Commission
des Relations extérieures |
Commissie
voor Buitenlandse Betrekkingen |
du Mardi 18 juillet 2023 Après-midi ______ |
van Dinsdag 18 juli 2023 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.00 uur en voorgezeten door mevrouw Els Van Hoof.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 00 et présidée par Mme Els Van Hoof.
01.01 Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, hier ben ik opnieuw over de op 9 juni 2022 aangenomen resolutie betreffende de illegale adoptie.
Ik val ietwat in herhaling, maar ik vind het toch belangrijk om hierop terug te komen. In die resolutie wordt onder andere aan de regering gevraagd om een administratief onderzoek te laten uitvoeren en om structureel en institutioneel bijstand te verlenen bij de zoektocht van geadopteerde personen, bijvoorbeeld via diplomatieke steun.
Deze resolutie bevat een aantal verzoeken die gericht zijn aan de minister van Justitie, maar ook gedeeltelijk of geheel aan u. Een aantal parlementsleden heeft op regelmatige tijdstippen vragen gesteld aan de minister van Justitie, maar ook aan u. Tot mijn verbazing kregen wij heel vaak het antwoord dat u niet bevoegd was, maar dat u wel uw engagement wilde tonen en zeker wilde bekijken wat u met de resolutie kon doen. Er kwam echter nooit een antwoord op concrete vragen.
Eind mei bood een krantenartikel mij een handvat om u te tonen dat er wel degelijk zaken in uw archief zitten en dat u dus zeker iets kunt doen. Ik was heel verbaasd met uw antwoord, en ik hoop dat u dat kunt begrijpen. Ik heb de documenten zelf gezien en toch zegt u tot twee keer toe dat er niets is. Dat brengt bepaalde emoties teweeg, niet alleen bij mij, maar ook bij de mensen die ook nu weer aan het luisteren zijn. Uit de vele gesprekken met geadopteerden leren we dat zij bijzonder weinig hulp krijgen in hun zoektocht. Ik spreek ook uit eigen ervaring. Wij krijgen heel vaak de boodschap dat de archieven niet meer bestaan of dat er een brand of een overstroming is geweest. Ik zeg niet dat u dat zegt, maar dat zijn zaken die wij vaak te horen krijgen.
Als u dan beweert dat er niets is, terwijl dat wel zo is, dan brengt dat gevoelens van hopeloosheid en woede met zich mee. Ik wil van u vernemen wat u gedurende dat jaar hebt kunnen doen met de verzoeken die u aanbelangen, en meer bepaald verzoeken 3.1, 3.5, 3.8, 3.10 en 3.12.
De minister van Justitie heeft na lang aarzelen al een aantal gesprekken gevoerd met de gemeenschappen en met belangenverenigingen. Is er overleg gepleegd tussen uw kabinet en dat van Justitie over een mogelijke samenwerking? Wat is er afgesproken en in hoeverre was u daarbij betrokken? Hebt u of heeft uw kabinet of de FOD Buitenlandse Zaken ooit zelf contact opgenomen met de belangenverenigingen om goed te begrijpen wat zij precies wensen? De minister van Justitie heeft dat moeten doen.
Wat ik helemaal vreemd vond, is dat een collega van de MR, de heer Bombled, wordt ingeschakeld om de vraag opnieuw te stellen en u dan antwoordt ‘après vérification’. Wat voor controle diende er dan nog te gebeuren? U zei dat er niets was, maar toch moest het nog eens worden nagegaan, terwijl ik nog steeds diezelfde documenten in handen heb. Waar ging dit om?
Dan is er uw mail van 8 juli. Ik verwijs er niet naar in mijn interpellatie omdat hij toen alleen verstuurd was naar de commissievoorzitter, twee collega’s van de MR en naar mezelf. Intussen heb ik de commissievoorzitter gevraagd om die mail aan alle leden van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen te bezorgen. Het leek me immers fair dat iedereen over deze informatie zou beschikken.
In die mail zegt u dat er uiteindelijk toch pertinente documenten zijn gevonden.
Verder stelt u het onderzoek toch voort te zetten en een rapport te verwachten tegen media september. Dat laatste verheugt me.
Onderaan die mail vallen mij een aantal zaken op. Ik vind het zeer vreemd dat een dame met naam en toenaam wordt genoemd. Ik weet niet of dit de juiste manier is om de persoon in kwestie de zwartepiet toe te schuiven. Volgens mij was het niet nodig om die vrouw te vernoemen. In de laatste zin van de adviseur-generaal kan men lezen dat mevrouw Fierens een afspraak heeft gevraagd op 17 juli. Zij heeft op 7 juli de bevestiging gekregen dat zij welkom was op 17 juli en zij heeft de afspraak bevestigd. Enkele uren later kreeg zij echter een mail met de melding dat de afspraak toch niet zou kunnen plaatsvinden aangezien een archivaris die dag niet aanwezig zou kunnen zijn en zij kreeg de vraag of zij op een later moment een nieuwe afspraak kon maken. Het kan voorvallen dat een afspraak niet kan doorgaan. Er staat echter in die mail: “Mevrouw Fierens heeft gevraagd om opnieuw langs te komen op 17 juli. We hebben voorlopig gevraagd dit bezoek uit te stellen tot de daaropvolgende week in afwachting van verdere instructies.” Verdere instructies van uw kabinet lijkt me iets anders te zijn dan de afwezigheid van een archivaris. Deze gang van zaken wekt argwaan op.
Verder is er nog iets bijzonder vreemd. In het artikel van De Morgen over de Zuid-Koreaanse wantoestanden vroeg men uw FOD om een reactie. Er valt het volgende te lezen: “Buitenlandse Zaken geeft als reactie dat de zaak destijds blijkens de documenten werd onderzocht met de nodige due diligence, maar blijft verder karig met commentaar.” Als een journalist uw administratie naar dat dossier vraagt, bevestigt die dat het destijds werd onderzocht en onthoudt ze zich van verdere commentaar.
Uit het artikel blijkt dat de FOD er op dat moment – eind mei – wel degelijk van op de hoogte werd gesteld dat er documenten te vinden zijn. Het is heel vreemd dat er in uw mail van die bewuste zaterdag staat dat het nog eens nagekeken is en dat er dan iets werd gevonden. Uw FOD wist dat toen al. Het is heel moeilijk om alle puzzelstukjes in elkaar te steken. Waarschijnlijk was u daar zelf niet van op de hoogte, maar u zult begrijpen dat dat bij mij wantrouwen opwekt en dat ik mij de vraag stel waarover het gaat.
Ik moet ook nog verwijzen naar een overleg dat heeft plaatsgevonden op 24 maart. Daar vroeg iemand van de beleidscel van Justitie letterlijk of een onderzoek van de FOD Buitenlandse Zaken nuttig zou kunnen zijn in verband met de archivering. Daar wordt volmondig ‘ja’ op geantwoord, maar wat is er sindsdien gebeurd? Ergens was er iemand wel mee bezig, maar de transparantie en de doorstroming naar u blijken op zijn minst gezegd gebrekkig te zijn geweest.
Kunt u duidelijkheid scheppen in het dossier, mevrouw de minister, zodat wij weer bezig kunnen zijn met de kern van de zaak, namelijk het onderzoek dat eigenlijk al bijna afgerond had moeten zijn?
01.02 Minister Hadja Lahbib: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Ingels, allereerst wil ik u zeggen dat ikzelf en mijn diensten deze problematiek, dit pijnlijk stuk van onze geschiedenis, zeer ernstig nemen. Ik ben ervan overtuigd dat wij er als overheid alles aan moeten doen om de waarheid over die illegale adopties te achterhalen. Alle betrokken personen verdienen de waarheid over hun geboorteouders en familiegeschiedenis en zij verdienen het om gehoord en begrepen te worden. Daarom verzeker ik u dat Buitenlandse Zaken de delen van de resolutie van 9 juni 2022 over illegale adoptie die onder haar bevoegdheid vallen volledig en in alle transparantie zal uitvoeren. Dit is een onderwerp dat ons na aan het hart ligt. Wij werken eraan, in samenwerking met Justitie, dat de leiding heeft over het onderzoek. Wij doen er alles aan om vooruitgang te boeken met de middelen waarover we beschikken en met de archieven, maar ook met de hulp van bilaterale ontmoetingen.
Gisteren nog heb ik een memorandum of understanding ondertekend met Guatemala over het opzetten van een politiek overlegmechanisme tussen onze twee ministeries. Het eerste toepassingsgebied zou illegale adoptie kunnen zijn. Ik heb die gevoelige kwestie voor onze beide landen dan ook aangehaald bij mijn ambtgenoot. Ik vertelde hem over de parlementaire resolutie en de missie die wij hadden gekregen en ik vroeg hem om medewerking, omdat sommige van de kinderen die in België zijn geadopteerd, ook uit Guatemala komen. Mijn collega was volledig bereid om mee te werken, in het bijzonder via een DNA-databank, die Guatemala heeft opgezet. Onze post in Panama, die verantwoordelijk is voor Guatemala, zal dat opvolgen.
En ce qui concerne la mise en œuvre de la résolution, mon collègue ministre de la Justice a exposé en commission la manière dont les travaux allaient se dérouler. Je reviens donc ici uniquement sur les domaines de compétence des Affaires étrangères. Mon collègue en charge de la Justice pourra faire le point sur l'ensemble de l'exercice ainsi que sur l'état d'avancement du rapport francophone et des travaux menés avec les Communautés.
De FOD Justitie heeft op 24 maart 2023 inderdaad de Commissie van Overleg en Opvolging inzake Adoptie samengeroepen. De vergadering stond uitsluitend in het teken van de uitvoering van de resolutie. De FOD Buitenlandse Zaken heeft daaraan deelgenomen en zijn volle medewerking verzekerd. Tijdens de vergadering werden ieders taken en bevoegdheden onderzocht en verduidelijkt.
Par souci de clarté, si vous le voulez bien, je vais partager avec vous les tâches et compétences qui ont été identifiées pour le FOD Buitenlandse Zaken: collaborer avec le SPF Justice et les Communautés à une étude historique en Belgique et à l'étranger, éventuellement au moyen d'une étude complémentaire réalisée par un groupe d'experts. Comme vous le savez, il est prévu que les experts francophones et néerlandophones procèdent à une mise en commun de leurs conclusions. Sur cette base, il sera examiné comment aller de l'avant. Mais je reviendrai plus tard sur la question des archives.
Inzake het niet meewerken aan internationale adopties met landen in oorlog of met landen waar er een ramp is gebeurd, kan ik meegeven dat er een voorstel tot wijziging van het akkoordprotocol van de Commissie van Overleg en Opvolging inzake Adoptie is gedaan om een verbod op adopties toe te voegen uit landen in oorlog of landen die het slachtoffer zijn van natuurrampen. De minister van Justitie heeft mij laten weten dat het gewijzigde protocol aan de volgende vergadering van de Commissie van Overleg en Opvolging inzake Adoptie zal worden voorgelegd.
Op de consulaire hulp aan geadopteerden in hun land van herkomst kom ik nog terug.
La question posée était ensuite de savoir si le SPF Affaires étrangères pouvait intervenir en cas de problèmes à l'étranger, par exemple dans le cas où les États-Unis refusent de délivrer des visas à des personnes adoptées de manière frauduleuse. Les Affaires étrangères peuvent en fait solliciter les autorités américaines sur des cas précis de refus de délivrance d'un visa ou d'un ESTA en raison d'une situation engendrée par une adoption illégale.
Des questions ont également été posées sur la possibilité pour les Affaires étrangères de faciliter ou permettre des tests ADN, mais cela doit être étudié au cas par cas. En effet, la situation, les services médicaux disponibles et la législation applicable dans chaque pays sont différents. La question de la base légale doit aussi être clarifiée.
Enfin, quant à l'élément transversal de la recherche entre l'État fédéral et les entités fédérées de possibilités de renforcer la coopération en matière d'adoption internationale en ce qui concerne la conformité du pays d'origine par rapport à la convention de La Haye, ce point fait l'objet d'un suivi par les Communautés et sera abordé en Commission de concertation et de suivi, comme me l'a fait savoir le cabinet de la Justice.
En outre, les initiatives de suivi nécessaires devraient être prises par le SPF Justice qui prévoit de nouvelles réunions à l'automne. Pour ce qui concerne les Affaires étrangères, il y a eu encore des contacts entre mon cabinet et celui de la Justice. Je précise à cet égard qu'à propos des associations, ma prédécésseure ainsi qu'un membre de mon cabinet ont rencontré Mme Fanon, de l'association Racines Perdues. Je proposerai d'ailleurs une nouvelle rencontre avec les associations afin de faire une mise à jour de nos recherches dans les archives et des actions entreprises par les Affaires étrangères car j'ai demandé à mes services d'effectuer une nouvelle recherche plus approfondie dans les archives qui sera présentée en septembre prochain – de là mon souhait de vous revoir à la mi-septembre.
Par ailleurs, la Direction générale des Affaires consulaires du SPF Affaires étrangères a reçu le Centre flamand de l'adoption (VCA) qui est venu expliquer plus en détail la nouvelle méthode de travail en matière d'adoption internationale suite au rapport du groupe d'experts sur les adoptions internationales.
Dans le cadre de cette rencontre, il a été
décidé qu'il serait utile que le VCA organise également une présentation
virtuelle de cette nouvelle méthode de travail à l'attention des postes
consulaires de carrière. Cette
réunion virtuelle aura également lieu à l'automne.
De Directie-generaal Consulaire Zaken van de FOD Buitenlandse Zaken zal aan de diensten van de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd zijn voor adoptie eveneens voorstellen om een gelijkaardige presentatie te geven.
In het kader van de resolutie heeft de FOD Buitenlandse Zaken aan onze ambassades in Denemarken, Nederland, Zwitserland, Frankrijk, Ierland en Zweden gevraagd om contact op te nemen met de lokale overheden van hun consulair rechtsgebied om informatie te krijgen over hoe en op welke manier deze landen contact hebben over adoptie met de herkomstlanden en wat hun bevindingen zijn over die herkomstlanden.
Aan onze ambassades in Addis Abeba, New Delhi, Santiago, Panama City voor Guatemala, Bogota, Kinshasa en Seoel werd daarenboven gevraagd contact op te nemen met hun Deense, Nederlandse en Zwitserse collega’s om de hiervoor vermelde informatie te vergaren en om aan de FOD Buitenlandse Zaken een lijst door te sturen met betrouwbare door hun diensten gekende advocaten die gespecialiseerd zijn in adoptie.
L'objectif de cette consultation est de sensibiliser nos missions diplomatiques à cette question, d'identifier les bonnes pratiques qui pourraient être utiles à la Belgique et de connaître les acteurs locaux compétents en vue d'une collaboration future.
Tous les pays contactés ont déclaré avoir connaissance de pratiques d'adoption illégales. Les pays d'origine les plus fréquemment cités à cet égard sont l'Éthiopie, la Colombie, la République démocratique du Congo, l'Inde, le Panama, le Chili, la Corée du Sud, le Sri Lanka, le Guatemala, le Bangladesh, l'Indonésie, le Brésil, la Chine, la Pologne, le Liban, le Pérou, la Roumanie, le Cambodge et la Thaïlande. Cette liste est longue, mais je suis persuadée qu'elle n'est pas exhaustive.
Certains pays comme les Pays-Bas, le Danemark et la Suède sont déjà assez avancés dans leurs enquêtes sur les pratiques illégales en matière d'adoption, mais d'autres, comme la France, commencent tout juste à enquêter. Une coopération avec ces pays devra être envisagée pour unir nos forces et partager les tâches.
En outre, le SPF Affaires étrangères a demandé à toutes les ambassades de Belgique à travers le monde de vérifier dans leurs archives consulaires et diplomatiques respectives tous les dossiers éventuels relatifs aux adoptions et de vérifier si elles ont été contactées par des Belges adoptés dans le cadre de leur adoption et/ou dans le cadre d'une recherche sur l'origine, ainsi que la fréquence de ces contacts et s'il y a eu des plaintes concernant des adoptions. J'espère pouvoir vous donner rapidement les résultats de cette enquête ainsi que les points d'action qui seraient soulevés.
En complément des débats qui ont déjà eu lieu en commission des Relations extérieures, je voudrais aussi apporter les précisions suivantes.
Wat betreft de archieven van Buitenlandse Zaken, ik heb uitgelegd wat er volgens mijn diensten in onze archieven te vinden is met betrekking tot het onderwerp illegale adopties in Korea. Mijn diensten maken gebruik van een toepassing voor dossierbeheer die werkt op basis van een dossiernummer en/of een naam van de betrokken persoon. Op basis van de naam van de betrokken persoon kunnen wij specifiek en gericht naar een bepaald dossier zoeken. Een zoekopdracht met betrekking tot alle adoptiedossiers die behandeld werden tijdens een bepaalde periode is niet mogelijk. De Dienst Burgerlijke Stand van de FOD Buitenlandse Zaken zal echter alle princiepsdossiers of landendossiers van alle landen bekijken om te zien of er eventueel een verband is met een adoptiedossier, om op die manier hopelijk iets terug te vinden.
Pour la Corée du Sud, mes services n’avaient rien trouvé. Après avoir interrogé le service des archives des Affaires étrangères, le service géographique concerné, l’ambassade belge à Séoul et le service de l’état civil des Affaires étrangères dans les archives diplomatiques, les inventaires ont été analysés à partir des mots-clés ʺCorée du Sudʺ et ʺadoptionʺ. Tous les dossiers relatifs aux relations diplomatiques avec la Corée du Sud pour les années 1972 et 1973 ont été parcourus. Un contact a également été pris avec le professeur Carbonnet de la KUL à Leuven. Il est spécialiste du Japon et de la Corée du Sud. Il connaît particulièrement bien les archives du SPF Affaires étrangères. Ses recherches qui ont été au-delà d’appuyer sur un bouton pour avoir le nom et l’endroit, etc. n’ont mené à aucun résultat positif.
Sur la base des documents évoqués par la commission, les archivistes ont procédé à des recherches complémentaires. C’est pour cela qu’on a cet email. Ils m’ont informée le 7 juillet dernier, d’où mon mail du 8 juillet, que des documents pertinents avaient finalement été trouvés mais dans un dossier multilatéral qui s’intitule ʺONU, aide humanitaire et catastrophes. Enfants du monde et terre des hommesʺ. Ces documents n’avaient pas été correctement archivés et inventoriés. C’est pourquoi ils ont été découverts parmi des documents qui traitent d’une toute autre question, une question multilatérale en l’occurrence. Cette découverte montre très bien qu’une recherche plus large est nécessaire. Je vous informe donc qu’à la suite de cette découverte, j’ai chargé mon administration de poursuivre son enquête dans les archives, de l’approfondir et d’en élargir la portée. J’ai donc demandé un nouveau rapport pour le 15 septembre que je présenterai à la commission des Relations extérieures.
Je voudrais aussi rappeler que les archives des Affaires étrangères sont disponibles et ouvertes à tous ceux qui en font la demande. Je ne suis pas au courant du changement de date de la proposition. J’ai demandé à mon collaborateur de faire une recherche à l’instant. Je vais vous lire sa réponse: ʺLes personnes qui sont intéressées peuvent toujours faire une demande en mentionnant l’objet de leurs recherches et le service des archives donnera ensuite accès aux inventaires électroniques à ces personnes et fera, dans la mesure du possible, les suggestions concernant les dossiers à consulter.ʺ
La réponse à la question que vous avez soulevée m'est parvenue. Le rendez-vous du 17 juillet aux archives donné par l'archiviste principal à la personne qui souhaite continuer ses recherches a été reporté pour raisons médicales car il souhaitait être présent.
La proposition était celle de l'archiviste. Si la personne en question ne pouvait accepter ce report, les archivistes auraient pris d'autres dispositions. Je leur ai suggéré d'interroger les chercheurs sur les documents qu'ils auraient pu trouver au cours de leurs travaux. Ces informations pourraient certainement les aider dans leurs recherches.
Sachez que j'ai, moi-même, consulté les documents retrouvés dans les archives. Je les ai d'ailleurs avec moi. Je dois dire qu'ils contiennent des éléments pour le moins interpellants et parfois même choquants quant à certaines pratiques observées entre autres en Corée du Sud.
Die documenten zijn slechts een stukje van de puzzel, maar ze zouden het onderzoek vooruit moeten helpen.
Tot slot kom ik de individuele verzoeken.
Als individuele personen ons benaderen voor een onderzoek naar hun herkomst of
in het kader van illegale adoptie, staan we hen uiteraard altijd zo goed
mogelijk bij. Wij kijken eerst in het zoeksysteem van de Dienst Burgerlijke
Stand van de FOD Buitenlandse Zaken of we eventueel een dossier over die
personen hebben. Vervolgens
bevragen we de bevoegde Belgische ambassade.
Je souhaite aussi rappeler que l'archivage et la destruction de dossiers individuels au service état civil de la Direction générale des Affaires consulaires du SPF Affaires étrangères se fait sur la base de plans de classement du SPF Affaires étrangères. Un dossier individuel est dès lors détruit – c'est intéressant à savoir – s'il n'y a eu aucun mouvement dans les dix dernières années.
Par ailleurs, le RGPD actuel prévoit que les données personnelles ne peuvent être conservées que le temps nécessaire à l'accomplissement des buts dans lesquels elles ont été recherchées. Si cette recherche s'avère vaine, nous cherchons toujours à savoir s'il existe une organisation qui s'occupe de cette question et nous partageons cette information avec la personne intéressée. Si l'adoption a été accompagnée par un organisme d'adoption, celui-ci devrait normalement disposer de plus d'informations et nous renvoyons donc la personne concernée vers cet organisme responsable de l'adoption. En outre, il est toujours possible que les Communautés compétentes et/ou le SFP Justice disposent de certaines informations. Les coordonnées de contact sont alors également communiquées à la personne concernée.
Zoals u kunt vaststellen, is de follow-up gaande. In september zal ik meer informatie hebben over de stand van zaken van de tenuitvoerlegging van de resolutie van Buitenlandse Zaken. Tegen die tijd zouden de Franstalige deskundigen hun werk moeten hebben afgerond. Dan kunnen we bekijken hoe het verder moet gaan.
Vous le voyez, le suivi est donc en cours. En septembre, je disposerai de plus amples informations sur l’état d’avancement de la mise en œuvre de la résolution en ce qui concerne plus spécifiquement les Affaires étrangères, et je partagerai tout cela avec la commission. À cette période, les experts francophones devraient avoir terminé leur travail, ce qui nous permettra d’envisager la suite de la recherche.
Je suis sincèrement convaincue que la meilleure
façon d’aller de l’avant est une collaboration constructive, une prise de
conscience et de responsabilité de toutes les autorités concernées afin d’aider
au mieux à faire la clarté et la vérité sur le passé d’enfants adoptés
illégalement, sur le sort dont furent victimes les enfants les plus
vulnérables. C’est une
question de justice et d’humanité.
01.03 Yngvild Ingels (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb drie topics.
Ten eerste, ik wil nog even ingaan op de casus Zuid-Korea, want ik wil geen misverstanden. Het is absoluut legitiem dat iemand afwezig is om medische redenen, maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat iemand te horen krijgt dat zij niet kan komen omdat de betrokken persoon die dag afwezig is, terwijl er in de mail die u hebt gestuurd, staat dat zij die dag niet kan komen omdat er op instructies van uw kabinet wordt gewacht. Dat staat erin: “in afwachting van verdere instructies”.
01.04 Minister Hadja Lahbib: (…)
01.05 Yngvild Ingels (N-VA): Ik lees wat er in uw mail staat. Het gaat dus niet over de ziekte van een persoon, maar over de twee verschillende motiveringen die wantrouwen opwekken. Daarover gaat het.
Ik wilde nog iets zeggen over Zuid-Korea. U zegt dat uw administratie en archieven dat dossier niet konden vinden in de normale zoekacties, maar waarom zegt de FOD Buitenlandse Zaken dan eind mei aan de journalist die een reactie vraagt dat het inderdaad onderzocht werd? Dan wist de FOD toch dat het dossier bestond. Dat klopt dus niet in het verhaal. U hebt daar geen antwoord op, ik ook niet. Hoe komt het dat men, toen een journalist eind mei een reactie vroeg over het dossier, zei dat het onderzocht werd, terwijl de boodschap nu is dat het dossier nog maar net gevonden werd. Ik kan dat niet rijmen, dus dat blijft een raadsel voor mij.
Mevrouw de minister, ik verneem van alles dat goed klinkt en ik ben blij dat er vooruitgang is, maar ik vraag mij het volgende af. Collega Reynaert heeft u ook al gevraagd naar wat u hebt gedaan voor de verzoeken die ik heb opgesomd en u gaf daar geen antwoord op. Waarom is er vandaag wel een antwoord en een paar maanden geleden niet? Wat als wij niets hadden gedaan, wat als er hier geen vragen waren gesteld, wat als ik u niet had geïnterpelleerd? Waarom komt de bewustwording dat er iets moest gebeuren nu pas? Ik ben heel blij dat ze er is en ik ben blij met uw initiatieven. Denemarken, Noorwegen, Zweden en Nederland staan al veel verder, dus ik ben heel blij dat u de stap hebt gezet om te luisteren naar hun ervaringen en te zien wat wij daaruit kunnen leren.
Ik ben blij met uw engagement. Ik had verwacht dat u zich op zijn minst zou verontschuldigen en zou zeggen dat u verkeerde informatie had gegeven. Het doet geen pijn om toe te geven dat u fout was ingelicht of niet helemaal wist hoe het zat en om toe te geven dat u het Parlement verkeerd hebt ingelicht. Ik had gehoopt dat u dat zou doen, maar ik ben blij met de engagementen die u aangaat en ben in blijde verwachting van wat er in september zal gebeuren.
De voorzitster: Kunnen wij het incident hier sluiten? Ik meen dat het van belang is dat we in september opnieuw een samenkomst organiseren.
Er zijn toch nog mensen die het woord vragen. Maximaal drie interpellanten krijgen elk vijf minuten, spreektijd volgens het Reglement.
01.06 Michel De Maegd (MR): Puisque vous me le suggérez, madame la présidente, je vais prendre la parole ici pour rappeler le combat permanent – en tant que présidente de la commission, vous le savez – que je mène depuis maintenant trois ans dans ce dossier. Un combat acharné, j'ose le dire. Des heures d'auditions, des heures d'auditions privées avec les victimes avant de les faire auditionner après moult efforts dans cette commission. Malheureusement, il n'y avait pas un seul journaliste pour les entendre, et c'est vraiment très dommage. Des heures de travail d'arrache-pied!
Je suis allé témoigner au siège des Nations Unies à Genève avec les victimes. À la suite de mon témoignage et de ceux des victimes, les Nations Unies ont adopté un texte pour reconnaître ces enlèvements d'enfants, ces adoptions illégales, comme étant des crimes contre l'Humanité. Pas un mot dans la presse! Et ce matin, en lisant le journal Le Soir et les propos de son journaliste, je ne peux cautionner cet article truffé d'erreurs et j'avoue être scandalisé, estomaqué!
Quand je lis que "des élus protagonistes dans la rédaction de la résolution il y a un an, parfois en pointe dans la quête de la vérité, ont regardé ailleurs, parfois étonnamment. On pense à Michel De Maegd, député MR", je ne peux pas laisser le journaliste du Soir écrire de tels mensonges, de telles approximations. Je tiens ici à dire devant la commission que je poursuis le travail en permanence, que j'aurais bien aimé que ce journaliste m'appelle et me dise vouloir me parler de ce dossier, parce que, sincèrement, je suis en contact permanent et avec le cabinet des Affaires étrangères, madame la ministre le sait, et avec le cabinet de la Justice, monsieur Van Quickenborne pourra également le confirmer, afin de faire avancer ce dossier de manière constructive, et non pas de manière politique et politicienne.
J'aimerais bien que la vérité soit rétablie et j'espère qu'elle sera rétablie dans le journal en question mais, en tout état de cause, il fallait qu'elle soit rétablie ici. Je vous remercie.
01.07 Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la ministre, je vais essayer de faire la synthèse entre la majorité et l'opposition sur ce dossier. D'abord, je me réjouis que nous soyons quelques-uns ici à nous préoccuper de cette question fondamentale sur le plan humain. Je remercie les collègues qui ont mené ce combat. Je remercie autant M. De Maegd que Mme Ingels qui a mis toute son énergie à essayer de faire avancer ce dossier récemment, ce qui n'a pas été simple.
Cela pose d'ailleurs une question générale sur l'information du Parlement. Ce n'est pas vous que je vise, madame la ministre, mais il arrive quand même assez régulièrement que les réponses au Parlement soient un peu bâclées. Je pense que c'est un effort que doit faire le gouvernement vis-à-vis du Parlement, c'est de s'assurer de la qualité des réponses qui sont fournies au Parlement. Il n'est pas inhabituel pour un parlementaire de devoir travailler à de très nombreuses reprises pour pouvoir enfin obtenir une information de qualité. À cet égard, madame la ministre, je vous remercie pour l'information de qualité que vous nous avez fournie aujourd'hui ainsi que pour les initiatives que vous prenez dans ce domaine, tant sur le plan du droit que de la documentation que vous vous engagez à fournir. Je crois que c'est important.
C'est une page, notamment sur la Corée du Sud, qui est mal connue de nos concitoyens. Pourtant, des milliers d'enfants sont concernés. Nous en connaissons tous. En tout cas, moi, j'en connais personnellement, de près. Il est donc important de retrouver les traces de ce passé, de déterminer quelles fautes ou erreurs ont été commises et de voir éventuellement comment elles peuvent être réparées aujourd'hui.
Dans cet esprit, madame la ministre, est-il déjà possible d'avoir accès aux documents que vous avez mentionnés, notamment ce document multilatéral? Il serait intéressant de profiter des grandes vacances, où nous avons un peu plus de temps, pour avoir accès à ces documents, soit ici, soit aux Affaires étrangères, de manière ouverte, pour qu'on puisse approfondir notre propre connaissance de ce dossier.
De voorzitster: Ik wil mij aansluiten bij de woorden van de heer De Maegd.
Mevrouw Ingels, u weet ook dat wij heel constructief hebben gewerkt aan die resolutie, die uitstekend was en is. Ze is wel met wat tegenkanting tot stand gekomen, maar wij hebben samen doorgezet en wij hebben de resolutie samen ondersteund. Ik vond het erg belangrijk dat u daarbij betrokken werd, en dat u uw amendement mee kon doen goedkeuren. De goede wil was er. Er zijn toen ook heel wat vragen gesteld aan minister Van Quickenborne en aan minister Lahbib ter zake.
Er zijn uitstekende organisaties, waarvan onder andere mevrouw Fierens deel uitmaakt. Het is eigenlijk toevallig, door een onderzoek naar de metissen, dat zij in contact gekomen is met dat dossier dat verkeerd gearchiveerd was.
Dankzij die onderzoekster is mevrouw Fierens daarmee in contact gebracht. Die toevalligheid heeft ertoe geleid dat wij hier vandaag samenzitten. Wij mogen daar triestig over zijn, maar wij mogen daar ook blij over zijn. Op deze manier zijn er immers heel wat zaken naar boven gekomen, dankzij die onderzoekster, die het heeft kunnen doorgeven aan het kabinet, waar men van niets wist. Dat is ook een feit.
Men kan wel zeggen niet te begrijpen dat het zo lang duurde. Die onderzoekster had misschien een signaal moeten geven naar boven, naar het kabinet of naar de administratie, dat er iets bestond dat van belang was voor mensen die illegaal geadopteerd waren, maar ik meen dat wij ons werk constructief moeten voortzetten.
Ik ben zelf ook zeer geïnteresseerd in deze resolutie. Wij hebben toen zeer emotionele hoorzittingen gehouden, die ik niet licht zal vergeten.
Wij zullen onze werkzaamheden ter zake in september voortzetten, en ondertussen loopt ook het onderzoek binnen de administratie. Op dat moment zullen wij ook iets meer weten over wat minister Van Quickenborne gevonden heeft en zullen wij het Franstalige en het Nederlandstalige onderzoek samen kunnen leggen.
Ik meen dat er in september een momentum is om alles samen te nemen en te bekijken hoe het Parlement er nog inbreng in kan brengen. In ieder geval, in september zullen wij onze werkzaamheden hervatten over dit dossier, dat van belang is voor heel wat slachtoffers ter zake, zowel de geadopteerde kinderen als de ouders.
Kortom, wordt vervolgd.
Mevrouw Ingels, ik mag u het woord niet meer geven volgens het Reglement, als ik het juist interpreteer, maar de werkzaamheden zullen zeker worden voortgezet.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.41 uur.
La réunion publique de commission est levée à 14 h 41.