Commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et
des Institutions fédérales |
Commissie
voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen |
du Mercredi 17 avril 2024 Matin ______ |
van Woensdag 17 april 2024 Voormiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om
11.12 uur. De
vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Kim Buyst.
Le développement des questions commence à 11 h 12. La réunion est présidée par Mme Kim Buyst.
De voorzitster: Mevrouw De Laveleye heeft haar vraag nr. 55041123C omgezet in een schriftelijke vraag.
01.01 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, het Franse windmolenpark langs de Belgisch-Franse grens is een dossier dat al bijna de hele legislatuur meegaat. De enquête publique, het concrete openbaar onderzoek, is eindelijk gestart en loopt nog tot midden mei. Het is de bedoeling dat alle overheden, dus het Vlaamse Gewest, de federale overheid en de betrokken lokale besturen, deelnemen aan die consultatieprocedure. Ook het gemotiveerde advies van de Europese Commissie van vorig jaar verwees overigens naar de enquête publique als hét verdichtingsmoment om de Belgische bezwaren tegen de voorgestelde locatie in te brengen. We weten immers allemaal dat u niet fulmineert tegen het park op zich, maar wel tegen de voorgenomen locatie.
Kunt u een stand van zaken geven rond het dossier? Ik weet ondertussen dat de enquête publique werd opgestart en wanneer ze wordt georganiseerd. In welke zin hebt u zich federaal voorbereid op dat openbaar onderzoek? Hebt u sinds uw aantreden eind oktober 2023 nog contacten gehad met bevoegde Franse instanties of personen in dit dossier en/of met het Vlaamse Gewest? Zo ja, kunt u verslag uitbrengen over de precieze federale insteek van dat openbaar onderzoek?
01.02 Minister Paul Van Tigchelt: Ik kan u garanderen, collega Ravyts, dat ik het engagement van mijn voorganger voortzet om onze bezwaren tegen het windmolenpark voor de kust van Duinkerke te vertalen en kenbaar te maken bij onze Franse vrienden. Het is dus belangrijk dat het openbaar onderzoek van start is gegaan op 8 april en loopt tot 18 mei. Iedereen kan alle nuttige en nodige informatie, met inbegrip van de Nederlandstalige versie van de niet-technische samenvatting van het milieueffectbeoordelingsrapport, de effectbeoordelingen voor Natura 2000 en de uitleg over het openbaar onderzoek, terugvinden op de consultatiepagina van de dienst Marien Milieu van de FOD. Ook de Vlaamse overheid heeft die informatie ontvangen en stelt ze online beschikbaar.
Ik kan u verzekeren dat er goed samengewerkt wordt tussen de federale en Vlaamse diensten. Onze diverse FOD's en kabinetten onderhouden daarover contact, ook met de Vlaamse beleidsverantwoordelijken. We zijn ons immers allemaal bewust van de hinder die het windmolenpark veroorzaakt voor de inwoners van De Panne, Koksijde en Nieuwpoort, maar ook van de hinder voor het scheepvaartverkeer op die historische routes vanuit Oostende, om nog maar te zwijgen van de mogelijke impact op het mariene milieu in die zone. We weten dat het probleem kan worden opgelost als dat park 5 km meer 'zee-inwaarts' wordt geplaatst.
De nodige afspraken werden gemaakt over de deelname aan die publieksconsultatie. De federale en de Vlaamse diensten, maar ook de haven van Oostende en de drie betrokken kustgemeentes zullen hun bezwaren indienen binnen de vereiste termijn. De indiening van het formele Belgische standpunt dient te gebeuren voor 27 mei. Dat standpunt zal alle of de voornaamste bezwaren van alle betrokken diensten en de lokale en regionale overheden overnemen, aangevuld met de federale input.
Ook op het diplomatieke niveau blijven de diplomaten, zoals het hoort in de internationale politiek, dat dossier opvolgen. Sinds mijn aantreden als minister heb ik daarover zelf nog geen contact gehad met de Franse collega’s, maar ik zal de dialoog zeker aangaan zodra mijn diensten de nu publiek gemaakte informatie hebben geanalyseerd en in kaart hebben gebracht.
Ons streefdoel blijft om het park 5 km noordwaarts op te schuiven. Zo komen we tegemoet aan alle Belgische bezwaren. We proberen dat zo mogelijk te realiseren via onderhandelingen en een dialoog, of anders via juridische procedures.
01.03 Kurt Ravyts (VB): Dank u voor uw antwoord. Ik heb begrepen dat de Fransen tegen 27 mei het federale bezwaar verwachten. Is het mogelijk die specifieke federale input ter beschikking te stellen van de commissieleden, zodra die gecoördineerd werd ingediend?
01.04 Minister Paul Van Tigchelt: Niets staat dat in de weg. We zullen het zelfs publiceren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
02.01 Kurt Ravyts (VB): In de plenaire vergadering van november 2023 heeft het Europees Parlement beslist hoe het verder wil met de herziening van de richtlijn over vervuiling vanuit schepen. Die richtlijn heeft tot doel om strafrechtelijke straffen in te stellen voor het opzettelijk lozen van vervuilende stoffen door schepen in de zeeën van Europa. De richtlijn is onderdeel van het pakket voor maritieme veiligheid dat in juni 2023 werd voorgesteld. De Europese Commissie wil in dat pakket met vijf nieuwe voorstellen de regels voor veiligheid op zee en het tegengaan van vervuiling door schepen actualiseren.
Nu al mogen schepen een hele reeks vervuilende substanties niet dumpen, maar die lijst wordt uitgebreid door er rioolwater, afval en andere residuen aan toe te voegen. In de trialoog werd daarover een akkoord bereikt. U beklemtoonde in uw reactie dat de nieuwe regels van de EU een voorloper maken op het vlak van schone scheepvaart. U staat achter het compromis dat de Europese zeeën properder zal maken, maar toch een gelijk speelveld behoudt voor een dynamische industrie. Met de nieuwe wetgeving wordt er een systeem in het leven geroepen om in heel de Europese Unie voor effectieve en ontradende boetes te zorgen voor overtreders. Er is nu dus een kader om het illegaal dumpen van afvalstoffen op een proportionele manier te sanctioneren.
Kunt u nog toelichting geven aan de commissie met betrekking tot dat compromis? Wat was de Belgische positie? Welke aandacht gaat uit naar geluidsoverlast onder water? Wat niet werd meegenomen in het eerste wijzigingsvoorstel?
02.02 Minister Paul Van Tigchelt: Collega Ravyts, België is nu voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Ik heb in dat kader ook al zo'n vergadering voorgezeten, waardoor mijn schoonmoeder nu voor het eerst in haar leven trots op mij is. Als voorzitter moeten we wel een zekere neutraliteit aan de dag leggen in die trialogen in de onderhandelingen met het Europees Parlement. Dat is niet altijd evident.
België was en is voorstander van de voorgestelde aanpassingen aan de huidige richtlijnen. We hebben ons positief uitgesproken over de voorstellen om onder meer het toepassingsgebied uit te breiden en administratieve sancties en een lijst met criteria te introduceren om een uniformer handhavings- en sanctiebeleid binnen Europa te bereiken. Dat mag zo gezegd worden. We zijn hier eigenlijk een voorloper dankzij onze wet van 2016 waarmee een systeem van administratieve geldboetes werd ingevoerd om inbreuken op die scheepvaartregelgeving te beteugelen. Het bereikte compromis versterkt het handhavings- en het sanctiebeleid door een aantal punten die ik samen met u kort wil overlopen.
Allereerst is er een uitbreiding van de scope van de huidige richtlijn, want die had enkel betrekking op de bijlagen I en II van het MARPOL-verdrag, het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen. Nu wordt die scope uitgebreid tot en met bijlage VI, zijnde de verontreiniging door olie, door schadelijke vloeistoffen die in bulk worden vervoerd, door stoffen die over zee worden vervoerd in verpakte vorm, door sanitair afval van schepen, door vuilnis van schepen en voorkoming van luchtverontreiniging door schepen.
Daarnaast gaat het om een verplichte online-analyse van alle binnengekomen alarmen via CleanSeaNet, een op satellieten gebaseerd monitoringsysteem voor de detectie en bewaking van olielozingen op zee in Europese wateren. Bijkomend moeten alle lidstaten er dus naar streven om 25 % van de meest betrouwbare alarmen te verifiëren. Er moet in 25 % van de gevallen gevolg worden gegeven aan een alarm via een PSC-controle (Port State Control), via verificatie op het terrein en dergelijke meer.
Ten derde bestaat er een rapportageverplichting voor de lidstaten om de genomen maatregelen en sancties te melden via een rapportagesysteem waarin de Europese Commissie voorziet.
Ten vierde hebben de lidstaten de verplichting om een systeem van administratieve sancties in te voeren voor inbreuken omschreven in de richtlijn, waarbij de focus voornamelijk ligt op boetes opgelegd aan het aansprakelijke bedrijf.
Ten vijfde is er een lijst met criteria voor het berekenen van de hoogte van de geldboetes met de bedoeling te komen tot een uniformer sanctiebeleid binnen Europa.
Ten zesde is er in een evaluatieclausule voorzien om na te gaan of een verruiming van de richtlijn met andere internationale milieustandaarden mogelijk en/of opportuun is. Het betreft NOx, geluidsoverlast onder water enzovoort. Op basis van de statistieken verkregen door de verplichte rapportage is het aan de Europese Commissie om na vijf jaar – een lange, maar redelijke termijn – na te gaan of een herziening wenselijk en/of opportuun is.
Dat waren de technische aspecten.
De Europese Commissie zal de relevante voorschriften, met samenvatting van het MARPOL-verdrag, online publiceren voor het brede publiek.
Wat uw vraag over de geluidsoverlast onder water betreft, is er nu geopteerd om de richtlijnen alleen uit te breiden naar alle MARPOL-bijlagen met betrekking tot waterverontreiniging. Het opnemen van geluidsoverlast onder water zal deel uitmaken van de toekomstige evaluatie van de richtlijn en de uitbreiding ervan naar andere gerelateerde Europese en internationale milieustandaarden.
02.03 Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de minister, die zes punten in verband met de techniciteit waren inderdaad belangrijk. Daarin zat ook impliciet het antwoord op de tweede vraag met betrekking tot de evaluatieclausule waardoor een verruiming naar NOx en geluidsoverlast mogelijk is in de toekomst.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.27 uur.
La réunion publique de commission est levée à 11 h 27.