Commission de l'Énergie, de l'Environnement et du Climat

Commissie voor Energie, Leefmilieu en Klimaat

 

du

 

Mardi 23 mars 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 23 maart 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 10.02 uur en voorgezeten door de heer Patrick Dewael.

La réunion publique de commission est ouverte à 10 h 02 et présidée par M. Patrick Dewael.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

 

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Actualiteitsdebat over de windmolens en toegevoegde vragen van

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het afschakelen van wind­turbines op 11 maart" (55015255C)

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De afschakeling van offshore productie en de gemelde problemen rond interconnectiecapaciteit" (55015260C)

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het stilleggen van windmolens op zee" (55015389C)

- Christophe Bombled aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het stilleggen van offshorewindmolens op 11 maart" (55015713C)

- Marie-Christine Marghem aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Negatieve energieprijzen" (55015729C)

01 Débat d'actualité sur les éoliennes et questions jointes de

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La mise à l'arrêt d'éoliennes le 11 mars" (55015255C)

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le délestage de la production offshore et les problèmes de capacité d'interconnexion signalés" (55015260C)

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La mise à l'arrêt d'éoliennes en mer" (55015389C)

- Christophe Bombled à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La mise à l’arrêt d’éoliennes offshores le 11 mars" (55015713C)

- Marie-Christine Marghem à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les prix de l'énergie négatifs" (55015729C)

 

01.01  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, op 11 maart communiceerde Eneco dat het tussen 12.00 uur en 13.00 uur het Seamade-windpark zou hebben stilgelegd. U reageerde via Belga met een vermanende vinger naar de kerncentrales.

 

Ondertussen zijn er daaromtrent meer details binnengekomen. Daaruit bleek onder andere dat de interconnectie naar Duitsland in het geheel niet werd gebruikt en dat de interconnectiecapaciteit naar Frankrijk slechts voor een heel klein deel zou hebben gewerkt. Er wordt ook gemeld dat het platform tussen de TSO's problemen vertoonde, waardoor de interconnectie­capaciteit niet optimaal werd gehanteerd. U hebt er in de plenaire vergadering zelfs naar verwezen. U zei dat de marktkoppeling niet beschikbaar was.

 

De afschakeling die Eneco aanhaalde, is niet terug te vinden in cijfers van Elia. Hooguit is er een beperkte afwijking van ongeveer een halfuur voor 200 megawatt. Het is toch opvallend dat het dan zo in de pers wordt aangegeven.

 

Ik merk in de cijfers ook dat er een record­productie was van koolstofarme energie. Als ik het juist heb, werd er ongeveer 12 gigawatt aan CO2-arme energie geproduceerd in dit land en deels geleverd aan verschillende buurlanden.

 

Heeft er effectief een afschakeling plaats­gevonden van windparken? Hoeveel vermogen werd afgeschakeld en op welke momenten? Er zijn journalisten die aangeven dat het ging over 80 megawatt of 16 % van het Seamade-windpark.

 

Was er effectief een probleem met de toewijzing van de interconnectiecapaciteit die mogelijk het niet gebruiken van de interconnectie met Frankrijk verklaart, in combinate met het onderhoud bij ALEGrO?

 

Kunt u bevestigen dat er bijna 12 gigawatt aan CO2-arme stroom werd geleverd aan het net en deels ook aan onze buurlanden?

 

01.02  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, ik was ook aanwezig tijdens het plenaire debat over de aanpassingen aan de CRM-wet. U prees toen de flexibiliteit van gascentrales aan. Ik vond het een beetje raar dat u bij uw aantreden zei dat het CRM absoluut technologieneutraal is en dat tijdens het bijna-nachtelijke debat opnieuw werd verwezen naar de superflexibiliteit van gascentrales, die fantastisch zouden kunnen samengaan met offshore­productie.

 

Kunt u meer toelichting geven bij het hoe, hoeveel en waarom van de gemelde afschakeling? Kunt u meer details geven over de mogelijke problemen met de interconnectiecapaciteit?

 

Ik heb gezien dat mijn collega de vorige dagen een vrije tribune op een van de vele internetfora heeft gezet. Hij zegt dat er een probleem was met de beschikbare marktkoppeling. Hij heeft dat daarnet ook geschetst.

 

01.03  Leen Dierick (CD&V): Mevrouw de minister, het energiebedrijf Eneco heeft op donderdag 11 maart het offshore windmolenpark SeaMade bijna volledig moeten stilleggen ondanks dat het volop waaide. De reden was de te lage stroomprijzen, zelfs negatieve prijzen door een overaanbod aan elektriciteit. Onze kerncentrales met uitzondering van Tihange 1 kunnen beperkt moduleren en Doel 4 en Tihange 3 kunnen zelfs uitgebreider hun productie terugschroeven. Zo kan voorkomen worden dat hernieuwbare productie zoals windmolens moeten worden stilgelegd. Vorige zomer werd mijn resolutie hierover in deze commissie goedgekeurd.

 

De kerncentrales hebben op 11 maart niet gemoduleerd omdat volgens Engie de dag ervoor, woensdag 10 maart, niets erop wees dat dat nodig zou zijn. Als gevolg van een IT-probleem was ook de exportcapaciteit van België sterk beperkt, wat de prijzen mee naar beneden zou hebben geduwd en dat probleem kon niet worden voorzien.

 

Mijn vragen aan de Minister:

1. Het doel van mijn goedgekeurde resolutie was net om een dergelijk scenario te voorkomen. De resolutie vroeg aan de regering om een onderzoek in te stellen naar hoeveel potentiële overcapaciteit op het Belgisch net te verwachten is die effectief zou leiden tot het terugschakelen van de productie in wind- en zonneparken. Heeft u een onderzoek hierover ingesteld? Bent u van plan om dit verder te onderzoeken? Zo ja, wat is de timing?

2. De resolutie vroeg ook aan de regering om in overleg te gaan met de nucleaire exploitant om na te gaan in welke situaties bij lage of negatieve prijzen gestart moet worden met het moduleren van kerncentrales mits het respecteren van de veiligheid. Zal u in overleg gaan met de nucleaire exploitant om hierover afspraken te maken zodat wanneer er een overaanbod wordt verwacht, de kerncentrales zoals Doel 4 en Tihange 3 kunnen moduleren? Welke stappen zal u zetten?

3. Heeft u meer informatie over het probleem waardoor de exportcapaciteit van België werd beperkt?

 

01.04  Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, le 11 mars dernier, le pays s'est retrouvé dans une situation de surplus d'énergie, poussant au passage les prix de l'électricité en dessous de zéro. Alors que le vent soufflait abondamment, les éoliennes offshore du parc SeaMade ont dû être stoppées, tandis qu'au même moment, nos centrales nucléaires continuaient de tourner à plein régime. Que pensez-vous de la décision d'Eneco Belgium, qui a décidé de couper des éoliennes offshore le 11 mars dernier?

 

Bien que la demande d'électricité dans les pays voisins était probablement assez faible le 11 mars, il s'avère que l'exportation de l'électricité excédentaire produite par nos éoliennes offshore n'aurait pas été possible à cause d'un souci informatique. Avez-vous été informée de ce problème? Pouvez-vous nous en dire davantage?

 

Le CRM encouragera les centrales à gaz. Celles-ci seraient, par nature, plus flexibles que les réacteurs nucléaires. Cela signifie-t-il qu'une situation telle que celle connue, il y a 12 jours, ne se produira plus et que les énergies renouvelables auront la priorité sur le réseau?

 

Je vous remercie.

 

01.05  Marie-Christine Marghem (MR): "Jamais auparavant les éoliennes de ce pays n'avaient produit autant d'électricité, mais en même temps, la société d'énergie Eneco a annoncé que le parc éolien marin était «presque complètement fermé» pendant une heure le 11 mars en raison de prix négatifs.

Les jours suivants, plusieurs articles parurent dans les journaux expliquant cet événement : La raison en serait que les centrales nucléaires génèrent trop d'énergie, c'était pour des raisons de sécurité… etc. Et en séance plénière la ministre a dit que la connexion électrique avec l'Allemagne (Allegro) était hors service et le couplage de marché n'était pas non plus disponible.

Mes questions:

1. ​Quelle était la raison exacte pour laquelle les éoliennes ont été arrêtées?

2. Ce qui a causé l'échec de l'interconnexion ? Et quelles mesures prévoyez-vous pour que cela ne se reproduise plus à l'avenir ?

3. Pour quelle raison le couplage de marché n'était pas non plus disponible ? Et quelles mesures prévoyez-vous pour que cela ne se reproduise plus à l'avenir ?

Merci pour vos reponse"

 

01.06 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, leden van de commissie, het actualiteitsdebat van vandaag gaat over 11 en misschien ook 13 maart. Ik zal over beide praten. Het is niet de eerste keer dat wij het over dat fenomeen hebben. Wij hebben het er ook over gehad naar aanleiding van het debat over het CRM. Het is ook niet de eerste keer dat wij in deze commissie praten over het terugschakelen van offshorewindcapaciteit ten gevolge van, al dan niet, een samenloop van omstandigheden. Op 29 april 2020 hebben wij in deze commissie daar zelfs een uitgebreide hoorzitting over gehad, naar aanleiding van de impact van de coronacrisis op de energiemarkt.

 

Ik kom in mijn antwoord eerst tot de vragen om meer inzicht te krijgen in de precieze omstandigheden, de aanleiding, de oorzaken en de oplossingen. Ik wil echter ook vooruitkijken en ingaan op de outlook voor de zomer en de algemene problematiek rond flexibiliteit en inflexibiliteit en de beschikbaarheid of onbeschikbaarheid.

 

Ik begin met de situatie van 11 maart. Op 11 maart werd rond het middaguur 12 gigawatt stroom geleverd aan het net. Die bestond uit 6 gigawatt nucleair, 4 gigawatt wind en 2 gigawatt zon. Een deel van de windmolenparken, ongeveer 150 megawatt, werd op verzoek van de evenwichtsverantwoordelijke tussen 12 uur en 13 uur afgeschakeld, wegens te negatieve prijzen op de Day Ahead Market. Ik merk op dat op die dag alle flexibele capaciteit tijdens die uren afgeregeld was, behalve de nucleaire centrales.

 

Op de vergadering van de usersgroep van 19 maart van Elia, de werkgroep Electricity Market Design and System Operation, is er ook uitgebreid stilgestaan bij wat er op die dagen gebeurd is. Dat is gewoon publiekelijk toegankelijke informatie. Elia verwijst naar de negatieve prijzen op de Day Ahead Market en naar drie grote oorzaken.

 

Ten eerste, een volledig beschikbaar nucleair park zorgde in combinatie met sterke windcondities – we waren bijna in stormcondities – voor een surplus. Er was meer aanbod dan vraag. Op die dag was er effectief een nieuw record voor offshorewind in ons land, namelijk meer dan 4 gigawatt.

 

Ten tweede, de inputs voor de flow-based marktkoppeling werkten niet gedurende de hele dag op 11 maart en gedurende vijf uur op 13 maart, waardoor teruggevallen werd op de default cross-bordercapaciteit. Het gaat hier over een IT-probleem.

 

Een derde element is het onderhoud van ALEGrO dat gepland was vanaf 07.00 uur op 11 maart, waardoor de cross-bordercapaciteit verder gereduceerd werd.

 

Les causes des difficultés relatives au couplage des machines ont été examinées et résolues. Pour le 11 mars, il s'agissait d'un problème de serveur informatique qui provoquait l'application des paramètres de 10 volts et qui a été corrigé, de sorte qu'il ne devrait plus se reproduire. Pour le 13 mars, les conditions météorologiques exceptionnelles ont engendré des écarts trop importants entre la situation réelle du jour même et le jour de référence - par exemple, "peu de vent contre trop de vent". L'algorithme de couplage n'était pas prévu. Dans l'intervalle, ce problème a été résolu dans l'algorithme même, en ajustant certaines marges de tolérance, mais il continue d'être examiné en vue de réduire davantage le risque.

 

Mevrouw Dierick heeft verwezen naar haar schriftelijke vraag, maar voor het debat wil ik graag zeggen waarover haar vraag ging. Haar vraag ging over de nucleaire modulering en de resolutie die zij hier ter stemming heeft voorgelegd. Ik denk dat dit voor de zomer was, in juli 2020. Daarin werden aan de regering drie punten gevraagd.

 

Ten eerste, een onderzoek in te stellen naar potentiële overcapaciteit op het Belgische net, die te verwachten is en die effectief zou leiden tot het terugschakelen van de productie in wind- en zonneparken.

 

Ten tweede, een onderzoek te voeren naar de mogelijke moduleer­baarheid van de Belgische kern­centrales.

 

Ten derde, daarover binnen de zes maanden verslag uit te brengen bij de Kamer van volksvertegen­woordigers.

 

Mevrouw Dierick, ik wil mij verontschuldigen, want het was mij zelf ontglipt dat wij dat hebben goedgekeurd. Mijn administratie had na de goedkeuring van die resolutie niet eerder een opdracht gekregen om daaraan te werken. Ik heb wel een aantal elementen waarmee we op basis van uw resolutie verder zouden kunnen gaan.

 

Ten eerste, de adequacy- en flexibilitystudie van Elia, die elke twee jaar wordt uitgevoerd. De laatste dateert van juni 2019 en wij verwachten de nieuwe versie in juni van dit jaar. Wij hebben in de CRM-debatten trouwens uitvoerig over de adequacy en flexibility gesproken, want wij verwachten die uiteraard ook in het kader van onze CRM-werkzaamheden. In die studie kijken wij altijd naar de bevoorradingszekerheid, als het gaat over adequacy en flexibility, maar ook de toereikendheid van de beschikbare capaciteit wordt bekeken. Er wordt dus ook nagegaan of het systeem opgewassen is tegen de groeiende variabiliteit van productie uit hernieuwbare energiebronnen. In die studie wordt onder meer ook de benodigde, neerwaarts regelbare capaciteit bepaald en hoe die zich verhoudt ten opzichte van de must-run-capaciteit.

 

Hier zou ik de brug willen maken met de Summer Outlook die Elia voor de zomer heeft gemaakt en die in de werkgroep de afgelopen week aan bod is gekomen, waar ze gekeken hebben naar wat er eigenlijk kan worden verwacht de komende maanden, van mei tot en met augustus. Er zijn een aantal elementen die daarin belangrijk zijn de komende maanden en dat zijn er vier.

 

Ten eerste, de revisie van Coo van 15 april tot 15 juli. Ten tweede, een hoge nucleaire beschikbaarheid tijdens de komende maanden. Ten derde, een lagere vraag tijdens de zomermaanden. Ten vierde, een geïnstalleerde capaciteit van hernieuwbare energie, die toeneemt. Elia komt tot de conclusie dat er in de maanden van mei tot augustus een verhoogd risico is op niet-samendrukbaarheid, waarbij de export niet voldoende zal zijn voor, naar inschatting, een op de vier weekends.

 

In een op vier weekends zal, omwille van de factoren die ik juist genoemd heb, de productie hoger zijn dan de vraag. De exportcapaciteit is dan eigenlijk onvoldoende om ervoor te zorgen dat het evenwicht bewaard blijft.

 

Zij hebben ook bekeken wat dan de mitigerende factoren waren. Dat is wat ons hier interesseert. Het zijn er in totaal vijf.

 

Ten eerste, een optimaal gebruik van pumped storage, opslagcapaciteit. Dat kan als Coo niet in revisie is. Ten tweede, de export in het geval dat er geen pan-Europese surplus is. Ten derde, nucleaire modulering, het afschakelen van windenergie en het afschakelen van WKK. Ten vierde, het surplus kan leiden tot negatieve prijzen, die er dan voor kunnen zorgen dat de evenwichtsverantwoordelijken actie ondernemen. Dat is hier op 11 maart gebeurd. Een negatieve prijs heeft ervoor gezorgd dat de evenwichts­verantwoordelijke geoordeeld heeft: ik schakel af. Daardoor begon het evenwicht te herstellen. Ten vijfde, er zijn mogelijkheden in de onbalans­procedure: afregelacties die dan geprovoceerd worden.

 

Dames en heren, de aanleiding voor uw vragen was dat de marktkoppeling niet gewerkt heeft en het ALEGrO-project in onderhoud was. Misschien kan men dus zeggen dat het om een samenloop van omstandigheden ging. Daar hebben wij het in de plenaire vergadering over gehad. Maar zelfs in de zomer, als wij een goedwerkende markt­koppeling zullen hebben, zullen er dagen zijn waarop onze exportcapaciteit niet zal volstaan. Met de volle beschikbaarheid van alle nucleaire centrales zullen er op winderige en zonnige dagen in het weekend grote overschotten zijn. Die kunnen leiden tot negatieve prijzen, en zelfs tot het afregelen van capaciteit, hetzij nucleaire eenheden, voor zover het moment in de brandstof­cyclus toelaat dat zij worden afgeregeld, hetzij via het uitzetten van windmolens en WKK.

 

Wat vandaag misschien een uitzondering is, op dagen met veel wind- en zonne-energie, zal meer en meer voorkomen. Dat toont één ding aan, namelijk dat wij in ons land echt nood hebben aan bijkomende flexibiliteit. Wij hebben ook nood aan een debat over die flexibiliteit. Ik maak opnieuw de brug naar uw resolutie, mevrouw Dierick. Mijn voorstel is dat wij, zodra de adequacy- en flexibilitystudie beschikbaar is, de overcapaciteit breder bekijken. Niet alleen in de winter, maar ook in de zomer. Toen wij op 29 april die hoorzitting hielden met de verschillende spelers was dat ook wat de spreker van ENGIE zei.

 

Wij hebben overschotten die mogelijk zijn in winterse omstandigheden, maar net zo goed in zomerse omstandigheden. Flexibiliteit is dus in alle omstandigheden noodzakelijk.

 

Uw ander punt gaat over de mogelijke moduleer­baarheid van de Belgische kerncentrales. Daarvoor zou ik willen aanknopen bij een punt dat wij hier in de commissie hebben besproken op 29 april 2020 en waarover ik de CREG nader zal bevragen. Het gaat namelijk over een gegeven van markttransparantie, namelijk de beschik­baarheid van productiecapaciteit en de beschik­baarheid of onbeschikbaarheid van flexibiliteit.

 

Toen heeft de directeur van de CREG, Andreas Tirez, bevestigd dat de regels inzake beschikbaarheid van productie en onbeschik­baarheid van flexibiliteit onder de REMIT-regels vallen. Het is voor mij belangrijk dat alle marktspelers voldoende inzicht hebben in de beschikbaarheid en onbeschikbaarheid. Het blijft tot op heden voor mij een vraag op welke manier wij aan de transparantie kunnen werken.

 

Wij hebben het daarover gehad tijdens de vergadering van 29 april 2020. Mijnheer de voorzitter, is daar een schriftelijk verslag van? Ik heb een schriftelijk verslag gezocht, maar niet gevonden. Ik heb dus gewoon het videoverslag herbekeken. Dat was boeiend. Wij waren toen allemaal thuis. Wij waren toen allemaal wat vermagerd. Ik was dat alleszins, want ik was toen heel ziek geweest. Het item is toen echter aan bod gekomen.

 

Mevrouw Dierick, in het kader van uw tweede punt zal ik de CREG nader bevragen over haar inzichten.

 

Inzake het onderzoek naar de mogelijke moduleerbaarheid meen ik wel – ik kijk hiervoor ook naar de heer Wollants in zijn hoedanigheid van voorzitter van de subcommissie Nucleaire Veiligheid – dat ondertussen voldoende duidelijk zou kunnen zijn wat daarvoor de juiste randvoorwaarden zijn. Het FANC heeft dat hier op verschillende momenten al uitgelegd.


Mevrouw Dierick, dat neemt echter niet weg dat ik uw resolutie ter harte neem. Specifiek op de overcapaciteit zullen wij rond de zomer, wanneer de adequacy- en flexibilitystudie beschikbaar is, kunnen terugkomen.

 

01.07  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, ik heb een aantal elementen van antwoord.

 

De situatie heeft aangetoond hoe belangrijk de marktkoppeling is voor een land als dit. Een van de problemen die zijn gesignaleerd, was niet alleen de onbeschikbaarheid van die koppeling, maar vooral dat men daarop niet kon anticiperen. Op dat moment konden geen biedingen worden gedaan, om daarmee rekening te houden, wat natuurlijk een deel van de problematiek nog veel erger heeft gemaakt dan ze eigenlijk moest zijn. Daar moet dus absoluut aan worden gewerkt.

 

Ik denk dat u op het vlak van flexibiliteit een punt heeft. Wij moeten ervoor zorgen dat er meer flexibiliteit komt. We hebben daarover in de vorige legislatuur heel zoetjesaan een wet goedgekeurd, maar wat de effectieve uitwerking en optimalisering daarvan betreft, is er nog werk aan de winkel.

 

Wat REMIT betreft, ik heb al een aantal keren gevraagd hoe het met de modulering zit, of die in REMIT moet worden aangemeld. De vorige minister heeft geantwoord dat dit niet moet. Ik weet niet of dat verstandig is, want de marktpartij moet weten of er al dan niet wordt gemoduleerd om daarop te kunnen inspelen. Dat moet u maar eens van nabij bekijken.

 

Ten slotte, de beschikbaarheid van een aantal eenheden en het afschakelen van WKK moeten nader worden bekeken. Waarover ik mij echter nog het meeste zorgen maak, is hoe onze pompcapaciteit vandaag wordt aangestuurd. Ik weet niet of u het hebt gezien, maar er wordt daarover vandaag gecommuniceerd dat de integrale pompcapaciteit van Coo van 15 april tot 15 juli onbeschikbaar zal zijn. Dat is mogelijk een probleem. Op dat vlak raad ik u aan om de nodige gesprekken te voeren om te kijken wat dat wil zeggen voor de flexibiliteit. Zoals u weet, zijn de kerncentrales tegelijk gebouwd met die pomp­centrale, net om die reden. Daar moeten we dus een goede koppeling behouden.

 

01.08  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik dank u voor uw heel uitgebreid antwoord, dat een heel programma rond de flexibiliteits­kwestie ontvouwt voor de komende maanden.

 

De adequacy- en flexibilitystudie van juni kan een uitstekende kapstok zijn. U hebt ook de Summer Outlook van Elia goed gesynthetiseerd. Ik denk dat het ook belangrijk is dat de ietwat in een bureaulade verdwenen resolutie van mevrouw Dierick opnieuw ter harte wordt genomen.

 

01.09  Leen Dierick (CD&V): (…)

 

01.10  Christophe Bombled (MR): (…)

 

01.11  Marie-Christine Marghem (MR): (…)

 

01.12  Kris Verduyckt (Vooruit): (…) toch twee conclusies uit die voor ons erg belangrijk zijn.

 

Mevrouw de minister, ten eerste, u zegt terecht dat we ons in een veranderende productiemarkt bevinden. Het CRM en andere factoren moeten we aangrijpen om verbeteringen aan te brengen betreffende de flexibiliteit.

 

Ten tweede, het stilleggen van windmolens geeft opnieuw aanleiding tot een debat in het Parlement. Dat is een interessante vaststelling en het toont aan dat bij veel fracties het gevoel leeft dat het stilleggen van windmolens bijzonder onnatuurlijk is. Het gaat om het gevoelen dat wij een natuurlijke hulpbron aan het verspillen zijn. Die vaststelling bewijst het belang van groene energie.

 

01.13  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw Marghem, sta me toe het volgende nog even te verduidelijken. Wat ik heb gezegd, is dat u in de vorige legislatuur hebt aangegeven dat de modulatie van kerncentrales niet in REMIT moest worden gemeld. Ik heb daarmee geen uitspraak gedaan over flexibiliteit in het algemeen, noch over het al dan niet gebruiken van flexibiliteit. Het melden van een modulatie in REMIT is nog iets anders. Daarover ging mijn uiteenzetting.

 

De voorzitter: Mijnheer Wollants, daarmee plaatst u de vertaling in een juiste context. Mevrouw Marghem zei dat de vertaling er niet goed doorkwam.

 

01.14  Marie-Christine Marghem (MR): Monsieur le président, je comprends mieux.

 

Le président: C'est mieux ainsi, madame Marghem? La maison ne recule devant aucun sacrifice!

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

02 Interpellatie van Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De aankondiging door ENGIE van de waardevermindering voor de jongste kerncentrales" (55000115I)

02 Interpellation de Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La réduction de valeur annoncée par ENGIE pour les centrales nucléaires les plus récentes" (55000115I)

 

02.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de timing voor het voorzien in voldoende capaciteit omwille van de bevoorradingszekerheid, met respect voor duurzaamheid en betaalbaarheid, is een bijzonder precair gegeven. Dat is al gebleken tijdens het debat over het regeerakkoord en het is nadien nog enkele keren teruggekomen. Op dat moment werd aangehaald dat er nog tijd genoeg was om daarnaar te kijken, maar de waarheid is dat de klok tikt en dat heel veel elementen vandaag nog niet duidelijk zijn.

 

De regering stelt ook geen alternatieve pistes voor. De terugvalpositie in het regeerakkoord is een mogelijke levensduurverlenging als de bevoorrading niet gegarandeerd is, maar die is eigenlijk niet degelijk gepland. De eerste minister heeft aangegeven dat, als men in november tot een levensduurverlenging van de 2 jongste centrales beslist, het aan de exploitant is om de verantwoordelijkheid te dragen voor die veel te krappe timing, als een soort normaal bedrijfsrisico. Voor alle duidelijkheid, het gaat om ongeveer 2.000 megawatt, zo'n 16 % van de consumptie.

 

Het wordt dus voorgesteld alsof het mislukken van het capaciteitsmechanisme de regering op een of andere manier zou ontslaan van haar verantwoordelijkheid. We zien momenteel de gevolgen van dat soort uitspraken, want Engie heeft bekend­gemaakt voor de twee jongste kerncentrales nu al een waarde­vermindering te boeken, gelet op de formulering inzake de kernuitstap in het regeer­akkoord. Een andere reden is uiteraard dat er geen tijdig groen licht is gekomen voor die operatie. Hoewel er meer tijd nodig is voor het realiseren van die levensduurverlenging, is men blijven vasthouden aan de beslissing in november 2021. Vanuit verschillende bronnen wordt aangegeven dat die timing voor 2025 niet meer gehaald kan worden, maar we zijn in het debat eigenlijk niet verder gekomen dan de ontkenning van de moeilijke tijdlijn voor de verlenging.

 

Het rechtstreekse gevolg is dat Engie eerst de investeringen in de levensduurverlenging op een extreem laag pitje heeft gezet en nu een waardevermindering ten belope van 2,9 miljard euro heeft doorgevoerd. Men kan dat natuurlijk ook bekijken als een waardevernietiging.

 

Er is in het hele dossier ook al heel vaak gevraagd naar de voortgang van de gesprekken over het staatssteundossier met betrekking tot het capaciteit­vergoedingsmechanisme bij de Europese Commissie, maar tenzij ik het verkeerd voorheb, kunt u ons niet meer zeggen dan dat het dossier nog loopt en dat er hooguit sporadisch gesprekken zijn. Ik heb niet de indruk dat het helemaal goed gestructureerd of duidelijk is wanneer die plaatsvinden. Dat wil zeggen dat we vandaag ook nog steeds geen zekerheid hebben of de Europese Commissie dat dossier zal goedkeuren, laat staan of de geplande gascentrales, waarvan men zegt dat het voornamelijk gasgestookte capaciteit zal zijn, tijdig gebouwd zullen raken.

 

Indien in november of zelfs daarna toch nog een probleem rijst met de bevoorradingszekerheid, dan denk ik dat de regering met haar rug tegen de muur zal staan. Als men dan met de exploitant moet onderhandelen, dan zit men in een moeilijke situatie. In het regeerakkoord staat dat men in november een beslissing zal nemen, maar ook andere termijnen in het dossier zijn al overschreden. Dat is dus verre van zeker.

 

Dat maakt het alleen maar moeilijker, collega's. In dat geval zal het met andere woorden bijzonder moeilijk zijn om nog een evenwichtig akkoord te realiseren, zoals we dat wel hebben kunnen doen bij de verlenging van de levensduur van Doel 1 en Doel 2. Het Energietransitiefonds is daarvan het beste bewijs. U gebruikt dat zeer graag.

 

Hoe kan de Staat in die context in die positie een degelijk akkoord maken in het belang van onze burgers en onze bedrijven? De kwestie is al geruime tijd hangende. We hebben het daarover al heel veel gehad in onze commissie. Het idee om van tevoren een aantal aftastende gesprekken te voeren, is hier ook besproken. De commissie heeft een tijdje geleden zelfs unaniem beslist om hoorzittingen te organiseren om de kwestie helemaal te kunnen uitspitten, al geef ik toe dat de regeringsvorming een aantal zaken anders heeft laten lopen en dat bepaalde partijen een zekere prijs moesten betalen. Die deur is onvermijdelijk weer dichtgegaan.

 

De vraag is alleen, zelfs in uw logica, die vandaag in het regeerakkoord staat, of dat wel verstandig is. Dat brengt mij bij een aantal vragen.

 

Mevrouw de minister, hoe schat de regering de waardevermindering door Engie in? Wat zijn de rechtstreekse gevolgen, als de regering in november alsnog de verlenging van de levensduur toelaat? In alle communicatie hoor ik u steeds meer zeggen dat er zeker vijf van de zeven centrales zullen dichtgaan. Dat wil zeggen dat het nog altijd mogelijk is dat er twee van de zeven openblijven. Dat moet u dan wel op een goede manier kunnen begeleiden.

 

Houdt u ook vast aan het moment van beslissing in november? Zal er in afwachting daarvan geen enkel aftastend gesprek daarrond gevoerd worden, zelfs als uw onderhandelingspositie wel bijzonder nadelig wordt, als u in november toch tot een verlenging besluit?

 

Heeft de regering al een goedkeuring van de Europese Commissie voor de staatssteun in het kader van het CRM-dossier? Zijn er concrete toezeggingen op vlak van de timing van de beslissing vanwege de Europese Commissie? Kunt u die toelichten?

 

02.02 Minister Tinne Van der Straeten: Het besluit om de nucleaire investeringen terug te dringen, is geen verrassing, omdat het voldoet aan de wettelijke vereisten van de wet van 2003 inzake de geleidelijke afschaffing van kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie. De waardevermindering waar het hierover ging, had betrekking op de goodwill met betrekking tot de overigens al sinds 2003 in de wet vastgelegde kernuitstap, die in de boeken stond. Ik zie dan ook niet in wat de rechtstreekse gevolgen zouden zijn, als de regering na de eerste CRM-veiling en na het omstandig op te maken rapport het fall-backscenario zou moeten activeren als er een onverwachts bevoorradingszekerheids­probleem zou rijzen, temeer gelet op de verklaringen van Engie zelf. Ik verwijs naar het persbericht van Engie van 26 februari, de dag dat de waardevermindering op de goodwill werd gecom­municeerd. Algemeen directeur MacGregor, verklaarde toen:

 

"Le Groupe s'est montré capable à la fois d'assurer la continuité des services essentiels et de définir une nouvelle orientation stratégique visant à se simplifier et à renforcer son rôle dans la transition énergétique.

 

Nous avons eu un bon début d'année 2021 et nous prévoyons une amélioration significative des performances financières. Tout en continuant notre travail d'amélioration de notre performance, nous nous attacherons à achever les revues stratégiques en cours afin de créer davantage de valeur et d'allouer efficacement notre capital au profit de la croissance, en particulier dans les renouvelables, les infrastructures et les activités asset-based dans les solutions clients.

 

ENGIE reste engagée envers la Belgique et à contribuer à la sécurité d'approvisionnement du pays. Outre les énergies renouvelables, le Groupe développe également jusqu'à 3 GW de projets de centrales à gaz. Ces projets pourraient participer aux enchères liées à la mise en place en Belgique du marché de rémunération des capacités au cours du second semestre de cette année, une fois approuvé par les autorités européennes."

 

Ik noteer dus dat ENGIE Electrabel zich inschrijft in het regeerakkoord en de nodige handelingen stelt om de kernuitstap voor te bereiden en tegelijkertijd plannen heeft om te investeren in productie, bijvoorbeeld via hernieuwbare energie en andere. ENGIE Electrabel is altijd een belangrijke speler geweest op de Belgische energiemarkt en heeft ook alle troeven om dat te blijven. Ons land heeft, samen met Europa, een duidelijk doel voor ogen, namelijk 100 % hernieuwbare energie in 2050. ENGIE Electrabel neemt deel aan die plannen en blijft tegelijkertijd zijn verantwoordelijkheid nemen voor de leveringszekerheid. Daarnaast krijg ik ook van vele anderen signalen dat de markt in beweging is en dat marktpartijen zich volop voorbereiden op de omslag in het Belgische energielandschap.

 

Wat de vragen over de goedkeuring van het CRM door de Europese Commissie betreft, heb ik hier al herhaaldelijk gezegd dat de gesprekken gaande zijn, met het oog op een positieve beslissing over staatssteun tegen de zomer. Zij verlopen ook zeer constructief en ik zie dan ook geen enkele aanleiding om vooruit te lopen op de beslissing van november en gesprekken met ENGIE aan te knopen, zoals u suggereert.

 

02.03  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, uw antwoord verrast mij niet helemaal, maar ik denk dat wij ons op bijzonder glad ijs begeven, want vandaag hebben wij geen enkele garantie dat die goedkeuring er komt en ook niet op welke manier die er komt. Dat is ook de reden waarom u in uw wetsontwerp van twee weken geleden heel duidelijk hebt laten opnemen dat u de hele operatie zult stilleggen als de Europese Commissie toch een negatieve beslissing neemt. Zo zeker bent u er dus ook niet van. Ik weet niet in welke richting het zal gaan. Bovendien is die passage in het regeerakkoord opgenomen voor het geval dat er zich iets onverwachts zou voordoen op het vlak van de bevoorradings­zekerheid, dat er bepaalde centrales of projecten niet zouden deelnemen of dat er veel twijfel is dat ze gerealiseerd zullen kunnen worden en dat men zijn woord gestand zal kunnen doen.

 

Ik geloof dat u er alles aan wil doen om ervoor te zorgen dat dat wel kan, maar daarvoor dient een noodrem natuurlijk niet. Uw best doen om ervoor te zorgen dat het in orde komt, wil immers niet zeggen dat het ook in orde komt. Ik doe er elke dag alles aan om mijn eigen huis niet in brand te steken en toch betaal ik mijn brandverzekering, terwijl u het probleem van de brandverzekering zult bekijken wanneer de vlammen door het dak slaan. Dat vind ik een foute keuze en als men dan in een situatie terechtkomt waarin het misgaat, dan zullen wij daar dubbel voor betalen.

 

Dat kunt u voorkomen door daarover nu al gesprekken te voeren en minstens al het kader te bepalen waarin dat zou kunnen, zonder die beslissing al te nemen. U weet dat elke verlenging van een kerncentrale die er in dit land heeft plaatsgevonden, is gebeurd aan de hand van een aantal gesprekken vooraleer het wettelijk kader werd aangepast.

 

Dat lijkt mij maar logisch ook. Als men moet beginnen te onderhandelen op een moment dat men niet anders kan, omdat men de wet heeft aangepast of omdat men op het vlak van bevoorradingszekerheid in de problemen komt, dan zal men niet alle voordelen kunnen plukken van een levensduurverlenging en dan komt men in een heel moeilijke situatie terecht. Ik begrijp natuurlijk dat dit voor u een ver-van-uw-bedshow is, iets dat zich nooit zal voordoen, maar dat is net zoals het afbranden van mijn huis. Ik hoop ook dat zich dat nooit voordoet.

 

Om die reden heb ik dan ook een motie van aanbeveling voorbereid, die ik zal indienen, zodat de Kamer zich daarover op een later tijdstip kan uitspreken.

 

Moties

Motions

 

De voorzitter:

 

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

 

Een motie van aanbeveling werd ingediend door de heer Bert Wollants en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van de heer Bert Wollants

en het antwoord van de minister van Energie,

- gelet op de aankondiging van ENGIE dat ze de voorbereidingen van een eventuele levensduur­verlenging voor Doel 4 en Tihange 3 op een laag pitje heeft gezet en de waardevermindering die ze momenteel heeft uitgevoerd voor deze activa;

- gelet op het ontbreken van een beslissing van de Europese Commissie over het genotificeerde staatssteun­dossier in verband met het capaciteitsmechanisme;

- gelet op het feit dat de regering een beslissing over de levensduurverlenging zal nemen in november 2021;

- gelet op het feit dat een onderhandeling over de modaliteiten van een dergelijke levensduur­verlenging onder ernstige tijdsdruk de onderhandelingspositie van de Staat nadelig beïnvloedt;

- gelet op het feit dat door deze strategie de regering niet alle vruchten zal kunnen plukken die een dergelijke levensduurverlenging met zich meebrengt;

vraagt de regering

- aftastende gesprekken op te starten met de kernexploitanten omtrent de modaliteiten van een eventuele levensduurverlenging;

- een heldere kalender aan te nemen waarbinnen deze gesprekken kaderen en een duidelijke tijdslijn vast te leggen rond de beslissing over de levensduurverlenging en de nodige procedurestappen om deze mogelijk te maken;

- driemaandelijks te rapporteren aan de Kamer van volksvertegenwoordigers over de voortgang van deze acties."

 

Une motion de recommandation a été déposée par M. Bert Wollants et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de M. Bert Wollants

et la réponse de la ministre de l'Énergie,

- étant donné que la société ENGIE a annoncé avoir mis en veilleuse les préparatifs d'une éventuelle prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3 et qu'elle a procédé récemment à une réduction de valeur pour ces actifs;

- étant donné l'absence d'une décision de la Commission européenne concernant le dossier d'aides d'État relatif au mécanisme de capacité, qui a été notifié;

- étant donné que le gouvernement prendra une décision en matière de prolongation de la durée de vie de centrales en novembre 2021;

- étant donné que le fait de négocier les modalités d'une telle prolongation de la durée de vie des centrales sous la contrainte de délais extrêmement serrés influencera négativement la position de l'État dans le cadre de ces négociations;

- étant donné que cette stratégie ne permettra pas au gouvernement de récolter tous les fruits d'une telle prolongation;

demande au gouvernement

- de lancer des entretiens exploratoires avec les exploitants nucléaires concernant les modalités d'une éventuelle prolongation de la durée de vie;

- d'établir un calendrier clair pour ces discussions et de fixer une ligne du temps tout aussi claire pour la décision relative à la prolongation de la durée de vie et les étapes nécessaires de la procédure qui permettra cette prolongation;

- de rendre compte tous les trois mois de l'état d'avancement de ces actions à la Chambre des représentants."

 

Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Samuel Cogolati.

Une motion pure et simple a été déposée par M. Samuel Cogolati.

 

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

 

03 Vraag van Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De kostprijs van een multifunctioneel energie-eiland in de Prinses Elisabethzone" (55014852C)

03 Question de Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le coût d'une île énergétique multifonctionnelle dans le Parc Princesse Elisabeth" (55014852C)

 

03.01  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, bij de presentatie van de jaarresultaten van Elia werden er in de marge heel wat zaken toegevoegd. Straks snijden wij nog een onderwerp aan.

 

Over het strategische project voor een multifunctioneel energie-eiland in de Prinses Elisabethzone hebt u alles eigenlijk al toegelicht in onze commissie voor Energie. Het wordt een plaque tournante, zoals u het omschreef, voor de connectie met de toekomstige windturbines en vervangt op die manier de MOG II, het tweede stopcontact op zee. Het gaat om transmissie, opslag, productie en interconnectie en speelt een rol in het toekomstige verhaal van de link met Denemarken.

 

U mikt op 100 miljoen euro subsidie van het Belgische relanceplan. Heeft de Europese Commissie zich daarover al uitgesproken? Het definitieve plan moet tegen 30 april worden ingediend, maar in de pers verschenen er al signalen van kritische blikken op het ingediende plan.

 

Een belangrijk gegeven op de dag van de presentatie van de resultaten was de kostprijs, aangezien er voor het eerst een kostprijs werd vermeld, met name 400 tot 450 miljoen euro, en zowat 1,1 miljard euro met elektrische installaties. Er ontstond onmiddellijk discussie. Elia erkende dat de initieel geraamde kostprijs hoger ligt dan die van de totaliteit aan initieel geplande stopcontacten in de Prinses Elisabethzone, maar dat een lagere opschaling goedkoper zou zijn.

 

Volgens u mag de aanleg van het eiland geen meerkosten betekenen voor de eindconsument.

 

Mevrouw de minister, kunt u meer toelichting geven bij uw beklemtoning dat de mogelijke aanleg van die energiehub geen meerkosten mag betekenen voor de eindconsument? Hoe kan de financiering, of de doorrekening ervan worden gerealiseerd?

 

03.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Ravyts, de federale regering heeft Elia gevraagd de haalbaarheid van dit project verder te onderzoeken en het ook reeds aan te vatten.

 

Dit project beoogt de bouw van een offshore-energiehub, middels gedeeltelijke financiering via het Herstelplan voor Europa, het zogenaamde Next Generation EU, en de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht, in het jargon afgekort tot RRF.

 

Dat project beantwoordt aan de concrete behoefte aan een passende infrastructuur voor de ver­wachte offshoreproductie in de Prinses Elisabethzone. Bovendien biedt het project België een belangrijke kans andere activiteiten te ontwikkelen, en kan het een katalysator zijn voor de groei van onze bedrijven en onze economie.

 

Het project ligt dan ook volledig in lijn met onze ambitie onze economie om te vormen met het oog op een energietransitie en draagt bij in de strijd tegen de opwarming van het klimaat.

 

In dit stadium heeft de federale regering het voornemen 100 miljoen euro toe te kennen voor de verwezenlijking van het project. Die steun zal uitsluitend worden toegekend voor de realisatie van de transmissie-infrastructuur en dus niet voor de realisatie van andere activiteiten. Een van de voorwaarden voor de goedkeuring van dit project is dat het niet meer mag kosten voor de elektriciteitsconsument dan het alternatief dat op tafel ligt, namelijk de MOG II. De MOG II, met drie platformen, wordt vervangen door die energiehub, op voorwaarde dat het uiteindelijke resultaat altijd positiever is. Door de gedeeltelijke financiering van het project via het Herstelplan voor Europa moet kunnen worden gegarandeerd dat aan de voornoemde voorwaarden voldaan wordt.

 

03.03  Kurt Ravyts (VB): De vraag blijft dus of Elia die garantie zal kunnen bieden. Elia stelt immers dat de initieel geraamde kostprijs hoger ligt dan die van het totaal van de initieel geplande stopcontacten.

 

Het is goed dat u de voorwaarden herhaald hebt en dat u duidelijk gemaakt hebt dat die 100 miljoen euro steun alleen dient voor de realisatie van de transmissie-infrastructuur.

 

De vraag blijft open. Wij zullen hier in de volgende maanden ongetwijfeld nog op terugkomen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

04 Samengevoegde vragen van

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De oplossing van Elia voor het gedeelde gebruik van zonnestroom" (55014867C)

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het Eliaproject rond het gedeelde gebruik van zonnestroom" (55014873C)

04 Questions jointes de

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La solution proposée par Elia pour l'utilisation partagée d'énergie photovoltaïque" (55014867C)

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le projet d'Elia concernant l'utilisation partagée d'énergie photovoltaïque" (55014873C)

 

04.01  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, Elia heeft bekendgemaakt dat het een oplossing zou hebben voor het delen van zonne-energie tussen gebruikers om op die manier het rendement van de zonnepaneleneigenaars te verbeteren. Het platform dat het daarvoor uitwerkte, zou gebruikers in staat moeten stellen om productie te delen met verbruikers die op het moment van de productie van de stroom door de PV-eigenaar, nood hebben aan stroom om zelf te verbruiken. Het doet enigszins de wenkbrauwen fronsen, want het lijkt erop dat Elia hier heeft gewerkt zonder enige afstemming op initiatieven die al bij de Gewesten lopen en zonder afstemming met de commerciële markt. Men kan ook de vraag stellen of het aan Elia toekomt om zo'n initiatief te nemen, gelet op het feit dat er op exact hetzelfde moment een initiatief in Vlaanderen loopt. Ik denk dat het ontwerp van decreet op dat vlak vorige week in de commissie werd goedgekeurd. Dat is een wat vreemde gang van zaken. Uiteraard zijn oplossingen toe te juichen, maar is het de manier waarop dat moest gebeuren? Ongetwijfeld was het makkelijk voor Elia om dat uit te werken, zonder naar afstemming te zoeken, onder het motto "alleen gaat men sneller".

 

Ten eerste, wat was de concrete opdracht die u aan Elia gaf?

 

Ten tweede, kunt u de specifieke oplossing die door Elia werd uitgewerkt, duiden?

 

Ten derde, werd de verbetering van het rendement becijferd en zo ja, wat is de grootteorde van de voordelen?

 

Ten vierde, kunt u duiden met welke partners Elia heeft gezorgd voor afstemming en heeft nagekeken op welke manier dat kan? Wanneer werden de actoren gecontacteerd? Welke termijn hebben zij gekregen om input aan te leveren?

 

Ten vijfde, heeft Elia rekening gehouden met het kader dat door de gewestelijke regeringen al werd uitgewerkt of nog wordt uitgewerkt?

 

04.02  Kurt Ravyts (VB): Elia stelde recent de testresultaten voor van een digitaal platform dat een uitwisseling van data mogelijk maakt in het kader van het delen met derden van via zonnepanelen opgewekte stroom. Het gaat concreet over zijn innovatieproject Internet of Energy, waarbij Elia blijkbaar samen met distributienetbeheerders aan oplossingen werkt om de voordelen van de energietransitie maximaal te benutten.

 

We spreken dan natuurlijk ook over energieleveranciers en het aanbieden van deelcontracten. U hebt naar aanleiding van het project gesteld dat u wil bijdragen aan het noodzakelijke herstel van het vertrouwen van de zonnepaneleneigenaars. De voorbije dagen konden we inderdaad vaststellen dat de afschaffing van de terugdraaiende teller voor een aantal mensen tot een gepeperde factuur leidt. Het vertrouwen mag dus zeker worden opgeschroefd.

 

U hebt blijkbaar Elia gevraagd om te werken aan oplossingen voor een verbetering van het rendement. De heer Wollants haalde al aan dat men op gewestelijk niveau regelgevend bezig is met het concept zonnedelen, lokale energie­gemeenschappen en energiecoöperaties. Er is mij echter altijd gezegd dat een aantal wetgevende maatregelen een federale bevoegdheid zijn. Vorige week is het ontwerp van decreet goedgekeurd dat de omzetting van de vierde elektriciteitsrichtlijn en de richtlijn hernieuwbare energie regelt op het Vlaamse niveau. Er is dus een decretaal kader voor actieve afnemers en energiegemeenschappen.

 

Kunt u meer toelichting geven bij uw vraag aan Elia om te werken aan oplossingen rond het rendement van zonnepanelen?

 

Was er inderdaad afstemming met de Vlaamse regering? Denk maar aan het gewestelijk regelgevend kader, dat al in het afrondingsproces zit. Was er afstemming met de netbeheerders en de leveranciers?

 

Welke wetgeving op het federale niveau heeft betrekking op de verschillende facetten van het zonnedelen en moet derhalve worden gewijzigd of zelfs ontworpen?

 

04.03 Minister Tinne Van der Straeten: "Alleen ga je sneller en samen geraak je verder", luidt een Afrikaans gezegde. Dat is bij uitstek van toepassing op dit dossier.

 

Elia heeft in samenwerking met de DNB's een ecosysteem ontwikkeld onder de naam Internet of Energy. Daarin kijken de netbeheerders met tal van marktspelers samen naar de realisatie van innoverende projecten, die ernaar streven nieuwe diensten voor de elektriciteitsverbruikers aan te bieden.

 

In oktober 2020 werd binnen dat ecosysteem van Internet of Energy een tweede projectiden­tificatieronde opgestart. In het huidige stadium werden 8 bedrijvenconsortia uit de energiesector, maar ook uit andere sectoren, in totaal meer dan 40 ondernemingen, geselecteerd om nieuwe innoverende projecten te ontwikkelen, teneinde aan de consumenten nieuwe diensten aan te bieden.

 

Eind april 2021 zal een expertenpanel de resultaten van die ideationfase bekijken en vervolgens bepalen wie kan doorgaan naar de kleinschalige testfase. Dat wordt dan een test van de technologische knelpunten, maar ook van de belangstelling van de markt voor de voorgestelde oplossingen.

 

Een van de betrokken projecten is te vergelijken met wat Decathlon en Zero Emission Solutions reeds hebben gerealiseerd, namelijk de terugkoop van de overproductie afkomstig van zonne­panelen, in ruil voor winkelaankoopbons, waarbij de ambitie nog net iets verder gaat. Men wil er dus voor zorgen dat die uitwisselingen plaatsvinden zonder te eisen dat de betrokken leveranciers dezelfde zijn.

 

In de marge van haar jaarlijkse vergadering over de ondernemingsresultaten 2019 heeft Elia een stand van voortgang gegeven betreffende de verschillende grote projecten die ze realiseert. In die context heeft Elia, als antwoord op de vraag of de lopende ontwikkelingen binnen IO.Energy een oplossing konden bieden voor de problematiek van de terugdraaiende tellers in Vlaanderen, meegedeeld dat er tenminste gedeeltelijk oplossingen in het vooruitzicht kunnen worden gesteld. Via een digitaal communicatieplatform moet het binnen afzienbare termijn mogelijk zijn de overproductie van zonnepanelen uit te wisselen met een derde partij naar keuze via een energieblokuitwisseling.

 

Zeer concreet betekent dat dat een eigenaar van zonnepanelen de mogelijkheid wordt geboden om zijn overproductie met iemand van zijn keuze uit te wisselen, bijvoorbeeld een familielid of ondernemingen, via een handelsakkoord, die zelf niet over zonnepanelen beschikken. Zo zou de productie van de zonnepanelen een groter energievolume compenseren.

 

Die oplossing wordt door de netbeheerders en de marktspelers samen bestudeerd.

 

Elia bevestigt met betrekking tot dit dossier ook contacten met de regulatoren te hebben gehad. Het is een samenwerkingsverband tussen distributienetbeheerders en regulatoren.

 

Wat de federale wetgeving ter zake betreft, de technische marktregels inzake allocatie en nominatie zijn hier uiteraard bij betrokken. De toewijzing of allocatie van elektriciteit aan leveranciers gebeurt bij Elia in het kader van de evenwichtsverplichtingen van de leveranciers. De netbeheerders verzamelen dus de meetgegevens en leveren de allocatiegegevens aan Elia. Het is dus onder de evenwichtsverantwoordelijkheid van Elia dat marktpartijen afgerekend worden op de energiehoeveelheden die hun afnemers hebben afgenomen en hoeveel energie zij daarvoor op het net hebben gezet. Allocatie en nominatie behoren tot de basisstenen van ons federaal technisch reglement. Daar ligt dan ook het sluitstuk van de werking van onze elektriciteitsmarkt.

 

Het is in die allocatie dat er nog energieblokken kunnen worden uitgewisseld: een teveel bij de ene kan worden overgedragen naar de andere marktspeler. Elia brengt met het initiatief Internet of Energy die mogelijkheid, die het al jarenlang aanbiedt als trainingplatform aan de grote marktspelers, tot op het niveau van de individuele netgebruikers. Dat lijkt mij dus een sleutel tot het echte zonnedelen te zijn en mag of moet wat mij betreft worden beschouwd als een versterking van de gewestelijke initiatieven daarvoor. Ik draag het Internet of Energy dus een warm hart toe.

 

Het zijn zulke innovatieve oplossingen, waarbij zonne­overschotten kunnen leiden tot zonne­bonussen, die het vertrouwen opnieuw kunnen herstellen. Die oplossingen zijn nodig, want wij hebben veel meer hernieuwbare energie nodig. Ik zal altijd mee nadenken over oplossingen, want alleen gaat men sneller, maar samen gaat men verder, zoals hier al gezegd is. Enkel op die manier wordt de burger ook effectief geholpen.

 

04.04  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, uit uw uitleg begrijp ik dat het initiatief voortkomt uit het werk van Elia zelf en dat u er geen specifieke opdracht toe hebt gegeven.

 

Mijn contacten leren mij dat Elia de link naar het Vlaamse niveau pas heeft gelegd één dag voor het initiatief werd bekendgemaakt. Dat kan men toch moeilijk ernstig noemen, zeker aangezien men heel goed weet dat het EMD-ontwerpdecreet al een aantal keer door de Vlaamse regering is goedgekeurd en nu naar het Vlaams Parlement gaat.

 

Het kan dus niet zo moeilijk zijn voor Elia om net iets meer samen te werken om net iets verder te raken in het dossier. Ik ben blij met elke oplossing die er komt, maar ik geloof niet dat dit probleem alleen maar op het federale niveau aan te pakken valt. Dat zal men nooit kunnen, men heeft de Gewesten daarvoor nodig en ik vind het jammer dat Elia pas één dag op voorhand laat weten dat het iets zal lanceren. Dat had anders gekund.

 

04.05  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, ik kan mij aansluiten bij mijn collega. Dat EMD-decreet is in oktober 2020 voor de eerste keer als ontwerp gepasseerd in de Vlaamse minister­raad. De manier waarop Elia daarover heeft gecommuniceerd, is inderdaad merkwaardig. Op zich is het theoretisch, en ook praktisch, complementair met de gewestelijke initiatieven. Dat de sleutel tot het delen van zonne-energie ook bij die evenwichts­verantwoordelijkheid ligt, is ook juist. Het is goed dat u dat nog eens hebt uitgelegd, maar ook ik betreur die handelwijze van Elia.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Benoît Piedboeuf à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'octroi du tarif social pour le gaz et l'électricité aux institutions" (55015550C)

05 Vraag van Benoît Piedboeuf aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De toekenning van het sociaal tarief voor gas en elektriciteit aan instellingen" (55015550C)

 

05.01  Benoît Piedboeuf (MR): Madame la Ministre, chère Madame Van der Straeten, j’apprends que le tarif social pour le gaz et l'électricité n'est pas applicable aux institutions alors qu'elles accueillent et hébergent des personnes handicapées.

 

Ce tarif social n'est accessible qu'aux ménages et aux "clients finaux résidentiels".

 

Cette situation est tout de même un peu surprenante, puisque l'activité des institutions est consacrée entièrement à la personne handicapée.

 

Madame la Ministre, que pensez-vous de cette application ? Avez-vous une solution à apporter aux institutions ?  Pensez-vous que la solution se trouve dans une concertation avec les régions ?

Je vous remercie de vos réponses

 

05.02  Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur Piedboeuf, votre question concerne le tarif social et son application pour des institutions qui accueillent et hébergent des personnes handicapées.

 

Ce n'est pas la première fois qu'on discute du tarif social au sein de cette commission et je me réjouis de l'intérêt que vous portez à ce sujet. Je partage entièrement cet intérêt et je constate que toutes ces questions ont un même but: comment éviter que des catégories de personnes ayant droit au tarif social passent entre les mailles du filet?

 

Le tarif social pour l'électricité et le gaz naturel n'est en effet applicable qu'au client final résidentiel. Cela signifie qu'il doit avoir conclu un contrat en son propre nom, pour son propre usage, avec un fournisseur d'énergie. Dans la pratique, il semble que la situation est souvent la suivante: les personnes handicapées ayant droit au tarif social et qui résident dans une institution ne bénéficient pas du tarif social dans cette résidence. Toutefois, les parents de ces personnes bénéficient bel et bien du tarif social si leur enfant handicapé est domicilié chez eux.

 

Beaucoup d'institutions ont un contrat énergétique professionnel. La vraie question est de savoir s'il y a des problèmes dans la pratique. Ce serait le cas si ni la personne handicapée elle-même ni les parents ou les personnes responsables ne bénéficiaient du tarif social. C'est pourquoi je consulterai, avec mon collègue Dermagne, différents acteurs de terrain, par exemple le Service de lutte contre la pauvreté, la précarité et l'exclusion sociale, afin de vérifier s'il y a des situations où des gens passent à travers les mailles du filet.

 

J'ajoute que la plate-forme de lutte contre la précarité énergétique de la Fondation Roi Baudouin prépare une étude sur le tarif social.

 

Étant donné que ces institutions de soins relèvent des compétences régionales, il me semble logique que nous consultions également les Régions afin d'arriver à une solution efficace.

 

05.03  Benoît Piedboeuf (MR): (…)

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Samengevoegde vragen van

- Leen Dierick aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De recyclage van offshore windturbines" (55015591C)

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De aspecten inzake het einde van de levensduur van de oudste Belgische offshore windturbines" (55015601C)

- Christophe Bombled aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De recyclage van offshorewindmolens" (55015712C)

06 Questions jointes de

- Leen Dierick à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le recyclage des éoliennes offshores" (55015591C)

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Les aspects liés à la fin de la durée de vie des éoliennes offshores belges les plus anciennes" (55015601C)

- Christophe Bombled à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Le recyclage des éoliennes offshores" (55015712C)

 

06.01  Leen Dierick (CD&V): WindEurope, de Europese spreekbuis van de windenergiesector, schat dat tegen 2023 zowat 4.700 windturbines aan afbraak toe zijn. Die zijn samen goed voor 14.000 wieken, of een afvalberg van 40.000 à 60.000 ton kunststof. De kunststof van windturbines is het moeilijkste materiaal om te recycleren, nu wordt het vooral verwerkt in de cementindustrie en als alternatief voor steenkool als brandstof. De recyclage van de kunststof vraagt meer onderzoek om een duurzamer recyclageproces te verkrijgen.

Belgische windturbines die aan vervanging toe zijn krijgen vaak ook een tweede leven in andere landen en worden in België vervangen door nieuwere en betere exemplaren die meer groene stroom kunnen produceren.

 

Mijn vragen aan de Minister

België heeft met de installatie van Northwester 2 in de Noordzee momenteel 1775 MW geïnstalleerd vermogen. Tegen het einde van dit jaar zal ook het grootste windmolenpark, SeaMade, operationeel zijn. Over hoeveel individuele windmolens in de Noordzee beschikt België vandaag en hoeveel zullen dat er zijn tegen eind 2020?

 

Welke is de (gemiddelde) levensduur van een offshore windmolen in België?

 

In 2017 werd in Denemarken het allereerste windmolenpark op zee afgebroken. Werden al Belgische windmolens op zee afgebroken? Zo ja, welke en wanneer? Zo nee, wanneer zullen de eerste windmolens worden afgebroken?

 

Is er een planning voorzien voor wanneer welke windmolenparken einde levensduur zullen zijn en dus tegen wanneer ze zullen worden afgebroken en vervangen? Bij vervanging zullen er nieuwe en betere windmolens geplaatst kunnen worden. Hoeveel extra vermogen kan dit opleveren?

 

Zullen de windmolens die worden afgebroken een tweede leven krijgen in het buitenland of worden gerecycleerd? Voor welke andere doeleinden wordt het gerecycleerde materiaal van offshore windmolens vandaag gebruikt?

 

Hoeveel kilo/ton recycleerbaar materiaal zit er in een offshore windmolen? Hoeveel kilo/ton recycleerbaar materiaal kan niet gerecycleerd worden? Wat wordt er met deze overschot gedaan?

 

Hoeveel bedraagt de gemiddelde kost voor de afbraak (en vervanging) van een offshore windturbine? Wie draait op voor de kosten van afbraak en/of recyclage van de windturbine

 

Hoeveel investeert België vandaag in onderzoek naar recyclage van offshore windmolens?

 

06.02  Kurt Ravyts (VB): Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, deze vraag werd ingegeven door de communicatie van WindEurope.

 

Alhoewel de afbraak van grootschalige windturbines en hun eventuele vervanging momenteel nog vrij beperkt is in de Belgische context wordt een forse toename verwacht vanaf de periode 2025-2030, wanneer de eerste destijds geïnstalleerde windmolenparken op zee buiten gebruik moeten worden gesteld. In Europa is trouwens een aanzienlijke hoeveelheid wind­energie snel aan het verouderen en het einde van zijn verwachte levensduur aan het bereiken.

 

WindEurope stelt onomwonden dat men, als men meer van de bestaande capaciteit wil vrijwaren, de kwestie van het levenseinde beter moet aanpakken. Repowering is dan ook aan de orde. Op 4 en 5 november 2021 wordt in Brussel trouwens een seminarie gewijd aan kwesties en strategieën over het einde van de levensduur van windturbines.

 

Mijn vraag betreft de definitieve buitengebruik­stelling en de recycleerbaarheid van de windmolen­bladen. De bestaande afzetkanalen zijn momenteel beperkt tot het gebruik als vulstof in bouwmaterialen en in de cementindustrie. Het is vooral een uitdaging om economisch haalbare recyclagetechnieken te vinden voor de kunststof­composiet. De composieten afkomstig van windmolens zijn momenteel niet hoogwaardig recycleerbaar.

 

De verwachting is dat er binnen enkele jaren grotere hoeveelheden composiet­materialen zullen vrijkomen. De Vlaamse regering stimuleert het onderzoek naar eindelevenscyclus­opties voor moeilijk recycleerbare kunststof­stromen. Specifiek voor de buitengebruikstelling van offshorewind­turbines loopt er een Interregproject Decom Tools met de Haven van Oostende.

 

Mevrouw de minister, hebt u zicht op het einde van de levensduur van bepaalde Belgische offshorewindturbines en wanneer deze zullen worden afgebroken en vervangen? Is de federale overheid in enigerlei mate betrokken bij het onderzoek of de onderzoeksprojecten naar de recyclage van bestanddelen van offshorewind­molens? Zijn beleidsmatige aspecten van de veroudering van een aanzienlijke hoeveelheid windenergie-instrastructuur in Europa reeds aan bod gekomen op bijeenkomsten van de NSEC? Zullen die nog aan bod komen dit jaar en de komende jaren?

 

En raison d'un problème technique, une partie de l'enregistrement digital fait défaut. Pour la question n° 55015712C de M. Christophe Bombled, le compte rendu se base exceptionnellement sur le texte remis par l'auteur.

Ten gevolge van een technisch mankement ontbreekt een deel van de digitale geluidsopname. Voor vraag nr. 55015712C van de heer Christophe Bombled steunt het verslag uitzonderlijk op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

06.03  Christophe Bombled (MR): Madame la Ministre, si la Belgique figure dans le top 3 européen en matière de développement de l'éolien offshore, la question du recyclage est importante. En effet, certains éléments, après transformation, peuvent être réutilisés dans d'autres filières.

 

Mes questions sont les suivantes:

Quelle est la durée de vie moyenne d'une éolienne offshore en Belgique?

Compte-tenu de la durée de vie moyenne, existe-t-il un calendrier prévisionnel de remplacement des éoliennes offshore?

Les éoliennes démolies seront-elle recyclées? Si oui, de quelle manière et pour quelles filières?

Des techniques telles que la pyrolyse et la solvolyse sont-elles envisagées pour valoriser la matière?

A l'heure actuelle, tous les éléments d'une éolienne offshore sont-ils recyclables ou bien certains d'entre eux devront-ils être mis en décharge et si oui, quels sont ces éléments?

 

Je vous remercie, Madame la Ministre, pour les réponses que vous voudrez bien m'apporter.

 

06.04 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer de voorzitter, eerst en vooral wil ik mij verontschuldigen, nu al de tweede keer in deze vergadering, ten aanzien van mevrouw Dierick. Het is echt stom, want het antwoord was klaar, maar er is iets misgegaan. Te mijner verdediging kan ik zeggen dat dit met de opstart van mijn kabinet heeft te maken. Aangezien het antwoord klaar is, sturen wij het u na, mevrouw Dierick.

 

De drie pagina's cijfergegevens van het antwoord zal ik niet voorlezen.

 

Vandaag zijn er acht windparken volledig operationeel in het Belgische deel van de Noordzee, voor een totaal­vermogen van 2,2 gigawatt. De geschatte levensduur van een windturbine bestemd voor de elektriciteits­productie in de Belgische Noordzee bedraagt ongeveer 25 jaar, op grond van de analyse van gegevens aangereikt in de concessie­aanvragen, waaronder eveneens gegevens van de fabrikant van de betreffende turbines.

 

Overeenkomstig artikel 6 van de elektriciteitswet geldt voor de domeinconcessies voor de productie van energie op zee een maximale duur van 30 jaar. Dat betekent dat 30 jaar na de start van de bouw van het volledige park het gehele park ontmanteld dient te zijn. De concessiehouder staat in voor de ontmanteling en draagt dus ook de kosten voor afbraak en recyclage. De huidige domeinconcessies werden op grond van dat artikel 6 initieel steeds verleend voor een exploitatieduur van 20 jaar, waarbij sindsdien enkele verlengingen werden toegestaan. Na het einde van de exploitatieperiode volgt er een ontmantelingsfase, die inbegrepen is in de maximale termijn van 30 jaar. Een overzicht van de looptijd en verwachte uitdiensttreding per concessie is beschikbaar. De vroegste einddatum is in 2034, de laatste in 2045.

 

Aangezien de domeinconcessies ten einde lopen, kan er nu nog geen uitspraak worden gedaan over een eventuele vervanging van windturbines. Er werd in België tot nu toe dus nog geen enkele offshorewindturbine ontmanteld.

 

Le gouvernement fédéral n'a pas encore participé à des projets de recherche pour le recyclage des éoliennes extra-côtières.

 

Il faut savoir qu'environ 80 à 90 % de la masse totale des éoliennes peut maintenant être recyclée. La plupart des pièces d'une éolienne comme la fondation, la tour et les pièces de la gondole font l'objet d'une méthode de recyclage normalisée. Les lames et la coquille de la nacelle, souvent et majoritairement composées de composites, nécessitent des procédures de recyclage spécifiques. Ces matériaux sont donc difficilement recyclables aujourd'hui, mais ont une valeur calorifique élevée et peuvent être utilisés pour la production d'énergie. Les fabricants d'éoliennes améliorent le recyclage des déchets composites grâce au développement de technologies alternatives.

 

Binnen de NSEC zijn we niet concreet bezig met het levenseinde van de windmolens. Het lopende Interregproject Decom Tools buigt zich over het levenseinde en de ontmanteling van windparken op zee. De recyclage van materialen van afgedankte windturbines maakt daar onderdeel van uit. België neemt deel aan het project via de haven van Oostende en POM West-Vlaanderen.

 

De voorzitter: Mevrouw Dierick, u krijgt alle cijfers toegestuurd.

 

06.05  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, goed dat u nog eens uitleg hebt verschaft rond de domeinconcessies, de exploitatieduur van twintig jaar versus maximaal dertig jaar. 2034 lijkt nog wel redelijk veraf, maar ik vond het toch al eens nodig om de moeilijke reclyceerbaarheid van een aantal onderdelen hier naar voren te brengen. De exploitant moet inderdaad de kosten dragen en instaan voor de recyclage. De Vlaamse bevoegdheden en de Vlaamse regering zijn hier uiteraard ook wel aan zet om daar de nodige aandacht voor op te brengen.

 

06.06  Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, je vous remercie de votre réponse.

 

La gestion des déchets doit respecter une certaine hiérarchie. La première question à se poser est l'éventuelle prolongation de la durée de vie des éoliennes (…) 

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

07 Questions jointes de

- Kurt Ravyts à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La nouvelle procédure de sélection pour la présidence du comité de direction de la CREG" (55015635C)

- Bert Wollants à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La procédure de sélection au sein de la CREG" (55015710C)

- Christophe Bombled à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La relance de la procédure de sélection pour la présidence de la CREG" (55015714C)

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La nouvelle procédure de sélection pour la présidence de la CREG" (55015736C)

07 Samengevoegde vragen van

- Kurt Ravyts aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De nieuwe selectieprocedure voor het voorzitterschap van het directiecomité van de CREG" (55015635C)

- Bert Wollants aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De selectieprocedure bij de CREG" (55015710C)

- Christophe Bombled aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Het heropstarten van de selectieprocedure voor het voorzitterschap van de CREG" (55015714C)

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De nieuwe selectieprocedure voor het voorzitterschap van de CREG" (55015736C)

 

07.01  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, de kwestie van de benoeming is hier sinds uw aantreden al enkele keren aan bod gekomen. Op vragen van collega Wollants en mezelf hebt u einde 2020 al eens geantwoord dat de administratie Energie niet betrokken was bij de procedure, die opgestart was met de vorige regering met volheid van bevoegdheid. Er was een Selor-procedure, die uiteindelijk resulteerde in drie kandidaten. Daarna ging de regering in lopende zaken. Dan kwam plots het bericht dat mevrouw Marghem op 30 september 2019 nog interviews had afgenomen van de drie door Selor geselecteerde kandidaten. De procedure werd dus niet stopgezet. Dat was ook de conclusie van mijn collega. U zei ons toen dat u een onvolledig dossier had en dat u geen weerslag had van de interviews met de geselecteerde kandidaten.

 

In de marge van de traditionele benoemings­carroussel hebben we nu vernomen dat er een nieuwe procedure zal worden opgestart; ik kan het niet anders interpreteren. In de pers werd er van een tabula rasa gesproken en over een nieuw Selor-examen voor de CREG-directie, omdat het energielandschap ondertussen drastisch gewijzigd zou zijn. U verwees in de pers naar het Europese regelgevende kader van het energierecht en ook naar de specifieke Belgische nationale context rond energiebeleid.

 

Ik ben bevreesd voor de juridische grondslag. Zullen er geen klachten komen? Is de keuze voor een nieuwe procedure voor 100 % in orde? Ik lees dat de drie finalisten persoonlijk op de hoogte zijn gebracht van de beslissing. Maar ik denk dat het noodzakelijk is dat u hier aan het Parlement wat meer toelichting geeft bij de regeringsbeslissing.

 

07.02  Bert Wollants (N-VA): Mevrouw de minister, de kwestie werd al ingeleid. U haalde hier destijds als grote probleem aan dat u geen volledig dossier had, omdat u geen zicht had op de weerslag van de interviews die werden afgenomen na de Selor-procedure. Dat zat nog in het archief van uw voorgangster. Het heeft een aantal maanden gekost, vooraleer het was overgedragen, zodat u wel over een volledig dossier beschikte om de procedure voort te kunnen zetten. Nu u het volledige dossier hebt, althans volgens de pers, komt u tot de conclusie dat de Selor-procedure niet meer accuraat zou zijn voor de invulling van het mandaat. Dat is een wat bizarre gang van zaken, want over de Selor-procedure zelf heb ik altijd begrepen dat u over de informatie daarvan wel beschikte. De informatie die nog ontbrak, betrof de afgenomen interviews. Nu neemt u de beslissing, nadat u de informatie over de interviews had gekregen, dat de Selor-procedure niet meer accuraat is, althans zo begrijp ik uit de pers.

 

Ten eerste, kunt een stand van zaken meedelen en uw versie van de feiten geven? Wat is er juist beslist?

 

Ten tweede, waarom komt u nu pas tot de conclusie dat de Selor-procedure niet meer accuraat is? Die informatie hebt u al heel lang; daarvoor hoefde u niet te wachten op het dossier van mevrouw Marghem.

 

Ten derde, welke wijzigingen zult u laten uitvoeren aan de Selor-procedure? Wat moet nu worden toegepast dat voordien niet werd toegepast? Bent u nog altijd van plan om dat via Selor te laten verlopen? Dat lijkt mij wel een belangrijk aspect.

 

Ten vierde, waarom diende u te beschikken over het verslag van de interviews om te kunnen oordelen over de Selor-procedure?

 

Ten vijfde, bent u van mening dat de stopzetting van de procedure voldoende gemotiveerd is en de eventuele toetsing door de Raad van State zal kunnen doorstaan?

 

En raison d'un problème technique, une partie de l'enregistrement digital fait défaut. Pour la question n° 55015714C de M. Christophe Bombled, le compte rendu se base exceptionnellement sur le texte remis par l'auteur.

Ten gevolge van een technisch mankement ontbreekt een deel van de digitale geluidsopname. Voor vraag nr. 55015714C van de heer Christophe Bombled steunt het verslag uitzonderlijk op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

07.03  Christophe Bombled (MR): Madame la Ministre,

 

Vous avez décidé par arrêté ministériel de mettre un terme à la procédure en cours de nomination d'un président et d'un comité de direction à la CREG.  Une nouvelle sélection sera à nouveau opérée par le SELOR.

 

Mes questions sont les suivantes :

 

1.Lors de la législature précédente, le SELOR avait retenu trois candidats.  Dès lors, pourquoi relancez-vous une procédure alors que cet organisme indépendant avait déjà effectué le travail de sélection ?

2.Pourquoi n'auditionnez-vous pas les trois candidats à la présidence retenus et soumettre ensuite votre choix au gouvernement ?

 

Je vous remercie, Madame la Ministre, pour les réponses que vous voudrez bien m'apporter.​

 

En raison d'un problème technique, une partie de l'enregistrement digital fait défaut. Pour la question n° 55015736C de M. Malik Ben Achour, le compte rendu se base exceptionnellement sur le texte remis par l'auteur.

Ten gevolge van een technisch mankement ontbreekt een deel van de digitale geluidsopname. Voor vraag nr. 55015736C van de heer Malik Ben Achour steunt het verslag uitzonderlijk op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

07.04  Malik Ben Achour (PS): Madame la Ministre,

Vous venez de décider par arrêté ministériel de mettre un terme à la procédure en cours de nominaton d'un président et d'un comité de direction de la CREG. Mais aussi, par la même, de lancer une nouvelle procédure qui sera confiée, une fois de plus, au SELOR. Les trois candidats qui étaient jusqu'à alors retenus au terme du processus précédent sont donc finalement invités, s'ils le souhaitent, à représenter leur candidature.

 

Madame la Ministre,

Comment expliquez-vous le lancement d'une nouvelle procédure via le SELOR?

Avez-vous auditionné les trois candidats précédemment retenus par le SELOR, lors de la première procédure? Le cas échéant, quelles étaient vos impressions?

Au regard de la situation actuelle (sortie du nucléaire et avancement du CRM), quel est le calendrier de la nouvelle procédure qui va donc être lancée?

 

Je vous remercie.

 

07.05 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, de algemene teneur van de vragen is een bezorgdheid die ik deel, namelijk waken over de onafhankelijkheid van de CREG als regulator, zodat het personeel van de CREG en de markt op een sterke regulator kunnen vertrouwen. Voor de goede orde wijs ik er ook op dat in deze uitdagende tijden de CREG rechtsgeldige beslissingen kan blijven nemen. Ik moet wel toegeven dat de situatie niet ideaal is. Er moet dus aan gewerkt worden.

 

Mijn beslissing om de procedure stop te zetten, is ingegeven door twee motieven. Ten eerste is er een lange tijd verstreken sinds het lanceren van de selectieprocedure in augustus 2018 en in die tijd is het regelgevend kader danig veranderd. Denken we maar aan het Winterpakket Clean energy for all Europeans van de Europese Unie van 2019, dat in nationaal recht moet worden omgezet of toegepast en een grondige wijziging van de bestaande regelgeving inhoudt. Het gaat voorts over de vierde elektriciteitsrichtlijn, de richtlijn inzake hernieuwbare energiebronnen, de energie-efficiëntierichtlijn, de elektricteits­verordening, de verordening inzake risico­paraatheid, de ACER-verordening en de governanceverordening. Tevens is er de Green Deal van de Europese Commissie van december 2019. In dat kader heeft de CREG de rol erover te waken dat koolstofarme energie op een duurzame, veilige en betaalbare manier in een geïntegreerd energiesysteem aan alle gebruikers wordt geleverd. De CREG verwees hier ook naar in de hoorzitting van 29 april, die ik gisteren herbeluisterd heb.

 

Bij de procedure van Selor werden de kandidaten bijgevolg beoordeeld op grond van hun competenties in het licht van het regelgevende kader zoals dat twee en een half jaar geleden bestond. Als voorzitter van het directiecomité van de CREG moet men uiteraard opereren conform het regelgevende kader dat vandaag geldt en dat dus grondig is gewijzigd. In het licht van de evolutie in het Europese en nationale energierecht zijn de afgenomen selectietesten niet meer accuraat voor de huidige invulling van het mandaat van de voorzitter van het directiecomité van de CREG. Het is dus wenselijk om een nieuwe selectieprocedure te lanceren, waarbij nieuwe elementen uit het nieuwe regelgevende kader, Europees en nationaal, worden betrokken. De kennis en de competentie van de kandidaten zullen mede aan de hand daarvan worden getoetst.

 

Ten tweede zijn naast het mandaat van de voorzitter van het directiecomité van de CREG intussen ook de mandaten van de overige leden van het directiecomité vacant geworden. De huidige leden van het directiecomité van de CREG zijn aangesteld bij KB van 30 juli 2013. Het ging om een mandaat van zes jaar, dat inging op 1 september 2013, dus tot 1 september 2019. Er was ondertussen al een vacature voor het mandaat van voorzitter, omdat de vorige voorzitter van de CREG CEO werd van Sibelga. Initieel werden de leden van het directiecomité ook alle vier op hetzelfde moment benoemd, via voornoemd KB. Het is dan ook beter om voor de invulling van zowel het vacante mandaat van voorzitter als van de vacante mandaten van de overige leden van het directiecomité gelijktijdig een selectieprocedure te organiseren. Ik ben van oordeel dat het ministerieel besluit dat ik heb uitgevaardigd, degelijk en gemotiveerd is en de eventuele toets van de Raad van State zal doorstaan.

 

Wat uw andere vraag betreft, mijnheer Wollants, waarom ik nu pas tot de conclusie kom dat het Selor-examen niet meer accuraat is voor de functie, kan ik antwoorden dat ik na de analyse van het volledige dossier tot dat besluit ben gekomen. De CREG als instelling mag toch, net als alle kandidaten, verwachten van een minister dat die in een delicaat dossier van een benoeming pas beslist, nadat zij kennisgenomen heeft van het volledige dossier: enerzijds de stukken die ik van Selor heb gekregen en, anderzijds, de documenten die mevrouw Marghem mij heeft toegestuurd.

 

De wijzigingen die moeten worden aangebracht, kunnen worden geresumeerd tot het, onder meer, laten analyseren of de kandidaten in staat zijn de impact in te schatten van het nieuwe wetgevende kader op de uitdagingen van de energietransitie en, daaruit voortvloeiend, de taken en de verantwoordelijkheden van de CREG.

 

Het zal in de eerste plaats aan de selectiecommissie zijn zich daarvan te vergewissen.

 

M. Bombled me demande pourquoi j'ai décidé de relancer la procédure alors que le Selor avait déjà effectué le travail de sélection. Il y a lieu de rappeler en bref la procédure de sélection telle que reprise dans l'arrêté royal du 13 juillet 2012.

 

D'abord, le Selor organise des tests et une entrevue avec une commission de sélection. Au terme des tests, des épreuves et de la comparaison des titres et mérites des candidats par le Selor, les candidats sont inscrits soit dans le "groupe apte", soit dans le "groupe pas apte". Ensuite, un entretien complémentaire est organisé par le ou la ministre avec les candidats du "groupe apte" afin de les comparer.

 

Vu le nouveau cadre réglementaire important, les tests organisés par le Selor n'ont pas pu tenir compte de celui-ci. C'est la raison pour laquelle je n'ai pas auditionné les trois candidats, puisque suite à l'arrêté royal du 13 juillet 2012 qui règle la procédure de sélection de la direction de la CREG, le ou la ministre n'intervient qu'après les tests du Selor afin de les comparer.

 

J'en viens enfin à la question de M. Ben Achour relative au calendrier. Mes services ont déjà pris contact avec le Selor. Il y a encore beaucoup de travail dans ce dossier, notamment la rédaction des profils. La CREG est un organe très important. Je veux donc faire les choses dans l'ordre. Mon ambition est d'avancer en essayant d'éviter des recours. Cela signifie sans précipitation. Je vous remercie.

 

07.06  Kurt Ravyts (VB): Mevrouw de minister, u hebt er vertrouwen in dat de regeling de toets door de Raad van State zal doorstaan, mochten daar pogingen toe worden ondernomen. Het is, samengevat, eigenlijk een beetje de fout van de partij van mijn collega, die de regering heeft verlaten, anders was een van die drie personen misschien wel de directeur van de CREG geworden. Dat lijkt de politieke samenvatting.

 

De voorzitter: Mijnheer Wollants, ziet u dat ook zo?

 

07.07  Bert Wollants (N-VA): Mijnheer de voorzitter, ik moet vaststellen dat hoe langer een debat over energie in het Parlement en zeker in onze commissie duurt, hoe groter de kans is dat het mijn schuld is.

 

Hoe dan ook, mevrouw de minister, ik blijf het een vreemde gang van zaken vinden. U zegt dat u het volledige dossier moet hebben om te kunnen oordelen, mevrouw de minister, maar de bezwaren die u vandaag uit, waarin ik u ergens kan volgen, had u ook zonder problemen al kunnen uiten op basis van de Selor-procedure op zich. Toen gold al dat de selectie is gebeurd voor een aantal ontwikkelingen in het energiedossier. Volgens mij had men daarmee sneller kunnen gaan, maar gedane zaken nemen geen keer. Ik moet gewoon vaststellen dat het, geheel toevallig, in het kader van een andere benoemingsronde was, dat de beslissing is genomen. Wij zullen zien wat er nu uitkomt, maar ik hoop dat men uitkomt bij kandidaten die de onafhankelijkheid van de CREG kunnen waarborgen en daar sterke figuren kunnen zijn. Dat is het allerbelangrijkste.

 

Ik heb u gevraagd of u denkt dat de regeling zal standhouden voor de Raad van State, maar het zou pas nieuws zijn als u dacht van niet, want dan was het over and out geweest voor het hele dossier. Ik kijk uit naar het vervolg.

 

Ten slotte, drie jaar kan een eeuwigheid zijn in het energiebeleid, maar dat wil natuurlijk ook zeggen dat de kandidaten die al zijn aangeduid op basis van een selectie in 2012-2013, gegroeid zijn in hun functie. We zullen zien hoe het dossier evolueert en welke kandidaten binnenkort de kop zullen opsteken. Ik heb alleszins al van een aantal kandidaten gehoord.

 

07.08  Christophe Bombled (MR): Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse.

 

D'abord, la modification d'un cadre législatif peut survenir en plusieurs endroits. Cela peut même arriver quand, au sein d'un organisme, un directeur est en place. C'est comme si à un moment donné, on disait à celui-ci: "Le cadre législatif a été modifié, donc vous êtes prié de partir parce que vous ne répondez plus aux exigences qui avaient cours quand vous avez été engagé à cette fonction." On pourrait retourner le problème dans ce sens-là. Je pense que le fait de relancer la procédure à partir de zéro risque de générer un vide juridique pendant encore un certain temps à la tête de la CREG, ce qui est dommage.

 

Ensuite, j'espère me tromper, mais on est face à une certaine insécurité juridique.

 

Enfin, il risque d'y avoir des recours éventuels de la part des candidats qui avaient été retenus lors de la sélection précédente déjà opérée par le Selor. Je répète qu'il aurait été plus opportun de se baser sur les trois noms qui avaient été retenus dans la sélection initiale et de proposer un des trois noms au gouvernement.

 

Madame la ministre, je respecte votre choix mais nous nous intéresserons néanmoins de près au profil des candidats qui auront été retenus lors de la prochaine procédure de sélection.

 

07.09  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je vous remercie.

 

Sans m'attarder, je rappellerai que le temps presse pour ce dossier comme pour d'autres, qui sont connexes. Les collègues ont expliqué pour quelle raison.

 

Je prends acte de votre réponse, que je peux comprendre. Vos explications me semblent légitimes, mais prenons tout de même garde à ne pas perdre trop de temps.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

08 Questions jointes de

- Malik Ben Achour à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La fin de la vente de véhicules thermiques" (55015638C)

- Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "Une date butoir pour la vente de nouvelles voitures équipées de moteurs thermiques" (55015718C)

- Kris Verduyckt à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'arrêt progressif de la vente de nouvelles voitures avec moteurs thermiques" (55015724C)

08 Samengevoegde vragen van

- Malik Ben Achour aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De stopzetting van de verkoop van thermische voertuigen" (55015638C)

- Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "Een einddatum voor de verkoop van nieuwe wagens met verbrandingsmotoren" (55015718C)

- Kris Verduyckt aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De geleidelijke stopzetting van de verkoop van nieuwe wagens met een verbrandingsmotor" (55015724C)

 

08.01  Malik Ben Achour (PS): Monsieur le président, madame la ministre, sous votre impulsion et celle du ministre de la Mobilité, la Belgique a adressé le 10 mars dernier, avec huit autres États membres, un courrier à la Commission européenne réclamant "une mobilisation européenne pour la diminution de l'impact environnemental du transport routier" et pour que l'Europe fixe une date butoir pour entamer l'arrêt progressif de la vente des véhicules personnels fonctionnant au diesel ou à l'essence, en vue d'opérer une transition plus volontariste vers des véhicules "zéro émission".

 

L'adoption d'un calendrier clair pousserait a fortiori tous les constructeurs à sortir des solutions alternatives, ce qui devrait a priori faire baisser le prix des voitures électriques qui gagnent de plus en plus de terrain, avec les voitures hybrides, sur le marché européen des ventes de véhicules neufs.

 

Madame la ministre, pourriez-vous nous apporter des précisions au sujet du contenu de cette lettre adressée à la Commission et, éventuellement, sur la teneur de vos échanges à ce propos avec les États cosignataires?

 

Selon Greenpeace, des études montrent que la vente de voitures "fossiles" devrait être éliminée progressivement d'ici 2028. De leurs côtés, des États comme le Royaume-Uni, le Danemark, l'Islande, l'Irlande, la Slovénie et la Suède se sont d'ores et déjà engagés à mettre fin aux ventes de nouveaux véhicules passagers à moteur thermique à l'horizon 2030. La Californie et le Japon prévoiraient, quant à eux, une interdiction pour 2035. Quelle serait d'après vous la date butoir idéale? Se pourrait-il que la Belgique entende aller plus vite que l'Union européenne à ce sujet?

 

Par ailleurs, avant de parler de date butoir, il me parait évident qu'un développement conséquent de l'infrastructure nécessaire aux véhicules électriques, en ce compris des bornes de recharge, devrait être mis en œuvre à grande échelle et sans tarder. Pourriez-vous faire le point sur le développement de ces infrastructures, lesquelles devront impérativement être abordables pour les particuliers?

 

Enfin, pourriez-vous nous faire part de votre vision au sujet du recours potentiel à l'hydrogène dans le transport tant léger que lourd?

 

08.02  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, het staat buiten kijf dat er een evolutie gaande is van voertuigen met een verbrandingsmotor naar voertuigen met een elektrische aandrijving. Dat merken wij vanzelfsprekend aan de miljarden euro's aan research and development die autofabrikanten spenderen om die omslag te maken.

 

U hebt verklaard dat u samen met de regering de Europese Commissie gevraagd hebt een einddatum vast te leggen voor de verkoop van nieuwe voertuigen die aangedreven worden door een verbrandingsmotor. Op die manier wil u de ontwikkeling van de technologieën voor elektrische voertuigen een duw in de rug geven.

 

U verwijst daarbij onder meer naar de fabrikant Volvo, die zegt tegen 2030 enkel nog elektrische wagens te zullen bouwen, wat dan bij ons in Gent 300 nieuwe jobs zou opleveren.

 

Mevrouw de minister, ik wil vooral heel graag weten welke einddatum u ter zake hebt vooropgesteld. Wat acht u realistisch? Waarop stoelt u zich om precies deze datum te bepalen?

 

Uit mijn eerdere interventies is al gebleken dat ik bezorgd ben over de democratisering van elektrische voertuigen en de betaalbaarheid ervan voor de gewone man of vrouw in de straat. Meent u dat, wanneer die einddatum wordt gehandhaafd, de democratisering van elektrische voertuigen gegarandeerd is?

 

Welke invloed heeft de stopzetting van de productie van voertuigen met een verbrandings­motor op de tweedehandsmarkt, en dan vooral voor particulieren?

 

Mevrouw de minister, u zegt altijd dat de energietransmissie de werkgever van de toekomst is. Maar wij moeten natuurlijk alles in zijn totaliteit bekijken. U zegt dat er in 2030 300 nieuwe jobs komen in Gent. Maar hoe staan die in verhouding tot de jobs bij bijvoorbeeld Audi Brussels? Hoe staan die in verhouding tot het jobverlies door de verdwijning van de pompinstallaties, die er hoe dan ook zal komen? Hoe staan die in verhouding tot het jobverlies bij de dienst na verkoop in de talrijke garages, door de sterk dalende behoefte aan onderhoud van de voertuigen, daar wij allemaal weten dat elektrische wagens een veel lagere servicebehoefte zullen hebben bij de concessiehouders? Ik ben daar toch wel bezorgd over.

 

08.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mevrouw de minister, de twee collega's hebben al goed de aanleiding van de vraag geschetst en hebben al aandachtspunten naar voren gebracht. Enerzijds is er ambitie, anderzijds zijn er bezorgdheden omtrent technologie en het feit dat iedereen mee moet kunnen.

 

Mevrouw de minister, hebt u, naar aanleiding van uw oproep aan de Europese Commissie, al enige reactie ontvangen? Hebt u onze positie ook al doorgesproken met de deelstaten?

 

Technologisch gezien, in hoeverre is ons Belgisch hoogspanningsnet klaar voor een toenemend aantal laadpalen? Of zijn er volgens u investeringen of aanpassingen nodig?

 

In welke mate zal het aandeel van elektrische wagens en laadpalen kunnen bijdragen tot netstabiliteit?

 

Het regeerakkoord stelt dat tegen 2026 alle nieuwe bedrijfswagens broeikasgasvrij moeten zijn. Zijn er in die evolutie al stappen gezet?

 

Welke impact heeft de transitie van brandstofwagens naar elektrische wagens op de arbeidsmarkt?

 

08.04 Minister Tinne Van der Straeten: Collega's, ik zal mijn antwoord aanvatten met de kwestie goed te kaderen. De transportsector is in België het zorgenkind van de klimaatklas. Het is de enige sector in ons land waar de emissies de afgelopen decennia zijn blijven stijgen. Deze kwestie, in combinatie met de problematische impact van verbrandingsmotoren op de lokale luchtkwaliteit, vereist dus een doortastend beleid.

 

Lors du Conseil informel de l'Énergie du 14 décembre, j'ai demandé à la Commission européenne d'envisager une date d'élimination progressive de la vente de voitures à moteur à combustion interne, dans le cadre du paquet "Fit for 55". Cette position a été convenue avec les Régions au sein des organes de coordination appropriés, en l'occurrence la Direction générale Coordination et Affaires européennes (DGE).

 

In de nasleep daarvan heeft Denemarken het initiatief genomen tot dit non-paper, dat de Europese Commissie oproept een beleidsvoorstel uit te werken. De aansluiting van België bij dat non-paper werd ook met de Gewesten gecoördineerd, binnen het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid. In het non-paper wordt geen specifieke datum naar voren geschoven, aangezien die door de Europese Commissie zal moeten worden bepaald, onder meer op basis van een wetgevend initiatief en de daarbij vereiste impactassessment.

 

Toutefois, la lettre indique clairement que la date finale d'élimination progressive doit être conforme à l'objectif de neutralité climatique de 2050. Outre l'appel à ce qui a été demandé pour une date d'élimination progressive, le document non publié souligne clairement la nécessité d'investir dans l'infrastructure de mobilité zéro émission.

 

Naast de oproep tot een Europees initiatief ter zake wil ik er graag op wijzen dat ook binnen het Belgisch relanceplan zowel door de federale overheid als door de Gewesten middelen zijn uitgetrokken voor de verdere uitbouw van de nodige infrastructuur.

 

Ik stel vast dat zowel in Volvo Gent als in Audi Brussel de transitie naar e-voertuigen reeds is gemaakt en dat wij als land een voorsprong aan het opbouwen zijn op het vlak van technische vaardigheden en knowhow. In het belang van de competitiviteit van onze economie en de jobcreatie is het daarom primordiaal dat het beleid die opportuniteiten creëert en ook grijpt.

 

C'est aussi ce sur quoi se concentre l'accord de gouvernement: l'élimination progressive en consultation avec les Régions de la vente de voitures non-zéro émission. Il faut suffisamment de clarté sur le caractère abordable des différents modèles de même qu'il convient d'examiner l'impact sur l'ensemble du cycle de vie et sur les finances publiques, l'infrastructure nécessaire ainsi que l'échange de données y compris dans le cadre de la stabilisation du réseau. Conformément au dynamisme européen, l'accord de gouver­nement fédéral prévoit déjà une initiative dans ce domaine. Néanmoins, j'attends avec impatience la réponse de la Commission européenne à notre appel.

 

Wat het emissievrij maken van de bedrijfswagens tegen 2026 betreft, verwijs ik u graag naar mijn bevoegde collega, minister Van Peteghem.

 

Er was ook een vraag van collega Marghem, die niet werd gesteld, maar die ging over de impact van de toenemende elektrificatie op het wagenpark. De toenemende elektrificatie van ons wagenpark betekent niet enkel een bijkomende belasting van het net, maar kan omgekeerd ook bijdragen aan een stabilisering ervan, zoals ook benadrukt door Elia in haar visienota e-Mobiliteit van november 2020.

 

Ik wil ook nog zeggen dat er, los van de aankomende Europese initiatieven ter zake, binnen het Belgische relanceplan ook oog is voor de verdere uitbouw van de nodige infrastructuur.

 

De voorzitter: Mevrouw de minister, u bent ijverig. U vat niet alleen de vragen samen die niet werden gesteld, maar u antwoordt ook op vragen die zelfs niet aan de orde zijn. Dat is goed. De replieken kunnen dan ook kort zijn.

 

08.05  Malik Ben Achour (PS): Madame la ministre, je salue votre sens de l'anticipation. C'est un enjeu qui me semble important. Le fait de fixer une date butoir pour franchir le pas me paraît essentiel. Une autre question essentielle sera de faire en sorte que les prix soient abordables pour ne laisser personne au bord du chemin. La transition  devra aussi être sociale, sans quoi elle ne se fera pas correctement. Soyons attentifs aux prix pratiqués!

 

08.06  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik heb dus goed begrepen dat u zegt dat er op dit moment nog geen einddatum is vastgesteld en dat u wacht op een initiatief ter zake van de Europese Commissie. Het tijdpad zal hoe dan ook hand in hand moeten gaan met de technologische ontwikkelingen. De auto­constructeurs zullen hoe dan ook kunnen volgen, maar de overheid moet er ook voldoende klaar voor zijn. Er moet dus voldoende infrastructuur voorhanden zijn om die omslag te maken. Daarover blijf ik toch wat bezorgd.

 

Ik ben er ook bezorgd over dat u zegt dat wagens het elektriciteitsnet verder zullen moeten stabiliseren. Daar mogen we niet op rekenen. Dat mag ook geen ambitie op zich zijn. Elke communicatie heeft daarnaast natuurlijk een invloed. Als u zegt dat er een einddatum nodig zal zijn, ook al is die er nog niet, heeft dat natuurlijk invloed op hoe mensen omgaan met hun voertuigen. We hebben dat ook gezien met het ontraden van dieselwagens waarbij die wagens opeens op de tweedehandsmarkt niets meer waard zijn. We moeten dus bijzonder voorzichtig zijn in de communicatie. Ook de prijs van die elektrische voertuigen moet gedemocratiseerd worden voor iedereen van de bevolking.

 

U kan nu al een plan uitwerken voor de jobs die verloren zullen gaan door die omslag naar meer en meer elektrische voertuigen. Dat mogen we zeker niet vergeten. U zegt wel dat energietransitie de werkgever van de toekomst is, maar dat zal ook zorgen voor het schrappen van jobs op een aantal andere vlakken. Hopelijk vergeet u dat zeker niet.

 

De voorzitter: Tot slot is er voor de repliek nog de heer Verduyckt van de fractie Vooruit, al weet ik niet waar dat laatste op slaat.

 

08.07  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, dat betekent dat ik voortaan heel veel toekomstgerichte vragen zal stellen, want wij denken vooruit. Wat we nu bespreken, is een van die zaken.

 

Mevrouw de minister, ik deel alvast uw analyse als u zegt dat mobiliteit een zorgenkind is. Samen met u stel ik vast dat de autobouwers niet stilzitten, wat een goed gegeven is. Daaromtrent maak ik mij dus wat minder zorgen.

 

Er zijn vandaag veel vragen gesteld en u antwoordde eerder algemeen. Op sommige vlakken is het vandaag misschien nog wat moeilijk om concreter te antwoorden, wat ik voor een stuk wel begrijp, omdat we nog maar aan het begin van het proces staan waarvan de einddatum zelfs nog vastgelegd moet worden. Ik vermoed dus dat wij op die kwestie vaak zullen terugkomen, aangezien er veel vragen blijven openstaan, zowel inzake technologie als over de sociale gevolgen van deze omzetting. Die omzetting is absoluut nodig, maar wij moeten zeker omkijken naar de mensen voor wie het misschien wat moeilijker is om op dat vlak stappen te zetten.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

09 Question de Christophe Bombled à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "La task force dédiée à la sortie du nucléaire" (55015711C)

09 Vraag van Christophe Bombled aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De taskforce over de kernuitstap" (55015711C)

 

09.01  Christophe Bombled (MR): Monsieur le président, madame la ministre, permettez-moi de revenir vers vous concernant la mise en place de la task force qui préparera la sortie du nucléaire. Vous m'aviez précisé que des réunions devaient avoir lieu dans les semaines à venir pour déterminer la méthode de travail ainsi que le rôle des entités fédérées. En outre, depuis ma dernière question sur le sujet, Engie a fait son annonce relative à l'arrêt officiel de tous les travaux de préparation qui permettraient la prolongation de ses deux réacteurs les plus récents.

 

Mes questions sont les suivantes. Les réunions ont-elles pu se tenir afin de déterminer la manière dont vous allez travailler au travers de cette task force? Si oui, quelle méthode sera-t-elle utilisée? Qui fait partie de cette task force et quels sont les rôles des différentes parties? Quel sera le rôle de cette task force vis-à-vis des défis industriels et des conséquences sur le plan humain? Les entités fédérées seront-elles associées aux discussions relatives au personnel? Une étude a-t-elle confirmé que cette sortie du nucléaire ne mettrait pas en péril la sécurité d'approvisionnement? Avez-vous eu des contacts avec Engie depuis la publication de ses résultats annuels, dans lesquels ce groupe acte la dépréciation des actifs nucléaires belges? Si oui, qu'en ressort-il?

 

Je vous remercie, madame la ministre, pour les réponses que vous voudrez bien m'apporter.

 

09.02  Tinne Van der Straeten, ministre: Monsieur le président, monsieur Bombled, je vous remercie pour votre question sur l'état des lieux de la task force sur la sortie du nucléaire.

 

Des réunions préparatoires ont eu lieu entre mon cabinet et ceux du ministre de l'Intérieur et du ministre de l'Économie et du Travail. Nous avons identifié les points d'attention les plus importants ainsi que les initiatives que nous pourrions prendre dans nos domaines de compétences respectifs. Nous souhaitons travailler sur la base d'un document avec nos termes de référence.

 

Le principal responsable sur le plan humain reste l'exploitant nucléaire qui devra remplir ses obligations et engagements vis-à-vis de son personnel. Les Régions ont également des pouvoirs importants à cet égard. La task force ne pourra prendre des initiatives que dans ses propres domaines de compétences et pourra jouer un rôle dans la coordination avec, d'une part, l'exploitant nucléaire et, d'autre part, des initiatives prises au niveau des Régions, comme la delivery unit au niveau de la Région wallonne.

 

Nous prendrons des initiatives pour réorienter le personnel affecté par la fermeture des centrales nucléaires vers des postes vacants dans les institutions nucléaires sous notre tutelle. Nous examinerons aussi dans quelle mesure les organismes nucléaires qui sont sous notre tutelle, par exemple SCK-CEN, pourraient collaborer à des programmes de formation dans les domaines de démantèlement et de décontamination. Je vous rappelle que ceci est aussi un projet dans le cadre de notre plan de relance.

 

Le groupe de travail travaillera également sur le cadre réglementaire lié à la sortie du nucléaire. Dans une première étape, les trois ministres concernés se rendront au Conseil des ministres dans les semaines à venir, normalement encore avant les vacances de Pâques, avec un avant-projet de loi visant à améliorer le processus d'acceptation des déchets radioactifs, le rôle de l'ONDRAF et le rôle de l'AFCN dans ce cadre.

 

Afin de garantir la sécurité d'approvisionnement, nous avons élaboré il y a quelques semaines un mécanisme de rémunération de la capacité (CRM). Comme prévu dans l'accord de gouvernement, un rapport complet sur les projets sélectionnés au terme de l'enchère sera soumis fin novembre 2021.

 

Ce rapport analysera notamment la sécurité d'approvisionnement et l'impact sur le prix de l'électricité. Si cette analyse révèle un problème inattendu en matière de sécurité d'approvision­nement, le gouvernement prendra des mesures adéquates telles que l'ajustement du calendrier légal pour la sortie du nucléaire, pour une capacité jusqu'à 2 Gigawatts.

 

J'ai effectivement eu des contacts avec des représentants d'ENGIE depuis la publication de ses derniers résultats annuels. Le changement d'hypothèse de durée de vie ainsi que les modifications des scénarii de prix des commodités ont amené ENGIE à comptabiliser une dépréciation de 2,9 milliards d'euros des actifs nucléaires, élément non récurrent dans le compte de résultats de 2020.

 

09.03  Christophe Bombled (MR): Je vous remercie, madame la ministre, pour cette réponse complète.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

10 Vraag van Reccino Van Lommel aan Tinne Van der Straeten (Energie) over "De invloed van de sluiting van de nucleaire fabrieken in Duitsland op onze centrales" (55015719C)

10 Question de Reccino Van Lommel à Tinne Van der Straeten (Énergie) sur "L'incidence de la fermeture des usines de combustibles nucléaires allemandes sur nos centrales" (55015719C)

 

10.01  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, enkele weken geleden heb ik een gelijkaardige vraag gesteld naar aanleiding van een aantal lopende gerechtelijke procedures in Duitsland.

 

Ik fronste toch de wenkbrauwen toen ik Duits federaal minister van Milieu, Svenja Schulze, naar aanleiding van de verjaardag van de kernramp in Fukushima een document over de nucleaire eliminatie zag voorleggen. Het gaat onder meer om de sluiting van fabrieken voor splijtstof­elementen en uranium. Zij zegt heel duidelijk dat de nucleaire uitfasering van Duitsland niet verenigbaar kan zijn met de productie van brandstof en splijtstofelementen voor nucleaire installaties in het buitenland.

 

Mevrouw de minister, dat betekent dat wij betrokken partij zijn. Welke consequenties heeft het Duitse beleid op de bevoorrading van onze kerncentrales, die hoe dan ook tot 2025 zullen meegaan? Verwacht u problemen? Hebt u ondertussen overleg gehad met de Duitse collega's in het kader van deze aankondigingen?

 

10.02 Minister Tinne Van der Straeten: Mijnheer Van Lommel, de eventuele beslissing om de nucleaire splijtstoffenfabricage­fabrieken te sluiten is nog niet door de Duitse regering genomen. Het standpunt om die fabrieken te sluiten is louter het persoonlijke standpunt van de minister Svenja Schulze en niet de officiële positie van de Duitse regering. Omwille van die reden vond ik het niet nodig om daarover reeds contact met mijn Duitse collega op te nemen.

 

Zoals ik in eerdere antwoorden reeds heb aangehaald, is het de verantwoordelijkheid van de kernexploitant om contracten af te sluiten voor de fabricage van de nucleaire brandstofelementen en om strategische keuzes te maken voor mogelijke leveranciers binnen een internationale en concurrentiële markt.

 

10.03  Reccino Van Lommel (VB): Mevrouw de minister, ik begrijp dat het gaat om een eventuele beslissing. In Duitsland is er daaromtrent nog niets definitief beslist en het gaat dan ook om een persoonlijk standpunt van de Duitse minister. Hoe dan ook, ik denk dat wij dit met argusogen moeten blijven opvolgen, voor het geval het persoonlijke standpunt van die minister eventueel in beleid in Duitsland wordt omgezet.

 

Het komt inderdaad de exploitant toe om de nodige contracten af te sluiten voor de bevoorrading van onze kerncentrales. Als dat problematisch wordt, of als er zich problemen voordoen, dan denk ik wel dat u als minister bereid zult zijn om de nodige duw in de rug te geven opdat de bevoorradingszekerheid tot 2025, zolang onze kerncentrales hoe dan ook blijven draaien, zeker niet in het gedrang komt.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De vragen nrs. 55015734C van de heer Cogolati, 55015739C van mevrouw Dierick, 55015753C van de heer Senesael en 55015756C van mevrouw Leroy worden omgezet in schriftelijke vragen. Vraag nr. 55015737C van de heer Verduyckt wordt uitgesteld.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.02 uur.

La réunion publique de commission est levée à 12 h 02.