Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Vendredi 26 mars 2021 Après-midi ______ |
van Vrijdag 26 maart 2021 Namiddag ______ |
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 16 et présidée par M. Ortwin Depoortere.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
01 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Een vecht- en steekpartij met Afghanen in Roeselare" (55015206C)
01 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Une rixe entre Afghans à Roulers" (55015206C)
01.01 Yoleen Van Camp (N-VA): In Roeselare vond zondag 7 maart een vechtpartij tussen
twee groepen jongeren plaats. Eén persoon werd daarbij gestoken en raakte zwaar
gewond. Volgens de pers ging het om een afrekening tussen twee groepjes
Afghanen.
Wat was de verblijfsstatus van deze
personen en wat zullen de consequenties zijn?
Zijn de jongeren in kwestie woonachtig in
een asielcentrum? Indien zo, is het asielcentrum dan op de hoogte gesteld van
de feiten en wat is daar dan de opvolging van?
Merkt u een toename van de spanningen in
de asielcentra naar aanleiding van de beperkende maatregelen (impact op de
vrijheid) in het kader van corona?
01.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp, dank u voor de vraagstelling en om te verwijzen naar de ingediende vraag. Zo kunnen we hopelijk vandaag zo goed als alle vragen afhandelen.
Wat uw vraag betreft. De politie heeft de informatie van de elf betrokkenen bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken. Die onderzoekt of hier sancties mogelijk zijn, zoals bijvoorbeeld de intrekking van het statuut. Er waren negen betrokkenen uit het opvangcentrum van Poelkapelle. Hiervan hebben er zeven nog een lopende procedure en beschikken twee personen reeds over een statuut. Fedasil werd op de hoogte gesteld van deze feiten. Voor de minderjarige betrokkenen is het Vlaams jeugddelinquentiedecreet van toepassing. Eén jongere werd voorgeleid bij de jeugdrechtbank en werd in een gesloten gemeenschapsinstelling geplaatst. In het opvangcentrum werden nog bijkomende maatregelen getroffen, waaronder een time-out. Voor een aantal jongeren en volwassenen werd beslist een disciplinaire overplaatsing te organiseren, ten einde de veiligheid van iedereen te waarborgen en de rust in de omgeving van het opvangcentrum te garanderen, dit conform de sancties die de opvangwet toelaat.
De opvangstructuren beleven een bijzonder moeilijke periode als collectiviteit tijdens deze gezondheidscrisis. Alle nodige maatregelen worden in de opvangcentra gerespecteerd. Dat heeft een duidelijke impact op het dagelijks leven in de opvangcentra, maar dat is en mag geen excuus zijn voor dergelijke gewelddaden. Indien er positieve COVID-19-gevallen worden gedetecteerd, worden alle nodige maatregelen genomen, inbegrepen quarantaine of een gedeeltelijke of volledige lockdown van het opvangcentrum. Dit maakt dat de huidige leefomstandigheden in de opvangcentra voor de bewoners bijzonder moeilijk kunnen zijn. Voor de bewoners in de opvangcentra, en bij uitbreiding voor de gehele samenleving uiteraard, hoop ik dus dat we deze covidpandemie snel achter ons kunnen laten.
01.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Bedankt voor uw antwoord, mijnheer de staatssecretaris.
Het is mij maar deels duidelijk. U zegt dat het over elf betrokkenen gaat, waarvan er negen in het centrum van Poelkapelle verblijven. Wat dan met de drie anderen? Waren dat illegalen, of mensen met een reguliere verblijfsstatus? Dat is mij niet duidelijk. Van die negen werd het dossier overgemaakt. Daar hadden er al twee een statuut van en bij zeven is de procedure lopende, zegt u. Ik had dan van u graag gehoord wat de opvolging daarvan is. Betekent dit dan dat voor de zeven waarvan de procedure loopt, dit feit wordt aangemerkt en hiermee rekening wordt gehouden bij het al dan niet toekennen – ik hoop: niet – van de verblijfsstatus? Welk gevolg wordt daaraan gegeven? De twee personen die al een statuut hadden, wat doen die dan nog in het centrum? Welke consequenties worden daaraan verbonden? Wordt overwogen om hun verblijfsstatus in te trekken? U sprak over time-out en overplaatsing. Voor een steekpartij waarbij iemand zwaargewond raakt, vind ik dat echt wel onvoldoende.
Misschien kunt u daarop nog een antwoord geven? Als dat niet zo is, zal ik dat als een nieuwe vraag indienen, zodat ook dat opgeklaard wordt.
01.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Ik wil gerust nog aanvullen en eindelijk mijn eerste zinnen herhalen. De politie heeft de informatie van de betrokkene aan de DVZ bezorgd. De DVZ onderzoekt momenteel welke sancties mogelijk zijn, zoals bijvoorbeeld de intrekking van het statuut. Dat is misschien een verheldering voor u, mevrouw Van Camp.
01.05 Yoleen Van Camp (N-VA): Dat stuk in uw antwoord had ik inderdaad gemist. Als het onderzoek is afgerond, zullen we opnieuw een vraag indienen. Dan weten we welk gevolg aan die zaak is gegeven.
L'incident est clos.
02 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Onmogelijke gedwongen terugkeer door het weigeren van een coronatest" (55015207C)
02 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le retour forcé rendu impossible par le refus d'un test corona" (55015207C)
02.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Er bereiken ons verhalen dat de gedwongen terugkeer van
uitgeprocedeerde asielzoekers zeer moeizaam gaat, omwille van het feit dat deze
mensen zeer vaak een coronatest weigeren en zij enkel toegang krijgen tot het
grondgebied waarnaar ze worden uitgewezen als ze een negatieve coronatest
kunnen voorleggen.
Kunt u dit bevestigen? Indien zo, hoe
vaak heeft zich dit al voorgedaan? Welke stappen zal u ondernemen om dit op te
lossen?
02.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, de gedwongen terugkeer verloopt inderdaad moeizaam door het beperkt vluchtaanbod, de tijdelijke sluiting van de grenzen, het feit dat vaak enkel gewone reizigers op een vlucht worden aanvaard, en restrictieve maatregelen zoals een negatieve covidtest.
Die test kan inderdaad niet onder dwang worden afgenomen. Als de afname wordt geweigerd, kan de verwijdering niet plaatsvinden. De weigering wordt beschouwd als een weigering van vertrek, wat een nieuwe vasthoudingsbeslissing tot gevolg heeft. De vasthoudingstermijn begint dan opnieuw vanaf nul te tellen en kan oplopen tot vijf maanden voor personen die geen inbreuk op de openbare orde plegen, en tot acht maanden voor zij die dat wel deden. De bewoners van de centra worden heel goed ingelicht over de gevolgen van de niet-aanvaarding van de test.
In 2020 en 2021 waren er in totaal 42 annulaties van verwijderingen door weigering van een coronatest. Ik geef nog mee dat in dezelfde periode in totaal 2.422 geslaagde verwijderingen werden uitgevoerd. De eerste groep is dus gelukkig beperkt. Wellicht zal de afschrikking van een langere vasthouding de mensen die weigeren de test af te nemen, tot nadenken stemmen.
02.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dat is klare taal. Ik hoop dan ook dat er na die nieuwe periode van vasthouding zal worden geprobeerd om de test alsnog af te nemen, zodat in die 42 gevallen uiteindelijk tot uitwijzing kan worden overgegaan, als die beslissing moet worden genomen..
De weigering van een coronatest als verzet tegen een terechte uitwijzing kan niet door de beugel en dan moet het nodige worden gedaan om duidelijk te maken dat dat leidt tot een langere vasthouding en dat er opnieuw zal worden gepoogd om de test af te nemen tot er uiteindelijk kan worden uitgewezen.
L'incident est clos.
03 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De arbeidsmigratie" (55015416C)
03 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La migration professionnelle" (55015416C)
03.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris Mahdi, samen met Vlaams minister van Werk en Economie Hilde Crevits lanceert u een digitale kit om hoogopgeleide buitenlanders naar België te halen. In het persbericht daarover lezen wij dat u hoogopgeleide buitenlanders wil aantrekken om tekorten op de Belgische arbeidsmarkt aan te vullen. U stelt dat het zal gaan om hoogopgeleiden en mensen die een knelpuntberoep uitoefenen.
Hoe kunt u garanderen dat het enkel om hoogopgeleiden zal gaan of gaat het ook over andere knelpuntberoepen of over mensen met een ander opleidingsniveau?
Op 1 april 2021 zou het project starten met een testfase. Wanneer mogen wij daarvan een evaluatie verwachten?
Wat zijn uw concrete verwachtingen voor het project? Worden bepaalde streefdoelen of -cijfers vooropgesteld?
Dienen werkgevers eerst op zoek te gaan naar potentieel op de binnenlandse markt en vervolgens in de Europese Unie, vooraleer zij kunnen overgaan tot de aanwerving van niet-Europese arbeidskrachten? Indien ja, dienen zij dat dan ook aan te tonen? Op welke manier dienen zij een en ander desgevallend aan te tonen?
Focust u daarbij op arbeidsmigratie uit cultureel verwante westerse landen? Indien niet, hoe rijmt u het feit dat België, enerzijds, ontwikkelingshulp geeft aan bepaalde derde landen en hun onderdanen kansen geeft om hier een opleiding te genieten, met het feit dat u, anderzijds, hoogopgeleiden uit dezelfde landen probeert weg te kapen, hoewel zij ter plaatse uiteraard nodig zijn voor de ontwikkeling of soms zelfs heropbouw van hun thuisland?
Ten slotte, welke inspanningen werden reeds geleverd om talent van eigen bodem in eigen land te houden? Mogen wij ter zake nog initiatieven verwachten?
03.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Van Langenhove, ik dank u voor uw vragen.
Ik ben blij u te kunnen informeren dat het elektronisch platform Working in Belgium vanaf komende week op 1 april 2021 in een testfase zal starten. De evaluatie zal eind april 2021 gebeuren. Wij beogen een effectieve ingebruikstelling in mei 2021, uiteraard onder voorbehoud van het goed verlopen van de testfase.
De gecombineerde vergunning houdt, enerzijds, een toelating tot werken in, zijnde een bevoegdheid van de Gewesten, en, anderzijds, een toelating tot verblijf, zijnde mijn bevoegdheid. Het elektronisch platform Working in Belgium is dus een samenwerking van de Gewesten en de bevoegde federale ministers, namelijk ikzelf, die de fase coördineer, en ministers Vandenbroucke en Dermagne voor de betrokkenheid van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Ik wil dan ook alle betrokken partijen bedanken voor de nauwe samenwerking.
Het elektronisch platform krijgt een uniek loket, dat alle aanvragen voor een gecombineerde vergunning in België centraliseert en moderniseert. Nu heeft immers ieder Gewest een eigen website of aanvraagprocedure. In de toekomst kan men via die digitalisering terecht op één plaats, namelijk het digitale unieke loket Working in Belgium. De communicatie tussen de betrokken overheden in de verschillende fases van behandeling van de aanvraag zal digitaal en automatisch verlopen.
Het gaat dus niet om een nieuw migratiekanaal of om nieuwe inhoudelijke voorwaarden, wel over een optimalisering en een vereenvoudiging van de bestaande gecombineerde vergunningsprocedure.
Nogmaals, de Gewesten zijn bevoegd voor de toegang tot de arbeidsmarkt. Zij oordelen op basis van hun wetgeving. De toelating tot de arbeidsmarkt van hoogopgeleide personen of personen tewerkgesteld in knelpuntberoepen is dan ook hun bevoegdheid. Daaromtrent kan ik meegeven dat in Vlaanderen in de regel een arbeidsmarktonderzoek moet gebeuren. Dat houdt in dat wordt onderzocht of de concrete vacature niet ingevuld kan worden door iemand die reeds aanwezig is op de Europese arbeidsmarkt. Bepaalde specifieke categorieën zijn vrijgesteld van dat arbeidsmarktonderzoek, bijvoorbeeld de hooggeschoolden.
Aangezien het niet om een nieuw migratiekanaal gaat, noch om een aanpassing van het statuut van de gecombineerde vergunning, ligt het streefdoel van het project in de volledig digitale behandeling van de aanvragen voor gecombineerde vergunningen en een verdere verkorting van de behandelingstermijn. Op die manier wordt de procedure aantrekkelijker voor werkgevers en toekomstige werknemers.
Eventuele maatregelen om ervoor te zorgen dat Belgen hun professionele uitdaging niet in het buitenland zoeken, liggen niet in mijn bevoegdheid. Ik wil wel graag ingaan op wat u het wegkapen van hoogopgeleiden uit andere landen noemt, en de samenhang met ontwikkelingshulp. Dat laatste is natuurlijk de bevoegdheid van mijn collega Kitir, maar ik geloof er erg in om ook vanuit mijn bevoegdheid bij te dragen tot zogenaamde circulaire migratie. Concreet gaat het dan om het faciliteren van projecten in landen waar een groot potentieel is aan bepaalde profielen, die via een stage in België een werkervaring en bepaalde competenties opdoen, om zo in hun herkomstland aansluiting te vinden op hun arbeidsmarkt. Idealerwijs wordt door dergelijke projecten de aanzet gegeven voor partnerschappen tussen België en het betrokken land, zij het in de private of in de publieke sector. Dat is naar mijn mening een win-winsituatie voor zowel de betrokkene en het land van herkomst als België. Ik zie dat dus absoluut niet als een tegenstrijdigheid met het verwelkomen van hoogopgeleiden in België. Verschillende vormen van legale migratie bestaan naast elkaar en vullen elkaar dan ook wel aan. Een gecombineerde vergunning is trouwens een verblijf van bepaalde duur, verbonden aan werkgelegenheid. Niets belet de betrokkene om naar het herkomstland terug te keren en de in België verworven werkervaring op basis van de gecombineerde vergunning aldaar te gebruiken.
03.03 Dries Van Langenhove (VB): Dank u wel voor uw uitgebreide antwoord op elk van mijn vragen. U hebt het over de circulaire migratie. Hoe wordt dat concreet gemaakt? Ik zal daar misschien een nieuwe vraag over indienen, want dat vergt nog wat meer duiding. Dat klinkt in theorie natuurlijk heel mooi, maar in de praktijk komt het daar niet op neer. Ik zou daar graag de cijfers van zien. Hoeveel migranten die naar België komen, genieten hier een opleiding en gaan hier aan de slag? Hoeveel daarvan keren op termijn ook terug naar hun thuisland om daar te helpen met de ontwikkeling, respectievelijk heropbouw van hun thuisland? Ik heb daar toch serieuze vragen bij. De praktijk komt wat dat betreft niet overeen met de theorie, die u hier zopas hebt uitgezet.
Wij zijn uiteraard een grote voorstander van de digitalisering en de vereenvoudiging van de procedures. Dat mag op heel veel beleidsdomeinen nog worden doorgevoerd. We kijken dan ook uit naar het resultaat van de testfase en de evaluatie ervan in mei. U hebt geen concrete evaluatiepunten aangegeven, maar daarover zal ik u nog wel een aantal vragen stellen, wanneer de tijd daarvoor rijp is.
Het incident is gesloten.
- Kattrin Jadin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le récent rapport de la Commission européenne" (55015471C)
- Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les sanctions européennes en matière de visas" (55015514C)
- Kattrin Jadin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het recente rapport van de Europese Commissie" (55015471C)
- Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De Europese visasancties" (55015514C)
De voorzitter: Mevrouw Jadin is niet aanwezig.
04.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, als ik het goed begrepen heb, hebt u een akkoord bereikt met betrekking tot landen die niet meewerken aan het afleveren van laissez-passers voor terugkeer. Dat zal helpen bij dossiers zoals het dossier van de Zwarte Weduwe, een dossier met een lange voorgeschiedenis, waarmee u verveeld zit en waaromtrent de Dienst Vreemdelingenzaken vorige zomer een principiële zaak voor het Hof van Cassatie heeft gewonnen. Dat heeft niet echt de media gehaald. Nochtans betekende het een grote stap voorwaarts, want intrekking van de nationaliteit staat automatisch gelijk met het verlies van de verblijfsvergunning.
Hoe dan ook, u hebt de problematiek aangekaart en er zal nu een Europees visasanctiesysteem op poten worden gezet. Er komt een kleurcode voor landen en de landen die het moeilijkste zijn op het vlak van laissez-passers en samenwerking op het vlak van terugkeer, worden in een bepaalde categorie ingedeeld en kunnen een sanctie opgelegd krijgen. U vraagt ook dat het systeem snel zal ingevoerd worden. Mevrouw Johansson wil vooruitgaan, omdat het een belangrijk thema is waarmee vele landen worstelen.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u hierover wat toelichting geven? Wat werd er juist afgesproken? Wat is het verdere gevolg?
Een en ander was niet helemaal duidelijk. U zei dat landen beloond worden met visa, circulaire migratie, werkvisa, studentenvisa en dat de sancties erin bestaan dat een land een deel van die extra's niet meer krijgt. Welke sancties kunnen er worden opgelegd? Waaruit bestaat het hele pakket? Bestaan de sancties eruit dat een land geen beloning meer krijgt?
Gaat het ook over casussen zoals de Zwarte Weduwe, iemand van wie de Belgische nationaliteit werd ingetrokken en dus ook de verblijfsvergunning verliest, maar die hier is geboren en getogen of toch zo goed als?
Over welke landen gaat het voornamelijk? Het zou over ongeveer tien landen gaan. Mogen wij die kennen of is dat geheim om geen diplomatieke rellen te veroorzaken voor lancering? Mocht dat zo zijn, begrijp ik dat u die landen niet wilt opsommen, maar graag had ik ook ter zake transparantie gezien.
04.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, ik zal zo omstandig mogelijk op de vragen antwoorden. Als mevrouw Jadin de vergadering nu niet kan volgen, dan kan ze het antwoord uitgesteld beluisteren.
Ik trap ongetwijfeld een open deur in als ik zeg dat terugkeer al langer een pijnpunt is van het asiel- en migratiebeleid binnen de Europese Unie. Sinds de inwerkingtreding van de visumcode in februari vorig jaar heeft de Europese Commissie echter een juridische mogelijkheid om visumgunsten te verlenen aan landen die goed meewerken aan terugkeer en visumsancties toe te passen voor landen die hun onderdanen niet terugnemen.
Tijdens de vergadering van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 12 maart heb ik onze bezorgdheden over het terugkeerbeleid op tafel gelegd. De lidstaten hebben het Portugees voorzitterschap toen een duidelijk mandaat gegeven om het proces van start te laten gaan dat het inzetten van het visuminstrument voor terugkeer mogelijk maakt. Dat is een belangrijk aspect. Mevrouw Johansson heeft gesteld dat dit een stap vooruit is en dat we vooral ook een versnelling hoger moeten schakelen.
La Commission a publié un premier rapport d'évaluation confidentiel au titre de l'article 25a du Code des visas obligeant la Commission à évaluer annuellement le niveau de coopération à la réadmission des pays tiers soumis à l'obligation de visas. Une liste sera établie limitée à ces quelques pays tiers soumis à l'obligation de visas qui sont les plus réticents à coopérer en matière de réadmission.
Les États membres ont invité la commission à prendre des mesures diplomatiques pour, dans un premier temps, améliorer la coopération en matière de réadmission avec ces pays tiers avant de passer aux sanctions liées aux visas. La Commission s'est dite prête à utiliser, dès cet été, le levier de la politique des visas contre les pays tiers identifiés par le Conseil.
Er zit zeker een confidentieel aspect in. Om bepaalde diplomatieke bruggen niet te verbranden, moeten we voorzichtig zijn in de communicatie. De Commissie geeft zelf aan dat ze hiervan al tegen deze zomer wil gebruikmaken. Sommigen zullen weten dat dit naar Europese normen vrij snel en ambitieus is en maar goed ook.
Le taux de retours européen est en moyenne de 30 %. Le taux de retours de la Belgique est connu. Il est de 18 %. Il est quand même important de souligner que les taux des différents États membres sont très difficiles à comparer. La Belgique est l'un des seuls pays qui utilise méticuleusement les définitions données par la Commission afin de produire les statistiques et nous ne comptons que les départs dont nous sommes sûrs. Certains autres pays reprennent, par exemple, aussi tous les contrôles sur adresse négatifs. Si on ne retrouve plus l'intéressé à son adresse connue, on le considère comme rentré au pays, sans aucune preuve de son départ. Certains autres États notent un taux de 400 % pour certains pays d'origine. Je serais ravi que vous m'expliquiez comment cela est possible. Il est, dès lors, compliqué de faire une telle comparaison.
Mais que le taux soit de 18 % ou de 30 %, le niveau est beaucoup trop faible et doit augmenter. Je tiens à le signaler. Je continue donc à investir dans les retours forcés mais également dans les retours volontaires qui ont été négligés ces dernières années. Cette approche intervient dès l'arrivée d'un étranger en Belgique. Celui-ci est suivi dès le début et informé sur ses chances de rester qui sont souvent très limitées.
Dat is de aanpak die in Nederland al langer bestaat. Wanneer iemand daar asiel vraagt, krijgt die vanaf het moment van de asielaanvraag informatie over de mogelijkheden die er zijn. Een van de mogelijkheden is dat een asielaanvraag negatief wordt behandeld. Dat perspectief moet men meteen meekrijgen. Dat is het aanklampend beleid waarvoor we staan.
Cette approche devient donc de plus en plus contraignante avec, finalement, un éventuel retour forcé, quand il semble impossible de convaincre l'individu de retourner volontairement dans son pays d'origine et ainsi d'améliorer les résultats.
Sur le plan international, je poursuis le dialogue avec les pays tiers, grâce à mes contacts diplomatiques. Sur le plan bilatéral, nous devons travailler à la mise en œuvre des accords existants et à la négociation de nouveaux accords.
Comme je l'ai dit, il y a un instant, une approche européenne commune pour ce qui concerne, en tout cas, le déploiement des instruments communs constitue un complément nécessaire à une politique de retour bilatérale.
Ik kom bij de laatste vragen over het totaalpakket aan maatregelen die wij kunnen gebruiken.
Wij moeten zeker bekijken om de banden met de landen van herkomst te versterken. Er zijn daartoe verschillende mogelijkheden, die ik al in de meest recente commissie heb meegegeven.
Er is in alles in het leven een wortel en een stok, wat betekent dat wij ervoor moeten zorgen onze relaties te versterken en te geloven in sterke bilaterale relaties, wat gepaard kan gaan met goede visumgunsten. Wij moeten ook nadenken over de manier waarop circulaire migratieprojecten het mogelijk maken mensen hier aan de slag te krijgen en hen ervaring te laten opdoen. De landen van herkomst zullen heel blij zijn om die hooggekwalificeerde personen te zien terugkeren naar hun land met de ervaring die zij hier hebben opgedaan. Er zijn heel wat instrumenten waarvan een wortel deel kan uitmaken. Wij moeten er in de onderhandelingen echter ook over waken te kunnen sanctioneren op het moment waarop landen pertinent weigeren mee te werken. Daar zijn wij mee bezig.
Ik ben heel tevreden dat op Europees niveau zo goed als iedereen unaniem heeft duidelijk gemaakt dat wij snel werk moeten maken van een en ander. Ik ben vooral heel tevreden dat de Europese Commissie heel duidelijk heeft gesteld dat wij ter zake heel ambitieus zijn en er tegen de zomer van 2021 werk van moeten maken.
04.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoorden.
Op zich is het positief dat er een Europees beleid zal komen. Eindelijk, zou ik durven stellen. Laten wij echter eerst afwachten. Ik ben ter zake nogal sceptisch. Ik heb er immers ook jaren voor gepleit, maar dat is altijd een slag in het water geweest. U weet dat met Marokko het Europees-Marokkaanse terugnameakkoord of readmissieakkoord al twintig jaar op tafel ligt, maar nog altijd niet is voleindigd. De Marokkanen onderhandelen liever bilateraal met de lidstaten omdat zij dan meer uit de brand kunnen slepen. Ik zou dat ook doen in hun plaats.
Wij zullen eerst zien en dan geloven.
Ik geloof ook niet dat gevallen zoals de Zwarte Weduwe daaronder zullen vallen of dat mensen die hun hele leven hier zijn geweest en hun nationaliteit ingetrokken zien of sancties tegen hen genomen zien, door Marokko zullen worden teruggenomen. Ik geloof niet dat zulks nu ineens zal lukken. Dat is heel moeilijk.
U hebt het dossier gecommuniceerd als zijnde de oplossing voor situaties zoals de situatie met de Zwarte Weduwe. Dat zijn heel speciale situaties en heel zware gevallen, waarbij de Marokkanen bijzonder efficiënt zijn met readmissieakkoorden of laissez-passers voor dergelijke gevallen.
Als de visasancties voor dit soort gevallen zullen dienen, zal het een heel zware diplomatieke strijd worden. Ik kan echter niet anders dan u succes wensen, om een en ander binnen te halen.
Ik begrijp dat de materie vertrouwelijk is. U moet opletten met die vertrouwelijkheid opdat u al geen rel zou hebben nog vooraleer u van start bent gegaan.
Ik hoop dat een en ander een doorbraak zou kunnen betekenen op het vlak van terugkeer en laissez-passers.
Ik zal dit verder blijven opvolgen in de praktijk, maar zeker ook in de cijfers. Het gaat immers over hoeveel terugkeer hiermee precies wordt gerealiseerd.
L'incident est clos.
05 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De repatriëring van moslimextremisten en Syriëstrijders naar hun thuisland" (55015509C)
05 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le rapatriement d'extrémistes musulmans et de combattants partis en Syrie vers leur pays d'origine" (55015509C)
05.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, mijnheer de staatssecretaris, dit is ook een van de punten waar ik op blijf hameren. Ik had een dossiertje gemaakt naar aanleiding van vijf jaar aanslagen. U bent afkomstig van Molenbeek en woont nu in Vilvoorde. U bent dus zeker ook een bijzonder betrokken partij. Ik heb al veel vragen gesteld aan de heer Van Quickenborne, onder andere over de IS-vrouw die al vrijgelaten is na enkele maanden in de gevangenis. Zij was in Turkije opgepakt. Ik heb over Vilvoorde ook nog een aantal vragen lopen. We houden het alle twee wel in de gaten omdat het heel belangrijk is voor onze regio. We moeten ons allemaal bekommeren om het trauma van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek, maar zeker de kern jihadi's uit Vilvoorde. Als je zelf van de regio bent, ken je dat natuurlijk nog beter.
Ik had een aantal vragen gesteld, maar ik ben niet helemaal duidelijk uit die cijfers geraakt.
Hoeveel moslimextremisten en Syriëstrijders zijn op dit moment vreemdeling en kunnen dus teruggestuurd worden naar hun thuisland? Hoeveel verblijfskaarten zijn er ingetrokken? Hoeveel moslimextremisten werden effectief al teruggestuurd de laatste zes maanden, dus onder uw mandaat? Dat is meer een schriftelijke vraag, dus u kan mij het antwoord ook schriftelijk bezorgen.
Ik probeer daar echt een goed dossier over te maken waarin ik alles goed bijhoud. De heer Van Quickenborne heeft daar al heel straffe verklaringen over gedaan in de plenaire vergadering naar aanleiding van de moord op de heer Paty. Ik probeer dan toch op te volgen of dat in werkelijkheid zo is. Hard praten is niet moeilijk, maar dat effectief opvolgen en realiseren, is natuurlijk een heel ander paar mouwen.
05.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, dank u wel voor uw vraag over een onderwerp dat mij, en ons allemaal meen ik, zeker bezighoudt. Dat geeft u terecht aan. Het is vijf jaar geleden en het is een trauma voor iemand die in Vilvoorde en Molenbeek, of Brussel in het algemeen, gewoond heeft, maar ook voor iedereen in België. Dat was ook wel een keerpunt in de gedachten bij heel wat mensen, en ook wel een wake-upcall. De top drie van het aantal Syriëstrijders is Molenbeek, Vilvoorde en Antwerpen. Deze problematiek belangt ons allen aan.
De problematiek van het extremisme beperkt zich niet tot moslimextremisme voor de DVZ. Ook links- en rechts-extremisme bijvoorbeeld bij niet-Belgen wordt nauwgezet opgevolgd door de Dienst Vreemdelingenzaken. Moslimextremisten en Syriëstrijders zijn dus geen aparte categorie die als dusdanig in de gemeenschappelijke gegevensbank wordt bijgehouden.
Het is inderdaad meer een schriftelijke vraag, maar dankzij onze diensten heb ik de antwoorden snel kunnen bijeensprokkelen. Op 17 maart 2021 was de situatie van de extremistische vreemdelingen die in de Gemeenschappelijke Gegevensbank vermeld staan en zich op het Belgisch grondgebied bevinden als volgt: 41 foreign terrorist fighters, 8 homegrown terrorist fighters, 11 haatpredikers, 15 potentieel gewelddadige extremisten en 8 voor terrorisme veroordeelde personen. Sinds 20 maart 2017 – sindsdien heeft de Dienst Vreemdelingenzaken toegang tot de Gemeenschappelijke Gegevensbank – werden 15 personen die in de Gemeenschappelijke Gegevensbank staan en onder de bevoegdheid van de DVZ vallen, verwijderd van het grondgebied. Voor alle duidelijkheid, deze cijfers betreffen enkel personen die op dit ogenblik nog in de Gemeenschappelijke Gegevensbank staan, niet zij die inmiddels van de lijst werden gehaald, maar wel al werden verwijderd van het grondgebied. Het is een dynamische databank, die voortdurend verandert.
Het OCAD is bevoegd voor het beheer van de lijst en om iemand op de lijst te plaatsen of van de lijst te verwijderen, op basis van de wettelijke criteria. Sinds mijn aantreden op 1 oktober 2020 werd 1 persoon verwijderd en is er 1 persoon vrijwillig vertrokken. Ook hier zijn de cijfers beperkt tot de personen die wij vandaag nog op de lijst terugvinden.
Ik zal nog eens herhalen dat de opvolging en de verwijdering van personen die een gevaar vormen voor de openbare orde en de nationale veiligheid een noodzaak is en dat is ook onze prioriteit. Voor de verwijdering zijn wij afhankelijk van de samenwerking met derde landen, die er vaak niet of niet voldoende is. Uiteraard hebben momenteel ook de gezondheidssituatie en de geldende reisbeperkingen een impact, maar dat neemt niet weg dat wij hierop blijven inzetten en vooruitgang moeten boeken waar mogelijk. Deze categorie van personen moet en zal zeker een prioriteit zijn.
05.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, voor alle duidelijkheid, ik neem aan dat de cijfers die u vermeldde, betrekking hebben op mensen die geen Belg zijn? Is het verblijfsrecht van die mensen al ingetrokken? Hebben zij hier nog een verblijfsrecht of zijn zij ondertussen illegaal in het land? Wij hebben in de vorige legislatuur immers, onder andere samen met uw partij, artikelen 20 en 21 van de Vreemdelingenwet verstrengd, zodat wij sneller het verblijfsrecht kunnen intrekken wegens terrorisme, terreur en extremisme. Gaat het over reeds ingetrokken verblijfskaarten? Als u het niet weet, kan het antwoord mij misschien nog worden bezorgd. Het zijn vreemdelingen, neem ik aan, die onder de DVZ vallen, maar ik zou graag weten of hun verblijf al is ingetrokken of niet.
Ik sluit mij alleszins aan bij uw laatste woorden. Het moet een absolute prioriteit zijn. Het is niet gemakkelijk. Niemand heeft die categorie graag. Het is al moeilijk om gewone illegalen terug te sturen, laat staan iemand met zulke radicale ideeën. Of het nu over moslimextremisme of een andere soort extremisme gaat, geen enkele Staat neemt zulke mensen graag weer op. Wij doen dat trouwens zelf ook niet graag. Als men aan België vraagt om een bepaalde persoon weer op te nemen, is er ook heel veel ophef en mijn volgende vraag over de IS-vrouwen gaat daar trouwens over.
L'incident est clos.
06 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De terugkeer van Syriëstrijders en hun kinderen naar België" (55015512C)
06 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le retour en Belgique de combattants partis en Syrie et de leurs enfants" (55015512C)
06.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik laat mij vertellen dat er binnen de regering heel wat discussie is geweest over het terughalen van de IS-bruiden of IS-vrouwen, die onder andere in Al Hol vastzitten en die al dan niet de Belgische nationaliteit hebben. De vrouwen hebben die waarschijnlijk wel, maar van de kinderen is het niet altijd duidelijk, want er is geen diplomatieke service in Damascus of Syrië. Het is bijzonder flou en onduidelijk. Dat is een van de redenen waarom wij al jaren naar dat dossier staan te kijken, terwijl er niet veel gebeurt. Er is ook heel veel politieke en maatschappelijke weerstand, dat weet u ook. Het is een enorm gevoelig dossier. Ik heb mij laten vertellen dat u er een uitgesproken mening over hebt. Ik ook.
Er werd nogal triomfantelijk over gecommuniceerd vanuit de Groenfractie. Wouter De Vriendt vond de repatriëring, ook van de vrouwen, het ultieme teken van menselijkheid. Ik heb daar een andere mening over. Ik weet trouwens niet of men daar zo triomfantelijk over moet doen. Ik vond dat persoonlijk niet de beste communicatie van Groen, hoewel men daar de laatste maanden nog wel van die flaters heeft begaan. Dat is voor hun rekening, iedereen maakt fouten.
Mijn vraag is in hoeverre dat impact heeft op de DVZ. Een politicus mag een mening daarover hebben, maar als de betrokkenen gerepatrieerd worden, gebeurt dat via een militaire zending van Defensie, neem ik aan. Daarom heb ik ook een vraag voor mevrouw Dedonder ingediend, als ik ze nog zal mogen stellen natuurlijk, maar alle gekheid op een stokje.
Zal de Dienst Vreemdelingenzaken een rol spelen bij die delicate operatie? Dat is mij niet helemaal duidelijk. Is er al een draaiboek voor? Zijn jullie dat aan het voorbereiden? In welke vergadering wordt zoiets voorbereid?
De voorzitter: Hier bent u altijd welkom, mijnheer Francken.
06.02 Theo Francken (N-VA): (…) Voorlopig nog.
06.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Collega Francken, dank u voor uw vraag. Ik ben natuurlijk ook wel benieuwd naar uw bronnen die ervan op de hoogte zijn hoe ik persoonlijk naar de zaak kijk. Die zijn misschien wel goed ingelicht.
De Nationale Veiligheidsraad heeft beslist dat ons land een aantal personen zal repatriëren uit Syrië en Irak. Het gaat concreet om Belgische minderjarigen die de leeftijd van 12 jaar nog niet bereikt hebben, en eventueel hun Belgische moeders.
De Dienst Vreemdelingenzaken is niet bevoegd voor Belgische onderdanen. De tussenkomst van de Dienst Vreemdelingenzaken kan eventueel nodig zijn voor de kinderen van Belgische ouders die nog niet aan alle formaliteiten voldoen, omdat ze nog niet geregistreerd zijn in ons land. In dergelijke gevallen zal mogelijk een reisdocument nodig zijn. Ik voeg eraan toe dat niet-Belgische Syriëstrijders, die mogelijk wel onder de DVZ kunnen vallen, uiteraard niet gerepatrieerd zullen worden. Ik kan alleen maar spreken over mijn bevoegdheden. Het staat u vrij en het is goed vragen te stellen aan de collega's die in dezen een bevoegdheid hebben.
Ik kan mij alleen maar uitspreken over mijn bevoegdheid en daar ben ik duidelijk genoeg over geweest.
06.04 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, een reisdocument, is dat dan een visum C of een humanitair visum? Zal de regering humanitaire visa uitreiken aan de kinderen van Syriëstrijders? Of welk reisdocument is het? Het zou natuurlijk van een bijzonder cynisme getuigen als u de humanitaire visa voor Iraanse dissidenten stillegt, maar ze dan wel uitreikt aan kinderen van Syriëstrijders. Ik kan mij niet indenken dat u dat zou doen. Ik neem aan dat de Vreemdelingenwet toch andere mogelijkheden biedt om aan die kinderen een visum of een reisdocument te geven. Dat hoop ik althans. Ik zal dat zeker verder opvolgen.
Dat niet-Belgische Syriëstrijders geen visum krijgen, dat mag ik natuurlijk hopen, maar het Europees recht op dat vlak staat toch niet helemaal aan onze kant. U weet dat ook. Het recht op gezinsleven is een basispijler van het Europees recht. Als een Syriëstrijder hier plots opnieuw opduikt, een gezinshereniging aanvraagt en kan bewijzen dat het zijn kinderen zijn, dan zal er toch iets in gang moeten worden gezet.
Ik denk dat dit ook een van de redenen is voor uw scepticisme, want er zitten daar nog heel wat strijders. Wij hebben daar geen zicht op. Er zijn er heel veel gestorven, maar er zijn er zeker nog vele duizenden aanwezig. We zitten daar niet voor niets met onze F-16's.
Ik wil het toch nog zien dat als gezinshereniging wordt aangevraagd, die visa kunnen worden geweigerd. Die kunnen worden geweigerd, maar zij kunnen er ook tegen in beroep gaan, en het recht op gezinsleven stelt dat hij moet kunnen terugkomen, zeker als ze Belg zijn. Als ze vreemdeling zijn, zal dat wel moeilijker zijn, maar als ze Belg zijn, denk ik dat u op de duur misschien zelfs Syriëstrijders aan het repatriëren bent, wat echt een slag in het gezicht zou zijn van heel veel slachtoffers en hun nabestaanden.
Deze week was er de boekvoorstelling van Ontwapend van Koen Metsu. De advocaat die de Belgische Staat heeft gedagvaard, was daar ook aanwezig. Ik heb toen met hem gesproken en ik moet u zeggen, het is een heel straf verhaal. U moet hem misschien eens uitnodigen, want wat hij vertelde, was heel indrukwekkend. Ik denk niet dat repatriëring echt is waarop de slachtoffers zitten te wachten. Zij wachten op andere zaken, zoals een correcte vergoeding. Honderden slachtoffers zijn trouwens nog niet vergoed, wat vijf jaar na de aanslagen toch wel heel pijnlijk is.
L'incident est clos.
07 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het intrekken van verblijfsvergunningen op basis van openbare orde" (55015573C)
07 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le retrait de permis de séjour pour un motif lié à l'ordre public" (55015573C)
07.01 Yoleen Van Camp (N-VA): In antwoord op mijn schriftelijke vraag 145 stelde u dat
er in 2020 slechts twee personen het land werden uitgezet nadat hun
verblijfsvergunning werd ingetrokken op basis van feiten tegen de openbare
orde.
Kregen deze twee personen een
inreisverbod? Indien niet, hoe kunnen we dan zeker zijn dat deze mensen niet
opnieuw zullen inreizen?
Er waren in totaal 68 intrekkingen van
verblijfsvergunningen in 2020 (omwille van feiten tegen de openbare orde). Over
welke exacte feiten ging het allemaal? Kan u mij daar een opsomming van
bezorgen?
Er zijn er dus slechts twee uitgewezen
geraakt, wat wil zeggen dat er 66 hier nog (ongestraft?) rondlopen. U zegt dat
er door corona niet meer kunnen uitgewezen worden, maar welke alternatieven
zijn er verkend om hen toch een straf op te leggen (boete, werkstraf,…)?
07.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Vooreerst laat ik de heer Francken wel opmerken dat er op basis van openbare orde wel een en ander kan gebeuren. Ook bij gezinshereniging wordt rekening gehouden met de openbare orde.
Mevrouw Van Camp, wat uw vragen betreft, de
twee personen kregen inderdaad een inreisverbod. De duur van het inreisverbod
hangt af van specifieke factoren, namelijk de zwaarte van de straf, het gebruik
of niet van geweld, de familiale situatie in België, eventuele medische of
andere humanitaire omstandigheden. Alle elementen à charge et à décharge worden afgewogen.
U vroeg over welke feiten het ging. Het ging over zeer uiteenlopende feiten zoals inbreuken op de drugswetgeving, vereniging van misdadigers, bendevorming, diefstallen met geweld, opzettelijke slagen en verwondingen, bedreigingen, verboden wapendracht, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting.
U zegt dat die personen ongestraft rondlopen. Dat is niet correct. Zoals u werd meegedeeld in het antwoord waarnaar u verwijst in uw ingediende vraag, zitten 60 van de 68 personen vandaag nog in de gevangenis.
Van de overige acht personen werden twee personen verwijderd. Twee personen werden vastgehouden in een gesloten centrum met het oog op verwijdering. Een persoon daarvan werd ondertussen in februari van dit jaar vrijgesteld van het bevel om het grondgebied te verlaten, omdat hij momenteel niet verwijderbaar is. De andere persoon werd wel gerepatrieerd naar het herkomstland. Vier andere personen kregen ook een bevel om het grondgebied te verlaten. Samengevat, 60 personen bevinden zich in de gevangenis, drie werden gerepatrieerd en vijf kregen het bevel om het grondgebied te verlaten.
07.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het duidelijk antwoord.
Dat maakt het inderdaad minder erg dan ik dacht. Ik dacht dat slechts bij twee personen gevolg werd gegeven aan de feiten die zij hebben gepleegd. Uit uw antwoord blijkt duidelijk dat het merendeel wel degelijk werd gestraft, uit het land werd gezet of nog altijd in de gevangenis zit.
Ik vind het jammer en ontstellend om te vernemen dat vijf personen wel met die straf wegkomen. Zij lopen rond met een bevel om het grondgebied te verlaten, terwijl zij de openbare orde op stelten hebben gezet, feiten hebben gepleegd en veroordeeld zijn. Het is jammer dat die personen niet kunnen worden gestraft.
L'incident est clos.
08 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De succesratio van de vrijwillige terugkeer" (55015574C)
08 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le taux de réussite des retours volontaires" (55015574C)
08.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Er waren in 2019 2.765 gezinnen met minderjarige kinderen
die het bevel kregen om het grondgebied te verlaten. U heeft onmiddellijk een
moratorium ingevoerd, blijkbaar, zodat zij niet langer het bevel moeten
opvolgen en uitgezet kunnen worden als ze dat niet doen, maar mikt in de plaats
op coaching. Die coaching is opgestart bij 150 gezinnen, waarvan 50 meteen
weigerden.
De cijfers van teruggekeerde gezinnen met
kinderen na een coachingstraject voor vrijwillige terugkeer zijn erg laag. In
2020 ging het over twee gezinnen.
Is dat in de andere groepen waar u inzet
op coaching bij vrijwillige terugkeer hoger?
Kan u de cijfers per groep aanduiden?
Wat is het kader waarbinnen deze coaches
werken? Hoe lang blijven zij proberen? En als het uiteindelijk niet succesvol
is, worden de mensen in dat traject dan alsnog gedwongen teruggestuurd of wordt
het traject dan gestopt?
Is er een protocol van wie eerst aan de beurt is voor coaching? Er zijn in dit land, doordat twee derde van de asielzoekers geen vluchtelingen blijkt te zijn en amper één op vijf teruggestuurd geraakt, een heel groot deel illegalen, uzelf sprak al eens van honderdduizend(en). Hoe wordt dan geselecteerd waar de coaches het eerste starten? Bij wie starten ze en hoelang voor ze overgaan tot een volgende groep?
08.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, ik moet enige context geven bij uw vraag. U stelt namelijk dat in 2019 2.765 gezinnen met minderjarige kinderen het bevel kregen om het grondgebied te verlaten. Dat cijfer betreft voor alle duidelijkheid het totale aantal meerderjarigen dat zo'n bevel kreeg en deel uitmaakte van een gezin met minderjarige kinderen. Het gaat dus om de ouders maar ook om de meerderjarige broers of zussen. Het cijfer omvat bovendien meerdere bevelen die aan één persoon werden gegeven. Het is dus niet correct te stellen dat 2.765 gezinnen dit bevel zouden hebben gekregen.
Los daarvan, de terugkeer van gezinnen met minderjarige kinderen zonder wettig verblijf, vrijwillig of gedwongen, is en blijft complex. Dat was ook in het verleden zo, toen gezinnen met minderjarige kinderen nog werden opgesloten. Het lage aantal gezinnen dat in 2018 en 2019 vertrok vanuit het gesloten centrum 127bis getuigt daarvan. Het ging namelijk om slechts zeven gezinnen.
Een correct terugkeerbeleid is meer dan simpelweg kinderen opsluiten om vervolgens te kunnen zeggen dat men de strengste is. Er moet gekeken worden naar het geheel van de maatregelen die tot opvolging van het bevel leiden, zowel voor de vrijwillige als voor de begeleide en de gedwongen terugkeer.
Er is dus meer nodig. Ik ben daarom met mijn diensten verschillende alternatieven voor detentie aan het uitwerken. Een intensieve begeleiding naar terugkeer krijgt hierbij een centrale rol voor gezinnen met minderjarige kinderen. Daarbij hoort ook het uitwerken van verdere maatregelen om te verhinderen dat de verwijdering door een manifest gebrek aan medewerking onmogelijk wordt gemaakt. Dat gezinnen met minderjarige kinderen niet langer worden vastgehouden in gesloten centra doet helemaal geen afbreuk aan het feit dat het bevel moet worden opgevolgd. Ik verwijs opnieuw naar de slechts zeven gezinnen die vertrokken in 2018 en 2019.
In het aanklampend beleid waar ik voor sta, verhindert een snelle en intensieve opvolging vanaf de afgifte van het eerste bevel dat personen geen opvolging geven aan dit bevel. De betrokkenen worden niet losgelaten om zich verder te integreren in de samenleving, ze worden onmiddellijk en intensief begeleid naar terugkeer. Aangezien de nieuwe vormen van terugkeerbegeleiding nog volop worden uitgewerkt is het onmogelijk om nu al cijfers te geven over de effectieve terugkeer van de verschillende categorieën die begeleid zullen worden. Op dit moment wordt een draaiboek uitgewerkt om deze intensieve begeleiding heel concreet in te vullen.
Eén aspect van het aanklampend beleid en de terugkeerbegeleiding zal de kwaliteitsvollere invulling van de huidige SEFOR-procedure zijn. Nu wordt het aan de gemeenten overgelaten om de vreemdeling op te volgen die een bevel opvangt. Daarvoor worden prioritaire doelgroepen geïdentificeerd. Hoewel in eerste instantie wordt ingezet op vrijwillige terugkeer, zal er worden overgegaan tot vasthouding met het oog op gedwongen verwijdering indien de betrokkene niet effectief terugkeert.
Voor families met minderjarige kinderen zal dit gedwongen vertrek vanuit de FITT-woningen georganiseerd worden.
08.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Bedankt, mijnheer de staatssecretaris. Voor het cijfer van 2.765 heb ik mij op uw antwoord gebaseerd. Misschien kunt u dan laten weten over hoeveel gezinnen het effectief gaat? U zegt uw beleid zoveel mogelijk te willen steunen op objectieve cijfers. Als u ons de cijfers geeft, kunnen wij dat zo opvolgen.
U zegt ook dat er de voorbije jaren maar zeven gezinnen zijn vertrokken. Mij is niet duidelijk of u de vrijwillige en gedwongen terugkeer samentelt. U zegt dat u in 2020 alleen weet hebt van twee gezinnen, maar noemt dat te vroeg. Misschien ware het dan interessant geweest om het moratorium pas in te stellen nadat u een draaiboek en plan had om om te gaan met die gedwongen en vrijwillige terugkeer van gezinnen. Ik stel vast dat u het moratorium hebt ingelast, maar dat u geen draaiboek heeft om een alternatief op te zetten. Er is nog altijd geen alternatief, hoewel wij dat in deze commissie al vaak aan u hebben gevraagd.
Ondertussen lopen de cijfers terug inzake terugkeer. Als het totaal zeven is en in 2020 zitten we op twee, is dat de vorige jaren geen succes te noemen, al helemaal niet het vorige jaar. Uit de commissie-Bossuyt weten we dat ook het beleid inzake vrijwillige terugkeer problematisch is. Die cijfers moeten altijd samen worden bekeken. Ik kijk uit naar uw cijfers daarvan en plaats die dan graag in perspectief.
U zegt, en dat vind ik goed, dat wanneer het coachingtraject werd gestart en de gezinnen toch niet willen meewerken aan vrijwillige terugkeer, zij gedwongen moeten terugkeren. We zullen de cijfers opvolgen om te zien of u dat hard kunt maken. Mijn laatste vraag is of hetzelfde gebeurt met gezinnen die weigeren aan de coaching mee te werken. Als ik het goed heb begrepen is die gestart bij 150 gezinnen, waarvan er al onmiddellijk 50 weigerden. Ik zal u zeker nog ondervragen over wat er met die 50 is gebeurd. Werd daar dan de gedwongen terugkeer opgestart of is dat maar blauwblauw gelaten? Ik kom hier zeker nog op terug.
L'incident est clos.
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Outreachteams bij transmigranten" (55015575C)
- Franky Demon aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De uitbreiding van de outreachteams" (55015585C)
- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De werking van de outreachteams" (55015851C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het Reach Outproject" (55015857C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les équipes outreach actives auprès des migrants en transit" (55015575C)
- Franky Demon à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le renforcement des outreach teams" (55015585C)
- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le fonctionnement des équipes d'outreach" (55015851C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le projet Reach Out" (55015857C)
09.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Op 16 maart las ik in de pers dat u de outreachteams, die
mensen zonder papieren of transmigranten inlichten over de geldende regels, zal
versterken en uitbreiden. Het team zal bestaan uit veertien medewerkers,
waardoor het voortaan ook buiten Brussel aan de slag kan gaan, bijvoorbeeld
langs de snelwegparkings.
In het Belgabericht sprak u over het feit
dat in 21% van de contacten tussen het outreachteam en transmigranten er sprake
was van “een positief resultaat". Wat moet ik exact verstaan onder dat
positief resultaat?
Hoeveel hebben er al asiel aangevraagd,
hoeveel zijn er vrijwillig teruggekeerd, hoeveel gedwongen teruggekeerd...?
Hoeveel transmigranten zijn zo ondertussen al gecontacteerd door dit team op
een totaal van hoeveel? Hoe wordt geselecteerd wie het outreachteam benadert,
hoe lang werken zij per persoon, met welke resultaten en wanneer wordt
overgegaan naar een volgende groep? Hoe wordt dat bijgehouden, aangezien er
geen gegevens zijn over deze personen? Waar zijn de teams vandaag ingezet? Op
welke locaties allemaal? Gaan zij dagelijks vanuit Brussel naar die locaties,
dus bijvoorbeeld ook in West-Vlaanderen? Klopt het dat vooral over mannen gaat
(de transmigranten)? Wat is de kostprijs van dit outreachteam?
09.02 Franky Demon (CD&V):
Sinds 2019 kennen we in België het concept van ‘outreachteams’ die moeten
instaan voor het bestrijden van desinformatie en mythes betreffende
bijvoorbeeld de asielprocedures en de overtocht naar het Verenigd Koninkrijk.
Op 16 maart 2021 deelde u vervolgens mee dat het huidige team een uitbreiding
zal ondergaan naar 14 medewerkers. Een goed idee gezien de huidige problematiek
rond migranten in transit, want die outreach teams trekken als het ware ‘on
site’ ten strijde tegen roddels en “fake news” die onderling de ronde doen bij
deze groepen. Ook in het verslag van de Commissie Bossuyt werd hier al melding
van gemaakt, meer bepaald ging het over de pogingen die zo een teams ondernemen
om een vertrouwensrelatie op te bouwen met deze mensen en hen te informeren
over mogelijke alternatieven. Al bij al dus een project die dringend nood had
aan versterking.
Zoals u zei, gaat het momenteel over een
team van drie medewerkers dat zal uitgebreid worden tot veertien, zodat ook
buiten Brussel de toenadering tot groepen van transitmigranten gezocht kan
worden. Deze uitbreiding is hoe dan ook essentieel, maar is deze ook voldoende?
In Zeebrugge is de problematiek namelijk groot. Verhalen over transmigranten
die teruggevonden worden in containers of overlast veroorzaken zijn praktisch
wekelijks terug te vinden in de lokale pers en een structurele oplossing is dus
hoognodig. En het is niet alleen in Zeebrugge dat de problemen zich voordoen,
ook andere plaatsen worden getroffen door deze problematiek.
Is de uitbreiding van de outreachteams
die komt voldoende om alle knelpunten in het land structureel aan te pakken en
alle bereikbare transmigranten voldoende te begeleiden?
Zullen er bepaalde teams aan specifieke
‘hotspots’, zoals onder meer Zeebrugge, toegewezen worden om net die extra vorm
van vertrouwen te kunnen scheppen tussen de migranten en de medewerkers?
Gezien de grote getalen van de mensen die
benaderd moeten worden, is mijn vraag ook hoeveel personen deze medewerkers,
naar schatting, kunnen begeleiden op een dagdagelijkse of wekelijkse basis?
09.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, recent hebt u aangekondigd dat u het team van outreachmedewerkers zal uitbreiden. Deze outreachmedewerkers moeten de zogenaamde transmigranten en mensen zonder wettig verblijf informeren over de geldende asiel- en migratieregels. Het is inderdaad belangrijk dat migranten en vluchtelingen kunnen beschikken over transparante en volledige informatie over de mogelijkheden inzake asielverblijf en terugkeer.
Terecht verwees u in het persbericht naar de meerwaarde van deze outreachteams. U zei dat het gaat over sociaal werk. Dat kan inderdaad niet gedaan worden via het uitdelen van een flyer. Hopelijk is iedereen in deze commissie het erover eens dat de opdracht van die outreachteams valt onder de noemer van sociaal werk en dat de meerwaarde van de outreach de aanpak is die ook in andere domeinen wordt toegepast. Door echt naar de leefwereld van de doelgroep te gaan, kan men te weten komen welke drempels er zijn om het beleid in de praktijk te brengen.
Kan u een toelichting geven over hoe het team echt te werk gaat? Outreachend werken veronderstelt een bepaalde grondhouding en specifieke vaardigheden van de sociaal werker. Hoe worden deze mensen geselecteerd en hoe worden ze ondersteund in hun uitdagende opdracht? Is het ook de bedoeling om deze groep in de toekomst nog uit te breiden?
Hoe verhoudt het outreachteam zich tot andere initiatieven, zoals de oriëntatiecentra voor slachtoffers van mensenhandel?
In het persbericht spreekt u ook over de desinformatie. Het outreachteam moet die desinformatie tegengaan. Wat is de meest voorkomende desinformatie bij de doelgroep?
Hoe zal de kennis die de outreachmedewerkers op het terrein
zullen opdoen, gebruikt worden om het beleid te verbeteren nu er een beter
zicht komt op die doelgroep?
09.04 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je ne redonnerai pas le contexte mais j'en viendrai directement à des points spécifiques.
Monsieur le secrétaire d'État, comme vous le savez, Waremme est l'une des communes qui connaît le phénomène important de la transmigration et ses conséquences terribles au niveau humain, en termes de souffrances de celles et ceux qui sont là dans des situations précaires.
Je suis heureux de constater que vous allez renforcer les équipes avec onze personnes et que le projet Reach Out se développera à Tournai et à Zeebrugge. Dans ce contexte, ma question sera très claire. Comment et par qui les endroits clés où le projet Reach Out sera développé sont-ils déterminés?
En vue de soutenir les transmigrants dans leurs démarches et de ne pas continuer à créer des endroits de seconde zone où vivent des groupes de personnes dans des conditions déplorables, quel est le processus à suivre afin de recevoir l'aide d'une équipe Reach Out dans notre commune et pour que cette information circule dans un lien nécessaire de confiance, de relation, d'approche sociale et informative? Ce lien se fera avec le temps. Il faut donc venir sur le terrain, notamment à Waremme. Allez-vous étendre ce projet à toutes les villes touchées par la transmigration en Belgique?
Quand on sait que le coût de détention est de 192 euros par jour pour le contribuable belge, vu les résultats que vous avez soulignés et qui sont positifs au niveau du Reach Out, ne serait-il pas plus efficace de renforcer avec ce budget les équipes mobiles afin qu'elles puissent soutenir les communes qui, comme Waremme, ont besoin d'avoir une aide, une écoute et de pouvoir orienter ces publics? Quel que soit leur parcours, ce sont des publics particulièrement vulnérables.
09.05 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, twee weken geleden heb ik het outreachteam van Fedasil op het terrein gevolgd, om van dichtbij de werkwijze te zien. Ik moet zeggen dat ik van die werking onder de indruk was. De medewerkers van het team benaderen elke migrant die zij tegenkomen op het terrein om deze te informeren over de asielprocedure, de Dublinregels en vrijwillige terugkeer. Indien er indicaties zijn van bijvoorbeeld mensenhandel, zal de medewerker contact opnemen met een van de gespecialiseerde centra waarmee Fedasil samenwerkt. Dat is meteen ook een antwoord op de vraag van mevrouw Platteau.
Mijn kabinet overlegt regelmatig met Fedasil om de tendensen en resultaten van het outreachteam te bespreken. Op die manier word ik op de hoogte gehouden en kan ik indien nodig beleidsbeslissingen maken inzake de transitmigranten. Het is belangrijk om personen de juiste informatie te geven, zodat de migrant zich niet enkel baseert op informatie die hij van bijvoorbeeld smokkelaars heeft ontvangen.
U vraagt mij naar de meest voorkomende desinformatie bij de transitmigranten. Welnu, er heerst heel wat verwarring over de toepassing van het Dublinsysteem en het gebruik van vingerafdrukken. Migranten vragen zich af hoe het leven in het Verenigd Koninkrijk is, welke informatie u wellicht wel bekend is. Zij bekijken het leven in het Groot-Brittannië wel erg door een rooskleurige bril, zelfs als het gaat om leven in onwettig verblijf. De migranten worden gedesinformeerd vanaf het eerste moment van hun vertrek tot dat iemand van het outreachteam hen hier tegenkomt. De strijd tegen die desinformatie is echt wel heel belangrijk.
Het huidig team van drie medewerkers, met name twee outreachers en één coördinator, werkt uitsluitend in Brussel, op verschillende hotspots waar personen zonder wettig verblijf aangetroffen kunnen worden. Dat is bijvoorbeeld het geval in de Noordwijk, in het Maximiliaanpark, in daklozencentra en in dagopvanginitiatieven voor transitmigranten.
Cette approche est également le point de départ du plan d'action dans les autres régions, dès l'élargissement de l'équipe. Cette expansion permettra de répondre à la demande existante dans d'autres régions de Belgique comme Zeebrugge et Tournai.
Monsieur Rigot, comme vous le dites vous-même, le phénomène de transmigration touche aussi d'autres villes comme Waremme, par exemple. Fedasil est prête à discuter avec les autorités locales et les ONG actives sur le terrain sur la possibilité d'une collaboration. Si la présence des migrants en transit est connue par Fedasil, l'équipe fera des démarches pour les atteindre, dans les limites de ses capacités.
De mon côté, j'ai des contacts avec les autorités locales et je peux donc transmettre leur demande à Fedasil, le cas échéant.
Het is dus de bedoeling dat wanneer het team is uitgebreid, we het kunnen inzetten op veel plaatsen waar we worden geconfronteerd met transitmigranten. Ik had het daarnet over Waremme en Doornik, maar ook Zeebrugge valt daar uiteraard onder.
Het personeel dat wordt aangeworven, moet zowel sterk zijn in het benaderen van personen als in het informeren en begeleiden van de migranten. Ook moet de outreacher goed kunnen samenwerken met bestaande organisaties en goed kunnen netwerken om zo het bereik van de outreachwerking te vergroten, te weten waar de hotspots zijn en waar de transitmigranten zich bevinden, om ze zo snel mogelijk te kunnen bereiken.
Aangezien het outreachteam al enige tijd actief is, is het profiel van de outreacher al duidelijker dan in de beginfase van het project. Fedasil zal zeker voldoende aandacht schenken aan het formuleren van een duidelijke vacature, om op die manier ook de juiste profielen te kunnen aanwerven. Toen ik met het outreachteam in Brussel ben meegegaan, heb ik zelf kunnen vaststellen dat die drie personen zeker over het juiste profiel beschikken. Het gaat om medewerkers die weten hoe ze in een zeer moeilijke context de juiste aanpak moeten kiezen.
Ik geef u graag een overzicht van de resultaten van de huidige werking. Er begeven zich slechts twee outreachers op het terrein. De medewerkers registreren al hun contactmomenten en de opvolging die eraan gegeven wordt. Zo kan er ook worden ingeschat hoeveel migranten een groter team zouden kunnen bereiken.
In 2020 vonden er 2.604 algemene contact- of informatiemomenten plaats, louter via die twee medewerkers, en zowel individueel als in groep. Daarnaast waren er 156 individuele counselings. Een individuele counseling is een intensieve, persoonlijke begeleiding, waarbij een migrant wordt begeleid bij het nemen van een geïnformeerde beslissing. 96% van de contactmomenten betrof mannen en 4% betrof vrouwen, om op de vraag van mevrouw Van Camp te antwoorden. Hierbij merk ik ook graag op dat, vanaf midden maart tot eind juni, het outreachteam op non-actief stond vanwege de geldende sanitaire maatregelen. Een team van 12 outreachers en 2 coördinatoren zou dus op een jaar tijd potentieel meer dan 15.000 contactmomenten kunnen hebben en bijna 1.000 individuele counselings.
De cijfergegevens van 2020 tonen aan dat 21% van de individuele counselings uitmonden in een regulier circuit. Dat betekent dat 10% kon integreren in het opvangnetwerk en een asielaanvraag heeft ingediend op grond van een lopende asielprocedure, dat 7% een verzoek om internationale bescherming indiende en dat 4% intekende op een vrijwillige terugkeer. 18% van de counselingtrajecten was einde van 2020 nog lopende.
Voor wie niet tot de twee groepen behoort, blijven uiteraard alle andere maatregelen gelden. Met outreach probeert men dus op voorhand al in te spelen op wat er daarna moet gebeuren. Begrijp me dus niet verkeerd: alle andere maatregelen blijven gelden en zullen ook worden toegepast.
Het bestaande outreachteam wordt gefinancierd met Europese middelen. De uitbreiding zal in verschillende fasen gebeuren. De kosten werden geraamd op 620.000 euro voor elf bijkomende personeelsleden, zijnde één bijkomende coördinator en tien outreachers. De concrete planning voor de aanwerving van die personen wordt op het moment bekeken.
Ik geloof in de meerwaarde van bewustwording en mijn beleid investeert hier dan ook in. Bewustwording gaat over het verstrekken van informatie, zodat migranten een weloverwogen beslissing kunnen nemen. We proberen een zo groot mogelijke impact te hebben op die beslissing. We proberen ook zo veel mogelijk te vermijden dat migranten een gevaarlijke tocht ondernemen, in een vrachtwagen kruipen of de oceaan proberen over te zwemmen. Dat is in de eerste plaats in het belang van die kwetsbare mensen, maar ook van ons allen.
Begrijp mij echter niet verkeerd. Het is belangrijk om aan de bewustwording te werken en informatie te verstrekken. Het is echter niet de bedoeling om detentie te vervangen door outreach, zoals in een van de vragen werd aangegeven. Detentie heeft een ander doel, namelijk de verwijdering van de betrokkene te bewerkstelligen wanneer hij of zij niet samenwerkt met de autoriteiten. Mijn doel is dus om iemand meerdere keren te informeren over zijn situatie en de gevolgen van zijn onregelmatig verblijf, tegen de tijd dat hij in detentie geplaatst wordt. Het is belangrijk om dat onderscheid te maken. We moeten migranten juist informeren en helpen de strijd aan te gaan tegen informatiebronnen die, helaas, niet altijd het beste met hen voorhebben. Die informatiestrijd is net zoals de begeleiding van migranten belangrijk. Helaas blijkt uit de realiteit dat sommigen daar niet wensen in mee te gaan. Voor alle anderen blijft gelden wat moet gelden, namelijk dat ze liefst vrijwillig, of gedwongen als het moet, terugkeren, als dat noodzakelijk is.
09.06 Yoleen Van Camp (N-VA): Bedankt, mijnheer de staatssecretaris, voor de verduidelijkingen. U geeft heel eerlijk toe dat de werking van het team onderbroken werd door de coronacrisis. Los daarvan bent u heel enthousiast over de resultaten, maar ik vond dat ze in de media heel verwarrend overgebracht zijn. U hebt vandaag geprobeerd om ze te verduidelijken.
Uit de mediaberichten blijkt toch dat men moeilijk van een succes kan spreken, ook al is elke stap een stap in de goede richting. Als ik het goed begrepen heb, bestaat het team nu uit drie personen, twee op het terrein en één coördinator. Uitgaande van gemiddelde personeelskosten van 50.000 euro gaat het om 150.000 euro per jaar en dat voor 2.600 contacten. Bedoelt u daarmee het aantal mensen dat men heeft bereikt, want u had het over individueel en in groep? Laten we daar even van uitgaan. Die contacten hebben dan op één jaar geleid tot 156 counselings, dat is duidelijk. In de meeste gevallen ging het om mannen, dat is ook duidelijk. Bij 21 % resulteerde dat in de regularisatie van de status: 10 % startte een asielprocedure op, 7 % vroeg bescherming aan en 4 %, een handvol, keerde vrijwillig terug. Dat is dus een succesratio van ongeveer 1 %.
Voor een aantal loopt de aanvraag nog en kennen wij de uitkomst nog niet. Die kan negatief zijn, maar het is bekend dat de kans op terugkeer in zo'n geval erg laag is. Welnu, ik vind 150.000 euro veel geld voor een succesratio van 1 %, terwijl slechts 4 % vrijwillig teruggekeerd is en voor 17 % het resultaat van de procedure nog steeds onbekend is. Ik heb een iets andere visie op succes dan u.
U wil het team nu uitbreiden met nog eens elf personen. De jaarkosten zullen dus stijgen tot – verbeter mij als ik het verkeerd berekend heb – bijna 750.000 euro. Ik hoop dan wel dat de succesratio zal worden opgetrokken, want de cijfers overtuigen mij nu absoluut niet. Ik zal zeker blijven opvolgen of de cijfers op het terrein verbeteren. Ik hoop dat alvast.
09.07 Franky Demon (CD&V): Mijnheer de staatssecretaris, eerst en vooral, de resultaten, die u opgaf, tonen wel aan dat er mensen op het terrein noodzakelijk zijn. Dan kan men natuurlijk alle rekensommen maken zoals mevrouw Van Camp om te laten uitschijnen dat het systeem niet werkt. Ik kan u alleen maar bedanken, mijnheer de staatssecretaris, voor de uitbreiding van het team van drie naar veertien personen. Het is desinformatie als men verkeerd omgaat met de cijfers. Iedereen hier kan tellen en rekenen.
Mijn haar kwam toch ook even overeind, toen ik een andere vraagsteller hoorde spreken over sociaal werkers. U zult het mij niet kwalijk nemen dat ik vooral spreek over het outreachteam in Zeebrugge. Het water staat aan de lippen. Het Verenigd Koninkrijk wordt nu eenmaal door heel veel mensensmokkelaars en door heel veel mensen die het verkeerd voorhebben, voorgesteld als het land van melk en honing.
Daarom is het belangrijk dat er outreachers ingezet worden – ik ben blij dat u het woord sociaal werkers niet gebruikt hebt in uw antwoord – die kordaat zullen zijn en met iedereen contact hebben, dus ook met de lokale politie en ook met de scheepvaartpolitie. Hun inzet belet niet dat migranten die al meerdere keren werden aangesproken en hier niet mogen zijn, terug moeten en eventueel in detentie worden geplaatst. Er zal kunnen worden gemeld dat er een groep in Zeebrugge aanwezig is en er kan daadkrachtig worden opgetreden. Ik vind het zeer belangrijk dat er met de outreachers ook kan worden ingezet op het repressieve.
Anderzijds is het zeer belangrijk dat migranten correcte informatie krijgen. Het moet hand in hand gaan. Het mag niet gaan over alleen informeren maar ook over handelen. Het moet gemeld worden aan de scheepvaartpolitie en aan de lokale politie, zodat er ook daar correct en kordaat kan worden opgetreden.
Mijn mening is bekend: wie herhaaldelijk wordt gevat bij telkens nieuwe pogingen om de oversteek te maken, moeten wij misschien veel sneller in gesloten instellingen plaatsen. Zo kunnen wij hen en iedereen beschermen.
Als u vacatures plaatst, als u opleiding geeft aan outreachteams, besteed dan ook daaraan de nodige aandacht.
09.08 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ik zou eerst niet reageren en u gewoon bedanken voor uw erg duidelijke antwoord. De vorige spreker gaf echter een heel andere interpretatie van wat een outreachteam moet doen.
We kunnen het werk van de outreachteams wel degelijk als sociaal werk beschouwen. Zij zijn er niet om repressief op te treden. Zij moeten niet in de plaats van politie en veiligheidsdiensten opereren. Indien wij dat doen, doen wij al van bij de start de effectiviteit van een dergelijk outreachteam volledig teniet. Zij moeten immers net het vertrouwen kunnen winnen van de betrokkenen, om hen te kunnen informeren en hen naar het reguliere circuit leiden, hoewel terugkeer daar ook zeker bij hoort.
Wij moeten echter zeker de twee pistes van repressie en begeleiding, dus outreachend werken, apart beschouwen. In het andere geval riskeren wij de effectiviteit van het team volledig teniet te doen.
Ik wil erop hameren dat het voor ons belangrijk is dat zij die aanpak hanteren, om het vertrouwen te kunnen winnen. Zij mogen zeker niet optreden in de plaats van politiediensten, die ter zake een heel andere taak hebben. Zij zijn ook belangrijk, maar het is zeker niet de bedoeling dat wij dergelijke mensen daarvoor rekruteren.
09.09 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, on analyse ici les chiffres de façon brute. Mais je rappellerai quand même qu'on part de très loin en termes de confiance. Il faut évaluer le processus sur le long terme, et pas maintenant, de façon brute, sur les premiers chiffres obtenus. Il faudra avant tout nouer du lien, rétablir un dialogue. C'est essentiel. Si on vient directement avec le bâton, je suis désolé mais cela ne pourra pas marcher. Nous n'avons pas besoin, aujourd'hui, de chasseurs de migrants. Ce qu'il faut, avant tout, c'est permettre une information, un lien de confiance avec ces transmigrants.
Comme vous l'avez dit, monsieur le secrétaire d'État, il faut leur donner une bonne information pour qu'ils fassent le bon choix, ou leur choix, en tout cas. Je ne suis pas angélique et je suis aussi un légaliste. Il est évident que si à un moment donné, alors qu'ils ont obtenu les informations utiles et qu'ils sont en mesure de faire leur choix, ils font le choix de l'illégalité, je peux entendre qu'il faille prendre des mesures qui cadrent avec un État de droit, et qui peuvent être des mesures de privation de liberté ou de refoulement au besoin. Je ne suis pas, comme je vous le dis, naïf et angélique. Mais il est évident qu'il faut d'abord créer ce lien. C'est peut-être aussi bien, monsieur le secrétaire d'État, de travailler avec des associations qui sont sur le terrain et qui offrent un soutien humain, une aide à ceux qui sont sans-papiers et qui sont aussi souvent des sans-abri. C'est peut-être la meilleure façon de les approcher dans un premier temps, pour créer ce lien de confiance.
Pour ma part, je retiens, en conclusion, votre proposition de relayer auprès de Fedasil l'appel de la ville de Waremme. Je le formule dès à présent à votre intention: Waremme est demandeuse d'un contact Reach Out et d'avoir le soutien de Fedasil. Je ne manquerai pas, via notre bourgmestre, d'interpeller Fedasil et de solliciter cette aide, qui est importante pour avancer positivement.
09.10 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat de heer Rigot een perfecte samenvatting heeft gemaakt. Wij moeten inderdaad niet naïef zijn, maar we moeten wel geloven in het creëren van een vertrouwensband in de hoop daar het verschil te kunnen maken.
Wat betreft het verschil maken, ik moet nog een aantal cijfers preciseren omdat mevrouw Van Camp een aantal cijfers misschien niet goed heeft gehoord. Het gaat niet over vier personen of over 1 %. In totaal gaat het om 21 % van de personen die we uit dat onwettig verblijf halen. Dat is wat we allemaal hopen te doen, ervoor zorgen dat we mensen die op straat ronddolen en die hier onwettig verblijven daaruit kunnen krijgen. Dat betekent dus dat 4 % kiest voor vrijwillige terugkeer, dat nog eens 7 % een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend en dat 10 % kon integreren in het opvangnetwerk en een lopende asielprocedure heeft, die ervoor moet zorgen dat zij een antwoord krijgen op hun vraag.
Dat antwoord kan zijn dat ze geen recht op internationale bescherming hebben en dan moet daaraan gevolg worden gegeven en moeten die personen het land verlaten en terugkeren naar hun land van herkomst. Daar moeten we aan werken. Daarover zijn – en terecht – al heel wat vragen gesteld.
Er is echter ook een aantal mensen die op basis van hun aanvraag te horen krijgt dat ze wel recht hebben op asiel, op internationale bescherming. We moeten hen dus bescherming geven, en met moeten bedoel ik niet de negatieve zin van het woord. Het gaat dan over personen die homoseksueel zijn en in hun eigen land kunnen worden gedood omdat ze anders geaard zijn. Het kan dan gaan om mensen die vluchten voor oorlog en waarvan wij allemaal vinden dat zij opvang verdienen.
Zeggen dat de succesratio enkel afhangt van die ene groep, die u dan nog eens minimaliseert door van die 4 % 1 of 0,5 % te maken, vind ik echt niet de manier om naar de zaken te kijken. We moeten werk maken van een beter terugkeerbeleid. U hebt mij dat elke commissie horen zeggen en u hoort mij daarover ook voldoende communiceren. Laten we ons echter niet beperken tot dat alleen. Er zijn echt wel mensen die nood hebben aan internationale bescherming.
Als laatste element wil ik u nog een tip meegeven. We zijn allebei voorstander van voldoende capaciteit in de gesloten centra.
U kijkt enkel naar de vrijwillige terugkeer, die u minimaliseert, want u zegt dat die maar 1 % uitmaakt, wat overigens niet klopt. U zegt dat we het dan misschien niet moeten doen, want het kost ons veel en het brengt weinig op. Moet ik herinneren aan de periode waarin wij heel wat mensen, vaak transitmigranten, in gesloten centra hebben opgesloten voor 24 uur, waardoor de effectieve cijfers van terugkeer uit gesloten centra drastisch daalden? Op basis van die argumentatie kunnen anderen vandaag oordelen dat gedwongen terugkeer misschien niet goed werkt of te veel kost. Ik stel voor om zulke uitspraken niet te doen.
Elk element van de puzzel dat ervoor zorgt dat mensen die moeten terugkeren daadwerkelijk terugkeren, is van essentieel belang. Het onderdeel dat we nu bespreken, een menselijk onderdeel dat mensen informeert, maakt daar deel van uit, zowel voor mensen die moeten terugkeren als voor mensen die recht hebben op bescherming en die wij bescherming moeten geven.
09.11 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, de percentages die u noemt, gaan uit van het aantal van 156 personen bij wie individuele sessies zijn opgestart. Dan komt 4 % toch neer op zes personen?
De voorzitter: Mevrouw Van Camp, kunt u uw repliek afmaken? Dan kan de staatssecretaris daarop nog antwoorden. Of was dat uw enige vraag?
09.12 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, de staatssecretaris zei dat ik de cijfers verkeerd heb begrepen, maar hij had het over 4 %, 7 % en 10 %. Dat gaat toch over het totaal van 156 personen bij wie counseling werd opgestart. Dat heeft hij zo toch letterlijk gezegd.
De voorzitter: De staatssecretaris vraagt wat uw punt is.
09.13 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, kloppen die cijfers? Ik krijg een sneer omdat ik de cijfers niet goed heb begrepen. Ik wil de cijfers graag bevestigd zien. U hebt de cijfers genoemd. Er is nu irritatie over het feit dat ik dat geen succes noem.
Ik noem dat geen succes omdat u zegt dat u met dat team op één jaar tijd 156 personen hebt kunnen bereiken. Daarvan is 4 % procent vrijwillig teruggekeerd. U mag mij corrigeren als het niet klopt. Dat komt neer op een absoluut aantal van zes personen. 7 % diende een verzoek tot bescherming in. Dat is een absoluut aantal van elf personen en 10 % zit in een asielopvangprocedure. Dat is een absoluut aantal van zestien personen. Dat klopt toch?
09.14 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, u hebt goed opgelet. Het kan aan mijn oren liggen, maar ik heb u daarstraks twee of drie keer het cijfer van 1 % horen noemen. Dat is iets anders dan de cijfers die ik heb meegegeven. We moeten niet in een welles-nietesdiscussie belanden. Ik kan de cijfers altijd meegeven als het moet, zodat het voor iedereen duidelijk is.
09.15 Yoleen Van Camp (N-VA): Als we allebei maar met de juiste cijfers werken. Ik heb ze zo begrepen. Ik ben misschien wat kort door de bocht gegaan, maar ik zal u zeggen hoe ik aan 1 % kom. Ik heb ook geprobeerd om dat mee te geven.
U bent met die sessies gestart in 2020 en u geeft ons een jaartotaal. U zegt dat er 2.604 contacten zijn geweest. Het team kan dus 2.604 personen bereiken. Een heel deel daarvan gaat er echter niet op in en valt dan af. Enkel bij 156 personen kan met een counselingtraject worden gestart. Dat gaat dan wel over een totaal van afgerond nog altijd 2.600 personen. Van die 156 personen die kunnen worden bereikt voor individuele counseling kan in 21 % van de gevallen het verblijf in orde worden gebracht. Daarvan komt 10 % in een asielprocedure terecht, 7 % dient een verzoek in voor internationale bescherming en 4 % keert vrijwillig terug. Op een totaal van 2.600 bereikte personen keren in absolute aantallen amper zes personen op een jaar vrijwillig terug.
Er waren 11 personen, het absoluut aantal, die een verzoek indienden en het absoluut aantal van 16 personen kwam in de asielprocedure terecht. Als men dat afzet tegen het totaal van 2.600 bereikte personen…
Dat noem ik dus echt geen succes in absolute aantallen. Een team van drie personen dat de belastingbetaler in een jaar minstens 150.000 euro kost, kan dus elf plus zes plus zestien of 33 transmigranten bereiken. Als men dat afzet tegen het totaal van de personen die men wilde bereiken, namelijk 2.604 mensen, dan komt dat neer op een succesratio van 1,2 %.
(…): Ik vind dat mevrouw Van Camp haar punt intussen wel gemaakt heeft.
De voorzitter: Niet door elkaar praten alstublieft.
09.16 Yoleen Van Camp (N-VA): Ik vond dat ik mijn punt de eerste keer al had gemaakt maar men vond dat ik mijn repliek moest verduidelijken.
De voorzitter: Dat heeft u bij deze gedaan.
Mijnheer de staatssecretaris, u moet goed weten dat iedere keer dat u bijkomende antwoorden geeft, het debat aan de gang blijft. Het Parlement heeft immers altijd het laatste woord.
09.17 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, gelukkig heeft het Parlement altijd het laatste woord.
Mevrouw Van Camp, ik wil gewoon nog benadrukken dat ik heb gereageerd, omdat u hebt gesteld dat er een succesratio van één procent is. Daarmee stelt u dat succes alleen is bij mensen die wij terugsturen en dus niet bij mensen die niet langer van …
09.18 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, dat is niet waar. Die één procent is vrijwillige terugkeer, het verzoek om internationale bescherming en het opvangnetwerk. Indien u die drie samen optelt en vergelijkt met het totaal van 2.600, komt dat op één procent. Ik heb niet alleen vrijwillige terugkeer ingecalculeerd.
De voorzitter: Ik zal mijn secretaris moeten vragen strenger te muten. Het is immers niet beleefd de staatssecretaris te onderbreken, terwijl hij antwoordt.
09.19 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, ik merkte net op dat de succesratio enkel wordt bekeken op basis van terugkeer en niet op basis van personen die zich niet langer iets van de regels willen aantrekken of de regels niet vertrouwen, maar toch deel uitmaken van het systeem en dus een asielaanvraag indienen, internationale bescherming aanvragen of zich in een lopende asielprocedure inschakelen. Dat is belangrijk om mee te geven.
Ten slotte, het extrapoleren naar de komende jaren op basis van de kostprijs kan niet worden gedaan, wat u ook eerlijk en terecht hebt aangegeven. In mijn antwoord heb ik immers meegegeven dat het tussen maart en juni 2020 wegens de covidmaatregelen voor de betrokkenen onmogelijk was op het terrein te kunnen werken.
De vergelijking maken met 2021 of naar een niet-covidjaar is niet correct. Dat is het enige wat ik vraag, namelijk op een juiste manier met de cijfers omgaan. Ik geef heel transparant mee dat tussen maart en juni 2020 de betrokkenen niet aan de slag zijn kunnen gaan door de covidcrisis. U mag een berekening naar de kostprijs maken. Iedereen doet dat. De een maakt de berekening van de kostprijs voor gedwongen terugkeer; een ander doet dat inzake de vrijwillige terugkeer. U mag die berekening maken, maar maak ze dan wel correct en niet enkel op basis van een jaar waarin er grotendeels beperkingen waren omwille van de covidmaatregelen.
De voorzitter: Mevrouw Van Camp, u mag de laatste repliek geven.
09.20 Yoleen Van Camp (N-VA): Ik hoef daarop niet te repliceren, want ik heb zelf gezegd dat het door corona effectief niet volledig te interpreteren valt.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het terugsturen van Syriërs door Denemarken" (55015576C)
10 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le renvoi de Syriens par le Danemark" (55015576C)
10.01
Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de
voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, Denemarken heeft als eerste Europese
land begin maart van dit jaar tegen Syrische migranten gezegd dat ze moeten
terugkeren naar hun land van herkomst omdat het daar nu veilig voor hen is.
Het Scandinavische land heeft 94 Syrische
vluchtelingen die tijdelijk onderdak kregen maar nu dus terug kunnen keren naar
hun veilige thuishaven, hun verblijfsvergunning ontnomen nadat het had
vastgesteld dat Damascus en omgeving veilig zijn. De Deense minister van
Immigratie verantwoordde deze beslissing als volgt: “We hebben de Syrische
vluchtelingen duidelijk gemaakt dat hun verblijfsvergunning tijdelijk is. Die
kan worden ingetrokken als bescherming niet langer nodig is. We moeten mensen
bescherming bieden zolang dat nodig is. Maar als de omstandigheden in het land
van herkomst verbeteren, moet een voormalige vluchteling naar huis terugkeren
en daar opnieuw een leven opbouwen."
Wat vindt u hiervan? Denkt u erover om
dit in dit land ook toe te passen? Werd of wordt het al toegepast bij ons? Voor
welke landen en om welke aantallen gaat het dan?
10.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp, de Deense autoriteiten hebben geoordeeld dat de veiligheidssituatie rond Damascus is verbeterd. Op basis van die afweging ontnam Denemarken 94 vluchtelingen uit de regio-Damascus hun verblijfsrecht. Ik denk echter wel dat een aantal nuances op zijn plaats is.
Ten eerste, Denemarken is het enig land in de Europese Unie dat die conclusie trekt. Het Commissariaat-generaal kan die feitelijke afweging op dit moment niet maken, gezien de blijvende oorlogssituatie en de vervolgingen door het regime. De beoordeling van de veiligheidssituatie in een bepaald land behoort, zoals u wellicht weet, niet tot mijn bevoegdheid, maar wel tot de bevoegdheid van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, dat daarover in alle onafhankelijkheid en op basis van uitgebreide analyse beslist. Wel weet ik dat wij – ook politici – zeer regelmatig spreken over het weghalen van mensen uit de kluwen van IS of uit de kluwen van een dictator. Op basis daarvan kunnen we misschien al wel een bepaalde mening vormen.
Ten tweede, het is van belang op te merken dat het afnemen van het verblijfsrecht niet betekent dat de 94 betrokken vluchtelingen op korte termijn naar Syrië worden teruggestuurd. Denemarken wil niet onderhandelen met het Syrische regime, wat wellicht ook wel een aantal redenen heeft, en de vluchtelingen zijn niet bereid vrijwillig terug te keren. De betrokkenen zullen dus waarschijnlijk worden opgevangen in Deense terugkeercentra, misschien voor jaren, wat grote kosten met zich meebrengt. Voor sommige mensen is het misschien handig om in die zin te kunnen communiceren dat mensen teruggestuurd worden, maar er is toch wel een verschil tussen het afnemen van het verblijfsrecht van 94 personen en hen effectief terugsturen, wat samenwerking met een bepaalde dictator vereist, of vragen of zij vrijwillig willen terugkeren naar Syrië.
In België kan het Commissariaat-generaal overgaan tot een opheffing van de vluchtelingenstatus of de status van subsidiaire bescherming indien de situatie in het land van herkomst gewijzigd is en van die aard is dat er niet langer indicaties van gegronde vrees tot vervolging of reëel risico van ernstige schade zijn. Die wijzigingen van de situatie moeten duurzaam zijn. Ik kan aan het Commissariaat-generaal vragen om dat voor een bepaald land te onderzoeken. Het lijkt mij echter niet opportuun te vragen om de mogelijke opheffing van de subsidiaire beschermingsstatus van Syriërs te onderzoeken. De situatie in Syrië is nog steeds erg precair. Ik ga ervan uit dat wij het daarover allen eens zijn. Meer nog, wij proberen mensen weg te houden uit de klauwen van IS, maar tegelijk zouden wij mensen van hieruit terugsturen?
Wat Denemarken doet, is niet meteen iets waarvoor wij zullen opteren. Zelfs al zou dit in enkele gevallen kunnen leiden tot een opheffing van het beschermingsstatuut, het lijkt mij nuttiger om het CGVS te vragen om de hangende dossiers te onderzoeken en de achterstand weg te werken, zodat de druk op onze opvangcentra afneemt. Dit sluit uiteraard niet uit dat het CGVS wel ad-hocdossiers onderzoekt, bijvoorbeeld in het geval van terugkeer naar het land van herkomst of in het geval van fraude.
10.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het antwoord. Dat is duidelijk.
L'incident est clos.
11 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De omzetting van de asielprocedurerichtlijn uit de vreemdelingenwet" (55015577C)
11 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La transposition de la directive sur la procédure d'asile dans la loi sur les étrangers" (55015577C)
11.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik neem de tekst van mijn vraag erbij omdat zij nogal technisch is. Ik wil geen fouten maken. Zij gaat over een arrest van het Grondwettelijk Hof dat op 25 februari is uitgesproken over de omzetting van de asielprocedurerichtlijn. U weet dat ik die heb geïntroduceerd in het Parlement. Ik meen dat ons werk goed was en dat wij dat met onze diensten goed hebben voorbereid. Dat is hier ook met een zeer ruime meerderheid goedgekeurd. Ik meen dat het bijna unaniem goedgekeurd is, op enkele onthoudingen van Vlaams Belang na.
Maar wij lopen blijkbaar toch tegen de lamp met een aantal omzettingen. Het arrest boog zich over verscheidene wetsartikelen, waaronder die inzake de bewaring van identiteitsdocumenten en de notities inzake het persoonlijk onderhoud in het CGVS, de vertrouwelijkheid van bepaalde gegevens waarop het CGVS zich baseert voor een beslissing inzake de internationale bescherming, de bepaling inzake de versnelde procedures, en de vasthouding van een asielzoeker aan de grens.
Daarover heb ik de volgende vragen, mijnheer de staatssecretaris.
Hoe zal het herstelbeleid eruitzien? Is uw administratie hier al mee bezig? Wanneer kunnen wij een wetswijziging verwachten?
Hoe vaak werd in de jongste vijf jaar de versnelde procedure gestart inzake een niet-begeleide minderjarige vreemdeling? Op welke basis? Graag krijg ik een opsplitsing per jaar en de reden waarom de versnelde procedure werd opgestart.
Hoe vaak werd de laatste vijf jaar een versnelde procedure gestart na een ontvankelijk verklaarde meervoudige aanvraag, artikel 57.6.1, met graag een opsplitsing per jaar en reden van de technische weigering?
Hoe hoog zal de extra personeelskost zijn ten gevolge van dit arrest wat betreft de vernietigde bepalingen in verband met de versnelde procedure? Dat zal immers wel wat extra werk met zich meebrengen.
Hoe vaak werd de laatste vijf jaar een verzoeker om internationale bescherming aan de grens vastgehouden, na het verstrijken van de termijn van 4 weken, overeenkomstig artikel 57/6/4 en artikel 74/5, vrijgelaten, met graag een opsplitsing per jaar?
De antwoorden op deze laatste vragen mogen ook schriftelijk bezorgd worden. Het belangrijkste is eigenlijk wat u gaat doen bij dat belangrijke vonnis.
11.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Francken, ik heb inderdaad kennisgenomen van het arrest van het Grondwettelijk Hof. De betrokken diensten en instanties onderzoeken welke impact het arrest zal hebben. In de eerste plaats wordt het nodige gedaan om de praktijk aan te passen, zodat deze conform de uitspraak van het Grondwettelijk Hof is. Er wordt ook onderzocht of een aanpassing van de reglementering nodig is, maar dat is niet noodzakelijk het geval.
Zo wordt bijvoorbeeld de versnelde procedure voor niet-begeleide minderjarigen en ontvankelijk verklaarde meervoudige aanvragen niet toegepast. De uitspraak van het Grondwettelijk Hof heeft dan ook geen impact op de praktijk op dit punt. De uitspraak zal wel een impact hebben op sommige andere elementen, zoals het bezorgen van een kopie van de notities van het persoonlijk onderhoud.
Vroeger was de basisregel dat een verzoeker tijdens of kort na het persoonlijk onderhoud inzage kon vragen in het gehoorverslag. In dat geval moest de verzoeker de mogelijkheid krijgen om opmerkingen te formuleren, in principe voor het nemen van de beslissing. Voor een aantal categorieën van dossiers, bijvoorbeeld verzoekers afkomstig uit veilige landen van herkomst, volstond het dat de kopie samen met de beslissing werd overgemaakt. Het arrest heeft dus deze uitzondering vernietigd.
In de toekomst zal een kopie van het gehoorverslag ook aan verzoekers die tot deze categorieën behoren vóór de beslissing moeten worden bezorgd.
Conform het Reglement van de Kamer wil ik u verzoeken om uw vragen die wat gedetailleerder van aard zijn schriftelijk in te dienen.
11.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, die kopie is één zaak. Wat de vaststellingen aan de grens betreft, voor de niet-begeleide minderjarigen is dat al zo maar voor de meerderjarigen natuurlijk niet. Dat is mij dus niet helemaal duidelijk en ik vrees dat we daar met een probleem zitten.
De vertrouwelijkheidsclausule ligt zeker in het kader van terreur echt moeilijk. Als er bepaalde onthullingen zijn over mensenrechtenschendingen gepleegd door iemand die asiel aanvraagt of als zo iemand daar weet van heeft, dan is die vertrouwelijkheid ook voor de RvV een probleem. Daar moet echt een betere procedure voor gevonden worden want de juridische basis is nog steeds wankel.
U bent dus volop bezig met de administratie en de cijfers zal ik later wel krijgen.
L'incident est clos.
12 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De impact van de coronacrisis op de hervestiging en de uitwijzing" (55015595C)
12 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'incidence de la crise du coronavirus sur la réinstallation et l'expulsion" (55015595C)
12.01 Yoleen Van Camp (N-VA):
In het kader van het Europees hervestigingsprogramma heeft dit land dit jaar
al 156 migranten ingevlogen. Voorts staan er nog 1.307 gepland. Het is toch wel
opmerkelijk te noemen dat het invliegen ondanks corona wel perfect mogelijk is,
maar dat we bijvoorbeeld illegalen die keet schoppen met Nieuwjaar, een imam
die haat predikt, illegalen die auto's bekrassen en in het gezicht van
inspecteurs spuwen, ... telkens volgens u niet uitgezet kunnen worden
"want corona".
Corona geldt toch in beide richtingen? Als iemand uit het buitenland wordt ingevlogen, is er de kans op besmetting en reisbeperkingen, net zoals die gelden bij uitreizen.
12.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: België engageerde zich om in 2021 in totaal 1.463 personen via hervestiging te laten overkomen naar België. Het gaat trouwens niet om een nieuw engagement, maar om openstaande engagementen uit het verleden die niet eerder konden worden uitgevoerd omwille van een capaciteitstekort in het opvangnetwerk. Het hervestigingsprogramma werd opnieuw opgestart in de tweede helft van 2020. De eerste aankomsten waren vanaf september 2020.
Reizen in het kader van het hervestigingsprogramma wordt aanzien als een essentiële reis omwille van humanitaire redenen. Er worden uiteraard de nodige maatregelen genomen om besmettingen te voorkomen. Iedere transfer wordt volgens de geldende nationale maatregelen georganiseerd. Fedasil neemt in samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie de nodige maatregelen voor vertrek en na aankomst. Er gebeurt een medische check-up voor vertrek, een verplichte test en quarantaine voor en na aankomst. Door de maatregelen nauwkeurig op te volgen en te monitoren is het mogelijk om hervestiging op een veilige manier uit te voeren. Deze woensdag komt er bijvoorbeeld een Syrisch gezin met drie jonge kinderen aan uit Turkije. Zij konden niet met de vorige groep meereizen vanwege een positieve test.
De gedwongen terugkeer verloopt moeizaam omdat het vluchtaanbod beperkt is, aangezien veel grenzen tijdelijk gesloten zijn. Vaak worden ook enkel gewone reizigers aanvaard op de vlucht of worden er respectieve maatregelen opgelegd zoals een negatieve covidtest. Dat heb ik in een eerdere vraag al benadrukt. België beschouwt het reizen in het kader van een gedwongen terugkeer eveneens als een essentiële reis. Het is echter niet evident om sommige, vaak belangrijke herkomstlanden daarvan te overtuigen. Dat is de grote opdracht waar we voor staan. Een van de vragen daarstraks ging over visumsancties, maar andere vragen gaan ook over bilaterale afspraken met die landen. Dat zal de komende jaren, zoals in het verleden, van bijzonder groot belang blijven.
De samenwerking op het terrein loopt in normale omstandigheden al moeilijk. Dat hebt u de voorbije jaren ook mogen ervaren. We moeten dat beter doen. Het is niet omdat andere landen soms exuberante eisen stellen of covid aangrijpen om samenwerking inzake gedwongen terugkeer terug te schroeven, dat ons land de gemaakte afspraken niet zou moeten nakomen. We moeten die landen daarvan overtuigen. Goede bilaterale contacten blijven het sluitstuk. Dat wil ik blijven doen en ik wil daar blijven aan werken.
Ik wil wel niet belanden in een soort van race to the bottom. Degenen die echt hulp nodig hebben, mogen niet het slachtoffer worden van de alsmaar strenger wordende toegangsvoorwaarden. Ons hervestigingsprogramma moeten we blijven verderzetten voor degenen die echt hulp nodig hebben. Op ons departement Asiel en Migratie moeten we vooral zien dat degenen die echt hulp nodig hebben, hulp krijgen. We kennen allemaal de cijfers voor erkenning en het krijgen van asiel. Gemiddeld krijgt zo'n twee derde geen asiel na het doorlopen van zo'n procedure.
We moeten ervoor zorgen dat degenen die echt hulp nodig hebben en die recht hebben op internationale bescherming die ook krijgen. Wij mogen hen niet in de steek laten. We moeten ons focussen op al die anderen die misbruik maken van de procedures, en op de landen die niet willen samenwerken. We moeten erop toezien dat we niet gaan naar een race to the bottom maar naar een race to the sky.
12.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, het gebeurt niet vaak, maar ik vind dat u hier voor 100 % gelijk hebt.
Ik kijk uit naar de concrete verwezenlijkingen van onder andere die visumsancties. Ik zal dit blijven opvolgen, maar wat u hebt gezegd, is zeker de correcte weg die moet worden bewandeld.
L'incident est clos.
13 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De relschoppers van Brussel die in een Dublinprocedure zitten" (55015596C)
13 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les participants aux émeutes à Bruxelles qui relèvent de la procédure de Dublin" (55015596C)
13.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
Mijnheer de staatssecretaris, in de
commissie van 9 maart vroeg ik u waarom de illegale relschoppers tijdens de
rellen in Brussel begin januari, niet werden uitgewezen. U verwees naar het
feit dat zij beiden in een Dublinprocedure zitten en er daardoor geen bevel kon
gegeven worden om het grondgebied te verlaten. Hen in een gesloten centrum
opnemen had volgens u ook geen zin, aangezien ze toch niet snel konden
uitgewezen worden.
Over welke landen gaat het in de
Dublinprocedure van deze twee personen?
Waarom kunnen zij op deze moment niet
uitgewezen worden?
Zal dat in de toekomst wel kunnen? Indien
zo, wanneer?
Wat gaat u ondernemen om hen toch zo snel
mogelijk het land uit te zetten?
Vindt u het een goed signaal dat illegale
relschoppers hier blijkbaar mee weg kunnen komen, zonder gevolgen?
Is er geen andere mogelijkheid om hen zich toch te laten verantwoorden voor hun daden, bijvoorbeeld door tijdelijke vasthouding in afwachting van hun uitwijzing?
13.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, ik zal mijn best doen om accuraat en volledig te antwoorden op uw vragen, maar ik moet erop wijzen dat ik gezien de privacywetgeving geen details over individuele dossiers kan geven. Aangezien het hier over een beperkt aantal personen gaat, zal het de privacy van de betrokkenen schenden, als ik hierover informatie geef. Ik moet hier dan ook zeer voorzichtig mee zijn.
Zoals ik heb geantwoord op uw vorige mondelinge vraag hierover, worden er wegens een beperkt aantal plaatsen door de huidige covidmaatregelen enkel personen vastgehouden van wie kan worden aangenomen dat zij op een redelijke termijn kunnen worden verwijderd. De aangehaalde personen waren volgens de databank EURODAC bekend in een andere Dublinstaat. Er is op het moment nog geen akkoord voor een overname, maar uiteraard stellen wij alles in het werk om die te realiseren.
Los van het aangehaalde dossier moeten wij erop blijven hameren dat de Dublinovereenkomsten worden gerespecteerd. Zolang er geen nieuw asiel- en migratiepact is, is dat de enige manier om een evenwicht tot stand te brengen in de solidariteit die wij van iedereen verwachten. De Dublinovereenkomst moet worden nageleefd, nog veel meer dan in het verleden het geval was. Ook dat blijft dus een zeer belangrijk werkpunt.
Ik kan om privacyredenen niet nader ingaan op bepaalde vragen. Wat de justitiële sanctionering van dergelijke daden betreft, verwijs ik naar de minister van Justitie. In geval van zware inbreuken kan het parket overgaan tot vasthouding. Een vasthouding in het kader van de vreemdelingwet is enkel mogelijk met het oog op verwijdering. Een vasthoudingsbeslissing moet hiervoor in feite en in rechte worden gemotiveerd. Ik ben geen politieman of rechter en zal mij dus ook niet gedragen alsof ik dat wel ben. Ik zal mij dan ook niet uitspreken over dat onderdeel. Ik hoop dat ik zo goed mogelijk heb geantwoord op uw vraag binnen de marge, die ik heb.
13.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, dat is niet echt het geval. U beperkt zich tot het antwoord, dat u al gaf. Er was geen akkoord voor de overname conform de Dublinprocedure. Daaruit leid ik af dat de illegale relschoppers hiermee ongestraft wegkomen. Ik vind dat een zeer slecht signaal.
Ofwel moeten ze in het gesloten centra worden vastgehouden. Ofwel had een alternatieve straf moeten opgelegd worden.
Ik vind het een zeer slecht signaal dat relschoppers hiermee wegkomen, omdat er nog geen akkoord over de overname is. Die personen zitten nu waarschijnlijk op het grondgebied met een bevel om het grondgebied te verlaten in hun achterzak. Zij komen met dat relschoppen ongestraft weg.
Ik zal hier nog op terugkomen, want ik hoop dat u wel een akkoord kunt bereiken over de overname conform de Dublinprocedure en u die personen nog kunt opsporen en uitwijzen.
L'incident est clos.
14 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het moratorium op de detentie van illegalen met kinderen" (55015598C)
14 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le moratoire sur la détention d'étrangers en séjour illégal avec enfants" (55015598C)
14.01 Yoleen
Van Camp (N-VA): In mijn laatste vraag die ik
hierover stelde in de commissie van 9 maart, verwees ik naar cijfers die ik
eerder van u had ontvangen, namelijk dat er in 2019 2.765 gezinnen met
minderjarige kinderen waren die een bevel hadden gekregen om het grondgebied te
verlaten en dat coaching was opgestart bij 150 gezinnen, waarvan er 50 al meteen
weigerden. Ik begreep uit uw laatste antwoord dat er daar ondertussen twee van
zijn teruggekeerd.
Bent u zelf tevreden met deze cijfers?
Gelooft u, ondanks bovenstaande cijfers,
nog altijd in coaching van deze gezinnen?
Wanneer verwacht u dat de resultaten
zullen verbeteren?
Indien er geen verbetering komt, zal u
dan alternatieven zoeken en uitwerken?
Heeft u ondertussen al een volwaardig
alternatief voor de detentie van illegalen met kinderen op de regeringstafel
gebracht?
14.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, ik heb die vraag al in verschillende vormen gekregen en probeer niet in herhaling te vallen.
Zoals ik daarstraks al heb gezegd, is de coaching van gezinnen bij hen thuis slechts een deel van het beleid dat wordt uitgewerkt met betrekking tot gezinnen zonder wettig verblijf. Het doel is terugkeer. Of dat nu door coaching bij het gezin thuis is, door begeleiding of gedwongen vertrek uit een FITT-woning of door terugkeerbegeleiding van Fedasil, het doel blijft hetzelfde. Er moet worden gekeken naar het geheel van de maatregelen die tot de opvolging van een bevel leiden, zowel de vrijwillige als de begeleide als de gedwongen terugkeer. Er is geen mirakeloplossing, zoals we de laatste jaren samen hebben moeten vaststellen, anders hadden al mijn voorgangers die in het verleden wel gevonden. Het is wel een en-en-enverhaal: én inzetten op vrijwillige terugkeer, én de begeleiding versterken, én de gedwongen terugkeer zien te versterken.
Zoals ik al heb verduidelijkt, is er inderdaad meer nodig. Daarom zijn we bezig met de evaluatie van mogelijke alternatieven voor detentie en zal op die basis bekeken worden welke elementen worden uitgebreid en welke nieuwe alternatieven in de toekomst kunnen worden toegepast.
Ook het specifieke project waar u op doelt, wordt geëvalueerd om te bekijken hoe het beter kan. Er worden ook extra begeleiders aangeworven. Deze intensieve terugkeerbegeleiding is wel degelijk een alternatief voor detentie voor gezinnen, maar niet het enige. Dit moet samen gezien worden met een ander, reeds bestaand alternatief voor detentie, namelijk de FITT-woningen. Deze houden meer vrijheidsbeperkingen in voor de betrokkenen, want hoewel het begeleidingsproject in eerste instantie gericht is op zelfstandige of vrijwillige terugkeer, stopt het daar niet bij. Een aanklampend beleid houdt ook in dat als de vreemdeling geen gevolg geeft aan het bevel om het grondgebied te verlaten en hij aangeeft dat hij niet zal of wil terugkeren, er dan ook een gedwongen vertrek volgt.
Voor families met minderjarige kinderen wordt de gedwongen terugkeer georganiseerd vanuit die FITT-woningen als alternatief voor vasthouding in een gesloten centrum.
14.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, indien ik uw antwoord goed samenvat, werkt u nog altijd aan een alternatief, dat er vandaag echter nog niet is.
U hebt altijd gezegd dat u het alternatief eerst aan de regering zou voorleggen. Ik heb nog altijd geen witte rook daarover gezien. Tot dan pendelt u met het vandaag bestaande aanbod, zoals de FITT-woningen die u hebt uitgebreid met onder andere de coaching.
Ik weet niet exact om hoeveel gezinnen het gaat. Het cijfer dat u hebt genoemd, is ongeveer 2.765 dossiers. U hebt echter aangegeven dat zij niet allemaal als gezin of individu mogen worden geteld. Dat is echter het cijfer waarover ik beschik.
Zij worden zoveel mogelijk met coaching benaderd. Die coaching is opgestart bij 150 gezinnen, waarvan er 50 weigerden. Van de 100 gezinnen waarbij de coaching is opgestart, zijn uiteindelijk twee gezinnen vrijwillig teruggekeerd, indien ik de voorlopige cijfers goed heb begrepen. Bij de vorige vraag bleek dat zo te zijn.
Dat is, indien ik het zo mag stellen, niet meteen een heel groot succes. Ik begrijp echter dat u nog altijd werkt aan uw alternatief voor detentie van illegalen met kinderen. Wij volgen het dossier graag verder op.
L'incident est clos.
- Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De plannen inzake lokale opvanginitiatieven" (55015642C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De toekomstige maatregelen met betrekking tot de LOI's" (55015862C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het openstellen van LOI-plaatsen voor de hervestiging van personen" (55015863C)
- Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les projets en matière d'initiatives locales d'accueil" (55015642C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les mesures futures liées aux ILA" (55015862C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’ouverture de places en ILA pour les réinstallés" (55015863C)
15.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb intussen al een drietal brieven van u en uw diensten gekregen over de lokale opvanginitiatieven.
Ik heb daarover een aantal vragen. Tijdens het debat over de begroting en de regeerverklaring hebben we het al gehad over het feit dat in het regeerakkoord staat dat de LOI's ook voor kwetsbaren worden voorbehouden. Over wie gaat het dan precies? Nu zijn de LOI's vooral voorbehouden voor mensen met een hoge erkenningsgraad, zoals mensen uit Syrië. Ik heb niet echt zicht op wat de situatie nu is, dus ik krijg daarbij graag wat toelichting.
U hebt publiek gecommuniceerd dat mensen met een hoge erkenningsgraad nog steeds naar de LOI's gaan en de anderen niet. U zegt dat de kans bijzonder groot is dat ze hier mogen blijven, dus dat ze dan maar al starten met hun integratie. Is dat nog steeds het geval? Beschikt u over cijfers daaromtrent?
Er zullen ook kwetsbaren worden opgevangen in de LOI's. Kwetsbaar en hoge erkenningsgraad is natuurlijk iets helemaal anders. Welke categorieën worden als kwetsbaar beschouwd? Is daarover al een beslissing genomen binnen de regering?
Dat is een belangrijk issue, want er zijn natuurlijk heel wat kwetsbaren binnen de groep van asielzoekers. Men kan zich zelfs afvragen of niet het overgrote deel van die mensen kwetsbaar is. Sommige partijen zullen hen d'office als kwetsbaar beschouwen. Als een asielzoeker hier aankomt na een illegale reis waarop hij veel heeft meegemaakt en in het Westen om asiel vraagt, dan is hij voor sommigen d'office een kwetsbaar persoon. Men kan daarover uren discussiëren. Heeft de regering al beslist wat de categorie kwetsbaren precies inhoudt?
Wat zijn uw plannen in verband met de LOI's? Hoeveel extra LOI-plaatsen hebt u nodig? Tegen wanneer hebt u die nodig?
Hoeveel plaatsen hebt u nodig voor die kwetsbare personen? Wie zijn die kwetsbare personen? Hoe is de verhouding tussen collectieve plaatsen en LOI's? Ik heb dat op de website van Fedasil bekeken, maar ik zou graag de evolutie kennen.
In hoeveel bufferplaatsen voorziet u? Wat betekent dit voor de gemeenten? Wat is de geschatte kostprijs? Onder welke voorwaarden kunnen de gemeenten die bufferplaatsen hebben?
15.02 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je fais un bref commentaire avant de me référer aux textes écrits de mes questions.
Nous connaissons bien le modèle d'accueil tel que M. Francken vient de l'exposer, puisqu'il est en vigueur depuis de nombreuses années et qu'il consiste à faire glisser les plus vulnérables vers des places ILA en fonction de critères bien connus des opérateurs et de Fedasil. À ce sujet, je suis donc tout à fait apaisé.
De plus, les ILA me paraissent essentiels dans le développement du modèle d'accueil, de manière à pouvoir glisser les personnes reconnues dans cette direction en vue d'un accompagnement individualisé. Ces structures ont donc leur nécessité, sans aucun doute.
J'imagine donc, monsieur le secrétaire d'État, que vous allez nous expliquer comment organiser les choses pour les rendre efficaces et pour aider les communes à répondre à votre appel en toute confiance. Vous savez en effet que cette confiance a été rompue lorsque le secrétaire d'État de jadis a fermé de nombreuses places, alors qu'il avait été demandé aux communes de les ouvrir, quelques mois auparavant.
Ce ne sera donc pas simple pour vous, dans la mesure où les CPAS ont besoin de confiance. C'est à présent qu'il faut nous expliquer comment vous allez la rétablir.
Monsieur le ministre, au sein d'un courrier
adressé aux CPAS, vous précisez qu'il subsiste "encore une incertitude
concernant l'utilisation de réserves, le financement global et le rôle des ILA.
En concertation avec les unions des villes et des communes et avec Fedasil, des
mesures nécessaires seront également prises lors des prochains mois afin de
faire face à ces défis".
Monsieur le ministre, pouvez-vous préciser
ce que vous entendez par incertitude concernant l'utilisation des réserves et
le financement global des ILA? Le rôle des ILA est précisé et connu des CPAS,
quels sont les changements prévus à l'avenir?
Quels sont les défis prioritaires qui sont
discutés aujourd'hui avec les unions de villes et communes?
Allez-vous suivre les recommandations de la
Cour des Comptes telles que la réduction du séjour de demandeurs de protection
internationale dans des centres d'accueil collectif, quand des places d'accueil
individuelles restent inoccupées? Ou de consentir des efforts supplémentaires
pour définir la notion de vulnérabilité afin d'identifier les personnes
vulnérables et de leur proposer des places d'accueil adaptées en ILA? Je vous
remercie pour vos réponses.
Monsieur le ministre, au sein d'un courrier
adressé aux CPAS, vous proposez aux CPAS d'ouvrir des places supplémentaires en
ILA dans le cadre du programme de réinstallation. Je suis heureux de voir que
le programme de réinstallation suit son cours, après avoir été suspendu depuis
2019 par manque de vision et de places d'accueil.
Cette demande fait suite à la décision du
gouvernement de poursuivre la mise en œuvre du programme de réinstallation
internationale des réfugiés. En matière de réinstallation, les ILA jouent en
effet un rôle essentiel dans l'accueil pour leur future intégration dans notre
société.
Monsieur le ministre, combien de CPAS ont-ils répondu positivement à votre demande? Combien de places au sein des ILA sont-elles créées dans le cadre du programme de réinstallation des réfugiés? Fedasil obtient-elle le nombre de places suffisants pour assumer les chiffres de réinstallation en 2021? Quelle est la répartition géographique dans le pays des ILA pour réinstallés?
15.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik denk dat de heer Rigot opnieuw heel terecht een punt maakt over de noodzaak tot het herstel van het vertrouwen met de lokale besturen. In de voorbije jaren werden de lokale besturen vaak geconfronteerd met een opvangbeleid waarin heel vaak allerlei zaken veranderden, waarover de lokale besturen niet altijd het gevoel hadden er op de juiste manier in betrokken te zijn. Ik en mijn diensten hebben al aan verschillende burgemeesters brieven gestuurd. Ook heb ik burgemeesters gebeld vanaf het eerste moment dat er sprake kon zijn van een opvangcentrum op hun grondgebied, om in dialoog te treden, wat volgens mij belangrijk is.
Recent stuurde ik ook een brief naar alle burgemeesters die te maken hebben of niet zolang geleden te maken hebben gehad met een asielcentrum, om een enquête te laten invullen, zodat wij weten hoe het precies zit, wat er goed gaat en wat er slecht loopt in de communicatie tussen Brussel en de lokale besturen. Wij willen vernemen of de burgemeesters vinden dat zij al dan niet voldoende informatie krijgen.
Ik kan daarover nog heel wat vertellen. Bij verschillende lokale besturen leeft er terecht frustratie. Verdere communicatie daarover vormt geen antwoord op de vraag, maar ik wilde wel nog eens het groot belang benadrukken van het herstel van respect en vertrouwen tussen Brussel en de lokale besturen. Ik zal de beste pennenvriend zijn van alle burgemeesters van dit land.
Ik heb ook een brief geschreven naar de lokale besturen met een lokaal opvanginitiatief, om hen op de hoogte te stellen van mijn beleidsplannen en ook om hen te vragen naar bijkomende individuele opvangplaatsen om hervestigde vluchtelingen te kunnen opvangen. Ik wil inzetten op lokale opvanginitiatieven om verschillende redenen.
Ten eerste, door de inbedding in een lokale gemeenschap en structuren zijn lokale opvanginitiatieven een geschikte plaats om mensen in onze samenleving te integreren die een verblijfsstatus ontvangen hebben of hoogstwaarschijnlijk zullen ontvangen. Die integratie is van fundamenteel groot belang. Hoe sneller mensen geïntegreerd raken in onze samenleving, hoe beter voor iedereen: voor de vluchteling in kwestie en voor de gemeenschap waarin die persoon terechtkomt.
Een bijkomend voordeel is dat lokale opvanginitiatieven goedkoper zijn dan plaatsing in een collectief opvangcentrum. Ook vanuit budgettair oogpunt is het dus verstandig om daarop in te zetten.
Ten slotte zorgen lokale opvanginitiatieven ook voor een betere spreiding over het grondgebied en hebben zij een minder grote impact op de buurt en op de lokale gemeenschappen.
Neen, dat zorgt dus niet voor extra collectieve centra voor mensen die daaraan geen nood hebben. Integendeel, wij gaan een grotere spreiding hebben van vluchtelingen met een hoge erkenninggraad, zodat we ze veel sneller kunnen integreren in onze samenleving.
Comme la lettre a été envoyée ce mois-ci, et que des séances d'information doivent encore avoir lieu, nous n'avons pas encore reçu de proposition concrète. Fedasil organise un total de quatre webinaires pour les autorités locales cette semaine et la semaine prochaine, afin de fournir les informations supplémentaires sur l'appel à ouvrir des places supplémentaires en ILA dans le cadre du programme de réinstallation.
Aujourd'hui, nous ne savons toujours pas s'il y aura suffisamment de places en ILA, mais Fedasil surveillera cela de près afin que des mesures puissent être prises dans les temps.
La question concernant la répartition géographique n'est pas d'application, étant donné qu'aucune nouvelle place en ILA n'a encore été ouverte à ce jour.
Mijnheer Francken, u hebt ook een vraag gesteld over de bufferplaatsen. Die zijn essentieel, om het jojo-effect te vermijden dat wij in het verleden hebben gekend, waarbij plaatsen in een recordtempo gecreëerd worden op een moment van nood, en om te zorgen voor stabiliteit in het opvangnetwerk. Het aantal bufferplaatsen moet in verhouding staan met het af te dekken risico. Het is een soort verzekering. Op dit moment heeft Fedasil een buffercapaciteit van 1.282 plaatsen. In de komende maanden zal het precieze aantal plaatsen bepaald moeten worden. Het is de bedoeling deze plaatsen bij de collectieve opvangcentra te realiseren. Ook dat is misschien belangrijk om te benadrukken, om geen debatten te vermengen.
Voor gemeenten betekent dit dat zij collectieve opvangcentra op hun grondgebied zullen hebben met actieve opvangplaatsen en bufferplaatsen of buffercentra. De kostprijs van deze bufferplaatsen zal afhankelijk zijn van de eigenaar van de site. Dat kan Defensie zijn, de Regie der Gebouwen, of een privéverhuurder. Hij zal ook afhangen van de vereiste snelheid van activering. De kostprijs moet natuurlijk wel zo laag mogelijk gehouden worden. Dat kan ik niet genoeg benadrukken.
De extra LOI-plaatsen zijn in eerste instantie nodig om de aankomst van hervestigde personen te kunnen opvangen. In februari werden reeds 156 personen hervestigd, en het zullen er dit jaar in totaal 1.463 zijn. Ook daar hebben wij vandaag al over gesproken in deze commissie. Dat is een engagement dat in het verleden werd opgenomen en dat wij nu wensen na te komen. De betrokken personen verblijven na aankomst zes maanden in een lokaal opvanginitiatief, waardoor wij ook voor hen in voldoende LOI-plaatsen moeten voorzien.
Wij zijn natuurlijk afhankelijk van de bereidheid van de lokale besturen hierop in te tekenen. Ik hoop dan ook dat er voldoende lokale besturen bereid gevonden zullen worden om dit mee mogelijk te maken.
Onder "kwetsbare personen" verstaan wij personen die om medische of psychologische redenen in een lokaal opvanginitiatief ondergebracht worden omdat een collectief centrum voor hen geen geschikte plaats is. De situatie wordt geval tot geval geanalyseerd door de medische dienst. Sommigen kunnen zeker menen dat iedereen een kwetsbaar persoon is, misschien zijn wij allemaal kwetsbaar op deze wereld, maar dat moet geval per geval bekeken worden. Het gaat om personen voor wie collectieve opvang geen geschikte opvang is.
Voorbeelden van kwetsbare personen die aan individuele opvang toegewezen zijn, zijn vandaag personen die kwetsbaar zijn voor COVID-19, maar specifiek ook personen met ernstige lichamelijke of geestelijke beperkingen zoals bijvoorbeeld autisme.
Opvang in een lokaal opvanginitiatief voor kwetsbare personen die niet erkend zijn of die niet onder de voorwaarden van de hoge beschermingsgraad vallen, blijft uiteraard een uitzondering.
Sinds het begin van het jaar vertegenwoordigde de toewijzing van deze kwetsbare personen aan LOI's minder dan 2 % van alle toewijzingen aan individuele huisvesting.
Minder dan 2%, dit geeft nogmaals aan dat men met deze analyse geval per geval nagaat hoe kwetsbaar iemand is. Dat wordt ook streng nageleefd.
Er is dan ook geen vast aantal plaatsen bij de lokale opvanginitiatieven dat gereserveerd wordt voor kwetsbare personen. Voor deze personen is het echter van groot belang dat er steeds een individuele plaats beschikbaar is. Niemand zal immers betwisten dat een persoon die een zware vorm van autisme heeft, nood heeft aan individuele opvang.
La vulnérabilité est examinée au cas par cas, ce qui me semble être la meilleure méthode. Une révision de la définition de la vulnérabilité ne me semble donc pas nécessaire dans l'immédiat.
Momenteel bedraagt het aantal individuele opvangplaatsen ongeveer 45 % van het opvangnetwerk. Het is niet de bedoeling om te streven naar een vaste verhouding tussen individuele en collectieve opvangplaatsen, maar wel om ervoor te zorgen dat iedereen in de meest geschikte opvang wordt opgevangen.
Met voldoende bufferplaatsen in het collectieve opvangnetwerk moet er snel op een stijgende of dalende nood aan opvang kunnen worden ingespeeld en moet er meer stabiliteit voor de lokale opvanginitiatieven zijn.
Het is belangrijk om dat te benadrukken. We moeten erover waken dat de lokale opvang gaat naar die personen die ofwel al een vluchtelingenstatus hebben ofwel een hoge kans op erkenning hebben. Het is immers niet altijd even eenvoudig om iemand die niet erkend wordt daarna terug te sturen. We moeten daar zeer precies in zijn. Daarom houden we de lokale opvang voor de groep van hervestigden, vandaag in grote getale, en in een zeer beperkt aantal voor de persoenen met een hoge kans op erkenning, in de hoop dat wij hen sneller kunnen integreren.
Ainsi, les initiatives locales d'accueil peuvent se concentrer sur leur tâche principale, à savoir l'accueil des groupes cibles vulnérables, des personnes avec un taux de protection élevé, des réfugiés réinstallés et des réfugiés reconnus en transition.
Après consultation des associations des villes et des communes, il m'est apparu clairement que l'essentiel est de travailler à une plus grande clarté des conditions financières pour ces dernières. Il s'agit notamment de clarifier l'utilisation des réserves que certaines municipalités ont accumulées au cours des années. C'est aussi une question de stabilité du nombre de places et de certitude de ne pas avoir à monter et descendre sans cesse. Je tiens une nouvelle fois à préciser qu'il est important d'avoir une certaine structure et du respect pour le niveau local, respect dont je continuerai à faire preuve durant ces prochaines années.
15.04 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, het is goed om het debat ter zake eens te voeren. Na het lezen van het regeerakkoord dacht ik dat kwetsbare personen zo werden gedefinieerd om er meer aan LOI's te kunnen toewijzen. Maar als de situatie hetzelfde blijft, zoals de heer Rigot opmerkte, en het de bedoeling is om personen naar gelang van het gevolg, bijvoorbeeld bij autisme, niet collectief maar individueel op te vangen, dan kan ik die logica natuurlijk volgen, laat dat duidelijk zijn. Daarover was er gedurende maanden onduidelijkheid en ik ben blij met uw uitleg.
Er is natuurlijk het fundamentele debat. Wij hebben een voorstel van resolutie ingediend en zullen het debat over het onderwerp de komende maanden in de Kamer ongetwijfeld voeren. Ik pleit voor de geleidelijke afbouw van de lokale opvanginitiatieven en het behoud van enkel de collectieve opvang, net als in vele buurlanden, met uitzondering voor heel extreme gevallen, zoals extreem autisme of autismespectrumstoornis. Dan moet men nagaan wat nog mogelijk is. Algemeen gezien zou een collectieve opvang veel beter zijn, zeker ook omdat ik ervan overtuigd ben dat individuele appartementen en huizen als opvangplaats een aanzuigeffect hebben.
U vraagt of ik dan liever een groot nieuw collectief centrum in Antwerpen of Lubbeek wil. Ik heb er een heel groot geopend, in volle crisis. Ik heb daar mijn verantwoordelijkheid genomen. Het was niet gemakkelijk. Men heeft mij dat even kwalijk genomen in Lubbeek, maar goed, wij hebben de verkiezingen gewonnen daarna, dus het viel toch nog mee.
Ik pleit niet per se voor grote centra. Trouwens, Antwerpen heeft er reeds een. In ons voorstel van resolutie staat dat er geen tweede hoeft te komen, waar er al een is, en vragen wij er maximaal één per stad of dorp. Dat is voldoende. Sint-Niklaas heeft er twee, dat is niet evident, dat hoef ik u niet te vertellen.
In het afbouwscenario waarbij u probeert de asielinstroom in te perken en de achterstand weg te werken – dat is toch uw ambitie; wij zullen het daarover zo dadelijk nog hebben – komt men perfect toe met het huidige aantal plaatsen in de collectieve centra. Dan hoeft er helemaal geen nieuw centrum te worden geopend. Geleidelijk wordt dan het ene vervangen door het andere. Zo zou ik het graag zien.
Ik krijg uw brieven graag. Ik lees ze ook. Wij overleggen daarover uiteraard ook in ons college en OCMW-raad. U zegt dat u het vertrouwen moet herstellen met de burgemeesters. Ik heb niet de indruk dat het vertrouwen beschadigd is. Ik heb dat nooit zo ervaren. Ik heb ook niet ervaren de voorbije jaren dat het zo zou zijn dat alle burgemeesters kwaad waren op mij.
Natuurlijk is het zo dat men niet te vaak een centrum moet openen en weer sluiten. Dat is evident. Dat is natuurlijk niet prettig voor de organisatie en de begroting van het OCMW. Er kwamen alvast geen burgemeesters in 2018 aan mijn kabinet betogen. Er waren daar heel veel betogingen, maar hen heb ik er niet gezien.
Er zullen er altijd wel kwaad zijn geweest, maar dat zal dan waarschijnlijk om politieke redenen zijn geweest en niet per se om inhoudelijke redenen.
Ik heb uw enquête ontvangen en we zullen ze zeker invullen.
15.05 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je serai bref car la discussion a été très claire.
On voit les approches du secrétaire d'État. On voit le rôle essentiel des ILA dans le processus pour les publics vulnérables et, par ailleurs, pour la réinstallation et les publics reconnus amenés à vivre et à s'installer chez nous et, partant, le rôle essentiel de l'intégration – une mission des communes et des CPAS. Je suis heureux de la réponse apportée et je constate, dans un même élan, que l'on peut s'entendre avec M. Francken sur le sens important de ces ILA pour ce qui est de l'accueil des personnes vulnérables et des publics reconnus.
L'incident est clos.
16 Vraag van Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het elektronische platform voor gecombineerde verblijfsaanvraagprocedures" (55015814C)
16 Question de Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La plateforme électronique pour les procédures de demande de séjour combinées" (55015814C)
16.01 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, ik verwijs naar mijn ingediende vraag. Ik heb gezien en gehoord dat er al eerder vandaag een vraag is gesteld over arbeidsmigratie. Ik vermoed dat er een overlap zal zijn, maar ik laat het aan uw wijsheid over om daarover te oordelen.
Het ‘samenwerkingsakkoord ter oprichting
van een elektronisch platform in het kader van de gecombineerde
verblijfsaanvraagprocedure’ werd goedgekeurd, een goede zaak omdat het de
aanvraagprocedure voor een arbeids- en verblijfsvergunning vereenvoudigt en
digitaliseert. Dit zou ook tot een betere naleving moeten leiden van verplichtingen
inzake de sociale zekerheid. Die link met de sociale zekerheid is erg
belangrijk en kan niet alleen zorgen voor een verhoging van bijdragen, maar ook
tot een betere controle door de sociale inspectiediensten van vermoedelijke
sociale dumping en uitbuiting.
Zullen de gegevens die in het kader van
de gecombineerde vergunning worden verzameld direct ter beschikking gesteld
worden van de sociale inspectiediensten? Zo nee, welke stappen moeten er
ondernomen worden?
Zullen ook mensen met een specifiek
verblijfsstatuut (asielzoekers, gezinsherenigers,…) in deze databank
geïntegreerd worden? Hoe en wanneer zal dit gebeuren? Wanneer en hoe zal de
data voor deze profielen ontsloten worden voor de sociale inspectiediensten?
Het feit dat de procedure eenvoudiger
wordt is positief, maar brengt ook risico’s met zich mee gezien indien mensen
zich louter ‘sneller’ – zonder bijkomende controle – door het systeem zullen
bewegen. In Nederland leidde de vereenvoudigde procedure tot misbruiken waarbij
zelfs inlichtingendiensten via Chinese en Russische bedrijven gevestigd in
Nederland visa verkregen. Het samenwerkingsakkoord van 2018 stelt dat elke
bevoegde overheid het wettelijk kader bepaalt waarbinnen de controle, toezicht
en sancties geregeld worden. Daarnaast kan de federale inspectiedienst ook
inbreuken vaststellen op de regionale wetgeving.
Werd hiervoor een specifiek wettelijk
kader voorzien?
Aangezien door de vereenvoudigde
procedure de aanvragen wellicht zullen stijgen, is er dan ook een toename van
de middelen voor de bevoegde inspectiediensten voorzien in het kader van dit
project?
Migranten die worden gerekruteerd maar in
slechte arbeidsomstandigheden terechtkomen kunnen moeilijker een klacht
indienen bij het bedrijf door hun afhankelijkheidspositie en de link met hun
verblijfsvergunning. Als alle communicatie via de werkgever gebeurt dan
versterkt dat bovendien de afhankelijkheidspositie nog.
Waar kunnen arbeidsmigranten terecht
wiens rechten in het kader van de single permit misbruikt worden? Is er een
klachtenmechanisme?
Wat zijn de plichten van de werkgevers?
Kunnen ze verplicht worden informatie/rechten mee te delen?
16.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Dank u voor uw vraag, collega Segers. Een aantal elementen is inderdaad al aan bod gekomen in de vraag die door de heer Van Langenhove is gesteld. Ik heb in mijn antwoord daarop verduidelijkt dat ik verheugd ben dat er een elektronisch platform komt voor de gecombineerde vergunning, dat het volgende week van start gaat in een testfase, en dat het in mei hopelijk volledig kan worden uitgerold.
Uw vraag geeft mij ook de mogelijkheid om in te gaan op een ander belangrijk aspect van het platform, met name de strijd tegen misbruik en sociale fraude. Het elektronisch platform Working in Belgium heeft namelijk een belangrijke link met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, waarover mijn collega-ministers van Economie en Werk en Sociale Zaken en Volksgezondheid ongetwijfeld meer gedetailleerde informatie kunnen geven.
De sociale inspectiediensten zullen via het elektronische platform toegang kunnen krijgen tot gegevens inzake arbeid en verblijf om een correcte inschatting te kunnen maken van de situatie van de te controleren werknemer en werkgever. Dat maakt een gerichtere controle mogelijk.
De consultatie van de gegevens in het platform door de regionale en federale inspectiediensten is geregeld in het uitvoerend samenwerkingsakkoord van 5 maart 2021. Om het gebruik door de inspectiediensten te optimaliseren, zullen er verdere technische en wetgevende ontwikkelingen gebeuren in fase 3 van het project. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft daarin de lead.
Het toepassingsgebied van het platform is op dit moment beperkt tot de gecombineerde vergunningsprocedure. Mijn diensten en de RSZ bekijken in hoeverre er voor de personen die op basis van hun verblijfsrecht toegang hebben tot de arbeidsmarkt ook gegevens kunnen worden ontsloten via het platform, dan wel of die informatie door de inspectiediensten rechtstreeks moet worden opgevraagd via de bestaande applicaties bij de authentieke bron, in casu het Rijksregister.
Ook de werkgevers zijn vragende partij voor toegang tot die gegevens. Wij bekijken of en hoe dat kan. De doelstelling van het project is vooral te komen tot transparantere, efficiëntere en daardoor ook kortere procedures. De beoogde informatietoegang moet de sociale-inspectiediensten ook helpen om gerichtere controles uit te voeren.
Of er in bijkomende middelen voorzien is voor extra inspectiediensten moet u vragen aan mijn collega-ministers die bevoegd zijn voor de verschillende sociale-inspectiediensten.
Wat betreft uw verwijzing naar het misbruik van de Nederlandse vereenvoudigde procedure voor kennismigranten, kan ik u zeggen dat ook ik met aandacht het artikel in De Groene Amsterdammer heb gelezen. Ik kan u daarin geruststellen. De Dienst Vreemdelingenzaken doet in de dossiers gecombineerde vergunningen een controle op basis van de openbare orde en de nationale veiligheid. Dat gebeurt conform de modaliteiten die zijn overeengekomen met de verschillende veiligheidsdiensten. Daarnaast toetst de DVZ ook of de betrokkene bekend is in een andere databank, zoals de ANG of het SIS.
Wat uw derde vraag betreft, kan ik u meedelen dat zowel de werkgever als de toekomstige werknemer toegang zal krijgen tot het onlinedossier. In het kader van de gecombineerde vergunning is niet in een specifiek klachtenmechanisme voorzien voor vreemdelingen die terechtkomen in slechte arbeidsomstandigheden. Zij kunnen natuurlijk wel gebruikmaken van de normale procedures in het kader van het sociaal strafrecht. Hiervoor kunt u best terecht bij de genoemde ministers.
De gecombineerde vergunning is in de regel inderdaad gelinkt aan de werkgever. Indien de tewerkstelling echter vroegtijdig wordt beëindigd om andere redenen dan de openbare orde, dan krijgt de betrokkene in de regel een termijn van drie maanden waarbinnen hij ander werk kan vinden en een nieuwe gecombineerde vergunning kan aanvragen, vooraleer mijn diensten de gecombineerde vergunning zullen beëindigen.
16.03 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor het uitgebreide antwoord.
Ik ben blij met wat u al verwezenlijkt hebt want voor Vooruit is administratieve vereenvoudiging een belangrijk element. Er moet worden ingezet op digitalisering en automatisering, iets wat er in het hoofdstuk asiel en migratie ook op vraag van Vooruit is gekomen. Ik heb het dan over de passage in het regeerakkoord over de doorgedreven digitalisering van de interne administratieve processen. Dat is niet alleen belangrijk voor een efficiënt verloop maar ook voor een betere controle, onder andere in de strijd tegen sociale dumping.
Ik ben dus heel blij met de stappen die nu in korte tijd zijn gezet, nadat er naar mijn aanvoelen al veel te veel tijd verloren is gegaan. Ik kijk ook uit naar het vervolg en in het bijzonder naar die fase 3 waarover u sprak.
U hebt natuurlijk gelijk als u mij doorverwijst naar een aantal van uw collega's in de regering. Ik zal ook hen enkele vragen stellen.
L'incident est clos.
17 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De nieuwe asielwebsite" (55015815C)
17 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le nouveau site internet consacré à l'asile" (55015815C)
17.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, er staat sinds deze week een nieuwe asielwebsite van het CGVS online. Men vindt daar wat uitleg. Ik heb daar een stukje met wat bedenkingen over geschreven en ik wil er daarvan graag twee aan u voorleggen.
Ik vind het, ten eerste, vreemd dat er over meervoudige asielaanvragen een aparte rubriek is. Er zijn vier rubrieken, waarvan eentje over meervoudige asielaanvragen. U zegt dat dat net dient om duidelijk te maken dat men echt nieuwe elementen moet aandragen en dat de aanvraag anders zal worden afgewezen. Ik vind het sowieso niet evident om zo'n website online te zetten. Ik ben natuurlijk voorstander van een duidelijke en heldere overheidscommunicatie naar de doelgroepen. Ik was vroeger ook bevoegd voor administratieve vereenvoudiging. Het is heel belangrijk dat wij dat doen en op zich heb ik er niet zo'n probleem mee dat er informatie in verschillende talen wordt gedeeld, maar ik heb wel wat vragen over de rubriek over meervoudige asielaanvragen. In de communicatie daarover moeten wij heel voorzichtig zijn. Dat komt heel vreemd over. De regering zou meervoudige asielaanvragen zoveel mogelijk moeten ontraden en ik betwijfel of dat voldoende gebeurt met die website. Ik heb hem deze ochtend nog eens rustig bekeken en dat ligt moeilijk.
Ten tweede, er is op de website ook op geen enkele manier aandacht voor de terugkeer. Dat vind ik vreemd. U publiceert een website in negen talen die best wel wat geld heeft gekost. Dat is trouwens mijn vraag: wat is de kostprijs van de website, wie heeft hem gemaakt, hebt u daarvoor een aanbesteding uitgeschreven en hoe lang heeft die geduurd? De website verwijst maar op één punt met een link naar de DVZ, omdat de asielaanvraag daar moet worden ingediend, maar voor de rest wordt er niets gezegd over de terugkeer. Dat vind ik echt een gemiste kans. Vorige maand werden zeven op tien asielaanvragen afgewezen, dus u zou toch ook een luik over de terugkeer op de website moeten zetten. Dat lijkt mij het minste wat men kan verwachten als men zoiets online zet, met een persbericht en alles erop en eraan. Dat mag, want men moet over het beleid communiceren, maar ik vind dat ook de terugkeer daar een plaats in moet krijgen en dat zie ik niet op de website. Dat vind ik een beetje vreemd.
Hoe beoordeelt u de website? Is hij definitief of kunnen er nog dingen worden aangepast? Hebt u aanpassingen gevraagd? Wat was de kostprijs? Welke privébedrijven werden hiervoor ingeschakeld tegen welke prijs?
17.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, de website werd deze week gelanceerd door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Het mag op zich ook niemand verbazen dat de website vorige week werd gelanceerd, aangezien dat al voorzien was sinds 2016.
Ik vind het een knap project, omdat er heel veel werk, tijd en expertise in is gekropen. Het is belangrijk dat verzoekers goed worden geïnformeerd in plaats van verkeerd advies te krijgen van bijvoorbeeld smokkelaars.
Hier verwijs ik opnieuw naar de strijd om de juiste informatie tot bij de mensen te krijgen. Een toegankelijke website, beschikbaar in heel wat talen, met laagdrempelige video's moet daar voor een stuk ook wel mee voor zorgen. Het CGVS, heeft als onafhankelijke asielinstantie de wettelijke verplichting om de asielzoeker correct te informeren over de asielprocedure. Twee derde tot zeven op de tien asielaanvragers vandaag krijgt geen asiel. Dat is nog een reden om heel duidelijk te maken wat de procedures zijn en wie er recht heeft op asiel en wie niet. Er zijn natuurlijk ook nog andere elementen nodig om dat cijfer ooit goed stevig te zien zakken. Mensen juist informeren maakt daar zeker een deel van uit.
De procedurerichtlijn stelt dat verzoekers kosteloos juridische en procedurele informatie moeten krijgen, rekening houdende met hun bijzondere omstandigheden. Dergelijke informatie moet de verzoeker onder andere in staat stellen om de procedure beter te begrijpen en hen op die manier te helpen de betrokken verplichtingen ook na te komen. Deze website heeft dan ook tot doel de asielzoekers zelf te informeren in tegenstelling tot de bestaande website van het CGVS die voornamelijk door professionelen gebruikt wordt. De inhoud van de website werd gecreëerd door de medewerkers het CGVS, in overleg met veel stakeholders zoals Fedasil, DVZ, UNHCR en het middenveld.
Ik las inderdaad dat u kritiek uit op het feit dat het CGVS uitleg geeft over de meervoudige asielaanvragen. Het is de bedoeling om mensen juist te informeren. Het is belangrijk dat verzoekers ook informatie krijgen over het belang van nieuwe elementen bij een volgend verzoek. Ze hebben de website niet nodig om een meervoudige asielaanvraag in te dienen, getuige het aantal personen dat dat doet. Vandaar dat ik dat ook wel jammer vond en gereageerd heb op u. Het komt er op neer dat u zegt dat de regering mensen aanspoort om een meervoudige asielaanvraag in te dienen. Dat is het echter niet. Het is echt wel de bedoeling om mensen juist te informeren omdat we zien dat heel veel mensen die meervoudige aanvragen indienen en we moeten daar antwoorden op bieden.
Een aantal antwoorden zit niet in een website. We moeten uiteraard ook werken aan dat migratiewetboek. Mensen juist informeren en de informatiestrijd aangaan, is van belang. Het is belangrijk dat die mensen weten dat ze niet zomaar een nieuwe aanvraag kunnen indienen en dat ze geen enkele kans maken als ze geen nieuwe elementen hebben in hun dossier. Er zijn verschillende actoren binnen heel dat netwerk die asielzoekers wijsmaken dat ze door een meervoudige aanvraag in te dienen toch opnieuw kans maken, ondanks het feit dat daar helemaal geen nieuwe elementen in zitten.
Vandaar de strijd die we aangaan en vandaar dat dit element op de website staat. Ik vind het heel goed dat het er staat. Asielzoekers hebben er echt geen nood aan om zich daardoor te laten inspireren, integendeel. Wij moeten zwart op wit duidelijk maken wat de regels zijn.
Zoals gezegd, werden de eerste stappen voor de website van het CGVS al gezet in 2016 in het kader van een AMIF-project. De website werd grotendeels gefinancierd met AMIF-middelen. Cronos Public Services stond in voor de video's en voor de ontwikkeling van het prototype van de website. De kostprijs bedroeg 72.282 euro. Daarnaast stond Blue4You in voor de configuratie in negen taalversies in de content management interface. De kostprijs hiervan bedroeg 38.569 euro. De vertaling en het dubben van de video's werden gedaan door Elan en kostte 12.250 euro.
De totale kostprijs van externen, ten laste van het AMIF, bedroeg 110.851 euro. De totale kostprijs van de externen, ten laste van het Commissariaat-generaal, bedroeg 12.250 euro. Een CGVS-medewerker ten laste van AMIF kost 28.270 euro.
Een laatste element dat ik wil meegeven, is dat we wat terugkeer betreft, erop moeten toezien dat we de mensen juist informeren. Wij maken werk van de digitalisering en van websites met juiste informatie. Ik heb in deze commissie al een paar keer gezegd dat we inzake ontradingscampagnes bijvoorbeeld veel meer moeten inzetten op het gebruik van sociale media om gericht tot bij die doelgroepen te geraken.
In het verleden probeerden we vaak met artikels in lokale krantjes overal ter wereld mensen te bereiken. We moeten nu op een totaal andere en innovatieve manier te werk gaan. We zijn daarmee bezig en daarvoor zullen ook die personeelsinvesteringen moeten zorgen. Ook inzake terugkeer moeten we de mensen correct informeren. De digitale weg is de juiste weg en u kunt op mij rekenen dat ik daarvan werk zal maken.
17.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, wat betreft de ontrading, ik was de eerste om via sociale media ontradingscampagnes te voeren in verschillende talen. Ik heb ooit een sociale mediacampagne in het Arabisch gevoerd in en rond Bagdad omdat er plots veel Irakezen uit Bagdad kwamen. Dat was een groot succes. Ik denk niet dat er ooit een website van de overheid is geweest die op een paar uur tijd zoveel werd bezocht als die website.
Die ontradingscampagne werd echter onmiddellijk offline gehaald door mevrouw De Block. Ik had mijn ontslagbrief zelfs nog niet getekend. Ik was toen bij mijn achterban in Lubbeek in een stampvolle zaal, waar het zo warm was dat mensen flauwvielen van de warmte en de emotie.
Ik had mijn ontslagbrief nog niet fysiek ondertekend, dus die lag nog niet bij de Koning, maar mevrouw De Block, of het hoofd van de FOD, had mijn ontradingscampagnes al offline gehaald. Daarmee wil ik maar zeggen dat u nog wel wat weerstand kunt verwachten. Men vond de beelden en de taal te hard. Daarover kan gediscussieerd worden. Ik ben nogal voor klare taal, want dat lijkt mij nodig, zeker in die middens. Asielzoekers horen zoveel verhalen, van mensensmokkelaars en anderen, dat zij zich afvragen wat zij moeten geloven. Daarom denk ik dat het beter is om helder te communiceren en er niet te veel doekjes om te winden.
Tegen een website met informatie heb ik op zich niets. Heldere overheidscommunicatie is altijd goed. Het punt over de meervoudige asielaanvragen vind ik niet evident, maar dat weet u. U verdedigt dat wel. Ik begrijp uw verdediging, maar ik blijf bij mijn twijfels.
Ik vind het een gemiste kans dat terugkeer niet op die website aan bod komt. U zegt dat u daarmee wel bezig bent, maar eigenlijk zou er op de website asyluminbelgium.be ook heel duidelijk een luik over terugkeer aanwezig moeten zijn. Die website zal namelijk veel bezocht worden, zeker aangezien die in de contacttaal van de asielzoekers beschikbaar is, die meestal enkel hun eigen taal verstaan. Dat informatie in de eigen taal beschikbaar is, is dus mooi gedaan. Ik heb gezien dat Zana is gebruikt voor de website, een lief meisje – zo ziet zij er althans uit – uit Syrië, en zij doet dat heel goed. Ik denk echter dat de eerlijkheid gebiedt dat er ook informatie moet worden verstrekt voor het geval het een neen is, wat voor zeer veel gevallen geldt. Dat vind ik een gemiste kans.
Dat de website in 2016 werd opgestart via AMIF-middelen, is prima. Ik zou dat als staatssecretaris echter alleszins alleen online hebben gezet en geautoriseerd als er ook een voldoende sterk luik over terugkeer op stond.
L'incident est clos.
18 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De achterstand van 10.000 dossiers wat de verwerking van de asielaanvragen betreft" (55015816C)
18 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les 10 000 dossiers de demande d'asile en souffrance" (55015816C)
18.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, de achterstand van asieldossiers blijft sterk toenemen, ook al is de instroom laag. De internationale migratiebewegingen zijn alleszins nog nooit zo laag geweest door een jaar corona.
De achterstand in de dossiers stapelt zich dus op. Welke acties zult u ondernemen, mijnheer de staatssecretaris. Wat hebt u al gedaan? U hebt extra middelen voor het personeel. Welke acties mogen wij verwachten? Wat is de timing om de achterstand in te halen? Dat lukt voorlopig nog niet, heb ik gezien. Ik zag dat er de voorbije maand minder beslissingen dan nieuwe aanvragen waren. Of het liep gelijk op, dat zou ik moeten nakijken.
18.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Francken, dank u voor uw vraag, waarvan ik al een kleine teaser in de sociale media zag passeren, met toch wel wat meer scherpte dan hier.
De gezamenlijke werkvoorraad van de DVZ en het CGVS is de voorbije maanden vrij stabiel gebleven. De DVZ slaagt er momenteel in om zijn werkvoorraad stilaan weg te werken, waardoor we meer hangende dossiers bij het CGVS krijgen. Zo is de werkvoorraad van het CGVS in 2021 toegenomen, ondanks dat het CGVS in januari en februari meer beslissingen heeft genomen dan er verzoeken werden ingediend.
Ik hoef u niet uit te leggen dat het hier gaat om een trajectverloop: als het dossier bij de DVZ doorgaat, komt het bij het CGVS terecht. De output van het CGVS lag dus hoger dan de instroom.
Zoals ik al meermaals heb toegelicht, is het mijn doelstelling om de betrokken diensten de komende jaren te versterken. We hebben daarvoor goed onderhandeld voor het regeerakkoord, waarbij de regering bewust heeft gekozen voor stevige investeringen in het departement Asiel en Migratie, vooral in personeel en de structurele versterking van het departement.
Een groot deel van de personen die moeten wachten op een beslissing, bevinden zich in het opvangnetwerk, waardoor de kosten van de opvang nog steeds erg hoog zijn. Ik wil snellere procedures om de personen in kwestie sneller duidelijkheid over hun toekomst te geven: integratie in België bij een positieve beslissing en terugkeer bij een negatieve beslissing. Hoe sneller asielzoekers een antwoord krijgen, hoe gemakkelijker het is om hen bij een negatieve beslissing te zien terugkeren.
Het gaat natuurlijk om sterk gespecialiseerde diensten, waarvoor de nodige kennis en ervaring nodig is. De slagkracht van die diensten verhoogt men niet in een-twee-drie. De vorige regering heeft reeds stappen gezet om bij het CGVS 120 extra protection officers aan te werven. De covidcontext heeft de opleiding van de nieuwe medewerkers echter bemoeilijkt en bovendien werd het aantal interviews gelimiteerd door de beperkende maatregelen en door meer annulaties wegens ziekte of quarantaine van een van de betrokken personen, de verzoeker, de protection officer, de tolk, de advocaat en of de voogd.
Als één iemand ziek is en mogelijk covid heeft opgelopen, moeten wij uiteraard voorzichtig zijn.
Intussen is de output bij het commissariaat-generaal weer aan het toenemen. In februari heeft het commissariaat-generaal 1.577 beslissingen genomen, goed voor 1.853 personen. Het valt te verwachten dat die output de komende maanden nog zal toenemen, met als doel dat ook het commissariaat-generaal opnieuw achterstand zal kunnen wegwerken.
Ook naar de toekomst zal ik al het nodige in het werk stellen, door de verschillende instanties in de asielketen bijkomend te versterken, om de werkvoorraad binnen korte tijd weg te werken en die structureel voldoende laag te houden. Hiervoor zal ik spoedig een voorstel doen aan de ministerraad.
18.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, in de eerste plaats wil ik even een correctie doen. Ik heb de cijfers er even bijgenomen. 1.853 verzoekers om internationale bescherming ontvingen een beslissing en er waren 1.422 nieuwe aanvragen in februari. De achterstand wordt dus inderdaad ingelopen, stap voor stap.
Ik wens het u toe. Ik ben er ook in geslaagd. Dat was niet evident. U hebt die middelen ook. Ik hoop dat het nu wel zal lukken. Die asielachterstand is toch opmerkelijk, als men weet dat de instroom zeer laag is, reeds een hele tijd. Zelfs met corona zijn er nog steeds zoveel asielaanvragen in ons land. Dat is toch op zijn minst zeer opmerkelijk te noemen.
Ik weet niet of dat in Europees perspectief geplaatst is. Ik zal het komende weekend eens nagaan of het aantal asielaanvragen bij onze buurlanden ook hoog blijft, dan wel of dat alleen bij ons het geval is. Dat lijkt mij een interessante studie.
Alleszins, het is goed dat een aantal acties wordt genomen. Ik maak mij bijzonder veel zorgen over de achterstand van 10.000 dossiers. Het zal echter stap voor stap hopelijk verbeteren. Het moet echt een absolute prioriteit van uw beleid zijn om zo snel mogelijk de achterstand weg te werken. Dat kost immers tientallen miljoenen euro, vooral aan opvangkosten. In die zin hoop ik dat wij zo snel mogelijk weer onder 10.000 moeten geraken, misschien reeds over enkele maanden. Die 10.000 is toch een beetje een symboolgrens. Ik zag het, omdat ik elke maand de CGVS-cijfers bestudeer. Ik schrok ervan, daarom heb ik ook de vraag ingediend.
Ik kijk uit naar het actieplan dat u zult voorstellen aan de ministerraad. Ik zal het dan ook zien op vrijdagnamiddag in het persbericht van belgium.be. Ik kijk daar elke week reikhalzend naar uit.
L'incident est clos.
19 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De achterstand bij de RvV" (55015817C)
19 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les dossiers en retard au CCE" (55015817C)
19.01 Theo Francken (N-VA): Er is de achterstand bij de asieldiensten, maar er is ook de achterstand bij de RvV. Dat is al jaren een pijnpunt. Ik ben begonnen met een achterstand van 30.000 dossiers. Toen ik wegging, waren er dat nog ongeveer 20.000. Er is dan één derde ingelopen, maar het is wel nog steeds een achterstand van 20.000 dossiers. Dat is een getal om van omver te vallen, als men dit vertelt aan de man in de straat.
Wat is op dit moment de stand van zaken, per contentieux en per taalrol? Normaal wil ik u daar niet mee lastig vallen en kan ik dit in het jaarverslag zien, maar dat staat nog niet online. Ik weet niet wanneer dat zal komen.
Mijn tweede vraag is wanneer het jaarverslag 2020 zal verschijnen? Wat is uw actieplan? Wat zult u doen om de achterstand eindelijk weg te werken? Het is toch een echte blamage dat er een dergelijke grote achterstand is bij Justitie. Het gaat over een administratief rechtscollege en dat is pijnlijk.
19.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Francken, dank u voor uw vraag, die zeker bijzonder veel aandacht moet krijgen. De achterstand moet effectief verder worden weggewerkt.
De achterstand van de RvV heeft betrekking op dossiers van meer dan zes maanden, waar voor de ingediende beroepen nog geen eindarrest werd uitgesproken. De achterstand bij de Franstalige taalrol bedroeg eind 2020 8.887 dossiers in annulatiecontentieux en 337 dossiers in volle rechtsmacht. Voor de Nederlandstalige taalrol gaat het om 425 dossiers in annulatiecontentieux en 433 dossiers in volle rechtsmacht.
U hebt de cijfers gehoord. Ik vermoed dat u daar straks ook wel een opmerking over zult geven. Ik kan enkel vaststellen dat het verschil groot is.
Het jaarverslag 2020 zal eerstdaags op de website van de RvV gepubliceerd worden. Een specifieke datum heb ik niet, maar daar mag u zeer binnenkort op rekenen. Het is mijn duidelijke doelstelling om te streven naar kortere procedures. Ik zal hiervoor ook naar de ministerraad gaan om ook hier de nodige versterkingen te realiseren. Er zijn zeker nog hervormingen nodig om de RvV te versterken. Hierin is, naar mijn aanvoelen, de laatste jaren te weinig geïnvesteerd. We hebben sinds mijn aantreden een akkoord bereikt in de ministerraad over de mogelijkheid voor de RvV om elektronisch te communiceren met de procespartijen, wat essentieel is voor een modern en efficiënt functionerend rechtscollege.
Er werd ook een scenario uitgewerkt om in moeilijke omstandigheden zoals de coronamaatregelen van het voorbije jaar, die het aantal zittingen beperkte, in bepaalde dossiers te kunnen schakelen naar een schriftelijke procedure, zodat de achterstand niet onnodig oploopt. We zullen het aantal magistraten ook verder uitbreiden om een inhaalbeweging te maken in de achterstand. Een wetsontwerp is in voorbereiding.
19.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik zal het jaarverslag dan wel lezen als het online staat. Het zijn documenten die ik weleens graag lees. Dat hoort ook zo als parlementslid, om de regering en de administraties goed te kunnen controleren.
Als men alles samentelt gaat het om een achterstand van 10.000 dossiers. Ik vind het jammer te moeten vaststellen dat er ook een achterstand is van zo'n 800 dossiers in volle rechtsmacht. Het gaat hier om asieldossiers. Dat aantal moet zo snel mogelijk naar nul. Het is immers erg lastig dat dat ook tot opvangkosten leidt. Dat kost handenvol geld, zelfs als gaat het om een LOI, dat goedkoper is dan een collectief centrum. Het is sowieso heel duur.
In uw volgende onderhoud met de eerste voorzitter moet u toch het wegwerken van de achterstand benadrukken, prioritair in volle rechtsmacht. Annulaties zijn er nog steeds veel langs Franstalige kant. Dat is al jaren een probleem. Er zijn twee grote problemen en voor de RvV is die achterstand vooral aan Franstalige kant terug te vinden. Er is natuurlijk ook de eenheid van rechtspraak. Ik weet dat de eerste voorzitter van goede wil is en het echt goed meent. Dat is toch mijn indruk. Het blijft toch een harde noot om te kraken.
U zegt dat u meer magistraten wil aanwerven. Ik weet echt niet of u daarmee een goed signaal geeft. Ik denk dat er binnen de RvV voldoende magistraten zijn. Het zou beter zijn om eens een werklastmetinguit te voeren, zowel N als F, en de omkadering van de magistraten eens te bekijken.
Er zijn volgens mij echt voldoende magistraten. We hebben er al zoveel extra aangeworven. We hebben in de zomer nog over een wetsvoorstel moeten stemmen van voormalig minister De Block omdat ze vergeten was om het in te dienen. Dat moest dan nog via de PS en een amendement dat er totaal niets mee te maken had. Dat was echt beschamend. U hebt daar natuurlijk geen verantwoordelijkheid in.
Ik herhaal dat nog eens magistraten bijkomend aanwerven van het goede te veel is. Iedereen geeft toe dat er voldoende magistraten zijn binnen de RvV. Velen daarvan werken keihard. Er zijn er echter andere waar nog wat marge op zit, om het eufemistisch te formuleren. Focus u daarop in plaats van aan te werven. Vergeet niet dat die mensen voor het leven benoemd zijn en dat het de hoogste lonen en pensioenen zijn die we bij de overheid hebben. Ik zal uw wetsontwerp uiteraard lezen, maar de kans dat de N-VA het zal steunen is bijzonder klein als het inhoudt dat er nieuwe aanwervingen zullen volgen. We hebben het PS-voorstel betreffende de uitbreiding van het kader al goedgekeurd in de zomer. Tot daar.
Nu nog eens teruggrijpen naar het verhaal dat er extra rechters moeten worden benoemd, dat is iets waar ik het absoluut niet mee eens kan zijn.
Het incident is gesloten.
20 Question de Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La prise en compte de la vulnérabilité par l’Office des étrangers" (55015829C)
20 Vraag van Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het in aanmerking nemen van kwetsbaarheid door de Dienst Vreemdelingenzaken" (55015829C)
20.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur
le secrétaire d’État, dans votre note de politique générale vous avez affirmé
que la protection des personnes vulnérables était l’une de vos lignes de force.
L'article 1er, 12° de la loi du 15 décembre
1980 prévoit la définition des personnes vulnérables. Si ces catégories doivent
être prises en compte lors de l’examen d’une demande de protection
internationale par le CGRA, il n’en va pas nécessairement de même lors de
l’examen d’une demande de séjour par l’Office des étrangers.
Et en effet, selon plusieurs affaires
récemment médiatisées, il s’avère que l’Office des étrangers continue de
délivrer des ordres de quitter le territoire à des personnes âgées et/ou
gravement malades, sans que le médecin-conseil de l’Office des étrangers n’ait
pu effectuer une rencontre avec la personne concernée afin d’évaluer
correctement sa condition.
Ces menaces d’expulsions génèrent de
l’angoisse et un sentiment d’injustice dans le chef des personnes concernées
ainsi que leur familles. Reste bien sûr la possibilité d’une régularisation
9bis ou 9ter, cependant nous savons que cette procédure est coûteuse et
implique une grande insécurité juridique du fait de l’absence de critères
clairs de régularisation.
1.Que pensez-vous du fait que l’Office des
étrangers délivre des OQT à des personnes âgées en pleine pandémie?
Envisagez-vous de faire cesser cette pratique?
2.Estimez-vous que l’Office des étrangers
devrait tenir compte de la vulnérabilité dans toutes les décisions qu’il prend?
3.Seriez-vous favorable à une modification
de l'article 74/13 de la loi du 15 décembre 1980 en y rajoutant, dans les
éléments à prendre en considération par l'Office des étrangers, la prise en
compte de la vulnérabilité?
4.Des personnes âgées sont parfois détenues
en centres fermés alors que leur vulnérabilité est évidente. Que pensez-vous de
la détention de ces personnes? Vous avez dit vouloir instaurer un contrôle de
l’opportunité et de la proportionnalité de chaque détention, où en êtes-vous
dans ce projet?
Je vous remercie pour les réponses apportées
à ces questions.
20.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Moutquin, lorsque l'Office des étrangers prend une décision, il tient toujours compte de l'ensemble des éléments contenus dans le dossier administratif. Les dossiers sont analysés et traités au cas par cas en fonction des éléments spécifiques à chaque dossier, y compris la vulnérabilité ou l'âge de la personne concernée.
L'influence spécifique de la pandémie sur la situation médicale de chaque personne est également reprise dans l'analyse. Quand une personne âgée est maintenue en centre fermé, ce n'est qu'après que l'Office des étrangers a méticuleusement examiné la possibilité et l'opportunité du maintien. La détention des personnes doit être possible. On ne peut regarder un seul paramètre d'un dossier et décider sur cette base si une détention est justifiée ou pas.
Pendant le séjour en centre fermé, le service social assume, en collaboration avec le service médical, l'accompagnement psychologique et social de la personne concernée durant son séjour au centre et la prépare à son éloignement éventuel. J'ai visité les centres fermés et j'ai discuté avec les personnes qui s'occupent de l'accompagnement psychologique et social. Le jour où on pourra ressortir de chez nous, je vous invite à faire de même car il y a un travail social et psychologique remarquable dans les centres fermés et on ne le souligne pas assez. Le service social accompagne l'occupant en vue de veiller au respect de la décision prise quant à sa situation de séjour.
L'article 74/13 de la loi du 15 décembre 1980 transpose l'article d'une directive retour. Cet article stipule que lorsqu'ils mettent en œuvre la directive retour, les États membres doivent dûment tenir compte de l'intérêt supérieur de l'enfant, de la vie familiale et de l'état de santé et doivent respecter le principe de non-refoulement. En outre, l'Office des étrangers est tenu de respecter le principe de diligence en tant que principe général de bonne administration. Cette obligation est également soumise à l'examen du CCE. Dans ce sens, je ne vois pas pourquoi une modification de l'article 74/13 de la loi du 15 décembre 1980 serait nécessaire.
Comme mentionné dans ma note politique, nous travaillons sur un recours effectif dans lequel la légalité et l'opportunité de la détention peuvent être vérifiés par le juge. Cette question sera examinée plus avant dans le cadre des travaux sur le Code migratoire sur lequel nous travaillons déjà depuis des semaines et sur lequel nous travaillerons encore longuement pendant le reste de la législature.
20.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je ne vais pas me prononcer sur mes soirées ou sur mon respect des règles, contrairement à mon président. L'extinction de voix n'est pas du tout due à une soirée. Merci de vous en inquiéter!
J'ai bien entendu votre réponse et je vous en remercie. Le premier point est très important. Il s'agit du travail que vous préparez pour pouvoir se prononcer sur l'opportunité d'enfermement. Cela relève tout simplement de la logique.
Ma question sur la modification de la loi visait tout simplement à faire correspondre une pratique au niveau du CGRA et une pratique au niveau de l'Office des étrangers. Ceci dit, je trouve que, dans cette crise, de manière générale, au-delà des personnes migrantes, la question de l'âge est parfois utilisée quand cela nous arrange et oubliée quand cela nous arrange moins. On sait, par exemple, dans la stratégie de vaccination, que nous avons un certain caractère automatique en fonction de certains publics et de l'âge. Par contre, quand il s'agit d'enfermement et de délivrance d'ordres de quitter le territoire, l'âge est pris en compte de la même manière que toute une autre série de critères.
Je ne vous ai pas posé la question de ce dossier-là parce que je sais bien que vous n'allez pas vous prononcer sur des dossiers personnels, mais une personne de 78 ans est en centre fermé. Toute une série de questions se posent. Pourquoi, dans le cadre de la pandémie, reconnaît-on ces personnes comme des personnes à risque, mais pas spécialement dans un centre fermé? Que va-t-il advenir de cette personne une fois qu'elle est renvoyée? Dans quel pays va-t-elle être renvoyée? Comment la pandémie est-elle gérée dans ce pays pour ces personnes, etc.? Ces questions pourraient être prises en compte.
L'incident est clos.
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De vaccinaties in de asielcentra" (55015801C)
- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De vaccinatie van migranten" (55015830C)
- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De vaccinatie van mensen met een precair verblijfsstatuut" (55015832C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De vaccinatie van migranten" (55015870C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les vaccinations dans les centres d'accueil pour demandeurs d'asile" (55015801C)
- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La vaccination des personnes migrantes" (55015830C)
- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La vaccination des personnes en situation de séjour précaire" (55015832C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La vaccination des personnes migrantes" (55015870C)
21.01
Yoleen Van Camp (N-VA): In de
commissie voor Binnenlandse Zaken van dinsdag 9 maart vroeg ik aan u hoe de
vaccinaties in de open en gesloten asielcentra zullen verlopen. Ik citeer u:
“Een datum voor de vaccinatie kan ik momenteel nog niet geven. We wachten
momenteel op een beslissing van de taskforce Vaccinatie, zowel voor de bewoners
van de open en de gesloten centra als voor de personen in onwettig
verblijf."
In de commissie voor Gezondheid van
dinsdag 16 maart vroeg ik daarom aan uw collega, minister Vandenbroucke, hoe de
vaccinaties in de open en gesloten asielcentra zullen verlopen. Hij antwoordde
toen dat het IMC zich daar nog over moest buigen. Ondertussen heb ik begrepen
dat die besprekingen hebben plaats gevonden.
Wanneer zullen de open en gesloten
asielcentra aan de beurt zijn voor vaccinaties tegen corona?
Indien er bewoners zijn in de open en
gesloten centra die de vaccinatie weigeren, zal dit dan gevolgen hebben?
Hoe zullen die vaccinaties, bijvoorbeeld
in de gesloten centra, praktisch in zijn werk gaan? Zal er een team van
verpleegkundigen tot in de asielcentra komen om de vaccinaties toe te dienen of
dienen deze mensen zelf naar een vaccinatiecentrum te gaan?
Zijn er ondertussen al mensen uit de open
en gesloten centra gevaccineerd?
Wat met de grote groep van mensen die
illegaal in dit land verblijft? Hoe zal de vaccinatie bij hen verlopen?
Wat is de geraamde kostprijs voor alle
vaccinaties in de open en gesloten asielcentra?
21.02 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d’État, il y a quelques
semaines je vous questionnais sur la vaccination des personnes sans titre de
séjour, celles hébergées au sein des centres Fedasil ainsi que celles détenues
au sein des centres fermés. Dans votre réponse vous m’indiquiez votre volonté
d’inclure toutes les personnes résidant en Belgique dans le plan de
vaccination, tout en attendant les conclusions des experts afin de déterminer
quels groupes sont prioritaires et de quelles manières les vacciner.
Pouvez-vous nous donner des éléments
d’informations sur la campagne de vaccination prévue dans les centres Fedasil.
La vaccination y a-t-elle déjà débuté? Quel est le calendrier de vaccination
envisagé? Le personnel des centres sera-t-il inclus dans la campagne?
Concernant la situation dans les centres
fermés, une vaccination des résidents est-elle également envisagée? Si non,
pourquoi? Le personnel des centres fermés, en contact avec les personnes
détenues sera-t-il vacciné de manière prioritaire?
Dans un avis publié à la fin du mois de
février, le Conseil supérieur de la Santé considère à présent les personnes
sans-papiers comme “à risque” et donc prioritaires dans la campagne de
vaccination. Vu la précarité dans laquelle séjournent les personnes sans titre
de séjour ainsi que la difficulté évidente que constitue la détermination de
leur localisation, l’utilisation du vaccin monodose développé par Johnson &
Johnson est préconisé par les experts. La distribution de ce vaccin est prévue
pour avril en Belgique.
Est-il prévu de réserver un certain nombre
de doses spécifiquement pour le groupe à risque que représentent les personnes
sans titre de séjour?
La Task Force vaccination recommande
également de faire appel aux associations locales, aux maisons médicales ou aux
ONG de terrain, en contact avec ce public vulnérable, afin d’engager un maximum
de personnes sans-papiers en confiance dans la stratégie vaccinale.
Comptez-vous demander à ce que le personnel de ces structures soit également vacciné de manière prioritaire? Je vous remercie pour les réponses apportées à ces questions.
21.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, wij weten natuurlijk allemaal dat de vaccinatiecampagne die gestart is heel belangrijk is om uit deze gezondheidscrisis te geraken. Het vaccin beschermt niet alleen onszelf tegen ziekte, maar ook de mensen rondom ons. Ik lees dat meer dan 70 % van de bevolking gevaccineerd moet worden bij een vaccinatiedoeltreffendheid van 90 % om te kunnen spreken van groepsimmuniteit. Afhankelijk van de effectiviteit van het vaccin ligt het percentage van de bevolking dat gevaccineerd moet worden soms nog een pak hoger.
Het is daarom heel belangrijk dat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen zich te laten vaccineren, en dat zij zich ook effectief laten vaccineren. Daarom is het voor ons zeer belangrijk dat er speciale aandacht komt voor zogenaamde kwetsbare groepen. Binnen uw bevoegdheidsdomein, mijnheer de staatssecretaris, denk ik dan aan asielzoekers, vluchtelingen, mensen met een precair verblijfsstatuut, en mensen zonder wettig verblijf. Vooral wat die laatste groep betreft, kunnen wij alleen maar afgaan op schattingen van de aantallen, daar wij het werkelijke aantal per definitie niet kunnen kennen. Het is wel duidelijk dat het een omvangrijke groep is, die wij niet over het hoofd mogen zien bij de vaccinatiestrategie.
Ik kom tot mijn vragen.
Hoe zal de vaccinatie verlopen voor mensen in een lopende asielprocedure? Ook anderen hebben daar vragen over ingediend. Hoe zal de vaccinatie verlopen voor mensen zonder wettig verblijf? Is er een aantal vaccins voor deze groep gereserveerd? Is daar een aantal opgeplakt?
Hoe zal er rekening gehouden worden met het feit dat deze groep toch wel wantrouwig staat ten opzichte van officiële instanties? Kunnen die mensen naar de vaccinatiecentra geleid worden, of zal men via andere wegen proberen deze doelgroep te bereiken?
Kan er dan ook gebruik gemaakt worden van vaccins die slechts één prik nodig hebben, zodat deze mensen hun gegevens niet moeten laten registreren voor een vervolgprik. Als men hen twee keer moet bereiken, bemoeilijkt dat natuurlijk het proces. Het zou kunnen dat, als zij gegevens moeten achterlaten, zij daar niet toe geneigd zijn.
21.04 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, je serai bref, étant donné que Mme Platteau a très bien résumé l'ensemble des questions que je souhaitais aborder.
Tout d'abord, monsieur le secrétaire d'État, je souhaiterais recevoir un complément d'information à ma question du 9 mars sur la stratégie de vaccination dans les structures d'accueil. Disposez-vous de nouvelles informations quant à la méthode employée?
Ensuite, comme l'a indiqué Mme Platteau, l'interrogation porte aussi sur toutes les personnes qui, pour diverses raisons, ne sont pas reprises dans le réseau d'accueil. Comme nous le savons, la clef du succès contre le virus est la vaccination, qui doit être étendue au maximum de gens possible pour atteindre l'immunité collective. Ce ne sont pas les statuts qui contribuent à celle-ci, mais bien la population dans son ensemble – y compris donc tous ceux qui sont privés de statut sur notre territoire. Elle doit être la plus étendue possible pour protéger chacun d'entre nous.
Monsieur le secrétaire d'État, des mesures spécifiques sont-elles envisagées pour intégrer dans la stratégie de vaccination les personnes migrantes qui ne se trouvent pas encore – pour quelque raison que ce soit – dans le réseau d'accueil ou qui n'en feront pas partie? Vous savez que je me réfère en particulier à la situation des transmigrants à Waremme.
21.05 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, dank u voor de vragen. Deze week heeft de interministeriële conferentie Volksgezondheid na advies van de federale taskforce Vaccinaties beslist dat de collectieve opvangstructuren van Fedasil en de partners gevaccineerd zullen worden binnen fase 2, dus wanneer de algemene bevolking aan de beurt zal komen. De effectieve start is afhankelijk van de effectieve levering van de vaccins.
Les résidents sont vaccinés sur une base volontaire comme nous tous. L'accent sera mis sur la sensibilisation et un certain nombre de résidents âgés de plus de 65 ans ont déjà été appelés par les centres de vaccination.
Bewoners ouder dan 65 jaar en met een risicoprofiel zullen worden opgeroepen om zich te laten vaccineren via de vaccinatiecentra. De vaccinaties van de andere bewoners in de collectieve opvangstructuren zullen zoveel mogelijk doorgaan in de opvangcentra zelf en onder leiding van de medische diensten van deze opvangcentra. Het personeel en de bewoners van de gesloten centra zullen worden gevaccineerd als collectieve structuur binnen fase 2, dus ook wanneer de algemene bevolking aan de beurt komt.
Pour ces deux types de centres et en raison de la régularité de la rotation et des transferts, l'utilisation d'un vaccin à dose unique est bien évidemment recommandée.
Wat de vraag betreft over vaccinatie van personen die onwettig in ons land verblijven, zal de taskforce Vaccinatie in de nabije toekomst bepalen wat de beste manier is voor de vaccinatie.
Ik heb mij in de commissie al uitgesproken over het belang om iedereen te vaccineren, los van iemands verblijfstitel of het ontbreken van een verblijfstitel in dit land. De algemene volksgezondheid is daarbij immers gediend.
Er was ook nog een vraag die peilde naar de kostprijs van de vaccinatie. Dat zal afhangen van het soort vaccin dat zal worden gebruikt. Aangezien wij daarop voorlopig nog geen zicht hebben, is het onmogelijk een schatting van de kosten te maken.
Het is altijd goed dat vragen worden gesteld over de kostprijs van alles: van het terugkeerbeleid, het opvangbeleid, het asielbeleid, onze pensioenen en onze gezondheidszorg. Dat is altijd goed, zodat wij weten waarover wij spreken.
Ik moet wel bekennen dat toen ik de vraag las, het eerste wat ik dacht was dat naar mijn mening die vraag van alle mogelijke vragen de minst relevante is. Indien u mij immers vraagt wat de kostprijs is van een persoon die aan COVID-19 sterft, kan ik daarop heel gemakkelijk een antwoord geven, zonder diensten te moeten contacteren. Het antwoord is immers: onbetaalbaar. Iedere persoon die aan COVID-19 sterft, is een persoon te veel die sterft.
De kostprijs zal ik ooit wel kunnen geven op het moment waarop wij weten over welke vaccins het gaat. Ik geef u die dan graag mee op het moment waarop de vaccins komen.
Ik zal heel blij zijn te zien dat wij vooral iedereen hebben gevaccineerd en dat zo weinig mogelijk mensen besmet zijn met het covidvirus. Dat is immers de strijd die wij moeten aangaan.
De vraag was dus naar mijn mening enigszins luguber. Dat kan aan mij liggen. Het ligt niet per se aan de vraagsteller en dat meen ik oprecht. Het is echter wel belangrijk een en ander te benadrukken. Ik hoop dat wij de boodschap ook allemaal samen uitdragen dat wij het allemaal belangrijk vinden dat iedereen gevaccineerd geraakt en dat wij allemaal uit de pandemie geraken.
Wij moeten er uiteraard voor zorgen dat wij goedkope vaccins krijgen voor alles en iedereen, omdat wij ook aan onze portefeuille moeten denken. Los van de kostprijs zijn wij allemaal van mening dat iedereen die besmet geraakt en sterft door dat virus, een persoon te veel is. Dat is de strijd die wij samen moeten aangaan.
21.06 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
Het is mij niet geheel duidelijk wat er wordt bedoeld met "tegelijk in fase 2". Tegelijk zowel de algemene bevolking als de collectieve centra vaccineren, gaat natuurlijk niet. Het ene spoort voor het andere. Als de vaccins beschikbaar zijn, wordt dan eerst gewacht tot de volledige bevolking is gevaccineerd, en zijn dan de collectieve centra en asielcentra aan de beurt? Ik zie niet in hoe het in fase 2 kan samengaan. Een vaccin kan maar op één moment beschikbaar zijn en maar op één moment toegediend worden. Hoe gaat dat dan precies in zijn werk en wat is precies de timing daarvan?
Valt het personeel daar dan ook onder? Het lijkt mij relevant om personeelsleden die werkzaam zijn in een centrum met een collectieve structuur wel in een vroegere fase in te enten, maar ik weet niet of dat mogelijk is.
Over de illegalen had ik ook een vraag gesteld, maar u antwoordt dat de beste manier nog wordt gezocht. Daarop kom ik in een latere vergadering graag nog terug.
U hebt niet gezegd wat er gebeurt bij een weigering. U zegt, correct, dat wij iedereen moeten beschermen. Wie gevaccineerd is, vormt voor zichzelf geen gevaar meer, maar voor anderen mogelijk nog wel. Wat er bij een weigering gebeurt, is mij niet duidelijk, dus ook daarop kom ik graag later nog terug.
Tot slot, u zegt dat u de kosten de minst relevante vraag van al vindt, maar ik vind dat niet. Ik vind dat wij het recht hebben om die informatie op te vragen. U hebt een hele litanie afgestoken om te verklaren waarom u dat geen relevante zaken vindt. Wij merken dat u die cijfers elke keer maar wat wegmoffelt en dat u het er niet graag over hebt. Ik begrijp niet waarom. Ondertussen hebt u de cijfers ook niet vernoemd, dus ik zal ze met veel plezier schriftelijk opvragen, want ik vind die informatie wel heel belangrijk.
Als er hier effectief een fair asiel- en migratiebeleid wordt gevoerd, zoals u in antwoord op een vorige vraag zei, dan wordt er ingezet op mensen die echt steun nodig hebben. In mijn vraag heb ik duidelijk aangegeven dat wij met een populatie zitten waarbij meer dan twee op de drie personen in werkelijkheid helemaal geen asielzoeker blijkt te zijn. Meer dan twee derde van de personen die een aanvraag tot internationale bescherming indient, blijkt helemaal geen vluchteling te zijn en geen recht te hebben op internationale bescherming. In het licht van die cijfers vind ik het niet onbelangrijk om ons ook eens over de kosten te buigen. U verschilt daarover met mij van mening, waarvan akte.
21.07 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, je prends acte du fait que notre secrétaire d'État ne calcule pas sa politique migratoire et ne fait pas le rapport entre coût et vie de migrants. Je vous en remercie sincèrement. C'est peut-être le retour à une politique migratoire humaine.
Pour ce qui est du personnel, je suis en accord sur ce point-là avec l'oratrice précédente. Le personnel des centres de Fedasil, notamment, doit être rapidement protégé ne fût-ce que de la promiscuité vu la caractéristique de leur lieu de travail.
La dernière interrogation qui subsiste et il en a déjà été question dans cette commission, reste les cas des personnes sans-papiers estimés à 100 000 individus à Bruxelles soit 7 % de la population bruxelloise résidente. L'enjeu est fondamental et n'est pas évident. Je ne peux que vous encourager, même s'il est vrai que des contacts ont déjà été pris, à vous appuyer sur des structures et des associations locales. Médecins du Monde, par exemple, possède une expertise autour des problématiques du sans-abrisme et des personnes sans titre de séjour.
21.08 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Ik sluit mij aan bij mijn collega van Ecolo. Ik deel uw visie over de vaccinatiestrategie.
Ik onthoud dat de taskforce Vaccinatie nog werkt aan een strategie voor de mensen zonder wettig verblijf. Ik denk dat het heel belangrijk is om samen te werken met ngo's die de doelgroep heel goed kennen en die weten hoe men hen het best kan bereiken.
Dit is geen ideologische discussie. Dit vraagt een pragmatische aanpak. Het gaat over de gezondheid van ons allemaal. Het is belangrijk om de vaccinatiegraad in onze samenleving zo hoog mogelijk te krijgen, zodat we zo snel mogelijk ons oude leven kunnen hervatten.
Mevrouw Van Camp vroeg wat we gaan doen met asielzoekers die weigeren. We hebben vaccinatie niet verplicht gemaakt voor de gewone bevolking. Ik denk niet dat we andere regels moeten opleggen aan andere groepen. Ik denk dat men moet opletten om zulke zaken te suggereren.
21.09 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, avant tout, merci pour vos réponses.
En ce qui concerne les centres d'accueil de Fedasil mais aussi des partenaires, je plaide pour en faire vraiment une priorité tant pour les résidents que pour le personnel, car le personnel est véritablement dans un métier de première ligne, un métier de contact. Si, jusqu'à présent, la stratégie de gestion covid dans les structures d'accueil collectives est impressionnante d'efficacité, je plaide vraiment pour eux car, à un moment donné, cela génère véritablement un stress pour chaque travailleur de se rendre sur son lieu de travail avec la crainte d'être contaminé. En effet, ce virus invisible n'a pas de frontière et chacun craint de le ramener malheureusement auprès de ses proches.
Pour ce qui est de la vaccination des sans-papiers notamment, il faudra sans aucun doute mettre l'accent sur la communication. Myria, Unia ont attiré l'attention sur les difficultés de toucher ces personnes vulnérables parce qu'elles n'ont pas accès à la communication, parce qu'elles sont retranchées ou n'ont pas confiance. Il faudra vraiment travailler sur ce mode de communication.
Enfin, monsieur le secrétaire d'État, vous avez évidemment raison. La vaccination n'a pas de prix et je suis stupéfait par la question. On ne parle pas ici de luxe. On parle d'état de nécessité. Le vaccin doit être certainement un bien accessible à toutes et tous. Je n'en reviens pas! Comment peut-on opposer des personnes? Je n'ai pas de mots. D'ailleurs, mon groupe a déposé une proposition de résolution qui vise à faire du vaccin contre le covid-19 un bien public mondial. Je pense malheureusement savoir qui ne nous suivra pas sur cette voie. Je vous remercie, monsieur le secrétaire d'État.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 08.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.08 uur.