Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mardi 7 novembre 2023

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 7 november 2023

 

Voormiddag

 

______

 

De behandeling van de vragen start om 9.56 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Koen Metsu.

Le développement des questions commence à 9 h 56. La réunion est présidée par M. Koen Metsu.

 

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

01 Vraag van Barbara Pas aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De illegale financiering van verenigingen in Vlaanderen door de Franse Gemeenschap" (55037279C)

01 Question de Barbara Pas à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le financement illégal d'associations situées en Flandre par la Communauté française" (55037279C)

 

01.01  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, mijn vraag werd enige tijd geleden ingediend. Ik heb ze ook al aan voormalig minister van Justitie Van Quickenborne gesteld.

 

Het Overlegcomité van 7 juni, dat u voorzit, had het over de illegale financiering van verenigingen in Vlaanderen door de Franse Gemeenschap. De RTBF had immers naar buiten gebracht dat de Franse Gemeenschap een 29-tal verenigingen in Vlaanderen subsidieert, vooral in de Vlaamse Rand, maar niet alleen daar, wat manifest ongrondwettig en strijdig met de grondbeginselen van het Belgisch federalisme is.

 

Toen ik de minister van Justitie vroeg of het parket een onderzoek over die zaak had opgestart en of hij van plan was een initiatief te nemen om het parket daartoe aan te zetten, kreeg ik op beide vragen een negatief antwoord. Daarom richt ik mij nu tot u.

 

Welk standpunt heeft de federale regering in dit dossier op het Overlegcomité vertolkt? Steunt de federale regering het pleidooi van de Vlaamse regering om een einde te maken aan die illegale financiering, zoals minister Weyts hoopt?

 

Is het Overlegcomité daarover tot een besluit gekomen? Zo ja, welk is dat?

 

Kent dat dossier nog een verder gevolg en zo ja, op welk niveau?

 

Neemt u, in tegenstelling tot de minister van Justitie, een initiatief om die ongrondwettigheid een halt toe te roepen?

 

01.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Pas, het Overlegcomité heeft akte genomen van de nota van de Vlaamse regering. Het bleek onmogelijk om een consensus te vinden in het dossier. Het dossier werd op dat niveau dus afgesloten.

 

Het gaat in de eerste plaats om een kwestie tussen twee gemeenschappen, aangezien de Vlaamse regering meent dat de Franse Gemeenschap zich mengt in de culturele bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap. De federale regering is daar niet rechtstreeks bij betrokken. Dat was evenmin het geval in eerdere, gelijkaardige zaken die voor het Grondwettelijk Hof werden gebracht. Bijgevolg zal de federale regering in de huidige stand van zaken geen bijkomende stappen ondernemen.

 

01.03  Barbara Pas (VB): Mijnheer de eerste minister, uw antwoord klonk helaas zoals ik had verwacht.

 

Het Overlegcomité lijkt steeds meer op de federale regering, want er komt geen consensus over de zaken die voorliggen. U zegt dat de federale regering niet rechtstreeks betrokken is, maar laat mij het frappant vinden dat men zo passief blijft als een konijn voor een lichtbak, terwijl er wel mogelijkheden bestaan om een ongrondwettige situatie aan te klagen.

 

Misschien moet ik de nieuwe minister van Justitie eens aan de oren trekken en vragen of hij overweegt om het parket aan te zetten om een onderzoek te openen. Blijkbaar noopt een ongrondwettige situatie alleen tot passiviteit. Ik had op meer daadkracht gehoopt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55037303C, 55037304C, 55037305C en 55037306C van de heer Calvo vervallen.

 

02 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De omzendbrief betreffende de deontologische code voor de regeringsleden" (55037409C)

02 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La circulaire relative au code de déontologie des membres du gouvernement" (55037409C)

 

02.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de eerste minister, over de deontologische code is al heel wat te doen geweest. Op het moment van de indiening van mijn vraag was de code nog niet publiek gemaakt, maar intussen is ze klaar.

 

Ik heb daarover ook een aantal schriftelijke vragen gesteld, aan u en aan alle collega-ministers, omdat de deontologische code niet alleen algemene gedragsrichtlijnen voorstelt, maar ook een aantal acties. Elke minister en staatssecretaris dient een aantal acties te ondernemen. Ze moeten bijvoorbeeld een transparantieregister bijhouden en registreren wie er op het kabinet langskomt om te lobbyen. Daarnaast moeten ze ook een aantal stappen zetten om de integriteit van hun kabinet te versterken. Daarvoor moet er een integriteits­coördinator worden aangesteld.

 

Ik heb alle ministers individueel bevraagd over hun initiatieven ter zake – zij dienen immers hun kabinetten aan te passen –, maar tot mijn verbazing weigeren ze allemaal om op mijn vragen te antwoorden. Ze verwijzen naar u om een antwoord te geven. Mijnheer de premier, uw collega's verwijzen naar u. De behandelingstermijn van mijn vraag is intussen ook al lang verstreken. U had dus al enige tijd geleden moeten antwoorden.

 

Kunt u mij heel precies, voor elke individuele minister en elk individueel kabinet, aangeven of er al een transparantieregister bestaat? Hoe loopt dat? Werden er al integriteits­coördinatoren aangesteld? Is er al een meldpunt voor integriteits­schendingen opgericht?

 

Voor mij kunt u perfect antwoorden dat elke individuele minister mij op die vragen een antwoord zal bezorgen, maar de ministers hebben me schriftelijk laten weten dat u in hun plaats zult antwoorden.

 

02.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, het transparantieregister komt binnenkort op de regeringstafel. Op dat moment zullen we bekijken of alle kabinetten daarmee in orde zijn. Inzake de coördinator is het aan de verschillende kabinetten om daarvoor een persoon aan te duiden. Het is wel aan mij om ervoor te zorgen dat de uitvoering die daaraan wordt gegeven, overeenstemt met wat is afgesproken in de deontologische code. Ik zal ook zorgen dat er een overzicht komt van de verschillende aangewezen personen. Desgewenst kunt u een schriftelijke vraag indienen om dat overzicht te krijgen.

 

02.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, die schriftelijke vraag is er al. Ze ligt al een hele tijd op uw kabinet; u had ze al moeten beantwoorden. Ik kijk dus uit naar uw antwoord, waarin u voor alle ministers individueel zult aangeven of ze al over een integriteitscoördinator en een meldkanaal in hun kabinet beschikken.

 

Het moet mij van het hart dat ik dat gebrek aan vertrouwen niet begrijp. Ik heb gewoon aan alle ministers gevraagd of ze de deontologische code al hebben toegepast en blijkbaar wordt er dan in de regering afgesproken dat de ministers niet de bevoegdheid hebben om te antwoorden. Ze verwijzen allemaal naar u. U bent blijkbaar de paraplu.

 

Ik kijk alvast uit naar uw antwoord. Mocht dat niet voldoen, dan zal ik natuurlijk weer individueel met de ministers contact opnemen. Misschien mogen ze dan wel antwoorden van u.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De alarmerende berichten vanwege de OESO, de NBB en het Planbureau" (55037458C)

03 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les informations alarmantes de l'OCDE, de la BNB et du Bureau du Plan" (55037458C)

 

03.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, een aantal internationale instellingen hebben zich kritisch uitgelaten en alarmerende berichten uitgebracht over de begroting. Ik zal niet ingaan op de uitlatingen van de Nationale Bank en het Federaal Planbureau, want die informatie was al beschikbaar op het moment van de State of the Union.

 

Nieuwer is het rapport van het IMF. Dat werd niet ten volle meegenomen in de debatten over de regeringsverklaring. Nochtans bevat dat rapport stevig nieuws. U had tijdens uw State of the Union immers gezegd dat de begroting op koers zat om naar de Maastrichtnorm te evolueren. Volgens het rapport van het IMF is dat helemaal niet het geval. In het scenario richting 2028 zal België de slechtste begroting van heel Europa hebben. In de industriële wereld doen alleen de VS het slechter. U zult wellicht antwoorden dat het IMF geen rekening houdt met wat tijdens de begrotings­opmaak werd beslist. Zelfs wanneer men dat wel doet, blijft de Belgische begroting nog altijd een van de allerslechtste van heel Europa. We evolueren dus helemaal niet richting de Maastrichtnorm.

 

Tijdens het begrotingsdebat hebt u herhaaldelijk gezegd dat we niet hoeven te klagen, vermits we het economisch heel goed doen. Dat bewijzen volgens u de groeicijfers. Ook dat verhaal kennen we intussen. U zegt dat de groei hoger ligt dan verwacht, maar eigenlijk gaat het om cijfers na de komma. Het wordt voorgesteld alsof we een gigantische groei kennen, maar de realiteit is dat de groeicijfers in heel Europa helaas niet enorm zijn. België zit bij de koplopers, dat klopt, maar dat zijn nog altijd geen gigantische groeicijfers. Daarover moeten we het eens zijn. In Europees perspectief doen we het niet slecht, maar het is niet wat we nodig hebben. Om echt vooruitgang te maken, moeten we een groei van 1,5 à 2 % halen, op een structurele manier, om onze economie, onze productiviteit en onze toekomst te kunnen voorbereiden. Dat is geen politieke stellingname of een uitspraak over uw regering, maar wel een objectieve cijfervaststelling.

 

Voorzitter: Ortwin Depoortere.

Président: Ortwin Depoortere.

 

Ik vertel dat, omdat het IMF prognoses heeft gemaakt over onze groei. Die tonen aan dat wij bij de slechtste van heel Europa zullen zijn, ja zelfs de allerslechtste. De groei die het IMF voor de komende vijf jaar voorspelt, is de laagste van heel Europa.

 

Ik hoor graag uw reactie op die twee nieuwe elementen.

 

03.02 Eerste minister Alexander De Croo: De analyses van het IMF zijn steeds interessant. Het betreft een outsiderblik op de totaliteit van de situatie in ons land. Het is een macro-economische analyse van vele onderwerpen.

 

Wij moeten wel opletten voor het volgende. De analyse van het IMF gaat met betrekking tot de toekomst uit van ongewijzigd beleid. Dat is nu niet echt iets wat men kan verwachten in een land, tenzij in een zeer lange periode van onbestuurbaar­heid, maar ik ga ervan uit dat niemand daarvoor pleit.

 

De analyse van het IMF is er steeds een die slaat en zalft. Ik zit al tien jaar in de regering en elke analyse, los van de samenstelling van de regering, duidt de sterke punten en ook de zwakkere punten aan.

 

Mijnheer Loones, de economische groei is inderdaad groter dan in andere landen. U zegt dat het echter slechts gaat over procentpunten. Procentpunten tellen wel. Het gaat over kwartaalcijfers, procentpunten op kwartaalcijfers betekenen op jaarbasis wel een grotere impact.

 

U zegt dat wij nood hebben aan een groei van 1,5 à 2 %. Daar ben ik het volledig mee eens. Onze groei is echter zeer afhankelijk van de groei in de andere Europese landen. U weet zeer goed dat als de Duitse economie vertraagt, wat jammer genoeg het geval is, dat een zeer grote impact op ons land heeft. Natuurlijk zou het beter zijn als het Europees continent een groei kent die vergelijkbaar is met die in de Verenigde Staten. Dat is niet het geval, om een aantal exogene redenen. De impact van de Oekraïnecrisis is bij ons een stuk groter. De instrumenten waarover wij beschikken op het Europese niveau hebben ook niet de scope en doortastendheid van die in de Verenigde Staten.

 

U zegt dat het gaat om punten na de komma en dat dat geen verschil maakt. Eerlijk gezegd, daar ben ik het niet mee eens. Ik stel vast dat sinds het begin van deze regeerperiode de mensen in ons land 3,8 % beter af zijn. Dat is hoger dan in de eurozone. Ik stel vast dat het niveau van werkloosheid nog nooit zo laag geweest is. Ik stel vast dat de koopkracht bijzonder goed beschermd is in ons land. U zult zeggen dat dat dankzij expansief beleid van de regering is. Ja, dat is zo. We hebben er in een crisis inderdaad voor gekozen om een expansief beleid te voeren, zoals in economische theorie vaak wordt aangeraden. In geval van een exogene schok moet men de bedrijven en de bevolking beschermen, terwijl men die maatregelen stopzet, als ze niet meer nodig zijn. Dat is wat wij hebben gedaan.

 

Ik heb het IMF-rapport met veel interesse gelezen. Het bevat heel wat interessante punten, trouwens ook over andere beleidsdomeinen dan de louter federale beleidsdomeinen. Er is bijvoorbeeld ook sprake over het onderwijs. Ik lees dat ook niet als een vingerwijzing.

 

Wat de begroting betreft, gaat het IMF uit van de veronderstelling van ongewijzigd beleid voor de komende jaren. Zoals ik al vaak heb gezegd, deel ik die aanname niet. Als we voor de begroting 2025-2026 federaal hetzelfde doen als wat de federale regering heeft gedaan tijdens de voorbije drie jaar, blijven we als land binnen de Maastrichtnormen. Dat is voor mij essentieel.

 

03.03  Sander Loones (N-VA): Ik begrijp dat u als eerste minister uw traject moet verdedigen. Ik zou bijna zeggen dat ik in uw plaats hetzelfde zou doen, maar dat zou niet waar zijn.

 

Ik betreur dat evenwel om verschillende redenen, allereerst omdat u zo een signaal geeft aan de minder hervormingsgezinde partners in uw regering dat alles goed of goed genoeg loopt.

 

Bovendien weet u wel beter. U stelt het hier voor als een goede evolutie, maar u weet beter. We merken dat in de tussenzinnetjes. In uw antwoord hebt u, bijvoorbeeld, gezegd dat we voor de groeicijfers moeten erkennen dat we vooral afhankelijk zijn van Europese ontwikkelingen, inzonderheid bij onze handelspartner Duitsland. Dat is alom bekend. In het begrotingsdebat merkte ik al op dat België geen locomotief, maar een wagon is. Alleen zullen we de economische, budgettaire situatie en de groeicijfers niet veranderen. Wij moeten ervoor zorgen dat we ons wagonnetje kunnen aanhaken, zodra de locomotief op gang komt. Dat doet u niet en het IMF wijst u daarop op een zeer pijnlijke manier.

 

Het IMF maakt inderdaad een analyse voor alle bevoegdheidsdomeinen, maar deze keer gaat het in het bijzonder over het feit dat een fiscale hervorming uitblijft. Het gaat vooral over pensioenen, waarbij het IMF erop wijst dat er een pensioenhervorming moet komen die ambitieuzer moet zijn, omdat de kosten oplopen. In het advies van het IMF gaat het vooral over gezondheidszorg. Die dossiers worden expliciet aangeduid als de kostendrijvers van de komende jaren.

 

Dat is geen politieke uitspraak, maar een objectief gegeven door de toenemende vergrijzing en doordat uw regering niet de nodige hervormingen doorvoert.

 

03.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, ik ben het niet eens met uw selectieve lezing van het IMF-rapport. U haalt daar alleen de passages over de federale regering uit en niet de passages over de regionale regeringen. Het IMF vermeldt dat er ook wat alarmen afgaan voor het secundair onderwijs in ons land. We delen allen die bezorgdheid. Het is geen federale bevoegdheid, maar als land gaan we alleen maar vooruit door samen onze verantwoordelijkheid te nemen. Ik deel uw interpretatie dus niet. Er zijn zonder meer punten van kritiek, maar die kritische noten gaan over alle beleidsdomeinen en niet alleen over het federale domein.

 

03.05  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, ik heb de tekst bij de hand: "Fiscal adjustment is needed to reduce debt and rebuild buffers. The fiscal position has structurally deteriorated." We gaan er structureel op achteruit. Vervolgens worden in het rapport de thema's opgesomd: "Reforms are key to sustaining consolidation efforts while the pension system..." Verder gaat het over healthcare, dat een federale bevoegdheid is, en tax policy, waarmee men verwijst naar de uitgebleven fiscale hervorming.

 

U mag mij verwijten het IMF-rapport selectief te lezen, maar iedereen die de tekst erop naslaat, zal zien waar het kalf gebonden ligt, in casu op het federale niveau. De kostendrijvers liggen op het federale vlak en u doet veel te weinig om die onder controle te krijgen.

 

03.06 Eerste minister Alexander De Croo: U spreekt over fiscal adjustments, maar Belgiës begroting behelst niet alleen de federale begroting. De verdeling tussen Entiteit I en Entiteit II is vandaag ongeveer fiftyfifty. Het is niet de federale regering, die zich niet aan het bij Europa ingediende plan heeft gehouden. Wij hebben ons aan het ingediende begrotingspad gehouden, maar bepaalde regeringen in Entiteit II hebben dat niet gedaan. Maar goed, we zullen dat ik de toekomst wel oplossen.

 

03.07  Sander Loones (N-VA): Ik kan u alleen maar aanraden de begroting van Entiteit II eens goed onder de loep te nemen, zeker die van Vlaamse regering, die over twee à drie jaar in evenwicht zal zijn. Daar neemt men wel maatregelen om de schuld onder controle te krijgen en ze zelfs te laten afnemen. Er zal daar geen begrotingstekort meer zijn, terwijl uw tekort alleen maar zal stijgen. Dat tekort bedraagt nu 18,5 miljard euro en volgens simulaties zal dat door toedoen van Entiteit I alleen stijgen naar 30 miljard euro.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Koen Metsu aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Chinese scanners van de douane" (55037518C)

04 Question de Koen Metsu à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les scanners chinois des douanes" (55037518C)

 

04.01  Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de premier, ik verwijs naar de schriftelijke voorbereiding van mijn vraag.

 

Geachte heer de premier,

 

Uit een arrest van de Raad van State blijkt dat de scanners van de douane van het Chinese merk Nuctech een veiligheidsrisico vormen. Twaalf van de drieëntwintig röntgenscanners die worden gebruikt in onze havens en luchthavens zijn van dat merk. Nuctech zegt dat het onlangs ook opdrachten heeft binnengehaald voor de federale politie.

 

Volgens de Staatsveiligheid heeft Nuctech banden met de Tsinghua-universiteit in Peking. Die universiteit zou een rol spelen bij cyberspionage en andere defensieprojecten van China. Chinese bedrijven zijn uiteraard verplicht mee te werken aan nationale inlichtingenactiviteiten. Nuctech is bovendien deels in handen van de Chinese staat. De Europese vestigingen vallen onder de Chinese inlichtingenwet. Het moet functies openstellen voor inlichtingenofficieren.

 

Op vraag van het Strategisch Comité Inlichtingen en Veiligheid werd een projectgroep opgericht in het Coördinatiecomité Inlichtingen en Veiligheid, die onderzoekt hoe bij overheidsopdrachten rekening kan worden gehouden met veiligheidsoverwegingen.

 

Vandaar de volgende vragen:

 

Kunt meedelen welke overheidsdiensten gebruik maken van technologie van Nuctech? Om welke opdrachten gaat het en voor welke doeleinden?

Waarom acht u het nodig het onderhouds­personeel van Chinese technologiebedrijven te laten screenen door de Staatsveiligheid?

In welke omstandigheden moeten die bedrijven worden uitgesloten van overheidscontracten?

Welke maatregelen gaat u nemen om de gegevens die Chinese technologiebedrijven mogelijks verzamelen te beschermen tegen spionage en cyberaanvallen?

Hoe zal de wet inzake overheidsopdrachten worden aangepast om bij de toekenning van contracten beter rekening te kunnen houden met de risico's?

Bedankt voor uw antwoorden.

 

04.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Metsu, vooreerst dien ik te zeggen dat de dienst waarvoor ik verantwoordelijk ben, het Centrum voor Cybersecurity (CCB), niet beschikt over informatie over de ICT-producten en diensten die door de verschillende federale overheidsdiensten worden gebruikt. Voor het concreet gebruik van bepaalde producten en diensten moet ik dus verwijzen naar mijn collega's die daarvoor bevoegd zijn.

 

Als het gaat over cyberveiligheidsmaatregelen in het algemeen, ondersteunt en adviseert het CCB overheidsinstellingen, zodat ze een hoog niveau van cyberveiligheid kunnen bereiken. Het Cyberfundamentals Framework, dat door het CCB is ontwikkeld, moedigt bijvoorbeeld zowel publieke als private organisaties aan om alle cyberrisico's in hun supply chain te identificeren en maatregelen te nemen om die risico's in de ICT-producten en de leverancier ervan te beperken.

 

Vandaag is het CCB niet op de hoogte van kwetsbaarheden of andere specifieke cyber­veiligheids­kwesties met betrekking tot de apparaten die door Nuctech worden verkocht.

 

Daarnaast geldt in verband met het gebruik van hun 5G-netwerk, een privaat netwerk, dat bepaalde entiteiten de wettelijke verplichting tot veiligheids­machtiging hebben conform artikel 105 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie en het koninklijk besluit van 16 april 2023 betreffende de ministeriële machtiging in het kader van de ontplooiing van een 5G-netwerk.

 

Tot slot, herinner ik eraan dat we in een recentere omzendbrief van 11 september van dit jaar een toolbox hebben gepresenteerd voor de reductie van veiligheidsrisico's in het kader van overheidsopdrachten en voor de omgang met opdrachten van gevoelige informatie. De toolbox dient richtlijnen te geven aan de kopers betreffende de plaatsing van een overheidsopdracht die een impact kan hebben op de nationale veiligheid, bijvoorbeeld kritieke infrastructuur of spionage. De toolbox bevat een quickscan om de veiligheids­risico's te identificeren en de maatregelen die men kan nemen om die risico's te mitigeren.

 

Het CCB creëert dus een kader met hulpmiddelen die de verschillende FOD's kunnen gebruiken. Wij moeten inderdaad uniforme standaarden geven. Het is echter aan de FOD's, in dit geval de douane, om ze toe te passen. Ik ga ervan uit dat ze dat ook doet in een domein dat continu evolueert. Een kader voor cyberveiligheid vorig jaar is misschien dit of volgend jaar al niet meer up-to-date. Het is dan ook de rol van het CCB om het kader te voorzien en standaarden op te leggen, standaarden die werken.

 

04.03  Koen Metsu (N-VA): Het betreft inderdaad een domein dat continu evolueert. Ik heb de vraag dag op dag vijf maanden geleden ingediend. Ik heb dat natuurlijk niet zomaar gedaan. Ik diende ze in naar aanleiding van een arrest van de Raad van State waaruit heel duidelijk blijkt dat de scanners van de douane van dat Chinese merk een veiligheidsrisico vormen. Op vraag van het Strategisch Comité voor Inlichtingen en Veiligheid werd de projectgroep opgericht in het Coördinatiecomité voor Inlichtingen en Veiligheid. Hij onderzoekt de veiligheidsoverwegingen waarbij rekening moet worden gehouden bij de overheidsopdrachten.

 

Ik heb heel concrete vragen gesteld en het is niet de eerste keer dat ik die vragen stel. Op een of andere vreemde manier wordt mijn computer telkens aangevallen uit Peking, gelukkig momenteel nog zonder veel erg. De kwestie ligt dus wel heel gevoelig.

 

Ik weet dat we heel sterk gemonitord worden en mijns inziens – dit blijkt ook een beetje uit uw antwoorden – onderschatten we het probleem. Ik heb de vraag heel concreet gesteld met een duidelijk doel. Ik wil u namelijk alert houden en ervoor zorgen dat we het probleem niet zomaar aan de kant schuiven. Ik zal het dus uiteraard blijven opvolgen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het begrotingstraject van de regering" (55037598C)

05 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La trajectoire budgétaire du gouvernement" (55037598C)

 

05.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, de Nationale Bank van België heeft een presentatie gegeven waarin zij kritisch was voor uw regering. Ik citeer: "Ik weet niet of het bewust zo is gekozen, maar de entiteit die de grootste inspanning zou moeten leveren, kiest in 2024 voor een traject waarbij de verbetering van het structureel saldo minimaal of zelfs nihil is." De Nationale Bank zegt dus dat u veel te weinig doet op begrotingsvlak, maar dat debat hebben we daarnet al gevoerd.

 

Ik wil het nu hebben over de verklaringen daarover van partijvoorzitter Magnette van de PS, een van uw regeringspartners. Hij stelt dat dit een politieke uitspraak is van de gouverneur van de Nationale Bank en dat hij dit eigenlijk niet mag doen in zijn functie. Verder zegt Magnette dat de Nationale Bank een ultraliberale doctrine volgt. Ik was verbaasd toen ik dat las en ik vraag me af of u daar ook van geschrokken bent.

 

Wie heeft er gelijk? Is de Nationale Bank een instelling die respect verdient en uw steun krijgt of vindt u dat Paul Magnette gelijk heeft? Er is maar één optie mogelijk.

 

05.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, ik heb intussen geleerd om niet meer zo snel verrast te zijn in het leven. Partijvoorzitters nemen een positie in namens hun partij en niet namens de regering. Regeringsleden doen dat wel en verder kan ik daar geen commentaar op geven. Ik respecteer de onafhankelijkheid van de Nationale Bank op verschillende domeinen, waaronder ook dat van de economische analyses.

 

05.03  Sander Loones (N-VA): Ik begrijp dat vicepremier Dermagne niet van mening is dat de Nationale Bank een ultraliberale doctrine volgt, in tegenstelling tot zijn partijvoorzitter, Paul Magnette. De schizofrenie van de Franstalige socialisten is bijzonder.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55037609C van de heer Wollants vervalt, net als vraag nr. 55037640C van de heer Calvo, vraag nr. 55037643C van mevrouw Safai en vraag nr. 55037842C van de heer Dallemagne.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie" (55037887C)

- Sander Loones aan Pierre-Yves Dermagne (VEM Economie en Werk) over "Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie" (55037888C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie" (55037890C)

- Sander Loones aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie" (55037891C)

- Sander Loones aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie" (55037892C)

- Sander Loones aan David Clarinval (VEM Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie" (55037893C)

- Sander Loones aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post) over "Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie" (55037894C)

06 Questions jointes de

- Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La présidence belge de l'Union européenne" (55037887C)

- Sander Loones à Pierre-Yves Dermagne (VPM Économie et Travail) sur "La présidence belge de l'Union européenne" (55037888C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La présidence belge de l'Union européenne" (55037890C)

- Sander Loones à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "La présidence belge de l'Union européenne" (55037891C)

- Sander Loones à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La présidence belge de l'Union européenne" (55037892C)

- Sander Loones à David Clarinval (VPM Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes instit. et Renouv. démocratique) sur "La présidence belge de l'Union européenne" (55037893C)

- Sander Loones à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques, Télécoms et Poste) sur "La présidence belge de l'Union européenne" (55037894C)

 

06.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, ik heb alle vicepremiers gevraagd in welke mate ze nog vertrouwen hebben in de minister van Europese Zaken in hun regering. Volgens mij moeten ze die vraag kunnen beantwoorden, maar blijkbaar mogen ze dat niet doen. U zegt dat u wel zal antwoorden en dat de vicepremiers geen stelling moeten innemen. Ik neem hiervan akte.

 

Ik vraag u dus nu hoe het zit met uw minister van Europese Zaken, mevrouw Lahbib. Ze heeft tijdens deze legislatuur heel wat stormen moeten trotseren. Bij de laatste storm heeft Ecolo het vertrouwen in haar opgezegd. Ecolo beschouwt haar als een minister in lopende zaken. Zij kan niet veel gewicht meer in de schaal leggen.

 

Binnenkort is België voorzitter van de Europese Unie en mevrouw Lahbib zal daar een rol moeten spelen als minister van Europese Zaken, terwijl ze niet meer de steun geniet van uw coalitiepartners. Wat is nu de situatie? Is het standpunt van Ecolo gewijzigd? Krijgt mevrouw Lahbib opnieuw hun vertrouwen? Hier in het Parlement heb ik dat niet gehoord. Daarom stelde ik de vraag aan de vicepremiers. Ik had graag de mening van minister Gilkinet gekend, maar u wilt niet dat ik hem hiernaar vraag.

 

Heeft Ecolo aan u gemeld dat het voortaan weer alle vertrouwen heeft in mevrouw Lahbib? Haalt het de spons over alle vreemde gebeurtenissen rond Iran, rond Oekraïne… Indien dit niet het geval is, moet u dan in uw regering geen bevoegdheden herschikken opdat het Europees voorzitterschap op een gedegen manier zou kunnen worden georganiseerd en voorbereid?

 

06.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, u stelt hier een vileine vraag die u blijkbaar ook aan alle leden van de kern hebt gesteld. U weet zeer goed dat een regering blijft functioneren in de veronderstelling dat ze nog steeds een eenheid vormt. Het blijven functioneren van een regering is een bevestiging van het bestaan van die eenheid.

 

Ik heb veel vertrouwen in mevrouw Lahbib. Zij is het Europees voorzitterschap aan het voorbereiden samen met de kanselarij en andere diensten. Ze is bovendien het hoofd van onze diplomatie. Vandaag is gebleken dat dit een zeer belangrijke rol is.

 

06.03  Sander Loones (N-VA): Ik vind dit geen vileine vraag. Als een partijvoorzitter van een van de belangrijke coalitiepartners in uw regering, de heer Nollet van Ecolo, zegt dat hij mevrouw Lahbib beschouwt als een minister in lopende zaken, is dit een relevante vraag. Zeker als we voor een Europees voorzitterschap staan waarin mevrouw Lahbib een niet onbelangrijke rol heeft te vervullen.

 

Ik neem akte van uw antwoord, maar ik zal de vraag opnieuw stellen aan de heer Gilkinet. Ik hoop dat hij van u dan wel de toelating heeft om te antwoorden. Hij zal duidelijk moeten stellen of hij zijn vertrouwen geeft. We hebben zopas gemerkt dat de heer Dermagne een andere houding aanneemt dan de heer Magnette. Zij komen dus niet overeen. De heer Dermagne volgt, volgens u, zijn partijvoorzitter niet. Ik zou graag weten of dit ook opgaat voor de heer Gilkinet. Zegt de heer Gilkinet aan zijn partijvoorzitter dat die op de radio onzinnigheden heeft verteld? Ik zal de vraag dus opnieuw stellen aan de heer Gilkinet en ik hoop dat hij van u toelating krijgt om te mogen antwoorden.

 

06.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, u creëert een beeld alsof ik beschik over een informatiedienst die bepaalt welk antwoord een minister mag geven. Zo werkt het niet. U heeft al tweemaal gezegd dat ik ministers zou beletten om een antwoord te geven. Dit is niet het geval. De ministers beslissen zelf op welke manier ze antwoorden geven in het Parlement.

 

Gebeurt het soms niet in uw eigen partij dat iemand eens een andere mening verkondigt dan uw voorzitter? Laten we niet naïef zijn. Dat gebeurt af en toe wel eens, en gelukkig maar dat we in ons land partijen hebben waarin meningen vrij kunnen geuit worden. Mijn partij is geen partij van jaknikkers en ik denk dat dat bij u ook niet het geval is.

 

06.05  Sander Loones (N-VA): De democratie leeft van verschil in meningen. Hier gaat het echter om een regeringspartij die het vertrouwen in een belangrijke minister heeft opgezegd. Dit is van een andere orde. Soit, mijn punt is gemaakt. Ik zal de vraag stellen aan de heer Gilkinet.

 

Ik verwacht wel een serieus antwoord van u, mijnheer de premier. Tijdens deze legislatuur is het al zeven à acht keer gebeurd dat ik aan de vicepremiers vragen stel en dat die allemaal weigeren te antwoorden en zeggen dat de premier zal antwoorden. Nu zegt u mij dat uw diensten dit niet coördineren. U zegt dat u niet beschikt over een communicatiedienst waar wordt beslist wat ministers mogen antwoorden. U zegt dus dat al deze ministers op magische wijze steeds tot de conclusie komen dat ze niet zullen antwoorden en zullen zeggen dat de premier zal antwoorden. U zegt dat dit niet door u wordt aangestuurd of gecoördineerd.

 

Ik zou graag een formeel antwoord van u krijgen over de procedure. Bepaalt u of bepalen uw diensten welk antwoord wordt gegeven? Of bepalen de ministers dat? Indien u dat niet bepaalt, zou ik graag een antwoord krijgen van de ministers. Ik zou willen dat u hen erop wijst dat zij moeten antwoorden op parlementaire vragen.

 

06.06 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, ik denk dat u moedwillig twee zaken met elkaar verwart.

 

In uw twee vorige tussenkomsten hebt u gezegd dat ik een verbod zou opleggen aan bepaalde ministers over wat ze al dan niet mogen antwoorden. Dit is niet zo.

 

Indien u dezelfde vraag stelt aan alle ministers of aan alle ministers van de kern, is het logisch in een regering waarin mensen samenwerken dat er een coördinatie plaatsvindt. Als de ministers allemaal dezelfde vraag krijgen, gaan we na wat de meest efficiënte manier is om daarop te antwoorden. Soms zeggen we dat ik misschien best antwoord, soms dat we het aan de ministers overlaten. Er is een verschil tussen coördineren en verbieden.

 

06.07  Sander Loones (N-VA): Er is vooral een verschil tussen coördineren, verbieden en niet antwoorden, premier.

 

Telkens weer krijg ik geen antwoord op mijn vragen. Ik heb met betrekking tot kabinetskredieten gevraagd hoeveel medewerkers daarmee worden tewerkgesteld. Ik heb naar de rekeningen gevraagd. Niemand wou mij een antwoord geven, ze hebben me allemaal naar de premier doorverwezen. U heeft dan zelf doorverwezen naar de vakministers, met wie ik vervolgens opnieuw contact heb opgenomen. Zij hebben dan opnieuw hun paraplu opengetrokken en de zaak naar u doorverwezen. De derde keer zijn ze beginnen antwoorden.

 

Hier gaat het om een vraag over de minister van Europese Zaken in wie het vertrouwen is opgezegd door een belangrijke partijvoorzitter. Ik zou willen weten of dit ook geldt voor de andere partijen in uw regering? Deze vraag moet niet gecoördineerd worden. Het is een vraag aan de vicepremier van cd&v, aan de vicepremier van de MR, die wellicht zal zeggen dat mevrouw Lahbib mag voortdoen. Het is ook een vraag aan de vicepremier van Vooruit. Vertrouwen zij mevrouw Lahbib nog?

 

Hier moet niet gecoördineerd worden. Ik stel een politieke vraag. Het Parlement heeft het recht te weten of alle vicepremiers nog vertrouwen hebben in mevrouw Lahbib die toch al verschillende malen zwaar heeft geflaterd.

 

Ik stel dus geen vragen die voor iedereen op dezelfde manier kunnen worden beantwoord; dat is niet mijn rol. Indien nodig, stel ik vragen gecoördineerd aan u of aan de staatssecretaris van Begroting. Als ik aparte vragen stel, is dat omdat het relevant is aparte antwoorden te ontvangen. Het is al meermaals gebeurd dat die antwoorden niet komen, hoewel uw regering extra transparantie had beloofd. Als parlementslid kan ik dat enkel betreuren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vragen nrs. 55037303C, 55037304C, 55037305C, 55037306C, 55037640C en 55037976C van de heer Calvo vervallen, vraag nr. 55038113C van de heer Vajda vervalt, vragen nrs. 55037842C en 55038415C van de heer Dallemagne vervallen. Mevrouw Pas stelt haar vragen nrs. 55037279C en 55038511C uit tot bij de bespreking van de beleidsnota.

 

07 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Problemen met de toepassing van de deontologische code door regeringsleden" (55038557C)

07 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les problèmes liés à l'application du code déontologique par les membres du gouvernement" (55038557C)

 

07.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de eerste minister, uw code bevat een zeer toffe passage waarin staat dat een minister zich moet conformeren of anders zijn bek moet houden. Ik druk het wat plat uit, maar daar komt het eigenlijk wel op neer.

 

Uw code zegt dat alle regeringsleden een overeengekomen regeringsstandpunt moeten verdedigen. Als ze dat niet doen, moeten ze ontslag nemen. Daar komt het eigenlijk op neer. Ik stel vast dat ook veel andere Kamerleden hun twijfels hebben bij die passage en de toepassing van die code. Ik begrijp dat u mij geen antwoord kunt geven als een dossier nog lopende is en er nog geen definitieve beslissing is genomen.

 

Ik zou u bijvoorbeeld de vraag over het betogings­verbod kunnen stellen. Is de stellingname van de regering daarover intussen definitief of niet? Volgens mij is ze eerder definitief, want er zijn blijkbaar notificaties over en er is al een tekst naar de Raad van State verzonden. Er kan hier en daar nog iets worden aangepast, maar de regering heeft eigenlijk al een principiële beslissing genomen. Elke regeringspartij moet dat standpunt dus loyaal verdedigen en anders moet ze opstappen. De facto betekent dit dat het stakingsverbod er moet komen. De heer Magnette heeft wat vreemde uitlatingen gedaan in de pers en de heer Bouchez heeft gelijk. Volgens de pers heeft de MR officieel genotificeerd dat het betogingsverbod er moet komen en dat anders het volledige ontwerp van de strafwet van de tafel zal worden geveegd. Bestaat daar een officiële notificatie over of staat dit in een Atoma-schriftje?

 

De aanleiding voor deze vraag was eigenlijk het migratiebeleid, waarover Ecolo-Groen voortdurend andere zaken verklaart dan mevrouw de Moor. Volgens uw code zou dat eigenlijk niet mogen. Het beleid moet loyaal verdedigd worden door alle ministers. Kunt u verduidelijken hoe dat precies werkt? Vanaf wanneer is er een beslissing genomen in uw regering? Is er een beslissing over het migratiebeleid en de opvang? Immers, volgens Ecolo-Groen is die er blijkbaar niet.

 

07.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, u probeert de consensusregeling zo uit te leggen alsof indien er een meningsverschil zou opduiken in de regering dit onmiddellijk zou moeten leiden tot het ontslag van de betrokken partij, maar zo werkt het natuurlijk niet. In de deontologische code staat niet meer of minder dan dat de regering collectief beslist en dat er gestreefd wordt naar een consensus, zoals elke regering en elk college van burgemeester en schepenen in ons land dat doet. Dat is de methode om beslissingen te nemen. Het ontslag is maar aan de orde als een regeringslid zich onmogelijk kan aansluiten bij die consensus. Als men een consensus heeft bereikt, dan is het logisch dat men die verdedigt. Het spreekt voor zich dat er in de aanloop daar naartoe meningsverschillen kunnen bestaan. Dat geldt voor alle bestuursvormen het geval. Zelfs binnen de eigen partij kunnen er weleens verschillende meningen zijn, waarna er een consensus moet worden gevonden. Net omdat die consequentie zo drastisch is, moet men alles in het werk stellen om die te vermijden en ervoor te zorgen dat het overleg in de regering de kans krijgt om tot een consensus te komen.

 

Ook deze regering heeft af en toe moeite om een consensus te vinden. Voor het ene onderwerp is dat gemakkelijker dan voor het andere, maar we zijn er steeds in geslaagd om dat te doen. Het is echter niet omdat men naar consensus streeft dat de vrije meningsuiting opeens geëlimineerd zou moeten worden.

 

07.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, u hebt niet geantwoord op mijn vraag of er notificaties bestaan over het betogingsverbod.

 

De voorzitter: De eerste minister heeft geantwoord.

 

07.04  Sander Loones (N-VA): U weigert dus te antwoorden op die vraag? Ik neem daar akte van.

 

07.05 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, u hebt die vraag niet vooraf ingediend. Ik antwoord op de ingediende vragen en soms ga ik wat dieper in op zaken die met de actualiteit te maken hebben. De beslissingen worden binnen de regering genomen.

 

07.06  Sander Loones (N-VA): Ofwel weet u niet of er een notificatie is, ofwel weigert u dat te bevestigen. Ik neem er akte van dat u als eerste minister weigert het Parlement te informeren in een politiek actueel dossier, terwijl in de krant staat dat er notificaties zouden zijn. U kan of wil dat niet bevestigen of ontkennen. U hebt toch een speciale regering. Het zij zo.

 

Mijn vraag ging over die deontologische code. Ik citeer daaruit: "Als een regeringslid fundamentele bezwaren heeft, zijn er twee mogelijkheden: ofwel volgt men de lijn van regering en onthoudt men zich van kritiek op mogelijke beslissingen, ofwel biedt men zijn ontslag aan." Uw code bepaalt niet alleen dat de regeringsleden moeten zwijgen over beslissingen, maar ook dat zij zich moeten onthouden van kritiek op mogelijke beslissingen. Zelfs wanneer een dossier nog lopende is en de beslissing nog genomen moet worden, mogen zij volgens uw deontologische code eigenlijk geen kritiek geven, want anders moeten zij ontslag nemen. Dat staat letterlijk in uw deontologische code. Het is misschien een goed idee om die passage aan te passen en preciezer te formuleren. Dat is uw bevoegdheid.

 

U zegt dat het mogelijk moet zijn om van mening te verschillen. De opendebatcultuur is terug van nooit weggeweest. De heer Slangen heeft blijkbaar opnieuw een bureau gekregen en is opnieuw in de politiek gestapt. We beleven weer de tijden van de regering-Verhofstadt. Het lijkt me nu zelfs erger dan toen. Dit gaat echter niet over de opendebatcultuur, laat partijen maar debatteren, het gaat hier over mogelijke beslissingen van de regering die niet loyaal worden verdedigd.

 

Wij stellen keer op keer vast dat uw deontologische code niet wordt gerespecteerd. U zou daar de hoeder van moeten zijn, maar dat blijkt eerder relatief te zijn.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07.07  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijn vraag nr. 55038600C over het nieuwe rapport van het Monitoringcomité mag als beantwoord worden beschouwd.

 

De voorzitter: Waarvan akte.

 

08 Vraag van Sander Loones aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het begrotingstekort" (55038603C)

08 Question de Sander Loones à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le déficit budgétaire" (55038603C)

 

08.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de premier, hierover wil ik wel nog iets zeggen, omdat dit punt nog niet aan bod is gekomen. We hebben het begrotingsdebat gehad en u bent tevreden, maar ik ben dat niet.

 

Mijn vraag gaat vooral over de toepassing van de Europese controle op de begroting. Het stabiliteits- en groeipact en alle akkoorden die daarrond gesloten zijn, zijn tijdelijk opgeschort. In de internationale media lezen we dat daarover onder het Spaanse voorzitterschap nog een beslissing zou worden genomen. Ik heb daarover gedebatteerd met de minister van Financiën. Hij leek te insinueren dat dat wellicht niet zal lukken, maar dat het iets zal worden voor uw voorzitterschap, in het voorjaar van volgend jaar. Dat is echter een gigantisch belangrijke beslissing, misschien wel de belangrijkste die tijdens dat voorzitterschap genomen moet worden. We zullen zien of Spanje het nog klaar krijgt of niet.

 

Wat er ook van zij, het ziet er naar uit dat de controle opnieuw toegepast zal worden. De vraag is dan natuurlijk wanneer dat zal gebeuren. Traditioneel is dat in de maand mei, maar dat valt net voor Europese verkiezingen. Ik weet niet of bijvoorbeeld Frankrijk het zo leuk zou vinden om een begrotingsrapport te krijgen voor de verkiezingen.

 

Een andere argumentering is dat het na de verkiezingen zou zijn. De verkiezingen vallen echter vrij laat, begin juni. Vanaf juli is België geen voorzitter meer, maar Hongarije. Daarover heerst wat nervositeit bij de Europese diensten. Ze vragen zich af of ze onder het Hongaarse voorzitterschap de begrotingen zullen mogen controleren. Het zou dus misschien toch in mei zijn. Dat houdt dan in dat er een rapport zit aan te komen net voor de verkiezingen.

 

Ik heb daarover twee vragen.

 

Kunt u deze informatie bevestigen? Hoort u ook dat de gebruikelijke timing van de begrotingscontrole, die geen bevoegdheid van de Raad is maar door de Commissie moet gebeuren, zal worden aangehouden? Zullen we dus in mei, voor de Europese verkiezingen een beoordeling krijgen?

 

Ten tweede wil ik graag weten of u gerust bent. Vreest u een rapport te krijgen dat minder aangenaam is?

 

08.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Loones, ik heb geen indicaties gekregen van de Commissie dat ze zich al dan niet aan de reguliere timing zou houden. Ik kan daarop nu dus geen antwoord geven. U zou de vraag misschien aan haar moeten stellen.

 

Ik kijk ook steeds uit naar de analyse die de Commissie uitvoert. U stelt dat voor alsof dat iets binairs is, met een duim naar beneden of een duim naar omhoog. De analyse van de Commissie gaat echter veel breder. Ze helpt ons om ons beleid beter te coördineren met dat van andere landen. Daarom voert de Commissie de analyse uit. We staan als Europa sterker indien we een macro-economisch beleid voeren dat op elkaar afgestemd is. Dat is de reden waarom deze analyse uitgevoerd wordt.

 

08.03  Sander Loones (N-VA): Ik hoor het u graag zeggen. Ik wil echter verwijzen naar een coalitiepartner in uw regering die niet alleen de Nationale Bank ultraliberaal noemt, maar die ook vindt dat alle Europese afspraken over de begroting pure chantage zijn.

 

Als u de bevoegdheden van mevrouw Lahbib herschikt, wat u volgens mij nog altijd moet doen, geeft u ze dus best niet aan de PS.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De hervormingsagenda van de regering" (55038649C)

09 Question de Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Le calendrier des réformes du gouvernement" (55038649C)

 

09.01  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de premier, deze vraag heb ik al enige tijd geleden ingediend. Ondertussen is er heel wat gebeurd, maar ook niet gebeurd, eerlijk gezegd. Toch wil ik u deze vraag stellen, omdat antwoorden altijd interessant zijn om later op terug te kijken.

 

We zitten in de laatste rechte lijn naar de verkiezingen. In uw State of the Union hebt u heel veel teruggekeken, maar eigenlijk relatief weinig ambitie getoond voor wat nog komt. Mijnheer de premier, wat mogen wij van uw regering nog verwachten tussen vandaag en de verkiezingsdatum qua hervormingen?

 

09.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer de voorzitter, mijnheer De Roover, eerst en vooral, de beslissingen die tijdens de begrotingsopmaak zijn genomen, zullen we in wetgeving omzetten. Als voorbeeld noem ik de fundamentele uitbreiding van het systeem van flexi-jobs, die een grote stap vooruit is op het gebied van de flexibilisering van onze arbeidsmarkt. In ons land staan veel jobs open, er worden veel werknemers gezocht. Flexi-jobs zijn een deel van de oplossing daarvoor. U hoort mij niet zeggen dat het de oplossing is voor alle bestaande moeilijkheden, maar het is wel een fundamenteel element. Zo kan ik een hele lijst geven van zaken die beslist zijn tijdens de begrotingsopmaak.

 

Daarnaast zullen wij in andere domeinen, bijvoorbeeld asiel en migratie of veiligheid, tot de laatste dag van de legislatuur blijven werken. Dat geldt voor de federale regering, maar ik ben er zeker van dat dit ook voor de andere regeringen in ons land geldt.

 

09.03  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de premier, ook dit antwoord getuigt niet onmiddellijk van enorme ambities. Het enige wat u noemt – dat is veelzeggend in antwoord op de vraag naar uw hervormingsagenda – zijn de flexi-jobs. Om geen misverstand te laten bestaan, wij zijn daar voorstander van, maar zoals we al vaker hebben gezegd, de uitbreiding van het systeem van flexi-jobs is een aanvulling op een arbeidsmarkt­hervorming die niet plaatsvindt. De aanvulling is er, maar de hervorming als zodanig blijft uit. De uitbreiding van het systeem van flexi-jobs creëert geen enkele baan, het biedt alleen mogelijkheden voor mensen die al een baan hebben om een aantal gaten op te vullen. Dat is op zich een goede zaak, maar spijtig genoeg is het de afronding van iets wat niet heeft plaatsgevonden.

 

U hebt het over "een hele lijst". Het blijft echter bij die mededeling: een hele lijst.

 

Ik wil opmerken dat wij in de voorbije dagen in de ambities van de regering eerder een achteruitgang dan een vooruitgang mochten vaststellen. De voorzitter van de MR zegt: "Ik zal dwarsliggen wanneer de PS plots de casseursregeling in vraag stelt", en de PS doet dat nogal expliciet. Niet alleen de PS trouwens, ook Vooruit, ook Ecolo, ook Groen. Minister Van Quickenborne had daar nochtans breed mee uitgepakt. Hij zou daarmee een forse stap vooruit zetten, maar ook die stap verzandt in onenigheid binnen uw regering.

 

Uw antwoord is dus betekenisvol, meen ik.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 5503755C van mevrouw Depoorter vervalt.

 

10 Vraag van Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het standpunt van de regering met betrekking tot kernenergie" (55038869C)

10 Question de Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La position du gouvernement sur l'énergie nucléaire" (55038869C)

 

10.01  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ook deze vraag wil ik graag actualiseren.

 

Er is een tekst bekendgemaakt over een akkoord. De definitieve versie zou echter op 31 oktober 2023 worden afgeklopt met ENGIE. Wij zijn intussen voorbij de datum van 31 oktober 2023. Indien ik mij niet vergis, is de tekst niet bekend.

 

Kunt u ons inlichten over het verwachte traject?

 

10.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer De Roover, wij hebben hier onlangs een zeer uitgebreide commissievergadering gehad, samen met de minister van Energie, die de nadere timing heeft aangegeven om tot de verschillende stappen in het akkoord te komen.

 

U weet dat het finale moment dat closing wordt genoemd, zijnde het moment waarop alles wordt afgeklopt, in het eerste deel van 2024 zal vallen. Intussen werken wij voort aan juridische teksten en te tekenen documenten. Het gaat over honderden pagina’s. Elke week zetten wij ter zake stappen vooruit.

 

Uw parlementsleden waren toen in die commissievergadering aanwezig. Zij hebben daar alle details gekregen.

 

10.03  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, dat klopt, maar ondertussen hebben ligt de datum 31 oktober 2023 achter ons. U bent het toch met mij eens dat er een deadline is verstreken?

 

10.04 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer De Roover, eerlijk gezegd hebben wij in dit dossier geprobeerd om rekening te houden met de deadlines, maar het belangrijkste is dat de bevoorradingszekerheid gegarandeerd is. Dat zijn de deadlines die voor mij tellen, namelijk de deadlines die ervoor zorgen dat de LTO klaar is op het moment waarop wij ze nodig hebben. Ter zake kijken wij naar de zaken die op het kritische pad staan, bijvoorbeeld het bestellen van de fuel. Dat is gebeurd. Essentieel zijn de deadlines die invloed hebben en die op het kritische pad staan. Die deadlines zijn gerespecteerd.

 

Voor het uitwerken van contracten die honderden pagina’s beslaan, heeft men soms een paar dagen meer nodig. Dat is tijdens het ganse proces van deze verlenging vaak het geval geweest, maar uiteindelijk zijn wij altijd tot goede akkoorden gekomen.

 

10.05  Peter De Roover (N-VA): Ik stel vast dat er een deadline niet gehaald is. We krijgen daar heel weinig informatie over. Dat is spijtig.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vraag nr. 55038870C van de heer De Roover vervalt. Vraag nr. 55039021C van de heer Loones is beantwoord. Vraag nr. 55039297C van de heer Ben Achour vervalt.

 

11 Samengevoegde vragen van

- Peter De Roover aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Gaza-oorlog" (55039409C)

- Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De vervolging van de Israëlische premier door het ICC voor oorlogsmisdaden" (55039765C)

- Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "Het standpunt van de regering met betrekking tot een staakt-het-vuren in Gaza" (55039766C)

11 Questions jointes de

- Peter De Roover à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La guerre à Gaza" (55039409C)

- Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les crimes de guerre du premier ministre israélien poursuivis devant la CPI" (55039765C)

- Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La position du gouvernement pour un cessez-le-feu à Gaza" (55039766C)

 

11.01  Peter De Roover (N-VA): Premier, wij staan geregeld scherp tegenover elkaar. It's the duty of the opposition to oppose and it's the duty of the government to govern. U faalt daar geregeld in volgens onze overtuiging. Dit is echter geen aangelegenheid om al te zeer op zoek te gaan naar controverse, want die dringt al heel diep door in de nerven van onze samenleving. Het mag niet de bedoeling zijn dat we dat nog verergeren. We moeten daar allemaal op letten, dus ook ieder lid van uw regering. We moeten daar vooral op letten omdat het venijn ook effectief in onze straten doordringt.

 

Er zijn veel vragen te stellen over de oorlog in Gaza, maar waarschijnlijk veel minder antwoorden te geven, jammer genoeg. Ik wil wel weten met welke initiatieven uw regering ervoor zal zorgen dat deze oorlog geen verlengstuk krijgt in onze straten of toch zo min mogelijk. Dat is immers een bekommernis die we ongetwijfeld delen en die mij als Antwerpenaar bijzonder na aan het hart ligt. Er zijn vandaag namelijk mensen in ons land, meer specifiek ook in Antwerpen, die schrik hebben om op straat te komen.

 

11.02  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, je pense que nous ne pouvons pas continuer à regarder ce massacre qui a lieu sous nos yeux. J'ai bien entendu vos déclarations hier. Vous avez dit que la réponse d'Israël était disproportionnée. Je pense que les choses évoluent. À l'ONU également, la Belgique a voté en faveur de la résolution de la Jordanie, qui demandait une trêve humanitaire immédiate – nous étions alors le 26 octobre –, la protection des civils ainsi que le respect des obligations juridiques et humanitaires.

 

Toutefois, aujourd'hui, le 7 novembre, nous constatons qu'Israël ignore totalement cette énième résolution et les demandes de cessez-le-feu. Dans l'émission De Zevende Dag il y a une dizaine de jours, M. Lachaert a clairement déclaré ce qui suit.

 

Mijnheer de eerste minister, wij kunnen niet blijven toekijken op wat er gaande is in Gaza. Dagelijks worden we geconfronteerd met beelden van getraumatiseerde kinderen en van het afsluiten van water, voedsel en elektriciteit. Dat gaat tegen alle menselijkheid in. Dit is werkelijk een oorlog tegen het Palestijnse volk. Waar moeten die mensen naartoe? Dat is helemaal niet duidelijk.

 

De tijd is rijp voor België om een duidelijk standpunt in te nemen. U hebt gisteren gezegd dat het geweld disproportioneel is, maar zult u ook echt duidelijk oproepen tot een staakt-het-vuren en niet enkel tot een humanitaire pauze? Zult u oproepen om een einde te maken aan die twee maten, twee gewichten en zal België sancties opleggen aan Israël, zoals mevrouw Gennez heeft voorgesteld?

 

Ten slotte, er werd geopperd dat de heer Netanyahu zich vandaag schuldig maakt aan misdaden tegen de menselijkheid en dat hij zou moeten worden vervolgd door het Internationaal Strafhof in Den Haag. Zult u die vraag steunen?

 

11.03 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer De Roover, ik zeg al van bij het begin van het conflict dat wij in een land leven waar de gedachten vrij zijn. Dat is essentieel. Ook het recht op betogen moet vrij blijven. Er zijn bepaalde landen waar men de keuze heeft gemaakt om bepaalde betogingen te verbieden. België heeft dat niet gedaan. Ik heb van in het begin heel duidelijk gezegd aan de bevoegde instanties dat we ervoor moeten zorgen dat betogingen kunnen plaatsvinden.

 

Het is logisch dat er in ons land mensen zijn die eerder sympathie hebben voor de ene kant en anderen eerder voor de andere kant. Gelukkig leven we in een land waar dat kan, maar er zijn grenzen. Sympathie mag nooit worden vertaald in het oproepen tot haat of geweld en in het verheerlijken van geweld, terrorisme of antisemitisme. Dat is heel duidelijk de rode lijn. Onze diensten treden indien nodig heel kordaat op en hebben dat al meermaals gedaan. Zo hebben zij de voorbije weken bijvoorbeeld een aantal fysieke tussenkomsten gedaan naar aanleiding van onlinehaatberichten. Het is essentieel dat we dat doen. We hebben wetgeving op dat gebied en die moet heel strikt worden toegepast. De gedachten blijven natuurlijk vrij in ons land.

 

We hebben bijkomende maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat wij een vrij land kunnen leven, waarin gemeenschappen naast elkaar leven. Hoewel er in ons land verschillende meningen bestaan in heel veel domeinen, zijn wij een land waar die meningen niet met elkaar botsen in geweld. We zullen daar alles blijven aan doen, samen met alle overheden in ons land, om dat te blijven garanderen. We doen dat samen met de andere regeringen en de lokale stads- en gemeentebesturen. Dat is een absolute prioriteit.

 

Mevrouw Merckx, als u zegt dat ons land een onduidelijk standpunt inneemt, dan ben ik het niet met u eens. Wij zijn een van de Europese landen die de resolutie van Jordanië heeft gesteund. Er zijn een aantal redenen om dat te doen. De belangrijkste reden is dat er vandaag maar een prioriteit kan zijn en dat is het stoppen van onschuldige burgerdoden en het onmiddellijk vrijlaten van onschuldige gijzelaars.

 

Ik ben ervan overtuigd dat dit alleen kan lukken door mensen rond de tafel te krijgen. Elke maatregel die helpt om beide kanten en waarschijnlijk ook andere mogendheden uit de regio rond de tafel te krijgen zullen wij steunen. Dat is voor mij de prioriteit. Hoe krijgen we mensen rond de tafel die met elkaar spreken om ervoor te zorgen dat het geweld stopt?

 

Inderdaad, ik heb aangegeven dat als een vluchtelingenkamp platgebombardeerd wordt, waarbij tientallen burgerslachtoffers vallen, terwijl men probeert één Hamasleider uit te schakelen, ik dat disproportioneel vind. Dat is wat ik heb gezegd. Ik vind ook dat de quasi totale blokkade van Gaza, een plaats waar meer dan 2 miljoen mensen wonen, te ver gaat en we dat niet kunnen aanvaarden, net zozeer als het gijzelen van meer dan 200 onschuldige Israëlische burgers een oorlogsmisdaad is en totaal onaanvaardbaar is.

 

De landen uit de regio zullen natuurlijk een leidende rol moeten spelen. Ik begrijp echter ook dat wij ervoor moeten zorgen dat de dreiging die Hamas vandaag vanuit Gaza betekent voor de inwoners van Israël, wordt gestopt. Vandaag staat Hamas tussen de Palestijnse bevolking en vrede voor de Palestijnse bevolking. Hamas blokkeert dat, dus ik vind het absoluut te rechtvaardigen dat men die dreiging van Hamas vanuit Gaza wil uitschakelen. Dat wij er ook alles aan moeten doen om het internationaal humanitair recht te laten respecteren, staat voor mij echter op hetzelfde niveau.

 

Wij moeten alles doen om de escalatie van het geweld te stoppen wegens de duizenden onschuldige mensenlevens die het ondertussen heeft gekost en ook wegens de instabiliteit die dat geweld in de regio en potentieel op het Europees continent kan brengen. Ons land zal zijn rol spelen om ervoor te zorgen dat wij niet een punt bereiken waarop er bepaalde zaken zullen gebeuren die onomkeerbaar zijn. Als men het geweld niet stopt, zaaien wij vandaag de kiemen voor misschien decennia van extremisme in dit deel van de wereld en dat is het laatste wat wij nodig hebben.

 

11.04  Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ook wij staan voor een zeer vrije gedachtewisseling en gaan daarin misschien zelfs nog iets verder dan u. Aanzetten tot haat mag niet, maar het is en blijft toch een grijze zone wanneer dat al dan niet het geval is en dat dreigt altijd een klein beetje de vrije meningsuiting te beknotten. Geweld en oproepen tot geweld – er mag geen misverstand over bestaan dat terrorisme geweld is – is echter een rode lijn.

 

Er is vandaag angst in onze straten. Uw antwoord is zeer algemeen. Ik heb weinig concrete dingen gehoord, hoewel ik dat graag wou. Ik denk dat veel mensen vandaag niet op een vrije manier burger kunnen zijn, in het bijzonder in Antwerpen, maar ook elders. In een hooiberg moet men natuurlijk opletten met lucifers. Dat geldt zeker ook voor uw regeringsleden, waarbij sommige uitspraken misschien de indruk wekken dat mensen gerechtvaardigd de strijd ginder kunnen voortzetten in onze straten door intimidatie, door dreigen met geweld.

 

Het tweede onderdeel is de problematiek ginder ter plaatse. Men voelt het, elk woord dat u gebruikt is afgewogen. Dat is terecht in deze aangelegenheid. U hebt geen enkel woord gezegd waarmee ik het niet eens kan zijn. U staat echter ook voor de kwadratuur van de cirkel. Als u immers zegt dat men het recht heeft om de dreiging van Hamas uit te schakelen, krijgen we heel zelden, eigenlijk nooit, een antwoord op de vraag hoe die twee bekommernissen met elkaar kunnen worden vereenzelvigd en in elkaar kunnen worden geschoven. Uw voorzichtigheid siert u in dezen. Het is echter een voorzichtigheid uit gebrek aan fundamentele oplossingen. Als we verder gaan dat de algemene veroordelingen, die terecht zijn, en op zoek gaan naar een oplossing voor de kwadratuur van de cirkel, draaien we immers in rondjes. Naargelang we de klemtoon leggen op de ene bekommernis, dreigt altijd de andere in verdrukking te komen.

 

11.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, vous n'avez pas répondu à de nombreuses questions. Je n'ai pas eu de réponse quant au fait de savoir si Joe Biden et Ursula von der Leyen ont été trop loin dans leur soutien inconditionnel à Israël, en tous cas au début des événements.

 

Vous n'avez pas non plus prononcé le mot "cessez-le-feu" aujourd'hui. Vous dites que c'est le Hamas qui bloque la paix aujourd'hui et que vouloir le détruire est normal. Mais voyons-nous la destruction du Hamas ou la destruction et le massacre du peuple palestinien? Est-ce que dans les boulangeries et dans le hôpitaux, il y a des gens du Hamas? Aujourd'hui, on parle de plus de 10 000 victimes. C'est un massacre qui est en train de se passer et il faut le stopper. Pour cela, nous avons besoin de plus que les petits mots que l'on prononce ou du soutien de cette résolution à l'ONU dont Israël se fiche royalement.

 

Nous allons soumettre au vote cet après-midi cette demande de cessez-le-feu. Il faut demander un cessez-le-feu. Il faut que tous les pays du monde le demandent à Israël de manière plus forte. Et si Israël ne réagit pas à cela, alors il faut des sanctions. Il faut faire ce que d'autres pays font aujourd'hui, comme rappeler l'ambassadeur en Israël. Il faut aussi demander que la Cour pénale internationale examine la culpabilité de M. Netanyahu par rapport aux crimes contre l'humanité.

 

Aujourd'hui, les peuples du monde regardent ce qui se passe en Palestine, regardent le massacre qui a lieu sous nos yeux. Dans le monde entier, des dizaines de milliers de personnes sont dans les rues pour demander justice pour le peuple palestinien. Nous serons aussi dans les rues ce dimanche à Bruxelles parce que je pense que c'est aux peuples du monde entier de mettre la pression sur l'ensemble de nos gouvernements pour mettre Israël devant ses responsabilités et mettre fin à ce massacre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Frieda Gijbels aan Frank Vandenbroucke (VEM Sociale Zaken en Volksgezondheid) over "De evaluatie van het coronabeleid door de OESO" (55039424C)

12 Question de Frieda Gijbels à Frank Vandenbroucke (VPM Affaires sociales et Santé publique) sur "L'évaluation de la politique en matière de covid par l'OCDE" (55039424C)

 

12.01  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de eerste minister, ik weet niet waarom deze vraag precies naar u doorgestuurd is. Eigenlijk is het een vervolgvraag op vragen die ik daarover eerder al aan minister Vandenbroucke stelde.

 

We zijn nu bijna vier jaar na het uitbreken van de pandemie. Wij vragen al vele jaren naar een evaluatie van de aanpak van de coronacrisis, zoals die in verschillende landen al ruime tijd gemaakt is en nog altijd gemaakt wordt.

 

Een jaar geleden kondigde minister Vandenbroucke naar aanleiding van een vraag van ons aan dat er eindelijk zou worden gestart met een evaluatie door de OESO. Dat was in november 2022. Wij hebben echter nog steeds geen zicht op hoe het staat met die evaluatie. In welk stadium zit die? Wanneer kunnen wij de resultaten verwachten?

 

Is de procedure ergens openbaar toegankelijk, dus ter beschikking voor het publiek? Zullen de resultaten gecommuniceerd worden met het brede publiek?

 

Hoeveel zal de evaluatie precies kosten? Wat wordt er geëvalueerd? Wie wordt bij de evaluatie betrokken?

 

Ik ben benieuwd naar uw antwoorden, mijnheer de eerste minister. Dit is iets waar ik al heel lang op wacht.

 

12.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mevrouw Gijbels, de evaluatie van de OESO bevindt zich in de eindfase. Het is trouwens een keuze van deze regering geweest om te vragen of de OESO die evaluatie wou uitvoeren, omdat het belangrijk is dat wij die extern lieten uitvoeren.

 

Ik kan bevestigen dat wij midden december samen met de verantwoordelijken van de OESO de resultaten van deze evaluatie zullen voorstellen. Het volledige rapport, dat wellicht meer dan 200 pagina's zal tellen, zal publiek worden gemaakt. Er komt tevens een beperkte publicatie van een dertigtal pagina's, die de essentie zal bevatten.

 

De evaluatie van de OESO kijkt naar drie aspecten: response and recovery, anticipation and preparedness en het eigenlijke crisismanagement. De OESO kijkt dus zowel naar de gezondheids­aspecten als naar de maatregelen inzake het sociaal, economisch en fiscaal beleid, alsook naar de maatregelen die te maken hebben met bijvoorbeeld het onderwijs.

 

Daarvoor zijn heel wat data verzameld. De experts van de OESO hebben ook zelf de nodige factfinding gedaan, waarna overleg gevoerd werd met de Belgische stakeholders. Er zijn voorlopige conclusies, maar ik wil wachten op het eindrapport, om ze dan te delen. Wij zijn nog in volle dialoog en wij willen een aantal zaken nog verduidelijken. De OESO moet echter in volle onafhankelijkheid haar conclusies kunnen uitwerken. Die zullen ook voorgesteld worden.

 

12.03  Frieda Gijbels (N-VA): Mijnheer de eerste minister, het klopt dat wij vier jaar na de start van de pandemie eindelijk een evaluatie zullen krijgen. Ik vind dat on…

 

12.04 Eerste minister Alexander De Croo: (…)

 

12.05  Frieda Gijbels (N-VA): Een evaluatie moet continu gebeuren. De impact van bepaalde maatregelen moet continu geëvalueerd worden. De maatregelen waren heel impactvol voor de hele bevolking. Zij hadden ook op verschillende domeinen een impact, gaande van het mentale welzijn tot de economie. Er zijn heel veel gevolgen geweest voor de bevolking. Er had continu geëvalueerd moeten worden, zodat er ook continu kon worden bijgestuurd. Het is heel belangrijk om de lessen uit de pandemie te leren, maar niet pas na zoveel jaar.

 

Kijk naar andere landen. Klik eens op de website van Nederland en bekijk daar hoeveel evaluaties dat land al heeft gedaan. Wanneer u op die site ‘evaluatie COVID-19 aanpak’ intikt, komt u bij 52 documenten uit. Elk aspect van de crisis wordt daarin belicht en geëvalueerd.

 

Mijnheer de eerste minister, u antwoordt ook niet hoeveel een en ander zal kosten. Ondertussen heb ik echter vernomen dat er een koninklijk besluit is genomen waarin staat dat de OESO 1,6 miljoen euro zal krijgen voor de opdracht. Ondertussen is ook aangekondigd dat BELSPO ook nog eens 7 miljoen euro krijgt om de covidaanpak te evalueren. Er wordt letterlijk gezegd dat de blinde vlekken nogmaals zullen worden geëvalueerd door BELSPO. Mijnheer de eerste minister, er moeten dus wel enorm veel blinde vlekken zijn. Ik begrijp niet goed op welke manier dat kan leiden tot coherente lessen die wij uit de pandemie kunnen trekken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Kurt Ravyts aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De implementatie van een aantal aanbevelingen van de bijzondere commissie Koloniaal Verleden" (55039714C)

13 Question de Kurt Ravyts à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La mise en œuvre d'un certain nombre de recommandations de la commission spéciale Passé colonial" (55039714C)

 

13.01  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de eerste minister, ik ga ervan uit dat u net zoals ik ervan op de hoogte bent dat de bijzondere commissie Koloniaal Verleden niet over haar definitief eindrapport en dus ook niet over de 128 aanbevelingen heeft gestemd.

 

Tot mijn grote verbazing heeft de staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit, mevrouw Leroy van Ecolo, een bijzonder merkwaardige partij in uw coalitie, het nodig gevonden om publiek aan te kondigen dat zij een nota zou neerleggen in de ministerraad waarin zij zou voorstellen om een aantal van de aanbevelingen te implementeren. Een van die aanbevelingen was onder andere de organisatie van een nationale herdenkingsdag voor de slachtoffers van het koloniale verleden.  Er werd daarover absoluut geen consensus bereikt in de bijzondere commissie, die haar werkzaamheden heeft gestaakt. U bent daarvan op de hoogte.

 

Is die nota reeds geagendeerd op de federale ministerraad? Bestaat er een consensus in de federale regering over de intenties van de minister?

 

13.02 Eerste minister Alexander De Croo: Mijnheer Ravyts, de nota waarvan sprake is nog niet geagendeerd op de ministerraad, dus ik kan moeilijk uitspraken doen over de mogelijke inhoud ervan. Het is in de eerste plaats aan het regeringslid dat het dossier indient, om dat te doen.

 

Voorts kan ik enkel bevestigen dat de regering inderdaad heeft vastgesteld dat de bijzondere commissie Koloniaal Verleden niet tot conclusies is kunnen komen binnen het vastgestelde tijdsbestek. Dat betekent daarom niet dat bijvoorbeeld het hele voorbereidend werk, door een toch vrij diverse groep experten, in de vuilbak moet worden gekieperd. Als daarin waardevolle elementen vervat zitten die regeringsleden willen hanteren om het beleid vorm te geven, dan is dat natuurlijk niet verboden. Dat voorbereidende werk heeft inderdaad niet geleid tot het statuut van een aanbeveling van de Kamer en het is dus ook niet bindend voor de regering.

 

13.03  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de eerste minister, het is voor mij duidelijk dat mevrouw Leroy voor de politieke galerij, voor haar politieke achterban, heeft gesproken en ook – we gaan een kat een kat noemen – voor de Afrikaanse diaspora, hier zeer talrijk aanwezig in de hoofdstad. Ik betreur dat.

 

Uiteraard moeten niet alle 120 aanbevelingen zomaar in de vuilnisbak worden gekieperd, maar er dient minstens een consensus over te zijn, zeker binnen deze regering en ook, aanbevelens­waardig, in het hele Parlement, want dit is eigenlijk een partijoverschrijdende zaak.

 

Deze zaak wordt verder opgevolgd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

14 Question de Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "Les recommandations du FMI pour le budget belge" (55039762C)

14 Vraag van Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De aanbevelingen van het IMF voor de Belgische begroting" (55039762C)

 

14.01 Eerste minister Alexander De Croo: Deze vraag heb ik eigenlijk al beantwoord.

 

De voorzitter: Ik weet het, mijnheer de premier, maar door de enigszins eigenaardige manier van werken vandaag, hebben we de tijd niet gehad om de mondelinge vragen aan elkaar te koppelen.

 

14.02 Eerste minister Alexander De Croo: Dat is mogelijk, maar het gaat om de organisatie van de commissievergadering. Ik was geen voorstander van deze manier van werken en ik wens evenmin slachtoffer te zijn van uw planning.

 

De voorzitter: Nee, natuurlijk niet. Ik kan echter niet beletten dat mevrouw Merckx haar vragen stelt.

 

14.03 Eerste minister Alexander De Croo: Sorry, we gaan hier toch op een ordentelijke manier werken?

 

Als een onderwerp behandeld wordt, dan lijkt het mij logisch dat alle geïnteresseerde parlementsleden aanwezig zijn. Als commissievoorzitter kunt u ervoor kiezen om een vraag pas te behandelen als alle leden aanwezig zijn. Nu echter zitten we in een situatie waarbij parlementsleden de commissiezaal binnenkomen of verlaten wanneer het hen goed uitkomt. Op die manier wordt er ongeorganiseerd gewerkt. Ik vind dat er grenzen zijn aan wat u van mij kunt verwachten.

 

De voorzitter: (…)

 

14.04  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le président, je n'ai pas été prévenue que ma question allait être traitée. J'avais prévenu que je devais vite me rendre en commission de la Santé. Je suis revenue. J'avais vu que deux questions au sujet de la Palestine avaient été inscrites. J'ai donc demandé de poser la mienne en même temps.

 

Maintenant, monsieur le premier ministre, nous pouvons voir si mes questions sont pareilles à celles de M. Loones. Elles seront peut-être un peu différentes. (Rires) Si vous me dites qu'elles sont identiques, alors je vous écouterai.

 

Cependant, vous pourriez apporter d'autres éléments, parce que je ne pense pas avoir relevé les mêmes aspects dans le rapport du Fonds monétaire international (FMI). Deux considérations m'ont frappée. Premièrement, le rapport indique que la Belgique devait réserver une importance accrue aux soins préventifs, en réformant l'organisation des hôpitaux. Deuxièmement, elle devait encoura­ger le recours aux médicaments génériques. J'ai ressenti de l'intérêt pour ces propositions du FMI.

 

Dans une interview qui a suivi la parution du rapport, Mme Bertrand a laissé entendre qu'elle comptait faire des économies dans les soins de santé. Je tenais donc à connaître votre point de vue: comptez-vous faire des économies dans les soins de santé ou bien allez-vous encourager l'utilisation des médicaments génériques? Le FMI a constaté qu'en Belgique, on prescrivait plutôt des médicaments onéreux et trop peu de génériques, qui sont moins chers. Il recommande également d'accorder plus d'importance aux soins préventifs. J'aurais donc voulu connaître votre avis, étant donné que c'est l'un des points faibles de notre organisation des soins de santé.

 

Enfin, j'avais relevé une autre remarque intéressante du FMI, puisque le rapport relève que l'imposition du capital devrait être plus cohérente au niveau des différentes sources de revenu, en particulier en ce qui concerne les biens immobiliers et les plus-values. Il note en effet que celles-ci ne sont pas taxées chez nous, alors que ce devrait être le cas.

 

14.05  Alexander De Croo, premier ministre: Madame Merckx, je vous donnerai à peu près la même réponse qu'à M. Loones.

 

Tout d'abord, les rapports du FMI sont toujours très intéressants, car ils mettent en évidence les points forts et les points faibles des pays. Par exemple, augmenter le taux d'activité dans notre pays est un élément où nous sommes moins forts que d'autres pays et, par contre, aucun pays européen n'a mieux protégé le pouvoir d'achat que le nôtre.

 

S'agissant des points spécifiques que vous relevez, par exemple au niveau des soins de santé, je propose que vous interrogiez le ministre compétent qui vous expliquera ce qui a été fait et quelles sont ses opinions quant à la politique à mener dans le futur. Cela s'applique aussi aux différentes formes d'imposition dans notre pays.

 

En soi, les rapports du FMI sont toujours extrêmement intéressants, mais cela ne signifie pas qu'il faut en faire un copier-coller. Ce n'est d'ailleurs pas non plus leur point de vue.

 

14.06  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Ce n'est vraiment pas une réponse. Pour me référer aux autres ministres, Mme Bertrand s'est quand même permis de commenter le chapitre sur les soins de santé en faisant comprendre qu'elle voulait y faire plus d'économies. J'aurais souhaité vous entendre dire que, non, ce gouvernement ne fera pas d'économies dans les soins de santé. Mais vous n'avez pas dit cela.

 

Je trouve particulier que même le FMI pointe le fait que nous sommes un paradis fiscal et que nous ne taxons pas les plus-values. Là non plus, vous ne prenez pas vraiment vos responsabilités en tant que premier ministre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Question de Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L’augmentation du budget européen et la contribution belge supplémentaire de 800 millions" (55039763C)

15 Vraag van Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De verhoging van de EU-begroting en de bijkomende Belgische bijdrage van 800 miljoen euro" (55039763C)

 

15.01  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, les 23 et 24 octobre a eu lieu une discussion quant à une éventuelle augmentation du budget européen, dont la majeure partie est destinée à l’Ukraine.

 

Monsieur le premier ministre, vous avez déclaré ne pas soutenir cette demande, qui pourrait selon vous avoir une incidence trop lourde sur notre pays. Pour la Belgique, il s’agirait en effet de 800 millions d’euros supplémentaires à débourser.

 

Pourriez-vous préciser ce que cela signifie? Confirmez-vous que vous ne soutenez pas cette demande?

 

La décision a-t-elle déjà été prise? Devons-nous en tenir compte dans l'établissement du budget 2024? Avez-vous, oui ou non, prévu ces moyens supplémentaires?

 

Enfin, lorsque le président Zelensky est venu en Belgique, vous avez annoncé un fonds de 1,7 milliard d'euros d'aide à l'Ukraine. Ce montant serait financé par les avoirs russes bloqués au sein de la banque Euroclear. Les finalités de ce fonds seraient-elles différentes de celles des fonds octroyés dans le cadre du budget européen?

 

Le montant de 1,7 milliard d'euros serait-il constitué sur une période d'un an ou de plusieurs années? Quelles sont les taxes qui alimenteraient ce fonds?

 

15.02  Alexander De Croo, premier ministre: La question n'a pas été abordée ici mais elle l'a été il y a deux semaines au sein du Comité d'avis avant le sommet européen. S'il devait y avoir des besoins additionnels, la Commission européenne examinera notre budget et nous demandera de définir de nouvelles priorités ou de trouver nous-mêmes d'autres moyens de réaliser des économies ou de nouvelles recettes. Telle a été ma position lors de la discussion au sein du Conseil européen. Nous comprenons qu'il y ait des demandes additionnelles mais il n'est pas question que les États membres mettent sur la table des moyens additionnels. Cette opinion était partagée par beaucoup de monde autour de la table. Nous avons donc convenu que la Commission, mais surtout la présidence du Conseil, devaient continuer le travail qui a été fait. Mais la position belge était en effet que l'on ne voyait pas de moyens additionnels.

 

Le fonds Ukraine, que l'on estime à 1,7 milliard pour l'année prochaine, est constitué de recettes fiscales perçues auprès des instances qui procèdent au gel des avoirs – on parle ici d'Euroclear. Clairement, les recettes fiscales sur les revenus dégagés par le gel des avoirs ne nous appartiennent pas. Philosophiquement, je trouve qu'elles ne nous appartiennent pas et nous les utiliserons donc pour soutenir tout ce qui est lié à l'Ukraine. Ces recettes relèvent de l'impôt des sociétés additionnel sur Euroclear.

 

Dans le même temps, nous travaillons avec le G7 et la Commission européenne pour une solution additionnelle. Comment pourrait-on utiliser une partie des revenus ou des avoirs qui ont été gelés? Il faut une solution juridiquement stable – la Belgique ne peut pas le faire unilatéralement – et qui ne mette pas en danger la stabilité financière dans le monde.

 

15.03  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, merci pour votre réponse. Vous avez dit que cela concernait l'impôt des sociétés. Je ne pense pas que vous ayez répondu sur la durée de constitution de cette somme de 1,7 milliard.

 

15.04  Sander Loones (N-VA): C'est pour le budget 2024.

 

15.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Merci monsieur Loones. Vous avez répondu à la question à la place du premier ministre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

16 Question de Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La baisse de l’inflation" (55039764C)

16 Vraag van Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De daling van de inflatie" (55039764C)

 

16.01  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, au mois d’octobre de cette année, l’inflation se situait à son plus bas niveau depuis janvier 2021. Du reste, vous vous êtes empressé de le tweeter. Elle est actuellement à 0,39 %.

 

De prime abord, nous pourrions y voir une bonne nouvelle. Plusieurs articles ont cependant relevé que cela ne signifiait pas pour autant que les citoyens ressentiraient directement les effets de cette baisse. Ainsi, les prix des produits alimentaires ont encore augmenté. Ce recul de l’inflation est essentiellement dû à la baisse des prix de l’énergie. Toutefois, là encore, les citoyens n'en profiteront pas dans l'immédiat, puisqu'ils ont conclu des contrats qui n'appliqueront pas tous nécessairement cette baisse des prix.

 

Monsieur le premier ministre, quelles mesures complémentaires allez-vous prendre pour protéger le pouvoir d'achat?

 

16.02  Alexander De Croo, premier ministre: Madame Merckx, contrairement à d'autres pays, notre pays dispose d'un système qui ne se négocie pas, puisqu'il est automatique: celui de l'indexation. Grâce à celle-ci, aucun autre pays européen n'a mieux protégé le pouvoir d'achat que le nôtre.

 

Naturellement, ce mécanisme fonctionne avec un panier. Vous parlez des produits alimentaires. Oui, c'est exact. L'achat d'un frigo se trouve aussi dans ce panier, mais évidemment d'une manière proportionnelle. Il s'agit d'une méthode servant à évaluer les frais encourus par les citoyens.

 

Que les prix de l'énergie baissent, c'est quand même une bonne chose! Cela se traduit-il immédiatement dans les contrats? Durant cette crise, beaucoup d'entre eux sont devenus des contrats variables, alors que nombre de gens avaient auparavant conclu un contrat fixe. L'avantage est évident.

 

Alors, les gens voient-ils que les produits alimentaires sont de plus en plus chers? Oui, c'est juste, mais cela reflète la différence entre les chiffres macroéconomiques et la réalité microéconomique. Cela ne veut pas dire que les chiffres macroéconomiques n'existent pas. Ces chiffres sont un indicateur d'une évolution. Leur traduction au niveau microéconomique pour chaque citoyen est différente mais nous vivons dans un pays où le niveau de protection sociale est très élevé et nous en voyons les résultats.

 

16.03  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Vous faites croire que les gens profiteront de cette inflation. En faisant les courses tous les jours, ils constatent que c'est encore très cher! Nous continuons par exemple à défendre la TVA à 0 % sur les produits alimentaires de base, mesure qui a été prise en Espagne et qui pourrait vraiment soulager les ménages.

 

Le panier qui calcule l'indexation ne contient pas une série de produits. Je pense que vous êtes au courant. Par exemple, le carburant n'y est pas. Cela pose de vrais soucis. L'indexation des salaires protège le pouvoir d'achat mais il y a aussi le blocage des salaires. À voir l'évolution des vingt dernières années, les salaires en Belgique ne sont pas forcément en augmentation.

 

Des pays tels que la France ou l'Allemagne négocient des hausses de salaire entre 4 et 5 % alors qu'en Belgique, la norme salariale en est toujours à 0 %. À ce niveau aussi, on peut agir pour augmenter le pouvoir d'achat des travailleurs.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Question de Sofie Merckx à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L’utilisation des avions pour les déplacements des gouvernements" (55039767C)

17 Vraag van Sofie Merckx aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De regeringsvluchten" (55039767C)

 

17.01  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, il y a deux semaines, le groupe de presse IPM a publié une enquête sur les déplacements en avion des ministres. Cette enquête révélait que l’ensemble des gouvernements belges avaient réalisé des déplacements en avion pour un montant de 33 millions d’euros depuis le début de la législature. Pour le gouvernement fédéral, il s’agit de 326 missions en avion, et ce, malgré la pandémie de covid-19.

 

Les vols de la ministre de la Défense, de la ministre des Affaires étrangères et du premier ministre seraient les plus coûteux, de par l’utilisation des jets Falcon 7X. En effet, chaque jet a un coût fixe journalier de 14 500 euros pour l’État, en plus du coût des vols. L’enquête indiquait à titre d’exemple qu'un aller-retour Bruxelles-Lisbonne effectué en Falcon 7X coûte environ 35 000 euros et émet 15 860 kg de CO2. Un siège en business pour le même trajet s’achète pour environ 650 euros et équivaut à 348 kg de CO2. On peut se demander si une utilisation raisonnable de ce mode de transport est bien effectuée, le coût par vol étant impressionnant, ainsi que le bilan carbone.

 

Monsieur le premier ministre, comptez-vous rendre publics de manière pérenne les carnets de voyage des cabinets ministériels du gouvernement, contenant le type de déplacement, leur coût, leur objectif et leur bilan carbone?

 

Que pouvez-vous nous dire de l’efficience de l’utilisation de ces modes de déplacement par le gouvernement? Procédez-vous à une évaluation de quand il est nécessaire de voyager en jet, en avion ou plutôt par un autre moyen?

 

Pourquoi le choix d’un leasing pour les Falcon 7X a-t-il été fait plutôt que celui d’un achat?

 

Prévoyez-vous de faire des économies dans le budget des déplacements du gouvernement? Si oui, comment? Si non, pourquoi?

 

17.02  Alexander De Croo, premier ministre: Madame Merckx, je suis personnellement une règle très simple, c'est-à-dire que, si un vol commercial est disponible, je l'utilise. Vous avez donné l'exemple de Bruxelles-Lisbonne. Effectivement, cette année-ci, j'ai dû me rendre une fois à Lisbonne et j'ai pris un vol commercial. À chaque fois qu'un vol commercial est disponible, je le prends et je crois que c'est le cas pour la majorité des ministres de mon gouvernement.

 

Il arrive toutefois que, pour certains déplacements, il n'y ait pas de vols commerciaux. Lors de la réunion de la Communauté politique européenne à Chisinau en Moldavie, l'aéroport était fermé aux vols commerciaux. À ce moment-là, nous n'avions pas beaucoup le choix. Il en fut de même pour la réunion de l'OTAN qui s'est tenue à Vilnius. Souvent, des événements internationaux ont lieu à des moments ou des endroits où des vols commerciaux ne sont pas disponibles.

 

Vous faites le ranking au niveau du gouvernement fédéral. Je constate que certains chefs de gouvernement, de gouvernements régionaux, ont utilisé beaucoup plus les vols internationaux que moi. Cela montre qu'ils sont très actifs à l'étranger. Et, honnêtement, je pense que c'est une bonne chose car la prospérité de la Belgique se gagne beaucoup à l'étranger. Il importe dès lors de développer nos contacts économiques inter­nationaux. Or, pour bien le faire, il faut parfois se déplacer.

 

Pour ce qui concerne les avions de la Défense, ces avions sont en effet en leasing. Cette décision a été prise par le gouvernement précédent. Comme je l'ai dit, je les utilise un minimum mais parfois on n'a pas le choix.

 

Quant aux sommets européens, il y a un avantage, je m'y rends à pied. Ce n'est pas le cas des membres des autres pays.

 

17.03  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Monsieur le premier ministre, nous vérifierons donc que vous allez vraiment à pied aux sommets européens. Il me semble que vous arrivez souvent là-bas en taxi ou en voiture.

 

Cette enquête a quand même eu le mérite de nous montrer, alors que nous avions l'impression d'avoir peu voyagé en période covid, que l'ensemble des ministres avait fait soixante-six fois le tour du monde. Et la législature n'est pas terminée.

 

Alors qu'on impose aux citoyens d'être économes, de regarder leur bilan carbone, nous avons franchement l'impression que du côté des cabinets et des différents ministres, tous gouvernements confondus, on y va un peu à gogo, sans regarder à la dépense.

 

Il me paraît intéressant d'avoir un registre transparent de l'ensemble des coûts, reprenant le mode de déplacement. Il peut être nécessaire de voyager en jet à un certain moment, comme vous l'avez dit, mais il convient de privilégier les vols commerciaux. Et pourquoi ne pas privilégier le train? Il me semble qu'il est possible de rejoindre Lisbonne en train. Ce n'est pas si loin!

 

17.04  Alexander De Croo, premier ministre: (…)

 

17.05  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Sans savoir à quelle distance se trouve Lisbonne, je trouve grave que vous vous moquiez de moi et de ma proposition.

 

17.06  Alexander De Croo, premier ministre: Je voudrais bien faire l'analyse pour savoir qui, en Belgique, irait à Lisbonne en train! Ce n'est pas réaliste, il me semble. J'ai une réunion jeudi et vendredi à Paris. Je vais en train et c'est tout naturel. Mais aller à Lisbonne en train, ce n'est pas réaliste! Personne ne fait cela.

 

17.07  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Je ne suis pas du tout d'accord avec vous.

 

Il est vrai que de manière générale, les transports souffrent d'un énorme manque d'investissement. Quand vous êtes simple citoyen et que vous voulez voyager et prendre le TGV pour Paris ou aller à Barcelone en train, c'est beaucoup plus cher que de prendre un vol Ryanair. Cela n'est pas normal.

 

Et vous, vous ne devez pas vous permettre de rigoler avec le fait que je vous propose d'envisager plus souvent le train pour des trajets pas trop longs

 

17.08  Alexander De Croo, premier ministre: Je n'ai pas dit cela! U moet hier mijn woorden niet verdraaien.

 

Je n'ai pas dit que je me moquais de prendre le train. J'ai juste dit qu'utiliser le train pour aller de l'autre côté du continent européen est peu réaliste. Mais je suis d'accord avec vous que pour un déplacement à Paris, je ne prendrais jamais un avion, ni même pour aller à Amsterdam ou à Londres. Il faut considérer les timings dont on dispose.

 

17.09  Sofie Merckx (PVDA-PTB): Dans le train, il y a toujours moyen de travailler et de préparer des réunions. Ce n'est jamais du temps perdu. Je ne pense pas être la seule à penser qu'au sein de l'Europe, au lieu de prendre l'avion à tout bout de champ, il faut privilégier les modes de transport plus écologiques. Cela serait normal de donner cet exemple.

 

17.10  Alexander De Croo, premier ministre: For the record, nous avons analysé le trajet le plus court. Entre Bruxelles et Lisbonne, ce trajet est de 32 heures. Vous avez donc raison, c'est possible. Mais est-ce réaliste? C'est là une autre question.

 

(…): (…)

 

17.11  Alexander De Croo, premier ministre: Il y a peut-être des gens qui seront contents si je quitte le pays pendant 32 heures! Mais ça c'est une autre discussion!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Question de Olivier Vajda à Alexander De Croo (premier ministre) sur "La mise en œuvre de la recommandation Pegasus du Parlement européen" (55038113C)

18 Vraag van Olivier Vajda aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De uitvoering van de aanbeveling van het EP aangaande Pegasus en soortgelijke spyware" (55038113C)

 

18.01  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Monsieur président, j'ai une petite question. Je sais que je suis arrivé très tardivement et je tiens à vous présenter mes excuses. Si M. le premier ministre a encore cinq minutes et s'il n'a pas déjà parlé de la recommandation Pegasus au niveau européen dans la discussion générale, j'aurais souhaité prendre cinq minutes pour lui poser cette question, si cela n'a pas déjà été traité.

 

18.02  Alexander De Croo, premier ministre: Cela n'a pas été traité. Faisons-le, il n'y a pas de problème! Je ferai une réponse assez concise. En ce qui concerne les spywares, il y a deux aspects. D'une part, notre pays utilise-t-il lui-même de telles techniques ou en autorise-t-il l'utilisation? D'autre part, comment pouvons-nous nous protéger? Il est clair qu'il y a aussi un aspect criminel étant donné que l'espionnage illégal est évidemment interdit, mais cette interdiction s'applique aussi bien aux acteurs étrangers qu'à nos propres gouvernements européens qui utiliseraient ces techniques sans aucune base légale. C'est une bonne chose que les institutions européennes se penchent sur ce phénomène et invitent les États membres à examiner et à renforcer leur cadre juridique.

 

En ce qui concerne le second aspect, le CCB diffuse les recommandations et les outils nécessaires. Pour éviter les spyware, il suffit de suivre les lignes directrices nécessaires à l'utilisation responsable des TIC. Les personnes qui traitent les informations sensibles doivent être particulièrement attentives lorsque, par exemple, elles installent de nouvelles applications sur un appareil mobile ou lorsqu'elles reçoivent un courriel suspect.

 

En ce qui concerne le cadre législatif pour les spywares, je me dois de renvoyer aux ministres de la Justice et de l'Intérieur, qui sont concernés pour les services de sécurité et de renseignement. Ils ont déjà répondu aux questions dans leurs commissions respectives. Les initiatives europé­ennes et les révélations des médias sont certainement dans le collimateur des services concernés. Toutefois, je n'ai pas plus de détails sur les enquêtes en cours.

 

18.03  Olivier Vajda (Ecolo-Groen): Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour vos réponses même si vous n'avez pas répondu à l'ensemble de mes questions.

 

Je voulais notamment savoir si le gouvernement, dans son ensemble, travaillait sur cette recomman­dation – que j'estime vraiment très importante de la part du Parlement européen – ainsi que sur la question des relations de la Belgique avec des pays comme Malte, la Hongrie, la Pologne et d'autres, qui utilisent de manière excessive ces types de logiciels espions qui sont problématiques pour la protection des simples citoyens, des journalistes ou des hommes politiques. C'est vraiment très préoccupant et vous devriez vous en préoccuper même à titre personnel. C'est un danger même pour votre propre personne.

 

Le paragraphe 42 de la recommandation européenne indique que l'Union européenne se déclare préoccupée par l'invocation injustifiée de la sécurité nationale pour justifier le déploiement et l'utilisation de logiciels espions et pour garantir le secret absolu et s'affranchir de l'obligation de rendre compte. C'est vraiment une grande préoccupation.

 

Dans le considérant H. de cette même recomman­da­tion, on considère que la surveillance par logiciel espion devrait rester exceptionnelle et être toujours subordonnée à une autorisation judiciaire préalable, effective, contraignante et pertinente accordée par une autorité judiciaire impartiale et indépendante. Ensuite, la surveillance par logiciel doit garantir que la mesure est nécessaire, proportionnée et surtout strictement limitée aux cas touchant à la sécurité nationale, au terrorisme et aux formes graves de criminalité. Les techniques de surveillance risquent d'être utilisées de manière abusive dans les environnements dépourvus de réel contre-pouvoir.

 

J'insiste, notamment pour la prochaine présidence belge de l'Union européenne, pour que cette question reste à l'ordre du jour.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.43 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11 h 43.