|
Commission
des Relations extérieures |
Commissie voor Buitenlandse Betrekkingen |
|
du Mercredi 30 septembre 2020 Après-midi ______ |
van Woensdag 30 september 2020 Namiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 34 et présidée par M. Samuel Cogolati.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.34 uur en voorgezeten door de heer Samuel Cogolati.
Les textes repris en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes remis par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Koen Geens, ministre: Monsieur le président, je vous prie d'excuser mon retard qui est dû aux derniers événements, notamment le déménagement. Je fais de mon mieux pour faire mon devoir aujourd'hui. Tout arrive en même temps, mais je suis là.
De voorzitter: Mijnheer de minister, het is een eer en genoegen om de wellicht allerlaatste commissievergadering met u als minister hier in het Parlement te mogen voorzitten.
Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, bent u Franstalig?
De voorzitter: Ik ben Franstalig.
Koen Geens, ministre: Monsieur le président, Didier Reynders m'a appris qu'il y avait une différence entre dernier et ultime. Vous disiez "allerlaatst", cela veut dire ultime. Je préfère "dernier" parce que je vais vous rejoindre et m'installer sur les mêmes bancs de la commission. Je redeviens membre de la Chambre.
De
voorzitter: U was vroeger mijn
professor vennootschapsrecht, nu bent u mijn professor Frans.
- Wouter Vermeersch aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "Het Europese herstelfonds van 750 miljard euro" (55006639C)
- Jan Bertels aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "Het Europese herstelplan" (55006641C)
- Samuel Cogolati aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "Het Europees herstelfonds" (55007576C)
- Wouter Vermeersch à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Le fonds de relance européen de 750 milliards d'euros" (55006639C)
- Jan Bertels à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Le plan de relance européen" (55006641C)
- Samuel Cogolati à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Le plan de relance européen" (55007576C)
De heer Vermeersch is niet aanwezig.
01.01 Jan Bertels (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik ben blij dat u nog gekomen bent. Het is een genoegen om een van de laatste vraagstellers aan u te zijn. Ik weet zeker dat u ook een pertinent antwoord zult geven, zoals u daarnet pertinent antwoordde op de voorzitter en zoals steeds.
Mijn vraag heeft reeds enige ouderdom en gaat over het Europees herstelplan, Next Generation EU, het herstel- en weerbaarheidsplan, dat van belang is voor de nieuwe federale regering, als die morgen de eed aflegt, maar ook voor de Vlaamse regering, in het kader van verschillende investeringen naar aanleiding van veerkracht. Ik wilde u gewoon een informatieve vraag stellen.
Hoe hebt u, samen met uw collega-ministers, voorbereidingen getroffen om een actieplan in te dienen bij de EU, zodat België snel middelen kan krijgen uit dit Europees herstelplan? Het gaat dan over middelen die zowel de Vlaamse regering, en ongetwijfeld ook de Waalse en Brusselse regeringen en de regering van de Duitstalige Gemeenschap, als de federale regering, nodig hebben om de investeringsplannen goed te kunnen uitvoeren.
U kent ook de grote pijlers die terugkomen in alle regeerakkoorden, zeker de laatste: publieke investeringen inzake klimaat, energietransitie, mobiliteit, duurzaam vervoer, digitale netwerken, research and development. Dat zijn potentiële investeringsdomeinen, die ons allen interesseren, zowel op federaal als op Vlaams niveau.
Mijnheer de minister, het is dus gewoon een informatieve vraag. Hoe hebt u de voorbereiding tot nu toe aangepakt, opdat wij, ook wat betreft de sociale pijler, snel een plan kunnen indienen bij de Europese Unie? Dat kan dit najaar reeds. Wij moeten niet wachten tot het voorjaar van 2021 om dat te doen.
01.02 Samuel Cogolati (Ecolo-Groen): Monsieur
le Ministre, les leaders européens se retrouvent les 17 et 18 juillet au
sommet pour tenter de trouver l’unanimité sur les détails et modalités du plan
de relance européen préparé par la Commission européenne.
Quelles sont les améliorations et
ajustements que la Belgique réclame à la table des négociations? La Belgique
a-t-elle à présent des calculs/estimations plus précis sur les retombées
financières et économiques sur les 5 prochaines années de ce plan de
relance européen? Quelles seront les balises exactes en termes de respect du
Green Deal (neutralité carbone à l'horizon 2050) mais aussi d'Etat de droit (en
Pologne et en Hongrie, par exemple)? Comment le Brexit sera-t-il pris en compte
dans ce plan de relance pour notre pays?
01.03 Koen Geens, ministre: Monsieur le président, d'abord, j'aimerais souligner que la première ministre Wilmès et le vice-premier ministre Clarinval ont déjà répondu à des questions semblables. J'espère qu'ils ont répondu dans un sens semblable.
L'accord politique entre les dirigeants européens maintient le volume total de 750 milliards d'euros initialement proposé par la Commission. Toutefois, le ratio entre les subventions et les garanties, d'une part, et les prêts, d'autre part, a été modifié sous la pression des contributeurs nets, de sorte que 390 milliards d'euros sont alloués sous forme de subsides et 360 milliards d'euros sous forme de prêts aux États membres.
Dat grote bedrag zal op de financiële markten worden ontleend tegen de garantie van de meerjarenbegroting van de Europese Unie. België heeft altijd het principe van een mix van leningen en subsidies gesteund. Het is in de huidige tijden belangrijk een goed evenwicht te vinden tussen verantwoordelijkheid en solidariteit.
Er mag bovendien niet worden vergeten dat de fondsen slechts onder het eerbiedigen van voorwaarden zullen worden toegekend. Het belangrijkste is dat een op te stellen nationaal herstelplan als onderdeel van het Europees semester met de Europese Commissie kan worden onderhandeld.
Inzake nieuwe eigen middelen heeft ons land al vaker gesteld dat wij daarvan conceptueel voorstander zijn. Voor nieuwe eigen middelen moeten wij elk voorstel van de Europese Commissie op de eigen verdienste kunnen evalueren.
Voor de gemeenschappelijke schulden moet een onderscheid worden gemaakt tussen het concept van euro- of coronabonds en het Next-Generationvoorstel. Eurobonds gaan om het financieren via de Commissie van zuiver nationale schulden en beleidsdomeinen.
Het plan dat nu voorligt, gaat om iets anders, namelijk om het aangaan van schulden onder gemeenschappelijke garanties, om EU-beleidsdomeinen te financieren via de meerjarenbegroting. Ons land steunt die aanpak.
Voor de verdeling over de regio's ga ik ervan uit dat u de Belgische regio's bedoelt. Vermits Next-Generationfondsen zullen worden besteed via programma's van de EU-meerjarenbegroting, zullen die fondsen worden verdeeld via de geldende parameters voor de EU-begroting, meer bepaald inzake het cohesiebeleid, de onderzoeksprogramma's en de tweede pijler van het landbouwbeleid.
De aanwending van de financiering uit de Europese fiscaliteit voor herstel en veerkracht dient daarentegen nog intern Belgisch te worden besproken. De Belgische posities zijn zoals altijd gecoördineerd binnen de DGE, waarin ook de Gewesten mee aan tafel zitten.
En ce qui concerne le retour pour la Belgique, il n'est aujourd'hui pas possible de vous donner un chiffre exact puisqu'une partie du retour sera calculée sur la base des données économiques pour l'année 2021. En outre, le montant définitif est conditionné à la bonne mise en œuvre de notre plan de relance national, à la résilience et à la bonne exécution des réformes et des investissements nécessaires, notamment au regard du semestre européen.
S'agissant de la prise en considération du Brexit, la Belgique a obtenu – au terme d'un intense effort de sensibilisation, conjointement avec l'Irlande – la création d'une réserve d'ajustement au Brexit dotée de cinq milliards d'euros destinée aux États membres et aux secteurs les plus touchés par les effets dudit Brexit. Une proposition législative de la Commission est attendue à cet égard d'ici novembre 2020.
Par ailleurs, je vous confirme que le Pacte vert pour l'Europe demeure un jalon essentiel de la relance de l'Union européenne et constituera un point de référence crucial pour la mise en œuvre des programmes couverts par Next Generation EU.
Au même titre que le cadre financier pluriannuel, le plan de relance devra consacrer 30 % des crédits au financement de mesures qui contribuent à soutenir la transition verte et la lutte contre le changement climatique.
Enfin, s'agissant du respect de l'État de droit qui – faut-il le rappeler – constitue une priorité pour la Belgique, l'accord politique du Conseil précise que les programmes couverts par le plan de relance seront soumis, au même titre que les instruments financiers du cadre financier pluriannuel, au respect de l'État de droit. Les modalités précises du mécanisme de ce dernier restent, cependant, un point sensible entre les États membres et font encore l'objet d'une intense négociation entre ceux-ci.
Tot slot, mijnheer Bertels, zoals u terecht opmerkt, zal ons land een herstelplan moeten opstellen om middelen te krijgen die voortspruiten uit het Next-Generationakkoord. De Commissie geeft aan dat de lidstaten dit zullen moeten doen in het raam van het Europees semester. Ons land heeft reeds enkele DGE-coördinaties georganiseerd over dit Europees Herstelfonds. Het opstellen van het nationale plan wordt een taak van de nieuwe regering.
01.04 Jan Bertels (sp.a): Mijnheer de voorzitter, zoals verwacht lag uw antwoord volledig in lijn met wat mevrouw Wilmès in de commissie voor Europese Aangelegenheden verteld heeft. De regering zit wat dit betreft dus op één lijn, zoals verwacht.
Zoals u zelf aanhaalt, is het Next-Generationakkoord effectief belangrijk voor de relancepolitiek van de verschillende overheden in ons land en de verschillende lidstaten in Europa. Er zit enkele goede zaken in, die u terecht aanhaalt, bijvoorbeeld de groene transitie en de digitale transitie, en de financiering via een mix van leningen en subsidies waarbij de solidariteit op Europees niveau kan spelen.
Ik hoop dat wij intra-Belgisch de nodige stappen zullen ondernemen opdat de eigen middelen vanaf 2021 geïnd kunnen worden.
Voorzitter:
Christophe Lacroix.
Président:
Christophe Lacroix.
U haalt ook terecht aan dat het voor Vlaanderen zeer belangrijk is dat wij waarschijnlijk bijkomende middelen zullen kunnen krijgen uit het brexitfonds.
Laten wij hopen dat wij snel een goed herstelplan zullen kunnen indienen in het raam van het Europees semester. Wij zullen daar allemaal samen aan werken in het Parlement, mijnheer de minister, samen met de komende regering.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
- Nathalie Gilson à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "L’état des lieux des négociations post-Brexit" (55006771C)
- Anneleen Van Bossuyt à Nathalie Muylle (Emploi, Économie et Consommateurs) sur "Les négociations relatives au Brexit" (55006787C)
- Hugues Bayet à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Le Brexit" (55007274C)
- Anneleen Van Bossuyt à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "L'avancée des négociations sur le Brexit" (55008308C)
- Kattrin Jadin à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Les négociations du Brexit" (55008591C)
- Vicky Reynaert à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Le Brexit" (55009018C)
- Anneleen Van Bossuyt à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Les conclusions du Brexit High Level Group" (55009070C)
- Nathalie Gilson aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De voortgang van de onderhandelingen over de relatie tussen de EU en Groot-Brittannië na de Brexit" (55006771C)
- Anneleen Van Bossuyt aan Nathalie Muylle (Werk, Economie en Consumenten) over "De brexitonderhandelingen" (55006787C)
- Hugues Bayet aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De Brexit" (55007274C)
- Anneleen Van Bossuyt aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De voortgang van de brexitonderhandelingen" (55008308C)
- Kattrin Jadin aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De brexitonderhandelingen" (55008591C)
- Vicky Reynaert aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De Brexit" (55009018C)
- Anneleen Van Bossuyt aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De conclusies van de Brexit High Level Group" (55009070C)
02.01 Nathalie Gilson (MR): Monsieur le ministre, selon les informations disponibles, les négociations avec le Royaume-Uni concernant la future relation de ce pays avec l'Union européenne seraient difficiles. J'avais déposé ma question le 29 mai dernier, après l'envoi, en date du 19 mai, d'une lettre du Royaume-Uni à la Commission européenne pour l'informer de sa frustration à la lecture de documents relatifs à son approche dans les négociations, au motif que les positions européennes n'étaient pas cohérentes avec celles qu'elle avait adoptées pour d'autres traités conclus avec des pays tiers.
Depuis lors, beaucoup d'eau a encore coulé sous les ponts de la Tamise. Boris Johnson semble avoir forcé la main des négociateurs en déposant un projet de loi au Parlement britannique concernant le marché intérieur, qui contredit l'accord de retrait tel qu'il était en train d'être négocié avec l'Union européenne. Du reste, cela a provoqué à juste titre l'ire de la Commission et de M. Barnier, le négociateur pour l'Union. Cette position était également partagée par notre gouvernement, en soutien à l'approche de la Commission. L'objectif est de ne pas réserver un régime exceptionnel au Royaume-Uni, mais plutôt de le considérer comme un État tiers, bien qu'il soit évidemment un partenaire européen de taille. Nonobstant, l'accès au marché doit être conditionné au respect des règles relatives à la libre circulation des personnes. Au demeurant, c'est le cas de notre partenariat avec l'Association européenne de libre-échange (AELE).
Nous voilà donc au énième tour de négociations sur le Brexit. Le temps commence à se resserrer pour aboutir à un accord sur les modalités de la future relation.
Monsieur le ministre, dans ce contexte, je voudrais vous poser les questions suivantes. Pourriez-vous nous présenter brièvement un état des lieux de ces négociations? Quels en sont les obstacles, compte tenu du projet de loi déposé par Boris Johnson, qui a fait l'objet d'une troisième lecture à la House of Commons et qui devrait parvenir à la House of Lords? Comment la Commission a-t-elle réagi? Quelle position la Belgique adoptera-t-elle au Conseil européen de demain et de vendredi? Pourriez-vous également préciser les domaines qui revêtent une importance capitale pour la Belgique dans ces négociations? Étant donné que l'échéance du 31 décembre 2020 approche à grands pas et au vu des dernières prises de position britanniques, croyez-vous qu'il faille se préparer à un no deal? Concrètement, dans un tel scénario, quels risques la Belgique encourrait-elle, vu ses rapports de partenariat économique et commercial avec le Royaume-Uni?
Le président: Sans transition, je passe la parole à Mme Van Bossuyt, qui a déposé trois questions sur le même thème. Pour ne pas devoir lui recéder la parole dans quelques minutes, je l'invite à poser ses questions d'emblée.
02.02 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de minister, ik heb een aantal vragen over de Brexit. Een eerste reeks vragen heeft betrekking op de maatregelen die genomen worden om onze bedrijven en ondernemers te ondersteunen in het geval van een no deal Brexit…
(Technische storing)
Is er een probleem?
Le président: Nous avons été coupés, donc si vous pouviez reprendre vos questions, madame Van Bossuyt, merci.
02.03 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): In dat geval verwijs ik voor mijn eerste vraag naar de schriftelijk ingediende versie, mijnheer de voorzitter.
Begin juni ging de vierde ronde van de
Brexitgesprekken tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van start.
Het Verenigd Koninkrijk stapte op 31
januari uit de EU en zit tot het einde van dit jaar in een overgangsperiode,
waarin het land nog lid blijft van de interne markt en van de douane-unie. In
de tussentijd wordt er onderhandeld over een nieuw handelsakkoord dat in 2021
in voege moet gaan. Aanvankelijk was de hoop om tegen eind juni al belangrijke
stappen te hebben gezet in de gesprekken. Maar helaas wordt er alsmaar meer
gevreesd voor een no-deal-Brexit.
Europa wil een breed akkoord, met
garanties dat het Verenigd Koninkrijk de concurrentiepositie van de EU niet zal
ondergraven, bijvoorbeeld door behoud van de Europese standaarden wat betreft
sociale bescherming en de aanpak van het klimaat of door toegang van de EU tot
de Britse wateren voor de visserij. Het VK vindt de eisen van de EU buitensporig
en is eerder uit op een klassiek vrijhandelsakkoord, eventueel aangevuld met
kleine sectorale akkoorden.
Een no-deal-Brexit zou een catastrofe
zijn voor onze bedrijven, banen en economie in het algemeen. Deze staan
momenteel al onder enorme druk ten gevolge van de coronapandemie en zitten
absoluut niet te wachten op extra problemen en moeilijkheden volgend jaar ten
gevolge van de gewijzigde en complexe
handelsbetrekkingen tussen de EU en het VK. Het is dan ook van vitaal belang
dat deze regering voldoende voorbereid is op de Brexit en maatregelen neemt om
onze bedrijven zoveel mogelijk te vrijwaren van de negatieve impact die de
Brexit met zich zal meebrengen.
Eerder gaf de minister aan dat er alvast
maatregelen zouden worden voorbereid om onze bedrijven en ondernemers te
ondersteunen in geval van een no-deal-Brexit. Zijn deze maatregelen intussen
klaar om ingezet te worden? Zo ja, welke concrete maatregelen zijn al
voorhanden? Wordt er al gedacht aan extra maatregelen?
Eerder werd er al bevestigd dat het
Europees Globaliseringsfonds kan ingezet worden om de gevolgen van de Brexit op
te vangen. Maar zal ons land er eveneens voor pleiten dat een deel van het
Europees Herstelfonds hiertoe wordt aangewend?
Zijn het FAVV en de douane intussen
voldoende voorbereid op de Brexit voor wat betreft logistiek en personeel?
Ik kom tot mijn vraag over de verdere evolutie in de brexitonderhandelingen, die nu jammer genoeg wat naar de achtergrond verschoven zijn door de coronacrisis. De einddatum nadert echter. Ziet u een optie tot uitstel van de gesprekken tot na eind 2020. Werd die optie al op tafel gelegd?
Wat de concrete, verdere afspraken over de socio-economische impact van een eventuele no-deal-Brexit betreft, het Globaliseringsfonds zal worden ingezet. Naast het Herstelfonds is er nu ook een brexitfonds van 5 miljard euro. Wordt er eventueel nog in bijkomende middelen voorzien?
Wat zijn volgens u de voornaamste gevolgen van de Internal Market Bill, zoals die nu in het Verenigd Koninkrijk is aangenomen? Mocht die er komen, dan zal die ongetwijfeld een invloed hebben op het vredesproces in Noord-Ierland. Zijn er volgens u nog andere gevolgen?
Mijn laatste vraag heeft betrekking op de Brexit High Level Group, die door toenmalig minister Kris Peeters werd opgericht. De groep wordt voorgezeten door de heer Buysse.
Hoe is de politieke vertegenwoordiging in de High Level Group geregeld? Op basis van welke criteria wordt beslist welke politieke vertegenwoordigers aan tafel zitten? Op wiens vraag wordt die groep bijeengeroepen?
Le président: La question n°55007274C de M. Bayet, absent, est retirée et la question n°55008591C de Mme Jadin est transformée en question écrite.
02.04 Vicky Reynaert (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de collega-commissieleden hebben de situatie al geschetst: het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zonder een nieuw akkoord uit de EU, wordt misschien een realistisch scenario. Het is daarom van cruciaal belang dat België voorbereid is op dat effectief uittreden, met of zonder akkoord. Mijn vragen gaan over die voorbereiding.
In de Europese begroting is er in een brexitaanpassingsreserve van 5 miljard euro voorzien, zoals u zelf gemeld hebt. De Europese Commissie zal de verdeling daarvan in november 2020 voorstellen. Het is van belang dat de criteria voor de verdeling enigszins afgestemd zijn op de Belgische situatie.
Mijnheer de minister, welke moeten volgens de federale regering de criteria zijn om aanspraak te kunnen maken op de brexitaanpassingsreserve? In welke mate is er daarover al overeenstemming bereikt met de deelstaten?
Heeft de federale diplomatie over de criteria al overlegd met de Europese Commissie? Op hoeveel geld zou België kunnen rekenen? Waaraan zal dat worden besteed?
Hoeveel financiële investeringen heeft de federale regering zelf reeds gedaan in aanpassingen ter voorbereiding op de Brexit, bijvoorbeeld aanpassingen in de douane?
Op welke manier heeft de federale regering rekening gehouden met een harde brexit? Dient er federale wetgeving te worden aangepast en zo ja, welke?
De Brexit kan in West-Vlaanderen, waar ik woonachtig ben, een potentieel verkeersprobleem teweegbrengen. De Britse minister heeft ook al gesproken over mogelijke problemen in Frankrijk, maar zei daarbij dat het Frankrijk toekomt om die problemen op te lossen. In welke mate voorziet de federale regering in bijkomende politionele ondersteuning voor de lokale politie? Is de federale regering bereid om de vliegvelden van Koksijde en Ursel ter beschikking te stellen voor de stockage van vrachtwagens, indien dat nodig zou zijn?
02.05 Minister Koen Geens: Mijnheer de voorzitter, collega's, sinds de inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord op 31 januari 2020 om middernacht vonden acht formele onderhandelingsrondes plaats, heeft Londen niet gevraagd om de overgangsperiode te verlengen en moeten wij helaas vaststellen dat er voor de belangrijke thema's weinig vooruitgang is geboekt.
Bovendien rijzen met de UK Internal Market Bill van 9 september nu ook ernstige vragen bij het Britse engagement om het terugtrekkingsakkoord te respecteren.
Les approches continuent à diverger sur des questions fondamentales, telles que le maintien d'une future concurrence loyale avec des règles du jeu équitables, la pêche et un mécanisme pour le règlement de différends.
Dans ce contexte, il convient de veiller à l'intégrité du modèle de gouvernance et du marché intérieur de l'Union. À l'heure actuelle, trois mois avant la fin de la période de transition, nous ne savons toujours pas si nous serons en mesure de conclure un accord avec le Royaume-Uni. L'option d'un no deal est toujours sur la table.
Il faut dès lors que notre pays se prépare de toute façon à une relation qui sera une relation avec un pays tiers à l'Union européenne à partir du 1er janvier 2021. Le gouvernement fédéral y travaille depuis un certain temps. Je vous donne quelques exemples. Les différents Services publics fédéraux ont examiné quelles composantes de la législation belge devraient être adaptées en fonction des deux scénarios. Les recrutements supplémentaires lancés par, entre autres, l'Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire, la douane et la police sont en grande partie terminés et les nouveaux collaborateurs et nouvelles collaboratrices ont été formés. De nouvelles campagnes de communication destinées aux entreprises sont prévues.
Maar ook de bedrijven hebben sinds het brexitreferendum niet stilgezeten. De haven van Zeebrugge, die sterk gericht is op het Verenigd Koninkrijk, heeft bijvoorbeeld in samenwerking met de lokale politie en de douane een contingency plan opgesteld om eventuele problemen met wachtende vrachtwagens zoveel mogelijk te voorkomen en op te vangen.
Het is echter ook belangrijk dat onze kleine en middelgrote ondernemingen de nodige stappen zetten om begin volgend jaar niet verrast te worden door de onvermijdelijke administratieve en logistieke belemmeringen die de status van derde land van het Verenigd Koninkrijk met zich meebrengt.
Au niveau européen, la Commission a pris plusieurs initiatives telles que la publication, le 9 juillet, d'une communication sur les mesures administratives à prendre. Elle a également mis à jour, sur son site internet, des dizaines de fiches thématiques contenant des avis destinés aux autorités publiques et aux entreprises sur un large éventail de domaines dans lesquels des changements sont attendus à partir de l'année prochaine.
En outre, deux instruments sont prévus pour fournir une assistance financière aux États membres, afin d'atténuer l'impact négatif du Brexit. Le premier de ces instruments est le Fonds européen d'ajustement à la mondialisation, qui apporte un soutien aux citoyens qui perdent leur emploi, le second est la Réserve d'ajustement au Brexit, d'un montant de 5 milliards d'euros, approuvée lors du Conseil européen du mois de juillet dernier.
Les critères d'attribution de ces ressources financières seront déterminés au cours des prochaines semaines. Il va sans dire que le gouvernement fédéral souhaite, dans ce contexte, que l'aide soit réservée aux pays les plus gravement touchés, tels que la Belgique.
Tot slot heb ik nog een woordje uitleg over de Brexit High Level Group.
Die wordt samengeroepen en voorgezeten door graaf Paul Buysse en de bijeenkomsten ervan worden georganiseerd door de minister van Economie. Zoals al eerder op parlementaire vragen werd geantwoord, maken vertegenwoordigers van diverse Belgische sectoren hier deel van uit, evenals de gouverneur van de Nationale Bank en de CEO's van de gewestelijke export- en investeringsdiensten.
Tijdens de recente zestiende vergadering van de High Level Group op 23 september was ik als minister van Europese Zaken aanwezig om toelichting te geven bij de Belgische positie inzake de brexitonderhandelingen. Er werden twee gastsprekers uitgenodigd, Didier Seeuws, de directeur van de taskforce voor het Verenigd Koninkrijk van het Raadsecretariaat, en Kris Peeters, om de visie van het Europees Parlement weer te geven. Ook Michel Barnier was er eerder reeds meermaals te gast.
Het doel van die bijeenkomsten is enerzijds, te kunnen luisteren naar en communiceren met het bedrijfsleven en anderzijds, de ervaringen op de exportmarkten en de macro-economische analyses met de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven te kunnen delen en bespreken. Dat gebeurde ook op 23 september. De deelnemers ontvingen de meest recente brexitmonitoring, een gezamenlijke analyse van de Nationale Bank, het Federaal Planbureau en de FOD Economie, die u kunt consulteren op de website van de FOD Economie. Ze bespraken onder meer de ontwikkelingen in de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk en de voorbereidingen van onze overheden en ondernemingen op het einde van de transitieperiode.
Wat dat laatste element betreft, bevestigden verscheidene deelnemers wat ik eerder al vermeldde, namelijk dat sommige kmo's een extra inspanning zullen moeten leveren om klaar te zijn voor de nieuwe situatie vanaf 1 januari 2020. Ik wil in dat verband trouwens graag vermelden dat de FOD Economie, in samenwerking met het VBO, op 28 oktober een groot webinar voor de ondernemingen organiseert dat aandacht zal besteden aan diverse belangrijke concrete thema's zoals logistiek, douane, sociale zekerheid en fytosanitaire controles.
Zoals u merkt, worden we op de moeizame weg naar een eventueel akkoord met het Verenigd Koninkrijk nog geconfronteerd met talrijke obstakels. Daarom is het cruciaal dat de 27 lidstaten van de EU eensgezind achter de hoofdonderhandelaar van de Commissie, Michel Barnier, blijven staan. Ik heb de heer Barnier de afgelopen maanden verscheidene malen ontmoet en ik kan u verzekeren dat de Europese Unie met hem in de best mogelijke handen is in de moeilijke omstandigheden waarmee wij geconfronteerd worden.
02.06 Nathalie Gilson (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Je pense que nous sommes nombreux à déplorer ce qui se passe actuellement. Malheureusement, il semblerait que la Grande-Bretagne, en l'occurrence celui qui est à la manœuvre dans ce pays, mette en œuvre la fameuse phrase de Winston Churchill à de Gaulle, en 1944: "Chaque fois qu'il nous faudra choisir entre l'Europe et le grand large, nous choisirons toujours le grand large." À l'époque, le grand large représentait l'opposition entre la vision stratégique de Roosevelt face à celle du général de Gaulle.
Ici, il semble que le gouvernement britannique fait fi du fait que l'Union européenne est le partenaire commercial le plus important. Cela semble se retourner contre eux. Malheureusement, ce ne sera pas sans conséquences pour l'Union européenne ni pour notre pays. Je suis rassurée de constater que vous avez tout mis en œuvre pour que nous soyons préparés au pire.
Je vous en remercie.
Mijnheer
de minister, ik ben Kamerlid sinds maart van dit jaar, maar ik heb u echt leren
kennen in de commissie voor Justitie. Ik dank u voor uw medewerking met het
Parlement. Ik waardeer dat heel erg en wens u het beste voor de toekomst.
02.07 Anneleen Van Bossuyt (N-VA): Mijnheer de minister, ik ben blij dat het bijkomend personeel dat onder andere voor de douane en het FAVV werd gezocht, ondertussen gevonden werd en dat die mensen intussen al voor een stuk ingewerkt zijn.
Als ik het goed begrepen heb, was Kris Peeters uitgenodigd als gastspreker tijdens de jongste vergadering van de Brexit High Level Group. Ik doe graag een suggestie om daar in de toekomst eens parlementsleden van andere partijen uit te nodigen.
U kondigt een webinar aan op 28 oktober dat georganiseerd zal worden door het VBO. Dat zal zeker geen overbodige luxe zijn, want heel veel bedrijven onderschatten nog altijd de impact van de gevolgen van een mogelijke no-deal-Brexit. Alle hulp die zij kunnen krijgen om zich daarop voor te bereiden, is dus zeker welkom.
Ten slotte, u zegt dat u de heer Barnier al verschillende keren hebt ontmoet. Ik hoop dat u hem de volgende keer nog heel veel moed en doorzettingsvermogen wenst om toch te vermijden dat wij bij een no-deal-Brexit zouden landen, wat zeker geen gemakkelijke taak zal zijn. Jammer genoeg zijn de meeste signalen daarover niet positief.
Ik wens u ook op mijn beurt natuurlijk het allerbeste voor de toekomst en wens u alvast te bedanken voor de inspanningen die u zelf als koninklijk opdrachthouder heeft geleverd om een eventueel andere coalitie op de been te brengen, maar goed. Wij zijn waar wij zijn en wij zullen allemaal verdergaan.
02.08 Vicky Reynaert (sp.a): Mijnheer de minister, zelfs met een akkoord dreigen de wachttijden aan de grens wel degelijk op te lopen. De haven van Zeebrugge heeft wel een contingency plan, maar ik zou graag weten of er al een engagement is aangegaan om lokale bijstand te verlenen in West-Vlaanderen, als de wachttijden oplopen. Dat is mijn vierde vraag.
Het incident is gesloten.
Voorzitter: Vicky Reynaert.
Présidente: Vicky Reynaert.
- Christophe Lacroix à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "La Pologne" (55007178C)
- Samuel Cogolati à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "Le respect de l'État de droit en Pologne et Hongrie" (55007811C)
- Christophe Lacroix à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "La Hongrie" (55009072C)
- Christophe Lacroix aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "Polen" (55007178C)
- Samuel Cogolati aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "De eerbiediging van de rechtsstaat in Polen en Hongarije" (55007811C)
- Christophe Lacroix aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "Hongarije" (55009072C)
La présidente: La question n° 55007811C de M. Cogolati est transformée en question écrite.
03.01 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je me réfère aux textes de mes questions écrites.
Monsieur le Ministre, il revient à notre
pays de réagir aux récents propos du Président polonais qui, lors d’un meeting
de campagne électorale, a qualifié "l’idéologie LGBT" de
"néo-bolchévisme" comme si le fait d’être homosexuel relevait d’une
idéologie que le monde moderne tente d’"inculquer" aux enfants.
Le Président sortant et candidat du PiS, qui
brigue un second mandat à l’élection présidentielle du 28 juin, souhaite prôner
face à l’électorat la "famille traditionnelle" polonaise, et veiller à
"protéger" les enfants contre la propagation de "modèles
différents".
Cette fois la coupe est pleine, l’heure des
actions concrètes s’impose. Ces propos sont indignes d’un candidat aux plus
hautes fonctions de l’Etat polonais et ils sont irresponsables et haineux de la
part d’un Président qui doit être celui de tous les Polonais et non de certains
plus "fréquentables" à ces yeux.
L’homophobie est déjà un grave problème en
Pologne depuis longtemps. En décembre dernier, le Parlement européen avait
encore pointé avec inquiétude l’existence dans ce pays de dizaines de zones qui
se déclarent officiellement "libres de l’idéologie LGBTQI+". Dans
certaines localités, des autocollants ont même été distribués aux commerçants
via la presse, qui peuvent être apposés en vitrine et indiquent que le lieu est
"interdit aux LGBT". Des initiatives qui ne sont pas condamnées par
le PiS.
J’aimerais dès lors, Monsieur le Ministre,
vous poser les questions suivantes:
- Au sein de l’UE, la Belgique
compte-t-elle réagir formellement face à ces dérives anti-LGBTQI+ en Pologne?
- Où en est-on au niveau européen dans
les procédures ouvertes par la Commission vis-à-vis de cet Etat-membre?
- Les négociations sur le futur CFP
étant en cours, la Belgique porte-t-elle la question du respect par l’ensemble
des Etats-membres des valeurs fondamentales de l’UE et de la Convention
européenne des droits de l’Homme pour qu’elle soit intégrée dans la réflexion
globale du futur budget européen en termes de conditionnalité?
Je vous remercie d’avance pour vos réponses.
Monsieur le Ministre, l'organe de
surveillance des médias hongrois n'a pas renouvelé le permis d'une station de
radio de l'opposition, la dernière diffusant des programmes d'information et
des reportages indépendants.
Le Conseil des médias ne comprend que des
membres du parti du Premier ministre Viktor Orban. Cette situation vient
s’ajouter à toutes les autres atteintes aux valeurs européennes que nous
connaissons dans cet Etat-membre.
En 2018, la Commission européenne avait
présenté un mécanisme consistant à réduire ou à suspendre les financements
européens en cas de "défaillance généralisée de l’Etat de droit" dans
le cadre du CFP 2021-2027.
Aujourd’hui, plusieurs semaines après
l’accord entre leaders de l’UE sur le plan de relance post Covid-19 et le
budget 2021-2027, les interprétations semblent toujours différer sur
l’efficacité du lien qui y apparaît entre octroi des fonds européens et respect
de l’Etat de droit.
J’aimerais dès lors, Monsieur le Ministre,
vous poser les questions suivantes:
- Comment notre pays suit-il tant sur
le plan bilatéral qu’européen cette situation en Hongrie?
- Au sein du Conseil, comment se
positionne notre pays sur la future conditionnalité des fonds européens dans le
cadre du respect de l’Etat de droit, des droits humains et des libertés
fondamentales?
03.02 Koen Geens, ministre: Madame la présidente, monsieur Lacroix, la mise en place d'une conditionnalité liée au respect de l'État de droit afin d'accéder aux fonds européens a constitué une priorité pour la Belgique depuis le début des négociations sur le prochain cadre financier pluriannuel. Dans ce contexte, la proposition initiale de la Commission recueillait clairement notre préférence et a été soutenue par notre pays. Celle-ci prévoyait pour le Conseil de l'Union européenne la nécessité d'obtenir le soutien d'une majorité qualifiée d'États membres afin de dévier de la proposition de la Commission de constater une défaillance en matière d'État de droit. Il s'agissait donc d'une majorité qualifiée inversée. Toutefois, lors du Conseil européen ayant eu lieu du 17 au 21 juillet, les chefs d'État et de gouvernement ont décidé que contrairement à sa proposition initiale, la Commission avait désormais besoin du soutien d'une majorité qualifiée d'États membres pour faire adopter des mesures permettant de remédier aux situations de défaillance de l'État de droit dans un État membre. Le Conseil européen se saisira également de cette question afin d'assurer une guidance politique au plus haut niveau.
Depuis lors, la Belgique n'a pas cessé de soutenir la retranscription rapide de ces conclusions dans un règlement qui doit entrer en vigueur dès le 1er janvier 2021. Pour ce faire, la présidence allemande a présenté un nouveau texte de compromis afin d'obtenir un mandat du Conseil et de débuter les négociations inter-institutionnelles avec le Parlement européen et la Commission. Dans ce cadre, la Belgique restera attentive à ce que les intérêts financiers de l'Union soient protégés de manière effective en cas d'atteinte généralisée à l'État de droit dans un État membre.
Pour ce qui concerne spécifiquement la situation en Pologne, et pour répondre à votre question, monsieur Lacroix, la lutte contre toutes les formes de discrimination, y compris la discrimination fondée sur l'orientation sexuelle, l'identité de genre et les caractéristiques de genre est une priorité de notre politique étrangère en matière de droits de l'homme. Cette position s'exprime par des actions concrètes et dans différents fora.
Premièrement, nos missions diplomatiques participent à des campagnes et à des événements pour la promotion des droits des personnes LGBTQI+ partout dans le monde, y compris à Varsovie, où l'ambassade belge coordonne cette année les activités des pays qui partagent le même état d'esprit.
Deuxièmement, dans les fora internationaux, la Belgique est active au sein de la Equal Rights Coalition, qui rassemble plus de 40 pays partageant la volonté de lutter pour les droits des personnes LGBTQI+ à travers le monde.
En outre, lors de la 44e session du Conseil des droits de l'homme des Nations Unies à Genève, notre pays a cosigné une déclaration conjointe sur les droits des personnes LGBTQI+ dans le contexte de la pandémie de COVID-19.
Finalement, au niveau européen, la procédure article 7 a été enclenchée à l'encontre de la Pologne en décembre 2017 et depuis lors, plusieurs auditions ont déjà eu lieu. Un état de la question a été présenté lors du Conseil Affaires générales du 22 septembre auquel j'ai participé. La Belgique n'a pas manqué, dans le cadre d'une intervention conjointe du Benelux, d'y réitérer son soutien à la Commission dans son rôle de gardienne des traités et de garante des valeurs fondamentales de l'Union. Par ailleurs, plusieurs procédures d'infraction sont pendantes devant la Cour de justice en ce qui concerne les affaires liées à l'État de droit et aux droits fondamentaux en Pologne, pour lesquelles une décision doit encore être rendue par la Cour.
La situation de la liberté de la presse en Hongrie est attentivement suivie par les services du SPF Affaires étrangères et par l'ambassade de Belgique à Budapest. Notre ambassade rencontre, par exemple, régulièrement des acteurs de la société civile hongroise et des journalistes de médias indépendants afin d'évaluer la situation sur le terrain. Celle-ci a pu constater le déclin progressif inquiétant du pluralisme des médias en Hongrie.
Sur le plan européen, la question de la liberté de la presse en Hongrie est suivie de près par la Commission qui monitore la situation, notamment dans le contexte de la procédure de l'article 7 du TUE enclenchée en juillet 2018. Une audition dans le cadre de cette procédure a d'ailleurs été dédiée à cette question lors du Conseil Affaires générales de décembre 2019 ainsi qu'un état de la question lors du Conseil Affaires générales du 22 septembre 2020.
En outre, le pluralisme des médias dans chacun des États membres fera l'objet d'une analyse approfondie de la Commission dans son premier rapport annuel sur l'État de droit qui sera discuté au Conseil Affaires générales d'octobre 2020.
03.03 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos précisions.
Effectivement, vous rappelez que ces pays, dont la Pologne, sont sous la procédure de l'article 7. Vous rappelez également que la Commission et les instances européennes ont décidé, notamment sur la base des recommandations et de l'action du gouvernement belge dans son ensemble, d'examiner régulièrement l'État de droit dans les États membres de l'Union européenne.
Il n'en reste pas moins vrai que malgré tout ce travail – conséquent – de diplomatie, étape par étape, la Pologne et la Hongrie continuent à faire preuve non seulement de désinvolture par rapport à ces décisions mais plus encore d'irrespect, d'outrecuidance et d'arrogance. J'en veux pour preuve encore les déclarations tout à fait récentes du premier ministre hongrois Viktor Orbán au sujet de la commissaire européenne Věra Jourová concernant l'Europe.
J'incite vraiment le gouvernement belge à poursuivre ses efforts pour faire en sorte que l'Europe cesse d'être un grand marché où les marchandages n'ont même plus le nom de compromis mais ont des relents de tolérance pour des valeurs qui sont tout à fait contraires à l'esprit qui a permis la construction de cette Union européenne. Nous devrons donc être vigilants. Je sais que dans l'accord du nouveau gouvernement, le respect de l'État de droit avec les conditions pour les aides européennes est également prévu. Je n'ai donc aucun doute que le successeur de M. le ministre mais également les responsables du futur gouvernement belge auront à cœur de défendre ce qui est prévu dans l'accord de gouvernement.
L'incident est clos.
04 Question de Christophe Lacroix à Koen Geens (VPM Justice, Régie des Bâtiments et Affaires européennes) sur "L'enseignement sur le genre en Roumanie" (55007460C)
04 Vraag van Christophe Lacroix aan Koen Geens (VEM Justitie, Regie der Gebouwen en Europese Zaken) over "Het onderwijs over genderidentiteit in Roemenië" (55007460C)
04.01 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je me dois, hélas une nouvelle fois encore, de vous interroger concernant le non-respect inacceptable des valeurs fondamentales de l'Union européenne par ses États membres.
Le Parlement roumain a en effet interdit les études de genre dans les écoles et universités. Selon un amendement à la loi sur l’éducation nationale déposé par un théologien et sénateur d’un petit parti de centre droit, le PMP, "sont interdites les activités propageant la théorie ou des opinions sur l’identité de genre en vertu desquelles le genre est un concept différent du sexe biologique et les deux ne sont pas toujours identiques".
Plusieurs organisations non gouvernementales et associations d’élèves et d’étudiants, appuyées par une pétition en ligne ayant recueilli plus de 16 000 signatures en quelques heures, ont exhorté le président à ne pas entériner cette interdiction qui "enfreint les obligations assumées par la Roumanie" auprès des organismes internationaux.
Ce vote intervient après l’élimination par les élus d’un texte autorisant les écoles à introduire des cours d’éducation sexuelle dans cet État membre qui enregistre, il faut le rappeler, le plus fort taux d’accouchements de mineures, selon un rapport d’Eurostat datant de 2019.
Avant la Roumanie, la Hongrie voisine, dont nous venons de parler, avait également interdit les études de genre en 2018.
Monsieur le ministre, pourriez-vous m'indiquer si, sur le plan européen, vous avez mis ce débat à l'ordre du jour au sein du Conseil. Sur le plan bilatéral, en collaboration avec votre collègue en charge des Affaires étrangères, avez-vous abordé cette question avec les autorités roumaines?
04.02 Koen Geens, ministre: Madame la présidente, monsieur Lacroix, les développements en Roumanie que vous évoquez sont en effet source d'interrogations et sont suivis de près par notre poste diplomatique à Bucarest et notre administration à Bruxelles. Des contacts réguliers ont également lieu avec la société civile roumaine. Toutefois, je tiens à souligner que le processus législatif est, pour l'instant, encore en cours. Cette loi n'a pas encore été promulguée par le président.
Les droits des femmes, l'égalité de genre et la non-discrimination sont des priorités de la politique étrangère de la Belgique. Dans le contexte actuel, où nous observons un recul international contre les droits des femmes et l'égalité des genres, la Belgique aborde régulièrement ces questions tant au niveau multilatéral, européen que bilatéral.
Ce faisant, notre pays défend l'utilisation du concept de genre qui couvre en effet une réalité plus large que le sexe biologique en se référant à la construction des relations sociales entre les sexes. Les études de genre, ainsi qu'une intégration plus générale de l'attention portée au genre et aux stéréotypes de genre dans l'éducation et les médias, sont d'une grande importance dans la lutte contre la discrimination et pour la réalisation des droits des femmes.
La Commission européenne, notamment à travers l'Agence européenne des droits fondamentaux, suit de près la situation dans les États membres, y compris en Roumanie. Le Conseil discute régulièrement la question du respect des droits fondamentaux en son sein.
Celle-ci fera notamment l'objet d'une discussion lors du Conseil Justice et Affaires intérieures dans les mois à venir. Elle fera également partie du dialogue sur l'État de droit au sein du Conseil Affaires générales de cet automne.
La Belgique continue à soutenir la Commission dans son rôle de gardienne des traités européens.
04.03 Christophe Lacroix (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse qui s'inscrit dans la droite ligne de votre réponse à mes questions sur la Hongrie et la Pologne.
De manière générale, vous restez cohérent en matière de défense des droits humains. Vous avez rappelé la juste définition du genre telle qu'elle est acceptée dans un État de droit démocratique et respectueux de la diversité d'autrui.
Si la Roumanie n'a pas encore franchi le pas, le processus législatif n'y étant pas terminé puisque cette loi n'a pas encore été promulguée, l'Europe doit rester attentive à tous ces dérapages qui se succèdent et qui, manifestement, sont le fruit d'une réflexion qui transcende les courants idéologiques. En effet, la Pologne et la Hongrie sont des États où le courant est plutôt conservateur. En principe, en Roumanie, une majorité de la pensée politique ne relève pas de ce courant.
En tant que démocrate et homme de progrès, indépendamment des clivages idéologiques et de partis, je suis inquiet de constater, au sein de l'Europe, une remontée d'une forme d'extrémisme rampant significative qui est très dangereuse pour l'État de droit et, en particulier, pour les minorités, et, en l'occurrence, pour une majorité qui est représentée par le sexe féminin.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
Président: Christophe Lacroix.
Voorzitter: Christophe Lacroix.
Le président: Les questions n°s 55007689C et 55009059C de M. Cogolati ainsi que les questions n°s 55008415C et 55008416C de Mme Jadin sont transformées en questions écrites.
Nous en arrivons ainsi au terme de cette réunion.
Monsieur le ministre, au nom de cette commission, permettez-moi de saluer votre travail remarqué et remarquable. Nous n'avons pas souvent eu l'occasion de discuter, au sein de cette commission, avec vous en tant que ministre en charge des Affaires européennes en raison de votre agenda chargé et parce que cette compétence vous a été attribuée à un moment particulier du calendrier du gouvernement belge. Mais quand cela a été le cas, les réponses que vous avez apportées étaient précises, construites et intelligentes.
Même si nous n'avons pas toujours été d'accord, sous le gouvernement sortant et sous d'autres gouvernements, à titre personnel, je tiens à saluer votre personnalité, votre capacité à dépasser les clivages, votre champ de réflexion ainsi que la personne humaine qui se cache derrière le ministre.
Ce sera donc avec plaisir que nous aurons l'occasion, puisqu'il ne s'agit pas de votre ultime séance, de travailler ensemble sur des matières essentielles pour le devenir de nos concitoyens, de notre Europe et du monde. Merci officiellement et personnellement!
04.04 Koen Geens, ministre: Monsieur le président, si vous me le permettez, étant donné que d'autres membres m'ont également remercié, je souhaiterais dire que c'était un plaisir d'exercer cette compétence.
Ik heb die bevoegdheid heel graag uitgeoefend, net als die van financiën.
Je me souviens de votre présence dans ma commission des Finances à l'époque, comme celle de la Justice.
Ik herinner mij ook de vergaderingen in verband met de Regie der Gebouwen, waarover ik nu in de andere commissie nog vragen zal beantwoorden.
Het is met vreugde dat ik mij aan uw zijde zal scharen in de commissie om ministers het vuur aan de schenen te leggen.
Le président: Je clôture ainsi cette séance de commission et remercie les collègues qui y ont participé.
La réunion publique de commission est levée à 15 h 21.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.21 uur.