Commission
des Finances et du Budget |
Commissie voor Financiën en Begroting |
du Mardi 27 octobre 2020 Matin ______ |
van Dinsdag 27 oktober 2020 Voormiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 06 et présidée par Mme Marie-Christine Marghem.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.06 uur en voorgezeten door mevrouw Marie-Christine Marghem.
01 Vraag van Wim Van der Donckt aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De impact van de Brexit op de begroting" (55009282C)
01 Question de Wim Van der Donckt à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'incidence du Brexit sur le budget" (55009282C)
01.01 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de voorzitter, mevrouw de staatssecretaris, meer dan vier jaar na het brexitreferendum proberen Brussel en de Britten nog steeds tot een goede overeenkomst te komen. De gesprekken verlopen moeizaam, inclusief dreigementen met juridische procedures, wat betekent dat een harde brexit nog steeds niet afgewend is. Laten wij hopen dat er geen harde brexit komt, het is nog niet zover.
Vanaf 1 januari is de transitieperiode afgelopen en wordt het Verenigd Koninkrijk de facto onze eerste handelspartner. Ons land, met Vlaanderen toch wel op kop, heeft absoluut nood aan handelsakkoorden en stabiliteit. In elk geval zal een brexit, hard of zacht, een stevige impact hebben op verschillende aspecten van onze overheidsfinanciën, waaronder de begroting.
Mevrouw de staatssecretaris, ons land kon zich vier jaar voorbereiden op elk mogelijk scenario. Hebt u de implicaties van een harde brexit dit jaar op de Belgische overheidsfinanciën en op de begroting van dit jaar en uiteraard ook de volgende jaren, al berekend en opgenomen?
Welk concreet effect wordt er verwacht op de Vlaamse en Belgische welvaart, de bedrijven en de tewerkstelling? Hoeveel bedrijven zullen er volgens u schade ondervinden van een harde brexit? Kunt u die schade ook in een bedrag en/of in procenten van het bbp uitdrukken?
Hoe zal het Europees brexitfonds, waarin 5 miljard euro is voorzien, verdeeld worden? Hoeveel zal België uit dat fonds krijgen en hoe zal dit verdeeld worden onder de verschillende entiteiten?
01.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Van der Donckt, uiteraard hoop ik samen met u dat er snel een akkoord komt. Uit goede bron weet ik dat mijn ex-collega's daar heel hard aan werken.
Voor de opmaak van de begroting wordt er uitgegaan van de economische begroting. In die economische begroting van september is er geen rekening gehouden met een harde brexit. De mogelijke impact hiervan is dan ook niet doorgerekend in de begroting. Dat is natuurlijk ook moeilijk zolang de onderhandelingen lopen. Dan kan er geen concrete invulling zijn van wat dat scenario zou zijn.
Uw tweede en derde vraag behoort eerder tot de bevoegdheidsdomeinen van de minister van Economie. Ik kan echter wel een aantal studies aanhalen. Volgens een in juni 2019 verschenen studie van professor Vandenbussche van de KU Leuven zouden als gevolg van een harde brexit 42.000 banen verloren gaan in België, waarvan 28.000 in Vlaanderen. Bij een zachte brexit zouden er in België 10.000 banen verloren gaan, waarvan 6.500 in Vlaanderen. Het effect op de welvaart is momenteel niet bekend bij mijn administratie. Voor meer details kunt u eventueel de minister van Economie contacteren.
Op basis van de VIES-aangiften, dus de btw-aangiften, voor 2016 en 2017, werden er jaarlijks bijna 18.500 ondernemingen geregistreerd die uitvoeren naar het Verenigd Koninkrijk; 7.200 van deze ondernemingen voeren uitsluitend goederen uit, 9.200 ondernemingen voeren enkel diensten uit en 2.100 ondernemingen voeren zowel goederen als diensten uit. Uit de gegevens van de Intrastat-aangiften, die voornamelijk de grote ondernemingen omvatten en zich beperken tot de goederenhandel, blijkt dat 4.550 Belgische ondernemingen goederen uitvoerden naar het Verenigd Koninkrijk in de loop van de periode 2016-2017. Deze gegevens werden aangeleverd door de Nationale Bank van België tijdens de voorbereiding van een rapport voor de Brexit High Level Group. Het is echter moeilijk het aantal ondernemingen te ramen die schade zullen ondervinden van een harde brexit.
Daarnaast lijkt de reeds maanden aanhoudende coronacrisis op korte termijn een grotere bedreiging te vormen. De eerder genoemde studie van de KUL geeft aan dat het Belgische bnp 2,35 % zou dalen bij een harde brexit ten opzichte van het scenario waarin het Verenigd Koninkrijk lid zou blijven van de Europese Unie. Andere internationale instellingen verwachten evenwel minder uitgesproken dalingen, waarbij het mediaan resultaat een daling van het Belgische bbp van 0,9 % zou opleveren. In een studie van de Nationale Bank van België werd het mogelijk bbp-verlies van een harde brexit op 0,7 % geraamd.
De Europese Raad van 17 tot 21 juli 2020, die gewijd was aan de meerjarenbegroting van de Europese Unie en het Europees herstelplan, voorzag op verzoek van Ierland en België in de rubrieken buiten begroting in een nieuwe Brexit Adjustment Reserve van 5 miljard. Dit is een fonds dat de zwaarste door Brexit getroffen lidstaten en sectoren zal ondersteunen. Momenteel is nog niet bekend hoe dat Europese brexitfonds verdeeld zal worden en voor welke sectoren het zal worden gebruikt. De Belgische regering bereidt zich reeds voor op het voorstel van de Commissie hierover. Dit wordt ongeveer midden november verwacht. Het Belgische basisstandpunt is dat dit fonds gebruikt dient te worden om de zwaarst getroffen lidstaten te ondersteunen en dat daarbij de nodige aandacht moet uitgaan naar de kmo's.
In ieder geval, om een goede communicatie over de Belgische gevoeligheden in dit dossier te garanderen, blijven de Belgische overheidsinstanties nauw betrokken bij het onderhoud met de Commissie om mee na te denken over de uitwerking en de voorwaarden van het Brexit Adjustment Reservefonds.
01.03 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. U zult het misschien niet weten, maar ik heb twee weken geleden ook aan minister Van Peteghem hierover een vraag gesteld en zijn antwoord was wel minder duidelijk dan het uwe.
Wat de begroting betreft, zou het niet voorzichtiger zijn nu al in een marge te voorzien? Zowel bij een harde als een zachte brexit dreigen onze bedrijven toch schade te leiden. De Brexit zal een impact hebben. Daarom durf ik deze kleine suggestie te geven. Men kan beter voorzien in iets wat nadien niet nodig blijkt te zijn dan in niets te voorzien.
L'incident est clos.
02 Interpellatie van Wouter Vermeersch aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De begrotingstabel van paars-groen+" (55000042I)
02 Interpellation de Wouter Vermeersch à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "Le tableau budgétaire du gouvernement arc-en-ciel+" (55000042I)
02.01 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, op 1 oktober hebben wij de budgettabel van de kersverse regering ontvangen. Het document riep meer vragen op dan het er oploste. Tijdens het debat over de regeerverklaring werd de verwarring over het document alleen maar groter, niet het minst op de regeringsbanken zelf. Tijdens het Kamerdebat ontspon zich een eerste levendige discussie tussen de premier en kritische Kamerleden over de bedragen in de begrotingstabel. Dat leidt mij onmiddellijk tot mijn eerste vraag, mevrouw de staatssecretaris.
Mogen de middelen inzake de strijd tegen sociale en fiscale fraude – ik verwijs naar het actieplan in de tabel – wel of niet cumulatief worden opgeteld? Welke lijnen in de begrotingstabel zijn structureel en welke zijn eenmalig?
Voor de opmaak van de begroting van 2021 baseerden de federale overheden en deelstaten zich op de jongste economische prognoses van het Planbureau. Die prognoses dateren echter van begin september, toen er indicaties waren dat de economie dit jaar minder fors zou krimpen dan eerder aangenomen werd. De economische context is echter aan het verschuiven. De prognoses moeten worden aangepast door het losbarsten van de tweede coronagolf en door overheidsmaatregelen zoals de sluiting van de horeca voor minstens een maand. Ook een harde brexit wordt steeds realistischer. De regering stelt dat er niet mag worden afgeweken van de contouren van het regeerakkoord, maar dat is natuurlijk de realiteit ontkennen. In hoeverre beschouwt u de parameters van de begrotingstabel zelf nog als realistisch?
De nieuwe regering plant tegen 2024 voor 3,5 miljard aan nieuw beleid, waarvan 3,2 miljard structureel. Dat staat in uw tabel. Het grootste deel van dat structurele beleid, namelijk 2,1 miljard, zou gaan naar het optrekken van het minimumpensioen en de laagste uitkeringen. Dat lazen we in de pers. Kunt u dat bevestigen? Hoe werd het bedrag van 3,2 miljard opgebouwd? In de tabel is dat niet duidelijk. We zien daarin alleen een weergave van het totaalbedrag. Hoe werd dat bedrag opgebouwd? Ik krijg daarbij graag een opsplitsing per thema.
Een deel van het structurele nieuw beleid gaat naar het optrekken van de laagste pensioenen. De bedoeling is dat die tegen 2024 stijgen tot 1.580 euro bruto voor een volledige carrière. Hoe zal het traject richting 1.580 euro verlopen? Hoe wordt dat gefinancierd? Misschien nog veel belangrijker dan het debat over het optrekken van het minimumpensioen is de echte budgettaire discussie die moet volgen, namelijk over de hervorming van het pensioenstelsel. Een regering die echt begaan is met de pensioenen maakt ook werk van een eenvoudiger, transparanter en rechtvaardiger pensioenstelsel. Zal ook het pensioenstelsel op zich worden hervormd?
Misschien belangrijker dan wat in de tabel staat, zijn de bedragen die net niet in de tabel staan: zo'n 4,7 miljard euro aan uitgaven zou uit de begroting worden gehouden, lezen wij in de pers, voor onder meer de NMBS en openbare infrastructuur. Kunt u die bedragen bevestigen? Om welke uitgavenposten en welke bedragen gaat het? Alle regeringen in dit land hebben ondertussen gemeen dat zij bepaalde uitgaven uit hun begroting willen duwen, maar daarover is uiteraard een akkoord nodig met Europa. In welke mate hebt u daarover al overlegd en een akkoord bereikt met Europa?
Een van de opvallendste cijfers in de regeerverklaring is toch de werkzaamheidsgraad van 80 % die de regering wil bereiken tegen 2030. Volgens specialisten zouden daarvoor zo'n 700.000 mensen extra aan het werk moeten of zo'n 70.000 mensen op jaarbasis. Acht u dat realistisch en in hoeverre werd dit effect verrekend in de begrotingstabel en voor welk bedrag?
De regering streeft ook naar een eerlijke bijdrage van de personen met de grootste draagkracht. In hoeverre werd deze maatregel verrekend in de begrotingstabel en voor welk bedrag?
De regering streeft ook naar een vorm van digitale taxatie. Sinds de goedkeuring van het Europese herstelplan deze zomer heeft de Europese Unie de toelating om zelf die belasting te heffen. Wie moet de inkomsten uit die digitaks nu eigenlijk krijgen, mevrouw de staatssecretaris? In de begrotingstabel staan de inkomsten ingeschreven in de Belgische begroting, maar ons land heeft ermee ingestemd dat Europa die bedragen kan innen als eigen middelen. Moeten de inkomsten van de digitaks dan niet worden ingeschreven in de Europese begroting?
De regering streeft ook naar een OESO-taks van zo'n 300 miljoen euro tegen 2024. In hoeverre wordt zo'n OESO-taks voor grote ondernemingen realistisch geacht, gegeven het feit dat een reeks OESO-landen dwars lijkt te liggen? Daar lijkt in de begrotingstabel op het eerste gezicht geen rekening mee gehouden. Hoe ziet u die taks? Hij ligt immers onder vuur, maar u schrijft hem wel al in de begroting in. Is dat een correcte gang van zaken?
De regering streeft ernaar om tegen 2024 480 miljoen euro te halen uit btw en accijnzen op tabak. Deze inkomsten voor de begroting worden echter niet gespecificeerd in het regeerakkoord. Over welke btw-inkomsten hebt u het eigenlijk in de tabel en welke stijging van de accijnzen op tabak mogen wij verwachten?
De Europese ministers van Financiën hebben in april besloten om in het kader van corona drie vangnetten op te zetten voor een totaal volume van 540 miljard euro. De Europese Raad heeft ook een herstelplan van nog eens bijkomend 750 miljard euro goedgekeurd voor het herstel na corona. In hoeverre werden deze Europese middelen al meegerekend in deze begrotingstabel? Op welke bedragen rekent de Belgische begroting nu precies?
De begrotingstabel wijst op een begrotingstekort in entiteit I van 3,4 % tegen 2024. Europa telt de tekorten van alle Belgische overheden samen, dus ook van de deelstaten en de lokale overheden. Mijn vraag is dan ook duidelijk. Zal de schuldgraad onder controle blijven met een begrotingstekort van 3,4 %? Op welke schuldgraad denkt de regering te eindigen in 2024?
Mijn laatste vraag laat ik vallen omdat die straks terugkomt in mijn andere mondelinge vraag en daar werd geactualiseerd.
Ik kijk reikhalzend uit naar uw antwoord, mevrouw de staatssecretaris.
02.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, ik zal de vragen in dezelfde volgorde beantwoorden als ze werden gesteld.
De eerste vraag gaat over lijn 29 uit de begrotingstabel van de formatienota, "strijd tegen sociale en fiscale fraude – actieplan". Voor elk jaar staat daar de geraamde ontvangst. Bijvoorbeeld in 2021 gaat dat over 200 miljoen euro en in 2020 over 1 miljard euro.
Dan kom ik tot de tweede vraag. Bij de onderhandelingen is uitgegaan van het verslag van het Monitoringcomité, waarvan de ramingen gebaseerd waren op de economische parameters van de economische begroting van september. In deze ramingen is er geen rekening gehouden met een harde brexit, noch met een tweede COVID-19-golf zoals deze zich nu manifesteert.
Het valt dan ook te verwachten dat de groeicijfers voor 2020 waarschijnlijk te hoog zijn ingeschat. Het is inherent aan het begrotingswerk dat de parameters waarop deze gebaseerd is, snel door de werkelijkheid kunnen worden ingehaald, en zeker in de speciale omstandigheden waarin wij ons nu bevinden.
Dit is ook de reden waarom er elk jaar in een of meerdere budgetcontroles wordt voorzien. Het is nu vooral belangrijk dat er na twee jaar eindelijk weer een volwaardige begroting kan worden goedgekeurd. Deze moet ook toelaten dat de regering werk kan maken van een relance- en een investeringsbeleid om de sociaal-economische gevolgen van die covidcrisis op te vangen.
Uiteraard moet de economische omgeving en de impact ervan op de begroting op de voet worden gevolgd. Wij zijn dan ook ten zeerste van plan om dit te doen. Wij zullen ons inzetten om de economische toestand systematisch te analyseren en waar nodig de begroting bij te schaven.
Wat de derde vraag betreft, de 3,2 miljard euro heeft de volgende invulling gekregen. Het gaat telkens om bedragen uitgetrokken voor 2024. Het bedrag voor 2024 is dus een eindbedrag. De details daarvan zult u kunnen zien in de meerjarenraming die in het Parlement zal worden ingediend. U zult de details dus weldra kunnen inzien.
De vierde vraag gaat over de verhoging van de minimumpensioenen. Daarvoor is een budgettaire enveloppe uitgetrokken die gaat van 255 miljoen euro in 2021 tot 1,2 miljard euro in 2024. Dit moet toelaten om de minimumpensioenen – voor gezinshoofden, voor alleenstaanden en overlevingspensioenen – in de stelsels voor werknemers en zelfstandigen met 11 % te verhogen en de minimumpensioenen van het ambtenarenstelsel in overeenstemming te brengen met de aldus verkregen bedragen.
Deze verhogingen zullen op 1 januari 2021, 1 januari 2022, 1 januari 2023 en 1 januari 2024 worden doorgevoerd, telkens ten belope van 25 % van de totale verhoging zoals vooropgesteld voor de hele legislatuur. Er is geen afzonderlijke financiering van deze maatregel. Deze werd immers geïntegreerd in het budgettair meerjarenplan van de regering.
In antwoord op uw vijfde vraag over de investeringen kan ik u melden dat er geen lijst is van investeringen die buiten de begroting zullen worden gehouden. Het regeerakkoord bepaalt wel dat met de Europese Commissie zal worden overlegd over de budgettaire verwerking van die bijkomende investeringen. Er zal voor de investeringen in elk geval maximaal een beroep worden gedaan op externe financiering.
Het uiteindelijke investeringsvolume zal afhankelijk zijn van het aandeel van Europese financiering dat kan worden verkregen en de te hanteren budgettaire aanrekeningsregels. Er wordt wel uitgegaan van een minimum van 1 miljard euro aan bijkomende investeringen.
In antwoord op uw zesde vraag deel ik u mee dat rekening wordt gehouden met een positief effect van de hogere tewerkstelling, dat oploopt van 50 miljoen euro in 2021 tot 400 miljoen euro in 2024.
Uw zevende vraag ging over de maatregel van de personen met de grootste draagkracht, met name of die maatregel in de begrotingstabel werd opgenomen. Dat is niet het geval. De impact van die maatregel werd niet verrekend in de begrotingstabel.
Uw achtste en negende vraag neem ik samen. Het antwoord op die vragen is immers dat een en ander behoort tot de bevoegdheid van mijn collega, de vice-eersteminister en minister van Financiën. Ik stel dus voor dat u die vragen veeleer aan hem richt. Het gaat over de invulling van het beleid.
Uw tiende vraag gaat over het aandeel voor België in de subsidies in het kader van de Recovery and Resilience Facility. Dat aandeel wordt uitgedrukt in prijzen van 2018 en dus niet in lopende prijzen. Dat aandeel is geraamd op 5,15 miljard euro. De federale regering hoopt van dat aandeel minstens 1 miljard euro te kunnen inzetten voor de financiering van bijkomende investeringen.
U had ook nog een vraag over de schuldgraad. Om de schuldgraad van de gemeenschappelijke overheid tegen horizon 2024 te kunnen ramen, moeten we ook beschikken over de begrotingstrajecten van de gemeenschappen en de gewesten. Dat is op dit moment niet het geval. Uiteraard volgen wij dat van nabij op. Zodra de gegevens bekend zijn, zullen wij onze analyses maken en zullen wij u de nodige informatie verschaffen.
Ten slotte, ten twaalfde, op 15 oktober 2020 werd een voorlopig ontwerpbegrotingsplan bij ongewijzigd beleid ingediend bij de Europese Commissie. Het is de bedoeling om tegen eind oktober of begin november 2020 een volwaardig plan in te dienen. Voor de opstelling van zowel het voorlopig als het definitief plan werd een input gevraagd aan de gemeenschappen en gewesten. Er werd nog geen overleg gepleegd met de gemeenschappen en gewesten. Dat plan zal echter tijdig worden ingediend.
Dat zijn de antwoorden op uw vragen.
02.03 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de voorzitster, voor de goede orde, mijn interpellatie werd meer dan een week langer uitgesteld dan reglementair is toegelaten. Dat mag niet, maar een antwoord na drie weken wordt blijkbaar toch getolereerd. Dan krijg ik ook nog het antwoord dat een aantal van mijn vragen door de minister van Financiën zullen worden beantwoord. De minister van Financiën zei vorige week, ik citeer: "Ik beantwoord die vragen niet. Ze zullen worden beantwoord door de staatssecretaris van Begroting." Zo worden we van het kastje naar de muur gestuurd. Ik hoop dat dit niet voor herhaling vatbaar is.
Dan kom ik tot mijn repliek, mevrouw de staatssecretaris.
Sinds mijn politieke bewustwording, sinds mijn 16 jaar, ben ik opgegroeid onder de regeringen-Verhofstadt. Verhofstadt kwam aan de macht in 1999. Toen was er in dit land onder de regering-Dehaene, ere wie ere toekomt, een primair saldo van 6 % van het bbp. Verhofstadt is er in die jaren in geslaagd om dat volledig op te souperen.
Toen was er een overschot. Nu hebben we een put van 14 miljard euro van de vorige regering geërfd, een collectieve verantwoordelijkheid van alle Zweedse partijen. Toen was er een opgaande economische conjunctuur. Nu zitten we in een soort van oorlogseconomie, zoals u zelf soms zegt in de pers.
Mevrouw de staatssecretaris, af en toe bekruipt mij toch het gevoel dat de aloude paarse demonen van de regeringen-Verhofstadt weer aan het opdoemen zijn. De regering-Verhofstadt I brak met de saneringen van de regeringen-Dehaene en startte met het opdrijven van de uitgaven. Ook in het nieuwe regeerakkoord liggen al heel wat uitgaven vast, maar de financiering ervan, dat moet u toegeven, wordt naar de toekomst doorgeschoven.
De liberalen en de christendemocraten in dit Parlement zijn eigenlijk met open ogen in de linkse uitgavenval getrapt. De rood-groene miljardenfacturen worden steeds duidelijker, maar hoeveel nieuwe belastingen er zullen worden ingevoerd en hoeveel schulden er zullen worden gemaakt, blijft vandaag ook weer een raadsel. Ook de broodnodige hervormingen die deze facturen moeten helpen betalen, ontbreken of zijn onduidelijk. In een regering met zeven partijen en vier ideologieën dreigen deze broodnodige hervormingen te verzanden in discussies, uitstel en uiteindelijk ook afstel.
Sinds Verhofstadt maken de liberalen al ruim twintig jaar deel uit van eender welke regering in dit land. Reeds twintig jaar beloven de liberalen geen nieuwe belastingen, maar de belastingdruk en het overheidsbeslag zijn alleen maar gestegen. Tijdens de onderhandelingen hebben we bijna dagelijks de beloften van de liberalen gehoord dat er geen nieuwe belastingen zouden komen, maar ook nu gaat het om een zoveelste gebroken belofte. In de formatienota staat duidelijk de zin, ik citeer: "Er worden geen nieuwe belastingen ingevoerd, behalve in het kader van een budgettaire discussie." Het is alsof een drankverslaafde zou zeggen: ik drink voortaan geen pintjes meer, tenzij er een feestje is.
Wie nieuwe belastingen invoert, weet dat een overwicht uiteindelijk in Vlaanderen zal worden gezocht. Nieuwe belastingen zijn niet alleen mogelijk bij een begrotingsdiscussie, ze zullen ook noodzakelijk zijn door de putten van de Zweedse regering en de hoge kostprijs van het nieuwe paars-groene beleid. Paars-groen zal bij elke begrotingsopmaak en bij elke begrotingscontrole naar nieuwe belastingen op zoek moeten gaan.
Het regeerakkoord bepaalt dat minstens een derde van die middelen uit inkomsten zal komen. Elke paars-groene belasting zal vooral een belasting op de Vlamingen worden. De Vlamingen zullen, net zoals onder de regeringen-Verhofstadt, het gelag mogen betalen.
Er komt ook zo goed als zeker een extra belasting op vermogen. Dat wordt niet in deze tabel bevestigd, maar het regeerakkoord voorziet wel in een bijdrage van de personen die de grootste draagkracht hebben. Wij weten allemaal wie die personen zijn: de spaarders, vooral in Vlaanderen, die een appeltje voor de dorst hebben weggezet, of de zelfstandigen, vooral in Vlaanderen, die een vermogen hebben opgebouwd om hun veel te lage pensioen te compenseren.
Opmerkelijk, in eerdere versies van het regeerakkoord werd het woord "vermogen" nog gebruikt in plaats van het woord "draagkracht", maar dat is louter een woordenstrijd. België kent al heel wat versnipperde vermogensbelastingen en behoort vandaag al tot de landen met de hoogste ontvangsten uit vermogen in Europa. Daar wil deze regering dus nog een schepje bovenop doen.
De begroting werd op één nacht tijd afgeklopt en de te verwachten kater kwam achteraf. Deze nieuwe paars-groene regering dreigt dan ook met dezelfde nefaste budgettaire goocheltrucs te landen als de paars-groene Verhofstadt-kabinetten. Met "diversen" – dat staat ook zo in het regeerakkoord –, met "eenmalige maatregelen" en met het zichzelf rijk rekenen aan "fraudebestrijding" wordt het steeds groter wordend gat in de begroting dichtgereden. Verschillende economen wijzen er ondertussen op dat zelfs premier De Croo de begrotingstabel verkeerd interpreteerde.
Na twintig jaar knoopt de nieuwe regering dus opnieuw aan bij de traditie van die eerste regering-Verhofstadt die de budgettaire ontsporing in dit land inluidde. Het is immers gemakkelijker om een akkoord te vinden met zeven partijen als de uitgaven worden opgedreven en de discussie rond de inkomsten voor zich uit wordt geschoven. Er worden geen buffers aangelegd voor toekomstige crisissen, die er onvermijdelijk komen. Daardoor komt de betaalbaarheid van de pensioenen onder druk te staan.
België heeft niet alleen de meest linkse regering ooit, maar heeft nu ook officieel een soort Waalse begroting. De formatienota bestaat uit tientallen bladzijden aan uitgaven ten opzichte van één mager hoofdstuk over de begroting. De begrotingsplannen van deze regering zijn onverantwoord ten aanzien van onze kinderen en kleinkinderen, en brengen ons regelrecht naar de kolom van de zwakke, schuldzieke landen. Die laatste zin, dat zijn niet de woorden van het Vlaams Belang of van de Vlaamse oppositie, maar wel van Hendrik Bogaert van CD&V, die vroeger in deze commissie zetelde, in zijn afkeurende stemverklaring over dit regeerakkoord.
Velen in het Parlement herinneren zich wellicht nog de doelstelling van 200.000 extra jobs die de regering-Verhofstadt II in 2003 beloofde. Het leverde, behalve veel kritiek in de pers, ook heel wat hoongelach op, want het is natuurlijk niet de regering die jobs creëert, dat doen onze bedrijven. Maar dat weerhoudt blijkbaar de nieuwe paars-groene regering er niet van om exact hetzelfde te doen. Een van de opvallende cijfers in de regeerverklaring – ik zei het daarnet al – is de werkzaamheidsgraad van 80 % tegen 2030. Daarvoor moeten zo'n 700.000 mensen extra aan het werk of zo'n 70.000 mensen op jaarbasis. De kans dat dit lukt, is volgens Jan Denys, arbeidsmarktspecialist bij Randstad, ongeveer nul.
Er staat ook geen woord in over een lastenverlaging. Guy Verhofstadt zei in januari 2008 in de pers het volgende, ik citeer: "Er is geen geld. De federale regering heeft nauwelijks geld voor lastenverlagingen en koopkrachtmaatregelen." Verhofstadt wist natuurlijk waarover hij sprak, want hij zorgde er, samen met de toenmalige minister van Begroting, Johan Vande Lanotte, eigenhandig voor dat er geen geld meer was.
De situatie is er vandaag alleen nog maar slechter op geworden en het regeerakkoord is dan ook niet zozeer interessant om wat er in staat, maar vooral om wat er niet in staat. In het regeerakkoord vinden wij geen woord over lastenverlagingen, helemaal niets. België hoort bij de landen met het hoogste overheidsbeslag en de hoogste belastingen van de wereld en toch is de kas leeg. De Belgische Staat leeft boven zijn stand en dat zal met deze linkse en anti-Vlaamse regeringscoalitie niet veranderen, wel integendeel.
Ik rond af, mevrouw de staatssecretaris. U zult de boodschap wel begrepen hebben. Wij gaan deze regering en het begrotingsbeleid constructief maar kritisch opvolgen in deze commissie en in het Parlement in het belang van alle Vlamingen die werken, sparen en ondernemen. Daarom dienen wij vandaag ook een motie in. Wij willen uw begrotingswerk grondig kunnen bekijken en daarom vragen wij de regering om alle achterliggende informatie, parameters en toelichtingen bij de begrotingstabel te bezorgen aan het Parlement. Ik dien daartoe dan ook een motie in bij de diensten.
02.04 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, aansluitend op deze interpellatie en motie wil ik eerst zeggen dat ik bijzonder blij ben dat er uiteindelijk een regering is die een begroting kan opstellen. Het is twee jaar geleden dat, om redenen die voor velen nog onbegrijpelijk zijn, een coalitiepartner het schip heeft verlaten en de begroting die klaar was, niet kon worden goedgekeurd, met alle gevolgen van dien, namelijk een stuurloos Parlement dat veel geld heeft uitgegeven en een regering die niet op een normale manier begrotingscontroles kon doen en die niet de nodige maatregelen kon nemen om het tij te keren.
Het is de rol van de oppositie om oppositie te voeren, kritisch te zijn, maar ook geloofwaardig te zijn. Mijnheer Vermeersch, u hebt onlangs voorgestemd om de btw op zeep en waspoeder te verlagen. De kostprijs hiervan is 200 miljoen euro per jaar. Dit wetsvoorstel is gelukkig niet verder geraakt dan de commissie. U hebt in de commissie wel voorgestemd, samen met al uw collega's. U brengt deze namiddag een punt op de dagorde van de commissie betreffende de verlaging van btw op gas en elektriciteit naar 6 %. U hebt dit punt aangebracht met uw collega's van de PTB-PVDA, met wie u ook een aantal andere dure wetsvoorstellen in het Parlement hebt kunnen doorduwen. Enige bescheidenheid is dus aan de orde.
Ik deel echter met u de zorg rond de staatsfinanciën. Het is daarom belangrijk dat op de korte tijdspanne die de staatssecretaris en de regering hebben, de staatssecretaris haar werk doet en dat ze het werk goed uitlegt. De prioriteit is echter dat iedereen zijn huiswerk maakt. Daarom heb ik een eenvoudige motie ingediend die ik voorleg, zodat onze tijd hier en ook de tijd van de regering nuttig besteed kan worden.
02.05 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, sta mij toe op dit punt nog even het woord te vragen.
Mijnheer Leysen, het regeerakkoord zegt ook dat fake news zal worden bestreden en onwaarheden zullen worden aangepakt. Het lijkt mij toch belangrijk dat u eens bekijkt hoe de geschiedenis precies is verlopen.
Ten eerste, de
vorige Zweedse regering is gevallen. Waarom? Omdat uw partij, Open Vld, het
belangrijker vond om naar Marrakesh te trekken en daar een handtekening te
zetten, terwijl wij evengoed het Zweedse economisch relancebeleid hadden kunnen
voortzetten. U hebt ervoor gekozen om dat niet te doen. De verantwoordelijkheid
moet vooral in die hoek worden gezocht.
Ten tweede, u zegt
dat een begroting niet kon worden goedgekeurd nadat N-VA de regering had
verlaten. Dat is volkomen onjuist. Wij zijn inderdaad uit de regering gestapt
omdat u Marrakesh zo belangrijk vond. Wij hebben toen onmiddellijk gezegd dat
onze N-VA-fractie beschikbaar bleef om de begroting te steunen, op voorwaarde
dat de totaliteit van de begroting
effectief ter stemming zou worden voorgelegd, inclusief de voorwaarden die in
het Zomerakkoord afgesproken werden, met meer jobs, zodat meer mensen actief
werden en aan de slag gingen.
Wat is er gebeurd?
Op het moment dat de N-VA de regering heeft verlaten heeft uw partij, alsook de
andere partijen in de restregering, onmiddellijk de hervormingsagenda laten
vallen. Alleen de uitgavenagenda mocht blijven. De bocht naar links werd
ingezet, maar de hervormingsagenda werd onmiddellijk de vuilnisbak ingekieperd.
Een gewoon koninklijk besluit is zelfs in de lade van Kris Peeters blijven
liggen, terwijl hij dat koninklijk besluit gewoon had moeten uitvaardigen. Wij
waren beschikbaar om die begroting effectief goed te keuren, inclusief de
hervormingsagenda. Maar goed, het is bij dezen zeer duidelijk geworden wie in
de Zweedse regering blijkbaar vooral zorgde voor de dash en de
hervormingen. Op het moment dat de N-VA de regering heeft verlaten, is ook de
hervormingsagenda verlaten. Dat voor de heer Leysen. Ik kan dat telkenmale
herhalen – u blijft dat fake news de wereld insturen – en ik
zal dat met alle plezier ook doen.
Ik wil toch even
ingaan op het thema van de dag, de begroting. Mevrouw De Bleeker, proficiat met
uw functie, maar tevens met de vaststelling dat u geen cadeau hebt gekregen. U
moet de cijfers doen kloppen met een ploeg die niets liever wil doen dan veel
geld uitgeven en misschien hier en daar nieuwe belastingen heffen. U hebt te
maken met de tweede coronagolf die wij beleven en daarbovenop komt er ook een
brexitcrisis aan. Het wordt een gigantisch moeilijke uitdaging, maar u moet het
doen met een half A4'tje, dat met haken en ogen aan elkaar hangt, waarvan de
tekst eerder onduidelijk is dan dat hij transparantie brengt. U moet het doen
met een aantal begrotingsnotificaties, waarover ook geen volledige
transparantie wordt gegeven.
De vraag werd hier
gesteld of u cijfers kunt geven. Klopt dat half A4'tje? In uw antwoord valt het
op dat u daarop niet in detail ingaat. U geeft de cijfers niet, u verwijst naar
wat nog komen zal met de begroting. Het is uw goed recht om dat te doen, maar
het is toch belangrijk dat mensen weten hoe die cijfers in elkaar zitten. Het
zijn mijn cijfers niet, het zijn de cijfers van het Planbureau.
Laten we even de
tabellen op dat A4'tje bekijken. U zegt dat wij vertrokken zijn vanuit de
parameters van het Monitoringcomité. Als u gewoon even naar de basis kijkt, dan
merkt u op dat de basis fout zit. De groeicijfers zijn verkeerd of minstens onrealistisch,
in vergelijking met de cijfers van het Federaal Planbureau. In crisistijden zou
men denken eerder wat voorzichtiger te zijn dan realistischer. We weten dat de
groeicijfers eerder optimistisch zijn ingeschat.
U zegt dat er een tabel is over nieuw beleid. Het gaat in totaal om 3,2 miljard aan structureel nieuw beleid. U geeft daarover nog niet alle details. Ik reken voorzichtig en baseer mij op de cijfers van het Planbureau. Voor de uitgaven in de gezondheidszorg is minstens 1,2 miljard nodig, als geen rekening gehouden wordt met de groeinorm die erbovenop zou moeten komen. Als die erbovenop komt, komt er nog eens 650 à 750 miljoen bij. Voorzichtig gerekend, houd ik het op 1,2 miljard voor de gezondheidszorg.
Wat de pensioenen betreft: als u het deftig wil doen, hebt u 2,3 miljard nodig om richting 1.500 euro netto te gaan, zonder de terugverdieneffecten gaat het zelfs om 3,2 miljard. De heer Bouchez zei in een interview dat voor de pensioenen 760 miljoen zou worden uitgetrokken. Wij hebben daarover geen transparantie gezien. Voorzichtig gerekend, neem ik 760 miljoen voor de pensioenen. Samen met de 1,2 miljard voor de gezondheidszorg komen we al aan een bedrag van 1,9 miljard aan nieuw beleid.
De uitgaven voor veiligheid bedragen ook een kleine 500 miljoen. Als men de bedragen voor de lastenvrijstelling voor de eerste werknemer, de kinderopvang, het ouderschapsverlof en de pensioenbonus samentelt, volgens de basiscijfers van het Planbureau, komt men aan 3,2 miljard, zonder rekening te houden met alle uitgaven die nodig zijn voor de pensioenen en zonder de groeinorm voor de gezondheidszorg. Daar stopt het regeerakkoord echter niet. Volgens het regeerakkoord wordt de ontwikkelingshulp opgetrokken tot 0,7 % van het bbp, goed voor nogmaals 750 miljoen. Verder zullen de uitkeringen boven de armoededrempel worden gebracht. Dat kost 1,6 miljard. De NMBS krijgt extra geld en de btw voor heropbouw zal worden verlaagd. Met dat lijstje komen we nog eens aan, voorzichtig gerekend, minstens 2,5 miljard, een bedrag dat niet in de tabellen is opgenomen.
Ik heb het dan nog niet gehad over de gascentrales die ook gefinancierd zullen moeten worden, en de uitgaven voor Defensie, die er eigenlijk ook moeten komen. Met die 3,2 miljard aan recurrente uitgaven op basis van de cijfers van het Planbureau komt u er gewoon niet. Het zal eerder het dubbele zijn.
Als we na de uitgaven de inkomsten bekijken, dan blijkt uit het tabelletje dat er 4 miljard aan vaste besparingen komen en 3 miljard aan variabele besparingen. Voor die 3 miljard aan variabele besparingen is er nog geen enkel detail ter beschikking. Ik hoop dat uw begrotingswerk ook daarin wat duidelijkheid zal brengen. De tabel wekt de indruk dat het gemakkelijk is om 3 miljard recurrent te vinden. Dat bedrag wordt gewoon ingeschreven en daarna zullen we wel zien. We weten echter allemaal dat het gigantisch moeilijk is. We weten allemaal welke kosten er op ons afkomen. Toch staat in het tabelletje, zonder details, dat er 3 miljard gevonden zal worden.
Voor de 4 miljard aan vaste besparingen is er wel een lijstje, maar er kunnen wel wat vragen gesteld worden bij de ernst daarvan. Er zal 1 miljard gevonden worden bij sociale en fiscale fraude. Elke regering van de laatste 10 jaar heeft ongeveer 250 à 350 miljoen per jaar geïnd. De regering zal dat bedrag optrekken tot 1 miljard in 2024. Volgens de lezing van de premier zal dat structureel gebeuren. De bedragen mogen volgens hem echter niet opgeteld worden. Dat betekent dus 1 miljard aan structurele maatregelen om de crisis te bestrijden, terwijl wij in alle voorgaande jaren maar ad-hocoplossingen kregen van 250 à 350 miljoen?
En dan moest deze regering dat doen in een constellatie waarin er zelfs geen minister voor Sociale Fraude was aangesteld, iets wat na onze kritiek werd rechtgezet, waarbij er nu een coördinerende functie is voor de heer Van Peteghem.
Fraude moet absoluut worden aangepakt. Liever fraude aanpakken dan nieuwe belastingen invoeren, maar men doet alsof daar zomaar 1 miljard kan worden gevonden. Men zou kunnen zeggen dat deze regering zich misschien rijk rekent.
Er zal 400 miljoen euro worden gevonden door meer mensen aan het werk te zetten, maar het regeerakkoord bevat geen enkele ernstige maatregel waardoor dit zal lukken. Er mag niet worden geraakt aan het brugpensioen en de werkloosheidsuitkeringen mogen niet naar beneden worden gehaald, maar toch zal men 400 miljoen vinden.
Iets wat u ongetwijfeld heel sterk zal interesseren, aangezien u zelf experte Handelsbeleid in de Europese Commissie bent geweest, is dat de digitaks 100 miljoen zal opleveren. U weet hoe dat dossier op Europees niveau leeft. Dat is typisch iets wat men op internationaal niveau of minstens op Europees niveau moet doen, maar toch zegt deze regering: als dat niet lukt, zullen wij het op ons eentje doen.
Ik heb de vraag gesteld aan de heer Van Peteghem en hij antwoordde mij dat we het zullen doen in een versterkte samenwerking, met een aantal partnerlanden, maar als dat niet zou lukken zo nodig op ons eentje. Dat was het antwoord van de minister van Financiën. Er zijn landen die dat hebben geprobeerd, zoals Frankrijk. Frankrijk heeft dat één jaar alleen gedaan. Wat was de reactie? Onmiddellijk dreigde Amerika met handelssancties, een thema dat u heel goed kent. Wat heeft de heer Macron gedaan? Hij is onmiddellijk teruggekomen op zijn idee en die taks werd gewoon geschrapt.
Wij zitten hier met een begrotingstabel waarin de illusie wordt gecreëerd dat er 100 miljoen kan worden ingeschreven, terwijl Frankrijk bewijst dat men dat niet op zijn eentje kan doen. Bovendien zegt het regeerakkoord dat als het wel lukt, die centen naar Europa moeten gaan en niet naar België kunnen komen. Uw regering juicht dat zelfs toe, maar toch staat er 100 miljoen in die tabel.
En zo zien we, voorbeeld na voorbeeld, hoe niet alleen de uitgaven wat te optimistisch zijn ingeschat, maar zeker ook de inkomsten, de belastingverhogingen. Dat jaagt ons wel wat angst aan omdat we weten wat er heel duidelijk werd afgesproken in dit regeerakkoord, met name hoe de gaten zullen worden dichtgereden.
Mevrouw de staatssecretaris voor Begroting, u gaf een aantal interviews op de radio, waarin u zei dat het de uitdaging van deze regering is om het tekort van ongeveer 18 miljard dat we op het einde van de rit zouden hebben terug te brengen tot 12 miljard. Dat is ongeveer 6 miljard, zeer ruw geschat, en dan zegt u hier dat we 3 tot 4 miljard euro aan nieuw beleid zullen invoeren.
Zes plus vier is tien miljard. Wat zegt het regeerakkoord over die 10 miljard die moet worden gevonden? We zullen een derde daarvan vinden met hervormingen of besparingen, een derde met nieuwe belastingen en een derde met diverse maatregelen. Dat wil zeggen ongeveer 3,5 miljard aan besparingen, 3,5 miljard aan nieuwe belastingen en 3,5 miljard aan diverse maatregelen, waarvan we weten dat dit vaak ook extra belastingen zijn.
Dit regeerakkoord is heel onduidelijk over de vraag waarop die cijfers zijn gebaseerd. Het is een beetje nattevingerwerk. Als men heel voorzichtig simuleert op basis van de cijfers van het Planbureau, ziet men dat wat hier op tafel ligt eigenlijk niet kan kloppen. Wat wel heel duidelijk is, is hoe de factuur uiteindelijk zal worden betaald, en dat is met minstens een derde aan belastingen, en wie ook daar voorzichtig rekent, zal vaststellen dat het wat meer zal zijn.
Ik roep toch op tot meer budgettair sérieux. Nogmaals, dit is absoluut geen verwijt aan u. U bent in deze oefening gevallen na een zeer korte regeringsvorming. De regeringsvorming heeft zeer lang geduurd, zestien mensen gingen aan de slag, maar de finale fase was zeer kort. Men ziet dat alles gewoon te snel werd aangepakt. De simulaties die gemaakt moesten worden, zijn gewoon te onnauwkeurig gemaakt. Ik hoop dat deze regeringsploeg wel de ernst zal vinden in de werking voor de toekomst. U zult niet anders kunnen, want ook Europa verwacht cijfers. Ik wens u daarbij alvast bijzonder veel succes en goede moed. Wij kennen uw focus en persoonlijke overtuiging met betrekking tot de werking van de overheid en de juistheid van de centen. Het is dus een geruststelling dat u op die stoel zit, oprecht, maar het is zeker en vast geen cadeau.
02.06 Christian Leysen (Open Vld): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, collega Loones, ik weet dat in uw partij trumpiaans woordgebruik, zoals fake news, zeer populair geworden is, maar laten wij eerlijk zijn. U hebt in december 2018 toch ontslag genomen? U hebt de btw-verlaging op zeep en waspoeder toch ook goedgekeurd? Bis repetita non placent. Herhaling verveelt. Laat de regering haar werk doen en heb dus even geduld.
De voorzitster: Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Wouter Vermeersch en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van de heer Wouter Vermeersch
en het antwoord van de staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, toegevoegd aan de minister van Justitie, belast met Noordzee,
- gelet op de wel zeer beperkte begrotingstabel die de regering naar aanleiding van het investituurdebat bezorgde aan de Kamerleden;
- gelet op het feit dat het investituurdebat de onduidelijkheid rond de tabel enkel maar heeft doen toenemen;
- overwegende dat het Parlement recht heeft op de grootst mogelijke openheid vanwege de regering;
- overwegende dat verscheidene media gewag maken van het feit dat er reeds een uitgebreidere tabel werd opgesteld;
- gelet op het feit dat Europa van België een volledige begrotingstabel vraagt tegen 30 oktober;
vraagt de regering
- het Federale Parlement zo snel als mogelijk een uitgebreide begrotingstabel te bezorgen;
- alle achterliggende informatie, parameters en toelichting bij deze tabel eveneens te bezorgen aan het Parlement."
Une motion de recommandation a été déposée par M. Wouter Vermeersch et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de M. Wouter Vermeersch
et la réponse du secrétaire d'État au Budget et à la Protection des consommateurs, adjointe au ministre de la Justice, chargé de la Mer du Nord,
- considérant
le tableau budgétaire très sommaire transmis par le gouvernement aux députés à
l’occasion du débat d’investiture;
- considérant
que le débat d’investiture n’a fait qu’accroître l’imprécision autour de ce
tableau;
- considérant
que le Parlement a droit à une transparence maximale de la part du
gouvernement;
- considérant
que, selon plusieurs médias, un tableau plus détaillé a déjà été établi;
- considérant
que l’Europe demande à la Belgique de lui transmettre un tableau budgétaire
complet d’ici le 30 octobre;
demande au
gouvernement
- de
fournir dans les meilleurs délais au Parlement fédéral un tableau budgétaire
détaillé;
- de fournir également au Parlement l’ensemble des informations, paramètres et commentaires sous-jacents à ce tableau."
Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Christian Leysen.
Une motion pure et simple a été déposée par
M. Christian Leysen.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
- Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "De budgettaire tabel en de bijhorende fiches" (55009402C)
- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgettaire tabel en de bijhorende fiches" (55009403C)
- Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "Le tableau budgétaire et les fiches y afférentes" (55009402C)
- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le tableau budgétaire et les fiches y afférentes" (55009403C)
03.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik kan het kort houden, want we hebben het thema zonet behandeld.
Het was plezant in de auto vanmorgen, want Vincent Van Peteghem, de nieuwe minister van Financiën, was op de radio. Hij komt met een nieuw experiment: hij kiest voor radicale transparantie. Zo vroeg als mogelijk in het wetgevend en regeringswerk wil hij teksten publiek maken en ervoor zorgen dat informatie wordt gedeeld.
U voelt mij al komen: ook u zit op zeer interessante informatie, met name de begroting. Wij weten eigenlijk bijzonder weinig over de begroting. Wij hebben het A4-velletje dat bij de regeerverklaring is rondgedeeld en wij lezen in de kranten dat de begrotingsnotificaties zijn goedgekeurd op de ministerraad van vorige week vrijdag.
Gelet op de nieuwe transparantiedynamiek van uw collega heb ik eens naar mijn mailbox gekeken, maar ik heb de begrotingsnotificaties nog niet gevonden. Ik ga ervan uit dat u met plezier de nieuwe stijl van de minister van Financiën zal volgen, vandaar mijn zeer korte vragen.
Er is vorige week vrijdag beslist over de begrotingsnotificaties. Is het mogelijk om ons die vandaag nog te bezorgen?
Achter die notificaties zit natuurlijk een hele reeks fiches over hoe een en ander wordt becijferd en opgemaakt. Als u ze hebt, kan u ze gerust vandaag bezorgen, maar later deze week is ook goed, want dat geeft ons de kans om ze zeer serieus te bestuderen in de herfstvakantie.
Daarnaast is er de hele begroting die eind deze week aan de Europese Commissie moet worden bezorgd. Wij hebben het daar al over gehad in de commissie. Zal de begroting ook onmiddellijk worden doorgestuurd naar alle Kamerleden?
Met andere woorden, zal u de stijlbreuk van collega Vincent Van Peteghem volgen en transparantie bieden over de begroting, liever vandaag dan morgen?
03.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, ik heb als antwoord een hele uitleg, lijntje per lijntje, van de tabel. Ik wil u dit gerust geven, hoewel ik denk dat u die tabel ook wel goed uitgeplozen zal hebben.
Lijn 1 bevat het nominaal saldo van het ongewijzigd beleid. Voor 2021 werd dus gewerkt met een voorlopig door het Monitoringcomité meegedeeld cijfer. Dit wijkt 495 miljoen euro af van het cijfer dat opgenomen werd in het definitief rapport van het Monitoringcomité, dat pas op 6 oktober, na de opmaak van deze tabel, beschikbaar was. Voor de daaropvolgende jaren werd het saldo afgeleid uit het verslag van het Monitoringcomité van juli.
Lijn 2 geeft het nominaal saldo bij ongewijzigd beleid, uitgedrukt in percent van het bbp. Het bbp staat op lijn 37, helemaal onderaan.
Lijn 3 wordt verder in de tabel niet meer gebruikt. Daar moeten we dus niet meer van wakker liggen.
Lijn 4 geeft voor het jaar 2024 de totale budgettaire impact van het door de regering besliste nieuwe beleid. Dat ziet u in de laatste kolom.
Lijn 5 preciseert de middelen die in het kader van het nieuwe beleid besteed zullen worden aan het relancebeleid. Het betreft onder meer het doortrekken in 2021 van een aantal maatregelen genomen in het kader van COVID-19, de verlenging van het systeem van de investeringsaftrek en de invoering van het systeem van wederopbouwreserve.
Lijn 6 geeft
de middelen weer die de regering wil inzetten in het kader van het
klimaatactieplan.
Lijn 7 geeft
de structurele impact op kruissnelheid, 3,2 miljard euro, van het nieuwe
beleid van de regering. Dat is tegen 2024. Voor meer details verwijs ik naar
het antwoord op de vraag van de heer Vermeersch.
Lijn 8 heeft
betrekking op het investeringsplan. De regering wil tijdens de legislatuur voor
minstens 1 miljard euro bijkomende investeringen realiseren. Er werd geen
budgettaire impact opgenomen omdat er gerekend wordt op Europese fondsen om
deze investeringen te financieren. Dit zou komen uit de pot die van Europa naar
België komt, verdeeld over de gewesten en het federale niveau, waarvoor
1 miljard euro wordt geraamd.
Lijn 9 geeft
het totaal van de vaste budgettaire inspanning weer. De regering heeft zich
ertoe geëngageerd om elk jaar een vaste budgettaire inspanning van 0,2 %
van het bbp te doen, zoals u net zelf ook al hebt uitgelegd.
Lijn 10 geeft het totaal van de vaste budgettaire inspanning in percent van het bbp weer.
Lijn 11 geeft het totaal van de inspanning over de primaire uitgaven weer.
Lijn 12 geeft het aandeel van de primaire uitgaven in de vaste budgettaire inspanning weer.
Lijn 13 tot lijn 17 geven de impact weer van de besliste uitgavenmaatregelen.
Lijn 18 geeft de totaal geraamde impact van de fiscale maatregelen weer.
Lijn 19 geeft het aandeel weer in percent van de fiscale maatregelen in het totaal van de variabele inspanning.
Lijn 20 tot lijn 24 geven de geraamde impact van de ontvangstmaatregelen weer.
Lijn 25 geeft het totaal van de impact van de zogenaamde diverse maatregelen weer.
Lijn 26 geeft het aandeel van de diverse maatregelen in het totaal van de vaste inspanningen weer.
Lijn 27 tot lijn 30 gevel de impact weer van de onder deze rubriek besliste maatregelen.
Lijn 31 geeft de omvang van de variabele inspanning weer. Deze variabele inspanning zal afhangen van de economische groei en het economisch herstel. Wanneer de Belgische economie voldoende hersteld is van de coronacrisis en de economie terug groeit volgens haar potentiële groei, dan zal de variabele inspanning gelijk zijn aan 0,2 % van het bruto binnenlands product per jaar. Indien de economische groei echter lager uitvalt, dan zal de variabele inspanning normaal gezien kleiner zijn. Indien de economische groei hoger uitvalt, dan zal de variabele inspanning – dat hopen we allen – uiteraard hoger zijn.
Lijn 32 geeft de variabele inspanning in percent van het bbp weer. Op basis van de jongste economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau houdt dit een variabele budgettaire inspanning voor entiteit I in van 0,6 % van het bbp tegen 2024, zoals ik vorige keer al uitgelegd heb aan de hand van de tabel.
Lijn 33 geeft de totale budgettaire inspanning weer. Deze loopt op van ongeveer 1 miljard euro in 2021 tot 7,2 miljard euro in 2024.
Lijn 34, op basis van de meest recente economische vooruitzichten van het Federaal Planbureau bedraagt de te leveren budgettaire inspanning tegen 2024 1,4 % van het bbp, waarvan dus 0,8 % van het bbp aan vaste inspanningen en 0,6 % aan variabele inspanningen.
Lijn 35 geeft voor 2024 het geraamd vorderingssaldo, namelijk een tekort van 18,1 miljard euro.
Lijn 36 geeft voor het jaar 2024 het geraamd tekort in percent van het bruto binnenlands product weer, namelijk een tekort van 3,4 %.
Lijn 37 geeft het nominaal bruto binnenlands product weer, dat gehanteerd werd voor de berekeningen in deze tabel.
Daarmee heb ik een overzicht per lijn bezorgd.
U hebt ook een vraag over de notificaties. Die zullen in de cijfertabel door de administraties worden vertaald. Nu wordt het materiële werk gedaan om de begroting in de documenten te krijgen die het Parlement zal ontvangen. Dat is een document van 3.000 bladzijden. Daaraan wordt nu met man en macht, tegen de klok, zeer hard gewerkt. Dat zal ten laatste op 13 november volledig afgewerkt en beschikbaar zijn.
Het Europese draft budgetary plan wordt eind deze week afgewerkt. Het finale document was gisteren nog niet voorhanden.
Waar zijn wij nu mee bezig? Dat zijn de begroting en de tekst. We krijgen nog informatie van Brussel. Van de Franse Gemeenschap komt nog de COVID-19-update. Ook de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie moet nog input geven. Dat wordt deze week nog verzameld en verwerkt in het document dat af zal zijn tegen vrijdag 30 oktober.
U hebt het zelf gezegd, het is veel werk dat op een zeer korte tijd moet worden verricht. We zijn hiermee heel hard aan het werk. Het is ons engagement om het document, dat zeer technisch is, zo correct mogelijk en tijdig aan het Parlement en het Rekenhof te bezorgen, zodat we het vooropgesteld schema met betrekking tot de goedkeuring van de begroting kunnen volgen.
Zodra die informatie beschikbaar is, zullen we ze delen, want we willen dat het proces van de bespreking in de commissie en het Parlement kan doorgaan. We willen dat dit jaar goedkeuren, zodat we in 2021 met een begroting van start kunnen gaan. Dat is onze hoofddoelstelling. Wij hebben er ook alle belang bij dat dit tijdig klaar is.
03.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, u hebt gelijk, het is een reusachtig werk om zo'n begroting op punt te stellen. Wij willen ook dat dit grondig en precies gebeurt, want anders eindigt men met haastwerk, zoals dat A4-velletje, en dat is niet de bedoeling. Het is de bedoeling dat het grondig is.
U zegt dat er een begroting gaat komen van meer dan 3.000 bladzijden, wat logisch is, en dat deze ten laatste op 13 november beschikbaar zou zijn. Ik wil er toch op aandringen, ook ten aanzien van u, mevrouw de voorzitster, dat het Parlement zo snel mogelijk over dat werk zal kunnen beschikken. 3.000 bladzijden opstellen is bijzonder veel werk, maar ook het Parlement moet voldoende tijd krijgen om dat op een deftige manier te kunnen nakijken. Ik hoop dat dit de stijl zal zijn van deze regering, die een nieuwe politieke wind wil doen waaien, met een correcte samenwerking enzovoort. Het kan absoluut niet dat er 3.000 bladzijden op onze bureaus worden gegooid om daarover onmiddellijk erna discussies te voeren, zonder voldoende tijd om een en ander te bestuderen. Dat moet duidelijk zijn. Mevrouw de voorzitster, dat is eerder een vraag aan u.
Mevrouw de staatssecretaris, u zegt dat eind deze week de tabellen er zullen zijn voor de Europese Commissie. Kunt u deze dan wel onmiddellijk delen met het Parlement? Ik weet dat dit in een ander format dan de begroting is, maar eenmaal die teksten leven, lijkt het mij verstandig en correct dat deze gedeeld worden. Zij zullen toch circuleren; u kunt dus best zelf proactief communiceren.
Ik wil een specifiek punt halen uit het overlopen van alle lijntjes in uw antwoord. Het gaat over het coronafonds van de Europese Unie, die 5 miljard. U zei dat de 1 miljard aan investeringen die er komen, uit dat potje met 5 miljard komen. Dat betekent dat er nog 4 miljard overblijft om te verdelen tussen de deelstaten.
03.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Daarover moet nog gediscussieerd worden.
03.05 Sander Loones (N-VA): Als men abstractie maakt van Brussel, wat men nooit mag doen, maar we doen het nu voor de eenvoudigheid van het rekenen, dan komt men uit op ongeveer 2,4 miljard voor Vlaanderen en 1,6 miljard voor Wallonië. Dat ligt toch wel een heel stuk onder de minstens 3 miljard euro die de Vlaamse minister van Begroting naar voren schoof.
Dat cijfer van 3 miljard was niet zomaar uit de lucht gegrepen. De Europese Commissie verwacht immers dat er met die centen bepaalde zaken gebeuren. Dat gaat dan bijvoorbeeld over investeringen in mobiliteit, in isolatie van huizen, in een aantal groene zaken enzovoort. Dat zijn allemaal deelstaatbevoegdheden. Dat zijn geen federale bevoegdheden, dat zijn deelstaatbevoegdheden.
Het zou dus wat vreemd zijn, als Europa verwacht dat wij zaken doen die de deelstaten moeten doen, dat het federale niveau daarvan centen afroomt om eigen uitgaven te gaan bekostigen. Die 2,4 miljard voor Vlaanderen lijkt mij dus toch net iets te laag te zijn.
L'incident est clos.
04 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De groeinorm in de gezondheidszorg" (55009430C)
04 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La norme de croissance dans le secteur des soins de santé" (55009430C)
04.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, u zult misschien van de minister van Financiën gehoord hebben dat ik bekeken heb welke teksten er gecirculeerd hebben tijdens de onderhandelingen om die vervolgens te vergelijken met het regeerakkoord. Op die manier wou ik reconstrueren wat er gebeurd is. Het meest interessante punt is natuurlijk het vergelijken van het finale regeerakkoord met het akkoord van de informateurs Lachaert en Rousseau.
Specifiek met betrekking tot de gezondheidszorg vermeldt het regeerakkoord: "Voor het jaar 2021 zal de wettelijke groeinorm worden bepaald op basis van de technische ramingen... De wettelijke groeinorm wordt vastgelegd op 2,5 % vanaf het jaar 2022." Een groeinorm van 2,5 % betekent ongeveer 650 à 750 miljoen euro per jaar. Het informateursrapport van de heren Lachaert en Rousseau voorzag in een wettelijke groeinorm die geëvalueerd en bepaald zou worden op basis van de zorgbehoeften. Verder moest er rekening worden gehouden met het budgettaire langetermijntraject. Dat kader is echter minder vertegenwoordigd in het regeerakkoord.
Mevrouw de staatssecretaris, kunt u daarover duidelijkheid verschaffen? Hoe zit het juist met die groeinorm? Is die 2,5 % vanaf 2022 verworven voor de hele legislatuur?
04.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, het regeerakkoord is duidelijk over de begroting voor de gezondheidszorg. Het voorziet effectief in een groeinorm van 2,5 % vanaf het jaar 2022. Het regeerakkoord stelt echter wel uitdrukkelijk dat deze groeinorm niet uniform zal worden toegepast in alle sectoren.
Het regeerakkoord stelt immers, ik citeer: "De wettelijke groeinorm zal niet enkel dienen ter financiering van het volume-effect in de vraag, maar moet ook nieuwe zorginitiatieven mogelijk maken die mee ten dienste staan van het realiseren van de vooropgestelde gezondheidszorgdoelstellingen en het verlagen van de patiëntenfactuur. Dit betekent dat de groeinorm niet langer van meet af aan verdeeld en toegekend wordt aan de verschillende partiële doelstellingen, maar dat, na medisch-sociaal overleg, hierrond specifieke keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld de uitbreiding van het verzekerd pakket, het verbeteren van de toegankelijkheid, een versterking van de eerste lijn, het verbeteren van de kwaliteit, het introduceren van innovatie ten dienste van de patiënt of nog het mogelijk maken van change management en het bevorderen van geïntegreerde zorg. Voor bepaalde sectoren zal in de praktijk dus een hogere partiële doelstelling worden toegewezen door de regering, rekening houdend met de reële noden en evoluties zoals die onder andere blijken uit de technische ramingen van het RIZIV. Met andere sectoren, bijvoorbeeld geneesmiddelen, ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg en dergelijke, zal een stabiel budgettair en meerjarig traject afgesproken worden."
L'incident est clos.
05 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De staatsschuld" (55009431C)
05 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La dette de l'État" (55009431C)
05.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, ik heb enkele teksten vergeleken en de vragen daarover ook voorgelegd aan de minister van Financiën. Het gaat over de vergelijking tussen de tekst van de heren Lachaert en Rousseau en het finale regeerakkoord. Een passage daarin ging over de huidige lage rente-omgeving en de verwachtingen op dat vlak. Ik heb daarop van de minister van Financiën het antwoord gekregen dat er wel wat marges zijn ingebouwd en dat men natuurlijk rekening zal houden met een en ander.
Vooral het tweede deel interesseert mij. Vorige week kwam in het nieuws dat de staatsschuld in absolute termen nog nooit zo hoog is geweest, namelijk meer dan 524 miljard euro. Wij weten allemaal wat er nu al op ons afkomt en wat de toekomst helaas nog zal brengen, met de brexit en de coronacrisis. De staatsschuld is aan het exploderen. Er worden studies uitgevoerd. Vanaf wanneer wordt zo'n schuld onhoudbaar, vanaf welk percentage? Het moet ons zorgen baren. Daarover zijn wij het eens. Uiteindelijk moeten die schulden wel afbetaald worden. Zal dat gebeuren met confiscaties, nieuwe taxaties of indexeringen? Uiteindelijk komt er wel een factuur.
In de tekst van de heren Lachaert en Rousseau stond dat er ook gekeken zou worden naar de verkoop van niet-strategische activa en overheidsparticipaties. De overheid hoeft namelijk niet alles te doen. Een aantal zaken die niet tot de kerntaken behoren, zou zij kunnen uitbesteden, privatiseren of liberaliseren. Dat stond in de tekst van de heer Lachaert, maar het staat niet meer expliciet in het regeerakkoord. Hebt u daarover meer informatie? Waarom staat dat er niet meer in? Wat is uw persoonlijke mening daarover? Moeten er oefeningen op dat vlak worden gemaakt? Dat moet natuurlijk wel binnen bepaalde parameters gebeuren. Men moet niet verkopen om te verkopen. Het gaat doelbewust over niet-strategische overheidsparticipaties. Men doet dat natuurlijk ook op een moment dat de marktomstandigheden correct zijn. Is het ook uw overtuiging dat wij die zaken in overweging moeten nemen?
05.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, even over die cijfers. De regering is uitgegaan van de rapporten van het Monitoringcomité. In het rapport van 17 juli werd uitgegaan van een stijging van de intrestlasten op lange termijn. Zo werd er voor een looptijd van tien jaar uitgegaan van een intrestniveau van 0,07 % in 2020, dat dan zou stijgen tot 0,26 % in 2021 en 1,01 % in 2024.
In het verslag van het Monitoringcomité van 6 oktober werden die intrestniveaus voor 2020 en 2021 een stuk lager ingeschat, op respectievelijk een negatieve intrest van 0,07 % en 0,01 %, nog steeds voor een looptijd van tien jaar. Er werd wel degelijk rekening gehouden met een stijging van dat intrestniveau.
Wat uw tweede vraag betreft, het regeerakkoord vermeldt niets over de verkoop van activa door de federale overheid, maar voorziet wel in een hergroepering van alle participaties op de balans van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij.
U vroeg naar mijn persoonlijke mening. Ik kan u zeggen dat ik tijdens de coronacrisis de schommel van mijn kinderen van 14 en 16 jaar heb verkocht omdat hij niet meer werd gebruikt.
We zullen dat nauwkeurig met alle collega's bekijken. Ik wil daarop geen voorafname doen, maar ik denk dat de vraag dat dit moet worden bekeken terecht is.
05.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, het is goed te horen dat de schommel verkocht is. Hebben de kinderen er iets voor in de plaats gekregen dat meer kost? Want dat is natuurlijk de onderliggende vraag van de regering.
05.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ze zijn bij de bakker gaan werken omdat ze het zelf moeten bekostigen.
05.05 Sander Loones (N-VA): Dat stelt mij gerust. Let u maar goed op de centen, want dat zal nodig zijn.
L'incident est clos.
- Wouter Vermeersch aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het indienen van de begroting en de herstelplannen bij Europa" (55009491C)
- Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De indiening van de begroting bij de Europese Commissie" (55010222C)
- Wouter Vermeersch à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La remise du budget et des plans de relance à l'Europe" (55009491C)
- Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La présentation du budget à la Commission européenne" (55010222C)
06.01 Wouter Vermeersch (VB): Ten eerste, de Europese regels schrijven voor dat de lidstaten tot een maand na de deadline van 15 oktober aanpassingen kunnen indienen op hun begrotingsplannen. België vroeg en kreeg ook twee weken uitstel om de begroting in te dienen bij de Europese Commissie.
Op vrijdag 30 oktober verwacht de Europese commissaris van Economie, Paolo Gentiloni, de afgewerkte begroting van België op zijn bureau. Mijn eerste vraag is dus: zal de Belgische begroting daar liggen tegen vrijdag 30 oktober?
Ten tweede, op de Europese Top van juli bereikten de staatshoofden en regeringsleiders een akkoord over het Europees herstelplan van 750 miljard euro. Om op het herstelfonds in te tekenen verwacht de Commissie ontwerpplannen van de lidstaten. De lidstaten moeten hun plannen uiterlijk op 30 april 2021 indienen, maar worden aangemoedigd al vanaf 15 oktober hun ontwerp voor te stellen.
Mijn vraag is dan ook: wanneer plant de regering de herstelplannen in te dienen bij Europa? Zal dit land de termijn uitputten, zoals wij gewoon waren van vorige regeringen, tot 30 april? Of is het uw ambitie die plannen eerder in te dienen?
Ten derde, uiteraard moeten de deelstaten bij de begrotingsoefening en bij de herstelplannen betrokken worden. Over het uitstel tot 30 oktober liet het kabinet van de eerste minister fijntjes weten dat dit uitstel alle deelstaten moet toelaten de opmaak van hun eigen begrotingsplannen af te ronden. Hoe zit het daarmee? Hoe verloopt het overleg met de deelstaten? Ik had begrepen uit uw eerdere antwoord dat er nog geen enkel overleg geweest is. Klopt dat?
Vrijdag moet u de begrotingsplannen indienen, maar u hebt gewoon de cijfers van de deelstaten doorgestuurd zonder dat er een woord overheen is gegaan. Heb ik dat goed begrepen?
In hoeverre werd er inzake de begroting, maar ook inzake de herstelplannen, overleg gepleegd met de deelstaten?
06.02 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, ik sluit me aan bij de vraag van collega Vermeersch.
06.03 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Zoals ik reeds in de commissie op 13 oktober heb aangekondigd, werd een voorlopig ontwerp van begroting op 15 oktober bij de Europese Commissie ingediend. Een definitief plan met de verwerking van de in het regeerakkoord voorziene maatregelen zal tegen eind deze week worden ingediend.
Er is op dit ogenblik nog geen datum voor het indienen van het herstelplan bepaald. Zoals uzelf zegt, moet hierover een overleg plaatsvinden met de gemeenschappen en de gewesten.
De eerste minister en de staatssecretaris voor Relance zullen zowel het federaal herstelplan als het overleg met de gemeenschappen en de gewesten coördineren. Ik verwijs dan ook naar hen voor meer precieze vragen. Ik weet wel dat de eerste stappen al werden gezet, in die zin dat het engagement er is om dat snel vooruit te laten gaan.
In het kader van de opmaak van het begrotingsplan wordt informatie bij de gemeenschappen en de gewesten opgevraagd. Er heeft echter nog geen overleg plaatsgevonden. Er vonden wel al gesprekken plaats om de nodige informatie te verkrijgen.
Het is wel de bedoeling om in voorbereiding van het volgend stabiliteitsprogramma en op basis van de procedure, bepaald in het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013, te investeren in een dergelijk overleg. Dat staat dus ook op de agenda.
06.04 Wouter Vermeersch (VB): Mevrouw de staatssecretaris, ik wil toevoegen dat er inzake de ontwerpbegroting voor Europa een soort nihilisme leeft binnen deze regering. In regeringskringen wordt herhaaldelijk gesteld dat van de contouren van het regeerakkoord niet meer wordt afgeweken. De economische context is volledig aan het wijzigen. Die ontwerpbegroting is eigenlijk al achterhaald vooraleer ze wordt ingediend. De voorbije twee jaar kon de regering in lopende zaken geen structurele maatregelen nemen om onze overheidsfinanciën weer op de rails te krijgen. Dat zei de heer Leysen ook. De regering-De Croo heeft de taak om dit land wel opnieuw op die rails te krijgen, voor zover dat eigenlijk nog mogelijk is. Laten we daar ook eerlijk over zijn.
Deze regering ontkent dag in dag uit de realiteit en doet gewoon verder op basis van achterhaalde cijfers. In oorlogstijden, zoals u het zelf vaak beschrijft, mevrouw de staatssecretaris, hebben we nochtans een slagkrachtige regering nodig die in staat is om flexibel in te spelen op de snel wijzigende omstandigheden. Deze regering doet budgettair echter gewoon schijnbaar alsof er geen vuiltje aan de lucht is.
Inzake het herstelfonds wil ik toch vooral waarschuwen. Van alle Europeanen betalen Vlamingen het meeste aan de Europese Unie. Vlamingen zijn vandaag de grootste nettobetalers aan de Europese Unie. Het Europees herstelfonds van 750 miljard euro zal daar nog een flinke schep bovenop doen. Dat is onaanvaardbaar. Ik kan daarom alleen maar aansluiten bij het pleidooi om de Vlamingen netto te bevoordelen in deze ontwerpplanning.
L'incident est clos.
07 Vraag van Sander Loones aan Vincent Van Peteghem (VEM Financiën) over "Een federale subsidiedatabank" (55009745C)
07 Question de Sander Loones à Vincent Van Peteghem (VPM Finances) sur "Une banque de données fédérale des subsides" (55009745C)
07.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb vanochtend in de krant gelezen dat u en uw kabinet veel verwachten van de invoering van spending reviews, een begrotingstechniek die veel wordt gebruikt in Nederland en het Verenigd Koninkrijk om de uitgaven op te volgen en bij te sturen waar nodig. Ook de Vlaamse regering is daarmee bezig. Vlaams minister van Begroting Matthias Diependaele heeft daarover recentelijk een aantal duidelijke ambities gecommuniceerd.
Het lijkt ons inderdaad de tendens die we moeten volgen. We moeten die uitgaven opvolgen en nagaan of de middelen wel allemaal even nuttig worden besteed. Op dat vlak krijgt u van ons zeker alle steun.
Een specifiek punt wil ik daarbij vandaag wel uitlichten, namelijk de subsidies. Elke overheid reikt best wel wat subsidies uit. Op het Vlaamse niveau probeert de minister die allemaal in kaart te brengen: wie krijgt geld van welke overheidsadministratie, met welk doel? Zo kan men het totale overzicht krijgen en nagaan of die subsidies effectief nuttig zijn en tot resultaat leiden. Ook kan men daardoor controleren of bepaalde doelstellingen niet tweemaal zijn gesubsidieerd.
Mevrouw de staatssecretaris, staat u ervoor open om een soortgelijk mechanisme uit te werken op federaal niveau? Bent u bereid in kaart te brengen welke subsidies allemaal worden uitgereikt en met welke doelstelling dat gebeurt? Dan kunt u ook nagaan of er sprake is van dubbele subsidies en kunt u erover waken dat overheidsmiddelen zo transparant en efficiënt mogelijk worden besteed.
07.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, alle voorstellen die kunnen leiden tot meer transparantie en efficiëntie verdienen zeker onderzocht te worden.
Naar aanleiding van uw vraag heb ik dan ook aan de administratie gevraagd om een voorstudie te maken met een overzicht van de uitgaven inzake subsidies, de grote rubrieken alsook de technische mogelijkheden en moeilijkheden om een databank naar Vlaams model te creëren. Ik sta daar dus zeker voor open, maar ik verkies te wachten op deze informatie om dan een engagement aan te gaan wat de uitvoering en de timing betreft. Ik kan er nu dus nog niets over beloven.
07.03 Sander Loones (N-VA): Uitstekend. Hebt u een ruw idee wanneer de administratie u een eerste algemene nota zal bezorgen, zodat ik u hiermee niet om de zoveel weken lastigval?
07.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Dat is nu moeilijk om te zeggen, omdat er nu zoveel werk en tijd in de begroting kruipt. Als wij er echter niet tijdig mee naar hier komen, mag u hierover gerust nog eens een vraag stellen, zodat wij eraan worden herinnerd. Wij zullen het echter meenemen.
07.05 Sander Loones (N-VA): Dank u, dat zal ik met bijzonder veel plezier en enthousiasme doen.
L'incident est clos.
08 Vraag van Wim Van der Donckt aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De interdepartementale provisie van 300 miljoen euro voor de NMBS" (55009813C)
08 Question de Wim Van der Donckt à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "La provision interdépartementale de 300 millions d'euros pour la SNCB" (55009813C)
08.01 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, mijn vraag sluit aan bij wat op 14 oktober 2020 is verklaard naar aanleiding van de bespreking van het wetsontwerp tot opening van de voorlopige kredieten voor de maanden november en december 2020.
Een van de vragen die toen rezen, was dat wij plots 300 miljoen euro zagen opduiken voor de NMBS. U hebt toen naar goed vermogen geantwoord en gesteld dat die som vooral zou gaan naar hygiënemaatregelen, zoals het poetsen van de rijtuigen.
U hebt er toen wel eerlijkheidshalve aan toegevoegd dat u daarvan niet honderd procent zeker was en dat u een en ander zou nakijken.
Daarom heb ik de volgende vraag. Hebt u ondertussen al een beter zicht op de details? Waarvoor zijn die middelen ten bedrage van 300 miljoen euro, wat toch niet weinig is, concreet bestemd?
Ik kijk uit naar uw antwoord.
08.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Van der Donckt, ik dank u voor uw vraag, die mij de gelegenheid geeft om een en ander uit de vermelde commissievergadering recht te zetten.
Wij hebben de info opgevraagd. Uiteindelijk heeft de regering beslist om in 2020 een bedrag vrij te maken van 264 miljoen euro voor de NMBS en 46,9 miljoen euro voor Infrabel. Dat maakt samen 310,9 miljoen euro. Dat geld dient grotendeels om het verlies ten gevolge van de COVID-19-crisis te compenseren.
Het gaat dus om een toelage.
08.03 Wim Van der Donckt (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dat lijkt mij al een enigszins logischere verklaring dan geld voor wat zeepjes, waarvoor ik u dank. Ik neem uw antwoord mee.
L'incident est clos.
09 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De crisisenveloppe voor de horecasector" (55009999C)
09 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'enveloppe de crise pour le secteur horeca" (55009999C)
09.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, vanwege het coronavirus heeft de horecasector helaas moeten sluiten, ingevolge een beslissing van het Overlegcomité van vrijdag 16 oktober. De sector moet minstens vier weken de deuren sluiten.
De Vlaamse regering is meteen met een steunpakket gekomen met een aantal maatregelen waarop kan worden ingetekend.
Intussen hebben we vernomen dat ook de federale regering maatregelen plant. In de eerste communicatie werd er gesproken over een pakket van 500 miljoen euro. Gisteren zag ik een communicatie passeren van minister Clarinval, die het opeens had over 150 miljoen euro.
Mevrouw de staatssecretaris, wat is er precies gaande? In welke budgettaire enveloppe is er voorzien en voor welke maatregelen kunnen die centen gebruikt worden?
Het coronavirus blijft maar woeden in dit land. Hebt u een idee tot welk ruw bedrag deze regering bereid is te gaan om, al minstens het komende jaar, steunmaatregelen uit te werken voor de horeca en voor andere sectoren, wanneer dat, zoals ik vrees, nodig zou blijken te zijn?
09.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, het is inderdaad een spijtige zaak dat de horeca nu gesloten is, vooral voor al de zelfstandige ondernemers die al veel inspanningen hadden geleverd om hun zaak coronaproof te maken, maar het was echt noodzakelijk, gezien de gezondheidssituatie in ons land.
Naar aanleiding van de beslissing in het Overlegcomité werden er inderdaad een reeks maatregelen genomen om de horecasector te ondersteunen. Het gaat meer specifiek over drie maatregelen met een totaal geraamde budgettaire impact van ongeveer 500 miljoen euro.
Ten eerste is er het bedrag van het overbruggingsrecht voor zelfstandigen die hun activiteit verplicht moeten stoppen vanwege de door de regering besliste sanitaire maatregelen. Dat wordt verdubbeld voor de maanden oktober en november. Het overbruggingsrecht voor deze twee maanden bedraagt 2.583 euro voor een alleenstaande en 3.528 euro voor een zelfstandige met gezinslast. De budgettaire impact van deze maatregel wordt in totaal geraamd op 179 miljoen euro.
Een tweede maatregel behelst het uitkeren van een subsidie aan een sectoraal fonds voor de horeca om de uitbetaling van de eindejaarspremies voor alle werknemers in de sector te waarborgen. Dit voorstel beoogt de uitbetaling van de volledige eindejaarspremie aan alle werknemers in de horecasector, die nu al enige maanden tijdelijk werkloos zijn en dus een aanzienlijk inkomensverlies lijden, onder meer omdat ze geen fooien en overuren meer krijgen. Verder wil men ook de werkgevers ontlasten in deze sector, die zwaar door de inperkingsmaatregelen van de overheid getroffen is om de gezondheid van de medeburgers te garanderen. Hierbij gaat het in totaal om een subsidie van 167 miljoen euro.
Een derde maatregel voorziet in een vrijstelling onder de vorm van een premie die gelijk is aan de patronale basisbijdragen verminderd met de RSZ-verminderingen en vermeerderd met de door de werkgever verschuldigde solidariteitsbijdrage voor studentenarbeid. Werkgevers die in het derde kwartaal van 2020 actief zijn in de horeca en de evenementensector komen in aanmerking voor deze steunmaatregel. De budgettaire impact van deze derde maatregel wordt geraamd op 152 miljoen euro.
U vraagt ook nog in welke mate de regering de horeca wil blijven steunen. Ik meen dat deze maatregelen wel duidelijk maken dat wij er alles aan doen om deze sector en andere te steunen. De huidige maatregelen gelden momenteel al tot 19 november en als ze nog worden verlengd, wat hopelijk niet nodig zal zijn, dan zal de regering er alles aan doen om de sector te blijven ondersteunen.
09.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het is goed te horen dat ook u een hart hebt voor de horeca. Velen onder ons hebben als student in de horeca gewerkt, ik heb dat alleszins gedaan. Misschien doen uw kinderen dat ook, om de nieuwe schommel van de toekomst te kunnen gaan kopen?
09.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ze zijn wat te jong om in een café te gaan werken, 14 en 16 jaar.
09.05 Sander Loones (N-VA): Inderdaad, dat zijn nog babysitters.
Het is mooi dat u een hart hebt voor de horeca, want dat zal nodig zijn. Bedankt voor de maatregelen. Het is goed dat daarover duidelijkheid komt, zodat men in de sector weet waarop men kan intekenen. De beste steunmaatregel is natuurlijk dat die mensen opnieuw kunnen opengaan, maar daarvoor zullen wij allemaal samen moeten zorgen door de veiligheidsmaatregelen, zoals afstand houden en handen wassen, na te leven.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La présidente: M. Van Hees a demandé de reporter ses questions nos 55010259C, 55010260C, 55010261C et 55010262C.
10 Vraag van Peter Buysrogge aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De budgettaire inspanning voor Defensie" (55010272C)
10 Question de Peter Buysrogge à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'effort budgétaire pour la Défense" (55010272C)
10.01 Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, het zijn boeiende tijden. Wij hebben al heel wat interessante dingen gehoord. De afgelopen weken hebben wij al een paar belangrijke besprekingen gehad over Defensie.
Er werd daarnet door andere sprekers al verwezen naar het debat in het Europees Parlement, waar onder andere door de gewezen preformateur, Egbert Lachaert, gesproken werd over een forse investering in Defensie. Hij zei dat er eindelijk perspectieven waren voor de veiligheidssector en dat er heel wat investeringen zouden gebeuren. Ik heb hem toen gevraagd wat er exact in zat voor Defensie, want het is goed dat er investeringen komen, maar over hoeveel geld gaat het? Hij bleef daarover toen wat in het ongewisse, maar erger was dat er werd gezegd dat er nog geen perspectief en duidelijkheid was op het vlak van het personeel en de werkingskosten.
In de afgelopen maand hebben wij hierover ook van gedachten gewisseld met de nieuwe minister van Defensie, Ludivine Dedonder. Ook zij liet het nog wat in het midden en zei dat wel zou blijken uit de begrotingsbesprekingen wat er juist uit de bus zou komen voor Defensie. Wij moesten eigenlijk dus wat afwachten.
Tegelijkertijd hebben wij ook gehoord dat de vraag werd gesteld om bijkomende efficiëntieoefeningen te doen. Er was vandaag bijvoorbeeld een krantenartikel waarin staat dat u, mevrouw de staatssecretaris, vraagt om bijkomende efficiëntieoefeningen te doen in de veiligheidsdepartementen. Ik was met verstomming geslagen toen ik las dat onder andere aan Defensie gevraagd zou worden om 0,89 % bijkomende besparingen te doen.
Dat roept bij ons heel wat vragen op. In de krant lezen wij dat binnen Defensie wordt gezegd dat dit doenbaar is, maar dan raadplegen wij toch andere bronnen. Defensie zit op haar tandvlees op het vlak van de werking en de exploitatie. Iedereen is het er eigenlijk over eens, over de partijgrenzen heen, dat er bijkomende inspanningen geleverd moeten worden om iets te doen op het vlak van het personeel en de exploitatie, omdat de vorige regering vooral geïnvesteerd heeft in de capaciteit. Nu moet de component van personeel en exploitatie hieraan worden gekoppeld. Als blijkt dat wij op dat vlak op onze honger zouden blijven zitten of, erger, dat er nog bijkomende besparingen moeten gebeuren, dan roept dat heel veel vragen op.
Mevrouw de staatssecretaris, hoeveel bedraagt de totale budgettaire inspanning die de regering doet voor Defensie in 2021?
Hoeveel wordt er ingeschreven voor de basisenveloppe, hoeveel voor investeringen aangegaan onder de strategische visie en hoeveel voor complementaire investeringen? Kunt u daarbij aangeven waarin de regering in grote lijnen voorziet voor personeels-, werkings- en investeringskredieten?
Hoeveel budgetteert de regering deze legislatuur voor de aangekondigde herkapitalisatie van het personeelsbeleid van Defensie?
Defensie zal deel uitmaken van de globale besparingsoefening. Waar, binnen welke posten voor Defensie, ziet u nog mogelijkheden om bijkomend te snijden? Zal dat gebeuren op personeelsuitgaven? Zullen er eventueel investeringen worden teruggeschroefd?
Wordt die 0,89 % berekend op de budgetten voor 2020 of op de budgetten die gepland waren voor 2021 in de strategische visie?
10.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Buysrogge, dank u voor uw vraag. Volgens de notificaties van de ministerraad van 23 oktober, punt 6, gaat het in 2021 voor Defensie over een lineaire besparing van 0,89 % op de personeels- en werkingsuitgaven. Besparingen op investeringen zijn uitgesloten. De besparing zal gaan over 22 miljoen euro.
U weet dat er in de voorbije twee jaar geen enkele inspanning gevraagd werd. Men was in lopende zaken. Er konden dus ook geen nieuwe investeringen of besparingen gebeuren. Het gaat bij Defensie dus over een totale besparing van 22 miljoen euro in 2021.
Vermits de strategische visie van Defensie gaat over investeringen in hoofdmaterieel worden die vrijgesteld van de lineaire besparing. De besparing wordt berekend op de in 2021 voorziene budgetten.
De budgettaire inspanning die de regering doet voor Defensie in 2021 is een inspanning van 3,748 miljard euro, sectie 16, zonder de kabinetskredieten. Het betreft de interne Defensie-inspanning. Er is ook een externe Defensie-inspanning, grotendeels voor pensioenen, die in 2021 1,6 miljard euro zal bedragen. De globale Defensie-inspanning, intern en extern samen, zal dus 5,37 miljard euro bedragen, sectie 16, zonder kabinetskredieten.
Binnen de interne Defensie-inspanning bedraagt de basisenveloppe in 2021 2,74 miljard euro. De beschikbare kredieten voor de strategische visie bedragen in 2021 949 miljoen euro.
De door Defensie vooropgestelde complementaire investeringen werden bij de opmaak van de initiële begroting 2021 en de meerjarenraming 2022-2024 niet goedgekeurd, omdat het hier ging over nieuwe initiatieven. Nieuwe initiatieven waren volgens de omzendbrief van 11 april 2020 betreffende de derde schijf van de voorlopige kredieten 2020, de voorafbeelding van de initiële begroting 2021 en van de meerjarenraming 2022-2024 echter niet mogelijk. Het ging hierbij over de meest dringende investeringen voor 2022 tot 2024, ongeveer 2,5 miljard euro. Defensie liet ook weten dat er nog grote volumes aan investeringen vanaf 2025 zijn gepland.
Betreffende de eventuele herkapitalisatie van het personeelsbeleid en eventuele marges voor besparingen verwijs ik als staatssecretaris voor Begroting naar de minister van Defensie, die hier de prioriteiten zal bepalen en op basis daarvan de beslissingen zal nemen.
10.03 Peter Buysrogge (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord en voor de cijfers, die wij nu toch voor het eerst krijgen. Het is niet zo dat de cijfers mij geruststellen, maar we hebben op zijn minst toch al cijfers gekregen.
Mevrouw de staatssecretaris, in de vorige legislatuur werd eindelijk een perspectief aan Defensie gegeven. Dat gebeurde in eerste instantie door minister Vandeput en later door de heer Loones, hier aanwezig, de heer Reynders en de heer Goffin. Er werd een strategisch plan ontwikkeld waarin in heel wat capaciteit werd geïnvesteerd. Er was een investeringsprogramma van 9 miljard euro gepland om heel wat belangrijke aankopen die in de pijplijn zitten uit te voeren.
Eindelijk werd een perspectief geboden. De afgelopen maanden hebben we in de commissie voor Defensie samen keihard gewerkt – er was toen geen meerderheid en oppositie, maar over de partijgrenzen heen – aan een resolutie waarvan de PS de hoofdindiener was. Iedereen was ervan overtuigd dat de volgende kwestie bij Defensie personeel en exploitatie zou zijn. Er kwam een resolutie tot stand die Kamerbreed werd gedragen om specifiek op dat HR-beleid in te zetten.
Er werd dus zeer sterk werk geleverd. Ik las ook in de teksten van het regeerakkoord een doorslag daarvan. Qua woorden zat alles dus heel goed. Als men dan echter hoort dat de budgetten daaraan geen vervolg geven, ben ik teleurgesteld. Ik moet nu bijkomend horen dat er opnieuw aan Defensie een besparing gevraagd wordt van 22 miljoen euro. Dat stemt mij droevig. Dan gaat men immers voorbij aan het feit dat er heel wat inspanningen gevraagd werden aan Defensie. De militairen hebben na de aanslagen uitstekend werk geleverd. In deze gezondheidscrisis worden van hen opnieuw bijkomende inspanningen gevraagd. Defensie staat altijd paraat. Opnieuw wordt Defensie echter geconfronteerd met besparingen. Dat stemt mij droevig.
Mevrouw de staatssecretaris, ik verwijt het u niet, maar het is een verwijt dat ik aan heel de regering wil richten. U zegt nu bijkomend dat de minister van Defensie haar prioriteiten duidelijk moet maken. Dat is een vingerwijzing, ik zal het zo maar interpreteren. Wij moeten hierop doorgaan. Wij kunnen hier geen vrede mee nemen. Dat Defensie opnieuw moet besparen, is voor ons een brug te ver.
L'incident est clos.
11 Vraag van Joy Donné aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Kabinetskredieten" (55010294C)
11 Question de Joy Donné à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les crédits de cabinet" (55010294C)
11.01 Joy Donné (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb de eerste minister enkele weken geleden in de plenaire vergadering ondervraagd over de kostprijs van de regering en de kabinetten. Ik heb daarop toen een heel verwarrend en ontwijkend antwoord gekregen.
Als ik de beslissing van de ministerraad van 16 oktober bekijk, begrijp ik al beter waarom dat antwoord toen zo ontwijkend was, maar een aantal zaken zij mij toch niet duidelijk. Daarbij zou ik graag enige verduidelijking hebben gekregen.
Men heeft op
16 oktober, op uw voorstel, vanuit de interdepartementale provisies in een
bijkomend budget van 17 miljoen euro voorzien voor de twee laatste maanden
van het jaar ten bate van al die kabinetten. Er was in de voorlopige kredieten
al voorzien in 8,5 miljoen euro voor die twee laatste maanden. Daar komt
nu nog eens 17 miljoen euro bovenop. Dat is samengeteld de helft van wat
de regering-Michel op een heel jaar uitgaf. Dat is een gigantisch bedrag.
Ik had graag geweten
waarvoor die 17 miljoen euro zal worden aangewend. Waarvoor zal die
8,5 miljoen euro worden aangewend? Zullen beide bedragen nog worden
aangewend? Zitten daar ontslagvergoedingen in? Zelfs als we daarmee rekening
houden, blijven het voor mij zeer grote bedragen. Ik had daarbij graag enige
duiding gekregen. Waarvoor dient die 17 miljoen euro? Is dat voor de
regering-De Croo I? Waarvoor dient de 8,5 miljoen euro?
Ik kijk uit naar
uw antwoord.
11.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Donné, zoals uzelf hebt gezegd, heeft de ministerraad van 16 oktober ingestemd met een begrotingsberaadslaging van 17 miljoen euro teneinde de kabinetten van de nieuw aangetreden regering van de nodige middelen te voorzien, van bij de opstart tot eind 2020.
In de vierde schijf van de voorlopige kredieten zijn er inderdaad nog kredieten gereserveerd voor de kabinetten van de regering-Wilmès II. Deze kredieten zullen worden gebruikt om nog binnenkomende facturen van de ontslagnemende regering te betalen en voor de ontslagvergoedingen van de medewerkers.
Het is dus zeker niet de bedoeling dat er op deze kredieten nog uitgaven van nieuwe aard worden aangerekend. Er kunnen geen uitgaven van regeringsleden van de regering-De Croo op deze kredieten worden aangerekend. De kredieten van de vorige en de huidige regering staan op verschillende organisatieafdelingen en zijn dus strikt van elkaar gescheiden. De gevolgde werkwijze is gebruikelijk bij de opstart van een nieuwe regering.
11.03 Joy Donné (N-VA):
Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Ik had het ook wel zo
begrepen dat die 8,5 miljoen niet zou worden aangewend voor de
regering-De Croo, maar dat betekent dus wel dat de regering-De Croo
17 miljoen euro nodig heeft op twee of drie maanden tijd voor zijn regering.
Dat is nog altijd een zeer grote stijging ten opzichte van de
regering-Michel I. Nu begrijp ik heel goed waarom premier De Croo
zijn woord niet heeft kunnen geven inzake het heel redelijke engagement dat wij
voorstelden om niet boven de kostprijs van de regering-Michel I te gaan.
Zijn regering is gewoonweg een pak duurder dan de toenmalige regering-Michel,
en dat in deze crisistijden. Waarvan akte.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 11 h 50.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.50 uur.