Commission des Relations extérieures

Commissie voor Buitenlandse Betrekkingen

 

du

 

Mercredi 24 janvier 2024

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 24 januari 2024

 

Voormiddag

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 09.15 uur en voorgezeten door de heer Peter De Roover.

La réunion publique de commission est ouverte à 09 h 15 et présidée par M. Peter De Roover.

 

De voorzitter: Collega's, het is voor mij een grote eer om deze eminente vergadering te mogen voorzitten. Aangezien deze vergadering geheel opgenomen wordt, kan dit op mijn begrafenis afgespeeld worden ter herinnering aan mijn carrière.

 

Het onderwerp is echter zeer ernstig, namelijk het Israëlisch-Palestijns conflict, dat blijft aanslepen. Het aantal vraagstellers toont aan dat dit een debat is dat velen beroert.

 

De voorzitter: Kunnen we afspreken dat de spreektijd twee minuten per ingediende vraag bedraagt, met een minimum van vijf minuten per fractie? (Instemming)

 

Mijnheer De Vuyst, u hebt zes vragen ingediend, dus u krijgt twaalf minuten spreektijd. Ik ben ervan overtuigd dat u die zinvol zult vullen.

 

01 Actualiteitsdebat over Israël en Palestina en toegevoegde vragen van

- Steven De Vuyst aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Fatena Al Ghorra en haar ouders die vastzitten in Gaza" (55040271C)

- Steven De Vuyst aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De schorsing van twee Knessetleden in Israël" (55040273C)

- Steven De Vuyst aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De bezette Syrische Golanhoogte en de VN" (55040279C)

- Goedele Liekens aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De conflictescalatie na de gevechtspauze in Gaza" (55040296C)

- Vicky Reynaert aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De wapendoorvoer naar Israël via de haven van Antwerpen" (55040393C)

- Steven De Vuyst aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Belgisch-Israëlische militairen in het Israëlische leger" (55040569C)

- Nabil Boukili aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Belgisch-Israëlische militairen bij het Israëlische leger" (55040571C)

- Michael Freilich aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Al-Manar en Al-Aqsa TV" (55040600C)

- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De ware aard van het Israëlische militaire antwoord in de Gazastrook" (55040621C)

- Steven De Vuyst aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "De dagvaarding van Israël voor het ICJ wegens genocide" (55040647C)

- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het internationale onderzoek naar het risico op genocide in Gaza" (55040666C)

- Marie-Christine Marghem aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De klacht van Zuid-Afrika tegen Israël" (55040678C)

- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Gaza" (55040731C)

- Peter De Roover aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Gaza" (55040740C)

- Samuel Cogolati aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De operatie Prosperity Guardian" (55040770C)

- Marie-Christine Marghem aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De gevolgen van de crisis in de Rode Zee" (55040781C)

- Egbert Lachaert aan Caroline Gennez (Ontwikkelingssamenwerking en Grote Steden) over "Gaza" (55040861C)

- Steven De Vuyst aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De Belgische deelname aan de Europese missie in de Rode Zee" (55040893C)

- Peter De Roover aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De situatie in het Midden-Oosten, de missie in de Rode Zee en het conflict in Gaza" (55040895C)

- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De beslissingen van de kern van 19 januari" (55040902C)

- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De Westelijke Jordaanoever" (55040921C)

- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het juridische antwoord op het gevaar voor een genocide in Gaza" (55040922C)

- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De Belgen en mensen met de dubbele nationaliteit die mogelijk meevechten in de Gazastrook" (55040937C)

- Vicky Reynaert aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De beslissingen van het kernkabinet over het Israëlisch-Palestijnse conflict" (55040948C)

- Nabil Boukili aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De administratieve aanhouding van de activist Munther Amira door het Israëlische regime" (55040967C)

- Nabil Boukili aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De schorsing van twee leden van de Knesset" (55040969C)

- Els Van Hoof aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het conflict in Gaza" (55040973C)

- Nabil Boukili aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De VN-resolutie over de terutrekking van Israël uit de bezette Syrische Golanhoogvlakte" (55040974C)

- Michel De Maegd aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "Het conflict in Gaza" (55040977C)

- Nabil Boukili aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De dagvaarding van Israël voor het ICJ voor genocide" (55040979C)

- Malik Ben Achour aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De situatie in het Midden-Oosten en een onmiddellijk en onvoorwaardelijk staakt-het-vuren in Gaza" (55040980C)

- Pieter De Spiegeleer aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De situatie in de Rode Zee" (55040983C)

- Wouter De Vriendt aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De schorsing van twee leden van de Knesset" (55040986C)

- Nabil Boukili aan Hadja Lahbib (Buitenlandse Zaken, Eur. Zaken, Buitenlandse Handel en Fed. Cult. Instellingen) over "De deelname van België aan de EU-missie in de Rode Zee" (55040987C)

01 Débat d'actualité sur Israël et Palestine et questions jointes de

- Steven De Vuyst à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation de Fatena Al Ghorra et de ses parents bloqués à Gaza" (55040271C)

- Steven De Vuyst à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La suspension de deux membres de la Knesset en Israël" (55040273C)

- Steven De Vuyst à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le territoire occupé du plateau du Golan syrien et les Nations Unies" (55040279C)

- Goedele Liekens à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'escalade du conflit après la trêve des hostilités à Gaza" (55040296C)

- Vicky Reynaert à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le transit d'armes par le port d'Anvers vers Israël" (55040393C)

- Steven De Vuyst à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La présence de Belgo-Israéliens au sein de l'armée israélienne" (55040569C)

- Nabil Boukili à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les Israéliens belges dans l'armée israélienne" (55040571C)

- Michael Freilich à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Al-Manar et Al-Aqsa TV" (55040600C)

- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La nature de la réponse militaire israélienne dans la bande de Gaza" (55040621C)

- Steven De Vuyst à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "L'assignation d'Israël devant la CIJ pour génocide" (55040647C)

- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'enquête internationale sur le risque de génocide à Gaza" (55040666C)

- Marie-Christine Marghem à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La plainte de l'Afrique du Sud contre Israël" (55040678C)

- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Gaza" (55040731C)

- Peter De Roover à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Gaza" (55040740C)

- Samuel Cogolati à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'opération Prosperity Guardian" (55040770C)

- Marie-Christine Marghem à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les conséquences de la crise en mer Rouge" (55040781C)

- Egbert Lachaert à Caroline Gennez (Coopération au développement et Grandes Villes) sur "Gaza" (55040861C)

- Steven De Vuyst à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La participation de la Belgique à la mission européenne en mer Rouge" (55040893C)

- Peter De Roover à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation au Moyen-Orient, la mission en mer Rouge et le conflit à Gaza" (55040895C)

- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les décisions du kern du 19 janvier" (55040902C)

- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La Cisjordanie" (55040921C)

- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La réponse juridique au risque de génocide à Gaza" (55040922C)

- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les éventuels Belges et binationaux qui combattent dans la bande de Gaza" (55040937C)

- Vicky Reynaert à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Les décisions du conseil des ministres restreint concernant le conflit israélo-palestinien" (55040948C)

- Nabil Boukili à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La détention administrative de l'activiste Munther Amira par le régime israélien" (55040967C)

- Nabil Boukili à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La suspension de deux membres de la Knesset" (55040969C)

- Els Van Hoof à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le conflit à Gaza" (55040973C)

- Nabil Boukili à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La résolution de l'ONU sur le retrait d'Israël du plateau du Golan syrien occupé" (55040974C)

- Michel De Maegd à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "Le conflit à Gaza" (55040977C)

- Nabil Boukili à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "L'assignation d'Israël devant la CIJ pour génocide" (55040979C)

- Malik Ben Achour à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation au Proche-Orient et un cessez-le-feu immédiat et sans condition à Gaza" (55040980C)

- Pieter De Spiegeleer à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La situation en mer Rouge" (55040983C)

- Wouter De Vriendt à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La suspension de deux membres de la Knesset" (55040986C)

- Nabil Boukili à Hadja Lahbib (Affaires étrangères, Aff. eur., Commerce ext. et Institutions cult. fédérales) sur "La participation de la Belgique à la mission européenne en mer Rouge" (55040987C)

 

01.01  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Dank u wel, mijnheer de voorzitter ad interim. Goedemorgen collega's, goedemorgen mevrouw de minister.

 

De crisis in het Midden-Oosten en met name in Gaza blijft in alle hevigheid verder woeden. Daarom heb ik samen met mijn fractie een aantal vragen ingediend. Door de vele tijd tussen de momenten waarop u naar deze commissie komt om vragen te beantwoorden, zijn een aantal vragen jammer genoeg al gedeeltelijk achterhaald, wat niet wegneemt dat er toch nog voldoende actualiteitswaarde is.

 

Een eerste vraag ging oorspronkelijk over Fatena al-Ghorra en haar ouders die tot voor kort vastzaten in Gaza. Uiteindelijk is zij erin geslaagd om samen met haar ouders naar hier te komen op 14 januari 2024. In het kader daarvan had ik graag nog enkele relevante vragen gesteld. U antwoordde op 21 november op mijn vraag dat 104 van de in totaal 298 Belgen en rechthebbenden op de evacuatielijst Gaza hebben kunnen verlaten. Daarna was dat aantal volgens verschillende nieuwsartikels opgelopen tot 130.

 

Een van de namen op de lijst was die van Fatena al-Ghorra uit Antwerpen, een dame die de Belgische nationaliteit heeft. Zij probeerde al een hele tijd om ook haar bejaarde ouders, als naaste familieleden en wettelijke rechthebbenden, ook op die lijst te krijgen. Haar casus is exemplarisch voor heel veel gelijkaardige Belgische Palestijnen die tevergeefs nu nog proberen om heel wat van hun familieleden veilig in België te krijgen. Het consulaat-generaal in Jeruzalem liet haar op 27 november echter weten dat dit in de huidige omstandigheden onmogelijk was omdat de aanvraag via e-mail was ingediend en haar ouders zich persoonlijk in Jeruzalem of Caïro bij de ambassade moesten aandienen. Dat is natuurlijk een beetje cynisch en wreed, ook een beetje kafkaiaans. Als ze dat zouden kunnen, hoefden ze natuurlijk niet geëvacueerd te worden en op die lijst opgenomen te worden.

 

Nochtans horen we dat Buitenlandse Zaken effectief probeert gezinnen samen te houden. Ook weten we dat het Europees Hof van Justitie België precies voor die absurde eis op de vingers getikt heeft in het arrest-Afrin van 18 april 2023. Sindsdien zou de Dienst Vreemdelingenzaken wel degelijk flexibiliteit aan de dag leggen om in oorlogsomstandigheden aanvragen voor humanitaire visa op afstand te behandelen, maar in dit geval was dat duidelijk niet zo.

 

Kunt u mij ook vertellen waarom het onmogelijk zou zijn om voor de ouders van een Belg die in Gaza zitten een humanitair visum aan te vragen via elektronische weg? Wat bent u van plan te ondernemen om ervoor te zorgen dat Belgische burgers ook in moeilijke situaties niet meer met dat soort absurde en bureaucratische obstakels geconfronteerd worden? Hoeveel Belgen en rechthebbenden zijn ondertussen uit de hel van Gaza geraakt?

 

Een volgende vraag handelt over het interne politieke leven van Israël zelf. Wat weinig geweten is, is dat de rechtstaat in Israël heel vaak onder druk staat en zelfs door de huidige extreemrechtse regering in vraag wordt gesteld. Ook in de Knesset vallen er slachtoffers. Er is een politieke formatie waarin Palestijnen en Joodse Israeli’s samen zetelen, de coalitie Hadash. In november werden twee van de vier verkozen leden van Hadash, de Joodse Israëli Ofer Cassif en de Palestijnse Aida Touma-Suleiman, door de ethische commissie van de Knesset voor twee maanden geschorst, omdat ze in de Knesset sympathie uitten voor de burgerslachtoffers die gevallen zijn in Gaza en een einde eisten aan de slachtpartij die Israël sinds 7 oktober aanricht.

 

Daarmee zijn niet alleen enkele van de weinige anti-genocidale stemmen, maar ook een van de weinige Palestijnse stemmen in de Knesset  tijdelijk monddood gemaakt. Hoewel de Palestijnen 20 % uitmaken van de bevolking van Israël – zonder de bezette gebieden – zijn slechts 9 van de 120 leden, dus ongeveer 7 %, van de Knesset Palestijnen. Knessetleden van de regerende Likoedpartij drukten hun tevredenheid uit over de schorsing en beloofden er alles aan te doen om de uitsluiting permanent te maken.

 

Het is natuurlijk niet de eerste keer dat de democratische oppositie in Israël wordt aangevallen en de mond wordt gesnoerd. De Likoedpartij is niet aan haar proefstuk toe. In 2021 was er een poging om het middenveld, 6 Palestijnse mensenrechtenorganisaties, te criminaliseren en te bestempelen als terroristische organisaties zonder daarvoor enig bewijs te leveren. België en de Europese Unie zijn hen daarin toen gelukkig niet gevolgd en hebben die Israëlische aanval op het middenveld ook veroordeeld. Ook Israëlische Joden die kritiek hebben op de acties en het genocidale beleid van de heer Netanyahu worden momenteel ontslagen, gevangen gezet en publiek haast gelyncht omwille van boodschappen op sociale media of uitspraken in hun werkplaats.

 

Hebt u die schorsing ondertussen veroordeeld?

 

Hebt u uw afkeuring over die aanvallen en andere op de vrije meningsuiting en de democratie duidelijk gemaakt aan uw Israëlische evenknie?

 

Bent u van plan maatregelen te nemen tegen de veelvuldige schendingen van de rechten van zowel Palestijnse als joodse Israëli’s door hun regering of zult u hiervoor pleiten in het kader van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie?

 

Mevrouw de minister, tijdens de lopende sessie van de Algemene Vergadering heeft ons land terecht, samen met een meerderheid van de lidstaten van de Verenigde Naties, de resolutie goedgekeurd die de kolonies in de bezette Palestijnse gebieden, inclusief Oost-Jeruzalem en de bezette Syrische Golanhoogten, veroordeelt. Tijdens dezelfde vergadering heeft België zich echter onthouden op resolutie L.10, die Israël oproept zich terug te trekken uit dezelfde Golanhoogten. De annexatie van de Syrische Golanhoogten door Israël wordt enkel door de VS erkend en zeker niet door België. Kunt u de eventuele logica die achter die duidelijke contradictie schuilgaat, toelichten?

 

Sinds Israël 300.000 reservisten gemobiliseerd heeft voor zijn oorlog tegen de Palestijnen in Gaza, zijn Israëli’s met dubbele nationaliteit uit de hele wereld er heen getrokken om er deel te nemen aan die oorlog. In De Morgen van enkele weken geleden stond een interview met twee van die reservisten, die echter al een tijd niet meer in België lijken te wonen.

 

Ik ga direct over tot mijn vragen, aangezien de klok genadeloos verder tikt. Hoeveel Belgische Israëli's maken deel uit van het Israëlische leger?

 

Hoeveel Belgische Israëli's die in ons land wonen, zijn naar Israël getrokken voor de mobilisatie?

 

Hoeveel van hen zijn naar de Gazastrook gegaan? Hoeveel van hen zijn ondertussen teruggekeerd? Hoeveel van hen zijn naar de Westelijke Jordaanoever gestuurd?

 

Bij de Israëlische aanvallen op Gaza is er duidelijk sprake van oorlogsmisdaden op grote schaal. Sommige VN-officials spreken zelfs van een aan de gang zijnde genocide. Bepaalde mensenrechtencommissarissen bij de VN hebben daarom zelfs al ontslag genomen.

 

Zullen Belgen die aan die misdaden medeplichtig zijn, hier ook vervolgd worden? Zal België een uitlevering faciliteren, indien het Internationaal Strafhof daarom vraagt?

 

Op vrijdag 29 december 2023 diende Zuid-Afrika een verzoek in bij het belangrijkste gerechtelijke orgaan bij de Verenigde Naties, het Internationaal Gerechtshof, om Israël te vervolgen wegens het schenden van zijn verplichtingen in Gaza, die het zou moeten nakomen ingevolge de Conventie inzake de Voorkoming en Bestraffing van de misdaad van Genocide. Alle leden van de Verenigde Naties vallen onder de jurisdictie van het hof, dus ook Israël. Het verzoek omvat een gedetailleerde en uitgebreid gedocumenteerde tekst van 84 pagina’s, die Israël hovaardig van de hand wijst als bloedsmaad. Het land steekt met andere woorden het bekende riedeltje af "wie kritiek op ons en de oorlogsmisdaden heeft, is een antisemiet".

 

Alle staten die partij zijn bij het Genocideverdrag uit 1948, zijn internationaalrechtelijk verplicht om te proberen te voorkomen dat een genocide plaatsvindt en om het te bestraffen. Tot nu toe zijn Turkije en Bolivia echter de enige van de 152 staten die partij zijn bij de conventie, die zich aansluiten bij Zuid-Afrika om in het kader van de aan de gang zijnde genocide in Gaza aan die verplichting te voldoen. Ook Ofer Cassif, een lid van de Knesset en van de enige partij die Joodse en Palestijnse Israëli’s verenigt, toonde de moed om zich aan te sluiten bij het verzoek, waarop andere leden van de Knesset een procedure begonnen om hem uit het parlement te laten zetten. Op maandag 8 januari riepen bovendien meer dan 900 middenveldorganisaties van over de hele wereld andere staten die de Genocideconventie ondertekenden, op om het verzoek mee te ondersteunen.

 

Twee leden van uw regering, de ministers Petra De Sutter en Caroline Gennez, hebben nog niet zo lang geleden ook publiek opgeroepen om de aanklacht van Zuid-Afrika te steunen. Tot nu toe heeft de regering dat niet gedaan. Het kernkabinet bevestigde zijn vertrouwen in de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof. Ons land zal de conclusie dus steunen en ervoor zorgen dat ze zal worden uitgevoerd. Kunt u daarover meer uitleg bieden? Wat wordt daarmee concreet bedoeld? De uitspraken van het Gerechtshof zijn immers sowieso bindend. Het is niet aan wie dan ook in de Belgische regering om te beslissen of de conclusies al dan niet moeten worden gesteund of uitgevoerd.

 

Mevrouw de minister, mijn vraag is vrij eenvoudig. Waarom komt ons land onder uw regering zijn verplichting krachtens het internationaal recht als partij bij de Genocideconventie niet na, door de aanvraag van Zuid-Afrika ter zake te ondersteunen?

 

Voorbije vrijdag 19 januari 2024 besliste het kernkabinet een fregat te sturen naar de Rode Zee. Uiteraard moet de onrust in de Rode Zee worden begrepen in de context van de vernietigingsoorlog van Israël tegen Gaza. Er zijn al 25.000 doden en ruim 60.000 gewonden gevallen.

 

Wanneer het gaat over de bescherming van handelsroutes, zijn we natuurlijk bij de pinken en worden er snel initiatieven genomen. Wanneer het echter over de aan de gang zijnde volkerenmoord gaat, kijken we meestal met de armen gekruist toe.

 

De voorzitter: Mijnheer De Vuyst, ik kan niet met mijn armen gekruist toekijken hoe u misbruik maakt van mijn mildheid.

 

01.02  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, ik ga over naar mijn laatste vraag.

 

De voorzitter: Mijnheer De Vuyst, u had twaalf minuten, die u verkeerd hebt ingedeeld, met alle gevolgen van dien. Kunt u dus echt heel snel afronden?

 

01.03  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, waarom scheidt u die twee situaties, zijnde de aanvallen van de Houthi’s in de Rode Zee op handelsschepen en wat er aan de gang is in Gaza?

 

Wat is uw inschatting van het effect van de bijkomende Europese missie in de regio? Meent u niet dat er een risico van verdere escalatie is?

 

Ten slotte, welke initiatieven zal België nemen om een staakt-het-vuren in Gaza te bewerkstelligen en op die manier beide problemen aan te pakken en op te lossen?

 

De voorzitter: Kijk eens aan, mijnheer De Vuyst, indien u wilt, kunt u snel zijn.

 

Mevrouw Reynaert heeft één vraag of twee vragen ingediend, wat haar gezien de afspraken vijf minuten spreektijd oplevert.

 

01.04  Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, het kernkabinet kwam op vrijdag 19 januari samen over het conflict in Gaza en heeft daar een aantal belangrijke beslissingen genomen.

 

De regering heeft allereerst een oproep gedaan tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, de onvoorwaardelijke vrijlating van alle gijzelaars en de onvoorwaardelijke toegang voor alle humanitaire hulp. Er werd een beslissing genomen over de evacuatie van Enabelmedewerkers. Er werd ook gepleit voor een tweestatenoplossing voor Israël en Palestina.

 

Voorts sprak België zich als enige lidstaat uit voor de behandeling van de zaak van Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof. België stak zijn nek uit om de beslissing die het hof inzake bewarende maatregelen zal nemen mee te ondersteunen en af te dwingen en om later eventueel ook in de procedure tussen te komen. Dat was ook onze vraag en wij zijn daar uiteraard zeer blij mee.

 

Tot slot werd ook een principebeslissing genomen over de deelname van België aan een defensieve EU-missie in de Rode Zee.

 

Ik heb een aantal zeer concrete vragen, mevrouw de minister. Ten eerste, hoe zal België de beslissing die het Internationaal Gerechtshof al binnen enkele weken zal nemen, helpen afdwingen? Hebt u nog gesprekken gehad met de ambassadeur van Israël daarover? Wat was hun reactie?

 

Ten tweede, hoe zal de evacuatie van de Enabelmedewerkers precies verlopen? Hebt u de posten in de regio hiervan al op de hoogte gebracht sinds de beslissing van het kernkabinet op vrijdag? Hoe ziet u de concrete timing? Staat u ook in contact met uw Israëlische en Egyptische collega’s om die evaluatie vlotter te laten verlopen, zodat er geen tijd verloren gaat?

 

Ten derde, hoeveel Belgen bevinden zich momenteel in Gaza? Zijn er nog mensen die het gebied willen verlaten, maar geen toestemming krijgen? De posten in de regio krijgen heel veel aanvragen voor humanitaire visa. Ze geven aan dat het zeer moeilijk is om die te behandelen en dat ze op hun tandvlees zitten. We hebben dat debat al eerder gevoerd. Zijn er maatregelen genomen om hen te versterken? Welke initiatieven zullen er nog volgen? We krijgen namelijk signalen dat de situatie op het terrein bijzonder moeilijk is.

 

Mijn vierde en laatste vraag gaat over de Raad Buitenlandse Zaken van 22 januari. Hebt u de beslissing van het kernkabinet om op te roepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren bij uw Europese collega’s toegelicht? Ik vernam dat daarover geen overstemming werd bereikt op de Raad Buitenlandse Zaken, wat diep te betreuren is. Hebt u ook een onmiddellijk staakt-het-vuren bepleit bij uw Israëlische homoloog?

 

Ik vernam ook dat Hongarije tijdens de Raad heeft aangekondigd dat het een mondelinge tussenkomst zal houden bij het Internationaal Gerechtshof. Hebt u de beslissing van België toegelicht in de Raad Buitenlandse Zaken?

 

Wat zult u nu concreet doen met de voorstellen die geformuleerd werden in de Raad Buitenlandse Zaken, met de Europese Raad in het vooruitzicht, waar er toch conclusies zullen moeten komen over dat punt, maar ook in aanloop naar een volgende Raad Buitenlandse Zaken?

 

De Hoge Vertegenwoordiger van de Europese Unie is met een non-paper gekomen, een blauwdruk voor een vredesplan. Een vredesplan heeft enkel kans van slagen als er ook carrots and sticks zijn voor beide partijen wanneer ze eraan voldoen. Hoe ziet u dat precies? Wat is de timing? Hoe ziet u zelf die carrots and sticks? Hoe zal België bijdragen aan de uitvoering en uitwerking van de initiatieven van de Europese Dienst voor extern optreden, wetende dat België een voortrekkersrol speelde in de Peace Day Effort? Slovenië heeft ook een non-paper geschreven voor een vredesplan. Hebt u contacten met of zult u contact opnemen met Slovenië om te kijken of er daarrond iets kan worden gedaan?

 

Ik heb nog een vraag ingediend over de wapendoorvoer naar Israël, die blijkbaar nog steeds verloopt via de haven van Antwerpen. Onlangs is er nog bijna 250 ton munitie naar Israël doorgevoerd via de haven van Antwerpen, zonder doorvoervergunning terwijl het Vlaams wapenhandelsdecreet dat vereist. Er zijn daarrond in 2009 afspraken vastgelegd door minister De Gucht, maar blijkbaar is er een probleem met de handhaving ervan en meer bepaald met de informatie-uitwisseling.

 

Organiseert u een consultatie met de gewesten en met alle relevante diensten van de FOD Financiën, de douane, de FOD Economie en de FOD Mobiliteit om de handhaving van die afspraken te garanderen? Zo ja, wat is daarvoor de concrete timing en wanneer zullen die afspraken wel gehonoreerd worden? We vernemen dat er binnenkort opnieuw een schip met wapens voor Israël zal passeren in de haven van Antwerpen. De handhaving van die afspraken is dus zeer dringend nodig. Klopt de informatie over dat schip? Als dat niet het geval is, kunt u die informatie ontkrachten?

 

01.05  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, j’ai regroupé toutes mes questions.

 

L’enquête journalistique du média israélo-palestinien +972 paru le 30 novembre 2023 et qui évoquait une usine d’assassinats de masse pour qualifier la stratégie militaire de Tsahal a beaucoup fait parler d’elle et a permis de  mettre le doigt sur une autre dimension de ce conflit. Le narratif israélien, qui jusque-là était très largement repris dans les médias et même dans certaines assemblées parlementaires dans les pays occidentaux, s’en est trouvé profondément remis en cause. En effet, Israël a recours à l’intelligence artificielle et plus particulièrement à un logiciel dénommé Habsora afin de déterminer en permanence et de façon automatique des cibles en très grand nombre, en ce compris des cibles civiles.

 

Ce logiciel permet de quantifier très précisément le nombre de victimes à l’avance. Les actions de l’armée israélienne se font donc en toute connaissance de cause et plusieurs sources qui sont citées dans cette enquête le disent d’ailleurs clairement. Ces pratiques sont la déclinaison intégrante d’un concept de la doctrine militaire israélienne qu’on appelle Dahiya et qui stipule la nécessité d’une réponse disproportionnée dans une guerre de type guérilla. La doctrine préconise de s’attaquer massivement à la population et à ses infrastructures vitales afin de créer un effet de sidération, d’une part, et de rétablir la dissuasion, d’autre part.

 

L’article présente une série de statistiques qui sont plus effroyables les unes que les autres. Ainsi, à la date du 11 novembre 2023, selon les données des Nations Unies, 312 familles avaient perdu 10 personnes ou plus, 189 familles avaient perdu entre 6 et 9 membres et 549 familles entre 2 et 5 membres. À titre de comparaison, sur toute l’opération Bordure protectrice de 2014, 20 familles avaient dû dénombrer 10 décès ou plus. En ce qui concerne les cibles, il y en a eu 15 000 durant les 35 premiers jours de combats, selon les déclarations du porte-parole de Tsahal, contre 1 500 – 10 fois moins – en 11 jours lors de l’opération Gardiens du mur de 2021 et 1 500 en 8 jours lors de l’opération de 2012.

 

La nature des cibles questionne également. Peut-on sérieusement estimer que l'Association du barreau palestinien, le ministère de l'Économie nationale, le ministère de la Culture, l'Université islamique de Gaza, en plus de centaines d'immeubles et de maisons de particuliers, représentent réellement un danger?

 

Je pense que poser la question, c'est y répondre. Je le redis: il n'est plus possible dans ces conditions de continuer à parler des victimes palestiniennes comme étant des "victimes collatérales" ni même des "boucliers humains". Ce sont des concepts contredits par la réalité de la guerre.

 

Sur ce point, madame la ministre, comment vous positionnez-vous à la suite de ces révélations? Les avez-vous évoquées avec votre homologue israélien? Cette manière de mener la guerre a-t-elle été abordée au niveau européen? Compte tenu du nombre de morts civils délibérément ciblés – il n'y a plus aucun doute là-dessus –, comment qualifiez-vous l'opération militaire israélienne? Compte tenu du nombre de morts civils, parmi lesquels 6 000 enfants (5 300 enfants à la date du 22 décembre 2023), continuez-vous à considérer qu'Israël implémente un pseudo "droit à se défendre"?

 

Face à ce constat, de plus en plus de voix s'élèvent et alertent sur le risque de génocide à Gaza. Des hauts fonctionnaires des Nations Unies, des spécialistes du droit international, des experts des génocides, juristes comme historiens figurent au rang de ceux qui mettent en garde.

 

Face à ce constat de plus en plus partagé, l'Afrique du Sud a déposé une requête devant la Cour internationale de Justice dont l'objectif est, d'une part, de prévenir ce risque et, d'autre part, "de suspendre immédiatement" les opérations militaires à Gaza et contre Gaza.

 

En tant qu'État partie de la Convention pour la prévention et la répression du crime de génocide, la Belgique ne pouvait rester les bras ballants. Vendredi dernier, le gouvernement a affirmé soutenir les auditions menées par la Cour internationale de Justice. C'est positif mais il va falloir aller plus loin. Rejoindre la démarche initiée par l'Afrique du Sud est toujours une possibilité. La proposition faite par les collègues de Vooruit, à laquelle mon parti se joint, en est une autre. Celle-ci consisterait à initier une procédure distincte devant la Cour internationale de Justice axée sur la situation humanitaire avec la même volonté de parvenir à un cessez-le-feu. 

 

Sur ce point spécifiquement, madame la ministre, quelles sont vos propositions afin de prévenir le risque de génocide à Gaza et d'arriver à un cessez-le-feu? La Belgique va-t-elle prendre une initiative devant la Cour internationale de Justice? Une possibilité d'avis s'ouvrira dans les prochaines semaines.

 

Dans ce contexte se pose la question des soldats étrangers et des binationaux servant au sein de Tsahal et dont on peut considérer, me semble-t-il, qu'ils se rendent potentiellement complices de ces crimes. En France, une étude réalisée par Europe 1 au début du conflit indiquait que 4 185 soldats ayant la nationalité française seraient mobilisés dans cette guerre; cela en fait la seconde nationalité étrangère représentée derrière les États-Unis. Chez nos voisins, d'aucuns appellent à poursuivre ces personnes au titre de l'article 40 du Code de procédure pénale. Le débat vit également de façon forte en Afrique du Sud, sans que l'on connaisse précisément le nombre d'individus concernés dans ce pays. Pourriez-vous nous indiquer si des citoyens belges combattent actuellement au sein de l'armée israélienne? Si oui, combien? Quelle est la proportion de binationaux? Le gouvernement belge entend-il prendre des mesures, de quelque nature que ce soit, sur ce sujet?

 

Enfin, je m'en voudrais de ne pas évoquer ici la Cisjordanie qui subit également les conséquences de la réaction disproportionnée d'Israël à l'attaque du 7 octobre. La population de Cisjordanie doit faire face – un peu dans l'indifférence générale – à de nombreuses interventions de l'armée ou de la police, menées au nom de la lutte contre le Hamas mais qui, en pratique, semblent surtout dictées par une volonté de vengeance. Depuis le début de la guerre, plus de 367 Palestiniens ont été tués en Cisjordanie et à Jérusalem-Est, parmi lesquels 97 enfants, et 4 212 ont été blessés, dont 637 enfants. Par ailleurs, à la date du 15 janvier, près de 6 000 personnes avaient été interpellées par les soldats israéliens, selon les données du Club des prisonniers palestiniens, 1 970 ayant été placées en détention administrative.

 

Parallèlement, le ciblage militaire de projets financés par la coopération internationale au développement – pratique que nous connaissions déjà avant le 7 octobre – se poursuit et s'intensifie. Ce fut le cas le 13 décembre, avec une attaque à Naplouse sur une initiative d'économie sociale et solidaire dans le domaine agricole, mise sur pied notamment grâce à des fonds belges. Madame la ministre, quelles actions la diplomatie belge entreprend-elle au sujet de la situation en Cisjordanie? Avez-vous abordé ce point avec votre homologue israélien? Des discussions ont-elles eu lieu au niveau européen et qu'en ressort-il? Des compensations ont-elles été demandées à Israël pour ces nouvelles destructions?

 

Par ailleurs, sur la question des colons violents, vous aviez annoncé prendre des mesures très concrètes à leur égard. Où en êtes-vous de ce point de vue?

 

01.06  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, de waanzin in Gaza blijft maar duren. Uiteraard moet Israël zich kunnen verdedigen na de terreuraanval door Hamas van 7 oktober. In het Parlement hebben we eerder al vragen gesteld over het droogleggen van de financiering van Hamas, het blokkeren van de politieke steun die er in de Arabische wereld zeker bestaat voor de organisatie en ook over de vrijlating van de gijzelaars.

 

Israël kan reageren, maar dan wel op een normale manier, niet door deze danteske gruwel die zich elke dag afspeelt in de Gazastrook. Mevrouw de minister, dit is een massamoord van de moderne tijd. Volgens een rapport van Oxfam zorgt het conflict voor het hoogste aantal dodelijke slachtoffers per dag deze eeuw. Burgers worden moedwillig gebombardeerd, maar ook ziekenhuizen en appartementsgebouwen. De tol aan slachtoffers onder vrouwen en kinderen is bijzonder hoog. Het totale cijfer ligt nu al boven de 25.000 doden. Na de terreuraanval van Hamas op Israëlisch grondgebied is de tegenreactie van Israël meedogenloos en buitenproportioneel. Ik vrees dat alle 2,2 miljoen burgers in Gaza potentiële slachtoffers zijn.

 

De reactie van Europa is veel te zwak. Hoe reageert u op het feit dat Israël door de huidige Europese aanpak niet gedwongen wordt om die massamoord in Gaza te stoppen. Dat zou u en uw collega’s binnen Europa ertoe moeten aanzetten om naar een andere, straffere tactiek te gaan. Hoe kijkt u daartegen aan?

 

Op basis van die vaststelling vinden wij dat er sancties nodig zijn tegen de Israëlische militairen die het bevel hebben gevoerd en die verantwoordelijk zijn voor wat daar momenteel gebeurt. Er zijn ook sancties nodig tegen de politici die over dergelijke tactiek beslissen, en tegen de kolonisten op de Westbank die zich nu te buiten gaan aan geweld tegen Palestijnse burgers.

 

Daarvoor bestaan er verschillende politieke en juridische pistes. Zo komen we bij de case van Zuid-Afrika voor het Internationaal Gerechtshof om het risico op genocide te onderzoeken op basis van het VN-Genocideverdrag. Over die mogelijke procedure en de rol die België daarin kan spelen, is redelijk wat gespind. Het is dus belangrijk dat een aantal misverstanden door u wordt weggezet.

 

Kunt u bevestigen dat verdragspartijen bij het Genocideverdrag, bijvoorbeeld België, de mogelijkheid hebben zich aan te sluiten bij de procedure om er een bepaalde stem in te vertolken via artikel 63? Welke zijn de mogelijkheden? Kunt u verwijzen naar de precieze proceduremogelijkheden?

 

Sommigen vergelijken de huidige zaak van Zuid-Afrika met de veroordeling van Israël door het Internationaal Gerechtshof in 2004 wegens het plaatsen van de muur op de Westbank, dit om aan te tonen dat een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof weinig zou uitmaken. Het is echter belangrijk dat u bevestigt dat het toen ging om een niet-bindende uitspraak, eigenlijk een opinie. Dat is een totaal andere procedure dan die welke nu gevoerd wordt door Zuid-Afrika. Ook de rol die België daar in zou kunnen spelen, is dus anders.

 

Hetzelfde geldt voor de uitspraak van sommige collega's hier dat bij het Internationaal Gerechtshof geen procedures tegen Hamas aangespannen worden. Dat is eigenlijk vrij logisch, omdat het Internationaal Strafhof zich daarmee bezig houdt.

 

Opnieuw, mevrouw de minister, zijn er redelijk veel pogingen tot gespin en framing om de Zuid-Afrikaanse procedure te minimaliseren, te ridiculiseren. Het is belangrijk dat wij dat niet doen.

 

Bovendien, en dit is het belangrijkste punt van de afgelopen dagen, heeft het kernkabinet van de federale regering zelf al aangetoond in zijn conclusies dat de procedure door Zuid-Afrika de moeite waard is. Anders had het land er niet zoveel tijd aan besteed en was het niet op de proppen gekomen met een aantal zeer duidelijke conclusies.

 

Het is goed dat de federale regering zich positief heeft uitgesproken over de procedure. Ons land spreekt vertrouwen in die procedure uit. Dat is één van de conclusies van het kernkabinet. Ons land belooft ook steun voor de beslissing van het Internationaal Gerechtshof. Het zal ook waken over de naleving ervan.

 

Indien het Internationaal Gerechtshof beslist over bewarende maatregelen in de komende weken zullen we afhankelijk van de beslissing een interventie overwegen. Verder wordt België binnen Europa een pleitbezorger voor een direct staakt-het-vuren en voor permanente toegang voor humanitaire hulp. Verder besliste het kernkabinet tot repatriëring uit Gaza van Enabelpersoneel met de Palestijnse nationaliteit. Kunt u toelichting geven bij de operationalisering van de beslissingen van het kernkabinet?

 

Ik meende dat collega De Vuyst het ook zou aanhalen, maar hij deed het niet. Het nieuws heeft ons bereikt dat twee leden van de Knesset, namelijk de Joods-Israëlische Ofer Cassif en de Palestijnse Aida Touma-Suleiman geschorst werden in hun activiteit als parlementslid omdat zij hun medeleven hebben betuigd met de burgerslachtoffers in Gaza. Er was daarbij ook sprake van de ondertekening van een petitie.

 

Israël noemt zichzelf graag de enige democratie in de regio. De Europese landen, waaronder België, verstrekken dat krediet graag aan Israël. Israël moet dat krediet dan ook wel waardig blijven. Ik vind dat de schorsing van parlementsleden in hun functie vanwege de mening die zij uiten, compleet in tegenspraak is met het etiket democratie. Dergelijke praktijken horen eerder thuis in een autocratie, dus dat is vrij onrustwekkend.

 

Mevrouw de minister, ik mag hopen dat u de gelegenheid te baat neemt om Israël daarop aan te spreken. Het past in de bredere context van het conflict in Gaza en daarom wil ik uw mening daaromtrent ook graag kennen.

 

01.07  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de minister, ik zal vooral inzoomen op de beslissingen van het kernkabinet vorige week. Collega Reynaert zegt dat België zich als enige EU-lidstaat uitspreekt voor de behandeling van de zaak. Aangezien België op dit ogenblik voorzitter is van de EU, roept dat bij mij de vraag op of het vooruitlopen dan wel weglopen van het Europees peloton helpt om een consensus te vinden. Vult België door cavalier seul te spelen het voorzitterschap niet verkeerd in?

 

Een tweede vraag is wat die beslissing inhoudt. Collega De Vriendt zegt dat wij een tussenkomst kunnen overwegen, maar in welke omstandigheden kan dat en wat houdt die tussenkomst desgevallend in? Zuid-Afrika neemt bijvoorbeeld duidelijk positie in, een duidelijk standpunt over de belangrijke vraag of in Gaza een genocide plaatsvindt. Als België overweegt om zich in die procedure te mengen – Duitsland heeft trouwens aangekondigd dat te zullen doen –, hoe zinvol is het als dat een neutrale tussenkomst zou zijn, bijvoorbeeld een status quaestionis, of het voorlezen van een handboek over internationaal recht? Ik denk niet dat men daarop zit te wachten. Die mensen kennen hun job. Wat zou dat dan inhouden? Welk standpunt zou daar worden ingenomen?

 

Ik las gisteren – en ik neem aan dat het ook in het kader van de beslissing past – een tweet van minister De Sutter: "Sterk pleidooi voor het instellen van een veilige corridor naar België voor rechthebbenden in Gaza, door uitzonderlijk toe te laten dat aanvragen voor humanitaire visa online worden ingediend in plaats van bij een diplomatieke post." Mevrouw De Sutter maakt deel uit van de regering en van het kernkabinet, dus neem ik aan dat zij geïnformeerd is. Kunt u nadere toelichting geven bij wat zij gisteren getweet heeft, ge-x't heeft?

 

Dan is er het – hopelijk – heel belangrijke initiatief van de EU, dat stelt dat een staakt-het-vuren moet worden gekoppeld aan de vrijlating van de gijzelaars. Hoe zit het met dat initiatief? Welke rol spelen wij daarin? Terecht wordt daar het belang beklemtoond van de tweestatenoplossing. In Israël zetten meer en meer belangrijke stemmen daar vraagtekens bij. Dat is een breuk met de richting die we moeten uitgaan. Ik vrees dat de inval van Hamas op 7 oktober het idee van die tweestatenoplossing verder gehypothekeerd heeft. Wij betreuren dat ten zeerste. Wat was uw rol in die discussies met uw collega's van Buitenlandse Zaken? Wat zijn de volgende stappen met betrekking tot dat EU-initiatief?

 

In mijn beperkte spreektijd moet ik ook iets zeggen over de beslissing om een fregat te sturen. We spreken nu over de problematiek van de Houthi's, maar die is natuurlijk daaraan gekoppeld.

 

Wat is de volgende evolutie? Er zijn de NAVO, de EU en de acties van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Kunt u ons daarover toelichting geven? Deze aangelegenheid toont wederom de noodzaak aan onze marinecapaciteit te versterken. Ik heb daar ook een vraag over, maar die stel ik wellicht beter aan uw collega Dedonder. Ik zal mijn betoog hier afronden, want indien ik als voorzitter mijn vijf minuten spreektijd zou overschrijden, zou ik alle gezag verliezen. Ik zal mijn spreektijd dan ook consequent respecteren en zelfs drie seconden overlaten.

 

De voorzitter: Nu spreek ik weer als voorzitter. Ik weet ook zeker dat collega Lachaert zich even gedisciplineerd aan zijn spreektijd zal houden. Mijnheer Lachaert, ook u krijgt vijf minuten.

 

01.08  Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, wat de voorbije maanden in Gaza en Israël is gebeurd, beroert al verschillende maanden de gemoederen in België, in de hele wereld, maar ook in het Halfrond. We weten dat in ons land en wellicht in heel West-Europa de publieke aandacht werd gewekt op 7 oktober 2023, na een bloedige aanslag van Hamas, waardoor vandaag nog altijd meer dan 100 mensen gegijzeld worden en hopelijk nog leven in de Gazastrook.

 

Die aanslag werd gevolgd door een militaire actie van Israël, die de meeste collega's als problematisch ervaren. Ongeveer de hele bevolking van de Gazastrook is op dit ogenblik immers ontheemd, uit de eigen woning verdreven en weet niet welke richting ze moet uitgaan. Schrijnende beelden bereiken ons elke dag. Ziekenhuizen worden gebombardeerd en heel veel kinderen hebben het leven gelaten. We weten dat Gaza een jonge bevolking heeft met heel wat minderjarigen. Veel journalisten en medewerkers van de Verenigde Naties zijn getroffen.

 

Natuurlijk is het op dat vlak, in de volle emotie van alles wat ginds aan de gang is, soms heel moeilijk om het goede midden te houden. We voelen immers dat het mogelijk moet zijn om zowel de aanslag van Hamas en het nemen van gijzelaars te veroordelen en tegelijkertijd ook Israël, dat traditioneel een westerse bondgenoot is, duidelijk te maken dat het geweld voor ons buiten proportie is.

 

Ik heb op dat vlak de vraag hoe u dat juist ziet. Er was in het Europees Parlement een stemming over een resolutie. We hebben natuurlijk begrip voor het feit dat Israël zich moet kunnen verdedigen. Hoe beoordeelt u echter op dit moment de militaire actie en waartoe zij kan leiden op het einde van de rit?

 

Israël zegt immers dat het die actie doorvoert om Hamas te kunnen vernietigen. Geloven we echter werkelijk dat de militaire actie Hamas zal vernietigen?

 

We creëren nu vooral heel veel haat en polarisatie, niet alleen in Gaza en Israël zelf. We krijgen door de actie nog niet een veiligere situatie voor de staat Israël of voor eender wie.

 

De meeste collega's worstelen met de vraag welke rol België kan opnemen om zo snel mogelijk een einde aan het geweld in beide richtingen te krijgen. In tegenstelling tot een aantal sprekers voor mij, wil ik toch ook benadrukken dat, naast het leed in Gaza dat ons elke dag bereikt en dat we zo snel mogelijk moeten proberen te stoppen via een staakt-het-vuren, ook Israël nog elke dag met raketten wordt bestookt. Als dat niet vanuit Gaza door Hamas is, dan is het door Hezbollah. Ook de Houthimilitie heeft als uiteindelijke doelstelling, in haar missie en haar vlag, om Israël te vernietigen. Er zijn dus meerdere milities en fracties in de omgeving die Israël echt willen vernietigen.

 

Er zal maar vrede komen door Israël aan te manen te stoppen met schieten en het land tegelijk ook een veilige situatie te bieden met voldoende garanties. Anders zal het geweld niet stoppen, want dan zal Israël altijd zeggen dat het zich moet verdedigen.

 

Hoe kunnen we dat bereiken? Er is een procedure voor het Internationaal Gerechtshof. Ik ga daar niet opnieuw op in. Daarover is vrijdag in het kernkabinet een standpunt ingenomen waar ik mij bij aansluit. Ik worstel er echter mee hoe wij de strijdende partijen op de ene of andere manier toch onder druk kunnen zetten. Als westerse landen moeten we met Israël spreken en op de een of andere manier drukkingsmiddelen zoeken – soft power of hard power – binnen ons EU-voorzitterschap om het land onder druk te zetten. Welke middelen ziet u daarvoor, mevrouw de minister?

 

Tegelijk moet er een partnership zijn met een aantal Arabische landen die met Hamas moeten spreken. Wij gaan dat niet doen – dat is een terroristische organisatie – maar anderen zullen wel met Hamas moeten bespreken hoe zij de wapens gaan neerleggen en hoe wij die organisatie kunnen ontmantelen om tot een ander beheer van Gaza te komen. Welke middelen ziet u daarvoor in het kader van onze rol in de EU? Er is al een aantal voorstellen geweest in het Halfrond die niet als nuttig werden gezien, maar wat zouden wij dan wel kunnen doen om het geweld te stoppen?

 

De voorzitter: Dank u, mijnheer Lachaert. Die twee seconden zal ik u niet aanrekenen. Het is bijzonder keurig.

 

Als mevrouw Van Hoof er was, zat ik hier niet als voorzitter. Ik neem aan dat zij verontschuldigd is, maar misschien komt ze nog.

 

01.09  Michel De Maegd (MR): Monsieur le président, madame la ministre, nous sommes désormais à plus de cent jours après la tragédie du 7 octobre 2023, une journée au cours de laquelle – il faut tout de même inlassablement le rappeler à ceux qui ont une fâcheuse tendance à l’oublier – des combattants palestiniens issus du Hamas et d’autres groupes islamistes ont massacré plus de mille civils, massacré car ils avaient pour seul tort d’être juifs. C'était une attaque visant à détruire un peuple, détruire un État, un État qui a pour première mission, bien sûr, comme tous les États, de protéger son peuple.

 

Après l’immense émotion et l’effroi suscités par l’attaque du Hamas, les errances de l’opération militaire israélienne ont renversé la perspective du côté des civils palestiniens. Je le répète à nouveau: chaque victime vaut une autre victime. Il n’y a pas de différence entre les victimes, qu’elles soient israéliennes ou palestiniennes. Chaque victime supplémentaire doit forcer la communauté internationale à agir avec plus de détermination, comme je l’ai toujours dit ici.

 

Le premier ministre israélien, Benyamin Netanyahou, porte une très lourde responsabilité dans la crise sécuritaire, morale et identitaire qui frappe son pays. Désormais, la société israélienne lui reproche d’ailleurs de fermer les yeux devant le sort des otages, en favorisant un autre mantra, qui cimente les Israéliens, citoyens, militaires et hommes politiques: c’est bien sûr la fin du Hamas.

 

Madame la ministre, quelles sont les mesures prises par la communauté internationale pour tarir les ressources militaires et financières de cette organisation terroriste? Comment évaluer la neutralisation du réseau souterrain du Hamas et celle de ses combattants? 

 

Pouvez-vous confirmer que les derniers tirs de roquette en direction d’Israël auraient été en partie effectués à partir de zones tout juste évacuées par l’armée israélienne, preuve qu’il n’y a aucune trêve, aucun cessez-le-feu, aucune reddition à attendre du Hamas? 

 

Existe-t-il des négociations pour parvenir à la libération des 130 otages capturés par le mouvement islamiste, le 7 octobre, et qui sont toujours captifs?

 

En parallèle à l’élimination du Hamas, il y a l’avenir de Gaza, de la Palestine, de la paix dans la région. Je voudrais, madame la ministre, connaître votre analyse de la proposition d'un plan de paix global, du service européen pour l’action extérieure, et votre sentiment sur la réalisation concrète, par les Européens, d’une conférence préparatoire de paix organisée par l’Union européenne, l’Égypte, la Jordanie, l’Arabie saoudite et les Nations unies.

 

Quels sont les éléments concrets qui permettront cette fois d’arriver, selon vous, à une réalisation concrète? Car ce jour d’après devra répondre en profondeur à deux sentiments qui sont évidemment contradictoires. D’une part, un pessimisme fondamental dans la société israélienne: celui de l’impossibilité d’une paix, aggravé par le sentiment d’insécurité né du 7 octobre 2023 et la faillite de l’appareil sécuritaire israélien. Et de l’autre, un espoir toujours trahi pour les Palestiniens. Nous sommes donc, madame la ministre, devant la relance de la solution à deux États.

 

Comment revitaliser l’Autorité palestinienne? D’abord, pour qu’elle puisse revenir à Gaza, qu’elle puisse continuer à gérer les territoires palestiniens tout en négociant avec un nouveau gouvernement israélien issu des urnes? Comment aider cette Autorité palestinienne? Comment la financer de façon pérenne? Comment l’aider à lutter contre la corruption en son sein?

 

Puis, comment faire revenir des leaders palestiniens sur leurs terres pour reprendre les leviers du pouvoir? Comment attirer des investisseurs arabes en Palestine? Comment penser la reconstruction de Gaza? Mille fois entamée, il faut le dire ici, souvent avec de l'argent européen, et mille fois réduite en cendres. Quel geste pouvons-nous faire pour les quelque 200 000 Israéliens déplacés du pourtour de Gaza et de la frontière libanaise? Qui est prêt à négocier avec l'État libanais, ou directement avec le Hezbollah, une solution politique qui soit plus qu'une simple trêve?

 

Quelles sont vos informations, madame la ministre, sur la sécurité en Cisjordanie, alors que plus de 250 000 ports d'armes ont été accordés ces dernières semaines aux colons israéliens? Comment intéresser durablement les pays arabes à la cause palestinienne? Le règlement du conflit israélo-palestinien, chers collègues, est le seul obstacle sur la voie d'une normalisation complète entre les États arabes et Israël. Il y a une réelle possibilité de transformer une tragédie en opportunité, mais elle nécessite une normalisation entre l'Arabie Saoudite et Israël, à laquelle les Américains semblent d'ailleurs très attachés. Au forum de Davos, le 17 janvier dernier, le conseiller à la sécurité nationale, Jake Sullivan, n'a pas montré le même optimisme. Néanmoins, dans la vision du jour d'après la guerre à Gaza qu'il a esquissée, la normalisation entre Israël et l'Arabie Saoudite apparaît aussi comme l'alpha et l'oméga d'une solution pérenne. Enfin, voici ma dernière question, monsieur le président. Madame la ministre, pouvons-nous retisser un dialogue avec les forces politiques en Israël, en faveur d'une solution négociée? Je vous remercie pour vos réponses.

 

Le président: Je remercie le collègue De Maegd d'être si discipliné concernant le temps de parole imparti. C'était un défi pour les traducteurs, dois-je dire.

 

Uw debiet was bijzonder hoog, maar zo hebt u veel kunnen zeggen in vijf minuten.

 

Mevrouw de minister, eigenlijk hebt u ook maar vijf minuten spreektijd, maar daar zullen we de hand niet aan houden. Dat heeft immers geen enkele zin, aangezien u met vele vragen overstelpt werd. Ik wil u graag de vrijheid geven om uitgebreid op alle vragen te antwoorden, maar gelieve die vrijheid niet te misbruiken.

 

01.10 Minister Hadja Lahbib: Mijnheer de voorzitter, vooreerst bedank ik de commissieleden voor hun vragen.

 

Monsieur le président, mesdames et messieurs, il me semblait en effet nécessaire de faire le point sur la situation au Moyen-Orient. Il y a beaucoup d'émotion, d'incompréhension, de colère et de sentiment d'injustice exprimés tant chez vous que, parfois, chez les ministres ou dans la rue, comme en témoignent les manifestations récentes – et ce dimanche encore, un jour avant le Conseil Affaires étrangères, où nous recevions pour la première fois Israéliens, Palestiniens et les pays arabes de la région concernés par ce conflit.

 

Vendredi, le gouvernement a communiqué une déclaration commune pour éclairer ses positions. En réalité, elles sont claires et n'ont pas changé depuis le début. Le seul point neuf est la décision que nous avons prise pour évacuer les membres qui participent et collaborent à l'Agence belge de développement (Enabel), parce que nous devions encore répondre à toute une série de questions techniques: prise en charge de leur famille, dans quelles limites, etc. Je regrette un certain brouillard causé par des positions qui s'écartent de celle du gouvernement.

 

Face à ce conflit, nous devons rester unis. Si la Belgique a une chance de peser positivement et de marquer ce conflit de son empreinte, c'est en essayant de participer à une médiation. À ce titre, la présidence belge du Conseil de l'Union européenne représente une opportunité qui s'offre à nous. Je dois aussi vous dire que, depuis mon entrée en fonction comme ministre des Affaires étrangères, nous avons multiplié les contacts. Cela faisait partie de mes priorités. Donc, oui, depuis le 7 octobre, nous accélérons, même si notre travail avait déjà débuté auparavant.

 

À présent, je vais vous lire le texte que j'ai préparé avec Julien de Fraipont, qui est mon conseiller et qui m'a suivie dans toutes les négociations et tous les contacts que nous avons pris depuis un an et demi au sujet de la situation au Moyen-Orient. 

 

De situatie in Gaza is inderdaad dramatisch. Dag na dag neemt het lijden van de burgers toe. Het gaat om bijna 25.000 mensen, volgens de cijfers van OCHA. Burgerslachtoffers, vrouwen en kinderen hebben het leven verloren of verkeren in levensgevaar, zowel Palestijnse als Israëlische gijzelaars.

 

Actuellement, 1,7 million de Gazaouis sont déplacés dans des conditions extrêmement difficiles et le système de santé est à bout. Selon le Secrétaire général de l'ONU: "Les gens meurent non seulement à cause des bombes, à cause des roquettes, des balles qui sont lancées sur Gaza, mais aussi à cause du manque de nourriture, du manque d'eau potable, d'hôpitaux sans électricité, du manque de médicaments, de voyages épuisants vers des parcelles de terrain qui sont de plus en plus petites pour échapper aux combats."

 

J'ai déjà eu l'occasion de m'exprimer à ce sujet ce jeudi 18 janvier en séance plénière.

 

Sindsdien heeft de regering een reeks beslissingen genomen die ik hier zal toelichten. Eerder deze week heb ik ook deelgenomen aan de Raad Buitenlandse Zaken van de EU, waar ik de gelegenheid had om zowel met onze Europese partners als met partners in de regio te spreken. Het vredesproces in het Midden-Oosten is vanaf de eerste dag van mijn mandaat een prioriteit geweest. Het is ook een prioriteit van ons Europees voorzitterschap, zelfs voor 7 oktober. België was een van de eerste landen die opriepen tot een staakt-het-vuren met volledige toegang voor humanitaire hulp en de vrijlating van gijzelaars. We waren zelfs een van de acht landen die op 26 oktober 2023 de Jordaanse resolutie steunden, die bij de Verenigde Naties werd ingediend. Dat blijven we doen.

 

Voorzitster: Els Van Hoof.

Présidente: Els Van Hoof.

 

Notre position est claire. Je vais la résumer en trois points.

 

Premièrement, la violence doit cesser. Deuxièmement, la Belgique plaide pour un cessez-le-feu immédiat par toutes les parties et un accès permanent et sans entrave à l'aide humanitaire. Troisièmement, la libération immédiate sans condition des otages. Le droit international doit être respecté et nous plaidons pour un retour au processus de paix, aux négociations politiques pour aller vers une solution à deux États, qui est la seule et unique voie possible pour sortir définitivement de ce conflit qui a trop longtemps duré. Notre pays est prêt à participer activement à toute initiative qui permettra aux deux peuples de vivre côte à côte en paix.

 

Cette position est la position de tous les membres du gouvernement, comme je l'ai rappelé lors de la conférence de presse que nous avons donnée avec le premier ministre, la ministre de la Coopération au Développement et la ministre de la Défense vendredi.

 

C'est ce message aussi que j'ai porté ce lundi au Conseil Affaires étrangères des Vingt-Sept. C'était le premier durant notre présidence du Conseil de l'Union européenne avec la participation de tous les pays de la région. J'ai également porté directement ce message au nouveau ministre israélien des Affaires étrangères, M. Katz, qui a participé à ce Conseil Affaires étrangères. Je me suis aussi entretenue avec lui, madame Reynaert, et je lui ai posé directement la question.

 

En amont de ce Conseil Affaires étrangères, j'ai également participé à une coordination avec quelques pays. Comme vous le savez, nous sommes divisés au sein de l'Union européenne. Certains pays sont un peu plus à l'avant-garde, d'autres sont plus proches d'Israël. Nous avons participé à cette coordination avec quelques pays qui partagent les mêmes vues sur ce conflit, notamment la Slovénie. Nous avons échangé des idées sur la proposition du Haut représentant Borrell et sur la proposition de la Slovénie et des autres membres. Nous participons très activement à ces discussions et nous continuerons à le faire avec comme objectif final d'avancer – peut-être avec des vitesses différentes – vers une solution qui passe, pour nous, par une reconnaissance et une solution à deux États.

 

C'était la première fois depuis le 7 octobre que les ministres israélien et palestinien des Affaires étrangères étaient présents, ainsi que plusieurs homologues de la région, ce qui a eu une valeur symbolique assez forte. Cela montre l'engagement des Européens, et nous plaidons en ce sens, pour contribuer au dialogue entre les différentes parties. Cela a également permis de faire passer des messages forts et de discuter de tous les sujets précités.

 

Je vais maintenant répondre aux questions posées par chacun. Concernant la Cour internationale de Justice (CIJ), la Belgique est l'un des pays les plus engagés dans la lutte contre l'impunité et pour la défense du droit international humanitaire. En ce qui concerne ce conflit, nous sommes d'ailleurs déjà mobilisés dans la lutte contre l'impunité sur les crimes de guerre, les crimes contre l'humanité et pour prévenir les crimes de génocide. À la demande de la Cour pénale internationale (CPI), nous avons en effet ajouté une contribution de 5 millions d'euros pour lui permettre de mener des enquêtes sur le terrain. Seule la Cour pénale internationale (CPI) a le pouvoir d'enquête, qui est beaucoup plus large puisqu'il comprend les crimes de guerre, les crimes contre l'humanité et les crimes de génocide. Il nous a semblé plus efficace d'aller dans ce sens-là.

 

L'option de l'intervention devant la Cour internationale de Justice (CIJ) n'est pas ouverte pour l'instant. Nous attendons la décision de la Cour sur des mesures conservatoires éventuelles dans les prochaines semaines et la Belgique soutient et a confiance en la Cour internationale de Justice (CIJ) pour mener à bien cette procédure.

 

We zullen alle beslissingen van het Internationaal Gerechtshof steunen en ervoor zorgen dat ze worden gerespecteerd. Als het hof beslist om voorlopige maatregelen te nemen, zal ons land vervolgens beoordelen of en hoe België zal tussenkomen in de procedure voor het hof en enkel op humanitaire gronden in de procedure. Artikel 63 van het statuut van het hof staat staten toe het hof te adviseren over de interpretatie van een verdrag waarbij zij partij zijn. De staten die partij zijn bij het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide zouden dus kunnen worden uitgenodigd om tussen te komen.

 

J'espère avoir été claire.

 

La première saisine par l'Afrique du Sud de la Cour internationale de Justice (CIJ) contre Israël, avait eu pour effet en 2004 d'amener celle-ci à rendre un avis sur l'édification du mur de séparation dans les territoires palestiniens. Il s'agissait d'une procédure consultative qui n'avait aucune force contraignante.

 

La requête de l'Afrique du Sud du 29 décembre 2023 s'inscrit, quant à elle, dans le cadre d'une procédure contentieuse. Ce n'est pas la même chose: l'une est consultative, l'autre est contentieuse.

 

Voor alle duidelijkheid, de EU heeft zich niet uitgesproken over deze zaak. De EU dient ook geen standpunt in te nemen over een zaak die aanhangig is gemaakt door een derde staat over een andere derde staat. In februari zullen we een mondelinge bijdrage leveren als onderdeel van de adviesprocedure voor het Internationaal Gerechtshof over de juridische gevolgen van het Israëlische beleid en de Israëlische praktijken in de bezette Palestijnse gebieden. Dit is dus een andere zaak. Deze procedures werden in gang gezet door een resolutie die op 30 december 2022 door de Algemene Vergadering van de VN werd aangenomen en die door België werd gesteund.

 

J'en viens à la question visant à savoir si l'on peut également poursuivre le Hamas. Je peux vous dire que la Cour internationale de Justice n'est accessible qu'aux États, et donc pas au Hamas. Par contre, il en va tout autrement pour la Cour pénale internationale. Cette juridiction est également compétente pour juger des crimes commis sur le territoire des États parties au Statut de Rome ou par des ressortissants parties à ce Statut. La Palestine est partie au Statut de Rome, mais pas Israël.

 

La CPI a annoncé le 3 mars 2021 l'ouverture d'une enquête, dans le cadre de la situation en Palestine, sur les crimes qui auraient été commis depuis le 13 juin 2014. Cela prend donc en compte évidemment tous les faits qui se sont déroulés depuis le 7 octobre, tant commis sur le territoire de la Palestine que commis par des ressortissants palestiniens sur le territoire d'Israël. Cela couvre tout.

 

Pour conclure sur ce sujet, je voudrais rappeler, comme je l'ai déjà dit en plénière, qu'il convient d'utiliser avec une grande prudence le terme de génocide. En effet, il relève d'une définition juridique extrêmement précise. L'élément intentionnel, donc l'intention de détruire, en tout ou en partie, un groupe national, ethnique, religieux ou racial, est centrale pour qu'on puisse parler d'un crime de génocide. Cela fait du crime de génocide un crime qui est très difficile à établir en droit. Je ne dois pas vous rappeler la sensibilité historique que revêt ce terme.

 

Une question portait spécifiquement sur la situation en Cisjordanie. La Cisjordanie fait évidemment l'objet de notre attention depuis très longtemps, y compris Jérusalem-Est d'ailleurs. L'année 2023 avait déjà été l'année la plus meurtrière, avant les attaques du 7 octobre. On en est pour l'instant à 507 Palestiniens tués. C'est pour cela que nous avions porté le Proche-Orient à l'agenda du Conseil Affaires étrangères avant même les attaques du 7 octobre. C'était l'année la plus meurtrière depuis que l'ONU a commencé à enregistrer les victimes, donc depuis 2005.

 

Que fait-on concrètement? Tout d'abord, nous condamnons toutes les mesures de nature à miner la solution à deux États. Qu'il s'agisse de colonisation, de démolition, de confiscation, de transferts forcés, les colonies ainsi que toutes les mesures connexes sont illégales au regard du droit international.

 

Je passe ces messages aux niveaux européen et international ou au Conseil des Affaires étrangères – notamment en janvier dernier, en décembre, en novembre. Je pense avoir porté l'affaire tous les mois. Je les aborde aussi très clairement lors de mes contacts bilatéraux – ceux que j'évoquais en introduction. Il y a également la liste des colons violents sur laquelle je reviendrai.

 

Sachez que la Belgique est membre du West Bank Protection Consortium avec d'autres États et l'Union européenne. Pour rappel, ce consortium a été formé pour empêcher les transferts forcés de Palestiniens en Cisjordanie. Il s'agit d'un partenariat stratégique entre cinq ONG internationales dirigées par le Conseil norvégien pour les réfugiés. Il y a dix donateurs de l'Union européenne, dont la Belgique, avec le Royaume-Uni et l'Union européenne dans son ensemble. À ce titre, nous avons encore publié une déclaration conjointe à la mi-décembre afin de rappeler à Israël de faire cesser les violences des colons en Cisjordanie. Depuis longtemps, la coopération au développement belge soutient les communautés palestiniennes en Cisjordanie, qui courent le risque de déplacements forcés, afin qu'elles continuent à occuper leurs terres.

 

Depuis 2017, grâce à l'initiative de la Belgique, l'Union européenne et les États membres du consortium ont aussi développé une stratégie commune en cas de démolition ou de confiscation et exigent systématiquement des compensations financières de la part des autorités israéliennes.

 

We werken samen met andere lidstaten en derde landen om een lijst op te stellen van gewelddadige kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, als onderdeel van het EU-mensenrechtensanctieregime. België, Frankrijk en Nederland hebben een lijst ingediend die momenteel door de Raad wordt besproken.

 

Ondertussen werd op 19 januari op Europees niveau een nieuwe sanctieregeling tegen terroristen van Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad goedgekeurd. Zes mensen werden al toegevoegd. Dat komt bovenop de vele inspanningen die België in samenwerking met vele andere landen levert om het terrorisme te bestrijden.

 

Met betrekking tot differentiatie heb ik aan het Parlement verslag kunnen uitbrengen over de vele interventies tijdens de EU-Raden Buitenlandse Zaken en mijn bilaterale contacten met mijn collega’s uit de lidstaten en niet-lidstaten. Ik herinner eraan dat het een verplichting is dat België op dat punt voorloopt op het Europees gemiddelde. Ik heb ook concrete voorstellen gedaan die werden gesteund, zoals de oprichting van een technische groep op Europees niveau om best practices uit te wisselen voor de implementatie van differentiatie.

 

Ik heb een specifieke vraag ontvangen over een sanctie tegen verschillende televisiezenders. Die vraag heeft betrekking op de bevoegdheden van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Toch kan ik erop wijzen dat er verschillende sanctieregelingen zijn. De specifieke gevallen van Al-Aqsa TV, Al-Manar TV en Russia Today kunnen alleen met voorzichtigheid worden vergeleken, aangezien Russia Today werd verboden omdat het propaganda van een staat uitzond die erop gericht was om de EU en haar lidstaten te destabiliseren. Hamas en Hezbollah zijn geen staten.

 

Le Hamas est une organisation terroriste identifiée comme telle par l'Union européenne et, évidemment, par la Belgique. En ce qui concerne les contenus terroristes en ligne et la propagande du Hamas, la Belgique est prête à mettre en œuvre la législation de l'Union européenne dans ce domaine en coopérant également avec Europol. Le ministre public fédéral est notre autorité compétente à cet égard

 

Sinds 2013 heeft EU de gewapende vleugel van Hezbollah aangeduid als terroristische organisatie. De toevoeging van de politieke vleugel aan de EU-sanctielijst met terroristische organisaties staat niet ter discussie binnen de EU, aangezien geen enkele lidstaat een verzoek in die zin heeft ingediend.

 

Nous sommes évidemment extrêmement préoccupés par la montée de l’antisémitisme ainsi que par les propos anti-arabes, antimusulmans à travers le monde. La Belgique continuera de lutter sur son territoire contre les actes et les discours de haine, en ce compris ceux de nature antisémite, notamment via l’application de ses lois anti-discrimination ainsi que par le biais de notre mécanisme national de lutte contre l’antisémitisme qui vient d’ailleurs d’être renforcé avec les entités fédérées.

 

Certaines questions portaient également sur l’assistance et l’évacuation des personnes qui se trouvent à Gaza.

 

In oktober heeft het kernkabinet beslist welke categorieën van personen in aanmerking komen voor bijstand en evacuatie. Het kernkabinet besliste om niet alleen bijstand aan de Belgen en erkende vluchtelingen te geven, maar ook aan hun kerngezin. Elke verandering vereist een nieuwe beslissing van het kernkabinet. Het is niet aan mij alleen om zo'n beslissing te nemen.

 

Mevrouw Al Ghorra werd op de Belgische lijst voor bijstand en evacuatie geplaatst en kreeg de goedkeuring van de lokale autoriteiten om Gaza te verlaten. Haar ouders maakten geen deel uit van haar kerngezin en kwamen dus niet in aanmerking voor bijstand en evacuatie door België, maar werden door de Verenigde Staten geholpen.

 

Inmiddels hebben zij alle drie Gaza gezond en wel verlaten. Ze zijn aangekomen in België, nadat de ouders in Caïro een humanitair visum voor België hadden aangevraagd en ontvangen. Dat humanitair visum kwam er na een beslissing van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Voor meer informatie over de specifieke toepassing van het arrest en het indienen van visumaanvragen op afstand verwijs ik naar de staatssecretaris voor Asiel en Migratie.

 

Concernant le renfort de nos postes dans la région, je peux vous informer que notre ambassadeur au Caire connaît un surcroît d'activité au service des visas et reçoit depuis plusieurs semaines de nombreuses demandes de visas de la part de personnes qui se trouvent actuellement en Égypte. Cette ambassade reçoit des renforts depuis des mois, dans le cadre de l'augmentation de travail considérable à laquelle elle doit faire face. Mon département continue de surveiller ses besoins et la situation en coopération avec nos postes dans la région et avec l'Office des étrangers en ce qui concerne la demande de visas. Je leur ai moi-même rendu visite pour les soutenir.

 

Depuis le début de la guerre, le SPF Affaires étrangères n'a pas ménagé ses efforts pour aider ces compatriotes et les membres de leur famille nucléaire à quitter Gaza et à entrer dans notre pays. Au 23 janvier, quelque 370 Belges et ayants droit ont pu quitter Gaza. Environ 160 Belges et ayants droit se trouvent encore à Gaza, et ces chiffres continuent à évoluer. C'est un peu étonnant, mais c'est normal parce qu'à chaque Belge vient s'ajouter la famille nucléaire.

 

Compte tenu de la gravité de la situation à Gaza, le kern a exceptionnellement décidé, le 19 janvier dernier, d'assister et d'évacuer aussi le personnel local d'Enabel et les membres de leur famille nucléaire, ce qui représente 74 personnes supplémentaires. Après un screening par les services de sécurité belges et des vérifications par le département de l'immigration, la liste sera soumise aux autorités égyptiennes et israéliennes qui doivent toujours donner leur accord pour que les personnes que nous mettons sur une liste d'évacuation puissent effectivement recevoir l'autorisation de quitter Gaza. Il y a déjà eu des refus, qui ne sont ni justifiés, ni expliqués.

 

Pour ce qui concerne son personnel à Gaza et les membres de leur famille nucléaire, Enabel contribue à leur accompagnement, en collaboration avec notre ambassade au Caire et le SPF Affaires étrangères.

 

J'ai aussi reçu des questions relatives aux Belges et binationaux qui serviraient dans l'armée israélienne. À nouveau, ce sujet relève des compétences des SPF Justice et Intérieur.

 

Ik kan algemeen wel meedelen dat de Israëlische reservisten op verschillende plaatsen ontplooid kunnen worden, in Gaza, in het noorden van Israël, op de Westelijke Jordaanoever of in en rond Jeruzalem. Het Israëlische leger publiceert geen statistieken over het precieze aantal reservisten met dubbele nationaliteit in zijn rangen. Soldaten met dubbele nationaliteit dienen daar als Israëli in het leger.

 

Une question spécifique a été posée sur la détention administrative de l'activiste Munther Amira. Mes services sont informés et suivent la situation de façon très attentive. Je n'ai pas pu aborder ce cas particulier avec mon homologue israélien lors de ce court entretien. Je vous rappelle qu'énormément de pays européens voulaient évidemment le rencontrer. L'entretien n'ayant duré que quinze minutes, j'ai concentré ma communication sur les messages essentiels que je devais porter au nom du gouvernement belge et que vous connaissez. Je n'ai pas pu entrer dans le détail, ce travail échoit à nos postes sur place qui assurent le relais avec des cas spécifiques qu'ils suivent de très près.

 

Il y avait aussi des questions au sujet des récentes décisions prises par la Knesset. Notre ambassade à Tel-Aviv s'entretient très régulièrement avec des membres de la Knesset et a rencontré l'une des représentantes que certains d'entre vous ont citée à plusieurs reprises dans leurs questions.

 

Ik volg nauwlettend het besluit van de Ethische Commissie van de Knesset om de heer Ofer Cassif voor enkele weken te schorsen, omdat hij de huidige regering beschuldigde van het implementeren van een "definitieve oplossing" en mevrouw Touma-Suleiman, omdat ze onder andere vond dat het leger oorlogsmisdaden pleegde.

 

De Ethische Commissie van de Knesset kan optreden tegen parlementsleden, als zij zich misdragen of onaanvaardbare uitspraken doen. Het gaat om interne procedures van het Israëlisch parlement en het is niet aan mij om die te beoordelen.

 

Er waren ook twee vragen over het standpunt en het stemgedrag van België met betrekking tot de resolutie van de Verenigde Naties over de bezette Syrische Golanhoogte.

 

Je voudrais attirer votre attention sur le fait qu’une résolution a en fait déjà été déposée l’année dernière par le G77 en coopération avec la représentation palestinienne. Cette résolution condamne l’occupation israélienne du plateau syrien du Golan et a reçu l’année dernière le soutien de 151 États membres au total, dont tous les États membres de l’Union européenne.

 

De resolutie betreffende de Syrische Golan, waarnaar u verwijst, werd ingediend door Egypte op initiatief van het Syrische regime. De gebruikte woorden zijn minder constructief en de uitvoering ervan minder realistisch, gezien het huidig EU-beleid ten opzichte van Syrië. België onthield zich in het kader van een gemeenschappelijk standpunt van de EU.

 

Pour des raisons d'efficacité, la Belgique préconise d'éviter autant que possible la multiplication de résolutions dont le contenu se superpose.

 

Je reçois aussi une question sur la concertation interfédérale à propos de l'octroi de licences sur le commerce de l'armement. Les administrations fédérales concernées (Économie, Douanes, Mobilité, Affaires étrangères) se sont récemment concertées mais notre compétence, celle des Affaires étrangères, est limitée en cette matière. Les Affaires étrangères sont concernées par la procédure dans certains cas pour compétence d'avis ainsi que dans l'octroi des autorisations diplomatiques de survol et/ou d'atterrissage au profit des vols d'État. Les autorisations sont accordées avec la Défense et le SPF Mobilité.

 

De verdeling van de bevoegdheden is duidelijk. De gewesten zijn verantwoordelijk voor de vergunning van de wapenhandel, tenzij die te maken heeft met de federale politie of het leger. Ook de uitvoeringsmaatregelen behoren tot de respectieve bevoegdheden van de betrokken entiteiten. Die uitvoeringsmaatregelen omvatten de modaliteiten voor de uitvoer- of doorvoervergunning en voor de coördinatie met de douane.

 

Des questions m'ont également été adressées au sujet de la mer Rouge. Comme vous le savez, la position belge est de prévenir autant que possible un embrasement régional. Et, en effet, depuis la mi-novembre, les rebelles houthis ont attaqué à de nombreuses reprises des navires commerciaux en mer Rouge. À ce stade, à ma connaissance, aucun navire belge n'a encore été visé directement mais cela n'enlève rien au caractère inacceptable de ces attaques ni au fait qu'elles mettent sérieusement en péril la liberté de navigation. Il faut savoir que près de 12 % du commerce maritime mondial passent normalement par le détroit de Bab el-Mandeb. Or, depuis novembre, le nombre de conteneurs qui circulent normalement a diminué de 70 %.

 

Comme indiqué hier par le commissaire Dombrovskis en conférence de presse, le trafic maritime en mer Rouge a baissé de 22 % en seulement un mois. Cette diminution risque d'augmenter encore davantage. De ce fait, les navires sont détournés vers le cap de Bonne-Espérance. L'impact est évidemment énorme même s'il n'affecte pas encore directement le panier de la ménagère. En tout cas, je puis vous indiquer que les chiffres cités hier sont très inquiétants puisque le prix des conteneurs en partance d'Asie pour l'Europe a triplé depuis le début de la crise. Or, comme vous le savez, la Belgique dépend grandement du commerce maritime.

 

Pour résumer, les attaques des Houthis constituent un danger pour notre pouvoir d'achat, comme je l'avais souligné en plénière jeudi. C'est pourquoi, depuis décembre, la Belgique a condamné – que ce soit au sein de l'Union européenne ou avec ses alliés – les attaques inacceptables des Houthis. Il me paraît en effet essentiel de rester unis face à cette menace qui touche directement nos intérêts nationaux.

 

C’est pourquoi j’ai ensuite fortement plaidé au sein du gouvernement pour que nous prenions nos responsabilités et que nous participions à une opération de sécurité maritime. Le gouvernement s’est clairement positionné en ce sens. Il a confirmé la participation de la Belgique à l’opération dans le cadre de la politique de sécurité et de défense commune de l’Union européenne. Cette opération est en cours de préparation au niveau européen. La Défense examine la contribution concrète que notre pays pourra fournir dans ce cadre. Je voudrais aussi souligner le caractère défensif de cette opération à laquelle nous avons décidé de participer. Il n’est aucunement question de bombarder les positions houthies en territoire yéménite. Il est simplement question de protéger les navires civils sur lesquels se trouvent des marins dont la vie est aussi menacée par ces attaques.

 

Vous avez également évoqué dans vos questions l’opération Prosperity Guardian, sous l’égide américaine. Il me semble aussi important de rappeler que cette opération a été déployée dès qu’il a été clair que la situation en mer Rouge devenait trop dangereuse pour la liberté de navigation. Des contacts ont eu lieu avec les États-Unis à ce sujet. Comme vous le savez, le gouvernement a décidé d’inscrire notre action dans un cadre européen pour un maximum d’efficacité. Un haut niveau de coordination sera nécessaire entre l’opération européenne et les autres forces en présence, y compris Prosperity Guardian, qui a aussi, je le précise, un caractère défensif. Les frappes américaines et britanniques contre des positions houthies en territoire yéménite n’ont pas été menées dans ce cadre.

 

La résolution 2722 adoptée par le Conseil de sécurité le 10 janvier dernier n’a pas été adoptée sur la base du chapitre 7 de la Charte des Nations Unies et ne constitue donc pas à elle seule une base d’autorisation pour recourir à la force. Les États-Unis et le Royaume-Uni ont invoqué la légitime défense, conformément à l’article 51 de la Charte, pour justifier les frappes qu’ils ont menées sur le territoire yéménite le 11 janvier.

 

Les Houthis revendiquent ce lien et justifient les attaques sur des cibles civiles par l’intervention militaire israélienne à Gaza. Cette justification est totalement inacceptable. Ces attaques mettent en danger, je le rappelle et je le répète, des civils qui ne sont absolument pas impliqués et perturbent gravement la sécurité maritime internationale. Elles perturbent aussi, je tiens à le rappeler, toute l’aide humanitaire que nous acheminons vers Gaza ainsi que l’aide humanitaire pour le Yémen.

 

Vous le savez, la situation au Yémen est aussi extrêmement grave. Cette situation est provoquée par dix ans de conflit, de guerre civile menée aussi par le Houthis, qui ont grandement contribué à cette situation. Je pense qu’il ne faut pas utiliser le narratif des Houthis.

 

J’en arrive à ma conclusion.

 

De hele regering is volledig gemobiliseerd voor dit conflict. Ons standpunt is duidelijk en zal op Europees niveau en op het internationaal toneel gesteund blijven worden.

 

Il a été rappelé et à juste titre, que les initiatives et la position de la Belgique en faveur de la paix au Moyen-Orient ont été saluées y compris par Human Rights Watch, par les pays arabes avec lesquels je suis très régulièrement en contact. Je peux vous affirmer être très régulièrement en contact avec les pays impliqués.

 

J'ai au téléphone la Jordanie, l'Egypte et je les vois également en marge des préparations des conseils Affaires étrangères. Nous sommes vraiment pleinement mobilisés.

 

J'espère que nous pourrons parler tous ensemble d'une même voix. Ce conflit a trop longtemps duré. On parle de 75 années mais, en réalité, il remonte à un siècle. Hier, j'étais en compagnie de Simon Gronowski, rescapé de l'holocauste à qui j'ai remis son prix. Il croit fermement qu'un jour, la paix viendra et nous l'espérons et espérons vraiment y contribuer.

 

En tant que petit pays, la Belgique doit garder sa place dans le grand concert international. Elle a certainement un rôle à jouer et une voix à faire entendre. Nous espérons contribuer à une médiation dans ce conflit. Nous étions prêts à accueillir ce Global Health and Peace initiative (GHPI) avant les événements du 7 octobre. Nous espérons le relancer.

 

Nous avons rappelé notre disponibilité à toutes les parties au conflit. Nous sommes prêts à échanger nos expertises et à jouer les médiateurs constructifs dès que possible et le plus vite possible.

 

De voorzitster: Dank u wel, mevrouw de minister. Een aantal leden is vertrokken naar de commissie voor Landsverdediging, waar het debat ook bezig is. Zij zullen later misschien terug aansluiten. Ik geef het woord aan mevrouw Reynaert.

 

01.11  Vicky Reynaert (Vooruit): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw duidelijke statement dat de Belgische regering achter een onmiddellijk staakt-het-vuren staat. Het is belangrijk dat dat hier nog eens herhaald werd.

 

Dan kom ik aan de evacuatie van de Enabelmedewerkers. Ik was ook benieuwd naar de timing. U zei dat u afhankelijk bent van collega's en de dienst Vreemdelingenzaken. Voor de mensen op het terrein telt echter elke dag. Ik hoop dus dat daar gepaste spoed achter gezet wordt.

 

Ik kijk ook heel erg uit naar hoe België zal bijdragen aan de voorstellen die de Europese Dienst voor extern optreden en de Hoge Vertegenwoordiger hebben voorgelegd. De non-paper van Slovenië vormt echt wel een goede basis voor een breder vredesplan. Ik kijk uit naar hoe België daaraan kan bijdragen.

 

Ik ben het niet helemaal eens met de opmerking van collega De Roover dat België als voorzitter per definitie neutraal zou moeten zijn. Ik zie niet in waarom dat het geval zou moeten zijn. De voorzitter van de Raad probeert natuurlijk wel compromissen te zoeken. Dat wil echter niet zeggen dat diezelfde voorzitter niet aan agendasetting mag doen op Europees niveau. Daarvoor wordt er ook een programma uitgewerkt. Bovendien is de rol van België als voorzitter iets kleiner op het vlak van buitenlands beleid, vermits we daarvoor ook een Hoge Vertegenwoordiger hebben.

 

Dan kom ik aan de zogenaamd neutrale tussenkomst van België bij het Internationaal Gerechtshof. Ik ben het er niet mee eens dat onze tussenkomst neutraal zou zijn. Een tussenkomst met betrekking tot humanitair recht geeft net het politieke signaal dat België achter alle slachtoffers staat en dat wij het internationaal recht verdedigen. Ik snap zelfs niet waarom daarvoor politieke wil nodig zou moeten zijn. Het zou eigenlijk een evidentie moeten zijn dat we dat doen. We stellen echter vast dat er daarover heel veel discussie is. Dat is echter de aard van de tussenkomst van België, die wij ook altijd gevraagd hebben. Wij staan aan de kant van alle slachtoffers.

 

Ik wil tot slot ook nog reageren op het antwoord met betrekking tot de wapenleveringen. Wanneer we een vraag stellen aan de verschillende ministers, krijgen we vaak de reactie dat ze elk maar voor een deel bevoegd zijn en niemand voor het geheel. Ik krijg het aan de mensen niet uitgelegd dat er nog steeds wapens voor Israël passeren via de haven omdat de bevoegdheden versnipperd zijn. Het is ook zeer gênant voor ons land naar de buitenwereld toe. Men schrijft dat steeds toe aan de bevoegdheidsverdeling, maar ik hoop echt dat u de federale en interfederale vergaderingen kan samenroepen om tot een betere coördinatie te komen. Ik herhaal het, men krijgt het aan de buitenwereld, aan onze inwoners en op internationaal niveau niet uitgelegd dat die wapens hier blijven passeren.

 

01.12  Malik Ben Achour (PS): Merci, madame la ministre, pour vos réponses très complètes.

 

Je crois que les points de départ qui doivent déterminer la position de la Belgique sont, premièrement, la manière dont la guerre est menée, la nature de la guerre, et, deuxièmement, les discours politiques qui, en Israël, sous-tendent et accompagnent cette guerre. J'ai parlé de la destruction systématique de Gaza et de sa population. J'ai parlé de la doctrine Dahiya, qui vise la disproportion de la réponse. Je pense que l'on doit se positionner en fonction de ces éléments-là. J'aurais pu aussi rappeler que l'ONU subit son plus lourd bilan depuis sa création, avec plus de 130 de ses fonctionnaires tués. Entre 80 et 90 journalistes l'ont été également.

 

J'aurais pu rappeler que 100 % de la population gazaouie subit aujourd'hui le risque de famine et que cette famine est identifiée comme arme de guerre par la Croix-Rouge, par les Nations Unies et par Oxfam. J'aurais pu aussi faire état des témoignages qui nous reviennent maintenant quant à des mauvais traitements et à des actes de torture que subissent des prisonniers palestiniens qui ont été arrêtés en masse depuis le 7 octobre. On a vu des vidéos qui sont difficiles à supporter.

 

Je voudrais aussi parler des otages israéliens dont on appelle la libération. Je rappelle que jusqu'à aujourd'hui, aucun otage israélien n'a été libéré dans le cadre d'une opération militaire. Tous ceux qui ont été libérés l'ont été quand les armes se sont tues. L'opération militaire menée par Israël contredit l'objectif de libération des otages et les familles des otages en Israël l'ont bien compris. Elles le crient maintenant de plus en plus fort.

 

Par ailleurs, comme on en parle très peu, je voudrais mettre en lumière la situation des prisonniers palestiniens qui sont arbitrairement détenus, avant le 7 octobre 2023 mais aussi après.

 

Par rapport à cela, la position belge a effectivement évolué. L'appel à un cessez-le-feu immédiat, qui relève selon moi du bon sens, permet à la Belgique d'être du bon côté de l'histoire, en tout cas du point de vue des principes. Il reste à lier ces principes à des actions qui doivent toujours être plus concrètes. Il y en a mais je pense qu'on doit aller toujours vers plus de concret et lier la parole aux actes car il y a un angle mort au discours qui consiste à dire que nous condamnons toute une série de violations du droit international – ce que vous faites très clairement. Cet angle mort, est, comme je l'ai dit jeudi en séance plénière, la question de savoir ce que l'on fait quand ce droit international est ostensiblement violé. C'est à cela que nous devons travailler maintenant. Il y a notamment l'interdiction des produits issus des colonies dont nous débattons en commission.

 

Vous avez dit que "la solution passe par la reconnaissance et la solution à deux États". J'ai noté votre phrase. Ce que vous vouliez dire, c'est qu'on avançait vers la reconnaissance de l'État de Palestine par la Belgique. C'est très bien. Cela peut être un chemin important, d'autant plus que Benyamin Netanyahou a dit voici quelques jours: "Moi, je n'en veux pas." Je pense d'ailleurs qu'il a choqué les partenaires européens. Le gouvernement israélien est très clair: il ne veut pas d'État palestinien, de solution à deux États. La perspective de victoire de Donald Trump en novembre prochain doit être prise au sérieux aussi dans ce cadre-là. Dans notre réflexion, nous devons avoir cet élément en tête.

 

On parle très peu de l'initiative arabe. J'ai lu ici et là que l'initiative d'une paix globale avait été remise sur la table mais qu'elle avait été balayée d'un revers de la main par les Israéliens. Pour ma part, on doit soutenir les efforts des pays de la région pour proposer une paix globale en échange d'une solution pour les Palestiniens.

 

Concernant la situation en mer Rouge, je suis un peu mal à l'aise par la position initiale que vous aviez prise, sans être couverte par le gouvernement selon moi, qui était un soutien à l'opération américaine. C'est en tout cas ce que vous aviez twitté. On est revenu à autre chose. On part vers une opération européenne qualifiée de défensive.

 

Je continue de dire que, pour sécuriser les voies de commerce en mer Rouge, le meilleur moyen – et dire cela ne revient pas à reprendre le narratif des Houthis –, c'est d’œuvrer au cessez-le-feu à Gaza. À partir du moment où on pacifiera la région, je pense que les opérations de sabotage en mer Rouge diminueront.

 

Et puis, il faut aussi écouter les pays de la région. L’Égypte, qui pourtant tire de gros bénéfices du canal de Suez, est très mal à l’aise par rapport aux opérations armées menées par les Britanniques et les Américains. Elle est silencieuse.

 

L’Arabie saoudite, qui a mené une guerre pendant sept ans contre ces rebelles houthis, appelle elle-même à la désescalade et à la grande prudence. Elle a l’expérience de la résilience de ces Houthis et considère que l’action militaire n’est pas la meilleure option.

 

Soyons très prudents et attentifs au risque d’escalade dans la région. Quoi qu’il en soit, nous en reparlerons, comme nous en avons beaucoup parlé au cours de cette législature. Madame la ministre, je vous remercie à nouveau pour vos réponses.

 

01.13  Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw heel uitgebreide antwoord. Dat siert u.

 

Ik heb uit uw antwoord de hiernavolgende opmerkelijke zin genoteerd:"Notre position n’a pas changé." Vrijdag is de indruk gewekt dat een geweldige beslissing werd genomen. Dat wordt door u echter anders verantwoord.

 

We moeten het inderdaad eens hebben – vandaag heb ik daar te weinig tijd voor – over de betekenis van de term neutraal. Ik verwijs naar de opmerking van mevrouw Reynaert. Hoe dan ook, het innemen van een positie ten opzichte van een van de partijen lijkt mij niet neutraal. Het verwoorden van algemene principes kan wel neutraal worden genoemd.

 

Mevrouw de minister, de rode draad in uw antwoord is dat wat we doen, in ieder geval effect moet hebben en gericht zijn op het resultaat ter plekke. Wanneer we op korte termijn impact op de verschrikkelijke gebeurtenissen willen hebben en op langere termijn willen streven naar een goede tweestatenoplossing, met en in samenspraak met de Europese Unie, dan moeten we altijd rekening houden met de terechte veiligheidsverwachtingen van Israël. Het is daarbij wel mijn overtuiging dat een lidstaat van Europa meer ruimte heeft wanneer die lidstaat niet de voorzitter is, aangezien men als voorzitter geen cavalier seul mag spelen, want dat beschadigt de positie van de voorzitter van de Raad.

 

De aanval van Hamas heeft een fundamentele angst over het wezen en zelfs de ontstaansreden van Israël gezaaid, wat leidt tot een heel forse reactie, wellicht op de rand van het proportionele, en wij moeten begrip opbrengen voor de achtergrond van die existentiële angst van Israël en de discussie eerlijk voeren. Dat betekent dat, indien we geen oplossingen kunnen vinden of niet kunnen toewerken naar een toestand waarin de angst van Israël kan worden weggenomen en de tweestatenoplossing het volstrekte recht van Israël op voortbestaan niet kan garanderen, Israël nooit zal meespelen in de oplossing. In dat geval zullen de extremistische krachten, ook in Israël, zich gesterkt voelen. Hierover bestaat in Israël immers een brede consensus: Israël heeft recht op voortbestaan als land. Dat uitgangspunt moet altijd worden gerespecteerd, ook wanneer terechte kritiek wordt gegeven op een manier die kan helpen de goede richting uit te gaan.

 

Ten slotte ben ik heel blij dat u terecht aangeeft dat de ontwikkelingen in de Golf van Aden onrustwekkend zijn. Ik ben ook blij dat u zich aansluit bij mijn opmerking van vorige week dat de situatie een risico inhoudt voor onze koopkracht. Maritieme lijnen zijn immers de basis van onze welvaart. Dat is een eeuwenoud historisch gegeven. Wanneer die in het gedrang komen, komt onze welvaart in het gedrang en dus ook onze koopkracht. Ik heb me er vorige week al over verwonderd hoe men aan de linkerzijde alle leden van uw regering over de koopkracht van de burger ondervraagt en tegelijk de indruk wekt alsof de beveiliging van de aanvoerroutes een secundair probleem is en dat de acties ter zake niet overdreven mogen zijn. Ik zie daar een stevige inconsequentie in. U hebt wat dat betreft in uw regering nog wel wat werk. De klemtoon die u hier op legt, is terecht. Wat dat betreft, steunen wij u ten volle.

 

01.14  Egbert Lachaert (Open Vld): Mevrouw de minister, de inspanningen die België van in het begin heeft geleverd om tot een staakt-het-vuren in de regio te komen, kregen internationaal weerklank en worden geapprecieerd, terwijl ze in eigen land wellicht worden onderschat. Toen onze eerste minister samen met de Spaanse premier ter plaatse ging en dat hen op kritiek kwam te staan, waren we echt voorloper in het beschermen van de betrokken burgers tegen menselijk leed. Dat werd toch als een heel belangrijk signaal gezien waarbij een genuanceerd standpunt mogelijk is en het vermijden van menselijk leed de prioriteit van het beleid is.

 

De komende tijd zullen we wel actie moeten zien. Ik ben het eens met de heer De Roover dat we geen vrede zullen krijgen, als Israël geen duidelijkheid heeft over zijn vreedzame voortbestaan. Onze fractie is natuurlijk ook voorstander van de tweestatenoplossing. Vandaag is de situatie echter zo dat de heer Natanyahu het standpunt van de VS bij monde van de Amerikaanse president gewoon naast zich legt. Dat kan niet blijven duren. Ook in Europa zullen we bondgenoten moeten zoeken die aan onze Israëlische collega’s uitleggen dat het van de hand wijzen van de tweestatenoplossing voor Israël nefast is op het einde van de rit. In Israël leeft dat debat trouwens ook.

 

Tegelijkertijd zullen we de nodige Arabische bondgenoten moeten vinden om het geweld aan de andere kant te doen stoppen en om een oplossing te zoeken voor de gijzelaars. Die zaken zullen hand in hand gaan en ik denk dat alle diplomatieke kanalen daar nodig zijn.

 

We moeten blijven controleren of er op korte termijn beweging komt. Indien dat niet het geval is, zal de druk om andere middelen te gebruiken, toenemen, hoewel die niet altijd even efficiënt, maar veeleer symbolisch zijn. Die zullen het conflict ook niet oplossen en ons misschien zelfs verder van een oplossing brengen door het gebrek aan dialoog. Laten we hopen in Europa bondgenoten te vinden om druk uit te oefenen om tot dat staakt-het-vuren te komen en om via diplomatieke weg vrede te bereiken.

 

01.15  Michel De Maegd (MR): Merci, madame la ministre, pour votre très longue réponse circonstanciée sur tous les aspects de la problématique.

 

Je pense que vous avez raison quand vous dites que la présidence du Conseil de l'Union européenne doit nous permettre d'agir. C'est une opportunité, parce qu'en effet, la situation est particulièrement dramatique à Gaza. Le système de santé est à bout. Il y a un manque de nourriture, d'eau potable. Je tiens à répéter que la compassion de mon groupe et du Mouvement Réformateur est profonde par rapport aux événements dramatiques qui se déroulent dans la région, et à Gaza plus précisément. Tout comme la compassion de mon groupe est profonde pour les otages israéliens qui sont toujours détenus par les terroristes du Hamas et que nous devons absolument libérer des griffes de ce groupement terroriste.

 

Ce dossier a toujours été prioritaire pour notre pays, pour notre gouvernement et pour votre service. La Belgique est l'un des huit pays européens qui a soutenu la résolution jordanienne aux Nations Unies dès le mois d'octobre. Notre pays est toujours à la pointe dans la recherche d'une solution négociée et n'est pas dans les effets d'annonces.

 

Je note, et c'est important, qu'il n'y a pas d'option ouverte à une action devant la Cour internationale de Justice, mais qu'en revanche, d'un point de vue juridique, c'est la Cour pénale internationale qui est compétente et qui a seule le pouvoir d'enquête sur des crimes de guerre, mais aussi sur des crimes contre l'humanité ou des crimes de génocide. À cet égard, j'ai déjà eu l'occasion d'exprimer ma satisfaction. Je suis également très satisfait que la Belgique ait mobilisé cinq millions d'euros supplémentaires au profit du travail des enquêteurs de la Cour pénale internationale.

 

J'aimerais moi aussi, comme vous l'avez fait, appeler à une grande prudence dans l'utilisation du terme génocide. L'intention est en effet un élément central en droit, et, en effet, ce terme est lié à une grande sensibilité historique. Vous avez tout à fait raison. J'acte d'ailleurs que, malheureusement, nous avons créé, à la Chambre, une journée des génocides, avec un colloque organisé par des professeurs d'université pour expliquer ce qu'est un génocide. Malheureusement, peu de députés y participent. Cela pourrait éclairer la lanterne de certains députés qui utilisent ce terme de manière un peu désinvolte, et qui, finalement, déforcent complètement la notion même de génocide.

 

Concernant les Houthis, je voudrais quand même dire un mot. J'entends mon collègue du Parti Socialiste dire que le meilleur moyen est d'œuvrer à la paix à Gaza pour empêcher les Houthis d'agir. Ce sont des déclarations très problématiques. Mettre les deux situations en balance est dangereux. C'est d'abord légitimer les actes terroristes des Houthis et par là même, légitimer ceux du Hamas. J'acte d'ailleurs que M. Desama, député européen PS, avait réagi aux écrits de M. Ben Achour sur Twitter en disant: "Le PS est devenu fou."

 

Je pense qu'il faut avoir beaucoup de prudence par rapport à ce qui se passe en mer Rouge. Cela nous impacte par le biais de nos intérêts stratégiques. Ce ne sont pas simplement des containers, comme le disent Ecolo et le PS, mais des marins dont la vie est menacée.

 

Je rappelle que nos entreprises ont déjà été impactées par la situation. Quand on est le Parti du Travail, ne pas défendre les travailleurs de l'usine Volvo de Gand par exemple, qui sont en chômage technique à cause de la situation en mer Rouge, je trouve cela extrêmement problématique.

 

Dans ce débat d'actualité, Ecolo était absent. Ecolo est beaucoup plus actif pour faire du bashing anti-MR sur les réseaux sociaux mais quand il s'agit de se mobiliser en commission sur la résolution d'un conflit à Gaza, on ne les y voit pas. Je l'acte également.

 

01.16  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik moet heen en weer lopen, want er is tegelijk ook een commissie voor Landsverdediging bezig die gaat over hetzelfde onderwerp.

 

Mijn verontschuldigingen voor daarnet omdat ik een minuut over mijn spreektijd ben gegaan. De vorige voorzitter heeft mij daarop gewezen, maar dat verbleekt natuurlijk vergeleken met het geduld dat wij al hebben moeten oefenen. Het geduld van de voorzitter werd daarnet op de proef gesteld omdat ik een minuut over mijn tijd ging, maar wij zijn al drie maanden aan het wachten op een belofte van de meerderheid om vanuit dit Parlement op te roepen tot een staakt-het-vuren.

 

Mevrouw de minister, ik heb aandachtig naar uw antwoorden geluisterd. Ik heb niet de tijd om daar uitvoerig op in te gaan, maar we zullen de punctuele antwoorden die u op een aantal specifieke vragen hebt gegeven, nakijken. Laat me vooral algemeen nog een aantal zaken aanstippen.

 

Inzake de klacht van Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof wil ik even uw geheugen opfrissen. Op basis van artikel 63 van het Internationaal Gerechtshof hebben wij na een notificatie een declaration of intervention ingediend, waarmee we de klacht steunen van Oekraïne tegen Rusland op basis van het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide. We kunnen dat ook doen voor Israël. We kunnen het Internationaal Gerechtshof een brief sturen, als amicus curiae, waarna er dan een notificatie komt van de griffie van het Hof. Die brengt ons daarmee op de hoogte van de procedure, op basis waarvan we een declaration of intervention kunnen indienen om de aanklacht tegen Israël op basis van het genocideverdrag te vervoegen.

 

Ik merk dat wat voor Oekraïne – in zeker zin terecht – gebeurt, niet kan ten aanzien van Israël. Dat is de rode draad doorheen uw antwoorden en uw discours en dat van deze regering. Laten we wel wezen, wat nu gebeurt in de Rode Zee komt niet uit de lucht gevallen. Dat is verweven met het geopolitieke kruitvat dat het Arabisch Schiereiland is. Sinds 2014 woedt daar een hevige burgeroorlog tussen twee proxies, de ene gesteund door Saoedi-Arabië en de andere, de Houthirebellen, door Iran. De Verenigde Staten steunen Saoedi-Arabië sinds 2014 en voorzien het land van munitie om het Jemenitische volk te bombarderen. Dat was toen de grootste humanitaire catastrofe van de eenentwintigste eeuw – tot voor kort, zou ik durven zeggen. Dat werd toen ook zo gesteld door de VN.

 

Vanuit dit Parlement en vanuit de Europese Unie was er weinig te horen over wat er toen in Jemen aan het gebeuren was. Saoedi-Arabië heeft toen Hodeidah geblokkeerd zodat veel voedingsmiddelen en medicijnen niet binnen konden. Er werd toen een echte blokkade opgelegd, een beetje hetzelfde als wat Israël nu aan het doen is in Gaza, een soort middeleeuwse belegering die zorgt voor de hongerdood van heel veel mensen. De facto kan dat benoemd worden als een aan de gang zijnde volkerenmoord.

 

Daar heeft toen geen haan naar gekraaid, maar sinds de opflakkering van het geweld en de vernietigingsoorlog tegen Gaza vanuit Israël zien we dat ook de Houthirebellen bewegen. Zij zeggen dat alles nu onder druk staat en dat Israël een genocide aan het organiseren is. Daarom willen zij koopvaardijschepen die onderweg zijn naar Israël treffen en ervoor zorgen dat de bevoorradingslijnen tegengehouden worden.

 

Pas op dat moment schiet onze regering in actie. Dan reageert ze wel, terwijl ze al 100 dagen met gekruiste armen zit te kijken naar wat zich afspeelt in Jemen. De echte oorzaak van wat daar gebeurt, is de politiek van Israël: 56 jaar bezetting, apartheid, kolonisatie… Eigenlijk belonen we Israël nog altijd voor wat ze nu aan het doen zijn. We houden Israël economisch de hand boven het hoofd door nog altijd producten toe te laten vanuit de illegale Israëlische nederzettingen, terwijl het onze internationale plicht zou moeten zijn om die tegen te houden. Militair ondersteunen we Israël door zelf het internationaal recht te overtreden door het handelsverdrag niet te respecteren dat we zelf ondertekend hebben. We laten namelijk nog altijd de militaire doorvoer via Antwerpen toe.

 

Wat we – terecht – gedaan hebben tegenover Rusland doen we niet ten aanzien van Israël. Er zijn geen economische sancties, terwijl de VN die effectief toelaten. Er bestaan bindende resoluties, dus kan men dat internationaalrechtelijk wel doen. Er kunnen gerichte sancties komen tegen Israëlische politici en kolonisten. Deviezen kunnen bevroren worden. Benjamin Netanyahu zou voor het Internationaal Strafhof kunnen worden gedaagd wegens oorlogsmisdaden, maar dat gebeurt allemaal niet, mevrouw de minister. U oordeelt met twee maten en twee gewichten. Dat wordt hier pijnlijk bevestigd.

 

Ik eindig met te zeggen dat altijd naar Israël wordt verwezen als lichtbaken van het Midden-Oosten, maar Israël organiseert eigenlijk drie inbreuken op de waarden die wij overal trachten te beschermen en uit te dragen.

 

Gelijke burgerrechten zijn er niet meer, want er is apartheid in de staat Israël en ook in de bezette gebieden. Dat ivs niet een conclusie van de Partij van de Arbeid, maar wel van de Jewish Voice for Peace, Mossawa Centre en B'Tselem, mensen­rechtenorganisaties uit Israël zelf.

 

Een tweede probleem is de persvrijheid, want al meer dan honderd journalisten zijn daar gedood. De Internationale Federatie van Journalisten heeft een klacht ingediend bij het Internationaal Strafhof over het gericht doden van journalisten, de schending van de persvrijheid en de schending van de vrijheid van meningsuiting.

 

Een derde probleem is het probleem van de rechtsstaat, blijkbaar niet alleen in Israël zelf, maar ook in de bezette gebieden. Al meer dan 5.000 Palestijnen zitten zonder enige aanklacht of zonder enig proces vast.

 

De voorzitster: Mijnheer De Vuyst, u bent zes minuten aan het woord.

 

01.17  Steven De Vuyst (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, ik rond af.

 

Ondanks al die problemen blijven wij Israël de hand boven het hoofd houden. Daar komt de interne politieke repressie boven op, met het feit dat de regering-Netanyahu de rechtsstaat in Israël zelf onder druk zet. Proficiat, lichtbaken van het Midden-Oosten, daar mag u fier op zijn. Wij blijven passief, wij laten het gewoon gebeuren.

 

01.18  Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, s'il y a des règles en commission, elles s'appliquent à tout un chacun et à tous les partis. Si les autres partis s'en tiennent à deux minutes pour une réplique, il me semble qu'il est de votre devoir de faire respecter ce temps de parole et de ne pas donner six minutes à l'extrême gauche.

 

De voorzitster: U moet uw iPhone naast u leggen om uw spreektijd in de gaten te kunnen houden, mijnheer De Vuyst.

 

Ik heb het gezien en hem erop gewezen, maar collega De Vuyst rondde zijn betoog net af, mijnheer De Maegd. Ook andere sprekers, onder wie sprekers van de meerderheid, hebben hun spreektijd overschreden.

 

01.19  Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, vous n'avez pas été vigilante dans les répliques, parce que tout le monde a respecté les deux minutes de parole. Vous êtes intervenue après six minutes.

 

De voorzitster: Ik kan hier perfect de spreektijd volgen en verschillende sprekers hebben hun spreektijd overschreden. U kunt dat achteraf controleren.

 

Ik geef het woord aan de heer De Spiegeleer.

 

01.20  Pieter De Spiegeleer (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord.

 

Het valt mij alleszins op dat het bij de regering en vooral aan de linkerzijde behoorlijk stil blijft, wanneer het gaat over de laffe terroristische aanvallen van de Houthirebellen in de Rode Zee.

 

Ik onderschrijf alvast de repliek van de heer De Maegd op de uitspraak van de PS-collega dat de Houthirebellen pas hun geweld zullen staken als de vrede in Israël terugkeert. Zo geeft men eenvoudig­weg toe aan de chantage van terroristen. Dat is hemeltergend. Dergelijke uitspraken van wie zich verdediger van de arbeiders en de koopkracht noemt, verbazen men ten zeerste, ook al choqueren ze mij al lang niet meer, om nog maar te zwijgen van het zes minuten durende betoog van de heer De Vuyst, die schepen is in Zelzate, een belangrijke nautische regio in Oost-Vlaanderen. Bij Volvo Cars is hij een graag geziene gast als er protestacties of vakbondsacties zijn. Dat die fabriek nu hinder ondervindt als gevolg van de problemen op de aanvoerroutes in de Rode Zee als gevolg van de terroristische aanvallen van de Houthirebellen, daar gaat men zeer licht over.

 

De Rode Zee en het Suezkanaal vormen de achillespees. Al meermaals is gebleken in deze en de vorige legislatuur dat problemen daar de aanvoerlijnen in het gedrang brengen. Ik herinner aan de gevolgen van de blokkade van het Suezkanaal door de Evergreen. De Houthirebellen zijn niet de eersten en vermoedelijk ook niet de laatsten die zwaar geweld gebruiken om onze aanvoerroutes te bestoken. We hebben ook de Somalische piraten gekend, gesteund door de islamitische terroristen Al-Shabaab en in Nigeria door Boko Haram. Het is dus eigenlijk wel een strategie, een tactiek of een oorlogsmethode die in die regio vaak wordt gebruikt om het Westen te treffen, om onze westerse koopkracht, onze westerse havens, onze westerse samenleving te treffen.

 

Het Vlaams Belang vraagt dat de regering meer aandacht geeft aan dat ruimer kader. Uiteraard zal dat thema ook aan bod komen in de commissie voor Landsverdediging.

 

De voorzitster: Mijnheer De Maegd, ik wil nog even terugkomen op de afgesproken regels omtrent de spreektijd.

 

De spreektijd voor de replieken bedraagt de helft van de spreektijd tijdens de vraagstelling. U had recht op zes minuten. De heer Ben Achour had vijf minuten. U bent een minuut over tijd gegaan, net als iemand anders. De spreektijd in de replieken bedraagt niet twee minuten, dat is een misverstand. Ik heb dat in het begin duidelijk gezegd, misschien is het niet opgevallen. U had recht op zes minuten. De heer Ben Achour heeft iets meer dan vijf minuten gesproken. Hij had meerdere vragen en daarom in de vraagstelling recht op tien minuten. De heer De Roover heeft de regel vastgesteld dat iedereen twee minuten per vraag kreeg. U had in de vraagstelling twaalf minuten en in de repliek de helft, zijnde zes minuten.

 

01.21  Michel De Maegd (MR): Je vous remercie pour ces précisions, madame la présidente, mais j’acte qu’avec M. De Roover, le temps de parole était nettement mieux respecté. En effet, nous ne le dépassions pas d’une minute.

 

De voorzitster: Ik heb gehoord dat er één minuut over werd gegaan.

 

01.22  Els Van Hoof (cd&v): Mevrouw de minister, ik geef graag nog even een repliek. Om niet te polariseren, zeggen wij in het begin altijd dat het belangrijk is dat de gijzelaars worden vrijgelaten en dat de oorlogsmisdaden van Hamas worden veroordeeld. Daar is geen twijfel over, want telkens als we beginnen over de problematiek in Gaza, zegt men dat we een kant kiezen. Dat doen we echter niet. We kiezen de kant van de onschuldige slachtoffers.

 

Daarnaast is het voor ons duidelijk dat er op korte termijn actie moet worden ondernomen. Dat vereist drie elementen: een staakt-het-vuren, humanitaire toegang en het toelaten van onderzoeksequipes. Dat zijn ook net de elementen die in de bewarende maatregelen van de akte van Zuid-Afrika werden opgenomen, want er zijn twee aktes, zoals u ook duidelijk zei. In die akte sluit Zuid-Afrika zich eigenlijk aan bij de Belgische positie inzake die drie elementen. Indien er een uitspraak komt – ik denk dat die er op korte termijn zal komen – is het belangrijk dat die bewarende maatregelen worden genomen en dat we die ondersteunen. Dat is een eerste belangrijk element.

 

Ik vind wat u zegt en wat de regering heeft beslist nog altijd voor interpretatie vatbaar, namelijk dat een eventuele tussenkomst enkel zal gebeuren op humanitaire gronden. We kunnen alleen hopen dat de Belgische positie ook door het Internationaal Gerechtshof wordt gesteund. Dan moeten we verder gaan met de positie die we altijd hebben ingenomen, meer bepaald de drie elementen die ik net heb vermeld. Dat gaat voor op onderhan­delingen over een tweestatenoplossing. Het is vandaag dat er mensenlevens moeten worden gespaard. Hopelijk spreekt het Internationaal Gerechtshof zich hierover binnen de twee weken uit.

 

Ik wou hier nog een element aan toevoegen. U sprak over het differentiatiebeleid. Het internationaal recht moet worden nageleefd. U hebt dat ook duidelijk gezegd. U sprak ook over de technische werkgroepen. De ambassadeur heeft vorige week met betrekking tot die technische werkgroep gesteld dat die niet lijkt te lopen. U verwees daarnaar in uw betoog. Daarom vraag ik dat er in het kader van het Europees voorzitter­schap meer inspanningen zouden worden geleverd om die werkgroep nieuw leven in te blazen. Vandaag wordt die blijkbaar niet goed ingevuld, ondanks de Belgische inspanningen.

 

Als Europees voorzitter kunnen we aan agendasetting doen op basis van de verdragen die we hebben goedgekeurd binnen de Europese Unie. Het gaat dan over waarden zoals mensenrechten en democratie. Momenteel wordt het internationaal recht in Gaza geschonden en op basis daarvan kunnen wij dat onderwerp op de agenda zetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.27 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11 h 27.