Commission
des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions |
Commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen |
du Mercredi 20 mars 2024 Après-midi ______ |
van Woensdag 20 maart 2024 Namiddag ______ |
Le développement des questions et de
l'interpellation commence à 15 h 41. La réunion est présidée par Mme Cécile
Cornet.
De behandeling van de vragen en interpellatie vangt aan om 15.41 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Cécile Cornet.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01.01 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, mijn vraag dateert van een aantal weken geleden, maar is helaas nog steeds een realiteit. Steeds meer mensen moeten een beroep doen op de voedselbanken. Ook uit de resultaten van een onderzoek van de Gezinsbond blijkt dat de koopkracht van steeds meer gezinnen onder druk staat. In een artikel van Het Belang van Limburg stond dat in 2023 1,7 miljoen kilo voedsel door de Limburgse voedselbank werd verdeeld. Dat is een stijging van 10 % tegenover 2022. Aan de kant van de gebruikers stellen we ook hier een sterke toename van het aantal jonge, werkende mensen vast.
Mevrouw de minister, vorig jaar voorzag u in 20 miljoen euro extra voor de voedselbanken. Zult u dit jaar ook in extra middelen voorzien?
Ik heb deze vraag al vaak gesteld, mevrouw de minister, maar hebt u inmiddels overlegd met uw collega, minister van Peteghem, om een maatregel uit te werken die schenkingen aan voedselbanken fiscaal bevoordeelt ten opzichte van schenkingen aan initiatieven zoals Too Good To Go?
Onder deze regering steeg het aantal werkenden dat noodgedwongen een beroep doet op de voedselbanken sterk. Zult u nog bijkomende maatregelen nemen om deze verontrustende tendens te keren?
01.02 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, ik zal niet herhalen wat mijn collega gezegd heeft, maar we horen van deze regering meer en meer dat het goed gaat met de armoedecijfers. Als we echter de cijfers van de voedselbanken zien, ziet het er toch anders uit.
Het nieuwe magazijn van de Limburgse voedselbank in Hasselt is dit jaar uitgebreid tot 2.000 m² en ging van 20 naar 50 vrijwilligers. De vraag is dan hoe het komt dat er meer en meer mensen naar de voedselbanken gaan. Gemiddeld werden 16.000 mensen bedeeld. Dat is volgens de voedselbank nog een onderschatting. Een op de vier begunstigden is een kind, vaak jonger dan 14 jaar.
We hebben net gehoord dat Europa ook veel minder middelen geeft. We mogen bejubelen dat we voorzitter van Europa zijn. Wat zult u ondernemen tegen de Europese besparingen op de voedselbanken? Welke stappen zet u om de tekorten bij de voedselbanken structureel op te lossen?
01.03 Minister Karine Lalieux: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Samyn, mijnheer Colebunders, zoals jullie weten, werd het Europese budget voor voedselhulp in 2023 gereduceerd. Concreet is de Europese steun drastisch verlaagd, van 26 miljoen euro naar 11,7 miljoen euro. De regering heeft de daling echter gecompenseerd met een substantiële financiering. Daardoor konden wij het budget voor de voedselhulp en materiële bijstand sinds 2022 op 40 miljoen euro houden. Voor 2024 hebben wij hetzelfde gedaan. Van die 40 miljoen euro is een deel voorzien voor de specifieke herfinanciering van de voedselbanken, om de daling van de donatie te compenseren.
Gezien die daling heb ik mijn collega-minister van Financiën gevraagd na te denken over een fiscale stimulans voor die donatie. Volgens de minister bestaan er al twee gunstige belastingregelingen en moeten wij de impact daarvan onderzoeken, om die te verbeteren. Het creëren van een nieuwe stimulans zou alleen maar leiden tot een toename van de niet-verkochte goederen en dus tot meer verspilling.
Daarom heb ik beslist het probleem aan te pakken door met de voedselhulpsector en de supermarkten te praten. Ik hoop dat die dialoog zal leiden tot een betere samenwerking tussen de betrokkenen. De bedoeling is de samenwerking vast te leggen in een charter dat tegemoetkomt aan de noden van de sector.
De Europese budgetten voor de huidige programmeringsperiodes zijn vastgelegd tot 2027. Over de budgetten voor de periode na 2027 kan pas de komende jaren worden onderhandeld. Dat mag de volgende regering er niet van weerhouden de budgetten te behouden.
01.04 Ellen Samyn (VB): Ik heb nog een vraag voor de minister. U sprak over een charter. Hebt u een datum?
01.05 Minister Karine Lalieux: Ik zal het vragen aan mijn medewerkers. Ik weet het niet. Ik zal de raming indienen bij het secretariaat.
01.06 Ellen Samyn (VB): U doet wel inspanningen, maar niet genoeg. Dat blijkt jaar na jaar uit de cijfers. Er moeten toch wat bijkomende maatregelen genomen worden. U zal zeker nog eens een gesprek moeten voeren met uw collega-minister. U kan dit ook niet zomaar doorschuiven naar een volgende regering. Ik hoop dat u dit in de resterende maanden toch nog in handen zult nemen en iets extra's doen voor de mensen in armoede. Het gaat al lang niet meer om de allerkwetsbaarsten onder ons, armoede treft tegenwoordig ook tweeverdieners. Dat zou toch niet mogen in een maatschappij als de onze.
01.07 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Ik hou echt niet van dat knip-en-plakwerk. U moet zich de vraag stellen hoe het komt dat die cijfers omhooggaan. Er is iets naar boven gekomen de laatste jaren, sinds corona, namelijk mensen die zelf in armoede leven, die zelf de handen in elkaar slaan, bijvoorbeeld Zonder Honger naar Bed. Zij zorgen zelf voor hun medemens. Zij zorgen dat ze wat eten hebben. In Hasselt zijn er veertig armoedeverenigingen. De helft is er al bezig met voedselbedeling. Nog komen de voedselbanken handen en middelen te kort. Dan moet u zich toch de vraag stellen hoe dat komt? Ik ben niet verwonderd over de cijfers rond de tweeverdieners die ook komen aankloppen. Met twee loonblokkeringen die door hun strot geduwd zijn, zien we dat heel veel lonen nog altijd onder de Europese armoedegrens zitten. Is dat waarnaar we willen gaan? Dan eindigen we met working poor. We moeten de bal echt niet naar een nieuwe regering rollen. Alleen hier en nu moet er worden geschakeld. Het is vijf voor twaalf.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, ik verwijs naar de schriftelijke voorbereiding van mijn vraag.
Wij
kregen recent een mail van een gefrustreerde burger die het probleem met de
weddecomplementen bij het burgerpersoneel van Defensie en bepaalde militairen
met een paramedische functie opnieuw aanhaalde. Deze burgers hebben een
weddecomplement van 11 % voor onregelmatige dienstprestaties, maar hun
pensioenen worden sinds 2011 zonder dit supplement berekend. Hoewel het
probleem al verschillende keren is aangehaald, wachten deze burgers na al die
jaren nog steeds op een oplossing.
Op 1 juli 2022
antwoordde u op de eerder gestelde vragen van de heer volksvertegenwoordiger
Wim Van der Donckt (nr. 435) en van de heer volksvertegenwoordiger Dieter Vanbesien
(nr. 439). In dit antwoord staat dat u op de hoogte bent van dit dossier,
dat het ook voor u belangrijk is en dat u hiermee aan de slag bent gegaan. In
juli 2022 liet u weten dat de administratie hierover zijn werk aan het
afronden was en dat de besprekingen binnenkort van start zouden gaan.
We
zijn ondertussen anderhalf jaar verder en ik vroeg mij volgende zaken af:
1. Wat
is de huidige stand van zaken in dit dossier?
2. Hoe
zijn de besprekingen verlopen en wat zijn de resultaten?
3. Het
probleem wordt al sinds 2016 aangekaart. Wanneer mogen we eindelijk een
oplossing verwachten voor deze burgers?
02.02 Minister Karine Lalieux: Mevrouw Lanjri, sinds meer dan een jaar al verdedig ik in de regering het dossier dat u aankaart en dat in een groter geheel past van hangende aanvragen tot erkenning van de weddebijslagen en mandaten. We hebben alle gevraagde elementen onderzocht en voorgelegd. Ik kan vandaag alleen meedelen dat er geen consensus werd gevonden.
Het is altijd mijn standpunt geweest dat we alle hangende aanvragen moeten goedkeuren, zodat er duidelijkheid en rechtszekerheid aan de burgers, werkgevers en instellingen kan worden gegarandeerd. Daarvan is jammer genoeg momenteel niet iedereen overtuigd.
02.03 Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, ik vind het heel jammer dat er nog altijd geen oplossing is voor de betrokkenen. Anderhalf jaar nadat u op vragen van andere commissieleden antwoordde dat u met het dossier bezig was, is er nog altijd geen oplossing.
U stelt vast dat er geen akkoord bereikt is in de regering. Is er dan ook geen akkoord meer mogelijk volgens u? Of hebt u nog wat hoop en zult u toch nog proberen een akkoord te sluiten?
02.04 Minister Karine Lalieux: Mevrouw Lanjri, alle dossiers zijn klaar. We hebben een antwoord gegeven op alle vragen van de andere regeringspartijen, maar er is geen consensus aan de regeringstafel. Het antwoord van sommige partijen is definitief negatief.
02.05 Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, ik betreur heel erg dat wij de betrokkenen niet vooruit kunnen helpen en hun niet kunnen geven waar zij recht op hebben. Ik hoop dat minstens de volgende regering soelaas zal brengen. Als het niet lukt met de mensen die nu rond de tafel zitten, moeten er anderen komen, die wel een regeling goedkeuren.
02.06 Karine Lalieux, ministre: Mes services au niveau des pensions travaillent d'arrache-pied depuis un an pour répondre à l'ensemble des questions de l'Inspection des Finances ou des autres partis – même si je ne vise personne ici. Après avoir déposé le dossier un certain nombre de fois au kern et en Conseil des ministres, je peux vous dire que c'est définitivement non. En tout cas, tous les dossiers sont prêts pour l'ensemble des services, des fonctionnaires et des mandats. Tout est prêt.
Ma position était qu'il fallait dire oui, évidemment.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03.01 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
Geachte
minister, in ruil voor het Europees relancegeld zou België een aantal
milestones moeten realiseren. Eén daarvan is een duurzame pensioenhervorming.
De rechtse partijen vertalen dit uiteraard in massale besparingen op de
pensioenuitgaven. Er is ook een andere weg. Een sociale weg. Een sterkere en
meer duurzame financiering van het pensioenstelsel en de sociale zekerheid in
zijn geheel is nodig. Vivaldi gaf het slechte voorbeeld door de eerste helft
van 2023 de patronale bijdrage fors te verlagen. Een cadeau dat ook bedrijven
met hoge winsten zomaar kregen. U vertelde tijdens de commissie van 21/02 dat u
ons midden maart een update zou geven over het Europees relancegeld.
Ik heb
een aantal vragen voor u:
Maakt
België aanspraak op het deel van het Europees relancegeld gekoppeld aan uw
bevoegdheid?
Welke
initiatieven zal u nemen om het Europees relancegeld te garanderen?
03.02 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
Geachte
minister, een pensioenhervorming moest niet alleen de vergrijzingskosten onder
controle te houden maar ook de weg vrijmaken naar het Europese relancegeld van
847 miljoen euro. België wacht daar al anderhalf jaar op. Het verdict van de
Europese Commissie zou volgen in maart.
Mevrouw
de minister, we gaan richting halverwege maart,
Zijn
er intussen contacten geweest tussen uw diensten en de Europese commissie om
verdere toelichting of informatie aan te leveren? Indien ja, kunt u ons
vertellen welke verdere toelichting of informatie werd gegeven? Indien neen,
waarom heeft u dat niet gedaan? Kunt u ons inlichten over de stand van zaken in
dit dossier?
03.03 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
In de
Kern van 19 januari werd uw pensioenhervorming in tweede lezing goedgekeurd. U
verklaarde in de plenaire en commissievergadering dat in combinatie met het
werkgelegenheidsbeleid de hervorming de kosten van de vergrijzing tegen 2070
zal verlagen, conform uw akkoord en 'onze' belofte aan de Europese Commissie. U
zou hierover nog in overleg gaan met de Europese Commissie, we mochten het
antwoord deze maand verwachten.
Wat is
de stand van zaken inzake dit dossier? Heeft u recent nog overleg gehad met de
Europese Commissie? Zo ja, wat waren de resultaten? Zo neen, waarom (nog) werd
er nog niet overlegd? Werd er reeds een datum geprikt?
03.04 Minister Karine Lalieux: Mijnheer Colebunders, mijnheer Van der Donckt, mevrouw Samyn, het technische overleg over de interpretatie van de cijfers met betrekking tot de pensioenhervorming is ondertussen afgerond. Het proces rond de eerste betalingsaanvraag staat echter nog steeds on hold wegens discussiepunten over de audit en controle. Het overleg ter zake wordt gevoerd door staatssecretaris Thomas Dermine en de eerste minister. Ik kan daarover zelf geen nadere details geven. Zolang dat punt niet is afgerond, wordt de betalingsaanvraag niet verder behandeld.
Wat betreft de vraag over eventuele bijkomende initiatieven om het Europese relancegeld te garanderen, kan ik alleen herhalen wat ik eerder al heb aangegeven in de commissie. Wat ons betreft, voldoen wij met deze hervorming aan alle elementen van de betreffende milestone. Inzake de financiële houdbaarheid hebben we afgesproken de pensioenuitgaven tegen 2070 niet te verhogen. We liggen op koers.
Als we de projecties in het verslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing in 2020 en 2023 vergelijken, zijn de uitgaven tijdens de huidige legislatuur gedaald van 30,3 % van het bbp tot 30,1 % van het bbp in 2070. Er zijn dus met andere woorden geen bijkomende initiatieven nodig.
03.05 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mevrouw de minister, wij staan even ver als voor de vraag gesteld werd. Ik hoop dat wij hier nog voor 9 juni iets over zullen horen, want over twee en een halve maand is het hier gedaan.
03.06 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de minister, ik kan daar niet veel op zeggen. U hebt eigenlijk niets gezegd, of u kunt nog niets zeggen, alleen dat u ervan overtuigd bent dat u goed werk hebt geleverd. U weet dat wij dat betwisten.
U zegt dat u op koers ligt en u verwijst daarvoor naar het verslag van de Vergrijzingscommissie van vorig jaar. Ik ben eigenlijk wel benieuwd of het verslag van de Vergrijzingscommissie voor dit jaar, dat er natuurlijk na de verkiezingen zal komen, uw visie zal bevestigen. Ik vrees daar een beetje voor, maar wie weet? De wonderen zijn de wereld niet uit. Dat kan altijd.
03.07 Ellen Samyn (VB): Er is toch één collega die hoopvol blijft, de heer Van der Donckt.
Mevrouw de minister, uw antwoord verwondert mij niet. U zegt dat het on hold staat wegens discussiepunten. U schuift het ook door naar uw collega's. U ligt op koers, zegt u, maar ik meen dat er een serieuze navigatiefout zit in uw pensioenhervorming. U weet wat ik daarvan vind. Ik hoop dat u bijvoorbeeld het rapport van de Nationale Bank hebt gelezen. Ik weet niet goed wie daar gelukkig van wordt, maar de Nationale Bank in ieder geval niet. Sorry, maar ik geloof niet dat u op koers ligt.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitster: Mevrouw Samyn, u krijgt
het woord voor uw vraag nr. 55041883C over het gebruik van de EDC‑kaart
bij ziekenhuizen.
03.08 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, ik heb ondertussen het antwoord ontvangen van de diensten van de minister.
De voorzister: In dat geval kan de vraag als beantwoord worden beschouwd.
04.01 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de minister, collega's, het overlijden van een kind, een partner of een ouder heeft een grote emotionele impact op de nabestaanden. Na de eerste schok om dat verlies te verwerken, worden de nabestaanden vrijwel onmiddellijk geconfronteerd met de administratieve en financiële mallemolen waarmee het verlies gepaard gaat. De nabestaande staat ineens alleen in voor alle financiële kosten, bijvoorbeeld de betaling van de huur of de afbetaling van een eigendom, de betaling van dagelijkse huishoudkosten en nutsvoorzieningen. Boven op het verdriet brengt dat extra zorgen, ook financiële zorgen, met zich mee.
De overheid voorziet, voor wie voldoet aan een aantal voorwaarden, in een zogenaamd overlevingspensioen voor de achterblijvende partner. Voor dit jaar is de minimumleeftijd daarvoor op 49,5 jaar vastgelegd. In 2025 wordt de minimumleeftijd voor het recht op een overlevingspensioen 50 jaar en vanaf 2026 komt er telkens een jaar bij, tot in 2030 de minimumleeftijd van 55 jaar van toepassing wordt.
Weduwen en weduwnaars jonger dan de minimumleeftijd kunnen een overgangsuitkering aanvragen. Die overgangsuitkering is evenwel beperkt tot één jaar indien men kinderloos is en tot twee jaar indien men kinderen heeft. De bedoeling was om een einde te maken aan de inactiviteitsval voor wie leeftijdsgewijs nog kan werken. De overgangsuitkering wordt dus maar gedurende een zeer korte periode uitbetaald. Bovendien is de fiscale behandeling van die tegemoetkoming, overigens vergelijkbaar met het overlevingspensioen, ongunstig voor wie dat blijft combineren met een al dan niet deeltijds beroepsinkomen.
Tal van belangenverenigingen, zoals de vzw Odos, kaarten die problematiek reeds vele jaren aan en vragen om zowel de overlevingsuitkering als het overlevingspensioen netto uit te keren, omdat door de verhoging van het inkomen steevast een zware belastingaanslag volgt. Bovendien heeft de tijdelijke verhoging van het belastbaar inkomen ook een weerslag op allerhande voordelen, zoals de sociale toeslag, het sociaal tarief en sociale kortingen.
Wat het rouwverlof betreft, in 2021 werd het rouwverlof voor werknemers, op te nemen onder de categorie klein verlet, uitgebreid. Een belangrijke groep werd volgens ons echter vergeten. Zo kunnen ouders bij het overlijden van hun kindje pas na minstens 24 weken zwangerschap aanspraak maken op tien dagen rouwverlof. De Vlaamse regering voerde recent twee dagen rouwverlof in voor sterfte van een kind na minder dan 24 weken zwangerschap voor personeelsleden van Vlaamse en lokale overheden.
Bij de herziening van het rouwverlof in 2021 heeft men volgens ons toch kansen gemist, zoals de uitbreiding van het rouwverlof voor het overlijden van een eigen bloed- of aanverwant in de tweede of derde graad of voor het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede of derde graad van de echtgenoot met wie men niet onder hetzelfde dak woont. In dat geval krijgt men slechts één werkdag.
Ook voor de gelijkschakeling van de verschillende statuten had men in die regeling een stapje verder kunnen gaan. Het is geen overbodige luxe om de statuten van werknemers, ambtenaren en zelfstandigen met elkaar in overeenstemming te brengen. Het zou dan ook logisch zijn om vier dagen rouwverlof toe te kennen aan werknemers en zelfstandigen wanneer een ouder overlijdt, zoals reeds voor ambtenaren geldt. In de huidige regeling kregen zelfstandigen bovendien geen rouwverlof bij het overlijden van, bijvoorbeeld, een ouder, broer of zus.
Ook van de overdraagbaarheid van het ouderschapsverlof naar de langstlevende partner is er vooralsnog geen sprake. Het ouderschapsverlof biedt werknemers de mogelijkheid om tijdelijk minder te werken of een volledige loopbaanonderbreking te nemen om voor de kinderen te zorgen. Het verlof is echter specifiek gericht op ouders en wordt niet automatisch overgedragen naar de langstlevende partner bij overlijden.
Mevrouw de minister, zullen u en de regering nog specifieke ondersteunende maatregelen nemen voor een persoon met een overlevingspensioen of overgangsuitkering om de armoedeval tegen te gaan?
Hebt u recent nog overlegd met uw collega’s over de fiscale aspecten van het overlevingspensioen in combinatie met een beroepsinkomen?
Wordt erover nagedacht om het overlevingspensioen netto uit te keren of in een netto niet-belastbare vergoeding te voorzien om hoge belastingaanslagen te vermijden?
Wordt er overwogen om de overgangsuitkering voor de nabestaanden die aan een aantal voorwaarden moeten voldoen, uit te betalen zolang de kinderen bijvoorbeeld studeren?
Gelet op het administratieve kluwen hebben belangengroepen ook al meermaals gevraagd om werk te maken van een centraal meldpunt. Hebt u overlegd met de bevoegde staatssecretaris, uw collega Michel, en/of de bevoegde ministers van de deelstaten om werk te maken van de administratieve vereenvoudiging van de afhandelingsprocedures voor de nabestaanden en van een loket waar alle administratieve handelingen gecentraliseerd zouden kunnen worden?
Zult u ook een initiatief nemen om het rouwverlof voor beide ouders, wanneer het kindje sterft voor 26 weken zwangerschap, naar 12 weken zwangerschap uit te breiden? Zo neen, waarom niet?
Zal er nog in een regeling worden voorzien om het rouwverlof voor werknemers bij het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede of derde graad, of van een bloed- of aanverwant in de tweede of derde graad van diens echtgenoot of echtgenote met wie men niet onder hetzelfde dak woont, uit te breiden? Zo neen, waarom niet?
Zult u in het kader van de uniformisering van de statuten het rouwverlof voor alle statuten gelijktrekken? Zo neen, waarom niet?
Zult u een initiatief nemen om samen met de deelstaten en andere bevoegde instanties een globale regeling uit te werken?
Tot slot, zal er worden voorzien in de overdraagbaarheid van het ouderschapsverlof naar de langstlevende partner of zijn er nog plannen in die richting?
04.02 Minister Karine Lalieux: Mevrouw Samyn, elke dag onderzoeken we hoe burgers efficiënter kunnen worden beschermd. Dat heeft onder andere geresulteerd in een betere bescherming van jonge weduwes en weduwnaars. Zo werd de duur van de overgangsuitkering significant opgetrokken voor gerechtigden met kinderen jonger dan 13 jaar, namelijk van 24 maanden naar 48 maanden.
De uitkering, die tijdelijk is en blijft, moet helpen de grootste schok van het verlies op te vangen. Met de verlenging van de periode van uitbetaling van overgangsuitkering tot wanneer kinderen hun studies voltooien, zouden we aan dat doel voorbijgaan. Er bestaan andere maatregelen om eenoudergezinnen met studerende kinderen te ondersteunen, zoals de verhoogde kinderbijslag of de studiebeurzen. Die vallen echter niet onder mijn bevoegdheid.
Deze legislatuur werd ook een minimumbedrag voor de overgangsuitkering ingevoerd om de armoedeval te vermijden. Daarnaast werden de grenzen voor toegelaten arbeid in het geval van een overlevingspensioen opgetrokken. Op die manier worden overlevende partners niet in de inactiviteitsval geduwd. Ter herinnering, 95 % van de gerechtigden op een overlevingspensioen zijn vrouwen.
Wat de eerste vaag
betreft, heb ik mijn administratie de opdracht gegeven om de analyse van de
ambtshalve toekenning van de overgangsuitkering af te ronden. Dat is in lijn
met het Handvest van de Sociaal Verzekerde, dat aandringt op de toekenning van
alle rechten waar de burger recht op heeft. De administratie hoopt dit eind
2024 te realiseren. Voor de burger betekent dit een administratieve
vereenvoudiging. In november 2022 is de Pensioendienst tevens een
sensibiliseringscampagne gestart met de slogan ‘We zijn er voor jou’. De
bedoeling was om de overgangsuitkeringen bekender te maken bij het grote
publiek.
De bezorgdheid uit
vraag 2 werd aangepakt in overleg met de FOD Financiën. We zetten daarom
extra in op de sensibilisering van de burgers. We reiken hun extra tools aan om
fiscale verrassingen te voorkomen. Dat gebeurt in de communicatie met de
betrokken burger. De administratie beveelt ook aan om fiscaal voluntariaat aan
te vragen aan de FPD. Vandaag kan de burger al schriftelijk vragen om
aanvullende bedrijfsvoorheffing in te houden. Er loopt een onderzoek om deze
functionaliteit ook aan te bieden via MyPension.
Daarnaast biedt de
FOD Financiën ook een simulator aan die toelaat om een inschatting te
maken van de te betalen belastingen op basis van de beroepsinkomsten. Dit geven
we ook te kennen aan de betrokken burger.
Ten slotte wordt
onderzocht of het opportuun is om een aantal maanden na de toekenning van de
overgangsuitkering of overlevingspensioen een herinnering aan de begunstigden
te sturen en te wijzen op het bovenstaande. Op het moment van het overlijden
komt er te veel samen. Een paar maanden erna komt die essentiële informatie
misschien beter binnen.
De burger correct informeren en bijstaan is voor mij essentieel. Zoals u in uw vierde vraag stelt, is er voor mij echter geen enkele reden om een overgangsuitkering fiscaal anders te behandelen.
Als antwoord op uw vijfde vraag kan ik melden dat mijn administratie heel wat inspanningen levert om helder en ondersteunend te communiceren. Toch is de administratieve opvolging in geval van een overlijden groot. Mijn administratie doet een beroep op ervaringsdeskundigen die beter dan wie ook kunnen aangeven wat precies de noden zijn in deze specifieke situatie.
Ik heb samen met de minister van Financiën stappen gezet binnen onze bevoegdheden, maar er is tot op heden geen centraal meldpunt dat alle diverse kanalen en bevoegdheden centraliseert. Wel heeft de staatssecretaris van Begroting en Consumentenbescherming een plan opgesteld om de administratieve procedures op dit gebied te vereenvoudigen. We nodigen u uit om haar te ondervragen over dit onderwerp.
Voor uw zesde tot tiende vraag, omtrent het rouwverlof en het ouderschapsverlof, verwijs ik naar de minister van Werk Dermagne, aangezien dit zijn bevoegdheid is.
04.03 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de minister, ik zal sowieso ook uw collega's bevragen. Uit uw antwoord leid ik af dat er heel wat inspanningen zijn geleverd. U verklaarde dat er eind 2024 nog een aantal zaken met betrekking tot de administratieve vereenvoudiging zullen worden gerealiseerd. U hebt een sensibiliseringscampagne opgezet om de betreffende informatie bekender te maken.
Een oud zeer blijft evenwel het niet-opnemen van sociale rechten, zelfs door jonge weduwen en mensen die goed op de hoogte zouden moeten zijn, mensen van mijn leeftijd en ook oudere mensen. Dat blijft een pijnpunt. Ik ben ervan overtuigd dat een loket voor hen een grote hulp zou zijn.
Ik wil toch nog een punt van kritiek geven met betrekking tot de gelijkschakeling van de statuten. Het lijkt mij nog steeds geen overbodige luxe om de statuten van werknemers, ambtenaren en zelfstandigen dichter bij elkaar te brengen. Het blijft toch niet te begrijpen waarom er een ongelijkheid werd ingebouwd. Iedereen zou eigenlijk gelijk behandeld moeten worden, wat ook hun statuut is.
Motions
De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Ellen Samyn en luidt als volgt:
"De
Kamer,
gehoord
de interpellatie van mevrouw Ellen Samyn
en het
antwoord van de minister,
- gelet
op de huidige problematiek rond het rouwverlof en bij uitbreiding de
administratieve en financiële mallemolen waarin de nabestaande(n) terechtkomen;
- gelet
op het feit dat dit reeds jarenlang wordt aangeklaagd door belangenverengingen;
vraagt de
regering
- specifieke
ondersteunende maatregelen te voorzien voor deze doelgroep;
- initiatieven
te ondernemen om het overlevingspensioen netto uit te keren als
niet-belastbare vergoeding om hoge belastingaanslagen te vermijden;
- te
overwegen om, zolang er studerende kinderen zijn, en indien men voldoet aan een
aantal voorwaarden, een overgangsuitkering uit te betalen;
- rouwverlof
voor beide ouders te voorzien wanneer vóór een zwangerschap van 24 weken
(tot 12 weken) het kindje sterft;
- inzake
de uniformisering van de statuten een gelijk rouwverlof ongeacht het statuut te
voorzien;
- de
overdraagbaarheid van het ouderschapsverlof naar de langstlevende partner
mogelijk te maken."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Ellen Samyn et est libellée comme suit:
"La Chambre,
- eu égard au problème actuellement posé par le congé de deuil et par extension aux tracasseries administratives et financières auxquelles sont confrontés le ou les proches;
- eu égard au fait que cette situation est dénoncée depuis plusieurs années déjà par des associations de défense des intérêts des personnes concernées;
demande au gouvernement
- de prévoir des mesures de soutien spécifiques pour ce groupe cible;
- de prendre des initiatives en vue du versement net de la pension de survie en tant qu'indemnité non imposable, et ce, afin d'éviter de fortes impositions;
- d'envisager le versement d'une allocation transitoire tant que des enfants poursuivent des études, et pour autant que certaines conditions soient remplies;
- de prévoir un congé de deuil pour les deux parents lorsque l'enfant décède avant 24 semaines de grossesse (jusqu'à 12 semaines);
- en ce qui concerne l’uniformisation des statuts, de prévoir un congé de deuil égal quel que soit le statut;
- de permettre la transmissibilité du congé parental au partenaire survivant."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Laurence Zanchetta.
Une motion pure et simple a été déposée par
Mme Laurence Zanchetta.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu
ultérieurement. La discussion
est close.
05.01 Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de voorzitster, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn mondelinge vraag.
Mevrouw
de minister, op de website van de European Disability Card lees ik “Vanaf 1
januari 2024 krijgen mensen met een handicap automatisch een European
Disability Card (EDC) aangeboden zodra ze een erkenning van hun handicap
ontvangen." Daarnaast zouden ook alle kaarten die werden uitgereikt voor
erkenningen beslist voor 1 januari 2024 en binnenkort vervallen, automatisch
verlengd moeten worden indien men nog voldoet aan de voorwaarden. Dat werd
immers zo afgesproken op de bijeenkomst van de IMC-handicap in mei 2023. Dit
was ook een van de aanbevelingen die werd opgenomen in mijn resolutie die we in
de zomer van 2022 unaniem hebben goedgekeurd.
Ik heb
vernomen dat die automatische toekenning nog niet helemaal op punt staat en dat
ook de automatische verlening van de kaarten nog niet helemaal operationeel is.
Ik heb
hierover volgende vragen:
Kan u
een stand van zaken geven met betrekking tot de automatische toekenning van de
EDC bij nieuwe erkenningen vanaf 1 januari 2024? Hoe loopt dit?
Kan u
ook een stand van zaken geven over de automatische verlening van de
geldigheidsduur van de EDC die reeds voor 1 januari 2024 werden uitgereikt en
binnenkort dreigen te vervallen? Gebeurt dit al automatisch? Indien niet, vanaf
wanneer mogen we dit verwachten?
Er
werd ook beslist om wie voor 1 januari 2024 een erkenning van zijn/haar
handicap kreeg en nog geen EDC heeft, de EDC nog niet automatisch toe te kennen
omdat dit heel wat praktische problemen met zich zou meebrengen. Ziet u in de
toekomst mogelijkheden om deze mensen toch nog automatisch een EDC toe te
sturen? Of kunnen deze mensen op een andere manier geïnformeerd worden dat ze
toch op de hoogte worden gebracht van hun recht op deze kaart?
Ik
dank u voor uw antwoord.
05.02 Minister Karine Lalieux: Mevrouw de voorzitster, mevrouw Lanjri, voor de kaarten die door de FOD Sociale Zekerheid worden toegekend, kan ik bevestigen dat ze sinds 1 januari 2024 automatisch worden toegekend. Ik heb geen informatie over problemen bij de regionale uitreikende instellingen. Na de beslissing van de interministeriële conferentie Handicap werd een werkgroep opgericht met de betrokken federale en regionale administraties, om de beslissing nader te operationaliseren. De infrastructuur daarvoor is aanwezig en elke uitreikende instelling is dus in staat de beslissing uit te voeren. De automatische verlenging is eveneens effectief sinds 1 januari 2024.
Voor de beperkte groep personen die niet langer erkend zijn bij de instelling die de originele kaart uitreikte, zij het op basis van een erkenning door een andere uitreikende instelling, was er een bijkomende technische oplossing nodig. Het gaat bijvoorbeeld om personen die naar een ander gewest verhuizen en daar nog geen erkenning hebben gekregen. De technische oplossing daarvoor is uitgewerkt en zou vanaf april 2024 geïmplementeerd moeten zijn door alle uitreikende instellingen.
Inzake de automatische toekenning van kaarten aan personen die reeds voor 1 januari 2024 een erkenning hadden, maar die nog geen kaart hadden, zijn er op dit ogenblik geen plannen om retroactief automatisch een kaart toe te kennen. Uiteraard kunnen die personen steeds een EDC aanvragen. De FOD Sociale Zekerheid zal voor die groep een communicatiecampagne opzetten.
05.03 Nahima Lanjri (cd&v): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is goed dat het in principe geen probleem meer zal zijn voor de mensen die vanaf 1 januari erkend zijn. Zij hebben hun kaart automatisch gekregen. Er was blijkbaar wat vertraging voor de aanvragen tot verlenging, maar dat zal op 1 april opgelost zijn. Ik zal dat meegeven aan de mensen wier kaart moet worden verlengd, zodat zij weten dat ze die vanaf 1 april niet meer moeten aanvragen.
Ik denk dat er ondanks de campagnes die werden gevoerd nog steeds een grote groep mensen is die vorig jaar of al eerder erkend waren als persoon met een handicap, maar die nog geen EDC-kaart hadden aangevraagd. Het is misschien een optie om in plaats van een nieuwe campagne die mensen gericht aan te schrijven. Dat is gemakkelijk na te gaan via datamatching. Men kan zien wie er allemaal een kaart heeft en wie gehandicapt is en die twee vergelijken, zodat men hen gerichter kan schrijven of mailen dat zij, als ze dat wensen, die kaart kunnen aanvragen. Anders lanceert u misschien opnieuw een grote algemene campagne, maar bereikt u de mensen niet die vandaag geen kaart hebben.
We weten niet waarom zij geen kaart hebben. Misschien is het omdat ze niet veel lezen of niet veel buitenkomen. Ik denk dat de meesten van hen wel graag een EDC-kaart zouden hebben en zo komen we terug op het punt waarvan zowel u als ik een groot voorstander zijn, namelijk om mensen automatisch te geven waarop ze recht hebben. Hier kunnen we dat vrijwel automatisch doen voor die groep.
05.04 Minister Karine Lalieux: Ik kan nu niet ingaan op uw suggestie, maar ik zal dat vragen aan mijn administratie.
05.05 Nahima Lanjri (cd&v): Dank u dat u mijn suggestie om de twee lijsten te combineren wilt doorgeven aan uw administratie. Op die manier kunnen we meer mensen bereiken en hen automatisch geven waar ze recht op hebben.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 21.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.21 uur.