Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mercredi 8 avril 2020 Matin ______ |
van Woensdag 8 april 2020 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.17 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 17 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
De voorzitter: Beste collega's, in de eerste plaats wil ik minister De Crem bedanken om hier aanwezig te zijn om vragen te beantwoorden, die allemaal gerelateerd zijn aan de coronacrisis.
Er werd hierover gedebatteerd in de Conferentie van voorzitters en er werd beslist om per commissie actualiteitsdebatten te organiseren met betrekking tot corona. Wij hebben uiteraard begrip voor de overvolle agenda van de betrokken ministers, maar wij stonden er toch op om reeds deze week actualiteitsdebatten te organiseren, deze ochtend met minister De Crem en vanmiddag met minister De Block.
Wij gaan vandaag het systeem van Zoom uittesten, een primeur voor onze commissie. Ik zie dat iedereen daarmee ondertussen vertrouwd is en klaar is voor deze vergadering. Ik wil iedereen er attent op maken dat u constant in beeld komt. Het systeem van mute en unmute heb ik ook uitgelegd. Het werd ook bij iedereen met succes getest.
Vooraleer ik met de vragen begin, wens ik volgende werkwijze af te spreken. Er werden 45 vragen ingediend. Als wij het gangbare Reglement zouden moeten volgen, zijn wij om 12.00 uur klaar met het stellen van vragen en mag de minister terug naar het kabinet zonder dat wij een antwoord hebben gekregen. Ik denk niet dat dit de bedoeling mag zijn. Ik stel voor dat ik de volgorde van de partijen respecteer zoals de vragen werden ingediend, maar dat elke fractie tien minuten spreektijd krijgt, waarin alle vragen worden gebundeld. Om een praktisch voorbeeld te geven. De PVDA-fractie heeft zeven vragen ingediend. Ik stel voor om al deze vragen te stellen in een tijdspanne van tien minuten. Men moet ook geen lange contextschets geven, iedereen weet ondertussen wel wat de coronacrisis inhoudt. Het zou zeer goed zijn als iedereen zeer beknopt is en zich houdt aan zijn concrete vragen.
Is iedereen het daarmee eens?
Joy Donné (N-VA): Mijnheer de voorzitter, vooraleer wij aan deze vragensessie beginnen, wil ik een bedenking formuleren omtrent het gegeven dat een aantal van mijn ingediende vragen niet opgenomen is in de vragenlijst bij dit debat. In verband met de coronacrisis heb ik meer bepaald drie vragen ingediend ter attentie van minister De Crem, maar tot mijn verbazing zijn die vragen niet opgenomen in de vragenlijst. Bij navraag blijkt dat gebeurd te zijn omdat mijn vragen te maken zouden hebben met de volmachtenbesluiten, waardoor mijn vragen naar de commissie COVID-19 zijn doorverwezen. Met de beste wil van de wereld, geen enkele van mijn vragen heeft ook maar iets te maken met de volmachtenbesluiten. Ik ben dus eigenlijk zeer verbaasd dat die vragen toch opzij zijn geschoven.
Mijnheer de minister, de pers verwijt u soms soloslim te spelen of als een sheriff op te treden naast en boven de regering. Ik ken u zo niet. Ik ken u als een heel redelijk iemand. Men heeft mij meegedeeld dat de vragen doorverwezen werden op aangeven van uw kabinet. Ik zie u niet als iemand die zich wil onttrekken aan het controlerecht van het Parlement, zo ken ik u ook helemaal niet. Daarom ga ik ervan uit dat de doorverwijzing van mijn vragen op een vergissing berust. Ik zal mijn vragen vandaag dan ook sowieso stellen, binnen de tijdspanne van de toegemeten spreektijd van tien minuten. Ik hoop dat u mijn vragen vandaag al zult beantwoorden. Indien niet, dan wil ik wel graag morgen uiterlijk tegen de plenaire vergadering een antwoord op mijn vragen.
De voorzitter: Mijnheer Donné, ik neem daar akte van. In de tien minuten spreektijd voor de N-VA-fractie hebt u daartoe de tijd.
Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik heb geen mondelinge vragen ingediend, maar krijg ik eveneens tien minuten spreektijd?
De voorzitter: Ja.
Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, geeft u de fracties het woord volgens hun grootte?
De voorzitter: Neen, ik hanteer de volgorde van de partijen zoals zij hun vragen hebben ingediend. Elke fractie krijgt tien minuten spreektijd en ik vraag de fracties om binnen die tijdspanne al hun vragen te stellen die zij wensen te stellen. Daarna antwoordt de minister.
Ik geef het woord aan de heer Colebunders voor zijn vragen.
01 COVID-19: débat d'actualité et questions jointes de
- Gaby Colebunders à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La police aéroportuaire et le coronavirus" (55003884C)
- Samuel Cogolati à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les centrales nucléaires face au virus COVID-19" (55004095C)
- Sarah Schlitz à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "L'accueil et le traitement des plaintes pour violences intrafamiliales dans les commissariats" (55004170C)
- Koen Metsu à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les contrôles frontaliers et le contrôle des déplacements vers les secondes résidences" (55004190C)
- Joy Donné à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le maintien de l'ordre public par la police administrative" (55004194C)
- Katrien Houtmeyers à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La cybersécurité" (55004250C)
- Yngvild Ingels à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les mesures de protection contre le coronavirus prises au sein des services de police" (55004296C)
- Koen Metsu à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le matériel de protection pour la police par temps de coronavirus" (55004324C)
- Jessika Soors à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "L'équipement des policiers pendant la crise du coronavirus" (55004337C)
- Barbara Pas à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le recours à l'armée pour les contrôles aux frontières" (55004375C)
- Karin Jiroflée à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le risque accru de violences sexuelles à l'égard d'enfants" (55004405C)
- Karin Jiroflée à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La lutte contre les violences intrafamiliales pendant la crise du coronavirus" (55004406C)
- Philippe Pivin à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le coronavirus" (55004420C)
- Barbara Pas à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les masques de protection buccaux et les tests systématiques pour les agents de police" (55004437C)
- Katrien Houtmeyers à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les secteurs essentiels" (55004444C)
- Eric Thiébaut à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le préavis de grève au sein de la police" (55004453C)
- Cécile Thibaut à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Lignes téléphoniques de dénonciation, drones détecteurs de chaleur et visites domiciliaires" (55004463C)
- Cécile Thibaut à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le COVID-19 et la protection de la police intégrée" (55004464C)
- Sophie Rohonyi à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La lutte contre les violences intrafamiliales dans les zones de police en période de confinement" (55004466C)
- Franky Demon à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le matériel de protection pour la police" (55004477C)
- Franky Demon à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le contrôle des mesures dans le cadre de la lutte contre le coronavirus" (55004478C)
- André Flahaut à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le préavis de grève de la police et la mise en place d'une task force" (55004482C)
- Gaby Colebunders à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le rôle des centrales de secours dans la lutte contre le coronavirus" (55004532C)
- Gaby Colebunders à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le maintien des mesures contre le coronavirus" (55004534C)
- Vanessa Matz à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La proposition de prendre une circulaire dans le cadre de la violence intrafamiliale" (55004536C)
- Vanessa Matz à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La gestion de la crise du COVID-19 et l’absence de renfort apporté par la Protection civile" (55004539C)
- Vanessa Matz à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le préavis de grève déposé par la police fédérale" (55004541C)
- Sophie Rohonyi à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La production et la distribution de gel hydroalcoolique par la Protection civile" (55004543C)
- Dries Van Langenhove à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "L'uniformisation de la lutte contre le coronavirus au niveau de la police" (55004553C)
- Gaby Colebunders à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les violences intrafamiliales pendant la période de quarantaine" (55004577C)
- Gaby Colebunders à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le préavis de grève déposé à la police fédérale" (55004578C)
- Julie Chanson à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La gestion du COVID-19 dans les zones de secours" (55004583C)
- Franky Demon à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La lutte contre les violences intrafamiliales en ces temps de quarantaine" (55004591C)
- Laurence Zanchetta à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les violences faites aux femmes pendant le confinement" (55004595C)
- Jessika Soors à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les directives et les actions de la police durant la crise du coronavirus" (55004606C)
- Vanessa Matz à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le manque de policiers disponibles à la suite des mesures prises dans le cadre du COVID-19" (55004631C)
- Daniel Senesael à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le coronavirus et la protection du domicile privé" (55004646C)
- François De Smet à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le préavis de grève de la police" (55004653C)
- Julie Chanson à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La gestion de la crise du COVID-19 et le renfort de la Protection civile" (55004654C)
- Cécile Thibaut à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le COVID-19 et la dispense d’examens pour les élèves policiers" (55004656C)
- Sarah Schlitz à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les appels de la police en vue de prévenir les violences conjugales et intrafamiliales" (55004660C)
- Jessika Soors à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Les directives et actions de la police liées au coronavirus" (55004664C)
- Koen Metsu à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La situation dans les aéroports pendant la crise du coronavirus" (55004668C)
- Gaby Colebunders à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le secteur du gardiennage" (55004685C)
- Gaby Colebunders à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "Le matériel de protection pour les ambulanciers et les pompiers" (55004686C)
- Sarah Schlitz à Pieter De Crem (Sécurité et Intérieur) sur "La crise du coronavirus et la possibilité de réquisitions de chambres d’hôtes" (55004688C)
01 COVID-19: actualiteitsdebat en toegevoegde vragen van
- Gaby Colebunders aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De luchthavenpolitie en het coronavirus" (55003884C)
- Samuel Cogolati aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De kerncentrales en de problematiek van het COVID-19-virus" (55004095C)
- Sarah Schlitz aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De aandacht voor en de behandeling van klachten wegens intrafamiliaal geweld in de politiebureaus" (55004170C)
- Koen Metsu aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De grenscontroles en de controles op de verplaatsing naar tweede verblijven" (55004190C)
- Joy Donné aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De handhaving van de openbare orde door de bestuurlijke politie" (55004194C)
- Katrien Houtmeyers aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Cyberveiligheid" (55004250C)
- Yngvild Ingels aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De beschermingsmaatregelen tegen het coronavirus bij de politiediensten" (55004296C)
- Koen Metsu aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Beschermingsmateriaal voor de politie in coronatijden" (55004324C)
- Jessika Soors aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De uitrusting van de politie in de coronacrisis" (55004337C)
- Barbara Pas aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De inschakeling van het leger bij grenscontroles" (55004375C)
- Karin Jiroflée aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het verhoogde risico op seksueel geweld tegen kinderen" (55004405C)
- Karin Jiroflée aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De aanpak van intrafamiliaal geweld tijdens de coronacrisis" (55004406C)
- Philippe Pivin aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het coronavirus" (55004420C)
- Barbara Pas aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Mondbeschermingsmaskers en systematische tests voor politieagenten" (55004437C)
- Katrien Houtmeyers aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De essentiële sectoren" (55004444C)
- Eric Thiébaut aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De stakingsaanzegging bij de politie" (55004453C)
- Cécile Thibaut aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Kliklijnen, drones met warmtebeeldcamera's en woonstbetredingen" (55004463C)
- Cécile Thibaut aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "COVID-19 en de bescherming van de geïntegreerde politie" (55004464C)
- Sophie Rohonyi aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De strijd tegen huiselijk geweld in de politiezones tijdens de lockdown" (55004466C)
- Franky Demon aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het beschermingsmateriaal voor de politie" (55004477C)
- Franky Demon aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De controle van de maatregelen in de strijd tegen het coronavirus" (55004478C)
- André Flahaut aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De stakingsaanzegging bij de politie en de oprichting van een taskforce" (55004482C)
- Gaby Colebunders aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De rol van de noodcentrales in de strijd tegen het coronavirus" (55004532C)
- Gaby Colebunders aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De handhaving van de maatregelen tegen het coronavirus" (55004534C)
- Vanessa Matz aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het voorstel voor een omzendbrief in het kader van de aanpak van huiselijk geweld" (55004536C)
- Vanessa Matz aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het beheer van de COVID-19-crisis en het uitblijven van versterking van de Civiele Bescherming" (55004539C)
- Vanessa Matz aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De stakingsaanzegging bij de federale politie" (55004541C)
- Sophie Rohonyi aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De productie en verdeling van hydroalcoholische gel door de Civiele Bescherming" (55004543C)
- Dries Van Langenhove aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De uniformisering van de aanpak van het coronavirus op het niveau van de politie" (55004553C)
- Gaby Colebunders aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het intrafamiliaal geweld tijdens quarantaine" (55004577C)
- Gaby Colebunders aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De stakingsaanzegging bij de federale politie" (55004578C)
- Julie Chanson aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "COVID-19 en de situatie in de hulpverleningszones" (55004583C)
- Franky Demon aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De strijd tegen intrafamiliaal geweld in tijden van quarantaine" (55004591C)
- Laurence Zanchetta aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het geweld tegen vrouwen tijdens de lockdown" (55004595C)
- Jessika Soors aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De richtlijnen en acties van de politie tijdens de coronacrisis" (55004606C)
- Vanessa Matz aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het tekort aan beschikbare politiemensen wegens de COVID-19-maatregelen" (55004631C)
- Daniel Senesael aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het coronavirus en de bescherming van de privéwoning" (55004646C)
- François De Smet aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De stakingsaanzegging van de politie" (55004653C)
- Julie Chanson aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Het beheer van de COVID-19-crisis en de versterking van de Civiele Bescherming" (55004654C)
- Cécile Thibaut aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "COVID-19 en de vrijstelling van examens voor leerling-politieagenten" (55004656C)
- Sarah Schlitz aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De telefonische oproepen van de politie ter voorkoming van huiselijk en partnergeweld" (55004660C)
- Jessika Soors aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De coronarichtlijnen en -acties van de politie" (55004664C)
- Koen Metsu aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De toestand op de luchthavens tijdens de coronacrisis" (55004668C)
- Gaby Colebunders aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De bewakingssector" (55004685C)
- Gaby Colebunders aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "Beschermingsmateriaal voor de ambulanciers en brandweer" (55004686C)
- Sarah Schlitz aan Pieter De Crem (Veiligheid en Binnenlandse Zaken) over "De coronacrisis en de mogelijkheid om gastenkamers op te vorderen" (55004688C)
01.01 Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minsiter, collega's, ik hoop dat iedereen veilig en wel is.
Mijn eerste vraag gaat over de luchthavenpolitie en het coronavirus. Deze vraag werd al enige tijd geleden ingediend. Veel vragen werden ondertussen al beantwoord.
Er zijn wel beschermingsmiddelen voor de luchthavenpolitie, maar het loopt daar nog niet zoals het moet. Er zijn nog enkele pijnpunten. De luchthavenpolitie is echt wel ongerust. Omdat BIAC een internationale verkeersdraaischijf is, lopen zij een verhoogd risico op corona.
Ik geef een voorbeeld. Gisteren zagen wij dat bij de repatriëring van besmette mensen het leger met een volledig pak uitgerust was. De luchthavenpolitie droeg gewoon een mondmasker.
De bewakingsagenten en de politie lopen een verhoogd risico op de ziekte die via de luchthaven uit het buitenland het land binnenkomt. Zij moeten mensen fouilleren. Welke adviezen stuurden u en uw diensten naar de luchthavenpolitie? Deed u iets gelijkwaardigs voor de bewakingsagenten? Treft die sector zelf maatregelen?
Vanuit de vakbonden en het personeel op de Brusselse luchthaven is er een duidelijke wens naar een overkoepelend plan tegen het coronavirus. Zult u samenwerken met uw collega's, ministers Bellot en De Block, om te garanderen dat ook het veiligheidspersoneel op de luchthaven ten volle bij dit plan betrokken is?
Mijn volgende vraag gaat over de rol van de noodcentrales in de strijd tegen het coronavirus.
Ons land werd vorige week diep geschokt door het overlijden van de 12-jarige Rachel ten gevolge van het coronavirus. Dit overlijden is niemands schuld, maar we zijn wel verplicht om te onderzoeken of onze noodcentrales hebben gefunctioneerd. De werking van de noodcentrales is het laatste jaar heel vaak aan bod gekomen in Binnenlandse Zaken. We kennen de problematiek ter zake.
We kregen nog andere ongeruste berichten binnen vanuit de noodcentrales. De calltaker was niet in staat om het slachtoffer goed te begrijpen door taalproblemen, omdat hij zo in paniek was. Na enkele keren proberen terug te bellen werd de politie naar de woning gestuurd, maar toen was het slachtoffer al overleden.
Hoeveel tijd was er tussen het eerste telefoongesprek en de komst van de politie en het overlijden van het meisje? Had de politie sneller naar het adres kunnen en moeten worden gestuurd, volgens u? Wat zijn de richtlijnen hier?
Er gebeurt een onderzoek waarom er geen ambulance werd gestuurd. Hoe staat het met dit onderzoek? Indien er volgens de richtlijnen is opgetreden, werden de richtlijnen na dit voorval dan aangepast?
We ontvingen eerder al berichten vanuit de hulpverlening dat de calltakers van de noodcentrales niet voldoende opgeleid zouden zijn om correct door te verwijzen in mogelijke gevallen van corona. Zo is het belangrijk dat calltakers correct kunnen inschatten welke gevallen onmiddellijk naar de spoed moeten worden doorverwezen en welke gevallen naar triageposten van de huisartsen moeten worden doorverwezen.
Hoewel de meeste mensen zich door de eerstelijnszorg laten helpen, hebben ook de noodcentrales in deze een belangrijke rol. De structurele onderbezetting van de noodcentrales werd de laatste maanden steeds duidelijker. Hoe uiten die tekorten zich tijdens deze crisis? Is er een verhoging van de werkdruk? Worden er extra overuren gepresteerd?
Ik heb een vraag over de handhaving van de maatregelen. De overgrote meerderheid van de Belgen volgt de coronamaatregelen solidair en met veel discipline op. Veel mensen zijn zelfs vragende partij om de huidige maatregelen ook op het werk toe te passen. Er bestaat dus een groot draagvlak bij de bevolking.
Er is echter ook een kleine, hardleerse groep die de social distancing niet respecteert. Hier moet de politie natuurlijk heel streng optreden. Er ontstond de afgelopen week echter veel verwarring over wat nu precies de bevoegdheden van de politie zijn. Strenge maatregelen zijn nodig, maar moeten altijd worden gehanteerd met respect van de democratische rechten.
Er ontstond vooral verwarring over de woonstbetreding zonder gerechtelijk bevel. Wij willen de verwarring eens en voor altijd uit de wereld helpen en denken graag na hoe wij de regels streng, maar rechtvaardig kunnen doen gelden. De politie kan nu bijvoorbeeld al woningen betreden wanneer ze mensen betrappen en de goedkeuring krijgen van het parket.
Dat is een heel ingrijpende maatregel die in normale tijden veel stof zou doen opwaaien. Men moet er daarom goed over waken dat dit proportioneel wordt toegepast. Merken onze agenten dat ze hieraan in de praktijk behoefte hebben? Zijn er bijvoorbeeld mensen die zo hardleers zijn dat een gewone boete niet volstaat om feestjes stil te leggen? Weigeren veel overtreders om de deur te openen voor de politie? In hoeveel gevallen werd de woning al betreden? Indien dit gebeurt, wat is de procedure die wordt gevolgd?
Ik heb nog een vraag over intrafamiliaal geweld tijdens de quarantaine. Ik was als Limburger heel dicht betrokken bij het intrafamiliaal geweld dat vorige week in Zonhoven plaatsvond. Een meisje van 25 jaar werd er dood aangetroffen en haar vriend werd aangehouden op verdenking van doodslag.
Vanuit de vrouwenbeweging worden er aanbevelingen geformuleerd waarin ook onze diensten een rol spelen. Ik zal het kort houden, want ik heb blijkbaar maar tien minuten spreektijd. De politiezone Brussel-Noord belt proactief naar mensen die de afgelopen drie maanden het slachtoffer werden van partnergeweld. Wat vindt u van dit voorstel? Lijkt het u nodig dat alle politiezones dit voorbeeld volgen?
Merkt u een toename van het aantal oproepen op? Hoe schat u het vermogen in om met partnergeweld tijdens de coronacrisis om te gaan? Welke richtlijnen ontvingen de politie en de noodcentrales van uw ministerie om te strijden tegen geweld binnen het gezin?
Hoe gaat men om met de meldingen van partnergeweld? Welke prioriteit krijgen deze op dit moment? Op welke manieren werken uw diensten samen met andere hulpverleningsorganisaties, zoals vluchthuizen, om zich aan te passen aan de nieuwe situatie?
In Frankrijk kunnen vrouwen via het codewoord masque-19 iemand oproepen om de politie te bellen wegens intrafamiliaal geweld. In Spanje gebeurt dit ook al. We hebben in de pers vernomen dat men eraan denkt om dat hier ook te introduceren. Werkt u samen met andere ministers om een gelijkaardig initiatief te lanceren?
Mijn volgende vraag gaat over de stakingsaanzegging van de federale politie. Deze diende op 1 april 2020 een stakingsaanzegging in om het gebrek aan mondmaskers aan te klagen. Iedereen kent de voorbeelden van wat er allemaal aan het gebeuren is. Ik zal het dus kort houden.
Hoe verliep de communicatie tussen uw diensten en de politievakbonden de afgelopen weken? Hoe functioneerde het sociaal overleg? Hielden uw diensten voldoende rekening met de eisen van de politievakbonden en kregen zij voldoende het signaal dat u de situatie ernstig nam? Hoe evolueerde de situatie sinds de stakingsaanzegging?
Op 4 april 2020 beweert u mondmaskers aangekocht te hebben voor de politie. Over hoeveel maskers gaat het? Hoeveel agenten zult u kunnen helpen gedurende welke tijd? Volgens welke sleutel worden deze maskers verdeeld over de politiediensten? Welke stappen onderneemt u om, in coördinatie met alle andere bevoegde ministers, maskers naar ons land te halen en deze te verdelen over alle essentiële sectoren van de samenleving die ze nodig hebben?
De Risk Management Group beschouwde de federale politie bijvoorbeeld aanvankelijk niet als prioritaire groep. Werkt u nauw samen met de bevoegde ministers om tot een globale aanpak voor ons land te komen? Voor mij is het heel duidelijk dat we zeker voor de politiediensten iets moeten doen.
Weet u hoeveel mensen er momenteel besmet zijn bij de federale politie en de lokale politie?
Ik heb ook nog een vraag over de bewakingssector, maar die gaan we uitstellen, als u het goedvindt.
Mijn laatste vraag gaat over beschermingsmateriaal voor ambulanciers en brandweer. Zoals we allemaal weten, is er een tekort aan beschermingsmateriaal in ons land. De ambulanciers lopen een verhoogd risico. Het is ons opgevallen dat er per arrondissement of zelfs per ambulancegroep een andere regeling is. Daarom zouden we willen vragen dat er een algemene regel komt. We merken dat ambulancediensten van de brandweer bijvoorbeeld gedepanneerd worden door bepaalde ziekenhuizen. Maar er zijn ook bepaalde zones, die in de nasleep van de SARS-epidemie gelukkig een grote stock aan beschermingsmiddelen hadden aangelegd.
Op dit moment is het grootste probleem de schorten en de ontsmettingsmiddelen om de ambulances na elke interventie te ontsmetten. Wij hebben vernomen dat de ontsmettingsmiddelen die normaal gezien voorzien zijn voor een jaar, nu op een week tijd al opgebruikt zijn. Veel ambulancediensten depanneren zichzelf door de ontsmettingszepen van bepaalde firma's te verdunnen om de ambulances toch maar te kunnen ontsmetten. Welke richtlijnen krijgen de ambulanciers en de brandweer? Hoeveel beschermingsmateriaal is er op voorraad? Worden hiervan cijfers bijgehouden over alle zones heen?
01.02 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het doet mij veel plezier jullie hier vandaag in goede gezondheid te zien. Ik dank ook de medewerkers van de Kamer, die het mogelijk maken dat wij vandaag onze commissie kunnen laten vergaderen.
Mijnheer de minister, ik begin met het woord te nemen namens mijn fractie. Ik zal mij focussen op de richtlijnen en de handhaving ervan. Daarna hebben mijn virtuele collega's nog een aantal aanvullingen met andere vragen.
Ik constateer dat er vandaag heel veel eensgezindheid bestaat over de noodzaak aan uitzonderlijke maatregelen om het coronavirus te bestrijden. Er bestaat ook heel veel goede wil bij de politiediensten om de maatregelen zo goed mogelijk te handhaven, en ook bij de burgers. Het overgrote deel van onze burgers levert vandaag uiterst grote inspanningen om zich aan de regels te houden.
Mijnheer de minister, ik heb ook bij u dezelfde goede wil gehoord. U hebt zich bijvoorbeeld vorige week in uw omzendbrief nog uitgedrukt over het belang van duidelijke, transparante richtlijnen, die uniform moeten kunnen worden nageleefd.
Ik onderstreep die doelstelling voor meer dan honderd procent.
Ik merk alleen dat in de praktijk er net over de duidelijkheid en de transparantie van de regels nog een aantal moeilijkheden bestaat. De voorbije weken zijn de richtlijnen van het Crisiscentrum en dus de interpretatie van de regels al acht keer aangepast. De wet waarop de interpretatie zich baseert, dateert echter van het ministerieel besluit van 23 maart 2020, dat tot op heden ongewijzigd is.
Ik merk dat het feit dat de interpretatie van de wet wel wijzigt maar de wet zelf niet, op het terrein nog altijd voor een vorm van interpretatieve chaos zorgt.
Ik geef een voorbeeld, de terugkerende discussie over een solobasketter en de vraag of hij al dan niet moet worden beboet. Volgens de letter van de wet vandaag zijn alle individuele fysieke activiteiten toegestaan. Iemand die op zijn eentje basket speelt, valt daar wettelijk gezien onder. De richtlijnen stipuleren echter dat enkel een aantal bepaalde vormen van fysieke activiteit, zoals lopen, wandelen, fietsen en het gebruik maken van niet-gemotoriseerde voertuigen, is toegestaan. Een solobasketter overtreedt de wet dus niet, maar de richtlijnen bepalen dat hij dat wel doet.
Over dergelijke voorbeelden is er dus nog onduidelijkheid en onzekerheid, zowel bij de politiezones, die niet weten of zij een dergelijk voorbeeld al dan niet moeten beboeten, als bij de burgers, die soms van mening zijn dat zij zich aan de regels houden, maar bij verrassing en zonder verkeerde bedoelingen alsnog een boete of een andere sanctie oplopen.
Bovendien constateer ik nog een tweede pijnpunt. Het is allesbehalve duidelijk of de interpretatie van het Crisiscentrum enige juridische waarde heeft. De parketten bijvoorbeeld geven al aan dat zij enkel zullen vervolgen op basis van wat in het ministerieel besluit is bepaald en niet op basis van richtlijnen over dat besluit. Met andere woorden, het risico bestaat dat wij op die manier in juridisch drijfzand terechtkomen.
Mijnheer de minister, vanuit onze heldere oproep die ik hier lanceer om echt aan duidelijkheid te werken, liefst zo transparant mogelijk vanuit het ministerieel besluit, wil ik u vragen wat uw mening is over het standpunt van de experts en de parketten die zeggen dat de richtlijnen van het Crisiscentrum in juridisch opzicht niet bindend zijn.
Het komt de duidelijkheid en rechtszekerheid ten goede als de interpretatie niet steeds verandert, maar als de wet zelf zo up-to-date en zo duidelijk mogelijk is. Bent u van plan om het ministerieel besluit aan te passen zodat het juridisch duidelijk en sluitend is welke activiteiten al dan niet zijn toegestaan?
Naast wat er gesanctioneerd wordt, gaat mijn tweede vraag over hoe er gesanctioneerd wordt. Het koninklijk besluit over de tijdelijke uitbreiding van de GAS-boetes is ondertussen gepubliceerd. Los van de federale regelgeving bepalen de lokale GAS-reglementen van de politiezones of van de gemeentes welke overtredingen onder de gemeentelijke administratieve sancties vallen. In een aantal van die politiereglementen is er een opening, een zin over de weigering van gehoorzaamheid aan de politie. Het koninklijk besluit omtrent de tijdelijke GAS-boetes bouwt daarop voort. Er wordt verwezen naar artikel 187 en voorzien in een sanctie die bij inbreuken toepasbaar is. Verschillende gemeenten en politiezones hebben die verwijzing niet in hun GAS-reglement staan, maar zullen zij de uitbreiding van de GAS-boetes toch op dezelfde manier kunnen toepassen, of dient het GAS-reglement expliciet een verwijzing naar artikel 187 te omvatten? Waarom wel of waarom niet? Welke stappen moeten gemeenten zetten om die bepaling toepasbaar te maken, wetende dat het even kan duren om een gemeenteraad samen te roepen en dat het moeilijke tijden zijn om snel tot een gemeenteraadbesluit te komen?
Uit de publicatie van het koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad concludeer ik ook dat vandaag de ingangsdatum is. Er is geen terugwerkende kracht van toepassing. Er wordt effectief bepaald dat gemeenteraden hun reglement nog moeten aanpassen. In de Brusselse politiezones is er echter bijvoorbeeld al massaal van GAS-boetes gebruikgemaakt. Zullen de GAS-boetes die reeds vóór vandaag werden uitgeschreven vervallen, worden terugbetaald of alsnog juridisch standhouden? Hoe bent u van plan om dat aan te pakken?
De voorzitter: Er resten nog drie minuten spreektijd voor de Ecolo-Groenfractie.
01.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous parle depuis Tihange et la sûreté nucléaire m'inquiète au premier plan. Il y a des craintes des riverains mais aussi du personnel. La révision de Tihange 1 n'a pas été suspendue alors qu'elle mobilise actuellement la moitié des travailleurs qui se trouvent sur le site.
Monsieur le ministre, cette révision est-elle indispensable? Vous avez entendu l'appel des syndicats en front commun pour suspendre ces travaux. Cette suspension ne poserait aucun problème au plan de la sécurité énergétique. Comment préserver la sûreté nucléaire à Doel et à Tihange en ces temps de crise?
01.04 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je souhaite mettre le focus sur la sécurité des forces de police et la continuité des services.
Depuis le début de la crise et des mesures de confinement, les policiers sont au contact rapproché de la population et, pour la plupart, ils ne sont pas équipés de masques de protection. Ces policiers sont soumis à rude épreuve et ne ménagent pas leur peine pour assurer la sécurité de tous dans ces moments difficiles.
Dans le contexte de la pénurie de masques, nous comprenons que la priorité aille au monde médical, mais après plus de trois semaines de confinement et de présence accrue des forces de l'ordre sur le terrain, je comprends leur inquiétude et leur colère. Ils sont une pièce essentielle dans cette lutte.
Monsieur le ministre, dans quel délai estimez-vous pouvoir équiper la police intégrée de masques et de matériel de protection utiles à ses missions et à la sécurité de ses agents?
S'agissant de la continuité du service, face à la pénurie structurelle de policiers sur le terrain couplée à la crise du coronavirus, un projet de dispense d'examen de 800 futurs policiers est en discussion aujourd'hui entre les syndicats et vous-même.
Monsieur le ministre, quelle sont vos motivations? Quel est le taux d'absentéisme au sein de la police intégrée aujourd'hui?
Si ce projet de dispense d'examen voit le jour, de quel accompagnement disposeront ces jeunes sur le terrain? Confirmez-vous qu'il s'agit bien d'une pause dans le cursus de ces jeunes policiers?
01.05 Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vais essayer d'aller droit au but.
Dès l'annonce des mesures de confinement, je vous ai interpellé sur le risque d'augmentation des violences conjugales, sur la base de ce qui a été observé en Chine et en Italie où les mesures de confinement ont engendré une forte augmentation de ce phénomène.
Les derniers chiffres sont tombés hier. Ils sont alarmants puisqu'on observe un doublement des appels et une intensification de l'urgence.
Je me réjouis que la Conférence interministérielle se soit réunie, la semaine dernière. C'est ainsi qu'il est question de sensibiliser les services de police à ce problème, de renforcer la vigilance par rapport à cette problématique et de mettre l'accent sur les formes urgentes ou graves de violence intrafamiliale.
Monsieur le ministre, comment ces mesures seront-elles concrètement mises en place? Une formation en ligne est-elle prévue? Comment comptez-vous faire pour que les policiers fassent preuve d'une plus grande vigilance par rapport à cette problématique? La zone de Bruxelles-Nord avait pris une initiative consistant à rappeler les victimes qui avaient porté plainte durant les trois derniers mois. Cette pratique pourrait-elle être généralisée à l'ensemble des zones de police plutôt que de laisser la liberté d'action en la matière à chaque zone? Il s'agit, en effet, d'une mesure prioritaire et fondamentale. Les associations le rappellent tous les jours. Quels moyens seront-ils alloués en termes de personnel, sachant que les policiers sont déjà sous pression? Quels moyens financiers seront-ils mis en œuvre?
Enfin, un flou persiste dans l'arrêté royal concernant les chambres d'hôtes. Ces dernières sont-elles assimilées à des chambres d'hôtel? Peuvent-elles être réquisitionnées pour les plus démunis? Peuvent-elles être ouvertes et mises à disposition? Est-il envisageable de modifier l'arrêté royal pour clarifier les choses?
01.06 Koen Metsu (N-VA): Mijnheer de voorzitter, wij zullen ons beperken tot het stellen van de vragen en ik zal zelf voornamelijk op de grens focussen. De burgemeesters van de grensgemeenten hebben immers zelf al de alarmbel geluid over de haalbaarheid van de grenscontroles. Mijnheer de minister, ik had van u graag een stand van zaken gekregen en een uiteenzetting over het verschil in aanpak bij de grensgemeenten. Is er nu een uniforme aanpak of zijn er nog steeds verschillen? Indien er nog verschillen zijn, gaat u deze dan wegwerken?
Ook de veelbesproken controles op verplaatsingen naar het tweede verblijf zijn de laatste weken opgedreven, zeker voor de paasvakantie. We konden lezen dat er vooral op de wegen naar de kust en de Ardennen stevig werd gecontroleerd. Wat met tweedeverblijvers elders in het land? Gelooft u dat deze maatregel correct en met gelijkheid voor alle Belgen met een tweede verblijf in dit land kan worden toegepast? Is de maatregel haalbaar voor alle tweede verblijven met de huidige controlecapaciteit? Wat met de excessen zoals het inzetten van drones?
Grenscontroles zijn ook van toepassing als we Belgen terughalen uit het buitenland, via repatriëring met het vliegtuig. Naar verluidt zouden landgenoten die we terughalen bij aankomst in de luchthaven echter aan geen enkele controle worden onderworpen. Kunt u dat bevestigen? Wat is de reden hiervoor? Hoeveel Belgen zijn er teruggekeerd zonder te zijn onderworpen aan enige vorm van controle? Indien er geen controle is ingesteld, kunt u mij dan vertellen welke maatregelen u wel beoogt te nemen?
Mijn collega Ingels zal het nu overnemen om een ander precair onderwerp aan te kaarten, namelijk onze beschermingsmaatregelen.
01.07 Yngvild Ingels (N-VA): Mijnheer de minister, collega's, reeds twee weken geleden uitte de woordvoerster van de federale politie haar goede hoop dat er beschermingsmateriaal – vooral maskers en gels – zou worden verdeeld onder de verschillende korpsen. Ik stel vast dat bepaalde burgemeesters het intussen beu zijn om daarop te wachten en zelf initiatieven nemen. Ook beginnen bepaalde scholen zoals VTI's maskers te maken voor politiediensten en hulpverleningszones.
Dat is natuurlijk heel mooi en ik begrijp dat de leveringen die er al geweest zijn in eerste instantie naar de zorg moeten gaan. Daar is zeker geen discussie over. Toch ben ik redelijk verbaasd dat de politie zo laag op de prioriteitenlijst stond. Ik heb begrepen dat ze intussen wel een hogere plaats op de lijst van minister De Backer heeft gekregen. Mijnheer de minister, u moet mij eens uitleggen hoe men een arrestatie kan doen en toch tegelijk anderhalve meter afstand kan houden. Ik spreek dan nog niet over het spuwen naar politiemensen door kwaadwilligen.
Hoe komt het dat dit alles zo lang duurt? Waarom neemt de federale politie geen meer coördinerende rol op zich? Het is immers een belangrijke boodschap voor onze politiemensen die nu op het terrein een belangrijke rol hebben als we hen voldoende beschermen. Waar wachten we op?
01.08 Joy Donné (N-VA): Mijn vragen gaan over de maatregelen, hun rechtsgrond en de handhaving ervan.
Niemand betwist dat de aanpak van de crisis noopt tot het nemen van een aantal tijdelijke maatregelen die een ernstige impact hebben op ons gaan en staan. Dat wordt nergens betwist, maar die maatregelen betekenen een zeer ernstige inperking van de openbare vrijheid. Ze moeten dan ook niet alleen gerechtvaardigd en proportioneel zijn, maar ook een duidelijke rechtsgrond hebben, mede om hun handhaving de nodige legitimiteit en het nodige draagvlak te geven.
Het draagvlak veronderstelt dat de aanpak vanuit de overheid eensgezind is. Dat betekent dat er duidelijke richtlijnen nodig zijn, alsook regeringspartners die elkaar niet tegenspreken op dat vlak. We zijn ondertussen toe aan de vierde editie van het MB. Het werd de laatste keer gewijzigd op 3 april. Het is een redelijk korte tekst. Daarnaast bestaat er een FAQ-lijst, die al acht keer werd opgesteld. Daar zitten we dus al aan editie nr. 8. Dat is een zeer lijvig document, dat op de website van het Crisiscentrum geconsulteerd kan worden en veel verder gaat dan het MB zelf. Dat is op zich zeer problematisch, want de politie gebruikt dat document als basis om burgers te beboeten en hen te wijzen op wat wel en niet kan.
Ik begrijp dat voor het eerste ministerieel besluit het advies van de Raad van State niet gevraagd is. Dat kan ik betreuren, maar ik kan het wel begrijpen, omwille van de snelheid. Voor het daaropvolgende besluit had het advies zeker wel gevraagd kunnen worden, ook al omdat de Raad van State onder tijdsdruk op een erg korte termijn adviezen kan afleveren.
Het klopt dat het ministerieel besluit voldoende is als wettelijke basis. Dat wordt door de wet van 2007 op de civiele veiligheid toegelaten, maar zou het niet veel sterker zijn om met een koninklijk besluit te werken, liefst dan nog overlegd in de ministerraad, zodat u een consensus hebt van de hele regering over een dergelijk cruciale materie? Dan zouden wij trouwens ook over een verslag aan de Koning beschikken, waarin de toelichting kan gebeuren en waarin er een interpretatie over het ministerieel besluit kan komen. Dat gaat verder dan dat ene blaadje waarover we nu beschikken en het zou veel meer rechtskracht hebben dan de FAQ van het Crisiscentrum.
Wat is volgens u de rechtsgrond voor het beboeten van een burger die zich niet houdt aan een maatregel die in de FAQ staat en niet expliciet voorkomt in het ministerieel besluit? Vindt u zelf dat een dergelijk ambtelijk document voldoende rechtsgrond tot sanctionering heeft? Zo niet, wat wenst u daar zelf aan te doen?
Een volgend element betreft de ministeriële rondzendbrief GPI 94. U hebt ervoor gekozen om met een rondzendbrief te werken die beoogt een uniforme toepassing mogelijk te maken van de maatregelen door de federale en lokale politie. Die rondzendbrief geeft zelf geen richtlijnen, maar creëert alleen een taskforce die belast wordt met het opleggen van die richtlijnen die dan ook nog eens dwingend zijn.
Mijnheer de minister, wat is de samenstelling van de taskforce? Wat is de exacte rechtsgrond die toelaat dat een dergelijk orgaan dwingende richtlijnen aan alle politiediensten kan opleggen? Kunt u bijkomend ook uitleggen welke rol de taskforce opneemt in het COFECO?
Hoeveel inbreuken werden ondertussen door de politie vastgesteld in het kader van de handhaving van het voormelde ministerieel besluit en de FAQ? In hoeveel gevallen ging men akkoord met een onmiddellijke minnelijke schikking? In hoeveel gevallen betwistten de betrokkenen de inbreuken? In hoeveel gevallen zijn er al dagvaardingen verstuurd?
Mijnheer de minister, ik stel deze vragen niet om moeilijk te doen, maar ik denk dat het nodig is om hierover heel kritisch te zijn, niet alleen omdat het om een zeer belangrijke materie gaat en de burgers dagelijks bezig zijn met de vraag wat ze nog kunnen of niet kunnen. Ik stel deze vragen ook met het oog op de toekomst, want we staan nog maar aan het begin van deze crisis en het beheer van de maatregelen.
Men heeft het nu al over de exitstrategie en het uitfaseren van de maatregelen, maar we zullen nog maanden worden geconfronteerd met gedragslijnen, maatregelen, documenten die de burger zullen vertellen wat hij kan en niet kan. Daarom is het zeer belangrijk dat het draagvlak voor die maatregelen zo groot mogelijk is en dat de rechtsgrond zo min mogelijk kan worden aangevallen.
In die zin is de boodschap: probeer uw draagvlak te vergroten. Probeer zo eensgezind mogelijk te communiceren vanuit de regering en vanuit de overheid. Probeer ook het Parlement te betrekken waar het kan. Dat zal het draagvlak vergroten.
De voorzitter: Mijnheer Donné, u heeft bijna al de spreektijd van uw fractie opgebruikt. Ik geef nog heel kort het woord aan mevrouw Houtmeyers.
01.09 Katrien Houtmeyers (N-VA): Mijnheer de minister, mijn vraag gaat over cybersecurity. Meer dan ooit werken mensen van thuis. Dat wil zeggen dat de bedrijven des te kwetsbaarder zijn voor cyberaanvallen. Er wordt ook heel veel via smartphones gewerkt, die kwetsbaarder zijn dan computers.
Is er de jongste weken een toename van het aantal meldingen omtrent cyberaanvallen?
Moeten de bedrijven niet beter geïnformeerd worden?
Werden er initiatieven genomen om de bewustwording ter zake te vergroten?
01.10 Barbara Pas (VB): Mijnheer de minister, sinds enige tijd worden onze grenzen eindelijk gecontroleerd. Het Vlaams Belang is daarvan ook in niet-coronatijden, om andere redenen, grote voorstander. Ik ben dus heel blij dat iedereen nu kan zien dat dat praktisch perfect kan. Dat vergt natuurlijk wel extra capaciteit van de politie. De politie zit met vaste opstellingen overdag, aan de autosnelwegen en mobiele opstellingen 's nachts. De lokale politie controleert de secundaire wegen.
Waarom gaat u, zoals in andere landen, bijvoorbeeld Oostenrijk, niet in op het aanbod van Defensie? Kapitein-ter-zee Carl Gillis stelde dat Defensie klaar is om op te treden, indien de regering het vraagt. Het is ook geen unicum. Na de aanslagen van 2016 werd het leger ook ingezet om te patrouilleren op straat. Dus waarom gaat u niet in op dat uitdrukkelijke aanbod van Defensie om het leger mee in te zetten voor de grenscontroles?
Dat zou de politie ontlasten, want die heeft natuurlijk ook nog steeds essentiële taken, zoals de handhaving van de openbare orde en de controle op de naleving van alle uitgevaardigde coronamaatregelen in het binnenland. Het lijkt mij dus geen luxe om haar te ontlasten van een aantal taken. U heeft misschien ook bijkomende maatregelen genomen of in het vooruitzicht gesteld om de controles aan de grenzen te verbeteren en meer politiemankracht vrij te maken voor essentiële taken in het binnenland.
Mijnheer de minister, mijn tweede vraag gaat over de bescherming van de politiemensen, over het gebrek aan mondmaskers en over het gebrek aan systematische tests voor de politiediensten. Los van het schandaal dat er hier geen strategische voorraad is en dat de bestellingen van mondmaskers via een groot blunderdraaiboek verlopen, is het uiteraard de logica zelve dat prioriteit wordt gegeven aan het zorgpersoneel, maar politiemensen spelen toch wel een essentiële rol en lopen zeer grote risico's. Ze komen op korte afstand met mensen in contact. Ze lopen een verhoogd risico om het virus op te lopen en om het, in uitoefening van hun taak, ongewild door te geven. Bijkomend is er de problematiek in sommige steden van de zogenaamde coronaspuwers, die terecht zwaar moeten worden gestraft.
Als men opzettelijk het coronavirus wil verspreiden, moeten daar mijns inziens zware straffen tegenover staan. Zijn er ondertussen voldoende mondmaskers geleverd voor de politiediensten? Kan de politie ondertussen aanspraak maken op de mondbeschermingsmaskers? Als dat nog niet geval is, kunt u ons dan zeggen tegen wanneer dat wel zo zal zijn? In welke gevallen worden politiemensen momenteel getest? Hoe ver staat het met de beloofde uitbreiding van de testcapaciteit? Tegen wanneer zullen politiemensen systematisch getest worden?
U hebt concrete maatregelen uitgevaardigd tegen de zogenaamde coronaspuwers. Misschien is het nog wat vroeg, maar misschien kunt u ons wel al resultaten meegeven, al gaat het maar om het aantal pv's dat werd opgesteld om de coronaspuwers aan te pakken.
Mijn derde vraag gaat over de communicatie van de regering. De ministers spreken elkaar te vaak tegen. Ze spreken experten tegen en bij de bevolking is er onduidelijkheid omtrent de maatregelen. Nemen we het voorbeeld van partners die niet samen wonen. We hebben vier verschillende versies gehoord over of die elkaar al dan niet mogen zien, in anderhalve dag tijd, afkomstig van verschillende ministers en experten. Dan is het voor de mensen natuurlijk niet makkelijk om zich aan de maatregelen te houden. De vraag of u uw ministerieel besluit zult aanpassen, werd al gesteld.
Daarbij stel ik mij juridische vragen. Er wordt gesproken over thuisblijven. Er wordt niet gesproken over een verblijfplaats of over een domicilie. Wat is thuis? Dat is geen rechtsgrond om de eigenaars van tweede verblijven te beletten om naar hun tweede verblijf te gaan. Qua duidelijkheid en rechtsgrond schort er nog wel het een en ander aan de ministeriële besluiten. Ik hoop dat u hier nu een antwoord op kunt geven, anders zal ik daar in de coronacommissie wel degelijk op terugkomen.
Over het gebrek aan controles van mensen die naar dit land terugkeren, en over intrafamiliaal geweld en de opvolging van problematische opvoedingssituaties, die vandaag nog precairder zijn, nu kinderen permanent thuis zijn, hebben collega's al vragen gesteld. Dus ik zal de spreektijd niet nodeloos rekken door hierop uitgebreid in te gaan, maar kunt u wel enige duiding daarbij geven? Hoe wordt die problematiek in deze omstandigheden opgevolgd?
01.11 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, hoeveel spreektijd heb ik nog?
De voorzitter: U hebt nog twee minuten.
01.12 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, in dat geval zal ik een aantal passages uit mijn uiteenzetting laten wegvallen. Ik zal het kort houden.
Mijnheer de minister, in de asielcentra heerst momenteel pure chaos. De coronarichtlijnen worden er totaal niet nageleefd. Asielzoekers verplaatsen zich in groepjes in diverse dorpskernen, gaan samen naar de supermarkt en brengen daardoor niet alleen zichzelf maar ook andere burgers in gevaar. Een medewerker van het Rode Kruis getuigde anoniem dat de meeste asielzoekers geen enkel besef hebben van wat het coronavirus nu precies is.
Aangezien minister De Block in antwoord op mijn vraag tijdens de meest recente plenaire vergadering duidelijk stelde dat de asielcentra niet in lockdown zullen gaan, omdat zulks volgens haar een discriminatie zou zijn, ziet het er niet naar uit dat de situatie snel zal wijzigen. Heel wat burgemeesters, zelfs CD&V- en sp.a-burgemeesters, die een asielcentrum in hun gemeente hebben, smeken nochtans om een dergelijke lockdown.
Mag ik u dan ook vragen op welke manier u de problematiek concreet zou aanpakken, aangezien zowel de burgers die zich aan de regels houden, als de politie met de overtreders zullen blijven worden geconfronteerd en ook hier een daadkrachtige en uniforme aanpak nodig is? Het spreekt immers voor zich dat een politionele boete of een GAS-boete geen enkele zin heeft bij die specifieke groep mensen. Ik hoop van u een duidelijker antwoord te krijgen dan het ontwijkende antwoord van minister De Block, die enkel met de vinger naar anderen wees.
Voorts maak ik mij ook enige zorgen over de schijnbare lichtzinnigheid waarmee heel ingrijpende maatregelen worden genomen, die de privacy en de vrijheid van de burgers in het gedrang brengen of zouden kunnen brengen. Mijn bezorgdheid is dan ook de vraag of dat geen slippery slope zou worden, waarbij wij steeds verder in de richting van een politiestaat afglijden.
Mijnheer de minister, is het uw bedoeling de inperkingen van de vrijheid en de privacy van de mensen na de coronacrisis terug te draaien? Indien ja, kunt u dat garanderen aan de vele burgers die zich daarover terecht zorgen maken?
De voorzitter: Wij komen nu bij de vragen van de sp.a-fractie.
Mevrouw Jiroflée, u had twee vragen ingediend. Mag ik vragen ze beknopt te houden?
01.13 Meryame Kitir (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, we zitten nu in de vierde week van de lockdownmaatregelen. 'Blijf in uw kot' klinkt heel eenvoudig, maar het vergt van heel veel mensen toch erg grote inspanningen. Het sociaal leven valt volledig stil. Contact met familie en vrienden kan enkel nog digitaal. Kinderen kunnen niet naar school gaan en zitten vaak samen met de ouders, die tegelijk ook thuis moeten werken. Het huis verlaten mag enkel onder strikte voorwaarden. Kortom, wij vragen van de mensen grote opofferingen in het algemeen belang, in het belang van de volksgezondheid van iedereen.
De overgrote meerderheid van de mensen houdt zich aan de regels en ik wil hen daarvoor bedanken. Experts zeggen dat wij stilaan het effect van onze inspanningen in de cijfers beginnen te zien en dat is hoopgevend. Dat maakt de inspanningen er echter niet gemakkelijker op, want als de cijfers binnenkort beginnen te dalen, zullen wij nog altijd de maatregelen moeten naleven als we geen nieuwe stijging willen veroorzaken.
Mijnheer de minister, de maatregelen moeten ook worden gecontroleerd en overtredingen beboet. Heel veel mensen houden zich aan de afspraken en leveren veel inspanningen. Net dan kunnen zij moeilijk aanvaarden dat anderen dat niet zouden doen. Om de maatregelen te kunnen controleren, had het College van procureurs-generaal al snel een rondzendbrief opgesteld, zodat in heel het land de controle en de bestraffing op dezelfde manier zou verlopen. Ook het Crisiscentrum startte met een zeer uitgebreide FAQ. Dat is handig voor de burgers om precies te weten wat er al dan niet mag, maar uiteraard ook voor alle lokale overheden en politiezones.
Toch vroegen de politiediensten duidelijkere regels en eenduidige richtlijnen, zodat alle politiezones de regels op dezelfde manier zouden toepassen. U hebt daarop een rondzendbrief uitgebracht en daar heb ik een eerste reeks vragen bij.
In uw rondzendbrief staan er namelijk geen richtlijnen, er staat enkel, ik citeer: "Ik wens uitdrukkelijk de aandacht te vestigen op het dwingend karakter van de richtlijnen van de taskforce." Mijnheer de minister, wie is er lid van die taskforce? In De Zevende Dag heb ik u een aantal mensen horen opsommen, maar maandag las ik dan weer dat de samenstelling ervan zal wijzigen.
De vraag stelt zich welk mandaat die taskforce heeft, hoe wij die als Parlement kunnen controleren en aan wie de taskforce verantwoording moet afleggen. Als u als minister aan de politie eenduidige richtlijnen wilt bezorgen, dan kunt u deze in de rondzendbrief zelf opnemen en niet enkel delegeren aan een taskforce. Waarom hebt u dat niet gedaan? Waarom hebt u de richtlijnen niet in de rondzendbrief zelf geschreven? Dat zou het duidelijk gemaakt hebben voor iedereen: voor de burgers die de regels moeten volgen, voor de politiemensen die de regels moeten toepassen en voor het Parlement, dat de regels moet kunnen controleren.
Alleszins heeft de rondzendbrief niet voor duidelijkheid en voor eenduidige toepassing in alle politiezones gezorgd. De rondzendbrief is nu meer dan een week oud en we zien nog altijd dat politiezones de regels anders toepassen. In de ene politiezone mag je op een bankje zitten, in de andere niet en in nog een andere enkel ter onderbreking van een wandeling. In de ene politiezone mag je op een pleintje basketballen, maar in de andere niet. Als uw rondzendbrief niet voor een eenduidige toepassing van de regels in alle politiezones zorgt, hoe zult u het dan wel aanpakken?
Eenzelfde probleem stelt zich met de GAS-boetes. Iedere gemeente moet nu zelf coronaovertredingen opnemen in haar GAS-reglement, maar er zijn geen uniforme richtlijnen over welke overtredingen ze in hun GAS-reglement moeten opnemen.
Zult u via die omzendbrief uniform aan de gemeenten opleggen welke overtredingen ze mogen beteugelen via hun GAS-reglement? Anders dreigt hetzelfde probleem als bij de politiezones die de regels anders interpreteren en toepassen en zal men in elke gemeente een ander GAS-reglement krijgen.
Zowel bij de politieboetes als bij de GAS-boetes geldt een onmiddellijke inning. Mensen moeten dus meteen 250 euro betalen, maar wat als er discussie is? Die discussie valt zeker niet uit te sluiten als men ziet welke verschillen er zijn tussen de gemeenten en de politiezones. Is er beroep mogelijk? Welke procedure geldt daarvoor dan? Als men meteen betaalt, bekent men dan impliciet schuld of kan men nadien nog in beroep gaan?
Een andere bron van onduidelijkheid is dat politici en/of experts elkaar al te vaak tegenspreken over bepaalde regels. Daaraan hebt u natuurlijk niet altijd schuld, maar dit is iets dat ik ten zeerste betreur. Als de beleidsmakers, en dat zijn tegenwoordig zowel de ministers als de virologen, al een andere interpretatie geven aan de regels, hoe wilt u dan dat de mensen wel weten wat mag en niet mag?
Zo was er de discussie over de middelen die de politie mag inzetten. Er was sprake van een avondklok, van kliklijnen, van huiszoekingen zonder een bevel van het parket, enzovoort. Ik wil mij daartegen verzetten. We moeten geen hetze creëren, geen sfeer van wantrouwen, geen politiestaat. Het is dan ook goed dat u zich tegen die maatregelen hebt uitgesproken.
Voor een laatste bron van onduidelijkheid bent u wel mee verantwoordelijk. Dat zijn namelijk de constante wijzigingen van de regels. Vrijdag werd nog een aantal regels aangepast en sindsdien moeten huisgenoten niet meer op anderhalve meter afstand blijven wanneer ze buitengaan. Maandag, nog geen drie dagen later, waren er alweer aanpassingen en mogen sommige mensen toch op een bankje zitten of met de auto naar een park gaan.
Ik wil het dan nog niet hebben over het feit dat er een wijziging in een ministerieel besluit komt en een ander enkel in de FAQ. Het constant veranderen van de regels is voor veel mensen echt verwarrend. Zijn de maatregelen die enkel via de FAQ worden opgenomen juridisch voldoende gedekt?
Ten slotte heb ik nog een vraag over de stakingsaanzegging van de politievakbonden omwille van een tekort aan mondmaskers voor de agenten. In de pers konden wij vernemen dat er hierover vrijdag sociaal overleg heeft plaatsgevonden, maar dat het geen resultaat opleverde.
De stakingsaanzegging is opgeschort, maar niet ingetrokken. De bonden vroegen erkenning als prioritaire groep om meer beschermingsmaterialen, zoals mondmaskers, ter beschikking te krijgen. Die eis zou wel zijn ingewilligd, maar men gaat blijkbaar niet akkoord met de voorgestelde risicoanalyse om te bepalen wanneer een agent een masker moet dragen.
De drie bonden blijven dus de vraag stellen wie de persoonlijke beschermingsmaatregelen moet dragen en wanneer. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen met de vakbonden? Werd er ondertussen een akkoord bereikt? Zo ja, over hoeveel mondmaskers zal de politie kunnen beschikken? Over welk type mondmasker gaat het? Wat zijn de richtlijnen die bepalen wanneer een agent een mondmasker moet dragen?
01.14 Karin Jiroflée (sp.a): Mijnheer de minister, de crisis brengt helaas nog een andere verborgen vijand met zich mee, die van het intrafamiliale geweld. De experten van het Family Justice Center, de hulplijn 1712 en het Expertisecentrum Kindermishandeling waarschuwen voor een toename van intrafamiliaal geweld in deze tijden van corona.
De mensen zitten dicht op elkaars lip, wat eventuele spanningen kan doen oplopen. Bovendien kunnen mensen die intrafamiliaal geweld ondervinden nu moeilijker via telefoon of videocall contact opnemen met zorgverleners. Ook hun contacten die normaal voor een de-escalatie kunnen zorgen, vallen nu fysiek weg. Ik denk daarbij aan buren, vrienden en familie.
De cijfers in China tonen ook aan dat er wel degelijk redenen tot bezorgdheid zijn. U hebt zelfs de VN-secretaris op het gevaar gewezen. Ik heb ondertussen ook vernomen dat in Vlaanderen het nummer 1712 versterkt wordt.
Mijnheer de minister, hebt u cijfers over intrafamiliaal geweld tijdens de laatste weken? Is er al dan niet een stijging merkbaar? Welke opdracht hebt u gegeven aan uw politiediensten in verband met die problematiek? Neemt u nog extra maatregelen, naast de gewone oplettendheid? Zo ja, wanneer?
De interministeriële conferentie voor vrouwenrechten heeft een eerste keer plaatsgevonden. Wat heeft die concreet opgeleverd?
In hetzelfde verband wil ik een nog een tweede, zo mogelijk nog moeilijker en delicater, probleem aanhalen, namelijk seksueel misbruik van kinderen in de gezinscontext. In gewone tijden is dat al bijzonder moeilijk te detecteren. Nu, in deze crisis, zijn kinderen een aantal weken thuis. Zij zijn dan vaak alleen met een ouder of stiefouder. In gezinnen waar er al problemen zijn of dreigen, bestaat er een verhoogd risico op dat vlak. Er is ook minder sociale controle vanuit de scholen, het vrijetijdsleven en de hulpverlening.
Op het Europese niveau ziet de topvrouw van Europol, Catherine De Bolle, een duidelijk stijgende tendens van online sexual child abuse. Deze bevindingen werden trouwens recent gepubliceerd door Europol.
Hoe moeilijk het ook is om te melden, hebt u hierover al cijfers, mijnheer de minister? Wordt er extra toegezien op de gezinssituaties waarin al problemen waren? Op welke manier gebeurt dat dan?
Het rapport van Europol heeft het over een stijgende trend van online sexual child abuse. Wat betekent dit in de Belgische context? Zijn er al nieuwe onderzoeken geopend?
01.15 Philippe Pivin (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, je vous ai déjà interpellé sur cette question, il y a une quinzaine de jours, question à laquelle vous avez répondu partiellement. Je vous ai également écrit, après avoir pu constater que les policiers étaient de plus en plus inquiets. Le fait qu'ils aient déposé un préavis de grève, même si, selon moi, ce n'est pas la solution idéale, traduit une inquiétude bien légitime.
J'ai pu entendre et lire beaucoup de recommandations et d'avis concernant les masques chirurgicaux et les masques FFP2. Bien évidemment, face à la crise, la priorité doit être donnée aux professionnels de la santé en hôpital ainsi qu'aux professionnels qui sont en première ligne. Mais quand on y réfléchit bien, les policiers en mission sont également en première ligne. C'est le cas quand ils contrôlent les conducteurs et les piétons et qu'ils vérifient leur document d'identité. La proximité que cela implique les rend vulnérables à l'infection du coronavirus. Je pense aux postillons. C'est un constat que les scientifiques confirment. Hier, j'ai encore entendu le porte-parole interfédéral de lutte contre le COVID-19 s'exprimer en indiquant que la question du port obligatoire ou en tout cas systématisé du masque sera centrale au moment du déconfinement. Si tel est le cas, le port du masque est déjà nécessaire pour ceux qui ne peuvent pas se confiner. Selon moi, les policiers font partie de cette frange de la population en raison de la nature des missions qu'ils remplissent.
Depuis plusieurs semaines, il est question de l'attribution, par le SPF Santé, d'un million de masques chirurgicaux et de 150 000 masques FFP2 à la police fédérale. Il est impératif que les policiers soient protégés. Monsieur le ministre, vous le savez, ce rôle vous revient, l'objectif étant qu'ils puissent, eux aussi, protéger leurs proches, leur famille, leurs collègues.
Monsieur le ministre, quelles informations ont-elles été relayées par la task force de la police intégrée au Comité fédéral et au Centre de Crise dans le cadre du confinement? De quelle façon les mesures de respect de confinement impactent-elles les missions classiques et habituelles de nos policiers? Par ailleurs, confirmez-vous une baisse de la criminalité, comme l'indiquent certaines informations ou, au contraire, assiste-t-on à un accroissement de la criminalité, conformément à d'autres informations?
Combien de masques, et lesquels, ont déjà été distribués au sein de la police fédérale? Combien dans les services de police locale? Et dans le cadre de quelles missions ces masques ont-ils été attribués?
Quelles mesures sont prévues pour que les policiers actifs sur le terrain puissent être munis de masques FFP2?
Á ce jour, combien de policiers sont en incapacité de travail à cause du COVID-19? Combien de policiers fédéraux et des zones locales sont actuellement en indisponibilité?
J'avais encore une dernière question concernant le préavis de grève, mais ma collègue Mme Kitir a déjà explicité ce sujet. Je ne la reposerai pas.
Je ne pense pas avoir épuisé un temps de parole qui devrait être de 10 minutes, monsieur le président. Je sais que ma collègue, Caroline Taquin, qui suit les débats comme membre de la commission de l'Intérieur, souhaiterait également poser une question sur le même sujet. Monsieur le président, lui donnez-vous la parole?
Le président: Monsieur Pivin, nous devons respecter le temps de parole. Si tous les groupes posent des questions qui ne sont pas inscrites, le temps manquera au ministre pour répondre. C'est à la commission de choisir, mais je propose que vous soyez très brève, madame Taquin.
01.16 Caroline Taquin (MR): Monsieur le président, je vous remercie. Je serai très brève.
Monsieur le ministre, j'ai une question précise concernant le recrutement policier, qui est très urgent, en cette période. Je me base sur l'expérience que je peux constater dans ma zone de police, en lien avec les déclarations de vacances d'emploi par les zones dans le cadre de la mobilité 2020-A1.
Les prochains cycles de mobilité classique ne nous laissent que peu d'espoir d'avoir des candidats, vu l'expérience des quatre derniers cycles. Mais il apparaît qu'en certains endroits, au sein du cycle aspirant 2020-A1, il y a plus de candidats aptes que de places ouvertes: huit aptes pour quatre places vacantes. Cependant, la police fédérale refuse de mettre l'ensemble des huit candidats à disposition, puisque seuls quatre emplois avaient été déclarés vacants par le conseil de police.
J'imagine que cette situation doit se présenter dans plusieurs zones, d'autant en cette période de crise sanitaire. Pensez-vous possible que la police fédérale puisse autoriser ces engagements de plus de personnes que prévu initialement dans le cycle 2020-A1? Je ne doute pas un seul instant que vous y êtes très attentif et que vous souhaiterez aider toutes nos zones de police locale.
01.17 Éric Thiébaut (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, la présente crise met à rude épreuve les services de sécurité civile et de la police intégrée. En première ligne, ces agents de l'État ne ménagent pas leur peine pour garantir la sécurité de toutes et tous en des moments notoirement difficiles. Il serait donc légitime que l'État mette tout en œuvre pour également garantir la leur sur le plan sanitaire.
Malheureusement, force est de constater que, sur le terrain, la situation est loin d'être idéale. Cela justifie un préavis de grève déposé par plusieurs organisations syndicales, en particulier au sein de la police.
Monsieur le ministre, qu'en est-il de la mise à disposition – réservée à tous les étages de la police intégrée, aux pompiers et aux agents de la protection civile – d'un matériel adéquat à la préservation de leur santé? Quels sont les moyens engagés pour équiper les zones de police locale et de secours en ce domaine? Quelles sont les dispositions prises en vue de s'assurer que les agents puissent faire reconnaître le COVID-19 comme maladie professionnelle dans le cadre de leurs missions actuelles, dont tout le monde s'accordera à souligner le caractère essentiel pour garantir la sécurité de tous dans la lutte contre la pandémie?
Par ailleurs, vous venez d'annoncer la création d'une task force, qui sera chargée – dites-vous – d'harmoniser les mesures prises par les services de police en vue d'appliquer les règles de confinement. Quels en seront les moyens, les missions et les compétences? Cette task force différera-t-elle du service d'appui de la police fédérale, mis en place voici quinze jours et auquel les chefs de zone peuvent demander conseil par vidéoconférence?
Avez-vous élaboré une vision homogène de la gestion du contrôle aux frontières? En effet, comme bourgmestre d'une commune frontalière, je puis vous confirmer que c'est un problème très difficile à gérer en ce moment.
Le président: Merci, monsieur Thiébaut. Madame Zanchetta, je vous donne la parole, mais veuillez être brève.
01.18 Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le président, je voudrais quant à moi revenir sur la question des violences faites aux femmes, qui ne sont pas apparues, comme on le sait, avec la crise que nous traversons. Mais tous les acteurs de terrain l'assurent, ces violences sont exacerbées avec le confinement que nous vivons aujourd'hui. Le confinement imposé aujourd'hui à ces femmes s'apparente davantage à une cohabitation contrainte, une séquestration, sans échappatoire possible. Ce mardi en Italie, une jeune femme de 27 ans est morte, étranglée par son compagnon. Dans notre pays, la ligne "Ecoute violences conjugales" a vu le nombre d'appels doubler ces derniers jours, avec beaucoup de familles de victimes inquiètes.
La Wallonie, la Fédération Wallonie-Bruxelles, la Région bruxelloise et la COCOF ont pris l'initiative de mettre en place une task force pour s'assurer que les places d'accueil soient suffisantes et pour répondre aux besoins d'éloignement en urgence du domicile. Le fédéral doit également prendre ses responsabilités.
Monsieur le ministre, quelles mesures avez-vous mises sur la table pour venir en aide concrètement à ces victimes de violences? Comment faciliter le dépôt de plaintes mais également leur suivi judiciaire, alors que la police est mobilisée pour les contrôles des mesures de confinement et que la justice fonctionne au ralenti? Je vous remercie.
01.19 Daniel Senesael (PS): Monsieur le ministre, la semaine dernière en séance plénière, vous répondiez à une question concernant la possibilité des visites domiciliaires dans le cadre du respect des mesures de distanciation sociale.
Vous y évoquiez une circulaire du Collège des procureurs généraux, dont vous faisiez une lecture assez exhaustive. Pour autant, la lecture de cette circulaire permet de douter du fait qu'une telle violation de la protection du domicile privé puisse effectivement avoir lieu. En effet, on y apprend que "la police ne peut pénétrer dans un lieu privé qu'en cas de flagrant délit – il s'agit de l'application des dispositions du Code d'instruction criminelle –, avec l'accord explicite et préalable du procureur du Roi." J'insiste fortement sur cet ajout. C'est une balise forte qui limite considérablement vos propos.
L'article 27 de la loi sur la fonction de police autorise l'entrée dans un lieu privé sans autorisation préalable et la circulaire y fait explicitement référence, mais celui-ci ne peut être invoqué que si le danger signalé "présente une menace extrêmement grave et imminente pour la vie ou l'intégrité physique des personnes et ne peut être évité d'aucune autre manière".
Or, le fait qu'il n'existerait aucune autre manière que l'entrée de force dans le domicile pour mettre un terme à la situation est une lecture particulièrement large que des juristes contestent. La santé publique est un enjeu urgent ici et sans aucun doute les personnes qui organiseraient des lockdown parties dans un domicile privé ou ailleurs font preuve – et je le dis avec force – d'une irresponsabilité coupable. Mais les libertés publiques ont leur droit et l'article 15 de la Constitution garantit l'inviolabilité du domicile.
Monsieur le ministre, me confirmez-vous que le recours à la visite domiciliaire dans le cadre de l'application de l'arrêté du 20 mars 2020 ne peut se faire qu'avec l'autorisation explicite et préalable du procureur du Roi? Me confirmez-vous que d'autres mesures permettent de mettre un terme aux situations problématiques d'une telle visite domiciliaire qui reste, par principe, soumise à l'autorisation du procureur?
Le gouvernement a également pris, en vue d'une application efficace et rapide des mesures de distanciation sociale et de confinement actuellement en vigueur, un arrêté royal de pouvoirs spéciaux visant la possibilité pour les communes d'imposer des sanctions administratives communales aux contrevenants. Cet arrêté royal prévoit que ce règlement soit pris par la voie normale, par la loi dite "loi SAC" qui encadre les sanctions administratives, c'est-à-dire qu'elle doit tirer sa légitimité d'un vote du conseil communal. Or vous savez que les conseils communaux ont des difficultés. Ils ne sont plus nécessairement en mesure de se réunir. Il y a donc une certaine incertitude juridique qui continue de planer quant à la façon de mettre en œuvre votre arrêté. Si votre arrêté dit que c'est le conseil communal qui doit prendre le règlement, il ne prévoit pas la possibilité pour le collège de s'y substituer. Nous sommes donc dans une impasse.
Monsieur le ministre, confirmez-vous que l'arrêté en question ne prévoit pas de possibilité pour le collège de se substituer au conseil communal pour la prise de ce règlement? Prévoyez-vous dès lors une correction dans ce sens? Dans le cas contraire, quelle validité auraient des règlements pris par la seule instance à même de se réunir, à savoir le collège des bourgmestre et échevins? Par ailleurs, il me revient également que l'arrêté royal visé ne prévoit pas la possibilité de recourir à une sanction autre que financière. Est-ce bien le cas? Si oui, pourquoi?
Monsieur le ministre, je vous remercie d'avance pour vos réponses. Monsieur le président, nous avons ainsi bien respecté notre temps de parole.
01.20 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le président, c'est M. François De Smet, mon chef de groupe, qui prendra d'abord la parole.
01.21 François De Smet (DéFI): Monsieur le président, j'adresserai tout d'abord un mot de remerciement aux services de la Chambre qui parviennent à faire fonctionner notre démocratie en ces temps difficiles. Je pense notamment aux services techniques et aux interprètes: merci à eux!
Avant de céder la parole à ma collègue, j'aborderai la question des policiers, qui sont en première ligne. C'est en effet à eux que nous demandons de faire respecter ces restrictions – sans précédent – aux libertés publiques. Comme cela a été dit, ils se font parfois cracher dessus et se trouvent parfois tout près des contrevenants qu'ils doivent intercepter. Depuis le début de la crise, ils se sentent relativement abandonnés.
Dès l'entrée en vigueur des règles de confinement, ils ont alerté quant à l'impossibilité de respecter la distanciation sociale dans les véhicules de police et au sujet de la pénurie de matériel – non seulement les masques, mais aussi le gel hydroalcoolique. Se pose aussi la question des shifts. Il faut en effet organiser les patrouilles de telle manière que les policiers ne se trouvent pas en contact avec d'autres agents que leurs collègues proches et afin qu'un éventuel contaminé ne propage pas la maladie.
À ce jour, ni leur hiérarchie ni le cabinet n'ont pu répondre à leurs plaintes. Après une réunion du Risk Management Group qui s'est tenue le 31 mars, il a même été confirmé que le personnel policier n'était pas reconnu comme une catégorie essentielle et prioritaire pour le port des fameux masques FFP2. C'est pour toutes ces raisons que trois syndicats ont déposé un préavis de grève pour la période allant du 12 au 19 avril, afin de faire entendre leurs revendications.
Monsieur le ministre, mes questions sont simples. Quelles sont les mesures de protection actuellement en vigueur afin de protéger les policiers d'un risque de contamination? Quelles sont celles qui vont être envisagées? Quel type de protection peut-on leur accorder à l'avenir? Nous connaissons les masques FFP2, mais pourquoi ne pas recourir également aux masques chirurgicaux?
Le président: Merci, monsieur De Smet. Madame Rohonyi, soyez brève, s'il vous plaît.
01.22 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, je souhaite revenir sur la problématique des violences intrafamiliales en cette période de confinement. Comme cela a déjà été dit, la ligne "Ecoute Violences Conjugales" a vu ses appels doubler. Ceci confirme les retours des associations de terrain et des avocats depuis des semaines. Selon eux, ce confinement a pour conséquence de voir émerger des violences dans les foyers où elles n'existaient pas auparavant et une aggravation des violences dans les foyers où elles existaient déjà.
C'est d'autant plus inquiétant qu'il est plus difficile en période de confinement de pouvoir appeler à l'aide et composer ces numéros d'appel.
Le 3 avril dernier, le groupe de travail "violences conjugales" de la Conférence interministérielle du droit des femmes s'est réuni. Il en est ressorti que les services de police ont été sensibilisés à la problématique et auraient renforcé leur vigilance. La prise en charge des victimes a été considérée comme une fonction de base de la police intégrée. Les forces de police ont été sensibilisées à ce sujet par une nouvelle directive opérationnelle adoptée le 27 mars dernier.
Ces initiatives renforcent celles qui ont été prises aux niveaux régional et local. Je pense en particulier à l'initiative prise par la zone de police Bruxelles-Nord qui vise à reprendre contact avec toutes les personnes qui avaient déjà porté plainte au cours des trois derniers mois. Cette initiative est excellente mais il ne faut pas oublier qu'il y a aussi des victimes qui n'avaient pas porté plainte.
De manière plus générale, les associations ont malgré tout l’impression que la priorité de la police reste le contrôle des mesures de confinement. Ce contrôle est une nécessité vitale aujourd’hui, mais il ne peut se faire au détriment des victimes de ce confinement, en l'occurrence les victimes de violences intrafamiliales.
Les associations demandent un engagement concret du fédéral, comme cela a été fait au niveau régional.
Monsieur le ministre, quelles mesures allez-vous prendre pour faire de la lutte contre les violences intrafamiliales une priorité de nos zones de police? Plaidez-vous pour une généralisation de l’initiative prise par la zone de police Bruxelles-Nord à toutes les zones de police du pays? On sait que la majeure partie des victimes de féminicides avaient auparavant porté plainte auprès des services de police pour des faits de violences, de menaces ou de harcèlement.
La réserve fédérale, qui n'est aujourd'hui plus mobilisée pour l'encadrement des manifestations, peut-elle venir en soutien des zones de police ne disposant pas de la capacité suffisante en policiers pour pouvoir soutenir correctement les victimes? Ne devrait-on pas également affecter des patrouilles d'intervention spécialisées à l'accueil des victimes dans les commissariats de police?
Des mesures spécifiques sont-elles prises en ce qui concerne les enfants des foyers concernés? C'est une question qui a été abordée par ma collègue Mme Jiroflée, et à raison.
Des collaborations spécifiques ont-elles été mises en place entre les commissariats de police et les associations de prise en charge des victimes? Mais aussi, peut-être avec certains points de commerce. Je pense en l'occurrence aux pharmacies. On sait que dans la commune de Mons, un dispositif a été mis en place pour permettre aux victimes de porter plainte ou en tout cas, de pouvoir faire état de faits de violences dans les pharmacies. Cela a été mis en place en France également.
Il y a vraiment toute une réflexion par rapport à cela. Je voulais justement entendre votre opinion à cet égard, d'autant plus que cela va dans le sens de ce qui a été demandé pas plus tard qu'hier par le Parlement européen, qui demande aux États membres de fournir aux victimes des outils flexibles pour signaler des abus.
Enfin, comment est assuré aujourd'hui le contrôle des décisions d'interdiction de résidence des auteurs de violences? Je pense que ce contrôle doit absolument pouvoir être garanti malgré le confinement. Je vous remercie.
01.23 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de minister, mijn dank aan de diensten om deze virtuele vergadering mogelijk te maken.
De verspreiding van het coronavirus heeft ons land echt in een situatie gebracht die niemand zich twee maanden geleden had kunnen inbeelden: lege straten, rijen in de supermarkten. Toch vind ik dat deze crisis op het vlak van veiligheid goed gemanaged wordt.
Verschillende maatregelen zijn absoluut nodig. Daar heeft dan ook niemand aan getwijfeld. Allemaal zorgen wij ervoor dat het virus niet verder verspreid kan worden. Ik wil hier dan ook benadrukken dat de verschillende maatregelen over het algemeen goed worden nageleefd.
Ik merk dat ook elke dag bij ons in Brugge. Daarvoor wil ik iedereen een pluim geven. Hoewel het slechts gedeeltelijk behoort tot de bevoegdheden van deze commissie wil ik de hulpverleners, de politiediensten en de winkelbedienden allemaal een hart onder de riem steken en bedanken voor al wat zij doen.
Helaas heeft niet iedereen zich gehouden aan de opgelegde richtlijnen. Dat is niet gemakkelijk, maar wij mogen absoluut niet toestaan dat de regels overtreden worden. De overtreders brengen immers niet enkel zichzelf in gevaar maar ook andere mensen. Daarom is het goed dat onder andere de GAS-boetes in werking zijn getreden.
De hoogte daarvan, 250 euro via een onmiddellijke inning, is niet niets, dus wij willen toch oproepen tot een zekere verantwoordelijkheidszin. Flagrante overtredingen, zoals lockdownparty's of grote samenscholingen, moeten hard aangepakt worden. Daar moet als het ware met een bazooka op geschoten worden. Maar voor twijfelgevallen en onduidelijkheden willen wij toch een zekere terughoudendheid vragen. Er moet steeds goed bekeken worden of de GAS-boete wel of niet nodig is.
Wij vinden het bijvoorbeeld een goed voorstel te kijken of niet om de twee of drie dagen door de steden en gemeenten kan worden gemonitord hoeveel GAS-boetes er effectief uitgedeeld zijn. Zo kan de minister, en graag ook het Parlement, mee opvolgen of er in elke politiezone op een correcte manier wordt omgegaan met de GAS-boetes.
Wij mogen in dit hele verhaal de politie zelf echter niet vergeten. Verscheidene collega's hebben dat al aangehaald. De politie ziet er dag en nacht op toe dat de maatregelen zo goed mogelijk worden nageleefd. Zij stelt daarbij zichzelf, maar ook anderen bloot aan een mogelijke besmetting. Zij moeten dus zeker ook over het nodige beschermingsmateriaal kunnen beschikken.
Mijnheer de minister, kunt u ons nogmaals verduidelijken over welk besmettingsmateriaal de politie vandaag kan beschikken? Hoe zal dat materiaal kunnen worden uitgebreid? Wat is de fasering?
Wij hebben het debat goed gevolgd en er is nog niet veel gevraagd over de grote evenementen. Onze fractie pleit dan ook dat er snel duidelijkheid komt over de vraag of grote evenementen komende zomer kunnen doorgaan. Wat mij betreft, kan dat gefaseerd worden verduidelijkt, eerst tot eind juni, daarna tot eind juli en daarna tot eind augustus. Er moet echter zo snel mogelijk duidelijkheid komen over de vraag wat er zal gebeuren. Worden ze allemaal afgelast? Zal er een bepaald aantal bezoekers op worden geplaatst? De organisatoren van grote evenementen vragen immers om duidelijkheid. Komt er een afgelasting of mogen de evenementen doorgaan? Duidelijkheid is hier de boodschap.
Ten slotte, onze fractie wil absoluut niet blind zijn voor de moeilijke thuissituaties, die door de verplichte quarantaine nog ingewikkelder worden gemaakt. Zoals wij van verschillende leden hebben gehoord, bestaat de vrees dat intrafamiliaal geweld nog zal toenemen omdat mensen te lang tezamen in soms kleine ruimtes verblijven. Het fenomeen is sowieso al complex. De huidige situatie maakt het echter nog complexer. Daarom moet het mogelijk blijven dat elke vorm van intrafamiliaal geweld wordt gemeld. Die meldingen moeten absoluut ook telkens serieus worden genomen.
Ik heb enkele concrete vragen.
Mijnheer de minister, hebt u weet van een toename van het intrafamiliaal geweld?
Is de politie dezer dagen ondanks haar belangrijke taak van het controleren van de verschillende maatregelen ingevolge het coronavirus extra waakzaam voor gevallen van intrafamiliaal geweld? Is zij nog steeds bereikbaar?
Worden eventuele klachten steeds strikt opgevolgd?
Mijn andere vragen heb ik al door andere fracties horen stellen en zal ik dus niet meer herhalen.
Ter afronding wil ik nogmaals zoals iedereen de hoop uitdrukken dat wij snel naar een gewone, alledaagse situatie kunnen terugkeren. Daarvoor is een goede exitstrategie nodig. Ik ben blij dat de regering daarvan duidelijk werk maakt. Wij volgen dat graag mee op vanuit het Parlement.
01.24 Vanessa Matz (cdH): Monsieur le président, permettez-moi tout d'abord de saluer le travail accompli par tous les acteurs qui continuent, malgré la crise, à prendre des risques, principalement le personnel hospitalier, les soins de santé, mais aussi tous les travailleurs – ce serait trop long de les citer et j'en profite également pour inclure les services de la Chambre qui nous permettent de tenir aujourd'hui un débat démocratique.
Vous le savez, je me consacre depuis des mois, des années, à la lutte contre les violences conjugales. Il y a dix jours déjà, je mettais sur la table toute une série de propositions et je suis heureuse d'entendre qu'il existe une forme de consensus sur celles-ci au niveau politique. Je les ai en effet entendues dans presque chaque groupe politique. Et moi, je ne vous pose pas la question, mais je vous le demande, monsieur le ministre, instamment, ainsi qu'à vos collègues – vous étiez, je pense, neuf jeudi dernier autour de la table pour traiter de ce sujet. Il est clair qu'un certain nombre de dispositions, de sensibilisations, ont été prises mais ces mesures ne sont pas assez fortes.
Il faudrait pouvoir imposer – et vous avez la capacité de le faire par le biais d'une circulaire notamment – à l'ensemble des zones de police, d'assurer le service d'aide aux victimes de ces zones de police – service qui peut travailler en toute sécurité au niveau des mesures de distanciation sociale – et de rappeler les victimes. Mais le secteur demande aussi d'appeler les auteurs pour garder une forme de pression sur ceux-ci, dans les trois mois qui viennent de s'écouler. Certaines communes mettent en place des initiatives, à l'instar de l'Espagne et de la France, notamment que la pharmacie puisse être un référent pour rediriger tout de suite vers les zones polices – car nous connaissons aussi la charge de travail des pharmacies durant cette période particulièrement compliquée.
Mettre au point aussi un système de SMS – il existe et vous y avez travaillé, tout comme vos prédécesseurs – pour un appel d'urgence, notamment pour les sourds et les malentendants. Ce système existe actuellement. Nous savons qu'il est difficile pour certaines victimes de téléphoner. Il existe une batterie de mesures qui ne sont ni coûteuses ni énergivores. Je prends l'exemple de ma zone de police: on leur a suggéré d'appeler les victimes des trois derniers mois. Ils ont répondu qu'ils attendaient une décision prise au niveau fédéral qui soit uniformisée pour avoir un guide de bonnes pratiques.
Prenez donc une circulaire avec le ministre de la Justice, je vous en conjure. C'est une bonne pratique développée par la zone de Bruxelles, elle doit pouvoir s'étendre à tout le territoire. Toutes les zones de police doivent pouvoir rappeler, à tout le moins, toutes les victimes des trois derniers mois.
Voilà quelques mesures facilement praticables. Il est clair que je pense que ça ne prend pas beaucoup de temps. Cela fait déjà dix jours que j'ai formulé ce type de proposition, voyant la réussite de la zone de Bruxelles.
Je viens sur un second sujet, celui de la protection civile et de l'appui qu'elle peut – ou pas – donner aux services de secours, qui doivent, assez justement, décontaminer l'ensemble du matériel (les ambulances etc.). C'est le personnel de garde qui le fait, or on sait qu'ils sont aussi en première ligne pour ces tâches. Je me demande si la protection civile peut venir en appui. On sait que la réforme, attribuée à votre prédécesseur, a considérablement réduit le nombre d'effectifs de la protection civile et a diminué ses moyens. Est-elle capable de donner un appui aux services de secours, même si elle est chargée d'autres missions? Elle se dit disponible et les services de secours sont demandeurs, mais ce serait impossible faute de moyens. J'aimerais un éclaircissement sur ce point.
Mes collègues ont déjà largement abordé mon troisième point: la question des effectifs policiers et du matériel de sécurité dont ils doivent disposer. Vous avez déclaré à la radio lundi que plusieurs milliers de masques allaient être distribués. Je voudrais que vous nous fixiez exactement sur la question de savoir qui sera servi, de quelle manière et pour quelle mission, afin que nous puissions avoir la clarté et que cela puisse éventuellement lever ce préavis de grève. Êtes-vous par ailleurs, même si beaucoup de tâches vous incombent, en contact avec les syndicats quant à la gestion de ce préavis de grève?
Dernier point: au niveau des effectifs, la police judiciaire dit être en manque pour les enquêtes judiciaires. Comment faites-vous pour l'instant pour essayer de répartir au mieux les effectifs alloués, d'une part, au confinement et au respect des règles et, d'autre part, aux enquêtes judiciaires qui doivent se poursuivre? Je vous remercie.
01.25 Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, ik zal het kort houden.
Ik heb drie vragen. Mijn eerste vraag betreft de rechtsgrond en de boetes. Het ministerieel besluit dat u hebt uitgevaardigd, is de wet. Dat is heel strikt. De FAQ's zijn soepeler. De boetes uitgeschreven door de politie hebben wel een rechtsgrond, maar de burger kan zich niet verweren tegen de versoepelingen in de FAQ's. Als wij de regels willen versoepelen, dan moeten wij ook het ministerieel besluit aanpassen. Dat is bijvoorbeeld gebeurd voor de huwelijken, maar niet voor de essentiële verplaatsingen en voor de buitenactiviteiten.
Er doen ook veel onjuistheden de ronde. Zo zou bijvoorbeeld iemand die tijdens een wandeling eventjes op een bankje zit om uit te rusten een proces-verbaal kunnen krijgen. Dat staat niet in uw ministerieel besluit en dat kan dus ook niet worden beboet, zolang de regels van social distancing niet worden overtreden. Kunt u duidelijk zeggen wat het verschil is tussen de FAQ en het ministerieel besluit?
Een tweede vraag betreft de werking van onze politiediensten. Andere collega's hebben het daarover ook al gehad. De politiediensten leveren heel goed werk op het terrein en dat in moeilijke omstandigheden, moeilijk op het vlak van eigen veiligheid, maar ook moeilijk omwille van de verschillende richtlijnen die zij van verschillende organisaties krijgen.
Er is het ministerieel besluit, er is de FAQ, er is de omzendbrief van het College van procureurs-generaal, er zijn de instructies van de lokale parketten en er zijn de richtlijnen van de COVID-19-taskforce, waarin ook de CG en andere mensen van de politie zetelen. Die instructies komen rechtstreeks bij de korpschefs. Het is niet mogelijk om eenduidig te communiceren naar elke zone in dit land om ze op één lijn te krijgen. Ik hoor van verschillende korpschefs dat ze niet weten wat ze daar allemaal mee moeten doen.
Ziet u een mogelijkheid om de volgende weken eenduidigheid te creëren? Zoals het vandaag gaat, kan men in één zone een boete krijgen voor iets en in een andere zone niet. Er moet eenduidigheid komen voor onze politiemensen, maar ook voor de inwoners.
Ten slotte, wat de GAS-boetes betreft, dat debat is eigenlijk vanuit het niets ontstaan. Er is sinds deze week het koninklijk besluit over de GAS-boetes, dat nog op de gemeenteraden moet passeren. Ik voel dat niet alle politiezones daarvoor vragende partij zijn. Zij hebben vandaag het ministerieel besluit en kunnen zelf processen-verbaal opstellen op basis van dat ministerieel besluit
Bovendien is dat koninklijk besluit over de GAS-boetes niet van toepassing op de min 18-jarigen, terwijl wij op het terrein zien dat die jongeren soms moeilijker in het gareel te houden zijn als het gaat om de regels inzake social distancing. Het koninklijk besluit over de GAS-boetes zal dus zeker niet helpen om die doelgroep te sensibiliseren en desnoods te verbaliseren.
Collega Soors heeft ook al de vraag gesteld wat er zal gebeuren met de GAS-boetes die tussen 21 maart en 6 april in Brussel werden uitgeschreven. Die hebben volgens ons geen rechtsgrond en zijn illegaal. Hoe zal daarmee worden omgegaan?
Collega's, we moeten vermijden in een politiestaat terecht te komen, waarin meer dan negentig procent van de mensen alle regels strikt en goed opvolgt, maar tien procent balorige mensen de wet niet volgt. We moeten dus maatregelen nemen om die tien procent van de mensen strikt in het gareel te houden en desnoods te beboeten. De rest, de meer dan negentig procent die het goed doet, moeten wij echter verder in vrijheid laten leven, de vrijheid die het ministerieel besluit hen toelaat. Daarom pleiten wij voor een parlementair debat over de GAS-boetes in het Parlement. Dat werd al overeengekomen in deze commissie, dus ik hoop dat wij daartoe binnenkort kunnen overgaan. Vanwaar kwam de vraag om de wet of het KB inzake GAS-boetes aan te passen? Ik heb dat nog niet gevonden. Wie was er vragende partij?
De voorzitter: We hebben ruim de tijd genomen om iedereen zijn vragen te laten stellen. Ik geef de minister graag het woord voor een omstandig antwoord.
01.26 Minister Pieter De Crem: Dank u wel, mijnheer de voorzitter en collega's.
Monsieur le président, chers collègues, tout d'abord, beaucoup de questions ont été posées alors qu'elles n'avaient pas été introduites. Mais cela ne me pose pas de problème d'y répondre.
Ik zal dus proberen alle vragen te beantwoorden, ook de vragen die niet waren geagendeerd.
Collega Donné, wat uw opmerking betreft over vragen die op de agenda van de coronacommissie werden geplaatst, het gaat om een beslissing van de Conferentie van voorzitters, maar ik zal mij niet aan mijn verantwoordelijkheid onttrekken en enkele insteken geven op de vragen die u hebt gesteld. Dat geldt ook voor andere zaken met betrekking tot de commissie onder leiding van collega Verherstraeten.
Monsieur le président, chers collègues, je partage sans doute avec vous le chagrin des familles et des amis des victimes décédées des suites du coronavirus. Je tiens aussi à encourager les patients qui se trouvent dans nos hôpitaux et qui doivent bien souvent se battre pour survivre. Je suis également fier du personnel médical et du personnel soignant, ainsi que de ceux et celles qui sont actifs dans les secteurs essentiels et de soutien. Ils se battent, ils travaillent dur pour limiter les conséquences de la crise et l'impact sur la société.
Je ne voudrais pas manquer de remercier notre corps de sécurité. Des dizaines de milliers de personnes, des policiers, des hommes et des femmes, des pompiers, des membres de la protection civile et des services de secours fournissent chaque jour, 24 h sur 24, des efforts énormes et ils méritent notre sincère reconnaissance. Enfin, merci à tous nos citoyens qui font preuve de solidarité et qui prennent leurs responsabilités dans des circonstances extrêmement difficiles. Le défi est de taille, mais la persévérance reste le maître-mot.
Voorzitter en
collega's, zoals steeds zal ik u een antwoord verstrekken op alle gestelde
vragen. Weliswaar zou ik u willen verzoeken om mij de vragen naar
gedetailleerde en cijfermatige informatie in schriftelijke vorm te bezorgen. Ik
heb zelf nota genomen en zal zoveel mogelijk cijfers aan de voorzitter van de
commissie bezorgen, ter verspreiding aan alle leden. De politie- en
hulpdiensten, op wier kennis en expertise ik een beroep moet doen om u de
gevraagde informatie aan te leveren, moeten zich vandaag begrijpelijkerwijze
focussen op hun kernactiviteiten op het terrein, nu meer dan ooit. Ik engageer
mij om u een antwoord te geven op zo kort mogelijke termijn. Ik
garandeer u een antwoord op die korte termijn en hoe dan ook zal ik vandaag
ieders vraagstelling zo goed als mogelijk respecteren.
Wat uw aller vragen over de genomen maatregelen en de naleving hiervan
betreft, kan ik u het volgende meedelen. Sinds zaterdag 14 maart bevindt
ons land zich in de federale fase van het nationaal noodplan, dat de
gezamenlijke aanpak van de grootste crisis voor de volksgezondheid van onze
generatie heeft ingeluid. We zijn in gezamenlijk overleg naar die fase
overgeschakeld. Alle maatregelen zijn dus het resultaat van een consensus
tussen het federale niveau, de Gemeenschappen en de Gewesten, in nauwe
samenwerking met onze gouverneurs en onze burgemeesters. Ik herhaal dat de
maatregelen worden genomen door de Nationale Veiligheidsraad, waarin de
ministers-presidenten van de Gewesten en Gemeenschappen zijn vertegenwoordigd.
De maatregelen houden het evenwicht tussen individuele vrijheden en het
algemeen belang, namelijk de gezondheid van onze bevolking. Iedere maatregel
die wordt genomen, is een maatregel van volksgezondheid, die vertaald wordt in
andere maatregelen, bijvoorbeeld ook maatregelen van het handhaven, het
waarborgen en, waar nodig, het herstellen van de openbare orde. Het doel kan
niet anders zijn en is natuurlijk zo snel als mogelijk weer naar een normale
situatie te evolueren, maar zo ver zijn we nu helaas nog niet.
De Nationale Veiligheidsraad nam dus een reeks maatregelen met tot doel
het contact tussen mensen die potentieel drager kunnen zijn van het virus, te
beperken.
Je tiens à souligner une fois de plus et de manière explicite que toutes les mesures prises sont basées sur l'avis médical de nos experts et ne servent qu'un seul objectif, à savoir sauver des vies humaines et surtout éviter de mettre en danger notre capacité hospitalière. C’est essentiel dans toutes nos approches! C'est-à-dire garantir la capacité hospitalière afin d'éviter d'arriver dans des situations telles que nous les avons connues et que nous connaissons aujourd'hui par exemple en Italie, en France et en Espagne.
Les mesures les plus concrètes sont celles qui
visent à respecter la "distance sociale", notamment une interdiction
de rassemblement de plus de deux personnes. La plupart des gens appliquent
correctement ces mesures et je tiens à les en remercier sincèrement. Une partie
de la population n’a cependant pas compris que chacun doit respecter les mesures
de distanciation sociale pour atteindre le but visé, que je viens de souligner.
De
nombreuses interventions doivent malheureusement encore être effectuées suite à
des rassemblements interdits, à des déplacements non essentiels, à
l’organisation de fêtes privées ou à la non-fermeture d’établissements horeca.
Sans
parler des incidents lâches et méprisables au cours desquels des policiers se
font cracher au visage. Je condamne fermement ce comportement. Quiconque se
rend coupable de ces actes sera sévèrement puni.
Nos services de police sur le terrain sont indispensables pour faire respecter les mesures autant que possible. La capacité actuellement disponible est suffisante pour mener à bien les missions sans qu’il n’y ait d’impact majeur sur les autres tâches policières. De plus, en ces temps de crise, la police se concentre sur les missions les plus essentielles. Afin d’uniformiser leurs actions sur le terrain, j’ai rédigé une circulaire le 30 mars, dans le but de donner des directives claires à nos services de police.
Het is echter telkens aan de betrokken politiediensten om te beoordelen of er kan en moet worden opgetreden tegen inbreuken op de coronamaatregelen. Waar het moet, worden regels verfijnd en verduidelijkt. Hiervoor zijn er de permanente overlegstructuren, waaronder de Task Force GPI – gëintegreerde politie, police intégrée. Deze taskforce is gegroeid uit een initiatief van de commissaris-generaal van de federale politie begin maart 2020. Bij de opstart van de federale fase op 14 maart 2020 werd deze taskforce onder het federaal coördinatiecomité COFECO geplaatst, waarin de commissaris-generaal zelf zetelt, naast vooral de lokale politie, diverse andere diensten en ministeriële kabinetten. Het COFECO voert op zijn beurt de beslissingen uit van de Nationale Veiligheidsraad.
In de Task Force GPI zitten onder andere de commissaris-generaal van de politie, de belangrijke korpschefs, zoals die van Brussel en Antwerpen, en de vertegenwoordiger van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, de VCLP. Het doel van deze taskforce is een gezamenlijke en uniforme aanpak van de noodsituatie, en een efficiënte inzet van de manschappen en middelen op het terrein. Iedereen die zich niet aan de maatregelen houdt, zal zonder meer worden vervolgd en beboet. Onmiddellijke inningen voor overtredingen werden hiertoe veralgemeend en dit in samenspraak met mijn collega, de minister van Justitie.
Het koninklijk besluit nr. 1 dat daartoe werd genomen heeft het mogelijk gemaakt om op gemeentelijk niveau een administratieve geldboete van 250 euro in te voeren en op te leggen voor strafrechtelijke inbreuken op het ministerieel besluit. Uiteraard vind ik dat lokale politiekorpsen zich redelijk moeten opstellen. Maar de ernst van de situatie vereist ook dat er nauwgezet op moet worden toegezien dat de maatregelen om de verspreiding van het virus tegen te gaan ook door iedereen worden nageleefd.
En ce qui concerne l’idée d’installer une ligne de dénonciation, je tiens, une fois de plus, à être extrêmement clair. J’y suis résolument opposé et il ne s’agit d’ailleurs pas d’une mesure nationale. L’idée de vivre dans une société de dénonciation ne m’intéresse absolument pas. Les gens ne doivent pas commencer à espionner leurs voisins ou à dénoncer leurs concitoyens. Notre société doit clairement faire comprendre que nous comptons sur la solidarité, le sens civique et la responsabilité individuelle.
Le déploiement de drones, comme dans certaines zones de police à la côte, a pour but de contrôler les mesures au sens le plus large et le plus strict. Cela peut certes choquer certains d’entre nous mais le déploiement de drones par les services de police est autorisé par la législation en vigueur depuis quelque temps déjà.
En ce qui concerne les visites domiciliaires, j’ai déjà répondu à la question jeudi dernier en séance plénière. Dans une récente circulaire, le Collège des procureurs généraux fait explicitement référence à la possibilité d’une enquête administrative dans les lieux privés lorsque le danger "représente un caractère extrêmement grave et imminent qui menace la vie ou l’intégrité physique de personnes". Il s’agit donc d’une appréciation d’opportunité sur le terrain par le chef de la police locale, en concertation avec le procureur du Roi, par exemple pour pouvoir interrompre une lockdown party.
À la date du 6 avril 2020, le Comité P n’a pas reçu de plainte concernant les lignes téléphoniques de dénonciation, les drones détecteurs de chaleur et les visites domiciliaires.
Wat de controle van de grensovergangen betreft, alle niet-essentiële verplaatsingen vanuit en naar het buitenland worden gecontroleerd. Dit kan gaan van het volledig fysiek versperren en afsluiten van een grensovergang en het systematisch controleren van iedere passage tot het patrouilleren in de nabijheid van meerdere grensovergangen wanneer er een zeer lage verkeersdensiteit wordt vastgesteld.
De politiezones die aan een buurland grenzen hebben samen met de federale wegpolitie de taak om de grensoverschrijdende verplaatsingen te controleren. Hiervoor krijgen deze politiezones en de federale wegpolitie ondersteuning van de federale reserve, de scheepvaartpolitie en de luchtvaartpolitie. Op de autosnelwegen biedt ook de douane zeer gewaardeerde bijstand.
De coherentie van de uitgevoerde grenscontroles wordt opgevolgd door de directie van de operaties inzake bestuurlijke politie van de federale politie. Deze directie coördineert eveneens de nodige steun en versterkingen ten bate van zowel de lokale politiediensten als de federale wegpolitie.
Deze beveiliging van onze grenzen is wel degelijk een van de kerntaken van de politiediensten en niet van het leger zoals collega Pas voorstelde. De strijd tegen de verspreiding van COVID-19 is een zaak van iedereen. Net als in andere crisissituaties kunnen de politiediensten indien nodig rekenen op de hulp van hun collega's van Defensie. De samenwerking tussen beide componenten van de openbare macht is niet nieuw en is altijd efficiënt geweest. Een steunverzoek aan Defensie moet echter op werkelijke operationele behoeften gebaseerd zijn en rekening houden met ieders bevoegdheden. In dit verband wijzen we erop dat de leden van het leger niet de nodige politiebevoegdheden hebben om de geplande controles uit te voeren. Daarom zouden er gemengde ploegen moeten worden ingezet, met bijkomende aansturingsproblemen.
De Nationale Veiligheidsraad evalueert regelmatig of het voor de openbare veiligheid noodzakelijk is om de aanwezigheid van militairen op straat in het raam van de operatie Vigilant Guardian te handhaven. De huidige gezondheidscrisis mag ons de openbareveiligheidseisen niet doen vergeten.
Monsieur le président, chers collègues, en ce qui concerne le mécanisme de solidarité de la HyCap, ce dernier est réservé aux renforts fournis à titre exceptionnel et temporaire pour l'exécution des missions de police administrative de grande ampleur. Il s'agit d'un mécanisme d'appui entre des zones de police dans le cadre de la gestion d'événements dans le domaine de l'ordre public, lorsqu'une zone de police n'est pas en mesure de garantir ses fonctions, par exemple, dans l'organisation d'événement ou lorsqu'une zone n'est pas en mesure d'assurer seule la gestion d'un événement.
Le contrôle du respect des mesures de lutte contre le coronavirus impose la même charge de travail à l'ensemble des zones de police de notre pays. Cela demande un effort important de toutes les zones de police sans exception. Le mécanisme HyCap n'est dès lors pas activé dans ce contexte.
Ik ben mij, ten slotte, ook bewust van de problematiek die met de specifieke situatie van de transmigranten tijdens de huidige pandemie gepaard gaat. Samen met minister De Block heb ik mij geëngageerd in een werkgroep die met de betrokken diensten is opgericht om te bekijken op welke manier wij samen kunnen trachten een adequaat antwoord te bieden.
Van diverse leden heb ik vragen gekregen over beschermingsmaatregelen tegen het coronavirus en de stakingsaanzegging van de politievakbonden.
Wij stellen momenteel alles in het werk om onze politiediensten op een veilige manier hun werk te laten uitoefenen. Zij staan immers op de eerste lijn voor het afdwingen van de maatregelen op het terrein. Per dag zijn ongeveer 10.000 politiemensen op het terrein om controles uit te voeren.
Ik begreep en begrijp de ongerustheid bij onze politiemensen en bij de vakbonden, zeker na de onaanvaardbare spuwincidenten. Daarom hebben wij onmiddellijk een bijeenkomst met de vakbonden belegd om samen constructief naar een oplossing te zoeken. De stakingsaanzegging is ondertussen afgewend.
Monsieur le président, chers collègues, on observe en effet une pénurie mondiale de masques de protection. Tant que nous n'en aurons pas suffisamment, il est logique de les distribuer prioritairement au personnel médical et aux dispensateurs de soins. Cependant, nos policiers doivent aussi bénéficier d'une protection. Le ministre De Backer, qui est responsable de l'approvisionnement en masques de protection, établit une liste des bénéficiaires prioritaires. La police n'en fait pas partie. C'est pourquoi nous avons récemment partagé notre stock entre la police fédérale et locale. J'ai également entrepris le nécessaire pour que nous achetions nos propres masques de protection. Dans l'intervalle, nous avons prévu des solutions à court terme, en partie par le biais de notre propre production et par de plus petits achats permettant de couvrir la première période. Toutes les pistes sont explorées afin de protéger aux mieux nos policiers.
Certains membres ont posé d'importantes questions au sujet de la violence intrafamiliale ou sexuelle en cette période de mesures exceptionnelles. Dans un premier temps, je tiens à souligner que l'assistance policière aux victimes constitue une fonction de base de la police intégrée et qu'elle continuera de l'être. Cela est confirmé par la directive opérationnelle du 27 mars dernier publiée par la task force COVID-19 de la police intégrée. Elle met l'accent sur l'attention qu'il convient de prêter aux formes urgentes et/ou particulièrement graves de victimisation et/ ou à des plaintes entraînant un risque pour l'intégrité physique des personnes et des mineurs en termes de violence intrafamiliale et d'autres aspects. Ces plaintes doivent être immédiatement admises par les services de première ligne et, si ce soutien est nécessaire, avec l'aide d'une assistance policière aux victimes – dont les membres sont spécialement formés à cette fin.
Er wordt tevens bijzondere aandacht gevraagd voor de behoeften van bepaalde bevolkingsgroepen, met name kwetsbare en kansarme groepen of personen, waaronder jongeren en ouderen, burgers die geen toegang hebben tot digitale informatie en slachtoffers van intrafamiliaal geweld en verontrustende opvoedingssituaties. Daarbij wordt benadrukt aandachtig te zijn voor de alarmsignalen van jeugdrechters, jeugdinstellingen, geriatrische instellingen en gespecialiseerde fora.
Naast die richtlijn heeft het parket-generaal ook alle referentiemagistraten voor intrafamiliaal geweld aangeschreven om bij de politiediensten aan te dringen op een blijvende aandacht voor de problematiek en voor de correcte uitvoering van de omzendbrief COL 4/2006, ook in de huidige context. De referentieambtenaren van de politie werden daarvan ook op de hoogte gesteld.
Betreffende de hulplijn 1712 voor elke burger die vragen heeft over geweld, misbruik en kindermishandeling, kan ik u melden dat het om een initiatief van de Vlaams overheid gaat. Ik kan u daaromtrent dan ook geen concrete cijfers bezorgen.
Betreffende de evolutie van seksueel geweld op kinderen, in het bijzonder tijdens de coronacrisis, kan ik jammer genoeg nog geen antwoord geven. Het is te vroeg en te voorbarig om nu reeds, op basis van cijfers die nog onvoldoende of niet aanwezig zijn, conclusies te trekken wat betreft de eventuele impact van de maatregelen in het kader van COVID-19 op de aangiftes van intrafamiliaal geweld in het algemeen en intrafamiliaal geweld tegen kinderen in het bijzonder.
Chères collègues Matz et Rohonyi, en ce qui concerne une éventuelle généralisation de l'initiative prise par la zone de police de Bruxelles-Nord, je peux vous dire que la politique d'intervention et la manière de traiter les faits n'ont pas changé, sauf que – maintenant plus que jamais – il convient de tenir compte des mesures prescrites en matière de sécurité physique. En cas de flagrant délit, une patrouille de police est supposée intervenir sur place et agir conformément à la circulaire du Collège des procureurs généraux établie à cet égard.
Les collaborateurs de la première ligne sont également supposés se charger de devoirs professionnels dans le cadre de l'assistance policière aux victimes. Cela peut se faire avec le soutien d'un collaborateur spécialisé dans l'assistance policière aux victimes ou d'un collaborateur formé à cet effet. Toutefois, compte tenu des règles sanitaires prescrites, cela peut se faire par téléphone ou au bureau de police, sur rendez-vous et moyennant le respect des mesures physiques de prévention. Hormis les cas où une intervention urgente est nécessaire, la victime peut toujours être entendue à son domicile par les services de première ligne, éventuellement au moyen d'une intervention différée. Cette audition peut également avoir lieu au bureau de police.
Le projet a été lancé, il y a environ quatre mois, au sein de la zone de police BruNo, à une époque où il n'était pas encore question de la crise sanitaire en Belgique. Un nouveau contact téléphonique est prévu avec les personnes qui ont été victimes de violences intrafamiliales au cours des trois derniers mois. La reprise de contact et le suivi, sur la base d'une mission judiciaire ou non, sont de toute façon prévus.
Wat de vraag van collega
Colebunders betreft, de luchtvaartpolitie op Brussels Airport beschikt over
zowel mondmaskers, wegwerphandschoenen als desinfecterende handgel. De federale
politie heeft eveneens voor haar personeelsleden een reeks profylactische
maatregelen gepubliceerd om een eventuele epidemie onder het personeel en/of
besmetting te helpen voorkomen. Dat alles neemt niet weg dat de personeelsleden
vragen stellen bij bepaalde maatregelen. De federale politie houdt hen op mijn
voorstel strikt op de hoogte via nieuwsbrieven, via continu bijgewerkte preventiefiches, via een vraag-en-antwoordrubriek op de site WikiPol en
heel recent ook via het geïnstalleerde contactcenter. De telefoonnummers van
het contactcenter COVID-19 werden reeds op maandagmorgen 9 maart 2020
meegedeeld aan alle personeelsleden. Wij volgen de situatie van zeer nabij en
de nodige maatregelen en aanbevelingen worden altijd in realtime genomen.
Collega Metsu, de repatriëring van Belgische
onderdanen behoort tot de bevoegdheid van de minister van Buitenlandse Zaken.
Door de luchtvaartpolitie wordt enkel een grenscontrole uitgevoerd op basis van
de voorwaarden om het grondgebied te mogen betreden en op basis van het feit of
betrokkenen al dan niet een essentiële verplaatsing maken. Er worden door de
luchtvaartpolitie geen controles op de medische gezondheidstoestand van de
passagiers uitgevoerd. Ik heb echter wel een beroep gedaan op de federale
reserve om de maatregelen inzake social distancing in heel het gebouw van de
luchthaven van Zaventem te laten respecteren, zowel bij het verlaten van het
vliegtuig en het zich begeven naar de paspoortcontrole als het zich begeven
naar de ontvangsthal na de ophaling van de bagage.
Collega Houtmeyers, u stelde een vraag
over de cybersecurity. Bij de politie staan in hoofdzaak de regional computer
crime units, de RCCU’s, en de federal computer crime unit, de FCCU, in voor de
aanpak van cybercriminaliteit. Oplichting via
internet of internetfraude, waaronder ook spam en phishing vallen, betreft
in feite klassieke oplichting waarbij wordt gebruikgemaakt van het internet en
dient dan ook te worden onderscheiden van informaticacriminaliteit. Dat valt
dus niet onder de bevoegdheid van de FCCU. Dat wordt
aangepakt in de reguliere politiewerking volgens de
principes van de rondzendbrief COL 2/2002. Tijdens de crisisperiode naar aanleiding van de pandemie werd DJSOC,
volgens de principes van de circulaire COL 10/2020, aangesteld als
centraal contactpunt voor feiten die betrekking hebben op fake webshops en fake
nieuwswebsites.
De FCCU wordt op de hoogte gebracht van cyberaanvallen, hetzij via het Centrum voor Cybersecurity België of CCB, hetzij wanneer het slachtoffer klacht indient bij een politiedienst. Tot op vandaag werd geen enkel feit gemeld.
Het directoraat-generaal, DJSOC, onderhoudt regelmatig contact met Europol, dat aan lidstaten een dagelijkse analyse bezorgt van de cyberdreigingen.
Inzake het beter informeren van bedrijven en het nemen van gepaste initiatieven ter bewustwording van onze samenleving verwijs ik naar de bevoegde instanties ter zake, met name het CCB, Safeonweb en CERT. Daarnaast kan ik u verzekeren dat de federale politie via de media, radio en kranten, in samenwerking met het CCB, ook taken van preventie op zich neemt en de nodige adviezen aan de potentiële slachtoffers verstrekt. De federale politie neemt immers actief deel aan preventiecampagnes van het CCB.
Monsieur Cogolati, afin de garantir la sûreté nucléaire et la sécurité d'approvisionnement du pays, les centrales nucléaires de Doel et de Tihange ont été placées sur la liste des infrastructures dites critiques, dont les activités doivent être maintenues en toutes circonstances. Afin que la sûreté et la sécurité nucléaire des sites continuent à être garanties, l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) surveille la situation de près et s'informe de façon régulière des mesures prises dans le cadre du plan de continuité qui a été mis en place par l'exploitant. Dans le cadre de ce plan, un bilan des fonctions critiques est établi, visant à garantir l'exploitation sûre des installations. Des mesures sont également prises par l'exploitant afin de remplir ces fonctions critiques de la meilleure façon. L'exploitant suit aussi les directives récentes imposées par le gouvernement fédéral afin de lutter contre la propagation du virus.
Outre les mesures de base d'hygiène, la distanciation sociale et l'intensification du télétravail, l'opérateur a pris des mesures très concrètes telles que des restrictions de l'accès à la salle de commande et le report d'opérations non urgentes et non critiques. L'AFCN n'a pas eu à imposer des mesures supplémentaires.
Dans l'arrêté royal portant prescription de sûreté des installations nucléaires, vous retrouverez plusieurs articles qui imposent à l'exploitant de déterminer quelles sont les ressources nécessaires à ces activités. Il est également précisé qu'il doit disposer de suffisamment de ressources tant en conditions normales qu'exceptionnelles. L'exploitant dispose de suffisamment de personnel pour remplir les fonctions critiques. Il prendra si nécessaire des mesures supplémentaires afin de garantir que les activités critiques soient maintenues.
Il s'agit ici notamment de reporter ou de limiter les opérations non critiques, d'adapter le système des shifts, de placer ou de déplacer des personnes qui exercent normalement une fonction différente, mais qui possèdent néanmoins une formation requise pour des activités critiques, etc. Il est prévu que, lors de circonstances exceptionnelles telle qu'une pandémie, la durée d'un shift peut être potentiellement prolongée à douze heures.
En suivant les directives récentes imposées par le gouvernement fédéral afin de lutter contre la propagation du virus, l'exploitant doit favoriser, dans la mesure du possible, le travail à domicile pour le personnel qui n'exerce pas une fonction critique. Il est évident que, pour un certain nombre de fonctions – le pilotage des unités, les tests et les inspections réglementaires, la maintenance et la réparation –, du personnel doit être présent sur site. Les mesures en matière d'hygiène et de distanciation sociale préconisées par le gouvernement sont évidemment d'application.
Collega Colebunders, u had een vraag over het jammerlijke overlijden van een twaalfjarig meisje en de mogelijke rol hierin van de werking van de noodcentrales.
Zoals u ongetwijfeld hebt vernomen, werd het Comité P gevraagd een onderzoek te verrichten naar de afhandeling van de oproep die door de 101-centrale van Oost-Vlaanderen werd ontvangen. Ik stel voor dat de resultaten van dit onderzoek worden afgewacht om er dan desgevallend de nodige conclusies uit te trekken. Indien nodig kunnen dan aanbevelingen worden gedaan, of richtlijnen worden uitgevaardigd.
In algemene termen kan ik wel meedelen dat het de procedure is dat een oproep voor medische hulpverlening of brandweer die toekomt bij de 101-centrale wordt doorgeschakeld naar de 112-noodcentrale, die de oproep dan overneemt.
Dat is een zogenaamde warme doorschakeling. Warm doorschakelen beteken dat de calltaker van de 101-lijn doorschakelt en het gesprek verder volgt. Dit veronderstelt uiteraard dat de calltaker van de 101-lijn uit de oproep kan afleiden dat het om een medisch noodgeval gaat.
Verder beschikken de operatoren van de 112-centrale over duidelijke richtlijnen wat te doen wanneer het gaat om een oproep die verband houdt met een COVID-besmetting. Deze richtlijnen worden bepaald door de FOD Volksgezondheid.
Wanneer een oproep onverstaanbaar is en de oproep wordt onderbroken, zal zowel in het geval dat de oproep binnenkwam via de 101-centrale als wanneer hij binnenkwam via de noodcentrale 112 steeds getracht worden de oproeper terug te bellen. Lukt dit niet, dan is de standaardprocedure dat aan de politie wordt gevraagd langs te gaan, indien men beschikt over de lokalisatiegegevens, want niet alle gsm-oproepen hebben een dergelijke lokalisatiefunctie.
Een ziekenwagen wordt niet standaard uitgestuurd, zodat het medisch materiaal zoveel mogelijk ter beschikking blijft voor bevestigde medische noodsituaties. Echter, wanneer de calltaker elementen heeft die een medische situatie zouden kunnen doen vermoeden, zoals pijnkreten of bepaalde ademhalingsgeluiden, wordt wel degelijk een ziekenwagen ter plaatse gestuurd als de lokalisatiegegevens bekend zijn,
U had ook een vraag over de bewakingssector. Ook in deze bijzondere tijden speelt de privébewakingssector en -veiligheidssector vanuit zijn specialisatie en opgebouwde ervaring een bijzondere rol in het globale veiligheidsbeleid.
De huidige situatie in België wijzigt niets aan de rol van de privésector en aan de manier waarop haar samenwerking met de politiediensten verloopt. Vanuit die optiek is de sector van de privé- en bijzondere veiligheid expliciet aangeduid als een cruciale sector met essentiële dienstverlening en kan zij haar fundamentele en noodzakelijke activiteiten blijven uitvoeren.
Mijn administratie overlegt in de huidige uitzonderlijke periode structureel en dagelijks met de belangrijkste vertegenwoordigers van de privébewakingssector, om indien nodig gepast en snel te kunnen optreden. Zo werden reeds verschillende maatregelen genomen die de continuïteit en de operationaliteit van de sector in de meest veilige omstandigheden waarborgen.
Bij de uitoefening van de bewakingsopdrachten dienen de bewakingsondernemingen zich strikt te houden aan de geldende veiligheidsmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het virus.
Actuellement, la protection civile est investie dans la lutte contre le coronavirus par un panel assez divers de missions telles que le transport des équipements de protection individuelle (plus de 25 millions de masques transportés) ainsi que d'autres types d'équipements, la production et le transport de gel désinfectant pour les mains à destination de services identifiés comme prioritaires par la task force Shortages, l'aide logistique pour les centres de pré-tri, le montage et l'organisation, le soutien logistique à la police pour le contrôle aux frontières, les conteneurs, l'éclairage, la mise à disposition de drones, l'appui pour le traitement de décès par la préparation et l'installation de morgues temporaires à Saint-Trond et à Herstal, le soutien au transport de patients et enfin, la participation quasi journalière à la coordination multidisciplinaire par la présence aux réunions de gestion fédérale et provinciale ainsi qu'à différents groupes de travail.
La protection civile approvisionne les services de secours en gel désinfectant pour les mains depuis le 27 mars. Depuis le lundi 30 mars, la production a été portée à environ 10 000 litres par jour. En tant qu'initiateur du projet, l'unité opérationnelle de la protection civile de Brasschaat, en collaboration avec un certain nombre d'entreprises, supervise la production. Ensuite, avec l'unité opérationnelle de la protection civile de Crisnée, elle se charge du transport vers les différents services. L'objectif initial de la démarche était d'apporter une quantité de 120 000 litres pour faire face à la pénurie de gel désinfectant pour les mains et d'ensuite évaluer la nécessité de lancer ou non une seconde production en fonction des besoins identifiés sur le terrain.
Vous n'ignorez pas que la question du gel désinfectant est également reprise dans la task force Shortages présidée par le ministre De Backer. Cette task force a, entre autres, pour mission d'assurer le suivi et la bonne gestion des stocks stratégiques pour l'approvisionnement en dispositifs médicaux et en médicaments. Elle rassemble les différentes offres des producteurs et les demandes des organisations par rapport à leurs besoins en dispositifs de lutte contre le COVID-19 – des équipements de protection, des masques, des gants, des tests de dépistage, des gels désinfectants. Elle identifie par la suite les opérations qui en ont prioritairement besoin. Dès lors, la production du gel désinfectant de la protection civile s'inscrit complètement comme complément dans ce cadre.
Actuellement, la protection civile se charge du transport du gel désinfectant pour les mains vers les services qui sont de mon ressort: les zones de police, les zones de secours, le 112, les CIC et encore d'autres.
Une partie de cette production a été remise à la task force Shortages, qui déterminera les services qui doivent être approvisionnés en priorité et règlera les modalités de transport. Enfin, la phase de production des 120 000 litres devrait prendre fin dans les prochains jours. Il revient à la task force de décider si une seconde phase de production est nécessaire, étant donné qu'il existe actuellement d'autres producteurs sur le marché.
Er waren ook vragen over de Taskforce Shortages, vragen over tekorten aan mondmaskers, aan schorten, aan handgels, aan testing. Ik heb daar al een paar antwoorden op gegeven. Het is wel zo dat de regering de bevoegdheden ter zake bij de heer De Backer heeft gelegd.
Ik wil nog een aantal zaken meegeven met betrekking tot mijn bevoegdheid. Ik heb in het begin, vanaf het moment dat de regering maatregelen kon nemen, 187.500 tests opgeëist en hectoliters reagentia om nieuwe testen te kunnen maken. De civiele bescherming maakt handgels aan.
Ik heb aan het kernkabinet toelating gevraagd en gekregen, omdat wij niet op een prioriteitenlijst stonden om redenen die gekend zijn, om zelf mondmaskers voor onze politiediensten aan te kopen. Ondertussen kan ik zeggen dat er ongeveer 120.000 plus 50.000 van deze maskers beschikbaar zijn. Nadien komt er een grote aankoop die nu reeds loopt, ter waarde van 3,9 miljoen euro.
Deze zaken zijn tot stand gekomen in nauw overleg met de politievakbond en hebben er ook voor gezorgd dat de terechte vragen met betrekking tot bescherming en veiligheid van het politiepersoneel door mij niet alleen werden opgevolgd maar ook tot een praktische oplossing hebben geleid.
Een aantal collega's heeft vragen gesteld over de toepassing van de GAS-boetes. Dat staat niet op de agenda van deze vergadering. Dit is een agendapunt voor de coronacommissie. Ik verwijs naar de beslissing van het Parlement in het kader van het bijzonder wettelijk kader waarin wij werken.
Ik zal wel informatie geven. De cijfers zal ik u snel bezorgen, mijnheer de voorzitter.
Een aantal collega's heeft vragen gesteld over het ministerieel besluit. Het ministerieel besluit dient steeds in een zeer kort tijdsbestek na de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad te worden genomen op basis van de adviezen van de CELEVAL, waarvan u de werking kent. Aanpassingen moeten gebeuren voordat de op dat moment geldende maatregelen verstrijken. We zaten dus met een verstrijkingsdatum die was vastgesteld op middernacht 4 april op 5 april.
Gelet op het feit dat ook na de beslissing van de Nationale Veiligheidsraad nog verschillende overlegmomenten plaatsvonden en nog steeds plaatsvinden, en gelet op de tijd die nodig is om nieuwe maatregelen in een tweetalige en juridisch correcte tekst te gieten, was en is het niet altijd mogelijk om ook bij de recentere ministeriële besluiten de afdeling wetgeving van de Raad van State om advies te verzoeken. De termijn is immers te kort.
De minister van Binnenlandse Zaken is op basis van artikel 11 van de wet op het politieambt en op basis van artikel 82 van de wet van 15 mei 2007 betreffende civiele veiligheid, de bevoegde politieoverheid om de noodzakelijke politiemaatregelen te nemen. Dat is de zogenaamde wet civiele veiligheid. De betrokken ministeriële besluiten worden natuurlijk steeds overlegd in de ministerraad.
Het FAQ-document beoogt de bevolking te informeren over de genomen maatregelen en de gevolgen daarvan op hun gezondheid en hun dagelijkse leven. Op die manier kan op constructieve wijze worden samengewerkt met de bevolking waarvan de meerderheid overigens zeer bereidwillig blijkt om deze maatregelen na te leven. Het is niet de bedoeling dat het FAQ-document een bijkomend middel vormt om sancties op te leggen. De minderheid die de maatregelen toch naast zich neerlegt, zal enkel worden bestraft op een wettelijke basis, met name op basis van het op dat moment geldende ministeriële besluit.
Pour terminer, en ce qui concerne les questions de Mme Matz, et celles d'autres collègues, portant sur la Direction générale de la police judiciaire, les tableaux organiques théoriques prévoient un effectif opérationnel de 4 268 enquêteurs et de 549 membres du cadre administratif et logistique. En réalité, comme les tableaux organiques ne sont pas remplis, la DGJ compte 3 562 enquêteurs et 608 membres du cadre administratif et logistique. Sur cet effectif réel, 237 sont malades, soit 6,6 %. Cela signifie que plus de 93 % des effectifs sont disponibles.
Vu les circonstances spécifiques, des mesures visant à maximiser la distanciation sociale sont d'application. Elles le sont également au sein de la police judiciaire. Cela signifie que l'on combine le travail de bureau, le travail sur le terrain et le télétravail, et que ces trois opportunités sont envisagées si la possibilité s'en présente.
Les effectifs sont bien entendu disponibles pour l'exécution de missions, dont les enquêtes judiciaires. Un business continuity plan a été développé par la Direction générale de la police judiciaire. Il est décliné dans chaque direction déconcentrée. À ce jour, toutes les fonctionnalités de la police judiciaire spécialisée continuent à être exécutées sur l'ensemble du territoire. De manière très pratique, le directeur général de la police judiciaire et les 14 directeurs judiciaires du pays sont en contact fréquent avec les autorités judiciaires, le Collège des procureurs généraux, le parquet fédéral, le procureur du Roi et avec encore d'autres instances, pour accorder l'action de la police judiciaire et celle de la justice, a fortiori dans le contexte actuel dans le quel tout le monde travaille.
J'en viens à votre dernière question sur la protection civile.
De Civiele
Bescherming is tot nu toe ingegaan op alle officiële verzoeken die aan haar
werden gericht en zij zorgt er maximaal
voor dat er wordt ingespeeld op alle verzoeken die zouden kunnen worden gedaan,
zoals het desinfecteren van de pre-triagecentra en de steun aan rust- en
verzorgingstehuizen.
Mijnheer de voorzitter, beste collega’s, ik heb een globaal antwoord
gegeven op alle vragen. Ik meen dat geen van de vraagstellers geen antwoord
heeft gehad op zijn vragen. De details heb ik soms achterwege moeten laten,
maar ik engageer mij zoals altijd om u die te bezorgen. Ik kan dat schriftelijk
doen, via het commissiesecretariaat. Als men mij een vraag daarover zou
richten, heb ik de mogelijkheid om u een geformaliseerd antwoord daarop te
bezorgen.
Ik kan en moet besluiten. Met de genomen maatregelen houdt de Nationale Veiligheidsraad één doel voor ogen: het redden van mensenlevens op basis van medische adviezen van onze experts. We staan voor een zware uitdaging, maar we kunnen dit volhouden. Het is niet anders in de uitoefening van mijn bevoegdheden om er, samen met het Parlement, voor te zorgen dat we de zaak onder controle kunnen krijgen en houden. Tot daar mijn antwoord.
De voorzitter: Mijnheer de minister, bedankt voor uw omstandig antwoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Collega's, ik ga graag in op het aanbod van de minister. Als leden van de commissie bijkomende vragen hebben, kunnen zij die bij het commissiesecretariaat indienen. De minister heeft zich ertoe geëngageerd die met spoed te zullen beantwoorden. Dat geldt ook voor de bijkomende antwoorden van vandaag op vragen over cijfermateriaal en bepaalde technische details.
Ik stel het op prijs dat iedereen zijn zeer drukke agenda heeft vrijgehouden voor deze zeer interessante gedachtewisseling over de coronacrisis.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.39 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 39 heures.