Commission de la Santé et de l'Égalité des chances

Commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen

 

du

 

Mercredi 10 juin 2020

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 10 juni 2020

 

Namiddag

 

______

 

 


La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 21 et présidée par Mme Eliane Tillieux.

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.21 uur en voorgezeten door mevrouw Eliane Tillieux.

 

Les textes repris en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes remis par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Maria Vindevoghel aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De genderimpact bij de controles van de IGO-gerechtigden" (55003690C)

- Anja Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De impact van de IGO-controles op vrouwen" (55003718C)

01 Questions jointes de

- Maria Vindevoghel à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "L'impact du genre lors des contrôles des bénéficiaires de la GRAPA" (55003690C)

- Anja Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "L'incidence des contrôles de la GRAPA sur les femmes" (55003718C)

 

01.01  Anja Vanrobaeys (sp.a): Naar aanleiding van de vrouwendag op 8 maart, klagen een 40-tal vrouwen van vakbonden, vrouwen- en armoedeorganisaties, in een opinie verschenen in Knack op 28 februari 2020, aan dat gepensioneerde vrouwen het hardst getroffen worden door de nieuwe controleprocedure op de verblijfsvoorwaarde voor het IGO, die sinds 1 juli van kracht is.

 

Een IGO-uitkering wordt toegekend aan ouderen die geen of onvoldoende pensioenrechten hebben opgebouwd en onvoldoende bestaansmiddelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. Door de huidige arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen, zijn 65,5% van de IGO-gerechtigden vrouwen. Lagere lonen, deeltijds werk, onbetaalde zorgtaken zorgen ervoor dat vrouwen in deze precaire situatie terechtkomen, ondanks het feit dat ze hun hele leven hebben bijgedragen aan de samenleving en economie.

 

In hun opinie wijzen ze erop dat het Comité van de Verenigde Naties dat toeziet op de uitvoering van het Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen afgelopen november al bezorgd was over de situatie van oudere vrouwen en België vroeg om de maatregelen te preciseren die genomen zijn om de relatieve armoede van deze vrouwen te bestrijden, in het bijzonder met betrekking tot de lagere pensioenen die zij ontvangen als gevolg van de lagere lonen tijdens hun beroepsleven en het hoge percentage deeltijds werk en loopbaanonderbrekingen.

 

Mijn vragen zijn dan ook:

 

Erkent u de genderimpact van de nieuwe controleprocedure voor het IGO? Werd die genderdimensie van deze maatregel vooraf besproken en geanalyseerd?

 

Kan de huidige procedure aangehouden worden in het kader van de vraag van het Comité van de Verenigde Naties bij de uitvoering van het Verdrag inzake de Uitbanning van alle vormen van Discriminatie van Vrouwen? Zal u in dit kader aandringen op een herziening van de nieuwe controleprocedure? Op welke manier zal u de gendergelijkheid van gepensioneerde vrouwen nastreven?

 

01.02 Minister Nathalie Muylle: Mevrouw Vanrobaeys, ik zal ook antwoorden op de vraag van mevrouw Vindevoghel, aangezien het om een samengevoegde vraag gaat.

 

Wat de hogere armoederisico's van oudere vrouwen betreft, ben ik mij er ten zeerste van bewust dat de pensioenkloof een probleem is dat zeker onze aandacht vergt. De ongelijkheid in pensioenen is in feite het effect van de genderongelijkheid op de arbeidsmarkt in de voorbije decennia, die erg lang blijft doorwerken. Daarom zijn goede vangnetten essentieel om het probleem van lage pensioenen en gebrekkig opgebouwde rechten voldoende te ondervangen.

 

Het IGO, de inkomensgarantie voor ouderen, dient ertoe om ouderen voldoende bestaansmiddelen te bieden en ze te beschermen tegen een eventuele armoedeval. Hoewel de regeling neutraal geformuleerd is, zijn meer vrouwen dan mannen hierop aangewezen.

 

Iedere wijziging in het pensioenbeleid heeft een genderimpact. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er geen pensioenbeleid gevoerd kan worden. Het is belangrijk dat de voorziene middelen bij de juiste personen terechtkomen, die daarop ook recht hebben. In die zin zijn controles om de regelgeving te doen naleven verdedigbaar, maar ze mogen niet tot gevolg hebben dat vrouwen in precaire levensomstandigheden verder sociaal geïsoleerd dreigen te geraken.

 

Op 3 maart ontving mijn kabinet een collectief van verenigingen en burgerbewegingen dat gekant is tegen de huidige IGO-controles, vertegenwoordigd door het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding. Ik begrijp de vraag van het collectief om de huidige controleprocedure te herbekijken. Er moet gezocht worden naar een evenwicht tussen de vrijheid om zich te verplaatsen en de verwachting van de overheid dat mensen die een bijstandsuitkering ontvangen in België verblijven.

 

De controleprocedure zou in het Parlement worden geëvalueerd. Ik verwijs naar de hoorzitting over de nieuwe verblijfscontrole voor IGO-gerechtigden op 3 maart 2020. Op deze hoorzitting zijn vertegenwoordigers van de FPD, SIOD, bpost, la Fédération des CPAS de Wallonie, de Liga voor Mensenrechten en BAPN gehoord. Deze hoorzitting was een positieve stap in de evaluatie van de controleprocedure.

 

Op dit ogenblik is de controleprocedure geschorst, gezien de controlemaatregelen. Ik vertrouw erop dat mijn collega, de minister van Pensioenen, dezelfde doelstellingen als ik deelt en eventuele problemen die ontstaan bij de nieuwe controleprocedure voor het IGO ook zal onderzoeken.

 

01.03  Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, de nieuwe controleprocedure op de IGO heeft inderdaad wel een belangrijke impact voor vrouwen. Uit de parlementaire stukken – ik was toen geen verkozen lid – leid ik af dat destijds vooral de perceptie bestond van mogelijke misbruiken door mensen met voorlopige verblijfs­documenten, wat voor een danige verstrenging van de controleprocedure heeft gezorgd. Toen al wezen armoedeorganisaties erop dat van de mensen met voorlopige verblijfspapieren slechts een klein deel een beroep doet op de IGO, omdat zij onvoldoende geïnformeerd zijn en omdat ze angst hebben om een aanvraag in te dienen. De grootste impact van de controleprocedure valt dus wel degelijk op vrouwen, aangezien 65 % van de vrouwen leeft van een IGO. Daarbovenop zijn de loopbaan­voorwaarden in de pensioenregeling verstrengd, waardoor nog meer vrouwen dan voorheen getroffen worden.

 

Uit de hoorzitting in het Parlement moet inderdaad een evaluatie voortvloeien.

 

Ondertussen zijn ook de cijfers van de loonkloof bekend, waaruit blijkt dat de loonkloof nog altijd niet gewijzigd is. Integendeel, de kloof neemt zelfs toe tot 23,7 %. Dat heeft uiteraard gevolgen voor de pensioenkloof.

 

Wij zijn alleszins van plan om in het Parlement de werkzaamheden omtrent die controleprocedure verder te zetten. Misbruiken moeten uiteraard gebannen worden, maar de controle moet menselijk en genderneutraal zijn, zodat vrouwen, wanneer zij onvoldoende aan de loopbaan­voorwaarden voldoen, toch waardig kunnen leven van hun pensioen. Daarnaast moeten er in de toekomst maatregelen worden genomen om de pensioenkloof en de loonkloof te verminderen. Wij denken daarbij aan goede, kwaliteitsvolle banen, maar ook aan het geboorteverlof. Ook willen wij blijven inzetten op een evenwichtige taakverdeling en de combinatie van werk en gezin.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Les questions jointes n° 55003691C de M. Hedebouw, n° 55003692C de M. Mertens et n° 55003693C de Mme Vindevoghel sont transformées en questions écrites. La question n° 55003777C de M. D'Amico est reportée. La question n° 55004219C de Mme Soors est sans objet. La question n° 55005332C de Mme Matz est transformée en question écrite.

 

02 Vraag van Karin Jiroflée aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De Rainbow Europe Map and Index 2020" (55006286C)

02 Question de Karin Jiroflée à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La Rainbow Europe Map and Index 2020" (55006286C)

 

02.01  Karin Jiroflée (sp.a): Mevrouw de minister, ik wil het even hebben over de Rainbow Europe Map and Index die jaarlijks een ranking en benchmark maakt van de Europese landen op het gebied van gelijke kansen en mensenrechten van lgbti's.

 

België scoort daar traditioneel hoog, met 73 %, de tweede hoogste ranking na Malta. Men suggereert wel dat we in België zouden werken rond de interseksepersonen. Dat is één van de suggesties die Rainbow Europe Map doet. Ik weet dat u daarmee bezig bent. Ook in het Parlement hebben we een initiatief genomen. We hebben trouwens maandag een bijzonder interessante hoorzitting gehad daarover.

 

Daarnaast zijn er nog de cijfers van Unia en dat is toch wel iets wat mij verontrust. In 2019 noteerde Unia een record aantal dossiers over discriminaties van holebi's, 133. De meeste dossiers betroffen incidenten op het werk. Bovendien toont de coronacrisis nu aan dat er ook nog veel nood is aan sensibilisering bij het publiek. Er is een duidelijke stijging van het intrafamiliaal geweld, zoals we al wisten en waar we het al over hebben gehad, maar ook geweld tegen jonge holebi's. Unia wijst erop dat bewustwording vroeg moet beginnen, op school en in het bedrijfsleven.

 

Plant u op dit moment acties, op korte en op lange termijn, specifiek richting school en bedrijfsleven, zelf of met de andere ministers uit de deelstaten? Dit lijkt mij bijzonder hard nodig, als we de stijgende cijfers van Unia juist interpreteren.

 

Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

02.02 Minister Nathalie Muylle: Mevrouw de voorzitter, mevrouw Jiroflée, het gegeven dat er een recordaantal meldingen was met betrekking tot discriminatie van holebi's bij Unia, is uiteraard een teken dat er dringend actie nodig is. Toch zie ik dit ook als een positief signaal, namelijk dat steeds meer slachtoffers van discriminatie op basis van seksuele geaardheid de weg naar Unia vinden en melding doen van discriminatie.

 

Met betrekking tot intrafamiliaal geweld ten aanzien van jonge holebi's tijdens de coronacrisis kan ik u melden dat huiselijk geweld een belangrijk aandachtspunt is. Zo hebben politie en Justitie benadrukt dat de aanpak van huiselijk geweld een prioriteit blijft en met urgentie zal worden behandeld. Daarnaast werd er informatie verspreid over de verschillende diensten en centra die hulp kunnen bieden in geval van intrafamiliaal geweld en werden de hulplijnen versterkt.

 

Mijn voorganger nam reeds verschillende initiatieven rond discriminatie op de werkvloer, zoals de wet houdende mysterycalls tegen discriminatie op de arbeidsmarkt. Er werd ook een koninklijk besluit aangenomen dat positieve acties door privébedrijven mogelijk maakt. Ik vind het bij het ontwikkelen van beleid ook belangrijk om vakbonden en werkgeversorganisaties te blijven betrekken bij het lgbti+-beleid op de werkvloer. Zij kennen de werkvloer goed en kunnen inschatten welke acties nuttig kunnen zijn.

 

Verder zijn wij bezig met de opmaak van een lgbti-charter voor bedrijven. Daarin komen een aantal engagementen die bedrijven kunnen ondertekenen om tot meer inclusie op de werkvloer te komen. Dit charter kan ook afgestemd worden op maat van kmo's. De eerste stappen richting zo'n charter werden gezet. Zo stuurde mijn voorganger een brief naar de verschillende sectoren met de vraag of ze hieraan willen meewerken en of de captains of industry bereid zijn het mee te ondertekenen. Van heel wat sectoren kregen wij de reactie dat ze de thematiek op onze vraag besproken hadden en hieromtrent actie kunnen ondernemen in hun sector.

 

De bewustmaking van dit thema en eigen initiatieven stimuleren is hierin fundamenteel. Zo kan het charter aansporen dat bedrijven iemand van hun hr-afdeling een opleiding laten volgen over een inclusieve werkvloer. In die opleiding krijgen ze dan tips waarmee ze direct aan de slag kunnen. Ik denk bijvoorbeeld aan meer inclusieve vacatures, vrouw-man-x in plaats van man-vrouw, of bij de voorstelling van het bedrijf de specifieke melding dat het bedrijf kandidaten selecteert op basis van hun kwaliteiten, ongeacht hun genderidentiteit, genderexpressie, seksuele oriëntatie, afkomst, leeftijd of beperking.

 

Binnenkort zal ik ook een laagdrempelige informatiebrochure publiceren voor ouders van intersekse kinderen. Daarmee willen wij informatie geven aan ouders en iedereen die vragen heeft over het thema. Moet mijn kind geopereerd worden? Zal het kind verliefd worden op jongens of meisjes? Zal het zelf kinderen kunnen krijgen? Is hun kind man, vrouw of x? Op al die vragen geeft de brochure antwoorden.

 

Vanaf hun geboorte zijn intersekse personen het slachtoffer van onwetendheid, stereotypen en discriminatie. Door het thema uit de taboesfeer te halen, willen wij dat veranderen. Daarnaast hebben wij ook informatieve animatiefilmpjes voor jongeren ontwikkeld waarin wordt uitgelegd wat intersekse inhoudt. Die filmpjes moeten ook helpen om de maatschappij verder te sensibliseren omtrent die thematiek.

 

Om discriminatie ten aanzien van lgbti+-personen aan te pakken, is een transversaal beleid dat door alle beleidsniveaus wordt gedragen noodzakelijk. Om die reden is ook de uitwerking van een nieuw interfederaal actieplan absoluut noodzakelijk. Het vorige actieplan liep af op het einde van de vorige legislatuur, in mei 2019. Het werd grondig geëvalueerd en er werd een interne nota uitgewerkt met allerlei nuttige aanbevelingen voor een volgend plan. Mijn administratie is volop bezig met de voorbereiding van het nieuwe plan. Ik hoop dan ook dat de volgende regering het ter harte zal nemen en de engagementen die ik en mijn administratie erin nemen in beleidsdaden zal omzetten.

 

02.03  Karin Jiroflée (sp.a): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister.

 

Wat intersekse personen betreft, ben ik blij te horen dat de brochure ondertussen afgewerkt is. Die is hard nodig. Dat hebben wij maandag heel duidelijk te horen gekregen. Er zijn in het Parlement nog enkele resoluties aanhangig waarin nog een aantal andere tips staan, maar ik ben blij te horen dat u daarmee doorgaat.

 

Wat het thema discriminatie op de werkvloer betreft, dring ik erop aan dat ook op de lange termijn de vakbonden en de werkgeversorganisaties daarbij betrokken blijven. Voor dat soort zaken is een goede samenwerking tussen de vakbonden en de werkgevers noodzakelijk.

 

Het transversaal verhaal en het interfederaal actieplan zijn allerbelangrijkst. Het vorige interfederaal actieplan liep een jaar geleden af. Ik ben blij te horen dat u eraan gewerkt hebt. Ik kan nu natuurlijk moeilijk een steen werpen. Door de chaos na de verkiezingen en de daaropvolgende coronacrisis kan ik mij voorstellen dat er vertraging is, maar ik dring er toch op aan om zo ver en concreet mogelijk door te werken, zodat het nieuwe actieplan klaarligt voor de eventuele nieuwe minister. Wanneer wij zover zullen zijn, zullen wij het anderhalf jaar zonder interfederaal actieplan hebben moeten doen. Dat is niet goed. De cijfers van intrafamiliaal geweld bewijzen dat. Ook tijdens deze coronacrisis moeten wij, misschien nog meer dan anders, ons heel hard op de problematiek van lgbti's focussen, maar ik weet dat wij daarvoor in u een medestander vinden.

 

Ik kan u alleen maar aanmoedigen om daarvan heel snel en heel concreet werk te maken, zodat de volgende minister dat slechts moet opnemen.

 

02.04 Minister Nathalie Muylle: Ik volg u volledig, maar het is natuurlijk heel moeilijk voor mij om met een nieuw plan te komen op het einde, voordat een doorstart van een volwaardige regering op dit thema kan werken. Ik kan u alleen maar zeggen dat mijn administratie, en ook mijn beleidscel, volop al die initiatieven neemt, niet alleen hiervoor, ook voor een Nationaal Actieplan Gendergerelateerd Geweld en een Actieplan tegen Racisme. Onze administraties zijn volop bezig met het voorbereidend werk, zodat een volgende regering het eigenlijk maar moet opnemen en hopelijk zoveel mogelijk van wat we nu aan het voorbereiden zijn, realiseren.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Les questions n° 55003916C de Mme Willaert, n° 55004430C de Mme Thémont et n° 55006283C de M. Van Hecke sont transformées en questions écrites.

 

03 Question de Sophie Rohonyi à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Le statut des personnes prostituées dans le cadre du déconfinement" (55006926C)

03 Vraag van Sophie Rohonyi aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "Het statuut van sekswerkers in het kader van de afbouw van de lockdown" (55006926C)

 

03.01  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la présidente, madame la ministre, le Conseil national de sécurité du 3 juin dernier a décidé d’entamer une phase importante de notre déconfinement, à savoir que dès ce 8 juin, le principe serait l’autorisation, sauf ce qui est expressément interdit.

 

Il en découle qu’à défaut d'inclure la prostitution dans les catégories d'activités expressément interdites, telles que les sports de contact, les activités prostitutionnelles ont pu reprendre ce 8 juin. Ce changement inquiète beaucoup les associations de terrain au regard de l’impact sur la santé publique que la prostitution pourrait avoir si aucune mesure sanitaire n’est mise en place, puisque la nature même de l’activité rend impossible le respect des règles de distanciation sociale.

 

Aucun protocole sanitaire n’a encore été communiqué au secteur concerné et aux autorités communales concernant la reprise de l’activité prostitutionnelle. Or, cette activité concerne 30 000 personnes qui ne peuvent attendre la prochaine étape du déconfinement (le 1er juillet) pour reprendre leurs activités et ainsi retrouver leurs moyens de subsistance et leur sécurité. En effet, si les personnes prostituées ont en principe accès à l’aide sociale – c'est l'information que vous m'aviez communiquée en commission de la Santé le 8 mai dernier –, cet accès apparaît extrêmement difficile dans la pratique.

 

En conséquence, madame la ministre, pourriez-vous me faire savoir si les activités prostitutionnelles sont incluses dans l'appellation “massages non thérapeutiques” et sont, dès lors, autorisées à reprendre dès ce 8 juin et si, à défaut, elles sont malgré tout considérées comme des activités autorisées? Dans la négative, de quelle manière l’accès à l’aide sociale est-il effectivement garanti à toutes les personnes prostituées qui ne peuvent reprendre leurs activités?

 

Une campagne de sensibilisation est-elle prévue en concertation avec les entités fédérées pour informer les personnes prostituées de la disponibilité du recours à l’aide sociale ou à l’aide médicale urgente? Pouvez-vous également me faire savoir si l’aide sociale et l’aide médicale urgente mises à part, les personnes prostituées peuvent bénéficier d’autres revenus de remplacement tels que le chômage temporaire ou le droit passerelle?

 

Enfin, les personnes prostituées sans titre de séjour légal peuvent-elles se voir octroyer une aide sociale? Dans l’affirmative, autrement dit si l'activité prostitutionnelle a effectivement pu reprendre ce lundi, existe-t-il un protocole spécial ou des consignes spécifiques relatives aux précautions sanitaires à prendre afin de garantir la sécurité des personnes prostituées ainsi que des citoyens qui ont recours à leurs services?

 

De manière plus générale, une concertation avec les entités fédérées a-t-elle été mise en place pour développer des programmes de sortie de la prostitution? En effet, il est apparu que, durant le confinement, de nombreuses personnes se sont adressées aux associations afin de sortir de cet engrenage qu'est la prostitution.

 

03.02  Nathalie Muylle, ministre: Madame la présidente, madame Rohonyi, afin de protéger la santé publique, prévenir et lutter contre le coronavirus, les lieux de prostitution en vitrine ont été fermés et le travail du sexe a été interdit.

 

Je me rends bien compte que cette période a été extrêmement difficile pour de nombreux travailleurs du sexe qui n'ont souvent pas de statut réglementé. Ces travailleurs n'ont souvent ni le statut de salarié, ni celui d'indépendant. Cela signifie qu'ils ne bénéficient pas d'une protection sociale ou financière.

 

Le 3 juin, le Conseil national de sécurité a décidé de poursuivre la levée progressive des mesures de quarantaine. Le premier message important consiste dans le fait qu'à partir du 8 juin, le point de départ est différent que durant les précédents mois puisque tout est permis, sauf ce qui est encore interdit. Les travailleurs du sexe ont donc pu reprendre leurs activités depuis cette date, bien que les communes puissent toujours imposer des restrictions. En effet, les villes et communes peuvent imposer des règles locales concernant la prostitution. J'ai d'ailleurs constaté que c'est le cas de plusieurs villes et communes.

 

Pour les femmes qui reprendront leurs activités, des précautions seront toutefois de mise. En consultation avec les experts du GEES, le secteur a élaboré un protocole comprenant notamment des mesures de précaution comme, par exemple, ne pas admettre les clients présentant des symptômes, bien nettoyer les poignées de porte, les rampes et autres surfaces.

 

Pour les questions relatives à l'aide sociale pour les personnes sans titre de séjour, je vous renvoie à ma collègue, Mme De Block. Pour d'autres questions, je vous renvoie à mes collègues en charge de la Justice et de l'Intégration sociale.

 

En tant que ministre de l'Emploi, je peux dire qu'il arrive souvent que ces travailleurs ne soient pas bien protégés, faute de statut. S'ils ont un contrat de travail, ils peuvent avoir accès au chômage temporaire. S'ils sont indépendants, si je me souviens bien, à partir d'un revenu de 7 000 euros allant jusqu'à 14 000 euros, ils peuvent bénéficier du droit passerelle mis en place par mon collègue Ducarme.

 

Mais souvent, ils sont dépourvus de statut. Tel est le problème. Si bien souvent, les CPAS offrent des solutions, ils sont, néanmoins, vraiment dans une situation très précaire.

 

03.03  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, merci pour vos réponses.

 

Deux choses. En ce qui concerne le protocole sanitaire, j'entends qu'un protocole a été adopté, mais à ma connaissance, il n'a pas encore été communiqué au secteur ou aux communes. Je pense qu'il y a un problème de communication en la matière. J'entends aussi que des précautions vont être prises, qu'il y a encore des discussions au sein du GEES, si j'ai bien compris.

 

Toujours est-il que je m'étonne malgré tout qu'on décide de la reprise par un secteur de ses activités, alors que ce n'est que par la suite qu'on va réfléchir aux précautions qui doivent encadrer cette reprise. J'ai quand même l'impression que l'on agit à l'envers. Dans l'attente de cette information, on met finalement des gens en danger. J'ai un regret par rapport à cela.

 

Par contre, je suis très heureuse d'entendre votre prise de conscience eu égard à l'absence de statut des personnes prostituées et au fait qu'elles ne sont, dès lors, pas en mesure d'être protégées, ni physiquement, ni socialement.

 

Je vous lance vraiment un appel à sensibiliser à leur tour vos collègues au sein du gouvernement pour que l'on puisse enfin sortir la prostitution de l'hypocrisie dans laquelle elle se trouve aujourd'hui et pour accorder aux personnes prostituées un véritable statut social.

 

L'idée n'est pas de dire que nous sommes pour ou contre la prostitution. L'idée est d'être pragmatiques et de garantir à ces personnes un niveau de vie décent avec un accès, en plus des aides d'assistance sociale qui existent aujourd'hui, au chômage temporaire ou au droit passerelle.

 

Je crois beaucoup en la sincérité de vos propos. Par conséquent, je vous demanderai vraiment de pouvoir la répercuter auprès de vos collègues. Je pense que c'est vraiment essentiel de tenir compte de la grande précarisation de ces personnes aujourd'hui.

 

03.04  Nathalie Muylle, ministre: Concernant le protocole, ce n'est ni à moi ni au gouvernement de décider. Un protocole a été établi par le secteur en collaboration avec les experts du GEES. Ce protocole contient les mesures de protection et a été élaboré la semaine dernière, donc avant le 8 juin de sorte à pouvoir le mettre en œuvre dès cette date, dans des conditions sûres et avec les précautions nécessaires.

 

Concernant le statut, je n'ignore pas les problèmes posés, mais hier soir, par exemple, la télévision flamande a diffusé un reportage sur la prostitution. On a pu y voir plusieurs témoignages. Certaines femmes n'avaient pas de statut, d'autres travaillaient dans une entreprise ICT ou étaient indépendantes avec un commerce. Il existe de nombreux statuts très spécifiques. C'est un peu comme dans le secteur événementiel avec les artistes.

 

Ce groupe particulier compte beaucoup de cas différents. Je suis au courant que cela pose problème à certaines femmes qui travaillent sans contrat ni statut mais cela n'a rien à voir avec le COVID-19. Cette situation existait déjà auparavant et j'estime que le Parlement doit pouvoir en débattre, mais il y a aussi beaucoup de femmes avec statut qui sont dans la prostitution, ce qui rend ce dossier complexe.

 

03.05  Sophie Rohonyi (DéFI): Madame la ministre, je vous remercie pour ce complément de réponse très clair.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Questions jointes de

- Vanessa Matz à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La lutte contre les violences intrafamiliales durant le confinement" (55005055C)

- Sarah Schlitz à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Le coronavirus et la conférence interministérielle sur les droits des femmes" (55005291C)

- Maria Vindevoghel à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La situation des femmes durant la crise du coronavirus" (55005446C)

- Sarah Schlitz à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La préparation de la prochaine conférence interministérielle sur les droits des femmes" (55006948C)

04 Samengevoegde vragen van

- Vanessa Matz aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De bestrijding van huiselijk geweld tijdens de lockdown" (55005055C)

- Sarah Schlitz aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "Het coronavirus en de interministeriële conferentie over de vrouwenrechten" (55005291C)

- Maria Vindevoghel aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De situatie van de vrouwen ten tijde van corona" (55005446C)

- Sarah Schlitz aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De voorbereiding van de volgende interministeriële conferentie over vrouwenrechten" (55006948C)

 

04.01  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la présidente, je vous remercie pour votre souplesse car je ne m'attendais pas à un rythme aussi rapide. C'est un fait rare!

 

Ma première question a été déposée le 24 avril dernier. Elle portait sur la position que comptait défendre le gouvernement lors de la Conférence interministérielle (CIM). Vu le temps qui s'est écoulé depuis le dépôt de ma question, je me vois obligée d'adapter quelque peu mes propos.

 

Madame la ministre, quelle position avez-vous défendue lors de la Conférence interministérielle sur les droits des femmes qui s'est déroulée le 8 mai dernier?

 

Ma seconde question concerne la prochaine CIM qui se tiendra le 26 juin prochain. Selon les informations dont je dispose, elle portera sur les violences envers les femmes, l'accès à une rémunération juste et à la monoparentalité. Pouvez-vous me donner plus d'informations à ce sujet? Je sais que l'ordre du jour est en cours d'élaboration. Je voudrais connaître la position que vous comptez défendre lors de cette réunion.

 

Force est de constater que les femmes ont payé un lourd tribut à cette crise, à différents niveaux, et le déconfinement n'arrangera pas forcément les choses. On sait, par exemple, que certaines femmes ont dû quitter leur domicile parce que la situation était devenue intenable et qu'elles ont été logées dans des hôtels réquisitionnés pendant le confinement. Or ces hôtels vont maintenant reprendre leurs activités. La question se pose aujourd'hui de savoir comment nous allons gérer ces situations. Selon moi, un leadership doit être assumé par le fédéral dans un tas de matières. Les associations vous exhortent également à assumer ce rôle en déployant les moyens nécessaires.

 

04.02  Nathalie Muylle, ministre: Madame Schlitz, comme votre question était jointe à celle de Mme Vindevoghel – qui n'est pas présente –, une partie de ma réponse a été rédigée en néerlandais. Veuillez donc m'en excuser.

 

La Conférence interministérielle sur les droits des femmes s'est réunie pour la première fois le 8 mai dernier, sous la présidence de la secrétaire d'État bruxelloise Nawal Ben Hamou. J'y ai assisté avec mes homologues exerçant les compétences relatives aux droits des femmes. Cette première rencontre a été précédée de deux réunions préparatoires, en date des 2 et 17 avril, qui étaient consacrées aux thèmes de la violence contre les femmes et des mesures de mise en quarantaine.

 

L'ordre du jour de la première Conférence interministérielle comprenait également une évaluation de la pandémie COVID-19 et de ses conséquences dans la vie quotidienne des femmes. Dans ce cadre, la question des violences domestiques a bénéficié d'une attention particulière. Nous sommes convenus qu'il fallait poursuivre les travaux visant à soutenir les femmes à tous les niveaux de pouvoir politique, tant dans les domaines de la prévention, de la protection, des poursuites, de la politique intégrée que de la collecte de données. Cela signifie, par exemple, que des campagnes de sensibilisation accessibles au grand public continueront à être menées à chaque niveau de pouvoir, afin de mettre en avant les lignes d'aide et le soutien aux victimes.

 

Sur le plan de la protection, en tant que ministre fédérale de l'Égalité des chances, je continuerai à garantir l'accès aux centres de prise en charge des violences sexuelles, tous les jours, vingt-quatre heures sur vingt-quatre. En outre, je concentrerai mes efforts sur la diffusion de ces informations.

 

Quant aux chiffres relatifs à la violence domestique, les lignes d'assistance téléphonique et les services d'aide via un chat indiquent avoir reçu davantage d'appels concernant la violence intrafamiliale depuis le début de la crise coronavirus. Les Communautés et les Régions effectuent un monitoring régulier des lignes d'assistance téléphoniques et des services d'aide par chat. Je vous renvoie donc vers mes homologues régionaux et communautaires.

 

Wat de chatlijn Seksueel Geweld betreft, was er ook een gemiddelde van 86 oproepen per maand tussen september 2019 en maart 2020. Sinds de coronacrisis is er een opvallende stijging op te merken naar gemiddeld 136 of 137 oproepen per maand, want een stijging is van 58 %.

 

En outre, j'ai affecté plus de 80 000 euros supplémentaires à la ligne de chat destinée aux victimes de violences sexuelles. L'objectif est d'utiliser ce budget pour renforcer l'équipe de ce service. L'argent sera par exemple consacré à la formation des psychologues du chat et en matière d'accompagnement des traumatismes, à l'augmentation du nombre de séances individuelles avec une psychologue externe et au lancement d'une campagne sur les réseaux sociaux afin d'atteindre les groupes vulnérables.

 

Naast het thema geweld op vrouwen heb ik actie ondernomen om de combinatie van thuiswerk en zorg voor kinderen op te nemen. Op mijn initiatief werd ook het ouderschapsverlof aangepast, naast de reeds bestaande verlofstelsels. Samen met het Parlement heb ik dat kunnen doen. Het geldt voor ouders met kinderen jonger dan 12 jaar of ouders met gehandicapte kinderen, om de moeilijkheden die zich voordoen bij het combineren van kinderopvang en telewerk aan te pakken met het oog van een economische heropstart. De premies werden ook met 25 % verhoogd. Ook pleegouders werden daaraan toegevoegd.

 

Zowel de minister van Justitie als de minister van Binnenlandse Zaken is betrokken bij de werkzaamheden van de IMC. Zij zijn zich ook bewust van de toename van slachtoffers van intrafamiliaal geweld ten gevolge van COVID-19. Politie en Justitie hebben benadrukt dat de aanpak van huiselijk geweld ook voor hen een prioriteit blijft, en met urgentie zal worden behandeld.

 

Voor meer informatie wil ik u verwijzen naar het perscommuniqué dat naar aanleiding van de Interministeriële Conferentie is opgemaakt. Daarin wordt heel duidelijk verwezen naar de opvolging van huiselijk geweld tijdens de quarantaineperiode en naar de effecten.

 

Zoals u terecht zegt, vindt de volgende vergadering plaats op 26 juni. Wij zullen vooral werken aan de thema's die u hebt aangehaald.

 

Nous sommes pour le moment en groupes de travail. Ceux-ci démarrent le 26; il reste encore quelques semaines. Les propositions que tout le monde va faire ne sont pas encore claires. Ma position non plus. Il sera peut-être intéressant de poser une autre question à ce sujet quand nous serons plus proches du 26. Après les groupes de travail, les choses seront plus claires pour moi. J'aurai les sujets et les positions sur certains thèmes. Merci.

 

04.03  Sarah Schlitz (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour cette réponse complète. Je reviendrai vers vous quand nous serons plus près de la CIM.

 

J'entends votre volonté d'avancer, notamment sur les violences sexuelles qui constituent évidemment un gros volet des violences envers les femmes, mais qui ne représentent pas tout. Un travail de coordination doit avoir lieu avec vos collègues. Si j'entends un discours volontariste dans votre chef, ce n'est pas toujours le cas chez d'autres.

 

J'interrogerai par ailleurs le ministre De Crem cet après-midi également, sur le suivi des engagements qu'il a pris lors de la dernière CIM. Le rappel des victimes et des auteurs faisait partie des engagements et était inscrit dans le communiqué de presse suite à la CIM. À ce stade nous n'avons pas vraiment de nouvelles de cet engagement.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: La question n°55003472C de M. Moutquin est transformée en question écrite.

 

La réunion publique de commission est levée à 15 h 00.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.00 uur.