tot de asielprocedure, de APR, en de verordening over het asiel- en migratiebeheer, de AMMR.
Dat zijn de twee instrumenten, de twee kernteksten van de asielhervorming waar we al bijna 10 jaar over praten. De Raadsposities voor de APR en AMMR zijn online te consulteren in het Publicatieblad van de Europese Unie. U hebt die teksten ondertussen ongetwijfeld goed doorgenomen, wat mij toelaat mij vandaag te beperken tot enkele kernelementen.
Ten eerste stroomlijnt het akkoord de asielprocedure in de lidstaten, bijvoorbeeld de duur van de procedure, en stelt het ook normen op ter bescherming van de rechten van de asielzoeker, bijvoorbeeld het recht op een tolk, de beroepsprocedure en het recht op juridische bijstand. Het akkoord wil ook misbruik van het systeem voorkomen door asielzoekers een medewerkingsplicht op te leggen.
Binnen de Raad is er ook een akkoord om een verplichte grensprocedure aan de buitengrenzen van de EU in te voeren, om snel te kunnen beoordelen of asielverzoeken al dan niet gegrond zijn. Over die verplichte grensprocedure is al heel wat inkt gevloeid. De procedure is verplicht voor personen afkomstig uit landen met een lage erkenningsgraad, voor personen die een bedreiging vormen voor de veiligheid of die de autoriteiten hebben willen misleiden. Om die grensprocedures te kunnen uitvoeren, moeten de lidstaten zorgen voor voldoende opvangcapaciteit – de adequate capacity in de tekst – en ook voldoende personeel.
De grensprocedure duurt effectief maximaal 12 weken. Uiteraard wordt elke asielaanvraag nog altijd individueel beoordeeld. Mevrouw Pas en mevrouw Platteau hadden vragen over die termijn van 12 weken. Heel veel mensen pleiten terecht voor kortere asielprocedures in ons land. Er moeten korte procedures zijn. Die grensprocedure valt ook niet zomaar uit de lucht. Het is straf om te zeggen dat dat niet lukt. Wij hebben vandaag in België al zo’n grensprocedure. Bij ons duurt die grensprocedure 4 weken. We slagen erin om mensen die aan de grens toekomen en een lage erkenningsgraad hebben, waarover het in Europa gaat, snel te beoordelen. Het is dus een goede zaak dat de termijn 12 weken is. We moeten niet pleiten voor een langere periode.
Ten tweede – dit was ook een belangrijke prioriteit voor ons land – werd er een regeling uitgewerkt die de huidige Dublinverordening zal vervangen. De hervorming van het Dublinsysteem vormt dus wel degelijk een cruciaal onderdeel van het akkoord dat onder de lidstaten op de Raad bereikt werd.
Voor België was het aangaan van dat debat van het grootste belang, omdat België inderdaad een van de belangrijkste bestemmingslanden voor secundaire migratie is en de huidige Dublinregels duidelijk niet afdoende zijn om daaraan iets te doen. De regeling voor het overdragen van asielzoekers naar de verantwoordelijke lidstaat, die we kennen als de Dublinprocedure, zal in de toekomst ook deel uitmaken van de AMMR, het instrument waarin ook de solidariteitsregels vervat zitten.
Met betrekking tot de concrete regeling kan ik u meegeven dat er, mede op vraag van België, een aanzienlijke versterking van de verantwoordelijkheidsregels komt, alsook een duidelijke limitering van beperkte overheveling van verantwoordelijkheid in asieldossiers in het geval van secundaire migratie.
Zo zal de huidige complexe terugnameprocedure, waarbij een asielzoeker wordt overgedragen aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor zijn of haar aanvraag, worden vervangen door een eenvoudige kennisgeving van terugname, een take back notification. Dat is een concrete verbetering en ook een administratieve ontlasting voor onze dienst.
Wij hebben vanmorgen bij het activiteitenrapport van de DVZ nogmaals van de heer Roosemont mogen horen hoe hoog de werklast is bij de diensten voor de behandeling van alle Dublindossiers. Dat is de concrete verbetering en administratieve ontlasting.
Bovendien heeft de herziening van het Europese asielsysteem tot doel om de secundaire migratie te ontmoedigen. Indien de verworvenheden in het Raadsakkoord realiteit worden, zal er een enorme stap vooruit kunnen worden gezet in het behalen van die doelstellingen.
Naast de structurele hervormingen, die mede dankzij de constructieve maar principiële houding van België in het akkoord van de Raad werden opgenomen, werd ook werk gemaakt van het aanpakken van de meer acute problematiek in het huidige Dublinsysteem, want samen met andere belanghebbende lidstaten stond België ook mee aan de wieg van de Dublin Roadmap. Deze roadmap heeft een tweeledig doel, namelijk het heropstarten van Dublintransfers richting lidstaten waarmee de samenwerking in het verleden stroef verliep, bijvoorbeeld Griekenland, zoals vanmorgen werd besproken, en ook het versterken van de algemene werking van de huidige Dublin III-verordening.
Aanvullend kan ik ook nog meegeven dat de versnelde procedure sinds 24 augustus wordt toegepast voor personen die al een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend in een andere lidstaat. Op die manier wordt aan verzoekers een duidelijk signaal gegeven dat België de huidige Dublinverordening wel degelijk toepast en dat de genomen beslissingen binnen een zeer kort tijdbestek worden opgevolgd, in overeenstemming met de geldende verordening.
Ten derde was er ook nood aan een nieuw solidariteitsmechanisme, om de lidstaten die een grote verantwoordelijkheid dragen voor de asielaanvragen aan de buitengrenzen te helpen. Die solidariteit neemt de vorm aan van een systeem dat eenvoudig, voorspelbaar en werkbaar is. De nieuwe regels combineren verplichte solidariteit ook met een flexibiliteit voor de lidstaten wat de keuze van de individuele bijdragen betreft. Die bijdragen omvatten zowel relocatie, financiële bijdragen als alternatieve solidariteitsmaatregelen. De lidstaten kunnen volledig zelf bepalen met welk type solidariteit ze bijdragen. Het minimumcijfer voor jaarlijkse solidariteitsbijdragen op het Europese niveau is vastgelegd op 30.000, waarbij een relocatie gelijkgesteld is aan 20.000 euro voor lidstaten die geheel of gedeeltelijk wensen bij te dragen met financiële compensaties. Dat minimumcijfer van 30.000 kan echter jaarlijks worden bijgesteld op basis van de reële migratiesituatie. De Europese Commissie bepaalt elk jaar de noden voor de Europese Unie.
Monsieur Moutquin, ce n'est donc pas uniquement en situation de crise que ce système de solidarité est activé.
Ten slotte – en ook dit was een Belgische prioriteit tijdens de onderhandelingen – bevat de AMMR maatregelen ter voorkoming van misbruiken door de asielzoeker en wordt secundaire migratie ontmoedigd. Concrete voorbeelden zijn de verplichting om de asielaanvraag in te dienen in de lidstaat van eerste binnenkomst en de regels die ervoor zorgen dat de verantwoordelijkheid van die lidstaat niet meer zomaar verandert zodra die vaststaat. Dat maakt dat de aanvrager niet langer zomaar de lidstaat kan kiezen waar hij zijn aanvraag indient.
Het Belgische standpunt werd, zoals gebruikelijk, bepaald tijdens de coördinatievergaderingen Europese Zaken voorafgaandelijk aan de Raad. Daarin hebben alle DGE-partners de Belgische instemming met het Raadsstandpunt vastgelegd. In het concrete standpunt werd het grote belang van België bij het sluiten van het pact voor het einde van de legislatuur herhaald. België ijverde voor een compromis dat voldoende ambitieus is, maar dat ook een verbetering is ten opzichte van het huidige systeem. We zijn het er allemaal over eens dat het huidige systeem niet functioneert. Daarbij lag de nadruk op de opmaak van een ambitieus kader voor solidariteit met een voldoende hoog niveau aan relocaties. Daarnaast hebben we gestreefd naar eenzelfde ambitieniveau wat de aspecten van verantwoordelijkheid betreft, waarbij de termijnen in het kader van de Dublintransfers niet te snel mogen veranderen en er een administratieve vereenvoudiging in de context van de transfers wordt nagestreefd.
Een bijzonder Belgisch aandachtspunt in het gehele asiel- en migratiedebat is de situatie van minderjarigen. België bepleitte succesvol dat in het akkoord waarborgen inzake de opsluiting van minderjarigen in lijn met het VN-Kinderrechtenverdrag worden opgenomen. Dat betekent niet dat families met minderjarige kinderen niet in een grensprocedure terecht kunnen komen. Dat is nog iets anders. Dat is vandaag trouwens ook zo in België het geval. Families met minderjarige kinderen die aan onze buitengrens toekomen, volgen ook de grensprocedure. Dat is helemaal in lijn met het respect voor de mensenrechten.
Het is u vast niet ontgaan dat ik na afloop van de Raad heel wat vragen kreeg over de bescherming van de mensenrechten. Ik ben er heel sterk van overtuigd dat het Europese akkoord een overwinning is voor de juridische bescherming van personen op de vlucht. Het akkoord biedt oplossingen en draagt actief bij tot de verbetering van de mensenrechten in het asielbeleid. Ten eerste vrijwaart het akkoord het recht om asiel aan te vragen op het Europese grondgebied.
Ten tweede, nadat een beschermingsverzoek wordt ingediend, volgt een individuele beoordeling van het dossier in een snelle en efficiënte procedure, zoals het UNHCR en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat ook voorschrijven. Asielzoekers hebben recht op opvang en ook dat recht wordt beschermd in het akkoord via de vaste opvangcapaciteit waarin wordt voorzien voor de asielzoekers in een grensprocedure.
Une fausse idée qui circule est que l'accueil implique une détention obligatoire ou massive. Ce n'est pas vrai. La procédure frontalière et la détention éventuelle sont deux concepts différents. Toute personne qui consulte effectivement les textes et règlements peut lire cela dans l'accord.
La détention aux fins de traitement des demandes d'asile dans le cadre des procédures frontalières n'est possible que dans des conditions prévues dans la directive "Accueil". La détention est-elle alors exclue? Non, mais la détention pour des raisons administratives n'est pas interdite par le droit international ni les droits de l'homme lorsqu'elle est proportionnée et nécessaire. La détention des mineurs constitue une ligne rouge que l'accord exclut en règle générale.
Le texte de l'accord est donc non seulement conforme à la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme selon laquelle la détention de mineurs n'est possible qu'en dernier recours mais il consacre aussi juridiquement ce principe pour l'ensemble de l'Union.
Le monitoring des droits de l'homme est déjà prévu dans l'accord conclu par le Conseil l'année dernière sur le règlement relatif au screening. Des trilogues sont en cours avec le Parlement européen à ce sujet.
Voor de duidelijkheid herhaal ik graag dat het akkoord dat de Raad op 8 juni bereikte, twee instrumenten betreft die deel uitmaken van het volledige asiel- en migratiepact van de EU, dat op zijn beurt bestaat uit een hele reeks voorstellen om de migratie- en asielregels van de EU te hervormen. Het pact omvat ook heel wat voorstellen over legale toegangswegen, bijvoorbeeld de richtlijn langdurig ingezetenen en hervestiging, of nog de richtlijn over de single permit, die arbeidsmigratie naar de Unie regelt, waarvoor op 8 juni ook het Raadsmandaat werd vastgelegd. Ik besef dat die instrumenten op heel wat minder media-aandacht kunnen rekenen, maar dat betekent niet dat de lidstaten het onderwerp legale migratiewegen verwaarlozen, wel integendeel. Voor mij is het een teken dat die wegen simpelweg al heel goed geïntegreerd zijn in het recht van de Unie.
Mevrouw Pas, mijnheer Moutquin, u had ook vragen over terugkeer, een onderwerp dat eveneens geen onderdeel was van de onderhandelingen op 8 juni, maar uiteraard wel deel uitmaakt van het migratiepact. Het effectiever maken van terugkeer en het verhogen van het terugkeerpercentage in heel de EU is al langer een prioriteit. Het pact bevat ook een voorstel tot vernieuwing van de terugkeerrichtlijn, waarover reeds een voorlopig akkoord tussen de Raad en het Europees Parlement bestaat. Dat instrument kan trouwens geconsulteerd worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Il y a bien sûr un lien entre le retour et la procédure obligatoire aux frontières. Il est logique que nous ayons plus de facilité à renvoyer les personnes qui ont séjourné sur le territoire pendant une période limitée et qui ont un faible niveau de protection.
Il est prévu que le demandeur débouté dans le cadre d'une procédure frontalière d'asile entame immédiatement après sa décision négative une procédure frontalière de retour, de sorte que son retour aux frontières extérieures puisse être réalisé dans un délai de douze semaines.
Comme c'est déjà le cas aujourd'hui, ce retour est possible à la fois vers le pays d'origine et vers le pays de transit, en fonction de la situation du demandeur d'asile débouté et du consentement du pays en question. Ce mécanisme est certainement réaliste. Il est déjà appliqué dans certains cas aujourd'hui, par exemple dans le contexte des procédures frontalières belges.
Le mécanisme offre de meilleures garanties de retour effectif qu'un système dans lequel les demandeurs d'asile déboutés peuvent poursuivre leur voyage à travers l'Union européenne, introduire de nouvelles demandes d'asile et parfois passer des années dans les procédures ou dans l'illégalité.
Bien entendu, la coopération des pays tiers est cruciale pour rendre le retour possible. C'est pourquoi l'amélioration de la coopération en matière de réadmission est l'un des autres grands axes du pacte sur la migration et l'asile. En effet, un accord a également été trouvé sur la définition du concept de pays tiers sûr que vous pouvez également lire dans les textes juridiques.
Madame Matz, il est nécessaire d'établir des partenariats durables avec des pays tiers. Ceux-ci ne devraient pas porter uniquement sur la gestion des migrations mais également sur les voies d'entrée légales et, idéalement, s'inscrire dans une approche plus large. Le nouveau partenariat avec la Tunisie qui se met en place en est un bon exemple.
Monsieur Boukili, vous m'avez également demandé si le futur accord avec la Tunisie respectera les droits de l'homme. Permettez-moi d'être claire à ce sujet: l'Union européenne et les États membres sont liés par les droits de l'homme, tels qu'ils sont inscrits entre autres dans la Charte de l'Union européenne – qui fait partie du droit primaire de l'Union – et dans la Convention européenne des droits de l'homme. Toutes les actions dans le domaine extérieur doivent respecter les droits de l'homme.
Cela m'amène à la question des prochaines étapes. La position du Conseil sur les deux instruments d'asile constituera la base des négociations de la présidence du Conseil avec le Parlement européen. Le trilogue sur le AMMR a déjà commencé, tout comme le trilogue sur le permis unique, Eurodac et le règlement Screening. Le prochain grand dossier pour le Conseil est le règlement sur les crises.
La présidence espagnole a exprimé son ambition de finaliser le pacte au cours de sa présidence. En cas d'échec, la présidence belge sera prête à le faire.
Les différents instruments du pacte entreront en vigueur après leur publication, selon la date d'entrée en vigueur fixée dans chacun d'entre eux.
Mevrouw Pas, met het akkoord van de Raad op 8 juni over de APR en de AMMR wordt de onderhandelingspositie van de Raad definitief vastgelegd. Het akkoord werd aangenomen conform de Europese besluitvormingsregels in de Europese verdragen. Concreet gebeurde dat na een stemming waar een ruime gekwalificeerde meerderheid werd bereikt. Enkel Hongarije en Polen stemden tegen. Die stemming bij gekwalificeerde meerderheid is de meest gebruikte stemmethode in de Raad, ook voor onderwerpen van asiel en migratie tijdens de gewone wetgevingsprocedure. Indien er een akkoord wordt gevonden met het Europees Parlement en beide medewetgevers daarmee instemmen, voor de Raad opnieuw met gekwalificeerde meerderheid, worden de twee verordeningen aangenomen, die rechtstreeks van toepassing zullen zijn in alle lidstaten.
Mevrouw Daems, mijnheer Boukili, het pact heeft niet tot doel de gronden voor asiel te herbekijken. Daarvoor baseert de EU zich op het internationaal recht en dus de definitie weergegeven in de Conventie van Genève van 1951. Wie zijn land van herkomst verlaat vanwege de gevolgen van klimaatverandering bijvoorbeeld, valt niet onder die definitie. Subsidiaire bescherming kan evenmin worden verleend aan iemand die zijn land verlaat om klimatologische redenen, aangezien er geen sprake is van een oorlogssituatie.
Over het akkoord is al heel veel inkt gevloeid, en terecht ook. Het is een cruciale stap richting een meer gecontroleerd asiel- en migratiebeleid op Europees niveau. Het is goed dat we daar in de commissie de nodige tijd aan besteden. Ik ben zeker bereid om deel te nemen aan een aparte commissievergadering die daaraan gewijd is. Het akkoord zorgt voor meer controle en respecteert tegelijkertijd de mensenrechten. Al jaren wordt hierover gesproken onder de lidstaten, met heel uiteenlopende posities en belangen. Eindelijk is er nu overeenstemming in de Raad. Ik hoop onder het Belgische EU-voorzitterschap volgend jaar het finale akkoord te kunnen afronden. Ik zal mij daar in elk geval heel erg voor inzetten en daarvoor aan de kar blijven trekken.
01.08 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb vooral onthouden dat u zegt dat het huidige systeem niet functioneert. Wij weten dat allemaal, maar ik zie met dit nieuwe asiel- en migratiepact ook geen grote veranderingen aan het huidige systeem. Ik zie eigenlijk een Europa dat nog steeds, in eerste instantie, zijn grenzen wil dichthouden, met alle gevolgen van dien. Ik ben er mij bewust van dat het een compromis tussen verschillende landen met uiteenlopende visies op asiel en migratie is, maar u kunt niet van mij verwachten dat ik hier heel enthousiast over word.
U zegt dat er geen detentie zal zijn, maar wij weten natuurlijk dat er in de praktijk wellicht wel detentie zal zijn. Hetzelfde geldt voor de kortere procedures. U moet mij niet in de mond leggen dat ik niet pleit voor kortere procedures, maar gezien de situatie, zelfs in ons eigen land, waarin mensen heel lang in een asielprocedure zitten, moeten wij niet te optimistisch of naïef zijn dat wij dat aan de grens ineens wel allemaal vlot zullen kunnen doen. Welke garanties hebt u dat die snelle procedures effectief snel en kwaliteitsvol zullen zijn?
U zegt dat er in het akkoord ook elementen over de legale wegen, over hervestiging en over arbeidsmigratie zitten, maar wij moeten erkennen dat Europa op dit moment, zeker wat betreft het hervestigingsbeleid, onder de ambities blijft. Dat is natuurlijk ook een verklaring voor de vraag waarom mensen het op een andere manier proberen. Er waren nog nooit zoveel vluchtelingen wereldwijd volgens de cijfers van het UNHCR. Daarvoor zijn allerlei oorzaken, zoals conflicten.
De meeste vluchtelingen blijven echter in eigen land of in de eigen regio, bijvoorbeeld in een buurland. Vorig jaar werd 70 % van alle vluchtelingen wereldwijd opgevangen door een buurland. De heer Francken stelt vragen over Syriërs die uitgeweken zijn naar Europa om hier een betere toekomst te vinden. Ik heb daar een heel andere mening over. De heer Francken was een van de eerste mensen om te zeggen dat hij gastvrij zou zijn en Oekraïners zou opvangen, maar ook mensen die Syrië ontvluchtten, zijn gevlucht voor het geweld van Poetin en van een verschrikkelijke dictator. Zolang mensen in die zogenaamd veilige derde landen geen toekomst kunnen uitbouwen, zullen zij op een andere manier een toekomst willen vinden en zullen zij voor zichzelf en voor hun kinderen ook de oversteek naar Europa overwegen, zolang wij de deur daar volledig dichthouden. Wij weten dat de omstandigheden in Turkije niet goed zijn en dat de mensen daar worden teruggestuurd naar Syrië.
In Tunesië is een dictator aan de macht die vluchtelingen wegjaagt. In Jordanië worden vluchtelingen uitgesloten van medische hulp. Zolang wij niet meer investeren in Ontwikkelingssamenwerking, zolang wij niet meer doen om de opvang van vluchtelingen in eigen regio in de derde landen beter te maken en zolang wij geen krachtdadig klimaatbeleid voeren, kan ik alleen maar vaststellen dat wij de problematiek niet aanpakken.
Ik stel hier vandaag opnieuw vast dat de partijen die het meest tegen migratie zijn en het minst bereid zijn vluchtelingen bij ons op te vangen, ook de partijen zijn die helemaal niet willen investeren in klimaatbeleid, in ontwikkelingssamenwerking en in wereldwijde solidariteit, om ervoor te zorgen dat mensen op de vlucht op een goede manier elders een toekomst kunnen opbouwen.
01.09 Vanessa Matz (Les Engagés): Madame la secrétaire d'État, je vous remercie. Je vous avoue que je reste un peu perplexe – c'est un euphémisme – par rapport à la réponse que vous avez fournie, mais surtout par rapport au contenu de cet accord, où il y a l'air d'avoir – vous me passerez l'expression – à boire et à manger.
Évidemment, on est bien conscients que c'est un accord complexe dans le chef des Vingt-Sept autour de la table. J'ai surtout l'impression que c'est un accord où l'on traîne des pieds et où on a fait le service minimum en déléguant une série d'obligations à d'autres en disant "voilà le budget, faites-le pour nous", en n'étant pas certains que les conditions de respect d'un certain nombre de droits élémentaires dans la procédure, notamment, s'y trouvent.
Je pense que nous aurons besoin d'un débat plus approfondi car nous avons eu beaucoup d'informations d'un coup et, pour ma part, je ne parviens pas à trouver la subtilité ou la plus-value de cet accord par rapport à l'arsenal législatif existant et qui m'a l'air, à certains égards, plus protecteur. Je ne la vois pas, si ce n'est pour faire monter les enchères par rapport à certains États qui ne veulent vraisemblablement pas d'un accord équilibré.
Je me permettrai, monsieur le président, de revenir plus avant sur ce dossier quand nous aurons un débat. Je vous remercie.
01.10 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, comme l'a dit ma collègue, il y a beaucoup de choses mais sur certaines questions, vos réponses ne sont pas convaincantes.
Quand je vous ai posé la question sur les pays tiers comme la Tunisie, vous nous avez dit qu'il y avait un accord et que l'Union européenne est fondamentalement accrochée aux droits humains – ce qui reste une affirmation à confirmer car, dans les faits, l'Union européenne n'a plus cette crédibilité-là.
Après avoir laissé des gens crever dans la Méditerranée; quand des pays voisins tabassent leur population durant des manifestations – je parle ici de la France – sans que cela fasse lever le petit doigt au niveau de l'Union européenne en présence d'une violation des droits humains, vous ne pouvez pas venir affirmer que l'Union européenne respecte par essence les droits humains car elle a prouvé à plusieurs reprises que tel n'était pas le cas.
Surtout, quand vous nous dites que l'Union européenne étant garante du respect des droits humains, l'accord avec la Tunisie les respectera aussi, laissez-moi rire! On l'a vu avec l'accord de l'Union européenne conclu avec la Libye: il est certain que les droits humains y sont fort respectés… à moins que vous ne considériez que l'esclavagisme témoigne de leur respect. Or, à ma connaissance, ce n'est pas le cas. Apporter une telle réponse derrière laquelle vous vous dissimulez me paraît largement insuffisant de la part d'une secrétaire d'État chargée d'une question aussi importante.
Je vous ai interrogée au sujet des réfugiés climatiques. Vous m'avez répondu que ce point ne figurait pas dans l'accord parce qu'il n'est pas repris dans la Convention de Genève. Ah bon? Au moment de son élaboration, le monde n'était pas encore confronté à un problème de dérèglement climatique aussi grave. Allez-vous attendre l'arrivée des 250 millions de réfugiés climatiques en provenance d'Amérique du Sud et d'Afrique pour réagir ou allez-vous prévoir quelque chose? C'est au moment où vous serez débordée par l'immigration climatique que vous allez réagir dans l'urgence? L'Union européenne ne peut-elle pas s'y préparer pour éviter que ces masses de personnes quittent leur pays à cause d'un dérèglement climatique dont nous sommes en grande partie responsables? Franchement, vos réponses sont très loin de relever ce défi. Ce n'est vraiment pas sérieux!
Quand vous nous présentez cet accord, nous avons l'impression que tous ceux qui l'ont critiqué – c'est-à-dire les organisations de défense des droits humains, les associations, les experts, etc. – sont bêtes et n'ont rien compris, tandis que, vous, vous avez tout saisi. Je trouve cette attitude très méprisante et irrespectueuse envers la société civile qui, elle, se montre vraiment soucieuse du respect des droits humains. Je n'ai pas l'impression que ce soit le cas avec l'accord de l'Union européenne. Vous vous enfoncez dans une politique qui, jusqu'à présent, était cruelle et qui continue de l'être.
01.11 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, ce n'est pas évident. On a envie d'être critique et quand on entend certaines choses dans l'intervention précédente, on a plutôt envie de vous remercier pour le travail.
Monsieur Boukili, les réfugiés climatiques resteront à 95 % dans les pays limitrophes, malheureusement. Je sais que ce n'est pas votre intention, mais le récit selon lequel les réfugiés climatiques vont "arriver en masse" est non seulement faux mais en plus extrêmement dangereux. Je tiens à m'y opposer. Je le répète: 95 % des gens resteront dans les pays limitrophes des pays touchés par les dérèglements climatiques. C'est déjà le cas aujourd'hui.
Au sujet de l'enfermement des enfants, vous nous dites que des procédures aux frontières existent déjà en Belgique. Oui, mais ces procédures ne permettent pas l'enfermement des enfants.
01.12 Nicole de Moor, secrétaire d'État: C'est la même chose pour le pacte.
01.13 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Ok. Ce sera une des questions pour lesquelles nous devrons creuser nos analyses.
Certains aspects sont peut-être meilleurs. La question de Dublin et le fait d'avoir une ventilation différente, autre que le seul pays d'enregistrement – la question des diasporas –, c'est quelque chose d'éventuellement intéressant.
Ceci dit, je suis d'accord que le pacte ne va rien régler à la question des hot spots, ni à la question des droits de l'homme dans les pays de passage, ni aux noyades en Méditerranée. En effet, c'est un échec de l'Union européenne. Je ne porte pas la responsabilité sur elle; il est un peu ridicule de faire ce procès-là aujourd'hui. Mais la réalité est qu'après le drame que nous avons connu, il y a quelques semaines, l'Union européenne aurait pu intégrer un mécanisme enfin efficace de sauvetage en mer, un mécanisme de protection des droits humains aux frontières qui serait beaucoup plus pointilleux. On le sait, des éléments montrent que les garde-côtes grecs ont une certaine responsabilité dans ce naufrage et dans d'autres. Je n'ai pas dit qu'ils étaient responsables; j'ai dit qu'ils avaient une certaine responsabilité. C'est différent. Je pense qu'il faut pouvoir mettre cela aussi en avant au cours des prochains mois de négociations.
Un mécanisme de répartition de 30 000 personnes lorsqu'on est 400 millions d'Européens n'est qu'un premier pas. On ne peut pas non plus crier qu'il s'agit là d'une grande victoire en termes de solidarité. Je crois que c'est un premier pas, mais je rappelle quand même qu'il y a déjà eu un tel mécanisme. Il a été mis en place et n'a pas été respecté, à l'époque d'une autre crise. Puisqu'il va être structuré, j'espère qu'il sera efficace.
Il y a un problème dans les politiques d'asile et de migration. Je crains que beaucoup d'entre nous ou beaucoup de partis dans les différents États membres européens soient en fait guidés par une peur, celle de l'extrême-droite qui monte partout en Europe. Elle monte ou bien elle s'allie avec la droite classique. C'est plutôt pour cela qu'elle arrive au pouvoir. La réalité, c'est que nous ne devons pas copier les politiques de l'extrême-droite. Nous devons au contraire proposer un modèle complètement différent. Parmi ces modèles, on trouve des voies sûres et légales. Il faut permettre à des gens de venir en Europe de manière légale. C'est la seule solution pour éviter des drames, pour éviter d'entretenir des réseaux de passeurs et éviter le trafic d'êtres humains. C'est la solution: un autre modèle migratoire. Il est clair que ce pacte ne le permet pas.
01.14 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, u bent zeer tevreden en enthousiast. U vindt het een grote overwinning. Ik gun u uw tevredenheid, want er zijn waarschijnlijk weinig zaken binnen de vivaldiregering waar u tevreden mee kunt zijn, maar u zult het mij vergeven dat ik uw enthousiasme niet deel. Het enige waarover ik het met u eens ben, is de vaststelling dat het huidige systeem niet werkt. Ik zie echter geen grote veranderingen in vergelijking met het huidige systeem. Daar heeft collega Platteau gelijk in. De fundamentele insteek blijft dezelfde: open Europese asielloketten voor illegale migratie. Die blijven.
U zegt dat degenen die voor een korte procedure pleiten sceptisch zijn wanneer u snelle procedures wilt invoeren. Ik ben zeker voorstander van de termijn van twaalf weken, maar u zult begrijpen dat ik er mijn twijfels over heb of die realistisch is. Ten eerste moet dat massaal gebeuren als dit pact wordt uitgevoerd. Ten tweede, het is al eens geprobeerd. Men heeft in Griekenland gepoogd om dat in de praktijk te brengen en dat is faliekant afgelopen. Er kwam helemaal niets van terecht.
Idem wat de terugkeer betreft. De Europese Unie is al jaren bevoegd voor terugkeer, maar heeft er niets van gebakken. U zult mij vergeven dat ik sceptisch ben, dat ik betwijfel dat nu wel zou lukken wat de afgelopen tien à vijftien jaar niet is gelukt. Eerst zien en dan geloven. De terugkeer is nochtans een heel belangrijk aspect, een essentieel deel van dat fameuze pact.
We zullen zien, want na de zomer moet het, zoals u zegt, nog voorgelegd worden aan het Europees Parlement, waarbij de tekst allicht nog verder afgezwakt zal worden. Ik vrees dat het nieuwe systeem, in zoverre ik het nieuw kan noemen, ook niet zal functioneren, want het gaat aan de kern van de zaak voorbij. Men moet van systeem veranderen: in plaats van te proberen managen en het overstromingsgebied te vergroten, moet men de dijken verhogen en de instroom beperken. Daarvoor is er maar één duurzame oplossing. Er is alleen een oplossing mogelijk als men van die open Europese asielloketten geen uitgangspunt maakt, maar wel als uitgangspunt neemt dat illegale binnenkomst nooit mag leiden tot een legaal verblijf.
Voor al wie ons verwijt niet solidair te willen zijn en geen centen te willen geven aan opvang: ik ga ermee akkoord dat er meer geld wordt besteed aan opvang in de eigen regio. Daar ben ik helemaal voorstander van. Met het geld dat we hier aan asielprocedures uitgeven – 60 % wordt niet eens erkend en blijkt geen recht op asiel te hebben – kunnen we ginder in de regio veel meer mensen helpen, niet alleen degenen die sterk genoeg zijn en geld genoeg hebben om een illegale oversteek te wagen.
Het zit fundamenteel fout, ik heb absoluut geen reden om tevreden te zijn. Met dit pact krijgen de Europeanen eigenlijk het tegenovergestelde van wat ze vragen. Ze zullen nog meer immigratie krijgen, in plaats van minder immigratie.
01.15 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het is goed dat de Dublinprocedure vereenvoudigd zal worden. Ik moet daarvan eerst nog wel de gevolgen zien, maar goed. De intentie zou er zijn om het minstens administratief een stuk makkelijker te maken om mensen terug te sturen naar de buitengrenslanden. Onder andere door onze RvV is het niet mogelijk om mensen terug te sturen naar Hongarije, Bulgarije en Griekenland. Dat zijn drie belangrijke grenslanden. In die zin is dat relatief.
Mijn grootste kritiek op heel het pact is dat men blijft vastzitten in een paradigma waarin men denkt dat het mogelijk is om tienduizenden mensen aan de buitengrens snel te screenen en degenen die geen visum krijgen snel terug te sturen. We hebben het net gehad over de Maghreb, over Marokko. In uw antwoord op een vraag van de heer Roggeman gaf u toe dat het eigenlijk onmogelijk is op dit moment zaken te doen met dat land. Er is een hele reeks landen waarvoor het heel moeilijk is om een terugkeer te organiseren: Tunesië, Algerije, Libië, Somalië, Soedan, Eritrea, Ethiopië, Palestina, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Mali, Guinee, Guinee-Conakry. Men krijgt hen gewoon niet weg. Uit Azië krijgt men voor Afghanistan en Pakistan niemand weg. Er mogen tienduizenden mensen aankomen. Zelfs in een verhaal waarin men een deel van hen vasthoudt, binnen de 12 weken een screening kan doen en beslist om hen terug te sturen, zal het gewoon niet lukken. Dat zit volledig vast in een paradigma van de open asielgrens, een paradigma dat moet worden verlaten, waar u nooit uit zult raken. Mentaal heb ik daar afscheid van genomen. Ik geloof daar niet meer in. Dat zal nooit op een deftige manier georganiseerd kunnen worden.
U gaat er ook van uit dat de grenslanden aan de buitengrenzen van de Europese Unie dat allemaal administratief en logistiek georganiseerd krijgen, met de steun van EASO en andere. Ik geloof dat niet. Dat is tot nu toe nog nooit gelukt. Ze komen aan in Lampedusa en worden met duizenden met vliegtuigen teruggestuurd. Danish Air Transport doet 10 vluchten per dag met telkens 180 mensen en er zijn ook nog twee schepen die dat doen. Alle records worden gebroken. Daar haak ik af en ben ik helemaal niet mee. Mijn fractie in het Europees Parlement zal dat dus niet kunnen steunen, omdat de premisse zelf fout is.
Het punt dat door de partijen aan de linkerzijde wordt gemaakt, is altijd hetzelfde. Ik ben nog altijd aan het wachten op de eerste studie die bewijst dat meer investeren in ontwikkelingssamenwerking leidt tot minder illegale migratie richting het Westen. Dat is net zoals ik elke dag in mijn mailbox kijk naar het voorstel van het Vlaams Belang over een migratiestop. Elke dag sta ik op, doe ik mijn mailbox open en denk ik dat ik het zal zien, maar ik heb het nog altijd niet gezien.
Het is even stupide om te zeggen dat men een volledige migratiestop wil voor 10 jaar als om te zeggen dat er minder illegale migratie richting Europa komt als men meer geld in ontwikkelingssamenwerking stopt. Dat slaat nergens op en wie dat wetenschappelijk kan bewijzen: doe dat en toon het mij. Ik kan u zelfs zeggen dat meer ontwikkelingssamenwerking, zeker de eerste decennia, meer migratiebewegingen geeft. De mensen die komen, komen niet uit de armste landen. De mensen uit de allerarmste landen komen niet naar hier omdat ze gewoon niet wegraken uit die landen.
Het is dus wel degelijk een nieuwe, ontluikende middenklasse in Afrika, het Midden-Oosten en Azië die naar hier migreert. Dat zijn de feiten. U kunt allerlei andere zaken beweren, maar dan moet u dat ook aantonen. Ik denk dat ik na 23 jaar wel iets ken van internationale migratiebewegingen. Dat is een eerste zaak.
In een tweede punt kom ik tot het verhaal van de klimaatvluchtelingen. Hier wordt gezegd dat we klimaat en klimaatproblemen natuurlijk moeten zien als een nieuwe basis binnen de Conventie van Genève om bescherming te bieden. Toen de Conventie van Genève opgesteld werd, in de jaren 40 en begin jaren 50, bestond het klimaatprobleem immers nog niet. Dat klopt, maar toen de Conventie van Genève werd gemaakt, bestond massamobiliteit evenmin, er bestond ook geen iPhone of massacommunicatie. In die tijd vluchtte men inderdaad naar een buurland, niet 5.000 kilometer verder, want dat kon gewoonweg niet.
Als er wordt gepleit voor het openbreken van de Conventie van Genève, dan vind ik dat wel goed, op voorwaarde dat er gesproken wordt over alle elementen in de Conventie van Genève en over de toenmalige tijdsgeest.
U zegt dat Syriërs en Oekraïners exact hetzelfde zijn, al ligt bij eerstgenoemden de Middellandse Zee ertussen. Voor mij is dat echter helemaal niet hetzelfde, meer bepaald vanuit het oogpunt van opvang in de regio. Oekraïne is een Europees land. Het behoort dus tot onze verantwoordelijkheid om Oekraïners op te vangen. Het pleidooi voor opvang in de regio moet echter consequent aangehouden worden. Vluchtelingen in Europa moeten in Europa opgevangen worden, dus moeten wij Oekraïners opvangen; dat is een morele plicht. Wij zijn echter niet moreel verplicht om mensen uit Oost-Congo of Venezuela op te vangen, evenmin bijvoorbeeld Mexicanen die last hebben van de narco-oorlog aldaar. Hun opvang in Europa is geen morele plicht, sorry.
Partijen ter linkerzijde stellen de idee voorop dat wij allen mensen zijn op aarde en dat alle mensen naar Europa mogen komen, vooral dan West-Europa. Dat is echter onmogelijk. Onze demografische groei is vorig jaar toegenomen met 1 %, een volle procent op één jaar tijd. Dat is ongezien in de naoorlogse periode, dat percentage lag nooit zo hoog. Wij kunnen het niet meer aan. Onze steden zitten vol. Vlaams-Brabant kreunt onder gigantische bouwprijzen en gigantische problemen op het vlak van huisvesting en scholing. Er is geen plaats meer in onze scholen of qua huisvesting, alles zit volgepropt. Sommigen stellen dat ons dichtbevolkte land nog eens een paar miljoen mensen binnen kan tanken, omdat wij solidair zijn met heel de wereld. Persoonlijk, als democraat en met de achtergrond waarmee ik migratie al 23 jaar volg, steun ik dat niet, ik verdedig dat niet.
Ik beweer niet dat er geen morele verplichtingen zijn in een debat over oorlogsvluchtelingen. Er moeten inderdaad veilige routes zijn, daar ben ik het mee eens, maar wel op onze voorwaarden en met een quotum dat elk jaar door het Parlement wordt besproken en goedgekeurd. Die zullen we redden. Dat zullen ook mensen uit Syrië zijn. Dat zullen ook mensen uit Afghanistan zijn. Dat zullen ook mensen uit Oost-Congo zijn en mensen uit Venezuela. Dat is echter wel op de voorwaarden die wij bepalen en niet op de voorwaarden die de mensensmokkelaars bepalen. Dat is nu namelijk het model. De mensensmokkelaars kiezen het land van aankomst, het land van bestemming. Dat zijn vaak België, Duitsland, Frankrijk enzovoort. Dat is de essentie van het debat.
Mevrouw de Moor, wat u doet, is inderdaad een stap in de goede richting, zoals Mark Elchardus het zegt. Dat is een groot compliment. Hij heeft vandaag overigens weer een fantastisch stuk geschreven over de rellen in Frankrijk. De basispremisse blijf ik echter betwisten. Daar zullen we volgend jaar hopelijk samen verder over moeten nadenken. Het moet anders worden aangepakt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: De heren Cogolati en De Vriendt zijn afwezig.
02.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, er is enige opheldering in dit verhaal nodig, zeker nadat vanochtend de topman van de DVZ, de heer Roosemont, in onze commissie zei dat de DVZ de visumaanvragen voor de Iraniërs niet heeft ontvangen. Dat strookt absoluut niet met heel wat verklaringen die de minister van Buitenlandse Zaken heeft gedaan. Er zijn verschillende tweets en verklaringen van haar verschenen. Op 7 en 8 juni werden de visumaanvragen ingediend. Over de rol van de DVZ legde minister Lahbib de volgende verklaringen af.
"Les informations relatives à ces demandes ont été envoyées à l'Office des Étrangers qui a effectué les vérifications nécessaires."
"Par mesure de précaution, mon cabinet a encore effectué une vérification auprès de la Sûreté de l'État, alors qu'une deuxième vérification a été effectuée par l'Office des Étrangers."
Anderzijds, en blijkbaar tegenstrijdig, heeft ze ook verklaard: “Zoals ik uitgelegd heb, werden de visa-aanvragen doorgestuurd naar de DVZ. De DVZ heeft echter geen advies gegeven, aangezien visa met een beperkte territoriale geldigheid onder de bevoegdheid van Buitenlandse Zaken vallen."
Daarnaast zouden er op 8 juni ook verschillende mails zijn verstuurd. Er was een mail van de DVZ naar de ambassade waarin stond dat de DVZ wegens tijdsgebrek geen rol kon spelen. Er waren ook mails van de ambassade naar de FOD Buitenlandse Zaken, waarin stond: “Het lijkt erop dat de DVZ geen akkoord geeft”.
Mevrouw de staatssecretaris, hoe valt dat allemaal te rijmen? Minister Lahbib zegt dat de DVZ de nodige verificaties heeft gedaan, terwijl de DVZ volgens dat mailverkeer geen advies kon geven wegens tijdsgebrek. Kunt u verduidelijken of de DVZ überhaupt verificaties heeft uitgevoerd en welke? Wat is het verschil tussen een verificatie en een advies?
Klopt het dat de DVZ niet verplicht is om advies te verlenen bij het verstrekken van visa met een beperkte territoriale geldigheid? Wanneer is de DVZ wel verplicht om advies te geven? Ik hoop dat u er ons duidelijkheid over kunt geven of de DVZ al dan niet is tussengekomen voor die visa.
Minister Lahbib zei ook, aan de diplomatieke posten, dat de DVZ systematisch betrokken zou moeten worden bij de aflevering van de visa, terwijl dat niet verplicht is. Werd de DVZ systematisch betrokken? Ja of neen? Kunt u hierover enige verduidelijking geven? Die verklaringen zitten namelijk vol tegenstrijdigheden.
02.02 Darya Safai (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, op 16 mei kreeg een medewerker van uw kabinet een mail van het kabinet van Pascal Smet met de vraag tot flexibiliteit in verband met de visa voor de Iraniërs. In die mail werd opnieuw de persoonlijke bevestiging van mevrouw Lahbib dat hun komst geen probleem vormt, beklemtoond. Een woordvoerder van uw kabinet liet weten dat men de email inderdaad ontvangen had maar er meteen op had geantwoord dat het kabinet elke aanvraag apart zou beoordelen, gelet op de politieke gevoeligheid.
Het kabinet zegt dat zowel het kabinet zelf als de administratie later geen enkele vraag meer kreeg in verband met een weigering. Buitenlandse Zaken handelde de situatie verder af. Uw kabinet werd wel steeds via mail op de hoogte gehouden van de ontwikkeling in het dossier.
Le Soir kreeg inzage in het mailverkeer van 8 juni tussen de Belgische ambassade in Teheran en de FOD Buitenlandse Zaken. Daaruit blijkt dat de ambassade voorbehoud toonde tegen het uitreiken van een visum aan de burgemeester van Teheran, die deel uitmaakte van de delegatie. “Het lijkt erop dat de Dienst Vreemdelingenzaken zijn akkoord niet geeft”, schreef de ambassade, waarop de FOD antwoordde: “In deze omstandigheden is het niet gepast een visum af te geven.”
Als antwoord op de vraag wie de visa aan de Iraanse delegatie afleverde, tweette u op 14 juni: “De DVZ is niet tussenbeide gekomen voor dat visum.”
Graag krijg ik een gedetailleerd overzicht van de betrokkenheid van de Dienst Vreemdelingenzaken bij het al dan niet toekennen van de visa aan de Iraanse delegatie.
Op 14 juni tweette u dat de DVZ niet tussenbeide was gekomen in het dossier, terwijl op 8 juni de ambassade schreef dat de Dienst Vreemdelingenzaken zijn akkoord niet leek te geven. Is het mogelijk wat meer uitleg te geven bij die tegenstrijdige berichten?
02.03 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik was ooit zelf betrokken in een penibele zaak met visa voor Soedanese vluchtelingen. Na overleg met en goedkeuring door de minister van Buitenlandse Zaken, toen de heer Reynders, en de eerste minister, toen Charles Michel, kwam er een identificatiemissie van Soedan naar Brussel en die nam een aantal interviews af op de Dienst Vreemdelingenzaken. Een aantal dagen later circuleerden er geruchten vanuit Soedan dat een aantal uitgezette personen na hun terugkeer gefolterd waren in de kelders van het Bashirregime. Dat veroorzaakte natuurlijk een grote ophef. De linkse partijen en vooral Groenwoordvoerder De Vriendt verweten mij dat er bloed aan mijn handen hing, klaagden aan dat ik moreel gebuisd was en eisten collectief mijn ontslag. De PS eiste ook mijn ontslag, maar dat was niets nieuws, dat was wekelijkse kost. Vervolgens bleek uit het onderzoek dat de heer Dirk Van den Bulck van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen in eer en geweten verrichtte, dat geen bewijs kon worden gevonden voor die aantijgingen. Dat redde mijn vel. Met een ander resultaat had ik niet alleen ontslag moeten nemen. Dan had ik waarschijnlijk zelfs een strafrechtelijke procedure aan mijn been gehad. De Belgische Staat zou op zijn minst veroordeeld geweest zijn wegens de schending van artikel 3 van het EVRM.
Terwijl heel wat partijen in die hoogst belangwekkende zaak hun gezicht lieten zien en mijn ontslag eisten, hebben dezelfde partijen hier vorige week doodleuk het vertrouwen bevestigd in mevrouw Lahbib, een minister die door de afgifte van visa Belgen en hun familielieden overduidelijk in gevaar heeft gebracht. Ik zie de parallellen die onmiskenbaar kunnen getrokken worden, wanneer men het dossier bestudeert. Als blijkt dat de moeder van Iraanse asielzoekers bedreigd werd omdat Iraniërs in de delegatie, die België zijn binnen geraakt door de afgifte van visa door de Belgische regering, hier beelden hebben gemaakt – ik ben ervan overtuigd dat dat zo is –, dan gebiedt de intellectuele eerlijkheid dat men logischerwijs nu ook het ontslag van die minister eist. Zo niet meet men met twee maten en twee gewichten.
Hoe dan ook waren we vorige week dus getuige van een heel beschamende vertoning. In dit land kan men niet een beetje zwanger zijn. Volgens de Grondwet heeft men vertrouwen in een minister ofwel heeft men dat niet. Men kan niet een beetje vertrouwen hebben in de minister. Zo werkt het niet. De minister van Buitenlandse Zaken spreekt namens de regering, de meerderheidsfracties, de parlementsleden van de meerderheid. Het is onmogelijk om maar voor de helft vertrouwen te hebben. Ofwel heeft men volledig vertrouwen, ofwel niet.
U hebt uw vertrouwen bevestigd en de minister van Buitenlandse Zaken spreekt dus namens u in volle verantwoordelijkheid en met volle bevoegdheid.
Mevrouw de Moor, wat is exact de
betrokkenheid van de Dienst Vreemdelingenzaken? U reageerde heel snel op een
tweet van mij. U doet dat geregeld en ik apprecieer dat, omdat u daarmee
helderheid probeert te verschaffen. Kunt u vandaag nog meer informatie
verstrekken, naast de korte tweet dat er geen betrokkenheid was? Wat is er
precies gebeurd? Van een medewerker van uw kabinet kregen we mailverkeer te
zien. Waarover gingen die
mails? Hoe is het verder afgelopen?
02.04 Özlem Özen (PS): Madame la secrétaire d'État, lors de son audition le 28 juin dernier concernant la procédure de délivrance de visas à une délégation d'officiels iraniens dans le cadre du Brussels Urban Summit, la ministre des Affaires étrangères, Mme Lahbib, expliquait ceci, je cite: "La chaîne de mails que vous lisez comporte en effet des remarques et des questions. Lorsque l'Office des étrangers indique par exemple qu'il ne peut pas donner son accord ("non, il ne donne pas son ok"), c'est parce qu'en fait, il n'est pas possible de poursuivre avec une procédure de demande de visa Schengen classique au vu des délais. L'Office des étrangers indique, à juste titre, qu'il s'agit d'examiner l'éventualité d'une demande de VTL, visa à territorialité limitée, ce qui relève de la compétence des Affaires étrangères. Je n'ai donc pas écarté l'Office des étrangers de la procédure. Une procédure de VTL ne requiert pas l'aval de l'Office des étrangers."
Pour rappel, le 6 juin, on passe en procédure de visas à territorialité limitée. Dans la foulée et malgré cela, l'ambassade rappelle la nécessité de solliciter l'avis de l'Office des étrangers conformément au courrier ou à la circulaire des Affaires étrangères du 15 mai. Le 7 juin, le cabinet de la ministre Lahbib indique qu'il va solliciter l'avis de l'Office des Étrangers. Le 8 juin, l'ambassade lui dit qu'il semble que l'avis de l'Office des étrangers ne soit pas "ok".
Madame la secrétaire d'État, pouvez-vous me confirmer ces informations? La liste des invités au sommet a-t-elle été envoyée à l'Office des étrangers d'une manière ou d'une autre? Si oui, à quelle date? Existe-t-il des cas relevant d'une procédure VTL pour lesquels l'Office des étrangers a tout de même délivré un avis?
02.05 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, je ne reviendrai pas sur les faits qui ont été exposés par ma collègue, mais la lumière doit être faite concernant les 6, 7 et 8 juin. Le 6 juin, c'est la date à laquelle les Affaires étrangères décident de passer à la procédure VTL (visa à territorialité limitée). C'est à ce moment-là que, sur la base de la circulaire du 15 mai de la ministre des Affaires étrangères, on constate qu'il est malgré tout nécessaire de consulter l'Office des étrangers. Le 7 juin, le cabinet de la ministre des Affaires étrangères indique qu'il va solliciter ce dernier. Le 8 juin, l'ambassade indique au même cabinet que l'avis de l'Office n'est pas "ok", pour reprendre le terme utilisé. Ce sont donc trois jours pour lesquels il faut faire la lumière sur la manière dont les informations ont circulé.
Madame la secrétaire d'État, l'Office des étrangers
a-t-il été sollicité
directement? Si oui, à quelle date et par qui?
L'Office des
étrangers avait-il
préparé ou a-t-il eu le temps, vu les délais, de préparer un avis sur la
délégation iranienne? Si oui, à quelle date?
L'Office des
étrangers n'a-t-il
pas rendu d'avis? Pourquoi?
02.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Beste collega’s, alvast dank voor uw vragenreeks. Ik zal die zo volledig mogelijk beantwoorden vanuit mijn standpunt, dat van mijn kabinet en van de migratiediensten. De Kamer heeft het uitgebreid gehad over de kwestie van de Iraanse visa. Het lijkt me hoe dan ook nuttig om nog eens de algemene samenwerking en de bevoegdheidsverdeling tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de FOD Buitenlandse Zaken, alsook het visumbeleid onder de aandacht te brengen.
De Dienst Vreemdelingenzaken is bevoegd om de toegang tot het Belgische grondgebied van niet-Belgen te regelen. Het is wel zo dat een aanvraag voor een visum kort verblijf wordt ingediend bij de Belgische ambassades en consulaten in het buitenland. Dat betekent concreet dat de posten instaan voor het ontvangen van visumaanvragen en het afleveren ervan. De DVZ heeft immers geen eigen kantoren in het buitenland.
Naast de praktische afhandeling van de visa hebben de posten ook de bevoegdheid om in bepaalde gevallen de beslissing ten gronde te nemen over de visumaanvraag kort verblijf en de visa vervolgens ook ambtshalve af te leveren. Dat betekent dat ze de aanvraag niet aan de DVZ moeten voorleggen voor beslissing. Concreet wordt een dossier geanalyseerd op de post en niet in Brussel bij de DVZ. Dat kan zowel voor volwaardige Schengenvisa – een visum dat toegang geeft tot alle Schengenlidstaten – als voor visa met territoriale beperkingen, namelijk gelimiteerd tot het Belgische grondgebied of de Benelux.
De post kan een territoriaal beperkt visum afleveren wanneer de aanvrager zich in een van de situaties van artikel 25 van de visumcode bevindt. De DVZ wordt doorgaans niet vooraf op de hoogte gebracht, aangezien deze afgifte gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het posthoofd.
De ambtshalve afgifte van een Schengenvisum is geen zeldzaamheid. Het gebeurt in ongeveer 80 % van de gevallen, zoals minister Lahbib terecht heeft opgemerkt in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen. De DVZ zorgt wel voor de nodige algemene instructies met het oog op een coherente aanpak door de verschillende Belgische consulaten.
Bij twijfel of wanneer de post een aanvraag voor een visum kort verblijf wil weigeren, leggen ze het dossier voor aan de Dienst Vreemdelingenzaken, vergezeld van een advies. De DVZ bekijkt dan de aanvraag in haar geheel vanuit Brussel, op basis van een elektronisch dossier overgemaakt door de post. De DVZ neemt vervolgens een beslissing in volle bevoegdheid. Een adviesbevoegdheid bestaat niet in dezen, ofwel neemt de DVZ de beslissing, ofwel de post. De DVZ heeft geen adviesbevoegdheid.
De DVZ zal vervolgens aan de post een instructie geven om een visum af te leveren of desgevallend te weigeren.
Met het oog op een geharmoniseerd beleid wordt de bevoegdheid om een visum te weigeren in België dus voorbehouden aan de Dienst Vreemdelingenzaken.
Chaque cas est évalué selon ses propres mérites sur la base d'un dossier individuel, donc sur la base de documents et de preuves. Un étranger qui vient en Belgique pour un séjour de courte durée, c'est-à-dire pour un maximum de 90 jours sur 180, doit prouver qu'il remplit les conditions d'entrée dans l'espace Schengen.
Ces conditions sont définies à l'article 6 du Code frontières Schengen. Cet article traite des éléments plus classiques d'une demande de visa, comme "la personne a-t-elle l'intention de retourner dans son pays d'origine? Dispose-t-elle d'une assurance? Existe-t-il une menace pour la sécurité?" Etc.
L'Office des étrangers ainsi que les Affaires étrangères évaluent les visas sur la base de ce cadre juridique établi pour tous les pays de l'espace Schengen. Lorsqu'une demande de visa est soumise à l'Office des étrangers, celui-ci prend une décision et ne donne pas de conseils. Ce cadre juridique existe pour toutes les demandes de visa court séjour et je ne communique jamais sur ces cas individuels.
Het faciliteren van diplomatieke contacten is wel degelijk een belangrijke overweging als een beslissing over de toegang tot het grondgebied moet worden genomen. Echter, niet elke vraag van een politiek vertegenwoordiger van een ander land om naar België te komen, wordt automatisch ingewilligd. Alles hangt af van de context en de toepasselijke regels. Denk bijvoorbeeld aan de zetelakkoorden en de internationale verdragen waaraan ons land gebonden is en de aard en het doel van de internationale vergadering waaraan men wil deelnemen. In dezen respecteert de DVZ uiteraard de bevoegdheid en expertise van de verschillende entiteiten die in dit land een eigen internationaal beleid voeren.
Naast de FOD Buitenlandse Zaken zijn er ook regio’s en internationale organisaties met zetel in Brussel die gewettigd zijn om een eigen buitenlandbeleid te ontwikkelen. Dat maakt deze job moeilijk en ook maatwerk. Een zwart-witkijk op het visumbeleid is dan ook niet wenselijk. Het is wel nodig dat de visumbeslissing gebaseerd is op de juiste informatie die van de partnerdiensten komt, zoals Buitenlandse Zaken of de Veiligheid van de Staat.
Specifiek voor de visumaanvragen uit Teheran wil ik benadrukken dat de Dienst Vreemdelingenzaken nooit in een fase is gekomen van individuele beoordeling. De voorbereidende fase werd immers nooit verlaten vanuit het perspectief van de migratiediensten. Ik herhaal ook graag dat de DVZ nooit blind een akkoord geeft om visa af te leveren na een mail van deze of gene instantie of organisatie. De DVZ zal ook nooit blind een visum weigeren op basis van een loutere namenlijst. Opnieuw, elke beslissing wordt genomen op basis van een individueel dossier.
Een en ander blijkt ook uit de contacten die mijn kabinet en de DVZ hadden met partners in dit dossier. Daarover werd u al veelvuldig op de hoogte gebracht. De DVZ werd op de hoogte gebracht dat er op 15 mei een instructie werd gestuurd door de FOD Buitenlandse Zaken naar alle posten om hen te informeren over de Brussels Urban Summit. Specifieke mails gingen naar de posten in Moskou en Teheran met de instructie alle visumaanvragen voor te leggen aan de DVZ.
Op 16 mei was er een eerste contact met het kabinet-Smet en mijn kabinet. Het kabinet-Smet vraagt per mail om flexibiliteit bij de behandeling van de visa uit Rusland en Iran. In deze mail wordt aangegeven dat dit voor Buitenlandse Zaken geen probleem zou vormen. Mijn kabinet herinnert de Brusselse partners aan de algemene spelregels om een visum te kunnen ontvangen. Ik citeer mijn medewerker, die aan het kabinet-Smet herhaalt dat “alle deelnemers aan de voorwaarden moeten voldoen om een visum C te krijgen” en dat de migratiediensten specifiek in de hypothese van een politieke visumaanvraag uit Rusland en Iran “dat specifieke dossier op eigen merites zullen beoordelen, gezien de politieke dimensie.”
Hier wordt met andere woorden duidelijk gemaakt door mijn kabinet dat wij niet kunnen ingaan op de vraag om flexibiliteit van het kabinet-Smet en ook dat wij de politieke context wel in rekening zullen brengen bij het beoordelen van visa.
Diezelfde dag, op 16 mei 2023 dus, vertrekt een instructie vanuit mijn kabinet naar de Dienst Vreemdelingenzaken met de boodschap om alle dossiers voor de conferentie, dus van alle landen, goed na te kijken, waakzaam te zijn voor visumaanvragen uit migratiegevoelige landen en eventuele dossiers uit Rusland en Iran voor te leggen aan het kabinet Asiel en Migratie.
Mijn medewerker laat weten dat het kabinet de uiteindelijke beslissing zal nemen inzake aanvragen uit Rusland en Iran die eventueel aan de DVZ zouden worden voorgelegd, net vanwege de politieke gevoeligheid.
Na een periode van stilte laat de administratie Buitenlandse Zaken op 7 juni 2023 om 15.52 u aan de DVZ weten dat er alsnog een visumaanvraag is gebeurd in Teheran. Aan de DVZ wordt enkel een namenlijst bezorgd.
De DVZ contacteert vervolgens het kabinet-Smet om opnieuw het reisdoel van de betrokkenen te controleren. De dienst vraagt tevens op basis van de lijst alvast een advies aan de Veiligheid van de Staat met het oog op een inschatting van het veiligheidsrisico.
De DVZ neemt ook contact op met mijn kabinet en legt uit welke stappen werden genomen. Mijn kabinetsmedewerker beslist contact op te nemen met het kabinet-Lahbib. Er wordt gevraagd of er een verandering is in de positie van het kabinet. Dat blijkt niet het geval te zijn.
Op 8 juni 2023 laat de DVZ aan Buitenlandse Zaken weten dat het geen dossiers heeft ontvangen voor de deadline. De DVZ kan zonder de dossiers geen beslissing nemen. De bal ligt dus in het kamp van Buitenlandse Zaken.
Op 9 juni 2023, ten slotte, ziet de DVZ in het elektronische visumsysteem dat de visa zijn afgeleverd door de ambassade en informeert de dienst het kabinet-Smet over de afgifte.
Geachte leden, de opsomming toont aan dat verschillende contacten hebben plaatsgevonden tussen mijn kabinet en de kabinetten-Lahbib en Smet. Tegelijk stond de DVZ in contact met de visumdienst van de centrale administratie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen rechtstreekse contacten tussen de DVZ en de diplomatieke post in Teheran. De DVZ was dus op de hoogte en heeft uit voorzorg informatie opgevraagd voor het geval het de individuele dossiers binnen een heel korte deadline zou moeten behandelen.
De term ‘verificatie’ is ter zake geen officieel begrip maar veeleer een aanduiding dat informatie werd uitgewisseld.
Tot een formele vraag aan de DVZ over de aflevering of de weigering van de visa is het echter nooit gekomen in het dossier. Buitenlandse Zaken heeft immers de beslissing tot ambtshalve afgifte genomen.
Over de opportuniteitsvraag kan ik u dan ook geen nadere informatie geven. Ik kan mij immers niet uitspreken over een hypothetische vraag. Voor mij en mijn diensten is dit een dossier dat zonder voorwerp is gebleven.
02.07 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de uitgebreide algemene uitleg over hoe de procedure zou moeten verlopen, wat de exacte rol van de DVZ is. Het is ook interessant om alle moeilijkheden te vernemen die daarbij in acht moeten worden genomen.
In dit concrete geval is het echter duidelijk. U bevestigt wat de heer Roosemont vanochtend reeds zei in commissie. Dit staat haaks op de verklaringen die minister Lahbib heeft gedaan. Collega’s van de meerderheid, ik kan niet anders dan dit vaststellen. Ik weet dat ‘leugens’ geen parlementair taalgebruik is, maar ik heb vooral de meerderheidspartijen heel vaak het woord ‘leugen’ horen gebruiken in heel die affaire-Lahbib de voorbije weken.
Ik kan alleen maar vaststellen dat dezelfde meerderheidspartijen die allemaal zeggen dat zij geen vertrouwen hebben in die minister, minuten later allemaal het vertrouwen aan haar hebben gegeven vorige donderdag. Staatssecretaris Schlitz moest vertrekken voor één leugen, maar andere ministers kunnen ondanks groteskere leugens blijven zitten. Het zegt veel over de werking van Vivaldi.
Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de verduidelijking. Het toont nog maar eens aan hoe er aan de andere zijde gelogen werd in dit dossier.
02.08 Darya Safai (N-VA): Dank u voor uw uitleg, mevrouw de staatssecretaris. Zoals ik wel had verwacht, heeft de DVZ hierin geen beslissing genomen. Zoals we allemaal weten, heeft mevrouw Lahbib in het begin geprobeerd de schuld op de heer Smet af te schuiven. Daarna probeerde ze op een andere manier te communiceren, maar in uw plaats zou ik met de collega spreken over de manier waarop ze hierover spreekt, terwijl de eerste en laatste verantwoordelijke voor dit afschuwelijke incident mevrouw Lahbib zelf is.
Het is ook voor u belangrijk dat in uw regering, gewoon samen met uw collega, de manier wordt besproken waarop ze probeert iedereen de schuld in de schoenen te schuiven. Achteraf heeft ze het eigenlijk toegegeven. Het was haar manier van diplomatie. Na zoveel leugens en na alles wat ze gedaan heeft, heeft ze uiteindelijk gezegd dat zij het wel gedaan heeft en dat het zo moest. We zullen morgen met haar zien hoe het verder loopt in hun eigen diplomatie met Iran.
02.09 Theo Francken (N-VA): Bedankt voor de zeer verhelderende uitleg. Eigenlijk hebt u hier gezegd dat mevrouw Lahbib opnieuw de waarheid niet heeft gezegd. Ze heeft niet de waarheid gesproken. Ze heeft geprobeerd de hete aardappel door te schuiven naar de Dienst Vreemdelingenzaken, maar er is nooit een officiële vraag gekomen. U was voorbereid op de vraag, maar die is nooit gekomen. Ze heeft de visa uiteindelijk zelf afgeleverd, er zelf over beslist. Dat is toch wel opnieuw een bezwarend feit.
Nogmaals, zij krijgt het vertrouwen. Ze heeft het vertrouwen van u allemaal gekregen. U hebt daarover gestemd en dat goedgekeurd. Men kan volgens de Grondwet niet halfzwanger zijn: ofwel is men in charge, ofwel is men niet in charge. In dat laatste geval is men ontslagen en kan men zijn ontslag bij de Koning indienen. Dat heeft ze niet gedaan. Zij spreekt dus nog altijd namens u, namens uw fractie. Zij is nog altijd volledig de persoon die het buitenlands beleid – ook van de PS, ook van Groen, ook van Ecolo – elke dag opnieuw vertolkt en vertegenwoordigt. Laat dat toch eens heel duidelijk zijn.
Het was vorige week zeer beschamend. De morele lat ligt eigenlijk op de grond. Hopelijk moeten we dat niet meer meemaken. De manier waarop een collega van een meerderheidsfractie het nodig vond om een persoonlijk asieldossier in een repliek te beoordelen, helemaal op het einde, bij de stemming rond 21 of 22 uur, was ook beschamend. Dat was beneden alle peil.
Ik wou graag het woord, maar kreeg dat niet van de voorzitster. Zij had mij dat nochtans moeten geven, maar ze weigerde dat. Ik vind het beneden alle peil dat er wordt geïnsinueerd dat een van die betogers illegaal zou zijn, terwijl die man niet illegaal is.
Er wordt dan ook verwezen naar een verslag van de Veiligheid van de Staat dat maar beperkt verspreid mag worden. Dat werd anderhalf uur eerder aan alle Kamerleden bezorgd. Dat is not done en ik vind het heel vreemd dat de Kamervoorzitster toen niet heeft ingegrepen. Zij had moeten zeggen dat de collega in de plenaire vergadering citeerde uit een verslag van de Veiligheid van de Staat dat maar beperkt verspreid mag worden, dat dat niet mag, dat wat er gezegd werd niet klopt en dat die man zich niet kan verdedigen. U zegt dat u nooit ingaat op individuele asieldossiers, mevrouw de Moor, maar dat proces werd wel in de plenaire vergadering gemaakt.
Het incident was nog niet gesloten. Ik kreeg het woord niet, maar ik reageerde wel op sociale media om te zeggen dat ik dat echt niet kunnen vond. Het betrokken parlementslid vond het nodig om een paar uur later – ondertussen was het al nacht – het integrale asieldossier op Twitter te gooien. Het staat nog steeds online. Hij heeft dat niet verwijderd. Ik heb achter de schermen contact opgenomen om te zeggen dat men dat beter verwijdert, want dat doen is niet alleen laakbaar, maar ook strafbaar. Dat druist compleet in tegen de privacywetgeving. Men mag geen individueel asieldossier van iemand die zich niet kan verdedigen online zetten. Uit dat dossier blijkt trouwens dat die man helemaal niet illegaal op het grondgebied is.
Mevrouw de staatssecretaris, hoe komt dat parlementslid aan dat individueeel asieldossier? Wie heeft dat allemaal? Volgens mij zijn er maar twee diensten die dat hebben, namelijk de Dienst Vreemdelingenzaken en het CGVS. Hoe komt dat dossier dan tot bij dat parlementslid? In dat dossier staan de datum van de asielaanvraag, van het beroep, van de afwijzing en van de nieuwe asielaanvraag. Hoe komt dat tot bij een individueel parlementslid?
Ik vraag u om te onderzoeken hoe dat dossier gelekt is en om ervoor te zorgen dat die informatie offline gaat. Men kan niet zomaar asieldossiers online zetten omdat dat zijn agenda dient en zijn beschamende stemhouding om het vertrouwen aan Lahbib te geven motiveert. Dat is not done, dat gaat over de schreef. Hier bent u de verantwoordelijke. U bent de eindverantwoordelijke voor alle asielzoekers in dit land. Hun privacy kan niet worden geschonden door een parlementslid. Ik vind persoonlijk dat u daar echt eens naar moet kijken en moet nagaan of u actie moet ondernemen.
Mocht ik dat vanuit de oppositie doen, dan had ik allang een procedure aan mijn broek gehad.
02.10 Özlem Özen (PS): Monsieur le président, pour ma part, je respecterai mon temps de parole.
Madame la secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses très fournies. Il me semble que vous avez répondu en grande partie à mon questionnement, mais je prendrai le temps d'étudier votre réponse. Par contre, je pense que vous n'avez pas répondu à ma dernière question. Je souhaitais savoir s'il existait des cas relevant d'une procédure de visa à territorialité limitée pour lesquels l'Office des étrangers avait tout de même délivré un avis.
02.11 Nicole de Moor, secrétaire d'État: L'Office des étrangers n'est pas compétent pour rendre des avis. Il n'a pas cette compétence, que ce soit pour les visas Schengen ou pour les visas à territorialité limitée.
02.12 Özlem Özen (PS): Je vous remercie pour cette précision.
02.13 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, wat u hebt gezegd, komt straks nog aan bod in de mondelinge vragen, als we daartoe geraken. Ik wil gewoon het volgende zeggen. U insinueert dat maar twee diensten die informatie hebben. Ik maak mij echt sterk dat dit niet van mijn diensten komt. In het dossier vond nog meer uitwisseling plaats, ook tussen andere diensten. Het komt niet van mijn diensten. Meer actoren beschikken over die informatie.
Ik ben het met u eens dat informatie over een individueel asieldossier niet thuishoort op Twitter.
02.14 Khalil Aouasti (PS): Je vous remercie, madame la secrétaire d'État, pour vos réponses. Celles-ci sont simples. Mes trois questions étaient: avez-vous été sollicitée directement? Non. Avez-vous préparé un avis? Non. Il n'y a donc pas de date. L'Office des étrangers n'a pas rendu d'avis; pourquoi? Vous l'avez indiqué. Parce que ce n'est pas votre charge. C'est donc trois fois non aux questions que je vous ai posées. Ce qui nous amène finalement à revoir la chronologie qui nous a été indiquée.
Pour le surplus, je vais rejoindre l'indignation de mon collègue Francken. C'est une chose suffisamment rare pour la souligner. Tant l'intervention faite en séance plénière jeudi passé était inadmissible, tant la publication des données et la publicité faite sur un dossier d'asile personnel est inadmissible. Par conséquent, il faut faire toute la lumière. J'ajouterai simplement à ce qu'a dit mon collègue Francken qu'au-delà de l'utilisation inadmissible qui a été faite de ce dossier, que l'on soit en séjour illégal ou légal, une parole compte de manière identique. Ce n'est pas parce que l'on est en séjour illégal qu'une parole ne peut pas compter sur notre territoire, pour ceci comme pour d'autres faits. Ce n'est pas ce qu'a dit mon collègue Francken. J'ajoute à l'indignation de mon collègue Francken le fait de dire qu'en plus d'avoir procédé à une utilisation inadmissible, insinuer que parce qu'on est en séjour illégal, notre propos et notre parole ne peuvent pas compter, est aussi inadmissible et inaudible. Je tenais à le dire ici puisqu'il n'a pas pu être répondu à cela en séance plénière jeudi dernier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, gezien het gevorderde uur verwijs ik naar de ingediende vraag.
Het
jaarverslag van de Federale Ombudsman 2022 toont opnieuw veel klachten tegen de
dienst Lang Verblijf van DVZ. Meer dan 200 klachten gingen over de
behandelingstermijn van verlengingen van verblijfsvergunningen. Mensen die
wachten op een beslissing krijgen intussen wel een bijlage 15 die hun verblijf
dekt, maar deze oplossing is ontoereikend. De Federale Ombudsman beveelt aan om
procedurele waarborgen in de wet op te nemen zodat mensen die niet tijdig een
beslissing ontvangen, een elektronische verblijfstitel krijgen waarmee ze hun
rechten volledig kunnen uitoefenen.
Wie de
aanvraag tot verlenging van de verblijfsvergunning niet tijdig indient, ontvangt
geen bijlage 15. Volgens de Ombudsman is deze sanctie onevenredig.
Een
ander oud zeer dat in het jaarverslag aan bod komt, is de procedure langdurig
verblijf voor studiedoeleinden. Er waren een veertigtal klachten over het
overschrijden van de behandelingstermijn van 90 dagen. De Ombudsman stelde ook
vast dat de meeste Belgische diplomatieke posten de door de wet voorziene
ontvangstbevestiging van visumaanvragen niet afleveren. De aanvragers
ondervinden ook problemen bij het online raadplegen van dossiers en zijn
hierdoor dus onvoldoende op de hoogte van de status van hun dossier.
Een
derde pijnpunt dat de Ombudsman blootlegt, is de langdurige behandelingstermijn
voor humanitaire visa (Art. 9 en 13 van de verblijfswet). Deze aanvragen
worden door de dienst Lang Verblijf als niet prioritair beschouwd, waardoor de
behandelingstermijn meerdere jaren in beslag kan nemen.
Hoe
verklaart u de sterke stijging van het aantal klachten rond langdurige
behandelingstermijnen van de verlenging van verblijfsvergunningen?
Is er
voldoende personeel voor de behandeling van verblijfs- en visumaanvragen op de
dienst Lang Verblijf?
Wordt
er gewerkt met een pool van medewerkers die kunnen bijspringen in drukke
periodes (aanbeveling audit)?
Zal u
de aanbeveling van de Federale Ombudsman uitvoeren, zodat mensen met een
laattijdige beslissing hun rechten volledig kunnen uitoefenen?
Zal u
de sanctie in geval van late indiening van een vernieuwingsaanvraag herzien?
Welke alternatieve sanctie is er mogelijk die wel redelijk is?
Welke
stappen zal u zetten rond digitalisering van de migratiediensten zodat mensen
hun dossier online kunnen raadplegen?
Klopt
het dat humanitaire visa geen prioriteit zijn voor de dienst Lang Verblijf?
Waarom?
Zal u
een maximale behandelingstermijn invoeren voor humanitaire visa?
Wat
zal u doen om de aanbevelingen van de Ombudsman op te volgen?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Platteau, ik heb recent ook met de federale Ombudsman overlegd over de vaststellingen in het recente jaarverslag en de hiernavolgende informatie kunnen meegeven. De lange behandelingstermijn bij de DVZ is te wijten aan verschillende factoren. Niet onbelangrijk is dat de diensten wel merken dat burgers veel gemakkelijker de weg vinden naar de federale Ombudsman, wat op zich een goed zaak is. De DVZ stelt bijvoorbeeld wel vast dat men vaak al bij een gewone vraag per mail aan de DVZ de federale Ombudsman in cc zet.
Het is natuurlijk ook zo dat bepaalde behandelingstermijnen inderdaad veel te lang zijn. Het is een blijvende prioriteit voor mij en de diensten om deze in te korten. Zo blijven de behandelingstermijnen van verlengingsaanvragen lang verblijf een continu aandachtspunt. Een sterke stijging in het aantal aanvragen is hiervoor echter de belangrijkste reden. Het is geen excuus, maar het is wel een reden. Als we kijken naar de cijfers, zien we dat we van ongeveer 18.000 verlengingsaanvragen in 2019 naar 28.000 in 2022 gegaan zijn. Dat is dus een enorme toename.
We moeten blijven werken aan redelijke behandelingstermijnen voor de verlengingsaanvragen voor studenten. Daar komt bijvoorbeeld ook nog bij dat alle aanvragen op eenzelfde piekmoment in het jaar worden ingediend en dat de DVZ dit academiejaar bijkomende controles moest uitvoeren door misbruik met garantstellingen voor studenten.
De diensten van de DVZ die deze aanvragen behandelen werden versterkt, maar de realiteit is dat er ook een grote turnover is in het personeel en sommige diensten met afwezigheid van personeel geconfronteerd worden. Deze verschillende factoren maken dat het personeel op dit moment de aanvragen niet altijd tijdig kan behandelen.
Er bestaat al een pool van medewerkers binnen de dienst Lang Verblijf die voor verschillende aspecten kunnen worden ingezet in drukke periodes. Er bestaat ook al jaren een multifunctionele cel bij de DVZ, die bijspringt waar nodig. De nood aan interne verschuivingen wordt dus continu geëvalueerd. Op dit moment gaat dat vooral ten voordele van het asielcontentieux. Dat is logisch, want een snelle behandeling van asieldossiers heeft een onmiddellijke impact op de opvang. Daar ligt dus een belangrijke prioriteit.
Ik lichtte het al eerder toe in deze commissie: het is voor mij geen oplossing en ook moeilijk praktisch realiseerbaar om alle personen die wachten op een beslissing over een verlenging een elektronische vreemdelingenkaart te geven. Dat gaat simpelweg niet. Studenten die laattijdig hun aanvraag indienen, dus bijvoorbeeld ook vanuit onwettig verblijf, krijgen inderdaad geen bijlage 15. Er ligt dan ook een grote verantwoordelijkheid bij de betrokkenen zelf om tijdig de aanvraag in te dienen.
Het online raadplegen door de betrokkene van zijn verblijfsaanvragen is inderdaad iets waar wij op termijn naartoe willen werken in het kader van het project e-migration, waarvoor nu al belangrijke stappen worden gezet. Specifiek voor de gecombineerde vergunning wordt het al mogelijk gemaakt, maar het is de intentie om dit ruimer mogelijk te maken.
Dat humanitaire visa geen prioriteit zijn, zoals u stelde in uw vraag, klopt niet, maar ik hoef niet toe te lichten dat er geen wettelijke behandelingstermijnen zijn voor deze categorie van dossiers. Bovendien zijn deze dossiers vaak niet goed gestoffeerd. Soms worden er bijna geen documenten of bewijsstukken voorgelegd bij de aanvraag, wat de taak van de diensten natuurlijk heel sterk bemoeilijkt.
In het kader van het Migratiewetboek wordt in het algemeen bekeken voor welke procedures het al dan niet nuttig is om een wettelijke behandelingstermijn op te nemen.
Er wordt dus een veelheid aan maatregelen genomen om de verschillende verblijfsprocedures vlotter, efficiënter en transparanter te laten verlopen, bijvoorbeeld het opstellen van het Migratiewetboek, maar ook de praktische maatregelen die werden genomen op de werkvloer om de verlengingsaanvragen vlotter te laten verlopen en de grote stappen die worden gezet in de digitalisering.
03.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik had wel heel veel vragen gesteld over de verschillende aspecten die aan bod kwamen in de aanbevelingen van de federale Ombudsman.
Ik meen dat het in ieder geval belangrijk is dat u samenzit met de federale Ombudsman om te bekijken wat er kan gebeuren. Als ik u zo hoor zijn er allerlei redenen waarom die termijnen lang zijn en waarom er niet tijdig beslist kan worden. Ik meen dat de aanvrager daar niet de dupe van mag zijn, zeker gelet op de grote impact van het zonder wettelijk verblijf zijn wegens administratieve termijnen die niet gehaald worden.
In ieder geval is het goed dat u in drukke periodes werkt met een pool van medewerkers om flexibiliteit in te bouwen. Zo kan ervoor gezorgd worden dat het probleem een stukje opgelost wordt.
U zegt dat sommige mensen hun verlenging aanvragen en meteen de ombudsdienst in cc zetten. Dat lijkt mij een extra teken aan de wand dat mensen geen vertrouwen hebben in de DVZ en dat zij zonder de ombudsdienst in cc te zetten hun rechten niet kunnen doen gelden. Ik zou dit toch eerder als een alarmteken zien dan als iets anders.
Van e-migration verwacht ik ook veel. Het zou goed zijn als mensen hun dossier online kunnen inkijken en dat zij dan automatisch een melding kunnen krijgen wanneer zij hun verlenging moeten aanvragen. Ik hoop dat er op die manier aan gedacht wordt om het klantgericht te maken, in het belang van iedereen. Dank u wel daarvoor.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Ik verwijs opnieuw naar mijn ingediende vraag.
Na de
coronajaren worden er opnieuw meer mensen opgesloten in de gesloten
detentiecentra van DVZ. Plaatsen in gesloten centra worden op dit moment vooral
ingevuld door mensen die een misdrijf hebben gepleegd of de openbare orde
hebben verstoord. Vaak gaat dit gepaard met een verslavingsproblematiek. Mensen
zonder wettig verblijf hebben soms een lange periode in precaire omstandigheden
of op straat geleefd. Sommigen zijn afhankelijk geworden aan roesmiddelen. Op
straat kunnen dakloze mensen erg goedkoop het geneesmiddel lyrica kopen om pijn
te verlichten.
De
aanwezigheid van mensen met een verslavingsproblematiek in gesloten centra
heeft een grote impact op de leefomstandigheden en op het personeel. Volgens
een artikel in De Standaard neemt het aantal geweldsincidenten toe. De woordvoerder
van DVZ meldt dat in 2022 twee keer zoveel mensen in isolatie zijn geplaatst
als in voorgaande jaren. Er zou ook onvoldoende personeel zijn. Vooral de
vacatures voor medisch personeel raken moeilijk ingevuld. Het is belangrijk dat
mensen in gesloten centra met een verslavingsproblematiek behandeld kunnen
worden, ook met oog op duurzame re-integratie in het land van herkomst.
1) Hoe beoordeelt u de situatie in de gesloten
centra op dit moment?
2) Hoeveel mensen verblijven op dit moment in
gesloten centra?
3) Welke
medische begeleiding is er aanwezig in de centra?
a. Hoe wordt psychologische ondersteuning
aangeboden in gesloten centra?
b. Welke vormen van drugshulpverlening worden
aangeboden in gesloten centra bij het vaststellen van een verslavingsprobleem?
c. Hoe worden mensen met een
verslavingsproblematiek begeleid bij hun terugkeer?
4) Hoeveel
openstaande vacatures zijn er momenteel in gesloten centra? Hoeveel daarvan
hebben een medisch profiel?
5) Hoe
wordt personeel in gesloten centra opgeleid in het omgaan met
geweldsincidenten? Welke ondersteuning krijgt het personeel in de gesloten
centra?
6) Welke
organisatiebeleid wordt er gevoerd om de geweldsincidenten te verminderen?
7) Hoe
kan het aantal isolatiemaatregelen verminderd worden?
04.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Er is inderdaad een toename van agressie-incidenten waarneembaar in de gesloten centra, dat is vanochtend al aan bod gekomen. Een van de elementen die daarbij een rol spelen, is dat er wordt gefocust op profielen van openbare orde. De terugkeer naar de herkomstlanden is afhankelijk van verschillende elementen. De identificatieprocedure is met sommige landen in sommige gevallen zeer moeilijk. Daarnaast zijn er beperkingen wat betreft de terugvluchten naar een aantal bestemmingen, die er in de realiteit zijn. We blijven dan ook inzetten op relaties met landen waarvoor het afleveren van een laissez-passer stroever verloopt.
In de eerste vier maanden van 2023 verbleven er gemiddeld 402 bewoners in de gesloten centra. Elk centrum beschikt over een medische dienst met verpleegkundigen en centrumartsen. Daarnaast zijn er in de centra psychologen en psychologisch assistenten tewerkgesteld. Die laatsten worden aangestuurd door een coördinerende psycholoog op het hoofdbestuur. Elk centrum geeft een eigen invulling aan het psychologisch team, in overeenstemming met de basislijnen die worden gevolgd. Ten eerste kan elke bewoner actief de vraag stellen naar opvolging door de psychologische dienst. Ten tweede kan er ook een aanmelding gebeuren via personeelsleden, wanneer zij bijvoorbeeld verontrustende veranderingen in gedrag zien. Bij bewoners met een gekende kwetsbaarheid wordt contact opgenomen met de nodige instanties, zoals een ziekenhuis of een externe psycholoog, en wordt overlegd over de verdere aanpak. Bij de inschatting dat er een meer specifieke opvolging noodzakelijk is, wordt gekeken of een ambulante consult in de psychiatrie of effectieve opname mogelijk is. De psychologische dienst werkt nauw samen met de medische dienst. Ze hebben een gedeeld beroepsgeheim en de psychologische diensten hebben een sensibiliserende rol ten aanzien van het veiligheidspersoneel, waarbij ze specifiek gedrag kunnen kaderen.
Wat de drugshulpverlening betreft, is het in de eerste plaats via de medische diensten van de centra dat hierop wordt ingezet. In dezen gaat het vooral om medicamenteuze ondersteuning. Indien er vraag is naar psychologische opvolging, kan die zeker ook opgenomen worden. Daartoe worden de noden van elke individuele bewoner nader bekeken. Daarnaast is het in bepaalde gevallen mogelijk dat een beroep wordt gedaan op ondersteunende projecten, zoals bijvoorbeeld de Joint Reintegration Services van Frontex, met het oog op re-integratie. Dit is casusafhankelijk en heeft een ruimere scoop dan enkel verslavingsproblematieken.
Het personeel krijgt ook een opleiding agressiebeheersingstechnieken. Daarvoor is een interne opleider tewerkgesteld vanuit het hoofdbestuur. Na incidenten kan het personeel eveneens een beroep doen op interne of externe begeleiding. De centra proberen het aantal geweldsincidenten te beperken door een multidisciplinaire begeleiding op maat van bewoners met specifieke problematieken en door meer en meer in te zetten op sensibilisering van bewoners. Er is niettemin een wettelijk kader in dezen van toepassing, waarvan niet zomaar kan worden afgeweken. De mogelijke inbreuken in een centrum die mogelijk aanleiding kunnen geven tot het opleggen van ordemaatregelen zijn duidelijk opgesomd in het KB van 2 augustus 2002, net als de ordemaatregelen die kunnen worden opgelegd en de voorwaarden volgens dewelke een inbreuk uiteindelijk tot een plaatsing in een afzonderingsruimte, als ordemaatregel, kan leiden, alsook de duur ervan.
De inspanningen om het bewustzijn van de bewoners te verhogen, zouden moeten helpen om het aantal gevallen van disciplinaire isolatie te verminderen.
Er moet aan worden herinnerd dat plaatsing in disciplinaire isolatie enkel wordt gebruikt als laatste redmiddel als de andere drie fases, gedefinieerd in artikel 98 van het koninklijk besluit, hebben gefaald, zijnde een mondelinge waarschuwing, taken met betrekking tot orde en netheid in het centrum en het intrekken van gunsten.
04.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw volledige antwoord.
Ik heb vanochtend ook al aangegeven dat wij met de commissie van plan zijn een gesloten centrum te bezoeken. Wij kunnen bij die gelegenheid ook met het personeel van gedachten wisselen over hoe zij een en ander ervaren. Ik stel voor dat wij ook de vrijwilligers die op bezoek gaan bij de bewoners ter gelegenheid van ons bezoek uitnodigen, omdat zij vaker in het centrum komen en een geheel eigen kijk hebben. Dat is iets om mee te nemen als wij dat bezoek inplannen.
Ik dank u in ieder geval voor alle inspanningen die u levert om binnen de moeilijke context van het gesloten centrum het personeel op een goede manier te begeleiden en ook de bewoners de nodige ondersteuning te geven.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen):
Volgens de Odisee hogeschool hebben
jongeren met een vluchtverhaal, behoefte aan informatie over seksuele en
reproductieve gezondheidszorg. (zie
https://www.kinderenopdevlucht.be/files/files/rapports/Seksualiteit-seksueel-geweld-en-jongeren-met-een-vluchtverhaal-19-juni-2020.pdf
)
Mensen
op de vlucht lopen een groter risico op een slechte seksuele gezondheid en om
slachtoffer te worden van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Professionals en
hulpverleners ervaren verschillende obstakels bij het aangaan van een gesprek,
zoals taalbarrières en een gebrek aan gedeelde culturele achtergrond. Bovendien
voelen hulpverleners zich vaak geremd door het intieme karakter van
seksualiteit en zien velen zichzelf niet als een expert op dit gebied.
Sensoa
geeft verschillende aanbevelingen, zoals het gebruik van het vormingspakket
r-sense en de tool zanzu om gesprekken aan te knopen. Binnen het vormingspakket
r-sense wordt drie thema’s aangeboden: 1) ‘samenleven’ met o.a. aandacht voor
het samenleven binnen de asielcentra, 2) ‘liefde, relaties en intimiteit’ om
seksualiteit meer bespreekbaar te maken en 3) ‘relaties en grenzen’ waarbij
gewerkt wordt rond het (h)erkennen van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Sensoa
verwijst ook naar het parallel lopende project ACCESS van GAMS (Groep voor de
afschaffing van vrouwelijke genitale verminkingen) over gendergerelateerd
geweld waarin eerstelijnsprofessionals gratis gevormd worden.
1. Hoe
staat u tegenover deze aanbevelingen om de seksuele en reproductieve gezondheid
van asielzoekers te verhogen?
2. Wordt
het vormingspakket R-sense van het Rode Kruis en Sensoa aangeboden aan alle
bewoners van collectieve opvangcentra en lokale opvanginitiatieven?
3. Zijn
voorbehoedsmiddelen beschikbaar in collectieve opvangcentra of lokale
opvanginitiatieven? Zal u de toegang tot anticonceptie verbeteren om ongewenste
zwangerschappen te vermijden?
4. Hoe
worden maatschappelijk werkers en opvoeders in het opvangnetwerk ondersteund
bij het aanknopen van gesprekken rond seksuele en reproductieve
gezondheidszorg? Worden er vormingen aangeboden voor hulpverleners hieromtrent?
Wordt de tool zanzu ingezet?
5. Specifiek
met betrekking tot de problematiek van vrouwelijke genitale verminking:
a. Welke
maatregelen zal u nemen om de strijd tegen deze gruwelijke praktijk aan te
voeren (preventie)?
b. Worden
slachtoffers doorverwezen naar gespecialiseerde multidisciplinaire centra waar
ze terecht kunnen voor psychische, seksuele en/of fysieke klachten t.g.v.
Vrouwelijke Genitale Verminking (herstel)?
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Platteau, het spreekt voor zich dat mijn diensten en ik zeer positief staan ten opzichte van het versterken van de seksuele en reproductieve gezondheid van asielzoekers. Fedasil selecteerde zelf een project van Rode Kruis-Vlaanderen en Sensoa in het kader van de AMIF-projecten in 2018-2019 met als doel de kennis bij asielzoekers te versterken over de waarden en normen van onze samenleving en daartoe een opleiding over grensoverschrijdend gedrag en seksuele gezondheid te ontwikkelen.
In die zin heeft Fedasil gevraagd om R-Sense te ontwikkelen, het project dat liep van 1 september 2018 tot 31 augustus 2020. Dit blijft dan ook een prioriteit binnen de gezondheidspromotie en -preventie voor verzoekers om internationale bescherming. Momenteel wordt R-Sense nog niet aan alle bewoners aangeboden. In februari 2023 werd besloten om dit project opnieuw op te starten in de opvangcentra van Fedasil in regio Noord om tot een geharmoniseerd en duurzaam beleid te komen op het gebied van seksuele gezondheid en relaties. Het omvat een onderdeel vorming voor sociaal en maatschappelijk werkers en opvoeders, waarbij gesprekstechnieken en tips aan bod komen. Een proefproject werd uitgewerkt met sessies voor de bewoners in het opvangcentrum in Machelen. Een train the trainer werd georganiseerd voor de medische cel van regio Noord op basis van het trainingsmateriaal dat in het kader van dit project werd ontwikkeld.
Verder zal in samenwerking met de stad Antwerpen en Sensoa in drie centra een proefproject ‘aanpakbeleid rond grensoverschrijdend gedrag’ in de centra worden uitgewerkt. Boven op het reactieve gedeelte, omgaan met incidenten aan de hand van een handelingsprotocol, zal het thema ‘seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag’ bespreekbaar worden gemaakt in de centra door het thema in de dagelijkse werking van het centrum in te bouwen.
In regio Zuid start volgende week een nieuwe coördinator gezondheidspromotie en preventie, die een plan van aanpak zal opstellen over drie prioritaire thema’s, waaronder seksuele en reproductieve gezondheid. Daarnaast kan ik bevestigen dat voorbehoedsmiddelen wel degelijk toegankelijk zijn in het centrum of via de arts en de apotheek en dat Fedasil ze ten laste neemt.
Voor uw vragen over genitale verminking wil ik om te beginnen heel duidelijk aangeven dat dergelijke gruwelijke praktijken niet thuishoren in ons land, maar uiteraard ook elders niet. Via AMIF heeft Fedasil verschillende projecten van GAMS gesubsidieerd ter ondersteuning van vrouwen en meisjes in het opvangnetwerk die het slachtoffer zijn van of het risico lopen op genitale verminking, zoals het traject voor asielzoeksters die vrouwelijke genitale verminking ondergingen of hier een risico op lopen.
Fedasil heeft ook altijd dankbaar gebruikgemaakt van de mogelijkheid om potentiële slachtoffers door te verwijzen naar de dienstverlening aangeboden door GAMS, de huisarts of de specialist, of naar een van de multidisciplinaire centra indien dat aangewezen is. Ook in psychologische begeleiding wordt op vraag voorzien.
In oktober 2022 werd een nieuwe samenwerking met GAMS gesloten voor de komende twee jaar via een expertiseovereenkomst die gericht is op opleiding van personeel, sensibilisering en workshops voor centra en individuele ondersteuning voor meisjes en vrouwen. Doorverwijzingen naar GAMS kunnen gebeuren door de sociale of medische diensten van de opvangcentra. Vrouwen kunnen deelnemen aan workshops geboortevoorbereiding en er is ondersteuning voor vrouwen die genitale verminking hebben ondergaan. Deze worden aangeboden in Brussel, Namen en Luik. GAMS biedt ook individuele psychologische consulten aan. Ook de opleiding van nieuw personeel en de opleiding van medisch personeel en artsen vallen onder de overeenkomst, alsook bewustmakingssessies voor de bewoonsters. Wij investeren dus wel degelijk – terecht – in deze problematiek.
05.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de inspanningen die u en Fedasil doen voor de seksuele en reproductieve gezondheidszorg voor mensen in het opvangnetwerk van Fedasil. Het wordt centraal geplaatst in de werking. Er lopen heel wat projecten en er zijn heel wat mensen mee bezig. Dat is geruststellend, dus doe zo verder.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, er zou met Europees geld een wooncontainercomplex worden ingericht waarin zes tot acht asielzoekers gehuisvest worden.
Hoever staat het met dat dossier? Voorlopig is er nog geen locatie gevonden. Is er een shortlist? Zo ja, welke locaties staan erop? Is er ergens zicht op de plaats waar het complex zou komen?
Bent u nog aan het zoeken of hebt u die piste verlaten?
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, dat project loopt zeker nog. Mocht er een shortlist bestaan, zou het niet verstandig zijn van mij om die aan u mee te delen, dat weet u ook uit eigen ervaring.
Ik kan u geruststellen, er worden nog steeds verschillende locaties geanalyseerd, zowel in Vlaanderen als in Wallonië, waar de containers geïnstalleerd zouden kunnen worden. Het Europees Asielagentschap vraagt duidelijkheid voor het einde van de zomer. Ik hoop voor het einde van de zomer over een geschikte locatie te kunnen beschikken.
06.03 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we zullen zien of u ter zake zult slagen. Ik ben zelf wat sceptisch dat u een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen nog ergens zo’n groot centrum zonder massaal protest zult kunnen openen. Het is nooit gemakkelijk om asielcentra te openen, zeker niet zo’n groot, al zijn er natuurlijk grotere centra, bijvoorbeeld in Houthalen-Helchteren, waar bijna 1.000 asielzoekers worden opgevangen. Het feit blijft dat het zeer ambitieus is om 700 asielzoekers in een gemeente, zelfs in een stad, te huisvesten.
Hoe dan ook, wij volgen de kwestie van nabij en wachten af of u succesvol zult zijn.
Ik hoop alvast dat het wooncontainercomplex niet in Vlaams-Brabant en zeker niet in de Vlaamse Rand wordt ingeplant, want daar zit het helemaal vol.
De voorzitter: Lubbeek komt dus kennelijk niet in aanmerking, niet?
06.04 Theo Francken (N-VA): Er zijn 20 regeringsleden, er moet toch ergens een plaats zijn, bijvoorbeeld in Brakel of Sint-Gillis-Waas. Alhoewel, dat laatste zal Koen Daniëls niet graag horen.
De voorzitter: We kijken uit naar de shortlist.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ook met deze vraag informeer ik naar een stand van zaken. Hoe loopt het juist met de dwangsommen en veroordelingen? Zijn die nog dagelijkse kost? Hoe zit het met de invorderingen van de dwangsommen die niet betaald worden? Hoe verloopt die juridische procedure? Is uw kabinet nog altijd in de loop voor eventuele inbeslagnames en worden er goederen nog openbaar verkocht? Vinden er ook inbeslagnames plaats op het kabinet van de premier of nog andere kabinetten? Wat is het bedrag van de dwangsommen?
07.02 Barbara Pas (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik verwijs naar de tekst van mijn vraag zoals ingediend.
Fedasil
werd in een arrest van het Franstalig Arbeidshof van Brussel van 28 maart 2023
veroordeeld tot een boete van 2.500 euro wegens zgn. “manifest misbruik van
juridische procedures".
Bovendien
wens ik graag een laatste stand van zaken inzake de wachtlijst voor het
opvangen van asielzoekers en de dwangsommenkwestie.
1.
Hoeveel asielzoekers staan er vandaag op de wachtlijst die wachten om
opgevangen te worden door Fedasil? Wat is de gemiddelde duur dat een
asielzoeker op de wachtlijst staat?
2.
Hoeveel asielzoekers worden er vandaag opgevangen door het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest?
3. Wat
is het theoretisch bedrag aan veroordelingen tot dwangsommen? Welk bedrag werd
intussen gevat door inbeslagnames en hoeveel werd intussen effectief
uitbetaald? Graag ook een laatste stand van zaken inzake de vonnissen van de
beslagrechter om goederen van Fedasil en de kabinetten in beslag te nemen.
4.
Kunt u verduidelijken waarover het arrest van 28 maart 2023 gaat? Bent u van
plan om de boete – net zoals bij de dwangsommen – niet te betalen? Zijn er nog
veroordelingen door hoven of rechtbanken tot een dergelijke boete?
5. Op
de website van het Agentschap Integratie en Inburgering vond ik het volgende
terug: “Om tijd en middelen te besparen werken de POD MI en Fedasil nu samen om
te onderzoeken in welke dossiers er effectief een opheffing van de code 207 kan
komen. Het idee was om op korte termijn de code 207 op te heffen in die
dossiers aangereikt door de POD MI. Dit lijkt in de praktijk meer tijd in
beslag te nemen."
-
Werkt Fedasil en de POD Maatschappelijke Integratie nog steeds samen?
- Over
hoeveel dossiers gaat het intussen: (i) hoeveel potentiële dossiers en (ii)
hoeveel opheffingen van de code 207?
- Kunt
u wat meer uitleg geven over deze samenwerking?
07.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, mevrouw Pas, zoals jullie weten blijven mijn diensten en ikzelf voortwerken om zo snel als mogelijk elke verzoeker om internationale bescherming een opvangplaats te geven. Vandaag wachten nog 2.114 personen op een opvangplaats.
Fedasil beschikt niet over cijfers over de gemiddelde wachtduur.
Een van de belangrijke maatregelen die we hebben genomen, is de overeenkomst met Brussel voor 1.200 noodopvangplaatsen. Dat werkt goed en ik ben blij dat er een dergelijke goede samenwerking is. Daarom keurde de regering recent ook een verhoging van deze conventie met 300 plaatsen goed. Er zijn in totaal dus 1.500 noodopvangplaatsen, waar we mensen kunnen opvangen terwijl ze op de wachtlijst van Fedasil staan.
Over de dwangsommen kan ik u het volgende zeggen. Het totale theoretische bedrag van de dwangsommen bedroeg op 27 juni 2023 48,5 miljoen euro. Een bedrag van 1.840.436,48 euro werd gevat door inbeslagnames, maar dat werd tot nu toe niet uitbetaald. Op 14 februari 2023 vond een inbeslagname bij Fedasil plaats. Op mijn kabinet kwam de gerechtsdeurwaarder langs om een lijst van beslagbare goederen op te stellen. Aan het kabinet van de premier en minister Verlinden werden verzoeken tot betaling gericht.
Mevrouw Pas, u verwijst in uw vraag naar het arrest van 28 maart van het arbeidshof. We zijn het hier juridisch niet eens met de rechter. Daarom diende Fedasil een voorziening in cassatie in tegen die beslissing en tegen twee andere gelijkaardige beslissingen.
De werkwijze na een uitspraak van de rechtbank om een code 207 op te heffen, is niet veranderd. De POD MI en Fedasil werken nog steeds samen. Die samenwerking bestaat uit het rechtstreeks uitwisselen van informatie over gerechtelijke beslissingen die zowel aan de bevoegdheid van Fedasil als aan die van de POD MI raken.
In 98 dossiers werd de code 207 opgeheven. De verzoeken om internationale bescherming van die personen worden op mijn vraag bij voorrang behandeld door het CGVS.
07.04 Theo Francken (N-VA): Het gaat dus om een bedrag van 48,5 miljoen euro op 27 juni. Er werd ook 1,84 miljoen euro geïnd, maar niet betaald. Als dat via verkopen is geïnd, dan is dat toch betaald, mevrouw de staatssecretaris?
07.05 Staatssecretaris Nicole de Moor: (….)
07.06 Theo Francken (N-VA): Er is toch al een deel openbaar verkocht? Wat is er dan al te gelde gemaakt?
07.07 Staatssecretaris Nicole de Moor: (…)
07.08 Theo Francken (N-VA): Van mijn eigen tafel weet ik dat. Ik ben die bij Fedasil gaan terugbrengen, zodat die mensen hun boterhammen aan een tafel kunnen opeten en niet op hun schoot.
Ik weet wat ik heb gestort, maar ik weet natuurlijk niet wat de rest heeft betaald. Dat zal ik dan een volgende keer vragen.
Wat de verzoeken tot betaling betreft, is er bij u een lijst opgevraagd. Bij Fedasil is er al effectief een inbeslagname en een openbare verkoop geweest. Tot de eerste minister en de minister van Binnenlandse Zaken – het is de eerste keer dat ik daarvan hoor – is er een verzoek tot betaling gericht. Wat betekent dat? Is dat een verzoek tot betaling van die 48 miljoen euro?
07.09 Staatssecretaris Nicole de Moor: Dat is de eerste juridische stap in de procedure.
07.10 Theo Francken (N-VA): Dat is dus nieuws. Het is niet alleen de eerste minister die daardoor gevat is, maar ook de minister van Binnenlandse Zaken.
07.11 Staatssecretaris Nicole de Moor: Dat is al veel langer zo, dat is geen nieuws.
07.12 Theo Francken (N-VA): Dat heb ik nog nooit gelezen. Ik dacht dat het alleen over u en de eerste minister ging, maar er is mij nooit meegedeeld dat het ook over de minister van Binnenlandse Zaken gaat. Ik vraag dat nochtans elke keer als u hier bent. De minister van Binnenlandse Zaken zit dus ook potentieel in een inbeslagnamedossier, waarvan akte.
07.13 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor de stand van zaken. Wij zullen de zaak op de voet blijven volgen, want het gaat om grote bedragen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik had graag een stand van zaken gehad. Ik ben zelf met Maaike De Vreese het asielcentrum in Jabbeke gaan bezoeken. Ik dank u trouwens om dat toe te staan. Dat is goed verlopen en u hebt daar waarschijnlijk wel een verslagje van gekregen. We waren daar samen met Pieter-Jan. Het was allemaal goed in orde. Het is een mooi centrum.
Als men in een individueel asielcentrum komt, dan wordt men altijd wel gevat door de persoonlijke verhalen. Daar komt veel emotionaliteit bij kijken, wat natuurlijk helemaal anders is dan het metaniveau over hoe men het best omgaat met illegale migratiestromen, migratie, legale migratie, vluchtelingen, de vluchtelingenconventie enzovoort. Concreet met die mensen praten en met hen bezig zijn, met de kinderen die daar ook rondlopen, is natuurlijk een heel ander verhaal. Dat moet men ook altijd in ogenschouw nemen. Men moet voor een stuk naar de individuele verhalen blijven luisteren, want die zijn natuurlijk zeer pijnlijk, heel treffend, en het ene kan niet zonder het andere. Die bezoeken blijven dus nodig.
Ik had graag geweten wat de stand van zaken is voor het asielcentrum in Grimbergen. Er zou nog een aantal zorgkundigen worden aangeworven, onder andere verpleegkundigen. Is dat ondertussen gebeurd? U weet dat ik daar nogal sceptisch over ben, omdat we in de Vlaamse Rand niemand vinden, ook niet voor het OCMW of voor de ziekenhuizen. Zijn er al mensen aangeworven? Wat is nu de oprichtingsdatum? Wanneer kan dat geopend worden? Zijn er al mensen in het centrum?
08.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, ik denk dat u dit heel correct omschrijft, we mogen de individuele verhalen nooit uit het oog verliezen. Dat is ook de grote uitdaging op dit departement: de individuele noden van mensen in evenwicht brengen met de behoefte aan een gecontroleerd en rechtvaardig migratiebeleid dat werkbaar en efficiënt is. Dat is de taak die op onze schouders rust.
Wat betreft het asielcentrum in Grimbergen, daar is inderdaad een opvangcentrum voor kwetsbare asielzoekers en asielzoekers met een medische problematiek in voorbereiding. Het dossier wordt administratief gefinaliseerd door de diensten, waarbij er natuurlijk ook overleg is met het lokale bestuur en de buurtbewoners. De opening wordt voorlopig na de zomer voorzien.
08.03 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb geen verdere opmerkingen. U weet dat ik daar geen grote fan van ben. We zullen zien hoe het verder loopt. Ik weet niet of er nog juridische procedures lopende zijn? Dat vraag ik allemaal nog eens na. We zullen alleszins verder afwachten.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, naar verluidt komt de nieuwe commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen volgende week naar de commissie om te praten over haar beleid. Ze zit met een probleem. We hebben van de heer Roosemont vanmorgen gehoord dat de verhoren en dergelijke serieus beginnen op te schieten. Dat is goed nieuws. Dan zit het natuurlijk bij het CGVS en zal de druk nog meer bij het CGVS komen om beslissingen te nemen. Ik heb nu gezien dat in de eerste maand dat ze aan het stuur zat er een heel sterke stijging van de erkenningsgraad kwam. Het is niet de bedoeling om de achterstand weg te werken door iedereen papieren te geven. Daar moeten we toch eens goed naar kijken. Ik was nogal gealarmeerd.
Is dat structureel? De laatste maand waren die cijfers weer wat gedaald. Is daar ergens een shift gemaakt, een moment waarop werd gezegd dat dan zoveel dossiers zouden worden goedgekeurd? Hoe zit dat eigenlijk exact in elkaar?
Bij erkenning moeten de mensen niet in beroep gaan, dat is altijd makkelijk. De motivatieplicht is veel minder, want dat wordt toch niet aangevochten. Dat wordt allemaal erkende vluchtelingenstatus in plaats van veel meer subsidiaire bescherming te geven. Iedereen wordt maar erkend als vluchteling.
Ik zou het heel graag eens hebben met de commissaris-generaal over de policy op dat vlak. Een erkend vluchteling moet gelijkgeschakeld worden als een Belg, een eigen inwoner van dit land, en een subsidiair beschermde helemaal niet. Daar kan men veel minder sociale voordelen aan geven. Daar kan men geen gezinshereniging aan toestaan. Daar kan men veel strenger voor zijn op het vlak van integratievoorwaarden enzovoort.
Die erkende vluchtelingenstatus is dus niet zomaar iets. Wij zijn wereldkampioen inzake het percentage erkende vluchtelingenstatussen. Wij geven bijna geen subsidiaire bescherming, alleen maar vluchtelingenstatussen. Overal, in Duitsland, Frankrijk, Nederland, doen ze dat anders. Alleen bij ons is iedereen erkend vluchteling. Dat is onvoorstelbaar. Ik zal het daar met haar over hebben, want daar hebt u natuurlijk niets over te zeggen. Ik wil haar daar toch eens over aan de tand voelen. Dat zal dan wel via de heer Roggeman gebeuren.
Wat zat er dan juist achter dat die maand de erkenningsgraad zo sterk steeg? Is dat misschien puur toeval omdat een bepaalde nationaliteit van dossiers meer behandeld is? Hoe moet ik dat zien?
09.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, zoals u zelf aangeeft, kan ik daar weinig inhoudelijks over zeggen. Daarom is het goed dat de commissaris-generaal binnenkort met u in gesprek zal gaan.
Wat de cijfers betreft, de beschermingsgraad bedroeg in 2022 43 %, waarvan 41,1 % vluchtelingenstatus en 1,9 % status van subsidiaire bescherming. Voor de eerste 5 maanden van 2023 bedraagt de beschermingsgraad 43,7 %. De beschermingsgraad ligt dus wel degelijk in dezelfde lijn als het afgelopen jaar.
Natuurlijk kunnen er altijd verschillen zijn in de beschermingsgraad al naargelang de behandelde herkomstlanden in een bepaalde maand of de verschillende profielen van verzoekers om internationale bescherming voor wie in een bepaalde periode een beslissing werd genomen. Wat er in de rest van de wereld gebeurt, onder meer in conflictgebieden, voelen wij hier ook. Dat heeft soms een impact op de beschermingsgraad, maar als we de cijfers over een langere periode bekijken, dan zit daar eigenlijk weinig variatie in.
09.03 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb daar de laatste tijd heel veel over nagedacht en ook met een aantal mensen op internationaal niveau gesproken. Weet u wat er volgens mij moet gebeuren? Er moet een echte motivatieplicht komen voor erkende vluchtelingen en de Staat, u dus, moet in beroep kunnen gaan tegen beslissingen van erkende vluchtelingen als die onvoldoende gemotiveerd zijn.
U kunt zeggen dat dit uw verantwoordelijkheid niet is, maar we moeten ervoor zorgen dat er meer subsidiaire bescherming is. U kunt de belangen van de overheid verdedigen. Dat is wettelijk zelfs uw plicht. Slechts 1,5 % wordt erkend als subsidiair beschermde, al de rest is vluchteling. In geen enkel land ligt dat percentage zo laag. Dat is toch hallucinant!
Ik zal een wetgevend initiatief indienen opdat de erkende vluchtelingenstatus extra moet worden gemotiveerd en door de overheid kan worden aangevochten. U moet in beroep kunnen gaan tegen een beslissing van het CGVS over een erkende vluchtelingenstatus. Dan zullen er inderdaad veel minder zijn. U zult dat zien. U zult in heel wat casussen winnen. We moeten daar toch eens goed over nadenken. Bij subsidiair beschermden kan men de lat veel hoger leggen op het vlak van gezinshereniging, sociale voorwaarden en integratievoorwaarden, wat men niet kan voor erkende vluchtelingenstatussen. Wat doet België? Al jaar en dag iedereen erkennen als vluchteling, ook mensen die geen individuele vervolging kennen. Men erkent hen als vluchteling omdat ze uit een conflictgebied komen.
Komaan, dat zijn subsidiair beschermden, zoals in Duitsland, zoals in Nederland, zoals overal maar niet bij ons. Dat kan echt niet meer. Er moet echt een wijziging van het beleid komen.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55037235C van de heer Roggeman wordt uitgesteld.
De heer Vandenput laat zich verontschuldigen.
10.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, zoals iedereen intussen weet heeft Fedasil in het opvangcentrum van Koksijde 37 onvergunde containers geplaatst. Tijdens de vorige commissievergadering verklaarde u dat de eerste onvergunde containers al in februari 2020 werden geplaatst, dat is ruim drie jaar geleden.
U stelde tijdens diezelfde commissievergadering dat u in februari 2023 met de burgemeester overeengekomen was om de vergunningen in orde te brengen. Op 14 april bleek dat nog altijd niet het geval te zijn, waarbij de dienst Stedenbouw van Koksijde Fedasil opnieuw zou hebben aangeschreven. Op 17 april deelde Fedasil mee dat er een procedure loopt voor het hernieuwen van het kadercontract voor de aanstelling van een architectenbureau en dat de eerste opdracht het in orde brengen van de nodige vergunningen in Koksijde zou zijn.
Bovendien verklaarde u ook dat het indienen van dergelijke vergunningen het werk is van specialisten die via openbare aanbesteding aangesteld zullen worden. U stelde letterlijk: “Deze aanbesteding zal voor het eind van deze week – begin juni – gepubliceerd worden en zal bij hoogdringendheid behandeld worden.” In juni van dit jaar was eveneens in de pers te lezen dat het schepencollege van Koksijde beslist zou hebben dat de onvergunde containers nog diezelfde maand verwijderd moesten worden en dat het asielcentrum tegen 1 september zijn deuren moet sluiten.
Hoe verklaart u dat u op 17 april stelde dat er een procedure liep voor het hernieuwen van het kadercontract, terwijl de aanbesteding pas rond 9 juni werd gepubliceerd? Beide verklaringen lijken tegenstrijdig. Kunt u dat bevestigen?
Werd de openbare aanbesteding intussen gegund? Zo ja, werd de regularisatieaanvraag intussen ingediend en werd er daarover al een beslissing genomen? Zo neen, wanneer loopt de aanbesteding af? Werden de 37 onvergunde containers intussen verwijderd?
Kunt u bevestigen dat het asielcentrum tegen 1 september zijn deuren zal sluiten? Zo ja, hebt u al een plan van aanpak? Of zal het asielcentrum alsnog openblijven?
U stelde in de commissievergadering van 6 juni 2023 dat geen enkele actor een link heeft vastgesteld tussen het fenomeen transitmigratie en de opvang van asielzoekers. Nochtans is er volgens de politiezone Westkust wel degelijk een probleem gesignaleerd en zou de politiezone al in september 2021 een negatief advies hebben verstrekt, tegen de heropening van het asielcentrum. Kunt u dat bevestigen? Wat staat er in het veiligheidsrapport?
10.02 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, ik wens graag aan te sluiten bij de vraag over het asielcentrum in Koksijde. Daar zijn blijkbaar, ten eerste, problemen met de omgevingsvergunning van de containers. Ten tweede, de burgemeester doet heel moeilijk en dat is niet voor het eerst. In mijn vroegere functie als staatssecretaris heb ik daar ook mee te maken gehad. Een asielzoeker had toen een meisje lastiggevallen in het openbaar zwembad van de gemeente en daar ontstond toen een grote rel rond.
U zegt dat u in overleg bent, maar hoever staat dat overleg juist? Graag had ik wat toelichting over dat dossier.
10.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Pas, mijnheer Francken, het opvangcentrum in Koksijde werd voor het eerst in gebruik genomen in 2015, zoals eerder gezegd, en toen reeds werden daar sanitaire containers geplaatst. In 2016 werd het centrum door u, mijnheer Francken, als toenmalig staatssecretaris gesloten. De eerste containers van de 37 huidige containers waarover u het hebt, werden geplaatst in februari 2020, toen de site zeer tijdelijk opnieuw in gebruik genomen werd. In de zomer van 2020 sloot het opvangcentrum voor een tweede keer, onder impuls van toenmalig staatssecretaris De Block, en werd het een buffercentrum met enkele containers die ter plaatse bleven om een snelle heropstart mogelijk te maken. Toen Fedasil in september 2021 dat buffercentrum activeerde, kon het dankzij die containers op zeer korte tijd schakelen en een antwoord bieden op de asiel- en opvangcrisis.
Om de opvangkwaliteit te verbeteren werden in juni 2022 19 extra Europese containers geïnstalleerd. Die hebben niet geleid tot extra plaatscreatie, maar wel tot een verbetering van de leefomstandigheden in het centrum.
Ook in de periode 2015-2016 en 2020 werden er dus containers geplaatst zonder dat een vergunning werd gevraagd voor die containers. Maar ik herhaal: regels zijn regels en die gelden ook voor Fedasil. In een vorige commissievergadering heb ik u dan ook gemeld dat ik aan mijn diensten heb gevraagd om zo snel als mogelijk een specifieke regularisatieaanvraag in te dienen voor de aanwezige containers op het militair domein van Koksijde. Die procedure is lopende. Die containers blijven immers van belang om de veiligheid en het welzijn van de bewoners en correcte werkomstandigheden voor het personeel te kunnen garanderen. Het gaat onder meer over sanitaire containers, een onthaalcontainer, een recreatieruimte voor kinderen en een medische isolatieruimte.
Een architect werd specifiek hiervoor op 9 juni aangesteld. Op 30 juni werd de aanvraag voor de omgevingsvergunning ingediend. Zoals u weet zijn alle opvangplaatsen op dit moment broodnodig. Ik blijf dan ook in overleg met het lokale bestuur daarover.
Mevrouw Pas, u had een vraag over transitmigratie. In 2022 waren er 988 intercepties van transitmigranten op ons grondgebied ten opzichte van 8.853 in 2018. Dat is op enkele jaren tijd een enorm sterke daling van het aantal intercepties van transitmigranten ten gevolge van verschillende maatregelen die werden genomen, zoals de inzet op sensibilisering en informatieverstrekking door onze Reach Out-medewerkers op het terrein, evenals de sterkere beveiliging van de haven.
Het is ook belangrijk dat we de transitmigratie naar het Verenigd Koninkrijk met alle risico’s voor de migrant zelf samen met het Verenigd Koninkrijk aanpakken. Ik heb twee weken geleden een bezoek aan de kust gebracht om de problematiek van transitmigratie te bespreken, samen met de Britse minister van Migratie en met mijn collega’s Van Quickenborne en Verlinden. Alleen door samen te werken met alle actoren van Justitie en politie en met de Europese partners en het Verenigd Koninkrijk, kunnen we dit verder aanpakken.
10.04 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Ik hoor het u graag zeggen, samenwerken met alle actoren, maar in Koksijde is het duidelijk dat u niet op dezelfde golflengte zit met het schepencollege daar. De aanvraag voor de omgevingsvergunning werd enkele dagen geleden ingediend, terwijl het schepencollege enige tijd geleden heeft beslist dat het het asielcentrum tegen 1 september volledig wil sluiten. Uit uw antwoord is het duidelijk dat u daar niet op ingaat. Het is ook duidelijk dat het overleg met de lokale besturen meer dan nodig is, want u zit daar duidelijk niet op dezelfde golflengte. Als containers daar al drie jaar staan en de aanvraag voor de omgevingsvergunning nu pas werd ingediend, dan stel ik mij toch vragen bij de lange looptijd daarvan.
10.05 Theo Francken (N-VA): De regularisatieaanvraag wordt ingediend en moet dan verder worden bekeken door de gemeente. Of is dat door het Vlaamse Gewest? Ik vermoed dat het verder wordt nagegaan door de gemeente.
Mijn vraag was in hoeverre het gemeentebestuur vasthoudt aan de sluiting in het najaar of tegen het einde van de zomer. Is men daarover nog in overleg, of gaat men op een bepaald moment een bevel tot sluiting afleveren, zoals ook het geval was in Molenbeek, en enigszins ook in Spa, waar er sprake was van een vermindering van het aantal plaatsen?
Ik begrijp dat er verder overleg bezig is. Ik dank u.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55037377C van de heer Vandenput wordt uitgesteld, vraag nr. 55037392C van mevrouw Daems eveneens.
11.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le président, madame la secrétaire d'État, nous avons tous été témoins, récemment, de la terrible catastrophe qui a eu lieu à nos frontières extérieures. On estime qu’elle a fait plus de 600 morts. Cela porte le nombre total de décès en Méditerranée à environ 25 000 personnes, qui ont perdu la vie en quête de sécurité et de survie. Cela justifie le fait de se demander dans quel genre de société nous vivons.
Peu de temps après, un sous-marin avec cinq personnes à bord était porté disparu. Des moyens considérables ont été déployés pour le retrouver. Retrouver ses passagers n’avait pas de prix. Mais lorsqu’un bateau transportant 750 personnes appelle à l’aide et qu’il est très clair qu’il va couler, là, rien n’est fait, et on assiste à la catastrophe sans broncher.
Bien sûr, il est impératif de procéder à des opérations de sauvetage. C’est précisément ce que je dis ici. C’est une bonne chose que l’on ait remué ciel et terre pour sauver les cinq personnes, mais cela rend encore plus choquant le fait qu’un bateau avec 750 personnes à bord ait été abandonné à son sort pendant des heures, et qu’il ait chaviré parce que l’opération de sauvetage tardait à se produire.
Cela fait des années que l’on réduit les opérations de sauvetage européennes. Cela fait des années que l’on s’inquiète de moins en moins du naufrage de bateaux et de la mort de gens en Méditerranée. Cela fait très longtemps que l’expression de "plutôt mort que sur le sol européen" est devenue une réalité. Bien plus qu’un slogan cynique, c’est une réalité. La semaine dernière, 35 personnes se sont encore noyées au large de Gran Canaria.
Madame la secrétaire d'État, vous avez dit,
dans De Morgen, que le pacte
migratoire permettra d’éviter de telles catastrophes. Pouvez-vous m’expliquer
en langage clair comment ce pacte migratoire évitera ce genre de
catastrophe? Moi, je ne le vois pas ainsi. Personne ne le voit ainsi. Vos
propos sont invariablement réfutés par les experts. Comment ce pacte migratoire
empêchera-t-il les pushback et les
drames de ce type?
11.02 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, woensdag 14 juni voltrok zich een scheepsramp in de Middellandse Zee: een boot met 750 vluchtelingen kapseisde. Op die boot zaten veel vluchtelingen uit Afghanistan, Pakistan en Syrië, onder hen ook veel vrouwen en kinderen. Meer dan 600 mensen stierven een verschrikkelijke verdrinkingsdood.
Intussen is er ook meer bekend over de oorzaken van de ramp. Satellietbeelden, radioberichten en interviews met overlevenden toonden aan dat er een grote betrokkenheid was van de Griekse autoriteiten. De verschrikkelijke conclusie die we moeten trekken, is dat de ramp vermeden had kunnen worden. Dan rijst natuurlijk de vraag of er gerechtigheid zal komen voor de doden en voor hun nabestaanden. Zullen de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen?
Immers, tientallen Griekse ambtenaren, leden van de kustwacht, hielden het schip in de gaten, maar de Griekse autoriteiten kozen ervoor om niet ter hulp te komen. Ze hebben geen reddingsschip gestuurd, maar wel een schip met gemaskerde gewapende mannen van een speciale eenheid van de kustwacht. Dat is dus werkelijk onmenselijk, gezien de dramatische afloop. De Griekse autoriteiten hebben ook gelogen. Ze hebben immers herhaaldelijk beweerd dat het schip naar Italië voer en dat de migranten niet gered wilden worden. Uit satellietbeelden en trackinggegevens blijkt nu dat het schip de laatste 6,5 uur in een kring ronddobberde. Zo lang is er dus tijd geweest om in te grijpen.
Intussen verbaast het stilzwijgen van de Europese Commissie en leiders mij. Ik vind dat echt schrijnend. Ik voel mij beschaamd om Europeaan te zijn. Het contrast met de reddingsactie die we in dezelfde week zagen naar de verdwenen duikboot van OceanGate, kon niet groter zijn.
Collega’s het is een van de grootste tragedies met bootvluchtelingen op de Middellandse Zee. Die scheepsramp staat echter helaas niet alleen. Dit jaar vielen in de eerste drie maanden meer dan 1.000 dodelijke slachtoffers onder migranten die probeerden Europa te bereiken. 2023 is daarmee het dodelijkste jaar sinds 2017.
Mevrouw de staatssecretaris, u hebt nog maar net een akkoord gesloten met uw Europese collega’s over een nieuw asiel- en migratiepact. Ik heb dan ook enkele vragen.
Hebt u naar aanleiding van deze scheepsramp contact opgenomen met uw Griekse en Italiaanse collega’s? Hebt u hun gevraagd waarom de kustwacht deze mensen aan hun lot heeft overgelaten?
Welke feiten zijn er intussen bekend over deze scheepsramp?
Weet u ons meer te vertellen over de betrokkenheid van Frontex? Was er sprake van een pushbackoperatie? Was Frontex daarbij betrokken?
Hoe zal het nieuwe asiel- en migratiepact volgens u dergelijke tragedies kunnen vermijden?
Zult u bij uw Europese collega’s pleiten voor nieuwe search-and-rescueacties om dergelijke tragedies te vermijden?
U weet dat onze fractie een voorstel van resolutie heeft ingediend om illegale pushbacks en mensenrechtenschendingen aan de grenzen van Europa te veroordelen. Kunnen wij rekenen op uw steun voor een humaan migratiebeleid dat de mensenrechten respecteert en dat vooral elk mensenleven wil beschermen?
11.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen):
Madame la secretaire d'Etat, le 13 juin
dernier, un bateau avec à son bord 750 personnes exilées a chaviré à une
dizaine de kilomètres des côtes grecques. Seules 104 personnes ont été
secourues, 84 corps ont été repêchés, et 500 personnes reste portée disparue.
C'est la pire naufrage depuis 2016, mais c'est surtout le symbole, un symbole
de trop, de la politique migratoire européenne qui transforme la Méditerannée
en cimetière. Plus de 26.000 exilé.e.s y sont morts noyés depuis 2014 !
Si une
enquête a été ouverte par les autorités grecques, on sait d'ores et déjà
qu'elle n'apportera pas toutes les réponses. Les pushbacks réalisés par les
autorités grecques sont très bien documentés et les premiers témoignages
indiquent que le naufrage est due à une tentative de refoulement. De plus, la
réflexion doit aller plus loin qu'une analyse des défaillances des secours dans
ce cas particulier. Il faut réellement requestionner pourquoi, alors qu'on sait
qu'on ne peut pas empêcher les personnes fuyant des conditions de vie
intenables de migrer, les politiques migratoires européenne continuent de
restreindre les voies d'accès sûres et légales à l'UE et de fermer les
frontières.
Mes
questions sont les suivantes:
- Quelles
conclusions tirez-vous de ce drame de plus à nos frontières?
- Allez-vous
plaider pour l'établissement d'une enquête indépendante sur le naufrage?
-
Allez-vous plaider pour la mise en place de véritables missions permanentes de
secours européennes en Méditerranée?
-
Allez-vous profiter de la présidence de l'UE et des discussions sur le pacte
migratoire européen pour mettre sur la table les pushbacks, appeler à des
sanctions envers les états qui les pratiquent ainsi qu'à la mise en place d'un
mécanisme indépendant pour les prévenir?
- Quelle
est votre position sur l'annonce de l'agence Frontex, qui réfléchit à arrêter
ses opérations en Grèce?
- Ne
pensez-vous que Frontex, qui a été accablés plusieurs fois par des rapports
montrant son implication dans les pushbacks, doit être largement remise en
question?
11.04 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, collega’s, de menselijke tol na de ramp in Griekenland is enorm. Wat de migranten, onder wie ook kinderen, hebben moeten meemaken, is verschrikkelijk. Ik heb geen andere informatie over de ramp dan diegene die in de media is verschenen. Wij zijn echter allemaal enorm geraakt door de feiten. Ik heb geen rechtstreeks contact met de Griekse of Italiaanse collega’s over de zaak. Wel heb ik mijn nieuwe Griekse collega per brief laten weten dat België belang hecht aan het onderzoek naar de ramp.
Een eerste vraag ging over het toepasselijk rechtskader. Het recht omtrent search and rescue maakt deel uit van het internationaal zeerecht en is vrij complex. Wanneer een boot zich in moeilijkheden bevindt, moet bijvoorbeeld worden bepaald in welke wateren het schip in nood zich bevindt. Het is aan het dichtstbijzijnde schip om assistentie te verlenen. Dat kan de kustwacht zijn, maar evengoed een commercieel vaartuig, zoals een koopvaardijschip.
Naar Europees recht zijn de reddingactiviteiten op zee een nationale en geen Europese bevoegdheid. Schepen die worden ingezet voor gezamenlijke Europese operaties, bijvoorbeeld een Frontex-schip, zijn wel gebonden door het internationaal zeerecht waarover ik het daarnet had.
Uiteraard heeft mijn kabinet regelmatig contacten met de Belgische vertegenwoordigers in de Frontex Management Board. Volgens onze informatie was geen Frontex-vliegtuig of -boot aanwezig op het moment van de tragedie. Uren voor de ramp heeft een Frontex-vliegtuig de vissersboot wel opgemerkt, de relevante informatie aan Griekenland bezorgd en luchtsteun geboden aan de nationale autoriteiten. Na de ramp heeft Frontex, net als het Europees Asielagentschap en het Rode Kruis, de Griekse autoriteiten steun aangeboden en geleverd onder de vorm van personeelsversterking en expertise.
Het Europees grens- en kustwachtagentschap zal eveneens een ernstig incidentenrapport of SIR opstellen over de gekapseisde boot. Dat houdt onder andere in dat de mensenrechtenmonitors van Frontex potentiële mensenrechtenschendingen zullen registreren, wat het agentschap in staat stelt details over het incident te verzamelen. Dat is een enorm nuttige taak. Het rapport kan bijvoorbeeld gedeeld worden met onderzoeksinstanties of deel uitmaken van aanbevelingen die bijvoorbeeld het Europees Parlement kan goedkeuren. In de LIBE-commissie van het Europees Parlement zal later deze week ook al een discussie plaatsvinden over de tragedie met de bevoegde commissarissen en de Frontex-directeur.
Voorts is de Management Board nog niet bevraagd over het eventuele stopzetten van de activiteiten in Griekenland. Frontex heeft de voorbije maanden een positieve evolutie doorgemaakt en maakt stilaan een achterstand goed in het monitoren van de mensenrechten. Die interne evolutie binnen het agentschap geniet de volle Belgische steun.
Une enquête approfondie sur la catastrophe est nécessaire, et cette enquête a d'ailleurs commencé immédiatement, selon les règles applicables désignant les autorités nationales à cet effet. Par ailleurs, une enquête pénale interne est en cours en Grèce. Je ne considère pas qu'il soit approprié de parler d'une question de culpabilité sans attendre les résultats de cette procédure. Nous ne le faisons pas non plus dans d'autres cas.
Au sein de l'Union européenne, nous nous appuyons sur les institutions juridiques des autres États membres. S'il s'avère que l'enquête grecque n'est pas satisfaisante et que la Commission européenne soupçonne une violation du droit européen, elle peut elle aussi agir en sa qualité de gardienne des traités. Le suivi des politiques nationales et du respect du droit européen incombe à la Commission européenne et non au Conseil européen.
Le Parlement européen semble également susceptible d'accorder l'attention qu'il mérite à cette tragédie. Franchement, je ne sais pas quels autres organismes indépendants sont habilités à mener une telle enquête, mais je ne suis évidemment pas opposée non plus à ce que la tragédie fasse l'objet d'une autre enquête si les règles nécessaires sont respectées.
Je suis d'accord avec vous sur le fait que nous devons absolument prévenir les tragédies humaines telles que celle-ci. Pour ce faire, je crois fermement que les solutions structurelles proposées par le pacte européen nous placent dans une meilleure position pour y parvenir. La réforme prévue offre les meilleures garanties du respect des droits de l'homme. Avec le nouveau pacte, il devrait être clair qu'il ne sert à rien d'entreprendre des voyages dangereux lorsqu'il n'est manifestement pas besoin de protection internationale. Les voies d'accès légales seront également renforcées. Naturellement, ces questions seront abordées au cours de notre présidence.
Voorts is het ook onze plicht om het bedrijfsmodel van smokkelnetwerken te doorbreken. Die strijd gaan wij aan samen met Justitie, Binnenlandse en Buitenlandse Zaken, zowel nationaal als Europees.
Ook moeten de samenwerking en coördinatie op het vlak van search and rescue tussen de lidstaten worden versterkt. Als deel van het Europees asiel- en migratiepact werd reeds een Europese contactgroep voor search and rescue opgericht. Dat is een platform voor samenwerking, informatie-uitwisseling en uitwisseling van best practices tussen operationele autoriteiten van de lidstaten bevoegd voor opsporings- en reddingsoperaties. Naast de lidstaten omvat de contactgroep de relevante EU-agentschappen, internationale organisaties en particuliere spelers, zoals ngo’s en verenigingen van koopvaardijschepen.
Tijdens debatten over reddingsoperaties in het Middellandse Zeegebied dringt België altijd aan op het respect voor het internationaal recht, waaronder het SAR-verdrag, door de verschillende betrokken lidstaten en tijdens gezamenlijke Europese operaties. Op dit moment is er geen discussie over het lanceren van een nieuwe Europese SAR-missie.
Tot slot is het ook nodig om duurzame migratiepartnerschappen met landen van herkomst en doorreis te sluiten. Daar wordt nu al aan gewerkt, in parallel met de wetgevende hervormingen van het pact. Het vermijden van doden op zee begint ook bij het voorkomen dat mensen op boten stappen.
Mevrouw Platteau, u sprak ook over het voorstel van resolutie rond illegale pushbacks. Laat mij duidelijk zijn: de federale regering is tegen irreguliere, illegale pushbacks.
11.05 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la secrétaire d'État, je reste sur ma faim. Concernant le nouveau pacte migratoire, il ne sert à rien de me dire qu'il vise à respecter les droits humains. Je vous ai demandé concrètement en quoi il allait faire en sorte d'éviter ce genre de catastrophe. Quels articles de ce pacte permettraient-ils que cela n'arrive plus? Vous n'avez pas de réponse concrète à apporter, uniquement des phrases vagues. Mais c'est dans le concret qu'on en vérifie l'efficacité.
Vous nous dites que vous attendez les résultats de l'enquête grecque, cette même Grèce contre laquelle les preuves s'accumulent pour dire que cette action était délibérée et que l'intention était de tirer le bateau en pleine mer, loin de nos côtes européennes. C'est de cette Grèce-là que vous attendez l'enquête.
Vous parlez du respect des droits humains. Je vous ai d'ailleurs dit que l'Europe n'était plus crédible à ce niveau-là. En voilà une preuve supplémentaire. Un continent qui respecte les droits humains ne laisse pas plus de 25 000 personnes périr dans la Méditerranée pour, ensuite, faire la leçon aux autres. Si l'Europe est attachée à ces droits humains, il faut être proactif lors d'une telle catastrophe. Il faut être proactif. Il faut aller chercher la vérité. Il faut défendre ces personnes et ne pas attendre ce que les Grecs vont dire ou tel ou tel autre élément, ce qui prendra des années. Cela, ce n'est pas être soucieux des droits humains. C'est juste vouloir se cacher derrière ces phrases et ces principes-là face à une telle catastrophe. C'est inhumain!
Quand vous parlez des migrants et de la migration en générale, vous évoquez souvent le respect des droits humains. Franchement, madame la secrétaire d'État, arrêtez d'en abuser car l'Europe ne les respecte pas! Avec votre politique, vous ne les respectez pas. Vous êtes de ceux qui violent les droits humains dans l'Union européenne, notamment sur la question migratoire. Cela vous fait sourire mais, entre-temps, il y a au moins 25 000 morts en Méditerranée. Alors, ne me parlez pas de droits humains, s'il vous plaît!
11.06 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Vooreerst wil ik mijn verbazing uitspreken over het feit dat deze vragen niet tot een actualiteitsdebat leidden. Er hebben niet eens voldoende fracties een mondelinge vraag ingediend om over dit onderwerp een actualiteitsdebat te kunnen houden. Het gaat over de grootste scheepsramp die we tot nu toe hebben gekend met migranten op de Middellandse Zee, maar blijkbaar is dat voor de rechtse partijen niet belangrijk genoeg om er vragen over te stellen. Telt het leven van mensen op de vlucht dan niet voor de rechtse partijen? Dat vraag ik mij wel af.
Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat het nieuwe migratiepact dit soort tragedies zal vermijden. Toch blijf ik ongerust. U spreekt over search and rescue, u zegt dat we een wettelijk kader hebben en dat het Europees recht bepaalt hoe lidstaten dienen op te treden wanneer mensen in Europese wateren in nood zijn. Wij stellen echter vast dat bepaalde Europese lidstaten keer op keer de Europese regels met voeten treden en zich niet houden aan het Europees recht. Met diezelfde lidstaten sluiten wij evenwel akkoorden af voor ons migratiebeleid, waarbij wij een beroep doen op grensprocedures. Dat maakt mij zeer bezorgd.
De rol van Frontex is ook helemaal nog niet uitgeklaard. U zegt dat Frontex zelf monitoring zal doen en nog een rapport zal uitbrengen over die scheepsramp. Daar kijk ik uiteraard wel naar uit. Ik verwacht dat de LIBE-commissie de discussie zal aangaan met de bevoegde commissaris en met Frontex. Momenteel staan er nog veel vragen open over de rol en de betrokkenheid van Frontex.
Ik vind het wel goed dat u vanuit uw rol als staatssecretaris uw Griekse collega een brief hebt gestuurd waarin u schreef dat u belang hecht aan het onderzoek. U blijft zeggen dat België aandringt op het respecteren van de mensenrechten. Dat vind ik inderdaad de positie die wij moeten blijven innemen. Ik wil u er dus voor bedanken dat u dat gedaan hebt.
Ik ben ook blij te horen dat u onze resolutie steunt en dat u illegale pushbacks veroordeelt. Ik hoop dat wij daarover in het Parlement tot een consensus kunnen komen, zodat het Belgisch Parlement daarover een standpunt kan innemen.
11.07 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Merci, madame la secrétaire d'État. Pour la dernière intervention de la journée, je suis ravi d'entendre que le gouvernement s'oppose aux pushbacks. Dommage que des groupes qui font partie du gouvernement ne soutiennent pas une résolution qui ne dit rien d'autre que "les pushbacks doivent être combattus". Je suis ravi d'entendre que vous avez écrit à votre homologue grec. Je pense qu'au-delà de ce drame qui a touché 750 personnes, les drames sont quotidiens, parfois moins médiatisés. Ce n'est pas la même ampleur. Des gens meurent à la frontière croate. On connaît la situation en Hongrie, entre le Maroc et l'Espagne. Toutes ces personnes qui resteront inconnues meurent tous les jours, que ce soit en Méditerranée ou ailleurs, du fait de ces politiques migratoires.
M. Francken qui est parti disait: "Certains se réveillent le matin et ont juste envie de venir en Europe". Comme si la migration était un choix qu'on faisait un matin en se réveillant! Je crois que la migration est complexe. Certaines personnes n'ont pas accepté sa complexité et faute de cela, on n'y arrivera jamais. Je rejoins ma collègue Mme Platteau. Je suis tétanisé de voir qu'un drame comme celui qui a été vécu par ces personnes il y a deux semaines n'intéresse pas les partis de droite. L'indignation est sélective, malheureusement.
Finalement, il faut terminer ce débat par des questions. Qu'est-ce que cela dit de notre politique migratoire, si 750 personnes meurent en Méditerranée? Qu'est–ce que cela dit de la déshumanisation des Européens quand 750 personnes meurent et qu'il n'y a pas une minute de silence organisée dans une institution européenne, que cela n'a pas mobilisé notre Parlement, que cela n'a pas mobilisé l'opinion publique, ni énormément la presse, même si une certaine presse s'en est fait l'écho? Qu'est-ce que cela dit de la situation dans laquelle nous sommes? C'est dramatique. Mais nous continuerons à nous battre pour ces personnes venues d'ailleurs qui ont des droits aussi.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitter: De vragen nr. 55037604C en nr. 55037605C van de heer Roggeman worden ingetrokken.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.46 uur.
La réunion publique de commission est levée à 18 h 46.