|
Commission de la Défense nationale |
Commissie
voor Landsverdediging |
|
du Mercredi 15 juillet 2020 Après-midi ______ |
van Woensdag 15 juli 2020 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 15.03 uur en voorgezeten door de heer Peter Buysrogge.
La réunion publique de commission est ouverte à 15 h 03 et présidée par M. Peter Buysrogge.
Les textes repris en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes remis par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01 Formation de para-commandos à Marche-les-Dames: débat d'actualité avec le ministre des Affaires étrangères et de la Défense et questions jointes de
- Christophe Lacroix à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les recrues commandos maltraitées au cours de leur formation" (55007796C)
- Wouter De Vriendt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La formation des para-commandos" (55007806C)
- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les dérives dans le cadre de la formation para-commando à Marche-les-Dames" (55007814C)
- Tim Vandenput à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les abus de pouvoir à la caserne de Marche-les-Dames" (55007884C)
- Kattrin Jadin à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les maltraitances à l’encontre de recrues" (55007902C)
- Nadia Moscufo à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les mauvais traitements au sein des para-commandos" (55007928C)
- Sammy Mahdi à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La maltraitance envers les para-commandos" (55007929C)
- Sophie Rohonyi à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les maltraitances subies par les recrues au centre d’entraînement des para-commandos" (55007936C)
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les maltraitances dans les unités de para-commandos" (55007945C)
- Theo Francken à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les abus perpétrés à Marche-les-Dames" (55007981C)
01 Opleiding paracommando’s te Marche-les-Dames: actualiteitsdebat met de minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie en toegevoegde vragen van
- Christophe Lacroix aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mishandeling van paracommando’s tijdens hun opleiding" (55007796C)
- Wouter De Vriendt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De opleiding van de paracommando's" (55007806C)
- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Wantoestanden in het kader van de paracommando-opleiding in Marche-les-Dames" (55007814C)
- Tim Vandenput aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Machtsmisbruik in de kazerne van Marche-les-Dames" (55007884C)
- Kattrin Jadin aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mishandeling van rekruten" (55007902C)
- Nadia Moscufo aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mishandeling van rekruten bij de paracommando's" (55007928C)
- Sammy Mahdi aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mishandeling van paracommando's" (55007929C)
- Sophie Rohonyi aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mishandeling van rekruten in het oefencentrum van de paracommando's" (55007936C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mishandelingen bij de paracommando's" (55007945C)
- Theo Francken aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Misbruik in Marche-les-Dames" (55007981C)
01.01 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, je vais retirer mon masque, comme vous l'avez préconisé. Il ne faudrait en effet pas que le ministre se dise que les "Brigades rouges" ont envahi le Parlement. Je tiens à le rassurer tout de suite ainsi que mes collègues.
Monsieur le ministre, ce n'était qu'une boutade. Mais ce qui nous rassemble et qui fait l'objet de notre débat d'actualité est important et très sérieux.
Le journal De Morgen a cité huit exemples concrets et graves d'abus dans le camp militaire d'entraînement de para-commandos situé à Marche-les-Dames. L'un des témoignages concerne des coups portés par trois instructeurs – on ne rêve pas! – à plusieurs recrues en 2015.
Le parquet de Namur s'est saisi de l'affaire et a proposé un règlement à l'amiable aux trois instructeurs visés en 2017, mais seul un d'entre eux se serait acquitté de la transaction dans les délais imposés. Il est ainsi assez croustillant ou fantastique de voir comment ceux-ci se sont comportés par la suite. Les deux autres auraient donc récemment comparu devant le tribunal de Louvain, qui devrait rendre son verdict demain 16 juillet 2020.
Une enquête judiciaire a également été menée dans le cadre d'une autre affaire s'étant déroulée au cours de la formation militaire. Les faits se répètent. En juillet 2016, les recrues auraient été attachées et laissées dans une étable. Et cela devient de plus en plus sordide, monsieur le ministre. Le groupe aurait alors été divisé en deux: les francophones d'un côté, les néerlandophones de l'autre. Les recrues du groupe francophone auraient subi des insultes et des coups portés à la tête durant plusieurs heures par leurs instructeurs avant d'être relâchés.
Menée six mois plus tard, l'enquête interne n'aurait presque rien donné. Aucune mesure n'aurait été prise et la justice n'aurait pas été informée de ces nouveaux abus avant qu'un para-commando, ayant eu vent de l'histoire, l'ait fait en 2018 avec un sens de la rectitude et un sens moral qu'il faut ici souligner. Je le félicite d'avoir fait connaître ce nouveau scandale. Une enquête menée par le parquet fédéral est actuellement en cours et plusieurs témoins doivent encore être entendus.
Selon les témoignages recueillis par le journal De Morgen, les mesures mises en place par le haut commandement ne suffisent pas à enrayer le problème.
Monsieur le ministre, le but de ma question n'est pas de m'immiscer dans les enquêtes judiciaires en cours. Mais ces faits particulièrement graves tels que relatés – s'ils se confirment – doivent évidemment être traités par la justice et également faire l'objet d'une réaction politique et d'une réflexion globale.
Dès lors, monsieur le ministre, quelle a été votre réaction face à ces faits tels que relatés dans le journal De Morgen, une fois que vous en avez pris connaissance? Quelles mesures sont-elles mises en place ou seront-elles mises en œuvre, afin d'éviter de telles dérives inacceptables lors des formations et, plus globalement, au sein de la Défense?
01.02 Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, in de pers verschenen
zorgwekkende artikels over de opleiding paracommando in Marche-les-Dames.
Nieuwe rekruten zouden onnodig worden vernederd, het slachtoffer zijn van
fysiek geweld, en de proeven zouden niet altijd onder verantwoord medisch
toezicht verlopen. Er is sprake van onvoldoende opleiding voor de instructeurs
en druk die wordt uitgeoefend om incidenten niet te melden. Ten slotte worden
meldingen naar verluidt niet altijd ernstig genomen. Het gaat zeker niet om een
meerderheid van de instructeurs, maar de reeks incidenten is lang genoeg om
naar verluidt toch te kunnen van een structureel probleem.
Hoe reageert u op berichtgeving? Is er
een structureel probleem met de opleiding paracommando in Marche-les-Dames?
Hebben dergelijke berichten u of uw
voorgangers al eerder bereikt? Zo ja wanneer? Hoe reageerden u of uw
voorgangers daar toen op?
Was de legerleiding op de hoogte? Zo ja
wanneer? Welke maatregelen werden toen genomen?
Hebben militairen voldoende mogelijkheden
om incidenten of wantoestanden intern te melden?
Welke maatregelen zal u nemen om het
probleem in de toekomst in te dijken?
01.03 Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de verhalen hebben wij gelezen. De CHOD was gisteren ook heel duidelijk. Hij is voorstander van een intern onderzoek. Indien wij echter echt iets aan dat onderzoek willen hebben, moeten wij ook even naar de situatie in ons buurland Nederland kijken. Immers, de verhalen die wij nu in De Morgen hebben gelezen, zijn bijna identiek aan de gebeurtenissen een tijd geleden in de kazerne van Schaarsbergen. Vorige week zijn trouwens straffen daarover uitgesproken in een Nederlandse rechtbank.
Dat is natuurlijk belangrijk, maar heel interessant is ook dat Nederland naar aanleiding van die gevallen een commissie heeft opgestart, namelijk de commissie-Giebels, die onderzoek heeft verricht naar een veilige werkomgeving binnen de Nederlandse Defensie. De vaststellingen in die commissie waren niet anders dan in ons land. In die kazernes is er een vrij gesloten cultuur en een hoge loyauteit. Die hoge loyauteit is op zich natuurlijk heel goed, wanneer militairen op missie zijn. Uit het rapport bleek echter heel duidelijk dat dergelijke situaties ervoor zorgen dat er een heel lage meldingsbereidheid is.
Nederland heeft het meldingssysteem dan ook onder de loep genomen en heeft vervolgens enkele aanbevelingen gedaan. Het lijkt mij zinvol of nuttig de betrokkenen uit te nodigen. Ik heb immers geen enkel vermoeden dat de situatie bij ons anders zou zijn dan in Nederland. Zij hebben in Nederland dat onderzoekswerk gedaan. Het lijkt mij dan ook nuttig die mensen eens uit te nodigen, om te luisteren naar de manier waarop zij te werk zijn gegaan en wat uit het onderzoek is voortgekomen.
Nog veel interessanter zou zijn dat wij dergelijk onderzoek ook in België zouden kunnen doen. Een intern onderzoek is immers heel goed, maar indien het net over de werking van een bepaalde dienst binnen Defensie gaat, is het niet evident zichzelf in vraag te moeten stellen.
Ik heb voor u drie heel concrete vragen.
Ten eerste, bent u bereid eventueel te kijken naar de manier waarop Nederland de situatie heeft aangepakt? Wil u die aanpak kopiëren of ten minste in gesprek gaan met de collega's uit Nederland?
Ten tweede, wie zal het intern onderzoek uitvoeren? Hoe zal het worden georganiseerd? Voor de transparantie is het immers heel belangrijk te weten of wij tot goede resultaten zullen komen.
Ten derde, wat is de timing van het intern onderzoek?
De voorzitter: De heer Vandenput is niet aanwezig, mevrouw Jadin evenmin.
01.04 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, je ne reviendrai pas sur la situation qui a déjà été décrite par mes collègues et j'aborderai directement mes questions.
Monsieur le ministre, aviez-vous déjà connaissance de l'existence de tels problèmes dans la caserne de Marche-les-Dames ou dans d'autres casernes? Si oui, de quelles casernes s'agit-il? Qu'avez-vous mis en œuvre pour y remédier? Quelles procédures existe-t-il pour lutter contre ces formes d'abus? Un point de contact fiable et accessible sera-t-il mis en place pour permettre de dénoncer les abus à l'égard des recrues des para-commandos? Une étude scientifique sur les méthodes utilisées au sein de l'armée sera-t-elle menée, par analogie avec la commission Giebels mise en place aux Pays-Bas en 2018?
01.05 Sammy
Mahdi (CD&V): Uit acht verschillende getuigenissen in De Morgen blijkt er een
structureel probleem te zijn in de opleiding van para's in Marche-les-Dames. Er
is zowel sprake van mentale als fysieke mishandeling en vernedering. De
opleiding die de rekruten moeten volgen is en mag hard zijn, maar wat sommige
rekruten hebben moeten doorstaan op bevel van een aantal onderrichters is
mensonterend.
Ik heb hierover de volgende vragen voor
de minister.
Had de minister al langer weet van de
structurele problemen van mentale en fysieke mishandeling van pararekruten?
Wat zijn volgens de minister de redenen
dat bepaalde onderrichters rekruten mishandelen?
Erkent de minister dat het
personeelstekort en gebrek aan voldoende scholing hier een onderdeel van
uitmaken?
Zo ja, op welke manier wenst de minister
hier een antwoord op te bieden?
Zijn er volgens de minister voldoende
mogelijkheden voor rekruten om klacht in te dienen en problemen te melden?
01.06 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, il eut été entendu que les para-commandos subiraient des maltraitances, ce sont des enquêtes qui nous le signalent. Comme nous le savons, l’unité spéciale poursuit une formation non des moins légère afin de pouvoir faire face à des situations d’une extrême difficulté. Néanmoins, monsieur le ministre, je m’interroge aujourd’hui sur le bien fondé de ces pratiques et sur l’impact qu’elles peuvent avoir sur le recrutement.
Pouvez-vous nous informer sur la véracité des propos révélés par cette enquête? Quel back-up est mis en place afin de soutenir psychologiquement les para-commandos qui subissent de telles maltraitances? Est-il possible d’estimer le nombre de recrues perdues suite à cela?
01.07 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, u was vorige week tijdens de bespreking van het voorstel van resolutie van de PS over het humanresourcesbeleid in de plenaire vergadering niet aanwezig. Dat neem ik u niet kwalijk. De heer Bacquelaine was daar wel. Die was waarschijnlijk van wacht. Ik heb toen gevraagd het incident toch even te bespreken met u. Ik heb begrepen van de CHOD dat er een intern onderzoek gevraagd is en dat men niet lacht met dergelijke feiten. Goed, wij zullen zien of het feiten zijn. Ik heb ook vooral gewaarschuwd voor te vroege conclusies en beschuldigingen.
Ik ben daar vaak het slachtoffer van geweest, net als mijn administratie en de politiediensten die met vreemdelingen bezig zijn. Men moet daar enorm mee oppassen.
Ik kan het u maar meegeven, mijnheer de minister als wijze raad: wees altijd voorzichtig, spreek altijd met twee woorden en laat het onderzoek maar plaatsvinden.
Ik heb begrepen dat dat gebeurd is. Graag krijg ik dus iets meer toelichting over de manier waarop u meent de kwestie te moeten aanpakken.
01.08 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, chers collègues, la Défense condamne tout abus concernant l'intégrité du personnel militaire qu'il soit en formation ou non. Bien que les formations militaires en général et a fortiori para-commando puissent et doivent être exigeantes, la violence physique est toujours exclue. Lorsque des faits de violence ou d'abus se produisent, une enquête est ouverte et il est déterminé si des mesures disciplinaires ou juridiques doivent être prises.
Par rapport aux abus subis par les jeunes recrues en formation, des cas similaires ont malheureusement déjà été rapportés auprès du Service de gestion des plaintes et des mesures adéquates ont été prises. La hiérarchie en est consciente et des mesures disciplinaires sont prises envers le personnel incriminé. Dans d'autres cas, sur la base de l'article 29 du Code d'instruction criminelle, le détachement judiciaire en milieu militaire a été informé des faits et la procédure judiciaire suit son cours. Cependant, il est prématuré de dire qu'il y a un problème structurel avec la formation de para-commando ou de dire que la ligne hiérarchique n'a pas fait son travail.
Om dit te vermijden wordt aan alle nieuwe onderrichters een deontologische briefing gegeven door de korpscommandant. Vervolgens wordt een meer gedetailleerde briefing gegeven door de directe verantwoordelijke van de opleiding, de compagniecommandant.
Er vinden tijdens de opleiding talrijke controles plaats om tijdig te kunnen bijsturen indien nodig.
Het tekort aan ervaren kaderleden in zowel de gevechtseenheden als in de trainingscentra maakt het er niet gemakkelijker op. Vooral het gebrek aan een ervaren middenkader laat zich voelen in de eenheden en trainingscentra.
Alle feiten die in de persartikelen werden genoemd, waren het voorwerp van een intern korpsonderzoek waarna sommigen werden doorverwezen naar het gerecht en anderen naar de krijgstucht.
Het commando weet dus in bijna alle gevallen over welke individuen het gaat. Ook al is elk feit er een te veel, het blijven statistisch gezien geïsoleerde feiten.
Les candidats militaires qui quittent la Défense sont obligés de remplir une enquête de la cellule Exit. Celle-ci a récolté 1 658 formulaires à cet effet entre le 1er janvier 2017 et le 31 décembre 2019. Il en ressort que, parmi leurs raisons de départ, 59 candidats ont rapporté des propos ou des faits de discrimination ou de harcèlement de la part du cadre. Cela représente 3,5 % des interviews Exit durant cette période. De plus, 56 % de candidats ont mentionné des propos ou faits de discrimination ou de harcèlement émanant de collègues parmi leurs raisons de départ. Cela représente 3,4 % des interviews Exit au cours de la période considérée.
Les propos ou faits enregistrés peuvent être d'ordre physique, verbal, moral ou psychologique. Une analyse par régime linguistique n'est malheureusement pas disponible.
Certains incidents relatés dans la presse font déjà l'objet d'une enquête judiciaire. Pour ma part, j'ai demandé qu'une enquête interne soit menée par le CHOD.
Les résultats de cette étude seront présentés fin août. Au demeurant, je visiterai Marche-les-Dames le 1er septembre prochain.
Defensie heeft voldoende mogelijkheden om dergelijke incidenten of wantoestanden te melden. In de eerste plaats is het de rol van elke chef om te luisteren naar en te reageren op dergelijke klachten. Het intern onderzoek zal uitwijzen of er op dat vlak fouten werden gemaakt. Daarnaast bestaat er bij Defensie een netwerk van vertrouwenspersonen dat ressorteert onder de directeur-generaal Health and Wellbeing. De vertrouwenspersonen werken onafhankelijk van de hiërarchie en kunnen indien nodig de vermeende slachtoffers aanraden een formele klacht in te dienen, zowel intern als extern aan Defensie.
Un point de dénonciation interne à notre département sera mis en place d'ici peu au sein du service de gestion des plaintes après la publication des textes légaux.
En parallèle, une politique d'intégrité a été fixée au sein de la Défense avec pour objectif de détecter les comportements inappropriés et de les corriger par le biais de mesures structurelles et/ou individuelles. Tout membre de la Défense pourra ainsi dénoncer toute atteinte suspectée à l'intégrité.
01.09 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour les réponses que vous avez apportées. Tout d'abord, je voudrais rappeler qu'à l'initiative de mon groupe, sous la précédente législature, une résolution avait été mise à l'ordre du jour pour protéger les lanceurs d'alerte au sein du corps de la Défense.
Sans un lanceur d'alerte pour les faits commis en 2016, la justice n'aurait pas été informée. Par extension, les parlementaires n'auraient pas été informés, parce que nous n'aurions pas lu cet article dans le journal de qualité qu'est De Morgen.
Nous allons revenir avec cette proposition de résolution. Elle figure d'ailleurs à l'agenda. Je pense qu'elle devrait bénéficier de l'urgence. Si je vous entends bien, nonobstant la médiocrité de la connexion à distance, 56 % des candidats à une fonction au sein de l'armée auraient déjà été insultés ou auraient subi des brimades. J'ignore si j'ai bien compris. Je me permettrai donc de vous demander de bien vouloir repréciser si ce chiffre est exact ou si c'est une incompréhension de ma part.
Effectivement, je constate que, en juillet 2016, selon les informations entre notre possession, s'il y a eu enquête interne, il n'y a pas eu d'information auprès de la justice. Il va de soi que, sans ce lanceur d'alerte, il n'y aurait pas eu d'information à la justice. Or, le parquet fédéral a considéré qu'il s'agissait d'informations importantes, puisqu'il a initié une enquête. J'ai l'impression qu'un parquet fédéral ne commence pas une enquête sur la base d'affabulations ou de communications ou d'informations qui lui sembleraient peu correctes ou très éloignées de la vérité. Manifestement, il y a un problème grave.
Monsieur le ministre, je remarque que mes collègues du PTB et du sp.a ont fait une proposition. Je la trouve intéressante. Je vous propose d'aller plus loin, d'envisager de mettre en place une étude plus approfondie encore, voire une commission comme aux Pays-Bas, parce que – et j'en terminerai par là – je ne voudrais pas que Marche-les-Dames soit rebaptisée Marche-les-Drames.
Ce n'est pas un jeu de mots facile pour moi. C'est un jeu de mots qui pourrait s'avérer conséquent et important dans le futur. Ces faits sapent tous les efforts que nous faisons pour redorer le blason de la Défense. Les milliers d'hommes et de femmes qui travaillent là, qui ont un comportement de dévouement, de respect pour leur pays, d'engagement, qui sont des gens remarquables, se voient mis au pilori à cause de comportements inacceptables de certains de leurs collègues. Ces collègues, si les faits sont avérés, monsieur le ministre, n'ont pour moi plus leur place au sein de la Défense nationale.
01.10 Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, uw antwoord ontgoochelt mij, want u veroordeelt de situatie, u zegt dat er een juridisch onderzoek loopt en u houdt het daarbij. U zegt dat de omstandigheden niet ideaal zijn en dat het qua personeel niet zo goed loopt, waardoor men wat gevoeliger is voor dergelijke zaken. Defensie is een hiërarchische organisatie en men hoeft slechts noties te hebben van sociale psychologie om te beseffen dat dergelijke situaties zich te allen tijde in een dergelijke organisatie kunnen voordoen.
Ik vind het vooral belangrijk dat we lessen trekken uit die incidenten. U verwijst naar de vertrouwenspersonen, maar we komen vandaag niet te weten of dat systeem ook goed werkt. We hebben immers geen idee van de omvang van de meldingsbereidheid. Hoeveel gevallen komen er boven water en hoeveel blijven er verborgen? U zegt dat men problemen moet melden bij de chef, maar wat als de chef het probleem is?
Ik vind het jammer dat u niet antwoordt op mijn voorstel om eens over de landsgrenzen heen te kijken. Men heeft daar immers goed werk gedaan. Laten we daar dus eens kijken naar een eventueel extern onderzoek, want ik ben er zeker van dat er in Nederland ministers vijf jaar geleden dezelfde antwoorden hebben gegeven als u nu.
Op een bepaald moment was het echter genoeg en heeft men besloten dat het zo echt niet verder kon. Men is dan gaan bekijken hoe men er binnen de structuur voor kon zorgen dat een en ander beter liep. Ik zou u dus willen vragen om daar op zijn minst eens naar te kijken.
Voorts dring ik erop aan het Parlement te informeren over het onderzoek dat nu gevoerd wordt, want wij willen daar graag meer over weten.
01.11 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, tout comme mes collègues, nous ne sommes pas satisfaits de votre réponse.
D'une part, il y a cette enquête interne qui doit être mise en place. C'est positif, mais il ne manquerait plus que ça que cela ne se fasse pas. D'autre part, nous pouvons être d'accord avec vous pour dire qu'il est trop tôt pour juger que le problème est structurel mais aussi trop tôt pour dire qu'il ne l'est pas. C'est la raison pour laquelle il faut aller plus loin.
Vous faites référence au service de gestion des plaintes existant. Mais comme les résultats ne sont pas positifs, il faut remettre en question la manière dont ce service fonctionne. Si l'on peut aussi aller trouver son chef, mais qu'il est partie prenante, il faut oser aller le trouver pour s'en plaindre et ce n'est vraiment pas évident.
Nous voulons mettre en avant la proposition d'un point de contact fiable et accessible. Il faut absolument discuter en concertation avec les syndicats, parce que c'est aussi leur demande.
Nous regrettons que vous ne vous joigniez pas à notre démarche consistant à nous appuyer sur la commission externe mise sur pied aux Pays-Bas en 2018. Nous reviendrons sur cette proposition de commission à un autre moment. Nous ne voulons pas lâcher cette affaire-là, s'agissant de problèmes assez graves.
Pour terminer, dans le cadre de la résolution votée la semaine dernière relative à la gestion des ressources humaines, deux points d'attention font partie de cette problématique:
- le lien entre le budget alloué aux ressources humaines pour aborder tout cela;
- il serait intéressant de récolter l'avis de la personne de la Défense qui rencontre les militaires pour le suivi psychologique afin de voir comment nous pourrions améliorer les choses.
01.12 Sammy Mahdi (CD&V): Mijnheer de minister, ik zal slaan en zalven, eerst zalven en dan pas slaan.
Zalvend zeg ik dat ik tevreden ben van de nieuwe stafchef te horen dat er op een glasheldere manier gecommuniceerd werd, ook over de voorvallen. Een aantal jaren geleden was dat misschien niet het geval geweest. Het is goed dat een dergelijke zaak nu aan het licht komt en meteen aangepakt wordt.
Het stemt mij ook tevreden te horen dat er een deontologische briefing aankomt die kan helpen in de opleiding van onderrichters. Dat is op zich een goede zaak, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost.
De vraag of het systeem met de vertrouwenspersonen al dan niet werkt; moet beantwoord worden.
Er is ook een groot tekort aan kaderleden. Dat probleem kunnen we vandaag niet oplossen. Het heeft onder andere met budgetten te maken. Op sommige vlakken lijkt hier in het Parlement het geld soms aan de bomen te groeien of uit de lucht te vallen, maar op het vlak van Defensie is de boom vrij kaal. Op termijn zullen wij daar toch iets aan moeten doen. In die zin had ik van u graag een signaal gehoord. Een en ander heeft te maken met een personeelstekort, waardoor de onderrichters er vaak naartoe gestuurd worden eerder als straf dan vanuit een echte taak om nieuwe pararekruten op te leiden. Ik vind het wat jammer dat dit niet aan bod is gekomen, maar ik ga ervan uit dat het in de toekomst misschien deel kan uitmaken van een breder gesprek.
Het stemt mij tevreden dat u in ieder geval binnenkort zelf naar Marche-les-Dames gaat. Ik hoop dat u daar met zeer veel inspiratie van terugkomt.
01.13 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je ressens la même déception que certains de mes collègues. En effet, j'estime que vous devez aller plus loin dans la démarche que vous avez évoquée. Comme le suggèrent mes collègues du s.pa et du PTB, je suis favorable à leur proposition de prendre exemple sur ce qui s'est fait aux Pays-Bas. Dès lors, pourquoi ne pas mettre sur pied une commission spéciale ou réaliser une étude sur cette question? J'espère que vous pourrez nous apporter des réponses plus précises au sujet de la méthode envisagée pour répondre à toutes les questions que nous nous posons.
Par ailleurs, il sera nécessaire de vérifier les faits évoqués. J'attends donc impatiemment les résultats de l'enquête en cours. Je pense qu'en fin de compte, la mise en place de mesures précises, ainsi que l'a suggéré mon collègue du s.pa, fait partie du processus de revalorisation de la Défense auquel nous tenons tous, mais aussi de son fonctionnement structurel.
S'il s'avère effectivement que des problèmes subsistent dans certaines casernes, je pense qu'il faut y remédier. Je me réjouis d'apprendre que vous vous rendrez sur place en septembre et j'espère que nous aurons l'occasion de revenir sur ce problème et d'envisager ensemble des solutions précises et fortes dès la rentrée.
01.14 Theo Francken (N-VA): Hartelijk dank voor uw antwoord, mijnheer de minister. Ik neem daar op zich wel genoegen mee, in tegenstelling tot andere sprekers.
Ik weet hoe het in het Parlement kan gaan, als er in de pers bepaalde verdachtmakingen, geruchten of verhalen verschijnen. Het hele blik wordt dan onmiddellijk opengetrokken. Er moeten dan extra commissies worden opgericht. Misschien kunnen we ook een bijzondere of een extra bijzondere commissie oprichten voor een onderzoek naar de oorsprong van het mogelijke overmatige geweld en de vernederingen. Ik pleit daar niet voor. De hysterie van een parlementaire democratie maakt een parlementaire democratie soms bijzonder zwak.
Laten we eerst nog eens grondig bekijken wat ervan aan is. Ik heb mijn oor ook te luisteren gelegd bij een aantal mensen van de elite-eenheden en paracommando-eenheden. Het zou waar kunnen zijn. Laten we het eerst eens grondig uitzoeken. Als er effectief de jongste maande of jaren zaken op een structurele wijze totaal uit de hand gelopen zijn, dan zult u in de N-VA een partner vinden om die tot op het bot uit te zoeken. Wij zullen zeker aan uw kant en aan de kant van de slachtoffers staan.
Nu al elke rekruut-paracommando uitroepen tot het grootste slachtoffer, daar doen wij niet aan mee. Rechts is altijd op zoek naar een vijand, links naar een slachtoffer. Dat is vandaag nog maar eens gebleken. Stop met dat huilen als wolven in het bos. Huil maar zoveel u wilt, wij huilen niet mee. Eerst is er een grondig onderzoek nodig. Als er effectief ernstige problemen waren, dan moeten wij die aanpakken. Als dat niet zo is, dan zal ook dit relletje, zoals zo vaak, in de kiem gesmoord worden. Ik weet waarover ik spreek.
01.15 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, tout à l'heure il a été fait état de chiffres qui n'étaient pas tout à fait corrects. Je voudrais les rectifier pour qu'il n'y ait pas d'ambiguïté sur le sujet. M. Lacroix demandait une précision sur les chiffres parce qu'il n'avait peut-être pas bien entendu.
Je rappelle rapidement. Pour la cellule Exit, 1 658 enquêtes ont été reçues entre le 1er janvier 2017 et le 31 décembre 2019. Ce ne sont pas 59 % des candidats, mais bien 3,5 % des candidats qui ont fait mention de propos ou de faits de discrimination ou de harcèlement de la part de cadres, et 3,4 % des candidats qui ont mentionné des faits de discrimination ou de harcèlement de la part de collègues. Cela représente, dans le cas de faits de discrimination ou de harcèlement de la part de cadres, 59 candidats, et dans le cas de faits de discrimination ou de harcèlement entre collègues, 56 candidats.
De voorzitter: Die precisie was niet van die aard om nog een derde ronde te openen. Die verduidelijking was echter inderdaad welkom.
Het incident is gesloten.
02 NH90: débat d'actualité avec le ministre des Affaires étrangères et de la Défense et questions jointes de
- Christophe Bombled à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La réduction du plan de vol des NH90 et le manque de personnel technique à la Défense" (55007471C)
- André Flahaut à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les NH90 et les drones" (55007484C)
- Christophe Bombled à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La mise en veille du 80 UAV Squadron basé à Florennes" (55007560C)
- Albert Vicaire à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La dissolution du 80 UAV Squadron" (55007731C)
- Nadia Moscufo à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les hélicoptères NH90" (55007838C)
- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'utilisation de drones" (55007858C)
- Peter Buysrogge à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le recours réduit aux NH90 TTH" (55007975C)
02 NH90: actualiteitsdebat met de minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie en toegevoegde vragen van
- Christophe Bombled aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De beperking van het vliegplan van de NH90's en het tekort aan technisch personeel bij Defensie" (55007471C)
- André Flahaut aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De NH90-helikopters en de drones" (55007484C)
- Christophe Bombled aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het on hold zetten van de activiteiten van het 80 UAV Squadron in Florennes" (55007560C)
- Albert Vicaire aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De ontbinding van het 80 UAV Squadron" (55007731C)
- Nadia Moscufo aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De NH90-helikopters" (55007838C)
- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De inzet van drones" (55007858C)
- Peter Buysrogge aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De verminderde inzet van NH90 TTH's" (55007975C)
02.01 Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, la presse nous informe que, suite au manque de personnel, au faible soutien de l'industriel qui a fourni les hélicoptères NH90 et au coût important de l'appareil, la Défense avait pris la décision de réduire le plan de vol de ces quatre appareils dans leur version transporteurs de troupes (TTH). Cela n'aura pas d'impact sur le personnel qui sera réaffecté sur des NH90 version marine ou vers des Agusta A-109.
Monsieur le ministre, le manque de personnel technique au sein de la Défense pose problème. Quelles actions vont-elles être menées afin de recruter, dans les années à venir, ce type de personnel? Des écoles techniques sont-elles sensibilisées sur le sujet? Une fois recruté, comment faire pour maintenir le personnel au sein de la Défense? Des contrats de carrière ne seraient-ils pas une opportunité pour les candidats plutôt que des contrats BDL?
L'ancien chef de la défense, le général Marc Compernol, a mis en place un groupe de transition qui a permis de prendre la décision de réduire les heures de vol du NH90. D'autres décisions de ce genre devraient-elles intervenir? Si oui, lesquelles?
Les procédures d'achat d'hélicoptères et d'avions intègrent-elles, à présent, les coûts de maintenance et la disponibilité des pièces détachées desdits hélicoptères et avions? Quel est l'avenir des NH90 qui sont plus coûteux que les F-16 lorsqu'ils volent?
De voorzitter: De heer Flahaut zit wellicht in de plenaire vergadering. Mijnheer Bombled, ik ga er vanuit dat u uw twee vragen samengevoegd heeft of wilt u het nog hebben over het UAV Squadron basé à Florennes?
02.02 Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, monsieur le ministre, depuis 2002, la Défense met en œuvre des drones de type B-Hunter au sein de l'escadrille 80 UAV Squadron, aujourd'hui basée à Florennes. Ces drones permettent d'effectuer de la surveillance civile ainsi que dans le cadre d'opérations militaires.
Le 25 juin dernier, les militaires de l'unité affectée à la gestion des drones ont appris que celle-ci serait mise en veille à partir du 1er septembre 2020 étant donné l'arrêt des vols des drones.
Monsieur le ministre, pour quelles raisons les drones de type B-Hunter vont-ils cesser de voler? À partir de 2023, la base de Florennes va accueillir les nouveaux drones MQ-9B Skyguardian. En attendant l'arrivée de ces nouveaux drones, de quelle manière le personnel de l'escadrille qui gérait les drones de type B-Hunter va-t-il être réaffecté? Se peut-il qu'une partie de ce personnel soit contrainte de travailler ailleurs que sur le site de la base de Florennes? Le personnel en question sera-t-il prioritaire pour intégrer une nouvelle unité qui pourrait être créée lors de l'arrivée des nouveaux drones?
02.03 Nadia Moscufo (PVDA-PTB): Monsieur le président, monsieur le ministre, en 2007, la
Belgique a acheté huit hélicoptères NH90, pour un montant de 292 millions
d'euros. Quatre d'entre eux sont des hélicoptères de transport tactique
(Tactical Transport Helicopters, TTH). Ces hélicoptères coûtent très cher. Le
prix d'une heure de vol d'un de ces appareils coûte 10 000 à 15 000 euros de
plus qu'un F-16, car l'assistance technique est très coûteuse, et on manque de
techniciens. La Défense ne pouvant supporter ces coûts, il a été décidé de
réduire le nombre d'heures de vol de 1000 heures par an actuellement, à 600
heures, après seulement six ans. Selon certaines rumeurs, ces hélicoptères
pourraient même rester cloués au sol, à terme. Ce n'est pas la première fois
que la Défense fait un achat plus coûteux que prévu. Le coût des F-35 que nous
avons achetés s'est avéré plus élevé dans les pays qui en possèdent également,
après l'apparition de nombreux défauts techniques et coûts de maintenance.
Lorsque vous avez répondu à certaines questions lors de la séance plénière du
25 juin, vous nous avez fourni très peu d'informations nouvelles.
Je souhaite dès lors vous poser les
questions suivantes.
À quoi servaient les TTH, et quelles seront
les conséquences sur le terrain, dès lors qu'ils resteront plus souvent au sol?
À terme, seront-ils réellement cloués au sol
plus tôt que prévu?
Comment se fait-il que la décision de cet
achat ait été prise, alors qu'il s'avère aujourd'hui que nous ne sommes pas
capables d'entretenir ces appareils?
Quel est le lien avec le manque de
personnel?
Qu'en est-il des achats plus récents de
l'armée, comme les F-35? Des exemples d'autres pays montrent que ces avions
s'avèrent beaucoup plus coûteux que prévu. En avez-vous tenu compte lorsque
vous avez décidé de les acquérir ou non?
02.04 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, ik zal mijn vraag nog snel stellen.
Collega's hebben het in dit Parlement, onder andere in de plenaire vergadering, al gehad over de afbouw van de NH90. Wij hebben daarover ook in Kleine Brogel van gedachten kunnen wisselen met generaal Vansina en ook aan de nieuwe CHOD werden daarover gisteren een aantal vragen gesteld. Wat van belang is, is wat die afbouw concreet betekent. Wat betekent dat in eerste instantie voor het personeel en in tweede instantie voor de opdrachten? Wat betekent dat voor onze engagementen en onze geloofwaardigheid ten aanzien van onze internationale partners?
Voor de rest verwijs ik naar mijn vraag die ik heb ingediend.
De luchtcomponent gaat de inzet van haar
Caiman NH90 Tactical Transport Helicopters (TTH) significant terugbrengen van
1000 naar 600 vlieguren en de investeringen voortaan richten op de vier NH90
NATO-fregathelikopters. (NFH) die ze opereert in een maritieme rol.
“Te veel technische ondersteuning en de
10 à 15.000 euro per vlieguur is niet te verantwoorden tegenover de
inzetbaarheid", klinkt het bij luchtmachtcommandant Vansina. De beperkte
operationele output zou het gevolg zijn van een gebrek aan industriële
ondersteuning, dure upgrades en personeelstekorten.
Aan de defensiestaf zou gevraagd worden
om een plan uit te werken of het toestel zeven jaar na haar eerste inzet voor
onze component kan opereren met verminderde investeringen, minder vlieguren of
dat het uit dienst wordt genomen ten voordele van een meer economisch model.
Vandaar dat ik volgende vragen aan de
minister wil stellen.
Concreet, wat is de directe impact van de
verminderde inzet van de TTH op de operatie vermogen van Defensie? Welke taken
komen in gevaar en hoe zal de kwaliteit van de training van bemanningen
beïnvloed worden?
Welke zijn de mogelijke alternatieven die
de Defensiestaf wordt gevraagd te bekijken? En tegen wanneer dienen zij hun
plannen aan de minister/regering voor te leggen?
De NH90 wordt door veertien andere landen
ingezet. Welke mogelijke lessen vallen er te trekken uit de inzet door deze
co-operatoren van het toestel om de prijs te laten dalen?
Zijn er onder deze partnerlanden ook
potentiële overnemers te vinden voor onze vier TTH helikopters?
In de media circuleren de namen van
potentiële vervangers als de Airbus H145, dat ook een potentiële opvolger van
de Agusta A109 zou kunnen zijn. Wordt de vervanging van beide toestellen door
één model onderzocht en zou dit passen binnen de strategische visie van
Defensie?
Ook andere Europese landen zijn op zoek
naar nieuwe toestellen voor tactisch transport, zo ook bijvoorbeeld Nederland
dat een opvolger nodig heeft voor haar Eurocopter Cougar. Ziet de minister
mogelijke samenwerkingen met andere landen voor de aankoop van toestellen? Ziet
de minister dit passen binnen eerdere plannen voor een geïntegreerd Benelux
Helikopter Commando?
02.05 Philippe Goffin, ministre: Chers collègues, à côté des initiatives de recrutement en cours pour l'ensemble de la Défense, un Tiger Team a été mis en place en 2019 au sein de l'état-major de la Composante Air afin d'identifier les actions devant permettre de combler le manque de techniciens aéronautiques.
Il en découle plusieurs actions, telles que l'organisation de témoignages dans des écoles techniques, l'organisation de campagnes de la Composante Air dans les écoles ou la participation de techniciens aux campagnes de recrutement de la Défense.
Il existe également une collaboration avec le VDAB et le Forem. Dans ce cadre, un cours préparatoire d'environ neuf semaines a été élaboré au sein de la division préparatoire pour sous-officiers et techniciens de l'École royale des sous-officiers, en vue d'une préparation optimale des candidats potentiels.
Afin de maintenir les recrues au sein de la Défense, nous envisageons un accompagnement optimal des élèves pendant leur formation à travers le parrainage et des journées de prise de connaissance de la vie en unité. En outre, de multiples initiatives visant à valoriser le métier militaire et à rendre la profession plus attractive sont soit déjà mises en place, soit en attente d'une approbation politique pour poursuivre leur parcours de contrôle administratif et budgétaire.
La majorité des techniciens aéronautiques sont des sous-officiers qui, jusqu'à présent, ont été exclusivement recrutés sous le statut de carrière. En effet, pour ces fonctions, le statut BDL (durée limitée) est jusqu'à présent réservé à la catégorie des volontaires.
Les chiffres de recrutement externe pour 2019 en ce qui concerne les sous-officiers et techniciens en aéronautique montrent que le nombre est insuffisant pour combler les déficits auxquels nous sommes confrontés depuis déjà plusieurs années. Pour l'année de recrutement 2021, nous proposons dès lors un recrutement aussi bien sous le statut de carrière que sous le statut BDL pour des fonctions spécifiques.
L'équipe de transition, quant à elle, est chargée de formuler des propositions permettant d'assurer la continuité du fonctionnement de l'organisation malgré la vague de départs à la retraite, tout en préservant un maximum de rendement opérationnel. Les décisions capacitaires relatives aux hélicoptères NH90 (version TTH) et aux drones B-Hunter doivent être considérées dans ce contexte. Lors des procédures d'achat d'aéronefs, les coûts de maintenance - en ce compris les coûts et la disponibilité des pièces de rechange - constituent des points importants de l'analyse.
Plusieurs facteurs nous ont incités à réduire le plan de vol des hélicoptères NH90 TTH. Les premiers de ces facteurs sont le niveau de support industriel et l'évolution des coûts de maintenance. En 2007, la décision d'acquérir le NH90 TTH a été prise conformément aux choix stratégiques décrits dans le Plan stratégique+ et le plan directeur de Défense, afin de satisfaire à un besoin de la Composante Terre.
Nos pays partenaires - en particulier les Pays-Bas, la France et l'Allemagne - ayant également choisi d'acheter le NH90, le choix du même système d'armes offrait des avantages opérationnels en matière d'interopérabilité technique (avec un programme d'amélioration commun) et logistique, grâce à la mise en commun du matériel.
Il était dès lors impossible en 2007 de prévoir que le support industriel ne serait pas au niveau souhaité par les clients et que les coûts de maintenance et des évolutions futures seraient aussi élevés.
Defensie heeft helaas tevergeefs getracht om in samenwerking met Frankrijk voor de TTH en Nederland voor NHTH de tekortkomingen van de industrie te mitigeren.
Un autre facteur est la disponibilité du personnel technique aéronautique assurant l'entretien et la préparation opérationnelle des hélicoptères NH90 TTH. La Défense conjecture une pénurie croissante, allant jusqu'à 33 % du nombre de techniciens aéronautiques au sein de la Composante Air entre 2019 et 2026. Cela nous amène à faire des choix. Ceux-ci ont été élaborés selon des critères énoncés par le chef de la Défense.
Quant à l'avenir du NH90 TTH, je me réfère à mon intervention de la séance plénière 47 du 9 mars. La décision prise à ce sujet consiste à réduire leur plan de vol annuel à 600 heures de vol par an. Ce plan de vol réduit à un niveau qui, en moyenne, reste par hélicoptère légèrement supérieur à celui des autres utilisateurs du NH90 aura un effet négatif sur les activités d'entretien de ce matériel. Au contraire, il permettra de réaffecter une partie du personnel à Coxyde pour renforcer la structure d'entretien du NH90 NFH. Du personnel sera également affecté vers d'autres capacités et des postes prioritaires dans des écoles ou les états-majors.
D'un point de vue opérationnel, cet hélicoptère est généralement en œuvre en soutien de la Composante Terre. De la diminution du plan de vol découle un niveau de soutien moins élevé. À partir du 1er septembre, les hélicoptères NH90 TTH ne seront plus engagés en opération extérieure. Par ailleurs, les activités d'entraînement seront maintenues. Elles reprennent des activités propres aux équipages afin de maintenir leur qualification ainsi que les activités de soutien aux exercices organisés par la Composante Terre. Les NH90 continueront d'opérer à partir de la base de Beauvechain.
À partir de la réduction du plan de vol annuel, l'ampleur des activités d'entraînement au profit des activités d'exercice sera, dès lors, diminuée. Afin d'assurer le soutien aux Composante Terre et Composante Médicale, différents endroits sont actuellement étudiés.
De eerste resultaten hiervan zullen worden voorgelegd in het kader van de regeringsonderhandelingen. Een lichter, matuur, onderhoudsvriendelijker toestel dat op termijn tevens een uniformering van de helikoptervloot zou toelaten, is een van de opties. Defensie is steeds op zoek naar strategische partners en zal ook in deze context de mogelijkheden aftoetsen.
Le retrait d'emploi du B-Hunter était déjà prévu en 2021 selon la Vision stratégique. Il a donc été avancé de quelques mois, parce que ce système d'armes connaît un faible taux de disponibilité et n'a plus été utilisé en opération à l'étranger depuis 2006. Les missions et entraînements des drones B-Hunter ne seront plus assurées à partir du 1er septembre 2020.
Avec l'introduction du MQ-9B, cette capacité évoluera de toute façon d'une capacité tactique vers une capacité stratégique nécessitant d'autres concepts d'opération et de soutien. Il s'agit d'une autre catégorie de drones et donc d'une nouvelle capacité pour la Défense au sein de la Composante Air.
Le système MQ-9B est constitué d'un GCS (Ground Control Station) et de deux RPA (Remotely Piloted Aircraft). La Défense a acheté deux MQ-9B, donc au total deux GCS et quatre RPA. La livraison de ces deux GCS ainsi que la livraison des deux premiers RPA est prévue pour 2023. La livraison des deux RPA suivants est prévue en 2024.
De MQ-9B zal toekomen in Florennes in 2023 en is gepland om vanaf 2025 operationeel te zijn. Deze periode van twee jaar is nodig voor de vorming en de training van het technische en operationele personeel.
La procédure de sélection des candidats en vue de la construction d'une infrastructure adaptée au MQ-9B à Florennes est en cours. L'objectif est de remettre un cahier des charges au mois de septembre 2020.
La conclusion du contrat est prévue en 2021 et la réception de l'infrastructure en 2023.
De strategische visie en de militaire programmawet voorzien in een tweede fase in de aanschaf van extra drones van hetzelfde type tegen 2029-2030.
Op dit moment bestaan er Europese initiatieven waaronder het MALE-project. Dit behoort inderdaad tot de potentiële kandidaten voor een tweede fase.
En ce qui concerne la base de Florennes, une enquête sera organisée pour connaître les desiderata du personnel concerné. L'objectif est d'affecter le personnel en tenant compte de ses spécialités, de ses souhaits et des besoins de l'organisation. Une majorité du personnel sera affectée à Florennes tandis que certains ont émis le souhait de travailler dans d'autres unités.
Het 80 UAV-smaldeel zal bijgevolg geen onmiddellijke doorstart kunnen maken tussen de twee wapensystemen. Defensie zal proberen om de opgedane kennis op de B-Hunter maximaal te vrijwaren om ons in staat te stellen om vanaf 2023 het onderhoud van de nieuwe systemen efficiënt te ondersteunen.
Een voldoende aantal technici en militairen in het algemeen blijft de komende jaren een belangrijk aandachtspunt voor Defensie. Ondertussen wordt gekeken naar alternatieve onderhoudsoplossingen.
De toename van het aantal commerciële drones is een wereldwijd probleem waar alle landen mee te maken hebben. Dit complexe probleem vereist oplossingen die voortdurend herzien moeten worden in het licht van de snelle evolutie in dit domein.
Defensie beschikt op dit moment niet over een complete en effectieve set van oplossingen, maar binnen de Defensiestaf wordt gewerkt aan studies om zo snel mogelijk het hoofd te kunnen bieden aan dit soort uitdagingen.
02.06 Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Il est vrai que la Défense va perdre au cours des années à venir beaucoup de savoir-faire et d'expérience du fait du départ à la retraite d'un grand nombre de collaborateurs. Ce phénomène se fera surtout sentir dans la catégorie des sous-officiers.
La première source de recrutement demeurera sans aucun doute le recrutement externe et il sera important de mener des campagnes de recrutement et une stratégie d'image adaptée et attractive ainsi qu'une vision claire de ce que représente la Défense. Les membres du personnel pourraient également jouer un rôle prépondérant comme "ambassadeurs" de la Défense, vous l'avez évoqué. En effet, ceux-ci peuvent présenter les métiers de l'armée au sein des écoles.
À l'inverse, il pourrait aussi être opportun d'accroître les invitations aux écoles techniques sur les sites militaires afin que les élèves se rendent mieux compte du panel de possibilités et de métiers qu'offre la Défense. En d'autres mots, la Défense doit se montrer attractive et doit savoir se vendre. Je note aussi les collaborations qui existent avec le Forem ou le VDAB.
En ce qui concerne l'hélicoptère NH90, il s'avère qu'une heure de vol coûte entre dix mille et quinze mille euros. À ce tarif-là, je pense que le bon sens est en effet de diminuer le plan de vol annuel. Je note aussi que dans les relations contractuelles avec les futurs fournisseurs, il a été tenu compte du coût de maintenance et de développement. C'est une très bonne chose.
Enfin, vous avez également évoqué le devenir des membres du personnel de l'escadrille qui va être dissoute à la suite de la suppression des vols ou à la démission des vols ou des drones MQ9D. Vous dites que, dans la mesure du possible, ce personnel-là continuera à prester à Florennes pour ceux qui en ont fait la demande. D'autres ont souhaité partir ailleurs. J'entends également que les délais de livraison des appareils seront respectés.
Je vous remercie pour toutes les précisions que vous avez apportées.
02.07 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord en de graad van details in uw antwoord.
Het is pijnlijk dat er voor de NH90, het paradepaard van het troepentransport, een afbouw zal worden gerealiseerd. Ik denk dat we defensie de vrijheid moeten geven om een aantal bijsturingen te doen, zowel op het vlak van de vervroegde afbouw van de B-Hunter en de afbouw van de NH90. Dergelijke bijsturingen zijn nodig, maar we moeten er wel over waken dat de aankopen optimaal kunnen renderen.
U verwees ook naar de regeringsvorming. Er zouden nieuwe toestellen op de tafel liggen. Er moet goed worden bekeken wat de zin, het nut en de wenselijkheid daarvan is.
Ik kan mij inbeelden dat er argumenten zijn om de NH90 af te bouwen met het oog op de vlieguren en het onderhoud. Ik kan mij inbeelden dat dit zeer duur is en dat er bijsturingen gebeuren, maar het is wel belangrijk om eraan te herinneren dat er met belastingsgeld gewerkt wordt. Men moet dus zinvol nadenken over hoe om te gaan met investeringen. Ik ben ervan overtuigd dat er ook in de nabije toekomst verstandige beslissingen zullen worden genomen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Collega's, wij gaan de vergadering nu even schorsen om iedereen toe te laten deel te nemen aan de naamstemming in de plenaire vergadering.
De openbare commissievergadering wordt geschorst van 15.52 uur tot 16.01 uur.
La réunion publique de commission est suspendue de 15 h 52 à 16 h 01.
- Steven Creyelman aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De gevolgen van COVID-19 voor het nationale defilé" (55006961C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De organisatie van het defilé op 21 juli" (55007156C)
- Sammy Mahdi aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het defilé op 21 juli" (55007209C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het defilé op 21 juli" (55007235C)
- Steven Creyelman à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'incidence du COVID-19 sur le défilé national" (55006961C)
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'organisation du défilé du 21 juillet" (55007156C)
- Sammy Mahdi à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le défilé du 21 juillet" (55007209C)
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le défilé du 21 juillet" (55007235C)
Steven
Creyelman (VB): Ik zal niet spreken over de nationale feestdag, mijnheer de
voorzitter, want dan bedoel ik een andere dan deze.
Gelet op
uw vriendelijke vraag, verwijs ik naar de schriftelijke neerslag van mijn
vraag.
Op 21 juli
wordt de Belgische nationale feestdag steevast opgeluisterd door een militair
défilé.
Gegeven de
maatregelen die de verspreiding van het coronavirus moeten tegengaan, waaronder
het befaamde principe van het zogenaamde social distancing, zijn er ongetwijfeld
ook gevolgen voor dat militaire défilé.
Zijn er in
dit kader gevolgen voor het militaire défilé zelf? Indien zo, welke zijn deze
gevolgen?
Zijn er
gevolgen voor de deelnemers aan het militaire défilé? Indien zo, welke zijn
deze gevolgen?
Zijn er
gevolgen voor het publiek bij het militaire défilé? Indien zo, welke zijn deze
gevolgen?
Welke
(bijkomende) maatregelen zal u (laten) nemen om de verspreiding van het
coronavirus tegen te gaan voor de deelnemers aan het militaire défilé,
enerzijds, en het publiek, anderzijds?
Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre,
vu le contexte que nous impose la crise sanitaire liée au coronavirus,
l’organisation des festivités du 21 juillet soulève quelques questions.
En effet, en ce qui concerne le traditionnel défilé du 21 juillet, le Chef
de la Défense déclarait il y a peu que la question du maintien ou non du
programme n’était toujours pas définitivement arrêtée. Étant donné les récentes
déclarations du Conseil national de sécurité au sujet du déconfinement, l’armée
pourrait à nouveau cérémonier dès le 1er juillet prochain.
Dès lors, monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer ce qu’il en est
de la tenue ou non du défilé militaire habituellement prévu dans le cadre des
festivités du 21 juillet? Si celui-ci a lieu, sera-t-il organisé de manière
adaptée vu le contexte sanitaire? En termes d’organisation, avez-vous
actuellement des paramètres à nous communiquer?
L’idée d’un défilé du 21 juillet particulier a été évoquée à plusieurs
reprises parfois même au sein de ce Parlement. Vu la crise sanitaire que nous
traversons, ne serait-il pas bon que cette date symbolique et l’habituel défilé
qu’elle comporte puisse mettre à l’honneur les héros du quotidien, ceux que
nous avons notamment applaudis chaque soir à 20 h depuis le début de la crise
du coronavirus.
Monsieur le ministre, est-il possible selon vous d’envisager que d’autres
héros défilent à côté de nos militaires, policiers, pompiers seuls habitués du
traditionnel défilé du 21 juillet?
Sammy
Mahdi (CD&V): De nationale feestdag is een belangrijke dag voor alle
Belgen. Voor militairen is dit moment van bijzonder groot belang. Om het belang
van Defensie in de verf te zetten, voor nieuwe rekruteringen en om de nationale
feestdag mee te eren. Met name in deze COVID-19-crisis heeft Defensie een
bijzonder belangrijke rol gespeeld en is 21 juli een bijzonder mooi moment om
onze militairen daar nog eens voor te bedanken.
Corona
zorgt dit jaar helaas voor roet in het eten. De nationale feestdag zal in
afgeslankte vorm plaatsvinden, wat ook een impact zal hebben op Defensie.
Daarom heb ik de volgende vragen voor de minister:
Op welke
manier zal men tijdens het défilé rekening houden met de volksgezondheid?
Zal er
ruimte zijn voor Defensie om in interactie te gaan met burgers?
Zullen de
militairen extra bedankt worden voor hun inzet tijdens één van de grootste
gezondheidscrisissen die ons land al heeft doorstaan?
Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président,
l'organisation des festivités dans le cadre de la fête nationale est une
responsabilité du SPF Intérieur.
Door de
COVID-19-omstandigheden was het onmogelijk om een traditionele defilé te
organiseren. De traditionele defilé zal dan ook door een alternatief programma
worden vervangen. De exacte inhoud van het programma moet bij de FOD
Binnenlandse Zaken worden bevraagd. Er zal uiteraard hulde worden gebracht aan
de sectoren die het beste van zichzelf tijdens de crisis hebben gegeven.
Il n'y aura pas de public présent durant le programme alternatif, à l'exception
de quelques invités dont le nombre dépendra évidemment du programme final, et
sera conforme aux mesures en vigueur face au COVID-19.
Defensie
zal in beperkte mate aan het programma bijdragen. De vigerende
COVID-19-maatregelen zullen maximaal worden nageleefd.
Steven Creyelman (VB): Mijnheer de minister,
ik wil u bedanken voor uw vrij duidelijk en kort antwoord. In der Beschränkung
zeigt sich zuerst der Meister. Ik heb die zin de voorbije drie dagen al drie
keer geciteerd. Ik blijf dat maar doen blijkbaar.
Feit is
echter dat u en het land zich blijven enten op Frankrijk, niet voor het eerst
overigens, dat niet gekozen heeft voor een heel afgeslankte maar wel voor een
sobere versie van de nationale feestdag. Dat kan mij alleen maar gunstig
stemmen.
Julie Chanson (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le
ministre, pour ces informations.
Je me réjouis que des corps de métiers un peu différents, notamment ceux de
la première ligne face à cette crise sanitaire que nous traversons depuis
plusieurs mois, soient mis à l'honneur ce 21 juillet, qui différera quelque peu
de ce que nous avons l'habitude de connaître. Merci déjà pour cette
organisation et cette programmation différentes, certes, mais néanmoins
importantes.
Sammy Mahdi (CD&V): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de minister, ik zou u willen bedanken, maar het lukt mij
in deze niet omdat ik toch wat teleurgesteld ben.
Ik vind
het uiteraard goed dat er een alternatieve versie doorgaat. Gelet op de
COVID-19-crisis is dat de juiste aanpak, maar ik vind het jammer dat er wordt
verwezen naar de minister van Binnenlandse Zaken. Ik denk dat 21 juli ook voor
Defensie een hoogdag is, een moment om aan het publiek te laten zien waarmee
Defensie allemaal bezig is. Het is voor Defensie, dat met een gigantisch personeelstekort
kampt, een moment om aan personeelsbeleid te doen en mensen warm te maken voor
Defensie.
Ik ben
blij dat Defensie ook in de bloemetjes zal worden gezet, want het heeft toch
wel belangrijk werk verzet tijdens de coronacrisis. We mogen niet vergeten dat
het opdrachten heeft gekregen die eigenlijk niet tot haar takenpakket behoren,
maar die het ondanks de soms platte kritiek vanuit het Parlement op de juiste
manier heeft aangepakt, om de mondmaskers niet bij naam te noemen. Defensie
heeft zich op alle mogelijke vlakken, ook logistiek, ingezet.
Ik had
graag geweten hoe het eruit zou zien, omdat ik denk dat het een belangrijk
moment is om, rekening houdend met de volksgezondheid, die mensen op een juiste
manier te eren.
21 juli is
een belangrijk moment om mensen warm te maken voor Defensie. Aangezien er een
gigantisch personeelstekort is, wat is dan het alternatief? Zijn er andere
manieren om daarop een antwoord te bieden? Het is jammer dat ik dat niet hoor,
maar daarvoor zal ik wel een andere vraag indienen.
Het incident is gesloten.
- Georges Dallemagne à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La réduction de la présence militaire américaine en Allemagne" (55007111C)
- Sammy Mahdi à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'incidence du retrait de soldats américains" (55007269C)
- Theo Francken à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le retrait des Américains stationnés en Allemagne" (55007980C)
- Georges Dallemagne aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het terugschroeven van de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Duitsland" (55007111C)
- Sammy Mahdi aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De impact van het terugtrekken van Amerikaanse soldaten" (55007269C)
- Theo Francken aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De Amerikaanse terugtrekking uit Duitsland" (55007980C)
04.01 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le ministre, le 5 juin dernier, le président Trump a
ordonné au Pentagone de réduire à 25.000 le nombre demilitaires américains
présents en Allemagne. Sachant qu’ils sont actuellement 35.000, il s’agit d’une
réduction de 30%.
Ce retrait annoncé serait lié au reproche des
États-Unis à l’égard de l’Allemagne en raison de la
faiblesse de ses dépenses militaires ainsi
que sa participation au projet de gazoduc Nord Stream 2,
conduit par la Russie. Le refus allemand
d’acheter des F-35 aurait aussi pesé dans la balance.
Peu avant le sommet de l’OTAN de juillet
2018, les États-Unis envisageaient déjà de déplacer leurs militaires
d’Allemagne vers la Pologne, c’est à dire vers un «allié de l’Otan qui a
atteint les objectifs de dépenses de défense de l’Alliance», soit 2% du PIB, ce
qui n’est pas le cas de l’Allemagne selon les américains. La Pologne avait par
ailleurs proposé d’accueillir l’US Army en prenant les coûts à sa charge.
Pour rappel la Pologne a conclu un contrat
avec les États Unis concernant l’achat de 32 avions de 5e génération
F-35 pour 4,6 milliards de dollars.
Et la décision de Berlin de se procurer des
F-18 américains ne change visiblement pas la position
américaine.
Le président Trump semble jouer la carte des
intérêts industriels et technologiques américains ainsi que l’argument du
montant des dépenses militaires du pays hôte dans ses décisions concernant la
présence de troupes américaines en Europe.
Quelle est votre analyse? Cela a-t-il pu
jouer un rôle dans le choix des F-35 par la Belgique pour remplacer ses F-16?
Combien y-a-t-ilo de troupes américaines stationnées en Belgique? Un retrait
est-il envisagé?
04.02 Sammy Mahdi (CD&V):
De relatieve vrede die we in Europa nu al zo'n kleine 80 jaar kennen, hebben
we aan heel wat instanties te danken. De oprichting van de Europese Unie heeft
ervoor gezorgd dat interne Europese conflicten geneutraliseerd werden. De
oprichting van de NAVO heeft Europa grotendeels beschermd van dreigingen van
buitenaf. De toekomst van de NAVO staat al een tijdje onder druk. Onze Turkse
partners hebben al meermaals een bedenkelijke positie ingenomen. De Verenigde
Staten maken de laatste jaren dan weer meer en meer duidelijk dat we voor de
Europese veiligheid vooral op onszelf aangewezen zijn. Recent nog besliste de
Amerikaanse president Donald Trump om zo'n 10.000 soldaten terug te trekken uit
Duitsland. Met in totaal 60.000 Amerikaanse soldaten op Europese bodem is de
Amerikaanse inzet in Europa niet te onderschatten.
Ik heb hierover de volgende vragen voor
de minister.
Welk standpunt neemt België op
NAVO-overleg in met betrekking tot de verhoging van de Europese en Belgische
bijdrage op het vlak van Defensie?
Welk standpunt neemt België op
NAVO-overleg in met betrekking tot de potentiële Russische dreiging?
Vreest de minister dat de terugtrekking
van de Amerikaanse soldaten op Europese bodem een negatieve impact kan hebben?
Welke Europese investeringen zullen
noodzakelijk zijn bij een volledige terugtrekking van de 60.000 Amerikaanse
militairen op Europese bodem?
De voorzitter: De heer Francken is niet aanwezig.
04.03 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, le choix du F-35 par la Belgique a été décidé par le gouvernement belge en octobre 2018 sur la base des recommandations des autorités (…). Aucun critère n'était lié à l'éventuelle présence de troupes US sur le sol belge.
Il y a environ 1 800 militaires US sur le sol belge. La plupart d'entre eux dans le cadre du stationnement de l'OTAN en Belgique. La Défense n'a pas d'indication d'un éventuel retrait des troupes US du sol belge. Les fonctions au sein des états-majors de l'OTAN restent remplies.
Tijdens de top van Wales in 2014 engageerden de toenmalige regeringleiders van de bondgenoten zich door middel van de defence investment pledges om over een periode van tien jaar de defensie-uitgaven op te schroeven tot 2 % van het bbp. Deze pledges werden eveneens door België aangegaan. België neemt steeds een positieve houding aan wanneer de NAVO zich genoodzaakt ziet om maatregelen te nemen die haar beter moeten wapenen tegen nieuwe uitdagingen zoals bijvoorbeeld COVID-19.
De inspanningen die Defensie momenteel doet en het daaraan gekoppelde groeipad zoals geschetst door premier Wilmès na de top van Londen, dienen minstens te worden gevolgd. Met betrekking tot de potentiële dreiging van Rusland heeft de NAVO op de top van Londen duidelijk verklaard dat ze haar ontradings- en veiligheidsbeleid versterkt in functie van de veranderende veiligheidsomgeving. Tegelijkertijd blijft de alliantie open staan voor dialoog en zoekt ze zeker de confrontatie niet met Rusland. Ze stelt zich niet op als een bedreiging.
Tijdens de vergadering van de ministers van Defensie in juni werd in de marge de beslissing van de Verenigde Staten besproken. Duitsland liet daarbij weten dat dit een louter bilateraal onderwerp is tussen de Verenigde Staten en Duitsland. Beide landen hebben afgesproken het bondgenootschap in te lichten zodra er meer details beschikbaar zijn. De impact op de Europese veiligheid en de manier waarop de NAVO en Europa deze leemte zullen invullen zullen dan pas concreet geanalyseerd kunnen worden.
De Amerikaanse basissen in Duitsland zijn niet betrokken bij het ondersteunen van missies. Dit wordt op het niveau van de NAVO gedaan, door het NAVO-hoofdkwartier en het Joint Support and Enabling Command. De terugtrekking van de Amerikanen zal dus geen impact hebben op de operaties waarbij het land betrokken is. Wel is het zo dat terugtrekking van de Amerikaanse troepen een impact heeft op het afschrikkingspostuur van de NAVO in Europa. Daarbij moet wel aangestipt worden dat de Verenigde Staten het laatste decennium meer in de Europese verdediging hebben geïnvesteerd dan voordien.
04.04 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, étant donné que le son était très mauvais, je lirai les réponses dans le compte rendu. Je vous remercie.
De voorzitter: Ik kan inderdaad bevestigen dat de klank niet goed was.
04.05 Sammy Mahdi (CD&V): Mijnheer de minister, bedankt voor het antwoord.
Ik denk wel dat het meer is dan een louter bilaterale beslissing. Uiteraard nemen de Verenigde Staten die beslissing en informeren Duitsland daarover, maar ze heeft wel een impact op ons en op het Europese continent. Daar mogen we niet te lichtzinnig overgaan.
U hebt dat mijns inziens ook niet gedaan. Alleszins hoop ik dat u op ieder mogelijk NAVO-overleg ook duidelijk blijft maken wat ons standpunt daarover moet zijn. We kunnen veel verkeerd zeggen over Donald Trump, maar één ding is toch wel duidelijk: Amerika heeft meer dan ooit geïnvesteerd op Europese bodem. Op een bepaald moment zullen wij vanuit Europa zelf moeten investeren in een Europees leger vanuit alle landen. Ik hoop dat dat in de toekomst wel zal gebeuren, omdat het een impact heeft op heel ons continent. Zoals de minister terecht heeft aangegeven, zijn de Amerikanen die hier zijn, hier gekomen wegens een bepaalde geschiedenis. Vandaag zijn zij hier ook nog enigszins als afschrikking, aangezien gevaren die ons ooit heel ver weg leken, dat niet langer meer zijn. Ik kan alleen maar hopen dat we niet te lichtzinnig omspringen met het signaal dat Amerika niet onterecht uitstuurt en dat we er zo snel mogelijk lessen uit trekken, ook op Europees niveau.
Het incident is gesloten.
- Christophe Lacroix à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les risques CBRN" (55007121C)
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La négligence des risques CBRN" (55007937C)
- Christophe Lacroix aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De CBRN-risico's" (55007121C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De verwaarlozing van de CBRN-risico's" (55007937C)
05.01 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, ma question sera relativement courte, mais son sujet me semble important.
Monsieur le ministre, mon groupe a toujours défendu et salué le travail des femmes et des hommes de la Défense afin de venir en appui aux autorités civiles pour faire face à la crise du COVID-19. La question des missions d’aide à la nation est, depuis très longtemps, centrale pour mon groupe. Nous espérons que notre commission pourra prochainement travailler sur notre texte en la matière.
Récemment, dans les colonnes du journal Le Soir, nous avons pu lire que, selon le général Neirinckx, "on a négligé la menace chimique et/ou bactériologique. On n’a pas travaillé suffisamment sur le phénomène, notamment parce qu’il nécessite des délais plus longs. Désormais, grâce au COVID, ça réveille des consciences au sein de la Défense et de la Santé publique. Les risques sanitaires sont bien présents, et il nous faut une capacité de détection. C’est essentiel." Toujours d'après lui, cette capacité de détection passe par un changement dans la façon de travailler de l’armée, notamment en termes de formation et de méthode de travail.
De son côté, le chef de la Composante Médicale - mise à mal, comme nous le savons, par la Vision stratégique de l'un de vos prédécesseurs - plaide pour la création d’un hôpital de crise qui permettrait notamment de séparer totalement les malades contaminés des autres.
Monsieur le ministre, au sein de la Défense et en collaboration avec les autres SPF et entités fédérées pertinentes, une réflexion est-elle en cours ou le sera-t-elle prochainement afin d’évaluer les capacités de votre département à réagir au COVID-19 et, sur le plus long terme, à d’autres risques sanitaires/CBRN pour notre pays? En effet, on assiste en ce moment à un léger rebond. Une seconde vague est peut-être annoncée. Il est donc temps de disposer d'une vision claire de la manière dont la Défense jouera un rôle fondamental - mais non plus dans l'improvisation. Si elle n'avait pas été là - à l'instar d'autres corps de métier -, cela aurait été la bérézina en Belgique. Une évaluation et une adaptation de la vision stratégique en ce sens est-elle sur la table, notamment sur le plan de la formation? Enfin, l’article du journal Le Soir évoquait la possibilité d’un "hôpital de crise". S’agit-il, selon vous, d’une piste intéressante?
05.02 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, je ne répéterai pas ce que mon collègue a dit. J'irai directement à mes questions.
Tout comme suggéré dans l'article de presse, dans lequel le général a pu exposer certaines de ses opinions, un hôpital de crise est-il, selon vous, envisageable pour aborder des crises prochaines ou le suivi de celle que nous connaissons aujourd'hui?
Quant aux risques sanitaires, avez-vous déjà une vision globale de nos capacités face au risque CBRN? Une complémentarité avec la protection civile, qui est formée aux missions CBRN, est-elle envisagée?
05.03 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, chers collègues, cette réflexion a d'ores et déjà démarré au sein de la composante médicale en collaboration avec les autres composantes et les DG d'appui, puisque le domaine du CBRN est un domaine touchant à toute la Défense.
Un premier pas dans cette réflexion concerne le développement d'une capacité "Rapidly Deployable Outbreak Investigation Team". Cette capacité pourra se révéler indispensable tant pour des opérations militaires à l'étranger que pour aider à maîtriser les crises nationales. La mise en œuvre des capacités militaires pour faire face à une crise nationale nécessitant la collaboration de plusieurs SPF et entités fédérées, la réflexion sur les capacités de la Défense doit évidemment être élargie vers ses partenaires, une fois la crise terminée.
La réflexion n'étant qu'à ses débuts, il est trop tôt à ce stade pour dire si l'adaptation de la vision stratégique est nécessaire ou pas. L'état-major de la Défense et mon prédécesseur ont clairement exprimé et confirmé le besoin d'un hôpital militaire. Un projet pour réaliser un nouvel hôpital militaire a été mis sur les rails et un planning budgétaire provisoire est en cours de réalisation. Le cahier des charges des besoins de la Défense est relativement simple à décrire. Par contre, les spécificités des besoins pour pouvoir utiliser cet hôpital militaire dans le cadre de la gestion d'une crise nationale ainsi que le financement sont encore à développer avec les différents SPF concernés. Une approche interdépartementale est nécessaire. La Défense est évidemment prête à contribuer à cette réflexion, si le SPF responsable de la gestion de crise au niveau national en fait la demande.
05.04 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Voilà enfin un ministre dont le franc, ou l'euro, tombe! Quand on regarde la vision stratégique de votre prédécesseur, la volonté était d'aller même jusqu'à une suppression ou, en tout cas, une raréfaction des moyens dédicacés à la composante médicale.
Or on voit aujourd'hui qu'elle est centrale pour les défis du futur. Nous avons déjà eu une première secousse voici quelques années, les attentats terroristes. Nous avions alors vu que la présence de la composante médicale était essentielle pour venir en aide à nos concitoyens, à toutes ces victimes innocentes de ces terroristes radicalisés.
Aujourd'hui, il y a la crise du COVID-19 qui a démarré en février-mars et qui est loin d'être finie. Enfin, une capacité de développement rapide sur le plan national et sur le plan international est envisagée et réétudiée.
Je prends donc vos déclarations comme un signal fort et un signal ferme pour que la composante médicale redevienne un élément essentiel de la future vision stratégique de notre Défense nationale.
05.05 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses et votre positionnement par rapport à la composante médicale. Je pense qu'effectivement, il faut remettre cette composante au centre même de la vision stratégique de notre Défense. Je suis ravie d'entendre ces différents éléments que vous venez de nous énoncer.
Het incident is gesloten.
06 Question de Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le congé parental au sein de la Défense" (55007150C)
06 Vraag van Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het ouderschapsverlof bij Defensie" (55007150C)
06.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le ministre, dès le 17 mars dernier, au lendemain de la fermeture des écoles, le groupe Ecolo faisait part de son inquiétude quant aux difficultés pour de nombreux parents de concilier vie de famille et vie professionnelle.
Les militaires, au même titre que les autres citoyens, se sont vus dans l'obligation de garder leurs enfants à la maison durant la période pendant laquelle les écoles et les centres d'activités extra-scolaires ne pouvaient plus les accueillir dans des conditions optimales.
Les conditions ont peut-être un peu changé, puisque ma question a été introduite le 11 juin dernier. Je m'excuse si certains éléments ne sont plus d'actualité. Mais je ne doute pas que vous adapterez votre réponse en fonction.
Monsieur le ministre, est-il envisagé d'instaurer un congé parental spécifique pour la période de la crise du coronavirus pour les militaires qui voudraient pouvoir en bénéficier? Êtes-vous prêt à le proposer afin de préserver certaines familles de difficultés qui pourraient apparaître face à cette crise? Ceci d'autant plus que nous nous rendons compte, avec les dernières informations de la conférence de presse de la première ministre ce matin, que nous ne sommes pas encore tout à fait sortis de cette crise et qu'elle risque visiblement de nous occuper encore pendant quelques semaines, voire quelques mois. Je vous remercie.
06.02 Philippe Goffin, ministre: Madame Chanson, ma réponse sera très courte, puisque l'arrêté royal de pouvoirs spéciaux portant le n° 42 a été publié au Moniteur belge du 3 juillet 2020. J'imagine que vous en avez déjà pris connaissance. Tout s'y trouve.
06.03 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette super réponse. J'en ai effectivement pris connaissance.
Het incident is gesloten.
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La pension et le successeur du CHOD actuel" (55007157C)
- Peter Buysrogge à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La nomination du nouveau CHOD" (55007241C)
- Annick Ponthier à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La désignation du nouveau CHOD" (55007249C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De pensionering en de opvolger van de huidige CHOD" (55007157C)
- Peter Buysrogge aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De benoeming van de nieuwe CHOD" (55007241C)
- Annick Ponthier aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De aanstelling van de nieuwe CHOD" (55007249C)
07.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Effectivement, elle n'est plus vraiment d'actualité, monsieur le président, sauf si M. le ministre avait des informations précises à nous transmettre. Sinon, je les considère comme ayant obtenu réponse.
07.02 Peter Buysrogge (N-VA): Ik heb een gelijkaardige vraag, maar ook die dateert van juni. Ondertussen heeft de minister het Parlement mee betrokken en geïnformeerd. Er heeft ook al een gedachtewisseling met de CHOD plaatsgevonden. Ik heb zelf dan ook geen vragen meer.
07.03 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ook mijn vraag is ietwat gedateerd. Wij weten ondertussen uiteraard allemaal wie de opvolger van generaal Compernol is, namelijk admiraal Hofman. Gisteren was hij te gast in onze commissie, waar hij een aantal van zijn uitdagingen heeft opgesomd en zijn visie daarop heeft toegelicht, in de mate van het mogelijke op dit moment. Waarvoor onze dank.
Eén vraag wil ik echter toch nog stellen. Mijnheer de minister, kunt u voor de goede orde even de procedure toelichten waarmee men te werk gaat? Welke criteria en richtlijnen worden in zo'n procedure vooropgesteld?
07.04 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, chers collègues, en effet le mandat du général Marc Compernol comme chef de la Défense a pris fin le 10 juillet dernier. Le chef de la Défense est désigné par le roi sur proposition du Conseil des ministres pour une période de quatre ans, prolongeable pour une période d'un an. Mais nous avions déjà eu l'occasion d'en parler.
Artikel 76 van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de krijgsmacht maakt geen onderscheid qua graad of niveau. De voorgestelde kandidaat moet in de graad van opperofficier worden benoemd. Met andere woorden, hij moet worden bekleed met de graad van luitenant-generaal, generaal-majoor of een gelijkwaardige graad.
Bovendien komt de leeftijdsgrens ook in aanmerking. Het mandaat van de CHOD neemt aanvang op het einde van het trimester waarin hij de leeftijdsgrens heeft bereikt, verbonden aan de graad die hij bekleedt.
De bevoegdheden van de CHOD worden vastgesteld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 2 december 2018 tot bepaling van de algemene structuur van het ministerie van Landsverdediging.
07.05 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.
07.06 Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord.
07.07 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de minister, dank u voor de verduidelijking bij de procedure en de criteria.
L'incident est clos.
08 Vraag van Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De compensaties bij het overlijden van een militair" (55007172C)
08 Question de Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les compensations lors du décès d'un militaire" (55007172C)
08.01 Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, soms gebeurt het jammer genoeg dat
een militair het leven laat tijdens zijn militaire loopbaan.
Militairen hebben meestal nog een aantal
compensaties open staan: compensatie in tijd, uren flexibele dienstontheffing,
dienstontheffing wegens operatie, vakantiedagen,..
Hoeveel militairen in actieve dienst zij
er overleden tussen 2015 en 2020? Graag een opdeling per jaar. En een opdeling
naar overlijden naar aanleiding van hun werkzaamheden bij defensie dan wel
natuurlijke overlijdens.
Hoe regelt defensie de afrekening van
deze tijdselementen (bijvoorbeeld openstaande verlofdagen, overuren,...). Op de
uitbetaling van welke opgebouwde rechten hebben nabestaanden nog recht, op
welke niet?
Is er een verschillende behandeling
indien het een overlijden betreft met een natuurlijke oorzaak dan wel een
overlijden gerelateerd aan de job van de soldaat?
Hoe gebeurt de opvolging van de
nabestaanden na een overlijden?
08.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Verduyckt, Defensie betreurt het overlijden van 48 militairen in 2015, 41 in 2016, 44 in 2017, 41 in 2018 en 22 in 2019. Bij een overlijden van een personeelslid vallen alle verworven pecuniaire rechten van het betrokken personeelslid in de nalatenschap, bijvoorbeeld de laatste bezoldiging, het vakantiegeld, einde dienst en de begrafenisvergoeding.
Wat tijdsgebonden is, zoals overuren en flexibele dienstontheffing, wordt verrekend zoals bij elke andere wijziging van arbeidsrelatie. Alle sommen worden, nadat een informatieplicht aan de fiscus is voldaan, vrijgegeven aan de nabestaanden.
Voor de nabestaanden van de militair die overlijdt tijdens de dienst, worden onder bepaalde voorwaarden in bijzondere tussenkomsten voorzien. De sociale dienst van Defensie wordt automatisch op de hoogte gebracht van het overlijden van elke militair en biedt de nodige psychosociale en desgevallend financiële steun aan de nabestaanden.
08.03 Kris Verduyckt (sp.a): Het was vooral een informatieve vraag. Ik zal het hier voorlopig bij laten.
Het incident is gesloten.
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La fin de l’opération Vigilant Guardian" (55007196C)
- Sammy Mahdi à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La présence des militaires dans les rues (OVG)" (55007930C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het einde van de operatie Vigilant Guardian" (55007196C)
- Sammy Mahdi aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De inzet van militairen op straat (OVG)" (55007930C)
09.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, mi-mai, vous annonciez la fin de l’opération Vigilant Guardian. Nous avions déjà pu échanger à ce sujet.
Je souhaiterais que nous tirions dès à présent les conclusions de cette opération.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous transmettre un premier bilan de l’opération qui se clôturera d’ici fin septembre? Combien reste-t-il de militaires dans les rues? Avez-vous établi un schéma de départ des militaires des rues afin que les garanties sécuritaires soient solides? Comment organiser au mieux la fin de cette mission?
09.02 Sammy Mahdi (CD&V): Mijnheer de minister, net als mevrouw Chanson ben ik zeer benieuwd naar de stappen die tussen mei en juli gezet werden om de belofte waar te maken om tegen september operatie Vigilant Guardian volledig uit te doven. Na de hoorzitting met de nieuwe stafchef, die ook heel duidelijk maakte waarom dat van bijzonder groot belang is, moeten wij absoluut die ambitie kunnen waarmaken. Mijnheer de minister, ik kijk heel erg uit naar uw antwoorden.
09.03 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, chers collègues, je voudrais tout d'abord apporter une petite précision. Au mois de mai, effectivement, j'ai signalé que l'analyse de la police fédérale indiquait que la présence de militaires en rue ne serait plus nécessaire à partir du mois de septembre, mais la décision n'a pas été prise à ce propos.
Cela étant, je vais répondre aux questions qui m'ont été posées. Le bilan du nombre de militaires engagés en appui de la police intégrée et des coûts qui y sont associés est le suivant: en 2015, 325 militaires ont été déployés en moyenne par jour pour un montant total de 18,3 millions d'euros; en 2016, 1 225 militaires par jour pour 64,5 millions d'euros; en 2017, 1 040 militaires par jour pour 55,8 millions d'euros; en 2018, 585 militaires par jour pour 33 millions d'euros; en 2019, 421 militaires par jour pour 25,4 millions d'euros; en 2020 jusqu'au 2 juin précisément, 357 militaires par jour pour 9,3 millions d'euros à ce stade.
Le coût total de l'opération Vigilant Guardian s'élève actuellement à 206,3 millions d'euros hors salaires du personnel militaire déployé.
Lors du dernier Conseil des ministres, le nombre maximum de militaires en appui a été fixé à 550. Le chiffre réel actuel tourne, toutefois, autour de 200 militaires déployés, auxquels il faut ajouter une réserve immédiatement disponible de 100 militaires.
Defensie en de federale politie hebben een overnameschema opgesteld, waarin hetzelfde veiligheidsniveau gegarandeerd blijft. Men houdt zich klaar om het plan te implementeren.
Het plan preciseert dat de geïntegreerde politie vanaf september 2020 opnieuw in staat zal zijn zelf de veiligheid te garanderen met uitzondering van een aantal nucleaire sites in Vlaanderen.
De commissaris-generaal van de federale politie heeft het overnameplan voorgesteld op het SCIV in oktober 2019 en opnieuw in februari 2020. Het moet echter nog politiek worden goedgekeurd. De volgende regering zal daarover moeten beslissen.
09.04 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.
09.05 Sammy Mahdi (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik dank u voor de cijfers die u hebt meegedeeld. Het is altijd interessant om ze te hebben, ook al heb ik in het verleden al gezegd dat de cijfers mij minder interesseren als het over veiligheid gaat. Of een operatie ons nu 200 miljoen of 400 miljoen euro kost, als dat noodzakelijk is, dan is dat noodzakelijk en dan doet het bedrag er voor mij iets minder toe.
Wat er voor mij wel toe doet, is hoe snel wij die uitfasering mogelijk zullen kunnen maken. Ik hoor u zeggen dat Defensie klaarstaat. Dat heeft de stafchef ook letterlijk gezegd: "Wij staan klaar, in principe zelfs morgen".
Morgen kunnen we het uitfaseren, maar tegen september zal op zich niet verkeerd zijn. Dus is het effectief wachten op een politieke beslissing. Daarvoor bestaat het Parlement, daarvoor bestaat de regering, daarvoor bestaan ministers.
Ik ben benieuwd wat er staat te gebeuren. Ik vrees dat als wij wachten tot de vorming van een nieuwe federale regering – en we weten allemaal hoe lang zo'n spelletje in dit land kan duren – wij die operatie nog eens een of twee jaar langer zullen zien aanslepen.
Ik zou niet wachten op de vorming van een nieuwe federale regering om de OVG volledig uit te faseren. Ik denk dat de boodschap van de nieuwe stafchef duidelijk was. Ik denk dat de boodschap van Defensie al veel langer duidelijk is. Dit duurt veel te lang. Defensie heeft alle militairen nodig, zeker nu ze met zo'n groot personeelstekort kampt.
Ik kan alleen maar hopen dat de minister die bevoegd is voor Defensie en die dus in de eerste plaats moet kijken naar hoe we ervoor kunnen zorgen dat Defensie de komende jaren wordt versterkt en niet nog verder verzwakt, op regeringsniveau de stem van Defensie zal vertolken en ervoor zal zorgen dat de OVG zo snel mogelijk, dus tegen september, kan worden uitgefaseerd, zodat de politie de taken kan overnemen die ze moet overnemen.
Is dat met een overgangsfase waarbij Defensie nog een rol kan spelen op een aantal cruciale zones, waarom niet, maar ik denk dat wij niet kunnen wachten op een nieuwe federale regering om een beslissing te nemen die voor Defensie geen maanden en zeker geen jaren meer op zich kan laten wachten.
Het incident is gesloten.
10 Question de Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La campagne de recrutement et les pop-up stores" (55007219C)
10 Vraag van Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De rekruteringscampagne en de pop-upstores" (55007219C)
10.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, début d’année, des pop-up stores avaient été installés dans des centres commerciaux afin de susciter des vocations et d’augmenter le nombre de nouvelles recrues en plaçant la Défense dans un contexte inhabituel, au plus proche de nos citoyens et citoyennes.
Dans le même objectif, ne pensez-vous pas qu’il serait judicieux de remettre sur pied une campagne similaire plutôt destinée à des jeunes en proposant des formules pop-up, comme vous les avez appelées, au sein des écoles secondaires du pays?
Régulièrement, les écoles ouvrent leurs portes dans le cadre d’évènements, de journées découvertes, et organisent même ce que certains appellent des mini-Siep. Cela pourrait être une opportunité pour la Défense de présenter les différentes opportunités qui s’offrent aux élèves, notamment dans les filiales techniques et professionnelles. C'est d'autant plus intéressant que tout à l'heure, nous avons, dans le cadre du débat sur les NH90, évoqué les métiers techniques. Un collègue du MR a notamment parlé de se rendre plus proches des écoles qui proposent des options techniques et professionnelles. Je suis donc ravie de vous interroger plus précisément sur la question et je vous remercie déjà pour la réponse.
10.02 Philippe Goffin, ministre: Pour attirer plus de jeunes, la Défense exécute un nombre important de campagnes de recrutement. L'efficacité du concept d'un pop-up store est surtout basée sur l'aspect momentané et unique. Il existe neuf centres d'information répartis sur le territoire belge. Le personnel de ces centres d'information est déjà en étroite relation avec les écoles de leur région et y dispensent régulièrement des séances d'information concernant nos offres d'emplois. Les intéressés ont, dès lors, la possibilité d'obtenir plus d'informations auprès du centre d'information de leur région. L'organisation de concepts pop-up stores dans chaque école secondaire n'est actuellement pas considérée, vu le nombre important d'écoles avec lesquelles les centres d'information sont déjà en contact et les moyens nécessaires en personnel et en matériel. De plus, cela risque d'atténuer l'effet de surprise du pop-up store et de créer une saturation de ce concept.
10.03 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le ministre, pour vos réponses. Bien que j'entende les différents arguments que vous avancez, je suis moi-même professeur et j'ai fréquenté des écoles essentiellement techniques et professionnelles. Je peux vous assurer que, durant mes quelques années de carrière, je n'ai absolument jamais rencontré de personnel militaire venant faire la promotion des filières de la Défense et je le regrette. Je sais que cela existe, mais je crois sincèrement que ce n'est pas efficace. En tout cas, ce n'est peut-être pas réalisé de manière suffisante.
Certes, il y a de nombreuses écoles, mais je crois que la Défense doit viser davantage. Nous avons des écoles avec des profils techniques et professionnels très spécifiques, avec des options très intéressantes pour les filières techniques de notre Défense. Je crois que de nombreux élèves ne sont pas au courant des métiers qui pourraient leur offrir une carrière et un avenir très intéressant. Je crois que la Défense doit être plus vendable auprès de ces jeunes toujours scolarisés. J'espère, monsieur le ministre, que vous pourrez relayer ces informations auprès de notre Défense et que nous pourrons avoir une stratégie ou un schéma plus efficace pour mieux la faire connaître auprès des élèves et des écoles techniques.
L'incident est clos.
11 Vraag van Marianne Verhaert aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De kampplaatsen van Defensie'" (55007229C)
11 Question de Marianne Verhaert à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les lieux de camps de la Défense" (55007229C)
11.01 Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijn vraag is enigszins gedateerd, aangezien de zomerkampen al volop opgestart zijn. Ik verwijs daarom naar de schriftelijke tekst van mijn vraag, maar hoop wel op een actueel antwoord.
We hebben een aantal weken geleden het
fantastische nieuws gekregen dat de jeugdkampen konden doorgaan. Het is evident
dat er een aantal maatregelen genomen worden om de veiligheid op die kampen te
garanderen, onder andere de bubbels van maximum vijftig, en ook een heel aantal
andere maatregelen. Dat zorgt ervoor dat er voor veel jeugdbewegingen een
behoefte is voor extra kampeerplaatsen. In Vlaanderen heeft men, na de uitbraak
van de Afrikaanse varkenspest in 2018, de website http://soszomerkamp.be/
opgericht waar jeugdbewegingen makkelijk kunnen bekijken waar er kampplaatsen
worden aangeboden. Een goede samenwerking tussen Vlaanderen, de jeugdbewegingen
en Ambrassade.
Jeugdverenigingen kunnen ook al
verscheidene jaren beroep doen op Defensie voor bivakplaatsen om (tenten)kampen
te kunnen organiseren. Via de website van Defensie is het overzicht beschikbaar
van de 15 domeinen waar terreinen ter beschikking worden gesteld. De
samenwerking met Defensie wordt door de meeste jeugdbewegingen bijzonder
gewaardeerd.
Past Defensie het aanbod van haar
kampplaatsen aan aan de genomen coronamaatregelen? Voorziet u extra capaciteit
voor jeugdbewegingen?
De kampplaatsen van Defensie zijn niet
terug te vinden op de website van SOSzomerkamp. Vinden jeugdbewgingen vlot de
toegang tot het aanbod van Defensie? Overweegt u het aanbod van Defensie ook op
de website soszomerkamp.be te plaatsen? Waarom wel/niet? Zijn zij op de hoogte
van het aanbod van Defensie?
Zijn er nog kampeerplaatsen ter
beschikking voor deze zomervakantie of is de vraag groter dan het aanbod?
11.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Verhaert, Defensie kan haar permanente aanbod bivakterreinen voor jeugdbewegingen niet uitbreiden, omdat zij in deze coronatijden, gezien de interpersoonlijke afstanden, immers zelf nood heeft aan meer ruimte dan gewoonlijk voor de uitvoering van haar trainings- en oefenopdrachten.
De precieze organisatie van een jeugdkamp dient uiteraard te gebeuren overeenkomstig de door de overheid afgekondigde maatregelen in de strijd tegen COVID-19, wat doorgaans leidt tot minder grote groepen op de ter beschikking gestelde bivakterreinen. De bivakplaatsen die door Defensie ter beschikking worden gesteld, worden op onze website gepubliceerd, onder de rubriek dienstverlening. Ze kunnen via het bijhorende contactformulier eenvoudig worden aangevraagd. Talloze jeugdverenigingen maken daarvan dankbaar gebruik, waardoor er geen nood is aan extra publiciteit.
Jeugdkampen worden in regel ruim op voorhand aangevraagd. In de praktijk ligt de planning voor de zomervakantie grotendeels vast bij de aanvang van de krokusvakantie. Door de toename van het aantal aanvragen en de zoektocht naar alternatieve oplossingen voor de afgelaste buitenlandse kampen ligt momenteel zowat alles vast. Vaak blijkt de gevraagde periode niet meer beschikbaar of overstijgt de gevraagde capaciteit de draagkracht van de bivakplaats.
11.03 Marianne Verhaert (Open Vld): Dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister.
Het is jammer dat een uitbreiding niet mogelijk was. Heel wat jeugdbewegingen zaten op een bepaald ogenblik in de problemen. Die kampplaatsen zijn enorm in trek. Ik hoop dat wij daarop zullen blijven inzetten. Naar mijn mening mogen de kampplaatsen nog veel meer worden gepromoot, zodat iedere jeugdbeweging op de hoogte is van de gebruiksmogelijkheden ervan.
Het incident is gesloten.
12 Question de Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les chèques-repas" (55007237C)
12 Vraag van Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Maaltijdcheques" (55007237C)
12.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Nous
pouvons nous réjouir à l’annonce de l'octroi de chèques-repas aux militaires.
Une nouvelle norme qui est à mon sens mieux adaptée aux besoins des
travailleurs soit un chèque d’une valeur de 8 euros par jour de travail à la
place de ce qu’on appelait le 'forfait repas'. Cependant, monsieur le ministre,
je souhaiterais obtenir quelques précisions concernant ces derniers.
Est-ce que les membres civils du personnel
pourront également en bénéficier? En termes de délais, à partir de quand
ceux-ci seront-ils octroyés aux membres du personnel?
12.02 Philippe Goffin, ministre: Madame Chanson, le projet d'arrêté royal rédigé par la Défense vise seulement le personnel militaire et suit maintenant la procédure du contrôle administratif et budgétaire. La Fonction publique est responsable de l'éventuelle rédaction d'un texte légal pour octroyer des chèques-repas au personnel civil.
12.03 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.
L'incident est clos.
- Theo Francken aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het loonakkoord bij Defensie" (55007239C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het loonakkoord bij Defensie" (55007938C)
- Theo Francken à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'accord salarial au sein de la Défense" (55007239C)
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'accord salarial à la Défense" (55007938C)
13.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, de CHOD zou een akkoord hebben gesloten met de vakorganisaties voor een betere verloning voor militairen. Het doel van die overeenkomst is de wedden van de militairen marktconform te maken door ze af te lijnen op de loonschalen van de politie en de koppeling te verankeren. Daartoe werd een werkgroep opgericht van vakbonden, Defensie en een externe partner, die voor de personeelscategorieën en graden bij Defensie overeenstemmende kaders of equivalente functies bij de politie zal bepalen.
Naast een herwaardering van de lonen, laat VSOA ook weten dat er overeenkomst is gevonden voor een verwijderingtoelage, maaltijdcheques, een aanpassing van de wedden, toelagen en vergoedingen voor de militairen van het reservekader en maaltijdvergoedingen voor tijdelijke zendingen in het buitenland, afgelijnd op Buitenlandse Zaken.
Mijnheer de minister, kunt u het akkoord duiden? Welk engagement werd precies door Defensie aangegaan? Betreft het hier een inspanningsverbintenis of een resultaatsverbintenis?
Op welke termijn moet de werkgroep tot een overeenstemming over de gelijkschakeling van de lonen komen? Is het resultaat op enigerwijze bindend voor de tijdelijke regering of haar opvolger?
Is er een ruwe schatting gemaakt door de CHOD of uw kabinet over de potentiële meerkosten van de oefening en waar het bedrag moet worden gezocht binnen of buiten het huidige budget van Defensie?
Met de gelijkschakeling hebben de meesten een verhoging van de lonen voor ogen, maar kan dat voor bepaalde categorieën ook leiden tot een lagere verloning, conform die van de politie, bijvoorbeeld bij de hogere kaders?
Welke externe partner wordt in de werkgroep betrokken en wat is zijn expertise?
Kunt u aan de commissie een overzicht
bezorgen van alle akkoorden die werden beklonken? Dat is aangekondigd, maar ik
heb er daarna niets meer van gehoord. Is er eigenlijk wel een akkoord voor
Defensie? Dat is de grote vraag. To be or not to be.
13.02 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le président, il semblerait que nous ayons les mêmes informations, M. Francken et moi-même. Je ne vais donc pas répéter la même contextualisation et m'en tiendrai simplement à mes questions.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer le cadre de l'accord ainsi que les engagements pris par la Défense? Dans quel délai est-il prévu que le groupe de travail présente le résultat de sa mission? De quelle manière le budget de la Défense sera-t-il impacté? Quel est le délai pour l'application de ces mesures salariales? Pouvez-vous nous indiquer précisément quels sont les différents acteurs présents au sein du groupe de travail? Pouvez-vous également nous dire si un impact régressif pourrait avoir lieu dans cette uniformisation des salaires sur la base des barèmes de la police?
13.03 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Francken, mevrouw Chanson, een eerste analyse van de wedden van de militairen werd in mei 2020 uitgevoerd door de Defensiestaf in samenwerking met de representatieve vakorganisaties in het kader van de verhoging van de attractiviteit van Defensie en de verbetering van onze concurrentiële positie op de arbeidsmarkt. Het eerste resultaat daarvan is de vastlegging van een onderling akkoord tussen de CHOD en de vakorganisaties om deze eerste analyse voort te zetten. Het zogenaamde akkoord vertaalt deze (…)
Il ne s'agit donc pas d'une obligation de résultat mais d'une obligation d'efforts renforcés. L'objectif est d'arriver pas à pas vers un salaire plus compétitif.
De Defensiestaf en de vakorganisaties hebben afgesproken om een beroep te doen op een externe partner die een studie zal uitvoeren. Het resultaat van die studie zal eind september met de vakorganisaties worden besproken. Het resultaat van de besprekingen zal aan de volgende regering worden voorgelegd.
Un premier pas vers un salaire compétitif est en ligne avec le budget de la Défense tel qu'il est désormais accepté par le comité de suivi.
De resultaten van de besprekingen zullen uiteindelijk de totaalkosten bepalen.
Les contacts concernant les partenaires externes potentiels sont en cours mais aucune décision n'a encore été prise à ce sujet.
U verwijst ook naar specifieke personeelsinitiatieven, met name de invoering van maaltijdcheques, het invoeren van een toelage volgens woon/werkafstand, de verhoging van de weddes, toelagen en vergoedingen voor de militairen van het reservekader, evenals maaltijdvergoedingen en kleine uitgaven voor tijdelijke zendingen buitenland, afgelijnd op Buitenlandse Zaken. Deze dossiers staan inderdaad naast de analyse inzake de weddeverbetering van de militairen. Het zijn personeelsinitiatieven die in 2020 budgettair gedekt zijn en deel uitmaken van de globale meerjarenplanning tussen 2020 en 2024. Ze werden aan het formeel sociaal overleg onderworpen en volgen het administratieve en budgettaire controleproces verder. Ik dank u.
13.04 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, ik begrijp dat er nog geen definitief akkoord is. Was dit dan een vergissing, of was het wat voortvarend? Waarom stond het in de krant? Zoiets geeft veel hoop aan militairen die al jaar en dag vinden dat ze onderbetaald worden voor wat ze moeten doen. Ze moeten politietaken vervullen, maar krijgen de helft van de prijs betaald. Voor de goedkope hulpjes die ze zich soms vinden, was het goed nieuws dat er iets aan werd gedaan. Ik was daar persoonlijk blij mee en heb dat ook gecommuniceerd met een "proficiat voor een grote stap voorwaarts". Blijkbaar was dat toch wat te vroeg of te voortvarend. Het is nog niet zo ver, als ik het goed begrijp. We zullen zien.
13.05 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je comprends qu'il n'y a pas encore de réel accord à ce jour. Au vu et au su de ce que certains syndicats ont annoncé dans la presse ou à l'occasion de certaines réunions avec des groupes politiques, je suis quelque peu étonnée.
Je suis finalement aussi un peu déçue de votre explication. Néanmoins, vous avez annoncé la date limite de fin septembre, date à laquelle les syndicats devraient analyser les propositions qui leur auront été faites. Je ne manquerai donc pas de vous interroger à la rentrée afin de savoir où en sera ce dossier.
L'incident est clos.
- Michael Freilich aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De referentieverkopen van Avrox i.k.v. de aanbesteding van mondmaskers door Defensie" (55007294C)
- Michael Freilich aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Avrox" (55007315C)
- Sofie Merckx aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De stoffen mondmaskers" (55007328C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De verdeling van de mondmaskers" (55007651C)
- Hervé Rigot aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en Migratie) over "De verdeling van mondmaskers via de apotheken" (55007750C)
- Sophie Rohonyi aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De verdeling van de door Defensie aan de apotheken geleverde mondmaskers" (55007910C)
- Michael Freilich à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les ventes de référence d'Avrox dans le cadre de l'adjudication de masques buccaux par la Défense" (55007294C)
- Michael Freilich à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Avrox" (55007315C)
- Sofie Merckx à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les masques de protection en tissu" (55007328C)
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La distribution des masques buccaux" (55007651C)
- Hervé Rigot à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile et Migration) sur "La distribution des masques en pharmacie" (55007750C)
- Sophie Rohonyi à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La distribution des masques acheminés par la Défense dans les pharmacies" (55007910C)
14.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous ai interrogé à de nombreuses reprises sur les masques et leur distribution. Nous sommes aujourd'hui à la mi-juillet et j'aimerais que vous nous informiez sur le suivi de la distribution des masques au sein des pharmacies et que vous fassiez l'état des lieux pour ce qui concerne les stocks, notamment.
14.02 Hervé Rigot (PS): Je reviens également vers vous après avoir déposé cette question lors d'un débat d'actualité en commission Santé. Je suis, dès lors, surpris d'apprendre que ma question a été renvoyée en commission Défense, et j'ai d'ailleurs fait part de ma surprise à M. De Backer, étant donné que ma question ne portait pas tant sur la commande et la livraison des masques mais plutôt sur l'avenir de ces masques.
En effet, nous apprenons aujourd'hui que sur les 12 millions de masques livrés à la Belgique, seuls 3,5 millions ont été distribués. Il subsiste, dès lors, un stock considérable. Estimez-vous que le système de distribution prévu en dix vagues (selon les vulnérabilités) a été efficace?
Quelles actions sont-elles éventuellement prévues pour que les citoyens retardataires, qui n'ont pas reçu de masques, puissent encore en bénéficier? Il est aujourd'hui fortement recommandé de porter le masque dans les lieux publics.
Les masques pourraient-ils être envoyés directement par la poste aux personnes concernées? Qu'envisagez-vous de faire du stock de masques non distribués?
14.03 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, collega's, de referentie die de firma Avrox aangereikt heeft betrof een factuur van de maand april 2020 voor de levering aan een privéonderneming van 1 miljoen maskers van hetzelfde type maskers als aangekocht door België.
Voor uw vragen aangaande het eventuele strafonderzoek dient u zich tot de bevoegde instanties te richten, evenals voor uw vragen over de Federale Interne Audit.
De vermelding van de certificatie op de handleiding werd inmiddels rechtgezet. Het onderzoek van het Rekenhof is ondertussen afgelopen en het resultaat werd verleden week al aan de Kamer bezorgd. Het resultaat was het volgende: het bestek werd correct toegepast en alle offertes werden gelijk behandeld. Er waren geen onvolkomenheden op het vlak van de uitsluitingsgronden, de kwalitatieve selectie en de administratieve en technische conformiteit. De facturen werden tijdig betaald en de boetes en de straffen voor de laattijdige levering werden correct ingehouden. De vele betichtingen en insinuaties, mijnheer Freilich, waren dus allemaal onterecht, wat ook al bleek uit een arrest van de Raad van State. Daarnaast stelde een onafhankelijk onderzoek van Test Aankoop dat Defensie maskers van goede kwaliteit heeft aangekocht.
Mevrouw Merckx, indien u een stand van zaken wenst van een eventueel opsporingsonderzoek kan ik u alleen maar verwijzen naar de betrokken instantie die hiermee eventueel bezig zou zijn.
Madame Chanson et monsieur Rigot, la distribution des masques se fait par la chaîne des pharmacies, laquelle est la plus efficiente à notre estime. Les trois associations (APB, OPHACO et FarmaFlux) ont créé une association momentanée représentée par APB. La Défense a conclu un contrat avec cette association momentanée ainsi qu'avec les douze distributeurs et tous les intervenants seront rémunérés pour leurs prestations.
La Défense s'est chargée de la distribution vers les douze distributeurs qui, eux, sont responsables de la distribution aux pharmacies. La distribution en fonction de l'âge a permis d'éviter un afflux de personnes au même moment en pharmacie.
Actuellement, environ 3,5 millions de masques ont été retirés auprès des pharmaciens. La piste du recours aux services postaux n'est pas envisageable car chaque masque devrait être emballé individuellement, ce qui engendre une charge de travail énorme et un coût supplémentaire, outre l'empreinte écologique.
Une distribution prolongée pendant les mois à venir reste possible mais ceci doit être convenu avec tous les partenaires concernés. La Défense récupèrera le cas échéant les masques excédentaires chez les distributeurs et les mettra dans le stock stratégique.
Suite aux nouvelles dispositions prises par la Belgique par rapport au port du masque obligatoire renforcé dans une série de lieux, j'invite à aller retirer les masques que nos concitoyens ne seraient pas allés retirer, en vue de se protéger soi-même et surtout les autres. Les community masques ont pour vertu de protéger les personnes avec lesquelles vous êtes en contact.
De voorzitter: Ik merk dat mevrouw Rohonyi ondertussen ook ingelogd is, dus ik zal haar ook de kans geven om een repliek te geven.
14.04 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Je vous remercie, monsieur le ministre, pour ces informations.
14.05 Hervé Rigot (PS): Merci monsieur le ministre, nous nous reverrons bientôt dans notre belle Hesbaye, avec ou sans masque, mais avec le plaisir de vous retrouver.
14.06 Sophie Rohonyi (DéFI): Je remercie M. le ministre pour ses réponses.
Je regrette toutefois ce constat posé par les pharmaciens au sujet de ces masques, à savoir que les clients ne viennent pas les chercher pour deux raisons. Premièrement, ils sont arrivés bien trop tard et les citoyens avaient déjà dû s'en procurer par eux-mêmes ou via leur commune. Ensuite, il y a eu des informations contradictoires concernant leur entretien mais aussi leur emballage, qui n'est vraiment pas optimal.
Nous avons dépensé des millions d'euros pour des masques qui, en raison de ce retard et de ces informations, ne se sont écoulés que pour un quart d'entre eux. Dans le contexte de déficit budgétaire et de port obligatoire du masque dans les espaces fermés, c'est regrettable. J'espère qu'en intensifiant nos efforts de sensibilisation, les citoyens reprendront confiance et iront chercher leur masque.
Het incident is gesloten.
- Christophe Lacroix à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'externalisation de fonctions au sein de la Défense dont la surveillance des quartiers militaires" (55007365C)
- Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Les missions de surveillance confiées à des firmes de gardiennage privées par la Défense" (55007379C)
- Theo Francken à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "L'externalisation des contrats de surveillance" (55007979C)
- Christophe Lacroix aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De outsourcing van taken bij Defensie waaronder de bewaking van de militaire kwartieren" (55007365C)
- Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De bewakingsopdrachten die aan private beveiligingsfirma’s werden toegewezen door Defensie" (55007379C)
- Theo Francken aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Outsourcing bewakingscontracten" (55007979C)
15.01 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, comme vous le savez, mon groupe a toujours critiqué l'externalisation d'une série de fonctions au sein de la Défense, certaines d'entre elles pouvant s'avérer même très critiques tant sur le plan budgétaire, humain, sécuritaire que du "symbole" d'une fonction essentiellement régalienne qui délègue une part importante des fonctions qu'elle aurait dû assumer au secteur privé.
Monsieur le ministre, ce n'est pas la première fois que je vous interroge à ce sujet, notamment sur la surveillance des quartiers militaires. Ainsi, j'ai pu lire dans la presse que l'Autorité belge de la Concurrence a demandé à votre ministère des informations sur l'appel d'offres et l'attribution des contrats de surveillance des casernes. Une enquête est, semble-t-il, en cours pour savoir si les appels d'offres ont été faits sur mesure pour les trois grands prestataires (G4S, Securitas et Seris).
Monsieur le ministre, confirmez-vous cette information? Quel suivi lui avez-vous réservé? Enfin, pouvez-vous faire le point sur les externalisations déjà mises en œuvre, ou en projet, au sein de votre département et m'indiquer si, pour celles-ci, une évaluation est prévue?
De voorzitter: Ik wil meegeven dat de plenaire vergadering opnieuw zal opstarten en dat er op dat moment een stemming zal plaatsvinden. Ik zal zo dadelijk de commissievergadering dan ook opnieuw even schorsen.
15.02 Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik zal heel kort zijn.
De insteek van mijn vraag was iets anders. Er is blijkbaar ook een probleem op de Belgische markt met de grote securityspelers, waarbij Defensie mogelijk betrokken zou zijn en waarvan ze zelfs het slachtoffer zou zijn. Dat gebeurt natuurlijk met die grote contracten. Dan kan het mislopen.
Ik heb daarover een aantal vragen gesteld. Ik verwijs daarvoor naar mijn schriftelijke weergave.
De Belgische mededingingsautoriteit (BMA)
onderzoekt hoe de grootste spelers (G4S, Securitas, Seris en BVBO de
beroepsvereniging) in de beveiligingssector 12 jaar lang prijsafspraken maakten
waardoor wij allemaal te veel betaalden voor onze veiligheid aan supermarkten, winkels,
gevangenissen, asielcentra..
Na invoering van de wet Jambon van 2
oktober 2017, was de bewaking van kazernes de belangrijkste markt die er voor
de bewakingsagenten bijkwam. De krant De Standaard kon vernemen dat BMA ook bij
defensie informatie heeft opgevraagd over de toewijzing van bewakingscontracten
van kazernes.
De afgelopen twee jaar zouden er vijf
bewakingsopdrachten vanuit Defensie zijn toegewezen aan de private firma's goed
voor een som van 25 miljoen euro, maar er zouden nog meer contracten komen. Bij
de aanbesteding van het eerste contract zou het Luikse Protection Unit een
klacht hebben ingediend omdat de aanbesteding te veel op maat van de grote drie
was geschreven.
Kloppen deze beweringen? Heeft u
aanwijzigingen dat ook in de contracten voor defensie er sprake is van
prijsafspraken?
Hoeveel bewakingscontracten en met welke
duurtijd heeft defensie nu lopen? Bij welke bewakingsfirma's en voor welke som?
Is er een evaluatie voorzien? Hoeveel
aanbestedingen worden er nog gepland?
Wat is de kostprijs voor defensie indien
zij deze opdrachten zelf zouden uitvoeren?
15.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, outsourcing van niet essentiële
taken is cruciaal in het uitbouwen van een kleinere, professionele en
toekomstgerichte Defensie. In het kader daarvan werden er in de afgelopen twee
jaar al vijf bewakingscontracten aan externe beveiligingsmaatschappijen
uitbesteed en het project is verre van ten einde: voor vier kazernes loopt de
aanbesteding nog en de procedure voor nog twee bekomende sites zou volgend jaar
worden uitgeschreven.
Deze contracten komen nu in het vizier
van antikartelwaakhond BMA, de Belgische Mededingingsautoriteit. Dit als gevolg
van een groter onderzoek naar concurrentievervalsing door de voornaamste
spelers in de sector van bewakingsfirma's.
Defensie zou benaderd zijn door de BMA
voor informatie en inlichtingen rond de reeds gesloten contracten.
Vandaar dat ik volgende vragen aan de
minister wil stellen.
Kan de minister het onderzoek van de BMA
naar de outsourcingscontracten van Defensie kaderen? Betreft het enkel de
contracten voor de bewaking van kazernes en militaire sites?
Beïnvloedt dit onderzoek op enige wijze
de nog lopende aanbestedingen of de tenders die momenteel worden opgesteld?
Het onderzoek wordt door sommige media in
verband gebracht met de beschuldigingen van de Luikse firma Protect Unit aan
het adres van Defensie voor het contract van Heverlee. Kan de minister
bevestigen dat in dit dossier er geen fouten in hoofde van Defensie gemaakt zijn
en dat dit onderzoek op geen enkel vlak het principe van outsourcing van deze
taak in vraag trekt?
Desgevallend de uitkomst van het
onderzoek, zal Defensie gerechtelijke stappen overwegen, indien zou blijken dat
ze het slachtoffer werd van prijsafspraken door de sector?
De voorzitter: Collega's, het lijkt mij zinvol om de vergadering opnieuw een vijftal minuten te schorsen, aangezien er opnieuw een naamstemming in de plenaire vergadering aankomt.
De openbare commissievergadering wordt geschorst van 17.00 uur tot 17.05 uur.
La réunion publique de commission est suspendue de 17 h 00 à 17 h 05.
15.04 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, ik kan u melden dat ik tot 17.30 uur beschikbaar ben voor de commissie.
De voorzitter: Mijnheer de minister, bedankt. We vergaderen dan tot 17.30 uur.
Ik geef u het woord voor uw antwoord.
15.05 Philippe Goffin, ministre: Dans le cadre d'une enquête sur des comportements limitant la concurrence dans le secteur des services de gardiennage, la Défense a été contactée par l'Autorité belge de la concurrence (ABC), qui lui a demandé officiellement de fournir des informations. La Défense s'est engagée à coopérer pleinement avec l'ABC. Les réponses nécessaires ont déjà été transmises à l'ABC et la Défense se tient à la disposition de l'ABC pour fournir le soutien demandé.
La Défense a été informée d'une plainte mais n'a pas connaissance de la nature du contenu de la plainte. Pour ceci, veuillez contacter l'ABC, qui est compétente à ce sujet.
Mijnheer Verduyckt, er zijn geen aanwijzingen van prijsafspraken in de contracten van Defensie. Alle gebruikelijke maatregelen werden genomen en de offertes werden steeds grondig gecontroleerd en geëvalueerd. Bij de raamovereenkomsten in uitvoering blijven dezelfde voorzichtigheidsmaatregelen van toepassing. Defensie wacht de resultaten van het onderzoek af en zal, indien nodig, gepaste maatregelen nemen.
Monsieur Lacroix, quatre contrats sont en cours pour l'externalisation de la garde des quartiers d'Heverlee, Melsbroek, Poelkapelle, Campus Renaissance et Rocourt. Le montant total de ces contrats pour une durée de quatre ans est de 25,2 millions d'euros. Un marché public est en préparation pour l'externalisation de la garde des quartiers d'Eupen, d'Elsenborn, de Meerdaal et de Burcht. Un autre est planifié en 2021 pour les quartiers d'Arlon et de Beauvechain.
Mijnheer Verduyckt, voor de lopende contracten werd een besparing van 19 % gerealiseerd ten opzichte van de kosten van de bewaking met militair personeel.
Gezien de algemene daling van de effectieven is de vervanging van het militair werkpersoneel dat in de komende jaren met pensioen vertrekt, niet meer mogelijk. Gelet op de grote uitstroom van personeel is de uitbesteding van de wachtdienst dan ook geen budgettair vraagstuk meer, maar de facto een pure noodzaak om de kerntaken van Defensie te kunnen blijven verzekeren.
Mijnheer Francken, het lopende onderzoek betreft enkel de oversightcontracten waarbij de firma's Securitas, G4S en SERIS betrokken zijn. Op basis van de conclusies van de BMA kunnen er, indien dat nodig blijkt, nog bijkomende maatregelen worden genomen. Protection Unit heeft nooit deelgenomen aan een overheidsopdracht van Defensie. Het heeft wel recentelijk FACT Security overgenomen, dat destijds offertes heeft ingediend voor diverse outsourcingcontracten van de wacht. Bij de huidige overheidsopdrachten voor de outsourcing van de wacht in de kwartieren te Meerdaal, Burcht, Eupen en Elsenborn is de firma geselecteerd en zij voldoet aan de voorwaarden om een offerte in te dienen voor het perceel Eupen-Elsenborn.
FACT Security blijft als bedrijf verder bestaan en de overname heeft voorlopig geen enkele invloed op het verloop van de overheidsopdracht. Er werden geen fouten gemaakt door de aanbestedende overheid tijdens de plaatsingsprocedure voor de overheidsopdracht te Heverlee. De toenmalige klacht van FACT Security beïnvloedt het project van de uitbesteding van de wacht niet.
Indien de feiten worden bewezen, kunnen er substantiële straffen worden uitgesproken door het Mededingingscollege, waaronder een boete tot 10 % van de jaaromzet wereldwijd, financiële straffen voor de betrokkenen en gevangenisstraffen. Defensie zal zich desgevallend beraden over de te nemen maatregelen in het kader van de beschikbare wettelijk actiemiddelen van de aanbestedende overheid conform de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten.
15.06 Christophe Lacroix (PS): Je vous remercie pour les précisions que vous m'apportez, mais qui ne me rassurent aucunement. Vous avez, en effet, annoncé qu'étaient à l'étude des externalisations supplémentaires de surveillance de quartiers militaires tels que ceux d'Eupen, d'Elsenborn, d'Arlon ou de Beauvechain.
Nous vivons vraiment une situation surréaliste en Belgique: des économies ont été réalisées en matière de défense sur le plan des ressources humaines, et ce en raison d'un important phénomène d'attrition, que je reconnais mais qui est dû à un climat malsain au sein de la Défense à cause des restrictions de personnel. Il est donc surréaliste de constater que notre Défense, qui est censée protéger notre pays, confie à des gardes privés le soin de défendre ses propres installations! Mais où allons-nous? Sur le plan symbolique et sur le plan de l'autorité, notre État semble réellement au bord de la faillite.
Pour nous, la situation est très claire: nous avons voté une résolution sur la politique des ressources humaines au sein de la Défense nationale et avons explicitement considéré que le recours à l'externalisation ne pouvait avoir lieu qu'à titre temporaire. De même, il était prévu que ces externalisations feraient l'objet d'une évaluation et ne pourraient être prolongées qu'après celle-ci.
Nous estimons qu'il est urgent de faire marche arrière dans ce processus d'externalisations forcées et contraintes, qui ne sont pas de bon augure pour la caractéristique et le symbole de notre pays. D'ici là, je vous souhaite de passer de bonnes vacances bien méritées. Vous les méritez, certes! Et je vous remercie pour le fait d'avoir répondu à toutes les sollicitations du Parlement. Vous êtes un des rares ministres à le faire. Vous méritez au moins ce signal amical en période de pré-congé.
15.07 Philippe Goffin, ministre: Monsieur Lacroix, je passerai peut-être par votre belle commune de Wanze. N'hésitez pas à venir chez moi aussi!
15.08 Christophe Lacroix (PS): Vous êtes le bienvenu!
De voorzitter: Ik heb de indruk dat wij dringend op werkbezoek moeten met de commissie.
15.09 Kris Verduyckt (sp.a): Ik heb het antwoord van de minister gehoord. Voor mij was dat voldoende.
15.10 Theo Francken (N-VA): Ik ben verbaasd door de reactie van de PS, die zegt dat de outsourcing het failliet van Defensie betekent. De partij was decennialang bevoegd voor het dossier. Ze maakte deel uit van de regering en leverde soms zelfs de minister van Defensie, maar men bleef wel besparen op Defensie. Finaal zegt de partij nu dat de bewaking van sommige kazernes door G4S en Securitas het failliet van Defensie betekent. Welnu, dat is natuurlijk wel het gevolg van het continue besparingsbeleid bij Defensie. Men beschouwde Defensie als een soort van zandzakkenvullers, die dan maar wat voor hulp aan de natie moeten zorgen en voor de rest vooral niet te veel operationeel werk moeten verrichten. Ik vind dat persoonlijk een vreemde en niet echt consequente stelling.
Wij hebben een andere mening. Wij denken dat outsourcing voor sommige afgelijnde taken nodig is, net omdat wij zo diep in het dal zitten. Wij hebben geïnvesteerd in goed materiaal voor de verschillende componenten. Dat zal in de komende jaren geleverd worden. De grote uitdaging ligt de komende jaren op het vlak van human resources. Voor ons betekent dat niet de aanwerving van personeel om wat te koken en wat te bewaken. Dat kan het best door anderen gedaan worden. Wij moeten ons bezighouden met een modern leger, dat gefocust is op zijn kerntaken.
Ik heb minder problemen met uitbesteding. Voor de PS is het waarschijnlijk een ideologische kwestie, voor ons niet. Voor ons is uitbesteding bespreekbaar, niet omdat wij neo- of ultraliberalen zouden zijn, want dat zijn wij niet, maar wel omdat wij realistisch zijn in onze aanpak. Op dat vlak staan wij wat uit elkaar. Wij hebben daar een andere mening over, maar de opmerking van collega Lacroix dat de uitbesteding het failliet van Defensie is, terwijl men het voor een stuk zelf heeft veroorzaakt, vind ik kort door de bocht.
Hartelijk dank voor uw antwoord, mijnheer de minister. Mijn laatste vraag over de reserve zal niet meer aan bod komen. Ik heb ook een andere afspraak. Ik laat u, beste collega's. Ik kijk ernaar uit om vanaf september opnieuw de degens te kruisen in deze gezellige commissie.
De voorzitter: U had het uitsluitend over de PS, mijnheer Francken, en zo kon ik onmogelijk de heer Lacroix het woord geven, maar aangezien u hem op het einde expliciet vernoemd hebt, krijgt hij nu het woord.
15.11 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, j'ai eu finalement l'impression d'être le ministre de la Défense, à qui on faisait une réplique.
Je ne suis pas ministre de la Défense! J'ai simplement expliqué les réserves du parti socialiste en l'occurrence, et j'ai rappelé les termes d'une résolution que nous avons votée. Je rappellerai quand même à M. Francken que, sous l'égide du ministre N-VA Vandeput, il y a eu 1,7 milliard d'économies sur le plan de la Défense. On les a faites essentiellement dans les ressources humaines. J'aimerais qu'il en tienne compte au lieu de lancer une diatribe contre le parti socialiste et contre ma personne. Nous y gagnerions en qualité d'échanges parlementaires.
Cela étant, je lui souhaite aussi de bonnes vacances.
Het incident is gesloten.
16 Question de Samuel Cogolati à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le dispositif de la Défense concernant les survols des centrales nucléaires" (55007368C)
16 Vraag van Samuel Cogolati aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De surveillance door Defensie met betrekking tot het overvliegen van kerncentrales" (55007368C)
16.01 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, en France, l'armée de l'air est en charge de la protection aérienne des 19 centrales françaises et contrôle scrupuleusement les survols des centrales nucléaires. L'armée de l'air en Belgique est-elle aussi en charge de la protection aérienne des 2 centrales nucléaires? Comment contrôle-t-elle les survols des centrales de Tihange et Doel? Quel est le dispositif mis en place par la défense en cas d'intrusion en zone interdite par a) un drône, b) un avion de tourisme, c) avion miliaire, d) avion de ligne commercial, e) avion-cargo de type B747 tel qu'il en atterrit tous les jours à Bierset? Comment la Défense travaille-t-elle au renforcement de la protection aérienne du site de Tihange, situé sous le couloir aérien de l'aéroport de Liège, 1er aéroport cargo de Belgique? Quelles sont les capacités de surveillance (renseignement en amont, dispositions autour du site)? La défense pourrait-elle demander aux opérateurs comme en France de renforcer la protection physique des zones les plus sensibles au sein de leurs installations nucléaires, par exemple, en rendant obligatoire l'installation de dispositifs de protection dangereux (barrières à haut voltage)? Concernant la centrale française de Chooz, la défense en Belgique et la base de Florennes sont-elles autorisées à patrouiller contre des intrusions? Combien de pilotes sont-ils en permanence de garde pour pister les avions potentiellement dangereux pour les installations nucléaires?
16.02 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, monsieur Cogolati, la composante Air belge n'est pas responsable de la protection spécifique des centrales nucléaires. Elle a, par contre, pour mission d'assurer la sécurité dans l'ensemble de l'espace aérien belge et dispose, pour cela, d'un centre de contrôle, de moyens de détection, d'identification et de suivi des aéronefs dans cet espace.
Les centrales de Tihange et de Doel font partie d'une liste de zones interdites de vol pour lesquelles le centre de contrôle assure la surveillance. En cas d'intrusion dans une zone interdite par un avion de plaisance, un avion militaire, un avion de ligne commerciale ou un avion cargo, la Défense réagit directement en émettant des messages sur des fréquences de sécurité ou d'urgence à l'attention des aéronefs concernés.
Par ailleurs, en cas d'incident de type RENAGADE, le centre de contrôle prévient directement le Centre de Crise national qui en informe la centrale nucléaire concernée. Enfin, si nécessaire, la Benelux Quick Reaction Alert (QRA) peut être mise en œuvre en quelques minutes afin d'intercepter l'avion en infraction. En cas d'intrusion d'un drone dans une zone interdite et dans la mesure où la détection est possible, la Défense contacte la police fédérale pour qu'elle intervienne. Sur la base de l'analyse de la menace de l'OCAM et sur décision du Centre de Crise national, la Défense pourrait installer un dispositif de surveillance et d'intervention temporaire type Joint, tel qu'on le connaît pour la sécurisation d'événements à haute visibilité, afin de protéger un site comme celui de Tihange.
Les missions de surveillance au sol, de renseignement en amont concernant la protection des sites nucléaires ainsi que de protection physique des zones sensibles ne font pas partie des missions de la Défense. La QRA du Benelux est composée de deux avions armés en alerte 24 heures sur 24 qui peuvent même, conformément au traité QRA Benelux France, entrer dans l'espace aérien français pour y exécuter des actions tactiques sous commandement des autorités françaises à l'encontre des menaces de type RENAGADE.
16.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse. On voit à quel point les forces armées belges sont préparées pour faire face à ce genre de risque. Il serait tout à fait judicieux de pouvoir étendre l'interdiction de survol à Tihange et à Doel. On sait qu'il y a déjà une interdiction totale de survol pour les palais de Laeken et de Ciergnon.
Aujourd'hui, on se rend bien compte qu'au-delà d'un kilomètre, il est tout à fait possible de survoler un site nucléaire aussi sensible que Doel ou Tihange. Il est donc plus que temps de réinterdire à nouveau - c'était le cas jusqu'en 1994 - le survol de ces centrales pour que la Défense puisse aussi faire son travail si nécessaire et protéger la population.
Het incident is gesloten.
17 Question de Christophe Bombled à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le devenir de la collection du musée du Premier Régiment d'Artillerie de Bastogne" (55007472C)
17 Vraag van Christophe Bombled aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De toekomst van de collectie van het museum van het Eerste Artillerieregiment in Bastenaken" (55007472C)
17.01 Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, le quartier militaire Sous-Lieutenant Heintz à Bastogne qui abritait le 1er Régiment d'Artillerie a été vendu. Les militaires qu'il abritait déménagent vers un autre site. Quant au musée présent dans ce quartier, son contenu doit être vidé. Vu le lien historique avec la ville de Bastogne, les autorités locales semblent vouloir valoriser cette collection. Mes questions sont les suivantes: la collection de ce musée appartient-elle à la Défense? Y a-t-il des demandes relatives à la récupération de celle-ci? Si oui, de qui émanent ces demandes? Y a-t-il une possibilité que cette collection ne soit pas dispersée et puisse être maintenue sur Bastogne? Des contacts ont il eu lieu avec les autorités locales? Si oui, qu'en ressort-il? De manière générale, quelle est la position de la défense quant aux collections de ses musées? Y a t'il une volonté de les conserver? ou bien, le cas échéant, les céder à une commune, ville partenaire, voire une ASBL? Je vous remercie, monsieur le ministre, pour les réponses que vous voudrez bien m'apporter.
17.02 Philippe Goffin, ministre: Monsieur Bombled, ce musée est une initiative privée. Le World Heritage Institute a prêté quelques pièces de collection à l'ASBL qui tient ce musée. La grande majorité des pièces de la collection appartiennent à des particuliers ou directement à l'ASBL. Les pièces de collection du WHI seront récupérées ou conservées par l'ASBL pour la durée du prêt en fonction du futur de celle-ci.
L'ASBL ne pouvant rester dans son installation actuelle et vu qu'il n'y a pas de place dans les locaux du WHI à Bastogne, l'ASBL est à la recherche d'un autre emplacement.
17.03 Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, je remercie le ministre pour sa réponse très complète.
Het incident is gesloten.
18 Question de Christophe Bombled à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La livraison des drones MQ-9B et les travaux relatifs à l'arrivée des F-35A" (55007477C)
18 Vraag van Christophe Bombled aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De levering van de MQ-9B-drones en de werken met betrekking tot de komst van de F-35A's" (55007477C)
18.01 Christophe Bombled (MR): Monsieur
le ministre, en 2019, la Défense a acheté quatre drones du type MQ-9B en
remplacement des drones B-Hunter. La première livraison est prévue en 2023 à la
base de Florennes. La Défense a également acheté 34 chasseurs F-35A. Ils seront
livrés entre 2023 et 2030. Pour les accueillir, des investissements en termes
d'infrastructures seront nécessaires, tant à la base de Florennes qu'à celle de
Kleine-Brogel.
Pourriez-vous faire le point sur l'arrivée
de ces drones? Leur livraison en 2023 sera-t-elle respectée? En ce qui concerne
les travaux prévus sur les deux bases retenues, pouvez-vous me préciser à quel
stade nous en sommes (Cahier spécial des charges, procédure de marché
public,…)?
18.02 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, monsieur Bombled, le système MQ-9B est constitué de deux drones et d'une Ground Control Station (GCS).
La Défense a acheté deux systèmes MQ-9B. Ce qui fait un total de deux GCS et quatre drones. La livraison des deux GCS ainsi que celle des deux premiers drones est prévue en 2023. La livraison des deux autres drones est prévue en 2024. Suivant les dernières informations reçues lors des contacts réguliers avec le constructeur, le planning devrait être bien respecté.
La procédure de sélection des candidats en vue de la construction d'une infrastructure adaptée aux MQ-9B à Florennes est en cours. L'objectif est de remettre un cahier des charges début septembre. La conclusion d'un contrat est prévue en 2021 et la réception d'une infrastructure en 2023.
Le dossier relatif à la construction d'une infrastructure adaptée aux F-35 à Florennes et à Kleine-Brogel sera bientôt présenté pour approbation au Conseil des ministres. La conclusion du contrat est prévue en 2021. L'infrastructure doit être prête à Florennes début 2025 et à Kleine-Brogel début 2027.
18.03 Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour les précisions que vous avez apportées concernant les procédures en cours et le respect des cahiers des charges.
Het incident is gesloten.
19 Question de Samuel Cogolati à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La possible implication russe dans des attentats contre l'OTAN en Afghanistan" (55007519C)
19 Vraag van Samuel Cogolati aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De mogelijke Russische betrokkenheid bij aanslagen tegen NAVO-troepen in Afghanistan" (55007519C)
19.01 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, le New York Times indique que les services de renseignements américains sont au courant depuis plusieurs mois que la Russie a offert de l'argent comme récompense pour attaquer les troupes de l'OTAN en Afghanistan. Les services de renseignements militaires belges confirment-ils ces informations? Est-ce que seuls des militaires américains ou aussi belges et d'autres pays sont morts dans ces attaques commanditées par la Russie? La Belgique a-t-elle réagi à ces informations ou demandé des explications à la Russie dans ses relations bilatérales?
19.02 Philippe Goffin, ministre: Le SGRS est au courant d'un support russe général aux talibans en Afghanistan et confirme une possible interférence russe en lien avec les faits plus spécifiques que vous mentionnez. Jusqu'à présent, seuls des militaires américains ont été répertoriés comme victimes. Concrètement, l'information en notre possession, en provenance de sources ouvertes, est que seul un incident début avril 2019 peut éventuellement être lié à ce programme de primes pour attaques sur le personnel de l'OTAN, à savoir une attaque d'un véhicule avec explosifs contre un convoi US ayant mené au décès de trois soldats américains. Il n'y a pas eu de démarche bilatérale vers la Russie.
19.03 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je crois que ce soutien russe à des attaques armées et à des attentats contre les forces de l'OTAN en Afghanistan est très grave. Si ces attaques devaient représenter un risque pour nos troupes belges au sol en Afghanistan, je vous inviterais vraiment à réagir. Je suis particulièrement interpellé par cette information qui est confirmée par le SGRS.
L'incident est clos.
20 Vraag van Kris Verduyckt aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Een risicoadvies voor het magneetvissen in België" (55007604C)
20 Question de Kris Verduyckt à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Une analyse de risques concernant la pêche à l'aimant en Belgique" (55007604C)
20.01 Kris Verduyckt (sp.a): Ik ben blij dat ik deze belangrijke kwestie even kan aankaarten.
Nee, ik heb deze vraag opgesteld naar aanleiding van een incident in Oostende. Wat mij vooral zorgen baart, is dat er ter zake een zeer gefragmenteerd beleid is. Sommige gemeenten verbieden het, andere niet. Ik vraag mij af of Defensie geen rol kan spelen in het geven van een advies aan de gemeenten, zodat zij daarmee aan de slag kunnen gaan, in plaats van dat er nu overal andere regels gehanteerd worden.
20.02 Minister Philippe Goffin: Mijnheer Verduyckt, tot nu toe heeft de DOVO 20 tot 25 aanvragen behandeld in 2020, maar magneetvissen valt niet onder de bevoegdheid van de DOVO. De dienst moet bijgevolg geen specifieke opvolging doen van dit type opdrachten.
De lokale autoriteiten informeren de DOVO niet steeds indien het gaat om magneetvissers. Deze informatie verandert op zich ook niets aan de opdracht zelf. Een correct cijfer geven van het aantal stuks munitie is bijgevolg niet mogelijk. Bij benadering kan echter gesteld worden dat er ongeveer drie aanvragen per week inzake magneetvissen worden uitgevoerd.
Naar munitie wordt gevist op alle plaatsen waar vroeger veldslagen zijn geweest tijdens Wereldoorlog I en Wereldoorlog II, vooral in de Leie en de Schelde. De DOVO is niet bevoegd om zich uit te drukken over het wel of niet verbieden van het fenomeen magneetvissen, maar heeft in het verleden wel reeds een aantal adviezen over magneetvissen gegeven.
Het Agentschap Onroerend Erfgoed organiseert op 24 oktober 2020 een metaaldetectiewerkdag voor erkende metaaldetectoristen. De DOVO zal daar een briefing geven over de gevaren van magneetvissen, met de nadruk op het gevaar dat de munitie steeds verroerd wordt, waardoor het risico bestaat van een accidentele ontploffing.
De DOVO raadt daarom steeds aan gevonden munitie nooit aan te raken.
20.03 Kris Verduyckt (sp.a): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Het is inderdaad belangrijk te bekijken hoe men die informatie goed bij de mensen krijgt. Het was generaal Marc Thys die zei: de vraag is niet of, maar wanneer er een incident zal plaatsvinden. Het is een kleine activiteit, maar wij moeten er toch voor zorgen dat daar niets mee fout loopt. Het zal deze zomer nog een spannende hobby worden die ik met mijn zoon zal uitoefenen.
Ik wens iedereen een fijne vakantie toe.
Het incident is gesloten.
21 Question de Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La stratégie intégrée de sécurité et de défense au sein de la Défense" (55007650C)
21 Vraag van Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "De geïntegreerde veiligheids- en defensiestrategie bij Defensie" (55007650C)
21.01 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur
le ministre, dans un entretien accordé au journal Le Soir, le général
Compernol se dit inquiet quant au fait que la Belgique est le seul pays,
contrairement à ses pays voisins, à ne pas posséder une stratégie intégrée de
sécurité et de défense. En effet, lorsqu’on observe les stratégies mises en
place au sein des pays voisins comme la France où les Pays-Bas, nous pouvons
rapidement constater que l’organisation des compétences, des moyens et des
prises de décision semble davantage organisée que chez nous.
Sans remettre en cause la compétence du
personnel et des services de notre Défense, monsieur le ministre, pouvez-vous
indiquer si une réflexion globale a-t-elle déjà été menée quant aux intérêts
vitaux de notre pays, leurs menaces et la manière dont nous pouvons les
protéger? Un organigramme ou un audit a-t-il déjà été effectué afin d’organiser
de manière optimale la répartition des compétences et des missions d’une part
au sein de la Défense mais également entre la Défense et les autres matières
comme l’Intérieur, les Affaires étrangères, etc.?
Enfin, le général Compernol dit avoir plaidé
depuis longtemps pour que la Défense soit représentée au sein du Conseil
national de sécurité. Ce n’est toujours pas le cas à ce jour. Pouvez-vous
m’indiquer quelles en sont les raisons et si vous y êtes vous-même favorable?
21.02 Philippe Goffin, ministre: Monsieur le président, madame Chanson, que ce soit les attentats terroristes ou la pandémie du COVID-19, ces crises démontrent la nécessité d'une coopération mieux intégrée de l'ensemble des acteurs nationaux. Il existe une approche intégrée impliquant le SPF Affaires étrangères, la Coopération au développement et la Défense dénommée comprehensive approach utilisée dans le cadre des actions extérieures à la Belgique.
Une approche intégrée relative aux questions de sûreté et de sécurité nationales serait une bonne chose. Cela commence bien sûr par énoncer clairement ce que nous représentons en tant que société, quelles sont nos valeurs et nos intérêts et la manière de les défendre.
Au-delà de ce cadre de référence, la stratégie intégrée de sécurité et de défense doit être pragmatique et fournir aux acteurs concernés les principes qui régissent cette coopération. Ainsi cette stratégie devrait au minimum comprendre le domaine de responsabilité de chaque acteur ainsi que les mécanismes de coopération, de gouvernance et de financement.
Jusqu'à présent et à ma connaissance, il n'y a pas encore eu d'initiative pour mettre les acteurs autour de la table. Le Conseil national de sécurité définit les grandes lignes de la politique à suivre par les services de renseignements. Au-delà de la Défense, le ministre est présent. De plus, lorsque l'ordre du jour le requiert, le chef du Service Général du Renseignement et de la Sécurité peut également être invité. La composition de celui-ci n'a pas été revue au cours de cette législature mais elle pourrait être rediscutée lorsqu'un nouveau gouvernement sera mis en place en prenant en compte la position exprimée par le général comme par moi-même.
21.03 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos éclaircissements.
Het incident is gesloten.
- Kattrin Jadin à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le manque criant de profils techniques à l’armée" (55007658C)
- Christophe Bombled à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "Le manque de personnel au sein de la Défense et la formation aux métiers techniques" (55007706C)
- Julie Chanson à Philippe Goffin (Affaires étrangères et Défense) sur "La pénurie de profils techniques" (55007957C)
- Kattrin Jadin aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het schrijnend tekort aan technische profielen bij het leger" (55007658C)
- Christophe Bombled aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het personeelstekort bij Defensie en de opleiding voor technische beroepen" (55007706C)
- Julie Chanson aan Philippe Goffin (Buitenlandse Zaken en Defensie) over "Het tekort aan technische profielen" (55007957C)
22.01 Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, le manque de personnel à la Défense est une réalité. Chaque année, c'est l'équivalent de 2000 militaires qui quittent les rangs de la Défense pour prendre leur pension, auxquels s'ajoutent les jeunes recrues qui quittent l'armée pendant les deux premières années de service. En 2019, la Défense envisageait différentes alternatives pour répondre aux freins soulevés par les militaires eux-mêmes. Ces alternatives consistaient à assurer une meilleure répartition géographique des casernes, la mise en place de formations plus régionales, qui permettraient aux militaires de rentrer auprès de leur famille tous les soirs, ainsi que des rénovations de bâtiments. De plus des collaborations avec le secteur privé devaient être conclues, notamment au niveau des domaines techniques ainsi que la mise au point d'une carrière mixte qui permettrait de passer du militaire au civil et vice-versa. Mes questions sont les suivantes: suite au constat de manque de personnel, la répartition géographique des casernes a-t-elle été revue ou adaptée? Les formations régionales sont-elles déjà d'actualité? Un plan d'investissement est-il prévu à destination des bâtiments militaires? Une évaluation est-elle prévue ou a-t-elle été réalisée pour comprendre les motifs de départs des jeunes recrues? Si oui, qu'en ressort-il? Vu la pénurie au niveau des métiers techniques, des collaborations sont-elles envisagées avec des écoles techniques proches des casernes militaires? Plusieurs écoles ont mis en place une formation sécurité en 7-ème professionnelle qui a pour but de préparer les candidats aux examens d'entrée à la Police et à la Défense. Avez-vous des retours sur cette formation? Des évaluations ont-elles eu lieu? Qu'en est-il de cette carrière mixte qui permettrait de passer du militaire au civil et vice-versa? Enfin, au vu du manque récurent de personnel, n'envisagez-vous pas de réduire l'âge d'accès à la formation militaire à 16 ans, comme par le passé? Quelle est votre position sur le sujet? Je vous remercie, monsieur le ministre, pour les réponses que vous voudrez bien m'apporter.
22.02 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur
le ministre, lors de la dernière visite de la caserne de Kleine Brogel, la
commission a pu constater une nouvelle fois la pénurie des profils techniques
au sein de la Défense. Dès lors, monsieur le ministre, pouvez-vous nous
communiquer le nombre de profils manquants actuellement parmi ces profils
techniques? Quelles sont les pistes envisagées pour pallier cette
problématique? D'avance je vous remercie pour vos réponses.
22.03 Philippe Goffin, ministre: En 2015, la Défense a incorporé 143 personnes, sur un total de 147 postes vacants pour des profils techniques. En 2016, 142 personnes ont été incorporées pour 175 places vacantes. En 2017, 122 personnes ont été incorporées pour 220 places vacantes. En 2018, 181 personnes ont été incorporées pour 240 places vacantes. Pour les 270 postes vacants en 2019, il y a eu 158 personnes incorporées.
Concernant la possibilité de suivre une formation à la Défense dès l'âge de seize ans, vu les importantes restrictions budgétaires apportées depuis de nombreuses années, la Défense ne dispose plus des moyens nécessaires à la réouverture de telles écoles ou centres de formation. Par ailleurs, étant donné les dispositions légales au niveau national et international protégeant les enfants soldats, il n'est pas dans les intentions de la Défense d'ouvrir de tels établissements. La Défense s'oriente pleinement vers la création d'une option Défense et sécurité dans le troisième degré de l'enseignement secondaire, afin de préparer les jeunes aux épreuves de sélection et aux métiers de la Défense, chez les pompiers, à la police, comme agent de gardiennage ou agent pénitentiaire.
En 2009, à l'initiative du SPF Intérieur, une septième année Assistant aux métiers de la prévention et de la sécurité (AMPS) a été créée pour répondre aux besoins de la police et au manque d'agents de gardiennage. Cette formation permet aux élèves participants de faire connaissance avec divers métiers qui ont trait à la sécurité tout en offrant différentes qualifications. À l'origine, la Défense ne s'était pas inscrite dans ce projet, l'objectif de cette formation n'est donc pas de préparer les étudiants aux épreuves de sélection pour les métiers de la Défense. Il y a en conséquence très peu de retours de cette formation. De plus, aucune évaluation officielle n'a été faite à ce jour.
Quant aux centres de formation régionaux, ceux-ci ont été mis en œuvre début 2019. Cette décision a été prise sur la base de bons résultats de quatre tests effectués en 2018 par trois unités. Quatre centres de formation régionaux supplémentaires ont été mis en œuvre en 2019 et cinq en 2020. Au total, nous comptons maintenant douze centres. Il existe un plan structurel d'investissement en infrastructure de la Défense. Outre l'amélioration du patrimoine, ce plan intègre également les besoins en infrastructure résultant de l'acquisition des nouveaux systèmes d'armes ainsi que les besoins résultant de la formation régionale.
Concernant les candidats, ceux qui quittent la Défense sont invités à remplir une enquête qui nous permet de déterminer les raisons principales des départs. Dans la plupart des cas, il s'agit de la difficulté de la formation, de l'obtention d'un autre emploi ou de la difficulté de s'adapter à la vie militaire. Différentes initiatives ont été réalisées afin de faciliter la mobilité des militaires et civils au sein des différents départements fédéraux, régionaux ou locaux pour obtenir une fonction en tant que civil dans un département fédéral.
22.04 Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, je remercie M. le ministre pour sa réponse exhaustive et lui souhaite d'agréables vacances.
22.05 Julie Chanson (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces chiffres et pour vos réponses à l'ensemble de mes questions et je vous souhaite à mon tour de bonnes vacances.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De voorzitter: Collega's, ik meen dat wij deze vergadering stilaan kunnen afronden.
De heer Mahdi vraagt nog het woord.
22.06 Sammy Mahdi (CD&V): Mijnheer de voorzitter, graag had ik nog een antwoord gekregen op mijn vraag nr. 55007950C. Kan ik het antwoord schriftelijk ontvangen?
Ook maak ik van de gelegenheid gebruik om de minister te bedanken voor de antwoorden die wij steeds krijgen en voor zijn constructiviteit tijdens alle commissievergaderingen. Ik merkte dat de minister welkom was in heel wat Waalse steden, maar hij is in ieder geval ook welkom in Vilvoorde.
22.07 Philippe Goffin, ministre: Avec plaisir.
De voorzitter: Vraag nr. 55007950C van de heer Mahdi wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
Collega's, ik wil mij aansluiten bij de vele woorden van dank. De jongste weken zijn voor onze commissie nog stevig geweest. We zaten welhaast in elkaars bubbel, als ik dat zo mag omschrijven. We hebben goed gewerkt. Hopelijk kunnen wij allen genieten van een deugddoend reces.
Mijnheer de minister, ook u wens ik dat toe. Ik wil u bedanken voor de goede manier van samenwerken in de afgelopen maanden. Ik hoop dat wij elkaar in september terugzien. Welke dan de regeringsomstandigheden zijn, zullen we wel zien, want ik heb geen glazen bol. Ik wens u alleszins een deugddoende vakantie toe.
22.08 Minister Philippe Goffin: Mijnheer de voorzitter, ik wil nog melden dat mijn antwoord op de vraag van de heer Vicaire heel kort is. Die vraag kan eventueel nog behandeld worden.
22.09 Albert Vicaire (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je propose de transformer mes questions en questions écrites.
De voorzitter: Vragen nrs. 55007729C, 55007730C en 55007732C van de heer Vicaire worden omgezet in schriftelijke vragen.
22.10 Georges Dallemagne (cdH): Monsieur le président, je souhaite que ma question n° 55007876C soit transformée en question écrite.
Ne pourrait-on pas prendre contact avec les membres pour que ceux qui souhaitent avoir une réponse rapidement puissent l'obtenir?
De voorzitter: Mijnheer Dallemagne, wanneer iemand een mondelinge vraag heeft en vraagt om die om te zetten in een schriftelijke vraag, vormt dat geen enkel probleem. Ik merk echter bij uw vraag dat die samengevoegd is met een vraag van mevrouw Chanson en dan moet dat ook de toestemming krijgen van mevrouw Chanson.
De samengevoegde vragen nrs. 55007876C en 55007839 van de heer Dallemagne en mevrouw Chanson worden omgezet in een schriftelijke vraag.
Hiermee sluit ik de vergadering.
De vergadering wordt gesloten om 17.36 uur.
La séance est levée à 17 h 36.