Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Mardi 9 mars 2021 Matin ______ |
van Dinsdag 9 maart 2021 Voormiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.07 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 07 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01 Débat d'actualité sur les visas humanitaires et questions jointes de
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les nouveaux soupçons de trafic de visas humanitaires" (55014898C)
- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les visas humanitaires délivrés" (55014920C)
- Peter De Roover à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les fuites dans la presse à propos de notes (confidentielles)" (55015041C)
- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La nouvelle enquête concernant un trafic de visas humanitaires" (55015045C)
- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les soupçons à propos d'une nouvelle affaire de visas impliquant la N-VA" (55015067C)
- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les nouvelles accusations dans le cadre des visas humanitaires" (55015086C)
01 Actualiteitsdebat over de humanitaire visa en toegevoegde vragen van
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De nieuwe vermoedens van humanitairevisafraude" (55014898C)
- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De uitgereikte humanitaire visa" (55014920C)
- Peter De Roover aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Perslekken in het kader van (vertrouwelijke) nota's" (55015041C)
- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het nieuwe onderzoek naar humanitairevisafraude" (55015045C)
- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De verdenkingen over een nieuwe visa-affaire van de N-VA" (55015067C)
- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De nieuwe beschuldigingen inzake humanitaire visa" (55015086C)
01.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, le débat d'actualité est brûlant puisqu'il y a quelques jours, la presse s'est fait l'écho de nouvelles rumeurs de trafic de visas humanitaires, notamment au sein de la communauté iranienne de Belgique, suivant une note que vous auriez transmise à la VSSE.
De telles rumeurs doivent être prises au sérieux, en particulier après les décisions judiciaires ayant donné suite à l'affaire Kucam qui a déjà mis à mal et ébranlé notre système de visas humanitaires.
Sans porter aujourd'hui de jugement, n'étant qu'au début de l'information, sur de telles rumeurs, si elles devaient s'avérer fondées, il serait inacceptable de laisser de tels agissements impunis. Il serait insupportable de penser que d'aucuns oseraient profiter de leur proximité avec certaines sphères du pouvoir, oseraient s'enrichir sur la détresse de personnes en danger ou mettre en péril l'accès à la protection de personnes qui en auraient besoin en fragilisant la confiance dans un système indispensable, monsieur le secrétaire d'État – vous le savez – pour résoudre des situations d'urgence.
Monsieur le secrétaire d'État, qu'en est-il de ces rumeurs? Quelles mesures avez-vous effectivement prises dans ce cadre? Le cas échéant, quelle suite entendez-vous réserver à ce dossier?
01.02 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, in De Morgen van 4 maart konden we lezen over humanitaire visa die uitgereikt zouden zijn via een Iraanse contactpersoon die in België verblijft. Ik ga niet in op een aantal geruchten waarover ik hoegenaamd geen mening heb. Aangezien dat niet wenselijk zou zijn, zal ik dat expliciet niet doen. Anderen waren er echter wel erg snel bij om hier een uitgesproken mening over te geven, zonder de exacte feiten te kennen.
Eerder gaven hier in de Kamer zowel Myria als de DVZ toelichting over de categorieën van personen waaraan grosso modo humanitaire visa verstrekt worden. Daarbij gaat het dan om hervestigden, om personen met bepaalde familiebanden in België en om specifieke, prangende humanitaire situaties. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om een dringende medische ingreep of de begrafenis van een familielid. Een andere specifieke situatie is die van de operaties, bijvoorbeeld in Rwanda in 1994.
We weten ook dat aanvragen van humanitaire visa via een consulaat of ambassade waarbij men geen familiebanden of prangende humanitaire situatie kan aantonen, normaal gezien consequent worden afgewezen. Wanneer er dus humanitaire visa worden verstrekt aan Iraniërs die zich al een tijdlang in Turkije bevinden, buiten het kader van hervestiging, die niet per se beantwoorden aan de vereiste van de familiebanden, noch aan die van bijvoorbeeld een dringende medische ingreep of de begrafenis van een familielid, dan is dat op het eerste zicht opmerkelijk. Voor alle duidelijkheid, dit kan zeer goed te verantwoorden zijn maar het is wel opmerkelijk.
Het toekennen van humanitaire visa is terecht een discretionaire bevoegdheid. Wel menen we dat wanneer daarbij afgeweken wordt van het gewone daarvoor minstens expliciete politieke instemming nodig is, waarbij de uitgereikte visa passen in een welbepaalde doelstelling of een beleid.
Mijnheer de staatssecretaris, klopt het dat het hier visa betreft voor personen buiten hervestiging, die op zich niet voldoen aan de ongeschreven voorwaarde van de familiebanden of die van de prangende humanitaire situatie zoals bijvoorbeeld een dringende medische ingreep? In welk beleid kaderen deze visa dan?
Hoe vaak gebeurt het in het algemeen dat visa uitgereikt worden buiten de genoemde situaties? Hebt u daar cijfers over? Sinds wanneer gebeurde dat dan met bijvoorbeeld deze contactpersoon? Ging het om kort verblijf of lang verblijf?
In welk beleid kaderden de via deze contactpersoon uitgereikte visa? Waarom kon het voor deze mensen wel en voor anderen die zich in dezelfde omstandigheden aanboden bij dezelfde ambassade of waar dan ook niet?
Werd de staatssecretaris door de DVZ in kennis gesteld van deze beslissingen? Om welke staatssecretaris ging het dan, u of uw voorganger? Indien niet, had dat dan niet zeker moeten gebeuren gezien het feit dat hierbij afgeweken lijkt te worden van de ongeschreven voorwaarden? Betrof het dus een welbewuste politieke beslissing?
Welke rol kunnen contactpersonen in het algemeen nog spelen bij het aanvragen van humanitaire visa via ambassades en consulaten? Kan het hebben van een specifieke contactpersoon de kans op slagen verhogen?
01.03 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, collega's, er ligt hier een bijzonder ernstige zaak op tafel. Het feit dat de Veiligheid van de Staat het vanochtend nodig heeft geacht te communiceren, wat uitermate uitzonderlijk is, bewijst dat.
Alles doet uitschijnen dat een theocratisch regime, namelijk het regime van Iran, pogingen onderneemt, om een democratisch verkozen volksvertegenwoordiger in ons Parlement in diskrediet te brengen. Dat is een aanval op een van de fundamenten van onze democratie, namelijk het belasteren op basis van loze geruchten.
Mijnheer de staatssecretaris, u hebt daarin een rol gespeeld. Het is interessant te zien wat die rol was. De berichtgeving die in de media daarover heeft plaatsgevonden, is gebeurd op basis van – ik herhaal het en citeer de Veiligheid van de Staat – "een uiterst genuanceerd rapport" waarin melding wordt gemaakt van de mogelijkheid en wellicht waarschijnlijkheid van beïnvloeding door Iraanse diensten van de nieuwsgaring bij ons. U hebt aan de media, meer bepaald De Morgen, bevestigd dat u de nota hebt doorgespeeld aan de gerechtelijke diensten.
Ik zou dus het volgende willen weten.
Wat was uw motivatie, om in het dossier een rol te spelen? Waarom hebt u zich niet op de vlakte gehouden ten opzichte van de media in die toch erg kiese aangelegenheid?
Ik neem aan dat u de nota kent. Wie op uw kabinet kende de nota? Was de nota geclassificeerd?
Wat zijn de criteria die u hebt gebruikt, om hem door te spelen aan het parket? Wat zijn vooral de criteria die u hanteert, om daarover publiek verklaringen af te leggen? Hebt u dat ook in soortgelijke gevallen in het verleden al gedaan?
Was u op de hoogte van de mededeling van de Veiligheid van de Staat dat er mogelijke beïnvloeding was door Iraanse diensten? Hebt u daar zelf onderzoek naar gedaan? Hebt u de collega van Buitenlandse Zaken op de hoogte gebracht van de vaststelling dat er ter zake een mogelijke beïnvloeding zou zijn van buitenlandse diensten in ons democratisch proces?
Welk overleg heeft plaatsgevonden tussen uw diensten en eventuele andere diensten over de aangelegenheid?
Welke criteria hanteert uw kabinet om al dan niet dergelijke nota's door te spelen aan het parket hier en in soortgelijke gevallen?
Mijnheer de staatssecretaris, ik herhaal dat de Veiligheid van de Staat spreekt over "uiterste nuance", wat diplomatieke taal is, om aan te geven dat het flinterdunne dossier gebaseerd is op geruchten. Dat stelt zij ook letterlijk zo. Zou het niet wijs zijn geweest mocht u het misbruik van de media met oppervlakkige journalistiek niet hebben gefaciliteerd door zelf mededelingen over het dossier te doen via een publieke mededeling aan de media?
Mijnheer de staatssecretaris, ik kijk erg uit naar uw antwoord.
01.04 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, quelques semaines après le verdict dans l'affaire Kucam, nous sommes à nouveau confrontés à des suspicions. Il y a une information judiciaire et ce n'est pas notre rôle de politiques de s'avancer outre mesure. Le fait que ces articles puissent paraître dans la presse montre un malaise par rapport à la transparence et à l'objectivation de critères.
Je sais que votre cabinet travaille à cette transparence mais ma crainte est que si on ne structure pas un mécanisme transparent de "critérisation" et d'objectivation de l'octroi de ces visas humanitaires, ces histoires se répèteront.
Monsieur le secrétaire d'État, comptez vous répondre aux nombreuses critiques en proposant enfin une réforme rapide du système de délivrance de visas humanitaires, favorisant la clarté et la transparence des décisions prises?
01.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, ook onze fractie heeft vragen omtrent de verschillende berichten over mogelijke fraude met humanitaire visa die op 4 maart in de pers verschenen. U werd daarover ingelicht door de Belgische Veiligheid van de Staat, die geruchten opving vanuit de Iraanse gemeenschap in België over een zekere S.B., die vanaf 2020 fungeerde als contactpersoon in bepaalde visadossiers. Omdat de door de pers geuite verdenkingen niet geheel eenduidig zijn, vraag ik u om duidelijkheid te scheppen.
Mijnheer de staatssecretaris, wat is de precieze aard van de verdenkingen? Over hoeveel dossiers gaat het? Welke volgende stappen zult u in het verhaal zetten?
01.06 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ik sluit mij graag aan in het debat.
Vandaag worden er omtrent de kwestie nieuwe zaken in de pers vermeld, maar alleszins toont ze aan dat het werken met tussenpersonen bijzonder kwetsbaar is voor misbruik, waaruit verdachtmakingen kunnen voortvloeien.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u de beschuldigingen die in de pers werden geuit, nader toelichten? Is er volgens u sprake van onregelmatigheden? Hebt u de Dienst Vreemdelingenzaken gevraagd om de beschuldigingen te onderzoeken?
Nog belangrijker, om het systeem weer transparant te maken, welke stappen zult u op korte termijn zetten? Als er niet langer met individuele tussenpersonen wordt gewerkt, met welke instanties moet er dan wel worden gewerkt om objectiviteit van de procedure te garanderen? Wanneer zult u uw beleid daaromtrent toelichten in het Parlement?
01.07 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Collega's, dank u voor uw vragen.
Op maandag 15 februari ontving ik een brief van de Veiligheid van de Staat die ook gericht was aan de minister van Justitie, aan de adviseur-generaal van de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid en aan de directeur-generaal van de DVZ. Daarin werd melding gemaakt van geruchten dat er bij het verlenen van humanitaire visa aan Iraanse opposanten sprake zou zijn van mistoestanden en dat er in bepaalde gevallen geld zou zijn gevraagd. Het zou gaan om een groep Iraanse opposanten die in Turkije verbleef en met humanitaire visa naar België is gekomen. Er werd melding gemaakt van twee namen van personen die daarbij zouden zijn betrokken, met name de heer Saeed Bashirtash en zijn echtgenote Darya Safai.
Ik heb dezelfde dag nog een onderzoek bij de DVZ gevraagd. De dienst bevestigde dat er inderdaad in september 2020 door 14 Iraniërs een humanitair visum type D werd gevraagd. Het gaat om opposanten en journalisten die zich op dat moment in Turkije bevonden. De visa werden toegekend door de DVZ na individuele analyses van de dossiers en na het advies aan de Veiligheid van de Staat te hebben gevraagd.
Het eerste element van de geruchten werd bevestigd door de DVZ. In elk van de dossiers kwam de naam van de betrokkene voor als contactpersoon en werd zijn adres in België opgegeven.
In januari volgden nog aanvragen voor 12 andere personen, waarin de betrokkene eveneens als tussenpersoon optreedt. Die aanvragen werden op mijn vraag onmiddellijk on hold gezet, tot wanneer er meer duidelijkheid is over de geruchten waarvan sprake.
Voor alle duidelijkheid, optreden als contactpersoon in het kader van visumaanvragen is op zich geen misdrijf. Het gaat hier ook niet om een contactpersoon van het kabinet om een reddingsactie te organiseren, maar om individuele dossiers, waarin personen een contactpersoon of sponsor kunnen opgeven.
De geruchten gingen echter verder dan dat en insinueerden dat er voor de tussenkomst geld werd gevraagd. Aangezien ik niet zelf de informatie uit de geruchten kan verifiëren, heb ik op 16 februari, de dag nadien dus, het federaal parket op de hoogte gebracht. Dat is voor alle duidelijkheid geen oordeel over de inhoud van de geruchten, want iedereen is onschuldig tot het tegendeel bewezen is, maar op basis van de informatie waarover ik beschik, heb ik geen andere keuze dan hiervan melding te maken.
Het is aan het parket om te oordelen of verder onderzoek noodzakelijk is. Ik heb alle vertrouwen in de diensten en het gerecht, maar bij de minste millimeter twijfel is het in ieders belang dat er een onderzoek wordt gevoerd.
Het is ook nodig om enkele zaken te verduidelijken. Op 15 februari heb ik een geclassificeerde nota ontvangen van de Veiligheid van de Staat. Op 16 februari heb ik per brief een officiële melding gedaan van "een gerucht dat mij bereikte". Ik heb dus noch de gehele nota noch de bron prijsgegeven in mijn schrijven aan het parket. Wel heb ik aan het parket beklemtoond dat het ging om onbevestigde informatie.
Ondertussen werd een tweede niet-geclassificeerde nota met de bewuste informatie opgevraagd bij de Veiligheid van de Staat. Die nota heb ik op 22 februari ontvangen en overgelegd aan het parket, énkel aan het parket.
Mijnheer De Roover, u vraagt naar het criterium om dergelijke informatie over te leggen aan de gerechtelijke instanties. Wanneer ik persoonlijk op de hoogte word gebracht van mogelijke strafrechtelijke inbreuken in mijn bevoegdheidsdomein, zal ik niet aarzelen om de juridische diensten in ons land op de hoogte te brengen. Dat lijkt mij trouwens de plicht te zijn van elk regeringslid die zijn of haar taak ernstig neemt. Het is wat elke goede huisvader zou doen in de uitoefening van een publiek ambt. Naar mijn aanvoelen heb ik zelfs de plicht om naar het gerecht te stappen. Mistoestanden uit het verleden hebben ons immers aangetoond dat niet optreden bij geruchten geen optie is.
Pour ce qui concerne les mesures prises suite à ce dossier, sachez que, même si une procédure pour traiter ces cas existait déjà, j'ai établi des directives claires à destination de l'Office des étrangers dans le cas où mon cabinet devrait être contacté. J'ai explicitement indiqué que si le nom d'une personne de contact apparaissait dans plusieurs dossiers, mon cabinet devait en être informé. Auparavant, la catégorie "personne de contact" n'était pas systématiquement suivie par l'Office des étrangers dans le cadre des différents dossiers. Cependant, le traitement de ces derniers est toujours effectué par ledit Office.
En tant que secrétaire d'État, j'ai des pouvoirs discrétionnaires en matière de visas humanitaires. Cela ne signifie pas que j'examine et que j'évalue chaque cas personnellement. Il est nécessaire d'objectiver le travail effectué par mes services. J'assume, bien entendu, la responsabilité politique des dossiers sensibles qui font également l'objet de discussions au sein du gouvernement, si nécessaire.
Je tiens à préciser une fois pour toutes que l'arbitrage politique dans l'octroi des visas humanitaires n'est pas acceptable. C'est la raison pour laquelle l'Office des étrangers évalue l'octroi de ces visas sur la base de directives objectives. Il s'agit toujours d'évaluations individuelles dans le cadre desquelles tous les éléments d'un dossier sont pris en compte. Toute personne a le droit d'introduire une demande individuelle, et mon cabinet ne travaille pas avec des intermédiaires.
Collega Segers, er zijn meerdere redenen waarom iemand een humanitair visum kan aanvragen. U hebt de voornaamste ook reeds meegedeeld. Dat kan via hervestiging, de uitgebreide gezinshereniging, dringende situaties die een kortverblijf in België rechtvaardigen, maar eveneens in sommige gevallen een langer verblijf. In deze heeft de Dienst Vreemdelingenzaken geoordeeld dat de personen zich in een prangende situatie in Turkije bevonden.
Op dit moment kan ik geen opsplitsing maken op basis van de motieven voor de toegekende humanitaire visa C en D. Mijn diensten werken eraan om een goede rapportering aan het Parlement mogelijk te maken.
Op dit moment werkt de Dienst Vreemdelingenzaken, in samenwerking met Buitenlandse Zaken, aan de aanpassing van het ICT-systeem en de formulieren.
Ce dossier signifie-t-il que le système de visas humanitaires doit être révisé? C'est une considération importante. Malgré les risques, je pense toujours que c'est un outil important que de pouvoir offrir une aide rapide et individuelle, dans certaines situations, aux personnes en situation de risque. De cette manière, nous pouvons parfois vraiment faire la différence pour quelqu'un, et donner une interprétation très concrète de nos responsabilités internationales en matière de protection des droits de l'homme.
Toutefois, afin d'éviter l'arbitraire, comme cela a déjà été discuté au sein de cette commission, il y aura plus de transparence vis-à-vis du Parlement en ce qui concerne les visas humanitaires.
Ik zou u ook nog willen vragen geen intentieprocessen te voeren in dit dossier, geen politieke spelletjes te spelen en het gerecht vooral zijn werk te laten doen. Wat de rol van de media betreft, wij kunnen niet oordelen over de bronnen, getuigen of informatie waarover zij beschikken. Journalisten werken in alle vrijheid, zoals dat hoort in ons land. Net daarom bieden wij trouwens ook bescherming aan journalisten die in eigen land niet van die vrijheid kunnen genieten.
De vraag die we wel moeten stellen – ik mag de meeste collega's feliciteren voor hun vraagstelling, in de mate waarin ik dat moet doen – is op welke manier wij dan wel omgaan met de informatie die er er vandaag is, maar ook de voorbije dagen en de komende dagen, op sociale media. Het is niet omdat het in dit geval toevallig een betrokkene is die in de Kamer actief is, dat dit een reden zou zijn om intentieprocessen à la bonheur te voeren. Laat het gerecht zijn werk doen en laat de politici hun werk doen. Dat is niet het verspreiden van geruchten, het voeren van intentieprocessen of het plegen van karaktermoorden, zoals dat af en toe helaas ook gebeurt.
01.08 Hervé Rigot (PS): Merci, monsieur le secrétaire d'État, pour vos clarifications.
Vous avez raison de souligner que nous devons faire preuve de réserve et de prudence à l'égard de rumeurs. Et vous avez raison aussi de dire qu'il faut prendre nos responsabilités et donner les suites nécessaires pour faire la clarté sur certaines situations.
Je tiens, à ce titre, à saluer le fait que vous avez donné rapidement des instructions claires à votre administration en ce qui concerne notamment le suivi des personnes de contact. En effet, rétablir la confiance de chacun, et en premier ressort celle des bénéficiaires potentiels de ce système, est indispensable. Il nous faut un mécanisme de contrôle interne, et des processus clairs. Il nous faut aussi des intermédiaires fiables, parce que les visas humanitaires sont un outil essentiel, et la question de la façon dont ils sont encadrés se pose avec force si l'on veut s'assurer que cela ne puisse pas se reproduire, monsieur le secrétaire d'État. Nous comptons sur vous pour faire des propositions dans ce sens.
Si on recourt aux personnes de contact, comme on l'avait déjà évoqué lorsque nous avons fait le point sur la triste affaire Kucam, il convient de s'assurer que ces personnes soient aussi screenées. Des organismes plus structurés semblent donner des garanties plus fortes, même si l'on peut aussi comprendre le besoin d'agir au cas par cas et rapidement dans le but de sauver des vies.
Nous comptons sur vous, monsieur le secrétaire d'État, et nous ne manquerons pas de revenir avec d'autres questions sur l'évolution du processus des visas humanitaires.
01.09 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, collega De Roover heeft een aantal wat hardere woorden gebruikt. Ik las ook een tweet van een N-VA-collega die zegt dat wie een vraag over deze zaak stelt een bloedhond is. Dat staat genoteerd.
Mijnheer de staatssecretaris, u hebt gedaan wat nodig is. Als er verhalen zijn over onregelmatigheden, dan is het normaal dat u daarvan melding maakt. Meer nog, het is uw taak. Het is niet aan u om daarover te oordelen. Net daarom is het goed om dit te laten uitzoeken door uw diensten en om het eventueel over te dragen aan instanties die daarvoor wel bevoegd zijn. Het is zelfs jammer te noemen dat niet alle staatssecretarissen zulke reflexen hebben gehad.
Voor alle duidelijkheid, ik voel mij totaal niet aangesproken door de wat hardere woorden van sommigen. Ik wil wel dat er duidelijkheid is over de humanitaire visa. Wij moeten die humanitaire visa zoveel mogelijk uit de grijze zone halen, zonder te raken aan het discretionaire karakter ervan. Voor de klassieke situaties, bijvoorbeeld familiebanden, is het daarom voor ons nodig dat er steeds een plan is, een plan voor elk uitgereikt humanitair visum met betrekking tot begeleiding en opvolging.
Als er dan situaties zijn die afwijken van het gewone, bijvoorbeeld Rwanda in 1994, is er daarvoor uiteraard een zeer duidelijke politieke dekking nodig.
Als wij weten dat humanitaire visa zonder aangetoonde familiebanden op dezelfde ambassade of consulaat normaliter steeds afgewezen werden en dat er nu verzoeken waren die ook buiten de criteria vallen en die wel werden ingewilligd, dan moeten er daarvoor redenen zijn. Er kunnen goede redenen zijn, maar ik wil die redenen wel kennen en wil vooral weten in welk beleid dit dan past. Wat dat betreft, blijf ik ook na vandaag nog met enkele vragen zitten.
01.10 Peter De Roover (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, er wordt gezegd dat u gedaan hebt wat u moest doen. Voor een deel is dat juist. Uiteraard, dat alles wordt onderzocht, ligt voor de hand. U hebt echter meer gedaan dan nodig is. U hebt namelijk een ruk gegeven aan de geruchtenmolen en u bent daarop in uw antwoord niet ingegaan. U had discreet moeten zijn. Het gaat over iemand dit in dit Huis verkozen is. Dat betekent dat er een discreet onderzoek moet zijn naar wat haar echtgenoot doet. De geïnsinueerde betrokkenheid, waarvoor absoluut geen enkele indicatie is, is inderdaad een karaktermoord.
Mijnheer de staatssecretaris, u bent niet discreet geweest. U hebt zelfs geen antwoord gegeven op mijn vraag. Wat denkt u zelf over uw contacten daaromtrent met de pers?
Beste collega's, het gaat hier over een poging, wellicht van een buitenlands en bovendien niet meteen democratisch regime, om een volksvertegenwoordiger in diskrediet te brengen.
Mijnheer de staatssecretaris, hier zou een volledige discretie gepast zijn geweest. U had daarop moeten letten. Bent u zelf niet van oordeel dat u zich nu hebt laten misbruiken als een pion in een spel van een buitenlandse mogendheid die op basis van geruchten een volksvertegenwoordiger reputatieschade heeft doen oplopen? Ik begrijp niet dat u daar niet eens op ingaat en dat u die zelfreflectie hier niet hebt. Ik heb het niet over het feit dat u het parket inlichtingen verschaft of in kennis stelt van een dossier van de Veiligheid van de Staat. Indien u echter belang hecht aan die geruchten, waarom hecht u dan geen belang aan de geruchten dat Iraanse diensten actief bij de kwestie betrokken zijn?
Waarom hebt u uw collega van Buitenlandse Zaken niet op de hoogte gebracht van het feit, zodat u naar dat onderdeel een onderzoek kan laten voeren, wat u schijnbaar niet nodig acht?
U hebt zich ter zake niet discreet opgesteld. U hebt lucht gegeven aan het verspreiden van absoluut onbewezen geruchten, wat ik erg betreur.
Ik betreur ook erg dat u hier om de vragen heen hebt gefietst. U had de kans om hier op dat punt mea culpa te slaan, met name omdat u onvoldoende discreet hebt gehandeld, onvoldoende collegiaal en onvoldoende met het oog op het vrijwaren van de goede werking van onze instelling. Er is op dat vlak schijnbaar geen enkele reflectie die u daarover met de Kamer deelt. U hebt ter zake een kans gemist om daarbij de gepaste besluiten te trekken.
Ik mag hopen dat u in de toekomst discreter omspringt met dergelijke pogingen van wellicht buitenlandse diensten om collega's in diskrediet te brengen. Het is niet omdat het om een collega van een andere partij dan de uwe gaat dat u ter zake niet had moeten optreden. U had de media niet moeten voeden om te doen wat is gebeurd.
Mijnheer de staatssecretaris, u had hier tekst en uitleg moeten geven, wat u niet hebt gedaan. Ik betreur dat erg.
01.11 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je tiens juste à rappeler que nous avons normalement un temps de parole à respecter dans le cadre de la bienveillance de notre travail collectif. Il est toujours intéressant de respecter le timing en vue d'une meilleure qualité de nos travaux.
Je remercie le secrétaire d'État pour sa réponse. Il y a en effet un devoir de réserve et de discrétion à respecter et, en même temps, il nous appartient, à vous comme à nous, parlementaires, de faire en sorte qu'il n'y ait plus de place possible pour de telles suspicions. Tel est l'objectif de l'action que vous avez menée. Vous avez dit que la non-action n'était pas une option. Je pense que la frontière entre le silence et le déni est très mince, ainsi qu'on a pu le voir dans le passé. Certains ont choisi le silence et le déni, vous avez choisi l'action et je vous en remercie.
Il y a tout d'abord les actions directes. Je pense que travailler sur la base de la suspicion et faire en sorte que des instructions très claires soient données en vue d'un suivi des personnes de contact, sans passer par un intermédiaire, c'était la bonne chose à faire. Ensuite, il y aura un travail politique structurel et transparent.
En ce qui concerne l'objectivation, je sais que nous ne sommes pas tout à fait d'accord sur la nécessité d'appliquer des critères afin de laisser une marge de manœuvre, mais je pense que l'objectivation peut passer par des partenaires fiables, comme des organisations non gouvernementales (ONG) ou des intermédiaires associatifs et internationaux qui connaissent le terrain, et tel est l'enjeu fondamental, selon moi.
De voorzitter: Ik probeer de tijd wel in het oog te houden, mijnheer Moutquin, maar in een actualiteitsdebat ben ik iets soepeler.
01.12 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben het met u eens als u zegt dat iedereen onschuldig is tot het tegendeel bewezen is. Ik vind het dan ook belangrijk dat het onderzoek grondig zal worden gevoerd.
Wij moeten wel vaststellen dat het systeem van de humanitaire visa telkens opnieuw in vraag wordt gesteld. Vorige week las ik in De Morgen nog dat professor Ellen Desmet van het Human Rights Centre zei dat het huidige systeem twijfel in de hand werkt en dat er geen lijn in lijkt te zitten. Ik ben het met haar eens. Ook Vluchtelingenwerk Vlaanderen vermeldt het gebrek aan richtlijnen, dat er nu toe leidt dat personen met een hogere beschermingsgraad uit de boot vallen omdat zij niet op een lijst weten te komen.
Wij zijn voorstander van structurele oplossingen. Om willekeur en corruptie te vermijden, moet men objectieve criteria hanteren. Wij vinden het belangrijk daarmee te werken en daarnaast een manier te hebben om aan uitzonderingen op die criteria tegemoet te kunnen komen. Heb ik u nu horen zeggen dat er met objectieve criteria zal worden gewerkt? Of heb ik dat verkeerd begrepen?
U zegt ook dat wij meer transparantie nodig hebben, maar die transparantie zal dan toch verder moeten gaan dan de rapportering aan het Parlement waarop u blijft hameren. Die is niet adequaat genoeg om misbruiken uit te sluiten.
01.13 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, dank u wel voor uw antwoord en voor uw toelichting. U hebt inderdaad gedaan wat nodig was in dit concrete dossier.
Ik sluit mij aan bij de andere collega's die gevraagd hebben te bekijken hoe wij de transparantie van het systeem kunnen verhogen en hoe wij misbruik kunnen vermijden. Hoe kunnen wij het systeem van de humanitaire visa wat meer objectiveren?
Ik hoop dan ook dat wij hier in de commissie zullen kunnen debatteren over de criteria en over de manier waarop zij zullen worden toegepast.
De voorzitter: Zijn er nog collega's die wensen aan te sluiten in dit actualiteitsdebat?
01.14 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, collega's, ik merk dat niet alle collega's het erover eens zijn of er te goeder trouw werd gehandeld in dit dossier. Waarover de meeste collega's het wel eens lijken te zijn, is de kwalijke rol die de media, in casu De Morgen, in dit dossier hebben gespeeld. Ik hoor zelfs de woorden "karaktermoord" en "absoluut onbewezen geruchten" vallen. Een collega van de N-VA spreekt zelfs over inmenging van buitenlandse mogendheden, die schade berokkenen aan democratisch verkozen volksvertegenwoordigers.
Er wordt ook gesteld dat de staatssecretaris die geruchten in de media heeft gevoed. Daarover wil ik mij niet uitspreken. We weten daarover niet voldoende. Mij lijkt het dat er te goeder trouw werd gehandeld, maar verder spreek ik mij daar niet over uit.
Wel wil ik zeggen dat inzake het voeden van de media alle collega's hier boter op het hoofd hebben. Immers, wie subsidieert de mainstream media, die dergelijke onbewezen geruchten een megafoon aanbieden? Welja, ook uw partij, mijnheer De Roover. Wat dat betreft kan ieder misschien eens in eigen boezem kijken. De zware subsidies aan mainstream media die zulke kwalijke dingen verspreiden, moet men eens in vraag durven stellen.
Het incident is gesloten.
02 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le programme de réinstallation" (55014209C)
02 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het hervestigingsprogramma" (55014209C)
02.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le dernier rapport du HCR fait une nouvelle fois état d'une hausse des besoins en termes de réinstallation des réfugiés les plus vulnérables à travers le monde. Ces nouvelles estimations sont inquiétantes, alors que la crise sanitaire a entraîné une suspension des programmes de réinstallation et que l'engagement des États pour cette solution durable demeure trop limité.
En 2021, près de 1,5 million de réfugiés vulnérables auront besoin d'être réinstallés. Parmi les dossiers présentés par le HCR, 60 % concernent des femmes et des jeunes filles et 51 % des enfants.
Les premiers pays d'accueil des réinstallés en 2019 ont été le Canada, l'Allemagne, les États-Unis, la Suède, le Royaume-Uni ou encore la France.
Monsieur le secrétaire d'État, qu'en est-il de la Belgique? Depuis 2013, la Belgique s'est dotée d'un programme structurel de réinstallation et s'engage à accueillir chaque année un contingent de réfugiés vulnérables. Vous vous êtes engagé à réaliser le nombre de réinstallations fixé pour 2021. Où en sommes-nous concrètement? Combien de personnes sont-elles reprises dans le programme de cette année? De quel pays proviendront-elles? Comment se répartissent les arrivées des réinstallés en 2021?
Au niveau européen, la Commission européenne a publié des recommandations relatives à l'asile, notamment sur les programmes de réinstallation, afin d'y intégrer les préoccupations sanitaires. Avons-nous suivi ces recommandations? Si oui, lesquelles et comment les plans opérationnels de réinstallation sont-ils adaptés à la crise sanitaire que nous traversons actuellement?
02.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Rigot, je vous remercie pour votre question.
Comme je l'ai déjà indiqué dans ma note de politique générale, je considère qu'il est important de respecter les engagements passés de la Belgique en matière de réinstallation et de renforcer encore ce programme.
Le 25 février 2021, 156 réfugiés syriens sont arrivés de Turquie. D'autres missions de sélection par le CGRA auront lieu dans les mois à venir. Les services d'asile feront tout ce qui est en leur pouvoir pour réinstaller encore 1 307 personnes en Belgique d'ici la fin 2021. C'est la date limite fixée par la Commission européenne pour les engagements de 2018, 2019 et 2020.
Il s'agit concrètement de réfugiés syriens en Turquie, au Liban et en Jordanie et de réfugiés de différentes nationalités subsahariennes qui ont été évacués de la Libye vers le Niger et le Rwanda grâce au mécanisme de transit d'urgence ainsi que de réfugiés congolais séjournant au Rwanda.
Le fait que le quota de 2 000 places n'ait pas été entièrement rempli à la fin de 2019 est dû à la forte augmentation du nombre de demandes d'asile au cours de cette même année et à la pression élevée constante sur le système d'accueil. C'est pourquoi la ministre de l'époque, Maggie De Block, a été contrainte de suspendre temporairement la mise en œuvre du programme.
En juillet 2020, le programme a été relancé et des transferts ont à nouveau pu être organisés sous l'impulsion de la Commission européenne et de l'UNHCR. La Belgique s'est particulièrement concentrée sur les réfugiés syriens dans son programme de réinstallation au cours de ces dernières années, bien qu'un nombre limité de places ait également été prévu pour des réfugiés de la région des Grands Lacs, principalement des Congolais.
Pour le pledge (l'engagement) de 2020, environ 40 % du quota est prévu pour des réfugiés congolais et d'autres réfugiés africains dont une partie qui sera évacuée de la Libye vers le Niger et le Rwanda. De cette manière, la Belgique répond à la demande de diversification de l'UNHCR et aligne autant que possible son quota sur la répartition réelle des besoins de réinstallation dans le monde.
Après la relance du programme belge de réinstallation à l'été 2020, tant le CGRA que Fedasil ont pris diverses mesures pour que les opérations de réinstallation puissent se poursuivre tant au niveau de la sélection que des arrivées et que cela puisse se faire dans des conditions sanitaires sûres. Ainsi le CGRA, conformément à la première recommandation de la Commission européenne, est passé à la tenue d'entretiens par vidéoconférence dans le cadre de la réinstallation. Cette procédure sera utilisée tant que l'organisation d'entretiens face à face dans les pays d'asile n'est pas possible ou demeure fortement déconseillée.
Évidemment, Fedasil, qui organise les voyages, respecte les mesures sanitaires avant et après le départ vers la Belgique. Tant le CGRA que Fedasil participent activement au réseau EASO pour la réinstallation et l'admission pour raisons humanitaires et échangent activement des informations avec d'autres administrations nationales pour connaître leurs mesures, leurs expériences et leurs meilleures pratiques. Il existe également une concertation très régulière avec le HCR et l'Organisation internationale pour les migrations (OIM) afin de préparer au mieux les opérations prévues.
02.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses complètes et précises.
Je suis heureux de constater la reprise des opérations de réinstallation nécessaires puisqu'il s'agit des publics les plus vulnérables. Nous savons la pression que notre réseau a connue en 2019 et 2020 et il est toujours douloureux humainement de devoir choisir entre des personnes vulnérables et en difficulté dans notre pays et des personnes vulnérables et en difficulté aux frontières de celui-ci. Nous devons aussi veiller à avoir cette réserve de places nécessaires pour garantir nos engagements dans les programmes de réinstallation. Il faut donc créer des places tampons qui permettront de ne pas avoir à faire ces choix douloureux.
Je vous remercie également de garantir la protection de ceux qui contribuent à cette politique de réinstallation, de tous les bénéficiaires et de ceux qui seront en contact avec les futurs réinstallés. Bravo pour votre travail, je compte sur vous pour la suite.
L'incident est clos.
03 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De migranten die via de Canarische eilanden naar het Europese vasteland gaan" (55014227C)
03 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les migrants rejoignant l'Europe par les îles Canaries" (55014227C)
03.01 Yoleen Van Camp (N-VA): In antwoord op mijn schriftelijke vraag 125 waarin ik u
vraag hoeveel migranten die aankomen op de Canarische eilanden, doorreizen naar
het Europese vasteland, stelt u: "De door u gevraagde cijfers bestaan noch
op Belgisch noch op EU-niveau. Er zijn cijfers voor aankomsten voor heel Spanje
beschikbaar, maar een opdeling per route en nationaliteit is niet mogelijk. Ik
moet u dan ook het antwoord op een aantal deelvragen schuldig blijven."
Ik vindt dit opmerkelijk, aangezien u in
het Pallieterke van 7 januari 2020 zei dat het aantal asielzoekers dat via de
Canarische eilanden op het Europese vasteland geraakt, zeer beperkt is. Als er
geen cijfermateriaal beschikbaar is, waar was uw uitspraak in het Pallieterke
dan op gebaseerd?
03.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, u vraagt waarop mijn uitspraak gebaseerd is over het aantal mensen dat het vasteland bereikt, wat een vrij beperkt aantal is, en vanwaar die informatie komt.
Welnu, ik kan u bevestigen dat die informatie mij persoonlijk werd bezorgd tijdens een diplomatiek contact dat ik had op het hoogste niveau. Ik zou wel meer willen zeggen, maar u vraagt enkel wat mijn bron was. Welnu, de bron van de informatie die ik heb meegedeeld aan 't Pallieterke, waarnaar u in uw vraag verwijst, is een diplomatiek contact dat ik heb gehad op het hoogste niveau.
De voorzitter: Mevrouw Van Camp, volstaat dat?
03.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Toch niet.
Mijnheer de staatssecretaris, ik vind het opmerkelijk dat u uitspraken doet over een dergelijk belangrijke kwestie, waarbij u zegt dat het aantal beperkt is. Via een schriftelijke vraag, zoals u zelf hebt voorgesteld, heb ik naar het precieze aantal gevraagd. Op die schriftelijke vraag antwoordde u niet welk uw bron is, u antwoordde slechts dat u het antwoord schuldig moet blijven omdat u niet over cijfers beschikt. Nu zegt u dat u informatie verkregen hebt via een diplomatiek contact op het hoogste niveau. Mag ik daaruit afleiden, wanneer er u in bijvoorbeeld Europese gremia iets wordt gezegd, dat u dat meteen voor waar aanneemt zonder verder enige bron te checken? Dat vind ik heel raar.
Ik zou daarom wel graag vernemen wie u precies die informatie heeft bezorgd en waarom u ervan uitgaat dat die informatie correct is of waarom u die informatie niet hebt gecheckt. U kunt geen aantallen meedelen, maar mogelijk beschikt u wel over aantallen als die diplomatieke bron u wel exacte cijfergegevens heeft bezorgd. In dat geval vraag ik u om die gegevens ook aan ons te bezorgen in het kader van de openbaarheid van bestuur. Met mijn schriftelijke vraag heb ik de cijfers echter al opgevraagd. Ik vind dan ook dat u zulke uitspraken niet kunt doen. Het is duidelijk dat u het door uzelf vooropgestelde beleid van transparantie en het correct verschaffen van cijfers, niet kunt volgen. Dat stelt mij enorm teleur.
De voorzitter: De heer staatssecretaris wenst nog een kleine aanvulling te geven.
03.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, ik zou die informatie wel willen geven. Eigenlijk zijn we nu uw schriftelijke vraag aan het bespreken. U wenste te weten hoeveel asielzoekers exact zijn doorgetrokken van op de Canarische eilanden naar het Europees vasteland, opgesplitst per maand, per nationaliteit en per Europees land waarin zij momenteel opgevangen zijn. Die cijfers kan ik u niet meegeven.
U vroeg ook naar de basis van een interview in 't Pallieterke, waarin ik gezegd heb dat die aantallen beperkt zijn. Over die bron, de basis van die informatie, hebt u al meerdere vragen ingediend. Ik heb u al een aantal keer gezegd met wie ik allemaal contact heb vanuit Spanje. Mijn bronnen zijn mijn Spaanse collega's, met wie ik gesprekken voer, en die mij dat aangeven.
Wij proberen op Europees niveau samen te werken. Wij zijn er namelijk van overtuigd dat goede internationale samenwerking de enige manier is om de uitdagingen inzake asiel en migratie zo goed mogelijk aan te pakken; daartoe doen wij ons best. Wij proberen daarbij te vertrouwen op wat er ons wordt meegedeeld, waarbij wij ervan uitgaan dat wij op basis van dat vertrouwen ook voort kunnen samenwerken.
U hebt straks ook nog vragen over hoe wij proberen te werken aan de mechanismen van returned sponsorship. Ook dat is op basis van vertrouwen. Ik kan alleen maar meegeven dat ik u de zeer gespecificeerde informatie over hoe Spanje omgaat met zijn informatie, niet kan bezorgen. Ik wil wel duidelijk maken dat als ik iets zeg in een bepaalde krant of op een bepaalde website, dit gebaseerd is op contacten die ik heb.
03.05 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, hiervan sta ik echt te kijken. Het gaat niet over gespecificeerde informatie, het gaat over een belangrijk debat, waarbij de Spanjaarden ook in de problemen zitten. Wij zien heel duidelijk dat er daar een problematiek is van een erg belangrijke lekke buitengrens. Dan is toch elke vorm van omzichtigheid geboden. De Spanjaarden zeggen u dan dat ze geen enkel probleem hebben, want dat ze dat reeds lang bekeken hebben en dat eigenlijk niemand doorreist, terwijl er geen cijfers over zijn.
Ik vroeg u niet om gespecialiseerde informatie. U hebt in 't Pallieterke gezegd dat wij ons geen zorgen moeten maken over die drommen migranten die toekomen op de Canarische Eilanden, want dat zij het Europese vasteland niet bereiken. Dat lijkt mij geen gespecialiseerde informatie, het gaat over grote aantallen en over belangrijke problemen.
U zegt dat het geen probleem is, want dat ze niet verder doorreizen. Als ze niet verder doorreizen, kunt dan eens een aantal geven? Dat is geen gespecialiseerde informatie. U antwoordde op die vraag het volgende en ik citeer u, ik parafraseer niet: "De gevraagde cijfers bestaan noch op Belgisch noch op Europees niveau." U hebt zelfs niet gezegd dat u die cijfers van een Spaanse collega hebt gekregen.
Nu blijkt ook duidelijk dat die Spanjaarden u gewoon hebben gezegd dat ze geen probleem hebben en dat u zich geen zorgen moet maken, dat zij hebben gezien dat niemand doorreist. Het stelt mij erg teleur dat u uw beleid daarop ent en dat u voor waar aanneemt wat mensen gewoon tegen u zeggen en niet zelf op onderzoek uitgaat.
U geeft het dan nog eens door in interviews en zegt tegen mensen dat ze zich echt geen zorgen moeten maken over een lekke buitengrens, want dat die mensen niet doorreizen, dat uw Spaanse collega's u dat hebben verzekerd. Die zullen uiteraard niet zeggen dat er een groot probleem is, want dat een heel deel doorreist naar het Europese vasteland.
Het is duidelijk, u zei het ook in het antwoord op de schriftelijke vraag, dat daarover geen cijfers bestaan. Het zou u sieren mocht u de cijfers toch nog opvragen en misschien iets voorzichtiger zou omspringen met dergelijke informatie, zoals u zelf had vooropgesteld.
L'incident est clos.
04 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De niet-uitzetting van illegale relschoppers in Brussel" (55014228C)
04 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La non-expulsion des fauteurs de troubles en séjour illégal à Bruxelles" (55014228C)
04.01 Yoleen Van Camp (N-VA): In antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 133 stelt
u over de rellen die begin januari in Brussel plaats vonden:"Twee van deze
verslagen betroffen personen in irregulier verblijf die hadden deelgenomen aan
de rellen. De ene verklaarde van Eritrese afkomst te zijn, de andere van
Ivoriaanse. Er werden geen bevelen uitgedeeld om het grondgebied te verlaten.
Er werd ook niemand verwijderd."
Mijn vragen aan u:
Waarom werden deze illegale relschoppers
niet uitgewezen en werd er zelfs geen bevelen uitgedeeld om het grondgebied te
verlaten?
Verder zegt u: "Een persoon ontving in 2017 reeds een BGV met vasthouding in een gesloten centrum. Hij werd verwijderd naar Italië." Als ik het goed begreep, was deze persoon dus terug in het land en dan ook nog eens betrokken bij rellen. Waarom werd deze persoon dan niet verwijderd?
04.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp, ik dank u voor uw vraag.
De Dienst Vreemdelingenzaken kijkt in elk dossier na welke maatregelen juridisch mogelijk en opportuun zijn. In het bedoelde geval zaten beide personen nog in een Dublinprocedure, wat het afleveren van een bevel om het grondgebied te verlaten, juridisch onmogelijk maakt. Ik ga ervan uit dat u het met mij eens bent dat wij de wet moeten naleven.
Bovendien dient, om iemand gedwongen te verwijderen, de betrokkene ook te worden vastgehouden. Wegens het beperkte aantal plaatsen door de huidige covidmaatregelen wordt de voorkeur gegeven aan het vasthouden van personen die snel verwijderbaar zijn, wat hier eveneens niet het geval was, opnieuw op basis van de Dublinprocedure, die dat op dit moment niet mogelijk maakt.
04.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord, dat heel teleurstellend is.
Ofwel zitten de betrokkenen immers in een Dublinprocedure, kunnen zij dus effectief worden uitgeleverd aan het land dat verantwoordelijk is voor de behandeling van hun asielprocedure en doet u daar het nodige voor. Ofwel gaat het om asielzoekers die rellen komen schoppen op ons grondgebied en mogen wij aannemen dat u iets onderneemt, zoals ten minste het uitvaardigen van een bevel om het grondgebied te verlaten, het voortzetten van de Dublinprocedure, een verwijderingsprocedure of een vasthouding, om te tonen dat wij het niet tolereren dat illegalen die zich op het grondgebied bevinden, ook nog eens rellen schoppen.
U bevestigt vandaag dat u de zaak gewoon blauwblauw hebt gelaten. Zij zitten in een Dublinprocedure en zijn nu op vrije voeten. U stelt wel te zullen zien wanneer de betrokkenen kunnen worden onderschept en misschien kunnen worden uitgeleverd aan het land dat verantwoordelijk is voor hun asielprocedure. Het is enorm teleurstellend dat u zo lichtzinnig omspringt met illegalen, die hier ook nog eens keet komen schoppen. Wij hebben in vorige dossiers ook al gemerkt dat u door de vingers zag dat asielzoekers hier haat komen prediken.
U stelt dat u uw ding hebt gedaan en dat u voor het dossier van de Turkse imam het bevel hebt afgeleverd om het grondgebied te verlaten. Voor asielzoekers die in het gezicht spuwen van agenten stelt u dat er niet echt een mogelijkheid was, om hen te onderscheppen en uit te wijzen. Dat is heel teleurstellend en tegen het beleid dat wij moeten voeren. Ik begrijp niet dat u zo tolerant bent naar asielzoekers en illegalen die hier keet komen schoppen en criminele daden verrichten. Ik had echt meer van u verwacht.
Het incident is gesloten.
05 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le programme de relocalisation" (55014314C)
05 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het herplaatsingsprogramma" (55014314C)
05.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, le 4 août 2020, 18 mineurs qui se trouvaient depuis plusieurs mois dans des camps pour migrants situés sur les îles grecques sont arrivés en Belgique.
La crise du covid-19 a rajouté de l'urgence aux conditions de vie déplorables de ces hotspots destinés aux réfugiés. Nous avons agi pour 18 mineurs, mais il reste tellement de personnes dans ces camps! Près de 42 000 migrants vivent dans des infrastructures prévues pour 7 000 personnes, selon le Haut Commissariat des Nations Unies pour les réfugiés.
Début mars 2020, la Commission européenne avait adopté un plan d'action en vue de soutenir la Grèce dans la crise migratoire qu'elle connaît. Ce plan prévoit notamment la relocalisation de 1 600 mineurs étrangers non accompagnés (MENA), la plupart âgés de moins de 14 ans et souffrant de graves maladies au surplus.
Je sais, monsieur le secrétaire d'État, que vous plaidez pour un mécanisme de relocalisation structurelle afin de réfléchir sur des voies légales de migration. Où en sommes-nous concrètement aujourd'hui?
La Belgique s'était engagée à relocaliser 150 MENA. Où en sommes-nous? La Belgique est-elle engagée dans d'autres plans de relocalisation? Si oui, lesquels? Pour quel public cible, pour quel nombre de personnes et dans quels hotspots?
05.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Rigot, je vous livre d'abord tous les éléments d'information concernant le cadre et le programme de relocalisation.
Suite à la crise de l'asile et de la migration en 2015, le Conseil de l'Union européenne a adopté deux décisions établissant un cadre juridique pour la relocalisation de demandeurs de protection internationale depuis la Grèce et l'Italie vers les autres États membres. Ce programme officiel a été mis en œuvre en 2017 et 2018. Dans ce cadre, 1 171 personnes ont été relocalisées en Belgique.
En 2019, la Belgique ne s'est pas engagée à relocaliser des personnes. En 2020, deux engagements ont été pris. Le premier a eu lieu dans le cadre du plan de relocalisation de 1 600 MENA depuis la Grèce; la Belgique s'est engagée à relocaliser 18 MENA. Le second a eu lieu suite à l'incendie du camp de Moria; la Belgique s'est engagée à relocaliser 12 MENA supplémentaires ainsi que 150 demandeurs de protection internationale depuis la Grèce, avec un focus sur les familles et les personnes vulnérables. Il ne s'agit dès lors pas de 150 MENA comme mentionné dans votre question, mais de 150 personnes avec un focus sur les familles et les personnes vulnérables. Le premier engagement, la relocalisation des 18 MENA, a été finalisé au cours de l'été 2020.
Le deuxième engagement a partiellement été rempli. Les 12 MENA sont tous arrivés en décembre 2020, sauf une partie en janvier dernier en raison du coronavirus. La procédure de relocalisation pour les 150 personnes est en cours. Nous sommes parvenus à l'étape de la réception de la liste des candidats et nous espérons commencer le transfert ce mois-ci. Toutefois, nous restons tributaires de la gestion du dossier par les autorités grecques ainsi que par les institutions européennes.
Pour ce qui concerne les futures relocalisations, la proposition "Asylum and Migration Management Regulation" contient en effet un mécanisme de solidarité obligatoire, recourant en certains cas à la relocalisation de personnes depuis les États membres considérés comme sous pression. Pour l'instant, aucun accord relatif à cette proposition de règlement n'a encore été conclu, mais les négociations auxquelles la Belgique participe sont toujours en cours.
05.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie de vos réponses.
La question de la relocalisation fera l'objet d'une discussion dans le cadre du paquet européen "Asile et Migration" discuté au Conseil de la Justice et des Affaires intérieures de ce jeudi, si je ne m'abuse.
Je ne manquerai pas de revenir vous interroger pour en connaître les résultats et savoir si, avec vos collègues, vous aurez pu avancer en vue de l'activation d'un programme de relocalisation plus dynamique et plus rapide dans sa réaction. En effet, les délais de procédure sont terriblement longs et affectent des personnes qui attendent, dans des conditions éprouvantes, qu'une main leur soit tendue. Je ne doute pas que vous y serez attentif. Je reviendrai donc vers vous dans quelques semaines.
Het incident is gesloten.
06 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La suspension des opérations de Frontex en Hongrie" (55014315C)
06 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opschorting van de Frontexoperaties in Hongarije" (55014315C)
06.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, selon le site d'information EUobserver, l'agence européenne de garde-frontières et de garde-côtes, Frontex, va suspendre toutes ses opérations en Hongrie, alors que Budapest continue pourtant de refouler des migrants vers la Serbie.
Dans un rapport publié le 8 janvier 2021, le Comité Helsinki Hongrois (HHC), une ONG de Budapest visant le respect des droits humains, accuse la Hongrie de poursuivre des refoulements vers la Serbie afin de limiter les demandes d'asile sur ses terres.
D'après Info Migrants, qui s'appuie sur les données de la police hongroise, près de 2 300 personnes auraient été expulsées vers la Serbie sans procédure judiciaire, au cours des seuls derniers mois.
Monsieur le secrétaire d'État, 4 400 cas de refoulements de migrants vers la Serbie sont depuis relayés par le Helsinki Committee, et ce, en violation d'un arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne rendu en décembre 2020. La Hongrie prive les personnes requérant l'asile de leur droit fondamental de déposer une demande d'asile.
Vous plaidez pour "une solution qui renforce les frontières mais qui, en même temps, renforce la solidarité entre les pays, et donc il faut que les pays de l'Europe de l'Est prennent leurs responsabilités". Y a-t-il un débat européen sur ce sujet ? Quelle est la position de la Belgique?
Permettez-moi d'insister sur le fait que, le 12 janvier 2021, l'Office européen de lutte antifraude (OLAF) a ouvert une enquête sur Frontex à la suite des allégations de refoulements dans la mer Egée. L'enquête est également susceptible d'impliquer d'éventuelles fautes de la part du chef de Frontex, Fabrice Leggeri. Frontex a-t-elle toujours la confiance de l'Union européenne? À l'avenir, Frontex pourra aussi appuyer les États Schengen dont la Belgique dans tous les aspects du retour des personnes en séjour illégal. Maintenez-vous le choix d'une collaboration avec Frontex, comme c'est prévu dans le cadre du retour volontaire ?
Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, chers collègues, je vous demande de bien vouloir excuser la longueur de mon intervention, mais il s'agit d'un sujet très important pour mon groupe.
Le président: Monsieur Rigot, vous vous êtes exprimé durant deux minutes. Vous avez donc respecté votre temps de parole.
06.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Rigot, vous auriez même pu prolonger votre intervention de 30 secondes! Mais je ne vais pas vous encourager à développer encore votre question qui était claire et précise.
Conformément au traité de l'Union européenne, c'est la Commission qui peut engager une procédure d'infraction contre un État membre qui ne met pas en œuvre le droit de l'Union. La Commission a d'ailleurs déjà engagé différentes procédures contre la Hongrie. La Cour de justice de l'Union européenne a également condamné la politique de retour hongroise.
C'est suite à ces condamnations que l'Union européenne a décidé de suspendre les patrouilles conjointes de Frontex et des gardes-frontières hongrois jusqu'à ce que la Hongrie se conforme à l'arrêt de la Cour sur son système d'asile et de migration.
Dans une nouvelle procédure européenne portant sur la criminalisation par la Hongrie de l'aide fournie à des demandeurs d'asile, hier encore, l'avocat général a invité la Cour de justice à donner une nouvelle fois raison à la Commission européenne dans un pourvoi contre la Hongrie sur le respect de l'État de droit. De plus, la Commission a envoyé, le jeudi 18 février, un avis motivé à la Hongrie concernant la législation qui limite l'accès des migrants à la procédure de demande d'asile. Les autorités hongroises ont deux mois pour informer la Commission des mesures prises. Il y a bien sûr une discussion européenne.
L'Office européen de lutte contre la fraude (l'European Anti-Fraud Office dit OLAF) a ouvert, fin 2020, une enquête contre l'Agence Frontex à la suite d'allégations de harcèlement et d'inconduite. En peu de temps, Frontex est devenue une agence majeure. Le nombre d'employés et les ressources ont augmenté de manière significative. Il est naturel que la bonne gouvernance et la gestion du personnel d'une agence en expansion soient suivies de près.
L'OLAF a prouvé par le passé qu'il pouvait mener des enquêtes aussi délicates. Cela dit, quand une plainte plane dans un service et qu'une enquête est en cours, la prudence est aussi de mise jusqu'à la publication des résultats. Comme le suivi de Frontex relève des compétences de la police fédérale, je vous demanderai de bien vouloir adresser vos questions plus détaillées à la ministre de l'Intérieur, Mme Verlinden.
Frontex aide les États membres de l'Union européenne et les pays associés à l'espace Schengen à gérer leurs frontières extérieures. L'Agence dispose d'un très large éventail de compétences dans divers domaines de l'Union européenne qui, depuis 2019, vont bien au-delà de la surveillance des frontières. En janvier 2020, Frontex a commencé à soutenir les pays de l'Union européenne dans le domaine nouveau des retours volontaires. Frontex aide les autorités nationales en fournissant un soutien technique aux retours volontaires sur les vols réguliers et les vols charters, y compris avec l'affrètement d'avions.
Frontex commencera bientôt à offrir des services de réintégration avec de l'aide aux personnes qui retournent. Je voudrais également me concentrer sur le retour volontaire dans ma politique. Mes services et notamment Fedasil, dans le cadre des retours volontaires, utilisent l'expertise européenne disponible pour aider les personnes qui résident irrégulièrement en Belgique à retourner volontairement dans leur pays d'origine.
06.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie.
En ce qui concerne Frontex, je ne manquerai évidemment pas de me tourner vers votre collègue, la ministre de l'Intérieur, puisque nous devons avoir la certitude que nos partenaires sont fiables tout en gardant la prudence pour l'instant, comme vous dites, dans le cadre de la procédure en cours.
En ce qui concerne la Hongrie, je rappelle qu'on ne peut pas être un peu ou beaucoup européen. On doit être passionnément européen. Quels que soient les États membres, la solidarité est un pilier de l'Europe et, si nécessaire, il faut contraindre la Hongrie à cette solidarité et à ce respect des droits élémentaires, valeurs mêmes de nos actions et de nos combats et valeurs mêmes de notre Europe.
Je compte sur vous pour le rappeler ce jeudi dans le cadre de ce Conseil Justice et Affaires intérieures (JAI) auquel vous participerez.
Het incident is gesloten.
07 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le centre d'accueil sur le site de l'ancienne clinique Saint-Joseph à Liège" (55014360C)
07 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het opvangcentrum op de site van de voormalige kliniek Saint-Joseph in Luik" (55014360C)
07.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le
Ministre, Fedasil devrait ouvrir début février un centre provisoire à Liège. Il
s’agit de deux bâtiments situés sur le site de l’ancien hopital Saint Joseph.
Un contrat de location a été signé avec le propriétaire privé des lieux.
Le futur centre d’accueil permettra
d’héberger jusqu'à 500 personnes, d'après la presse, tant des familles que des
personnes isolées adultes ou mineures. Les préparatifs ont eu lieu en étroite
collaboration avec les autorités communales.
Fedasil, en collaboration avec le Forem, a
recruté une soixantaine de personnes pour organiser l’accueil et
l’accompagnement des résidents du nouveau centre.
Toutefois, nous avons entendu la semaine du
15 février que cette ouverture s'était faite avec presque 3 semaines de retard
et pour une partie seulement de sa capacité.
Pouvez-vous nous dire quelles sont les
raisons de ce retard?
Dans l'intervalle, qu’en était-il du contrat
de location avec le propriétaire privé du site ?
Quelle communication est-elle donnée aux
personnes recrutées pour y travailler, et ce, en pleine pandémie, période pendant
laquelle de nombreuses personnes recherchent un emploi ?
Quel est l’impact de ce retard sur le taux
d’occupation et sur la capacité d’accueil actuelle de Fedasil ?
Je vous remercie pour vos réponses.
07.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, le centre d'accueil de Liège (St-Joseph) fait partie du marché public destiné au secteur privé, afin d'augmenter temporairement la capacité d'accueil. Plusieurs sites, dont le site Saint-Joseph à Liège, ont été approuvés par le Conseil des ministres et devaient ouvrir début octobre 2020.
L'ouverture du centre de Liège (Saint-Joseph) a finalement eu lieu le 16 février 2021, un retard qui s'explique principalement par les délais prolongés pour la réalisation des travaux nécessaires à l'obtention de l'autorisation des pompiers. Fedasil n'a pas de relations contractuelles avec le propriétaire du site, c'est l'opérateur du centre G4S qui a conclu un contrat de location avec le propriétaire du site. L'entrée en vigueur de ce bail correspond à l'ouverture du centre d'accueil.
Le recrutement est proportionnel au nombre de places ouvertes. Le retard de l'ouverture n'a pas eu d'impact sur le recrutement du personnel et n'a occasionné aucun renvoi de membres du personnel.
Le taux d'occupation de l'accueil collectif est stable depuis plusieurs mois. On dispose actuellement d'un nombre suffisant de places disponibles dans le réseau. C'était d'ailleurs une des promesses figurant dans la déclaration de politique générale. Je suis quand même content de vous fournir cette réponse.
07.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour vos
éclaircissements. C'est
limpide.
L'incident est clos.
08 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het moratorium op de detentie van illegalen met kinderen" (55014526C)
08 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le moratoire sur la détention d'étrangers en séjour illégal avec enfants" (55014526C)
08.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Er waren in 2019 2765 gezinnen met minderjarige kinderen
die het bevel kregen om het grondgebied te verlaten. U heeft onmiddellijk een
moratorium ingevoerd, blijkbaar, zodat zij niet langer het bevel moeten
opvolgen en uitgezet kunnen worden als ze dat niet doen, maar mikt in de plaats
op coaching. Die coaching zou zijn opgestart, zei u, bij 150 gezinnen, waarvan
50 ook weigerde. Toen ik de vraag stelde, nog zonder enig succes, tenzij ik dat
verkeerd begrepen heb?
Nu we weer een tijd verder zijn: hoe
loopt het coachingstraject bij die 100 gezinnen? Is er al enig succes te
melden?
Klopt het dat er sinds u gestart bent
geen enkel gezin met minderjarige kinderen terugkeerde, niet gedwongen maar ook
niet vrijwillig of kan u daar wel cijfers van voorleggen?
Wat zijn de tot nu toe gemaakte kosten
van de coaching, voorlopig dus zonder succes?
Wat gebeurt er met de 50 gezinnen die u
uitnodigde om vrijwillig terug te keren met coaching, maar die zelfs weigerden
hierop in te gaan?
Het moratorium zou maar gelden tot er een
alternatief voor de vasthouding met het oog op gedwongen terugkeer zou gevonden
worden. U zou hier snel werk van maken. Hoe ver staat u hiermee ondertussen?
Welke pistes zijn in onderzoek en liggen voor? Wanneer kan u de knoop
doorhakken? Of is het niet meer de bedoeling dat er een alternatief zou komen?
08.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp, vooreerst wil ik erop wijzen dat er een onderscheid is tussen de begeleiding van families met minderjarige kinderen in hun eigen woning en de begeleiding die gebeurt in de FITT-woning.
Zoals u wellicht weet, vormen die FITT-woningen vandaag al een alternatief voor detentie van gezinnen met kinderen. Het begeleidingstraject waarover u het hebt, heeft betrekking op gezinnen die niet in een FITT-woning verblijven. Daarvan keerden er in 2020 2 terug – 1 zelfstandig en 1 vrijwillig. Vanuit de FITT-woningen werden er in 2020 ook 15 gezinnen gedwongen verwijderd en keerden er vrijwillig 2 terug. In 2021 waren reeds 20 gezinnen aanwezig op een interview. Vanuit de FITT-woningen waren er in januari 2021 reeds 3 verwijderingen, waarvan 2 repatriëringen en 1 vrijwillige terugkeer.
Wat uw vraag met betrekking tot de kostprijs van de begeleiding betreft, dit gaat over de personeelskosten voor de begeleiders. De kosten van de begeleiders van de FITT-woningen worden gedragen door Europese fondsen. De loonkosten voor de begeleiders, inclusief de eindejaarspremies en de vakantiegelden, bedroegen voor de periode november 2019 tot november 2020 508.191,20 euro voor in totaal 9 begeleiders.
Indien een familie weigert in te gaan op het aanbod van terugkeerbegeleiding, worden hun dossiers individueel geanalyseerd om te beoordelen welk gepast gevolg kan worden gegeven. Zo kan er ook worden overgegaan tot gedwongen verwijdering via verblijf in een FITT-woning.
Sommige families die niet ingaan op de uitnodiging blijken niet op het aangegeven adres te verblijven, waardoor een opvolging onmogelijk is tot het gezin opnieuw wordt aangetroffen. In andere gevallen gaan de begeleiders ter plaatse om de families alsnog te proberen overtuigen om in het project te stappen. In een aantal dossiers dienen nieuwe elementen te worden onderzocht.
Een alternatief voor de vasthouding van gezinnen bestaat wel degelijk. Dat is de intensieve terugkeerbegeleiding. Hiervoor zullen extra begeleiders worden aangeworven. Hoewel het project in eerste instantie gericht is op zelfstandige of vrijwillige terugkeer, stopt het daar niet bij. Een aanklampend beleid houdt ook in dat als de vreemdeling geen gevolg geeft aan het bevel om het grondgebied te verlaten en aangeeft dat hij niet zal of wil terugkeren, er een gedwongen vertrek volgt. Voor de families met minderjarige kinderen wordt de gedwongen terugkeer georganiseerd vanuit de FITT-woningen. Daarnaast is de evaluatie van mogelijke alternatieven voor detentie nog bezig en zal op die basis worden bekeken welke elementen moeten worden uitgebreid en welke nieuwe alternatieven in de toekomst kunnen worden toegepast.
08.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor de update in dit dossier.
Tenzij ik het verkeerd heb begrepen, en dan mag u dat gerust rechtzetten, zijn er nog geen vorderingen in het dossier. U hebt met deze regering gezegd een moratorium te zullen instellen op gezinnen en hun terugkeer, en u zegt vandaag dat er nog altijd geen alternatieven zijn en dat u die nog altijd aan het bekijken bent. De vorige keer zei u dat u ondertussen wel gewoon voortwerkt met die gezinnen in illegaal verblijf. U zei dat de coaching is opgestart voor 150 van hen. Ik vraag u nu een stand van zaken inzake die 150 gezinnen waarvoor u de coaching bent opgestart. Ik weet niet hoeveel er in 2020 waren, maar in 2019 ging het over zo'n 2.700 gezinnen. U zegt nu, als ik de cijfers correct interpreteer, wij zijn nog bezig, 20 zijn er op interview geweest, 3 zijn gedwongen uitgewezen en 1 is vrijwillig vertrokken. Als ik het goed begrijp, gaat het over 1 vrijwillige terugkeer op ongeveer 2.000 tot 3.000 gezinnen. Ongeveer, want u noemde de cijfers voor 2020 nog niet. Ik weet niet wanneer u zelf zult vaststellen dat de coaching niet echt werkt. Dat vind ik een eerste belangrijk aandachtspunt.
Een tweede aandachtspunt is dat u vorige keer gezegd hebt dat een deel van de gezinnen voor wie u de coaching opstartte, een 50-tal van de 150, gewoon weigerde erop in te gaan. U zegt nu dat u in die gevallen ze altijd geval per geval zult bekijken. Dan vraag ik u wat er exact met die 50 is gebeurd. U zegt dat het vaak onmogelijk is ze aan te treffen. Ik moet dus vaststellen dat u in 2019 van de 2.700 gezinnen die hier illegaal waren u de coaching probeerde op de starten voor 150, dat 50 zeiden daar niet aan mee te doen, wat blauwblauw blijft, en dat van de 100 waarmee u gestart bent een 3-tal gedwongen moest terugkeren en dat er 1 vrijwillig is teruggekeerd.
Met die cijfers, maar ik kan ze altijd verkeerd geïnterpreteerd of verkeerd begrepen hebben, noem ik dat totaal geen succes. Eén gezin is vrijwillig teruggekeerd terwijl er 50 weigerden en dat op een totaal van bijna 3.000 gezinnen. Ik vraag mij af wanneer u die analyse zult maken en wanneer u met alternatieven komt en vooral, wanneer u uw beleid bijstuurt opdat de straffeloosheid van de illegalen hier stopt?
L'incident est clos.
09 Vraag van Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De Afghaanse vluchtelingen" (55014551C)
09 Question de Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les réfugiés afghans" (55014551C)
09.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, de laatste paar weken kregen we veel te horen over en van Afghaanse vluchtelingen. Ons wordt gezegd dat, eens ze 18 jaar zijn en geen bescherming meer genieten, hun asielaanvraag meestal wordt geweigerd. Nochtans is de situatie in Afghanistan er de laatste tijd op verslechterd. Op 23 februari publiceerden de VN een rapport dat een stijging van burgerlijke slachtoffers beschrijft. Alhoewel de gevallen in 2020 algemeen met 15 % daalden ten opzichte van 2019, werd deze trend doorbroken sinds het begin van de vredesonderhandelingen. In de laatste drie maanden van 2020 zag men een stijging van 45 % ten opzichte van diezelfde periode in 2019.
Ten eerste, wat is de voorlopige beschermingsgraad van Afghanen in 2021 en hoe verhoudt dit zich tot de voorgaande jaren?
Ten tweede, hoeveel procent van de asielaanvragen van Afghaanse jongeren die meerderjarig worden en beschermd werden door de Belgische Staat, wordt positief beoordeeld?
Ten derde, kunnen we inzage krijgen in de manier waarop en op welke basis het CGVS oordeelt? Zijn er interne nota's van het CGVS rond de behandeling van bepaalde nationaliteiten?
09.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Daems, ik dank u voor uw vraag.
De verzoeken van Afghanen worden niet grotendeels afgewezen. Ik vermoed dat dit gerucht voortkomt uit het feit dat er de voorbije weken zeer veel beslissingen van niet-ontvankelijkheid werden genomen voor volgende verzoeken om internationale bescherming. Het CGVS beoordeelt bij een volgend verzoek eerst of er nieuwe elementen zijn ten aanzien van een vorig verzoek. Indien dit niet het geval is, dan verklaart het CGVS het volgend verzoek niet ontvankelijk. Indien er wel nieuwe elementen zijn, zal het CGVS deze ten gronde onderzoeken. Het grote aantal beslissingen van niet-ontvankelijkheid, genomen door het CGVS, heeft te maken met het feit dat er de voorbije maanden zeer veel volgende verzoeken werden ingediend en die worden, conform de wet, bij voorrang behandeld.
Voor 2020 bedroeg de beschermingsgraad 32,91 %. Voor 2021 is dit voorlopig iets meer dan 31 %. Dit lage percentage valt grotendeels te verklaren door het grote aantal niet-ontvankelijkheidsbeslissingen in het geval van een volgend verzoek. Indien we die beslissingen weglaten, dan bedroeg de beschermingsgraad in 2020 60,74 % en in 2021 66 %.
Wat betreft de inzage in de behandelingswijze van de dossiers door het CGVS kan ik kort zijn, aangezien het CGVS een bij wet onafhankelijke instantie is. Het gevolg hiervan is dat het beleid van het CGVS en ook dat van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen geen voorwerp van politieke beoordeling kunnen zijn. Ik plan hier niets aan te veranderen.
Om zicht te krijgen op de wijze van beoordeling kunnen de EASO-richtlijnen geraadpleegd worden. Voor het CGVS vormen die de basis van de beoordeling van de verzoeken om internationale bescherming.
09.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Dank u voor de toelichting, mijnheer de staatssecretaris.
L'incident est clos.
10 Vraag van Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De Afghaanse vluchtelingenrechten door de afwezigheid van een Belgische ambassade" (55014552C)
10 Question de Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les droits des réfugiés afghans en l'absence d'ambassade de Belgique" (55014552C)
10.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, op Twitter sprak advocaat Benoit Dhondt zich uit over een bizar geval. Een Afghaanse jongen die in 2019 werd erkend als vluchteling moet nog altijd vechten om herenigd te worden met zijn gezin. In 2020 werd hun visumaanvraag voor het eerst geweigerd en vernietigd. Hierna moesten de ouders telkens opnieuw de reis naar de Belgische ambassade in Islamabad maken, dit terwijl ze in een oorlogszone leven. Dit zijn werkelijk kafkaiaanse toestanden. De heer Dhondt noemt dit dossier nochtans eenvoudig en voor de hand liggend.
Het is niet de eerste keer dat de negatieve gevolgen van een ambassadeloos land aan het licht komen. Enkele weken geleden berichtte MO*Magazine nog over de halsbrekende, levensgevaarlijke tochten die iemands schoonbroer moest afleggen opdat zijn zus en haar kinderen een kans zouden hebben op gezinshereniging. Natuurlijk is het onverantwoord om een fysieke Belgische ambassade in Afghanistan te vestigen, maar het blijft een laakbaar feit.
Mijnheer de staatssecretaris, de rechten van vluchtelingen komen in het gedrang omdat het erg moeilijk is voor Afghanen om in contact te komen met Belgische vertegenwoordigers. Een Belgische ambassade in Afghanistan is te gevaarlijk maar bestaat er geen betere oplossing? Zult u hierover overleggen met uw collega Wilmès?
10.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Daems, ik kan mij moeilijk uitspreken over individuele zaken, zeker niet over diegene die Twitter als bron hebben. Uit uw vraag maak ik echter wel op dat de reden voor de meervoudige reizen van de betrokkenen het feit is dat de visumaanvraag werd afgewezen. De aanvraag voor gezinshereniging is een objectieve procedure die beoordeeld wordt door mijn diensten, nadat zij de bewijsstukken geëvalueerd hebben. Dat principe kunnen wij niet in twijfel trekken, net om de rechten van vluchtelingen en migranten in dit land te kunnen bewaken.
In het algemeen kan ik u meegeven dat België als land met een bescheiden grootte en inwonersaantal ongeveer 120 ambassades en consulaten heeft in alle windstreken. Daarmee scoort ons land niet slecht vergeleken met andere Europese lidstaten.
De afstand tussen Kaboel en Islamabad bedraagt 470 km, wat aanzienlijk is. Zelfs in landen waar we wel een ambassade hebben kan de afstand tussen de woonplaats van visumaanvrager en de hoofdstad echter sterk oplopen. Het probleem van de afstand is dus zeker niet eigen aan de situatie in Afghanistan.
Jammer genoeg zijn er nog te veel plaatsen waar er oorlog woedt. Tenzij we beslissen om in elk land meerdere posten te openen, wat een significante herziening van het budget van Buitenlandse Zaken impliceert, zullen derdelanders steeds het risico lopen zich te moeten verplaatsen om een visum D aan te vragen dat hen het recht geeft om voor een langere periode in België te verblijven. Dankzij de Schengensamenwerking kunnen we wat betreft kortverblijf wel samenwerken met andere Europese lidstaten, wat een aanzienlijk voordeel is.
De situatie die ik zonet heb geschetst kan in concrete gevallen echter voor bijzondere moeilijkheden zorgen. In het kader van de geplande wetswijziging met betrekking tot de regels voor gezinshereniging zullen we binnen de regering dan ook bekijken welke maatregelen nodig en mogelijk zijn.
Het openen en sluiten van een post in het buitenland is de bevoegdheid van de minister van Buitenlandse Zaken. Deze zal dat doen na een grondige evaluatie van de bilaterale relaties, de economische en de veiligheidsmotieven, maar ook op basis van het aantal Belgen in de regio. Over de specifieke keuze om geen Belgische ambassade te openen in Kaboel verwijs ik u graag door naar mevrouw Wilmès.
10.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Dank u voor uw antwoord.
L'incident est clos.
- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De sans-papiers" (55014553C)
- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De bezetting van de Begijnhofkerk en de regularisatieaanvragen van sans-papiers" (55015046C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De bezetting van de Begijnhofkerk" (55015070C)
- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les sans-papiers" (55014553C)
- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’occupation de l’église du Béguinage et les demandes de régularisation des sans-papiers" (55015046C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'occupation de l'église du Béguinage" (55015070C)
11.01 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, twee weken geleden stelde ik u een vraag over de bezetting van de Begijnhofkerk door sans-papiers, die nog steeds ononderbroken voortduurt. U zei toen wat u al meermaals in de pers hebt herhaald, namelijk dat er geen collectieve regularisatie zal komen. Dat was toen al oud nieuws, maar wat wij te weten zijn gekomen, is dat u ook geen voorstander bent van objectieve criteria voor het verlenen van verblijfsrecht. Dat zet serieuze vraagtekens bij het beleid dat u wilt voeren.
U wilt dus geen collectieve regularisatie, waar trouwens niemand in het debat om vraagt, maar ook geen objectieve en transparante criteria. Eigenlijk bepleit u dan het behoud van het systeem zoals het is, terwijl de bezetting van de Begijnhofkerk toch het teken bij uitstek is dat het systeem dat u verdedigt, niet werkt. De door u beloofde verhoging van de middelen en aanwerving van bijkomend personeel zullen niets doen aan het feit dat iemand van 51 jaar die geboren en getogen werd in België, geen verblijfsrecht kan verkrijgen na meerdere procedures. Er is geen tekort aan middelen, maar een teveel aan willekeur. De enige manier om dat te bestrijden, is door objectiever en transparanter te werk te gaan.
Mijnheer de staatssecretaris, blijft u achter de manier van werken van het huidige regularisatiesysteem staan?
Denkt u dat het behoud van dat systeem gekoppeld aan een vrijwillig terugkeerbeleid, adequaat is om de stand van zaken te verbeteren en een oplossing te bieden voor de sans-papiers? Hoe rijmt u dat met de cijfers van het geschatte aantal sans-papiers?
Waarom blijft u het verhaaltje van de collectieve regularisatie herhalen, terwijl niemand daarom vraagt? De behandeling van die dossiers is per definitie individueel.
Tot slot, wat stoort u aan het idee van objectieve criteria? Verkiest u willekeur en een verschillende behandeling voor twee identieke dossiers, omdat de wet niet goed is gedefinieerd?
11.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Comme l'a dit ma collègue Daems, une centaine de personnes sans papiers occupe depuis quelques semaines l'église du Béguinage à Bruxelles. Ces personnes vivent pour la plupart dans une situation d’extrême précarité, exacerbée par la crise sanitaire, qui a entraîné une perte d'emploi pour bon nombre de ces personnes niées par la société alors qu'elles contribuent au dynamisme du tissu social, économique, associatif et culturel de notre pays. Nombreux sont ceux à dénoncer cette situation, même au sein du patronat.
Vous avez déclaré que "cette occupation n’avait pas de sens" et qu'"elle ne vous ferait pas chanter". Personnellement, en termes de sens, je pense que les sans-papiers ont déjà souvent mis en avant leur situation trop souvent oubliée. Cette occupation a, dès lors, prouvé son sens et a une nouvelle fois mis en lumière l'extrême précarité dans laquelle ces personnes vivent depuis longtemps en Belgique, faute de procédure transparente comportant des critères clairs et permettant d’avoir accès à un titre de séjour.
La politique migratoire menée ces dernières années a accru les difficultés d’accès à un titre de séjour. Vous n'en êtes pas responsable, mais vos prédécesseurs ont une part de responsabilité pour avoir "créé" des sans-papiers, alors que les procédures ont parfois changé. Cela fait aujourd’hui plus de douze ans qu’il n'y a eu aucune campagne de régularisation – non pas une campagne massive et collective, comme certains aiment le dire, mais bien une campagne objectivée et fondée sur des cas individuels.
Quelles mesures concrètes comptez-vous prendre pour répondre à l’urgence sociale que constitue la présence des sans-papiers à Bruxelles, notamment en matière de vaccination?
L’introduction de critères clairs énoncés dans la loi est-elle envisageable à court ou moyen terme?
Êtes-vous favorable à la tenue d'un débat serein et objectivé sur le sort des sans-papiers, en invitant les acteurs sociaux et économiques ainsi que les représentants des collectifs de sans-papiers à venir s’exprimer au Parlement? Ils ont des choses à dire et il serait intéressant de les écouter.
11.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je ne reviendrai pas sur les nombreuses questions plus que pertinentes déjà posées par mes collègues. Je rejoins M. Moutquin lorsqu'il évoque le sens de cette action, qui met en lumière la difficulté et la détresse humaine dans lesquelles vivent les sans-abri.
Quels sont les profils des personnes demandeuses dans cette occupation?
Avez-vous des informations concernant le parcours de chacun de ces dossiers quant aux raisons qui ont conduit à l'issue négative de leur demande de protection internationale?
Au-delà de vos déclarations, des contacts ont-ils été pris par votre cabinet avec les personnes concernées, avec les autorités locales et avec des associations de soutien?
Quelle issue entendez-vous trouver dans ce dossier? J'entends bien que vous ne comptez pas céder, mais il est impératif d'apporter une réponse à une détresse humaine et à une situation qui ne doit pas devenir un bras de fer.
11.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Geachte collega's, dank u voor uw vragen.
Ik vind het op zich wel straf dat er beweerd wordt dat niemand vraagt om een collectieve regularisatie. Ik wil toch even wijzen op de concrete eisen van de actievoerders, want het gaat wel degelijk om een collectieve regularisatie voor alle sans-papiers. Ik spreek vlot genoeg Frans om als er gescandeerd wordt "régularisez tous les sans-papiers", daaruit te mogen begrijpen wat daaruit begrepen moet worden.
Ik word er de laatste weken ook constant naar gevraagd, niet alleen door de media, maar ook hier in deze commissie. Er werden daarover al verschillende parlementaire vragen gesteld en er wordt ook een voorstel van resolutie daarover besproken.
Ja, ik wil, in de mate dat dit nodig is, daarover duidelijkheid verschaffen: er komt geen collectieve regularisatie. Ik weet ook wel dat er vaak een semantische discussie gevoerd wordt over de regularisatiecampagnes van 1999-2000 en 2009-2010, maar als het voor u op deze manier duidelijker is, dan komt ook een dergelijke campagne er niet, ongeacht welk woord u daarvoor gebruikt.
De voornaamste reden waarom ik geen dergelijke campagnes wil, is dat die in het verleden geen structurele oplossingen hebben gebracht en dat dus ook nu niet zullen doen. Zolang dergelijke campagnes worden gevoerd, zullen mensen er steeds op blijven hopen alsnog hier te kunnen blijven. Dat ondermijnt het terugkeerbeleid en het is ook oneerlijk ten opzichte van hen die wel terugkeren. Ik vind dus niet dat er elke tien jaar een dergelijke campagne moet komen.
Mais je ne suis pas opposé à la possibilité d'introduire une demande de régularisation individuelle en tant que telle. Chacun est libre de déposer une demande de régularisation, comme je l'ai dit à plusieurs reprises. Cependant, la procédure de régularisation est et reste une procédure exceptionnelle dans laquelle l'éligibilité de l'intéressé est appréciée au cas par cas. Ce n'est pas une procédure de titre de séjour classique. Cela rend la procédure différente des diverses procédures de titre de séjour, telles que l'asile ou le regroupement familial et cela devrait rester ainsi. Je ne souhaite pas créer de canal de migration supplémentaire. J'ai également proclamé cela à plusieurs reprises.
De plus, ces critères de la loi qui seraient soi-disant objectifs manquent leur cible. Il y aura toujours des personnes qui ne tomberont pas sous ces critères. Il n'y aurait alors plus de filet de sécurité pour des cas spécifiques. Je ne pense pas que ce soit une amélioration et, si le pouvoir discrétionnaire continue d'exister parallèlement aux critères, nous avons simplement un canal de migration supplémentaire.
Stel dat we in de wet inschrijven dat iedereen die tien jaar onwettig op het grondgebied verblijft het recht heeft om geregulariseerd te worden. We gaan niet voor een collectieve regularisatie, maar wie hier tien jaar is mag blijven. Stel dat we dat als criterium hanteren. Dan is mijn oprechte vraag aan iedereen hier: wat gaat iemand doen die hier acht jaar onwettig verblijft, als die te horen krijgt dat mensen die hier tien jaar zijn worden geregulariseerd? Zullen zij terugkeren? Of zullen zij twee jaar wachten?
Hoe kan ik van mijn diensten verwachten dat ze werken aan een terugkeerbeleid en een terugkeertraject voor die mensen opstarten, zo humaan mogelijk, liefst een vrijwillige terugkeer, als zij in gesprek gaan en een duurzame oplossing vinden in het land van herkomst, als dat het criterium is dat we zouden hanteren? Ik geef het maar mee als argument in gesprekken die hierover altijd mogen worden gevoerd.
Het belangrijkste is en blijft het bestaan van snelle en kwaliteitsvolle verblijfsprocedures. Iedereen moet snel een antwoord krijgen op zijn of haar vraag en aan het antwoord moet snel een gevolg worden gegeven in de vorm van een verblijfsvergunning of in de vorm van een terugkeertraject. Ook dat is een van mijn prioriteiten. Dat zal regularisatie voor een groot deel, maar niet volledig, overbodig maken.
Je souligne que je suis toujours ouvert au dialogue. Mes collaborateurs et moi-même avons déjà eu divers contacts avec des organisations et des groupes d'intérêt représentant les sans-papiers. Nous continuerons d'ailleurs à le faire demain et dans les années à venir.
Ceci est important car nous constatons souvent que les personnes impliquées ont parfois droit à un droit de séjour différent. Cela peut être l'asile ou une autre procédure. Le groupe des sans-papiers est très diversifié avec un passé très diversifié. Certains ont déjà suivi diverses procédures de résidence, d'autres ne restent ici que pendant leur transit et n'ont encore suivi aucune procédure. Je ne connais pas les antécédents de chaque personne sans-papiers. Je ne peux en avoir un aperçu que lorsqu'une procédure est réellement lancée.
Ook met de lokale en gewestelijke overheden ben ik meermaals voor verschillende dossiers in contact getreden, vaak op hun vraag. We zijn daar steeds toe bereid en zullen dat in de toekomst ook blijven doen. Mijn standpunt in het dossier is duidelijk en ik zal dat standpunt de hele legislatuur blijven verkondigen, maar het staat het Parlement uiteraard vrij om zelf debatten te organiseren die het nuttig acht. Dat behoort tot uw vrijheid, mijnheer Moutquin. Daar zal ik dan ook nooit in tussenbeide komen.
11.05 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, het lijkt alsof u een collectieve strijd verwart met collectieve regularisatie. De strijd is collectief, maar niet de procedure, de collectieve regularisatie is geen reële eis.
Ik ben in de Begijnhofkerk geweest en kan hier alleen de oproep van de betrokkenen herhalen. Die vraag is dat u ook eens naar de Begijnhofkerk komt om hen te horen en met hen in dialoog te gaan. Ga dus alstublieft naar de Begijnhofkerk en luister naar hun verhalen. U zult merken dat de eisers stuk voor stuk duurzaam verankerd zijn in België. Zij willen niets meer en niets minder dan een eerlijke kans op basis van collectieve criteria.
11.06 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je vais le dire clairement: nous ne sommes pas d'accord. L'opposition va crier: "Mon dieu! Des partenaires de la Vivaldi ne sont pas d'accord entre eux!". Mais c'est une bonne chose. J'espère bien qu'entre 86 députés, dans une majorité qui comprend sept partis, des divergences existent. Pour le coup, je ne suis pas du tout d'accord avec votre analyse. Je ne le dis pas par intérêt de politique politicienne mais bien dans l'intérêt des dizaines de milliers de personnes qui vivent ici depuis longtemps. Les Pays-Bas ont fait le kinderpardon. Joe Biden parle d'une régularisation de neuf millions de personnes. Les Nations Unies recommandent aussi une régularisation de certaines personnes sans papiers. Je pense qu'en Belgique, ce débat est peut-être volé par des postures politiques. Je ne vous en accuse pas du tout mais la situation de ce débat en Belgique est très triste et il serait temps de l'objectiver.
Vous avez dit que des critères objectifs ne permettraient pas une appréciation discrétionnaire. Je pense que les deux peuvent être combinés. Vous avez pris l'exemple d'un des critères les plus compliqués, celui du fait de vivre dix ans en Belgique. Vous nous l'expliquez et vous nous posez une question. Je viens avec un autre critère qui a été pensé aux Pays-Bas à l'époque, c'est-à-dire la scolarisation. Si on reprend votre logique, cela veut dire que si l'on annonce que lorsque les enfants sont scolarisés, cela devient un critère, donc tout le monde va scolariser ses enfants. Je trouve que c'est une bonne nouvelle!
Il y a des choses sur lesquelles nous devrions pouvoir travailler comme les situations médicales ou une réflexion autour du 9ter. On vous a déjà interrogé notamment sur les familles qui ont des enfants atteints de drépanocytose. Toute une série d'injustices peuvent être réglées malgré vos positions sur une régularisation sur la base de critères.
Je sais que vous allez travailler sur les apatrides.
Le problème est bien que le caractère exceptionnel reste quelque chose de subjectif. C'est sur cela qu'il faudrait travailler. Il me reste deux secondes, et comme j'ai fait une remarque sur le temps de parole, je dois me dépêcher. Je pense qu'on passe à côté de dizaines de milliers de personnes qui peuvent contribuer à ce que ce pays sorte de cette pandémie. Elles l'ont fait pendant la crise et je pense qu'un débat objectif serait urgent et bienvenu.
11.07 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, vous dites que, par le passé, les régularisations collectives n'ont pas apporté de solution structurelle. La question est alors bien d'amener des réponses structurelles. Si vous n'êtes pas convaincu des solutions précédentes, il faut en trouver d'autres; je sais que la route pour les trouver n'est pas aisée. J'aimerais vraiment entendre ce que vous envisagez structurellement pour les situations présentes. C'est un fait dramatique, intenable humainement. Ces personnes sont là, dans des situations difficiles qui sont le produit de problèmes structurels. Il faut casser cette dynamique qui produit ces situations terribles. J'espère qu'à l'avenir c'est la direction que vous emprunterez.
J'ai bien entendu que vous ne plaidiez pas pour la régularisation collective et je le comprends, car ce n'est pas à l'ordre du jour. J'ai aussi compris – et c'est, en revanche, l'aspect positif – qu'un dialogue était établi en vue de l'examen des dossiers. Dès lors, j'ose espérer que chaque situation sera examinée individuellement, dans la mesure où, quelle qu'en soit l'issue, elle est véritablement humainement dramatique.
L'incident est clos.
12 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Dublintransfers" (55014671C)
12 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les transferts Dublin" (55014671C)
12.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, uit het antwoord op een schriftelijke vraag die ik eerder indiende, blijkt dat het aantal effectief uitgevoerde Dublintransfers een dalende trend vertoont. Dat is een opmerkelijke evolutie, zeker gezien zich zowel inzake het aantal buitengaande aanvragen als het aantal ontvangen positieve beslissingen precies een omgekeerde beweging voltrekt. Terwijl het aantal ontvangen positieve beslissingen tussen 2017 en 2019, voor alle duidelijkheid nog voor het uitbreken van de coronacrisis, steeg van 4.004 tot 7.058, daalde het aantal effectieve Dublintransfers tijdens diezelfde periode van 1.107 naar 852.
De beslissingen of transfers van een jaar hebben uiteraard niet noodzakelijk betrekking op de personen voor wie dat jaar een aanvraag werd ingediend, maar dat neemt niet weg dat de cijfers een duidelijke trend aangeven. Er bestaat een enorme en significant toenemende discrepantie tussen het aantal mogelijke Dublintransfers en het aantal dat effectief uitgevoerd wordt. Dat het Dublinsysteem niet werkt, was al langer bekend, maar deze cijfers tonen aan dat er daarenboven ook in eigen land heel wat hapert aan de uitvoering ervan.
Heeft u een verklaring voor de significante en toenemende discrepantie tussen het toenemende aantal ontvangen positieve beslissingen en het dalende aantal transfers?
Welke maatregelen hebt u al genomen om het aantal effectieve Dublintransfers op te krikken?
Klopt het dat er ter zake een discussie aan de gang zou zijn tussen Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken? Zo ja, waarover gaat dit dispuut precies en welke stappen hebt u ter zake al ondernomen?
12.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Er zijn verschillende verklaringen voor de discrepantie tussen het toenemende aantal positieve Dublinakkoorden en het dalend aantal effectieve Dublintransfers in de periode van 2017 tot 2019. In deze periode besliste de toenmalige staatssecretaris voor Asiel en Migratie om te focussen op het fenomeen van transitmigranten. Velen van hen bleken na consultatie van Eurodac al in een andere lidstaat een verzoek om internationale bescherming te hebben ingediend. Een Dublinprocedure werd opgestart en ook een akkoord van de andere lidstaat werd bekomen. In de praktijk zagen we echter dat veel van deze personen verdwenen voor een transfer effectief kon worden gerealiseerd.
In diezelfde periode zagen we ook een stijging van het aantal verzoekers om internationale bescherming die onder de Dublinprocedure vielen. In de eerste plaats zette de Dienst Vreemdelingenzaken in om de Dublinverzoeken binnen de wettelijk bepaalde termijn effectief te versturen. Door een gebrek aan personeel kon er echter niet voor ieder verkregen Dublinakkoord een transferbeslissing worden geschreven. De vele verzoekers die wel een transferbeslissing krijgen, geven geen vrijwillig gevolg aan deze beslissing. Zij tekenen beroep aan bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Velen onder hen verlaten het opvangcentrum en gaan vervolgens op een privéadres wonen.
Voor de opvolging van deze dossiers is DVZ afhankelijk van de medewerking van de politie om adrescontroles uit te voeren. Wij zien dat verzoekers soms meerdere adressen of foutieve adressen doorgeven, wat de opvolging van dergelijke dossiers heel moeilijk maakt. Door het grote aantal dossiers ontbraken bij de DVZ de middelen om elk dossier even minutieus op te volgen. Een grote groep verzoekers verdwijnt ook gewoon voor zij effectief overgedragen kunnen worden aan de verantwoordelijke lidstaat.
Indien er elementen aanwezig zijn die erop wijzen dat een verzoeker niet vrijwillig zal vertrekken en er een risico bestaat dat hij verdwijnt, kan de Dienst Vreemdelingenzaken overgaan tot het nemen van een vasthoudingsbeslissing. Een gebrek aan plaatsen in de gesloten centra was een rem op de mogelijkheid een gedwongen transfer naar de verantwoordelijke lidstaat uit te voeren.
Intussen is de Dublinunit van DVZ gevoelig versterkt. Het aantal dossierbehandelaars werd verdubbeld, van 13 naar 26, waardoor er effectief voor de meeste dossiers met betrekking tot de Dublinakkoorden een transferbeslissing wordt genomen.
In 2020 werd België geconfronteerd met de gevolgen van COVID-19. De maximumcapaciteit in de gesloten centra is daardoor verlaagd. Ook de uitvoering van de verwijderingbeslissingen lijdt onder de geldende maatregelen en reisbeperkingen. Ik hoop samen met u dat wij snel van dit virus verlost zijn. Ondertussen werken mijn diensten wel verder om ook in deze moeilijke omstandigheden maximaal in te zetten op de uitvoering van Dublinbeslissingen.
Op mijn vraag werd opnieuw een structureel Dublinoverleg georganiseerd tussen de Dienst Vreemdelingenzaken, Fedsasil en mijn kabinet. Daar wordt onder meer geanalyseerd welke bijkomende maatregelen kunnen worden genomen. Zo bekijken wij of het toewijzen van een verplichte verblijfplaats voor asielzoekers die in een asielcentrum verblijven en een Dublinbeslissing krijgen, een oplossing zou kunnen zijn.
Voor alle duidelijkheid, er is geen dispuut tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en Fedasil. De DVZ en Fedasil bekijken samen hoe de toewijzing van een verplichte verblijfsplaats in een open opvangcentrum gestroomlijnd kan worden met wat mogelijk is binnen het wettelijk en operationeel kader waarbinnen Fedasil opereert. Deze maatregel zou als minder dwingende maatregel voor vasthouding kunnen worden opgelegd, indien er een significant risico op onderduiken van de persoon bestaat. Hiermee zouden wij tot een efficiëntere opvolging kunnen komen van de genomen transferbeslissing, wat dus ook tot meer effectieve transfers zou moeten leiden.
12.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord.
Ik hoor dat een aantal zaken fout is gelopen door de focus op transitmigranten. Die focus was niet geheel onterecht, gezien de problematiek. Heel wat van die personen verdwenen tijdens de procedure. Bovendien werd opgemerkt dat bij heel wat personen de kans op ontsnapping of verdwijning bestond. Toch werd niet overgegaan tot het vastzetten van die migranten wegens plaatsgebrek.
Wij weten allemaal wat de oorzaak daarvan is, een gigantisch groot structureel gebrek aan plaats in de gesloten opvangcentra, de gesloten terugkeercentra. Daaraan moet iets worden gedaan. Volgens mijn fractie wordt er nog veel te weinig gedaan om de capaciteit in de gesloten opvangcentra, de gesloten terugkeercentra te vergroten. Dat is echt een structureel probleem dat moet worden opgelost. Met betrekking tot gebrek aan personeel en het verhogen van de personeelscapaciteit, onder meer voor de Dublintransfers, zijn wel al concrete stappen genomen, wat mijn fractie toejuicht.
Als migranten foutieve adressen opgeven en manifest tegenwerken in de procedure hoop ik dat dit ook in hun dossier wordt opgenomen en dat daar op termijn rekening mee wordt gehouden bij het beoordelen van die dossiers.
L'incident est clos.
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Visumsancties voor landen die niet willen meewerken aan terugkeer" (55014776C)
- Franky Demon aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De terugkeerproblematiek" (55014803C)
- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Visumsancties voor onwillige derde landen" (55014824C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Des sanctions au niveau de l'octroi de visas pour les pays refusant de collaborer aux retours" (55014776C)
- Franky Demon à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La question de la politique en matière de retour" (55014803C)
- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Des sanctions au niveau de l'octroi de visas pour les pays tiers récalcitrants" (55014824C)
13.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Op 1 maart kondigde u aan te pleiten voor visumsancties
voor landen die weigeren om eigen onderdanen terug te nemen wanneer ze worden
uitgewezen. Concrete aanleiding is de zaak rond Malika El Aroud, die al jaren
niet uit dit land kan worden verwijderd omdat haar land van herkomst Marokko
medewerking weigert. U zei verder dat u hiervoor rekende op de Europese Unie.
Ik citeer u: "Terugkeer mag geen vrijblijvend voorstel blijven voor landen
van herkomst. Landen die goed mee werken, kunnen beloond worden met
visumgunsten, maar die gunsten moeten ingetrokken worden wanneer landen dat
niet doen."
Welke concrete stappen heeft u genomen of
zal u nemen om dit voorstel neer te leggen bij de Europese Unie? Tegen wanneer
wilt u dit rond hebben? Welke landen, buiten Marokko, heeft u hierbij op het
oog? Exact welke visumgunsten wilt u toestaan aan landen die meewerken? Welke
gunsten wil u, bijvoorbeeld voor Marokko, dan intrekken als ze niet goed
meewerken?
13.02 Franky
Demon (CD&V): We kennen allemaal het
verhaal rond mevrouw El Aroud. Ze verloor haar Belgische nationaliteit na het
propageren van jihadisme op Belgische grondgebied en werd hier ook voor
veroordeeld tot acht jaar cel. Uiteindelijk werd bevestigt dat men haar mocht
uitwijzen naar Marokko, maar nu stoten we daar op een barrière. De Marokkaanse
staat weigert om de nodige papieren te voorzien voor een gedwongen terugkeer.
Ook een vrijwillige terugkeer is niet mogelijk, aangezien mevrouw El Aroud
verkiest om niet terug te keren naar Marokko. Dit alles valt net samen met het
oordeel van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen dat ze niet langer in een
verblijfplaats van Dienst Vreemdelingenzaken moet verblijven, waardoor mevrouw
nu zonder de juiste papieren op straat komt.
In de beleidsnota werd aangehaald dat er
zou worden ingezet op dialogen met landen van herkomst en dat bestaande
akkoorden eventueel worden bijgestuurd waar nodig. Het geval van mevrouw El
Aroud is een ongelukkige situatie die een groter probleem blootlegt. Maar ik
heb alle vertrouwen dat de nodige inspanningen worden geleverd om een
constructieve oplossing te vinden voor deze problematiek.
Mijn vraag blijft echter: “Welke
inspanningen worden er momenteel geleverd om enerzijds de nodige banden en
akkoorden aan te halen met landen van herkomst en anderzijds de reeds bestaande
akkoorden en banden te onderhouden en eventueel te herzien?"
13.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, naar aanleiding van de zaak-Malika El Aroud pleitte u op 1 maart jongstleden voor de invoering van visumsancties voor landen die weigeren om hun onderdanen terug te nemen wanneer ze hier worden uitgewezen. In dat verband stelde u ook te rekenen op een krachtig signaal van de EU, wat mij toch enigszins zorgen baart. Immers, hoe wenselijk een kordate houding van de EU op dit vlak ook is, het blijft een feit dat de EU tot op heden nooit van haar macht gebruik heeft gemaakt om onwillige derde landen tot medewerking te bewegen. De beloofde verbetering van het terugkeerbeleid is dan ook vooral bij aankondigingen gebleven. De ervaring heeft geleerd dat positieve hefbomen, more for more, niet volstaan om derde landen ertoe te bewegen hun verplichtingen en engagementen ter zake na te komen, gewoon omdat er aan de niet-naleving geen sancties verbonden waren, less for less.
Kortom, het jarenlang durende gebrek aan medewerking, of zelfs ronduit de tegenwerking, van bepaalde derde landen toont aan dat het niet volstaat om die landen een wortel voor te houden, maar dat men ook bereid moet zijn om een stok achter de deur te houden. Marokko is daarin trouwens absoluut geen alleenstaand geval, want ook andere landen, zoals Algerije, konden jarenlang niet bepaald betrapt worden op enige bereidwilligheid ter zake.
Mijnheer de staatssecretaris, naar aanleiding van de zaak-El Aroud en uw reactie daaromtrent, had ik graag een antwoord gekregen op volgende vragen.
Hebt u deze kwestie ondertussen laten agenderen op de eerstkomende Europese Raadsvergadering?
Hoe ziet u de door u bepleite visumsancties, respectievelijk visumgunsten, precies? Welke landen komen daarvoor volgens u in aanmerking? Bent u van oordeel dat alleen een striktere, respectievelijk soepelere, visumregeling zal volstaan om onwillige derde landen tot meer medewerking te bewegen?
Bent u bereid om op Europees niveau te pleiten voor een kordate houding tegenover onwillige derde landen en daartoe ook andere sancties in het vooruitzicht te stellen, waaronder het einde van voordelige exporttarieven, de ontwikkelingssamenwerking en/of de belastingvrije geldoverdrachten naar herkomstlanden?
Bent u bereid om, zeker in het geval een reactie van de EU uitblijft, op Belgisch niveau de ontwikkelingssamenwerking te koppelen aan de bereidheid van derde landen om hun illegale onderdanen terug te nemen?
13.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, collega's, mijn doel is om bij te dragen tot het ontwikkelen van duurzame en op vertrouwen gebaseerde relaties van ons land met derde landen.
Het is van ultiem belang een goede verstandhouding te hebben met andere landen opdat er ook over moeilijke dossiers kan worden gepraat. Zo werd in het verleden een MOU ondertekend met Marokko. Dat was een goede zaak, maar jammer genoeg ging het maar om een tijdelijke afspraak en ging het enkel om identificatie van onderdanen en niet over de terugname ervan. Het was dus een goede eerste stap, maar ik ben de mening toegedaan dat wij veel ambitieuzer moeten zijn.
Terugkeer is een van die meer gevoelige onderwerpen die de algemene relatie in positieve of negatieve zin kan beïnvloeden. Zoals u weet, erkent het regeerakkoord expliciet dat dit aspect van ons buitenlands beleid beter moet worden uitgewerkt. Ik citeer: "De regering zal onderzoeken welke incentives en hefbomen op nationaal of internationaal vlak aangewend kunnen worden om samenwerkingen rond terugkeer te verbeteren."
Daar zijn we dus mee bezig. Mijn onderzoek beperkt zich uiteraard niet tot het visumbeleid, maar het is een piste die ik verder wil bewandelen. Concrete maatregelen kunnen de vorm aannemen van een visumbelemmering, zoals langere wachttijden bij een afgifte, of visumvoordelen, zoals visumliberaliseringen, zoals die reeds bestaan voor een aantal landen in Europees verband. De landen die in aanmerking komen, zijn zowel deze die goed als deze die slecht meewerken. Ik zie mogelijkheden op twee niveaus: bilateraal, in samenwerking met andere regeringspartners, en Europees, voor de aspecten van het visumbeleid die geharmoniseerd zijn.
De nieuwe Europese visumcode voorziet in artikel 25 a in de juridische verankering van het visumhefboommechanisme, dat toelaat om visumsancties op te leggen aan derde landen die onvoldoende meewerken inzake terugkeer, maar ook om landen die goed samenwerken te belonen met visumvoordelen. Ik zal dit mechanisme tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van komende vrijdag op tafel leggen.
Mijnheer Van Langenhove, u hebt ook een vraag gesteld over het instrumentaliseren van ontwikkelingssamenwerking. Ik kan daarover kort zijn. Wij moeten ons afvragen met welke maatregelen we landen het best kunnen sanctioneren, indien we overgaan tot sanctioneren. Ik ben ervan overtuigd dat het visummechanisme een grotere hefboom biedt omdat daarmee een bepaalde groep binnen de bevolking wordt geraakt, wat ervoor kan zorgen dat landen misschien beter bereid zijn om samen te werken.
Mijnheer Demon, zoals aangegeven, zet ik in op het versterken van onze banden met landen van herkomst. Dat doe ik zowel via diplomatieke weg als via geschreven akkoorden en informele afspraken. Toch moet er een belangrijke kanttekening worden geplaatst bij dergelijke akkoorden. De geschiedenis leert ons dat het niet veel zin heeft akkoorden te sluiten als die enkele maanden later toch niet meer worden gerespecteerd. Een handtekening ergens onder plaatsen is geen doel op zich. Wat ik wil bereiken, is een relatie met herkomstlanden die in de praktijk ook het verschil maakt. Geval per geval, land per land wordt bekeken wat de beste strategie is en of meer akkoorden sluiten zin heeft.
Sinds het begin van de legislatuur ben ik daarom actief in gesprek gegaan met de ambassadeurs van de landen waarmee wij belangrijke terugkeerrelaties hebben. Vanmiddag zal ik de Marokkaanse ambassadeur voor de tweede keer spreken. Ja, ditmaal zal het ook effectief gaan over de zaak-El Aroud.
13.05 Yoleen Van Camp (N-VA): Bedankt voor het duidelijke antwoord, mijnheer de staatssecretaris.
Mijn fractie en ik vinden het voor alle duidelijkheid een heel goed idee en een heel goed initiatief. Ik dank u ook voor de verduidelijkingen die u hebt ontwikkeld. Er kan effectief op verschillende fronten ingezet worden. Het is zeker een mogelijkheid om dat in de eerste plaats op de visa te doen. Ik hoop alleen dat het snel genoeg vooruitgaat.
U zegt dat u het vrijdag op de tafel zult leggen. In de commissie zullen wij er zeker verder op terugkomen, ook op uw gesprek vanmiddag met de Marokkaanse ambassadeur over dat concrete geval en de stappen die u daarin zet. Als u daarin effectief tot resultaten kunt komen, dan hebt u al onze steun.
13.06 Franky Demon (CD&V): Dank u voor uw uitleg, mijnheer de staatssecretaris.
Ik geef u gelijk, wat het verleden betreft. Als Marokko enkel een handtekening heeft gezet voor identificatie, maar niet voor terugkeer, wat betekent een handtekening dan?
Het is ook goed dat u enerzijds de specifieke case die ik mijn vraag heb aangehaald en anderzijds ook het globale terugkeerbeleid zult bespreken. Ik sluit mij ook aan bij mevrouw Van Camp die zegt dat het goed is dat u het voorstel over de visa vrijdag op de tafel zult leggen. Het is effectief nodig dat wij dat samen opvolgen en tot resultaten komen. U hebt gezegd dat u vanmiddag een tweede gesprek zult hebben met de Marokkaanse ambassadeur om misschien wel tot duidelijke afspraken te komen. Na vrijdag moet ook worden bekeken welk parcours wij zullen volgen en met welke timing. (…)
De voorzitter: De verbinding is weggevallen, mijnheer Demon, maar het was allemaal positief, heb ik begrepen.
13.07 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor uw uitgebreide en in dit geval ook zeer concrete antwoord.
U verwees naar het regeerakkoord waarin inderdaad staat dat de terugkeer moet worden verbeterd, maar heel concreet is men daar niet. Waar men wel concreet over is, zijn een aantal sanctiemogelijkheden die al bij voorbaat uitgesloten worden. Maar daarover hebben wij het in het verleden al gehad, en ik ben er natuurlijk niet echt tevreden over.
U zegt nu dat visumsancties volgens u een betere hefboom zijn. Dat kan best zo zijn. Ik hoop voor u en voor ons dat het zo zal zijn in de toekomst. Maar wat als het krachtig signaal van de EU uitblijft? Daarom lijkt het mij en mijn fractie beter dat u nu al meerdere pistes bewandelt en dat u nu al bekijkt wat de mogelijke alternatieven zijn, mocht dat signaal van de EU uitblijven. Wij zullen binnenkort kunnen evalueren of die visumsancties daadwerkelijk een betere hefboom geweest zijn.
Ik wens u nog heel veel succes met uw overleg vanmiddag. Het resultaat daarvan zullen wij wellicht een volgende keer bespreken.
L'incident est clos.
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De aanpak van transmigrantie" (55014827C)
- Franky Demon aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De transmigrantenproblematiek in Zeebrugge" (55014863C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La lutte contre la migration de transit" (55014827C)
- Franky Demon à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La question des transmigrants à Zeebrugge" (55014863C)
14.01 Yoleen Van Camp (N-VA): De problematiek
met en rond transmigranten, lijkt de laatste tijd weer volop toe te nemen. In
de laatste week van februari werden er namelijk 112 transmigranten aangetroffen
in de haven van Zeebrugge, terwijl het weekgemiddelde de weken en maanden
voordien rond 64 lag.
Graag had ik van u geweten wat nu juist
het plan van aanpak is dat wordt gevolgd na het onderscheppen van
transmigranten. Mijn vragen aan u zijn:
1. Hoe verklaart u deze toename?
2. Bij inklimming in vrachtwagens, wat
wordt daar dan mee gedaan? De impact is groot, namelijk een onveiligheidsgevoel
bij de chauffeurs en een vrees voor de vernietiging van de lading.
3. Wat is tegenwoordig de procedure die
de politie volgt bij de administratieve afhandeling na het aantreffen van
transmigranten? Welke instructies hebben zij, o.a. van DVZ, meegekregen?
4. Na de administratieve afhandeling,
waar worden deze transmigranten dan afgezet? Krijgen zij steeds een bevel om
het grondgebied te verlaten?
5. Op welke manier voorkomt u dat deze
mensen na vrijlating een nieuwe poging tot inklimming wagen?
6. Worden transmigranten na de
administratieve afhandeling nog naar een gesloten centrum gebracht? Indien zo,
hoe vaak is dat gebeurd de voorbije weken?
7. Uit cijfers van minister Verlinden
weten we dat het rangeerstation de zwakke plek is in de beveiliging van de
Zeebrugse haven. Zal u dit opnemen met uw collega en bevoegd Minister Verlinden
zodat deze extra gecontroleerd wordt en beveiligd?
Mijnheer de staatssecretaris, ik onderstreep alvast dat ik al verschillende keren heb gevraagd wat er gebeurt met migranten die feiten van bijvoorbeeld inklimming begaan en worden opgepakt, maar weer vrijgelaten moeten worden. Ik hoop dat die vraag, samen met mijn andere vragen, nu beantwoord wordt.
14.02 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, u kent ondertussen de transmigratieproblematiek van Zeebrugge. Samen met minister Verlinden bracht u al een plaatsbezoek om de situatie te bespreken.
Het blijft een problematische situatie. De laatste tijd nemen transmigranten meer en meer risico's, met gevaar voor eigen leven. Zo maken ze steeds meer gebruik van ons rangeerstation in Zwankendamme. Op deze site worden goederentreinen gesplitst en samengesteld om richting havengebied te rijden. Van dat moment maken transmigranten steeds meer gebruik om hun hoop op oversteek naar Groot-Brittannië waar te maken. Ze voeren vaak echt gevaarlijke manoeuvres uit, om op en uit treinen te springen. Zo zijn er transmigranten die vanop een brug of een truck op goederentreinen springen en zo een gat in het zeil maken. Bovendien weten die mensen vaak niet hoelang de containers daar blijven staan.
Het is dan ook geen toeval dat er al verschillende noodoproepen van transmigranten zijn binnengekomen. De laatste twee weken werden al zeker vier reddingsacties ondernomen. Onze politiediensten voeren extra controles uit op bepaalde zwakke plaatsen, de legersite van domein Knapen wordt aangepakt door extra camera's en een nieuwe omheining te plaatsen. We roeien met de riemen die we hebben. Ik vrees ervoor dat dit, gezien de huidige situatie, misschien niet voldoende is.
Had u nog contact over deze problematiek met de burgemeester en de korpschef van Brugge? Wordt bij het aantreffen van transmigranten door de politie de Dienst Vreemdelingenzaken steeds ingelicht? Wat is het vasthoudingsbeleid van de DVZ inzake mensen zonder papieren die de openbare orde effectief verstoren? Ondernemen uw diensten nog acties om de betrokkenen te informeren over de mogelijkheden van een verblijfsaanvraag in ons land?
14.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, het aantal intercepties van transitmigranten door de politie hangt af van de politieactiviteit en geeft niet meteen een representatief beeld van de aanwezigheid van transitmigranten op het grondgebied. Ook kan één persoon meerdere keren worden geïntercepteerd en op die manier de cijfers beïnvloeden. Het is uiteraard de politie die rapporteert over de intercepties. In de cijfers die ik van de politie ontvang, is echter geen grote stijging te zien in het aantal intercepties tijdens de eerste twee maanden van 2021.
Iemand die na inklimming in een vrachtwagen wordt aangetroffen, wordt net als een andere vreemdeling zonder wettig verblijf op basis van artikel 21 van de wet op het politieambt bestuurlijk aangehouden.
Voor de geldende parketrichtlijnen wendt u zich best tot de minister van Justitie.
In elk dossier waarvoor de DVZ wel wordt gecontacteerd, wordt op basis van het individuele dossier een beslissing genomen door de DVZ. De mogelijke beslissingen zijn ofwel een bevel om het grondgebied te verlaten of een herbevestiging van dat bevel en het laten beschikken of een vasthouding in een gesloten centrum. Een vasthouding is slechts mogelijk, wanneer er voor de betrokkene een perspectief op terugkeer is naar het land van herkomst of een land dat bevoegd is voor de behandeling van de asielaanvraag. Zoals u weet, zijn de plaatsen in de gesloten centra beperkt, des te meer door de sanitaire situatie. De DVZ legt daarom de focus op de vasthouding van personen die de openbare orde verstoren.
In 2021 werden in januari en februari in totaal twaalf transitmigranten vastgehouden in een gesloten centrum. Voor 121 personen was er een Eurodac-hit waardoor de DVZ geen bevel kon afleveren. Vijftig van hen verklaarden minderjarig te zijn; 32 personen ontvingen een herbevestiging van een bevel om het grondgebied te verlaten en 21 personen kregen een andere beslissing, bijvoorbeeld een overbrenging naar de gevangenis.
Voor de vraag waar transitmigranten na vrijlating worden afgezet na kennisgeving van de beslissing, verzoek ik u zich te wenden tot de minister van Binnenlandse Zaken. Het outreach team van Fedasil informeert transitmigranten over asiel en vrijwillige terugkeer. Het team zal op korte termijn worden uitgebreid, zoals al meermaals hier in de commissie is verduidelijkt.
Het is belangrijk dat de transitmigranten hun beslissing nemen op basis van correcte informatie en niet op basis van mythes die circuleren en waarvan smokkelaars misbruik maken.
De Dienst Vreemdelingenzaken heeft samen met de Federatie van Belgische Transporteurs ook een preventiecampagne opgezet om vrachtwagenchauffeurs te informeren over mogelijke inklimming van transitmigranten. Er wordt ook samengewerkt met de UK Office. Zodra de nieuwe informatiefolders klaar zijn, worden ze ook verspreid. De scheepvaartpolitie van Zeebrugge en de lokale politie van Brugge zullen daarbij worden betrokken.
Ik bespreek ook geregeld de aanpak van het fenomeen van de transitmigratie met collega-minister Verlinden. Voor het voorkomen van inklimming in vrachtwagens door de politie en de beveiliging van de haven verwijs ik u evenwel naar haar door. Uiteraard hou ik ook regelmatig contact met de lokale autoriteiten en zal ik altijd luisteren naar hun bezorgdheden.
14.04 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, u verwijst opnieuw naar minister Verlinden. Wij hebben haar vorige keer die vragen voorgelegd, maar zij verwijst telkens naar u, dus ik denk dat u samen aan tafel moet gaan zitten om een degelijke aanpak af te stemmen, want dit is echt paraplupolitiek, die niet fraai is en vooral op het terrein niets bijbrengt om de problematiek op te lossen. Ik hoop dat u snel zult samen zitten en met concrete oplossingen zult komen voor de problematiek.
Onze fractie heeft al wetgevend werk ter zake voorbereid, bijvoorbeeld wat de inklimming in vrachtwagens betreft. Ik heb gezien dat de liberale fracties dat voorstel hebben gekopieerd, dus daar kan snel werk van worden gemaakt. Ik vraag mij af waar u op wacht, want door naar elkaar te wijzen, zal de problematiek van transmigranten, die u dan ook nog eens minimaliseert, in elk geval niet vooruit worden geholpen.
14.05 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, ik vind het positief dat er met de vrachtwagensector wordt gewerkt aan preventie, maar ik wil wel meegeven dat de cijfers en de realiteit twee verschillende dingen zijn. Wij zien het: de transmigratie stijgt weer enorm in Zeebrugge. Zowel uit gesprekken met de scheepvaartpolitie als met de lokale politie is duidelijk dat de transmigratie stijgt. Misschien moeten wij eens bekijken of alles goed gerapporteerd wordt, want de cijfers zijn nog een uitdaging.
Wij moeten bekijken of wij geen taskforce moeten oprichten met Justitie, Binnenlandse Zaken en Asiel en Migratie om het probleem effectief aan te pakken. Er is immers niet enkel en alleen in Zeebrugge een probleem, maar soms ook op andere plaatsen aan de grens. Wij moeten de zaak echter aanpakken. Het is geen goede zaak dat mensen die het geluk willen zoeken in het Verenigd Koninkrijk en opgepakt worden, weer vrijgelaten worden, en opnieuw proberen. Daarom moeten wij een taskforce oprichten om de situatie in kaart te brengen en oplossingen te zoeken. Misschien moeten wij zelf een initiatief nemen – ik weet het niet – maar ik vraag u toch om een taskforce op te richten.
Het incident is gesloten.
15 Question de Kattrin Jadin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La loi accueil de 2007" (55014928C)
15 Vraag van Kattrin Jadin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvangwet van 2007" (55014928C)
15.01 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais savoir s'il existe des réflexions au sujet d'une réévaluation de la loi accueil de 2007 dans le but de l'ajuster, et cela suite à la grande vague migratoire que nous avons connue voici cinq à six ans.
La gestion des centres d'accueil par des particuliers a été pointée du doigt à plusieurs reprises. J'ai déjà évoqué le sujet avec vous. En outre, éthiquement parlant, je trouve étrange que des sociétés privées puissent "tirer profit" de ces catastrophes humanitaires. Je me demande si nous n'aurions pas plutôt intérêt à prendre cela mieux en charge et à davantage cadrer cette gestion.
Monsieur le secrétaire d'État, souhaitez-vous procéder à une évaluation de cette loi? Dans l'affirmative, est-il envisageable de réévaluer le fait que les sociétés privées fassent de l'argent sur le dos de l'accueil des migrants de sorte que le secteur public reprenne mieux cette gestion? D'autres dispositions pourraient-elles faire aussi l'objet d'adaptations?
15.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame Jadin, comme vous le savez, j'ai l'intention de rendre le réseau d'accueil plus dynamique, plus flexible et plus résilient. Afin d'y arriver et de diversifier les acteurs de l'accueil, Fedasil pourrait compter sur la participation structurelle des acteurs privés dans sa gestion globale des places tampons. Le nombre de places gérées par des partenaires privés ne représente que 5 % de la totalité du réseau d'accueil.
Je vous assure que l'accueil qui est organisé par des opérateurs privés est tout aussi qualitatif que celui organisé par Fedasil ou l'un de ses partenaires tels que la Croix-Rouge. Les normes minimales d'accueil sont fixées dans le cahier des charges du marché public. Je n'ai pas l'intention d'exclure légalement la possibilité de faire appel à des opérateurs privés. Pourtant, le but n'est pas de remplacer les centres fédéraux par des centres gérés par des partenaires privés. L'organisation d'un centre par un opérateur privé est une option qui ne deviendra pas la règle.
Je vous rappelle que les différents marchés publics ont été publiés au moment où le réseau d'accueil ne disposait pas de suffisamment de places et où il était très difficile pour les partenaires structurels d'en créer.
Une situation similaire pourrait se produire à l'avenir. Il ne me semble donc pas judicieux d'exclure légalement cette possibilité. Comme vous l'avez dit à juste titre, voici cinq à six ans, nous avons été confrontés à une énorme augmentation de la demande, et nous ne savons pas ce que nous réserve l'avenir.
Globalement, la loi accueil sera analysée dans le cadre du Code migratoire. Le texte légal sera de toute façon amélioré. Je ne peux pas encore vous dire quelles dispositions de la loi seront modifiées car le travail préparatoire est encore en cours.
15.03 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie d'avoir eu à cœur de répondre à l'ensemble de mes questions, même si je me rends bien compte qu'en l'état des choses, vous ne pouvez vous prononcer sur les modifications à venir. Je vous encourage en tout cas à redonner une nouvelle dynamique. Et comprenons-nous bien! Je suis une libérale. Je ne vais jamais m'opposer aux initiatives privées. Cela va de soi. Nous devons aussi, en cas d'urgence, trouver des solutions originales, humaines et absolument respectueuses des protocoles d'accord auxquels nous sommes tenus.
Je regrette cependant de devoir constater que certains considèrent comme une aubaine les drames humains qui existent. Monsieur le ministre, je ne peux dès lors que vous encourager à contrôler régulièrement les sociétés qui reçoivent cette confiance de la part des pouvoirs publics car c'est aussi de notre responsabilité, en tant que citoyens et certainement en tant qu'élus, de veiller à ce que tous les engagements auxquels nous sommes tenus soient respectés dans le cadre des droits auxquels nous souhaitons tous nous conformer.
Het incident is gesloten.
16 Question de Kattrin Jadin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’analyse de l’ULB sur le centre d’accueil Spa-Sol Cress" (55014929C)
16 Vraag van Kattrin Jadin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De analyse van de ULB met betrekking tot het asielcentrum Spa-Sol Cress" (55014929C)
16.01 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, dans la foulée des nombreuses préoccupations qu'avaient exprimées les autorités locales vis-à-vis de l'installation d'un nouveau centre d'accueil à Spa, l'École de Santé publique de l'ULB a mené une analyse d'impact du covid-19 en termes de conséquences sanitaires pour la ville et son environnement, causées par l'installation du centre pour réfugiés. Le résultat en a récemment été transmis à Fedasil et à SVASTA.
Par ailleurs, il me revient qu'il est prévu que le centre soit seulement ouvert durant douze mois, avec la possibilité de renouveler le bail de trois mois à deux reprises. Je suis issue de cette région. Les Spadois ont pris connaissance de cette nouvelle information. Toutefois, ils aimeraient que cette décision soit actée.
Monsieur le secrétaire d'État, avez-vous pris connaissance de l'analyse de l'École de Santé publique de l'ULB? Le résultat aura-t-il des conséquences sur l'installation du centre? Dans l'affirmative, lesquelles? Pouvez-vous me confirmer qu'il sera ouvert pour une durée maximale de dix-huit mois? Comme je vous sais attentif à ce dossier, je vous remercie par avance de votre réponse.
16.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Madame Jadin, j'ai pris connaissance de l'analyse de l'École de Santé publique de l'ULB, mandatée par la Ville de Spa. Le processus interne de Fedasil relatif aux risques liés au coronavirus se fonde sur les directives et les mesures prises par les autorités régionales et fédérales compétentes, à juste titre.
Cette étude ne peut pas constituer une base en vue de l'élaboration de la politique de santé de Fedasil. De surcroît, ce document ne se limite pas à la perspective des soins de santé, puisque l'étude va dans tous les sens. On y trouve ainsi une analyse de la prévention et de la sécurité, ainsi que de l'impact de la diversité culturelle, des conséquences économiques, etc.
Je comprends qu'il ne soit pas toujours facile de voir s'installer un centre d'accueil dans sa commune. C'est pourquoi j'attache une grande importance au dialogue avec les autorités locales. Cependant, les plans du centre d'accueil de Spa ne peuvent – et ne seront – pas modifiés en fonction de cette étude. L'établissement fait partie du marché public ouvert à la fin 2019 au secteur privé afin d'augmenter temporairement la capacité d'accueil. Le cadre de ce marché public prévoit une ouverture pour une durée initiale de douze mois, avec la possibilité d'une prolongation contractuelle de trois mois à deux reprises.
16.03 Kattrin Jadin (MR): Monsieur le secrétaire d'État, vous êtes donc positif sur la dernière question. Vous me confirmez bien que cela se fera pour une durée maximale de 18 mois. J'en prends acte.
Je ne veux pas être mal comprise. J'espère que je ne le serai pas. J'espère aussi que les autorités locales de Spa ne le seront pas non plus.
Tout le monde est conscient des urgences qui existent et de la contribution que chacun, y compris les autorités locales, doit apporter pour trouver des solutions correctes. Je vous sais attentif à ce dossier. Ceci étant, je pense qu'il faut également pouvoir se poser les bonnes questions. Cette étude d'impact sur la santé me semblait être un élément important à prendre en compte. Je considère tout simplement qu'il faut avoir une réponse correcte à cela. Je prends acte de votre réponse et je vous remercie.
L'incident est clos.
17 Vraag van Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De bescherming van meisjes op de vlucht voor genitale verminking en hun gezin" (55015013C)
17 Question de Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La protection des fillettes fuyant les mutilations génitales et celle de leur famille" (55015013C)
17.01 Greet
Daems (PVDA-PTB): Meneer de staatssecretaris,
op 6 februari was het de Internationale Dag tegen Vrouwelijke Genitale
Verminking. Naar aanleiding daarvan ontving uw collega de staatssecretaris voor
Gendergelijkheid enkele vertegenwoordigers uit het middenveld op haar kabinet.
Zij vroegen haar om actie te ondernemen voor een betere bescherming in ons land
voor families waarvan de meisjes een risico lopen op genitale verminking. In
2019 is het Belgisch asielbeleid immers gewijzigd, waardoor sindsdien enkel de
meisjes zelf in België als vluchteling erkend kunnen worden. Hun familie wordt
niet beschermd en moet zelf een lange en tijdrovende procedure doorlopen om
legaal in ons land te mogen verblijven. Sommigen hebben geen toegang tot de
centra van Fedasil tijdens die procedure en moeten noodgedwongen op straat
leven. Die regeling is absurd en komt ook de meisjes niet ten goede. Doordat de
familie geen sociale rechten heeft in ons land moeten zij hier immers in
moeilijke omstandigheden leven. Bovendien zou het ontbreken van bescherming
voor hun familie sommige meisjes kunnen tegenhouden om in ons land bescherming
te zoeken en zouden er dus meer meisjes het slachtoffer worden van genitale
verminking. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Staatssecretaris Schlitz beloofde het
middenveld om deze problematiek samen met u op te nemen. U antwoordde vorige
maand op een vraag in deze commissie dat uw kabinet de mogelijkheden onderzocht
voor een ander verblijfsrecht voor de ouders van de meisjes?
– Hoe staat het daarmee? En is dat
werkelijk beperkt tot de ouders of kunnen de broertjes van die meisjes daar ook
onder vallen? Want als dat niet zo is, riskeert u opnieuw een lacune in het
beleid te creëren.
– Aangezien dit probleem een snelle
behandeling verdient, had ik graag geweten welke acties u sinds het bezoek van
het middenveld hebt ondernomen om dit probleem op te lossen? Wanneer kunnen we
verwachten dat er een definitieve oplossing is?
– Last but not least, hebben de families
van de meisjes intussen toegang tot de opvangcentra van Fedasil? We hebben
afgelopen maand een extreme koudegolf gekend. Ik zou het bijzonder erg vinden
mochten de families van die meisjes die op straat zouden hebben moeten
doorbrengen.
17.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Daems, ik heb het thema van meisjes op de vlucht voor genitale verminking en hun gezin al besproken met het middenveld. Op korte termijn trachten wij de neveneffecten van de huidige situatie weg te werken. Dat betekent een snelle behandeling van de regularisatieaanvraag door de Dienst Vreemdelingenzaken, een goede opvolging van de dossiers door het Commissariaat-generaal en de Dienst Vreemdelingenzaken en het behoud van de opvang van het gezin.
In de praktijk werd doorgaans al verlenging van opvang toegekend aan de ouders tijdens de procedure 9bis. Intussen heeft Fedasil stappen ondernomen om dat beleid te stroomlijnen in alle opvangcentra.
Voorts bekijkt mijn kabinet de mogelijkheid voor die ouders een verblijfsrecht te creëren dat gekoppeld is aan het vluchtelingenstatuut van het kind. Voor verblijfsrecht geldt geen discretionaire bevoegdheid, wat wel het geval is voor humanitaire regularisatie.
Ik kan u op het moment nog geen verdere informatie geven, daar mijn kabinet de problematiek in samenwerking met de administraties nader onderzoekt en de kwestie ook nog in de regering wordt voorgelegd.
17.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, dank u wel voor uw antwoord.
Het antwoord stemt mij best hoopvol; wij vinden natuurlijk dat de wijziging van het asielbeleid uit 2019 ongedaan gemaakt moet worden. Het is echt in het belang van de meisjes die een risico lopen op genitale verminking in hun land van origine, dat hun ouders hier een echte bescherming kunnen krijgen en dat zij ook kunnen worden opgevangen door Fedasil. Niemand verdient het op straat te moeten slapen.
L'incident est clos.
18 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het terugsturen van migranten naar Marokko via Spanje" (55015034C)
18 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le renvoi de migrants au Maroc via l'Espagne" (55015034C)
18.01 Yoleen
Van Camp (N-VA): Op een vorige vraag van mij
over dit thema, gaf u in de commissie van 5 februari als antwoord dat Spanje
wel interesse toonde om samen te werken om illegale en uitgeprocedeerde
Marokkanen vanuit België via Spanje terug te sturen.
In de commissie van 26 februari, stelde u
hierover het volgende: “Daarom is de vraag gesteld aan Spanje. Op een officieel
antwoord van mijn Spaanse collega om de volgende stappen te kunnen zetten, is
het momenteel wachten, ondanks het feit dat de reacties in Spanje een opening
hebben gelaten. Indien het antwoord van Spanje positief is, zal ik in de
volgende fase de concrete parameters nader onderhandelen en er ook meteen werk
van maken."
Mijn vragen aan u:
U kondigde dit voorstel/idee op 6 januari in de pers aan. We zijn ondertussen een dikke 2 maanden verder. Is er al een officieel antwoord gekomen van Spanje?
18.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, zoals gezegd tijdens de vorige commissievergadering, wil ik verschillende mogelijkheden aftasten om buiten de gekende formules terugkeersamenwerking te bevorderen. Het werken aan alternatieven is nodig omdat oude werkwijzen niet steeds de verhoopte resultaten hebben gegeven in het verleden.
Mijn insteek is steeds geweest om op zoek te gaan naar duurzame samenwerkingsverbanden. Mijn voorstel aan Spanje betreft een experimenteel project, waarbij wij alle modaliteiten technisch goed willen uitwerken. Dit vraagt dan ook de nodige tijd, maar zoals u aanhaalde in uw vraag, heeft mijn Spaanse collega op de initiële vraag meteen positief gereageerd.
Dan kom ik aan de uitwerking ervan. Ik ben mij ervan bewust dat vele juridische en praktische obstakels op ons wachten, maar dat schrikt mij niet af om out of the box en in een eerder ongewoon formaat na te denken over mogelijke samenwerkingsvormen. Niet alles hoeft kortetermijnpolitiek te zijn, zolang wij maar structureel werken aan betere oplossingen.
18.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, uw antwoord bevat niet direct nieuwe elementen. Ik heb deze vraag ingediend als opvolgvraag en u hebt een beetje herhaald wat u eerder reeds zei.
U hebt begin januari, dus twee maanden geleden, aangekondigd dat u hierover een akkoord zou proberen te bekomen met Spanje. Momenteel kunt u echter nog niets concreet melden op het vlak van vorderingen. Ik zal het gewoon verder opvolgen via de commissie. Misschien hebt u binnen enkele weken of maanden wel meer te melden.
L'incident est clos.
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De vaccinaties in de asielcentra" (55015036C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De vaccinatie in de Fedasilcentra" (55015055C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les vaccinations dans les centres d'asile" (55015036C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La vaccination dans les centres Fedasil" (55015055C)
19.01 Yoleen
Van Camp (N-VA): Wanneer zullen de open en
gesloten asielcentra aan de beurt zijn voor vaccinaties tegen corona? Indien er
bewoners zijn in de open en gesloten centra die de vaccinatie weigeren, zal dit
dan gevolgen hebben? Hoe zullen die vaccinaties, bijvoorbeeld in de gesloten
centra, praktisch in zijn werk gaan? Zal er een team van verpleegkundigen tot
in de asielcentra komen om de vaccinaties toe te dienen of dienen deze mensen
zelf naar een vaccinatiecentrum te gaan? Zijn er al mensen uit de open en
gesloten centra gevaccineerd? Wat met de grote groep van mensen die illegaal in
dit land verblijft? Hoe zal de vaccinatie bij hen verlopen?
19.02 Hervé Rigot (PS): Monsieur le
secrétaire d'État, la campagne de vaccination à grande échelle suscite beaucoup
d'attention et de questions, à juste titre. A cet égard, les centres Fedasil,
qui peuvent réunir de grandes concentrations de personnes, s'interrogent sur la
façon dont ils seront intégrés dans les processus. En effet, selon
Benoît Mansy, porte-parole de Fedasil, l'agence fédérale chargée de
l'accueil des demandeurs d'asile, Fedasil n'a encore reçu aucune consigne
précise des autorités compétentes pour le moment. Avez-vous reçu des
informations concernant le public à vacciner au sein de tous les centres
d'accueil communautaires de Fedasil?
Dans la hiérarchie, les centres pour
réfugiés se situeraient après les maisons de repos ou les centres
d'hébergements pour personnes en situation de handicap. Les centres d'accueil
de Fedasil sont-ils repris dans la catégorie "collectivités" de la
campagne de vaccination?
Lors de leur demande de protection
internationale, les demandeurs sont reçus par un médecin et son équipe qui
vérifient s'il y a suspicion ou non de tuberculose et leur administrent les
vaccins recommandés en Belgique. Qu'en sera-t-il aujourd'hui concernant leur
accord à se faire vacciner? Comment informer en temps afin que le taux
d'adhésion soit suffisant dans une structure comme Mouscron, par exemple, accueillant
près d'un millier de personnes?
19.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp en mijnheer Rigot, de uitrol van de vaccinaties bij het zorgpersoneel is volop aan de gang. Daarnaast kreeg ook het personeel van de Brusselse asielcentra reeds een uitnodiging tot vaccinatie vanuit de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Les résidents des centres ouverts et fermés n'ont pas encore été vaccinés.
Een datum voor de vaccinatie kan ik momenteel nog niet geven. We wachten momenteel op een beslissing van de taskforce Vaccinatie, zowel voor de bewoners van de open en de gesloten centra als voor de personen in onwettig verblijf.
Nous espérons connaître cette décision prochainement. La vaccination se fera bien évidemment sur une base volontaire.
De praktische uitwerking zal in overleg met de taskforce Vaccinatie en de asieldiensten gebeuren zodra er een concrete beslissing wordt genomen. Het komt de experts toe om te beoordelen in welke volgorde de vaccinatiecampagne uitgerold wordt, in het algemeen belang. Ik heb altijd al gezegd dat ik van mening ben dat wij voor dergelijke zaken vooral moeten bekijken wat de experts zeggen zodat wij allen samen zo snel mogelijk uit de covidpandemie geraken. Ik hoop dat wij dat op de juiste manier doen. Ik heb er alle vertrouwen in dat de experts een juiste volgorde en timing zullen kiezen.
19.04 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
U hebt er meer vertrouwen in dan ik, want wij staan aan de vooravond van de vaccinaties, terwijl ik verneem dat nog wordt gewacht op instructies over wanneer en hoe precies alles moet verlopen, instructies die inderdaad vooral een taak van een ander departement zijn. Ik vind dat die instructies toch wat laat komen. We zijn nu halfweg maart en de vaccinaties zijn volop aan de gang, maar er ligt daaromtrent nog geen concreet plan voor. Ik hoop alleszins dat u wel snel de instructies krijgt en dat men die in de praktijk vlot kan bolwerken.
19.05 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je me joins à Mme Van Camp sur la nécessité d'avoir des réponses rapides sur le processus; parce que oui, tout le monde a besoin de se sentir rassuré. Dans de grandes structures comme celles de Mouscron notamment, qui accueille près d'un millier de personnes, il est important de lancer une politique de vaccination qui permette d'obtenir rapidement un taux d'adhésion suffisant parmi ces personnes.
C'est essentiel. Ce sont des personnes vulnérables. C'est la vie en collectivité. Nous devons être attentifs, dans le futur, à activer une vaccination rapide.
Het incident is gesloten.
Le président: Les questions n°s 55015043C, 55015044C et 55015047C de M. Moutquin sont transformées en questions écrites.
20 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les itinéraires de passeurs" (55015051C)
20 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De routes die door mensensmokkelaars worden gebruikt" (55015051C)
20.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, InfoMigrants a pu entrer en contact avec un ancien passeur, aujourd'hui caché en Europe.
Grâce aux informations détaillées qu'il a fournies, la rédaction en sait désormais plus sur les itinéraires utilisés par les trafiquants d'êtres humains qui approchent les migrants de passage en Libye. Ces organisations très structurées au niveau régional, national et même international surfent sur le chaos ambiant et opèrent plus ou moins librement dans le pays, notamment dans les zones proches de la côte méditerranéenne.
S'appuyant sur divers documents, vidéos et enregistrements audio, cette source a pu révéler les méthodes de fonctionnement détaillées d'un de ces réseaux. Elle raconte la cruauté de ces groupes et la déshumanisation des migrants réduits au rang de "marchandises" échangeables à l'infini. Elle énumère les villes et – chose plus rare – les sites et les bâtiments notoirement connus pour être des passages obligés sur le parcours tortueux de ces migrants.
Monsieur le secrétaire d'État, suite à ces informations sur le fonctionnement précis du trafic d'êtres humains en Libye, quelles actions seront-elles entreprises contre ce réseau spécifique par le Centre européen pour la lutte contre le trafic de migrants?
On estime que le trafic de migrants a généré un chiffre d'affaires de 3 à 6 milliards d'euros en 2015 à l'échelle mondiale, et de plus de 200 millions d'euros en 2019 sur les routes maritimes à destination de l'Union européenne. Quelles mesures l'Union européenne prendra-t-elle pour cibler les réseaux criminels qui exploitent ces migrants?
En mars 2020, l'Union européenne a lancé l'opération militaire Irini qui contribue également au démantèlement du modèle économique des réseaux de trafic de migrants. Cette opération a cessé définitivement ses activités fin mars 2020. Pour quelle raison ? Qu'est-ce qui sera mis en place pour continuer cette lutte?
Monsieur le secrétaire d'État, je suis conscient de la complexité de ma question et je me doute bien que vous ne disposez pas aujourd'hui de tous les outils pour me répondre. J'imagine que le sujet sera abordé, jeudi, à l'occasion des discussions que vous aurez avec vos collègues européens.
20.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Rigot, concernant les actions spécifiques contre les réseaux de trafiquants en Libye par le Centre européen pour la lutte contre le trafic de migrants, je vous invite à interroger ma collègue, Mme Verlinden.
L'exemple que vous donnez montre, une fois de plus, que le trafic des êtres humains est un problème qui doit être traité au niveau européen. La lutte contre le trafic, et donc aussi les méthodes et les itinéraires utilisés doivent être considérés de manière globale.
Dans le cadre du Pacte d'asile et migration, présenté en septembre dernier, la Commission a annoncé prévoir un nouveau plan d'action européen contre le trafic des migrants, le Plan 2021-2025, qui se concentrera sur la lutte contre les réseaux criminels conformément à la stratégie de sécurité de l'Union, afin de stimuler la coopération et soutenir les capacités des services répressifs.
Les nouvelles mesures et une coopération inter-institutionnelle renforcée permettront de relever les défis dans les domaines des enquêtes financières, du recouvrement d'avoirs, de la fraude documentaire ainsi que de nouveaux phénomènes tels que le trafic. Le plan d'action de l'Union européenne stimulera la coopération entre l'Union européenne et les pays tiers grâce à des partenariats ciblés de lutte contre le trafic des migrants.
Les travaux préparatoires sont en cours. L'Union européenne améliorera également l'échange d'informations avec les pays tiers et l'action sur le terrain en soutenant des opérations communes et des équipes d'enquêtes conjointes ainsi que des campagnes d'information sur les risques de l'immigration clandestine et sur les alternatives légales.
Les agences de l'Union européenne devraient également travailler plus intensément avec les pays partenaires à ce sujet. Les opérations de politique de sécurité et de défense communes pourront aussi apporter leur contribution. La mise en œuvre du règlement ILO, Immigration Liaison Officer, permettra également de consolider les réseaux, d'échanger les informations, de fournir un soutien pour des actions communes dans les pays tiers et d'ainsi renforcer la lutte contre le trafic illicite de migrants.
L'Union européenne soutient également des campagnes d'information visant à sensibiliser à la menace que représente le trafic de migrants dans les pays d'origine et de transit. La Commission examinera finalement comment renforcer la mise en œuvre de la directive sur les sanctions à l'encontre des employeurs de ressortissants de pays tiers en séjour irrégulier.
Dernièrement, l'opération IRINI a succédé à l'opération SOPHIA et a été lancée en mars 2020 afin de mettre en œuvre l'embargo sur les armes imposé par les nations. Elle contribue également au démantèlement du modèle économique des réseaux de trafic de migrants et de traite des êtres humains grâce à la collecte d'informations et à l'organisation de patrouilles aériennes. La formation des gardes-côtes, une tâche secondaire de l'opération, a été suspendue en raison des réticences du gouvernement libyen envers l'opération maritime de l'Union européenne.
Le 18 janvier 2021, un accord de travail a été signé avec Frontex afin de renforcer leur coopération et de se soutenir mutuellement par le partage d'informations recueillies dans le cadre des activités d'analyse de risques ainsi que des données de sa surveillance aérienne et afin de coordonner leurs efforts mutuels de renforcement des capacités.
Selon mes informations, en janvier 2021, le mandat de l'opération IRINI a été étendu pour deux années supplémentaires, à savoir jusqu'au 21 mars 2023.
20.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour ces informations très détaillées.
Il faut effectivement redoubler d'efforts pour lutter absolument contre tout ce trafic d'êtres humains. Là où il y a la misère, la souffrance, il y a toujours des hommes et des femmes pour en profiter et en abuser terriblement.
Monsieur le secrétaire d'État, je ne doute pas que vous serez attentif à une lutte ferme et efficace pour démanteler ces trafics, pour avoir des couloirs migratoires officiels, légaux et organisés. En parallèle, étant donné que derrière ces trafiquants se cachent malheureusement des victimes de leur traite et de leur comportement, ne perdons pas de vue la mise en place de mesures de protection à l'égard de celles-ci.
Het incident is gesloten.
21 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les sauvetages en mer" (55015053C)
21 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De reddingsacties op zee" (55015053C)
21.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, nous sommes dans ce même domaine affreux de la cruauté humaine à l'égard de ceux qui sont en souffrance.
J'ai été particulièrement touché par le communiqué de l'OIM qui précisait qu'une vingtaine de migrants étaient morts noyés après avoir été jetés à la mer par leurs passeurs 30 minutes après leur départ de Djibouti. Dans quel monde vit-on? Un monde scandaleux: celui du profit, du trafic!
Des survivants, soignés par l'OIM dans la ville djiboutienne d'Obock, ont raconté qu'au moins deux cents migrants étaient entassés dans leur bateau. Ces drames rappellent que, plus près de nous encore, en Méditerranée, des hommes, des femmes et des enfants meurent dans des circonstances semblables.
Au total, plus de 2 000 migrants sont morts en tentant la traversée vers l'Espagne en 2020 contre 893 en 2019, selon une étude de l'ONG Caminando Fronteras, qui surveille les flux migratoires. L'Europe ne peut pas rester indifférente au drame qui se déroule à sa porte.
Monsieur le secrétaire d'État, quelles sont les solutions portées par la Belgique devant l'Union européenne concernant ces traversées? Êtes-vous pour que l'Europe participe aux opérations de sauvetage, munie d'un mandat clair de sauvetage de vies humaines en haute mer et des ressources nécessaires à cet effet? Quelles sont les actions significatives décidées par l'Union européenne concernant le sauvetage de vies en mer? Quelle attention est portée par notre pays à la situation des réfugiés dans le détroit de Bab El-Mandeb?
21.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, en ce qui concerne les sauvetages en mer, je suis favorable à la mise en place d'une politique effective de sauvetage menée au niveau de l'Union européenne. Cette politique ne peut toutefois être efficace que si elle est menée dans un cadre plus large comprenant un contrôle efficace aux frontières, des politiques combinées en matière de sauvetage et une approche globale, en ce inclus une politique de réinstallation et le développement de voies légales de migration.
Ces aspects sont présents dans le nouveau pacte européen. Il s'agit là d'une raison de plus de tout faire pour la mettre en œuvre. À cet égard, il demeure extrêmement problématique que certains États membres continuent à mettre le frein à son exécution.
S'agissant de la situation des réfugiés dans la mer Rouge et le détroit de Bab El-Mandeb, la Belgique n'y entreprend aucune action particulière. Pour qu'une politique puisse avoir de l'effet dans ce domaine, il est nécessaire de la mettre en ouvre au niveau de l'Union européenne.
Cet aspect est également clairement précisé dans le pacte de l'Union européenne. Quoi qu'il en soit, le principal à mes yeux est de ne pas contrecarrer les activités des ONG dans la région.
21.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie.
Vous l'avez compris, toute une série de mes questions évoquaient les enjeux européens qui seront à l'ordre du jour de votre importante réunion ce jeudi avec vos collègues. Je ne manquerai pas de revenir vers vous afin d'en dresser un état des lieux. Merci pour toutes les réponses apportées aujourd'hui.
L'incident est clos.
22 Vraag van Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken" (55015068C)
22 Question de Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Une décision de l'Office des étrangers" (55015068C)
22.01 Greet Daems (PVDA-PTB):
Geachte staatssecretaris, Fatma is een negentig jaar oude vrouw. Toen ze in
2017 naar België kwam om haar zoon en zijn gezin te bezoeken, werd ze kort na
haar aankomst ernstig ziek. Ten gevolge van een hartaandoening kreeg ze ademhalingsproblemen
en belandde ze op intensieve zorgen. Daarnaast heeft ze ook nog zware
mobiliteitsproblemen. Ze heeft met andere woorden constante hulp en zorgen
nodig. Door deze uitzonderlijke omstandigheden kreeg ze uiteindelijk in 2019
een verblijfsvergunning toegekend door een aanvraag van haar familie.
Ondertussen heeft haar familie alle medische kosten uit eigen zak betaald,
aangezien Fatma geen Belgisch statuut bezat. In oktober van vorig jaar beslist
de Dienst Vreemdelingenzaken ineens om haar verblijfsvergunning niet te
verlengen. Nochtans is er aan de situatie niets veranderd. Recent kreeg ze ook
het bevel om het grondgebied te verlaten. Gezien de omstandigheden is deze
beslissing onmenselijk en onsolidair.
Kan u me vertellen wat de redeneringen zijn van de Dienst Vreemdelingenzaken voor het intrekken van de verblijfsvergunning? U hebt al verschillende keren laten vallen dat individuele regularisaties mogelijk zijn in het geval van moeilijke humanitaire gevallen. Is dit volgens u zo’n geval?
22.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Daems, het antwoord is vrij kort.
Het is niet de gewoonte dat wij ingaan op individuele dossiers; dat kan ik ook niet doen. De mogelijkheid bestaat inderdaad om een regularisatieaanvraag in te dienen. Alle aanvragen worden op individuele basis beoordeeld op basis van elementen in het dossier. Ik kan niet meer zeggen dan dat.
22.03 Greet Daems (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord.
Ik wist dat u dat zou antwoorden. Maar door geen humanitaire regularisatie aan Fatma te geven, oordeelt u ook over haar situatie, met name dat ze niet ernstig genoeg is om in te grijpen. Die beslissing roept heel veel vragen op en creëert bovendien een echt familiaal drama.
Het incident is gesloten.
23 Question de Daniel Senesael à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les demandes de cartes d'identité électroniques et de certificats d'immatriculation de véhicules" (55015071C)
23 Vraag van Daniel Senesael aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De aanvragen van e-ID's en van inschrijvingsbewijzen van voertuigen" (55015071C)
23.01 Daniel Senesael (PS): Toute
personne domiciliée en Belgique doit apposer une plaque d'immatriculation belge
sur son véhicule. Cette obligation engendre certains problèmes sur le
territoire belge et, plus particulièrement, sur le territoire frontalier. Les
zones frontalières, avec la France notamment, voient de nombreux véhicules
possédés par des personnes étrangères domiciliées en Belgique arborer une
plaque d'immatriculation étrangère, parfois longtemps après leur domiciliation.
À titre d'exemple, lors d'une opération de contrôle portant sur la régularité
de l'immatriculation des véhicules des nouveaux résidents belges menée
conjointement par les services de police et la brigade de contrôle des taxes
dans la commune d'Estaimpuis, de nombreuses amendes – évaluées à plus de
16 000 euros – ont été distribuées. Ce problème s'explique entre autres
par le fait qu'après domiciliation en Belgique, la régulation de la plaque
d'immatriculation doit être réalisée endéans les 3 mois, le fait que cette
procédure nécessite le port d'une carte d'identité électronique et, enfin, le
fait que le traitement de la demande d'obtention d'une telle carte auprès de
l'Office des étrangers prend souvent près de 6 mois, soit plus que les 3 mois
évoqués.
Avez-vous connaissance de cette problématique concernant à la fois les demandes d'immatriculation et celles d'obtention d'une carte d'identité électronique ? Si oui, pouvons-nous avoir votre retour à son sujet? Cette problématique a-t-elle été évoquée en concertation, ou peut-elle l'être, avec vos collègues compétents en la matière? Des initiatives visant à prévenir la survenue de pareille situation, ou à résoudre cette problématique, peuvent-elles être envisagées ?
23.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Senesael, vous comprendrez que je ne peux pas commenter la question des plaques d'immatriculation ni celle de savoir si une carte de séjour électronique est une condition pour obtenir une plaque d'immatriculation. Pour cette matière, je vous invite à interroger mon collègue le ministre de la Mobilité.
L'Office des étrangers est lié au délai prévu par la loi du 15 décembre 1980 pour prendre des décisions sur le séjour des étrangers. La délivrance des cartes de séjour électroniques par les communes après une décision positive de l'Office des étrangers est une compétence de ma collègue la ministre de l'Intérieur.
23.03 Daniel Senesael (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 12 h 34 heures.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.34 uur.