Commission des Finances et du Budget

Commissie voor Financiën en Begroting

 

du

 

Vendredi 29 mars 2024

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Vrijdag 29 maart 2024

 

Namiddag

 

______

 

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 09 et présidée par M. Marco Van Hees.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.09 uur en voorgezeten door de heer Marco Van Hees.

 

Le président: Il a été convenu que toutes les questions pour lesquelles les auteurs ne sont pas présents aujourd'hui seront automatiquement reportées.

 

01 Débriefing du Conseil Ecofin et de l'Eurogroupe: échange de vues et questions jointes de

- Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La réforme du cadre budgétaire européen" (55041404C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'accord relatif aux nouvelles règles budgétaires européennes" (55041432C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les prévisions économiques de la Commission européenne" (55041439C)

- Samuel Cogolati à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les fonds belges en Russie" (55041537C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La Banque européenne d’investissement" (55041600C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les connaissances financières des citoyens" (55041601C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les règles budgétaires européennes" (55041602C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les réunions du Conseil Ecofin et de l’Eurogroupe" (55041603C)

- Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La procédure de déficit excessif" (55042037C)

01 Debriefing van de Raad Ecofin en de Eurogroep: gedachtewisseling en toegevoegde vragen van

- Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De hervorming van het Europese begrotingskader" (55041404C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het akkoord over de nieuwe Europese begrotingsregels" (55041432C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De economische prognoses van de Europese Commissie" (55041439C)

- Samuel Cogolati aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Belgische fondsen in Rusland" (55041537C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De Europese Investeringsbank" (55041600C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De financiële geletterdheid van de burgers" (55041601C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De Europese begrotingsregels" (55041602C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De vergaderingen van de Ecofin-Raad en de Eurogroep" (55041603C)

- Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De buitensporigtekortprocedure" (55042037C)

 

01.01 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, collega, we zijn halfweg het Belgische Europese voorzitterschap. Dat is het ideale moment om toch even te debriefen en u een stand van zaken te geven.

 

Je voudrais commencer par remercier les collègues qui travaillent jour et nuit sept jours sur sept pour finaliser au maximum l'agenda législatif européen. Un travail remarquable a été accompli jusqu'à présent, également de la part de la filière Ecofin.

 

Au niveau politique, je retiens surtout l'accord que j'ai pu trouver avec le Parlement européen sur la réforme de la gouvernance économique.

 

Les négociations en trilogue étaient difficiles, vu les positions de départ assez divergentes du Conseil et du Parlement européen. Cependant, après plusieurs semaines de négociations techniques et de trilogue politique, le samedi 10 février, nous avons pu concilier la volonté du Parlement d'avoir plus d'espace pour les investissements et l'agenda social avec celle du Conseil de respecter les paramètres de la consolidation budgétaire.

 

Les résultats, les gain guidelines, sont un fin compromis visant à combiner une consolidation des finances publiques avec plus d'espace pour les investissements et les réformes, et ce à travers une approche pluriannuelle et pays par pays. Cet accord a entre-temps été voté en commission ECON du Parlement européen et sera présenté en séance plénière du Parlement européen au mois d'avril. Ensuite, le texte sera approuvé par le Conseil.

 

Naast dat akkoord zijn er ook nog heel wat andere triloogakkoorden gesloten, zoals die over de ESG-ratings, de Mid-term revision of the Multiannual Financial Framework, de MiFID-richtlijn en de Listing Act. Een belangrijke thematiek voor het Belgische voorzitterschap, alsook voor de volgende Europese Commissie, is de versterking van de Europese competitiviteit. Dat was ook het overkoepelende thema van de informele samenkomst van Ecofin die ik eind februari in Gent organiseerde. De thematiek werd daar vanuit drie verschillende invalshoeken besproken. Zo overlegden we met de recent aangestelde voorzitter van de Europese Investeringsbank (EIB), Nadia Calviño, over de toekomstige strategische beleidslijnen van de EIB, met veel aandacht voor defensie en een versterkt risicobeleid. Die discussie voedde onder andere ook de bijeenkomst van de Europese Raad van vorige week en zal een eerste concrete opvolging krijgen tijdens de meeting van de Ecofin-Raad van april in Luxemburg. De voorzitster zal tijdens die Ecofin-vergadering enkele eerste denksporen voorstellen die een grote rol van de EIB in de ondersteuning van onze defensiestrategie en -industrie moeten garanderen.

 

Lors de la réunion informelle, au cours d'une seconde session, nous avons discuté de l'union des marchés des capitaux mais du point de vue du citoyen. Comment pouvons-nous activer l'énorme volume de capital dormant en Europe? Une condition importante à cet effet consiste à améliorer les connaissances financières de nos citoyens. J'avais préparé le débat à Gand à travers un séminaire organisé avec le commissaire McGuinness et l'Autorité des services et marchés financiers (FSMA). La discussion même s'est avérée très intéressante. Il en résultera des conclusions du Conseil en mai. Enfin, à Gand, j'ai invité Mario Draghi qui, comme vous le savez, est mandaté par la présidente de la Commission, Mme von der Leyen, pour préparer un rapport sur la compétitivité d'ici la fin du mois de juin. Mario Draghi a surtout écouté le ministre des Finances, mais n'a en même temps pas ménagé ses critiques sur le manque d'européanisation dans l'élaboration de nos politiques.

 

Ik geef nog mee dat het debat over de verdere uitbouw van de kapitaalmarktenunie op verschillende niveaus wordt gevoerd. In de Eurogroep werd recent ook een verklaring aangenomen. Inhoudelijk gaat het om de grootste gemene deler tussen verschillende landen onder leiding van Frankrijk, waarmee slechts een eerste aanzet wordt gegeven. Ik verwacht in de komende periode nog intensieve gesprekken ook in de Ecofin over hoe de volgende Commissie privékapitaal in de meest brede zin van het woord op Europese schaal kan kanaliseren om tegemoet te komen aan de talrijke uitdagingen.

 

De afgelopen periode ging er eveneens veel aandacht naar de financiering van de uitdagingen waarvoor Oekraïne staat, zowel wat de oorlog als wat de heropbouw betreft. Ook hier heeft de EIB een belangrijke rol te vervullen. Ik meen dat specifieke Europese obligaties, eurobonds voor defensie, een nader te onderzoeken piste vormt. Ik had de voorbije maanden heel wat contacten in de Europese Unie en in de G20 over het al dan niet inzetten van bevroren tegoeden voor Oekraïne, die zich in België vooral bij Euroclear bevinden, De discussie daarover wordt op twee niveaus gevoerd. In de Europese Unie ligt er een voorstel op tafel voor het gebruik van de winsten die instellingen zoals Euroclear maken op de bevroren tegoeden die ze aanhouden. Na heel veel informeel overleg is het voorstel nu zo opgesteld dat er rekening wordt gehouden met de belangen van Euroclear en vooral ook met de belangen van onze belastingbetaler, gezien uiteraard het systemische karakter van instellingen zoals Euroclear.

 

De belangen van de belastingbetaler staan centraal in mijn aanpak van het dossier. Dat is ook de reden waarom ik me uiterst voorzichtig opstel in contacten met de G7-partners in het licht van de lopende discussies in de G7 over het inzetten van de bevroren tegoeden zelf, de zogenaamde confiscatie. Ik noteer dat alle Europese G7-landen, de Europese Commissie, de ECB en ook landen als Japan en belangrijke niet-G7-landen dezelfde voorzichtigheid aan de dag leggen.

 

Ik blijf openstaan voor elk debat, mits er wel aan bepaalde duidelijke voorwaarden wordt voldaan. Allereerst wil ik de garantie van een mondiaal level playing field, dus niet enkel met de Europese instellingen. Ten tweede moet het gaan over een wettelijk sluitende oplossing. Ten derde moet de garantie worden verkregen dat er zowel op macro- als op microniveau geen aantasting is van de financiële stabiliteit. Tot slot is de belangrijkste voorwaarde dat alle mogelijke risico’s op het niveau van de G7 of breder worden gesolidariseerd.

 

J’ai insisté sur ce point lors de la réunion du G20 à São Paulo fin février, où j’ai représenté l’Union européenne. La présidence brésilienne du G20 a surtout mis l’accent sur les inégalités dans le monde et a suggéré, à cet effet, la création d’un troisième pilier de taxation internationale mettant notamment l'accent sur les richesses. Je pense qu’il s’agit là d’une approche intéressante.

 

Om af te ronden, collega’s, geef ik nog een korte vooruitblik. Tijdens de tweede helft van ons Europese voorzitterschap zal ik de discussie inzake de EIB zoveel mogelijk ondersteunen. Als huidig voorzitter van de EIB Board of Governors zal ik het door Nadia Calviño gestarte en gelanceerde proces ook politiek in goede banen leiden tijdens de jaarvergadering van de EIB-gouverneurs in juni 2024. Voorts zal ik uiteraard de input van de verschillende debatten inzake de CMU of kapitaalmarktunie vanuit mijn positie van voorzitter van Ecofin zo goed mogelijk kanaliseren naar het volgende werkprogramma van de Europese Commissie.

 

Ook wil ik nog vooruitgang boeken in specifieke fiscale dossiers, zoals FASTER en, indien mogelijk, Unshell, alsook inzake het douanepakket, het VIDA-pakket of VAT in the Digital Age, en het CMDI of Crisis Management Package in het kader van de Bankenunie.

 

Ik geef bovendien nog mee dat tijdens de Ecofin-bijeenkomst van april 2024 ook een discussie is gepland over de mid-termevaluatie van het Herstelfonds. Ik hoop dat wij daaraan ook een aantal conclusies zullen kunnen verbinden.

 

Ten slotte, ik zal in april 2024 de Europese Unie nog een tweede maal vertegenwoordigen op de G20-vergadering, die zal plaatsvinden in Washington.

 

Mijnheer de voorzitter, collega’s, dat was de inleiding van de debriefing. Uiteraard kijk ik uit naar uw vragen.

 

01.02  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik zal u niet nodeloos lang hier houden en zal het dus niet te lang rekken.

 

Wat mij vooral opvalt zijn de zeer duidelijke voorwaarden die u schetste inzake de eventuele confiscatie van Russische tegoeden. Volgende week staat er echter een resolutie op de agenda van de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van de meerderheidspartijen Ecolo en Groen die de titel 'Voorstel van resolutie betreffende de confiscatie van Russische tegoeden in België ten behoeve van de wederopbouw van Oekraïne' draagt. U hebt hier waarschijnlijk het regeringsstandpunt gebracht. De voorwaarden die uw geschetst hebt zijn niet enkel de voorwaarden van Europa, maar ook die van de regering. Als ik de resolutietekst dan vergelijk met wat u vandaag gezegd hebt, merk ik echter een andere insteek op. We zullen het zeker nakijken in het verslag, voor de resolutie in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen besproken wordt. Uw voorwaarden zijn immers niet in overeenstemming met het voorstel van resolutie. Ik zal dit verslag dus zeker bezorgen aan de collega's die in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen zetelen om het regeringsstandpunt te benadrukken.

 

Ik kan mij trouwens grotendeels vinden in dat regeringsstandpunt. We moeten er echter wel voor zorgen dat de financiële stabiliteit niet in het gedrang komt. We moeten er ook voor zorgen dat we als Europa niet de enige partij zijn die dermate verregaande maatregelen neemt. Er moet ook een wereldwijd level playing field, zoals u dat beschrijft. In die zaken kunnen we ons wel vinden.

 

Ik vind deze zaken dus opmerkelijk in uw tussenkomst en we zullen die zeker meenemen.

 

01.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, d'abord, je vais commencer par Euroclear. Effectivement, votre position est assez étonnante. Cela fait des mois que je vous interroge sur ce que l'on va faire de ces bénéfices indûment touchés par Euroclear. Des milliards sont gelés au niveau de cette institution qui se trouve ici à Bruxelles. Chaque fois, vous temporisez, vous ne répondez pas ou vous dites "plus tard".

 

Dans vos contacts avec le G7, vous mettez en garde contre une possible atteinte à la stabilité financière. Je m'interroge tout de même. En quoi le fait qu'Euroclear ne pourrait pas garder ses bénéfices indus – parce que c'est uniquement parce qu'elle gèle les avoirs russes qu'elle les touche – menacerait la stabilité financière? Cela, il faut me l'expliquer. Pourquoi cet acharnement, semble-t-il, de votre part, à défendre Euroclear? Mais je me trompe peut-être. C'est comme si vous aviez le besoin de défendre cette institution qui fait quand même des profits gigantesques et indus. Il faudra quand même nous l'expliquer.

 

J'en viens aux nouvelles règles budgétaires européennes. Nous connaissons une situation un peu particulière. D'un côté, c'est la Belgique qui a mené les négociations finales au niveau du Conseil, au nom du gouvernement je suppose. Puis, on a constaté que deux familles politiques, quatre partis – les écologistes et les socialistes – au niveau du Parlement européen exprimaient une opposition à ces nouvelles règles budgétaires. Mais on ne les a pas entendus au sein du gouvernement jusqu'il y a peu. Cet accord pose quand même de sérieuses questions. Des experts parlent d'une bombe atomique sur nos finances. C'est Herman Matthijs de l'Université de Gand qui parle ainsi. Selon Wim Moesen de la KU Leuven, ce n'est pas faisable ni même souhaitable. Cela menace évidemment sérieusement le maintien d'une politique qui garantisse que les dépenses sociales minimales soient effectuées.

 

Une manifestation syndicale s'est d'ailleurs tenue le 12 mars 2024 contre ces règles budgétaires. La FGTB dit que le prochain gouvernement belge doit s'attendre à 30 milliards d'euros d'économies dans les prochaines années si on obéit aux nouvelles règles budgétaires européennes. Elle ajoute que ces efforts demandés à la Belgique sont l'équivalent de trois fois le budget annuel des hôpitaux ou de sept fois la dotation accordée à la SNCB. Ce serait la fin de l'État social. La CSC dit la même chose. Je ne sais pas si c'est encore le cas mais, à l'époque, ce syndicat était proche de votre parti. Elle parle de cinq à six milliards d'efforts budgétaires chaque année. Il apparaît donc que les nouvelles règles budgétaires sont irréalistes.

 

La secrétaire d'État au Budget, qui est venue récemment à la Chambre, disait que le SPF BOSA estime l'incidence pour les cinq prochaines années à 24,4 milliards d'euros. Cinq milliards par an, disait-elle, sur la prochaine législature.

 

Monsieur le ministre, selon vous, quel impact budgétaire ces nouvelles règles pourraient-elles avoir pour la prochaine législature? Confirmez-vous le montant de 24,4 milliards d'euros sur cinq ans évoqué par Alexia Bertrand? Que répondez-vous aux syndicats, y compris à la ACV-CSC qui représente des millions de travailleurs en Belgique et qui dit que c'est infaisable socialement ou que ce serait vraiment une catastrophe sociale? Quelle sera la position adoptée par la Belgique au moment de la décision finale?

 

Selon L'Écho, on s'orienterait éventuellement vers une abstention belge car il n'y a pas d'accord au sein du gouvernement. Confirmez-vous cette abstention? Quelle position défendez-vous au sein du gouvernement? Soutenez-vous cet accord? Il semblerait que le volet correctif de l'accord, qui comprend la question des sanctions, doive être approuvé à l'unanimité. Si tel n'est pas le cas, il ne pourrait pas l'être. La Belgique dispose de ce fait d'un droit de veto. Bloquerez-vous dès lors l'accord?

 

Je voudrais aussi intervenir sur le point de l'unanimité en matière fiscale que vous n'avez pas évoqué, car je pense que le dossier est toujours au niveau de la Commission européenne. Il y a un document de la Commission qui écarte la possibilité de passer de l'unanimité à la majorité qualifiée en matière fiscale. Vous savez qu'en matière fiscale au niveau européen, c'est toujours la règle de l'unanimité qui s'applique, ce qui a bloqué nombre d'avancées en matière de fiscalité plus juste et de lutte contre l'évasion fiscale. Avez- vous connaissance de ce document, et, selon vous, ce sujet sera-t-il abordé au cours de la présidence belge? Si oui, quelle est votre position sur cette question du blocage de la prise de décision à la majorité qualifiée en matière fiscale?

 

01.04 Minister Vincent Van Peteghem: Geachte leden, eerst en vooral ga ik even in op de Russische tegoeden die bevroren zijn en de impact daarvan op Euroclear, omdat u daar allebei naar vroeg. Ik zie natuurlijk ook wel dat er een zekere bezorgdheid is in heel veel Europese landen en zelfs op wereldniveau, bijvoorbeeld bij de G7, over hoe wij de heropbouw van Oekraïne in de toekomst zullen financieren. Daaraan gekoppeld is er natuurlijk ook de vraag hoe wij vandaag ondersteuning kunnen geven in de strijd die daar wordt gevoerd. Er worden heel vaak voorstellen op tafel gelegd die daar een invulling aan willen geven. In die zin begrijp ik de bezorgdheid die door fracties in het Parlement, maar ook door anderen buiten het Parlement naar voren wordt gebracht.

 

De vraag is hoe wij ervoor kunnen zorgen dat wij dat op een goede manier doen, waarbij wij ook rekening houden met de voorwaarden waarnaar ik daarnet heb verwezen. Mijnheer Van Hees, u hebt daarnet eigenlijk de juiste woorden gebruikt, want u vroeg mij wat ik zal doen met de winsten van Euroclear. Daar hebben wij al een antwoord op gegeven. In ons land hebben wij gezegd dat de winsten van Euroclear extra, uitzonderlijke winsten zijn. Daar wordt vennootschapsbelasting op betaald en die vennootschapsbelasting zullen wij gebruiken ter financiering van Oekraïne en de Oekraïense vluchtelingen die in ons land aanwezig zijn. Die middelen zijn afzonderlijk opgenomen in onze begroting.

 

U verwijst echter naar de vraag die ook van buiten het Parlement komt, namelijk wat wij zullen doen met de bevroren tegoeden, en dat is een totaal andere vraag. Die tegoeden zijn uiteraard eigendom van bepaalde personen in Rusland. We moeten daarbij rekening houden met de verschillende punten die ik daarnet heb aangegeven: de financiële stabiliteit, het feit dat Euroclear een systemische financiële instelling is en het feit dat er tegenacties kunnen ontstaan vanuit Rusland, waarbij Europese tegoeden die daar bevroren zijn ook kunnen worden geconfisqueerd. Wij moeten er dus over nadenken hoe wij ervoor kunnen zorgen dat de risico's die aan dit soort constructies vasthangen, kunnen worden gesolidariseerd.

 

Als we met een bedrijf als Euroclear in een bepaalde context zouden komen waarin alle in Rusland bevroren tegoeden van Euroclear geconfisqueerd worden, met de risico's die dat inhoudt voor een normalisatie van Euroclear, dan zeg ik duidelijk dat ik op dat ogenblik geen verdediger ben van Euroclear, maar wel van de belastingbetaler. Stel dat er met een instelling als Euroclear iets gebeurt, dan draait de belastingbetaler daar immers voor op. Zulke zaken hebben we in het verleden al een paar keer vastgesteld in een financiële crisis.

 

Over de winsten zijn wij dan ook heel duidelijk. Op Europees niveau hebben wij trouwens meegezocht naar oplossingen zodat de winsten op de cash, gegenereerd door de vervallen security's, kunnen worden gerecupereerd. Die middelen willen we afromen, zodat we die kunnen inzetten voor de ondersteuning van Oekraïne. Die positie neem ik voor alle duidelijkheid ook in op het niveau van Europa en de G20- en G7-landen waarmee ik daaromtrent in contact kom, net vanwege de bezorgdheid over het risico voor de belastingbetaler. Zeker ook omdat Euroclear op ons grondgebied gelegen is, wil ik dat risico tot een minimum beperken.

 

Ten tweede, over de Europese regels heb ik inderdaad onderhandeld. Als u mij vraagt of ik achter wat er uit die onderhandelingen is gekomen sta, dan is mijn antwoord natuurlijk volmondig ja. Ik ben ervan overtuigd dat we een juiste evolutie hebben gemaakt. Van een op zeer korte termijn gerichte focus op de begroting, waarbij enkel wordt gekeken naar de schuld en tekorten, met toepassing van het one-size-fits-allprincipe, hebben we een verschuiving naar een veel breder kader gerealiseerd. Op middellange termijn wordt er alsnog gekeken naar schuldafbouw, maar er wordt ook gekeken naar hervormingen en investeringen. Land per land kan een ander traject gevolgd worden en over een veel langere periode kan er worden bekeken wat noodzakelijk is. Ik ben ervan overtuigd dat dit de goede richting is.

 

Er is natuurlijk een verschil tussen mijn persoonlijke overtuiging dat dit juist is en het feit dat er standpunten moeten worden ingenomen door de verschillende entiteiten in ons land. U weet – het zal niet de eerste keer zijn en ongetwijfeld ook niet de laatste keer – dat er in de richting van een onthouding zal worden gegaan. Voor alle duidelijkheid, een onthouding betekent in dezen geen verzet tegen hetgeen op tafel zal liggen.

 

Ik kom dan bij de vraag over de unanimiteit. Ik meen dat ik daar in het verleden al een aantal keren op geantwoord heb. Ik heb altijd gezegd dat wij de unanimiteitsregels in vraag moeten durven te stellen. Wij moeten bekijken of er andere manieren zijn. Wij zien vandaag te vaak dat het feit dat er unanimiteit moet zijn voor er in bepaalde dossiers vooruit kan worden gegaan, wordt gebruikt als een hefboom in totaal andere dossiers. Als een dossier te maken heeft met de fiscale soevereiniteit van een land, heb ik er alle begrip voor dat men op een bepaald moment zegt dat men iets eigenlijk niet wil. Als dit argument echter gebruikt worden om in andere dossiers zaken gerealiseerd te krijgen, dan voelt dat niet correct aan. Ik meen dat het belangrijk is dat wij dan bekijken of wij daar in de toekomst op een andere manier mee kunnen omgaan. Wij hebben al een systeem van gekwalificeerde meerderheid. Tussen het systeem met unanimiteit en dat met gekwalificeerde meerderheid zijn er echter nog mogelijkheden die wij kunnen bestuderen. Ik vermoed dat dit ook een discussie zal zijn die onder een volgende Commissie naar voren zal komen.

 

01.05  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, concernant Euroclear, je pense que jusqu’ici le gouvernement belge a juste mis l'impôt des sociétés sur les bénéfices ou bien y a-t-il plus?

 

01.06 Minister Vincent Van Peteghem: Laten we tevreden zijn dat wij dat vastgesteld hebben. Zo niet waren ze ingeschreven op de begroting, al was dat misschien ook niet slecht geweest.

 

01.07  Wouter Vermeersch (VB): (…)

 

01.08 Minister Vincent Van Peteghem: Natuurlijk valt dat op. Wij hebben nu de cijfers van het Monitoringcomité (MOCO) gekregen. Daar zitten verschillen op met hetgeen het Federaal Planbureau stelde. Er worden parameters toegepast. We weten trouwens niet waar elke euro aan bijvoorbeeld vennootschapsbelasting die we ontvangen, vandaan komt.

 

Het is echt goed dat het kabinet al van bij het begin opgemerkt had dat men bij Euroclear uitzonderlijke winsten zou boeken uit het omzetten in cash en herinvesteren van vervallen security's en dat we net de middelen uit de vennootschapsbelasting, die daarop van toepassing is, hebben toegewezen voor uitgaven in verband met Oekraïne en de ondersteuning van de Oekraïense vluchtelingen in ons land.

 

U verwijt mij nu dat wij niet snel genoeg zijn. Wij hebben dat nochtans als een van de eerste landen vastgesteld en zijn daarmee aan de slag gegaan. Gelijkaardige instituten als Euroclear in andere Europese landen zijn daar niet op die manier mee omgegaan. Het is goed dat wij nu op het Europese niveau goede afspraken hebben over de manier waarop we moeten omgaan met die winsten.

 

01.09  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, il y a toujours moyen de trouver un autre pays qui fait pire que la Belgique, mais si c’est cela la justification d’une politique, je trouve que l'argumentation est un peu limitée. Je constate simplement. Ce serait un comble que l’impôt des sociétés normal ne soit pas appliqué aux bénéfices d’Euroclear comme il est appliqué à toutes les sociétés. Je vois qu’il y a quand même une partie qui n’est pas taxée.

 

01.10 Minister Vincent Van Peteghem: Misschien volgt u het niet van zo dichtbij. Er is vennootschapsbelasting van toepassing op de uitzonderlijke winsten die Euroclear heeft geboekt. We zullen nu conform de Europese afspraken een extra deel kunnen afromen – het is niet 5 %, het percentage moet nog worden vastgelegd – om de uitdagingen in verband met Oekraïne te financieren.

 

01.11  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Nous verrons ce que cela représentera du bénéfice total.

 

Sur les règles budgétaires, vous n’êtes jamais très clair. Vous n’avancez jamais très clairement, mais nous pouvons quand même deviner, de ce que vous dites, que vous soutenez cet accord. Au gouvernement, il y a manifestement des voix divergentes. Néanmoins, on peut conclure de vos propos que vous êtes dans le camp favorable à cet accord budgétaire, qui va avoir des conséquences catastrophiques s’il est appliqué.

 

Vous n’avez pas répondu sur les sanctions. Quant à l’unanimité en matière fiscale, j’ai bien noté votre position, qui est claire, à savoir que vous estimez qu’il faut y mettre fin. Est-ce à l’ordre du jour de la présidence belge? Je déduis de votre gestuelle que ce n'est pas le cas, que ce sera pour plus tard.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55040370C de Mme Marie-Christine Marghem est reportée, de même que la question n° 55040398C de M. Peter De Roover.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Peter De Roover aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het risico van de staatsbon" (55040608C)

- Peter De Roover aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De staatsbon" (55041488C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De eenjarige staatsbon met verlaagde roerende voorheffing in maart" (55041497C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De eenjarige staatsbon van maart 2024" (55041783C)

- Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De stijging van de winsten van de banken naar 8,5 miljard euro" (55041944C)

02 Questions jointes de

- Peter De Roover à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le risque lié au bon d'État" (55040608C)

- Peter De Roover à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le bon d'État" (55041488C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'émission d'un bon d'État à un an au taux de précompte mobilier réduit en mars" (55041497C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le bon d'État à un an de mars 2024" (55041783C)

- Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La hausse des profits des banques à 8,5 milliards d'euros" (55041944C)

 

02.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, het Agentschap van de Schuld geeft vier keer per jaar staatsbons uit: in maart, juni, september en december. Er werd op 4 maart 2024 een nieuwe, eenjarige staatsbon uitgegeven. Inschrijven kon via een plaatsende instelling vanaf donderdag 22 februari tot en met vrijdag 1 maart. Inschrijven via het Grootboek kon vanaf donderdag 22 februari tot en met donderdag 29 februari 2024.

 

Mijnheer de minister, u benadrukte in het VTM Nieuws dat het onverantwoord zou zijn om niet opnieuw een staatsbon met een looptijd van een jaar uit te geven met een verlaagde roerende voorheffing. De staatssecretaris voor Begroting gaf echter een negatief advies voor de uitgifte van een nieuwe, eenjarige staatsbon aan een verlaagd tarief van roerende voorheffing van 15 %, omdat dit volgens haar vanuit begrotingsoogpunt niet aangewezen zou zijn. De staatsbon kon er wat haar betrof komen, maar dan aan het normale tarief van 30 %, en zo geschiedde ook.

 

Mijnheer de minister, met de beide staatsbons is men er niet in geslaagd om de rente op spaarboekjes te verhogen. De klassieke spaarboekjes leveren over het algemeen nog steeds weinig op: 0,75 % totale rente op de gewone spaarrekening van BNP Paribas Fortis, 0,90 % op de KBC-spaarrekening, 1,10 % totale rente op de klassieke spaarrekening van Belfius, maar wel 2,25 % totale rente op de ING-spaarrekening. Wat zult u eindelijk ondernemen om de rente op de klassieke spaarboekjes te verhogen, mijnheer de minister?

 

Mijnheer de minister, u pleitte ervoor om de roerende voorheffing op de nieuwe, eenjarige staatsbon opnieuw te halveren van 30 % naar 15 %, terwijl de roerende voorheffing voor gelijkaardige spaar- en beleggingsproducten 30 % bedraagt. Bent u bereid om deze discriminatie weg te werken en de roerende voorheffing van 30 % op alle gelijkwaardige spaar- en beleggingsproducten eveneens te verlagen naar 15 %?

 

Er werd uiteindelijk 433 miljoen euro opgehaald. De driejarige staatsbon leverde 19,7 miljoen euro op en de eenjarige staatsbon 413 miljoen euro, wat slechts een fractie is van de uitgifte van de vorige eenjarige staatsbon in september 2023.

 

In een interview met De Tijd van 14 februari 2024, op Valentijn, zei de directeur van het Federaal Agentschap van de Schuld het volgende: "We willen over het hele jaar 13,5 miljard euro ophalen met eenjarige staatsbons, waarvan maximaal 6 miljard in maart." 13,5 miljard is 3 % van de deposito's van de gezinnen bij de Belgische banken.

 

Ten derde, hoe reageert u op het matige succes van de eenjarige staatsbon van maart?

 

Ten vierde, hoe kan het Federaal Agentschap van de Schuld volgens u zijn financieringsdoelstellingen behalen, gezien het toch wel povere resultaat?

 

Ondertussen hebben de vier grootbanken in België hun nettowinst van vorig jaar bekendgemaakt. Ze hebben die met meer dan 18 % zien toenemen tot maar liefst 8,5 miljard euro. ING boekte 0,9 miljard nettowinst, Belfius 1,1 miljard, BNP Paribas Fortis 3,1 miljard en KBC maar liefst 3,4 miljard euro. Dat is niet verwonderlijk, aangezien de grootbanken hun machtspositie gebruiken om de rente op onze spaarboekjes laag te houden, terwijl de rente die ze zelf krijgen van de Centrale Bank of op woonleningen fors gestegen is.

 

Uit het rapport van de Mededingingsautoriteit blijkt duidelijk dat de spaarrente bij de grootbanken laag blijft vanwege het gebrek aan concurrentie tussen die banken. In 2024 liggen er naar alle waarschijnlijkheid een aantal renteverlagingen door de Europese Centrale Bank in het verschiet, maar dat zal de hoge winstgevendheid van de grootbanken en van alle banken niet in de weg staan. Er is immers een normalisering van de rentecurven te verwachten, wat de inkomstenstromen bij de banken verder zal ondersteunen.

 

Ten vijfde, overweegt de regering om maatregelen te nemen om de banken te dwingen een deel van hun winsten te laten terugvloeien, niet naar de staatskas, maar wel naar de spaarders, gezien de lage rentetarieven op spaarboekjes? Bent u nu eindelijk bereid om de aanbeveling van de Mededingingsautoriteit te volgen om de getrouwheidspremie af te schaffen? Bent u nu eindelijk bereid om ook de minimumrente op te trekken?

 

02.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, de eenjarige staatsbon van 4 maart haalde inderdaad een bedrag op van 413 miljoen euro. Dat is misschien direct een antwoord op uw vraag over het succes. De regering heeft beslist een belastingtarief aan te rekenen van 30 %. De opbrengst was lager dan het Agentschap wenste op te halen, maar uiteraard zijn er alternatieve manieren en producten om de staatsschuld op korte termijn te financieren, zoals de schatkistcertificaten, het eurocommercial paper en de repo- en interbankenmarkt. Zo werden dit jaar al twee schatkistcertificaten uitgegeven, waarvan een op dinsdag 12 maart. Ik heb er het volste vertrouwen in dat het Agentschap er ook dit jaar in zal slagen om de schuld op de meest voordelige manier te financieren.

 

De staatsbon heeft de markt wel degelijk in beweging gebracht gedurende de periode van uitgifte. Het is belangrijk dat de spaarder zelf het initiatief neemt om spaarrentes te vergelijken. Vandaar is het een goede zaak dat vorige week de spaarsimulator van de FSMA vernieuwd is.

 

Het verhogen van de minimumrente op de gereglementeerde spaarboekjes is op vele vlakken nog steeds een slecht idee, niet het minst voor de financiële stabiliteit. Over de hervorming van de getrouwheidspremie, die in het advies van de BMA staat, lopen momenteel nog gesprekken binnen de regering. U vraagt ook nog om te pleiten voor een algemene verlaging van de roerende voorheffing op spaar- en beleggingsproducten. U weet dat binnen de blauwdruk voor de fiscale hervorming gewerkt wordt met een lager tarief dan 30 %, maar ook dat er gewerkt wordt met een voetvrijstelling voor alle inkomsten die burgers hebben uit de spaar- en beleggingsproducten, waardoor dat percentage, zeker voor de kleine spaarder, aanzienlijk lager zal zijn.

 

02.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, u bent nogal lief voor de uitkomst van de tweede staatsbon. Terwijl die eerste een sensationele opbrengst van maar liefst 22 miljard euro ophaalde, wordt het nu niet eens 0,5 miljard euro. Die hele discussie loopt dus op een stevige sisser uit. Het was duidelijk dat uw collega-regeringsleden het u niet gunden, net zoals met uw fiscale hervorming. Dat is de conclusie aan het einde van deze legislatuur.

 

Wat de banken betreft, wil ik benadrukken dat de grootste bank van dit land, BNP Paribas Fortis, ooit gered door de Belgische en vooral de Vlaamse belastingbetaler, vorig jaar een gigantische winst van 3,1 miljard euro heeft geboekt. KBC boekte een winst van 3,4 miljard euro. De grootbanken verdienen dus vele miljarden euro en delen daarvan niets met hun klanten, de kleine spaarders.

 

Mijnheer de minister, u kunt met een pennentrek per ministerieel besluit de minimumrente optrekken. U hebt vandaag opnieuw bevestigd dat te weigeren. Over het schrappen van de getrouwheidspremie is uw regering het voor de zoveelste keer weer niet eens.

 

Ik kan alleen maar concluderen dat deze regering plat op de buik blijft gaan voor de grootbanken. Ze houdt zeer bewust de banken groot en de spaarders klein. Daarom herhalen wij steeds weer onze oproep in de plenaire vergadering en in de commissie om eindelijk eens keihard druk te zetten op de banken, de minimumrente te verhogen en ervoor te zorgen dat de kleine spaarders eindelijk krijgen waar ze recht op hebben, namelijk waar voor hun geld.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55041028C de M. Joris Vandenbroucke est transformée en question écrite.

 

03 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De toepassing van het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting" (55041125C)

03 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'application du taux réduit de l'impôt des sociétés" (55041125C)

 

03.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik heb de vraag op de agenda laten staan, hoewel ze al beantwoord was. Ik was op een bepaald moment genoodzaakt de vraag om te zetten in een mondelinge vraag, omdat ze helemaal niet werd beantwoord bij de schriftelijke vragen.

 

Ondertussen heb ik echter een antwoord ontvangen. Ik verwijs dus naar de ingediende vraag en naar de ondertussen schriftelijk beantwoorde vraag.

 

Ik lees het antwoord even voor: “In het door u bedoelde geval gaat het blijkbaar om een natuurlijke persoon die bestuurder is in een in 2016 opgerichte werkvennootschap en die in 2022 een managementvennootschap opricht om zijn bestuurdersactiviteiten voort te zetten. In de huidige stand van de wetgeving meen ik dat in dat geval de termijn van vijf belastbare tijdperken, zoals voorzien in artikel 215, derde lid, 4°, van WIB92, aanvangt op het ogenblik waarop de managementvennootschap in 2022 werd opgericht.” Dat was het citaat uit uw schriftelijk antwoord. Bij dezen kan de vraag dus ook worden beëindigd.

 

03.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, aangezien u mijn antwoord hebt voorgelezen, zal ik uw vraag voorlezen. (Gelach.)

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55041147C de M. Gilles Vanden Burre est reportée.

 

04 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het antwoord van de minister van Financiën over de bankautomaten" (55041148C)

04 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La réponse du ministre des Finances concernant les distributeurs automatiques de billets" (55041148C)

 

04.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, wij staan wat achter met de mondelinge vragen, want deze verwijst naar 18 januari. Tijdens de plenaire zitting op 18 januari 2024 verklaarde u het volgende, ik citeer: “Toegang tot cashgeld moet gegarandeerd blijven. Het is en blijft een wettelijk betaalmiddel. Voor veel mensen is cashgeld noodzakelijk om financieel onafhankelijk te kunnen zijn. Daarom moeten onze burgers nog steeds bij een automaat terechtkunnen. Zo staat het exact in het akkoord dat wij met de bankensector hebben afgesloten.

 

De afspraken rond de dekkingsgraad moeten nageleefd en gerespecteerd worden, zodanig dat iedereen dicht bij huis een bankautomaat ter beschikking heeft. Die boodschap hebben wij eind vorig jaar nog eens heel duidelijk overgemaakt aan Febelfin, de grootbanken en Batopin. De mensen kunnen erop rekenen dat wij er alles aan zullen doen om de gemaakte afspraken van heel dichtbij en stipt op te volgen."

 

Mijnheer de minister, welke concrete stappen hebt u ondertussen zelf genomen opdat deze afspraken niet alleen duidelijk zijn gecommuniceerd, maar ook daadwerkelijk worden geïmplementeerd, aangezien het eenvoudigweg duidelijk maken niet lijkt te volstaan?

 

04.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, ik vind het inderdaad cruciaal dat iedereen dicht bij huis geld kan afhalen en dat er een halt wordt toegeroepen aan het verdwijnen van bankautomaten.

 

We hebben daarvoor samen met collega's Dermagne en Bertrand op 31 maart 2023 een protocol afgesloten met de sector. We volgen dat protocol van heel dichtbij op. Eind vorig jaar, op 20 december 2023, heb ik immers nog met mijn collega's een brief geschreven aan Febelfin met de duidelijke boodschap dat het protocol zoals we het hadden afgesproken, gerespecteerd moet worden en dat ik ook verwacht dat zij de locaties die zij voorstellen in samenspraak met de Nationale Bank verder op punt stellen.

 

We hebben daar een positieve houding aangenomen, met als resultaat dat we ondertussen een extra, aangepast plan gekregen hebben, dat we nu verder analyseren en waarover in de pers is gecommuniceerd door de mensen van Batopin zelf.

 

04.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, dit is inderdaad een belangrijk dossier. Dat is ook de reden waarom we het van kortbij willen opvolgen. Men kan immers protocollen tekenen en dure eden zweren in het Parlement, maar de burger wil resultaten zien op het terrein. De burger wil dus bereikbare en nabije bankautomaten.

 

Wij zijn ook lokaal actief en stellen hiaten vast op het terrein. We reageren daar dan op en komen ermee tot bij u. We zullen dit thema dan ook in de toekomst verder opvolgen om de bereikbaarheid en nabijheid van bankautomaten te blijven garanderen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Handboeien voor douaniers" (55041151C)

05 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les menottes mises à la disposition des douaniers" (55041151C)

 

05.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de afgelopen maanden kregen de douanebeambten te maken met talrijke incidenten. Het is onze intentie ervoor te zorgen dat onze douanebeambten adequaat uitgerust zijn, zodat zij hun veiligheid kunnen waarborgen. Handboeien zijn daarbij een cruciaal hulpmiddel.

 

Op mijn eerdere vraag over het onderwerp op 18 mei 2022 antwoordde u dat de nieuwe handboeien tegen het einde van 2022 zouden worden geleverd. Met enige vertraging zijn die nu beschikbaar, maar jammer genoeg voldoen ze niet aan de verwachtingen van de douanebeambten. In plaats van voort te werken met de gebruikelijke SPE- of SHN-boeien, die ook worden gebruikt door de lokale en federale politiediensten, heeft de douane gekozen voor handboeien van het merk ASP. Opvallend is dat die aan beide zijden een sleutelgat hebben, waardoor ze gemakkelijker kunnen worden losgemaakt. Er is nog een aanzienlijk nadeel, namelijk dat ze vrij in de handel verkrijgbaar zijn.

 

De verkoop van merken als SPE of SHN is beperkt tot de ordediensten en is enkel op persoonlijke basis toegankelijk voor personen in het bezit van een politie- of douanedienstkaart. Daarbij moet ook worden aangetoond dat de handboeien binnen de desbetreffende dienst zullen worden gebruikt. Het merk ASP is echter vrij verkrijgbaar en de sleutel van die handboeien kan zelfs op Amazon.be worden aangeschaft voor minder dan 15 euro. Op SM-sites zijn die handboeien blijkbaar ook verkrijgbaar in allerlei kleuren en met alle bijhorende sleutels. Mensen met slechte bedoelingen kunnen dus aan die handboeien en sleutels geraken.

 

Kunt u bevestigen dat de nieuwe handboeien die beschikbaar werden gesteld van de douaneambten, vrij verkrijgbaar zijn? Wat is uw reactie met betrekking tot de onveiligheid van de handboeien? Bent u van plan de douane instructies voor een adequaat veiligheidsbeleid voor de douanebeambten te geven?

 

05.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, de Belgische wetgeving voorziet niet in een beperking in de verkoop van handboeien of sleutels voor handboeien, wat maakt dat die dan ook vrij te vinden zijn op de markt, al dan niet via buitenlandse verkopers. Of er verkocht wordt aan particulieren, is vaak een beslissing van de verkoper zelf. Dat vormt in se ook geen enkele garantie voor de veiligheid van gebruik. De leverancier van de handboeien van het betrokken merk verzekert zelf dergelijke uitrusting alleen aan officiële instanties te verkopen.

 

Dat er op beide zijden van de handboeien sleutelgaten zijn, vormt geen bijkomend veiligheidsissue. Dat laat de douanier trouwens toe om de handboeien gemakkelijker aan te brengen, aangezien hij of zij in een stresssituatie niet hoeft na te denken over de plaats van de sleutelopening. Bovendien is er minder risico op blessure bij de geboeide persoon bij het losmaken van de handboeien.

 

Douaniers leren tijdens de vormingen hoe zij de handboeien op een correcte en veilige manier moeten gebruiken en aanbrengen, hoe ze correct toezicht moeten uitoefenen op gehandboeide personen en welke bijkomende maatregelen ze moeten nemen om veiligheidsproblemen te vermijden.

 

De aankoop van de handboeien gebeurde conform de wet op de overheidsopdrachten, waarbij de ingediende offertes werden afgetoetst aan de gestelde technische vereisten.

 

05.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, uw vaststelling is natuurlijk correct, de producenten beslissen of zij handboeien al dan niet beschikbaar stellen voor particulieren. Wel komt het de overheidsinstelling toe om te beoordelen of er handboeien worden aangekocht waarvan de sleutels vrij verkrijgbaar zijn voor eender wie, dan wel of er, zoals de lokale en federale politie doen, handboeien gekocht worden waarvan de sleutels enkel beschikbaar zijn voor personen in functie. Naar onze indruk was het wijselijk geweest om hetzelfde merk aan te kopen als de lokale en federale politie, zodat personen met slechte bedoelingen, criminelen, er niet in slagen om die handboeien te openen door het sleuteltje online aan te kopen. Wij betreuren dus dat u aan dat aspect voorbijgaat.

 

Ik heb u natuurlijk ook gevraagd hoe u reageert op de mogelijke onveiligheid voor de douanebeambten, want wij zijn daar bezorgd over, maar u antwoordt daar niet direct op. Dat betreuren wij.

 

Over de handboeien heb ik in 2022 al een vraag gesteld en nu opnieuw. Als daarmee problemen rijzen, zal ik mij zeker opnieuw bij u of uw opvolger melden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Robby De Caluwé aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Een verhoogd nettoloon voor singles door een vermindering van de ingehouden bedrijfsvoorheffing" (55041155C)

06 Question de Robby De Caluwé à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Une augmentation du salaire net des personnes isolées par réduction du précompte professionnel" (55041155C)

 

06.01  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, kinderloze alleenstaanden worden in ons land bijzonder hoog belast en zij ervaren talloze andere schaalnadelen. Ik maak graag wat sluikreclame voor het boek van onze gewaardeerde medewerker Raf Van Bedts, De (un)happy single, dat ook over dit onderwerp gaat.

 

Bij de fiscus hebben alleenwonenden met één inkomen niet eens een eigen statuut. Dat is ook niet nodig, omdat er op hen geen specifieke belastingvoordelen van toepassing zijn, in tegenstelling tot voor bijvoorbeeld alleenstaande ouders of voor eenverdienersgezinnen met een thuiswerkende partner.

 

Omdat veel kinderloze alleenstaanden aankijken tegen relatief hogere rekeningen en tegen forfaitaire aanslagen die voor hen dezelfde zijn als voor gezinnen met meer dan één inkomen, hebben zij er baat bij om een hoger nettoloon over te houden. Er bestond een maatregel die hen op verdienstelijke manier toeliet om op korte termijn toch wat meer financiële armslag te hebben. Dat gebeurde via een vermindering van de ingehouden bedrijfsvoorheffing. In 2011 bedroeg die 22 euro per maand. Dit betekende onmiddellijk een hoger nettoloon en dus meer koopkracht.

 

Voor de overheid was die maatregel budgetneutraal omdat die bij de afrekening van de personenbelasting werd verrekend en er meestal minder terugbetaald moest worden aan de belastingplichtige single. Voor de alleenstaanden betekende dit vaak een belangrijk cadeau, omdat zij op die manier extra geld ter beschikking kregen om bepaalde facturen sneller te kunnen betalen.

 

Net als de meeste basisbedragen en verminderingen op de belastingbrief werd de vermindering op de bedrijfsvoorheffing regelmatig aangepast aan de levensduurte. In 2020 bedroeg die al 26 euro per maand, maar plots werd de vermindering in 2022 verlaagd tot 264 euro per jaar en in 2023 tot 144 euro per jaar. Vandaag blijkt die korting helemaal verdwenen. Bij mijn weten is daar nooit over gecommuniceerd.

 

Mijnheer de minister, wat is de reden voor het afschaffen van de vermindering op de ingehouden bedrijfsvoorheffing voor alleenstaanden? Werd daar toch over gecommuniceerd? Zo niet, waarom niet?

 

Het Rekenhof stelt ook vast dat er nog heel wat werk aan de winkel is om de inhoudingen op het loon nauwer te doen aansluiten op de eindbelasting. Zeker voor alleenstaanden zou zo een stap in de goede richting gezet kunnen worden. Welke andere maatregelen zult u nog nemen om het nettoloon van kinderloze alleenstaanden beter te doen aansluiten op wat uiteindelijk betaald moet worden?

 

06.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer De Caluwé, door de belastinghervorming van 2001 werd het bedrag van de belastingvrije som vanaf het aanslagjaar 2005 gelijkgetrokken voor fiscaal alleenstaanden en fiscaal gehuwden. In de bedrijfsvoorheffing bleef er echter een verschil bestaan in de belastingvrije som voor fiscaal alleenstaanden en fiscaal gehuwden. De vermindering voor alleenstaanden, een bestaande techniek om het verschil tussen de belastingvrije som voor fiscaal alleenstaanden en fiscaal gehuwden op het vlak van de bedrijfsvoorheffing door te voeren, werd dus op dat moment verder toegepast.

 

Ik heb in deze legislatuur het initiatief genomen om de bedrijfsvoorheffing beter te laten aansluiten bij de eindbelasting, door ervoor te zorgen dat de verschillen die er nog waren in het bedrag van de belastingvrije som voor fiscaal gehuwden en in de belastingtarieven over een periode van drie jaar worden afgebouwd. Vanaf het inkomstenjaar 2024 zijn die verschillen dus weggewerkt en is er dus ook geen reden meer om de vermindering voor alleenstaanden nog langer toe te passen. Door het wegvallen van de vermindering voor alleenstaanden is de bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging van fiscaal alleenstaanden dus niet verhoogd.

 

In mijn beleidsnota en in antwoorden op parlementaire vragen heb ik wel degelijk gecommuniceerd over de beslissing om de bedrijfsvoorheffing zoveel mogelijk af te stemmen op de eindbelasting. In de berekening van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldiging wordt rekening gehouden met de aftrek van de persoonlijke bijdragen voor de sociale zekerheid en met dezelfde forfaitaire beroepskosten, belastingtarieven en belastingvrije som als in de personenbelasting. Ook de fiscale werkbonus en de vermindering voor overwerk werden en worden in rekening gebracht. Daarnaast wordt er ook rekening gehouden met 7 % gemeentelijke opcentiemen, wat zeker en vast geen onrealistisch percentage is – in de ene gemeente is dat wat meer, in de andere wat minder. Ik zie momenteel dan ook geen reden om de bedrijfsvoorheffing op de maandelijkse bezoldiging van een kinderloze alleenstaande aan te passen, net omdat die al heel sterk in lijn ligt met de uiteindelijke eindbelasting die zal moeten worden betaald.

 

06.03  Robby De Caluwé (Open Vld): Mijnheer de minister, dat is inderdaad een antwoord op mijn laatste vraag over de bedrijfsvoorheffing. U hebt al maatregelen genomen om die beter bij de realiteit te doen aansluiten. Ik begrijp dat die effect hebben gehad voor alleenstaanden zonder kinderen.

 

Binnenkort zijn er verkiezingen. Ik wil een oproep doen aan alle politieke partijen om te denken aan maatregelen voor singles. Men heeft het vaak over singles met kinderen, maar laten we ook de grote groep van de kinderloze singles niet vergeten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De Europese Investeringsbank en de Belgische bankentaks" (55041199C)

07 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La Banque européenne d’investissement et la taxe bancaire belge" (55041199C)

 

07.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, oud cd&v-politicus Kris Peeters nam afscheid als ondervoorzitter van de Europese Investeringsbank. In een gesprek met journalisten nam hij de federale regering, cd&v en de Belgische bankentaksen op de korrel. Ik citeer: “Ik moet toegeven dat ik een aantal keren de wenkbrauwen gefronst heb bij beslissingen van de Belgische regering en van cd&v, de partij waar ik nog altijd lid van ben. Om de een of andere onverklaarbare reden zijn de leningen die de EIB aan Belgische banken verstrekt onderworpen aan de bankentaks. Dat maakt die leningen duur voor de Belgische banken en dus doen ze er geen beroep op. Met Nederlandse banken als ING, ABN AMRO en Rabobank hebben we dat probleem niet. Zo vloeit via ING 135 miljoen euro financiering naar Belgische kmo's. Ik heb daar met de Nationale Bank over gesproken. Zij zeiden dat daarvoor een wetswijziging nodig is. Daarop ben ik naar alle politieke partijen getrokken met de vraag die bepaling te wijzigen. Allemaal beloofden ze dat ze dat zouden doen, maar dat is niet gebeurd, terwijl er geen impact op de begroting is, want de leningen worden nu gewoon niet gebruikt. De Belgische kmo's zijn hier de dupe van. Andere landen doen gretig een beroep op dat mechanisme, waarbij de EIB aan kmo's goedkope financiering via de commerciële banken aanbiedt, maar in België vind ik geen gehoor."

 

Mijnheer de minister, hebt u niet geluisterd naar uw partijgenoot. Hoe reageert u hierop? Kunt u deze stelling van de heer Peeters bevestigen dan wel weerleggen? Waarom werd er geen gehoor gegeven aan de oproep tot wetswijziging van de heer Peeters?

 

07.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, de Europese Investeringsbank stelt financiële tegoeden ter beschikking van de banken voor de financiering van diverse projecten, door middel van leningen door de banken aan deze projecten. In overeenstemming met de Europese regels rond het opstellen van statistieken, zoals bepaald door Eurostat, moeten die door de EIB ter beschikking gestelde tegoeden aan de banken in België worden opgenomen in het schema A, onder de rubriek schulden tegenover cliënten. Bijgevolg vormen deze EIB-tegoeden, omwille van de fiscale wet van 3 augustus 2016, een onderdeel van de belastbare basis voor de bankentaks. De wetswijziging die de tegoeden van de EIB zou uitzonderen, werd voorbereid, maar gelet op de negatieve impact op de middelenbegroting, heeft ze van Begroting geen akkoord verkregen. Om die reden is die ook niet verder uitgevoerd kunnen worden.

 

07.03  Wouter Vermeersch (VB): U zegt, in tegenstelling tot de heer Peeters, dat er wel een begrotingsimpact is. Hij zegt in het citaat dat ik meebracht dat er geen begrotingsimpact is. Volgens u is er wel degelijk een negatieve begrotingsimpact, dus heeft het voorstel tot wetswijziging het niet gehaald. Ik zal de boodschap overmaken aan de heer Peeters. Ik vermoed dat u uw partijgenoot echter eerder zult zien dan ikzelf en dat u misschien zelf de boodschap kunt overmaken. Het is alleszins zeer vreemd om dergelijke zaken te lezen van een oud-coryfee van uw partij, die zegt dat hij toch een aantal keren zijn wenkbrauwen heeft gefronst bij beslissingen van u en uw regering, van de cd&v, de partij waar hij nog steeds lid van is. Zo staat het letterlijk in de kranten.

 

Ik zal hem nog eens citeren: "Ik moet toegeven dat ik een aantal keren de wenkbrauwen heb gefronst bij beslissingen van de Belgische regering en van cd&v, de partij waar ik nog altijd lid van ben." Ik vermoed dat u ook nog altijd lid bent van cd&v en dat hij dus wel degelijk ook naar u en uw regering verwijst. Het is bijzonder vreemd om dat allemaal te moeten lezen. Dat doet het vertrouwen in en de geloofwaardigheid van de politiek zeker en vast geen deugd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55041316C de M. Mathieu Bihet est reportée.

 

08 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De registratie van huurcontracten via MyRent" (55041321C)

08 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'enregistrement des baux à loyer sur MyRent" (55041321C)

 

08.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, deze vraag komt voort uit mijn dienstbetoon. Bij de verhuur van een onroerend goed wordt er een huurcontract afgesloten tussen een eigenaar en een huurder. Het is verplicht om dat huurcontract te laten registreren, ofwel online via MyRent ofwel per post.

 

Verhuurders melden ons dat de toepassing MyRent herhaaldelijk vastloopt. De handleiding van de toepassing biedt daarbij aan de gebruikers geen uitweg. Wanneer de diensten van de FOD Financiën worden gebeld door verhuurders, dan kunnen die de gebruikers niet telefonisch helpen of begeleiden om digitaal een huurcontract te laten registreren. De diensten van de FOD Financiën laten duidelijk verstaan dat problemen met MyRent dagelijkse kost zijn en dat er niets anders opzit dan huurcontracten per post te registreren. Dit wordt door de gebruikers als kafkaiaans ervaren. Vaak geraken huurcontracten hierdoor ook helemaal niet of laattijdig geregistreerd.

 

Mijnheer de minister, bent u zich bewust van de problemen met de software? Welke concrete stappen zult u ondernemen om de problemen met de toepassing te verhelpen? Welke termijn stelt u hiertoe voorop?

 

08.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, ik ben uiteraard op de hoogte van de situatie met betrekking tot de werking van MyRent. De administratie meldt mij dat beterschap merkbaar is en dat het aantal gemelde technische problemen daalt. Om de interne werking van MyRent te verbeteren wordt een businesscase opgestart om de technische backend te vernieuwen. Positieve effecten daarvan zouden over ongeveer een jaar moeten blijken.

 

Om het voor de gebruiker zichtbare gedeelte, de frontend, klantvriendelijker te maken, is er trouwens ook nog een bijkomend initiatief gepland. Ondertussen worden kleine verbeteringen doorgevoerd, zoals hoe een adres het best kan worden aangevuld of hoe de indiener via de eBox wordt ingelicht over een eventuele weigering tot registratie van zijn of haar huurcontract.

 

08.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, het was grappig dat u aangeeft dat er al beterschap merkbaar is. Het is fijn dat te vernemen.

 

Mijnheer de minister, met alle respect moet ik opmerken dat een jaar om de effecten van aangepaste software te kunnen zien, een heel erg lange termijn is. De belastingbetaler en de burger in dit land leven in de eenentwintigste eeuw, maar de administratie en de toepassingen van de overheid lijken wel uit de twintigste eeuw te stammen.

 

Wij hadden onlangs met een aantal parlementsleden een debat over fiscaliteit aan de fiscale hogeschool van Brussel. Een boodschap die daarin duidelijk naar voren kwam, was opnieuw een boodschap van vele frustraties bij de cijferberoepen over allerlei toepassingen van de overheid die niet werken of onduidelijk werken, bijvoorbeeld nulformulieren of blanco bladen die moeten worden ingelezen. Het gaat om echt kafkaiaanse toestanden.

 

Mijnheer de minister, er zijn ter zake al heel veel voorstellen geformuleerd, ook door de cijferberoepen. Ik heb u ooit al geconfronteerd met de 47 pagina’s lange structurele nota van onder andere het fiscale advocatenkantoor Tuerlinckx Tax Lawyers, waarin alle pijnpunten, bijvoorbeeld inzake personenbelastingen, worden geïdentificeerd. Daarmee is tot op vandaag weinig of niets gebeurd.

 

Vele problemen zijn duidelijk. Ze zijn geïdentificeerd, maar worden gewoonweg niet opgelost. Dat leidt tot heel veel frustraties. Dat zorgt bijvoorbeeld hier in het concrete geval bij de registratie van de huurcontracten ervoor dat die niet of laattijdig worden geregistreerd. Dat alles is niet wenselijk en is allesbehalve een teken van een efficiënte overheid.

 

Mijnheer de minister, onze belastingen behoren tot de hoogste ter wereld, maar onze overheid kan blijkbaar niet de hoogste dienstverlening waarborgen. Dat is bijzonder spijtig. Mochten er nog problemen opduiken, dan zal ik in de toekomst zeker met heel concrete casussen naar u toe komen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

09 Vraag van Kris Verduyckt aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De korting op professionele diesel" (55041325C)

09 Question de Kris Verduyckt à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'exonération du diesel professionnel" (55041325C)

 

09.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de minister, in het vragenuurtje van de plenaire vergadering van 1 februari verklaarde minister Clarinval op een vraag over de boeren het volgende: "Ik heb trouwens niet gewacht op de betogingen om hun belangen binnen de regering te verdedigen. Zo is het onder mijn impuls dat de regeling van de professionele diesel voor landbouwers in België behouden blijft. Sommigen wilden daar een einde aan stellen, maar ik heb me daartegen verzet."

 

Ik vond dat eigenaardig, omdat er in die regeling geen onderscheid wordt gemaakt tussen landbouwvoertuigen en vrachtwagens. Men zegt alleen dat men vanaf een bepaald type voertuig daarvoor in aanmerking komt. Uit de begrotingsbesprekingen had ik ook begrepen dat de korting op de professionele diesel verder afgebouwd zou worden, met een extra daling van 10 euro vanaf 1 januari 2024.

 

Is er een andere regeling waar ik geen weet van heb? Welke beslissingen werden er dit jaar voor het systeem genomen?

 

09.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Verduyckt, er is een verschil tussen professionele diesel, waarvoor in een gedeeltelijke terugbetaling van accijnzen wordt voorzien, bijvoorbeeld voor vrachtwagens en bussen, en de rode diesel voor landbouwvoertuigen, die vrijgesteld is van accijnzen.

 

De terugbetaling van de professionele diesel is in het kader van de jongste programmawet inderdaad gedaald met 10 euro per liter. Over de gehele legislatuur gaat het om een aanzienlijk bedrag, namelijk een daling van 50 à 60 euro per 1000 liter. De regeling voor de landbouwvoertuigen, dus voor rode diesel, verschilt van die voor de transportsector, de professionele diesel. De vrijstelling van accijnzen voor de landbouwvoertuigen werd de afgelopen periode niet in de federale regering besproken.

 

09.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de minister, bedankt voor uw verduidelijking.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De overheidsparticipaties van de Belgische Staat" (55041347C)

10 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les participations de l'État belge" (55041347C)

 

10.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, de Duitse overheid heeft 2,2 miljard euro opgehaald door aandelen in Deutsche Post te verkopen, terwijl ze nog steeds de grootste aandeelhouder blijft van het postbedrijf. Concreet heeft de Duitse overheid 4 % van haar aandelen verkocht, waardoor de participatie daalt tot 16,5 %. Het geld dat vrijkomt zal worden geïnvesteerd in de modernisering van spoorwegen.

 

Ook België heeft overheidsparticipaties in bedrijven zoals bpost, Proximus, Belfius, Ethias en Royal Park Investments. Vorig jaar werd een derde van het belang in de Franse bankgroep BNP Paribas van de hand gedaan, namelijk 2,7 %. Deze verkoop leverde iets meer op dan 2 miljard euro. Enkele jaren daarvoor, in 2017, verlaagde men de participatie van 10,3 % naar 7,8 %. Dat bracht toen ook al 2 miljard euro in het laatje.

 

Sommige participaties worden beheerd door de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) en vallen dus onder uw verantwoordelijkheid. Ik wijs er trouwens op dat de staatssecretaris voor Begroting enkele dagen geleden een interview gegeven heeft in Le Soir waarin ze zei dat het om de investeringen in onze defensie te kunnen financieren nodig zal zijn om de banken en verzekeraars Belfius en BNP Paribas en vervolgens Ethias te verkopen en dat geld onder te brengen in een speciaal fonds. Dit is dus een brandend actueel onderwerp, mijnheer de minister.

 

Liggen er momenteel plannen op de regeringstafel om aandelen van de hand te doen met het oog op het spijzen van de desastreuze federale begroting? Zo ja, om welk bedrijf of welke bedrijven gaat het en om welke grootteorde? Zo niet, bent u van plan om zelf voorstellen te formuleren? Hebben die plannen tijdens deze legislatuur ooit op de regeringstafel gelegen? Werd dat ooit overwogen?

 

10.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, momenteel liggen er geen concrete plannen op tafel om de participaties van de Staat te verkopen. De situatie van onze participaties wordt natuurlijk wel samen met de FPIM continu gemonitord. De verkoop spijst trouwens niet per se de begroting. De participaties keren jaarlijks een dividend uit, waardoor ze op langere termijn gunstiger zijn voor de begroting dan een verkoop op korte termijn. De verkoop van participaties van de Staat is uiteraard niet uitgesloten, maar dergelijke transacties moeten wel gebeuren op basis van een individuele analyse van de participatie, meer bepaald een analyse van de winst, de maturiteit van de onderneming, het belang voor de Staat, de strategische positie en het feit of we al dan niet aandeelhouder dienen te blijven.

 

Op basis van de huidige staat van onze participaties ben ik niet van plan om een voorstel tot verkoop te formuleren. Tijdens deze legislatuur hebben we één grotere strategische participatie deels verkocht om daarmee twee andere strategischere participaties te nemen. Zo moeten we daar volgens mij mee omgaan. We moeten opportuniteiten op de markt bekijken en die benutten als ze langskomen.

 

10.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, ik denk dat dat een duidelijk standpunt is. Terwijl de staatssecretaris voor Begroting zegt dat we de participaties van Belfius, BNP Paribas Fortis en Ethias kunnen verkopen om de defensie-uitgaven te financieren, bent u daar geen voorstander van, tenzij dat na grondige analyse wenselijk zou blijken. Ik begrijp dat u de nodige defensie-uitgaven eerder zou financieren via de reguliere schuld in plaats van participaties te verkopen. Dat zijn vandaag inderdaad de twee voorliggende mogelijkheden.

 

Ik dank u voor uw antwoord, dat we zullen meenemen in de toekomstige discussies.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Samengevoegde vragen van

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau" (55041436C)

- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het jaarverslag 2023 van de NBB" (55041923C)

11 Questions jointes de

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Les prévisions économiques du Bureau fédéral du Plan" (55041436C)

- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le rapport annuel 2023 de la BNB" (55041923C)

 

11.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik verontschuldig mij omdat ik bij de gedachtewisseling niet aanwezig was. Er was file op de autostrade.

 

Ik heb voor u een aantal vragen over recente rapporten van de Nationale Bank en het Federaal Planbureau. Die rapporten zijn negatief en dat is geen verrassing, want helaas zit er geen goed budgettair nieuws aan te komen. Ik wil er toch graag even uw mening over horen. Ik hoop dat u iets meer zult zeggen dan dat er hervormingen moeten komen. Ik hoop dat wij iets meer in de diepte zullen kunnen gaan.

 

Waarover gaat het? De cijfers zijn desastreus. Er zal minstens 2,5 miljard bespaard moeten worden om alleen nog maar het tekort te stabiliseren. Er moet echter meer gebeuren. Er moet 5 miljard bespaard worden, want de jobmotor is niet meer aan het groeien, integendeel, die neemt af. Eerste minister De Croo doet wel graag alsof hij 100.000 jobs per jaar creëert, maar dat is allang niet meer zo. Dat is ook aangetoond. De groei is ook niet meer fenomenaal. Integendeel, wij zien meer een stabilisering. Wij zien vooral dat de staatsschuld echt aan het ontsporen is, en naar 117 % kan gaan over een aantal jaren. Ik wil daar toch graag even uw mening over horen. Ik wil vooral horen dat u bezorgd bent. Daar komt het op neer.

 

Gelet op mijn afwezigheid daarnet wil ik misbruik maken van deze vraag om de koppeling te maken met het Europese niveau. Wij weten dat er binnenkort nieuwe Europese begrotingsregels zullen gelden. Daar zijn al vragen over gesteld. Ik zal die niet herhalen. Dat debat is gevoerd, maar één vraag is niet gesteld. Daar blijft onduidelijkheid over. Hebt u informatie over wanneer de Europese Commissie die nieuwe regels effectief zal toepassen? Zal dat nog gebeuren voor de verkiezingen, wat eigenlijk gebruikelijk is, dus in de maand mei? Of zullen ze van toepassing zijn na de verkiezingen?

 

11.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Loones, ik heb uiteraard kennisgenomen van de analyses van het Federaal Planbureau en het MOCO, die tot dezelfde conclusies leiden, weliswaar op termijn, vanaf 2026 tot 2029, met een verschil in het tekort.

 

Het is duidelijk dat het antwoord op de vraag hoe we dat moeten aanpakken echt wel de hervormingen zijn. Ik begrijp uiteraard dat u graag meer zou willen horen over de concrete uitwerking van die hervormingen. We hebben daar elk onze mening over, denk ik. Dat zal de enige manier zijn om de stijging van ons overheidstekort in de komende periode te bedwingen en op die manier te voldoen aan de nieuwe vereisten die Europa ons zal opleggen.

 

Ik denk dat het inderdaad zo zal zijn dat de nieuwe Europese begrotingsregels ons daarin zullen ondersteunen en ons veel meer langetermijnperspectieven zullen brengen dan de kortetermijnfocus op onze schuld vandaag. Wat is de schuld en het tekort van volgend jaar en hoe moet daarmee worden omgegaan? We krijgen de kans om een aantal hervormingen op lange termijn door te voeren.

 

U weet dat zo'n plan moet worden opgemaakt zodra de nieuwe regels van toepassing zijn. Er zijn tussen de oude en de nieuwe regels nog wel wat timingissues. Ik denk dat het in het Parlement op 23 april wordt goedgekeurd, maar tegen 30 april moeten we ons Stabiliteitsprogramma aan Europa doorgeven. Als de nieuwe regels worden goedgekeurd, moet het Medium-Term Budgetary Plan tegen 20 september worden ingediend. Dat is echter geen vaststaande datum. Het is mogelijk om daar nog wat uitstel voor te vragen, als men daartoe redenen heeft en als de lidstaat dat aanvraagt. Nationale verkiezingen kunnen een reden zijn om uitstel te krijgen voor het indienen van het Medium-Term Budgetary Plan.

 

Wat betreft uw vraag over de uitspraken van de Nationale Bank, ik kan alleen maar herhalen dat ook zij zegt dat de vergrijzing de driver is van het tekort. Om onze schuld opnieuw naar een duurzaam niveau te brengen, zijn hervormingen op het vlak van gezondheidszorg, pensioenen en arbeidsmarkt nodig.

 

11.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb uw bezorgdheid gehoord. Dat is geen verrassing en wij delen die bezorgdheid.

 

Ik heb wel twee aanvullende vragen. Ten eerste, u geeft aan dat de lidstaten om uitstel kunnen vragen voor het Medium-Term Budgetary Plan. Moet ik uit uw antwoord afleiden dat de federale regering actief stappen zet om zo'n uitstel te vragen?

 

Mijn tweede vraag is een eerder informatieve vraag. We zijn volop debatten aan het voeren. Ook in West-Vlaanderen doen we dat en ik zie collega Vermeersch daar ook regelmatig opduiken. We horen daar wel eens wat. Tijdens de meest recente debatten valt het mij op dat Open Vld zelf zegt dat zij de stekker uit uw fiscale hervorming heeft getrokken omdat die geld zou kosten. Niet de onderhandelingen binnen de regering zouden geld kosten, maar wel uw fiscale hervorming. Open Vld zou die hebben tegengehouden. We hebben hier echter altijd andere informatie gehoord, namelijk dat dit niet het geval was. Het was eerst de schuld van de MR en de PS, maar nu is het blijkbaar de trofee van Open Vld dat ze uw fiscale hervorming hebben gekelderd. Kunt u mij hierover bijkomende informatie geven?

 

11.04 Minister Vincent Van Peteghem: Wat betreft uw eerste vraag, ik kan u meedelen dat de regels niet goedgekeurd zijn, dus dat we nog geen stappen kunnen ondernemen om uitstel te vragen. Gezien de context waarin we ons bevinden en gezien het feit dat ons land een plan zal moeten opstellen dat een veel langere periode overspant dan enkel maar het volgende jaar – het zal eerder gaan over een periode van vier en waarschijnlijk zelfs zeven jaar omdat we die hervormingen daarin willen meenemen –, zal de deadline van 20 september bijzonder scherp zijn om dat mogelijk te maken. We zullen zien wat daar de afspraken zullen zijn. De Europese Commissie zal op de volgende Ecofin-Raad daarover meer duidelijkheid geven aan onze groep ministers.

 

Wat uw tweede vraag betreft, ik heb daar in debatten ook al verschillende zaken over horen waaien en kijk uit naar het volgende debat waar wij samen in zitten om daar een heel duidelijk antwoord op te geven.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

12 Vraag van Kris Verduyckt aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De fysieke bespreking van complexe fiscale dossiers" (55041492C)

12 Question de Kris Verduyckt à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La discussion de dossiers fiscaux complexes en présentiel" (55041492C)

 

12.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, als de coronapandemie één ding veranderd heeft, dan is dat wel de fysieke bereikbaarheid van diensten. Dat geldt ook voor uw diensten. Ik heb een vraag opgesteld naar aanleiding van een situatie die ik onder ogen kreeg, met name een bijzonder moeilijk en complex fiscaal dossier, waarover een gezin overleg had gevraagd met de belastingdienst. De belastingdienst heeft geantwoord dat dit via mail of per telefoon behandeld wordt.

 

Mijnheer de minister, geldt altijd en overal in ons land dat mensen op geen enkele manier nog een fysieke afspraak kunnen maken om een bijzonder complex dossier te bespreken? Is die werkwijze overal in ons land dezelfde, of beslist elk belastingkantoor zelf hoe het daarmee omgaat? In sommige situaties, bijvoorbeeld om een complex dossier te bespreken, vind ik een fysieke afspraak beter. Steunt u die stelling?

 

12.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Verduyckt, mijn administratie hanteert natuurlijk algemene instructies voor het fysiek onthaal van burgers. In eerste instantie probeert elke dienst digitaal of telefonisch op vragen van burgers te antwoorden. Als dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld vanwege de complexiteit van een dossier of om een andere reden, wordt een afspraak gemaakt om het dossier effectief fysiek te bespreken.

 

Tijdens de coronaperiode was de telefonische bespreking of digitale dienstverlening voor mijn administratie zeer efficiënt. Die aanpak was trouwens ook in het voordeel van de burger, want minder tijdrovend doordat geen onnodige verplaatsingen dienden te gebeuren. We merken trouwens grote tevredenheid over het gegeven dat dit digitaal of telefonisch kon.

 

Natuurlijk blijven fysieke afspraken ook vandaag nog steeds mogelijk, weliswaar steeds na een voorafgaand telefonisch contact. Vaak kan de vraag namelijk al telefonisch beantwoord worden. Als de burger dat vraagt of als de ambtenaar oordeelt dat de fysieke afspraak beter zal zijn en sneller tot een oplossing zal leiden, dan staat de mogelijkheid altijd open om een fysieke afspraak in te plannen. De afspraak vindt steeds plaats in een dienstgebouw, in een speciaal daartoe ingerichte cockpit in de grotere gebouwen of in een kantoorruimte in de kleinere gebouwen.

 

Hoe dan ook, net als u geloof ik in het belang van persoonlijk contact tussen de administratie en de belastingplichtige. Dat is inderdaad soms de beste manier om een specifieke situatie goed te doorgronden, om alle informatie te kennen en met het oog op een maximale fiscale compliance.

 

Ik wijs er in mijn overleg met de administratie ook steeds op dat de FOD Financiën die verschillende communicatiemogelijkheden moet aanbieden en blijven aanbieden, los van de noden van de klanten. Wij moeten daarin blijven investeren. Wij moeten ook bekijken of er eventueel nog andere manieren zijn om dat contact te verbeteren. Digitaal wordt soms vertaald als per mail, maar het kan eventueel ook via een online websessie, waarbij men elkaar ook effectief ziet. Wij doen daaromtrent proefprojecten en er wordt bekeken hoe wij die dienstverlening in de toekomst nog kunnen optimaliseren.

 

12.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de minister, ik begrijp dat men probeert om mensen zoveel mogelijk telefonisch en digitaal te helpen. U zegt dat dit efficiënter is en in het voordeel van de burger. Er is ook wel wat tijdswinst. Ik vind dat nog steeds voor een stuk de keuze van de burger zelf. Als hij tijd wil maken om naar het belastingkantoor te gaan, dan moet hij daartoe kunnen beslissen.

 

Mijnheer de minister, ik zie best veel mensen in mijn regio. Gepensioneerde grensarbeiders kregen via de telefoon vragen over hun jaaropgave. Zij bleven achteraf met een gevoel van onbehagen zitten, omdat ze niet helemaal zeker zijn of ze wel de juiste informatie hebben gegeven, omdat ze er eigenlijk niet zo heel veel van afweten.

 

Ik wil daarvoor toch waarschuwen. Efficiëntie staat vandaag voorop in onze samenleving. Heel veel gemeentehuizen en stadhuizen zijn vandaag veel moeilijker bereikbaar dan vroeger. Men ziet dat ook bij de banken, zij verplichten ons bijna om digitaal te werken. Anderzijds duiken dan fenomenen als phishing op. Mensen zijn daarover toch wel wat bezorgd.

 

Ik ben voor efficiëntie, maar wij moeten opletten dat wij alles niet zo efficiënt maken dat face-to-facecontact volledig verdwijnt, zeker als het gaat over technische zaken, zoals ook belastingbrieven. Ik ben blij met uw laatste stelling. U bent het er dus mee eens dat het in sommige gevallen echt wel noodzakelijk is. Ik weet niet wat er in dit specifieke geval misgegaan is. Het is alleszins goed om te weten dat het nog steeds mogelijk moet zijn om die afspraak te maken.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Vraag van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De ongerustheid bij de advocaten over de nieuwe antiwitwasregels" (55041543C)

13 Question de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'inquiétude des avocats en ce qui concerne les nouvelles règles antiblanchiment" (55041543C)

 

13.01  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, dat is waarschijnlijk niet uw bezorgdheid maar wel van die advocaten.

 

Mijnheer de minister, de Belgische advocatuur maakt zich zorgen over een mogelijke aantasting van haar onafhankelijkheid door de voorgestelde verstrenging van de Europese witwasregelgeving. Advocaten zijn momenteel verplicht verdachte transacties te melden aan hun orde, die ze onafhankelijk beoordeelt en indien nodig doorstuurt naar de antiwitwascel.

 

De Europese Commissie wil echter de regels aanscherpen en een toezichtsorgaan oprichten om het lage aantal meldingen te onderzoeken. Advocaten vrezen dat een dergelijk orgaan de vertrouwelijkheid van hun communicatie met de cliënten zal aantasten. De advocatuur benadrukt dat de meldingsplicht alleen geldt voor specifieke situaties en waarschuwt tegen een te ingrijpende inmenging in de onafhankelijkheid van het beroep.

 

Het Europees Hof van Justitie heeft echter recent een regel in een andere richtlijn verworpen die het toezicht op het beroepsgeheim van advocaten beoogde.

 

Mijnheer de minister, ik heb daarbij drie vragen. Ten eerste, de vereniging van fiscale advocaten ging daarover op 19 februari 2024 in gesprek met uw kabinet. Hoe meent u de voorgestelde verstrenging van de Europese witwasregelgeving te balanceren met het behoud van de onafhankelijkheid van de Belgische advocatuur?

 

Ten tweede, welke concrete stappen overweegt u om de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaten en hun cliënten te waarborgen, gezien de zorgen over mogelijke inbreuken door het voorgestelde toezichtsorgaan?

 

Ten derde, wat is uw standpunt ten aanzien van het recente arrest van het Europees Hof van Justitie, dat een regel in een andere richtlijn verwierp die toezicht op het beroepsgeheim van advocaten beoogde? Hoe kan dat van invloed zijn op de huidige discussie over de voorgestelde regelgeving?

 

13.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Vermeersch, advocaten zijn momenteel verplicht om verdachte transacties te melden aan de stafhouder, die deze meldingen onafhankelijk beoordeelt en indien nodig doorstuurt naar de CFI. De recent aangenomen Europese witwasregelgeving, meer in het bijzonder de AML-regulation of Single Rulebook, brengt daar geen enkele wijziging in aan, respecteert de mogelijkheid om meldingen te blijven doen via de orde en herneemt de vrijstelling van het doen van meldingen wanneer de advocaat handelt binnen zijn kernactiviteiten alsook bij het verstrekken van juridisch advies of handelt binnen de contentieux, zoals het aangenomen artikel 70 van de AML-verordening stelt.

 

De overwegingen van de AML-verordening tonen ook duidelijk aan dat de Europese wetgever het delicate evenwicht dat reeds werd bereikt in de EU-antiwitwasrichtlijn 2015/849 tussen het beroepsgeheim van de advocaten en hun medewerking aan de strijd tegen het witwassen niet heeft verstoord. Ook bij de omzetting van de richtlijnen uit het AML-pakket zal steeds het beginsel vooropstaan dat de communicatie tussen een advocaat en zijn cliënt geheim is. Weliswaar dient de richtlijn wel correct te worden omgezet. Het voorziene toezicht door een overheidsinstantie richt zich op het niveau van de toezichthouder, waar het gaat over het verstrekken van richtsnoeren, voldoende bevoegdheden om vragen te stellen, controles te doen, administratieve sancties op te leggen, voldoende capaciteit en personeel om de controles effectief te doen enzovoort, en dus niet op de advocaat zelf.

 

Er is vaststaande rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU dat enkel het hof de ongeldigheid van een handeling van de EU kan vaststellen omdat enkel zo de rechtszekerheid en de uniforme toepassing van het Unierecht kunnen worden verzekerd.

 

13.03  Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de minister, het is zeker iets wat wij verder zullen opvolgen. Wat ons betreft, is het natuurlijk belangrijk dat er een gezond evenwicht wordt gevonden. Natuurlijk moet elke vorm van fraude, zeker het witwassen van geld, worden aangepakt, maar het is ook belangrijk dat de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen de advocaat en zijn cliënten gewaarborgd blijft en dat het beroep van advocaat zijn onafhankelijkheid behoudt. Dat is onze bezorgdheid en wij gaan ervan uit dat dit ook uw bezorgdheid is.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Les questions n° 55041630C, n° 55041632C et n° 55041719C de M. Wim Van der Donckt sont reportées.

 

14 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De publicatie van de adviezen bij de indiening van een wetsontwerp" (55041981C)

14 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La publication des avis lors du dépôt d'un projet de loi" (55041981C)

 

14.01  Sander Loones (N-VA): Wanneer er wetsontwerpen worden ingediend in het Parlement moeten daar alle soorten documentatie aan worden toegevoegd, bijvoorbeeld het advies van de Raad van State. Pas nadien kan het ontwerp hier besproken worden. Er bestaan nog wel meer interessante documenten, zoals het advies van de Inspectie van Financiën en van de dienst van Begroting. Vandaag moeten die wettelijk niet absoluut bezorgd worden aan het Parlement, wat vreemd is, zeker met de budgettaire uitdagingen waarvoor we staan. Dan zou het goed zijn dat informatie zo transparant als mogelijk gedeeld wordt, zeker wanneer die komt van cijferexperten. We zien dat dat in andere parlementen meer gebeurt.

 

Ik heb hier daarom een voorstel geagendeerd, in de commissie Reglement en Hervorming van de Parlementaire Werkzaamheden, om de regering te verplichten die informatie mee te geven. Dat voorstel is daar weggestemd. Men vond dat blijkbaar niet nodig, maar ze zeiden om toch eens de ronde te doen bij de verschillende ministers. Als zij ervoor openstaan, zouden ze misschien hun mening herzien voor de plenaire vergadering. Dat doe ik dus. Ik ben bij mevrouw Bertrand geweest, die zich verscholen heeft achter formalisme. Zij zegt dat het niet kan worden gedaan via het Kamerreglement, maar via een wetswijziging moet. De experten die mij adviseren, zeggen dat dat niet zo is. Er is juridisch ook geen verschil. Een wetswijziging wordt aangenomen met een meerderheid in het Parlement, een Kamerreglementswijziging eveneens. Dat kan dus juridisch wel perfect. Ze lijken echter wat schuchter om die informatie te delen.

 

Ik hoop dat u daar wel voluntaristischer in bent en zegt dat dit gemaakt is door ambtenaren, met belastinggeld en dat het belangrijk is dat die informatie naar het Parlement kan komen. Als u daar uw zegen en goedkeuring aan geeft, ben ik ervan overtuigd dat wij een succesvolle stemming in de plenaire vergadering zouden kunnen hebben en wij grote stappen vooruit kunnen zetten wat betreft de transparantie rond de begroting.

 

14.02 Minister Vincent Van Peteghem: Zoals u weet, heb ik heel veel respect voor de wijsheid van dit Parlement. Ik zal me dan ook volledig schikken naar de beslissing die dit Parlement daarover zou nemen.

 

14.03  Sander Loones (N-VA): Dat is niet echt voluntaristisch. Ik betreur dat een beetje. Het is niet omdat iets wettelijk niet moet, dat het niet mag. Eigenlijk zou u vandaag al tot actie kunnen overgaan en voor uw eigen dossiers de informatie al kunnen delen met het Parlement. De betere optie is natuurlijk dat iedereen dat voor elk dossier zou doen en dat het Parlement gewoon geïnformeerd zou worden. Dat is belangrijk, want we staan voor moeilijke jaren. Het is duidelijk dat niet iedereen, ook in dit Parlement, al beseft hoe zwaar het zal worden. Alles wat de bewustwording rond de budgettaire situatie kan versterken, zouden we extra in de kijker moeten zetten.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

15 Questions jointes de

- Cécile Cornet à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L'analyse de l'arrêt sur Deliveroo et les suites fiscales pour les travailleurs de l'entreprise" (55042018C)

- Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La décision de justice sur le statut des travailleurs de plateforme" (55042036C)

15 Samengevoegde vragen van

- Cécile Cornet aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De analyse van het arrest inzake Deliveroo en de fiscale gevolgen voor de werknemers van het bedrijf" (55042018C)

- Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De rechterlijke beslissing met betrekking tot het statuut van de platformwerkers" (55042036C)

 

15.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, le 31 janvier dernier, je vous avais interrogé sur l’arrêt rendu par la cour du travail de Bruxelles le 21 décembre 2023 sur le statut des coursiers et confirmant la décision du tribunal de Bruxelles: le régime fiscal de l’économie collaborative ne peut pas s’appliquer dans le secteur de la livraison. L’arrêt précise que c’est le régime salarié qui doit être appliqué.

 

À la suite du premier jugement du tribunal de Bruxelles, vous expliquiez, le 9 février 2023, attendre la décision en appel avant de statuer sur ce régime fiscal. Et, le 31 janvier 2024, alors que je vous interrogeais sur la décision en appel, vous me répondiez: "Mon administration est en train d'examiner l'arrêt."

 

Il est urgent de signifier à Deliveroo et consorts qu’ils doivent cesser de violer la loi. En effet, malgré l’arrêt disant le contraire, Deliveroo a indiqué aux livreurs qu’ils pouvaient continuer à travailler dans le régime de l’économie collaborative.

 

Le 24 janvier 2024, en commission des Affaires sociales, le ministre Dermagne a confirmé clairement que ce statut de salarié est d’application pour ces livreurs et se tournait vers vous.

 

Monsieur le ministre, je suppose qu'entre-temps, votre administration a eu le temps d’examiner l’arrêt. Je vous repose donc la question que je vous posais le 31 janvier 2024. Allez-vous signifier au plus vite à Deliveroo et consorts qu’ils doivent respecter la loi, en mettant fin aux prélèvements fiscaux de l’économie collaborative et à l’usage des fiches 281.29, et appliquer les règles fiscales propres au travail salarié?

 

15.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur le président, l'analyse de l'arrêt de la cour du travail de Bruxelles et de ses conséquences sur le plan social et fiscal est actuellement toujours en cours en collaboration avec tous les services publics fédéraux concernés.

 

En ce qui concerne la décision anticipée, je puis vous apporter les précisions suivantes. L'arrêt susmentionné porte sur une période déterminée et ses effets s'appliquent à un nombre également bien défini de contrats individuels. La décision anticipée rendue concerne un dossier individuel pour lequel le secret professionnel ne permet pas de fournir des informations détaillées. Mais je peux vous informer que la période couverte par l'arrêt est matériellement différente de celle de la décision anticipée.

 

De manière générale, les décisions anticipées délivrées en matière d'économie collaborative sont soumises au respect de plusieurs conditions. À titre d'exemple, on peut préciser que les services doivent être uniquement vendus à des personnes physiques qui n'agissent pas dans le cadre de leur activité professionnelle et que les prestataires doivent agir en dehors de l'exercice d'une activité professionnelle.

 

Conformément à l'article 23, § 2, 1°, de la loi du 24 décembre 2002 modifiant le régime des sociétés en matière d'impôts sur les revenus et instituant un système de décision anticipée en matière fiscale, il convient de préciser qu'une décision anticipée lie le SPF Finances pour l'avenir, sauf lorsque les conditions auxquelles une décision anticipée est subordonnée ne sont pas remplies.

 

Il importe aussi de rappeler que le sujet de l'économie collaborative est complexe au vu de la multitude d'acteurs impliqués et des questions juridiques, économiques et sociales qu'il soulève.

 

L'analyse par mes services des conséquences fiscales de l'arrêt du tribunal de travail de Bruxelles du 21 décembre 2023 est toujours en cours, en collaboration avec les SPF concernés et ce, notamment, dans le cadre de la concertation fédérale "économie collaborative". Celle-ci a été établie pour favoriser un partage régulier d'informations et le développement d'une vue complète et coordonnée en matière d'économie collaborative. Ces échanges concernent notamment l'évolution de la législation, son interprétation et les bonnes pratiques qui en découlent.

 

15.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie.

 

Il est bon qu'une concertation fédérale ait été mise en place, eu égard aux aspects sociaux, économiques et fiscaux. Cependant, je ne puis que déplorer que l'analyse de l'arrêt par votre administration soit toujours en cours. Les intéressés continuent en effet d'être rémunérés dans le cadre de l'économie collaborative. Par conséquent, si des changements sont opérés, des rectifications fiscales risquent de tomber. En attendant, un arrêt clair a été rendu. De plus, un ruling ne peut pas violer la loi. C'est pourtant bien le cas, comme le confirme la cour du travail.

 

Dès lors, je regrette ce manque d'avancées sur un dossier très problématique pour un grand nombre de travailleurs exploités par ces multinationales qui abusent d'un régime qui ne devrait pas s'appliquer dans leur cas.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

16 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La directive DEBRA et les intérêts notionnels" (55042038C)

16 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De DEBRA-richtlijn en de notionele intrest" (55042038C)

 

16.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): En 2022, la Belgique a supprimé la déduction pour intérêts notionnels, c'est une niche fiscale qui a coûté très cher aux finances publiques: 43 milliards d'euros depuis son entrée en vigueur en 2006.

 

Lors d'un vote en janvier dernier, le Parlement européen approuvait la directive DEBRA dont le but affiché est de lutter contre les incitations fiscales en faveur de l'endettement et d'inciter les entreprises à renforcer leurs fonds propres. Par le biais de cette proposition, la Commission européenne offrirait aux entreprises la possibilité de déduire une forme d'intérêt notionnel. Selon PWC – je cite –, "la proposition de directive met en place un mécanisme qui ne manquera pas d'entraîner de nouvelles complexités pour les entreprises et d'alourdir leurs charges administratives". La société de consultance ajoute: "Certaines entreprises s'en trouveraient nécessairement pénalisées, notamment les PME". Pour entrer en vigueur, cette proposition requiert l'unanimité du Conseil de l'Union européenne, présidé par la Belgique jusqu'en juin 2024.

 

Monsieur le ministre, disposez-vous d'estimations de l'impact budgétaire qu'aurait cette directive pour les recettes publiques belges? Le gouvernement – qui avait supprimé les intérêts notionnels en 2022 – soutient-il cette directive qui, de facto, sonnerait leur retour dans le droit fiscal belge?

 

16.02  Vincent Van Peteghem, ministre: La réponse est courte. Nous ne disposons pas d'estimations sur l'impact budgétaire. En raison d'absence d'accord entre les États membres, les discussions sur cette directive ont été mises en suspens. Pour l'instant, rien n'indique un changement prochain.

 

16.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Bien, la réponse est courte mais claire.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

17 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La taxe au tonnage et l'inventaire des dépenses fiscales" (55042039C)

17 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De tonnagebelasting en de inventaris van de fiscale uitgaven" (55042039C)

 

17.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, un article du journal De Tijd du 27 février dernier relate l’enquête lancée par l’Inspection spéciale des impôts (ISI) concernant un potentiel abus lié à la taxe au tonnage. Cet impôt permet aux entreprises de transport maritime de payer un impôt forfaitaire sur la base du tonnage de leurs navires plutôt que sur la base du bénéfice réel de la société, qui est le mode classique pour calculer l’impôt des sociétés.

 

Toujours selon cet article, ces dernières années, il y a eu un transfert massif de grands navires étrangers à des entreprises belges, justement pour bénéficier de cette taxe au tonnage. Les sociétés de gestion de ces navires ne paient pratiquement pas d'impôts, malgré des bénéfices annuels situés entre plusieurs dizaines et plusieurs centaines de millions d'euros pour chaque société.

 

En 2020, j’avais demandé à votre prédécesseur, M. De Croo, de justifier l’absence de cette niche fiscale dans l’inventaire des dépenses fiscales (question écrite n° 274). M. De Croo m’avait répondu que ʺle nécessaire sera fait pour harmoniser les méthodes et compléter l’inventaire des dépenses fiscalesʺ.

 

Monsieur le ministre, pour les quatre dernières années disponibles, pourriez-vous me fournir l’impact budgétaire de la taxe au tonnage et le nombre de sociétés bénéficiaires de la mesure?

 

Par ailleurs, j’ai regardé l’inventaire des dépenses fiscales mais je ne vois toujours pas la taxe au tonnage. Comment se fait-il qu'elle ne s’y trouve toujours pas?

 

17.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, un document reprenant les données demandées vous sera fourni ainsi qu'aux services concernés. Cette dépense fiscale sera ajoutée à la prochaine publication de l'inventaire des dépenses fiscales.

 

17.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, au moins, les choses vont avancer. Cela se trouvera – malheureusement pas au passé, mais à l'avenir – dans l'inventaire. Je vois que les montants se situent entre 34 et 88 millions d'euros par an pour une poignée de sociétés (entre 22 et 36 selon les années). Bref, cette dépense fiscale coûte très cher. Il faudrait donc pouvoir discuter de son éventuelle nécessité et de son impact sur les finances publiques.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

18 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le désaccord entre l’ISI et le SDA concernant la taxe de tonnage" (55042040C)

18 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De meningsverschillen tussen de BBI en de DVB over de tonnagebelasting" (55042040C)

 

18.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, cette question est liée à la précédente, toujours par rapport à cet article du Tijd sur la taxe de tonnage.

 

Tout part d’une enquête de l’Inspection spéciale des impôts (ISI). Selon De Tijd, les rectifications avancées par l’ISI s’élèveraient à 1 milliard d’euros. Le Service des Décisions Anticipées (SDA), dont nous avions parlé auparavant à propos de l’économie collaborative, sévit aussi dans ce dossier-ci. Il avait accordé aux sociétés visées par l’ISI la possibilité de profiter de la taxe de tonnage.

 

Cela génère entre l’ISI et le SDA un conflit dont ces deux organes sont coutumiers.

 

Sans évoquer spécifiquement l’affaire en question, auquel cas vous vous protégeriez derrière le secret fiscal auquel vous êtes tenu, on peut quand même légitimement s’interroger sur le fonctionnement du Service des Décisions Anticipées.

 

Il faut quand même se souvenir que les fameux LuxLeaks, ce scandale international, concernait le ruling luxembourgeois. On va dire que le fonctionnement du nôtre n’est pas si éloigné de celui de son homologue luxembourgeois.

 

Monsieur le ministre, ne trouvez-vous pas qu’en accordant des rulings réinterprétant la loi avec une grande créativité, le Service des Décisions Anticipées accroît l’insécurité juridique? Or il a précisément été créé sous prétexte d’augmenter la sécurité juridique.

 

Dans le passé, je vous ai déjà interrogé plusieurs fois sur des pratiques douteuses, selon moi, de membres du collège du Service des Décisions Anticipées. Les conflits récurrents avec l’ISI en raison de rulings un peu créatifs ne doivent-ils pas nous alerter sur de possibles conflits d’intérêts entre des dirigeants du SDA et certains milieux économiques?

 

18.02  Vincent Van Peteghem, ministre: En ce qui concerne les cas individuels, vous savez qu'aucune information ne peut être donnée. Il entre dans le cadre de la mission de contrôle du SPF Finances de vérifier lors des contrôles fiscaux si les conditions auxquelles est soumise une décision anticipée sont remplies et si la transaction, telle qu'elle est expliquée dans la demande de décision, correspond à la réalité. Mais pour la sécurité juridique des demandeurs, il incombe en premier lieu au Service des Décisions Anticipées de s'en assurer lorsqu'il rend une décision. Les contrôleurs fiscaux doivent également faire preuve d'une grande prudence à cet égard.

 

18.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Encore une réponse courte mais peut-être moins explicite. Je constate que vous bottez en touche, notamment sur les questions relatives aux conflits d'intérêts potentiels au niveau du ruling et à l'insécurité juridique qui, selon moi, est le lot de cette institution, que je réprouve. Mais je sais que nous n'avons pas la même vision du Service des Décisions Anticipées et cela se confirme ici.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55042069C de M. Samuel Cogolati est reportée.

 

19 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "Le pilier 1 de l'impôt sur les multinationales et la digitaxe belge abandonnée" (55042106C)

19 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Pijler 1 van de belasting op multinationals en het schrappen van de Belgische digitaks" (55042106C)

 

19.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le vice-premier ministre, en ce qui concerne le pilier 2 fixant le taux minimum d'imposition des multinationales, 55 États sur 140 signataires initiaux de l'accord mondial appliquent actuellement une version édulcorée de cet accord, notamment parce que les USA ne l'ont toujours pas adopté. Le rendement annuel global attendu a été revu à la hausse par l'OCDE, passant de 150 à 200 milliards. Selon une récente étude du Congrès américain, une fraction importante de ce rendement irait aux États appliquant le pilier 2 au détriment des recettes fiscales perçues par les États-Unis sur les revenus étrangers de leurs multinationales.

 

Quant au pilier 1, qui concerne surtout les GAFAM, il est bloqué par un veto des États-Unis. En conséquence, le Canada a instauré d'initiative sa propre imposition sur les GAFAM, qui entre en principe en vigueur le 1er janvier 2024. En ce qui concerne les travaux relatifs à une convention fiscale internationale sous l'égide des Nations Unies, si une collaboration technique plus apaisée semble se dégager entre l'OCDE et l'ONU, les résultats concrets ne sont pas attendus avant cinq ans.

 

Étant donné que, avec la présidence belge, vous détenez le lead en matière fiscale, allez-vous susciter une initiative pour une imposition harmonisée pilier 1 au niveau des États européens via une proposition de directive qui serait demandée au service de la direction TAXUD? Dans la négative, pourquoi?

 

Au niveau belge, une telle imposition devait, selon l'accord du gouvernement, être instaurée en 2023 – j'ai eu l'occasion de vous le dire quelques fois – en l'absence d'un accord international avant cette échéance. Une promesse que le gouvernement et vous-même avez abandonnée. Ce renoncement a-t-il été formellement avalisé par les sept partis de la coalition Vivaldi ou est-il de votre seul chef?

 

Enfin, vos services ont-ils préparé un avant-projet de loi portant création de cette digitaxe qui pourrait, le cas échéant, servir de base lors de la prochaine législature.

 

19.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, j'ai toujours préféré une solution qui soit soutenue le plus largement possible au niveau international et qui réponde aux défis fiscaux résultant de la digitalisation de l'économie. À cet égard, les discussions au niveau de l'OCDE ont abouti à une publication intermédiaire en octobre 2023 de textes qui servent de base aux négociations finales afin de trouver une solution aux défis posés.

 

Les discussions se poursuivent au sein de l'OCDE et nous adoptons une attitude constructive afin de contribuer à la recherche d'une solution soutenue au niveau international. Si ces discussions ne permettent pas de résoudre les défis posés, de nouveaux pourparlers pourraient être envisagés au niveau de l'Union européenne. Pour l'instant, cependant, je préfère poursuivre les discussions au niveau de l'OCDE. Ce faisant, l'espoir est de trouver un compromis politique sur les dernières questions en suspens cet été.

 

En ce qui concerne l'introduction d'une digitaxe belge unilatérale, il a été décidé au sein du gouvernement de se conformer à l'accord international en la matière. Cet accord signifie que les pays qui ont déjà une digitaxe n'en prélèveront pas une et que les pays qui n'en ont pas encore n'en introduiront pas tant que les négociations au niveau de l'OCDE se poursuivront. De cette manière, toutes les chances sont données à une solution soutenue internationalement qui assure une répartition équitable des droits d'imposition.

 

Si un accord devait être trouvé dans le cadre des discussions au niveau international, mes services en assureraient le suivi. Il va de soi que mes services suivent également les développements fiscaux dans d'autres pays afin d'élaborer une digitaxe belge efficace si aucun accord international n'est conclu. Toutefois, avant d'avoir épuisé toutes les chances de parvenir à un accord international, je ne pense pas qu'il soit opportun de discuter de l'élaboration concrète d'une digitaxe.

 

19.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous remercie. Votre réponse ne me surprend pas et vous ne serez pas surpris qu’elle ne me surprenne pas. Je trouve cela assez cocasse puisqu’au niveau belge, vous avez dit, alors que c’était contraire à l’accord de gouvernement, que vous ne le faisiez pas au niveau belge parce que c’était mieux au niveau international et quand vous avez la main au niveau européen du fait de la présidence belge, là, vous dites que vous ne le faites pas au niveau de l’Union européenne parce que c’est mieux de le faire à l’OCDE. Chaque fois que vous avez le pouvoir de faire avancer le dossier, vous le reportez à une autre instance, à un autre niveau international. Pour moi, cela montre un manque de volontarisme et surtout un non-respect de ce qui était vraiment clairement établi dans l’accord de gouvernement. On ne peut que le déplorer. Seules les multinationales sont évidemment contentes que cela ne se fasse pas ou que ce soit retardé.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

20 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De ratingverlaging voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" (55042133C)

20 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La dégradation de la note de la Région de Bruxelles-Capitale" (55042133C)

 

20.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, kent u Eligius? Dat is de beschermheilige tegen geldgebrek. Ik moest daaraan denken, toen hier zonet een bezoekersgroep uit Scherpenheuvel in de tribune zat. Ik meen dat een aantal regeringen in dit land wel wat kaarsjes mag branden voor Eligius, vooral de Brusselse regering.

 

De Brusselse regering is nogal fors in het nieuws gekomen, omdat de rente van het gewest werd verminderd wegens wanbeheer. De Brusselse minister van Begroting geeft op de nationale televisie zelf toe dat hij geen goede minister van Begroting is. Letterlijk. Dat is toch wel straf. Erger nog, dat passeert blijkbaar zonder meer in Brussel.

 

Dat is toch bijzonder, zeker omdat het risico bestaat dat de negatieve beeldvorming over Brussel, dat niet voor niets de hoofdstad is van dit land en van Vlaanderen en van Europa, uitdeint, omdat internationale financiële markten zich afvragen wat er daar aan de hand is.

 

Mijnheer de minister, kunt u een inschatting maken van de mogelijke uitdeiningeffecten van de ratingverlaging die Brussel op zijn dak gekregen heeft?

 

20.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Loones, het is algemeen bekend dat de schulden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest relatief hoog zijn ten opzichte van de eigen inkomsten. Dat heeft vermoedelijk bijgedragen aan de ratingverlaging. De schuld van het Brussels Gewest is bovendien weinig liquide en wordt niet vaak verhandeld.

 

De bijkomende rente-impact voor het gewest door de kredietscoreverlaging is mogelijk wel beperkt. Een dergelijke kredietscoreverlaging zou voor het federale schuldpapier natuurlijk wel een belangrijke impact hebben op de rente en de schuld. Het is daarom ook primordiaal dat de overheidsfinanciën op een duurzaam niveau worden gehouden. De discussie daarover hebben we echter al in een aantal eerdere vragen kort aangetikt.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

21 Question de Marco Van Hees à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "L’utilisation de fondations privées par de riches familles belges" (55042139C)

21 Vraag van Marco Van Hees aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "De gebruikmaking van private stichtingen door rijke Belgische families" (55042139C)

 

21.01  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, "Plus de 500 riches familles belges évitent les droits de succession", titre L’Echo du 23 mars 2024, en pointant l’utilisation faite des fondations privées de droit belge.

 

Mon collègue Hedebouw vous a déjà interrogé en séance plénière, mais je pense qu'il est quand même intéressant de revenir sur le sujet.

 

En collaboration avec De Tijd, le quotidien a mené une enquête lui permettant de conclure que "sur les 2 105 fondations privées actives dans notre pays, 517, soit près d’un quart, sont utilisées à des fins de planification patrimoniale autour d’un héritage familial".

 

Lors des débats parlementaires sur votre réforme de la taxation des ASBL et fondations, vous aviez justifié celle-ci, entre autres, par l’usage que font de riches familles des fondations privées. C'est ce que vous avez d'ailleurs répété en séance plénière. À quoi je vous avais répondu que s’il y a de tels abus, il faut s’y attaquer spécifiquement plutôt que d’augmenter la taxation de toutes les ASBL et fondations.

 

À ce propos, L’Echo donne la parole à Luc De Broe, professeur de droit fiscal à la KU Leuven, qui indique: "L’impôt sur le patrimoine a effectivement été augmenté et il se fera sentir pour les grandes fondations, mais si vous payez la facture, cela ne compensera jamais l’économie réalisée sur les droits de succession".

 

Il n’y a pas que de riches familles belges qui en profitent: en 2012, j’avais ainsi découvert que le milliardaire français Bernard Arnault, qui était la première fortune mondiale en 2023, a créé une fondation en Belgique pour organiser sa succession. J'avais alerté la presse.

 

À l’inverse, des familles milliardaires belges recourent à des fondations à l’étranger, en particulier aux Pays-Bas, qui a longtemps été un pays spécialiste de ce genre de fondations. Par exemple, la famille de la secrétaire d’État au Budget Alexia Bertrand, qui contrôle le holding coté Ackermans & van Haaren depuis une cascade de sociétés belges, luxembourgeoises et néerlandaises, a, au sommet, une fondation néerlandaise.

 

Monsieur le ministre, n’estimez-vous pas qu’il faudrait revoir la législation sur les fondations privées afin d’éviter qu’elles ne soient utilisées comme instruments de planification successorale? Estimez-vous, comme le professeur De Broe, que le fisc pourrait qualifier une telle fondation de legs fictif et prélever ainsi des droits de succession? Le fédéral est en tout cas concerné pour Bruxelles et la Wallonie.

 

Pourquoi le fisc vise-t-il certaines fondations à l’étranger et non, apparemment, les fondations belges? Ne trouvez-vous pas qu’il y a conflit d’intérêts dans le chef d’une secrétaire d’État au Budget dont la fondation familiale met potentiellement à mal le budget de l’État?

 

21.02  Vincent Van Peteghem, ministre: Monsieur Van Hees, la question de savoir si la figure juridique de la fondation privée en tant que personne morale doit subir une modification législative afin d'éviter qu'elle ne soit utilisée comme instrument de planification successorale ressortit de la compétence de mon collègue de la Justice Van Tigchelt.

 

En ce qui concerne votre demande spécifique, monsieur Van Hees, je puis vous informer des éléments suivants. Pour la Région de Bruxelles-Capitale et la Région wallonne, la qualification de legs fictif est effectivement prévue dans l'article 8 c. du Code des droits de succession, pour autant qu'il s'agisse d'une stipulation pour autrui à titre gratuit. Il n'est pas certain que toutes les dépenses ou autres versements en faveur de bénéficiaires liés à la fondation privée ressortissent à la stipulation pour autrui à titre gratuit. Cela demande une analyse des statuts de chaque fondation au cas par cas. Il est donc impossible d'apporter une réponse générale à votre question sur ce point.

 

L'article de presse cité se réfère à une décision du Vlaamse Belastingdienst. Ce service ressortit uniquement de la compétence de mon homologie Diependaele, ministre flamand des Finances et du Budget. Au plan fédéral, des mesures importantes ont en effet été prises sous cette législature pour que les fondations privées belges et les fondations étrangères paient une contribution équitable. En ce qui concerne les fondations étrangères, nous avons considérablement renforcé les règles relatives à la taxe Caïman. Pour les fondations privées belges, nous avons mis en œuvre une réforme majeure de la taxe patrimoniale qui, depuis cette année, aligne davantage la structure des taux sur la progressivité qui caractérise également les droits de succession.

 

Les informations parues dans la presse ces derniers jours constituent précisément la raison pour laquelle cette réforme était absolument nécessaire, car la réforme de la taxe patrimoniale était bénéfique pour la petite ASBL et affecte le grand patrimoine de la fondation privée. Je ne comprends donc pas pourquoi vous vous y êtes opposé.

 

21.03  Marco Van Hees (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, j'étais opposé à ce que j'ai expliqué dans ma question, ce que vous semblez ne pas avoir entendu. J'ai dit que s'il y a des abus, ce sont eux qu'il faut viser alors que ce que vous avez fait est prendre une mesure générale à l'encontre de toutes les ASBL et fondations, hormis les exceptions qui ont été obtenues. C'est là que se situe le problème: au lieu de viser ces quelques centaines de riches familles qui utilisent les fondations privées pour échapper aux droits de succession, vous prenez une mesure générale avec un impôt que vous dites progressif. Il est certes progressif mais d'un infime pourcentage alors que s'il s'agissait de droits de succession, on arriverait, pour les grandes successions qui concernent des montants importants, à un pourcentage de 30 % en ligne directe et jusqu'à 80 % pour des lignes indirectes. Ces taux posent par ailleurs question, mais ils sont d'application actuellement.

 

À l'arrivée, vous pénalisez non seulement toute une série d'ASBL et de fondations qui ne font pas d'optimisation fiscale – loin de là – mais, en outre, vous protégez les quelques-unes qui sont mises en œuvre au profit des familles les plus riches. C'est un gros problème.

 

Vous nous dites qu'une analyse au cas par cas est nécessaire afin de voir s'il s'agit de legs fictifs qui pourraient être taxables. C'est évidemment ce qu'il faudrait faire. C'est visiblement ce que l'on fait avec la taxe Caïman pour les fondations étrangères mais j'ai l'impression qu'on ne le fait pas pour ce qui est des fondations privées belges. En conséquence, les riches familles belges continuent à profiter de cette manière pour éviter de devoir payer des droits de succession là où les familles ordinaires doivent en payer. L'injustice fiscale continue donc d'être d'application.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: La question n° 55042165C de Mme Cécile Cornet est transformée en question écrite. La question n° 55042167C de M. Gilles Vanden Burre est reportée.

 

22 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën, Coördinatie fraudebestrijding en Nationale Loterij) over "Het door de NBB geleden verlies in 2023" (55042173C)

22 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances, Coordination lutte contre la fraude et Loterie Nationale) sur "La perte enregistrée par la BNB en 2023" (55042173C)

 

22.01  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, u weet dat ik nogal bezorgd ben over dit thema. De Nationale Bank is het slachtoffer van het beleid van de Europese Centrale Bank en eigenlijk ook van haar eigen beleid, het lakse monetaire beleid dat jarenlang werd gevoerd. We zien daar nu de resultaten van. Die waren voorspeld. Er werd altijd gezegd dat dit niet zou gebeuren, maar dat blijkt nu toch het geval te zijn. In 2022 was er een verlies van bijna 600 miljoen euro en in 2023 een verlies van 3,4 miljard euro. Dat raakte gisteren of eergisteren bekend. Onze Nationale Bank is daarin niet alleen. Dat is ook het geval bij andere nationale banken, door het andere rentebeleid dat wordt gevoerd.

 

Elke bank moet dat dan zelf ‘opsoppen’. Ook voor onze Nationale Bank is dat behoorlijk dramatisch. Vorig jaar was er een simulatie gemaakt. Men zei dat er in de komende vijf jaar een risico van 10 miljard euro zal zijn. Zij hebben dat vandaag opnieuw becijferd en men komt nu aan 6 miljard euro. Dat ligt in lijn met de 3,4 miljard euro en de 600 miljoen euro van de vorige twee jaren. Er komt dus wellicht nog een verlies van 6 miljard euro bij in de komende jaren.

 

De buffers zijn dus in snel tempo aan het slinken. Vorig jaar was er nog een reserve van 6,5 tot 7 miljard euro. Nu is dat nog maar 3 miljard euro. We merken dat ook aan het gevoerde dividendbeleid. We krijgen nog altijd een paar honderdduizenden euro's aan dividenden, maar de komende jaren zal dat niet meer het geval zijn. Ik maak mij daar zorgen over, ook omdat de overheid 50 % aandeelhouder van de Nationale Bank is. Wanneer het slechter gaat, zou men daar weleens op aangesproken kunnen worden, om te herkapitaliseren. De Nationale Bank zegt altijd dat dat niet nodig is, dat wij met een negatieve kapitaalpositie kunnen werken, maar dit gaat over duizelingwekkende bedragen.

 

Mijnheer de minister, bij dezen wil ik nog eens naar uw mening ter zake vragen, in het bijzonder gelet op de nog verslechterde budgettaire context van de federale overheid, die in deze aandeelhouder is. Het is niet alsof er marge is om extra kapitaal te injecteren, mocht dat nodig zijn. Wat is uw mening daarover?

 

Mijnheer de minister, ik heb dit in het verleden ook al gevraagd, maar is er toch niet wat meer oversight nodig? De Nationale Bank is beursgenoteerd. Andere beursgenoteerde ondernemingen krijgen strenge controles van de FSMA. In dezen is dat niet of slechts in zeer beperkte mate het geval, waardoor men in een situatie terechtkomt waarin de overheid zelfs mee verantwoordelijk is voor het feit dat aandelen worden verhandeld met het onvoldoende delen van informatie.

 

Het gebeurt minstens onvoorzichtig. De overheid vindt blijkbaar zelf dat de FSMA op een andere manier moet toezien op de Nationale Bank dan op andere beursgenoteerde bedrijven. Kan dat niet worden aangepast? Men kan een hele discussie hebben over de vraag of de Nationale Bank beursgenoteerd moet zijn, maar als dat dan zo is, kan daarop dan ook het deftige toezicht van de FSMA gelden?

 

22.02 Minister Vincent Van Peteghem: Mijnheer Loones, als gevolg van de verstrenging van het monetaire beleid door de inflatie, is het inderdaad zo dat de centrale banken wereldwijd geconfronteerd werden met verliezen. Onze Nationale Bank heeft zich daarop voorbereid door in het verleden reserves aan te leggen die nu worden aangewend.

 

Deze situatie is niet nieuw of onverwacht. Dat is belangrijk. Wij hebben al verlies gemaakt in 2022. In verschillende marktcommuniqués heeft de Nationale Bank aangekondigd dat er verliezen zullen zijn over een periode van ongeveer 5 jaar.

 

Ik wil benadrukken dat er geen probleem van stabiliteit is. Als de Nationale Bank de komende jaren haar reserves zou uitputten, kan ze, net als andere centrale banken, zonder probleem met een negatieve kaspositie of kapitaalpositie werken.

 

De Nationale Bank heeft ook haar reserverings- en dividendbeleid bijgewerkt. Toekomstige winsten zullen prioritair worden aangewend voor de aanzuivering van de overgedragen verliezen en het herstel van de reserves. Als die reserves een minimumniveau bereiken, zal er opnieuw marge zijn voor de uitkering van een winstsaldo aan de Staat.

 

22.03  Sander Loones (N-VA): Mijnheer de minister, daarnet merkte ik op dat het goed was dat u bezorgd was over de begroting. Het is echter jammer dat uw bezorgdheid hier minder merkbaar is. Ik begrijp dat we geen paniek moeten zaaien. U moet dat zeker niet doen als minister van Financiën, want uw woorden reiken veel verder dan de mijne. Er is echter wel reden tot bezorgdheid.

 

Ten eerste weet ik zeer goed dat het bufferbeleid werd aangepast in het verleden, want dat is gebeurd toen wij in de regering zaten. Gelukkig is dat toen aangepast met een zeer goede samenwerking met de Nationale Bank. Ik werp hier voor alle duidelijkheid geen grote stenen in hun richting.

 

Ten tweede zegt u dat alles zeer voorspelbaar en automatisch is. Daarbij zouden wel wat nuances kunnen worden geplaatst. Ik merk immers altijd dat andere centrale banken eerst communiceren en dat pas daarna ook onze Nationale Bank communiceert. Misschien kan ze dus iets proactiever communiceren.

 

Ten derde is het toezicht op het verhandelen van aandelen en de situatie van de bank zelf ook fundamenteel. We moeten opnieuw kijken naar de rol van de FSMA, want we hebben als wetgever ook de taak om die aan te passen. Ik heb dat geprobeerd deze legislatuur, met trekken en sleuren, maar het is mij niet gelukt. Indien onze partij aan de volgende regering kan deelnemen, hoop ik wel dat we dat debat kunnen voeren. Ik hoop alleszins dat degenen die hier na de verkiezingen zullen zitten – mijnheer de voorzitter, u behoort daar misschien ook toe – dit thema verder ter harte zullen nemen.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Les questions nos 55042175C, 55042176C, 55042177C, 55042180C et 55042181C de M. Peter De Roover sont reportées à la prochaine séance de questions, qui aura lieu le mercredi 24 avril. Je suppose que cela sera la dernière séance de questions-réponses.

 

La réunion publique de commission est levée à 16 h 29.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.29 uur.