Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mardi 12 mars 2024 Après-midi ______ |
van Dinsdag 12 maart 2024 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.02 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 02 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01.01 Barbara
Pas (VB): Op
6 april 2020 werd in Damme/Sijsele een opvangcentrum voor asielzoekers
opgericht. De initiële bedoeling is/was dat dit opvangcentrum tegen eind 2023
de deuren zou sluiten. Het Damse gemeentebestuur heeft echter een verlenging
toegestaan tot eind juni/begin juli 2024.
Vermits
deze laatste datum begint te naderen, bent u intussen begonnen aan de afbouw
van de capaciteit van het opvangcentrum voor asielzoekers, zodat het
opvangcentrum tegen eind juni 2024 kan sluiten? Zo neen, zal het opvangcentrum
openblijven na juni 2024? Werd de verlenging intussen goedgekeurd door alle
betrokken actoren? Wanneer zal het
opvangcentrum dan wel sluiten: ligt er al een concrete datum vast?
Hoeveel
asielzoekers kunnen er maximaal verblijven in dit opvangcentrum?
Hoeveel
asielzoekers verbleven er in het opvangcentrum op datum van het beantwoorden
van deze vraag?
Welk
type asielzoeker verblijft voornamelijk in dit centrum? Zijn het (voornamelijk)
alleenstaande mannen, gezinnen en/of niet-begeleide minderjarige vreemdelingen?
01.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, mijn diensten zijn de afgelopen weken bezig geweest met het herplaatsen van de 500 personen in familieverband die tijdelijk opgevangen werden in de Vlaamse jeugdvoorzieningen op een tiental verschillende locaties. Midden februari 2024 werd ook het tijdelijke opvangcentrum in Bredene tijdig gesloten. Nu ligt de focus op het opvangcentrum in Theux. We proberen daar waar we het engagement zijn aangegaan om te sluiten, dat ook tijdig te doen.
De afgelopen maanden is de bezetting in het opvangcentrum van het Rode Kruis in Sijsele gestaag gedaald. Nu verblijft daar nog een kleine 260 personen. Er komen geen nieuwe asielzoekers meer aan. Fedasil stelt dus ook voor Sijsele alles in het werk om de aangegane engagementen te respecteren. Het blijft dus de bedoeling om het opvangcentrum in Damme in juli te sluiten, zoals afgesproken werd met het lokaal bestuur.
01.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik zal het doorgeven aan de West-Vlamingen die zeer bezorgd waren en mij die vraag hebben ingefluisterd.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, sinds enige tijd wordt Brussel opgeschrikt door aanhoudend drugsgeweld. Daarover verklaarde de nieuwe minister van Justitie, de heer Paul Van Tigchelt, zelf in de pers dat de daders, de dealers heel vaak afkomstig zijn uit Marokko en dat hij op 1 november in Marokko was om afspraken in dat verband met de Marokkaanse autoriteiten te maken.
Wij hebben u daarover al vaak ondervraagd en het is bekend dat de onderhandelingen met Marokko niet altijd even gemakkelijk verlopen. Volgens het krantenartikel en de heer Van Tigchelt zouden de afspraken concreet inhouden dat de Marokkaanse drugscriminelen binnenkort teruggestuurd zullen worden.
Was u betrokken bij de onderhandeling over het akkoord? Betreft dat ook een terugnameakkoord voor illegale vreemdelingen, waaraan u al langer werkt met de Marokkaanse autoriteiten?
Indien u betrokken was, kunt u meer duiding geven? Zijn er ondertussen al vreemdelingen of illegalen teruggestuurd op basis van het akkoord?
Indien u niet betrokken was, kunt u een stand van zaken geven met betrekking tot de terugkeer van illegale vreemdelingen naar Marokko?
02.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, sinds mijn aantreden zet ik prioritair in op de relaties met de Marokkaanse autoriteiten. Mijn eerste buitenlandse missie, in juli 2022 – ik was toen een week staatssecretaris –, ging naar Rabat en ik heb sindsdien regelmatig contact met de Marokkaanse ambassadeur in ons land.
Een goede relatie op het vlak van terugkeerbeleid is echter zelden het resultaat van één gesprek, één onderhandeling of één handtekening. Het is het resultaat van verschillende duurzame inspanningen. Zo legden België en Marokko in oktober 2022 nog een gemeenschappelijke verklaring af, waarin de samenwerking inzake migratie centraal stond.
Na enkele moeilijke jaren en veel diplomatieke inspanningen is de terugkeersamenwerking met Marokko inderdaad recent heropgestart en dat is een zeer goede zaak. Ook zonder een nieuw terugnameakkoord is er opnieuw identificatie en worden er weer reisdocumenten afgeleverd. Er werden de voorbije weken 11 personen in onwettig verblijf teruggestuurd naar Marokko. Dat aantal moet uiteraard verder omhoog. We werken daaraan. Ik blijf het dossier nauwgezet opvolgen, samen met de Marokkaanse partners.
Ook in de federale regering blijft meer terugkeer van personen in onwettig verblijf, in het bijzonder personen veroordeeld voor strafrechtelijke feiten in ons land, een prioriteit. Ik werk daarvoor inderdaad nauw samen met de minister van Justitie, Paul Van Tigchelt, en met de minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden. We kaarten dat punt ook steevast aan in onze diplomatieke contacten. Aan elke collega-minister van welk beleidsniveau ook die een bezoek brengt aan Marokko, vraag ik trouwens om daar de terugkeer te bespreken. Een delegatie van Brussels minister-president Vervoort en Brussels staatssecretaris Ans Persoons kaartte zo onlangs ook op mijn vraag de problematiek aan tijdens haar recent bezoek aan Rabat.
Ik blijf ook van oordeel dat we in de toekomst samen met verschillende ministers op missie moeten naar landen in Noord-Afrika, zodat we niet alleen een moeilijke boodschap en een vraag inzake terugkeer kunnen brengen, maar ook meer constructieve elementen in het gesprek kunnen brengen.
02.03 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord en verduidelijking. U zet daar inderdaad prioritair op in sinds uw aantreden, maar heel erg succesvol kunt u dat tot op heden nog altijd niet noemen. U spreekt nu over recent elf personen, maar u vernoemt niet het aantal dat ervoor in aanmerking komt. Ik vermoed dat dat aantal wel wat hoger zal liggen.
Over de samenwerking van 2022, waarnaar u verwees, heb ik u destijds ondervraagd. Ik denk dat u inderdaad niet alleen moet inzetten op missies, maar vooral dat u een stok achter de deur moet hebben. Als geen ander weet u dat de medewerkingsbereidheid niet altijd even groot is bij de Marokkaanse autoriteiten. Daarom stel ik voor om die stok achter de deur er zeker bij te houden.
Ook uw partijgenoten in de Vlaamse regering kunt u bijvoorbeeld aanspreken om een en ander te koppelen aan arbeidsvergunningen, die massaal worden uitgereikt aan Marokkanen. De uitreiking van die vergunningen en aanverwante zaken kunnen gekoppeld worden aan de terugnamebereidheid. Zo zou het toch iets sneller kunnen vooruitgaan.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Barbara
Pas (VB): Om
de verplichte solidariteit binnen het EU-migratiepact te berekenen zal - indien
het EU-migratiepact goedgekeurd wordt - de Commissie geregeld een schatting
maken van hoeveel migranten er het volgende jaar in de EU aankomen, erkend
worden en terugkeren. Op basis daarvan volgt een berekening welke middelen en
spreiding nodig zijn. De spreiding over de lidstaten wordt bepaald door een
verdeelsleutel die rekening houdt met het bbp en het inwoneraantal van de
lidstaten.
Vervolgens
zouden de lidstaten moeten vastleggen hoeveel middelen ze willen uitrekken, en
hoeveel migranten ze via het spreidingsmechanisme willen opvangen. Als dit land
minder gespreide migranten wil opnemen dan de verdeelsleutel voorziet, dan moet
het daar per niet opgevangen asielzoeker 20.000 euro voor betalen. In het
eerste jaar zouden maximaal 30.000 immigranten gespreid kunnen worden, na 4
jaar kan dit oplopen tot 120.000 (de zogenaamde spreidingspool).
U
beweerde meermaals in de media dat dit concreet zou betekenen dat België
hierdoor 20.000 minder asielzoekers zou moeten opvangen (van 31.500 in de
eerste 11 maanden van 2023, naar 11.400). Volgens journalist Kamiel Vermeylen
klopt deze berekening echter niet: u zou de Europese verdeelsleutel (3,2% voor
België) toegepast hebben op het totaal aantal migranten dat naar België zou
zijn gekomen; terwijl de verdeelsleutel alleen van toepassing zou zijn op de
spreidingspool van 30.000 immigranten, en niet daarbuiten. De journalist in
kwestie stelt bijgevolg dat het aandeel asielzoekers dat naar België komt
eenmaal ze voorbij de buitengrenzen geraken, niet gelijk zal zijn aan het
percentage dat ons land met de verdeelsleutel uit de spreidingspool moet
opvangen.
Volgt
u nog steeds het standpunt dat België met het EU-migratiepact wellicht zo'n
20.000 asielzoekers minder zou opvangen; of klopt de stelling van journalist
Kamiel Vermeylen? Kunt u hier meer uitleg over geven?
Volgens
sommigen zou het bovendien hypothetisch mogelijk zijn om de “resterende
11.400" asielzoekers af te kopen. Concreet stelden bepaalde personen dat
indien België per asielzoeker 20.000 euro zou betalen, er een volledige
(tijdelijke) asielstop mogelijk zou zijn. Los van uw visie over de
wenselijkheid hiervan, zou dit mogelijk zijn onder het EU-migratiepact?
03.02 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik zie op de sociale media dat u druk bezig bent. U zit volop in de onderhandelingen, gezien ons Europese voorzitterschap. Het is goed dat u daar volledig op inzet.
Ik heb een aantal vragen over het Europees migratiepact, dat door de Europese Raad werd goedgekeurd. Ik heb begrepen dat er ook een akkoord met het Europees Parlement is. Er vond daar ook een stemming plaats.
Wat is nu de laatste stand van zaken? Welke voorstellen zullen er worden gedaan? Wat kunnen we verwachten?
Ik heb begrepen dat een aantal akkoorden direct in werking zouden treden. Er zou dus niet veel meer moeten gebeuren om dat in Belgische wetgeving om te zetten. Alleen voor de asielprocedurerichtlijn is dat wel het geval, als ik me niet vergis.
Ik heb ook begrepen dat er geen akkoord over de aanpassing van de terugkeerrichtlijn werd bereikt. Dat is nu opzij geschoven. Mogen we daar nog een doorbraak in verwachten of laten we dat zo? De terugkeer is natuurlijk essentieel in de aanpassing van het Europees migratie- en asielcontentieux. Men moet het dan ook over de terugkeer hebben, maar dat is nu niet gebeurd. Waar staan we daarmee op dit moment?
Zult u nog met wetgeving of andere initiatieven naar het Parlement komen, of zal dat eerder voor het najaar zijn?
03.03 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Pas, mijnheer Francken, u had allebei heel wat vragen over het Europees migratiepact. Ik ben blij dat u daarvoor zoveel interesse toont.
Dat pact lanceert een Europees asiel- en migratiesysteem bestaande uit heel wat verschillende juridische en niet-juridische instrumenten die elk een heel specifiek onderdeel van de asiel- en migratieketen behandelen. Al die elementen zijn met elkaar verbonden. Dat heeft verschillende gevolgen. Een eerste gevolg van die complexiteit is dat nog niet iedereen mee is met het nieuwe systeem, wat ik begrijp.
Mevrouw Pas, u verwarde in uw vraag een aantal zaken met elkaar met betrekking tot de cijfers. Ook in de media circuleert er vaak verkeerde informatie, zoals in het artikel in Knack waarnaar u verwijst. Soms heeft de factcheck een factcheck nodig.
U verwijst naar cijfers, maar haalt daarbij de asielprocedureverordening (APR) en de asiel- en migratiebeheerverordening (AMMR) door elkaar. Er is inderdaad een oplopend cijfer in de implementatiefase, van 30.000 naar 120.000, maar dat cijfer komt uit de APR en betreft de capaciteit aan de buitengrenzen voor personen met een lage erkenningsgraad. Het gaat niet over de personen die voor relocatie in aanmerking komen. Dat betekent dat er gradueel steeds meer mensen met een lage erkenningskans in die snelle procedure aan de grens zullen kunnen terechtkomen – tot 120.000 per jaar – wat een goede zaak is.
Wat de relocaties betreft, voorziet de AMMR inderdaad in een spreidingspool. Het aantal personen dat zal worden gereloceerd, wordt jaarlijks bepaald door de lidstaten, op voorstel van de Commissie. Dat aantal is in eerste instantie minimum 30.000 en kan op regelmatige basis worden herzien, zoals in de tekst staat, of op zijn minst om de drie jaar. Met andere woorden, die 30.000 zou in de toekomst hoger of lager kunnen zijn naargelang de noden en de migratiesituatie op dat ogenblik, maar dat is nog niet meteen aan de orde en is zeker geen op voorhand uitgemaakte zaak.
Een tweede gevolg van die grote systeemverandering waar we voor staan, is dat het systeem een dermate grote hervorming invoert dat het moeilijk is om projecties voor de toekomst te maken. U verwijst naar de cijfers die ik zelf heb gegeven. Ik kan enkel zeggen dat, als we kijken naar de cijfers van vandaag, België drie keer meer doet dan zijn eerlijke deel. Dat eerlijke deel, die 3,2 % voor België, is geen cijfer dat we zelf hebben berekend, maar wel een cijfer dat van de Europese Commissie komt. De Europese Commissie houdt voor het eerlijke deel rekening met de grootte en het aantal inwoners van een land. Dat is logisch, want een groot land kan meer doen dan een klein land. Er wordt echter ook rekening gehouden met de welvaart van een land, dus met het bruto nationaal product.
De cijfers inzake de instroom zijn uiteraard niet stabiel. Het zou dus niet juist zijn ze te gebruiken om het toekomstige cijfer te berekenen. We leven in een instabiele regio. We kunnen niet weten hoeveel mensen er in de komende jaren bescherming zullen vragen. Het enige wat we kunnen doen, is een projectie maken op basis van de cijfers van vandaag en daarin zien we dat België nu drie keer zoveel doet dan zijn eerlijke deel van 3,2 %.
Wel weten we dat het migratiepact ons betere instrumenten in handen zal geven om de instroom te beheren. Aan de buitengrenzen, door de combinatie met de externe partnerschappen, zullen we minder asielverzoeken moeten behandelen. We zullen die dus sneller en efficiënter kunnen behandelen, en we zullen ze kunnen koppelen aan een snellere terugkeer voor wie een negatieve beslissing krijgt. Aan de buitengrenzen wordt immers gewerkt met de fictie van non-entry. Die mensen zullen niet toegelaten worden tot het grondgebied.
Het klopt dat secundaire spontane migratiestromen van asielzoekers die doorreizen vanuit een land dat voor hen verantwoordelijk is – bijvoorbeeld het eerste land van aankomst – niet uit te sluiten vallen. Dat is nu eenmaal zo in een ruimte zonder binnengrenzen. Tenzij we ervoor opteren om opnieuw binnengrenscontroles in te voeren, zullen we dat niet kunnen vermijden.
Bij die ruimte zonder binnengrenzen heeft België voor alle duidelijkheid veel baat. Het systeem van het migratiepact bevat wel verschillende elementen die de secundaire migratiestromen in belangrijke mate zullen tegengaan. Zo wordt het bijvoorbeeld via de nieuwe werking van het Eurodac-systeem eenvoudiger om te zien welke asielzoekers effectief doorgereisd zijn. Vervolgens wordt het administratief ook veel eenvoudiger om hen terug te sturen, met kortere termijnen en gemakkelijkere procedures, naar de voor hen verantwoordelijke lidstaat.
Bovendien – ook heel belangrijk voor ons land – zijn er regels bepaald die de opvang kunnen beperken voor mensen die secundair doorreizen naar een ander land. Heel vaak vormt de opvang wel een aantrekkingsfactor, en het feit dat men die opvang kan beperken voor mensen die doorreizen, is wel een enorm belangrijk element. Nu kan dat niet. Vandaag zijn in onze opvangcentra heel veel mensen aanwezig die eigenlijk in een ander Europees land moeten zijn. Het feit dat wij dat aantal zullen kunnen beperken, is een enorm belangrijke factor voor ons land.
Tot slot moet ik meer in algemene zin opmerken dat de nieuwe regelgeving de lidstaten in de mogelijkheid zal stellen een vermindering van hun solidariteitsbijdrage aan te vragen wanneer zij in de voorbije jaren al significante inspanningen geleverd hebben boven hun fair share.
U hebt terecht opgemerkt dat de verplichte solidariteit in de Unie op verschillende wijzen kan worden ingevuld, mevrouw Pas. Elke lidstaat kan inderdaad bepalen op welke wijze hij dat wil doen: via relocatie – wat de belangrijkste solidariteitsbijdrage is –, via een financiële bijdrage, via alternatieve solidariteitsmaatregelen of via een combinatie van die drie elementen.
Dat is op zich niet vreemd. Er zijn immers verschillende uitdagingen, wat maakt dat verschillende steunmaatregelen nodig zijn. We verwachten heel wat van de landen aan de buitengrenzen. Het is dus belangrijk hen daarbij te ondersteunen.
Ik merk enkel op dat, wanneer alle lidstaten zouden kiezen voor een louter financiële bijdrage, er te weinig solidariteit zou overblijven in de relocatie. Daarom hebben de meeste lidstaten rond de tafel, zoals is gebleken uit de onderhandelingen, wel degelijk aangegeven dat zij zullen reloceren of een groot deel zullen reloceren. Iedereen beseft immers dat zonder voldoende relocatie het systeem niet zal werken. Het zijn net de West-Europese bestemmingslanden die er baat bij hebben dat het systeem werkt.
U bent uiteraard niet de eerste die de bedenking maakt. Daarom heeft het pact ook in dergelijke situaties voorzien. Bij tekorten aan toezeggingen voor relocaties treedt een correctiemechanisme in werking, zijnde het mechanisme van de zogenaamde responsibility offsets. Via dergelijke offsets zullen lidstaten kunnen worden verplicht om binnen het kader van de verdeelsleutel verantwoordelijkheid op te nemen voor asielzoekers voor wie een andere lidstaat normalerwijze verantwoordelijk zou zijn.
Mijnheer Francken, u had tot slot ook vragen over de algemene stand van zaken.
De triloogonderhandelingen zijn ondertussen afgerond. De stemming heeft nog niet plaatsgevonden, maar de teksten zijn technisch klaar. Men is op dit moment bezig met de laatste vertalingen. Dat zijn er immers heel wat. Op die manier kan over alles worden gestemd binnen de voorziene tijd, wellicht in april 2024.
In april 2024 zal ook een ministeriële conferentie worden georganiseerd over de implementatie van het pact. Het is immers één zaak om een dergelijk groot akkoord te sluiten, maar daarna moet het ook worden geïmplementeerd. Zoals u zelf aangeeft, treden een aantal instrumenten meteen in werking, zoals de verordeningen. Andere zaken moeten worden omgezet in nationale wetgeving. Nog andere zaken gaan over capaciteitsopbouw, bijvoorbeeld aan de buitengrenzen. We moeten nu vooral het traject bekijken om die capaciteit zo snel mogelijk op te bouwen.
Met betrekking tot de terugkeerrichtlijn zitten alle zaken die we nodig hebben om de terugkeer te regelen, zoals eerst was vastgelegd in de richtlijn, in het migratiepact zelf. Het instrument valt buiten het migratiepact. Voor de terugkeer moeten we vooral kijken naar een ander voorstel om de terugkeerrichtlijn, die in het Europees Parlement geblokkeerd zit, aan te passen aan de huidige realiteit op het terrein.
De voorzitter: Dat was een uitgebreid antwoord.
03.04 Barbara Pas (VB): Ik ben het volledig met u eens dat allerhande media en zeker ook Knack niet altijd alles correct weergeven. Daarom stelde ik ook die vraag aan u om correcte cijfers te krijgen en om een en ander te verduidelijken. Ik ben het ook met u eens dat u de illegale migratie in cijfers niet kan voorspellen. Niets wijst erop dat het huidige zeer hoge niveau zal dalen in de toekomst. Als u zegt dat u dat niet kunt voorspellen, zijn uw uitspraken dat het beperkt zal worden tot 11.400 in België ook wel zeer voorbarig. Men weet immers niet hoe groot de instroom zal zijn.
Ondanks alle correctiemechanismen waarnaar u verwijst, is het voor mij nog steeds niet duidelijk: als landen gebruikmaken van het afkoopmechanisme en niet meedoen aan de spreidingspool, welk effect zal dat dan hebben op de landen die wel een verplichte spreiding extra moeten doen op basis van de correctiemechanismen. U zegt dat de capaciteit van de buitengrenzen beperkt is tot 120.000. Dat is bijna een tiende van wat zich momenteel aanbiedt in Europa. Wat zult u doen met het teveel aan personen volgens de berekening van het migratiepact?
Ik blijf met zeer veel vragen zitten. U zegt dat het een pluspunt is dat men de secundaire migratie zal beperken. Ik hoop dat dat inderdaad een beetje zal werken, maar dat zal het natuurlijk niet oplossen. We hebben vandaag al de Dublinregels die met de voeten getreden worden. Dat is niet evident. De asielzoekers zelf houden daar ook niet altijd rekening mee. Dat zal het niet oplossen.
Het uitgangspunt van het hele migratiepact blijft volledig verkeerd zitten. Men blijft uitgaan van de Europese asielloketten om intercontinentale illegale migratie naar Europa te blijven faciliteren. Men houdt vast aan een compleet mislukt migratiemanagement in plaats van voor opvang in de eigen regio te zorgen. Dat zou de instroom en de animo om als enige oplossing een levensgevaarlijk bootje naar Europa te nemen, wel drastisch verminderen. Helaas zit dat er met dit EU-migratiepact niet in.
03.05 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ten eerste spreekt u over een grondige, ingrijpende systeemverandering, maar die is er niet. De enige echte systeemverandering is het Australische model, waar uw eigen fractie in het Europees Parlement nu plots voorstander van is. Het licht en de wijsheid komen met de jaren. Ik ben zeer tevreden dat de Europese Volkspartij nu ook op die lijn gaat staan. Daar zullen we het dadelijk over hebben.
Ten tweede kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat heel dat plan is uitgeschreven door mensen die in een bijzonder grote, ivoren toren aan het Schumanplein wonen. Hebben wij 120.000 plaatsen in opvangfaciliteiten aan de grens? Ik heb een aantal van die opvangfaciliteiten bezocht op Lesbos, Chios en Lampedusa. Opgeteld komt men daarmee aan 1.000 of 2.000 plaatsen, geen 120.000 plaatsen. Kunt u toelichten hoe u dat juist ziet?
Ten derde is er sprake van een procedure van 12 weken. De asielprocedure duurt nu jaren in die landen, maar u zult ervoor zorgen dat zo'n procedure op 12+12 weken rond zal zijn. Hoe kan dat in godsnaam lukken?
Ten vierde komt ik tot het vasthouden van asielzoekers. Voor gezinnen met kinderen kan dat eventueel, maar voor alleenstaande kinderen sowieso niet. Er moet ook een beschermingsgraad onder 20 % zijn. De grootste instroom komt echter uit landen waar wel heel wat mensen zijn die in het algemeen een hogere beschermingsgraad hebben. Over wie praten we dan exact? Er wordt voorts gezegd dat doorreizen niet meer interessant zal zijn, omdat die mensen geen opvang meer zullen krijgen. Dat is volgens mij niet voor iedereen van toepassing, maar slechts voor bepaalde categorieën.
Ten slotte heb ik een vraag over de afkoopsom. Stel dat België 11.000 of 12.000 asielzoekers moet opnemen en dat we dat kunnen afkopen met 20.000 euro per jaar per asielzoeker. Stel nu dat er een regering is die beslist om dat te doen, omdat België al genoeg gedaan heeft, zelfs drie keer zo veel. U zegt zelf ook dat België dat gedurende decennia heeft gedaan. Ons land is vol, andere Europese landen moeten nu maar eens een duit in het zakje doen, niet alleen landen uit Oost-Europa, maar ook Portugal bijvoorbeeld. Met de rechtse regering die er in Portugal aankomt, zal dat wel een dikke buzz worden, maar laten we zeggen dat ook andere landen eindelijk wat solidariteit moeten tonen. Wat zou er dan volgens u concreet gebeuren? Is dat dan een verhaal van 'er is toch geen ontkomen aan' en dan zullen we er toch nog moeten opvangen? Of is het een verhaal waarbij u zegt dat de anderen er nog meer moeten opvangen? Waar ligt onze soevereiniteit in zo'n beslissing? Kunt u dat nog eens technisch toelichten?
03.06 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, ik zal nog enkele zaken toevoegen. Dit is een heel complex systeem waarover we heel lang hebben onderhandeld. Het is niet evident om met 27 lidstaten op één lijn te komen in een debat dat zo gepolariseerd en moeilijk is als migratie en waarin de belangen van de verschillende lidstaten zover uiteenliggen. Het is ons gelukt en dat dankzij deze complexe regeling.
De 120.000 plaatsen waarvan sprake zijn geen 120.000 plaatsen op hetzelfde moment. Dat is de capaciteit om jaarlijks 120.000 mensen in een grensprocedure te behandelen. Omdat dat kortere procedures zijn, gaat men ervan uit dat een plaats 4 keer per jaar kan worden gebruikt. Het gaat dus om 30.000 mensen die aan de volledige Europese buitengrens worden gehouden. Dat is minder dan het aantal dat wij vandaag in België opvangen. Ik begrijp dus niet dat dan wordt gezegd dat dat totaal onmogelijk is.
Mijnheer Francken, het is inderdaad moeilijk. Er moet enorm veel capaciteit worden opgebouwd aan de grenzen. We moeten die grenzen beter controleren, maar ook in het Australische model waarin u gelooft, zult u de grens moeten controleren. Hoe zult u anders iedereen op een vliegtuig naar Rwanda kunnen zetten? Dat kan toch ook alleen maar door de mensen aan de grens tegen te houden?
Ik begrijp dat het niet gemakkelijk is om niet cynisch te worden wat migratie betreft, maar ik zou u toch aanraden om niet té cynisch te zijn en werkbare oplossingen die vanuit een breed gedragen centrum komen, mee te ondersteunen. Het is niet gemakkelijk, maar dit is een grote stap vooruit in een fundamentele hervorming van ons migratiebeleid. Is er nog meer nodig? Uiteraard, maar daarover zullen we het straks hebben bij uw volgende vraag. Er is nog meer nodig, maar deze hervorming van de interne huishouding van de Europese Unie op het vlak van migratie is wel de paradigmashift die we nodig hebben.
03.07 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we agree to disagree. Wij zijn het daarover niet eens. Het is geen paradigmashift. U hebt onderhandeld en u hebt een aantal goede punten gescoord voor de verbetering van de procedures. Dat is onmiskenbaar zo. Als men een aantal mensen uit onze centra kan weren, omdat ze al asiel hebben aangevraagd, en soms al asiel hebben gekregen in een ander Europees land, dan is dat een win, een onmiskenbare win. Dat is wat ik u zei in de studio van De Zevende Dag. Dat is ook wat ik u zei bij het debat ten gronde en wat ik u vandaag zeg. Een aantal punten betekenen een opluchting voor ons land en brengen eindelijk wat zuurstof in het netwerk van de asielopvang. Dus ja, dat is goed onderhandeld.
Dit is echter geen paradigmashift. Men blijft vasthouden aan het verhaal van de asielaanvraag na een illegale binnenkomst in Europa. De asielloketten in de Europese hoofdsteden blijven open. Het gevolg is dat men heel veel mensen zal moeten teleurstellen na die asielaanvraag. Men zal die moeten proberen terug te sturen. En daar bijten we onze tanden op stuk. Vaak krijgt men die mensen gewoon niet weg. Er is dan een gebrek aan medewerking van henzelf, een gebrek aan medewerking van de diplomatieke posten, een gebrek aan medewerking van de rechterlijke macht, een gebrek aan medewerking, of beter een tegenwerking, van alle mogelijke ngo's en die grote illegalemigratie-industrie, die wordt gevoed en hier ook een politieke arm heeft. Neen, dat is geen systeemverandering.
Mevrouw de staatssecretaris, u bent steeds correct, maar u moet wel correct blijven. U vraagt zich af hoe moeilijk het kan zijn om 30.000 opvangplaatsen te voorzien aan de grens als wij dat in België alleen al doen. Neen, wij hebben in België 700 gesloten opvangplaatsen, geen 30.000. Vasthouden aan de grens gaat men niet in een open centrum doen, want dan blijven ze niet. Een groot deel zal dus toch moeten vastgehouden worden aan die buitengrens. Of hoe ziet u dat?
03.08 Staatssecretaris Nicole de Moor: Ik zeg het opnieuw, het pact voorziet niet dat iedereen in een detentiecentrum moet worden vastgehouden. Het pact voorziet dat iedereen aan de buitengrenzen moet blijven. Heel wat mensen komen vandaag toe op de eilanden.
Ik was in december op Gran Canaria. Daar heeft men die capaciteit vandaag al. Het gaat om opvangcentra waar mensen verblijven. Die mensen worden niet overgebracht naar het vasteland, maar aangezien het om een eiland gaat, hoeft dat niet voor iedereen in een detentiestructuur te zijn. Op Gran Canaria heeft men vandaag al de capaciteit die men nodig heeft om de mechanismen in het pact te realiseren.
03.09 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in Lampedusa zijn er 400 plaatsen, maar in één weekend komen daar soms 2.000 tot 3.000 mensen toe. In Gran Canaria is er maar een keer om de zoveel jaren een probleem, nu is er terug een opstoot vanuit Senegal.
03.10 Staatssecretaris Nicole de Moor: Het gaat om 12.000 mensen op één maand.
03.11 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dat komt overeen met wat ik zeg, u hoeft zich niet op te winden. In Gran Canaria is er nu bijvoorbeeld plots een opstoot, met vertrek vanuit Senegal. Toen ik de bevoegdheid als staatssecretaris droeg, heb ik dat ook meegemaakt. Plots ontstaat er een probleem en dan wordt het ineens terug rustig. Het heeft te maken met onder andere mensensmokkel, met filières en met de goede samenwerking van Interpol en Europol met Senegal.
De grootste problemen doen zich echter voor in het zuiden van Europa, in de buik van de Middellandse Zee, waarbij het gaat om vertrek vanuit Libië en Tunesië naar Lampedusa., Lesbos, Chios en Pantelleria. Daar zitten de grote problemen. In Pantelleria is een opvangcentrum voor 400 personen, maar daar komen soms 2.000 tot 3.000 mensen in één weekend toe. Wat gaat u met al die mensen doen? De bewoners van die eilanden willen dat ook niet meer. U hebt die eilanden bezocht. Ook ik heb met die eilandbewoners en plaatselijke politici, de burgemeesters en gemeenteraden, gesproken. Zij zijn er helemaal klaar mee.
Uw model bevestigt dat de mensen op die eilanden moeten blijven. Per dag worden tien vluchten georganiseerd om mensen van die eilanden weg te halen, om hen naar Sicilië of de voet van Italië te brengen. Tien vluchten! Dat gebeurt trouwens op Europese kosten, Europa betaalt dat factuurtje, wij dus. Als we daarmee stoppen, moeten die mensen dan allemaal op die eilanden blijven? Die burgemeesters zullen dat leuk vinden. Ik denk niet dat dat zal gebeuren; dat is niet echt realistisch.
03.12 Barbara Pas (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ter conclusie, u zegt terecht dat een paradigmashift nodig is, maar het EU-migratiepact brengt die absoluut niet. De benodigde paradigmashift moet inhouden dat geen enkele illegale binnenkomst in Europa mag leiden tot een verblijfsrecht. Dat is de dringend te nemen paradigmashift in de Europese Unie.
Een tweede punt, dat in de hele discussie over het pact vandaag nog niet ter sprake is gekomen, is dat het terugkeerluik daarin volledig ontbreekt. Ik hoor u graag zeggen dat er een breed gedragen centrum is voor het EU-migratiepact met al haar spreidingspoolen. Welnu, ik kan het kort houden door te zeggen dat ik heel benieuwd ben hoe breed gedragen dat centrum nog zal zijn op 9 juni.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
04.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, Boem Paukenslag, ik wist niet wat ik vorige week las. Er is een heuglijk nieuws, want de christendemocratie in Europa, de grote leiders van de Europese Unie, de founding fathers van de Europese Unie, hebben het licht gezien. De EVP, de Europese Volkspartij, belooft aan de 550 miljoen kiezers in de Europese Unie een Australisch model, mevrouw de staatssecretaris. Het wordt niet zo genoemd, maar het komt op hetzelfde neer. We gaan de asielprocedure externaliseren buiten de Europese Unie en we gaan de Europese asielloketten sluiten.
Dat is fantastisch. Ik pleit daar al jaren voor. Ik probeer al de hele tijd het Europees leiderschap ervan te overtuigen dat het nodig is om een echte paradigmashift te realiseren, om echt voor een fundamentele verandering te gaan met een sluiting van onze asielgrens.
Het probleem van vluchtelingen, van mensen op de vlucht, is een verschrikkelijk probleem. Niemand vlucht voor zijn plezier. Dat weiger ik te geloven. Daarvoor heb ik met te veel met vluchtelingen gesproken.
We gaan dat probleem oplossen door die mensen ten eerste op te vangen in de regio en ten tweede buiten de Europese Unie toegang tot de asielprocedure te geven. We gaan dus niet meer de mensensmokkel stimuleren. We gaan eindelijk stoppen om van de Middellandse Zee het grootste kerkhof van de wereld te maken. We gaan eindelijk naar een fundamentele oplossing, mevrouw de staatssecretaris.
Ik heb daarover twee boeken geschreven. Uw antwoord was altijd dat ik het slachtoffer van chantage zou worden, want ik zou me laten chanteren door dictators en autocraten in Noord-Afrika en de Arabische wereld. Mijn antwoord was dat dit te vermijden was, dat het risico altijd bestaat dat een deal mislukt, maar dat u laat zich chanteren door de ngo’s hier en de rechterlijke macht in sommige gevallen. U laat zich chanteren door al die landen op het vlak van het terugkeerbeleid. U laat zich ook chanteren door de opengrenzenindustrie die er ondertussen is ontstaan, waarvan er een politieke arm in ons Parlement aanwezig is.
Ik was dus heel verheugd, mevrouw de staatssecretaris. Uw partij heeft voor dat programma gestemd. Ik weet niet of u daarbij aanwezig was. Het was in Oost-Europa. U was daar misschien niet, maar Wouter Beke was daar aanwezig en ook andere mensen van uw partij.
Mevrouw de staatssecretaris, ben ik juist geïnformeerd of heb ik het mis? Wat is het gevolg daarvan voor uw beleid?
04.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, sta mij toe uw vraag een beetje voorspelbaar te vinden, u vindt dat misschien ook van mijn antwoord dat u al zou moeten kennen, want we hebben het er al meermaals over gehad in dit Parlement. Het zijn altijd boeiende discussies, maar we blijven allebei steeds bij ons standpunt.
Mijnheer Francken, voor cd&v en ook de EVP is de prioriteit duidelijk: we moeten opnieuw meer controle krijgen over migratie. Daarvoor zijn hervormingen nodig. Het Europees migratiepact waarover we na jaren discussie eindelijk een akkoord hebben gevonden, gekoppeld aan akkoorden met derde landen, de zogenaamde externe dimensie, is de manier om dat doel te bereiken. De tekst van het verkiezingsmanifest van de EVP is op dat vlak ook duidelijk.
Aangezien u een bijzondere belangstelling
toont voor het verkiezingsprogramma van de Europese Volkspartij, zal ik daar
even uit citeren: ʺAs EPP, we are determined to guarantee
control over migration and we do so in accordance with international law and in
respect of fundamental rights. The guiding principles
of our migration policy are humanity and order. We seek a halt to uncontrolled
migration so that Europe’s capacity to integrate is not overwhelmed. European
Member States, not smugglers, must decide who enters Europe. First important
steps have been made by the expansion of Frontex to 10.000 staff in recent
years, the financing of an electronic and physical infrastructure to protect
the EU’s external borders, the new Migration and Asylum Pact at the end of 2023
and the closer cooperation with third countries, as is the case with Tunisia.ʺ
Mijnheer
Francken, dat historische akkoord en de implementatie ervan vormen dus
duidelijk de kern van dat EVP-programma. Daarnaast spreekt de tekst inderdaad
ook van andere pistes om meer controle te krijgen op migratie, zoals het
concept van een veilig derde land. Dat concept is echter niet nieuw en wordt
eigenlijk nu al toegepast. Het is, bijvoorbeeld, op dat concept dat de
Turkije-deal waarvan Merkel de architect was, is gebaseerd. Ik sta daar achter.
Los van dat
concept van veilig derde land zeg ik al lang dat we partnerschappen nodig
hebben met de landen rondom de Europese Unie om de migratiestromen onder
controle te krijgen. Die deal met Turkije in 2016 was de bepalende factor om de
vluchtelingencrisis van toen onder controle te krijgen. Vorig jaar sloot de
Europese Unie een partnerschap met Tunesië. Ik heb toen heel veel kritiek
gekregen omdat ik dat akkoord steunde. Nu een dik half jaar verder zien we dat
die samenwerking begint te lopen. Er stappen minder mensen in Tunesië op een
bootje naar Europa en, nog veel belangrijker, er keren meer mensen vanuit Tunesië
terug naar de Afrikaanse landen van herkomst.
Voor mensen die geen nood hebben aan bescherming is die re-integratie in hun herkomstland de enige juiste oplossing als het alternatief is om in een bootje te stappen en geen asiel te krijgen in Europa. Op die weg moeten we dus verdergaan.
Mijnheer Francken, u vroeg of ik vorige week aanwezig was in Boekarest. Ik was daar niet, want ik was vorige week samen met Europees commissaris Johansson in Mauritanië om opnieuw een partnerschap te sluiten met een belangrijk transitland. Binnenkort zal de Europese Unie nog een partnerschap afsluiten met Egypte, een ander belangrijk transit- en herkomstland aan onze buitengrenzen.
Die partnerschappen gaan over meer dan migratie alleen. Voor Mauritanië bevat het akkoord bijvoorbeeld ook sociaal-economische investeringen in werkgelegenheid, opleidingen en microkredieten om mensen daar toekomstkansen te geven. Er is ook een pijler over de bescherming van vluchtelingen, want ook al zijn de mensen die aan de kust van Mauritanië in een bootje stappen naar de Canarische eilanden geen vluchtelingen – het zijn immers vaak economische migranten uit Senegal en Gambia – er zijn aan de andere kant van dat land wel heel wat vluchtelingen. Er zitten immers veel Malinezen aan de grens met Mali. Dat is de opvang in de regio waarover mevrouw Pas het zonet had. Als we ervoor willen zorgen dat de opvang in de regio, die vandaag al een realiteit is, fatsoenlijk gebeurt, vergt dat ook inspanningen en humanitaire hulp. Daarnaast worden in dat akkoord maatregelen gepland om illegale migratie tegen te gaan, smokkelnetwerken aan te pakken en het grensbeheer te versterken. Dat zijn allemaal pijlers van een allesomvattende aanpak om migratie te beheren.
Wat er niet in deze partnerschappen zit, mijnheer Francken – en waarin ik absoluut niet geloof en ik blijf daarbij – is het uitbesteden van onze asielprocedure en onze beslissingen aan derde landen zoals Rwanda. Dat werkt immers gewoon niet. Naast Rwanda is er immers ook nog geen enkel land bereid gevonden om mee te stappen in zo'n verhaal. Het Verenigd Koninkrijk dat zo'n deal sloot met Rwanda heeft het land al honderden miljoenen euro's betaald, maar tot vandaag zijn er welgeteld nul asielzoekers naar daar gestuurd.
Mijnheer Francken, ik zal nooit de grenzen sluiten voor mensen die vluchten voor oorlog en vervolging. Zowel voor de EVP, als voor cd&v, als voor mezelf is het dus duidelijk: we moeten meer controle krijgen op migratie. Dat doen we echter in de eerste plaats door de implementatie van het akkoord dat we nu eindelijk na al die jaren onderhandelen hebben bereikt. Daar moet onze aandacht prioritair naartoe gaan, maar dat betekent niet dat we niet mogen nadenken over andere zaken. Laten we ons echter nu vooral werk maken van wat we beslist hebben: onze buitengrenzen versterken, snelle grensprocedures om te bepalen wie kans maakt op asiel en wie niet, een beter terugkeerbeleid voor wie niet kan blijven en verplichte solidariteit onder de lidstaten zodat landen als België niet langer meer dan hun deel moeten doen. Daar zal ik de komende periode mijn schouders onder zetten.
04.03 Theo Francken (N-VA): Ik zal niet in het Engels spreken, want dan eindigen we weer bij de the drop in the emmer. Mijn emmer is echter al redelijk vol. U hebt zeer veel gezegd, mevrouw de staatssecretaris, maar het meest interessante hebt u niet vermeld. U hebt alleen gezegd dat er nog andere pistes zijn die bewandeld moeten worden. Daar gaat het net over. Uiteraard verdedigt de EVP het Europees migratiepact. De EVP is de sterkste formatie in Europa en zij heeft het migratiepact zelf ontwikkeld. Dat is allemaal fijn en wel, maar het valt af te wachten of dat in de praktijk zal werken. Ik blijf erg sceptisch: eerst zien en dan geloven.
Wat dat Australisch model betreft, staat wel degelijk in uw programma dat de regering de externalisering van de asielprocedure, volgens het concept van het veilige derde land, wil onderzoeken. Dat zou, mijns inziens, wel Rwanda kunnen zijn, hoewel u zegt dat dat ondenkbaar is.
De deal tussen Italië en Albanië wordt volgens mij onmogelijk gemaakt door het Europees migratiepact. Ik ga binnenkort naar Albanië en ik zal daarover met de Albanese president spreken. Het concept van veilige derde land, zoals het door Italië wordt toegepast met Albanië, wordt volgens mijn lezing van het Europees migratiepact problematisch. U zegt dat dat niet het geval is. We zullen we het nog eens bekijken.
Alleszins is de enige mogelijke oplossing de externalisering. Professoren als Dirk Van Hulle en Steven Van Hecke hadden steeds veel kritiek op mijn beleid, maar nu zeggen zij dat die externalisering niet erg veel verschilt van de huidige manier van werken. Of die mensen nu in de Europese Unie of buiten de grenzen van de EU hun asielaanvraag indienen, is volgens hen hetzelfde. Het was ongelofelijk dat te lezen. Zij hebben steeds gezegd dat asielzoekers binnengehaald moesten worden en volledig onder het Europees migratiecontentieux en het EVRM moesten ressorteren. Die verplichting om al die asielzoekers per boot binnen te halen, is sinds 2011 het grote probleem. Dat is compleet crazy. Nu zeggen ze plots dat dit niet zoveel uitmaakt en dat die asielaanvragen ook in Afrika zouden kunnen gebeuren. Door hun verklaringen begint alles echter te veranderen. Ik ben verwachtingsvol voor de toekomst en hopelijk kan de emmer dan leeggegoten worden, want de emmer in dit land is volledig vol. Over enkele weken zullen we dat waarschijnlijk weer zeer hard merken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05.01 Theo Francken (N-VA): U hebt met heel veel show aangekondigd dat u met een migratiewetboek zou komen. U hebt daarvoor de hele administratie, de top van het Belgische migratieverhaal, voor uw kar gespannen. U hebt een persconferentie gegeven. Zo wist iedereen dat uw migratiewetboek klaar was. U had aldus gedaan waar niemand in slaagde. U had paden bewandeld die niemand ooit bewandeld had. Het leek wel een aflevering van Star Wars.
Nu zijn we er, we zitten in het Parlement en elke dag kijk ik in mijn locker of het migratiewetboek van meer dan 1.000 bladzijden er ligt, zodat ik dat kan bekijken en bestuderen. Dat zou echt interessant worden, maar elke dag is er ontgoocheling. We zijn meer dan een maand verder en dat migratiewetboek is nog altijd niet toegekomen bij de Kamerdiensten. U hebt echter bijna geen tijd meer, want we hebben nog maar vijf plenaire vergaderingen. Daarna gaat het hier dicht en trekken we naar de kiezer.
Ik lees verschillende dingen. Ik lees ook heel grove beschuldigingen van groene ideologisch-dogmatische opengrenzenfanatici over het mensonterend voorstel dat u denkt te moeten doen. Het migratiewetboek en de voorstellen van mevrouw de Moor zouden doen denken aan de donkerste tijden in de geschiedenis. Dat zou ik mij niet laten zeggen. Ik, en daarmee ook veel mensen hier in het Parlement en in heel het land, vraag me evenwel af waar uw migratiewetboek is.
05.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, het zit u duidelijk nog hoog dat we erin zijn geslaagd om het migratiewetboek te schrijven. Ik treed u bij dat het een immense opdracht was om dat te doen. Ik weet dat u, net als velen, dat niet meer had verwacht, maar onze juristen en experten hebben die klus in drie jaar geklaard, wat een bijna onmogelijke opdracht was, aangezien hun voorgangers, die de wet van 1980 hebben geschreven, daar tien jaar over hebben gedaan. Ik ben dus nog altijd ontzettend fier dat onze experten daarin zijn geslaagd.
Zoals u weet, heb ik het volledige wetboek in januari op de regeringstafel gelegd voor bespreking. Er hadden toen al heel wat interkabinettenwerkgroepen plaatsgevonden, telkens over afzonderlijke delen, maar het was nodig om het wetboek in zijn geheel af te werken en dat is gebeurd. Er zijn dus bergen werk verzet door de diensten en door de expertencommissie om tot dit resultaat te komen. Er liggen 2.000 pagina's wetgevend werk op tafel. Hieraan zijn grondig studiewerk en analyses voorafgegaan, in samenwerking met heel wat stakeholders. Uiteraard hadden we enige tijd nodig om dat werk te schrijven en konden we dat niet nog eerder afwerken.
De besprekingen over het wetboek in de regering zijn nog steeds lopende. Ik weet dat u elke dag uw mailbox checkt, maar u weet natuurlijk ook heel goed hoe het proces om wetgevend werk tot stand te brengen in een regering werkt. Eerst moet men tot een akkoord komen binnen de regering. Dat betekent inderdaad dat we allemaal over onze eigen schaduw moeten springen en dat we moed moeten tonen om over gevoelige onderwerpen te spreken. Iedereen is het erover eens dat er een nieuw wetboek nodig is. Dat komt ten goede aan het beheer van de migratie in ons land, aan de vreemdelingen zelf, aan de betrokken administraties en aan de samenleving. Er zijn te veel koterijen in de wet van 1980. Het vreemdelingenrecht is een expertenmaterie geworden. Door de complexiteit van alle regels is het heel moeilijk om migratie op een correcte manier te beheren.
Het is dus tijd voor een helder wetboek met duidelijke regels, maar dat betekent inderdaad ook, mijnheer Francken, dat men uit de ideologische loopgraven moet komen om hierover een akkoord te bereiken. U verwijst naar een aantal commentaren die ik heb gekregen en die mij inderdaad zwaar vallen. Het is niet fijn dat men mij verwijt dat ik mij bezighoud met praktijken van duistere regimes. Dat toont aan hoe gepolariseerd het migratiedebat is. Ik heb echter ook tien jaar lang gehoord dat het nooit zou lukken om in Europa een akkoord te bereiken. Op dat niveau is het gelukt, dus het moet volgens mij mogelijk zijn om ook in België tot een akkoord te komen en het nieuwe migratiewetboek voor te leggen aan de Raad van State. Dat moet lukken, indien iedereen van goede wil is.
Ik kan u meegeven dat op dit eigenste moment een laatste interkabinettenwerkgroep bezig is met het overlopen van de uitstaande knelpunten. Ik heb aan de eerste minister gevraagd het migratiewetboek en de knelpunten zo snel mogelijk te bespreken, ook in de kern. Ik hoop dat die bespreking deze week kan gebeuren. Ik hoop van harte dat het niet het geval zal zijn, maar indien we een lange periode van lopende zaken tegemoet gaan, kunnen we die tijd gebruiken om verder aan de slag te gaan met de opmerkingen van de Raad van State.
Zoals ook het Strafwetboek ooit werd voorbereid tijdens de vorige legislatuur en nu is goedgekeurd, kan het migratiewetboek tijdens de volgende legislatuur worden goedgekeurd. Daartoe hebben we echter nu eerst een akkoord nodig binnen de regering om het wetboek bij de Raad van State te krijgen.
Na vele jaren werk ligt het werkstuk eindelijk daar. We moeten er verder mee aan de slag. Er is geen tijd te verliezen. Ik roep iedereen dus op om de ideologische loopgraven te verlaten en de moed te hebben over het migratiewetboek te spreken.
05.03 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u roept iedereen op. Niemand die hier in de zaal aanwezig is, heeft echter uw migratiewetboek al mogen zien. Ik weet dus niet tegen wie u spreekt. Ik heb het nog niet gezien, mevrouw Daems van de communisten evenmin. Commissievoorzitter Depoortere van het Vlaams Belang heeft het ook nog niet gezien. U roept ons dus op om iets te doen, maar wij zijn niet betrokken. U weigert immers ons de teksten te bezorgen. De pers mag ze zien. Iedereen mag ze zien, maar het Parlement mag niks zien.
Mevrouw de staatssecretaris, we zullen zorgen dat we deel uitmaken van een regering. Indien u ons niet opnieuw een dolk in de rug steekt, zullen we zien waar we met het migratiewetboek eindigen. Laat eerst de kiezer zich maar eens uitspreken. U en uw diensten zijn erin geslaagd het migratiewetboek klaar te krijgen. Dat is een verdienste. Niks in dit land is echter iets, zolang het hier in het Parlement niet is goedgekeurd. Het zijn allemaal heel interessante denkoefeningen. Het is juridisch denkwerk, ongelooflijke arbeid en noest werk van vele experten. Het is echter hier dat het gebeurt.
Het migratiewetboek werd beloofd, maar het zal niet worden goedgekeurd. Dat hebt u nu toegegeven. U hebt het immers over de komende periode van lopende zaken. Indien het vrijdag wordt afgeklopt en doorgestuurd naar de Raad van State, duurt het nog dertig à veertig dagen. De legislatuur is dan al afgelopen. U krijgt het dus niet meer rond. U bent veel te laat met uw migratiewetboek. Ook tijdens de huidige legislatuur komt er dus geen migratiewetboek.
Cd&v had drie zaken beloofd: het migratiewetboek, een fiscale hervorming en communautaire stappen. Geen enkele van die drie punten hebt u binnengehaald. U hebt wel plannen op papier, maar u hebt geen politiek akkoord. U hebt dus niks. Er is veel praat, maar nul daad. Dat is eigenlijk wat cd&v in de jongste jaren gedaan heeft. U mag heel trots dat u in de regering zetelt. U bent dat ook, dat zie ik. Maar wat koopt u daarmee? Niet veel.
We zullen zien waar het naartoe gaat. Uw migratiewetboek zou ik heel graag bestuderen om dan te bekijken wat onze positie daartegenover is.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
06.01 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, uw diensten, Fedasil, de overheid en de DVZ zijn ondertussen al duizenden keren veroordeeld voor het niet bieden van opvang aan mensen die in dit land asiel aanvragen. Daarvoor zijn al miljoenen euro’s aan dwangsommen virtueel uitgeschreven. Er zijn ook al dwangsommen geïnd. Recent hadden we het verhaal waarbij het collectief der communisten, de juridisch gewapende arm van de opengrenzenindustrie, ook 1,3 miljoen euro zou eisen om de druk op te voeren. Hoe staat het daarmee?
De asielpraktijk van de afgelopen jaren is alleszins een complete chaos. Ook Melissa Depraetere en Nadia Naji hebben in De Zevende Dag duidelijk gezegd dat uw beleid totale chaos en een mislukking is. Het is bijzonder pijnlijk te moeten vaststellen dat niet alleen de oppositie dat zegt, maar ook de partijen van uw eigen meerderheid. Ik heb al een aantal debatten gevoerd en er is eigenlijk niemand meer die uw beleid nog verdedigt, behalve de heer Mahdi. Hij verdedigt uw beleid nog, hij kan natuurlijk moeilijk anders. Hij heeft u immers benoemd, u was zijn kabinetschef. De heer Geens, een christendemocraat in hart en nieren, verdedigt u uiteraard ook door dik en dun. Verder is er niemand. Bij studenten- en scholierendebatten in Leuven was er van de zeven aanwezige partijen geen enkele partij die u verdedigt. U staat helemaal alleen. Cd&v is de enige die uw beleid nog verdedigt. Al de rest laat u gewoon vallen als een baksteen.
Mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag is wat de stand van zaken is in het kader van de veroordelingen. Hoe vaak is België al veroordeeld door een Brusselse arbeidsrechtbank of andere instanties? Hoe vaak door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg? Hoe vaak zijn er dwangsommen uitgesproken? Hoeveel bedragen die dwangsommen? Hoeveel is er effectief al geïnd? Hoeveel is er in beslag genomen? Dat is immers ook gebeurd. Uw koffiezetapparaat en dat van de eerste minister zijn al in beslag genomen. Hebt u al een ander apparaat? Wat is nu juist de stand van zaken van al die procedureslagen die u en uw administratie moeten uitvechten?
06.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Francken, sinds 24 januari 2022 werden er 9.078 veroordelingen inzake de niet-toekenning van een opvangplaats betekend aan Fedasil. Op 7 maart bedroeg de theoretische totaalsom van de dwangsommen die te betalen zijn in het kader van individuele veroordelingen 26.439.900 euro. Er werden tot op heden geen dwangsommen betaald.
06.03 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we hebben dus de symbolische kaap van 9.000 veroordelingen gerond. U zei me dat ik niet te cynisch mocht zijn, maar ik wil u toch proficiat wensen. Niemand is namelijk 9.000 keer veroordeeld in één legislatuur. Het was dan nog een korte legislatuur, want we hebben ons een paar honderd dagen beziggehouden met de regeringsformatie. Het is interessant dat u op twee jaar tijd 9.000 keer veroordeeld bent.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07.01 Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik ben geen vast lid van deze commissie. Gelukkig komen wij elkaar wel meermaals tegen in het Waasland dat ons bekend is. De hoofdstad van het Waasland, Sint-Niklaas, organiseert sinds 2015 buitenproportioneel veel opvang. We hebben het vast asielcentrum in de Kasteelstraat. Er is ook het tijdelijke – ik leg de klemtoon op het woord tijdelijke – noodcentrum in Westakkers, de voormalige legersite.
Dat centrum werd opgericht door een van uw voorgangers om iets te doen aan de acute asielcrisis. Sint-Niklaas sloot zich aan bij dat verhaal om tijdelijk buitenproportioneel meer te doen. Die tijdelijkheid heeft echt wel zijn beperkingen en daaraan moet een einde komen. Er werd u al meermaals gevraagd om een punt te zetten achter dat tijdelijk asielcentrum. Het gaat niet over het permanente asielcentrum in de Kasteelstraat, want Sint-Niklaas moet wel zijn deel doen, maar niet buitenproportioneel. Het stadsbestuur heeft al heel sterk op de sluiting aangedrongen, en ik wil dat vandaag toch nog eens doen in deze commissie.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot uw afbouwscenario? Uw voorganger, de heer Sammy Mahdi, zei in 2021 dat binnen afzienbare tijd – het woord 'onverwijld' was misschien beter geweest – werk zou worden gemaakt van dat afbouwscenario. We zijn nu vier jaar later en er is bij mijn weten nog steeds geen voortgang.
Met welke instanties, overheden, andere betrokken partijen, het Rode Kruis, hebt u intussen werk gemaakt van een afbouwscenario?
Bent u het eens met het stadsbestuur dat er een grote druk uitgaat van dat asielcentrum op de woningmarkt, op het onderwijs en op de politie die geconfronteerd wordt met een aantal nevenaspecten? Bent u het ermee eens dat dit een druk legt op de lokale samenleving?
Wat is de stand van zaken van de gesprekken die u de voorbije maanden gevoerd hebt met het stadsbestuur?
Bent u het er nog steeds mee eens dat dit tijdelijk asielcentrum moet gesloten worden?
07.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mijnheer Buysrogge, ik was aanvankelijk wat verbaasd over enkele van de vragen die u stelt, aangezien we de afgelopen maanden verschillende gespreken hebben gevoerd met het lokaal bestuur in Sint-Niklaas, waarbij u telkens aanwezig was. Ik ben daarbij telkens heel transparant geweest over de uitdagingen waarvoor we vandaag staan. Weliswaar begrijp ik dat u ook publiek een aantal vragen wil stellen, dus zal ik u antwoorden.
U verwijst naar de situatie in mei 2021. In die maand waren er 1.634 asielaanvragen, maar dat aantal per maand is sindsdien fors gestegen. De context in België en Europa is sterk gewijzigd sinds 2021. Dat betekent, zoals u weet, dat ik op dit moment geen concrete einddatum in het vooruitzicht kan stellen. Alle opvangplaatsen, collectieve zowel als individuele, zijn vandaag hard nodig, vooral om te vermijden dat families op straat komen te staan, wat mijn grootste bekommernis is. Het is vandaag nog altijd heel moeilijk, maar ik wil absoluut geen families met kinderen op straat zien. Daarvoor spannen we ons in.
Ik kan alleen herhalen – hierover ben ik het met u eens – dat Westakkers voor mij een niet-structureel en dus tijdelijk opvangcentrum blijft, ook gelet op de plannen die de politie daar heeft. Op dit moment verblijven zowat 440 personen in Westakkers.
Ik ben het met u eens dat de verblijfstermijn in de opvang in het algemeen verkort moet worden, door kortere procedures, meer beslissingen en vooral ook minder aankomsten in ons land.
Een opvangstructuur vraagt altijd een inspanning van een lokaal bestuur. Dat geldt voor de 107 opvangcentra en voor alle kleine en grote steden en gemeenten die vandaag een klein of groter opvangcentrum op hun grondgebied hebben. Daarvoor willen we ook een betere financiële omkadering aanbieden aan de lokale besturen.
Ik ben het ook met u eens dat de woningmarkt vandaag een wezenlijk probleem is. Voor Belgen, voor Oekraïense vluchtelingen en voor andere erkende vluchtelingen staat de woningmarkt enorm onder druk. Dat weegt op steden en gemeenten, zeker in een stad als Sint-Niklaas.
U verwees ook naar enkele incidenten die hebben plaatsgevonden in Sint-Niklaas, zoals dat helaas soms ook het geval is in andere opvangcentra. Langdurig in een collectiviteit leven, creëert wel eens spanningen, maar ik heb altijd heel duidelijk gesteld dat we geweld en incidenten nooit tolereren. Wie in een opvangcentrum verblijft, moet zich gedragen, punt.
Mijn diensten maken dus ook gebruik van alle wettelijke mogelijkheden die ze hebben bij incidenten. Er kan worden beslist om asielzoekers te verplaatsen of uit te sluiten uit het opvangnetwerk. Dat is wel degelijk gebeurd naar aanleiding van de incidenten. We werken in Sint-Niklaas goed samen met de lokale politie en het lokaal bestuur om daar te doen wat nodig is. De samenwerking of het samenleven tussen het opvangcentrum en de politie op het terrein in Westakkers verloopt trouwens goed, zoals dat ook het geval is tussen opvangcentra en Defensie, daar waar we een terrein delen met Defensie. Op verschillende sites in Vlaanderen en Wallonië is dat zo.
Ik ben het er helemaal mee eens dat een opvangcentrum druk legt op een stad en soms op het samenleven en de woningmarkt. Ik ben het er ook mee eens dat Westakkers een tijdelijk centrum is dat op een bepaald moment moet worden stopgezet. Ik kan u daar vandaag alleen geen datum voor geven. We doen er namelijk alles aan om de instroom in ons land onder controle te krijgen, ook met het Europees migratiepact. Uiteindelijk is dat wat wat het meeste soelaas zal moeten bieden.
07.03 Peter Buysrogge (N-VA): Ik kan bevestigen dat er een constructieve dialoog is, zoals de indruk gewekt kan worden dat wat we hier vandaag bespreken heel constructief verloopt. Wanneer ik iets zeg, antwoordt u dat ik gelijk heb en dat het inderdaad tijdelijk is, dat u zich bewust bent van de problematiek. Dat heeft echter zijn beperkingen. Ieder zijn deel is niks te veel. Sint-Niklaas doet de laatste jaren buitenproportioneel veel inspanningen om een oplossing te bieden voor de asielcrisis. U zegt nu dat u zich daarvan bewust bent en dat u in goede dialoog bent, maar u biedt geen vooruitzichten.
Welk perspectief is er voor Sint-Niklaas? U zegt wel dat het tijdelijk is, maar alles is tijdelijk in het leven. Er is maar een ding dat zeker is in ons leven, namelijk dat we doodgaan. In die zin ben ik echt wel teleurgesteld in uw antwoord. U gaat geen enkel concreet engagement aan. Sint-Niklaas, uw eigen regio, doet te veel inspanningen. Dat weegt te veel op de samenleving. U kunt niet alleen zeggen dat u zich daarvan bewust bent. U moet er iets aan doen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
08.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mevrouw de staatssecretaris, we krijgen berichten van het terrein, van de opvangcentra van Fedasil. Die berichten zijn zeer verontrustend. Het personeel valt uit door stress, burn-out en langdurige ziekte. Die uitval verhoogt dan weer de werkdruk voor het resterende personeel en zo blijft de bal maar rollen.
In een bepaald centrum is bijna de hele medische dienst uitgevallen vanwege de langdurig hoge werkdruk. Er zijn geen verpleegkundigen meer en de dienst wordt verzekerd door een deeltijds administratief medewerker en een halftijdse arts, dit voor een grote groep van zeer kwetsbare mensen. Dat zorgt voor gevaarlijke situaties waarin het personeel medische inschattingen moet maken zonder kennis van zaken. Dat is onacceptabel. Ze werken met een zeer kwetsbare doelgroep, gezinnen met kinderen, alleenstaanden en niet-begeleide minderjarigen die medische opvolging nodig hebben. Bovendien hebben zij zelf geen inkomsten om medische hulp in te roepen. De opvang van mensen op de vlucht moet in optimale en veilige omstandigheden gebeuren, zowel voor de bewoners als het personeel. Ook zij moeten de juiste omkadering en ondersteuning krijgen.
Er werd al melding gemaakt van die situatie bij de vakbonden. Er is duidelijk iets structureels aan de hand. Ook uit andere centra krijgen we gelijkaardige signalen. Algemeen stel ik me dan ook de vraag of de kaders voor het personeel niet te krap zijn voor de werkdruk in de centra. Tot slot weegt dat ook zwaar op de personeelsleden van Fedasil, wetende dat er meer dan 3.000 vluchtelingen op straat staan aangezien er voor hen geen plaats is in het opvangnetwerk. Ik vernam daarnet dat de kaap van 9.000 veroordelingen is overschreden. De opdracht van Fedasil is in bed, bad en brood te voorzien. Dat niet kunnen waarmaken, heeft ook een psychologische impact op de personeelsleden.
Ik diende een tijd geleden ook al een schriftelijke vraag in over dezelfde problemen. Bent u daarvan op de hoogte? Wat is uw plan van aanpak om het personeel van de opvangcentra van Fedasil bij te staan? Wat zult u snel en concreet ondernemen om ervoor te zorgen dat de medische zorg voor de bewoners niet in het gedrang komt? Zijn de voorziene kaders voor het personeel ruim genoeg? Zijn er plannen om op basis van de huidige situatie aanpassingen te doen, opdat het personeel terug naar behoren en met een lagere werkdruk aan de slag kan?
Kunt u mij zo snel mogelijk de cijfergegevens bezorgen waarnaar ik vroeg in mijn schriftelijke vraag? Het gaat over het aantal afwezigen door ziekte per gewest, per provincie en per centrum. Ik krijg ook graag een opdeling volgens de duur van de afwezigheid, volgens de aanstelling (benoemd of contractueel) en volgens geslacht en leeftijd, dit vanaf 2019 tot en met 2023.
08.02 Staatssecretaris Nicole de Moor: Mevrouw Daems, in de eerste plaats wens ik te benadrukken dat het personeel bij Fedasil en bij de opvangpartners van Fedasil bijzondere prestaties levert in de opvangcentra doorheen het land. Zonder hun sterk engagement zou het niet mogelijk zijn om de 107 opvangcentra, met alle tijdelijke meegeteld, operationeel te houden. Mijn dankbaarheid voor al die personeelsleden is bijzonder groot.
Het is vandaag niet evident om voldoende personeel te vinden. De krapte op de arbeidsmarkt speelt in verschillende regio's heel sterk. Zeker wanneer het om specifieke functies gaat, bijvoorbeeld verpleegkundigen of technisch personeel, is het moeilijk om geschikte kandidaten te vinden. Binnen die realiteit is het helaas vaak bijzonder lastig om aan alle personeelsnoden te voldoen, wat het werk van het personeel dat er is uiteraard nog zwaarder maakt.
De voorbije weken zijn daarom opnieuw heel wat vacatures gelanceerd om tegemoet te komen aan de noden bij Fedasil, zowel op de hoofdzetel als in de centra. Daarnaast wordt ook al geruime tijd gebruik gemaakt van uitzendmedewerkers om de hoogste nood te lenigen.
Met betrekking tot de zorg voor de verzoekers om internationale bescherming in de opvangcentra, wordt er vaak doorverwezen naar zorgverleners buiten de opvangcentra, in het reguliere zorgcircuit. Op die manier wordt de zorg voor die doelgroep steeds gegarandeerd, al blijven we wel trachten om voldoende eigen zorgpersoneel aan te werven.
Mevrouw Daems, mijn diensten zijn de concrete cijfers waar u om vroeg nog aan het verzamelen. We zullen die zo snel mogelijk in antwoord op uw schriftelijke vraag doorsturen. Ik heb echter begrepen dat de termijn daarvoor nog niet verlopen is.
08.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Dank u wel voor uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
U verwees naar de arbeidskrapte. Het is niet evident om personeel te vinden. Daarom is het precies zo belangrijk om het personeel dat er is, te behouden en ervoor te zorgen dat het niet uitvalt.
Mijn vraag was of het personeelskader niet te krap is. Daar bent u niet echt op ingegaan. Dat betreur ik. Volgens mij is er een structureel probleem bij Fedasil. Volgens Kai Saillart, de verantwoordelijke van het ACV Openbare Diensten voor Fedasil, ligt er een zeer hoge druk op het personeel, dat in slechte omstandigheden moet werken, met slechte uurroosters, onduidelijk gedefinieerde functies en in sommige gevallen ook toxisch leiderschap. Er heerst een klimaat van angst. De personeelsleden spreken over slapeloosheid, vermoeidheid, stress en gebrek aan respect. Zij kaarten bij de externe preventiedienst aan dat zij minachtend behandeld worden. Dat is een citaat uit een artikel op de website van het ACV. Dat kunt u daar zelf ook lezen.
Ik vind het toch straf. Het is uw taak om ervoor te zorgen dat uw diensten naar behoren kunnen functioneren. U hebt hier herhaald dat u het grootste respect hebt voor de personeelsleden en voor uw diensten. Ik geef u daar gelijk in, maar als ze zo moe gewerkt zijn dat ze uitvallen en als daar geen gepaste oplossing voor gevonden wordt, blijft van dat respect weinig over. Het is dus absoluut noodzakelijk dat u daar iets aan doet. Ik verwacht dan ook dat u die oproep ernstig neemt.
Het incident is gesloten.
L'incident est
clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.11 uur.
La réunion publique de commission est levée à 15 h 11.