Commission
des Finances et du Budget |
Commissie voor Financiën en Begroting |
du Mercredi 10 février 2021 Matin ______ |
van Woensdag 10 februari 2021 Voormiddag ______ |
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 04 et présidée par Mme Marie-Christine Marghem.
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.04 uur en voorgezeten door mevrouw Marie-Christine Marghem.
01 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De aankoop van de coronavaccins" (55012023C)
01 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'achat des vaccins contre le coronavirus" (55012023C)
01.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb problemen met de trein gehad, maar ik ben hier juist op tijd aangekomen om mijn vraag te kunnen stellen in de belangrijkste commissie van het Parlement, met name de begrotingscommissie. Dat weerspiegelt zich ook aan "de ruime belangstelling van de collega's en de vele vragen die hier worden ingediend".
Het gevoerde begrotingsdebat van eind vorig jaar was een stevig debat. Toch stel ik vast dat de collega's blijkbaar liever aanschuiven bij de huidige schijnminister van Begroting, de heer Dermine, omdat hij een paar miljard euro's kan uitdelen. Dat trekt blijkbaar toch extra aandacht aan. Desalniettemin ben ik bijzonder tevreden dat u hier bent, de echte staatssecretaris van Begroting.
Ik heb getwijfeld om deze vraag over de coronavaccins te stellen. Eind vorig jaar hebben we het debat erover al gevoerd. Ik stel de vraag toch, niet zozeer omwille van enkele cijfers die ik graag van u wil vernemen, maar omwille van het principe.
De discussie ging vorig jaar niet zozeer over de vaccins maar veeleer over het symptomatisch gebruik van de provisies uit de begroting. Dat punt had ik al gemaakt toen de vertegenwoordigers van de Europese Commissie hier hun evaluatie kwamen voorstellen. Het Rekenhof had daar toen ook niet meteen een antwoord op. Ook ter gelegenheid van de beleidsverklaring heb ik die bemerking gemaakt, maar ook toen bleef een reactie uit. Uiteindelijk is er in plenaire vergadering toch over gecommuniceerd.
Mevrouw de staatssecretaris, wat is er precies besteld? Wat is er betaald en hoe zal dat nog worden betaald? Kunnen we voor dit nieuwe jaar ook niet afspreken dat die provisies niet in die mate zouden worden gebruikt? Ik denk dat dat de meer fundamentele discussie is.
01.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, u mag alle vragen stellen en ik zal proberen erop te antwoorden in de mate van het mogelijke. Deze coronatijden vragen om een bijzondere manier van werken.
Via het verdelingsbesluit 20 van 24 december 2020 werd een bedrag van 279,1 miljoen euro in vastleggingen aan de FOD Volksgezondheid ter beschikking gesteld. Eerder was er al 25,7 miljoen ter beschikking gesteld aan het ESI-fonds van de Europese Commissie voor de aankoop van vaccins. Behalve dat voorschot van 25,7 miljoen aan het Europees Fonds werden er tot op heden nog geen vereffeningen gedaan. Wat de stand van zaken van leveringen betreft, stel ik u voor deze vraag te stellen aan de minister van Volksgezondheid, omdat ik daarover geen verdere details heb.
Bij de opmaak van de initiële begroting werd in de begroting 2021 inderdaad een coronaprovisie ingeschreven voor 907 miljoen euro. Zoals ik al eerder in deze commissie heb gezegd, volgen we de coronaprovisie en het gebruik daarvan van zeer nabij op. Er zal nog vóór de normale begrotingscontrole een aanpassingsblad worden ingediend om de coronaprovisie te verhogen.
In de commissie van 27 april 2021 zal er gedetailleerd op worden ingegaan. U zult dus alle gegevens krijgen over de coronaprovisie en waaraan die wordt uitgegeven. Ik hecht hierbij erg veel belang aan transparantie.
Het moet in ieder geval duidelijk zijn dat ervoor moet worden gezorgd dat een eventueel tekort aan budgettaire middelen voor vaccins of andere zaken de uitgestippelde vaccinatiestrategie niet mag belemmeren. Voorlopig rijst dat probleem ook niet.
Het is eveneens mijn bedoeling om de commissie regelmatig een overzicht te geven van de uitvoering in 2021. Dat zal een eerste keer gebeuren op 24 februari, maar nadien zal dit ook nauwgezet opgevolgd worden en zal hierover informatie verstrekt worden.
01.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, het is belangrijk dat we die feiten hebben maar dat is niet de essentie van de discussie. We wisten immers allemaal dat de bestelde vaccins ook betaald zouden worden, dat daar een budget voor zou zijn.
De vraag ging net over de noodzaak van transparantie en zekerheid. Ik apprecieer het ten zeerste dat u zich opnieuw engageert om te zorgen voor transparantie, maar ik maak daar toch twee kanttekeningen bij.
Ten eerste, ik heb onmiddellijk een schriftelijke vraag ingediend om een groot aantal data over de covidprovisie te krijgen. Ik heb vorige week een antwoord gekregen dat er eigenlijk op neerkwam dat ik tot 24 februari zou moeten wachten. Er is een reglementaire termijn waarbinnen schriftelijke vragen moeten worden beantwoord en net aan het einde van die termijn heb ik het antwoord gekregen. Op 24 februari zou ik de gevraagde informatie krijgen. Ik maak daar geen gigantisch punt van, dat hoort in alle eerlijkheid bij het politieke spel. Ongetwijfeld zult u gedacht hebben dat het niet nodig was om de N-VA die informatie te geven als u die ook aan iedereen tegelijk kunt geven. Ik ben volwassen genoeg om daarmee om te kunnen gaan.
Het tweede punt is echter ernstiger. U kondigt nu al aan dat er een verzoek komt om de coronaprovisie te verhogen. Mevrouw de staatssecretaris, we moeten daar echt vanaf. We zijn het er volledig mee eens dat er uitgaven en investeringen moeten gebeuren in de strijd tegen corona, maar dat kan niet via de provisie verlopen. Intussen moeten we toch perfect kunnen inschatten hoeveel vaccins we de komende maanden nodig zullen hebben. We kunnen de begroting daar perfect voor amenderen en er een krediet voor uittrekken, zodat het transparant en zeker wordt. In onzekere tijden is dat belangrijk, ik weet dat u daar ook zo over denkt. Daar ging de discussie over.
Mevrouw de staatssecretaris, haal een aantal zaken uit de provisie en wijs ze een specifiek krediet toe, dan bestaat daar geen discussie meer over. Natuurlijk moet u blijven zorgen voor een provisie met het oog op flexibiliteit, dat is geen probleem. Zekere uitgaven moeten echter zeker worden toegewezen. Zolang dat niet gebeurt, kunt u eigenlijk niet van transparantie spreken.
L'incident est clos.
02 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het brexitfonds" (55012136C)
02 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le fonds Brexit" (55012136C)
02.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de Europese Unie komt met een hele reeks herstelmiddelen die volgens bepaalde parameters, niet altijd de juiste, over de lidstaten worden verdeeld. Alle aandacht gaat naar het fonds van 750 miljard euro, met giften en leningen, dat door de heer Dermine wordt beheerd.
Daarnaast is er ook het brexitfonds. Toen ik de vraag indiende was het nog niet duidelijk wie welk deel zou krijgen. Intussen is daar wel een politieke deal over gesloten. Ik wil de vraag graag iets actualiseren.
Ik heb begrepen dat het grootste deel van de middelen door de deelstaten zal worden gefinancierd. Mijn vraag is vooral of u mevrouw Brexit bent? Of is dat ook de heer Dermine? Het zou interessant zijn om die taakverdeling te kennen.
02.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, ik denk dat uw laatste vraag niet schriftelijk werd ingediend, maar ik zal eerst een algemeen antwoord geven.
De Europese Commissie heeft de verordening inzake de Brexit Adjustment Reserve op 13 januari bij het Europees Parlement ingediend. De bespreking van het voorstel van de Europese Commissie over de verdeling van de middelen is nog volop aan de gang. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe snel de besprekingen zullen worden afgerond. Om de uitbetaling van de prefinanciering nog in 2021 te kunnen doen, zou de verordening ten laatste eind juni in werking moeten treden.
Uit de door de Europese Commissie gepubliceerde documenten blijkt dat België recht heeft op voorschotten van dit fonds voor een totaal bedrag van 324,15 miljoen euro of 7,6 % van het totale bedrag van 4,25 miljard euro. Dit is het op vier na hoogste bedrag na Ierland, Nederland, Duitsland en Frankrijk.
Hiervan is ongeveer 262,01 miljoen euro gereserveerd voor de handel met het Verenigd Koninkrijk of 7,3 % van het totale bedrag van 3,61 miljard euro.
Daarnaast voorziet het voorstel in een prefinanciering van 62,14 miljoen euro voor België op basis van de visvangst in de exclusieve economische zone van het Verenigd Koninkrijk. Dit komt neer op 9,8 % van de totale 636,73 miljoen euro die is voorzien voor visvangst.
Ondertussen werd inderdaad met de Gemeenschappen en de Gewesten een politiek akkoord bereikt over de verdeling van deze middelen. Er werd hiervan reeds melding gemaakt door de pers, maar de officiële communicatie hierover moet nog worden afgewacht. Daarvoor moet worden gewacht op de formele goedkeuring en de verdeling van het Brexit Adjustment Reserve op Europees niveau.
Die communicatie was dus ietwat voorbarig, maar zodra die informatie beschikbaar is, zult u die krijgen. Ik denk dat noch ik noch de heer Dermine Mrs. of Ms. Brexit zijn. Het brexitfonds wordt behandeld door de federale regering, maar ook heel veel door de deelstaten.
02.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, intussen kennen we de deal en het bedrag ervan.
Ik herinner mij de discussies in deze commissie en in de plenaire vergadering, waar de regering met betrekking tot het brexitfonds steeds stelde dat "die herstelmiddelen komen er wel, maar dat zal niet alles zijn, we krijgen nog extra geld."
Ik bouwde toen redeneringen op met minister van Buitenlandse Zaken Wilmès, die erop neerkwamen dat we bijna een miljard euro zouden krijgen. Dat werd toen niet tegengesproken. Integendeel, het kwam goed uit voor het politiek discours van mevrouw Wilmès om te doen alsof we veel zouden krijgen van de Europese Unie.
Het is maar een paar honderd miljoen euro. Dat is mooi meegenomen, maar het is maar een paar honderd miljoen euro. Als men dat vergelijkt met de handelsrelaties tussen België en het Verenigd Koninkrijk, die u goed kent, waar België elk jaar ongeveer 29 miljard euro naar het Verenigd Koninkrijk exporteert, Frankrijk 31 miljard euro. Dat is ongeveer evenveel. We hadden dus wat meer kunnen krijgen. Dat was mijn eerste punt, maar dat is een Europese discussie en daar kunt u niets aan doen.
Tweede punt, het is goed te vernemen dat het nog niet helemaal definitief is. Dat is wat wij ook hebben vernomen van de heer Dermine. Pas wanneer in april de plannen voor het Herstelfonds naar de Europese Commissie gaan, zullen we een definitieve lijst hebben. Dat is de logica zelve.
Tot slot, de meest serieuze vraag: wie is bevoegd voor dat thema? Ik heb het wat spelend gezegd, maar het is zeer serieus, omdat daarvan natuurlijk afhangt hoe een aantal middelen besteed zal worden. Het is logisch dat men bij de deelstaten uitkomt, als het gaat over mensen naar een andere job leiden, omdat zij bevoegd zijn voor het arbeidsmarktbeleid, op dat domein althans.
Graag verneem ik hoe de regering dat zal aanpakken, omdat dat de focus wat zal verklaren. Worden het ook digitaliseringsmiddelen, worden het arbeidsmarktmiddelen of zal het geld gaan naar Financiën en de douane? Het is interessant om dat intern nog eens te bekijken.
Het incident is gesloten.
03 Question de Hervé Rigot à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les délais de réponse de l’Inspection des finances" (55012243C)
03 Vraag van Hervé Rigot aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De antwoordtermijnen bij de Inspectie van Financiën" (55012243C)
03.01 Hervé Rigot (PS): Madame la présidente, madame la secrétaire d'État, ma question n'est peut-être plus d'actualité au regard de ce que j'ai pu comprendre ces derniers jours, mais au moment où je la déposais, il s'agissait de faire état du délai pris par l'inspecteur des finances pour valider la phase II du masterplan de Vottem, indispensable pour les agents de la police fédérale. Il avait ce dossier depuis le mois de juillet 2020. Il y a quelques jours, il n'avait pas encore remis d'avis sur ce dossier. Entre-temps, il l'aurait fait.
Madame la secrétaire d'État, confirmez-vous que l'inspecteur a bien remis son avis et que dès lors le dossier va pouvoir avancer? Dans la négative, pourriez-vous presser l'Inspection des finances pour obtenir une réponse au plus vite car le quotidien de centaines de policiers est suspendu à cet avis?
03.02 Eva De Bleeker, secrétaire d'État: Madame la présidente, monsieur Rigot, l'avis concernant la deuxième phase des travaux à Vottem a été émis le 7 janvier 2021 par l'Inspection des finances, accréditée auprès de la Régie des Bâtiments. La note par laquelle la demande d'avis a été introduite date du 7 juillet 2020, de sorte qu'il peut être effectivement établi que le délai de traitement de ce dossier à l'Inspection des finances compte six mois.
Le chef de corps de l'Inspection des finances a été informé oralement le 4 janvier 2021 que le dossier n'avait pas encore été visé. Il m'a fourni les informations suivantes. Premièrement, malgré le caractère exceptionnel du long délai de traitement de ce dossier et les circonstances atténuantes qui peuvent être en partie expliquées ici – soumission pendant les vacances d'été, charge de travail élevée due à l'impact de la pandémie du covid-19 chez Fedasil, où le même inspecteur des finances est également accrédité, et une présence limitée en raison d'un congé de maladie –, le chef de corps est d'avis que des délais aussi longs ne remplissent pas la condition selon laquelle l'avis doit être émis dans un délai raisonnable.
Deuxièmement, afin d'éviter de telles constatations à l'avenir et malgré le fait que la réglementation sur le contrôle administratif et budgétaire ne contient pas de délai d'avis, le chef de corps, avec l'accord du conseil de l'Inspection des finances, a adressé le 13 janvier 2021 une note d'instruction à tous les inspecteurs des finances afin que tous les dossiers, quelle que soit leur complexité et qu'il y ait ou non une période de pointe, reçoivent un avis formulé dans un délai raisonnable.
Sur la base de ce dossier exceptionnel, le chef de corps de l'Inspection des finances a immédiatement pris des mesures afin de couvrir à l'avenir ces risques d'une certitude raisonnable.
Monsieur Rigot, je vous confirme donc que l'avis pour ce dossier a été préparé, il y a quelques jours.
03.03 Hervé Rigot (PS): Madame la présidente, madame la secrétaire d'État, je suis très heureux de constater que le dossier va pouvoir avancer maintenant. Il appartient désormais au Conseil des ministres de le mettre à l'agenda et de débloquer les moyens utiles pour que cette phase II soit engagée. Ces cent millions d'euros sont importants pour le confort des policiers, et aussi économiquement pour la région liégeoise. Merci pour votre vigilance.
L'incident est clos.
04 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Dividenden en begroting 2021" (55012540C)
04 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Les dividendes et le budget 2021" (55012540C)
04.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mevrouw de staatssecretaris, straks komt nog een vraag over het begrotingstekort. Wij hebben de communicatie gezien deze week. Het tekort bedraagt ongeveer 45 miljard euro voor alle overheden samen. Voor de federale overheid gaat het over 32 miljard euro. Dat is gigantisch. Ik heb uw artikels gelezen, waarin u stelt dat u daar 's nachts wakker van ligt. Ik moet eerlijk bekennen dat ik dat ook doe.
Tegelijkertijd bekijken wij allemaal in welke mate de cijfers in een crisiscontext al dan niet juist in te schatten zijn, alsook welke extra risico's en blootstellingen er mogelijk nog kunnen zijn. Daarom stel ik mijn vraag over de dividenden. Elke begroting wordt enigszins gespekt door inkomsten uit dividenden van de Nationale Bank van België en van andere instellingen. Daarover gaat mijn vraag.
Kan worden ingeschat of die dividenden er in 2021 zullen komen en in welke hoegrootheid? Wat doen wij indien dat niet het geval is?
Ik stel mijn vraag, omdat ook de Europese Centrale Bank vandaag een politiek voert, waarbij wordt gevraagd aan een aantal financiële en andere instellingen cash of geld bij zich te houden, om de crisis letterlijk te doorwinteren. Velen zien immers zwarte sneeuw. Dat betekent dus ook dat minder dividenden worden betaald.
Anderzijds merken wij dat, doordat de dividendenpolitiek verandert, er ook onzekerheden ontstaan in de financiële sector. Beleggers zijn minder bereid te investeren in banken, omdat er geen dividend meer komt. Dat is veeleer een discussie voor de minister van Financiën, maar die evolutie zal u wellicht ook wel zorgen baren.
Hoe zorgen wij ervoor dat ons financieel systeem robuust blijft en dat de inkomsten voor de begroting tegelijkertijd gegarandeerd zijn?
04.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, mijnheer Loones, in de rijksmiddelenbegroting worden deze ontvangsten geboekt op artikel nr. 18.01.21.28.20.01, onder de titel 'dividenden van de deelnemingen van de Staat in de financiële instellingen'.
In de initiële begroting werd 22,337 miljoen euro ingeschreven. Dit bedrag werd bekomen door uit te gaan van een algemeen lineair traject tot in 2023 naar de voorziene toestand van voor de coronacrisis. Het gaat bij dit artikel over rechtstreekse deelnemingen in financiële instellingen.
De voorbije jaren werden dividenden ontvangen of voorzien van participaties in vooral BNP Paribas en Belfius, en in mindere mate in Ethias en Royal Park Investments. De deelnemingen die de FPIM voor eigen rekening beheerd, zijn niet vervat in het hier vermelde artikel. Via het resultaat van de FPIM kunnen er dus nog onrechtstreeks inkomsten uit participaties in financiële instellingen worden geboekt in de begroting.
In artikel nr. 18.01.21.28.20.04, 'aandeel van de Staat in het resultaat van de Nationale Bank van België', werd 399,752 miljoen euro opgenomen in de initiële begroting. Dit is hetzelfde bedrag als voor 2020. Dit betreft zowel het deel van de Staat in de winst op het boekjaar als het dividend toegekend aan de Staat na beslissing van de algemene vergadering.
De raming is opgemaakt in juni 2020. Er was toen nog een grote onduidelijkheid over de impact van corona op de dividenden voor de komende jaren. Financiën kon geen gedetailleerde raming maken per instelling, wat begrijpelijk is. Er werd toen gewoon de hypothese genomen dat vertrekkende van 0 in 2020, inkomsten uit dividenden in drie stappen opnieuw zouden groeien naar het niveau van 2019. Het voor 2021 ingeschreven bedrag is dus gelijk aan dat van 2019 gedeeld door drie. Wij gaan dit bij de begrotingscontrole uiteraard opnieuw moeten bekijken.
Wat uw andere vragen betreft, als staatssecretaris van Begroting wil ik mij niet uitspreken over die aanbeveling van de ECB. Het is niet gemakkelijk om nu een inschatting te geven van het precieze effect van die aanbeveling op de inkomsten van de overheid. De winsten van 2020 zijn nog niet gekend, de dividenden evenmin, en het is dus ook niet zeker of de financiële instellingen die aanbeveling zullen volgen. Het gaat over bedrijven, soms zelfs beursgenoteerde bedrijven, met een eigen beslissingsproces in verband met de toekenning van dividenden. De overheid is afhankelijk van dat proces en zal dus in kennis gesteld worden van het dividend zodra de bevoegde organen hun beslissing kenbaar hebben gemaakt.
Er wordt ook opgemerkt dat de aanbeveling wordt gedaan tot 30 september 2021, waarbij naderhand ook nog inhaalbewegingen mogelijk zijn. Voor de Nationale Bank van België kunnen de argumenten geschetst in het vorig punt ook worden aangehaald. Wij wachten dus af wat de bedrijven zelf beslissen, maar houden dat van nabij onder de aandacht en bij de begrotingscontrole zullen wij dat uiteraard goed moeten opvolgen.
04.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, eerlijk gezegd had ik op de vragen over de ECB niet echt een antwoord verwacht. Het zijn namelijk vragen om de temperatuur eens te polsen. Eigenlijk zijn wij wat nieuw: ik ben nieuw als Kamerlid en u bent ook nieuw in uw functie. Het is altijd goed om te weten waar de focuspunten zitten.
Ik onthoud uit uw antwoord dat u toch ook de nadruk legt op de financiële instellingen zelf en de wijze waarop zij georganiseerd zijn. Dat vind ik op zich waardevolle informatie om te vernemen, zonder u woorden in de mond te leggen, maar die focus deel ik en op dat vlak hebt u dus zeker mijn steun.
Inzake de bedragen begrijp ik dat u in de begroting al enige voorzichtigheid hebt ingebouwd, wat in de huidige onzekere tijden wel logisch is. U kondigt ook aan dat dit bij de begrotingscontrole aangepast zal worden. Dat ligt in lijn met het vorig punt: hoe transparanter, hoe beter. Als we nog dieper in de miserie zitten, dan kunnen we dat beter gewoon weten en ermee naar buiten komen, want dan kunnen we ermee mee aan de slag, eerder dan het voor ons uit te schuiven.
Een precies overzicht van alles wat in 2020 is binnengerold in verhouding tot wat werd begroot, kan wel interessant zijn. Zal ik daarover een nieuwe vraag indienen, of kunt u mij die informatie op een andere manier bezorgen? Ik veronderstel dat wel meer collega's daarin geïnteresseerd zijn.
04.04 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Ik laat bekijken wat er u al ter beschikking kan worden gesteld.
04.05 Sander Loones (N-VA): Misschien kunnen we dat in de volgende commissievergadering bespreken?
04.06 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Hier in het Parlement geef ik het algemeen antwoord, als vertegenwoordiger van de regering. In coronatijden kunnen we nu weinig in wandelgangen doen, maar daar wil ik wel wat meer over mijn persoonlijke visie op bepaalde zaken zeggen. In de commissie moeten we ons toch houden aan het regeringsstandpunt.
04.07 Sander Loones (N-VA): Daar heb ik alle respect voor.
L'incident est clos.
05 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "Het begrotingstekort" (55013990C)
05 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "Le déficit budgétaire" (55013990C)
05.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, de belangrijkste vraag op het moment luidt hoe groot de begrotingsput is. Daarover waren er afgelopen week enkele communicaties, die daarnet al werden aangehaald. Het tekort van de gezamenlijke begrotingen, dus federaal niveau, de deelstaten en de lagere besturen, wordt nu geraamd op bijna 45 miljard euro.
Bij de federale overheid en de sociale zekerheid is er een tekort van zo'n 32 miljard euro. Er is mij echter iets opgevallen en dat had ik misschien wat explicieter in de vraag moeten zetten. Wouter Verschelden raamde twee dagen geleden in 8AM Wetstraat Insider, de newsletter het tekort voor de hele overheid op 45 miljard euro en volgens u is 35 miljard euro daarvan toe te schrijven aan de coronapandemie. Ik heb daarover niet meer informatie gevonden, dus het zou goed zijn als u die kunt geven.
Hoe zit het juist met de begroting? Kunt u uitsplitsen welk deel van het tekort toe te schrijven is aan de coronacrisis en welk deel niet, want er was natuurlijk al een tekort op de begroting, voor de coronacrisis begon?
05.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mevrouw de voorzitster, ik zal mijn antwoord adresseren aan alle commissieleden. Immers, om op de vraag van de heer Loones te antwoorden, hadden mijn diensten een korte presentatie voorbereid, teneinde de voorlopige uitvoeringscijfers van 2020 te duiden. Volgens mij zijn toelichtingen bij de cijfers immers gemakkelijker te volgen, indien de cijfertabellen worden geprojecteerd. Het secretariaat heeft mij echter laten weten dat een presentatie in antwoord op een mondelinge vraag niet is toegestaan. Daarom verzoek ik u de tabellen en cijfers te volgen op de PDF-documenten die ter beschikking worden gesteld. Ik hoop althans dat zij ter beschikking zijn gesteld.
Wij hebben wel een exemplaar, maar het is voor de leden thuis niet gemakkelijk. Wij zullen in elk geval beginnen te antwoorden, want ik heb maar zeven minuten spreektijd.
D'abord quelques remarques préliminaires. Les estimations ont été clôturées fin janvier. Les résultats sont par conséquent encore provisoires et peuvent évoluer dans les prochains mois. En avril, il y aura la première estimation de l'ICM. En octobre, il y aura la publication des comptes des administrations publiques et du PIB 2020 pris en compte, dont l'estimation est de 446,7 milliards d'euros.
Het bbp dat in rekening werd genomen, stemt overeen met het bbp uit de herfstraming van de Nationale Bank van 14 december 2020. Het gaat om 446 miljard euro. Donderdag 11 februari 2021 zal het Federaal Planbureau zijn economische begroting publiceren met een nieuwe raming van het bbp. Vrijdag 12 februari zal de Nationale Bank van België zijn jaarverslag publiceren. Donderdag 11 februari zal ook de Europese Commissie haar winter forecast van 2021 publiceren. U merkt dat er de komende week dus heel wat nieuws over de economische parameters en ramingen op ons afkomt.
En ce qui concerne les sources que nous avons utilisées, les estimations pour l'entité A sont basées sur les estimations fournies par les différentes institutions et sur celles qui étaient disponibles auprès de FEDCOM. Les estimations pour les Communautés et les Régions sont basées sur une enquête menée auprès de chaque entité. Pour l'estimation au niveau des pouvoirs locaux, les prévisions d'automne de la Banque nationale ont été reprises.
De heer Loones vraagt of ik het begrotingstekort van de gezamenlijke overheid kan bevestigen. Het begrotingstekort kan in de eerste kolom van de tabel op het pdf-document worden afgelezen. Ik zal ervoor zorgen dat iedereen het ontvangt. In de eerste kolom ziet u de realisaties van 2019, in de tweede kolom het geraamde tekort van 2020 bij de begrotingsopmaak van 2021 en in de derde kolom de voorlopige raming van het tekort van 2020. Het geraamde tekort van het gezamenlijke bruto overheidstekort bedraagt dus 44,86 miljard euro. Uitgedrukt in procenten is dat een tekort van 10,04% op het bbp. Het resultaat is dus iets minder slecht dan bij de opmaak van de begroting 2021.
Het geraamde tekort van entiteit 1, dus de federale overheid en de sociale zekerheid, bedraagt 32,15 miljard euro. Dat is een tekort van 7,20% ten opzichte van het bbp. Het geraamde tekort van entiteit 2, dus Gemeenschappen, Gewesten en lokale overheden, bedraagt 12,72 miljard euro, oftewel een tekort van -2,85% ten opzichte van het bbp.
De rechtstreekse corona-impact voor entiteit 1 eind januari wordt geraamd op 15,1 miljard euro. Dat betekent dat de schuldgraad eind 2020 115,1% ten opzichte van het bbp bedraagt.
De opdeling tussen de federale overheid en de sociale zekerheid geeft een vertekend beeld, aangezien de alternatieve financiering tijdens de opmaak van de eindejaarsraming constant wordt gehouden op het niveau van wat werd meegenomen in de algemene toelichting bij de begrotingsopmaak 2021.
Meer details met betrekking tot de federale overheid kunt u ook aflezen in de documenten die u zult ontvangen. Daarin staat ook meer informatie over de ontvangsten, de rentelasten, de primaire uitgaven en de vrijstellingen voor de bedrijfsvoorheffing.
Ten opzichte van de raming in de algemene toelichting is er dus een verbetering van het vorderingssaldo met 2,9 miljard euro. Belangrijke verschillen ten opzichte van de algemene toelichting zijn de fiscale ontvangsten met een meeropbrengst van 1,3 miljard euro. Dat is verdeeld over bedrijfsvoorheffing, 1,4 miljard euro hoger, kohieren vennootschapsbelastingen, 0,5 miljard euro hoger, kohieren natuurlijke vennootschappen, 0,6 miljard euro, dus lager dan verwacht, voorafbetalingen, 0,2 miljard euro meer en roerende voorheffing, 0,2 miljard euro minder.
De primaire uitgaven zijn ook iets lager, namelijk 0,8 miljard euro. De onderbenutting is 1,6 miljard euro ten opzichte van de algemene toelichting, waar uitgegaan werd van 0,85 miljard euro. De uitgaven vrijstellingen bedrijfsvoorheffing zijn min 0,6 miljard euro.
Een verder detail van de sociale zekerheid wordt u ook toegestuurd. Voor de sociale zekerheid is er een daling ten opzichte van 2019 van de sociale bijdrage en een forse toename van de overheidsdotaties. Ook de sterke stijging van de uitgaven in de sociale zekerheid is coronagerelateerd.
Wat entiteit 2 betreft, in overleg met de Gemeenschappen en Gewesten mogen de gegevens van elke regio afzonderlijk niet worden gepubliceerd. De communicatie van het saldo komt immers toe aan de desbetreffende minister van Begroting of de deelregeringen. Daar hebt u ook goede contacten, mijnheer Loones. Ik denk dat u die gegevens ook wel zal hebben. Ook de andere leden van de commissie kunnen die gegevens daar opvragen.
Het pdf-document
werd naar alle leden van de commissie doorgestuurd. Daar staan alle tabellen
in. Als u nog vragen hebt, kunt u die gerust stellen.
05.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, schitterend, ik dank u voor de transparantie die u aan de dag legt door alle collega's de nodige tabellen te bezorgen in antwoord op een mondelinge vraag. Dat is niet gebruikelijk in het Parlement, maar zeker aanbevelenswaardig.
Ik heb enkele opmerkingen. Ten eerste, ik verbaasde mij al over de bedragen, 35 miljard euro ten opzichte van 32 miljard euro, die werden vermeld. Dat het voor de federale overheid gaat over een bedrag van 15 à 16 miljard euro, dus lager, is op zich goed nieuws volgens mij. We hebben immers minder uitgaven voor corona.
Anderzijds betekent het natuurlijk wel dat structurele tekorten nog veel hoger zijn dan ik dacht. Als het tekort 32 miljard euro bedraagt en een gigantisch bedrag daarvan te wijten is aan de coronapandemie, dan zou dat willen zeggen dat onze begroting, wanneer we abstractie maken van de corona-impact, redelijk in orde was. Maar dat blijkt niet het geval te zijn.
Trekken we van het federaal tekort van 32 miljard euro het bedrag voor de coronacrisis, 15 à 16 miljard euro, dan wil dat zeggen dat we 16 miljard euro in het rood draaien. Natuurlijk zullen daar ook de indirecte effecten van de coronacrisis meegerekend worden, maar het is nog steeds geen goede zaak, ook al draagt u daarvoor geen verantwoordelijkheid. Daarover moeten we het eens zijn. Het feit dat de corona-uitgaven lager zijn, betekent niet dat de uitdaging voor de begroting daarom lager is.
Ten tweede ga ik even in op de schuldgraad in uw zesde slide. U merkt terecht op dat de komende week een cijferweek wordt. Er komen er een heel aantal aan. Vorige week was er al de interessante publicatie van de Europese Commissie, The Debt Sustainability Monitor, waarin de Commissie vertrekt van dezelfde hypothese zoals we ze hier een aantal maanden geleden gehoord hebben, namelijk dat onze schuldgraad verder zal stijgen. Ik merk op dat dat in uw tabellen opnieuw niet het geval is. Daar zit dus een spanningsveld tussen de cijfers die uw diensten hanteren en de cijfers van de Europese Commissie. Natuurlijk kan het grote gevolgen hebben, als men nog maar een kleine draai geeft aan één parameter. Maar het zou wel een goede zaak zijn, als dat uitgeklaard wordt. Het is namelijk niet leuk als onze diensten en de Europese Commissie verschillende dingen zeggen.
Ten slotte stel ik vast in de primaire uitgaven – ik hoef hier geen antwoord op – dat de onderbenutting dubbel zo hoog ligt als aanvankelijk geraamd. Het zal vorig jaar geen bewuste politiek geweest zijn, want er was geen regering. De onderbenutting zal wellicht een gevolg geweest zijn van het feit dat er lange tijd geen volwaardige regering was. Het zou wel interessant zijn om inzicht te krijgen in de politiek die u daarrond wenst te voeren. Daar hebben we het immers wel al over gehad.
Uw begroting gaat tot het gaatje. Alles wat kon gebudgetteerd worden, is gebudgetteerd. Er zijn geen marges meer. Daar zijn argumenten voor, maar het gevolg is wel dat er inderdaad geen marges zijn. Typisch wordt er dan eerst gekeken naar de politiek rond de onderbenutting. We zullen het later zeker nog hebben over uw intenties daaromtrent. Van de regering maken partijen deel uit die onder andere vooral willen uitgeven en koopkracht belangrijk vinden. Dat betekent wellicht ook dat er niet onmiddellijk gekeken zal kunnen worden naar de onderbenutting, maar ik hoop dat dat toch het geval zou kunnen zijn, al is het maar om u vijf minuten extra nachtrust te gunnen.
L'incident est clos.
06 Vraag van Sander Loones aan Eva De Bleeker (Begroting en Consumentenbescherming) over "De schuldkwijtschelding" (55014007C)
06 Question de Sander Loones à Eva De Bleeker (Budget et Protection des consommateurs) sur "L'annulation de la dette" (55014007C)
06.01 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, dit is de meest politieke vraag van allemaal. Dat geef ik ook grif toe. Ik ben benieuwd naar uw antwoord, maar u zult ongetwijfeld zeggen dat het regeerakkoord uw referentie is.
Wat is er aan de hand? Alle overheden hebben enorme tekorten door corona. Dit wordt gecombineerd met een ultralakse monetaire politiek van de Europese Centrale Bank. Het hele verhaal is gekend. Het gevolg is dat er heel veel schulden zijn.
Nu zeggen 150 economen, een paar politicologen en zelfs een partijvoorzitter, PS-voorzitter Magnette, dat die schulden zijn aangegaan, dat men er de spons over moet vegen en dat wij moeten doen alsof die schulden er gewoon niet zijn.
Ik vind dat een bijzondere vraag. Het antwoord aan de linkerzijde is steeds dat het niet erg is dat wij schulden aangaan, want dat wij toch aan zeer gunstige tarieven lenen en dat wij ons daarover dus eigenlijk geen zorgen moeten maken. Maar blijkbaar moeten wij ons er wel zorgen genoeg over maken om ze helemaal weg te vegen. Er zit daar een zeker spanningsveld dat niet zeer coherent is. Ofwel is het niet belangrijk en dan is dat hun discours, ofwel is het wel belangrijk en dan kan men discussiëren over hoe dat wordt aangepakt. De heer Magnette is daar niet helemaal consequent in zijn redenering.
Het zou interessant zijn om minstens te weten of binnen de regering daarover gesproken is, of in het regeerakkoord of in een atomaschriftje, dat ongetwijfeld niet zal bestaan, maar laten wij een kat een kat noemen. Is er gesproken of niet over welke schuldpolitiek gevoerd zal worden door uw regering?
Dat is natuurlijk belangrijk voor onze begroting, maar ook, en dat is dan het ruimere verhaal, voor de credibiliteit van de euro. Dat is persoonlijk mijn grootste zorg. Als wij op internationale monetaire markten het signaal uitzenden dat wij eigenlijk niet garant staan voor het terugbetalen van onze schulden, ook al zijn het interne schulden, dan is dat niet het beste signaal om de geloofwaardigheid van de euro te onderbouwen. Wie geld leent, betaalt dat best ook terug.
06.02 Staatssecretaris Eva De Bleeker: Mijnheer Loones, ik las inderdaad dezelfde artikels als u in de kranten. Deze thematiek werd nog niet besproken in de regering. Ik verwijs u in de toekomst ook graag door naar de heer Van Peteghem, die als minister van Financiën bevoegd is voor het schuldbeheer.
Het standpunt dat door de regering moet worden uitgedragen, moet eerst bepaald worden binnen de regering. Mijn persoonlijke mening is dat het kwijtschelden van schulden voor de overheid altijd een slecht signaal is. Een gedegen begrotingsbeleid straalt meer vertrouwen uit. Het kwijtschelden van schulden en dat geld dan opnieuw uitgeven, zoals wordt voorgesteld, zou kunnen leiden tot een onbeperkte geldcreatie. Waarom zou de overheid zich dan nog inhouden? De mogelijkheid tot een ontspoorde inflatie lijkt dan ook wel reëel.
De Europese
Commissie heeft tijdelijk de budgettaire normering opgegeven. Vóór de
covidcrisis was er al een discussie opgestart over de mogelijke aanpassing van
dat Europees budgettair kader. Ongetwijfeld zal deze discussie snel
heropgestart worden. Er dient een vereenvoudiging te komen van het bestaande,
complexe systeem, dat uiteindelijk enkel door specialisten wordt begrepen. De
initiële regels van 3 % tekort en 60 % schuld kent iedereen, maar
over de huidige regels en de toepassingen ervan, moeten er toch steeds
specialisten bijgehaald worden.
Daarbij moet toch
zeker de nieuwe context in overweging genomen worden. Directe besparingen
zouden namelijk het herstel van onze economie schaden. Daar ben ik van
overtuigd. De houdbaarheid van de schuld moet wel worden gegarandeerd, helemaal
niet alleen omwille van Europese normen. In het verleden heb ik al gezegd dat
wij altijd zullen trachten om ons helemaal in het Europese kader in te
schrijven en daaraan te voldoen. Los van dat kader moeten we de houdbaarheid
van de schuld toch goed voor ogen houden.
In het verleden
heb ik ook al aangegeven dat ik bezorgd ben over de oplopende schuld,
niettegenstaande de noodzaak van de genomen maatregelen, zeker de maatregelen
inzake corona. Er moet dus vereenvoudigd worden, maar niet versoepelen op lange
of middellange termijn.
06.03 Sander Loones (N-VA): Mevrouw de staatssecretaris, ik heb een paar korte punten als repliek.
Ten eerste, ik heb de vraag inderdaad ook ingediend aan de heer Van Peteghem. Ze komt deze middag of morgen aan bod, indien wij zover geraken, gelet op de tijd nodig om de vraag in de agenda in te voegen.
Ten tweede, ik heb heel duidelijk genoteerd dat u antwoordt dat dergelijke dossiers eerst moeten worden bepaald binnen de regering, wat geruststellend is, maar dan ook weer niet. Het is geruststellend, omdat nog niet is beslist. Het is echter niet geruststellend, ook omdat nog niet is beslist en er een robbertje over zal moeten worden gevochten binnen de regering.
Ik ga ervan uit dat u ook beseft dat een regering met niets akkoord gaat als niet alle partners akkoord gaan en dat, indien een punt niet in het regeerakkoord staat, degene die het vraagt, altijd in een zwakke positie staat, ook al gaat het om de grootste partij binnen de coalitie. Dat is evenwel een politieke uitspraak.
Ten derde, u geeft een aantal heel interessante punten. Ik apprecieer uw openheid over uw meer persoonlijke visie. Dat moet kunnen en hoeft niet te worden geproblematiseerd of moet geen aanleiding geven tot spelletjes. Wij kijken allemaal met onze eigen ideologie en maatschappijvisie naar de werkelijkheid.
U spreekt wel een aantal duidelijke woorden uit, zoals gedegen begrotingsbeleid en risico van ontspoorde inflatie. Dat zijn zaken die ik persoonlijk deel, maar die ook door de heer De Croo werden gedeeld toen hij minister van Financiën was. Toen zaten wij hier in dezelfde commissiezaal en stelde ik dezelfde vragen aan hem. Op dat vlak was de heer De Croo zeker niet de grootste fan van het lakse monetaire beleid van de Europese Centrale Bank, toen hij minister van Financiën was. Vandaag ligt dat misschien anders.
Een laatste puntje dat ik wil aanstippen is uw opmerking, die ik apprecieer, dat we rekening moeten houden met de houdbaarheid van de schuld en niet alleen omwille van de Europese normen. Ik vind dat interessant om twee redenen.
Ten eerste, we moeten ons eigen huiswerk maken. U bevestigt dat duidelijk. Wij hebben daarvoor geen externe vijand nodig. Laat ons zelf verantwoordelijkheid tonen.
Ten tweede, de Europese Unie verdient beter dan de boeman van de lidstaten te zijn. Het is al te gemakkelijk om te zeggen dat wij dat moeten doen van Europa, waarop iedereen dan maar kwaad moet zijn op Europa. De Europese samenwerking verdient dat niet en verdient alvast op dat vlak wat meer respect. Het zal goed zijn dat respect samen te kunnen betuigen.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 10.51 uur.
La réunion publique de commission est levée à 10 h 51.