Commission de la Mobilité, des Entreprises publiques et des Institutions fédérales

Commissie voor Mobiliteit, Overheidsbedrijven en Federale Instellingen

 

du

 

Mardi 18 mai 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Dinsdag 18 mei 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


Le développement des questions commence à 10 h 45. La réunion est présidée par M. Jean-Marc Delizée.

De behandeling van de vragen vangt aan om 10.45 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Jean-Marc Delizée.

 

01 Samengevoegde vragen van

- Jef Van den Bergh aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "De examens voor het behalen van het stuurbrevet voor pleziervaartuigen" (55016831C)

- Laurence Zanchetta aan Georges Gilkinet (VEM Mobiliteit) over "Het nieuwe praktijkexamensysteem voor de pleziervaart" (55017076C)

01 Questions jointes de

- Jef Van den Bergh à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Les examens en vue de l'obtention du brevet pour la conduite de bateaux de plaisance" (55016831C)

- Laurence Zanchetta à Georges Gilkinet (VPM Mobilité) sur "Le nouveau système d'examen pratique pour la navigation de plaisance" (55017076C)

 

01.01  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de voorzitter, deze vraag was eerst gericht aan minister Gilkinet, maar blijkbaar was dat niet correct. De vraag werd naar u doorverwezen, mijnheer de minister. Ik had begrepen dat de problematiek tijdens een vorige vragensessie met u al aan bod was gekomen, maar mogelijk is er nu nieuwe informatie. Daarom leg ik u de vraag graag voor.

 

Sinds 1 januari 2022 hebben bestuurders van een pleziervaartuig ook op zee een vaarbrevet nodig, niet enkel meer op de binnenwateren. Bovendien gelden vanaf 1 juli 2021, over een week of zes, andere examenmodaliteiten. Er komt een praktijkexamen, terwijl men momenteel enkel een bewijs van praktijkervaring moet voorleggen. Oorspronkelijk zouden de nieuwe examenmodaliteiten al ingaan op 1 januari 2021. Aangezien door de corona-epidemie veel examens en theorie- of praktijklessen waren opgeschort, verzocht de pleziervaartsector u om uitstel voor het nieuwe systeem van praktijktesten. Volgens een automatisch antwoord van de FOD M&V, daterend uit maart, gaat het bij het uitstel om een principieel akkoord; de nodige acties om het uitstel een wettelijk kader te geven, zouden nog worden uitgevoerd.

 

De wijzigingen in de examenmodaliteiten en de verplichting om op zee een vaarbrevet te hebben, leidden tot een enorme bottleneck bij de examencentra. Zo zijn er bestuurders die al een half jaar zonder succes proberen een examen in te plannen. Om aan de uitzonderlijk grote vraag naar examens tegemoet te komen, werden extra examendata ingepland. Toch zijn er nog altijd enorme wachtrijen en zijn de examencentra volzet tot minstens einde juni. Uiteraard wil iedereen nog graag de examens afleggen vóór juli. Kortom, door de uitgevallen lessen en examens in 2020, door de beperkte capaciteit van de examencentra, door de invoering van nieuwe examenmodaliteiten vanaf juli 2021 en door de verplichting van een vaarbrevet op zee vanaf 2022 komen veel bestuurders, ook met jarenlange praktijkervaring, nu in de problemen.

 

U bent ongetwijfeld op de hoogte van de problematiek. Hebt u maatregelen genomen om hieraan tegemoet te komen?

 

Hoe ver staat het met de uitgestelde invoering van de nieuwe examenmodaliteiten naar 1 juli 2021?

 

Hoe staat u tegenover het idee om de invoering nog langer uit te stellen, gezien het gebrek aan capaciteit bij de examencentra en de moeilijkheden door de covidcrisis om alles georganiseerd te krijgen?

 

Hoe verantwoordt u de huidige gang van zaken met dergelijke beperkte examencapaciteit?

 

01.02  Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le président, monsieur le ministre, jusqu'à maintenant, pour obtenir son permis de navigation de plaisance, un simple examen théorique était nécessaire. Mais à partir du 1er juillet 2021, cela ne sera plus le cas. Il faudra également passer un examen pratique.

 

Le problème réside dans le fait que tous les centres d'examen sont complets jusqu'à la fin du mois de juin. En effet, en raison de l'épidémie, plusieurs activités au sein de la navigation de plaisance ont été temporairement entravées voire suspendues l'an dernier. Cela concerne notamment les examens mais aussi les cours théoriques et pratiques. Par conséquent, les centres d'examen font actuellement face à un nombre exceptionnellement élevé de demandes de participation aux examens.

 

Pour cette raison, des jours d'examen supplémentaires ont été prévus dans les centres d'Ostende, d'Anvers et de Namur. Ces jours supplémentaires ont été rapidement réservés, ne laissant plus de possibilités pour les personnes concernées de passer ce fameux examen avant le 1er juillet 2021.

 

Monsieur le ministre, serait-il envisageable de repousser l'entrée en vigueur de ce nouveau système de tests pratiques pour la navigation de plaisance? Des jours d'examen supplémentaires pourraient-ils de nouveau être prévus dans certains centres?

 

01.03 Minister Vincent Van Quickenborne: De hervorming van de pleziervaartwetgeving werd reeds opgestart onder de vorige regering, in nauw overleg met de sector. Met de wet van 5 juli 2018 werd het verplicht vaarbevoegdheidsbewijs ingevoerd, dat nodig is om vanaf 1 januari 2022 op zee te kunnen varen. Deze verplichting gaat alleen over pleziervaartuigen die groter zijn dan 15 meter of sneller varen dan 20 km/u. Dat is dezelfde verplichting die ook op de binnenwateren van toepassing is. Het uitvoeringsbesluit werd genomen op 28 juni 2019.

 

Tussen de beslissing om een verplicht brevet op zee in te voeren en de daadwerkelijke inwerkingtreding ligt bijna vier jaar.

 

Voorts werd bepaald dat iedereen die vóór 1 januari 2021 slaagt voor het theoretisch examen geen praktijktest dient af te nemen. Op vraag van de sector en omwille van de coronamaatregelen werd deze datum naar 1 juli 2021 opgeschoven.

 

We stellen nu echter vast dat er een stormloop is naar de examencentra, waarbij mensen vaak onvoorbereid toch nog wensen deel te nemen aan het examen, voornamelijk om het jachtmanbrevet te halen om zo de verplichte praktijktest niet te moeten afleggen.

 

Uiteraard zijn wij op de hoogte van het probleem dat er momenteel heel veel vraag is naar extra data om examen te kunnen afleggen. Ik wil er echter op wijzen dat mijn diensten in deze coronaperiode al meer examens hebben afgenomen dan in normale tijden. Zo werd in de periode van maart 2019 tot en met februari 2020 in iets minder dan 18.524 examenslots voorzien. In de periode van maart 2020 tot en met februari 2021, in volle coronatijd, waren er 20.488 examenslots.

 

Tijdens het coronajaar werden er dus meer klanten bediend dan in een regulier jaar. Door het uitstel van de invoering van de praktijktest van 1 januari naar 1 juli 2021 kunnen nog meer pleziervaarders hun examen afleggen.

 

Daarnaast heb ik mijn diensten ook gevraagd om te onderzoeken of de examencentra nog bijkomende dagen tussen nu en 1 juli 2021 kunnen worden geopend. We stellen immers vast dat na deze data nog heel wat data openstaan waarop examens kunnen worden afgelegd.

 

Mijnheer Van den Bergh, het wettelijk kader werd ingevoerd met het KB van 28 december 2020 en is dus reeds van kracht.

 

Serait-il envisageable de repousser encore l'entrée en vigueur de ce nouveau système? Un nouveau report n'est pas envisagé. À partir du 1er juillet de cette année-ci, nous passerons à un système d'épreuves pratiques. Les écoles de navigation qui feront passer ces épreuves sont occupées à les préparer. Elles font actuellement l'objet d'un audit par mes services en vue de leur agrément en tant que centres d'examen pratique. Le secteur est informé depuis longtemps. J'ai parlé de quatre ans. Un report de six mois additionnel a déjà été accordé. À un certain moment, il faut que le nouveau système entre en vigueur.

 

Wat uw vierde vraag betreft, mijn diensten hebben alles op alles gezet en zijn er zelfs in geslaagd om in moeilijke tijden in 2.000 examens meer te voorzien. De vraag is gewoon uitzonderlijk groot. Er heerst blijkbaar een ongegronde vrees dat het verkrijgen van een brevet na 1 juli moeilijker zou worden, quod non.

 

Quant à la question sur le jour d'examen supplémentaire, comme je l'ai dit à Mme Zanchetta, j'ai demandé à mes services d'examiner si les centres d'examen pouvaient prévoir des jours d'ouverture supplémentaires. Nous devons bien sûr veiller à ce que cela ne se fasse pas au détriment d'autres tâches et obligations. Je tiens néanmoins à souligner que la crainte de passer l'examen pratique n'est pas fondée. Pour les plaisanciers déjà actifs en mer, l'épreuve pratique sera un jeu d'enfant. Pour ceux qui commencent à naviguer en mer, cette épreuve pratique fournira les compétences nécessaires pour prendre la mer en toute confiance. La mer est de plus en plus fréquentée, donc la sécurité des plaisanciers doit passer avant tout.

 

01.04  Jef Van den Bergh (CD&V): Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

 

Zoals u zegt, is de wetgeving inderdaad al een aantal jaren oud en heeft de overgangsperiode vrij lang geduurd. Het duurt soms even voor men op de hoogte is van nieuwe regelgeving en vaak nemen mensen in het begin een afwachtende houding aan en kijken ze de kat uit de boom, waarna iedereen wanneer de deadline eraan komt nog snel die examens wil afleggen, met opstoppingen tot gevolg.

 

Er zijn inderdaad al inspanningen geleverd om in extra examendata te voorzien. De omstandigheden van de voorbije jaren waren niet evident en ik noteer uw engagement om uw diensten nog extra examenmomenten te laten organiseren. Ik hoop dat daarmee kan worden tegemoetgekomen aan de bestaande vraag. Het zou goed zijn dat mensen die al jarenlang met de nodige kunde en kennis varen nog op deze vereenvoudigde manier hun vaarbewijs kunnen behalen. Ik dring bij deze dus aan op de organisatie van extra examenmomenten.

 

01.05  Laurence Zanchetta (PS): Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse, qui était évidemment attendue par les personnes concernées, très nombreuses dans ma région.

 

Si je vous ai bien compris, des dates supplémentaires seront prévues, même si les plaisanciers ont déjà entrepris le maximum. Je pourrai déjà rassurer ceux qui redoutent, malgré de nombreuses années d'expérience dans la navigation de plaisance, de devoir passer cette fameuse épreuve pratique.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De voorzitter: De heer Sander Loones is niet aanwezig om zijn vraag nr. 55017516C te stellen, waardoor deze vervalt.

 

02 Vraag van Jasper Pillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Aangespoelde paraffine" (55017659C)

02 Question de Jasper Pillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La paraffine échouée sur les plages" (55017659C)

 

02.01  Jasper Pillen (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het lozen van paraffine is sinds 1 januari 2021 verboden. Nochtans blijven meldingen binnenkomen. Begin april 2021 was er bijvoorbeeld opnieuw een melding van aangespoelde paraffine op Belgische stranden. Dat was toen al de tweede keer op een maand tijd.

 

Het is door het poetsen van transportschepen dat die paraffine in onze zee terechtkomt. Paraffine is een chemisch goedje. Waar de paraffine exact vandaan komt, is, gelet op het lozingsverbod, onduidelijk. Ik was te vroeg aanwezig in de commissie, omdat het vorige onderwerp mij, gelet op mijn professionele verleden, uitermate interesseert. Ik heb gehoord dat onder andere de heer Van den Bergh daarover al vragen heeft gesteld.

 

Ik wees er al op dat de oorsprong onduidelijk is. Paraffine op zich is niet gevaarlijk, maar vooral de chemische stoffen die rond de paraffine zitten, zijn wel gevaarlijk, zeker voor dieren, uiteraard voor wilde dieren maar ook voor huisdieren, zoals honden, die op het strand massaal aanwezig zijn en zaken zouden durven opeten.

 

Mijnheer de minister, ik heb daarover een paar vragen.

 

Is er ondertussen meer duidelijkheid over de herkomst van de paraffine die de voorbije maanden is aangetroffen op onze stranden?

 

Zijn er nog andere meldingen dan de meldingen die de pers hebben gehaald door alarmkreten van strandjutters en mensen die graag het strand opruimen, waarvoor ik hen wil danken?

 

Zijn er nog andere waarnemingen of klachten geweest?

 

Hoe wordt meer specifiek het lozingsverbod gehandhaafd?

 

02.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Pillen, ten eerste, de wetenschappers van de Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee of BMM hebben een onderzoek gevoerd naar de herkomst van de paraffine. Zij gebruiken verschillende parameters, zoals windrichting, windsterkte en stroming. Zij hebben getracht op die manier de herkomst van de paraffine terug te leiden naar een schip dat de lozing mogelijk heeft veroorzaakt. Het onderzoek heeft echter helaas geen resultaat opgeleverd.

 

Het vermoeden rees sterk dat het ging om oude restanten, die al maandenlang in de zee hebben gelegen en door de sterke noorderwind die ons land en onze contreien heeft geteisterd, op onze stranden zijn aangespoeld.

 

Ten tweede, er werden geen andere gevallen waargenomen of gemeld in de periode tussen 1 januari 2021 en 31 maart 2021. Ook na 8 april 2021 zijn er geen waarnemingen of klachten meer geweest.

 

U vroeg ook hoe de controle wordt uitgeoefend. Het lozingsverbod is opgenomen in het koninklijk besluit van 15 juni 2020. De controle erop werd toegekend aan twee van mijn diensten, namelijk de BMM maar ook het Directoraat-generaal Scheepvaart.

 

De BMM is verantwoordelijk voor het luchttoezicht boven de gebieden van de Belgische zee.

 

Indien zij tijdens een vlucht sporen van verontreiniging vinden en deze direct, doordat het schip nog aan het lozen is, of indirect, via modellering, aan een bepaald schip kan worden gekoppeld, dan wordt het DG Scheepvaart hiervan op de hoogte gebracht. Indien het schip vervolgens naar een Belgische haven vaart, dan wordt een inspectie uitgevoerd om na te gaan onder welke omstandigheden de lozing werd verricht. Indien het een verboden lozing betreft, wordt er een pv opgesteld met het oog op een strafrechtelijke of administratieve boete die kan oplopen tot 8 miljoen euro. Indien het schip naar een vreemde haven vaart, dan wordt de volgende havenstad verwittigd en zal die instaan voor de inspectie van het schip. Als de resultaten van die inspectie worden overgemaakt aan het DG Scheepvaart, dan kunnen mijn diensten bij een verboden lozing eveneens een pv opstellen, ook al is het schip alleen door de Belgische wateren gevaren.

 

Naast deze controles inspecteert het DG Scheepvaart ook de schepen die aanmeren in Belgische havens. Bij deze inspecties wordt nagegaan of een schip goederen als paraffine aan boord heeft gehad en zijn ruim dus heeft laten reinigen. Men gaat hierbij na of het waswater werd afgegeven in een haven en niet op zee werd geloosd. Het gaat om een documentaire controle, waarbij de nodige facturen en logboeken moeten worden voorgelegd. Indien wordt vastgesteld dat een schip deze documenten niet kan voorleggen, wordt er eveneens een pv opgesteld.

 

Tot slot vermeld ik ook de meldingen die de BMM krijgt van CleanSeaNet, een systeem van het Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid, gevestigd in Lissabon. CleanSeaNet detecteert op basis van satellietbeelden een mogelijke vervuiling, waarna de BMM via luchttoezicht of via modellering het schip opspoort dat de verontreiniging heeft veroorzaakt.

 

02.03  Jasper Pillen (Open Vld): Mijnheer de minister, ik dank u voor het zeer volledige antwoord. Het is goed dat we zaken als het lozen van allerlei chemische troep in zee verbieden, maar in uw antwoord toont u aan dat daar ook een hele keten achter zit. Hoewel het verbod moeilijk te handhaven is, is er toch een keten opgezet om overtreders op te sporen en te beboeten. Nu moeten de vele bevoegde overheden in dit land nog communiceren dat men zoiets beter niet aanraakt en moet vermijden dat de hond het opeet. Daar is er nog ruimte voor verbetering.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Jasper Pillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De enquête 'Samen het water op'" (55017664C)

03 Question de Jasper Pillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'enquête "Ensemble sur l'eau"" (55017664C)

 

03.01  Jasper Pillen (Open Vld): Mijnheer de minister, mijn vraag is zeer kort. Op 3 april werd de enquête "Samen het water op" gelanceerd door het DG Scheepvaart van de FOD Mobiliteit, onder andere op de sociale media onder de hashtag samenhetwaterop.

 

Ik wil polsen naar de eerste resultaten ervan. Hoeveel mensen deden er al aan mee? Zal de FOD Mobiliteit de resultaten van de enquête publiek maken? Op welke manier zult u omgaan met de resultaten van die enquête?

 

03.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mijnheer Pillen, "Samen het water op" was een gezamenlijk initiatief van collega Gilkinet en mijzelf en werd mee ondersteund door de organisaties en federaties die actief zijn in de pleziervaartsector.

 

Wij kunnen alvast spreken van een groot succes. Aan deze enquête namen 2.806 mensen deel, waarvan 1.872 Nederlandstaligen en toch ook 934 Franstaligen. Zo ziet u maar: de zee is van iedereen, van alle Belgen.

 

Worden de resultaten van deze enquête publiek gemaakt? Ja. De resultaten worden op dit moment geanalyseerd en zullen in juni kenbaar gemaakt worden aan het publiek.

 

Hoe zullen wij deze resultaten hanteren? Naast de enquête werd binnen het DG Scheepvaart ook een digitale ideeënbus ontworpen om een stem te geven aan ideeën die na de enquête het levenslicht zien. Deze ideeënbus werd verspreid onder de clubs en de federaties die werken rond de pleziervaart en de watersport, en geeft deze de mogelijkheid voorstellen te melden.

 

De resultaten van de enquête zullen, in combinatie met andere informatie, verwerkt worden in een meerjarig actieplan ter promotie van de pleziervaart. De bedoeling is dat wij dit plan voorstellen aan het publiek op de Brussels Boat Show, die ongetwijfeld fysiek zal plaatsvinden, met heel veel boten en met heel veel mensen zonder mondmasker, in het najaar van 2021.

 

03.03  Jasper Pillen (Open Vld): Mijnheer de minister, ik kijk ernaar uit, misschien samen met u, naar die Brussels Boat Show te gaan. Ik meen dat die tweejaarlijks doorgaat? Het is altijd zeer indrukwekkend wat daar allemaal te zien is.

 

Dialoog met de sectoren waarvoor u bevoegd bent, is altijd al uw paradepaardje geweest. Ik meen dat het zeer positief is dat u dit initiatief samen met uw collega Gilkinet genomen hebt. Dat bijna 3.000 mensen aan de enquête hebben deelgenomen op zo'n korte termijn is fantastisch nieuws. Nu aan de slag met de resultaten!

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.05 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11 h 05.