Commission de l'Intérieur, de la Sécurité, de la
Migration et des Matières administratives |
Commissie
voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken |
du Vendredi 4 juin 2021 Après-midi ______ |
van Vrijdag 4 juni 2021 Namiddag ______ |
De behandeling van de vragen vangt aan om 14.17 uur. De vergadering wordt voorgezeten door de heer Ortwin Depoortere.
Le développement des questions commence à 14 h 17. La réunion est présidée par M. Ortwin Depoortere.
De teksten die in cursief zijn opgenomen in het Integraal Verslag werden niet uitgesproken en steunen uitsluitend op de tekst die de spreker heeft ingediend.
Les textes figurant en italique dans le Compte rendu intégral n’ont pas été prononcés et sont la reproduction exacte des textes déposés par les auteurs.
01 Vraag van Ellen Samyn aan Sophie Wilmès (VEM Buitenlandse en Europese Zaken) over "De versoepeling van de inreisbeperkingen voor toeristen uit niet-EU-landen" (55017667C)
01 Question de Ellen Samyn à Sophie Wilmès (VPM Affaires étrangères et européennes) sur "L'assouplissement des restrictions d'entrée pour les touristes provenant de pays hors UE" (55017667C)
01.01 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de staatssecretaris, eind april werd het inreisverbod vanuit India verstrengd. De lijst met uitzonderingen werd dus ingeperkt. De verstrenging geldt niet alleen voor India, maar ook voor Brazilië en Zuid-Afrika.
Is de lijst op heden wel ruim genoeg? Dient die niet te worden uitgebreid, gelet op de situatie in de buurlanden van Brazilië Peru, Uruguay, Paraguay en Argentinië, waar het virus nu in alle hevigheid woedt? Ik geef nog een concreet voorbeeld. Voor reizen van en naar bijvoorbeeld Congo geldt het verstrengde reisverbod niet en blijven dringende familiebezoeken dus nog altijd mogelijk. Is men er zo zeker van dat het Zuid-Afrikaanse virus zich tot Zuid-Afrika beperkt en zich niet al tot de buurlanden heeft uitgebreid? Dat geldt ook voor India. In welke mate worden besmettingen in landen zoals Congo en India voldoende goed geregistreerd en gerapporteerd?
Uw collega-minister Verlinden meldde eind april ook dat indien er verstrengd wordt, dat het best op Europees niveau zou gebeuren. Zij beklemtoonde dat veel mensen die van buiten de EU naar België komen, dat niet rechtstreeks doen, maar wel via een van onze buurlanden. Welke stappen zal België in dat verband op Europees niveau zetten?
01.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Samyn, het is inderdaad belangrijk om de kwestie op Europees niveau aan te pakken, maar we vinden het ook belangrijk om, indien mogelijk, niet op Europa te wachten als we de indruk krijgen dat Europa treuzelt.
Vandaar dat ik initieel het standpunt had ingenomen om bijvoorbeeld rond studiemigratie vanuit een aantal landen, zoals landen waar er varianten opduiken – of die nu Brits, Braziliaans, Indiase, alfa, bèta, gamma of delta moeten worden genoemd, laat ik aan een ander over – niet te wachten op een ander beleidsniveau om zelf de nodige stappen te zetten.
Dat hebben we dan ook gedaan, maar om dat goed aan te pakken, hebben we inderdaad Europa nodig. Heel wat Indiërs proberen België immers via Schiphol te bereiken en heel wat Zuid-Afrikanen bereiken België via Charles de Gaulle in Parijs. Men moet dat dus Europees aanpakken. Gelukkig zijn er op Europees niveau al een aantal stappen gezet.
In België proberen wij ondertussen onze burgers zo goed mogelijk te beschermen. Sinds maart 2020 is er een reisverbod voor personen met de nationaliteit van een niet-Europees land. Ik merk dat dat onderscheid in de media niet altijd wordt gemaakt. Sinds maart 2020 mogen derdelanders enkel om essentiële redenen naar ons land reizen. Die maatregel helpt om de import van covidbesmettingen tegen te houden.
Wij mogen niet vergeten dat de regel ook een grote impact heeft. Denk maar aan het feit dat grootouders hun kleinkinderen in België sinds maart 2020 nog niet konden bezoeken. Het is dus geen leuke, maar wel een noodzakelijke maatregel.
Dit voorjaar werd ons land bijkomend geconfronteerd met zorgwekkende varianten uit Zuid-Afrika, Brazilië en India. Zij dragen ook de naam van die landen of worden benoemd met een Griekse letter. Daarom besliste het Overlegcomité op mijn aandringen met toepassing van het voorzorgprincipe ter bescherming van de bevolking om een nog strenger reisverbod af te kondigen en dus ook essentiële reizen uit die landen te verbieden. Ik besef dat die maatregel hard aankomt. Zelfs essentiële reizen vanuit Zuid-Afrika, Brazilië en India wegens arbeidsmigratie, gezinshereniging of studiemigratie maken wij tijdelijk onmogelijk, in ieders belang.
Het virus kent geen grenzen. De verschillende varianten zijn niet alleen aanwezig in andere landen, maar ook in België. Een tijdelijk strenger beleid is wel effectief om grote besmettingshaarden lam te leggen en om op de rem te duwen. Mochten er gevaarlijke varianten op grote schaal opduiken in andere landen, dan zullen wij ook niet aarzelen om de gepaste maatregelen te nemen en het reizen ook vanuit die landen nog meer te beperken.
De opvolging van de zorgwekkende varianten blijft een prioriteit. De analyse van de verspreiding van de varianten gebeurt door de covidexperten en het Overlegcomité zal daar de politieke gevolgen aan verbinden. De Risk Management Group (RMG) werd dan ook de opdracht gegeven de lijst met geïdentificeerde landen minstens wekelijks te actualiseren. Dankzij het werk van de Wereldgezondheidsorganisatie is er een vrij goed overzicht van de covidsituatie in andere landen.
Op Europees niveau neemt ons land deel aan de Europese besprekingen ter aanpassing van Raadsaanbeveling 2020/912 inzake de tijdelijke beperking op niet-essentiële reizen naar de EU. In dat kader hebben we de zogenaamde noodremprocedure uitgewerkt: als blijkt dat er ergens een variant of een broeihaard is waarover wij ons zorgen moeten maken, kunnen wij op Europees niveau snel aan de noodrem trekken en zorgen voor extra beperkingen op de verplaatsingen die men mag ondernemen.
Pour la petite histoire, wij merken dat er in Groot-Brittannië het een en ander aan het gebeuren is en ik heb dus aan de RMG gevraagd om actuele informatie over de situatie daar te krijgen.
Wij moeten de situatie aldaar zeer goed in de gaten houden. Het betreft misschien de Indiase variant; alleszins is die er sterk aanwezig. Het is dus belangrijk de situatie aan de hand van de meeste recente informatie in kaart te krijgen. Indien nodig, moeten wij ook ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk kunnen overgaan naar strengere maatregelen.
Wij laten het echter over aan de wetenschapsexperts om ons de juiste cijfers te bezorgen. Ik kan alleen maar meegeven dat ik mijn persoonlijke bezorgdheid heb geuit over de situatie in een aantal landen. Wij moeten zo snel mogelijk de noodrem zien te gebruiken op Europees niveau, indien dat kan, alsook op Belgisch niveau, indien dat moet.
01.03 Ellen Samyn (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw erg uitgebreide antwoord.
Ik had tijdens de commissie voor Europese Aangelegenheden eerste minister De Croo daarover ondervraagd, die ook pleitte voor enige voorzichtigheid.
Het is goed te vernemen dat u niet op Europa zal wachten en eventueel zelf de nodige stappen zal zetten, indien dat nodig is, hoe moeilijk dat ook soms is.
Het reizen binnen Europa is, zoals u zelf aangaf, duidelijk geregeld en gereglementeerd. Dat zou zeker en nog meer het geval moeten zijn voor reizen vanuit derdelanden.
Voor reizen in Europa wordt een paspoort ingevoerd, dat in principe fraudeveilig zou moeten zijn. Zal dat ook het geval zijn voor formulieren die worden voorgelegd door derdelanders? Wat zullen daarbij de garanties zijn? Dat is natuurlijk de vraag.
U geeft aan dat de informatie wekelijks wordt geactualiseerd en ik hoop dat dat inderdaad het geval is. In Peru en Argentinië woekert het virus verschroeiend en de dramatische situatie houdt er maar aan.
Ik kom terug op de Europese samenwerking tegenover derdelanden, die ter zake zeker meer dan gewenst is. De afkondiging van een Europees inreisverbod voor bepaalde landen is één zaak. U haalde de voorbeelden ook aan. Een eigen verbod alleen levert weinig op, wanneer reizgers in plaats van in Brussel bijvoorbeeld in Parijs of Amsterdam landen en zonder probleem ons land binnenkomen.
Ik noteer alvast dat u het dossier op de voet volgt.
Het incident is gesloten.
- Kattrin Jadin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’afflux de migrants à Lampedusa" (55017691C)
- Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La migration illégale croissante via la mer Méditerranée" (55017726C)
- Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La relocalisation depuis l'Italie" (55018403C)
- Kattrin Jadin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De toestroom van migranten op Lampedusa" (55017691C)
- Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De stijgende illegale migratie via de Middellandse Zee" (55017726C)
- Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Relocatie vanuit Italië" (55018403C)
Le président: Mme Kattrin Jadin est absente.
02.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik wissel graag nog even met u van gedachten over het hoogseizoen voor illegale migratie, aangezien dat althans opnieuw aangebroken lijkt, na een redelijke rustige periode, voornamelijk door de coronapandemie. Ook vindt er in de winterperiode doorgaans minder illegale migratie plaats, omdat het dan wat kouder is en omdat de zee vaker onrustig is. In de zomer is het altijd drukker op de routes van mensensmokkelaars.
U hebt op Europees niveau overleg gevoerd, naar aanleiding van de sterke toestroom op onder andere Lampedusa enkele weken geleden. In Griekenland is het eveneens druk en het verhaal in Ceuta hebben we ook allemaal gezien. Mijnheer de staatssecretaris, wat kwam er uit dat overleg?
Italië trok aan de noodbel en eiste overleg. Ik neem aan dat dit plaatsgevonden heeft. Wanneer was dat juist? Was u daarbij zelf aanwezig, of verliep dat via de premier? Gaat het om een vergadering van de Europese Raad?
Wat zal België doen? Zullen wij realloceren, en zo ja, van waaruit en hoeveel mensen? Zijn er daarover afspraken gemaakt? Italië riep daartoe op, want het land zei dat het duizenden mensen op Lampedusa in één weekend niet aankan. Is België op die oproep van Italië ingegaan? Welke andere landen gaan er al dan niet op in? Graag had ik wat meer toelichting.
02.02 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, de illegale migratie draait weer op volle toeren. In Italië kwamen tussen januari en mei al drie keer meer illegale migranten aan dan in dezelfde periode van vorig jaar. In vergelijking met 2019 zijn het er zelfs dertien keer meer.
Zoals voorspelbaar was, duurde het niet lang voor de roep weerklonk om via een spreidingsplan de aangekomen migranten over de Europese lidstaten te verdelen, de zogenaamde relocatie. Italië zelf zegt te streven naar een Malta 2.0-akkoord, waarmee, naar analogie van het in september 2019 in Valletta gesloten akkoord, andere EU-lidstaten volgens een verdeelsleutel migranten zouden moeten opnemen.
In een gesprek met de Italiaanse krant La Republica stelde Europees Commissaris Ylva Johansson ondertussen dat de Europese Commissie gesprekken met de EU-lidstaten is gestart om tegen de zomer werk te maken van een dergelijk systeem voor vrijwillige relocatie van migranten.
Ik heb in dit kader enkele vragen. Werd de Belgische regering hierover reeds gecontacteerd door Ylva Johansson of één van haar beambten? Wat is het standpunt van de Belgische regering ter zake? Gaat u aan zo'n systeem deelnemen of sluit u dat uit, net als bijvoorbeeld de Oostenrijkse regering die bestaat uit christendemocraten en groenen?
Ook Cyprus, dat eveneens met een aanzienlijke mate van illegale migratie geconfronteerd wordt, zou reeds om een dergelijke relocatie gevraagd hebben. Wat is het standpunt van de Belgische regering daarover?
02.03 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, je vous remercie ainsi que Mme Jadin, qui n'est pas présente, mais qui m'a interrogé par écrit sur Frontex notamment. Je répondrai aux questions des deux intervenants ainsi qu'à la question de Mme Jadin.
Le 10 mai, la commissaire européenne aux Affaires intérieures, Ylva Johansson, avait appelé à la solidarité avec l'Italie. Les États membres ont reçu une demande de la Commission pour relocaliser des personnes arrivées à Lampedusa, ces derniers jours. La Commission indiquait qu'elle n'avait pas encore reçu de proposition d'aide spécifique de la part des États membres.
Le premier ministre italien a inscrit cette question à l'ordre du jour du prochain Conseil des ministres JAI qui se tiendra les 7 et 8 juin.
Depuis 2013, l'Union dispose d'une mission spécifique en Libye pour soutenir les autorités de ce pays dans l'amélioration et le développement de la sécurité des frontières du pays. Le président du Conseil européen, Charles Michel, a effectué une visite symbolique à Tripoli, début avril. Le nouveau gouvernement libyen considère l'Union européenne comme un partenaire important.
Frontex est déjà présente en Italie et à Lampedusa. L'opération Themis soutient l'Italie en matière de contrôle des frontières, de surveillance, de recherche et de sauvetage en Méditerranée centrale. Les agents déployés par Frontex aident également les autorités italiennes à enregistrer les migrants qui arrivent. Reflétant les besoins des autorités italiennes ainsi que les priorités de Frontex, l'opération Themis constitue aussi une importante composante sécuritaire comprenant la collecte de renseignements et d'autres mesures visant à détecter les combattants étrangers et autres menaces terroristes aux frontières extérieures.
Italië heeft dus effectief gevraagd om dat te agenderen op de volgende Europese Raad die eraan komt op 7 en 8 juni. Het is wachten op dat ministerieel overleg, waar ik samen met u naar uitkijk.
Een duidelijk en voorspelbaar systeem aan de Europese buitengrenzen is absoluut nodig. Niet morgen, maar vandaag, zoals ik gisteren in plenaire vergadering heb benadrukt. U heeft mij al meermaals horen pleiten voor structurele oplossingen voor dit probleem, die bij voorkeur deel uitmaken van een breder Europees asiel- en migratiepact, met sterkere buitengrenzen, een betere controle aan de buitengrens, weten wie er binnenkomt en wie vertrekt. Dat maakt deel uit van het pact, waarin we ook streven naar een goed evenwicht tussen verantwoordelijkheid en solidariteit.
Lidstaten aan de buitengrenzen hebben duidelijke verplichtingen om wie aankomt onmiddellijk en systematisch te registreren. Personen die asiel vragen, maar weinig kans hebben op bescherming, komen dan terecht in een efficiënte en versnelde grensprocedure. Anderen doorlopen de normale procedure. Wanneer die lidstaten aan de buitengrenzen hun werk doen, kan de rest van Europa ook solidair zijn. De landen aan de buitengrenzen zoals Italië, Griekenland en Spanje, kunnen dit niet alleen en eisen terecht solidariteit binnen Europa.
Als Italië solidariteit wil, is het voor mij vanuit België zeer gemakkelijk om te zeggen dat ook wij solidariteit willen. Ik kijk dan naar de cijfers van vandaag die u kent, want ik heb er al over gesproken. Als men kijkt naar het aantal asielaanvragen in België en men vergelijkt dat met een aantal landen als Italië, dan kan ik alleen maar bevestigend knikken wanneer Italië vraagt om meer solidariteit. Proportioneel doen wij ons werk zeker en zelfs meer dan dat. Er zijn in België drie keer meer asielaanvragen vergeleken met Italië in proportionele cijfers, dus op basis van het aantal inwoners. Op dat vlak doen we zeker ons werk. Het is een terechte oproep om solidair te zijn en we delen die, want er zijn landen die veel minder doen.
Dat moet gebeuren op een georganiseerde wijze, op een Europese wijze, niet geïmproviseerd en ook niet paniekerig. Ik begrijp dat een aantal landen vanwege een plotse toestroom, plots en snel om hulp vraagt, maar men moet aan solidariteit werken op een gestructureerde manier en niet op een geïmproviseerde manier. Wij pleiten voor structurele oplossingen en niet voor relocatie-oefeningen ad hoc.
Met betrekking tot de vraag over Cyprus kan ik alleen maar zeggen dat ik geen concrete vraag heb gekregen van Cyprus, maar daar geldt hetzelfde. Wij pleiten voor structurele oplossingen. Dat is de enige weg om te komen tot een definitieve oplossing voor de ongecontroleerde migratiestromen die er helaas nog te veel zijn.
02.04 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik noteer dat u op 7 en 8 juni JAI Council hebt, dat is dus volgende week. Dat wordt interessant. Ik zal daar dan een nieuwe vraag over stellen.
U pleit voor structurele oplossingen. Volgens u is ad-hocrelocatie geen structurele oplossing. U zegt ook dat Italië die relocatie vraagt maar wijst er op dat België proportioneel al jaren een stuk meer doet dan Italië. Die dingen hoor ik graag. Ik ben het daar zeker ook mee eens en u hebt onze steun daarvoor. Ik wens u zeker ook wel succes bij die JAI. Kaart het ook maar aan.
We verschillen nog op één punt fundamenteel, namelijk de structurele oplossing. U pleit nog altijd voor een model waar ik mentaal spijtig genoeg afscheid van heb genomen. Dat kan gewoon nooit werken. We moeten naar iets anders kijken. Ik heb gezien dat de socialisten in Denemarken zover zijn, na de Britten. We zullen er ooit geraken. Dat debat zullen we hier voor de rest niet voeren.
02.05 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u spreekt over solidariteit. U spreekt over de migranten die een aantal dagen geleden zijn aangekomen op Lampedusa. Wij weten natuurlijk dat het daarbij niet zal blijven. Wij weten dat solidariteit omgevormd wordt in naïviteit, en dat die telkens wordt toegepast wanneer de illegale migratie opnieuw opspeelt. Het gaat niet alleen over Lampedusa. Het zal nog gaan over vele andere migratiestromen in de toekomst.
Er wordt eigenlijk gedweild met de kraan open. Als ik verneem dat er drie keer meer asielaanvragen worden ingediend in België dan in Italië, concludeer ik dat België het hardst dweilt in de hele Europese Unie. Als we dan toch het hardst dweilen, vraag ik me af waarom we dan niet het hardst pleiten om de kraan eindelijk dicht te draaien. U zegt wel dat u pleit voor structurele oplossingen, maar ik zie dat u al te vaak Oost-Europese en Centraal-Europese landen in de steek laat wanneer zij duidelijkere en concretere maatregelen op tafel leggen om de migratiestromen in te dijken, onder meer de Oostenrijkse regering. U volgt haar blijkbaar niet als zij zegt dat zij niet mee doet aan een dergelijk systeem van relocatie.
Ik heb u hier vandaag van alles horen zeggen, maar ik heb u geen duidelijk antwoord horen geven inzake die maatregelen. U zult blijkbaar wel meedoen aan het nieuwe relocatieplan.
02.06 Staatssecretaris Sammy Mahdi: (…)
02.07 Dries Van Langenhove (VB): Dat heb ik dan toch gemist in uw antwoord.
02.08 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Geen ad-hocrelocatie.
02.09 Dries Van Langenhove (VB): U zult daar dus niet aan meedoen?
Kijk, proficiat daarvoor. Ik ben blij dat te horen. Dit was mij niet duidelijk in uw antwoord. Dan kijk ik voor de rest uit naar het overleg van volgende week. Ik zal hier uiteraard op terugkomen.
L'incident est clos.
03 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het relanceplan" (55017728C)
03 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le plan de relance" (55017728C)
03.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb nog een vervolgvraag over het relanceplan, want het antwoord op mijn vorige vraag was niet duidelijk. Ik had graag nog een overzicht gekregen van de goedgekeurde en afgekeurde projecten en hun timing in het deel asiel en migratie van het relanceplan. Wat zal er met de afgekeurde projecten gebeuren?
03.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Francken, zoals u weet werd het relanceplan op 30 april ingediend bij de Europese Commissie, die het plan momenteel uitgebreid analyseert. Een formele goedkeuring door de bevoegde Europese instelling, hier de Raad, is er dus nog niet.
Het plan wordt globaal beoordeeld. Individuele projecten kunnen alleen in dit globale kader worden afgekeurd. Die globale kijk is een belangrijke nuance om mee te geven.
Ik heb eerder al gezegd dat een verregaande digitalisering een van de speerpunten in de Belgische en Europese relancestrategie is. Ook het departement Asiel en Migratie werkt al enige tijd aan die essentiële omslag.
In het kader van het relanceplan wordt dan ook gevoelig geïnvesteerd in de noodzakelijke digitalisering van de procedures van asiel en migratie. Ook de modernisering van de medische facturatie wordt aangepakt.
Het gaat in totaal om een bedrag van 17,7 miljoen euro, exclusief btw, voor dit geïntegreerde digitaliseringproject, uiteraard gespreid over de uitvoeringstermijn van het project dat zal lopen tot 2026.
03.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik steun zeker de verdere digitalisering van alles dat te maken heeft met vreemdelingenzaken, laat dat duidelijk zijn. Wij hebben reeds stappen gezet, maar zijn er zeker nog niet, er ligt daar zeker nog werk op de plank. U hebt ook een audit besteld. Dit zal zeker ook onderwerp zijn van die audit. Dat zit op zich goed.
Ik hoop dat het relanceplan wordt goedgekeurd door de Commissie, want dat is inderdaad nog hangende. Ik had ook gevraagd naar de projecten die niet zijn opgenomen. Een aantal projecten werd niet in aanmerking genomen. Hebt u daar geld voor? Een van die projecten van Defensie was die twee kazernes voor de toekomst, aan 100 miljoen euro. Defensie heeft dat geld blijkbaar gevonden. Het is ongelooflijk hoeveel geld er op dit moment rondgaat in de Wetstraat. Is dat bij u ook zo? Op die vraag hebt u niet echt een antwoord gegeven, maar ik zal er nog op terugkomen.
L'incident est clos.
04 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het mislukken van repatriëringen door de weigering van een coronatest" (55017734C)
04 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'échec de rapatriements en raison d'un refus du test corona" (55017734C)
04.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Ik heb u hier in de commissies van 26 maart en 7 mei al
vragen over gesteld. In de commissie van 7 mei stelde u in uw antwoord dat er
van de 2.422 repatriëringen tussen maart 2020 en eind februari 2021 er 42
repatriëringpogingen geannuleerd werden wegens een geweigerde test. Het ging om
42 pogingen voor 40 verschillende personen. 13 personen werden na een
testweigering alsnog verwijderd, voor 7 andere personen werd een voorstel tot
escorte verstuurd naar de federale politie, 12 personen waar mislukte
testpogingen bij waren zitten nog steeds vast, maar 15 personen werden uiteindelijk
vrijgelaten na 1 of meerdere mislukte afnames van coronatesten.
Persoonlijk begrijp ik niet dat het voor
zo'n personen niet veilig zou zijn om in te reizen zonder test voor het land in
kwestie, maar wel veilig genoeg om zich hier dan in dit land zonder test onder
ons te begeven? Wat is uw standpunt hier over?
04.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Camp, het is zeker niet mijn mening dat het niet veilig zou zijn voor deze personen om te reizen naar hun herkomstland zonder test. Daar gaat het niet over. Deze personen komen immers uit de gecontroleerde omgeving van het gesloten centrum, waarbij zij al getest werden of eerst een quarantaine ondergingen. Het gaat wel om de weigering van de herkomstlanden om iemand terug te nemen zonder test. Ik blijf mij dan ook verder inspannen in mijn diplomatieke contacten om deze landen te overtuigen om ook een voorafgaande quarantaine te aanvaarden.
In deze commissie heb ik al een paar keer gezegd, ook aan u, dat ik soms gefrustreerd ben over de bestaande relaties met bepaalde herkomstlanden die beter moeten. We moeten pleiten voor betere terugnameakkoorden. Ik ben de komende maanden ook van plan om rond te reizen en daar terugnameakkoorden te onderhandelen. Ik heb de voorbije maanden nog een aantal gesprekken gehad met verschillende ambassadeurs. Ik wil echter niet dat u zegt wat niet klopt. Hopelijk volgt u mij daarin. Het is namelijk niet mijn mening dat het niet veilig is. Ik vind ook dat het veilig is. Ik vind ook dat iemand die in een gesloten centrum heeft gezeten en daar de nodige tijd heeft doorgebracht en al dan niet getest is geweest veilig genoeg is om terug te sturen naar het land van herkomst.
Dat landen van herkomst daar moeilijk in doen, is een frustratie waar ik mee om moet gaan. Dat is de politieke knoop die ik moet doorhakken om daardoor te geraken. We zijn bezig met die gesprekken. Ik vond het belangrijk om toch te benadrukken dat ook ik van mening ben dat het veilig is en dat ook ik, vermoedelijk net als u, van mening ben dat die landen van herkomst ook mee moeten gaan in de richting die wij aangeven. Het is immers maar normaal dat iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid opneemt. Landen van herkomst hebben ook hun eigen verantwoordelijkheid over eigen onderdanen.
04.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt dat u een antwoord hebt gegeven, maar het stelt mij enorm teleur. Ik heb het er helemaal niet over of het veilig is dat iemand reist zonder vaccin of zonder test. Daar zijn wij het over eens. Het gaat erom dat u daaraan toegeeft en die mensen hier gewoon loslaat zonder test of zonder vaccin. Dat vind ik niet kunnen.
Als u daaraan zou vasthouden, zou het effectief onmogelijk zijn door het weigeren van een coronatest een repatriëring te blokkeren. Want dan geldt het in twee richtingen. Dan zegt u duidelijk aan de persoon in kwestie: als het effectief niet veilig is te reizen zonder coronatest, dan is het ook niet veilig zich hier in een collectief centrum of in onze maatschappij te begeven, en kunt u de test gewoon afnemen.
Dat probleem wou ik aankaarten. U antwoordt wel, maar naast de kwestie. Wij verschillen hier echt van mening.
L'incident est clos.
05 Vraag van Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Incidenten met illegalen en asielzoekers" (55017736C)
05 Question de Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les incidents impliquant des personnes en situation illégale et des demandeurs d'asile" (55017736C)
05.01 Yoleen Van Camp (N-VA):
De voorbije maanden waren er heel wat incidenten en rellen waarbij illegalen
en/of asielzoekers betrokken waren. Hierbij een overzicht:
- In Roeselare vond zondag 7 maart een
vechtpartij tussen 2 groepen jongeren plaats. Eén persoon werd daarbij gestoken
en raakte zwaar gewond. De politie heeft de informatie van de elf betrokkenen
bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken. Die onderzoekt of hier sancties
mogelijk zijn.
In de nacht van 13 op 14 juli werden maar
liefst 38 auto's beschadigd op de Merodelei in Turnhout. De volgende dag werd
ook al de dader geïdentificeerd, het bleek om een 27-jarige illegaal uit
Tunesië te gaan. De politie van de zone Turnhout liet weten dat de man was
opgepakt en dat hij ook een bevel had gekregen om het grondgebied te verlaten.
Op zaterdag 26 april is een 37-jarige man
zwaar gewond geraakt na een ruzie in de Lange Stuivenbergstraat in Antwerpen.
Hij kreeg een kap van een hakmes door een illegaal. De illegaal in kwestie werd
opgesloten.
Een politievrouw die in
Sint-Joost-ten-Node op 14 november een coronaboete wilde uitdelen aan een
persoon die geen mondmasker droeg en de bevelen van de politie negeerde, werd
door de verdachte geslagen en uitgescholden. De verdachte in kwestie werd
opgepakt en na verhoor vrijgelaten. De man bleek illegaal in het land te zijn
en kreeg daarom van DVZ het bevel om het grondgebied te verlaten.
Met de rellen rond oudjaar in Brussel
werden 2 illegalen opgepakt. De ene verklaarde van Eritrese afkomst te zijn, de
andere van Ivoriaanse. Er werden geen bevelen uitgedeeld om het grondgebied te
verlaten. Er werd ook niemand verwijderd.
Wat vindt u zelf van de traagheid en
straffeloosheid die er in dit land heerst als u bovenstaande allemaal leest?
Als u dit (hopelijk) ook even schandalig
vindt als mij, wat plant u te ondernemen om deze straffeloosheid te stoppen?
05.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Van Camp, het spreekt uiteraard vanzelf dat ik elk incident betreur, net zoals geweld door andere personen gepleegd. Wie zou incidenten niet betreuren?
Spreken van algemene straffeloosheid, zoals sommigen zouden doen, is natuurlijk wel te kort door de bocht. Ik heb vernomen dat mijn collega, de minister van Justitie, u op deze vraag al een uitgebreid antwoord heeft gegeven, waaruit dat duidelijk blijkt. Ik ben de minister van Justitie niet, maar ik heb wel het antwoord gelezen dat mijn collega aan u heeft gegeven, en ik denk dat het toch wel net iets meer inhield dan de korte bochten die soms worden genomen.
Voor de politionele en strafrechtelijke aspecten moet u bij mijn collega-ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie zijn.
Ik kan enkel spreken over het verblijfsrechtelijke aspect. Zoals u weet, is het terugkeerbeleid een van mijn prioriteiten, wat ik in deze commissie al meermaals heb gezegd. Er wordt ook zwaar geïnvesteerd in zowel vrijwillige als gedwongen terugkeer. In de genoemde dossiers is de gedwongen terugkeer van belang.
Op individuele gevallen kan ik niet ingaan. Als de politie de Dienst Vreemdelingenzaken contacteert wanneer politiemensen in contact komen met een persoon zonder wettig verblijf, dan neemt de DVZ altijd de gepaste maatregelen. Dat is wat ik u kan meedelen als antwoord.
05.03 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik heb op uw aangeven deze vraag ook aan de minister van Justitie gesteld en ik heb hem toen gezegd dat zijn antwoord mij enorm heeft teleurgesteld. Dat geldt ook voor uw antwoord. U zegt dat u daar een gepast antwoord op geeft. Vindt u dat gepast? In alle genoemde gevallen wordt nog onderzocht of sancties mogelijk zijn. Men heeft de persoon in kwestie alleen een bevel om het grondgebied te verlaten gegeven.
Na de rellen op oudjaar heeft de regering gezegd zeer streng te zullen optreden en dat illegalen die hierbij betrokken waren het land zouden worden uitgezet. Er werd echter niemand van het grondgebied verwijderd. Dat zijn zaken die we elke keer weer met verschillende vragen te weten moeten komen, omdat u daar in de commissie vaak geen antwoord op durft te geven. Het overzicht is heel duidelijk, het is wel degelijk algemene straffeloosheid.
Het gaat om mensen die hier in de eerste plaats al geen verblijfsrecht hebben, vervolgens ook nog strafbare feiten plegen en hier de boel op stelten zetten. Misschien vindt u het een gepast gevolg dat die mensen een papiertje krijgen dat ze in hun achterzak steken, verder niet gestraft worden en hier terug in de maatschappij losgelaten worden, maar voor mij is het absoluut onvoldoende. Dat is ook het antwoord dat de minister van Justitie heeft gegeven en u sluit zich er vanuit de Vivaldi-regering bij aan. Dat verbaast mij niet maar ik vind het zeer teleurstellend en absoluut ondermaats.
L'incident est clos.
- Annick Ponthier aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De onderhandelingen over de bijkomende asielopvangplaatsen in het kader van het LOI in Bilzen" (55017745C)
- Wouter Raskin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers in Bilzen" (55017775C)
- Annick Ponthier à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les discussions concernant les places d'accueil supplémentaires dans le cadre de l'ILA de Bilzen" (55017745C)
- Wouter Raskin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les initiatives locales d'accueil pour demandeurs d'asile à Bilzen" (55017775C)
06.01 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de staatssecretaris, in de media hebt u enkele weken geleden laten optekenen dat het geplande asielcentrum in Grote-Spouwen, een deelgemeente van Bilzen, definitief van de baan is. Die piste, die u lang open hebt gehouden, hebt u dus afgesloten. Dat vinden wij een goede zaak niet alleen omwille van het totale gebrek aan communicatie over dat asielcentrum maar ook omdat de inplanting en de grootte ervan in deze deelgemeente met een landelijke dorpskern volledig misplaatst zou zijn geweest.
In hetzelfde artikel zei u dat er in de plaats daarvan momenteel onderhandelingen met het stadsbestuur van Bilzen lopen over het creëren van bijkomende opvangplaatsen in de LOI-gerelateerde asielopvangplaatsen. Momenteel zijn daarover nog geen details bekend.
Ik heb de burgemeester van Bilzen daarover ondervraagd in de gemeenteraad van afgelopen dinsdag, maar ook hij kon mij geen details geven.
Het is dus allemaal nog een beetje onduidelijk. Vandaar mijn vragen, mijnheer de staatssecretaris.
Welke reden geeft u aan voor het sluiten van de reële piste voor het geplande asielcentrum in Grote-Spouwen in Bilzen? Welke redenen en criteria geeft u aan inzake de noodzaak tot het creëren van bijkomende opvangplaatsen in Bilzen? Gaat het over asielzoekeropvangplaatsen of gaat het om een soort van hervestiging van erkende vluchtelingen, zoals de burgemeester van Bilzen zei? Kunt u hierover duidelijkheid geven?
Kunt u een chronologisch en inhoudelijk overzicht geven over het verloop van de onderhandelingen met het stadsbestuur? Zijn die afgerond? Zo neen, wanneer zal dat gebeuren?
Kunt u bijkomende informatie verschaffen over de onderhandelingen en het voorstel dat momenteel voorligt? Over welk soort opvangplaatsen gaat het? Om hoeveel opvangplaatsen gaat het? Welke tijdlijn stelt u voorop?
06.02 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, ik heb in deze commissie vaak – nagenoeg maandelijks – ervoor gepleit om de beslissing van mevrouw De Block terug te draaien. Nu is de knoop doorgehakt. De beslissing is genomen, in samenspraak met de eigenaars en Fedasil. Dat betekent niet dat Bilzen geen asielzoekers meer zou opvangen, maar het zal op andere wijze gebeuren. In een interview met Het Belang van Limburg gaf u aan dat er bijkomende plaatsen zullen komen in de lokale opvang.
Hebt u dit alternatief besproken met de stad Bilzen? Zo ja, wanneer en wie vertegenwoordigde de stad?
Wat zijn de concreet geplande locaties?
Over hoeveel bijkomende opvangplaatsen gaat het precies?
Tegen wanneer zullen de eerste plaatsen ingenomen worden?
Toen voormalig minister De Block haar beslissing nam, was het duidelijk dat het om een tijdelijk asielcentrum ging dat maximaal een jaar operationeel zou zijn. Is er ook ditmaal een einddatum vooropgesteld?
06.03 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, ik bedank de collega's voor hun vragen. De voorbije maanden heb ik verscheidene keren contact gehad met burgemeester Sauwens. Enkele weken geleden gebeurde dat concreet over het voorstel om het aantal opvangplaatsen bij het Lokaal Opvanginitiatief te verhogen. Er werd namelijk geen overeenkomst meer gevonden tussen de eigenaars van de site en de voorziene operator, het Rode Kruis Vlaanderen, over de modaliteiten van huur van het gebouw. Bovendien hebben we momenteel voornamelijk nood aan bijkomende individuele opvangplaatsen, om personen te kunnen opvangen na erkenning als vluchteling of na hervestiging.
We hebben het er in de commissie al enkele keren over gehad. De LOI's worden gebruikt voor erkende vluchtelingen of voor personen die echt in heel specifieke omstandigheden om medische redenen individueel moeten worden opgevangen. Vandaag is de capaciteit om erkende vluchtelingen via hervestiging lokaal en individueel op te vangen ontoereikend. Het is dus belangrijk om daar mensen in op te vangen. De LOI's zijn trouwens goedkoper. Een zekere spreiding is beter voor de integratie. De reden om daarin te investeren zijn legio, de argumenten daartegen ontgaan me, in alle eerlijkheid.
Ik heb in maart reeds een schrijven gericht aan alle gemeentebesturen met de vraag om specifiek in het kader van hervestiging bijkomende, individuele plaatsen te openen. Momenteel beschikt het Lokaal Opvanginitiatief in Bilzen over 10 plaatsen. Dit zal de komende periode toenemen. Hoeveel bijkomende plaatsen precies moet nog worden bekeken en is natuurlijk afhankelijk van de beschikbare infrastructuur. Het initiatief ligt uiteraard bij de stad Bilzen. Voor zover ik weet, zijn er nog geen specifieke locaties bekend.
De overeenkomsten voor Lokale Opvanginitiatieven worden opgemaakt voor onbepaalde duur. Wij willen inzetten op plaatsen bij Lokale Opvanginitiatieven omdat ze goedkoper en kwaliteitsvol zijn. Daarbij zijn deze plaatsen zeer geschikt om in te zetten op integratie, doordat ze beheerd worden op lokaal niveau en zich midden in onze gemeenschap bevinden. Deze plaatsen worden dan ook voorbehouden aan personen die hun verblijfsstatuut ontvangen hebben, waaronder personen die toekomen via hervestigingsprogramma's, ofwel een hoge kans op bescherming hebben, ofwel tot de meest kwetsbare personen behoren. Ik heb in de commissie al het voorbeeld gegeven van iemand met een zeer zware autismestoornis, dat type gevallen mag u daaronder begrijpen.
Zoals u weet, is het mijn bedoeling het hervestigingprogramma structureel te versterken. Dat is namelijk de manier om vluchtelingen op een veilige manier naar ons land te laten overkomen, zonder op een levensgevaarlijke boot te stappen voor de oversteek van de Middellandse Zee en ook omdat het ervoor helpt zorgen dat landen in de regio vluchtelingen kunnen blijven opvangen.
Wanneer u weet hoeveel vluchtelingen worden opgevangen in de regio, zoals in Libanon en Turkije, dan weet u ook dat die opvang belangrijk is en dat wij die landen ook moeten steunen om in opvang in de regio te blijven voorzien.
Europa heeft ter zake ook een verantwoordelijkheid om via hervestigingoperaties mee solidair te zijn, teneinde ervoor te kunnen zorgen dat opvang in de regio steeds tot de mogelijkheden behoort en nog altijd in voldoende mate kan gebeuren. Wordt dat niet gedaan, dan wordt druk op het hele systeem gezet, wat ook ten nadele van Europa zal zijn.
Een laatste punt staat niet in mijn antwoord, maar ik geef het graag mee. Ik ben immers een fervente gebruiker van de sociale media.
Toen het nieuws werd bekendgemaakt over de toekomst van het asielcentrum in Bilzen, dat er uiteindelijk niet komt, heb ik gezien dat mij werd verweten dat ik de communicatie daarover eerst aan de buitenwereld had gegeven en niet aan de commissie.
Jullie kennen mij ondertussen voor mijn parler-vrai. Op het moment waarop de commissie werd voorbereid op mijn kabinet, was de eerste opmerking die wij maakten toen wij de uiteindelijke uitkomst wisten, dat het toch maar weer moest lukken, want iedere keer en iedere commissie stellen mevrouw Ponthier en de heer Raskin een vraag, maar net in de week waarin de oplossing werd bekendgemaakt, deden zij dat niet.
Met de hand op het hart kan ik zeggen dat dit exact is wat er is gebeurd. Ik had er helemaal geen probleem mee gehad om het nieuws in de commissie te vertellen. Het is belangrijk om dat te benadrukken, omdat ik weet hoe verhalen soms een loopje nemen, ook op sociale media. Ik blijf immers graag gewoon duidelijk, met de juiste parler-vrai die ik altijd hanteer en consequent blijf gebruiken.
Met de hand op het hart kan ik zeggen dat het op die manier is gebeurd. Het is jammer voor jullie, omdat ik begrijp dat jullie de voorbije maanden de zaak goed hebben opgevolgd, oprecht en op een respectvolle manier, hoewel het niet om het meest gemakkelijke dossier gaat.
Het is belangrijk om de puntjes op de i te zetten. In het andere geval voel ik dat mij iets persoonlijk wordt aangerekend, wat ik niet graag heb, omdat zulks niet de manier is waarop ik graag zelf te werk ga.
De voorzitter: Bedankt mijnheer de staatssecretaris, ook voor de rechtzetting.
06.04 Annick Ponthier (VB): Mijnheer de staatssecretaris, dank u voor de antwoorden die u kunt geven op dit moment. Ik begrijp dat nog niet alle informatie voorhanden kan zijn omdat een groot stuk van de verantwoordelijkheid bij het stadsbestuur van Bilzen ligt. Dat is logisch, als het gaat over Lokale Opvanginitiatieven.
De reden waarom ik u de vraag heb gesteld, is dat de bezorgdheid toch weer tot uiting werd gebracht in de lokale gemeenschap van Bilzen dat weerom via de media moest worden vernomen wat de plannen zijn inzake eventuele bijkomende opvangplaatsen in Bilzen.
U weet dat dit een heel gevoelig dossier is in onze stad en dat er met de nodige argwaan naar gekeken wordt, zeker wanneer opnieuw in de media lijkt te worden gezegd dat er een soort Wiedergutmachung komt voor de sluiting van het asielcentrum in Grote-Spouwen, met als compensatie bijkomende plaatsen in het Lokaal Opvanginitiatief.
U weet dat de burger niet altijd de nuance begrijpt tussen het ene en het andere. De communicatie viel redelijk ongelukkig, dat moet ik u wel zeggen.
Vandaar dat ik de vraag heb gesteld in de gemeenteraad, waar die vraag uiteraard thuishoort, maar ook hier in de commissie. Ik vraag dat liever ook rechtstreeks aan u, zodat wij alle details te horen krijgen.
U uit zich vaak als een goede communicator. Als er één ding is dat ik u kan nageven, is het dat wel, dat u duidelijk en goed kunt communiceren. Ik wou dat u dat in deze ook had gedaan. Dat zou de bezorgdheid, die toch weer ontstaan is in Bilzen, enigszins hebben beperkt.
U hebt hier bevestigd dat het gaat om een hervestigingsprogramma, dus niet over bijkomende asielopvangplaatsen. Dank u voor die duidelijkheid.
U hebt niet gezegd over hoeveel plaatsen het gaat, de burgemeester heeft dat wel gedaan. Het zou over vier of vijf families gaan. Ik weet niet of dat zal worden bevestigd, maar we zullen dat, net zoals het vorige dossier, met de nodige aandacht blijven opvolgen.
06.05 Wouter Raskin (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw omstandig antwoord.
Ik ben tevreden dat u uiteindelijk de beslissing hebt genomen die ik u al maanden vroeg om te nemen. U hebt altijd geschermd met de familie en met andere actoren, maar ik heb systematisch gevraagd om te stoppen met die foute beslissing van mevrouw De Block. U doet dat nu en ik wil u daarvoor bedanken. Die foute keuze van mevrouw De Block was niet uw verantwoordelijkheid en ook het feit dat het stadsbestuur van Bilzen alles liet aanmodderen en niet met de mensen in Grote-Spouwen durfde, wilde of kon gaan spreken, was niet uw verantwoordelijkheid.
Het stoorde mij dat ik het nieuws in de krant moest lezen. U verwees wellicht naar mijn tweet, maar ik neem akte van de uitleg. Spons erover. Ik blijf niet rancuneus en ik blijf niet zeggen dat ik u niet geloof en dat u mooie praatjes verkoopt. Ik geloof u wel, dus spons erover en ik apprecieer het dat u dit hier zo brengt.
Ik wil helemaal geen discussie beginnen over de concrete zaak in Bilzen, een discussie over collectieve versus lokale opvang. Wat ik wel concludeer, is dat er vandaag nog heel wat vragen blijven. Ik begrijp dat u die niet allemaal kunt beantwoorden. Ik hoop alleen dat ik het antwoord niet opnieuw in de krant moet lezen, maar dat is vooral een verantwoordelijkheid van het stadsbestuur.
U kent de historiek van het dossier, u hebt samen met ons allemaal gezien tot wat het kan leiden wanneer men mensen niet tijdig en concreet informeert. Dat is net het bedje waarin het stadsbestuur van Bilzen ziek is. Ik wil u, als man met een missie, vragen om vanop de achtergrond een oogje in het zeil te houden en om de stad Bilzen daarin mee te begeleiden, zodat wij correct en tijdig worden geïnformeerd. Laat dat dossier niet rotten, zoals mevrouw De Block dat bij aanvang wel deed.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
07 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le télétravail dans le réseau d'accueil" (55017901C)
07 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het telewerk in het opvangnetwerk" (55017901C)
07.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le
secrétaire d'État, comme vous le savez, dans le cadre de la crise sanitaire que
nous traversons encore, le recours au télétravail a été rendu
obligatoire pour toutes les fonctions qui le permettent.
Il me revient toutefois que cette obligation
serait appliquée de manière très disparate, en particulier en ce qui concerne
les centres d'accueil de FEDASIL.
Des instructions ont-elles été données par
votre administration en ce qui concerne l'organisation du télétravail au sein
de cette institution et des centres qui en dépendent ? Des fonctions ne pouvant
pas être organisées suivant ce mode de travail ont-elles été identifiées et si
oui lesquelles ?
Des règles s'imposent-elles de manière
uniforme à l'ensemble des centres ou une autonomie est-elle laissée aux
gestionnaires des centres (en ce compris ceux gérés par des prestataires
privés) dans la définition et l'application des mesures de télétravail dans le
réseau ?
Il me revient que l'organisation du
télétravail serait, dans certains centres d'accueil, organisé sur une base
volontaire. Avez-connaissance de tels cas ?
Dans l'absolu, quelles mesures de contrôles sont-elles mises en œuvre par FEDASIL pour garantir le respect de l'organisation du télétravail dans le réseau placé sous sa responsabilité ?
07.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, en ce qui concerne le télétravail, l'agence Fedasil publie régulièrement sur son site internet des instructions et des directives avec leurs mises à jour en vue de faire connaître à l'ensemble des collaborateurs les règles applicables en matière de lutte contre la propagation du coronavirus. Conformément à l'arrêté ministériel du 1er novembre 2020, ainsi qu'à la circulaire 692 du 15 décembre 2020 sur le télétravail obligatoire, le télétravail est la règle au sein de Fedasil pour toutes les fonctions qui le permettent.
Ces instructions et directives sont applicables à tous les collaborateurs, peu importe leur lieu de travail. Chaque chef de service et directeur de centre a été amené à déterminer les fonctions et les tâches qui peuvent être effectuées à domicile ainsi que l'impact sur le lieu de travail. Cet exercice est présenté sous la forme d'un plan de télétravail, que chaque directeur a rédigé en tenant compte des réalités du terrain propres à son centre.
Seuls les collaborateurs qui ne peuvent, en tout ou en partie, travailler à domicile, en raison de la nature de leur fonction, sont autorisés à se rendre sur leur lieu de travail. Le télétravail n'est donc pas organisé sur base volontaire au sein de Fedasil.
Chaque directeur est chargé de veiller dans sa direction, son centre ou son service à la bonne application des instructions et directives internes relatives au télétravail.
Par ailleurs, Fedasil enregistre mensuellement son nombre total de travailleurs sur le site portail de la sécurité sociale ainsi que le nombre de travailleurs qui exercent une fonction pour laquelle il est impossible d'accomplir du télétravail. Ce recensement mensuel permet d'examiner le nombre de travailleurs présents sur leur lieu de travail et d'intervenir, le cas échéant, en rappelant les règles applicables en matière de prévention de la propagation du coronavirus, y compris les règles relatives au télétravail obligatoire.
Pour ce qui est de l'organisation du télétravail dans les centres gérés par les partenaires d'accueil, en ce compris les prestataires privés, c'est à ces derniers, en tant qu'employeurs, à édicter des règles en la matière et à veiller à leur bonne exécution par les membres de leur personnel.
07.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour cette réponse limpide. Je ne doute pas que tout soit mis en œuvre.
Il m'était revenu qu'il existait des incompréhensions entre collaborateurs de centres différents car, à fonction égale, certains avaient bénéficié du télétravail et d'autres non. Je comprends mieux la situation à travers votre réponse car vous indiquez qu'il s'agit de la responsabilité du directeur de centre de déterminer qui dispose ou non de la faculté de faire du télétravail. J'espère que cette crise sanitaire sera bientôt derrière nous et qu'il n'y aura plus à se poser des questions de ce genre. Toutefois, il est important d'avoir un traitement uniforme et harmonisé dans chaque centre Fedasil. L'objectif est de garantir que seules les fonctions qui nécessitent d'être en première ligne le soient.
Il me semble évident que les fonctions ont les mêmes descriptions dans les centres A, B, C ou D. Dès lors, il faut une même mise en œuvre des dispositions. Il ne faut pas laisser au directeur l'autonomie de choisir car je sais aussi à quel point il peut être inconfortable de devoir prendre ces décisions. Elles peuvent en effet être incompréhensibles pour le collaborateur. Il se peut aussi qu'en fonction d'un directeur, on soit orienté vers une certaine conception du télétravail ou vers une autre idée.
S'il faut prendre des mesures à l'avenir, veillons à ce qu'elles soient harmonisées le plus possible et qu'il existe un plan valable à appliquer par les directions pour l'ensemble des structures d'accueil de Fedasil, sauf exceptions à motiver. Il en va de l'intérêt du personnel et de la protection des résidents des centres d'accueil, dans l'optique d'éviter la propagation du virus.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55017940C van mevrouw Jadin wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
- François De Smet à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La privatisation des centres d'accueil pour demandeurs d'asile, dont le centre de Jalhay" (55017943C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les résultats des audits menés au sein du centre d’accueil de Jalhay" (55017953C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le suivi de l’audit relatif au centre d’accueil de Jalhay" (55018383C)
- François De Smet aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De privatisering van opvangcentra voor asielzoekers, waaronder dat van Jalhay" (55017943C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De resultaten van de in het asielcentrum van Jalhay uitgevoerde audits" (55017953C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De follow-up van de audit van het opvangcentrum van Jalhay" (55018383C)
08.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, avec ma première question, je reviens sur la situation du centre de Jalhay, que nous avions évoquée ensemble il y a quelques semaines. Vous m'aviez confirmé que Fedasil réalise des visites de contrôle avant l'ouverture des structures privées, mais aussi à des rythmes réguliers quand ces sites privés sont fonctionnels. Ces visites de contrôle sont organisées par les services opérationnels, le service Infrastructure, ainsi que par le conseiller en prévention de l'agence.
Monsieur le secrétaire d'État, confirmez-vous qu'une visite a bien été réalisée avant l'ouverture du site de Jalhay? Quelles étaient les conclusions de celle-ci? Y avait-il des points bloquants pour l'ouverture? Quel était l'avis du conseiller en prévention? Des visites ont-elles eu lieu depuis lors, d'une part, pour vérifier que les points bloquants ont été corrigés et, d'autre part, conformément au respect de cycles de contrôle? Si oui, à quelles dates? Des points critiques ont-ils été soulevés?
Suite aux graves faits relatés, Fedasil a ouvert une enquête. Celle-ci se fait au moyen d'entretiens avec la direction du centre, les membres du personnel et les résidents, me disiez-vous. Avez-vous toutefois connaissance de l'organisation d'une visite de l'infrastructure réalisée dans ce cadre en supplément des entretiens? Si oui, quelles en sont les conclusions? À défaut, pourquoi ne pas avoir réalisé une telle visite?
Nous sommes plus ou moins un mois après les faits. Pour rappel, vous m'aviez indiqué alors ne pas avoir pris de mesure de fermeture mais bien une mesure de moratoire, et avoir suspendu l'ouverture d'autres structures privées par ce même opérateur.
Disposez-vous des conclusions du rapport? Si non, dans quel délai le rapport sera-t-il finalisé? Avez-vous à défaut un rapport intermédiaire? Disposez-vous des garanties suffisantes pour maintenir l'accueil sur le site? Enfin, seriez-vous disposé à me communiquer les conclusions de ce rapport?
J'en arrive ainsi à ma deuxième question.
Comme vous le savez, je n'ai pas été autorisé, à l'époque, à visiter la structure. Vous m'aviez alors expliqué que votre refus était lié aux mesures de protection covid.
Monsieur le secrétaire d'État, pouvez-me faire part des conclusions tirées suites aux visites effectuées sur le site? Comme je vous le disais lors de ma précédente question, ces visites sont essentielles dans la mesure où elles permettent de constater de visu la situation sur place, situation qui peut parfois être préoccupante et qui ne peut pas forcément être constatée au travers de monitorings de chiffres, d'auditions ou d'échanges.
08.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Rigot, tout comme c'est le cas pour M. De Smet qui n'est pas présent, je vous remercie pour les questions importantes que vous avez posées sur le centre d'accueil de Jalhay.
J'ai été informé par Fedasil que le centre d'accueil de Jalhay serait repris par Svasta dans le cadre d'un marché public lancé en urgence sous le gouvernement précédent.
Une visite des services opérationnels à Jalhay a eu lieu le 30 septembre 2020 afin de vérifier si le cahier des charges était conforme en vue de l'ouverture du site. Il s'est avéré que l'ensemble de ce cahier des charges était bien conforme, hormis les normes en matière de personnel.
Une fois que la norme liée à l'encadrement du personnel a été remplie, le site a pu rouvrir. L'avis de l'expert était favorable, moyennant certains ajustements qui pouvaient être effectués après ouverture. Des modules de formation ont également été donnés par Fedasil le 14 octobre et le 9 novembre 2020.
Après l'ouverture le 19 octobre 2020, plusieurs visites ont été effectuées. Des monitorings opérationnels ont eu lieu le 4 décembre 2020 et le 27 avril 2021. En décembre 2020, un monitoring médical a été effectué. Un monitoring par le conseiller en prévention a également été effectué le 29 octobre 2020 et le 22 janvier 2021. Un audit qualité a, quant à lui, été réalisé en mars 2021.
Le rapport d'audit de qualité de mars 2021 contient des recommandations contraignantes auxquelles l'opérateur doit répondre dans les plus brefs délais. Fin mars, toutes les exigences liées à l'infrastructure ont été vérifiées lors de l'audit de qualité. Le cahier des charges contenant les spécifications techniques, le processus d'attribution, les contrôles avant une ouverture, les contrôles de manière générale, le monitoring et l'audit après une ouverture, le soutien et les formations que Fedasil offre ont été développés afin d'assurer une qualité d'accueil de base pour tous les résidents.
Par contre,
comme je l'ai déjà annoncé, une évaluation approfondie du marché sera faite. Je
continuerai à la suivre de près et je veillerai à tirer les bonnes conclusions.
Le suivi annoncé a été effectué via plusieurs visites du centre de Jalhay et
plusieurs entretiens avec sa direction. Des entretiens ont aussi eu lieu avec
des résidents qui ont introduit des plaintes et qui ont réalisé des services
communautaires. Fedasil m'a transmis le rapport final de l'enquête. Il a
demandé à l'opérateur privé de prendre une série de mesures concrètes pour
assurer la présence du personnel 24h/24, 7 jours/7, de procéder à des
rectificatifs de paiement conformément au tarif applicable pour l'argent de
poche et les prestations de services communautaires, d'organiser plus
d'activités - en particulier pour les enfants - et d'améliorer
l'information donnée aux résidents.
Des actions
avaient déjà été prises par l'opérateur privé suite à l'audit de Fedasil. À
titre d'exemple, plus aucune prestation de service communautaire n'a eu lieu en
dehors de Jalhay. Suite à l'enquête de Fedasil, aucun élément constaté durant
ces visites ne laisse penser que les résidents se sentaient obligés de
travailler. Au contraire, ils étaient volontaires et désireux de voir leur
argent de poche majoré, comme prévu par la loi accueil de l'article 34 en
prestant des services communautaires.
Lors de l'audit de mars 2021 et durant les autres visites du site, Fedasil n'a pas fait de constats relatifs à des logements insalubres. Après des difficultés lors de l'ouverture, il a pu être constaté que l'accompagnement médical répond désormais aux exigences du cahier des charges. Un plan d'action global est attendu dans de brefs délais par l'opérateur privé et un suivi rigoureux continuera d'être effectué par Fedasil dans les semaines à venir. Le contrat avec Svasta pour le centre de Jalhay prendra d'ailleurs fin en octobre de cette année.
08.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Avant toute chose, je félicite Fedasil pour la réaction et les actions mises en place. Cela me paraît aller dans le bon sens: des auditions, des visites sur place. Il y a eu le travail effectué en amont et le travail de contrôle effectué rapidement et efficacement avec des mesures correctrices à adopter. Je ne doute pas que Fedasil a inclus dans son rapport des recommandations d'usage et que, dès lors, la situation peut être considérée comme répondant au cahier des charges et aux normes de qualité d'accueil. Je suis tout à fait rassuré sur ce point.
Si, à l'avenir, nous devions encore recourir à des opérateurs privés, on retiendra que le manquement, dans le cas présent, aura été une rupture entre l'accueil mis en œuvre par un opérateur qui est un partenaire, la Croix-Rouge et l'opérateur privé. Ici, l'opérateur privé n'a pas eu le temps non plus, il faut le souligner, de trouver ses marques et de démarrer avec une structure vide sur laquelle il a le temps de former son personnel et ses équipes, de s'approprier le site et d'accueillir petit à petit les demandeurs de protection internationale; au contraire, il s'est retrouvé avec une reprise d'un site qui tournait bien avec la Croix-Rouge et qu'il fallait immédiatement continuer à bien faire tourner.
Je suis très heureux de cette issue qui, sous réserve que la situation reste en l'état, est positive pour toutes les parties.
Het incident is gesloten.
- Khalil Aouasti à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les conditions d'accueil des personnes migrantes arrivées à Ceuta" (55017945C)
- Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’accueil de migrants en Espagne" (55017966C)
- Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Ceuta" (55017972C)
- Khalil Aouasti aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvangvoorzieningen voor de in Ceuta aangekomen migranten" (55017945C)
- Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opvang van migranten in Spanje" (55017966C)
- Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Ceuta" (55017972C)
Le président: Étant donné que M. Aouasti rencontre des problèmes de connexion, je donne tout d'abord la parole à M. Moutquin.
09.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, le 28 avril dernier, un canot à la dérive a fini par sombrer. Vingt-quatre migrants sont décédés et seuls trois survivants à son bord ont été récupérés par les services de secours espagnols au large des Îles Canaries. La plupart des victimes seraient mortes de faim et de soif après avoir dérivé durant 22 jours en mer. Cette tragédie, comme vous le savez, n’est pas isolée. Ces événements se passent malheureusement très souvent dans cette région de la Méditerranée.
Pour le dire assez cyniquement, il y a un "jeu" pour essayer de trouver la voie migratoire la plus accessible pour ces gens. Pour l'instant, c'est via les Îles Canaries.
Rien qu'en 2020, on estime que près de 2 000 personnes seraient mortes dans les naufrages sur la route des Canaries.
Lorsque les migrants parviennent à effectuer la traversée, les autorités espagnoles veillent à les maintenir le plus longtemps possible dans les îles pour y favoriser leur enregistrement. On peut comprendre ce choix politique mais cela risque de créer de nouveaux camps dramatiques et très compliqués à gérer, comme il y en a en Grèce.
L’Espagne est également confrontée depuis quelques jours à des arrivées de nombreux demandeurs d’asile dans l’enclave de Ceuta au Nord du Maroc. Ces arrivées seraient dues à un relâchement de la surveillance des côtes du côté marocain, le Maroc cherchant vraisemblablement à mettre l’Espagne sous pression pour obtenir des avantages politiques dans d’autres dossiers.
Monsieur le secrétaire d’État, comptez-vous plaider pour que l’Europe renforce ses capacités de sauvetage et d’accueil de migrants à Ceuta et dans les Canaries? Envisagez-vous de vous rendre solidaire de l’Espagne et des personnes qui y sont exilées en plaidant au niveau européen pour un effort de relocalisation? Estimez-vous nécessaire de renforcer les capacités d’accueil de notre pays dans les prochains mois en prévision d’une possible hausse du nombre de demandeurs d’asile de ces pays?
09.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Chers collègues, il est important de garder à l'esprit le contexte plus large de la situation à Ceuta. Contrairement à la situation à Moria et Lampedusa, ce qu'il s'est passé dans l'enclave espagnole est le résultat d'un conflit diplomatique. Je n'ai pas eu de contact direct avec les autorités espagnoles au sujet de la situation mais j'ai été informé du fait que l'Espagne s'efforce de trouver une solution diplomatique et qu'elle espère revenir à la normale rapidement. Pour le moment, la situation est déjà plus calme.
La Cour européenne des droits de l'homme à Strasbourg s'est déjà prononcée sur les situations des migrants qui ont tenté d'escalader en groupe la clôture séparant l'enclave espagnole du Maroc en espérant profiter de l'effet de masse pour échapper au contrôle. En 2020, dans l'arrêt N.D. et N.T. contre l'Espagne, la grande chambre de la Cour a jugé que l'interdiction des expulsions collectives ne bénéficie pas aux étrangers qui tentent de pénétrer irrégulièrement sur le territoire d'un État sans faire usage des voies légales d'accès réellement et effectivement disponibles.
La plupart de ceux qui sont arrivés ont la nationalité marocaine. Un accord existe entre l'Espagne et le Maroc, qui facilite les renvois des personnes n'ayant pas un droit de protection internationale.
L'Espagne n'a pas lancé de demande de solidarité européenne. Une intervention belge n'est pas prévue pour ces raisons.
En ce moment, les capacités d'accueil de notre pays suffisent pour gérer les demandes actuelles.
En ce qui concerne les sauvetages en mer, j'ai toujours dit que j'étais prêt à examiner la possibilité d'une initiative européenne.
Uit de situatie trek ik twee belangrijke conclusies.
Ten eerste, ik observeer hoe migranten geïnstrumentaliseerd worden voor hogere politieke en diplomatieke doeleinden, met menselijk leed tot gevolg. Hier werden zij letterlijk een speelbal van een conflict tussen twee overheden. Het is een schrijnend voorbeeld van migratie als chantagemiddel.
Ten tweede, de situatie in Spanje toont dat samenwerking met landen aan de buitengrenzen van Europa cruciaal is. Er zijn twee kanten aan een grens, met verantwoordelijkheden aan beide zijden. Landen regelen de toegang tot het grondgebied, maar ook hoe het grondgebied verlaten kan worden.
Wat wij moeten verkrijgen, is een duurzame wisselwerking op basis van respectvolle partnerschappen met de derde landen die ons omringen. Dat zal de enige manier zijn om chantage te vermijden. Bovendien zullen investeringen in die landen ervoor zorgen dat eigen onderdanen en migranten op doorreis minder de noodzaak zien om te vertrekken. De partnerschappen moeten ook economische kansen en perspectieven creëren voor jongeren en de root causes van migratie aanpakken.
We leren er vooral ook uit dat als wij de controle over de grenzen afstaan aan een land buiten de EU, wij ons kwetsbaar maken voor diplomatieke conflicten, zoals helaas in dit geval.
Monsieur Moutquin, je suis tout à fait d'accord avec votre analyse. Il est triste de voir à quel point on joue avec des vies et des histoires malheureuses. Nous ne pouvons que constater tous ensemble que ce n'est pas la manière dont nous devons nous occuper de migrants. Le fait qu'ils aient été la balle d'un jeu diplomatique entre deux pays est du niveau le plus triste qui puisse exister.
09.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Je réfléchissais à quel point j'allais être honnête dans ma réplique. Je ne doute pas de l'humanité que vous voulez remettre dans la politique migratoire. Nous travaillons ensemble depuis huit mois, et je vois que ce sujet n'est facile pour personne.
Par contre, je doute plus de l'humanité pour laquelle le groupe politique de votre parti au niveau européen plaide parfois, y compris au sein de l'assemblée du Parlement européen. Vous parlez de chantage politique et diplomatique. Je pense que ce qui a été conclu avec la Turquie n'est rien d'autre qu'un chantage politique, économique et diplomatique entre l'Union européenne et la Turquie. On peut le dénoncer entre le Maroc et l'Espagne, mais alors il faut aussi prendre de la hauteur et se rendre compte que notre politique avec la Turquie est exactement identique. Elle consiste à faire un gros choc à Erdoğan, qui n'est quand même pas un chantre de la démocratie, en échange du fait qu'il garde des migrants.
Je suis d'accord avec vous, ces chantages sont vraiment à dénoncer. Je suis content de votre honnêteté, et je me réjouis de vous l'entendre dire. C'est d'ailleurs aussi la raison pour laquelle nous avons demandé – et c'est dans l'accord de gouvernement – que les parlementaires puissent avoir accès, en toute transparence, aux accords de réadmission. C'est pour éviter de faire de la politique migratoire quelque chose d'indécent. Ce n'est pas une suspicion que nous avons. C'est juste une question de transparence.
Mon dernier point concerne les sauvetages en mer. J'entends qu'une solution européenne doit être trouvée, mais je pense que vous savez très bien, comme moi, que ce n'est pas la Hongrie de Viktor Orbán, la Pologne ou d'autres qui vont participer à un mécanisme que nous devrions tous et toutes endosser. Je vous encourage vraiment à être le fer de lance d'un mécanisme de protection et de sauvetage en Méditerranée, avec un ensemble de pays européens. Avançons, et n'attendons pas trop!
09.04 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik wil toch even iets zeggen over Ceuta. Ik vind het kras dat er wordt gezegd dat, als men moet wheelen en dealen met landen aan de buitengrens, men zich kan laten chanteren. Dat is altijd zo, dat kan men gewoon niet vermijden. Men is altijd met twee, met een land van vertrek of van doorreis en een ontvangend land. Als men een grens heeft met zo'n land, dan bestaat de kans dat dat land migranten en vluchtelingen misbruikt om geopolitieke redenen en om u te chanteren.
Of men daar nu een akkoord mee heeft of niet, dat kan men nooit uitsluiten. Nooit. Dat is nu eenmaal zo. Of men nu al dan niet een akkoord heeft gesloten met Turkije, Marokko, Oekraïne of noem maar op, altijd bestaat de mogelijkheid dat dat land op een bepaald moment zijn grens helemaal openzet en de mensen zomaar laat gaan, dat het zijn grenswachten terugtrekt naar hun douane- en grensposten, zoals Erdogan heeft gedaan en zoals wij nu ook zien in Marokko. Daarover bestaan alleszins toch zeer sterke vermoedens. Of men daar nu akkoorden mee sluit of niet, dat kan altijd. Ik snap het debat dus niet goed.
Daarnaast verwijst u terecht naar het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Wij moeten daar verder juridisch op doorgaan, want dat betekent wel degelijk dat pushbacks in een bepaalde zin wel mogelijk zijn. De rechtspraak van Straatsburg over pushbacks is zeer dubbelzinnig. In Ceuta gaat het wel, dus men zou vooral dat spoor verder moeten bewandelen.
09.05 Khalil Aouasti (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie pour vos réponses.
L'incident est clos.
10 Vraag van Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De gevolgen van de decriminalisering van het sekswerk" (55017898C)
10 Question de Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les conséquences de la dépénalisation du travail du sexe" (55017898C)
10.01 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, een tijdje geleden kondigde de federale regering de decriminalisering van het sekswerk aan door een aanpassing van het Strafwetboek. We juichen dat ten zeerste toe. Ik heb hierover al enkele vragen gesteld aan uw collega's.
Eerder antwoordde minister Vandenbroucke al: “Eenmaal het sekswerk uit de strafrechtelijke sfeer is gehaald, wordt het mogelijk om aan deze beroepsgroep ook een werkelijke sociale bescherming te bieden op basis van hun reële activiteiten, ook aan hen die vandaag onder de radar blijven en noch als werknemer, noch als zelfstandige geregistreerd zijn. Net als elke werkende hebben ze daar recht op. Het is belangrijk dat ze volwaardig kunnen participeren aan ons stelsel van sociale zekerheid, hetzij als werknemer, hetzij als zelfstandige. In principe is daarvoor geen aanpassing van de regelgeving in de sociale zekerheid nodig.“
Ik wil graag even polsen naar de gevolgen van de aangekondigde decriminalisering voor uw bevoegdheden. Deelt u de visie van minister Vandenbroucke? Het is de bedoeling om binnenkort een gereguleerd, legaal circuit te krijgen voor sekswerk. De vaststelling is evenwel dat een aanzienlijk deel van het sekswerk nu uitgeoefend wordt door personen zonder verblijfsrecht.
Hoe zult u ervoor zorgen dat sekswerk zoveel mogelijk door personen met verblijfsrecht uitgeoefend zal worden? Wat zal er gebeuren voor de sekswerkers die zich nu reeds in België bevinden, maar geen status van wettig verblijf hebben?
Wat zal er gebeuren inzake arbeidsmigratie voor sekswerkers? Op welke manier zullen zij bijvoorbeeld een beroepskaart dan wel een gecombineerde vergunning kunnen aanvragen?
Welke andere mogelijke ontwikkelingen komen er volgens u ten gevolge van de decriminalisering van het sekswerk binnen uw bevoegdheden aan en hoe zult u daarop inspelen?
10.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Segers, wat de verblijfsvergunning voor sekswerkers zonder Belgische nationaliteit betreft, kan ik enkel meedelen dat zij een beroep kunnen doen op de bestaande regelgeving. Wanneer ze wettig in België verblijven, kunnen ze vaak, afhankelijk van hun specifiek verblijfsstatuut, ook legaal werken. Indien ze geen verblijfsrecht hebben, kunnen ze niet legaal werken.
Sekswerkers die zich al in België bevinden maar geen verblijfsrecht hebben, kunnen een beroep doen op een van de bestaande regelingen om verblijfsrecht aan te vragen, afhankelijk van hun statuut. Onze verblijfswet voorziet in verschillende mogelijkheden om een verblijfsrecht te verkrijgen, elk met eigen voorwaarden. Zoals dat nu reeds het geval is, kunnen sekswerkers zonder verblijfsrecht die het slachtoffer werden van mensenhandel, een beroep doen op een beschermingsstatuut.
Het verlenen van een toelating tot arbeid in het kader van de gecombineerde vergunning of een beroepskaart aan sekswerkers is een bevoegdheid van de Gewesten. Voor het verblijfsrechtelijke aspect van de gecombineerde vergunning, waarvoor ik bevoegd ben, zullen de bestaande regels gelden. De gecombineerde vergunning moet in de regel aangevraagd worden, wanneer de werknemer zich in het herkomstland bevindt. In bepaalde specifieke gevallen kan de gecombineerde vergunning aangevraagd worden, wanneer men legaal in België verblijft. Dat kan echter nooit, als men hier onwettig verblijft.
Ik ben ervan overtuigd dat het bestaande kader inzake vreemdelingenrecht voor mijn bevoegdheden alvast een antwoord biedt op de decriminalisering van het sekswerk.
10.03 Ben Segers (Vooruit): Ik ben bezig met een rondje langs de verschillende ministers en u, mijnheer de staatssecretaris, in verband met de gevolgen van de decriminalisering. Ik wil vooral vermijden dat we binnenkort verschieten als de decriminalisering een feit is. De verwachtingen zijn erg hoog gespannen en er zijn heel veel gevolgen in verscheidene bevoegdheidsdomeinen. Denk daar heel goed over na, want de decriminalisering zal een dynamiek met zich brengen die we nog moeilijk kunnen inschatten. Ik heb er zelf ook nog veel moeite mee om in te schatten wat er allemaal zal gebeuren. Ook in u beleidsdomein zal er nog best veel werk op de plank liggen. Ik kom hier zeker nog op terug bij u.
Het incident is gesloten.
11 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le plan de management du nouveau directeur de Fedasil" (55017950C)
11 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het managementplan van de nieuwe directeur van Fedasil" (55017950C)
11.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le
Secrétaire d'Etat, selon l'article 11 de l'arrêté royal du
16 novembre 2006 relatif à la désignation et à l'exercice des
fonctions de management et d'encadrement dans certains organismes d'intérêts
publics, les titulaires de ces fonctions doivent rédiger un projet de plan de
management et opérationnel dans les six mois de leur nomination.
Ce plan reprend les objectifs, projets
fondamentaux et activités essentielles de chacune des entités de l'Agence pour
les six prochaines années à venir.
C'est donc assez dire que ce document
emporte une importance toute particulière dans le développement d'une vision
stratégique pour cette instance. M. Kegels ayant été désigné au 1er janvier
dernier, il me semble que le dépot de ce plan est imminent, s'il n'a pas déjà
eu lieu.
Dès lors, ce document peut-il être transmis
à la Chambre? Le cas échéant, seriez-vous favorable à ce qu'une présentation en
soit faite devant cette commission? Dans l'attente, pourriez-vous nous en
dresser les principaux axes?
11.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Rigot, depuis le 1er janvier 2021, le nouveau directeur général a commencé son mandat tout comme la nouvelle directrice des Services généraux. Un nouveau plan de management doit être développé pour la directrice Appui à la politique. Le fait que trois mandataires doivent préparer un nouveau plan de management permet de créer une opportunité pour développer un seul plan de management intégré pour toute l'agence avec des objectifs qui sont attribués à chaque mandataire. Ceci nécessite une approche globale pour assurer que des objectifs clairs existent pour chaque domaine de responsabilité de l'agence.
La dernière fois que Fedasil a rédigé un plan de management, c'était en 2012. Les dernières années, le contexte dans lequel l'agence réalise sa mission a profondément changé. Elle a dû gérer deux crises migratoires, une crise sanitaire et a pris de nouveaux engagements, par exemple sur le plan international dans le domaine de l'intégration. En outre, l'accord du gouvernement et ma note de politique ont formulé plusieurs ambitions pour Fedasil.
Tous ces défis doivent être considérés dans la stratégie et le plan de management mais ils nécessitent également que l'agence prenne le temps nécessaire pour analyser le contexte, les attentes des parties prenantes et les attentes des collaborateurs. Ces exercices demandent du temps, raison pour laquelle j'ai accordé une prolongation du délai pour finaliser le plan de management. Le plan doit m'être soumis pour approbation au plus tard le 30 septembre 2021. Le timing doit permettre à Fedasil de développer un plan de management intégré qui est le produit d'un trajet collaboratif et basé sur une analyse profonde des défis externes et internes.
Lorsque le plan de management sera prêt, il pourra certainement servir de base à des échanges au sein de cette commission.
11.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je suis satisfait de vos réponses ainsi que de la méthodologie novatrice qui est envisagée par le nouveau directeur général. Je me réjouis de pouvoir échanger avec vous et avec lui dans les prochains mois au sujet de ce nouveau plan de management.
Het incident is gesloten.
12 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La conférence interministérielle Migration" (55017952C)
12 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De interministeriële conferentie Migratie" (55017952C)
12.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le
secrétaire d'État, parmi les points importants de l'accord de Gouvernement et
de votre note de politique générale, on trouve la mise sur pied d'une
Conférence Inter-Ministérielle dédiée aux questions d'asile et de migration.
C'est un point important considérant que les problématiques liées à ces sujets
touchent à des compétences de toutes les entités de notre pays et qu'il s'agit
d'assurer une communication fluide et une cohérence dans le respect de
l'autonomie de chacun. Et pour les personnes concernées au premier chef par ces
politiques, à savoir les personnes en situation de migration, pour lesquelles
l'architecture institutionnelle de notre pays est forcément souvent le cadet de
leurs soucis.
Où en est-on dans la création de cette CIM?
Pouvez-vous nous éclairer sur sa composition?
Un calendrier est-il déjà prévu pour ses
premières réunions? Quels thèmes y seront-ils abordés de manière prioritaire?
12.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Cher collègue, en effet, une conférence interministérielle (CIM) est très importante pour moi. C'est la raison pour laquelle j'ai inclus le point dans ma note de politique générale, bien que l'accord de gouvernement n'en parle pas. J'espère qu'il est donc clair que je veux rapidement aller de l'avant. Le 12 février 2021, le Comité de concertation a approuvé la création de la CIM sur la migration et l'intégration. À cette occasion, il en a également défini le mandat.
Avant que cette CIM ne puisse démarrer, il convient encore de déterminer sa composition. Les différents gouvernements de notre pays sont représentés au sein de la CIM. Il appartient à chaque gouvernement d'y décider de sa propre délégation et d'ensuite en informer le Comité de concertation. La CIM pourra se réunir une fois que chaque gouvernement aura communiqué sa décision. Le 21 mai, j'ai fait ma proposition au Conseil des ministres pour la délégation fédérale.
La délégation du gouvernement fédéral à la CIM sera composée des ministres et secrétaires d'État suivants: le vice-premier ministre et ministre de l'Économie et du Travail; la vice-première ministre et ministre des Affaires étrangères, des Affaires européennes, du Commerce extérieur et des Institutions culturelles fédérales; le vice-premier ministre et ministre de la Justice et de la Mer du Nord; le secrétaire d'État à l'Asile et à la Migration, chargé de la Loterie Nationale, adjoint à la ministre de l'Intérieur; la secrétaire d'État à l'Égalité des chances et la Diversité, adjointe au ministre de la Mobilité. Concrètement, nous parlons de Mme Schlitz, de M. Van Quickenborne, de Mme Wilmès, de M. Dermagne et de moi-même.
12.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vois que vous avez déjà fait votre travail et je vous en félicite. Y a-t-il une échéance pour que les autres gouvernements fassent le leur et vous communiquent dès lors la composition de leur délégation?
12.04 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, vous faites bien de poser la question car j'ai omis de vous communiquer un dernier paragraphe. Comme par hasard, celui-ci répond à la question que vous me posez.
Le gouvernement fédéral a fait son travail. Je n'ai malheureusement aucune influence sur le fonctionnement des autres gouvernements de ce pays. J'ai cependant envoyé une lettre à tous les ministres-présidents leur demandant de procéder à la nomination de leurs représentants et j'espère qu'ils le feront rapidement. Je ne peux donc pas vous donner une date exacte de début pour la CIM. Toutefois, je partage votre espoir que ce sera le plus rapidement possible.
Si tout le monde au sein du Parlement et des partis politiques proclame haut et fort l'importance de l'intégration et de la bonne collaboration dans le cadre des thématiques de migration, je pense que cela devrait aller très vite. J'espère que toutes les instances feront leur travail dans les plus brefs délais. Il est extrêmement important pour nous tous et surtout pour le travail réalisé au niveau fédéral que nous puissions avancer et collaborer ensemble sur ces thématiques.
12.05 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, nous ne manquerons pas de suivre votre appel. Je ne manquerai pas, à titre personnel, de solliciter les instances qui me sont proches et mes collègues députés à d'autres niveaux pour essayer d'interpeller les autres ministres pour que cela puisse bouger et pour qu'à la rentrée, nous puissions discuter ensemble des thèmes importants (transmigration, économie, intégration, etc.) qui requièrent une cohérence sur l'ensemble du territoire et en tout cas un projet dynamique et novateur.
Het incident is gesloten.
13 Question de Simon Moutquin à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le cluster de contaminations au covid à Vottem et le placement en cellule d’isolement" (55017964C)
13 Vraag van Simon Moutquin aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De cluster van covidbesmettingen in Vottem en het afzonderen van personen in isoleercellen" (55017964C)
13.01 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur
le secrétaire d’État, selon mes informations, plusieurs cas de coronavirus ont
été détectés au centre fermé pour étrangers de Vottem. À ce jour, on compterait
quatre personnes porteuses du virus parmi les détenus, et huit parmi le
personnel.
Il me revient que certains détenus positifs
auraient été placés dans les cellules d’isolement du centre fermé afin d’éviter
de contaminer d’autres détenus. Pour rappel, une cellule d’isolement est une
pièce bétonnée et exiguë dans laquelle un simple matelas est déposé sur un
socle en béton accompagné d’un wc et d’un petit lavabo.
Ce type de cellule ne semble pas convenir à
un suivi médical approprié, sans compter l’impact psychologique provoqué par un
passage en cellule d’isolement.
L’article 101, premier alinéa de
l’arrêté royal du 02 août 2002 prévoit une période maximale classique
de 24h00 dans un local d’isolement. Cette période peut être prolongée à deux
reprises pour des périodes de 24h00 supplémentaires et uniquement si le
comportement de l’occupant rend la réintégration impossible.
Il apparaît donc que cette quarantaine Covid
en cellule d’isolement n’a aucune base légale et constituerait une infraction à
l’article 3 de la Convention européenne des droits de l’Homme.
Combien de personnes ont-elles été testées
positives à Vottem parmi les membres du personnel et les détenus? Quelles
mesures ont été mises en place afin de circonscrire la propagation du
virus?
Confirmez-vous le placement en cellule
d’isolement d’un ou plusieurs détenus après leur contamination durant la durée
de leur quarantaine? Cette pratique est-elle courante au sein des centres
fermés? Considérez-vous que cette solution d’isolement soit conforme au respect
de la dignité, de l’intégrité et du droit des personnes retenues en centres
fermé? Estimez-vous nécessaire de clarifier les procédures de quarantaine en
cas de contamination au Covid dans les centres?
De manière générale, comment s'effectue le
suivi médical des patients positifs au Covid dans les centres fermés? Quelles
sont les instructions et les protections disponibles pour les résidents ainsi
que pour le personnel?
13.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, monsieur Moutquin, en date du 12 mai 2021, un résident a été testé positif avant son éloignement. Par précaution, il a été décidé de tester tous les résidents de l'aile concernée ainsi que les membres du personnel.
Le 19 mai, donc sept jours plus tard, quatre résidents et cinq membres du personnel ont été testés positifs. Les résidents testés positifs ont été aussitôt écartés du groupe et placés dans les chambres médicales où ils sont suivis de près par le service médical du centre. Les membres du personnel positifs sont, quant à eux, en quarantaine à leur domicile.
Lorsque trois résidents supplémentaires ont été testés positifs, il ne restait plus de place dans les chambres médicales. Ils ont donc été placés pendant deux nuits dans des chambres individuelles qui sont utiles pour des régimes sur mesure et, notamment, pour des mesures d'ordre.
Les résidents testés positifs sont placés en isolement médical, conformément aux articles 54 et 84 de l'arrêté royal du 2 août 2002.
Il est important que toutes les mesures soient prises afin d'éviter la contamination dans les centres. Tous les centres ont d'ailleurs pris des dispositions pour aménager des chambres à destination des résidents qui doivent être mis en quarantaine dans l'attente du résultat de leur test ou qui ont été testés positifs. Ces chambres sont bien équipées. Mais il arrive que, par un soudain manque de places, des chambres destinées à recevoir des résidents pour des mesures d'ordre soient utilisées temporairement.
Depuis le début de la pandémie, toutes les dispositions nécessaires ont été mises en place dans les centres fermés pour garantir la sécurité sanitaire tant pour les résidents que pour le personnel. Les instructions sur les mesures sanitaires disponibles dans 17 langues sont mises à disposition des résidents, tout comme le matériel de protection nécessaire (masques, gants, désinfectant, mouchoirs jetables, etc.).
Les résidents positifs sont suivis de près par le service médical et si nécessaire, ils sont transférés vers un hôpital pour une prise en charge appropriée. Heureusement, aucun résident n'a dû être transféré à l'hôpital suite à une infection au covid-19 jusqu'à ce jour. De plus, je tiens à préciser que le nombre de personnes infectées au covid-19 dans les différents centres est vraiment minime. J'aimerais donc remercier le personnel qui, dans des circonstances assez compliquées, fait un travail remarquable.
13.03 Simon Moutquin (Ecolo-Groen): Monsieur le secrétaire d'État, je me joins à vous pour reconnaître le courage des travailleurs et travailleuses, comme beaucoup dans ce pays qui n'avaient pas le choix et travaillaient en première ligne durant cette crise du covid-19. Cela a aussi été le cas de tout le personnel autour de la migration, dont celui des centres fermés.
Néanmoins, je rappelle quand même qu'il n'existe pas de base légale pour mettre une personne dans une cellule d'isolement. La lecture que j'en fais me mène à constater une infraction à l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme. En effet, la durée maximale dans ces cellules est de 24 heures renouvelables deux fois pour des mesures d'ordre, mais pas pour des raisons médicales.
J'espère qu'on sort de cette pandémie pour de bon, mais si l'on se retrouve de nouveau dans une recrudescence de cas positifs, je pense qu'il faut envisager la possibilité d'isoler une personne positive ailleurs que dans un centre fermé afin de la protéger, de protéger les autres résidents et de protéger le personnel par ailleurs. À juste titre, cela a choqué beaucoup de gens pour des raisons psychologiques. Je rappelle qu'une cellule d'isolement dans un centre fermé consiste en un matelas posé sur un comptoir en béton, un lavabo et une toilette dans la même pièce. On ne peut pas dire que cela soit le lieu idéal d'une quarantaine pour cause de covid-19.
Je vous remercie pour vos réponses.
L'incident est clos.
14 Vraag van Theo Francken aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De humanitaire visa voor Iraniërs" (55017968C)
14 Question de Theo Francken à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les visas humanitaires délivrés à des Iraniens" (55017968C)
14.01 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, het parket rondde het onderzoek naar mogelijke malversaties met betrekking tot humanitaire visa voor Iraniërs af. Er werd geen fout gevonden. U communiceerde dat de visabehandeling zou hernomen worden.
Wat leert u uit dit afgeronde onderzoek? Hoeveel aanvragen liggen er momenteel? Wanneer verwacht u een behandeling?
14.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Francken, het parket heeft mij laten weten dat het onderzoek afgerond is en dat er geen strafbare feiten naar voren zijn gekomen. Dat is uiteraard goed nieuws. Ik heb dan ook aan mijn diensten gevraagd om de behandeling van de aanvragen te hernemen. Het gaat momenteel om acht dossiers met betrekking tot negen personen. Alle dossiers worden op dit moment individueel geanalyseerd en zullen op korte termijn een beslissing krijgen.
U vraagt mij wat ik hieruit geleerd heb. Ik heb geleerd dat het steeds belangrijk is om, wanneer geruchten over niet-toelaatbare praktijken het kabinet bereiken, daarvan zo snel mogelijk de ware toedracht te kennen, door de juiste instanties een onderzoek ernaar te laten doen. Dat is dan ook hetgeen bij deze gebeurd is, zodat de dossiers nu op een correcte manier afgehandeld kunnen worden.
14.03 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik begrijp dat er acht dossiers zijn voor negen personen, dat die procedure gewoon hervat is, zoals dat standaard gebeurt bij aanvragen om humanitaire visa, neem ik aan, en dat er kortelings een beslissing zal zijn.
U zegt dat u het parket hebt geïnformeerd. Daar heb ik geen probleem mee. U weet dat ik en mijn partij ons wel wat vragen hebben gesteld en stellen bij hoe dat in godsnaam op die manier in een dagblad is geraakt, maar dat is een heel andere kwestie.
L'incident est clos.
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het vijftigtal migranten dat voor de kust van Oostduinkerke gered werd" (55017970C)
- Ben Segers aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De reddingsactie aan de Belgische kust" (55017973C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De redding van migranten op de Noordzee" (55018086C)
- Wouter Vermeersch aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Illegalen in Oostduinkerke" (55018236C)
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De 80 transmigranten aangetroffen in Oostduinkerke" (55018249C)
- Yoleen Van Camp aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De aanpak van transmigranten" (55018248C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La cinquantaine de migrants sauvés au large des côtes d'Oostduinkerke" (55017970C)
- Ben Segers à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'opération de sauvetage au large de la côte belge" (55017973C)
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le sauvetage de migrants en mer du Nord" (55018086C)
- Wouter Vermeersch à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La présence d'illégaux à Oostduinkerke" (55018236C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les 80 migrants en transit découverts à Oostduinkerke" (55018249C)
- Yoleen Van Camp à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La politique menée à l'égard des migrants en transit" (55018248C)
15.01 Yoleen Van Camp (N-VA): Voor de kust van Oostduinkerke zijn woensdag 19 mei een
vijftigtal migranten gered. Ze kwamen vanuit Frankrijk met een bootje de
Noordzee opgevaren en wilden het Kanaal oversteken naar Groot-Brittannië. Later
die avond gaf u op tv wat extra toelichting: “In de boot zaten 44 Vietnamezen
en 5 Koerdische Irakezen, waaronder veel vrouwen en ook enkele kinderen. zij
worden nu 24 uur administratief aangehouden terwijl hun gsm's worden uitgelezen
in de hoop om de mensensmokkelaars te kunnen pakken. Wellicht gaat het hier om
heel professionele mensensmokkelaars. Na die 24 uur zal een aantal van de
migranten terechtkomen in een gesloten centrum om hen daarna terug te kunnen sturen
naar het land van herkomst. De anderen krijgen een bevel om het land te
verlaten, maar u weet hoe dat gaat: meestal worden ze aan hun lot overgelaten
en ondernemen ze gewoon een nieuwe poging".
Wat is de huidige stand van zaken met
betrekking tot deze 49 mensen? Hoeveel zitten er in ene gesloten centrum,
hoeveel zijn er uitgewezen en hoeveel zijn vrijgelaten met een bevel om het
grondgebied te verlaten in hun achterzak (BGV)?
Waarom werd niet iedereen opgenomen in
een gesloten centrum? Indien er onvoldoende plaatsen waren, waarom werkt u dan
niet verder aan het masterplan rond de gesloten centra. Hoe ver staat dit plan?
Hoe zit het met de exacte timing?
Wat gebeurde met deze mensen na de
betekening van het BGV? Werden ze op straat gezet? In Brugge?
Deze personen komen uit Frankrijk. Ik
hoop dan ook dat u ze heeft overgedragen aan de Franse autoriteiten in plaats
van in Brugge op straat te zetten?
De problematiek van die gammele bootjes
op de Noordzee sleept nu al een tijd aan. Ook het feit dat sommigen afdrijven
naar Vlaanderen en dan hier gered moeten worden. Hoe is uw opvolging hiervan,
welke contacten heeft u ondertussen genomen met de Fransen om tot een oplossing
te komen en een overdracht te doen van deze illegale migranten?
Uw citaat “De anderen krijgen een bevel
om het land te verlaten, maar u weet hoe dat gaat: meestal worden ze aan hun
lot overgelaten en ondernemen ze gewoon een nieuwe poging", klinkt wel
heel fatalistisch. Wat gaat u ondernemen om er voor te zorgen dat mensen in de
toekomst niet meer zomaar BGV's naast zich kunnen neer leggen?
In Oostduinkerke is in de nacht van 26 op
27 mei een tachtigtal transmigranten aangetroffen. Oorspronkelijk trof de
politie negen migranten aan in een busje. Na een grote zoekactie op het strand,
in de duinen en op zee werden dat er tachtig.
In reactie daarop stuurde u een tweet:
“Georganiseerde misdaad. Net zoals strijd tegen drugs, moet strijd tegen
mensensmokkelaars bij wortel aangepakt worden. Ondertussen werk ik aan
terugkeer. waronsmuggle"
Als terugkeer voor u een opportuniteit
is, hoeveel van deze 80 transmigranten zitten dan ondertussen nog in een
gesloten centrum met het oog op uitwijzing of zijn ondertussen al uitgewezen?
15.02 Ben
Segers (Vooruit): Voor de kust van Koksijde
werden gisterochtend 49 vluchtelingen van hoofdzakelijk Vietnamese origine
gered van op een amper 9 meter lange rubberboot. Ze vertrokken 's nachts
wellicht in Noord-Frankrijk voor de oversteek naar het Verenigd Koninkrijk.
Wat zijn de vermoedelijke nationaliteiten
van de geïntercepteerde personen?
Waar werden deze personen precies naartoe
gebracht? Was deze infrastructuur erop voorzien om om te gaan met dergelijke
aantallen? Wat is de stand van zaken van het centrum voor transitmigratie
waarover u destijds contact had met de burgemeester van Brugge?
U zei in De Afspraak dat er ook
minderjarigen bij waren. Hoeveel minderjarigen waren er? Hoeveel van hen waren
niet-begeleide minderjarigen? Waar werden zij geplaatst? Werden zij geplaatst
in een OOC? Werden zij geplaatst in een gespecialiseerd centrum, zo ja het
welke? Graag met bijhorende aantallen.
U sprak in De Afspraak over de
onmiddellijke administratieve aanhouding. Gebeurde dat ook met de
niet-begeleide minderjarigen of werden zij meteen geplaatst?
Zijn er al NBMV’s die al meteen opnieuw
verdwenen zijn? Indien ja, waar werden deze NBMV’s die verdwenen dan precies
geplaatst?
Welke rol speelde DVZ precies en Bureau C
en de cel MINTEH in het bijzonder?
Kan u ons meer vertellen over de
samenwerking met dienst Voogdij in deze specifieke situatie?
Hoeveel onder de geïntercepteerden kregen
al een bevel om het grondgebied te verlaten? Op welke andere manieren werd er
gevolg gegeven? Graag met bijhorende aantallen.
Hoeveel onder hen bevinden zich thans in
een gesloten centrum? Hoe wordt het perspectief op verwijdering ingeschat
wanneer het gaat om terugkeer naar Vietnam? Wat is het perspectief van de
personen met andere nationaliteiten?
Wat is de stand van zaken in verband met
terugkeer naar Vietnam? Keerden er de voorbije jaren Vietnamezen gedwongen dan
wel vrijwillig en geregistreerd terug? Zo ja, hoe vaak gebeurde dat?
15.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le
secrétaire d'État, un bateau à bord duquel se trouvait 49 réfugiés
vietnamiens s'est retrouvé en difficulté au large du littoral occidental
mercredi 19 mai, a indiqué le bourgmestre de Coxyde
Marc Vanden Bussche. La police maritime avait repéré le bateau
mercredi matin, qui tentait d'effectuer la traversée depuis les côtes
françaises vers le Royaume-Uni.
Jeudi 20 mai, les autorités françaises
ont secouru 106 migrants, dont un est tombé à l'eau, qui tentaient de
traverser la Manche et de rejoindre les côtes anglaises sur trois embarcations,
selon un communiqué de la préfecture maritime de la Manche et de la mer du Nord.
En 2020, plus de 9 500 traversées
ou tentatives de traversée de ce type ont été recensées, soit quatre fois plus
qu'en 2019, selon un bilan de la préfecture maritime.
Si ces départs se font depuis le territoire
français, la Manche n'est pas bien large et l'exemple de Coxyde montre que les
eaux territoriales belges peuvent également être le témoin de drames.
Quelles sont les mesures prises pour assurer
la surveillance de la Mer du Nord et porter de manière proactive secours aux
migrants perdus en mer?
Combien d'opération de secours en mer
ont-elles été menées par des navires belges ou dans nos eaux territoriales
depuis le 1er janvier2019? Combien de personnes ont-elles pu
être sauvées dans ce cadre?
Dans le cadre de ces opérations, quel
accompagnement est-il offert aux personnes secourues? Le débarquement se
fait-il en Belgique? Sinon où et pourquoi?
L'accès à des personnes de confiance
(avocats en particulier, mais éventuellement associations d'aides aux migrants)
est-il rendu possible dans ce cadre?
Combien de dossiers ont-ils été introduits
en Belgique à la suite de telles opérations?
15.04 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, afgelopen woensdag heb ik in de commissie voor Binnenlandse Zaken uw collega en partijgenoot, minister Verlinden, reeds ondervraagd over de illegalen in Oostduinkerke. Tot onze verwondering ontkende uw collega Verlinden dat er een structureel probleem is aan onze Vlaamse kust.
Dat verwonderde ons, omdat een andere partijgenoot van u, gouverneur Decaluwé van West-Vlaanderen, wel ervan overtuigd is dat het om een structureel probleem gaat. In de pers zei de heer Decaluwé dat de diensten onderbemand zijn om het probleem aan te pakken en dat er structurele oplossingen nodig zijn. Volgens de gouverneur kon de lokale politie die bewuste donderdag niet op de hulp van de federale politie rekenen, omdat de manschappen elders ingezet werden. "En dan zijn er momenteel nog geen voetbalmatchen of evenementen," zo citeer ik de gouverneur verder, "dat toont toch een structureel probleem aan. Als er nu ergens anders iets gebeurt, is er geen hulp beschikbaar."
De gouverneur wordt trouwens bijgetreden door de burgemeester van Koksijde, die zei: "Het blijft dweilen met de kraan open. Het is nu al de tweede maal in twee weken tijd dat wij hiermee geconfronteerd worden, en dit aan de vooravond van het zomerseizoen."
Mijnheer de staatssecretaris, alle aangetroffen illegalen en transmigranten, de meesten Vietnamezen, werden overgebracht naar Koksijde. De Dienst Vreemdelingenzaken besliste over hun lot. Welke beslissing werd er uiteindelijk genomen? Wat kunt u binnen uw bevoegdheden doen om de lokale en provinciale overheden extra te ondersteunen om de toch wel structurele illegalenproblematiek aan onze Vlaamse kust aan te pakken?
15.05 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, aan allen die verwezen naar hun schriftelijke vraag, proficiat, aan allen die hun vraag toch gesteld hebben, ook proficiat. Ik wil de sociale druk niet opvoeren. Iedereen heeft het recht zijn vraag te stellen, over een belangrijk onderwerp, uiteraard.
In de afgelopen weken zijn er twee grote groepen transmigranten aangetroffen aan onze kust: één in nood, op zee, en één in de duinen. De situatie is schrijnend. Ik meen dat ik dit niet hoef te benadrukken. Maar dat doe ik toch. Die mensen riskeren hun leven, terwijl mensensmokkelaars hier schandalig rijk van worden. Er werden mij hierover verschillende vragen gesteld, die ik samen zal beantwoorden.
De Dienst Vreemdelingenzaken was op beide dagen mee ter plaatse, net als de gespecialiseerde parketmagistraat. Gelet op de situatie en de profielen is het van uiterst belang de dossiers grondig te onderzoeken op mensensmokkel. De betrokkenen werden geïnformeerd over het slachtofferstatuut. Wij hebben hun nationaliteiten horen vermelden in de media. Ik heb het al heel duidelijk aangegeven dat het dossier dus gemakkelijk te traceren valt als georganiseerde mensensmokkel. De strijd daartegen moeten wij echt zien op te voeren.
De eerste groep bestond uit 44 Vietnamezen en 5 Irakezen. Het ging om 15 vrouwen en 34 mannen, en in totaal waren er 2 minderjarigen onder hen. Zij werden in nood geholpen en eerst verzorgd in Nieuwpoort. Nadien werden zij naar het commissariaat van de scheepvaartpolitie overgebracht. Daar werden de betrokkenen gefouilleerd, gehoord, en werd hun gsm uitgelezen. Dat laatste is uiteraard van groot belang om het onderzoek naar de smokkelaars mogelijk te maken.
Nadien werden zij overgebracht naar een ander politiecommissariaat, in afwachting van de beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken. Bij aanvang was het niet duidelijk dat er ook minderjarigen waren. Dit bleek wel uit de interviews die de politie afnam. Nadat er zekerheid was over het totale aantal minderjarigen werden deze ook gesignaleerd bij de dienst Voogdij. De scheepvaartpolitie meldde dat de dienst Voogdij de twee minderjarigen heeft opgehaald. Zij werden overgebracht naar de gespecialiseerde centra voor slachtoffers.
Wat de andere migranten van deze groep betreft, 9 personen met Vietnamese nationaliteit werden overgebracht naar een gesloten centrum, 3 in Merksplas en 6 in Caricole. 37 personen, met name 32 uit Vietnam en 5 uit Irak, kregen een bevel het grondgebied te verlaten binnen de dertig dagen, en werden vrijgelaten in Zeebrugge.
De tweede groep bestond uit een tachtigtal transitmigranten die aangetroffen werden toen ze op het punt stonden op een bootje de oversteek te wagen naar het Verenigd Koninkrijk. De DVZ heeft toen 79 administratieve verslagen ontvangen, waarvoor volgende beslissingen werden genomen: 29 vasthoudingen in een gesloten centrum met oog op terugkeer, 23 bevelen om het grondgebied te verlaten binnen een termijn van 30 dagen, 2 personen werden weerhouden door het parket en naar de gevangenis overgebracht, 5 minderjarigen werden door de dienst Voogdij ten laste genomen en voor 20 personen was er geen beslissing, aangezien deze ofwel een bevel hadden waarvan de termijn nog niet verstreken was ofwel een verblijfsrecht of een lopende procedure. 13 personen werden intussen vrijgelaten omdat de beslissing tot vasthouding niet tijdig, dus niet binnen de 24 uur, door de politie betekend werd aan de betrokkenen, wat uiteraard te betreuren valt. De verklaarde nationaliteiten betreffen niet enkel Vietnam, maar ook Irak, Syrië, Egypte, Iran en Afghanistan.
Vanwege de covidproblematiek is intake van nieuwe bewoners in de gesloten centra beperkt. Alle nieuwe bewoners worden immers getest bij aankomst en verblijven tot een tweede test in quarantaine. Het aantal quarantaineplaatsen is beperkt. De keuze voor het gesloten centrum naar waar de betrokkenen werden overgebracht, werd onder meer gemaakt in functie van de beschikbare quarantaineplaatsen. Het vrijmaken van plaatsen voor de transitmigranten die vorige week aangetroffen werden, betreft geenszins een ommekeer in het beleid. Het ging om een ad-hocbeslissing die betrekking had op transitmigranten met een specifiek profiel, zijnde Vietnamese migranten. Voor deze personen met deze nationaliteit is er een reële mogelijkheid tot identificatie en verwijdering.
Vasthouding van personen met het perspectief op terugkeer heeft al sinds dag één deel uitgemaakt van mijn beleid, ook wanneer het over transitmigranten gaat. Ik hou niemand twee dagen vast als ontrading, zonder terugkeerperspectief. Het verleden heeft immers geleerd dat dat niet werkt. Daar zal ik ook duidelijk over blijven. Het gaat dus niet om een structurele verhoging van het aantal beschikbare plaatsen voor transitmigranten in gesloten centra. Het ging wel om een beslissing om voor de personen van de aangetroffen groep, voor wie een terugkeer realiseerbaar is, zo maximaal mogelijk in te zetten op vasthouding, uiteraard met respect voor de geldende coronaregels.
In deze commissie heb ik al toegelicht dat mijn diensten, in samenwerking met de Regie der Gebouwen, het plan voor de uitbreiding van de capaciteit van de gesloten centra actualiseren en optimaliseren zodat het in overeenstemming is met alle aspecten van het regeerakkoord. Dit zal eerst verder besproken worden in de schoot van de regering voordat ik hier meer informatie over verstrek. Over het centrum voor transitmigranten kan ik duidelijk zijn. Er komt geen gesloten of open centrum specifiek voor transitmigranten. Dat heb ik ook nooit beweerd. Ik heb al gezegd dat een open opvangcentrum voor transitmigranten voor een aanzuigeffect zorgt. Dat zou niet goed zijn. Dan ontstaan er Calaispraktijken. Dat is niet goed. Voor transitmigranten met een reële kans op terugkeer doen we wat we nu doen, namelijk ze vasthouden in de mate van het mogelijke. Dat is in deze ook wel gebeurd.
De identificatie en terugkeer naar Vietnam is mogelijk. In 2019 werden 16 personen gedwongen verwijderd en keerde er 1 vrijwillig terug. In 2020 waren er 2 vrijwillige en 2 gedwongen terugkeren. In 2021 is er nog geen enkele terugkeer.
Er is een bilaterale MOU-migratie tussen Vietnam en België. De DVZ werkt via de Europese verbindingsofficier ter plaatse rechtstreeks met de Vietnamese autoriteiten in Hanoi samen voor de identificatie van Vietnamese onderdanen. Dit verloopt vrij vlot. Daarnaast is in het MOU ook in de mogelijkheid voorzien om op een vlotte en snelle manier identificatiemissies te organiseren. Deze hebben in het verleden reeds hun nut bewezen. Concreet voor dit dossier hebben mijn diensten al contact opgenomen met de Vietnamese autoriteiten met de vraag om een identificatiemissie te organiseren. Deze vraag werd positief beantwoord. Dit zal gebeuren zodra de covidcontext het toelaat.
We bekijken daarnaast ook op welke manier we bijkomend kunnen inzetten op de organisatie van de vrijwillige terugkeer naar Vietnam. Ik denk dat het in dit dossier belangrijk is dat we goed kunnen samenwerken met Vietnam. Er is een grote groep uit Vietnam gekomen via de georganiseerde mensensmokkel. Als we kunnen bewijzen dat we hierop direct kunnen antwoorden via de terugkeer, geven we hiermee een belangrijk signaal.
U moet wel begrijpen dat identificatie en terugkeer enige tijd in beslag nemen. Het is onrealistisch te verwachten dat deze personen reeds het grondgebied zouden hebben verlaten. Bovendien is verwijdering wettelijk niet mogelijk voor het verstrijken van de beroepstermijn van tien dagen tegen de genomen beslissingen. Deze termijn is nog niet verstreken.
De DVZ doet er alles aan om de identificatie en de terugkeer zo snel mogelijk te organiseren voor deze personen. De vasthouding van een aantal transitmigranten heeft niets te maken met het werk van het outreachteam van Fedasil. De outreachers bereiken transitmigranten die op de radar staan, personen die in een daklozenopvang of in een park verblijven, die een beroep doen op dagopvanginitiatieven, enzovoort.
De groep transitmigranten die we hier voor ons hebben, is helemaal anders van aard. Ze zijn amper gekend in de Europese databank. Dit wil zeggen dat ze vanuit Vietnam onder de radar naar België zijn kunnen reizen. Hier schuilt een professioneel smokkelnetwerk achter. De slachtoffers zijn meestal zeer moeilijk te bereiken.
De strijd tegen mensensmokkel is een gedeelde strijd tussen verschillende diensten. De politie heeft bij de aanhouding van de transitmigranten het nodige gedaan, zoals het uitlezen van gsm's, waardoor het gerecht zijn werk kan en moet doen. Zoals ik reeds zei, is het gerecht ook overgegaan tot een aantal aanhoudingen. Ook werden de migranten geïnformeerd over het beschermingsstatuut voor slachtoffers van mensensmokkel.
Ik had ook al contact met mijn collega's, minister Van Quickenborne en minister Verlinden, over dit dossier. Er is dus overleg hierover. Zo zijn in de werkgroep Transmigratie zowel de DVZ, het parket als de politie vertegenwoordigd om te bekijken hoe we nog beter kunnen samenwerken.
Mijn diensten zijn ook betrokken bij het uitwerken van een actieplan mensensmokkel.
S'agissant du suivi de l'ordre de quitter le territoire, la pratique existante consiste à les informer d'une possibilité d'un retour volontaire. Ils reçoivent un dépliant contenant les informations nécessaires sur ce qu'ils doivent faire lorsqu'ils ont reçu un ordre de quitter le territoire. Mais cela ne suffit pas. Je souhaite donc mettre l'accent sur une politique favorable au retour afin que toute personne qui reçoit un ordre de quitter le territoire puisse bénéficier du suivi nécessaire.
Le Conseil des ministres a déjà approuvé les ressources nécessaires à cet effet et dès que les nouveaux conseillers de retour auront été engagés, les personnes sans adresse seront invitées à un entretien. En outre, Fedasil travaille spécifiquement pour les migrants en transit avec des équipes de sensibilisation pour les rencontrer sur le terrain et les convaincre de rentrer volontairement, mais seulement pour ceux qui ont la possibilité de le faire.
Pour ce groupe cible, je souhaite mener une politique à deux volets: d'une part, informer et orienter les migrants en transit sur le territoire belge et d'autre part, retenir les migrants en transit pour lesquels un retour au pays d'origine est possible.
Les contacts avec les autorités françaises se font au niveau de la police et relèvent de la compétence de ma collègue la ministre de l'Intérieur.
Tot slot, ik heb ook vragen gekregen over de ondersteuning van de lokale en provinciale besturen. Zoals ik al zei, kunnen DVZ-medewerkers mee ter plaatse komen om de politie te ondersteunen in het administratief proces, wat in dit geval ook is gebeurd. Ook de outreachmedewerkers van Fedasil kunnen een meerwaarde vormen, niet specifiek in dit dossier, maar wel voor gemeenten waar veel transitmigranten op het grondgebied verblijven. Ik vind het alvast van groot belang om in contact te blijven met de besturen die in aanraking komen met transitmigranten en om op de hoogte te blijven van de situatie lokaal. Ik heb de voorbije dagen dan ook veel gesprekken gehad met de gouverneur en met een aantal burgemeesters. Het is belangrijk om dat te blijven doen, want het is de enige manier om de zaak zo goed mogelijk aan te pakken.
15.06 Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben zeer teleurgesteld over uw antwoord. Gezien de aankondigingen in de pers dachten wij dat u eindelijk van mening veranderd was over de problematiek. U hebt ook aangekondigd dat u capaciteit zou vrijmaken in de gesloten centra, quod non. Vandaag komt u daar helemaal op terug en zegt u dat het helemaal niet de bedoeling is om daar capaciteit vrij te maken. U antwoordt gewoon alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat 80 % werd vrijgelaten. Een deel ervan had ook een bevel gekregen om het grondgebied te verlaten, maar u handelt daar niet tegen. Dat zijn mensen die pogingen blijven ondernemen. U laat hen ook gewoon vrij in West-Vlaanderen, onder andere in Zeebrugge, waar de overlast blijft. Dat is toch geen aanpak van de problematiek. Uw aanpak stoort mij enorm: u laat het zomaar betijen en stuurt misschien af en toe een coach langs om te horen of men vandaag zou willen vertrekken, aangezien men dat de voorbije jaren nog niet heeft gedaan (…)
Ik dacht dat u eindelijk van mening was veranderd en dat u weer de aanpak van in het verleden zou toepassen door wel degelijk op te treden en mensen op te sluiten om een duidelijk signaal te geven en te bekijken of die mensen zouden kunnen worden teruggestuurd, maar niets daarvan is waar. U kondigt dat vandaag aan als de normaalste zaak van de wereld. U leest af van uw papiertje dat 80 % weer wordt vrijgelaten en dat u daar niets mee doet. Dat kan toch niet.
15.07 Ben Segers (Vooruit): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw heldere antwoorden.
15.08 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Pour ma part, mes questions portaient sur l'angle de l'accompagnement des victimes et de la prise en charge de celles-ci. J'utilise bien le terme "victimes", parce qu'au-delà de leur volonté de traverser la Manche pour rejoindre l'Angleterre, il s'agit d'hommes et de femmes victimes de plusieurs choses: victimes de la nécessité de quitter leur pays (ils n'ont souvent pas d'autres choix); victimes de trafiquants d'êtres humains; victimes aussi de l'Europe qui n'offre pas encore une politique globalisée et généralisée avec de véritables accès légalisés et organisés au territoire européen.
Un autre volet vient d'être évoqué par Mme Van Camp, à savoir la problématique des trafiquants. J'ai envie de dire qu'il ne faut pas mettre tout le monde dans le même panier. Il faut faire la distinction dans les actions. Il y a les actions pour les victimes, pour lesquelles il faut renforcer sans aucun doute la collaboration européenne, avec la France et l'Angleterre. Mais il faut aussi discuter de la question au niveau européen, plus globalement encore, pour une politique commune.
L'approche pour les victimes implique aussi la CIM et la nécessité d'avoir une vision commune avec les entités fédérées sur les questions de transmigration, notamment. Derrière, il y a toujours des êtres humains en difficulté. Ils demeurent quoi qu'il arrive toujours et avant tout des êtres humains.
Vous avez évoqué le cas de deux personnes qui n'ont pas été identifiées tout de suite comme étant mineures. Nous devons améliorer cela. Nous devons pouvoir identifier immédiatement un mineur afin de lui éviter le traumatisme d'une prise en charge où il est assimilé à un majeur. En cas de doute, si la personne se dit mineure, il faut la considérer comme telle jusqu'à preuve du contraire.
Il convient d'être attentifs aux victimes. Et il convient d'être attentifs aux trafiquants. Il faut une politique ferme par rapport à ces passeurs, à ces trafiquants qui profitent de la misère humaine pour s'en mettre plein les poches. Là, il n'y a pas à discuter: il faut de la fermeté et des messages clairs à leur égard.
Monsieur le secrétaire d'État, il faut aller de l'avant avec tous les moyens disponibles, avec votre collègue de l'Intérieur, mais aussi vos collègues au niveau européen et au niveau des entités fédérées.
15.09 Wouter Vermeersch (VB): Mijnheer de staatssecretaris, wij zijn bijzonder ontsteld over dit antwoord. Het Vlaams Belang wil de regering ervoor waarschuwen het probleem niet te blijven onderschatten.
Het gaat hierbij om een fenomeen dat, bij ongewijzigd beleid, alleen nog maar dreigt toe te nemen en dit om een viertal redenen. Ten eerste bleek uit het antwoord op een eerdere vraag van het Vlaams Belang dat België niet betrokken was bij het akkoord tussen Frankrijk en Groot-Brittannië om de illegale oversteek aan te pakken. Dat zorgt ervoor dat de problematiek zich steeds meer naar onze kust verplaatst. Ten tweede zijn onze politiediensten structureel onderbemand. Dit staat in schril contrast tot de verdubbeling van het aantal patrouilles aan de Franse kustlijn. Die structurele onderbemanning blijkt ook uit de vrijlating van een groot aantal illegalen in dit concrete dossier, zoals blijkt uit uw antwoord. Ten derde is er het falende uitwijzingsbeleid. Zoals bekend krijgen illegalen gewoon een A4'tje in handen met het vriendelijke verzoek het land toch maar te verlaten. Ook in dit concrete dossier blijkt uit uw antwoord dat slechts een heel kleine minderheid van de opgepakte illegalen effectief ooit uit het land zal worden gezet. Om de woorden van de burgemeester van Koksijde te gebruiken: het blijft dweilen met de kraan open aan onze Vlaamse kust.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55017971C van de heer Francken wordt uitgesteld.
- Greet Daems aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het geweld tegen vrouwelijke sans-papiers" (55017974C)
- Maria Vindevoghel aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het geweld tegen vrouwelijke sans-papiers" (55018524C)
- Greet Daems à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les violences commises à l'égard des femmes sans papiers" (55017974C)
- Maria Vindevoghel à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Les violences commises à l'égard de femmes sans-papiers" (55018524C)
16.01 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, op 11 mei 2021 was ik aanwezig op de actie aan de Begijnhofkerk van de mensen zonder papieren om de tiende verjaardag van de Istanbulconventie te "'vieren". Voor de mensen zonder papieren was het een zure taart. Zij hadden ook witlof rond de taart gedaan, om de bittere smaak van de taart weer te geven. In België geldt de bescherming tegen geweld in de praktijk immers niet voor vrouwen zonder papieren. België steunt wel in woorden de Conventie, maar is selectief, wanneer het gaat over de bescherming van vrouwen zonder papieren.
Het resultaat is natuurlijk dat daders harteloos hun driften op de weerloze slachtoffers kunnen botvieren. De meest kwetsbare mensen in onze maatschappij hebben geen enkele bescherming. De meesten durven geen klacht neer te leggen, omdat zij het risico lopen in een gesloten instelling of in de gevangenis te belanden of te worden uitgewezen.
Soms wordt ook gewoon niks gedaan met hun klacht, zoals met Cristianny Fernandes de Souza, gestorven op 9 mei 2021 aan de gevolgen van jarenlang seksueel misbruik door haar werkgever. Zeven maanden voor haar dood had zij tegen hem nog klacht neergelegd, wat al een moedige daad is en wat niet gemakkelijk is. Tot op heden is de dader nog altijd op vrije voeten, hoewel hij bekend is bij de politie. De man in kwestie zou zelfs al meerdere vrouwen hebben verkracht. Zij durven echter geen klacht neer te leggen, omdat zij schrik hebben voor represailles en om te worden uitgewezen.
Dat is immers een reëel probleem. Velen van hen lopen effectief het risico bij een klacht te worden uitgezet of te worden opgesloten.
Bovendien is in ons land de Europese richtlijn van 2009 ter bescherming van de sans-papiers nog altijd niet overgenomen in de Belgische wetgeving, in het bijzonder het deel dat de sans-papiers moet beschermen. Erger nog, bij de bespreking van de resolutie over het geweld op vrouwen, die werd goedgekeurd, werd het deel over de sans-papiers, dus de meest kwetsbare personen in onze maatschappij, uit de tekst gehaald.
Op de actie van 11 mei 2021 was uw collega-staatssecretaris Schlitz ook aanwezig. Zij moedigde toen de vrouwelijke sans-papiers aan om wel klacht neer te leggen. Zij verklaarde dat u samen zou bekijken op welke manier u de betrokkenen zou beschermen.
Mijnheer de staatssecretaris, zult u een wettelijk initiatief nemen om de rechten van de sans-papiers beter te beschermen, te beginnen met de integrale overname van de Europese richtlijn van 2009 ter bescherming van de sans-papiers?
Kunt u uw belofte over de bescherming van vrouwelijke sans-papiers hardmaken? Wat hebt u precies beloofd? Bestaat daarover een arrest of een circulaire?
16.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Vindevoghel, ook ik vind de bescherming van vrouwen tegen geweld heel belangrijk. Een vrouw moet dan ook steeds in de mogelijkheid zijn om een klacht in te dienen bij de politie, als ze slachtoffer wordt van geweld. Een vrouw zonder wettig verblijf zou vanwege haar verblijfsstatus niet bang mogen zijn om bij de politie aangifte van seksueel geweld te doen
Personen zonder wettig verblijf die als slachtoffer een klacht indienen bij de politie, kunnen een bevel ontvangen om het grondgebied te verlaten, maar DVZ zal in dergelijke gevallen geen instructie geven aan de politie om de betrokkene vast te houden met het oog op gedwongen verwijdering ter uitvoering van het bevel. Die garantie kan ik dus geven.
Ik heb nooit beloofd dat personen geen bevel zouden ontvangen, omdat DVZ niet gecontacteerd zou worden door de politie in dergelijke situatie. Dat zou namelijk afwijken van de wettelijke verplichtingen en bevoegdheden van de politie en DVZ.
Alleen is de garantie die ik u gegeven heb, de garantie die ik u gegeven heb. Ik heb die praktijk reeds meerdere keren toegelicht aan organisaties op het terrein, zodat die de boodschap kunnen verspreiden. Vrouwen zouden niet bang mogen zijn om naar de politie te stappen als ze slachtoffer worden van geweld.
U vroeg mij ook naar mogelijke wettelijke initiatieven met betrekking tot de Europese richtlijn ter bescherming van sans-papiers uit 2009. Ik vermoed dat u hier, net als in uw andere vraag, verwijst naar de sanctierichtlijn die werknemers met een onwettig verblijf beschermt. Ik verwijs wat dat betreft graag naar mijn antwoord op een eerdere vraag.
16.03 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, bestaat er van uw engagement iets op papier? Dat is immers juist de grote zorg van de betrokken vrouwen. Zij maakten reeds mee dat ze, nadat ze naar de politie stapten, in een gesloten centrum terechtkwamen en geen bescherming kregen. Ik zie niets op papier dat aantoont dat de betrokkenen beschermd zijn.
Er was trouwens een vakbondsactie aan het kabinet van Sarah Schlitz. Ik heb daar naar getuigenissen van vrouwen geluisterd, onder andere van een vrouw die had meegeholpen bij de zaak-Fernandes. Die vrouw vertelde mij dat 20 vrouwen haar hun verhaal over seksueel misbruik hadden verteld. Het gaat om een aanzienlijk probleem, mijnheer de staatssecretaris.
Mijnheer de staatssecretaris, ik ben boos. Gisteren stelden alle politieke partijen in de plenaire vergadering met veel poeha dat het niet kan dat vrouwen geen bescherming krijgen. Welnu, een vrouw is een vrouw. Voor mij moet elke vrouw, of ze nu papieren heeft of niet, bescherming krijgen. Vrouwen zonder papieren moeten evenzeer beschermd worden als vrouwen met papieren.
Wij zullen de organisaties die zich daarvoor inzetten, blijven steunen. Ook het ACV werkt rond een betere bescherming voor die vrouwen. Het pleit ervoor dat vrouwen beschermd worden als ze klacht neerleggen. Dat gebeurt vooralsnog niet, terwijl ook de Istanbulconventie bescherming verplicht.
Het incident is gesloten.
17 Question de Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'arrêt L.R. contre Allemagne" (55018083C)
17 Vraag van Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het arrest in de zaak L.R. tegen Duitsland" (55018083C)
17.01 Hervé Rigot (PS): "Monsieur
le Secrétaire d'Etat, dans un arrêt récent L.R. contre Allemagne, la Cour de
Justice de l'Union Européenne a établi qu'une demande d'asile ne pouvait pas
être considérée comme irrecevable par un Etat Membre de l'Union au motif qu'une
demande antérieure aurait été introduite et rejetée en Norvège, pays associé au
règlement de Dublin III sans être membre de l'Union Européenne. La Cour estime
également qu'une demande introduite en Norvège ne peut pas être considérée
comme une demande antérieure.
Cette décision appelle plusieurs questions
concernant notre propre pays:
- Des cas similaires se sont-ils
présentés en Belgique au cours des 2 dernières années ? Si oui combien et
quelles suites leur ont-elles été réservées quant à un examen au fond?
- Au-delà de la Norvège, 3 autres pays
se trouvent dans une situation similaire, à savoir l'Islande, le Lichtenstein
et la Suisse. Des dossiers ont-ils été introduits dans notre pays par des
personnes ayant introduit des demandes auprès de ces 3 pays? Si oui combien et
quelles suites leur ont-elles été réservées quant à un examen au fond?
- Par ailleurs, la sortie du Royaume
Uni de l'Union Européenne pose question quant au statut de ce pays en ce qui
concerne la mise en oeuvre du règlement de Dublin. Quelle est l'attitude de
votre administration à l'égard de ce pays dans le cadre de l'arrêt qui nous
occupe ici et des procédures Dublin en général depuis l'entrée en vigueur du
Brexit?
Je vous remercie d'avance pour vos réponses."
17.02 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur Rigot, il s'agit en effet d'une question technique. Le 20 mai 2021, la Cour de justice de l'Union européenne a en effet rendu son arrêt dans l'affaire L.R. contre Bundesrepublik Deutschland. J'ai bien pris connaissance de cet arrêt.
La question posée à la Cour était de savoir si une demande de protection internationale pouvait être qualifiée d'ultérieure et déclarée irrecevable à ce titre si la demande antérieure a été rejetée par un État tiers, dans ce cas de figure-ci la Norvège. La Cour répond négativement à la question posée et juge que le droit de l'Union européenne ne permet pas la prise d'une décision d'irrecevabilité de demande ultérieure lorsque c'est l'État tiers, quel qu'il soit, qui est l'auteur de la décision finale antérieure.
Cet arrêt n'est pas directement relevant pour notre pays. La manière dont les demandes de protection internationale sont examinées en Belgique n'entre pas en contradiction avec cet arrêt. Une demande de protection rejetée par un État tiers antérieurement à une demande de protection internationale en Belgique n'est pas considérée comme une décision finale. Si la personne introduit ensuite une demande de protection internationale en Belgique, cette demande n'est donc pas qualifiée de demande ultérieure. La possibilité d'appliquer les concepts de pays tiers sûrs et de premier pays d'asile sera bien évidemment examinée par le CGRA.
L'Office des Étrangers et le CGRA ne disposent pas de données structurées concernant des demandes de protection rejetées par les États membres et États associés antérieurement à une demande de protection introduite en Belgique. En ce qui concerne le règlement Dublin III, je peux vous dire que, depuis le 1er janvier 2021, le Royaume-Uni est considéré comme un pays tiers. Le règlement Dublin III n'est donc plus d'application par rapport à ce pays.
17.03 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, je vous remercie. Votre réponse était très claire et je n'ai rien à ajouter.
L'incident est clos.
- Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het Duitse gedoogsysteem voor mensen zonder wettig verblijf" (55018181C)
- Darya Safai aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De hongerstaking van de mensen zonder papieren in de Begijnhofkerk en de lokalen van de VUB/ULB" (55018201C)
- Maria Vindevoghel aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De hongerstaking van sans-papiers" (55018525C)
- Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "Le système allemand de tolérance envers les personnes en séjour illégal" (55018181C)
- Darya Safai à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La grève de la faim des sans-papiers dans l'église du Béguinage et les locaux de la VUB/ULB" (55018201C)
- Maria Vindevoghel à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La grève de la faim entamée par des sans-papiers" (55018525C)
18.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, mijn vraag is samengevoegd met twee andere vragen, maar de inhoud van mijn vraag is anders, dus ik hoop dat ik ook op mijn vragen een antwoord krijg. Met uw goedvinden zal ik mijn vraag dan ook geheel stellen.
Mijn vraag gaat over het Duits gedoogsysteem voor mensen zonder wettig verblijf.
In onze commissie voor Binnenlandse Zaken hebben we al vaker gesproken over mensen zonder wettig verblijf. Dat is een diverse groep van mensen. Sommige mensen hebben de asielprocedure doorlopen, maar komen niet in aanmerking voor asiel of zijn om een andere reden hier. Die mensen kunnen niet altijd terug naar hun herkomstland, soms omdat het herkomstland terugname weigert, of soms zijn er andere redenen waardoor terugkeer niet mogelijk is. De realiteit is wel dat die mensen in ons land leven, aanwezig zijn en veelal zijn aangewezen op de informele economie.
In Duitsland bestaat er sinds 1 januari 2020 een systeem van Duldung, een gedoogregeling, waardoor die mensen, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, toch een opleiding kunnen volgen of kunnen werken. Op die manier is er een soort van gedoogbeleid voor hun situatie zonder wettig verblijf. Het voordeel van dat systeem is dat die mensen niet langer aangewezen zijn op de informele economie om in hun levensonderhoud te voorzien. In de informele economie is er kans op uitbuiting, toch een reëel risico. Wanneer die mensen in een zwart werkcircuit terechtkomen, is er ook geen enkele economische return naar de staatskas in de vorm van belastingen en sociale bijdragen.
Twee jaar geleden bestond ook bij de Brusselse bemiddelingsdienst Actiris het voornemen om te onderzoeken of er in België een systeem kan worden opgezet waardoor mensen die niet over verblijfspapieren beschikken, toch tijdelijk kunnen worden ingeschakeld in de arbeidsmarkt, vooral in knelpuntberoepen, of in die zin een opleiding kunnen volgen. Dat voorstel kon op heel veel kritiek rekenen en werd eigenlijk onmiddellijk afgeschoten. Toch is het interessant om het nader te bekijken, want er zijn waarschijnlijk wel juridische of operationele moeilijkheden, maar op zich is het idee misschien wel de moeite waard. Buitenlandse voorbeelden tonen namelijk aan dat dergelijk gedoogbeleid wel voordelen kan hebben. Het idee van Actiris kreeg toentertijd overigens ook steun van de raad van bestuur, waarin werkgevers en vakbonden vertegenwoordigd zijn.
Mijnheer de staatssecretaris, denkt u dat een systeem als het Duitse ook tot de mogelijkheden behoort in België? Welke juridische mogelijkheden zijn er dan? Wat is uw mening over het idee om mensen zonder verblijfsrecht, die omwille van bepaalde redenen niet op korte termijn kunnen terugkeren naar hun land, toch te laten werken in een knelpuntberoep of een opleiding te laten volgen?
18.02 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, de mensen zonder papieren die in de hoop op regularisatie de Brusselse Begijnhofkerk en lokalen van de Vrije Universiteit Brussel en de Université Libre de Bruxelles bezetten, zijn begonnen aan een hongerstaking. Deze bezetters, verenigd onder de naam Union des Sans-Papiers pour la Régularisation, eisen sinds meer dan 100 dagen heldere en permanente criteria voor regularisatie.
Deze situatie is niet ideaal, met 100 mensen of meer die er dicht opeengepakt verblijven en er koude nachten doorbrengen. Ze verstoren niet alleen de openbare orde, ze brengen ook de volksgezondheid in gevaar.
Mijnheer de staatssecretaris, over hoeveel personen gaat het? Hoeveel personen dienden er intussen een asielaanvraag, dan wel een meervoudige asielaanvraag in? Welke nationaliteit hebben de betrokkenen?
Deze situatie sleept nu al enkele maanden aan. Welke concrete stappen hebt u intussen gezet om deze problematiek kordaat aan te pakken? Gaat u actie ondernemen om deze personen zonder wettig verblijf te repatriëren? Wat is uw plan van aanpak?
18.03 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, sinds maandag 24 mei zijn vele sans-papiers in de Begijnhofkerk en op de campussen van VUB en ULB in hongerstaking. Om voorbij hun wettelijke impasse te geraken, zijn ze bereid om hun gezondheid op het spel te zetten. Deze mensen werken hier al jaren. Jaren hebben ze al bijgedragen aan belastingen en sociale zekerheid. Ze dragen bij aan het gemeenschapsleven en de economie. Er zijn mensen die geholpen hebben bij de bouw van het Europees Parlement of andere overheidsgebouwen, met risico's voor hun gezondheid, dat terwijl ze vrezen opgepakt te worden, slecht betaald te worden en misbruikt te worden.
U komt telkens met hetzelfde verhaal sinds het begin van hun acties. Er komt geen collectieve regularisatie noch komen er heldere criteria. Ze moeten hun dossier maar indienen, dit niettegenstaande het feit dat ze hun dossier al hebben ingediend, en vaak meerdere keren. Bij degenen die nog geen dossier hebben ingediend, heerst de vrees dat er willekeur is bij de beoordeling, aangezien er geen duidelijke criteria zijn waarop een dossier wordt beoordeeld. Van u horen we niets over de arbitraire beoordeling of de onredelijke barrières die zijn opgeworpen, of over de financiële barrières, want het kost de mensen wel heel wat geld. Daarmee verdedigt u resoluut het status quo dat desastreuze gevolgen heeft en ontkent u het probleem en dat er iets aan moet gebeuren.
Mijnheer de staatssecretaris, wanneer heeft iemand voor u genoeg bijgedragen aan onze maatschappij om de bescherming van onze rechten te genieten? In de media spreekt men dan over de collectieve regularisatie, maar dat is niet de eis van die mensen. Ze eisen duidelijke criteria en een onafhankelijke organisatie die hierover oordeelt. Wij begrijpen niet waarom u niet rond de tafel gaat zitten. Het gaat toch over een organisatie met heel veel mensen. Ik hoop dat u naar hun eisen zult luisteren.
18.04 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Platteau, uw vraag is van een andere aard. Ik zal ze apart beantwoorden.
Ik begin eerst met de vragen van mevrouw Safai en mevrouw Vindevoghel.
De hongerstaking van sans-papiers in de Begijnhofkerk en in de lokalen van de VUB en de ULB in Brussel beroert mij. Ja, ik ben bezorgd. Ik betreur het ten zeerste dat velen onder hen nu al bijna twee weken geleden de beslissing hebben genomen over te gaan tot een hongerstaking. Ik wil dan ook nogmaals iedereen oproepen de hongerstaking stop te zetten. Ik, en ongetwijfeld iedereen met mij, maak mij grote zorgen over de medische impact van dergelijke acties op de korte en de lange termijn.
Ik sta natuurlijk in contact met verschillende lokale actoren, de betrokken rectoren en de betrokken kerkfabriek, maar ik schuw ook de dialoog niet met de betrokkenen zelf. Ik heb op diverse momenten overlegd met mensen zonder wettig verblijf, in april nog met de Union des sans-papiers pour la régularisation, op mijn kabinet.
Ook deze week ben ik ter plaatse gegaan in de VUB om in gesprek te gaan met de hongerstakers en met verschillende onderzoekers die een open brief hebben gepubliceerd. Ik wil mijn beleid uitleggen, ook in persoon, en ook aan de betrokkenen. Maar ik ben daar dan ook heel duidelijk in. Ik blijf vragende partij om in gesprek te gaan, de dialoog open te houden, om te vermijden dat mensen overgaan tot acties die leiden tot gevolgen die van blijvende aard zijn. Dan hebben wij het over fysieke lasten die mensen heel hun leven zullen meeslepen.
Maar ik zal niet onderhandelen over de eisen van de betrokkenen. Dit was niet het geval tijdens de bezetting van de sites, en dat verandert ook niet door de hongerstaking.
Het regularisatiebeleid en het antwoord op onder andere de eis van de hongerstakers om duidelijke regularisatiecriteria op te nemen in de wet, kunnen niet los gezien worden van het algemene migratiebeleid. Er bestaan reeds heel wat legale migratiekanalen, met duidelijke voorwaarden waarop mensen een beroep kunnen doen. Indien men aantoont aan de voorwaarden te voldoen, heeft men recht op verblijf. Dit is het geval voor studiemigratie, arbeidsmigratie enzovoort.
Ik zet deze beleidsperiode volop in op het versterken van de correcte legale migratiekanalen door de procedures transparanter, sneller en efficiënter te maken.
De procedure voor humanitaire regularisatie is en blijft echter een uitzonderingsprocedure die een gunst is en die net bestaat om in individuele en uitzonderlijke humanitaire situaties af te wijken van de bestaande regels, door toch een verblijfsdocument toe te kennen, hoewel niet voldaan is aan de voorwaarden van een bestaand legaal migratiekanaal of een andere verblijfsprocedure, zoals de asielaanvraag. Het kan dus niet de bedoeling zijn om door het voorzien van objectieve criteria in een nieuw migratiekanaal te voorzien. Daarvoor bestaan de huidige procedures van legale migratie.
Mevrouw Vindevoghel, ze bestaan dus niet om te beoordelen of iemand door irreguliere tewerkstelling al dan niet voldoende zou bijdragen of bijgedragen hebben aan de samenleving om een verblijfsvergunning te krijgen. Het kan ook niet de bedoeling zijn om personen zonder wettig verblijf de boodschap te geven dat ze in aanmerking komen voor een regularisatie indien ze x-aantal jaren onwettig in ons land verblijven. Dit zou het huidige migratiebeleid ondergraven. Meer zelfs, hoe cynisch zou het zijn om tegen mensen te zeggen dat ze eerst tien jaar in de illegaliteit gewerkt moeten hebben, uitgemolken en uitgeperst moeten zijn door een werkgever om dan een regularisatie door te voeren.
Dat doet men niet op basis van wat iemand heeft bijgebracht. Dat doet men wel op basis van kwetsbaarheid. Het is niet omdat iemand fysiek de mogelijkheid heeft om meer bij te dragen dan een ander, dat dit een reden is om over te gaan tot regularisatie.
Ik wil er in de toekomst wel voor zorgen dat de procedure voor humanitaire regularisatie een uitzonderingsprocedure blijft door voor bepaalde categorieën die zich nu alleen kunnen wenden tot de humanitaire regularisatie een verblijfsrecht te creëren zoals, dat staat in het regeerakkoord, staatlozen.
Bovendien heb ik al van bij mijn aantreden bevestigd dat de procedures, ook de behandeling van de aanvragen voor een humanitaire regularisatie, inderdaad te lang duren. Om te verzekeren dat de verblijfsaanvragen vlugger worden behandeld, wordt daarom nog dit jaar heel wat extra personeel bij de verschillende diensten aangeworven waaronder de DVZ.
Mevrouw Safai, ik kan u niet informeren wie van de hongerstakers een asielvraag indiende of welke nationaliteit zij hebben. Ik weet dat niet. Ik hoef dat niet te weten, want een hongerstaking maakt hierin geen verschil. Indien zij een verblijfsaanvraag indienen, dan zal hun aanvraag op dezelfde wijze als de andere dossiers worden behandeld.
Tot slot nog dit, mevrouw Vindevoghel. U zegt dat ik in mijn publiek discours een te groot belang zou hechten aan de eis van enkelen voor collectieve regularisatie. Ik kan alleen vaststellen dat deze vraag mij regelmatig wordt gesteld. Bovendien is dit een semantische discussie. Ook het vastleggen van de duidelijke, individuele regularisatiecriteria kan als een collectieve regularisatie worden gezien, zoals het geval was in de campagnes van 1999-2000 en in de campagne van 2009.
Ik hoor trouwens niet graag dat ik niet in gesprek ga met mensen. Ik heb dat verschillende keren gedaan. Mevrouw Vindevoghel, ik sta al vanaf mijn geboorte lang genoeg op het terrein in Brussel om in contact te zijn met mensen die zich in die situatie bevinden. Ik durf te zeggen: langer dan de gemiddelde persoon in deze commissie en misschien wel langer dan het gemiddelde lid van de PVDA. Ik moet dus niet horen dat ik niet in contact sta of niet weet wat er leeft. Ik weet het beter dan u zou denken.
Ik kan misschien ook beter Frans dan u, mevrouw Vindevoghel. Une seule solution, la régularisation, is de eis die wordt geuit. Daarin moet ik duidelijk zijn omdat ik wil vermijden dat er slachtoffers vallen.
Ik hoop dat iedereen hier samen die duidelijkheid mee kan uitdragen. Er zijn individuele regularisaties die kunnen en mogen worden aangevraagd. Dat wordt individueel bekeken.
Nog maar een millimeter ruimte creëren waardoor mensen zouden denken dat een hongerstaking tot een oplossing zal leiden, is echter niet het antwoord, behalve als men er zo voor wil zorgen dat mensen uiteindelijk sterven of een nier kwijtspelen. Ik ben die duidelijkheid aan die mensen verplicht.
Mevrouw Platteau, de Duitse gedoogregeling of Duldung is een tijdelijk uitstel van terugkeer naar het land van herkomst en is geen verblijfsrecht of verblijfsstatuut. Dat tijdelijk uitstel wordt meestal toegekend of verlengd voor zes maanden of voor een kortere tijd. De groep mensen die aanspraak kan maken op Duldung, is gevarieerd. Er bestaan ook verschillende soorten Duldung in Duitsland en de redenen voor de toekenning ervan variëren. Ik noem er enkele op: het niet kunnen terugkeren naar het land van herkomst bij gebrek aan reisdocumenten, wegens medische redenen, tijdelijk bijvoorbeeld door een zwangerschap of omdat er geen medische behandeling beschikbaar is in het herkomstland, omdat er een concrete dreiging is voor de betrokkene van marteling of dood in het herkomstland, omdat de betrokkene het schooljaar wenst af te maken enzovoort.
Er zouden volgens de beschikbare informatie ongeveer 163.000 Geduldeten in Duitsland zijn. Van de personen van wie de redenen van de Duldung bekend zijn, ligt bij de overgrote meerderheid een gebrek aan reisdocumenten voor de terugkeer aan de oorsprong van de Duldung.
Verschillende van de categorieën die onder de Duitse Duldung vallen, komen in België in aanmerking voor een verblijfsrecht op basis van verschillende procedures en niet voor een tijdelijk uitstel van vertrek, zoals met de Duitse Duldung. Dat is bijvoorbeeld het geval met de subsidiaire bescherming voor personen die een risico op marteling aantonen in het herkomstland, de medische regularisatie indien de noodzakelijke behandeling niet toegankelijk of beschikbaar is in het herkomstland, het uitstel van het bevel om het grondgebied te verlaten in geval van zwangerschap of om het schooljaar af te maken.
Het lijkt me in deze gevallen dat onze eigen regeling beter is dan het louter gedogen wat in Duitsland tijdelijk wordt toegestaan. Ik heb ook wel al van alles gehoord, zowel over Duitsland als Portugal en Spanje. Ik merk zeer vaak dat men niet de juiste informatie heeft of communiceert over de aanpak in het buitenland en in België. Het is dus ook goed dat u de vraag stelt omdat het mij de mogelijkheid geeft om te duiden dat wat in Duitsland als iets tijdelijks wordt gezien in België op een veel betere manier wordt geregeld.
Wat u daarnaast voorstelt, impliceert in het Belgische systeem dat een tijdelijke verblijfsvergunning wordt gegeven aan personen zonder wettig verblijf op basis van studies of tewerkstelling in een knelpuntberoep, dus in concreto regularisatie op basis van het criterium werk of studies. Elke regularisatieaanvraag wordt individueel beoordeeld op basis van het geheel aan elementen in het dossier. Andere personen die om bepaalde redenen niet kunnen terugkeren moeten eigen verblijfsprocedures krijgen, zoals de erkende staatlozen. Dat staat in het regeerakkoord.
Gezien het voorgaande ben ik er echter niet van overtuigd dat het Duitse systeem kan worden gekopieerd in het migratiebeleid van België. Ik kan enkel maar mijn vraag herhalen om de hongerstaking te stoppen. Ik sta altijd open voor dialoog en over het migratiebeleid zijn heel wat legitieme debatten te voeren, maar dat gebeurt niet op deze manier, niet door de eigen gezondheid in gevaar te brengen, niet door er via een hongerstaking een aantal eisen proberen door te krijgen. Hopelijk kan iedereen deze oproep samen ondersteunen, want het zal nodig zijn indien we drama's willen vermijden.
De voorzitter: Mevrouw Platteau liet ons weten dat haar internet onderbroken is. Ze kan niet repliceren, maar ze zal uw antwoord kunnen lezen in het verslag.
18.05 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord. Ik hoor dat u niet accepteert dat u middels een hongerstaking wordt gechanteerd, wat al heel goed is. Ik heb echter niet gehoord hoeveel mensen daar zijn en welke hun nationaliteit is.
U kunt die hongerstaking, die chantage, misschien beëindigen, aangezien ons land humaan genoeg is om die mensen gewoon de kans te geven om hun leven zinvol te maken. Voor bepaalde mensen, die in illegaal verblijf terechtkomen, is het antwoord echter duidelijk: neen, jullie kunnen hier niet blijven. Aangezien die mensen daar toch zijn, stel ik voor dat u gerust eens gaat kijken om na te gaan van welke nationaliteit zij zijn. Als er mensen teruggestuurd moeten worden, dan moet ook dat gebeuren. Op die manier kunt u vermijden dat u in de toekomst nog gechanteerd wordt door mensen die hun eigen gezondheid in gevaar brengen. Het is ook de enige manier waarop u uw eigen signaal duidelijk kunt maken. Anders zullen die mensen daar blijven. Mensen die hier legaal verblijven hebben wij al de kans geboden hier ook te blijven, terwijl mensen die daar illegaal zijn, moeten weten dat er op een of andere manier een einde moet komen aan hun verblijf.
18.06 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben twintig jaar vakbondsafgevaardigde geweest, ik ben altijd opgekomen voor de werknemers en ik heb mij steeds zeer sterk verzet tegen sociale dumping. Dat doe ik trouwens nog steeds. Het feit dat men duizenden mensen in de illegaliteit laat en geen oplossing voor hen zoekt, betekent concreet dat die mensen gebruikt worden door de werkgevers, om sociale dumping te organiseren en de werkmensen tegen elkaar uit te spelen. Dat is de realiteit. Ik heb honderden verhalen gehoord van mensen die in de schoonmaak moeten werken voor twee of drie euro. Het gaat dan om mensen die hier al twintig jaar leven, wier kinderen hier geboren zijn. Daar moet absoluut een oplossing voor gevonden worden.
U had het over dialoog en ik heb daar ervaring mee, want als vakbondsafgevaardigde moest ik voortdurend in dialoog met de werkgever. Hoewel u het dus over dialoog hebt, geeft u tegelijkertijd aan dat u niet bereid bent om te praten over hun voorstellen en eisen. Dat is geen dialoog, dat is mensen voor het blok zetten. Dialoog betekent immers dat u samen met hen de eisen bekijkt om na te gaan over welke er gepraat kan worden. U zet deze mensen echter voor het blok. U biedt de duizenden mensen die nu illegaal moeten werken geen perspectief. Deze mensen worden tegen elkaar uitgespeeld en worden geconfronteerd met ongelooflijk slechte arbeidsomstandigheden. We weten dat daar al mensen aan gestorven zijn. Ik ben ook geen voorstander van een hongerstaking, maar deze mensen zijn op. Dit is voor hen het ultieme middel. Ik hoop van ganser harte dat er een oplossing komt voor deze duizenden mensen.
18.07 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, ik heb een eisenbundel gekregen van de Union des sans-papiers. Daar stond onder meer in dat er een oplossing moest komen pour les apatrides, de staatlozen. Dat doen we. Dat staat in het regeerakkoord.
Er stond in de eisenbundel onder meer ook in dat een oplossing moest worden gevonden voor ouders van kinderen die hier een verblijfsstatuut krijgen. Ik geef het typevoorbeeld van een meisje dat een genitale verminking riskeert, hier een verblijfsvergunning krijgt en vervolgens moeten de ouders een regularisatie aanvragen. De vraag was ervoor zorgen dat dit in de criteria komt voor die categorieën. Ik doe meer dan dat, want ik wil niet dat die personen een 9bis-aanvraag moeten indienen. Daar dient de regularisatie niet voor. Zij moeten hier automatisch een verblijfsvergunning kunnen krijgen. Ik heb het dan wel degelijk over de kleine groep van staatlozen die nergens in de wereld een land heeft dat hen verwelkomt en waar ze toe behoren, en de groep van ouders wier kinderen hier erkend worden.
Ik kom dan tot zij die jarenlang wachten op een antwoord. Ook daar heb ik heel duidelijk gemaakt dat we investeren in extra personeel en sneller behandelen. Ook daar zijn we mee bezig. Ook dat is één van de eisen waarmee we rekening houden.
Wanneer men economisch wordt uitgebuit, is het altijd mogelijk om klacht in te dienen. Maar waar komt het op neer, mevrouw Vindevoghel, en dat is wel de essentie van de zaak? U zegt zelf dat het gaat om mensen die hier twintig jaar verblijven. Twintig jaar geleden hebben zij een bevel gekregen om het grondgebied te verlaten en twintig, vijftien of tien jaar geleden zijn zij daar niet op ingegaan. Dat is de realiteit.
We proberen vandaag mee te werken aan een oplossing in het land van herkomst, ook via vrijwillige terugkeertrajecten, om die mensen in hun land van herkomst te helpen een duurzame toekomst uit te bouwen. We weten immers dat heel wat van die mensen met een bepaalde reden zijn vertrokken en willen hen helpen om in hun land van herkomst een duurzame toekomst uit te bouwen. Maar nee, het is niet omdat men ooit een bevel heeft gekregen om het grondgebied te verlaten en dan hier nog tien jaar lang blijft, dat dan de reden dat men economisch uitgebuit is geweest door die onwettige situatie de Belgische overheid moet doen overgaan tot regularisatie. Nee, dat is echt niet wat we moeten doen. Dat is alleen maar het faciliteren van onwettig verblijf, waarbij we die kwetsbaarheid van personen in onwettig verblijf alleen maar versterken. Dat is wel het laatste wat ik wil doen.
18.08 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, ik wens enkel toe te voegen dat het antwoord niet de realiteit van de betrokkenen is en dat het probleem heel groot is.
De voorzitter: Mevrouw Platteau, ik zie dat u opnieuw verbonden bent. Hebt u het antwoord gehoord van de staatssecretaris?
18.09 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de voorzitter, ik heb door internetproblemen helaas niks van het antwoord gehoord. Ik zal het dus in het verslag nalezen. Ik zal dan ook niet repliceren. Ik kan immers moeilijk reageren op een antwoord dat ik helaas niet heb gehoord.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vraag nr. 55018193C van mevrouw Jadin is omgezet in een schriftelijke vraag.
- Hervé Rigot à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La détention d’enfants pour des raisons de migration" (55018380C)
- Maria Vindevoghel à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La procédure d'annulation dans le cadre de l'arrêté royal du 17 septembre 2014" (55018526C)
- François De Smet à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L’arrêté royal du 22 juillet 2018 défendu par l’État belge devant le Conseil d’État" (55018541C)
- Hervé Rigot aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De opsluiting van kinderen om migratiegerelateerde redenen" (55018380C)
- Maria Vindevoghel aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De annulatieprocedure i.h.k.v. het KB van 17 september 2014" (55018526C)
- François De Smet aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het door België voor de Raad van State verdedigde koninklijk besluit van 22 juli 2018" (55018541C)
19.01 Hervé Rigot (PS): Monsieur le président, monsieur le secrétaire d'État, je ne reviendrai pas très longuement sur l'accord de gouvernement. Vous le connaissez encore mieux que nous. Celui-ci affirme que des mineurs ne peuvent pas être détenus en centre fermé. Vous l'avez confirmé à plusieurs reprises aux médias et au sein de notre commission. Pourtant, comme beaucoup d'autres, j'ai été surpris d'apprendre que l'État belge allait entamer une action au Conseil d'État qui porte précisément sur les conditions de l'enfermement des enfants au centre 127bis, en défendant l'arrêté royal qui organise l'enfermement d'enfants. Je vous avoue ne pas comprendre ce double discours. Il a en effet été prouvé que la détention a un impact profond et durable sur la santé physique et mentale et le développement des enfants.
Monsieur le secrétaire d'État, le gouvernement a évidemment pris la bonne décision en décidant de stopper cette pratique condamnée par de nombreuses instances internationales depuis bien longtemps. Pouvez-vous m'expliquer cette décision d'aller au Conseil d'État pour, en quelque sorte, prolonger cet arrêté royal qui permet l'enfermement d'enfants?
Est-il exact que, contacté par des associations, vous leur avez expliqué ne voir aucune contradiction entre le respect de l'accord de gouvernement et la poursuite de cette procédure? Si oui, pouvez-vous m'éclairer afin que je puisse comprendre? Travaillerez-vous à un projet de loi stoppant définitivement la détention d'enfants mineurs pour des motifs liés à la migration?
19.02 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): In het regeerakkoord staat dat de regering geen kinderen meer zou opsluiten in gesloten centra. Toch is er nu de annulatieprocedure tegen de vernietiging door de Raad van State van het koninklijk besluit dat destijds de opsluiting van kinderen mogelijk maakte. Daar is nogal wat beroering over, ook bij het middenveld. Er zijn heel wat vragen ter zake.
Mijnheer de staatssecretaris, kunt u hier bevestigen dat u de desbetreffende procedure voort zult zetten? Wat is de bedoeling daarvan?
Ziet u ook de contradictie tussen het regeerakkoord en de annulatieprocedure?
De voorzitter: De heer De Smet is niet aanwezig.
19.03 Sammy Mahdi, secrétaire d'État: Monsieur le président, chers collègues, permettez-moi, tout d'abord, de faire preuve à nouveau de clarté et de reprendre presque mot par mot les termes utilisés par M. Rigot.
Les enfants ne sont pas et ne seront pas détenus dans le centre fermé. L'accord de gouvernement est clair à ce sujet. Ni moi, ni les autres partenaires du gouvernement n'avons l'intention de dévier de cet accord quelle que soit l'issue du recours en annulation devant le Conseil d'État contre l'arrêté royal du 22 juillet 2018 relatif aux modalités de détention des familles avec enfants mineurs dans des maisons familiales en centre fermé 127bis.
Cette procédure d'annulation devant le Conseil d'État est actuellement dans sa phase finale. Le 1er octobre 2020, le Conseil d'État a déjà rendu un arrêt définitif sur les deux premiers moyens, d'une part, rejetant le principal grief qui avait conduit à la suspension de l'arrêté royal et, d'autre part, annulant certaines dispositions de cet arrêté.
Le Conseil d'État doit maintenant se prononcer sur les deux derniers moyens du recours en annulation.
In deze fase van de procedure is het voor de Belgische Staat, die tegenpartij is, niet mogelijk om de procedure stop te zetten. Alleen indien het koninklijk besluit van 22 juli 2018 zou worden ingetrokken, kan de procedure bij de Raad van State worden stopgezet. Een dergelijke intrekking heeft echter ongewenste gevolgen voor de Belgische Staat, want de intrekking van het koninklijk besluit heeft terugwerkende kracht, wat wil zeggen dat de vasthouding van gezinnen met minderjarige kinderen in het verleden, hierdoor onwettig zou worden gemaakt.
Het is ook belangrijk te beklemtonen dat door het arrest van 1 oktober de vasthouding van gezinnen met minderjarigen vandaag niet alleen politiek ongewenst is, maar ook juridisch onmogelijk is geworden. Door het arrest is het koninklijk besluit dat de vasthouding regelt, immers niet meer volledig van toepassing en zou het moeten aangepast worden om detentie opnieuw mogelijk te maken. Ik kan u bevestigen dat er geen intentie is om het koninklijk besluit daartoe aan te passen. Wij wachten nu alleen nog op het tweede deel van het arrest om de procedure volledig te kunnen afsluiten.
19.04 Hervé Rigot (PS): Monsieur le secrétaire d'État, autant je peux comprendre les approches techniques que vous évoquez, autant le reste est important, comme nous l'avons tous entendu voici quelques mois. En Belgique, plus de 48 000 personnes, moi y compris, se sont engagées, avec 325 associations et avec le gouvernement, pour l'interdiction de la détention d'enfants, en rejoignant le mouvement "On n'enferme pas un enfant. Point." Point, et pas trois petits points.
Aujourd'hui, j'entends la motivation juridique, mais alors, il faut appuyer un grand coup sur l'accélérateur, dès à présent, pour traduire et concrétiser dans un texte cette volonté de ne pas enfermer les enfants. En effet, sans cela, cette décision ne sera qu'un engagement du gouvernement. C'est déjà bien, mais il a une durée déterminée tant qu'il ne sera pas traduit dans un texte. Il nous faut un texte de loi qui confirme cette volonté du gouvernement, le plus rapidement possible, pour garantir que pour une durée indéterminée, et pour toujours, je le souhaite, plus jamais un enfant ne soit placé en centre fermé. Merci d'agir au plus vite.
19.05 Maria Vindevoghel (PVDA-PTB): Mijnheer de staatssecretaris, ik schaar mij achter het betoog van de vorige spreker. Elk kind moet inderdaad gelijk zijn. Heel veel organisaties hebben zich aangesloten bij de eis dat geen enkel kind nog mag worden opgesloten en samen met de vorige spreker dring ik erop aan dat dat motto in een wet wordt omgezet.
L'incident est clos.
20 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Illegale immigratie vanuit Tunesië" (55018404C)
20 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'immigration illégale en provenance de Tunisie" (55018404C)
20.01 Dries Van Langenhove (VB): De cijfers zijn duidelijk: de immigratie over de centrale Middellandse Zeeroute zit opnieuw in de lift, en nog voor het eigenlijke migratieseizoen begonnen is. Opvallend daarbij is het toegenomen belang van Tunesië. Ondertussen zou bijna een derde van alle schepen die koers zetten naar Europa, van wal steken in dat Noord-Afrikaanse land.
Afgelopen weekend bracht zowel de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken als de EU-commissaris Ylva Johansson een bezoek aan Tunesië. Mevrouw Johansson loofde bij haar terugkeer de grote flexibiliteit van de Tunesische regering met betrekking tot de terugname van illegale immigranten. Maandag stelde de Duitse krant Die Welt dat het erop lijkt dat Italië en de EU enerzijds en Tunesië anderzijds het eens zijn over de grondlijnen van een akkoord. Nog volgens dezelfde bron komt de formule samengevat op het volgende neer: Tunesië houdt migranten ervan af om naar Europa te trekken, terwijl degenen die toch voet op Europese bodem zouden zetten, op een snelle en onbureaucratische manier kunnen worden teruggestuurd. In ruil daarvoor zou het Noord-Afrikaanse land kunnen rekenen op royale financiële hulp.
Kunt u dat bericht uit Die Welt bevestigen?
Welke illegale migranten zouden in aanmerking komen om teruggestuurd te worden?
Is het akkoord ook van toepassing op Tunesiërs die al langer illegaal in Europa verblijven?
Wat houdt de financiële hulp die aan Tunesië geboden wordt, concreet in?
Werden er ook toezeggingen gedaan inzake de opening van legale migratiekanalen?
Werden er nog andere toezeggingen, zoals versoepelingen inzake het visumbeleid, gedaan? Zo ja, welke?
20.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer Van Langenhove, ik dank u voor uw vraag.
Ik kan bevestigen dat de Europese commissaris voor Binnenlandse Zaken, Ylva Johansson, en de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken, Luciana Lamorgese, na een soortgelijk bezoek in augustus 2020 opnieuw een gezamenlijk bezoek hebben gebracht aan Tunesië. De nadruk lag op migratiekwesties.
Het bezoek werd georganiseerd tegen de achtergrond van het toenemende aantal aankomsten in Italië vanuit Tunesië. Het bezoek had tot doel een aantal diplomatieke afspraken te maken en informatie uit te wisselen. Als dusdanig werd geen formeel akkoord gesloten.
Vanuit Belgisch perspectief kunnen wij tevreden zijn met de Europese aanpak van het dossier. Op die wijze laten de lidstaten zich minder bilateraal tegen elkaar uitspelen. Ik heb hier in de commissie al aangegeven dat wij 27 keer afzonderlijk onderhandelen met de landen van herkomst. De Europese aanpak kan ons zeker helpen een duidelijkere stempel te drukken in die onderhandelingen.
Bovendien is er de Europese boodschap dat migratiebeheer niet aan criminele organisaties mag worden overgelaten. Er is aan beide zijden van de Middellandse Zee een wederzijds begrip over het feit dat het bedrijfsmodel van de mensensmokkelaars moet worden vernietigd.
Het is hoopgevend dat Tunesië bereid is die strijd samen met de Europese Unie aan te gaan. De Europese Commissie heeft duidelijk gemaakt dat de Europese Unie een strategische partner van Tunesië is en blijft, maar dat meer samenwerking op het vlak van migratiebeheer wordt verwacht.
Die vraag werd nog niet gekoppeld aan visum- of andere maatregelen, maar dat kan in de toekomst uiteraard veranderen.
Wel werd gepraat over een gezamenlijke aanpak van de grondoorzaken van irreguliere migratie door het bevorderen van economische ontwikkeling, op maat gemaakte projecten en het uitwerken van legaal gemaakte migratiekanalen naar de Europese Unie.
Zoals ik hier in de commissie al heb opgemerkt over de visumsancties, is de Europese Commissie lijsten aan het opstellen en probeert zij in eerste instantie diplomatiek te spreken met landen. Waar dat niet lukt, moeten tegen de zomer van 2021, zoals de Europese Commissie zelf heeft gecommuniceerd, stappen worden gezet met de landen waarmee wij het moeilijkst kunnen samenwerken op Europees niveau.
De positieve samenwerking die de Europese Unie probeert uit te bouwen, wordt uitgewerkt op basis van de bestaande samenwerking tussen de Europese Unie en Tunesië.
Ik kijk, samen met u, uit naar de operationalisering van de afspraken die werden gemaakt tijdens het bezoek. Het is wachten op meer informatie daarover, maar ik ben in ieder geval blij dat Europa eindelijk beseft dat, wanneer men onderhandelt met landen van herkomst, men dat het best doet vanuit Europa en niet individueel, want dan wordt men uit elkaar gespeeld, wat leidt tot de gevolgen die wij vandaag en eigenlijk al decennia kennen.
20.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, u bent lovend voor de Europese aanpak, maar het is wel enigszins teleurstellend dat er nog geen formeel akkoord is gesloten. Als dat akkoord gesloten wordt, hoop ik dat het geen chantagedeal zal worden, maar een deal waar beide partners beter van kunnen worden.
U spreekt ook over het vernietigen van het bedrijfsmodel van de mensensmokkelaars. Ik verwijs in dat verband graag naar mijn vraag van gisteren waar een antwoord op kwam dat volgens mijn fractie en volgens vele Vlamingen niet afdoend is. Als u het bedrijfsmodel van de mensensmokkelaars wil vernietigen, dan moet u alle mogelijke illegale migratiekanalen echt stoppen. Zolang dat niet gebeurt, hebben de mensensmokkelaars een bedrijfsmodel en zullen zij heel veel geld blijven verdienen op de kap van heel veel kwetsbare mensen.
De terugnameakkoorden kunnen daar heel veel aan verhelpen. In een antwoord op een andere vraag zei u daarnet dat u in de komende maanden heel wat afspraken hebt om dergelijke terugnameakkoorden te sluiten. Ik wens u daarbij heel veel succes, want die moeten er heel dringend komen.
L'incident est clos.
21 Vraag van Dries Van Langenhove aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "De stand van zaken met betrekking tot de gesloten terugkeercentra" (55018405C)
21 Question de Dries Van Langenhove à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "La situation en ce qui concerne les centres de retour fermés" (55018405C)
21.01 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, vorige week gaf u toelichting bij uw plannen, onder meer inzake het aanklampend terugkeerbeleid, zoals u het noemt.
Hoewel ik vrees dat deze aanpak weinig vruchten zal afwerpen, hoop ik uiteraard het tegenovergestelde.
Los daarvan blijft natuurlijk het feit dat er hoe dan ook gedwongen terugkeer nodig zal zijn en dat daar bijkomend in geïnvesteerd moet worden. Zowel in het regeerakkoord als bij de voorstelling van uw beleidsnota werd gesteld dat er werk gemaakt zou worden van een versnelde uitvoering van het fameuze Masterplan inzake gesloten terugkeercentra.
Zo'n half jaar geleden verklaarde de staatssecretaris voor de Regie der Gebouwen, Mathieu Michel, echter dat de twee door u aangekondigde nieuwe terugkeercentra er niet voor het einde van deze legislatuur zullen staan. Toen ik u daarover in de Kamer ondervroeg, stelde u dat u de ambitie had de bedoelde centra toch sneller te bouwen en dat wij erop mochten rekenen dat u daar in de komende maanden hard aan zou werken. Wij zijn intussen opnieuw enkele maanden verder. Daarom krijg ik graag een antwoord op volgende vragen.
Welke initiatieven hebt u intussen genomen om de versnelde bouw van de twee gesloten terugkeercentra te realiseren?
Welke concrete beslissingen werden ter zake reeds genomen?
Kunt u ons garanderen dat de eerder beloofde uitbreiding van de capaciteit in die gesloten terugkeercentra er tijdens deze legislatuur wel zal komen? Zo ja, met hoeveel plaatsen en binnen welk tijdsbestek?
Bent u bereid in te gaan op ons voorstel om in afwachting van die uiteindelijke realisatie van het Masterplan werk te maken van tijdelijke centra voor gedwongen terugkeer, bijvoorbeeld door de inzet of de huur van één of meer gevangenisboten of door gebruik te maken van leegstaande legerterreinen of leegstaande voormalige rijkswachtkazernes?
21.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Langenhove, in de commissie voor Binnenlandse Zaken heb ik al een paar gezegd dat mijn diensten hard hebben gewerkt aan de optimalisatie van het plan. De verschillende infrastructurele noden werden in kaart gebracht. Er werden gesprekken gehouden met de partners die betrokken zijn bij de uitvoering van het plan. Dat dit tijd vraagt, geef ik grif toe, maar we gaan natuurlijk ook niet over één nacht ijs.
Het plan zal dus eerst worden besproken binnen de regering, vooraleer ik er nadere details over kan geven. Wij weten allemaal wat het in een vorige legislatuur opgeleverd heeft, toen men een omgekeerde volgorde trachtte toe te passen. In 2018-2019 en in 2020 zouden er nieuwe gesloten centra zijn. Ik weet niet hoe het met uw zicht gesteld is, maar ik heb die centra in ieder geval niet gezien.
Betreffende uw voorstel om tijdelijk gebruik te maken van leegstaande kazernes of voormalige gevangenisboten, kan ik u melden dat mijn administratie in het verleden reeds meerdere pistes heeft onderzocht, waaronder de ingebruikname van leegstaande kazernes en de huur van pontons. Beide zijn om operationele redenen geen haalbare pistes. Leegstaande kazernes voldoen niet aan de infrastructurele noden en veiligheidseisen voor een gesloten centrum, zoals de aanwezigheid van een perimeterbeveiliging, controleposten, omheiningen voor de buitenwandelingen, camerabewaking, het vandalismebestendig maken van onder meer alle bewonerssanitair en verblijfskamers, plafonds, ramen en gemeenschappelijke lokalen, het voorzien van isolatiecellen, de inrichting van wachtposten en de bewonersvleugel. Ik kan zo nog een tijdje doorgaan.
Ook de huur van detentiepontons werd onderzocht, maar dit is zowel juridisch als praktisch niet haalbaar.
Ik begrijp de vraag om te zoeken naar alternatieven. Het is immers geen onlogische vraag vermits we nood hebben aan extra capaciteit. Helaas werden de mogelijkheden die u voorstelt al onderzocht en werden ze niet realistisch ingeschat.
Niet alles behoeft extra middelen, maar ik kan u wel geruststellen. In het kader van de kredieten voor het nieuw beleid wordt ook gevoelig geïnvesteerd in de terugkeer en dit voor meer dan 30 miljoen euro op kruissnelheid. We maken hier dus werk van.
Ik hoop snel met meer informatie te komen over de infrastructurele noden, maar ondertussen hebben we ons personeel aanzienlijk versterkt, ook voor de gedwongen terugkeer. Ik denk dat dit noodzakelijk was, want het is een zaak om in infrastructuur te investeren, maar de personen die daar werken zijn minstens even belangrijk. Die stap hebben we in elk geval nu al gezet.
21.03 Dries Van Langenhove (VB): Mijnheer de staatssecretaris, ik ben het eens met wat u zegt, maar het is niet voldoende. U zegt dat een en ander in kaart werd gebracht en geoptimaliseerd. U gaat niet over een nacht ijs. Het plan werd besproken in de regering. De diensten hebben de afgelopen maanden hard gewerkt. Dat geloof ik graag, mijnheer de staatssecretaris. Ik ben ervan overtuigd dat u en uw diensten hard werken.
Als u echter keer op keer zegt dat u die extra capaciteit voor de gesloten terugkeercentra wel zal realiseren, dan moeten er ook concrete stappen worden gezet.
U zegt dat de vorige regering de beloftes niet heeft ingevuld. U mag dat niet gebruiken als een excuus om dezelfde fout te begaan in deze legislatuur.
Als we dan hebben over de kazernes en de pontons, wil ik gerust geloven dat die piste niet haalbaar is, maar niets doen is ook niet haalbaar. Alternatieve pistes vragen misschien grote investeringen, maar niets doen is nog veel duurder, want dit land kreunt onder de illegaliteit. Die kost ons handenvol geld, niet alleen financieel, maar er zijn ook grote maatschappelijke kosten. Laat ons daarin investeren. Laat ons eindelijk concrete stappen zetten.
L'incident est clos.
22 Vraag van Darya Safai aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het voornemen van Marokko om alleenreizende minderjarigen uit de EU terug te nemen" (55018507C)
22 Question de Darya Safai à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'intention du Maroc de rapatrier les mineurs d'âge voyageant seuls dans l'UE" (55018507C)
22.01 Darya Safai (N-VA):
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de staatssecretaris, Marokko neemt voortaan
onbegeleide Marokkaanse minderjarigen terug die illegaal naar de Europese Unie
waren gereisd. Koning Mohammed VI heeft daar opdracht voor gegeven. Hij wil dat
de kwestie „definitief" wordt geregeld, liet de regering in Rabat dinsdag
weten.
Marokko is bereid om, zoals het altijd
heeft gedaan, samen te werken met Europese landen en de Europese Unie om deze
kwestie op te lossen, staat in de regeringsverklaring. Het land zegt de
terugkeer van naar behoren geïdentificeerde niet-begeleide minderjarigen te
accepteren. Dat zou nu vaak stranden door traagheid en blokkades als gevolg van
complexe procedures in bepaalde Europese landen.
De gebeurtenissen in Ceuta vloeiden voort
uit een diplomatiek conflict tussen Spanje en Marokko over de Westelijke Sahara.
Hoeveel Marokkaanse minderjarigen
bereikten ons land?
Hoeveel Marokkaanse minderjarigen in ons
land vallen onder deze maatregel?
22.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Safai, wij kennen in ons opvangnetwerk een aantal Marokkaanse kinderen en jongeren voor wie het hoger belang in Marokko ligt en niet in België. Daarnaast kennen wij ook de Marokkaanse kinderen die, vooral in Brussel, op straat leven, kleine criminaliteit plegen en vaak met drugs te maken hebben. Deze kinderen en jongeren moeten wij kunnen begeleiden naar een duurzame oplossing, ook als die in het land van herkomst ligt.
Daarvoor is uiteraard samenwerking nodig en ik ben dus zeer blij dat Marokko hier een hand uitsteekt om voor deze minderjarigen samen te werken. Dat is de juiste oplossing voor niet-begeleide minderjarigen hier en die nood hebben aan een duurzame oplossing.
In 2020 werden er 645 signalementfiches voor Marokkaanse niet-begeleide minderjarigen ontvangen van de dienst Voogdij. Van deze fiches waren er 293 eerste signalementen. Van hen hebben zes minderjarigen internationale bescherming aangevraagd.
In 2020 hebben 25 Marokkaanse minderjarigen in het kader van de bijzondere verblijfsprocedure een oranje kaart ontvangen. 26 Marokkaanse minderjarigen kregen een A-kaart en 7 een B-kaart, omdat voor hen de duurzame oplossing werd vastgesteld in België.
Er werden 14 bevelen tot terugbrenging afgeleverd voor de minderjarigen voor wie de duurzame oplossing in het land van herkomst lag. Het is dus voor deze laatste groep dat de samenwerking met Marokko noodzakelijk is. Ik ben zeer blij dat Marokko deze ambitie heeft uitgesproken. Wij gaan er op korte termijn werk van maken, omdat het goed is dat landen van herkomst beseffen dat die minderjarigen, die afkomstig zijn uit een ander land, best opgevangen worden in Marokko, indien hun duurzame toekomst zich daar bevindt.
Mijnheer de voorzitter, ik weet dat ik het niet mag doen, maar u zult mij daarvoor verontschuldigen, maar ik geef graag de informatie mee dat ook langs Vlaamse kant ondertussen de namen van de vertegenwoordigers in de interministeriële conferentie bekend zijn. Dat zijn de heer Jambon, de heer Somers en mevrouw Crevits. U ziet dat de commissie wat oplevert. Wij voeren druk op op de regio's en ze reageren direct.
22.03 Darya Safai (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik dank u voor uw antwoord. Ik zal dit verder bestuderen.
L'incident est clos.
23 Vraag van Eva Platteau aan Sammy Mahdi (Asiel, Migratie en Nationale Loterij) over "Het geluidskanon dat wordt gebruikt om vluchtelingen te verhinderen de Griekse grens over te steken" (55018532C)
23 Question de Eva Platteau à Sammy Mahdi (Asile, Migration et Loterie Nationale) sur "L'utilisation d'un canon sonore pour empêcher des refugiés de franchir la frontière grecque" (55018532C)
23.01 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, afgelopen week lazen we in de pers dat Griekenland aan de grens met Turkije een hoogtechnologisch bewakingsnetwerk aan het uittesten is, met onder andere een stalen grensmuur, observatietorens met camera’s en leugendetectors met artificiële intelligentie. Het meest opvallende is dat de Griekse grenspolitie een geluidskanon wil inzetten om te verhinderen dat vluchtelingen de grens oversteken en asiel aanvragen. Het Griekse project met het geluidskanon is waarschijnlijk tot stand gekomen met Europese middelen die naar projecten zijn gegaan om de buitengrenzen van de EU beter te beveiligen. Ook Hongarije en Letland zouden experimenteren met nieuwe technieken.
Hebt u zicht op de Europese middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks naar dergelijke hoogtechnologische vormen van grensbewaking gaan? Hebt u met uw Europese collega’s gesproken over de Griekse aanpak? Indien ja, wat is het standpunt van Europa over dergelijke vormen van grensbewaking door lidstaten, die de facto neerkomen op een illegaal pushbackbeleid? Wat is uw standpunt over het gebruik van een geluidskanon als instrument voor grensbewaking?
23.02 Staatssecretaris Sammy Mahdi: Mevrouw Platteau, ik herinner eraan dat collega Segers mij hierover gisteren al in de plenaire vergadering ondervroeg.
Voor mij is het duidelijk dat de Europese grenscontrole beter moet. Ik denk dat iedereen het daarmee eens is. Wij moeten aan de buitengrenzen beter controleren hoe mensen hier toekomen, wie ze zijn en wie er vertrekt. Die controle moeten we goed organiseren met het oog op gecontroleerde en goed georganiseerde migratie, maar het mag niet op de aangehaalde manier.
De EU moet waken over haar grenzen, maar moet evenzeer waken over haar waarden. De grens waar het kanon zou worden ingezet, is niet enkel een Grieks grens. Het is ook voor de Europese Unie een buitengrens en de unie is dus medeverantwoordelijk, ook al gaat het om een Grieks initiatief door mensen in Griekse tenues. Wij mogen niet wegkijken.
De inzet van een geluidskanon voor grensbewaking werd nog niet besproken op de Europese fora. Ik denk echter wel dat we het debat daarover moeten aangaan. Om die reden heb ik dan ook een brief gericht aan commissaris Johansson om de inzet van drones, camera's en artificiële intelligentie aan te kaarten en duidelijk te maken dat er geen probleem is met de inzet van bepaalde technologische middelen, maar dat er daar ook wel een grens aan is. Sommige zaken zijn gewoonweg onaanvaardbaar.
In mijn brief wees ik erop dat de bewaking van de buitengrenzen belangrijk is. Het is de lidstaten toegestaan om die te versterken. Meer nog, dat moet zelfs, maar niet op die manier. Migranten en asielzoekers mogen we niet louter zien als een veiligheidsprobleem, het zijn mensen die, ongeacht hun statuut, steeds recht hebben op een menswaardige behandeling. Moderne technologieën om grenzen te bewaken, hoeven niet per definitie slecht te zijn Alles uit handen geven aan technologie is niet de way to go. Er moet voldoende geïnvesteerd worden in mensen.
Daarnaast moet er ook steeds een manier zijn waarop asielzoekers en migranten zich kunnen aanmelden aan de grens. Ik kan enigszins begrijpen dat men asielzoekers vooral naar de grensposten wil doorverwijzen. Dat zijn immers plaatsen waar men asiel kan aanvragen en zich kan identificeren. Het moet via die weg gebeuren, want als ze door bossen en rivieren in Europa raken, dan hebben we ze niet geïdentificeerd.
Dat er hekken zijn, is het probleem niet, maar als er geen deur in het hek zit, als er geen middelen zijn om ergens asiel of bescherming aan te vragen, dan is er wel een probleem. Die deur, de grenspost, moet zorgen voor gecontroleerde migratie, omdat daar gecontroleerd kan worden wie Europa binnenkomt. Zo kunnen we personen registreren, wat toelaat om vluchtelingen te onderscheiden van migranten. De grensposten moeten toegankelijk zijn, men moet er zich kunnen aanmelden en registreren. Het is de verantwoordelijkheid van de EU om toe te zien op het functioneren van die grensposten.
Er zijn ook vragen gesteld over de middelen voor grensbewaking. Daarvoor moet ik uiteraard verwijzen naar minister Verlinden, die bevoegd is voor de federale politie.
Ik kan in ieder geval niet duidelijk genoeg zijn over bepaalde technieken die gebruikt worden, zoals ik gisteren ook al heb gezegd. Geluidskanonnen kunnen misschien worden ingezet om insecten weg te jagen. In Guantanamo Bay werden geluidskanonnen ingezet om mensen te folteren. Dat is echt niet de manier waarop we met migranten moeten omgaan.
23.03 Eva Platteau (Ecolo-Groen): Mijnheer de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord.
Ik dank u ervoor te zeggen dat die inzet volledig onaanvaardbaar is, wat u gisteren in de plenaire vergadering inderdaad ook al duidelijk hebt gezegd. Op sociale media hebt u eveneens al uw afkeer voor die aanpak bekendgemaakt.
U wijst inderdaad ook op de belangrijke Europese verantwoordelijkheid. Ik wil u ook danken voor de brief die u gestuurd hebt naar de Europese commissaris. Het is heel belangrijk dat België dat signaal geeft.
Ik volg u in uw uitspraak dat een geluidskanon wordt ingezet om vogels of vee mee te verjagen, maar niet om mensen te verjagen die op de vlucht zijn van oorlog en die asiel willen aanvragen in Europa. Dat kan absoluut niet de bedoeling zijn.
Die hoogtechnologische aanpak is bovendien erg duur. De vraag rijst of die aanpak effectief is, dan wel of de markt voor mensensmokkelaars er juist door wordt vergroot, aangezien mensensmokkelaars opnieuw grof geld kunnen verdienen door allerlei manieren te vinden om die ingezette systemen te omzeilen.
Een Europese aanpak is zeker nodig, maar wel steeds met respect voor de mensenrechten.
Ik ben het er niet helemaal mee eens dat wij aan de grens vluchtelingen moeten onderscheiden van migranten. Over de grensprocedures hebben wij wel een andere visie. Het is in ieder geval heel cynisch dat de Europese waarden die wij graag willen uitdragen, met voeten worden getreden in Griekenland, de bakermat van de Europese samenleving. Dat is onaanvaardbaar.
Een evidencebased aanpak van migratie is heel belangrijk. U zegt vaak dat migratie gecontroleerd moet gebeuren. Daarvoor moet ook naar het wetenschappelijk onderzoek worden gekeken: op welke manier kunnen wetenschappelijke inzichten helpen bij een rechtvaardig migratiebeleid? Het voorbeeld van een geluidskanon en andere technologie die wordt ingezet, toont ook aan dat technologie op zich niet waardevrij is en dat wij er zeker een maatschappelijk debat over moeten voeren.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.10 uur.
La réunion publique de commission est levée à 17 h 10.