Commission de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique

Commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda

 

du

 

Mercredi 10 juin 2020

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Woensdag 10 juni 2020

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.22 uur en voorgezeten door mevrouw Melissa Depraetere.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 22 et présidée par Mme Melissa Depraetere.

 

Les textes repris en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes remis par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

De voorzitter: Collega Van Hecke laat zich verontschuldigen. Hij stelt een aantal vragen in de commissie voor Justitie. Vandaar dat ik hem even vervang als voorzitter.

 

01 Interpellatie van Reccino Van Lommel aan Denis Ducarme (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie) over "De ‘vergeten’ getroffen sectoren ingevolge COVID-19" (55000013I)

01 Interpellation de Reccino Van Lommel à Denis Ducarme (Classes moyennes, Indépendants, PME, Agriculture, et Intégration sociale) sur "Les secteurs touchés par le COVID-19 "oubliés"" (55000013I)

 

01.01  Reccino Van Lommel (VB): Mijnheer de minister, ook al worden de lockdownmaatregelen alsmaar verder afgebouwd, niet alleen bij ons, maar ook in andere landen, het is duidelijk dat er de komende maanden en jaren nog een lange economische malaise zal volgen. Het Vlaams Belang heeft als allereerste in het Parlement vragen gesteld, als ik mij niet vergis in februari al, over de gevolgen van het coronavirus voor onze economie. Het virus was toen nog vooral in het verre China aanwezig.

 

De regering heeft ondertussen heel wat maatregelen genomen ter bescherming van onze bedrijven en de werkgelegenheid. Wij hebben ons ter zake trouwens zo constructief mogelijk opgesteld en heel wat van die regeringsmaatregelen gesteund.

 

Op het moment zijn er zowel door het Parlement als door de regering engagementen aangegaan om bijvoorbeeld de horeca in de komende maanden te ondersteunen. Maar hoe langer hoe meer sectoren trekken ook aan de alarmbel. Zij voelen zich een beetje vergeten. Vaak gaat het om sectoren die langer in lockdown moeten dan de klassieke bedrijven. Ik denk daarbij aan fitnesscentra, taxibedrijven, foorkramers en eventbedrijven. De lijst is bijzonder lang. Vaak hebben die sectoren ook geen spreekbuis om hun grieven aan het Parlement kenbaar te maken en aandacht te vragen voor hun sector. Vandaar dat ik dat wel probeer te doen, mijnheer de minister, met mijn interpellatie.

 

Vandaag kunnen heel wat sectoren, waarvoor tot nu minder aandacht was, nog steeds niet deftig heropstarten. Welke maatregelen hebben u en de regering genomen om die wat ik noem vergeten sectoren te ondersteunen?

 

Er werd een aantal algemene maatregelen genomen, die zeker noodzakelijk zijn. Voor alle duidelijkheid, Vlaams Belang pleit voor zoveel mogelijk algemene maatregelen, om zo een koterij aan diverse regeltjes te vermijden. Dat neemt niet weg dat heel wat sectoren met specifieke noden ondersteuning nodig hebben en die vragen om overleg.

 

Hebt u overlegd met de belangenorganisaties van die getroffen sectoren? Welke maatregelen hebt u met de regering genomen om die ondernemingen van het faillissement te redden?

 

01.02 Minister Denis Ducarme: Mevrouw de voorzitter, mijnheer Van Lommel, u weet net als ik dat deze crisis de zwaarste crisis is in ons land sinds de Tweede Wereldoorlog. De gevolgen voor veel zelfstandigen en kmo's en hun werknemers zijn desastreus. De Nationale Bank van België kondigde gisteren in haar projecties een recessie aan van 9 % voor 2020. Dat is duidelijk enorm.

 

De lockdown was absoluut noodzakelijk om de pandemie te beperken. Sommige sectoren konden geleidelijk de deuren opnieuw openen. Ik ben mij ervan bewust dat veel zelfstandigen geconfronteerd werden of nog steeds worden met grote moeilijkheden. U mag echter niet zeggen dat zij de vergeten sector zijn van de lockdown, want dat is niet waar.

 

Vanaf het begin hebben wij er alles aan gedaan om alle zelfstandigen getroffen door de COVID-19-crisis te helpen, ongeacht de sector. Zo werden er 373.201 vervangingsinkomens toegekend voor maart, 386.189 voor april en voor mei waren er 351.497 geprogrammeerd. In totaal gaat het in dit stadium om 402.202 zelfstandigen die reeds genoten hebben van deze maatregelen voor de duur van hun onderbreking. De maatregelen genomen in het sociaal statuut, die ik nu in detail zal toelichten, vertegenwoordigen 2,3 miljard euro aan sociale crisisuitkeringen. Dat is zonder de 850 miljoen euro steun voor de betaling van sociale bijdragen.

 

Zo kan sinds maart elke zelfstandige zonder administratieve rompslomp en snel over een vervangingsinkomen beschikken. Alle maatregelen die werden genomen om de zelfstandigen te ondersteunen zijn natuurlijk van toepassing op de bedrijven uit de evenementensector, de culturele sector en de feestensector, die nog niet mogen openen.

 

Alle maatregelen samen kunnen de persoonlijke sociale lasten van de zelfstandigen verlichten. De zelfstandigen kunnen een vermindering aanvragen van de voorlopige sociale bijdragen of de betaling ervan met een jaar uitstellen. Voor de zelfstandigen in bijberoep of de actieve gepensioneerden is er een herleiding tot nul. Dit geldt momenteel voor de sociale bijdragen voor de eerste twee kwartalen van 2020.

 

Een tweede belangrijke maatregel die volledig van toepassing is op de zelfstandigen is het tijdelijk crisisoverbruggingsrecht voor zelfstandigen in hoofdberoep en daarmee gelijkgestelden. Het overbruggingsrecht laat zelfstandigen in hoofdberoep die hun activiteit stopzetten of onderbreken toe, te genieten van een maandelijks vervangingsinkomen van 1.290,69 euro of 1.614,10 euro voor personen met gezinslast. Hetzelfde geldt voor de zelfstandigen in bijberoep die sociale bijdragen betalen op het niveau van de zelfstandigen in hoofdberoep.

 

De andere zelfstandigen in bijberoep en de actieve gepensioneerde zelfstandigen van wie het jaarlijks inkomen hoger is dan 6.996,89 euro kunnen genieten van een gedeeltelijke uitkering die wordt beperkt tot ongeveer 50 %.

 

Voor anderen, bijvoorbeeld de taxisector, wordt het recht ook geopend in geval van een volledige onderbreking van de activiteit. In dit geval wordt de maandelijkse uitkering uitbetaald zodra de onderbreking minstens zeven opeenvolgende dagen duurt.

 

Deze maatregelen golden oorspronkelijk tot juni, maar ze worden nu minstens tot augustus verlengd voor de initiële rechten en versterkt met een nieuw luik, het overbruggingsrecht ter ondersteuning van de heropstart. Hiervoor gelden er twee voorwaarden. Ten eerste moet men actief zijn in een sector die bij ministerieel besluit het voorwerp heeft uitgemaakt van een volledige of gedeeltelijke sluiting gedurende meer dan een kalendermaand en die tijdens de heropening nog geconfronteerd wordt met beperkingen.

 

De tweede voorwaarde bestaat erin dat men daarnaast zal moeten aantonen dat de activiteiten voor het tweede kwartaal van 2020 een daling kennen met ten minste tien procent van de omzet of de bestellingen in vergelijking met hetzelfde kwartaal van vorig jaar.

 

Voor de initiële rechten beoogt de maatregel ook de andere zelfstandigen die na juni nog gesloten moeten blijven door de coronacrisis. De voorwaarde bestaat er dan nog steeds in om gedurende ten minste zeven opeenvolgende dagen volledig te stoppen en te kunnen verantwoorden dat deze sluiting te wijten is aan de COVID-19-crisis: daling van de activiteiten, gebrek aan grondstoffen, gebrek aan rendabiliteit enzovoort.

 

Mevrouw de voorzitter, ik zou nog drie andere steunmaatregelen willen vermelden, specifiek voor de sectoren in moeilijkheden, waaronder de horeca, de evenementensector of de ambulante handelaars en de foorkramers. Zij werden gedefinieerd om de socio-economische gevolgen te verzachten die kunnen voortvloeien uit een geleidelijke hervatting van de activiteiten. Het gaat om een verlenging van de tijdelijke werkloosheid tot 31 december 2020 en een verlaging van de btw naar 6 % tot 31 december 2020 op alle dienstprestaties, met uitzondering van alle colli's dranken natuurlijk. Bovendien is er in de zwaar getroffen sectoren die een beroep moesten doen op tijdelijke werkloosheid een akkoord gesloten om een gedeeltelijke vrijstelling toe te kennen van de betalingen van de bedrijfsvoorheffing voor de eerste drie komende maanden, om de terugkeer van de werknemers te stimuleren die nu in tijdelijke werkloosheid zijn.

 

We blijven in contact met de representatieve federaties van de zelfstandigen van de verschillende sectoren. Dat is natuurlijk belangrijk. We hebben verschillende vergaderingen gehad met taxichauffeurs, foorkramers enzovoort.

 

01.03  Reccino Van Lommel (VB): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw uitgebreide antwoord. Het klopt inderdaad dat de crisis die we nu meemaken de zwaarste crisis is sinds de Tweede Wereldoorlog, en misschien zelfs nog van de periode daarvoor. Net daarom is het belangrijk om de ondernemers die al die jobs creëren zo veel mogelijk te beschermen.

 

U zegt dat het niet helemaal correct is dat het vergeten sectoren zijn. U heeft een aantal algemene maatregelen aangehaald die is genomen om eigenlijk elke ondernemer, elke zelfstandige in de voorbije periode en ook in de nabije periode te beschermen door onder meer het overbruggingsrecht waarnaar u verwijst, of de werkloosheid wegens overmacht met behoud van zeventig procent van het loon.

 

Natuurlijk voelen sommige sectoren zich vergeten. Zo voelen zij dat aan. Misschien heeft dat deels te maken met de aandacht die er de voorbije weken geweest is voor de horecasector. Dat is geen onbelangrijke sector. Wij waren trouwens de allereersten die in dit Parlement in maart al, enkele dagen na de lockdown, een voorstel van resolutie hebben ingediend daarover. De horecasector heeft vertegenwoordigers die naar de media komen, die met de regering praten en dergelijke. Andere sectoren zijn veel kleiner en voor hen is het niet zo evident. Zij vinden dat ze geen spreekbuis hebben met Brussel.

 

De algemene maatregelen waar u net over sprak, zijn inderdaad heel belangrijk. Ik vind het ook heel belangrijk – dat was voor een deel de bedoeling van deze interpellatie – dat wij durven kijken naar bepaalde, specifieke sectoren, zoals wij dat ook voor de horeca hebben gedaan. Zo kunnen wij nagaan wat voor een specifieke sector noodzakelijk is om de komende periode te kunnen overleven. Er zijn immers nog andere sectoren die misschien op maat gemaakte maatregelen nodig hebben.

 

Daarom moet de regering zoveel mogelijk in overleg treden met die sectoren, hoe klein zij soms ook zijn. Ik kom immers vaak in contact met kleine sectoren, bijvoorbeeld de sector van de privésauna's. Zij hebben in de voorbije periode een heel dossier opgesteld over hoe zij veilig zouden kunnen heropenen. Zij willen zelf proactief met de overheid bekijken wat er mogelijk is en wat niet. Zij zijn dus allemaal van zeer goede wil, want iedereen wil heel graag zo snel mogelijk openen, maar dat maakt natuurlijk niet dat hun voortbestaan in de toekomst niet in gevaar kan komen. Ik blijf er dus bij dat specifieke maatregelen noodzakelijk kunnen zijn, zoals wij dat voor de horeca hebben gedaan.

 

Het is uiteraard ook belangrijk dat de middelen die de federale regering uitreikt om de ondernemers en bedrijven te helpen zoveel mogelijk gaan naar wie ze echt nodig heeft. In het begin was dat met het overbruggingsrecht en dergelijke – dat hebben wij trouwens altijd gesteund, tot op vandaag – maar nu moeten wij ook een aantal stappen verder durven kijken, niet alleen naar morgen maar ook naar overmorgen, naar de komende maanden en jaren waarin de ondernemers het allemaal echt heel moeilijk zullen hebben en er nog meer ontslagen zullen vallen. Ik heb daarnet ook gezegd aan minister De Croo dat de wet-Renault de komende maanden en jaren nog dikwijls zal worden toegepast in heel wat bedrijven.

 

Nu moet de overheid, de regering en het Parlement, ervoor zorgen dat de maatschappelijke kosten die er dan zullen zijn, niet veel hoger liggen dan de kosten van eventuele maatregelen die wij nu moeten nemen, natuurlijk zonder te vervallen in fiscale koterijen en verschillende kleine maatregelen. Het moet uiteraard overzichtelijk blijven voor iedereen. Dat geef ik grif toe.

 

Voor verschillende sectoren vraag ik u zeker om de vinger aan de pols te houden en met hen in gesprek te gaan zodat u hun grieven hoort. Misschien hebben zij zelf ook interessante ideeën aan te brengen die voor de overheid niet noodzakelijk veel hoeven te kosten, maar die wel nuttig kunnen zijn. Ook vraag ik om een aantal op maat gemaakte maatregelen uit te werken.

 

In die zin hebben wij een motie van aanbeveling voor de regering ingediend.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter:

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Reccino Van Lommel en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Reccino Van Lommel

en het antwoord van de minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Maatschappelijke Integratie, belast met Grote Steden,

- gelet op het omzetverlies dat werd gerealiseerd in diverse sectoren sinds de uitbraak van het coronavirus;

- gelet op de stapsgewijze afbouw van de lockdownmaatregelen;

- gelet op de eerder genomen algemene maatregelen van de regering ingevolge het inperken van de economische schade ten gevolge van COVID-19;

- gelet op de eerdere toezeggingen van de regering voor specifieke sectoren waaronder de horeca;

- overwegende dat er heel wat sectoren zijn die noodzakelijke en specifieke maatregelen behoeven, maar geen spreekbuis hebben om bezorgdheden kenbaar te maken aan het parlement en waardoor ze 'vergeten' dreigen te worden;

- overwegende dat deze 'vergeten sectoren' ook verantwoordelijk zijn voor een substantieel aandeel van de werkgelegenheid;

- overwegende dat bepaalde sectoren veel trager hun activiteiten kunnen hervatten en blootgesteld worden aan een hogere economische schade;

- overwegende dat ondernemingen en de daaruit voortvloeiende jobs beschermd moeten worden;

vraagt de regering:

- te onderzoeken welke getroffen sectoren bijkomende maatregelen behoeven om de crisis ten gevolge van COVID-19 te overwinnen;

- naast de algemeen genomen maatregelen ook specifieke maatregelen uit te werken die afgestemd zijn op de specifieke sectoren die hun activiteiten trager kunnen hervatten en anders 'vergeten' dreigen te worden."

 

Une motion de recommandation a été déposée par M. Reccino Van Lommel et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de M. Reccino Van Lommel

et la réponse du ministre des Classes moyennes, des Indépendants, des PME, de l'Agriculture, et de l'Intégration sociale, chargé des Grandes villes,

- eu égard à la perte de chiffre d'affaires enregistrée dans divers secteurs depuis l'apparition du coronavirus;

- eu égard à l'assouplissement progressif des mesures de confinement;

- eu égard aux mesures gouvernementales générales prises précédemment afin de limiter le préjudice économique engendré par la crise du COVID-19;

- eu égard aux engagements pris précédemment par le gouvernement à l'égard de secteurs particuliers parmi lesquels l'horeca;

- considérant que de très nombreux secteurs requièrent des mesures spécifiques mais, que dès lors qu'ils ne disposent pas de porte-parole pour relayer leurs inquiétudes auprès du parlement, risquent d'être "oubliés";

- considérant que ces "secteurs oubliés" génèrent, par ailleurs, une part substantielle de l'emploi;

- considérant que la reprise des activités est sensiblement plus lente dans certains secteurs et les expose à un préjudice économique majeur;

- considérant qu'il importe de protéger les entreprises et les emplois qu'elles génèrent;

demande au gouvernement:

- d'identifier les secteurs victimes de la crise du COVID-19 nécessitant des mesures complémentaires pour surmonter celle-ci;

- d'élaborer, outre les mesures générales déjà prises, des mesures spécifiques adaptées aux secteurs où la reprise des activités est plus lente, au risque de voir ceux-ci "oubliés."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Benoît Friart.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Benoît Friart.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

02 Vraag van Melissa Depraetere aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "Onbetaalde telecomfacturen" (55006259C)

02 Question de Melissa Depraetere à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "Les factures de télécommunications impayées" (55006259C)

 

02.01  Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de voorzitter, ik heb mijn vraag blijkbaar twee keer ingediend. Ik zal ze uiteraard maar één keer stellen. Eén antwoord is dan ook voldoende.

 

Mijnheer de minister, in deze periode kampen heel veel mensen met betaalmoeilijkheden, bijvoorbeeld voor het betalen van hun telecomfactuur.

 

De telecomdiensten hebben in de voorbije maanden wel een heel belangrijke rol gespeeld. Enerzijds, omdat zij ervoor gezorgd hebben dat de nooddiensten steeds bereikbaar waren maar anderzijds, ook omdat zij ervoor gezorgd hebben dat de internetverbinding van de mensen thuis goed gefunctioneerd heeft, waardoor de mensen makkelijk van thuis uit konden werken of school volgen.

 

Uiteraard speelden de telecomdiensten daarnaast een belangrijke rol voor het mentale welzijn, zeker daar de telecomdiensten vaak de enige optie voor contact waren.

 

De Telecomwet van 13 juni 2005 bepaalt dat operatoren in het geval van een onbetaalde factuur kunnen overgaan tot het plaatsen van abonnees op een minimumdienst. Die kunnen dan nog de nooddiensten bellen, maar kunnen op de andere diensten geen beroep meer doen.

 

Het plaatsen van mensen op een minimumdienst zou in deze tijden van corona absoluut moeten worden vermeden omdat dit noodzakelijke technische contact tussen mensen belangrijk is, niet enkel contact met de nooddiensten. Bovendien is een minimumdienst via internet belangrijk voor iedereen die van thuis uit werkt of die van op afstand school moet lopen.

 

Vandaar mijn vragen, mijnheer de minister.

 

Hoe hebben de operatoren vanaf het begin van de crisis artikel 119 van de Telecomwet toegepast?

 

Welke maatregelen werden door de operatoren genomen om mensen of bedrijven niet af te sluiten in deze belangrijke dagen? Hoelang zullen deze maatregelen nog gelden?

 

Hoe zullen operatoren omgaan met niet-betaalde facturen tijdens de crisis? Is er een mogelijkheid om en deel van die schuld kwijt te schelden?

 

Tot slot, kunnen er specifieke afbetalingsplannen worden uitgetekend die rekening houden met de bijzondere financiële toestand waar heel veel gezinnen zich in bevinden door de coronacrisis?

 

02.02 Minister Philippe De Backer: Dank u wel voor uw vragen. Op het moment dat de regering begonnen is met het afkondigen van de toch uitzonderlijke crisismaatregelen – bedrijven die dicht moesten en het maatschappelijk leven dat tot stilstand kwam, de scholen die werden gesloten – is zij onmiddellijk in overleg gegaan met de operatoren, die zelf natuurlijk ook het belang hebben ingezien van internetconnectiviteit voor afstandsonderwijs en voor de zaken die zijn ingevoerd voor het bedrijfsleven.

 

Wij hebben er bij de operatoren op aangedrongen dat zij tijdens het van kracht zijn van de maatregelen inzake COVID-19 het gradueel afsluiten van diensten bij niet-betaling van telecomrekeningen, waarover artikel 119 van de Telecom in essentie gaat, zeer terughoudend zouden toepassen.

 

Er is met de telecomsector afgesproken dat er niet wordt ingegaan op de details van hoe het wordt toegepast, maar wel om het op een dusdanige manier te doen dat mensen geconnecteerd kunnen blijven. Ik ga er dus vanuit dat de terughoudendheid die de operatoren hebben getoond, zal standhouden zolang de crisismaatregelen van kracht blijven.

 

Een belangrijke factor daarin is dat enige terughoudendheid nu op zijn plaats is, met het oog op bijvoorbeeld het afnemen van examens in het hoger onderwijs en bedrijven die opnieuw opstarten.

 

Wij hebben de afgelopen weken een aantal initiatieven genomen die er net op gericht zijn om de connectiviteit te bewaren. Het gaat in essentie niet over het kwijtschelden van schulden, want dat is iets uit het verleden, maar we hebben er bij de operatoren wel op aangedrongen dat er contact wordt opgenomen, zodat er betalingsmogelijkheden kunnen worden afgesproken en een soepel plan kan worden opgesteld. Mensen hebben in deze periode soms minder inkomsten gehad, dus de operatoren hebben het engagement aangegaan om dat op een goede manier op te vangen.

 

De operatoren hebben dat op deze manier aangepakt, met enerzijds tolerantie en anderzijds goede afspraken maken met de mensen zelf. Dat toont aan dat het voor de operatoren evident is dat het beleid is afgestemd op de noden van veel burgers en bedrijven en op de problemen die deze hebben gehad en dat dit beleid zal worden voortgezet zolang een aantal van die crisismaatregelen van kracht blijft.

 

02.03  Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

We hebben allemaal kunnen vaststellen dat de operatoren de voorbije maanden inspanningen hebben geleverd, zoals het optrekken van het datavolume voor wie thuiszit. Dat is op zich toch niet evident, maar ze hebben het toch gedaan. Dat is dus zeker positief.

 

Het is ook positief te horen dat zij terughoudend zijn wat betreft het afsluiten van klanten en dat er afbetalingsplannen worden opgesteld. Ik denk dat dit voor heel veel mensen het verschil kan maken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Questions jointes de

- Patrick Prévot à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "Les investissements dans la 5G" (55006277C)

- Sammy Mahdi à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "La campagne relative à la 5G" (55006396C)

- Kathleen Verhelst à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "Les craintes d'une partie de la population par rapport à la 5G" (55006471C)

- Samuel Cogolati à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "La 5G light à Huy" (55006649C)

- Leen Dierick à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "La 5G" (55006817C)

- Erik Gilissen à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "La 5G" (55006899C)

03 Samengevoegde vragen van

- Patrick Prévot aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De investeringen in 5G" (55006277C)

- Sammy Mahdi aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De 5G-campagne" (55006396C)

- Kathleen Verhelst aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De vrees betreffende 5G die bij een deel van de bevolking leeft" (55006471C)

- Samuel Cogolati aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "De uitrol van 5G light in Hoei" (55006649C)

- Leen Dierick aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "5G" (55006817C)

- Erik Gilissen aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "5G" (55006899C)

 

De voorzitter: Collega Dierick heeft haar vraag nr. 55006817C ingetrokken.

 

03.01  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Depuis quand la 5G est-elle lancée sur le territoire de la commune de Huy? Proximus a-t-il pris la décision de suspendre le déploiement de la 5G sur le territoire de la commune de Huy? Si non, pourquoi? Si oui, depuis quand exactement le réseau 5G est-il suspendu? La demande de suspension émane-t-elle du Collège communal de la Ville de Huy?

 

03.02  Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, de veiling van de specifieke 5G-frequenties is ondertussen uitgesteld tot 20-21. Om toch al met 5G van start te kunnen gaan, is in een aantal gemeentes het steeds minder in gebruik zijnde 3G-netwerk omgevormd tot een soort 5G light, maar dan op de reeds voorhanden zijnde 3G-frequenties en –hardware.

 

Enkele gemeenten hebben echter reeds bezwaren geuit tegen deze werkwijze, mede omdat ze hier op voorhand niet over werden geïnformeerd. In enkele gemeenten werd het 5G-light-netwerk zelfs opnieuw uitgeschakeld. Heel wat burgers hebben vragen rond de mogelijke gezondheidsimpact van 5G-straling. Verscheidene groeperingen hebben al geprotesteerd tegen 5G.

 

Voor onze economie is 5G natuurlijk een belangrijke mijlpaal. De draadloze, digitale samenleving groeit met rasse schreden, met meer data en de benodigde bandbreedte tot gevolg. De zelfrijdende auto's zullen 5G nodig hebben. Allerlei sectoren kunnen 5G gebruiken, ook de gezondheidszorg, om realtime medische informatie en dergelijke door te sturen. 5G is toch wel belangrijk voor onze samenleving, voor onze economie. We mogen een eventuele impact op de volksgezondheid echter niet zomaar aan de kant schuiven.

 

Zal 5G light in nog meer gemeenten uitgerold worden? Hebt u daar zicht op?

 

Zal er voorafgaand overleg plaatsvinden met de gemeenten?

 

Zal er verder onderzoek uitgevoerd worden naar een eventuele impact van de 5G-straling op de volksgezondheid en de natuur op korte en lange termijn, zowel voor de lage frequenties als voor de hoge frequenties boven 6G? Zo kunnen hopelijk een aantal specifieke groeperingen te woord gestaan worden en kan bewezen worden dat 5G eigenlijk niet gevaarlijk is.

 

Bent u er eventueel voorstander van 5G in de eerste fase uit te rollen in de sectoren en gebieden waar het het hoogst noodzakelijk is? Dat zou ook een oplossing zijn. Het betreft hier dan de industriegebieden, langs de snelwegen voor de zelfrijdende auto's en dergelijke. Zo kunnen onze bedrijven toch gebruikmaken van 5G. Dan kan eventueel in een later stadium, wanneer er meer duidelijkheid is over de volksgezondheid, 5G worden uitgerold in de woongebieden.

 

03.03 Minister Philippe De Backer: Mevrouw de voorzitter, ik moet een beetje beginnen navigeren, want ik had een zeer uitgebreid antwoord voorbereid op de verschillende vragen, maar ik zal proberen om heel concreet de vragen te beantwoorden van de mensen die de moeite hebben gedaan om aanwezig te zijn. De andere vragen kunnen in de rest van het antwoord worden beantwoord.

 

Het blijft een thema dat veel mensen beroert.  Heel wat burgers, of toch een bepaald deel van de burgers, zijn bezorgd over de uitrol van 5G en de straling die daarmee gepaard gaat. Als federaal minister heb ik geen bevoegdheid over de stralingsnormen, want dat is een regionale materie, maar ik heb daar natuurlijk wel een opinie over als minister en als wetenschapper.

 

In de afgelopen 30 jaar zijn heel wat studies gedaan naar verschillende vormen van straling – in essentie is 5G trouwens niet anders dan 2G, 3G of 4G – en alle studies tonen heel duidelijk aan dat er geen enkele impact is op de volksgezondheid. Er zijn ook normeringen vastgesteld op basis van die studies om zeker te zijn dat de stralingen bepaalde grenzen niet overschrijden. Die normeringen worden uitgevaardigd door de Wereldgezondheidsorganisatie. Elk Gewest in België houdt zich daaraan en die normen zijn een pak strenger dan hetgeen wat de WHO voorschrijft. Heel wat van de zaken die hierover verteld worden, horen dus eigenlijk in de categorie fake news thuis.

 

Dat neemt niet weg dat wij nood hebben aan een heel duidelijke communicatie. Het moet heel duidelijk zijn dat er absoluut geen issue is met de volksgezondheid. Wij moeten op dat vlak allemaal onze rol spelen. De operatoren moeten in overleg gaan en informatie en transparantie verschaffen. De verschillende overheden moeten dat ook doen. De Gewesten moeten informatie verstrekken via websites. Wij hebben ook een aantal initiatieven genomen. Ik verwijs op dat vlak naar mijn antwoord op de vraag van mevrouw Verhelst van 26 mei 2020 waarin ik in meer detail heb toegelicht welke initiatieven wij daaromtrent allemaal nemen.

 

Ons land mag echter de overgang naar 5G niet missen. Onze maatschappij, onze burgers en onze bedrijven, hebben er nood aan dat 5G wordt uitgerold. Wij moeten op dat vlak koploper worden in Europa om ervoor te zorgen dat burgers en bedrijven ervan kunnen profiteren, dat innovatie zich kan ontwikkelen en dat wij die trein echt niet missen.

 

Heel wat burgers en bedrijven zouden immers het nut ondervinden van 5G. Als men mij vraagt of 5G echt nodig is, dan is mijn antwoord absoluut 'ja'. Wij zullen die stap moeten zetten.

 

Je peux vous donner quelques exemples pour vous montrer combien cette étape de la 5G est nécessaire pour les citoyens, les entreprises et notre société en général. L'exemple le plus frappant est la possibilité offerte aux citoyens des zones blanches d'accéder à des connexions leur permettant de télétravailler et de regarder des vidéos. Je pense aussi à la fracture numérique. L'expérience montre clairement que les consommateurs des pays ayant déjà déployé la 5G ont accès, via les réseaux mobiles, à des performances similaires à celles qu'ils avaient l'habitude d'avoir avec une connexion fixe. Cela prouve que les gens sont capables de surmonter ainsi la fracture numérique. Ensuite, je peux citer les multiples services offerts par les objets connectés. Bref, les exemples abondent pour nous démontrer que nous devons poursuivre le déploiement de la 5G dans l'intérêt de la société, du citoyen et de l'entreprise.

 

Dans certaines communes, Proximus est en train d'installer la 5G light, en se servant des ondes 4G pour accroître la rapidité du service. Par ailleurs, nous avons vu qu'en Wallonie, beaucoup de questions se posaient. C'est pourquoi cette entreprise y a répondu, a suspendu le déploiement de la 5G et a désactivé certaines antennes de 5G light. C'est ce qui s'est passé à Huy en date du 4 juin, à la suite d'une demande introduite par les autorités communales le 25 mai. Depuis lors, une discussion constructive a pu débuter. Il est donc nécessaire d'expliquer que la 5G représente un véritable atout pour le pays dans son ensemble, et pas uniquement dans les grandes villes.

 

Bij 5G worden we ook met andere uitdagingen geconfronteerd, bijvoorbeeld inzake de beveiliging van het netwerk. Dankzij de analyses die de afgelopen maanden door het BIPT zijn gemaakt, is er vooruitgang geboekt in dat veiligheidsdossier.

 

Natuurlijk moet er ook een oplossing komen voor de definitieve uitrol van 5G door het organiseren van een veiling. Op vraag van de regio's werd in de discussie over de opbrengst van die veiling gefocust op het aandeel media. De studie ter zake is nu opgeleverd en benadert mijn voorstel van een aantal maanden geleden. Ik hoop dat we de discussie na de coronatijden snel zullen kunnen hervatten en de regio's bereiden momenteel hun opmerkingen op die studie voor.

 

Het BIPT wou in afwachting van de veilingprocedure geen tijd verliezen, want het is voor ons van essentieel belang dat er al projecten worden ingediend. Om de toekomstige ontwikkeling van 5G in België niet te hypothekeren en spelers die actief willen worden op die markt, daartoe de mogelijkheid te bieden, is er gekozen voor de toekenning van voorlopige gebruiksrechten. Artikel 22 van het Wetboek van economisch recht bepaalt dat het BIPT de voorlopige voorwaarden kan vastleggen die van toepassing zijn op de gebruiksrechten voor de frequentiebanden waarvoor er geen enkele toekenningsprocedure is vastgelegd.

 

Op 31 januari heeft het BIPT een mededeling gepubliceerd waarin het een oproep deed aan de partijen die interesse zouden hebben om de gebruiksrechten in die band te verwerven. Vijf kandidaturen zijn ontvankelijk verklaard en ondertussen werd ook de consultatie over het ontwerpbesluit van de raad van het BIPT betreffende de toekenning aan die operatoren beëindigd. Het BIPT is momenteel bezig met het verwerken van de resultaten van de consultatie.

 

Natuurlijk kan ondertussen de 5G-ontwikkeling in andere frequentiebanden doorgaan. Daar wordt momenteel door een aantal spelers, waaronder Proximus, al werk van gemaakt.

 

Ik meen dat het absoluut nodig is om na de coronacrisis zo snel mogelijk samen te zitten om de veiling te organiseren en 5G in België uit te rollen, in alle transparantie en in goed overleg. Ons land zou er echt goed aan doen om de trein van 5G niet te missen.

 

03.04  Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse particulièrement complète.

 

03.05  Erik Gilissen (VB): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord, des te meer omdat ik speciaal vanuit Limburg naar hier ben gekomen om mijn vraag te stellen.

 

Ik heb niettemin nog één kleine bedenking. Wij weten intussen wel meer over de eventuele impact van de lage frequenties, die al jaren in gebruik zijn, op de volksgezondheid. Maar is er een effect op de volksgezondheid van het gebruik van de hoge frequenties van 6 gigahertz en daarboven en zo ja, wat is dan de impact? Er lijken mij weinig wetenschappelijke studies rond te zijn, zeker over de impact op lange termijn.

 

Daarom vroeg ik u ook of u er voorstander van bent om 5G voor alle hoge frequenties in eerste instantie uit te rollen in de industriegebieden, waar de economie en de bedrijven er voordeel uit zouden kunnen halen, om dan later, wanneer wij meer zicht op de impact van de hoge frequenties hebben, 5G in de dichtbevolkte gebieden uit te rollen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Melissa Depraetere aan Philippe De Backer (Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post) over "Het digitaal afnemen van examens" (55006470C)

04 Question de Melissa Depraetere à Philippe De Backer (Agenda numérique, Télécommunications et Poste) sur "L'organisation des examens scolaires par voie digitale" (55006470C)

 

04.01  Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de minister, veel studenten zitten in volle examentijd. Universiteiten en hogescholen hebben recent gecommuniceerd dat ze ook examens online afnemen. Voor het goede verloop daarvan zijn uiteraard de software, de toegang en de kwaliteit van de internetverbinding heel belangrijk. Aan de gebruikerszijde moet de software juist geïnstalleerd zijn en het internet correct geconfigureerd. Er spelen dus wel een aantal factoren mee.

 

Hoewel de netwerken van de telecomoperatoren de stijging van het gebruik de voorbije maanden zonder grote zorgen hebben kunnen opvangen, is het toch belangrijk om voldoende garanties te hebben dat de digitale examens veilig en vlot kunnen verlopen.

 

Mijnheer de minister, welke garanties kunnen de telecomoperatoren geven? Zal het BIPT een coördinerende rol opnemen of toch de kwaliteit nagaan? In welke back-upprocedures is eventueel voorzien?

 

04.02 Minister Philippe De Backer: Het BIPT heeft aan de operatoren gevraagd om de interventies met een impact op de beschikbaarheid van de telecomnetwerken zo veel mogelijk te beperken en eventueel uit te stellen. Dat hebben zij echter zelf niet altijd in de hand, omdat er op sommige momenten, bijvoorbeeld wanneer andere nutsvoorzieningen worden aangepakt, aanpassingen aan het netwerk moeten gebeuren.

 

Wanneer interventies niet kunnen worden uitgesteld, is gevraagd om zeker geen aanpassingen op het mobiele en het vaste netwerk tegelijkertijd te doen, zodat men altijd op een van de twee kan terugvallen.

 

Het BIPT heeft daarin voor de telecomsector een coördinerende rol opgenomen. Voor de communicatie met de onderwijsinstellingen heeft het samen met de FOD Economie een overleg met de sector georganiseerd. Daar is afgesproken dat de onderwijsinstellingen zelf voor de back-upprocedures moeten zorgen. Zij zijn daarvoor zelf voor verantwoordelijk, volgens de eigen noden en inzichten die ze hebben. Zij staan in voor het goede verloop van de examens en andere activiteiten die online plaatsvinden.

 

04.03  Melissa Depraetere (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor het duidelijke antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Dan komen wij hiermee aan het einde van de vergadering. Mijnheer de minister, bedankt voor uw aanwezigheid.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.03 uur.

La réunion publique de commission est levée à 15 h 03.