Commission des Relations extérieures |
Commissie
voor Buitenlandse Betrekkingen |
du Mardi 21 avril 2020 Matin ______ |
van Dinsdag 21 april 2020 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.05 uur en voorgezeten door mevrouw Els Van Hoof.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 05 et présidée par Mme Els Van Hoof.
Les textes repris en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes remis par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Peter De Roover (N-VA): Mevrouw de voorzitter, er zijn drie actualiteitsdebatten geagendeerd. Is het mogelijk om een tijdslimiet af te spreken voor elk van die drie debatten? Ik vrees dat we anders bij het eerste van de drie zullen blijven hangen.
Ik heb ook nog een tweede suggestie. Kan de minister zijn voorbereide antwoorden op de ingediende vragen als bijlage aan het verslag laten toevoegen? Hij zal waarschijnlijk niet binnen het voorziene tijdsbestek op alle vragen kunnen antwoorden, maar als de antwoorden als bijlage bij het verslag worden gevoegd, dan heeft iedereen een antwoord op de ingediende vragen.
De voorzitter: Het is vermoedelijk geen probleem om die antwoorden te bezorgen. Ik kijk daarvoor naar de minister.
Voor het eerste actualiteitsdebat heeft iedereen die een vraag heeft ingediend twee minuten spreektijd. Voor het antwoord heeft de minister vijf minuten, maar het kan uiteraard iets meer zijn. Daarna is er een mogelijkheid tot repliek. In een actualiteitsdebat kunnen andere fracties zich aansluiten bij de vraagstellers. Ik stel voor om het aantal sprekers daarbij te beperken tot één per fractie.
Als er geen bezwaar is, beginnen wij met het eerste actualiteitsdebat.
01 Actualiteitsdebat over de toestand van de Belgische "Foreign Terrorist Fighters" (FTF). Toegevoegde vragen van
- Ellen Samyn aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De consulaire bijstand voor gevangengenomen FTF’ers" (55003575C)
- Peter De Roover aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De beschikking betreffende kinderen van Syriëstrijders" (55003662C)
- Malik Ben Achour aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "de repatriëring van kinderen van Foreign Terrorist Fighters" (55003876C)
- Georges Dallemagne aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het voornemen van de regering om Belgische kinderen onder de 10 jaar uit Rojava te repatriëren" (55003972C)
- Georges Dallemagne aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het voornemen van de autoriteiten van Rojava om buitenlandse FTF's te berechten" (55003973C)
- Kattrin Jadin aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De recente beslissing van het hof van beroep" (55004032C)
- Ellen Samyn aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De uitwijzing van twee IS-weduwen door Turkije naar België" (55004161C)
- Benoît Piedboeuf aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De adoptie van Syrische weeskinderen die zich nog in Syrië bevinden" (55004281C)
01 Débat d’actualité sur la situation des "Foreign Terrorist Fighters" (FTF) belges. Questions jointes de
- Ellen Samyn à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'assistance consulaire aux FTF en détention" (55003575C)
- Peter De Roover à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le jugement concernant des enfants de combattants en Syrie" (55003662C)
- Malik Ben Achour à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Rapatriement des enfants de Foreign Terrorists Fighters" (55003876C)
- Georges Dallemagne à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La volonté du gouvernement de rapatrier les enfants belges de moins de 10 ans détenus au Rojava" (55003972C)
- Georges Dallemagne à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'intention des autorités du Rojava de juger les FTF étrangers" (55003973C)
- Kattrin Jadin à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La récente décision de la cour d’appel" (55004032C)
- Ellen Samyn à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'expulsion de deux veuves de combattants de l'EI par la Turquie vers la Belgique" (55004161C)
- Benoît Piedboeuf à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'adoption d'enfants orphelins d’origine syrienne toujours présents en Syrie" (55004281C)
01.01 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, ik heb twee vragen op de agenda staan die ik zal bundelen.
Een aantal weken geleden antwoordde u op mijn vraag over consulaire bijstand aan Belgische gevangenen in Irak en Syrië dat het niet mogelijk is consulaire bijstand te bieden in de kampen in Noord-Syrië, maar dat de gedetineerden in Irak wel consulaire bijstand kunnen genieten. U zei ook dat de Iraakse gedetineerden recent een consulair bezoek hadden aangevraagd en dat er hun dan ook een bezoek zal worden gebracht zodra de lokale veiligheidssituatie dat toelaat.
De Deense minister van Buitenlandse Zaken, Jeppe Kofod, is van plan om de consulaire bijstand in te houden voor zijn burgers die naar het buitenland zijn gereisd om voor extremistische groepen te vechten. Hij verklaarde het volgende: "Wij zijn absoluut niets verschuldigd aan buitenlandse strijders die naar Syrië en Irak zijn gegaan om voor ISIS te vechten. Daarom nemen wij nu maatregelen tegen de toegang van buitenlandse strijders tot consulaire bijstand door het ministerie van Buitenlandse Zaken en Deense vertegenwoordigingen in het buitenland".
Ik heb hierover de volgende vragen, mijnheer de minister.
Werd er ondertussen, nog vóór de wereldwijde uitbraak van het coronavirus, consulaire bijstand geboden aan de gedetineerden in Irak?
Deelt de regering de mening van de Deense regering inzake consulaire bescherming? Is de regering van plan en/of wordt er nagedacht om de consulaire bijstand in te houden voor Belgische gevangenen in Irak en Syrië?
Mijn volgende vraag gaat over de IS-weduwen Tatiana Wielandt en Bouchra Abouallal. Zij werden door een rechtbank in Turkije vrijgesproken en vrijgelaten. De Turkse rechtbank was van oordeel dat zij geen Turkse wetten overtreden hebben en zij werden dan ook vrijgelaten. De vrouwen wachten nu in een vluchtelingenkamp op hun uitwijzing naar België, maar wegens het coronavirus kan dat nog enige tijd duren.
Graag krijg ik een huidige stand van zaken in het dossier van de IS-weduwen, mijnheer de minister.
Aangezien België om hun uitlevering heeft gevraagd, wanneer zullen zij worden overgebracht, of wordt er alsnog nagedacht om alle mogelijke juridische, diplomatieke en politieke middelen uit te putten om de terugkeer van het tweetal te verhinderen?
Wat zal er gebeuren indien deze twee vrouwen naar België overgebracht worden? Gaan zij, aangezien zij hier zijn veroordeeld tot vijf jaar cel, onmiddellijk naar de gevangenis?
Deze IS-weduwen hebben elk nog één kind bij zich, de andere kinderen werden reeds gerepatrieerd. Wat zal er met die twee kinderen gebeuren?
Welke eventuele repatriëringen van kinderen en/of hun ouders staan er nog op til?
01.02 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, graag kreeg ik een update van u. Hoeveel FTF'ers zijn er volgens onze gegevens nog aanwezig in Irak en Syrië? Hoeveel zijn er nog voortvluchtig sinds de Turkse inval? Hoeveel werden inmiddels gevat door de Turkse autoriteiten? Als u mij die cijfers schriftelijk kunt bezorgen, dan ben ik daarmee tevreden.
Er zijn tien kinderen in Syrische kampen waarvoor consulaire bijstand moest worden verleend. Wat is de evolutie in dit dossier? Is er enige evolutie in de houding van de moeders van die kinderen in het mogelijk maken van de repatriëring
Wat de uitlevering betreft van figuren zoals Fouad Akrich die intussen de Belgische nationaliteit werd ontnomen, verneem ik graag welke houding wij aannemen ten aanzien van ex-Belgen. Behandelen wij hen zoals andere mensen van Marokkaanse nationaliteit die ooit de Belgische nationaliteit hebben gehad?
Wat is de impact van de coronacrisis op de kampen? Hebt u daarover enige informatie? Beïnvloedt de ziekte de bevoorrading?
Ten slotte, op 30 januari kondigden de Koerdische autoriteiten aan zelf over te gaan tot berechting. U hebt op 10 maart gezegd dat de details verder worden uitgewerkt. Zijn er daar intussen contacten geweest? Wat hebben die opgeleverd?
Bestaat er een mogelijkheid om de ontzetting uit de Belgische nationaliteit te laten betekenen aan mensen in die kampen? Zijn er nog contacten geweest met de Iraakse regering met betrekking tot de mogelijkheid tot vervolging in de eigen streek?
01.03 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, je voudrais revenir sur le jugement du 3 mars dernier qui a été rendu par le juge des saisies du tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles, qui a reporté les astreintes de 5 000 euros par jour et par enfant que l'État belge aurait dû payer sans rapatriement dans les trois mois des enfants détenus avec leur mère à Al-Hol. Cette décision n'est en rien une annulation de la précédente. Notre pays devra s'acquitter de ces sommes si dans les trois mois à dater de l'autorisation écrite reçue des parents, l'assistance consulaire et des papiers ne leur ont pas été fournis. Le 18 février dernier, devant cette commission, vous invitiez les mamans de ces enfants à autoriser le rapatriement.
Concernant le jugement des Foreign Terrorist Fighters (FTF), nous le savons, la peine de mort fait partie de l'arsenal juridique irakien et les tribunaux kurdes ne sont pas une autorité juridique reconnue internationalement. Le 18 février, vous aviez annoncé que vous vous interrogiez quant à la valeur juridique de l'offre faite par les Kurdes de Syrie de procéder au jugement des FTF belges qu'ils détiennent.
Monsieur le ministre, quelle est votre analyse du jugement rendu le 3 mars dernier? Quel est son impact sur l'évolution du dossier?
Avez-vous pu obtenir des réponses en ce qui concerne la valeur juridique des décisions qui seraient prises par les magistrats du Kurdistan syrien?
01.04 Kattrin Jadin (MR): Mevrouw de voorzitter, als u daarmee akkoord kunt gaan, zal ik ook aan mijn fractievoorzitter het woord verlenen omdat wij vragen over hetzelfde onderwerp hebben.
Monsieur le ministre, ma question va dans le même sens que celle de M. Ben Achour. En effet, je me pose également des questions quant aux engagements de l'État belge au sujet de la décision prise, début mars, par la cour d'appel qui remet en question la nécessité de rapatriement, partant du principe que la nationalité de certains enfants nés en Syrie dont les mamans sont des terroristes combattantes ne peut être démontrée.
Nous avons déjà eu beaucoup de débats sur la question dans le cadre de notre commission, monsieur le ministre. Mais je m'interroge sur les effets de ce jugement et j'aimerais vous entendre à ce sujet.
01.05 Benoît Piedboeuf (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, j'ai été interpellé au sujet de la possibilité qui s'offrirait à des familles belges d'origine ou de résidence, ou à des familles syriennes naturalisées belges d'adopter de très jeunes orphelins qui se trouvent toujours dans des camps actuellement protégés par les Casques blancs. Pourriez-vous nous donner votre avis quant à la possibilité réelle de sortir, de cette manière, des enfants de Syrie?
01.06 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de minister, ten eerste, er is al naar verwezen dat ondanks de zending naar Irak het niet gelukt is de betrokken kinderen van de nodige documenten te voorzien. De Belgische Staat heeft alles ondernomen om consulaire bijstand te geven.
De rechter heeft dan ook geoordeeld dat de Belgische Staat niet in de mogelijkheid was die documenten te geven. De dwangsommen zijn dan ook opgeheven. De ouders en de kinderen gaan daarmee niet akkoord en zijn in beroep gegaan.
Wat is de stand van zaken in de procedure? Hoe gaat de Belgische overheid er verder mee om?
Ten tweede, de IS-bruiden Tatiana Wielandt en Bouchra Abouallal zijn vrijgelaten uit de Turkse gevangenis. Wat zal met hen gebeuren? Zal de hotspotprocedure in werking treden, waarbij de Turkse overheid laat weten op welke commerciële vlucht zij zullen zitten, wat waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn, of zal ons land hen actief repatriëren?
Ten derde, er is ook de vraag over de Koerdische autoriteiten, die, zoals de andere sprekers hebben opgemerkt, een berechting in de regio hebben voorgesteld en die organiseren. Zijn gesprekken daarover lopende? Hoe reageren de andere Europese lidstaten die een coalitie vormen op die berechting? Wat is de stand van zaken daarvan?
Tot slot, wat is de stand van zaken in de beroepen die de overheid heeft ingediend tegen uitspraken van Franstalige rechters in Brussel inzake repatriëring van kinderen en hun moeders? Is er ter zake een zicht op de timing? Welke initiatieven plant de federale regering ter zake?
De voorzitter: Mevrouw Soors, u hebt een vraag en u bent aanwezig. Ik geef u graag het woord voor uw vraag.
01.07 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, wij horen de voorbije dagen steeds meer berichten dat IS van de coronacrisis profiteert om een nieuwe opmars te maken. Ik maak mij zorgen over die opmars, zeker in relatie tot de Belgische Foreign Terrorist Fighters, die ginds nog altijd zijn, en ook in relatie tot onze nationale veiligheid.
Ik heb daarover een drietal vragen.
Ten eerste, mijnheer de minister, enkele maanden geleden kondigden de Koerden aan dat zij buitenlandse strijders zelf zouden berechten. Toen ik u in februari 2020 daarover bevroeg, moest de Belgische regering haar standpunt nog bepalen. Zijn de Koerden ondertussen met die berechting begonnen? Indien ja, zijn al Belgen berecht? Wat is ondertussen het standpunt van ons land met betrekking tot de berechting door de Koerden?
Ten tweede, de Belgische regering huldigde lang het standpunt van een internationaal tribunaal voor de berechting van de Foreign Terrorist Fighters. Er gebeurt bij mijn weten erg weinig op dat vlak. Hangt de Belgische regering dat standpunt nog steeds aan? Indien ja, is er nog overleg met andere landen geweest daarover? Is er nog vooruitgang? Indien neen, wat is het alternatief waarmee wij nu eindelijk tot die berechting kunnen komen?
Ten derde, de coronacrisis heeft uiteraard ook een impact op de situatie in de kampen.
Heeft de Belgische regering weet van recente ontsnappingen uit de kampen door Belgische strijders? Heeft de Belgische regering nog steeds een duidelijk overzicht waar de Belgische Foreign Terrorist Fighters zich op dit moment bevinden? Voor mijn andere vragen die te maken hebben met de moeders en kinderen, sluit ik mij aan bij de reeds gestelde vragen met het oog op efficiënt tijdsgebruik.
De voorzitter: Ik moet iedereen danken voor het perfect tijdsgebruik. Perfect binnen de twee minuten. Indien er nog collega's zijn die zich bij het debat willen aansluiten, gelieve uw hand op te steken.
01.08 Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de minister, u weet dat onze partij van mening blijft dat we een gezamenlijke oplossing moeten zoeken voor de FTF'ers die nog in de kampen zitten. Met name hopen we op een berechting ter plaatse, liefst door een internationaal tribunaal. Ik heb er niets meer over gehoord en wil dus graag weten wat de regering inmiddels in dat verband heeft ondernomen via besprekingen met andere EU-ministers.
We horen overal verontrustende berichten dat FTF'ers zouden ontsnappen, mede door of met als mogelijke uitvlucht het coronavirus. Hebben wij er een duidelijk zicht op waar onze FTF'ers zich bevinden?
01.09 John Crombez (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik zag vanochtend dat de vraag die ik heb ingediend in dit debat, onder de verkeerde titel op een verkeerde plaats staat, maar dat maakt hier eigenlijk niet veel uit. Ik denk dat uw medewerkers de vraag wel hebben gezien.
Ik wil mij vooral focussen op de impact op de Belgische veiligheid door de situatie in de Syrische IS-kampen naar aanleiding van de corona-epidemie. In de buitenlandse pers is daarover de voorbije dagen redelijk veel verschenen. De toestand is zeer precair en moeilijk. Graag wil ik daarom weten wat de impact daarvan is op de Belgische veiligheid.
Mijnheer de minister, ten eerste, hoe evalueert u de toestand in de Koerdische IS-kampen en gevangenissen in Noord-Syrië op dit moment, sinds de corona-uitbraak? Welke risico's zijn er volgens u voor België verbonden aan die toestand?
Ten tweede, zijn er de voorbije weken contacten geweest met de Koerden die instaan voor die kampen en de bewaking ervan? Hoe kan ons land ervoor zorgen dat de situatie in die kampen stabiel blijft? Kunnen wij daar op een of andere manier steun verlenen?
Ten derde, wat is uw actuele inschatting met betrekking tot het engagement van de Koerden in de regio om die Europese IS-strijders te blijven bewaken? Is dat engagement er of is dat aan het verminderen en zal het zelfs wegvallen door de bijkomende moeilijkheden ten gevolge van de coronacrisis?
Ten slotte, aangezien de regering niet in een normale situatie aan het werk is en gezien het belang van deze problematiek, bent u bereid deze discussie veel intensiever op te nemen met het Parlement? Het is immers een internationale kwestie die niet overal in de highlights staat, maar men ziet in de buitenlandse pers dat deze problematiek, en het gevaar dat deze met zich meebrengt, steeds acuter wordt. Het lijkt mij dan ook normaal en wenselijk dat de regering en u dit frequent voorleggen aan het Parlement.
01.10 Philippe Goffin, ministre: Madame la présidente, chers collègues, ce débat d'actualité me permet de vous informer sur les derniers développements concernant le dossier des FTF. L'actualité est évidemment focalisée sur la gestion de la crise du coronavirus.
Malgré une
actualité focalisée sur la gestion de la crise du coronavirus, avec l’aide des
autorités belges compétentes, nous maintenons évidemment l’intention de
rapatrier les enfants belges situés dans des camps en Syrie.
Avant de
répondre à vos questions, je voudrais rapidement rappeler les lignes
directrices de la politique du gouvernement, lignes directrices qui sont
rigoureusement les mêmes que celles exposées en séance plénière au début
janvier 2020 et lors d’un précédent débat d’actualité mené au sein de notre
commission. Se basant sur la décision du Conseil national de sécurité de
février 2018, le gouvernement belge examine les modes opérationnels théoriques
et pratiques qui permettent le retour effectif de ces enfants.
Il n'y a donc
pas d'obligation de résultat quant au rapatriement effectif des enfants. Les
quatre derniers jugements en appel ont conforté la position du gouvernement
belge. Je rappelle que nous devons obtenir l'accord des mères de ces enfants
pour leur départ vers la Belgique sans elles. Nous devons également obtenir
celui des autorités du Rojava.
Daarom,
mevrouw Samyn, kan ik uw vraag al beantwoorden. Er staan momenteel geen verdere
repatriëringen van kinderen of hun moeders op til. De andere punten in uw vraag
die betrekking hebben op de uitzetting van twee FTF's in Turkije betreffen
vooral mijn collega van het gerechtelijk apparaat; ik nodig u uit zich tot hem
te wenden.
Quant aux adultes, la position du gouvernement belge est identique à celle de ses partenaires européens: il est préférable que ces FTF soient poursuivis et jugés dans la région.
Dit beantwoordt ook de vraag van mevrouw Soors door toe te voegen dat non bis in idem alleen van toepassing is als de genoemde feiten ter plaatse hetzelfde zijn als in België, wat aangetoond moet worden.
Nous poursuivons les discussions avec nos partenaires européens pour
que la justice irakienne puisse juger les FTF dans le respect des droits de
l'homme. Et nous continuons à étudier les propositions kurdes de les juger sur
leur sol. Il ne s'agit pas d'y faire juger les FTF à tout prix. La question des
garanties humanitaires, en termes de droits fondamentaux – conditions de
détention, dimension contradictoire et transparente des procès et
non-application de la peine de mort – constitue évidemment un élément
principal dans ces discussions.
Sur ce point spécifique, M. Dallemagne n'est pas là, mais s’agissant de sa question, sur la demande de coopération des autorités du Rojava pour juger les FTF étrangers, je vous invite à vous tourner vers mon collègue de la Justice.
Mevrouw Soors, ik heb geen informatie die het proces tegen de Belgen in Rojova bevestigt of niet.
Madame la présidente, j'en viens à présent aux questions précises.
Mevrouw Samyn, wat uw vraag betreft, het is inderdaad zo dat consulaire bijstand geen absoluut recht is en dat het door landgenoten afreizen naar oorlogsgebied een van de uitsluitingsgronden is die ervoor kunnen zorgen dat deze personen geen aanspraak meer maken op consulaire bijstand. Hierdoor wordt in algemene zin geen consulaire bijstand geboden aan personen die bewust naar oorlogsgebied afreisden om een terroristische organisatie te vervoegen. Echter, wat betreft de personen gedetineerd in Irak, die beiden ter dood werden veroordeeld, werd vanuit humanitair standpunt en in lijn met onze houding ten opzichte van de doodstraf discretionair besloten toch beperkte consulaire bijstand te verlenen.
Plusieurs questions, notamment de M. De Roover et Mme Jadin, concernent les procédures judiciaires entamées contre l’État belge. Le 25 février 2020, le juge des astreintes, soit le juge du tribunal de première instance de Bruxelles (chambre néerlandophone), a suspendu les astreintes dues en cas de non-exécution de l’ordonnance du 11 décembre 2019 qu’il avait lui-même prononcée. Dans cette décision, le juge reconnaît que l’État belge se trouve actuellement dans l’impossibilité d’exécuter l’ordonnance du 11 décembre 2019 et qu’aucune astreinte ne doit dès lors être payée. Les obligations de l’ordonnance subsistent néanmoins et la décision du 25 février 2020 prévoit que les astreintes recommenceront à courir si ces obligations, à savoir l’assistance consulaire et la délivrance de documents de voyages aux seuls enfants, n’étaient pas exécutées par l’État trois mois après que les mères et pères auront donné leur accord à être séparé(e)s de leurs enfants respectifs.
En outre, la procédure en appel de l’ordonnance du 11 décembre 2019 est actuellement en cours. L’audience du 26 février 2020 a bien eu lieu, mais la cour d’appel de Bruxelles – chambre néerlandophone – a fixé une nouvelle audience au 8 avril 2020 pour que les parties puissent conclure sur certains points additionnels. En raison du confinement, cette audience est remise à une date qui est toujours indéterminée.
La cour d’appel se prononcera sur l’ensemble de l’ordonnance dont font partie les astreintes imposées par le premier juge. Par ailleurs, dans deux arrêts du 5 mars 2020, la cour d’appel de Bruxelles – rôle francophone – a déclaré fondés les appels de l’État belge contre les ordonnances des 30 octobre et 2 décembre 2019. Pour rappel, par ces ordonnances, l’État belge avait été condamné à rapatrier deux mères belges, considérées comme FTF, et leurs enfants présumés dans un délai de 75 jours à dater de la signification de chaque ordonnance, sous peine d’astreintes de 2000 euros par jour de retard, commençant à courir dès l’expiration des délais précités, avec un maximum de 750 000 euros par dossier.
Le 5 mars 2020, la cour d’appel a décidé que les enfants n’étaient pas valablement représentés dans les affaires dont elle devait traiter, en raison de l’absence de filiation maternelle reconnue. Pour la même raison, ces enfants ne disposent actuellement pas de la nationalité belge et ne rentrent donc pas dans le champ d’application de la décision du gouvernement de février 2018. Les demandes faites au nom des enfants sont donc irrecevables. En ce qui concerne les mères, leurs demandes furent jugées non fondées.
Voilà pour le volet judiciaire de ce dossier.
M. Dallemagne a posé une question précise quant à la responsabilité kurde concernant le financement du programme dont on mentionne l'existence, mais M. Dallemagne est absent aujourd'hui.
Mevrow Soors, enkele details. Mijn diensten werden door de administratie van de kampen niet ingelicht over enige recente ontsnappingen uit de kampen. Ik heb nog steeds een duidelijk overzicht in welke kampen en gevangenissen die beheerd worden door de Syrische Koerden de Belgische FTF'ers zich bevinden.
Een uitbraak van corona in de kampen zou grote gevolgen kunnen hebben. Vandaar dat de lokale autoriteiten samenwerken met internationale hulporganisaties om infecties in de kampen te voorkomen. Momenteel zijn vier Belgische FTF'ers die uit Syrië terugkeerden aangehouden in Turkije. Voor twee oordeelden de Turkse autoriteiten reeds dat zij zouden worden uitgewezen naar België; door de opschorting van vluchten uit Turkije naar België is dit voorlopig niet mogelijk. De Turkse autoriteiten dienen nog een beslissing te nemen over de twee andere Belgische FTF'ers.
Je terminerai en répondant à
la question de M. Piedboeuf sur la possibilité pour des familles belges
d’adopter des enfants syriens orphelins encore situés dans leur pays. L’objet
de la question n’appartient pas directement à la compétence de mon département
mais je peux néanmoins apporter les informations utiles suivantes. Au vu des
renseignements en notre possession, le droit syrien, comme celui d’autres pays
musulmans, ne connaît pas l’adoption, prohibée par le droit islamique. Il
existe néanmoins une forme légale de prise en charge d’un enfant par des
parents qui n’ont pas de lien de parenté avec lui. Il s’agit de la 'Kafalah'. Un contrat est signé devant un juge
ou un notaire et les parents adoptifs s’engagent à fournir les soins à cet
enfant dont ils obtiennent la garde à la place de sa famille biologique.
Cependant,
même si les parents adoptifs ont une responsabilité parentale par rapport à
l’enfant, il n’y a pas de filiation avec l’enfant. Ce dernier, confié par
'Kafalah', n’est pas adopté aux yeux du droit belge. Quoi qu’il en soit, comme
à la suite de l'entrée en vigueur, le 1er septembre 2005, de la loi
réformant l'adoption, les compétences en matière d’adoption ont été réparties
entre le fédéral et les Communautés comme suit: seule l'autorité centrale
fédérale, créée au sein du SPF Justice, est compétente pour procéder à la
reconnaissance des adoptions établies à l'étranger. Les Communautés en revanche
sont compétentes pour tout ce qui concerne l'aide, l'accompagnement et
l'assistance fournis aux adoptants et candidats adoptants, aux adoptés et
candidats adoptés, ainsi qu'aux membres de leur famille.
De voorzitter: Mijnheer de minister, het geluid blijft heel digitaal, wat onaangenaam is.
De voorzitter: Zo is het beter ja.
01.11 Minister Philippe Goffin: Mijnheer De Roover, in verband met uw vraag over FTF'ers kan ik u het volgende meedelen. Voor zover ik weet zijn er 22 Belgische vrouwen in kampen in Syrië. Over de situatie van de heer Akrich, hij wordt vastgehouden in Turkije en ik ben niet op de hoogte van een datum voor zijn verschijning voor een rechter.
De voorzitter: Ik geef graag het woord terug aan de collega's voor een repliek.
01.12 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, dank u wel voor de verduidelijking in verband met de consulaire bijstand.
Wat de terugkeer van de IS-weduwes betreft, blijf ik mij zorgen maken over het veiligheidsrisico voor onze bevolking. De IS-weduwen kozen er tot twee maal toe, en tegen elk advies in, bewust voor om naar Syrië te trekken. Erger nog, ze namen ook deel aan de gruweldaden daar. Binnen een paar jaar, na hun mogelijke gevangenisstraf hier in België, staan ze op vrije voeten terug op straat. Eigenlijk is dat niet te vatten. Het Vlaams Belang blijft herhalen dat de regering moet luisteren naar de bevolking. Laat geen enkele IS-terrorist nog binnen in ons land. Deze terroristen moeten worden berecht en vastgehouden in de regio waar zij hun misdaden hebben gepleegd. Alleen zo kunnen wij onze bevolking beschermen.
01.13 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de minister, dank u voor het antwoord. Het zal aan mijn elektronische uitrusting liggen dat ik een en ander heb gemist. Ik zal dus met belangstelling kennis nemen van uw antwoord in het schriftelijk verslag, vermits ik geregeld niet heb kunnen volgen. We zien zo wat de beperkingen zijn van elektronische vergaderingen.
De voorzitter: Het schriftelijk verslag zal inderdaad voor iedereen handig zijn om na te lezen.
01.14 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse. Je vais prendre le temps de la relire dans le rapport écrit, étant donné que j'ai également eu un petit souci technique. Je ne sais pas si le problème était dû au micro du ministre ou au diffuseur de mon ordinateur. Je ne manquerai toutefois pas de consulter la réponse écrite.
De voorzitter: Ik denk dat het thuis nog moeilijker te beluisteren is dan hier.
01.15 Kattrin Jadin (MR): Madame la présidente, personnellement, je n'ai pas eu de problème technique et j'ai bien entendu la réponse du ministre quant aux effets du jugement. Cela répond parfaitement aux questions que je me posais. Je remercie dès lors le ministre.
01.16 Benoît Piedboeuf (MR): Monsieur le ministre, je déduis de votre réponse que ce n'est pas possible mais que c'est faisable. Il faut simplement faire preuve d'un peu d'imagination. Je vous remercie.
01.17 Els Van Hoof (CD&V): Ik denk dat we rondjes blijven draaien inzake berechting in die regio, waar de regering altijd mee schermt. Het recht op een eerlijk proces en het vermijden van marteling kan niet altijd worden gegarandeerd in Irak. Er wordt nu blijkbaar bestudeerd of de Syrische Koerden gerechtelijke instanties zouden kunnen opzetten en voor de berechting zorgen. Hopelijk gebeurt dit dan in samenwerking met de Europese CORE 7-landen (?) en de ontwikkeling van een gemeenschappelijk standpunt. Het zou nuttig zijn indien de berechting daar gebeurt en indien de nodige garanties voorhanden zijn, zou ik die zaak zo willen afhandelen.
01.18 Jessika Soors (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik heb de belangrijkste delen uit uw antwoord kunnen verstaan. Het goede nieuws is dat u beschikt over een duidelijk overzicht van de Belgen die zich in de kampen bevinden. Er zijn er natuurlijk die zich niet in kampen bevinden en ik heb niet gehoord of onze inlichtingendiensten een duidelijk beeld hebben waar die zich bevinden op dit moment. Maken zij deel uit van de opmars van IS? Wat zijn hun plannen voor de komende periode? Zijn zij voornamelijk actief in de regio zelf? Zijn er pogingen om terug te keren onder de radar? Op die fundamentele vragen moeten onze diensten antwoord kunnen geven.
Ik heb u bovendien horen zeggen dat een corona-uitbraak in de kampen grote gevolgen zou kunnen hebben. Dat klopt. Wij maken ons nu zorgen over een uitbraak van corona in de kampen, terwijl wij ons een paar maanden geleden zorgen maakten over de impact van de Turkse politiek op de situatie in de kampen. De situatie is volatiel, want ze is instabiel. Zolang er geen oplossing op lange termijn komt, zal dat zo blijven. De verwijzing naar berechting in Irak volstaat dus niet, want mensen die misdaden gepleegd hebben, kunnen in Irak niet worden berecht. Een verwijzing naar berechting door de Koerden is onduidelijk, want die hebben geen erkende staat en dus biedt de rechtsgeldigheid van berechting door hen geen zekerheid.
Mijnheer de minister, heel veel woorden voor een pleidooi om te zorgen voor een oplossing op lange termijn die stabiliteit, zekerheid en vooral veiligheid biedt. Zolang die oplossing uitblijft, stellen wij onszelf bloot aan risico's voor onze eigen nationale veiligheid. Dat is niet wat de inwoners van ons land, die al in grote onveiligheid leven, verdienen.
01.19 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik hoor dat wij weinig zicht hebben op die berechting in de regio, terwijl dat voor ons bijzonder belangrijk is.
Collega Van Hoof, ik ben het eens met wat u zegt. Wij moeten daar inderdaad alle garanties hebben dat het een eerlijke berechting is. Daarom hebben wij nood aan een internationaal tribunaal. Blijkbaar is er nog geen duidelijkheid over hoe wij dat precies kunnen oplossen.
Ik vind dat bijzonder jammer, dus ik wil erop aandringen dat daar vrij snel de nodige stappen worden genomen om de veiligheid van de burgers in dit land te kunnen garanderen. Voor ons blijft het duidelijk: wij hebben daar ter plaatse een internationaal tribunaal nodig.
01.20 John Crombez (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, het zou goed zijn mocht het Parlement aan alle ministers een headset geven. Ik heb immers maar delen van het antwoord verstaan, dus ik zal het verslag erop nalezen.
Ik heb niet begrepen of onze regering over voldoende informatie beschikt over de veiligheidsrisico's door de verslechterde toestand in de kampen en de gevangenhouding van IS-strijders. Ik wil mijn verzoek herhalen dat de regering het Parlement daarover regelmatig een update zou geven. Anders moeten wij dat blijven vernemen via de pers en dan vooral via de buitenlandse pers. Ik meen dat dit belangrijk genoeg is om het Parlement daarover spontaan te informeren. Mijnheer de minister, mocht u dat mogelijk lijken, dan zou ik dat ten zeerste appreciëren.
De voorzitter: Mijnheer Crombez, wij hebben uw vraag gehoord en zullen dat meenemen.
Ik denk dat er geen replieken meer zijn. Dan kunnen wij overgaan naar het volgend actualiteitsdebat over de coronacrisis.
Het incident is gesloten.
02 Débat d'actualité sur la crise du coronavirus. Questions jointes de
- Samuel Cogolati à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L’Iran face au COVID-19" (55004857C)
- Els Van Hoof à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La diplomatie des masques" (55004828C)
- Els Van Hoof à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La prise en charge de patients provenant de l'étranger" (55004973C)
- Ellen Samyn à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La prolongation des visas touristiques pour les voyages annulés en raison de la crise du COVID-19" (55004982C)
- Malik Ben Achour à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "INSTEX" (55005028C)
- Annick Ponthier à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La possibilité que le coronavirus se soit échappé d'un laboratoire chinois" (55005030C)
- Els Van Hoof à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le cessez-le-feu au Yémen" (55005032C)
- Els Van Hoof à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La situation sécuritaire en Irak et en Syrie durant la crise du coronavirus" (55005037C)
- Els Van Hoof à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'OMS" (55005050C)
- Samuel Cogolati à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La suspension de la contribution américaine à l’OMS" (55005086C)
- André Flahaut à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La crise du COVID-19" (55005133C)
- Peter De Roover à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La guerre civile en Libye" (55005191C)
- Nabil Boukili à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La construction de respirateurs par les travailleurs d’Audi Forest et la VUB" (55004527C)
- Nabil Boukili à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La première transaction du mécanisme INSTEX" (55005164C)
- Kathleen Depoorter à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'appréciation de la réaction de l'OMS à la pandémie de COVID-19" (55005158C)
- Nabil Boukili à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'annonce des USA de supprimer leur contribution à l’OMS" (55005165C)
- Anneleen Van Bossuyt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La crise du coronavirus et les relations avec la Russie" (55005166C)
- Anneleen Van Bossuyt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La contamination au coronavirus en Biélorussie" (55005167C)
- Anneleen Van Bossuyt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La diplomatie des masques de protection" (55005170C)
- Peter De Roover à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'impact du COVID-19 sur les relations avec l'Iran" (55005192C)
- Wouter De Vriendt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La situation COVID-19 à Gaza" (55005195C)
- Kathleen Depoorter à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'évaluation de l'approche de la crise du coronavirus par l'OMS" (55005197C)
- John Crombez à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le rapatriement de Belges bloqués à l'étranger" (55005200C)
- Wouter De Vriendt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le COVID-19 et un cessez-le-feu à l'échelle mondiale" (55005212C)
02 Actualiteitsdebat over de coronavirus crisis. Toegevoegde vragen van
- Samuel Cogolati aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De COVID-19-epidemie in Iran" (55004857C)
- Els Van Hoof aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mondmaskerdiplomatie" (55004828C)
- Els Van Hoof aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De opname van patiënten uit het buitenland" (55004973C)
- Ellen Samyn aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De verlenging van toeristenvisa voor personen die niet kunnen reizen door de COVID-19-crisis" (55004982C)
- Malik Ben Achour aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "INSTEX" (55005028C)
- Annick Ponthier aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mogelijke ontsnapping van het coronavirus uit een Chinees labo" (55005030C)
- Els Van Hoof aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het vredesbestand in Jemen" (55005032C)
- Els Van Hoof aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De veiligheidssituatie in Irak en in Syrië tijdens de coronacrisis" (55005037C)
- Els Van Hoof aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De WHO" (55005050C)
- Samuel Cogolati aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De opschorting van de Amerikaanse bijdrage aan de WHO" (55005086C)
- André Flahaut aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De COVID-19-crisis" (55005133C)
- Peter De Roover aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De Libische burgeroorlog" (55005191C)
- Nabil Boukili aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De fabricatie van beademingstoestellen door de werknemers van Audi Brussels en de VUB" (55004527C)
- Nabil Boukili aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De eerste INSTEX-transactie" (55005164C)
- Kathleen Depoorter aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De appreciatie van de WHO-respons op de COVID-19-pandemie" (55005158C)
- Nabil Boukili aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De door de VS aangekondigde stopzetting van hun bijdrage aan de WHO" (55005165C)
- Anneleen Van Bossuyt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De coronacrisis en de relaties met Rusland" (55005166C)
- Anneleen Van Bossuyt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Coronabesmetting in Wit-Rusland" (55005167C)
- Anneleen Van Bossuyt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mondmaskerdiplomatie" (55005170C)
- Peter De Roover aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De impact van COVID-19 op de relaties met Iran" (55005192C)
- Wouter De Vriendt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "COVID-19-situatie in Gaza" (55005195C)
- Kathleen Depoorter aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De evaluatie van de aanpak van de coronacrisis door de WHO" (55005197C)
- John Crombez aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De repatriëring van Belgen in het buitenland" (55005200C)
- Wouter De Vriendt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "COVID-19 en een wereldwijd staakt-het-vuren" (55005212C)
02.01 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, mes deux questions sont connexes; elles concernent les effets catastrophiques de la politique de Donald Trump aux Etats-Unis. On a l'impression qu'il lutte en réalité contre le multilatéralisme et la coopération internationale – bref, tout le contraire de ce qu'il faudrait faire en cette période de crise qui nous touche toutes et tous, en particulier les plus fragiles.
S'agissant tout d'abord de l'Iran, depuis 2018, les sanctions américaines causent un impact énorme sur l'économie iranienne et, surtout, sur les soins de santé. En effet, l'Iran n'est plus capable de produire des médicaments et du matériel médical. Or, il est l'épicentre de l'épidémie au Moyen-Orient. Monsieur le ministre, hormis par l'entreprise d'INSTEX, dont nous reparlerons, quels efforts avez-vous entrepris avec nos partenaires européens pour maintenir l'aide humanitaire et l'accès du peuple iranien aux soins de santé? Comment garantissons-nous également le respect des droits humains en Iran? Je pense notamment à la situation dans les prisons. Enfin, comment protéger nos ressortissants qui se trouvent sur place, dans des conditions particulièrement éprouvantes?
Un autre aspect de la politique dommageable de Donald Trump, c'est la suspension de la contribution américaine à l'OMS. Je rappelle qu'elle équivaut à 22 % du budget de cette organisation. C'est quand même significatif. Là aussi, monsieur le ministre, j'ai vu que notre gouvernement avait répondu très rapidement. Je tiens sincèrement à saluer cette réaction très positive. Nous connaissons l'engagement de la Belgique dans le multilatéralisme, qu'il est judicieux de rappeler face aux menaces de Trump. Cela dit, quelle est la réponse concrète de l'Union européenne? Pour venir en aide à l'OMS et dès lors aux pays les plus pauvres et les plus vulnérables qui doivent affronter le virus, notre pays propose-t-il de compenser la perte de la contribution budgétaire américaine?
02.02 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, au point 32 de l'ordre du jour, j'avais inscrit une question relative à INSTEX, qui concerne la situation de l'Iran dans le contexte de la crise sanitaire. Dès lors, je souhaiterais qu'elle puisse faire partie du débat d'actualité que nous venons d'ouvrir.
De voorzitter: U hebt daartoe de vrijheid. U komt straks aan bod en dan kunt u die vraag integreren in de vraag die u wou stellen. U doet er dus mee wat u wilt: u stelt de vraag die u hierover wenst te stellen. U krijgt daartoe de gelegenheid.
02.03 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb zelf een vijftal vragen die ik tracht te bundelen op twee minuten tijd.
De eerste vraag gaat over de mondmaskerdiplomatie, misschien het nieuwe woord van het jaar. Taiwan heeft gratis mondmaskers ter beschikking gesteld van negen EU-lidstaten. Dat is ook een manier om zich te laten erkennen door de Europese Unie. De Chinezen hanteren echter bijna een verdeel-en-heerspolitiek: zij hebben al 2,7 miljard maskers geëxporteerd. Buitenlandvertegenwoordiger Borrell verwijst naar de geopolitieke component in de mondmaskerdiplomatie en ook naar de Chinese houding ter zake met daarin een gevecht voor invloed.
Hoe kijkt u hiernaar, mijnheer de minister? Zijn de Taiwanese maskers ondertussen geleverd? Ziet u ook een mondmaskerdiplomatie aan de gang?
Mijn tweede vraag sluit aan bij de vraag van de heer Cogolati over de Wereldgezondheidsorganisatie en de Amerikaanse bijdrage die werd opgeschort. President Donald Trump verklaarde dat het een inefficiënte en bureaucratische organisatie is en dat de Chinese invloed veel te groot is in de Wereldgezondheidsorganisatie.
Hoe kijkt u naar die kritiek en naar de Chinese ambitie om wereldleider inzake gezondheid te worden?
Mijn derde vraag gaat over de opname van internationale patiënten. Ik heb het daar al eens over gehad. Het was opmerkelijk dat president Macron verwees naar Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk en Zwitserland die al Italiaanse en Franse patiënten in hun ziekenhuizen hadden opgenomen. Persoonlijk betreur ik dat de Belgische overheid hiertoe geen inspanningen heeft geleverd. Het was een haalbaar gebaar dat lang zal worden herinnerd in de diplomatie.
Waarom heeft ons land hiertoe toen geen symbolische bijdrage geleverd? Waarom is dat ook niet beter gecoördineerd binnen de Europese Unie?
Mijn vierde vraag gaat over de veiligheidssituatie in Irak en Syrië en het coronavirus. IS maakt misbruik van de coronacrisis om weer op te rukken richting Palmyra. Er werden ook kampen met buitenlandse IS-verdachten aangevallen.
Hoe kijkt u naar die opmars, mijnheer de minister? Hoe kan de veiligheid van gevangenissen daar gegarandeerd blijven?
Hoe kijkt u naar de versnelde terugtrekking van westerse troepen uit Irak wegens de coronacrisis?
Mijn laatste vraag gaat over het door de Saoedi-Arabische coalitie aangekondigde bestand in Jemen in deze geldverslindende oorlog. Dat bestand wordt door de Houthi-rebellen bekeken als een afleidingsmanoeuvre. Ondertussen kreunen meer dan 12 miljoen Jemenieten onder de hongersnood. Er is ook een groot humanitair VN-plan opgesteld waarvoor heel wat miljarden dollars nodig zijn om ervoor te zorgen dat de Jemenieten niet de hongersdood sterven.
Hoe kijkt u tegen dat bestand aan? Hoe heeft men gereageerd binnen de VN-Veiligheidsraad? Op welke manier zal ons land bijdragen tot dat VN-plan voor Jemen om hen te helpen uit deze crisis.
02.04 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, omwille van de wereldwijd genomen strenge gezondheidsmaatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, kan er voorlopig niet meer voor toeristische doeleinden gereisd worden. Heel wat buitenlanders zien hun visum nu verloren gaan omdat ze niet naar België kunnen afreizen. Een visum voor niet-EU-onderdanen die naar België willen afreizen dient bij de Belgische ambassade of het consulaat waar men woont aangevraagd te worden.
Mijnheer de minister, klopt het dat een toerist zijn visum opnieuw zal moeten aanvragen als hij met een eerder goedgekeurd visum niet kon afreizen omwille van de coronamaatregelen? Zullen hiervoor opnieuw kosten moeten betaald worden of zal men omwille van deze omstandigheden een uitzondering maken?
In een concreet geval dient men een dag te reizen en het vliegtuig te nemen om naar de ambassade te gaan om de visumaanvraag in orde te brengen. Wordt er nagedacht om voor dergelijke gevallen een uitzondering te maken en het visum automatisch te verlengen?
02.05 Malik Ben Achour (PS): Monsieur le ministre, INSTEX a enregistré récemment une première transaction portant sur du matériel médical. Cette avancée a été qualifiée de "bon présage" par l'Iran qui estime toutefois que ces progrès restent insuffisants.
La mise en place définitive d'INSTEX dans le cadre défini semble d'autant plus essentielle que l'Iran est touché de façon dramatique par le COVID-19. À ce titre, le dernier bilan officiel, daté du 8 avril, faisait état de presque 4000 morts, mais il s'agit vraisemblablement d'une sous-estimation. L'administration américaine rappelle que les fournitures médicales ne sont pas concernées par les restrictions. En pratique, cependant, la difficulté de mener à bien des opérations financières affecte également ce secteur, notamment en raison de la dimension extraterritoriale du droit américain et, partant, des sanctions que son gouvernement décide.
Dans ce contexte, le 24 mars dernier, Michelle Bachelet, HauteCommissaire de l'ONU aux droits de l'homme, a notamment plaidé pour un assouplissement, voire une suspension, des sanctions qui visent l'Iran.
Monsieur le ministre, à quel moment le mécanisme INSTEX sera-t-il définitivement opérationnel? Où en est-on dans sa mise en œuvre? D'autres échanges sont-ils prévus, notamment dans la lutte contre le COVID-19? Dans ce contexte, quelle position notre pays défend-il au sein de l'Union européenne et des Nations Unies?
02.06 Annick Ponthier (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik stelde u onlangs reeds een vraag in commissie over de Chinese verantwoordelijkheid inzake de globale coronacrisis en de lessen die we hieruit dienen te trekken voor onze toekomstige omgang met het land. Ik heb uw antwoorden hierop met aandacht doorgenomen. Dit zal ongetwijfeld de nodige opvolging vereisen.
Over de Chinese verantwoordelijkheid inzake het verspreiden van het coronavirus pakte de Washington Post onlangs uit met redelijk explosief nieuws. Het gaat om nieuws dat bijna niet zonder uitgebreid wikken en wegen kan naar buiten gebracht worden en waarvan de gevolgen weleens verstrekkend zouden kunnen zijn.
Volgens het artikel waarschuwden Amerikaanse diplomaten reeds in 2018 voor onveilig Chinees onderzoek op vleermuizen, dus twee jaar voor het virus voor het eerst opdook in China. Het gaat meer bepaald over onderzoeken naar virussen bij vleermuizen in het befaamde onderzoekslaboratorium in de Chinese stad Wuhan. Men zegt dat de wetenschappers daarbij niet altijd even voorzichtig zouden te werk zijn gegaan. Amerikaanse diplomaten hebben rapporten opgesteld naar aanleiding van diverse bezoeken door wetenschappers aan het onderzoekslaboratorium. In een van de rapporten staat als waarschuwing te lezen dat die virussen mogelijk op de mens kunnen overgaan en dat dit een risico vormt voor een nieuwe SARS-achtige pandemie. Er zou ook een tekort aan goedopgeleide technici en onderzoekers zijn die nodig zijn om het laboratorium met hoge capaciteit veilig te laten werken.
Een en ander suggereert, uiteraard zonder harde bewijzen, dat het virus toch niet zomaar van dier op mens is overgegaan, maar dat het wel degelijk uit een labo ontsnapte. Wij weten allemaal dat de Chinese overheid weigert verdere informatie aangaande de oorsprong van het virus vrij te geven en dat diverse Chinese specialisten zijn verdwenen.
Wat is uw reactie op bovenstaand nieuws?
Hebt u recent overleg gehad met onze diplomaten over de Chinese verantwoordelijkheid ter zake? Kunt u ons hierover kort briefen?
Zult u de Chinese verantwoordelijkheid in het hele dossier aankaarten in andere fora? Zo ja, wat zal onze insteek hierbij zijn?
02.07 Peter De Roover (N-VA): Libië ontsnapt, nu de
ogen van de wereld op COVID-19 zijn gericht, aan de aandacht van de
internationale gemeenschap. Het is in dit vacuüm, dat de LNA van kolonel Haftar
de duimschroeven verder aandraaide in de belegering van de hoofdstad Tripoli,
door de gas- en watertoevoer af te sluiten en medische faciliteiten onder vuur
te nemen, waaronder op 6 april het ziekenhuis waar coronapatiënten behandeld
worden.
De door Turkije gesteunde GNA wist in de
afgelopen week de rollen om te draaien en reeks strategische steden langsheen
de kust op de troepen van generaal Haftar te heroveren. De proxyoorlog laait
weer in alle hevigheid op, ondanks eerdere afspraken tussen Ankara en Moskou.
Malta vreest het verwoestende effect van
de combinatie Corona-pandemie, migrantenconcentraties en reeds door oorlog
verscheurd gezondheidssysteem. Ze stuurden daarom een brief aan Hoge Vertegenwoordiger
Borrell waarin ze vragen om een onmiddellijke humanitaire Europese missie op te
zetten in samenspraak met de VN en de Libische kustwacht te versterken.
Een staakt-het-vuren, met garanties van
Turkije, Rusland en Egypte, lijkt ons echter een essentiële voorwaarde voor
Europa om te kunnen opereren op Libisch grondgebied
Vandaar dat ik de minister de volgende
vragen wil stellen:
Op 23 maart verzocht de VN al tevergeefs
om een staakt-het-vuren in het conflict, de condities op het terrein zijn
sindsdien slechts verergerd. Ziet de minister de intentie bij de leden van de
Veiligheidsraad om, gezien de wereldwijde pandemie, tot concretere bindende
maatregels te komen? Zal ons land eventueel het voortouw nemen in zo een
initiatief?
Zal de brief van Malta op de agenda van
de vergadering van de Europese ministers van buitenlandse zaken van 22 april
staan? Over welke reserves beschikt Europa nog om deze interventie te kunnen
ondersteunen? En hoe zal het antwoord van deze regering op de Maltese vraag
luiden?
Het GNA-tegenoffensief draagt de stempel
van Ankara. Erdogan probeert niet enkel de overlevingskansen van Tripoli te
verhogen, maar ook een betere positie aan de onderhandelingstafel af te
dwingen. Andermaal draagt Europa de gevolgen van deze machinaties. Dienen de
Libische activiteiten van Turkije geen onderdeel uit te maken van de lopende
onderhandelingen over de migratiedeal en gasvelden tussen EU en de Turkse
regering?
Iran werd al vroeg het epicentrum van het
Midden-Oosten van de COVID-19-uitbraak, vanwege haar nauwe politieke en
economische betrekkingen met China. Naast mismanagement van de crisis door het
Iraanse leiderschap, bleken de sancties en structurele problemen in hun
toeleveringsketens de problemen alleen maar te vergroten. Als regionale speler
heeft Iran de hand in de uitkomst van de vele conflicten en problemen die de
regio treffen. Een verzwakking, radicalisering of heroriëntatie van het regime
in Teheran door COVID-19 zal haar weerslag hebben op de kansen voor vrede en
stabiliteit in het Midden-Oosten
Vandaar dat ik de minister de volgende
vragen wil stellen:
Het instrument ter ondersteuning van
handelsuitwisselingen tussen EU en Iran (INSTEX) werd door de crisis voor de
eerste maal geactiveerd met een erg bescheiden transactie in het kader van de
Iraanse strijd tegen COVID-19. Betekent dit dat het mechanisme nu ten volle
operationeel is en kan gebruikt worden voor andere transacties?
Een te sterke afhankelijkheid van
Europese medicijnen en hulpmiddelen limiteerde de initiële respons en ondanks
de humanitaire uitzonderingen op de sancties was het erg moeilijk en kostelijk
voor Teheran om de nodige voorraden tijdig te importeren. Acht de minister het
noodzakelijk dat de humanitaire uitzonderingen op de Amerikaanse sancties
verduidelijkt en uitgebreid worden?
Europese banken stonden omwille van de
sancties weigerachtig om in te springen. Onverwacht bezorgde de
Trump-administratie een 'letter of comfort' aan de Zwitserse bank BCP om haar
te verzekeren dat ze niet onder het sanctieregime zouden vallen voor haar
kredietverlening aan humanitaire hulp. Dient de EU erop aan te dringen dat
Washington soortgelijke garanties ook aan Europese banken en producenten van
medisch materiaal bezorgt om hun gerust te stellen?
02.08 Anneleen
Van Bossuyt (N-VA): President Poetin scoorde initieel door hulp te bieden aan getroffen
Europese landen en de VS, maar inmiddels rijst de vraag hoe zijn regime nu zelf
de crisis zal doorstaan. De Russische economie is zwakker dan de meeste
regionale grootmachten en het feit dat ze het onderspit moesten delven op de
OPEC+ onderhandelingen maakt dat - in de woorden van minister van Russisch
minister van Financiën Anton Siluanov - “de vette jaren voorbij zijn". De
marge voor relance van haar economie en de ambities voor projectie van haar
macht in Europa, Azië en het Midden-Oosten, wordt erg beperkt. Ook in Europese
landen zijn er meer en meer stemmen die sancties als nadelig zien in de strijd
tegen de pandemie en de wereldwijde economische doorstart. Bij hen gaat de
vraag op om gebruik te maken van de crisis om de relaties met Rusland te
herstellen.
Vandaar dat ik de minister de volgende
vragen wil stellen:
Hulp in de vorm van hulpmiddelen,
ongeacht hun bruikbaarheid, zullen Moskou krediet hebben opgeleverd voor het
opheffen van Europese sancties op 31 juli 2020 en normalisatie van de Europese
relaties post- COVID-19. De vorige Zweedse meerderheid zwoer steevast bij het
vervullen van de bepalingen van Minsk II voor het opheffen van de sancties. Zal
de huidige regering ten alle tijden deze bepalingen aanhouden, of ziet ze
verzachtende omstandigheden in de crisis en eigenbelang om tot een succesvolle
relance over te gaan?
De uitkomst van de olie-oorlog maakt dat
Rusland de komende jaren aan een verlies olie zal verkopen aan de wereld.
Handig om concurrenten VS en Iran schade toe te brengen en nadelig voor de EU,
waar pogingen om tot strategische energieonafhankelijkheid te komen bedreigd
worden. Dient een evaluatie zich aan van de Europese Rusland strategie in het
licht van deze ontwikkelingen?
De Russische bevolking zit tussen hamer
en aanbeeld door de combinatie van verstrekkende repressieve staatscontrole en
de onwil van haar overheid om de noodtoestand uit te roepen. Bijgevolg worden
betalingen niet opgeschort en hoeft ze geen steun aan behoevenden uit te keren.
Ziet de minister een rol weggelegd voor de Raad van Europa om de toegenomen
repressie naar aanleiding van COVID-19 aan te kaarten in Rusland en andere
lidstaten?
Terwijl overal in Europa de samenlevingen
tot stilstand kwamen door de beperkende maatregelen getroffen door hun
overheden, is er minstens één land dat de ernst van het virus nog steeds niet
naar waarde schat . De uitspraken van President Loekansjenko, de laatste
dictator van Europa, dat “wodka, sauna en tractors de Wit-Russische bevolking
zullen beschermen" werden initieel lachend onthaald. Maar de bezorgdheid
groeit over Wit-Rusland als zwarte vlek in de Europese strijd tegen het virus.
Enige vorm van geloofwaardige cijfers of berichtgeving over het virus ontbreekt.
Imperial College London berekende dat er door het gecorrumpeerde
gezondheidssysteem tussen de 15.000 en 32.000 slachtoffers te verwachten
vallen, in scherp contrast met de 40 officiële slachtoffers.
De grenzen naar Rusland en Europa zijn
unilateraal gesloten wat de reeds zwakke economie zwaar treft. De combinatie
van een humanitaire met een economische crisis in een verkiezingsjaar kunnen
het land verder laten afgeleiden naar isolatie en politieke repressie. Zeker
met een economie die 10% zal krimpen dit jaar en zonder beschikbare financiële
levenslijnen van Brussel of Moskou.
Vandaar dat ik de minister de volgende
vragen wil stellen:
Werd het Wit-Russische probleem in kader
van corona recent nog ergens op Europees niveau aangekaart? Zo ja, welke strategie
wensen de Europese ministers te volgen om een implosie van het land te
voorkomen?
Dient Europa proactiever op te treden in
het bijstaan van Wit-Rusland in deze crisis, of veeleer het sanctiekader verder
aan te scherpen om het onverantwoordelijk regime tot een adequatere aanpak te
dwingen? Welke voorwaarden dient Europa te stellen aan het verstrekken van
hulp?
Zullen er bijzondere voorwaarden volgen
voor Minsk voordat onze buitengrenzen opnieuw worden opengesteld?
Mijnheer de minister, ik heb ook nog een vraag over de mondmaskerdiplomatie en ik verwijs graag naar wat de Europese Hoge Vertegenwoordiger hierover heeft gezegd. Hij stelde dat de politiek van de vrijgevigheid ook een geopolitieke component heeft met de strijd om invloed. Ik heb hier enkele concrete vragen over.
Mijnheer de minister, kunt u een overzicht geven van alle internationale instellingen en derde landen die materieel schonken aan ons land?
Hoe interpreteert u de beslissing om koning Filip het veld in te sturen om president Xi persoonlijk te contacteren voor steun en zijn belofte om de banden aan te halen in het licht van de opmerkingen van de Hoge Vertegenwoordiger?
Verwacht u dat die
Chinese steun een prijs zal hebben, iets waarvoor binnen de NAVO en de Europese
Unie al werd gewaarschuwd? Zo ja, welke vorm kan die volgens de analyse van de
regering aannemen?
Er werd binnen de
Europese Raad beslist om inspanningen te leveren die desinformatie op
verschillende platformen moeten tegengaan en de transparantie moeten
bevorderen. Men wil de stem van de Europese Unie luider laten weerklinken in de
'communicatieoorlog' die momenteel aan de gang is. Welke concrete initiatieven
mogen we ter zake verwachten? Wat stelt de regering op Europees niveau voor om
ons te wapenen tegen agressieve zelfpromotie?
02.09 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le ministre, chers collègues, j'espère que vous allez tous bien.
Monsieur le ministre, nous avons vu le président des États-Unis Donald Trump menacer, en pleine pandémie, de suspension, par son gouvernement, de la contribution de son pays à l'Organisation mondiale de la Santé (OMS). Il accuse notamment cette organisation d'avoir commis des erreurs dans son approche de la pandémie du COVID-19, et d'être trop proche de la Chine. Cette action serait désastreuse pour la coordination internationale de l'approche de l'épidémie. Elle frapperait surtout les pays les plus fragilisés dans le Sud, qui comptent sur l'OMS pour les assister dans cette crise, tout comme cette organisation l'a fait récemment avec les épidémies de Zika ou d'Ebola.
Il s'agit là non seulement d'un effort du président Trump pour éviter de reconnaître sa propre responsabilité dans sa réponse désastreuse et tardive à la propagation du virus, mais aussi de la énième fois où les États-Unis se retirent d'une coopération internationale.
Monsieur le ministre, la Belgique condamne-t-elle cette suppression, de la part des États-Unis, de leur contribution à l'OMS, qui frappera le monde entier et surtout les nations les plus fragilisées? La Belgique prendra-t-elle une initiative pour faire condamner cette action des États-Unis et pour défendre l'OMS au Conseil de sécurité, en tant que membre temporaire de ce Conseil? La Belgique compte-t-elle, comme l'a fait l'Irlande, augmenter sa propre contribution à l'OMS ou prendre une autre initiative pour compenser le manque de moyens qui frappera l'OMS suite à la suppression de la contribution américaine?
J'en viens à ma deuxième question. La VUB et les travailleurs d'Audi collaborent pour produire des respirateurs. Des prototypes sont déjà réalisés et les travailleurs sont prêts. Ils attendent une homologation des autorités. Nous avons posé la question à Mme De Block, mais elle n'a toujours pas donné de réponse. Il est urgent que le gouvernement se penche sur la question. Il ne faut pas faire traîner le dossier, vu l'urgence. Des respirateurs seront nécessaires dans les jours à venir, que ce soit chez nous ou dans d'autres pays en pénurie. Les travailleurs prennent leurs responsabilités de citoyens, au service de la collectivité, comme cela s'est fait déjà en Espagne. C'est au tour du gouvernement de faire de même. C'est dans les moments de crise comme nous en vivons aujourd'hui que la solidarité nationale et internationale est indispensable pour sauver des vies. Il y a, par exemple, un manque catastrophique de respirateurs sur le continent africain où le coronavirus se répand très vite en ce moment.
Monsieur le ministre, pouvez-nous informer sur l'évolution du processus d'homologation de ces respirateurs et sur la possibilité de les offrir à d'autres pays qui en ont besoin, notamment parmi les pays moins développés en dehors de l'Europe? Pouvez-vous également nous informer sur les efforts qu'a faits la Belgique au niveau de la solidarité et de l'aide internationale?
02.10 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik wil graag terugkomen op twee dossiers die wij ook de vorige keer in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen hebben besproken, namelijk Gaza en de oproep van de Verenigde Naties voor een wereldwijd staakt-het-vuren.
Ik begin met Gaza. Zoals wij allen weten, is de situatie in Gaza bijzonder precair en dat blijft ze ook. UNRWA en andere organisaties zijn op zoek naar bijkomende middelen. De blokkade van Gaza aan de gesloten grens met Egypte is een bijkomend obstakel voor een efficiënte respons. Dat is een problematiek die ons na aan het hart ligt.
Tijdens de vorige commissie van 7 april 2020 hebt u verklaard dat België reeds één miljoen euro heeft toegewezen om een antwoord te bieden op de gezondheidsrisico's. U voegde er aan toe, ik citeer u nu: "dat interne discussies aan de gang zijn om dat bedrag nog te verhogen."
Mijn eerste vraag is uiteraard de volgende. Zijn die discussies al beslecht? Wordt effectief een bedrag boven die één miljoen euro vrijgemaakt?
Heeft ons land of de Europese Unie de voorbije weken al druk op Israël uitgeoefend om de Palestijnen in Gaza maar ook op de Westbank bij te staan in hun strijd tegen het virus? Werd druk uitgeoefend om de blokkade van Gaza te versoepelen, ten minste voor het medische materiaal?
Ten tweede, begin maart 2020 is de oproep van de Verenigde Naties voor een wereldwijd staakt-het-vuren er gekomen van VN-secretaris-generaal Guterres.
Tijdens de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen van 7 april 2020 hebt u verklaard dat België samen met 52 andere VN-lidstaten die oproep onderschrijft. U hebt toen ook verklaard dat België, indien mogelijk, in de VN-Veiligheidsraad zijn steun aan de oproep zou uitspreken.
Ik zou dus graag een update van u krijgen.
Welke positie heeft ons land sinds 7 april 2020 in de VN-Veiligheidsraad ingenomen? Hebben wij daar effectief onze steun aan het initiatief herhaald? Wat zijn naar uw mening de vooruitzichten? Kunnen wij ter zake vooruitgang boeken in de VN-Veiligheidsraad? Is er een gemeenschappelijke positie van de Europese Unie?
Wat is uw inschatting op het terrein? Wordt de oproep in een aantal conflictgebieden ernstig genomen? Wordt in een aantal conflictzones actief bemiddeld om effectief tot een wereldwijd staakt-het-vuren te komen? Door wie is bemiddeld? Welke resultaten zijn al geboekt?
02.11 Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, il y a quelques jours, j'interrogeais le ministre De Croo en séance plénière au sujet de la manière dont l'OMS avait géré le début de la crise mondiale du COVID-19 et sur la transparence des informations échangées. Je l'interrogeais notamment sur une éventuelle légèreté coupable de la part de l'OMS. À cette occasion, il concédait qu'il faudrait certainement faire une évaluation approfondie du fonctionnement de l'OMS.
Depuis lors, nous avons appris que l'Australie réclamait de manière officielle une étude indépendante sur la lutte mondiale contre la pandémie de coronavirus et sur la façon dont l'OMS a géré cette crise. Le pays estime avoir besoin de connaître des détails que "seul un rapport indépendant peut permettre de découvrir sur l'origine du virus et sur la manière d'y faire face ainsi que sur la transparence avec laquelle les informations ont été partagées".
Monsieur le ministre, quelle est la position de la Belgique à ce sujet? Envisagez-vous d'emboîter le pas à l'Australie et de réclamer de manière officielle une telle enquête? Des discussions autour de cette question ont-elles déjà été menées avec vos homologues européens?
02.12 Goedele Liekens (Open Vld): Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik heb twee vragen.
Ten eerste, de heer Trump gebruikt harde taal ten aanzien van de Wereldgezondheidsorganisatie. Hij heeft het over inefficiëntie en over een bureaucratische organisatie, maar vooral over het feit dat de WHO in deze de Chinese overheid kritiekloos en slaafs zou hebben gevolgd. De VS hebben daarom hun bijdrage opgeschort, midden in deze pandemie.
België is van oordeel dat de WHO wel goed werk heeft geleverd en dat ze zeker in deze strijd nodig is. Dat kunnen wij uiteraard volgen, vooral nu midden in deze pandemie. Op welke manier denken wij steun te kunnen geven aan de WHO? Zijn er plannen om onze bijdrage te verhogen om het gat op te vullen dat door de heer Trump - misschien maar tijdelijk - wordt geslagen?
Ten tweede, wat de kritiek van Trump ten aanzien van de Chinese overheid betreft, zijn er toch steeds meer ernstige aanwijzingen dat China een grote verantwoordelijkheid zou kunnen dragen in het uitbreken van deze pandemie. Ik ga ervan uit dat de details daarvan iedereen hier welbekend zijn.
Mijn vraag is dan ook of u daarover overleg hebt gepleegd met Chinese of Belgische diplomaten in de regio. Hoe ernstig nemen wij deze aantijgingen? Wat is onze houding ter zake? Hebt u daarover overleg gepleegd met uw Europese collega's?
De voorzitter: Mevrouw Depoorter, u hebt twee vragen ingediend. Lukt het u om contact te maken?
02.13 Kathleen Depoorter (N-VA): Mevrouw de voorzitter, het is mij gelukt.
Mijnheer de minister, mijn vraag betreft de Wereldgezondheidsorganisatie en de positionering van ons land ten opzichte van de beslissingen van de Amerikaanse administratie met betrekking tot het intrekken van de dotatie aan de organisatie.
Ministers Goffin en De Croo hebben zich aangesloten bij de steun die wordt betuigd aan de WHO. In een persbericht hebben zij laten weten dat België van oordeel is dat de WHO goed werk heeft geleverd en dat een meer grondige evaluatie later wel komt.
Dat is eigenlijk een directe ontkenning van de verwijten die door andere staten worden geformuleerd. Bedoelt u daarmee dat u nu reeds een duidelijke positie inneemt of dat u later effectief de evaluatie zal maken? Het is (…) een heel grote verantwoordelijkheid. Zeker in de ongeziene crisis die wij nu doormaken, moeten wij heel voorzichtig zijn met positionering.
Mijnheer de minister, hoe schat u de consequenties in van de Amerikaanse beslissing in de verdere strijd tegen COVID-19? Welke gevolgen zijn er voor de dagelijkse werking van de organisatie nu op korte termijn? Het is immers nu dat we de crisis moeten aanpakken. Welke zijn de gevolgen?
De minister is van oordeel dat de WHO goed werk heeft verricht. Is het de opinie van de regering dat de organisatie adequaat en tijdig geadviseerd heeft over welke prioritaire maatregelen er genomen dienden te worden in elk stadium van de epidemie en over de impact van het virus?
De voorzitter: Mevrouw Depoorter, het geluid valt weg. Ik vermoed dat uw internetverbinding niet sterk genoeg is.
Misschien kan u afronden met uw vragen.
02.14 Kathleen Depoorter (N-VA): Mijnheer de minister, de evaluatie volgt later. Welke werkpunten neemt de regering mee naar deze evaluatie? Op welk forum zal de hertekening plaatsvinden?
De minister laat bij het vertrek van de VS ook weten dat…. (de verbinding is onvoldoende).
De voorzitter: Mevrouw Depoorter, ik moet u opnieuw onderbreken omdat de verbinding heel slecht is en we u niet kunnen horen. Ik stel voor dat we naar de schriftelijke vraag verwijzen.
Iedereen is aan bod gekomen. Dan geef ik graag het woord aan de minister voor zijn antwoord.
02.15 Philippe Goffin, ministre: Madame la présidente, chers collègues, afin de répondre le plus précisément possible aux très nombreuses questions reçues parfois fort tardivement à la suite de quelques bugs informatiques, je diviserai mon exposé en cinq grands chapitres, chacun d’eux regroupant un certain nombre de questions posées: 1. L’ONU; 2. L’OMS; 3. Les questions régionales: Iran, Irak/Syrie, Yémen, la Libye, la bande de Gaza, et la Russie et la Biélorussie; 4. Avec ma casquette de ministre de la Défense, l’aide de notre armée nationale; 5. In fine, un certain nombre de points plus techniques.
Monsieur De Vriendt, l’ONU a effectivement lancé un appel solennel pour un 'cessez-le-feu mondial' pour mieux combattre la pandémie de COVID-19. Dans plusieurs conflits armés, des signes d’apaisement se font jour, même s’il faudra un engagement diplomatique soutenu pour convertir ces promesses en actes.
België heeft tijdens het debat in de VN Veiligheidsraad met secretaris-generaal (SGVN) Gutteres op 9 april inderdaad diens oproep voor een wereldwijd staakt-het-vuren gesteund.
Op het terrein trachten vooral de speciale gezanten van de SGVN hierin te bemiddelen.
Niettegenstaande de inspanningen van de gezanten en de SGVN zelf, valt of staat alles in de eerste plaats met de bereidwilligheid van strijdende partijen wereldwijd om hun strijd te staken. Deze bereidwilligheid blijkt helaas in sommige situaties groter dan in andere.
De onderhandelingen over de COVID-resolutie die momenteel in de VN-Veiligheidsraad voorligt duren voort. Hopelijk zullen zij in de komende dagen tot resultaat leiden.
Mevrouw Van Hoof en mevrouw Van Bossuyt, zoals u mogelijk weet heeft een groot deel van de Europese staatshoofden en regeringsleiders de afgelopen weken contact gehad met hun Chinese homologen in het kader van de huidige COVID-19 crisis.
Ons land is geen uitzondering op deze regel, het gesprek tussen koning Filip en president Xi Jinping van 2 april jongstleden getuigt hiervan. China is een belangrijke leverancier van medisch materiaal waaraan in België nood is en kent een niet onbelangrijk aandeel van staatsbedrijven in de economie.
Deze contacten helpen om aandacht te vragen voor samenwerking, voor het belang van dit medisch materiaal voor ons land en voor vlotte exportprocedures. Deze gelegde contacten worden verder opgevolgd met de bevoegde autoriteiten, waaronder het Chinese ministerie van Handel, MofCom.
Ik kan u eveneens bevestigen dat België op dit moment, met de gewaardeerde steun van de Chinese autoriteiten, verder werkt om grote aankopen van medisch materiaal tot in België te krijgen. Zoals u weet gebeurt dit onder impuls van de task force geleid door minister De Backer.
Taiwan heeft een dagelijkse productie van bijna 13 miljoen maskers per dag bereikt en is daarmee zelfvoorzienend. Zijn leiders hebben een gebaar van solidariteit willen stellen. Ze hebben op 1 april verklaard dat Taiwan een humanitaire schenking van 10 miljoen chirurgische maskers zou doen aan de Verenigde Staten, de EU en bepaalde landen in Europa - waaronder België.
In totaal werden er 7 miljoen stuks naar Europa verstuurd, waarvan ons land er 500.000 mocht in ontvangst nemen. De paletten werden op vrijdagnamiddag 9 april bezorgd aan het bevoegde militaire distributiecentrum gelegen in het Kwartier Majoor Housiau te Peutie. Wij zijn Taiwan erkentelijk voor dit genereuze gebaar van solidariteit in onze gezamenlijke strijd tegen een virus dat wereldwijd talloze slachtoffers eist.
België heeft tot dusver een aantal donaties ontvangen, waaronder 500 000 mondmaskers van de Alibaba Stichting van Jack Ma.
Verder hebben particulieren, professionele organisaties en regionale overheden uit China ons bepaalde hoeveelheden medisch materiaal geschonken. We spreken hier o.m. over mondmaskers, gelaatschermen en beschermende pakken bestemd voor het zorgpersoneel in Belgische ziekenhuizen.
Het diplomatiek netwerk van Buitenlandse Zaken in China speelt een faciliterende rol bij het kanaliseren van deze schenkingen. De solidariteit waarvan sprake beperkt zich niet tot bovenvermelde donoren. Mogelijk krijgt ons land ook een donatie met mondmaskers uit Vietnam.
Solidariteit
is cruciaal om deze ongeziene crisis wereldwijd het hoofd te kunnen bieden.
België roept samen met de EU dan ook op tot internationale solidariteit, maar
ook tot verantwoordelijkheid.
Het is nu niet het moment voor wederzijdse beschuldigingen of het opstoken van spanningen. Om misverstanden uit de weg te gaan moeten we vermijden dat internationale hulp geïnstrumentaliseerd wordt binnen een ‘strijd tussen politieke systemen’. Daarom moeten we vooral kijken naar de zeer belangrijke inspanningen die de EU en de lidstaten samen zelf allemaal leveren in de strijd tegen COVID-19, onder meer wat internationale hulp aan kwetsbare landen betreft. Hierover moeten we vervolgens ook duidelijk en eendrachtig communiceren.
Depuis le début de la crise en décembre 2019, j’entends un certain nombre de critiques à l’égard de l’OMS et de sa gestion de cette pandémie. Je remercie mesdames Van Hoof et Depoorter ainsi que messieurs Cogolati et Boukili de pouvoir m’exprimer sur ce sujet.
België betreurt de beslissing van de Verenigde Staten om hun bijdrage aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op te schorten. België heeft zich ertoe verbonden de WHO politiek en financieel te zullen blijven ondersteunen om deze moeilijke periode te overbruggen, zowel direct als in het kader van de EU.
In EU-verband wordt momenteel gewerkt aan een gezamenlijk antwoord op de VS-beslissing, onder meer in de vorm van een gezamenlijke verklaring van de EU-lidstaten in naam van Hoge Vertegenwoordiger voor het Europees buitenlands beleid Josep Borrell.
In de VN-Veiligheidsraad heeft België reeds verschillende COVID 19-initiatieven in het kader van conflict en internationale veiligheid gesteund. Als gespecialiseerde organisatie valt de WHO echter onder de Economische en Sociale Raad (ECOSOC). De kwestie zal dus niet door de Veiligheidsraad worden behandeld.
Si les États-Unis décident de suspendre définitivement leur contribution suite à leur évaluation de l'action de l'OMS, cela aura un impact significatif sur l'approche multilatérale en matière de santé. La Chine affiche de grandes ambitions dans ce domaine.
En tant que fervent défenseur du multilatéralisme, y compris dans le domaine de la santé, notre pays salue l'engagement de la Chine dans les organisations multilatérales, mais souligne l'importance de la transparence et du respect des règles du système existant.
China zou het door de VS gecreëerde vacuüm mede kunnen invullen, maar kan dat niet alleen. De Chinese WHO-bijdrage is namelijk significant lager dan die van de VS. Andere actoren, waaronder België en de EU, zullen ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen om de WHO te ondersteunen en de goede werking van de organisatie te handhaven.
À ce stade, il est trop tôt pour tirer des conclusions sur l'approche de l'OMS face à la pandémie de COVID-19 et sur l'influence de la Chine sur l'organisation. En général, la Belgique est d'avis que l'organisation fait du bon travail. L'OMS étant la seule organisation de coordination au niveau mondial, notre pays considère qu'il est particulièrement important, en pleine pandémie, de soutenir au mieux l'organisation.
Après la crise, une évaluation approfondie sera faite de l'action et du leadership de l'OMS dans cette crise. En tant que membre actif de l'OMS, la Belgique continuera à plaider pour une gestion transparente par l'organisation, sur la base de données scientifiques et objectives.
Venons-en à l’analyse de l’impact du virus dans certains pays.
En Iran d’abord, monsieur Cogolati et de heer De Roover, fin mars INSTEX a réalisé avec succès sa première transaction, facilitant l’exportation de matériel médical de l’Europe vers l’Iran. Le mécanisme est donc opérationnel. Plusieurs autres transactions sont actuellement à différents stades de finalisation.
La Belgique est un des actionnaires d'INSTEX et le mécanisme est ouvert aux entreprises belges, y compris à celles qui souhaiteraient exporter des équipements médicaux dans le cadre de la lutte contre le COVID-19. Les sanctions américaines prévoient des exemptions humanitaires. Dans la pratique on voit qu’il est difficile de s’en prévaloir.
La Belgique soutient pleinement la Déclaration du 3 avril du Haut Représentant Josep Borrell qui souligne, au nom de l’UE, que les sanctions ne devraient pas empêcher la fourniture des équipements et du matériel nécessaires pour lutter contre le coronavirus et limiter sa propagation à l'échelle mondiale.
In de Nationale Veiligheidsraad van Verenigde Naties, is ons land facilitator voor de uitvoering van Resolutie 2231, die het JCPOA vervat, het nucleair akkoord met Iran.
De Veiligheidsraad komt gewoonlijk twee keer per jaar samen om deze kwestie te bespreken. De terugtrekking van de Verenigde Staten uit het JCPOA en de herinvoering van Amerikaanse sancties ten aanzien van Iran is een steeds terugkerend thema tijdens deze vergaderingen. België, net zoals de andere leden van de Veiligheidsraad die deel uitmaken van de Europese Unie, betreuren deze terugtrekking en de herinvoering van de sancties, net zoals de terugtrekking van de nucleaire vrijstellingen.
De volgende zitting van de
VN-Veiligheidsraad in formaat 2231 zal plaatsvinden in juni. Ik verwacht dat
dit standpunt opnieuw wordt verdedigd.
Vous m’avez tous les deux posé des questions plus politiques sur la situation en Iran.
Le budget de l’aide humanitaire ne permet pas d’envisager un financement humanitaire direct en Iran à ce stade compte tenu des priorités géographiques et stratégiques reprises dans la stratégie humanitaire, mais il a été décidé d’accélérer les versements à des fonds flexibles internationaux pour leur permettre de répondre à la lutte contre le COVID-19. Il avait déjà été décidé plus tôt d’augmenter certains fonds communs. Pour plus de détails, je vous demanderais de contacter mon collègue pour la coopération au développement.
Ik deel uw grote bezorgdheid betreffende de recentste ontwikkelingen in Iran. De Belgische ambassade in Teheran en mijn diensten in Brussel volgen de situatie van dichtbij op.
Les conditions générales de détention en Iran demeurent une préoccupation importante: les rapports faisant état de la surpopulation, d'une mauvaise nutrition et d'un manque d'hygiène indiquent un risque élevé pour la santé des prisonniers, qui est aggravé par la propagation du virus COVID-19.
Notre ambassade à Téhéran a donc été très active dès le début de la crise pour soutenir les Belges et aussi les Belges ayant la double nationalité ayant exprimé le souhait de retourner dans notre pays.
De regering heeft zijn diepe bezorgdheid meegedeeld voor wat betreft het buitensporig gebruik van geweld ten aanzien van personen die op een vreedzame manier hun burgerrechten en politieke rechten uitoefenen tijdens de demonstraties van november 2019 en sluit zich aan bij de oproepen voor onafhankelijke en onpartijdige onderzoeken.
Nous continuons à soulever systématiquement ces préoccupations dans tous nos contacts avec l'Iran, et appelons ce pays à respecter ses obligations en matière de droits de l'homme et à mettre les conditions et pratiques de détention en conformité avec les normes internationales.
Le Yémen, l’Irak et la Syrie ensuite, madame la présidente.
Ik heb onmiddellijk de unilaterale aankondiging van de coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië voor een staakt-het-vuren verwelkomd. De naleving van een staakt-het-vuren is essentieel om het land toe te laten zich te organiseren tegen deze epidemie.
Het is des te belangrijker omdat het een basis kan vormen voor de herneming van het politieke proces, maar daarvoor moeten alle partijen het staakt-het-vuren respecteren. Dit is nu nog niet het geval. België zal alle partijen dus blijven oproepen het te respecteren en zich constructief te engageren met de speciale gezant van de Verenigde Naties, Martin Griffiths. Wij blijven pleiten voor een inclusieve, politieke oplossing onder de voogdij van de VN.
In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties stellen we een relatieve eensgezindheid vast van de lidstaten ten aanzien van het conflict in Jemen. Donderdag laatstleden, 16 april, heeft de VN-Veiligheidsraad het staakt-het-vuren en de inspanningen van speciaal gezant Martin Griffiths unaniem ondersteund.
In de Veiligheidsraad blijft België eveneens pleiten voor het respect van de mensenrechten, het internationaal humanitair recht en een toegang zonder restricties voor humanitaire hulp.
De burgers en de kinderen in het bijzonder zijn de eerste slachtoffers van dit vernietigende conflict. In die context ben ik verheugd dat België, als voorzitter van de werkgroep voor het lot van kinderen in een gewapend conflict, op 8 april de unanieme aanname van de conclusies over de situatie van kinderen in gewapende conflict in Jemen heeft kunnen aankondigen.
Mijn collega, minister De Croo, die veel belang hecht aan multilateralisme, heeft zich aangesloten bij de inspanningen om de reactie op COVID onder leiding van de OCHA en de WHO te coördineren. Het GHRP – Global Humanitarian Response Plan – is een oproep voor bijkomende middelen voor de agentschappen van de Verenigde Naties en ngo's die reeds actief zijn op het terrein via verschillende humanitaire operaties. Het gaat in eerste instantie om de versterking van de programma’s die reeds actief zijn.
België zal 22 miljoen euro aan dat plan bijdragen. België heeft ook haar deelname aan het Jemen Humanitair Fonds vergroot. Ze draagt er in 2020 voor 5 miljoen euro aan bij.
De programma’s van UNICEF en Dokters van de Wereld zijn eveneens actief. Een deel van hun activiteiten zal geheroriënteerd worden voor het antwoord op de pandemie.
Het staakt het vuren dat in het noordwesten van Syrië, de ruime Idleb-regio, werd onderhandeld tussen Rusland en Turkije lijkt relatief stand te houden. Er wordt wel melding gemaakt van enkele kleinere incidenten maar over het algemeen respecteren de partijen het akkoord.
De gezamenlijke Russisch-Turkse patrouilles botsen wel op lokale protesten, mogelijks van oppositiegroepen. De impact van de COVID-19 pandemie in Syrië is in de eerste plaats humanitair. Het spreekt voor zich dat de medische infrastructuur in Syrië na meer dan negen jaar oorlog onvoldoende is om een bijkomende crisis zoals deze het hoofd te bieden. Het is daarom zeer belangrijk dat we onze humanitaire inspanningen blijven aanhouden.
Bovendien is het essentieel dat de humanitaire toegang tot het land gewaarborgd blijft, onder meer voor medisch materiaal om het corona-virus te bestrijden. De vernieuwing van de zogeheten cross-border resolutie van de VN-Veiligheidsraad vóór 10 juli is daarbij een belangrijke prioriteit voor de Belgische diplomatie. Zoals u weet is ons land, als co-penhouder voor humanitaire zaken in de VN-Veiligheidsraad, mee verantwoordelijk voor de onderhandelingen van die verlenging.
Het is niet uitgesloten dat Daesh/IS gebruik zal proberen maken van de coronapandemie om op het terrein opnieuw winst te boeken. Onder meer in de zone ten zuidwesten van de Eufraat en in het noordwesten van Syrië zijn er incidenten met Daesh-strijders gemeld.
De situatie in het noordoosten, onder Koerdische controle, is relatief stabiel, maar ook daar wordt melding gemaakt van kleinere aanvallen tegen onder meer de Koerdische troepen van de Syrian Democratic Forces (SDF).
Ondanks de verminderde aanwezigheid van de Amerikaanse troepen, worden de gezamenlijke acties van de VS en de SDF tegen Daesh wel voortgezet. De overtuiging binnen de Internationale Coalitie tegen Daesh blijft immers zeer groot om de operaties tegen Daesh vol te houden. Dat bleek nog tijdens het overleg van de politieke directeurs van de leden van de Internationale Coalitie vorige week.
De veiligheid van de kampen en gevangenissen in het Syrisch-Koerdische noordoosten is inderdaad een bezorgdheid van de internationale gemeenschap en de Internationale Coalitie tegen Daesh in het bijzonder. Ook de verspreiding van het corona-virus kan in deze kampen en gevangenissen een bijzondere impact hebben.
Momenteel onderzoeken we op Belgisch niveau de mogelijkheid om een financiële bijdrage te geven aan een project van ICRC dat onder meer de opvang van gevangenen in het noordoosten van Syrië tracht te ondersteunen.
Bepaalde troepen van de anti-Daesh coalitie in Irak worden gereorganiseerd. Ze worden geconcentreerd op gesecuriseerde bases, ten dele ook in Koeweit Dit was reeds gepland doch er is een versnelde uitvoering, gelet op de onzekerheid rond de gezondheidssituatie. Iraakse troepen hebben meerdere bases die werden ontruimd, overgenomen.
Hoewel er momenteel geen vormings-en trainingsactiviteiten worden gehouden, gaan de contra-terrorisme operaties door.
Sommige landen repatriëerden tijdelijk troepen die aan vorming deden, doch zijn van plan ze wanneer mogelijk opnieuw te ontplooien. De gehele omvang van deze operaties is nog niet gekend.
Voor Libië, mijnheer De Roover, heeft de VN Veiligheidsraad de strijdende partijen reeds opgeroepen om zich aan een humanitair staakt-het-vuren te houden, zoals u terecht opmerkt. In praktijk blijkt hiervan weinig terecht te komen. Hoewel de partijen elk afzonderlijk enkele maatregelen hebben getroffen om de COVID pandemie tegen te gaan, gaat de strijd tussen GNA en LNA helaas onverminderd verder. Het gemis aan een opvolger van speciaal vertegenwoordiger Salamé wreekt zich in dezen.
De VN Veiligheidsraad is daarnaast momenteel te verdeeld over het Libische dossier om op korte termijn verdere maatregelen te kunnen nemen. De brief van de Maltese ministers van binnenlandse en buitenlandse zaken over de migratiesituatie in de Middellandse Zee en de vraag naar een EU humanitaire interventie in Libië, waarnaar u verwijst, werd ook door mijn diensten ontvangen.
Een antwoord vanwege de Hoge Vertegenwoordiger Borrell is er volgens mijn informatie nog niet. Op 22 april vind er een nieuwe videoconferentie van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken plaats, onder leiding van de Hoge Vertegenwoordiger, waarop het onderwerp aan bod zal komen.
Zoals U weet uit vorige interventies dienen de EU en haar lidstaten – en derhalve ook België – steeds het ruimer kader van hun veelzijdige relaties met Turkije in overweging te nemen: veiligheid (Turkije is en blijft een NAVO-bondgenoot), strijd tegen het terrorisme, migratie, kwesties van buitenlandse politiek als Syrië, Irak, Rusland en Libië, mensenrechten en rechten van minderheden, de kwestie van de ‘Foreign Terrorist Fighters’, enzovoort.
De EU probeert vooruitgang te boeken in de diverse dossiers daar waar mogelijk in functie van de strategische belangen van de Unie en met blijvend respect voor onze waarden. Daarbij komt ook dat de fora, waarbinnen deze kwesties behandeld worden, verschillen. Libië is tot nader order een dossier van de Verenigde Naties waarbij de EU en haar lidstaten een constructieve rol spelen. Doelstelling is het bijdragen tot de totstandkoming van een duurzaam staakt-het-vuren als eerste stap naar een politieke oplossing.
Dit zal in eerste instantie moeten worden gedragen door de lokale hoofdrolspelers in het conflict en uiteindelijk ook door de Libische bevolking, ongeacht de talrijke buitenlandse interventies in het conflict.
Het is geen EU-Turkije dossier as such, in tegenstelling bijvoorbeeld tot het migratiedossier waarover onderhandelingen lopende zijn tussen Brussel en Ankara.
Quelle est la situation à Gaza Monsieur De Vriendt?
De 1 miljoen USD waar u naar refereert in mijn antwoord van 7 april werd vrijgemaakt door het humanitaire fonds voor de bezette Palestijnse gebieden dat België al sinds vele jaren financiert.
Ter herinnering, bedroeg de Belgische bijdrage aan dit fonds 13,3 miljoen euro in de periode van 2015 tot 2019. Ondertussen, werd door het fonds besloten om 5, 16 miljoen USD te herprogrammeren ten gunste van het antwoord op de gezondheidsrisico's in verband met COVID-19 in de bezette Palestijnse gebieden. (…)
De voorzitter: Mijnheer de minister, mag ik u even onderbreken. Ik hoor dat er geen vertaling meer is omwille van het slechte geluid. Ik denk dat we in de toekomt deze verbinding op een andere wijze moeten tot stand brengen. Wij roeien met de riemen die we hebben. Kunt u op een andere manier te werk gaan?
02.16 Minister Philippe Goffin: Ik probeer een andere methode.
Zoals u weet, heeft België consequent en herhaaldelijk opgeroepen tot het opheffen van de blokkade en tot vrije humanitaire toegang tot de Gazastrook, in overeenstemming met het internationaal humanitair recht. Dat standpunt, in overeenstemming met het standpunt van de Europese Unie, wordt ook door België verdedigd in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
De Verenigde Naties en de Europese Unie, met inbegrip van België, zijn in gesprek met de verschillende actoren, waaronder Israël, om ervoor te zorgen dat de toegang tot Gaza voor materiaal en personeel in het kader van deze crisis kan worden vergemakkelijkt.
Tijdens de laatste vergadering van de Veiligheidsraad heeft België zijn bezorgdheid geuit over de gevolgen van COVID-19 in de Gazastrook. België benadrukte dat de toegang voor humanitaire hulp van cruciaal belang blijft en dat de maatregelen die zijn genomen om de binnenkomst van essentiële goederen en uitrusting in Gaza en de toegang en het verkeer van medisch personeel te vergemakkelijken, moeten worden voortgezet en dat de inspanningen in dat verband moeten worden opgevoerd.
La Russie et la Biélorussie, mevrouw Van Bossuyt, de COVID-19 crisis heeft amper enige impact op het beleid van de EU ten opzichte van Rusland en zeker niet op het sanctieregime, dat tegen Moskou ingesteld werd op Europees niveau. Dit sanctieregime blijft onverminderd van kracht. De opheffing van de sancties is immers verbonden aan de implementering door Rusland van de Minsk II akkoorden met betrekking tot de situatie in de oostelijke Oekraïne.
Dit gezegd zijnde, punctuele humanitaire bijstand en de verkoop en levering van medische apparatuur en uitrusting aan Rusland in het kader van de strijd tegen de COVID-19 pandemie, die ook Rusland zwaar treft, zijn en blijven steeds mogelijk.
Wat de impact van de COVID 19 pandemie op de economie van een land als Rusland betreft, staan wij bij het begin van de analyse; net als wat betreft de impact van de pandemie op de economieën van de EU-lidstaten, van de eurozone en van de EU als geheel trouwens. Een behoorlijk aantal parameters zijn immers nog niet gekend.
Bijvoorbeeld: wanneer krijgen de diverse landen de pandemie onder controle, binnen welke termijn maken zij een einde aan de beperkende maatregelen die zij ingesteld hebben en binnen weke termijn slagen zij erin de motor van hun economie opnieuw volop te doen aanslaan?
Wat Rusland betreft dient uiteraard ook de evolutie van de internationale olie- en gasprijzen in de analyse opgenomen te worden. Het ‘OPEC +’ akkoord dat op 12 april jongstleden bereikt kon worden tussen de OPEC-landen en een aantal andere olieproducerende landen (Rusland, Kazakhstan, Mexico, Azerbeidzjan,..) en dat voorziet in een vrijwillige productiebeperking met in totaal 9,7 miljoen vaten per dag lijkt mij inderdaad een te schuchtere stap rekening houdende met de huidige stand van de wereldeconomie.
Ten bewijze: de olieprijzen en de roebel kenden slechts een heel beperkt herstel na de bekendmaking van de maatregel.
Hoe dan ook, het staat nu reeds vast de Russische economie dit jaar zal geconfronteerd worden met een serieuze terugval.
De impact van de CODIV-19 pandemie op de internationale relaties, op het buitenlands beleid van de EU, op de wereldeconomie en op de economieën van belangrijke spelers als Rusland zal de komende weken en maanden steeds meer nauwgezet aan bod komen op het niveau van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken en op diverse andere niveaus van de Europese samenwerking. Tot nu toe is dit nog niet gebeurd. Een eerste gedachtewisseling op het niveau van de Europese Buitenlandministers is pas voorzien voor morgen, woensdag 22 april 2020.
Wat impact van de OPEC+ maatregel betreft op de strategische energiebevoorrading van ons land en van de EU en vooral op onze (on)afhankelijkheid van Russische energieleveringen stel ik voor dat u mijn collega, de minister van Energie, zou bevragen.
Mevrouw Van Bossuyt, Ik deel uw verbazing over de aanpak van de Wit-Russische leiding van de COVD-19 pandemie in hun land.
Laat mij eerst beginnen met een factueel overzicht: tussen 3 en 16 april is het aantal bevestigde gevallen van het corona-virus in Wit-Rusland meer dan twaalf keer vermenigvuldigd, van 351 tot 4.404, doch de autoriteiten van Wit-Rusland zelf nemen op dit moment slechts weinig maatregelen.
President Loekasjenko houdt vol dat de situatie in zijn land niet catastrofaal is en ontkent dat de ziekte zich exponentieel verspreidt. De president heeft sommige patiënten zelf de schuld gegeven van hun eigen dood, wegens hun roekeloos gedrag of overgewicht. Wit-Rusland heeft afgezien van het nemen van beperkende maatregelen zoals uitgaansverboden, social distancing en de sluitingen van bedrijven.
De landsgrenzen zijn nog steeds open; hotels, cafés, theaters en winkelcentra zijn niet gesloten; het voetbalkampioenschap gaat gewoon door net als de traditionele WO II-parade op 9 mei aanstaande.
De vraag of dit op Europees niveau dient aangekaart te worden stelt zich momenteel niet. Wit-Rusland is een soevereine staat en voert – zoals alle landen van de wereldgemeenschap – een eigen, nationaal beleid. Een recente, positieve ontwikkeling is ongetwijfeld het bezoek dat deskundigen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) van 7 tot 11 april jongstleden gebracht hebben aan Wit-Rusland.
Tijdens dit bezoek hebben zij de lokale autoriteiten geadviseerd om de social distancing aan te scherpen door sportwedstrijden en andere openbare evenementen te verbieden, afstandsonderwijs te organiseren voor scholen en universiteiten, niet-essentieel transport te beperken en betere quarantainefaciliteiten te voorzien voor geïnfecteerde burgers.
Net als haar partners binnen de EU heeft België ernstige bedenkingen met betrekking tot het autoritaire regime van de president. De EU heeft trouwens een sanctieregime ingesteld tegen de Wit-Russische leiding. Tegelijkertijd maakt Wit-Rusland deel uit van het “Eastern Partnership” en wil de Unie met dit initiatief, dat zowel een multilateraal als een bilateraal luik met elk van deze landen bevat, het land aanmoedigen de nodige democratiseringsmaatregelen en socio-economische hervormingen door te voeren.
Wij kunnen ook de ogen niet sluiten voor de humanitaire crisis die het land bedreigt. In dit verband wijs ik erop dat de Europese instellingen – met de instemming van de lidstaten – op 30 maart jongstleden voor de landen van het “Eastern Partnership” een eerste enveloppe van 140 miljoen euro vrijgemaakt hebben om tegemoet te komen aan de onmiddellijke noden van de zes betrokken landen.
Deze enveloppe zal later aangevuld worden met een bijkomende 700 miljoen euro afkomstig van bestaande Europese hulpinstrumenten om de gezondheidssector van deze landen te versterken en de socio-economische impact van de COVID 19 -crisis op te vangen.
Voor Belarus wordt in totaal 60 miljoen euro voorzien voor de aankoop van medische uitrusting voor de modernisering van de sector van de gezondheidszorgen, voor een betere training van de gezondheidswerkers, voor initiatieven van de burgerlijke maatschappij in de gezondheidssector, en dergelijke.
Inzake de vraag over de openstelling van de buitengrenzen van België, van de Schengenzone en van de Europese Unie in zijn geheel ligt de bevoegdheid in eerste instantie bij de collega’s van Binnenlandse Zaken. Deze kwestie zal, als de tijd rijp is, in een bredere context opgenomen worden door de Nationale Veiligheidsraad en daarbij ook het onderwerp uitmaken van consultaties binnen de Europese instanties.
Avec ma
casquette de ministre de la Défense, je suis fier de défendre les initiatives
de la Défense nationale pour à la fois aider un certain nombre de nos
compatriotes bloqués à l’étranger et apporter une aide humanitaire bienvenue.
Monsieur Flahaut, le vol de rapatriement de ressortissants belges et d’autres pays européens depuis la République Démocratique du Congo le 11 avril dernier, a effectivement permis d’acheminer une cargaison importante de matériel humanitaire, au bénéfice des populations locales. L’envoi de ce matériel humanitaire répondait à une demande officielle d’assistance sanitaire et alimentaire du gouvernement de la RDC.
Un airbus A330 de la Défense belge avait été affrété à cet effet, cofinancé par le Mécanisme de Protection civile de l’Union européenne. Des partenaires scientifiques et humanitaires ont été mobilisés et l’envoi de leur matériel coordonné avec la Défense belge pour qu’un total de plus de 100 m3 de matériel humanitaire puisse parvenir avec succès en RDC.
Auparavant, un autre vol de rapatriement de ressortissants belges et européens, réalisé le 4 avril dernier à Bujumbura, a également été utilisé pour acheminer environ 6 m3 de médicaments réfrigérés de MSF Belgique dans ce pays. MSF ne parvenait plus, en effet, à acheminer ces médicaments dans de bonnes conditions de maintien de froid endéans les 72 heures, ce qui a pu être réalisé grâce à ce vol.
Actuellement, il est prévu d’acheminer 52 rouleaux de coton aux partenaires locaux de santé au Niger de la coopération gouvernementale belge, afin de fabriquer localement des masques pour la protection de la population locale contre le COVID-19. Ces rouleaux de coton seront acheminés dès qu’un vol de la Défense sera disponible pour l’effectuer. En principe c'est le vol du 5 mai prochain sur Niamey.
Il n’y a pas d’autre vol transportant du matériel humanitaire avec des avions de rapatriement affrétés par le gouvernement belge actuellement planifié, néanmoins je peux vous rassurer que mes services suivront les demandes de l’aide humanitaire de tous nos partenaires et des gouvernements avec beaucoup d’attention afin d’assurer la solidarité internationale dans la lutte contre le virus COVID-19.
Enfin, je terminerai par un certain nombre de remarques.
Madame Ponthier, je ne crois pas aux théories du complot mais à l’analyse rigoureuse des faits.
Een artikel van de Washington Post over de mogelijke gevolgen van onveilig onderzoek op vleermuizen in een Chinese laboratorium in Wuhan roept vragen op betreffende de oorsprong van het COVID-19-virus en valt de Chinese aanpak in het beheer van deze sanitaire crisis aan. Op dit stadium zijn de bewijzen echter schaars en meer tijd zal nodig zijn om een correcte evaluatie te kunnen doen. Op het gepaste moment zal een objectieve, transparante en grondige analyse van deze crisis nodig zijn. Maar op dit ogenblik blijft onze prioriteit het onder controle brengen van de pandemie en de internationale samenwerking, ook met China, met het oog op het ter beschikking stellen van het vereiste medisch materiaal.
Van zodra deze gezondheidscrisis overwonnen is, zullen er gedachtewisselingen en lessons learned oefeningen over de verschillende aspecten van de COVID-19 crisis plaatsvinden in het kader van de Europese Unie en in de bevoegde VN-instanties, in het bijzonder de Wereldgezondheidsorganisatie.
Voor sommige aspecten zal een specifieke
technische expertise noodzakelijk zijn. Ik kan u verzekeren dat mijn
administratie de evolutie van de COVID-19-crisis met grote aandacht blijft
opvolgen. Mijn diensten zullen ook op een actieve manier aan de toekomstige
debatten in de bevoegde internationale instanties deelnemen. In dat
vooruitzicht zal ook samenwerking met FOD Volksgezondheid belangrijk zijn.
Pouvons-nous construire des respirateurs dans l’usine d’Audi à Forest, Monsieur Boukili? Les processus d’homologation du matériel médical, tels que les respirateurs, sont du ressort du SPF Santé Publique et de l’Agence Fédérale des Médicaments et des Produits de Santé ainsi que du SPF Economie. Suivant l’article 6 de l’arrêté royal du 18 mars 1999, le Ministre compétent peut, sur demande dûment justifiée, autoriser la mise sur le marché et la mise en service de dispositifs individuels dont l'utilisation est dans l'intérêt de la protection de la santé. Ceci signifie que l’AFMPS peut proposer des dérogations à la Ministre lorsque des dossiers complets ont été reçus.
Actuellement, l’AFMPS n’a reçu aucun dossier de demande de dérogations pour ce projet. Nous ne pouvons dès lors octroyer aucune dérogation dans l’état actuel des choses. Il est nécessaire de rappeler que ces dérogations ne sont valables que sur le territoire national et n’ont pas de valeur légale pour la mise sur le marché sur un autre territoire. Chaque pays concerné devra accorder ce même type de dérogation pour être utilisé sur son territoire.
Quant à votre seconde question, elle relève de la coopération belge au développement. La coopération au développement peut fournir du matériel médical de première nécessité aux pays en développement qui en font la demande. Ainsi, Enabel, l’Agence belge de développement, fournira du matériel médical de base à certains des pays partenaires de la coopération belge qui en ont fait la demande et pour autant que cette demande s’inscrive dans le cadre des programmes de coopération que nous avons avec eux.
Au niveau de la solidarité et de l’aide internationale pour la lutte contre le COVID-19, la coopération belge au développement a prévu d’allouer des sommes importantes à la lutte contre la pandémie en réaffectant et réorientant plusieurs des programmes de coopération gouvernementale, non gouvernementale, multilatérale et d’aide humanitaire. Dans le contexte des affaires courantes, mon administration travaille sur la base des enveloppes financières existantes, en réaffectant des budgets à des activités de santé et de réponse à la pandémie.
Mevrouw Samyn, drie specifieke punten, het
klopt inderdaad dat indien een toerist niet kon afreizen omwille van de
coronamaatregelen hij of zij zijn of haar visum opnieuw zal moeten aanvragen.
De kosten zullen hiervoor opnieuw moeten betaald worden.
Het voorwerp van uw derde vraag behoort niet tot de bevoegdheid van mijn
departement maar tot die van het departement Asiel en Migratie.
Enfin Madame la présidente, mijn departement draagt bij tot de
coördinatie en tot de Europese soqlidariteit door onderdanen van de Europese
Unie terug te laten keren naar hun woonland via repatriëringsvluchten ingelegd
door Buitenlandse Zaken.
Ik heb ook persoonlijk gepleit voor de opname door ons land van
buitenlandse patiënten afkomstig uit regio’s van de Europese Unie die het
zwaarst zijn getroffen door COVID-19.
Voor de overige patiënten, verwijs ik u naar mijn collega bevoegd voor
volksgezondheid. Ik dank u.
02.17 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, visums vormen nog een van de weinige middelen voor grensbarrières. Het staat buiten kijf dat er streng op moet worden toegezien dat wie een toeristenvisum krijgt, wel degelijk voldoet aan de voorwaarden daartoe. Nog te veel zogenaamde toeristen blijven na het vervallen van hun visum illegaal in ons land. Vanwege de uitzonderlijke situatie, en alleen vanwege de uitzonderlijke situatie, zou ik billijkheid willen vragen voor toeristen die niet naar ons land konden afreizen, die netjes de procedure hebben gevolgd en hiervoor kosten hebben moeten maken. De visa moeten zij kosteloos kunnen verlengen bij de ambassade ter plaatse.
02.18 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de minister, in verband met de mondmaskerdiplomatie, een Vlaamse uitdrukking luidt dat men een gegeven paard niet in de mond kijkt. Nood breekt wet. Solidariteit is inderdaad cruciaal. Het is nu niet het moment om de strijd met de politieke systemen aangaan. Wij moeten dat vermijden. Dat hebt u duidelijk gezegd.
De crisis was onvoorzien. Het zou wel nuttig zijn om in de toekomst te bekijken in welke mate België afhankelijk is van andere grote partners inzake essentiële sectoren, zoals gezondheid, beschermingsmateriaal en medicijnen. Dat maakt ons immers echt wel heel afhankelijk en een speelbal in de internationale politiek. Dat is moeilijk te aanvaarden voor onze bevolking, als het gaat over essentiële sectoren, zoals gezondheid. Wij zullen daaraan post corona zeker een debat moeten wijden.
In verband met Wereldgezondheidsorganisatie, ik steun uiteraard het feit dat België steun blijft geven. Een kapitein verlaat het schip niet in een storm en daar zitten wij nu middenin. Wij hebben vandaag geen alternatief voor de Wereldgezondheidsorganisatie. Er moet echter wel een onderzoek gevoerd worden naar de transparantie, objectiviteit en wetenschappelijkheid van de organisatie, om ze te verbeteren. Het is niet goed dat één grote machtige partner, zoals China, zijn stempel kan drukken op de Wereldgezondheidsorganisatie. Wij moeten dat aan een evaluatie onderwerpen.
Ten slotte, ik ben blij dat u er zelf voor hebt gepleit om patiënten vanuit de lidstaten van de Europese Unie op te nemen. Dat was een belangrijk gebaar geweest. Het is niet gebeurd. Het hangt af van individuele ziekenhuizen. Minister De Block heeft mij ook een antwoord in die richting gegeven. Het vraagt inderdaad een gecoördineerde actie vanuit de regering. De bal wordt hier immers naar mekaar doorgespeeld en ik vind het een betreurenswaardige zaak dat wij geen Franse, Italiaanse of Spaanse patiënten hebben opgenomen.
Ik dank u ook nog voor uw zeer uitgebreide antwoord over Syrië en Jemen.
02.19 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je serai très bref afin que nous puissions passer au prochain débat.
Concernant Trump, c'est une bonne chose que de condamner ses agissements contre le multilatéralisme. Mais il serait encore mieux de prévoir une compensation. Il est vraiment urgent, à ce sujet, de trouver une solution européenne rapidement, pour compenser la perte à laquelle l'OMS devrait faire face. Ce n'est évidemment pas le moment pour l'OMS de se voir retirer un cinquième de son budget.
Quant à l'Iran, il est aussi urgent de faire pression sur le gouvernement iranien pour le respect des droits humains, notamment dans les prisons. Une enquête indépendante à ce sujet serait la bienvenue.
Quant à Trump, Human Rights Watch tirait déjà la sonnette d'alarme il y a plusieurs mois, bien avant que la crise du COVID-19 éclate. Il faut maintenant réaffirmer l'importance supérieure du droit d'accès aux soins de santé pour le peuple iranien.
02.20 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, je tiens à remercier le ministre pour ses réponses très complètes. En ce qui concerne la situation en Iran et l'effectivité du mécanisme INSTEX, si l'architecture existe, manifestement, la dimension extraterritoriale des sanctions américaines continue à décourager beaucoup de partenaires de répondre à l'urgence sanitaire en Iran. Il faut redoubler d'efforts pour vaincre ces réticences. En effet, la situation sanitaire là-bas est dramatique, avec le risque de contagion, compte tenu de la porosité des frontières dans la région. La situation sanitaire en Iran nous concerne donc tous. Je souhaite que le mécanisme INSTEX puisse être l'outil qui permettra de sauver aussi l'accord sur le nucléaire, qu'il ne faut pas perdre de vue. Nous en avons déjà débattu.
02.21 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, dank voor uw antwoord.
Ik ben zeker geen aanhanger van complottheorieën, wel van een degelijk onderzoek ter zake. Ik hoop dat dit ten gronde zal worden gevoerd door de bevoegde internationale instanties. Er is zeker sprake van een aantal elementen dat vragen doet rijzen en doet vermoeden dat de realiteit iets complexer is dan de Chinese overheid wil laten uitschijnen. Deze elementen verdienen een ernstige waarschuwing voor de impact, als deze theorie bewezen kan worden. Er zijn zelfs professoren die waarschuwen dat dan een nieuwe koude oorlog onafwendbaar zou zijn. Ik weet niet of het zover moet komen, maar dit kan wel leiden tot een vertrouwensbreuk tussen China en de rest van de wereld. Hoe dan ook kan dit gevolgen hebben voor andere sectoren als gezondheidszorg, wereldeconomie, exportverdragen en dergelijke.
Ik kijk al uit naar uw uitnodiging om op een later tijdstip de objectieve en transparante controle uit te voeren via een gedachtewisseling. Dat is inderdaad aan te bevelen.
02.22 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Allereerst bedankt aan de minister voor zijn antwoord. Jammer genoeg was het niet allemaal even verstaanbaar. Ik zal mij beroepen op het schriftelijk verslag om de meer gedetailleerde antwoorden op mijn vragen te kunnen nalezen.
Wat ik meen niet gehoord te hebben, is op welke manier initiatieven genomen worden om de desinformatie op verschillende platformen tegen te gaan. Wat zal België daarvoor ondernemen? Ik zal er het schriftelijk verslag op nalezen.
02.23 John Crombez (sp.a): Ik heb een korte bijkomende vraag aan de minister waarop ik graag, maar niet noodzakelijk nu, een antwoord zou krijgen.
De WHO heeft internationaal het beste overzicht over deze systemische pandemie. Zij hebben echter enkel een adviserende rol. Ze suggereren zelf dat de lidstaten van de WHO zouden overwegen om de organisatie een meer dwingende rol te geven en hen zelfs richtlijnen te laten uitschrijven. Zo kan er bij het begin van een pandemie wereldwijd veel daadkrachtiger worden gereageerd. Zou België bereid zijn om dit te steunen?
Ik zal deze vraag ook langs de officiële weg indienen en hoef dus nu niet direct een antwoord te krijgen.
02.24 Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous insistez sur le multilatéralisme qui est, en effet, crucial pour lutter contre une pandémie mondiale. À cet égard, l'Organisation mondiale de la Santé est évidemment un instrument clé et essentiel pas seulement dans la lutte contre le COVID-19 d'ailleurs, mais pour d'autres problèmes de santé à travers le globe.
Néanmoins, vous insistez sur la transparence. Il me paraît capital qu'il y ait une évaluation stricte après la crise car quand l'Australie demande une enquête officielle, la question est de savoir si l'OMS a les moyens de mener un tel travail en son sein ou au contraire, s'il ne faudrait pas un organe indépendant pour le mener.
Je me souviens, comme je l'avais dit en séance plénière, d'un rapport d'inspection d'un adjoint canadien au directeur de l'OMS qui, après inspection en Chine à Wuhan, avait été satisfait des réponses qui lui avaient été données avec "toute la sincérité voulue", affirmait-il. Cela montre quelque part une légèreté ou peut-être une naïveté dans le chef de certains collaborateurs de l'Organisation mondiale de la Santé.
Par ailleurs, de nombreuses informations laissent planer le doute sur l'indépendance du président éthiopien de l'OMS. Il faudra donc, à mon sens, une évaluation indépendante. Qui dit indépendante dit faite avec les moyens d'indépendance et non pas avec les moyens de l'Organisation mondiale de la Santé.
02.25 Goedele Liekens (Open Vld): Mijnheer de minister, ik wil toch nog even bekrachtigen dat het een heel goede zaak is dat België onmiddellijk zijn geloof in de Wereldgezondheidsorganisatie heeft toegezegd, en niet blindelings en slaafs, zoals sommigen nu beweren. Wij hebben immers tegelijkertijd aangekondigd dat het voor ons bijzonder belangrijk is dat er nadien – met de nadruk op nadien – een heel grondig onderzoek en een doorlichting van de werking van de Wereldgezondheidsorganisatie komt.
U zei al, mijnheer de minister, dat de Wereldgezondheidsorganisatie de enige globale organisatie inzake gezondheid is. Zeker met wat wij nu meemaken, is het duidelijk hoe belangrijk het is dat de WHO efficiënt en grondig kan werken. Ik wil dan ook nogmaals benadrukken, zoals ook collega De Maegd zegt, dat het onderzoek zeer grondig en zeer goed zal moeten gebeuren, niet om zondebokken te zoeken, maar om ons ervan te verzekeren dat de Wereldgezondheidsorganisatie op de best mogelijke manier kan blijven werken.
Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de vrij ernstige aanwijzingen dat China een grote verantwoordelijkheid heeft in deze pandemie. Wij noemen het nu nog een complottheorie, omdat de bewijzen te schaars zijn. Het zal sowieso een moeilijk onderzoek worden, maar wij hebben er allemaal baat bij om het zeer grondig en degelijk te voeren. Ik houd mijn hart vast wat er zal gebeuren als er daar bewijzen opduiken. Dan vrees ik echt verregaande gevolgen, maar laat ons daar niet op vooruitlopen. Die onderzoeken zijn echter absoluut nodig.
De voorzitter: Ik dank u, mevrouw Liekens. Wij kunnen hier het debat hiermee afronden.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
Mijnheer de minister, kunnen wij het derde debat over de repatriëringen nog aangaan? Ik zie u knikken, waarvoor dank.
03 Actualiteitsdebat over de repatriëring van Belgen. Toegevoegde vragen van
- Els Van Hoof aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De stand van zaken inzake de repatriëring van Belgen" (55004824C)
- Ellen Samyn aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De stand van zaken m.b.t. de gestrande Belgische reizigers in het buitenland" (55004846C)
- Malik Ben Achour aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De repatriëring van in het buitenland gestrande Belgen" (55005025C)
- Els Van Hoof aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De repatriëring van Belgen met de dubbele nationaliteit" (55005046C)
03 Débat d'actualité sur le rapatriement de Belges. Questions jointes de
- Els Van Hoof à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'état de la situation en ce qui concerne le rapatriement de Belges" (55004824C)
- Ellen Samyn à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La situation en ce qui concerne les voyageurs belges bloqués à l'étranger" (55004846C)
- Malik Ben Achour à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le rapatriement des Belges bloqués à l’étranger" (55005025C)
- Els Van Hoof à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le rapatriement de Belges ayant la double nationalité" (55005046C)
03.01 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de minister, ik heb vragen ingediend over de repatriëring van Belgen met de dubbele nationaliteit.
Het is ook uw verdienste dat er een bilateraal akkoord met Marokko is over een uitzondering op de regel dat Belgen met een Marokkaanse identiteit het land niet mogen verlaten. Dat laat toe dat Belgen met de Marokkaanse nationaliteit alsnog Marokko kunnen verlaten op basis van humanitaire en sociale redenen, die reeds werden gedefinieerd, zoals ernstige medische aandoeningen, scheiding van het gezin als gevolg van een specifieke gebeurtenis of het risico dat een langdurige afwezigheid tot jobverlies of faillissement leidt.
Nu moet samen met Marokko een lijst worden opgesteld van passagiers die naar België kunnen terugkeren. Werd die lijst reeds vastgelegd? Zullen de eerste repatriëringvluchten worden ingelegd? Hoe zal de lijst worden opgesteld?
Zitten nog andere Belgen met dubbele nationaliteit vast, onder andere in Burundi? Is er ook reeds een akkoord met de Burundese overheid over hun repatriëring?
Op hoeveel staat, globaal gezien, de teller van het aantal Belgen dat vandaag in het buitenland nog op repatriëring wacht? Welke repatriëringen zijn op korte termijn nog gepland?
03.02 Ellen
Samyn (VB): Mevrouw de voorzitter, mijnheer
de minister, graag had ik een stand van zaken met betrekking tot onze gestrande
landgenoten in het buitenland.
Voor hoeveel Belgen dient er nog een
oplossing gezocht te worden? In welke landen verblijven zij? Wanneer wordt er
voor hen een oplossing gezocht?
Hoeveel Belgen werden er inmiddels
gerepatrieerd? Uit welke landen werden zij gerepatrieerd?
Welke landen weigeren hun medewerking?
Wat gebeurt er met landgenoten die worden
aangemaand door het land waarin ze momenteel verblijven dat ze dit moeten
verlaten, maar die geen zicht hebben op een terugvlucht?
Waarom wordt er in bepaalde gevallen
beslist om niet te repatriëren? Wat zijn de voornaamste redenen?
Op 7 april bood Brussels Airlines haar
vloot ter beschikking voor repatriëringvluchten en het vervoer van humanitaire
goederen.
Werd hierop ingegaan? Zo neen, waarom niet? Waarom worden de toekomstige geplande commerciële vluchten, die nu onder voorbehoud worden aangeboden aan gestrande reizigers, niet mee opgenomen in het geheel van repatriëringvluchten, mits inachtname van alle veiligheids- en gezondheidsmaatregelen?
03.03 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, nous nous sommes réjouis de l'accord qui avait pu être obtenu avec les autorités marocaines quant au principe d'un rapatriement sur une base humanitaire des binationaux bloqués là-bas qui souhaitaient rentrer en Belgique. Nous saluons évidemment tous les efforts que vous et votre administration avez entrepris pour parvenir à ce résultat.
Lundi dernier, vous avez déclaré avoir reçu 1 500 demandes – chiffre que la presse a mis à jour. Les intéressés devront remplir des questionnaires permettant d'objectiver leur situation. D'après mes sources, la liste définitive que notre pays établira est sur le point d'être soumise aux autorités marocaines.
De même, j'ai pu lire avec satisfaction que la position du gouvernement burundais avait, elle aussi, évolué et que les binationaux pourraient prochainement quitter le Burundi à certaines conditions.
Monsieur le ministre, quid de l'organisation concrète du rapatriement? Quel est le timing envisagé tant pour le Maroc que pour le Burundi?
Par ailleurs, comment se présente l'évolution des chiffres? Je vous avoue ne pas avoir très bien compris ceux que la presse de ce matin a rassemblés. Pourriez-vous donc faire le point à ce propos? De plus, certains binationaux n'ont pas encore reçu de réponse. Le processus se poursuit-il ou bien pouvons-nous considérer que toutes les demandes ont été enregistrées?
03.04 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, je souhaiterais également saluer l'organisation de vols de rapatriement spéciaux, humanitaires et sociaux, des binationaux bloqués au Maroc. Ce geste devait, selon moi, être absolument posé de toute urgence puisque, déjà depuis plusieurs semaines, le gouvernement marocain semblait ouvrir la porte à ces rapatriements.
Cela étant, je rejoins mon collègue Malik Ben Achour. En effet, en quelques semaines, on est passé de 500 demandes de Belges bloqués au Maroc dont 410 binationaux – je me souviens du communiqué du SPF à ce sujet – à plus de 5 000 demandes. Je ne comprends donc pas très bien comment les chiffres ont pu être multipliés par dix en quelques jours, quelques semaines. Des précisions quant aux chiffres seraient donc bien utiles.
Par ailleurs, j'ai pu comprendre que les personnes concernées, les Belges bloqués au Maroc étaient très inquiets face à la signature de reconnaissances de dette. Il serait important de pouvoir fournir des informations claires et précises quant au coût de ces rapatriements, qui sont attendues par les intéressés.
Je m'interroge également quant aux résidents légaux en Belgique qui doivent travailler dans notre pays et qui peuvent aussi faire face à des situations particulièrement délicates et difficiles au Maroc.
J'en arrive ainsi à ceux qui ne pourront pas être rapatriés. En effet, il est question de rapatriements exceptionnels pour les cas humanitaires et sociaux. Mais qu'est-il prévu pour venir en aide à ceux qui ne pourront pas être rapatriés? Je pense notamment à un cas très précis. Ali Aarrass a été libéré le 2 avril dernier, après douze ans d'emprisonnement dans des conditions particulièrement déplorables puisqu'il est question de torture dans les prisons marocaines. Je m'interroge donc quant aux mesures qui ont déjà été prises par le SPF Affaires étrangères ou par l'ambassade sur place pour rapatrier Ali Aarrass, en Belgique, en toute sécurité.
03.05 André Flahaut (PS): Madame la présidente, monsieur le ministre, je crois effectivement qu'il faut insister sur les progrès qui ont été faits et se souvenir de quel point nous sommes partis il y a quelques mois ou quelques semaines, pour aboutir aujourd'hui à force de discussions, de négociations très souvent discrètes, et sur une base qui était essentiellement le caractère humanitaire de cette deuxième vague de rapatriements.
Je crois qu'il faut aussi être attentifs à ne pas heurter certaines sensibilités de pays partenaires. Il faut parler avant tout de citoyens qui, pour des raisons diverses, ont une vie en Belgique, et qui doivent pouvoir être rapatriés dans de bonnes conditions. Je crois que c'est là-dessus que le ministre doit continuer à s'appuyer pour les démarches ultérieures, en privilégiant la diplomatie de la discrétion pour obtenir des résultats concrets.
03.06 Michel De Maegd (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, au nom du Mouvement réformateur, je me réjouis de voir ce dossier bien évoluer grâce à votre implication et votre action proactive. Je me souviens que, lors de la dernière commission, certains collègues, Écolo, DéFi, notamment Mme Rohonyi ou encore M. Ben Achour pour le PS, parlaient d'un sentiment d'abandon que l'on pouvait bien entendu entendre. J'avais alors insisté sur le fait que c'était une perception mais qu'il n'y avait pas d'abandon dans le chef du gouvernement, puisque, monsieur le ministre, vous travaillez à plein régime pour essayer de résoudre ce problème.
J'avais été alors extrêmement surpris de voir, notamment sur Twitter, Mme Rohonyi likée par les collègues dont j'ai cité le nom, alors qu'elle affirmait que je faisais du populisme. Je n'ai évidemment jamais dit, dans cette commission, que se soucier des binationaux, c'était faire du populisme. Je tiens à le préciser car c'est profondément honteux. J'ai simplement dit qu'affirmer qu'on ne fait rien, alors que vous travaillez, monsieur le ministre, cela, c'est effectivement faire du populisme. Je tiens à rectifier cela car j'avais été parfaitement choqué par cette communication sur les réseaux sociaux.
Pour en venir aux faits, je rappelle que votre pleine implication a toujours été de mise dans ce dossier et, qu'ils soient binationaux ou pas, les Belges ont le droit à cette aide que vous leur avez procurée et que vous continuez à leur procurer. Mais il faut bien admettre aussi que c'est le gouvernement marocain qui a opéré cette différenciation en considérant les binationaux comme des Marocains, lorsqu'ils étaient sur le territoire marocain.
J'acte aujourd'hui, monsieur le ministre, de réels progrès dans vos négociations avec le gouvernement marocain. Comme l'ont dit certains collègues, la demande explose avec plus de 6000 mails reçus, 4450 demandes dont 3400 de binationaux. Seuls 1700, à ma connaissance, ont fourni un justificatif. J'insiste, monsieur le ministre, pour que ces rapatriements se fassent de manière pondérée. Il faut évidemment que ces rapatriements aient une justification pour être faits. Sinon, ce système ne pourra pas être tenable sur le long terme.
Monsieur le ministre, avez-vous des nouvelles du gouvernement marocain par rapport aux listes que vous avez élaborées pour opérer ces rapatriements? Quand pensez-vous pouvoir procéder à ces rapatriements?
03.07 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, monsieur le ministre, tout d'abord, je voudrais m'excuser pour mon absence lors du débat précédent car j'ai dû intervenir dans un autre débat en commission de la Justice. C'est ce qui explique mon absence.
Je voulais aussi saluer les avancées qui ont été faites depuis notre dernière commission. La situation évolue. Par ailleurs, les chiffres d'aujourd'hui sont clairement différents de ceux que nous avions voici deux semaines. Je rejoins dès lors mes collègues sur le besoin de clarification à ce niveau-là.
J'aimerais aussi particulièrement attirer votre attention sur la situation d'Ali Aarrass qui a été emprisonné au Maroc pendant 12 ans. Il est sorti le 2 avril et il se voit bloqué sur le territoire marocain. Il fait partie de ces binationaux qui ont besoin d'être rapatrié. Ali Aarrass a rempli sa demande de rapatriement en bonne et due forme et entre pleinement dans les conditions pour être sur la liste nécessaire à l'organisation d'une évacuation humanitaire, étant toujours séparé de sa famille; il s'agit d'un cas d'urgence.
Après avoir purgé sa peine, Ali Aarrass se trouve dans l'incapacité de tourner la page et de reprendre une vie normale aux côtés des siens. On ne peut pas laisser l'un de nos concitoyens dans cette situation dramatique sans agir. En outre, il se trouve aujourd'hui dans un environnement général qui n'est pas du tout sécurisé.
Monsieur le ministre, quel est votre plan pour rapatrier les centaines voire les milliers de binationaux bloqués au Maroc? Allez-vous poser un geste humanitaire et vous assurer qu'Ali Aarrass figure bien sur la liste des binationaux que la Belgique va rapatrier? Je vous remercie d'avance pour vos réponses.
De voorzitter: Ik ga even terug naar mevrouw Jadin, die ook een vraag heeft.
03.08 Kattrin Jadin (MR): Mevrouw de voorzitter, ik stel heel kort mijn vraag, omdat er al heel veel is gezegd.
Monsieur le ministre, je veux aussi me joindre à mes collègues pour vous féliciter des progrès réalisés en ce qui concerne le rapatriement des binationaux du Burundi et du Maroc. Je sais que la diplomatie belge ne ménage pas ses efforts par rapport aux demandes et à des situations parfois très difficiles humanitairement parlant mais aussi en raison des difficultés des vols encore disponibles pour ces rapatriements des Belges à l'étranger. Je sais que les Affaires étrangères travaillent d'arrache-pied avec beaucoup de succès.
Monsieur le ministre, quel est le coût de ce type d'opération? Si je peux obtenir la réponse par écrit, cela me convient aussi. Pourriez-vous nous renseigner sur la globalité des demandes de rapatriement en cours liées aux raisons sanitaires? Cela nous intéresse, tout comme le nombre des nouvelles demandes de rapatriement des binationaux marocains qui m'a aussi étonnée, je l'avoue. Je vous remercie.
03.09 John Crombez (sp.a): Mijnheer de minister, ik heb vier concrete vragen over de situatie van de repatriëringen. Ik verwijs naar de vragen die ik heb ingediend met de titel 'Repatriëring van de Belgen'. Ik zal ze heel kort stellen.
Ten eerste, er worden veel problemen met grote reisorganisaties gemeld omdat zij hun verantwoordelijkheid niet zouden nemen. Wat is uw informatie daarover op dit moment? Op welke manier spreekt u de sector daarover aan?
Een en ander zorgt immers voor veel miserie.
Ten tweede, ondanks de goede inspanningen waarnaar de andere sprekers verwezen, kunnen een aantal Belgen die medicijnen nodig hebben, niet op korte termijn worden gerepatrieerd.
Mijnheer de minister, is dat een kwestie die u zelf in het oog houdt? Op welke manier wordt er concreet voor gezorgd dat de betrokkenen alsnog hun noodzakelijke medicijnen zouden krijgen?
Ten derde, ik heb
een vraag specifiek over de workingholidayjongeren in Australië en
Nieuw-Zeeland. Voor hen worden heel moeilijk terugkeervluchten georganiseerd.
Is er een optiek waarbinnen de workingholidayjongeren in Australië en
Nieuw-Zeeland zullen kunnen worden teruggebracht?
Ten slotte, vele
sprekers hebben al verwezen en gevraagd naar een update van de situatie van de
Belgen met dubbele nationaliteit in Marokko.
03.10 Philippe Goffin, ministre: Madame la présidente, à ce jour, plus de 30 vols d'aide au retour ont déjà été affrétés, principalement avec des vols charters mais aussi six vols militaires. Ainsi, 4 751 Belges ont pu rentrer chez eux depuis 17 pays différents (l’Espagne, les Îles Canaries, le Maroc, l’Egypte, la Tunisie, l’Algérie, la RD Congo, le Sénégal, le Mali, la Gambie, l’Afrique du Sud, le Niger, le Rwanda, le Burundi, le Pérou, la République dominicaine et la Colombie).
Tous les pays pour lesquels les Affaires étrangères avaient affrété un vol ont coopéré.
Volgens een schatting van onze ambassades in het buitenland zijn er nog ongeveer 4.000 Belgen en rechthebbenden gestrand. De grootste groep van rechthebbende Belgen bevindt zich in Marokko, Australië en Nieuw-Zeeland, Algerije en Spanje.
De cijfers zijn geen statisch gegeven, gezien het nog dagelijks vertrek van Europese vluchten met aan boord Belgen. Ook wensen sommige Belgen hun verblijf te verlengen in afwachting van een versoepeling van de maatregelen. De komende dagen worden nog vluchten georganiseerd naar Marokko, Algerije, Ecuador en Peru, Tenerife, Kameroen en Ghana.
Madame Van Hoof, Monsieur Crombez et Monsieur Ben Achour, tous les jours a lieu une réunion de coordination avec l’UE concernant les vols de rapatriement. La question de la double nationalité y a également été discutée. Entretemps, et je reviendrai après pour le cas particulier du Maroc, le Burundi a revu sa décision et un accord a été conclu avec le Maroc afin de rendre possible les rapatriements humanitaires pour des raisons médicales et sociales impérieuses.
Nous avons rapatrié près de 1 100 ressortissants belges du Maroc dont environ 40 % ont la double nationalité. La statistique des Belges ayant une autre nationalité bloqués à l'étranger est inconnue de nos services.
Wat betreft Burundi konden verschillende van de binationalen reeds met Europese vluchten terugkeren naar België, sinds op 10 april de beslissing om hen te weigeren door de Burundese overheid werd ingetrokken.
Indien er nog commerciële vluchten zijn, indien er voldoende EU-repatriëringsvluchten ingelegd worden en indien de achtergebleven groep Belgen te klein is om een Belgische vlucht te verantwoorden, dan legt Buitenlandse Zaken zelf geen vlucht in. In die gevallen helpen onze ambassades ter plaatse om Belgen plaats te geven op EU-vluchten.
Dit systeem zorgde reeds voor de terugkeer van meer dan 1.600 Belgen. Ook de situatie – gezondheidszorg en veiligheid – ter plaatse kunnen een rol spelen in de beslissing voor het organiseren van een vlucht.
Om op de vraag van de heer Crombez te antwoorden in verband met Australië en Nieuw-Zeeland, kan ik meedelen dat er voor Australië nog steeds commerciële opties zijn en dat er ook verschillende EU-vluchten zijn.
Mevrouw Samyn, ik heb geen weet van specifieke problemen met Belgen in landen die tot vertrek aanmanen. In die gevallen zijn er vaak nog Europese repatriëringsvluchten of wordt consulaire hulp aangeboden indien nodig. SN Brussels Airlines werd bij verschillende repatriëringsvluchten ingeschakeld, ook reeds vóór 7 april.
Commerciële vluchten worden niet door Buitenlandse Zaken georganiseerd en kunnen als dusdanig niet als repatriëringsvlucht gekwalificeerd worden. Wel kwamen reeds meer dan 200 Belgen terug via door Belgen gefaciliteerde vluchten. Dit zijn vluchten waarbij Buitenlandse Zaken mee onderhandelde met de privémaatschappij om een vlucht mogelijk te maken.
Mijnheer Crombez, u stelde ook een vraag in verband met de levering van geneesmiddelen. De koerierdiensten leveren in de meeste steden nog steeds geneesmiddelen. Waar dit niet meer het geval is, bestaat de optie om via de diplomatieke valies geneesmiddelen te laten versturen. De Belgische ambassades in het buitenland beheren deze aanvragen.
Het klopt inderdaad dat bepaalde reisorganisaties hun klanten in de steek lieten. De afhandeling van die dossiers is een zaak voor de FOD Economie, aangezien het hier gaat om contracten tussen reizigers en reisorganisatie die mogelijks niet werden nageleefd.
Madame Jadin, vous m'avez interrogé sur le coût des vols déjà organisés à ce jour. Je vous transmettrai la réponse par écrit.
Je termine en faisant le point sur la situation des Belges actuellement au Maroc. Un titre de presse de ce jour n'était pas conforme à la réalité. Je vais revenir très clairement sur la situation.
Il y a 4 450 personnes qui ont introduit une demande de rapatriement en Belgique. Pourquoi une telle différence entre les 500 demandes annoncées il y a quelques semaines et ce chiffre aujourd'hui? Tout simplement parce que ces 500 personnes s'étaient spontanément manifestées auprès de notre ambassade et lorsque nous avons obtenu un accord de négociation avec les autorités marocaines et lorsque nous avons lancé officiellement l'appel, des mails de demandes nous sont arrivés.
Sur les 4 450 personnes ayant introduit une demande, il y a 3 440 Belges. Je ne fais donc pas la distinction entre Belgo-Marocains et Belges. Sur ces 3 440 Belges qui ont effectivement introduit une demande, seuls 1 700 environ ont joint une attestation à leur demande. Contrairement à ce que titrait aujourd'hui le journal Le Soir, à ce stade, on ne peut pas encore dire s'ils remplissent les critères. On est en train d'analyser les dossiers. Il appartient à nos services de vérifier les attestations. Après cela, les dossiers seront transmis aux autorités marocaines qui auront le dernier mot. Je rappelle que c'est une négociation qui a eu lieu entre les autorités marocaines et la Belgique, deux critères ayant été retenus: des critères basés sur des raisons humanitaires ou des critères basés sur des raisons sociales.
Pour attester de la réalité de ces raisons humanitaires ou sociales, il était normal de demander une attestation à joindre à la demande. Une fois que ces listes seront revérifiées et transmises, nous serons, à partir d'aujourd'hui, dans un délai de deux jours pour que les autorités marocaines disposent de ces listes. Vous imaginez bien que c'est un gros travail d'analyse. Pour quelque 4 450 demandes, il faut vérifier la nationalité, les attestations, etc. Notre service à distance à Bruxelles a été renforcé car notre ambassade belge au Maroc a évidemment été terriblement sollicitée par ces demandes. Je pense donc que d'ici jeudi, ces demandes seront transmises aux autorités marocaines et il leur appartiendra de valider tout ou partie de la liste. Je veux être très clair et précis sur ce point-là.
Plusieurs d'entre vous, et je m'en étonne, m'ont interpellé sur M. Aarrass. Il fait partie des demandeurs éventuels, comme d'autres. Je ne me prononcerai pas sur son cas particulier. La procédure est la même pour tout le monde, ni plus ni moins.
Je pense que vous connaissez à présent la situation relative à nos démarches de rapatriement de nos Belges actuellement bloqués au Maroc.
Je rappelle que le principe général qui a prévalu dans nos démarches est de faciliter le retour de nos ressortissants en séjour temporaire à l'étranger pour des raisons de vacances, des raisons professionnelles ou des études. Le critère humanitaire est pris en compte, quel que soit le pays, pour des personnes malades ne pouvant pas être soignées sur place. Je ne comprends donc pas pourquoi on se focalise systématiquement sur un cas particulier. On a agi de la même façon pour l'ensemble des pays, mais il est vrai que le caractère de nos binationaux a posé 'problème' pour le Burundi et le Maroc. Nous n'avons en aucun cas abandonné nos Belges, quelle que soit la situation dans laquelle ils étaient, eu égard aux décisions des autorités des territoires où ils se trouvaient. Je vous remercie.
03.11 Els Van Hoof (CD&V): Mijnheer de minister, u en uw diensten hebben heel wat inspanningen geleverd om Belgen te repatriëren. Er staat nog heel wat op til. Ik heb begrepen dat er nog 4.000 Belgen moeten gerepatrieerd worden. Ik hoop dat zij de komende weken kunnen gerepatrieerd worden. Ik dank u in elk geval voor de inspanningen.
03.12 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de minister, ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat er bij de repatriëringen meer wordt gedaan voor landgenoten met de dubbele nationaliteit. In het vorige actualiteitsdebat, begin april, verklaarde u dat 7 van 27 vluchten met gestrande landgenoten vanuit Marokko werden georganiseerd. Nu blijkt er opnieuw een aantal vluchten, weliswaar onder bepaalde voorwaarden, vanuit Marokko te worden georganiseerd.
Wat zal er gebeuren met de andere gestrande reizigers? Nog steeds wachten wereldwijd gestrande landgenoten met een visumdatum af of zij al dan niet kunnen worden gerepatrieerd. Zij zien hun Duitse en Nederlandse reisgezellen naar huis vertrekken, maar voor hen wordt er vooralsnog geen vlucht voorzien. U zegt wel dat indien de groep te klein is om in een repatriëring te voorzien, er wordt gekeken naar de buurlanden die hun landgenoten wel repatriëren, maar laten wij eerlijk zijn, zij moeten rekening houden met alle Europeanen en kunnen bijgevolg slechts een klein percentage Belgen op hun vlucht meenemen.
Om de aandacht van Buitenlandse Zaken te trekken, moet men blijkbaar de media inschakelen, om uiteindelijk gerepatrieerd te kunnen worden. Ik verwijs naar de vluchten die vandaag en de komende week op de Canarische Eilanden vertrekken. In een ander concreet geval, na vijf weken van het kastje naar de muur gestuurd te zijn, hebben gestrande reizigers zelf voor een repatriëring moeten zorgen vanuit het zuiden van Spanje. Dat was op eigen houtje dus, zonder hulp van Buitenlandse Zaken. Zij hebben een oplossing gevonden en zijn intussen veilig thuis, maar het valt zeker te begrijpen dat die landgenoten misnoegd zijn.
Ik hoop dat er snel voor iedereen een oplossing komt, snel en efficiënt en niet via allerlei omwegen.
03.13 Malik Ben Achour (PS): Je remercie M. le ministre pour ces précisions. Pour être sûr de bien comprendre, sachant que seuls 1 700 dossiers de demandes de rapatriement ont été introduits avec une attestation, sur les 3 440 Belges et Belgo-Marocains. On doit dès lors considérer qu'à peu près 1 700 personnes ont rentré une demande sans attestation et sont dès lors d'ores et déjà "éliminées" de la possibilité d'un rapatriement. Doit-on le comprendre comme cela? Voilà ma première demande de précisions.
La seconde est la suivante. J'ai bien compris que dans deux jours, la liste définitive sera transmise aux autorités marocaines qui devront dès lors la valider. J'en déduis que les dates de vol dépendront du temps que prendront les autorités marocaines pour valider cette liste. Voici mes deux demandes de précisions.
Je voudrais lever un malentendu avec le collègue Michel De Maegd. Soyons clairs! Nous n'avons jamais dit qu'aucun effort n'était fait, au contraire. Personnellement, je salue les efforts du ministre et de ses services pour le dossier du rapatriement. Je l'ai fait publiquement en commission et ailleurs. Mais je disais que force était de constater que le Code consulaire tel qu'il était "libellé" alimentait de facto un incontestable sentiment d'abandon. J'avais d'ailleurs expliqué qu'on ne pouvait pas dire à quelqu'un qui souffrait qu'il n'avait pas le droit d'avoir mal. C'est ce que M. De Maegd n'avait pas voulu entendre. C'est la raison pour laquelle, avec le collègue Samuel Cogolati, nous avons déposé une proposition de modification de ce Code. Je m'interroge d'ailleurs sur le sens de son appel à la pondération. Quel serait l'intérêt de laisser des gens sur place? Quoiqu'il en soit, je suis persuadé que nous travaillons tous dans le même objectif, le ministre en tête.
03.14 Philippe Goffin, ministre: Monsieur Ben Achour pose deux questions. Comme je l'ai dit, sur 3 400 demandes belges, 1 700 étaient accompagnées d'une attestation. Celles qui ne le sont pas ne sont malheureusement pas analysées par l'autorité marocaine. C'est la première précision. La condition était d'avoir une attestation attestant la véracité de la demande, avec un caractère humanitaire ou social.
Deuxième élément, quand la liste sera transmise – je me répète, j'espère jeudi –, le gouvernement ne sera plus maître du délai d'analyse par l'autorité marocaine. Vous imaginez bien que nous avons plaidé pour que cette analyse se fasse le plus rapidement possible, mais nous-mêmes sommes très conscients du temps que cela prend, pour avoir nous-mêmes dû analyser ces listes en amont.
J'espère vous avoir apporté les deux précisions que vous souhaitiez avoir. Je vous remercie.
03.15 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, je vous remercie, et en particulier les agents du SPF Affaires étrangères qui sont sur le pont quasi 24h/24 depuis maintenant plusieurs semaines pour tenter de venir en aide à tous les Belges bloqués à l'étranger. Vraiment, un remerciement très sincère de la part de mon groupe.
Maintenant, il est vrai que le chiffre est particulièrement impressionnant. Nous parlions de 500 Belges bloqués au Maroc il y a quelques semaines. Maintenant, de plusieurs milliers. Il est vrai que plusieurs milliers seraient déjà de facto "éliminés", si je peux dire, de la procédure de rapatriement d'urgence qui est actuellement en cours.
Monsieur le ministre, je ne vous ai pas vraiment entendu sur les mesures qui allaient être prises, de manière proactive, par vos services pour venir en aide à ces Belges qui resteront malheureusement coincés au Maroc. Je pense qu'il est important de ne pas les oublier.
Monsieur De Maegd, moi aussi, j'aimerais vraiment lever tout malentendu au sujet du traitement des binationaux. J'ai encore une fois, à l'instant même, remercié les services pour leur travail considérable. Maintenant, je crois qu'il est important que nous n'ignorions pas, dans cette assemblée, dans cette commission en particulier, que notre Code consulaire a été modifié en 2018 et que l'article 79 du Code consulaire retire d'emblée le droit à l'assistance consulaire aux binationaux.
Oui, cela représente une discrimination. La Ligue des Droits Humains a d'ailleurs introduit un recours à la Cour constitutionnelle pour annuler cet article 79. Cet article 79 génère un sentiment d'injustice. C'est bien normal, c'est bien légitime, et je le comprends parfaitement. C'est donc en ce sens que je me suis exprimé.
C'est donc pour cela qu'avec mes collègues Malik Ben Achour et Sophie Rohonyi, nous avons déposé une proposition de modification pour pouvoir corriger cette discrimination. Encore une fois, comme le fait le SPF Affaires étrangères, pour pouvoir venir en aide à tous les Belges.
03.16 Michel De Maegd (MR): Monsieur le ministre, à ce jour, 1 100 Belges ont été rapatriés du Maroc, dont 40 % de binationaux. D'autres rapatriements pour raisons humanitaires ou sociales vont donc être effectués: 4 450 demandes introduites et, malheureusement, seules 1 700 d'entre elles assorties d'un justificatif comme le prévoit la règle. Il revient donc aux autorités marocaines de se prononcer sur cette liste.
Je pense que ces chiffres sont un signal fort à la communauté belgo-marocaine. Oui, nous nous soucions des Belgo-Marocains ou des Belges bloqués au Maroc. Et ce sont plus que des mots. Non seulement, nous nous en soucions, mais nous agissons. De quoi couper court, à mon sens, aux communications parfois fausses ou aux insinuations qui, pour moi, frôlaient la récupération politicienne voire le communautarisme. Mon parti préfère l'action positive pour tous les Belges, quels qu'ils soient.
Enfin, pour répondre à M. Cogolati, à Mme Rohonyi qui n'est étonnement pas là et à M. Ben Achour, je les invite simplement à être prudents quand il s'agit de liker des publications fausses sur les réseaux sociaux. Je cite: "Selon Michel De Maegd, se soucier des binationaux bloqués au Maroc est du populisme." Je n'ai jamais dit cela! Je le dis solennellement. Je disais simplement que ce serait du populisme ou une récupération politicienne de faire croire que le gouvernement ne soucie pas des binationaux bloqués au Maroc. Voilà ce que je disais, dont acte!
03.17 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, nous n'allons pas rentrer dans une discussion à deux ou à trois avec M. De Maegd que j'apprécie par ailleurs. Seulement, il relance une polémique que nous avons voulu éteindre tout de suite.
03.18 Michel De Maegd (MR): C'est faux! Vous l'avez alimentée sur les réseaux sociaux, monsieur Ben Achour!
03.19 Malik Ben Achour (PS): Je n'ai rien alimenté du tout, monsieur De Maegd!
03.20 Michel De Maegd (MR): Allez voir votre profil Facebook!
03.21 Malik Ben Achour (PS): Le ministre des Affaires étrangères a fait tout ce qu'il fallait pour régler la situation des binationaux mais, comme M. Cogolati l'a rappelé, il y a dans le Code consulaire à l'article 79 un problème qui génère de la discrimination et ce sentiment d'abandon légitime. Le ministre n'y peut rien. Il est un fait que le consulat et l'ambassade de Belgique au Maroc ont dû répondre à des binationaux les sollicitant qu'ils ne pouvaient rien faire pour eux justement en raison du Code consulaire. Cela a généré un problème par rapport auquel le ministre ne peut rien pour le moment car il travaille dans le cadre légal établi. C'est un fait!
03.22 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, merci pour vos réponses et les détails qui éclairent un peu la problématique. Je voudrais ajouter deux précisions.
En ce qui concerne Ali Aarrass, la question a été posée parce qu'il s'agit d'un cas particulier à la suite de ce qu'il a enduré pendant douze ans au Maroc, et aussi parce que la Belgique – vous n'étiez pas encore en fonction, donc vous n'en êtes pas responsable – a été condamnée pour non-assistance consulaire. C'est la raison pour laquelle je pose la question spécifiquement sur Ali Aarrass.
Par ailleurs, je salue votre bonne volonté et le travail réalisé. On constate qu'il y a une évolution de la situation. Je pense que notre objectif premier doit être l'efficacité pour faire avancer la situation et rapatrier nos concitoyens bloqués au Maroc et ailleurs.
Néanmoins, je dois signaler un élément qu'il faudra traiter dès la fin de la crise actuelle. Encore une fois, vous n'en êtes pas le premier responsable. Notre Code consulaire est discriminatoire, il donne un statut spécifique aux binationaux. Dans ce cadre, nous avons rédigé une proposition de loi pour modifier l'article 79 et répondre à cette discrimination dénoncée par la Ligue des Droits Humains.
Un deuxième élément est le suivant. Je ne doute pas de votre parole, monsieur le ministre, vous ne faites sans doute pas de différence entre les Belges de double nationalité et les autres, mais à cause de ce Code consulaire, certains fonctionnaires, notamment au Maroc, ont malheureusement fait de la discrimination à l'égard des binationaux. Je pense que ce problème doit être examiné après la crise. Nous avons des témoignages et des enregistrements. Il y a une discrimination manifeste vis-à-vis des binationaux.
Ce n'est ni noir ni blanc, mais cette discrimination doit être levée pour que certains fonctionnaires ne puissent plus se retrancher derrière cet élément pour discriminer les citoyens binationaux.
De voorzitter: Mijnheer Crombez, wenst u nog te repliceren? (Nee)
Ik meen dat ik het debat kan afsluiten. Ik bedank iedereen voor zijn deelname.
De minister vraagt nog het woord.
03.23 Philippe Goffin, ministre: Merci pour le débat, madame la présidente. J'ai une proposition à formuler aux membres de la commission. Il vous appartient évidemment d'en faire ce que vous voulez. J'ai de nombreuses questions qui ont deux, trois ou quatre mois d'âge, que l'on n'a pas su traiter suite aux événements et à la crise. Serait-il possible, la semaine prochaine, de vider ces questions? Il faut se mettre à la place de mes services. Elles doivent être remises à jour chaque fois. C'est un travail conséquent et qui n'apporte rien du tout. Cela prend beaucoup de temps à tout le monde. Ne pourrait-on consacrer du temps à ces questions-là? Je me rendrais disponible le temps qu'il faut. Nous éviterions les débats d'actualité, ou non, mais nous ferions en sorte d'avoir du temps pour toutes ces questions en attente.
De voorzitter: Dat is een goed voorstel. Wij hebben de suggestie gekregen om dinsdag om 10.00 uur een sessie daarover te voorzien. Een actualiteitsdebat is gekoppeld aan minstens drie vragen, vaak samengevoegde vragen. Als er slechts drie vragen zijn, zal ik echter niet aansturen op een actualiteitsdebat, daarover beslist de voorzitter. Vanaf vijf is het sowieso een actualiteitsdebat. Dat kan uiteraard ook los van corona. Dat is gewoon het Reglement. Ik stel voor om dinsdag om 10.00 uur die lijst leeg te maken en vooruitgang te boeken op dat vlak.
Zijn daar opmerkingen bij? Ik zie iedereen knikken.
03.24 Malik Ben Achour (PS): Madame la présidente, la suggestion est excellente. C'est ce que nous avons fait en commission du Climat et de l'Énergie la semaine dernière: nous avons posé des questions pendant six heures et demie (de 10 h à 16 h 30). Il faut donc prévoir du temps, mais une fois que c'est fait, c'est fait.
De voorzitter: We kunnen dat efficiënt aanpakken.
03.25 John Crombez (sp.a): Ik heb een bijkomende suggestie. Het mag ook eens worden gezegd dat de minister de commissies en de debatten altijd goed voorbereidt en daar concrete antwoorden geeft. Als er een heel lange lijst met vragen is, zou het niet mogelijk zijn dat de diensten de leden een mail sturen met de vraag of al die vragen mondeling moeten worden behandeld of dat er ook een paar in schriftelijke vragen kunnen worden omgezet?
Ik stel vast dat daaraan in commissies veel tijd opgaat. Dit moet worden voorbereid. Als reactie op de vraag van de minister stel ik voor een triage te doen.
De voorzitter: Dat is een goede suggestie.
03.26 Kattrin Jadin (MR): Mijnheer Crombez, wij denken exact hetzelfde. Ik denk ook dat wij het werk van de minister en zijn diensten kunnen verlichten. (…) om de antwoorden schriftelijk te krijgen, dan zullen wij dat zeker doen. Als de diensten van het Parlement ons de lijst kunnen geven, waar wij dan kunnen zeggen welke vragen wij omzetten in schriftelijke vragen en welke wij behouden als mondelinge vraag, dan zal dat zeker het werk voor onze commissie en voor de diensten van de minister verlichten.
03.27 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Madame la présidente, j'abonde dans le même sens. Je vous propose de transformer mes questions en questions écrites, afin d'alléger l'ordre du jour de la semaine prochaine.
La présidente: Les questions n°s 55003938C, 55004524C et 55004527C de M. Nabil Boukili sont transformées en questions écrites.
De geactualiseerde lijst zal u worden toegestuurd, met een deadline voor de omzetting in schriftelijke vragen.
Bedankt voor uw constructieve samenwerking op dat vlak. Ook dank aan u, mijnheer de minister, voor uw zeer uitgebreide antwoorden. Ik ken andere commissies waar er minder gedetailleerd wordt geantwoord door de ministers. Ik sluit mij dus aan bij de collega's voor de felicitaties ter zake. Rest alleen nog het geluid. Er werd al een suggestie gedaan voor een groepsaankoop van headsets. Die zouden wel nuttig zijn om de debatten te verbeteren. Daar moet nog aan gewerkt worden.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.52 uur.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 52.