Commission des Affaires sociales, de l'Emploi et des Pensions

Commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen

 

du

 

Mardi 30 mars 2021

 

Après-midi

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 30 maart 2021

 

Namiddag

 

______

 

 


Le développement des questions commence à 14 h 51. La réunion est présidée par Mme Marie-Colline Leroy.

De behandeling van de vragen vangt aan om 14.51 uur. De vergadering wordt voorgezeten door mevrouw Marie-Colline Leroy.

 

Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.

De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.

 

01 Overbruggingsrecht: actualiteitsdebat en toegevoegde vragen van

- Evita Willaert aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het overbruggingsrecht voor zelfstandigen in geval van de zorg voor een kind en van thuisonderwijs" (55012980C)

- Anja Vanrobaeys aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het overbruggingsrecht wegens de zorg voor kinderen" (55012983C)

- Gilles Vanden Burre aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De steunmaatregelen voor de zelfstandigen en de uitbetaling van het overbruggingsrecht" (55013847C)

- Anja Vanrobaeys aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het overbruggingsrecht tijdens de verlengde paasvakantie" (55015874C)

- Nadia Moscufo aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De uitbetalingstermijn voor het (dubbele) overbruggingsrecht" (55015945C)

- Marie-Colline Leroy aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De zelfstandigen in bijberoep in het kader van het overbruggingsrecht" (55016075C)

- Tania De Jonge aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De steunmaatregelen voor zelfstandigen" (55016087C)

01 Droit passerelle: débat d'actualité et questions jointes de

- Evita Willaert à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le droit passerelle pour indépendants pour prendre soin d'un enfant et en cas d'enseignement à distance" (55012980C)

- Anja Vanrobaeys à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le droit passerelle pour la garde d'enfants" (55012983C)

- Gilles Vanden Burre à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le soutien aux indépendants et le paiement du droit passerelle" (55013847C)

- Anja Vanrobaeys à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le droit passerelle pendant les vacances de Pâques prolongées" (55015874C)

- Nadia Moscufo à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le délai de paiement du (double) droit passerelle" (55015945C)

- Marie-Colline Leroy à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La situation des indépendants à titre complémentaire dans le cadre du droit passerelle" (55016075C)

- Tania De Jonge à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les mesures de soutien aux indépendants" (55016087C)

 

01.01  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, ik heb een behoorlijk specifieke vraag, meer bepaald over het overbruggingsrecht voor zelfstandigen in geval van zorg voor hun kind en thuisonderwijs. Ik zou ze graag even willen toelichten, net omdat het zulke specifieke vraag is.

 

Ook die maatregel werd verlengd tot eind juni 2021. Het is het equivalent van een maatregel die wij voor de werknemers kennen, zijnde het recht op tijdelijke werkloosheid in een aantal gevallen, zoals in geval van sluiting van de school, de crèche of een instelling of in geval van thuisonderwijs.

 

Voor zelfstandigen kennen wij een equivalent via het overbruggingsrecht. Zelfstandigen komen daar echter niet voor in aanmerking als ze hun zelfstandige activiteit van thuis uit kunnen organiseren.

 

Dat staat in contrast met de regeling tijdelijke werkloosheid voor werknemers, die voor dezelfde reden werd uitgewerkt en waarnaar ik daarnet verwees. Die regeling geldt wel voor wie aan telewerk doet en in die situatie belandt. Dus ook als telewerk mogelijk is, maar de betrokkene er moet zijn om voor een kind te zorgen of een kind bij te staan bij thuisonderwijs, kan hij of zij het recht op tijdelijke werkloosheid gebruiken.

 

Voor zelfstandigen is dat anders. Zij trekken daarover aan de alarmbel. Zij vragen zich terecht af hoe zij tegelijkertijd moeten werken en leerkrachtassistent zijn. Er komen echt noodkreten tot bij ons van mensen die het niet meer trekken.

 

Ik heb dan ook de hiernavolgende vragen.

 

Ten eerste, wat is de stand van zaken aangaande het opnemen van het crisisoverbruggingsrecht bij quarantaine of bij zorg voor een kind? Hoeveel aanvragen werden gedaan en hoeveel werden geweigerd of goedgekeurd?

 

Hebt u ook, meer specifiek over de redenen, cijfers van het aantal aanvragen bij quarantaine van het kind, van het aantal bij een kind dat afstandsonderwijs moet volgen en het aantal gevallen van kinderopvang bij sluiting van de school? Mijnheer de minister, indien u die cijfers zou hebben, kreeg ik ze graag opgesplitst.

 

Ten tweede, wat zijn de belangrijkste redenen voor een weigering? Indien de aanvraag wegens thuisonderwijs wordt geweigerd, wat zijn dan de belangrijkste redenen?

 

Ten derde heb ik een fundamentele vraag. Erkent u dat het problematisch is dat een zelfstandige niet in aanmerking komt als de zelfstandige activiteit van thuis uit kan worden georganiseerd, maar de zelfstandige het kind moet begeleiden bij thuisonderwijs? Op welke manier wordt daarvan een beoordeling gemaakt? Hoe wordt dus ingeschat dat het een activiteit betreft die ook van thuis uit kan worden georganiseerd? Wat zijn de criteria?

 

Mijnheer de minister, bent u bereid het probleem te remediëren en de situatie bijgevolg recht te trekken in vergelijking met de werknemers die bij telewerk wel gebruik kunnen maken van de tijdelijke werkloosheid? Dit leek ons een discriminatie van zelfstandigen. Ik weet niet goed waarom er een verschil wordt gemaakt.

 

Mijnheer de minister, wat is uw mening ter zake? Bent u bereid de situatie recht te trekken?

 

01.02  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, ook ik heb specifieke vragen. Ik ga ervan uit dat het overbruggingsrecht tot 30 juni werd verlengd.

 

Daarbij heb ik twee specifieke vragen.

 

De eerste betreft de ondersteuning van zelfstandigen tijdens de verlengde paasvakantie. Ik wil het niet meer hebben over de chaos van vorige week. Zij genieten in elk geval het overbruggingsrecht wanneer scholen sluiten, alleen zijn in Vlaanderen niet alle kleuterscholen gesloten en de crèches evenmin. Wel is er een oproep van de koepels en van Kind en Gezin om peuters en kleuters de komende drie weken thuis te houden. Daarnaast voorzien lokale overheden wel in noodopvang, maar die zit soms al vol en is echt beperkt tot mensen met een essentieel beroep. Niet iedereen kan terecht in de noodopvang. Ondertussen werd de tijdelijke werkloosheid zo aangepast dat mensen toch ondersteuning krijgen om de komende drie weken voor hun kinderen te zorgen. Wordt die lijn ook doorgetrokken naar de zelfstandigen, ook voor de geannuleerde paaskampen waarop de mensen rekenden om voort te kunnen?

 

Mijn tweede vraag sluit aan bij de vraag van collega Willaert. Er zijn inderdaad zelfstandige freelancers die thuiswerken, maar die wel de druk kennen van hun werk en van de deadlines die ze moeten respecteren, en die dat nu moeten combineren met afstandsonderwijs. Ze zitten nu ook in dezelfde situatie in de verlengde paasvakantie, wat een enorme druk op die mensen legt, zeker wanneer het alleenstaande ouders betreft. Is er voor thuiswerkende freelancers geen mogelijkheid om hen te ondersteunen bij het afstandsonderwijs van hun kinderen of om die kinderen op te vangen tijdens schoolsluitingen of in quarantaineperiodes?

 

01.03  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, ma question date de plusieurs semaines. Elle portait initialement sur le paiement du droit passerelle par rapport à la fin de l'année dernière et au début de cette année. Je vous demandais s'il y avait encore des retards par rapport aux mois d'octobre, novembre, décembre 2020, et aussi par rapport à janvier 2021. Si vous avez aussi les chiffres de février 2021, ce serait bien.

 

Nous en avons déjà débattu ici: certains secteurs se plaignaient de retards. Vous savez comme moi que le moindre retard dans cette allocation de survie pour les indépendants peut occasionner de très grandes difficultés pour les indépendants et les indépendantes qui en bénéficient.

 

Par ailleurs, j'ajoute un élément, parce que j'imagine que vous allez répondre en fonction des décisions du Comité de concertation de la semaine dernière. De nombreuses questions se posent par rapport aux commerces non essentiels qui vont soit fermer, soit rester ouverts sur la base d'un rendez-vous.

 

J'ai repris la dernière dépêche vue ce matin. Vous y précisez certaines choses par rapport aux commerces non essentiels qui sont actuellement en capacité d'ouvrir sur rendez-vous. Pour mars et avril, ils n'auraient pas accès au double droit passerelle, mais bien au droit passerelle simple s'ils peuvent démontrer une perte de chiffre d'affaires de 40 %.

 

Monsieur le ministre, pourriez-vous clarifier les choses par rapport au mois de mars et au mois d'avril?

 

Vous précisez à un moment donné que, pour avoir accès à ce double droit passerelle, ces commerces non essentiels doivent pouvoir démontrer qu'ils doivent fermer de manière obligatoire.

 

Monsieur le ministre, quelles sont les preuves ou les types de documents concrets qui pourraient être présentés? Énormément de questions se posent en fonction des différents secteurs.

 

Je ne suis pas là pour faire des prévisions, et je n'en sais rien. Mais si, par exemple, d'ici la fin du mois d'avril ou avant le 1er mai, il y avait une réouverture, comment cela sera-t-il pris en compte? Pouvez-vous préciser tout cela? De nombreuses questions se posent sur le terrain. Je vous remercie d'avance pour vos réponses.

 

01.04  Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Le Codeco du 24 mars a été sans pitié. Notamment pour les indépendants, à qui nous promettons sans cesse, mais que nous décevons constamment depuis maintenant 1 an. Inutile de revenir là-dessus, car la situation sanitaire dramatique nous impose de prendre des mesures d’exception. Il est donc primordial, que les indépendants qui ne peuvent plus ou qu’en partie exercer leur métier puissent avoir pleinement accès au droit passerelle.

 

Cependant, Monsieur le Ministre, c’est là que ça coince. Les indépendants à titre complémentaire peuvent certes accéder au droit passerelle partielle de crise mais, à des conditions encore trop strictes compte tenu de la situation actuelle. Si ces indépendants à titre complémentaire ont payé des cotisations calculées sur un revenu de référence en N-3 inférieur à 7.021,29 euro, ils ne peuvent en bénéficier pour les mois d’interruption ou de réduction de leur activité. Pourtant, nombre d’entre eux a besoin de cette activité supplémentaire pour vivre et arrondir les fins de mois. Depuis 1 an, nous leur disons coûte que coûte de "tenir le coup", mais ça aujourd’hui, ce n’est plus possible, financièrement pour eux, et moralement pour nous.

 

Envisagez-vous de faire une proposition pour les indépendants à titre complémentaires concernés?

 

Quelle solution trouver pour ceux qui aujourd’hui sont censés exercer à mi-temps cette activité, mais qui ne peuvent y accéder?

 

01.05  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de minister, op het Overlegcomité van 24 maart namen de verschillende regeringen van dit land opnieuw strengere maatregelen om de derde golf van de covidpandemie in de kiem te smoren. Er werd onder meer beslist de lagere en middelbare scholen in de week voor de paasvakantie te sluiten en het winkelen in niet-essentiële winkels enkel op afspraak toe te laten.

 

Wij weten inmiddels dat een exponentiële groei van het aantal besmettingen enkel te stoppen is wanneer het aantal contacten tussen mensen drastisch beperkt wordt. Wij steunen dan ook die maatregelen.

 

Tegelijkertijd moeten wij ook aandacht hebben voor de impact die deze nieuwe maatregelen hebben op onder meer onze ondernemers en zelfstandigen.

 

Mijnheer de minister, ik heb twee concrete vragen voor u.

 

U kondigde aan dat zelfstandigen een beroep kunnen doen op het overbruggingsrecht wanneer zij deze week hun zaak niet kunnen runnen omdat zij hun kinderen moeten opvangen. Wat zijn precies de modaliteiten en de voorwaarden?

 

Ook bevestigde u dat de niet-medische contactberoepen, zoals uitbaters van schoonheidsalons en kappers, voor maart en april een beroep kunnen doen op het dubbele overbruggingsrecht, net als de reisbureaus voor april. Het enkelvoudige overbruggingsrecht zou gelden voor bedrijven die goederen kunnen blijven verkopen op afspraak, waaronder de niet-essentiële winkels, als zij een omzetverlies van minstens 40 % kunnen aantonen.

 

Graag krijg ik de precieze criteria daarvoor. Op welke termijn zal dat overbruggingsrecht betaald worden? Afgaand op de cijfers van het voorbije weekend zal dat immers nodig zijn.

 

01.06  Nahima Lanjri (CD&V): Mevrouw de voorzitster, ik wil mij bij dit actualiteitsdebat aansluiten met twee vragen over het overbruggingsrecht.

 

De aangekondigde maatregel is op zich goed te verdedigen. Ook zelfstandigen hebben recht op een uitkering wanneer zij geen opvang hebben tijdens deze extra lesvrije week en tijdens de paasvakantie, zoals ik vandaag in uw persbericht lees, wanneer kampen worden afgelast of minder kinderen kunnen deelnemen.

 

Die maatregel geldt nu echter per week, per zeven dagen, terwijl zelfstandigen soms maar twee of drie dagen nodig hebben omdat bijvoorbeeld de ene ouder werknemer is en de andere zelfstandige en ze elk twee dagen nemen. Waarom kan het niet per dag?

 

Vandaag zou het gaan om een bedrag van 403 euro per week voor zelfstandigen met gezinslast, of 322 euro zonder gezinslast. Ik heb dat omgerekend. Als men dat per dag zou kunnen nemen, zou het 80 euro per dag zijn met gezinslast en 64,6 euro zonder gezinslast. Het lijkt mij veel beter om zelfstandigen niet te verplichten een hele week te nemen als ze maar een paar dagen nodig hebben. Daarnaast wil ik ook vragen of deze maatregel geldt tot eind juni of enkel tot en met de paasvakantie.

 

Een meer algemene vraag betreft het dubbele en het enkelvoudige overbruggingsrecht. Ook voor mij is het niet meer helemaal duidelijk of de maatregelen die nu genomen zijn tot eind juni gelden, zoals ik heb gehoord. In uw persbericht van vandaag hebt u het echter over maart en april 2021. Dat is heel verwarrend. Voor welke periode gelden de beslissingen die op 25 maart zijn gepubliceerd? Is dat tot eind juni?

 

U zegt dat wie onmogelijk op afspraak kan werken en dus besluit om de winkel te sluiten en enkel met click and collect te werken, dubbel overbruggingsrecht zal krijgen. Wie kan dat beslissen? Kan men voor zichzelf uitmaken dat men niet kan opendoen en op afspraak zal werken? Op die manier kan een winkel, misschien zelfs van dezelfde keten, met click and collect werken en dus dubbel overbruggingsrecht krijgen, terwijl de andere op afspraak werkt en enkel overbruggingsrecht krijgt als hij omzetverlies lijdt. Dat is een heel verschillende situatie voor twee dezelfde winkels en dat vind ik heel raar.

 

01.07  Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de minister, ook wij hebben enkele vragen over het overbruggingsrecht. Vorige week kregen niet alleen heel wat contactberoepen maar ook de zogenaamde niet-essentiële winkels – dat blijft een vreemd onderscheid – als het ware een natte dweil in het gezicht: ofwel moesten ze werken op afspraak, ofwel met click and collect. In de praktijk komt dat erop neer dat ze in een jaar waarin velen onder hen het al heel moeilijk hebben gehad, opnieuw extra kosten moeten maken om een lagere omzet te draaien. Hoe men het ook draait of keert, het voorbije weekend heeft aangetoond dat het in veel handelszaken geen vetpot is, wel integendeel.

 

Ook communicatief is er een janboel van gemaakt. Vorige week hebt u nog verklaard dat het dubbele overbruggingsrecht ook zou bestaan voor winkels die niet moeten sluiten maar op afspraak moeten werken. Daar is natuurlijk iets voor te zeggen want de omzet daalt ook bij hen door de hogere drempel als ze op afspraak moeten werken. Gisteren kregen ze dan een ander bericht: wie op afspraak werkt, bleek dan toch geen aanspraak te kunnen maken op dat dubbel overbruggingsrecht. Dat was de tweede natte dweil in zes dagen tijd.

 

Nochtans weten we dat de omzet de voorbije dagen een diepe duik heeft gemaakt. Veel handelaars hebben me in het weekend gezegd dat ze zich afvragen waarom ze nog verder zouden werken. Velen zijn gewoon open omdat ook hun concurrenten nog open zijn. Anders hadden ze de deuren allang gesloten. Het heeft geen zin om voort te werken als de omzet daalt tot 15 of 20 % van wat normaal is, ook al omdat men extra kosten moet maken en extra personeel moet inzetten om alles in goede coronabanen te leiden. Zo gaat men niet met mensen om, mijnheer de minister.

 

Er is ook hoe langer hoe minder samenhang tussen de verschillende maatregelen.

 

Ten eerste, waarom kunnen winkeliers voortaan niet langer aanspraak maken op het dubbele overbruggingsrecht, hoewel zij hun omzet wel degelijk een diepe duik hebben zien maken?

 

Ten tweede, hoe komt het dat het geweer op vijf dagen tijd van schouder werd veranderd? Is het omdat de omzetten zo laag zijn en u meende ze nog wat meer de dieperik in te moeten duwen?

 

Ik begrijp het niet goed. De samenhang in de steunmaatregelen is volledig zoek. Graag kreeg ik een antwoord op mijn twee vragen.

 

La présidente: Chers collègues, essayez de ne pas dépasser les deux minutes! Vous en êtes chaque fois à trois minutes. Je mesure l'importance des questions et du sujet mais, de cette façon, nous aurons plus de temps pour le débat.

 

01.08  Christophe Bombled (MR): Madame la présidente, monsieur le ministre, suite au dernier Comité de concertation, des commerces ont dû à nouveau être fermés. Il est primordial que les indépendants continuent à être soutenus, notamment via le droit passerelle, qu'il soit simple ou double. Des secteurs doivent obligatoirement être fermés alors que d'autres peuvent ouvrir sur rendez-vous. Pour ces secteurs, que l'on qualifie souvent de non essentiels, même si cette appellation peut parfois interpeller, travailler par le biais d'un rendez-vous préalable peut s'avérer impossible.

 

Monsieur le ministre, ces indépendants pourront-ils, dans le cas où ils sont dans l'impossibilité de fonctionner sur rendez-vous, bénéficier du double droit passerelle de crise, étant donné qu'ils resteront fermés? Si oui, pour quels mois auront-ils droit à cette mesure d'aide?

 

La présidente: Merci, monsieur Bombled, pour votre concision.

 

01.09  Catherine Fonck (cdH): Madame la présidente, monsieur le ministre, je serai très claire. Je plaide haut et fort pour que vous reveniez à ce que vous aviez annoncé la semaine dernière, à savoir "un double droit passerelle conformément à la loi, y compris pour les entreprises et associations offrant des biens aux consommateurs fermées au public, mais pouvant poursuivre leurs activités au moyen de livraisons ou d'un système de rendez-vous". Ce sont vos mots!

 

Quand on est ministre, on ne fait pas de fausses promesses pour enrober les décisions relatives aux fermetures et au confinement de la semaine dernière. On assume et après, on les concrétise! C'est totalement inaudible pour les indépendants. À la vue des ventes de ces premiers jours, l'Union des Classes Moyennes (UCM) et le Syndicat Neutre pour Indépendants (SNI) indiquent que le chiffre d'affaires est en baisse de 80 à 90 %. D'ailleurs, il serait illogique que vous ne puissiez poursuivre ce double droit passerelle puisque l'horeca peut en disposer même s'il pratique le take away, et c'est une bonne chose.

 

Il serait dès lors logique que les commerces non essentiels aient droit à ce double droit passerelle et non pas uniquement pour le mois à venir, mais pour la suite aussi. Ce matin, j'ai été choquée d'entendre que la secrétaire d'État De Bleeker annonçait qu'il n'en serait pas ainsi alors que les indépendants sont laminés et que vous aviez pris un engagement au nom du gouvernement. Je vous le demande très clairement: maintenez ce droit passerelle, y compris lorsqu'il est possible d'assurer le commerce sur la base de rendez-vous! Cela ne donne absolument pas la même situation. Leurs pertes de chiffre d'affaires sont massives!

 

01.10  David Clarinval, ministre: Madame la présidente, je vais tenter de répondre en regroupant les questions en plusieurs chapitres.

 

Ik begin met de maatregelen voor het overbruggingsrecht met betrekking tot het quarantaineverlof, voor de opvang van een kind of quarantaine. Door de beslissing van het Overlegcomité van 24 maart om de lagere en middelbare scholen te sluiten van 29 maart tot 2 april, zullen zelfstandigen gebruik kunnen maken van het overbruggingsrecht voor de onderbreking van hun activiteiten om hun kinderen op te vangen. Deze zelfstandigen zullen voor deze vijf dagen recht hebben op een volledige uitkering van 322,92 euro zonder gezinslast of 403,43 euro met gezinslast. Dat geldt ook voor de zelfstandigen met kinderen in de kleuterschool of in de kinderopvang die ondanks het feit dat deze openblijven, beslist hebben om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de regering om hun kinderen thuis te houden.

 

Ter herinnering, de zelfstandigen moeten hun activiteit volledig stopzetten gedurende deze periode van onderbreking. Ze kunnen geen aanspraak maken op de financiële uitkering als ze arbeidsongeschikt zijn of nog de mogelijkheid hebben om hun activiteit thuis uit te oefenen.

 

Het gaat om een socialebeschermingsmaatregel om een vervangingsinkomen toe te kennen ingeval van een gedwongen onderbreking van de activiteit om een kind op te vangen dat niet naar school kan door quarantaine, isolatie of sluiting van de scholen.

 

Telewerkende zelfstandigen die hun activiteit normaal van thuis uit organiseren, moeten deze volledige en werkelijke onderbreking van hun activiteit omstandig motiveren in hun aanvraag. Het feit dat de activiteit van thuis uit georganiseerd kan worden, vormt dus geen hindernis voor de toekenning van de uitkering, maar vereist een precieze toelichting die de volledige onderbreking van de activiteit aantoont.

 

Naar het voorbeeld van de werknemers zullen de zelfstandigen die, door een volledige of gedeeltelijke annulering van een vakantiekamp of een georganiseerde buitenschoolse opvang, tijdens de paasvakantie een inwonend, minderjarig kind opvangen, bovendien een beroep kunnen doen op het crisisoverbruggingsrecht voor de dagen van opvang. In dat geval zal de uitkering ook 403,53 euro per week van zeven kalenderdagen bedragen voor personen met gezinslast of 322,92 euro voor personen zonder gezinslast.

 

Wat de gevraagde cijfers betreft, kan ik u schriftelijk een tabel bezorgen met de verdeling per maand, tot 9 januari 2021, van het aantal zelfstandigen dat de tijdelijke maatregelen van het overbruggingsrecht voor quarantaine genoten heeft en van diegenen die de maatregelen voor de sluiting van een school of een crèche genoten hebben.

 

Donc, je propose de transmettre ce tableau, madame la présidente, afin que tous ces chiffres soient transmis à l'ensemble des députés.

 

Deze cijfers moeten als voorlopig worden beschouwd.

 

Op basis van deze tabel stel ik vast dat het merendeel van de aanvragen betrekking heeft op de tijdelijke maatregel van het overbruggingsrecht voor quarantaine en dit vooral in oktober en november, wat logisch is gelet op de evolutie van de sanitaire situatie tijdens die tweede maanden, de tweede lockdown.

 

In verband met de vermelde vertragingen in de betalingen van het crisisoverbruggingsrecht wil ik eerst benadrukken dat mijn administratie en de socialeverzekeringsfondsen een kolossaal werk leveren om de zelfstandigen op tijd te betalen. Voor zover ik weet, verloopt de behandeling en de betaling van de verschillende vormen en tijdelijke crisismaatregelen van het overbruggingsrecht door de socialeverzekeringsfondsen normaal.

 

Ik werd niet op de hoogte gebracht van structurele en actuele vertragingen in de betalingen van het crisisoverbruggingsrecht.

 

Zoals u weet, hecht ik veel belang aan het feit dat de uitkeringen op tijd worden betaald. Ik sluit evenwel niet uit dat er in een minderheid van de dossiers een vertraging van de betalingen is. Het gaat vooral om die dossiers waarvoor de financiële uitkering niet werd betaald binnen de 15 dagen van de maand die volgt op de maand waarin de aanvraag werd ingediend. Dat is vaak te wijten aan het feit dat deze dossiers onvolledig zijn of omdat bijkomende certificaten nodig zijn voor de socialeverzekeringsfondsen.

 

Par ailleurs, pour ce qui concerne les cas particuliers auxquels il est fait référence ici, je vous invite à les soumettre à mon administration, qui les examinera et reviendra, le cas échéant, vers la caisse d'assurances sociales et/ou le travailleur concerné(e). Sur ce point également, je rappelle que le droit passerelle est un revenu de remplacement et qu'il n'est donc pas destiné à couvrir les frais fixes. Les aides économiques permettant de couvrir les frais fixes des travailleurs indépendants relèvent de la compétence des Régions.

 

J'en viens à présent au droit passerelle de crise pour les magasins non essentiels et les métiers de contact. L'évolution de la situation exigeant des mesures pour ralentir la propagation du virus, le Comité de concertation a adopté le 24 mars dernier de nouvelles mesures affectant, entre autres, les métiers de contact et les commerces non essentiels.

 

Je confirme que ceux qui sont dans l'obligation de cesser leurs activités pourront bénéficier du double droit passerelle de crise, à savoir les métiers de contact - instituts de beauté, instituts de pédicure non médicale, salons de manucure, salons de massage, salons de coiffure, barbiers, ainsi que les studios de tatouage et de piercing - qui sont obligés de fermer leurs portes. Ces personnes auront droit au double droit passerelle pour les mois de mars et avril. Pour les mois qui suivent, nous verrons en fonction des décisions des comités de concertation. Il est impossible aujourd'hui de prévoir au-delà du mois d'avril.

 

Les agences de voyages. Vu l'interdiction des voyages non essentiels, les agences de voyages auront également droit au double droit passerelle, comme elles y ont eu droit pour le mois de mars. Pour le mois de mai, la situation sera réévaluée en fonction des décisions du Comité de concertation.

 

Voici pour ce qui concerne les magasins dits "non essentiels": contrairement à ce qui était prévu dans la notification initiale de l'OCC, l'arrêté ministériel publié le 25 mars dernier considère que les entreprises et associations offrant des biens au consommateur sont ouvertes, mais ne peuvent poursuivre leur activité qu'au moyen d'un système de commande et de collecte (click and collect), de livraison ou de rendez-vous.

 

Si les entreprises et associations utilisent ce système de rendez-vous, elles doivent être en mesure de démontrer une perte du chiffre d'affaires d'au moins 40 % pour bénéficier du droit passerelle de crise simple. Néanmoins, je me rends bien compte que la mise en œuvre de ces mesures n'est pas du tout évidente et que, pour certains magasins, le système sur rendez-vous n'est pas une solution applicable en pratique. Dès lors, s'il s'avère impossible pour une entreprise ou une association de travailler sur rendez-vous et qu'elle doit cesser ses activités ou qu'elle ne peut travailler que par le biais du click & collect ou de la livraison, elle a droit au double droit passerelle pour les mois de mars et avril.

 

Pour y accéder, elle devra fournir les preuves justifiant l'impossibilité d'ouvrir sur rendez-vous à sa caisse d'assurances sociales en fournissant un formulaire de déclaration sur l'honneur entre autres. À cet égard, j'insiste sur le fait qu'il est, pour moi, primordial de soutenir les indépendants en veillant aux spécificités de leur situation respective.

 

Enfin, en ce qui concerne les travailleurs indépendants complémentaires qui payent des cotisations provisoires sur la base d'un revenu supérieur au seuil de 7 021 euros, madame Leroy, comme vous l'indiquiez, en effet, dans votre question, les indépendants à titre complémentaire qui payent des cotisations calculées sur un revenu de référence en N-3, inférieur à 7 000 euros, ne peuvent pas bénéficier du droit passerelle de crise. En tout cas, si l'indépendant à titre complémentaire estime qu'il aura, en 2021, un revenu plus élevé que son revenu de référence d'il y a trois ans, il peut toujours introduire une demande de droit passerelle de crise auprès de sa caisse. Le cas échéant, la prestation sera payée au moment où le fisc communique les chiffres définitifs pour 2021 à l'INASTI.

 

Voilà, madame la présidente, les réponses les plus pointues aux nombreuses questions qui m'ont été posées.

 

01.11  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, bedankt voor de duidelijkheid voor de komende weken, zowel over de sluiting van de kampen als die van de scholen of crèches die aangegeven hebben dat ze liever niet hebben dat de kinderen komen. Er is een gelijkschakeling met de regeling voor werknemers. Het is goed om dat te vernemen en dat bevestigd te zien.

 

In verband met het thuis kunnen uitvoeren van de activiteit, ik begrijp de situatie, omdat zelfstandigen hun eigen baas zijn. We kennen de cijfers van misbruik. We moeten dus alert zijn en misbruik zoveel mogelijk voorkomen. Ik vraag mij echter wel af wat ik mij moet voorstellen bij zo'n precieze toelichting bij een omstandige motivering van de onderbreking. Ik veronderstel dat het feit dat een kind thuis is, dat men ervoor moet zorgen en in thuisonderwijs moet voorzien op zich voldoende is. Waarom moet dat dan nog eens extra gemotiveerd worden?

 

Ik verwijs ook naar de vraag van collega Lanjri over het aantal dagen. Meteen zeven dagen nemen, is voor een zelfstandige wel moeilijk, want dan moet men zeven dagen stoppen, terwijl het evengoed minder zou kunnen zijn.

 

Hoe omstandig moet de toelichting zijn? Naar welke elementen is men precies op zoek? Mij lijkt het feit dat het kind thuis is voldoende om het toe te staan. Ik kijk ook uit naar de tabel die u ons beloofd hebt, mijnheer de minister.

 

01.12  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Mijnheer de minister, ik dank u voor de duidelijkheid.

 

U bevestigde dat ook zelfstandigen in de komende weken op het overbruggingsrecht kunnen rekenen om hun kinderen op te vangen. Los van het statuut wordt iedereen immers met dezelfde problemen geconfronteerd.

 

Ik ben tevreden dat ook mensen die zelfstandig zijn of thuis freelancen recht hebben op een overbruggingsrecht. Tevens snap ik dat men grendels voorziet, want het is uiteraard moeilijk om bij de mensen thuis te gaan controleren op misbruik. Welke motivering dient men hiervoor echter te geven? Volstaat het dat het kind thuis is of moeten ook bijkomende elementen worden aangetoond?

 

Uit getuigenissen die ik hoorde, blijkt dat de druk het hoogst is wanneer mensen instaan voor de opvang van kinderen met een handicap of wanneer zij kinderen met een leer- of ontwikkelingsstoornis begeleiden. Ik heb straks ook een vraag over de terugbetaling van het bezoek aan een psycholoog maar als we de werkdruk voor deze mensen hier kunnen verlichten, dan kunnen we zo'n bezoek wellicht vermijden.

 

01.13  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Le groupe Ecolo-Groen est préoccupé et mobilisé pour mettre en place le maximum de soutien possible pour nos indépendants. Nous nous rejoignons sur ce point.

 

Vous avez clarifié les choses, ce qui était nécessaire. Je sais que la mise en œuvre n'est pas évidente au niveau de l'applicabilité en ce qui concerne l'impossibilité d'ouvrir ou la praticabilité du click and collect. La situation est complexe et un métier n'est pas l'autre, même si on qualifie l'ensemble de non essentiel.

 

Il était important de clarifier les choses pour les gens qui ont besoin de ces aides pour pouvoir survivre.

 

Par ailleurs, il faut toujours pouvoir se laisser la possibilité de débattre de certaines mesures d'ici la fin avril en commission. Il faudra voir comment les choses évoluent, nous n'avons qu'un week-end de recul. On sait qu'il s'est mal passé pour les indépendants, d'après les divers témoignages. Laissons-nous un peu de temps pour voir comment les choses évoluent, notamment en termes de comportement des consommateurs.

 

Nous nous rendons compte que la situation est très compliquée sur le terrain et nous sommes demandeurs d'un nouveau débat dans quelque temps. Nous soutenons un maximum ce qu'il est possible de faire à ce stade.

 

01.14  Tania De Jonge (Open Vld): Mijnheer de minister, mijn vragen hadden vooral betrekking op de modaliteiten en de duidelijkheid. Via uw antwoord heb ik die verkregen. Ik weet dat u er heel hard op toeziet dat er tijdig wordt betaald bij het overbruggingsrecht. Dat is een geruststelling. Ik heb weinig of geen klachten gehoord van mensen of zelfstandigen die te laat werden betaald. Ik weet dat u daar zeer sterk de nadruk op legt.

 

U heeft gezegd dat niet-essentiële winkels die aantonen dat ze onmogelijk open kunnen, recht hebben op het dubbele overbruggingsrecht. Ik kreeg daar graag bevestiging van. Ik wil ook vragen of alle leden van de commissie de cijfers kunnen krijgen, niet enkel degenen die daarom hebben gevraagd.

 

01.15  Nahima Lanjri (CD&V): Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoorden.

 

Een van mijn vragen is toch niet beantwoord. Het is goed dat u een parallel trekt met de werknemers en dus ook in quarantaineverlof voorziet voor zelfstandigen. Ik stel alleen vast dat het bij zelfstandigen dan over een week gaat per maand, ook al zijn het niet-opeenvolgende dagen. Waarom voorziet u voor zelfstandigen niet in de mogelijkheid om op een maand bijvoorbeeld drie dagen op te nemen, zoals bij de werknemers? Nu moet men onmiddellijk een week opnemen. Kunt u dat, eventueel na overleg met de regering, nog bijsturen?

 

Ten tweede heb ik nog een vraag over de timing van het enkelvoudige en dubbele overbruggingsrecht. Heb ik het juist begrepen dat het dubbel overbruggingsrecht gegarandeerd is tot eind april – voor de reissector tot einde mei – en dat het enkelvoudige overbruggingsrecht vastligt tot eind juni? Dan zijn er drie verschillende data. Ik dacht dat alles gepland was tot einde juni, maar dat is blijkbaar niet zo. Het dubbele overbruggingsrecht is alleen voor maart-april en voor de reissector ook nog voor mei.

 

Dat zit communicatief niet goed. Wij kunnen het amper volgen, dus ik hoop dat er zo snel mogelijk op de website meer duidelijkheid komt over die data. Kunt u me bevestigen dat de timing die ik net vermeld heb, juist is?

 

01.16  David Clarinval, ministre: Madame Lanjri, le timing que vous donnez n'est pas exact. Les agences de voyages ne sont concernées que jusqu'en avril. Il faut comprendre que le droit passerelle est, en principe, acquis jusqu'au mois de juin. Mais ce droit est octroyé sur la base des décisions prises par le Comité de concertation.

 

Pour le moment, si je ne m'abuse, les voyages non essentiels sont interdits jusqu'à la mi-avril. On ne peut donc pas dire aujourd'hui ce qu'il en sera au mois de mai. Tout dépendra de la décision qui sera prise à l'occasion du prochain Comité de concertation qui aura lieu dans une, deux ou trois semaines. Autrement dit, les délais relatifs au droit passerelle doivent être adaptés en tenant compte des décisions prises par le Comité de concertation. Pour ce qui concerne les agences de voyages, le droit passerelle est accordé jusqu'au mois d'avril parce qu'elles pourront – en tout cas, je l'espère, mais cela ne dépend pas que de moi – peut-être rouvrir en avril ou en mai.

 

La présidente: Madame Lanjri, vous aurez bien sûr encore l'occasion de répliquer puisqu'il s'agit d'un débat d'actualité.

 

01.17  Björn Anseeuw (N-VA): Mijnheer de minister, ik nodig u graag uit aan de kust. De helft van het land is al onderweg naar hier en er kan er nog wel eentje bij. Misschien moeten we dan samen maar eens een aantal winkeliers bezoeken. Ik daag u uit om hen het antwoord dat u zonet hebt gegeven, over het dubbele overbruggingsrecht dat dan toch weer een enkelvoudige overbruggingsrecht werd, te gaan verkopen. U zult waarschijnlijk niet veel omzet draaien met uw handelswaar, om het zo te zeggen.

 

U zegt dat er maatregelen nodig zijn wegens de coronapandemie en één ervan is het werken op afspraak voor de niet-essentiële winkels. Uw collega Verlinden heeft echter al bij herhaling gezegd, gisteren trouwens nog, dat de cijfers over de rol van de niet-essentiële winkels bij de besmettingen nog eens bekeken moeten worden. Dat op zich is al wraakroepend.

 

Vorige week had u het nog over een dubbel overbruggingsrecht voor winkels die op afspraak moeten werken. Daar valt iets voor te zeggen maar na het weekend was dat plots anders geworden. Ik heb u gevraagd wat er in het weekend gebeurd is maar u hebt daar niet op geantwoord. U stelde vrij laconiek dat een handelaar die toch een dubbel overbruggingsrecht wou krijgen, zijn winkel dan maar moest sluiten. Uiteindelijk jaagt u daarmee alle winkeliers, die eigenlijk niet goed weten of ze nu open moeten blijven of moeten sluiten om goed te doen, de jungle in om het daar zelf onder elkaar uit te vechten. Commercieel is het natuurlijk immers bijzonder onverstandig om te sluiten wanneer de concurrenten openblijven, zelfs in deze moeilijke tijden.

 

U schuift het probleem van het dubbele overbruggingsrecht dat plots weer enkelvoudig is geworden eigenlijk door naar de handelaars die het al een jaar lang ontzettend moeilijk hebben. Wat voor beleid is dat eigenlijk? Dat is toch compleet onverantwoord? In zes dagen verandert plots het hele verhaal. De handelaars zijn echter vorige week gestart met de voorbereiding voor de komende vier weken, in de overtuiging dat het dubbel overbruggingsrecht er zou komen. Zij zijn engagementen aangegaan en hebben extra kosten gemaakt om dat allemaal mogelijk te maken, met allerlei beperkingen waarvan men eigenlijk het nut in vraag zou moeten stellen. Mevrouw Verlinden doet dat trouwens zelf al, voor iemand anders daar de kans toe heeft. Welk beleid is dat eigenlijk?

 

U schuift de hete aardappel door naar iemand die zich al een jaar lang tussen hangen en wurgen bevindt. Op die manier gaan deze voltallige regering en de meerderheid om met de zelfstandigen. Dat is niet onze manier om met mensen om te gaan. Ik hoop dat u dit zeer snel bijstuurt en het geweer van schouder verandert.

 

01.18  Christophe Bombled (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie pour toutes les précisions que vous venez d'apporter. Votre communiqué de presse, à l'issue du Comité de concertation, relayait les décisions qui venaient d'y être prises. Vous venez de clarifier les modalités relatives au droit passerelle, qu'il soit simple ou double, et je vous remercie. Merci pour tout ce que vous faites en faveur des indépendants!

 

01.19  Catherine Fonck (cdH): Monsieur le ministre, je peux vous dire que les commerces non essentiels et les indépendants concernés ne vous disent pas merci.

 

Franchement, monsieur le ministre, la décision prise au Codeco était claire: en travaillant sur rendez-vous les commerces non essentiels avaient droit à un double droit passerelle. Vous l'avez dit et écrit noir sur blanc. Déjà, c'était une gifle au regard des décisions de lockdown prises. C'est une deuxième gifle que vous leur infligez aujourd'hui avec ce virage à 180 degrés et cette décision de ne pas octroyer de double droit passerelle lorsque les magasins fonctionnent sur rendez-vous, malgré des diminutions particulièrement interpellantes des chiffres d'affaires.

 

Je ne sais pas si vous mesurez l'impact! Vous expliquez qu'à la limite, ils n'ont qu'à fermer complètement et que, de cette façon, ils pourront avoir un double droit passerelle. Belle promotion du travail alors que nos commerçants et nos indépendants veulent justement continuer, malgré une situation catastrophique, à rester ouverts, et essayer vaille que vaille de travailler sur base de rendez-vous! Je ne peux qu'appeler l'ensemble des partis politiques de ce gouvernement à revenir à la décision initiale et à permettre à ces indépendants d'avoir un double droit passerelle.

 

Je ne comprends pas ce qui s'est passé entre-temps. Soit vous avez raconté des choses qui n'étaient pas justes, monsieur le ministre, soit ce que vous disiez était vrai, mais d'autres partis politiques, au niveau du gouvernement, n'ont pas accepté le double droit passerelle pour ceux qui travaillent dans des commerces ouverts sur rendez-vous. Peu importe les partis dont il s'agit, c'est en tout cas totalement inacceptable! Vous n'avez donc qu'une solution: rediscuter de ce point au gouvernement et changer la décision de celui-ci.

 

01.20  Gaby Colebunders (PVDA-PTB): Mijnheer de minister, het is vandaag al een paar keer aan bod gekomen dat men op een gegeven moment zelf niet meer weet wat de regelgeving is. Ik denk dat u dat op dit moment ook niet meer weet, want vrijdag is het zus en maandag is het zo. De zelfstandigen kunnen echt niet meer volgen en hebben hiermee echt geen basis voor hun inkomsten in de komende weken.

 

Toen zij vorig weekend op afspraak open gingen, schrokken vele zelfstandigen dat 80 tot 90 % van hun omzet verdwenen was. Het is hier al enkele keren naar voren gebracht dat het wegvallen van het dubbele overbruggingsrecht voor de zelfstandigen die toch open blijven en op afspraak werken, een serieuze streep door de rekening is. Ik wil de rekening op het einde van de rit wel eens maken, want daar zullen wij serieus van schrikken.

 

De kakofonie blijft gewoon voortgaan en ik maak mij echt ongerust. Daarom wil ik een concreet voorbeeld geven: ik ben vorige week even gaan wandelen in het centrum van Genk en ik zag daar een bedelaar met een kartonnen koffiebekertje staan. Vijftig meter verder zag ik een cafébaas die de mensen achternaliep met hetzelfde soort kartonnen bekertjes, gewoon om toch nog wat koffietjes te kunnen verkopen. Ik keek toen naar die twee mensen en stelde mij de vraag wie er nu aan het bedelen was: de cafébaas of de dakloze? Ik maak mij serieus ongerust over de manier waarop wij met de zelfstandigen omgaan en denk dat er in de eerstkomende maanden nog veel meer faillissementen zullen volgen dan wij voor ogen hielden.

 

01.21  Marie-Colline Leroy (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, ma question sur les indépendants complémentaires, est évidemment fort éloignée de la problématique du jour, mais quand même pas tant que cela.

 

Les indépendants complémentaires qui n'ont pas pu prouver des cotisations de 7 000 euros dans l'année N-3 sont vraiment dans une situation particulière depuis plus d'un an. Comme ils n'avaient pas eu accès au droit passerelle, ils n'ont eu accès à aucune aide des entités fédérées. Du coup, cela fait plus d'un an qu'ils cumulent les difficultés, en sachant qu'ils partaient déjà d'une situation, en N-3, donc en 2017, où ils étaient peut-être indépendants complémentaires cotisant à moins de 7 000 euros par an. Mais depuis 2017, bon nombre de ces indépendants étaient par exemple devenus indépendants complémentaires à mi-temps.

 

Du coup, ces gens pourront prouver en 2021, ou en tout cas à l'exercice fiscal de 2021, qu'en fait ils devaient pouvoir bénéficier d'un droit passerelle partiel; mais ils ne peuvent pas le faire maintenant. Du coup, ils n'ouvrent aucun accès à des droits connexes; et ça, ils ne les récupèreront pas. Cela leur fait une perte vraiment très importante. Cela dure depuis un an.

 

Ces gens ont donc aussi vidé leur matelas. Ils ont aussi utilisé toutes leurs ressources. Et ils n'ont à ce jour absolument rien, alors qu'on sait qu'ils y ont peut-être droit.

 

Je sais que ma question est insistante. Ce n'est pas la première fois que je la pose. Monsieur le ministre, ne pouvons-nous pas essayer d'anticiper un minimum ce "recalcul" de l'exercice fiscal? Je ne sais par quel exercice, je ne sais par quelle déclaration sur l'honneur, je ne sais pas comment. Mais je me dis que c'est absolument effarant. Ils n'ont droit à rien aujourd'hui, alors qu'ils en ont besoin, et qu'ils prouveront probablement, dans un an ou deux, au prochain exercice fiscal, qu'ils y avaient droit.

 

Je sais qu'il n'y a pas de solution immédiate pour eux, mais je vous demande d'y réfléchir encore un peu pour tenter de trouver une alternative. Je vous remercie.

 

La présidente: Monsieur le ministre, je pense qu'il restait l'une ou l'autre question. Je ne sais pas si vous souhaitez y répondre. Il y a eu quelques questions complémentaires. Souhaitez-vous revenir dessus?

 

01.22  David Clarinval, ministre: Madame la présidente, je pense avoir dit tout ce que j'étais en mesure de dire.

 

La présidente: Je vous remercie, monsieur le ministre. S'il n'y a pas de relance de la part du ministre, on ne prévoit pas nécessairement, dans le cadre d'un débat d'actualité, un deuxième tour de commentaires. Le ministre n'ayant pas souhaité réagir à nouveau, j'estime que la parole a été donnée au Parlement en dernier lieu, comme il se doit. Il n'y a donc pas de raison d'y revenir.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Björn Anseeuw aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De sociale rechten van de Deliveroo-koeriers" (55013281C)

- Hans Verreyt aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De tewerkstelling in de deeleconomie" (55015905C)

- Gilles Vanden Burre aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het statuut van de werknemers van Uber en Deliveroo" (55015951C)

02 Questions jointes de

- Björn Anseeuw à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Les droits sociaux des coursiers Deliveroo" (55013281C)

- Hans Verreyt à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'emploi dans une économie de partage" (55015905C)

- Gilles Vanden Burre à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le statut des travailleurs Uber et Deliveroo" (55015951C)

 

02.01  Björn Anseeuw (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, Deliveroo is actief in een aantal steden in ons land. Tijdens deze coronacrisis is take away nog populairder geworden. Deliveroo zag zijn omzet vorig jaar dan ook verdubbelen. Het bedrijf is nu reeds actief in 13 steden en wil dit jaar ook verder blijven groeien door in meer steden actief te zijn.

 

Momenteel zijn er ongeveer 3.000 Deliverookoeriers actief. Zij zijn ingeschreven als zelfstandigen, vaak als zelfstandigen in bijberoep. Het overgrote deel van de koeriers, bijna 70 % is student. Voor 5 % is het evenwel hun enige bron van inkomsten. Deze laatsten bouwen op de manier waarop het nu geregeld is natuurlijk geen pensioenrechten op. De vakbonden spreken over schijnzelfstandigheid en het arbeidsauditoraat gaat ook het een en ander onderzoeken.

 

U gaf zelf reeds eerder aan dat er een evenwichtiger systeem moet en zal komen. Bij Takeway.com, een van de concurrenten, worden de koeriers aangenomen als werknemers van het restaurant waarvoor ze werken of staan ze op de loonlijst van Just Eat Takeaway.

 

Aan welk soort regeling werkt u samen met Deliveroo? Wat zal deze regeling inhouden?

 

Zult u erop aandringen dat de koeriers als werknemers in dienst moeten worden genomen, aangezien er toch wel kan gesproken worden over een gezagsrelatie tussen Deliveroo en de tewerkgestelde koeriers?

 

Worden ook de werknemers van Deliveroo vertegenwoordigd op het overleg om een nieuw systeem uit te werken?

 

02.02  Hans Verreyt (VB): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, aanvullend op de heer Anseeuw heb ik een vraag over de tewerkstelling in de deeleconomie, die voor nogal wat problemen zorgt op sociaal vlak.

 

Recent is er in Groot-Brittannië een uitspraak geweest van het Hooggerechtshof rond Uber, die de firma eigenlijk onder druk zette om de schijnzelfstandigen of zelfstandigen met een bijzonder vaag statuut in te schrijven als werknemer.

 

Voorlopig beweegt er op dat vlak bijzonder weinig in ons land. Er zal dus een initiatief nodig zijn van de overheid, dat bepaalt of de betrokken personen werknemers of zelfstandigen blijven.

 

Er zijn nogal wat problemen met de wijze waarop dergelijke bedrijven die actief zijn in de deeleconomie, zoals Uber of Deliveroo, hun medewerkers behandelen. Die bedrijven pikken een groot deel van het marktaandeel in van de bestaande dienstverleners, door op sociaalrechtelijk vlak de limieten op te zoeken en soms te overschrijden.

 

Op die manier doen zij afbreuk aan de reguliere tewerkstelling en vooral aan ons sociaal systeem. De medewerkers van de deeleconomie dragen immers amper of niet bij aan het systeem, maar zijn bovendien niet gedekt door de sociale zekerheid en bouwen geen rechten op. Finaal zal ooit die rekening op onze Staat worden gepresenteerd.

 

Wat is uw visie op het probleem? Wat zijn uw voorstellen? Welk initiatief zal u samen met uw collega van Sociale Zaken ondernemen om een definitieve regeling uit te werken?

 

02.03  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, c'est un sujet très important. Je suis depuis six ans au Parlement et cela fait six ans qu'on en discute. Les discussions étaient constructives, je ne jette pas la pierre à vos prédécesseurs, mais force est de constater que c'est la Justice qui est en train d'avancer.

 

Un mois après le jugement de la Cour suprême britannique reconnaissant aux chauffeurs d’Uber le statut d’employés plutôt que celui d’auto-entrepreneurs, la firme californienne a décidé d’octroyer à ses 70 000 chauffeurs britanniques un salaire minimum garanti, des congés payés et des cotisations de retraites. Ce salaire minimum n’empêchera par ailleurs pas les chauffeurs d’avoir des revenus plus élevés s’ils réalisent un grand nombre de courses.

 

À Bruxelles, Uber est également présent, avec environ 2 000 chauffeurs au sein de sa plate-forme, et il est important qu’ils soient également rapidement reconnus comme employés (même si le statut britannique de salarié n’est pas le même que celui en Belgique). La commission administrative de règlement de la relation de travail (CRT), émanant du SPF Sécurité sociale, a déjà remis un premier avis positif en la matière, en concluant que les modalités de travail des chauffeurs Uber étaient en effet incompatibles avec une relation de travail indépendant. En effet, il y a une série de critères objectivés qui montrent qu'ils ne sont pas des indépendants, notamment le fait qu'ils ne choisissent pas leurs prix ni leurs trajets.

 

Au niveau de l’auditorat général du travail de Bruxelles, aucun dossier n’est actuellement ouvert contre Uber. Par contre, l’auditorat a bien lancé une procédure contre Deliveroo. Ces livreurs à vélo connaissent les mêmes problèmes et ils doivent aussi être considérés comme des employés.

 

Monsieur le ministre, l’accord de gouvernement contient l’amélioration du statut des travailleurs des plate-formes. Quelles initiatives comptez-vous prendre afin que les travailleurs de Uber ou de Deliveroo soient reconnus comme salariés? Où en est l'enquête de l’auditorat du travail sur les livreurs de Deliveroo?

 

02.04 Minister David Clarinval: Dank u voor uw vragen. In het regeerakkoord staat uitdrukkelijk dat er bijzondere aandacht zal uitgaan naar de personen die structureel actief zijn in de platformeconomie, teneinde hun goede werkomstandigheden en een betere sociale bescherming te bieden. In het bijzonder moeten schijnzelfstandigheid en schijnwerknemerschap worden bestreden. Daartoe zal in samenwerking met de sociale partners en de betrokken sectoren de wet betreffende de aard van de arbeidsrelaties worden geëvalueerd en, indien nodig, worden aangepast.

 

Ik zal dus met de ministers van Werk en Sociale Zaken bekijken of het wenselijk is de wet betreffende de aard van de arbeidsrelaties aan te passen en verschillende middelen onderzoeken om de aanbieders van platformen te beschermen.

 

Ik wil erop wijzen dat, zelfs na het arrest van het Grondwettelijk Hof, Deliverookoeriers die naast hun beroepsactiviteit op kleine schaal een activiteit uitoefenen die minder dan 6.319 euro per jaar – dat is het bedrag voor 2021 – aan inkomsten genereert, aanspraak kunnen maken op de gunstige fiscale en sociale regeling voor de deeleconomie die werd ingevoerd in 2016 en gewijzigd in 2020. Bij die regeling betalen de verstrekkers geen sociale bijdragen, maar een belasting van 20 %. Er wordt wel eerst een kostenforfait van 50 % afgetrokken. De uiteindelijke belastingdruk bedraagt dus 10 %.

 

Een kwart van deze belasting wordt toegewezen aan het globale financiële beheer van de zelfstandigen. De deeleconomie heeft in principe geen impact op het bepalen van de aard van de arbeidsrelatie.

 

Une fois que le plafond des revenus est dépassé ou que les conditions fiscales ne sont plus remplies, les revenus des coursiers sont requalifiés en revenus professionnels présumés indépendants, avec une affiliation au statut social des indépendants sur la base de la présomption fiscale. Il est toutefois possible pour les intéressés de contester cette qualification en démontrant, soit que les revenus proviennent d'une activité occasionnelle - ils doivent donc être taxés de revenus divers -, soit qu'ils proviennent d'une activité salariée impliquant un lien de subordination.

 

En ce qui concerne la qualification de la nature des relations de travail pour les coursiers Deliveroo, un contentieux est en cours auprès de la Cour du travail de Bruxelles entre Deliveroo et deux coursiers qui avaient saisi la Commission administrative de règlement de la relation du travail. À ce stade, c'est aux cours et tribunaux de se prononcer sur le statut social de tels prestataires, en se basant sur des critères légaux repris dans la loi sur la nature des relations de travail et/ou c'est aux services d'inspection compétents de garantir le respect de cette loi.

 

Enfin, en ce qui concerne une éventuelle modification de la loi, il est évident que les organes consultatifs, notamment le CNT au sein duquel sont représentées les organisations des différents secteurs, y compris les coursiers, seront impliqués dans cette réflexion.

 

02.05  Björn Anseeuw (N-VA): Ik dank u voor uw antwoord.

 

Het is goed dat de betrokkenen zelf ook aan tafel mogen zitten. Omdat het vaak gaat om mensen die in ons sociaal-economisch weefsel vrij kwetsbaar zijn, is het ontzettend belangrijk dat iedereen goed geïnformeerd is over hoe de regeling vandaag is en hoe ze in de toekomst zal worden. Wanneer mensen het dan op een goede manier willen spelen en rechten willen opbouwen in onze sociale zekerheid bijvoorbeeld, weten ze dan ook op welke manier dit al dan niet kan. Vandaag zijn deze mensen bijzonder kwetsbaar. Dat is mijn oproep aan u, voor deze doelgroep.

 

02.06  Hans Verreyt (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. De bijzondere aandacht waarvan sprake in het regeerakkoord is zeer vaag. Het Vlaams Belang hoopt alvast dat het spoedig concreter wordt. Het feit dat we dit dossier, zoals collega Vanden Burre reeds zei, al zoveel jaren bespreken in het Parlement, komt doordat er nog steeds geen deftige oplossing is voor deze groep van werknemers/schijnzelfstandigen/zelfstandigen. Daarom hoop ik dat we er spoedig werk van maken, zodat we de vaagheid en het weinig bijdragen tot hun eigen financiële toekomst kunnen uitsluiten.

 

02.07  Gilles Vanden Burre (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Nous voudrions pouvoir être plus ambitieux au niveau de ce dossier en allant plus loin. Vous avez répété les règles dont j'ai évidemment pris acte.

 

Quoi qu'il en soit, Écolo-Groen va agir en faveur d'une reconnaissance d'un statut plein et entier pour ces travailleurs et ces travailleuses, tout simplement parce que cela relève de la logique. J'ai rencontré personnellement les travailleurs de Deliveroo. Ces derniers ne peuvent pas êtres considérés comme des indépendants. Ils méritent le statut de salarié, même si je sais que la situation n'est pas simple, que des décisions de justice doivent être rendues et que ces décisions peuvent être contradictoires d'un pays à l'autre. Je pense ici notamment à la France, à la Grande-Bretagne, à l'État de Californie. Toutefois, pour nous, l'objectif est clair: faire bénéficier ces travailleurs et ces travailleuses d'un statut similaire à celui des employés.

 

Par conséquent, nous reviendrons sur cette question qui nous est chère.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

03 Question de Cécile Cornet à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'assimilation du droit passerelle pour la pension" (55013767C)

03 Vraag van Cécile Cornet aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De gelijkstelling van het overbruggingsrecht voor de berekening van het pensioen" (55013767C)

 

03.01  Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Madame la présidente, monsieur le ministre, suite à la crise sanitaire, le droit passerelle a été largement adapté afin de pouvoir offrir un soutien aux nombreux indépendants impactés par les mesures prises pour freiner la pandémie. Il me revient que sur le terrain, le calcul de l’assimilation pour la pension semble comporter certaines difficultés.

 

La loi du 22 décembre 2020 instituant des mesures diverses en faveur des travailleurs indépendants dans le cadre de la crise du covid-19 dispose que désormais, la période pendant laquelle le travailleur indépendant bénéficie du maintien des droits sociaux en matière d'assurance obligatoire soins de santé et indemnités est assimilée à une période d'activité et entre donc en compte pour le calcul de la pension.

 

Pour le droit passerelle de crise, mis en place du 1er avril 2020 jusqu'au 31 mars 2021, l'assimilation prend cours à partir du premier jour du trimestre pour lequel le travailleur indépendant a obtenu le maintien des droits sociaux. Il est par contre prévu que la période assimilée ne peut dépasser quatre trimestres au cours de toute la carrière professionnelle du travailleur indépendant.

 

Enfin, il y a désormais un droit passerelle dit “de crise” du 1er pilier et 2e pilier.

 

Monsieur le ministre, pouvez-vous faire point général de l’assimilation pour la pension?

 

Et spécifiquement, pour le droit passerelle en vigueur depuis mars 2020, confirmez-vous que cette indemnité est bien assimilée pour le calcul de la pension, pour quels bénéficiaires? La limite de quatre trimestres s’applique-t-elle pour l’assimilation?

 

Le droit passerelle de crise sera-t-il assimilé pour le calcul de la pension et ce pour les deux piliers prévus? Est-ce le cas pour tous les bénéficiaires? Y a-t-il une limite de durée?

 

 La période assimilée pour la pension d’un indépendant qui aurait cumulé plus de 12 mois de droit passerelle avec le droit passerelle de crise est-elle, dans ce cas, malgré tout limitée à quatre trimestre?

 

03.02  David Clarinval, ministre: Madame la présidente, madame Cornet, les diverses mesures temporaires de crise de droit passerelle prises depuis mars 2020 jusqu'à aujourd'hui, dans le cadre de la pandémie, ne contiennent pas de volet relatif au maintien des droits sociaux en matière d'assurance obligatoire soins de santé et indemnités. Pour préserver ces droits en la matière, le travailleur indépendant a trois possibilités en fonction de sa situation financière:

1. payer ses cotisations sociales dans les temps;

2. demander un report d'un an et éventuellement un plan d'apurement qui postpose la date d'échéance de douze mois supplémentaires maximum;

3. demander une dispense simplifiée de cotisations sociales.

 

Dans les deux premiers cas, pour autant que les cotisations sociales soient payées, le travailleur indépendant se constitue des droits à la pension. En cas de dispense de cotisations sociales, le travailleur indépendant a la possibilité, dans les cinq ans suivant la décision de dispense, d'encore payer les cotisations sociales pour lesquelles il a obtenu la dispense et ainsi se constituer des droits à la pension.

 

L'assimilation en vue d'ouvrir des droits à la pension concerne uniquement les périodes pour lesquelles le droit passerelle classique a été octroyé, donc soit à la suite d'une cessation de l'activité d'indépendant, soit en raison d'une faillite. Pour ces périodes, le travailleur indépendant bénéficie du maintien des droits sociaux en matière d'assurance obligatoire soins de santé et indemnités. L'assimilation peut être octroyée uniquement pour des trimestres pour lesquels le travailleur indépendant bénéficie du maintien des droits sociaux et au plus tôt à partir du quatrième trimestre 2020 pour un fait, par exemple l'interruption de l'activité d'indépendant ou une faillite, qui se produit entre le 1er avril 2020 et le 30 juin 2021. L'assimilation est, dans tous les cas, limitée à quatre trimestres maximum au cours de toute la carrière professionnelle du travailleur indépendant.

 

03.03  Cécile Cornet (Ecolo-Groen): Merci, monsieur le ministre. Les informations que vous fournissez sont claires, contrairement à celles qu'il est possible d'obtenir pour le moment. J'ai fait la démarche auprès de plusieurs organisations. Il est important de communiquer plus clairement encore à cet égard. Voilà pour la forme.

 

Sur le fond, je pensais qu'une assimilation prenait cours à partir du premier trimestre après le moment où le travailleur a obtenu le maintien de ses droits sociaux. Cela veut donc dire qu'il s'agit, comme vous dites, du moment où soit il a fait une dispense simplifiée, soit il a payé des cotisations. Lorsque les travailleurs indépendants demandent un droit passerelle, cela signifie forcément qu'ils éprouvent des difficultés à avoir un revenu et qu'ils subissent une perte de revenu. On imagine donc mal les indépendants dans cette situation payer volontairement des cotisations. En outre, il faut encore y penser pour reporter d'une année.

 

Je vous invite, monsieur le ministre, à avoir une communication plus claire pour que les caisses d'assurances sociales pour indépendants puissent mieux les conseiller, parce que cette information n'était pas particulièrement facile à obtenir sans passer par vos services ou par cette question en commission. Je vous remercie et je vous encourage à accorder de l'attention à cette pension et au droit de reporter d'un an.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Jean-Marc Delizée à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "La situation des guides et des médiateurs interculturels indépendants" (55013903C)

04 Vraag van Jean-Marc Delizée aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "De situatie van de zelfstandige gidsen en intercultureel bemiddelaars" (55013903C)

 

04.01  Jean-Marc Delizée (PS): Monsieur le ministre, je souhaite vous sensibiliser à la situation vécue depuis le début de la crise sanitaire par les guides et médiateurs culturels qui jouent un rôle essentiel dans nos villes, dans nos communes, dans nos musées pour faire découvrir à nos concitoyens l'art et la culture et qui contribuent à rendre notre patrimoine vivant.

 

J'ai eu l'occasion de rencontrer une association de guides et médiateurs culturels à Bruxelles. Comme l'ensemble du secteur culturel, certains vivent une situation très difficile à la suite des mesures sanitaires, d'autant que ce métier ne bénéficie pas d'un statut uniforme pour tous les guides. Je relaierai en particulier deux problèmes.

 

Le premier, c'est celui du revenu de remplacement qui fait que ces personnes se trouvent dans des situations variables avec ceux et celles qui sont indépendants à titre complémentaire et qui n'ont pas pu prouver un revenu suffisant au cours de l'année N-3, c'est-à-dire l'année qui a suivi les attentats de Bruxelles avec un net ralentissement de ce type d'activités. Certains n'ont donc pas pu répondre aux critères pour le droit passerelle. Il y a ensuite les indépendants avec un statut article 37 qui ne constituent pas de droits sociaux, sauf exception. Enfin, il y a ceux qui ont des statuts divers (intérim, contrat Smart, etc.) et qui ont eu des problèmes importants de couverture et de revenus pendant les longues périodes de fermeture depuis un an.

 

Le deuxième problème que je veux souligner est celui de la nature de la relation de travail pour les guides exerçant sous le statut d'indépendant. En fait, ils travaillent pour des donneurs d'ordre qui fixent les horaires, qui fixent les tarifs, tirant parfois ces tarifs vers le bas pour des raisons financières. Dans certains cas, on leur demande même de fournir un certificat médical en cas de maladie. Cela ressemble donc beaucoup à un lien de subordination.

 

Monsieur le ministre, comment évaluez-vous la situation des guides et médiateurs culturels, en particulier durant cette période de pandémie et de crise sanitaire? Quelles réponses ponctuelles et concrètes peuvent-elles être apportées aux difficultés rencontrées en cette période?

 

Pouvez-vous rappeler les droits des guides et médiateurs culturels travaillant sous statut d'indépendant en termes de fixation des conditions de travail et de rémunération?

 

Une enquête sur la nature de la relation de travail est-elle envisageable pour ce secteur d'activité? Quelles initiatives pourraient-elles être prises par le gouvernement pour définir un vrai statut pour les guides et médiateurs?

 

04.02  David Clarinval, ministre: Madame la présidente, monsieur Delizée, pour répondre à votre première question, dans le cadre de mes compétences en matière de statut social des indépendants, je vous informe que toutes les mesures temporaires générales de soutien aux travailleurs indépendants dans le cadre de cette crise s'appliquent également aux travailleurs indépendants actifs en tant que guides ou médiateurs culturels.

 

En matière d'obligation de sécurité sociale et, plus particulièrement, en ce qui concerne l'obligation de payer des cotisations, diverses mesures ont été prises en faveur des travailleurs indépendants. Ces mesures ont récemment été prolongées et portent maintenant également sur les deux premiers trimestres de 2021.

 

Tout travailleur, indépendamment de son secteur d'activité et de sa catégorie de cotisations, qui est impacté par les conséquences du covid peut introduire une demande auprès de sa caisse d'assurances sociales en vue de solliciter le report d'un an du paiement de ses cotisations sociales, sans que cela n'entraîne de majoration et n'impacte son droit à des prestations. La   mesure s'applique aux cotisations provisoires des quatre trimestres de 2020 et des deux premiers trimestres de 2021 et aux cotisations de régularisation des trimestres de 2018 et 2019 échues en mars 2021 et au 30 juin 2021.

 

Les travailleurs indépendants impactés par la crise bénéficient également de la possibilité de demander une réduction de leurs cotisations sociales provisoires légalement dues. Les travailleurs indépendants à titre principal et les conjoints aidants, y compris les starters qui ne sont pas en mesure de payer leurs cotisations sociales peuvent demander de bénéficier d'une dispense simplifiée de cotisations.

 

Par ailleurs, en matière de prestations de sécurité sociale, différentes mesures temporaires de crise de droit passerelle sont prévues. Si les travailleurs indépendants actifs dans le secteur culturel sont contraints d'interrompre complètement leur activité d'indépendant, à la suite d'une décision prise par l'autorité publique, ils entrent en considération pour une double prestation financière dans le cadre de la mesure temporaire de crise de droit passerelle pour les mois d'octobre, novembre, décembre 2020, mais également pour les mois de janvier à juin 2021. Cette double prestation financière s'applique aussi aux indépendants à titre complémentaire en fonction, comme vous l'avez mentionné, du montant de leurs cotisations sociales.

 

À côté de cette double prestation financière, un nouveau système est également en vigueur depuis 1er janvier 2021 et consiste en l'octroi d'une prestation financière pour les travailleurs indépendants, quel que soit le secteur dans lequel ils sont actifs. Comme évoqué, en ce qui concerne le statut social des travailleurs, ce secteur a donc accès aux mesures générales de soutien.

 

Pour répondre à votre deuxième question, s'il s'agit effectivement d'une activité indépendante, elle est censée être organisée en dehors d'un lien de subordination et donc avec une certaine liberté et autonomie en ce qui concerne la fixation des conditions de travail. Celles-ci ne peuvent dès lors être imposées unilatéralement par l'autre partie.

 

Les guides et médiateurs culturels qui ont des incertitudes quant à la nature de leur relation de travail peuvent, si celle-ci a moins d'un an, s'adresser à la Commission administrative de règlement de la relation de travail instituée auprès du SPF Sécurité sociale. Cette Commission est particulièrement facile d'accès car la procédure est simple, rapide et gratuite. La demande peut être introduite soit par les deux parties concernées, à savoir le guide ou le médiateur culturel et son employeur ou donneur d'ordre, soit par une seule partie sans que l'autre ne soit impliquée, ce qui permet d'obtenir une décision sans risquer de nuire à la relation de travail. En cas de différend, il est évidemment toujours possible de saisir le tribunal du travail.

 

Comme vous avez pu le lire dans ma note de politique générale, je me suis engagé à soutenir la lutte contre la fraude sociale, et plus particulièrement dans le cadre du statut social des travailleurs, la lutte contre le phénomène des faux statuts. Je vous confirme que, conformément à l'accord de gouvernement et en collaboration avec les partenaires sociaux et les secteurs concernés, la loi sur la nature du travail sera évaluée et, au besoin, adaptée en collaboration avec les ministres de l'Emploi et des Affaires sociales. J'étudierai aussi l'opportunité de modifier la loi sur la nature des relations de travail et considérerai les différents moyens afin de protéger les travailleurs.

 

Voilà, madame la présidente, une réponse peut-être un peu longue à la question de M. Delizée.

 

04.03  Jean-Marc Delizée (PS): On ne se plaint jamais de réponses longues lorsqu'elles apportent des éléments. Je vous remercie, monsieur le ministre, pour cette réponse.

 

Concernant la deuxième partie, qui porte sur les relations de travail et sur la lutte contre la fraude sociale et le phénomène des faux indépendants, je crois qu'il faut une mobilisation à tous les niveaux, avec les services ad hoc. Il y a des possibilités de recours, de dialogue. Il faut travailler sur ce point-là. Cela va dans le sens de ma deuxième question.

 

Concernant ma première question, vous me communiquez longuement des éléments que je connais, à savoir les mesures générales pour les indépendants à titre principal. Il n'y a aucun problème pour ceux-là; ils ont effectivement été couverts. Mais c'est une profession de niche, qui représente peut-être quelques centaines de personnes. Celles-là ne sont justement pas dans ce statut d'indépendant à titre principal. Elles sont indépendantes complémentaires et n'ont pas, comme je l'indiquais, pu prouver de revenus suffisants pour être reconnues et percevoir le droit passerelle. Ces gens se sont donc retrouvés sans revenus pendant de nombreux mois. Ou bien ces gens sont dans des statuts hybrides, Smart, interim et autres. Ceux-là sont vraiment passés au travers des mailles du filet. C'est justement pour ceux-là qu'il serait utile, avec les différents départements car c'est à cheval sur plusieurs compétences ministérielles, de travailler à un statut, afin que dans ce type de situations, ils ne soient pas oubliés par le système. 

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La présidente: Les questions n° 55015149C et n° 55015785C de Mme Katrien Houtmeyers sont transformées en questions écrites.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

05 Vraag van Anja Vanrobaeys aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het misbruik van de coronasteunmaatregelen" (55015941C)

05 Question de Anja Vanrobaeys à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "Le recours abusif aux mesures de soutien prises dans le cadre du coronavirus" (55015941C)

 

05.01  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Sinds de coronacrisis vorig jaar in maart is losgebarsten is het overbruggingskrediet één van de belangrijkste schokdempers om bedrijven en zelfstandigen overeind te houden en uit de armoede te houden. Het onderzoeksbureau Graydon heeft echter onderzocht dat tien tot vijftien procent van die ondersteuning zou worden misbruikt. In sommige gevallen gaat het om zelfstandigen die met coronasteun blijven verder werken. Daarnaast ziet Graydon ook een band met het criminele milieu waarbij spookbedrijven worden opgericht louter om ondersteuning te ontvangen en daarna opnieuw te verdwijnen.

 

Hoeveel misbruiken zijn er tot nu toe vastgesteld, welk verder gevolg is hieraan gegeven en hoeveel werd reeds teruggevorderd?

 

Volgens de cijfers van Graydon is er bij 1,85 % van de gevallen een groot risico op betrokkenheid bij criminaliteit, zoals drugs- en mensenhandel? Kan de RSVZ dit op basis van zijn cijfers bevestigen? Worden voor deze gevallen specifieke acties opgezet? Welke bijkomende maatregelen zal u nog nemen om dergelijke fraude te detecteren, tegen te gaan en te voorkomen?

 

05.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Vanrobaeys, in antwoord op uw eerste vraag kan ik u zeggen dat sinds de invoering van de tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrechten die laatste onderhevig zijn aan droe controlelijnen. Een eerste controlelijn gebeurt door de socialeverzekeringsfondsen, die belast zijn met de uitbetaling van de uitkering. Een tweede controlelijn bestaat uit de externe audit van de socialeverzekeringsfondsen en de directie van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ). Een derde controlelijn wordt gevormd door de directie Eerlijke Concurrentie (ECL) van het RSVZ.

 

In 2020 heeft de directie ECL in verband met de tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrechten 1.317 onderzoeken afgesloten. Daarvan kregen er 421 een verder gevolg. Tijdens de eerste twee maanden van 2021 waren die cijfers respectievelijk 592 en 90. Gevallen van misbruik en fraude worden bestraft. Afhankelijk van de situatie volgt er een terugvordering door het fonds van de tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrechten, een administratieve sanctie of een strafrechtelijke sanctie. Alles bij elkaar hebben de socialeverzekeringfondsen sinds het begin van de crisis tot 31 december 2020 een bedrag van 125.042.359,38 euro teruggevorderd in verband met de tijdelijke crisismaatregelen overbruggingsrechten.

 

Wat uw tweede vraag betreft, werkt de directie ECL samen met de arbeidsauditoraten, wanneer het dossier dat vereist. Op 28 februari 2021 waren er 108 dossiers rond vermoedelijk misbruik van de tijdelijke crisismaatregelen, die door het RSVZ werden opgevolgd.

 

Wat tot slot uw derde vraag betreft, werken sinds 2020 de verschillende stakeholders nauw samen om gevallen van vermoedelijke fraude of misbruiken rond de overbruggingsmaatregelen op te sporen en te behandelen. Sinds het begin van de crisis wordt er tussen de drie verificatie- en controlelijnen bovendien op regelmatige basis informatie uitgewisseld en gedeeld. Ze werken samen om de verschillende verificatie- en controleprocessen waar nodig aan te passen in het licht van hun ervaring en van de ontwikkelingen.

 

In 2021 werden de controles nog verscherpt. Terwijl de verschillende partners zich in 2020 concentreerden op controles a posteriori, hebben ze zich in 2021 ook beziggehouden met controles a priori. Onder meer door hun samenwerkingsmechanismen te versterken in nauwe samenwerking met de socialeverzekeringsfondsen ontwikkelde het RSVZ in dat kader fraude-indicatoren om hiermee zeer snel frauduleuze of misbruikzaken op te sporen en eventueel verder te onderzoeken.

 

05.03  Anja Vanrobaeys (Vooruit): Bedankt voor uw uitgebreide antwoord.

 

Ik sta versteld van het bedrag dat teruggevorderd is. Vanochtend hebben we in de commissie ook een debat gehad met de minister van Werk. Ik betreur dat er misbruik wordt gemaakt van de ondersteuningsmaatregelen. Die zorgen er net voor dat we onze economie en de zelfstandigen recht kunnen houden in een crisissituatie. We laten hen toe om die periode te overbruggen en te overleven.

 

Daarnet hebt u terecht gezegd dat het overbruggingsrecht een vervangingsinkomen is. Daar ben ik het helemaal mee eens. Dat er dan toch gevallen zijn die van de situatie misbruik maken om op een of andere manier onterecht aan die uitkering te geraken, ondermijnt onze solidariteit.

 

Ik vind het goed dat u bent overgestapt op een meer a priori controlesysteem. We moeten niet enkel inzetten op strenge sancties achteraf, maar vooral op het voorkomen, zodat het geld dat we vrijmaken, terechtkomt bij de zelfstandigen die nu nauwelijks het hoofd boven water kunnen houden en deze ondersteuning nodig hebben.

 

La présidente: Je signale qu'il y a eu une confusion dans ces questions ce matin. Mme Lanjri avait déposé une question identique qui a été envoyée chez M. Dermagne ce matin. Si Mme Lanjri ne dit rien, j'imagine qu'elle a reçu réponse à ses questions.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Evita Willaert aan David Clarinval (Middenstand, Zelfstandigen, Kmo's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing) over "Het zelfstandig bijberoep en de moederschapsrust" (55015947C)

06 Question de Evita Willaert à David Clarinval (Classes moyennes, Indépendants, PME et Agriculture, Réformes institutionnelles et Renouveau démocratique) sur "L'activité d'indépendante à titre complémentaire et le repos de maternité" (55015947C)

 

06.01  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, ik heb deze vraag ontvangen van een toekomstige mama, die werknemer en tegelijkertijd ook zelfstandige in bijberoep is. Zij ontvangt een uitkering voor moederschapsrust, die berekend wordt op basis van een breuk van haar gewoonlijke inkomsten. Tegelijkertijd mag zij gedurende zes weken – acht weken voor de geboorte van een meerling – geen zelfstandige activiteiten uitvoeren of zij verliest de moederschapsuitkering.

 

Bovendien worden de verloren inkomsten – omdat zij niet kan werken als zelfstandige in bijberoep in die periode – niet in rekening gebracht voor haar uitkering. Veel mama's die zelfstandige in bijberoep zijn, ontvangen dus een lage moederschapsrustuitkering, wat die toekomstige mama bizar vindt. Ik leg u die vraag voor, omdat ik gevoelig ben voor deze situatie.

 

Ik heb ook even contact opgenomen met de mutualiteit, die zegt dat de mama moet kiezen: ofwel kiest zij voor de moederschapsrustuitkering als werknemer, die dus lager ligt, omdat zij gebaseerd is op een breuk van haar gewoonlijke inkomsten, ofwel kiest zij voor een moederschapsrustuitkering als zelfstandige, wat mogelijk is als zij genoeg sociale bijdragen heeft betaald.

 

Ik erken ten volle dat wij de moederschapsrust goed moeten beschermen, maar dit voelt toch niet helemaal rechtvaardig aan. Ziet u mogelijkheden om hieraan tegemoet te komen? Zijn er mogelijkheden om bij de berekening van de uitkering rekening te houden met de inkomsten die een vrouw met een zelfstandig bijberoep mist gedurende de moederschapsrust? Vindt u ook dat het een beetje scheef zit of zie ik iets over het hoofd?

 

06.02 Minister David Clarinval: Mevrouw Willaert, in principe opent een zelfstandige in bijberoep zijn rechten in zijn hoofdstatuut. Ook in het geval van moederschapsverlof zal de vrouwelijke zelfstandige dus recht hebben op de moederschapsuitkering uit haar hoofdstatuut, vaak het statuut van werkneemster.

 

Het is in elk geval niet het sociaal statuut van de zelfstandigen dat oplegt om de activiteit in bijberoep stop te zetten. Artikel 115 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekeringen voor geneeskundige verzorging en uitkeringen bepaalt dat de titularis elke activiteit moet onderbreken.

 

Er is geen enkel systeem dat toelaat om rekening te houden met het verlies van inkomsten door de onderbreking van de activiteit in bijberoep gedurende de periode van het moederschapsverlof. Om meer informatie te verkrijgen nodig ik u bovendien uit om uw vraag ook te stellen aan mijn collega bevoegd voor Sociale Zaken.

 

06.03  Evita Willaert (Ecolo-Groen): Mijnheer de minister, u bevestigt de situatie. U kan hier niets aan doen en ik zal de vraag ook aan de minister van Sociale Zaken stellen. In de toekomst zullen almaar meer mensen hybride carrières hebben. We moeten er dus voor zorgen dat ze niet door de mazen van de verschillende netten glippen, wat hier eigenlijk wel het geval is. Bedankt voor de verduidelijking, ik weet nu zeker dat we een probleem hebben en ik zal uw collega hierover interpelleren.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

La réunion publique de commission est levée à 16 h 16.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.16 uur.