Commission des Finances et du Budget

Commissie voor Financiën en Begroting

 

du

 

Mardi 26 mars 2024

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 26 maart 2024

 

Voormiddag

 

______

 

De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.01 uur en voorgezeten door de heer Wouter Vermeersch.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 01 et présidée par M. Wouter Vermeersch.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De verlaagde roerende voorheffing op de eenjarige staatsbon in maart" (55041499C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De eenjarige staatsbon van maart 2024" (55041785C)

01 Questions jointes de

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le précompte mobilier réduit sur le bon d'État à un an prévu pour mars" (55041499C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le bon d'État à un an de mars 2024" (55041785C)

 

01.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het Federaal Agentschap van de Schuld (FAS) geeft doorgaans vier keer per jaar een staatsbon uit: in maart, juni, september en december. Het FAS heeft ondertussen twee staatsbons uitgegeven op 4 maart 2024, een staatsbon op één jaar en een staatsbon op drie jaar. Het FAS heeft de minister van Financiën voorgesteld om die staatsbon opnieuw tegen het verlaagde tarief van roerende voorheffing uit te geven. Dat is niet gebeurd.

 

U gaf een negatief advies voor de uitgifte van een nieuwe eenjarige staatsbon tegen een verlaagd tarief van roerende voorheffing van 15 %, omdat dat vanuit begrotingsoogpunt niet aangewezen zou zijn. Kunt u dat standpunt nader toelichten?

 

Het FAS, dat de staatsbons uitgeeft, volgt uw argumentatie niet. "Men betrekt er iets bij dat er niets mee te maken heeft", zegt de directeur van het FAS in de pers. "Dat de rente op lange termijn nu lager is, is buiten de kwestie." Het FAS beklemtoont dat in december in het financieringsplan 2024 werd bepaald dat 13,5 miljard euro zal worden opgehaald via kortetermijnschuld. Hoe reageert u op de argumenten van het FAS?

 

De vorige eenjarige staatsbon heeft bovendien niet geleid tot een hogere rente op spaarboekjes. De klassieke spaarboekjes leveren over het algemeen nog altijd weinig op: 0,75 % totale rente op de gewone spaarrekening van BNP Paribas Fortis, 0,90 % op de KBC-spaarrekening, 1,10 % totale rente op de klassieke spaarrekening van Belfius. Op de ING-spaarrekening krijgt men wel 2,25 % rente.

 

Wat moet er volgens u dan wel ondernomen worden om de rente op de klassieke spaarboekjes eindelijk te verhogen?

 

Vindt u het vanuit begrotingsoogpunt wenselijk dat voor gelijkaardige spaar- en beleggingsproducten een gelijk speelveld wordt gecreëerd? De minister van Financiën pleitte ervoor om de roerende voorheffing op de nieuwe eenjarige staatsbon opnieuw te halveren van 30 % naar 15 %, terwijl de roerende voorheffing voor gelijkaardige spaar- en beleggingsproducten 30 % bedraagt. Bent u gewonnen voor een hervorming van de spaarfiscaliteit?

 

Met de driejarige staatsbon werd 19,7 miljoen euro opgehaald en met de tweede eenjarige staatsbon 433 miljoen euro. Dat is slechts een fractie van wat de vorige eenjarige staatsbon in september 2023 opleverde. In een interview met De Tijd van 14 februari stelde de directeur van het FAS: "We willen over het hele jaar 13,5 miljard euro ophalen met eenjarige staatsbons, waarvan maximaal 6 miljard in maart. 13,5 miljard is 3 % van de deposito's van de gezinnen bij de Belgische banken."

 

Omdat de eenjarige staatsbon veel minder ophaalde dan verwacht, zal het FAS meer schatkistcertificaten uitgeven. Die schatkistcertificaten zijn duurder dan de eenjarige staatsbon. De minister van Financiën raamde de meerkosten voor de begroting op 54 miljoen euro. Mevrouw de staatssecretaris, hoe hoog schat u de meerkosten van de schatkistcertificaten voor de begroting in? Kunt u de inschatting van die 54 miljoen euro bevestigen dan wel weerleggen?

 

01.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, ik ben bij mijn analyse voor de opmaak van het begrotingsakkoord uitgegaan van een aantal elementen. Uiteraard is mijn rol beperkt tot het afleveren van een begrotingsakkoord, waarbij de enige vraag is wat de impact van een verlaagde onroerende voorheffing op onze begroting is.

 

Geld ophalen op 1 jaar in plaats van op 5, 8 of 10 jaar doet de rentelasten stijgen. Wij verkeren in een heel bijzondere situatie, zoals u zelf hebt aangehaald. Er is een omgekeerde rentecurve, waardoor lenen op korte termijn duurder is dan lenen op lange termijn.

 

Op het moment dat ik mijn begrotingsakkoord gaf, bedroegen de OLO-rente op 1 jaar en die op 10 jaar respectievelijk 3,45 % en 2,90 %. Het Federaal Agentschap van de Schuld maakte eind 2023 een jaarplanning waarin vooropgesteld werd om dit jaar 13 miljard euro schuld op korte termijn, 1 jaar dus, op te halen bij particulieren of professionelen. Wanneer alle economen en de ECB zelf aangeven dat de rente op korte termijn in de tweede jaarhelft lager zal zijn dan nu, mede door de nakende daling van het centraal rentetarief van de ECB, kan de vraag gesteld worden of de schuld op korte termijn niet beter op een later moment dit jaar kan worden opgehaald.

 

Opnieuw, mijn begrotingsakkoord heeft zich beperkt tot de vraag van de gehalveerde roerende voorheffing. Bepalen hoeveel wij gaan lenen, op welk moment en of wij dat op korte of lange termijn gaan doen, is de bevoegdheid van het Federaal Agentschap van de Schuld. De vraag is dan of het, gelet op het feit dat lenen duurder is op korte termijn en gelet op het feit dat de economen en de ECB zeggen dat de rentes zullen dalen tegen september, gepast is om die duurdere leningen nog extra te gaan ondersteunen via een gehalveerde roerende voorheffing.

 

Rekening houdend met het feit dat het Federaal Agentschap van de Schuld dit jaar nog op drie momenten staatsbonnen kan uitgeven, heb ik geoordeeld dat het niet verantwoord was om deze staatsbonuitgifte op 1 jaar extra te ondersteunen vanuit de schatkist met een verlaagde roerende voorheffing van 15 %.

 

Ik wil dat ook even in een historisch perspectief plaatsen. We hebben maar op twee ogenblikken in onze geschiedenis een verlaagde roerende voorheffing op een staatsbon toegepast, telkens in uitzonderlijke omstandigheden. Een eerste maal was in 2011, toen België onder druk kwam van de financiële markten en de rentevoeten de hoogte in schoten. Toen hebben we via het succes van de Letermebon met een verlaagde roerende voorheffing de markten kunnen geruststellen dat we onze schuld nog steeds konden financieren. Een tweede maal was in oktober 2023, toen we de banken een fors signaal wilden geven dat we ons niet langer konden neerleggen bij de te lage rentevoeten op spaarboekjes.

 

Mijnheer Vermeersch, ik ben het niet eens met uw analyse dat er niets bewogen heeft op de markt van de spaarboekjes. Toen we meer dan een jaar geleden begonnen, waren er minder dan zes banken die boven de 2 % zaten. Vandaag zijn er 18 banken die een boekje boven de 2 % bieden. Dat is een heel grote stijging. Natuurlijk moet de consument vergelijken, maar u vindt vandaag wel degelijk veel producten boven de 2 %, sommige zelfs boven de 2,5 %. Dat is toch een heel forse beweging ten opzichte van mei vorig jaar, toen de hele discussie rond de spaarboekjes is gestart. Ik had de banken toen een ultimatum gesteld om hun rente te verhogen tegen juni.

 

Enkel in 2011 en 2023, vorig jaar, is dit dus gebeurd. Dat waren, zoals gezegd, uitzonderlijke omstandigheden, die nu niet van tel waren.

 

U vroeg mij of ik het wenselijk vind dat er voor gelijkaardige spaar- en beleggingsproducten een gelijk speelveld wordt gecreëerd. Dit valt onder de bevoegdheid van de minister van Financiën. Ik kan enkel constateren dat het niet wenselijk is dat een product van de overheid een fiscaal gunstiger tarief kan genieten, behoudens uitzonderlijke situaties, zoals eerder vermeld.

 

Omdat de eenjarige staatsbon veel minder ophaalde dan voorzien zal het Agentschap van de Schuld meer schatkistcertificaten uitgeven. Deze schatkistcertificaten zijn duurder dan eenjarige staatsbons. De minister van Financiën raamde de meerkosten voor de begroting eerder op 54 miljoen euro.

 

U vroeg hoe ik de meerkosten van schatkistcertificaten inschat voor de begroting. Ik kan de inschatting van 54 miljoen euro noch bevestigen noch weerleggen. Er wordt van uitgegaan dat de rentes in de loop van 2024 verder zullen dalen. Aangezien het Agentschap een jaarplanning opmaakt, kunnen de beoogde sommen dus nog opgehaald worden in juni, september en december. Het is aannemelijk dat dit kan gebeuren aan lagere rentes.

 

01.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, op één vlak zal ik u een beetje tegenspreken. U zegt dat het aan het Agentschap van de Schuld is om te bepalen wat, hoe en wanneer wordt geleend. Dat is juist, maar dat is niet het volledige verhaal. Het is namelijk zo dat de minister van Financiën jaarlijks instructies geeft aan het Agentschap van de Schuld, met contouren, een kader waarbinnen het Agentschap moet opereren. Deze contouren worden ook goedgekeurd door de regering. Ik ga ervan uit dat u als staatssecretaris voor Begroting dan even meekijkt welk kader door de minister van Financiën wordt opgesteld.

 

U kunt hier in de commissie dus niet zomaar zeggen dat u daarmee niets te maken hebt, dat het Agentschap van de Schuld volledig autonoom functioneert. Neen, er is een duidelijke opdrachtbrief van de minister van Financiën, van de regering aan het Agentschap van de Schuld, waarmee een kader wordt gecreëerd waarbinnen het Agentschap moet werken.

 

Dan kom ik aan de rente op de spaarboekjes. De staatsbonnen in september en in maart zijn natuurlijk schijnbewegingen om te proberen de banken onder druk te zetten. U zegt dat ze al een beetje bewogen hebben. Het had heel erg geweest mocht bij banken sinds het Vlaams Belang de discussie hier in de commissie is gestart in mei vorig jaar, nog niets veranderd zijn.

 

De ECB heeft intussen meer dan tien renteverhogingen doorgevoerd. Ik ken geen enkele bank in dit land die al tien renteverhogingen heeft doorgevoerd. Integendeel. Ik heb daarnet de percentages even doorlopen. De situatie is problematisch. Het meeste geld in dit land staat nog altijd op spaarboekjes bij de grootbanken, bij wie we heel lage rentes zien: 0,75 % bij BNP Paribas Fortis, 0,90 % bij KBC, 1,10 % bij Belfius. Dat zijn dus bijzonder lage percentages voor het gros van de spaargelden.

 

Ik ben het ermee eens dat we zo veel mogelijk burgers moeten overtuigen om daar attent op te zijn. We moeten echter erkennen dat een belangrijk deel van de bevolking financieel te ongeletterd is of te weinig durf heeft om dat aan te pakken. Daarom pleiten we voor de maatregel om de minimumrente te verhogen. De ECB heeft al tien keer de depositorente verhoogd, maar de minimumrente heeft ondertussen in dit land nog niet bewogen.

 

U verwijst naar bepaalde banken die al rentes geven van 2 %. De depositorente bij de ECB bedraagt nu 4 %, het dubbele. Er zit dus een enorme marge tussen wat aan de burger, aan de kleine spaarder wordt gegeven en wat de ECB aan mogelijkheden biedt.

 

Ik betreur dat u zich als staatssecretaris met een liberale achtergrond niet uitspreekt over een hervorming van de spaarfiscaliteit. Als staatssecretaris voor Begroting hebt u zich al herhaaldelijk uitgesproken over allerlei hervormingen in dit land. U vindt dat de arbeidsmarkt en uiteraard de pensioenen moeten worden hervormd. U bent voor een fiscale hervorming, maar u spreekt zich niet duidelijk uit over die spaarfiscaliteit. Ik had toch gehoopt dat een staatssecretaris voor Begroting met een liberale achtergrond – net als uw voorgangers in dit Parlement – zou zeggen dat spaarproducten en beleggingsproducten op een gelijke basis moeten worden behandeld. Voor alle producten 15 % of 30 %. Bij voorkeur uiteraard 15 %.

 

We moeten ons daar eerst politiek over uitspreken. Dat was trouwens ook onze voorzet naar de minister van Financiën. Als de fiscale hervorming in dit land niet lukt – en ik vrees dat die nooit zal worden doorgevoerd, zeker niet op de manier waarop wij dat vanuit Vlaanderen willen – kunnen we minstens al beginnen met de hervorming van de spaarfiscaliteit. Dat zou een goede zaak zijn.

 

We zullen wat de kosten van de schatkistcertificaten en dergelijke betreft na verloop van tijd, wanneer het jaar is afgelopen en de herfinanciering correct gebeurt, zien wat de stand van zaken is.

 

Ik stel dus voor dat wij dat verder opvolgen. Dat zal waarschijnlijk in een volgende legislatuur zijn, hopelijk met u of uw opvolger.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Vraag van Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het akkoord over de nieuwe Europese begrotingsregels" (55041430C)

02 Question de Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'accord relatif aux nouvelles règles budgétaires européennes" (55041430C)

 

02.01  Sander Loones (N-VA): The last men standing. We zitten hier nog met twee mensen van de oppositie en mevrouw de staatssecretaris natuurlijk. Men ziet dat we naar het einde van de legislatuur gaan. Blijkbaar is de interesse voor de begroting niet bij iedereen groot. Dat is toch bijzonder.

 

Ik noteer uit uw repliek, mijnheer de voorzitter, dat u ernaar uitkijkt om in de volgende legislatuur opnieuw met mevrouw de staatssecretaris robbertjes uit te vechten.

 

De voorzitter: In lopende zaken.

 

02.02  Sander Loones (N-VA): In lopende zaken. Dat zou natuurlijk een bijzondere context zijn. Niet als het van mijn partij afhangt.

 

Mevrouw de staatssecretaris, bedankt om hier aanwezig te zijn. Mijn eerste vraag gaat over de Europese begrotingsregels. U weet wat er aan de hand is. Europa is mild geweest in de beoordeling van de begroting omwille van corona en Oekraïne. Er is gezegd dat de regels zullen worden aangescherpt. Daar is een politiek akkoord over gesloten in november 2023. Dat werd in februari, onder het Belgische voorzitterschap, concreet gemaakt. Die toetsing zal moeten gebeuren.

 

Ik heb hierover twee vragen, mevrouw de staatssecretaris. U hebt gisteren een sandwich gegeten met alle ministers van Begroting en Financiën in dit land. Wat was de conclusie van die vergadering? Kunt u daar wat informatie over delen? Kunt u een inschatting maken van wat die nieuwe Europese begrotingsregels zullen betekenen, specifiek dan voor de federale begroting? Wat zal daarvan de impact zijn?

 

02.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, u vroeg mij hoe ik het Europees akkoord beoordeel. Voor mij is het een evenwichtig akkoord. Sommigen zijn pagina's aan het schrijven over de vraag of de regels strenger of soepeler zijn, maar ik denk dat het noch het ene, noch het andere is. Men vertrekt gewoon meer vanuit de specifieke situatie van de individuele lidstaat: de uitgangspositie inzake de schuld en het tekort, het groeipotentieel, de impact van de vergrijzing. Het is dus meer op maat, zou ik durven zeggen, want men kijkt naar de hervormingen en de investeringen en werkt met een langer traject, van zeven in plaats van vier jaar. Er komt meer nadruk te liggen op de lange termijn. De klemtoon ligt vooral niet enkel op de begroting als dusdanig, maar ook op het doorvoeren van investeringen en hervormingen, zoals ik net zei.

 

Wij mogen niet ontkennen dat België voor grote uitdagingen staat om het kader effectief toe te passen. Ik ben heel blij dat u en uw partij passen voor een heel lange periode van lopende zaken. Dat is goed nieuws voor de begroting. Ik zie de regels ook als een aanmoediging om nog meer in te zetten op structurele hervormingen. Wij weten allemaal – de heer Vermeersch heeft dat ook net herhaald – hoe belangrijk die zullen zijn tijdens de volgende legislatuur.

 

De 27 miljard euro die in krantenkoppen wordt vermeld, is gebaseerd op reeds verouderde simulaties van de Europese Commissie, waarbij een jaarlijkse verbetering van het structureel primair saldo met 0,65 % van het bbp vereist zou zijn. In de recentere simulaties gaat de Europese Commissie uit van een jaarlijkse verbetering van het structureel primair saldo met 0,55 % van het bbp, meer specifiek 0,62 % van het bbp in de eerste drie jaren en 0,61 % van het bbp in 2028 en 2029, waarna de vereiste verbetering weer zou dalen naar 0,55 % van het bbp.

 

Rekening houdend met de evolutie van de vergrijzingskosten en constant beleid, schat de FOD BOSA de impact voor de volgende vijf jaren op dit moment op circa 24,4 miljard euro. Zoals ik vroeger heb gezegd, dat is ongeveer 5 miljard euro per jaar over de volgende legislatuur.

 

Op 21 juni zal de Europese Commissie de referentietrajecten voor de lidstaten publiceren, die gebaseerd zullen zijn op haar lentevooruitzichten en een update van de vergrijzingskosten.

 

U vroeg mij wat we gisteren hebben besproken op de interministeriële conferentie. Uiteraard heb ik de ministers van Begroting van de deelstaten samen met de minister van Financiën laten vergaderen over de nieuwe begrotingsregels, die werden toegelicht door collega Vincent Van Peteghem. We hebben voorts afspraken gemaakt over de indiening van het stabiliteitsprogramma eind april. U weet dat de oude regels nog van kracht zijn, dus we zullen nog steeds een stabiliteitsprogramma moeten indienen. We hebben de Hoge Raad van Financiën gevraagd om tegen half juli een advies op te maken over de verdeling van de uitgavennorm over de verschillende deelstaten, waarmee we ook aan een van de vragen willen tegemoetkomen. Er komt ook een ambtelijke werkgroep om de nieuwe Europese regels om te zetten in regelgeving. Het samenwerkingsakkoord zal bijvoorbeeld aangepast moeten worden. Ook zal geregeld overleg plaatsvinden in het kader van de IMC, waarbij het gaat over hoe gecommuniceerd zal worden met de deelstaten, hoe informatie wordt doorgegeven enzovoort. De vergadering was dus eerder van technische aard, als ik dat zo kan formuleren, en ging over de volgende stappen en processen in de samenwerking met de Hoge Raad van Financiën, het Federaal Planbureau en de administratie BOSA, die voor verschillende initiatieven zorgen.

 

Ik vond het een goed gesprek. Iedereen weet welke de uitdagingen zijn en wat we zullen moeten doen in de komende maanden, ook tijdens de periode van lopende zaken. Iedereen beseft ook wat de nieuwe regels inhouden. Daarmee zullen we ook rekening moeten houden voor de volgende regeerperiode en het volgend regeerakkoord.

 

02.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, we zullen er inderdaad rekening mee moeten houden, alleen houden we ons hart vast door wat in een aantal deelstaten in dit land gebeurt en door de kosten die op ons afkomen op federaal niveau gelet op de vergrijzing en defensie. Er zullen dus veel inspanningen nodig zijn.

 

Ik merk nog twee punten op.

 

Ten eerste wijst u terecht op het belang van dit dossier, de nieuwe Europese begrotingsregels en de beoordeling ervan. Ik weet niet of u het beseft, maar dit Parlement heeft beslist om daar niet over te vergaderen. We hebben resoluties ingediend, maar die verdienen van de andere fracties geen prioriteit. Volgens hen hoeven ze niet op de agenda te komen en hoeven we er niet over te spreken. Volgens hen zal de regering daar wel over spreken. Van de regering vernemen we evenwel vooral dat ze geen akkoord bereikt. U en minister Van Peteghem staan meer op de hervormingsflank, de linkse partijen totaal niet. Het gevolg zal zijn dat België zich zal onthouden in het beste geval. Ik heb de vraag gesteld aan de premier, die me antwoordde dat België zich zal onthouden. Dat is toch wel straf. Het belangrijkste dossier van de hele legislatuur wordt in het Parlement niet besproken. U kunt er niets aan doen, maar het is misschien interessant dat u daarvan op de hoogte bent.

 

Ten tweede is het me niet duidelijk wanneer de Europese Commissie de regels zal toetsen. Zal dat nog gebeuren voor de Europese verkiezingen of erna? Het zou logisch zijn dat dat in mei gebeurt zoals gebruikelijk is, dus voor de Europese verkiezingen. Ik ben benieuwd of de moed van de Europese Commissie even groot zal zijn als haar overtuigingen, dan wel of ze zwicht onder druk van een aantal grotere lidstaten, niet het minst Frankrijk, zoals dat gebruikelijk is. Ook daar kunt u niets aan doen. Het is de bevoegdheid van de Europese Commissie. Het is evenwel belangrijk dat, zoals u zelf zegt, mensen weten hoe we ervoor staan, wat de uitdaging van de volgende regering is en binnen welk kader dat zal moeten gebeuren. Het wordt zweten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De analyse van het Planbureau" (55041434C)

03 Question de Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'analyse du Bureau fédéral du Plan" (55041434C)

 

03.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het Planbureau voorspelt voor 2024 een economische groei van 1,4 %. De groei zou dus ongeveer gelijk blijven.

 

Groei is een van de belangrijke verdedigingslijnen van uw regering, waarmee u wilt aantonen hoe goed de regering het heeft gedaan, aangezien die veel beter is dan in de buurlanden. Dat klopt ook vandaag. Het groeicijfer is hoger dan het Europese gemiddelde. Maar we kennen ook het prijskaartje dat daaraan vasthangt: professor Moesen stelde een aantal weken geleden duidelijk vast dat het tekort van uw regering geen enkel jaar van de legislatuur kleiner was dan het Europese gemiddelde en dat de tekorten telkens groter werden. Dat heeft zich wel vertaald in een hogere groei.

 

Ik ben bezorgd dat de groei op dat niveau stagneert, terwijl die in andere landen de komende vijf jaar, zo geeft het IMF aan, wel sterker wordt. Enkel Italië zou de komende vijf jaar minder groeien dan België. Wat is uw reactie daarop?

 

03.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, u hebt misschien ook het artikel in de Financial Times van gisteren gelezen, dat vandaag wordt overgenomen door De Standaard. De Financial Times looft de veerkracht van de Belgische economie. Dat klopt ook. Wanneer wij vergelijken met onze buurlanden, heeft onze economie fantastisch goed standgehouden.

 

Net als u heb ik vastgesteld dat het Federaal Planbureau in zijn ramingen het overheidstekort voor de gezamenlijke overheid bij constant beleid stelselmatig ziet oplopen van -4,6 % in 2024 naar -5,6 % in 2029. Ik onderstreep dat het daarbij gaat over constant beleid en het is niet de bedoeling dat het bij constant beleid blijft. Het cijfer van 4,6 % kan natuurlijk nog altijd evolueren. Dat zullen wij de komende jaren of weken zien.

 

Zo zou het tekort voor entiteit I over dezelfde periode oplopen van -3,1 % in 2024 tot -4,27 % in 2028 en tot -5 % in 2029. Dat wijzigt echter niets aan de bedenkingen die ik al herhaaldelijk gemaakt heb. Ik blijf bezorgd over de toestand van onze overheidsfinanciën. De uitdagingen zijn immens en er zal in de komende legislatuur elk jaar circa 5 miljard euro bespaard moeten worden.

 

Dat is veel, maar niet onoverkomelijk. Verdere hervormingen zullen noodzakelijk zijn in onder andere de gezondheidszorg, de uitkeringen, de pensioenen, de fiscaliteit en de arbeidsmarkt. Daarom pleit ik er ook steeds voor om na de verkiezingen snel een regering op de been te krijgen.

 

Wij moeten de realiteit onder ogen zien. De federale regering zal die inspanning niet alleen kunnen dragen. Ook Wim Moesen drukt er in zijn jongste paper op dat het om een inspanning moet gaan van alle overheden en dat iedereen die mee zal moeten dragen. Immers, van de circa 167 miljard euro ontvangsten, zonder de sociale bijdragen, die de federale overheid realiseert, moet zij circa 137 miljard euro uitgeven voor de financiering van de gemeenschappen en de gewesten enerzijds en de sociale zekerheid en Europa anderzijds. Daarbovenop betaalt de federale overheid – u kent ongetwijfeld de cijfers uit het hoofd, en anders vindt u die terug op begrijpbarebegroting.be voor 2023 en voor 2024 – ruim 10 miljard euro aan intrestlasten.

 

Er schiet bijgevolg bitter weinig over om daar alle noodzakelijke bijkomende besparingen op te realiseren. Iedereen zal dus zijn verantwoordelijkheid moeten nemen, ook entiteit II. Het lijkt mij dan ook zinvol om onmiddellijk na de verkiezingen met alle nieuwe regeringen in het land samen te zitten, zoals wij gisteren met alle ministers van Begroting hebben gedaan, om een gezamenlijke strategie met glasheldere en harde afspraken over de omvang en de verdeling van de saneringslast te bepalen.

 

Overigens, de heer Gert Peersman zei het al dat iedereen wel begrijpt dat het niet mogelijk is om 24 of 25 miljard euro te besparen op 35 of 36 miljard euro primaire uitgaven. Dat is ook het ook niet voor de federale overheid. Daar zullen wij het antwoord dus niet vinden. Daarom zal iedereen moeten bijdragen.

 

03.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik begrijp dat u uw beleid verdedigt, dat is logisch. U doet dat door te verwijzen naar een aantal jaarverslagen. Ik maak mij zorgen, niet alleen over de situatie van vandaag, maar vooral over de toekomst, gelet op de prognoses. U gaf toe dat bij ongewijzigd beleid de federale overheid alleen al het tekort zal zien oplopen tot 5 %. Vandaag is het 4,2 % voor alle beleidsniveaus. Straks loopt het tekort bij ongewijzigd beleid op tot 5 % alleen al voor de federale overheid, en dan hebben we nog geen rekening gehouden met de situatie bij de andere entiteiten.

 

En wanneer het gaat over ongewijzigd beleid, gaat collega Vanbesien van Groen, met wie ik daar wel vaker een robbertje over uitvecht, prat op alle beslissingen die de regering heeft genomen. Ja, maar dat is in woorden, niet in beleid. Die beslissingen zijn niet verankerd, want de trajecten die men aan Europa heeft voorgelegd, zijn niet gestut door beslist beleid. Als de wetteksten ter zake niet worden goedgekeurd en het dus blijft bij ongewijzigd beleid, wordt dat een echte ramp.

 

Ik begrijp ook dat u als staatssecretaris voor Begroting focust op de primaire uitgaven. Ik wil u nogmaals oproepen om dat niet te doen. Het narratief zit verkeerd. Het is niet juist dat men het deel dat men vanuit de federale middelen aan de sociale zekerheid geeft automatisch weg parkeert en men dat niet in aanmerking neemt, om dan te concluderen dat het niet lukt om 30 miljard te besparen. Ook al deelt u mijn bezorgdheid ter zake, in uw narratief geeft u een tegenovergestelde indruk. Men moet nochtans steeds de totaliteit nemen. Als in de sociale zekerheid niet wordt bijgestuurd, zal het natuurlijk nooit lukken. Trouwens, er kan bijgestuurd worden zonder te besparen, namelijk door te hervormen. België staat bijvoorbeeld aan de top wat het aantal langdurig zieken betreft. Wat het aantal werkenden betreft, er werden geen 300.000 jobs bij gecreëerd, maar slechts 170.000 in vergelijking met net voor corona. Ook op dat vlak mag de creatieve rekenkunde wel eens stoppen. U zult dat allemaal mooi uitgeschreven vinden in het boek dat we volgende week voorstellen.

 

Ten slotte – sorry voor de spreektijd, mijnheer de voorzitter –, wij staan klaar om mee te werken om de begroting op orde te zetten en met de deelstaten ook ons deel van het huiswerk te doen, maar betalen gaat samen met bepalen. Het kan niet dat deelstaten verantwoordelijkheden moeten opnemen zonder dan ook bevoegd te worden voor die verantwoordelijkheden. Ja, wij willen ingrijpen in de werkloosheid en in het beleid ten aanzien van de langdurig zieken, maar dan willen wij ook de hefbomen zelf in handen hebben om het beleid daarover zelf te kunnen uittekenen. Het kan niet zijn dat dat federaal gebeurt, op zijn Waals, en dat Vlaanderen de facturen daarvoor moet betalen. Dat zal niet lukken. Het is gelijk oversteken.

 

De voorzitter: Mijnheer Loones, wees gerust, ik ben coulant voor woord en wederwoord in onze commissie. Ik vind het debat bijzonder belangrijk.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De economische prognoses van de Europese Commissie" (55041437C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De achterblijvende economische groei in België ten opzichte van de eurozone" (55041590C)

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het jaarverslag 2023 van de NBB" (55041922C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De stijging van het begrotingstekort naar 39 miljard tegen 2029" (55041926C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De waarschuwingen van de Nationale Bank" (55041943C)

04 Questions jointes de

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les prévisions économiques de la Commission européenne" (55041437C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La croissance économique belge inférieure à celle de la zone euro" (55041590C)

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le rapport annuel 2023 de la BNB" (55041922C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La hausse du déficit budgétaire à 39 milliards d'ici 2029" (55041926C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les avertissements de la Banque nationale" (55041943C)

 

04.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, daarnet hebben we het gehad over de groei en de Europese begrotingsregels, nu – en u zult ongetwijfeld aanvullen – wil ik het graag hebben over de globaliteit van de budgettaire uitdaging.

 

De Nationale Bank van België (NBB) wijst erop dat wij in 2023 een verbetering hadden moeten zien van de begroting, aangezien er een economische normalisering is gekomen na de ruwste jaren – corona, Oekraïne. Helaas is dat niet gebeurd. Eigenlijk hadden we 0,5 % moeten verbeteren. We zien echter dat het tekort niet kleiner geworden is maar integendeel groter. Ik citeer uit het verslag van de NBB.

 

Andere landen doen het anders De cijfers die Nederland gisteren heeft bekendgemaakt klokken af op een verbeterde begroting, met een tekort van 0,3 %. Wij zitten aan 4,3 %, dat is 14 keer meer, 14 keer slechter. Nederland heeft een staatsschuld die ongeveer 46 % van het bbp bedraagt, bij ons is dat meer dan 105 %, meer dan het dubbele.

 

Mevrouw de secretaris, u hebt hier in de commissie altijd gezegd dat als de volgende regering hetzelfde beleid voert als de huidige regering, we er wel komen en we niet zullen worden veroordeeld. Is dat zo?

 

U zegt dat we een inspanning hebben gedaan van 11 miljard euro – ik denk dat dit creatieve rekenkunde is, maar bon – op drie à vier jaar. Dat betekent ongeveer 3 miljard per jaar. Terwijl u hier net hebt gezegd dat er de volgende jaren 5 miljard per jaar zal moeten worden bespaard, een stuk meer dus dan deze regering vandaag doet. Als ik het partijprogramma van Open Vld bekijk – het groeiplan, goede naam – lees ik 25 miljard, dus 5 miljard per jaar. Ik spreek dan over de hele regering natuurlijk. U doet de boekhouding, maar het beleid gaat uit van de hele regering.

 

Hoe zal dat in godsnaam lukken? Is er geen spanningsveld tussen, enerzijds, uw partijprogramma en de uitspraken van de Nationale Bank van België en, anderzijds, wat u eerder in het Parlement verklaard hebt, namelijk dat het allemaal wel in orde komt en België niet veroordeeld zal worden zolang we maar hetzelfde ritme aanhouden?

 

Mijn tweede vraag gaat over de inflatie, een onderwerp dat we nog niet besproken hebben. Het is een subvraag bij mijn vraag over de prognoses van de Europese Commissie.

 

De Europese Commissie zegt dat de inflatie dit jaar op 3,5 % zal liggen. Een artikel in De Tijd vorige week stelde dat nergens anders in Europa het leven duurder wordt dan in België. Gebaseerd op de maandinflatiecijfers van februari, zien we dat ook bij die verdedigingslijn van de regering – de koopkracht wordt gigantisch beschermd – veel vragen rijzen. Vooreerst rijst de vraag naar de kostprijs, maar daarover hebben we het al gehad. Een tweede vraag gaat over de inflatiecijfers. Volgens de Europese Commissie en volgens berichtgeving daarover in De Tijd wordt het leven nergens anders duurder dan in België.

 

04.02  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, eerst wil ik ingaan op het groeiplan van Open Vld. Als er iets gegroeid is in de afgelopen vijf jaar, dan zijn het niet alleen de tekorten, maar ook de belastingen en de uitgaven in dit land. Al die zaken zijn de afgelopen vijf jaar, en na ondertussen meer dan 25 jaar liberaal beleid, aangegroeid.

 

Nu kom ik tot mijn eigenlijke vraag. De economische groei in België begint in de eurozone achterop te hinken, want het groeiritme ligt lager dan gemiddeld in de eurozone. Het is een relatief nieuw gegeven dat België in de staart van de eurozone zit inzake toekomstige economische groei. Mevrouw de staatssecretaris, welke oorzaken ziet u voor die achterblijvende groei?

 

Om de stijgende kosten van de pensioenen en de stijgende uitgaven in de sociale zekerheid door de vergrijzing te kunnen blijven betalen, is het noodzakelijk dat de economie van dit land voldoende blijft aantrekken, met ongeveer 2 % per jaar, zo luidt de consensus onder economen. Mevrouw de staatssecretaris, welke beleidsmaatregelen acht u noodzakelijk om de economische groei te stimuleren en om de kloof tussen België en de rest van de eurozone te dichten?

 

Mijn tweede vraag gaat over het begrotingstekort. Het recente rapport van het Federaal Planbureau wijst op ernstige uitdagingen voor België, met de sanering van de overheidsfinanciën als hoofdpunt. De kritieken benadrukken het begrotingstekort van 27,7 miljard euro of 4,6 % in 2024 dat stijgt tot maar liefst 39 miljard euro of 5,6 % in 2029, wat resulteert in een groei van de overheidsschuld tot 117 % van het bbp tegen 2029. Het risico van een Europees strafbankje en de noodzaak om bijna 30 miljard euro te bezuinigen volgens de nieuwe Europese begrotingsregels worden als zorgwekkend beschouwd.

 

Welke concrete maatregelen zult u nemen om het begrotingstekort van België, zoals aangegeven in de recente rapporten van het Planbureau, te verminderen?

 

Hoe denkt u de dreiging van het Europese strafbankje af te wenden, gezien de kritieke financiële situatie van België en de verplichtingen volgens de nieuwe Europese begrotingsregels?

 

Wat is uw plan om de voorspelde groei van de overheidsschuld tegen 2029 tegen te gaan en de kredietwaardigheid van België te behouden?

 

Ik heb nog een vraag over de waarschuwingen van de Nationale Bank. De Nationale Bank heeft in haar jaarverslag opnieuw de alarmbel geluid over de overheidsfinanciën van dit land. Zonder drastisch ingrijpen zullen de overheidsuitgaven de volgende jaren met naar schatting 0,4 % van het bbp of zo'n 2,5 miljard euro per jaar toenemen, vooral als gevolg van hogere uitgaven voor de vergrijzing en de gestegen rente. De volgende regering moet duidelijke politieke keuzes maken om het begrotingstekort terug te dringen en zo de uitdagingen op langere termijn te kunnen dragen. Daar drong de gouverneur van de NBB op aan. Dat heeft hij hier vorige week in de commissie trouwens nog eens herhaald.

 

De gouverneur van de Nationale Bank waarschuwt: "De volgende regering moet 2,5 miljard euro per jaar besparen, alleen al om het gat niet groter te maken". Kunt u zich als staatssecretaris in deze vaststelling vinden?

 

De Nationale Bank is ook scherp voor de politiek en de staat van de overheidsfinanciën in dit land. Ik citeer: "Die vormen de grootste bedreiging voor de Belgische economie. Ons tekort is nu al een van de grootste in Europa en het gaat niet in de goede richting. We krijgen dat niet onder controle omdat de politiek geen keuzes durft te maken". Dat zegt de gouverneur van de Nationale Bank. Kunt u zich vinden in deze vaststelling?

 

Tot slot – er is al naar verwezen –, wij hebben gezien dat begrotingsexpert Wim Moesen van de KU Leuven een doorlichting klaar heeft van vijf jaar begrotingsbeleid onder uw regering. Het oordeel van de heer Moesen ter zake is zeker niet mals. De partijen hebben vooral extraatjes uitgedeeld aan de eigen achterban. In het artikel lees ik echter ook het volgende: “De staatssecretaris voor Begroting, mevrouw Bertrand, laat weten dat zij de paper eerst grondig wil doornemen vooraleer zij kan reageren.”

 

Hebt u de paper ondertussen doorgenomen? Wilt u een duidelijke reactie daarop geven? Kunt u akkoord gaan met de vaststelling van de heer Moesen of bestrijdt u ze en spreekt u ze tegen? Dat zou ik graag even van u horen in het debat ter zake.

 

04.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, mijnheer Vermeersch, ik dank jullie voor jullie vragen.

 

Ik verontschuldig mij. Het was de bedoeling de vorige vraag samen te voegen met de huidige vraag. Een heel groot deel van het antwoord is immers identiek. Jullie vragen mij immers wat allemaal moet worden gedaan. Dat gaat over de hervormingen. Ik zal niettemin een aantal punten opnieuw aanhalen.

 

Mijnheer Vermeersch, de meest recente cijfers voor 2024 die ik heb, komen uit op een tekort van 4,2 %. U had het over 4,6 %, indien ik mij niet vergis. Het cijfer van 4,2 % is evenwel de meest recente update.

 

Mijnheer Loones, u vergelijkt ons land terecht met Nederland. Natuurlijk moeten wij naar de beste leerlingen van de klas kijken. Daarmee wil ik mij altijd vergelijken. U hebt waarschijnlijk ook gelezen dat Frankrijk ook met een heel groot budgettair probleem te kampen heeft.

 

04.04  Sander Loones (N-VA): (…).

 

04.05 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Loones, 5,6 % is vanochtend aangekondigd. Ik verheug mij daar niet over. Dat doe ik helemaal niet. Het cijfer toont echter wel dat de begroting overal in Europa echt een thema wordt.

 

De heer Macron heeft vorige week zijn kernkabinet samengeroepen. Dat is voor de allereerste keer gebeurd. Frankrijk moet heel zwaar hervormen. Het gaat om 50 miljard euro over naar mijn mening een periode van drie jaar. Dat cijfer moet ik nog checken, maar het gaat om heel grote bedragen.

 

Mijnheer Loones, ik denk niet ooit te hebben gezegd dat wij niet of nooit veroordeeld zouden worden. Ik heb dat nooit kunnen uitsluiten, maar ik heb altijd gezegd dat ik er alles aan doe om dat risico zo klein mogelijk te houden. De Europese mogelijke appreciatie en evaluatie komt in de lente, maar ik weet niet wanneer.

 

Ik heb die inflatiecijfers ook gezien, maar dat betekent niet dat onze koopkracht niet behouden is gebleven. U moet dat koppelen aan de automatische loonindexering en dat is de bescherming die ons land biedt. Die hebben wij ook geboden tijdens de crisis en gedurende de hele legislatuur. Dat heeft natuurlijk een impact. Ook al zijn de prijzen gestegen, ook de lonen, de uitkeringen en de pensioenen zijn gestegen.

 

Wat kunnen wij doen om de groei te stimuleren? Ik zal niet ingaan op die vraag. U hebt allebei het groeiplan vermeld. Ik kom hier als lid van de regering, dus ik …

 

04.06  Wouter Vermeersch (VB): (…)

 

04.07 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik kom hier niet om campagne te voeren namens mijn partij. In het groeiplan zult u heel veel antwoorden terugvinden over hoe wij de competitiviteit en de productiviteit kunnen stimuleren en hoe wij meer mensen aan de slag kunnen krijgen.

 

Kan ik het eens zijn met het cijfer van de Nationale Bank, 2,5 miljard? Ja, dat is de verslechtering bij ongewijzigd beleid. Maar natuurlijk moeten wij daarbovenop tot een verbetering komen. Zo komen wij tot die 5 miljard. Die 2,5 miljard telt voor wat er gebeurt bij ongewijzigd beleid. Dat is de natuurlijke ontsporing bij ongewijzigd beleid. Dat zijn de vergrijzingskosten, de kosten van de sociale zekerheid die blijven oplopen … Ik kan mij dus zeker terugvinden in die cijfers van de Nationale Bank. Die komen overeen met de verschillende analyses die wij ook maken.

 

Ik heb ondertussen de paper van Wim Moesen grondig kunnen lezen. Ik vond die boeiend. Ik vind dat altijd boeiend. Ik ben heel dankbaar voor zijn uitgebreide doorlichting van de voorbije jaren en voor het feit dat hij het begrotingsdebat blijft voeden. Zijn kennis blijft een bron van inspiratie. Ik ben het niet 100 % eens met alle cijfers, maar dat kan ik hem helemaal niet verwijten. Ze zijn niet up-to-date. Dat is logisch. Ik meen dat hij niet over de allerjongste cijfers beschikt.

 

Ik vond het vooral boeiend vanuit historisch perspectief. Ik weet niet of jullie zijn paper gelezen hebben, maar het is interessant wat hij vertelt over de geesten in de jaren '90 en de sense of urgency toen, en over het feit dat er eerst een bewustwording moet komen van de politiek én de burgers. Daar kan ik mij helemaal in terugvinden. Hoe maakt men van begroting weer een thema? Hoe creëert men daar een draagvlak voor? Dat vond ik zeer interessant. Hij geeft een aantal ideeën over hoe wij de burgers bewust kunnen maken van de begroting.

 

Hij heeft het ook gehad over de steunmaatregelen tijdens de covidperiode. Hadden wij selectiever kunnen zijn met die steunmaatregelen? Ja, zeker, maar dat debat hebben wij hier al gehouden. De regering heeft er toen voor geopteerd snel te handelen en niemand aan zijn lot over te laten. Dat was een bewuste keuze. Wij hebben ervoor geopteerd onze economie en onze koopkracht te ondersteunen. Dat hebben wij gedaan, beter dan andere landen. Ondertussen zijn al die maatregelen afgebouwd. Daar heb ik ook voor gezorgd. Wij hebben dat snel gedaan.

 

Hij had het ook over de automatische loonindexering. Ik heb daarover een aantal ideeën gelezen. Jullie moeten grondig doornemen wat hij voorstelt. Zijn focus met betrekking tot de covidsteunmaatregelen lag heel specifiek op de automatische loonindexering.

 

De toenemende kosten voor de vergrijzing maakt onze begrotingsuitdaging groter dan in andere Europese landen. We kunnen inderdaad niet dralen met de verdere pensioenhervorming. Ik ben het met u eens, mijnheer Loones, dat het niet alleen over de primaire uitgaven, maar ook over de sociale zekerheid gaat. Daarom zeg ik altijd dat wij zullen moeten hervormen. Ik zie ter zake vier werven. Ten eerste, de gezondheidszorg. Daar kunnen wij snel schakelen en snel de vruchten plukken. Ten tweede, pensioenhervormingen. Dat betreft een langere periode. Ten derde, de arbeidsmarkt. Daar kunnen wij ook heel snel schakelen en veel dingen in gang zetten. Ten vierde, fiscaliteit. De kloof tussen werken en niet werken moeten we groter maken.

 

De heer Moesen heeft het ook over de Europese begrotingsregels. Hij licht die nieuwe regels toe. Ik ben ervan overtuigd dat het Europese kader ons net zal helpen, zoals ik in het antwoord op de vorige vraag al heb gezegd. Hij maakt ook een analyse over de gigantische overheidsschuld. Hij zegt ook dat iedereen een inspanning zal moeten doen. Ook de deelregeringen moeten hun verantwoordelijkheid nemen.

 

Ik denk dat het rapport van Wim Moesen de laatste twijfelaars moet overtuigen. De begroting moet een thema zijn. Alle politieke partijen zullen blijk moeten geven van de nodige ernst ter zake. Jullie kunnen in elk geval op ons en op mij rekenen om een geloofwaardig plan voor te stellen.

 

Ik denk dat ik daarmee op alle vragen een antwoord heb gegeven.

 

04.08  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, u verwijst naar professor Moesen en zijn studie. Wij hebben uiteraard ook kennisgenomen van die studie en hebben vooral ook zijn interviews in de krant gelezen, die toch echt wel rampzalig zijn voor het beleid dat u hebt gevoerd. Ik wil professor Moesen, een absolute autoriteit op het vlak van begroting, even citeren: “De regering-De Croo is zwaar uit de bocht gegaan. De regeringspartijen kozen voor het eigenbelang in plaats van voor het algemeen belang. Elk jaar van deze legislatuur was het begrotingstekort van België groter dan het gemiddelde in de eurozone. België had een tekort dat elk jaar een derde meer is dan in andere landen." Dat zijn de cijfers van professor Moesen, die u zelf een absolute autoriteit noemt. De cijfers zijn wat ze zijn.

 

Als ik alles samen neem, de antwoorden op deze vraag en wat wij daarnet hebben gezien van het Planbureau, van de Nationale Bank, van de Europese Commissie, kan ik alleen maar vaststellen dat de verdedigingslinies van Vivaldi intussen allemaal gevallen zijn.

 

U zegt dat u de koopkracht hebt behouden. Inderdaad, maar wij zien ook aan welke prijs, want de begroting is een totale ramp. Professor Moesen bevestigt dit. Bovendien is de aankomende inflatie ook een ramp, want nergens anders lijkt het leven duurder te worden dan in België. Dat meldden de media vorige week nog.

 

U zegt dat de economische groei groot is. Ook daar valt de verdedigingslinie. Kijk naar wat de experts zeggen die kijken naar de komende jaren, het Internationaal Monetair Fonds. België zal nagenoeg de laagste groei kennen in heel Europa.

 

U zegt dat er veel jobs werden gecreëerd. Als men wat dat betreft België vergelijkt met andere landen in Europa, ziet men dat die het gemiddeld allemaal beter hebben gedaan. De achterstand ten opzichte van het Europese gemiddelde is groter geworden. In andere landen zijn er meer jobs gecreëerd dan hier in België.

 

Ik denk niet dat er bijzonder veel is om u op de borst te kloppen. De resultaten zijn ook niet echt navenant. U zegt oplossingen te hebben, in het groeiplan, en dat u weet wat u allemaal moet doen. Daar staan inderdaad zeer interessante dingen in. Eén ding staat er echter niet in, namelijk hoe u het zult realiseren.

 

De analyse dat dit land niet meer werkt, moet u toch ook stilaan beginnen maken. U hebt dit met uw regering bewezen. Kijk naar het pensioendossier, de PS heeft al haar trofeeën gekregen. De financiering van de pensioenen is verzwakt. De financiering van de pensioenen was versterkt onder de regering-Di Rupo, met 0,4 %. Ze was versterkt onder de regering-Michel, met 1,5 %. Ze is echter verslechterd onder uw regering. U verwijst naar slechte cijfers in Frankrijk. De financiering van de pensioenen in Frankrijk is vandaag beter gegarandeerd dan hier in ons land.

 

Dat kan ook niet anders als u in een regering kruipt met de PS en Ecolo. Dat kan ook niet anders wanneer die bevoegdheden blijven zoals ze zijn. U zult altijd de PS blijven tegenkomen. Dat is natuurlijk het verwijt dat we Open Vld maken, dat u de kiezers een rad voor ogen draait, zegt wat er moet gebeuren, maar de redenering niet tot haar einde volgt en erkent dat dit nooit zal lukken in de België staatsordening. Het zal gewoon niet lukken. Maak de werkloosheidsuitkering Vlaams en we beperken haar onmiddellijk in de tijd. Daar is een absolute meerderheid voor in het Vlaams Parlement, maar we weten allemaal dat dit nooit zal gebeuren zolang de werkloosheidsuitkering federaal blijft. Dat vind ik jammer, dat Open Vld de V in haar naam laat vallen en eerder de Belgische kaart blijft trekken, wat de facto komt met een gigantische factuur.

 

04.09  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer Loones, u kunt alvast op mij en mijn partij rekenen om dat in de toekomst te realiseren.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u haalde aan dat de begroting overal een thema is. Ik zou het anders formuleren, ik denk dat de begroting eerder overal waar er geen slagkrachtige regeringen zijn een probleem is. Het is niet voor niets dat dit land een van de slechtste leerlingen van Europa is geworden op begrotingsvlak.

 

Inzake groei zegt u dat u uw standpunten niet wilt brengen, maar ik heb u die vraag gesteld in uw functie als staatssecretaris. Ik wil het standpunt van de regering horen. Hoe gaat de regering die groei stimuleren? Hoe wilt u dat aanpakken? U antwoordt daar niet op. Dat is het Belgische probleem, u kunt daar geen antwoord op geven, want de partijen in uw regering zijn het helemaal niet eens over het groeiplan. Ik denk dat dit zo goed als onrealiseerbaar is met een PS aan de onderhandelingstafel. U weet dat dit de realiteit is zolang men binnen een Belgisch kader blijft redeneren en functioneren.

 

U verwijst ook naar een ongewijzigd beleid tijdens een langdurige periode zonder regering. Ik wil dat niet noodzakelijk als iets negatiefs bestempelen. Ik verklaar me nader. Bij een gewijzigd beleid, dus met een regering, hebben we gezien dat de tekorten en schulden onbeperkt zijn toegenomen. Het feit dat er geen regering is, hoeft dus niet noodzakelijk problematisch te zijn voor de begroting. We hebben in eerdere periodes van lopende zaken met voorlopige twaalfden al gezien dat er niet meer kon worden uitgegeven dan in de voorgaande periode en dat dat zelfs een positief effect had op de begroting. Dat is niet altijd gegarandeerd, maar het kan wel. Als de uitgaven ingeperkt worden door voorlopige twaalfden kan de begroting daar zelfs wel bij varen. Ik ben het er dus niet noodzakelijk mee eens dat een periode van lopende zaken slecht is voor de begroting.

 

Los van het up-to-date zijn van de cijfers van professor Moesen, gaat u niet in op zijn analyse. U hebt gezegd dat zijn cijfers niet up-to-date zijn, maar u gaat niet fundamenteel in tegen zijn analyse. Ik wil nog even herhalen wat er effectief is gezegd. "De partijen hebben de mildheid van Europa, dat de gebruikelijke begrotingsregels tijdelijk on hold zette, gretig aangegrepen om extraatjes uit te delen aan de eigen achterban, alsof de begroting een grabbelton is." Dat zijn niet de woorden van de oppositie, dat zijn de woorden die naar voren komen naar aanleiding van deze toch wel grondige paper over de materie van de begroting.

 

Dat gezegd zijnde, ga ik nog even in op de groei. De groei van de Belgische economie valt tegen 2029 bijna stil. Terwijl de meeste Europese landen wel vooruitgaan, blijft België dus ter plaatse trappelen. Het is een relatief recent fenomeen dat België nu ook inzake toekomstige groei helemaal achteraan het Europese peloton bengelt. Ook hier is België dus de zieke man van Europa geworden. Om de stijgende vergrijzingskosten en de interestlasten te kunnen betalen, is het broodnodig dat onze economie blijft aantrekken. Niet enkel de huidige toestand van de overheidsfinanciën is dus bedroevend, maar ook de toekomstige. Dat is de verpletterende erfenis die uw regering zal nalaten. Deze regering zal vooral de geschiedenis ingaan als de regering die de toekomstige regeringen en de toekomstige generaties een verpletterende erfenis naliet. De tekorten en schulden zijn na de doortocht van de vivaldipartijen gegroeid tot een onhoudbaar hoog niveau. Zowel de belastingen als de overheidsuitgaven zijn onder deze regering verder gestegen.

 

Het Vlaams Belang hield afgelopen weekend een programmacongres. Ik zei daar toen dat de liberalen in dit land al 25 jaar minder uitgaven en minder belastingen beloven. De uitgaven zijn echter blijven stijgen, terwijl vooral de hardwerkende Vlamingen belasting na belasting moesten slikken. Dat is de realiteit in België. Het enige waar uw regering wel in is geslaagd, is bewijzen dat België onhervormbaar is geworden. Een grondige arbeidsmarkthervorming, een pensioenhervorming en een fiscale hervorming waren noodzakelijk om het land weer op de rails te zetten, ook financieel, maar grondige sociaaleconomische hervormingen doorvoeren is onmogelijk geworden in dit hopeloos complexe land. Dat is het failliet van België.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De vierdaagse werkweek met behoud van loon" (55041536C)

05 Question de Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La semaine de 4 jours pour un même salaire" (55041536C)

 

05.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, de heer Loones had het al over de PS. De regering en uzelf zijn voor uw plannen aan die ene partij gebonden, die vandaag een bijzonder voorstel in haar programma doet: vier dagen per week werken, goed voor 32 uur, en dat met evenveel loon als voor een werkweek van 38 uur. “Door de lonen op die manier te laten stijgen, vloeien er ook meer inkomsten naar de schatkist en de sociale zekerheid. Dat is dus een goede zaak voor de begroting, zeker als we dat combineren met een vermogensbelasting voor de 1 % rijksten", aldus de PS.

 

Mevrouw de staatssecretaris, hoe reageert u op dit voorstel? Hoe schat u de impact van de voorstellen van uw coalitiepartner in op de begroting?

 

05.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, ik heb in deze commissie al meermaals herhaald dat ons land nood heeft aan structurele hervormingen om de uitdagingen voor de toekomst aan te gaan en onder meer onze activiteitsgraad verder op te krikken. Het voorstel dat u aanhaalt, heeft misschien de verdienste dat het de aandacht vestigt op het belang van hervormingen in de arbeidsmarkt, maar zelf geloof ik niet in de voorgestelde benadering, zeker niet in tijden van krapte op de arbeidsmarkt en met de gekende loonkostenhandicap van onze ondernemingen.

 

Een lineaire maatregel voor arbeidsduurvermindering die onze concurrentiepositie schaadt, lijkt mij zeker niet de meest aangewezen weg. Ik heb ook gemerkt dat de PS-voorzitter zijn voorstel ondertussen al wat nuanceerde.

 

Momenteel zijn er nog geen berekeningen gebeurd van de impact van de voorgestelde maatregel op de begroting. Ik vermoed dat de oefening inzake de doorrekening van de verkiezingsprogramma's, waarmee het Federaal Planbureau nu bezig is, meer duidelijk zal brengen over de mogelijke impact van deze maatregel. Ik veronderstel dat deze maatregel meegenomen werd in het lijstje van de te berekenen maatregelen uit het verkiezingsprogramma die de PS aan het Federaal Planbureau heeft overgemaakt, al kan ik dat niet bevestigen. Er werd aangekondigd dat de lijst van doorgerekende maatregelen en de resultaten op 7 mei publiek zullen worden gemaakt.

 

05.03  Wouter Vermeersch (VB): Dank u, mevrouw de staatssecretaris. De PS, de uitverkoren coalitiepartner van uw partij, maar ook van de N-VA, stelde voor dat de Walen nog maar vier dagen per week moeten werken voor hetzelfde loon. Zowat elke econoom, arbeidsspecialist of begrotingsexpert verklaarde dit idee te gek voor woorden, maar dat gebeurde blijkbaar niet in Wallonië. De Vlamingen zullen uiteindelijk wel werken en belastingen betalen om Wallonië in stand te houden, meent men bij de PS.

 

Paul Magnette zei het trouwens vorig jaar al: "Vlamingen moeten altijd hard werken, Walen genieten liever van het leven."

 

Die Waalse arrogantie is natuurlijk het resultaat van een federale regering met een Vlaamse minderheid, een regering die gedomineerd wordt door linkse en Waalse partijen. De PS meent dat zij noch haar kiezers degenen zullen zijn die aan het einde van de rit de schulden van dit land zullen moeten betalen. Zij sturen de rekening maar al te graag door naar ons, naar de Vlamingen. Terwijl onze bedrijven in Vlaanderen schreeuwen om mensen, is één Waal op de tien werkloos. Vlamingen werken maar liefst vijf jaar langer dan Walen.

 

De situatie in Wallonië is natuurlijk onhoudbaar. Het is dus hoog tijd om in juni de rollen eindelijk om te draaien. Als de Franstaligen in de hangmat willen liggen, mogen zij dat doen, maar niet meer op onze kosten. Vlaanderen staat in voor 80 % van de export. Vlaanderen, met de Vlaamse bedrijven in Brussel, betaalt 70 % van de belastingen in dit land. De Vlamingen vertegenwoordigen 60 % van de Belgische bevolking maar Vlaanderen ziet nog geen 50 % van zijn kiezers vertegenwoordigd in deze regering. Dat moet anders. België is op financieel vlak de zieke man van Europa geworden. De Belgische patiënt ligt aan het geldinfuus en wordt – laten wij eerlijk zijn – kunstmatig beademd door de Vlaamse belastingbetaler.

 

Het is nu helder wat de doorzichtige strategie van de vivaldipartijen is, namelijk de facturen van hun wanbeleid blijven doorsturen naar de Vlamingen. Vlamingen betalen vandaag al de factuur van de massamigratie, de spilzieke Europese instellingen, Wallonië en de logge Belgische politieke structuur. Daar mag, wat het Vlaams Belang betreft, geen enkele nieuw factuur meer bij komen.

 

Wij zullen de Vlaamse kiezers blijven oproepen om samen met ons dat geldinfuus naar Wallonië door te knippen en de beademing van België met Vlaams belastinggeld stil te leggen. Wij betalen in dit land met z'n allen veel te veel belastingen maar krijgen daar bitter weinig voor terug. Die belastingen kunnen wel degelijk omlaag als in dit land eindelijk de juiste politieke keuzes worden gemaakt.

 

Minder OCMW van de wereld spelen, minder migratie, betekent minder belastingen. Ook minder graaiende politici, minder parlementen en dus meer Vlaanderen betekent minder belastingen. Wij willen daar in juni eindelijk werk van maken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De negatieve ratingvooruitzichten van Fitch en het dreigende Europese strafbankje voor België" (55041555C)

06 Question de Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les perspectives négatives de Fitch et la menace d'une procédure européenne pour la Belgique" (55041555C)

 

06.01  Wouter Vermeersch (VB): Kredietbeoordelaar Fitch laat de rating van België ongewijzigd, maar stelt dat de ratingvooruitzichten negatief blijven. Fitch wijst daarvoor naar de torenhoge en toenemende staatsschuld en de moeilijke "politieke en institutionele context" om de overheidsfinanciën opnieuw op orde te krijgen. Daarmee refereert de kredietbeoordelaar impliciet aan de grote ideologische verschillen in de federale regering en het ontbreken van duidelijke afspraken over de verdeling van de inspanningen die de verschillende overheden moeten leveren, zo analyseert de krant De Tijd. "De negatieve ratingvooruitzichten weerspiegelen het risico dat de saneringsmaatregelen onvoldoende zullen zijn om de overheidsschuld op middellange termijn te stabiliseren", zo stelt Fitch. De kredietbeoordelaar verwacht ook dat de Europese Commissie België dit jaar op het zogeheten Europese strafbankje zet, onder de buitensporigetekortprocedure, omdat de regeringen van het land te weinig maatregelen nemen om de overheidsfinanciën weer gezond te maken.

 

Hebt u kennisgenomen van de ratingbeslissing van de kredietbeoordelaar?

 

Hoe reageert u op de negatieve ratingsvooruitzichten in de context van de grote ideologische verschillen en de hangende interfederale dossiers?

 

Hoe reageert u op de voorspelling in verband met het Europese strafbankje? Acht u dat scenario nog te vermijden?

 

06.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik heb net als u de analyse van Fitch met volle aandacht gelezen. Naast een toelichting over de rating en de outlook geeft bureau Fitch in zijn analyse ook mee dat een begrotingsconsolidatie die resulteert in lagere begrotingstekorten, een stabilisatie van de schulden en een bbp-ratio op middellange termijn, tot een positieve bijstelling van de outlook en/of rating zou kunnen leiden.

 

Op de kritiek dat de Europese Commissie België naar het Europese strafbankje zou verwijzen, heb ik al geantwoord dat ik niet op beslissingen van de Europese Commissie vooruit kan lopen. In juni zal de Commissie in elk geval haar referentietraject voor de jaarlijkse groei van de netto primaire uitgaven aan België bezorgen. Dat traject zal het kader vormen waarin de volgende regeringen van alle deelentiteiten zullen moeten opereren. Vandaar is het bijzonder belangrijk om niet te talmen na de verkiezingen met de vorming van de regeringen.

 

Mijnheer Vermeersch – ik kan uw repliek op een vorig antwoord niet zomaar laten passeren –, u hebt een zeer goede kennis van de begroting en ik vind het altijd heel fijn om met u in debat te gaan, maar zelfs al verschillen we ideologisch van mening, we moeten het wel eens zijn over de feiten. U kunt toch niet anders dan het met mij eens zijn over het feit dat een lange periode van lopende zaken slecht is voor de begroting, ten bewijze de verlaging van onze kredietwaardigheid door rating agencies in 2012, omdat zij goed beseften dat de uitgaven aan het ontsporen waren? Er wordt op straat weleens beweerd dat er tijdens een periode van lopende zaken minder wordt uitgegeven, maar dat is niet juist. Tussen 2018 en 2020 is het tekort gegroeid van -0,9 % naar -2 %. Zulke tekorten zijn logisch. Daarvoor hoeft u gewoon te kijken naar begrijpbarebegroting.be. De sociale zekerheid en aanverwante uitgaven ontsporen automatisch. De uitgaven voor pensioenen zijn gegroeid van 65 miljard in 2023 naar 69 miljard in 2024 en de uitgaven in de gezondheidszorg van ongeveer 35 miljard naar meer dan 38 miljard in 2024, wat logisch is gezien de groeinorm. Een periode van lopende zaken kan gewoon niet anders dan slecht zijn voor de begroting, mathematisch. Een of twee jaar lopende zaken betekent twee jaar zonder regering en dus zonder inspanningen, zonder begroting of eventueel een begroting met alternatieve meerderheden.

 

Mijnheer Loones, wij leveren een inspanning van 5 miljard in 2024. Natuurlijk hebben we wat minder gedaan tijdens de crisisjaren. Dat is logisch, want we hebben steunmaatregelen uitgevaardigd tijdens de covidcrisis en de energiecrisis. In 2024 hebben wij, ten eerste, de crisismaatregelen afgebouwd en, ten tweede, een heel grote inspanning geleverd van 3 miljard boven op de vaste en de variabele inspanning. Dat is ook voor de komende jaren wel degelijk doenbaar.

 

Dat brengt me bij het verslag van de Nationale Bank, dat u zelf hebt aangehaald. Als we niets doen, bedraagt de gewone verslechtering 2,5 miljard, jaar na jaar. In dat geval mogen we, willen we tegemoetkomen aan de vereisten van de Europese Commissie, ons niet beperken tot het goedmaken van die slechtere cijfers, maar moeten we ze ook verbeteren.

 

Neen, maak de mensen niet wijs dat het ontbreken van de regering een goede zaak is, omdat we dan niets zouden uitgeven. Het volume-effect in de pensioenen blijft en het is niet omdat er meer werkenden met pensioen gaan, dat hun pensioen niet zou worden uitbetaald. De pensioenlast blijft en moet dan gedekt worden door voorlopige kredieten. De pensioenkosten blijven ook oplopen. Wij zullen dus snel moeten schakelen.

 

06.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik spreek u tegen wat dat betreft. Wij zijn het erover eens dat er vandaag toch een regering is, of minstens een die daarvoor doorgaat. Vandaag stel ik u vragen over het negatieve vooruitzicht van een ratingbureau. De regering is momenteel niet in lopende zaken. Straks zullen wij nog een debat voeren over de verlaging voor het Brusselse Gewest door Standard & Poor's. Daar is er een regering. De ratingbureaus komen dus vandaag al onder de zittende regeringen in actie.

 

Ik ken de strategie van uw partij en heel wat partijen na de verkiezingen. Omdat de ratingbureaus de financiële markten doen bewegen, moet er volgens u snel een regering worden gevormd van nationale eenheid. Dat is tijdens de coronaperiode ook gebeurd. Toen moest er snel een regering worden gevormd. Om wat te doen? Om opnieuw jaren zonder hervormingen te zitten.

 

Mevrouw de staatssecretaris, wij zijn ervan overtuigd dat de grondige hervormingen die noodzakelijk zijn om dit land financieel weer op de rails te krijgen, in België niet meer mogelijk zijn. Dat is onze duidelijke analyse. Zelfs al komt er snel een Belgische regering van nationale eenheid, dan is dat niet noodzakelijk een goede zaak voor de begroting.

 

Uw regering is er ook gekomen na de corona-uitbraak, omdat men volgens u de ernstige crisis niet in lopende zaken kon aanpakken en omdat er absoluut een regering nodig was. En wat zien wij als wij de rekening maken? Alle Europese landen hebben dezelfde crisissen doorgemaakt, maar dit land is er het slechtst van af. Wij zijn een van de slechtste leerlingen. De schulden lopen op. De tekorten lopen op. De begrotingssituatie van dit land is verder verslechterd.

 

De vivaldicoalitie laat dit land veel slechter achter dan dat zij het had aangetroffen. Dat is met een regering en met gewijzigd beleid. Dat is – professor Moesen maakt ook die analyse – omdat u cadeautjes aan de achterban uitdeelt en niet hervormt.

 

Wij geloven niet dat de zoveelste Belgische regering de oplossing zal bieden voor de begroting. Integendeel, wij moeten het dringend radicaal over een andere boeg gooien en als Vlaamse partijen eindelijk de handen in elkaar slaan, zodat wij vanuit Vlaanderen, met Vlaamse partijen, eensgezind naar het federale niveau kunnen stappen, beslissen wat wij nog samen zullen doen en de boel eindelijk op orde zetten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Kathleen Depoorter aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De forensische audit naar Movianto/Medista" (55041585C)

07 Question de Kathleen Depoorter à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'audit forensique sur Movianto/Medista" (55041585C)

 

07.01  Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, op dit moment loopt een vooronderzoek bij de Federale Interne Audit (FIA). Wij zijn in blijde verwachting van de resultaten vandaag om 12.00 uur. Ik heb echter nog een aantal vragen voor u.

 

Het vooronderzoek gaat over de vaccindistributie. Het contract werd toegewezen aan de firma Movianto in juni 2022. Uw collega, minister Vandenbroucke, wijst voor de uitvoering van de eventueel op het vooronderzoek volgende forensische audit op het koninklijk besluit van 20 oktober 2023 rond het melden van de integriteitsschendingen.

 

Ik heb daarover een aantal vragen.

 

In het kader van artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 oktober 2023 rond het melden van integriteitsschendingen dient een overheidsinstantie aan te geven of de melding, ten eerste, intern wordt beheerd, dus binnen de overheidsinstantie zelf, door een daartoe aangewezen persoon of afdeling, dan wel of zij, ten tweede, extern wordt beheerd door ofwel een derde ofwel de FIA, aan wie de federale overheidsinstantie de taken heeft toevertrouwd die zijn toegewezen aan het interne meldingskanaal. Kunt u mij duiden welk intern meldingskanaal werd toegewezen door de FOD Volksgezondheid, maar ook – heel belangrijk – wanneer het werd toegewezen?

 

Deloitte trad op als consultancybureau voor de FOD Volksgezondheid in alle opdrachten rond de tendering van de vaccindistributie. Daarvoor werkte het via een al eerder afgesloten, veel minder ruim raamcontract. Kunt u mij duiden of de firma Deloitte kan optreden als derde in de zaak Movianto/Medista, waarbij ze uiteraard door de samenwerking al een ruime voorkennis heeft?

 

Kunt u mij aangeven of uw dienst of de dienst van uw voorganger advies verleende in het kader van de uitbreiding van het raamcontract van Deloitte, waarbij een van de consultants aangaf dat de Staat hem heeft meegedeeld dat hij, ook al is hij een concurrent van Deloitte, daaronder kon factureren? Indien advies werd gevraagd, had ik graag dat advies van u ontvangen.

 

De firma Movianto verschafte de audit die ze zelf heeft laten uitvoeren aan de FIA ter inzage in het kader van dat vooronderzoek. In welke mate zou er sprake zijn van belangenvermenging indien dat vooronderzoek door Deloitte werd uitgevoerd?

 

Factueel had ik graag geweten hoeveel forensische audits er al zijn uitgevoerd sinds de oprichting van de FIA. Werden die audits door eigen personeel van de FIA uitgevoerd of werden die opdrachten door een extern bureau uitgevoerd? Zo ja, welk bureau en wat was de kostprijs ervan?

 

07.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: De FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu heeft via een schrijven op 10 november 2023 de Federale Interne Audit (FIA) aangesteld als zijn intern meldingskanaal. De vraag of de firma Deloitte kan optreden als derde in de zaak Movianto/Medista dient u te richten aan de bevoegde minister.

 

De FIA heeft me meegedeeld dat hij in zijn forensische werking nooit een beroep heeft gedaan op Deloitte voor externe ondersteuning. De FIA heeft nooit advies verleend aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu over een overeenkomst met Deloitte en beschouwt de consultants van Deloitte als gelijkgestelden van de personeelsleden van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor wat zijn onderzoeksdaden betreft naar hun rol in de operationele werking van die FOD.

 

Wat de vraag betreft over de audit die de firma Movianto aan de FIA heeft overgemaakt, is het belangrijk te onderstrepen dat die vraag over de interne werking van die dienst gaat en dat de FIA onafhankelijk is. De informatie die de FIA aan mij heeft overgemaakt, is dat hij zonder hierom te hebben gevraagd de conclusies van een auditrapport dat Movianto heeft laten uitvoeren naar zijn eigen werking heeft verkregen.

 

De FIA kan zich niet uitspreken over een mogelijk belangenconflict in hoofde van Deloitte bij de uitvoering van een audit voor Movianto, omdat het om twee private ondernemingen gaat. Ten opzichte van de FIA stelt er zich in ieder geval geen belangenconflict, omdat er op geen enkele manier een beroep wordt gedaan op de firma Deloitte.

 

De FIA heeft sinds de opstart van zijn forensische werking in 2018 27 forensische audits uitgevoerd. Hij heeft al zijn audits uitgevoerd met eigen personeel, op twee na. In deze twee gevallen werden de audits uitgevoerd onder leiding van de FIA en door eigen personeel, maar met technische ondersteuning van externe partners. De ene audit werd ondersteund door EY Advisory Services, ter waarde van 21.136 euro inclusief btw, en de andere door KPMG, ter waarde van 38.091 euro inclusief btw.

 

07.03  Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de FIA werd aangesteld op 11 november 2023. Doet die datum bij u geen belletje rinkelen? Dat is namelijk de dag waarop de advocaten van de Staat de kabinetschef van minister Vandenbroucke op de hoogte hebben gebracht van het bestaan van een onderzoek en interviews rond de zaak Medista/Movianto. Dat was exact die dag. Uw antwoord is dus heel interessant.

 

Wat ik ook interessant vind, is dat u zegt dat de FIA nooit advies heeft verleend over het contract van Deloitte. Dat was ook mijn vraag niet, ik vroeg namelijk of u of uw voorganger advies verleend hebben. U bent immers staatssecretaris voor Consumentenzaken en u zegt tegen een concurrent dat hij mag factureren onder de schulp van een concurrent. Ik vrees dus dat daar in de toekomst een onderzoek van de BMA naar kan komen. Goed, u antwoordt niet echt op mijn vraag.

 

Begrijp ik dat het onderzoek van Movianto dat vrijwillig verkregen is bij de FIA uitgevoerd werd door Deloitte? Dat heb ik namelijk niet goed begrepen uit uw antwoord. Daarover had ik graag meer duidelijkheid gekregen.

 

U zei ook dat ik de bevoegde minister moet ondervragen over de functie van Deloitte in dit onderzoek. U hebt mij echter ook op een schriftelijke vraag geantwoord dat u geen toegang hebt tot de nota's van de IKW's die de ministerraad van 10 december voorbereid heeft. Het is toch bijzonder dat u als staatssecretaris voor Begroting nota's die gaan over contracten van 50 miljoen euro niet kunt inzien?

 

Het is heel jammer dat u hier uw paraplu gebruikt, alles doorschuift naar minister Vandenbroucke en niet ten gronde antwoordt op essentiële vragen.

 

Werd het onderzoek van Movianto dus effectief uitgevoerd door Deloitte of heb ik dat fout begrepen?

 

De voorzitter: Mevrouw de staatssecretaris, wenst u nog te antwoorden?

 

07.04 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ter verduidelijking herhaal ik nog even de informatie die door de FIA aan mij is overgemaakt: zonder hierom gevraagd te hebben heeft de FIA de conclusies van een auditrapport dat Movianto heeft laten uitvoeren naar zijn eigen werking verkregen.

 

Ik kan u ook nog zeggen dat ik, als verantwoordelijke voor Begroting, nooit een advies of een akkoord heb moeten geven.

 

07.05  Kathleen Depoorter (N-VA): Dus u kunt niet bevestigen noch ontkennen dat Deloitte het onderzoek bij Movianto heeft uitgevoerd. Dat is heel interessant. Nog erger, mevrouw de staatssecretaris, is dat er geen enkel advies vanuit Begroting is verstrekt over een contract van 50 miljoen euro. Daar stel ik mij toch vragen bij.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

08 Vraag van Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De financiering van bijna de helft van de nieuwe jobs door de overheid" (55041946C)

08 Question de Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le financement de près de la moitié des nouveaux emplois par les pouvoirs publics" (55041946C)

 

08.01  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, de groei van de werkgelegenheid in België is in 2023 vertraagd, met ongeveer 42.000 nieuwe banen. Bijna de helft daarvan werd gecreëerd bij de overheid. De overheid financiert dus bijna de helft van deze nieuwe banen. In vergelijking met voorgaande jaren is de werkgelegenheid in de industrie nagenoeg onveranderd gebleven, maar sommige sectoren, zoals de busbouwer Van Hool en chocoladereus Barry Callebaut, hebben banen geschrapt. De sterke groei van de banen bij de overheid roept vragen op over de houdbaarheid, gezien de stijgende personeelskosten en het toenemende begrotingstekort, zo schrijft de krant De Tijd.

 

Hoe beoordeelt u de impact van de sterke groei in de werkgelegenheid bij de overheid op de totale kosten voor de begroting?

 

Wat zijn de verwachte financiële gevolgen van de toenemende personeelskosten, vooral in het licht van de hoge indexeringen van de afgelopen twee jaar?

 

Kunt u toelichten welke maatregelen de regering overweegt om de stijgende personeelskosten in de publieke sector te beheersen?

 

08.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer Vermeersch, ik wil uw vraag enigszins nuanceren. In het jaarverslag van de Nationale Bank wordt inderdaad gesteld dat de Belgische economie 42.000 banen creëerde in 2023, waarbij vooral in de privésector de jobcreatie vertraagde. In 2023 zouden er ongeveer 20.000 jobs bij gekomen zijn bij de overheid. De Nationale Bank stelt echter dadelijk dat bij de federale overheid de werkgelegenheid relatief stabiel bleef. Als men het verslag goed doorneemt, zal men ook zien dat de Nationale Bank aangeeft dat de oplopende tendens van de werkgelegenheid vooral bij de gewesten en bij de lokale overheid is gesitueerd, zoals in het onderwijs. Gezien de personeelskrapte in het onderwijs is dat eerder goed nieuws.

 

Ze stelt ook dat de personeelskosten bij de federale overheid onder controle zijn. U kunt dit lezen op pagina 243 van het jaarverslag. Bovendien wil ik erop wijzen dat een van de speerpunten van de afgelopen legislatuur, namelijk de vaste inspanning die de regering deze legislatuur budgettair heeft geleverd, onder meer een besparing binnen de overheidssector voorzag, waardoor structureel 600 miljoen euro op kruissnelheid werd bespaard.

 

Met andere woorden, de problematiek van beheersbaarheid van de stijgende loonkosten situeert zich volgens de Nationale Bank niet op het federale niveau. Dit neemt echter niet weg dat er indirect wel effecten zijn van het personeelsbeleid van de gemeenschappen, gewesten en lokale overheden op de pensioenlasten die door de federale overheid worden gedragen.

 

In eerdere antwoorden heb ik steeds gesteld dat de uitdagingen voor de volgende legislatuur immens zijn en dat verdere hervormingen noodzakelijk zijn. Het gaat dan over hervormingen op het vlak van gezondheidszorg, uitkeringen, pensioenen en fiscaliteit, maar ook arbeidsmarkt. Daarom pleit ik er opnieuw voor om snel een regering op de been te krijgen na de verkiezingen. Iedereen zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen, zeker ook entiteit II.

 

In dat kader lijkt het mij dan ook zinvol om na de verkiezingen met alle nieuwe regeringen in dit land onmiddellijk te gaan samenzitten om tot een gezamenlijke strategie te komen, waarbij glasheldere en harde afspraken worden gemaakt over hoeveel iedereen zal saneren en op welke manier dit zal worden gerealiseerd.

 

08.03  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik kan u alvast geruststellen, wij hebben de ambitie om snel een regering te vormen op Vlaams niveau.

 

U speelt de bal door naar de gewesten, zoals dat wel vaker gaat in dit land. U zegt dat het probleem zich vooral bij de gewesten situeert. De inhaalbeweging in het onderwijs is inderdaad noodzakelijk. Daar twijfelen wij niet aan.

 

Het is natuurlijk wel zo dat het op het vlak van werkzaamheidsgraad vooral in het zuiden van het land problematisch is. De werkzaamheidsgraad ligt daar te laag. In het noorden van het land zitten wij bijna aan de beoogde 80 %. Niet alleen heeft Wallonië een lage werkzaamheidsgraad, er is ook nog eens een hoog aandeel overheidsjobs. De combinatie van een lage werkzaamheidsgraad met een hoog aandeel overheidsjobs is bijzonder problematisch vanuit begrotingsoogpunt.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik had gehoopt dat u zich daar als federaal staatssecretaris ook over zou uitspreken. Ik heb daar echter niets van gehoord. Dat is toch een belangrijke nuance.

 

Het is zorgwekkend dat niet alleen die werkzaamheidsgraad in het zuiden van het land te laag ligt, maar dat ook het aandeel van de overheidsjobs daar veel te hoog ligt. Dat is een nefaste combinatie voor de financiën, zeker in het zuiden van dit land.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De publicatie van de adviezen bij de indiening van een wetsontwerp" (55041982C)

09 Question de Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La publication des avis lors du dépôt d'un projet de loi" (55041982C)

 

09.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het is moeilijk relevant te zijn vanuit de oppositie. Het hangt er natuurlijk van af hoe men "relevant zijn" definieert. Ik definieer dat als concrete wetteksten wijzigen, reglementen wijzigen. Op dat vlak is mij helaas niet veel gelukt vermits ik veroordeeld ben tot de oppositie. Ik probeer er op de valreep toch nog iets door te krijgen, iets wat er klein uitziet maar toch zeer belangrijk is op het vlak van transparantie.

 

Waarover gaat het? Als een wetsontwerp wordt ingediend en in het Parlement behandeld wordt, moet er een aantal documenten bezorgd worden aan het Parlement: de tekst zelf, natuurlijk, en het advies van de Raad van State. Maar een aantal andere documenten moet nu niet per se aan het Parlement bezorgd worden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het advies van de Inspectie van Financiën en het begrotingsadvies.

 

Het Parlement krijgt die documenten niet per definitie te zien. In andere parlementen worden die wel vaker ter beschikking gesteld. In de Kamer is dat niet zo. Ik zou het graag anders zien. Ik zou graag hebben dat het Parlement die informatie krijgt. Ik heb ter zake een mogelijke reglementswijziging opgesteld. Die is besproken in de bijzondere commissie voor het Reglement en Hervorming van de parlementaire werkzaamheden, maar die is daar weggestemd. Helaas.

 

Dat is niet erg. De plenaire vergadering krijgt een herkansing. Ik heb afgesproken met de commissie dat die wijziging daar geagendeerd zou worden, maar dat ik dan in tussentijd ook de adviezen van de regering zou inwinnen over deze reglementswijziging.

 

Daar ben ik nu mee bezig, bij u, bij de eerste minister, bij de minister van Financiën.

 

Vandaar mijn vraag aan u. Vindt u ook dat het Parlement eigenlijk recht moet hebben op die informatie, op het advies van de Inspectie van Financiën en het voorafgaande akkoord van de minister van Begroting?

 

In mijn voorstel staat ook een reeks andere adviezen. Maar voor mij zijn dit de twee belangrijkste, het akkoord van de minister van Begroting en het advies van de Inspectie van Financiën. Graag uw mening over mijn voorstel.

 

09.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Loones, eerst en vooral merk ik op dat enkel de wet de regering kan verplichten om bepaalde documenten aan de Kamer te bezorgen. Voor de adviezen van de Raad van State of adviezen van de Hoge Raad voor de Justitie voorziet de wet zelf dat die aan de wetsontwerpen moeten worden gehecht bij hun indiening. Het Reglement van de Kamer herneemt die documenten als formele voorwaarde voor de indiening van een wetsontwerp.

 

Het Reglement van de Kamer kan niet zelf bijkomende verplichtingen opleggen aan de regering als voorafgaande voorwaarde voor de indiening van een ontwerp. Mijns inziens kan enkel de wet worden gevolgd. Indien de Kamer immers de indiening van bepaalde documenten die niet wettelijk verplicht aan de Kamer dienen te worden bezorgd als voorwaarde zou invoeren in haar Reglement, beknot de Kamer het grondwettelijk recht van initiatief van de regering en de Koning als tak van de wetgevende macht.

 

Mijn conclusie is dus dat dit voorstel niet via het Reglement van de Kamer kan worden ingevoerd, maar dat het dient te gebeuren via een wijziging van de wet die bepaalde documenten verplicht stelt. Dat is immers de enige manier om het geven van die informatie afdwingbaar te maken ten aanzien van de regering.

 

09.03  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, in mijn repliek heb ik een formalistisch en een inhoudelijk deel.

 

Ik begin met het formalistische deel. De adviezen die ik inwin, stellen dat het wel perfect via het Reglement van de Kamer kan. Democratisch gezien is dat trouwens net hetzelfde, want om het Reglement te wijzigen moet een meerderheid voor zijn en om een wet te wijzigen moet eveneens een meerderheid voor zijn. Legistiek en democratisch gezien is dat zeer sterk vergelijkbaar met elkaar, want in beide gevallen zegt een meerderheid van de Kamer dat de regering die informatie publiek moet maken. Volgens de informatie die ik daarover van experts heb gekregen, kan dat perfect via het Kamerreglement.

 

Inhoudelijk, ik betreur het enigszins dat u niet ingaat op de inhoudelijke suggestie. Vindt u dat het advies van Begroting ook aan het Parlement publiek moet worden gemaakt? U antwoordt dat dit via een wet geregeld moet worden, maar u zegt niet of u van oordeel bent dat dit zou moeten. Nochtans is dat de belangrijkste vraag. Naar mijn mening gaat het om publieke informatie, opgesteld door ambtenaren, betaald met belastinggeld, over belangrijke dossiers, namelijk een wetsontwerp dat ingediend wordt in het Parlement. Ik denk dat het belangrijk is dat daarover transparantie wordt gegeven.

 

Mijnheer de voorzitter, ik wil dus nogmaals proberen om aan mevrouw de staatssecretaris te vragen of zij het belangrijk vindt dat de adviezen van Begroting transparant worden gemaakt en aan het Parlement worden bezorgd.

 

De voorzitter: Mevrouw de staatssecretaris, wenst u nog te reageren?

 

09.04 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Ik kan u enkel zeggen dat indien de wetgever die verplichting oplegt, ik mij daar uiteraard aan zal houden.

 

09.05  Sander Loones (N-VA): Ik begrijp uw antwoord, maar ik betreur dat antwoord. U kunt perfect zelf al proactief die informatie ter beschikking stellen. U kunt perfect zelf zeggen dat u transparantie belangrijk vindt. Dergelijke informatie zou ter beschikking moeten zijn van de democratie en van iedereen. Ik vind het jammer dat u wacht op een wettelijke verplichting om die transparantie te geven. In het jaar 2024 kan dat volgens mij beter.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het rapport van het Monitoringcomité" (55041992C)

10 Question de Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le rapport du Comité de monitoring" (55041992C)

 

10.01  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik had eerder genoteerd dat het rapport van het Monitoringcomité op 19 maart werd verwacht. Ik heb mijn computer vorige week vrijdag elke vijf minuten gerefresht. Meestal wordt dat rond 17 uur gepubliceerd, maar ik heb geen rapport gezien. Mijn vraag is dus wanneer we het rapport van het Monitoringcomité kunnen verwachten?

 

10.02 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Dat is een terechte vraag, mijnheer Loones. Het rapport is nog niet gepubliceerd. Het komt een week later, omdat de FOD BOSA nood had aan verduidelijking bij bepaalde cijfers. Ik kan u meedelen dat er vanmiddag een vergadering van het Monitoringcomité plaatsvindt. De publicatie is voor later vandaag gepland.

 

10.03  Sander Loones (N-VA): Dank u voor de verduidelijking. Het is goed dat die cijfers publiek worden gemaakt, zodat elke partij weet wat te doen. Dat zal er alvast niet uit bestaan om cadeaus uit te delen; men zal vooral erover moeten nadenken wat er moet gebeuren om de begroting op orde te zetten.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

11 Question de Georges Dallemagne à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le bilan de l’aide belge à l’Ukraine" (55042019C)

11 Vraag van Georges Dallemagne aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De balans van de Belgische hulp aan Oekraïne" (55042019C)

 

11.01  Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la secrétaire d'État, à l'occasion du deuxième anniversaire de cette invasion totalement injustifiée et qui, selon diverses sources, a causé quelque 500 000 victimes, je voudrais faire le point avec vous sur l'aide apportée par la Belgique à l'Ukraine.

 

Le pays a été dévasté. Sa reconstruction est évaluée à environ 500 milliards d'euros. Jamais dans l'histoire des Nations Unies, une grande puissance nucléaire, membre permanent du Conseil de Sécurité, n'avait, à ce point et avec une telle brutalité, enfreint toutes les règles de droit et mis en péril la paix dans le monde en brandissant la menace d'utiliser les armes nucléaires. Notre sécurité, celle de nos concitoyens, est aujourd'hui directement menacée. La Russie ne mène pas seulement la guerre en Ukraine, puisqu'elle entreprend des actions de désinformation auprès de notre opinion publique et qu'elle cherche à déstabiliser et à fragiliser nos démocraties via les fake news et les cyberattaques. Elle livre une guerre de propagande et de déstabilisation aux portes de l'Europe et en Afrique et cherche à créer des divisions en instrumentalisant la question migratoire en Europe et l'antisémitisme, comme on l'a vu récemment en France.

 

Madame la secrétaire d'État, quel est le bilan de l'aide de la Belgique à l'Ukraine? Il s'agit aussi de faire toute la lumière sur l'effort de la Belgique à l'égard de l'Ukraine, qui est entièrement payé par les impôts sur les intérêts des avoirs russes. J'ai posé régulièrement cette question à la ministre de la Défense, qui m'a renvoyé vers vous. Nous connaissons donc la source de l'aide belge. Par ailleurs, pour ce qui est de l'aide militaire, nous demandons le remboursement de notre effort à la Facilité européenne pour la paix. Dès lors, combien avons-nous demandé? Et quel montant avons-nous reçu à cette date? Ne risquons-nous pas d'opérer ainsi un double financement?

 

11.02  Alexia Bertrand, secrétaire d'État: Monsieur Dallemagne, je vous remercie de votre question.

 

En 2022, 800 millions d'euros avaient été prévus dans la provision Ukraine. Sur ce montant, 457,5 millions d'euros ont été utilisés en engagement et 430,3 en liquidation. En dehors de la provision, des coûts à hauteur de 32,9 millions d'euros ont été encourus auprès de la Défense, portant le total à 463,2 millions d'euros.

 

En 2023, une provision Ukraine avait été prévue pour 250 millions d'euros. Elle a été augmentée au cours du contrôle budgétaire pour atteindre 613,9 millions d'euros en engagement, et 624,5 millions d'euros en liquidation. Sur ce montant, 613,8 millions d'euros ont été utilisés en engagement et 623,5 millions d'euros en liquidation, donc quasiment la totalité.

 

Au-delà de la provision, des coûts à hauteur de 45,4 millions d'euros ont été encourus auprès de la Défense, ce qui porte le total à 668,9 millions d'euros. En 2024, 1,5 milliard d'euros ont été prévus pour les coûts liés à la guerre en Ukraine. Sur ce montant, 712,9 millions d'euros ont déjà été réaffectés en engagement et en liquidation. Au total, ce sont donc 1,8 milliard d'euros qui ont déjà été dépensés pour le conflit en Ukraine à ce jour.

 

En ce qui concerne votre deuxième question, je l'ai posée à mes collègues, la ministre de la Défense et la ministre des Affaires étrangères, mais je n'ai pas encore eu de réponse à ce jour. Je propose que vous leur posiez, dès lors, également la question à votre tour.

 

11.03  Georges Dallemagne (Les Engagés): Madame la secrétaire d'État, j'analyserai tous ces chiffres à tête reposée. Pour ce qui est de ma deuxième question, je dois vous avouer que je tourne un peu en rond. Cette question me paraît vraiment importante, parce qu'elle a été notamment soulignée par l'Inspection des Finances. Il y a clairement un risque de double financement puisque, d'une part, on a ce fonds ukrainien sur la base des avoirs russes, et que, d'autre part, on demande, pour des achats qui ont été effectués grâce à ces ressources-là, un remboursement au niveau de la facilité européenne. Donc, je ne voudrais pas que la Belgique, à un moment donné, ait à répondre de ce double financement, de cette double source de revenus. J'aimerais vraiment obtenir la clarté à ce sujet et je pensais que ce serait auprès de vous que je l'obtiendrais, parce que les ministres techniquement compétentes me renvoient vers vous.

 

11.04  Alexia Bertrand, secrétaire d'État: Monsieur Dallemagne, si vous transformez votre question en question écrite, je pourrai vous fournir cette réponse.

 

11.05  Georges Dallemagne (Les Engagés): Parfait, merci beaucoup, madame la secrétaire d'État.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De ratingverlaging voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" (55042134C)

- Wouter Vermeersch aan Alexia Bertrand (Begroting en Consumentenbescherming) over "De ratingverlaging voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" (55042145C)

12 Questions jointes de

- Sander Loones à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La dégradation de la note de la Région de Bruxelles-Capitale" (55042134C)

- Wouter Vermeersch à Alexia Bertrand (Budget et Protection des consommateurs) sur "La dégradation de la note de la Région de Bruxelles-Capitale" (55042145C)

 

12.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, de vergadering verloopt efficiënt en vlot. Ik rond mijn laatste vraag voor vandaag af met positief nieuws. De rating voor Brussel is verlaagd. Ik merk op dat die verlaging positief nieuws is. De Brusselse minister van Begroting geeft op Radio 1 mee dat ze positief nieuws is. De rating gaat achteruit. Lenen zal duurder worden voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar dat is positief nieuws volgens Sven Gatz, uw collega en partijgenoot. Hij oppert immers dat de Brusselse overheid eindelijk wakker zal schieten.

 

Het is niet alsof er al rapporten waren van de Nationale Bank van België, van het Planbureau, van het Monitoringcomité of van het Rekenhof. Die rapporten waren er natuurlijk wel. Niemand in Brussel ligt blijkbaar wakker van die cijfers, maar nu zal dat dus wel gebeuren. Het zal ons benieuwen.

 

Mevrouw de staatssecretaris, u bent natuurlijk geen Brussels minister van Begroting, maar de federale minister. Daarom stel ik mijn federale vraag. Hoe beoordeelt u dat? Welke risico’s zijn al dan niet gekoppeld aan de ratingverlaging voor de federale begroting? Immers, wanneer Brussel als internationale hoofdstad in het vizier komt, is er natuurlijk een trickle-downeffect. Dat heeft een grote zichtbaarheid en straalt af op andere overheden. Kunt u de consequenties daarvan inschatten?

 

12.02  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, Brussel heeft een groot gat in de begroting. De Amerikaanse kredietbeoordelaar Standard & Poor’s heeft de rating voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verlaagd. Dat heeft  – ik citeer – “loodzware gevolgen op middellange termijn”. Het kan betekenen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de toekomst een hogere rente zal moeten betalen wanneer het geld leent.

 

Mevrouw de staatssecretaris, ik heb daarover drie heel eenvoudige vragen.

 

Ten eerste, gaat u akkoord met de vaststelling dat de ratingverlaging voor Brussel loodzware gevolgen heeft op middellange termijn?

 

Ten tweede, inzake de Europese begrotingsregels worden tekorten en schulden van de gezamenlijke overheid bekeken. Wat is de impact voor de gezamenlijke overheid van de ratingverlaging?

 

Ten derde, ziet u een risico voor een spill-overeffect naar de federale overheid? Vreest u dat daarmee bijvoorbeeld ook de rating van de federale overheid in het gedrang zal komen? Ik wijs er, gevolg gevend aan onze discussie van daarnet, nogmaals op dat de ratingverlagingen er vandaag komen met zittende, actieve regeringen, dus bij gewijzigd beleid en niet in lopende zaken. Dat gebeurt vandaag wanneer partijen als de uwe aan het roer zijn.

 

12.03 Staatssecretaris Alexia Bertrand: Het is enerzijds goed nieuws, in de zin dat het de mensen wakker zal schudden. Die uitspraak begrijp ik wel. Op een bepaald moment moet het echt een thema worden. Als het noodzakelijk is dat het zo ver gaat voordat iedereen beseft hoe belangrijk het is om de begroting op orde te brengen, is dat zo. Anderzijds is het natuurlijk geen goed nieuws voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het betekent immers concreet dat de kosten van de financiering zullen stijgen. Standards & Poor's stelt in zijn verslag ook dat de rating weer verhoogd kan worden als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn begrotingsprestaties sneller dan verwacht verbeterd door een resolutere begrotings­consolidatie of gunstigere economische omstandigheden, resulterend in een duidelijk neerwaarts schuldtraject.

 

De opdracht is, zoals de Brusselse minister van Begroting stelt, loodzwaar. Er zullen besparingen en hervormingen nodig zijn. Ik deel daarbij de analyse van de Brusselse minister van Begroting. Ik hoop samen met hem dat de ernst van de situatie doordringt tot de voltallige Brusselse regering. Het is voor een volgende regering mogelijk om een nieuw begrotingstraject op te stellen, maar dan zal iedereen zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Dit is evenwel de enige weg vooruit, nog los van het nieuwe Europese begrotingskader, waarin ook het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich zal moeten inschrijven.

 

Mijnheer Vermeersch, de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is relatief beperkt. Iedere overheid in dit land financiert zich daarenboven apart en heeft dus ook een eigen rating. Ik ga dus niet uit van een spill-overeffect naar het federale niveau.

 

12.04  Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de Brusselse ministers van Begroting waren de volgende: van 1999 tot 2000 mevrouw Annemie Neyts van Open Vld, van 2000 tot 2009 de heer Guy Van Hengel van Open Vld, van 2009 tot 2011 de heer Jean-Luc Vanraes van Open Vld, van 2011 tot 2019 de heer Guy Van Hengel van Open Vld en van 2019 tot vandaag de heer Sven Gatz van Open Vld. De Brusselse ministers van Begroting waren dus bijna 25 jaar onafgebroken Open Vld-ministers. Als er één partij wakker zou moeten schieten, dan is dat uw partij.

 

De situatie is een absolute ramp, niet het minst voor de mensen die in Brussel wonen, wier lot en toekomst bedreigd zijn. Het is tijd dat waarheden worden gesproken en dat zal niet lukken door positief nieuws te verkopen op de radio, zoals minister Gatz probeert te doen.

 

12.05  Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, het gat in de begroting is een politieke verantwoordelijkheid van uw partij, Open Vld. Het is een absolute capitulatie van de politiek als we de druk van de ratingbureaus en financiële markten nodig hebben om de regeringen in dit land te laten doen wat moet worden gedaan, namelijk de financiën in orde brengen. Als we zover gevorderd zijn in ons politieke denken, dan is dat absoluut te betreuren. Ik ga niet akkoord met die analyse.

 

De situatie is problematisch. Dat moet worden erkend en wij moeten de cijfers zelf in orde brengen vooraleer de financiële markten ons met het mes op de keel zullen dwingen om dat te doen. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt, die bijzonder pijnlijk zullen zijn voor de bevolking; keuzes waarmee wij niet akkoord gaan en waartegen we ons zullen verzetten. Het is dus nu nodig om de financiën in orde te brengen, we mogen niet wachten tot de financiële markten ons daartoe dwingen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Ik heb begrepen dat vraag nr. 55042140C van collega Arens wordt omgezet in een schriftelijke vraag. Als er geen verdere interventies meer zijn, kunnen wij deze commissie dus al beëindigd beschouwen.

 

Ik dank de aanwezige collega's voor hun aandacht. Het is spijtig dat er veel te weinig collega's in het Parlement aandacht hebben voor de begroting. Het was mij niettemin een eer deze commissie voor te zitten.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.55 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11 h 55.