Commission de la Santé et de l'Égalité des chances

Commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen

 

du

 

Mercredi 5 juillet 2023

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 5 juli 2023

 

Namiddag

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 10 et présidée par M. Thierry Warmoes.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.10 uur en voorgezeten door de heer Thierry Warmoes.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Erik Gilissen aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De massale bijensterfte" (55036111C)

- Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De bestrijding van de Aziatische hoornaar" (55037114C)

01 Questions jointes de

- Erik Gilissen à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La mortalité élevée des abeilles" (55036111C)

- Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La lutte contre le frelon asiatique" (55037114C)

 

01.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bijen zijn enorm belangrijk voor onze biodiversiteit en ons voedsel. Ik merk ook in mijn tuin dat de bijen het enorm moeilijk hebben. Daarom verloopt de voedselproductie niet zoals in de voorgaande jaren. Ook veel boeren vertellen me dat.

 

De imkers en het Vlaams Bijeninstituut trokken enige tijd geleden aan de alarmbel over de bestrijding van de Aziatische hoornaar, die de bijen en de bijenkorven bedreigt. Ik besef dat een groot deel van de aanpak voor de bestrijding van de Aziatische hoornaar de verantwoordelijkheid van de regio’s is. Ik vraag dan ook niet naar een antwoord over hun bevoegdheden.

 

De federale overheid heeft voor de bestrijding van de Aziatische hoornaar wel via minstens twee mogelijkheden een hefboom in handen: de ondersteuning van de imkers voor de productie van gezonde honing en de ondersteuning van de brandweerzones voor de verdelging van nesten van Aziatische hoornaars, een bevoegdheid van minister Verlinden, aan wie mevrouw Eva Platteau ook een vraag zal stellen.

 

Over de ondersteuning van de imkers heb ik de volgende vragen.

 

Is er, ten eerste, overleg geweest vanuit het FAVV met de imkers over de bestrijding van de Aziatische hoornaars? Indien ja, wat was daarvan de uitkomst?

 

Wat ligt er, ten tweede, binnen uw mogelijkheden om de imkers nog meer te ondersteunen bij de bestrijding van de Aziatische hoornaar?

 

Is het een optie om de kosten van de verdelging van de nesten van de Aziatische hoornaar niet systematisch door te rekenen aan diegene die de melding doet? Er bereiken mij signalen dat dat in bepaalde brandweerzones tot 100 euro zou kosten. Ik begrijp dat niet elke particulier die kosten wil dragen. Hebt u daarover overleg gepleegd met minister Verlinden of zijn er mogelijkheden binnen het FAVV?

 

01.02 Minister David Clarinval: Mijnheer de voorzitter, mijn antwoord geldt voor beide vragen, daarom kan het wat lang zijn.

 

Mevrouw Creemers, tijdens de winter van 2022-2023 en tot dusver werden aan de lokale controle-eenheden van het FAVV geen meldingen van abnormale bijensterfte gemeld. Zoals bepaald in artikel 6 en artikel 8 van het KB van 7 maart 2007 betreffende de bestrijding van besmettelijke ziekten van de bijen moet de imker melding doen bij het FAVV indien deze een verdenking heeft dat zijn/haar bijenkolonies besmet zijn met een aangifteplichtige bijenziekte of indien een abnormale sterfte in de bijenkolonies wordt opgemerkt.

 

Eveneens was er deze winter geen enkele melding van acute bijensterfte door andere factoren zoals vergiftiging. Zoals u weet, is er bij het FAVV een bewakingsprogramma ingevoerd, Healthy Bee, dat de jaarlijkse wintersterfte bij bijen in kaart brengt. Sinds 2018 maakt dit programma integraal deel uit van het meerjarige controleplan van het FAVV. Deze gegevens worden geanalyseerd door Sciensano. In dit programma werd de gezondheid van 200 bijenkasten bewaakt. De voornaamste doelstelling bestaat erin de bijensterfte op een objectieve manier te bepalen. Bovendien worden de mogelijke verbanden onderzocht tussen bijensterfte en de meest aangehaalde oorzaken.

 

Op basis van de gekregen informatie zullen de autoriteiten het sanitaire beleid ten aanzien van bijen verder kunnen bepalen. Bovendien eindigden de voorjaarsbezoeken van de lokale controle-eenheden van het FAVV pas begin juni 2023. Het FAVV heeft momenteel dus niet genoeg gegevens om de wintersterfte van bijen in 2022-2023 op nationale schaal te analyseren.

 

Zoals in de eerste vraag werd beschreven, is het bewakingsprogramma Healthy Bee 2022-2023 om de wintersterfte in kaart te brengen nog niet afgerond. In de federale werkgroep bijen van de FOD Volksgezondheid van 25 april 2023 werd door het Vlaams Bijeninstituut de melding gemaakt dat er in februari 2023 een survey van ongeveer 500 imkers heeft plaatsgevonden, waarbij er een grote winterbijensterfte in Vlaanderen werd opgetekend. Het gaat om uitzonderlijke cijfers. Het onderzoek toont een zeer hoge bijensterfte van 75 %, tot lokaal 100 %. Momenteel zijn er nog niet genoeg representatieve data beschikbaar om de oorzaken te kunnen aanduiden. De evolutie is hoe dan ook zorgwekkend en wordt op de voet gevolgd door de werkgroep Bijen van de FOD Volksgezondheid.

 

Mevrouw Creemers, u vraagt ook naar de mogelijke oorzaken van de grote sterfte in onze bijenkolonies. Als wij de kaarten inzake de Aziatische hoornaar en de sterftecijfers over elkaar leggen, lijkt er een zekere correlatie te zijn. Sinds 2016, het jaar waarin de Aziatische hoornaar voor het eerst in België werd opgemerkt, heeft de soort aanzienlijke vooruitgang geboekt. Het gaat hier om een invasieve soort, waarvan het beheer onder de bevoegdheid van de gewesten valt. De bewaking ervan is dan ook niet aan het FAVV.

 

Wanneer de inspecteurs van het FAVV echter een abnormale sterfte vaststellen in bijenkolonies na een aanval van Aziatische hoornaars, oriënteren zij de imkers naar de diensten van de gewesten die bevoegd zijn voor de bestrijding van invasieve soorten. In het kader van mijn bevoegdheden bestaat er dus op federaal niveau geen enkel middel om de imkers meer te steunen in de strijd tegen de Aziatische hoornaar.

 

Er zijn ook geen budgettaire middelen voor preventie, zoals het vangen van koninginnen in de lente of het vernietigen van nesten.

 

Wat uw derde vraag betreft, ik heb hierover niet overlegd met minister Verlinden. Voor zover ik weet, heeft mijn administratie hierover ook geen contact gehad met haar. Hoe dan ook, niets doen is geen optie. Op mijn vraag wordt momenteel in de federale werkgroep Bijen onderzocht of een bijengezondheidsnetwerk kan worden opgezet. Dat heeft tot doel om een epidemiologische gezondheidsbewaking van bijen uit te werken op Belgisch niveau en die te professionaliseren. Dat zal toelaten om, naast de jaarlijkse monitoring, sneller te handelen als er zich een bepaald incident zou voordoen. De oprichting van een fonds bijen op basis van solidariteit tussen imkers is van cruciaal belang om deze strategie te steunen. Alle actoren moeten erbij worden betrokken om samen te werken aan de bijengezondheid.

 

01.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, dank u wel voor uw uitgebreide antwoord. Ik ben inderdaad ook op de hoogte van de cijfers die de Vlaamse imkers gepubliceerd hebben. Daarin werden 500 imkers bevraagd en werd tussen 75 en 100 % bijensterfte gemeld. In eerste instantie was ik dus verrast door het feit dat er nog geen abnormale bijensterfte gemeld was bij het FAVV. Ik begrijp nu echter dat het onderzoek nog niet afgerond was op het moment dat het antwoord op deze vraag is opgesteld.

 

Ik besef dat het grootste probleem op dit moment bij de gewesten ligt. In het voorjaar was er immers een andere landbouwkwestie die alle aandacht opgeëist heeft. Daardoor heeft men over het hoofd gezien dat er ook iets bestaat als bijengezondheid, waar acuut op ingegrepen moest worden. Ik hoopte dus dat er ergens een federale hefboom bestond om het wel aan te pakken. Ik hoor dat deze in de toekomst gevonden zou worden bij een bijengezondheidsnetwerk, een solidair fonds tussen imkers waardoor er heel snel gehandeld kan worden. De imkers zijn hiervoor vragende partij. Als geen ander zien zij de Aziatische hoornaar die zich in de buurt nestelt. Zij kunnen hier heel snel op anticiperen. Ze hebben daarvoor ook al lokdozen voor koninginnen ontwikkeld. Het ontbreekt hun gewoon aan geld.

 

Als er dus een fonds opgericht zou worden dat heel snel ingezet kan worden, denk ik dat er een oplossing zou kunnen zijn. Alleen vrees ik dat een en ander heel snel gaat. U vermeldde al de eerste keer dat deze invasieve exoot werd opgemerkt in 2016. Ik hoop dus dat we niet te laat zijn, maar als er een bijengezondheidsnetwerk bestaat dat heel snel kan handelen bij andere acute zaken die zich ongetwijfeld nog zullen aandienen, hoop ik dat we in de toekomst kunnen vermijden dat er verschillen zijn tussen de regio’s.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het EEA-rapport en de invloed van pesticiden op de menselijke gezondheid en de ecosystemen in Europa" (55036823C)

02 Question de Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Le rapport de l'AEE et l'impact des pesticides sur la santé humaine et sur les écosystèmes en Europe" (55036823C)

 

02.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): ​Mijnheer de minister, eind april publiceerde het Europese Milieuagentschap EEA een interessant rapport over hoe pesticiden de menselijke gezondheid en ecosystemen in Europa beïnvloeden. Ze stellen onder meer vast dat we de farm-to-forkdoelstellingen niet zullen halen, als we geen stevig tandje bijsteken.

 

Ze reiken een aantal suggesties aan, namelijk stoppen met noodtoelatingen te verstrekken, en voorbeelden zoals Frankrijk, waar landbouwers die biologisch beginnen te werken incentives krijgen, en Denemarken, waar schadelijke pesticiden onderworpen zijn aan een hoger btw-tarief. Verder bevelen ze aan om pesticidevrije zones te creëren, zeker waar kwetsbare mensen wonen, om het grondwater te beschermen en om ook in ecologisch waardevolle gebieden pesticidevrije zones te installeren. Dat zijn de voorbeelden die we zouden moeten volgen.

 

Bovendien ontkrachten zij wat lobbygroepen altijd beweren, namelijk dat onze voedselzekerheid in gevaar zou komen als we de farm-to-forkstrategie onverwijld zouden uitvoeren. Ze beweren zelfs het tegenovergestelde: als we niets doen, krijgen we op middellange termijn problemen. Ze roepen op om meer in te zetten op alternatieven als agro-ecologie, teeltwisseling, bodembehoudmanagement en meer verscheidenheid in gewassen.

 

Ik heb enkele vragen over het rapport, dat ik met veel interesse gelezen heb. Ten eerste, hoe reageert u op het rapport?

 

Ten tweede, zult u de aanbevelingen in het rapport gebruiken om de ambities van ons NAPAN op te krikken en onverwijld uit te voeren?

 

Ten derde, zet de aanbeveling om te stoppen met noodtoelatingen – zeker na de uitspraak van het Europees Hof van Justitie – u ertoe aan om dit ook effectief te doen?

 

02.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Creemers, uw vraag betreft slechts voor een deel mijn bevoegdheden. Ik nodig u uit om uw vraag ook te richten aan de andere bevoegde ministers die betrokken zijn bij het aangaan van deze uitdaging.

 

Deze uitdaging betreft niet het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, wat door mijn administratie met alle zorg en toewijding wordt gedaan. De uitdaging is om de grenzen te bepalen waarbinnen de moderne landbouw zijn veelvoud aan diensten kan vervullen, zonder het milieu of de volksgezondheid in gevaar te brengen.

 

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen moet in zijn geheel worden beschouwd. Verschillende onderzoeken zoals blootstellingsstudies op korte en lange termijn en epidemiologische studies moeten ons helpen om de beste beslissingen op dat vlak te nemen. We nemen akte van het verslag.

 

Ik kan u echter verzekeren dat we niet hebben gewacht op de publicatie van dit verslag om een Federaal Reductieplan voor Gewasbeschermingsmiddelen (FRPG) op te stellen. Aangezien het Nationaal Actieplan voor de Reductie van Pesticiden (NAPAN) hoofdzakelijk bestaat uit regionale maatregelen nodig ik u uit om uw vragen aan mijn gewestelijke collega’s te stellen.

 

Samen met mijn collega’s die verantwoordelijk zijn voor Leefmilieu en Volksgezondheid leggen we de laatste hand aan het FRPG, dat de gestelde uitdagingen aangaat binnen de grenzen van de federale bevoegdheden.

 

Het verlenen van een noodtoelating of de weigering ervan gebeurt steeds na een zorgvuldige wetenschappelijke evaluatie, die zowel rekening houdt met de noden van de landbouw als de blootstelling van mens en leefmilieu. De nieuwe verduidelijking die recent werd aangebracht door het Europees Hof van Justitie en het arrest van de Raad van State zullen in de toekomst eveneens worden gevolgd in onze besluitvorming.

 

02.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, dank u wel. De btw valt inderdaad niet onder uw bevoegdheid. De pesticidevrije zones zijn een regionale bevoegdheid, maar die elementen waren te interessant in het dossier om niet in mijn vragen op te nemen.

 

U hebt meteen deels geantwoord op een volgende vraag van mij over het Federaal Reductieplan voor Gewasbeschermingsmiddelen. Over de noodtoelatingen hebben we waarschijnlijk het laatste woord nog niet gezegd, over het zorgvuldig evalueren en het vinden van een evenwicht tussen wat we nog toelaten en hoe we mens en milieu al dan niet in gevaar brengen evenmin. Dat vraagt altijd naar interpretatie. Het zal u niet verbazen dat ik blij ben met de uitspraak van het Europees Hof voor Justitie die bepaalt dat in het verleden niet altijd zo goed rekening werd gehouden met het milieu als in de verordening was bedoeld. Ik kijk dus uit naar de nieuwe evoluties. Als u zegt dat we de nieuwe verduidelijkingen zullen volgen, kan ik alleen maar besluiten dat de noodtoelatingen drastisch zullen verminderen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het gebruik van turf in potgrond en in de tuinbouwsector" (55036863C)

03 Question de Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "L'utilisation de tourbe dans le terreau et dans le secteur horticole" (55036863C)

 

03.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik heb hierover een paar jaar geleden al eens een vraag gesteld, maar nu zijn er in Groot-Brittannië toch een aantal evoluties op dat vlak. In 2024 zal daar immers een verbod op turf in potgrond ingaan. Een totaalverbod op turf zal in 2030 ingaan.

 

Ik herinner mij dat wij indertijd zeiden dat het nog niet zeker was of het verbod er wel zou komen en dat de vraag werd gesteld of er wel voldoende alternatieven zouden zijn. De vraag werd toen ook gesteld of wij turf kunnen vervangen door compost of andere wel ecologisch te verdedigen alternatieven. U zei daarop dat dat op het Europese niveau geregeld moet worden. Dat zal nu niet anders zijn.

 

In Groot-Brittannië trekt men nu echter wel een ambitieuze lijn. De sector wordt ertoe aangezet om te verduurzamen en echt op zoek te gaan naar alternatieven voor het gebruik van turf. Dat is nodig, want een zak met 40 liter turf zorgt voor 10 kilogram CO in de atmosfeer, wat overeenkomt met de uitstoot van een rit van 75 kilometer met de auto. Waardevolle natuurgebieden die gebruikt worden voor het opgraven van turf lopen onherstelbare schade op.

 

Is er op het Europese niveau nu wel discussie over het gebruik van turf, gezien de evolutie in Groot-Brittannië? Welke houding neemt ons land aan in die discussie?

 

Wordt er op het Europese niveau actie ondernomen om te zoeken naar alternatieven voor turf in de hele tuinbouwsector?

 

03.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Creemers, gezien de specifieke eigenschappen van veen, namelijk het absorptievermogen, de pH-stabilisatie, het lage zoutgehalte enzovoort, zoals aangegeven in mijn vorige antwoord over dit onderwerp, is de vervanging van de door professionele tuinders gebruikte potgrond moeilijk. Compost alleen kan veen voor deze toepassing niet vervangen. Verder onderzoek naar duurzame alternatieven is dan ook nodig.

 

Het in de handel brengen van potgrond is geregeld door de verordening 2019/2009 inzake bemestingsproducten. Volgens deze verordening kan veen als andere grondstof worden gebruikt. Op dit moment is er op het Europese niveau geen besluit genomen om het gebruik ervan te beperken. De etiketteringsregels in die verordening bepalen dat de grondstoffen op het etiket moeten worden vermeld. Die regels gelden zowel voor de tuinbouwsector als voor amateurs. Consumenten als zijnde verantwoordelijke actoren kunnen dus met kennis van zaken hun potgrond kiezen.

 

Daarnaast kan ik u melden dat bij de Raad van de Europese Unie besprekingen beginnen over een ontwerpverordening om de digitale etikettering van bemestingsproducten mogelijk te maken. Het doel is om de papieren etiketten van bemestingsproducten te vereenvoudigen. Er is nog niet besloten welke informatie nog op het papieren etiket moet worden vermeld. Ik wijs er wel op dat de recente verordening 2021/1165, die het gebruik van bepaalde producten en stoffen in de biologische productie toestaat, het gebruik van veen in de tuinbouwsector nog steeds toestaat.

 

In België bieden producenten van potgronden compost aan in plaats van veen, voor potgronden bestemd voor amateurs. In Vlaanderen wordt een initiatief genomen om meer gebruik te maken van lokale compost.

 

03.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik weet dat u niets kunt verhelpen aan wat al dan niet op het Europese niveau gebeurt, maar de kenmerken die u opsomt, waarom turf zo goed is in potgrond, zijn net de redenen waarom het zo goed is dat het zou blijven zitten in de grond waarin het zich van nature bevindt. Het waterabsorptievermogen, gelet op de lange droogte die we net gehad hebben, maakt juist dat het in veel veengebieden nog nat blijft. Het is belangrijk dat het water daar gecapteerd kan worden, gezien alle uitdagingen waar we voor staan.

 

Ik begrijp dat de tuinbouwsector en landbouwsector niet meteen op grote schaal alternatieven zien. Ik kijk uit naar wat er in Groot-Brittannië gebeurt, want door het echte verbod is de tuinbouwsector verplicht om alternatieven uit te vinden en in te voeren.

 

Ik blijf toch ook zitten met het volgende idee. In 2018 werden enkele pesticiden voor de amateur, voor de consument, verboden, waarvan toen ook gedacht werd dat ze onmogelijk te vervangen waren. Nu, vijf jaar later, zie ik nog maar weinig weerstand tegen het feit dat particulieren die pesticiden niet mogen gebruiken. Volgens mij weten maar heel weinig amateurtuiniers hoe schadelijk het is om turf uit de grond te halen. Daarom denk ik dat het een goede eerste stap kan zijn om dat alvast voor de particulier te verbieden. Ik kijk ook uit naar de alternatieven die zullen komen en de stappen die Europa ter zake zal zetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Chlorotalonil in kraantjeswater" (55037192C)

- Barbara Creemers aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Chlorothalonil" (55037191C)

04 Questions jointes de

- Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La présence de chlorothalonil dans l'eau du robinet" (55037192C)

- Barbara Creemers à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "Le chlorothalonil" (55037191C)

 

De voorzitter: U hebt een vraag aan zowel de heer Clarinval als de heer Vandenbroucke gericht, maar ik neem aan dat het over dezelfde vraag gaat.

 

04.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Het gaat inderdaad om dezelfde vraag. Het was niet duidelijk of deze vraag de bevoegdheid van minister Clarinval of minister Vandenbroucke betrof. Ik heb de vraag daarom aan beide ministers ingediend. Mijn vraag zal hier alvast voor een deel worden beantwoord.

 

Het Europees Milieuagentschap kwam onlangs met nieuwe onrustwekkende cijfers in verband met het gebruik van pesticiden in de Europese lidstaten. Het gaat om een nieuwe vervuiling van water en drinkwater in het buitenland door afbraakproducten of metabolieten van het Syngenta-fungicide chlorothalonil. Dit pesticide is in gebruik sinds 1970. Het werd in Europa in 2019 verboden.

 

In Frankrijk zou vandaag een derde van het drinkwater besmet zijn door te hoge concentraties van de afbraakstoffen van dit pesticide. Ook in Zwitserland werden metabolieten van chlorothalonil veelvuldig aangetroffen in het drinkwater.

 

Het pesticide chlorothalonil werd door het Europees Voedselagentschap geklasseerd als vermoedelijk kankerverwekkend. In België worden de metabolieten van chlorothalonil als niet-relevant beschouwd, maar dat zou op basis van deze nieuwe gegevens achterhaald zijn. Vlaanderen hanteert momenteel een norm van 4,5 microgram per liter, terwijl dat in Frankrijk 0,1 microgram per liter is.

 

ANSES, het Franse agentschap voor voedselveiligheid, karakteriseerde in 2022 de bewuste metaboliet immers wel als relevant vanuit het voorzorgsprincipe, omdat er onvoldoende data zijn om de these te ondersteunen dat de stof niet kankerverwekkend is.

 

Ik weet dat de waterkwaliteit een bevoegdheid van de regio’s is, maar als kraantjeswater wordt gebruikt voor voedselbereidingen gaat het om een bevoegdheid van het FAVV. Wordt dit kraantjeswater getest op resten van chlorothalonil, metabolieten ervan en in het bijzonder de bewuste metaboliet waarover in Frankrijk ophef is ontstaan?

 

Welke norm wordt hiervoor gehanteerd? Hoe vaak wordt dat getest?

 

Wat is de minimale hoeveelheid microgram per liter die onze laboratoria kunnen testen?

 

Hoe staat u tegenover een aanpassing van niet-relevante naar relevante metabolieten?

 

04.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Creemers, zoals u aangeeft, is chlorothalonil een fungicide voor landbouwkundig gebruik, dat in 2019 verboden werd op het Europese niveau. Het gebruik van de stof is niet langer toegelaten in België sinds 2020. Het is tijdens de procedure voor de verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof op het Europese niveau dat negen metabolieten voor de eerste maal geïdentificeerd werden als problematisch voor het grondwater.

 

Dat heeft trouwens bijgedragen aan de beslissing van de Europese Commissie om de goedkeuring van chlorothalonil niet te verlengen. Met uitzondering van de metaboliet R417888, waarvoor de FOD over voldoende informatie beschikt, moeten alle metabolieten waarvan sprake in het rapport van de Commissie, met inbegrip van die waarover u het hebt, als relevant worden beschouwd. De beschikbare gegevens over die metabolieten laten namelijk niet toe om aan te tonen dat ze het carcinogene potentieel van dit fungicide niet delen. Het betreft een standaardindeling met een norm van 0,1 microgram per liter water voor die metabolieten.

 

Zoals bekend beoogt het NAPAN de reductie van de risico’s die verbonden zijn aan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Dat aspect van het beleid rond risicobeheersing mag nooit worden verward met dat rond het op de markt brengen van die middelen. Gezien het verdwijnen van chlorothalonil van de Belgische markt had het opnemen van de stof in het NAPAN weinig zin.

 

04.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister. Het is voor mij wel verrassend dat het gewoon door Europa opgelegd wordt, dat het in alle lidstaten als relevant moet worden beschouwd. Als mijn informatie, die opgevraagd werd door een collega bij mevrouw Demir in Vlaanderen, klopt, dan wordt in Vlaanderen op 4,5 microgram getest. Als Europa oplegt dat het op 0,1 moet zitten, dan zitten we met een gigantisch verschil. Vlaanderen kan zeggen dat een gehalte van 3 of 4 veilig is, omdat het onder 4,5 zit. Als het 0,1 moet zijn, zijn ze in Vlaanderen echter niet aan het meten wat ze moeten meten. Dat is heel interessante informatie, waarmee we zeker terug naar Vlaanderen gaan. Volgens mij klopt er dan in Vlaanderen iets niet.

 

Ik ga ervan uit dat het FAVV het kraantjeswater dat gebruikt wordt, meet op 0,1 microgram per liter. Ik zal een schriftelijke vraag indienen om de betreffende cijfers van de voorbije jaren te weten te komen. Ik besef dat dat met een mondelinge vraag moeilijk is. We kunnen bij het FAVV misschien eens opvragen wat daar de evolutie is en hoe het gehalte gemeten werd. Dat kan na de zomer.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Samengevoegde vragen van

- Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De bijdrage tot het Sanitair Fonds voor 2023" (55037444C)

- Barbara Creemers aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De bijdrage tot het Sanitair Fonds voor 2023" (55037445C)

05 Questions jointes de

- Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La contribution au Fonds Sanitaire pour l'année 2023" (55037444C)

- Barbara Creemers à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La contribution au Fonds Sanitaire pour l'année 2023" (55037445C)

 

05.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik heb mijn vraag al gesteld aan iemand van het callcenter van de FOD Volksgezondheid, maar die kon mij niet antwoorden. Daarom heb ik de vraag zowel tot u als tot minister Vandenbroucke gericht en zo zal ik wel te weten komen wie bevoegd is.

 

Ik werd gecontacteerd door een kleine schapenhouder. Hij had een mail gekregen van de Vlaamse dienst DGZ met de boodschap dat op 1 juni 2023 facturen zouden worden verstuurd voor het Sanitair Fonds voor 2023. Die factuur had voor 30 juni betaald moeten worden, maar ze kwam maar niet. Ik heb hem geholpen met de zoektocht naar meer informatie, maar daarvoor was veel geduld nodig. Ik vermeld wel al even dat de persoon in kwestie bij het Sanitair Fonds zag dat de schapenhouder wat ongeduldig en ongerust begon te worden en hij heeft mij voor 30 juni ook een antwoord bezorgd, zodat ik niet moest wachten tot vandaag om de schapenhouder die mij had gecontacteerd, gerust te stellen.

 

Ik ken dus al een stukje van het antwoord dat u meteen zult geven, maar ik schets het probleem nog even. De facturen die aangekondigd werden, kwamen niet aan. Een telefoontje naar de FOD Volksgezondheid leverde wel een e-mailadres op, maar dat adres gaf een automatisch antwoord dat het heel druk is op de dienst en dat men tot twee maanden moet wachten voor men een antwoord krijgt. Daarop hebben wij opnieuw het callcenter gecontacteerd, maar het bleek onmogelijk te zijn om op die dienst iemand vast te krijgen die ons voor 30 juni antwoord kon geven. Wij kregen wel – zij waren heel vriendelijk – de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen indien men toch een boete zou moeten betalen.

 

Klopt het dat de facturen op 1 juni verstuurd zijn?

 

Hoe ging dat in het verleden met de facturen? Werden zij stipt verstuurd en betaald?

 

Hebt u weet van de lange wachttijden en de onbereikbaarheid van de diensten voor houders van schapen, geiten en hertachtigen? Wat kunt u hieraan doen?

 

05.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Creemers, het verzenden van de facturen voor de sector kleine herkauwers is jaarlijks rond half mei gebeurd. De verzending gebeurde in het verleden door de diensten van Fedopress en werd nu opgenomen in het nieuwe federale contract met Symeta.

 

Gezien er geen duidelijkheid was over de tijdige invulling, werd het verzenden dit jaar opgeschoven naar de eerste helft van juni. Uiteindelijk is er pas op 19 juni groen licht gekomen om de facturen op te maken en te verzenden. Hierdoor werd de nieuwe factuurdatum voorzien op 3 juli. Volledig conform de normale voorwaarden van de facturen loopt de betaaltermijn tot 2 augustus. Dit staat duidelijk op de facturen vermeld.

 

Het deelfonds voor de kleine herkauwers verstuurt inderdaad veel facturen voor kleine bedragen, beginnende met een forfait van 15 euro, vermeerderd met 3 cent per vrouwelijk dier ouder dan zes maanden, aanwezig op het beslag. Houders met minder dan zes vrouwelijke dieren zijn niet bijdrageplichtig.

 

Er werden dit jaar 9.423 facturen verzonden voor een totaalbedrag van 225.532,80 euro. Vorig jaar werden er 9.466 verstuurd. 854 facturen werden niet tijdig betaald. 90 % van de facturen werd dus tijdig betaald. Niettemin zijn er na een eerste aanmaning nog 329 aangetekende aanmaningen verstuurd, waar een extra toeslag voor betaald moest worden. Mijn medewerker kan u straks de cijfers geven.

 

Om een nog hoger aantal betaalde facturen binnen termijn te bereiken en dus bijkomende aanmaningskosten te vermijden zal er dit jaar een herinneringsmail gestuurd worden aan de houders om te vermijden dat er te laat betaald wordt. Dit zal vergezeld gaan van een informatiebrochure omtrent de werking en het doel van het Sanitair Fonds. Hiermee proberen we aanmaningen en extra bijdragen te vermijden.

 

U hebt helemaal gelijk dat de geautomatiseerde mail in het verleden niet klantvriendelijk was. Toen de FOD Volksgezondheid in 2019 het beheer van het Sanitair Fonds overnam van het FAVV, was er bij de eerste facturatie aan het einde van dat jaar effectief een lange wachtlijst, veroorzaakt door de aanpassingen van de systemen, die nog niet optimaal op elkaar waren afgestemd. Voor de laatste campagnes was de situatie veel beter en kan er worden gesteld dat voor de sector kleine herkauwers quasi alle e-mails beantwoord en bezwaren opgelost werden binnen de twee weken.

 

De administratie heeft me bevestigd dat de automatische boodschap intussen aangepast is. Er wordt ook een automatisch antwoord gebruikt om meteen voor een aantal veelgestelde vragen een oplossing te bieden.

 

05.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Dank u wel, mijnheer de minister. Ik ben blij dat het helpen van die kleine schapenhouder tot iets geleid heeft, want die autoreply was inderdaad niet bevorderlijk. Als die nu aangepast is en gebruikt wordt om een aantal veelgestelde vragen te beantwoorden, dan hebben we er alleen maar iets mee gewonnen.

 

Ik heb geen idee hoeveel schapenhouders met die vraag zaten. De man die mij gecontacteerd heeft, was ongerust dat hij een boete zou moeten betalen. Misschien is de rest gewoon aan het wachten op de factuur.

 

Er zijn echter wel mogelijkheden op het vlak van communicatie, bijvoorbeeld dat de persoon van het callcenter op de hoogte zou zijn en dat het persbericht op de website van de FOD dat de factuur op 1 juni verstuurd wordt aangepast zou worden. Zo zouden er al veel misverstanden opgelost zijn. DGZ neemt federale informatie over en zou dus misschien beter ook ingeschakeld worden.

 

Ik denk dat dit ten goede opgelost is. Een procedure kan natuurlijk nog altijd vertraging oplopen, maar als de schapenhouders meer tijd krijgen om te betalen, en uit de cijfers blijkt dat dat vorig jaar redelijk goed verlopen is, dan is de case closed en hebben we er ook iets uit geleerd.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "PFAS in de voedselketen" (55037481C)

06 Question de Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La présence de PFAS dans la chaîne alimentaire" (55037481C)

 

06.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, twee jaar geleden discussieerden we ook al in de zomerperiode over PFAS in de voedselketen. De Vlaamse overheid heeft de sites in Vlaanderen waar PFAS-verontreiniging werd vastgesteld in kaart gebracht en ingekleurd. In de rode zones – dat zijn de geteste zones waar no-regretmaatregelen van toepassing zijn - worden kinderen onder de 12 jaar, zwangere vrouwen en immuunverzwakte personen aangemaand om geen zelf geteelde groenten en fruit te eten, geen eieren van de eigen kippen te eten en ook geen eigen kleinvee zoals kippen of konijnen te consumeren. Daarnaast wordt alle putwatergebruikers gevraagd om zich aan te sluiten op het openbaar waterleidingnet. Ik leid daaruit af dat PFAS door bioaccumulatie in de voedsel- en drinkwaterketen terecht kan komen.

 

In verschillende rode zones bevinden zich toch heel wat land- en tuinbouwgebieden. Als ik het juist begrepen heb uit het antwoord op een vraag van een collega aan de minister van Landbouw op Vlaams niveau, dan mogen landbouwers in zo’n zone zelf beslissen of zij hun vee nog grondwater laten drinken. Als particulieren het advies krijgen om dat niet te doen, waarom mogen land- en tuinbouwers dan wel zelf kiezen?

 

Mijnheer de minister, komen producten van land- en tuinbouwbedrijven in een no-regretzone in de voedselketen terecht? Wordt dat gecontroleerd door het FAVV?

 

Wordt er nog putwater uit rode zones gebruikt voor het bewateren van voedselgewassen? Werden landbouwers op de hoogte gebracht van de no-regretmaatregelen? Zo ja, hoe gebeurt dat dan?

 

Kan er PFAS in het drinkwater terechtkomen? In 2020 werd de Europese drinkwaterrichtlijn goedgekeurd waarbij een norm van 0,1 microgram per liter, de som van alle PFAS samen, wordt gehanteerd. Wordt het kraantjeswater, dat gebruikt wordt voor voedselbereidingen, in België getoetst aan die norm?

 

06.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Creemers, de no-regretzones worden bepaald door het Vlaams Gewest en de lokale overheden en dienen voornamelijk om het grote publiek correct te kunnen informeren. In een no-regretzone wordt het inwoners bijvoorbeeld afgeraden om voedsel uit de eigen tuin en producten van de eigen dieren te consumeren.

 

Operatoren in de voedselketen moeten de Europese en de nationale wetgeving op het vlak van voedselveiligheid naleven. Veilige levensmiddelen in de handel brengen is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de operator. Iedere operator moet dus zelf de veiligheid van zijn producten beoordelen en daarbij in zijn autocontrolesysteem en in zijn goede hygiënepraktijken rekening houden met eventuele milieucontaminanten. Het FAVV controleert de toepassing daarvan. Informatie over de no-regretzones kan helpen om de voedselrisico’s correct te beoordelen, maar verbiedt niet dat producten in de handel worden gebracht.

 

Om de operatoren in de dierlijke primaire productie die in hun landbouwbedrijf worden geconfronteerd met een PFAS-contaminatie te helpen, heeft het FAVV richtlijnen opgesteld. Die moeten toelaten om de risico’s van de verontreiniging gemakkelijker te identificeren en ze op te nemen in het autocontrolesysteem van het landbouwbedrijf in kwestie.

 

Sinds 2008 analyseert het FAVV PFAS via zijn algemene controleprogramma en neemt het monsters in de hele voedselketel, van het landbouwbedrijf tot het afgewerkte product in de winkel op het hele Belgische grondgebied. Het agentschap spitst een deel van zijn controles toe op PFAS-risicozones. De databanken van het FAVV bevatten geen informatie over de oorsprong van het water dat voor de irrigatie van gewassen wordt gebruikt.

 

Niet het FAVV, maar de gewesten zijn bevoegd voor de aanduiding van de no-regretzones en de communicatie ervan aan de betrokken operatoren. Het FAVV communiceert tijdens sectorale overlegvergaderingen wel over de PFAS-situatie in levensmiddelen in het kader van zijn bevoegdheden, bijvoorbeeld tijdens de Agrofrontvergadering met de vertegenwoordigers van de primaire sector, en op zijn website.

 

Momenteel zijn er geen wettelijke normen of actielimieten voorhanden inzake de aanwezigheid van PFAS in het drinkwater. De controle van het drinkwater uit de kraan is bovendien een bevoegdheid van de gewesten. Voor meer informatie verwijs ik u door naar de bevoegde ministers van de gewesten.

 

Het FAVV is wel bevoegd voor de controle van de veiligheid van verpakt drinkwater of water gebruikt bij de productie en/of het in de handel brengen van levensmiddelen. U verwees naar de Europese richtlijn voor drinkwater. De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu bereidt momenteel de omzetting daarvan voor in nationale wetgeving.

 

06.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw antwoord.

 

De veelvuldige controles van het FAVV, die nergens overschrijdingen aantonen, stellen ons alvast gedeeltelijk gerust. Voor de bewoners is het hoe dan ook een vreemde vaststelling. Zuid-Limburg, waar veel fruit wordt geteeld, kent een aantal no-regretzones. De particulieren mogen er de appels van de eigen bomen uit hun tuin niet meer eten, terwijl appels uit een tuinbouwbedrijf twee kilometer verderop, nog steeds in de no-regretzone, geïrrigeerd met grondwater dat mogelijk ook gecontamineerd is, wel nog op de markt mogen worden verhandeld. Dat is een vreemde vaststelling voor de betrokken particulieren, die zich afvragen wat het verschil is tussen beide soorten appels.

 

U onderstreept dat de volledige voedselketen via monsternames op de aanwezigheid van PFAS wordt gecontroleerd. Het is wellicht interessant dat ik daar schriftelijk precieze cijfers over opvraag. Het is vreemd dat niet bekend is waar het water vandaan komt en of de boeren het nog wel mogen aanwenden, ook al is het geruststellend dat er geen overschrijdingen worden vastgesteld.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het federaal reductieprogramma voor gewasbeschermingsmiddelen" (55037772C)

07 Question de Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Le programme fédéral de réduction des pesticides à usage agricole" (55037772C)

 

07.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): U had het daarnet al over dit onderwerp in mijn vraag over het EEA en het heel interessante rapport. Het Federale Reductieprogramma voor Gewasbeschermingsmiddelen (FPRG) zit in de laatste fase. Misschien is dat meteen het antwoord op mijn vraag en dan kunnen we kort zijn.

 

Wat is de stand van zaken hierover?

 

07.02 Minister David Clarinval: Het FRPG bevindt zich in de afrondende fase om te worden voorgelegd aan de ministerraad. Er is immers een vergadering van de IKW gepland op donderdag 13 juli 2023 om het dossier te finaliseren.

 

De versie van het programma 2023-2027 die aan de ministerraad zal worden voorgelegd, omvat 23 projecten. Een voorafgaand overleg werd georganiseerd door het beleidscomité van het FRPG, waarin de kabinetten Landbouw, Volksgezondheid, Leefmilieu, Economie en Werk vertegenwoordigd zijn. Het had betrekking op een volledige versie waarvan 5 projecten werden geschrapt en 2 werden beperkt. Om de volledige versie uit te voeren, was het nodig om bijkomend personeel aan te werven, namelijk 2 voltijdse equivalenten, en om het bijkomende budget vrij te maken om deze aanwervingen te financieren. Dit budget, dat beschouwd werd als een nieuw initiatief in het kader van het begrotingsconclaaf 2023, werd niet aanvaard door de FOD BOSA. De Inspectie van Financiën heeft een gunstig advies gegeven voor de versie van het ontwerp van het koninklijk besluit met de versie van het programma 2023-2027 die 23 projecten omvat, bij gebrek aan specifieke financiering voor de menselijke middelen die nodig zijn voor de uitvoering van de bijkomende projecten. De staatssecretaris voor Begroting volgde in haar advies van 23 december 2022 de logica van de Inspectie van Financiën en keurde de versie goed van het ontwerp van koninklijk besluit met 23 projecten.

 

07.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u zegt dat er volgende week nog een IKW en de ministerraad volgen, dus dan zal sowieso na de zomer wel duidelijk worden hoe het precies in elkaar zit en dan komen wij er zeker op terug.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De UN Food Systems Summit" (55037861C)

08 Question de Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "Le Sommet des Nations Unies sur les systèmes alimentaires" (55037861C)

 

08.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik vind het normaal dat er veel vragen gesteld worden over deze onderwerpen. Daarom vind ik het vreemd dat ik de enige ben die dat ook doet. “Ieder zijn dada”, zoals de voorzitter zei toen ik binnenkwam.

 

Over deze vraag kan ik redelijk kort zijn. Einde juli 2023 vindt in Rome het stocktaking moment plaats van het UN Food System. Daar is het de bedoeling de vooruitgang sinds de vorige top te analyseren en te bespreken. Elke staat kon een nationaal landbouwontwikkelingstraject voorstellen op en na de vorige top. Tijdens deze top wil men daarvan een stand van zaken opmaken.

 

Wat hield het traject in voor ons land?

 

Waar kwam dit tot stand, ter sprake, ter discussie?

 

Wie zal ons land vertegenwoordigen in Rome? Wat zal ons standpunt daar zijn?

 

08.02 Minister David Clarinval: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Creemers, van 24 tot 26 juli 2023 zal op de zetel van de FAO in Rome de eerste bilanvergadering van de Verenigde Naties over de transformatie van de voedselsystemen plaatsvinden. Die vergadering komt tegemoet aan de verbintenis van de VN om elke twee jaar een tussentijds bilan op te maken na de top van de Verenigde Naties in 2021 over de voedselsystemen.

 

De vergadering in Rome zal een stand van zaken opmaken van de geboekte en de te boeken vooruitgang om de voedselsystemen in lijn te brengen met de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Sinds 2021 is de globale situatie veranderd en beïnvloed door de gevolgen van de COVID-19-crisis, de toenemende voedselonzekerheid, de klimaatverandering en de stijging van de prijzen voor grondstoffen en meststoffen. De top biedt de mogelijkheid om een open dialoog te houden, een bilan op te maken van de geboekte vooruitgang om de nationale landbouwsystemen op weg naar duurzaamheid te zetten, de trajecten richting 2030 te evalueren en te trachten de aanwezige obstakels te overkomen.

 

Voor België is het belangrijk om een duurzaam voedselbeleid te ontwikkelen. België heeft natuurlijk maatregelen in die zin genomen, waar wij tijdens de top aan zullen herinneren, of het nu gaat om federale of gewestelijke maatregelen. Ik kan u enkele voorbeelden geven. In eerste instantie herdefiniëren wij onze eiwiteconomie, waarbij wij de landbouwers actief begeleiden in de transitie. Ten tweede, België neemt deel aan het Horizon Europe-Partnership over acro-ecologie tegen 2023. Ten derde, wij willen gezonde voeding op scholen aanbieden en consumenten aanmoedigen om evenwichtige voedselkeuzes te maken.

 

Tot slot, die agenda geldt ook voor de internationale partnerschappen waar wij ons voor inzetten. België zal op die top worden vertegenwoordigd door de Belgische ambassade in Rome.

 

08.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, het zal u niet verbazen dat wij fan zijn van een transformatie van het voedselsysteem in lijn met duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, van de eiwitshift en de begeleiding van landbouwers daarbij, van de agro-ecologieshift en van gezonde voeding op school. Ik hoop dat de stocktaking ervoor zorgt dat wij met zijn allen vooruitgang boeken.

 

De FAO heeft duidelijk de kaart getrokken van agro-ecologie als toekomstig voedselmodel. Ik kan alleen maar aanbevelen om de goede rapporten die ze daarover schrijft zoveel mogelijk toe te passen. Ik ben er voor 100 % van overtuigd dat de toekomst daar ligt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Barbara Creemers aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De 5de conferentie van de landbouwministers EU-AU op 30 juni 2023" (55037863C)

09 Question de Barbara Creemers à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La 5ème conférence des ministres de l'agriculture UA-UE du 30 juin 2023" (55037863C)

 

09.01  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de top met Afrikaanse en Europese ministers van Landbouw vorige week sluit enigszins aan bij de VN-top waarover we daarnet spraken.

 

Midden februari vorig jaar vond er eveneens een dergelijke top plaats waarop de Afrikaanse middenveldorganisaties aan de Europese en Afrikaanse beleidsmakers vroegen om in de ontwikkeling van de EU-AU-strategie een aantal duidelijke maatregelen op te nemen met het oog op de ondersteuning van duurzame, kleinschalige en familiale landbouw. Zij vroegen om een agro-ecologische transitie naar duurzame territoriale voedselsystemen mogelijk te maken, de toegang tot grond voor vrouwen en jongeren te bevorderen en te beschermen en een einde te maken aan de uitverkoop van de natuurlijke hulpbronnen van Afrika.

 

Ik heb hieromtrent drie vragen.

 

Wat zijn de eerste conclusies van de conferentie van vorige week? Wat was ons Belgisch standpunt op die top? Hoe werd de top voorbereid en wie was hierbij betrokken? Wat kan ons land doen om de vragen naar maatregelen voor duurzame, kleinschalige en familiale landbouw te ondersteunen?

 

09.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Creemers, op 30 juni vond in Rome de 5de ministeriële EU-vergadering over de landbouw plaats. België was op die vergadering vertegenwoordigd door de voorgedragen ambassadeur bij de VN-instellingen in Rome. Deze vergadering kadert in de opvolging van de 6de EU-AU-top die in februari 2022 plaatsvond in Brussel. Tijdens deze vorige vergadering concentreerde een van de thematische werkgroepen van staatshoofden en regeringsleiders zich immers specifiek op de duurzame landbouwkundige ontwikkelingen. De voornaamste doelstelling van deze ministeriële vergadering over landbouw bestond erin de uitvoering van het EU-AU-actieprogramma voor plattelandsontwikkeling uit 2019 te onderzoeken en nieuw leven in te blazen.

 

De ministeriële EU-AU-vergadering over landbouw was georganiseerd in vier thematische werkgroepen in de ochtend, gevolgd door een plenaire sessie in de namiddag. In de vier thematische werkgroepen kwamen de volgende onderwerpen aan bod: duurzame investeringen ter ondersteuning van de agrovoedingssector, onderzoek en ontwikkeling voor een intelligenter landbouwbeleid, de klimaatweerstand van de agrovoedingssystemen en de integratie van de regionale handel. Tijdens deze vergaderingen toonde België zich voorstander van het recht van eenieder op toereikende, gezonde en voedzame voeding aan een redelijke prijs. De landbouw speelt een grote rol in de oplossing van deze voedselproblematiek.

 

De Afrikaanse landen lijden het meest onder de huidige voedselcrisis, en hebben ook het grootste potentieel voor toekomstige landbouwontwikkeling. Het strategische partnerschap tussen de Afrikaanse Unie en de EU voor de landbouwsector is dan ook erg belangrijk. Ook vanuit geostrategisch standpunt is het belangrijk dat het partnerschap tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie op dit vlak zo sterk mogelijk is. De EU steunt de agro-ecologische transitie in Afrika. Er moeten maximale inspanningen worden geleverd om economische, sociale en ecologisch duurzame voedselsystemen te ontwikkelen. Daarnaast is het belangrijk dat de Afrikaanse voedselsystemen beter bestand worden tegen de impact van de klimaatverandering.

 

In zeven van de veertien partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking is landbouw een prioritaire sector; die zeven landen liggen allemaal in Afrika. De nadruk ligt vooral op de ondersteuning van de familiale landbouw op kleine schaal. Een stevige wetenschappelijke basis, een goed politiek kader, een toegenomen digitalisering van de landbouwsector en toereikende stimulansen voor innovatie zijn voorafgaande, noodzakelijke voorwaarden voor de transitie naar duurzamere voedselsystemen. Aspecten als handel en markttoegang zijn evenzeer belangrijk voor de ontwikkeling van de Afrikaanse landbouwsector.

 

België is voorstander van de steun van de EU voor de oprichting van de Pan-Afrikaanse Vrijhandelszone. De lopende hervorming van de internationale financiële instellingen is eveneens belangrijk om de financiering mogelijk te maken van de toekomstige ontwikkeling van de landbouw in Afrika.

 

09.03  Barbara Creemers (Ecolo-Groen): Ik ben het volledig eens met dat standpunt, mijnheer de minister.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: M. Patrick Prévot devant se rendre en commission de l'économie, ses questions n° 55037120 et n° 55037902 sont transformées en questions écrites.

 

10 Question de Thierry Warmoes à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La contamination à la salmonelle chez Ferrero" (55037837C)

10 Vraag van Thierry Warmoes aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De salmonellabesmetting bij Ferrero" (55037837C)

 

10.01  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, la presse a récemment fait état d'une nouvelle contamination de salmonelles chez Ferrero à Arlon. Heureusement, cette fois, cela n'est pas allé aussi loin que l'année dernière.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous me faire savoir quand l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA) a été informée de cette contamination? Quelles sont les suites réservées par l'AFSCA à cette notification? Quelles sont les causes de ladite contamination?

 

Selon l’AFSCA, le personnel aurait pris les mesures nécessaires. Pouvez-vous préciser de quelles mesures il s'agit? Quels sont les contrôles supplémentaires effectués par Ferrero depuis la contamination de 2022? Ferrero fait-elle l'objet d'une surveillance plus stricte de la part de l'AFSCA depuis la contamination de 2022? Combien de visites de contrôle et d’analyse ont-elles eu lieu depuis la remise en service des installations?

 

Le porte-parole de Ferrero Belgium a déclaré: "Nous avons, à titre préventif, arrêté les lignes de production concernées et travaillons à l'analyse des causes." La production a-t-elle repris totalement ou partiellement entre-temps?

 

L'usine d'Arlon emploie entre 700 et 1 000 personnes. Je crois savoir que c'est la plus grosse entreprise de la région. Quelle solution est-elle prévue pour ces travailleurs en cas d'arrêt de la production pour cause de contamination?

 

10.02  David Clarinval, ministre: Monsieur Warmoes, Ferrero a mis en place un nouveau plan d'analyse depuis l'incident de 2022. Celui-ci prévoit notamment de nouveaux échantillonnages dans l'environnement des prélèvements de surface.

 

Dans le cadre de la surveillance rapprochée qu'il s'agissait de mettre en place, il existe un accord avec l'AFSCA qui prévoit notamment que Ferrero notifie aussi les résultats d'analyses non favorables pour les échantillons prélevés dans l'environnement.

 

Il est à noter que la législation n'impose pas de réaliser ce monitoring analytique de l'environnement de production, ni d'en notifier les résultats. Ils doivent néanmoins être pris en compte dans le cadre de l'autocontrôle.

 

Dans ce contexte, depuis l'incident de 2022, Ferrero a effectué plusieurs notifications à l'Agence relatives à des résultats d'analyses non favorables sur des échantillons environnementaux. L'existence de résultats d'analyses non favorables dans l'environnement n'est pas inquiétante si des mesures de gestion appropriées de ces non-conformités sont mises en œuvre par Ferrero. Plus spécifiquement, il y a eu quatre notifications relatives à des analyses non favorables dans l'environnement entre le 3 juin et le 3 juillet 2023.

 

En outre, le 12 juin, Ferrero a informé l'AFSCA de la présence de salmonelles dans des matières retrouvées sous des raffineuses. Le 29 juin, Ferrero a informé l'Agence qu'un test préliminaire effectué le 27 juin avait mis en évidence la bactérie dans un produit intermédiaire. Suite à ces notifications, l'Agence a effectué des contrôles sur place les 13 et 29 juin et le 3 juillet pour s'assurer de la mise en œuvre du système d'autocontrôle de Ferrero. Suite à ces contacts, le blocage des stocks produits depuis le 8 juin et le renforcement des analyses réalisées sur les produits finis, les produits intermédiaires et les matières premières, la mise en route du sérotypage de la souche de salmonelles détectée afin, notamment, de pouvoir en chercher la cause et l'arrêt des lignes incriminées ont été contrôlés.

 

Les informations disponibles au 3 juillet indiquent que la souche de salmonelles qui a été détectée jusqu'alors dans l'environnement est différente de celle en cause lors des intoxications alimentaires de 2022; l'analyse des causes de la contamination est toujours en cours au sein de l'entreprise. Les derniers résultats des enquêtes menées par Ferrero dans le cadre de son autocontrôle permettent de penser que la contamination par salmonelles provient de l'environnement de production et non pas des matières premières utilisées. L'Agence s'assure cependant que cette analyse des causes prend en compte toutes les possibilités et poursuit bien évidemment son enquête.

 

Les mesures mises en place par Ferrero sont le renforcement des nettoyages et de la désinfection au niveau des installations concernées, le blocage des produits provenant des installations incriminées, le déploiement d'un plan d'analyse intensif avec des prélèvements complémentaires dans l'environnement, les matière premières, les produits intermédiaires et les produits finis, la mise à l'arrêt des lignes de production concernées, la révision du plan de nettoyage et de désinfection.

 

La production n'a pas repris au niveau des installations en cause. Seuls les équipements qui ne sont pas concernés par l'incident continuent à produire, sachant par ailleurs que tout le stock a été bloqué par précaution et ne pourra être libéré qu'au terme de l'enquête de l'Agence s'il peut être démontré qu'il ne représente pas de risque pour les consommateurs.

 

En ce qui concerne vos questions relatives au contrôle effectué depuis l'incident de 2022 et la délivrance à Ferrero d'une nouvelle autorisation, douze missions de contrôle sur place ont été menées par l'Agence.

 

Quant à votre question sur les travailleurs, elle ne se pose pas pour l'instant puisque la production n'est pas arrêtée. Si cela s'avérait nécessaire, le système prévu à cet effet pourrait être invoqué mais il ne relève pas de ma compétence ministérielle.

 

10.03  Thierry Warmoes (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, votre réponse me donne des sentiments mitigés. D'une part, ce que vous appelez "l'environnement de la production" n'est pas très clair pour moi. En tout cas, je comprends qu'il n'y a pas de danger immédiat pour les aliments qui sont produits. Cependant, la salmonelle reste présente dans cette installation.

 

D'autre part, un système a été mis en place sous la surveillance de l'AFSCA avec des autocontrôles et 12 contrôles de l'AFSCA elle-même, ce qui a plutôt tendance à me rassurer. Les mesures prises sont assez drastiques, comme des arrêts de la production depuis plusieurs semaines. Je vois que l'AFSCA remplit son rôle et suit la situation de près. J'espère que ce genre de problème ne se reproduira plus à l'avenir, car ce n'est pas très rassurant de retrouver de la salmonelle à plusieurs endroits.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 15 h 16.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.16 uur.