Commission de la Défense nationale

Commissie voor Landsverdediging

 

du

 

Mercredi 19 février 2020

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 19 februari 2020

 

Voormiddag

 

______

 

 


La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 05 et présidée par M. Peter Buysrogge.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.05 uur en voorgezeten door de heer Peter Buysrogge.

 

01 Vraag van Wouter De Vriendt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De nieuwe hangar voor de A400M's" (55002437C)

01 Question de Wouter De Vriendt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le nouveau hangar pour les A400M" (55002437C)

 

01.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, op 13 november vorig jaar verstuurde Defensie een persbericht waaruit blijkt dat de bouw van de nieuwe loods op de luchthaven van Melsbroek ongeveer nu zal starten. De werkzaamheden zijn reeds begonnen, of toch zeker reeds de voorbereidingen. De bouw van de loods kost bijna 50 miljoen euro en opdrachtnemer voor de constructie is de firma Democo.

 

In het persbericht wordt gewag gemaakt van een bepaalde financiële constructie en het is daarover dat mijn vraag gaat. Hoe zit dat precies? Er wordt gezegd dat er gedurende 30 jaar jaarlijks 5,5 miljoen euro zal worden betaald voor de realisatie en het onderhoud van de loods. Dat is in totaal 165 miljoen euro, ofwel meer dan drie keer de kostprijs van de bouw van de hangar zelf, die dus bijna 50 miljoen euro kost.

 

Hoe is deze hoge kostprijs te verklaren?

 

Hoe is de aanbesteding van het dossier aan de firma Democo verlopen? Waren er andere kandidaten in het geding?

 

01.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer De Vriendt, de overheidsopdracht van het type DBFM voor de realisatie van een onderhoudsloods voor de A400M-transportvliegtuigen werd op 13 mei 2019 gegund via een PPS van 30 jaar aan de firma Democo voor een jaarlijkse brutobeschik­baarheids­vergoeding van 5,4 miljoen. Deze vergoeding wordt betaald vanaf het ogenblik dat het gebouw beschikbaar is tot aan het einde van de looptijd van het contract, wat neerkomt op een periode van ongeveer 28 jaar.

 

De vergoeding dekt de constructiekosten van een onderhoudsloods waarin gelijktijdig drie vlieg­tuigen kunnen worden onderhouden, een verf­spuit­cabine, een werkplaats voor compo­sieten, een motor- en propellershop, een maga­zijn, buitenplaatsen voor vliegtuigen, een personeels­parking, alle nutsvoorzieningen en de aanpassing van rijwegen voor een bedrag van 50 miljoen euro exclusief btw, de erelonen, de financiering alsook het behoud in goede staat van het gebouw gedurende de volledige periode.

 

Defensie heeft daardoor de zekerheid dat de onderhoudsloods tot op het einde van de periode in goede staat zal zijn. Deze vergoeding ligt in lijn met de uitgevoerde marktprospectie van een dergelijk DBFM-project. De aanbesteding is verlopen volgens een onderhandelingsprocedure met bekendmaking, op basis van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, levering en diensten op defensie- en veiligheidsgebied.

 

Na de uitnodiging tot het indienen van een aanvraag tot deelneming werden zes kandidaten geselecteerd, waarvan er drie een offerte hebben ingediend. Na de onderhandelingen met de drie kandidaten werd de voordeligste offerte gekozen.

 

01.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Dank u voor de uitleg, mijnheer de minister. U hebt de constructie uitgelegd en verantwoord waarom dat bedrag volgens u redelijk is. Het lijkt mij nog altijd zeer hoog, temeer omdat, als het over de onderhoudskosten gaat, in het persbericht van Defensie staat dat de infrastructuur op het vlak van milieu en energiezuinigheid volledig bij de tijd zal zijn. Daar zullen de hoge kosten wellicht dus niet aan te wijten zijn. Ik zal daarover wellicht dus nog een aantal parlementaire vragen stellen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Questions jointes de

- Samuel Cogolati à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La location d’avions haut de gamme par l’État belge" (55002469C)

- Wouter De Vriendt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le contrat de leasing du Falcon7X" (55002592C)

- Christophe Lacroix à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La flotte blanche de la Défense" (55002652C)

- Hugues Bayet à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La flotte blanche de la Défense" (55003395C)

02 Samengevoegde vragen van

- Samuel Cogolati aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De huur van luxevliegtuigen door de Belgische Staat" (55002469C)

- Wouter De Vriendt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het leasecontract van de Falcon 7X" (55002592C)

- Christophe Lacroix aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De witte vloot van Defensie" (55002652C)

- Hugues Bayet aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De witte vloot van Defensie" (55003395C)

 

02.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, Defensie heeft een contract afgesloten met Abelag voor de leasing van twee Falcon 7X-vipvliegtuigen gedurende 12 jaar. Defensie betaalt daarvoor 124,5 miljoen euro.

 

Bij dit contract rijzen een aantal vragen.

 

Waarom is er gekozen voor een leasingformule in plaats van een aankoop? Het gaat hierbij om een dry lease waarbij crew en ground operations ten laste zijn van Defensie, maar het onderhoud gebeurt via Abelag. Is deze formule dan goedkoper dan een aankoop? Navraag leert dat de aankoop van twee dergelijke toestellen ongeveer 45 à 50 miljoen euro zou kosten. Als men dat aankoopbedrag aftrekt van het totale afgesproken leasingbedrag, blijft er nog steeds een aanzienlijk budget over, namelijk 6 à 6,5 miljoen euro per jaar, om het onderhoud in eigen beheer te doen. Klopt deze simulatie? Het lijkt mij immers voldoende geld om het onderhoud in eigen beheer te doen.

 

Volgens een recent persartikel heeft de ADIV aan de alarmbel getrokken aangaande dit contract. Abelag is immers deels in Chinese handen. De vrees bestaat dat er tijdens het onderhoud spionageapparatuur in de vliegtuigen kan ingebouwd worden. Dat het om viptoestellen gaat, maakt deze mogelijkheid des te verontrustender. Hoe zal Defensie dit risico uitsluiten? Is het niet een extra argument om voor een aankoop in plaats van een leaseformule te pleiten? Ik heb ook gezien dat de ADIV de opdracht zou krijgen om het onderzoek te voeren na de gunning van het contract. Zijn hiervoor al stappen gezet?

 

In welke mate zullen de toestellen door andere klanten dan Defensie gebruikt worden, zoals Buitenlandse Zaken, de regering of het konings­huis? Is daarover een inschatting gemaakt? Op welke manier zullen de kosten dan worden doorgefactureerd aan andere departementen?

 

02.02  Hugues Bayet (PS): Monsieur le président, ce n’est pas la première fois que mon groupe interroge le ministre de la Défense sur l’avenir de la flotte blanche. Ainsi que l'a dit mon collègue, nous sommes quelque peu étonnés de ce contrat qu'aurait conclu la Défense, de location pour deux avions d’affaires haut de gamme. Selon certaines sources au sein des renseignements, ce contrat impliquerait un risque d’espionnage élevé. C'est en tout cas ce que relatent les quotidiens De Morgen et Het Laatste Nieuws, affirmant que "le risque que des enregistrements puissent être faits dans ces avions est gigantesque". Ils évoquent bien évidemment des intérêts chinois voire russes.

 

En outre, le contrat de leasing ne comprend pas seulement la location des avions mais aussi leur entretien. Des informations complémentaires indiqueraient par ailleurs que le Service général du renseignement et de la sécurité (SGRS) n’aurait pas été invité à évaluer les risques y afférents.

 

Pouvez-vous faire le point sur la procédure, tant sur ses aspects humains, budgétaires, logistiques que de calendrier, de remplacement de la flotte blanche militaire via un prestataire privé? À quelles missions précises ce marché doit-il répondre, et selon quel schéma d’utilisation?

 

Est-il exact que le SGRS n’a pas été impliqué en amont dans ce dossier? Dans l'affirmative, pour quelle raison?Quelle évaluation faites-vous des risques en la matière depuis la publication de ces informations dans la presse?

 

02.03  Philippe Goffin, ministre: Chers collègues, les missions exécutées par ce type d'avion se caractérisent souvent par des exigences spécifiques telles que la discrétion et la rapidité d'exécution, la difficulté voire l'impossibilité d'accès de la destination par des moyens civils, le transport d'armement ou l'évitement d'arrêts intermédiaires dans des zones à risque, et ce pour des petits détachements.

 

Ces exigences orientent, par définition, le marché vers le segment des private corporate jets, ainsi que l'a précisé mon prédécesseur dans la réponse à votre question du 23 septembre 2019. Pour ce marché public, quatre sociétés s'étaient portées candidates, dont trois avaient rentré une offre conforme. Le critère "prix" représentait une pondération de 60 %, le critère "qualité" de 40 %.

 

À cet égard, précisons que, sur les 40 % précités, 32 % concernaient des aspects tels que la disponibilité, la réactivité et la flexibilité de la solution proposée. Seuls 8 % de l'évaluation portaient sur les spécifications proprement dites du type d'avion proposé, et 1,6 % était attribué au critère "intérieur et confort de la cabine". Le cahier spécial des charges n'accordait qu'un point minimal au type d'avion.

 

Le nombre d'offres conformes garantit d'ailleurs que la concurrence a pu jouer et que la solution la plus optimale pour la Défense a été retenue. La solution principale, sous la forme de deux Falcon 7X, permettra de réaliser un plan de vol entre 1 640 et 2 500 heures de vol en routine. Les équipages des avions seront des militaires, mais le contrat prévoit la possibilité de demander un équipage civil en cas de disponibilité insuffisante d'équipages militaires.

 

Outre la solution principale, le contrat prévoit également une option de location d'avions d'un autre type que le Falcon 7X.

 

Dans ce cas, les équipages seront civils vu que les pilotes militaires ne disposent pas des qualifications nécessaires pour tous les types d'appareils. La firme est responsable de la maintenance de tous les avions qui sont mis à disposition. Enfin, le contrat prévoit également la formation des équipages.

 

De dry leasing levert een besparing op van 44 miljoen euro, over de looptijd van 12 jaar van het contract, tegenover het behoud van de vloot in eigen beheer.

 

Le premier avantage du dry leasing est donc l'économie de 44 millions. Cette solution offre en outre d'autres avantages par rapport à une solution d'achat classique. Elle répond à la vague des pensions qui touche la Défense dans la catégorie des techniciens spécialisés dans l'aviation, ce qui a pour conséquence qu'il sera impossible de soutenir la flotte blanche actuelle avec du personnel militaire à partir de 2021. De plus, les techniciens restants seront réorientés sur l'A400M, où il est primordial de soutenir l'avion avec du personnel militaire opérationnel afin de pouvoir assurer des opérations expéditionnaires.

 

Troisièmement, le contrat offre une solution beaucoup plus flexible que la flotte existante grâce aux possibilités de louer ponctuellement d'autres types d'avions ayant une capacité de 12 à 250 passagers afin de répondre rapidement à une hausse éventuelle du besoin.

 

Les pourcentages cités dans l'étude de 2017 qui a servi de base à la rédaction du cahier spécial des charges sont le résultat de l'analyse des vols effectués en 2014 et 2015. Les chiffres les plus récents concernaient les périodes de 2017 et 2018, les détails de 2019 n'étant pas encore confirmés. Ils montrent un besoin qui se stabilise autour de 2 000 heures et qui confirment la proportion de vols au profit des clients militaires à 80 %.

 

De vluchten die niet ten voordele van Defensie worden uitgevoerd, zullen worden gefactureerd aan de desbetreffende derde partij.

 

Il convient de préciser qu'il est indispensable pour la Défense de continuer à disposer d'une capacité autonome en transport aérien stratégique, afin de pouvoir répondre le plus rapidement possible à des crises émergentes.

 

Vu le caractère des missions exécutées par ce type d'avion, un certain degré d'incertitude est inhérent et le besoin futur sera toujours difficile à prévoir. Le contrat répond à cette incertitude en définissant une fourchette d'heures de vol avec un maximum garanti et un minimum défini.

 

En ce qui concerne les aspects sécuritaires, le Conseil d'État a statué que les allégations avancées par un concurrent n'ayant pas obtenu le marché ne suffisent pas à établir que le soumissionnaire retenu ne dispose pas de la fiabilité nécessaire pour éviter les atteintes à la sécurité de l'État.

 

Zoals voorzien in het bestek zal de ADIV het veiligheidsrisico inperken door het uitvoeren van een individuele veiligheidsverificatie van alle personeelsleden van Abelag die activiteiten op de vliegtuigen zullen uitvoeren. Verder bestaat de mogelijkheid tot het uitvoeren van een sweeping in de vliegtuigen om eventuele afluisterapparatuur op te sporen. Tevens dient te worden benadrukt dat de vliegtuigen geen geclassificeerde omgeving zijn en dat dit nooit een specificatie van het bestek was. Indien ten slotte tijdens de uitvoering van het contract alsnog zou blijken dat er bepaalde veiligheidsrisico's ontstaan, kan het contract eenzijdig worden opgezegd door Defensie.

 

02.04  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Dank u wel, mijnheer de minister. In eerste instantie is het mij niet zo duidelijk waar die 44 miljoen euro besparingen ten opzichte van een aankoop van eigen vloot zouden kunnen worden gehaald. Ik heb in een simulatie de vraag gesteld. De aankoop van tweedehandstoestellen met onge­veer een exact aantal kilometers op de teller zou 45 tot 50 miljoen euro kosten. In vergelijking met het budget dat de regering nu uitgeeft voor de leasing, heb je dan nog 6 tot 6,5 miljoen euro per jaar voor onderhoud. Dat moet toch ruim volstaan voor die toestellen? Vanwaar komt die besparing dan?

 

U noemt nog een ander voordeel: als we een toestel nodig hebben, kunnen we eventueel nog een derde aantrekken, maar weegt dat daar wel tegen op? Te meer daar volgens mij onze veiligheidsbelangen in het geding zijn. Ik ben het er dus niet mee eens dat er geen risico's zijn verbonden aan dergelijke leasing van het bedrijf Abelag, waarvan het moederbedrijf Luxaviation voor een derde eigendom is van China Minsheng Investment, een groot Chinees fonds. We weten dat in dat toestel regeringsleiders, mensen van de NAVO en dergelijke zullen worden vervoerd. Dat is een omgeving waarin je op een vertrouwelijke, zekere manier moet kunnen praten en waar er geen enkele twijfel mag zijn over vertrouwelijkheid en spionage en dergelijke. Dit is een risico. Voor dit soort toestellen moeten we in feite altijd proberen Europees te kopen. Dat is hier helaas niet gebeurd.

 

02.05  Hugues Bayet (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je partage beaucoup de choses qui ont été dites par mon collègue d'Ecolo.

 

Vous dites que cela répond à la pénurie de militaires, notamment des techniciens d'avions, et qu'il y a plus de flexibilité. Mais, avant, c'était nos propres avions et c'est l'armée qui les gérait. Je ne vois donc pas en quoi la flexibilité est améliorée. De plus, on n'a toujours pas fait l'évaluation du gain financier réel de cette flotte par rapport à ce que nous avions avant. J'y reviendrai à l'occasion d'une prochaine question.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Peter Buysrogge aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Kamp Waes" (55002476C)

03 Question de Peter Buysrogge à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Kamp Waes" (55002476C)

 

03.01  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, de afgelopen maanden was Vlaanderen in de ban van Kamp Waes. Het leverde niet alleen mooie en spannende televisie op, maar het bracht ook Defensie en meer specifiek de special forces op een positieve manier in beeld. Voor het imago van Defensie was het een mooie en interessante operatie.

 

We stelden in hoorzittingen de afgelopen maanden ook vast dat de rekrutering en de instroom bij Defensie een pijnpunt is. Alle initiatieven die worden genomen om aan dat imago en de instroom te werken, kunnen wij alleen maar toejuichen.

 

Sinds 2 januari kunnen mensen zich bij de VRT ook voor Start to Kamp Waes inschrijven. Dan krijgt men vanaf 13 januari acht weken lang een trainingsschema opgestuurd dat, na voltooiing, ervoor moet zorgen dat men kan slagen voor de ingangsproeven van Defensie. De weten­schappelijke ondersteuning gebeurt door dokter Ruud Van Thienen, sportarts verbonden aan de KU Leuven. Intussen zouden zich al tienduizenden mensen hebben ingeschreven.

 

Mijnheer de minister, werd het trainingsschema in samenspraak met Defensie opgemaakt? Is de actie concreet gekoppeld aan een aanwervings­cyclus? Beschikt Defensie over gegevens van de ingeschreven deelnemers en wordt met de actie de juiste doelgroep bereikt?

 

Op 4 januari van dit jaar kon men zich inschrijven voor de Battlefield Run. Op minder dan 24 uur was het evenement uitverkocht. Denkt Defensie erover na om, gezien het succes, het evenement aan te passen naar bijvoorbeeld meerdere dagen of meerdere edities per jaar?

 

03.02 Minister Philippe Goffin: Het trainingsschema Start to Kamp Waes is een initiatief van de VRT, in samenwerking met de KU Leuven. Er was een goed overleg met Defensie. De actie is niet gekoppeld aan een specifieke wervingscyclus.

 

Omdat Defensie geen deel uitmaakt van de organisatie van Start to Kamp Waes, beschikken wij niet over de gegevens van ingeschreven deelnemers.

 

Dat neemt niet weg dat het initiatief een positieve invloed kan hebben op de werving of de fysieke voorbereiding van de sollicitanten.

 

Over de Battlefield Run van 2020, die wordt georganiseerd door het bataljon Artillerie te Brasschaat, kan ik meedelen dat er momenteel geen bijkomende tweede dag of een uitbreiding van het evenement is gepland. Het succes van de editie zal de basis vormen van een analyse inzake de optimalisatie van toekomstige edities.

 

Het Informatiecentrum van Defensie regio Antwerpen zal ook aanwezig zijn om de bezoekers in geval van vragen van relevante informatie te voorzien.

 

Voor het tv-programma Kamp Waes werd een regeling uitgewerkt tussen het productiehuis en Defensie. Defensie leverde eveneens punctuele steun, zoals de medische selectie van de kandidaten, militair transport en uitrusting die de kandidaten nodig hadden om de activiteiten te kunnen volbrengen. Eerder liep er al sinds enkele maanden een groots opgezette wervings­campagne, waarvan de eerste positieve effecten worden verwacht. Wij vermoeden dat het succes van het programma Kamp Waes ook zal bijdragen tot het stijgend aantal sollicitanten voor een job bij Defensie. Exacte cijfers zijn evenwel niet beschikbaar. Aan de sollicitanten wordt immers niet gevraagd wat de reden is voor hun sollicitatie.

 

03.03  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, zowel door de communicatiediensten als door de DG HR moet voort worden gewerkt op die moderne vormen van samenwerking. Ik vind het wat jammer dat er, gelet op de kansen die er nu zijn, nog geen sterkere samenwerking met Defensie is. Als wij ervoor willen zorgen dat jonge jongens en meisjes zich aandienen bij Defensie, dan moeten niet enkel de traditionele paden van de communicatie en de strikte structuren van Defensie worden bewandeld, maar moeten ook nieuwe paden worden ingeslagen. Op die manier kan de instroom, die een pijnpunt is, de komende jaren toch op peil blijven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Steven Creyelman aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De stand van zaken van het dossier betreffende de burnpits" (55002527C)

- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De blootstelling van Belgische militairen aan de giftige dampen van burnpits" (55003223C)

- Steven Creyelman aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De opvolging van het dossier betreffende de burnpits" (55003321C)

04 Questions jointes de

- Steven Creyelman à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'état d'avancement du dossier concernant les fosses à feu" (55002527C)

- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'exposition de militaires belges aux vapeurs toxiques émanant de fosses à feu" (55003223C)

- Steven Creyelman à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le suivi du dossier des fosses à feu" (55003321C)

 

04.01  Steven Creyelman (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, in april 2019 maakte de media melding van gezondheidsrisico's die Belgische militairen liepen bij een missie op het vliegveld van Kandahar in Afghanistan. In concreto ging het over toxische rook waaraan onze militairen werden blootgesteld en die afkomstig was van zogenaamde burnpits. Even later bleken ook de militairen op missie in Mali aan die toxische rook van burnpits te zijn blootgesteld.

 

Aangezien er voldoende wetenschappelijke aanwijzingen bestaan dat er wel degelijk een verband is tussen bepaalde long- en vasculaire aandoeningen, enerzijds, en de blootstelling aan die rook afkomstig van burnpits, anderzijds, heb ik voor u een batterijtje vragen.

 

Ten eerste, mijnheer de minister, erkent u het verband tussen rook afkomstig van burnpits en de aangehaalde gezondheidsklachten?

 

Ten tweede, op 27 juni 2019 was er over de problematiek van de burnpits een overleg tussen de legervakbond en de Defensiestaf, waarbij Defensie argumenteerde dat de burnpits geen bepalende factor zijn of waren bij de medische klachten ter plaatse of na terugkeer van de missie.

 

Mijnheer de minister, hoe verhoudt u zich tegenover de resultaten van dat overleg? Bent u het eens met de argumenten en de conclusies die door de Defensiestaf werden aangehaald? Zijn er nog overlegmomenten in opvolging van dat ene moment geweest of zijn er nog gepland? Indien ja, wat waren de resultaten van die overleg­momenten?

 

Nog op dat overlegmoment van 27 juni 2019 stelde de Defensiestaf slechts van een handvol gevallen weet te hebben, terwijl de vakbond het had over 125 meldingen door militairen, waar­onder een twintigtal casussen van medische klachten die zich na respectievelijke missies in Mali en Afghanistan hebben gemanifesteerd. Van hoeveel gevallen en casussen hebt u weet? Welk gevolg werd aan die casussen gegeven?

 

Ten derde, hoe volgt u het dossier in bredere zin op? Wat is de stand van zaken ervan?

 

Ten vierde, kan u de verzuchtingen bijtreden van de legervakbonden met betrekking tot de aanpak van die luchtvervuiling tijdens missies? Welke initiatieven zal u daaromtrent nemen?

 

Mijnheer de voorzitter, indien u het mij toestaat, ga ik onmiddellijk door naar mijn opvolgingsvraag.

 

Mijnheer de minister, in navolging van de vorige vraag had ik van u naar aanleiding van een artikel in De Morgen van 10 februari 2020 graag nog een antwoord gehad op een aantal bijkomende vragen.

 

Ten eerste, er is sprake van een brief van de CHOD aan de legervakbond, waarin hij stelt dat meer voorzorgsmaatregelen zullen worden getroffen. Wat zijn die maatregelen? Wanneer zullen ze worden ingevoerd?

 

Ten tweede, uit een geheim rapport  - of misschien niet meer zo geheim want ik heb er immers ondertussen weet van – van het Neder­landse ministerie van Defensie blijkt dat al in 2008 het verband werd gelegd tussen die burnpits en bepaalde gezondheidsklachten.

 

Het rapport stelt letterlijk het volgende, ik citeer: "Belangrijke conclusie uit diverse rapportages en een uitgevoerde documentstudie is dat de emissie die vrijkomt bij verbranding bestaat uit grote hoeveelheden stofdeeltjes, die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu."

 

Bent u op de hoogte van bestaan en inhoud van dat rapport? Kan de minister mij het antwoord van de legerleiding bevestigen? Ik bedoel of u mij hetzelfde antwoord kunt geven als de legerleiding: waren zij op de hoogte of niet?

 

Heeft de minister of één van zijn voorgangers inzake dit rapport op enige manier contact gehad met zijn Nederlandse collega? Is dat ook het geval voor de legerleiding?

 

Tot slot, is er met betrekking tot deze materie in ons land een gelijkaardig onderzoek uitgevoerd dat tot hiertoe nog niet publiek werd gemaakt? Indien zo, wat waren dan de conclusies van het rapport? Ik ben benieuwd naar uw antwoord.

 

De voorzitter: Aangezien de heer Verduyckt niet aanwezig is, geef ik de minister het woord voor zijn antwoord.

 

04.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Creyelman, Defensie werkt op een systematische manier om de risico's voor zijn personeel zoveel mogelijk aanvaardbaar te houden door het voeren van risicoanalyses en vervolgens de nodige risicoreducerende maat­regelen voor te stellen. De representatieve vakorganisaties worden tijdens de zitting van het Hoog Overlegcomité Welzijn geïnformeerd over eventuele problematieken, verbonden met gezondheid en/of welzijn in operaties.

 

De bevoegde diensten van Defensie zijn op de hoogte van het bestaan en de inhoud van het rapport Afvalverwerking van het Nederlandse ministerie van Defensie. Het is echter weten­schappelijk niet correct om de resultaten van deze studie te transponeren naar de Belgische operationele omstandigheden. Die verschillen immers van locatie tot locatie en van land tot land.

 

De geformuleerde aanbevelingen van de Belgische Defensiestaf zijn gestoeld op weten­schappelijke literatuur en in loco-observaties. Er kunnen geen eenduidige wetenschappelijke conclusies worden geformuleerd aangaande een eventueel verband tussen de blootstelling aan luchtvervuiling, afkomstig van burnpits enerzijds en langetermijngezondheidseffecten anderzijds.

 

Het aantal gerapporteerde gevallen bij de arbeidsgeneeskundige diensten van Defensie dat gerelateerd is aan de onderliggende problematiek voor 2019 bedroeg 149. In 10  gevallen van de 149 werd een arts geconsulteerd en één militair van deze tien werd behandeld.

 

In het actieplan, voorgesteld op het Hoog Overleg­comité Welzijn van juni 2019, werden acties opgesomd om op korte, middellange en lange termijn het globale beheer en de beheersing van gezondheidsrisico's in operaties te verbe­teren, zowel op het niveau van organisatie van de operatie als van het individu. Ook op het vlak van communicatie werd op dit domein actie ondernomen met, onder meer, de mededeling op het intranet van Defensie op 10 oktober 2019.

 

04.03  Steven Creyelman (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dank u voor het antwoord.

 

Wij moeten dringend onze verantwoordelijkheid nemen als politieke overheid want onze militairen geven elke dag het beste van zichzelf en men hoort hen eigenlijk nooit klagen. De afgelopen decennia hebben we Defensie nochtans kapot bespaard. Ook al huisvesten we hen in erbarmelijke omstandigheden, toch hoort men onze militairen zelden of nooit klagen.

 

Ik hoop dat u het in dit dossier niet bij woorden zult laten, maar dat u binnenkort ook daden zult stellen. Ik heb namelijk de indruk dat u uw verantwoordelijkheid tracht te ontlopen. Wanneer we onze militairen op buitenlandse missies sturen, dan moeten wij onze verantwoordelijkheid nemen, zeker als hun gezondheid gevaar loopt.

 

Ik kan mij dan ook niet van de indruk ontdoen dat u hier probeert weg te duiken en zich verstopt achter allerlei dossiers die wel voor enige tegen­spraak vatbaar zijn. We moeten stoppen met de andere kant op te kijken, het is tijd om onze verantwoordelijkheid te nemen en zorg te dragen voor onze militairen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Wouter De Vriendt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De lopende concessies op oude militaire vliegvelden" (55002593C)

05 Question de Wouter De Vriendt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les concessions en cours sur d'anciens aérodromes militaires" (55002593C)

 

05.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, onder meer op het oude NAVO-reservevliegveld in Ursel zijn er verschillende concessies van toepassing, met sport- en vliegclubs, andere overheden, rijscholen, natuur­verenigingen, enzovoort. Dit geldt allicht ook voor de andere reservevliegvelden in ons land. Vaak gaat het om grote terreinen met waardevolle natuur, die echter nog steeds eigendom zijn van Defensie.

 

Wat is de toekomstvisie van Defensie voor de vliegvelden van Ursel, Weelde, Bertrix-Jehonville, Zutendaal, Zoersel en Saint-Hubert?

 

In welke mate heeft Defensie deze infrastructuur nog nodig? Bestaan er plannen om bepaalde terreinen af te stoten?

 

05.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer De Viendt, de vliegvelden van Weelde, Bertrix-Jehonville en Saint-Hubert zijn reservevliegvelden van Defensie gepubliceerd in de Aeronautical Flight Information Publication, die tevens gebruikt worden voor onder andere tactische luchtrapporten, helikopter- en UAV-operaties en als oefenterrein voor de land­component.

 

Het vliegveld van Ursel daarentegen is geen reservevliegveld, Defensie heeft dit nodig voor parasailing en training.

 

Daarnaast wordt het vliegveld van Zutendaal door de Amerikaanse strijdkrachten gebruikt als staging area in het kader van de prepositionering van Amerikaans militair materieel. Binnen Defensie bestaan er geen plannen om de voorgenoemde site te vervreemden.

 

Het vliegveld van Malle-Zoersel is door Defensie verlaten in 2010 en werd overgedragen aan de FOD Financiën teneinde vervreemd te worden.

 

05.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Pieter De Spiegeleer aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De toekomst van het militair domein van Gavere" (55002611C)

- Peter Buysrogge aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De kazerne in Gavere" (55002725C)

06 Questions jointes de

- Pieter De Spiegeleer à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'avenir du domaine militaire de Gavere" (55002611C)

- Peter Buysrogge à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La caserne de Gavere" (55002725C)

 

De voorzitter: De heer De Spiegeleer laat zich verontschuldigen.

 

06.01  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, in de afgelopen periode hebben we het over HR gehad, over de instroom en de uitstroom. Er werd specifiek gewezen naar de grote leegte op het vlak van kazernes in Oost-Vlaanderen. Ook vanuit Defensie zelf wordt erop aangedrongen om een nieuwe strategie te ontwikkelen om een eenheid in Oost-Vlaanderen te kunnen hebben. Hiernaar werd onder andere in de nieuwjaarsbrief van de CHOD verwezen.

 

Met het vertrek van het ATCC uit Gavere dreigt ook het doek te vallen over de laatste echte kazerne in Oost-Vlaanderen. Momenteel zijn de mensen van het smaldeel verdediging en steun en die van de achterwacht volop bezig met het leegmaken van de gebouwen, om ze klaar te maken voor een eventuele herbestemming. In maart loopt hun opdracht af.

 

Een te grote centralisatie heeft negatieve effecten op de tewerkstelling van vrijwilligers uit mijn provincie bij Defensie. Er zouden gevechts­eenheden van de landcomponent zijn waar er wekelijks twee vrijwilligers van Oost- of West-Vlaanderen ontslag nemen omwille van het mobiliteitsprobleem. Het helpt de hoge inspanning die we proberen te leveren voor rekrutering ook geenszins vooruit. Daarover heb ik een aantal vragen.

 

Het aanhouden van tenminste een kleine eenheid in Gavere kan de toekomstkansen voor de site verhogen. In Semmerzake zou Defensie al een telewerkkantoor ingericht hebben. Hoeveel personen worden hier tewerkgesteld? Zijn er plannen om dit verder uit te breiden?

 

Tot 2025 zal de radar op de site van Semmerzake nog actief blijven. Er zouden ook plannen zijn om hier een nieuwe installatie aan te brengen in samenwerking met Skeyes. Blijft het domein ook na 2025 in handen van defensie of wordt het volledig overgedragen aan Skeyes?

 

Welke zijn de plannen van Defensie voor de site van Gavere? Is een eenheid waarvan ik sprak te overwegen?

 

06.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Buysrogge, Defensie heeft nog geen beslissing genomen aangaande de toekomst van de infrastructuur van de militaire kwartieren in Gavere en Semmerzake. Bijgevolg hebben er nog geen formele gesprekken met de verschillende beleidsniveaus plaats­gevonden. De onder­handelingen voor het plaatsen van een radiomast in Gavere passen volledig in het civiele militaire project dat bestendigd is met de raamovereenkomst tussen Belgocontrol en Defensie op 23 oktober 2018. In eerste instantie wordt het gedeelte van het kwartier waar de mast gebouwd zal worden in concessie gegeven aan Skeyes.

 

De huidige locatie van de radiomast in Gavere werd gekozen in coördinatie met het College van burgemeester en schepenen van Gavere en de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar. Momenteel zijn er binnen skeyes studies lopende om bijkomende masten te plaatsen in Semmer­zake of op nabijgelegen burgersites. Zoals voor alle radiomasten zullen de masten van skeyes moeten voldoen aan de vliegurenwetgeving.

 

Dit is weliswaar een verantwoordelijkheid van skeyes. Defensie is niet op de hoogte van enige compensatieregeling tussen de gemeente en skeyes.

 

Op de militaire site van Semmerzake werd een telewerkkantoor ingericht waar een twintigtal militairen tewerkgesteld zijn. Als hieraan in de toekomst behoefte is, is hier ruimte voor extra telewerkers.

 

06.03  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor het concrete antwoord over de site van Semmerzake. U hebt gezegd dat er voor Gavere nog geen concrete beslissing is genomen. Ik denk dat er een politiek draagvlak zou kunnen zijn om daar een eenheid op te richten. Er zijn bij Defensie ook plannen in die zin om dat mogelijk te maken. Ik zal in de komende periode alleszins ook verdere initiatieven nemen om er mee voor te zorgen dat er op dat vlak in Gavere iets gebeurt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Samengevoegde vragen van

- Peter Buysrogge aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De Alpha Jets" (55002724C)

- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De verkoop van 25 Alpha Jets" (55003371C)

07 Questions jointes de

- Peter Buysrogge à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les Alpha Jets" (55002724C)

- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La vente de 25 avions de type Alpha Jet" (55003371C)

 

07.01  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, op 14 januari keerden de laatste drie Alpha Jet-trainingsvliegtuigen, die nog uitgeleend werden aan Frankrijk, terug naar de basis van Bevekom. Inmiddels is onze luchtmacht overgeschakeld op het Joint Jet Pilot-trainingsprogramma in Texas en is de nood aan een eigen vloot, aan eigen toestellen, weg­gevallen.

 

Mijnheer de minister, zal Defensie de oude toestellen in de etalage plaatsen? Wat is de verkoopwaarde van die toestellen na het gebruik gedurende vele jaren? Zijn de toestellen eventueel nog bruikbaar voor derden? Hebt u eventuele kopers op het oog?

 

Heeft er al een evaluatie plaatsgevonden van de overstap van de Advanced Jet Training School in Cazaux naar het Amerikaans programma in Texas? Zijn er merkbare verschillen in de kwaliteit van opleiding of eventueel elementen die nog bijgeschaafd moeten worden?

 

07.02  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, les avions d’écolage de type Alpha Jet dont l’armée belge avait fait l’acquisition en 1978 ont fini par ne plus suivre la modernité grandissante des nouveaux appareils. De ce fait, nous sommes face à une vente qui n’impose visiblement aucun prix et qui donne, dès lors, la possibilité à des tiers et à des sociétés privées de se procurer ces avions. Nous observons qu’ailleurs, l’apprentissage est assuré par des sociétés privées. Aussi, permettez-moi de craindre qu’il en aille de même pour notre Défense! De plus, l’École royale militaire n’est pas dotée d’infrastructures permettant l’apprentissage du pilotage en tant que tel, ce qui engendre à ce jour l’envoi de pilotes belges au Texas pour leur formation.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous m’indiquer si un budget spécifique est, dès lors, alloué à ces dépenses de formation? Quelle est votre vision à long terme concernant l’écolage pour nos pilotes au sein de l’armée belge?

 

07.03 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Chanson, de verkoops­procedure is volop aan de gang. Van de elf initieel geïnteres­seerde kandidaten werden begin 2019, na het doorlopen van een selectieprocedure, negen kandidaten aangehouden om deel te nemen aan de effectieve procedure voor de verkoop van de Alpha Jets en bijbehorende onderdelen.

 

Op 19 december 2019 ontvingen deze kandidaten het bestek, waarbij ze uitgenodigd werden een bod uit te brengen op de vijf loten. Begin januari 2020 werden de laatste Belgische Alpha Jets overgevlogen van Cazaux naar Beauvechain.

 

Op 3 februari 2019 heeft in Beauvechain een informatievergadering plaatsgevonden voor de kandidaat-ingeschrevenen. Zij hebben daar meer details gekregen en de technische staat van het toestel kunnen nagaan.

 

Na het indienen van de offertes zal blijken wat de reële verkoopwaarde van deze toestellen en de wisselstukken bedraagt. De toestellen en bijbehoren motoren zijn nog bruikbaar voor derden, mits de koper het nodige onderhoud laat uitvoeren.

 

De Frans-Belgische samenwerking voor de pilootopleiding is steeds goed verlopen en heeft geleid tot de gewenste en voorspelde resultaten.

 

La formation des pilotes de la Défense belge se déroule plusieurs phases. Les élèves pilotes parcourent tous la phase 1: formation militaire de base et formation théorique au sein de l'École royale militaire. Ensuite, ils poursuivent leur formation par le tronc commun, la phase 2.A, soit la phase de pilotage de base sur le SF-260 Marchetti organisée au sein de la Basic Flying Training School à Beauvechain. C'est seulement après ce stade que les différentes filières de formation se séparent.

 

Met de uitomloopname van de Belgische Alpha Jets is ook de bilaterale samenwerking in het kader van de Advanced Jet Training School tot een eind gekomen. Daardoor heeft de Belgische Luchtcomponent zich genoodzaakt gezien een alternatieve oplossing te zoeken.

 

Les futurs pilotes de combat poursuivent leur formation à l'Euro-NATO Joint Jet Pilot Training au Texas pour les phases 2.B, 3 et 4, tandis que les pilotes qui commanderont les avions de transport et les hélicoptères continueront leur formation en France, dans le cadre de la coopération franco-belge pour la formation des pilotes.

 

België is slechts een kleine partner van dit grootschalige programma, dat door de tijden zijn degelijkheid heeft bewezen door onze gevechts­piloten en die van talrijke partners op te leiden. De eerste groep van vier Belgische piloten die recent het opleidingtraject van ENJJPT voltooiden, zitten momenteel in de conversie F-17, die overigens zonder noemenswaardige problemen verloopt. Een tweede groep van Belgische piloten doorloopt momenteel nog de opleiding in ENJJPT.

 

Un budget spécifique est alloué à la participation au programme ENJJPT et couvre les salaires et allocations au profit du personnel détaché là-bas ainsi que les coûts du cours de pilotage. Ce budget est globalement inférieur à celui qui fut antérieurement alloué au fonctionnement de l'Alpha Jet à Cazaux.

 

Depuis 2019, un groupe de travail se penche sur les possibilités de formation et les modalités d'entraînement des futurs pilotes de la Défense.

 

07.04  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, ik maak mij een bedenking bij het aanhoren van uw antwoord: in hoeverre is de commissie voor Legeraankopen, waarvan de bevoegdheid in de vorige legislatuur op mijn initiatief is uitgebreid tot legerverkopen, gevat in deze verkoopsprocedure? Ik zal zelf ook verder nagaan in hoeverre dat hier van toepassing is.

 

07.05  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Samengevoegde vragen van

- Melissa Depraetere aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het vervangen van de F-35-software" (55002765C)

- Albert Vicaire aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De stealthcapaciteit van de F-35's" (55002806C)

- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het bevestigingsprobleem bij de F-35" (55003147C)

- Albert Vicaire aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De nieuwe aankoop van F-35's" (55003328C)

- Kattrin Jadin aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De Luchtcomponent van Defensie" (55002944C)

- Georges Dallemagne aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De inzetbaarheid van de Luchtcomponent van Defensie" (55003170C)

08 Questions jointes de

- Melissa Depraetere à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le remplacement du logiciel des F-35" (55002765C)

- Albert Vicaire à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La furtivité des avions F-35" (55002806C)

- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le problème de fixation détecté sur le F-35" (55003147C)

- Albert Vicaire à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le nouvel achat de F-35" (55003328C)

- Kattrin Jadin à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La Composante Air au sein de la Défense" (55002944C)

- Georges Dallemagne à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La capacité d’engagement de la composante Air de la Défense" (55003170C)

 

08.01  Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de voorzitter, wij zullen de F-35 denkelijk nog niet meteen vervangen, maar de software misschien wel.

 

Mijnheer de minister, het computergestuurde logistieke systeem van de F-35 zal worden vervangen door een ander systeem van hetzelfde bedrijf, Lockheed Martin.

 

Tot voor kort werd ervan uitgegaan dat de F-35 zou worden gestuurd door het Autonomic Logistics Information System of ALIS. Dat systeem zorgt voor heel veel zaken binnen de F-35-vloot, waaronder ondersteuning. Een en ander varieert van missieplanning, vluchtplanning, reparaties, gepland onderhoud alsook het volgen en bestellen van onderdelen en wisselstukken. Er gebeurt dus heel wat mee. Na aanhoudende problemen beslist Lockheed Martin het systeem echter overboord te gooien en voor een nieuw systeem, ODIN, te kiezen.

 

Het GAO, dat vergelijkbaar is met het Rekenhof in ons land, schat dat het ALIS-systeem meer dan 16,7 miljard dollar heeft gekost, wat dus heel veel geld is. Dat systeem wordt voor de F-35 dus niet meer weerhouden.

 

Mijnheer de minister, ik heb ter zake twee korte vragen.

 

Ten eerste, werkt de F-35A, het type dat ons land ook bestelt, ook met het ALIS en dus in de toekomst met het ODIN-systeem of is een en ander enkel van toepassing op de andere F-35-types, die ons land niet aankoopt?

 

Ten tweede, heeft het vervangen van de software een impact op de levertermijn of op de kostprijs voor onze Belgische aankoop?

 

De voorzitter: Mijnheer Vicaire, ik stel voor dat ook u uw twee vragen samenvoegt.

 

08.02  Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, le vendredi 19 janvier, le ministre russe des Affaires étrangères a remis en cause de façon assez claire le caractère furtif des F-35. En effet, des radars russes auraient localisé six de ces avions le 8 janvier dernier, non loin de l’espace aérien iranien. Selon des sources militaires israéliennes, c’est à la suite d'une défaillance du logiciel d'un chasseur F-35 israélien que l'appareil serait apparu sur tous les écrans radars des systèmes de défense aériens des pays de la région, en ce compris l'Égypte, la Jordanie, la Syrie, la Russie et l'Iran.

 

Je n’ai jamais été convaincu par le besoin de furtivité, puisque c’est un atout dans les opérations offensives. Or, celles-ci ne figurent pas dans les objectifs décrits des missions de notre armée. Toutefois, puisque nous payons pour cette furtivité, autant qu’elle fonctionne. En outre, si la réputation de furtivité des F-35 n'a jamais été prouvée, cet incident pour le moins inquiétant ne fait que renforcer mes doutes déjà émis à plusieurs reprises dans cette commission sur la qualité, la fiabilité et la pertinence des F-35.

 

Monsieur le ministre, au vu du prix exorbitant que la Belgique s’est engagée à payer pour les F-35, pouvez-vous nous garantir que les avions commandés par notre pays ne souffriront pas de la même défaillance? Êtes-vous en contact avec le constructeur sur ce sujet? Si oui, se montre-t-il plus rassurant?

 

Je pose dans la foulée ma deuxième question. Le gouvernement Michel a décidé d'acheter 34 avions F-35 afin de remplacer nos F-16. Depuis lors, n’ayons pas peur des mots, nous allons de déconvenue en déconvenue et, ce, malgré le prix de cet achat. On ne compte plus les défaillances techniques signalées par les forces armées américaines, australiennes et des différents pays impliqués en ce moment en Iran.

 

Aujourd’hui, nul ne peut avoir l’audace de prétendre que l’achat des F-35 est le meilleur choix. Pourtant, malgré ces déceptions répétées, quelle ne fut pas ma surprise de lire dans la presse, au début du mois de février, que l’armée avait l’intention d'acheter 14 F-35 supplémentaires. L’OTAN souhaiterait, en effet, que nous possédions au total 45 avions, plus trois avions de réserve. Partant d’un budget limité, cela pose de nombreuses questions en termes de choix à venir mais, quoiqu’il advienne, le bon choix n’est pas de commander d’autres F-35.

 

Monsieur le ministre, entendez-vous répondre aux désirs insensés de l'OTAN? En d'autres termes, l'achat de nouveaux F-35 est-il véritablement à l'étude, comme la presse l'a relaté? Comptez-vous continuer à engager notre pays sur la voie aussi douteuse que coûteuse des F-35? De grâce, quand reconnaîtrez-vous que l'achat de ces F-35 est une erreur stratégique et un gaspillage monumental de l'argent public?

 

08.03  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, nous apprenions, il y a quelques jours, qu’un nouveau problème a été détecté sur le F-35. Un nouvel élément parmi les nombreux manquements dont 13 jugés critiques selon le dernier rapport des tests opérationnels et des évaluations menées par le ministère américain de la Défense.

 

En effet, le dernier défaut en date concerne des fixations qui poseraient problème et ne seraient pas montées correctement. On peut imaginer que dans l’aviation civile, de tels défauts cloueraient sans appel les appareils au sol, ce qui ne semble pas être envisagé à ce jour pour le F-35.

 

Dès lors, monsieur le ministre, pourriez-vous nous informer et nous rassurer sur la situation actuelle et apporter des éclaircissements quant au relevé des défaillances techniques relevées et connues sur les appareils de type F-35? Ces éléments risquent-ils d’engendrer des coûts supplé­mentaires?

 

08.04  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le ministre, d’après certains articles, l’OTAN aurait demandé des efforts supplémentaires à notre pays, ce qui n'est pas nouveau, et réclamerait l’achat de 14 F-35 supplémentaires afin d’être conforme aux normes de 45 avions plus 3 avions de réserve.

 

Bien que le gouvernement en affaires courantes ne soit pas en condition de prendre une décision budgétaire d’une telle ampleur, il faudra toutefois rapidement répondre aux demandes de l’OTAN. En effet, l'actualité internationale, elle, n'est jamais en affaires courantes.

 

De plus, il me revient que la Composante Air devra également trouver une solution pour le futur apprentissage des pilotes. Celui-ci se fait actuellement à l’aide d’avions de type Marchetti qui sont déjà au service de notre Défense depuis 50 ans et qui devront un jour être remplacés. L’outsourcing pourrait également constituer une piste à suivre dans ce cas-là.

 

Qu’en est-il de l’applicabilité de la norme OTAN de 45 avions par pays membre? Comment la Belgique compte-t-elle satisfaire à cette demande? Quid du futur apprentissage de nos pilotes? Des pistes sont-elles privilégiées? Dans l’affirmative, lesquelles?

 

08.05  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, la Cour des comptes a publié en décembre dernier son rapport sur la capacité d’engagement de la Composante Air, après avoir effectué un audit en 2018. Le rapport se focalise sur les trois types d’appareils principaux utilisés au sein de la composante Air: le C-130, le F-16 et le NH-90.

 

Selon ce rapport, jusqu’à présent, la Composante Air a assumé sa capacité d’engage­ment chaque fois que la Défense a reçu une demande de participation à des opérations à l’étranger. Mais la capacité à engager les appareils ne cesse de diminuer au fil du temps, alors que le niveau d’ambition de l’OTAN a augmenté au cours des dernières années.

 

En ce qui concerne plus particulièrement les F-16, le niveau d’ambition a sensiblement diminué en une décennie. Les pilotes constituent le principal goulot d’étranglement, selon le rapport, pour la capacité d’engagement des F-16: leur nombre dépend en grande partie des possibilités d’entraînement qui sont à leur tour tributaires du nombre d’heures de vol. Vu le grand nombre d’heures de vol effectuées par appareil, la marge semble limitée pour augmenter le nombre de pilotes et donc le niveau d’ambition de la flotte actuelle.

 

Ce mouvement à la baisse va se poursuivre avec l’arrivée progressive du F-35. Selon la Cour des comptes, "le démantèlement de la flotte des F-16 commencera en 2023. Elle sera remplacée par 34 appareils F-35 avec un niveau d’ambition plus faible: 6 F-35 pouvant être engagés dans le cadre d’une mission HRF (High Readiness Force) et 2 appareils pour la mission QRA (Quick Reaction Alert) en survol de l’espace aérien du Benelux."

 

Monsieur le ministre, cette baisse constante des possibilités d'engagement de la capacité de combat aérien contraste avec le niveau d'ambition de l'OTAN. Dès lors, comment la Belgique compte-t-elle honorer ou non ses engagements? Quelles mesures allez-vous prendre à cette fin?

 

Afin de suivre l'évolution du niveau d'ambition de la Composante Air, la Cour des comptes recommande notamment son intégration dans la justification du budget général des dépenses. Cette information permettrait au Parlement d'examiner cette évolution. Monsieur le ministre, quelle est votre position à ce sujet? Comptez-vous donner suite à cette recommandation?

 

08.06 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, collega's, alle F-35's worden ondersteund door het ALIS-systeem dat zorgt voor het logistieke beheer. Ze zullen voortaan door het ODIN-systeem ondersteund worden. De evolutie van ALIS naar ODIN heeft geen impact op de levertermijn en zal, gebaseerd op de huidige elementen, ook geen impact hebben op de kostprijs van de Belgische aankoop.

 

En ce qui concerne la furtivité des avions F-35 de manière générale, je vous renvoie à la réponse donnée à la question parlementaire n°5500939C posée par Mme la députée Melissa Depraetere le 10 octobre 2019. les éléments repris dans cette réponse sont toujours d'actualité.

 

En ce qui concerne la fixation sur les F-35, il s'agit d'une anomalie par rapport au plan de construction, qui a été détectée lors du processus d'assemblage final, et ensuite rapportée aux autorités américaines dès le 12 novembre 2019. Cette information, ainsi que les mesures prises, ont été immédiatement communiquées aux utilisateurs actuels et futurs. Après analyse par les autorités de navigabilité compétentes, il s'avère que la sécurité de vol des F-35 produits avant cette date ne subit aucun impact. Cet incident ne concerne donc pas les F-35 belges et n'a par conséquent pas d'influence sur leur coût.

 

Dans le cadre du NATO Defence Planning Process (NDPP), l'OTAN approche chaque membre de l'Alliance dans un cycle itératif de consultations de quatre ans. Sur la base d'orientations politiques décidées par les chefs d'État des États membres, et sur la base d'un niveau d'ambition militaire approuvé par tous les membres, dans une première phase du NDPP, l'Alliance établit une liste de capacités militaires minimales attendues, en termes qualitatifs, quantitatifs, et en termes de réactivité, pour chacun de ses membres.

 

Ces capacités militaires sont déterminées sur la base de multiples critères tels que la taille du pays, son PIB, son expérience capacitaire, etc. On entend parfois les termes de target ou de blue book, qui constituent les documents qui couvrent cette liste capacitaire minimum attendue. Le dernier cycle de quatre ans du NDPP pour la Belgique se clôture en 2021 et a donc démarré en 2017, par l'établissement de la liste des capacités attendues de la Belgique.

 

En 2017, l'OTAN a estimé que la Belgique devait être en mesure de disposer d'au moins 45 avions de combat. En 2019, toujours dans le cadre du cycle NDPP, la Défense a confirmé à l'OTAN son plan visant à acquérir 34 avions de combat F-35 A, et a constaté à nouveau que l'OTAN attendait de la Belgique qu'elle dispose de 45 avions de combat.

 

Le remplacement du SF260 Marchetti pour la formation de base de tous les pilotes militaires en Belgique est en effet à l'ordre du jour. Un groupe de travail se penche actuellement sur les différentes pistes. Le scénario privilégié concerne un contrat d'externalisation comprenant la location d'avions en leasing et la maintenance logistique. La pénurie de personnel de maintenance pour l'entretien des avions et la vétusté de ceux-ci en sont les facteurs déterminants.

 

Une fois les différentes options et pistes identifiées par le groupe de travail, le dossier sera soumis pour approbation. L'intention demeure de conserver la partie initiale de la formation des pilotes en Belgique, car la formation avancée des pilotes d'hélicoptères de transport et de combat se déroule déjà à l'étranger.

 

Après analyse des moyens et des outils mis à disposition de la Défense et la recommandation de la Cour des comptes d'intégrer le niveau d'ambition pour chaque capacité dans la justification du budget général des dépenses, il s'est avéré que cela n'apporterait pas de valeur ajoutée. En outre, il n'existe pas de lien direct entre le niveau d'ambition et les crédits repris dans la justification du budget.

 

De plus, un certain niveau d'ambition sera réalisé sur plusieurs années et le processus ne suivra donc pas l'annuité du budget. La justification reprend toutefois le nombre d'heures de vol par capacité de la Composante Air, ainsi que le nombre de jours de manœuvre pour la globalité de la Composante. Je vous remercie.

 

08.07  Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, dank u voor het antwoord. U heeft gezegd dat er geen impact is op de levertermijn noch op de kostprijs. Dat zal echter geen rechtstreekse impact zijn. Het systeem dat nu overboord gaat, heeft miljarden euro's gekost. Iemand zal die factuur moeten betalen, het zou nogal naïef zijn om te denken dat de Amerikanen dat alleen zullen doen.

 

Wat mij nog meer interesseert, is dat u net zei dat de aankoop van bijkomende gevechtsvliegtuigen wordt onderzocht in een werkgroep. Dat vind ik nogal absurd, gezien de vele vragen hier in de commissie over de technische capaciteiten van en de vele problemen met de F-35. De F-35 is nog niet geleverd en blijkbaar wordt er al nagedacht over een bijkomende aankoopschijf. Ik roep ertoe op om daar voorzichtig mee te zijn en er een afwachtende houding in aan te nemen. Mijn fractie staat er in elk geval niet achter, zoals u ongetwijfeld weet.

 

08.08  Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vais dans le même sens que ma collègue. Je ne soutiens pas non plus cet achat supplémentaire. C'est clair.

 

Je vous signale également que le bottleneck de la Défense, c'est son personnel. C'est donc là qu'il faut investir pour augmenter notre capacité d'action. Je vous remercie pour vos réponses.

 

08.09  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos éclaircisse­ments quant à ma question. Me voilà donc rassurée en ce qui me concerne pour l'angle que j'avais adopté.

 

08.10  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces précisions. Les challenges restent immenses. Nous aurons à nous pencher sur d'autres éléments car nous avons l'obligation de remplir nos devoirs internationaux dans un contexte mondial de plus en plus dangereux. J'image dès lors que nous aurons encore des débats enrichissants, une fois que nous aurons un gouvernement de plein exercice. N'est-ce pas?

 

08.11  Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, puisqu'on a joint les questions, je me permettrai de faire d'abord un petit commentaire sur la partie F-35, même si ce n'est pas là le cœur de ma réplique.

 

Je trouve que les réponses du gouvernement sont toujours sur l'air de "Tout va très bien, madame la Marquise", alors que les rapports s'accumulent, y compris du département d'État américain et de Lockheed Martin sur toutes les difficultés et tous les problèmes que rencontre cet avion. J'espère que vous avez raison. Je suis moins optimiste que vous sur les performances et les coûts finaux de cet avion.

 

Monsieur le ministre, je regrette aussi le fait que vous ne suiviez pas la recommandation de la Cour des comptes sur l'intégration du niveau d'ambition dans la justification du budget général des dépenses. C'est une forme de "maquillage". Je ne trouve pas d'autre mot. Il est clair que le gouvernement n'a pas souhaité, toutes ces dernières années, montrer que son niveau d'ambition avait beaucoup diminué. C'était, au contraire, un gouvernement qui voulait montrer qu'il se musclait sur le plan de la sécurité. Mais, en réalité, le niveau d'ambition a fortement diminué.

 

Il est très important que le Parlement puisse suivre cela de manière précise d'année en année et voir quelle est la capacité et le niveau d'ambition de la Composante Air. Je regrette que vous ne respectiez pas cette recommandation. Je vous incite à revoir cette proposition et à intégrer cet élément. C'est évidemment ce que nous recherchons. C'est notre niveau d'ambition. Au-delà du nombre d'appareils, du nombre de pilotes et des budgets, c'est effectivement notre capacité d'engagement.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Sander Loones aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De Sea Kings" (55002754C)

09 Question de Sander Loones à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les Sea King" (55002754C)

 

09.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, het is fijn om te zien dat Defensie voorbereid is op alle mogelijke scenario's en dat zij alle mogelijke scenario's onderzoekt. Het is belangrijk dat het leger voorbereid is op alle mogelijke pistes, of het nu gaat over de F-35 of de efficiënte en kostenbesparende inzet, waar mogelijk, van onze infrastructuur en materieel.

 

Dat brengt mij bij mijn vraag over de Sea Kings, de koningen van de zee. Wij hadden vijf zulke schitterende helikopters, die nu vervangen zijn door NH90-helikopters. Ik ben zelf van Koksijde-Oostduinkerke. Er is het een en ander bezig met de Sea Kings. Er waren er vijf, waarvan drie al een bestemming hebben gekregen en de twee andere in een procedure voor verkoop zitten. Een van de bieders komt uit Engeland en zou nog verder willen vliegen met de Sea King. Het zou bijzonder mooi zijn dat het toestel niet wordt opgesplitst en voor deeltjes wordt gebruikt, maar dat het nog echt een toekomst in de lucht kan krijgen. Dat leeft ook echt binnen Defensie: oud-piloten en -boordpersoneel van de Sea Kings zullen erg graag ter beschikking staan om met dat materieel te vliegen.

 

Ik heb hierover de volgende vraag, mijnheer de minister. De verkoopprocedure is opgestart. Wij weten dat er twee Sea Kings in de procedure zitten, waarvan een luchtwaardiger is dan de andere. Normaal speelt alleen het element kostprijs, maar ik zou graag een stand van zaken van het dossier krijgen.

 

09.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Loones, in juni 2019 heeft toenmalig minister Reynders zijn voorafgaand akkoord gegeven om over te gaan tot het vervreemden van de twee resterende toe­stellen, RS02 en RS04, samen met wisselstukken en het grondmaterieel, in zes loten via een onderhandse verkoop na kwalitatieve selectie.

 

De prijs is inderdaad het enige gunstige criterium van de rechtmatig ingediende offertes waarmee rekening wordt gehouden. Gezien het gevorderde stadium waarin het proces zich bevindt, kan er geen nieuw, bijkomend gunningscriterium meer worden toegevoegd. Het is ook niet mogelijk om een alternatieve procedure op te starten voor de verkoop van hetzelfde materieel, zolang de huidige procedure niet werd gesloten. Enkel indien de huidige procedure wordt gesloten zonder over te gaan tot de gunning van een of meerdere loten, kan er worden overwogen om een nieuwe procedure op te starten voor de loten die niet werden gegund, eventueel met kwalitatieve gunningscriteria, zoals het luchtwaardig houden van de Sea King, met als mogelijk nadeel het beperken van het aantal potentiële kandidaten alsook het inkomstenpotentieel.

 

09.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de kabinetschef, mijnheer de minister, het is mooi te horen dat u aandachtig bent. Wij willen immers allemaal dat Defensie nog meer in de kijker komt te staan zodat wij extra personeel kunnen aanwerven.

 

Het luchtwaardig houden van een van de Sea Kings zou op dat vlak zeker een element kunnen zijn. Die helikopter is immers gigantisch populair.

 

Het is mooi te horen dat u minstens op de achtergrond nadenkt over een manier waarop u die populariteit eventueel zou kunnen uitspelen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Samengevoegde vragen van

- Wouter De Vriendt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De stand van zaken omtrent killerrobots" (55002785C)

- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De stand van zaken omtrent killerrobots" (55003126C)

10 Questions jointes de

- Wouter De Vriendt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La situation en ce qui concerne les robots tueurs" (55002785C)

- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La situation en ce qui concerne les robots tueurs" (55003126C)

 

10.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, op 19 juli 2018 keurde de Kamer een resolutie goed over zogenaamde killerrobots. Daarin wordt de regering verzocht om deel te nemen aan werkgroepen in het kader van de VN en de conventie voor conventionele wapens, om te komen tot een internationaal erkende definitie van volledig autonome wapens, om uiteindelijk te komen tot een wereldwijd verbod.

 

De laatste bijeenkomst van de Group of Governmental Experts van de CCW vond plaats in november 2019. Er staat een nieuwe bijeenkomst gepland voor juli en augustus 2020 en een herzienings­conferentie in december 2021.

 

Kunt u een stand van zaken geven van de werkzaamheden van de Group of Governmental Experts? Kunt u mij de verslagen daarvan bezorgen? In welke mate heeft België bijgedragen aan de meetings van de Group of Governmental Experts? Heeft ons land een delegatie gestuurd? Welk standpunt heeft ons land ingenomen? Is er ondertussen een akkoord over een definitie van volledig autonome wapens? Wat is het standpunt van ons land?

 

Zal ons land ook deelnemen aan de volgende bijeenkomsten in juli en augustus 2020? Is België voorstander van het openen van onderhan­delingen over een internationaal verdrag over de kwestie? Moet een dergelijk verdrag een verbods­verdrag zijn?

 

10.02  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, en juillet 2018, la Chambre a adopté une résolution visant à interdire la course à l’armement déshumanisé. Nous avons appris qu'en novembre dernier, s’est tenue une réunion du CCAC et il semble que d'autres réunions soient prévues pour l'année prochaine.

 

Monsieur le ministre, la position adoptée par la Chambre lors du vote de la résolution en juillet 2018 a-t-elle été défendue par les experts gouvernementaux qui assistaient à cette réunion? Afin de marquer l’interdiction, envisagez-vous un angle législatif qui reprendrait le contenu de cette résolution? Que s'est-il dit lors de cette réunion de novembre dernier?

 

10.03 Minister Philippe Goffin: Dit ontwerp is een bevoegdheid van de FOD Buitenlandse Zaken, die een beroep doet op experts van Defensie als raadgevers. De werkzaamheden van de Group of Governmental Experts gaan vooruit, maar er is nog geen consensus over de regels waaraan de ontwikkelingen en de inzet van Lethal Auto­nomous Weapon Systems moeten worden onder­worpen. Er is nog geen algemeen aanvaarde definitie van dergelijke wapens.

 

België werkt actief mee aan een nauwkeurige definitie. Het officiële verslag van de vergade­ringen van de verdragspartijen in Nuremberg 2019 en de GGE-vergadering in maart 2019 vindt u op de website van de Conventie Voor Conventionele Wapens.

 

België neemt deel aan alle GGE-vergaderingen. De delegatie staat onder leiding van de perma­nente vertegenwoordiger bij het United Nations Office in Genève, met name de Belgische VN-ambassadeur en zijn medewerkers. Ze worden bijgestaan door technische en juridische experts van Defensie.

 

Samen met Ierland en Luxemburg diende België in 2019 een Food for Thought Paper in om bij te dragen tot een betere omschrijving van LAWS. In deze nota staat ook vermeld dat België zich verzet tegen het gebruik van wapensystemen die zonder enige menselijke interventie kunnen doden.

 

La Belgique participera aux réunions de juin et août avec une délégation des Affaires étrangères et de la Défense. La Belgique est partisane des négociations afin de ratifier des accords internationaux dans le cadre de la CCAC. Le but est d'interdire les systèmes d'armes qui s'opposent aux principes légaux humanitaires et éthiques généralement acceptés.

 

10.04  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, er staat België natuurlijk niets in de weg om zelf een stap vooruit te zetten, en zeer consequent en duidelijk te pleiten voor een totaalverbod en om zeker de lead te nemen op internationaal vlak.

 

Het is dan ook onze vraag aan u dat België echt een voortrekkersrol zou zijn. Wij hebben die traditie als het gaat over clustermunitie, antipersoons­mijnen en dergelijke, dus ook inzake killerrobots kunnen en moeten wij aan de kar trekken. Ik zal u of uw opvolger daarover geregeld ondervragen, want het is belangrijk dat er vooruitgang wordt geboekt op die internationale bijeenkomsten.

 

10.05  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je n'ai rien à ajouter si ce n'est remercier M. le ministre pour ses réponses.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De deelname aan de operatie European Maritime Awareness in the Strait of Hormuz" (55002854C)

- Michel De Maegd aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De deelname van België aan een maritieme operatie in de Straat van Hormuz" (55002957C)

11 Questions jointes de

- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La participation à l'opération European Maritime Awareness in the Strait of Hormuz" (55002854C)

- Michel De Maegd à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La participation de la Belgique à une mission maritime dans le détroit d'Ormuz" (55002957C)

 

11.01  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, wij spreken al een tijdje over de situatie in de Straat van Hormuz. Wij mochten in commissie van u vernemen dat ondertussen al één persoon aan de missie deelnam; nu zou het om twee personen gaan. Ik wil natuurlijk vermijden dat er door een soort sluipende besluitvorming straks aan een missie wordt deelgenomen, zonder dat het Parlement daar grondig over gesproken heeft.

 

Ik heb een aantal vragen, ten eerste, over de timing. Die is in die zin eigenaardig, omdat er in de afgelopen maanden geen echte incidenten meer waren. Toch besluit u om een of twee personen naar ginder te sturen. Kunt u uitleggen waarom dat nu precies gebeurt?

 

Ten tweede, wordt er nagedacht over een grotere bijdrage? Bent u het met mij eens dat die dan in de huidige politieke context best de goedkeuring van het Parlement krijgt? Uw voorganger heeft die vraag altijd positief beantwoord. Graag krijg ik uw visie ter zake.

 

Ten derde, zal de Europese militaire missie het nucleaire akkoord met Iran niet bemoeilijken?

 

11.02  Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, huit pays européens (Allemagne, Belgique, Danemark, France, a Grèce, Italie, Pays-Bas et Portugal) ont annoncé, à l’occasion du dernier Conseil des ministres des Affaires étrangères de l'Union européenne, leur volonté de mettre en place une mission maritime dans le détroit d’Ormuz.

 

Cette volonté s’inscrit dans un contexte de grande instabilité dans cette région essentielle à la paix mondiale. Le golfe et le détroit d’Ormuz ont en effet été confrontés ces derniers mois à de nombreux incidents, maritimes ou non. La sécurité des navires et des équipages étrangers, notam­ment européens, y est donc compromise, de même que les échanges commerciaux et l’appro­visionnement énergétique. Les consé­quences pourraient donc se répercuter dans l’ensemble du monde.

 

L’objectif de cette mission, dont le quartier général sera installé aux Émirats arabes unis, est donc de surveiller cette situation de manière accrue.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous communiquer plus d’informations sur la partici­pation de la Belgique à cette mission? Concrète­ment, quels moyens seront mobilisés? Avez-vous déjà une vision sur le planning de cette mission? Outre les intérêts politiques, des intérêts économiques sont-ils en jeu pour la Belgique?

 

11.03  Philippe Goffin, ministre: Chers collègues, pas ses décisions du 24 et 31 janvier 2020, le Conseil des ministres a approuvé l'engagement d'un officier belge dans une fonction navale de Cooperation and guidance for skipping  pour renforcer l'état-major de l'EMASOH (European Maritime Awareness in the Straith of Hormuz), situé à Abu Dhabi, et l'embarquement d'un militaire belge à bord de la frégate hollandaise De Ruyter.

 

La mission à Abu Dhabi est en phase d'exécution. La mise en place de la frégate hollandaise, avec un membre d'équipage belge à son bord, a déjà débuté et le navire est attendu dans le détroit d'Ormuz dans deux semaines.

 

De operatie EMASOH heeft enerzijds, tot doel de vrijheid van navigatie te verzekeren en anderzijds, de maritieme veiligheid en stabiliteit in de Straat van Hormuz te verbeteren. Een aantal maritieme en niet-maritieme incidenten werden in 2019 waargenomen in de Golf in de Straat van Hormuz. Die incidenten waren het gevolg van de toe­genomen onveiligheid en instabiliteit in de regio en beïnvloedden al maanden de vrijheid van navigatie en de veiligheid van Europese en niet-Europese schepen en hun bemanning in het gebied. Het bracht ook de handel en de energievoorziening in gevaar, met mogelijk wereldwijde economische gevolgen. Daarom heeft een aantal Europese landen besloten om een veilige navigatieomgeving in het gebied te waarborgen en het huidige spanningsniveau te verlagen door middel van de-escalerende maatregelen.

 

Un certain nombre de bateaux qui croisent dans le Détroit d'Ormuz naviguent sous pavillon belge ou pour le compte d'armateurs belges. Garantir la liberté de navigation est donc d'un intérêt économique non négligeable.

 

Het Europees initiatief is niet gericht tegen een specifieke staat, maar draagt bij tot de de-escalatie en de terugkeer naar stabiliteit in de hele regio. De operatie beklemtoont de Europese eenheid, gericht op de de-escalatie voor een veilige doorvoer in het gebied.

 

Er is geen mandaat van de Verenigde Naties of resolutie van de Europese Unie. Het betreft een inzet in vredestijd, conform het internationaal recht in het algemeen en de United Nations Convention on the Law of the Sea van 10 december 1982 in het bijzonder.

 

De missie is gebaseerd op het recht van vrije doorvaart, met respect voor de bevoegdheden van de kuststaten. In het kader van dat Europees awarenessinitiatief zijn militaire taken actueel niet aan de orde. In tijden van verhoogde spanning heeft de marine als taak de zeevaartroutes die van groot belang zijn voor onze economie, te beveiligen.

 

De inzet van Belgische militairen in Europees verband houdt rekening met de behoeften van de opdracht en met de beschikbaarheid van relevante middelen. Naargelang van de evolutie van de geopolitieke toestand en de uitvoering van de opdracht wordt dat op regelmatige basis besproken tussen deelnemende landen, zowel op operationeel als op politiek vlak.

 

Indien de situatie volledig wijzigt, komt het de regering toe om zich daarover uit te spreken en andere opties te ontwikkelen. De beslissing tot inzet werd door de ministerraad genomen, op voorstel van de minister van Defensie, en voorgesteld in de commissie Opvolging van buitenlandse zendingen.

 

 

Op het niveau van de landen die middelen, personeel en materiaal voor de Europese opdracht hebben toegezegd, werd een contract­groep Senior Representative van het ministerie van Landsverdediging en van de FOD Buiten­landse Zaken opgericht, die elke zes maanden samenkomt en politieke richtlijnen uitvaardigt voor het militaire strategische niveau.

 

11.04  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Voor alle duidelijkheid, wij zijn absoluut niet tegen de deelname, die inderdaad een van de manieren is om in Europees verband te werken.

 

Gezien de gevoelige situatie zou ik echter vooral willen meegeven dat wij graag op de hoogte zouden blijven van het overleg tussen de deelnemende landen.

 

Zoals u aangeeft, kan de regering inderdaad over die deelname beslissen. In de huidige context is het echter belangrijk dat het Parlement bij de beslissing wordt betrokken. U verwijst daarvoor naar de commissie Opvolging van de buitenlandse zendingen. Wij blijven het dossier dus ook in die commissie van erg nabij opvolgen.

 

11.05  Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

Certes, nous sommes favorables à cette mission internationale dans le Détroit d'Ormuz. Nous espérons que le Parlement sera informé de la suite des événements. Pour l'instant, la participation belge semble assez restreinte dans cette mission. Toutefois, les choses pourraient évoluer. Nous vous remercions de nous tenir informés aussi vite que possible.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De problemen die onze special forces ondervinden inzake verzekeringen" (55002855C)

- Annick Ponthier aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De problemen die militairen ondervinden bij het afsluiten van een verzekering" (55002884C)

- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De problemen voor de special forces op het vlak van verzekering" (55002960C)

- Michael Freilich aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De verzekeringen van militairen" (55002979C)

12 Questions jointes de

- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les problèmes rencontrés par nos forces spéciales en matière d'assurances" (55002855C)

- Annick Ponthier à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les problèmes rencontrés par les militaires à la souscription d'une assurance" (55002884C)

- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le défaut d’assurance chez les forces spéciales" (55002960C)

- Michael Freilich à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les assurances des militaires" (55002979C)

 

12.01  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, er zijn al vragen geweest over de situatie met de burnpits. We hebben de incidenten in Mali gehad. Dit alles geeft toch aan dat onze militairen soms worden blootgesteld aan zaken die te maken hebben met hun persoonlijke veiligheid.

 

Enige tijd geleden was er een opvallende oproep van leden van de special forces. Zij voelden zich niet helemaal gerust over hun verzekerings­dossier. Zelf verwezen ze naar een specifiek dodelijk geval, waarbij een juridische strijd over schadevergoeding nog altijd bezig is. Dat moet ook ons zorgen baren.

 

Mijnheer de minister, ik zou van u willen weten of u die problemen kent. Weet u wat daar juist het probleem is of wat de situatie vandaag is? Wordt er aan een oplossing gewerkt? Welke zou dat kunnen zijn?

 

Ik kan me voorstellen dat dit niet de meest evidente verzekeringspolissen zijn. Wordt daar­voor ook samengewerkt met andere openbare veiligheidsdiensten, zoals bijvoorbeeld politie of brandweer?

 

12.02  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, de aanleiding werd geschetst door collega Verduyckt. De special forces hebben aan de alarmbel getrokken. Zij klagen de onrecht­vaardigheid aan waarmee niet alleen zijzelf, maar ook andere veiligheidsdiensten, militaire eenheden, politie en brandweer te kampen hebben. Dat betreft de willekeur van een aantal verzekeringsinstanties uit de privésector, bij wie het vaak moeilijk of zelfs onmogelijk is om een afdoende levens- of schuldsaldo­verzekering af te sluiten.

 

Het is een open deur intrappen dat door de eigenheid van hun werk, met alle gevaren en risico' s van dien, het immens moeilijk is om een levens- of schuldsaldoverzekering af te sluiten die de risico's van hun specifieke job dekt. Vinden ze die wel, dan zijn de premies vaak torenhoog en onbetaalbaar. Vaak resulteert een en ander dan ook in een lange juridische strijd. Nochtans zijn het onze militairen en in het bijzonder de special forces die voor onze veiligheid zorgen: zij zouden net de best mogelijke bescherming van onze maatschappij moeten krijgen.

 

Mijnheer de minister, erkent u in eerste instantie de geschetste problematiek? Welke acties heeft u al ondernomen om die onrechtvaardige situatie te verhelpen? Ik heb vernomen dat binnen Defensie al een aantal voorstellen klaarligt. Ik zou graag weten welke dat zijn. Welke initiatieven plant Defensie verder voor een duurzame oplossing van de problemen die zich op dit moment stellen?

 

12.03  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, les deux incidents dont des Casques bleus belges ont récemment été victimes au Mali ont incité le Groupe des Forces spéciales à rappeler au monde politique, par voie de presse, qu'il était urgent de résoudre le problème d’assurance auquel sont confrontés à peu près tous les soldats de notre armée. En effet, nos soldats acceptent les risques inhérents à leur profession pour protéger et défendre notre pays. Cependant, il semblerait qu’à l’heure où je vous parle, ils ne sont pas automatiquement couverts par leur assurance ou doivent payer des primes supplémentaires exorbitantes afin d’exercer plus sereinement leur mission.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous m’éclairer sur l’assurance contractée pour nos soldats et m’indiquer la couverture de celle-ci? Pouvez-vous me faire savoir si cette assurance est valable pour toutes les composantes ou si elle varie d'une composante à l'autre? Quelles sont les initiatives que vous avez prises en vue de résoudre les problèmes d'assurance, en particulier pour nos forces spéciales, mais aussi, de manière générale, pour nos militaires?

 

12.04  Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, hoe kan het dat militairen die hun leven op het spel zetten voor het land, een hoge premie moeten betalen voor een levens- of schuldsaldoverzekering als ze een huis willen kopen? Hoe absurd is het dat er een aantal uitsluitingclausules zijn waardoor wie werkt met explosieven of met een parachute springt, niet verzekerd is?

 

Dan zijn er nog de paracommando's, die uitgestuurd worden naar landen als Congo, Irak en Afghanistan. Zij moeten in dat geval een brief sturen naar hun verzekering om dat te melden en krijgen dan een offerte terug, om bij te betalen om toch verzekerd te zijn.

 

De verzekeringsmaatschappijen verdienen hier­aan dus mooi geld. Het zou toch normaal zijn dat Defensie die extra premies zelf betaalt, wij zijn dat onze troepen verschuldigd.

 

Mijnheer de minister, welke maatregelen gaat u nemen om dit probleem op te lossen?

 

12.05 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, collega's, verzekeringen zijn individuele contracten die door de verzekeringsnemers worden afgesloten met de maatschappij of organisatie van hun keuze. In overeenstemming met de wetgeving houdende de verzekeringen staat het elke verzekeraar vrij om zijn eigen clausules te bepalen.

 

Depuis le 13 septembre 2006, la Défense a toutefois souscrit une convention avec Assuralia. Cette convention vise à procurer une couverture aussi large que possible aux militaires et aux non militaires qui participent à une opération des forces armées belges à l'étranger en période de paix, ceci en respectant les principes de base d'ordre technique des assurances en matière d'acceptation et de tarification. Le but de la convention était que les assureurs adaptent leur politique de couverture en fonction des risques liés aux cinq types d'engagement opérationnels allant du déploiement d'assistance au déploiement armé actif.

 

Aujourd'hui, nous constatons que de nombreux assureurs facturent des primes supplémentaires substantielles sans communiquer à leurs assurés la couverture qu'ils offrent. La Défense a soulevé cette question auprès d'Assuralia mais celle-ci se limite à renvoyer à l'assureur individuel pour plus d'informations sur la couverture.

 

Defensie wil te allen tijde vermijden dat de vraag betreffende de dekking in geval van overlijden doorgeschoven wordt naar de personeelsleden of, in het ergste geval, naar de nabestaanden. Deze problematiek verdient dan ook onze volle aandacht. We hebben immers nog geen personeel in de kou laten staan.

 

De contacten met Assuralia worden voortgezet om een oplossing uit te werken die een einde maakt aan de buitensporig hoge bijkomende premies en de onduidelijkheid rond de voorwaarden van de verzekeringspolis. Een verminderde dekking door de privéverzekeraar ligt immers aan de basis van de hele problematiek. Verder werd er een bewustmakingscampagne opgestart en tevens werd een meldpunt voor deze problematiek opgericht.

 

Hoewel zij slechts uitzonderlijk met het probleem van de dekking van het oorlogsrisico bij buiten­landse operaties geconfronteerd worden, moeten bijvoorbeeld ook politieagenten en brandweer­mannen een bijkomende premie betalen voor het dekken van een aantal risicovolle activiteiten bij het uitvoeren van hun beroep. Ik heb dan ook contact opgenomen met de minister van Binnenlandse Zaken om op relatief korte termijn tot een gezamenlijke oplossing te komen voor de problemen van onze medewerkers.

 

Wij zullen de nodige stappen ondernemen om deze materie op wettelijk niveau op te lossen. Momenteel wordt samen met het kabinet van de minister van Werk, Economie en Consumenten een aantal pistes onderzocht.

 

12.06  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, dank u voor het antwoord. Defensie brengt als werkgever bijzondere risico's met zich mee, dat kunnen we niet ontkennen. Ik ben dan ook blij dat u zegt dat u niemand in de kou wil laten staan en dat er overleg is met Assuralia. Het is ook goed dat we met politie en brandweer een gezamenlijke oplossing zoeken. Er is overleg aan de gang en u werkt daar nu aan. We zullen dus wel horen wat de uitkomst is.

 

12.07  Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, dank u voor de antwoorden. Het is natuurlijk een uitzonderlijke situatie als onze militairen in het buitenland risico lopen op kwetsuren en in het ergste geval zelfs overlijden door dodelijke ongevallen. Dat is echter al gebeurd. Op dat moment staan de familie en de nabestaanden met de rug tegen de muur en worden zij ook nog eens geconfronteerd met een zware juridische strijd die vaak jarenlang aansleept.

 

Ik heb uw initiatieven gehoord en het is goed dat u hiermee bezig bent. U bent zich in eerste instantie bewust van de problematiek, maar er moet nog heel veel werk gebeuren. Ik roep u dan ook op om het noodzakelijke overleg, niet alleen over de special forces maar ook over andere veiligheids­actoren, voort te zetten met onder andere de ministers van Binnenlandse Zaken en Werk om tot een sluitend en duurzaam akkoord te komen met de verzekeringssector.

 

We zullen binnenkort ook een hoorzitting organiseren in de schoot van deze commissie omtrent deze specifieke problematiek. Ik ben benieuwd naar wat daar nog verder uit de bus kan komen. De militairen, onder andere de special forces, wachten op het antwoord van de politiek. Ik hoop dat we dit binnenkort in de schoot van deze commissie kunnen bespreken. U zult in het Vlaams Belang een partner vinden om tot een oplossing te komen voor dit probleem.

 

12.08  Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je me réjouis d'entendre que vous êtes tout à fait conscient de la problématique et que des démarches sont entreprises de votre côté.

 

C'est un dossier que nous devons tenir à l'œil. Vous avez évoqué la police et les services de secours, qui sont aussi concernés par cette problématique d'assurances. Il s'agit d'une problé­matique globale à laquelle nous devons nous atteler en tant qu'employeur. On ne peut laisser la situation en l'état.

 

J'attends de voir la suite des démarches qui seront entreprises. Nous pourrions collaborer avec les organisations d'assurance par le biais d'auditions.

 

12.09  Michael Freilich (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben verheugd dat uzelf en Defensie deze zaak grondig onderzoeken en dat u ermee aan de slag gaat.

 

U hebt aangehaald dat ook de politie en de brandweer vaak met dezelfde problematiek te maken hebben. Het zijn allemaal mensen die ten dienste van de burger en het land staan. Die mensen verdienen het niet om in de kou te blijven staan.

 

Bij Defensie vindt men bijna geen nieuwe soldaten meer. De uitstroom is ook niet klein. Wij moeten dan ook aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden bieden. Daarom zou het voor u een prioriteit moeten zijn om dit probleem snel aan te pakken en op te lossen.

 

Ikzelf, maar vooral ook onze mannen en vrouwen in uniform rekenen op u.

 

De voorzitter: Ter afronding kan ik melden, zoals mevrouw Ponthier trouwens al heeft gezegd, dat er inderdaad een hoorzitting over dit punt zal worden ingepland, samen met de verzekeringssector en de mensen van Defensie.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55002872C van de heer Pivin wordt uitgesteld.

 

13 Samengevoegde vragen van

- Jessika Soors aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De extremistische sympathieën in het Belgische leger" (55002896C)

- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Extremisme in het Belgische leger" (55002989C)

13 Questions jointes de

- Jessika Soors à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les courants extrémistes dans l'armée belge" (55002896C)

- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'extrémisme au sein de l'armée belge" (55002989C)

 

De voorzitter: Mevrouw Soors is afwezig.

 

Ik geef het woord aan de heer Verduyckt.

 

13.01  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn aandacht werd gewekt door een krantenartikel over extremisme in Duitsland. Extremisme ligt in Duitsland bijzonder gevoelig, al zeker extremisme in veiligheids­diensten. Er werd vastgesteld dat er toch wel wat problemen zijn onder de elitesoldaten. In Duitsland worden dan ook 550 soldaten vanwege hun extreemrechtse sym­pathieën opgevolgd door de veiligheids­diensten.

 

Voor extremisme in veiligheidsdiensten moeten wij naar mijn mening bijzonder gevoelig zijn. De veiligheid is er voor iedereen. De gevoeligheid moet des te meer gelden bij Defensie. Waar er mensen met overheidsmiddelen een opleiding krijgen aangeboden en waar wapens omgaan, moeten wij altijd bijzonder voorzichtig omspringen met mensen die er extreme sympathieën, van welke aard dan ook, op nahouden. Om die reden wil ik u vragen naar een stand van zaken.

 

Ik heb gezien dat in 2016 het cijfer van een 50-tal soldaten genoemd werd die opgevolgd werden vanwege mogelijke problemen.

 

Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken vandaag? Over hoeveel soldaten gaat het tegenwoordig?

 

Welke soorten extreme sympathieën komen wij tegen in ons leger?

 

Welke maatregelen worden er genomen wanneer er een bepaalde ongerustheid bestaat over de extreme gedachten van een militair?

 

Er doet zich de jongste tijd een probleem voor met de aanwervingen. Met aanwervingen moeten wij ook voorzichtig omspringen. Ik heb soms het gevoel dat mensen iets sneller toegelaten worden tot ons leger. Vindt er bij nieuwe kandidaten een screening plaats naar extremisme?

 

13.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, collega, het door u genoemd aantal van een 50-tal soldaten dat werd opgevolgd vanwege extre­mistische sympathieën, is inderdaad breed in de media verspreid, maar het moet wel worden genuanceerd. In de eerste plaats omvat dat aantal alle vormen van extremisme, of het nu gaat om een radicale interpretatie van een religieuze stroming of om extreemrechts of extreemlinks. Ten tweede betekent de controle niet automatisch dat de radicalisering van een individu bewezen is. Het betekent alleen dat er verdenkingen zijn die voor het departement op een bepaald moment aanleiding vormden om een onderzoek te starten. Tot slot zijn niet alle personen die worden opgevolgd militairen, maar zijn er ook burgers met een werkrelatie met Defensie en ex-militairen die nog contact kunnen hebben met hun voormalige collega's, of zelfs jongeren die zich kandidaat stellen voor Defensie.

 

De aard van de sympathieën is divers en gevarieerd. In zeldzaam geval kunnen we spreken van lidmaatschap van een groep die samenkomt met andere leden die dezelfde ideologie delen, maar meestal hebben we te maken met geïsoleerde gevallen.

 

Wat het cijfer betreft, laat het aantal behandelde gevallen een lichte stijging zien die kan worden toegeschreven aan betere opsporings­mecha­nismen. Die stijging is niet significant genoeg om te suggereren dat er sprake is van een toename van extremisme in gelederen van het leger.

 

De meeste van de opgeschorte gevallen zijn gebaseerd op feiten of verklaringen die het vermoeden doen rijzen dat bepaalde personen in Defensie sympathie hebben ten aanzien van een extremistische ideologie. Meestal gaat het om individuele feiten die niet in verband kunnen worden gebracht met een organisatie.

 

De extreemrechtse groepen die in België actief zijn en invloed hebben op het Defensiepersoneel kunnen zeker geïnspireerd zijn door andere groepen die in het buitenland actief zijn, zoals het geval was met de Soldaten van Odin die vermeld worden en banden hebben met soortgelijke bewegingen in andere landen. In de meeste gevallen is het echter moeilijk om te spreken van internationale vertakkingen als zodanig, omdat de banden zo dun zijn, wat gemakkelijk kan worden verklaard door het feit dat die groepen een etnocentrische visie op de wereld voorstaan, vaak sterk territoriaal verankerd zijn en vooral een lokale, nationale of regionale agenda nastreven.

 

De ADIV heeft geen tastbaar bewijs om de theorie van de opzettelijke infiltratie door extremistische organisaties te ondersteunen. Binnen Defensie, net als elders in de Belgische samenleving, is de ideologie van een individu op zich geen belastend element. De vrijheid van meningsuiting is een van de fundamentele vrijheden die door onze Grondwet worden gewaarborgd. Zodra die ideeën echter leiden tot verwerpelijke woorden of daden, worden ze onmiddellijk onderworpen aan disci­plinaire of administratieve sancties.

 

Soms stelt de ADIV de korpscommandant of de veiligheidsofficier van een eenheid op de hoogte van de mogelijke afleiding van een militair in zijn gelederen. Sinds enkele jaren heeft Defensie interne nota's die erop gericht zijn elk personeels­lid te waarschuwen tegen het lidmaat­schap van organisaties met een slechte of bedenkelijke reputatie of te herinneren aan de regels inzake de vrijheid van meningsuiting. Daarnaast bestaat er ook een wettelijk arsenaal. De antidiscriminatie­wet, de ontkenningswet, de antiracismewet en de genderwet maken het mogelijk om ontoelaatbare uitlatingen of handelingen van welke burger dan ook, al dan niet militair, te bestraffen.

 

Als er ongerustheid bestaat over de extreme gedachten van een personeelslid van Defensie en indien de betrokkene in het bezit is van een veiligheidsmachtiging, kan die worden ingetrokken of beperkt worden in de tijd of qua classificatie­niveau.

 

Indien een strafbaar feit werd gepleegd, wordt het detachement Gerechtelijke Politie en Militair Milieu op de hoogte gebracht en kunnen wettelijke maatregelen worden getroffen.

 

Elke kandidaat-militair wordt aan een veiligheids­screening onderworpen om eventuele negatieve elementen op te sporen die onverenigbaar zijn met een functie binnen Defensie.

 

In geval van ernstige of bewezen feiten moet de ADIV ook op eigen initiatief het parket informeren.

 

Artikel 8 van de organieke wet betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van 30 november 1998 moet ter zake in herinnering worden gebracht. Het artikel definieert extre­mistisch als volgt: "Racistische, xenofobe, anarchistische, nationalistische, autoritaire of totalitaire denkbeelden of doelstellingen, hetzij politiek, ideologisch, confessioneel of filosofisch van aard, die in theorie of in de praktijk strijdig zijn met de beginselen van de democratie of mensenrechten, met de goede werking van de democratische instellingen of met de andere grondslagen van de rechtsstaat."

 

In die zin vormen extremisme en ideeën die daaruit voortvloeien een latent gevaar voor de Belgische Staat die net op de beginselen van democratie en de mensenrechten is gebaseerd.

 

13.03  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, uit uw omstandige antwoord kan ik afleiden dat er bijzonder veel aandacht is voor wat hier voorligt.

 

Het is natuurlijk heel moeilijk een inkijk te krijgen in wat in iemands hoofd gebeurt. Dat begrijp ik. Ik begrijp ook dat zulks niet altijd even makkelijk is.

 

Ik ben echter blij dat er aandacht voor is. De ideologie is immers inderdaad vrij. Het gaat echter om mensen die in overheidsdienst werken en zich daarvan bewust moeten worden. Wij moeten alle vormen van racisme en discriminatie bestrijden, vooral wanneer het over de veiligheid gaat. Defensie is nu eenmaal een veiligheidsdienst. Wanneer het over de veiligheid gaat, kunnen wij niet voorzichtig genoeg zijn.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

De voorzitter: Dan komen we aan de samengevoegde vraag van collega's Moscufo en Jadin over de deelname van België aan de NAVO-oefening Defender 2020. Madame Jadin, vous avez la parole.

 

13.04  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, je constate que j'ai réintroduit ma question, alors que le ministre y avait déjà répondu au mois de janvier.

 

De voorzitter: De vraag kan dus teruggetrokken worden. Het is ook zo dat we in het kader van Defender 2020 een bezoek zullen brengen en dat de betrokken generaal naar alle waarschijnlijkheid op 11 maart naar hier komt voor een toelichting.

 

13.05  Kattrin Jadin (MR): Dat is goed, ik noteer het. Bedankt.

 

14 Question de Kattrin Jadin à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L’utilisation de chars Piranha dans la mission en Jordanie" (55002958C)

14 Vraag van Kattrin Jadin aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het inzetten van Piranhapantservoertuigen bij de legeroefening in Jordanië" (55002958C)

 

14.01  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le ministre, à 13 h, nous allons organiser des auditions relatives à des achats militaires remontant à quelques années. En effet, nous avons dû constater que certains matériels concernés étaient défectueux, voire n'avaient jamais pu être opérationnels à 100 %. Leur achat ainsi que leur remise en état furent particulièrement onéreux. C'est notamment le cas des chars "Piranha".

 

Au mois de janvier, la composante Terre a annoncé qu’elle se livrerait à un grand exercice – baptisé "Lion Desert" - en Jordanie. Cette mission est organisée afin que les soldats puissent se déployer dans un milieu tropical et que les unités motorisées puissent s'entraîner dans des conditions désertiques. La composante Terre veut donc s'exercer dans un environnement exigeant et être ainsi préparée au mieux.

 

De plus, cet entraînement est nécessaire pour maintenir le caractère attrayant et valoriser le métier de militaire à destination des jeunes recrues, mais aussi pour préserver la crédibilité de notre armée aux yeux de ses partenaires internationaux. Pour ce faire, les chars de combat "Piranha" seront également utilisés - alors qu’ils n’ont jamais été réellement opérationnels.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous rappeler dans quel état se trouvent ces chars de combat? Cela nous sera fort utile. Pouvez-vous également nous expliquer l'avantage d'y recourir à l'occasion de cet exercice très particulier? Enfin, pourquoi l’armée belge utilise-t-elle ces véhicules qui, en principe, ne sont pas entièrement opérationnels dans un entraînement en Jordanie, alors que celui-ci revêt une grande importance au regard de notre crédibilité envers nos partenaires inter­nationaux?

 

14.02  Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, madame Jadin, selon la terminologie militaire, l'AIV Piranha est un véhicule blindé d'infanterie. Celui-ci n'est pas catalogué comme un char de combat comme le sont les chars Leopard 2 allemands, l'Abrams américain ou le Leclerc français. Les AIV Piranha constituent les véhicules organiques de trois bataillons d'infanterie: régiment 1/3 Lanciers, régiment des Chasseurs ardennais et bataillon Bevrijding – 5 Linie et sont régulièrement déployés en opération comme c'est le cas dans les pays baltes.

 

Les différentes versions de Piranha sont opérationnelles, exception faite des munitions flèches du canon 90 mm. Dans ce cadre, il a été décidé de ne plus utiliser ce type de munitions avec la version DF90 (Direct Fire 90) de l'AIV. L'utilisation d'autres types de munitions ne pose aucun souci.

 

Un des terrains d'action éventuels pour une compagnie inter-armes, dont une grande partie des véhicules seront des AIV Piranha, est le Sahel. Il est, dès lors, extrêmement important d'entraîner notre personnel à utiliser ces véhicules dans des conditions aussi proches que possibles de celles qui pourraient être rencontrées dans le Sahel. C'est tout le sens de l'exercice Desert Lion qui aura lieu prochainement en Jordanie.

 

Dans le cadre de cet exercice, plus de 150 véhicules seront déployés, dont une trentaine d'AIV. Outre l'entraînement du personnel, ce sera également l'occasion de tester notre matériel dans des conditions désertiques extrêmement contraig­nantes et de s'assurer que nos procé­dures logistiques et médicales sont parfaitement en mesure de soutenir des opérations réelles.

 

De par l'emploi des moyens déployés, mais aussi de par l'intégration des moyens des partenaires participant à cet exercice de haute intensité en milieu désertique, l'exercice Desert Lion con­stituera une excellente vitrine pour la promotion de notre crédibilité opérationnelle envers nos partenaires internationaux.

 

14.03  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le ministre, vous avez été très rapide. J'aimerais pouvoir disposer de la version écrite de votre réponse, si c'est possible. Je suis évidemment très favorable à cette mission. Ne vous méprenez pas. Ce n'est pas du tout ce que j'ai dit. Je suis évidemment très heureuse que nos soldats puissent s'exercer à l'étranger, que ceci puisse constituer une vitrine importante pour notre armée. Je serai toujours de cet avis et pour défendre ceci de manière positive.

 

Je m'étonnais seulement de l'utilisation de ce véhicule, dont j'ai appris que ce n'est pas un char au sens propre du terme. J'étais surprise d'apprendre l'utilisation du Piranha. C'est la raison pour laquelle j'ai posé cette question. Je relirai à tête reposée la réponse qui vient de m'être donnée.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Sander Loones aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De komst van een asielcentrum te Sijsele" (55003143C)

15 Question de Sander Loones à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La création d'un centre d'accueil pour demandeurs d'asile à Sijsele" (55003143C)

 

15.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, West-Vlaanderen en Defensie zijn een prachtige combinatie. Wanneer men deze combinatie wat verder doortrekt met het asielbeleid van deze restregering, dan wordt het beeld helaas iets minder prettig. We zien dat het lakse migratie­beleid een grote impact begint te hebben. Het budget van Fedasil, dat instaat voor de asiel­opvang, explodeert. Normaal gezien zou dat voor de laatste vier jaar en een paar maanden 320 miljoen euro moeten zijn, maar daar is 235 miljoen bovenop gekomen. Bovendien moet er een plaats gezocht worden voor al die mensen. Daarbij is het duidelijk dat men met dwingende blik richting Defensie heeft gekeken om hier opnieuw bij te springen en ervoor te zorgen dat mensen die in een asielprocedure zitten ook opvang zouden krijgen, zeker in de koude wintermaanden.

 

Men denkt voor West-Vlaanderen aan Poelkapelle en Koksijde. Ook mijn eigen gemeente Sijsele was recent in het nieuws. Daarover zijn een aantal vragen te stellen.

 

Als we de media mogen geloven, lijkt er een goede overeenkomst gevonden te zijn tussen Defensie en de stad Damme en Sijsele, waardoor zij de site zouden kunnen verwerven en er een wijk van de toekomst zouden kunnen inrichten of evenementen zouden kunnen organiseren. Dat is een piste die al langer op tafel lag. Er worden wel wat vragen gesteld over hoe het nu precies zit met de asielopvang.

 

Als we goed geïnformeerd zijn, zou er in de overeenkomst met Defensie staan dat er vanaf de maand maart 2020 twee jaar lang asielzoekers zouden kunnen opgevangen worden. Is dat correct?

 

Er wordt ook gesproken over de sanering van de site van Defensie. Hebt u daarover meer informatie? Hoe zullen de kosten daarvoor verrekend worden? Vallen ze allemaal ten laste van Defensie of ook van de stad?

 

15.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Loones, er is een onderling akkoord bereikt tussen Defensie en de West-Vlaamse Intercommunale, de toe­komstige eigenaar van de militaire site in Sijsele, over de aanpak van de verwerving van deze site, alsook over het verloop van de bodemsanering.

 

Er is weliswaar geen rol weggelegd voor Defensie in de promotie van het reconversieproject voor de leegstaande kazerne. De intentie bestaat erin om via een domeinconcessie het terrein beschikbaar te stellen aan de West-Vlaamse Intercommunale in afwachting van de onteigening. Er werd een domeinconcessie opgesteld ten voordele van het Rode Kruis met ingang van 10 februari 2020, lopende tot 31 januari 2022.

 

De raming voor de kosten van de bodemsanering bedraagt   miljoen euro ten laste van Defensie. Voor de overdracht daarentegen zijn er geen kosten voor Defensie. De timing voor de onder­tekening van de verkoopsakte is afhankelijk van de voordracht van de onteigeningsmachtiging door de West-Vlaamse Intercommunale aan de bevoegde instantie.

 

15.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, het is mooi dat u bijspringt. Defensie schiet altijd te hulp. Maar laat ons eerlijk zijn, dat is niet de kerntaak van Defensie. Bij crisissituaties, zoals de Europese asielcrisis in 2015, is het goed dat ook Defensie zijn steentje bijdraagt. Vandaag is de situatie echter anders. Het lijkt immers veeleer om een zelf afgeroepen crisis te gaan. Nergens in Europa of toch in West-Europa is er een probleem. Alleen bij ons is dat het geval.

 

Dat Defensie opnieuw te hulp schiet, mag dus mooi zijn, maar het is niet diens kerntaak, zeker niet met het oog op de eigen noden en projecten van Defensie. Er moeten immers basissen en kazernes worden overgedragen, zoals de kazerne van Sijsele, wat bij Defensie geld kan binnen­brengen.

 

Ik heb trouwens net een soortgelijke vraag ingediend over Koksijde, een basis die ook zou verhuizen naar Oostende, maar waarbij er een plan is om op landbouwgrond toch nog een helikopterplatform aan te leggen. Dat is ook een investering waarbij wel enige vragen kunnen worden gesteld. Ik heb over dat dossier een nieuwe vraag ingediend.

 

Het dossier komt in de toekomst zeker nog aan bod.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55003176C van mevrouw Jadin is omgezet in een schriftelijke vraag. De samengevoegde vragen nr. 55003290C van de heer Lacroix, nr. 55003355C van mevrouw Rohonyi en nr. 55003396C van de heer Bayet is op vraag van de heer Lacroix uitgesteld. Vraag nr. 55003297C van mevrouw Creemers komt te vervallen aangezien wij niets van haar vernomen hebben. Vraag nr. 55003299C van de heer Bayet is omgezet in een schriftelijke vraag.

 

Wij komen dus bij vraag nr. 55003310C van de heer Verduyckt. Ik stel voor dat zijn vraag de voorlaatste vraag voor vandaag wordt.

 

16 Vraag van Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De aanhoudende waterproblemen in de onderofficierenschool van Saffraanberg" (55003310C)

16 Question de Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les problèmes d'eau persistants à l'école des sous-officiers de Saffraanberg" (55003310C)

 

16.01  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, ik had nooit gedacht dat ik in het Parlement vragen zou stellen over een douche die niet werkt, maar het is misschien toch een symbooldossier.

 

Wij hebben hierover in het verleden al gesproken. Uw voorganger, de heer Reynders, zei dat de problemen opgelost waren, maar het blijkt dat dit vandaag nog altijd niet het geval is. Het triestige van dit verhaal vind ik dat het over een school gaat waar wij mensen opleiden tot onderofficier van het leger en dat de schoolcommandant op tv zelfs moet toegeven dat mensen al hebben afgehaakt wegens de problemen op de school. Dat kunnen wij absoluut niet tolereren, te meer omdat men blijkbaar heeft geprobeerd de school aan te sluiten op het gewone waternet, wat blijkbaar niet is gelukt. Ik weet alleszins niet wat er aan de hand is.

 

Ik heb hierover de volgende vragen, mijnheer de minister.

 

Hoe zit het nu met de problemen? Was de informatie van uw voorganger voorbarig, want hij zei dat het probleem opgelost is, wat blijkbaar niet zo is?

 

Hoe komt het dat de militaire site niet kan worden aangesloten op het gewone waternet. Vandaag werkt de site met een waterput. Er is blijkbaar een aantal pogingen geweest om dat te veranderen. Klopt die informatie?

 

Meer algemeen, wat betreft de strategische visie inzake de aanpak van de kazernes. Uw voorganger zei dat er daarover een aantal zaken is voorzien in de strategische visie. Ik heb die aanpak nergens gevonden en vraag mij dus af waar ik die kan vinden en wat de stand van zaken hieromtrent is.

 

16.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Verduyckt, de informatie gegeven in november 2019 was correct. De problemen met de waterverdeling van 2019 waren te wijten aan lekken in het onder­grondse leidingennet, die hersteld werden.

 

Begin februari dit jaar werd de watervoorziening via eigen waterwinning omgeschakeld naar aanvoer van water via het openbaar net. Bij de inbedrijfname van de aansluiting bleek echter dat de piekafname van het kwartier hoger was dan wat de watermaatschappij kan aanleveren, hetgeen gedurende twee dagen voor een onderbreking van enkele uren heeft gezorgd. Hierop werd beslist om opnieuw om te schakelen naar de eigen waterwinning in afwachting van een oplossing ten gronde voor een aansluiting op het openbaar net.

 

Voor wat betreft het sanitair warm water voor de douches werden de noodzakelijke tijdelijke herstellingen uitgevoerd. De definitieve herstelling zal via een grondige renovatie worden aangepakt in de tweede helft van 2020.

 

De strategische visie van Defensie voorziet de komende 10 jaar in een inhaalbeweging om de verouderde gebouwen te laten beantwoorden aan de norm. In lijn hiermee werd het budget van het investeringsplan infrastructuur in 2020 opge­trokken tot 75 miljoen euro om in de komende jaren verder te stijgen naar 100 miljoen euro per jaar, naast de investeringen in capacitaire infrastructuur en het nieuwe hoofdkwartier van Defensie.

 

Gezien enerzijds de omvang van de nodige investeringen en anderzijds de tijd, nodig voor de realisatie van grote nieuwbouw- of renovatie­werken, zal het nog meerdere jaren duren vooraleer de resultaten van deze aanpak veralgemeend zichtbaar worden.

 

16.03  Kris Verduyckt (sp.a): We zullen het praktische geval van Saffraanberg blijven opvolgen. Ik hoop dat de problemen daar opgelost geraken, want dit werpt een smet op de school daar. Als het in het algemeen over de kazernes gaat, vindt u in ons een bondgenoot. Dit is inderdaad een duidelijke prioriteit, eerder dan extra vliegtuigen aan te kopen zoals u daarstraks hebt gesteld.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Samengevoegde vragen van

- Stefaan Van Hecke aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De afluisterpraktijken van de VS d.m.v. apparatuur van Crypto AG" (55003359C)

- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De afluisteroperatie Rubicon door middel van Crypto-apparaten" (55003428C)

17 Questions jointes de

- Stefaan Van Hecke à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les mises sur écoute par les États-Unis au moyen d'un appareil de Crypto AG" (55003359C)

- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'opération d'écoute Rubicon au moyen d'appareils de la société Crypto" (55003428C)

 

17.01  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, internationale media brachten vorige week naar buiten dat de Amerikaanse inlichtingen­diensten jarenlang een grote groep landen, zowel vijanden als bondgenoten, hebben afgeluisterd via apparatuur van het encryptiebedrijf Crypto. De CIA en de BND werden via een achterpoortje eigenaar van dat bedrijf en bouwden achterpoortjes in die ze makkelijk konden kraken. Meer dan 120 landen zouden klant geweest zijn van Crypto. Ook bondgenoten als Italië en Spanje werden afgeluisterd. Volgens Nederlandse berichtgeving zou bovendien ook België afgeluisterd zijn.

 

Mijnheer de minister, heeft ons land de voorbije decennia apparatuur van Crypto aangeschaft? Zo ja, welke diensten gebruikten die apparatuur en wanneer? Zo niet, hoe werd verzekerd dat België bij andere bedrijven geen gelijkaardig risico loopt? Door welke landen wordt de apparatuur geprodu­ceerd?

 

Was ons land op de hoogte van de afluisterpraktijken via apparatuur van Crypto? Zo ja, sinds wanneer? Hebt u stappen ondernomen om de Belgische veiligheidsinfrastructuur beter te beschermen? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor de communicatie met andere landen die Crypto wel gebruiken? Zo niet, welke gevolgen heeft dat voor de veiligheidsinfrastructuur van ons land? Welke stappen zult u ondernemen?

 

17.02  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, de realiteit is soms beter dan fictie. Dit is immers een bijzonder verhaal. Eigenlijk is het heel logisch, men gebruikt codeermachines waarmee niet alleen Amerika maar ook Duitsland, wat nog veel erger is aangezien het een van onze Europese bondgenoten is, via een achterpoortje mee­luisteren.

 

De eerste vraag die terzake rijst is of ons land ook is afgeluisterd. Zijn daar aanwijzingen voor? Gebruikt het Belgische leger die apparaten nog steeds? Was dit nieuws voor het Belgische leger? Wist u dat er iets aan de hand was of viel men bij de Veiligheid van de Staat ook van zijn stoel? Geeft dit geval aanleiding tot een intern onderzoek?

 

17.03 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Van Hecke, mijnheer Verduyckt, Defensie heeft in de jaren '50 een aantal encryptietoestellen van Crypto AG aangekocht. Deze werden tot midden jaren '60 gebruikt om de communicatie met operaties in het buitenland te verzekeren.

 

Sindsdien heeft Defensie enkel encryptietoestellen aangekocht die door de NAVO en de EU goedgekeurd zijn voor het vercijferen van geclassificeerde informatie. Deze toestellen worden geproduceerd in twee Europese landen. Momenteel worden ook eigen nationale encryptie­producten ontwikkeld in samenwerking met de Belgische industrie en universiteiten.

 

Uit de informatie die momenteel beschikbaar is blijkt dat Defensie niet op de hoogte was van problemen met de apparatuur van Crypto AG.

 

Voor de geclassificeerde communicatie met kleine detachementen in het buitenland gebruikt Defensie haar eigen implementatie van een onbreekbaar vercijferingsalgoritme, waarbij de sleutel slechts één keer gebruikt kan worden om één enkel bericht te vercijferen en na gebruik de sleutel vernietigd wordt. Voor de vercijferde communicatie van de militaire netwerken in België en in het buitenland past Defensie een crypto­beleid toe conform het NAVO- en EU-beleid, waarbij enkel encryptietoestellen gebruikt worden die een NAVO- of een EU-certificatie hebben. Daarop wordt vervolgens een dubbele encryptie geïmplementeerd door middel van bijkomende hardware of software matrixvercijfering.

 

Defensie heeft voor haar bilaterale communicatie met partnerlanden nooit gebruikgemaakt van encryptietoestellen van Crypto AG. Via die bilaterale verbindingen wordt alleen nationaal geclassificeerde informatie verstuurd die vrij­gegeven kan worden aan de partner.

 

Ten gevolge van de informatie die in de pers is verschenen over de spionageoperatie Rubicon door gebruikmaking van encryptiemateriaal, zal het Comité I binnenkort een onderzoek starten.

 

17.04  Stefaan Van Hecke (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u zegt eigenlijk dat wij ons niet al te veel zorgen moeten maken. Dat wil ik gerust geloven. Wie kan echter bevestigen dat de door de NAVO goedgekeurde of geleverde apparatuur veilig is? Wie levert de onderdelen van die apparatuur?

 

Ik heb ook vernomen dat het Comité I een onderzoek zal uitvoeren en dat lijkt mij een goede zaak, zodat het grondig uitgespit kan worden. Als het rapport daarover klaar is, kunnen we bekijken welke conclusies wij daaruit moeten trekken.

 

17.05  Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, ik sluit mij aan bij mijn collega. De schade lijkt op het eerste gezicht beperkt te zijn, als ik u mag geloven. Een en ander bewijst wel dat wij op onze hoede moeten blijven in dergelijke zaken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 12 h 04.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.04 uur.