Commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des
Pensions |
Commissie
voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen |
du Mardi 14 novembre 2023 Après-midi ______ |
van Dinsdag 14 november 2023 Namiddag ______ |
Le développement de l’interpellation commence à
15 h 11. La réunion
est présidée par Mme Cécile Cornet.
De behandeling van de interpellatie vangt aan om 15.11 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Cécile Cornet.
01.01 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, de antwoorden op mijn schriftelijke vragen over de tewerkstelling van personen met een handicap in de federale overheidsdiensten tonen aan dat geen enkele minister of staatssecretaris de beoogde 3 %-doelstelling behaalt. Hetgeen nog verontrustender is, is dat de cijfers, die voordien al dramatisch waren, nog verder gedaald zijn sinds de start van de regering. Het gemiddelde bij alle ministers bedraagt 1,41 %. Dat is niet eens de helft van de doelstelling. Minister Verlinden scoort het slechtst met 0,45 %. Ook de diensten waar u zelf voor bevoegd bent behalen de doelstelling in de verste verte niet. De Federale Pensioendienst scoorde 1,61 % in 2020 en slechts 1,33 % in 2022, de POD Maatschappelijke Integratie scoorde 1,54 % in 2020 en 0,64% in 2022 en de FOD Sociale Zekerheid scoorde 1,9 % in 2020 en 1,54 % in 2022.
Mevrouw de minister, reeds in april 2021 presenteerde u, samen met minister De Sutter, de doelstellingen van het federaal actieplan voor personen met een handicap. Begin februari van dit jaar verscheen het tussentijds rapport waarover wij hebben gediscussieerd in de commissie en waaruit blijkt dat 50 van de 145 maatregelen werden uitgevoerd.
Wat is de huidige stand van zaken? Welke oorzaken ziet u voor de dalingen van de tewerkstelling van personen met een handicap bij de federale overheidsdiensten? Welke bijkomende initiatieven hebt u intussen genomen? Welke extra inspanning zult u leveren voor de diensten waarvoor u bevoegd bent?
Minister van Ambtenarenzaken De Sutter wil meer ambtenaren met een handicap in dienst nemen. Zij lanceerde dit voorjaar een nieuwe maatregel opdat federale overheidsdiensten een deel van hun vacatures voor mensen met een beperking kunnen voorbehouden. Hebt u zicht op de resultaten hiervan? Uit reacties van doelgroepen krijgen wij te horen dat het openbaar vervoer en de algemene infrastructuur vaak inadequaat ingericht blijken om te voldoen aan de behoeften van personen met een handicap.
Hebt u reeds samengezeten met uw collega's, zowel binnen de federale regering als met de deelstaten?
Uit cijfers van de UGent blijkt dat het verschil in werkzaamheidsgraad tussen mensen zonder en met beperking vrijwel nergens groter is dan in dit land. Met een verschil van 38 % doet België het veel slechter dan het EU-gemiddelde, dat 23,1 % bedraagt. Hoe verklaart u dat grote verschil?
De prijs van de arbeid weegt sinds 2022 minder zwaar door voor personen met een handicap. Voortaan mogen personen met een handicap tot 63.000 euro per jaar verdienen voor zij inboeten op hun integratietegemoetkoming. Zal in de toekomst de prijs van de arbeid volledig worden afgeschaft? Zo neen, waarom niet? Hoeveel personen met een handicap overschrijden dat plafond van 63.000 euro?
Voor ik u laat antwoorden op mijn vragen, wil ik u de getuigenis meegeven van een persoon met een spierziekte, werkzaam als zelfstandige. Die getuigenis stond een paar weken geleden in een Vlaamse krant. "Hoewel ik mij steeds met hart en ziel voor mijn stad heb ingezet, was het op financieel vlak niet de beste zet. Op mijn 21ste werd mijn handicap erkend als een levenslange beperking van meer dan 66 %, waardoor ik in principe niet moest gaan werken. Mijn inkomensvervangende tegemoetkoming en integratietegemoetkoming bedroegen samen 1.300 euro netto, een bedrag waar ik net mee rondkwam, omdat ik ook een aangepaste sociale woning voor 405 euro per maand huurde. Als je echter uit die gouden kooi wil stappen om te gaan werken, heb je totaal geen idee wat daarvan de financiële impact zal zijn. Na veel research bleek dat ik maximaal 60 % zou kunnen werken, anders zou mijn integratietegemoetkoming naar beneden gaan. De inkomensvervangende tegemoetkoming was ik sowieso kwijt. Nochtans heb je als persoon met een beperking net meer kosten in plaats van minder wanneer je gaat werken." Dat is de schrijnende realiteit.
01.02 Minister Karine Lalieux: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Samyn, uw vraag biedt mij de kans u eraan te herinneren dat de inclusie van kwetsbare mensen in de samenleving en hun integratie op de arbeidsmarkt een werk van lange adem is. Het is niet alleen een kwestie van willen, maar ook van volhouden. Natuurlijk is de tewerkstelling van mensen met een handicap niet van de ene op de andere dag opgelost. Eerst moeten we de obstakels kennen en wegwerken. Dat is waar ik de voorbije jaren aan heb gewerkt.
Ik ben er trots op dat de FOD Sociale Zekerheid dankzij zijn inzet en die van zijn voorzitter intussen al boven de 3 %-norm zit. Daarop kom ik later nog terug.
Wat uw eerste vraag betreft, volgt op 29 november de eindevaluatie van het Federaal Actieplan Handicap. Ik heb mij alleszins volop ingezet om de maatregelen uit te voeren waarvoor ik bevoegd ben. In hoeverre mijn collega’s dat ook hebben gedaan, kunt u beter aan hen vragen. Zoals u weet geef ik de aanzet en moedig ik de dialoog tussen de sector en mijn collega’s aan, maar zij blijven verantwoordelijk voor de maatregelen waartoe ze zich hebben verbonden. In elk geval zal deze belangrijke evaluatie op 29 november plaatsvinden. Uiteraard zal ook de sector zelf hieraan deelnemen. Ik twijfel er niet aan dat hij een eerlijke analyse zal maken. Het verslag zal aan het Parlement worden voorgelegd, net zoals ik dat met de tussentijdse evaluatie heb gedaan. U weet dat ik graag in alle openheid werk. Ik ben van plan om dat te blijven doen.
Voor de teleurstellende resultaten in de jaarverslagen van de BCAPH zijn er inderdaad objectieve factoren die bijdragen tot de daling van de tewerkstelling van mensen met een handicap bij de federale overheid. Dit is te wijten aan de pensionering van collega’s met een handicap die niet zijn vervangen, in combinatie met een daling van de aanwervingen. In de afgelopen tien jaar is het aantal federale ambtenaren met een kwart gedaald. Het is dus niet evident om de 3 %-norm te halen, maar ik wil mij zeker niet neerleggen bij deze realiteit. Daarom hebben mijn collega van Ambtenarenzaken en ikzelf besloten om dit aan te pakken, gesteund door de regering.
We hebben een strategie voorgesteld om de tewerkstellingsgraad van mensen met een handicap bij de federale overheid te verhogen. Aan deze strategie is maandenlang gewerkt, met alle voorzitters van de federale en programmatorische overheidsdiensten, de instellingen van openbaar nut en de openbare instellingen van sociale zekerheid. Het was namelijk essentieel dat iedereen zich bewust is van het probleem, weet welke doelen we nastreven en zijn verantwoordelijkheid opneemt.
Elke instelling werd geconfronteerd met haar tekortkomingen en elke manager zal duidelijke engagementen en een concreet actieplan moeten voorleggen om de doelstelling te behalen.
Daarnaast zijn er vooral dankzij het harde werk van de BCAPH nieuwe maatregelen genomen, zoals het voorbehouden van bepaalde vacatures voor mensen met een handicap of de invoering van nieuwe redelijke aanpassingen voor Selor-testen. Voor de resultaten van deze maatregelen kunt u terecht bij mijn collega of zult u het volgende rapport van de BCAPH moeten afwachten.
Om terug te komen op de situatie van mijn diensten, ik heb hiervan vanaf het begin het doel gemaakt in de beleidsplannen. Ik heb hen in contact gebracht met DiversiCom, een vereniging die als missie heeft de diversiteit op de werkvloer te bevorderen en de tewerkstelling van mensen met een handicap te faciliteren door contacten te leggen tussen werkzoekenden en werkgevers. Daarnaast is er op mijn verzoek een inclusieve wervingscampagne gelanceerd door de FOD Sociale Zekerheid.
Zoals ik in mijn inleiding al zei, werpen onze inspanningen vruchten af. Volgens de laatste cijfers werken er nu meer dan 3 % mensen met een handicap bij de FOD Sociale Zekerheid. Dat is te danken aan een ambitieuze aanpak die wordt ondersteund door de voorzitters van deze administratie, overtuigende sensibiliseringscampagnes en strategische investeringen. Dit bewijst dat de inclusie van personen met een handicap meer kan zijn dan enkel een streefcijfer en realiteit kan worden. Zelf probeer ik op mijn kabinet het goede voorbeeld te geven door een beroep te doen op de kwaliteiten van twee medewerkers met een handicap.
Het is echter duidelijk dat de federale overheid alleen de lage werkzaamheidsgraad van mensen met een handicap in België niet zal oplossen. Zoals u zelf zegt, is er een groot verschil tussen België en onze Europese buren. Het spreekt dus voor zich dat de IMC zich buigt over deze complexe kwestie, die niet alleen te maken heeft met de werkgelegenheid en de premies, maar ook met onderwijs en opleidingen, redelijke aanpassingen, openbaar vervoer enzovoort. Er is reeds een werkgroep opgericht om samen stappen te zetten. Binnenkort zullen de betrokken diensten in het hele land de opdracht krijgen om concrete acties uit te werken. De overheid moet het goede voorbeeld geven, wat vandaag nog niet het geval is.
De oplossing kan echter niet enkel van de publieke sector komen. Als we een nationale tewerkstellingsgraad willen bereiken waarvoor we ons niet hoeven te schamen, is de betrokkenheid van de privésector essentieel. Daarom wil ik alle betrokken partijen sensibiliseren, namelijk de persoon met een handicap zelf, maar ook de vakbonden, de werkgevers en de sectorfederaties. Ik geloof dat duidelijke informatie en directe bewustmaking kunnen helpen om bepaalde vooroordelen weg te nemen. Ik kom hier waarschijnlijk nog op terug.
Wat uw vraag over de prijs van arbeid betreft, deze maatregel is een belangrijke stap vooruit. Ik heb het plafond voor beroepsinkomsten verdrievoudigd. Na indexeringen ligt dit nu op 70.000 euro of 5.800 euro per maand. Ik kan u echter niet vertellen wie er boven dit plafond zit.
Naast de prijs van de arbeid heb ik nog andere maatregelen uitgewerkt die de tewerkstellingsgraad kunnen verhogen. Momenteel liggen ze op de regeringstafel. Zo probeer ik mijn collega’s ervan te overtuigen om de maatregelen aan te nemen die het mogelijk maken om de IVT gedurende een beperkte periode te combineren met beroepsinkomsten. Dat is nu in orde. Dat zou mensen met een handicap de tijd geven om hun plaats op de arbeidsmarkt te verkennen, zonder het risico te lopen hun uitkering te verliezen als die ervaring niet positief is.
Net zoals wij zekerheid moeten bieden aan personen met een handicap wanneer zij een job aannemen, moeten wij ook rekening houden met de periodes van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en dies meer. Daarom probeer ik mijn collega’s te overtuigen van de noodzaak om een forfaitaire IT in te voeren. Dat zou ervoor zorgen dat mensen met een vervangingsinkomen bepaalde essentiële rechten die bijdragen tot hun koopkracht niet verliezen, bijvoorbeeld het sociaal tarief of de maximumfactuur.
Kortom, inzake de verhoging van de werkzaamheidsgraad van personen met een handicap kan ik u alleen meegeven dat deze kwestie mijn volledige aandacht krijgt. Ik heb heel veel maatregelen genomen om het recht op werk te garanderen, ook voor mensen met een handicap.
In mijn hoedanigheid van federaal minister bevoegd voor Personen met een handicap kan ik de complexe problematiek echter niet alleen oplossen. Daarom heb ik het initiatief genomen om voor het federale plan, de IMC en de interfederale strategie al mijn collega’s te mobiliseren. Ik zal de kwestie ook op de Europese agenda plaatsen tijdens het komend Belgisch voorzitterschap. Daar komen wij later echter nog op terug.
01.03 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, het is zeker een werk van lange adem. Ik heb ook uw engagement gehoord. Voor uw initiatieven kunt u sowieso rekenen op de steun van mijn partij.
In 2007 besliste de toenmalige regering dat elke federale overheidsdienst een tewerkstellingsgraad van 3 % personen met een handicap moest behalen. Wij zijn nu 15 jaar verder. Het blijft dus wrang dat geen enkele minister of staatssecretaris afzonderlijk de beoogde doelstelling van 3 % haalt. Zelfs na het jaarlijks aankaarten hiervan in uw beleidsnota en in de commissie bij uw collega's is er geen enkele verbetering merkbaar, integendeel. U bent natuurlijk niet bevoegd voor het beleid van uw collega's, maar ik hoop wel dat u hen achter de veren gaat blijven zitten.
In mijn toelichting sprak ik over de cijfers van de UGent. Deze tonen toch een groot verschil aan in werkzaamheidsgraad tussen mensen zonder en met een beperking. Nergens is dit verschil groter dan in dit land. Ik vind dat heel schrijnend en hoop dat u uw beste beentje zult voorzetten. Aan de motivatie van personen met een handicap zal het in elk geval niet liggen. Een groot deel van die niet-tewerkgestelde personen geeft aan echt wel te willen werken, mits ondersteunende maatregelen of een aanpassing van de werkopdracht.
De regering blijft vaak zitten in een modus van het opmaken van plannen en rapporten. Ik hoop dat er nog structurele maatregelen zullen worden genomen. Zeven maanden is kort maar er kan nog wel een en ander verwezenlijkt worden.
Er moeten ook dringend enkele grote obstakels aangepakt worden. Wat betreft de kost van de arbeid, dankzij de indexatie is het plafond nog verhoogd. Het is echter allesbehalve billijk dat personen met een handicap die willen werken maar boven dat plafond terechtkomen hun tegemoetkoming verliezen. Dat is niet oké.
Het is niet onmiddellijk uw bevoegdheid, maar u bent wel minister van Personen met een handicap. Ook het openbaar vervoer en de algemene infrastructuur zijn vaak niet aangepast. Nog te vaak is het inadequaat ingericht. Treinreizigers met een beperking moeten bijvoorbeeld op voorhand reserveren om assistentie te vragen. Dat moet toch ook gemakkelijker kunnen. Voor 132 stations moet bijvoorbeeld de reservatie een dag op voorhand gemaakt worden. Bij de bouw of renovatie van overheidsgebouwen worden de toegankelijkheidsnormen vaak nog altijd genegeerd. Dat is onbegrijpelijk.
We pleiten dan ook voor een fundamentele beleidsomslag en voor het eindelijk wegwerken van deze letterlijke en figuurlijke drempels. Ik reken op uw engagement.
Motions
De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ellen Samyn en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellatie van mevrouw Ellen Samyn
en het
antwoord van de minister,
- overwegende
het feit dat de regering haar eigen 3%-tewerkstellingsdoelstelling van personen
met een handicap niet eens voor de helft behaalt;
- overwegende
de recent verschenen cijfers van de UGent die aantonen dat de
tewerkstellingscijfers van personen met een handicap in de diensten van de
federale overheid alleen maar verder gedaald zijn sinds het aantreden van deze
regering;
- overwegende
dat het verschil in werkzaamheidsgraad tussen personen met en zonder handicap
maar liefst 38% bedraagt. Het op één na hoogste van de EU;
- overwegende
dat de doelstellingen uit het Masterplan Autonome Toegankelijkheid om
176 stations autonoom toegankelijk te maken voor mensen met een beperkte
mobiliteit of een handicap pas tegen eind 2032 gerealiseerd zullen worden;
vraagt de
regering
- een
snellere uitrol van de geformuleerde doelstellingen om de toegankelijkheid van
personen met een handicap tot de trein te verhogen in samenspraak met de
uitvoerders;
- de
integrale afschaffing van de prijs van de liefde voor de inkomensvervangende
tegemoetkoming;
- bij
de bouw of renovatie van overheidsgebouwen rekening te houden met de
toegankelijkheidsnormen;
- de
integrale afschaffing van de prijs van de arbeid. Zowel voor de integratietegemoetkoming,
waar het plafond momenteel op 63.000 euro per jaar ligt, als de
inkomensvervangende tegemoetkoming."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Ellen Samyn et est libellée comme suit:
"La Chambre,
- ayant entendu la réponse de la ministre;
- eu égard au fait que le gouvernement n'atteint même pas pour moitié son propre objectif, fixé à 3 %, en matière de taux d'emploi des personnes porteuses d'un handicap;
- considérant qu'il ressort des données de l'UGent parues récemment que les chiffres relatifs à l'emploi des personnes handicapées dans les services publics fédéraux n'ont cessé de baisser depuis l'entrée en fonction du gouvernement;
- considérant que l'écart de taux d'emploi entre les personnes handicapées et les personnes non handicapées s'élève à pas moins de 38 %, ce qui constitue le deuxième pourcentage le plus élevé de l'Union européenne;
- considérant que les objectifs du masterplan "Accessibilité autonome" visant à rendre 176 gares accessibles de manière autonome aux personnes à mobilité réduite ou en situation de handicap ne seront réalisés que d'ici fin 2032;
demande au gouvernement
- d'accélérer le déploiement des objectifs formulés en vue d'améliorer l'accessibilité des trains pour les personnes handicapées, et ce en accord avec les exécutants;
- de supprimer totalement le "prix de l'amour" pour l’allocation de remplacement de revenus;
- de prendre en considération les normes d'accessibilité lors de la construction ou de la rénovation de bâtiments publics;
- de supprimer totalement le "prix du travail", et ce, à la fois pour l’allocation de remplacement de revenus et pour l'allocation d'intégration, dont le plafond est fixé à 63 000 euros par an à l'heure actuelle."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Sophie Thémont.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Sophie Thémont.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
Le développement de l'interpellation se termine à 15 h 31.
De behandeling van de interpellatie eindigt om 15.31 uur.