Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la Migration et des Matières administratives

Commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken

 

du

 

Mardi 9 février 2021

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 9 februari 2021

 

Namiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 13.31 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.

La réunion publique de commission est ouverte à 13 h 31 et présidée par M. Ortwin Depoortere.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Vraag van Jan Briers aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De statutaire ambtenaren die op de leeftijd van 65 jaar nog niet met pensioen willen gaan" (55011623C)

01 Question de Jan Briers à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Les agents statutaires ne souhaitant pas prendre leur retraite à 65 ans" (55011623C)

 

01.01  Jan Briers (CD&V): Mevrouw de vice-premier, ik houd eraan om me volgens de voorschriften zoveel mogelijk aan het telewerk te houden. Verontschuldig mij dus dat ik niet ter plaatse kan zijn. Daarom spreek ik u toe vanuit het zonnige Oost-Vlaanderen.

 

Heel wat Vlamingen keken een tijdje geleden naar het pakkende afscheid van Martine Tanghe als nieuwsanker van de VRT. Meteen weerklonken toen ook vragen omtrent het automatisch op pensioen sturen van mensen op de leeftijd van 65 jaar. Nu is het weliswaar mogelijk om te werken na die leeftijd, maar hier moet men als vastbenoemde ambtenaar telkens een aanvraag indienen voor een periode van maximum één jaar. De aanvraag moet dus telkens hernieuwd worden. Contractuele personeelsleden kunnen gewoon doorwerken, zolang hun arbeidsovereenkomst niet wordt opgezegd. In Vlaanderen kondigde de bevoegde minister aan dat hij één eenvoudig systeem wil dat geldt voor alle Vlaamse ambtenaren. Ook CD&V is er voorstander van. Langer werken moet kunnen als mensen dat willen. Hiervoor zou een eenvoudige procedure voor handen moeten zijn. Te veel rompslomp mag mensen niet tegenhouden om langer te werken als ze dat ook willen.

 

In Vlaanderen starten er binnenkort gesprekken met de vakbonden over een hervorming van de procedure. Het principe zou daarbij omgedraaid worden. Wie nog kan en wil werken, zal daar in de toekomst geen speciale toestemming voor moeten vragen.

 

Mevrouw de vice-premier, het lijkt ons opportuun om deze regeling ook voor onze federale statutaire ambtenaren in te voeren. Hebt u plannen in die richting? Zijn er initiatieven genomen om nu al in overleg te gaan met de vakbonden daarover? Welke timing heeft u voor ogen? Wordt er ook in overleg voorzien met de regio's hierover?

 

01.02 Minister Petra De Sutter: Mijnheer Briers, bedankt voor uw vraag. Zoals u preciseert kunnen personeelsleden van het federaal openbaar ambt vragen om na de leeftijd van 65 jaar te blijven werken, overeenkomstig de bepalingen van het ministerieel besluit van 11 september 2012 tot uitvoering van artikel 3 van het KB van 12 mei 1927 betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van de Staat, volgens een procedure die verder beschreven staat in de omzendbrief 618 van dezelfde datum.

 

Hoewel de problematiek inzake het langer werken van personeelsleden die 65 jaar zijn geworden niet in het regeerakkoord is opgenomen en de procedure in de praktijk vrij soepel blijkt, onderken ik dat er werk kan worden gemaakt van het vereenvoudigen van de procedures hiervoor. Dit kan het de personeelsleden nog gemakkelijker maken om verder te blijven werken na de maximumleeftijd om pensioen te krijgen, uiteraard op voorwaarde dat de organisatie hiervoor een behoefte ziet.

 

Voorts lijkt het mij met het oog op de coherentie ook essentieel dat deze specifieke problematiek deel gaat uitmaken van de reflectie die zal plaatsvinden binnen de veel ruimere context van de regelingen voor het loopbaaneinde bij de overheid. Naast de noodzaak om de reglementering aan te passen in functie van de optrekking van de maximumleeftijd die het recht opent op pensioen op 66 jaar in 2025 en op 67 jaar in 2030, is het in dit verband bovendien, zoals u aangeeft, aangewezen om te evalueren of het mogelijk is om over te stappen van de mogelijkheid om na de pensioenleeftijd te werken naar het recht om na dat tijdstip te werken. Daarbij moet erop worden gelet dat er voor eenvoudige en snelle procedures wordt gezorgd.

 

Ik wil mij ertoe verbinden om rekening te houden met deze problematiek bij de werkzaamheden die midden dit jaar zullen plaatsvinden rond de regelingen voor het loopbaaneinde, en meer bepaald het loopbaaneinde bij de federale overheid. Dit moet passen binnen een ruim sectoraal akkoord.

 

Ik wil u ook graag meegeven dat om de regelgeving hieromtrent aan te passen overleg met de regio's niet echt noodzakelijk is, wat natuurlijk niet belet dat we nauwgezet zullen meevolgen hoe de onderhandelingen met betrekking tot dit onderwerp in de regio's zullen verlopen.

 

01.03  Jan Briers (CD&V): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw heel duidelijk antwoord.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Anja Vanrobaeys aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De monitoring van telewerk in de federale overheidsdiensten" (55012536C)

- Sigrid Goethals aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De opvolging van telewerk" (55012817C)

- Anja Vanrobaeys aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De omkadering voor telewerk bij de federale overheid" (55013389C)

- Daniel Senesael aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "Telewerk bij de overheid" (55013935C)

- Florence Reuter aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "Telewerk bij de overheid" (55013965C)

02 Questions jointes de

- Anja Vanrobaeys à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Le contrôle du télétravail dans les services publics fédéraux" (55012536C)

- Sigrid Goethals à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Le suivi du télétravail" (55012817C)

- Anja Vanrobaeys à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L’encadrement du télétravail dans les services publics fédéraux" (55013389C)

- Daniel Senesael à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Le télétravail dans la fonction publique" (55013935C)

- Florence Reuter à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Le télétravail dans la fonction publique" (55013965C)

 

02.01  Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, op 15 december heeft u in de strijd tegen de verdere verspreiding van corona de verschillende overheidsdiensten uitdrukkelijk opgeroepen het goede voorbeeld te geven en in te zetten op maximaal telewerk. In de omzendbrief die werd verstuurd naar alle federale overheidsdiensten, werden leidinggevende ambtenaren opgeroepen daarop toe te zien en zelfs verdiepingen of gebouwen te sluiten. Uitzonderingen kunnen enkel worden toegelaten voor ambtenaren die essentiële taken uitvoeren die niet van thuis kunnen worden gedaan.

 

Naar aanleiding van die oproep, heeft u ook de verschillende overheidsdiensten gevraagd om de aanwezigheidscijfers te monitoren, zodat kan worden nagegaan waar de coronaregels te laks worden toegepast.

 

Hoe wordt de oproep tot telewerk opgevolgd? Welke zijn de eerste resultaten van die monitoring?

 

Op welke manier worden “essentiële taken" omschreven zodat het personeel van de federale overheid die gelijkaardige taken uitvoeren enigszins gelijk worden behandeld?

 

Blijkt uit de resultaten van de monitoring dat er nog plaatsen zijn waar de coronaregels te laks worden toegepast? Indien dit zo is, op welke manier zal dit worden bijgestuurd?

 

Voor de werknemers uit de privé-sector is het advies van de sociale partners gevraagd over de mate waarin de bestaande omkadering voor structureel telewerk kan worden toegepast op het verplicht telewerk in het kader van de coronacrisis. Wordt voor personeel van de federale overheidsdiensten die nu maximaal inzetten op thuiswerk ook extra omkadering voorzien? Werd die vraag voorgelegd aan de sociale partners?

 

02.02  Sigrid Goethals (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de werkvloer blijft de gevaarlijkste plek om besmet te worden. Dat bleek uit het laatste epidemiologisch rapport van Sciensano. 38% van de clusters werd gevonden op de werkvloer. Bij de overheid is dat jammer genoeg niet anders: redenen genoeg om door campagnes en handhaving te blijven inzetten op het verplichte thuiswerk. Uw laatste oproep aan verschillende overheidsdiensten om maximaal in te zetten op thuiswerk dateert echter van midden december 2020. Vandaag is de mobiliteit in ons land alweer toegenomen. We kunnen vermoeden dat werknemers en werkgevers sinds de jaarwisseling net iets lakser omspringen met de huidige richtlijnen rond telewerken.

 

Een ambtenaar van de FOD Financiën getuigde midden januari in Het Laatste Nieuws dat er op die diensten geen sprake is van thuiswerk wegens jaloezie tussen de verschillende diensten. De omstandigheden waren allerminst veilig: er werd amper gepoetst en er was geen sprake van ventilatie op de werkvloer. Nog steeds heerst er een sterke verontwaardiging. De overheid verplicht namelijk om haar eigen regels niet te volgen en toch naar Brussel af te zakken.

 

Hebt u, voortgaand op de omzendbrief van 15 december 2020, nieuwe initiatieven genomen om thuiswerk te promoten bij de overheidsdiensten?

 

Kunt u de praktijk in de FOD Financiën bevestigen? Is het een alleenstaand feit? Ik mag hopen van wel.

 

Welke initiatieven werden genomen om zulke praktijken bij overheidsdiensten te vermijden en te streven naar een voorbeeldfunctie?

 

Welke vooruitgang hebt u al kunnen boeken in uw voornemen om thuiswerkvergoedingen te bekijken voor ambtenaren die telewerken?

 

02.03  Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, madame la ministre, depuis le début de la pandémie, le télétravail a pris une place importante dans la vie de dizaines de milliers de travailleurs, et les agents de la fonction publique ne font bien évidemment pas exception à la règle.

 

Toutefois, ainsi que je l'évoquais lors de la discussion de votre note de politique générale, le télétravail peut être la meilleure comme la pire des choses, suivant la façon dont il est organisé et encadré. Les règles encadrant le télétravail dans la fonction publique sont, pour l'essentiel, des textes rédigés dans la perspective d'une période "normale", et la situation actuelle est tout sauf normale.

 

Dès lors, madame la ministre, des règles particulières ont-elles été édictées dans le cadre de la généralisation du télétravail en cette période de pandémie? Plus particulièrement, du point de vue du management, des règles particulières ou des formations ad hoc ont-elles été mises sur pied pour faire en sorte que le télétravail se déroule dans de bonnes conditions pour les agents?

 

En ce qui concerne le matériel, les équipements nécessaires ont-ils pu être distribués aux agents?

 

Avez-vous une idée de la proportion d'agents dont la fonction permet d'être exercée en télétravail et l'est effectivement?

 

02.04 Minister Petra De Sutter: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Robaeys, mevrouw Goethals, monsieur Senesael, ik dank u voor de pertinente vragen over telewerk.

 

Sinds de coronacrisis zo lelijk huishoudt, is het belangrijk om de nodige beschermingsmaatregelen en omkadering te treffen. Dat hebben we inderdaad gedaan door, waar mogelijk, structureel telewerk in te voeren in de verschillende administraties die onder mijn toezicht staan. Ik ben blij u te kunnen meedelen dat de oproep tot telewerk goed wordt opgevolgd in alle organisaties. Tijdens de week van 11 tot 15 januari werd een meting uitgevoerd van het aantal telewerkers. Bij de organisaties die deelnamen aan deze meting werkten meer dan 84% van de medewerkers thuis, waarvan 59% voltijds.

 

Ik betreur de ervaring van de ambtenaar die is tewerkgesteld bij de FOD Financiën, maar ook daar zijn de cijfers positief. Bij de FOD Financiën werkten er tijdens die gemonitorde week 92,6% van de mensen van thuis uit, waarvan 67,4% voltijds. De minderheid die niet thuis werkte, vervult vooral essentiële functies, bijvoorbeeld bij de douane. Dat principe geldt voor alle ambtenaren. In totaal gaat het om 15,2% van de mensen die niet telewerken. Ik kan de overzichtstabellen, indien gewenst, per organisatie schriftelijk overmaken. Mevrouw Goethals heeft in die zin al een schriftelijke vraag ingediend.

 

Voor het bepalen van die essentiële taken, wordt gebruik gemaakt van drie bronnen.

 

Ten eerste, de omzendbrief 692 in verband met verplicht telewerk van 15 december 2020.

 

Ten tweede, de brochure 'Aanpak voor een verstrengde lockdown' van 2 november 2020, waarin bijvoorbeeld beschreven staat dat telewerk niet van toepassing is op de volgende activiteiten, mits respect voor de maatregelen op het vlak van hygiëne en social distancing: veldactiviteiten, specifieke activiteiten die enkel ter plaatse bij de instellingen kunnen worden uitgevoerd, face-to-facedienstverlening die niet op afstand kan plaatsvinden en waarbij medewerkers in contact komen met burgers, selecties van nieuwe medewerkers die niet digitaal kunnen worden georganiseerd en opleidingen die onontbeerlijk zijn voor de functie en niet op afstand kunnen plaatsvinden.

 

Ten derde, het ministerieel besluit houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken van 29 oktober 2020. In de bijlage van dit ministerieel besluit staat een lijst met handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de natie en de behoeften van de bevolking.

 

Met de cijfers die ik u heb meegedeeld, kunnen we dus eigenlijk bevestigen dat het percentage telewerkers dankzij specifieke monitoring sinds de start van de crisis nauwgezet wordt opgevolgd. Op basis van de metingen en de contacten met de verschillende organisaties binnen de federale overheid is er eigenlijk geen reden om eraan te twijfelen dat de regels rond telewerk correct worden toegepast.

 

Voor de wettelijke omkadering van telewerk binnen de federale overheid verwijs ik naar de KB's van 22 november 2006 en 13 juli 2017.

 

Les dispositions de l'arrêté royal du 22 novembre 2006 sont désormais également applicables en cas de télétravail obligatoire. Pendant cette période, le télétravailleur a les mêmes droits et obligations que le non-télétravailleur en ce qui concerne le bien-être et la prévention, la réglementation du temps de travail et l'organisation du travail, la disponibilité et les absences – comme le prévoit l'arrêté royal.

 

In dit KB zijn er echter ook artikelen die niet van toepassing zijn in het kader van verplicht telewerk. Ik verwijs specifiek naar artikel 5, § 1, over het vrijwillig karakter van telewerk. Dat is niet van toepassing gezien de huidige situatie verplicht telewerk met zich meebrengt. Artikel 5, § 4. stipuleert dat telewerk over een periode van 1 jaar uit niet meer dan drie vijfde van de arbeidsregeling die op de telewerker van toepassing is, mag bestaan. Gezien het huidige verplichte karakter is dit eveneens niet van toepassing.

 

De onkostenvergoeding geldt volgens het KB van 13 juli 2017 en gaat over de toelagen en de vergoedingen van personeelsleden van het federaal openbaar ambt. Artikel 96 daarin bepaalt dat de vergoeding van telewerkkosten de kosten van verbindingen en communicaties dekt en deze vergoeding in haar geheel niet meer mag bedragen dan 20 euro per maand.

 

En plus du cadre réglementaire, le SPF BOSA a également développé plusieurs initiatives afin de soutenir le télétravail, tant avant que pendant la crise corona. L'e-Campus, l'offre d'apprentissage en ligne ouverte du gouvernement fédéral, a permis de rassembler plusieurs formations utiles au télétravail. En outre, certaines formations ainsi que des sessions de coaching et des conseils en ligne ont de même été organisés en vue d'améliorer le bien-être au travail. La plupart de ces services sont gratuits pour tout fonctionnaire fédéral.

 

In de maand mei van vorig jaar werd een vragenlijst rond telewerk ingevuld door meer dan 13.000 federale ambtenaren. De resultaten van deze bevraging vormden de basis voor een reflectie in het netwerk van P&O-directeurs rond telewerk. Deze reflectie werd reeds besproken met het College van Voorzitters en vormt de basis voor het overleg met de sociale partners rond dit thema.

 

Dat overleg ging dit jaar van start en zal gedurende het eerste kwartaal worden voortgezet. De eerste gesprekken met de sociale partners hadden het promoten en verbeteren van telewerk in de federale overheidsdiensten als onderwerp. Tijdens het overleg kwamen onderwerpen als een toelage voor telewerk, materieel, welzijn van de ambtenaar en leiderschapsvaardigheden aan bod.

 

Wat het thema van de verhoging van de thuiswerkvergoeding betreft, kan ik u meedelen dat we verschillende pistes bekijken in het kader van dat overleg. Hierna zullen we een voorstel uitwerken en voorleggen.

 

Aangaande het materieel dat de ambtenaren ter beschikking wordt gesteld, kan ik u meegeven dat tijdens de gesprekken met de sociale partners zal worden bekeken hoe er in elke organisatie een gelijkaardige aanpak kan worden uitgerold, zodat telewerkers in heel de federale overheid kunnen beschikken over het noodzakelijke materieel om hun activiteiten op een ergonomische en comfortabele manier te kunnen uitvoeren. Dat maakt volgens mij deel uit van het welzijn van de ambtenaar, iets waar ik veel belang aan hecht. Op basis van deze gesprekken zullen er ook nieuwe initiatieven worden genomen.

 

02.05  Anja Vanrobaeys (sp.a): Mevrouw de minister, ik heb heel veel respect voor mensen die essentiële functies hebben en daardoor met de nodige risico's effectief op het terrein moeten blijven werken. Daarnaast is de situatie ook bijzonder zwaar voor de mensen die telewerk doen. Het is echter goed dat die verplichting wordt nageleefd, net omdat aanwezigheid op de werkvloer toch risico's met zich meebrengt. Die leidt bovendien tot een grotere verspreiding van het virus.

 

Er was het signaal uit de FOD Financiën, maar ik heb ook andere signalen gekregen die aangeven dat er nog steeds een gebrek aan vertrouwen is bij collega's of leidinggevenden. Mensen werden hierdoor onder druk gezet. Als men dit monitort, blijken de cijfers echter wel de positieve richting uit te gaan. Ik kan u alleen vragen om dit verder op te volgen zo lang deze maatregelen nodig zijn.

 

Wat de omkadering betreft, klopt het dat de vergoeding per maand 20 euro bedraagt voor een internetverbinding. Het is goed dat er nu ook een gesprek is met de sociale partners, waarin verder gekeken wordt dan enkel de internetverbinding. Het kan immers niet de bedoeling zijn dat ambtenaren en werknemers in de privésector op een krukje aan hun keukentafel blijven zitten terwijl ze op een tablet aan het werk zijn. Enkel al op ergonomisch vlak lijkt me dat niet goed. Als we blijvend gaan inzetten op twee dagen telewerk per week, dan is het goed dat mensen het nodige materieel ter beschikking hebben, zodat ze zich daar goed bij voelen.

 

Ik wil wel nog aandacht vragen voor één bepaald punt. Constant verplicht telewerken is ook psychisch zwaar. Is er dan ook voldoende aandacht om het mentale welzijn van de ambtenaren te ondersteunen?

 

02.06  Sigrid Goethals (N-VA): Dank u wel, mevrouw de minister, voor uw uitvoerige en volledige antwoord. Ik ben ontzettend blij dat het akkefietje op de FOD Financiën slechts een eenmalig feit is en dat daar ook veel aan telewerk wordt gedaan. Dat is heel belangrijk. Jammer genoeg maken uitzonderingen de regel. Daaraan kunnen u noch ik iets veranderen.

 

Er is een duidelijke omkadering nodig voor het telewerken. Die is noodzakelijk voor iedereen op het vlak van ergonomisch materieel, de beschikbaarheid van de werknemers en dergelijke. Maar ik hoor dat u hieraan werkt en dat u al stappen heeft ondernomen om samen met de verschillende organisaties verder te werken. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Ik zal het dan ook met veel plezier opvolgen.

 

02.07  Daniel Senesael (PS): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Vous avez fait un tour complet des différentes facettes du télétravail, tant d'un point de vue des obligations des employeurs que du point de vue du télétravailleur et ce, en parfaite concertation avec les délégations syndicales – je tiens à le souligner.

 

De l'ensemble de votre réponse, je retiendrai tout particulièrement un point qui me semble essentiel: le matériel mis à disposition des travailleurs pour exercer leurs activités depuis leur domicile. Vous l'avez indiqué, le bien-être au travail est fondamental. Il est également important pour l'implication du travailleur dans les tâches qui lui incombent. S'il veut être tout à fait professionnel et répondre de manière adéquate aux tâches qui lui sont demandées, je pense qu'une attention toute particulière doit être honorée pour les conditions mises à sa disposition. Je sais que c'est un point qui vous tient aussi tout particulièrement à cœur. En concertation avec les organisations, je pense qu'il fera l'unanimité pour obtenir des avancées significatives à ce sujet.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Kattrin Jadin à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "Le manque d’évaluateurs pour la langue allemande au Selor" (55013287C)

03 Vraag van Kattrin Jadin aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "Het tekort aan evaluatoren voor het Duits bij Selor" (55013287C)

 

03.01  Kattrin Jadin (MR): Herr Vorsitzende, Frau Ministerin, zunächst herzlichen Glückwunsch zu Ihrer Nominierung. Ich habe jetzt die Möglichkeit, Ihnen zu gratulieren und Sie dann sofort mit einem Dossier zu konfrontieren, das mir schon seit Jahren am Herzen liegt und leider immer noch problematisch ist, nämlich der Mangel an geeigneten Evaluatoren beim Selor, und zwar Evaluatoren, die auch der deutschen Sprache mächtig sind.

 

Das ist ein Problem, weil die gesetzlich vorgeschriebenen Tests, die für eventuelle deutschsprachige Beamten zur Verfügung stehen müssen, leider nicht zur Verfügung stehen, und das seit Jahren schon nicht, weil man da bei der Rekrutierung nicht weiter kommt. Das stellt natürlich die Beamten, die sich eine Prüfung unterziehen wollen oder müssen und in ihrer Karriere weiterkommen wollen, vor große Problemen, weil sie das dann auch nicht können.

 

Frau Ministerin, sind Sie sich der Situation beim Selor, so wie ich sie gerade beschrieben habe, bewusst?

 

Wenn ja, können Sie mir vielleicht einige Pisten nennen, was man in den kommenden Monaten zu bedenken versucht um dieser Situation Herr zu werden? Werden die geeigneten Prüfer aber auch die geeigneten Prüfungen rechtzeitig beziehungsweise fristgemäß, wie das auch für alle anderen Kandidaten im Niederländischen und im Französischen der Fall ist, zur Verfügung gestellt?

 

Wie sieht es dann mit der entsprechenden Organisation der Prüfungen aus?

 

03.02  Petra De Sutter, ministre: Danke voorzitter. Madame Jadin, Ich danke Ihnen für Ihre Frage. J'ai préparé la réponse en français.

 

03.03  Kattrin Jadin (MR): Oui, je sais! Aucun souci, mais c'est pour mettre l'accent sur l'importance du dossier.

 

03.04  Petra De Sutter, ministre: Si vous aviez introduit la question en allemand, j'aurais répondu en allemand.

 

03.05  Kattrin Jadin (MR): C'est noté, il ne faut pas le dire deux fois, madame la ministre!

 

03.06  Petra De Sutter, ministre: À la fin de l'année dernière, deux évaluateurs pour les tests linguistiques en allemand ont, en effet, donné leur démission. L'ensemble de l'équipe pour les tests linguistiques en allemand se composait de quatre personnes, ce qui signifie qu'il en reste actuellement deux.

 

Mon administration fait actuellement tout son possible par le biais d'un marché public afin d'agrandir l'équipe des évaluateurs pour toutes les langues. Nous avons pour objectif d'attribuer ce marché cette année encore.

 

En attendant l'attribution de ce marché public, qui sera valable plusieurs années, nous examinons si nous pouvons agrandir temporairement l'équipe chargée des tests en allemand.

 

Actuellement, et notamment en raison du covid, nous accordons la priorité aux tests linguistiques dans le cadre des sélections.

 

En ce qui concerne votre question au sujet des recrutements non accomplis, je peux vous assurer que mon administration n'a pas eu d'écho de services bloqués par un problème dans les tests linguistiques qui empêcherait de pourvoir des postes. J'espère que cela répond à vos questions.

 

03.07  Kattrin Jadin (MR): Frau Ministerin, vielen Dank für Ihre Antworten. Ich nehme Notiz davon, dass man versuchen wird, was die Evaluatoren betrifft, dieser Situation Herr zu werden. Ich begrüße das auch.

 

Allerdings stelle ich diese Frage nicht naiv, sondern eben auch weil ich im Besitz von Informationen bin die mir sagen, dass zum Beispeil beim FÖD Justiz oder auch bei anderen föderalen öffentlichen Diensten es zurzeit so ist, dass gewisse Prüfungen nicht stattfinden können, beziehungsweise gewisse Möglichkeiten eine Promotion zu bekommen nicht gemacht werden können, aufgrund der mangelnden Möglichkeiten auf geeignete Prüfer zurückzugreifen. Demnach denke ich, dass man es vielleicht auch noch mal diesbezüglich prüfen müsste. Denn da ist in der Tat schon ein Bedarf. Merci madame la ministre.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Vraag van Nahima Lanjri aan Petra De Sutter (VEM Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven) over "De 3 %-doelstelling voor de aanwerving van personen met een beperking" (55013729C)

04 Question de Nahima Lanjri à Petra De Sutter (VPM Fonction publique et Entreprises publiques) sur "L'objectif des 3 % pour le recrutement de personnes handicapées" (55013729C)

 

04.01  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, ook ik wil u eerst en vooral feliciteren met uw aanstelling. Ik heb nog niet de kans gehad u eerder een vraag te stellen.

 

Ik wil graag een vraag stellen in verband met het streefcijfer van 3 % voor de tewerkstelling van personen met een handicap bij de overheid. Dat lijkt mij een minimum, zeker als wij het voorbeeld willen geven.

 

Wij zijn daar nog lang niet. In uw beleidsnota geeft u daarom aan dat u wil inzetten op sensibilisering van leidende ambtenaren en dat u werkt aan betere rapporteringmethodes en aan de ondersteuning van aanpassingen aan de werkplek.

 

Selor voert, afhankelijk van de test en van de handicap, of de leerstoornis of de ziekte, aanpassingen in, zodat een test afgelegd kan worden in aangepaste omstandigheden. De test kan bijvoorbeeld worden afgelegd met een aangepaste PC met een vergrootglas of met voorleessoftware, met een brailleleesregel of met software voor dyslectici. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een tolk, of gebarentaal, of er kan extra tijd gegeven worden. Er zijn nog andere aanpassingen.

 

Selor organiseert dus geen aparte selecties voor mensen met een handicap, maar sinds 2004 biedt het wel aanpassingen en aparte begeleiding aan voor de gewone selecties zodat ook mensen met een handicap, leerstoornis of ziekte, kunnen deelnemen aan de testen.

 

Ondanks die inspanningen zien wij dat de 3 %-doelstelling niet gehaald wordt. Meer nog, in de nota van minister Lalieux lees ik dat wij amper 1,25 % mensen met een handicap tewerkstelden in 2018. Dat is zelfs nog minder dan in het jaar daarvoor.

 

Ik krijg ook signalen dat mensen met een handicap die tewerkgesteld worden via startbaanovereenkomsten, dus jongeren van minder dan 26 jaar, op hun 26ste toch ontslagen worden omdat zij niet geslaagd zijn voor de Selortest, terwijl men op de afdeling waar zij tewerkgesteld waren echt wel tevreden was over hen.

 

Daarom, mevrouw de minister, volgende vragen.

 

Weet u hoeveel personen met een handicap nu bij de overheid werken? Is dat aantal ondertussen hoger dan die 1,25 %? Hopelijk is het een pak meer, want wij moeten naar 3 % gaan.

 

Meent u dat de testen van Selor voldoende afgestemd zijn op wat de werkvloer effectief nodig heeft en op wat van de betrokkene verwacht wordt? Blijkbaar niet, zie ik in de startbaanovereenkomsten.

 

Zult u de Selortesten binnenkort evalueren? Zullen de betrokken administraties ook inspraak krijgen bij de herziening van de testen?

 

Is de procedure om aanpassingen te vragen wel voldoende gekend bij de mensen? Indien dat niet het geval is, plant u dan informatiecampagnes?

 

Kunt u mij zeggen hoeveel aanvragen er in de afgelopen vijf jaar geweest zijn voor een aangepaste test van Selor?

 

Welke andere maatregelen plant u om naar 3 % tewerkstelling te gaan?

 

Tot slot, thuiswerken is op dit ogenblik verplicht. Ik meen dat de overheid een voorbeeldfunctie heeft om ook mensen met een handicap zoveel mogelijk thuis te laten werken. Wordt nu voorzien in aanpassingen van de werkplek thuis? Een aangepast scherm of een aangepaste stoel is zeker voor mensen met een handicap geen overbodige luxe.

 

Ik denk dat we dit niet alleen moeten doen naar aanleiding van het thuiswerken dat nu verplicht is, maar ook na corona, omdat we weten dat de dagelijkse verplaatsingen voor mensen met een handicap naar het werk soms een extra drempel kunnen zijn. De mogelijkheid bieden om van thuis te kunnen werken, zou dus goed zijn.

 

04.02 Minister Petra De Sutter: Mevrouw Lanjri, dank u voor uw vragen die mij zelf ook na aan het hart liggen.

 

Volgens de rapportering van het BCAPH werkten eind 2019 1,22 % personen met een beperking voor de federale overheid. Dit zijn de meest recente cijfers. Wij hebben nog geen cijfers van 2020. Dat is berekend volgens de definitie van de KPI van 6 oktober 2005. U hebt terecht gezegd dat dit cijfer lager ligt dan het jaar daarvoor. Dat is een mededeling die ik jammer genoeg moet bevestigen.

 

Voor iedere vacature wordt de selectieprocedure op het gezochte profiel afgestemd. Zo zorgt de DG Rekrutering en Ontwikkeling ervoor dat de gebruikte selectie-instrumenten specifiek zijn afgestemd op de te meten competentie relevant voor de functie. De DG werkt daarom samen met een wetenschappelijke adviescommissie om de gebruikte selectiemethodes en instrumenten evidencebased te onderbouwen en verder te laten evolueren. Op regelmatige basis worden de noden en behoeften op het vlak van het testinstrumentarium afgetoetst met de selectie consultance en gecertificeerden binnen de verschillende overheidsdiensten.

 

Op de website van Selor wordt de procedure stapsgewijs uitgelegd in de rubriek Gelijke kansen. Bovendien staat in iedere vacature beschreven dat men een beroep kan doen op een aantal maatregelen, waaronder de redelijke aanpassingen, en welke acties een sollicitant dient te ondernemen om ervan te kunnen gebruikmaken. Er is ook een rubriek in Mijn Selor, die de kandidaat toelaat om zijn gegevens verder aan te vullen in zijn persoonlijk dossier.

 

Om u een idee van de aantallen te geven, in 2020 werden 1.278 vragen voor redelijke aanpassingen ingediend waarvan er 839 werden toegewezen. Aanpassingen die vaak voorkomen zijn het gebruik van braille, leesregels en vergrotingssoftware, het inzetten van doventolken, spraaksoftware, bijvoorbeeld voor mensen met dyslexie, verstelbare tafels en het toekennen van extra tijd.

 

Zoals in mijn beleidsnota van 2021 – u hebt ernaar verwezen – duidelijk staat, wil ik absoluut werk maken van het identificeren van de drempels tijdens zowel het selectieproces als de loopbaan in haar totaliteit voor bepaalde doelgroepen om te weten waarom de cijfers zo laag liggen. Op basis van die analyses – de cijfergegevens en de identificatie van mogelijke drempels – kunnen wij dan acties bepalen om de nodige maatregelen te treffen om het quotum van 3 % te behalen. In mijn werk rond de rebranding van de federale overheid als aantrekkelijke werkgever wil ik eveneens aandacht besteden aan inclusieve rekruteringscampagnes.

 

Daarnaast wil ik investeren – dat is een antwoord op uw laatste vraag – in werkpostaanpassingen voor telewerk voor personen met een handicap en daarvoor hebben wij ondertussen al een budget van 500.000 euro uitgetrokken. De aanpassingen die nodig zijn om de werkpost van een persoon met een handicap aan te passen, worden voor 100 % gedragen door de federale overheid als werkgever.

 

04.03  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de minister, het valt mij op dat het tewerkstellingspercentage van mensen met een handicap bij de overheid voor de derde keer op rij daalt. Nu zitten wij nog maar aan 1,22 %. Dat is nog minder dan het jaar voordien, 2018. Wij zouden ons moeten schamen over dat cijfer, want wij zouden eigenlijk 3 % moeten bereiken.

 

Wij moeten ook doen wat wij beloven: niet alleen werken aan het 3 %-quotum en aan alle acties die daarvoor nodig zijn, maar er ook voor zorgen dat de overheid echt een aantrekkelijke werkgever wordt voor iedereen, ook voor mensen met een handicap. Dat betekent dat wij aan goede testen bij Selor moeten werken zodat de vaardigheden en de kennis nodig voor een job worden getest, niet meer of niet minder. Ik ben blij dat u daar werk van maakt.

 

Er moet daarnaast ook worden geïnvesteerd in aanpassingen van de werkplek, niet alleen bij de overheid, maar evengoed thuis. Ik ben blij dat 500.000 euro werd vrijgemaakt voor investeringen wat betreft thuiswerken. De covidcrisis kan die zaak ook in een stroomversnelling brengen omdat meer mensen thuis moeten werken en iedereen inziet dat thuiswerken later de norm kan worden of minstens meer kan worden toegepast, ook voor mensen met een handicap.

 

Laat ons dat dus nu doen en er extra in investeren.

 

Tot slot, ik zou u het volgende willen vragen.

 

Ik zie de cijfers en hoor u stellen dat 1.278 personen een aanpassing van de Selortests hebben gevraagd en dat slechts op 839 gevallen is ingegaan. Er valt dus nog een heel grote groep uit de boot.

 

Ik hoop dan ook dat u wil nakijken waarom die aanvragen zijn afgewezen alsook of die afwijzing wel terecht was. Wij hebben immers echt nood aan meer mensen met een handicap. In het kader van een inclusieve samenleving en inclusieve werkvloer moeten wij er alles aan doen om te zorgen dat mensen met talent ook bij de overheid aangeworven kunnen worden.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: Vooraleer wij doorgaan met de hoorzittingen over de economische impact van de immigratie in België, zou ik vijf minuten willen schorsen, om de diensten toe te laten een en ander technisch in orde te maken.

 

De behandeling van de vragen en interpellaties eindigt om 14.09 uur.

Le développement des questions et interpellations se termine à 14 h 09.