|
Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
|
du Mercredi 28 février 2024 Après-midi ______ |
van Woensdag 28 februari 2024 Namiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 16 h 02 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 16.02 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01.01 Mathieu
Bihet (MR): Madame
la secrétaire d'État, en 2021, le CHR de Verviers vendait le site du sanatorium
de Borgoumont à Stoumont à différents promoteurs immobiliers. Il était alors
question de transformer l'ancien sanatorium en hôtel de prestige. Toutefois, il
n'est prévu aucuns travaux à ce stade selon mes informations. Au lieu de cela,
il semblerait que ces mêmes promoteurs aient été contactés par les autorités
provinciales en vue d'installer un centre d'accueil pour migrants. Le
porte-parole du Gouverneur confirme l'information et la demande introduite est
en cours d'examen.
Je me
permets de rappeler que je suis intervenu à maintes reprises dans cette commission
pour rappeler que les communes de cet arrondissement ont déjà consenti à de
gros efforts pour l'accueil de migrants et ce, malgré les défis économiques
auxquels le territoire est confrontés.
En outre,
la localisation du site semble inappropriée pour l'installation d'un centre
d'accueil pour migrants. La commune rurale de Stoumont n'est évidemment pas
pourvue d'un vaste réseau de transports publics. À cela, on peut encore ajouter
que le sanatorium est un lieu excentré et difficile d'accès. Dès lors, pour les
raisons invoquées, ce nouveau projet a de grandes chances de se solder par un
effet contre-productif aggravant l'isolement de ces personnes.
Pourriez-vous
nous confirmer l'information que je relaye aujourd'hui?
Étant
donné l'état du bâtiment, est-ce réalisable?
Si ce
projet devait voir le jour, combien de personnes pourraient y être accueillies?
Disposez-vous
d'autres informations sur le sujet?
01.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Bihet, Fedasil n’est pas impliqué dans la demande de la province de Liège auprès des promoteurs immobiliers. L’agence a géré un centre d’accueil dans le sanatorium de Borgoumont à Stoumont entre septembre 2010 et septembre 2013 pour l’accueil de 170 personnes.
L’état du bâtiment, les frais de location et les coûts énergétiques ont conduit à une fermeture. Mes services n’ont pas reçu une offre de location de ce site et constatent que l’état du bâtiment s’est empiré ces dernières années.
Aucun projet n’est à l’étude sur le sanatorium actuellement.
01.03 Mathieu Bihet (MR): Merci pour votre réponse limpide.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: De vragen nrs. 55041369C, 55041568C, 55041461C en 55041467C van de heer Roggeman worden uitgesteld.
02.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, als er vragen worden uitgesteld, is er misschien meer tijd om antwoorden van u te krijgen.
Onze fractie heeft in het verleden een voorstel van resolutie betreffende de pushbacks uitgewerkt. Dat voorstel werd helaas verworpen, want we vonden daarvoor geen meerderheid. Ook uw partij was weigerachtig om dat voorstel te steunen.
Een nieuw rapport van 11.11.11. – dat u hopelijk ook hebt bekeken – toont aan dat vorig jaar maar liefst 346.000 illegale pushbacks hebben plaatsgevonden aan de Europese buitengrenzen. Vooral landen als Bulgarije, Hongarije en Griekenland, maar ook noordelijke landen als Letland maken zich daaraan schuldig. Die pushbacks gaan gepaard met ernstig fysiek geweld zoals slagen, aanvallen met honden, de toediening van elektrische schokken, het onthouden van voedsel en water, tot zelfs seksueel geweld. Die gruwelijke feiten spelen zich af aan onze Europese buitengrenzen. Dikwijls worden ook de bezittingen van migranten afgenomen, zoals hun gsm en documenten. Die mishandelingen lijken alsmaar erger te worden en toe te nemen.
Het agentschap Frontex speelde in het verleden of speelt nog altijd een rol bij het toelaten of zelfs verdoezelen van pushbacks. Nu blijkt dat de ex-directeur ervan, de heer Fabrice Leggeri, zich onlangs heeft aangesloten bij extreemrechts, hoeft het ons niet te verbazen dat dat agentschap systematisch dat beleid voerde.
Onlangs waren er ook schokkende beelden van migranten die door kandidaat-lidstaat Servië op gewelddadige wijze de grens werden overgezet naar Noord-Macedonië. Ze werden daarbij gedwongen zich volledig uit te kleden in de vrieskou. Het is bijzonder kwalijk dat dat incident gebeurde vlak na een top tussen de EU en Servië over grenssamenwerking.
De conclusie is dat de pushbacks een ernstige schending van het Europees en internationaal recht vormen. Volgens 11.11.11. zijn ze een standaardpraktijk geworden aan de EU-buitengrenzen. Eigenlijk vraagt 11.11.11 al langer een onafhankelijk monitoringsysteem om toe te zien op die buitengrenzen, maar dat werd helaas niet opgenomen in het migratiepact wegens protest van lidstaten. Dat is een gemiste kans.
Zult u tijdens het Belgische voorzitterschap die schendingen van mensenrechten op de agenda zetten?
Welke garanties biedt het EU-migratiepact voor de naleving van het internationaal recht en het respecteren van de mensenrechten aan de Europese buitengrenzen?
Zult u pleiten voor een onafhankelijk monitoringsysteem aan de Europese grenzen?
Moet Frontex aanwezig blijven in lidstaten waar systematisch pushbacks plaatsvinden? Ik las vandaag dat de ombudsman van de Europese Commissie verklaart dat Frontex in Griekenland niet meer zou mogen opereren wegens de schending van de Europese regels door de Griekse autoriteiten. Mevrouw de staatssecretaris, welke rol denkt u dat het agentschap moet vervullen in die landen?
In welke sancties voorziet het migratiepact wanneer lidstaten zich niet aan de regels houden? Het lijkt erop dat Europa oogluikend toekijkt, waardoor er in feite straffeloosheid heerst.
Ondertussen is een nieuwe directeur aangesteld. Hebt u zicht op een eventuele cultuurverandering binnen Frontex?
Wat doen de Belgische vertegenwoordigers om toe te kijken op de mensenrechten in de management board?
Kaart u zulke zaken aan in uw regelmatige contacten met uw collega-ministers van andere landen?
Bent u er zeker van dat het recht op asielaanvraag op het Europees grondgebied altijd gewaarborgd zal blijven bij de uitvoering van het Europees migratiepact? Hoe kunt u dat garanderen? Onlangs hoorden we immers ook Belgische partijen pleiten voor een asielstop. Die partijen zeggen dat het migratiepact een hefboom biedt om solidariteit af te kopen en vinden dat België zijn verplichting niet meer kan nakomen. Volgens mij is dat niet de bedoeling.
Het is een lange vraag. Ik kijk dan ook uit naar uw uitgebreid antwoord.
02.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Merci monsieur le président. Monsieur Roggeman nous donne son temps de parole, il nous a envoyé un message pour nous le dire.
Vous le savez, madame la secrétaire d'État, ma question ne porte pas sur la Serbie contrairement au titre de ma question mais bien sur la Croatie. Toutefois, ma collègue madame Platteau et moi-même parlons de la même route migratoire qui est dangereuse, d'où l'intérêt de trouver une solution au niveau européen même si on n'est pas spécialement d'accord sur le cadre de ces solutions.
Par contre, je pense qu'on est d'accord sur le respect des droits humains hors-frontières. Vous vous êtes déjà beaucoup exprimé sur cela et je vous en remercie. La situation entre la Bosnie et la Croatie – qui fait l'objet de ma question – se résume en deux mots: inhumaine et cynique.
"Inhumaine" parce qu'une des premières actions que j'ai pu réaliser en tant que député est d'être allé à la frontière entre la Bosnie et la Croatie et d'y voir ces gens qui se faisaient mordre par des chiens de milices croates, j'ai vu ces gens qui avaient été jetés dans la rivière qui sépare le pays par, parfois, la police croate. On a entendu des témoignages de personnes parfois très jeunes qui sont donc coincées en Bosnie et qui tentent de rejoindre l'espace Schengen via la Croatie. Les ONG sur place sont très claires: attaques de policiers, mises à tabac par des policiers ou par des milices croates, morsures de chiens, agressions, insultes, etc. Pour rappel, Human Right Watch (HRW) a mené un série d'entretiens et a pu voir que sur les personnes interrogées, la grande partie avait subi des pushbacks, notamment parfois des jeunes enfants. D'ailleurs, le Danish Refugee Council enregistre 30 000 pushbacks en trois ans entre la Croatie et la Bosnie et 13 % des refoulements enregistrés en 2022 concernaient des enfants. La Croatie a par ailleurs été condamnée par la Cour européenne des droits de l'homme pour deux cas de violence ayant entraîné la mort de personnes migrantes, dont celle d'une petite fille de six ans.
Je disais "inhumaine" mais aussi "cynique" parce qu'il y a un double discours de la plupart des autorités européennes qui disent vouloir défendre les droits humains à nos frontières mais qui félicitent – à l'époque, Madame von der Leyen l'avait fait elle-même – la Croatie pour son maintien des frontières européennes. C'est d'ailleurs une sorte de deal assez cynique qui a permis à la Croatie de rejoindre l'espace Schengen et l'Union européenne.
Mes questions sont donc les suivantes: le respect des droits humains, spécifiquement à la frontière entre la Croatie et la Bosnie, a-t-il été abordé lors des négociations du Pacte migratoire européen? La Belgique, qui occupe actuellement la présidence du Conseil de l'Union européenne, va-t-elle prendre des initiatives pour discuter avec les autorités croates de ces accusations de refoulement? Avez-vous échangé avec vos homologues croates sur cette question? Comment peut-on soutenir le travail de ces ONG, notamment en Bosnie, à défaut d'un mécanisme actuel de respect des droits humains, dans leur accueil momentané de centaines, voire de milliers de personnes exilées?
02.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mijn prioriteiten tijdens het Belgische voorzitterschap van de Raad zijn bekend, namelijk het finaliseren van het EU asiel- en migratiepact en ook het op de rails zetten van de implementatie daarvan.
Het pact houdt een duurzame hervorming in van het gemeenschappelijke asielsysteem. Ik ben ervan overtuigd dat die hervorming op lange termijn de beste garantie biedt voor het respecteren van de mensenrechten aan de buitengrenzen en in de Europese Unie. Ik zou uren kunnen uitweiden over de redenen waarom een nieuw, performanter, meer fair Europees migratiemodel beter is voor de bescherming van de mensenrechten. Ik zal mij hier echter beperken tot de essentie.
Het is in dat verband belangrijk in herinnering te brengen waar we vandaag staan. Het huidige systeem werkt niet en is niet goed voor individuele rechten. Dat is tal van keren bewezen.
Het nieuwe systeem zoekt en vindt ook een betere balans tussen solidariteit en verantwoordelijkheid. Die balans is een belangrijke factor om het vertrouwen en de medewerking van lidstaten te garanderen en tot een migratiemodel te komen dat rechtvaardig en duidelijk is, zowel voor de lidstaten als voor individuen.
Door in te stemmen met het Europees migratiepact hebben alle betrokken EU-actoren, zijnde de Europese Commissie en het Europees Parlement maar ook de lidstaten, zich in de Raad opnieuw uitgesproken voor het mensenrecht om op het Europees grondgebied asiel aan te vragen, zoals vastgelegd in het Europees Handvest voor de grondrechten en in het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties. Daarover is geen discussie meer. Dat is zelfs de kern van de nieuwe regelgeving. Dat is geen evidentie.
Het pact heeft daarenboven veel aandacht voor de individuele asielzoekers, in het bijzonder voor kwetsbare personen, zoals minderjarigen. De procedurele rechten van zij die bescherming zoeken, worden versterkt.
De asielprocedureverordening bepaalt ook dat asielzoekers tijdens de aanvraagprocedure en de beroepsprocedure rechtsbijstand krijgen. Dat is een systeem dat wij in België al kennen.
U polst ook naar de monitoring. De APR (asielprocedureverordening) voorziet in een dubbele monitoring van de grensprocedure. Ten eerste moet elke lidstaat een nationaal grondrechtenmechanisme opzetten in het kader van de grensprocedure. Ten tweede wordt het mechanisme van de EUAA (Asielagentschap van de Europese Unie) voor de monitoring van de opvangvoorzieningen ook versterkt. Die monitoring is cruciaal, dus dat was een Belgisch aandachtspunt tijdens de onderhandelingen.
De ultieme afdwinging van de naleving van het Unierecht ligt zoals voorzien in de Europese verdragen bij de Europese Commissie, die kan optreden bij lidstaten die in gebreke blijven.
Verder wordt de procedurele positie van individuen verbeterd door procedures sneller te maken. Het Vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben immers herhaaldelijk verklaard dat asielprocedures zo snel en efficiënt mogelijk moeten zijn. Een trage rechtsgang leidt immers tot onzekerheid en dat is niet in het belang van de asielzoekers.
Een van de nieuwigheden in het pact is de snelle grensprocedure voor asielzoekers met een lage erkenningskans. Die procedure is speciaal ontworpen voor personen die aankomen uit landen van herkomst waar geen oorlog of conflict heerst. Hun zaak wordt dan binnen de 12 weken beoordeeld en het resultaat kan een erkenning of een snelle terugkeer zijn. Lidstaten zorgen voor een permanente opvangcapaciteit voor diegenen die deze snelle grensprocedure doorlopen met ondersteuning in de vorm van personele middelen en expertise van de Commissie en de EU-agentschappen.
Ook de asielprocedures voor andere aanvragers worden gestroomlijnd in het gemeenschappelijk referentiekader zodat asielaanvragen in het algemeen efficiënter kunnen worden behandeld, de achterstand bij de behandeling van zaken kan worden weggewerkt en er tijdig kan worden ingespeeld op de behoeften van asielzoekers.
We zien dezelfde behoefte aan snelheid en vereenvoudiging in de asylum and migration management regulation. Die verordening verbetert de huidige Dublinregels door de termijnen te verkorten en door het huidige, complexe terugnamesysteem te vervangen door een eenvoudige kennisgeving van terugname.
U stelde ook een aantal vragen over Frontex, het Europese kust- en grensbewakingsagentschap. Frontex heeft een belangrijkere rol te spelen. Ik zou durven argumenteren dat de Europese aanwezigheid belangrijk is, met name daar waar lange en moeilijke grenzen bewaakt moeten worden. Grensbewaking in dergelijke zones is niet eenvoudig en Europese bijstand en Europese ogen en oren op het terrein zijn daarbij voor mij heel belangrijk. Die grenzen zijn ook onze grenzen. Ik zou het niet verstandig vinden om daar de Europese ogen en oren van Frontex weg te halen, mevrouw Platteau.
België wordt in de raad van bestuur van Frontex vertegenwoordigd door de federale politie, die ressorteert onder de bevoegdheid van minister Verlinden. Voor meer details over het aanvoelen van een cultuurverandering raad ik u aan een vraag aan mijn collega te richten. De Belgische vertegenwoordigers genieten alle vertrouwen om de Belgische positie correct te vertolken. De positie in de management board wordt overigens zorgvuldig voorbereid door een brede vergadering met de verschillende bevoegde spelers, waaronder de asiel- en migratiediensten en mijn kabinet. België vertolkt daar consequent het mensenrechtenstandpunt. Binnen Frontex zien wij inderdaad dat er een organisatorische hervorming opgezet wordt door het nieuwe management.
Vous évoquez les refoulements (pushbacks) qui sont bien entendu interdits à la fois par le droit européen et international. La Commission européenne surveille cela en tant gardienne des traités. Ce n'est pas du ressort des États membres individuels ni de celui de la présidence belge de le faire puisqu'elle représente tous les États membres.
Je n'ai pas encore eu de réunion bilatérale avec mon homologue croate depuis le début de la présidence. Il existe plusieurs forums plus appropriés dans l'UE pour discuter des frontières et de leur gestion.
Concrètement, j'ai inscrit l'évaluation du règlement relatif au corps européen de garde-frontières et de garde-côtes à l'ordre du jour du Conseil JAI.
Lundi prochain le 4 mars, les ministres de l'Intérieur et de l'Immigration discuteront à Bruxelles de et avec Frontex mais aussi du contrôle des frontières en général. Le sujet est également mis à l'ordre du jour par la présidence belge au niveau technique. Ainsi, nous prévoyons pour la première fois une réunion du groupe de travail sur les frontières, à propos des droits fondamentaux.
Quant au soutien aux ONG actives dans les pays tiers, il est assuré par la Coopération au développement.
02.04 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Het waren veel vragen, maar u hebt ze, zoals steeds, zo goed mogelijk proberen beantwoorden.
Over het migratiepact zegt u dat dit de beste garantie is om een balans te vinden tussen solidariteit en verantwoordelijkheid. Ik hoop dat dit in de praktijk het geval zal zijn, maar ik ben daar toch wat ongerust over. In het migratiepact staat duidelijk dat er voor monitoring zal worden gezorgd, maar aan de grenzen zelf is er geen monitoringmechanisme over wat daar wordt gedaan, hetzij door de grenspolitie van de lidstaten, hetzij door Frontex zelf. De vraag van de ngo's, waaronder 11.11.11, is om daarvoor een onafhankelijk monitoringsysteem in het leven te roepen om het grote aantal pushbacks te verhinderen.
U zegt geen voorstander te zijn van het weghalen van Frontex uit de lidstaten, want die aanwezigheid zou net zorgen voor ogen en oren op het terrein. U moet het echter met mij eens zijn dat de aanwezigheid van Frontex in het verleden de pushbacks niet heeft verhinderd. Onder het bewind van de vorige directeur leek het alsof de pushbacks bijna systematisch werden verdoezeld. Dat is toch heel kwalijk en ik kan alleen maar hopen dat er een cultuurverandering heeft plaatsgevonden binnen Frontex en dat de Europese Commissie zal optreden wanneer lidstaten de regels duidelijk schenden, ook die van het nieuwe migratiepact. Er zal moeten worden toegezien dat de lidstaten zich houden aan de regels en de afspraken, want anders is er geen vooruitgang geboekt en zal die solidariteit in de praktijk dode letter blijven.
Ik zal minister Verlinden verder ondervragen over de rol van de Belgische vertegenwoordiging in de management board en over de organisatorische hervormingen die plaatsvinden binnen Frontex. Ik ben in ieder geval blij dat u toch duidelijk bent geweest dat pushbacks verboden zijn en dat de grensbewaking volgende week besproken zal worden met uw collega’s. België zal ook respect voor mensenrechten op tafel leggen, zoals we dat horen te doen en zoals we dat steeds zullen moeten doen.
02.05 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la ministre, merci pour vos réponses complètes. Nous sommes toujours dans le même débat, sachant que seule une certaine catégorie de personnes exilées recevra une réponse positive à la suite de leur demande d'accueil. Le débat porte aussi sur la mise en place de politiques migratoires plus fermées ou sécuritaires, sans mettre en place des voies sûres et légales intelligentes qui permettent à des publics qui ne correspondent pas aux conditions de la convention de Genève, ou autres, d'effectuer des allers-retours. Je sais que vous êtes attentive à cette question de la migration circulaire.
Les deux vont ensemble. J'ai l'impression que la plupart des travaux de la Commission ou, de manière générale, au niveau de l'Union européenne, portent surtout sur un aspect et pas l'autre, et je crois que nous devrions avancer en la matière.
J'entends que beaucoup de choses pourraient se régler dans votre vision ou dans ce que deviendra le Pacte migratoire européen, mais cela n'empêchera pas les refoulements pratiqués par la Croatie sur ses frontières avec la Bosnie. C'est une réalité actuelle à laquelle il faut pouvoir donner une réponse aujourd'hui. J'entends que ce n'est pas le rôle de présidence belge du Conseil de l'Union européenne qui le permettra, mais je pense que vous avez voix au chapitre dans certaines réunions et que cela vaut la peine d'y soulever cette question des refoulements à la frontière entre la Croatie et la Bosnie.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb onlangs een schriftelijke vraag gesteld over het aantal klachten over de gesloten centra. Uit die cijfers blijkt dat er in 2021 en 2022 in totaal slechts 12 individuele klachten werden ingediend.
Als ik het goed voorheb, worden die klachten behandeld door een klachtencommissie binnen de FOD Binnenlandse Zaken. Aan veruit de meeste klachten werd geen gevolg gegeven. Van de twaalf klachten die in 2022 werden ingediend, werden er zeven verworpen, was er een niet gegrond en waren er vier onontvankelijk. In 2021 was slechts een klacht gedeeltelijk gegrond. De laatste succesvolle bemiddeling dateert al van 2019.
Amnesty International heeft de commissie-Bossuyt aanbevolen om de effectiviteit van het klachtensysteem te evalueren en aanbevelingen te formuleren voor een effectievere aanpak. Die commissie heeft in haar eindverslag geoordeeld dat het voorziene administratieve systeem volstond. In dat systeem kunnen vreemdelingen klachten indienen over hun detentievoorwaarden bij de directeur van het gesloten centrum en bij de klachtencommissie. Er was wel een aanbeveling om in bijkomende middelen te voorzien om de klachtencommissie en haar secretariaat te versterken en om alle klachten tot de commissie te brengen, dus niet enkel degene die het secretariaat als ontvankelijk had beoordeeld.
In een verslag van de ombudsman van 2009 stond dat de klachtencommissie van mening was dat een bewoner geen actueel belang meer heeft bij een behandeling van zijn klacht als hij niet meer wordt vastgehouden in het centrum op het ogenblik dat de klachtencommissie zijn klacht onderzoekt. In dergelijk geval wordt de klacht dus verworpen, maar de ombudsman beval aan om een einde te maken aan die praktijk en die klachten toch ten gronde te behandelen.
Er bestaat een wettelijke informatieplicht waardoor vreemdelingen die bij aankomst en tijdens het verblijf in het gesloten centrum worden vastgehouden via diverse kanalen informatie wordt gegeven, ook over de klachtenprocedure. Naar aanleiding van al die zaken heb ik verschillende vragen.
Hoe kijkt u naar het lage aantal verwerkte klachten? Gaat het enkel om de klachten behandeld door de klachtencommissie of ook om alle klachten die bij de centrumdirectie zijn terechtgekomen? Zo niet, worden de klachten gericht aan de centrumdirectie dan niet geregistreerd? Bestaat daar geen klachtenregistratiesysteem voor?
Waarover handelen de klachten? Welke lessen kunnen we trekken uit de klachten die de afgelopen jaren door de klachtencommissie werden behandeld? Kan de klachtencommissie ook aanbevelingen formuleren?
Welk gevolg werd er gegeven aan de aanbevelingen van de commissie-Bossuyt met betrekking tot het klachtensysteem? Welk gevolg werd er gegeven aan de aanbevelingen van de ombudsman?
Hoe wordt de informatieplicht over de klachtenprocedure nageleefd? Hoe worden bewoners daarover ingelicht? Gebeurt dat eenmalig bij het binnenkomen of krijgen de bewoners ook op een andere manier uitleg over die procedure?
Hebt u zelf stappen ondernomen om het klachtensysteem te verbeteren? Op welke manier voorziet het nieuwe migratiewetboek in een toegankelijk, transparant, onpartijdig en doeltreffend klachtensysteem?
03.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Platteau, dat zijn opnieuw heel wat vragen. Ik zal trachten hierop zo volledig mogelijk te antwoorden.
De klachten die bij de klachtencommissie worden ingediend betreffende de toepassing van het KB van augustus 2002 en de klachten die worden ingediend bij de centrumdirecteur worden niet bij elkaar opgeteld. De klachten ingediend bij de centrumdirecteur worden in der minne geregeld via bemiddeling en zijn van velerlei aard. Vaak gaat het om kleinere problemen die bewoners graag opgelost willen zien en waaraan kan worden tegemoetgekomen en waarvoor via bemiddeling een oplossing kan worden gevonden. Die klachtenbehandeling behoort tot het dagelijkse beheer van het centrum door de directie.
De klachten, zowel deze ingediend bij de klachtencommissie als deze ingediend bij de centrumdirecteur, betreffen medische zaken, personeel, verloren goederen, ordemaatregelen die genomen werden ten aanzien van de bewoners, het onwettig verblijf zelf, diefstallen, verwijderingspogingen, de behandeling in het centrum, de aanstelling van een advocaat, de kamertoewijzing, de andere bewoners, het persoonlijke dossier enzovoort.
De klachtencommissie kan inderdaad aanbevelingen doen. Indien er aanbevelingen worden gedaan door de commissie, zijn die het onderwerp van interne instructies aan het betreffende centrum en indien nodig aan alle centra.
De ontvankelijkheidsvoorwaarden zijn bepaald in artikel 6 van het ministerieel besluit van 23 januari 2009. Ze zijn duidelijk en niet voor interpretatie vatbaar. De aanbeveling waarin de commissie-Bossuyt voorstelt om alle klachten tot de klachtencommissie te brengen en niet alleen deze die door het secretariaat als ontvankelijk worden beoordeeld, vereist dus eigenlijk een aanpassing van de reglementering. Wij achten die aanpassing niet meteen nodig, aangezien uit de praktijk blijkt dat veruit de meeste klachten door bemiddeling van de centrumdirecteur effectief geregeld kunnen worden.
Met betrekking tot de aanbeveling van de ombudsman uit 2009 wens ik op te merken dat het koninklijk besluit ter zake zeer duidelijk is. Men dient inderdaad bewoner te zijn van het centrum. Een klacht van iemand die niet meer in het centrum verblijft, is daarom zonder voorwerp.
De informatieplicht wordt voor alle bewoners nageleefd. Voor elke bewoner wordt bij de intake in het gesloten centrum een informatiebrochure ter beschikking gesteld. Die is beschikbaar in diverse talen. Bovendien wordt die ook mondeling toegelicht. De brochure bevat diverse fiches, die elk een onderwerp toelichten. Zo is er ook een fiche over het indienen van klachten tegen het centrum en hoe men dat moet doen.
Er bestaat naast de klachtencommissie ook de mogelijkheid klacht in te dienen bij de ombudsman. Er zijn ook de bezoeken van het middenveld aan de gesloten centra, die ook een controlerende functie hebben. Zoals u waarschijnlijk weet, zal het OPCAT-mechanisme op 12 maart in de commissie voor Buitenlandse Zaken besproken worden. Dat zal op termijn een aanvullende controle inhouden op de werking van de gesloten centra. Ik heb van meet af aan mijn schouders onder de totstandkoming van die wet gezet.
Ten slotte is er ook de controle door de AIG (Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie) op de verwijderingen zelf. Ik denk dat we mogen besluiten dat het verwijderingsbeleid, zowel wat betreft de gesloten centra als de verwijderingen zelf, aan heel wat controles onderhevig is. Het is volgens mij niet meer dan normaal dat die controles gebeuren.
Het migratiewetboek voorziet zelf niet in wijzigingen aan het klachtenmechanisme. Dat zou wel in een uitvoeringsbesluit kunnen worden opgenomen, zoals is vastgelegd in artikel 130 van het koninklijk besluit van augustus 2002.
03.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord op al mijn vragen.
Ik ben al een paar keer op bezoek geweest in een gesloten centrum en heb daar gesproken met de directie. Dat zijn meestal mensen die het heel goed menen met de bewoners en die oplossingsgericht trachten te bekijken hoe het leven in het gesloten centrum kan verbeteren. Ik ben ervan overtuigd dat zij zoveel mogelijk problemen proberen op te lossen, wat behoort tot het dagelijks beheer van het centrum.
Als er dan toch zaken naar die klachtencommissie komen, is het volgens mij belangrijk om die allemaal te onderzoeken. Ik vind het jammer dat die aanbeveling van de commissie-Bossuyt niet werd gevolgd. Als een bewoner al weg is, wil dat niet zeggen dat het onderzoeken van die klacht geen nuttige zaken aan het licht kan brengen. Het zou een verbetering zijn, mocht dat ook worden gedaan.
Over de aanbeveling van de ombudsman zegt u dat ze niet is omgezet, dus dat is misschien iets wat nog kan gebeuren.
Als ik het goed heb, is het om die reden ook heel belangrijk dat de politie steeds aanwezig is bij een escort, aangezien de AIG de politie controleert, maar geen ander personeel. Het toezicht van de politie op de uitwijzing is cruciaal, net omdat daarop weer toezicht wordt uitgeoefend vanuit de AIG.
Ik hoop dat u zult bekijken wat u nog kunt doen in het migratiewetboek om dienaangaande nog verbeteringen aan te brengen.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
04.01 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, je ne suis pas un habitué de cette commission. Je suis venu attirer votre attention sur la situation des objecteurs de conscience et autres opposants à la guerre en Ukraine qui se trouvent actuellement sans protection, semble-t-il, adéquate. Le Parlement européen a adopté une résolution le 16 février 2023 exprimant sa solidarité envers les personnes en Russie et en Biélorussie qui protestent contre l'agression russe en Ukraine appelant les États membres à offrir protection et asile à ces individus ainsi qu'aux déserteurs et objecteurs de conscience russes et biélorusses.
Plus récemment, la Cour nationale du droit d'asile en France a décidé, le 20 juillet 2023, que les Russes refusant de participer à la guerre en Ukraine peuvent obtenir le statut de réfugié considérant que rejoindre l'armée pourrait les exposer à devoir commettre des crimes de guerre. En effet, des centaines de milliers d'hommes – pour la plupart russes – ont fui pour éviter de participer à la guerre brutale que la Russie mène sur le territoire ukrainien. Ils sont – comme on le sait – persécutés par les autorités de Moscou et tentent donc de fuir leur pays.
Par ailleurs, en Ukraine aussi, des dispositions légales concernant les objecteurs de conscience ont été suspendues après l'agression russe. Aujourd'hui, le manque de combattants sur le front mène l'Ukraine à pratiquer des recrutements forcés et violents dont les images assez dérangeantes circulent abondamment sur les réseaux sociaux et également dans les médias.
Dans ce contexte troublant, il est impératif que des mesures concrètes soient prises pour assurer la sécurité et la protection de ces personnes qui, par leur refus de prendre les armes, s'engagent pour la paix et le respect des droits fondamentaux.
Étant donné donc le droit à l'objection de conscience – reconnu comme un droit humain fondamental par divers traités internationaux – et considérant les règles et politiques en matière de protection internationale, quelles mesures avez-vous prises pour offrir une protection temporaire ou internationale aux personnes russes et biélorusses ainsi qu'ukrainiennes opposées à la guerre? Combien de cas sont concernés aujourd'hui en Belgique?
04.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Cher collègue, tout d’abord, il est important de souligner que chaque citoyen ukrainien est protégé en vertu du mécanisme européen de protection temporaire. Le fait qu’il soit ou non objecteur de conscience n’a aucune importance.
Pour tous les autres, si l’objection de conscience – qu’elle soit totale ou partielle, par exemple en relation avec le conflit en Ukraine – est invoquée dans le cadre d’une demande de protection internationale, elle peut donner lieu à l’octroi du statut de protection internationale, à condition que cette objection de conscience soit sincère et, le cas échéant, profondément enracinée. Cet aspect est examiné au cas par cas pour chaque demande de protection internationale. La crainte invoquée par le demandeur doit bien entendu être fondée. En d’autres termes, il doit exister une probabilité raisonnable que le demandeur doive effectivement effectuer son service militaire ou qu’il soit déployé dans le conflit en Ukraine ou dans tout autre conflit.
En outre, les opposants à la guerre en Ukraine peuvent également bénéficier d’une protection internationale en raison de leur position anti-guerre si le demandeur craint avec raison d’être persécuté à son retour dans son pays d’origine. Cette question est également examinée au cas par cas pour chaque demande de protection internationale.
En ce qui concerne le traitement des dossiers des demandeurs n’ayant que la nationalité ukrainienne, il convient de noter que le traitement reste suspendu tant que la protection temporaire s’applique.
En ce qui concerne votre demande de chiffres concrets, nous n’avons pas pu recevoir tous les chiffres nécessaires à temps. Si vous le souhaitez, vous pouvez bien sûr m’adresser une question écrite à ce sujet. Néanmoins, comme indiqué, le nombre d’objecteurs de conscience ukrainiens bénéficiant d’une protection internationale sera normalement très limité, en raison de la suspension du traitement tant que la protection temporaire s’applique.
04.03 Guillaume Defossé (Ecolo-Groen): Merci madame la secrétaire d'État pour votre réponse. Effectivement, c'est un élément important dont on ne parle pas suffisamment parce que c'est aussi un droit fondamental de l'être humain. J'entends effectivement qu'il y a une différence entre Russes et Ukrainiens aujourd'hui; entre des personnes qui viendraient ici pour les mêmes raisons, à savoir l'objection de conscience. J'entends que des contrôles sont faits. Je ne sais pas comment ils sont faits; je vais peut-être encore approfondir la question pour savoir comment on contrôle le fait qu'une personne est vraiment objectrice de conscience ou pas. Il ne faut pas se le cacher, ce sont parfois des questions de sécurité qui se posent. Pourquoi une personne vient-elle? Est-on sûre qu'elle a des intentions correctes? Il faut aussi qu'on puisse se poser ces questions de manière franche.
Puis, il y a un autre volet, qui est peut-être en dehors de vos attributions et qui s'adresse peut-être plus à la ministre de l'Intérieur. Il s'agit de la protection de ces personnes, de ces Russes qui viendraient se réfugier ici en Europe. Je prends le cas du militaire russe qui a été assassiné il n'y a pas très longtemps en Espagne, alors qu'il avait dénoncé ce qui se passait en Russie, après s'être réfugié en Espagne. Cela veut dire qu'aujourd'hui aussi, la Russie s'autorise à éliminer ses ressortissants sur notre propre territoire européen. C'est évidemment inquiétant.
Pour le reste, j'entends que vous n'avez pas eu le temps d'avoir les chiffres. Je comprends, ma question est arrivée un peu tard. Je vais évidemment poser une question écrite pour approfondir. Mais je pense qu'on a là aussi une manière de soutenir la paix, en soutenant ceux qui la défendent et refusent de prendre les armes.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
05.01 Denis Ducarme (MR): Madame la secrétaire d’État, je vous interpelle ce jour concernant le projet dont nous avons eu écho dans la presse et qui vise à créer 250 nouvelles places d'accueil à Charleroi. Selon ce que nous avons entendu au conseil communal de Charleroi, ce projet serait prévu sur le site du Makro de Lodelinsart.
Nous sommes parfaitement conscients de la difficulté de créer des places d’accueil supplémentaires, sachant que les centres Fedasil et les organismes ayant vocation à recevoir des demandeurs d’asile sont actuellement complets. Une situation qui implique de créer de nouvelles places, mais il importe bien entendu de créer ces places aux endroits adéquats.
Madame la secrétaire d'État, vous êtes-vous déjà rendue à Lodelinsart sur le site du Makro? Si tel est le cas, vous aurez remarqué qu’il s’agit là d’un quartier commercial en plein cœur de Charleroi. Dès lors, je suis assez sceptique sur le choix de l’endroit. Avez-vous, dans ce cadre, déposé une demande de permis? Ces places doivent, en effet, être aménagées dans des zones résidentielles et non dans des zones d'activité économique, ce qui implique un changement en matière d’aménagement du territoire.
Avez-vous pris contact avec les ministres wallons chargés des questions d'urbanisme et d'aménagement du territoire? Les dispositions légales et réglementaires sont évidemment différentes: en Région wallonne, il n'existe pas de dérogation à des changements de plans de secteur pour des questions d'urgence, comme il me semble que c'est le cas en Flandre.
Est-ce la Ville de Charleroi qui a déposé la demande de permis et qui a négocié cette implantation ou votre département? J'aimerais que nous puissions voir clair dans ce dossier, qui circule depuis des mois sans que nous comprenions qui est aux manettes.
05.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, notre collègue Ducarme est revenu sur cette annonce faite au conseil communal de Charleroi. Je vais revenir sur deux dossiers, celui de Lodelinsart et celui du centre fermé de Jumet.
Sur Lodelinsart, il faut rappeler que nous sommes dans une crise de l'accueil avec 2000 personnes qui n'ont pas de place aujourd'hui, quel que soit le site. Je suis d'accord avec notre collègue Ducarme sur la nécessité de bien réfléchir tant à l'implantation qu'à l'aménagement. Mais quel que soit le site, c'est mieux que la situation actuelle qui est de laisser des personnes dans la rue, dans des squats ou dans des situations de vulnérabilité qui sont dangereuses. Ceci dit, il est indispensable que des contacts soient pris, vu le site, pour à la fois permettre des activités économiques et permettre à ces personnes de ne pas être isolées dans une bulle qui n'est pas une bulle résidentielle et qui doit être réfléchie. On peut aussi rappeler le nombre de centres Fedasil qui sont parfois très isolés, en pleine forêt ou ailleurs, et qui nécessitent aussi des réflexions.
Je voulais également revenir sur cette annonce faite par le bourgmestre de Charleroi, Paul Magnette, qui m'étonne assez. On nous reparle du centre fermé de Jumet, on nous indique qu'un permis de bâtir serait prochainement introduit mais les propos du bourgmestre de Charleroi étaient étonnants en ce qu'ils évoquent que ce centre accueillerait des délinquants – j'ignore si délinquant est synonyme d'adolescent. Pour rappel, la Belgique n'enferme pas les mineurs – mais aussi des responsables de traite d'êtres humains ou de trafic de stupéfiants. C'est étonnant, parce qu'en Belgique, on a ce qu'on appelle des prisons pour ces publics-là. A priori, ce sont les prisons qui doivent accueillir ces publics qui ne sont d'ailleurs pas essentiellement migrants. Il faut être vigilant à ne pas faire ce lien entre délinquance et migration, comme si la délinquance était l'apanage des seuls migrants ou plutôt comme si les migrants étaient structurellement liés à la délinquance, ce qu'aucune étude ne démontre.
Je suis étonnée par cette annonce du bourgmestre, car en quoi un centre fermé à Jumet pourrait concerner ces publics spécifiques? Qu'est-il prévu dans les dispositions de l'Office des étrangers pour avoir un centre fermé spécifique sur des publics dits délinquants, responsables de trafic d'êtres humains?
Comme je l'ai dit, la Belgique compte un nombre élevé de prisons, bien que plusieurs questions se posent au sujet de la surpopulation carcérale.
Madame la secrétaire d'État, comment se déroulera l'installation du site de Lodelinsart? Qui en sera le gestionnaire? Sera-ce Fedasil ou un autre acteur?
Où en est la construction du centre fermé de Jumet? Avez-vous pris connaissance d'une évaluation de son coût? Comme j'ai introduit ma question tardivement, je pourrai vous la poser par écrit. Ce centre est-il prévu pour un public bien précis, comme l'a mentionné le bourgmestre de Charleroi? En quoi se distinguera-t-il des autres centres?
Enfin, combien de personnes reconnues comme trafiquants se retrouvent-elles en centre fermé? En effet, toujours selon le bourgmestre de Charleroi, les prisons ne sont apparemment pas destinées à ce public-là.
05.03 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, comme vous le savez, vu le besoin humanitaire, nous devons continuer à créer de la capacité d'accueil. Nous nous y employons dans tout le pays: en Flandre, à Bruxelles et aussi en Wallonie.
Au début février, le gouvernement fédéral a validé ma proposition d'organiser un centre d'accueil temporaire sur le site du groupe Makro à Lodelinsart. Ce choix est conforme à l'offre de l'Agence de l'Union européenne pour l'Asile, qui met à disposition 522 conteneurs qui seront installés sur deux sites: l'un à Ypres et l'autre à Lodelinsart. Ce centre sera géré par la Croix-Rouge de Belgique. L'Union européenne mettra à disposition les conteneurs pour cet accueil dans les mois à venir. Mes services vont entreprendre toutes les démarches administratives nécessaires pour la création de cet hébergement temporaire, y inclus la demande d'un permis qui sera introduite prochainement. Je vise une ouverture au cours de l'été.
En ce qui concerne le centre fermé à Jumet, le dossier du marché public pour le Design Build "Maintien du centre fermé à Jumet" sera soumis au Conseil des ministres en mars. Les plans du centre fermé ont été établis par la Régie des Bâtiments. Ils sont actuellement discutés en phase finale avec l'Office des étrangers en vue de la validation. La demande de permis d'urbanisme sera introduite fin mars. Une étude de mobilité a montré que l'impact pour les riverains est nul. Le coût est actuellement estimé autour de 41 millions d'euros.
Le centre est effectivement destiné aux profils spécifiques. Il s'agit entre autres d'ex-détenus, de petits criminels, de toxicomanes ingérables, de personnes avec des problèmes comportementaux. L'objectif du nouveau centre est d'assurer d'un côté une approche de la problématique urbaine de Charleroi. Pour l'instant, il y a trop peu de places pour les cas "ordre public" comme les trafics de stupéfiants, coups et blessures, vols, etc. De l'autre côté, l'objectif est le renforcement du département de la police fédérale aéroportuaire de Charleroi Airport pour qu'on puisse avoir une politique d'éloignement plus efficace.
Le 19 février, le taux d'occupation de l'ensemble des centres fermes était de 423 personnes. Il n'est pas possible de vous donner des détails par catégories de condamnations.
Monsieur Moutquin, je ferai peut-être une ultime remarque. Les centres fermés ne sont pas là juste pour enfermer des personnes. Ce ne sont pas des prisons. Les centres fermés sont là pour organiser le retour forcé des personnes qui refusent, après un accompagnement, de coopérer et de travailler avec nous pour l'organisation du retour volontaire. C'est clairement un enfermement en vue du retour. Mais dans la politique de retour forcé, et je pense que c'est une priorité que nous partageons, la priorité pour les sans-papiers va à ceux qui ont commis des actes criminels, et qui sont un problème pour l'ordre public; à ceux qui, par exemple, ont commis des cambriolages, des violences et du trafic de stupéfiants à Bruxelles, Charleroi et d'autres villes. Ils constituent clairement la priorité dans la politique de retour forcé.
05.04 Denis Ducarme (MR): madame la secrétaire d'État, merci pour vos réponses. On y voit au moins un peu plus clair. Le permis n'est pas encore introduit. Il va l'être – c'est probablement vous qui allez introduire la demande de permis.
Je m'étonne tout de même qu'il n'y ait pas, sur le plan local et quand on a l'ambition d'implémenter un projet comme celui-ci en plein centre-ville, une information aux riverains. Je ne pense pas qu'il y ait énormément de comparaisons à faire avec d'autres centres aujourd'hui – du moins de cette ampleur.
Des informations se diffusent dans la presse. Il y en aura probablement davantage étant donné votre réponse ici. Les riverains et les commerçants ne sont pas plus informés que cela. Lorsqu'on met en place de tels projets, il y a une sensibilité particulière. On ne peut le nier. Ce serait bien de travailler au contact local.
À Charleroi, une cellule commerciale sur trois est vide. Le commerce souffre beaucoup. Vous allez implanter – du moins, vous le voulez – ce centre temporaire résidentiel sur une zone d'activité économique et en bordure d'une rue commerciale. Accrochez-vous bien, madame la Secrétaire d'État, parce que vous allez avoir des recours! Cela ne va pas se faire si facilement! Si l'on voulait voir ce dossier atterrir, je crains qu'il eût fallu travailler un peu plus au contact sur le terrain, dans la transparence et l'explication. Cela n'a pas été le cas.
05.05 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, le débat sur les centres fermés pourrait durer des heures. Je sais qu'on n'est pas d'accord. Je sais par contre qu'on peut être d'accord sur certaines choses, par exemple la politique d'alternative à la détention que vous avez testée et mise en place et le fait de mettre la détention comme dernier recours, à condition qu'elle soit vraiment le dernier recours.
Il y a beaucoup de choses à dire sur les centres fermés. Je répète votre chiffre: 41 millions d'euros! Je veux dire qu'on est dans des situations budgétaires qui vont être catastrophiques ces prochaines années. Si on prend la politique globale de l'enfermement en Belgique, à savoir les 217 euros par nuit par personne en plus de la construction des centres fermés,… Tout ce qu'on pourrait faire avec cet argent en termes d'intégration ou de projet de retour mieux réfléchi! Je ne veux pas avoir une vision angélique. Je sais qu'il faut peut-être une combinaison des deux. Mais ce chiffre m'effraie vraiment à chaque fois.
Vous avez commencé à mettre en place des projets de détention ou d'alternative à la détention qui doivent être importants et cohérents. Ce qui m'a inquiété dans le discours du bourgmestre de Charleroi, c'est ce lien entre trafic de stupéfiants et migration. À nouveau, je ne veux pas être angélique. Je ne dis pas qu'il ne peut pas exister. Mais, de la même manière qu'aujourd'hui, à la gare du Midi, on met la responsabilité uniquement sur vous ou que certains acteurs politiques vous pointent du doigt à tort, on doit être cohérent aussi par rapport à la question de Charleroi. Le trafic de drogue ne va pas se régler en ayant uniquement une attention sur ceux qui malheureusement sont exploités pour diffuser de la drogue. Il faut une approche qui, certes, est sécuritaire mais qui est aussi sanitaire. Alors, résumer la question de la drogue à Charleroi à la question des migrants qu'on pourrait expulser avec toutes les voies de recours qui existent, c'est vraiment une vision très réduite de la réalité de Charleroi. Nous ne manquerons pas de suivre ces prochains mois ce dossier qui n'est pas encore abouti.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
06.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, la situation dans l'Est du Congo est catastrophique – et le mot catastrophique est beaucoup trop faible. Les milices du M23 avancent et chassent quotidiennement des centaines de milliers de personnes de leur habitation. On estime que 6,7 millions de Congolais ont été déplacés, fuyant les horreurs de ces groupes rebelles soutenus par le Rwanda. Massacres, violences sexuelles, enrôlement des enfants pour faire la guerre, atrocités, il n'y a plus de limites à ce que le M23 est en train de commettre.
La situation humanitaire à l'Est du Congo, malheureusement trop peu visibilisée, est catastrophique. La ville de Minova, dans le Sud-Kivu en est un exemple. Tout y manque. Il n'y a ni logements de qualité, ni soins médicaux, ni aide psychologique, notamment envers les enfants et les femmes qui ont subi des violences sexuelles; il n'y a plus de vêtements ni d'eau. Selon l'ONG Oxfam, 133 000 personnes réfugiées manquent d'eau aujourd'hui dans la province. Des femmes doivent parcourir parfois 25 kilomètres pour se procurer quelques litres d'eau, s'exposant ainsi quotidiennement à la violence de ces groupes armés. Selon la directrice de l'ONG Oxfam, les besoins dépassent largement les ressources disponibles. Les sites sont surpeuplés, les gens dorment en plein air ou s'entassent dans des hangars, des hôpitaux et des écoles, ce qui rend ces infrastructures par ailleurs inutilisables.
Madame la secrétaire d'État, quel soutien la Belgique – et votre ministère – peut-elle apporter aux millions de réfugiés de l'Est de la République démocratique du Congo? Une politique de visas humanitaires sera-t-elle mise en place pour ces personnes?
La Belgique, qui a une véritable expertise en matière de soutien aux victimes de violences sexuelles, mettra-t-elle en place des choses pour aider les acteurs sur place? C'est à mon avis une question qui peut également être posée à votre collègue ministre de la Coopération au développement. Allons-nous organiser d'éventuels rapatriements de victimes, notamment de violences sexuelles? Les services consulaires en République démocratique du Congo seront-ils renforcés?
06.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, mes services offrent un important soutien à la République démocratique du Congo et aux réfugiés congolais.
Fedasil coordonne le programme de réinstallation grâce auquel les réfugiés qui se trouvent dans des situations difficiles peuvent être réinstallés en Belgique.
À l'automne 2023, 154 réfugiés ont été réinstallés depuis le Rwanda, et 42 autres au cours des premiers mois de l'année. Actuellement, trois autres personnes de ce groupe de cas attendent leur transfert vers la Belgique. Depuis 2013, la Belgique a réinstallé 511 réfugiés congolais vulnérables en provenance de Tanzanie, d'Ouganda, de Zambie, du Burundi et du Rwanda. La Belgique s'est une fois encore engagée à réinstaller 150 réfugiés congolais du Rwanda en 2024. La mission de sélection par le Commissariat général aux réfugiés et aux apatrides (CGRA) est prévue en avril. Comme ailleurs, les Congolais peuvent aussi demander des visas humanitaires.
En toute transparence, j'avoue qu'il n'est pas facile d'organiser une réinstallation alors que l'accueil est en crise, mais nous le faisons.
Je suis d'accord sur le fait que nous devons continuer à surveiller la situation dans l'Est du Congo. C'est également la position du gouvernement belge.
Outre les services d'asile et de migration, d'autres acteurs fédéraux sont aussi actifs selon leurs compétences respectives. Le gouvernement belge mène plusieurs programmes sur des crises oubliées comme celle à l'Est du Congo. Nous apportons également un soutien financier aux ONG belges et locales à cet effet ainsi qu'aux organisations gouvernementales comme le Haut-Commissariat des Nations Unies pour les réfugiés (HCR) et l'Organisation internationale pour les migrations (OIM).
La ministre de la Coopération au développement apporte un soutien aux camps de réfugiés et un soutien psychosocial après des violences sexuelles. Le ministre de la Santé est également responsable du traitement des victimes de violences sexuelles. L'accueil humain dans la région devrait être l'objectif majeur tant de la politique migratoire que de celle de la coopération au développement.
Sur la question relative au fonctionnement de l’ambassade de Belgique et de la section consulaire, je vous invite à vous adresser à la ministre des Affaires étrangères.
06.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Merci, madame la secrétaire d’État. Je suis fier et heureux d’apprendre que la Belgique coordonne le programme de réinstallation; je l’ignorais et je vous remercie pour le travail effectué. Je sais que la présidence du Conseil européen n’est pas l’endroit où tout va se régler, mais la Belgique assure-t-elle cette coordination au niveau européen ou uniquement à l’échelle belge?
Vu l’ampleur de la catastrophe, il faudrait peut-être inscrire ce point à l’ordre du jour d’une réunion, afin de voir si un programme de réinstallation est envisagé au niveau européen. Je pense en effet que la situation est dramatique et que nous allons droit dans le mur pour ce qui concerne la question des violences sexuelles, qui sont utilisées comme arme de guerre dans la région. Nous connaissons les travaux du docteur Mukwege en la matière, et je pense qu’il y a vraiment des mesures à mettre en œuvre à ce niveau-là.
Je suis d’accord avec vous sur le fait que la réinstallation dans le cadre d’une crise de l’accueil est compliquée. Cette crise est d’autant plus compliquée quand certains collègues de cette commission essaient de défendre, dans une logique parfois sous-régionaliste et sous-localiste, l’absence d’installation de tel ou tel centre dans leur commune. C’est une catastrophe pour la réponse collective que nous devons apporter.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
07.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, ma dernière question porte sur des campagnes que le Vlaams Belang et les jeunes N-VA mènent en Afghanistan pour dissuader des personnes afghanes de venir en Belgique.
Sous le nom de "Belgium Info", le Vlaams Belang décourage ainsi les Afghans de migrer vers la Belgique en leur disant qu'ils finiraient à la rue et qu'ils n'atteindraient pas le Royaume-Uni. Comme si la situation des Afghans, notamment des femmes afghanes, n'était apparemment pas dans les encyclopédies de ces partis.
Il est profondément inquiétant que des partis politiques s'arrogent le droit d'aller mener de telles campagnes dans des pays par ailleurs aux mains des talibans sous un nom qui paraît officiel. Ils mènent des campagnes qui tombent dans vos compétences et celles du gouvernement. C'est démocratiquement inacceptable.
Madame la secrétaire d'État, avez-vous eu connaissance de ces campagnes de dissuasion? Avez-vous pris des contacts avec le Vlaams Belang et les jeunes N-VA au sujet de ces campagnes de dissuasion? Ces partis ont-ils eu des contacts directs avec l'Office des étrangers?
Créer une page Facebook qui ressemble fortement à celle d'un État pour délivrer un message politique ne s'apparente-t-il pas à un flou juridique, à une usurpation d'identité? Que pensez-vous de cette question?
Que comptez-vous faire pour vous s'assurer que la politique migratoire belge ne soit pas détournée par des partis politiques à quelques mois des élections pour énerver un électorat qui, malheureusement, a peur de ces questions-là?
07.02 Nicole de Moor, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, j'ai en effet pris note de cette campagne, mais ni moi ni mes services ne sommes en contact avec les parties prenantes. Par ailleurs, je trouve un peu particulier de lancer une campagne de dissuasion dans un pays où la situation est si instable et pour lequel le niveau de protection est relativement élevé.
L'Office des étrangers m'a déjà indiqué que les campagnes d'information via les réseaux sociaux n'étaient pas très efficaces en Afghanistan, étant donné l'accès limité à internet et aux smartphones.
07.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Madame la secrétaire d'État, j'espère que les montants investis dans ces campagnes de dissuasion ne ressemblent pas aux millions que ces partis investissent ici au profit des multinationales, mais c'est un autre débat.
Quoi qu'il en soit, vous avez utilisé le mot "particulier". C'est inquiétant sur le plan démocratique. Des mesures doivent être prises, ne fût-ce que pour contrer les usurpations d'identité sur internet. C'est extrêmement grave pour la démocratie et pour les gens qui habitent là-bas et qui fuient une réalité atroce, mais également pour le débat politique, car celui-ci devra se dérouler sereinement dans les prochains mois au sujet de cette question migratoire.
L'incident est clos.
Het incident
is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 02.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.02 uur.