Commission
de la Justice |
Commissie
voor Justitie |
du Mercredi 31 janvier 2024 Après-midi ______ |
van Woensdag 31 januari 2024 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 15.43 uur en voorgezeten door mevrouw Marijke Dillen.
La réunion publique de commission est ouverte à 15 h 43 et présidée par Mme Marijke Dillen.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De voorzitster: Mijnheer de minister, ik stel voor om te beginnen. Mevrouw Van Vaerenbergh is ziek en mevrouw Rohonyi kan pas om 17 uur aanwezig zijn.
01.01 Marijke
Dillen (VB): Mijnheer
de minister, de makers van het VRT-programma 'Factcheckers' hebben enkele dagen
geleden een toch wel bijzonder ondoordachte en onverantwoorde actie gedaan. Ze
hebben over heel Vlaanderen verdachte USB-sticks achtergelaten in
overheidsinstellingen als ziekenhuizen, politiekantoren en gerechtsgebouwen.
Het Parket van Antwerpen is terecht onmiddellijk in actie getreden en heeft in
een persbericht de bevolking opgeroepen om geen onbekende of achtergelaten
USB-sticks in de computer te steken omdat deze mogelijk schadelijke software
kon bevatten die hackers zou toelaten binnen te dringen in informaticasystemen van bedrijven en
instellingen.
Deze
verdachte USB-sticks zorgden enkele dagen voor een waar hackeralarm in heel
Vlaanderen. Bij het parket van Antwerpen is er dan ook terecht weinig begrip
voor deze werkwijze van de VRT. “De VRT had perfect het beleidsniveau van hun
doelwitten kunnen inlichten. Dan had er samengewerkt kunnen worden en had
iedereen wat aan de resultaten van die actie gehad. Nu heeft men onnodig paniek
veroorzaakt die bij politie en Justitie heel wat capaciteit heeft
gevraagd", stelt de woordvoerder van het parket van Antwerpen volledig
terecht. Nu hebben politie en Justitie tijd en energie moeten steken in deze
onderzoeken.
Kan de
minister meer toelichting geven betreffende deze actie en de gevolgen hiervan
voor politie en Justitie? Heeft de minister zicht op het aantal manuren dat zo
verloren is gegaan bij Justitie en op het kostenplaatje?
Ten
gevolge van deze actie zijn er in het land verschillende onderzoeken opgestart.
Kan hierover meer toelichting worden gegeven? Over hoeveel onderzoeken gaat
het?
Heeft
er ter zake overleg plaatsgevonden met de VRT en eventueel ook met andere
mediakanalen teneinde dergelijke onverantwoorde acties in de toekomst te
vermijden en hen te sensibiliseren - indien er in de toekomst nog dergelijke
initiatieven zouden gepland zijn waarvan
men weet of minstens kon weten dat dit paniek zou kunnen veroorzaken - voorafgaandelijk de doelwitten in te lichten?
01.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mevrouw Dillen, ik kan de persberichtgeving dat in het kader van het programma Factcheckers op diverse plaatsen USB-sticks werden achtergelaten, bevestigen. Ik voeg daaraan toe dat de persvrijheid een cruciaal fundament van onze democratische rechtsstaat is. Een kritische pers is belangrijk. Als u het mij vraagt, hebben wij niet nood aan minder, maar aan meer onderzoeksjournalistiek, maar dat moet natuurlijk op een veilige en verantwoorde manier gebeuren.
In dit geval blijkt dat de diensten niet op voorhand op de hoogte waren gebracht en dat heeft op zijn minst geleid tot veel verwarring en boosheid bij actoren van justitie.
U vraagt welke capaciteit hieraan werd besteed, maar dat kan ik niet becijferen. Ik weet wel dat er op 17 januari 2024 een overleg heeft plaatsgevonden tussen het openbaar ministerie, de federale politie, het Nationaal Crisiscentrum en de VRT. Er zijn – ook dat werd gecommuniceerd – twee opsporingsonderzoeken geopend door het parket van Antwerpen en dat van Leuven. Daarbij wordt nagegaan of er strafbare feiten zijn gepleegd, maar het zal u niet verbazen dat ik daar verder niet op kan ingaan.
01.03 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, voor alle duidelijkheid wil ook ik beklemtonen dat een kritische pers en onderzoeksjournalistiek belangrijk zijn, maar ik ben blij dat u het met mij eens bent dat dat op een veilige en verantwoorde manier moet gebeuren. Wat hier is gebeurd, met USB-sticks die in ziekenhuizen, politiekantoren en gerechtsgebouwen werden achtergelaten, zonder dat de betrokkenen daarvan voorafgaandelijk in kennis werden gesteld, heeft echter onnodige paniek veroorzaakt bij de politie en Justitie, waarop zij allebei in actie zijn getreden.
Dat is niet voor herhaling vatbaar. Als dergelijke acties – ik lever geen kritiek op de inhoud ervan – nogmaals zouden plaatsvinden, dan moeten minstens voorafgaandelijk de betrokkenen in kennis worden gesteld.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, ik verwijs naar mijn ingediende vraag.
Opnieuw
een weekend vol agressie tegen cipiers, ditmaal in de gevangenissen van
Antwerpen en Merksplas. Cipiers werden er bedreigd en kregen zelfs klappen. In
Antwerpen bedreigde een gedetineerde een cipier met zijn eetbestek en hij had
ook een scheermes op zak. Reden: hij had geen tabak meer. De politie werd
opgeroepen. In de gevangenis van Merksplas deelde een gevangene enkele
vuistslagen, zonder reden. Het opvangteam werd ingeschakeld. De oorzaak is
opnieuw duidelijk: door de overbevolking is de toestand onhoudbaar en zijn de
werkomstandigheden voor de cipiers onaanvaardbaar. En ook de oorzaak van de
overbevolking is gekend: een oververtegenwoordiging van de vreemdelingen onder
de gedetineerden. Meer dan 40 procent van de totale gevangenispopulatie
beschikt niet over de Belgische nationaliteit en maar liefst 30 procent is er
illegaal.
In
onze penitentiaire instellingen blijven deze incidenten gebeuren met de
regelmaat van de klok en zolang de overbevolking niet fundamenteel wordt
aangepakt, vrees ik dat er aan dit soort van gewelddaden geen einde zal komen.
Ik moet u er trouwens niet op wijzen dat ons land al herhaaldelijk werd
veroordeeld voor deze schrijnende en totaal onaanvaardbare toestanden.
Naast
het versneld uitrollen van de bouw van
nieuwe gevangenissen zal het verhoogd inzetten op het repatriëren van
buitenlandse gedetineerden naar hun landen van herkomst mee een oplossing
bieden aan de problematiek van de overbevolking.
Maar
ook een strenge aanpak van alle vormen van agressie door gedetineerden is
absoluut noodzakelijk om hieraan paal en perk te stellen.
Kan de
minister meer toelichting geven betreffende de gevallen van agressie in de
gevangenissen van Antwerpen en Merksplas?
Welke
sancties werden er opgelegd aan de betrokken gedetineerden?
Gaat
de minister prioriteit maken van de versnelde uitwerking van een volledig plan
van aanpak om gedetineerden die de Belgische nationaliteit niet bezitten te
repatriëren naar hun landen van herkomst? Meer aandacht aan het sluiten van
verdragen met de betrokken landen en een betere uitvoering van de bestaande
verdragen is hierbij absoluut noodzakelijk.
02.02 Minister Paul Van Tigchelt: Mevrouw Dillen, in de gevangenissen van Merksplas en Antwerpen werden beambten inderdaad het slachtoffer van agressie. In Merksplas startte het incident toen een geïnterneerde na zijn wandeling de collega's van een ander paviljoen passeerde en uit het niets een penitentiair bewakingsambtenaar tweemaal in het gezicht sloeg, waarna hij verder stapte alsof er niets was gebeurd. De aangevallen beambte is met ziekteverlof met een gebarsten lip en pijn aan het aangezicht. De geïnterneerde heeft zich na het incident naar zijn kamer laten begeleiden.
In de gevangenis van Antwerpen startte het incident bij de bedeling van het eten. Een gedetineerde nam twee vorken en bedreigde daarmee een beambte. Omdat de betrokkene zich dreigend bleef opstellen, werd er bijstand van de politie gevraagd, waarna de gedetineerde een einde maakte aan zijn bedreigingen. Er werd een proces-verbaal opgesteld.
Zondag was er in de gevangenis van Antwerpen opnieuw een geval van agressie, waarbij een geïnterneerde vanwege het aanbrengen van vernielingen in zijn cel kort in een veiligheidscel werd geplaatst. Hij gaf daarna een beambte een kopstoot.
Inzake sancties staat de geïnterneerde uit Merksplas nu onder een bijzonder regime. De Antwerpse gevangene kreeg een tuchtsanctie van negen dagen, het maximum toegestaan door de wet van 2005. Hij werd ook onder een individueel bijzonder veiligheidsregime geplaatst.
Uw derde vraag is beleidsmatig de belangrijkste. Voor de repatriëring van de gedetineerden die geen verblijfsstatuut in ons land hebben, werk ik goed samen met de staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Wij waren vorige week nog samen in de gevangenis van Beveren om de werking van de terugkeercoaches van de DVZ in de gevangenis toe te lichten. We hebben, tot tevredenheid van de DVZ en het penitentiair personeel, het aantal terugkeerbegeleiders in de gevangenissen verhoogd van 5 naar 21. Dat verlicht immers de werklast voor het gevangenispersoneel en maakt dat er meer expertise inzake verblijfsrecht beschikbaar is en dat het aantal repatriëringen verhoogt.
In 2023 werden op die manier 1.428 gedetineerden van het Belgische grondgebied verwijderd. Met luide stem deel ik u mee dat ik daarop samen met collega de Moor sterk blijf inzetten, in 2024 meer dan ooit.
Wat mijn bevoegdheid betreft, kan ik meegeven dat in 2023 een recordaantal gevangenen werd overgebracht. Het ging meer bepaald over overbrengingen voor het uitzitten van de straf in het land van herkomst. Dat doen we via de nieuw opgerichte Prisoner Transfer Unit, die werd versterkt, wat tot bemoedigende resultaten leidt. Dat heeft geresulteerd in 96 overbrengingen in 2023 en dat moet uiteraard nog beter. Ter vergelijking, in de voorbije tien jaar lag het gemiddelde op 56. We boeken dus progressie.
02.03 Marijke Dillen (VB): Bedankt voor uw antwoord, mijnheer de minister.
Eerst heb ik een informatieve vraag. U zei dat de penitentiair beambte in Merksplas met ziekteverlof is. Is die man nog altijd met ziekteverlof? Het gaat in dat geval wel om heel ernstige verwondingen, aangezien ik die vraag meer dan twee weken geleden heb ingediend.
U zei dat u samen met staatssecretaris de Moor inzet op de terugkeercoaches en werk maakt van een verhoogde repatriëring. Ik kan alleen zeggen dat u daar veel meer aandacht aan moet besteden. In 2023 gaat het om 1.428 gedetineerden, maar het totale aantal illegale mensen in onze gevangenissen wordt alsmaar hoger, dus daarop moet verstrengd toegezien en verhoogd ingezet worden. Ik hoop dat u daarvan in de volgende maanden werk zult maken.
Het interesseert mij wel of die penitentiair beambte nog steeds met ziekteverlof is.
02.04 Minister Paul Van Tigchelt: Dat weet ik niet.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Marijke
Dillen (VB): Op
vrijdag 19 januari jl. is er opnieuw een gedetineerde ontsnapt in het
detentiehuis van Kortrijk, ditmaal via het dak. De ontsnapping werd opgemerkt
dankzij de camera's en de lokale Politie werd ingelicht. Deze ontsnapping werd
aanvankelijk verzwegen voor de bevolking, wat niet te begrijpen is gezien de
locatie van dit detentiehuis in de buurt van woningen en scholen. Het nieuws
raakte pas zondagmiddag bekend.
Kan de
Minister meer toelichting geven betreffende deze ontsnapping?
Werd
de voortvluchtige gedetineerde inmiddels opnieuw ingerekend? Zo ja, welke
gevolgen zijn er gegeven aan zijn ontsnapping? Waarom werd het nieuws
aanvankelijk verzwegen? Is het niet wenselijk om gezien de locatie van dit
detentiehuis de bevolking in te lichten? Hoeveel ontsnappingen en
ontsnappingspogingen hebben zich sinds de opening voorgedaan?
Wat is
de bezettingsgraad van het detentiehuis momenteel? Indien de bezetting geen
100% zou zijn, wat is daar de reden van?
Hoeveel
gedetineerden verbleven vanaf de opening tot heden in het detentiehuis, en
hoeveel daarvan werden terug naar de gevangenis gestuurd omdat ze feiten
pleegden, dan wel de opgelegde voorwaarden niet naleefden?
03.02 Minister Paul Van Tigchelt: Op het einde van een ontmoetingsdag met buurtbewoners, omstreeks 18.30 uur, is een gedetineerde gevlucht via het dak. De politie werd uiteraard onmiddellijk ingelicht. De betrokkene is as we speak nog niet gevat. Als hij gevat wordt, kan hij niet meer terugkeren naar een detentiehuis, maar wordt hij overgebracht naar een klassieke gevangenis.
U zegt dat dat nieuws werd verzwegen, maar het is niet omdat het niet werd bekendgemaakt, dat het ook bewust werd verzwegen. Het komt de politie toe om te beoordelen of het informeren van de buurt aan de orde is. Niets liet veronderstellen dat de man nog in de nabijheid van het detentiecentrum vertoefd zou hebben.
Sinds de opening van het detentiehuis in Kortrijk zijn er twee ontsnappingen geweest en geen enkele verijdelde ontsnappingspoging. Momenteel zijn 41 van de 57 plaatsen bezet. Het detentiehuis zit niet volledig vol omdat we onze engagementen nakomen en enkel kandidaten selecteren die een re-integratie in de regio voorbereiden, die het potentieel hebben om te kunnen functioneren in een gemeenschapsregime en bij wie het risico op incidenten als laag wordt ingeschat.
Voor het gevraagde cijfermateriaal nodig ik u uit om een schriftelijke vraag te stellen.
03.03 Marijke Dillen (VB): Dat zal ik zeker doen.
Uit uw antwoord stel ik vast dat de voortvluchtige nog altijd niet gevat is. Ik weet niet voor welke feiten die man werd veroordeeld. Het is natuurlijk de evidentie zelf dat de politie onmiddellijk in kennis wordt gesteld, maar gezien de locatie van het detentiehuis lijkt het me wenselijk om ook de bevolking hiervan in te lichten.
In verband met de bezettingsgraad moet me nog iets van het hart. Het is evident dat er voorwaarden verbonden zijn aan de overstap van een gewone gevangenis naar een detentiehuis en dat die voorwaarden streng gecontroleerd worden. Als er maar 41 van de 57 plaatsen bezet zijn, wil dat zeggen dat er nog meer dan 15 open plaatsen zijn. Gisteren vernamen we dat de kaap van 12.000 mensen in onze gevangenissen overschreden is. Ik stel mij dan de vraag of er nergens 15 mensen gevonden kunnen worden die aan de voorwaarden voldoen om in het detentiehuis van Kortrijk te mogen verblijven in de hoop – en dat is een grote bezorgdheid van onze fractie – op een degelijke re-integratie in de samenleving.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Marijke
Dillen (VB): Op
24 januari 2024, onder het co-voorzitterschap van de minister van Binnenlandse
Zaken en van Justitie, kwam het onderhandelingscomité (OC) 588 samen. De
regering vroeg de politiebonden “enkele weken geduld" te oefenen, “om
adviezen te vragen" aan de Vlaamse en Waalse verenigingen van steden en
gemeenten alvorens ten gronde de onderhandelingen aan te vatten. Onze
politiemensen voelen zich begrijpelijkerwijze met een kluitje in het riet
gestuurd. ACV Politie verliet de onderhandelingstafel. VSOA en NSPV dienden een
stakingsaanzegging in. De regering breekt daarmee voor de zoveelste keer een
belofte aan de politieambtenaren en hun vertegenwoordigers. De fase 2 van de
nieuwe loononderhandelingen waren niet alleen beloofd, maar zijn ook hoogst
dringend nodig om de dalende instroom van kandidaat-politiemensen te stoppen,
om de personeelstekorten eindelijk aan te pakken. Het verhogen van de
(financiële) aantrekkelijkheid van het beroep is voor het Vlaams Belang een
conditio sine qua non voor de toekomst van de politie. Helaas zien we de
voogdijministers zich verschuilen achter overleg met de steden en gemeenten.
Een vakbondsvoorzitter twijfelde nog tussen de woorden 'huichelarij' of
'klucht' om het gedrag te beschrijven van deze regering. Een andere
afgevaardigde “is de komedie beu" en noemt een nieuw sectoraal akkoord “nu
al een lege doos".
Welke
van de voogdijministers, beiden covoorzitter van het overlegcomité, heeft
aangestuurd op dit uitstel? Of bestaat hierover eensgezindheid tussen beide
ministers?
Waarom
gebeurden die consultaties met steden en gemeenten, leidend tot enkele weken
uitstel, niet voorafgaand aan dit OC?
Waarom
schuift de regering de onderhandelingen op de lange baan?
Gaat u
principieel akkoord dat de geïntegreerde politierecht heeft op een substantiële
loonsverhoging en hoe wil u vermijden dat het nieuw sectoraal akkoord een lege
doos wordt?
Bent u
bereid vandaag het formeel engagement aan te gaan dat politiemensen nog deze
legislatuur mogen rekenen op een nieuw akkoord over een substantiële
loonsverhoging?
Binnen
welk tijdskader moet dit volgens u gebeuren?
Zo
neen, waarom niet?
Hoe
moet deze regering volgens u haar geloofwaardigheid tegenover de meer dan
50.000 politieambtenaren en het vertrouwen met de bonden herstellen?
Welk concreet initiatief gaat u nemen om de politievakbonden opnieuw aan tafel te krijgen en een staking te vermijden?
04.02 Minister Paul Van Tigchelt: Tijdens het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 24 januari 2024 werd inderdaad gevraagd naar de stand van zaken van de tweede fase van de sectorale onderhandelingen. U weet dat er intussen een stakingsaanzegging werd ingediend en dat er op 29 januari 2024 een nieuw onderhandelingscomité heeft plaatsgevonden.
De vertegenwoordiger van de minister van Binnenlandse Zaken heeft daar duiding gegeven bij het antwoord dat de verenigingen van steden en gemeenten hebben gegeven op de brief van de minister van Binnenlandse Zaken. Kort samengevat komt het erop neer dat de steden en gemeenten momenteel geen budgettaire ruimte menen te hebben voor een nieuw sectoraal akkoord over de politie en de link willen leggen met de verloning van ander lokaal veiligheidspersoneel.
Mijn kabinet heeft de voorbije maanden mijn collega van Binnenlandse Zaken meermaals en met aandrang gevraagd naar de opstart van de desbetreffende onderhandelingen. Er werd onder gevraagd om vooraf in overleg te treden met de verenigingen van steden en gemeenten. Hun standpunt kennen we nu.
Vandaag vond een nieuw overleg plaats tussen de minister van Binnenlandse Zaken en de representatieve vakorganisaties. Het is belangrijk dat de lijnen met de vakorganisaties open worden gehouden. Dat geldt uiteraard ook voor mijzelf als minister van Justitie.
04.03 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. U bent het ongetwijfeld met me eens dat het verhogen van de aantrekkelijkheid van het beroep – in het bijzonder de financiële aantrekkelijkheid – een conditio sine qua non is voor de toekomst van de politie.
Bij het begin van de legislatuur heeft de minister van Binnenlandse Zaken de politie beloofd dat het statuut verbeterd zou worden, net als de verloning. Tot vandaag blijven die mensen echter in de kou staan. Vooral de minister van Binnenlandse Zaken verschuilt zich achter het overleg met de steden en de gemeenten, die zeggen dat er geen budgettaire ruimte is. Dat lijkt in feite het einde van het verhaal te betekenen.
Mijnheer de minister, het is dan ook logisch dat de politievakbonden allesbehalve tevreden zijn met dat standpunt. Ik dring er dus op aan dat u opnieuw met uw collega van Binnenlandse Zaken in overleg gaat en dat u nakijkt of er extra budgettaire middelen kunnen worden vrijgemaakt, want die mensen verdienen dat meer dan ooit.
Tot slot richt ik mij tot uw collega van Binnenlandse Zaken – u was op dat moment immers nog geen minister – met de volgende opmerking: Als er beloften worden gedaan, moeten die uitgevoerd worden. Ik betreur dat deze mensen in de kou blijven staan.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De voorzitster: De vragen nrs. 55040849C van mevrouw Vanessa Matz, 55040862C en 55040863C van mevrouw Kristien Van Vaerenbergh, 55040914C van de heer Benoît Piedboeuf, 55040944C, 55040943C, 55040991C en 55040998C van mevrouw Sophie Rohonyi, 55041129C van mevrouw Maria Vindevoghel en 55041162C van de heer Kris Verduyckt worden uitgesteld.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.01 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 01.