Commission de l'Économie, de la Protection des consommateurs et de l'Agenda numérique

Commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda

 

du

 

Mercredi 2 juin 2021

 

Matin

 

______

 

 

van

 

Woensdag 2 juni 2021

 

Voormiddag

 

______

 

 


De openbare commissievergadering wordt geopend om 11.04 uur en voorgezeten door de heer Stefaan Van Hecke.

La réunion publique de commission est ouverte à 11 h 04 et présidée par M. Stefaan Van Hecke.

 

01 Question de Florence Reuter à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "Le plan d'action concernant l'e-commerce" (55015792C)

01 Vraag van Florence Reuter aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "Het actieplan inzake e-commerce" (55015792C)

 

01.01  Florence Reuter (MR): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, lors de l'exposé de votre note de politique générale, vous nous avez affirmé que l'e-commerce - dont la crise sanitaire nous révèle davantage encore toute l'importance pour nos commerçants - ferait l'objet d'une attention toute particulière. Vous nous avez annoncé, du reste, la mise en place d'un plan d'action destiné à encourager les indépendants et les entreprises, et en particulier les PME, à passer au commerce électronique.

 

Où ce projet en est-il? Ce plan d'action est vital, étant donné la situation sanitaire. Des mesures sont-elles en préparation ou ont-elles même déjà été prises?

 

01.02  Mathieu Michel, secrétaire d'État: Monsieur le président, madame la députée, à l'instar de mon collègue David Clarinval, je vous confirme ma volonté d'aider les indépendants et les entreprises, en particulier les PME, à passer au commerce électronique. Par ailleurs, je sais que nous partageons cet objectif enthousiasmant.

 

Mes services sont en train de mettre la dernière main à un projet de coaching digital et d'accompagnement gratuit. L'idée est de proposer aux indépendants, TPE et PME, qui sont confrontés à des difficultés dans la numérisation de leur activité professionnelle, un soutien individuel prodigué par des professionnels du marketing digital et de la transformation numérique. L'objectif consiste clairement à faire gagner un temps précieux aux PME, à les stimuler à se tourner vers l'e-commerce et à leur permettre d'identifier précisément les accompagnements spécifiques dont elles ont besoin pour y parvenir. Il leur sera ensuite loisible de s'adresser aux professionnels du secteur privé pour approfondir leurs connaissances et leurs démarches.

 

Des discussions se poursuivent, notamment avec Agoria, pour définir des synergies avec des projets existants. En parallèle, en collaboration avec les fédérations professionnelles et le monde académique, mon administration prépare une étude spécialisée dans la transformation numérique des entreprises visant à définir les possibilités et les risques de certains modèles économiques appliqués au secteur de la transformation digitale des entreprises. L'objectif est de collecter des informations auprès du monde académique, des fédérations et du secteur spécialisé, afin de sensibiliser et de soutenir les entreprises belges pour qu'elles puissent retirer les bénéfices de la digitalisation de l'économie.

 

Enfin, ces initiatives sont propres au pouvoir fédéral et viennent compléter des initiatives régionales en la matière. Je ne manquerai pas de déterminer, avec mes homologues régionaux et fédéraux, les possibilités conjointes à mettre en oeuvre.

 

01.03  Florence Reuter (MR): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses.

 

Je vois que le dossier avance, et c'est très bien puisque ce coaching, cet accompagnement gratuit, se met en place. Je ne manquerai pas de revenir vous interroger. En effet, la synergie avec les Régions est indispensable. Personne ne peut travailler de son côté dans un domaine aussi important et qui est vraiment vital vu la situation. Il faut vraiment permettre à toutes ces entreprises ainsi qu'aux TPE d'évoluer.

 

Je reviendrai peut-être avec une question écrite pour obtenir des détails pratiques sur la mise en place de ce plan d'action et pour savoir exactement comment il fonctionne, qui est contacté par qui, et comment. Vous avez parlé de synergie avec les fédérations professionnelles et des discussions en cours. Je vous remercie de me confirmer que le dossier progresse et que nous allons pouvoir aider au mieux toutes ces entreprises.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

02 Samengevoegde vragen van

- Theo Francken aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereen­voudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "De e-facturen" (55016037C)

- Kathleen Verhelst aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereen­voudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "De elektronische facturatie" (55018444C)

02 Questions jointes de

- Theo Francken à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "Les factures électroniques" (55016037C)

- Kathleen Verhelst à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "La facturation électronique" (55018444C)

 

02.01  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wil mij nog verontschuldigen voor mijn afwezigheid in de vorige commissievergadering. Ik kon niet aanwezig zijn, hoewel er een interessante vraag van mij, over het masterplan voor de gesloten centra, op de agenda stond. Ik heb die vraag als schriftelijke vraag opnieuw ingediend.

 

In verband met de digitale weg en het verhaal rond de administratieve vereenvoudiging heb ik wel wat ervaring, aangezien ik die jarenlang heb mogen managen, wat niet altijd evident was. Een van de komende dagen zal ik overigens een wetsvoorstel indienen omtrent administratieve vereenvoudiging. Samen met u en uw diensten wil ik proberen om daaraan voort te werken, om er een prioriteit van te maken, aangezien er in dit land zo veel werk is op het vlak van administratieve vereenvoudiging.

 

De nu voorliggende vraag gaat concreet over de e-facturatie in België. Wij gaven elk jaar een update van de cijfers. Die cijfers waren heel positief, e-facturatie is aan een heel goede opmars bezig.

 

Mijnheer de staatssecretaris, waar staan we juist op dat vlak? Kunt u een vergelijking maken tussen de privésector en de overheid? Welke zijn uw beleidsplannen ter zake?

 

02.02  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, ik sluit mij aan bij de gestelde vraag.

 

Elektronisch factureren is tegenwoordig binnen de overheidsdiensten de norm. In de beleidsnota spreekt u ook over nieuwe initiatieven die een efficiënt gebruik van de elektronische facturatie stimuleren, onder meer binnen bedrijven.

 

Mijnheer de staatssecretaris, welke initiatieven werden er intussen genomen? Welke plannen hebt u nog, tegen welke termijn? Hoeveel procent van de B2B-facturen zijn al elektronisch?

 

02.03 Staatssecretaris Mathieu Michel: Mijnheer de voorzitter, geachte Kamerleden, sinds 2012 ondersteunt de Belgische overheid het wijdverbreid gebruik van elektronische facturatie, vooral bij kmo's en overheidsinstanties. In die context is de FOD BOSA belast met de opdracht van het informeren over, aanmoedigen van en zoeken naar een breed draagvlak.

 

Sinds 2015 is de FOD actief betrokken bij de ontwikkeling van Peppol, een gestandaardiseerd ecosysteem dat de uitwisseling van elk gestructureerd elektronisch document mogelijk maakt. Vandaag hebben niet minder dan 40.000 Belgische bedrijven zich voor die documenten ingeschreven, waarmee België op de tweede plaats staat inzake de toepassing van dat wereldwijde, gestandaardiseerde ecosysteem.

 

Om bedrijven te sensibiliseren en te ondersteunen, heeft het directoraat-generaal Digitale Transformatie van de FOD BOSA de platforms Hermes en Mercurius opgezet.

 

Dankzij het platform Hermes kan elke verzender van facturen onder bepaalde voorwaarden het gestandaardiseerde ecosysteem Peppol gebruiken om zijn facturen te versturen naar handelspartners uit de Belgische overheidssector ten belope van 5.500 partners of uit de privésector ten belope van 1.800.000 partners.

 

Het platform Mercurius, gelanceerd in 2014 en geïntegreerd in het Peppol-ecosysteem, helpt alle Belgische inkopers en hun leveranciers om de stap te zetten naar grootschalige elektronische facturatie. Het is de bedoeling het hele aankoopproces te dematerialiseren. Het platform wordt momenteel gebruikt door meer dan 2.000 aanbestedende diensten en 15.000 leveranciers en verwerkt ongeveer 80.000 facturen per maand.

 

Het potentieel van elektronische facturatie wordt in België echter nog onderbenut. Een van de redenen daarvoor is het aantal verschillende IT-oplossingen. Dat verhoogt de kosten voor de kmo's en voor de overheid. Het weerhoudt hen ervan de e-facturatie tegen redelijke kosten in te voeren.

 

Ik ben daarom van plan om een beleid te voeren dat erop gericht is om het aanbod aan te passen in functie van een grote standaardisatie. Een manier om dat te doen, zou zijn om een accreditatieprogramma voor aanbevolen producten op te zetten, waarvan de toepassing zou worden gestimuleerd. Een grotere standaardisatie is echter niet voldoende. E-facturering veronderstelt ook veranderingen in de gewoontes en processen van kmo's en de overheid. Daarom zullen ook maatregelen worden genomen om de bekendheid van e-facturering te vergroten en om de belangrijkste punten voor een succesvolle invoering te kunnen identificeren. De FOD BOSA deelt mij mee dat die maatregelen dit jaar nog kunnen worden ingevoerd en volgend jaar zullen worden voortgezet.

 

Tot slot wil ik er nog op wijzen dat vorig jaar meer dan driekwart van de facturen die als B2B aan bedrijven werden verzonden, in elektronische vorm werd verzonden. Dat is het resultaat van een online-enquête die in opdracht van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging is gehouden. Dat toont aan dat wij vooruitgang boeken in het aanmoedigen van e-facturering, maar dat er nog ruimte is voor verbetering.

 

02.04  Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, er komt dus een campagne bij kmo's om het platform nog meer bekend te maken. Er komt ook een soort van standaardisatie of accreditatie om de manier waarop het gebeurt meer te uniformiseren. De cijfers blijven ook verder stijgen. Ondertussen verloopt de facturatie voor drie vierde van de B2B elektronisch. Dat is zeer goed. Ik ben begonnen met een kwart. Op een aantal jaren tijd gaat dat dus heel stijl omhoog. Dat is een succesverhaal. Dat is goed.

 

Er is wel de vraag wat een elektronische facturatie is. Aan de ene kant is er de ondernemer die zijn factuur inscant en mailt, wat ook wordt beschouwd als elektronische facturatie en aan de andere kant is er de fantastische boekhouding waarbij elk veldje digitaal is. Er is dus een heel grote marge. U hebt onze volledige steun om daar verder aan te werken. Het is een zeer grote kostenbesparing voor ondernemingen en kmo's. U hebt ook mijn volle steun voor die campagne.

 

Het is ook belangrijk om met de deelstaten en de Vlaamse overheid samen te werken aan administratieve vereenvoudiging, zoals bijvoorbeeld de elektronische facturatie. Het kan een toonbeeld en een mooi project zijn.

 

02.05  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, er worden veel initiatieven genomen, maar u bent toch ook verrast door de complexiteit. Het is zeker niet eenvoudig om dat in te voeren. 50.000 of 80.000 digitale facturen per maand lijkt een groot getal maar het is zeer weinig. Hopelijk blijven er veel inspanningen gebeuren, maar het is niet eenvoudig om de mensen hun gewoontes te doen veranderen. Dat ervaart u ook zeer goed. Voor de kmo's is dat ook niet altijd meteen een win-winsituatie.

 

Hopelijk worden er goede manieren gevonden om verder te werken. Standaardisatie is daar zeker een punt in om de ingeslagen weg te volgen. Er moet zeker goed overlegd worden met de ondernemersverenigingen. Zij kunnen misschien ook een insteek geven om dit voor alle partijen goed te laten verlopen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

03 Vraag van Kris Verduyckt aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "Deepfake" (55016994C)

03 Question de Kris Verduyckt à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "L'hypertrucage (deepfake)" (55016994C)

 

03.01  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, een aantal politici uit andere landen had een gesprek met een wellicht nagemaakte Russische generaal. De werkelijkheid is soms mooier dan een film. Dat bijzondere verhaal deed bij mij vragen rijzen over de manier waarop onze regering en overheid omgaan met telecommunicatie.

 

Zijn er bepaalde veiligheidschecks ingebouwd? Gebeurden dergelijke zaken reeds in België? Graag had ik daarover wat meer informatie van u gekregen, mijnheer de staatssecretaris.

 

03.02 Staatssecretaris Mathieu Michel: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de volksvertegenwoordiger, ik ben vertrouwd met deepfakes en het gebruik ervan voor desinformatie en zelfs fraude. Dit verschijnsel is een van de opkomende uitdagingen, als gevolg van de technologische ontwikkelingen. Men zou het als een vorm van desinformatie of fake news kunnen beschouwen. Dit kan worden gelijkgesteld met identiteitsdiefstal. Het bestaande juridische arsenaal biedt slechts ten dele een antwoord op dit verschijnsel.

 

Aangezien het fenomeen van deepfake in zeer snel tempo wordt geperfectioneerd, vormt dit een grote uitdaging. Onze veiligheidsdiensten worden dan ook tijdens hun briefings bewust gemaakt van het verschijnsel van deepfakes. Desinformatie, waaronder deepfakes, wordt door onze veiligheidsdiensten behandeld met een interdepartementale aanpak, via de werkgroep voor hybride bedreigingen. In dit kader wordt een afzonderlijke taskforce opgericht voor dit onderwerp.

 

Meer algemeen en bij wijze van preventieve maatregel, heeft de Veiligheid van de Staat vorig jaar in haar publicatie Het verborgen gevaar achter COVID-19 een apart hoofdstuk gewijd aan de risico's van videoconferenties, met aanbevelingen hoe videoconferenties zo veilig mogelijk kunnen worden gemaakt.

 

Naast de rol van onze inlichtingendiensten moet ook worden onderstreept dat de platformen waarop fake news of desinformatie circuleert, ook hun verantwoordelijkheid moeten nemen en maatregelen moeten nemen om de verspreiding van dit verschijnsel tegen te gaan.

 

Ook moet worden gewezen op de rol die de Europese Unie te spelen heeft in de strijd tegen fake news en desinformatie.

 

Ik stel vast dat, vertrekkend van een ludieke en plezante ontwikkeling, een technologie kan veranderen in een instrument dat ten dienste staat van criminelen of terroristen. Dit kan het geval zijn met deepfakes, zoals met alle toekomstige technologieën. Ik ken in België geen geval van dergelijk gebruik van deepfake tegen politici.

 

Ik zal hieraan bijzondere aandacht besteden, met name met betrekking tot de Digital Services Act op Europees niveau en de recente initiatieven van de Europese Commissie rond desinformatie. We moeten er alles aan doen om het vertrouwen in innovatie en technologieën te beschermen. Dat is ook onze rol.

 

03.03  Kris Verduyckt (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, het is goed te horen dat we het zelf nog niet aan de hand hebben gehad, maar laat het dan vooral een opmerkelijk verhaal zijn dat ons wakker moet houden.

 

Wat ik vandaag wel zie op sociale media, is dat er veelvuldig gebruik wordt gemaakt van valse tweets en desinformatie met de bedoeling om de polarisatie op sociale media aan te wakkeren. Er worden valse tweets van virologen gebruikt om mensen te doen twijfelen. Een gebruiker met een beetje kritische zin zal zo'n valse tweet of bericht nog wel kunnen onderscheiden van een echt bericht, maar als de technologie verder gaat en er deepfakes worden gebruikt, wordt het als gebruiker moeilijk om nog te weten wat te geloven en wat niet.

 

U hebt het woord identiteitsfraude gebruikt, waarbij u aangeeft dat die zaken strafbaar zijn. Ik vind dat goed. Wij moeten niet te veel medelijden hebben met mensen die de boel doelbewust proberen te destabiliseren. We moeten daar hard tegen optreden. We hebben nog een hele weg te gaan. Dit is een nieuw gegeven in onze samenleving en het is ook een boeiend thema om verder rond te werken.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

04 Question de Daniel Senesael à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "La fracture numérique" (55018053C)

04 Vraag van Daniel Senesael aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "De digitale kloof" (55018053C)

 

04.01  Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, la crise sanitaire que nous subissons depuis maintenant plus d'une année a révélé et révèle encore les difficultés de nombreux concitoyens, travailleurs et agents de la fonction publique notamment, à s'adapter au recours toujours plus important à la digitalisation requis dans le cadre de leurs activités et de leur relation à l'administration.

 

Monsieur le secrétaire d'État, l'accord de gouvernement prévoit l'élaboration d'un plan global visant à améliorer la qualité des services publics impliquant une réduction des charges administratives pesant sur les citoyens et les entreprises, notamment en améliorant les services numériques. L'accord prévoit également la garantie que les services publics restent accessibles à tous, y compris aux citoyens ayant peu de compétences numériques.

 

Monsieur le secrétaire d'État, pouvons-nous avoir votre retour sur ce point? Disposez-vous d'éléments permettant de mesurer les difficultés d'accès par le citoyen aux moments où les services publics étaient principalement accessibles en ligne et peu ou pas en présentiel? Pouvez-vous nous informer des initiatives engagées ainsi que de leur état d'avancement?

 

Par ailleurs, une amélioration des compétences numériques en vue de réduire la fracture numérique est également évoquée. À ce sujet, votre note de politique générale mentionne "un plan pour augmenter les compétences numériques des Belges et des travailleurs en vue de réduire la fracture numérique". Monsieur le secrétaire d'État, pouvons-nous être informés des avancées réalisées en la matière? 

 

Enfin, nous savons que la crise sanitaire a une réelle incidence sur les conditions de travail des agents fédéraux. Une évaluation des aspects liés à la digitalisation (travail à distance, vidéoconférences, etc.) a-t-elle été réalisée? Le cas échéant, pouvons-nous obtenir votre retour à cet égard?

 

04.02  Mathieu Michel, secrétaire d'État: Merci, monsieur le député, pour votre question qui touche à une thématique qui me tient particulièrement à cœur. Nous nous en sommes tous rendu compte: la crise sanitaire a eu de nombreux effets sur la vie de nos concitoyens mais aussi sur la vie de nos collaborateurs. Face à ces changements, je peux vous affirmer que nos infrastructures informatiques fédérales se sont avérées suffisamment robustes pour permettre à notre gouvernement de fonctionner presque entièrement de manière numérique et à distance. Les fonctionnaires fédéraux ont fait également preuve de flexibilité et de responsabilité, qualités indispensables pour garantir la continuité des services. Les citoyens et les entreprises  ont ainsi pu continuer à faire appel à nos services.

 

Il est, néanmoins, un fait certain, alors que de nombreuses personnes ont dû s'adapter à la situation: la fracture numérique s'est amplifiée pour un très grand nombre de nos concitoyens, déjà en rupture ou au bord de la rupture numérique. En effet, force est de constater que cette crise a donné un élan considérable au travail numérique et à son utilisation, mais a aussi clairement souligné et confirmé certaines de nos faiblesses, comme l'importance de disposer des compétences numériques minimales, tant chez nos collaborateurs que chez les utilisateurs de nos services.

 

En outre, le classement DESI place notre pays en matière de compétences numériques à la douzième place sur vingt-sept: 40 % des Belges ne posséderaient pas les compétences de base. Cet enjeu de compétences digitales constitue donc la base fondamentale de la société que nous voulons construire, une société prospère et solidaire. Réduire la fracture numérique devient aujourd'hui plus qu'un enjeu; cela devient une obligation et, surtout, une urgence.

 

Pour ma part, je suis persuadé que la réduction de cette fracture numérique passe par un meilleur enseignement, une meilleure formation en matière de codage, par la connaissance des outils numériques, de robotique, d'intelligence artificielle. Cette conviction est d'autant plus renforcée que selon l'étude BeTheChange d'Agoria, la Belgique aura besoin de 310 000 profils IT d'ici 2030, dont 60 % devront avoir au minimum une connaissance des fondamentaux de l'intelligence artificielle.

 

C'est aujourd'hui ce que nous devons apporter à chacun: les connaissances de base en matière de numérique. Nous devons à tout le moins aider nos concitoyens à les acquérir pour qu'ils puissent porter la Belgique numérique de demain. Pour ma part, et tout comme vous, j'en suis sûr, monsieur Senesael, il est hors de question de laisser quiconque au bord du chemin.

 

Je suis convaincu que la lutte contre la fracture numérique constitue l'un des enjeux essentiels de la relance. Dans ce cadre, j'ai déjà eu l'occasion d'aborder les écrivains publics numériques, le plan interfédéral Women in Digital, ou encore la coalition nationale pour les compétences numériques. C'est en ce sens que je travaille avec l'ensemble de mes collègues.

 

Concernant votre troisième question, une première évaluation du travail en temps de crise sanitaire est en cours de finalisation avec le réseau des gestionnaires des ressources humaines et le Collège des présidents.

 

Ces évaluations montrent que notre infrastructure informatique était robuste. Elle a supporté ce travail à distance et a garanti la continuité des services. Par ailleurs, nos fonctionnaires possèdent les compétences de base pour travailler à distance. Toutefois, je vous invite à vous adresser à ma collègue en charge de la Fonction publique pour un complément d'information sur cette question.

 

04.03  Daniel Senesael (PS): Monsieur le secrétaire d'État, mes remerciements chaleureux pour la qualité de votre réponse au travers des éléments fournis.

 

Je m'attarderai sur deux éléments de réflexion qui découlent de ceux-ci.

 

D'abord, nous pouvons nous réjouir que le fonctionnement numérique et à distance ait permis la continuité du service public. Le service public est dans notre ADN et lorsque sa poursuite est possible, c'est toujours un résultat positif à souligner.

 

Le deuxième constat – nous l'avons vu de manière intuitive – est confirmé par les chiffres avancés par le secrétaire d'État: 40 % des Belges n'ont pas les compétences minimales, ce qui conduit à une fracture numérique amplifiée avec des faiblesses pointées du doigt et les compétences numériques minimales qu'il est nécessaire d'acquérir.

 

Vous vous projetez vers 2030 en disant qu'il y aura des efforts à fournir, des compétences à acquérir et qu'il faut à tout prix réduire cette fracture numérique. C'est une urgence pour ne laisser personne au bord du chemin. Je partage totalement la réflexion à ce sujet. On le sait, et cela a été souligné, dans les conditions d'une relance, relance nécessaire, indispensable et prioritaire, il faudra tout mettre dans les bons plateaux de la balance pour que cette fracture numérique soit facilement gérable en vue de la réduire. L'évaluation étant en cours, nous ne manquerons de rester attentifs au suivi de cette thématique.

 

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

 

05 Question de Daniel Senesael à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "L'impact climatique des cryptomonnaies" (55018057C)

05 Vraag van Daniel Senesael aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "De klimaatimpact van cryptomunten" (55018057C)

 

05.01  Daniel Senesael (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, les cryptomonnaies nécessitent le fonctionnement permanent d'un nombre important de processeurs informatiques, ce qui implique une consommation d'électricité considérable. L'université de Cambridge a estimé que la consommation d'électricité d'un pays comme la Belgique équivalait à 57,82 % de celle du bitcoin.

 

J'interrogeais récemment à ce sujet votre collègue Mme Khattabi, qui m'invite à me tourner vers vous pour obtenir des compléments d'information. Je suis donc ici son excellent conseil.

 

Monsieur le secrétaire d'État, pouvons-nous obtenir votre retour sur ce problème?

 

La Banque centrale européenne (BCE) a récemment publié un rapport portant sur la possible création d'une monnaie numérique européenne inspirée des cryptomonnaies, mais dont l'un des apports pourrait être la diminution de l'empreinte carbone du système monétaire et de paiement actuellement employé en Europe. Notons toutefois le manque d'informations mentionnées quant à la nature de la technologie qui pourrait être utilisée.

 

Monsieur le secrétaire d'État, pouvons-nous avoir votre point de vue à propos de ce projet et des technologies pouvant être employées, ainsi qu'à propos de ses incidences climatiques potentielles?

 

05.02  Mathieu Michel, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur le député, j'espère pouvoir être à la hauteur des attentes de Mme Khattabi sur cette réponse. En tout cas, je vais tout faire pour.

 

Depuis longtemps, le bitcoin soulève de nombreuses questions quant à son impact environnemental. Face aux nombreuses études en la matière, il faut avoir l'humilité intellectuelle de reconnaître que nous ne sommes pas en mesure d'évaluer avec précision l'impact réel du bitcoin et des cryptomonnaies sur l'environnement.

 

Par ailleurs, il convient aussi de pousser la réflexion plus loin et d'être capables de comparer des choses comparables. Ainsi, je ne dispose par exemple pas de l'estimation des émissions de carbone from dust to dust de l'ensemble du système bancaire mondial. L'on peut néanmoins facilement concevoir que celui-ci est également grand consommateur d'énergie.

 

Techniquement, pour fonctionner, la cryptomonnaie repose sur un système de blockchains, très gourmand en énergie. Sa nature implique une consommation d'énergie très élevée qui, soit dit en passant, est la condition de sa sécurité.

 

À ce jour, il n'existe pas de données précises en la matière qui permettent d'émettre un avis tranché, et ce pour différentes raisons: l'imprécision des données, le manque de données sur le matériel utilisé par les mineurs ou sur leur nombre, les statistiques sur l'usage de l'électricité. Par exemple, le minage est rarement pris en considération.

 

Cela ne doit évidemment pas être une raison de ne pas évaluer cette consommation. En revanche, il importe de prendre du recul sur les comparaisons, parfois sensationnalistes, souvent effectuées.

 

Dans ce cadre, certaines cryptomonnaies réalisent leur propre examen de conscience écologique. Je prends l'exemple de l'ethereum qui a annoncé la mise en place prochaine d'un nouveau procédé de validation des transactions qui serait 99,95 % moins énergivore que le procédé actuel. Ainsi, depuis décembre 2020, la deuxième cryptomonnaie du monde travaille pour délaisser le concept de proof of work (preuve de travail) au profit de la proof of stake (preuve d'enjeu).

 

La technologie actuelle (proof of work) consommerait autant qu'un pays de taille moyenne. La proof of stake utiliserait autant d'énergie que quelque 2 100 foyers américains, soit l'équivalent d'une petite ville.

 

Dans tous les cas, on peut espérer que les cryptomonnaies vont, comme c'est le cas pour les voitures traditionnelles, évoluer et s'améliorer avec les évolutions technologiques et les politiques énergétiques.

 

D'un point de vue économique et financier, face à la montée en puissance des cryptomonnaies, les grandes banques centrales de la planète étudient actuellement les possibilités de lancer leur propre monnaie digitale. La Banque centrale européenne y songe depuis plusieurs mois. La création d'un euro numérique ne manquerait pas d'atouts pour les particuliers ou les entreprises. Émis directement par la BCE, l'euro numérique permettrait d'éviter les frais de dépôts bancaires et coûterait donc moins cher. Les transactions seraient plus rapides, car il éviterait les règlements interbancaires. Les transactions étant encryptées et rendues infalsifiables via la technologie blockchain, l'argent serait également sécurisé et à l'abri des cyberattaques, pertes ou vols. En outre, le caractère centralisé et transparent de la monnaie numérique permettrait de mieux lutter contre le blanchiment de capitaux et la criminalité financière.

 

Cette technologie devrait reposer, comme les cryptomonnaies classiques, sur la technologie blockchain qui permet de retracer la totalité des transactions. Seule la BCE disposerait de la clé de chiffrement permettant d'accéder à ces données. Aucun tiers n'y aurait accès.

 

Concernant l'incidence sur le climat, Christine Lagarde, présidente de la BCE, avait annoncé, en janvier de cette année, qu'il faudrait au moins cinq ans pour déployer un euro numérique. Il faudra donc veiller à étudier d'ici là toues les possibilités pour trouver la solution la plus écologique et la plus sécurisée possible.

 

Je suis convaincu, monsieur Senesael, que nous reparlerons de ce dossier.

 

05.03  Daniel Senesael (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie une fois de plus pour la qualité de vos éléments de réponse et pour l'humilité intellectuelle dont vous avez fait preuve à l'entame de votre intervention.

 

Vous avez dressé de manière quasi exhaustive un tableau des évolutions technologiques des cryptomonnaies avec leur incidence énergivore et climatique. Les propos que vous avez tenus sont vraiment intéressants.

 

Il est ici question d'une belle thématique à suivre, et vos éléments de réponse vont sensiblement y contribuer.

 

Comme vous l'avez signalé à la fin de votre réponse, je ne manquerai pas de suivre ce dossier et de revenir vers vous pour que nous analysions ensemble les différentes formes de l'évolution de ce dernier.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

06 Vraag van Kathleen Verhelst aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "Het versterken van de digitale vaardigheden voor de relance van de economie" (55018443C)

06 Question de Kathleen Verhelst à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "Le renforcement des compétences numériques pour la relance de l'économie" (55018443C)

 

06.01  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de voorzitter, wellicht sluit deze vraag ook aan op de vraag van mijn collega, maar de vragen werden niet samengevoegd. Aangezien ik in een andere commissievergadering een stemming moest volgen, heb ik de behandeling van die vraag ook niet helemaal kunnen beluisteren, daarom houd ik mijn vraag aan.

 

Mijnheer de staatssecretaris, de toenemende digitalisering zorgt ervoor dat veel ondernemingen mensen met een IT-profiel nodig hebben, maar die zijn schaars, zoals u wel weet. Ondernemingen vinden die profielen bijna niet meer. Zeker voor de kmo's is dat een probleem, aangezien zij veelal niet dezelfde arbeidsvoorwaarden kunnen bieden als grote ondernemingen.

 

Het tekort fnuikt de economische groei en de innovatie in België. In uw beleidsnota haalde u reeds aan dat u wil inzetten op de ontwikkeling van de digitale vaardigheden, met de invoering van Digital Plan Belgium.

 

Mijnheer de staatssecretaris, wat is de stand van zaken van dat plan? Wat behelst het concreet? Op welke termijn wil u dat plan uitrollen?

 

Mocht u in herhaling vallen, gelet op de vraag van mijn collega, dan verontschuldig ik mij, maar ik heb uw antwoord niet helemaal kunnen volgen.

 

06.02 Staatssecretaris Mathieu Michel: Mijnheer de voorzitter, geacht Kamerlid, volgens de studie Be The Change van Agoria zal België tegen 2030 meer dan 300.000 IT-profielen nodig hebben, waarvan 60 % ten minste kennis moet hebben van de bronbeginselen van artificiële intelligentie. Onze kmo's zullen dus in de nabije toekomst behoefte hebben aan personeel dat in staat is om de uitdagingen van morgen aan te gaan.

 

Om onze kmo's, onze economie, onze overheidsdiensten en meer algemeen onze bevolking te ondersteunen in het zich eigen maken van de tools en de kennis van morgen, moeten wij vandaag een globale en federerende visie hebben, een visie die bestaande projecten integreert en aansluiting vindt met verschillende initiatieven en plannen, zoals het nationaal investeringsplan, het herstelplan of het plan voor een digitaal België, waarvoor dankzij Alexander De Croo de eerste aanzet voor een globale visie werd gegeven.

 

Het project smart nation dat ik uitdraag, is het idee om de energieën van een grondgebied op een coherente manier samen te brengen. Na negen maanden als staatssecretaris voor Digitalisering ben ik ervan overtuigd dat al het nodige talent aanwezig is in België. Wij moeten alleen maar een coherent en efficiënt overlegproces op gang te brengen, een nieuwe werkmethode die niet alleen inhoud creëert, maar ook verbindingen maakt. Wij moeten met iedereen samenwerken en iedereen laten samenwerken met de actoren op het terrein, met de verschillende instellingen, met de academische wereld, enzovoort, om veel­belovende digitaliseringsprojecten te identificeren en vooral te ondersteunen.

 

Ik sta even stil bij een van de puzzelstukjes van de smartnationpuzzel. Het Belgische Plan voor Herstel en Veerkracht, dat op 30 april ingediend werd, wordt een essentieel onderdeel van de digitalisering. Het zal ons in staat stellen een bijkomende impuls te geven aan de digitale transformatie van België. Niet minder dan 25 projecten zijn geselecteerd ten belope van een investering van ongeveer 580 miljoen euro. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de digitalisering van overheidsdiensten en het herdenken van overheidsprocessen. Dit moet bijdragen tot het ontlasten van burgers en bedrijven, zodat doeltreffend en efficiënt op hun verzoeken kan worden ingegaan. Ik zal hierop terugkomen wanneer Europa zijn besluit heeft genomen.

 

06.03  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, de relanceplannen moeten nog worden uitgerold. Ik hoor dat iedereen moet samenwerken. Alles verbinden, is altijd de grote uitdaging. Dat zou een mooie oplossing zijn. Het talent is er immers wel, maar niet overvloedig. Het is ook niet zo simpel om iedereen die skills meteen aan te leren. Ik hoor graag hoe de puzzel van de samenwerking zal worden gelegd en hoe het relanceplan effectief in de praktijk zal worden uitgerold. De commissie wil hierbij zeker helpen.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

07 Vraag van Kathleen Verhelst aan Mathieu Michel (Digitalisering, Administratieve Vereenvoudiging, Privacy en Regie der Gebouwen) over "De economische schade door cyberaanvallen" (55018445C)

07 Question de Kathleen Verhelst à Mathieu Michel (Digitalisation, Simplification administrative, Protection de la vie privée et Régie des Bâtiments) sur "Le dommage économique subi à la suite des cyberattaques" (55018445C)

 

07.01  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, cybersecurity moet een nationale en Europese prioriteit zijn. Het Centrum voor Cybersecurity waarschuwde in maart nog voor een tsunami aan cyberaanvallen. Maar liefst 1.200 bedrijven zouden gevaar lopen te worden gehackt. Intussen is ook gebleken dat onze overheden eigenlijk onvoldoende gewapend zijn.

 

Hoeveel Belgische ondernemingen werden er het afgelopen jaar gehackt? Hoe groot was de financiële schade voor de betrokken kmo's? Delen alle betrokkenen die ook mee? Vermoedt u dat er nog veel onbekende gevallen zijn?

 

U bent van plan om samen met minister Clarinval een cyberscan te lanceren voor kmo's. Wanneer komt die er? Wat houdt dat precies in?

 

07.02 Staatssecretaris Mathieu Michel: Mevrouw Verhelst, enerzijds, ontving CERT.be, de operationele dienst van het Centrum voor Cybersecurity België, afgelopen jaar reeds meer dan 3.000 meldingen. Vorig jaar heeft het 7.433 kennis­gevingen ontvangen. Het aantal meldingen bij CERT.be geeft echter geen volledig beeld van het aantal cyberincidenten in België. Dat aantal ligt vele malen hoger. Bedrijven en particulieren melden het namelijk zelden, als ze het slachtoffer worden van een cyberincident. Ze dienen ook niet altijd klacht in bij de politie.

 

Anderzijds dient ook gezegd te worden dat er geen meldingsplicht bestaat voor cyberincidenten, uitgezonderd voor enkele aanbieders van essentiële diensten en digitale dienstverleners die onder de NIS-wetgeving officieel zijn aangeduid. Bovendien is er momenteel geen officiële raming van de financiële schade voor de Belgische economie. Het is ook moeilijk om de totale kosten van cybercriminaliteit voor Belgische kmo's te berekenen.

 

Er zijn wel geen aanwijzingen dat België meer te lijden heeft van cyberaanvallen dan andere landen. Integendeel, in de algemene cyber­veiligheidsindex staat België de voorbije jaren in de top vijf van de meest cyberveilige landen van de Europese Unie.

 

Ik verwijs ook naar de recente cybersecuritystrategie van het CCB waarin het belang van de bewustmaking van burgers en organisaties beklemtoond wordt. Ik zal die doelstelling mee helpen uitvoeren met bijvoorbeeld de cyberscan, die momenteel wordt ontwikkeld door de FOD Economie. De cyberscan moet een instrument worden voor kmo's dat hen moet toelaten te meten in hoeverre ze in staat zijn om de risico's van cyberaanvallen te weerstaan. Dat project ligt duidelijk in de lijn van de meer algemene doelstelling van de cybersecurity­strategie om kmo's te helpen cyberaanvallen het hoofd te bieden.

 

De FOD Economie heeft mij verzekerd dat een eerste versie van het project nog voor eind 2021 het licht zou moeten zien.

 

07.03  Kathleen Verhelst (Open Vld): Mijnheer de staatssecretaris, niet alle gevallen worden inderdaad gemeld, noch de geleden schade. Misschien moeten wij ook het belang van een incident duiden? Misschien zouden slachtoffers dergelijke incidenten wel melden als ze er het belang van inzien. Dan zouden we ook een duidelijker zicht op de problematiek krijgen, wat iedereen ten goede komt.

 

Los van de sensibilisering voor het probleem, moet misschien ook een reden worden gegeven aan de ondernemingen om incidenten te melden, zelfs nadat ze een aanval hebben verslagen of hun aanvallers betaald hebben.

 

Ik ben alvast blij dat de FOD Economie werk maakt van een cyberscan. Het zou misschien ook interessant zijn contacten te leggen rond bepaalde initiatieven. Ik heb namelijk de indruk dat er al privé-initiatieven voor een cyberscan bestaan. Misschien kan men leren van wat er al op de markt bestaat tegen betaling en kan de cyberscan daaraan worden getoetst. U zou eventueel contact kunnen opnemen met het oog op samenwerking.

 

Wij volgen het dossier alleszins graag met u op.

 

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

 

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 11.47 uur.

La réunion publique de commission est levée à 11 h 47.