Commission des Relations extérieures

Commissie voor Buitenlandse Betrekkingen

 

du

 

Mercredi 10 janvier 2024

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 10 januari 2024

 

Namiddag

 

______

 

De behandeling van de vragen vangt aan om 14.27 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Els Van Hoof.

Le développement des questions commence à 14 h 27. La réunion est présidée par Mme Els Van Hoof.

 

01 Questions jointes de

- Malik Ben Achour à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "L’aide à Gaza" (55040626C)

- Els Van Hoof à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "L'aide humanitaire destinée à Gaza" (55040634C)

- Steven De Vuyst à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "L'aide humanitaire destinée à Gaza" (55040648C)

01 Samengevoegde vragen van

- Malik Ben Achour aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De hulp aan Gaza" (55040626C)

- Els Van Hoof aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De  humanitaire hulp voor Gaza" (55040634C)

- Steven De Vuyst aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De humanitaire hulp voor Gaza" (55040648C)

 

01.01  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, les conséquences de l'opération militaire que Tsahal mène dans la bande de Gaza en représailles à l'attaque du Hamas sont de plus en plus lourdes pour les Gazaouis. C’est un euphémisme de le dire comme cela. Au cours des dernières semaines, les questionnements quant à la nature de la réponse israélienne se sont d'ailleurs multipliés. Israël s'en prend, en toute connaissance de cause, à des cibles civiles. Il s'agit d'actions délibérées menées contre des civils.

 

Dans ce contexte, les acteurs de l'aide humanitaire sont également très lourdement impactés. Fin décembre, l'armée israélienne s'en est par exemple prise au centre des ambulances du Croissant-Rouge à Jabalia, le prenant d'assaut. Selon le communiqué de l'organisation, 127 personnes s'y trouvaient dont des secouristes, des bénévoles, leurs familles et 22 blessés qui y étaient soignés.

 

Parallèlement, la question des points de passage permettant d'acheminer l'aide extérieure vers la bande de Gaza demeure d'une brûlante actualité. Il est évident, depuis le début du conflit, que le poste de Rafah ne peut pas à lui seul absorber celle-ci et la décision prise par Israël d'ouvrir temporairement le point de passage de Kerem Shalom ne règle pas tout, loin de là! Comme l'a déclaré le représentant de l'Organisation mondiale de la Santé (OMS) pour les Territoires occupés, c'est l'entièreté du territoire de Gaza qui doit avoir accès aux camions de vivres et de médicaments.

 

J'en termine en précisant qu'à la date du 7 janvier, selon les données de l'Office de secours et de travaux des Nations Unies pour les réfugiés de Palestine dans le Proche-Orient (UNRWA), on recense près de 1,9 million de déplacés dans la bande de Gaza, soit la quasi-totalité de la population. L'Organisation des Nations Unies (ONU) ne cesse d'alerter sur les risques de famine et même de la famine qui serait utilisée comme arme de guerre. Puisque je viens de citer l’ONU, je rappelle que celle-ci a à déplorer le plus lourd bilan en termes de victimes et de morts parmi ses agents depuis la création des Nations Unies. Il s'agit d'une situation sans précédent.

 

Madame la ministre, de quelle manière la Belgique soutient-elle la population et la société civile gazaouies? Quelles sont les actions mises en place ou que vous envisagez? La question des points de passage est-elle abordée au niveau européen? Dans l'affirmative, quel est le résultat de ces discussions?

 

01.02  Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, het is inderdaad een understatement dat de humanitaire situatie in Gaza dramatisch is. De cijfers zijn al opgesomd: 22.000 doden of zelfs meer en 85 % van de bevolking intern ontheemd. Ons land heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en heeft al bijkomende middelen vrijgemaakt, 4 miljoen euro met name.

 

Ook werden er humanitaire goederen naar Egypte gevlogen door onder meer B-FAST. De toegang tot de humanitaire hulp is moeilijk, dat weten we allemaal. De grensovergang te Kerem Shalom is bijkomend geopend, maar natuurlijk is het probleem dat de bevolking vandaag ondervoed is en door de aanhoudende gevechten kan die hulp moeilijk ter plaatse geraken. Zelfs vanuit de VN wordt er gezegd dat tegen 7 februari de bevolking geconfron­teerd zal worden met zeer acute ondervoeding en met een excessieve mortaliteit. Het was de Integrated Food Security Phase Classification (IPC) die hiervoor gehanteerd werd.

 

Welke bijkomende maatregelen worden nog overwogen om humanitaire hulp bij de bevolking in Gaza te krijgen? Welke zijn er op EU-niveau? Welke maatregelen zal België nog bepleiten voor bijkomende humanitaire hulp via de Europese Unie?

 

01.03  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, de genocidale oorlog van Israël tegen Gaza gaat deze week zijn vierde maand in. Ongeveer 4 % van de totale bevolking van de Gazastrook, 90.000 mensen, is nu dood, gewond of vermist.

 

De ngo Euro-Med Human Rights Monitor vermeldt daarnaast dat de voortdurende lucht-, land- en zeeaanvallen van Israël sinds 7 oktober ongeveer 70 % van de civiele faciliteiten en infrastructuur van de Gazastrook hebben vernietigd. Tevens stelt de ngo dat het Israëlische doel duidelijk is om een collectieve bestraffing uit te voeren tegen de gehele bevolking en om de Gazastrook, die trouwens al meer dan 17 jaar belegerd wordt, onbewoonbaar te maken.

 

Israël drijft honderdduizenden burgers in de richting van een massale gedwongen verplaatsing. Volgens schattingen van dezelfde organisatie, die naast de statistieken van het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid ook de mensen meetelt die vermist zijn onder het puin, heeft de koloniale staat Israël in totaal 30.676 Palestijnen gedood, waaronder 28.201 burgers, inclusief 12.040 kinderen, 241 gezondheidswerkers en 105 journalisten. Nog eens 58.960 mensen zijn gewond geraakt, van wie honderden zich momenteel in een kritieke toestand bevinden, terwijl Israël de medische sector doelbewust – ik zeg niet toevallig doelbewust maar gebruik heel doelbewust het woord doelbewust – weggevaagd heeft en essentiële hulpgoederen blijft tegenhouden. Bijna 2 miljoen mensen zijn door de meedogenloze Israëlische vernietigingsoorlog uit hun huizen verdreven, 76.000 woningen zijn volledig vernield en nog eens 179.000 gedeeltelijk. De Israëlische staat heeft ook 318 scholen, 1.600 werkplaatsen en 169 medische faciliteiten, inclusief 23 ziekenhuizen, vernietigd.

 

Naast het morele en genocidale karakter van deze orgie van geweld en wraak moeten we het natuurlijk ook hebben over het humanitaire aspect. Wat doet ons land, en specifiek uw ministerie, om deze man-made humanitaire ramp te verlichten? Slagen we erin om hulpgoederen ter plaatse te krijgen? Wordt B-FAST gemobiliseerd? Oefenen we diplomatieke en politieke druk uit op Israël om meer en sneller hulpgoederen binnen te laten en om hulpkonvooien niet aan te vallen? Blijven we eisen dat Israël meer grensovergangen openstelt?

 

01.04 Minister Caroline Gennez: Collega's, ik wens u een heel goede gezondheid, geluk en succes in dit nieuwe jaar. De toestand in de wereld is niet altijd reden tot veel vrolijkheid, maar laten we allen in dit land, over de grenzen van meerderheid en oppositie heen, de handen in elkaar slaan om als voorzitter van de Europese Unie in die vreselijke oorlog in Gaza aan de goede kant te staan, namelijk aan die van de burgerslachtoffers die in een spiraal van geweld aan beide zijden een veel te zware tol betalen.

 

Ik dank u voor de verschillende vragen, waaruit blijkt dat deze commissie enorm begaan is met het thema. U weet dat onze regering zich net als u allen heel grote zorgen maakt over de situatie in Gaza. Er is sprake van een absolute humanitaire ramp die nauwelijks zijn voorgaande kent sinds de Tweede Wereldoorlog. De hele bevolking van Gaza is ondertussen afhankelijk van humanitaire hulp. De hongersnood wordt alsmaar acuter en het is nergens meer veilig. Vanaf de eerste dag heeft de Belgische regering de kant gekozen van de onschuldige slachtoffers en van het internationaal recht.

 

Kort na het begin van het geweld in Gaza hebben we beslist om 4 miljoen euro extra vrij te maken ter ondersteuning van onze humanitaire partners ter plaatse. De middelen gingen naar UNRWA en naar het humanitair landenfonds voor de Palestijnse gebieden, beheerd door OCHA. Dat brengt de totale steun via de Belgische humanitaire hulp aan de Palestijnse crisis in 2023 op 22,8 miljoen euro.

 

We zijn een heel betrouwbare donor. Toen ik voor de jaarwisseling in Genève sprak met UNRWA-baas Philippe Lazzarini, gaf hij aan dat het belangrijk is dat landen zich langdurig engageren en dat België daar als core funder nog altijd een voorbeeld is.

 

Mijnheer De Vuyst, onze jongste humanitaire zending naar Gaza via B-FAST omvatte medische voorraden en geneesmiddelen ter waarde van ongeveer 2 miljoen euro. België heeft ook aangegeven bereid te zijn om patiënten uit Gaza in onze ziekenhuizen te ontvangen voor een gespecialiseerde behandeling, bijvoorbeeld voor brandwonden. We beschikken in Neder-over-Heembeek immers over specifieke expertise wat dat betreft.

 

We werken ook actief aan het verzekeren en stroomlijnen van de nodige medische bijstand in de Europese Unie met andere Europese landen en met de VN-agentschappen en relevante regionale partners, zoals het lokale Rode Kruis. We prijzen de humanitaire organisaties en de partners van de verschillende clusters op het terrein voor hun ongelooflijke, voortdurende en risicovolle inzet tijdens deze oorlog.

 

Hun inzet zal evenwel nooit groot genoeg kunnen zijn zolang de vijandelijkheden voortduren. Daarom heeft België meteen de oproep van secretaris-generaal António Guterres en van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties gesteund voor een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren, gerespecteerd door beide partijen in het conflict. We hebben altijd – we zullen dat blijven doen – alle partijen opgeroepen om een prioriteit te maken van de bescherming van burgers, de onschendbaarheid van de VN – tot nu toe evenwel niet gerespecteerd, de onschendbaarheid van medische faciliteiten, geschonden, en om het humanitair en medisch personeel net als de burgerbevolking te sparen. Zij liggen zelf figuurlijk en letterlijk onder vuur. We roepen de partijen dan ook op, nogmaals, om zich strikt te houden aan het internationaal humanitair recht. Het aanvallen van medische voorzieningen is een duidelijke schending van dat internationaal humanitair recht.

 

Depuis le 20 décembre 2023, des denrées humanitaires peuvent entrer dans la bande de Gaza non seulement par le point de passage de Rafah mais aussi de Kerem Shalom, ce qui représente une avancée significative mais ne peut pas faire oublier que ce n'est pas suffisant.

 

La Belgique continue à soutenir l'appel des organisations humanitaires à augmenter les modalités pour faire entrer les denrées nécessaires auprès des populations dans le besoin, qu'elles soient terrestres, maritimes ou aériennes, non seulement par Rafah, Kerem Shalom mais aussi par Erez ou par la mer.

 

Mais, soyons clairs, chers collègues, il n'y a qu'un cessez-le-feu qui permettra d'effectivement apporter l'assistance et la protection dont les populations ont cruellement besoin! En parallèle, de nombreux obstacles à la délivrance de l'aide persistent, tels que le manque de clarté sur les denrées pouvant entrer dans Gaza, les difficultés de coordination avec les autorités israéliennes, les difficultés liées à l'accès des acteurs humanitaire aux populations ou encore le manque de carburant.

 

J'appelle, dès lors, dès que possible, nos partenaires européens et autres à utiliser les outils à leur disposition afin d'assurer que les parties au conflit lèvent toutes les entraves à la délivrance de l'aide.

 

Om de noden te lenigen en humanitaire basishulp te leveren, moeten er elke dag minstens 30 trucks met bloem Gaza binnenkomen. Dat is momenteel nog altijd niet aan de orde. Volgens cijfers van de WHO zijn er dagelijks slechts 100 trucks met diverse hulpgoederen die Gaza via de grensovergangen binnenraken. Sinds het begin van de oorlog zijn slechts 6.000 trucks binnengeraakt. Eens binnen bereiken de goederen maar moeilijk de getroffen bevolking. De wegen zijn vernietigd, zijn het toneel van gevechten of worden overspoeld door de mensen die gedwongen verplaatst worden.

 

Bijkomende moeilijkheid is de erg onzekere veiligheidssituatie. Er is amper politie aanwezig om hulpkonvooien te begeleiden. Verschillende VN-opslagplaatsen en humanitaire konvooien werden leeggehaald, vooraleer de goederen konden worden geleverd. Door de gevechten is de distributie vaak onmogelijk en ook UNRWA-schuilplaatsen worden getroffen. Dus nogmaals, een permanent staakt-het-vuren is noodzakelijk om alle humanitaire hulp bij de bevolking te krijgen. Meer trucks, meer open grensovergangen, meer brandstof zijn absoluut nodig.

 

Concernant l’aide prévue par la Belgique pour cette nouvelle année, la planification budgétaire pour l’année 2024 est actuellement en cours. Je ne peux, dès lors, pas me prononcer sur les détails, mais nous avons évidemment prévu une aide pluriannuelle aussi pour la région.

 

Je vous assure, toutefois, que notre engagement envers le peuple palestinien à Gaza, mais également en Cisjordanie, ainsi que notre soutien aux organisations humanitaires, ne faibliront pas tant qu’il y aura des besoins.

 

De situatie werd op mijn vraag geagendeerd op eerdere en op de jongste EU-Raad Ontwikkelings­samenwerking, met een focus op humanitaire toegang, internationaal humanitair recht, versterkte partnerschappen in het kader van humanitaire samenwerking en de duurzame heropbouw. Op het vlak van humanitaire toegang wezen we erop dat de toename in humanitaire budgetten – in 2023 door de EU opgetrokken van 25 naar 103 miljoen euro en voor 2024 al 125 miljoen aangekondigd – moet gepaard gaan met de opening van meer grensovergangen naast Rafah, Kerem Shalom en Erez. Datzelfde pleidooi hield ook minister Lahbib op de Raad van ministers van buitenlandse zaken van 11 december. De grensovergang van Kerem Shalom is intussen geopend.

 

De situatie in Palestina zal uiteraard ook op EU-niveau de debatten blijven beheersen. Daarvoor kunt u op mij en de Belgische regering rekenen. We zullen de immense, aanhoudende humanitaire noden in de Europese Unie blijven aankaarten en de ondersteuning van zowel het Palestijnse middenveld als van de Palestijnse Autoriteit op de Europese agenda houden. De EU heeft druk vanuit de lidstaten nodig. Vandaag wordt nog altijd onvoldoende met één stem gesproken vanuit de EU. Het is tekenend dat het ontwikkelingsbudget voor Palestina in 2023 op Europees niveau, dat 122 miljoen bedraagt, pas op 15 december werd goedgekeurd. De duurzame ondersteuning in Palestina in het kader van een tweestaten­oplossing is al op Raadsniveau geagendeerd voor de eerstvolgende informele samenkomst van de ministers van Ontwikkelingssamenwerking in Brussel in februari. Ook tijdens het European Humanitarian Forum in maart zal er specifieke aandacht zijn voor de humanitaire situatie in Palestina.

 

Er waren nog een aantal vragen rond diplomatieke en politieke druk op Belgisch en Europees niveau. Ook al heeft minister Lahbib wat dat betreft de lead, ik blijf in de Belgische regering inzetten op inspanningen, opdat onze humanitaire partners hun werk kunnen doen, het internationaal humanitair recht, oorlogsrecht in het algemeen wordt nageleefd en de strijd tegen straffeloosheid maximaal gevoerd wordt.

 

In de Belgische regering blijven we pleiten voor een optimale steun aan het Internationaal Strafhof (ICC), zeker budgettair. Daarvoor hebben we vorig jaar al 5 miljoen euro extra vrijgemaakt. Voor het Internationaal Gerechtshof (ICG) staan we een zo ruim en passend mogelijke invulling van zijn mandaat voor.

 

Een duurzame vrede voor zowel de Palestijnse als de Israëlische bevolking binnen de contouren van het internationaal recht blijft de enige echte oplossing voor het conflict. We moeten er alles aan doen om het geweld nu, beter dan laat te stoppen. Daartoe zullen we ook voorstellen om alle internationale rechtsmiddelen uit te putten.

 

01.05  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour ces réponses ainsi que pour votre engagement que je salue.

 

Vous avez tout à fait raison de lier la situation humanitaire à la nécessité d’un cessez-le-feu et de rappeler la primauté du droit international. Mais il y a un angle mort de ces réflexions: que fait-on quand ce droit international est ostensiblement violé? Certes, on doit rappeler la primauté du droit international, mais on doit aussi dire ce qu’il se passe quand ce droit international est violé; si on ne le fait pas, le droit ne vaut plus rien, et c’est l’impunité qui s’installe.

 

S'agissant de l’aide humanitaire, vous avez dit qu’il y avait des évolutions, mais que ce n’était pas suffisant. C’est clair que ce n’est pas suffisant. Seuls quelques pourcents des besoins sont satisfaits. Je crois que la situation est tellement grave que nous devons maintenant réfléchir aux moyens, d’une certaine manière, de "forcer le blocus".

 

Dans la nuit du 4 au 5 janvier, la France et la Jordanie ont mené une opération aérienne. Ensemble, elles ont largué sur Gaza sept tonnes d’aide humanitaire et sanitaire. Je crois vraiment qu’il faut maintenant aussi envisager ce type d’opérations, au moment même où, manifeste­ment, Israël organise la famine, dans une politique délibérée.

 

Ce n’est pas une hypothèse que je pose en disant cela. J’écoute simplement ce que disent les leaders israéliens. Ils assument. C’est cela, l’avantage d’une forme d’impunité: cela incite à dire ce que l’on fait et à faire ce que l’on dit. Au moins, il y a ce mérite-là. Il suffit d’écouter ce que disent les responsables politiques israéliens pour se rendre compte de ce à quoi on a affaire aujourd'hui, en termes de nettoyage ethnique, d’organisation de la famine, de ciblage délibéré des civils. On est là-dedans, aujourd'hui.

 

En matière d’aide humanitaire, puisque c'était l’objet de ma question, je pense que nous devons maintenant tout faire pour réduire la dépendance de cette aide humanitaire au bon vouloir d’Israël. Nous devons envisager toutes les options. Je vous invite à examiner la manière dont la France et la Jordanie ont travaillé ensemble il y a quelques jours.

 

01.06  Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Het is goed om een update te krijgen, ook na het korte reces. Ik juich alvast de toon die u zet en waarbij we uitgaan van het vermijden van zoveel mogelijk burgerslachtoffers en het respect voor het internationaal recht, toe.

 

Er speelt zich daar een humanitaire ramp af. Wat gebeurt er als men niet meer kan voorzien in basisbehoeftes zoals water, voedsel, medicijnen en brandstof? Ik kan dan niet anders dan met u aandringen op een onderzoek, want er lijkt sprake te zijn van moedwilligheid. Het is goed dat u de vraag ondersteunt. Hopelijk sluiten zich nog meer partijen bij die vraag aan. Het Internationaal Gerechtshof onderzoekt best zo snel mogelijk – en niet na de feiten – of er sprake is van genocide om erger te voorkomen. Zo zullen we aan de juiste kant van de geschiedenis staan.

 

Hamas heeft gruwelijke daden gepleegd en het is niet omdat we de ene kant van het verhaal belichten, dat we geen oog zouden hebben voor de andere kant van het verhaal. Hoe moeilijk het debat ook is, wij moeten de kant kiezen van de burgerslachtoffers, het internationaal recht, het oorlogsrecht en de talrijke uitstekende verdragen.

 

Ik ben tevreden dat u middelen vrijmaakt en dat u aandringt op een humanitaire toegang, het respect voor het humanitair recht en de ondersteuning van humanitaire partnerschappen. Tegelijk beklem­toont u in uw antwoord al te weinig welke impact het Parlement en België als Europees voorzitter kunnen hebben. Het is bij uitstek het moment om nieuwe partnerschappen op Europees vlak te maken. Ik kan als federaal parlementslid niet inschatten welke prioriteit u de kwestie zult geven; ik ben er alvast van overtuigd dat u die hoger op de agenda wilt plaatsen. Ik hoop dat u erin slaagt om verdere stappen richting een staakt-het-vuren te zetten en daar meer Europese lidstaten bij te betrekken. Dan pas zal de aan de gang zijnde humanitaire ramp, die nog ernstiger zal worden als we niets ondernemen, een halt kunnen worden toegeroepen. Het is als Europese voorzitter alvast de uitdaging om onze impact te vergroten; ik hoop dat u ter zake succesvol zult zijn.

 

01.07  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, dank u wel voor uw uitvoerige antwoord. We stellen vast dat het u noch de regering ontbreekt aan een moedig standpunt. België doet wat het moet doen, zo blijkt uit uw opsomming van initiatieven.

 

Terwijl er vóór 7 oktober 500 vrachtwagens per dag nodig waren om alle noden in Gaza te lenigen en terwijl er minstens 30 trucks met bloem nodig zijn, kunnen we  alvast niet onder de pijnlijke vaststelling uit dat er sinds 7 oktober slechts 6.000 vrachtwagens Gaza binnen zijn geraakt. Dat is een humanitaire catastrofe zonder voorgaande.

 

De 17 jaar durende blokkade werd nog verscherpt, mee aangedreven door de extreemrechtse flank van de Israëlische regering. Die windt er geen doekjes meer om: het wordt alsmaar duidelijker dat er sprake is van een intentioneel proces. België maakt wel humanitaire hulp vrij en stuurt wel steun naar de slachtoffers ter plaatse, maar Israël controleert nu eenmaal de grenzen. Rafah is eigenlijk de enige toegangspoort. U wijst erop dat humanitaire hulp wordt bemoeilijkt, zelfs gesaboteerd. De infrastructuur wordt nog steeds vernietigd. Als we spreken over het uitputten van alle internationale rechtsmiddelen, wil ik u erop wijzen dat er al veel bindende VN-resoluties Israël veroordelen. U trapt eigenlijk een open deur in.

 

Ik vind het jammer dat de regering niet de moed heeft om bij agressie – we spreken hier toch van kolonisatie, apartheid, oorlogsmisdaden, doelbewuste gedwongen verplaatsingen van de bevolking en zelfs volkerenmoord – concrete acties te ontwikkelen en druk uit te oefenen, in casu op Israël, net zoals we dat doen wanneer andere landen het VN-Handvest schenden. Ook al blijft het noodzakelijk om humanitaire hulp te bieden en zijn dergelijke initiatieven toe te juichen, zolang we geen concrete actie ondernemen, zal er jammer genoeg structureel niets wezenlijks veranderen.

 

We hoeven niet te wachten op like-minded states in de Europese Unie. Het internationaal recht en het hoogste internationale rechtsorgaan bieden ons een kader om het internationaal recht effectief af te dwingen. Alle lidstaten van de VN hebben de verantwoordelijkheid om dat te doen. Ik heb mevrouw Van Hoof net horen zeggen dat ons land vanaf nu aan de juiste kant van de geschiedenis moet komen te staan. We staan inderdaad al 56 jaar aan de verkeerde kant van de geschiedenis door Israël, de bezettende apartheidsstaat en de laatste koloniale staat ter wereld, onvoorwaardelijk te steunen met militair transport via de haven van Antwerpen en via Luik. Momenteel doen we niets om Israël onder druk te zetten.

 

Uw eis voor een onmiddellijk staakt-het-vuren siert u. Als dat er niet komt en als er niet meer grensovergangen opengaan, zullen de Gazanen binnenkort een vreselijke hongerdood sterven.

 

Ik hoop dat het Belgisch Parlement eindelijk en zonder dralen aan de juiste kant van de geschiedenis komt te staan – aan u zal het blijkbaar niet liggen als dat niet gebeurt – door een direct staakt-het-vuren te ondersteunen en ons samen met Zuid-Afrika partij te stellen om die genocidaire oorlog onmiddellijk te stoppen.

 

De voorzitster: We staan alvast met vier aan de juiste kant van de geschiedenis.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Els Van Hoof aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De Global Gateway en het Belgische EU-voorzitterschap" (55040633C)

02 Question de Els Van Hoof à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "La stratégie Global Gateway et la présidence belge de l'UE" (55040633C)

 

02.01  Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, ik heb u hierover al een paar kregen bevraagd. De Global Gateway is een soort van narratief waarvan niet duidelijk is waarvoor het staat. Dat aspect staat ook op de agenda in het kader van het EU-voorzitterschap. Ik vind het goed om meer concreet inzicht en invulling te krijgen. Ik heb vandaag de indruk, dat is ook wat u aangaf, dat bepaalde middelen worden geconcentreerd vanuit de Europese Unie en dat daar dan het narratief van Global Gateway wordt opgezet, zonder dat men heel duidelijk stelt wat de doelstelling is en welke verdere uitrol er zal zijn. Het is belangrijk dat we daarin een lijn en inzicht krijgen, ook hier in het Parlement.

 

De sector van de internationale samenwerking is vragende partij voor een meer waardengerichte benadering binnen die Global Gateway. Het gaat dan bijvoorbeeld over de zorgplicht, over het louter investeren in fysieke infrastructuur.

 

Global Gateway is niet Belgisch maar Europees. We moeten proberen om Europees te laten doordringen dat er vandaag een gebrek aan transparantie is over de implementatie van de strategie. Er is ook nog geen duidelijke bestuurs­structuur, waarbij alle sociale partners en het middenveld worden betrokken. Bovendien is het vandaag nog weinig gekend en zichtbaar, zowel op EU-niveau als in de partnerlanden.

 

Kunt u nog eens een overzicht geven van de geplande activiteiten in het kader van het Belgische voorzitterschap?

 

Met betrekking tot het onderzoek van ECPDM (European Centre for Development Policy Management), dat besteld werd, wat is de concrete onderzoeks­opdracht en wanneer worden de resultaten verwacht?

 

Kunt u reageren op de pijnpunten die ik daarstraks heb aangehaald inzake de waardengerichte benadering, de bestuursstructuur, transparantie en communicatie?

 

02.02 Minister Caroline Gennez: Mevrouw de voorzitster, ik dank u voor de interessante vraag.

 

Over de Global Gateway wordt veel gesproken op Europees niveau. Niet altijd is iedereen echter overtuigd van waarover het nu precies gaat.

 

Ik begrijp uw vraag daarom heel goed. De Global Gateway is een belangrijk instrument als we ook ontwikkelingssamenwerking geopolitiek willen inzetten. Dat is belangrijk in een instabiele wereld. Een ongelijke wereld is immers een onveilige wereld. Een instabiele wereld kan nooit tot vooruitgang leiden. Daarom is het goed dat de Global Gateway bestaat. Daarom is het ook goed dat België EU-voorzitter wordt, teneinde daarin meer duidelijkheid en lijn te krijgen en alle neuzen in dezelfde richting te doen wijzen.

 

Heel belangrijk voor ons in het kader van de Global Gateway is de additionaliteit voor ontwikkeling in elk project dat onder de Global Gateway valt. Dat kan bijvoorbeeld door het belang van capaciteits­opbouw waarin we traditioneel sterk zijn, bijvoorbeeld via ons ontwikkelingsagentschap Enabel, maar ook door technische ondersteuning die op haar beurt kan bijdragen aan een gereguleerde omgeving die investeringen vergemakkelijkt.

 

We hebben ook altijd een lans gebroken voor de twee thema’s van de strategie die volgens ons het meest kunnen bijdragen aan de menselijke ontwikkeling, namelijk gezondheid en onderwijs. De Global Gateway mag voor ons niet louter een economisch verhaal zijn. Het moet vooral ook gaan over investeringen in de soft power, waarbinnen de economie kan groeien.

 

Die positie zullen wij ook aanhouden, binnen de krijtlijnen van onze rol als voorzitter. Op technisch niveau in de Raadwerkgroep onder gedeelde verantwoordelijkheid van mevrouw Lahbib en mezelf zullen we events en toppen van de Global Gateway voorbereiden, meer bepaald het EU Central Asia Transport Investment Forum op 29 en 30 januari 2024 en het EU Indo-Pacific Ministerial Forum op 2 februari 2024 maar ook de eerst­volgende board van de Global Gateway zelf.

 

We zullen de samenwerking met de privésector bespreken en het Manufacturing and Access to Vaccines Project (MAV+) als casestudy nemen.

 

Bovendien maken we een korte evaluatie van de strategie van de Global Gateway aan het einde van de Europese legislatuur.

 

Onder het Belgische voorzitterschap zal het iets meer dan twee jaar geleden zijn dat de Global Gateway-strategie werd gelanceerd. We komen nu aan het einde van het lopende mandaat van de Europese Commissie. Het lijkt ons dan ook een goed moment om aan stock-taking te doen om de voorlopige implementatie van de Global Gateway-projecten te monitoren.

 

Ter ondersteuning hiervan bereidt de denktank ECPDM tegen mei 2024 een studie voor die oplossingen moet aanreiken voor de pijnpunten bij de implementatie van de Global Gateway. Het gaat dan onder meer over transparantie en over het financiële aspect. Die studie komt er trouwens op vraag van België. We zijn, net zoals uzelf, zeer benieuwd naar de resultaten.

 

Op het vlak van communicatie is er nog heel wat werk te verzetten. Volgende maand trek ik met een aantal collega’s naar Addis Abeba, in het kader van een Team Europe-missie. Daar wordt het partnerschap tussen de Europese Unie en de Afrikaanse Unie op het vlak van gezondheid besproken. Daarmee gaan we in op de uitnodiging van de Afrikaanse Unie zelf om onze partnerschappen op het vlak van gezondheid te versterken. Ook daar zal het gaan over het MAV+-project en vooral de voorbeeldfunctie ervan binnen de Global Gateway-strategie.

 

Ik ben blij dat u zelf het belang van waarden aanhaalt. België zal de tussentijds evaluatie en review opvolgen van het NDICI Global Europe-programma (Neighbourhood, Development and International Cooperation Instrument). Dat is het belangrijkste financiële instrument voor ontwikkelings­samenwerking van de EU, en dus ook het belangrijkste instrument dat de Global Gateway mogelijk maakt. In het kader van die evaluatie zullen we ons op het niveau van de Raad expliciet buigen over gedeelde waarden als mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Ze liggen aan de grondslag van de Europese internationale partnerschappen en zijn vervat in internationale standaarden en Agenda 2030, die gelukkig door het gros van de wereld onderschreven wordt. Die value driven approach zal samen met het rapport van onafhankelijke experts en de Europese Commissie de basis vormen om de debatten te openen met de lidstaten over de toekomst en het instrumentarium van de NDICI-verordening.

 

Ons Europese voorzitterschap zal onder meer worden gekenmerkt door de verdediging van de gedeelde waarden, in het bijzonder de versterking van de democratie via burgerparticipatie en de verruiming van de civic space. Daarom zullen we onze Europese partners aanmoedigen om hun maatschappelijke middenveldorganisaties actief te betrekken, zodat een waardengerichte benadering de Global Gateway-strategie kan versterken en in de toekomst verzekeren.

 

02.03  Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, het is duidelijk dat wij ter zake op dezelfde lijn zitten. U geeft ook toe dat het vandaag nog niet helemaal duidelijk is waarvoor de Global Gateway staat en dat u het Europese voorzitterschap met de evenementen die u hebt aangehaald, zal gebruiken om daarin een lijn te krijgen.

 

De waardengerichte aanpak die wij ter zake kunnen brengen, is daarbij van belang. U sprak bovendien ook nog over de board van de Global Gateway. Ik meende dat het middenveld daarbij niet echt betrokken was evenmin als de vakbonden. Het is misschien de gelegenheid om daarvan werk te maken. Enkel het bedrijfsleven is op dit moment betrokken. Ik weet dat het is ontstaan als een alternatief voor de Belt and Road Initiative. Het project mag echter niet dezelfde fout maken. Het moet efficiënt en pragmatisch zijn. Europa heeft op dat vlak zelf fouten gemaakt. Het mag echter onze waarden niet overboord gooien. Beide combineren wordt de uitdaging en het alternatief voor de Belt and Road Initiative, dat hopelijk ook aantrekkelijk zal zijn voor heel wat Afrikaanse landen die misschien gemakkelijker inspelen op wat vandaag door China wordt voorgesteld.

 

Ik wens u dus veel succes met een meer waardengerichte aanpak van het Global Gateway Initiative. Ik hoop dat het een succesvol instrument kan worden met als kanttekening de elementen die ik aangaf.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Els Van Hoof aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De verkiezingen in Congo" (55040637C)

03 Question de Els Van Hoof à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "Les élections au Congo" (55040637C)

 

03.01  Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, gisteren heeft het Grondwettelijk Hof de verkiezingsuitslag in Congo bevestigd. Felicitaties aan president Tshisekedi zijn dus aan de orde. Dat neemt niet weg dat het verkiezingsproces heel hobbelig is verlopen.

 

Volgens de partners op het terrein was het pre-electorale proces nooit eerder zo chaotisch. Zo bleven de bureaus zomaar vijf dagen langer open dan wettelijk toegelaten, wat de resultaten oncontroleerbaar maakte. Evenmin kon de Europese verkiezingswaarnemingsmissie plaatsvinden wegens de onveilige situatie. Tevens noteerde men heel wat klachten, ook van oppositiekandidaten, en werden maar liefst 82 kandidaten buitenspel gezet, ook van de partij van de heer Tshisekedi, door het Grondwettelijk Hof en door de CENI.

 

Er zijn alvast lessen te trekken. De vraag rijst waarom men het nodig vond om roet in het eten te gooien, aangezien de president door de verdeelde oppositie sowieso aan zou blijven. In ieder geval valt er nog veel over te zeggen en is een sluitend antwoord vandaag nog niet mogelijk. Belangrijk is dat het maatschappelijk middenveld niet de mond wordt gesnoerd en de vrije meningsuiting niet aan banden wordt gelegd. De civic space, een van uw stokpaardjes, mag evenmin naar aanleiding van dreigende protesten worden ingekrompen.

 

Mevrouw de minister, wat zijn de reacties op de verkiezingsoverwinning van de heer Tshisekedi?

 

Heeft de Belgische ambassade onregelmatig­heden kunnen vaststellen? Wat is desgevallend de reactie daarop?

 

Hoe zal België de civic space en het maat­schappelijk middenveld beschermen?

 

03.02 Minister Caroline Gennez: Mevrouw Van Hoof, u stelt een zeer belangrijke vraag. U hebt misschien de diplomatieke reactie van minister Lahbib van Buitenlandse Zaken gezien. Daarmee zijn uw eerste twee vragen beantwoord.

 

Uiteraard is Congo ook het belangrijkste partnerland van de Belgische ontwikkelings­samenwerking. We hebben, zoals u, het algemeen verloop van de verkiezingen nauwlettend gevolgd, totdat het Grondwettelijk Hof de definitieve resultaten gisteren bekend heeft gemaakt.

 

In de voorlopige verslagen van de verkiezings­waarnemingsmissies werd opgemerkt dat het verkiezingsproces gepaard ging met talrijke moeilijkheden en onregelmatigheden van logistieke en operationele aard, waardoor de stembureaus niet of met vertraging werden geopend en daarna lang na het verstrijken van de geplande sluitingstijd open zijn gebleven.

 

Terwijl we de conclusies van de voorlopige verslagen van de verkiezingswaarnemingsmissies nog nader bestuderen, moedigen we alvast de CENI aan om haar werk met de grootst mogelijke transparantie voort te zetten, zodat de bevolking de resultaten van de stembusgang in elk stembureau kent.

 

We roepen alle belanghebbenden, in het bijzonder de politieke spelers, kandidaten en hun aanhangers, op om hun bezwaren op vreedzame manier kenbaar te maken in overeenstemming met de wetten, het institutionele kader en de grondwet van de DRC.

 

Het thema van de civic space en de uitdaging daarrond liggen ook mij beleidsmatig na aan het hart. Daarom hebben we in de aanloop naar de verkiezingen van 2023 besloten om het Congolese maatschappelijke middenveld te steunen met twee projecten voor burgerschapsvorming, elk met een andere focus.

 

Het eerste is een project uitgevoerd door CNCD-11.11.11, dat focust op de versterking van het maatschappelijke middenveld en de burgerdynamiek, zowel voor, tijdens als na de verkiezingen. Het project richt zich op bewust­making, training en ondersteuning van verschillende actoren, van maatschappelijke organisaties, lokale gemeenschappen en potentiële kiezers tot politieke partijen en groeperingen, kandidaten, verkiezingswaarnemers en de diverse overheidsinstellingen. De subsidie voor het project, dat alvast tot voor de verkiezingen – we hebben daarover de medewerkers net voor de verkiezingen gesproken – zeer goed verliep, bedraagt 896.817 euro.

 

Het tweede project, uitgevoerd door 11.11.11 zelf, was eveneens gericht op burgerschapsvorming en omvatte ook het opzetten van een permanent kader voor dialoog tussen alle stakeholders in het verkiezingsproces, namelijk staatsactoren, maat­schappelijke organisaties, media, jeugd­bewegingen en sociale en politieke vrouwen­groepen. Hierbij werd extra belang gehecht aan de bevordering van de politieke deelname van vrouwen aan de verschillende verkiezingen. Zo werden 1.000 vrouwelijke kandidaten tijdens de verkiezingscampagne ondersteund door de kwaliteit van hun kandidatuur te verbeteren en door hun fysieke en digitale veiligheid te beschermen.

 

We hebben de coördinatoren van dat project ook ontvangen en zij gaven aan dat het project op de sporen stond en de subsidie voor het project van 1.216.723 euro goed besteed zou worden.

 

De twee projecten lopen nog steeds in verschillende provincies met verschillende partners. Aangezien 11.11.11 organisator of coördinator van beide projecten is en CNCD ook mee aan de knoppen zit, worden er wel complementariteiten en synergieën tussen de twee projecten verwacht en nagestreefd.

 

Via onze indirecte en bilaterale programma’s ondersteunen we ook het Congolese middenveld, zetten we in op transparantie en goed bestuur en proberen we het overleg tussen de verschillende maatschappelijke actoren te stimuleren. In het bilaterale programma zorgen we zo voor versterkte burgerparticipatie via coördinatie tussen het lokale middenveld, burgers en lokale overheden, en dat heel specifiek rond projecten met betrekking tot sociale investeringen.

 

Meer algemeen zetten we sinds mijn aantreden sterker in op de civic space door de lancering van het civic space initiative, dat in Congo ook een project zal ondersteunen.

 

03.03  Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, ik zal mijn vraag herhalen aan minister Lahbib, die ook bevoegd is ter zake. We moeten alleszins een analyse maken van de beleidskeuzes. Aan het afgelopen verkiezingsproces hebben we geen ondersteuning gegeven. Dat was ook de beste beslissing, omdat het veel te chaotisch is verlopen. We hadden geen waarnemers op het terrein. Daar moeten we lessen uit trekken. Europa had al lang aangekondigd dat het wel waarnemers zou sturen, maar ze zijn moeten terugkomen, omdat de situatie te onveilig was. We moeten met de overheden van de betrokken landen dan ook bespreken op welke manier verkiezingswaarnemers kunnen worden toegelaten en actief kunnen zijn. Dat is van belang voor de bescherming van de democratie.

 

Ik verwacht nog een uitgebreide analyse van verschillende actoren over het toch wel betwistbare verkiezingsproces. We zullen ook zien hoe de autoriteiten daar zelf mee omgaan. Zeggen dat het perfect is verlopen, zou toch een beetje wansmakelijk zijn. We moeten het dossier dus verder opvolgen en bekijken hoe we hiermee in de toekomst zullen omgaan en of er eigenlijk wel ondersteuning nodig is, want Congo zal zelf zijn democratie moeten uitbouwen. Dat is een feit. Daarom is het ook goed dat we inzetten op ondersteuning van de bevolking met misschien nog meer partners om zo het democratisch proces van onderuit te versterken en de bevolking een sociaal en democratisch instrument te bieden tegen onderdrukking door intimidatie, een gevaar dat des te groter is als men in armoede en onveiligheid leeft.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Malik Ben Achour à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "Les graves inondations en RDC" (55040642C)

04 Vraag van Malik Ben Achour aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De zware overstromingen in de DRC" (55040642C)

 

04.01  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, depuis plusieurs jours, la République démocratique du Congo est, à nouveau, victime de graves inondations sur une grande partie de son territoire. Celles-ci ont entraîné des destructions dans plusieurs provinces du pays. D'après le monitoring de la Régie des voies fluviales congolaise, ce sont notamment les provinces de la Tshopo, la Mongala, l'Équateur, le Nord et le Sud-Ubangi, le Kwilu, le Mai-Ndombe, le Kongo-Central, la Lomami, le Kasaï, le Kasaï-Central, le Sud-Kivu et la Tshuapa qui sont concernées. On compte à ce jour au moins 300 morts et plus de 300 000 ménages touchés. Les autorités font état d'importants dégâts matériels: 43 000 maisons écroulées, 1 300 écoles, 270 centres de santé, 41 marchés publics (au sens de marché commercial) et 85 routes dévastées. Les risques de maladies hydriques et autres épidémies suscitent évidemment l'inquiétude.

 

Le vendredi 5 janvier, le ministère des Affaires sociales, des Actions humanitaires et de la Solidarité nationale de la RDC a lancé un appel de solidarité, national et international, et de secours d'urgence pour tenter de sauver des vies, face aux multiples cas d'inondations à travers le pays. Il va de soi que l'intensification de ces fortes pluies est causée par le dérèglement climatique, dans lequel nous portons une importante part de responsabilité en tant que gros producteurs et émetteurs historiques de CO2.

 

Madame la ministre, notre gouvernement compte-t-il donner suite à cet appel à la solidarité? Quelles sont les grandes politiques menées par votre département en matière de changement climatique au niveau des pays partenaires de la coopération?

 

04.02  Caroline Gennez, ministre: Monsieur Ben Achour, merci beaucoup pour votre question.

 

Il est vrai que le changement climatique a beaucoup de conséquences, aussi en RDC. Votre question concerne les inondations qui ont, de nouveau, touché le peuple congolais ces dernières semaines, avec des conséquences humanitaires inquiétantes et le décès de nombreuses personnes.

 

Une fois de plus, nous constatons que la crise climatique a déjà un impact dévastateur sur les plus vulnérables, en particulier dans les pays du Sud.

 

C’est précisément la raison pour laquelle la lutte contre le changement climatique est l’une de mes priorités absolues en tant que ministre de la Coopération.

 

Du côté du budget humanitaire belge, vous savez que notre pays alloue la majorité de son budget humanitaire à des fonds flexibles à couverture mondiale, tels que le CERF d’OCHA et le DREF de la Fédération internationale des Sociétés de la Croix-Rouge et du Croissant-Rouge.

 

Cela permet de répondre en fonction de l’évolution des besoins, ainsi qu’à des crises soudaines, comme les inondations que subit actuellement le Congo.

 

La Belgique donne également un montant de 8,5 millions d’euros au fonds flexible géographique d’OCHA pour la RDC spécifiquement. Ces fonds flexibles sont libres de gérer les ressources en fonction des besoins et de la priorisation qu’ils en font.

 

À ce jour, ces fonds n’ont pas été sollicités pour répondre aux besoins provoqués par les inondations. Néanmoins, la communauté inter­nationale a exprimé sa volonté d’aider le gouvernement à répondre aux besoins de la population touchée.

 

Le financement climatique de la Belgique a consi­dérablement augmenté pendant cette législature. Il atteint à présent le niveau de 150 millions d’euros par an. Nous mettons l’accent sur le renforcement des partenariats pour l’adaptation au changement climatique dans les pays moins avancés et en Afrique.

 

Nous avons l'intention d'investir dans des projets et programmes climatiques qui renforcent le coût/bénéfice avec la biodiversité et la gestion durable des forêts, qui soutiennent la résilience aux impacts climatiques, l'agriculture durable et/ou qui promeuvent un développement urbain durable.

 

Notre soutien financier a été versé principalement sous forme de subventions. Le financement de la lutte contre le changement climatique a été assuré par le biais de la coopération bilatérale, par le biais de fonds multilatéraux spécifiques au climat tels que le fonds vert pour le climat, le fonds des pays les moins avancés ou des institutions spécialisées des Nations Unies.

 

La Belgique continue d'être solidaire avec les populations de nos pays partenaires qui sont confrontées aux conséquences parfois fatales du changement climatique. Ce n'est que par la solidarité et la coopération internationales que nous pourrons relever ces défis mondiaux. 

 

04.03  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je n'ai pas de commentaire particulier à faire. Si on veut être aidé, il faut commencer par solliciter les aides qui sont disponibles. C'est la base.

 

Je vous remercie pour vos réponses.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 15 h 24.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.24 uur.