Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mardi 19 janvier 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 19 januari 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.02 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 02 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

01 Actualiteitsdebat over de zaak-Kucam en toegevoegde vragen van

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De zaak-Kucam" (55012673C)

- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De humanitaire visa" (55012674C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het systeem van de uitreiking van humanitaire visa" (55012721C)

- Tim Vandenput aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De humanitaire visa" (55012723C)

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "de transparantie bij humanitaire visa" (55012735C)

- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De affaire-Kucam en de kwestie van de politieke verantwoordelijkheid" (55012756C)

01 Débat d'actualité sur l'affaire Kucam et questions jointes de

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'affaire Kucam" (55012673C)

- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les visas humanitaires" (55012674C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le système de délivrance des visas humanitaires" (55012721C)

- Tim Vandenput à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les visas humanitaires" (55012723C)

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La transparence dans le cadre des visas humanitaires" (55012735C)

- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'affaire Kucam et la question de la responsabilité politique" (55012756C)

 

01.01  Ben Segers (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, mensensmokkel, omkoping, criminele organisatie. Dat was het duidelijke verdict van de correctionele rechtbank van Antwerpen. En dit niet zomaar door een toevallige burger, maar door iemand die een openbaar ambt uitoefende. Ik citeer de rechtbank: "net omwille van zijn aanduiding door de ex-staatssecretaris geen private, maar publieke omkoping."

 

Het gaat immers niet zomaar om een toevallige vertrouwenspersoon van dertien in een dozijn, maar een organisch verlengstuk van het kabinet. De correctionele rechtbank zei eigenlijk zoveel als: de delegatie van openbare macht was hier zo totaal dat Kucam deel uitmaakte van de Belgische Staat, van het kabinet. Mensensmokkel in onze eigen instellingen dus.

 

Door elke controle, alle checks and balances op te geven was het niet de staatssecretaris, maar een mensensmokkelaar die de regie in handen had. In plaats van zelf zijn discretionaire bevoegdheid uit te oefenen, mocht een mensensmokkelaar dat doen en de uitbesteding was inderdaad zo totaal dat niet Theo Francken, maar Melikan Kucam de staatssecretaris was van de humanitaire visa.

 

Terwijl de ex-staatssecretaris ons voordien nog op het hart drukte dat er een grondige screening was op voorhand, weten we nu met 100 % zekerheid dat dit niet het geval was. Ik citeer een speurder: "Kucam besliste dus nagenoeg autonoom wie er naar België kwam en wie niet." De heer Francken antwoordde hierop: "Ja, dat is zo."

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik zit met heel veel vragen, die u waarschijnlijk niet allemaal kunt beantwoorden. Het gaat onder meer over de gevolgen die de ex-staatssecretaris gaf aan de verschillende meldingen. U weet hier waarschijnlijk wel meer over. Het gaat over de opvolging eens in België aangekomen. Er is een vernietigend fragment geplukt uit het Kucam-vonnis, ik citeer: "Er was door het kabinet geen duidelijke opvolging van de begunstigden van de visa met betrekking tot de vraag of deze zich hadden aangeboden voor de asielprocedure."

 

Het gevolg van dit alles is het gekende misbruik, maar ook 100 Syriërs die van de radar zijn verdwenen. Wij weten zo goed als niets over hen, ook al omdat er geen sprake was van een vooraf­gaande grondige screening, wat Theo Francken daarover in de hoorzittingen in deze commissie ook heeft beweerd. Dat was een leugen.

 

Ik heb de volgende vragen, mijnheer de staatssecretaris.

 

Wat weten we ondertussen over die 100 personen? Hoeveel dienden ondertussen een asielaanvraag in? Hoeveel zijn er gesignaleerd in andere landen via Eurodac, of zijn zij nog steeds volledig van de radar verdwenen? Hebt u nieuwe informatie over hun verblijfplaats? Wat weten we eigenlijk op dit moment over hen?

 

Hebt u ondertussen iets kunnen vinden wat op een dossier lijkt? Ik vermoed van niet. Kan u hier zwart op wit aantonen dat er op voorhand geen enkele fatsoenlijke inhoudelijke screening is gebeurd? DVZ heeft tijdens de hoorzittingen heel duidelijk gezegd dat hij daarvoor vertrouwde op wat het kabinet aanreikte. Het kabinet heeft toen ook geantwoord dat er geen enkele aanvraag werd geweigerd en dit blijkt ook uit het vonnis. Hebt u iets kunnen terugvinden dat op een dossier lijkt?

 

Wat de transparantie betreft, ten gevolge van de Kucam-affaire werd de verblijfswet aangepast om het activiteitenrapport van DVZ bepaalde statistische gegevens over de visa te laten bevatten. Ondertussen is die al zowat twee jaar geleden in werking getreden. Wanneer mogen wij het rapport met de aangepaste gegevens verwachten? Welke kwalitatieve en kwantitatieve statistische gegevens zal dit rapport bevatten met betrekking tot de humanitaire visa? Hoe zullen wij uit dat rapport kunnen afleiden of er al dan niet sprake is van misbruik? Zal het rapport ook gegevens bevatten over wie de verdere opvolging voor zijn rekening neemt zodat kan worden gecontroleerd dat er ook asiel wordt aangevraagd en de integratie kan worden opgevolgd?

 

Tot slot zou ik u willen vragen of u iets meer kwijt kunt over het zogenaamde lek.

 

01.02  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, voici quelques jours, le tribunal d'Anvers s'est prononcé dans l'affaire des visas humanitaires et les peines prononcées sont à la hauteur du scandale que représente ce dossier: 8 ans de prison ferme pour M. Kucam, assortis d'une amende de 690 000 euros, 4 ans pour son fils et d'autres peines encore pour leurs complices dans ce qu'il faut clairement appeler un véritable réseau de trafic d'êtres humains.

 

Cette condamnation ne doit pourtant pas nous faire oublier que cette activité a pu prospérer parce que, dans le cadre de l'exercice d'un pouvoir discrétionnaire, le recours à des intermédiaires et des procédures de contrôle de leur activité n'ont manifestement pas été mis en place.

 

C'est à tout le moins "regrettable" parce que les visas humanitaires, monsieur le secrétaire d'État, sont un outil qui a besoin de la souplesse que procure le caractère discrétionnaire mais ils sont littéralement un passeport pour la vie en sécurité au bénéfice de personnes dans des situations inextricables. Et parce que ce qui sépare le discrétionnaire du fait du prince, c'est la mise en place de procédures qui garantissent la transparence, l'équité et la fiabilité de l'usage qui en est fait. Ces procédures garantissent la responsabilité de la personne qui est le dépositaire de ce pouvoir.

 

Je ne reviens pas sur les articles de presse de ce week-end ni sur les déclarations de votre prédécesseur qui reconnaissait toutefois, jeudi dernier lors d'une interview sur La Première, une responsabilité politique. Cette condamnation est la mise en évidence d'une politique bâclée, d'une confiance aveugle qui n'a pas sa place en politique.

 

Monsieur le secrétaire d'État, voici les questions que j'ai envie de vous poser aujourd'hui. Au-delà du rapport annuel qui rend compte du recours à votre pouvoir discrétionnaire, quelles mesures mettez-vous en place pour garantir l'honnêteté des éventuels intermédiaires lors de leur sélection? Quels instruments de contrôle sont-ils développés quant à leur activité subséquente pour que de tels faits ne puissent plus se reproduire?

 

De voorzitter: Ik heb begrepen dat de heer De Vriendt zal tussenkomen in de plaats van de heer Moutquin.

 

01.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, het verdict tegen Melikan Kucam en enkele familieleden was zwaar, maar volledig terecht. Op de kap van vluchtelingen, die eigenlijk zouden moeten kunnen vertrouwen op onze overheid, werd er zwaar gesjoemeld en gefraudeerd met humanitaire visa. Ze werden verkocht tegen grof geld, weten we ondertussen. We weten ook dat Melikan Kucam hiervoor verantwoordelijk is, maar eigenlijk ook Theo Francken, die hem als collega-N-VA'er carte blanche gaf op zijn kabinet. Er was blindelings vertrouwen en geen controle. Het was eigenlijk vriendjespolitiek van de bovenste plank, totaal onverantwoord bestuur met heel zware gevolgen.

 

Visa dienen normaal gezien, zoals we weten, om de meest kwetsbare vluchtelingen in acute nood opvang te bieden, maar nooit stelde Theo Francken vragen, nooit werden die lijsten gecontroleerd op effectieve kwetsbaarheid. Dat blijkt duidelijk uit de politieverhoren. Het is bitter te moeten vaststellen dat we vandaag eigenlijk niet weten of die visa echt gegaan zijn naar vluchtelingen in nood, of gewoon naar mensen die het konden betalen. Zo erg is het gesteld.

 

Helemaal te gek voor woorden is dat de vorige staatssecretaris geruchten opving over mogelijk misbruik, maar niets deed. Minstens drie keer werd hij verwittigd: op 6 augustus 2018, in oktober en begin december. Nooit werd een onderzoek opgestart. Die mensen kregen te horen dat ze zelf maar naar de politie moesten stappen. Francken bleef dus Melikan Kucam beschermen en zijn politieke verantwoordelijkheid is dus ook flagrant. Ik heb een aantal vragen hoe het nu verder moet met het systeem van de humanitaire visa.

 

U hebt vooraf al heel duidelijk uw veront­waardiging laten blijken. In het regeerakkoord hebben we duidelijk gemaakt dat het systeem van humanitaire visa moet worden herzien. Voor onze fractie zijn de volgende zaken belangrijk: transparantie bieden tegenover het Parlement en garanderen dat de visa terechtkomen bij de meest kwetsbaren als belangrijkste criterium. Als er nog gewerkt wordt met tussenpersonen, dan enkel nog met de VN of erkende ngo's. Ook een zekere opvolging van de mensen die hier met een humanitair visum toegelaten worden, want ook dat is duidelijk niet gebeurd.

 

Gaat u akkoord met deze principes? Hoe wilt u dit uitwerken? Hoeveel humanitaire visa hebt u al afgeleverd sinds u uw bevoegdheid uitoefent? Met welke methoden hebt u gewerkt?

 

01.04  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, de situatie werd al uitvoerig geschetst door mijn collega's. Voor onze partij zijn humanitaire visa altijd al een uitzonderlijk instrument geweest en geen apart migratiekanaal voor wie de juiste mensen kent en het kan betalen. Dat moet het voor onze partij dan ook blijven: een waardevol, maar uitzonderlijk instrument.

 

Sinds vorige week, maar eigenlijk al veel langer, weten we dat Kucam deel van het kabinet uitmaakte, want hij kwam daar elke week op de koffie. Mensensmokkel werd eigenlijk vanuit het kabinet van de staatssecretaris georganiseerd. De discretionaire bevoegdheid werd niet door Theo Francken, maar wel door Kucam uitgeoefend. Dat weten we nu wel zeker.

 

Ik denk dat we nu vooral vooruit moeten kijken. Tijdens de bespreking van uw beleidsverklaring hebt u reeds aangegeven dat u inzake het uitreiken van die humanitaire visa een trans­paranter beleid zult voeren, mijnheer de staatssecretaris. U blijft bevoegd om op discretionaire wijze humanitaire visa toe te kennen, maar het beleid zal jaarlijks in het Parlement worden besproken.

 

Kunt u bevestigen dat in uw beleid humanitaire visa steeds uitzonderlijk zullen worden toegekend? Kunt u bevestigen dat er geen lijst met criteria voor de toekenning komt?

 

U hebt reeds aangekondigd dat u voor meer transparantie zal zorgen, onder meer door een jaarlijkse rapportering. Wanneer zal die eerste rapportering gebeuren? Welke informatie kan in dat verslag worden opgenomen? Welke informatie kan interessant zijn voor het Parlement?

 

U gaf vorige week in de plenaire vergadering aan dat u in het kader van reddingsacties met erkende organisaties zou samenwerken. Het gaat hier dan om uitzonderingen, waarbij voldoende garanties moeten worden ingebouwd. Hoe zult u ervoor zorgen dat er voldoende garanties zijn inzake wie we tot ons grondgebied toelaten? Hoe zult u voldoende garanties inbouwen in dat systeem van de toekenning van humanitaire visa, waarbij er met andere organisaties dan de VN wordt samengewerkt?

 

01.05  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, sinds de Panoreportage van januari 2019 zijn wij op de hoogte van het misbruik van humanitaire visa: mensensmokkel, corruptie, omkoping en criminele organisaties. Een migratiebeleid hoort dat alles te bestrijden. Nu was ex-staatssecretaris Francken echter zelf, weliswaar op een indirecte manier, bij de zaak betrokken.

 

Dat staat in schril contrast met zijn uitspraken in en buiten het Parlement, waarbij hij vaak van leer trekt tegen een zogenaamd zwak beleid op het vlak van mensensmokkelaars en transmigranten. Hij beweerde zelfs dat ngo's zich schuldig maakten aan mensensmokkel. Niettemin blijft de voormalige staatssecretaris zijn gevoerde beleid in die context verdedigen.

 

Nu Kucam werd veroordeeld en de inhoud van Franckens politieverhoor onder ede deels in enkele kranten verscheen, weten wij ook dat hij tijdens de hoorzitting in het Parlement heeft gelogen over zijn beleid, toen hij er over de kwestie werd bevraagd. Sindsdien hebben wij de staatssecretaris zelf veel minder stellig een en ander horen verdedigen in de publieke ruimte. De heer Francken beweert zelf het slachtoffer te zijn geweest van de malafide praktijken van Kucam, maar blijkt nu toch ook zelf tekort te hebben geschoten.

 

Ik wil het tot slot ook nog even hebben over een beruchte uitspraak, die ook boekdelen spreekt. De heer Francken verklaarde: "Ik ga niet vertellen hoe, want dan geraak ik in de problemen, maar ooit schrijf ik daar een boek over, als de feiten verjaard zijn." Zodoende verklaarde hij op een interne partijvergadering dat hij destijds creatief was met het terugsturen van migranten die in aanraking kwamen met het gerecht.

 

Mijnheer de staatssecretaris, uw voorganger zelf wil geen gevolg geven aan die ernstige feiten. Zal u nu het initiatief nemen om een onderzoeks­commissie op te richten, teneinde lessen te kunnen trekken uit de genoemde en mogelijk andere nalatigheden of vergrijpen van uw voorganger?

 

Tot slot, u verklaarde eerder niet te willen werken met strikte, objectieve criteria voor humanitaire visa. Ziet u echter mogelijk heil in het opstellen van procedurele minimumvoorwaarden voor het uitreiken van die visa? Immers, mijnheer de staatssecretaris, zoals nu pijnlijk duidelijk is geworden, kan de discretionaire bevoegdheid bij het uitreiken van humanitaire visa tot willekeur en zelfs tot corruptie leiden. Ik dank u alvast voor uw antwoord.

 

01.06 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, collega's, dank u voor uw vragen.

 

Er wordt in tijden van covid af en toe gesproken over het nieuwe normaal. Als ik nog iets mag zeggen vooraleer op uw vragen te antwoorden, dan is het dat ik hoop dat vragen beantwoorden over mensen­smokkel gefaciliteerd door de staats­secretaris, geen deel uitmaakt van het nieuwe normaal en dat wij het hallucinant blijven vinden dat die praktijk ooit mogelijk is gemaakt en ruim werd ingevuld door een van mijn voorgangers.

 

Het is ook niet aan mij om in de plaats te treden van de strafrechter. Uitspraken over het dossier kan ik moeilijk doen. Vanuit het kabinet hebben wij ook geen inzage gevraagd in het dossier. Voor ons is het belangrijk dat het gerecht zijn werk kan doen en dat het gerecht en Justitie het vertrouwen krijgen om de zaak op te helderen. Dat lijkt mij verstandig. Als men het dan toch heeft over het onderzoek, dan blijkt uit wat ik in de kranten gelezen heb, want daaruit heb ik het vernomen, dat anderen het onderzoek wat bemoeilijkt hebben op het moment dat telefoons werden uitgewisseld over een lopend onderzoek.

 

Het is ook niet aan mij om een onderzoeks­commissie op te richten naar wat er gebeurd is onder het kabinet van mijn voorganger Francken. Het is wel mijn taak en verantwoordelijkheid om het beter te doen dan mijn voorganger en om ervoor te zorgen dat het beleid geen vrijgeleide geeft aan criminele mensensmokkelaars. Ook dat is een zin waarvan ik niet gedacht had dat ik die zou moeten uitspreken en benadrukken. Helaas is dat wel de realiteit.

 

Ik ben op dit moment met alle bevoegde administraties aan het bekijken welke lessen wij kunnen trekken uit wat er gebeurd is en hoe wij nog meer garanties in het proces van humanitaire reddingsacties kunnen inbouwen. Eén les is heel duidelijk: wij zullen niet samenwerken met malafide tussenpersonen of tussenpersonen die wij via-via kennen, maar wel met bekende organisaties, zoals ik al geantwoord heb op een vraag van collega Segers in de plenaire vergadering van vorige week.

 

Wat betreft de personen die met humanitaire visa tegen betaling naar België zijn gekomen, heb ik slechts beperkte informatie te mijner beschikking. Het visumdossier van de betrokkenen bevat alleen de lijst die door het kabinet van de voormalige staatssecretaris Francken aan de Dienst Vreemdelingenzaken werd bezorgd. De gegevens en documenten die bij de selectie van de dossiers werden voorgelegd, werden niet aan de Dienst Vreemdelingenzaken bezorgd. De administratie werd alleen opgedragen de veiligheidsdiensten te consulteren alvorens de toelating te geven aan de diplomatieke post om het visum af te leveren.

 

De databank van de Dienst Vreemdelingenzaken laat het niet toe om familiebanden te reconstrueren. Dat is zeker een les voor de toekomst en het is aan de Dienst Vreemdelingenzaken, en niemand anders, om dergelijke visumaanvragen individueel te behandelen.

 

Er zijn ook vragen gesteld over de criteria. Humanitaire visa worden per definitie uitzonderlijk toegekend. Ook collega Vandenput heeft daar terecht naar verwezen. Er is dus geen lijst met criteria voor de toekenning ervan, maar ook geen gebondenheid aan strikte criteria, waar de aanvrager buiten kan vallen.

 

De discretionaire bevoegdheid om een aanvraag voor een humanitair visum te beoordelen, laat net toe om alle elementen in het dossier in acht te nemen. Als men enkel afgaat op criteria dan maakt het dat immers moeilijker om de gevoelige en kwetsbare dossiers die daarbuiten vallen de bescherming te kunnen bieden waarvan ze mogelijks gebruik zouden moeten kunnen maken.

 

Een controle a posteriori door het Parlement en respect voor onder andere het motiverings­beginsel van de bevoegde diensten zal de praktijk van de humanitaire visa heel wat transparanter maken en voldoende waarborgen inhouden voor de rechtsonderhorigen. Het gebrek aan wettelijke voorwaarden laat toe om flexibel te zijn en, waar nodig, snel te gaan. Een verplicht te volgen procedure met wettelijke criteria, zoals door sommigen wordt voorgesteld, zou dit kunnen belemmeren.

 

Ook is de afgifte van humanitaire visa in het kader van hervestiging anders dan in het kader van een individueel dossier of bij een humanitaire reddingsoperatie. Ik zal alvast alles in het werk stellen om bij reddingsoperaties de administratie altijd te betrekken, advies in te winnen over het voldoen aan bepaalde voorwaarden en de opvolging in België te garanderen.

 

Comme je l'ai déjà précisé en séance plénière, les visas humanitaires peuvent être accordés dans un certain nombre de cas.

 

Premièrement, la plupart des visas sont accordés pour la réinstallation de réfugiés de pays tiers. Cela se fait en coopération avec les organismes fiables tels que le HCR.

 

Deuxièmement, des visas humanitaires peuvent également être accordés dans les citations individuelles. Ainsi, pour un membre de famille vulnérable qui a séjourné dans des zones de guerre, c'est l'Office des étrangers, et non mon cabinet, qui évalue ces cas individuellement. La religion d'un individu peut jouer un rôle dans l'évaluation de la situation individuelle, mais elle n'est certainement pas décisive dans toutes les situations. Il convient de considérer avant tout le cas des personnes les plus précaires et les plus fragiles.

 

Troisièmement, des visas humanitaires sont accordés pour des opérations de sauvetage. Celles-ci sont plutôt exceptionnelles. Une opération de sauvetage permet à un groupe de réfugiés, en situation précaire et dangereuse de venir en Belgique. Dans ce cas, il peut y avoir une coopération avec les organisations de la société civile. Toutefois, je veillerai à ne travailler qu'avec des organisations fiables. Je ne ferai jamais confiance à un seul intermédiaire, même si je le connais personnellement. Si une organisation inconnue se présente, je la ferai examiner et ferai vérifier sa réputation tant au niveau national qu'international. En tout cas, une garantie n'est jamais demandée aux personnes qui reçoivent un visa humanitaire.

 

Er werden ook bijkomende garanties gevraagd. Wat de reddingsacties betreft, vraagt u naar voldoende garanties over wie wij toelaten tot ons grondgebied. Dat lijkt mij een terechte vraag, zeker ook – collega Segers heeft daar al naar verwezen – omdat er een honderdtal mensen zijn van wie wij op dit moment gewoon helemaal niet weten waar zij zich bevinden, terwijl dat mensen zijn die in België zijn aangekomen met een humanitair visum en wij er toch allemaal van uitgingen dat zij hier een asielaanvraag zouden indienen, want asiel biedt een betere bescherming dan een humanitair visum. Dat is evenwel niet gebeurd, dus ik begrijp de vraag naar bijkomende garanties zeker.

 

Zonder het concept van de reddingsoperatie uit te hollen, zal ik zoveel mogelijk de bevoegde administraties betrekken om de nodige controles te doen. Wat andere organisaties dan die van de Verenigde Naties betreft, zal ik enkel samenwerken met organisaties die een erkenning genieten op het terrein. Indien een onbekende organisatie zich aanbiedt, zal ik deze dan ook laten screenen om de betrouwbaarheid ervan te beoordelen, zoals ik daarnet al heb verduidelijkt.

 

Ma préférence va au programme de réinstallation plutôt qu'à des opérations de sauvetage ad hoc. Dans ce programme, une présélection est faite par le HCR. Le CGRA examine chaque cas individuellement, en plus ou à la place du HCR. Cette année, environ 1445 personnes viendront en Belgique via le programme de réinstallation. La Belgique respecte ainsi ses engagements antérieurs. Plusieurs questions ont déjà été posées à ce sujet auparavant. Je sais que mes prédécesseurs ont mentionné, en tout cas en paroles, leur envie de respecter l'accord que l'on avait pris au niveau international. Personnellement, mon but n'est pas seulement de respecter cet accord verbal, mais aussi de le concrétiser. D'où le respect de nos engagements.

 

Vient ensuite l'élément de rapportage. Comme je l'ai déjà indiqué dans ma note politique, il y aura un rapport annuel au Parlement. Ce sera également le cas pour l'année 2021. À l'heure actuelle le système et les formulaires ICT sont encore en cours d'adaptation afin de pouvoir disposer de données correctes.

 

Dat is noodzakelijk, aangezien er geen opsplitsing mogelijk is in de gegevens waarover we nu beschikken. In de rapportering zal opgesplitst worden in welk kader het humanitair visum werd afgegeven, bijvoorbeeld in het kader van hervestiging, reddingsoperatie of individueel dossier. Ook leeftijd, geslacht en gezinssituatie zullen worden opgenomen. De exacte inhoud van het rapport kan ik u nu nog niet meedelen. Eens de nieuwe gegevens beschikbaar zijn, zal bekeken worden op welke manier we hier duidelijk over kunnen rapporteren.

 

Het is wel frustrerend voor mij dat er de jongste jaren vanuit de politiek onvoldoende geïnvesteerd is in de digitalisering en het ICT-systeem. Dat maakt het onmogelijk om de rapportage vandaag al versneld uit te kunnen rollen. Ik zou niet liever willen dan dat nu al te doen. Er is een reden waarom digitalisering een prioriteit is deze legislatuur. Het is een frustratie dat de lacunes op dat vlak op het moment een aantal beleidsmaatregelen onmogelijk maken.

 

De verdere opvolging van personen die met humanitaire visa aankomen, zal niet in het rapport vermeld staan. Dat hangt namelijk af van in welk kader de persoon naar België komt. Indien u hier vragen over hebt, zal ik die uiteraard wel beantwoorden in het Parlement. Alle vragen over cijfers kunnen schriftelijk ingediend worden, opdat onze administratie die zo gedetailleerd mogelijk kan beantwoorden.

 

De samenwerking met bekende organisatie in plaats van dubieuze tussenpersonen, het vertrouwen in mijn eigen diensten en de vooropgestelde transparantie ten aanzien van het Parlement moeten ervoor zorgen dat er geen plaats is voor cliëntelisme en – het is jammer dat ik dit moet beklemtonen – criminele mensen­smokkel­organisatie. Dat mag op geen enkele manier worden toegelaten in de toekomst. U mag daarvoor op mij rekenen en ik reken daarvoor op u. Door de transparantie die jaarlijks aan het Parlement gegeven wordt, kan het Parlement zijn werk doen.

 

01.07  Ben Segers (sp.a): Dank u wel, mijnheer de staatsecretaris, voor uw uitvoerige antwoord.

 

Heb ik het echt goed begrepen dat de N-VA-fractie hierover het woord niet voert? Dat is toch wel echt hallucinant. Zo kennen we meteen haar prioriteiten. Mensensmokkel binnengetrokken in de Belgische Staat is kennelijk niet belangrijk genoeg voor de N-VA om op in te gaan. Hoeveel ernstiger moet het worden? Samen campagne voeren en nu niet thuis geven, dat weten we dan ook alweer.

 

Mijnheer de staatssecretaris, uw antwoorden hebben duidelijk gemaakt dat er geen dossiers bestaan en dus geen inhoudelijke screening, dat DVZ buitenspel is gezet en dat er nul controle was door het kabinet. De ex-staatssecretaris heeft hier dus een mistgordijn opgetrokken, dat nu door de correctionele rechtbank en door uw antwoorden volledig wordt weggeblazen.

 

Op die manier ontstond er dus een open toegangspoort voor wie de juiste connecties of de grootste bankbiljetten had. Laten wij eerlijk zijn, wij hebben geen flauw idee wie de personen zijn die verdwenen zijn of wat hun motief voor verdwijning was. Laat de ex-staatssecretaris daar trouwens ook maar garant voor staan. Eerlijke migratie zonder achterpoortjes is niet iets wat men zegt, maar wat men doet. Door de kabinetspolitiek van laissez faire, laissez passer werd integendeel het vrije ondernemerschap van een mensen­smokkelaar gestimuleerd.

 

Mijnheer de staatssecretaris, ik ben ook heel blij met uw engagement voor meer transparantie. Ik heb in de plenaire vergadering al gepleit voor een hervestigingsplan vooraf voor elk uitgereikt humanitair visum. Met zo'n plan leggen wij vast wie de zaak opvolgt in België en wie garant staat, zodat wij zeker zijn dat iemand meteen asiel aanvraagt en dat er meteen werk gemaakt wordt van integratie.

 

Zo wordt vermeden dat personen met een humanitair visum van de radar verdwijnen, zoals bij Kucam het geval was. Dan weten wij zeker dat er asiel wordt aangevraagd en zorgen wij er bovendien voor dat nieuwkomers snel de taal leren en een job vinden.

 

Ik zal u hier zeker nog verdere ideeën bezorgen zodat wij daar samen werk van kunnen maken. Dat is pas eerlijke migratie zonder achterpoortjes, dat is gecontroleerd en menselijk, dat is gewoon goed bestuur met hoofd en hart.

 

01.08  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, vous l'avez dit, il est tout à fait hallucinant que ce blanc-seing ait été donné par un secrétaire d'État, votre prédécesseur, à un intermédiaire agissant au nom de l'État, et dans l'intérêt supérieur d'hommes et de femmes en situation de danger.

 

Le contrôle intermédiaire s'impose. Vous prenez l'engagement important d'avoir un screening préalable. Il est essentiel de travailler avec des organismes agréés, d'avoir un contrôle et un suivi sur le processus à partir du moment du choix des visas humanitaires jusqu'au moment de l'arrivée sur notre territoire et du suivi de la procédure de demande de protection internationale. La transparence est fondamentale et elle ne s'oppose pas à votre pouvoir discrétionnaire.

 

C'est une évidence: déléguer, c'est contrôler. C'est ce que vous devez impérativement faire. Les leçons du passé nous mènent à cette conclusion. Déléguer sans contrôler, c'est un renoncement que nous ne pouvons pas avoir aujourd'hui. Vous devez rendre la confiance aux citoyens et également aux organisations internationales qui travaillent avec nous tout en garantissant la protection de toutes celles et ceux qui recourront à notre aide internationale.

 

Bien sûr, derrière tout cela, il y a malgré tout – on ne peut pas le nier – une responsabilité politique antérieure. J'étais aussi halluciné de lire que votre prédécesseur commentait la condamnation et tout le phénomène sous-jacent, en disant qu'il restait derrière sa politique. J'espère de tout cœur que vous donnerez une autre ligne à la politique migratoire. Vous l'avez déjà mis en évidence dans votre note de politique générale. Je suis convaincu que vous ne manquerez pas de le faire dans les prochains mois. Merci à vous pour ce changement nécessaire.

 

01.09  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ik geef een korte repliek, omdat ik ervan uitga dat wij dit debat nog zullen voortzetten bij het uitrollen van een nieuwe aanpak van de humanitaire visa.

 

Voor onze fractie is het heel belangrijk dat discretionaire bevoegdheid niet gelijkstaat met willekeur. Met andere woorden, zeker ten aanzien van het Parlement, maar ook voor uw functioneren inzake dit thema, zal het belangrijk zijn een aantal guidelines aan te nemen bij de afweging voor welke dossiers een humanitair visum wordt uitgereikt en voor welke niet.

 

Neem bijvoorbeeld het criterium kwetsbaarheid: wordt dat werkelijk doorslaggevend of zult u, zoals een van uw voorgangers, ook nog rekening houden met de religie van de betrokkene? Een duidelijke ja of neen op die vraag zal u en ons helpen om bepaalde dossiers af te wegen. U sprak in uw antwoord ook over met welke ngo's en tussenpersonen nog gewerkt kan worden en met welke niet meer. Hetzelfde geldt voor reddingsoperaties, een speciaal, ad-hocgegeven dat daarom niet slecht is, want soms is het ook nodig: wordt er bij reddingsoperaties nog gewerkt met ngo's ter plaatse? Daar zal de controle op die ngo's natuurlijk extreem belangrijk zijn.

 

Met andere woorden, wij vragen een duidelijke politiek, zonder willekeur. Die politiek kan gepaard gaan met uw discretionaire bevoegdheid, maar toch zal er een duidelijk kader nodig zijn. Wij hebben uiteraard graag zicht op het kader dat u zult hanteren bij de afweging van elk dossier.

 

01.10  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, net zoals collega Segers heb ik gemerkt dat er niemand van de N-VA-fractie aanwezig was tijdens dit debat. De heer Buysrogge heeft zich vier minuten geleden bij ons aangesloten via Zoom. Welkom, collega Buysrogge, u kunt misschien onze bezorgdheden overbrengen? Ik vind het toch zeer straf dat de N-VA in dit debat volledig afzijdig blijft. Het probleem bestaat niet voor hen, heeft nooit bestaan en zal nooit bestaan. Ja, collega's van de N-VA, wegkijken is soms gemakkelijker dan de confrontatie aangaan.

 

Wij kennen collega Francken als een geëngageerd man. Hij kent de materie van asiel en migratie ook zeer goed – dat kunnen wij allemaal erkennen – maar sinds vorige week is Theo Francken zijn morele gezag in dezen voor altijd kwijtgeraakt. Als hij in deze commissie nog eens over asiel en migratie komt toeteren, dan zal ik hem alvast zeker niet meer geloven en ik denk dat dit voor de meesten van ons geldt.

 

Ik stel ook vast dat dit een van de redenen is geweest waarom de N-VA in december 2018 op een laffe manier uit de regering-Michel is gestapt. Zij hebben hun rekensommetje gemaakt: zij wisten dat dit ging uitkomen en ze wilden dat echt niet voor de verkiezingen hebben. De waarheid heeft ook haar verdiensten.

 

Mijnheer de staatssecretaris, terug naar uw beleid. Ik ben blij dat u werk zal maken van meer transparantie, dat u aan het Parlement wilt rapporteren en dat u zult werken met erkende organisaties, niet met vriendjes die u op de koffie zult ontvangen. We kijken uit naar uw nieuwe beleid. Onze steun hebt u.

 

01.11  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Het is absoluut een goede zaak dat u uitsluitend zult werken met erkende en vertrouwde organisaties voor het uitreiken van humanitaire visa. Daarin stemt uw antwoord mij tevreden. Met enkele andere antwoorden hebt u mij echter niet kunnen overtuigen.

 

U zegt dat het u niet toekomt om een onderzoekscommissie op te richten. Ik betreur dat u dat geen valabele optie vindt. De eerder genoemde contradicties en de verdachte uitspraken van de gewezen staatssecretaris, maar vooral de stuitende feiten rechtvaardigen onze vraag wel. Daarbovenop toont dit minstens dat hij iets te verbergen had en dat hij mogelijk nog dingen te verbergen heeft. Men kan niet toelaten dat de politieke verantwoordelijkheid hier grotendeels wordt ontlopen. We zullen met de PVDA dan ook bekijken welke stappen we nog kunnen zetten.

 

In verband met het uitreiken van de humanitaire visa zijn we voorstander van structurele oplossingen. Om willekeur en corruptie te vermijden, moet men objectieve criteria hanteren. Wij blijven er voorstander van om daarmee te werken. Daarnaast moet men ook nog een manier hebben om tegemoet te komen aan uitzonderingen op de criteria, voor de gevoelige en kwetsbare dossiers die u noemde. Als u dit niet als een valabele optie ziet, moeten er ten minste procedurele minimumvoorwaarden worden gesteld. Het opstellen daarvan is geen huzarenstuk en het zou de misdaden van Kucam praktisch onmogelijk hebben gemaakt. Voor mij is het dan ook onbegrijpelijk dat u dit niet in overweging neemt. De rapportering aan het Parlement waarop u blijft hameren, is zeker nodig, maar niet adequaat genoeg om misbruik uit te sluiten.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Heel wat collega's zijn verhinderd, omdat ze in een andere commissie aan het werk zijn, zoals mevrouw Van Camp. Haar vragen zullen wij even uitstellen tot zij hier aanwezig kan zijn.

 

De samengevoegde vragen van mevrouw Daems, de heer Rigot en de heer Moutquin zullen behandeld worden wanneer de heer Rigot terugkomt. Ook de andere vragen van de heer Rigot worden even uitgesteld tot wanneer hij terug is.

 

Vraag nr. 55012049C van de heer Pivin wordt uitgesteld. De heer Francken is afwezig. Zijn vragen nr. 55012067C en nr. 55012073C komen te vervallen. De heer De Vriendt is even weg, ook zijn vraag wordt even uitgesteld tot hij terug is.

 

02 Question de Kattrin Jadin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'incendie dans un camp de réfugiés en Bosnie" (55012157C)

02 Vraag van Kattrin Jadin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De brand in een vluchtelingenkamp in Bosnië" (55012157C)

 

02.01  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, à la fin de l'année dernière, un camp de migrants abritant plusieurs milliers de réfugiés a été incendié – vraisemblablement par ces derniers – quelque temps après que l'Organisation internationale pour les migrations (OIM) ait quitté les lieux, car les conditions n'y étaient pas réunies pour les accueillir à l'approche de l'hiver.

 

Du reste, l'Union européenne vient également de juger les conditions de vie sur place totalement inacceptables et a annoncé vouloir augmenter de 3,5 millions d'euros le budget de son assistance humanitaire pour l'aide aux réfugiés en Bosnie.

 

Depuis l'incendie, un millier de migrants se trouvent sans abri, et ce, par un temps très froid et pluvieux. S'y ajoutent la résistance de la population et le comportement très réservé des autorités bosniennes. La situation est donc, à juste titre, qualifiée non seulement d'inacceptable, mais surtout de très difficile.

 

Monsieur le secrétaire d'État, la Belgique s'est-elle penchée sur les incidents survenus dans ce camp de réfugiés? Quel sort sera-t-il réservé aux migrants concernés? Quelle protection leur sera-t-elle accordée? Quelles leçons peut-on tirer de cet événement, en vue d'en prévenir d'autres du même ordre?

 

02.02  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Madame Jadin, vu l'absence de plusieurs membres de la commission, j'ai le temps de répondre en long et en large à toutes les questions. Il faut donc y voir aussi un avantage!

 

Comme je l'ai déjà indiqué lors de la réunion de la commission du 6 janvier, la Belgique a toujours partagé les critiques de l'Union européenne adressées à la politique d'asile et de migration de la Bosnie. La représentation belge sur place suit de près les événements et a insisté à plusieurs reprises auprès des autorités bosniennes sur leur obligation d'accueillir les migrants, mais également d'améliorer sa procédure d'asile.

 

Le SPF Affaires étrangères m'a informé qu'un entretien avec l'ambassadeur de Bosnie à Bruxelles était prévu. Pour de plus amples détails, je vous propose d'interroger la ministre des Affaires étrangères, Sophie Wilmès. Au demeurant, si je ne me trompe pas, elle abordera cette question en commission des Relations extérieures au cours de cet après-midi.

 

Entre-temps, il semble qu'il y ait une légère amélioration dans le camp de Lipa avec l'installation de tentes chauffées. Néanmoins, près de 300 personnes n'ont toujours pas pu être relogées. L'Union européenne continue à demander la réouverture de Bira mais envisage cependant, pour faire face à l'urgence, de financer l'amélioration du camp de Lipa.

 

Le comportement de l'ensemble des autorités reste par ailleurs problématique. Comme je l'ai dit lors de la dernière commission, le problème ne semble pas être le financement mais plutôt la politique bosnienne. La seule solution à long terme serait l'engagement des autorités centrales et locales à prendre leurs responsabilités vis-à-vis de la situation et à améliorer le sort des réfugiés et migrants sur leur territoire.

 

J'espère que l'Union européenne et la Belgique continueront à mettre la pression dans le cadre des négociations d'adhésion de la Bosnie à l'Union européenne. Oui, il est sûr que nous avons un rôle à jouer en tant qu'État belge. Quand une problématique de ce genre apparaît dans un certain pays, nous devons faire le maximum en ce qui concerne notre engagement humanitaire. Notre rôle principal est d'accentuer la pression sur ces États qui ne respectent pas le droit international ou ne respectent pas les conditions humanitaires de base qui devraient régner dans chaque camp. Ce n'est pas le cas ici.

 

J'espère que le dernier élément que j'ai mentionné dans le cadre des négociations actuelles entre la Bosnie et l'Union européenne sera utilisé pour accentuer cette pression. En effet, les images quotidiennes qui nous parviennent me font mal au cœur et n'ont leur place ni dans l'Union européenne, ni en l'Europe, ni ailleurs dans le monde.

 

02.03  Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour ces réponses circonstan­ciées et très détaillées.

 

Je partage bien sûr votre analyse tant pour ce qui a trait à la nécessité de pouvoir utiliser notre poids diplomatique – je prends bonne note également de la responsabilité qu'ont les Affaires étrangères en la matière et j'y reviendrai d'ailleurs en commission ad hoc –, mais aussi par rapport aux négociations sur d'éventuels accords qui pourraient déboucher entre l'Union européenne et la Bosnie. Cela vaut aussi pour des États membres de l'Union européenne et certainement pour d'autres pays en Europe, en ce qui concerne la protection des droits humains et le respect du droit international en la matière.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Wouter De Vriendt aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De impact van de wijzigingen in het Vlaamse inburgeringsbeleid op het onthaal van asielzoekers" (55012068C)

03 Question de Wouter De Vriendt à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'impact de l'adaptation de la politique flamande d'intégration sur l'accueil des demandeurs d'asile" (55012068C)

 

03.01  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, het Vlaams regeerakkoord kondigde in 2019 een wijziging aan van het Vlaams integratie- en inburgeringsbeleid. Afgelopen zomer is er in de Vlaamse regering een eerste nota goedgekeurd die aangeeft hoe een en ander zal worden gerealiseerd. Op dit moment ligt een belangrijk voorontwerp van decreet op tafel. Dit voorontwerp van decreet zou een impact hebben op het onthaal van asielzoekers, ook op het federale beleidsniveau.

 

Asielzoekers zullen in de toekomst immers uitgesloten worden van het recht op inburgering. Nochtans hebben asielzoekers steeds deel uitgemaakt van de doelgroep. Verzoekers om internationale bescherming zouden wel nog in aanmerking komen voor een cursus NT2.

 

Ik heb hierover een aantal vragen.

 

Hoe kijkt u naar de strategie van early intervention om asielzoekers zo snel mogelijk te activeren via een cursus Maatschappelijke Oriëntatie en Taalverwerving? In welke mate werd u betrokken bij of geïnformeerd over de hervormingen op het Vlaamse niveau?

 

Hoe kijkt u vanuit uw bevoegdheid naar de keuze van de Vlaamse regering om asielzoekers in de toekomst uit te sluiten van inburgering? Zult u daarover contact opnemen met uw collega's in de Vlaamse regering? Immers, als ik dit vergelijk met uw beleidsplannen, zie ik dat u toch een andere weg volgt. U zegt eigenlijk dat integratietrajecten al kunnen worden opgestart zodat de betrokkenen goed voorbereid worden op het leven dat na de erkenningsbeslissing zal volgen. Inburgering heeft ook in die fase echt wel waarde.

 

Het beleid zet ook sterk in op vrijwillige terugkeer. Dat lijkt heel contra-intuïtief, maar er is onderzoek dat uitwijst dat mensen die goed opgevangen worden en kansen krijgen om te leren, ook makkelijker te overtuigen zijn tot terugkeer.

 

Hoe kijkt u vanuit dat oogpunt naar de veranderingen die aangekondigd worden door het Vlaamse niveau?

 

Fedasil heeft ook de opdracht asielzoekers toe te leiden naar opleiding en onderwijs. Hoe garanderen wij met dit Vlaamse beleid dat er nog altijd een toegankelijk aanbod georganiseerd wordt?

 

Tot slot, uw beleid is er ook op gericht de asiel­procedure in te korten. Werden daarvoor in de afgelopen weken stappen ondernomen? Wat staat er op stapel? Wat is de actuele gemiddelde duurtijd van de asielprocedure? Wat was de evolutie daarvan in het jongste jaar?

 

03.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Collega De Vriendt, het desbetreffende voorontwerp van decreet werd vóór het kerstreces een eerste keer goedgekeurd door de Vlaamse regering. Het gaat over een materie die volledig tot de bevoegdheid van de deelstaten behoort. Ik werd er dan uiteraard ook niet bij betrokken.

 

U hebt gelijk als u zegt dat er raakvlakken zijn met mijn bevoegdheden. Het bestaan van dergelijke raakvlakken was voor mij de voornaamste reden voor mijn voorstel tot oprichting van die interministeriële conferentie Migratie en Integratie. Dat stond ook in mijn beleidsverklaring. De nodige stappen daarvoor zijn al ondernomen. Zoals u weet werd dit voorstel ondertussen door de Ministerraad aanvaard, zodat het binnenkort op de agenda van het Overlegcomité kan komen.

 

De IMC zal een overlegplatform creëren waar in de toekomst dergelijke dossiers, indien gewenst, kunnen worden besproken, gezien het verband tussen de thema's asiel, inburgering en integratie, uiteraard altijd met respect voor ieders bevoegdheden.

 

Ik vind het belangrijk dat we snel met alle nieuwkomers aan de slag kunnen gaan. Dat kan via een inburgeringstraject zijn, maar dat is maar één manier om snel aan integratie te werken. Een goede en snelle toeleiding naar de arbeidsmarkt is minstens even belangrijk, zo niet nog belangrijker.

 

Uiteraard moet er een goede begeleiding zijn voor alle nieuwkomers. Deze begeleiding hangt uiteraard af van het migratiekanaal en het bijbehorende statuut van de nieuwkomer.

 

In mijn visie staat of valt alles met competentie­verwerving. Dat komt van pas voor iedereen. Het komt van pas voor een asielzoeker die hier blijft omdat zijn asielaanvraag positief wordt behandeld. Als dat niet zo is, kan hij met de competenties die aangeleerd zijn aan de slag in het land van herkomst.

 

Specifiek voor asielzoekers ben ik niet van mening dat de beslissing van de Vlaamse regering een goede competentieverwerving onmogelijk maakt. Onder meer in de verdediging van mijn beleidsverklaring in het Parlement heb ik het al gezegd, na vier maanden mogen zij beginnen te werken als hun procedure nog niet is afgerond. Wij hebben het al gehad over de seizoensarbeid die vorig jaar voor een deel dankzij de asielzoekers mogelijk werd gemaakt. Bovendien kunnen ze vooraf al naar de arbeidsmarkt worden toegeleid.

 

Er bestaan ook uitzonderingen op de regel. Zo worden niet-begeleide minderjarige vreemdelingen niet uitgesloten, wat een bijzonder goede zaak is, gezien de kwetsbaarheid van deze groep.

 

Alle minderjarigen hebben trouwens vanaf de eerste dag recht op onderwijs. Voor hen verloopt integratie hoofdzakelijk via die weg. Het Agentschap Integratie en Inburgering heeft de opdracht om deze minderjarigen naar onderwijs toe te leiden. Voor alle duidelijkheid, deze opdracht wordt dus niet gewijzigd.

 

Tot slot is het ook belangrijk om in het achterhoofd te houden dat het grootste deel van de asielzoekers niet erkend wordt als vluchteling of subsidiair beschermde en dus naar het land van herkomst zal moeten terugkeren.

 

De erkenningpercentages van de laatste drie maanden laten dat duidelijk zien. De cijfers voor september, oktober en november waren respectievelijk 33,7 %, 31,9 % en 29,1 %.

 

Dat maakt dat de budgettaire impact groot is voor een groep waarvan de meerderheid nooit in ons land zal blijven.

 

Ik ben ook niet van mening dat dit voorstel de vrijwillige terugkeer in gevaar brengt. Bij de voorstelling van mijn beleidsnota ben ik uitgebreid ingegaan op vrijwillige terugkeer en het belang dat ik daaraan hecht. Dat blijft ook zo. Een aanklampend beleid, met onder meer goede informatieverstrekking, moet ervoor zorgen dat heel het terugkeerbeleid versterkt wordt, zowel vrijwillig als gedwongen. Een snelle, kwaliteitsvolle asielprocedure is inderdaad een van mijn prioriteiten. Sneller beslissen geeft alle betrokkenen ook sneller duidelijkheid. Eerder aangenomen personeel is nu goed ingewerkt, wat het aantal beslissingen kan opdrijven.

 

Wat de behandelingsduur betreft, is het niet verbazend dat deze in 2020 is toegenomen. Dit is uiteraard te wijten aan de covidcrisis en het tijdelijk stopzetten van de asielinterviews bij de Dienst Vreemdelingenzaken. De gemiddelde behandelingsduur van de beslissingen in 2019 bedroeg 281 dagen vanaf de registratie van de asielaanvraag bij DVZ en 164 dagen vanaf het bezorgen van het dossier aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. In de eerste negen maanden van 2020 bedroeg de termijn 429 dagen vanaf de datum van registratie en 201 dagen vanaf de bezorging aan het commissariaat-generaal.

 

03.03  Wouter De Vriendt (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor het uitgebreide antwoord.

 

Zoals u zelf zegt, zijn er zeker raakvlakken met wat op het Vlaamse niveau op stapel staat. Ik vind dat overleg dan wel had gemogen, ook omdat u zelf op het federale niveau de interministeriële conferentie hebt aangekondigd. Met andere woorden, u toonde de wil om te overleggen wanneer er raakvlakken zijn, wanneer beide beleidsniveaus elkaar raken. Hier had dit wel gemogen, vind ik.

 

Alleszins zal er naar overeenstemming moeten worden gezocht. Het zal u niet verwonderen dat ik meer affiniteit heb met uw perspectief en met het perspectief van de federale regering inzake goed werken met nieuwkomers, dan met beleidsbeslissingen die nu op de planning staan op het Vlaamse niveau. Ik ben het ermee eens dat we zo snel mogelijk moeten werken met nieuwkomers, ook waar het gaat om asielzoekers. Inburgeringstrajecten zijn daar een belangrijke mogelijkheid voor. Misschien is dat niet het enige, we zullen moeten zien in hoeverre die filosofie nog altijd doorgang kan vinden vanuit uw bevoegdheid op federaal niveau. We rekenen op u om die visie uit te dragen naar uw collega's op Vlaams niveau. De interministeriële conferentie zal daarin extreem belangrijk zijn. Wij vinden het een goede zaak dat die er komt, dit kan alleen maar de samenhang en de coherentie van het beleid in ons land verbeteren.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het budget" (55012067C)

04 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le budget" (55012067C)

 

04.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, ik had u graag een vraag gesteld over het budget. Tijdens de bespreking van de begroting en de beleidsnota hebben wij daarover al van gedachten gewisseld.

 

Is al beslist over de verdeling van de enveloppe van 50 miljoen euro, die u voor 2021 extra hebt gekregen? Dat was eind december 2020 nog niet beslist. Is dat ondertussen beslist? Hoe ziet de verdeling er precies uit?

 

Dat is voor het Parlement belangrijk om te weten, teneinde te kunnen opvolgen hoe een en ander het komende jaar verder verloopt.

 

04.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, het is inderdaad een belangrijke vraag, omdat ze gaat over een ongeziene investering in Asiel en Migratie. Het gaat om 50 miljoen euro in 2021, maar wij gaan structureel naar 100 miljoen euro tegen 2024. Dat is een mooie realisatie, waarbij wij de middelen op de juiste manier moeten inzetten.

 

Ik benadruk echter altijd graag dat de huidige regering de bewuste keuze heeft gemaakt om in budgettair niet altijd eenvoudige tijden bepaalde prioriteiten te stellen. Een van die prioriteiten was en is nog steeds dat wij moeten investeren in Asiel en Migratie, zodat de procedures verder kunnen worden versterkt.

 

Zoals in december 2020 reeds gemeld, maakt de precieze verdeling van de middelen het voorwerp uit van een beslissing van de ministerraad. Ik kan daarop dus nog geen voorafname doen. Wel kan ik u melden dat wij het voorstel van verdeling momenteel finaliseren. Uiteraard blijft mijn meer algemene toelichting bij de doelstelling achter de bijkomende middelen onverminderd gelden.

 

Ik heb in december 2020 duidelijk gemaakt wanneer ik ongeveer hoop te kunnen landen. Dat maakt dat u mij die vraag heel binnenkort opnieuw kan stellen en dat ik u er heel binnenkort ook een meer uitgebreid antwoord op zal kunnen geven.

 

04.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u en zal het dossier verder opvolgen. Ik had begrepen dat u met uw voorstel eind januari 2021 naar de ministerraad zou stappen. Ik zal een en ander sowieso in de besluitvorming van de ministerraad lezen en u daarna daarover ondervragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het terugsturen van extremisten" (55012073C)

05 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le renvoi des extrémistes" (55012073C)

 

05.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik vroeg u hoeveel extremisten er het afgelopen jaar of de afgelopen twee jaar vrijgelaten werden uit de gesloten centra. U besloot toen mij de cijfers voor de laatste vijf jaar te bezorgen. Voor mij niet gelaten, het mochten ook de cijfers voor de laatste 20 jaar geweest zijn.

 

Daarbij werd gezegd dat de Dienst Vreemdelingenzaken niet weet hoeveel extremisten men vrijlaat, maar wel hoeveel men er terugstuurt. Dat vind ik eerlijk gezegd heel vreemd, want extremisten of geradicaliseerden vormen een aparte categorie. Men weet dan immers wie men terugstuurt, wie er vrijgelaten moet worden, na een procedure, omdat men asiel krijgt of om andere redenen. De cel Radicalisme volgt deze categorie en in Vottem is er een aparte vleugel voor geradicaliseerden, waar ook extremisten zitten. Men moet toch weten wie van hen men terugstuurt en wie men finaal moet vrijlaten. Het lijkt mij dus vreemd dat u zegt dat men die cijfers niet heeft. Men moet die uiteraard wel hebben.

 

Er bestaat ook een standaardprotocol dat voorschrijft dat men de lokale politie, het OCAD en de Veiligheid van de Staat op de hoogte moet brengen als men extremisten in vrijheid stelt op Belgische grondgebied. Ook om die reden vond ik uw antwoord vreemd.

 

Verder werd er gewag gemaakt van radicale extremisten die werden teruggestuurd naar Algerije en Marokko. Hoe doet u dat met respect voor artikel 3 van het EVRM, het non-refoulementprincipe? Ik heb dat zelf ook geprobeerd en dat bleek juridisch altijd bijzonder wankel en moeilijk te zijn. U hebt daar cijfers voor gegeven en landen van bestemming genoemd. Hoe hebt u dit aan artikel 3 getoetst? Hoe is dat zonder probleem bij de rechtbanken gepasseerd?

 

Iedereen herinnert zich de Soedankwestie wel, waarbij het een heel groot probleem was om Soedanezen terug naar Soedan te sturen. Het ging niet over moslimextremisten naar Marokko of Algerije terugsturen, iets wat nog veel moeilijker is. Marokko en Algerije hebben immers een nogal strenge wetgeving die bepaalt wat ze met moslimextremisten doen. Hoe is dat juist verlopen? Graag wat meer toelichting.

 

05.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Francken, ik begrijp uw vraag omdat er effectief een aantal dingen vreemd zijn. Het is vooral vreemd dat we de laatste jaren onvoldoende geïnvesteerd hebben in digitalisering, zoals ik aan het begin van de commissie al vermeldde. Dit zorgt ervoor dat cijfers manueel uit oude dossiers van de voorbije jaren moeten worden gehaald en dat er dan geteld moet worden over hoeveel mensen het gaat. De diensten hebben dat ondertussen ook gedaan, op ons verzoek.

 

Op 30 oktober hebt u hier een cijfermatige vraag over gesteld waar geen antwoord op kon komen omdat we dat niet zomaar weten of met een muisklik te weten kunnen komen. De gegevens zijn namelijk niet gedigitaliseerd en een manuele uitpluizing is dus noodzakelijk. Dat is vreemd. Zowel tijdens de beleidsverklaring als vandaag in de commissie en tijdens een aantal andere commissiezittingen is vermeld dat we de komende jaren verder willen inzetten op de digitalisering, zodat dergelijke gegevens niet van onder het stof moeten worden gehaald, maar snel beschikbaar zijn.

 

Van de lijst die sinds 2016 door de cel Radicalisme wordt bijgehouden, werden vanuit de gesloten centra in 2017 11 personen vrijgesteld. In 2018 waren dat 8 personen en in 2019 19. In 2020 werden 7 personen vrijgesteld. Ter vergelijking, in 2017 werden 17 personen op deze lijst vanuit de gesloten centra verwijderd. In 2018 werden 20 personen verwijderd en in 2019 14. In 2020 waren dat 7 personen. In 2019 en 2020 werden ook 5 mensen vanuit de gevangenis verwijderd.

 

De vrijstellingen waren het gevolg van een beslissing van een rechter die de diensten daartoe verplichtte, omdat de vasthoudingstermijn verlopen was, omdat identificatie niet mogelijk was of omdat de buitenlandse autoriteiten geen reisdocumenten willen afleveren. In enkele gevallen ging het om een vrijstelling om medische redenen of omdat het commissariaat-generaal een erkenning of clausule van niet-terugleiding in zijn beslissing had opgenomen. Het is uiteraard niet zo dat wanneer een geradicaliseerde persoon wordt vrijgesteld, deze niet verder wordt opgevolgd. Bij vrijstelling worden de partner­diensten onmiddellijk op de hoogte gebracht en zullen zowel de veiligheids- als de politiediensten verder instaan voor de opvolging van de persoon.

 

Zoals steeds zullen die dossiers op regelmatige tijdstippen op het partneroverleg besproken worden en zal de Dienst Vreemdelingenzaken verdere stappen zetten indien dat mogelijk of noodzakelijk is.

 

Wat in deze dossiers beter kan, is de samenwerking met en vooral de medewerking van de herkomstlanden. Het is belangrijk dat de betrokken diensten daarin schouder aan schouder samenwerken met de landen van herkomst om meer terugkeer mogelijk te maken. Wij zullen ervoor zorgen dat dit in de komende maanden en jaren prioritair op de agenda zal staan. Ook daarover heb ik al veelvuldig het woord gevoerd in de commissie. Met bepaalde herkomstlanden is het moeilijk om een samenwerking op poten te zetten, wat overigens voor ieder land geldt, maar ik moet wel vaststellen dat sommige Europese landen betere samenwerkings­akkoorden hebben dan andere en dat sommige landen betere samenwerkings­akkoorden hebben dan ons land. In de komende jaren moeten wij daarin dus volop investeren, want dat zal nodig zijn om de cijfers nog te verbeteren.

 

Artikel 3 van het EVRM is, zoals u weet, een absoluut recht. Er kan dus, met andere woorden, nooit van worden afgeweken. De beoordeling van een mogelijke schending van artikel 3 gebeurt niet anders voor vreemdelingen die opgevolgd worden door de cel Radicalisme van de Dienst Vreemdelingenzaken. Dat zal steeds geval per geval beoordeeld worden op basis van de elementen van ieder individueel dossier en rekening houdend met het hoorrecht. Daarbij wens ik ook uw aandacht te vestigen op datgene wat in mijn beleidsnota staat over de specifieke cel die DVZ medio 2020 oprichtte en die zich bezighoudt met de toepassing van artikel 3 in het kader van terugkeer. Die cel volgt de juris­prudentie rondom dit thema en ondersteunt de diensten die betrokken zijn bij de terugkeer bij de uitvoering van hun taken en bij het nemen van beslissingen. Die cel zal dan ook verder worden ondersteund en versterkt.

 

05.03  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.

 

U zegt dat een en ander nog manueel geturfd moest worden, maar het gaat niet over veel gevallen, waardoor ik aanneem dat dit op 30 oktober ook al wel kon. Zoveel werk kan het niet zijn. Het gaat niet over duizenden gevallen, alles samengeteld gaat het nog niet eens over honderd mensen.

 

Het is onmiskenbaar juist dat er meer gedigitaliseerd moet en kan worden. We zullen zien of dat ook lukt in de komende jaren.

 

U zegt dat er meer samenwerking nodig zal zijn. Niemand zal u daarin tegenspreken. De resultaten zullen we moeten afwachten.

 

In verband met de toetsing van artikel 3 zegt u dat u medio 2020 een cel hebt opgericht. De toetsing van artikel 3 gebeurde daarvoor ook al, maar u zegt dat er toch nog mensen werden verwijderd. In 2020 gaat het blijkbaar om zeven mensen, maar ik vraag mij af om hoeveel mensen het gaat sinds medio 2020. Immers, als uw cel alle jurisprudentie rondom artikel 3 volgt en als ik zie welke kant dat opgaat, dan meen ik dat u geen enkele moslimradicaal meer krijgt uitgewezen, toch niet naar een niet-Europees land.

 

Uw cijfers zijn niet helemaal duidelijk. U spreekt over verwijderingen. Dat kan ook gaan om verwijderingen naar een andere Europese lidstaat in het kader van de Dublinverordening of om uitleveringen. U zegt dat in 2019 en 2020 vijf personen verwijderd zijn vanuit de gevangenis, en die moeten erbij geteld worden. Gaat het dan om vijf in 2019 en vijf in 2020, dus tien in totaal? Of gaat het om vijf in totaal? Dat is mij niet duidelijk.

 

Er zijn ook heel veel vrijstellingen. Dat blijft een heikel punt. Ik wens u veel succes met uw artikel 3-cel. Die zal er alleen maar voor zorgen dat u de facto bijna niemand meer verwijderd krijgt, als u al een land zover kunt krijgen daar iemand van over te nemen.

 

Het wordt enkel moeilijker en moeilijker, door allerlei Europese jurisprudentie en rechtsregels, waar u en uw regering als grote verdedigers achter staan. Ik heb niets tegen de basisprincipes van de democratische rechtsstaat, maar ik bestrijd wel ten gronde de manier waarop het vreemdelingenrecht en de soevereiniteit van lidstaten ondergraven worden. Wij krijgen nauwelijks nog mensen uitgezet. Het uitzetten van moeilijke profielen wordt bijna onmogelijk. Die blijven dan allemaal in Europa. Dat zijn geen onderdanen van ons land, dat zijn geen Belgen. Vaak is hun langverblijf ook ingetrokken door wetgeving die ik mogelijk heb gemaakt in de vorige regering. Dat zorgt ervoor dat men altijd maar meer en meer vastzit. De Belgische regering stelt nu drie rechters van redelijk linkse signatuur voor in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Die zullen het natuurlijk nog moeilijker maken. Het is al moeilijk als men alle jurisprudentie volgt van het Hof van Justitie, en zeker als men die van het Hof in Straatsburg volgt. Het zal alleen maar moeilijker worden in de toekomst.

 

Maar goed, dat is de richting die u uit wil. Dat is alleszins niet de richting die wij volgens mij moeten uitgaan. Ik neem daar akte van en zal de cijfers jaarlijks opvragen. Dan kan men ze misschien goed bijhouden in een apart boordtabelletje, in plaats van ze te moeten zoeken onder een stoffige kast.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

06 Questions jointes de

- Christophe Lacroix à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le rapport d'EDRi sur l'intelligence artificielle et la migration (1)" (55012078C)

- Christophe Lacroix à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le rapport d'EDRi sur l'intelligence artificielle et la migration (2)" (55012081C)

06 Samengevoegde vragen van

- Christophe Lacroix aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het rapport van EDRi over artificiële intelligentie en migratie (1)" (55012078C)

- Christophe Lacroix aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het rapport van EDRi over artificiële intelligentie en migratie (2)" (55012081C)

 

06.01  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, l'association European Digital Rights a publié un rapport sur l'usage des nouvelles technologies dans les politiques migratoires. Ceci dans un contexte d'accroissement en Europe – par les États ou Frontex et Europol – de l'usage des Big Data pour prédire les mouvements migratoires, décider de façon automatisée du sort de migrants, établir une échelle de risque, voire un détecteur de mensonges via l'intelligence artificielle.

 

Récemment, la Commission européenne a proposé de développer des programmes de reconnaissance faciale et d'autres données biométriques et de santé pour "screener" les migrants. Or, le rapport d'EDRi démontre que l'usage de ces technologies est souvent incompatible avec les droits fondamentaux des migrants. De plus, derrière une apparente neutralité, elles peuvent être utilisées dans le cadre de politiques déterminées et souvent fondées, volontairement ou non, à travers les biais discriminatoires, sur des préjugés xénophobes.

 

D'ailleurs, les risques pour les droits de l'homme et l'État de droit – inhérents à l'usage de l'intelligence artificielle – ont également été au cœur des récents travaux de l'assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe. À titre d'exemple, les contraintes de ressources ou de temps, le manque de compréhension et la déférence aux recommandations d'un système d'IA ou la réticence à s'en écarter peuvent placer les fonctionnaires dans une situation d'extrême dépendance vis-à-vis de ces systèmes, qui les conduit à abdiquer leurs responsabilités professionnelles. De telles considérations soulèvent la question de la responsabilité de la prise de décision. Ceci est d'autant plus vrai dans le domaine migratoire où il existe une division nette entre ceux qui établissent les processus d'intelligence artificielle et ceux qui les subissent.

 

Aussi, permettez-moi de vous poser les questions suivantes: Avez-vous pris connaissance du rapport de l'association EDRi et de ses recommandations ainsi que des résolutions de l'assemblée parlementaire du Conseil de l'Europe sur l'intelligence artificielle (octobre 2020)? Pouvez-vous lister les différents usages qu'il est fait, par la Belgique et par les instances européennes, de l'intelligence artificielle dans les politiques migratoires, que ce soit au niveau individuel ou collectif? Existe-t-il une évaluation de ces usages en rapport avec les risques qu'ils posent en termes de droits de l'homme?

 

06.02  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Lacroix, ni l'Office des étrangers ni le CGRA ne recourent aux techniques que vous avez mentionnées: intelligence artificielle, détecteur de mensonges et autres. Dès lors, il n'y a pas lieu d'en dresser une évaluation. Mes administrations ne se servent pas non plus de système automatisé de reconnaissance faciale. Voilà pour la réponse que je dois vous apporter.

 

Néanmoins, je tiens à préciser ma position personnelle à ce sujet. Quand on parle d'asile et de migration, il est aussi question d'une évaluation entre humains. Pour cette raison, il est dangereux d'utiliser des techniques telles que la numérisation et l'intelligence artificielle, qui peuvent nous être décrites dans des brochures ou à travers certaines images comme participant d'un système qui résoudra tous nos problèmes. Il convient en effet de mentionner également tous les problèmes qui les accompagnent. Dès lors, il faut prendre garde à ne pas y recourir dans des rapports entre humains. D'après plusieurs études que j'ai lues, certains algorithmes discriminent encore plus qu'un être humain, en raison d'un manque d'informations dans le système.

 

Croire que la modernisation numérique va nous aider et que l'humain doit être repoussé du circuit migratoire est la dernière position à soutenir. En tout cas, ce n'est pas la mienne.

 

06.03  Christophe Lacroix (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je voudrais vous remercier sincèrement pour votre prise de position claire et ferme.

 

D'abord, je suis rassuré que vos services n'utilisent pas les processus d'intelligence artificielle qui sont souvent enclenchés par commande d'État, sans débat parlementaire préalable, et par des organisations privées à des fins lucratives. Ce dispositif fonctionne selon le principe d'une black box, occultant ce qui se trame derrière les algorithmes, dont les effets discriminatoires peuvent se révéler très sérieux. Quant on parle d'immigration, on parle également de pouvoir de détention, de contrôle sur la population. Le risque est donc élevé.

 

Votre insistance sur le caractère humain des décisions à prendre est essentielle. En effet, les algorithmes vont se fonder sur des statistiques ainsi que sur des données factuelles, tout en oubliant les aspects humains du "pourquoi" et du "comment" des migrations. Ces gens arrivent chez nous, poussés par la guerre, par le dérèglement climatique, par des violences et plusieurs atteintes aux droits de l'homme dans leur propre pays. Ils viennent chercher chez nous quelque chose qui leur permettrait de vivre plus décemment.

 

Je crois qu'il faut être attentif mais vous l'êtes. Je vais quitter cette commission le cœur un peu plus léger; en effet, quand j'ai lu le rapport d'EDRi et l'usage que peuvent en faire les pays européens, notamment la Grèce, ou ce que souhaiterait en faire Frontex, j'ai quand même un peu frémi.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Mevrouw Daems, de heer Rigot is nog niet aanwezig maar we gaan niet blijven wachten. U hebt het woord.

 

07 Questions jointes de

- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le futur plan de vaccination des demandeurs de protection internationale" (55012043C)

- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Une stratégie covid incluant les résidents illégaux" (55012069C)

- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La vaccination des sans-papiers et des demandeurs de protection internationale" (55012741C)

07 Samengevoegde vragen van

- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het toekomstige vaccinatieplan voor de aanvragers van internationale bescherming" (55012043C)

- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Een covidstrategie met inbegrip van onwettige verblijvers" (55012069C)

- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De vaccinatie van sans-papiers en verzoekers om internationale bescherming" (55012741C)

 

07.01  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, op 3 januari verklaarde Vlaams minister Beke dat iedereen die legaal in België verblijft, gratis een vaccin zal kunnen krijgen. Dat roept toch wel een aantal vragen op, want een groot deel van onze inwoners heeft geen wettig verblijf. Deze mensen bevinden zich daardoor ook in een heel kwetsbare situatie, nog meer in deze coronapandemie.

 

Een beleid in de context van COVID-19 moet zo verreikend mogelijk zijn indien men deze gezondheidscrisis daadkrachtig wil aanpakken. Daarom is het noodzakelijk om alle bewoners van ons land te betrekken in het uittekenen van een vaccinatiestrategie en ze vervolgens ook daadwerkelijk te bereiken in de uitvoering ervan.

 

Hebt u deze problematiek reeds met minister Vandenbroucke besproken of bent u dit van plan? Wat is uw mening over het gegeven dat wij op die manier dreigen een deel van de inwoners van dit land niet te kunnen aanspreken en zo het risico te vergroten dat de beoogde 70 % vaccinatiegraad niet wordt behaald?

 

Voor mensen zonder wettig verblijf bestaat er een kaart voor dringende medische hulp. Zal deze kaart ook toegang verlenen tot het gratis vaccin? Wat zal er gebeuren met mensen die deze kaart niet hebben? De procedure om zo'n kaart te verkrijgen duurt vaak heel lang en is ook zeer complex. Zult u ervoor pleiten bij de bevoegde minister om dit systeem ook voor hen aan te passen, zodat ook zij gevaccineerd kunnen worden?

 

07.02  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d’État, je vais pouvoir répondre à une partie des questions de Mme Daems puisque j'ai interrogé le ministre de la Santé qui a affirmé que c'est bien dans le cadre de l'aide médicale d'urgence que les personnes sans titre de séjour, que l'on appelle les "sans-papiers", peuvent avoir accès au vaccin. Cependant, la réponse de M. Vandenbroucke m'inquiète puisque les chiffres montrent que seuls 8 % des sans-papiers ont connaissance de ce dispositif.

 

Sachant que 8 à 10 % des sans-papiers se trouvent à Bruxelles, il primordial pour cette ville que notre stratégie de vaccination les englobe, tout comme cela devrait être le cas pour le testing et le tracing.

 

Monsieur le secrétaire d'État, le gouvernement envisage-t-il de prendre une initiative afin de faire savoir au public sans-papiers que la vaccination leur est accessible et gratuite? Comptez-vous coopérer avec le ministre de la Santé afin de renforcer cette accessibilité en allégeant les exigences bureaucratiques? Par ailleurs, se pose la question de la vaccination des personnes en cours de demande de protection internationale. Quel est le plan de vaccination pour les résidents des centres Fedasil qui représentent également un public à risque en raison de la promiscuité dans laquelle ils vivent? Quand les premières doses pourront-elles être administrées tant aux résidents qu'aux travailleurs?

 

07.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, dames en heren parlementsleden, de geschetste problematiek en de daaruit volgende vragen zijn terecht en vereisen de nodige aandacht. Ik ben blij dat u de vragen stelt, omdat de politiek in haar totaliteit al een aantal weken en maanden bezig is vragen te beantwoorden over COVID-19, maar ikzelf heb hier tot voor kort weinig vragen over gekregen, terwijl het mij vanzelfsprekend lijkt dat ook op het departement Asiel en Migratie heel wat mensen gevolgen ondervinden van het virus.

 

De personen waar u over spreekt, bevinden zich vaak in een kwetsbare situatie. Er moet de komende weken eerst duidelijkheid komen over hun vaccinatiesituatie. Zoals u weet, zal die duidelijkheid er moeten komen via de taskforce vaccinatie. Momenteel bespreekt de taskforce hoe de vaccinatiestrategie eruit zal zien. Ik ben er wel van overtuigd dat wij rekening moeten houden met iedereen die op ons grondgebied verblijft, als wij zo snel mogelijk groepsimmuniteit willen bereiken. Mijn diensten stellen hun expertise dus ter beschikking van de taskforce vaccinatie, zodat de vaccinatiecampagne in België een succes wordt, en dat is goed voor iedereen. Mijn kabinet zit op dit moment samen met het kabinet van de coronacommissaris voor overleg. Ik ben ervan overtuigd dat dat moet gebeuren met de expertise die binnen de taskforce bestaat.

 

Ik weet dat iedereen de eerste wil zijn, maar wij moeten zo verstandig mogelijk vaccineren om zo snel mogelijk van COVID-19 verlost te zijn. Laat de strategie dus bepaald worden door experten in België en in de rest van de wereld die weten hoe wij zo snel mogelijk van COVID-19 af zijn. Mijn departement biedt ondertussen de expertise aan om te weten wat de mogelijke problemen en uitdagingen zijn waarmee wij geconfronteerd kunnen worden. Zo snel mogelijk naar groeps­immuniteit gaan en zorg dragen voor iedereen, lijken mij dus de basispremissen die gerespecteerd moeten worden.

 

07.04  Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, gezondheid is een mensenrecht en zolang mensen zonder wettig verblijf niet op de hoogte zijn dat zij gevaccineerd kunnen worden of zolang mensen zonder een kaart voor dringende medische hulp geen toegang krijgen tot een vaccin, zullen zij blijven rondlopen met het risico anderen te besmetten en zelf ziek te worden. Dat kan echt grote gevolgen hebben voor de volksgezondheid.

 

Ik heb in uw antwoord niet gehoord of u hierover met minister Vandenbroucke zult spreken, maar ik vraag het met aandrang, zodat deze bevolkings­groep echt bij de vaccinatiestrategie betrokken wordt, want ook voor mensen zonder wettig verblijf is gezondheid een mensenrecht.

 

07.05  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je trouve intéressante votre volonté de prendre en compte toute la population. Vous avez raison, le virus ne demande pas de papiers aux citoyens qui résident dans ce pays. Quand il touche un individu, il le fait de manière aléatoire.

 

On sait que le public des sans-papiers est particulièrement vulnérable. Pourquoi? Parce que le manque d'accès aux soins de santé de certaines personnes dans ce public fait qu'elles ont déjà des pathologies, des problèmes respiratoires, des problèmes de diabète, etc. qui n'ont pas pu être soignés. Elles sont donc d'autant plus vulnérables au covid.

 

Il faut aussi savoir que la plupart de ces personnes ont perdu, en raison de la crise du covid, les emplois au noir qu'elles avaient et qu'elles n'ont plus de revenus - pour certaines depuis huit ou neuf mois. Le débat sur la mise en conformité administrative de ces personnes doit peut-être faire l'objet d'auditions au Parlement mais je pense qu'il faut vraiment se concentrer sur ce public.

 

Je ne peux que vous encourager à prendre en considération le travail des gens de terrain. Je pense à la Plate-forme citoyenne pour les réfugiés. Cela fait six ans que cette plate-forme développe une expertise incroyable. Elle se met à disposition des médecins. Elle a travaillé avec Médecins du Monde et d'autres associations et ONG. Il faut pouvoir s'appuyer sur son expertise, sur son cadre et sur son espace pour pouvoir, pourquoi pas, commencer une campagne de vaccination via cette plate-forme ou via d'autres acteurs.

 

Qu'on soit d'accord ou pas, c'est une réalité: des centaines de personnes en Belgique hébergent des personnes de passage. Elles peuvent peut-être aussi, d'une manière ou d'une autre, faire partie de cette campagne de vaccination.

 

À propos des centres Fedasil, je pense aussi que c'est une urgence. Je rappelle que, durant la crise, des bourgmestres se sont arrogé le droit de mettre en quarantaine des centres, mettant ainsi des enfants dans des situations dangereuses et incroyables – sans accès à l'école ni loisirs. Parfois, des bourgmestres, que ce soit du côté francophone ou flamand, ont joué aux cow-boys. Je pense que cela montre que Fedasil doit avoir une cohérence et une gestion organisée de cette crise covid. Je pense aussi à tout le personnel de Fedasil, bien sûr, qui attend cette vaccination avec impatience.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Question de Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les voies de migration sûres et légales vers l’Union européenne" (55012662C)

08 Vraag van Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De veilige en wettelijke migratieroutes naar de Europese Unie" (55012662C)

 

08.01  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, selon des estimations issues d’un rapport du Parlement européen datant de 2018, 90 % des personnes qui obtiennent le statut de réfugié dans l’Union européenne sont arrivées de manière irrégulière. Ce chiffre est particulièrement interpellant. Il illustre le fait que l'Union européenne et notre pays ne prévoient pas assez de voies sûres et légales migratoires pour que les personnes en danger puissent atteindre l’Europe en toute sécurité. En laissant ces candidats réfugiés sans solution migratoire, on laisse aux trafiquants d’êtres humains un boulevard leur permettant de prospérer sur la souffrance humaine. Nous devons faire plus et mieux afin d’éviter aux candidats réfugiés un voyage dangereux et coûteux mais également pour casser l’aubaine commerciale que représente ce manque de voies sûres et légales pour les trafiquants d’êtres humains.

 

Monsieur le secrétaire d'État, existe-t-il des chiffres en Belgique permettant de connaître le pourcentage de personnes arrivées dans notre pays de manière irrégulière parmi la population de celles obtenant le statut de réfugié? Quelles actions comptez-vous mettre en place afin de développer les possibilités de voies sûres et légales pour les personnes en danger? Dans l'accord de gouvernement, on parle de réinstallation, de relocalisation et de visas humanitaires. Comptez-vous plaider au niveau européen pour que des objectifs plus ambitieux et contraignants de délivrance de visas humanitaires soient décidés? Au niveau belge, envisagez-vous d’améliorer et d’accentuer la délivrance de visas humanitaires et de visas pour court séjour à destination de candidats réfugiés? Je vous remercie.

 

08.02  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, ma réponse précédente n'était qu'en néerlandais. Mes excuses pour cela.

 

En ce qui concerne votre première question sur les chiffres, je ne dispose pas de données statistiques sur le nombre de demandeurs de protection internationale arrivés en Belgique de manière irrégulière.

 

Deuxièmement, la Commission européenne a demandé des voies juridiques supplémentaires pour les personnes ayant des besoins de protection. En ce moment, des propositions de projets pour un appel AMIF (fonds Asile, Migration et Intégration) sont en cours d'évaluation et d'élaboration. Ces projets visent à faire venir en Belgique des personnes ayant besoin d'une protection. Il s'agit de projets pilotes et donc d'un nombre très limité de personnes. Je suis favorable à de tels projets. Il est toutefois important de garder le contrôle, pour les personnes qui viennent en Belgique, sur les motifs et les modalités de leur venue. Vous devez également savoir que le développement de voies légales de migration n'entraînera pas nécessairement une diminution de la migration clandestine.

 

Troisièmement, la question des voies légales supplémentaires fait partie du pacte européen, dont nous avons déjà longuement discuté et dont nous discuterons encore longuement dans les semaines, les mois et les années à venir. Mais la discussion est dès lors à envisager dans ce cadre. Il est difficile de progresser dans un domaine quelconque sans accord sur le pacte européen dans son ensemble.

 

Actuellement, les visas humanitaires de séjour de longue durée ne sont pas régis par le droit européen mais par le droit national. Cela a également été confirmé dans l'arrêt de la Cour de justice contre la Belgique. Je ne préconiserai pas l'inclusion de ces visas dans le droit européen, parce que de cette manière, nous pouvons sortir plus rapidement les gens de situations précaires. Je pense que nous en avons discuté durant la dernière session de cette commission.

 

Parfois, nous avons partagé nos frustrations par rapport aux procédures européennes qui traînent. Quelque part, le fait que nous puissions régler cela de manière nationale nous aide à avancer, surtout en ce qui concerne les visas humanitaires. Ce sont souvent des situations très précaires et dans lesquelles il faut pouvoir agir rapidement.

 

Quatrièmement, dans le cadre des projets de l'AMIF, les possibilités juridiques sont examinées via le séjour étudiant, le permis unique ou via un visa humanitaire. En tout état de cause, selon la jurisprudence de la Cour de justice, un visa de court séjour ne peut être délivré lorsqu'une personne a l'intention de séjourner sur le territoire belge pendant plus de trois mois. Il s'agit donc toujours de visas de séjour de longue durée quand on parle de réfugiés.

 

08.03  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie.

 

Je suis d'accord avec vous. Nous n'avons pourtant pas vraiment d'étude qui montre qu'une certaine liberté de circulation influence les voies illégales. Cela ne veut pas dire ouverture des frontières, mais au contraire, une possibilité de contrôler les gens qu'on accepte plus facilement pour des courts séjours.

 

Par contre, si des voies légales n'ont pas forcément de résultats sur des voies de migration illégales, on sait qu'elles ont un résultat sur le nombre de morts, notamment en Méditerranée, sur le nombre de personnes qui subissent un trafic d'êtres humains, sur le nombre d'esclaves en Libye. Je pourrais vraiment faire une liste assez importante.

 

L'intérêt de ma question était donc aussi de pouvoir lancer une réflexion sur ces clichés qu'on nous lance parfois de soi-disant ouverture des frontières alors qu'en fait, ce que nous aimerions, dans une politique migratoire plus humaine, c'est que des personnes n'aient pas à risquer leur vie quand elles peuvent obtenir un statut ici. Je vous remercie.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'application de l'article 9ter" (55012665C)

09 Vraag van Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De toepassing van artikel 9ter" (55012665C)

 

09.01  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je sais qu'on ne peut évoquer ici de cas personnels mais, pour illustrer ma question, je voudrais dire que j’ai récemment été mis en contact avec une famille béninoise comprenant, outre les parents, deux enfants âgés de six et neuf ans. La famille est arrivée en Belgique en avril 2018 et les deux enfants ont été très vite reconnus comme porteurs d’une maladie génétique héréditaire grave, la drépanocytose, qui comporte notamment un risque de mort prématurée très élevé. Actuellement, la jeune fille de neuf ans est hospitalisée et ne parvient plus à marcher. En raison de cette hospitalisation, la famille a déposé une demande de séjour sur la base de l’article 9ter. Sa demande lui a été refusée par l’Office des étrangers.

 

Comme vous le savez, cet article 9ter de la loi sur le séjour des étrangers permet aux personnes malades de demander une autorisation de séjour en raison du manque de soins appropriés dans leur pays d’origine. Il semblerait que l’Office des étrangers soit particulièrement strict sur l’application de cet article, et ce même envers les personnes touchées par des maladies graves comme la drépanocytose. L’Office des étrangers affirme en général que l’ensemble des traitements médicaux et les suivis requis sont disponibles et accessibles dans le pays d’origine du demandeur. Cependant, s’il existe en effet des traitements contre la drépanocytose ou d’autres maladies, cette appréciation ne semble pas prendre en compte les réalités sanitaires des pays concernés, notamment le coût des soins, les infrastructures et les ressources humaines.

 

Monsieur le secrétaire d'État, combien de droits de séjour sur la base de l'article 9ter ont-ils été octroyés en 2019? Les chiffres sont-ils ventilés en fonction des différentes pathologies? Les avis rendus par les médecins de l’Office des étrangers se réfèrent principalement à un examen de la disponibilité des soins dans le pays d’origine. Qu’en est-il de l’accessibilité réelle de ces soins? Sur quelles informations les médecins de l’Office des étrangers se basent-ils pour rendre leurs avis? La Convention internationale relative aux droits de l’enfant contraint les États à faire primer l’intérêt supérieur de l’enfant dans chaque décision. Ne faudrait-il pas dès lors garantir l’application de l’article 9ter à toutes les familles dont les enfants sont atteints d’une maladie grave?

 

09.02  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Moutquin, comme vous le savez, je ne commente pas les dossiers individuels.

 

En tant que membre de la commission assez actif, vous recevez probablement des réactions, e-mails et lettres de cas individuels. Je ne pense pas que je doive vous dire à quel point j'en reçois aussi. C'est toujours compliqué mais je suis content que l'État belge dispose d'une instance neutre, le CGRA, qui examine chaque dossier et qui nous permet de ne pas être dépendant du secrétaire d'État, notamment en ce qui concerne cette évaluation de dossiers. En effet, si tel était le cas, nous ne serions pas toujours heureux.

 

En ce qui concerne votre première question à propos des chiffres, je voudrais vous demander d'introduire une question écrite. J'essaie parfois de répondre directement lorsque les chiffres sont disponibles, mais il est nécessaire d'accorder à mon administration un certain délai pour y répondre – via une question écrite, en application du Règlement de la Chambre.

 

Je voudrais également vous rediriger vers le site de l'Office des étrangers qui contient des informations sur les autorisations de séjour. Par exemple, en examinant les chiffres que j'ai trouvés sur le site web de l'Office des étrangers, un séjour a été autorisé à 289 personnes en 2019 sur la base de l'article 9ter.

 

En ce qui concerne votre deuxième question, les médecins de l'Office des étrangers vérifient à la fois la disponibilité et l'accessibilité des soins médicaux dans le pays d'origine. Pour ce faire, ils ont accès à des informations actuelles et de qualité sur les pays d'origine, notamment celles collectées par MedCOI et l'EASO?

 

En réponse à votre troisième question, le médecin de l'Office des étrangers fait bien application de l'article 9ter, tant pour les adultes que pour les enfants, en se prononçant sur l'ensemble de ces risques dans son avis. Accorder un droit de séjour à toutes les familles dont les enfants sont atteints d'une maladie grave, sans vérification des possibilités de traitement et de l'accessibilité dans les pays d'origine, ni du traitement estimé nécessaire, ne me semble pas indiqué.

 

09.03  Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour votre réponse.

 

Je suis tout à fait d'accord avec vous concernant votre remarque préliminaire. Notre rôle n'est pas de commenter des cas individuels. Mais il est vrai que lorsque des cas individuels viennent à nous et que les mêmes questions se répètent, cela peut nous permettre de poser des questions structurelles.

 

J'entends vos réponses mais dans le cas d'une maladie aussi grave, on ne va pas parler de la famille, mais bien de la maladie. J'ai vérifié: pour cette maladie-là, l'accès aux soins est ultra compliqué au Bénin, même pour une famille disposant de revenus moyens. Je ne parle pas des gens plus précaires. Cela doit tout de même nous poser question. Si une maladie aussi grave touchant deux enfants hospitalisés en Belgique ne permet pas d'obtenir un droit de séjour, qu'est-ce qui le permet dans le cadre de l'article 9ter? C'était le but de ma question. Cela vaut la peine de préciser cet article 9ter et de travailler quelque peu à la définition de maladie grave et à la disponibilité des soins, et non à leur accessibilité – notion très vaste.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55012716C en 55012717C van mevrouw Safai worden omgezet in schriftelijke vragen.

 

10 Vraag van Tim Vandenput aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Snellere asielprocedures" (55012724C)

10 Question de Tim Vandenput à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'accélération des procédures d'asile" (55012724C)

 

10.01  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb u tijdens de bespreking van uw beleidsnota al gevraagd om de procedures korter te maken en u hebt bevestigd dat u daaraan werkt. Met kortere procedures wordt er een humaan asielbeleid gevoerd en zijn de kosten lager, omdat men mensen minder lang opvang moet bieden.

 

Een externe audit van de asiel- en migratie­diensten zou uitgevoerd worden om de werking ervan te optimaliseren en de samenwerking en zo de werking van de gehele asiel-, migratie- en opvangketen te verbeteren. Aan de hand van die audits is het de bedoeling om de mogelijke pijnpunten aan te pakken en zo te komen tot snellere procedures.

 

Mijnheer de staatssecretaris, hoelang is de asielprocedure bij het CGVS momenteel? Hoe groot is de achterstand?

 

Ik ben mij ervan bewust dat migratiestromen moeilijk te voorspellen zijn, maar wanneer verwacht u dat het CGVS het streefdoel van een maximale asielprocedure van 6 maanden zal halen?

 

Wanneer zullen de externe audits exact van start gaan?

 

Welke andere maatregelen werden er reeds genomen om te komen tot snellere procedures en een snellere dossierbehandeling?

 

10.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Vandenput, met snellere procedures kunnen we heel wat problemen deels wegwerken. Het is immers moeilijk om aan terugkeer te werken als de procedures lang lopen, het is moeilijk om een sterk integratiebeleid te voeren als de procedures lang lopen en het is moeilijk om onze diensten te versterken en hun werklast te verlichten als er vertragingen zijn en er te weinig personeel is om dat soort dossiers te behandelen. Snellere procedures zullen dus een heel grote impact hebben op de hele asielketen.

 

De gemiddelde doorlooptijd van dossiers in 2020 was 213 kalenderdagen vanaf het overleggen van het dossier door de Dienst Vreemdelingenzaken en 369 kalenderdagen vanaf de datum van registratie van het verzoek, dus inclusief de procedure bij de Dienst Vreemdelingenzaken. We staan dus nog heel ver van onze ambitie en van wat we als een normale doorlooptijd kunnen beschouwen. Vandaar het belang van investeren in personeel en mijn frustratie dat dat de voorbije jaren te weinig is gebeurd en dat er op bepaalde momenten zelfs bespaard werd.

 

De werkvoorraad van het commissariaat-generaal bedraagt op het moment 12.663 dossiers. 8.463 dossiers beschouwen wij daarbij als achterstand. 4.200 dossiers zijn te beschouwen als normale werkvoorraad.

 

In 2019 werd beslist tot de versterking van het commissariaat-generaal. De selectie en de vorming vergen uiteraard wel wat tijd. Er werden extra medewerkers aangeworven in de tweede helft van 2019 en in de eerste maanden van 2020.

 

Het zal u niet verbazen dat door de impact van de covidpandemie het actieplan voor het wegwerken van achterstand vertraging heeft opgelopen. Er werd voor het wegwerken van de achterstand een timing van twee tot twee en een half jaar voorop­gesteld, uiteraard onder voorbehoud van een verdere impact van covid en van de toekomstige instroom. Op die twee fenomenen heb ik helaas geen invloed. Ook in de ons omringende landen wordt men met dezelfde problematiek geconfronteerd.

 

Zoals ik steeds heb beklemtoond, wil ik niet enkel zorgen voor snellere procedures, maar ook voor kwaliteitsvolle procedures. Het is in die zin niet mogelijk en niet opportuun de achterstand overhaast weg te werken. Het is noodzakelijk dat wij elk dossier individueel en grondig onder-zoeken. Het is mogelijk dat individueel en grondig te doen, geval per geval, en ondertussen toch vooruit te gaan.

 

De asielinstanties zijn steeds in staat geweest om in een relatief korte tijd de achterstanden weg te werken, onder andere dankzij extra aanwervingen en extra inspanningen van die instanties. Ik zal er alles aan doen om de achterstand weg te werken. Op dat vlak kan ik trouwens rekenen op mijn administratie, die de jongste maanden toch wel heel mooi werk geleverd heeft in bijzonder moeilijke omstandigheden.

 

Mijn kabinet is ook volop bezig met de opstart van de audit, waarvan al sprake was in mijn beleidsverklaring. Er werden reeds verschillende gesprekken gevoerd met organisaties om een zo goed mogelijk beeld van de huidige werking te krijgen. De komende week nog worden er gesprekken gevoerd met mijn diensten zelf. Aangezien het de bedoeling is de audit extern te doen uitvoeren, zal hiervoor een aanbesteding worden uitgeschreven.

 

Het is mijn bedoeling de audit nog dit voorjaar op te starten. De exacte onderzoeksvragen werden nog niet vastgelegd, maar de verschillende werkprocessen van de asiel- en migratiediensten zullen bekeken worden. Ook de informatie-uitwisseling tussen de diensten zal onder de loep genomen worden. Tot slot, zal er ook inhoudelijk dieper ingegaan worden op bepaalde diensten, conform het regeerakkoord.

 

Ondertussen wordt er voorzien in extra middelen voor de versterking die eraan komt, opdat de achterstand binnen de kortste tijd zeker weggewerkt wordt. Op middellange termijn is het in ieder geval de bedoeling werk te maken van een ernstige versterking. Vandaar mijn antwoord op de vraag van collega Francken over de extra middelen die de regering gepland heeft.

 

Dat is niet voor niets. Dat is in eerste instantie bedoeld om onze diensten substantieel te versterken, zodat de procedures veel sneller kunnen verlopen.

 

De werking wordt van zeer nabij opgevolgd. Indien nodig zullen nog bijkomende maatregelen worden genomen. Daaronder mag u extra versterking begrijpen. Die zullen wij kunnen gebruiken om de achterstand, die ik vooral dan politiek gezien – niet administratief, want de administratie werkt heel hard – problematisch vind, weg te werken. Dat is een van mijn eerste ambities.

 

10.03  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het duidelijke antwoord. Ik sta ook een beetje perplex over de grote achterstand in de dossiers. Gezien de situatie met de pandemie is dat wel te begrijpen.

 

Ik begrijp dat er in 2017 en 2018 ook al een achterstand was. Er zijn toen besparingen gebeurd. U hebt dus heel wat aan te pakken met uw administratie, maar u bent een man met een plan. Ik ben er echt van overtuigd dat u dat met uw diensten zult kunnen doen.

 

We moeten niet alleen naar de procedure bij het CGVS kijken, maar naar de hele keten. Zodra mensen het grondgebied moeten verlaten, moeten we er sneller bij zijn. We moeten ervoor zorgen dat zij sneller naar hun land van herkomst terugkeren. We moeten er ook op toezien dat de luchtvaartpolitie kan volgen, terwijl de doorloop­tijden in de gesloten centra korter worden. We zullen de hele keten optimaliseren met veel olie en smeermiddel en kortere procedures.

 

Ik ben er echt van overtuigd dat we, als we die procedures korter maken, een humaner asiel- en migratiebeleid kunnen voeren. Succes.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

11 Vraag van Peter Buysrogge aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De plannen met het tijdelijke asielcentrum op het voormalig militair domein Westakkers" (55012737C)

11 Question de Peter Buysrogge à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les projets pour le centre d'asile temporaire situé sur l'ancien domaine militaire Westakkers" (55012737C)

 

11.01  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega's, in Sint-Niklaas is er al jarenlang een asielcentrum in de Kasteelstraat, in het centrum van de stad. In volle asielcrisis is in 2015 een tijdelijk centrum opgericht op de voormalige militaire site Westakkers.

 

De huidige regering heeft er positieve plannen mee. Over die plannen heb ik vorige week hier in de commissie ook een vraag gesteld aan minister Verlinden, met name over de toekomst van het militaire kwartier. Het blijkt dat op het militair domein een politieschool zal worden opgericht. De site kan op die manier een heel goede bestemming krijgen.

 

De vraag is natuurlijk in welke mate die plannen rijmen met het tijdelijke asielcentrum dat op dit moment op de site is ingericht.

 

Mijnheer de staatssecretaris, zal het tijdelijke asielcentrum verdwijnen? Hoe lang kan het nog behouden blijven op de site?

 

Mijn vragen zijn in die zin heel gericht.

 

Hoeveel vluchtelingen zijn op dit moment nog gehuisvest in het opvangcentrum Westakkers?

 

Wat zijn de plannen met het tijdelijke asielcentrum op de voormalige site?

 

In principe komt de school ernaast, maar eigenlijk zijn de plannen van de politie ruimer en wil ze de hele site kunnen invullen als een trainings­centrum, als ik uw collega-minister Verlinden mag geloven.

 

Hoe zal het beslissingstraject verder verlopen? Is er al een overleg geweest met de verantwoor­delijken van Fedasil en het Rode Kruis, enerzijds, en Binnenlandse Zaken, anderzijds?

 

Hoe zal het vervolgtraject in dat opzicht verlopen?

 

11.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Buysrogge, op dit ogenblik zijn in het opvangcentrum Westakkers 440 opvang­plaatsen bezet op een capaciteit van 450 plaatsen.

 

Zoals mijn collega Verlinden had meegegeven, is het de bedoeling het terrein in gebruik te laten nemen door de geïntegreerde politie en er te starten met oefeningen, terwijl de site de komende jaren verder wordt ontwikkeld.

 

Het Rode Kruis Vlaanderen en de politie hebben reeds een eerste overleg gehad, waarop duidelijk werd aangegeven dat voldoende tijd zal worden uitgetrokken voor een overgang.

 

Een precieze planning zal de komende weken nader worden vastgelegd in consultatie met alle betrokken actoren. Ik kan u over de precieze planning nu dus nog geen nadere informatie geven. Ik kan u alleen maar mededelen dat alle betrokken actoren op dit moment op de hoogte zijn en rond de tafel zitten, alsook dat de precieze planning nog zal worden besproken.

 

11.03  Peter Buysrogge (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord, waaruit ik afleid dat wij ons in een tijdelijke overgangssituatie bevinden, waarbij binnen een afzienbare maar nog nader te bepalen tijd het tijdelijke asielcentrum op Westakkers zal verdwijnen.

 

Dat is gezond, want het lijkt mij absoluut niet wenselijk dat pal naast een asielcentrum een trainingsschool wordt opgericht, waar wordt onderricht over molotovcocktails, over de handhaving van openbare orde en waar schietoefeningen worden georganiseerd.

 

Ik kijk uit naar het verdere overleg tussen de betrokken actoren en zal niet nalaten om u hierover binnenkort opnieuw te ondervragen om te vernemen hoe die verdere overgang op een goede manier voor iedereen kan verlopen. Het asielcentrum en de medewerkers ervan hebben in het verleden immers al uitstekend werk geleverd.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

12 Question de François De Smet à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La transposition de l’article 13.4 de la directive européenne 2009/52/CE concernant les sanctions" (55012739C)

12 Vraag van François De Smet aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De omzetting van artikel 13.4 van de Europese richtlijn 2009/52/EG inzake sancties" (55012739C)

 

12.01  François De Smet (DéFI): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le 5 novembre dernier, nous avons pu lire dans votre note de politique générale que votre gouvernement regrettait – à juste titre, du reste – que notre pays fasse trop souvent l’objet de procédures d’infraction et s’engageait notamment, pour y remédier, à transposer rapidement et correctement les directives européennes.

 

Je souhaiterais aborder avec vous l’une de ces directives dont la mise en œuvre, du moins partielle, fait toujours défaut aujourd’hui, à savoir la directive 2009/52 du Parlement européen et du Conseil, communément appelée "Directive Sanctions", en particulier son article 13.4.

 

À la page 15 de la note de gouvernement, les formateurs déclaraient que la lutte contre le dumping social restait l’une de leurs priorités. De ce point de vue, il me paraît assez curieux que votre note de politique générale ne mentionne pas la transposition complète de la Directive Sanctions, qui devrait permettre aux travailleurs en situation de séjour irrégulier de porter plainte contre un patron abusif et de lutter contre le dumping social.

 

Aujourd’hui, les personnes exploitées en situation de séjour irrégulier, engagées à la place de travailleurs déclarés, ne portent pas plainte, de peur d’en subir les conséquences, notamment la détention ou l’expulsion. Ainsi, les services juridiques ont du mal à porter des dossiers devant le tribunal du travail. C’est pourquoi il est primordial que soit transposé dans notre législation l’article 13.4 de la Directive Sanctions, qui permet aux plaintes recevables à l’auditorat du travail de donner lieu à un titre de séjour durant la durée de la procédure.

 

Monsieur le secrétaire d’État, quel regard portez-vous sur le rôle de l’article 13.4 de la Directive Sanctions dans la lutte contre le dumping social? Considérez-vous qu'il permette effectivement de lutter contre celui-ci? Pourquoi n’a-t-il toujours pas été transposé, malgré l’obligation légale qui incombe à la Belgique de transposer les directives européennes dans le temps imparti? En l’espèce, cette directive devait être entièrement et pleinement opérationnelle dès le 20 juillet 2011. Comment expliquez-vous – bien que vous ne soyez entré en fonction que tout récemment – le retard considérable pris dans la transposition de cet article?

 

12.02  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur De Smet, la lutte contre le dumping social doit en effet être renforcée. Pour cette raison, un nouveau statut de séjour, destiné à faciliter la procédure de plainte, ne me semble pas constituer une solution. La Directive Sanctions laisse une marge d'appréciation au législateur national.

 

Si nécessaire, la transposition en droit national est évidemment cruciale. Toutefois, dans le cas présent, il importe de mentionner la marge d'appréciation qu'il nous reste à l'échelle nationale. Les personnes en séjour irrégulier sur notre territoire qui sont exploitées en tant que travailleurs, peuvent recourir à la procédure de séjour qui a été instaurée pour protéger, par exemple, les victimes d'exploitation économique.

 

12.03  François De Smet (DéFI): Monsieur le secrétaire d'État, je vais vous répliquer au moyen d'un témoignage professionnel, car j'ai été directeur de Myria avant de devenir parlementaire. Pour l'instant, cela ne fonctionne pas. Myria fait partie des organismes pouvant recevoir de telles plaintes. À l'époque, nous en recevions un nombre absolument ridicule, en raison d'un défaut d'exécution de la directive.

 

Je me permettrai de me renseigner auprès de la direction actuelle de cet organisme pour voir comment on pourrait malgré tout essayer d'utiliser la marge de manœuvre dont dispose la Belgique dans l'implémentation de cette directive pour qu'elle soit plus efficace. Pour l'instant, les bénéficiaires potentiels n'en font tout simplement pas usage. C'est dommage parce que c'est un dossier non seulement de dumping social mais aussi de droits fondamentaux et même de lutte contre la migration irrégulière de la meilleure des manières. Je me permettrai également de revenir vers vous de façon constructive à propos de ce dossier.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

13 Samengevoegde vragen van

- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het centrum voor transitmigranten in Zeebrugge" (55012754C)

- Tim Vandenput aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De transmigratieproblematiek in Zeebrugge" (55012789C)

13 Questions jointes de

- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le centre pour migrants en transit de Zeebrugge" (55012754C)

- Tim Vandenput à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le problème de la migration de transit à Zeebrugge" (55012789C)

 

13.01  Ben Segers (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik doe een beetje vervelend door deze vraag opnieuw te stellen. Nog niet zo lang geleden hebt u op mijn soortgelijke vraag geantwoord dat die niet tot uw bevoegdheidsdomein behoorde. Ik was het daar niet helemaal mee eens en vond dat antwoord te beperkt. Hoe dan ook heb ik mij vervolgens tot minister Verlinden gewend en die heeft mij wel een antwoord gegeven, maar louter wat het politionele aspect betreft, namelijk dat er voor de politionele taken niet direct behoefte is aan een bijkomend administratief centrum.

 

Minister Verlinden heeft wel mijn bezorgdheid gedeeld. Ze wil namelijk ook niet spreken over een 'afhandel­centrum' en verkiest een ander woord te gebruiken. Ik denk daarbij aan een centrum voor transitmigratie, waarbij wij op een multidisciplinaire manier de zaken aanpakken, om ervoor te zorgen dat de politie nuttig werk kan leveren en de netwerken kan oprollen. Vandaar mijn vraag aan u, louter wat uw bevoegdheden betreft, naar een multidisciplinaire aanpak, waarvoor ik ook verwijs naar mijn vorige vraag. Ik bedoel dan een multidisciplinaire aanpak met medewerkers van het Bureau C, de cel MINTEH, smokkel­magistraten, de Dienst Voogdij en vertegen­woordigers van de gespecialiseerde centra.

 

Bent u bereid om uw diensten in een dergelijk centrum onder te brengen om op een nuttige manier verder te kunnen gaan? Aan welke omkadering denkt u daarbij? Welke van uw diensten wilt u daarbij betrekken? Quid de bijkantoren van onder andere DVZ en Fedasil?

 

13.02  Tim Vandenput (Open Vld): Collega Segers heeft de situatie geschetst. Ik verwijs naar mijn schriftelijk ingediende vraag.

 

De ketting inzake migratie is zo sterk als de zwakste schakel. Groot-Brittannië en Frankrijk hebben onlangs een bilateraal akkoord afgesloten, waarbij werd afgesproken om vanaf 1 december 2020 meer mensen en middelen in te zetten tegen illegale migratie over zee. Frankrijk zou vanaf dan het aantal patrouilles aan de kusten verdubbelen. Er komen dus meer controles in Calais en er zou ook Brits geld komen. Mensensmokkelaars gaan steeds op zoek naar de zwakste schakel in de ketting, vandaar dat er meer aandacht moet gaan naar Zeebrugge. We moeten vermijden dat de problematiek zich verplaatst van Calais naar Zeebrugge. Ik ben tevreden te lezen dat u hier ook werk van maakt, en heb enkele vragen omtrent volgende drie acties die u (onder andere) ter zake neemt.

 

In uw antwoord op een mondelinge vraag (55011394C) die tijdens de commissie van 6 januari 2021 werd gesteld, kondigde u aan dat u het overleg in de Werkgroep Coördinatie Terugkeer (COTER) over transmigratie opnieuw opstart. Dat is een goede zaak.

 

Daarnaast heeft u toen ook verklaard dat u reeds overleg heeft gepleegd met zowel de Franse ambassadrice als met de Britse minister van Binnenlandse Zaken. Zij zouden interesse hebben om bijkomende afspraken rond transmigratie te maken en daarover trilateraal te onderhandelen.

 

Tot slot verklaarde u eind november na een werkbezoek aan de haven van Zeebrugge dat u de heropening van een afhandelingscentrum voor transmigranten in Zeebrugge zou overwegen.

 

Mijneer de Staatssecretaris, ik heb volgende vragen voor u:

1.Wie zal er deelnemen aan het overleg over transmigratie in de Werkgroep Coördinatie Terugkeer? Over welke actoren gaat het?

2.Hoe frequent zal dat overleg in de Werkgroep COTER plaatsvinden? Wat is de concrete doelstelling van dat overleg? Bent u van plan om een nieuw actieplan op te maken?

3.Hebben er ondertussen nog gesprekken plaatsgevonden met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk? Heeft er nog trilateraal overleg plaatsgevonden? Zo ja, wat was het resultaat van dat overleg dan?

4.Zal het afhandelingscentrum voor transmigranten in Zeebrugge opnieuw worden geopend? Zo ja, wanneer beoogt u dan de opening van dat afhandelingscentrum? Zo niet, waarom werd die keuze dan gemaakt?

 

13.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Ik apprecieer het als parlementsleden de zaken willen laten vooruitgaan.

 

Voor ik mijn antwoord begin, wil ik mij aansluiten bij de opmerking over de terminologie die we beter niet of wel hanteren. Het woord 'afhandelings­centrum' is een van de lelijkste woorden met betrekking tot mijn bevoegdheden. Ik ben zeer tevreden dat wij die mening delen, samen met collega Verlinden. Words matter, in dezen ook. Wij hebben het over mensen. Het afhandelen van mensen lijkt mij niet echt een manier om over de kwestie te spreken.

 

Transitmigratie plaatst ons natuurlijk wel voor uitdagingen op het terrein, zowel de COTER-werkgroep als het overleg met het Verenigd Koninkrijk kan daarin voor enige vooruitgang zorgen. Vooruitgang is het woord. Ik beloof geen magische oplossing. Denken dat we het probleem met een paar simpele trucjes kunnen oplossen, is de vergissing die wij in een niet zo ver verleden gemaakt hebben. Het probleem is uiteraard wel wat complexer.

 

Wat de COTER-werkgroep Transitmigratie betreft, gebruikelijk nemen de Dienst Vreemdelingen­zaken en de federale politie daaraan deel. Het is mijn voornemen die aan te vullen met Fedasil, zodat het werk van de outreachteams aan bekendheid kan winnen en zodat er daarover werkafspraken met de politie en de DVZ gemaakt kunnen worden. Ook de aanwezigheid van een magistraat belast met het onderzoek naar mensenhandel en mensensmokkel, lijkt mij aangewezen.

 

Tot slot, zullen we aansluiting zoeken met overlegstructuren op provinciaal niveau. Het fenomeen transmigratie verschilt immers zeer sterk van regio tot regio. Het overleg vindt trimestrieel plaats, maar dat kan vaker indien nodig. We moeten opvolgen hoe de problematiek evolueert en op basis daarvan schakelen. We mogen ons niet vastpinnen op momenten, hoewel er zeker vaste momenten moeten zijn. Flexibiliteit is daar dus mogelijk. Het doel is dat de diensten hun werking ter zake op elkaar afstemmen en dat de uitwisseling van relevante informatie wordt bevorderd.

 

Of dat leidt tot een nieuw actieplan, is momenteel niet aan de orde, vanwege het veeleer wisselende karakter van het fenomeen, dat zich nu eenmaal moeilijk laat vangen in actieplannen allerhande, zoals we er al hadden. Vandaag hebben we vooral nood aan actie op het terrein met alle mogelijke diensten die daarin hun steentje kunnen bijdragen, niet alleen nationaal, maar ook internationaal.

 

Voor de aanpak van transitmigratie en mensen­smokkel is ook overleg met het Verenigd Koninkrijk belangrijk. België werkt al samen met de Britse overheid in Zeebrugge. We zijn het Verenigd Koninkrijk dan ook erkentelijk voor de investeringen in veiligheid die het nu al doet, zoals de levering van drones, mankracht en snuffelhonden. Het akkoord tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk betreft een technische samenwerking.

 

Naast het overleg dat ik in december had met de Britse minister van Immigratiehandhaving, de heer Philp, hebben mijn kabinet en de diensten geregeld contact met de Britse ambassade en de migratiedienst, net als met de Franse tegen­hangers. We onderzoeken in hoeverre bestaande afspraken, eventueel door nieuwe politieke afspraken, uitgebreid kunnen worden, ook met andere Europese lidstaten. Die afweging vindt plaats in nauwe samenwerking met collega-minister Verlinden.

 

Er werd mij al verschillende keren gevraagd naar mijn plannen voor de oprichting van een administratief centrum of een opvangcentrum in Zeebrugge. De organisatie en de opbouw van een administratief centrum is de bevoegdheid van de politie, zoals twee weken geleden al meegedeeld. Als hier op een bepaald moment aan gewerkt wordt, kan de Dienst Vreemdelingenzaken uiteraard ook ondersteuning bieden. De recente geschiedenis leert ons met het voorbeeld van het administratief centrum dat eerder opgericht werd in Steenokkerzeel, dat een dergelijk centrum geen magische oplossing is.

 

Daarnaast is de opening van een open opvang­centrum voor transitmigratie niet opportuun. Dat kan namelijk zorgen voor een hotspot voor mensensmokkelaars. We moeten vermijden dat we een soort van Calais creëren, waar niemand beter van wordt. We moeten mensen vooral leiden naar het reguliere circuit. Daarom willen we ook de nadruk leggen op het outreachteam, dat we wensen te versterken. Dat kan ervoor zorgen dat mensen geen gevaarlijke route volgen, maar ervan op de hoogte zijn welke bescherming ze kunnen krijgen, indien ze zich daarvoor inschrijven. Zo'n open opvangcentrum kan daarnaast een aantrekkingsfactor zijn voor andere migranten.

 

Het is belangrijk op te merken dat veel transmigranten geen steun wensen van de overheid. Velen weigeren een asielaanvraag in te dienen, ook al zijn ze ervan op de hoogte dat ze op die manier opvang krijgen van Fedasil.

 

Zoals gezegd, ben ik voorstander van het werken met outreachteams. Ik zal die dus versterken om op die manier transitmigratie op het terrein aan te pakken. Die zullen de betrokkenen informeren over de mogelijke procedures, de risico's van de reis naar het Verenigd Koninkrijk en de mogelijkheden inzake vrijwillige terugkeer, waarbij we erover moeten waken dat de juiste informatie wordt verstrekt en dat de transmigranten vooral worden gerustgesteld.

 

Ook is het belangrijk om samen te werken. Bij een politieactie moet zowel de Dienst Vreemdelingenzaken als Fedasil kunnen worden betrokken. Er is ook samenwerking mogelijk met lokale initiatieven of daklozenopvang om transmigranten de juiste informatie te bezorgen.

 

Dat is onze taak. Ik heb al gezegd dat ik meer wil doen dan enkel informatie verstrekken op websites en in brochures, maar van mens tot mens, zoals dat bij ons hoort te gaan.

 

13.04  Ben Segers (sp.a): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord.

 

Ik geloof heel erg in de aanpak die u hebt geschetst. Words matter, inderdaad, dus ook wat dat betreft ben ik heel tevreden. U zult het woord 'afhandelingscentrum' niet meer gebruiken en dat zal ook iets betekenen. Voorts ben ik heel blij met uw engagement inzake de outreachteams.

 

U had het over een open centrum. Voor alle duidelijkheid, ik pleit daar niet voor. Ik pleit voor een centrum waar de huidige politietaken zouden worden uitgevoerd, maar dan wel aangevuld met andere diensten en waarbij men tot een geïntegreerde aanpak zou komen. In die zin verschil ik nog een klein beetje van mening met u wanneer u in het midden laat of DVZ kan ondersteunen. Voor mij is er behoefte aan een echt geïntegreerde aanpak met niet alleen DVZ, maar ook met andere diensten die onder uw bevoegdheid vallen.

 

Sp.a vindt dat trouwens niet als enige de beste werkwijze. Het Comité P deelt die mening en meent dat, aangezien er kan worden verwacht dat de toestroom van transmigranten zeker nog een hele tijd zal aanhouden, er nood is aan een geïntegreerd beleid en een uniforme aanpak op het terrein, wat dan niet alleen zal leiden tot een humanere bejegening van de transmigranten, maar ook tot een efficiënter en effectiever gerechtelijk opsporingsonderzoek en een betere motivatie bij de geïntegreerde politie omtrent het fenomeen.

 

Wij moeten af van de doorschuifpolitiek van voorheen, van een loutere draaideurpolitiek. We moeten kiezen voor een aanpak waarbij we nuttig omgaan met de gesmokkelden die, zoals ik vorige keer heb gezegd, de bewijsstukken zijn. Laten we samen de netwerken oprollen en aan de slag gaan met de gesmokkelden die door interceptie op de radar zijn gekomen. Dat is gecontroleerd en menselijk, met hoofd en hart. Dat is het meest efficiënte en dat is ook goed bestuur.

 

13.05  Tim Vandenput (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb de cijfers over het aantal intercepties in  Zeebrugge vorig jaar opgevraagd bij minister Verlinden. Dat schommelt rond 200 à 230 intercepties per maand. Er moet dus inderdaad een meer geïntegreerde aanpak komen.

 

Ik pleit eveneens voor een samenwerking met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. U hebt dat ook aangehaald en werkt daar hard aan. In dat verband zal ik u een voorbeeld geven, dat ook interessant is voor de collega's. Mijn schoonbroer heeft een transportbedrijf dat goederen vervoert naar het Verenigd Koninkrijk. Welnu, wat hij meemaakte, toen hij zelf eens meereed, was hallucinant. Even voorbij de grens in Frankrijk moest hij, net zoals andere vrachtwagen­chauffeurs op de pechstrook stoppen, omdat er boven op een brug over de autosnelweg mensen stenen naar beneden gooiden, waarna de politie erbij werd gehaald. Mijn schoonbroer hoorde vervolgens wat gerommel in zijn oplegger en toen hij ging kijken, bleek dat zich daar acht trans­migranten hadden verstopt. De stenen werden dus met voorbedachten rade gegooid. Hij heeft een persoon uit zijn oplegger kunnen gooien, maar omdat hij bang was om overmeesterd te worden, sloot hij de deuren van de oplegger weer en reed hij door naar Calais. Daar vroeg hij hulp aan de Franse politie, maar zij heeft die zeven transmigranten gewoon laten lopen.

 

Zulke toestanden willen wij niet, dat is echt niet humaan. Wij helpen die mensen zo ook niet, maar dat zijn de toestanden op het terrein. Probeer dus voort te werken met uw collega's, mijnheer de staatssecretaris, want het gaat niet enkel over Zeebrugge, ook in onder andere Duinkerke en Calais zijn er problemen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

14 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De herstart van de speciale vluchten voor gedwongen terugkeer door de DVZ" (55011901C)

14 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La reprise des vols spéciaux pour les retours forcés par l'Office des étrangers" (55011901C)

 

14.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw flexibiliteit. Ik volg ondertussen ook de commissie voor Gezondheid, met een eigen voorstel over zorgverleners. Ik neem aan dat u begrijpt dat ik daar ook verwacht werd.

 

Mijn eerste vraag gaat over de DVZ en de herstart van speciale vluchten voor gedwongen terugkeer. Ik las in december dat twee uitgeprocedeerde asielzoekers met een special flight zijn terug­gestuurd naar Congo. Het ging om de eerste special flight sinds de uitbraak van corona.

 

Zijn er nog special flights gepland deze maand? Voor welke personen en naar welke landen?

 

Welke initiatieven zult u nog nemen om het aantal gevallen van gedwongen terugkeer de komende maanden de hoogte in te krijgen?

 

14.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp, ik ben blij dat u ook in deze commissie aanwezig bent.

 

In een ideale wereld zouden wij geen gebruik hoeven te maken van special flights. Dit is de allerlaatste fase die wij overwegen op het moment dat iemand weigert mee te werken. U kent de procedure. Wij beginnen met vrijwillige terugkeer. Dan volgt de gedwongen terugkeer die ook gefaseerd verloopt. Als al die fases niet lukken, is de allerlaatste fase waarvoor wij kiezen, de special flight.

 

U kent ook de kostprijs van gedwongen terugkeer ten opzichte van vrijwillige terugkeer, een special flight is de allerduurste. Ik heb er dus liefst geen enkele. Helaas hebben wij dat moeten doen in het geval van twee personen die teruggestuurd werden naar Congo.

 

Wij hebben daarover gecommuniceerd omdat het belangrijk is om duidelijk te maken dat wanneer mensen weigeren mee te werken aan gedwongen terugkeer, er nog steeds een stok achter de deur blijft, namelijk die special flight.

 

De normale gedwongen terugkeer gaat best via gewone lijnvluchten. De meeste gevallen van gedwongen terugkeer gebeuren via gewone lijnvluchten. Dat kost ons minder. In nagenoeg alle gevallen lukt het zo wel, helaas niet altijd.

 

In verband met de hervatting van de special flights, er staat van Belgische kant geen special flight op de agenda in januari. België zal wel waar mogelijk deelnemen aan vluchten georganiseerd door andere staten.

 

De belangrijke stap om de verwijdering de komende maanden op te drijven, is het overtuigen van bepaalde landen om opnieuw gedwongen terugkeer toe te laten. Dit wordt op verschillende niveaus aangekaart bij de desbetreffende staten. Ik volg dit zelf nauw op, in samenspraak met de Dienst Vreemdelingenzaken.

 

Ik hoop dat ik u de komende maanden zo weinig mogelijk special flights zal moeten meedelen. Dat dit zou betekenen dat wij via de vrijwillige terugkeer of gedwongen terugkeer via lijnvluchten in staat zijn om zoveel mogelijk mensen terug te kunnen sturen die onwettig op het grondgebied verblijven.

 

14.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staats­secretaris, bedankt voor uw antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

15 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De oprichting van een interministeriële conferentie over Migratie en Integratie" (55011902C)

15 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La création d'une conférence interministérielle sur la Migration et l'Intégration" (55011902C)

 

15.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staats­secretaris, wij hebben eerder al besproken dat u via de interministeriële conferentie enkele zaken zult aanhalen over delen van uw bevoegd­heden die ook op niveau van de deelstaten zitten.

 

Wanneer is de eerste interministeriële conferentie in dat verband gepland?

 

Zult u ons voorstel, om bij gezinshereniging inburgering op te leggen, op die interministeriële conferentie bepleiten? Op onze vraag daarover hebt u geantwoord dat u ons voorstel zult bekijken, maar dat dit samen met de deelstaten moet gebeuren. Zult u mijn vraag daar agenderen?

 

U sprak ook over plannen om asielzoekers te integreren. Wordt ook dat op die interministeriële conferentie geagendeerd? Wat staat er voorts precies op de agenda van die interministeriële conferentie? Wanneer precies vindt die plaats?

 

15.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, u stelt een vraag over een belangrijke verwezenlijking van de eerste maanden van deze legislatuur. Hoewel de huidige regering nog niet zo lang aangesteld is, werd er op federaal niveau al een akkoord bereikt over de oprichting van de interministeriële conferentie. De IMC over migratie en integratie is belangrijk. Ik ga ervan uit dat alle partijen, van meerderheid en oppositie, van mening zijn dat wij integratie zo goed mogelijk moeten ondersteunen. Gelet op de gedeelde verantwoordelijkheid op federaal en regionaal niveau, kan een IMC alleen maar bijdragen tot een betere integratie van personen die hier verblijven. Zoals ik daarnet al in de commissie heb toegelicht, ging de ministerraad akkoord met mijn voorstel, Op het federale niveau is er dus al een akkoord.

 

Het verzoek zal op de agenda van het Overlegcomité worden gezet. Het Overlegcomité zal de IMC officieel oprichten. Aangezien het Overlegcomité zich nog niet over dat verzoek heeft gebogen, is die IMC nog niet officieel opgericht. Vanzelfsprekend is er dus ook nog geen datum voor een eerste samenkomst vastgelegd. Ik kan alleen maar hopen dat dit zo snel mogelijk gebeurt, omdat wij dan ook zo snel mogelijk vooruitgang kunnen boeken. Er zijn immers geen redenen om langer te wachten met de oprichting van de IMC.

 

De huidige gang van zaken verloopt volgens de normale procedure. Er is, voor alle duidelijkheid, ook geen vertraging mee gemoeid.

 

De reden waarom ik heb voorgesteld een IMC op te richten, heeft te maken met de versnippering van de bevoegdheden. Via de IMC komt er een overlegplatform, waardoor verschillende thema's besproken kunnen worden, zodat het beleid op elkaar afgestemd kan worden. Een efficiënt, globaal en samenhangend beleid is immers in ieders belang. Elke overheid kan via de IMC, vanuit de eigen bevoegdheden en met respect voor elkaars bevoegdheden, deelnemen aan het overleg. Op de IMC kunnen er verschillende thema's besproken worden. Zelf heb ik als voorbeeld al de gecombineerde vergunningen en de controle van sommige verblijfsvoorwaarden aangehaald. Integratie is uiteraard ook een belangrijk punt dat besproken kan worden. Integratie is een belangrijke uitdaging van het beleid. Als het beleid daaromtrent versterkt kan worden, dan betekent dat absoluut een meerwaarde.

 

Van de oppositie heb ik al de opmerking gekregen dat ik, als staatssecretaris, niet bevoegd ben voor integratie. Dat klopt grotendeels, al kunnen we daar op federaal niveau ook wel een aantal dingen voor doen. Ik kan er echter, alleen maar door een IMC samen te roepen, voor zorgen dat een beter beleid wordt uitgewerkt over heel het Belgische grondgebied.

 

In een van uw vorige vragen verwees u naar mijn uitspraken inzake competentieverwerving bij asielzoekers. Ik ben ervan overtuigd dat die competentie­verwerving belangrijk is, omdat ze ervoor kan zorgen dat asielzoekers die hier uiteindelijk mogen blijven, meteen ook aan de slag kunnen. Via werk worden mensen nog sneller geïntegreerd. Ook voor mensen die hier niet kunnen blijven is het aanleren van competenties goed, omdat ze die veel sneller kunnen gebruiken in hun land van herkomst, zeker als we hen inschakelen in een verhaal van vrijwillige terugkeer. Competenties aanleren is altijd nuttig, hetzij om integratie te bevorderen, hetzij om in het land van herkomst sneller aan de slag te kunnen.

 

Ik zie u nee schudden en ik vind dat verbazing­wekkend, mevrouw Van Camp. Het buddyproject waarover we nu spreken om mensen competenties aan te leren, werd goedgekeurd door de vorige regering tijdens de eerste vier jaar, met staatssecretaris Theo Francken. Het kan natuurlijk dat er binnen de N-VA-fractie menings­verschillen zijn over de manier waarop het departement Asiel en Migratie moet worden geleid. De laatste dagen en weken kan ik dat zelfs zeer goed begrijpen. Ik vind het wel zeer vreemd vast te stellen dat u de buddyprojecten niet zo positief onthaalt, terwijl dit beleid in de vorige legislatuur mee werd uitgerold – gelukkig, want ik vind het positief – door uw collega Francken.

 

Ik kan alleen maar hopen dat we u er de komende jaren van kunnen overtuigen en dat we allemaal van mening zijn dat competenties aanleren, aan de slag kunnen gaan en mensen helpen die hier niet mogen blijven om via vrijwillige terugkeer in het land van herkomst een toekomst uit te bouwen, een goede zaak is.

 

15.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Ik heb u daar eerlijk mijn mening over gegeven. Ik vind het absoluut niet gezond. Er is ook nog een verschil met buddyprojecten rond de omgeving van asielcentra en het echt integreren. Wat zaken als het aanleren van de taal bij asielzoekers betreft: de jaarcijfers van uw diensten zijn net bekend. De beschermings­graad is nog gedaald, wat betekent dat meer dan 60 % van de mensen die hier als asielzoeker zijn en beweren vluchteling te zijn, dat eigenlijk niet is. U geeft zelf in artikels toe dat u er minder dan één op vijf teruggestuurd krijgt. Ik heb mijn eigen mening en blijf dat problematisch vinden. U niet. Ik blijf het ook problematisch vinden dat u dergelijke mensen het signaal geeft dat er hier wel een toekomst is, door te starten met integreren. Dat is een beleid waar ik absoluut niet achter sta.

 

Dat zal ook absoluut niet veranderen. Integratie, iets wat heel veel moeite en tijd kost, moet voorbehouden blijven aan mensen die hier verblijfsrecht hebben. Als we kijken naar de huidige migratie, zal dat al een heel grote uitdaging zijn. Er is hiermee al genoeg werk aan de winkel zonder ook asielzoekers in dit traject op te nemen. Zo geeft men mensen die geen verblijfsrecht hebben ook nog eens de valse hoop dat ze hier zullen kunnen blijven. Dat is mijn mening hierover en die zal niet veranderen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

16 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het stijgende aantal asielaanvragen" (55011934C)

16 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'augmentation du nombre de demandes d'asile" (55011934C)

 

16.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik kom terug op de begrotings­besprekingen in de plenaire vergadering, waarin het ging over het stijgende aantal asielaanvragen. Ondertussen zijn de cijfers van vorige maand binnen en die vertonen een daling voor 2020 in globo.

 

Toch vind ik het aantal aanvragen nog best hoog, zeker in deze coronatijden en zeker in vergelijking met andere landen. Ik heb u gevraagd wat uw verklaring daarvoor was. U zei in de plenaire vergadering dat u daar eigenlijk verbaasd over was.

 

U hebt toen uitgezocht hoe dat precies kwam, en als ik het goed heb begrepen, was u van plan op vraag van de PS campagnes op te zetten om asielzoekers aan te trekken uit het buitenland.

 

Vindt u niet dat het in deze coronatijden beter is deze campagnes on hold te zetten. Zeker na de recente uitbraak in het gesloten centrum van Brugge hebt u toch genoeg werk op de plank. Hoe ziet u dat nu?

 

16.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Ik ben altijd blij als ik de opportuniteit krijg een aantal zaken te corrigeren.

 

Het aantal asielaanvragen is op dit moment niet uitzonderlijk hoog. Mocht ik een politicus zijn die van mening is dat hij de bevolking kan misleiden, dan had ik vorig jaar zelfs mooie grafieken kunnen delen van het historisch dieptepunt van het aantal asielaanvragen in 2020: "Staatssecretaris Mahdi is staatssecretaris voor asiel en migratie, en wij bereiken een historisch dieptepunt."

 

Maar ik meen dat de bevolking iets verstandiger is. Ik meen dat de bevolking ook wel beseft dat dit dieptepunt te maken heeft met COVID-19. Ik meen dat de bevolking slim genoeg is om te beseffen dat het niet onlogisch is dat het aantal aanvragen van maart en april vorig jaar, toen er heel wat beperkingen waren om zich te verplaatsen, bijna nul was, en dat dit daarna steeg naar meer dan nul.

 

De mensen weten ook wel dat dit zich voordoet in alle andere lidstaten en dat dit wellicht met covid te maken heeft.

 

Ik kan alleen maar hopen dat mensen die politiek actief zijn, en dat is niet aan u gericht, mevrouw Van Camp, maar aan iedereen die bezig is met asiel en migratie, de bevolking niet onderschatten. Ik kan alleen maar afgaan op de reacties die ik krijg, en die maken wel heel duidelijk dat de bevolking beseft welke impact covid heeft, en dat dit een verklaring is.

 

Ik zal dus ook niet zeggen dat 2020 dankzij staatssecretaris Mahdi het cijfer X gaf en dat er 11.550 mensen minder asiel hebben aangevraagd door de heer Mahdi. Daar heeft het niets mee te maken.

 

Ik kan wel hopen dat op het einde van de legislatuur de mensen zullen zeggen dat dankzij staatssecretaris Mahdi de dossiers veel sneller behandeld zijn, er veel minder achterstand is en asielzoekers veel sneller een antwoord krijgen, en op het moment dat dit antwoord negatief is, is ook het terugkeerbeleid versterkt. Dat is het enige wat ik kan hopen. Wat ik ook kan hopen, is dat u niet beweert dat ik op vraag van de PS van plan ben om asielzoekers vanuit het buitenland aan te trekken. Dat is niet correct.

 

Net zoals u al een paar keer vragen hebt gesteld over collectieve regularisatie en u daarop een duidelijk antwoord hebt gekregen, geef ik u in dezen ook opnieuw mijn antwoord. Dit is niet correct. Wij zijn niet van plan om asielzoekers aan te trekken vanuit het buitenland. Er worden geen campagnes georganiseerd om asielzoekers aan te trekken. Wat ik wel zal doen, is het Europees engagement naleven om asielzoekers en vluchtelingen te hervestigen.

 

Op dat vlak kan ik begrijpen dat er misschien meningsverschillen zijn met uw partijgenoot en voormalig bevoegd staatssecretaris Theo Franken, die de Europese ambitie in elk geval in woorden heeft bevestigd. Die ambitie was er dus, maar werd niet gerealiseerd. Ik denk dus dat dit ook een gedeelde ambitie van de N-VA-fractie is, maar ik kan mij daarin vergissen. Ik merk dat er soms menings­verschillen zijn.

 

Ik denk ook dat onze investering en ons engagement met betrekking tot de relocatie en de hervestiging een verstandige beslissing van de vorige regering was en dat dit ook de beslissing is die we nu met deze regering moeten uitvoeren om mensen perspectief te geven in België.

 

Het gaat dus niet om illegale binnenkomst. Als u dat wenst, mag u mij de volgende keer opnieuw de vraag stellen en dan zal ik opnieuw hetzelfde antwoord geven in de hoop dat het op een bepaald moment toch duidelijk wordt.

 

16.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Dit vind ik toch wel straf, want ik heb de vraag ook tijdens het begrotingsdebat gesteld. U hebt toen bevestigend geantwoord dat u dat wel degelijk zou doen. U zou ook in het buitenland campagnes organiseren om asielzoekers te wijzen op hun rechten. De intentie van de PS was wel degelijk om hen aan te trekken. U hebt dat bevestigd, maar dat doet u blijkbaar alleen in het bijzijn van de PS. Als ze weg zijn, verandert u uw antwoord.

 

Ik zal niet nalaten om dat antwoord, dat ook in het schriftelijk verslag is opgenomen, naast dit antwoord te plaatsen, want dit vind ik echt niet correct.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

17 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Woonstbetredingen" (55011933C)

17 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les visites domiciliaires" (55011933C)

 

17.01  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wil van u horen hoever het staat met het dossier van de woonstbetredingen.

 

U hebt verklaard dat u druk bezig bent met een oplossing en er ook snel mee naar buiten zal komen. Dat hebt u in december 2020 nog eens bevestigd.

 

Welk stappenplan hebt u daarvoor uitgewerkt? Welke stappen zijn al concreet ondernomen? Wat is uw plan van aanpak? Hoever staat u daarmee? Wanneer mogen wij een oplossing verwachten?

 

17.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp, het regeerakkoord bepaalt heel expliciet dat de regering maatregelen zal treffen om te verhinderen dat de verwijdering door manifest gebrek aan medewerking onmogelijk wordt gemaakt. Ik citeer daarmee letterlijk het regeerakkoord.

 

Ik wil daartoe met een open blik binnen de regering op zoek gaan naar een gedragen voorstel op basis van het overleg met de verschillende stakeholders en met aandacht voor het waarborgen van de grondrechten. Dat zal een oefening van lange adem zijn, waarvoor de Raad van State in november 2020 advies verschafte over het wetsvoorstel met betrekking tot de woonstbetredingen en waarbij de daarin aangehaalde bezorgdheden in aanmerking zullen worden genomen.

 

De uitvoering van een verwijderingsmaatregel ook mogelijk maken voor vreemdelingen zonder wettig verblijf die manifest weigeren mee te werken, is uiteraard een belangrijk element in mijn terugkeer­beleid, dat ook duidelijk wordt overnomen in mijn beleidsnota. Ik engageer mij nogmaals om tijdens de huidige beleidsperiode een voorstel te bezorgen aan de regering, waarin een alternatieve oplossing wordt gezocht voor de problematiek waarbij vreemdelingen zonder wettig verblijf weigeren hun woning te verlaten.

 

Op basis van de vragen die u mij daarover al hebt gesteld, kan ik aannemen dat u die bezorgdheid deelt en dat u ook van mening bent dat wij zo snel mogelijk een antwoord op het probleem moeten vinden. Ik ben blij dat vast te stellen. Wij hebben dat ook tijdens de vorige legislatuur mogen vaststellen. Ook toen hebben verschillende partijen duidelijk gemaakt dat wij een antwoord moeten vinden.

 

Ik moet tot mijn frustratie en vermoedelijk ook tot de uwe vaststellen dat het toen niet is gelukt een oplossing te vinden. Ik kan alleen maar hopen dat ik op mijn manier binnen de regering, met respect voor de grondrechten en met begrip voor alle mogelijke stakeholders, op zoek kan gaan naar een oplossing die de samenleving dient.

 

17.03  Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik ben benieuwd. Ik hoor immers geen concrete stappen en geen concrete voortgang van zaken. Wij zullen het dossier zeker blijven opvolgen en u daarover blijven bevragen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

18 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le nombre de morts sur les routes migratoires" (55012045C)

18 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het dodental op de migratieroutes" (55012045C)

 

18.01  Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je suis désolé d'intervenir tardivement.

 

J'ai dû me rendre en commission de la Santé pour des votes importants et je n'ai donc pas pu être présent pour poser ma question sur la vaccination et entendre vos réponses. Je ne manquerai évidemment pas d'en prendre connaissance dans le rapport des débats d'aujourd'hui.

 

Monsieur le ministre, l'Organisation des Nations Unies pour les migrations (OIM) a dénombré 3174 décès dans le monde jusqu'au 17 décembre 2020, a-t-elle annoncé à Genève, en Suisse, à l'occasion de la journée internationale des migrants. Des milliers de migrants ont fui vers l'Europe au cours de l'année écoulée en dépit de la crise sanitaire et des fermetures de frontières qui y sont associées. Environ 1800 personnes ont trouvé la mort en Europe ou sur les routes y menant.

 

Monsieur le ministre, le code de migration promeut les voies légales de migration, où en sommes-nous? Comptez-vous assurer d'autres canaux de migration afin de protéger les enfants, mineurs, familles? L'ONG Save the Children a appelé les gouvernements européens à coopérer pour offrir "des routes sûres et légales aux familles désespérées fuyant conflits, persécutions et pauvreté ». Quelles sont nos échanges de bonnes pratiques avec les autres pays européens et quelles actions concrètes sont-elles mises en place? Y a-t-il un suivi d'enquête pour stopper ces criminels sans scrupule qui exploitent les migrants vulnérables en leur proposant des voies migratoires insécurisées? Les résultats des enquêtes en cours vous sont-elles communiquées? Le ministre de l'Intérieur britannique souhaite créer une unité commune de police pour lutter contre le trafic de migrants, la Belgique fera-t-elle également partie de cette unité commune de police?

 

18.02  Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Rigot, en ce qui concerne les morts sur les routes migratoires, la question de la migration engendre des problèmes extrêmement complexes qui ne peuvent être résolus uniquement en créant des voies légales de migration supplémentaires. Cette question de la migration nécessite une approche globale comprenant certains éléments.

 

Premièrement, il faut réfléchir à l'élaboration d'une politique ayant un impact sur divers domaines, y compris les facteurs qui poussent les gens à partir. C'est d'ailleurs un des éléments que je mentionne dans chacun de mes contacts avec les pays d'origine. J'ai déjà eu des contacts avec le Maroc, l'Algérie, l'Égypte, la Tunisie où il est question de la politique de retour mais l'élément qui me tient à cœur, c'est de préciser les raisons pour lesquelles les personnes partent. Il faut en discuter et trouver une solution tant au niveau européen qu'au niveau belge. Nous disposons aussi de moyens pour faire en sorte que ces pays soient renforcés, de manière à ce que les gens aient aussi un futur dans leur pays et n'aient pas le besoin de chercher un avenir ailleurs.

 

Deuxièmement, il y a la lutte contre le trafic d'êtres humains, les filières et les réseaux criminels. Cet élément figure d'ailleurs dans ma note de politique générale, comme c'est le cas pour tous les secrétaires d'État à l'Asile et à la Migration. C'est un élément extrêmement important.

 

Troisièmement, d'importants aspects permettent de mener une politique en faveur des personnes qui ont un réel besoin de protection. Il faut pouvoir les identifier et les aider via le renforcement du concept de protection dans la région et de réinstallation.

 

Enfin, il y a le développement de voies légales supplémentaires mais à situer dans une approche plus large et plus globale.

 

Ces aspects doivent être concrétisés au niveau de l'Union européenne. D'où l'importance de réaliser le Pacte européen. Le Code de la migration, dont la méthodologie de la réforme est en cours de finalisation, ne créera pas de nouveaux canaux de migration. Toutefois, les instances d'asile participent aux consultations européennes sur les canaux supplémentaires, en particulier pour les personnes ayant besoin d'une protection internationale. Ici, les nouvelles idées et les bonnes pratiques des différents États membres sont échangées. Par exemple, jeudi prochain, les experts de nos administrations participeront au Contact Group Legal Migration organisé par la Commission européenne. Les instances d'asile examinent également les appels à projet au niveau européen, soit pour utiliser les voies existantes pour un groupe cible plus large, soit pour créer des voies supplémentaires.

 

Je ne suis pas informé des résultats des enquêtes judiciaires ouvertes dans le cadre de la traite et/ou du trafic d'êtres humains. Je suis certain que mes collègues de la Justice et de l'Intérieur font du bon travail. Bien entendu, nous travaillons et travaillerons ensemble sur ce sujet. Par exemple, récemment, une consultation s'est déroulée entre les différents services compétents au sujet des mineurs afghans qui seraient dirigés vers le centre d'arrivée à Bruxelles.

 

En ce qui concerne la collaboration avec le Royaume-Uni, la Belgique suivra la direction convenue au sein de l'Union européenne.

 

18.03  Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, votre réponse est claire, précise et très détaillée.

 

Je vous en remercie. Elle va dans le sens de ce que j'espérais. Vous l'avez indiqué, c'est la nécessité de ne pas rechercher une seule piste. Je suis tout à fait d'accord avec vous. Le premier élément est de faire en sorte que celles et ceux qui font le choix de quitter leur pays puissent être en sécurité dans leur pays et qu'on leur apporte toutes les conditions de démocratie et de respect qui leur permettront de ne pas avoir à faire un tel renoncement et de ne pas être contraints de partir et de venir chez nous dans des conditions terriblement précaires pour, simplement, vivre.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

Le président: Les questions n° 55012230C et n° 55012560C de Mme Van Camp et les questions n° 55012071C et n°55012675C de M. Rigot sont reportées à une prochaine réunion.

 

La réunion publique de commission est levée à 12 h 32.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.32 uur.