Commission des Affaires sociales, de l'Emploi et
des Pensions |
Commissie voor Sociale Zaken,
Werk en Pensioenen |
du Mercredi 16 septembre 2020 Après-midi ______ |
van Woensdag 16 september 2020 Namiddag ______ |
La réunion publique de
commission est ouverte à 14 h 30 et présidée par
Mme Marie-Colline Leroy.
De openbare
commissievergadering wordt geopend om 14.30 uur en voorgezeten door
mevrouw Marie-Colline Leroy.
Les textes repris en
italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la
reproduction exacte des textes remis par les auteurs.
De teksten die in
cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en
steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
La présidente: Nous allons ouvrir la
session de questions orales. Il y a de très nombreuses questions à l'ordre du
jour. Je vous demanderai donc d'être extrêmement précis et rapide. Je vous
propose également de pouvoir reporter votre temps de parole, comme nous le
faisons systématiquement depuis quelques mois, en cas de renvoi au texte écrit
de vos questions. Cela vous permet de gagner du temps pour vos répliques.
N'hésitez donc pas à renvoyer au texte écrit de vos questions. Cela nous
permettra également d'avancer davantage dans nos travaux puisque Mme la
ministre doit partir à 17 heures.
Nous commençons par le
débat sur la dégressivité des allocations de chômage.
01
Actualiteitsdebat over de werkloosheidsuitkeringen en toegevoegde vragen van
- Anja
Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"Jaarlijkse vakantie en tijdelijke werkloosheid" (55008404C)
-
Ludivine Dedonder aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De verlenging van de bevriezing van de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen" (55008406C)
-
Evita Willaert aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De verlenging van de bevriezing van de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen" (55008439C)
-
Evita Willaert aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De berekening van de duurtijd van de inschakelingsuitkeringen"
(55008440C)
- Anja
Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
verlenging van de opschorting van de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen" (55008469C)
-
Ellen Samyn aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
verlenging van de bevriezing van de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen" (55008475C)
- Marc
Goblet aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
verlenging van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht door corona"
(55008530C)
-
Björn Anseeuw aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
versoepeling van de tijdelijke werkloosheidsregeling tot eind december"
(55008666C)
-
Björn Anseeuw aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen in het kader van COVID-19"
(55008680C)
-
Gilles Vanden Burre aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De nieuwe regels inzake de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht
(coronavirus)" (55008734C)
-
Gilles Vanden Burre aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De opschorting van de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen" (55008735C)
-
Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De verlenging van de tijdelijke werkloosheid en de
dienstenchequesector" (55008745C)
01
Débat d'actualité sur les allocations de chômage et questions jointes de
- Anja
Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les
vacances annuelles et le chômage temporaire" (55008404C)
-
Ludivine Dedonder à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La prolongation des mesures concernant la non-dégressivité des
allocations de chômage" (55008406C)
-
Evita Willaert à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La prolongation du gel de la dégressivité des allocations de
chômage" (55008439C)
-
Evita Willaert à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Le calcul de la durée des allocations d'insertion" (55008440C)
- Anja
Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La
prolongation de la suspension de la dégressivité des allocations de
chômage" (55008469C)
-
Ellen Samyn à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La
prolongation du gel de la dégressivité des allocations de chômage"
(55008475C)
- Marc
Goblet à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "La
prolongation du chômage temporaire coronavirus" (55008530C)
- Björn
Anseeuw à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"L'assouplissement du régime de chômage temporaire jusqu'à fin
décembre" (55008666C)
-
Björn Anseeuw à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La dégressivité des allocations de chômage dans le cadre de la crise du
coronavirus" (55008680C)
-
Gilles Vanden Burre à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Les nouvelles règles concernant le chômage temporaire dû au
coronavirus" (55008734C)
-
Gilles Vanden Burre à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La suspension de la dégressivité des allocations de chômage"
(55008735C)
-
Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La prolongation du chômage temporaire et le secteur des
titres-services" (55008745C)
01.01 Anja Vanrobaeys (sp.a): Zoals reeds aangekondigd tijdens
de commissievergadering van 15 juli, heeft u beslist om het stelsel van
tijdelijke werkloosheid wegens corona te verlengen tot eind december voor sectoren
en bedrijven die uitzonderlijk hard werden getroffen door de crisis, wat wil
zeggen dat ze ofwel op een lijst formeel worden vastgelegd ofwel tussen 1 april
en 30 juni voor gemiddeld 20 procent van het normale aantal gewerkte dagen
tijdelijke werkloosheid hebben ingeroepen. Op dezelfde commissievergadering,
antwoordde u op mijn vraag naar uitvoering van het akkoord van de Groep van
Tien van 18 juni 2020, dat de Nationale Arbeidsraad nog een voorstel ging
uitwerken met betrekking tot de kosten van de gelijkstelling van de dagen van
tijdelijke werkloosheid overmacht voor de jaarlijkse vakantie. Op basis van dat
advies ging de regering een voorstel uitwerken.
Ik zou u dan ook
willen vragen: welke de stand van zaken is van dit overleg? Is hierover reeds
een advies uitgebracht en indien niet tegen wanneer wordt dit advies verwacht?
Bij koninklijk
besluit van 15 juli 2020 heeft u de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen verder opgeschort tot eind augustus. Recente cijfers
van de VDAB geven aan dat de werkloosheid in Vlaanderen in augustus met 8,6% is
gestegen tegenover dezelfde maand een jaar eerder. Bijgevolg blijft het voor
heel wat werklozen niet evident om nieuw werk te zoeken, ook omwille van
regionale en lokale lockdownmaatregelen.
Dit wordt ook
bevestigd in het rapport dat de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid op 17 juli
2020 uitbracht over de impact van COVID-19 op de arbeidsmarkt. Daarin stelt de
Hoge Raad dat de arbeidsmarkt gedurende een lange periode gedestabiliseerd
dreigt te blijven. Volgens de daarin geciteerde voorspellingen zal de
werkgelegenheid in het vierde kwartaal van dit jaar 3,4 % lager zijn dan haar
niveau van eind 2019, wat neerkomt op een daling met om en bij de 170.000
personen. Verder zouden er volgens de Hoge Raad tussen eind 2019 en eind 2020
er in België zo ongeveer 200.000 werkzoekenden bij komen. Volgens de prognoses
verbetert de situatie ook nog niet substantieel in 2021. Volgens de Hoge Raad
is daarom sociaal gerechtvaardigd om de neutralisatie van de degressiviteit
enigszins de verlengen.
Uit deze analyse
blijkt alvast dat de kans op aanwerving zeer laag blijft, ook al verschilt de
impact per sector. Vandaar dat dezelfde vraag om de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen verder te verlengen tot eind december 2020, eveneens
werd gesteld door de sociale partners.
Mijn vragen
zijn:
Heeft hierover
al overleg plaatsgevonden tussen de regering en de sociale partners?
Zal u de
degressiviteit van de werkloosheid verder neutraliseren (zowel de uitkering
volledige werkloosheid als de neutralisering van de periode van
inschakelingsuitkeringen en de neutralisering referteperiodes artiesten)?
Met dank voor de
verstrekte antwoorden.
01.02 Ludivine Dedonder (PS):
Madame la ministre, l'activité économique peine à reprendre surtout dans les
secteurs encore soumis à des mesures restrictives comme la culture ou
l'événementiel. Parmi les principales victimes de cette crise se trouvent
évidemment les travailleurs qui ont perdu un emploi et peinent à en retrouver
un. Les mesures concernant le droit passerelle et le chômage temporaire ont été
prolongées jusqu'au 31 décembre 2020 et c'est une bonne chose. Par contre, nous
ne comprenons pas que la mesure concernant la suspension de la dégressivité des
allocations de chômage n'ait toujours pas été prolongée. Cela pose énormément
de problèmes aux travailleurs et notamment aux travailleurs sous statut
d'artiste qui risquent de voir leurs indemnités réduites. Madame la ministre,
allez-vous dès lors prolonger la mesure permettant de suspendre la dégressivité
des allocations de chômage? Je vous remercie.
01.03 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, de
economische en sociale gevolgen van de coronacrisis zijn nog steeds niet te
overzien. Verschillende sectoren, bedrijven en organisaties hebben het heel
moeilijk om opnieuw op te starten of kunnen niet opnieuw opstarten door de
huidige gezondheidsmaatregelen. Voor het parlementair reces werden reeds enkele
sociale maatregelen verlengd tot het einde van het jaar, zoals het crisisoverbruggingsrecht
en de toegankelijkheid tot de tijdelijke werkloosheid. Voor veel mensen zijn
die dan ook nog steeds broodnodig.
De bevriezing
van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen werd verlengd tot eind
augustus. Deze verlenging was belangrijk, maar intussen is ons land een tweede
golf aan het verwerken, zijn er nieuwe verstrengingen en hebben heel wat
sectoren het nog steeds zwaar te verduren, zoals de horeca, de culturele en
evenementensector, en is het voor heel veel mensen nog steeds moeilijk om
opnieuw werk te vinden.
Heeft u een goed
zicht op deze problematiek, op de moeilijkheden en drempels ten gevolge van
corona die werkzoekenden nog steeds ondervinden om te kunnen solliciteren? Op
welke manier? Aan de hand van bijv. welke parameters? Kan u daarin een
onderscheid maken of zien tussen bijv. laag- en hooggeschoolden?
Zal u de
bevriezing van de werkloosheidsuitkering verlengen tot bijv. het einde van het
jaar?
Jongeren bleven
voorlopig grotendeels bespaard van het coronavirus, maar de sociaal-economische
crisis die volgt op het virus zal zeker ook voor hen veel gevolgen hebben. Vele
jongeren zijn op zoek naar werk, maar dat is niet altijd gemakkelijk. Vandaar
dat ze beroep kunnen doen op een inschakelingsuitkering, 1 jaar nadat ze zich
inschreven als werkzoekende. Deze uitkering wordt normaal beperkt tot 3 jaar,
maar dit werd aangepast naar aanleiding van de coronacrisis. Met de periode van
1 april tot en met 31 augustus 2020 wordt er voortaan geen rekening gehouden
bij de berekening van de duurtijd van inschakelingsuitkeringen. Het basisrecht
op een inschakelingsuitkering wordt met andere woorden verlengd met 5 maanden.
Mensen met een ernstige medische, mentale, psychiatrische of psychische
beperking (MMPP) van wie het recht eindigde op 31 maart 2020 behouden hun
inschakelingsuitkeringen tot en met 30 september 2020.
Deze
verlengingen waren en zijn nog steeds belangrijke en goede beslissingen van de
regering. Intussen is ons land echter een tweede golf aan het verwerken, zijn
er verstrengde maatregeleen en krijgen bepaalde sectoren (zoals de horeca,
cultuur- en evenementensector) het nog steeds zwaar te verduren. Nog steeds
heel veel jongeren hebben het moeilijk om een eerste job te vinden.
Heeft u zicht op
het aantal jongeren en mensen met een MMPP waarvan hun inschakelingsuitkering
maximaal werd verlengd?
Zal u, gelet op
de gewijzigde omstandigheden, de periode waarmee geen rekening wordt gehouden
bij de berekening van de duurtijd van de inschakelingsuitkering verlengen tot
bijv. het einde van dit jaar?
01.04 Ellen Samyn (VB): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister,
in de commissie Sociale Zaken van 17 juni kondigde u de verlenging aan van de
bevriezing van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen tot eind
augustus. Dit betekent dat na de coronaperiode men gewoon weer in zijn of haar
werkloosheidsuitkering komt met het percentage dat op datum van 1 april 2020
van toepassing was. Na de 'bevriezing' doorloopt men de resterende periode die
voor de betrokkene nog vanaf 1 april van toepassing was. Ik begreep uit uw
antwoord dat er eind augustus opnieuw zou bekeken worden of de bevriezing van
de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen zou verlengd worden.
Aangezien er nog
steeds verschillende sectoren, ik denk maar aan de horeca- en
evenementensector, heel erg te lijden hebben onder deze pandemie, mag ik ervan
uitgaan dat de bevriezing van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
zal verlengd worden? Zo ja, opnieuw voor 3 maanden?
La présidente: Je ne vois pas M. Goblet,
donc sa question n°55005830C est sans objet.
01.05 Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw
de minister, de tijdelijke werkloosheidsregeling wegens overmacht waarop
bedrijven in corona-tijd beroep kunnen doen was oorspronkelijk bedoeld tot eind
juni. Om de overgang makkelijker te maken is deze maatregel eenmalig verlengd
tot eind augustus. Aanvankelijk werd aangekondigd dat de maatregel enkel voor
bepaalde sectoren (bvb. horeca, toerisme) tot eind december zou gehandhaafd
blijven. Nu heeft de minister aangekondigd dat de aanpassing van de regeling na
augustus gedeeltelijk wordt terug geschroefd, in die zin dat de tijdelijke
werkloosheid wegens overmacht toch veel breder toepasbaar zal blijven.
Bedrijven die tussen 1 april en 30 juni voor gemiddeld 20% van het normale
aantal gewerkte dagen tijdelijke werkloosheid hebben ingeroepen, mogen deze
versoepelde regeling nog steeds gebruiken tot eind december 2020.
Heeft de
minister een idee hoeveel bedrijven nog steeds in aanmerking komen voor de
versoepelde tijdelijke werkloosheidsregeling?
Welke
budgettaire impact zal deze verlenging na 31 augustus tot 31 december met zich
meebrengen?
Waarom werd er
niet geopteerd voor een regeling waarbij enkel voor bepaalde sectoren de
tijdelijke werkloosheid wegens overmacht werd verlengd?
Hoe zal de
toekenningsprocedure en de controle erop concreet verlopen?
Hoe zal de
minister erover waken dat er geen misbruik van de regeling wordt gemaakt?
Zal de
uitzonderingsregeling met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid wegens
overmacht na eind december 2020 definitief worden stopgezet?
Tussen 1 april
en 31 augustus werd de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
geschorst. Het argument dat eind maart voor deze maatregel werd aangehaald, was
dat het, gezien de volledige lockdown, voor werklozen nagenoeg onbegonnen werk
was om een nieuwe job te vinden. Eind juni was de situatie al niet meer
vergelijkbaar met deze van drie maand ervoor. Toch verlengde u de algemene
schorsing van de degressiviteit met twee maand, tot eind augustus dus, ofschoon
verschillende sectoren knelpuntberoepen niet ingevuld kregen, en wetende dat de
omscholing naar een knelpuntberoep sowieso kan leiden tot het schorsen van de
degressiviteit.
Sedert 31
augustus is er geen verlenging gekomen van algemene de schorsing van de
degressiviteit die inging op 1 april ll.
Vandaar mijn
vragen:
1. Welke
inzichten hebben u ertoe bewogen om bovenvermelde schorsing niet nog eens te
verlengen?
2. Acht u het
wenselijk dat het omscholen naar een knelpuntberoep nog sterker moet worden
aangemoedigd dan vandaag al het geval is?
01.06 Sophie Thémont (PS):
Madame la ministre, ma question se rapporte aux titres-services, au sujet
desquels je vous avais déjà interrogée. Afin de limiter les conséquences sociales
de la crise, la Région wallonne a adopté des mesures qui permettent aux
entreprises de titres-services de maintenir l'emploi et les salaires sans
devoir recourir au chômage temporaire. Depuis le 1er septembre
dernier, le chômage temporaire coronavirus n'est accessible qu'aux secteurs et
employeurs qui peuvent prouver qu'ils relèvent d'une branche encore
particulièrement touchée par les mesures restrictives ou qui ont connu au moins
20 % de jours de chômage temporaire au deuxième trimestre 2020. Certaines
entreprises ont activé cette mesure mise en place par la Wallonie, afin de ne
pas pénaliser leurs travailleurs. De ce fait, elles ne peuvent répondre à la
condition des 20 %, alors même que dans les faits, elles sont victimes
d'une diminution des prestations à hauteur de 30 %.
Madame la ministre,
j'en viens à mes deux questions. Tout d'abord, allez-vous inscrire le secteur
des titres-services sur la liste des secteurs encore particulièrement touchés
par les mesures restrictives? Ensuite, allez-vous au moins assimiler à du
chômage temporaire la mesure wallonne appliquée à ces entreprises, afin
qu'elles puissent y accéder?
01.07 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Madame la ministre, avec le gouvernement fédéral, vous aviez décidé de geler la
dégressivité des allocations de chômage et même de prolonger la durée des
allocations d'insertion. Pour nous, il est essentiel que l'on puisse la
prolonger, puisque la situation n'est toujours pas rétablie, loin de là. C'est
pourquoi nous sommes satisfaits de la tenue de ce débat d'actualité
aujourd'hui. Quelles mesures allez-vous prendre? Sur le terrain, beaucoup de
gens souffrent encore de la crise de la pandémie, alors qu'ils n'en sont pas
responsables.
01.08 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la ministre, à partir du 1er
septembre, les employeurs ne pourront accéder au régime corona que s’ils
proviennent de l’un des secteurs les plus touchés, dont la liste a été publiée,
ou s’ils peuvent démontrer qu’ils ont dû compenser au moins 20% de leurs heures
de travail par du chômage temporaire au cours du deuxième trimestre. D’après
une analyse du prestataire de services RH Acerta. Environ 42% des entreprises
pourront encore prétendre au chômage temporaire corona selon ces nouvelles
règles. En Région wallonne, cela représenterait 54,3% des entreprises, 41,7% à
Bruxelles et 39,6% en Flandre. Sur l’ensemble du pays, la moyenne s’établit
donc à 42%. Toujours selon la même étude, il s’agirait principalement
d’établissements horeca, de coiffeurs, d’esthéticiennes, de centres de fitness
ou encore de commerces de détail.
Pour les
entreprises qui n’entrent plus dans ces conditions, un autre filet de sécurité
reste disponible. Ces employeurs pourront en effet s’orienter vers le système
transitoire du chômage temporaire pour causes économiques. Pour ce faire, ils
devront prouver une baisse de production ou du chiffre d’affaires d’au moins
10% par rapport au même trimestre de l’année précédente, mais aussi s’engager à
offrir deux jours de formation par mois aux employés mis en chômage.
Voici mes
questions.
- Pouvez-vous faire
l’état des lieux des montants du chômage temporaire « corona » pour les mois de
juin, juillet et août, en précisant les secteurs qui ont fait le plus appel à
ce système ?
- Selon les
nouvelles règles en vigueur au 1er septembre, partagez-vous l’analyse réalisée
par Acerta (42 % des entreprises) et quels budgets avez-vous prévus pour la
période allant jusqu’au 31 décembre 2020 ?
- La secrétaire
d’Etat à la transition économique de la Région bruxelloise, Barbara Trachte,
vous a proposé d’organiser une CIM afin de coordonner les mesures à prendre,
par secteur, d’ici à la fin de l’année. Comptez-vous réagir positivement à sa
propositions ?
Comme vous le
savez, le gouvernement a prolongé jusqu'au 31 août certaines des mesures qui
devaient expirer à la fin du mois de juin, comme le gel de la dégressivité des
allocations de chômage et la prolongation de la durée des allocations
d'insertion. Concrètement, le montant de l’allocation de chômage sera conservé
du 1er avril jusqu'au 31 août 2020 et cette même période ne sera pas prise en
compte dans le calcul de la durée des allocations d’insertion. Ce sont des
décisions positives que nous avons soutenues.
Au vu de la
situation économique et des difficultés importantes persistant sur le marché de
l’emploi, est-ce que vous comptez prolonger ces mesures jusqu’à la fin de
l’année ou jusqu’à une autre échéance ?
Merci d’avance pour
vos réponses.
01.09
Minister Nathalie Muylle: Mevrouw de voorzitter, collega's, ik dank u voor de
vragen over tijdelijke werkloosheid en de verlenging van de tijdelijke
werkloosheid, enerzijds, en over de degressiviteit, het stuiten van de
degressiviteit, de koninklijke besluiten en de al dan niet verlenging,
anderzijds.
Hoewel de
beschikbare cijfers vooralsnog geen grote schokken op het vlak van
werkgelegenheid en werkloosheid vertonen, kunnen wij ervan uitgaan dat het
inderdaad moeilijker is geworden voor werkzoekenden om een baan te vinden.
Le
nombre encore élevé de chômeurs temporaires indique également que de nombreuses
entreprises sont engagées à conserver leurs effectifs.
De
oververtegenwoordiging van laaggeschoolden bij de tijdelijke werklozen laat ook
vermoeden dat deze groep het wellicht nog moeilijker zal krijgen de komende
maanden.
L'accompagnement
concret des demandeurs d'emploi et l'évaluation de leurs difficultés relèvent
toutefois de la compétence des services régionaux et des ministres responsables
de ces services.
J'estime que les
efforts en matière de transition vers les métiers en pénurie doivent être
poursuivis et que l'accent doit également être mis sur ceux qui sont souvent au
chômage temporaire.
Uit
de cijfers met betrekking tot tijdelijke werkloosheid ten gevolge van corona is
gebleken dat de economische activiteit stilaan hervat is. Om die reden heb ik,
na overleg binnen de regering, beslist om de bevriezing van de
werkloosheidsuitkeringen en de neutralisering van de periode van de
inschakelingsuitkeringen die geregeld zijn tot 31 augustus 2020, niet
verder algemeen te verlengen.
Le
11 septembre, le CNT est parvenu à un accord sur une nouvelle prolongation
des mesures de chômage temporaire en réponse à l'impact de la crise corona et
sur le coût de l'assimilation des jours de chômage temporaire pour les vacances
annuelles. Les partenaires sociaux m'ont fait leur proposition le
15 septembre et je la soumettrai au gouvernement vendredi prochain.
Het
voorstel gaat over de periode tot en met 31 december 2020 en betreft
de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid, overmacht voor jaarlijkse
vakantie en de financiering ervan, het bevriezen van de degressiviteit van de
volledige werkloosheidsuitkering, de neutralisering van de periode van de
inschakelingsuitkeringen en de neutralisering van de referteperiodes voor
kunstenaars, de problematiek van de verlenging van cao nr. 147 houdende
tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen voor bedienden en de
problematiek van de gelijkstelling in cao nr. 103 van het
coronaouderschapsverlof in de berekening van de anciënniteitsvoorwaarden om tot
het tijdskrediet te kunnen toetreden.
Des
règles spécifiques s'appliquent aux travailleurs exerçant des activités
artistiques ou des activités techniques dans le secteur artistique afin qu'ils
puissent conserver leur dérogation à la dégressivité pendant une période plus
longue ou l'obtenir de manière plus souple jusqu'au 31 décembre 2020.
Uiteraard
zijn er sectoren waar de impact van het coronavirus zich nog steeds zeer sterk
laat voelen. Ik denk daarbij aan de reissector, de artistieke sector, de evenementensector
en andere. Voor deze uitzonderlijk hard getroffen sectoren is daarom vanaf
1 september een aparte regeling getroffen. Deze ondernemingen en sectoren
kunnen verder gebruikmaken van de vereenvoudigde procedure voor tijdelijke
werkloosheid door overmacht. Zij kunnen dit doen tot en met 31 december.
Het gaat om sectoren die nog geïmpacteerd zijn door maatregelen van de minister
van Binnenlandse Zaken, bijvoorbeeld omdat bepaalde activiteiten nog niet mogen
worden uitgevoerd of nog niet kunnen opstarten, en werkgevers die tijdens het
tweede kwartaal van 2020 een aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens
economische redenen of wegens overmacht vanwege corona kennen van minstens
20 % van het globale aantal aan de RSZ aangegeven dagen. Deze 20 % is
een afspraak die werd gemaakt na overleg met de sociale partners.
Les
jours de congé ne sont pas assimilés à des jours de chômage temporaire lors du
calcul des 20 % de jours de chômage temporaire requis au cours du deuxième
trimestre 2020 pour être reconnus comme une entreprise très durement
touchée. Seuls les jours de chômage temporaire pour cause de force majeure pour
corona ou manque de travail pour raison économique pour ouvriers et employés
déclarés à l'ONSS sont pris en compte.
De
ondernemingen die niet als hard getroffen beschouwd worden, kunnen een beroep
doen op tijdelijke werkloosheid 2.0. Dit is een uitgebreidere en soepelere
toegang tot de tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor arbeiders en
bedienden ten opzichte van hetgeen bestond voor de coronacrisis.
Cela s'applique
également au secteur des titres-service et aux entreprises de transformation du
ciment qui ne figurent pas sur la liste en tant que secteurs durement touchés.
Les travailleurs du
secteur des titres-service en Wallonie peuvent, le cas échéant, recourir au
chômage temporaire 2.0.
Monsieur Vanden Burre,
l'étude de HR Acerta à laquelle vous faites référence ne correspond pas aux
chiffres dont je dispose. Sur les 141 047 travailleurs ayant
introduit une déclaration de chômage temporaire pour cause de force majeure due
au coronavirus pour la période de référence d'avril à juin 2020, on en
compte 104 484 dont le nombre de jours déclarés pour chômage temporaire
représente au moins 20 % du nombre total de jours déclarés à l'ONSS.
Pour
information, en août 2020, un total de 55 020 employeurs, en ce compris
les employeurs ayant moins de 20 % de jours de chômage temporaire
(déclarations présentées jusqu'au 14 septembre 2020), ont mis des travailleurs
en chômage temporaire pour cause de force majeure.
De
verlenging met vier maanden impliceert ook het doortrekken van de vergoeding
van 70 % voor alle tijdelijk werklozen en impliceert ook enkel voor
tijdelijk werklozen met overmacht wegens corona het verder toekennen van de
toeslag van 5,63 euro.
De geraamde extra
kosten voor het verlengen van de TW-corona op selectieve basis bedragen
164.129.456 euro voor september 2020, 157.367.044 euro voor
oktober 2020, 128 miljoen euro voor november 2020 en
120.728.000 euro voor december 2020.
Het is niet evident
om vanuit een praktisch oogpunt sectoren die uitzonderlijk zwaar getroffen zijn
door de coronacrisis duidelijk af te bakenen. De evenementensector,
bijvoorbeeld, omvat een resem uiteenlopende activiteiten die niet altijd terug
te brengen zijn tot bijvoorbeeld bepaalde paritaire comités. Bovendien is het
zo dat een onderneming uitzonderlijk hard kan getroffen zijn, ook al behoort de
werkgever niet tot een bepaalde sector.
C'est
la raison pour laquelle le régime assoupli a également été rendu plus
accessible sur la base d'un autre critère général et objectif, à savoir pour
les entreprises qui – pour des raisons économiques ou pour force
majeure – comptent au moins 20 % de jours de chômage temporaire au
cours du 2e trimestre 2020 par rapport au nombre total de jours
déclarés à l'ONSS.
Om
te controleren of bedrijven tussen 1 april en 30 juni 2020 voor
gemiddeld 20 % van het normale aantal gewerkte dagen tijdelijke
werkloosheid hebben ingeroepen, beschikt de RVA over de gegevens die binnenkort
via de DmfA-databank van de RSZ beschikbaar worden gesteld onder de vorm van
een specifieke code COVID-TW. De RVA zal nadere controles blijven uitoefenen op
mogelijke misdrijven rond de COVID-TW, ook voor de bedrijven die onder de
toepassing van de overgangsmaatregelen vallen.
Il
conviendra, au cours des prochains mois, de décider si le régime d'exception en
matière de chômage temporaire doit être définitivement supprimé dès le 1er
janvier 2021, compte tenu de toutes les nouvelles mesures sanitaires visant à
lutter contre le coronavirus.
Ik
zal ook contact opnemen met mevrouw Trachte, staatssecretaris van de Brusselse
hoofdstedelijke regering, om na te gaan wat haar vraag om de maatregelen te
coördineren precies inhoudt. Voor zover ik kon nagaan, heb ik ter zake nog geen
brief ontvangen, maar ik zal zeker met haar contact opnemen.
Voor de specifieke
situatie van werkzoekenden die gelabeld zijn als MMPP, werkzoekenden met een
ernstige medische, mentale, psychische of psychiatrische problematiek, van wie
de inschakelingsuitkering wordt vervangen door een bescherminguitkering, werd
de termijn voor het labelen door de bemiddelingsdienst verschoven van
1 april naar 1 oktober 2020. Tot nu toe werd voor 6.241 personen
met een MMPP-problematiek het recht op een inschakelingsuitkering verlengd tot
en met september 2020.
Ik kreeg verder
geen signalen van de regio's dat deze periode ontoereikend zou zijn om de
betrokken werkzoekenden te labelen. Ik heb dus geen initiatief genomen om deze
periode nogmaals te verschuiven.
Mevrouw de
voorzitter, ik hoop dat ik hiermee op de meeste vragen de nodige antwoorden heb
kunnen geven.
01.10 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik hoop dat het
voorstel vrijdag door de ministerraad wordt goedgekeurd en dat de verlengingen
worden goedgekeurd die door de sociale partners op het vlak van degressiviteit
worden voorgesteld. De verlenging van de tijdelijke werkloosheid was er al. Ik
hoop tevens dat over het opnemen van de gelijkstelling van de jaarlijkse
vakantie alsook over de bevriezing van de inschakelingsuitkering en de
referteperiodes van de kunstenaars wordt beslist.
Er zijn twee
stelsels van tijdelijke werkloosheid, wat op zich wel goed is. Bepaalde
sectoren hernemen immers, terwijl andere sectoren nog altijd heel hard worden
getroffen.
Het blijft echter
moeilijk, zeker voor kwetsbare werklozen, om nu een nieuwe job te zoeken onder
de huidige omstandigheden, nu het aantal nieuwe besmettingen opnieuw stijgt.
Bovendien hoop ik
dat door de maatregelen en door in verdere ondersteuning te voorzien, de
betrokken sectoren kunnen overleven en dat de werknemers recht hebben op een
uitkering, zodat zij niet nog meer in de richting van de voedselbanken worden
gedwongen, die zelf ook in de problemen komen.
Ik hoop ook dat de
ondersteuning die nu wordt gegeven, een aanzet kan zijn voor paritaire comités
of werkgevers om na te denken over de uitbetaling van de eindejaarspremies.
Veel werknemers hebben het momenteel immers moeilijk om de crisis te
overbruggen. Indien zij nog een behoorlijk eindejaar tegemoet zouden kunnen
gaan, is dat een mooie opsteker boven op de regeling rond de jaarlijkse
vakantie.
01.11 Ludivine Dedonder (PS):
Madame la ministre, j'entends que vous allez proposer la suspension de la
dégressivité des allocations de chômage et j'espère que vous serez suivie dans
cette initiative par le gouvernement. Il s'agit en effet d'une mesure
essentielle pour toutes les personnes qui ont perdu leur emploi et qui peinent
à en retrouver un. Nous comptons dès lors sur vous.
01.12 Evita Willaert (Ecolo-Groen): In deze heel moeilijke
tijden heeft de Groep van Tien een heel belangrijk akkoord gesloten dat ook
toont dat het sociaal overleg in België niet enkel belangrijk is, maar ook
werkt. U zal de bevriezing van de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen en de bevriezing en neutralisering van de
inschakelingsuitkering, de periode en referteperiode voor kunstenaars aan de
regering voorleggen.
Als dit vrijdag
wordt voorgelegd aan de ministerraad en u verkrijgt de instemming, hoe zit de
timing dan? We zitten al in de tweede helft van september. Het einde van de
maand komt in zicht. Zal dit nog gehaald worden? Hebt u daarop een goed zicht?
Ik hoop van harte dat de regering ook het advies van de Groep van Tien zal
volgen. Dat zou zeer verstandig zijn.
01.13 Ellen Samyn (VB): Het blijven inderdaad onzekere tijden. Ondanks
alle genomen maatregelen zien bepaalde sectoren helemaal nog geen licht aan het
einde van de tunnel. De detailhandel krijgt door de aankondiging van een
mogelijke tweede golf geen klanten meer over de vloer, de horeca houdt met
moeite het hoofd boven water, om nog maar te zwijgen van de reis- en
evenementensector. Het gevolg hiervan is dat in deze sectoren nog een golf van
ontslagen is gebeurd. We kunnen ook niet uitsluiten dat er nog ontslagen zullen
volgen. In de huidige omstandigheden is het vinden van een job dus geen
evidentie, al zeker niet voor langdurig werklozen. Een verdere verlenging van
de bevriezing van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen zou toch
een goede zaak zijn. Dit biedt namelijk een beetje meer financiële ademruimte
voor de gedupeerden in kwestie.
01.14 Björn Anseeuw (N-VA): Mijn eerste vraag handelde over de
tijdelijke werkloosheid en mijn tweede vraag over het al dan niet verlengen van
het schorsen van de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen.
Er is wel iets te
zeggen voor de verlenging van de tijdelijke werkloosheid na augustus voor een
aantal economische actoren. Daar ben ik het mee eens, maar ik wil wel
waarschuwen voor mogelijk oneigenlijk gebruik en misbruik. Er zijn vandaag
sectoren die smeken om arbeidskrachten, waar er knelpuntberoepen zijn en waar
tegelijk volop gebruik wordt gemaakt van tijdelijke werkloosheid. Dat moet een
belletje doen rinkelen. Ik heb niet de indruk dat dat belletje al heeft
gerinkeld waar het zou moeten rinkelen. Ik maak mij daarover toch wel zorgen.
Hoe zal u erover
waken dat er geen misbruik van de regeling wordt gemaakt? U hebt daar geen
antwoord op gegeven.
Hoelang
zal de uitzonderingsregel nog duren? Zal dat nog langer dan het einde van dit
jaar zijn? U heeft ter zake ook geen perspectief geboden. Ik begrijp wel dat er
een andere regering in de maak is, maar dan nog. Deze maatregelen worden nu ook
voorbij de vermoedelijke formatieronde getild. Dan kan het ook geen kwaad om
verder te kijken dan eind december 2020 als het gaat over dit soort
maatregelen. Het is belangrijk dat alle betrokkenen ook weten waaraan en
waaraf. Ik ben dus niet zo razend enthousiast over de manier waarop dit wordt
aangepakt.
Wat het schorsen
van de degressiviteit van de werkloosheid betreft, heeft men initieel, in maart
en april 2020, gezegd dat het onmogelijk is voor werklozen en werkzoekenden om
een nieuwe job te vinden. Dat klopt ook. Er was een algemene lockdown. Die
situatie is nu wel veranderd. Er zijn vandaag knelpuntberoepen in bepaalde
sectoren. Daarom is het belangrijk dat net nu een versnelling hoger wordt
geschakeld in het versterken van het mechanisme voor het omscholen naar deze
knelpuntberoepen, veeleer dan in te gaan op een voorstel van sociale partners
om een en ander te verlengen tot het einde van dit jaar. Daar ben ik het
fundamenteel mee oneens. Vandaag is de situatie op de arbeidsmarkt immers toch
niet meer te vergelijken met die van maart en april 2020. Dat het geen
rozengeur en maneschijn is op de arbeidsmarkt, weten wij ook wel. De situatie
is nog steeds niet zoals ze was voor de coronacrisis. Het zal nog enige tijd
duren. Maar het signaal moet wel worden gegeven dat het omscholen naar een
ander beroep de normale gang van zaken moet worden. Het is niet meer redelijk
om aan te nemen dat men altijd in hetzelfde beroep moet terechtkunnen of dat
het alternatief daarvoor een werkloosheidsuitkering is.
Daarom zijn wij het
fundamenteel oneens met het langer aanhouden van de schorsing van de
degressiviteit van de werkloosheid. Dat is geen goed idee, wat ons betreft.
01.15 Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la ministre, je vous remercie pour vos
réponses. Je voudrais répliquer avec deux éléments. Premièrement, concernant
l'accord des partenaires sociaux et du Groupe des 10, le groupe écologiste est
favorable à la prolongation du gel de la dégressivité des allocations de
chômage et de la neutralisation de la période d'allocations d'insertion.
Concernant celle-ci et contrairement à ce que vient de dire mon collègue
M. Anseeuw, on voit justement qu'il y a encore une très grande difficulté
aujourd'hui pour toute une série de personnes sur le marché de l'emploi.
Oui, certains secteurs
arrivent à se redéployer et à redémarrer. Tant mieux! Mais énormément de
secteurs sont encore à l'arrêt. Vous avez cité l'événementiel, le secteur des
voyages. On pourrait citer le monde de la nuit, l'horeca, le commerce de
proximité. Habitant en ville, je me rends bien compte à quel point c'est
extrêmement compliqué dans les villes et les centres urbains. Ne punissons pas
une deuxième fois ceux et celles qui vont devoir chercher un emploi dans les
semaines et les mois qui viennent! On sait que c'est difficile. Cela n'empêche
d'ailleurs pas que les gens puissent changer de travail et trouver autre chose,
se relancer dans une autre carrière, mais il ne faut pas les punir. Ce n'est en
tout cas pas notre philosophie.
Vous dites que vous
allez proposer cela vendredi au gouvernement. Je me demande comment cela va se
passer ensuite. Dans l'état actuel des choses, le gouvernement peut-il prendre
des arrêtés royaux, sachant qu'on est toujours dans un format après-pouvoirs spéciaux
et donc sans pouvoirs spéciaux? Devrons-nous revenir ici en commission
parlementaire? Faut-il attendre un nouveau gouvernement de plein exercice? On
espère qu'il sera là le plus rapidement possible mais on sait que cela peut
encore prendre quelques jours. Quelle est exactement la procédure pour pouvoir
faire appliquer cette décision que nous soutenons pleinement? On est prêt à
revenir ici en commission pour le voter si nécessaire mais je voulais que ce
soit clair.
Le deuxième élément
sur lequel je voulais réagir concerne votre référence à la lettre que vous avez
reçue de Barbara Trachte, une collègue écologiste et secrétaire d'État à la
transition économique à Bruxelles. Elle vous a écrit le 26 août pour solliciter
une conférence interministérielle.
La présidente: Mme la ministre vient de
signaler que Mme Trachte a fait une demande pour les matières économiques et
non pas sur le travail et l'emploi.
01.16 Gilles Vanden
Burre (Ecolo-Groen): C'est
très juste. Ce que Mme Trachte souhaite, c'est une Conférence
interministérielle des ministres de l'Économie pour parler du redéploiement et
de la relance. Je pense que c'est fondamental que les politiques des différents
niveaux de pouvoir, fédéral et Régions, soient alignées et qu'on pense aussi à
la transition de notre économie.
En
tout cas, pour les écologistes, c'est un élément fondamental.
S'il y avait eu un
malentendu, tant mieux qu'il soit réglé et que cette Conférence
interministérielle se fasse au plus vite.
01.17 Nathalie
Muylle, ministre: Je suis
au courant. Nous sommes en train d'organiser une réunion dans les jours à
venir.
01.18 Sophie
Thémont (PS): Madame la
ministre, je vous remercie pour les réponses de manière générale mais ma
question concernait plus particulièrement les titres-services. Cela ne répond
pas spécialement puisque, comme vous le savez, les titres-services doivent
prouver les 20 % de jours de chômage, mais elles ne pourront pas le faire
puisqu'elles ont activé le mécanisme mis en place par la Région wallonne,
justement pour ne pas pénaliser les travailleurs.
On sait
qu'aujourd'hui, c'est un secteur qui est fragile, qui n'a pas encore repris
totalement. 30 % d'activité en moins, faut-il le souligner? Je trouve que
ces personnes, aujourd'hui, qui n'ont pas toujours des horaires complets et qui
ont un salaire moindre, se trouvent une nouvelle fois pénalisées. Ne serait-il
pas possible de corriger cette mesure et cette situation? Je vous remercie.
01.19 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Madame la ministre, si j'ai bien compris votre réponse, vous êtes favorable à
l'allongement de cette dégressivité. Nous ne pouvons que nous en réjouir. Nous
espérons que vous serez suivie par le reste de votre groupe.
01.20
Minister Nathalie Muylle: Ik wil kort enkele elementen aanhalen.
Bij het pakket dat
vrijdag aan de ministerraad wordt voorgelegd, hoort een budgettaire kostprijs,
zeker gezien de verlenging van de bevriezing van de degressiviteit en de
inschakelingsuitkering, en tegelijk de gelijkstelling voor het vakantiegeld
voor de dagen in tijdelijke werkloosheid. Hier staat telkens een budgettaire
impact tegenover. Die wordt ook berekend en zal voorgelegd worden aan de
regering.
Er is cao
nr. 103, maar ook de verlenging van de 5,63 euro gebeurt per cao. Die
cao's kunnen gemaakt worden en moeten dan bindend verklaard worden. Daarnaast
is er het aspect rond de degressiviteit en de inschakelingsuitkering. Dit kan
met een gewoon koninklijk besluit door de minister van Werk worden genomen. De
gelijkstelling voor het vakantiegeld wordt nog technisch bekeken. Ook de
sociale partners bekijken welk instrument wordt gekozen. We gaan ervan uit dat
dit wel met een wetgevende basis zal moeten gebeuren als er een akkoord over
komt. Dit zal namelijk vermoedelijk gaan over de sociale bijdragen. Tegen
vrijdag zal ook daarover duidelijkheid zijn. Als er een akkoord zou zijn,
kunnen we verder met een KB. Dat kan er vrij snel komen. Dan kunnen we de RVA
ook de nodige instructies geven inzake de degressiviteit om ervoor te zorgen
dat het verder kan blijven lopen. Voor de rest zal er natuurlijk ook een
wetgevende basis zijn en zal er in het kader van onderhandelingen die vandaag
op tafel liggen met de andere partijen moeten worden gesproken om er de nodige
steun voor te vinden. Wij hebben, zoals u weet, vandaag binnen de regering geen
meerderheid om dit te kunnen doen. Laten we echter eerst kijken wat daar
vrijdag verder mee gebeurt.
Mijnheer Anseeuw,
het is niet de eerste keer dat u daarover uw bezorgdheid geuit hebt. Het is
voor een groot stuk ook mijn bezorgdheid. We hebben daaromtrent ook niet
stilgezeten. U stelt terecht dat er een ongelooflijke uitdaging ligt op het
vlak van activering en vooral heroriëntering. U spreekt over heel veel
sectoren. Ik heb de laatste weken heel veel sectoren ontmoet. De enige sector waar
ik dit gehoord heb, is de bouwsector. Die vraagt heel duidelijk naar extra
handen. Ook de zorgsector vraagt vandaag heel wat mensen. Die heroriëntering
zal daar uiterst belangrijk zijn.
We
hebben hierover de laatste weken ook met Vlaanderen rond de tafel gezeten. U
weet dat de RVA elke 20ste van de maand alle gegevens doorgeeft over
werklozen, maar ook over mensen die tijdelijk werkloos zijn. Zo kan men met de
cijfers aan de slag. Men kan deze mensen responsabiliseren, oproepen, hun een
opleiding aanbieden. Men kan ook het aantal dagen werkloosheid zien van deze
mensen. Zo kan men deze mensen aanspreken, als men kan zien dat ze voor een
structurele periode al een hele tijd tijdelijk werkloos zijn, en in een
opleiding voor deze mensen voorzien. We geven die gegevens dus door.
Tot op vandaag heb
ik daarover enkel vanuit Vlaanderen vragen gekregen. We hebben dan ook onze
volledige medewerking verleend en die gegevens bezorgd. Ik weet niet in welke
mate diezelfde insteek leeft wat activering en heroriëntering betreft in andere
delen van het land. Maar als de vraag komt, staan wij volledig ter beschikking
om de nodige gegevens aan te leveren, zodat daar de inspanningen kunnen
gebeuren die volgens ons nodig zijn.
Mevrouw Thémont,
wat de dienstencheques betreft, vraagt u om deze mensen in tijdelijke
werkloosheid wegens corona te kunnen houden. Op een bepaald moment hebben zij
wel een voltijds loon gekregen, waardoor zij niet aan de vereiste 20 %
geraken. Zij vallen vandaag wel onder tijdelijke werkloosheid 2.0. Zoals u
misschien nog niet ziet, omdat het akkoord er nog maar net is, hebben de
sociale partners deze week ook in één van de vier punten in hun akkoord gezegd
dat ze de toeslag van 5,63 euro verlengen tot het einde van dit jaar. Dat
betekent eigenlijk dat er in se voor hen geen specifiek verschil is tussen
tijdelijke werkloosheid wegens corona en tijdelijke werkloosheid 2.0.
Het akkoord dat
deze week met de sociale partners gesloten is, en het feit dat de
5,63 euro door de werkgevers gegarandeerd wordt tot het einde van dit
jaar, betekent dat ze de volledige uitkering, zoals ze die bij de tijdelijke
werkloosheid wegens corona zouden krijgen, nu ook krijgen voor de tijdelijke
werkloosheid wegens economische redenen 2.0. Dat is voor de specifieke situatie
van deze mensen goed nieuws, denk ik.
01.21 Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de minister, u heeft een
sector genoemd: de bouwsector. Daar zijn er inderdaad knelpuntberoepen. Daar is
er een vraag naar meer handen, maar de tijdelijke werkloosheid kan er nog steeds
worden gebruikt. Ik vind dat dit wel wat meer aandacht verdient. Er zijn nog
andere sectoren in dat geval. Voor een goed begrip komt het de gewesten toe om
extra in te zetten op het omscholen naar nieuwe beroepen. Maar hier wordt wel
de context gecreëerd waarin dat gebeurt.
Het
gaat er mij niet om dat werklozen moeten worden gestraft of zelfs dubbel moeten
worden gestraft, wel gaat het er mij om dat werklozen moeten worden
aangemoedigd. Om die reden is de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen
wel degelijk relevant. Daarin dragen wij hier, op federaal niveau, wel degelijk
een verantwoordelijkheid. Mensen moeten niet worden gestraft, maar ze moeten
wel in een context zitten waarin zij worden aangemoedigd om zich te herscholen.
We zijn het er allen over eens dat het in bepaalde sectoren moeilijk is om aan
de bak te komen. Om die reden juist moet over het muurtje worden gekeken naar
andere sectoren.
Tot slot, u hebt in
uw repliek verwezen naar de budgettaire impact van het voorstel, onder andere
omtrent het verder schorsen van de degressiviteit van de
werkloosheidsuitkeringen. Kunt u enigszins toelichten welke die budgettaire
impact is?
01.22 Minister Nathalie Muylle: In het kader van het gemaakt akkoord
behoort dat tot de berekeningen die momenteel worden uitgevoerd, om na te gaan
wat de kostprijs zou zijn. Wat er in de komende periode verder nog gebeurt, is
daarbij natuurlijk nog een vraagteken. In het kader van de vergaderingen van de
superkern voor het zomerreces hebben we in die zin een oefening gemaakt,
waarbij de verlenging op 150 miljoen euro uitkwam voor de resterende
maanden. Nu wordt er gewerkt op basis van recentere cijfers en ook op basis van
juistere ramingen.
01.23 Björn Anseeuw (N-VA): Ik veronderstel dat die berekening
deze week nog klaar zal zijn, aangezien u dit zult voorleggen aan de
ministerraad. Kunt u desgevallend die berekening ook aan ons bezorgen? Het gaat
namelijk om een hiaat in het antwoord van vandaag.
01.24
Minister Nathalie Muylle: Bent u ook geïnteresseerd in de berekening van de
gelijkstelling van de vakantiedagen? Op dat vlak is de factuur heel wat hoger.
Er werd een akkoord
gemaakt dat een en ondeelbaar is. Als ik de gegevens ter beschikking heb, wil
ik u over de vier elementen, het geheel van het akkoord, wel duidelijkheid
verschaffen.
01.25 Björn Anseeuw (N-VA): Zeer graag. Ik dacht voorzichtig de
deur te openen over één aspect en ik ben blij dat u de deur zelf helemaal
geopend hebt.
La présidente: Merci, madame la ministre.
Nous pourrons faire suivre toutes les informations que vous nous transmettrez.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
02
Débat d'actualité sur le secteur culturel et questions jointes de
-
Ludivine Dedonder à Maggie De Block (Affaires sociales, Santé publique, Asile
et Migration) sur "Le soutien au secteur culturel" (55008407C)
-
Ludivine Dedonder à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Le soutien au secteur culturel" (55008408C)
-
Evita Willaert à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"L'application de la loi du 15 juillet relative à l'accès aux allocations
de chômage" (55008461C)
- Anja
Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Le
soutien au secteur culturel et événementiel" (55008470C)
-
Ludivine Dedonder à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Les blocages auxquels sont confrontés les travailleurs du secteur
culturel" (55008557C)
-
Nadia Moscufo à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Les aides au secteur culturel" (55008753C)
-
Björn Anseeuw à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La loi du 15 juillet 2020 améliorant la situation des travailleurs du
secteur culturel" (55008771C)
-
Julie Chanson à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Le soutien aux artistes et au secteur événementiel" (55008797C)
-
Julie Chanson à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Le secteur culturel" (55008799C)
-
Julie Chanson à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Les blocages administratifs auxquels est confronté le secteur
culturel" (55008801C)
02
Actualiteitsdebat over de culturele sector en toegevoegde vragen van
-
Ludivine Dedonder aan Maggie De Block (Sociale Zaken, Volksgezondheid, Asiel en
Migratie) over "De steun voor de cultuursector" (55008407C)
-
Ludivine Dedonder aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De steun voor de cultuursector" (55008408C)
-
Evita Willaert aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De toepassing van de wet van 15 juli met betrekking tot de toegang tot
werkloosheid" (55008461C)
- Anja
Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
ondersteuning van de cultuur- en evenementensector" (55008470C)
-
Ludivine Dedonder aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De obstakels voor de werknemers in de cultuursector" (55008557C)
-
Nadia Moscufo aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
steun voor de cultuursector" (55008753C)
-
Björn Anseeuw aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
wet van 15 juli 2020 tot verbetering van de toestand van de werknemers in de
culturele sector" (55008771C)
-
Julie Chanson aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
steun voor de kunstenaars en de evenementensector" (55008797C)
-
Julie Chanson aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
cultuursector" (55008799C)
-
Julie Chanson aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
administratieve obstakels voor de cultuursector" (55008801C)
02.01 Ludivine Dedonder (PS):
Madame la ministre, comme vous le savez, notre assemblée a adopté la loi du 15
juillet 2020 améliorant la situation des travailleurs du secteur culturel, qui
se trouvent depuis maintenant plus de six mois dans une situation précaire.
Cette loi représente une véritable bouffée d'oxygène pour le secteur car elle
offre une protection sociale à ses travailleurs qui étaient, jusqu'ici, sans
rien.
Malheureusement, après
certaines tentatives de blocage au Parlement, nous en constatons aujourd'hui de
nouvelles - tout à fait inacceptables - sur le plan administratif,
empêchant l'exécution de ces mesures d'urgence. Comme moi, vous avez reçu de
nombreux témoignages via les fédérations culturelles, que je remercie au passage
pour leur travail et leur vigilance.
Outre que les caisses
de paiement sont débordées, certaines pratiques - contraires à l'esprit de
notre loi - sont totalement inacceptables et rendent les situations
discriminatoires, contradictoires ou aléatoires. Dans certains cas, la
situation sociale et économique des travailleurs se trouve aggravée, si bien
que certains hésitent à exercer leurs droits. Par exemple, lorsque quelqu'un
demande à pouvoir bénéficier du chômage temporaire ou de la mesure d'urgence,
les allocations liées au statut d'artiste ou les allocations d'insertion sont
suspendues. Ce n'est évidemment pas le but. Je demande que la logique de
l'urgence soit respectée, à savoir le maintien des allocations et la
régularisation dans un second temps. De même, certaines personnes se sont vues
refuser l'accès à la mesure d'urgence au motif qu'elles ne dépendaient pas de
la bonne commission paritaire, alors qu'elles exerçaient une activité
artistique au théâtre de La Monnaie ou au Théâtre National.
Madame la ministre, je
vous demande de mettre fin à ces pratiques pour que les mesures prises par
notre assemblée soient correctement mises en œuvre.
Quelles initiatives
avez-vous prises ou allez-vous prendre pour faire respecter l'esprit de la loi
et mettre fin aux blocages? Allez-vous vous inscrire dans l'optique de
l'urgence en donnant comme instruction à l'administration de ne pas bloquer les
indemnités en attendant une éventuelle régularisation?
Au-delà de la question
de ces blocages qui n'auraient pas dû exister, je vais vous demander un soutien
particulier au secteur culturel. J'imagine que vous avez reçu ce courrier
d'acteurs du secteur culturel qui nous démontre qu'aider ce dernier en
compensant sa perte de billetterie permet de sauver tous les emplois et coûte,
in fine, moins aux autorités publiques que les pertes de cotisations et
l'augmentation du chômage.
En effet, un célèbre
théâtre nous fait remarquer qu'en raison des mesures restrictives et des pertes
de billetteries, la mise au chômage de son personnel coûterait à l'État, au
cours de la saison à venir, la somme de quelque 1,5 million d'euros, à répartir
entre le chômage et les pertes de cotisations, soit 148 000 euros par
mois.
Compenser
leurs pertes d'un million permettrait donc de sauver les emplois et
d'économiser 489 000 euros. D'après eux, investir 4,5 millions d'euros
permettrait à tous les théâtres de la fédération Wallonie-Bruxelles de réaliser
leur saison prévue sans devoir mettre qui que ce soit au chômage et générer, en
plus, une économie pour l'État d'à peu près 3,4 millions par an soit
450 000 euros par mois. C'est en tout cas à analyser.
Quelle est votre
position sur cette question? De votre côté, avez-vous fait vos calculs?
Parvenez-vous à ces mêmes résultats? Avez-vous pris contact avec la fédération
Wallonie-Bruxelles et avec la Communauté flamande afin de trouver une solution?
02.02 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, op
15 juli werd de wet die instaat voor de versoepeling van de toegangsvoorwaarden
van een werkloosheidsuitkering voor artiesten, kunstenaars en werknemers uit de
cultuur- en evenementensector ondertekend door de Koning. Op 27 juli verscheen
de wet in het Belgisch Staatsblad. Deze wet zorgt ervoor dat artiesten,
kunstenaars of werknemers uit de cultuur- en evenementensector onder bepaalde
voorwaarden recht krijgen op een klassieke werkloosheidsuitkering. Daar hebben
ze recht op tot 1 januari 2021.
Van op het
terrein horen wij echter zeer verontrustende signalen. Daarom wil ik u graag de
volgende vragen stellen:
Het lijkt erop
dat de kunstenaars en technici uit de betrokken sectoren onvoldoende op de
hoogte zijn gebracht van deze nieuwe mogelijkheid. Welke maatregelen zijn er
genomen om - op een proactieve manier - mogelijke begunstigden van deze maatregel
te informeren? Hebben de uitbetalingsinstellingen hiervoor specifieke
instrumenten ontwikkeld?
Werden de
werknemers van de uitbetalingsinstellingen, in het bijzonder van de HVW, recent
opgeleid en gevormd over deze nieuwe regelgeving voorzien in de wet van 15
juli? Wij horen namelijk van op het terrein dat artiesten eind augustus
aanklopten bij de HVW maar te maken kregen met werknemers die niet op de hoogte
waren van deze mogelijkheid om een recht op een werkloosheidsuitkering te
openen of hun artiestenstatuut te verlengen, zoals voorzien in de wet van 15
juli.
Dezelfde
medewerkers van de HVW spraken zelfs over een deadline voor het indienen van
een dergelijke aanvraag: 31 augustus 2020. Bevestigt u deze deadline? Zoja, op
basis van welke elementen werd deze deadline vastgelegd?
Kunt u
inschatten hoeveel potentiële rechthebbenden er zouden zijn m.b.t. deze nieuwe
regelgeving?
Hoeveel
aanvragen werden er reeds ingediend tot op vandaag, per uitbetalingsinstelling?
Hoeveel van deze
aanvragen werden er aanvaard en hoeveel werden er geweigerd?
Welk bedrag werd
er tot nu toe uitbetaald door de RVA?
02.03 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, in een open
brief van 27 augustus 2020 hebben de Belgische beroepsfederaties in de
cultuursector nogmaals de precaire situatie geschetst waarin de cultuur- en
evenementensector zich bevindt. Naast de algemene oproep naar perspectief en
ondersteuning, wijzen ze in de brief ook op toepassingsproblemen, waardoor de
betrokken werknemers, ondanks de verbeteringen die werden aangenomen, zonder
inkomenscompensatie blijven.
Om een
verlenging van de neutralisatie te krijgen, moeten 3 artistieke prestaties
worden voorgelegd over een referteperiode van 12 maanden. Overeenkomstig de wet
van 15 juli 2020 tot verbetering van de statuut van werknemers in de culturele
sector, moet voor het bepalen van die referteperiode van 12 maanden geen
rekening worden gehouden met de periode van 13 maart 2020 tot en met 31
december 2020. Sommige uitbetalingsinstellingen interpreteren de wet alsof er
tijdens die periode geen prestaties kunnen worden voorgelegd.
Daarnaast wordt
in de brief nog het belang benadrukt van de verlenging van het soepel stelsel
van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht en de opschorting van de
degressiviteit.
Mijn vragen
zijn:
Bent u op de
hoogte van die interpretatieproblemen? Welke interpretatie hanteert de RVA?
Welke initiatieven zal de RVA nemen om een uniforme toepassing te waarborgen?
Hoeveel personen
hebben op basis van voornoemde wet toegang gekregen tot volledige
werkloosheidsuitkeringen? Hoeveel aanvragen werden ingediend en in hoeveel
gevallen werd de aanvraag geweigerd?
Geldt de
verlenging van de tijdelijke werkloosheid voor bedrijven en sectoren die
bijzonder hard getroffen zijn door de corona-crisis onder dezelfde voorwaarden
voor de cultuursector, met inbegrip van alle versoepelingen voor werknemers met
atypische en kortdurende contracten?
Heeft u reeds
overleg gehad met de briefschrijvers en met welk resultaat?
Met dank voor de
verstrekte antwoorden.
02.04 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Madame la ministre, le 8 juillet dernier, le Parlement fédéral a adopté des
mesures d’urgence en faveur des artistes et des techniciens à la suite d'une
proposition de loi déposée fin avril, de mémoire. C'est une proposition de loi
qui a pris beaucoup de temps. Les débats ont été nombreux comme les manœuvres,
si je puis les qualifier ainsi, pour retarder l'affaire. On y est finalement
parvenu le 8 juillet. Que voit-on maintenant? Après le vote de cette proposition
de loi, il faut presque autant de temps pour qu'elle soit correctement
appliquée. On se pose vraiment des questions sur la volonté ou non du
gouvernement de défendre ce secteur comme il se doit.
Nous revenons donc
avec des questions parce que nous avions déjà envoyé des questions écrites, le
15 juillet, à la ministre De Block à ce sujet et que nous n’avons toujours pas
reçu de réponse. À la date du 31 juillet et du 31 août, combien de techniciens
et d’artistes ont-ils bénéficié du chômage temporaire grâce à l’adoption de la
loi du 8 juillet? À combien estimez-vous le nombre de personnes qui ont droit à
ce dispositif mais qui n’en bénéficient toujours pas à l’heure actuelle et pour
quelles raisons? Ces mêmes artistes et techniciens ont-ils reçu l’ensemble des
indemnités auxquelles ils ont droit grâce à l’effet rétroactif de la loi?
Enfin, quelles démarches ont-elles été entreprises par votre gouvernement pour
vous assurer que tous les travailleurs concernés reçoivent bien l’intégralité
des aides dans un délai rapide? Je vous remercie.
02.05 Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de minister, in
regel moeten kunstenaars minstens 312 werkdagen gedurende een periode van 21
maanden kunnen aantonen om aanspraak te kunnen maken op een
werkloosheidsuitkering. Dankzij de wet van 15 juli kunnen kunstenaars nu
uitzonderlijk tussen 1 april 2020 en 1 januari 2021 aanspraak maken op een
werkloosheidsuitkering indien zij tien betaalde activiteiten of 20 arbeidsdagen
kunnen bewijzen tussen 13 maart 2019 en 13 maart 2020. Door deze maatregel zal
een relatief grote groep artiesten die voorheen nog geen werkloosheidsuitkering
ontving op korte termijn ineens in de werkloosheidsuitkering treden. De kans
bestaat dat zij de regels voor de aangifte van gewerkte dagen tijdens deze
periode van werkloosheid nog niet voldoende kennen.
Mijn vragen in
dat verband:
Slaagt de RVA er
in om de aanvragen gebaseerd op de nieuwe wet tijdig te verwerken? Doen zich
hierbij bepaalde problemen voor?
Kunstenaars die
tot en met 31 december een werkloosheidsuitkering ontvangen, zullen ook via hun
controlekaart moeten melden wanneer ze toch nog activiteiten aanvatten dit
najaar. Doordat het om een grote groep nieuwe werklozen gaat, is de kans op het
niet aangeven van deze activiteiten uit onwetendheid groter. Welke bijkomende
inspanningen doet de RVA om oneigenlijk gebruik te voorkomen bij deze
doelgroep?
De kunstenaars
kunnen in principe bij hun aanvraag met terugwerkende kracht een uitkering
aanvragen vanaf 1 april. Eventuele prestaties die zich toch zouden hebben
voorgedaan sinds 1 april tot op het moment van de aanvraag moeten hierbij ook
in rekening worden gebracht. Zijn de aanvragers hierover voldoende
geïnformeerd? Wordt deze informatie steeds correct verstrekt door de
aanvragers? Wordt veel aandacht besteedt aan de controle hierop? Hoe
controleert de RVA dit concreet?
Hoeveel
kunstenaars en technici die in normale omstandigheden geen aanspraak zouden
kunnen gemaakt hebben op een werkloosheidsuitkering, hebben sinds de
inwerkingtreding van de wet van 15 juli een werkloosheiduitkering aangevraagd?
Wat is de voorlopige budgettaire impact van de betaling van deze bijkomende
werkloosheidsuitkeringen?
La présidente: Mme Chanson s'est
excusée pour aujourd'hui.
02.06 Nathalie
Muylle, ministre: Madame
la présidente, j'ai intégré ses questions dans ma réponse.
Madame Dedonder,
au cours des derniers mois, j'ai reçu de nombreuses lettres et courriels
provenant du secteur culturel. Dans votre question, je ne retrouve pas de
référence précise à la lettre à laquelle vous vous référez. Je ne sais donc pas
de quelle lettre il s'agit exactement.
Sans référence à un
numéro BCE concret, il m'est difficile de vérifier combien d'allocations de
chômage les collaborateurs de certains théâtres auraient perçu ou percevront.
Ik
ben natuurlijk uitsluitend bevoegd voor de reglementering met betrekking tot de
werkloosheidsuitkeringen. Deze bedragen kunnen niet zomaar worden aangewend om
als subsidie te worden toegekend aan ondernemingen in de culturele sector.
Zoals u weet, behoort deze bevoegdheid tot de regio's.
Wat de overige
vragen met betrekking tot de artistieke en de culturele sector betreft, kan ik
het volgende zeggen.
En ce
qui concerne le soi-disant blocage du dossier des artistes, l'ONEM met tout en
œuvre pour traiter le plus rapidement possible les dossiers complets de demande
d'allocations de chômage complet ou temporaire qu'il reçoit. Dans le cadre du
chômage temporaire, l'ONEM a reçu 1 680 demandes dont
1 378 ont fait l'objet d'une décision et 302 ont été renvoyées à l'organisme
de paiement en raison du fait que le dossier n'était pas complet. Dans le cadre
du chômage complet, aux conditions d'admission assouplies et prévues par la loi
du 15 juillet 2020, l'ONEM a reçu et traité positivement
39 demandes d'allocations à ce jour.
Er
is dus geen enkele negatieve beslissing genomen in deze dossiers. De indiening
per uitkeringsinstelling is niet beschikbaar. De RVA heeft nog geen schatting
kunnen maken van de budgettaire impact van deze nieuwe maatregel. De
maatregelen die worden uitbetaald zijn conform de ingediende controlekaarten en
de regelgeving. Het bedrag van deze uitbetalingen is ook nog niet beschikbaar.
Je
trouve étonnant que ni moi ni mes collaborateurs n'ayons reçu aucune question
individuelle concernant un blocage de paiement. Si vous avez des informations à
ce sujet, j'aimerais bien recevoir les données de ces dossiers individuels afin
de pouvoir les faire vérifier par l'ONEM.
Als
er individuele dossier zijn, bezorg ze ons.
Ten tweede, zowel
de RVA als de uitbetalingsinstellingen vervullen hun informatietaak nauwgezet.
Teneinde de beoogde werknemers snel en correct te kunnen informeren, krijgen de
werklozen op het ogenblik van hun uitkeringsaanvraag van hun
uitbetalingsinstelling een document met informatie. Dat document werd opgesteld
door de RVA in het kader van het handvest van de sociaal verzekerde en bevat
hun rechten en plichten als volledig werklozen.
Lors
de leur demande d'allocations, les artistes doivent remplir un document
C1 artistes dans lequel ils doivent donner plus d'informations sur leur
activité artistique. Dans le même temps, ils sont informés via l'annexe des
différentes obligations en matière de déclarations pour chômeurs.
Ze
krijgen allemaal een controlekaart waarop de instructies staan om ze in te
vullen. Er staat onder andere ook op dat een bezoldigde activiteit erop moet
worden vermeld.
Ten slotte staan
specifieke infobladen voor de werknemers uit de artistieke sector ook op de
website van de RVA. Ook in die infobladen wordt de nadruk gelegd op de
aangifteverplichting.
Dans
le cadre des mesures prises pour les travailleurs du secteur artistique, et
plus précisément la loi du 15 juillet, l'ONEM a adapté son site internet.
Sur la page d'accueil, il est maintenant fait référence à la nouvelle loi. Dans
cette explication générale, l'ONEM rappelle qu'outre les conditions assouplies
pour l'accès aux allocations de chômage, les règles habituelles sont
d'application. Ces règles concernent entre autres l'introduction de la demande
d'allocations et les obligations auxquelles les chômeurs sont soumis.
Ten
slotte herinner ik eraan dat de werkloze, om de maandelijkse uitbetaling van de
werkloosheidsuitkering te krijgen, de controlekaart op het einde van de maand
moet indienen bij zijn uitbetalingsinstelling. Die uitbetalingsinstelling moet
Dimona consulteren vooraleer de uitbetaling uit te voeren om te vermijden dat
ze dagen vergoedt waarop de werkloze heeft gewerkt.
Ook de Hulpkas voor
werkloosheidsuitkeringen informeert deze doelgroep op een duidelijke en
structurele manier. Op haar website staat een specifieke rubriek voor artiesten
en technici uit de betrokken sectoren, waar het onlangs bijgewerkte infoblad
van de RVA heel vlot kan worden teruggevonden.
La
procédure d'introduction pour les demandes d'allocations en raison des
événements annulés y est également décrite.
De
werknemers van de Hulpkas werden geïnformeerd via de onthaalpagina van hun
intranet via een intern document van 14 augustus met als titel
"Artiesten en technici in volledige werkloosheid - tijdelijke maatregel
COVID-19", waarin de nieuwe bepalingen staan beschreven.
La
date limite du 31 août 2020 était mal entendue pour certains
collaborateurs étant donné que pour de nombreux dossiers de chômage complet, il
est effectivement possible de demander un délai supplémentaire d'un mois auprès
de l'ONEM afin de préserver les droits des personnes concernées.
De
uitkeringsaanvraag in het kader van volledige werkloosheid moet aankomen bij
het werkloosheidsbureau binnen de twee maanden. Die termijn begint te lopen de
dag die volgt op de eerste dag waarop de uitkering wordt aangevraagd.
En ce
qui concerne les demandes dans le cadre de l'admissibilité assouplie, l'ONEM a
toutefois déterminé que le délai commencerait plus tôt qu'à partir du 27
juillet 2020. Pour avoir droit aux allocations de chômage à partir du 1er
avril 2020 par exemple, la demande d'allocation doit arriver à l'ONEM au plus
tard le 26 septembre.
Zodra
het volledig dossier is ingediend, werkt de RVA het dossier zo snel mogelijk
af. Er zijn bij de administratie geen richtlijnen uitgevaardigd die zouden
leiden tot het blokkeren van vergoedingen voor sommige werknemers. Zoals net
vermeld, worden de werkloosheidsuitkeringen pas betaald na de indiening van de
controlekaart van de maand waarvoor de uitkering wordt aangevraagd en gebeurt
de betaling pas na consultatie van Dimona.
Bovendien gebeurt
er weer een controle a posteriori door de RVA die de vergoede dagen
vergelijkt met de arbeidsdagen aangegeven in Dimona.
In de schriftelijke
neerslag van de vragen werden heel veel gedetailleerde vragen gesteld. U hebt
die hier niet herhaald, maar de vragen zijn wel gesteld. Vandaar de vele
details.
De mogelijkheid
voor werknemers in de culturele sector om tijdelijke werkloosheid aan te vragen
in het kader van geannuleerde evenementen is verlengd tot 31 december.
Les mesures de
prolongation de l'avantage de neutralisation des périodes d'indemnisation pour
les artistes et les techniciens du secteur artistique et le prolongement de la
période de référence pour obtenir et prolonger cet avantage restent également
en vigueur jusqu'au 31 décembre 2020. Le droit passerelle, qui est une
compétence de mon collègue M. Ducarme, court normalement parallèlement aux
mesures de chômage temporaire.
Het
is voor geen enkele maatregel voorzien om de datum van 31 december te
overschrijden. Dit staat ook niet in de engagementen van deze regering in het
kader van de superkern. Wij houden ons daar dan ook aan. Dit geldt ook voor de
vraag om in 2021 une année blanche toe te staan voor de culturele en
artistieke sector. Het is aan de volgende regering om hierin eventueel op te
treden.
L'ONEM
a pris comme position que les prestations qui répondent aux conditions et qui
se situent dans la période de la référence neutralisée peuvent être prises en
compte dans la période de référence prolongée. Ceci est également le cas si
elles ont été utilisées pour l'attribution ou le renouvellement d'un avantage.
Ce principe est repris dans la note technique de l'ONEM pour les bureaux de
chômage et les organismes de paiement.
Een
lijst van sectoren die volledig of gedeeltelijk worden beschouwd als bijzonder
hard getroffen en die verder kunnen genieten van tijdelijke werkloosheid door
overmacht tot 31 december, verschijnt binnenkort in het Belgisch
Staatsblad. In de lijst staan onder andere ook de paritaire comités voor de
audiovisuele sector, het paritair comité voor het vermakelijkheidsbedrijf en
het paritair comité voor de socioculturele sector.
Het principe van
het recht op tijdelijke werkloosheid voor de werknemers die moesten worden
aangeworven in het kader van een geannuleerd evenement, blijft van toepassing,
ongeacht het statuut van de werkgever.
Depuis
le début de la crise du coronavirus, à plusieurs reprises et de manière intensive,
des concertations avec les représentants du secteur artistique et événementiel
ont eu lieu.
Ik
heb begrepen dat hieromtrent morgen opnieuw overleg plaatsvindt. De maatregelen
die ik de voorbije maanden nam, zullen ook het voorwerp uitmaken van dit
overleg.
Nogmaals mijn
excuses voor de zeer grote techniciteit, maar u hebt mij daar ook om gevraagd.
02.07 Ludivine Dedonder (PS):
Madame la ministre, veuillez tout d'abord m'excuser, car j'avais été appelée en
commission de la Justice, si bien que j'ai raté le début de votre intervention.
Dès lors, je lirai attentivement le compte rendu et reviendrai vers vous.
02.08 Nathalie
Muylle, ministre: Je tiens
simplement à préciser que nous n'avons pas reçu de dossiers de blocage. Si vous
en disposez, il est très important que nous en prenions connaissance.
02.09 Ludivine
Dedonder (PS): En ce cas,
je vais vous faire parvenir un beau petit dossier.
02.10 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik heb
de cijfers die u gaf niet zo goed kunnen volgen. Er was sprake van 1.000
beslissingen en 300 dossiers die werden teruggestuurd naar de
betalingsinstellingen omdat ze niet volledig waren. Daarna had u het in het
kader van de wet van 15 juli 2020 over 39 aanvragen en geen beslissingen.
Klopt dat?
02.11 Minister Nathalie Muylle: Neen, die 39 aanvragen zijn allemaal
positieve beslissingen.
02.12 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Waarover ging dat cijfer van
1.300 dan? Mijn excuses voor mijn vraag, mevrouw de minister.
02.13 Minister Nathalie Muylle: Ik zal het opnieuw voorlezen. In het
kader van de tijdelijke werkloosheid ontving de RVA 1.680 aanvragen, waarvan
1.378 aanvragen werden goedgekeurd en 302 aanvragen werden teruggestuurd naar
de uitbetalingorganismen omdat het dossier onvolledig was. In het kader van de
volledige werkloosheid onder de versoepelde toelatingsvoorwaarden van de wet
van 15 juli 2020 hebben we op heden 39 aanvragen voor uitkeringen
ontvangen. Deze kregen allemaal een positieve beslissing.
We wachten dus nog
op 302 dossiers die werden teruggestuurd omdat ze onvolledig waren. Ik vermoed
dat een groot deel daarvan zal terugkomen.
De volledige
dossiers in beide systemen kregen een positieve beslissing.
02.14 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Dank u mevrouw de minister.
Het is nu heel duidelijk.
Ik schrik wel van
die 39 aanvragen. Dat lijkt mij weinig te zijn. Hoe zou dat komen, volgens u?
De vraag leefde immers wel sterk in de sector. Het doet mij vermoeden dat men
de weg nog niet kan vinden naar het nieuwe recht dat men kan doen gelden.
Ik ben wel
gerustgesteld na de getuigenis die ik hoorde over een bezoek aan de Hulpkas
begin augustus.
Sindsdien
is er zowel intern als extern op de website informatie gegeven, zowel aan de
medewerkers als aan mensen die hun rechten willen doen gelden. Dat lijkt mij
een goede zaak. Het is goed dat het misverstand van die 31 augustus is
uitgeklaard. Ik blijf echter wat op mijn honger zitten. Die 39 lijkt mij
bijzonder weinig te zijn. Ik weet niet hoe u dat interpreteert, of u daarvoor
al elementen ter interpretatie heeft. Daar ben ik nog benieuwd naar.
02.15 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor
de verduidelijking. Ik zat met dezelfde vraag rond de cijfers. Die 39 verbaast
mij ook.
We hebben allemaal
dezelfde signalen gekregen dat een aantal uitbetalingsinstellingen aanvragen
begonnen te blokkeren omwille van een interpretatieprobleem. De RVA zelf gaf de
correcte interpretatie, maar die werd niet altijd gevolgd door de
uitbetalingsinstellingen. Dat is wel een bericht dat enorm is verspreid in die
sector.
Het is soms al
moeilijk in die wereld om alle administratie en alle papieren bij te houden.
Daar moet een hele boekhouding voor worden opgezet. Die mensen zonk de moed
soms in de schoenen. Ze dienen allerlei papieren in en krijgen uiteindelijk
geen uitkering. Die acties zijn deze zomer blijven doorgaan. Sommige mensen
hadden toen nog altijd geen inkomen. Ik vind het in die zin wel goed dat de
interpretatie van de RVA is aangepast, dat er zoveel positieve antwoorden zijn
op de dossiers inzake tijdelijke werkloosheid en dat het verlengd wordt tot
december. Ik hoop dat de dossiers van die 302 snel in orde raken. In sommige
gevallen gaat het om mensen die al lang zonder inkomen zitten, die al lang aan
het drukken zijn en systematisch met de versoepelingen zijn meegenomen. Een
aantal valt spijtig genoeg nog altijd tussen de mazen van het net. Een
combinatie van dat alles zorgt ervoor dat de wet van 15 juli toch nog meer
bereik zou moeten hebben. Die correcte interpretatie van de RVA moet duidelijk
doorsijpelen tot bij iedereen.
02.16 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Madame la ministre, je vous remercie de vos réponses.
Comme mes collègues,
je suis préoccupée par ces chiffres. Cela vaut la peine de les analyser de
manière plus approfondie. Tout d'abord, il faudrait se demander pourquoi 302
personnes n'ont pas pu recevoir leur dû au motif que leur dossier serait
incomplet. En effet, cela donne un grand pourcentage de gens qui restent sur le
carreau. Il ne faudrait pas que des problèmes administratifs viennent
compliquer les choses. Je ne dis pas que c'est fait consciemment, mais en tout
cas les chiffres sont révélateurs.
De toute façon, nous
ne manquerons pas de vous faire connaître les cas individuels en situation de
blocage, comme vous nous l'avez proposé.
Plus généralement, je
rappelle que le secteur continue de se mobiliser, parce qu'il regrette le
caractère insuffisant des mesures prises, non seulement sur le plan du droit à
une indemnité, mais également dans l'optique d'obtenir une meilleure protection
et une plus grande cohérence à l'avenir.
02.17
Minister Nathalie Muylle: Mevrouw de voorzitter, mevrouw Moscufo, ik wil ter
zake nogmaals heel duidelijk zijn.
Vandaag zijn 302
dossiers niet compleet. Ik denk dat de Kamer ook de mening is toegedaan dat die
dossiers in orde moeten zijn en dat ze bewijsmateriaal moeten bevatten. U
verwijst naar de administratie en oordeelt dat het administratieve proces te
zwaar is. Wij en zeker de Kamer hebben regelgeving goedgekeurd, waarmee wij al
heel ver in hun vragen zijn meegegaan en waarbij wij ook hebben aangegeven dat
de betrokkenen minstens een aantal zaken moeten kunnen bewijzen en opdrachten
moeten kunnen aantonen. Er moet toch bewijsmateriaal zijn.
Indien blijkt dat
in die 300 dossiers die elementen onvoldoende aanwezig zijn, wat hoofdzakelijk
het geval is, is de juiste houding en hopelijk ook uw houding, om die dossiers
tot een goed einde te brengen. Met de rol en de taak van de RVA om ervoor te
zorgen dat een dossier voldoende bewijskracht en bewijsmateriaal bevat, om het
te kunnen afronden, staat of valt de regelgeving die u hier in het Parlement
ter zake hebt goedgekeurd.
02.18 Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, u hebt volkomen gelijk met uw laatste tussenkomst. Meer nog, ik wil
eraan herinneren dat voor de wet van 15 juli 2020 een meerderheid in
deze Kamer ervoor heeft gekozen om een van de basisprincipes van onze
werkloosheidsverzekering met voeten te treden, namelijk dat men moet bijdragen
vooraleer men kan gebruikmaken van die verzekering.
Als er dan nu nog
stemmen opgaan dat die bewijzen niet nodig zouden zijn om aan te geven dat men
inderdaad recht kan hebben op die regelgeving, waarbij een van die
basisprincipes al met voeten wordt getreden, dan breekt mijn klomp helemaal.
Mevrouw de minister, u hebt helemaal gelijk met uw laatste tussenkomst. Het zou
er nog aan mankeren dat dossiers niet volledig moeten zijn.
De cijfers spreken
voor zich. Het precedent dat werd geschapen met de wet van
15 juli 2020 heeft tot op vandaag blijkbaar voor welgeteld
39 aanvragen van kunstenaars gezorgd. Dat kan tellen. Ik zou ook
schrikken, mocht ik die wet hebben goedgekeurd, want ik zou mij in de eerste
plaats afvragen wat we op 15 juli eigenlijk hebben gedaan voor maar
39 aanvragen, terwijl alle partijen, behalve N-VA, vooraf ervan overtuigd
waren dat de hemel op ons hoofd zou vallen als het ging om de kunstenaars, want
dat duizenden kunstenaars zouden sterven van honger en ontbering. Twee maanden
na datum zijn er 39 aanvragen, dus dat spreekt boekdelen.
Ik heb nog een
korte vraag met betrekking tot de controle op de uitvoering van deze wet. Als
ik het goed begrijp, bestaat deze controle uit het met Dimona aftoetsen van de
kaarten die door de kunstenaars worden ingediend. Verder wordt daarmee niets
bijzonders gedaan?
02.19
Minister Nathalie Muylle: (…)
02.20 Björn Anseeuw (N-VA): Ik dank u voor de verduidelijking.
La présidente: Madame la ministre,
souhaitez-vous apporter des informations complémentaires?
02.21
Minister Nathalie Muylle: Ik denk dat ik, misschien vóór mijn beurt, de
repliek al heb gegeven.
02.22 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Madame la ministre, même si les chiffres nous fournissent une certaine
indication, ce point reste un sujet compliqué. Lorsque nous avons tenu le débat
sur le secteur, nous nous sommes demandé à quel niveau nous allions placer la
barre des conditions. Un consensus s'est dégagé, mais tout le monde n'était pas
d'accord sur les conditions demandées.
Dans ce secteur
particulier, il est parfois difficile de prouver que la signature d'un contrat
est imminente, certaines personnes n'obtenant leur contrat que le premier jour
de travail. Même si certains travailleurs du secteur ne répondent pas aux
conditions, il faut bien qu'ils puissent "remplir leur frigo", mais
il s'agit là d'un autre débat.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
- Anja
Vanrobaeys aan Alexander De Croo (VEM Financiën en Ontwikkelingssamenwerking)
over "De vergoeding voor telewerk" (55007570C)
-
Nadia Moscufo aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"Telewerk" (55008811C)
- Anja
Vanrobaeys à Alexander De Croo (VPM Finances et Coopération au développement)
sur "L'indemnité octroyée pour le télétravail" (55007570C)
-
Nadia Moscufo à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Le télétravail" (55008811C)
03.01 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, op de
superkern van 12 juni werd in het kader van bijkomende steunmaatregelen
aangekondigd dat de door telewerkers gemaakte kosten gemakkelijker zullen
kunnen worden vergoed, tot een maximum van 127 euro per maand, met het oog op
een beter evenwicht in de toekomst tussen werk en privé.
Momenteel
bepaald artikel 9 van de cao nr. 85 voor het structureel telewerken dat de
werkgever verantwoordelijk is voor het beschikbaar stellen, het installeren en
het onderhouden van de benodigde apparatuur voor telewerk. De werkgever
vergoedt of betaalt uitsluitend de kosten van de verbindingen en de
communicatie die verband houden met het telewerk. Indien de telewerker zijn
eigen apparatuur gebruikt, berekent de werkgever de verschuldigde kosten vóór
het begin van telewerk, ofwel pro rata de telewerkdiensten of volgens een door
de partijen overeengekomen verdeelsleutel. Voor het occasioneel telewerken
definieert de wet van 5 maart 2017 geen verplichting om de kosten te dekken
voor werkverplaatsingen en communicatie. De vergoeding is enkel op initiatief
van de werkgever.
Mijn vragen zijn
dan ook:
Onder welke
modaliteiten zal voornoemde vergoeding voor telewerk worden toegekend? Gaat het
om een structurele of een tijdelijke maatregel?
Valt die
vergoeding binnen het bestaande reglementair kader voor telewerk en meer in het
bijzonder de cao nr. 85 die bepaalt dat alleen de kosten van verbindingen en
communicatie worden betaald door de werkgever?
Zal hiervoor de
cao nr. 85 moeten worden aangepast? Is hierover overleg voorzien met de sociale
partners?
Wordt in geval
van bedrijfsrestaurant een compensatie voorzien voor de werknemers die omwille
van de lockdown verplicht werden te telewerken en zo een voordeel kunnen
verliezen?
Met dank voor de
verstrekte antwoorden.
03.02 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, thuiswerk wordt een blijver.
In veel bedrijven waar voordien geen sprake zou zijn van thuiswerk, blijkt het
nu toch mogelijk. Niet altijd van harte, want in veel bedrijven zijn er
bijvoorbeeld geen afspraken gemaakt rond kostenvergoeding, tijdsbesteding en
recht op deconnectie.
Er bestaat regelgeving in de vorm van cao 85 van de NAR, hoewel die in
principe enkel geldt voor telewerkers die op regelmatige basis aan telewerk
doen, niet op occasionele telewerkers.
Die vermeldt dat de werkgever verantwoordelijk blijft voor het ter beschikking
stellen , installeren en onderhoud van de ICT-apparatuur, die nodig is om thuis
te kunnen werken. Hij vergoedt de kosten van de verbindingen die nodig zijn om
te kunnen telewerken.
De werkgever blijft in principe
ook verantwoordelijk voor de veiligheid en de gezondheid van zijn werknemers.
Probleem is: veel hangt af van de goede wil van de werkgever. Dat wil
zeggen dat er een deel mensen thuiswerkt en daarvoor de kosten zelf draagt.
Zeker in bedrijven zonder syndicaal overleg horen we dat de drempel om zelf een
regeling voor te stellen aan de werkgever hoog is.
1. Heeft u cijfers van het aantalbedrijven waar in de periode sinds
17 maart telewerk werd toegestaanwaar dat voordien niet het geval was? In
hoeveel van die bedrijvenwerden afspraken gemaakt over de kostenvergoeding van
telewerk?
2. In hoeveel procent van debedrijven mét afspraken rond de
vergoeding van telewerk is er eenvakbondsvertegenwoordiging?
3. Gezien het vooruitzicht dat telewerk ook na de coronacrisis nog
uitbreidingzal nemen, voorziet u een wettelijke regeling die geldig is vooralle
Belgische werknemers die thuiswerken?
03.03 Nathalie Muylle,
ministre: Madame Moscufo, j'ai reçu hier plusieurs questions en
néerlandais et il n'a pas été possible d'avoir une traduction des réponses pour
aujourd'hui. Je vous prie de bien vouloir m'en excuser.
De
maatregel die op de superkern van 12 juni werd genomen, betreft de fiscale
maatregel die bedoeld is om het gebruik van telewerk fiscaal te stimuleren tot
minstens het einde van het jaar. Het opzet van deze maatregel is om de
onkostenvergoeding voor telewerk tot een maximumbedrag van 1.226,94 euro
per maand vrij te stellen van belastingen. Voor meer details over deze
maatregel dien ik te verwijzen naar mijn collega van Financiën.
Artikel 9 van
cao nr. 85 bepaalt dat de werkgever verantwoordelijk is voor het
beschikbaar stellen, installeren en onderhouden van de voor telewerk benodigde
apparatuur. De werkgever vergoedt of betaalt uitsluitend de kosten van de
verbindingen en de communicatie die verband houden met telewerk. Deze laatste
zin moet, mijns inziens, niet worden opgevat als zou het de werkgever verboden
zijn om naast de kosten voor de verbinding en de communicatie ook nog
vergoedingen toe te kennen voor andere kosten die verband houden met telewerk,
bijvoorbeeld verwarmingskosten. Werkgevers en werknemers blijven op dat punt
vrij om onderling al dan niet een regeling te treffen.
Mijn administratie
beschikt niet over specifieke cijfers met betrekking tot het telewerk in
ondernemingen en de vergoedingen die in dit kader worden overeengekomen. Het
gaat immers om afspraken die op ondernemingsniveau of tussen werkgever en
werknemer gemaakt worden.
Gelet op het feit
dat wij wellicht nog een hele tijd met de kans op coronabesmetting zullen moeten
leven en het te verwachten valt dat telewerk ook op langere termijn een grote
rol zal spelen in onze arbeidsorganisatie, zijn duidelijke regels over
telewerk, evenals deconnectie, belangrijk. Daarom heb ik op
10 juli 2020 een advies gericht aan de Nationale Arbeidsraad om te
bekijken of het bestaande regelgevend kader inzake telewerk en deconnectie nog
steeds voldoende houvast biedt aan werkgevers en werknemers op het terrein en
om na te gaan of er op dit vlak nog bijkomende regels en initiatieven moeten
worden ontwikkeld.
Ten slotte kan ik u
meedelen dat er op dit ogenblik niet in een compensatie voorzien is voor
werknemers die vanwege de lockdown geen gebruik meer kunnen maken van het
bedrijfsrestaurant. Werkgever en werknemers zijn vrij om daaromtrent onderling
afspraken te maken.
Présidente: Sophie Thémont.
03.04 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik dank u, vooral voor de verduidelijking van de cao. Dit betekent
dat de fiscale vrijstelling voor die vergoedingen wel compatibel is met de cao
en dat op dat vlak geen problemen kunnen opduiken.
Wat u aangeeft,
klopt immers. Wij zullen nog heel lang met telewerken verder moeten.
Wat ik wel merk en
wat ook in sommige volgende vragen terugkomt, is het volgende. U hebt een vraag
om advies aan de NAR gericht, teneinde na te gaan of het kader niet moet worden
aangepast. Alleszins krijg ik signalen dat bij sommige werkgevers er nog altijd
een gebrek aan vertrouwen is om hun werknemers te laten telewerken. Nochtans
zou de gezondheidstoestand dat telewerken moeten stimuleren.
Ik begrijp wel dat
het niet moet zijn zoals tijdens de lockdown en dat werknemers ook behoefte
hebben aan enig contact op de werkvloer, met de collega's en de werkgever. Er
moet derhalve een gulden middenweg worden gevonden om het gezond maar ook
sociaal en werkgericht aanvaardbaar te houden.
Dikwijls moet het
telewerken echter nog worden afgedwongen.
Er zijn ook de
kosten van het telewerken, maar de fiscale vrijstelling komt daaraan deels
tegemoet. Met de winter voor de deur zullen er immers ook nog verwarmingskosten
komen. Het kan niet de bedoeling zijn dat de werknemer daarvoor volledig
opdraait.
Tegelijkertijd is
er ook de deconnectiviteit. Werknemers die telewerken, steken elkaar ook
enigszins aan om mails te blijven beantwoorden en online te blijven. De ene
werknemer geeft daarbij misschien het slechte voorbeeld aan een andere
werknemer, waardoor niemand durft af te haken. Het is belangrijk om ook die
zaken te begrenzen.
Ik hoop dat de
Nationale Arbeidsraad uw adviesaanvraag opneemt en heel goed kadert zodat ter
zake vooruitgang kan worden geboekt.
03.05 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Madame la ministre, merci pour vos réponses. Vous faites allusion à la
législation existante. C'est bien cela le "problème". Cette
législation n'est pas suffisante. Elle est vraiment à revoir
impérativement. Surtout que, comme l'a dit ma collègue, avec la pandémie,
il y a pas mal de travailleurs qui trouvent le télétravail positif, d'autres
qui trouvent cela moins positif. Mais en tout cas, il y a une législation à
adapter par rapport à cela.
Vous faites référence
au fait que vous ne pouvez pas intervenir via une nouvelle loi parce qu'il
s'agit d'un accord entre patrons et travailleurs. J'espère que je ne dois pas
vous expliquer combien c'est compliqué d'avoir une négociation quand on est
individuellement face à son patron. On n'est pas face à son copain autour d'un
petit café pour trouver un arrangement. C'est souvent beaucoup plus compliqué que
cela.
Il y a aussi toute la
problématique du fait qu'avec ce télétravail, si c'est pour toute la période du
contrat, on est complètement isolé de ses collègues, ce qui n'est pas bon non
plus pour la santé mentale. Il y a aussi toute la question, comme l'a dit ma
collègue, du droit à la déconnexion. Je pense que les interlocuteurs sociaux
sont vraiment demandeurs d'un cadre qui aille beaucoup plus loin. Nous ne
manquerons pas d'être vigilants dans les semaines à venir pour voir quelle
position va prendre le nouveau gouvernement.
03.06
Minister Nathalie Muylle: Mevrouw de voorzitter, daarnet ben ik nog iets
vergeten te zeggen. Vorige week hebben de sociale partners ook een akkoord
ondertekend over een relance, waarin ze een aantal aanbevelingen hebben gedaan.
Ook daarin hebben ze heel duidelijk gezegd dat ze het tijds- en
plaatsonafhankelijk werken verder zullen opnemen en dat het ook voor hen een
van de prioriteiten is om hieromtrent verdere afspraken te maken in de schoot
van het sociaal overleg.
In die zin denk ik
dat het positief is dat ze dit hebben herhaald in het kader van de relancenota
die ze vorige week naar buiten hebben gebracht. De wil is er dus wel om dit op
te nemen.
Het incident is
gesloten.
04
Question de Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "L’explosion des licenciements collectifs"
(55007990C)
04
Vraag van Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "De explosieve toename van het aantal collectieve ontslagen"
(55007990C)
04.01 Sophie
Thémont (PS):
Madame la Ministre,
Selon le SPF
Emploi, 18 entreprises ont annoncé leur intention de procéder à des
licenciements collectifs en juin. Cela concerne plus de 2000 travailleurs. Si
l'on compare les chiffres du premier semestre pour l'année 2020 avec ceux pour
l'année 2019, on note une forte hausse.
Parmi les secteurs
les plus touchés par ces licenciements collectifs, on retrouve les transports
(avec 1030 emplois menacés), la pétrochimie (avec 950 emplois menacés),
l'horeca (avec 741 emplois menacés), la transformation du métal (avec 514
emplois menacés) et la distribution (avec 445 emplois menacés).
Au total, ce sont
4483 personnes qui sont concernées par ces licenciements collectifs. Une
situation qui inquiète, puisque ces licenciements ont eu lieu, pour la plupart,
au moins de juin, donc après le confinement.
Madame la Ministre,
quelles sont les prévisions pour les mois à venir ? Les mois de juillet et août
vont-ils être autant impactés ? Quelles mesures peuvent être prises pour aider
la relance ?
En outre, dans le
cas de licenciements collectifs, avez-vous vérifié que la procédure Renault
soit toujours bien respectée ?
Je vous remercie,
04.02 Nathalie
Muylle, ministre:
L'employeur qui annonce son intention de procéder à un licenciement collectif
est tenu, entre autres, de transmettre une notification au SPF Emploi,
Travail et Concertation sociale. Ensuite, le projet de licenciement collectif
décidé au terme de la procédure d'information et de consultation des
représentants des travailleurs doit être notifié au même SPF.
Sur
la base de ces données, le SPF Emploi établit des statistiques depuis
l'année 2011. Elles font l'objet d'une publication trimestrielle. La
manière d'établir ces statistiques permet de suivre l'évolution des
licenciements collectifs année après année. Ces statistiques se trouvent sur le
site internet du SPF Emploi. Les données collectées les huit premiers mois
de l'année 2020 nous permettent de dégager certaines tendances. Ainsi, le
mois de juin 2020 a vu une augmentation du nombre de licenciements
collectifs: 19 licenciements collectifs y ont été annoncés. Les mois de
juillet et août, qui connaissent habituellement moins d'annonces de
licenciements collectifs, ont connu cette année respectivement 13 et
7 licenciements collectifs.
Les licenciements de
juillet ont concerné 711 travailleurs et ceux d'août
728 travailleurs. Les secteurs les plus touchés les huit premiers mois de
l'année sont les secteurs de la pétrochimie, du transport et de l'horeca. Pour
ce dernier secteur, 531 pertes d'emplois ont été annoncées durant les mois
de juillet et d'août.
Attention, une annonce
ne signifie pas que tous les emplois seront effectivement perdus. Nous tenons
également à ajouter que les mesures poussées que nous avons prises et que nous
continuons à prendre dans le cadre du chômage temporaire ont donné à de
nombreuses entreprises un moyen de recours qui leur a permis de ne pas devoir
procéder à un licenciement collectif en pleine crise. Ceci était un facteur
crucial pour pouvoir surmonter la crise et ce, en maintenant également au mieux
possible le pouvoir d'achat des travailleurs concernés.
Ainsi, nous avons pu
contribuer de manière significative à ce que les licenciements collectifs
soient évités, en espérant que cela soit également le cas à l'avenir. Ainsi, le
chômage temporaire pour cas de force majeure dans le cadre du coronavirus a été
prolongé jusqu'à la fin de l'année, comme je l'ai expliqué, pour les
entreprises qui peuvent prouver au moins 20 % de chômage pour le deuxième
trimestre. Dès le 1er septembre, un accès plus rapide au
chômage économique a aussi été prévu.
Les
services d'inspection de la Direction générale du contrôle des lois sociales du
SPF Économie interviennent en cas de plainte pour non-respect des
procédures de licenciement collectif prévues par la loi Renault.
04.03 Sophie
Thémont (PS): Comme vous
l'avez précisé, pas moins de 19 licenciements collectifs ont déjà été
recensés cette année, ce qui correspond à une perte de 4 483 emplois.
Certes, de gros efforts ont été consentis, notamment par le maintien du chômage
temporaire et du chômage économique, mais je pense que la crise va continuer à
se faire ressentir et que nous devons nous attendre à de nombreux autres licenciements,
collectifs ou individuels.
Dès lors, je pense que
nous ne pouvons pas rester les bras croisés, malgré les efforts déjà déployés.
Selon moi, nous courons vers la catastrophe, tant sur le plan social que sur le
plan économique.
Het incident is
gesloten.
05
Question de Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "L’augmentation du nombre de personnes vivant sous le
seuil de pauvreté en Belgique" (55007996C)
05
Vraag van Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "De stijging van het aantal mensen in België met een inkomen dat
onder de armoedegrens ligt" (55007996C)
05.01 Sophie
Thémont (PS): Madame la
ministre, ce n’est pas la première fois que je vous pose des questions au sujet
de l’augmentation du nombre de personnes vivant sous le seuil de pauvreté en
Belgique. Début mars, plusieurs articles de presse dénonçaient, encore une
fois, cette réalité, en se focalisant sur la situation bruxelloise où une
personne sur trois dispose d’un revenu inférieur au seuil de risque de
pauvreté. Le nombre de personnes percevant un revenu d’intégration sociale
s’élèvent ainsi 38.681, soit une augmentation de 68% en l’espace de dix ans
(entre 2008 et 2018).
Il était également
évoqué les difficultés rencontrées par un nombre toujours plus croissant de
jeunes Bruxellois entre 18 et 24 ans devant se contenter d’un revenu
d’intégration ou ne pouvant toucher aucune allocation en tant que chômeur.
Ce phénomène ne
concerne pas que la Région bruxelloise. Selon l’office belge de statistiques
Statbel, 11% de la population belge s’est privée sur le plan matériel ou social
en 2019 et un quart des Belges n’ont pas pu faire face à une dépense imprévue
ni s’offrir une semaine de vacances en dehors de chez eux.
Une catégorie de
personnes fortement touchée par cette précarité est les familles
monoparentales: près d’un tiers vit dans la précarité (30,2%) et plus de la
moitié ne peut faire face à une dépense imprévue (53,5%).
Madame la ministre,
cette augmentation constante du nombre de personnes vivant dans la pauvreté est
inquiétante. Envisagez-vous de vous pencher sur cette problématique? Vous
évoquiez, le 17 octobre 2019, à l’occasion de la Journée internationale pour
l’élimination de la pauvreté, en séance plénière, l’élaboration, avec votre
administration, d’un quatrième plan fédéral de lutte contre la pauvreté. Où en
est ce projet? Allez-vous pouvoir nous présenter certaines mesures
prochainement?
Vous aviez
également souligné votre intérêt d’agir contre la pauvreté et ce, malgré les
affaires courantes. Vous aviez insisté sur la problématique des jeunes et des
isolés. Avez-vous pu travailler sur ces cas concrets? Quelles mesures prendre
pour aider ces catégories de personnes? Je vous remercie.
05.02 Nathalie Muylle,
ministre: Madame Thémont, la préparation de chaque plan commence par
l'évaluation du dernier. Cela vaut aussi pour un plan de lutte contre la
pauvreté. Le troisième plan couvrait la période 2016-2019. Le rapport
d'évaluation, achevé en juillet 2019, attend pour permettre à un nouveau
gouvernement de rédiger un quatrième plan. Il est disponible sur le site web du
SPF Intégration sociale.
Les constats du
rapport d'évaluation et les développements politiques internationaux et
européens étaient le sujet d'un séminaire organisé par le SPF le 2 octobre
2019. Deux éléments méthodologiques qui me semblent cruciaux sont d'une part,
la nécessité de disposer d'objectifs mesurables et axés sur les résultats
– c'est un besoin qui ressort aussi de l'analyse de la Cour des
comptes – et d'autre part, l'importance de collaborer avec les
organisations sur le terrain et les personnes en situation de pauvreté
elles-mêmes. Ce sont deux lignes directrices qui ont été intégrées dans la
suite du processus sur la base du séminaire et en tenant compte du programme
national de réforme. Quatre recommandations communes ont été retenues: une
protection sociale forte, la politique en matière de marché du travail, le
développement durable et la lutte contre la pauvreté infantile.
Afin de développer un
plan d'action qui intègre les quatre priorités, une méthodologie participative
et axée sur les résultats a été développée par le SPF. Il est important de
souligner que tant la participation des personnes en situation de pauvreté et
de leurs organisations que l'implication des experts du vécu sont partis de
cette approche.
Des groupes de travail
ont amorcé le travail de formuler des objectifs pour chacune des quatre
priorités. Le résultat de ce travail permettra à un nouveau gouvernement de
faire des choix et de finaliser le nouveau plan d'action. On peut difficilement
engager le nouveau gouvernement.
De plus, comme
expliqué dans ma réponse à votre question écrite 549 du 23 juin 2020, nous
avons pris une série de mesures dans le cadre d'une task force
"groupes vulnérables" afin de permettre aux groupes les plus fragiles
de bénéficier de la protection sociale.
Concernant
la problématique des personnes isolées, je conclus en faisant référence au
projet Miriam 3.0. Grâce à un accompagnement intensif, ce projet vise à
renforcer l'émancipation (l'empowerment) des femmes monoparentales usagères des
CPAS d'Anderlecht, de La Louvière, Malines, Schaerbeek et Saint-Nicolas, à
briser leur isolement social et à réduire leur pauvreté avec une attention
particulière pour leur intégration socioprofessionnelle. Des case managers
déploient un accompagnement collectif, individuel et intensif.
05.03 Sophie
Thémont (PS): Madame la
ministre, je vous remercie pour vos réponses complètes. J'entends bien la
mesure qui a déjà été mise en place. J'ai posé cette question depuis un certain
temps (en juillet). Si l'on doit en constater l'effet aujourd'hui, ce n'est
guère mieux étant donné que les nouveaux chiffres récemment publiés disent
qu'un enfant sur cinq vit dans un foyer avec un revenu inférieur à 60% par
rapport à la moyenne. La Belgique présente un taux de pauvreté infantile très
important. Nous le savons et nous le constatons: la crise du coronavirus
n'arrange pas les choses. La crise sanitaire a creusé la crise sociale. Il est
hors de question que les droits sociaux restent confinés pour employer un
vocabulaire actuel.
L'incident est clos.
06
Vraag van Anja Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "De coronabesmetting onder het personeel in het bedrijf
Westvlees" (55008073C)
06
Question de Anja Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "La contamination au coronavirus parmi le personnel de
l'entreprise Westvlees" (55008073C)
06.01 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, op dinsdag
5 augustus moest het vleesverwerkend bedrijf Westvlees in Westrozebeke 225
werknemers in preventieve thuisquarantaine zetten, omdat er in de versnijderij
67 personeelsleden besmet waren met corona. De betrokken werknemers gingen
preventief op tijdelijke werkloosheid en de activiteiten van de snijafdeling
werden tijdelijk overgenomen door de site in Aubel, waar eerder dit jaar al een
personeelslid is overleden aan de gevolgen van COVID-19.
Volgens
buitenlandse studies, oa naar aanleiding van de uitbraak van het virus bij
vleesfabriek Tönnies in Duitsland, blijkt dat de koude lucht, het virus helpt
om zich over een grotere afstand te verplaatsen. Volgens dit onderzoek is op
deze plaatsen een afstand van 1,5 tot 3 meter tussen werknemers onvoldoende om
transmissie te verhinderen.
In België
ontwikkelde FEBEV een draaiboek met beschermingsmaatregelen voor bedrijven in
de vleessector. Naar aanleiding van de uitbraak van het coronavirus bij Westvlees,
vraagt Febev de overheid naar naar bijkomend onderzoek over de verspreiding van
het coronavirus in een koudeketen.
Ik heb dan ook
volgende vragen:
Werden alle
personeelsleden van het betrokken bedrijf getest of alleen het personeel van de
betrokken afdeling? Kan achterhaald worden of de besmettingen zijn opgelopen op
de werkvloer of daarbuiten?
Welke
beschermingsmaatregelen voor werknemers worden voorzien in het crisisdraaiboek
dat de sector heeft opgesteld met het Voedselagentschap? Werden uw diensten
hierbij betrokken?
Werd de
Inspectie Welzijn op het Werk gecontacteerd na de uitbraak voor overleg of
controles?
Kreeg de
inspectie sinds het begin van de coronacrisis al andere klachten vanuit de
vleesverwerkende industrie en hebben die aanleiding gegeven tot bijkomende
controles? Zo ja, hoeveel en met welk gevolg?
Is er overleg
tussen uw diensten en het Voedselagentschap die aangeeft bij hun controles
extra aandacht te besteden aan de coronamaatregelen zoals de vereiste social
distancing?
Zal ingegaan
worden op de vraag van FEBEV naar bijkomend onderzoek over de verspreiding van
het coronavirus in een koudeketen?
Wordt ingegaan
op de vraag naar een meer gecoördineerde aanpak, zoals bijvoorbeeld een
samenwerking tussen huisartsen en bedrijfsartsen? Wordt het personeel
regelmatig getest in deze sector?
Met dank voor de
verstrekte antwoorden.
06.02 Minister Nathalie Muylle: Uw eerste vraag betreft een bevoegdheid
van de regionale minister, verantwoordelijk voor het Agentschap Zorg en
Gezondheid, omdat dit agentschap bevoegd is voor de contactopsporing. Zonder
vooruit te lopen op de zaken ligt het, mijns inziens, voor de hand dat minstens
een deel van de besmettingen op het werk plaatsvonden.
Het
gaat hier namelijk om een uitbraak waarbij 94 werknemers van de 817 positief
hebben getest.
Naast de generieke
gids Veilig aan het werk en de sectorgids die beschikbaar zijn op de
website van de FOD WASO, heeft de SIOD samen met de verschillende
inspectiediensten en het FAVV, in samenwerking met de sociale partners,
werkgevers en vakbonden van de vleessector, een plan van aanpak opgesteld om de
situatie binnen de Belgische vleessector veilig te houden.
In dit kader worden
de controles, zowel preventief als repressief, verder opgedreven, niet alleen
in de slachthuizen maar ook tijdens het woon-werkverkeer en op het vlak van
huisvesting van de vaak buitenlandse werknemers van de slachthuizen. Dit plan
van aanpak kwam er na de uitbraak in Duitsland.
De inspectie
Toezicht op het Welzijn op het Werk had voor de media-aandacht van de uitbraak
bij Westvlees reeds twee controles uitgevoerd bij het bedrijf, waarbij het
niet-respecteren van de voorschriften werd vastgesteld.
Het bedrijf heeft
de inspectie niet gecontacteerd naar aanleiding van de uitbraak, maar daartoe
bestaat ook geen enkele verplichting. Toen mijn diensten de informatie hebben
vernomen, hebben zij wel onmiddellijk zelf een onderzoek geopend.
Daarnaast werd voor
de vleessector in het algemeen een inspectiecampagne opgestart. In totaal heeft
de inspectiedienst 20 klachtendossiers opgemaakt voor 16 verschillende
ondernemingen in de vleessector. Naar aanleiding van deze klachten werd
5 keer een corrigerend advies opgesteld en 8 keer een schriftelijke
waarschuwing. Daarnaast is ook het Meldpunt voor een Eerlijke Concurrentie een
bron van informatie in de strijd tegen inbreuken op de coronamaatregelen, zowel
op het vlak van het welzijn op het werk als inzake tijdelijke werkloosheid. Tot
op heden zou de SIOD via dit meldpunt een klacht over de vleessector hebben
ontvangen. In het kader van het plan van aanpak voor de vleessector heeft de
inspectie bovendien reeds 69 controles uitgevoerd tijdens de maanden juli en
augustus.
In deze crisis is
samenwerking tussen de diensten van cruciaal belang. Daarom overleggen mijn
inspectiediensten regelmatig met het FAVV om onder meer ernstige vaststellingen
uit te wisselen zodat het toezicht en de opvolging optimaal kunnen worden
gegarandeerd.
Overigens vond er
op 25 augustus nog een evaluatievergadering over het plan van aanpak binnen de
vleessector plaats. Hierbij werd ook het FAVV nauw betrokken.
Zoals u weet zijn
noch de FOD WASO noch de inspectiediensten een onderzoeksinstelling, maar ze
zijn uiteraard wel goed op de hoogte van de actuele ontwikkelingen op dit vlak.
Wat
de gekoelde ruimten betreft waarin ook effectief gewerkt wordt, worden deze
bedrijven met hoge prioriteit gecontroleerd. Het infectierisico in de
vleesverwerking is internationaal zeer goed gedocumenteerd. Het ligt dan ook
enigszins voor de hand dat er net hier meer uitbraken vastgesteld worden.
Hieruit kan echter geen algemene conclusie getrokken worden voor de koudeketen
in haar geheel.
De vleesverwerkende
sector is vatbaarder voor infecties ten gevolge van een combinatie van
factoren. Dat heeft te maken met arbeidsintensief werk, social distancing die
vaak moeilijk of onmogelijk is gedurende het productieproces, koelsystemen met
hercirculatie van lucht, het werken in een specifiek milieu met het oog op
voedselveiligheid, de koude temperatuur en hoge luchtvochtigheid,
sociaal-economische factoren zoals buitenlandse arbeidskrachten die vaak een
woonplaats delen, lawaai waardoor meer wordt geroepen met het risico op een
verhoogde aerosolproductie, werkoppervlakken zoals inox waarop het virus langer
overleeft. Er kunnen ook rechtstreekse of onrechtstreekse stimuli zijn die
ervoor zorgen dat werknemers zo weinig mogelijk afwezig zijn van het werk.
Zoals u weet is de
samenwerking tussen de huisarts en de arbeidsarts momenteel juridisch al
perfect mogelijk. In het kader van de contactopsporing wordt dit georganiseerd
via het Agentschap Zorg en Gezondheid. Preventie is het sleutelwoord. Met grote
regelmaat alle personeelsleden testen is geen haalbare kaart en heeft ook
weinig zin. Het werk moet daarentegen zo worden georganiseerd dat een besmette
werknemer geen aanleiding kan geven tot een grote uitbraak. Daartoe is het
belangrijk om de aanbevelingen in de generieke gids en de sectorengids zo goed
mogelijk op te volgen en te handhaven, en in het bijzonder aandacht te besteden
aan social distancing, hygiëne en ventilatie.
Er waren heel wat
vragen, mevrouw Vanrobaeys. U had er acht of negen heel specifieke. Er waren
ook vragen van de heer De Vuyst daarover. Naar aanleiding van wat in Duitsland
gebeurd is, waren we al proactief volop aan het controleren in de sector. De
verschillende diensten waren ook al intensief met elkaar aan het samenwerken.
Dat heeft ons zeker geholpen in dit dossier om zeer krachtdadig te kunnen
optreden.
06.03 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, ik dank u voor
uw gedetailleerd antwoord op al mijn verschillende vragen.
Er is een uitbraak
geweest in Duitsland, wij weten ook dat de vleesverwerking een gevoelige sector
is waarin mensen dikwijls in precaire situaties tewerkgesteld worden. Er zijn
buitenlandse seizoenarbeiders, men werkt er met veel tijdelijke contracten en
er is een hoog gevaar op besmettingen. Ik kan dus alleen maar toejuichen dat u
proactief bezig was en dat er op verschillende vlakken wordt samengewerkt en
overlegd tussen de verschillende diensten. Ik kreeg immers signalen dat het
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen ook moest
controleren of de generieke gids en de protocolakkoorden worden nageleefd, maar
blijkbaar is er meer overleg tussen de inspectiediensten en wordt er op een
intensievere manier samengewerkt. Ik kan alleen maar benadrukken dat dit nodig
is en dat de maatregelen snel moeten worden nageleefd, wanneer er problemen en
zeker besmettingen zijn.
De vraag van FEBEV
was of er bijkomend onderzoek nodig was naar de verspreiding van het
coronavirus in de koudeketen. Dat vond ik ook belangrijk, want de
vleesverwerking is niet de enige sector die werkt met koudeketens – er zijn er
zo nog, zoals de groentesector of de bakkerijen –, maar u hebt duidelijk
geantwoord dat het vooral met de specifieke omstandigheden in de vleesindustrie
te maken heeft. Sindsdien zijn er in die andere sectoren ook niet dezelfde
uitbraken geweest, wat alleen maar een geruststelling kan zijn, zowel voor de
werkgevers als de werknemers uit die andere sectoren. Het vereist dan ook een
heel specifieke opvolging door de verschillende inspectiediensten en door
iedereen die in de vleesverwerking werkzaam is.
L'incident est clos.
07
Vraag van Anja Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "De handhaving van de telethuiswerkverordening in de provincie
Antwerpen" (55008082C)
07
Question de Anja Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "Le respect de l'ordonnance sur le télétravail à
domicile dans la province d'Anvers" (55008082C)
07.01 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, In GVA van
11 augustus lees ik dat de twee grote vakbonden aanklagen dat de verstrengde
coronamaatregelen in de Antwerpse chemie- en petroleumsector niet overal worden
gevolgd. Hoewel de Politieverordening van de Antwerpse provinciegouverneur van
29 juli 2020 in artikel 8 stelt dat telethuiswerk wordt verplicht, behalve
wanneer dit, gelet op de aard van de activiteit en functie, volstrekt
onmogelijk of manifest onwenselijk is, zouden een 50-tal bedrijven uit
voornoemde sector niet bereid zijn personeel te laten thuiswerken, waar dat
mogelijk is. Meer nog, personeel dat tijdens de 1ste golf wel thuis heeft
gewerkt, wordt nu op kantoor verwacht.
Sommige van die
bedrijven kregen al het bezoek van de inspectie Welzijn op het Werk, maar die
wijzen erop dat zij alleen toezicht houden op de naleving van de federale
regels, volgens dewelke telewerk niet verplicht is in een essentiële sector als
de petro-chemie. De handhaving van lokale of provinciale verordeningen, ook
diegene die werkgerelateerd zijn, gebeurt volgens hen door de politie.
Ik heb dan ook
volgende vragen:
Hoeveel klachten
en controles heeft de inspectie Welzijn op het Werk naar aanleiding van de
provinciale verordening binnengekregen en gedaan en met welk gevolg?
Erkent u dat er
op vlak van handhaving een spanningsveld is tussen genoemde provinciale
verordening en de federale richtlijnen zoals vervat in het ministerieel besluit
van 28 juli 2020 alsook de generieke gids en sectorprotocollen? Hoe verhouden
beide zich tegenover elkaar vanuit de optiek dat de verspreiding van het
coronavirus tegengaan door in veilige omstandigheden te werken de voornaamste
doelstelling is? Quid de rol die uitdrukkelijk is voorzien voor het sociaal
overleg en de externe preventiediensten in art. 2, § 2 van het ministerieel
besluit van 28 juli 2020?
Klopt het dat de
inspectie Welzijn op het Werk niet bevoegd is om de provinciale verordening met
betrekking tot telewerk te controleren en handhaven? Is daarover overleg
geweest met de provincie en de lokale politie?
07.02
Minister Nathalie Muylle: Mevrouw Vanrobaeys, naar aanleiding van de
politieverordening van 29 juli 2020 van de Antwerpse provinciegouverneur
betreffende aanvullende maatregelen in de strijd tegen het coronavirus COVID-19
kreeg de inspectie Toezicht op het Welzijn op het Werk voor de provincie
Antwerpen in totaal 11 klachten binnen omtrent telewerk, waarvan 8 via de
Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. In een aantal gevallen ging het om
vragen om inlichtingen, waarop een antwoord werd geformuleerd.
De inspectie TWW is
inderdaad niet bevoegd voor het toezicht op de naleving van een
politieverordening, aangezien dat toezicht de politie toekomt. Dat werd ook
duidelijk vermeld op de website van de FOD WASO. De territoriaal bevoegde
directie, namelijk TWW Antwerpen, heeft ook contact opgenomen met het kabinet
van de Antwerpse gouverneur om erop te wijzen dat TWW in dezen geen
toezichtsbevoegdheid uitoefent. Desalniettemin werden de klachten toch
aangegrepen om na te gaan of de federale maatregelen om de verspreiding van het
coronavirus COVID-19 te beperken in de ondernemingen effectief werden
nageleefd. Aldus werden er vijf waarschuwingsbrieven verstuurd, uiteraard
binnen de federale bevoegdheden. Drie klachten zijn nog in onderzoek.
Tijdens een overleg
op 13 augustus van het nationaal Crisiscentrum, waaraan ook de
provinciegouverneurs en de voorzitter van de FOD WASO deelnamen, werd erop
gewezen dat sommige bepalingen in provinciale politiebesluiten strijdig waren
met federale wetgeving, inzonderheid aangaande de temperatuurmetingen. De
politiebesluiten werden na dat overleg dan ook aangepast, zodat ze conform de federale
regelgeving zijn. Daarbij werd ook het engagement aangegaan om in de toekomst
eerst te overleggen met de bevoegde federale instanties vooraleer een
politiebesluit bekend te maken.
Voorzitter: Marie-Colline Leroy
Présidente: Marie-Colline Leroy
07.03 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de
minister, ik denk dat net daar het probleem lag.
Op een bepaald
moment kregen provincies en lokale overheden de bevoegdheid om bijkomende
maatregelen te nemen wanneer het virus in hun regio of lokaal zou opflakkeren.
Ze hebben die bevoegdheid trouwens nog altijd.
Men zag echter dat
toen een aantal maatregelen werden genomen, zoals de verplichting tot telewerk
in de hele provincie Antwerpen, en deze in een bepaald bedrijf niet werden
nageleefd, de werknemers die niet konden laten afdwingen via hun geëigende
kanalen.
Het moest dan via
de politie gaan, maar wanneer men de politie contacteerde, zeker in het begin,
vroeg die wel eens of men dacht dat zij niets anders te doen had. In geval van
een heropflakkering is het net heel belangrijk dat zo'n verbodsbepaling kan
worden afgedwongen.
Ik hoop alleen maar
dat als zich dat in de toekomst nog eens voordoet, er een goed overleg zal
zijn, zodat er geen tegenstrijdigheden meer zullen zijn tussen de federale,
provinciale en lokale bepalingen, omdat dit inderdaad werkgerelateerd is.
Wanneer zulke
verbodsbepalingen of de verplichting tot telewerk er komen, hoop ik dat zij
kunnen worden afgedwongen via de geëigende kanalen of ten minste in overleg, en
dat zij elkaar niet tegenspreken, zodat de werknemers weten tot wie ze zich
moeten richten en hoe zij die zaken kunnen afdwingen.
L'incident est clos.
08
Vraag van Anja Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "De gevolgen van de uitverkoop bij Brantano voor het personeel"
(55008317C)
08
Question de Anja Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "Les conséquences de la liquidation chez Brantano pour
le personnel" (55008317C)
08.01 Anja Vanrobaeys (sp.a): "Mevrouw de minister, de
uitverkoop bij het failliete Brantano liep op meerdere plaatsen uit de hand. In
het merendeel van de 61 vestigingen van de schoenenwinkelketen, waar alle
producten door het faillissement van moederbedrijf FNG met 75 procent korting
werden aangeboden, stonden urenlange wachtrijen en in een paar gevallen moest
de politie tussenbeide komen of werd de winkel door de lokale overheid gesloten
omdat door de stormloop de veiligheidsmaatregelen niet meer kon worden gehandhaafd.
Voor de
uitverkoop wordt een beroep gedaan op ex-werknemers van Brantano die als
uitzendbediende worden ingeschakeld en jobstudenten. Hoewel er na de eerste dag
extra veiligheidspersoneel en kassa's werden bijgestoken, verliep de uitverkoop
over de hele periode vrij chaotisch. Ook beide vakbonden, ACV Puls en BBTK,
gaven aan dat de curatoren en het veilinghuis Moyersoen er niet in slaagden de
uitverkoop bij Brantano ordentelijk en coronaproof te organiseren. Bovendien
ontvingen zij diverse klachten van personeelsleden die een foute loonberekening
kregen op hun loonbrief. Zij noemden de hele situatie onverantwoord en zeker in
coronatijden onveilig.
Daarom volgende
vragen:
Heeft de
inspectie Welzijn op het Werk controles uitgevoerd bij de uitverkoop van
Brantano? Zo ja, welke waren hun vaststellingen en welke gevolgen worden
hieraan gekoppeld?
De vakbonden
vroegen naar verder overleg met de curatoren? Werden uw diensten of het
verzoeningscomité van het paritair comité hierbij betrokken?
De werknemers
van Brantano vragen in een onlinepetitie naar meer transparantie over de
uitverkoop van Brantano, onder meer willen ze weten hoeveel het veilinghuis, de
curatoren en de werknemers aan deze uitverkoop zullen verdienen en ze vragen
naar een correcte verloning en overnemer. Bent u op de hoogte van deze petitie,
werd uw Beleidscel daarover al aangesproken en indien ja, welke gevolg wordt
hieraan gegeven."
08.02
Minister Nathalie Muylle: De algemene directie Toezicht op het Welzijn op het
Werk heeft geen controles uitgevoerd bij de uitverkoop bij Brantano en heeft
ook geen verzoeken in die zin ontvangen. Zoals u uit de beelden in de media kon
opmerken, situeren de problemen zich hoofdzakelijk in lange wachtrijen buiten
de winkel. De handhaving hiervan gebeurt in het kader van de dringende
maatregelen om de verspreiding van corona/COVID-19 te beperken en berust bij de
politie. De bevoegde sociaal bemiddelaar van de administratie van de
collectieve arbeidsbetrekkingen heeft ook geen verzoek in die zin ontvangen. We
waren niet op de hoogte gesteld, ook niet van een online petitie, in het kader
van de uitverkoop van Brantano. Ik kan u daar dus jammer genoeg weinig over
zeggen. Wij zijn daarin niet betrokken geweest.
08.03 Anja Vanrobaeys (sp.a): Ik vond het schrijnend dat die
uitverkoop op die manier is verlopen. De werkgever is failliet en de werknemers
worden ontslagen, maar ze worden dan toch nog opgetrommeld om een uitverkoop te
houden, en dat nog in coronatijden. Er stonden echt mensen achter de kassa te wenen
omdat ze die druk niet aankonden, naast de angst om bijkomende besmettingen op
te lopen. Deze uitverkoop loopt nu ten einde, maar dat heeft toch een aantal
weken geduurd. Telkens stonden er mensen buiten. De werknemers van Brantano
verdienen wel meer respect dan wat ze gekregen hebben. Ik zal zeker nog eens
verder contact opnemen over die petitie. Ik denk dat ze meer duidelijkheid
vragen. Dat zit ook voor een stuk bij de bevoegdheid van Justitie. Het gaat
namelijk om de afhandeling van het faillissement. Ze vragen volgens mij meer
duidelijkheid over de inspanningen die ze geleverd hebben bij de uitverkoop en
welke opbrengst daar voor hen tegenover staat en welke opbrengst naar de
curatoren gaat. Dat hangt natuurlijk ook samen met de bevoegdheid van Justitie.
Het incident is
gesloten.
-
Marie-Colline Leroy à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La réouverture des écoles et le congé parental corona" (55008381C)
- Anja
Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Le
congé parental corona" (55008402C)
-
Evita Willaert à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La prolongation du congé parental corona" (55008438C)
-
Marie-Colline Leroy aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De heropening van de scholen en het corona-ouderschapsverlof"
(55008381C)
- Anja
Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "Het
corona-ouderschapsverlof" (55008402C)
-
Evita Willaert aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De verlenging van het corona-ouderschapsverlof" (55008438C)
09.01 Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): J'ai rédigé cette question le 1er septembre
et je m'inquiétais de l'éventualité de mise en quarantaine de classes entières.
Je réadapte quelque peu ma question à la situation. Il y a eu des mises en
quarantaine de classes depuis le début de l'année scolaire. Ces situations
existent aujourd'hui. En pareil cas, on comprend aisément que, même si
l'établissement a dû réagir très rapidement, le caractère soudain de cette
mesure a forcément relativement surpris plus d'un parent. Il pourrait encore
surprendre davantage de parents. Cela perturbe l'organisation des familles et
évidemment aussi les obligations professionnelles.
Or, on l’a vu
précédemment, les parents qui devaient jongler entre enfants à la maison et
télétravail se sont retrouvés dans des états avancés d’épuisement. Par
ailleurs, les congés annuels ont, dans la plupart des foyers, été utilisés dans
la période de confinement et durant les vacances d'été. Cela signifie
qu'aujourd'hui, des parents qui seraient devant une situation de mise en
quarantaine d'urgence, annoncée le lundi pour le mardi par exemple, n'auraient
pas énormément de possibilités.
Madame la ministre, je
sais que vous avez été extrêmement attentive à ces difficultés durant la
période de confinement. Nous avons souvent eu l'opportunité d'en discuter et je
reviens vers vous parce que je pense qu'il est impératif de prolonger les
mesures que vous avez vous-même prises en ce qui concerne le congé parental
spécial lié à la situation du coronavirus. Peut-être faut-il l'aménager et
notamment revoir l'agilité avec laquelle on peut le prendre. En effet,
maintenant, des parents peuvent être avertis la veille. Cela complique
considérablement leur organisation familiale et professionnelle.
Envisagez-vous de
prolonger de quelques mois encore ce congé corona? Quelles solutions
envisagez-vous face à cette situation qui a sensiblement changé par rapport à
l'année académique passée?
09.02 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, na maanden
afstandsonderwijs en een zomervakantie in kleine bubbels, kunnen leerlingen uit
het kleuter-, basis- en secundair onderwijs dit schooljaar in principe opnieuw
voltijds naar school. Toch wordt het geen schooljaar zoals een ander.
Afstandsonderwijs zal in sommige gevallen noodzakelijk blijven. In geval van
een heropflakkering bijvoorbeeld, kan beslist worden over te stappen naar fase
oranje of rood met gedeeltelijk of volledig afstandsonderwijs. Daarnaast kunnen
zowel leerlingen als leerkrachten verplicht in isolatie of quarantaine worden
geplaatst nadat ze positief testen of na contact met andere besmette personen,
waardoor werkende ouders zich soms van de ene op de andere dag genoodzaakt zien
om hun kinderen thuis op te vangen en over te schakelen naar afstandsonderwijs.
Het
corona-ouderschapsverlof werd voor de zomervakantie uitgebreid en verlengd tot
30 september. De Groep van Tien heeft op 18 juni 2020 unaniem gevraagd om een
aantal corona-maatregelen zoals het corona-ouderschapsverlof te verlengen tot
30 december 2020.
Mijn vraag is
dan ook:
Zal het corona-ouderschapsverlof zoals
gevraagd door de sociale partners verder verlengd worden tot eind dit jaar om
ouders toe te laten hun kinderen op te vangen in geval van quarantaine of
afstandsonderwijs?
Indien niet,
ziet u andere alternatieven?
Is aan de
Nationale Arbeidsraad gevraagd om de cao nr. 103 aan te passen zodat van een
corona-ouderschapsverlof kan worden overgestapt naar een tijdskrediet? Met welk
resultaat?
09.03 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Eén september was dit
jaar, in tegenstelling tot andere jaren, voor vele ouders een enorme
opluchting: eindelijk konden alle leerlingen uit het kleuter-, basis- en
secundair onderwijs opnieuw voltijds naar school. Deze beslissingen werd echter
onder voorbehoud van eventuele opflakkeringen van het virus gemaakt. Het is nog
steeds mogelijk dat er bij code oranje of rood opnieuw naar afstandsonderwijs
zal moeten worden geschakeld. Bovendien is het nog steeds heel moeilijk om
besmettingen te vermijden in een dergelijke schoolcontext. Een besmette
medeleerling of leerkracht kan namelijk ook voor verplichte quarantaine van
veel leerlingen en leerkrachten zorgen. Ouders zullen dan opnieuw, zoals
tijdens het vorige schooljaar, moeten instaan voor afstandsonderwijs en hun
kinderen thuis opvangen. Net voor de zomervakantie werd het
corona-ouderschapsverlof verlengd tot 30 september. De situatie kan echter snel
veranderen, en vele ouders en kinderen zullen ook na september nog verplicht
thuis moeten blijven. Ondertussen pleitte de Groep van Tien unaniem om het
corona-ouderschapsverlof te verlengen tot 30 december 2020.
Zal het
corona-ouderschapsverlof, gelet de gewijzigde omstandigheden sinds juni
waaronder de tweede golf en de vraag van de sociale partners, verlengd worden
tot eind december 2020?
Indien de
regering beslist om het corona-ouderschapsverlof niet te verlengen, op welke
manier zal u er dan voor zorgen dat ouders voldoende ademruimte hebben om thuis
te kunnen blijven voor hun kinderen?
09.04
Minister Nathalie Muylle: Collega's, jullie vragen behelzen verschillende
aspecten. Ze gaan zowel over de quarantaine van kinderen als over de verlenging
van het ouderschapsverlof. Er waren vragen over cao nr. 103 en de
voorwaarden tot toekenning van het ouderschapsverlof na
corona-ouderschapsverlof.
Via het
volmachtenbesluit nr. 45 van 26 juni 2020 werd de maatregel
inzake het corona-ouderschapsverlof eenmalig verlengd, van
1 juli 2020 tot 30 september 2020, en werden de
modaliteiten voor alleenstaande ouders en ouders van kinderen met een handicap
licht aangepast.
Pour
l'instant, cette mesure ne sera pas prorogée. Du reste, cette possibilité n'était
plus explicitement prévue dans l'arrêté de pouvoirs spéciaux en question. De
plus, le gouvernement ne dispose plus de pouvoirs spéciaux à cette fin.
Ik
heb daarnet tijdens de regeling van de werkzaamheden begrepen dat de commissie
wetgevende initiatieven neemt om dat te doen. Het Parlement kan ter zake volop
zijn rol spelen.
En
outre, entre-temps, les écoles ont rouvert leurs portes, de sorte qu'il n'est
pas urgent de prendre de nouvelles mesures pour l'instant.
In
geval van sluiting van een school of crèche zijn er talrijke mogelijkheden,
waarvan er heel wat door de overheid worden aangeboden of ondersteund. Ik denk
daarbij aan de opvangdiensten van steden, gemeenten en middenveldorganisaties
voor zieke kinderen, de opvang bij familieleden, tenzij er een risico van
besmetting is, en al dan niet gedeeltelijke inactiviteit van de ouders,
namelijk indien een van de ouders niet voltijds op de arbeidsmarkt actief is
door tijdelijke werkloosheid of deeltijdse arbeidsovereenkomsten. In die
gevallen zijn zij in de mogelijkheid hun kinderen op te vangen. Er kan ook
worden gebruikgemaakt van tijdelijke werkloosheid, met een quarantaineattest,
indien de arts de quarantaine nodig acht. Daarnaast wordt er in bepaalde
functies nog veelvuldig aan telewerk gedaan. Afhankelijk van de leeftijd van
een kind en de mate waarin het ziek is, kan telewerk ook worden gecombineerd
met een kind dat thuis is.
Des
signaux indiquent clairement qu'en moyenne, moins de jours de congé ont été
pris par rapport aux années précédentes. Les gens sont moins partis en
vacances. La combinaison du travail et de la vie familiale a été parfois plus
facile en raison du télétravail. Certains ont pris un congé parental
coronavirus, avec pour résultat, un solde élevé de jours de congé pour beaucoup
de gens.
Ook
het verlof om dwingende redenen of sociaal verlof kan maximaal tien dagen
worden opgenomen bij onvoorzienbare, los van het werk staande omstandigheden.
Voorts denk ik ook nog aan onbetaald verlof, dat in onderling akkoord met de
werkgever kan worden opgenomen.
Er bestaat, ten
slotte, ook nog tijdskrediet met motief, zoals het verlenen van bijstand of
zorg aan een zwaar ziek minderjarig kind dat deel uitmaakt van het gezin,
gedurende maximaal 51 maanden, per periode van een maand of drie maanden
aan te vragen, naast andere motieven binnen datzelfde saldo, zoals de zorg voor
een kind jonger dan acht jaar.
Il
existe également un congé thématique pour assistance médicale à un membre du
ménage ou de la famille souffrant d'une maladie grave, pour une durée d'un à
trois mois. Plus particulièrement quand il s'agit d'un enfant mineur
hospitalisé pour une semaine à temps plein, ce congé est prolongeable pour une
semaine supplémentaire. Il s'ajoute aux autres congés thématiques, tels que le
congé parental simple, le congé coronavirus à prendre jusqu'à la fin du mois de
septembre ou encore le nouveau congé pour aidant proche.
Wat
de vraag over de aanpassing van cao nr. 103 inzake het tijdskrediet
betreft, heb ik formeel aan de NAR gevraagd om die aan te passen, zodat
werknemers zonder problemen kunnen overstappen naar een verlof in het kader van
het tijdskrediet. Daarover is dus een principieel akkoord gesloten. Dat gaat
vrijdag in een pakket naar de ministerraad. Wij hopen dat die anomalie – zo
voelen wij het namelijk aan – zo snel mogelijk kan worden rechtgezet.
09.05 Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Madame la ministre, votre réponse me laisse quelque
peu perplexe.
Depuis le début mars,
aucune des structures et aucun des mécanismes n'avaient imaginé que nous
allions nous retrouver dans une telle situation. Vous avez évoqué, par exemple,
l'assistance médicale, mais cet aspect ne correspond pas aux problèmes en
cause. Nous ne parlons pas d'enfants qui vont devoir être hospitalisés, mais
simplement d'enfants qui, parce qu'ils auront éternué deux fois, eu de la
fièvre et se seront retrouvés par hasard dans une classe où deux cas positifs
auront été détectés - par exemple, leur institutrice -, vont se
retrouver mis en quarantaine - c'est-à-dire deux fois cinq jours ouvrables
plus les week-ends. Des solutions devront être trouvées pour eux.
Vous avez parlé des
possibilités de gardes d'enfant. Toutefois, ce système n'est pas encore couvert
par un protocole. Cela représente un vrai problème, puisque ni les grands-parents
ni les gardes d'enfants ne peuvent prendre le relais. Autrement dit, les
mécanismes qui ont été installés avant mars 2020 - en vue de répondre à
des cas de maladies régulières, traditionnelles et reconnues – ne
permettent pas de réagir à ces circonstances exceptionnelles.
Vous avez parlé de
l'impossibilité d'une prolongation. Selon moi, une initiative pourrait venir du
Parlement. Nous en avons parlé au début de l'après-midi, mais cela va prendre
trop de temps, madame la ministre. Voici ma véritable inquiétude: quinze jours
après la reprise des cours, trois classes ont déjà connu une mise en
quarantaine, avant un retour à l'école. Et puis, on annonce une potentielle
mise en quarantaine. C'est pourquoi j'estime que des initiatives doivent être absolument
prises cette semaine ou la semaine prochaine. Or un travail parlementaire, dans
le meilleur des cas, ne pourrait aboutir à un vote en plénière que dans trois
ou quatre semaines. Je dis bien dans le meilleur des cas: sans deuxième lecture
ni d'avis du Conseil national du travail, avec celui de la Cour des comptes,
etc. Nous savons comment cela fonctionne.
Nous
voyons qu'à ce moment précis, les parents expriment un réel besoin, parce
qu'ils se trouvent dans un cas de figure jamais vu et devant une absence de
réponse. Je sais bien que cela ne vous incombe pas personnellement, mais on
assiste à une espèce de vide, car tout le monde est un peu perdu. Ni le
Parlement, ni le gouvernement, ni qui que ce soit ne parvient à prendre la
main, et cela représente un vrai problème. Néanmoins, je vous remercie de votre
réponse.
09.06 Anja Vanrobaeys (sp.a): Ik deel het gevoel van de
voorzitter. Heel wat van de maatregelen zijn in feite lapmiddelen die er met de
haren bij zijn gesleurd omdat ze niet beantwoorden aan de voorwaarden. Het gaat
niet om zwaar zieke kinderen, en ouderschapsverlof hoort gewoon te dienen voor
de opvoeding.
Ik diende mijn
vraag al in tijdens de vakantieperiode en zie nu mijn vrees bewaarheid: almaar
meer scholen gaan in quarantaine, leerkrachten zijn afwezig, leerlingen mogen
eventjes niet naar school om het besmettingsgevaar in te dijken. Na september
staan die ouders daar…
Telewerken is
werken, niet je kind in quarantaine opvangen en misschien zelfs nog wat
preteachen erbovenop. Voor verlof om dwingende redenen, dat zijn
10 dagen. Voor onbetaald verlof heeft men bovendien het akkoord van de
werkgever nodig.
Een specifiek
verlof lijkt me dus echt nodig. De gemakkelijkste manier lijkt me het
corona-ouderschapsverlof te verlengen. Tegelijk moeten we bereid zijn te
bekijken in welke mate de modaliteiten eventueel moeten worden aangepast aan de
nieuwe situatie. Het gaat er tenslotte om de quarantaineproblemen van de
scholen op te vangen. We hebben echt een maatregel nodig om ouders te ondersteunen.
Als een school in quarantaine gaat, zijn er na eind september niet veel
mogelijkheden: er bestaan geen protocollen, en kinderen hun quarantaine bij de
grootouders laten uitzitten, gaat ook niet zomaar.
Omdat ik al voor
dat scenario vreesde, stelde ik de vraag hoe het dan zit met de overgang naar
tijdskrediet. Wat mij betreft, is dat evenwel een noodvraag, voor het geval er
geen oplossing zou zijn tegen eind september.
Kunnen
ouders dan toch nog overstappen naar een tijdskrediet? Ik hoop dat dit wel het
geval zal zijn. Het Parlement kan inderdaad een initiatief nemen, maar het zal
niet eind september klaar zijn. Vanaf 1 oktober staan ouders dan in een soort
van vacuüm. Als er zich dan een probleem voordoet met de kinderen in de school,
weet ik niet wat ze er op dat moment mee moeten doen.
09.07 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Ik denk dat de twee vorige
sprekers duidelijk waren. Ik had een vraag ter verduidelijking, mevrouw de
minister. In verband met de degressiviteit en de inschakelingsuitkeringen gaat
u vrijdag het akkoord van de Groep van Tien voorleggen aan de ministerraad in
de hoop dat daar een initiatief wordt genomen. Hier zegt u dat u dat niet kunt
doen omdat de volmachten gedaan zijn. Dat weet ik uiteraard. De verlenging was
ook nooit gepland. Is dat dan het verschil? Er is ook een unanieme vraag van de
Groep van Tien om het corona-ouderschapsverlof te verlengen. Is dat dan
technisch het verschil waarom u dit niet kunt doen? Of begrijp ik het verkeerd?
Ik wil ook collega
Vanrobaeys bijtreden. Ik denk dat er zeker moet kunnen gesproken worden, al is
het dan in de schoot van het Parlement, over een paar modaliteiten die we
zouden kunnen veranderen om een meerderheid te vinden om voor specifieke
gevallen waarbij kinderen in quarantaine moeten, toch nog iets mogelijk te
maken. Dan zou het corona-ouderschapsverlof hiervoor een goede drager kunnen
zijn. Daar ben ik van overtuigd.
Als u me nog even
die technische verduidelijking wil geven. Ik begreep namelijk niet helemaal
waarom u nu niet bij machte zou zijn om dit te doen, maar wel voor de
degressiviteit en de andere zaken die ik vermeldde.
09.08 Minister Nathalie Muylle: Om op uw laatste vraag te antwoorden,
moet ik toch een aantal nuances aanbrengen. Ik heb de indruk dat hier heel wat
op een hoopje gegooid wordt, ook met betrekking tot het antwoord dat ik daarnet
gaf.
Mevrouw Willaert,
het akkoord van de Groep van Tien wordt vrijdag op de ministerraad besproken.
Dat gaat over het feit dat de regering dit verder wil uitvoeren. Daarnet
vermeldde ik al dat er een budgettaire kostprijs is die voorgelegd moet worden.
Er zijn er twee die per cao moeten afgesloten worden. Dat zijn cao's die door
sociale partners worden opgemaakt en bindend verklaard worden. In die zin moet
de regering er niet in tussenbeide komen, tenzij ikzelf als minister van Werk,
om de cao's bindend te verklaren.
De bevriezing van
de degressiviteit gebeurt met een gewoon KB dat de minister van werk steeds kan
nemen. Ik heb het instrument om dat te doen.
Het laatste aspect
gaat over de gelijkstelling voor het vakantiegeld. Daarvoor zal een wetgevende
basis nodig zijn.
Ook
al gaat de regering hiermee akkoord, er zal moeten worden gesproken met de
partijen die vandaag onderhandelen voor een nieuwe regering om hiervoor een
meerderheid te zoeken in het Parlement. De huidige regering kan vandaag immers
die beslissing niet meer nemen, zij heeft trouwens ook hiervoor geen
meerderheid meer en het behoort ook niet tot haar volmachten om dat initiatief
te ondernemen. Dat is een heel belangrijk punt.
Mevrouw Willaert,
ik ben heel formeel: het klopt niet dat de sociale partners of de Groep van
Tien in zijn geheel vragende partij zijn om het corona-ouderschapsverlof te
verlengen. Zij hebben dat misschien besproken, maar zij hebben er alvast geen
akkoord over gemaakt, omdat er vandaag geen akkoord over is. In die zin is er
dus een verschil met de toekenningsvoorwaarden uit cao nr. 103, die
bepaalt dat men 12 maanden moet hebben gewerkt om te kunnen instappen in
het systeem van ouderschapsverlof. In het kader daarvan zal de periode waarin
mensen tijdelijk werkloos waren, ook meetellen. Dat is iets totaal anders en
daar hebben zij een akkoord over gemaakt, maar niet over de verlenging van het
corona-ouderschapsverlof.
Ik zal u mijn
persoonlijke mening geven, maar dit is een discussie die wij al vaak hebben
gevoerd in het Parlement: ik zie vandaag dat het corona-ouderschapsverlof
oplossingen biedt voor heel veel gezinnen. Ik heb deze ochtend de cijfers
gekregen van de RVA: 160.000 ouders hebben corona-ouderschapsverlof
aangevraagd. Daarnaast hebben 30.000 mensen en plus het gewone
ouderschapsverlof aangevraagd in de laatste periode, bijvoorbeeld omdat een
gezin met kinderen voltijds ouderschapsverlof wil, wat niet mogelijk is onder
de regels van het corona-ouderschapsverlof, waarbij dat enkel is weggelegd voor
alleenstaanden of gezinnen met kinderen met een beperking. In totaal gaat het
dus om 190.000 ouders die ouderschapsverlof hebben aangevraagd. Dat is
immens. Men moet er ook rekening mee houden dat die ouders, naast hun telewerk,
vandaag thuis zijn en een stuk van de opvang van hun kinderen kunnen opnemen,
maar uiteraard niet voltijds.
Persoonlijk ben ik
er dus voorstander van om te bekijken hoe we deze regeling kunnen verlengen en
met welke modaliteiten voor het einde van het jaar, maar vandaag heb ik het
instrument niet om dat te doen.
Er is ook een hele
discussie over kinderen die in quarantaine zijn, omdat de klas of de school
sluit wegens een besmetting. Er kan ook een onthaalouder besmet zijn, waardoor
kinderen thuis moeten blijven. U hebt allemaal de vragen van de Gezinsbond en
de Ligue des familles gekregen die ervoor ijveren dat de ouders van die
kinderen volledig in tijdelijke werkloosheid kunnen gaan.
Dit
gaat veel verder dan de maatregelen die wij hebben genomen. Wij hebben altijd
gezegd dat mensen via het corona-attest of het quarantaineattest in tijdelijke
werkloosheid konden gaan, wanneer ze thuis moesten blijven bij een besmet geval
of wanneer iemand van het gezin besmet was en zij in een risicosituatie zaten.
In veel gevallen
geldt dit niet. Kinderen moeten gewoon in quarantaine blijven na een negatieve
test omwille van de school en de crèche. Het gaat heel ver om die gevallen ook
in de tijdelijke werkloosheid op te nemen. Wij willen de gesprekken daarover
voeren, maar ik heb opgesomd wat er vandaag al allemaal mogelijk is, zoals het
vragen van sociaal verlof wanneer een kind ziek is.
U weet dat ik een
jonge oma ben. Maandagmorgen kreeg ik ook telefoon dat de kleindochter van een
jaar ziek is en niet naar de crèche kon. De twee mama's moeten voltijds werken
en daar is ook geen oplossing. Grootouders zijn geen oplossing. Er is nu een
nieuwe categorie van kinderen in quarantaine, maar heel veel ouders moeten
oplossingen zoeken voor kinderen die ziek zijn en niet naar school gaan.
Ik sta open om
daarvoor naar oplossingen te zoeken. We kunnen dit echter niet zomaar opnemen
in de tijdelijke werkloosheid. Als we dat zouden willen, is daarvoor trouwens
ook een wettelijke basis nodig. Op korte termijn bestaan er echter al
oplossingen. Gebruik die. We willen het debat verder voeren. Ik heb begrip voor
het feit dat u hiervoor aandacht vraagt, maar wij hebben al heel veel gedaan.
Ik denk dat u mij niet kan verwijten dat ik geen partner in dit verhaal was.
Waarom zou een
ouder met een ziek kind op een andere manier moeten worden behandeld dan een
ouder waarvan het kind in quarantaine moet omwille van een besmetting in een
klas, terwijl het zelf niet besmet is? We moeten daarover ook eens durven nadenken.
09.09 Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): J'aimerais revenir brièvement sur ce que vous venez
de dire. Ce qui est devenu insupportable, selon moi, c'est de constater à quel
point ces situations sont injustes, inéquitables et difficiles à gérer. Voilà
maintenant sept mois qu'on demande sans cesse aux parents de faire des
efforts. Que vont faire ces parents qui, une fois confrontés aux maladies
infantiles classiques et régulières, vont devoir compter avec une deuxième
source d'absence?
Entre aujourd'hui et
le mois de janvier, nous allons inévitablement observer une hausse du nombre de
malades en raison de la résurgence des maladies classiques de l'automne et de
l'hiver, qui seront cumulées à ces mises en quarantaine. Je suis vraiment
dépourvue face à ces parents qui, au cours des six prochains mois, vont à
nouveau devoir trouver des solutions là où, déjà au 30 septembre, il n'y
en a plus beaucoup.
La question du chômage
temporaire faisait partie des pistes envisageables. Pourquoi ne pas prévoir le
chômage temporaire en cas d'attestation de quatorzaine? Je ne pense pas que
nous serons confrontés à un nombre de cas exponentiel, mais rester sans
solution entre fin septembre et début novembre me semble extrêmement pénible
pour toutes ces familles. Néanmoins, je sais que vous travaillez en ce sens.
09.10 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, ik zal niet
herhalen wat de voorzitter net heeft gezegd. Ik kan er alleen maar mee
instemmen. Wat u zegt, verbaast mij echter. Op 18 juni had de Groep
van Tien voorgesteld een aantal maatregelen te verlengen tot 31 december.
Een daarvan ging over het corona-ouderschapsverlof.
Ik vraag mij dus af
of de regering die voorstellen heeft herzien. Er was immers een akkoord binnen
de Groep van Tien. Ik baseer mij daarvoor op de tekst van 18 juni. Nu zegt
u het tegenovergestelde, namelijk dat het voorstel niet hernomen werd. Dat
verbaast mij, want die tekst ligt hier voor mij.
09.11 Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mevrouw de minister, ik heb
dezelfde vraag als collega Vanrobaeys.
09.12 Minister Nathalie Muylle: Ik kan alleen maar vaststellen dat zij
het niet hebben hernomen in hun vraag en in het akkoord dat zij daarover hebben
gemaakt. Wij hebben er ook uitdrukkelijk naar gevraagd. Zij hebben samen alleen
een akkoord gemaakt over cao nr. 103.
L'incident est clos.
10
Vraag van Anja Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "De gevolgen voor België van arrest C-55/18 van het HJEU inzake
arbeidstijdregistratie" (55008403C)
10
Question de Anja Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "L'incidence pour la Belgique de l'arrêt C-55/18 de la
CJUE sur l'enregistrement du temps de travail" (55008403C)
10.01 Anja Vanrobaeys (sp.a): "Mevrouw de minister, in
het in de rand vermeld Arrest van 14 mei 2019, gevonnist naar
aanleiding van een prejudiciële vraag van l’Audiencia Nacional van Spanje,
heeft het Hof geoordeeld dat de lidstaten over een objectief, toegankelijk en
betrouwbaar systeem van registratie van de dagelijkse arbeidstijd van de
individuele werknemers dienen te beschikken zodat de werknemersorganisaties de
naleving van de Richtlijnen 2003/88/EG (arbeidsduur) en 89/391/EEG (veiligheid
en gezondheid op het werk) kunnen bewaken.
De individuele
lidstaten beschikken daarbij over een beoordelingsmarge inzake de concrete
vormgeving van zo’n registratiesysteem.
Tenzij ik mij
vergis heeft dit Arrest nog geen aanleiding gegeven tot een aanpassing van de
Belgische regelgeving en werden daartoe ook nog geen initiatieven genomen door
de regering.
Mijn vragen zijn
dan ook:
Heeft voormeld
Arrest volgens de Minister van Werk en volgens de regering een impact op de
Belgische regelgeving, in de zin dat deze zou dienen aangepast te worden
teneinde te beantwoorden aan de interpretatie die het Hof geeft aan de 3, 5 en
6 van de Richtlijn 2003/88. Dus dat deze artikelen een systeem van dagelijkse
tijdregistratie van de arbeidsprestaties van iedere werknemer opleggen? Want
tenzij ik mij vergis voorziet deze op dit ogenblik enkel een verplichting om de
arbeidstijd te registreren of ‘op te volgen’ in geval van deeltijdse arbeid,
flexi-jobs, gelegenheidsarbeid (in de horeca) en glijdende werktijden.
Indien voormelde
vraag bevestigend wordt beantwoord, heeft u en de regering reeds de nodige
initiatieven genomen om de Belgische regelgeving hiermee conform te maken? En
wat is de stand van zaken daarvan?
Indien dat nog
niet is gebeurd, waarom niet (aangezien het Arrest toch al dateert van mei
2019) en zal indien nodig alsnog het nodige initiatief worden genomen?"
10.02
Minister Nathalie Muylle: Mevrouw Vanrobaeys, het arrest van het Hof van
Justitie van 14 mei 2019 geeft aan dat de gepresteerde arbeidstijd op
een objectieve, betrouwbare en toegankelijke wijze moet worden vastgesteld,
zodat er daarvoor geen bewijslast op de schouders van de werknemers rust. Of
daaruit volgt dat de wetgeving in alle omstandigheden het gebruik van een
specifiek registratiesysteem, bijvoorbeeld een prikklok, moet opleggen, is
echter geen uitgemaakte zaak. Er zijn ook andere methodes denkbaar om de
arbeidstijd objectief vast te stellen.
In dat kader moet
worden vastgesteld dat de Belgische arbeidsduurwetgeving al heel wat
omkaderende maatregelen bevat, zoals de verplichting om de uurroosters op te
nemen in het arbeidsreglement en het verbod om te werken buiten die
uurroosters. Uitzonderingen daarop zijn slechts mogelijk mits naleving van
strikte procedures of voorwaarden.
De vraag of de
Belgische wetgeving conform de Europese wetgeving is, is tot nu toe door het
Hof van Justitie nog niet beoordeeld. Wie aanneemt dat onze wetgeving niet
conform is, doet dat meestal vanuit een bepaalde lezing van het arrest van
14 mei 2019 van het Hof van Justitie, namelijk dat het arrest het
veralgemeende gebruik van een specifiek registratiesysteem zou voorschrijven.
Dat laatste is dus evenwel nog geen uitgemaakte zaak.
Deze kwestie is
intussen op de agenda van de Nationale Arbeidsraad geplaatst. Mijn
administratie zal daar samen met een aantal experten deelnemen aan de
bespreking tussen de sociale partners over de impact van het arrest van
14 mei 2019 op de Belgische wetgeving. Wij zullen in eerste instantie
het resultaat van die besprekingen afwachten en op basis daarvan oordelen of
een wetgevend initiatief aangewezen is.
10.03 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, ik ben blij
dat het op de agenda van de Nationale Arbeidsraad staat. Ik wacht samen met u
de besprekingen tussen de sociale partners af.
Het incident is
gesloten.
11
Question de Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "Les pertes d’emplois annoncées chez Sodexo
Belgique" (55008405C)
11
Vraag van Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "Het aangekondigde banenverlies bij Sodexo België" (55008405C)
11.01 Sophie Thémont (PS):
Madame la Ministre, Sodexo a annoncé dans le courant du mois d'août le
licenciement de 380 personnes en raison de la baisse de ses activités suite à
la crise du coronavirus. La procédure Renault de concertation a été
enclenchée lors d'un conseil d'entreprise extraordinaire.
J'entends, Madame la Ministre, qu'il est difficile pour les entreprises
de se relever de cette crise. Néanmoins, ce n'est pas aux travailleurs de payer
une deuxième fois la crise ! Les travailleurs attendent des explications. La
direction de Sodexo, quant à elle, se défend en disant avoir perdu de l'argent,
notamment par le chômage temporaire qui lui aurait coûté 2,7 millions d'euros
en coût salarial. On peut néanmoins se questionner, Madame la Ministre, sur
l'importance de cette somme face au chiffre d'affaire que Sodexo peut faire sur
une année.
Mes questions
seront donc brèves : se séparer de 380 collaborateurs est-il nécessaire ? N'y
a-t-il pas d'autres mesures moins directes et sévères à prendre ? En savez-vous
davantage, Madame la Ministre, à l'heure actuelle, sur cette situation ? Que
pouvez-vous nous rapporter des dialogues entre patrons et syndicats ?
11.02 Nathalie
Muylle, ministre: Fin
août 2020, cette entreprise a annoncé son intention de procéder à des
licenciements collectifs. Dans sa communication, elle a exposé en détail les
raisons qui, à son avis, nécessitent ce licenciement collectif. Ces raisons
sont directement liées à la pandémie de COVID-19, c'est-à-dire à une baisse
significative des activités dans la majorité de ses sites de restauration ainsi
qu'à la fermeture forcée de nombreux sites de restauration.
La société déclare
qu'on ne peut pas compter sur un retour à un niveau d'activité comparable aux
années précédentes. L'intention de procéder à des licenciements collectifs
concerne 96 employés et 277 ouvriers. La procédure d'information et
la consultation sont en cours au sein du conseil d'entreprise, conformément à
la loi du 13 février 1998, plus connue sous le nom de loi Renault.
Cette procédure a pour but de réduire si possible l'impact des licenciements
collectifs prévus. Ce n'est pas au gouvernement d'organiser la gestion d'une
entreprise mais il doit prendre les mesures de soutien nécessaires dans le
cadre de cette crise. C'est ce que nous avons fait, entre autres en prenant les
mesures concernant le chômage temporaire auxquelles vous faites référence.
11.03 Sophie
Thémont (PS): Merci,
madame la ministre, pour votre réponse. Comme vous l'avez dit, malheureusement,
le destin de 380 personnes est menacé. L'augmentation du télétravail
causée par la pandémie du COVID-19 a fait que les restaurants d'entreprises
restent à moitié vides. Pour Sodexo comme pour Kompass et les autres de ce
secteur, on sait que la reprise est difficile. Comme vous l'avez dit, la
procédure Renault est enclenchée et c'est évidemment une bonne chose mais il y
a tout de même eu un manque de communication vis-à-vis des travailleurs.
Ceux-ci sont restés dans le flou. En effet, on sait que le prochain conseil
d'administration extraordinaire aura lieu le 24 septembre. Ils font leur
possible, mais c'est un peu long quand on sait qu'on va perdre son travail.
Outre la procédure
Renault, je m'inquiète pour le devenir des travailleurs de cette firme.
N'allons-nous pas vers une précarisation de l'emploi lors des embauches
futures? Je pense notamment aux flexi-jobs, aux temps partiels ou encore aux
interims. Le secrétaire syndical de la CSC Alimentation craint que Sodexo
profite de cette crise pour se séparer de certains travailleurs qui sont plus
âgés, pour ensuite engager via des emplois plus précaires lorsqu'une éventuelle
activité reprendrait. Avez-vous des informations sur ce sujet ou une réflexion
à faire?
Het incident is
gesloten.
12
Question de Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et
Consommateurs) sur "La précarité des contrats temporaires"
(55008425C)
12
Vraag van Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten)
over "De onzekerheid van tijdelijke arbeidsovereenkomsten"
(55008425C)
12.01 Sophie Thémont (PS):
Madame la Ministre, chaque année, près de 700.000 citoyens travaillent sous
un contrat d'intérim. Ensemble, ils prestent l'équivalent d'environ 100.000
emplois à temps plein.
Pour la moitié
d'entre eux, l'intérim est un choix : il y a les étudiants qui se contentent de
quelques jours de travail par an ; il y a les personnes pour qui c'est un
revenu complémentaire, et d'autres qui font le choix de liberté, qui ne
cherchent pas un travail plus stable.
Et puis il y a les
autres, qui subissent l'intérim faute de mieux. En effet, selon une étude
réalisée par la KU Leuven et à l'initiative de la CSC, le travail temporaire
est souvent motivé par des raisons extrinsèques et contraignantes, comme
l'absence d'une quelconque source de revenus ou l'espoir de trouver un contrat
fixe.
Cette étude
démontre l'existence d'un cercle vicieux qui maintien les personnes dans le
travail temporaire. En effet, alors que les intérimaires rapportent déjà une
situation financière difficile (39 % d'entre eux peinent à joindre les deux
bouts), le contrat temporaire leur offre moins d'opportunités de formation, et
donc moins de possibilités d'évolution : 60 % des intérimaires répondent ne pas
avoir reçu de formation pendant les 12 derniers mois, alors que ce pourcentage
n'est que de 32 % pour les non-intérimaires. Ajouté à cela, l'étude affirme que
ces mêmes travailleurs, qui se trouvent dans une situation de négociation plus
faible, seront par la suite orientés vers des positions de moindre qualité, qui
réduisent encore plus leur chance de trouver un jour une position de meilleure
qualité.
Madame la Ministre,
la conclusion de ce rapport est claire : le travail temporaire augmente les
inégalités sociales. Plus l'intérim dure, plus le travail devient précaire, et
plus faibles deviennent les chances des travailleurs de sortir de cette
situation difficile. Dès lors, envisagez-vous de mettre fin à ce cercle vicieux
? Prévoyez-vous de mettre en place des mécanismes visant à favoriser l'octroi
de contrats de travail moins précaires ?
Je vous remercie.
12.02 Nathalie
Muylle, ministre: Madame
Thémont, la législation relative au travail intérimaire repose sur l'équilibre
délicat entre le besoin de flexibilité de l'employeur et la demande de
stabilité des contrats et de sécurité de l'emploi de la part du travailleur.
Plus encore que dans d'autres domaines du droit du travail, les intérêts
divergents des employeurs et des employés dans ce domaine doivent être conciliés.
Un recours à l'emploi
temporaire n'est possible que pour un nombre précis de motifs qui sont décrits
dans la loi sur le travail intérimaire. Pour les plus importants de ces motifs,
il existe des limites à la durée maximale pendant laquelle le motif peut être
invoqué. La loi confie la détermination de ces limites aux partenaires sociaux
du Conseil national du travail qui ont conclu la convention collective
nationale n° 108 du 16 juillet 2013 sur ce sujet.
Une modification des
règles à cet égard nécessite l'intervention active des partenaires sociaux au
sein du CNT. Plus généralement, je voudrais souligner que les partenaires
sociaux au CNT ont toujours indiqué dans le passé qu'ils voulaient être
activement impliqués dans toute modification des règles sur le travail
intérimaire, étant donné l'équilibre délicat sur lequel cette législation est
basée.
Par conséquent, le
remaniement de la législation sur le travail intérimaire exige à mon avis un
soutien des deux côtés du dialogue social. Je crois que durant cette
législature, on a pu réaliser des progrès importants. Je pense par exemple à la
suppression de ladite règle de 48 heures qui peut laisser le travailleur
intérimaire dans une situation d'insécurité juridique puisque son contrat de
travail écrit n'était établi qu'après que la mission d'intérim a déjà été
entamée ou exécutée.
Concernant les
contrats journaliers successifs, il a été demandé aux partenaires sociaux
d'évaluer la réglementation, ce qui a mené à des obligations plus strictes pour
les employeurs et à l'engagement de faire diminuer le nombre de contrats
journaliers successifs de 20 %. Les résultats de cette évaluation et
l'introduction éventuelle de mesures plus contraignantes font actuellement
l'objet de discussions menées par les partenaires sociaux.
En outre, on a
énormément insisté sur l'application de la réglementation existante. Il a été
demandé à l'inspection d'augmenter le nombre de contrôles sur les abus en
matière de travail intérimaire. J'espère qu'on va pouvoir continuer ce travail
à l'avenir et qu'on pourra, ensemble avec les partenaires sociaux, faire
davantage de progrès afin d'améliorer la situation des travailleurs
intérimaires.
12.03 Sophie
Thémont (PS): Madame la
ministre, je vous remercie pour vos réponses.
Je me
réjouis d'entendre que les partenaires sociaux sont impliqués dans ces travaux
et que l'inspection va contrôler les abus en matière de travail intérimaire.
Nous savons qu'aujourd'hui, 39 % des travailleurs intérimaires ont du mal
à joindre les deux bouts, contre 25 % des autres travailleurs.
Il est vrai que le
contrat intérimaire présente surtout un avantage pour les employeurs qui, au
lieu de passer par une procédure de licenciement lourde et complexe (surtout en
matière économique), peuvent tout simplement décider de ne pas renouveler un
dernier contrat.
J'entends également
que vous envisagez de modifier les règles à cet égard et que les partenaires
sociaux tiennent à être impliqués dans ce processus de modification, ce dont je
me réjouis.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
La présidente: La question
n° 55008452C de Mme Kitir est reportée.
-
Nadia Moscufo à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La dissimulation des nouvelles contaminations chez AB InBev"
(55008515C)
- Anja
Vanrobaeys à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Le
respect des mesures COVID-19 chez AB InBev" (55008525C)
-
Sophie Thémont à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La grève chez AB InBev à Jupille" (55008550C)
-
Nadia Moscufo à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"Les attaques au droit de grève chez AB InBev" (55008640C)
-
Julie Chanson à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur
"La grève chez AB InBev" (55008800C)
-
Nadia Moscufo aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"Het verzwijgen van nieuwe besmettingsgevallen bij AB InBev"
(55008515C)
- Anja
Vanrobaeys aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De naleving
van de COVID-19-maatregelen bij AB InBev" (55008525C)
-
Sophie Thémont aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over
"De staking bij AB InBev in Jupille" (55008550C)
-
Nadia Moscufo aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
aanval op het stakingsrecht bij AB InBev" (55008640C)
-
Julie Chanson aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De
staking bij AB InBev" (55008800C)
La présidente: Peut-on envisager que
chacun renvoie à sa question, ou est-ce trop compliqué?
13.01 Nadia Moscufo
(PVDA-PTB): Je vais
regrouper mes deux questions, histoire de gagner du temps.
Ce matin, les
travailleurs d'AB InBev ont repris le travail, et je tiens à les saluer au nom
de mon groupe. Ils peuvent en effet reprendre le travail la tête haute car, en
plus de faire partie de ces héros qui ont fait tourner le pays, comme beaucoup
d'autres travailleurs, ils ont également levé la tête pour protéger leur santé
et celle de leurs collègues face au coronavirus. Ils ont dû reprendre le
travail après plus d'une semaine de grève, ce qui n'est pas rien. Nous devons
aujourd'hui nous demander pourquoi ils ont dû se mettre à l'arrêt pendant plus
d'une semaine.
En fait, la
multinationale AB InBev a tourné à plein régime depuis le début de la crise du
COVID. La direction a même mis la pression pour que la production augmente et
que l'entreprise génère davantage de profits. Sur le terrain, toutefois, force
est de constater que la direction n'a pas bougé lorsqu'un nombre élevé (environ
10 % du personnel du département logistique) de travailleurs atteints du
coronavirus a été annoncé. Aujourd'hui, deux de ces travailleurs sont dans le
coma et l'un des deux est même entre la vie et la mort.
Ce sont également les
travailleurs qui ont dû insister pour que le dépistage soit organisé, avec
l'aide d'une maison médicale de la région (Médecine pour le peuple), qui s'est
rendue sur place pour procéder aux tests. Partout, nous entendons des
recommandations selon lesquelles il faut se faire tester lorsqu'on a été en
contact avec une personne contaminée et se mettre en isolement dans l'attente
des résultats.
Chez AB InBev,
cependant, d'autres règles semblent s'appliquer. Personne n'a été mis en
quarantaine et, aujourd'hui encore, plusieurs des personnes testées n'ont pas
encore reçu les résultats. Pire encore: c'est la direction qui a annoncé
collectivement à l'ensemble de ses travailleurs qu'ils étaient tous négatifs.
Depuis quand est-ce l'employeur qui communique les résultats des tests? C'est
impensable!
La directrice des
ressources humaines avait cependant dit qu'elle préviendrait les travailleurs
une fois que trois cas auraient été détectés. Elle ne l'a pas fait et elle a
donc menti! Pourtant, avec 7,4 milliards d'euros de bénéfices en 2019, AB InBev
a bien les moyens de prendre toutes les mesures visant à protéger les
travailleurs. Au lieu de protéger ses travailleurs, elle les a méprisés.
Peut-être
n'imaginez-vous pas, madame la ministre, la colère des travailleurs quand ils
ont appris qu'un membre du gouvernement avait été testé positif au COVID-19 et
que dès lors, tous les négociateurs et le Roi avaient été testés dans l'heure
et mis, à juste titre, en quarantaine. Eux, les travailleurs, ils ont été
traités autrement. Ils ne supportent pas ce deux poids deux mesures. La
direction les a intimidés. Les gens qui voulaient lutter pour leur santé ont
été menacés. J'ai pu le constater moi-même. J'ai été très présente durant cette
semaine.
Madame la ministre, le
droit de grève a été très fortement attaqué. Il y avait les huissiers sur
place. On les a même envoyés à domicile. Deux personnes ont ainsi reçu des
astreintes de 11 000 euros qui devaient être payées dans les 48 heures.
Imaginez-vous un travailleur dans le désarroi triste de savoir son collègue entre
la vie et la mort qui fait des sacrifices avec son pouvoir d'achat, qui se met
à l'arrêt et qui reçoit une astreinte de 11 000 euros dans sa boîte aux
lettres, avec saisie de ses meubles s'il ne paie pas dans les 48 heures!
Aujourd'hui, grâce à cette lutte, ces astreintes ont été retirées. C'est
évidemment positif mais cela n'empêche que le problème reste entier.
J'ai été moi-même
interpellée par cet huissier sur place: un vrai shérif des temps modernes,
madame la ministre! La FGTB ne compte pas laisser faire ce genre de choses.
Comme je l'ai dit, aujourd'hui, les travailleurs ont repris le travail et ont
obtenu pas mal de choses. Grâce à leur lutte, il y a désormais du plexi, du
gel. La direction, après deux jours de grève, a même appelé l'inspection sociale
et le rapport a été positif car les choses avaient été mises en place pendant
la grève. C'est ce que j'ai entendu sur place et je compte sur vous pour
vérifier que c'est bien comme cela que cela s'est passé parce que si c'est le
cas, c'est vraiment grave. Je ne sais pas si vous pouvez obtenir le résultat de
l'inspection sociale. En tout cas, ce serait important.
Il faut vraiment se
rendre compte que ce qui est arrivé là-bas va constituer un précédent parce
qu'il y aura beaucoup d'autres entreprises qui vont devoir mener des luttes du
fait de la crise et vous avez une responsabilité pour que les choses se passent
bien dans les entreprises.
Je ne vais pas répéter
toutes mes questions que vous avez reçues. Madame la ministre, qu'allez-vous
faire pour protéger la santé des travailleurs? Condamnez-vous les pratiques de
la direction qui s'est appuyée sur les huissiers? Je suis désolée d'avoir été
si longue mais je pense que cela en valait la peine.
13.02 Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, eind augustus
zijn op de afdeling Transport en Logistiek op de site van AB-Inbev in Jupille
bij een uitbraak van het coronavirus 9 werknemers positief getest. Twee
personeelsleden van de afdeling zijn opgenomen in het ziekenhuis, waarvan één
ernstig ziek is en in
coma ligt. Deze uitbraak had volgens het personeel kunnen worden voorkomen of
toch ingeperkt indien de directie de nodige voorzorgsmaatregelen had genomen.
Nu werd volgens het personeel informatie over de uitbraak achtergehouden en
werd nagelaten veiligheidsmaatregelen te nemen.
Uiteindelijk
brak op verschillende sites van AB-Inbev een staking uit voor veilige
arbeidsomstandigheden en het vertrek van de verantwoordelijke die de situatie
slecht zou hebben aangepakt. Naar aanleiding van die staking, stuurde de
directie een deurwaarder naar de stakingspost, wat door het personeel gezien de
omstandigheden als bijzonder onmenselijk werd ervaren.
Ik heb dan ook
volgende vragen:
Is er voor of
naar aanleiding van de staking een controle geweest op de naleving van COVID19-maatregelen
bij dit bedrijf? Zo ja, welke waren de resultaten?
Is hierover
overleg geweest op niveau van het paritair comité?
Hoeveel
controles werden de voorbije maanden uitgevoerd door de Welzijnsinspectie? Kan
hiervan een nieuwe stand van zaken worden gegeven? Welke sancties werden
toegepast? Wat is momenteel de personeelsbezetting bij genoemde inspectie en
hoever staat het met de uitwisseling van personeel tussen de verschillende
inspectiediensten?
Plant u of zijn
nog andere maatregelen nodig zodat het werk kan worden gedaan in veilige
omstandigheden, meer bepaald wanneer één van de personeelsleden van een
afdeling of bedrijf positief test of besmet is.
Met dank voor de
verstrekte antwoorden.
13.03 Sophie Thémont (PS):
Je suis liégeoise aussi et je me suis rendue sur les lieux. Je ne répéterai pas
tout ce que ma collègue a dit. Il est cependant vrai que cette entreprise AB
InBev, qui brasse des millions, n'a pas su prendre des dispositions pour le
bien-être de ses travailleurs. Si aujourd'hui le travail a repris, c'est grâce
aux négociations fortes de la FTGB, notamment.
Il est vrai que les
travailleurs se sont mis en grève. Je rappelle que la grève est un droit, droit
qu'il convient de respecter. Il y a eu un réel manque de dialogue entre l'entreprise
et les travailleurs. La directrice des ressources humaines et le conseiller en
prévention n'ont pas pris leurs responsabilités et pire encore, ils n'ont pas
communiqué le problème, qu'ils ont même souhaité étouffer au détriment de la
santé de l'ensemble des travailleurs de l'usine.
Ce comportement est
inacceptable d'autant que nous incitons chacun de nos concitoyens à faire
attention à bien se protéger et à nous battre de manière collective. Ma
collègue l'a dit: dix personnes ont été testées positivement et deux personnes
sont dans le coma.
Madame la ministre, ne
pensez-vous pas que le huissier qui a imposé ces astreintes à ces ouvriers qui
faisaient grève (2 500 euros après 24 heures) a largement dépassé ses
prérogatives? Je crois qu'à ce sujet, les avis sont unanimes. Je trouve cela
inacceptable et j'aimerais avoir votre position à ce sujet.
Concernant
l'inspection du travail, s'est-elle vraiment rendue sur place? Dans ma question
déposée la semaine dernière, je posais la question de savoir s'il n'était pas
judicieux de saisir cette inspection sociale étant donné que le cas est
emblématique? Avez-vous eu des retours à ce sujet?
La présidente: La question de Mme Chanson
est sans objet.
13.04 Nathalie
Muylle, ministre: Il faut
tout d'abord signaler qu'afin de compléter le guide générique "Travailler
en sécurité", le secteur de l'industrie alimentaire a conclu un guide
sectoriel très complet détaillant une série de directives sur la distanciation
sociale et sur les mesures d'hygiène à respecter dans les entreprises du
secteur.
Ik
kan u in ieder geval meedelen dat aan de FOD Werk, Arbeid en Sociaal Overleg
een dringend verzoek tot bemiddeling werd overgemaakt vanwege het conflict
binnen AB InBev-Jupille naar aanleiding van de tien gevallen van COVID-19.
La
première conciliation a eu lieu le 8 septembre, mais à ce stade, il n'a pas été
possible de rapprocher les positions des uns et des autres. L'action de grève
s'est donc poursuivie.
Op
uitdrukkelijk verzoek van mijzelf en mijn beleidscel heeft de sociaal
bemiddelaar het verzoeningsbureau samengeroepen op 14 september. Het
resultaat van die bemiddeling is dat er zo snel mogelijk een vergadering van
het vrijgemaakt personeel zal worden gehouden met als doel het werk zo snel
mogelijk te hervatten, waarbij iedereen kan deelnemen terwijl de maatregelen
voor ieders gezondheid en veiligheid worden nageleefd, met wederzijds respect
voor iedere spreker.
Il y
aura la mise en place d'un audit externe indépendant dans un délai de
quinze jours, composé de six experts externes, dont deux sont désignés par
la direction, deux par la FGTB et deux par la CSC et présidé par un inspecteur
de la section contrôle du bien-être au travail. Il est précisé que les
personnes mises en cause n'en feront pas partie. L'audit externe fera rapport
au Comité pour la prévention et la protection au travail.
L'objectif est
d'examiner les mesures sanitaires prises dans le cadre du COVID-19, d'évaluer
les procédures et les processus et d'identifier les éventuels manquements ou
lacunes et en tirer les recommandations pour le futur.
De
sociale dialoog zal worden hervat en het vertrouwen, met inachtneming van de
bestaande sectorale cao, zal worden hersteld.
La
problématique des astreintes est liée à la reprise du travail. En attendant celle-ci,
les astreintes sont suspendues et seront supprimées dès la reprise effective du
travail.
Na
de personeelsvergadering is, volgens mijn laatste informatie, trouwens door u
bevestigd, het personeel ook effectief terug aan de slag gegaan.
13.05 Nadia Moscufo (PVDA-PTB):
Merci madame la ministre. Comme je l'ai dit tout à l'heure, les travailleurs,
grâce à leur combat, ont pu obtenir que des plexiglas et des gels soient
installés dans l'entreprise. Comme cela vient d'être dit, un audit externe va
aussi être mis en place pour mettre le doigt sur ce qui a provoqué cette
contamination et mettre au point un ensemble de règles qui empêcheront
rapidement la propagation du virus dans cette entreprise. Ces choses sont
effectivement le résultat du fait que les travailleurs se sont mis à l'arrêt.
Il faut savoir que
depuis le mois de mars, au quotidien, des travailleurs rentraient dans
l'entreprise via une barrière tournante qui n'était jamais désinfectée. Ils
recevaient un stock de dix masques pour dix jours de travail de huit heures
alors qu'un masque ne protège que quatre heures par jour. Les clarks
n'étaient pas nettoyés aux changements de pauses. Les techniciennes de surface
n'ont pas reçu les moyens nécessaires pour nettoyer correctement, donc les
douches et les toilettes laissent vraiment à désirer. Il s'agira évidemment
d'améliorer tout cela. J'ai suffisamment confiance en l'équipe qui sera sur
place pour régler tout cela. Mais il faudra aussi faire le bilan des raisons
qui ont mené là. Madame la ministre n'a pas, à mon avis, répondu suffisamment
pour manifester qu'elle condamne l'attitude de la direction, qui attaque ce qui
est quand même un droit fondamental des travailleurs. Ceux-ci doivent avoir le
minimum nécessaire, à savoir, ici, l'instauration de mesures sanitaires pour
protéger leur propre santé.
13.06 Anja Vanrobaeys (sp.a): Dank u voor uw antwoord, mevrouw de
minister.
Hier gaat het over
AB InBev. Gelukkig zijn de mensen opnieuw aan het werk, komt er een
externe audit en is er een sociale bemiddeling opgestart. Er is echter een rode
draad in de contacten die ik heb. Ik ben, coronaproof, met weinig
vakbondsmensen in de zaal, op verschillende vormingen gaan spreken. Hoewel de
werknemers, ook bij AB InBev, hebben doorgewerkt tijdens de coronacrisis
en tijdens de lockdown, en hun bedrijf ook nog winst heeft gemaakt, heb ik een
compleet gebrek aan respect gemerkt voor wat zij hebben opgebracht. Veel mensen
hebben mij dat gezegd. Het was een beetje de rode draad.
Telkens opnieuw
horen wij dat de mensen veiligheidsmaatregelen moeten afdwingen. Soms moesten
zij zelf zaken betalen, kopen en meebrengen. Dat is niet overal het geval, maar
ik hoor dat niettemin geregeld. Bij AB InBev is het echt geëscaleerd. Soms
moet men dus effectief zaken afdwingen, in dit geval door middel van een
staking.
De werknemers
kwamen op voor hun gezondheid. Ik kan mij best voorstellen dat het een enorme
impact heeft op iedereen die in een bedrijf werkt, als men hoort dat in een
afdeling twee werknemers echt ziek zijn, waarvan er één tussen leven en dood
zweeft. Wanneer zij dan veiligheidsmaatregelen willen afdwingen, worden zij
bovendien nog eens geïntimideerd met deurwaarders en dwangsommen, om de staking
stop te zetten. Nochtans kwamen zij gewoon op voor een basisrecht, namelijk de
gezondheid van zichzelf en van alle collega's binnen de afdeling.
Ik hoop dat
bedrijven in de toekomst op een andere manier daarmee zullen omgaan en het werk
dat hun werknemers hebben geleverd echt zullen respecteren. Zij hebben de boel
draaiende gehouden. Ik hoop dat de bedrijven voor hun werknemers zullen
opkomen, zodat zij in goede gezondheid hun werk kunnen blijven doen.
De sociale
bemiddeling is er. De werknemers zijn opnieuw aan het werk. De externe audit
komt er ook. Ik betreur echter dat een en ander op zo'n manier moest escaleren
vooraleer er afdoende maatregelen werden genomen.
13.07 Sophie Thémont (PS):
Madame la ministre, je vous remercie de vos réponses.
En tout cas, je reste
sur mes positions. Selon moi, la direction aurait pu prendre plus rapidement
des dispositions ainsi que ses responsabilités pour faire respecter les
conditions de travail et le bien-être des travailleurs durant cette crise
sanitaire. Je pense aux travailleurs infectés et au tracing qui n'a pas
été effectué. Je le redis: c'est la rentabilité de l'entreprise qui passe avant
le bien-être des travailleurs. Cette entreprise a bouleversé les journées de
travail et a imposé des horaires qui sont devenus la norme, avec des objectifs
de productivité qui ont été renforcés.
Vous avez parlé du
rôle des syndicats, en particulier la FGTB, et de la mise en place d'un audit
externe indépendant, ainsi que des astreintes. Cependant, vous ne m'avez pas
dit si vous trouviez normal que l'huissier se soit rendu chez les travailleurs.
N'a-t-il pas outrepassé ses prérogatives? Je trouve cela scandaleux et
inhumain!
Je soutiens les
travailleurs, qui ont poursuivi leur tâche chez AB-InBev dans de telles
conditions. Nous devrions peut-être pénaliser financièrement ce genre
d'entreprise qui ne prend pas les dispositions adéquates pour les travailleurs.
J'entends bien que des demandes urgentes ont été introduites auprès du
SPF Emploi, mais il faudra rester attentif par la suite et effectuer plus
de contrôles dans ces entreprises.
L'incident est clos.
Het incident is
gesloten.
La présidente:
Madame la ministre, si vous ne pouvez plus venir d'ici la fin du
mois, nous pouvons peut-être transformer les questions restantes en questions
écrites? Ou bien devons-nous parier sur un deuxième rendez-vous? Nous savons
que les jours à venir sont incertains.
13.08 Björn Anseeuw (N-VA): Mijn vragen nrs. 55008662C en
55008665C mogen worden omgezet in schriftelijke vragen, als ik de antwoorden
kan krijgen. Dan zien wij wel verder.
13.09 Nathalie Muylle,
ministre: Toutes les questions et leurs réponses sont prêtes et peuvent être
envoyées par mail aux membres. Nous pourrions aussi convenir d'une nouvelle
date.
La présidente: Très bien. Nous verrons
cela avec les services.
Madame la ministre, je
tiens d'ores et déjà à vous remercier vivement pour votre présence régulière et
le temps que vous avez passé en commission: c'était précieux et loin d'être le
cas pour tous les ministres.
La réunion publique
de commission est levée à 17 h 09.
De openbare commissievergadering
wordt gesloten om 17.09 uur.