Commission
de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières
administratives |
Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie
en Bestuurszaken |
du Mardi 6 février 2024 Après-midi ______ |
van Dinsdag 6 februari 2024 Namiddag ______ |
Le développement des questions commence à 14 h 29. La réunion est présidée par M. Ortwin Depoortere.
De behandeling van de vragen vangt aan om 14.29 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
01.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, ik kom u vandaag een vraag stellen in uw hoedanigheid van vice-eersteminister, niet van vakminister. Dat zult u begrepen hebben uit mijn vraag.
Het regeerakkoord vraagt aan de ministers om verschillende zaken te doen, maar ministers vullen dat in met een verschillende stijl en aanpak. Vooral cd&v-ministers zijn daarmee soms wel wat creatief. Zij komen met wetsontwerpen, zelfs als het regeerakkoord dat niet vraagt, bijvoorbeeld minister Van Peteghem. Sommigen komen met wetsontwerpen die wel in het regeerakkoord staan, maar spreken die niet door in de regering. Dat is wat staatssecretaris de Moor doet. Anderen komen niet met wetsontwerpen, terwijl het regeerakkoord wel vraagt om dat te doen. Tot die categorie behoort minister Verlinden.
Ik stel haar vragen over het institutionele luik. Het regeerakkoord stelt zeer letterlijk dat zij wetsontwerpen moet uitschrijven. Zij zegt dat zij dat heeft gedaan, maar de eerste minister zegt dat hij die teksten nooit heeft gezien en dat die niet bestaan.
Ik ben een ronde aan het doen om alle vice-eersteministers te bevragen; na u moet ik nog minister Dermagne zien.
Wat heb ik geleerd tijdens mijn ronde? Ten eerste, een aantal ministers belt met elkaar. Dat gaat over de ministers Vandenbroucke, Gilkinet en Van Peteghem. Zij zeggen allemaal hetzelfde, namelijk dat ik geen ronde moet doen en dat ik die vragen moet stellen in de commissie voor Grondwet. Dat doe ik ook.
(…): (…)
01.02 Sander Loones (N-VA): Hebt u ook met hen gebeld? Dat zal ik straks horen. (Gelach)
Dat antwoord krijg ik dan. Het is wel een serieuze kwestie. Als ik die vragen stel in de commissie voor Grondwet – collega Pas kan daarvan getuigen – dan antwoordt men dat ik dat aan de bevoegde minister moet vragen. Dat doe ik dan, maar dan zegt men mij opnieuw dat ik naar de commissie voor Grondwet moet gaan. Ik hoop dat u wel wat duidelijkheid kunt geven.
Een aantal ministers heeft gezegd dat ik niet bij hen moet zijn. Eén minister, vice-eersteminister Van Tigchelt, heeft wel wat meer informatie gegeven en zei dat er wel teksten bestaan, maar dat het over conceptnota's gaat, niet over wetteksten. Minister Verlinden zou dus niet hebben gedaan wat het regeerakkoord vraagt, maar zou wel conceptnota's hebben ingediend, geen wetsontwerpen. Is dat zo? Dat zou ik graag weten als Kamerlid.
Minister Verlinden zegt dat zij dat allemaal supergraag publiek zou maken – zoals staatssecretaris de Moor, die teksten gewoon op straat gooit zonder die eerst in de regering te bespreken – maar dat zij dat niet mag. Iemand in de regering heeft zijn of haar veto gesteld tegen het publiek maken van die teksten. Ik ben aan het bekijken wie dat veto heeft gesteld. Komt het veto van u?
Ik heb dus twee vragen, mevrouw de minister. Ten eerste, bestaan de teksten? Wie spreekt de waarheid? Ten tweede, wie blokkeert de boel? Voor alle duidelijkheid, wie blokkeert de uitvoering van het regeerakkoord?
01.03 Minister Petra De Sutter: Bedankt voor deze vraag, waarvan ik met interesse heb kennisgenomen.
De vraag heeft betrekking op de bespreking die u met mevrouw Verlinden in de commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing hebt gehad.
Ik zal ook zeggen wat anderen waarschijnlijk ook hebben gezegd. Dit zijn vragen die u in de commissie voor Grondwet en Institutionele Vernieuwing moet bespreken, met de bevoegde minister. U bevraagt alle andere collega’s uit de kern, begrijp ik, maar ten gronde zijn dit zaken die mevrouw Verlinden met u moet bespreken.
U vraagt heel specifiek hoe ver het staat, wat er is en wie wat gezegd heeft. Ik kan u bevestigen dat er wel degelijk besprekingen zijn geweest in de regering, dat er voorstellen zijn geformuleerd, zoals mevrouw Verlinden u ook heeft gezegd. Er is echter geen consensus gevonden binnen de regering. Meer details daarover, over de inhoud of over het proces, kan ik u niet geven.
01.04 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de minister, voor alle duidelijkheid, het is goed dat kabinetsmedewerkers bellen met elkaar. Het kan de dynamiek in een regering alleen maar bevorderen.
Het zou natuurlijk nog leuker zijn als het regeerakkoord wordt uitgevoerd. Ik citeer collega Demon: "De regering wenst in ieder geval tijdens deze legislatuur wetteksten te integreren. Op basis van de werkzaamheden van de minister zal de regering voorstellen in de vorm van wetteksten maken."
Mevrouw de minister, ik merk dat u, net zoals uw collega's, niet spreekt over wetteksten maar over voorstellen die besproken zijn. Dat is iets helemaal anders, dat weten we. Dat is wetstratees om te zeggen dat er rond de regeringstafel koffie werd gedronken en dat werd vastgesteld dat een aantal alinea's in het regeerakkoord niet zal worden uitgevoerd.
Ik zal minister Verlinden hierover verder bevragen in de commissie voor Grondwet. Ik vind het wel jammer. Als minister Verlinden een paraplu opentrekt en als de eerste minister zegt dat hij niet op de hoogte is, dan zou er transparantie moeten worden gegeven aan het Parlement. Het gaat hier immers ook over wezenlijke teksten die, als ze bestaan, voorbereid zijn met belastinggeld. Het is geen persoonlijke informatie van een vakkabinet, het is belangrijke beleidsmatige informatie, die het voorwerp zou moeten kunnen uitmaken van een debat.
Om die reden betreur ik ook dat staatssecretaris de Moor, terwijl ze zegt dat ze deze bekendmaakt, haar tekst met betrekking tot het Migratiewetboek eigenlijk niet bekendmaakt. Die tekst werd ook gemaakt met belastinggeld, gezien de experts die eraan meewerkten. Ze gaf dan een stoere persconferentie, maar wanneer het inhoudelijke debat moet worden gevoerd in het Parlement, speelt men piepkenduik. Dat is jammer. Maar dat is natuurlijk niet uw verantwoordelijkheid. Uw verantwoordelijkheid ligt ergens anders.
Bij dezen heb ik echter toch weer iets bijgeleerd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, het is een oud zeer: de regeling van het ziektepensioen voor arbeidsongeschikte ambtenaren is verouderd en moest dringend worden herzien of geëvalueerd. Zeker voor ambtenaren wier pensioenleeftijd nog veraf is, is er een regeling nodig. Het is belangrijk – u besteedt daaraan ook veel aandacht – dat we langdurig zieke ambtenaren niet zomaar afschrijven. U zat dan ook rond de tafel met de ministers van Pensioenen en Volksgezondheid om actie te ondernemen.
Kunt u illustreren hoe u het loopbaancentrum hebt hervormd en versterkt?
Er werd ook gevraagd naar maatregelen om het ziektepensioen meer in overeenstemming te brengen met de regeling inzake arbeidsongeschiktheid voor werknemers en de daarbij horende re-integratietrajecten. Hoe hebt u dat gedaan? Zullen de uitvallende ambtenaren medisch beter worden opgevolgd?
De commissie voor vervroegde pensionering om medische redenen beoordeelt de restcapaciteiten van een ambtenaar om werk uit te voeren. Dat betekent dat zij nog andere beslissingen kan nemen dan een tijdelijke of definitieve pensionering. Zo oordeelde de commissie in 2021 dat er aangepast werk nodig was voor meer dan duizend ambtenaren. In 2022 waren dat net geen duizend ambtenaren.
Beschikt u over informatie over hoeveel ambtenaren daadwerkelijk weer aan de slag gingen?
Hoe groot is het netwerk van de terug-naar-werkcoördinatoren vandaag bij de federale ambtenarij?
Is de hervorming louter toekomstgericht of worden casussen uit het verleden ook herbekeken?
02.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Goethals, dank u voor deze vragen betreffende de afschaffing van het verplichte ziektepensioen en het loopbaancentrum. U weet dat dit eerste element mij na aan het hart ligt. Wij hebben daar gedurende lange tijd hard aan gewerkt.
We zijn eindelijk zover. Op 25 januari heeft de ministerraad de hervorming van het ziektepensioen voor alle ambtenaren goedgekeurd. Die hervorming is het gevolg van een nauwe samenwerking met mijn federale collega’s van Pensioenen en Volksgezondheid, maar ook met de regionale overheden, de vakorganisaties, de medische commissie van Defensie, de federale politie en HR Rail. U begrijpt dat dit geen simpele oefening was.
Het wetsontwerp waarover nu met de vakorganisaties wordt onderhandeld, gaat dan naar de Raad van State en dan naar dit Parlement, waar we een uitgebreid debat over de inhoud zullen voeren. Een aantal zaken is al publiek gemaakt. Er komen ook nog een hele reeks uitvoeringsbesluiten. De implementatie wordt al voorbereid door de Federale Pensioendienst en Medex.
Welke kernpunten staan er in die hervorming? Geen definitieve pensionering meer voor ambtenaren – soms heel jonge ambtenaren – wegens ziekte. Een betere opvolging en terug-naar-werkbegeleiding, naar analogie van wat we in de private sector hebben gedaan. Responsabilisering van de in dit geval publieke werkgevers. Een uitkering die beter beschermt tegen armoede en werken beloont. Ik denk dat dit een win-win-winproject zou moeten zijn.
Het sluit aan bij andere stappen die we al gezet hebben op het vlak van preventie en de opvolging van langdurig zieke werknemers en dus ook ambtenaren. We hebben bijvoorbeeld al federale publieke werkgevers gesensibiliseerd om een ziekteverzuimbeleid uit te werken en voldoende aandacht te besteden aan redelijke aanpassingen op de werkplek. We hebben de re-integratietrajecten vereenvoudigd, uitgaande van wat iemand wel nog kan in plaats van het omgekeerde. Er zijn ook maatregelen genomen om de inzetbaarheid van federale ambtenaren te verhogen, bijvoorbeeld door ze een kans te geven zich beter te heroriënteren. We hebben ze ook een opleidingsrecht van vijf dagen toegekend om zich te kunnen wapenen tegen een snel evoluerende maatschappij. De kroon op dat werk is de hervorming van het medisch pensioen voor alle ambtenaren.
Uw andere vraag ging over het federaal loopbaancentrum bij de FOD BOSA.
Wij hebben dat inderdaad versterkt. Wij hebben daar vier voltijdse equivalenten toegevoegd, waardoor zij nu in totaal met 13 zijn. Zij coördineren ongeveer 30 begeleiders uit de verschillende federale organisaties alsook een netwerk om jobopportuniteiten en best practices uit te wisselen. Zoals u weet, helpen zij ambtenaren zich te heroriënteren binnen de eigen organisatie, of erbuiten als er niet direct een plek is in de eigen organisatie of een piste voor de toekomst. Binnenkort zal het reglementair kader voor deze heroriënteringstrajecten gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad.
Meer en meer ambtenaren vinden de weg naar het loopbaanadvies. In 2023 hebben ze niet minder dan 550 ambtenaren geholpen met hun loopbaanvraag. Wij zien dat dit elk jaar meer succes krijgt.
U vroeg ook naar het aantal ambtenaren dat na controle door de commissie voor vervroegde pensionering opnieuw aan de slag ging en de omvang van het netwerk van terug-naar-werkcoördinatoren. Ik moet u voor die vraag doorverwijzen naar minister Vandenbroucke, die bevoegd is voor dit deel, want het is Medex dat deze commissie organiseert en die coördinatoren inzet. Hij zal u allicht de juiste cijfers kunnen bezorgen.
Naast die terug-naar-werkcoördinatoren, heb ik in de opleiding van 40 disability managers geïnvesteerd voor de federale overheid, die in de organisaties zelf zullen werken en ook een rol kunnen spelen in de re-integratie.
Dan was er nog een vraag over de retroactiviteit van het medisch pensioen.
Er liggen verschillende opties op tafel. Ofwel voeren we het alleen in voor nieuwe intreders in het systeem, ofwel voeren we het in voor iedereen, ook mensen die al langer in het systeem zitten – de stock, zoals dat heet. We hebben ervoor gekozen om dat laatste optioneel te maken. Dat betekent dat mensen kunnen kiezen om in te stappen in het nieuwe systeem als ze al in het oude systeem zaten. Alle nieuwe intreders vallen natuurlijk onder het nieuwe systeem. Als ze intreden in het nieuwe systeem vanuit het oude systeem, omdat ze bijvoorbeeld de hogere cumulgrenzen of andere voordelen willen genieten, moeten ze wel ter beschikking zijn voor herevaluatie en terugkeer naar werk. Dat is natuurlijk de kern van het hele project.
02.03 Sigrid Goethals (N-VA): Mevrouw de minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord.
Ik denk dat dit inderdaad een zeer goede stap in de goede richting is. Het was hoog tijd dat daaraan werd gesleuteld. Ik kijk uit naar de verdere uitwerking daarvan. Wat ik daarover al heb gehoord, klinkt mij als muziek in de oren. Voorlopig ben ik het daarmee volledig eens, maar we zullen zien wat het debat zal brengen als we de definitieve uitwerking van het ontwerp in de commissie zullen bespreken.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 14 h 44.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 14.44 uur.